Voordat u deze printer gaat gebruiken, moet u de bijgeleverde
"Lees dit eerst" , "Over afdrukpakketen" en deze
"Gebruiksaanwijzing" aandachtig doorlezen. Bewaar de
handleidingen voor het geval u deze later als referentiemateriaal
nodig hebt.
Lees de bijgeleverde "Lees dit eerst" en
"Over afdrukpakketen" door.
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen
of vocht. Zo kunt u het risico op
brand of elektrische schokken
verkleinen.
Waarschuwing voor klanten in
Europa
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen
die zijn uiteengezet in de EMCrichtlijn voor het
gebruik van een aansluitsnoer van minder dan 3
meter.
Let op
De elektromagnetische velden kunnen bij de
opgegeven frequenties het beeld van deze digitale
fotoprinter beïnvloeden.
Opmerking
Als de gegevensoverdracht wordt onderbroken
(mislukt) door statische elektriciteit of
elektromagnetische storing, moet u de toepassing
opnieuw starten of de verbindingskabel (USB,
enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Kennisgeving voor klanten in de
landen waar EU-richtlijnen van
toepassing zijn
De fabrikant van dit product is Sony Corporation,
1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De
geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en
productveiligheid is Sony Deutschland GmbH,
Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland.
Voor kwesties met betrekking tot service of garantie
kunt u het adres in de afzonderlijke service- en
garantiedocumenten gebruiken.
Verwijdering van oude elektrische en
elektronische apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het
product of op de
verpakking wijst erop dat
dit product niet als
huishoudelijk afval mag
worden behandeld. Het
moet echter naar een
plaats worden gebracht
waar elektrische en
elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit
product op de correcte
manier wordt verwijderd,
voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen
die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. De recycling van
materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst
belast met de verwijdering van huishoudafval of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s,
televisieprogramma’s, auteursrechtelijk
beschermde materialen, zoals beelden en
publicaties, en alle andere materialen met
uitzondering van eigen opnamen en creaties is
beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u
in het bezit bent van de auteursrechten of
toestemming hebt van de houder van de
auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan
gebruik van deze materialen een overtreding van
de auteursrechtwetten betekenen en moet u
wellicht schadevergoeding betalen aan de houder
van de auteursrechten.
Als u foto’s gebruikt met deze printer, moet u
ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet
overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing
van portretten van andere personen kan ook een
inbreuk op hun rechten betekenen.
Op bepaalde demonstraties, optredens en
tentoonstellingen is het nemen van foto’s niet
toegestaan.
2
Reservekopiëen
U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens
opslaan om gegevensverlies door een
bedieningsfout of storing van de printer te
voorkomen.
NL
Informatie
IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF
INCIDENTELE SCHADE OF
GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN
OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS
GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF
HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT.
Sony is niet aansprakelijk voor enige incidentele
schade of gevolgschade of verlies van opgenomen
gegevens als gevolg van het gebruik van of een
storing aan de printer of de geheugenkaart.
Opmerkingen over het LCD-scherm
• Het weergegeven beeld heeft niet dezelfde
beeldkwaliteit en kleuren als het afgedrukte beeld
omdat de fosformethoden en-profielen anders zijn.
U moet het weergegeven beeld beschouwen als
indicatie.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan
verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
• Als het LCD-scherm langdurig wordt blootgesteld
aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden.
• Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van
precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99%
van de pixels effectief bruikbaar is. Deze punten
duiden niet op fabricagefouten en hebben geen
enkele invloed op de afdrukken.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op het
LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
Handelsmerken en auteursrechten
• "BRAVIA", BRAVIA Sync, , Cyber-shot,
• HDMI, en High-Definition Multimedia
• Microsoft, Windows, Windows Vista en DirectX
• Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken
• CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk
• of xD-Picture Card
• is een handelsmerk van FotoNation Inc. in
• is een handelsmerk van
• Alle andere bedrijven en productnamen die hierin
, "Memory Stick PRO-HG
Duo", , "Memory Stick
Micro", , , "Memory
Stick-ROM", , "MagicGate",
en zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
Interface zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
of handelsmerken van Intel Corporation.
Corporation in de V.S.
TM
is een handelsmerk
van FUJIFILM Corporation.
de Verenigde Staten.
Ichikawa Soft Laboratory.
worden vermeld, kunnen de handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken zijn van hun
respectieve bedrijven. Bovendien worden "™" en
®
"
" niet elke keer vermeld in deze
gebruiksaanwijzing.
gezichtherkenning. Er wordt gebruik gemaakt van
Sony Face Recognition-technologie die ontwikkeld
is door Sony.
van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van
dergelijke merken door Sony Corporation gebeurt
onder licentie. Andere handelsmerken en
handelsnamen zijn van hun respectievelijke
eigenaren.
Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de
software die hierin wordt beschreven, geheel of
gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd,
vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Sony Corporation.
IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION
AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE
OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE
HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF
ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN
VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE
SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE
HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK
ERVAN.
Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te
verbreken, accepteert u alle bepalingen en
voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze
bepalingen en voorwaarden niet accepteert,
retourneert u de ongeopende CD-ROM-verpakking
samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij
wie u het pakket hebt gekocht.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te
allen tijde deze handleiding of de informatie in deze
handleiding te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
De software die hierin wordt beschreven, kan ook
vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke
gebruiksrechtovereenkomst.
Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze
software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik
worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd
kopiëren van deze software is volgens de
auteursrechtwetten verboden.
Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren
of aanpassen van portretten van andere personen of
van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op
de rechten van de houders van de auteursrechten kan
betekenen.
U wordt wellicht verwezen naar de bijgeleverde
"Lees dit eerst" en "Over afdrukpakketen" als
deze gedetailleerde beschrijvingen bevat.
Over de afbeeldingen en schermen
die in deze handleiding worden
gebruikt
In de afbeeldingen en de schermen die in deze
handleiding worden gebruikt, wordt de DPPFP95 weergegeven, tenzij anders aangegeven.
Index ............................................87
6
NL
Voordat u begint
Aanduiding van de
onderdelen
Zie voor nadere bijzonderheden de bladzijden
die tussen haakjes worden genoemd.
