Sony STR-SL40 User Manual [pl]

4-247-584-21(1)
FM Stereo FM-AM Receiver
Gebruiksaanwijzing
Bruksanvisning
Instrukcja obsługi
NL
SE
IT
PL
STR-SL50 STR-SL40
© 2003 Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit een brandende kaars bovenop het apparaat.
Betreffende deze gebruiksaanwijzing
De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor de modellen STR-SL50 en STR-SL40. Controleer uw modelnummer, dat rechtsonder op het voorpaneel staat vermeld. De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen het model STR-SL40, tenzij er bij de afbeelding een ander modelnummer staat aangegeven. Verschillen in bediening tussen de modellen worden in de tekst duidelijk aangegeven, als bijvoorbeeld "Alleen voor de STR-SL40".
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, mag u nooit een met vloeistof gevuld voorwerp, zoals een vaas, een glas of beker op het apparaat zetten.
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA).
Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten ruimte zoals een boekenkast of een inbouwkast.
Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital en Pro Logic Surround akoestiek en het DTS** Digital Surround akoestieksysteem. * Onder licentie van Dolby Laboratories.
De namen "Dolby", "Pro Logic" en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
** "DTS" en "DTS Digital Surround" zijn
gedeponeerde handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Omtrent de landcodes
Over welke uitvoering van dit apparaat u beschikt, is afleesbaar aan de landcode die staat vermeld onderaan op het achterpaneel (zoals in de onderstaande afbeelding).
4-XXX-XXX-XX AA
Landcode
Verschillen in bediening die samenhangen met de landcode staan in de tekst duidelijk aangegeven, zoals bijvoorbeeld "Alleen voor de modellen met landcode AA".
Tip
De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de bediening met de toetsen op de afstandsbediening zelf. U kunt echter ook de toetsen van de tuner/ versterker gebruiken, met dezelfde of soortgelijke namen als die op de afstandsbediening. Voor meer informatie omtrent het gebruik van uw afstandsbediening, zie blz. 30–34.
Betreffende de bijgeleverde afstandsbediening
RM-U40
De AUX en AAC BI-LING toetsen op de afstandsbediening is niet beschikbaar.
NL
2
Inhoudsopgave
Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s
Hoofdtoestel .......................................... 4
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren ........................ 5
Aansluiten van de antennes ................... 6
Aansluiten van video-apparatuur ........... 7
Aansluiten van digitale apparatuur ........ 8
Andere aansluitingen ............................. 9
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen ................... 10
Voorbereidingen treffen voor
weergave ....................................... 12
Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek ... 12
Controleren van de aansluitingen ........ 17
Basisbediening
Keuze van het weergave-apparaat ....... 17
Radio-ontvangst
Automatisch voorinstellen van FM
zenders in alfabetische volgorde
(AUTOBETICAL)1)...................... 24
Directe afstemming ............................. 24
Automatische afstemming ................... 25
Geheugenafstemming .......................... 25
Gebruik van het Radio Data
Systeem (RDS)
1)
............................ 27
Andere bedieningsfuncties
Automatisch uitschakelen met de
sluimerfunctie ................................ 29
Aanpassingen via het
SET UP-menu ............................... 29
Gebruik van de afstandsbediening RM-U40
Voor u de afstandsbediening
gebruikt ......................................... 30
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen ............. 31
De standaardinstelling voor de
ingangskeuzetoets wijzigen ........... 33
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Het ingevoerde audiosignaal
automatisch decoderen
(Auto Format Direct) ..................... 18
Multikanaals stereo-geluid
(Dolby Pro Logic II) ...................... 18
Keuze van een klankbeeld ................... 19
Betekenis van de meerkanaals
Surround aanduidingen ................. 21
Bijregelen van de klankbeelden .......... 22
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 34
Verhelpen van storingen ...................... 35
Technische gegevens ........................... 37
Tabel voor de instellingen met de
MAIN MENU toets ....................... 39
Instelbare parameters voor elk van
de klankbeelden ............................. 40
1)
Alleen voor de modellen met landcode CEL.
NL
3
Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s
Gebruik van deze pagina
Aan de hand van deze pagina vindt u de toetsen en andere systeemonderdelen die in de tekst vermeld staan.
Hoofdtoestel
ALFABETISCHE VOLGORDE
DVD (indicator) 3 (17) INPUT SELECTOR 8 (17, 24) IR (ontvanger) (Infraroad-
ontvanger) 7 (30, 36) MASTER VOLUME 9 (17, 35) MUTING qs (13, 17, 35) PRESET TUNING +/– qd (26) SOUND FIELD qa (19, 20, 23,
35)
TUNER (indicator) 5 (17) TV/SAT (indicator) 4 (17) Uitleesvenster 6 (27) VIDEO (indicator) 2 (17)
CIJFERS EN SYMBOLEN
?/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (12,
13, 16, 17, 23, 24) ; PLII q; (18)
Illustratienummer
r
MUTING qs (13, 17, 35)
Naam toets/onderdeel Referentiepagina
RR
1
2 3 4 5 6 7 8 9 0
?/1
qa
qsqd
NL
4
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren
U hebt de volgende los verkrijgbare aansluitsnoeren AE nodig om de onderdelen aan te sluiten (blz. 7–8).
A Audio-aansluitsnoer (niet bijgeleverd) D Optisch digitale kabel (niet bijgeleverd)
Wit (L)
Rood (R)
B Audio/video-aansluitsnoer E Digitale coaxiaalkabel (niet bijgeleverd)
(niet bijgeleverd)
Geel (video)
Wit (audio links)
Rood (audio rechts)
C Video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
Geel
Alvorens met aansluiten te beginnen
• Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan.
• Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde zijn.
• Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen.
• Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het videosignaal); witte stekkers op witte stekkerbussen (voor het linker audiokanaal) en rode stekkers op rode stekkerbussen (voor het rechter kanaal).
• Steek bij het aansluiten van optisch digitale kabels de stekkers recht in tot ze vastklikken.
• Let op dat de optisch digitale kabel niet geknikt of verwrongen wordt.
Lijst van bedieningstoetsen en referentiepagina’s/Aansluiten van de apparatuur
NL
5
Aansluiten van de antennes
FM draadantenne (bijgeleverd)
AM kaderantenne (bijgeleverd)
ANTENNA
FM
75
COAXIAL
OPT IN OPT IN COAX IN
DIGITAL
TV/SAT
AM
U
DVD
Na het aansluiten van de antenne
• Om het oppikken van stoorsignalen te voorkomen, mag u de AM kaderantenne niet te dicht bij de tuner/versterker of andere apparatuur zetten.
• Strek de FM draadantenne zo ver mogelijk uit.
• Na het aansluiten van de FM draadantenne legt of hangt u deze zo horizontaal mogelijk.
IN
TV/SAT
AUDIO
LRL
IN
DVD
R
VIDEO
IN
SUB
WOOFER
OUT
DVD
VIDEO
ININ
VIDEO
OUT
MONITOR
NL
6
Aansluiten van video-apparatuur
ANTENNA
FM
75
COAXIAL
OPT IN OPT IN COAX IN
DIGITAL
TV/SAT
DVD videospeler
VIDEO OUT
L
AUDIO OUT
R
OUTPUT
B
AUDIO
L
AM
U
DVD
IN
TV/SAT
L
IN
R
DVD
R
VIDEO
IN
SUB
WOOFER
OUT
A
L
AUDIO OUT
R
OUTPUT
Satelliet-ontvanger
TV of videomonitor
INPUT
VIDEO IN
C
VIDEO
ININ
OUT
OUT
DVD
VIDEO
MONITOR
B
VIDEO OUT
L
AUDIO OUT
R
OUTPUT
Videorecorder
Aansluiten van de apparatuur
NL
7
Aansluiten van digitale apparatuur
U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD videospeler of satelliet-ontvanger (enz.) verbinden met de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/versterker, om thuis te genieten van een indrukwekkend bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om deze meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers, twee surround-luidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker.
