Sony DSC-S950, DSC-S980 Handbook [nl]

VKLIK!
Inhoudsopgave
Basishandelingen
Het menu gebruiken
Digitale camera
Cyber-shot-handboek
DSC-S950/S980
Lees dit handboek, de
Het Setup-scherm gebruiken
Beelden bekijken op een televisiescherm
"Gebruiksaanwijzing" en de "Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"
aandachtig door voordat u het apparaat
De computer gebruiken
Stilstaande beelden afdrukken
Problemen oplossen
Overige
Index
© 2009 Sony Corporation 4-121-439-71(1)
NL

Opmerkingen over het gebruik van de camera

Opmerkingen over de types "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt (los verkrijgbaar)
"Memory Stick Duo"
U kunt een "Memory Stick Duo" gebruiken met de camera.
"Memory Stick"
U kunt geen "Memory Stick" gebruiken met de camera.
U kunt geen andere geheugenkaarten gebruiken.
• Zie pagina 102 voor meer informatie over de "Memory Stick Duo".
Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt met "Memory Stick"-compatibele apparatuur
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken door deze te plaatsen in de "Memory Stick Duo"-adapter (los verkrijgbaar).
"Memory Stick Duo"-adapter
Opmerkingen bij de accu
• Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de camera voor het eerst gebruikt.
• U kunt de accu zelfs opladen wanneer deze nog niet volledig leeg is. Zelfs als de accu niet volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk opgeladen accu gebruiken.
• Als u de accu langere tijd niet gebruikt, moet u de resterende lading van de accu verbruiken en de accu uit de camera halen. Vervolgens bewaart u de accu op een koele, droge plaats. Hierdoor zorgt u ervoor dat de accu goed blijft werken.
2
Zie zie pagina 104 voor meer informatie over de accu.
Opmerkingen over het LCD-scherm en de lens
• Het LCD-scherm is vervaardigd met precisietechnologie, waardoor meer dan 99.99% van de pixels operationeel is. Er kunnen op het LCD-scherm echter enkele zwarte stipjes en/of heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen) zichtbaar zijn. Deze stipjes zijn normaal en hebben geen enkele invloed op de opname.
Zwarte, witte, rode,
blauwe of groene
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen storingen optreden. Wees voorzichtig wanneer u de camera buiten of bij een raam neerlegt.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan verkleuren en hierdoor kunnen storingen optreden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
• Deze camera heeft een krachtige zoomlens. Wees voorzichtig dat u de lens niet ergens tegenaan stoot en oefen er geen druk op uit.
stipjes
De beelden in dit handboek
De beelden die in dit handboek worden gebruikt als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen.

