Sony STR-SL500 User Manual [it]

FM Stereo FM/AM Receiver
Gebruiksaanwijzing __________________________
Bruksanvisning ______________________________
Istruzioni per l’uso____________________________
Instrukcja obsługi____________________________
NL
SE
IT
PL
STR-SL500
©2004 Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit een brandende kaars bovenop het apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, mag u geen met vloeistof gevulde voorwerpen zoals vazen op het apparaat zetten.
Plaats het apparaat n iet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
Betreffende deze gebruiksaanwijzing
• De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor de modellen STR-SL500. Controleer uw modelnummer, dat rechtsonder op het voorpaneel staat vermeld.
• In deze gebruiksaanwijzing worden de bedieningselementen op de bijgeleverde afstandsbediening beschreven. U kunt ook de bedieningselementen op de receiver gebruiken als deze dezelfde of soortgelijke namen hebben als die op de afstandsbediening. Voor nadere bijzonderheden over het gebruik van uw afstandsbediening, zie pagina 31–34.
Gooi de batterij niet weg, maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA).
Deze receiver is voorzien van Dolby* Digital en Pro Logic Surround akoestiek en het DTS** Digital Surround akoestieksysteem.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby
Laboratories. "Dolby", "Pro Logic" en het symbool double-D zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
** "DTS" en "DTS Digital Surround" zijn
gedeponeerde handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Opmerking over de bijgeleverde afstandsbediening
Voor RM-U700
De AUX toets op de afstandsbediening is niet beschikbaar voor de bediening van de receiver.
NL
2
Inhoudsopgave
Aan de slag
1: Controleren hoe u de componenten
moet aansluiten.................................4
1a: Componenten met digitale
audio-uitgangen aansluiten......... 6
1b: Componenten met alleen
analoge audioaansluitingen
aansluiten....................................8
2: De antennes aansluiten........................9
3: Luidsprekers aansluiten ....................10
4: Het netsnoer aansluiten.....................12
5: De luidsprekers instellen...................13
6: De niveaus en balans voor de
luidsprekers aanpassen ...................16
— TEST TONE
Versterker gebruiken
De component selecteren ......................17
FM/AM-radio beluisteren.....................17
FM-zenders automatisch opslaan..........18
— AUTOBETICAL
Radiozenders instellen ..........................19
RDS (Radio Data System)
gebruiken ........................................ 20
Informatie over de aanduidingen in
het display.......................................22
Overige handelingen
De slaaptimer gebruiken....................... 30
Handelingen uitvoeren met de afstandsbediening RM-U700
Voor gebruik van de
afstandsbediening........................... 31
Beschrijving van de toetsen op de
afstandsbediening........................... 31
Fabrieksinstellingen van een
ingangstoets wijzigen..................... 34
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen.......................... 35
Problemen oplossen.............................. 36
Technische gegevens ............................ 38
Lijst van toetsen en
referentiepagina's............................ 40
Index ..................................................... 41
NL
Surround sound beluisteren
Alleen de voorluidsprekers
gebruiken ........................................ 23
Geluid met hoge kwaliteit
beluisteren.......................................23
Een geluidsveld selecteren....................24
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
Geluidsvelden aanpassen ...................... 27
De toon aanpassen.................................28
Geavanceerde instellingen ....................29
NL
3
Aan de slag
1: Controleren hoe u de componenten moet aansluiten
In stap 1a tot en met 1b op pagina 6 wordt beschreven hoe u de componenten kunt aansluiten op deze receiver. Voordat u begint, bekijkt u "Componenten die kunnen worden aangesloten" hieronder voor de pagina's waarin wordt beschreven hoe u elke component kunt aansluiten. Als u alle componenten hebt aangesloten, gaat u verder naar "2: De antennes aansluiten" (pagina 9).
Componenten die kunnen worden aangesloten
Component die u wilt aansluiten Pagina
DVD-speler
Met digitale audio-uitgang
Met alleen een analoge audio-uitgang
Televisiemonitor
Met alleen een composietvideo-ingang 7 of 8
Satelliettuner
Met digitale audio-uitgang
Met alleen een analoge audio-uitgang
Videorecorder 8
a)
Model met een DIGITAL OPTICAL OUTPUT of DIGITAL COAXIAL OUTPUT aansluiting, enzovoort.
b)
Model met alleen AUDIO OUT L/R aansluitingen, enzovoort.
a)
b)
a)
b)
6–7
6–7
6–7
6–7
NL
4
Vereiste kabels
In de aansluitschema's op de volgende pagina's wordt aangenomen dat de volgende optionele kabels worden gebruikt (A tot en met E) (niet bijgeleverd).
A Audiokabel
Wit (L) Rood (R)
B Audio-/videokabel
Geel (video) Wit (L/audio) Rood (R/audio)
C Videokabel
Geel
Opmerkingen
• Schakel alle componenten uit voordat u aansluitingen maakt.
• Sluit de aansluitingen stevig aan om gebrom en ruis te voorkomen.
• Als u een audio-/videokabel aansluit, moet u de gekleurde pinnen aansluiten op de bijbehorende aansluitingen op de componenten: geel (video) naar geel; wit (links, audio) naar wit en rood (rechts, audio) naar rood.
• Als u optisch digitale kabels aansluit, steekt u de stekkers recht in de aansluitingen totdat deze vastklikken.
• Buig de optisch digitale kabels niet en maak er geen knoop in.
D Optisch digitale kabel
E Digitale coaxkabel
Aan de slag
NL
5
.
1a: Componenten met digitale audio-uitgangen aansluiten
Een DVD-speler of satelliettuner aansluiten
Zie pagina 5 voor meer informatie over de vereiste kabels (A–E).
1 Sluit de audioaansluitingen aan.
DVD-speler
OUTPUT
AUDIO
OUT
OUTPUT
DIGITAL OPTICAL
OUTPUT
DIGITAL COAXIAL
*
*
D
L
R
AE
ANTENNA
DIGITAL
OPT IN
TV/SAT
D
OUTPUT
DIGITAL OPTICAL
AM
U
DVDVIDEO
OPT IN
DVD
COAX IN
AUDIO IN
RL
A
OUTPUT
AUDIO
OUT
L
R
VIDEO
IN
MONITOR
OUT
OUT
SUB
WOOFER
Satelliettuner
* Aansluiten op de COAX IN of OPT IN aansluiting. U kunt het beste aansluitingen maken op de COAX IN
aansluiting.
Tip
Alle digitale audioaansluitingen zijn compatibel met de bemonsteringsfrequenties 32 kHz, 44,1 kHz, 48 kHz en 96 kHz.
NL
6
2 Sluit de videoaansluitingen aan.
Televisiemonitor
INPUT
VIDEO
C
Aan de slag
ANTENNA
DIGITAL
OPT IN
TV/SAT
MONITOR
VIDEO
IN
OUT
OUT
SUB
WOOFER
AM
U
DVDVIDEO
OPT IN
DVD
COAX IN
AUDIO IN
RL
C
OUTPUT
VIDEO
DVD-speler
NL
7
1b: Componenten met alleen analoge audioaansluitingen aansluiten
Als u de televisie aansluit op de MONITOR OUT aansluiting, kunt u de video bekijken via de geselecteerde ingang (pagina 17). Zie pagina 5 voor meer informatie over de vereiste kabels (A
Televisiemonitor
INPUT
VIDEO
C
E).