Afbeeldingen zijn van de DPP-FP95. De
plaatsing van de toetsen en de namen van de
DPP-FP85 zijn gelijk, maar het LCD-scherm
heeft andere afmetingen.
Voorpaneel van de printer
A 1 (aan/stand-by) schakelaar/
(stand-by) aanduiding
B MENU-toets
C (Indexweergave)
(uitzoomen)/ (inzoomen) toetsen
(.pagina 15)
D LCD-scherm
type 2,5 DPP-FP85 type 3,6 DPP-FP95
E ENTER-toets
F Pijl (g/G/f/F) toetsen
G AUTO TOUCH-UP-toets
(.pagina 20)
H PRINT-toets/aanduiding
I CANCEL-toets
J "Memory Stick PRO"-sleuf
(Standard/Duo) (.pagina 15)
K SD-kaart/xD-Picture Cardsleuf
(.pagina 15)
L CompactFlash-kaartsleuf
(.pagina 15)
M Klep van de papierladehouder
N Papierladehouder (.pagina 11)
O Toegangslampje
P Uitwerphendel voor het inktlint
(.pagina 9)
Q Inktlint (niet bijgeleverd)
(.pagina 9)
R Klep voor inktlinthouder
(.pagina 9)
Voordat u begint
Vervolg
7
NL
Achterpaneel van de printer
A Hendel
Breng, wanneer u de printer draagt, de hendel
omhoog, zoals de illustratie hieronder laat
zien.
Zet de hendel terug in de oorspronkelijke
stand, wanneer u de printer gebruikt.
Linkerzijpaneel van de printer
E HDMI OUT (uitgangs)-connector
(.pagina 43)
Sluit, wanneer u de printer gebruikt met een
High-definition-TV-toestel, een HDMI-kabel
aan op deze aansluiting.
F USB-aansluiting (.pagina 53)
Sluit, wanneer u de printer in PC-stand
gebruikt, een USB-kabel aan op deze
aansluiting.
G PictBridge/EXT INTERFACE-
aansluiting (.pagina 46 tot 48)
Wanneer u een digitale camera gebruikt die
geschikt is voor PictBridge, kunt u een toestel
voor massa-opslag, zoals een USB-geheugen
of een apparaat voor het opslaan van foto's,
een Bluetooth USB-adapter (DPPA-BT1*) of
een ander extern USB-apparaat op deze
aansluiting aansluiten.
(*In sommige regio's wordt de DPPA-
Bluetooth USB-adapter niet verkocht.)
BT1
Opmerkingen
• Het is belangrijk dat, wanneer u de printer
draagt, u de geheugenkaarten, de externe
apparaten, de papierlade,
netspanningsadapter en de andere kabels
verwijdert. Er zouden anders storingen
kunnen optreden.
• Zet, wanneer u de DPP-FP95 gebruikt, het
LCD-paneel in de oorspronkelijke stand.
B Ventilatieopeningen
C Papieruitgang
D DC IN 24 V-aansluiting
(.pagina 12)
Steek de geleverde netspanningadapter in
deze aansluiting. Steek vervolgens de stekker
van de netspanningsadapter in het
stopcontact.
NL
8
Voorbereidingen
De inhoud van de
verpakking controleren
Controleer of de volgende accessoires met uw
printer worden bijgeleverd.
• Garantie (In sommige regio's wordt geen
garantie bijgeleverd.) (1)
• Gebruiksrechtovereenkomst van Sony (1)
*1De vorm van de stekker en de specificaties van het
netsnoer verschillen afhankelijk van de regio waar
u de printer hebt aangeschaft.
Over Sony Print Packs (niet
bijgeleverd)
Wij verzoeken u een als optie verkrijgbaar en
voor de printer ontworpen Sony afdrukpakket
voor kleuren te gebruiken. Voor informatie, zie
de meegeleverde "Over afdrukpakketen".
1
(1)
Het inktlint instellen
1 Trek de klep voor de inktlinthouder
open.
2 Zet het inktlint in de richting van de
pijl totdat het op zijn plaats klikt.
Voorbereidingen
3 Sluit de klep van de inktlinthouder.
Het inktlint uitnemen
Duw de blauwe uitwerphendel voor het
inktlint omhoog en neem het gebruikte
inktlint uit de printer.
Vervolg
9
NL
Opmerkingen
• Raak het inktlint niet aan en zet het niet op een
stoffige plek. Vingerafdrukken of stof op het
inktlint kunnen minder goede afdrukken tot gevolg
hebben.
• Wind het inktlint niet opnieuw op en gebruik het
opnieuw opgewonden inktlint niet opnieuw voor
het afdrukken. Anders worden geen goede
afdrukresultaten bereikt en kunnen er zelfs
storingen optreden. Als het niet lukt het inktlint op
zijn plaats te klikken, verwijder het dan en plaats
het daarna opnieuw. Alleen wanneer het inktlint
niet voldoende is opgewonden en u het niet kunt
inzetten, drukt u op het middelste gedeelte van het
lint en windt u het lint op in de richting van de pijl
zodat de vrije slag in het lint verdwijnt.
Wind het lint
niet op in de
richting zoals hier
afgebeeld.
Het afdrukpapier
inleggen
1 Open de afdekplaat van de
papierlade.
Pak de afdekplaat van de papierlade aan
weerszijden vast (aangeduid met de
pijlen) en open de afdekplaat van de
papierlade.
• Haal het inktlint niet uit elkaar.
• Trek het inktlint niet uit de inktcartridge.
• Haal het inktlint niet uit de printer tijdens het
printen.
• Berg het inktlint niet op een plaats waar hoge
temperaturen of een hoge luchtvochtigheid heerst,
waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht direct
toegang heeft. Berg het op op een koele en donkere
plaats en gebruik het korte tijd na de
productiedatum. De kwaliteit van het inktlint kan
afnemen afhankelijk van de omstandigheden
waaronder het wordt bewaard. Het gebruik van een
dergelijk inktlint kan gevolgen hebben voor de
afdrukresultaten en wij kunnen daarvoor geen
garantie of vergoeding bieden.
NL
10
2 Leg het afdrukpapier in de
papierlade.
