Stel het apparaat niet bloot aan regen
of vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden,
mag u de ventilatie-openingen van het apparaat niet
afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d.
Plaats nooit een brandende kaars bovenop het
apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u geen voorwerpen als vazen op
het apparaat zetten.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals
een boekenrek of ingebouwde kast.
Installeer het systeem zodat de stekker bij
problemen onmiddellijk uit het stopcontact kan
worden getrokken.
LET OP
Indien de batterij verkeerd is geplaatst, kan deze
ontploffen. Vervang de batterij uitsluitend door één
van hetzelfde type of een gelijkwaardig type dat
door de fabrikant is aanbevolen. Gebruikte
batterijen dienen overeenkomstig de aanwijzingen
van de fabrikant te worden weggedaan.
Gooi de batterij niet weg maar
lever deze in als klein chemisch
afval (KCA).
Verwijdering van Oude Elektrische en
Elektronische Apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product
niet als huishoudelijk afval mag
worden behandeld. Het moet echter
naar een plaats worden gebracht waar
elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwijderd,
voorkomt u voor mens en milieu
negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De
recycling van materialen draagt bij tot
het vrijwaren van natuurlijke bronnen.
Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u
contact op met de gemeentelijke
instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
De fabricant van dit product is Sony Corporation, 17-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De
geauthoriseerde vertegenwoordiging voor EMC en
produkt veiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland.
Voor service- of garantiezaken verwijzen wij u gra ag
naar de addressen in de afzonderlijke service/
garantie documenten.
Batterijen, of een apparaat dat wordt gebruikt met
geïnstalleerde batterijen, mogen niet worden
blootgesteld aan overmatige hitte zoals zon, vuur of
iets vergelijkbaars.
NL
2
Over deze handleiding
• De instructies in deze handleiding zijn voor het
model TA-F501ES. U vindt het modelnummer in
de rechteronderhoek van het voorpaneel.
• In deze gebruiksaanwijzing staan de
bedieningselementen op de meegeleverde
afstandsbediening beschreven. Ook de
bedieningselementen op de versterker kunnen
worden gebruikt indien ze dezelfde of soortgelijke
namen hebben als die op de afstandsbediening.
Deze receiver beschikt over Dolby* Digital en
DTS**.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby
Laboratories.
"Dolby" en het symbool doubel-D zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Index ...........................................................23
3
NL
Aan de slag
Uitpakken
Controleer of u de volgende items hebt
ontvangen:
• Gebruiksaanwijzing (deze handleiding)
• Optimalisatiemicrofoon ECM-AC1 (1)
• Netsnoer (1)
• Afstandsbediening RM-AAU012 (1)
Als er een item ontbreekt, neem dan contact op
met uw dichtstbijzijnde Sony-dealer.
Audio-aansluitkabels, digitale aansluitkabels
en luidsprekerkabels zijn niet meegeleverd bij
deze versterker. U kunt deze apart aankopen.
Opmerkingen over
aansluitingen
• Schakel eerst alle componenten uit voordat u
aansluitingen maakt.
• Sluit het netsnoer pas aan nadat alle
aansluitingen zijn voltooid.
• Sluit de stekkers stevig aan om gebrom en
ruis te voorkomen.
NL
4
Luidsprekers aansluiten
Sluit de luidsprekers aan op de versterker.
Gebruik een luidsprekerkabel (niet
meegeleverd) om een aansluiting te maken op
de luidsprekeraansluitingen.
Luidsprekerkabel (niet meegeleverd)
Aan de slag
Opmerkingen over
luidsprekeraansluitingen
Sluit de linkerluidspreker aan op de
SPEAKERS L-aansluitingen en de
rechterluidspreker op de SPEAKERS Raansluitingen.
Zorg ervoor dat u de luidsprekerkabels
aansluit tussen de luidsprekers en de versterker
met dezelfde polariteit (plus (+) met plus (+),
min (–) met min (–)).
Als u let op de kleur of op de markering van de
luidsprekerkabel die moet worden aangesloten
op de plus (+) of min (–) aansluiting, kunt u er
altijd zeker van zijn dat u de kabel correct
aansluit, zonder plus of min te verwisselen.
Luidspreker
(R)
Luidspreker
(L)
NL
5
Componenten met analoge audio-ingangen/uitgangen
aansluiten
U kunt op deze versterker een component
aansluiten met analoge audio-ingangen, zoals
een Super Audio CD-speler of CD-speler, enz.
Gebruik een audiokabel (niet meegeleverd)
om een component aan te sluiten op de analoge
audio-aansluitingen.
Verbind de witte stekker met de L-aansluiting
en de rode stekker met de R-aansluiting.
Audiokabel (niet meegeleverd)
Wit (L)
Rood
(R)
Platenspeler
Super Audio
CD-speler,
CD-speler,
videorecorder
Opmerking
Als uw platenspeler een aarding heeft, sluit hem dan
aan op de (U) SIGNAL GND-aansluiting om
storende ruis te vermijden.
NL
6
Cassettedeck
Componenten met digitale audio-ingangen/uitgangen
aansluiten
Aan de slag
Aansluiten op de COAXIALaansluiting
U kunt een component met coaxiale digitale
uitgangen aansluiten op deze versterker.
Gebruik een coaxiale digitale kabel (niet
meegeleverd) om een component op de
COAXIAL-aansluitingen aan te sluiten
(DIGITAL 1 tot 3).
Coaxiale digitale kabel (niet
meegeleverd)
Aansluiten op de OPTICALaansluiting
U kunt een component met optisch digitale
uitgangen aansluiten op deze versterker.