Inhoudsopgave

Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................2
Basistechnieken voor betere beelden .......................................................6
Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 6
Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 8
Kleur – De effecten van de lichtbron ................................................................. 9
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 10
Flitser – De flitser gebruiken ............................................................................ 11
Onderdelen en bedieningselementen .....................................................12
Aanduidingen op het scherm ..................................................................14
De schermweergave wijzigen..................................................................18
Het interne geheugen gebruiken.............................................................19
Basishandelingen
De modusknop gebruiken .......................................................................20
Beelden opnemen (Autom. instellen-functie) ..........................................21
Stilstaande beelden opnemen (scènekeuzefunctie)................................26
Stilstaande beelden opnemen (Hoge gevoeligheid)................................29
Beelden weergeven.................................................................................30
Beelden verwijderen................................................................................32
Het menu gebruiken
De menu-items gebruiken .......................................................................34
Menu-items..............................................................................................35
Opnamemenu..........................................................................................36
Scènekeuze: de scènekeuze selecteren Beeldformaat: het beeldformaat selecteren Flitser: flitserinstelling SteadyShot: de steadyshot-functie selecteren Gezichtsherkenning: het gezicht van het onderwerp herkennen Opn.functie: de functie voor continu opnemen selecteren EV: de lichtintensiteit instellen ISO: de lichtgevoeligheid selecteren Lichtmeetfunctie: de lichtmeetfunctie selecteren Scherpstellen: de scherpstelmethode wijzigen Witbalans: de kleurtinten aanpassen Flitsniveau: hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen Rode-ogeneffect: de rode-ogeneffectfunctie instellen Kleurfunctie: de helderheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen
(Setup): de Setup-items wijzigen
3
Inhoudsopgave
Weergavemenu....................................................................................... 48
(Diavoorstelling): een reeks beelden afspelen
(Bijwerken): stilstaande beelden bijwerken
(Formaat wijzigen): het beeldformaat wijzigen volgens het gebruik
(Beveiligen): voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist
: een afdrukmarkering toevoegen
(Afdrukken): beelden afdrukken met een printer (Roteren): een stilstaand beeld roteren (Map kiezen): de map voor beelden weergeven selecteren
(Setup): de Setup-items wijzigen
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-items gebruiken ......................................................................55
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 1 ................................................56
Pieptoon Functiegids
Hoofdinstellingen — Hoofdinstellingen 2 ................................................57
USB-aansluiting Video-uit
Opname-instellingn.................................................................................58
Stramienlijn Digitale zoom
Geheugen-tool — Memory Stick-tool...................................................... 60
Formatteren Opnamemap maken
Geheugen-tool — Intern geheugen-tool ................................................. 62
Formatteren
Klokinstellingen....................................................................................... 63
Language Setting....................................................................................64
Initialiseren
Auto Review
Opnamemap wijz. Kopiëren
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm............................................... 65
4
Inhoudsopgave
De computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer........................................................67
De software (bijgeleverd) installeren.......................................................69
De "PMB (Picture Motion Browser)" gebruiken (bijgeleverd) ..................70
Beelden kopiëren naar de computer met de "PMB"................................71
Beelden kopiëren naar een computer zonder "PMB"..............................76
Beeldbestanden die zijn opgeslagen op de computer met de camera
kopiëren naar de "Memory Stick Duo" ....................................................78
De Macintosh-computer gebruiken .........................................................79
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" weergeven..............................81
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken................................................................82
Beelden rechtstreeks afdrukken met een PictBridge-compatibele printer
................................................................................................................83
Afdrukken bij een fotowinkel....................................................................86
Problemen oplossen
Problemen oplossen................................................................................88
Waarschuwingsmeldingen ......................................................................98
Overige
De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening .............101
Over de "Memory Stick Duo".................................................................102
De accu .................................................................................................104
De acculader .........................................................................................105
Index
Index......................................................................................................106
5

Basistechnieken voor betere beelden

Scherp-
Belichting Kleur Kwaliteit
Flitser
stellen
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen voor het gebruik van de camera. Hier worden het gebruik van de verschillende camerafuncties, zoals de modusknop (pagina 20), en de menu's (pagina 34) beschreven.
Scherp­stellen
Scherpstellen op een onderwerp
Als u de sluiterknop half indrukt, stelt de camera automatisch scherp (automatische scherpstelling). Houd er rekening mee dat de sluiterknop slechts half ingedrukt moet worden.
Druk de sluiterknop niet onmiddellijk volledig in.
Als scherpstellen moeilijk lukt
Druk de sluiterknop half in.
t [Scherpstellen] (pagina 42)
Aanduiding voor AE/ AF-vergrendeling
knippert , brandt/ piept
Druk vervolgens de sluiterknop volledig in.
Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen.
t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" op de volgende pagina.
6
Basistechnieken voor betere beelden
Tips om wazige beelden te voorkomen
De camera heeft per ongeluk bewogen toen u het beeld maakte. Dit zijn "camerabewegingen". Anderzijds is mogelijk dat het onderwerp heeft bewogen toen u het beeld maakte, dit is "onderwerpwazigheid".
Camerabewegingen
Oorzaak
Uw handen of lichaam bewegen terwijl u de camera vasthoudt en op de sluiterknop drukt en het hele scherm wordt wazig.
Wat kunt u doen om wazigheid te voorkomen
• Gebruik een statief of plaats de camera op een plat oppervlak om de camera stil te houden.
• Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om een foto te maken en stabiliseer de camera door uw armen strak langs uw zijden te houden nadat u de sluiterknop hebt ingedrukt.
Onderwerpwazigheid
Oorzaak
Hoewel de camera stabiel is, beweegt het onderwerp tijdens de belichting zodat het onderwerp wazig lijkt als de sluiterknop wordt ingedrukt.
Opmerkingen
• Wanneer de steadyshot-functie ingesteld is op [Autom.], worden cameratrillingen automatisch verminderd. Dit heeft echter geen invloed op onderwerpwazigheid.
• Bovendien komen camerabeweging en onderwerpwazigheid geregeld voor onder omstandigheden met weinig licht of lange sluitertijd zoals bij de (Schemer)-functie of (Schemer­portret)-functie. Neem in dit geval foto's met bovenstaande tips in het achterhoofd.
Wat kunt u doen om wazigheid te voorkomen
• Selecteer (Hoge gevoeligheid) met de modusknop.
• Kies een hogere ISO-gevoeligheid voor een snellere sluitersnelheid en druk op de sluiterknop voordat het onderwerp beweegt.
7
Basistechnieken voor betere beelden