3 Sluit de afdekplaat van de
papierlade.
4 Open de schuif.
5 Schuif de papierlade in de printer.
Opmerkingen
• U kunt tot 20 vel afdrukpapier in de lade doen.
Maak het afdrukpapier grondig los. Leg het
afdrukpapier zo in de printer dat het beschermvel
bovenop ligt. Verwijder vervolgens het
beschermvel.
• Leg het afdrukpapier met de afdrukzijde (de nietbedrukte zijde) omhoog in de printer.
• Raak het afdrukoppervlak niet aan.
Vingerafdrukken of verontreiniging op het
afdrukoppervlak kunnen leiden tot
onvolkomenheden in de afdruk.
• Buig het afdrukpapier niet en snijd het
afdrukpapier niet los van de perforaties vóór het
afdrukken.
• Voorkom dat er papier vast komt te zitten in de
printer of dat de printer niet goed functioneert, het
is belangrijk dat u:
– Niet op het afdrukpapier schrijft of typt.
– Geen stickers of zegels op het afdrukpapier
plakt.
– Wanneer u afdrukpapier toevoegt in de
papierlade, dient u erop te letten dat er in totaal
niet meer dan 20 vellen afdrukpapier in de lade
zit.
– Geen verschillende typen afdrukpapier bij
elkaar in de papierlade legt.
– Niet afdrukt op gebruikt afdrukpapier. Het twee
keer afdrukken van dezelfde afbeelding op
hetzelfde vel papier maakt de afbeelding niet
dikker.
– Gebruik het afdrukpapier alleen voor deze
printer.
– Gebruik het afdrukpapier dat zonder afdruk uit
de printer komt niet nogmaals.
Opmerkingen over het opslaan van
papier
• Als u papier in de lade wilt opbergen, verwijdert u
de papierlade uit de printer en sluit u de schuif van
de papierlade.
• Berg papier niet gedurende langere tijd op met de
bedrukte oppervlakken tegen elkaar of in contact
met rubberen of kunststof producten die
vinylchloride bevatten of die zijn geplastificeerd;
hierdoor kunnen kleurveranderingen ontstaan of
kan de kwaliteit van de afgedrukte afbeelding
afnemen.
• Berg het afdrukpapier niet op op een plaats waar
hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid
heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht
direct toegang heeft.
• Wanneer u een gedeeltelijk gebruikt pak
afdrukpapier opbergt, plaats het dan in de
oorspronkelijke of vergelijkbare verpakking.
Voorbereidingen
11
NL
Aansluiten op de
netspanning
1 Steek de stekker van de
netspanningadapter in de DC IN 24
V-aansluiting aan de achterzijde van
de printer.
2 Steek de ene stekker van het
netsnoer in de aansluiting van de
netspanningsadapter en de andere
stekker in het stopcontact.
Opmerkingen
• Plaats de printer niet op een instabiele ondergrond,
zoals een wankele tafel.
• Bewaar voldoende ruimte rondom de printer. Het
afdrukpapier komt tijdens het afdrukken enkele
keren uit de achterzijde te voorschijn. Houd 10 cm
of meer ruimte aan aan de achterzijde van de
printer.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
gemakkelijk bereikbaar stopcontact dicht bij de
printer. Als er iets misgaat bij het gebruik van de
adapter, verbreek dan onmiddellijk de netspanning
door de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Sluit de stekker van de netspanningadapter niet
kort met een metalen voorwerp, dit zou tot
storingen kunnen leiden.
• Gebruik de Netspanningsadapter niet in een kleine
ruimte zoals tussen een muur en meubilair.
• Nadat u klaar bent met het gebruik van de
netspanningadapter, trek de plug dan uit de
DC IN 24 V-aansluiting van de printer en de
netspanning.
• Zo lang de stekker in het stopcontact zit, is de
printer aangesloten op de netspanning, zelfs als de
printer zelf is uitgeschakeld.
10 cm
Netsnoer
Netspanningsadapter
Naar het
stopcontact
12
NL
Direct afdrukken
LCD-schermweergave
Een afdrukvoorbeeld van een
afbeelding bekijken
Schermweergave Aan
Schermweergave Uit
Schermweergave Details
U kunt een andere weergave van het
afdrukvoorbeeld van een afbeelding kiezen
door "Schermweergave" in te stellen in het
menu Beeld/printerinstelling.
Druk op g/G als u een andere afbeelding wilt
weergeven.
A Aanduidingen invoer/instelling
Er worden aanduidingen voor de invoer en
informatie over de instellingen voor een
afbeelding weergegeven.
Pictogr
ammen
Betekenis
"Memory Stick"-invoer
CompactFlash kaart invoer
SD-kaart-invoer
xD-Picture Card-invoer
Extern Apparaat invoer
Aanduiding beveiliging
Aanduiding DPOF
afdrukinstelling
Aanduiding bijbehorend
bestand (Wordt weergegeven
wanneer er een bijbehorend
bestand is zoals een bestand
met bewegende beelden of een
miniatuur e-mailbeeldbestand.)
Geeft aan Pagina’s per vel 4
"Aan".
Geeft aan Pagina’s per vel 9
"Aan".
Geeft aan Pagina’s per vel 16
"Aan".
Direct afdrukken
Vervolg
13
NL
B Aantal geselecteerde
afbeeldingen/Totaal aantal
afbeeldingen
C Aanduiding inktlint
P: P-afmeting
C: Reinigingscartridge
D Afbeeldingsnummer (map-
bestandsnummer)*
(*Alleen voor DCF-geschikte bestanden. In
het geval van andere bestandsindelingen,
wordt slechts een deel van de bestandsnaam
weergegeven.)
E Bedieningstips
F Opname of opslag-datum (*dag/
maand/jaar)
G Instelling afdrukhoeveelheid
H Gedetailleerde
informatieweergave
Indexweergave
Geeft een lijst weer van de afbeeldingen die op
het geselecteerde medium
(Indexweergave)staan. U kunt de
indexweergave wijzigen door "op bestand" of
"op datum" te selecteren in het menu
Indexweergave.
Indexweergave "op bestand"
De afbeeldingen worden in de lijst opgevoerd
in de volgorde van hun bestandsnamen.