Gebruik een optisch digitale kabel (niet
meegeleverd) om een component op de
OPTICAL-aansluitingen aan te sluiten
(DIGITAL 4).
Bij het aansluiten van optisch digitale kabels, moet
u de stekkers stevig vastzetten tot ze klikken.
Optische digitale kabel (niet
meegeleverd)
MD-deck,
DAT-deck,
satelliettuner
(alleen voor de IN-aansluiting
van de versterker)
Super Audio CD-speler,
CD-speler,
DVD-speler,
DVD -re cor der
wordt vervolgd
NL
7
Opmerkingen
• Wanneer DIGITAL 1, 2 of 3 is geselecteerd, wordt
het geselecteerde invoersignaal uitgevoerd via de
DIGITAL 4 OUT-aansluiting. Wanneer de
DIGITAL 4-ingang of een analoge ingang is
geselecteerd, wordt geen signaal uitgevoerd via de
DIGITAL 4 OUT-aansluiting.
• Alleen het audiosignaal van de CD-speler wordt
uitgevoerd van de DIGITAL COAXIAL OUTaansluiting.
Het audiosignaal van een Super Audio CD-speler
wordt echter helemaal niet uitgevoerd van de
DIGITAL COAXIAL OUT-aansluiting.
Tip
Alle digitale audio-aansluitingen zijn compatibel
met bemonsteringsfrequenties van 32 kHz, 44,1 kHz
en 48 kHz.
Het netsnoer aansluiten
Sluit het meegeleverde netsnoer aan op de AC
IN-aansluiting op de versterker en sluit het
netsnoer vervolgens aan op een stopcontact.
AC IN-aansluiting
Naar het
stopcontact
Netsnoer
(meegeleverd)
Er blijft tussen de stekker en het achterpaneel
een beetje ruimte vrij, ook al is de stekker
stevig in het apparaat gestoken. Het is de
bedoeling dat de aansluitkabel op deze manier
aangesloten wordt. Dit is geen defect.
NL
8
Voorbereiding van de
afstandsbediening
Trek de isolatieplaat eruit zodat de
batterij stroom kan leveren.
In de afstandsbediening zit reeds een batterij.
De batterij van de
afstandsbediening vervangen
Schuif de batterijhouder in de richting
1
van pijl 2 door de vergrendeling in de
richting van pijl 1 te duwen en
verwijder vervolgens de batterij uit de
batterijhouder.
Opmerkingen betreffende de
lithiumbatterij
• Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Bij inslikken van de batterij dient
onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd.
• Veeg de batterij schoon met een droge doek om
verzekerd te zijn van een goed contact.
• Neem bij het plaatsen van de batterij altijd de juiste
polariteit in acht.
• Houd de batterij niet vast met een metalen pincet
aangezien hierdoor kortsluiting kan optreden.
Opmerking
Stel de afstandsbedieningssensor niet bloot aan
directe zonnestraling of fel licht. Hierdoor kan de
werking worden verstoord.
Tip
Als bediening van het systeem met behulp van de
afstandsbediening niet meer mogelijk is, moet u de
batterij vervangen door een nieuw exemplaar.
WAARSCHUWING
Als u met batterijen op de verkeerde wijze
omgaat, kunnen ze exploderen.
De batterij mag niet worden opgeladen,
gedemonteerd of in het vuur worden gegooid.
Aan de slag
2 Plaats een nieuwe lithiumbatterij
CR2025 met de + kant naar boven
gericht.
Een lithiumbatterij CR2025
3 Schuif de batterijhouder er weer in.
Opmerking
Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te
gebruiken, dient u de batterij te verwijderen om
mogelijke beschadiging door batterijlekkage en
corrosie te voorkomen.
NL
9
Onderdelen en bediening
Voorpaneel
NaamFunctie
A POWERDruk hierop om de
versterker in of uit te
schakelen.
Afstandsbe-
B
dieningssensor
C TONE
BASS/TREBLE
D Uitleesvenster De huidige status van
E INPUT
SELECTOR
Ontvangt signalen van
de afstandsbediening.
Draai hieraan om de
BASS- en TREBLEniveaus in te stellen.
Het niveau kan worden
aangepast van –10 dB
tot +10 dB.
de geselecteerde
component of van een
lijst items die u kunt
selecteren verschijnt
hier.
Draai hiermee om de
ingangsbron die u wilt
afspelen, te selecteren.
NaamFunctie
F VOLUMEDraai hiermee om het
G MUTINGDruk hierop om het
H PHONES-
aansluiting
volume van de
luidsprekers aan te
passen.
Het niveau kan worden
aangepast van –∞ dB
tot +23 dB.
geluid tijdelijk uit te
schakelen.
Druk opnieuw op deze
knop om het geluid.
Sluit aan op de
hoofdtelefoon.
10
NL
Achterpaneel
Onderdelen en bediening
A AUDIO INPUT/OUTPUT-gedeelte
AUDIO IN/
OUTaansluitingen
Sluit aan op een
Super Audio
CD-speler,
cassettedeck,
MD-deck of
DAT-speler, enz.
(pagina 6).
B AUTO CAL MIC-aansluiting
Sluit aan op de
meegeleverde
optimalisatiemicrofoon
voor de Auto
Calibration-functie
(autokalibratiefunctie)
(pagina 13).
C DIGITAL INPUT/OUTPUT-gedeelte
COAXIAL INaansluitingen
OPTICAL
IN/OUTaansluiting
Sluit aan op een
DVD-speler, Super
Audio CD-speler,
enz. De COAXIALaansluitingen zorgen
voor betere
geluidskwaliteit
(pagina 7).