DVD videospeler
VIDEO OUT
L
AUDIO OUT
R
OUTPUT
*
B
D
OPTICAL
OUTPUT
*
COAXIAL
E
ANTENNA
FM
75
COAXIAL
OPT IN OPT IN COAX IN
DIGITAL
TV/SAT
AM
U
DVD
IN
TV/SAT
AUDIO
L
IN
RLR
DVD
IN
VIDEO
SUB
WOOFER
OUT
DVD
VIDEO
ININ
VIDEO
DA
OPTICAL
OUTPUT
L
R
AUDIO OUT
OUTPUT
Satelliet-ontvanger (enz.)
* U kunt naar keuze de COAX IN of OPT IN aansluitbus gebruiken. Wij willen u echter aanraden gebruik te
maken van de COAX IN aansluitbus.
Opmerkingen
• Alle OPT IN en COAX IN aansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz, 48 kHz,
44,1 kHz en 32 kHz.
• Voor weergave van meerkanaals Surround Sound via deze tuner/versterker kan het nodig zijn de digitale
uitgangsinstelling van de aangesloten geluidsbron om te schakelen. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de betreffende geluidsbron.
NL
8
OUT
MONITOR
Andere aansluitingen
FRONT R
CENTER FRONT L
– + – +
SPEAKERS
IMPEDANCE USE 8–16
SURR R SURR L
Aansluiten van het netsnoer
Alvorens u de netsnoerstekker van deze tuner/ versterker in het stopcontact steekt, dient u eerst alle luidsprekers aan te sluiten op de tuner/versterker (blz. 10).
Sluit de netsnoeren van uw audio/video­apparatuur aan op een gewoon wandstopcontact.
– +
+ –+ –
Netsnoer
Aansluiten van de apparatuur
b
Naar een stopcontact
NL
9
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen
Schakel vooral dit toestel uit, voordat u de luidsprekers gaat aansluiten.
Vereiste kabel/stekkers/moersleutel
A Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd) C Luidsprekerstekkers (bijgeleverd)
(+)
(–)
B Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd) D Inbussleutel (bijgeleverd)
zwart
Actieve lagetonen-
luidspreker
INPUT
AUDIO
IN
B
SUB
WOOFER
OUT
DVD
VIDEO
ININ
VIDEO
OUT
MONITOR
Ee
Rechter surround-
luidspreker
voorluidspreker
E
A
Rechter
e
A
FRONT R
CENTER FRONT L
— + — +
SPEAKERS
IMPEDANCE USE 8—16
SURR R SURR L
A
E
Middenluidspreker
— +
+ —+ —
Linker
voorluidspreker
E
e
Ee
Linker surround-
luidspreker
A
A
e
Luidsprekerstekkers bevestigen aan de luidsprekerkabel
Voordat u de luidsprekers kunt aansluiten, moet u de luidsprekerstekkers (bijgeleverd) bevestigen aan de luidsprekerkabels (niet bijgeleverd).
NL
10
1 Zorg ervoor dat het klemmetje voor de
luidsprekeraansluiting in de geopende positie staat.
schroefgat
klemmetje voor de luidsprekeraansluiting in de geopende positie
2 Draai ongeveer 10 mm van de
blootgelegde uiteinden van de luidsprekerkabels om elkaar en plaats de uiteinden stevig in de achterkant van de luidsprekeraansluiting.
Controleer of u de luidsprekerkabel hebt geplaatst met de polen op de juiste plaats: + op + en – op –. Anders wordt het geluid vervormd en ontbreken de lage tonen.
(–) (+)
Zorg ervoor dat het gestripte uiteinde van elke luidsprekerkabel niet in contact komt met een andere luidsprekeraansluiting, het gestripte uiteinde van een andere luidsprekerkabel noch metalen onderdelen van de receiver.
Onjuist aangesloten luidsprekersnoeren
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Onjuist
3 Plaats de inbussleutel in een van de
schroefgaten en draai de inbussleutel tot de luidsprekerkabel stevig vastzit in de luidsprekeraansluiting.
Doe hetzelfde voor het andere schroefgat.
inbussleutel
klemmetje voor de luidsprekeraansluiting in de gesloten positie
Tips
In de volgende gevallen kan de luidsprekerkabel losraken van de luidsprekeraansluiting
• als u een smallere luidsprekerkabel gebruikt. U kunt het beste luidsprekerkabels gebruiken met het formaat AWG24 tot en met AWG14.
• als u een ander formaat luidsprekerkabel voor de luidsprekeraansluitingen gebruikt.
• als u de blootgelegde uiteinden van de luidsprekerkabels niet om elkaar draait.
• als u de luidsprekerkabel niet goed aansluit aan de achterkant van de luidsprekeraansluiting.
Opmerking
Als u luidsprekers gebruikt met een relatief gering maximaal ingangsvermogen, stel dan de geluidssterkte erg voorzichtig in, om overbelasting van de luidsprekers te vermijden.
Om kortsluiting van de luidsprekers te voorkomen
Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan schade aan de tuner/versterker veroorzaken. Om dit te voorkomen, dient u bij het aansluiten van de luidsprekers de volgende aanwijzingen in acht te nemen.
Juist
De draad van een luidsprekersnoer raakt een andere aansluitklem.
Onjuist
Juist
De gestripte uiteinden van de luidsprekerdraden raken elkaar, omdat er teveel van de isolatie is verwijderd.
Na het aansluiten van alle geluidsbronnen, luidsprekers en het netsnoer dient u voor het gebruik eerst een testtoon weer te geven om te controleren of alle luidsprekers naar behoren zijn aangesloten. Nadere aanwijzingen voor het weergeven van een testtoon vindt u op bladzijde 16.
Als een van de luidsprekers geen geluid geeft bij weergave van de testtoon of als het geluid klinkt via een andere luidspreker dan er op de tuner/ versterker wordt aangegeven, kan er kortsluiting zijn in de luidspreker-aansluitingen. In dat geval dient u de aansluitingen van de luidsprekers nog eens te controleren.
wordt vervolgd
11
NL
45°
90°
20°
B
CC
AA
Luidspreker-aansluitingen (vervolg)
Voorkom beschadiging van de luidsprekers
Zorg ervoor dat u het volume dicht zet alvorens de tuner/versterker af te zetten. Bij het afzetten van de tuner/versterker blijft de volume­instelling immers behouden.
Mogelijke voorbereidingen voor weergave
Alvorens u de tuner/versterker in gebruik neemt, dient u met de MAIN MENU toets bepaalde instellingen aan te passen aan de configuratie van uw stereo-installatie. Zie voor de instelbare parameters de tabel op blz. 39. Zie verder blz. 13 t/m 17 voor de luidspreker­instellingen en blz. 29 t/m 30 voor de andere instellingen.
Voorbereidingen treffen voor weergave
Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de tuner/versterker hebt ingeschakeld, dient u het geheugen van het apparaat te wissen. Vervolgens kiest u de luidspreker-instellingen (formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere voorbereidingen die nodig zijn voor weergave.
Tip
Om de geluidsweergave tijdens het instellen te kunnen controleren (voor de best klinkende instellingen) dient u eerst te zorgen dat alle aansluitingen in orde zijn (blz. 17).
Het geheugen van de tuner/ versterker wissen
Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker of wanneer u het geheugen van het apparaat wilt wissen, gaat u als volgt te werk.
1 Schakel de tuner/versterker uit. 2 Houd de ?/1 van de tuner/versterker
aan/uit-schakelaar 5 seconden lang ingedrukt.
"INITIAL" verschijnt in het display. Al de volgende onderdelen worden gewist
of in de uitgangsstand teruggesteld:
• Alle instellingen van de SET UP, LEVEL en TONE menu’s.
