Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u
de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken
met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit
een brandende kaars bovenop het apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u geen met vloeistof gevulde
voorwerpen zoals vazen op het apparaat zetten.
Plaats het apparaat n iet in een gesloten ruimte, zoals
een boekenrek of ingebouwde kast.
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
• De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor de
modellen STR-SL500. Controleer uw
modelnummer, dat rechtsonder op het voorpaneel
staat vermeld.
• In deze gebruiksaanwijzing worden de
bedieningselementen op de bijgeleverde
afstandsbediening beschreven. U kunt ook de
bedieningselementen op de receiver gebruiken als
deze dezelfde of soortgelijke namen hebben als die
op de afstandsbediening. Voor nadere
bijzonderheden over het gebruik van uw
afstandsbediening, zie pagina 31–34.
Gooi de batterij niet weg, maar
lever deze in als klein chemisch
afval (KCA).
Deze receiver is voorzien van Dolby* Digital en Pro
Logic Surround akoestiek en het DTS** Digital
Surround akoestieksysteem.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby
Laboratories.
"Dolby", "Pro Logic" en het symbool double-D zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
** "DTS" en "DTS Digital Surround" zijn
gedeponeerde handelsmerken van Digital Theater
Systems, Inc.
Opmerking over de
bijgeleverde
afstandsbediening
Voor RM-U700
De AUX toets op de afstandsbediening is niet
beschikbaar voor de bediening van de receiver.
NL
2
Inhoudsopgave
Aan de slag
1: Controleren hoe u de componenten
moet aansluiten.................................4
1a: Componenten met digitale
audio-uitgangen aansluiten......... 6
1b: Componenten met alleen
analoge audioaansluitingen
aansluiten....................................8
2: De antennes aansluiten........................9
De toon aanpassen.................................28
Geavanceerde instellingen ....................29
NL
3
Aan de slag
1: Controleren hoe u de componenten moet aansluiten
In stap 1a tot en met 1b op pagina 6 wordt beschreven hoe u de componenten kunt aansluiten op deze
receiver. Voordat u begint, bekijkt u "Componenten die kunnen worden aangesloten" hieronder voor
de pagina's waarin wordt beschreven hoe u elke component kunt aansluiten.
Als u alle componenten hebt aangesloten, gaat u verder naar "2: De antennes aansluiten" (pagina 9).
Componenten die kunnen worden aangesloten
Component die u wilt aansluitenPagina
DVD-speler
Met digitale audio-uitgang
Met alleen een analoge audio-uitgang
Televisiemonitor
Met alleen een composietvideo-ingang7 of 8
Satelliettuner
Met digitale audio-uitgang
Met alleen een analoge audio-uitgang
Videorecorder8
a)
Model met een DIGITAL OPTICAL OUTPUT of DIGITAL COAXIAL OUTPUT aansluiting, enzovoort.
b)
Model met alleen AUDIO OUT L/R aansluitingen, enzovoort.
a)
b)
a)
b)
6–7
6–7
6–7
6–7
NL
4
Vereiste kabels
In de aansluitschema's op de volgende pagina's wordt aangenomen dat de volgende optionele kabels
worden gebruikt (A tot en met E) (niet bijgeleverd).
A Audiokabel
Wit (L)
Rood (R)
B Audio-/videokabel
Geel (video)
Wit (L/audio)
Rood (R/audio)
C Videokabel
Geel
Opmerkingen
• Schakel alle componenten uit voordat u aansluitingen maakt.
• Sluit de aansluitingen stevig aan om gebrom en ruis te voorkomen.
• Als u een audio-/videokabel aansluit, moet u de gekleurde pinnen aansluiten op de bijbehorende aansluitingen op
de componenten: geel (video) naar geel; wit (links, audio) naar wit en rood (rechts, audio) naar rood.
• Als u optisch digitale kabels aansluit, steekt u de stekkers recht in de aansluitingen totdat deze vastklikken.
• Buig de optisch digitale kabels niet en maak er geen knoop in.
D Optisch digitale kabel
E Digitale coaxkabel
Aan de slag
NL
5
.
1a: Componenten met digitale audio-uitgangen aansluiten
Een DVD-speler of satelliettuner aansluiten
Zie pagina 5 voor meer informatie over de vereiste kabels (A–E).
1 Sluit de audioaansluitingen aan.
DVD-speler
OUTPUT
AUDIO
OUT
OUTPUT
DIGITAL
OPTICAL
OUTPUT
DIGITAL
COAXIAL
*
*
D
L
R
AE
ANTENNA
DIGITAL
OPT IN
TV/SAT
D
OUTPUT
DIGITAL
OPTICAL
AM
U
DVDVIDEO
OPT IN
DVD
COAX IN
AUDIO IN
RL
A
OUTPUT
AUDIO
OUT
L
R
VIDEO
IN
MONITOR
OUT
OUT
SUB
WOOFER
Satelliettuner
* Aansluiten op de COAX IN of OPT IN aansluiting. U kunt het beste aansluitingen maken op de COAX IN
aansluiting.
Tip
Alle digitale audioaansluitingen zijn compatibel met de bemonsteringsfrequenties 32 kHz, 44,1 kHz, 48 kHz en 96 kHz.
NL
6
2 Sluit de videoaansluitingen aan.
Televisiemonitor
INPUT
VIDEO
C
Aan de slag
ANTENNA
DIGITAL
OPT IN
TV/SAT
MONITOR
VIDEO
IN
OUT
OUT
SUB
WOOFER
AM
U
DVDVIDEO
OPT IN
DVD
COAX IN
AUDIO IN
RL
C
OUTPUT
VIDEO
DVD-speler
NL
7
1b: Componenten met alleen analoge audioaansluitingen
aansluiten
Als u de televisie aansluit op de MONITOR OUT aansluiting, kunt u de video bekijken via de
geselecteerde ingang (pagina 17). Zie pagina 5 voor meer informatie over de vereiste kabels (A
Televisiemonitor
INPUT
VIDEO
C
–E).
ANTENNA
DIGITAL
OPT IN
TV/SAT
AM
U
OPT IN
DVD
Videorecorder
COAX IN
DVDVIDEO
AUDIO IN
RL
B
OUTPUT
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
L
R
VIDEO
IN
MONITOR
OUT
OUT
SUB
WOOFER
NL
8
2: De antennes aansluiten
Sluit de bijgeleverde AM-kaderantenne en de FM-draadantenne aan.
FM-draadantenne
(bijgeleverd)
AM-kaderantenne
(bijgeleverd)
Aan de slag
ANTENNA
DIGITAL
OPT IN
TV/SAT
AM
U
OPT IN
DVD
COAX IN
DVDVIDEO
AUDIO IN
RL
VIDEO
IN
MONITOR
OUT
OUT
SUB
WOOFER
Opmerkingen
• Houd de AM-kaderantenne uit de buurt van de receiver en andere componenten om ruis te voorkomen.
• Trek de FM-draadantenne volledig uit.
• Houd de FM-draadantenne zo horizontaal mogelijk na het aansluiten.