D SPEAKERS-gedeelte
Sluit aan op de
luidsprekers
(pagina 5).
E SIGNAL GND-aansluting
Als uw platenspeler
een aarding heeft,
sluit hem dan aan op
deze aansluiting om
storende ruis te
vermijden (pagina
6).
11
NL
Afstandsbediening
RM-AAU012
NaamFunctie
A DISPLAY
ON/OFF
B Invoertoetsen Druk op een van de toetsen
C VOL +/–Druk hierop om het volume
D BALANCE L/R Druk hierop om de balans
NL
12
Druk hierop om de weergave
op het display in en uit te
schakelen.
om de component te kiezen
die u wilt gebruiken.
van de luidsprekers aan te
passen.
Het volume kan worden
aangepast van –∞ dB tot
+23 dB.
tussen linker- en
rechterluidsprekers te
regelen. Zowel de linker- als
rechterbalans kan worden
aangepast van 0 dB tot
+20 dB. De oorspronkelijke
instelling is 0 dB (midden).
NaamFunctie
E Bedienings-
toetsen voor
een Sony CDspeler
F MUTINGDruk op de knop om het
G MENUDruk hierop om het menu
H V/v/B/b
I LOUDNESS
J BASS/
TREBLE +/–
U kunt een Sony CD-speler
alleen bedienen met deze
afstandsbediening, wanneer
u de speler aansluit op de
versterker.
H afspelen
X pauzeren
x stoppen
./> een track kiezen
m/M snel terugspoelen/
vooruitspoelen
geluid te onderbreken. Druk
nogmaals om het geluid te
hervatten.
voor de versterker weer te
geven (pagina 17).
Druk op MENU (7) en
vervolgens op
instellingen te kiezen. Druk
vervolgens op om de
keuze in te voeren (pagina 17).
Stel de f unctie LOUDNES S in op
ON om het uitvoerniveau van de
luidsprekers voor BASS en
TREBLE in te stellen naar de
optimale instellingen, gebaseerd
op het volumeniveau.
Wanneer u de functie
LOUDNESS instelt op OFF,
worden de niveaus voor BASS en
TREBLE opnieuw ingesteld naar
het niveau voordat de functie
LOUDNESS werd ingesteld op
ON. De basisinstelling is OFF.
Druk hierop om de BASS- en
TREBLE-niveaus aan te
passen. Het niveau kan
worden aangepast van
–10 dB tot +10 dB.
V/v/B/b
om de
Opmerkingen
• De afstandsbedieningsstand van de bij deze
versterker geleverde afstandsbediening is vast
ingesteld op CD1 voor de aangesloten CD-speler.
Stel de afstandsbedieningsstand van de CD-speler
in op CD1. Anders kunt u de CD-speler niet
bedienen met deze afstandsbediening.
• U kunt de niveaus voor BASS en TREBLE
handmatig aanpassen, zelfs als de functie
LOUDNESS is ingesteld op ON. Als u de niveaus
handmatig aanpast, wordt de functie LOUDNESS
automatisch ingesteld op OFF.
Configuratie
De juiste instellingen
automatisch kalibreren
(AUTO CALIBRATION)
De autokalibratiefunctie staat u toe het
volgende te meten:
• Luidsprekeraansluitingen
• Luidsprekerafstand
• Luidsprekerhoek
• Luidsprekerniveau
• Frequentiekenmerken
Nadat u het meetresultaat hebt opgeslagen,
kunt u het luidsprekerniveau bevestigen door
op BALANCE L/R (pagina 12) te drukken. De
andere meetresultaten worden niet
weergegeven maar worden automatisch
ingesteld op de juiste instellingen.
Alvorens autokalibratie uit te
voeren
• Als er zich hindernissen tussen de
optimalisatiemicrofoon en de luidsprekers
bevinden, kan de meting niet correct worden
uitgevoerd. Verwijder alle obstakels uit het
meetgebied om een foutieve meting te
vermijden.
Opmerkingen
• De autokalibratiefunctie werkt niet als er een
hoofdtelefoon op de versterker is aangesloten.
• Annuleer MUTING als dit is ingeschakeld.
Optimalisatiemicrofoon
(meegeleverd)
Configuratie
Voordat u autokalibratie uitvoert, stelt u de
luidsprekers op en sluit u hen aan (pagina 5).
• De AUTO CAL MIC-aansluiting wordt
alleen gebruikt voor de meegeleverde
optimalisatiemicrofoon. Sluit geen andere
microfoons aan op deze aansluiting.
Hierdoor kunnen de versterker en de
microfoon worden beschadigd.
• Tijdens de meting komt er een luid geluid uit
de luidsprekers. Het volume kan niet worden
aangepast. Houd rekening met de
aanwezigheid van kinderen en met het effect
op uw buren.
• Voer de meting uit in een stille omgeving om
geluidsoverlast te vermijden en een meer
accurate meting te verkrijgen.
1 Sluit de meegeleverde
optimalisatiemicrofoon aan op
de AUTO CAL MIC-aansluiting
op het achterpaneel.
2 Installeer de
optimalisatiemicrofoon.