ANTENNA
DIGITAL
OPT IN
TV/SAT
AM
U
OPT IN
DVD
Videorecorder
COAX IN
DVDVIDEO
AUDIO IN
RL
B
OUTPUT
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
L
R
VIDEO
IN
MONITOR
OUT
OUT
SUB
WOOFER
NL
8
2: De antennes aansluiten
Sluit de bijgeleverde AM-kaderantenne en de FM-draadantenne aan.
FM-draadantenne (bijgeleverd)
AM-kaderantenne (bijgeleverd)
Aan de slag
ANTENNA
DIGITAL
OPT IN
TV/SAT
AM
U
OPT IN
DVD
COAX IN
DVDVIDEO
AUDIO IN
RL
VIDEO
IN
MONITOR
OUT
OUT
SUB
WOOFER
Opmerkingen
• Houd de AM-kaderantenne uit de buurt van de receiver en andere componenten om ruis te voorkomen.
• Trek de FM-draadantenne volledig uit.
• Houd de FM-draadantenne zo horizontaal mogelijk na het aansluiten.
NL
9
3: Luidsprekers aansluiten
Sluit de luidsprekers aan op de receiver. Met deze receiver kunt u een 5.1-kanaals luidsprekersysteem gebruiken. Als u wilt luisteren naar meerkanaals surround sound, zoals in de bioscoop, hebt u vijf luidsprekers (twee voorluidsprekers, een middenluidspreker en twee surroundluidsprekers) en een subwoofer (5.1-kanaals) nodig.
Voorbeeld van een opstelling van een 5.1-kanaals luidsprekersysteem
Middenluidspreker
Voorluidspreker (Rechts)
Surroundluidspreker (Rechts)
Voorluidspreker (Links)
Subwoofer
Surroundluidspreker (Links)
Tip
U kunt de subwoofer overal plaatsen omdat deze geen gerichte signalen uitvoert.
NL
10
Vereiste kabels
A Luidsprekerkabels (niet bijgeleverd)
(+) (–)
C Luidsprekerstekkers (bijgeleverd)
Aan de slag
B Monoaudiokabel (niet bijgeleverd)
Zwart
D Inbussleutel (bijgeleverd)
Voordat u de luidsprekers aansluit, moet u de luidsprekerstekkers (bijgeleverd) bevestigen aan de luidsprekerkabels (niet bijgeleverd). Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding voor eenvoudige" installatie voor meer informatie.
MONITOR
OUT
OUT
SUB
WOOFER
Subwoofer Voorluidspreker
INPUT
AUDIO
IN
B
(Rechts)
AA
FRONT R
CENTER
– +
– +
SURR R SURR L
Voorluidspreker
FRONT L
+
+ –+ –
(Links)
Ee Ee
A
E
Surroundluidspreker
(Rechts)
E
e
Middenluidspreker
(Links)
A
e
NL
11
A
E
e
Surroundluidspreker
4: Het netsnoer aansluiten
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
Netsnoer
Naar een stopcontact
De eerste installatiehandelingen uitvoeren
Voordat u de receiver voor de eerste keer gebruikt, moet u de volgende procedure uitvoeren om de receiver te initialiseren. U kunt met deze procedure ook de fabrieksinstellingen herstellen. Gebruik de toetsen op de receiver voor deze handeling.
1 Druk op ?/1 om de receiver uit te
schakelen.
2 Houd ?/1 5 seconden ingedrukt.
"INITIAL" wordt weergegeven in het display. De fabrieksinstellingen voor de volgende instellingen worden hersteld.
• Alle instellingen in de menu's SET UP, LEVEL en TONE.
• Het opgeslagen geluidsveld voor elke ingang en voorkeurzender.
• Alle geluidsveldparameters.
• Alle voorkeurzenders.
• MASTER VOLUME wordt ingesteld op "VOL MIN".
12
NL
5: De luidsprekers instellen
U kunt met het menu SET UP het formaat, de afstand en de locatie instellen van de luidsprekers die zijn aangesloten op deze receiver.
1 Druk op ?/1 om de receiver in te
schakelen.
2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" SET UP " te selecteren.
3 Druk herhaaldelijk op V of v om de
parameter te selecteren die u wilt aanpassen.
Zie "Instelparameters voor de luidsprekers" voor meer informatie.
Opmerking
Bepaalde instelitems voor de luidsprekers zijn wellicht niet beschikbaar in het display. Dit betekent dat deze automatisch zijn aangepast vanwege andere luidsprekerinstellingen of dat deze niet kunnen worden aangepast.
4 Druk herhaaldelijk op B of b om de
gewenste instelling te selecteren.
De instelling wordt automatisch ingevoerd.
5 Herhaal stap 3 en 4 totdat u de
volgende items hebt ingesteld.
Instelparameters voor de luidsprekers
De oorspronkelijke instellingen zijn onderstreept.
SW
x S.W. XXX (SUB WOOFER)
(Subwoofer selecteren)
•YES Selecteer "YES" als u een subwoofer hebt
aangesloten.
•NO Selecteer "NO" als u geen subwoofer hebt
aangesloten. De voorluidsprekers worden automatisch ingesteld op "LARGE". U kunt deze instelling niet wijzigen. Hiermee wordt het omleidingssysteem voor lage tonen ingeschakeld en worden de LFE-signalen via andere luidsprekers uitgevoerd.
• Wilt u het omleidingssysteem voor lage tonen van Dolby Digital volledig benutten, dan kunt u het beste de kantelfrequentie op de subwoofer zo hoog mogelijk zetten.
L
R
x XXXXX (FRONT)
(Formaat van voorluidspreker)
•LARGE Als u grote luidsprekers aansluit waarmee
lage frequenties zonder problemen worden weergegeven, selecteert u "LARGE". In de meeste gevallen kunt u "LARGE" selecteren.
•SMALL Wordt het geluid vervormd of zijn de
surroundeffecten niet naar wens als u meerkanaals surround sound gebruikt, dan selecteert u "SMALL" om het omleidingssysteem voor lage tonen in te schakelen en de laagste frequenties van de voorkanalen uit te voeren via de subwoofer. Als de voorluidsprekers zijn ingesteld op "SMALL", worden de midden- en surroundluidsprekers ook automatisch ingesteld op "SMALL" (tenzij deze eerder zijn ingesteld op "NO").
Aan de slag
wordt vervolgd
13
NL
C
x XXXXX (CENTER)
(Formaat van middenluidspreker)
• LARGE Als u een grote luidspreker aansluit waarmee
lage frequenties zonder problemen worden weergegeven, selecteert u "LARGE". In de meeste gevallen kunt u "LARGE" selecteren. Zijn de voorluidsprekers echter ingesteld op "SMALL", dan kunt u de middenluidspreker niet instellen op "LARGE".
