Sony DPP-FP95 User Manual [nl]

Printer voor digitale foto’s

DPP-FP85/FP95

3-285-420-42 (1)

Voordat u begint

Voorbereidingen

Direct afdrukken

Gebruiksaanwijzing

Voordat u deze printer gaat gebruiken, moet u de bijgeleverde "Lees dit eerst" , "Over afdrukpakketen" en deze "Gebruiksaanwijzing" aandachtig doorlezen. Bewaar de handleidingen voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt.

Afdrukken vanaf een PictBridge digitale camera

Afdrukken vanaf een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth

Afdrukken vanaf een PC

Foutmeldingen

Oplossen van problemen

Aanvullende informatie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

© 2008 Sony Corporation

Lees de bijgeleverde "Lees dit eerst" en

"Over afdrukpakketen" door.

 

 

 

 

 

WAARSCHUWING

Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht. Zo kunt u het risico op brand of elektrische schokken verkleinen.

Waarschuwing voor klanten in Europa

Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die zijn uiteengezet in de EMCrichtlijn voor het gebruik van een aansluitsnoer van minder dan 3 meter.

Let op

De elektromagnetische velden kunnen bij de opgegeven frequenties het beeld van deze digitale fotoprinter beïnvloeden.

Opmerking

Als de gegevensoverdracht wordt onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit of elektromagnetische storing, moet u de toepassing opnieuw starten of de verbindingskabel (USB, enzovoort) loskoppelen en opnieuw aansluiten.

Kennisgeving voor klanten in de landen waar EU-richtlijnen van toepassing zijn

De fabrikant van dit product is Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en productveiligheid is Sony Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland. Voor kwesties met betrekking tot service of garantie kunt u het adres in de afzonderlijke serviceen garantiedocumenten gebruiken.

Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen)

Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een

plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd,

voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.

Het kopiëren, bewerken of afdrukken van CD’s, televisieprogramma’s, auteursrechtelijk beschermde materialen, zoals beelden en publicaties, en alle andere materialen met uitzondering van eigen opnamen en creaties is beperkt tot huishoudelijk of privé-gebruik. Tenzij u in het bezit bent van de auteursrechten of toestemming hebt van de houder van de auteursrechten om deze materialen te kopiëren, kan gebruik van deze materialen een overtreding van de auteursrechtwetten betekenen en moet u wellicht schadevergoeding betalen aan de houder van de auteursrechten.

Als u foto’s gebruikt met deze printer, moet u ervoor zorgen dat u de auteursrechtwetten niet overtreedt. Ongeoorloofd gebruik of aanpassing van portretten van andere personen kan ook een inbreuk op hun rechten betekenen.

Op bepaalde demonstraties, optredens en tentoonstellingen is het nemen van foto’s niet toegestaan.

Reservekopiëen

U kunt het beste een reservekopie van uw gegevens opslaan om gegevensverlies door een bedieningsfout of storing van de printer te voorkomen.

2 NL

Informatie

IN GEEN GEVAL IS DE VERKOPER AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIRECTE OF INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE SOORT DAN OOK, OF VOOR VERLIEZEN OF KOSTEN ALS GEVOLG VAN EEN DEFECT PRODUCT OF HET GEBRUIK VAN EEN PRODUCT.

Sony is niet aansprakelijk voor enige incidentele schade of gevolgschade of verlies van opgenomen gegevens als gevolg van het gebruik van of een storing aan de printer of de geheugenkaart.

Opmerkingen over het LCD-scherm

Het weergegeven beeld heeft niet dezelfde beeldkwaliteit en kleuren als het afgedrukte beeld omdat de fosformethoden en-profielen anders zijn. U moet het weergegeven beeld beschouwen als indicatie.

Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan verkleuren, waardoor een storing wordt veroorzaakt.

Als het LCD-scherm langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden.

Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van precisietechnologie, waardoor meer dan 99,99% van de pixels effectief bruikbaar is. Deze punten duiden niet op fabricagefouten en hebben geen enkele invloed op de afdrukken.

In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.

Handelsmerken en auteursrechten

• "BRAVIA", BRAVIA Sync,

 

, Cyber-shot,

, "Memory Stick",

 

 

 

 

 

 

,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

"Memory Stick Duo",

 

 

 

,

 

 

 

 

"MagicGate Memory Stick", "Memory Stick PRO",

 

 

 

 

, "Memory Stick PRO Duo",

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

, "Memory Stick PRO-HG

 

 

 

 

 

 

 

 

Duo",

 

 

 

 

 

 

 

 

 

, "Memory Stick

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Micro",

 

 

 

 

 

 

,

 

 

, "Memory

 

 

 

 

 

 

 

 

Stick-ROM",

 

 

 

 

 

 

 

, "MagicGate",

 

 

 

 

 

 

 

en

 

 

 

 

zijn handelsmerken van Sony

 

 

 

Corporation.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

HDMI, en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.

Microsoft, Windows, Windows Vista en DirectX zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.

Intel en Pentium zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Intel Corporation.

CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation in de V.S.

of xD-Picture CardTM is een handelsmerk van FUJIFILM Corporation.

is een handelsmerk van FotoNation Inc. in de Verenigde Staten.

is een handelsmerk van Ichikawa Soft Laboratory.

Alle andere bedrijven en productnamen die hierin worden vermeld, kunnen de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van hun respectieve bedrijven. Bovendien worden "™" en "®" niet elke keer vermeld in deze gebruiksaanwijzing.

Dit apparaat is voorzien van een functie voor gezichtherkenning. Er wordt gebruik gemaakt van Sony Face Recognition-technologie die ontwikkeld is door Sony.

Het Bluetooth woordmerk en logo's zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van dergelijke merken door Sony Corporation gebeurt onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn van hun respectievelijke eigenaren.

Zlib

© 1995-2002 Jean-loup Gailly and Mark Adler

Bevat iType™ en lettertypen van Monotype Imaging Inc.

iType™ is een handelsmerk van Monotype Imaging Inc.

3 NL

Kennisgeving voor gebruikers

Programma © 2008 Sony Corporation

Documentatie © 2008 Sony Corporation

Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding en de software die hierin wordt beschreven, geheel of gedeeltelijk, mogen niet worden gereproduceerd, vertaald of omgezet in een machineleesbare vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Sony Corporation.

IN GEEN GEVAL IS SONY CORPORATION AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE OF GEVOLGSCHADE HETZIJ ONDER DWANG, CONTRACT OF ANDERSZINS VOORTKOMEND UIT OF IN VERBAND MET DEZE HANDLEIDING, DE SOFTWARE OF ANDERE INFORMATIE DIE HIERIN WORDT VERMELD OF HET GEBRUIK ERVAN.

Door het zegel van de CD-ROM-verpakking te verbreken, accepteert u alle bepalingen en voorwaarden van deze overeenkomst. Als u deze bepalingen en voorwaarden niet accepteert, retourneert u de ongeopende CD-ROM-verpakking samen met de rest van het pakket aan de handelaar bij wie u het pakket hebt gekocht.