NL
9
3: Luidsprekers aansluiten
Sluit de luidsprekers aan op de receiver. Met deze receiver kunt u een 5.1-kanaals luidsprekersysteem
gebruiken. Als u wilt luisteren naar meerkanaals surround sound, zoals in de bioscoop, hebt u vijf
luidsprekers (twee voorluidsprekers, een middenluidspreker en twee surroundluidsprekers) en een
subwoofer (5.1-kanaals) nodig.
Voorbeeld van een opstelling van een 5.1-kanaals luidsprekersysteem
Middenluidspreker
Voorluidspreker (Rechts)
Surroundluidspreker
(Rechts)
Voorluidspreker
(Links)
Subwoofer
Surroundluidspreker
(Links)
Tip
U kunt de subwoofer overal plaatsen omdat deze geen gerichte signalen uitvoert.
NL
10
Vereiste kabels
A Luidsprekerkabels (niet bijgeleverd)
(+)
(–)
C Luidsprekerstekkers (bijgeleverd)
Aan de slag
B Monoaudiokabel (niet bijgeleverd)
Zwart
D Inbussleutel (bijgeleverd)
Voordat u de luidsprekers aansluit, moet u de luidsprekerstekkers (bijgeleverd) bevestigen aan de
luidsprekerkabels (niet bijgeleverd). Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding voor eenvoudige"
installatie voor meer informatie.
MONITOR
OUT
OUT
SUB
WOOFER
SubwooferVoorluidspreker
INPUT
AUDIO
IN
B
(Rechts)
AA
FRONT R
CENTER
– +–
– +
SURR RSURR L
Voorluidspreker
FRONT L
+
+ –+ –
(Links)
EeEe
A
E
Surroundluidspreker
(Rechts)
E
e
Middenluidspreker
(Links)
A
e
NL
11
A
E
e
Surroundluidspreker
4: Het netsnoer aansluiten
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
Netsnoer
Naar een stopcontact
De eerste
installatiehandelingen
uitvoeren
Voordat u de receiver voor de eerste keer
gebruikt, moet u de volgende procedure
uitvoeren om de receiver te initialiseren.
U kunt met deze procedure ook de
fabrieksinstellingen herstellen. Gebruik de
toetsen op de receiver voor deze handeling.
1 Druk op ?/1 om de receiver uit te
schakelen.
2 Houd ?/1 5 seconden ingedrukt.
"INITIAL" wordt weergegeven in het
display.
De fabrieksinstellingen voor de volgende
instellingen worden hersteld.
• Alle instellingen in de menu's SET UP,
LEVEL en TONE.
• Het opgeslagen geluidsveld voor elke
ingang en voorkeurzender.
• Alle geluidsveldparameters.
• Alle voorkeurzenders.
• MASTER VOLUME wordt ingesteld op
"VOL MIN".
12
NL
5: De luidsprekers instellen
U kunt met het menu SET UP het formaat, de
afstand en de locatie instellen van de
luidsprekers die zijn aangesloten op deze
receiver.
1 Druk op ?/1 om de receiver in te
schakelen.
2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" SET UP " te selecteren.
3 Druk herhaaldelijk op V of v om de
parameter te selecteren die u wilt
aanpassen.
Zie "Instelparameters voor de luidsprekers"
voor meer informatie.
Opmerking
Bepaalde instelitems voor de luidsprekers zijn
wellicht niet beschikbaar in het display. Dit
betekent dat deze automatisch zijn aangepast
vanwege andere luidsprekerinstellingen of dat
deze niet kunnen worden aangepast.
4 Druk herhaaldelijk op B of b om de
gewenste instelling te selecteren.
De instelling wordt automatisch ingevoerd.
5 Herhaal stap 3 en 4 totdat u de
volgende items hebt ingesteld.
Instelparameters voor de
luidsprekers
De oorspronkelijke instellingen zijn onderstreept.
SW
x S.W. XXX (SUB WOOFER)
(Subwoofer selecteren)
•YES
Selecteer "YES" als u een subwoofer hebt
aangesloten.
•NO
Selecteer "NO" als u geen subwoofer hebt
aangesloten. De voorluidsprekers worden
automatisch ingesteld op "LARGE". U kunt
deze instelling niet wijzigen. Hiermee wordt
het omleidingssysteem voor lage tonen
ingeschakeld en worden de LFE-signalen via
andere luidsprekers uitgevoerd.
• Wilt u het omleidingssysteem voor lage tonen
van Dolby Digital volledig benutten, dan kunt
u het beste de kantelfrequentie op de
subwoofer zo hoog mogelijk zetten.
L
R
x XXXXX (FRONT)
(Formaat van voorluidspreker)
•LARGE
Als u grote luidsprekers aansluit waarmee
lage frequenties zonder problemen worden
weergegeven, selecteert u "LARGE". In de
meeste gevallen kunt u "LARGE" selecteren.
•SMALL
Wordt het geluid vervormd of zijn de
surroundeffecten niet naar wens als u
meerkanaals surround sound gebruikt, dan
selecteert u "SMALL" om het
omleidingssysteem voor lage tonen in te
schakelen en de laagste frequenties van de
voorkanalen uit te voeren via de subwoofer.
Als de voorluidsprekers zijn ingesteld op
"SMALL", worden de midden- en
surroundluidsprekers ook automatisch
ingesteld op "SMALL" (tenzij deze eerder
zijn ingesteld op "NO").
Aan de slag
wordt vervolgd
13
NL
C
x XXXXX (CENTER)
(Formaat van middenluidspreker)
• LARGE
Als u een grote luidspreker aansluit waarmee
lage frequenties zonder problemen worden
weergegeven, selecteert u "LARGE". In de
meeste gevallen kunt u "LARGE" selecteren.
Zijn de voorluidsprekers echter ingesteld op
"SMALL", dan kunt u de middenluidspreker
niet instellen op "LARGE".
•SMALL
Wordt het geluid vervormd of zijn de
surroundeffecten niet naar wens als u
meerkanaals surround sound gebruikt, dan
selecteert u "SMALL" om het
omleidingssysteem voor lage tonen in te
schakelen en de laagste frequenties van de
middenkanalen uit te voeren via de
voorluidsprekers (als deze zijn ingesteld op
"LARGE") of via de subwoofer.
a)
• NO
Als u geen middenluidspreker hebt
aangesloten, selecteert u "NO". Het geluid
van het middenkanaal wordt uitgevoerd via
de voorluidsprekers.
SR
SL
x XXXXX (SURROUND)
b)
(Formaat van surroundluidspreker)
• LARGE
Als u grote luidsprekers aansluit waarmee
lage frequenties zonder problemen worden
weergegeven, selecteert u "LARGE". In de
meeste gevallen kunt u "LARGE" selecteren.
Zijn de voorluidsprekers echter ingesteld op
"SMALL", dan kunt u de surroundluidspreker
niet instellen op "LARGE".