•SMALL Wordt het geluid vervormd of zijn de
surroundeffecten niet naar wens als u meerkanaals surround sound gebruikt, dan selecteert u "SMALL" om het omleidingssysteem voor lage tonen in te schakelen en de laagste frequenties van de middenkanalen uit te voeren via de voorluidsprekers (als deze zijn ingesteld op "LARGE") of via de subwoofer.
a)
• NO Als u geen middenluidspreker hebt aangesloten, selecteert u "NO". Het geluid van het middenkanaal wordt uitgevoerd via de voorluidsprekers.
SR
SL
x XXXXX (SURROUND)
b)
(Formaat van surroundluidspreker)
• LARGE Als u grote luidsprekers aansluit waarmee lage frequenties zonder problemen worden
weergegeven, selecteert u "LARGE". In de meeste gevallen kunt u "LARGE" selecteren. Zijn de voorluidsprekers echter ingesteld op "SMALL", dan kunt u de surroundluidspreker niet instellen op "LARGE".
•SMALL Wordt het geluid vervormd of zijn de
surroundeffecten niet naar wens als u meerkanaals surround sound gebruikt, dan selecteert u "SMALL" om het omleidingssysteem voor lage tonen in te schakelen en de laagste frequenties van de surroundkanalen uit te voeren via de subwoofer of andere luidsprekers met de instelling "LARGE".
•NO Als u geen surroundluidsprekers hebt
aangesloten, selecteert u "NO".
c)
Tips
• a) – c) komen overeen met de volgende standen van Dolby Pro Logic
a) NORMAL
b) PHANTOM
c) 3 STEREO
• De "LARGE" en "SMALL" instellingen voor elke luidspreker bepalen of de geïntegreerde geluidsprocessor de lage tonen uit het betreffende kanaal verwijdert. Als de lage tonen uit een kanaal worden verwijderd, verzendt het omleidingssysteem voor lage tonen de bijbehorende lage frequenties naar de subwoofer of andere luidsprekers met de instelling "LARGE".
Aangezien lage tonen echter enigszins gericht zijn, kunt u deze het beste, indien mogelijk, niet verwijderen. Daarom kunt u zelfs kleine luidsprekers instellen op "LARGE" als u de lage frequenties wilt uitvoeren via deze luidspreker. Gebruikt u echter een grote luidspreker en wilt u de lage frequenties niet uitvoeren via deze luidspreker, dan stelt u deze in op "SMALL".
Als het totale geluidsniveau lager is dan gewenst, stelt u alle luidsprekers in op "LARGE". Als er te weinig lage tonen zijn, kunt u de BASS parameter in het TONE menu gebruiken om de lage tonen te versterken. Zie pagina 28 om de lage tonen aan te passen.
L
R
x DIST. X.X m
(Afstand van de voorluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 m
Hiermee kunt u de afstand van de luisterplaats tot de voorluidsprekers instellen (A). U kunt de afstand aanpassen van 1,0 tot 7,0 meter in stappen van 0,1 meter.
Als beide voorluidsprekers niet op gelijke afstand van de luisterplaats zi jn geplaatst, stelt u de afstan d in op de dichtstbijzijnde luidspreker.
B
A
CC
A
30˚30˚
100˚-120˚100˚-120˚
14
NL
C
DIST. X.X m
x
(Afstand van de middenluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 m
Hiermee kunt u de afstand van de luisterplaats tot de middenluidspreker instellen. U moet de afstand van de middenluidspreker instellen tussen de afstand van de voorluidspreker (A) en 1,5 meter dichter bij de luisterplaats (B).
SR
SL
x DIST. X.X m
(Afstand van de surroundluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 3.0 m
Hiermee kunt u de afstand van de luisterplaats tot de surroundluidspreker instellen. U moet de afstand van de surroundluidspreker instellen tussen de afstand van de voorluidspreker (A) en 4,5 meter dichter bij de luisterplaats (C).
Als beide surroundluidsprekers niet op gelijke afstand van de luisterplaats zijn geplaatst, stelt u de afstand in op de dichtstbijzijnde luidspreker.
Tip
U kunt de luidsprekerplaats als afstand invoeren. U kunt echter de middenluidspreker niet verder weg zetten dan de voorluidsprekers. Bovendien moet u de middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter dichter bij de luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers.
U kunt evenmin de surroundluidsprekers verder van de luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. Deze kunnen bovendien niet meer dan 4,5 meter dichter bij de luisterplaats worden gezet.
Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste opstelling van de luidsprekers een negatieve invloed heeft op surround sound.
Als u de luidsprekerafstand dichter bij instelt dan de werkelijke locatie van de luidsprekers, wordt het geluid met vertraging uitgevoerd via de betreffende luidspreker. Dit houdt in dat de luidspreker verder weg klinkt.
Als u bijvoorbeeld de afstand van de middenluidspreker 1 tot 2 meter dichter bij instelt dan de werkelijke afstand, geeft dit een natuurgetrouw effect alsof u zich "in" het beeldscherm bevindt. Als u geen goed surroundeffect krijgt omdat de surroundluidsprekers te dichtbij staan, stelt u de afstand van de surroundluidspreker dichter bij (korter) in dan de werkelijke afstand om een groter geluidsgebied te maken.
Als u deze parameter aanpast terwijl u naar het geluid luistert, kunt u het surround sound aanzienlijk verbeteren. Probeer het maar eens!
SR
SL
x PL. XXXX
(Plaatsing van de surroundluidspreker)*
Hiermee kunt u de hoogte van de surroundluidsprekers opgeven voor de juiste uitvoering van de surroundeffecten van de Cinema Studio EX standen (pagina 24).
B
A
B
60
A
30
•LOW
Selecteer deze optie als de hoogte van de surroundluidsprekers overeenkomt met gedeelte A.
•HIGH
Selecteer deze optie als de hoogte van de surroundluidsprekers overeenkomt met gedeelte B.
* Dit instelitem is niet beschikbaar als de parameter
voor het surroundluidsprekerformaat is ingesteld op "NO".
Aan de slag
15
NL
6: De niveaus en balans voor de luidsprekers aanpassen
— TEST TONE
Pas de niveaus en balans van de luidsprekers aan als u vanaf de luisterplaats naar de testtoon luistert.
Tip
De receiver voert een testtoon uit met een frequentie van gemiddeld 800 Hz.
1 Druk op ?/1 om de receiver in te
schakelen.
2 Druk op TEST TONE.
"T. TONE" wordt weergegeven in het display en de testtoon wordt achtereenvolgens via elke luidspreker uitgevoerd. Voor (links) t Midden t Voor (rechts)
t Surround (rechts) t Surround (links) t Subwoofer
3 Pas de niveaus en balans van de
luidsprekers aan met het LEVEL menu zodat de testtoon uit elke luidspreker gelijk klinkt.
Zie pagina 27 voor meer informatie over de instellingen in het LEVEL menu.