Sony Corporation behoudt zich het recht voor om te allen tijde deze handleiding of de informatie in deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.

De software die hierin wordt beschreven, kan ook vallen onder de bepalingen van een afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst.

Ontwerpgegevens, zoals de voorbeelden in deze software, mogen uitsluitend voor persoonlijk gebruik worden aangepast of gekopieerd. Het ongeoorloofd kopiëren van deze software is volgens de auteursrechtwetten verboden.

Houd er rekening mee dat het ongeoorloofd kopiëren of aanpassen van portretten van andere personen of van auteursrechtelijk beschermd werk een inbreuk op de rechten van de houders van de auteursrechten kan betekenen.

U wordt wellicht verwezen naar de bijgeleverde "Lees dit eerst" en "Over afdrukpakketen" als deze gedetailleerde beschrijvingen bevat.

Over de afbeeldingen en schermen die in deze handleiding worden gebruikt

In de afbeeldingen en de schermen die in deze handleiding worden gebruikt, wordt de DPPFP95 weergegeven, tenzij anders aangegeven.

4 NL

Inhoudsopgave

 

Kennisgeving voor gebruikers ........

4

Voordat u begint

 

Aanduiding van de onderdelen .......

7

Voorbereidingen

 

De inhoud van de verpakking

 

controleren .....................................

9

Het inktlint instellen ........................

9

Het afdrukpapier inleggen .............

10

Aansluiten op de netspanning .......

12

Direct afdrukken

 

LCD-schermweergave ..................

13

Een afdrukvoorbeeld van een

 

afbeelding bekijken ........................

13

Indexweergave ................................

14

Eenvoudig afdrukken ....................

15

Een geheugenkaart plaatsen ...........

15

Geselecteerde afbeeldingen

 

afdrukken .......................................

16

Genieten van diverse afdrukmogeli-

jkheden .........................................

18

Een mislukte foto automatisch

 

corrigeren (AUTO TOUCH-UP) ......

20

Een afbeelding bewerken ..............

21

De grootte van een afbeelding laten

 

toenemen of afnemen .....................

21

Een afbeelding verplaatsen .............

21

Een afbeelding draaien ...................

21

Een afbeelding aanpassen ..............

22

Een speciaal filter aan een afbeelding

toevoegen ......................................

22

Corrigeren van het fenomeen rode

 

ogen ...............................................

24

Een bewerkte afbeelding

 

afdrukken .......................................

25

Een bewerkte afbeelding opslaan ...

25

Uitvoeren "Creatief afdrukken" ......

26

Maken van een Scrapbook .............

26

Maken van een Kalender ................

27

Een bericht op een afbeelding

 

leggen. ...........................................

29

Een kader toevoegen ......................

32

Opmaakafdrukken maken ...............

32

Een ID-foto maken .........................

33

Batch Afdruk uitvoeren (Indexafdruk/

DPOF-afdruk/Alles afdrukken) ......

34

Een diavoorstelling bekijken .........

35

De diavoorstelling tonen ................

35

Apart zetten voor afdrukken ............

35

Afdrukken .......................................

35

Bestandsbewerkingen ...................

36

Afbeeldingen kopiëren ...................

36

Geselecteerde afbeeldingen

 

verwijderen ....................................

37

Formatteren van een "Memory

 

Stick" .............................................

38

De afdrukinstelling wijzigen ..........

38

De Beeld/printerinstelling

 

wijzigen ........................................

41

Afdrukken vanaf een High Definition-

TV-toestel .....................................

43

Aansluiten op een televisie .............

43

Procedures voor het afdrukken .......

44

Regeling voor HDMI ......................

45

Aan BRAVIA PhotoTV HD ...............

45

Vervolg

5 NL

Wat is “BRAVIA Sync” ...................

45

Afdrukken vanaf een extern

 

apparaat .......................................

46

Afdrukken vanaf een

 

PictBridge digitale camera

Afdrukken vanaf een PictBridge

 

digitale camera .............................

47

Afdrukken vanaf een

 

apparaat dat geschikt is

 

voor Bluetooth

 

Afdrukken vanaf een apparaat dat

 

geschikt is voor Bluetooth ............

48

Profielen die geschikt zijn voor

 

Bluetooth-communicatie ................

48

Voorbereidingen: DPPA-BT1

 

verbinden .......................................

48

Afdrukken ......................................

49

Een afbeelding overzetten op een

 

geheugenkaart ...............................

49

Afdrukken vanaf een PC

 

Afdrukken vanaf een PC ................

51

De software installeren .................

51

Systeemvereisten ...........................

51

Het printerstuurprogramma

 

installeren ......................................

52

Het printerstuurprogramma

 

deïnstalleren ..................................

54

Installeren van de Picture Motion

 

Browser .........................................

55

De-installeren van de Picture Motion

Browser .........................................

56

Foto's afdrukken vanaf de Picture

 

Motion Browser ............................

56

Een bladermap registreren ..............

60

Afdrukken stoppen ..........................

60

Afdrukken vanuit in de handel

 

verkrijgbare softwareapplicatie .......

61

Foutmeldingen

 

Als een foutmelding verschijnt .....

62

Oplossen van problemen

 

Als er problemen zijn ....................

65

Bij papierstoringen .......................

77

Reinigen .......................................

78

Aanvullende informatie

 

Voorzorgsmaatregelen .................

79

Voor veiligheid ...............................

79

Over de installatie ...........................

79

Over het reinigen ............................

80

Over de beperkingen op het

 

kopiëren .........................................

80

Over de geheugenkaarten .............

80

"Memory Stick" ..............................

80

SD-kaart .........................................

81

xD-Picture Card ..............................

82

CompactFlash-kaartje .....................

82

Opmerkingen over het gebruik van een

geheugenkaart ................................

82

Specificaties .................................

83

Afdrukbereik ...................................

85

Woordenlijst .................................

86

Index ............................................

87

6 NL

Voordat u begint

Aanduiding van de onderdelen

Zie voor nadere bijzonderheden de bladzijden die tussen haakjes worden genoemd.

Afbeeldingen zijn van de DPP-FP95. De plaatsing van de toetsen en de namen van de DPP-FP85 zijn gelijk, maar het LCD-scherm heeft andere afmetingen.

Voorpaneel van de printer

A1 (aan/stand-by) schakelaar/

(stand-by) aanduiding

B MENU-toets

C (Indexweergave)

(uitzoomen)/ (inzoomen) toetsen

(.pagina 15)

D LCD-scherm

type 2,5 DPP-FP85 type 3,6 DPP-FP95

E ENTER-toets

F Pijl (g/G/f/F) toetsen

GAUTO TOUCH-UP-toets (.pagina 20)

H PRINT-toets/aanduiding

I CANCEL-toets

J"Memory Stick PRO"-sleuf (Standard/Duo) (.pagina 15)

KSD-kaart/xD-Picture Cardsleuf (.pagina 15)

LCompactFlash-kaartsleuf (.pagina 15)

M Klep van de papierladehouder

N Papierladehouder (.pagina 11)

O Toegangslampje

PUitwerphendel voor het inktlint (.pagina 9)

QInktlint (niet bijgeleverd) (.pagina 9)

RKlep voor inktlinthouder (.pagina 9)

begint u Voordat

Vervolg

7 NL

Achterpaneel van de printer

AHendel

Breng, wanneer u de printer draagt, de hendel omhoog, zoals de illustratie hieronder laat zien.