• Het opgeslagen geluidsveld voor elke INPUT SELECTOR (ingangskeuzeschakelaar) en voorkeurszender.
• Alle geluidsveldparameters.
12
• Alle vastgelegde voorkeurzenders.
• De centrale geluidssterkte wordt
NL
teruggesteld op "VOL MIN".
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek
Voor de beste, ruimtelijk klinkende akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in principe op gelijke afstand van uw luisterplaats (A) moeten staan.
Deze tuner/versterker biedt u echter de mogelijkheid de middenluidspreker tot ongeveer 1,5 meter dichterbij te zetten (B) en de surround-luidsprekers tot ongeveer 4,5 meter dichterbij (C) uw luisterplaats.
Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot 7,0 meter van uw luisterplaats (A).
U kunt kiezen of u de surround-luidsprekers achter uw luisterplaats wilt zetten of aan weerszijden er naast, afhankelijk van de vorm van uw kamer, e.d. U kunt echter het beste de surround-luidsprekers achter u plaatsen.
Met de surround-luidsprekers naast uw luisterplaats
(in een smalle kamer)
Met de surround-luidsprekers achter uw luisterplaats
C
SL
(in een brede kamer)
B
AA
45°
90°
CC
Tip
De micro-satellietluidspreker (MICRO SP.) is geprogrammeerd met het oog op een optimale geluidsbalans. Kies "MICRO SP." wanneer u gebruik maakt van Sony micro-satellietluidsprekers.
Wearschuwing
Wanneer u gebruik maakt van micro­satellietluidsprekers en het luidsprekerformaat is ingesteld op "LARGE", kunt u eventueel niet de juiste geluidsinstelling verkrijgen. Bij hoog volume kan de luidspreker ook worden beschadigd.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
20°
Opmerking
Zet de middenluidspreker niet verder van uw luisterplaats dan de voorluidsprekers.
Normale luidspreker en micro-satellietluidspreker
Bij gebruik van Selecteert u
Normale luidsprekers NORM. SP.
Micro-satellietluidsprekers MICRO SP.
Luidsprekergrootte en lagetonen­luidsprekerkeuze zijn vooringesteld op "NORM. SP.". Beide kunnen worden gewijzigd door "NORM. SP." te selecteren (blz. 14).
Schakel het apparaat uit om "MICRO SP." te selecteren. Houd vervolgens MUTING op de receiver ingedrukt en druk op ?/1 op de receiver om deze in te schakelen. (Ga op dezelfde manier tewerk om terug te keren naar "NORM. SP.".)
Wanneer u "MICRO SP." selecteert, zijn luidsprekergrootte en lagetonen­luidsprekerkeuze als volgt geconfigureerd:
Luidspreker Instellingen
FRONT SMALL
CENTER SMALL
SURROUND SMALL
SUB WOOFER YES
Wanneer u "MICRO SP." selecteert, kan de configuratie niet worden gewijzigd.
Instellen van de luidsprekerparameters
1 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" SET UP " te selecteren.
2 Druk op V of v om in te stellen op de
parameter die u wilt bijregelen.
3 Druk op B of b om de gewenste waarde
voor de parameter te kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch vastgelegd.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
bij te regelen parameters naar wens hebt ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke
SW
(SUB WOOFER) S.W. XXX YES*
L
R (FRONT) XXXXX LARGE*
(CENTER) XXXXX LARGE*
SR (SURROUND) XXXXX LARGE*
L
R DIST. X.X m 3.0 m
C
DIST. X.X m 3.0 m
SL
SR DIST. X.X m 3.0 m
SL
SR PL. XXXX LOW
* Deze parameter kan alleen worden ingesteld
wanneer u "NORM. SP." selecteert.
instelling
wordt vervolgd
NL
13
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek (vervolg)
x Aanwezigheid van een lagetonen-
luidspreker (SW S.W. XXX)
Als u een lagetonen-luidspreker hebt aangesloten, stelt u hierbij in op "YES".
Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker, dan stelt u in op "NO". Dan worden de basverdelingscircuits ingeschakeld om de laagste frequenties (LFE signalen) weer te geven via de andere luidsprekers.
Als u het schakelsysteem voor de omleiding van lage tonen van Dolby Digital volledig wilt benutten, moet u de kantelfrequentie op de subwoofer zo hoog mogelijk zetten.
x Formaat van de voorluidsprekers
(L R XXXXX)
Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u de stand "LARGE". Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best voldoen.
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals surround-sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand "SMALL" om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van de voorkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonen-luidspreker.
Als u voor de voorluidsprekers de stand "SMALL" kiest, worden de middenluidspreker en de surround­luidsprekers ook automatisch ingesteld op "SMALL" (tenzij u eerder de stand "NO" hebt gekozen).
Als de subwoofer is ingesteld op "NO", worden de voorluidsprekers automatisch ingesteld op "LARGE" en kunt u deze instelling niet wijzigen.
x Formaat van de middenluidspreker
(C XXXXX)
Is er een grote middenluidspreker aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kan weergeven, dan kiest u de stand "LARGE". Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op "SMALL", kunt u de middenluidspreker niet instellen op "LARGE".
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals surround-sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand "SMALL" om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van het middenkanaal worden overgeheveld naar de voorluidsprekers (als die op "LARGE" zijn ingesteld) of naar de aparte lagetonen-luidspreker.*
Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de stand "NO". Al het geluid van het middenkanaal wordt dan weergegeven door de voorluidsprekers.*
NL
14
x Formaat van de surround-luidsprekers
(SL SR XXXXX)
Zijn er grote surround-luidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u de stand "LARGE". Gewoonlijk zal de stand "LARGE" het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op "SMALL", kunt u de surround-luidsprekers niet instellen op "LARGE".
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals surround-sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand "SMALL" om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van de achterkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonen-luidspreker of naar een ander stel "LARGE" luidsprekers die hier beter op zijn berekend.
Sluit u geen surround-luidsprekers aan, kies dan de stand "NO".*
Tip
*1–*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro Logic standen voor de middenkanaal-aanpassing: *1 NORMAL *2 PHANTOM *3 3 STEREO
1
2
3
Tip
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van het LARGE en SMALL luidsprekerformaat voor elk stel luidsprekers of de ingebouwde akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als de lage tonen uit een bepaald kanaal worden verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die frequenties overbrengen naar de aparte lagetonen­luidspreker of naar een ander stel "LARGE" luidsprekers die er beter op zijn berekend. Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het gehele frequentiespectrum van de verschillende kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand "LARGE" kiezen als u de lage tonen ook door die luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers best "SMALL" kiezen. Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst, kiest u dan voor alle luidsprekers de stand "LARGE". Als er niet voldoende lage tonen zijn, kunt u de BASS parameter in het TONE menu gebruiken om de lage tonen te versterken. Voor het regelen van de lage tonen, zie blz. 23.
x Afstand van de voorluidsprekers
(L R DIST. X.X m)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de linker of rechter voorluidspreker (afstand A op blz. 12).
x Afstand van de middenluidspreker
(C DIST. X.X m)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de middenluidspreker. U kunt de afstand van de middenluidspreker gelijk kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand A op blz. 12) tot ongeveer 1,5 meter dichter bij uw luisterplaats (afstand B op blz. 12).
x Afstand van de surround-luidsprekers
(SL SR DIST. X.X m)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de (linker of rechter) surround-luidspreker. U kunt de afstand van de surround-luidsprekers gelijk kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand A op blz. 12) tot ongeveer 4,5 meter dichter bij uw luisterplaats (afstand C op blz.
12).