•SMALL
Wordt het geluid vervormd of zijn de
surroundeffecten niet naar wens als u
meerkanaals surround sound gebruikt, dan
selecteert u "SMALL" om het
omleidingssysteem voor lage tonen in te
schakelen en de laagste frequenties van de
surroundkanalen uit te voeren via de
subwoofer of andere luidsprekers met de
instelling "LARGE".
•NO
Als u geen surroundluidsprekers hebt
aangesloten, selecteert u "NO".
c)
Tips
• a) – c) komen overeen met de volgende standen van
Dolby Pro Logic
a) NORMAL
b) PHANTOM
c) 3 STEREO
• De "LARGE" en "SMALL" instellingen voor elke
luidspreker bepalen of de geïntegreerde
geluidsprocessor de lage tonen uit het betreffende
kanaal verwijdert. Als de lage tonen uit een kanaal
worden verwijderd, verzendt het omleidingssysteem
voor lage tonen de bijbehorende lage frequenties
naar de subwoofer of andere luidsprekers met de
instelling "LARGE".
Aangezien lage tonen echter enigszins gericht zijn,
kunt u deze het beste, indien mogelijk, niet
verwijderen. Daarom kunt u zelfs kleine luidsprekers
instellen op "LARGE" als u de lage frequenties wilt
uitvoeren via deze luidspreker. Gebruikt u echter een
grote luidspreker en wilt u de lage frequenties niet
uitvoeren via deze luidspreker, dan stelt u deze in op
"SMALL".
Als het totale geluidsniveau lager is dan gewenst,
stelt u alle luidsprekers in op "LARGE". Als er te
weinig lage tonen zijn, kunt u de BASS parameter in
het TONE menu gebruiken om de lage tonen te
versterken. Zie pagina 28 om de lage tonen aan te
passen.
L
R
x DIST. X.X m
(Afstand van de voorluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 m
Hiermee kunt u de afstand van de luisterplaats tot de
voorluidsprekers instellen (A). U kunt de afstand
aanpassen van 1,0 tot 7,0 meter in stappen van 0,1
meter.
Als beide voorluidsprekers niet op gelijke afstand van
de luisterplaats zi jn geplaatst, stelt u de afstan d in op de
dichtstbijzijnde luidspreker.
B
A
CC
A
30˚30˚
100˚-120˚100˚-120˚
14
NL
C
DIST. X.X m
x
(Afstand van de middenluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 m
Hiermee kunt u de afstand van de luisterplaats tot de
middenluidspreker instellen. U moet de afstand van de
middenluidspreker instellen tussen de afstand van de
voorluidspreker (A) en 1,5 meter dichter bij de
luisterplaats (B).
SR
SL
x DIST. X.X m
(Afstand van de surroundluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 m
Hiermee kunt u de afstand van de luisterplaats tot de
surroundluidspreker instellen. U moet de afstand van
de surroundluidspreker instellen tussen de afstand van
de voorluidspreker (A) en 4,5 meter dichter bij de
luisterplaats (C).
Als beide surroundluidsprekers niet op gelijke afstand
van de luisterplaats zijn geplaatst, stelt u de afstand in
op de dichtstbijzijnde luidspreker.
Tip
U kunt de luidsprekerplaats als afstand invoeren. U
kunt echter de middenluidspreker niet verder weg
zetten dan de voorluidsprekers. Bovendien moet u de
middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter dichter bij
de luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers.
U kunt evenmin de surroundluidsprekers verder van de
luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. Deze
kunnen bovendien niet meer dan 4,5 meter dichter bij
de luisterplaats worden gezet.
Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste opstelling
van de luidsprekers een negatieve invloed heeft op
surround sound.
Als u de luidsprekerafstand dichter bij instelt dan de
werkelijke locatie van de luidsprekers, wordt het geluid
met vertraging uitgevoerd via de betreffende
luidspreker. Dit houdt in dat de luidspreker verder weg
klinkt.
Als u bijvoorbeeld de afstand van de
middenluidspreker 1 tot 2 meter dichter bij instelt dan
de werkelijke afstand, geeft dit een natuurgetrouw
effect alsof u zich "in" het beeldscherm bevindt. Als u
geen goed surroundeffect krijgt omdat de
surroundluidsprekers te dichtbij staan, stelt u de
afstand van de surroundluidspreker dichter bij (korter)
in dan de werkelijke afstand om een groter
geluidsgebied te maken.
Als u deze parameter aanpast terwijl u naar het geluid
luistert, kunt u het surround sound aanzienlijk
verbeteren. Probeer het maar eens!
SR
SL
x PL. XXXX
(Plaatsing van de surroundluidspreker)*
Hiermee kunt u de hoogte van de surroundluidsprekers
opgeven voor de juiste uitvoering van de
surroundeffecten van de Cinema Studio EX standen
(pagina 24).
B
A
B
60
A
30
•LOW
Selecteer deze optie als de hoogte van de
surroundluidsprekers overeenkomt met gedeelte A.
•HIGH
Selecteer deze optie als de hoogte van de
surroundluidsprekers overeenkomt met gedeelte B.
* Dit instelitem is niet beschikbaar als de parameter
voor het surroundluidsprekerformaat is ingesteld op
"NO".
Aan de slag
15
NL
6: De niveaus en balans
voor de luidsprekers
aanpassen
— TEST TONE
Pas de niveaus en balans van de luidsprekers aan
als u vanaf de luisterplaats naar de testtoon
luistert.
Tip
De receiver voert een testtoon uit met een frequentie
van gemiddeld 800 Hz.
1 Druk op ?/1 om de receiver in te
schakelen.
2 Druk op TEST TONE.
"T. TONE" wordt weergegeven in het
display en de testtoon wordt
achtereenvolgens via elke luidspreker
uitgevoerd.
Voor (links) t Midden t Voor (rechts)
t Surround (rechts) t Surround (links)
t Subwoofer
3 Pas de niveaus en balans van de
luidsprekers aan met het LEVEL menu
zodat de testtoon uit elke luidspreker
gelijk klinkt.
Zie pagina 27 voor meer informatie over de
instellingen in het LEVEL menu.
Tips
• Wilt u het niveau van alle luidsprekers
tegelijkertijd aanpassen, dan drukt u op
MASTER VOL +/– op de afstandsbediening of
draait u MASTER VOLUME op de receiver.
• Tijdens het aanpassen wordt de aangepaste
waarde weergegeven in het display.
4 Druk na het aanpassen nogmaals op
TEST TONE.
De testtoon wordt uitgeschakeld.
16
NL
Versterker gebruiken
De component selecteren
1 Druk op de ingangstoetsen om de
ingang te selecteren.
KeuzeGaat branden
VideorecorderVIDEO
DVD-spelerDVD
SatelliettunerTV/SAT
Geïntegreerde tuner
(FM/AM)
TUNER
De geselecteerde ingang wordt in het
display weergegeven.
Tip
U kunt ook INPUT SELECTOR op de receiver
gebruiken.
2 Schakel de component in en start het
afspelen.