Indexweergave "op datum"
De afbeeldingen worden in de lijst opgevoerd
op datum dat zij zijn genomen of opgeslagen.
A Cursor (oranje kader)
U kunt de cursor verplaatsen (selectie) door te
drukken op g/G/f/F.
B Instelling aantal afdrukken
C Bedieningstips
D Bladerbalk
Geeft de positie van de afbeelding aan in het
totale aantal afbeeldingen.
E Opnamedatum (*dag, maand, en
jaar)
* De fabrieksinstellingen verschillen
afhankelijk van het land of gebied waar de
printer is gekocht.
Als u de printer gaat gebruiken, dient u elk
item in te stellen. U kunt de volgorde van de
maand, dag en het jaar wijzigen (pagina 42).
14
Opmerking
Als het aantal afbeeldingen de 2.000 overschrijdt, dan
kunnen de afbeeldingen niet meer op datum worden
weergegeven. Ze worden dan weergegeven op
bestandsnamen.
NL
Het schakelen van de
T
weergave van afdrukvoorbeeld
en indexweergave
U kunt als volgt een andere weergave kiezen:
• De indexweergave weergeven
Druk in een afdrukvoorbeeld van een
afbeelding op (Indexweergave)/
(Verkleinen).
Wanneer een afbeelding is vergroot, drukt
u herhaaldelijk op . Een afbeelding
wordt verkleind tot de oorspronkelijke
schaal en daarna wordt de indexweergave
weergegeven.
• Een weergave van een
afdrukvoorbeeld weergeven
Druk in de indexweergave op
g/G/f/F zodat de cursor naar de
afbeelding van uw keuze wordt verplaatst
en druk op ENTER of (Vergroten). De
weergave verandert van de indexweergave
in een weergave van afdrukvoorbeeld van
de afbeelding.
• Een afbeelding vergroten
Druk in een weergave van een
afdrukvoorbeeld van een afbeelding
herhaaldelijk op (Vergroten). De
afbeelding is vergroot tot 5 keer de
originele schaal.
Eenvoudig afdrukken
Een geheugenkaart plaatsen
Plaats een geheugenkaart in de juiste sleuf met
de labelkant naar boven gericht tot deze
vastklikt op zijn plaats, ("Memory Stick",
"Memory Stick Duo", CompactFlash kaart,
SD-kaart of een xD-Picture Card) die beelden
bevat om af te drukken. Op de pagina's 80 tot
82 vindt u de typen geheugenkaarten die u bij
deze printer kunt gebruiken.
Direct afdrukken
oegangslampje
Met de label omhoog (xD-Picture Card, SDkaart, CompactFlash kaart, of "Memory Stick",
("Memory Stick Duo") van af de linkerzijde)
Een geheugenkaart uitwerpen
Als u de geheugenkaart uit de sleuf wilt nemen,
trekt u de kaart langzaam naar buiten in de
tegengestelde richting dat ze ingeschoven was.
Vervolg
NL
15
Opmerkingen
• Plaats alleen de geheugenkaart die u voor het
afdrukken wilt gebruiken. Wanneer meerdere
geheugenkaarten zijn geplaatst, heeft de
geheugenkaart die het eerst is geplaatst prioriteit.
• The printer ondersteunt kaarten van zowel
standaardformaat als klein formaat. Een Memory
Stick Duo-adapter is niet nodig.
• De SD-kaart/xD-Picture Card sleuf detecteert
automatisch het kaarttype.
• Volg de stappen op de pagina's 80 tot 82 , als u een
geheugenkaart wilt gebruiken.
Geselecteerde afbeeldingen
afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de
afbeeldingen op een geheugenkaart of op een
extern apparaat op het LCD scherm van de
printer kunt weergeven en de geselecteerde
afbeeldingen kunt afdrukken (Direct Printen).
Zie pagina 46 voor aanwijzingen voor het
afdrukken van een extern apparaat.
1 Zet de printer aan door op de
schakelaar 1 (aan/standby) te
drukken.
De standby aanduiding van de printer gaat
geel-groen branden. Een afbeelding die op
de geheugenkaart of op een extern
apparaat is opgeslagen, wordt op het
LCD-scherm weergegeven.
2 Geef de afbeelding die u wilt
afdrukken, weer door op g/G te
drukken.
3 Stel de afdrukhoeveelheid in.
Als u één vel van de weergegeven
afbeelding wilt afdrukken, slaat u deze
procedure over en gaat u naar de volgende
stap.
Geef de aanduiding van het aantal
afdrukken weer door op ENTER te
drukken. Druk daarna op f/F zodat u het
aantal afdrukken kunt opgeven en druk op
ENTER.
4 Druk op PRINT.
Wanneer de toets PRINT groen brandt, is
de printer gereed voor het maken van
afdrukken. Alle afbeeldingen waarvoor u
een aantal voor de afdrukken hebt
ingesteld, worden afgedrukt.
Meerdere afbeeldingen afdrukken
Herhaal de stappen 2 en 3.
Het aantal afdrukken wijzigen
Breng de afbeelding waarvan u het aantal
afdrukken wilt wijzigen op het scherm en
geef de aanduiding van het aantal
afdrukken weer door op ENTER te
drukken. Druk daarna op f/F zodat u het
aantal afdrukken kunt instellen en druk
dan op ENTER.
Selecteert u "0", dan worden er geen
afdrukken gemaakt.
Vergroten van een af te drukken
afbeelding (Afdruk kaderen)
Druk op (Vergroten). U kunt een afbeelding
tot vijf keer de oorspronkelijke schaal
vergroten.
Druk op AFDRUKKEN, zodat het
afdrukvoorbeeld wordt weergegeven. Druk
nogmaals op AFDRUKKEN om de weergave
van het afdrukvoorbeeld af te drukken.
Druk op (Verkleinen) als u terug wilt naar
de oorspronkelijke afmeting.
Opmerkingen
• Het is belangrijk dat u de printer tijdens het
afdrukken nooit verplaatst of uitzet, het inktlint of
het afdrukpapier zou vast kunnen komen te zitten.