Tip
U kunt de weergave van de tuner/versterker aanpassen aan de plaats van de aangesloten luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te voeren. Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker verder af te zetten dan de linker en rechter voorluidsprekers. Bovendien kunt u de middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter dichter bij uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. Evenmin kunt u de surround-luidsprekers verder van uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En ook weer niet meer dan 4,5 meter dichterbij. Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de weergave van akoestiekeffecten. Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan de feitelijke afstand, zal het geluid via die luidspreker(s) met een grotere vertraging worden weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers klinken dan verder weg. Als u bijvoorbeeld de afstandsinstelling van de middenluidspreker 1 tot 2 meter dichterbij kiest dan de feitelijke afstand, zal dit een vrij natuurgetrouw effect geven alsof u zich "in" het beeldscherm bevindt. En als u geen goed akoestiekeffect verkrijgt omdat de surround-luidsprekers te dichtbij staan, kunt u door het verminderen van de luidsprekerafstand (dichterbij kiezen dan de werkelijke afstand) een dieper ruimtelijk effect creëren. Door deze parameters bij te regelen terwijl u aandachtig naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak een aanzienlijke verbetering in akoestiek bewerkstelligen. Probeer het maar eens!
wordt vervolgd
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
15
NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek (vervolg)
x Plaatsing van surround-luidspreker
(SL SR PL. XXXX)*
Met deze parameter kunt u de hoogte van uw surround luidsprekers kiezen voor een correcte werking van de Digital Cinema Sound surround modes. Zie de onderstaande afbeelding.
• Stel in op "PL. LOW" als uw surround­luidsprekers op de grond staan of vrij laag zijn opgehangen, in het gebied A.
• Stel in op "PL. HIGH" als uw surround­luidsprekers relatief hoog aan de wand hangen, in het gebied B.
B
A
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er voor
het "Formaat van de surround-luidsprekers (SL SR)" de stand "NO" is gekozen.
Tip
De plaatsingsparameter van de surroundluidspreker is speciaal ontworpen voor de uitvoering van de Digital Cinema Sound-standen met virtuele elementen. Bij de Digital Cinema Sound-standen is de plaatsing van de luidspreker niet zo belangrijk als bij andere standen. Alle modes met virtuele elementen veronderstellen dat de surround luidspreker zich achter de luisterpositie bevindt, maar de presentatie blijft tamelijk consequent, zelfs met de surround luidsprekers in een tamelijk grote hoek geplaatst. Als de luidsprekers echter direct links en rechts van de luisterpositie naar de luisteraar wijzen, hebben de geluidsvelden met virtuele elementen minder effect. Ook dat geldt echter niet in alle gevallen, aangezien de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald door een heel stel variabelen.
B
60
A
30
U kunt daarom het beste gecodeerde software voor surround-sound via meerdere kanalen afspelen en naar het effect luisteren dat elke instelling heeft op de luisteromgeving. Kies de stand die een fraai open, ruimtelijk gevoel oplevert, met een zo hecht mogelijke samenhang tussen het geluid van de voorluidsprekers en dat van de surround-luidsprekers. Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen de verschillende instellingen, kies dan de stand "PL. LOW" en gebruik dan de luidsprekerafstand­parameter en de geluidssterkte-instellingen om de weergave optimaal af te regelen.
Bijregelen van de geluidssterkte van de luidsprekers
Stel alle luidsprekers op een evenredige geluidssterkte in vanaf uw luisterplaats, met de afstandsbediening.
Opmerking
Dit apparaat is voorzien van een nieuwe testtoon in de frequentieband rond 800 Hz, om het instellen van de luidsprekers te vergemakkelijken.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker in te schakelen.
2 Druk op de TEST TONE toets.
De aanduiding "T. TONE" licht op in het uitleesvenster en dan hoort u de testtoon achtereenvolgens via elk van de luidsprekers.
Linksvoor t Midden t Rechtsvoor t Rechtsachter t Linksachter t Lagetonen­luidspreker
3 Stel nu met de parameters in het LEVEL
menu de geluidssterkte en de balans zo in dat de testtoon op uw luisterplaats via alle luidsprekers even luid klinkt.
Nadere bijzonderheden over het LEVEL instelmenu vindt u op blz. 22.
Tijdens het bijregelen wordt de testtoon weergegeven door de luidspreker die u op dat moment bijregelt.
16
NL
4 Druk weer op de TEST TONE toets om
de testtoon uit te schakelen.
Tip
U kunt ook alle luidsprekers tegelijk harder of zachter zetten. Druk op de MASTER VOL +/– toets of draai hiervoor aan de MASTER VOLUME regelknop van de tuner/versterker.
Opmerking
Tijdens het bijregelen toont het uitleesvenster de gekozen volumewaarde voor de bijgeregelde luidsprekers.
Controleren van de aansluitingen
Na het aansluiten van al uw audio/video­apparatuur op de tuner/versterker volgt u de onderstaande aanwijzingen om te controleren of alle aansluitingen in orde zijn.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner
versterker in te schakelen.
2 Schakel een aangesloten component in
(bijvoorbeeld uw DVD-speler of videorecorder).
3 Druk op de ingangskeuzetoets
(bijvoorbeeld DVD of VIDEO) om de component te selecteren (programmabron).
4 Start de weergave van de geluidsbron.
Als u na de bovenstaande handelingen geen normale geluidsweergave verkrijgt, neem dan de controlelijst onder "Verhelpen van storingen" op blz. 35 door en tref de vereiste maatregelen om het probleem te verhelpen.
Tip
U kunt ook de INPUT SELECTOR toets op de receiver gebruiken om een component te selecteren.
Basisbediening
Keuze van het weergave­apparaat
INPUT SELECTOR
Druk herhaaldelijk op INPUT SELECTOR om de gewenste component te selecteren.
Voor keuze van de Weergave/brandt
Videorecorder VIDEO
DVD videospeler DVD
Satelliet-ontvanger TV/SAT
Ingebouwde tuner TUNER voor radio-ontvangst
Na het kiezen van het weergave-apparaat schakelt u dat apparaat in en start u de weergave.
• Na het kiezen van een videorecorder of DVD videospeler schakelt u ook het TV-toestel in en stelt u dat in op weergave van de gekozen component van de gekozen component.
MUTING geluiddempingstoets
Druk op MUTING om het geluid te onderdrukken. De aanduiding "MUTING" verschijnt in het uitleesvenster wanneer het geluid gedempt is. Om de demping uit te schakelen en weer geluid te horen, drukt u nogmaals op de toets of kiest u een andere geluidssterkte.
De functie voor dempen wordt ook geannuleerd wanneer u het apparaat uitschakelt of het netsnoer loskoppelt.
Basisbediening
17
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke geluidsweergave door eenvoudigweg een van de voorgeprogrammeerde klankbeelden te kiezen die de tuner/versterker biedt. Zo kunt u uw luisterkamer even indrukwekkend laten klinken als een bioscoopzaal of een concertzaal. U kunt ook de geluidsvelden personaliseren door de surround parameter aan te passen.
Voor een optimaal gebruik van de ruimtelijke akoestiekfuncties zult u het aantal en de opstelling van uw luidsprekers in de tuner/ versterker moeten vastleggen. Zie het hoofdstuk "Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek" vanaf blz. 12 voor de nodige instellingen van de luidspreker­parameters om ten volle te kunnen genieten van de Surround Sound akoestiek.
Het ingevoerde audiosignaal automatisch decoderen (Auto Format Direct)
Druk op A.F.D.
"A.F.D. AUTO" verschijnt in het display.
Deze stand detecteert automatisch het type audiosignaal dat wordt ingevoerd (Dolby Digital, DTS of standaard 2-kanaals stereo) en staat eventueel in voor de nodige decodering. Deze functie neemt het geluidsspoor zoals het is opgenomen/gecodeerd, en presenteert het zonder enige bijregeling, nagalm of effecten.
Zonder laagfrequente signalen (Dolby Digital LFE, enz.) wordt echter een laagfrequent signaal geproduceerd en naar de lagetonen­luidspreker gestuurd.
Multikanaals stereo­geluid (Dolby Pro Logic
Met deze functie kunt u het type decodering kiezen voor weergave van 2-kanaals geluidsbronnen.