Opmerking
Als u de videorecorder of DVD-speler selecteert,
moet u de video-ingang van de televisie instellen
op de geselecteerde component.
3 Druk op MASTER VOL + of MASTER
VOL – om het volume aan te passen.
Tip
U kunt ook MASTER VOLUME op de receiver
gebruiken.
Opmerking
Zet het volume lager voordat u de receiver
uitschakelt om te voorkomen dat de luidsprekers
worden beschadigd.
Het geluid dempen
Druk op MUTING.
In de volgende gevallen wordt de functie voor
dempen geannuleerd.
• Druk nogmaals op MUTING.
• U schakelt het apparaat uit.
• U verhoogt het volume.
Tip
U kunt ook MUTING op de receiver gebruiken.
FM/AM-radio beluisteren
U kunt naar FM- en AM-uitzendingen luisteren
via de geïntegreerde tuner. Voordat u deze tuner
gebruikt, moet u de FM- en AM-antennes op de
receiver aansluiten. Zie pagina 9 voor meer
informatie.
Tip
Het afstembereik is:
FM: 50 kHz
AM: 9 kHz
Automatisch afstemmen
Als u de frequentie van de gewenste zender niet
weet, kunt u de receiver alle beschikbare zenders
in de regio laten scannen.
1 Druk herhaaldelijk op TUNER om de
FM- of AM-band te selecteren.
Er wordt afgestemd op de laatstontvangen
zender.
Tip
U kunt ook INPUT SELECTOR op de receiver
gebruiken.
2 Druk op TUNING + of TUNING –.
Druk op TUNING + om van laag naar hoog
te scannen en druk op TUNING – om van
hoog naar laag te scannen.
Het scannen wordt onderbroken als er een
zender wordt ontvangen.
Tip
Als "STEREO" knippert in het display en de FMstereo-ontvangst is slecht, drukt u op FM MODE om
naar monogeluid te schakelen (MONO). U kunt geen
stereo-effecten beluisteren, maar het geluid wordt
minder vervormd. Als u wilt terugkeren naar
stereogeluid, drukt u nogmaals op FM MODE.
Versterker gebruiken
wordt vervolgd
17
NL
Handmatig afstemmen
U kunt de frequentie van de gewenste zender
rechtstreeks invoeren.
1 Druk herhaaldelijk op TUNER om de
FM- of AM-band te selecteren.
Er wordt afgestemd op de laatstontvangen
zender.
2 Druk op D.TUNING.
3 Druk op de cijfertoetsen om de
frequentie in te voeren.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz
Druk op 1 b 0 b 2 b 5 b 0
Voorbeeld 2: AM 1.350 kHz
Druk op 1 b 3 b 5 b 0
Als u hebt afgestemd op een AM-zender,
past u de richting van de AM-kaderantenne
aan voor een optimale ontvangst.
Als u niet kunt afstemmen op een
zender en de ingevoerde cijfers
knipperen
Controleer of u de juist frequentie hebt
ingevoerd. Zo niet, dan herhaalt u stap 2 en 3.
Als de ingevoerde cijfers nog steeds knipperen,
wordt de frequentie niet gebruikt in uw regio.
FM-zenders automatisch
opslaan
— AUTOBETICAL
Met deze functie kunt u maximaal 30 FM- en
FM-RDS-zenders in alfabetische volgorde
opslaan. Bovendien worden alleen de zenders
met de duidelijkste signalen opgeslagen.
Zie "Radiozenders instellen" als u FM- en AMzenders één voor één wilt opslaan.
Gebruik de toetsen op de receiver voor deze
handeling.
1 Druk op ?/1 om de receiver uit te
schakelen.
2 Houd INPUT SELECTOR ingedrukt en
druk op ?/1 om de receiver weer in te
schakelen.
"AUTO-BETICAL SELECT" wordt in het
display weergegeven. De receiver scant alle
FM- en FM-RDS -zenders in het zendgebied
en slaat deze vervolgens op.
Voor RDS-zenders zoekt de tuner eerst naar
zenders die hetzelfde programma
uitzenden. Vervolgens wordt alleen de
zender met het duidelijkste signaal
opgeslagen. De geselecteerde RDS-zenders
worden alfabetisch gesorteerd op de naam
van de bijbehorende programmadienst.
Vervolgens wordt een voorinstelcode van 2
tekens aan de zenders toegewezen. Zie
pagina 20 voor meer informatie over RDS.
Aan normale FM-zenders wordt een
voorinstelcode van 2 tekens toegewezen en
deze worden na de RDS-zenders
opgeslagen.
Als de bewerking is voltooid, wordt
"FINISH" kort in het display weergegeven
en wordt de normale werking van de
receiver hervat.
18
NL
Opmerkingen
• Druk niet op een toets op de receiver of de
bijgeleverde afstandsbediening (behalve ?/1)
tijdens de Autobetical bewerking.
• Als u naar een ander gebied verhuist, moet u deze
procedure herhalen om zenders in uw nieuwe gebied
op te slaan.
• Zie "Afstemmen op voorkeurzenders" voor meer
informatie over het afstemmen van de opgeslagen
zenders.
• Als u de antenne verplaatst nadat u de zenders met
deze procedure hebt opgeslagen, zijn de opgeslagen
instellingen wellicht niet langer geldig. Gebeurt dit,
dan moet u deze procedure herhalen om de zenders
opnieuw op te slaan.
Radiozenders instellen
U kunt maximaal 30 FM- of AM-zenders
instellen. Zo kunt u gemakkelijk afstemmen op
de zenders die u vaak beluistert.
Radiozenders instellen
1 Druk herhaaldelijk op TUNER om de
FM- of AM-band te selecteren.
Er wordt afgestemd op de laatstontvangen
zender.
2 Stem automatisch (pagina 17) of
handmatig (pagina 18) af op de zender
die u wilt instellen.
3 Druk op MEMORY.
"MEMORY" wordt enkele seconden in het
display weergegeven. Voer stap 4 tot en met
5 uit voordat het display wordt
uitgeschakeld.
4 Druk herhaaldelijk op PRESET/CH/
D.SKIP + of PRESET/CH/D.SKIP – om
een voorinstelnummer te selecteren.
Wanneer u op de toets drukt, kunt u het
voorinstelnummer als volgt selecteren:
tA1yA2y...yA0yB1yB2y...yB0T
Versterker gebruiken
tC0y...yC2yC1T
Als "MEMORY" uit het display verdwijnt
voordat u het voorinstelnummer selecteert,
moet u de procedure nogmaals uitvoeren
vanaf stap 3.
Tips
• U kunt ook PRESET TUNING + of PRESET
TUNING – op de receiver gebruiken.
• U kunt ook herhaaldelijk op SHIFT drukken om
een geheugenpagina (A, B of C) te selecteren en
vervolgens op de cijfertoetsen drukken om een
voorinstelnummer te selecteren.
5 Druk nogmaals op MEMORY.
De zender wordt opgeslagen onder het
geselecteerde voorinstelnummer.