Plaats de optimalisatiemicrofoon op uw
luisterpositie. Gebruik een krukje of
drievoet zodat de optimalisatiemicrofoon
zich op uw oorhoogte bevindt. Richt de Lzijde van de optimalisatiemicrofoon naar
de voorste linkerluidspreker en de R-zijde
van de optimalisatiemicrofoon naar de
voorste rechterluidspreker.
wordt vervolgd
13
NL
Opmerking
Wanneer u de optimalisatiemicrofoon in het midden
van de twee luidsprekers pl aatst en de hoek tussen de
twee luidsprekers te klein is, kan de
optimalisatiemicrofoon de linker- en
rechterluidsprekers niet correct meten.
De meting uitvoeren
1 Schakel de versterker in.
7 De meting wordt gestart.
Het meetproces zal ongeveer 10 seconden
duren. Wacht tot het meetproces is
voltooid.
Tip
Wanneer u speciale luidsprekers gebruikt, zoals
tweepolige luidsprekers, wordt de meting mogelijk
niet correct uitgevoerd of wordt de autokalibratie
mogelijk niet uitgevoerd.
2 Druk op MENU.
3 Druk op v om "<2-Auto
Calibration>" weer te geven en
druk op om het menu te
openen.
4 Druk op v om "CAL TYPE",
weer te geven en druk op
om de parameter in te voeren.
5 Druk op V/v om de parameter te
selecteren en druk op om
uw selectie in te voeren.
Kalibratietype Verklaring
ENGINEERStelt de
frequentiekenmerken in op
een set die overeenkom t met
die van de Sonyluisterruimtestandaard.
FULL FLATNeemt de meting op van de
frequentie van elk
luidsprekeroppervlak.
6 Druk op V om "AUTO CAL
START?" weer te geven en druk
op om de meting te starten.
De meting start over vijf seconden. Het
aftellen wordt weergegeven in het
uitleesvenster.
Om een foutieve meting te vermijden,
moet u uit de buurt blijven van de
meetzone terwijl de tijd aan het aftellen
is.
De meting annuleren
De meting wordt geannuleerd wanneer u het
volume of de ingangsbron wijzigt, of als u op
MUTING drukt of een hoofdtelefoon aansluit.
De meetresultaten bevestigen/
opslaan
1 Bevestig het meetresultaat.
Wanneer de meting stopt, hoort u een
pieptoon en de meetresultaten
verschijnen in het uitleesvenster.
Meetresultaat Uitleesvenster Verklaring
Als het
meetproces
correct is
voltooid
Als het
meetproces is
mislukt
COMPLETE
ERROR
CODE 3x
Ga verder
met stap 2.
Zie
"Wanneer
een
foutcode
verschijnt"
(pagina 15).
2 Druk herhaaldelijk op V/v om
het item te selecteren en druk
op .
ItemVerklaring
RETRYVoert de meting opnieuw
SAVE EXITSlaat de meetresultaten op
uit.
en verlaat het instelproces.
14
NL
ItemVerklaring
WRN CHECK Geeft een waarschuwing
weer over de
meetresultaten. Zie
"Wanneer u "WRN
CHECK" selecteert"
(pagina 15).
EXITVerlaat het instellingsproces
zonder de meetresultaten op
te slaan.
Wanneer een foutcode
verschijnt
Probeer de oplossingen en voer de meting
opnieuw uit.
FoutcodeOorzaak en oplossingen
CODE 32Geen enkele luidspreker werd
gevonden. Zorg ervoor dat de
optimalisatiemicrofoon goed is
aangesloten en voer de meting
opnieuw uit.
Als de optimalisatiemicrofoon
correct wordt aang esloten maar er
verschijnt een foutcode, is de
kabel van de
optimalisatiemicrofoon mogelijk
beschadigd of verkeerd
aangesloten.
CODE 33Geen enkele luidspreker is
aangesloten.
CODE 34De luidsprekers staan niet in de
juiste positie. De luidsprekers of
een optimalisatiemicrofoon
rechts of links kan verkeerd zijn
geplaatst. Controleer de
luidsprekerpositie.
Wanneer u "WRN CHECK"
selecteert
Als er een waarschuwing over een
meetresultaat is, wordt er gedetailleerde
informatie weergegeven.
Druk op om terug te keren naar
stap 1 van "De meetresultaten
bevestigen/opslaan".
Waarschuwingscode
WARNING 40 Probeer de meting uit te voeren in
WARNING 41 Probeer de meting uit te voeren
WARNING 42 Probeer de meting uit te voeren
NO WARNING Er is geen
Verklaring
een stille omgeving. De meting is
voltooid. Toch is er veel ruis. De
autokalibratie wordt mogelijk
goed worden uitgevoerd als u het
opnieuw probeert, ook al kan de
meting niet worden uitgevoerd in
elke omgeving.
als de omgeving stil genoeg is
voor een goede meting.
De geluidsinvoer van de
optimalisatiemicrofoon bevindt
zich buiten het aanvaardbare
bereik. Het is luider dan het
luidste geluid dat kan worden
gemeten.
als de omgeving stil genoeg is
voor een goede meting.
Het volume van de versterker
bevindt zich buiten het
aanvaardbare bereik.
waarschuwingsinformatie.
Configuratie
•CODE 32, 33, 34
1
Los de fout op.
2 Druk op .
"RETRY?" verschijnt.
3 Druk op V/v om "YES" te selecteren en
druk op .
De autokalibratie wordt opnieuw gestart vanaf
stap 7 van "De meting uitvoeren".
Auto Calibration
menuparameters
De oorspronkelijke instelling is onderstreept.
x AUTO CAL START?
(Start autokalibratie)
• MEASUREMENT COUNTDOWN
In het uitleesvenster telt de tijd af van vijf
seconden tot een seconde.