Tips
• Wilt u het niveau van alle luidsprekers tegelijkertijd aanpassen, dan drukt u op MASTER VOL +/– op de afstandsbediening of draait u MASTER VOLUME op de receiver.
• Tijdens het aanpassen wordt de aangepaste waarde weergegeven in het display.
4 Druk na het aanpassen nogmaals op
TEST TONE.
De testtoon wordt uitgeschakeld.
16
NL
Versterker gebruiken
De component selecteren
1 Druk op de ingangstoetsen om de
ingang te selecteren.
Keuze Gaat branden
Videorecorder VIDEO
DVD-speler DVD
Satelliettuner TV/SAT
Geïntegreerde tuner (FM/AM)
TUNER
De geselecteerde ingang wordt in het display weergegeven.
Tip
U kunt ook INPUT SELECTOR op de receiver
gebruiken.
2 Schakel de component in en start het
afspelen.
Opmerking
Als u de videorecorder of DVD-speler selecteert, moet u de video-ingang van de televisie instellen op de geselecteerde component.
3 Druk op MASTER VOL + of MASTER
VOL – om het volume aan te passen.
Tip
U kunt ook MASTER VOLUME op de receiver
gebruiken.
Opmerking
Zet het volume lager voordat u de receiver uitschakelt om te voorkomen dat de luidsprekers worden beschadigd.
Het geluid dempen
Druk op MUTING. In de volgende gevallen wordt de functie voor dempen geannuleerd.
• Druk nogmaals op MUTING.
• U schakelt het apparaat uit.
• U verhoogt het volume.
Tip
U kunt ook MUTING op de receiver gebruiken.
FM/AM-radio beluisteren
U kunt naar FM- en AM-uitzendingen luisteren via de geïntegreerde tuner. Voordat u deze tuner gebruikt, moet u de FM- en AM-antennes op de receiver aansluiten. Zie pagina 9 voor meer informatie.
Tip
Het afstembereik is:
FM: 50 kHz AM: 9 kHz
Automatisch afstemmen
Als u de frequentie van de gewenste zender niet weet, kunt u de receiver alle beschikbare zenders in de regio laten scannen.
1 Druk herhaaldelijk op TUNER om de
FM- of AM-band te selecteren.
Er wordt afgestemd op de laatstontvangen zender.
Tip
U kunt ook INPUT SELECTOR op de receiver
gebruiken.
2 Druk op TUNING + of TUNING –.
Druk op TUNING + om van laag naar hoog te scannen en druk op TUNING – om van hoog naar laag te scannen.
Het scannen wordt onderbroken als er een zender wordt ontvangen.
Tip
Als "STEREO" knippert in het display en de FM­stereo-ontvangst is slecht, drukt u op FM MODE om naar monogeluid te schakelen (MONO). U kunt geen stereo-effecten beluisteren, maar het geluid wordt minder vervormd. Als u wilt terugkeren naar stereogeluid, drukt u nogmaals op FM MODE.
Versterker gebruiken
wordt vervolgd
17
NL
Handmatig afstemmen
U kunt de frequentie van de gewenste zender rechtstreeks invoeren.
1 Druk herhaaldelijk op TUNER om de
FM- of AM-band te selecteren.
Er wordt afgestemd op de laatstontvangen zender.
2 Druk op D.TUNING. 3 Druk op de cijfertoetsen om de
frequentie in te voeren.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz Druk op 1 b 0 b 2 b 5 b 0 Voorbeeld 2: AM 1.350 kHz Druk op 1 b 3 b 5 b 0 Als u hebt afgestemd op een AM-zender,
past u de richting van de AM-kaderantenne aan voor een optimale ontvangst.
Als u niet kunt afstemmen op een zender en de ingevoerde cijfers knipperen
Controleer of u de juist frequentie hebt ingevoerd. Zo niet, dan herhaalt u stap 2 en 3. Als de ingevoerde cijfers nog steeds knipperen, wordt de frequentie niet gebruikt in uw regio.
FM-zenders automatisch opslaan
— AUTOBETICAL
Met deze functie kunt u maximaal 30 FM- en FM-RDS-zenders in alfabetische volgorde opslaan. Bovendien worden alleen de zenders met de duidelijkste signalen opgeslagen. Zie "Radiozenders instellen" als u FM- en AM­zenders één voor één wilt opslaan. Gebruik de toetsen op de receiver voor deze handeling.
1 Druk op ?/1 om de receiver uit te
schakelen.
2 Houd INPUT SELECTOR ingedrukt en
druk op ?/1 om de receiver weer in te schakelen.
"AUTO-BETICAL SELECT" wordt in het display weergegeven. De receiver scant alle FM- en FM-RDS -zenders in het zendgebied en slaat deze vervolgens op.
Voor RDS-zenders zoekt de tuner eerst naar zenders die hetzelfde programma uitzenden. Vervolgens wordt alleen de zender met het duidelijkste signaal opgeslagen. De geselecteerde RDS-zenders worden alfabetisch gesorteerd op de naam van de bijbehorende programmadienst. Vervolgens wordt een voorinstelcode van 2 tekens aan de zenders toegewezen. Zie pagina 20 voor meer informatie over RDS. Aan normale FM-zenders wordt een voorinstelcode van 2 tekens toegewezen en deze worden na de RDS-zenders opgeslagen. Als de bewerking is voltooid, wordt "FINISH" kort in het display weergegeven en wordt de normale werking van de receiver hervat.
18
NL
Opmerkingen
• Druk niet op een toets op de receiver of de
bijgeleverde afstandsbediening (behalve ?/1) tijdens de Autobetical bewerking.
• Als u naar een ander gebied verhuist, moet u deze procedure herhalen om zenders in uw nieuwe gebied op te slaan.
• Zie "Afstemmen op voorkeurzenders" voor meer informatie over het afstemmen van de opgeslagen zenders.
• Als u de antenne verplaatst nadat u de zenders met deze procedure hebt opgeslagen, zijn de opgeslagen instellingen wellicht niet langer geldig. Gebeurt dit, dan moet u deze procedure herhalen om de zenders opnieuw op te slaan.
Radiozenders instellen
U kunt maximaal 30 FM- of AM-zenders instellen. Zo kunt u gemakkelijk afstemmen op de zenders die u vaak beluistert.
Radiozenders instellen
1 Druk herhaaldelijk op TUNER om de
FM- of AM-band te selecteren.
Er wordt afgestemd op de laatstontvangen zender.
2 Stem automatisch (pagina 17) of
handmatig (pagina 18) af op de zender die u wilt instellen.
3 Druk op MEMORY.
"MEMORY" wordt enkele seconden in het display weergegeven. Voer stap 4 tot en met 5 uit voordat het display wordt uitgeschakeld.
4 Druk herhaaldelijk op PRESET/CH/
D.SKIP + of PRESET/CH/D.SKIP – om een voorinstelnummer te selecteren.