Zet de hendel terug in de oorspronkelijke stand, wanneer u de printer gebruikt.

Opmerkingen

Het is belangrijk dat, wanneer u de printer draagt, u de geheugenkaarten, de externe apparaten, de papierlade, netspanningsadapter en de andere kabels verwijdert. Er zouden anders storingen kunnen optreden.

Zet, wanneer u de DPP-FP95 gebruikt, het LCD-paneel in de oorspronkelijke stand.

B Ventilatieopeningen

C Papieruitgang

DDC IN 24 V-aansluiting (.pagina 12)

Steek de geleverde netspanningadapter in deze aansluiting. Steek vervolgens de stekker van de netspanningsadapter in het stopcontact.

Linkerzijpaneel van de printer

EHDMI OUT (uitgangs)-connector (.pagina 43)

Sluit, wanneer u de printer gebruikt met een High-definition-TV-toestel, een HDMI-kabel aan op deze aansluiting.

F USB-aansluiting (.pagina 53)

Sluit, wanneer u de printer in PC-stand gebruikt, een USB-kabel aan op deze aansluiting.

GPictBridge/EXT INTERFACEaansluiting (.pagina 46 tot 48)

Wanneer u een digitale camera gebruikt die geschikt is voor PictBridge, kunt u een toestel voor massa-opslag, zoals een USB-geheugen of een apparaat voor het opslaan van foto's, een Bluetooth USB-adapter (DPPA-BT1*) of een ander extern USB-apparaat op deze aansluiting aansluiten.

(*In sommige regio's wordt de DPPABT1Bluetooth USB-adapter niet verkocht.)

8 NL

Voorbereidingen

De inhoud van de verpakking controleren

Controleer of de volgende accessoires met uw printer worden bijgeleverd.

Papierlade (1)

Netspanningsadapter (1)

Netsnoer*1 (1)

Reinigingscartridge (1)/Reinigingsvel (1)

CD-ROM (Windows Software Printerstuurprogramma Ver.1.0 en Picture Motion Browser Ver.3.0) (1)

Gebruiksaanwijzing (dit boekje)

Lees dit eerst (1)

Over afdrukpakketen (1)

Garantie (In sommige regio's wordt geen garantie bijgeleverd.) (1)

Gebruiksrechtovereenkomst van Sony (1)

*1 De vorm van de stekker en de specificaties van het netsnoer verschillen afhankelijk van de regio waar u de printer hebt aangeschaft.

Over Sony Print Packs (niet bijgeleverd)

Wij verzoeken u een als optie verkrijgbaar en voor de printer ontworpen Sony afdrukpakket voor kleuren te gebruiken. Voor informatie, zie de meegeleverde "Over afdrukpakketen".

Het inktlint instellen

1 Trek de klep voor de inktlinthouder open.

2 Zet het inktlint in de richting van de pijl totdat het op zijn plaats klikt.

3 Sluit de klep van de inktlinthouder.

Het inktlint uitnemen

Duw de blauwe uitwerphendel voor het inktlint omhoog en neem het gebruikte inktlint uit de printer.

Vervolg

Voorbereidingen

9 NL

Opmerkingen

Raak het inktlint niet aan en zet het niet op een stoffige plek. Vingerafdrukken of stof op het inktlint kunnen minder goede afdrukken tot gevolg hebben.

Wind het inktlint niet opnieuw op en gebruik het opnieuw opgewonden inktlint niet opnieuw voor het afdrukken. Anders worden geen goede afdrukresultaten bereikt en kunnen er zelfs storingen optreden. Als het niet lukt het inktlint op zijn plaats te klikken, verwijder het dan en plaats het daarna opnieuw. Alleen wanneer het inktlint niet voldoende is opgewonden en u het niet kunt inzetten, drukt u op het middelste gedeelte van het lint en windt u het lint op in de richting van de pijl zodat de vrije slag in het lint verdwijnt.

Wind het lint niet op in de richting zoals hier afgebeeld.

Haal het inktlint niet uit elkaar.

Trek het inktlint niet uit de inktcartridge.

Haal het inktlint niet uit de printer tijdens het printen.

Berg het inktlint niet op een plaats waar hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht direct toegang heeft. Berg het op op een koele en donkere plaats en gebruik het korte tijd na de productiedatum. De kwaliteit van het inktlint kan afnemen afhankelijk van de omstandigheden waaronder het wordt bewaard. Het gebruik van een dergelijk inktlint kan gevolgen hebben voor de afdrukresultaten en wij kunnen daarvoor geen garantie of vergoeding bieden.

Het afdrukpapier inleggen

1 Open de afdekplaat van de papierlade.

Pak de afdekplaat van de papierlade aan weerszijden vast (aangeduid met de pijlen) en open de afdekplaat van de papierlade.

2 Leg het afdrukpapier in de papierlade.

10 NL

3 Sluit de afdekplaat van de papierlade.

4 Open de schuif.

5 Schuif de papierlade in de printer.

Opmerkingen

U kunt tot 20 vel afdrukpapier in de lade doen. Maak het afdrukpapier grondig los. Leg het afdrukpapier zo in de printer dat het beschermvel bovenop ligt. Verwijder vervolgens het beschermvel.

Leg het afdrukpapier met de afdrukzijde (de nietbedrukte zijde) omhoog in de printer.

Raak het afdrukoppervlak niet aan. Vingerafdrukken of verontreiniging op het afdrukoppervlak kunnen leiden tot onvolkomenheden in de afdruk.

Buig het afdrukpapier niet en snijd het afdrukpapier niet los van de perforaties vóór het afdrukken.

Voorkom dat er papier vast komt te zitten in de printer of dat de printer niet goed functioneert, het is belangrijk dat u:

Niet op het afdrukpapier schrijft of typt.

Geen stickers of zegels op het afdrukpapier plakt.

Wanneer u afdrukpapier toevoegt in de papierlade, dient u erop te letten dat er in totaal niet meer dan 20 vellen afdrukpapier in de lade zit.

Geen verschillende typen afdrukpapier bij elkaar in de papierlade legt.

Niet afdrukt op gebruikt afdrukpapier. Het twee keer afdrukken van dezelfde afbeelding op hetzelfde vel papier maakt de afbeelding niet dikker.

Gebruik het afdrukpapier alleen voor deze printer.

Gebruik het afdrukpapier dat zonder afdruk uit de printer komt niet nogmaals.