Als u de printer uitzet, laat de papierlade dan in de
printer zitten en zet de printer weer aan. Ga verder
met afdrukken nadat het papier uit de printer komt.
• Haal niet de papierlade uit de printer tijdens het
afdrukken. Er zou zich anders een storing kunnen
voordoen.
• Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukken
enkele keren te voorschijn. Raak het papier dat te
voorschijn komt niet aan en trek er niet aan.
• Zie pagina 77, als er papier in de printer blijft
steken.
16
NL
Over afbeeldingen in de printer
Als u op ENTER drukt, terwijl niets is
aangesloten op de printer, worden de
afbeeldingen die in de printer zijn opgeslagen,
weergegeven. U kunt de ingebouwde
afbeeldingen aanpassen of afdrukken.
Over het selecteren van invoer
De printer is niet uitgerust met een schakelaar
voor het selecteren van de invoer. Wanneer u
een geheugenkaart in de printer steekt of extern
apparaat op de printer aansluit, worden de
afbeeldingen op te aangesloten media
automatisch weergegeven. Als meerdere
geheugenkaarten of een extern apparaat zijn
aangesloten, hebben de media die het eerst zijn
aangesloten prioriteit.
Wanneer u de printer aanzet terwijl er meerdere
media zijn geplaatst of aangesloten, neemt de
printer de media waar in de volgorde "Memory
Stick", CompactFlash kaart, SD-kaart, xDPicture Card, en daarna extern apparaat dat
aangesloten is op PictBridge/EXT
INTERFACE-aansluiting.
Op demonstratiestand
Als er vijf seconden verstrijken, zonder dat een
geheugenkaart of extern apparaat is
aangesloten, gaat de printer over in
demonstratiestand.
Door te drukken op een toets, of door een
geheugenkaart of extern apparaat aan te sluiten,
wordt de demonstratiestand beëindigd.
Direct afdrukken
17
NL
Genieten van diverse afdrukmogelijkheden
Bediening met behulp van de
printertoetsen
AUTO TOUCH-UP
AUTO TOUCH-UP-aanpassing
.pagina 20
Niet alleen de automatische aanpassing
Auto Fine Print5 vindt plaats, maar ook de
volgende aanpassingen worden uitgevoerd:
• Huidcorrectie
• Belichtingscorrectie (de functie
gezichtherkenning gebruiken)
Druk op MENU.
• Focuscorrectie
• Rode ogen-correctie
U kunt AUTO TOUCH-UP aanpassing
tijdens Bewerken of Creatief afdrukken
menubewerkingen gebruiken.
• Selecteer met een druk op g/G een
item van uw keuze en druk daarna op
ENTER.
• Druk opnieuw op MENU als u het
menu wilt afsluiten.
1 Bewerken .pagina 21
U kunt het formaat, de positie, de tint of andere beeldeigenschappen van de geselecteerde afbeelding aanpassen.
ItemsProcedures
Vermindert het verschijnsel van
de rode ogen.
Maakt de bewerkingen die u
zojuist hebt uitgevoerd ongedaan
en brengt de afbeelding terug in de
status van vóór de bewerking.
ItemsProcedures
/ Vergroot of verkleint het formaat
van een afbeelding.
Verplaatst een afbeelding.
Draait een afbeelding.
Past de beeldkwaliteit van een
afbeelding aan.
Voegt een filter aan een
afbeelding toe.
Slaat de bewerkte afbeelding op.
Door op de toets AUTO TOUCHUP te drukken worden belichting,
scherpstelling, rode-ogen en
andere correcties automatisch
aangepast.
Drukt een bewerkte afbeelding af.
Sluit het menu Bewerken af.
18
NL
2 Creatief afdrukken .pagina 26
U kunt een Kalender, ID Photo of diverse andere afdrukken maken.
Scrapbk mkenKalenderOpleggen
Fotolijst
Lay-outafdruk
ID-foto
3 Batch afdrukken .pagina 34
U kunt een reeksen afdrukken maken
zoals met "Indexafdruk" "DPOFafdruk" en "Alles afdrukken".
Indexafdruk
4 Diavoorstelling .pagina 35
U kunt een diavoorstelling maken van de afbeeldingen die zijn
opgeslagen op een geheugenkaart of op een extern apparaat. U
kunt ook een diavoorstelling van de "Creatief afdrukken"
afdrukken uitvoeren.
5 Afdrukinstelling 6 Beeld/printerinstelling
.pagina 38.pagina 41
Direct afdrukken
7 Bestandsbewerking .pagina 36
• Afbeeldingen tussen geheugenkaarten kopiëren
• Een afbeelding verwijderen
• Een "Memory Stick" formatteren
19
NL
Een mislukte foto
automatisch corrigeren
(AUTO TOUCH-UP)
1 Selecteer de afbeelding die u wilt
aanpassen en druk daarna op
AUTO TOUCH-UP.
De aanpassing van de geselecteerde
afbeelding worden gestart. De resultaten
van de aanpassingen worden op het
scherm weergegeven. Wanneer een
gezicht van een mens wordt
waargenomen, wordt het gezicht in een
fotolijst weergegeven wanneer de
aanpassingen worden uitgevoerd.
U kunt het resultaat van de
aanpassing duidelijker controleren
als u:
Druk op en de afbeelding wordt
vergroot. (De afbeelding wordt niet
vergroot tijdens het afdrukken.)
Weer de oorspronkelijke afbeelding
(van vóór de aanpassingen)
weergeven
Druk op AUTO TOUCH-UP. Druk
opnieuw opAUTO TOUCH-UP als u de
aangepaste afbeelding wilt weergeven.
Als u het aantal afdrukken voor
meerdere afbeeldingen hebt
ingesteld
Alle afbeeldingen waarvoor u een aantal
voor de afdrukken hebt ingesteld, worden
aangepast. Druk op g/G als u andere
afbeeldingen wilt weergeven.
Het aantal afdrukken wijzigen
Geef de aanduiding van het aantal
afdrukken weer door op ENTER te
drukken. Druk daarna op f/F zodat u het
aantal afdrukken kunt instellen en druk
dan op ENTER.
2 Druk op PRINT.
Het afdrukken van de geselecteerde
afbeelding(en) wordt gestart.