Wanneer u op de toets drukt, kunt u het voorinstelnummer als volgt selecteren:
tA1yA2y...yA0yB1yB2y...yB0T
Versterker gebruiken
tC0y...yC2yC1T
Als "MEMORY" uit het display verdwijnt voordat u het voorinstelnummer selecteert, moet u de procedure nogmaals uitvoeren vanaf stap 3.
Tips
• U kunt ook PRESET TUNING + of PRESET TUNING – op de receiver gebruiken.
• U kunt ook herhaaldelijk op SHIFT drukken om een geheugenpagina (A, B of C) te selecteren en vervolgens op de cijfertoetsen drukken om een voorinstelnummer te selecteren.
5 Druk nogmaals op MEMORY.
De zender wordt opgeslagen onder het geselecteerde voorinstelnummer. Als "MEMORY" uit het display verdwijnt voordat u op MEMORY drukt, moet u de procedure nogmaals uitvoeren vanaf stap 3.
wordt vervolgd
19
NL
6 Herhaal stap 2 tot en met 5 om nog een
zender in te stellen.
RDS (Radio Data System)
Afstemmen op voorkeurzenders
1 Druk herhaaldelijk op TUNER om de
FM- of AM-band te selecteren.
Er wordt afgestemd op de laatstontvangen zender.
2 Druk herhaaldelijk op PRESET/CH/
D.SKIP + of PRESET/CH/D.SKIP – om de gewenste voorkeurzender te selecteren.
Wanneer u op de toets drukt, kunt u de voorkeurzender als volgt selecteren:
tA1yA2y...yA0yB1yB2y...yB0T
tC0y...yC2yC1T
De receiver gebruiken
1 Druk herhaaldelijk op INPUT SELECTOR
om de FM- of AM-band te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op PRESET TUNING +
of PRESET TUNING – om de gewenste voorkeurzender te selecteren.
De voorkeurzender rechtstreeks selecteren
Druk op de cijfertoetsen. Er wordt afgestemd op de voorkeurzender met het geselecteerde nummer op de huidige geheugenpagina. Druk herhaaldelijk op SHIFT op de afstandsbediening om de geheugenpagina te wijzigen.
gebruiken
Op deze receiver kunt u ook gebruikmaken van RDS (Radio Data System), waarmee radiozenders aanvullende informatie kunnen verzenden met het gewone programmasignaal. U kunt ook RDS-informatie weergeven.
Opmerkingen
• RDS is alleen beschikbaar voor FM-zenders.
• Niet alle FM-zenders bieden RDS of dezelfde diensten aan. Als u niet vertrouwd bent met de RDS­diensten in uw regio, neemt u contact op met de lokale radiozenders voor meer informatie.
RDS-uitzendingen ontvangen
Stem automatisch (pagina 17) of handmatig (pagina 18) af op een zender in de FM-band of selecteer een voorkeurzender (pagina 20).
Als u afstemt op een zender die RDS-diensten aanbiedt, gaat de RDS aanduiding branden en wordt de naam van de programmadienst in het display weergegeven.
Opmerking
RDS functioneert wellicht niet goed als de zender waarop u hebt afgestemd, het RDS-signaal niet goed uitzendt of als het signaal zwak is.
20
NL
RDS-informatie weergeven
Druk herhaaldelijk op DISPLAY tijdens de ontvangst van een RDS-zender.
Wanneer u op de toets drukt, wordt de RDS­informatie in het display als volgt gewijzigd: Naam van programmadienst t Frequentie t Aanduiding van programmatype Aanduiding van radiotekst
a)
t
b)
t Aanduiding van huidige tijd (in 24-uurs notatie) t Geluidsveld dat momenteel wordt toegepast t Volume
a)
Het programmatype dat wordt uitgezonden. Zie pagina 21 voor meer informatie.
b)
Tekstberichten die door de RDS-zender worden verzonden.
Opmerkingen
• Als er een noodbericht door de overheid wordt
uitgezonden, knippert "ALARM" in het display.
• Wanneer het bericht bestaat uit 9 tekens of meer,
wordt het bericht in het display gerold.
• Als een zender geen RDS-dienst aanbiedt, wordt
"NO XXXX" (zoals "NO TEXT") in het display weergegeven.
Beschrijving van programmatypen
Aanduiding van programmatype
NEWS Nieuwsprogramma's
AFFAIRS Actualiteitenprogramma's waarin
INFO Programma's die informatie
SPORT Sportprogramma's
EDUCATE Educatieve programma's, zoals
DRAMA Hoorspelen en series
CULTURE Programma's over nationale of
SCIENCE Programma's over
Beschrijving
wordt ingegaan op het huidige nieuws
bieden over een breed scala aan onderwerpen, zoals consumentenzaken en medisch advies
"hoe kan ik..." en adviesprogramma's
regionale cultuur, zoals taal en sociale zaken
natuurwetenschappen en technologie
Aanduiding van programmatype
VARIED Andere typen programma's, zoals
POP M Programma's met populaire
ROCK M Programma's met rockmuziek
EASY M "Easy Listening" muziek
LIGHT M Instrumentale muziek, zang en
CLASSICS Concerten van grote orkesten,
OTHER M Muziek die niet in de
WEATHER Weerberichten
FINANCE Programma's over aandelen en
CHILDREN Programma's voor kinderen
SOCIAL Programma's over mensen en de
RELIGION Religieuze programma's
PHONE IN Programma's waarin leden van het
TRAVEL Reisprogramma's. Niet voor
LEISURE Programma's over
JAZZ Programma's met jazzmuziek
COUNTRY Programma's met countrymuziek
NATION M Programma's met populaire
OLDIES Programma's met golden oldies
FOLK M Programma's met folkmuziek
DOCUMENT Documentaires
NONE Andere programma's die
Beschrijving
interviews met sterren, spellen met een panel en comedy's
muziek
koormuziek
kamermuziek, opera, enzovoort
bovengenoemde categorieën past, zoals Rhythm & Blues en Reggae
beurzen, enzovoort
dingen die hen raken
publiek hun standpunten onder woorden kunnen brengen via de telefoon of in een openbaar forum
aankondigingen die vallen onder TP/TA
vrijetijdsbesteding, zoals tuinieren, vissen, koken, enzovoort
nationale/regionale muziek
hierboven niet worden genoemd
Versterker gebruiken
21
NL
Informatie over de aanduidingen in het display
6789q
21435
DIGITAL DTS PRO LOGIC II
SW
LFE
L C R
SL
S
SR
;
A ; DIGITAL: Brandt als de receiver signalen
decodeert die zijn opgenomen in de Dolby Digital-indeling.
B DTS: Brandt wanneer DTS-signalen worden
ingevoerd.
C SW: Brandt als de selectie voor de subwoofer
is ingesteld op "YES" (pagina 13) en het audiosignaal wordt uitgevoerd via de SUB WOOFER aansluiting.
D Aanduidingen voor het afspelen van
kanalen: De letters (L, C, R, enzovoort)
duiden de kanalen aan die worden afgespeeld. De vakken rond de letters verschillen om aan te geven hoe de receiver het brongeluid reduceert ("downmix"). Dit is afhankelijk van de luidsprekerinstellingen.