Deze tuner/versterker kan 2-kanaals geluid omzetten in 5-kanaals weergave via Dolby Pro Logic II, of in 4-kanaals weergave met de oorspronkelijke Dolby Pro Logic.
Druk herhaaldelijk op ;PL/PL om "DOLBY PL", "PL MOV" of "PL MUS" te selecteren.
De gekozen functie wordt in het uitleesvenster aangegeven.
x DOLBY PL (Dolby Pro Logic)
Hiermee wordt de Pro Logic decodering uitgevoerd. Geluidsbronnen met meerkanaals Surround signalen worden net zo weergegeven als ze zijn opgenomen. Software met 2-kanaals audiosignalen wordt gedecodeerd met Dolby Pro Logic om surround-effecten tot stand te brengen (4 kanalen).
x PL MOV (Pro Logic Movie)
Hiermee wordt de decodering voor de Pro Logic II filmstand uitgevoerd. Deze instelling is bij uitstek geschikt voor speelfilms die zijn voorzien van Dolby Surround geluid. Bovendien is deze stand geschikt voor geluidsweergave via 5,1 kanalen bij afspelen van oude speelfilms op video en voor weergave van een gesynchro-niseerd geluidskanaal in een andere taal.
x PL MUS (Pro Logic Music)
Hiermee wordt de decodering voor de Pro Logic II muziekstand uitgevoerd. Deze instelling is optimaal geschikt voor normale stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD’s.
Tip
U kunt ook ;PLII op de receiver gebruiken om "DOLBY PL", "PLII MOV" of "PLII MUS" te selecteren.
Opmerking
Decodering met Dolby Pro Logic en Dolby Pro Logic II functioneert niet voor signalen met DTS indeling.
)
18
NL
Keuze van een klankbeeld
De eenvoudigste manier om te genieten van ruimtelijke akoestiekweergave is door een van de voorgeprogrammeerde klankbeelden te kiezen dat het best past bij de muziek die u beluistert.
Alleen met de voorluidsprekers (2-kanaals Stereo)
Druk herhaaldelijk op SOUND FIELD +/– om "2CH ST." te selecteren.
Deze mode produceert alleen het geluid van de linker en rechter voorluidspreker. Bij standaard 2-kanaals (stereo) geluidsbronnen wordt er helemaal geen akoestiekverwerking toegepast. Meerkanaals-geluidsbronnen worden samengemengd tot de gewone twee kanalen.
Opmerkingen
• De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid weer als er is gekozen voor "2CH ST." weergave. Als u naar 2-kanaals (stereo) bronnen wilt luisteren met de luidsprekers links- en rechtsvoor en een subwoofer, drukt op A.F.D. om "A.F.D. AUTO" te selecteren.
• Wanneer u "Micro Satellite Speaker" (blz. 13) kiest, stuurt de geïntegreerde sound processor bass-geluid automatisch naar de Lagetonen-luidspreker. Om met deze instelling tweekanaalsbronnen (stereo) te beluisteren, raden wij u aan "A.F.D. AUTO" te kiezen zodat u uw subwoofer kunt benutten om het juiste bass-signaal te verkrijgen.
Betreffende DCS (Digital Cinema Sound) DCS
Samen met Sony Pictures Entertainment heeft Sony de geluidsomgeving van zijn studio’s gemeten en de meetwaarden samen met Sony’s eigen DSP (Digital Signal Processor) technologie gecombineerd om "Digital Cinema Sound" te ontwikkelen. Bij een huisbioscoop simuleert "Digital Cinema Sound" een ideale bioscoopgeluidsomgeving volgens de voorkeur van de filmregisseur.
x C.ST.EX A–C (Cinema Studio EX A–C)
DCS
• C.ST.EX A reproduceert de geluidskarakteristieken van de Sony Pictures Entertainment "Cary Grant Theater" cinema productiestudio. Dit is een standaard stand die is aangewezen voor nagenoeg elke film.
• C.ST.EX B reproduceert de geluidskarakteristieken van de Sony Pictures Entertainment "Kim Novak Theater" cinema productiestudio. Deze stand is ideaal voor science-fiction of actiefilms met veel geluidseffecten.
• C.ST.EX C reproduceert de geluidskarakteristieken van de Sony Pictures Entertainment muziek. Deze stand is ideaal voor musicals of klassiekers met muziek in de soundtrack.
wordt vervolgd
Genieten van Surround Sound akoestiek
Andere klankbeelden kiezen
Druk herhaaldelijk op SOUND FIELD +/– om het gewenste geluidsveld te kiezen.
Het gekozen klankbeeld wordt in het uitleesvenster aangegeven. Zie blz. 19 en 20 voor nadere bijzonderheden over de verschillende klankbeelden.
19
NL
Keuze van een klankbeeld (vervolg)
Betreffende Cinema Studio EX
Cinema Studio EX bestaat uit de volgende drie elementen.
• Virtual Multi Dimension
Creëert 5 virtuele luidsprekersets die de luisteraar omringen op basis van één enkel paar surround luidsprekers.
• Screen Depth Matching
In een bioscoop lijkt het geluid vanuit het beeld op het scherm te komen. Dit element geeft dezelfde indruk in uw huiskamer door het geluid van de voorluidsprekers in het scherm te schuiven.
• Cinema Studio Reverberation
Reproduceert het speciale nagalmeffect van een bioscoop.
Cinema Studio EX is de geïntegreerde mode die deze elementen samen laat werken.
Opmerkingen
• De effecten die verkregen worden met behulp van virtuele luidsprekers kunnen soms wat storing in de weergave veroorzaken.
• Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de echte surround-luidsprekers horen.
x HALL
Geeft de akoestiek van een reehthoekige concertzaal.
x JAZZ (Jazz Club)
Geeft de akoestische sfeer van een typische jazz-club.
x CONCERT (Live Concert)
Reproduceert de akoestiek van een zaal met 300 plaatsen.
Uitschakelen van het klankbeeld
Druk op A.F.D. om "A.F.D. AUTO" te selecteren of druk herhaaldelijk op SOUND FIELD +/– om "2CH ST." te selecteren.
Tips
• De receiver laat u het laatst gekozen klankbeeld toepassen op een programmabron wanneer die is geselecteerd (Sound Field Link). Als u bijvoorbeeld naar een CD luistert met het "JAZZ" klankbeeld en dan overschakelt naar een andere geluidsbron, zal bij het terugkeren naar de CD geluidsbron weer automatisch het "JAZZ" klankbeeld gelden.
• Aan de verpakking kunt u zien met welk akoestieksysteem het beeldmateriaal op een DVD videodisc e.d. is opgenomen.
: Dolby Digital discs – : Dolby Surround discs – : DTS Digital Surround discs
20
NL
Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen
1 2 3 45
DIGITAL DTS PRO LOGIC II
SW
LFE
L C R
SL
S
SR
1 ; DIGITAL: Deze aanduiding licht op
wanneer de tuner/versterker signalen decodeert die zijn opgenomen in het Dolby Digital formaat.
2 DTS: Deze aanduiding licht op wanneer er
DTS signalen binnenkomen.
3 SW: Deze SubWoofer aanduiding licht op als
er "YES" is gekozen voor de aanwezigheid van een lagetonen-luidspreker (blz. 14) en als er een geluidssignaal wordt uitgestuurd via de SUB WOOFER aansluitingen.
4 Weergavekanaal-aanduidingen: Aan de
oplichtende letters (L, C, R, enz.) kunt u zien welke geluidskanalen er worden weergegeven. Aan de oplichtende vakjes rond de letters kunt u zien hoe de tuner/versterker het geluid mengt en via welke luidsprekers het wordt weergegeven (gebaseerd op de luidspreker-instellingen). Bij akoestisch verruimde klankbeelden zoals "C.ST.EX" voegt de tuner/versterker nagalm toe aan de weergave, op basis van de inkomende geluidssignalen.