Opmerkingen over het opslaan van papier

Als u papier in de lade wilt opbergen, verwijdert u de papierlade uit de printer en sluit u de schuif van de papierlade.

Berg papier niet gedurende langere tijd op met de bedrukte oppervlakken tegen elkaar of in contact met rubberen of kunststof producten die vinylchloride bevatten of die zijn geplastificeerd; hierdoor kunnen kleurveranderingen ontstaan of kan de kwaliteit van de afgedrukte afbeelding afnemen.

Berg het afdrukpapier niet op op een plaats waar hoge temperaturen of een hoge luchtvochtigheid heerst, waar het zeer stoffig is of waar het zonlicht direct toegang heeft.

Wanneer u een gedeeltelijk gebruikt pak afdrukpapier opbergt, plaats het dan in de oorspronkelijke of vergelijkbare verpakking.

Voorbereidingen

11 NL

Aansluiten op de netspanning

1 Steek de stekker van de netspanningadapter in de DC IN 24

V-aansluiting aan de achterzijde van 10 cm de printer.

2 Steek de ene stekker van het netsnoer in de aansluiting van de netspanningsadapter en de andere stekker in het stopcontact.

Opmerkingen

Plaats de printer niet op een instabiele ondergrond, zoals een wankele tafel.

Netspanningsadapter

• Bewaar voldoende ruimte rondom de printer. Het

 

Naar het

afdrukpapier komt tijdens het afdrukken enkele

Netsnoer

stopcontact

keren uit de achterzijde te voorschijn. Houd 10 cm

 

 

 

of meer ruimte aan aan de achterzijde van de

 

 

printer.

 

 

Sluit de netspanningsadapter aan op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact dicht bij de printer. Als er iets misgaat bij het gebruik van de adapter, verbreek dan onmiddellijk de netspanning door de stekker uit het stopcontact te trekken.

Sluit de stekker van de netspanningadapter niet kort met een metalen voorwerp, dit zou tot storingen kunnen leiden.

Gebruik de Netspanningsadapter niet in een kleine ruimte zoals tussen een muur en meubilair.

Nadat u klaar bent met het gebruik van de netspanningadapter, trek de plug dan uit de DC IN 24 V-aansluiting van de printer en de netspanning.

Zo lang de stekker in het stopcontact zit, is de printer aangesloten op de netspanning, zelfs als de printer zelf is uitgeschakeld.

12 NL

Sony DPP-FP95 User Manual

Direct afdrukken

LCD-schermweergave

Een afdrukvoorbeeld van een afbeelding bekijken

Schermweergave Aan

Schermweergave Uit

Schermweergave Details

U kunt een andere weergave van het afdrukvoorbeeld van een afbeelding kiezen door "Schermweergave" in te stellen in het menu Beeld/printerinstelling.

Druk op g/G als u een andere afbeelding wilt weergeven.

AAanduidingen invoer/instelling

Er worden aanduidingen voor de invoer en informatie over de instellingen voor een afbeelding weergegeven.

Pictogr Betekenis ammen

"Memory Stick"-invoer

CompactFlash kaart invoer

SD-kaart-invoer

xD-Picture Card-invoer

Extern Apparaat invoer

Aanduiding beveiliging

Aanduiding DPOF afdrukinstelling

Aanduiding bijbehorend bestand (Wordt weergegeven wanneer er een bijbehorend bestand is zoals een bestand met bewegende beelden of een miniatuur e-mail- beeldbestand.)

Geeft aan Datumafdruk "Aan".

Geeft aan Datumafdruk (Datum/Tijd) "Aan".

Geeft aan"Patroon 1" (Randen).

Geeft aan"Patroon 2" (Randen).

Geeft aan Pagina’s per vel 4 "Aan".

Geeft aan Pagina’s per vel 9 "Aan".

Geeft aan Pagina’s per vel 16 "Aan".

Vervolg

afdrukken Direct

13 NL

BAantal geselecteerde afbeeldingen/Totaal aantal afbeeldingen

CAanduiding inktlint

P: P-afmeting

C: Reinigingscartridge

DAfbeeldingsnummer (mapbestandsnummer)*

(*Alleen voor DCF-geschikte bestanden. In het geval van andere bestandsindelingen, wordt slechts een deel van de bestandsnaam weergegeven.)

E Bedieningstips

FOpname of opslag-datum (*dag/ maand/jaar)

G Instelling afdrukhoeveelheid

HGedetailleerde informatieweergave

Indexweergave

Geeft een lijst weer van de afbeeldingen die op het geselecteerde medium (Indexweergave)staan. U kunt de indexweergave wijzigen door "op bestand" of "op datum" te selecteren in het menu Indexweergave.

Indexweergave "op bestand"

De afbeeldingen worden in de lijst opgevoerd in de volgorde van hun bestandsnamen.

Indexweergave "op datum"

De afbeeldingen worden in de lijst opgevoerd op datum dat zij zijn genomen of opgeslagen.

ACursor (oranje kader)

U kunt de cursor verplaatsen (selectie) door te drukken op g/G/f/F.

B Instelling aantal afdrukken

C Bedieningstips

DBladerbalk

Geeft de positie van de afbeelding aan in het totale aantal afbeeldingen.

EOpnamedatum (*dag, maand, en jaar)

*De fabrieksinstellingen verschillen afhankelijk van het land of gebied waar de printer is gekocht.

Als u de printer gaat gebruiken, dient u elk item in te stellen. U kunt de volgorde van de maand, dag en het jaar wijzigen (pagina 42).

Opmerking

Als het aantal afbeeldingen de 2.000 overschrijdt, dan kunnen de afbeeldingen niet meer op datum worden weergegeven. Ze worden dan weergegeven op bestandsnamen.

14 NL

Het schakelen van de weergave van afdrukvoorbeeld en indexweergave

U kunt als volgt een andere weergave kiezen:

De indexweergave weergeven

Druk in een afdrukvoorbeeld van een

afbeelding op (Indexweergave)/

(Verkleinen).

Wanneer een afbeelding is vergroot, drukt u herhaaldelijk op . Een afbeelding wordt verkleind tot de oorspronkelijke schaal en daarna wordt de indexweergave weergegeven.

Een weergave van een afdrukvoorbeeld weergeven

Druk in de indexweergave op g/G/f/F zodat de cursor naar de

afbeelding van uw keuze wordt verplaatst en druk op ENTER of (Vergroten). De weergave verandert van de indexweergave in een weergave van afdrukvoorbeeld van de afbeelding.

Een afbeelding vergroten

Druk in een weergave van een afdrukvoorbeeld van een afbeelding herhaaldelijk op (Vergroten). De afbeelding is vergroot tot 5 keer de originele schaal.

Eenvoudig afdrukken

Een geheugenkaart plaatsen

Plaats een geheugenkaart in de juiste sleuf met de labelkant naar boven gericht tot deze vastklikt op zijn plaats, ("Memory Stick", "Memory Stick Duo", CompactFlash kaart, SD-kaart of een xD-Picture Card) die beelden bevat om af te drukken. Op de pagina's 80 tot 82 vindt u de typen geheugenkaarten die u bij deze printer kunt gebruiken.