Als "MEMORY" uit het display verdwijnt
voordat u op MEMORY drukt, moet u de
procedure nogmaals uitvoeren vanaf stap 3.
wordt vervolgd
19
NL
6 Herhaal stap 2 tot en met 5 om nog een
zender in te stellen.
RDS (Radio Data System)
Afstemmen op
voorkeurzenders
1 Druk herhaaldelijk op TUNER om de
FM- of AM-band te selecteren.
Er wordt afgestemd op de laatstontvangen
zender.
2 Druk herhaaldelijk op PRESET/CH/
D.SKIP + of PRESET/CH/D.SKIP – om de
gewenste voorkeurzender te selecteren.
Wanneer u op de toets drukt, kunt u de
voorkeurzender als volgt selecteren:
tA1yA2y...yA0yB1yB2y...yB0T
tC0y...yC2yC1T
De receiver gebruiken
1 Druk herhaaldelijk op INPUT SELECTOR
om de FM- of AM-band te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op PRESET TUNING +
of PRESET TUNING – om de gewenste
voorkeurzender te selecteren.
De voorkeurzender rechtstreeks
selecteren
Druk op de cijfertoetsen.
Er wordt afgestemd op de voorkeurzender met
het geselecteerde nummer op de huidige
geheugenpagina. Druk herhaaldelijk op SHIFT
op de afstandsbediening om de geheugenpagina
te wijzigen.
gebruiken
Op deze receiver kunt u ook gebruikmaken van
RDS (Radio Data System), waarmee
radiozenders aanvullende informatie kunnen
verzenden met het gewone programmasignaal.
U kunt ook RDS-informatie weergeven.
Opmerkingen
• RDS is alleen beschikbaar voor FM-zenders.
• Niet alle FM-zenders bieden RDS of dezelfde
diensten aan. Als u niet vertrouwd bent met de RDSdiensten in uw regio, neemt u contact op met de
lokale radiozenders voor meer informatie.
RDS-uitzendingen ontvangen
Stem automatisch (pagina 17) of
handmatig (pagina 18) af op een zender in
de FM-band of selecteer een
voorkeurzender (pagina 20).
Als u afstemt op een zender die RDS-diensten
aanbiedt, gaat de RDS aanduiding branden en
wordt de naam van de programmadienst in het
display weergegeven.
Opmerking
RDS functioneert wellicht niet goed als de zender
waarop u hebt afgestemd, het RDS-signaal niet goed
uitzendt of als het signaal zwak is.
20
NL
RDS-informatie weergeven
Druk herhaaldelijk op DISPLAY tijdens de
ontvangst van een RDS-zender.
Wanneer u op de toets drukt, wordt de RDSinformatie in het display als volgt gewijzigd:
Naam van programmadienst t Frequentie t
Aanduiding van programmatype
Aanduiding van radiotekst
a)
t
b)
t Aanduiding van
huidige tijd (in 24-uurs notatie) t Geluidsveld
dat momenteel wordt toegepast t Volume
a)
Het programmatype dat wordt uitgezonden. Zie
pagina 21 voor meer informatie.
b)
Tekstberichten die door de RDS-zender worden
verzonden.
Opmerkingen
• Als er een noodbericht door de overheid wordt
uitgezonden, knippert "ALARM" in het display.
• Wanneer het bericht bestaat uit 9 tekens of meer,
wordt het bericht in het display gerold.
• Als een zender geen RDS-dienst aanbiedt, wordt
"NO XXXX" (zoals "NO TEXT") in het display
weergegeven.
Beschrijving van
programmatypen
Aanduiding van
programmatype
NEWSNieuwsprogramma's
AFFAIRSActualiteitenprogramma's waarin
INFOProgramma's die informatie
SPORTSportprogramma's
EDUCATEEducatieve programma's, zoals
DRAMAHoorspelen en series
CULTUREProgramma's over nationale of
SCIENCEProgramma's over
Beschrijving
wordt ingegaan op het huidige
nieuws
bieden over een breed scala aan
onderwerpen, zoals
consumentenzaken en medisch
advies
"hoe kan ik..." en
adviesprogramma's
regionale cultuur, zoals taal en
sociale zaken
natuurwetenschappen en
technologie
Aanduiding van
programmatype
VARIEDAndere typen programma's, zoals
POP MProgramma's met populaire
ROCK MProgramma's met rockmuziek
EASY M"Easy Listening" muziek
LIGHT MInstrumentale muziek, zang en
CLASSICSConcerten van grote orkesten,
OTHER MMuziek die niet in de
WEATHERWeerberichten
FINANCEProgramma's over aandelen en
CHILDRENProgramma's voor kinderen
SOCIALProgramma's over mensen en de
RELIGIONReligieuze programma's
PHONE INProgramma's waarin leden van het
TRAVELReisprogramma's. Niet voor
LEISUREProgramma's over
JAZZProgramma's met jazzmuziek
COUNTRYProgramma's met countrymuziek
NATION MProgramma's met populaire
OLDIESProgramma's met golden oldies
FOLK MProgramma's met folkmuziek
DOCUMENTDocumentaires
NONEAndere programma's die
Beschrijving
interviews met sterren, spellen
met een panel en comedy's
muziek
koormuziek
kamermuziek, opera, enzovoort
bovengenoemde categorieën past,
zoals Rhythm & Blues en Reggae
beurzen, enzovoort
dingen die hen raken
publiek hun standpunten onder
woorden kunnen brengen via de
telefoon of in een openbaar forum
aankondigingen die vallen onder
TP/TA
vrijetijdsbesteding, zoals
tuinieren, vissen, koken,
enzovoort
nationale/regionale muziek
hierboven niet worden genoemd
Versterker gebruiken
21
NL
Informatie over de aanduidingen in het display
6789q
21435
DIGITALDTS
PRO LOGIC II
SW
LFE
L C R
SL
S
SR
;
A ; DIGITAL: Brandt als de receiver signalen
decodeert die zijn opgenomen in de Dolby
Digital-indeling.
B DTS: Brandt wanneer DTS-signalen worden
ingevoerd.
C SW: Brandt als de selectie voor de subwoofer
is ingesteld op "YES" (pagina 13) en het
audiosignaal wordt uitgevoerd via de SUB
WOOFER aansluiting.
D Aanduidingen voor het afspelen van
kanalen: De letters (L, C, R, enzovoort)
duiden de kanalen aan die worden afgespeeld.
De vakken rond de letters verschillen om aan
te geven hoe de receiver het brongeluid
reduceert ("downmix"). Dit is afhankelijk van
de luidsprekerinstellingen.
L (Voor, links), R (Voor, rechts), C (Midden
(mono)), SL (Surround, links), SR (Surround,
rechts), S (Surround (mono of de
surroundcomponenten die zijn verkregen door
Pro Logic-verwerking))
Voorbeeld:
Opname-indeling (Voor/Surround): 3/2
Uitvoerkanaal: Geen surroundluidsprekers
Geluidsveld: A.F.D. AUTO
L C R
SLSR
MEMORY
ST
MONO
D.RANGE
RDS OPT COAX
G COAX: Brandt als het bronsignaal een
digitaal signaal is dat wordt ingevoerd via de
COAX aansluiting.