L: Linker voorluidspreker, R: Rechter voorluidspreker, C: Middenluidspreker, SL: Linksachter, SR: Rechtsachter, S: Surround-luidsprekers (mono of allen de achterweergave no Pro Logic verwerking)
Bijvoorbeeld:
Opnameformaat (Voor/Surround): 3/2 Uitgangskanaal: Geen surround-luidsprekers Klankbeeld: A.F.D. AUTO
L C R
SL SR
MEMORY
ST MONO
D.RANGE
RDS OPT COAX
5 Afstemaanduidingen: Deze aanduidingen
lichten op bij gebruik van de tuner voor het afstemmen op radiozenders e.d. Zie blz. 24–28 voor de bediening van de tuner voor radio-ontvangst.
Opmerking
"RDS" verschijnt alleen voor modellen met gebiedscode CEL.
6 D.RANGE: Deze "dynamisch bereik"
aanduiding licht op wanneer de compressiefunctie voor het dynamisch bereik is ingeschakeld. Zie blz. 22 voor het instellen van de dynamiek-compressie.
7 COAX: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de COAX ingangsaansluiting.
8 OPT: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de OPT ingangsaansluiting.
9 LFE: Licht op wanneer de disc die wordt
afgespeeld een LFE (Low Frequency Effect) kanaal bevat en het geluid van het LFE kanaal wordt weergegeven.
q; ; PRO LOGIC II: "; PRO LOGIC" gaat
branden als de receiver Pro Logic verwerking toepast op 2-kanaals signalen om de centrale en surround-kanaalsignalen uit te voeren. "; PRO LOGIC II" gaat branden als Pro Logic II verwerking ("PLII MOV" of "PLII MUS") wordt toegepast (blz. 18). Beide aanduidingen gaan echter niet branden als de midden- en surroundluidsprekers zijn ingesteld op "NO" en als "A.F.D. AUTO", "DOLBY PL", "PLII MOV" of "PLII MUS" is geselecteerd.
Opmerking
Decodering met Dolby Pro Logic en Dolby Pro Logic II functioneert niet voor signalen met DTS indeling.
67890
Genieten van Surround Sound akoestiek
21
NL
Bijregelen van de klankbeelden
U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen door de akoestiekparameters en de klankkleur van de voorluidsprekers zo in te stellen dat het geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven. Om een bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel de gewenste veranderingen aan te brengen.
Raadpleeg de tabellen op blz. 40 voor de parameters die voor elk geluidsveld beschikbaar zijn.
Voor de beste weergave van meerkanaals Surround Sound
Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en volg de aanwijzingen onder "Luidspreker­opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek" vanaf blz. 12 alvorens u een klankbeeld gaat aanpassen.
Aanpassen van de luidsprekerniveau-parameters
Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een aantal parameters waarmee u de balans en de geluidssterkte van elke luidspreker naar wens kunt instellen. U kunt ook verschillende aspecten van het huidige geluidsveld aanpassen. De instellingen worden toegepast op alle geluidsvelden, behalve de EFCT. parameter. Voor de EFCT. parameter worden de instellingen afzonderlijk opgeslagen voor elk geluidsveld.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor.
2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" LEVEL " te selecteren.
3 Druk op V of v om in te stellen op de
parameter die u wilt bijregelen.
4 Druk op B of b om de gewenste stand
te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd.
NL
22
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke
L
R BAL. L/R XX BALANCE
CTR XXX dB 0 dB
SUR.L. XXX dB 0 dB
SUR.R. XXX dB 0 dB
S.W. XXX dB 0 dB
COMP. XXX OFF
D. RANGE
EFCT. XXX STD
Voorluidspreker-balans (L R BAL. L/R XX)
Hiermee stelt u de weergave via de linker en rechter voorluidsprekers evenwichtig in.
Geluidssterkte van de middenluidspreker (CTR XXX dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor de middenluidspreker.
Geluidssterkte van de linker surround­luidspreker
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de linker surround-luidspreker.
Geluidssterkte van de rechter surround-luidspreker (SUR.R. XXX dB)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de rechter surround-luidspreker.
Geluidssterkte van de lagetonen­luidspreker (S.W. XXX dB)
Hiermee regelt u de geluidssterkte van de lagetonen-luidspreker.
(SUR.L. XXX dB)
instelling
Dynamiekcompressie (
D. RANGE
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus verkleinen. Dit kan handig zijn om ‘s avonds laat een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht behoudt u toch een rijke, volle klank. Wij willen u aanraden de "MAX" stand te gebruiken.
• Om het geluidsspoor normaal weer te geven,
• Om het geluidsspoor normaal weer te geven
• In de "MAX" stand wordt het dynamisch bereik
Opmerking
De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby Digital geluidsbronnen.
Effectniveau (EFCT. XXX)
Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk van het gekozen akoestiekeffect naar wens instellen.
COMP. XXX)
zonder compressie, kiest u de "OFF" stand.
met het volledig dynamisch bereik, zoals gekozen door de opnamestudio-technicus, kiest u de "STD" stand.
drastisch beperkt.
De toonparameters aanpassen
Het TONE menu bevat parameters waarmee u de toon van de voorluidsprekers kunt aanpassen om een optimaal geluid te krijgen. De instellingen worden toegepast op alle geluidsvelden.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor.
2 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" TONE " te selecteren.
3 Druk op V of v om in te stellen op de
parameter die u wilt bijregelen.
4 Druk op B of b om de gewenste stand
te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke instelling
BASS XX dB 0 dB
TREB. XX dB 0 dB
Lage (BASS XX dB)
Om lage tonen te regelen.
Hoge (TREB. XX dB)
Om hoge tonen te regelen.
Terugstellen van alle bijgeregelde klankbeelden op de fabrieksinstellingen
1 Als de tuner/versterker nog aan staat,
drukt u op de ?/1 toets om het apparaat uit te schakelen.
2 Houd de SOUND FIELD toets van de
tuner/versterker ingedrukt en druk op de ?/1 toets van de tuner/versterker.
De aanduiding "SF. CLR." verschijnt in het uitleesvenster en alle klankbeelden worden teruggesteld op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Genieten van Surround Sound akoestiek
23
NL
Radio-ontvangst
Om uw tuner/versterker te gebruiken voor radio-ontvangst, zult u er eerst een FM- en een AM-antenne op moeten aansluiten (blz. 6).
Automatisch voorinstellen van FM zenders in alfabetische volgorde (AUTOBETICAL)
(Alleen voor de modellen met landcode CEL)
Met deze automatische zenderopslagfunctie kunt u maximaal 30 FM radiozenders en FM RDS zenders in het afstemgeheugen van de tuner/versterker vastleggen, zonder doublures. Hierbij kiest de tuner/versterker automatisch alleen de best doorkomende zenders.
Als u bepaalde FM of AM zenders handmatig in het afstemgeheugen wilt vastleggen, volg dan de aanwijzingen onder "Voorinstellen van radiozenders" op blz. 26.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/
versterker uit te schakelen.
2 Houd de INPUT SELECTOR toets van
de tuner/versterker ingedrukt en druk nogmaals op de ?/1 toets van de tuner/ versterker om de tuner/versterker weer in te schakelen.
De aanduiding "AUTO-BETICAL SELECT" verschijnt en de tuner/versterker gaat op zoek naar alle plaatselijk te ontvangen FM radiozenders en FM RDS zenders en legt deze in het afstemgeheugen vast. Bij elke RDS informatiezender controleert de tuner/ versterker eerst of er andere zenders zijn die hetzelfde programma uitzenden, om daarvan dan alleen de duidelijkst doorkomende zender vast te leggen. De gekozen RDS informatiezenders worden gesorteerd op alfabetische volgorde van hun officiële Program Service zendernaam, en krijgen dan elk een letter-plus-cijfer voorinstelcode toegewezen. Zie voor nadere bijzonderheden betreffende de RDS informatiezenders blz. 27.