Belichting

U kunt verschillende beelden maken door de belichting en de ISO-gevoeligheid aan te passen. Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop loslaat.
De lichtintensiteit instellen
Sluitertijd = tijdsduur dat het licht in de camera valt
Belichting:
Diafragma = grootte van de opening waardoor het licht
Overbelichting
= te veel licht Te licht beeld
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht Te donker beeld
in de camera valt
ISO-gevoeligheid (aanbevolen belichtingswaarde) =
In de automatische instelfunctie wordt de belichting automatisch ingesteld op de juiste waarde. U kunt deze echter ook handmatig instellen met de hieronder beschreven functies.
EV aanpassen:
Hiermee kunt u de belichting aanpassen die door de camera is vastgesteld (pagina 39).
Lichtmeetfunctie:
Hiermee kunt u het gedeelte van het onderwerp wijzigen dat wordt gemeten om de belichting in te stellen (pagina 41).
opnamegevoeligheid
De ISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen belichtingswaarde)
De ISO-gevoeligheid is een snelheidswaarde voor opnamemedia met een beeldsensor die het licht opvangt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, verschillen de beelden afhankelijk van de ISO-gevoeligheid. Raadpleeg pagina 40 om de ISO-gevoeligheid aan te passen.
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs in donkere omgevingen, terwijl de sluitersnelheid wordt verhoogd om de wazigheid te verminderen. Het beeld wordt echter korrelig.
8
Basistechnieken voor betere beelden
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op. Het beeld wordt echter donkerder als de belichting onvoldoende is.

Kleur

De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
De effecten van de lichtbron
Voorbeeld: de kleur van een beeld wordt beïnvloed door lichtbronnen
Weer/lichtbron
Kenmerken van het licht
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch aangepast. U kunt de kleurtinten echter ook handmatig aanpassen met [Witbalans] (pagina 44).
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp
Wit (standaard) Blauwachtig Groengetint Roodachtig
9
Basistechnieken voor betere beelden

Kwaliteit

Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes die pixels worden genoemd. Als een beeld uit veel pixels bestaat, is het beeld groot, neemt het meer geheugenruimte in beslag en wordt het zeer gedetailleerd weergegeven. "Beeldformaat" wordt aangegeven door het aantal pixels. Hoewel u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
4000
3648
2736
Pixels
1 Beeldformaat: 12M (alleen DSC-S980)
4000 pixels × 3000 pixels = 12.000.000 pixels
2 Beeldformaat: 10M (alleen DSC-S950)
3000
3648 pixels × 2736 pixels = 9.980.928 pixels
3 Beeldformaat: VGA (E-Mail)
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Het gewenste beeldformaat selecteren (pagina 25)
Pixel
Veel pixels (hoge beeldkwaliteit en groot bestand)
Weinig pixels (lage beeldkwaliteit en klein bestand)
Voorbeeld: afdrukken tot maximaal A3+ formaat
Voorbeeld: een beeld verzenden als bijlage bij een e-mailbericht
10
Basistechnieken voor betere beelden