H OPT: Brandt als het bronsignaal een digitaal
signaal is dat wordt ingevoerd via de OPT
aansluiting.
I LFE: Brandt als de disc die wordt afgespeeld,
het LFE-kanaal (Low Frequency Effect) bevat
en het signaal van het LFE-kanaal wordt
gereproduceerd.
J ; PRO LOGIC II: "; PRO LOGIC"
brandt als de receiver Pro Logic-verwerking
toepast op 2-kanaalse signalen om het signaal
van het middenkanaal en het surroundkanaal
uit te voeren. "; PRO LOGIC II" brandt als
de decoder Pro Logic II Movie/Music is
geactiveerd. Beide aanduidingen branden
echter niet als de midden- en
surroundluidsprekers zijn ingesteld op "NO"
en "A.F.D. AUTO", "DOLBY PL", "PLII
MOV" of "PLII MUS" moet zijn geselecteerd.
Opmerking
Decoderen met Dolby Pro Logic en Dolby Pro
Logic II functioneert niet voor signalen in de
DTS-indeling.
E Tuneraanduidingen: Branden wanneer de
receiver wordt gebruikt om af te stemmen op
radiozenders, enzovoort. Zie pagina 17–21
voor tunerfuncties.
F D.RANGE: Brandt als compressie van het
dynamische bereik is geactiveerd (pagina 27).
NL
22
Surround sound beluisteren
Alleen de voorluidsprekers
Geluid met hoge kwaliteit
beluisteren
gebruiken
In deze stand wordt het geluid alleen uitgevoerd
via de linker-/rechtervoorluidspreker. Er komt
geen geluid uit de subwoofer.
Luisteren naar 2-kanaalse
stereobronnen (2CH STEREO)
Bij standaard 2-kanaalse stereobronnen word t er
helemaal geen geluidsveld verwerkt.
Meerkanaalse surroundindelingen worden
gereduceerd tot 2 kanalen.
Druk herhaaldelijk op SOUND FIELD + of
SOUND FIELD – om "2CH ST." te
selecteren.
De receiver schakelt over naar de 2CH STEREO
stand.
Opmerking
Er komt geen geluid uit de subwoofer in de 2CH
STEREO stand. Wilt u de 2-kanaalse stereobronnen
beluisteren via de linker-/rechtervoorluidspreker en
een subwoofer, dan stelt u de A.F.D. stand in.
Het ingevoerde audiosignaal
automatisch decoderen
(AUTO FORMAT DIRECT)
In deze stand wordt het type audiosignaal dat
wordt ingevoerd, automatisch vastgesteld
(Dolby Digital, DTS of standaard 2-kanaals
stereo, enzovoort) en wordt, indien nodig, de
juiste decodering uitgevoerd. Met deze stand
wordt het geluid weergegeven alsof dit is
opgenomen/gecodeerd, zonder toegevoegde
surroundeffecten. Als er echter geen signalen
met lage frequenties zijn (Dolby Digital LFE,
enzovoort), wordt er een signaal met lage
frequentie gegenereerd voor uitvoer naar de
subwoofer.
Druk op A.F.D.
"A.F.D. AUTO" wordt in het display
weergegeven. Het type audiosignaal dat wordt
ingevoerd, wordt automatisch vastgesteld en de
juiste decodering wordt, indien nodig,
uitgevoerd.
In deze stand kunt u het decodeertype opgeven
voor 2-kanaalse audiobronnen. Deze receiver
kan 2-kanaals geluid reproduceren in 5 kanalen
met Dolby Pro Logic II of in 4 kanalen met
Dolby Pro Logic.
Druk herhaaldelijk op ;PL/PLII om de 2kanaalse decodeerstand te selecteren.
Het geselecteerde decodeertype wordt in het
display weergegeven.
x DOLBY PL (PRO LOGIC)
De Dolby Pro Logic decodering wordt uitgevoerd. De
bron die is opgenomen in 2 kanalen, wordt
gedecodeerd in 4.1 kanalen.
x PLII MOV (PRO LOGIC II MOVIE)
De Dolby Pro Logic II Movie decodering wordt
uitgevoerd. Deze instelling is ideaal voor films die zijn
gecodeerd met Dolby Surround. Bovendien kan deze
stand het geluid reproduceren in 5.1 kanalen wanneer
u video's met oude of nagesynchroniseerde films
bekijkt.
x PLII MUS (PRO LOGIC II MUSIC)
De Dolby Pro Logic II Music decodering wordt
uitgevoerd. Deze instelling is ideaal voor gewone
stereobronnen, zoals CD's.
Tip
U kunt ook ; PLII op de receiver gebruiken om
"DOLBY PL", "PLII MOV" of "PLII MUS" te
selecteren.
Opmerking
Dolby Pro Logic en Dolby Pro Logic II decodering
werken niet voor signalen met DTS indeling.
Als u een subwoofer aansluit
Als het audiosignaal 2-kanaals stereo is of als
het bronsignaal geen LFE signaal bevat, wordt
er een signaal met lage frequentie gegenereerd
voor uitvoer naar de subwoofer.
Een geluidsveld
selecteren
U kunt genieten van surround sound door een
van de voorgeprogrammeerde geluidsvelden
van de receiver te selecteren. Hiermee krijgt u
thuis het geweldige en krachtige geluid van
bioscopen en concertzalen.
Een geluidsveld voor films
selecteren
Druk herhaaldelijk op SOUND FIELD + of
SOUND FIELD – om het gewenste
geluidsveld te selecteren.
Het geselecteerde geluidsveld wordt in het
display weergegeven.
GeluidsveldDisplay
CINEMA STUDIO EX A DCSC.ST.EX A
CINEMA STUDIO EX B DCSC.ST.EX B
CINEMA STUDIO EX C DCSC.ST.EX C
DCS (Digital Cinema Sound)
Geluidsvelden met DCS markeringen
gebruiken de DCS technologie.
DCS is de conceptnaam van de
surroundtechnologie voor een thuisbioscoop die
is ontwikkeld door Sony. DCS maakt gebruik
van de DSP (Digital Signal Processor)
technologie om de geluidskenmerken van een
filmstudio in Hollywood te reproduceren.
Als u thuis afspeelt, krijgt u met DCS een
krachtig bioscoopeffect waarbij de artistieke
combinatie van geluid en actie zoals gezien door
de filmregisseur, wordt nagebootst.
x C.ST.EX A (CINEMA STUDIO EX A)DCS
Reproduceert de geluidskenmerken van de Sony
Pictures Entertainment "Cary Grant Theater"
filmproductiestudio. Dit is een standaardstand
waarmee bijna elk type film kan worden bekeken.
x C.ST.EX B (CINEMA STUDIO EX B)DCS
Reproduceert de geluidskenmerken van de Sony
Pictures Entertainment "Kim Novak Theater"
filmproductiestudio. Deze stand is ideaal voor
sciencefiction of actiefilms met veel geluidseffecten.