• MEASURING TONE
Verschijnt terwijl TONE wordt gemeten.
wordt vervolgd
15
NL
• MEASURING T.S.P.
Verschijnt terwijl TSP* wordt gemeten.
• COMPLETE
Verschijnt wanneer het meetproces is
voltooid. Voor details over elk bericht, zie
"De meetresultaten bevestigen/opslaan"
(pagina 14).
• WARNING CODE [ :4x]
Verschijnt als er een waarschuwing over het
meetresultaat is. Voor details over elk
bericht, zie "De meetresultaten bevestigen/
opslaan" (pagina 14).
• NO WARNING
Er is geen waarschuwingsinformatie.
• ERROR CODE [ :3x]
Verschijnt wanneer de meting mislukt. Voor
details over elk bericht, zie "De
meetresultaten bevestigen/opslaan"
(pagina 14).
•RETRY?
Verschijnt om u te vragen om de meting
opnieuw uit te voeren of om af te sluiten
zonder opnieuw te meten wanneer de meting
mislukt.
• CANCEL
Verschijnt wanneer u de meting annuleert.
* TSP (Time Stretched Pulse)
Een TSP-signaal is een uiterst precies meetsignaal
dat impulsenergie gebruikt en dat in een korte
periode een brede band meet, van laag tot hoog.
De hoeveelheid energie die wordt gebruikt om
signalen te meten is belangrijk om zeker te zijn van
een accurate meting in een normale
binnenomgeving. Het gebruik van TSP-signalen
maakt het mogelijk om signalen effectief te meten.
x EQ CURVE EFFECT
(Activeert/deactiveert de
EQ-curvemeting)
•OFF
Deactiveert de EQ-curvemeting.
•ON
Activeert de EQ-curvemeting.
Nadat de meting is voltooid, wordt deze
instelling automatisch op ON gezet.
Opmerking
U kunt deze instelling niet selecteren voordat u de
meetresultaten heeft opgeslagen
(standaardinstelling).
x CAL TYPE
(parametertype)
• ENGINEER
Stelt de frequentie in op een die
overeenkomt met die van de Sonyluisterruimtestandaard.
•FULL FLAT
Neemt de meting op van de frequentie van
elk luidsprekeroppervlak.
NL
16
Instellingen voor de
versterker
Door de System Settings-menu's te gebruiken,
kunt u de versterker aanpassen aan uw
persoonlijke wensen.
1 Druk op MENU.
2 Druk op V om "<1-System
Settings>" weer te geven en
druk op om het menu te
openen.
3 Druk herhaaldelijk op V/v om
de parameter weer te geven die
u wilt aanpassen.
4 Druk op om de parameter in
te voeren.
5 Druk herhaaldelijk op V/v om
de instelling te selecteren die u
wilt aanpassen.
6 Druk op om in te voeren.
7 Herhaal stap 3 tot 6 als u andere
instellingen wilt maken.
Terugkeren naar een hoger
niveau in het menu
Druk op B.
Het menu verlaten
Druk op MENU.
Opmerking
Bepaalde parameters en instellingen kunnen gedimd
in het uitleesvenster verschijnen. Dit betekent dat ze
onbeschikbaar of vast en onveranderlijk zijn.
System Settings
menuparameters
De oorspronkelijke instelling is onderstreept.
x DEC. PRIORITY
(decodeerprioriteit digitale
audio-invoer)
Hiermee kunt u de invoermodus voor de
digitale signaalinvoer naar de DIGITAL INaansluitingen specificeren.
•AUTO
Schakelt de invoermodus automatisch om
tussen DTS, Dolby Digital of PCM.
•PCM
PCM-signalen krijgen prioriteit (om
onderbreking te voorkomen wanneer de
weergave start).
Opmerking
Wanneer u "AUTO" instelt en het geluid van de
digitale audio-aansluitingen (voor een CD, enz.)
wordt onderbroken wanneer de weergave start, stel
dan in op "PCM".
x DUAL MONO
(tweetalige audioselectie)
Voor een tweetalige uitzending kunt u de taal
kiezen waarnaar u wilt luisteren. Deze functie
werkt alleen voor Dolby Digital-bronnen.
• MAIN/SUB
Geluid van de hoofdtaal wordt door de
linkerluidspreker uitgevoerd, terwijl geluid
van de subtaal tegelijkertijd door de
rechterluidspreker wordt uitgevoerd.
•MAIN
Geluid van de hoofdtaal wordt uitgevoerd.
•SUB
Geluid van de subtaal wordt uitgevoerd.
• MAIN+SUB
Geluid van zowel de hoofd- als subtaal
wordt gemengd uitgevoerd.
Configuratie
wordt vervolgd
17
NL
x D.RANGE COMP.
(compressor dynamisch bereik)
Staat u toe het dynamische bereik van het
geluidsspoor te comprimeren. Dit is handig
om 's nachts films te bekijken met laag
volume. Het dynamische bereik comprimeren
is alleen mogelijk met Dolby Digital-bronnen.
•OFF
Het dynamische bereik werd niet
gecomprimeerd.
•STD
Het dynamische bereik wordt
gecomprimeerd zoals bedoeld door de
recording engineer.
•MAX
Het dynamische bereik wordt sterk
gecomprimeerd.
Tip
Met de compressor voor het dynamische bereik kunt
u het dynamische bereik van het geluidsspoor
comprimeren op basis van de informatie over het
dynamische bereik in het Dolby Digital-signaal.