Toegangslampje

Met de label omhoog (xD-Picture Card, SDkaart, CompactFlash kaart, of "Memory Stick", ("Memory Stick Duo") van af de linkerzijde)

Een geheugenkaart uitwerpen

Als u de geheugenkaart uit de sleuf wilt nemen, trekt u de kaart langzaam naar buiten in de tegengestelde richting dat ze ingeschoven was.

Vervolg

afdrukken Direct

15 NL

Opmerkingen

Plaats alleen de geheugenkaart die u voor het afdrukken wilt gebruiken. Wanneer meerdere geheugenkaarten zijn geplaatst, heeft de geheugenkaart die het eerst is geplaatst prioriteit.

The printer ondersteunt kaarten van zowel standaardformaat als klein formaat. Een Memory Stick Duo-adapter is niet nodig.

De SD-kaart/xD-Picture Card sleuf detecteert automatisch het kaarttype.

Volg de stappen op de pagina's 80 tot 82 , als u een geheugenkaart wilt gebruiken.

Geselecteerde afbeeldingen afdrukken

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de afbeeldingen op een geheugenkaart of op een extern apparaat op het LCD scherm van de printer kunt weergeven en de geselecteerde afbeeldingen kunt afdrukken (Direct Printen). Zie pagina 46 voor aanwijzingen voor het afdrukken van een extern apparaat.

1 Zet de printer aan door op de schakelaar 1 (aan/standby) te drukken.

De standby aanduiding van de printer gaat geel-groen branden. Een afbeelding die op de geheugenkaart of op een extern apparaat is opgeslagen, wordt op het LCD-scherm weergegeven.

2 Geef de afbeelding die u wilt afdrukken, weer door op g/G te drukken.

3 Stel de afdrukhoeveelheid in.

Als u één vel van de weergegeven afbeelding wilt afdrukken, slaat u deze procedure over en gaat u naar de volgende stap.

Geef de aanduiding van het aantal afdrukken weer door op ENTER te drukken. Druk daarna op f/F zodat u het aantal afdrukken kunt opgeven en druk op ENTER.

4 Druk op PRINT.

Wanneer de toets PRINT groen brandt, is de printer gereed voor het maken van afdrukken. Alle afbeeldingen waarvoor u een aantal voor de afdrukken hebt ingesteld, worden afgedrukt.

Meerdere afbeeldingen afdrukken

Herhaal de stappen 2 en 3.

Het aantal afdrukken wijzigen

Breng de afbeelding waarvan u het aantal afdrukken wilt wijzigen op het scherm en geef de aanduiding van het aantal afdrukken weer door op ENTER te drukken. Druk daarna op f/F zodat u het aantal afdrukken kunt instellen en druk dan op ENTER.

Selecteert u "0", dan worden er geen afdrukken gemaakt.

Vergroten van een af te drukken afbeelding (Afdruk kaderen)

Druk op (Vergroten). U kunt een afbeelding tot vijf keer de oorspronkelijke schaal vergroten.

Druk op AFDRUKKEN, zodat het afdrukvoorbeeld wordt weergegeven. Druk nogmaals op AFDRUKKEN om de weergave van het afdrukvoorbeeld af te drukken.

Druk op (Verkleinen) als u terug wilt naar de oorspronkelijke afmeting.

Opmerkingen

Het is belangrijk dat u de printer tijdens het afdrukken nooit verplaatst of uitzet, het inktlint of het afdrukpapier zou vast kunnen komen te zitten. Als u de printer uitzet, laat de papierlade dan in de printer zitten en zet de printer weer aan. Ga verder met afdrukken nadat het papier uit de printer komt.

Haal niet de papierlade uit de printer tijdens het afdrukken. Er zou zich anders een storing kunnen voordoen.

Het afdrukpapier komt tijdens het afdrukken enkele keren te voorschijn. Raak het papier dat te voorschijn komt niet aan en trek er niet aan.

Zie pagina 77, als er papier in de printer blijft steken.

16 NL

Over afbeeldingen in de printer

Als u op ENTER drukt, terwijl niets is aangesloten op de printer, worden de afbeeldingen die in de printer zijn opgeslagen, weergegeven. U kunt de ingebouwde afbeeldingen aanpassen of afdrukken.

Over het selecteren van invoer

De printer is niet uitgerust met een schakelaar voor het selecteren van de invoer. Wanneer u een geheugenkaart in de printer steekt of extern apparaat op de printer aansluit, worden de afbeeldingen op te aangesloten media automatisch weergegeven. Als meerdere geheugenkaarten of een extern apparaat zijn aangesloten, hebben de media die het eerst zijn aangesloten prioriteit.

Wanneer u de printer aanzet terwijl er meerdere media zijn geplaatst of aangesloten, neemt de printer de media waar in de volgorde "Memory Stick", CompactFlash kaart, SD-kaart, xDPicture Card, en daarna extern apparaat dat aangesloten is op PictBridge/EXT INTERFACE-aansluiting.

Op demonstratiestand

Als er vijf seconden verstrijken, zonder dat een geheugenkaart of extern apparaat is aangesloten, gaat de printer over in demonstratiestand.

Door te drukken op een toets, of door een geheugenkaart of extern apparaat aan te sluiten, wordt de demonstratiestand beëindigd.

afdrukken Direct

17 NL

Genieten van diverse afdrukmogelijkheden

Bediening met behulp van de printertoetsen

AUTO TOUCH-UP

Druk op MENU.

AUTO TOUCH-UP-aanpassing

.pagina 20

Niet alleen de automatische aanpassing Auto Fine Print5 vindt plaats, maar ook de volgende aanpassingen worden uitgevoerd:

Huidcorrectie

Belichtingscorrectie (de functie gezichtherkenning gebruiken)

Focuscorrectie

Rode ogen-correctie

U kunt AUTO TOUCH-UP aanpassing tijdens Bewerken of Creatief afdrukken menubewerkingen gebruiken.

• Selecteer met een druk op g/G een item van uw keuze en druk daarna op ENTER.

• Druk opnieuw op MENU als u het menu wilt afsluiten.

1 Bewerken .pagina 21

U kunt het formaat, de positie, de tint of andere beeldeigenschappen van de geselecteerde afbeelding aanpassen.

Items Procedures

/Vergroot of verkleint het formaat van een afbeelding.

Verplaatst een afbeelding.

Draait een afbeelding.

Past de beeldkwaliteit van een afbeelding aan.

Voegt een filter aan een afbeelding toe.

Items Procedures

Vermindert het verschijnsel van de rode ogen.

Maakt de bewerkingen die u zojuist hebt uitgevoerd ongedaan en brengt de afbeelding terug in de status van vóór de bewerking.

Slaat de bewerkte afbeelding op.