24
NL
x C.ST.EX C (CINEMA STUDIO EX C)
Reproduceert de geluidskenmerken van de
soundtracks van Sony Pictures Entertainment. Deze
stand is ideaal voor het bekijken van musicals of films
met orkestmuziek in de soundtrack.
DCS
CINEMA STUDIO EX standen
CINEMA STUDIO EX standen zijn geschikt
voor het bekijken van DVD's met films
(enzovoort) met meerkanaalse
surroundeffecten. U kunt thuis de
geluidskenmerken van de montagestudio van
Sony Pictures Entertainment reproduceren.
De CINEMA STUDIO EX standen bestaan uit
de volgende drie elementen.
• Virtual Multi Dimension
Er worden 5 sets virtuele luidsprekers
gemaakt van één paar echte
surroundluidsprekers.
• Screen Depth Matching
Met deze optie lijkt het geluid vanuit het beeld
op het scherm te komen, net zoals in de
bioscoop.
• Cinema Studio Reverberation
Hiermee wordt het nagalmeffect in bioscopen
gereproduceerd.
De CINEMA STUDIO EX standen integreren
deze drie elementen tegelijkertijd.
Opmerkingen
• De effecten die worden verkregen met de virtuele
luidsprekers kunnen wellicht ruis veroorzaken in het
weergavesignaal.
• Als u geluidsvelden beluistert die werken met de
virtuele luidsprekers, hoort u niet rechtstreeks geluid
uit de surroundluidsprekers.
Een geluidsveld voor muziek
selecteren
Druk herhaaldelijk op SOUND FIELD + of
SOUND FIELD – om het gewenste
geluidsveld te selecteren.
Het geselecteerde geluidsveld wordt in het
display weergegeven.
GeluidsveldDisplay
HALL HALL
JAZZ CLUB JAZZ
LIVE CONCERT CONCERT
GAME GAME
x HALL
Reproduceert de akoestiek van een concertzaal voor
klassieke muziek.
x JAZZ (JAZZ CLUB)
Reproduceert de akoestiek van een jazzclub.
x CONCERT (LIVE CONCERT)
Reproduceert de akoestiek van een live-concert in een
zaal met 300 plaatsen.
x GAME
Hiermee verkrijgt u extra krachtig geluid van de
videospelsoftware.
Het surroundeffect uitschakelen
Druk herhaaldelijk op SOUND FIELD + of
SOUND FIELD – om
druk op A.F.D. om
selecteren.
"2CH ST." te selecteren of
"A.F.D. AUTO" te
Surround sound beluisteren
wordt vervolgd
25
NL
Tips
• U kunt ook SOUND FIELD op de receiver gebruiken
om het gewenste geluidsveld te selecteren.
• U kunt het laatstgeselecteerde geluidsveld toepassen
op een ingang als deze wordt geselecteerd (Sound
Field Link). Als u bijvoorbeeld HALL selecteert
voor de TV/SAT ingang en vervolgens overschakelt
naar een andere ingang en weer terugkeert naar
TV/SAT, wordt HALL automatisch opnieuw
toegepast.
• De coderingsindeling van de DVD-software,
enzovoort wordt aangegeven bij het logo op de
verpakking
–: Dolby Digital-discs
–: programma's gecodeerd met
Dolby Surround
–: programma's gecodeerd met DTS Digital
Surround
Opmerkingen
• Geluidsvelden werken niet voor signalen met een
bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz.
• Als een van de volgende geluidsvelden is
geselecteerd, wordt er geen geluid uitgevoerd via de
subwoofer als alle luidsprekers zijn ingesteld op
"LARGE" in het SET UP menu. Het geluid wordt
echter uitgevoerd via de subwoofer als het digitale
invoersignaal LFE signalen (Low Frequency Effect)
bevat of als de voor-, midden- of
surroundluidsprekers zijn ingesteld op "SMALL".
–HALL
– JAZZ CLUB
– LIVE CONCERT
26
NL
Geavanceerde aanpassingen en
instellingen
Geluidsvelden aanpassen
Als u het LEVEL menu aanpast, kunt u de
geluidsvelden aanpassen aan de luisterplaats.
Opmerking over de weergegeven items
De instelitems die u in elk menu kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van het geluidsveld. Bepaalde
instelparameters zijn niet beschikbaar in het display.
Dit houdt in dat de geselecteerde parameter niet
beschikbaar is of is vastgelegd en niet kan worden
gewijzigd.
Het LEVEL menu aanpassen
U kunt de balans en het niveau van elke
luidspreker aanpassen. Deze instellingen
worden op alle geluidsvelden toegepast behalve
voor de parameter voor het effectniveau. De
parameterinstellingen voor het effectniveau
worden afzonderlijk opgeslagen voor elk
geluidsveld.
1 Speel een bron af die is gecodeerd met
meerkanaalse surroundeffecten (DVD,
enzovoort).
2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" LEVEL " te selecteren.
3 Druk herhaaldelijk op V of v om de
parameter te selecteren die u wilt
aanpassen.
Zie "Parameters van het LEVEL menu"
voor meer informatie.
4 Terwijl u het geluid controleert, drukt u
herhaaldelijk op B of b om de gewenste
instelling te selecteren.
De instelling wordt automatisch ingevoerd.
5 Herhaal stap 3 en 4 om andere
parameters aan te passen.
Parameters van het LEVEL menu
De oorspronkelijke instellingen zijn onderstreept.
L
R
x BAL. L/R XX
(Balans van de voorluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: BALANCE (0)
Hiermee kunt u de balans tussen de linker- en
rechtervoorluidspreker aanpassen. U kunt de balans
aanpassen in het bereik van BAL. L (+1 tot +8),
BALANCE (0), BAL. R (+1 tot +8) in 17 stappen.
x CTR XXX dB
(Niveau van de middenluidspreker)
x SUR.L. XXX dB
(Niveau van de surroundluidspreker
(links))
x SUR.R. XXX dB
(Niveau van de surroundluidspreker
(rechts))
x S.W. XXX dB
(Niveau van de subwoofer)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
U kunt het niveau aanpassen van –10 dB tot +10 dB in
stappen van 1 dB.
D.RANGE
x COMP. XXX
(Compressiemethode voor dynamisch
bereik)
Hiermee kunt u het dynamische bereik van het
geluidsspoor comprimeren. Dit kan handig zijn als u 's
avonds laat films bekijkt met het geluid zacht.
•OFF
Het dynamische bereik wordt niet gecomprimeerd.
•STD
Het dynamische bereik wordt gecomprimeerd zoals
bedoeld door de opnametechnicus.
•MAX
Het dynamische bereik wordt aanzienlijk
gecomprimeerd.