"STD" is de standaardinstelling maar staat alleen
lichte compressie toe. Daarom raden we aan de
"MAX"-in stelling te gebruiken. D it comprimeert het
dynamische bereik sterk en u kan er 's nachts films
mee bekijken met laag volume. In tegenstelling tot
analoge beperkers zijn de niveaus vooraf bepaald en
zorgen ze voor een erg natuurlijke comprimering.
Het geheugen van de
versterker wissen
1,22,3
1
Druk op POWER om de
versterker uit te schakelen.
2 Houd POWER ingedrukt terwijl
u op MUTING drukt om de
versterker in te schakelen.
Nadat "MEMORY CLEARING..." even
in het display wordt weergegeven,
verschijnt "MEMORY CLEARED!".
De volgende items worden hersteld naar
hun oorspronkelijke instellingen.
• Alle instellingen in de menu's System
Settings en Auto Calibration.
x DC PHASE L.
(DC faselinearisator)
Hiermee benadert u de kenmerken van een
fase met lage frequentie van een traditionele
analoge versterker.
•OFF
Fasecorrectie wordt niet uitgevoerd.
• LOW-A, STD-A, HIGH-A, LOW-B,
STD-B, HIGH-B
Het bandbreedtebereik van de fasecorrectie
stijgt in de volgorde "LOW", "STD",
"HIGH".
"B"-parameter fasecorrectie zorgt voor
verbeterde bass-kenmerken.
NL
18
3 Laat de knop MUTING los.
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
In het geval er een voorwerp of vloeistof in de
behuizing terechtkomt, moet u de versterker
uit het stopcontact trekken en het toestel eerst
door een deskundige laten nakijken, alvorens
het weer in gebruik te nemen.
Spanningsbronnen
• Voordat u de versterker gebruikt, moet u
controleren of het bedieningsvoltage gelijk
is aan dat van uw plaatselijke
stroomleverancier.
Het bedieningsvoltage wordt aangeduid op
het naamplaatje op de achterkant van de
versterker.
• Het toestel blijft onder (net)spanning staan
zolang de stekker in het stopcontact zit, ook
al is het toestel zelf uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact als u
denkt de versterker geruime tijd niet te
gebruiken. Om het netsnoer uit te trekken,
neemt u alleen de stekker vast. Trek nooit
aan het snoer zelf.
• Het netsnoer mag alleen door bevoegd
vakkundig personeel worden vervangen.
Oververhitting
De versterker warmt op tijdens de bediening.
Dit duidt niet op een storing. Als u de
versterker langdurig gebruikt met hoog
volume, stijgt de temperatuur aan de
bovenkant, onderkant en zijkanten van de
behuizing aanzienlijk. Raak de behuizing niet
aan om te voorkomen dat u zich verbrandt.
Plaatsing
• Plaats de versterker op een goed
geventileerde plaats om te voorkomen dat hij
oververhit raakt en om de levensduur van de
versterker te verlengen.
• Plaats de versterker niet in de buurt van
warmtebronnen of op een plaats waar hij is
blootgesteld aan directe zonnestraling,
overmatig stof of mechanische schokken.
• Blokkeer de ventilatiegaten niet door iets
bovenop de behuizing te plaatsen. Hierdoor
kan een storing optreden.
• Plaats de versterker niet in de buurt van
apparatuur zoals een televisie, videorecorder
of cassettedeck. (Als de versterker wordt
gebruikt samen met een televisie,
videorecorder of cassettedeck en te dicht bij
het apparaat is geplaatst, kan er ruis optreden
en kan de beeldkwaliteit verminderen. Dit
kan vooral gebeuren wanneer u een
binnenantenne gebruikt. Daarom raden we
aan een buitenantenne te gebruiken.)
Bediening
Schakel de versterker uit en trek de stekker uit
het stopcontact alvorens andere componenten
aan te sluiten.
Reinigen
Reinig de behuizing, het paneel en de
bedieningselementen met een zachte doek die
lichtjes is bevochtigd met een mild zeepsopje.
Gebruik geen schuursponsje, schuurpoeder of
oplosmiddelen, zoals alcohol of benzine.
Met alle vragen over of eventuele problemen
met uw versterker kunt u steeds terecht bij uw
dichtstbijzijnde Sony-dealer.
Aanvullende informatie
19
NL
Problemen oplossen
Indien u een van de volgende problemen
ondervindt bij het gebruik van de versterker,
probeer die dan eerst zelf op te lossen aan de
hand van de onderstaande lijst. Als het
probleem daarmee niet is opgelost, raadpleeg
dan uw dichtstbijzijnde Sony-dealer.
Audio
Er is geen geluid, welke component er
ook is geselecteerd, of er is alleen een
heel zacht geluid hoorbaar.
• Controleer of de luidsprekers en
componenten goed zijn aangesloten.
• Contoleer of alle luidsprekerkabels correct
zijn aangesloten.
• Controleer of zowel de versterker als alle
componenten zijn ingeschakeld.
• Controleer of de VOLUME-bediening niet
is ingesteld op –∞ dB.
• Druk op MUTING om de
geluidsonderdrukking te annuleren.
• Controleer of u de juiste component hebt
gekozen met INPUT SELECTOR.
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
• Het beschermingsapparaat op de
versterker werd geactiveerd. Schakel de
versterker uit, los het
kortsluitingsprobleem op en schakel het
toestel weer in.
Er komt geen geluid uit een bepaalde
component.
• Controleer of de component juist is
aangesloten op de audio-ingangen voor die
component.
• Controleer of de kabel(s) gebruikt voor de
aansluiting volledig in de aansluitingen
zit(ten) op zowel de versterker als de
component.