L (Voor, links), R (Voor, rechts), C (Midden (mono)), SL (Surround, links), SR (Surround, rechts), S (Surround (mono of de surroundcomponenten die zijn verkregen door Pro Logic-verwerking))
Voorbeeld:
Opname-indeling (Voor/Surround): 3/2
Uitvoerkanaal: Geen surroundluidsprekers
Geluidsveld: A.F.D. AUTO
L C R
SL SR
MEMORY
ST MONO
D.RANGE
RDS OPT COAX
G COAX: Brandt als het bronsignaal een
digitaal signaal is dat wordt ingevoerd via de COAX aansluiting.
H OPT: Brandt als het bronsignaal een digitaal
signaal is dat wordt ingevoerd via de OPT aansluiting.
I LFE: Brandt als de disc die wordt afgespeeld,
het LFE-kanaal (Low Frequency Effect) bevat en het signaal van het LFE-kanaal wordt gereproduceerd.
J ; PRO LOGIC II: "; PRO LOGIC"
brandt als de receiver Pro Logic-verwerking toepast op 2-kanaalse signalen om het signaal van het middenkanaal en het surroundkanaal uit te voeren. "; PRO LOGIC II" brandt als de decoder Pro Logic II Movie/Music is geactiveerd. Beide aanduidingen branden echter niet als de midden- en surroundluidsprekers zijn ingesteld op "NO" en "A.F.D. AUTO", "DOLBY PL", "PLII MOV" of "PLII MUS" moet zijn geselecteerd.
Opmerking
Decoderen met Dolby Pro Logic en Dolby Pro Logic II functioneert niet voor signalen in de DTS-indeling.
E Tuneraanduidingen: Branden wanneer de
receiver wordt gebruikt om af te stemmen op radiozenders, enzovoort. Zie pagina 17–21 voor tunerfuncties.
F D.RANGE: Brandt als compressie van het
dynamische bereik is geactiveerd (pagina 27).
NL
22
Surround sound beluisteren
Alleen de voorluidsprekers
Geluid met hoge kwaliteit beluisteren
gebruiken
In deze stand wordt het geluid alleen uitgevoerd via de linker-/rechtervoorluidspreker. Er komt geen geluid uit de subwoofer.
Luisteren naar 2-kanaalse stereobronnen (2CH STEREO)
Bij standaard 2-kanaalse stereobronnen word t er helemaal geen geluidsveld verwerkt. Meerkanaalse surroundindelingen worden gereduceerd tot 2 kanalen.
Druk herhaaldelijk op SOUND FIELD + of SOUND FIELD – om "2CH ST." te selecteren.
De receiver schakelt over naar de 2CH STEREO stand.
Opmerking
Er komt geen geluid uit de subwoofer in de 2CH STEREO stand. Wilt u de 2-kanaalse stereobronnen beluisteren via de linker-/rechtervoorluidspreker en een subwoofer, dan stelt u de A.F.D. stand in.
Het ingevoerde audiosignaal automatisch decoderen (AUTO FORMAT DIRECT)
In deze stand wordt het type audiosignaal dat wordt ingevoerd, automatisch vastgesteld (Dolby Digital, DTS of standaard 2-kanaals stereo, enzovoort) en wordt, indien nodig, de juiste decodering uitgevoerd. Met deze stand wordt het geluid weergegeven alsof dit is opgenomen/gecodeerd, zonder toegevoegde surroundeffecten. Als er echter geen signalen met lage frequenties zijn (Dolby Digital LFE, enzovoort), wordt er een signaal met lage frequentie gegenereerd voor uitvoer naar de subwoofer.
Druk op A.F.D.
"A.F.D. AUTO" wordt in het display weergegeven. Het type audiosignaal dat wordt ingevoerd, wordt automatisch vastgesteld en de juiste decodering wordt, indien nodig, uitgevoerd.
Surround sound beluisteren
wordt vervolgd
23
NL
Meerkanaals stereogeluid beluisteren (2-kanaalse decodeerstand)
In deze stand kunt u het decodeertype opgeven voor 2-kanaalse audiobronnen. Deze receiver kan 2-kanaals geluid reproduceren in 5 kanalen met Dolby Pro Logic II of in 4 kanalen met Dolby Pro Logic.
Druk herhaaldelijk op ;PL/PLII om de 2­kanaalse decodeerstand te selecteren.
Het geselecteerde decodeertype wordt in het display weergegeven.
x DOLBY PL (PRO LOGIC)
De Dolby Pro Logic decodering wordt uitgevoerd. De bron die is opgenomen in 2 kanalen, wordt gedecodeerd in 4.1 kanalen.
x PLII MOV (PRO LOGIC II MOVIE)
De Dolby Pro Logic II Movie decodering wordt uitgevoerd. Deze instelling is ideaal voor films die zijn gecodeerd met Dolby Surround. Bovendien kan deze stand het geluid reproduceren in 5.1 kanalen wanneer u video's met oude of nagesynchroniseerde films bekijkt.
x PLII MUS (PRO LOGIC II MUSIC)
De Dolby Pro Logic II Music decodering wordt uitgevoerd. Deze instelling is ideaal voor gewone stereobronnen, zoals CD's.
Tip
U kunt ook ; PLII op de receiver gebruiken om "DOLBY PL", "PLII MOV" of "PLII MUS" te selecteren.
Opmerking
Dolby Pro Logic en Dolby Pro Logic II decodering werken niet voor signalen met DTS indeling.
Als u een subwoofer aansluit
Als het audiosignaal 2-kanaals stereo is of als het bronsignaal geen LFE signaal bevat, wordt er een signaal met lage frequentie gegenereerd voor uitvoer naar de subwoofer.
Een geluidsveld selecteren
U kunt genieten van surround sound door een van de voorgeprogrammeerde geluidsvelden van de receiver te selecteren. Hiermee krijgt u thuis het geweldige en krachtige geluid van bioscopen en concertzalen.
Een geluidsveld voor films selecteren
Druk herhaaldelijk op SOUND FIELD + of SOUND FIELD – om het gewenste geluidsveld te selecteren.
Het geselecteerde geluidsveld wordt in het display weergegeven.
Geluidsveld Display
CINEMA STUDIO EX A DCS C.ST.EX A CINEMA STUDIO EX B DCS C.ST.EX B CINEMA STUDIO EX C DCS C.ST.EX C
DCS (Digital Cinema Sound)
Geluidsvelden met DCS markeringen gebruiken de DCS technologie. DCS is de conceptnaam van de surroundtechnologie voor een thuisbioscoop die is ontwikkeld door Sony. DCS maakt gebruik van de DSP (Digital Signal Processor) technologie om de geluidskenmerken van een filmstudio in Hollywood te reproduceren. Als u thuis afspeelt, krijgt u met DCS een krachtig bioscoopeffect waarbij de artistieke combinatie van geluid en actie zoals gezien door de filmregisseur, wordt nagebootst.
x C.ST.EX A (CINEMA STUDIO EX A) DCS
Reproduceert de geluidskenmerken van de Sony Pictures Entertainment "Cary Grant Theater" filmproductiestudio. Dit is een standaardstand waarmee bijna elk type film kan worden bekeken.
x C.ST.EX B (CINEMA STUDIO EX B) DCS
Reproduceert de geluidskenmerken van de Sony Pictures Entertainment "Kim Novak Theater" filmproductiestudio. Deze stand is ideaal voor sciencefiction of actiefilms met veel geluidseffecten.