Tip
Aanpassingen zijn alleen van invloed op de
afbeelding die wordt afgedrukt. De oorspronkelijke
afbeelding wordt niet aangepast.
Opmerkingen
• Na de AUTO TOUCH-UP-aanpassing, kunt u geen
bijgesneden afdruk maken van een afbeelding die
is vergroot met een druk op .
• Afhankelijk van de afbeelding kan het zijn dat een
gezicht niet automatisch wordt waargenomen.
Selecteer "Aanpassen" uit het menu Bewerken als
de helderheid van een gezicht niet goed is
aangepast, om de helderheid handmatig aant te
passen (pagina 22).
• Afhankelijk van de afbeelding kan het zijn dat de
onscherpe opname niet wordt gecorrigeerd.
Gebruik in dat geval de functie "Scherpte" van
Aanpassen in het menu Bewerken om de scherpte
handmatig aan te passen (pagina 22).
• Vermindering van de onscherpte werkt niet bij
onscherpte die wordt veroorzaakt door beweging
van de camera.
• Afhankelijk van de afbeelding kan het zijn dat het
verschijnsel van de rode ogen niet wordt
gecorrigeerd. Voer in dit geval de rode ogen
correctie uit om de rode ogen aanpassingen
handmatig uit te voeren (pagina 24).
De functie automatische rodeogencorrectie van deze printer
gebruikt de technologie van
FotoNation Inc. in de V.S.
De "Huidcorrectie" correctiefunctie van de
printer gebruikt de technologie van Ichikawa
Soft Laboratory.
20
NL
Een afbeelding
Een afbeelding draaien
bewerken
De grootte van een
afbeelding laten toenemen of
afnemen
1 Druk in het menu Bewerken op
(pagina 18) op g/G, selecteer
(Vergroten) als u een afbeelding wilt
vergroten of op (Verkleinen) als
u de afbeelding wilt verkleinen en
druk daarna op ENTER.
Iedere keer dat u op de toets drukt, wordt
de afbeelding groter of kleiner. U kunt de
afbeelding ook groter of kleiner maken
met behulp van de toetsen (inzoomen)
en (uitzoomen):
: tot 200% vergroot
: tot 60% verkleind
Opmerking
De beeldkwaliteit van een vergrote afbeelding kan
afhankelijk van het formaat afnemen.
Een afbeelding verplaatsen
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 18) op g/G, selecteer
(Draaien) en druk daarna op
ENTER.
Het menu Draaien wordt weergegeven.
Direct afdrukken
2 Selecteer de draairichting van de
afbeelding door op f/F te drukken
en druk daarna op ENTER.
• 90° rechtsom draaien: Iedere keer dat u
op ENTER drukt, draait de afbeelding
90° rechtsom.
• 90° linksom draaien:
Iedere keer dat u op ENTER drukt,
draait de afbeelding 90° linksom.
3 Druk op PRINT.
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 18) op g/G, selecteer
(Verplaatsen) en druk daarna op
ENTER.
De g/G/f/Fverschijnt links/rechts/
boven/onder de afbeelding en u kunt de
afbeelding verplaatsen.
2 Druk op g/G/f/F als u de
afbeelding wilt verplaatsen.
3 Druk op ENTER.
De afbeelding staat vast in de huidige
positie.
4 Druk op PRINT.
Vervolg
21
NL
Een afbeelding aanpassenEen speciaal filter aan een
afbeelding toevoegen
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 18) op g/G, selecteer
(Aanpassen) en druk daarna op
ENTER.
Het menu Aanpassen wordt weergegeven.
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 18) op g/G, selecteer
(Filter) en druk daarna op ENTER.
Het menu Filter wordt weergegeven.
2 Selecteer met een druk op f/F het
aanpassingsgereedschap van uw
keuze en druk daarna op ENTER.
Het aanpassingscherm van het
geselecteerde gereedschap verschijnt.
Wanneer "Helderheid" wordt geselecteerd.
.
2 Druk op f/F en selecteer het filter
dat u wilt toevoegen aan de
afbeelding.
• Geen filter: Er wordt geen speciaal
filter op de afbeelding gebruikt
(standaard-instelling).
Druk op g/Gals u een afbeelding wilt
aanpassen terwijl u gelijk het niveau
controleert.
De afbeelding vóór de aanpassing wordt
weergegeven in de linkerhelft van het
scherm en de aangepaste afbeelding wordt
weergegeven in de rechterhelft van het
scherm.
• Helderheid: Druk op G om het beeld
helderder te maken of g om het
donkerder te maken.
• Tint: Druk op G om het beeld een
groene tint te geven of g om het een
rode tint te geven.
• Verzadiging: Druk op G om de
kleuren dieper te maken of g om ze
lichter te maken.
• Scherpte: Druk op G als u de
contouren scherper wilt maken of g als
u de contouren zachter wilt maken.
3 Druk op ENTER.
De aanpassing wordt doorgevoerd.
4 Druk op PRINT.
• Eén kleur: Verandert alle kleuren
behalve de opgegeven kleur in een
grijsschaal.
• Tekenen: Maakt dat de afbeelding
eruitziet als een getekende foto.
Het "Tekenen" filter van de printer gebruikt de
technologie van Ichikawa Soft Laboratory.
• Stereffect: Voegt een sterachtig,
sterrenhemel effect toe aan de lichtbron
om de afbeelding met een sprankelend
effect af te drukken.
• Gedeeltelijk kleur: Maakt de
omgeving van het onderwerp in één
kleur zodat het onderwerp in het
midden wordt geaccentueerd.
• Sepia: Verandert de afbeelding zodat
het effect van een oude foto ontstaat
met vervaagde kleuren.
• Monochroom: Verandert de
afbeelding in een zwart-wit-beeld.
22
NL
• Visoog: Maakt dat de afbeelding er
uitziet als een foto die is gemaakt met
een supergroothoeklens (Fish-eye).
3 Druk op ENTER.
Het filter wordt toegepast.
Wanneer u "Stereffect", "Tekenen", of
"Eén kleur" hebt geselecteerd, wordt het
instelvenster weergegeven. Ga naar de
volgende stap.