De gewone FM radiozenders krijgen ook een letter-plus-cijfer code en worden dan na de RDS zenders vastgelegd.
Na afloop van het vastleggen verschijnt de aanduiding "FINISH" even in het uitleesvenster en dan keert de tuner/versterker terug naar de normale bedieningsfuncties.
NL
24
Opmerkingen
• Druk niet op enige toets van de tuner/versterker of de bijgeleverde afstandsbediening totdat de "Autobetical" zenderopslag is voltooid.
• Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig zijn deze procedure opnieuw uit te voeren, om de best te ontvangen zenders in uw nieuwe woongebied vast te leggen.
• Zie voor het afstemmen op de vastgelegde voorkeurzenders de aanwijzingen op blz. 26.
• Als u na het opslaan van zenders met deze functie uw FM antenne verplaatst, kunnen de vastgelegde instellingen niet meer geldig zijn. In dat geval volgt u weer de bovenstaande aanwijzingen om de FM zenders opnieuw vast te leggen.
Directe afstemming
Als u de afstemfrequentie van de gewenste zender kent, kunt u die rechtstreeks invoeren met de cijfertoetsen van de bijgeleverde afstandsbediening.
1 Druk herhaaldelijk op TUNER om de FM
of AM band te selecteren.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2 Druk op D.TUNING. 3 Voer met de cijfertoetsen de gewenste
afstemfrequentie in.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz
bbbb
1 0 2 5 0
Voorbeeld 2: AM 1350 kHz
bbb
1 3 5 0
Als u niet op een bepaalde zender kunt afstemmen en de ingevoerde cijfers knipperen
Controleer of u de juiste frequentie hebt ingevoerd. Bij een vergissing herhaalt u de stappen 2 en 3.
Als de ingevoerde cijfers nog steeds knipperen, wordt deze frequentie in uw ontvangstgebied niet gebruikt.
4 Bij afstemmen op een AM radiozender
verstelt u de richting van de AM kaderantenne zo dat de ontvangst optimaal klinkt.
5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 als u op een
andere zender wilt afstemmen.
Tips
• Als u de afstemfrequentie niet precies weet, voer dan een waarde in dichtbij de frequentie van de zender die u zoekt en druk dan op de TUNING + of TUNING – afstemtoets. De tuner/versterker stemt dan automatisch af op de dichtst benaderde zender. Als u denkt dat de zenderfrequentie iets boven de door u gekozen waarde ligt, drukt u op de TUNING + toets en als u waarschijnlijk een iets te hoge waarde hebt gekozen, drukt u op de TUNING – toets.
• Indien "STEREO" knippert in het display en de FM stereo-ontvangst slecht is, druk dan op FM MODE om over te schakelen naar monoweergave (MONO). Dan is er geen stereo effect meer, maar de radio-uitzending zal beter klinken. Druk nogmaals op FM MODE om terug te keren naar stereo ontvangst.
De afstemschaal verschilt volgens de gebiedscode zoals vermeld in de volgende tabel. Zie voor nadere bijzonderheden over de landcodes blz. 2.
Landcode FM AM
CEL, CN 50 kHz 9 kHz
Automatische afstemming
Als u de afstemfrequentie van de gewenste zender niet kent, laat u de tuner/versterker de in uw gebied te ontvangen zenders doorzoeken.
1 Druk herhaaldelijk op TUNER om FM of
AM band te selecteren.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2 Druk op de TUNING + of TUNING –
toets.
Druk op de TUNING + toets om de afstemband in oplopende volgorde te doorzoeken; op de TUNING – toets om van hoog naar laag te zoeken.
Telkens wanneer er een zender wordt gevonden, stopt de tuner/versterker met zoeken.
Wanneer de tuner/versterker het einde van de afstemschaal bereikt
Dan wordt de zoekafstemming vanaf het andere einde herhaald in dezelfde richting.
3 Om door te gaan met zoeken, druk u
nogmaals op de TUNING + of TUNING – toets.
Radio-ontvangst
Geheugenafstemming
Na het afstemmen op een zender met de directe afstemming of de automatische zoekafstemming kunt u de betreffende zender vastleggen in het afstemgeheugen van de tuner/ versterker. Dan kunt u voortaan die voorkeurzender rechtstreeks kiezen door invoeren van de letter-en-cijfer code met de bijgeleverde afstandsbediening. Zo kunt u tot 30 voorkeurzenders voor de FM of AM voorinstellen. U kunt de tuner/versterker ook alle vastgelegde voorkeurzenders laten doornemen.
Alvorens u zenders kunt opzoeken met de geheugenafstemming, zult u ze eerst in het geheugen moeten vastleggen volgens de aanwijzingen onder "Voorinstellen van radiozenders" (blz. 26).
wordt vervolgd
25
NL
Geheugenafstemming (vervolg)
Voorinstellen van radiozenders
1 Druk op TUNER.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2 Stem af op de radiozender die u wilt
voorinstellen, met de directe afstemming (blz. 24) of de automatische zoekafstemming (blz. 25).
3 Druk op de MEMORY toets.
In het uitleesvenster licht enkele seconden lang de aanduiding "MEMORY" op.
Verricht de stappen 4 t/m 5 voordat deze "MEMORY" aanduiding dooft.
4 Druk herhaaldelijk op PRESET + of
PRESET – om een vooraf ingesteld stationsnummer te selecteren.
Wanneer u op de toets drukt, wordt het vooraf ingestelde stationsnummer als volgt in het overeenkomende nummer en richting gewijzigd:
nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N
nC0˜...C2˜C1N
Als "MEMORY" wordt uitgeschakeld voordat u het vooraf ingestelde stationsnummer hebt geselecteerd, moet u opnieuw beginnen vanaf stap 3.
5 Druk nogmaals op de MEMORY toets
om de ontvangen radiozender in het geheugen vast te leggen.
Indien "MEMORY" dooft voor u het voorinstelnummer indrukt, begin dan opnieuw vanaf stap 3.
6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt vastleggen.
Een andere zender voorinstellen onder een reeds gebruikt nummer
Herhaal de stappen 1 t/m 5 om een nieuwe zender onder hetzelfde nummer vast te leggen.
Afstemmen op vastgelegde voorkeurzenders
Op radiozenders die in het afstemgeheugen zijn vastgelegd, kunt u afstemmen op een van de volgende twee manieren.
Afstemmen door alle voorkeurzenders te doorlopen
1 Druk op TUNER.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2 Druk enkele malen op de PRESET + of
PRESET – toets om door te zoeken naar de gewenste zender.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, gaat de tuner/versterker één voorkeurzender verder in de gekozen richting en de onderstaande volgorde:
nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N
nC0˜...C2˜C1N
Afstemmen op een zender waarvan u het voorinstelnummer kent
1 Druk op TUNER.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2 Druk op de SHIFT toets om een
geheugengroep (A, B of C) te kiezen en kies dan het nummer van de gewenste voorkeurzender met de cijfertoetsen.
Tip
U kunt ook de PRESET TUNING +/– toets op de tuner/versterker zelf gebruiken om af te stemmen op een vastgelegde voorkeurzender.
26
NL
Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS)
(Alleen voor de modellen met landcode CEL)
Met deze tuner/versterker kunt u ook gebruik maken van de RDS functies van het Radio Data Systeem, waarmee radiozenders naast de gewone uitzendingen allerlei nuttige informatie doorgeven.
De RDS informatie wordt alleen uitgezonden door FM zenders.*
* Niet alle FM radiozenders bieden de RDS
informatie en niet alle RDS zenders bieden dezelfde functies. Als u niet bekend bent met de plaatselijk beschikbare RDS functies, kunt u voor nadere bijzonderheden het best contact opnemen met de plaatselijke radiozenders.