Flitser

De flitser gebruiken
De ogen van het onderwerp worden mogelijk rood weergegeven of wazige witte ronde punten kunnen voorkomen als u de flitser gebruikt. Deze verschijnselen kunnen worden teruggedrongen met de volgende stappen.
Het "Rode-ogeneffect"
Pupillen worden groter in donkere omgevingen. Het flitslicht wordt door de bloedvaten aan de achterkant van het oog (netvlies) gereflecteerd, met het "rode-ogeneffect" als resultaat.
Camera Oog
Netvlies
Hoe kan het "Rode-ogeneffect" worden teruggedrongen?
• Stel [Rode-ogeneffect] in op [Aan] (pagina 46).
• Selecteer (Hoge gevoeligheid) met de modusknop* (pagina 29). (De flitser wordt automatisch
uitgesch akeld.)
• Corrigeer het beeld met [Bijwerken] in het weergavemenu (pagina 50) of met de bijgeleverde software "PMB" als de ogen van het onderwerp rood worden weergegeven.
De "witte ronde punten"
Dit wordt veroorzaakt door deeltjes (stof, pollen, enz.) die in de buurt van de lens rondzweven. Als ze door de flitser van de camera worden geaccentueerd, verschijnen ze als witte ronde punten.
Camera
Onderwerp
Deeltjes (stof, pollen, enz.) in de lucht
Hoe kunnen de "Witte ronde punten" worden teruggedrongen?
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op zonder flitser.
• Selecteer (Hoge gevoeligheid) met de modusknop*. (De flitser wordt automatisch uitgeschakeld.)
* Zelfs als de modusknop ingesteld is op (Hoge gevoeligheid) kan de sluitersnelheid trager zijn bij
weinig licht of in een donker vertrek. Gebruik in dat geval een statief of houd uw armen strak langs uw zijden nadat u de sluitertoets hebt ingedrukt.
11

Onderdelen en bedieningselementen

1
5
1
Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie.
6
2
3
4
7
8
A Sluiterknop (21) B Flitser (23) C Microfoon D Lens E ON/OFF (aan/uit)-toets F ON/OFF (aan/uit)-lampje G Luidspreker H Zelfontspannerlampje (24)
2
3
4
Onderkant
qs
qd
qh
qg
A Voor opnemen: Zoomtoets (W/T)
(22) Voor weergeven: (weergavezoom)­toets/ (index)-toets (30, 31)
B LCD-scherm (18) C MENU-toets (34) D (Weergave)-toets (30)
5 6
7 8
9 q;
qa
qf
12
Onderdelen en bedieningselementen
E DC IN-stekker
Bij gebruik van een AC-LS5K­netspanningsadapter (los verkrijgbaar)
v (terug)-teken
1 Naar DC IN-aansluiting
2 Naar het stopcontact
• U kunt de accu niet laden door de camera aan te sluiten op de AC-LS5K­netspanningsadapter. Gebruik de acculader (bijgeleverd) om de accu op te laden.
F Afdekking aansluitingen G (USB) · A/V OUT-aansluiting
(zijkant)
H Modusknop (20) I Bevestigingsoog voor de polsriem J Regeltoets
Menu aan: v/V/b/B/z (34) Menu uit: DISP/ / / (18, 23-24)
K Voor opnemen: (Beeld formaat)-toets
(25) Voor weergeven: (Wissen)-toets (32)
L Schroefgat voor statief
• Gebruik een statief met een schroef die minder dan 5,5 mm lang is. Anders kunt u de camera niet stevig bevestigen en kan de camera beschadigd worden.
M Accu/"Memory Stick Duo"-klepje
N "Memory Stick Duo"-sleuf O Batterijsleuf P Toegangslampje
13