4 Stel het niveau en het bereik in.
x Stereffect
1Selecteer "Niveau" met f/F en druk op
ENTER, pas het niveau aan met f/F en
druk daarna op ENTER.
Hoe hoger u het niveau instelt, des te
meer lichtbronnen lijken op sterren.
2Selecteer "Lengte" met f/F en druk op
ENTER, pas de lengte van licht aan met
f/F, en druk daarna op ENTER.
x Tekenen
Druk op f/F, pas de lengte van de lijn aan
en druk daarna op ENTER.
x Eén kleur
Een kleur selecteren uit opgegeven
kleuren
Druk op g/G, selecteer de kleur die u wilt
behouden en druk daarna op ENTER.
Een kleur van een foto selecteren
1Druk op f/F, selecteer "Selecteer
favoriete kleur." druk daarna op
ENTER.
De afbeelding wordt weergegeven met
de kleurenoppakgereedschap.
2Druk op g/G/f/F om het gedeelte te
specificeren dat een favoriete kleur
bevat en druk daarna op ENTER.
Direct afdrukken
3Druk op g/G om het bereik van de
geselecteerde kleur te specificeren.
De afbeelding wordt monochroom terwijl
de gespecificeerde kleur blijft.
4Druk op ENTER om de kleur en het
bereik te fixeren.
De afbeelding wordt monochroom
terwijl de gespecificeerde kleur blijft.
5 Druk op PRINT.
Tip
Om bovenstaande bewerkingen opnieuw uit te
voeren, selecteer "Geen filter"en voer de bewerkingen
opnieuw uit.
Vervolg
23
NL
Corrigeren van het
fenomeen rode ogen
Met het indrukken van AUTO TOUCH-UP kan
het fenomeen rode ogen van een onderwerp dat
u hebt vastgelegd met flitslicht niet worden
verminderd. U kunt de afbeelding handmatig
aanpassen.
Opmerking
Als u aanvullende bewerkingen na de rode ogen
correctie uitvoert, zoals het vergroten of verkleinen
van het formaat van de afbeelding, het draaien of
verplaatsen van een afbeelding, heeft de rodeogencorrectie mogelijk geen effect. Voer de rode
ogen correctie uit na de bewerkingshandelingen.
1 Druk in het menu Bewerken
(pagina 18) op g/G, selecteer
(Rode ogen-correctie) en druk
daarna op ENTER.
Het aanpassingskader verschijnt op de
afbeelding, en dit geeft het bereik voor de
rode-ogencorrectie aan.
Aanpassingskader
x Het aanpassingskader
verplaatsen
1Druk op g/G om (Verplaatsen) te
selecteren en druk op ENTER.
2Verplaats het kader met g/G/f/F.
Het kader verplaatst in de geselecteerde
richting.
3Druk op ENTER.
Het kader is gefixeerd in de huidige
positie.
x Het formaat van het
aanpassingskader wijzigen
Druk op g/G, selecteer (Vergroten) of
(Verkleinen) en druk op ENTER.
Iedere keer dat u op ENTER drukt, wordt
het kader groter of kleiner.
U kunt het formaat ook groter of kleiner
maken met behulp van de toetsen
(inzoomen) of (uitzoomen) op de
printer.
Tip
Maak de grootte van het aangepaste frame 2 tot
7 keer zo groot als de ooggrootte.
3 Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
Het bereik van de rode-ogencorrectie
wordt vergroot.
2 Pas de positie en het formaat van
het aanpassingskader aan.
Voer de rode rode-ogencorrectie
afzonderlijk uit voor het rechter-en het
linkeroog.
NL
24
4 Druk op ENTER.
De aanpassing wordt doorgevoerd.
Het menu voor de rode-ogencorrectie
wordt weergegeven.
Als u de rode-ogencorrectie wilt toepassen
op andere ogen, herhaalt u de stappen 2 tot
4.
5 Druk op g/G om te selecteren
en druk op ENTER.
Het menu Bewerken wordt weer
weergegeven.
6 Druk op PRINT.
De aanpassing herstellen
Druk in stap 5 op CANCELin plaats van op
ENTER.
Een bewerkte afbeelding
afdrukken
1 Druk op PRINT.
De aanduiding van het aantal afdrukken
wordt weergegeven.
2 Stel de afdrukhoeveelheid in.
• U kunt de afdrukhoeveelheid steeds met
één laten toenemen door herhaaldelijk
op f te drukken.
• U kunt het aantal afdrukken steeds met
één laten afnemen door herhaaldelijk
kort op F te drukken.
• U kunt het aantal afdrukken weer
terugzetten op 1 door gedurende langer
dan 2 seconden op F te drukken.
3 Druk op PRINT.
Een bewerkte afbeelding
opslaan
3 Stel de datum in.
Druk daarna op ENTER.Druk op g/G om
een item te selecteren (dag, maand, en
jaar), en druk op f/F om het getall te
selecteren, druk dan op ENTER.
Direct afdrukken
De bewerkte afbeelding via het menu
Bewerken of Creatief afdrukken wordt als
een nieuwe afbeelding opgeslagen. Een
dialoogvenster voor het specificeren van
het nieuwe afbeeldingsnummer
(mapnummer-bestandsnummer) wordt
weergegeven.
1 Selecteer (Opslaan) en druk
daarna op ENTER.
Het dialoogvenster dat wordt gebruikt om
de bestemmingsmap op te geven, wordt
weergegeven.
2 Selecteer de bestemming waar u de
afbeelding wilt opslaan.
Druk op f/F om "Memory Stick",
"CompactFlash", "SD-kaart", "xD-Picture
Card" or "Extern apparaat" te selecteren
en druk op ENTER.
Tip
Wanneer u "Extern apparaat" selecteert, wordt
mogelijk een dialoogvenster voor het selecteren
van een station weergegeven. Volg de
instructies voor het selecteren van een
bestemmingsstation.
Het dialoogvenster voor het instellen van
een datum wordt weergegeven. U kunt de
ingestelde datum bij de afbeelding
opslaan.
Tip
De oorspronkelijke afbeelding wordt niet
overschreven.