Door op de toets AUTO TOUCHUP te drukken worden belichting, scherpstelling, rode-ogen en andere correcties automatisch aangepast.

Drukt een bewerkte afbeelding af.

Sluit het menu Bewerken af.

18 NL

2 Creatief afdrukken .pagina 26

U kunt een Kalender, ID Photo of diverse andere afdrukken maken.

Scrapbk mken

 

Kalender

 

Opleggen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Fotolijst

Lay-outafdruk

ID-foto

 

 

3 Batch afdrukken .pagina 34

U kunt een reeksen afdrukken maken zoals met "Indexafdruk" "DPOFafdruk" en "Alles afdrukken".

Indexafdruk

4 Diavoorstelling .pagina 35

U kunt een diavoorstelling maken van de afbeeldingen die zijn opgeslagen op een geheugenkaart of op een extern apparaat. U kunt ook een diavoorstelling van de "Creatief afdrukken" afdrukken uitvoeren.

5

 

Afdrukinstelling

 

6

 

Beeld/printerinstelling

 

 

.pagina 38

 

 

 

.pagina 41

afdrukken Direct

7 Bestandsbewerking .pagina 36

Afbeeldingen tussen geheugenkaarten kopiëren

Een afbeelding verwijderen

Een "Memory Stick" formatteren

19 NL

Een mislukte foto automatisch corrigeren (AUTO TOUCH-UP)

1 Selecteer de afbeelding die u wilt aanpassen en druk daarna op AUTO TOUCH-UP.

De aanpassing van de geselecteerde afbeelding worden gestart. De resultaten van de aanpassingen worden op het scherm weergegeven. Wanneer een gezicht van een mens wordt waargenomen, wordt het gezicht in een fotolijst weergegeven wanneer de aanpassingen worden uitgevoerd.

U kunt het resultaat van de aanpassing duidelijker controleren als u:

Druk op en de afbeelding wordt vergroot. (De afbeelding wordt niet vergroot tijdens het afdrukken.)

Weer de oorspronkelijke afbeelding (van vóór de aanpassingen) weergeven

Druk op AUTO TOUCH-UP. Druk opnieuw opAUTO TOUCH-UP als u de aangepaste afbeelding wilt weergeven.

Als u het aantal afdrukken voor meerdere afbeeldingen hebt ingesteld

Alle afbeeldingen waarvoor u een aantal voor de afdrukken hebt ingesteld, worden aangepast. Druk op g/G als u andere afbeeldingen wilt weergeven.

Het aantal afdrukken wijzigen

Geef de aanduiding van het aantal afdrukken weer door op ENTER te drukken. Druk daarna op f/F zodat u het aantal afdrukken kunt instellen en druk dan op ENTER.

2 Druk op PRINT.

Het afdrukken van de geselecteerde afbeelding(en) wordt gestart.

Tip

Aanpassingen zijn alleen van invloed op de afbeelding die wordt afgedrukt. De oorspronkelijke afbeelding wordt niet aangepast.

Opmerkingen

Na de AUTO TOUCH-UP-aanpassing, kunt u geen bijgesneden afdruk maken van een afbeelding die is vergroot met een druk op .

Afhankelijk van de afbeelding kan het zijn dat een gezicht niet automatisch wordt waargenomen. Selecteer "Aanpassen" uit het menu Bewerken als de helderheid van een gezicht niet goed is aangepast, om de helderheid handmatig aant te passen (pagina 22).

Afhankelijk van de afbeelding kan het zijn dat de onscherpe opname niet wordt gecorrigeerd. Gebruik in dat geval de functie "Scherpte" van Aanpassen in het menu Bewerken om de scherpte handmatig aan te passen (pagina 22).

Vermindering van de onscherpte werkt niet bij onscherpte die wordt veroorzaakt door beweging van de camera.

Afhankelijk van de afbeelding kan het zijn dat het verschijnsel van de rode ogen niet wordt gecorrigeerd. Voer in dit geval de rode ogen correctie uit om de rode ogen aanpassingen handmatig uit te voeren (pagina 24).

De functie automatische rodeogencorrectie van deze printer gebruikt de technologie van FotoNation Inc. in de V.S.

De "Huidcorrectie" correctiefunctie van de printer gebruikt de technologie van Ichikawa Soft Laboratory.

20 NL

Een afbeelding bewerken

De grootte van een afbeelding laten toenemen of afnemen

1 Druk in het menu Bewerken op (pagina 18) op g/G, selecteer (Vergroten) als u een afbeelding wilt vergroten of op (Verkleinen) als u de afbeelding wilt verkleinen en druk daarna op ENTER.

Iedere keer dat u op de toets drukt, wordt de afbeelding groter of kleiner. U kunt de afbeelding ook groter of kleiner maken met behulp van de toetsen (inzoomen) en (uitzoomen):

: tot 200% vergroot

: tot 60% verkleind

Opmerking

De beeldkwaliteit van een vergrote afbeelding kan afhankelijk van het formaat afnemen.

Een afbeelding verplaatsen

1 Druk in het menu Bewerken (pagina 18) op g/G, selecteer (Verplaatsen) en druk daarna op ENTER.

De g/G/f/Fverschijnt links/rechts/ boven/onder de afbeelding en u kunt de afbeelding verplaatsen.

2 Druk op g/G/f/F als u de afbeelding wilt verplaatsen.

3 Druk op ENTER.

De afbeelding staat vast in de huidige positie.

4 Druk op PRINT.

Een afbeelding draaien

1 Druk in het menu Bewerken (pagina 18) op g/G, selecteer (Draaien) en druk daarna op ENTER.

Het menu Draaien wordt weergegeven.

2 Selecteer de draairichting van de afbeelding door op f/F te drukken en druk daarna op ENTER.

90° rechtsom draaien: Iedere keer dat u op ENTER drukt, draait de afbeelding 90° rechtsom.

90° linksom draaien:

Iedere keer dat u op ENTER drukt, draait de afbeelding 90° linksom.

3 Druk op PRINT.

Vervolg

afdrukken Direct

21 NL

Een afbeelding aanpassen

1 Druk in het menu Bewerken (pagina 18) op g/G, selecteer (Aanpassen) en druk daarna op ENTER.

Het menu Aanpassen wordt weergegeven.

2 Selecteer met een druk op f/F het aanpassingsgereedschap van uw keuze en druk daarna op ENTER.

Het aanpassingscherm van het geselecteerde gereedschap verschijnt.

Wanneer "Helderheid" wordt geselecteerd.

Druk op g/Gals u een afbeelding wilt aanpassen terwijl u gelijk het niveau controleert.

De afbeelding vóór de aanpassing wordt weergegeven in de linkerhelft van het scherm en de aangepaste afbeelding wordt weergegeven in de rechterhelft van het scherm.

Helderheid: Druk op G om het beeld helderder te maken of g om het donkerder te maken.

Tint: Druk op G om het beeld een groene tint te geven of g om het een rode tint te geven.