Aanduidingen op het scherm

Telkens wanneer u op v (DISP) op de regeltoets drukt, worden de aanduidingen op het scherm gewijzigd (pagina 18). Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie.
Bij opname van stilstaande beelden
• De aanduidingen zijn beperkt in de functie Eenvoudig opnemen.
Bij opname van films
A
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
Waarschuwing voor zwakke accu (98)
Beeldformaat (25)
/ wordt alleen weergegeven voor de DSC­S980.
wordt alleen weergegeven voor de DSC­S950.
Scènekeuze (26)
Modusknop (20)
Witbalans (44)
Burst-functie (39)
Lichtmeetfunctie (41)
Gezichtsherkenning (38)
SteadyShot (37)
Trillingswaarschuwing
• Waarschuwt dat door trillingen het beeld mogelijk niet goed wordt opgenomen, vanwege onvoldoende belichting. Zelfs als de trillingswaarschuwing wordt weergegeven, kunt u het beeld opnemen. U kunt het best de steadyshot­functie instellen op [Autom.], de flitser gebruiken voor een betere belichting of een statief of ander hulpmiddel gebruiken om de camera te stabiliseren (pagina 7).
Zoomvergrotingsfactor (22,
58)
14
Kleurfunctie (47)
Aanduidingen op het scherm
B
Scherm Aanduiding
z AE/AF-vergrendeling (21)
OPNMN. Standby
ISO400 ISO-getal (40) 125 Sluitertijd F3.5 Diafragmawaarde +2.0EV Belichtingswaarde (39) 0:12 Opnameduur
1.0 m Afstand voor de vooraf
Film opnemen/film Standby
(minuten : seconden)
Aanduiding voor AF­bereikzoekerframe (42)
ingestelde scherpstelling (42)
Macro (23)
C
Scherm Aanduiding
Opnamemap (60)
• Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.
12 Aantal opneembare beelden
Opnamemedia ("Memory Stick Duo", intern geheugen)
00:00:15 Opnameduur
(uren : minuten : seconden)
Rode-ogeneffect beperken (46)
Flitsfunctie (23)
Flitser wordt opgeladen
D
Scherm Aanduiding
Zelfontspanner (24)
Dradenkruis van de puntlichtmeting (41)
AF-bereikzoekerframe (42)
Histogram (18)
15
Aanduidingen op het scherm
Bij weergave van stilstaande beelden
Bij weergave van films
A
Scherm Aanduiding
Resterende acculading
Waarschuwing voor zwakke accu (98)
Beeldformaat (25)
/ wordt alleen weergegeven voor de DSC-S980.
wordt alleen weergegeven voor de DSC-S950.
PictBridge maakt verbinding (84)
Beveiligen (52)
Afdrukmarkering (DPOF) (86)
Zoomvergrotingsfactor (30)
VOL. Vo l u me (3 0 )
PictBridge maakt verbinding (85)
• Koppel de USB-kabel niet los als de markering wordt weergegeven.
B
Scherm Aanduiding
N Weergeven (30)
Weergavebalk
00:00:12 Tel le r 101-0012 Map-bestandsnummer (54)
2009 1 1 9:30 AM
z STOP z PLAY
BACK/
Opnamedatum/-tijd van het weergavebeeld
Functiegids voor het weergeven van beelden
Beelden selecteren
NEXT
V VOLUME Volume aanpassen
Histogram (18)
wordt weergegeven als het histogramscherm is uitgeschakeld.
16
Aanduidingen op het scherm
C
Scherm Aanduiding
Weergavemap (54)
• Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.
8/8 12/12 Beeldnummer/aantal
ISO400 ISO-getal (40) +2.0EV Belichtingswaarde (39) 500 Sluitertijd F3.5 Diafragmawaarde
beelden opgenomen in geselecteerde map
Weergavemedia ("Memory Stick Duo", Intern geheugen)
Map wijzigen (54)
• Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.
Lichtmeetfunctie (41)
Flitser
Witbalans (44)
17

De schermweergave wijzigen

v DISP (Schermweergave)
-toets
Telkens wanneer u op v (DISP) op de regeltoets drukt, worden de aanduidingen op het scherm als volgt gewijzigd:
Aanduidingen aan
Aanduidingen aan*
Histogram aan*
Tijdens de weergave worden de beeldgegevens weergegeven.
Histogramscherm
Aanduidingen uit*
* Pas de helderheid van de achtergrondverlichting
van het LCD-scherm aan
• Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan als u beelden bij helder natuurlijk licht wilt weergeven. Het batterijniveau kan echter sneller afnemen in deze omstandigheden.
• Het histogram verschijnt niet in de volgende omstandigheden:
Bij opnamen – Als het menu wordt weergegeven. – Tijdens het opnemen van films. Tijdens het weergeven – Als het menu wordt weergegeven. – In de indexfunctie. – Wanneer u de weergavezoom gebruikt. – Wanneer u stilstaande beelden roteert. – Tijdens het weergeven van films.
• Er kan een groot verschil optreden tussen het histogram dat wordt weergegeven tijdens het opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
– De flitser afgaat. – De sluitertijd langzaam of snel is.
• Het histogram wordt mogelijk niet weergegeven voor beelden die zijn opgenomen met andere camera's.
z De EV (belichtingswaarde) aanpassen
door een histogram weer te geven
A
B
HelderDonker
Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld weergeeft. Druk herhaaldelijk op v (DISP) op de regeltoets om het histogram in het scherm weer te geven. De weergegeven grafiek geeft een donker beeld aan wanneer deze links hoger is en geeft een helder beeld aan wanneer deze rechts hoger is.
A Aantal pixels B Helderheid
• Het histogram wordt ook weergegeven wanneer u één beeld weergeeft, maar u kunt de belichting dan niet aanpassen.
18