4 Druk op ENTER.
Opmerkingen
• Zet de printer niet uit, verwijder de geheugenkaart
niet uit de printer óf koppel het externe apparaat
niet los van de printer, wanneer de afbeelding
wordt opgeslagen. De printer, de geheugenkaart,
de USB-kaart of het externe apparaat kan
beschadigd raken of de gegevens kunnen verloren
gaan.
• U kunt ingebouwde opnamen niet opslaan.
25
NL
Uitvoeren "Creatief
afdrukken"
Het menu Creatief afdrukken
gebruiken
Opmerking
Afhankelijk van het formaat van het
afdrukpapier kunt u verschillende sjablonen
selecteren. Als u het sjabloon wilt opgeven is
het belangrijk dat u de printer eerst van het
juiste inktlint en afdrukpapier voorziet.
Selecteer vervolgens een sjabloon voor het
ingestelde formaat.
De bewerking halverwege ongedaan
maken
Druk op CANCEL Het venster van de vorige stap
wordt weergegeven. Afhankelijk van de stap is het
mogelijk dat u de bewerking niet ongedaan kunt
maken.
Het menu Creatief afdrukken verlaten
• Druk midden in de bewerkingen op MENU
en selecteer "Creatief afdrukken voltooid".
• Druk in de weergave van het
afdrukvoorbeeld van de afbeelding op g/G/f/F, om te selecteren en druk op
ENTER.
Het dialoogvenster voor het opslaan van een
afbeelding wordt mogelijk weergegeven
(pagina 25).
Tip
U kunt op MENU drukken wanneer u een Creatief
afdrukken uitvoert en een gedeelte van de
Afdrukinstelling-menu-items instellen.
Maken van een Scrapbook
1 Druk in het Creatief afdrukken
menu (pagina 19) op g/G/f/F, om
"Scrapbk mken" te selecteren en
druk daarna op ENTER.
Het venster voor het selecteren van een
thema wordt weergegeven.
2 Selecteer met een druk op g/G/f/F
het thema van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
Het venster voor het selecteren van
sjablonen van het geselecteerde thema
wordt weergegeven.
3 Selecteer met een druk op g/G/f/F
de sjabloon van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
Een afdrukvoorbeeld van het
geselecteerde sjabloon wordt
weergegeven.
4 Selecteer een afbeelding.
Wanneer u een sjabloon met meerdere
afbeeldingen selecteert, herhaalt u de
onderstaande procedures en selecteert u
een afbeelding voor elk gebied.
Afbeeldingsgebied
26
NL
1Druk op g/G/f/F om een
afbeeldingsgebied te selecteren en druk
op ENTER.
De indexweergave wordt weergegeven.
2Druk op g/G/f/F om de gewenste
afbeelding te selecteren en druk op
ENTER.
Het venster dat wordt gebruikt voor het
aanpassen van de afbeelding wordt
weergegeven.
5 Past het formaat, positie of andere
zaken van de geselecteerde
afbeelding aan.
Selecteer met een druk op g/G het
aanpassings-item van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
Aanpassingsgereedschap
ItemsProcedures
/Laat het formaat van een
afbeelding afnemen of
toenemen als u op de
toetsen op de printer drukt.
Verplaats de afbeelding
g/G/f/Fen druk
met
daarna op ENTER.
Iedere keer dat u op
ENTER drukt, draait de
afbeelding 90° rechtsom.
Druk op de toets op de
printer en een mislukte foto
waarbij er problemen zijn
met tegenlicht, onscherpte
of het verschijnsel van de
rode ogen wordt
automatisch aangepast.
(pagina 20)
6 Druk op g/G om te selecteren en
druk op ENTER.
De geselecteerde afbeelding wordt aan het
afbeeldinggebied toegevoegd.
Om een stempel toe te voegen, zie "Een
stempel opleggen" op pagina 31.
7 Druk op PRINT.
Zie pagina 25 als u de afbeelding wilt
opslaan.
Maken van een Kalender
1 Druk in het Creatief afdrukken
menu (pagina 19) op g/G/f/F, om
"Kalender" te selecteren en
druk daarna op ENTER.
Het venster dat wordt gebruikt voor het
selecteren van het kalender-sjabloon,
wordt weergegeven.
2 Selecteer met een druk op g/G/f/F
het sjabloon van uw keuze en druk
daarna op ENTER.
Het afdrukvoorbeeld van het geselecteerde
sjabloon wordt weergegeven.
AfbeeldingsgebiedKalendergebied
Tip
U kunt een afbeeldingsgebied of kalendergebied
in elke gewenste volgorde selecteren en
instellen.
Direct afdrukken
Vervolg
27
NL
3 Selecteer een afbeelding.
Selecteer een afbeelding voor elk gebied
wanneer u sjabloon met meerdere
afbeeldingen selecteert. Op pagina 26,
stap 4 vindt u hoe u een afbeelding kunt
selecteren. Wanneer u afbeelding(en)
selecteert, wordt het venster voor het
aanpassen van de afbeelding
weergegeven.
4 Pas de afbeelding aan.
Op pagina 27, stap 5 vindt u hoe u een
afbeelding kunt aanpassen. Wanneer u een
afbeelding aanpast, wordt de afbeelding
toegevoegd aan het afbeeldingsgebied.
5 Stel de kalender in.
1Druk op g/G/f/F om het
kalendergebied te selecteren en druk op
ENTER.
Het instelscherm voor de kalender
wordt weergegeven.
ItemInstellingen/
Procedures
StartdagStel de dag van de week in
(uiterst links op de kalender
geplaatst). Druk op f/F,
selecteer "Zondag" of
"Maandag". Druk daarna op
ENTER.
Dagkleur Stel de kleur in waarin de
zondag en zaterdag worden
weergegeven op de
kalender. Druk op G en
daarna op f/F om de
gewenste kleur voor zondag
en zaterdag te selecteren.
Druk daarna op ENTER.
2Druk op f/F om het item te selecteren
dat u wilt instellen en druk dan op
ENTER.
ItemInstellingen/
Start J/M Stel de eerste maand en het
NL
28
Procedures
jaar in waarmee de kalender
begint. Druk op
selecteer de maand of het
jaar en stel het nummer in
door op f/F te drukken.
Druk op ENTER.
g/G,
Loading...
+ 64 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.