Verzadiging: Druk op G om de kleuren dieper te maken of g om ze lichter te maken.

Scherpte: Druk op G als u de contouren scherper wilt maken of g als u de contouren zachter wilt maken.

3 Druk op ENTER.

De aanpassing wordt doorgevoerd.

4 Druk op PRINT.

Een speciaal filter aan een afbeelding toevoegen

1 Druk in het menu Bewerken (pagina 18) op g/G, selecteer (Filter) en druk daarna op ENTER.

Het menu Filter wordt weergegeven.

.

2 Druk op f/F en selecteer het filter dat u wilt toevoegen aan de afbeelding.

Geen filter: Er wordt geen speciaal filter op de afbeelding gebruikt (standaard-instelling).

Eén kleur: Verandert alle kleuren behalve de opgegeven kleur in een grijsschaal.

Tekenen: Maakt dat de afbeelding eruitziet als een getekende foto.

Het "Tekenen" filter van de printer gebruikt de technologie van Ichikawa Soft Laboratory.

Stereffect: Voegt een sterachtig, sterrenhemel effect toe aan de lichtbron om de afbeelding met een sprankelend effect af te drukken.

Gedeeltelijk kleur: Maakt de omgeving van het onderwerp in één kleur zodat het onderwerp in het midden wordt geaccentueerd.

Sepia: Verandert de afbeelding zodat het effect van een oude foto ontstaat met vervaagde kleuren.

Monochroom: Verandert de afbeelding in een zwart-wit-beeld.

22 NL

3

4

Visoog: Maakt dat de afbeelding er uitziet als een foto die is gemaakt met een supergroothoeklens (Fish-eye).

Druk op ENTER.

Het filter wordt toegepast.

Wanneer u "Stereffect", "Tekenen", of "Eén kleur" hebt geselecteerd, wordt het instelvenster weergegeven. Ga naar de volgende stap.

Stel het niveau en het bereik in.

x Stereffect

1Selecteer "Niveau" met f/F en druk op ENTER, pas het niveau aan met f/F en druk daarna op ENTER.

Hoe hoger u het niveau instelt, des te

meer lichtbronnen lijken op sterren.

2Selecteer "Lengte" met f/F en druk op ENTER, pas de lengte van licht aan met f/F, en druk daarna op ENTER.

x Tekenen

Druk op f/F, pas de lengte van de lijn aan en druk daarna op ENTER.

x Eén kleur

Een kleur selecteren uit opgegeven kleuren

Druk op g/G, selecteer de kleur die u wilt behouden en druk daarna op ENTER.

De afbeelding wordt monochroom terwijl de gespecificeerde kleur blijft.

Een kleur van een foto selecteren

1Druk op f/F, selecteer "Selecteer favoriete kleur." druk daarna op ENTER.

De afbeelding wordt weergegeven met

de kleurenoppakgereedschap.

2Druk op g/G/f/F om het gedeelte te specificeren dat een favoriete kleur bevat en druk daarna op ENTER.

3Druk op g/G om het bereik van de geselecteerde kleur te specificeren.

4Druk op ENTER om de kleur en het bereik te fixeren.

De afbeelding wordt monochroom terwijl de gespecificeerde kleur blijft.

5 Druk op PRINT.

Tip

Om bovenstaande bewerkingen opnieuw uit te voeren, selecteer "Geen filter"en voer de bewerkingen opnieuw uit.

Vervolg

afdrukken Direct

23 NL

Corrigeren van het fenomeen rode ogen

Met het indrukken van AUTO TOUCH-UP kan het fenomeen rode ogen van een onderwerp dat u hebt vastgelegd met flitslicht niet worden verminderd. U kunt de afbeelding handmatig aanpassen.

Opmerking

Als u aanvullende bewerkingen na de rode ogen correctie uitvoert, zoals het vergroten of verkleinen van het formaat van de afbeelding, het draaien of verplaatsen van een afbeelding, heeft de rodeogencorrectie mogelijk geen effect. Voer de rode ogen correctie uit na de bewerkingshandelingen.

1 Druk in het menu Bewerken (pagina 18) op g/G, selecteer (Rode ogen-correctie) en druk daarna op ENTER.

Het aanpassingskader verschijnt op de afbeelding, en dit geeft het bereik voor de rode-ogencorrectie aan.

Aanpassingskader

2 Pas de positie en het formaat van het aanpassingskader aan.

Voer de rode rode-ogencorrectie afzonderlijk uit voor het rechter-en het linkeroog.

x Het aanpassingskader verplaatsen

1Druk op g/G om (Verplaatsen) te selecteren en druk op ENTER.

2Verplaats het kader met g/G/f/F. Het kader verplaatst in de geselecteerde richting.

3Druk op ENTER.

Het kader is gefixeerd in de huidige positie.

x Het formaat van het aanpassingskader wijzigen

Druk op g/G, selecteer (Vergroten) of (Verkleinen) en druk op ENTER. Iedere keer dat u op ENTER drukt, wordt het kader groter of kleiner.

U kunt het formaat ook groter of kleiner maken met behulp van de toetsen (inzoomen) of (uitzoomen) op de printer.

Tip

Maak de grootte van het aangepaste frame 2 tot 7 keer zo groot als de ooggrootte.

3 Druk op g/G om te selecteren en druk op ENTER.

Het bereik van de rode-ogencorrectie wordt vergroot.

4 Druk op ENTER.

De aanpassing wordt doorgevoerd. Het menu voor de rode-ogencorrectie wordt weergegeven.

Als u de rode-ogencorrectie wilt toepassen op andere ogen, herhaalt u de stappen 2 tot 4.

5 Druk op g/G om te selecteren en druk op ENTER.

Het menu Bewerken wordt weer weergegeven.

6 Druk op PRINT.

De aanpassing herstellen

Druk in stap 5 op CANCELin plaats van op ENTER.

24 NL

Een bewerkte afbeelding afdrukken

1 Druk op PRINT.

De aanduiding van het aantal afdrukken wordt weergegeven.

2 Stel de afdrukhoeveelheid in.

U kunt de afdrukhoeveelheid steeds met één laten toenemen door herhaaldelijk op f te drukken.

U kunt het aantal afdrukken steeds met één laten afnemen door herhaaldelijk kort op F te drukken.

U kunt het aantal afdrukken weer terugzetten op 1 door gedurende langer dan 2 seconden op F te drukken.

3 Druk op PRINT.

Een bewerkte afbeelding opslaan

1 Selecteer (Opslaan) en druk daarna op ENTER.

Het dialoogvenster dat wordt gebruikt om de bestemmingsmap op te geven, wordt weergegeven.

2 Selecteer de bestemming waar u de afbeelding wilt opslaan.

Druk op f/F om "Memory Stick", "CompactFlash", "SD-kaart", "xD-Picture Card" or "Extern apparaat" te selecteren en druk op ENTER.