Het interne geheugen gebruiken

De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 12 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden verwijderd. Zelfs als er geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen.
Wanneer een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden op de "Memory Stick Duo" opgenomen.
[Weergeven]: beelden op de "Memory Stick Duo"
B
B
Intern geheugen
Beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen
U kunt het beste altijd een reservekopie (back-up) van de gegevens maken door een van de onderstaande procedures te volgen.
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" met voldoende opslagcapaciteit voor en voer vervolgens de procedure uit bij [Kopiëren] (pagina 61).
Een reservekopie (back-up) van gegevens maken op de vaste schijf van een computer
Voer de procedure uit op pagina 71, 73 of 76, 77 zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
worden weergegeven. [Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies
kunnen worden toegepast op beelden op de "Memory Stick Duo".
Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: beelden worden in het interne geheugen opgenomen.
[Weergeven]: beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, worden weergegeven.
[Menu, Setup, enzovoort]: verschillende functies kunnen worden toegepast op beelden in het interne geheugen.
• U kunt beeldgegevens die op een "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.
• U kunt de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen kopiëren naar een computer door de camera en de computer op elkaar aan te sluiten met de specifieke USB-kabel. U kunt gegevens die op een computer zijn opgeslagen, niet kopiëren naar het interne geheugen.
19

Basishandelingen

De modusknop gebruiken

Zet de modusknop op de gewenste functie.
: Autom. instellen-functie
Voor opnames waarbij de instellingen automatisch worden aangepast.
t pagina 21
: Eenvoudig opnemen-functie
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met de minimaal noodzakelijke functies met goed zichtbare aanduidingen.
: Autom. Programma-functie*
Hiermee kunt u opnemen terwijl de belichting automatisch wordt aangepast (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde).
Modusknop
t pagina 22
: Bewegende beeldn
Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen. t pagina 21
SCN: Scènekeuze-functie
Hiermee kunt u opnemen met vooraf ingestelde instellingen op basis van de scène. U kunt , , , , , selecteren in het menu als de modusknop is ingesteld op SCN.
t pagina 26
: Hoge gevoeligheid-functie
Hiermee kunt u opnames maken met een hogere ISO-gevoeligheid. t pagina 29
* U kunt verschillende instellingen selecteren met het menu. (Voor meer informatie over de beschikbare
functies t pagina 35)
20

Beelden opnemen (Autom. instellen-functie)