24
NL
x C.ST.EX C (CINEMA STUDIO EX C)
Reproduceert de geluidskenmerken van de soundtracks van Sony Pictures Entertainment. Deze stand is ideaal voor het bekijken van musicals of films met orkestmuziek in de soundtrack.
DCS
CINEMA STUDIO EX standen
CINEMA STUDIO EX standen zijn geschikt voor het bekijken van DVD's met films (enzovoort) met meerkanaalse surroundeffecten. U kunt thuis de geluidskenmerken van de montagestudio van Sony Pictures Entertainment reproduceren. De CINEMA STUDIO EX standen bestaan uit de volgende drie elementen.
• Virtual Multi Dimension
Er worden 5 sets virtuele luidsprekers gemaakt van één paar echte surroundluidsprekers.
• Screen Depth Matching
Met deze optie lijkt het geluid vanuit het beeld op het scherm te komen, net zoals in de bioscoop.
• Cinema Studio Reverberation
Hiermee wordt het nagalmeffect in bioscopen
gereproduceerd. De CINEMA STUDIO EX standen integreren deze drie elementen tegelijkertijd.
Opmerkingen
• De effecten die worden verkregen met de virtuele
luidsprekers kunnen wellicht ruis veroorzaken in het weergavesignaal.
• Als u geluidsvelden beluistert die werken met de
virtuele luidsprekers, hoort u niet rechtstreeks geluid uit de surroundluidsprekers.
Een geluidsveld voor muziek selecteren
Druk herhaaldelijk op SOUND FIELD + of SOUND FIELD – om het gewenste geluidsveld te selecteren.
Het geselecteerde geluidsveld wordt in het display weergegeven.
Geluidsveld Display
HALL HALL
JAZZ CLUB JAZZ
LIVE CONCERT CONCERT
GAME GAME
x HALL
Reproduceert de akoestiek van een concertzaal voor klassieke muziek.
x JAZZ (JAZZ CLUB)
Reproduceert de akoestiek van een jazzclub.
x CONCERT (LIVE CONCERT)
Reproduceert de akoestiek van een live-concert in een zaal met 300 plaatsen.
x GAME
Hiermee verkrijgt u extra krachtig geluid van de videospelsoftware.
Het surroundeffect uitschakelen
Druk herhaaldelijk op SOUND FIELD + of SOUND FIELD – om druk op A.F.D. om selecteren.
"2CH ST." te selecteren of
"A.F.D. AUTO" te
Surround sound beluisteren
wordt vervolgd
25
NL
Tips
• U kunt ook SOUND FIELD op de receiver gebruiken om het gewenste geluidsveld te selecteren.
• U kunt het laatstgeselecteerde geluidsveld toepassen op een ingang als deze wordt geselecteerd (Sound Field Link). Als u bijvoorbeeld HALL selecteert voor de TV/SAT ingang en vervolgens overschakelt naar een andere ingang en weer terugkeert naar TV/SAT, wordt HALL automatisch opnieuw toegepast.
• De coderingsindeling van de DVD-software, enzovoort wordt aangegeven bij het logo op de verpakking
: Dolby Digital-discs
: programma's gecodeerd met
Dolby Surround
: programma's gecodeerd met DTS Digital
Surround
Opmerkingen
• Geluidsvelden werken niet voor signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz.
• Als een van de volgende geluidsvelden is geselecteerd, wordt er geen geluid uitgevoerd via de subwoofer als alle luidsprekers zijn ingesteld op "LARGE" in het SET UP menu. Het geluid wordt echter uitgevoerd via de subwoofer als het digitale invoersignaal LFE signalen (Low Frequency Effect) bevat of als de voor-, midden- of surroundluidsprekers zijn ingesteld op "SMALL".
–HALL
– JAZZ CLUB
– LIVE CONCERT
26
NL
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
Geluidsvelden aanpassen
Als u het LEVEL menu aanpast, kunt u de geluidsvelden aanpassen aan de luisterplaats.
Opmerking over de weergegeven items
De instelitems die u in elk menu kunt aanpassen, verschillen afhankelijk van het geluidsveld. Bepaalde instelparameters zijn niet beschikbaar in het display. Dit houdt in dat de geselecteerde parameter niet beschikbaar is of is vastgelegd en niet kan worden gewijzigd.
Het LEVEL menu aanpassen
U kunt de balans en het niveau van elke luidspreker aanpassen. Deze instellingen worden op alle geluidsvelden toegepast behalve voor de parameter voor het effectniveau. De parameterinstellingen voor het effectniveau worden afzonderlijk opgeslagen voor elk geluidsveld.
1 Speel een bron af die is gecodeerd met
meerkanaalse surroundeffecten (DVD, enzovoort).
2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" LEVEL " te selecteren.
3 Druk herhaaldelijk op V of v om de
parameter te selecteren die u wilt aanpassen.
Zie "Parameters van het LEVEL menu" voor meer informatie.
4 Terwijl u het geluid controleert, drukt u
herhaaldelijk op B of b om de gewenste instelling te selecteren.
De instelling wordt automatisch ingevoerd.
5 Herhaal stap 3 en 4 om andere
parameters aan te passen.
Parameters van het LEVEL menu
De oorspronkelijke instellingen zijn onderstreept.
L
R
x BAL. L/R XX
(Balans van de voorluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: BALANCE (0)
Hiermee kunt u de balans tussen de linker- en rechtervoorluidspreker aanpassen. U kunt de balans aanpassen in het bereik van BAL. L (+1 tot +8), BALANCE (0), BAL. R (+1 tot +8) in 17 stappen.
x CTR XXX dB
(Niveau van de middenluidspreker)
x SUR.L. XXX dB
(Niveau van de surroundluidspreker (links))
x SUR.R. XXX dB
(Niveau van de surroundluidspreker (rechts))
x S.W. XXX dB
(Niveau van de subwoofer)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
U kunt het niveau aanpassen van –10 dB tot +10 dB in stappen van 1 dB.
D.RANGE
x COMP. XXX
(Compressiemethode voor dynamisch bereik)
Hiermee kunt u het dynamische bereik van het geluidsspoor comprimeren. Dit kan handig zijn als u 's avonds laat films bekijkt met het geluid zacht.
•OFF
Het dynamische bereik wordt niet gecomprimeerd.
•STD
Het dynamische bereik wordt gecomprimeerd zoals bedoeld door de opnametechnicus.
•MAX
Het dynamische bereik wordt aanzienlijk gecomprimeerd.