Tip

Wanneer u "Extern apparaat" selecteert, wordt mogelijk een dialoogvenster voor het selecteren van een station weergegeven. Volg de instructies voor het selecteren van een bestemmingsstation.

Het dialoogvenster voor het instellen van een datum wordt weergegeven. U kunt de ingestelde datum bij de afbeelding opslaan.

3 Stel de datum in.

Druk daarna op ENTER.Druk op g/G om een item te selecteren (dag, maand, en jaar), en druk op f/F om het getall te selecteren, druk dan op ENTER.

De bewerkte afbeelding via het menu Bewerken of Creatief afdrukken wordt als een nieuwe afbeelding opgeslagen. Een dialoogvenster voor het specificeren van het nieuwe afbeeldingsnummer (mapnummer-bestandsnummer) wordt weergegeven.

Tip

De oorspronkelijke afbeelding wordt niet overschreven.

4 Druk op ENTER.

Opmerkingen

Zet de printer niet uit, verwijder de geheugenkaart niet uit de printer óf koppel het externe apparaat niet los van de printer, wanneer de afbeelding wordt opgeslagen. De printer, de geheugenkaart, de USB-kaart of het externe apparaat kan beschadigd raken of de gegevens kunnen verloren gaan.

U kunt ingebouwde opnamen niet opslaan.

afdrukken Direct

25 NL

Uitvoeren "Creatief afdrukken"

Het menu Creatief afdrukken gebruiken

Opmerking

Afhankelijk van het formaat van het afdrukpapier kunt u verschillende sjablonen selecteren. Als u het sjabloon wilt opgeven is het belangrijk dat u de printer eerst van het juiste inktlint en afdrukpapier voorziet. Selecteer vervolgens een sjabloon voor het ingestelde formaat.

De bewerking halverwege ongedaan maken

Druk op CANCEL Het venster van de vorige stap wordt weergegeven. Afhankelijk van de stap is het mogelijk dat u de bewerking niet ongedaan kunt maken.

Het menu Creatief afdrukken verlaten

Druk midden in de bewerkingen op MENU en selecteer "Creatief afdrukken voltooid".

Druk in de weergave van het

afdrukvoorbeeld van de afbeelding op g/G/ f/F, om te selecteren en druk op

ENTER.

Het dialoogvenster voor het opslaan van een afbeelding wordt mogelijk weergegeven (pagina 25).

Tip

U kunt op MENU drukken wanneer u een Creatief afdrukken uitvoert en een gedeelte van de Afdrukinstelling-menu-items instellen.

Maken van een Scrapbook

1 Druk in het Creatief afdrukken menu (pagina 19) op g/G/f/F, om "Scrapbk mken" te selecteren en druk daarna op ENTER.

Het venster voor het selecteren van een thema wordt weergegeven.

2 Selecteer met een druk op g/G/f/F het thema van uw keuze en druk daarna op ENTER.

Het venster voor het selecteren van sjablonen van het geselecteerde thema wordt weergegeven.

3 Selecteer met een druk op g/G/f/F de sjabloon van uw keuze en druk daarna op ENTER.

Een afdrukvoorbeeld van het geselecteerde sjabloon wordt weergegeven.

4 Selecteer een afbeelding.

Wanneer u een sjabloon met meerdere afbeeldingen selecteert, herhaalt u de onderstaande procedures en selecteert u een afbeelding voor elk gebied.

Afbeeldingsgebied

26 NL

1Druk op g/G/f/F om een afbeeldingsgebied te selecteren en druk op ENTER.

De indexweergave wordt weergegeven.

2Druk op g/G/f/F om de gewenste afbeelding te selecteren en druk op ENTER.

Het venster dat wordt gebruikt voor het aanpassen van de afbeelding wordt weergegeven.

5 Past het formaat, positie of andere zaken van de geselecteerde afbeelding aan.

Selecteer met een druk op g/G het aanpassings-item van uw keuze en druk daarna op ENTER.

Aanpassingsgereedschap

Items Procedures

/Laat het formaat van een afbeelding afnemen of toenemen als u op de toetsen op de printer drukt.

Verplaats de afbeelding met g/G/f/Fen druk daarna op ENTER.

Iedere keer dat u op ENTER drukt, draait de afbeelding 90° rechtsom.

Druk op de toets op de printer en een mislukte foto waarbij er problemen zijn met tegenlicht, onscherpte of het verschijnsel van de rode ogen wordt automatisch aangepast. (pagina 20)

6 Druk op g/G om te selecteren en druk op ENTER.

De geselecteerde afbeelding wordt aan het afbeeldinggebied toegevoegd.

Om een stempel toe te voegen, zie "Een stempel opleggen" op pagina 31.

7 Druk op PRINT.

Zie pagina 25 als u de afbeelding wilt opslaan.

Maken van een Kalender

1 Druk in het Creatief afdrukken menu (pagina 19) op g/G/f/F, om

"Kalender" te selecteren en druk daarna op ENTER.

Het venster dat wordt gebruikt voor het selecteren van het kalender-sjabloon, wordt weergegeven.

2 Selecteer met een druk op g/G/f/F het sjabloon van uw keuze en druk daarna op ENTER.

Het afdrukvoorbeeld van het geselecteerde sjabloon wordt weergegeven.

Afbeeldingsgebied Kalendergebied

Tip

U kunt een afbeeldingsgebied of kalendergebied in elke gewenste volgorde selecteren en instellen.

Vervolg

afdrukken Direct

27 NL

3

4

5

Selecteer een afbeelding.

Selecteer een afbeelding voor elk gebied wanneer u sjabloon met meerdere afbeeldingen selecteert. Op pagina 26, stap 4 vindt u hoe u een afbeelding kunt selecteren. Wanneer u afbeelding(en) selecteert, wordt het venster voor het aanpassen van de afbeelding weergegeven.

Pas de afbeelding aan.

Op pagina 27, stap 5 vindt u hoe u een afbeelding kunt aanpassen. Wanneer u een afbeelding aanpast, wordt de afbeelding toegevoegd aan het afbeeldingsgebied.

Stel de kalender in.

1Druk op g/G/f/F om het kalendergebied te selecteren en druk op ENTER.

Het instelscherm voor de kalender wordt weergegeven.

2Druk op f/F om het item te selecteren dat u wilt instellen en druk dan op ENTER.

Item Instellingen/

Procedures

Start J/M Stel de eerste maand en het jaar in waarmee de kalender begint. Druk op g/G, selecteer de maand of het jaar en stel het nummer in door op f/F te drukken. Druk op ENTER.

Item Instellingen/

Procedures

Startdag Stel de dag van de week in (uiterst links op de kalender geplaatst). Druk op f/F, selecteer "Zondag" of "Maandag". Druk daarna op ENTER.

Dagkleur Stel de kleur in waarin de zondag en zaterdag worden weergegeven op de kalender. Druk op G en daarna op f/F om de gewenste kleur voor zondag en zaterdag te selecteren. Druk daarna op ENTER.

28 NL

Loading...
+ 64 hidden pages