Macrotoets
DISP-toets
Flitsertoets
Sluiterknop
Zoomtoets (W/T)
Zelfontspannertoets
z-toets
v/V/b/B-toets
Regeltoets
Modusknop
(Beeldformaat)-
toets
1 Selecteer de gewenste functie van de modusknop.
Bij opname van stilstaande beelden (Autom. instellen-functie): selecteer . Bij opname van films: selecteer .
2 Houd de camera vast met uw ellebogen tegen uw lichaam gedrukt om hem
te stabiliseren.
Plaats het onderwerp in het midden van het zoekframe.
3 Maak een foto met de sluiterknop.
Bij opname van stilstaande beelden:
1Houd de sluiterknop half ingedrukt om het beeld scherp te stellen.
De aanduiding z (AE/AF-vergrendeling) (groen) knippert, u hoort een pieptoon, de aanduiding houdt op met knipperen en blijft branden.
Basishandelingen
Aanduiding voor AE/AF-vergrendeling
2Druk de sluiterknop volledig in.
21
Beelden opnemen (Autom. instellen-functie)
Bij opname van films:
Druk de sluiterknop volledig in.
Als u wilt stoppen met opnemen, drukt u de sluiterknop nogmaals volledig in.
Als u een stilstaand beeld opneemt van een onderwerp waarop u moeilijk kunt scherpstellen
• De kortste opnameafstand is ongeveer 5 cm (W)/50 cm (T) (vanaf de voorkant van de lens).
• Wanneer de camera niet automatisch kan scherpstellen op het onderwerp, gaat de aanduiding van de
AE/AF-vergrendeling langzaam knipperen en hoort u geen pieptoon. Daarnaast verdwijnt het AF-bereikzoekerframe. Stel de opname opnieuw samen en stel opnieuw scherp.
In de volgende situaties kan scherpstellen moeilijk zijn:
– Het is donker en het onderwerp ligt veraf. – Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is klein. – Het onderwerp wordt door glas bekeken. – Het onderwerp beweegt snel. – Er is weerkaatsend licht op glanzende oppervlakken. – Het onderwerp heeft achtergrondlicht of er is een flitslicht.
Opnemen met de functie Eenvoudig opnemen
Zet de modusknop op . Het tekstformaat wordt groter en de aanduidingen worden makkelijker zichtbaar. De camera neemt beelden op met de optimale instellingen, zodat de enige instellingen die u dient te wijzigen Beeldformaat (Groot/Klein) (pagina 36), Flitser (Autom./Uit) (pagina 36) en Zelfontsp. (10 sec/Uit) zijn (pagina 24).
W/T De zoomfunctie gebruiken
Druk op T om in te zoomen en druk op W om uit te zoomen.
• Wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 4×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie.
Zie pagina 58 voor meer informatie over de [Digitale zoom]-instellingen en de beeldkwaliteit.
• U kunt de zoomvergrotingsfactor niet wijzigen wanneer u een film opneemt.
22
Beelden opnemen (Autom. instellen-functie)
Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden)
Druk herhaaldelijk op B ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): Flitser automatisch
Flitst wanneer er niet voldoende licht of achtergrondverlichting is (standaardinstelling).
: Altijd flitsen
: Langzame synchro (Altijd flitsen)
De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten het bereik is van het flitslicht.
: Niet flitsen
• De flitser gaat twee keer af. De eerste flits wijzigt de lichthoeveelheid.
• Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven.
Macro (Close-upopname maken)
Druk herhaaldelijk op b ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): automatisch
De camera past de scherpstelling automatisch aan van onderwerpen veraf tot close-up. Stel de camera normaal in op deze functie.
: Macro
De camera past de scherpstelling aan met prioriteit voor close-uponderwerpen. Stel Macro aan in bij het opnemen van onderwerpen dichtbij.
• De snelheid van de automatische scherpstelling daalt wanneer u beelden opneemt met de macrofunctie.
• U kunt de zoom het beste instellen op de W-kant.
Basishandelingen
23
Beelden opnemen (Autom. instellen-functie)
De zelfontspanner gebruiken
Druk herhaaldelijk op V ( ) op de regeltoets tot de gewenste functie is geselecteerd.
(Geen aanduiding): De zelfontspanner niet gebruiken
: De zelfontspanner met een vertraging van 10 seconden instellen : De zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden instellen
Als u op de sluiterknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje en hoort u een pieptoon tot de sluiter in werking treedt.
Zelfontspannerlampje
Druk nogmaals op
• Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om een wazig beeld te voorkomen. De sluiter wordt 2 seconden nadat u op de sluiterknop hebt gedrukt, vrijgegeven waardoor de camerabeweging wordt verminderd als er op de sluiterknop wordt gedrukt.
• In de functie Eenvoudig opnemen, kunt u alleen (10 sec) of (Uit) selecteren.
V ( ) om te annuleren.
24
Beelden opnemen (Autom. instellen-functie)
Het formaat van stilstaande beelden wijzigen
Druk op (Beeldformaat) en druk vervolgens op b/B om het formaat te selecteren. Zie pagina 10 voor meer informatie over het beeldformaat. De standaardinstelling wordt aangegeven met .
Voor stilstaande beelden
Beeldformaat Gebruiksrichtlijnen Aantal beelden Afdrukken
12M (4000×3000) (alleen DSC-S980)
*1
3:2 (11M) (4000×2672) (alleen DSC-S980)
10M (3648×2736) (alleen DSC-S950)
*1
3:2 (8M) (3648×2432) (alleen DSC-S950)
(3264×2448)
8M (alleen DSC-S980)
5M (2592×1944) Voor afdrukken tot A4
Voor afdrukken tot A3+
Minder
Met beeldverhouding 3:2 opnemen
Voor afdrukken tot A3+
Met beeldverhouding 3:2 opnemen
Voor afdrukken tot A3
Fijn
Basishandelingen
3M (2048×1536) Voor afdrukken tot 10×15 cm
VGA (640×480) Klein beeldformaat opnemen
*2
16:9 (9M) (4000×2248) (alleen DSC-S980)
*2
16:9 (7M) (3648×2056) (alleen DSC-S950)
*2
16:9 (2M) (1920×1080)
*1)
De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten, enzovoort.
*2)
Beide randen van het beeld worden mogelijk bijgesneden bij het afdrukken (pagina 95).
of 13×18 cm
voor verzenden per e-mail
Weergeven op HDTV's en afdrukken tot A4
Weergeven op HDTV's en afdrukken tot A4
Weergeven op HDTV's
Meer
Minder
Meer
Ruw
Fijn
Ruw
Voor films
Het beeldformaat van een film wordt vastgelegd op 320 × 240.
25