Er komt geen geluid uit een van de
luidsprekers.
• Sluit een hoofdtelefoon aan op de
PHONES-aansluiting om na te gaan of er
geluid wordt uitgevoerd via de
hoofdtelefoon. Als slechts één kanaal
wordt uitgevoerd via de hoofdtelefoon, is
de component mogelijk niet juist
aangesloten op de versterker. Controleer
of alle kabels volledig in de aansluitingen
zitten op zowel de versterker als de
component. Als beide kanalen worden
uitgevoerd via de hoofdtelefoon, is de
component mogelijk niet juist aangesloten
op de versterker. Controleer de aansluiting
van de luidspreker die geen geluid
uitvoert.
• Zorg ervoor dat u zowel de L- als
R-aansluiting hebt aangesloten op een
analoge component en niet alleen op de
L- of R-aansluiting. Gebruik een monostereo kabel (niet meegeleverd).
De linker-en rechtergeluiden zijn niet in
balans of omgewisseld.
• Controleer of de luidsprekers en
componenten correct en stevig zijn
aangesloten.
• Pas de balansparameters aan door op
BALANCE te drukken op de
afstandsbediening.
Sterke brom of ruis is hoorbaar.
• Controleer of de luidsprekers en
componenten goed zijn aangesloten.
• Let erop dat de aansluitkabels zich niet in
de buurt van een transformator of motor
bevinden, en minstens 3 meter verwijderd
zijn van een tv-toestel of
fluorescentieverlichting.
• Plaats de tv verder van de
audiocomponenten af.
• Zorg ervoor dat u de U SIGNAL GNDaansluiting hebt geaard (alleen wanneer
een platenspeler is aangesloten).
• De stekkers en aansluitingen zijn vuil.
Maak ze schoon met een doek die lichtjes
is bevochtigd met alcohol.
20
NL
Opname kan niet worden uitgevoerd.
• Controleer of alle componenten goed zijn
aangesloten (pagina 6, 7).
• Selecteer de broncomponent met INPUT
SELECTOR (pagina 10, 12).
Afstandsbediening
De afstandsbediening werkt niet.
• Richt de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor op de versterker.
• Verwijder alle obstakels tussen de
afstandsbediening en de versterker.
• Als het vermogen van de lithiumbatterij in
de afstandsbediening laag is, moet u deze
vervangen door een nieuwe batterij.
• Zorg ervoor dat u de juiste ingang
selecteert op de afstandsbediening.
• Stel de afstandsbedieningsstand van de
Sony CD-speler in op CD1 (pagina 12).
Foutmeldingen
Als er zich een storing voordoet, toont het
uitleesvenster een code van twee cijfers. Aan
de hand van de meldingen kunt u de toestand
van het systeem controleren. Raadpleeg de
volgende tabel om het probleem op te lossen.
Als het probleem daarmee niet is opgelost,
raadpleeg dan uw dichtstbijzijnde Sonydealer.
CHECK CODE 12
Het versterkersgedeelte is oververhit. Zorg
ervoor dat de ventilatie-opening niet is
bedekt. Schakel de versterker uit, laat de
versterker een tijdje staan en schakel het
toestel weer in.
CHECK CODE 14
Schakel de versterker uit, zorg ervoor dat de
kern van een luidsprekerkabel de versterker
of andere luidsprekers niet aanraakt.
CHECK CODE 21
Schakel de versterker uit en controleer of de
luidsprekerkabels juist zijn aangesloten.
Schakel het toestel opnieuw in.
Aanvullende informatie
CHECK CODE 11
Onregelmatige stroom wordt uitgevoerd via
de luidsprekers. Schakel de versterker uit,
zorg ervoor dat de kern van een
luidsprekerkabel de versterker of andere
luidsprekers niet aanraakt en schakel de
versterker opnieuw in.
Ontwerp en specificaties kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Uitgangen (analoog)
TAPEVoltage: 150 mV
Impedantie: 1 kohm
Ingangen (digitaal)
DIGITAL 1/2/3Impedantie: 75 ohm
DIGITAL 4S/N: 96 dB
S/N: 96 dB (A, 20 kHz
LPF)
(A, 20 kHz LPF)
Uitgangen (digitaal)
DIGITAL 4S/N: 96 dB
NL
22
(A, 20 kHz LPF)
Index
Symbolen
U SIGNAL GND-aansluiting6, 11
A
Afstandsbediening 12
Voorbereiden
Auto Calibration
9
13
B
BALANCE 12
Bedieningstoetsen voor een Sony
CD-speler
12
C
Cassettedeck 6
CD-speler
6, 7
D
DAT-deck 7
DVD-speler/DVD-recorder
7
F
Foutmeldingen 21
H
Herstellen 18
N
Netsnoer 8
P
PHONES 10
S
Satelliettuner 7
Super Audio CD-speler
T
TONE 10
U
Uitleesvenster 10
V
Videorecorder 6
VOLUME (VOL)
10, 12
6, 7
Aanvullende informatie
I
INPUT SELECTOR 10
L
LOUDNESS 12
Luidsprekers
5
M
MD-deck 7
Menu
Auto Calibration 15
System Settings
MUTING
10, 12
17
23
NL
ATTENZIONE
Per evitare il rischio di incendi e
scosse elettriche, non esporre
l’apparecchio alla pioggia o all’umidità.
Per evitare incendi, non coprire le aperture di
ventilazione dell’apparecchio con giornali,
tovagliette, tende, ecc. e non collocare candele
accese sopra l’apparecchio.