Tip
Met de compressiemethode voor het dynamische bereik kunt u het dynamische bereik van het geluidsspoor comprimeren op basis van de gegevens voor het dynamische bereik in het Dolby Digital signaal. U kunt het beste de "MAX" instelling gebruiken. Hiermee wordt het dynamische bereik aanzienlijk gecomprimeerd en kunt u 's avonds laat films bekijken met het gelu id zacht. In tegenstelling tot analoge beperkingsmethoden zijn de niveaus vooraf vastgelegd en bieden een natuurlijke compressie.
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
wordt vervolgd
27
NL
Opmerking
Compressie van het dynamische bereik is alleen mogelijk met Dolby Digital bronnen.
x EFCT. XXX (Effectniveau)
Oorspronkelijke instelling: STD
Hiermee kunt u de "nadruk" van het surroundeffect aanpassen.
De oorspronkelijke instellingen van de geluidsvelden herstellen
Gebruik de toetsen op de receiver voor deze handeling.
1 Druk op ?/1 om de stroom uit te
schakelen.
2 Houd SOUND FIELD ingedrukt en druk
op ?/1.
"SF. CLR." wordt weergegeven in het display en alle oorspronkelijke instellingen van de geluidsvelden worden hersteld.
De toon aanpassen
U kunt de toonkwaliteit (lage en hoge tonen) voor de voorluidsprekers aanpassen met het TONE menu.
1 Speel een bron af die is gecodeerd met
meerkanaalse surroundeffecten (DVD, enzovoort).
2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" TONE " te selecteren.
3 Druk herhaaldelijk op V of v om de
parameter te selecteren die u wilt aanpassen.
Zie "Parameters van het TONE menu" voor meer informatie.
4 Terwijl u het geluid controleert, drukt u
herhaaldelijk op B of b om de gewenste instelling te selecteren.
De instelling wordt automatisch ingevoerd.
5 Herhaal stap 3 en 4 om andere items
aan te passen.
Opmerkingen
• U kunt de toon niet aanpassen als de receiver signalen decodeert met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz.
• U kunt de toon ook niet aanpassen wanneer u een geluidsveld voor films en muziek selecteert (pagina 24–25).
Parameters van het TONE menu
x BASS XX dB
(Niveau van de lage tonen voor de voorluidspreker)
x TREB. XX dB
(Niveau van de hoge tonen voor de voorluidspreker)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
U kunt het niveau aanpassen van –6 dB tot +6 dB in stappen van 1 dB.
28
NL
Geavanceerde instellingen
Het SET UP menu gebruiken om de receiver aan te passen
U kunt de verschillende receiverinstellingen aanpassen met het SET UP menu.
1 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" SET UP " te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op V of v om de
parameter te selecteren die u wilt aanpassen.
Zie "Parameters van het SET UP menu" voor meer informatie.
3 Druk herhaaldelijk op B of b om de
gewenste instelling te selecteren.
De instelling wordt automatisch ingevoerd.
4 Herhaal stap 2 en 3 om andere items
aan te passen.
Parameters van het SET UP menu
De oorspronkelijke instellingen zijn onderstreept.
x DVD-XXXX
(Audio-invoerstand voor DVD-invoer)
Hiermee kunt u de audio-invoerstand voor DVD­invoer selecteren.
• AUTO
Er wordt voorrang gegeven aan digitale signalen als er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn. Als er geen digitale signalen zijn, wordt analoog geselecteerd.
•OPT
Geeft de invoer van digitale audiosignalen aan naar de DIGITAL DVD OPT IN ingangen.
•COAX
Geeft de invoer van digitale audiosignalen aan naar de DIGITAL DVD COAX IN ingang.
• ANLG
Geeft de invoer van analoge audiosignalen aan naar de DVD AUDIO IN (L/R)
aansluitingen.
x TV-XXXX
(Audio-invoerstand voor TV/SAT-invoer)
Hiermee kunt u de audio-invoerstand voor TV/SAT­invoer selecteren.
• AUTO Er wordt voorrang gegeven aan digitale signalen als
er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn. Als er geen digitale signalen zijn, wordt analoog geselecteerd.
•OPT Geeft de invoer van digitale audiosignalen aan naar de DIGITAL TV/SAT OPT IN ingangen.
• ANLG Geeft de invoer van analoge audiosignalen aan naar de TV/SAT AUDIO IN (L/R)
x DUAL XXX
(Taal selecteren voor digitale uitzending)
Hiermee kunt u de taal selecteren waarin u tijdens de digitale uitzending wilt luisteren. Deze functie werkt alleen voor Dolby Digital-bronnen.
• M/S (Main/Sub) Het geluid van de hoofdtaal wordt uitgevoerd via de linkervoorluidspreker en het geluid van de subtaal wordt tegelijkertijd via de rechterluidspreker uitgevoerd.
•M (Main) Geluid van de hoofdtaal wordt uitgevoerd.
•S (Sub) Geluid van de subtaal wordt uitgevoerd.
•M+S (Main+Sub) Gecombineerd geluid van de hoofd- en subtalen
worden uitgevoerd.
x DEC. XXXX
(Decoderingsprioriteit voor digitale audio-invoer)
Hiermee kunt u de ingangsstand opgeven voor de digitale signaalinvoer naar de DIGITAL IN aansluitingen. De oorspronkelijke instelling is "DEC. AUTO" voor TV/SAT en "DEC. PCM" voor DVD.
• AUTO De ingangsstand wordt automatisch geschakeld tussen DTS, Dolby Digital en PCM.
•PCM PCM-signalen krijgen prioriteit (om onderbreking te
voorkomen als het afspelen wordt gestart). Zelfs wanneer andere signalen worden ingevoerd, wordt het geluid uitgevoerd. Deze receiver kan echter geen DTS-CD decoderen als de receiver is ingesteld op "DEC. PCM".
Opmerking
Als de receiver is ingesteld op "DEC. AUTO" en het geluid van de digitale audioaansluitingen (voor CD, enzovoort) wordt onderbroken als het afspelen wordt gestart, stelt u deze in op "DEC. PCM".
aansluitingen.
Geavanceerde aanpassingen en instellingen
29
NL
Overige handelingen
De slaaptimer gebruiken
U kunt instellen dat de receiver automatisch wordt uitgeschakeld op een bepaalde tijd.
1 Druk op ALT zodat de toets gaat
branden.
2 Druk herhaaldelijk op SLEEP terwijl het
apparaat is ingeschakeld.
Wanneer u op SLEEP drukt, wordt het display als volgt gewijzigd:
2-00-00 t 1-30-00 t 1-00-00 t 0-30-00 t OFF
Het display wordt gedimd nadat u de tijd hebt opgegeven.
Tip
Wilt u de resterende tijd bekijken voordat de receiver wordt uitgeschakeld, dan drukt u op ALT zodat de toets gaat branden (pagina 32) en drukt u op SLEEP. De resterende tijd wordt in het display weergegeven. Als u nogmaals op SLEEP drukt, wordt de slaaptimer uitgeschakeld.
30
NL
Loading...
+ 138 hidden pages