Stilstaande beelden opnemen (scènekeuzefunctie)

Sluiterknop
Modusknop
MENU-toets
1 Selecteer met de modusknop.
2 Druk op de MENU-toets en selecteer uit / / / / / met v/V/b/B op
de regeltoets (pagina 36).
3 Maak een foto met de sluiterknop.
• Zie de volgende pagina voor meer informatie over de functies.
De scènekeuzefunctie annuleren
Zet de modusknop op een andere functie dan .
26
Stilstaande beelden opnemen (scènekeuzefunctie)
Scènekeuzefuncties
De volgende functies zijn vooraf ingesteld om in overeenstemming te zijn met de scèneomstandigheden.
Soft Snap
Hiermee kunt u huidskleuren in helderdere en warmere tinten opnemen voor mooiere beelden. Daarnaast wordt met de zachte achtergrond een rustige atmosfeer voor foto's van personen, bloemen, enzovoort tot stand gebracht.
Landschap
Hiermee wordt alleen scherpgesteld op een onderwerp in de verte om landschappen, enzovoort op te nemen.
Schemer-portret*
Hiermee kunt u scherpe beelden van personen opnemen met de nachtweergave op de achtergrond om zo dezelfde sfeer te kunnen weergeven.
* Bij beeldopnamen met (Schemer-portret-functie) of (Schemer-functie) wordt de sluitersnelheid
trager en komen wazige beelden vaak voor. Het gebruik van een statief is daarom aanbevolen.
Schemer*
Hiermee kunt u 's nachts beelden in de verte opnemen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen.
Strand
Wanneer u beelden aan het water opneemt, wordt de blauwe kleur van het water duidelijk opgenomen.
Sneeuw
Wanneer u beelden in de sneeuw opneemt of op andere plaatsen waar het hele scherm wit is, gebruikt u deze functie om flauwe kleuren te voorkomen en duidelijke beelden op te nemen.
Basishandelingen
27
Stilstaande beelden opnemen (scènekeuzefunctie)
Functies die u in de scènekeuze kunt gebruiken
De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te nemen op basis van de scène. Bepaalde opties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie.
( : u kunt de gewenste instelling selecteren)
Macro Flitser
— /
——
/
/
Gezichts-
herkenning
Burst Rode-ogeneffect
28

Stilstaande beelden opnemen (Hoge gevoeligheid)

Sluiterknop
Modusknop
1 Selecteer met de modusknop.
2 Maak een foto met de sluiterknop.
Hoge gevoeligheid
Hiermee worden wazige beelden voorkomen wanneer u beelden zonder flitser opneemt bij weinig licht.
• De flitser is ingesteld op (Niet flitsen).
Hoge gevoeligheid annuleren
Zet de modusknop op een andere functie dan .
Basishandelingen
29

Beelden weergeven

v/V/b/B-toets
z-toets
Regeltoets
(Index)-toets
(Weergavezoom)-toets
MENU-toets
(Wissen)-toets
(Weergave)-toets
1 Druk op de (Weergave)-toets.
• Als u op de (Weergave)-toets drukt wanneer de camera is uitgeschakeld, wordt de camera automatisch ingeschakeld en ingesteld op de weergavefunctie. Als u wilt terugkeren naar de opnamefunctie, drukt u nogmaals op de (Weergave)-toets.
2 Selecteer een beeld met b/B op de regeltoets.
Film: Druk op z om een film af te spelen. (Druk nogmaals op z om het afspelen te stoppen.) Druk op B om snel vooruit te spoelen en op b als u wilt terugspoelen. (Druk op z om terug te keren naar normale weergave.) Druk op V om het scherm voor volumeregeling weer te geven en druk op b/B om het
volume aan te passen.
Een vergroot beeld weergeven (Weergavezoom)
Druk op (T) wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven. Druk op W om het zoomen ongedaan te maken. Pas het gedeelte aan met v/V/b/B. Druk op z om de weergavezoom te annuleren.
Toont het weergegeven deel van het volledige beeld.
In dit geval wordt het midden vergroot weergegeven.
• Zie [Trimmen] (pagina 50) voor het opslaan van vergrote beelden.
30
Loading...
+ 78 hidden pages