Per evitare il rischio di incendi o scosse elettriche,
non collocare contenitori di liquidi, come vasi, sopra
l’apparecchio.
Non installare l’apparecchio in uno spazio chiuso,
come una libreria o un mobiletto.
Installare il sistema in modo che il cavo di
alimentazione possa essere immediatamente
scollegato dalla presa di rete in caso di necessità.
ATTENZIONE
C’è pericolo di esplosione se la batteria è sostituita
in modo sbagliato. Sostituire soltanto con lo stesso
tipo o uno equivalente consigliato dal produttore.
Eliminare le batterie usate secondo le istruzioni del
produttore.
Non buttare via la pila con i rifiuti
domestici generici, ma smaltirla
correttamente come i rifiuti
chimici.
Le batterie o gli apparecchi utilizzati con batterie
installate non devono essere esposti a temperature
eccessive, ad esempio quella della luce solare, del
fuoco o simili.
Trattamento del dispositivo elettrico od
elettronico a fine vita (Applicabile in
tutti i paesi dell’Unione Europea e in
quelli con sistema di raccolta
differenziata)
Questo simbolo sul prodotto o sulla
confezione indica che il prodotto non
deve essere considerato come un
normale rifiuto domestico, ma deve
invece essere consegnato ad un punto
di raccolta appropriato per il riciclo di
apparecchi elettrici ed elettronici.
Assicurandovi che questo prodotto sia
smaltito correttamente, voi
contribuirete a prevenire potenziali
conseguenze negative per l’ambiente e
per la salute che potrebbero altrimenti
essere causate dal suo smaltimento
inadeguato. Il riciclaggio dei materiali
aiuta a conservare le risorse naturali.
Per informazioni p iù dettagliate circa il
riciclaggio di questo prodotto, potete
contattare l’ufficio comunale, il
servizio locale di smaltimento rifiuti
oppure il negozio dove l’avete
acquistato.
Il fabbricante di questo prodotto è Sony
Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 1080075, Giappone. Il rappresentante autorizzato ai fini
della Compatibilità Elettromagnetica e della
sicurezza del prodotto è Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 , Stoccarda Germania.
Per qualsiasi problema relativo all’assistenza o alla
garanzia, si prega di fare riferimento agli indirizzi
indicati nei documenti di assistenza e garanzia
forniti con il prodotto.
IT
2
Informazioni su questo manuale
• Le istruzioni contenute in questo manuale si
riferiscono al modello TA-F501ES. Verificare il
numero del modello riportato nell’angolo in basso
a destra del pannello frontale.
• Questo manuale contiene istruzioni relative ai
comandi del telecomando fornito in dotazione.
Tuttavia, è possibile utilizzare anche i comandi
presenti sull’amplificatore, se hanno lo stesso
nome o nomi simili a quelli utilizzati sul
telecomando.
Nel presente ricevitore sono incorporate le
tecnologie Dolby* Digital e DTS**.
* Prodotto su licenza dei Dolby Laboratories.
“Dolby” e il simbolo della doppia D sono marchi
dei Dolby Laboratories.
Verificare che la confezione contenga i
seguenti componenti:
• Istruzioni per l’uso (il presente manuale)
• Microfono ottimizzatore ECM-AC1 (1)
• Cavo di alimentazione CA (1)
• Telecomando RM-AAU012 (1)
Se uno dei componenti dovesse risultare
mancante, rivolgersi al rivenditore Sony più
vicino.
I cavi di collegamento audio, cavi di
collegamento digitali e cavi dei diffusori non
vengono forniti insieme all’amplificatore.
Pertanto dovranno essere acquistati
separatamente.
Note sui collegamenti
• Prima di effettuare i collegamenti, spegnere
tutti i componenti.
• Non collegare il cavo di alimentazione CA
prima di aver completato tutti i collegamenti.
• Si raccomanda di inserire a fondo tutte le
spine per evitare ronzii e disturbi.
IT
4
Collegamento dei diffusori
Collegare i diffusori all’amplificatore.
Per il collegamento alle prese dei diffusori,
utilizzare un cavo per diffusori (non in
dotazione).
Cavo per diffusori (non in dotazione)
Operazioni preliminari
Note sui collegamenti dei
diffusori
Collegare il diffusore sinistro alle prese
SPEAKERS L e il diffusore destro alle prese
SPEAKERS R.
Si raccomanda di rispettare la polarità quando
si collega il cavo dei diffusori ai diffusori e
all’amplificatore (più (+) con più (+) e meno
(–) con meno (–)).
Facendo riferimento al colore o all’etichetta
del cavo degli amplificatori durante il
collegamento al connettore più (+) o meno (–),
è possibile eseguire il collegamento in modo
corretto, senza correre il rischio di invertire il
più con il meno.
Diffusore
(D)
Diffusore
(S)
IT
5
Collegamento di componenti con prese di ingresso/
uscita audio analogiche
Questo amplificatore può essere collegato a
componenti con prese di ingresso audio
analogiche, quali ad esempio lettori di Super
Audio CD o lettori CD.
Per il collegamento alle prese audio
analogiche, utilizzare un cavo audio (non in
dotazione).
Collegare la spina bianca alla presa L e la
spina rossa alla presa R.
Cavo audio (non in dotazione)
Bianco
(L)
Rosso
(R)
Giradischi
Lettore di Super
Audio CD,
Lettore CD,
VCR
Nota
Se il giradischi in uso è dotato di filo di terra
(massa), collegarlo al terminale (U) SIGNAL GND
per evitare di udire un ronzio.
IT
6
Lettore di cassette
Loading...
+ 64 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.