Tip
Met de compressiemethode voor het dynamische
bereik kunt u het dynamische bereik van het
geluidsspoor comprimeren op basis van de gegevens
voor het dynamische bereik in het Dolby Digital
signaal. U kunt het beste de "MAX" instelling
gebruiken. Hiermee wordt het dynamische bereik
aanzienlijk gecomprimeerd en kunt u 's avonds laat
films bekijken met het gelu id zacht. In tegenstelling tot
analoge beperkingsmethoden zijn de niveaus vooraf
vastgelegd en bieden een natuurlijke compressie.
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
wordt vervolgd
27
NL
Opmerking
Compressie van het dynamische bereik is alleen
mogelijk met Dolby Digital bronnen.
x EFCT. XXX (Effectniveau)
Oorspronkelijke instelling: STD
Hiermee kunt u de "nadruk" van het surroundeffect
aanpassen.
De oorspronkelijke
instellingen van de
geluidsvelden herstellen
Gebruik de toetsen op de receiver voor deze
handeling.
1 Druk op ?/1 om de stroom uit te
schakelen.
2 Houd SOUND FIELD ingedrukt en druk
op ?/1.
"SF. CLR." wordt weergegeven in het
display en alle oorspronkelijke instellingen
van de geluidsvelden worden hersteld.
De toon aanpassen
U kunt de toonkwaliteit (lage en hoge tonen)
voor de voorluidsprekers aanpassen met het
TONE menu.
1 Speel een bron af die is gecodeerd met
meerkanaalse surroundeffecten (DVD,
enzovoort).
2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" TONE " te selecteren.
3 Druk herhaaldelijk op V of v om de
parameter te selecteren die u wilt
aanpassen.
Zie "Parameters van het TONE menu" voor
meer informatie.
4 Terwijl u het geluid controleert, drukt u
herhaaldelijk op B of b om de gewenste
instelling te selecteren.
De instelling wordt automatisch ingevoerd.
5 Herhaal stap 3 en 4 om andere items
aan te passen.
Opmerkingen
• U kunt de toon niet aanpassen als de receiver
signalen decodeert met een bemonsteringsfrequentie
van meer dan 48 kHz.
• U kunt de toon ook niet aanpassen wanneer u een
geluidsveld voor films en muziek selecteert (pagina
24–25).
Parameters van het TONE menu
x BASS XX dB
(Niveau van de lage tonen voor de
voorluidspreker)
x TREB. XX dB
(Niveau van de hoge tonen voor de
voorluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
U kunt het niveau aanpassen van –6 dB tot +6 dB in
stappen van 1 dB.
28
NL
Geavanceerde
instellingen
Het SET UP menu gebruiken
om de receiver aan te passen
U kunt de verschillende receiverinstellingen
aanpassen met het SET UP menu.
1 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" SET UP " te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op V of v om de
parameter te selecteren die u wilt
aanpassen.
Zie "Parameters van het SET UP menu"
voor meer informatie.
3 Druk herhaaldelijk op B of b om de
gewenste instelling te selecteren.
De instelling wordt automatisch ingevoerd.
4 Herhaal stap 2 en 3 om andere items
aan te passen.
Parameters van het SET UP menu
De oorspronkelijke instellingen zijn
onderstreept.
x DVD-XXXX
(Audio-invoerstand voor DVD-invoer)
Hiermee kunt u de audio-invoerstand voor DVDinvoer selecteren.
• AUTO
Er wordt voorrang gegeven aan digitale signalen als
er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn. Als
er geen digitale signalen zijn, wordt analoog
geselecteerd.
•OPT
Geeft de invoer van digitale audiosignalen aan naar
de DIGITAL DVD OPT IN ingangen.
•COAX
Geeft de invoer van digitale audiosignalen aan naar
de DIGITAL DVD COAX IN ingang.
• ANLG
Geeft de invoer van analoge audiosignalen aan naar
de DVD AUDIO IN (L/R)
aansluitingen.
x TV-XXXX
(Audio-invoerstand voor TV/SAT-invoer)
Hiermee kunt u de audio-invoerstand voor TV/SATinvoer selecteren.
• AUTO
Er wordt voorrang gegeven aan digitale signalen als
er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn. Als
er geen digitale signalen zijn, wordt analoog
geselecteerd.
•OPT
Geeft de invoer van digitale audiosignalen aan naar
de DIGITAL TV/SAT OPT IN ingangen.
• ANLG
Geeft de invoer van analoge audiosignalen aan naar
de TV/SAT AUDIO IN (L/R)
x DUAL XXX
(Taal selecteren voor digitale uitzending)
Hiermee kunt u de taal selecteren waarin u tijdens de
digitale uitzending wilt luisteren. Deze functie werkt
alleen voor Dolby Digital-bronnen.
• M/S (Main/Sub)
Het geluid van de hoofdtaal wordt uitgevoerd via de
linkervoorluidspreker en het geluid van de subtaal
wordt tegelijkertijd via de rechterluidspreker
uitgevoerd.
•M (Main)
Geluid van de hoofdtaal wordt uitgevoerd.
•S (Sub)
Geluid van de subtaal wordt uitgevoerd.
•M+S (Main+Sub)
Gecombineerd geluid van de hoofd- en subtalen
worden uitgevoerd.
x DEC. XXXX
(Decoderingsprioriteit voor digitale
audio-invoer)
Hiermee kunt u de ingangsstand opgeven voor de
digitale signaalinvoer naar de DIGITAL IN
aansluitingen.
De oorspronkelijke instelling is "DEC. AUTO" voor
TV/SAT en "DEC. PCM" voor DVD.
• AUTO
De ingangsstand wordt automatisch geschakeld
tussen DTS, Dolby Digital en PCM.
•PCM
PCM-signalen krijgen prioriteit (om onderbreking te
voorkomen als het afspelen wordt gestart). Zelfs
wanneer andere signalen worden ingevoerd, wordt
het geluid uitgevoerd. Deze receiver kan echter geen
DTS-CD decoderen als de receiver is ingesteld op
"DEC. PCM".
Opmerking
Als de receiver is ingesteld op "DEC. AUTO" en het
geluid van de digitale audioaansluitingen (voor CD,
enzovoort) wordt onderbroken als het afspelen wordt
gestart, stelt u deze in op "DEC. PCM".
aansluitingen.
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
29
NL
Overige handelingen
De slaaptimer gebruiken
U kunt instellen dat de receiver automatisch
wordt uitgeschakeld op een bepaalde tijd.
1 Druk op ALT zodat de toets gaat
branden.
2 Druk herhaaldelijk op SLEEP terwijl het
apparaat is ingeschakeld.
Wanneer u op SLEEP drukt, wordt het
display als volgt gewijzigd:
2-00-00 t 1-30-00 t 1-00-00 t
0-30-00 t OFF
Het display wordt gedimd nadat u de tijd hebt
opgegeven.
Tip
Wilt u de resterende tijd bekijken voordat de receiver
wordt uitgeschakeld, dan drukt u op ALT zodat de
toets gaat branden (pagina 32) en drukt u op SLEEP.
De resterende tijd wordt in het display weergegeven.
Als u nogmaals op SLEEP drukt, wordt de slaaptimer
uitgeschakeld.
30
NL
Loading...
+ 138 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.