Ontvangst van RDS informatie-uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM band met de directe afstemming (blz. 24), de automatische zoekafstemming (blz. 25) of de geheugenafstemming (blz. 25).
Wanneer u afstemt op een zender met RDS service, licht de RDS indicator op en verschijnt de zendernaam op het display.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd de RDS signalen niet duidelijk genoeg uitzendt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
Aangeven van RDS informatie in het uitleesvenster
Druk tijdens ontvangst van een RDS zender meermalen op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de RDS informatie in het uitleesvenster kringsgewijze als volgt:
Zendernaam programmeren t Afstemfrequentie t Programmatype Radiotekstb) t Tijd (in 24-uurs aanduiding) t Gekozen klankbeeld t Volume
a) Soort programma dat wordt uitgezonden (blz. 28). b) Tekstberichten die door de RDS zender worden
uitgezonden.
Opmerkingen
• Als er een nooduitzending of waarschuwingsbericht door de overheid wordt uitgezonden, gaat in het uitleesvenster de aanduiding "ALARM" knipperen.
• Als een aanduiding uit 9 of meer letters bestaat, zal de tekst van rechts naar links over het scherm lopen.
• Als een radiozender een bepaalde RDS functie niet verzorgt, zal het uitleesvenster "NO XXXX" (bijvoorbeeld "NO TEXT") aangeven.
a)
t
wordt vervolgd
Radio-ontvangst
27
NL
Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (vervolg)
Overzicht van de programmatypen
Aanduiding Beschrijving programmatype
NEWS Nieuwsuitzendingen
AFFAIRS Actualiteitenprogramma’s die op
de achtergronden van het huidige nieuws ingaan
INFO Uitzendingen betreffende de
weersverwachting, nieuws voor consumenten, medisch advies e.d.
SPORT Sportverslagen en -uitslagen
EDUCATE Educatieve programma’s, met
wetenswaardigheden en praktische tips
DRAMA Hoorspelen en andere radioseries
CULTURE Programma’s over nationale en
regionale cultuur, zoals taalkwesties en sociale vraagstukken
SCIENCE Uitzendingen over
natuurwetenschappen en technologie
VARIED Gevarieerde uitzendingen, zoals
vraaggesprekken, quizprogramma’s en allerlei amusement
POP M Populaire muziek
ROCK M Rockmuziek
EASY M "Easy listening" muziek
LIGHT M Lichte klassieken, met vocale,
instrumentale en koormuziek
CLASSICS Klassieke muziekuitvoeringen,
orkestrale werken en kamermuziek, opera enz.
OTHER M Alle muziek die niet in de
bovenstaande categorieën past, zoals rhythm & blues of reggae
WEATHER Weerbericht
FINANCE Beursberichten, financieel en
zakennieuws, etc.
CHILDREN Kinderprogramma’s
SOCIAL Programma’s over mensen en hun
bezigheden
RELIGION Programma’s over godsdienst en
religieuze zaken
Aanduiding Beschrijving programmatype
PHONE IN Programma’s waarin luisteraars
via de telefoon of in een publiek forum kunnen reageren
TRAVEL Programma’s over reizen. Niet
voor aankondigingen die met de TP/TA verkeersinformatiefuncties te vinden zijn
LEISURE Programma’s over
vrijetijdsbesteding en hobbies als vissen, tuinieren, koken e.d.
JAZZ Jazzmuziek
COUNTRY Country & western muziek
NATION M Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald gebied
OLDIES Hits van vroeger
FOLK M Folkmuziek
DOCUMENT Documentaires
NONE Programma’s die buiten de
bovenstaande categorieën vallen
28
NL
Andere bedieningsfuncties
Automatisch uitschakelen met de sluimerfunctie
U kunt de tuner/versterker automatisch laten uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest, zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen.
Druk eerst op de ALT toets (blz. 33) en dan op de SLEEP toets wanneer de stroom is ingeschakeld.
Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt, verspringt de sluimertijd als volgt:
2-00-00 t 1-30-00 t 1-00-00 t 0-30-00 t OFF
Het uitleesvenster dooft nadat u de sluimertijd hebt ingesteld.
Tip
Om de resterende sluimertijd voor het uitschakelen van de tuner/versterker te controleren, drukt u op de ALT, en SLEEP toets. De resterende tijd tot het uitschakelen verschijnt in het uitleesvenster.
Aanpassingen via het SET UP-menu
Met het SET UP-menu kunt u de volgende aanpassingen maken.
1 Druk herhaaldelijk op MAIN MENU om
" SET UP " te selecteren.
2 Druk op V of v om in te stellen op de
parameter die u wilt bijreglen.
3 Druk op B of b om de gewenste stand
te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
nuttige parameters naar wens hebt ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke instelling
DVD-XXXX AUTO
TV-XXXX AUTO
DEC. XXXX PCM (voor DVD),
AUTO (voor TV/SAT)
x Audio-ingangskeuze voor de DVD
weergavestand (DVD-XXXX)
Hiermee kunt u de gewenste audio-ingang(en) kiezen voor de DVD weergavestand.
• In de stand "AUTO" wordt voorrang
gegeven aan digitale signalen als er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn. Als er geen digitale signalen zijn, worden de analoge signalen gekozen.
• Met de "COAX" stand kiest u de digitale
geluidssignalen die binnenkomen via de DIGITAL DVD COAX IN aansluitingen.
• Met de "OPT" stand kiest u de digitale
geluidssignalen die binnenkomen via de DIGITAL DVD OPT IN aansluitingen.
• Met de "ANLG" stand kiest u de analoge
geluidssignalen die binnenkomen via de DVD IN (L/R) aansluitingen.
x Audio-ingangskeuze voor de
TV/SAT weergavestand (TV-XXXX)
Hiermee kunt u de gewenste audio-ingang(en) kiezen voor de TV/SAT weergavestand.
• In de stand "AUTO" wordt voorrang
gegeven aan digitale signalen als er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn. Als er geen digitale signalen zijn, worden de analoge signalen gekozen.
• Met de "OPT" stand kiest u de digitale
geluidssignalen die binnenkomen via de DIGITAL TV/SAT OPT IN aansluitingen.
• Met de "ANLG" stand kiest u de analoge
geluidssignalen die binnenkomen via de TV/SAT IN (L/R) aansluitingen.
wordt vervolgd
Andere bedieningsfuncties
29
NL
Aanpassingen via het SET UP-menu (vervolg)
x Decoderingsprioriteit (DEC. XXXX)
De juiste decodering wordt ingesteld voor binnenkomende digitale signalen.
• PCM prioriteitsstand (DEC. PCM)
Gebruik deze voor het afspelen van audio­CD (PCM) en DVD. Als u deze functie gebruikt voor andere media dan een CD of DVD, kan er ruis optreden. Als dit gebeurt, moet u overschakelen naar de AUTO stand.
• AUTO stand (DEC. AUTO)
Gebruik deze functie voor het afspelen van audio-CD (PCM), DVD, DTS-CD en DTS­LD. Bij audio-CD’s kunt u wellicht het allereerste gedeelte van de tracks niet afspelen.
Gewoonlijk gebruikt u deze met de bovenstaande instellingen.
Gebruik van de afstandsbediening RM-U40
U kunt de RM-U40 afstandsbediening gebruiken om de componenten van uw stereo­installatie te bedienen.
Voor u de afstandsbediening gebruikt
Aanbrengen van batterijen in de afstandsbediening
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening, met de juiste polariteit van (+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak. Voor gebruik van de afstandsbediening richt u deze op de g afstandsbedieningssensor voorop de tuner/versterker.
30
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6 maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
• Leg de afstandsbediening niet op een al te warme of vochtige plaats.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast elkaar.
• Let op dat de afstandsbedieningssensor van de tuner/versterker niet wordt blootgesteld aan directe zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de afstandsbediening niet naar behoren functioneren.
• Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen, om eventuele beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen.
NL
Loading...
+ 127 hidden pages