Sony DHC-NX5MD User Manual [nl]

Mini HiFi Component System
4-229-417-42(2)
Gebruiksaanwijzing Istruzioni per l’uso Manual de Instruções
NL
IT
PT
©2000 Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht, om brandgevaar of elektrische schokken te voorkomen.
Open de behuizing niet, om gevaar voor elektrische schokken te voorkomen. Laat alle reparaties aan deskundig personeel over.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. De “CLASS 1 LASER PRODUCT” aanduiding bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
Dit waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het apparaat.

Inhoudspgave

Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van het systeem........... 4
Stap 2: Instellen van de klok ..................... 7
Stap 3: Voorprogrammeren van
radiozenders........................................ 8
Stroom besparen in de wachtstand* .......... 9
Basisbedieningen
Afspelen van een CD
— Afspelen in normale volgorde ..... 10
Opnemen van een CD op een MD .......... 12
Versneld opnemen van een CD op een MD
— Versnelde CD-MD-
synchroonopname............................. 13
Afspelen van een MD ............................. 15
Luisteren naar de radio
— Afstemmen op
voorgeprogrammeerde zenders ........ 16
Opnemen van de radio
— Handmatige opname ....................17
IN GEEN ENKELE SITUATIE KAN DE VERKOPER AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR DIRECTE SCHADE, SECUNDAIRE SCHADE OF WAT VOOR SCHADE DAN OOK, VOORTVLOEIEND UIT GEBRUIK VAN HET APPARAAT OF EEN DEFECT HIERIN, NOCH VOOR HIERMEE SAMENHANGENDE ONKOSTEN OF VERLIEZEN.
Voor de Klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
LET OP
Het gebruik van optische instrumenten in combinatie met dit product levert extra gevaar op voor uw ogen.
De DHC-NX5MD bestaat uit de volgende componenten: – A/V-bedieningsversterker STR-NX5MD
NL
– CD-speler/MD-deck HMC-NX5MD
2
– Luidsprekersysteem SS-NX1
De CD-speler
Herhaald afspelen van muziekstukken op de
CD — REPEAT-afspeelfunctie........ 18
CD-muziekstukken in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 19
Programmeren van CD-muziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie.......... 20
Gebruik van het CD-display ................... 22
Het MD-deck — Afspelen
Herhaald afspelen van muziekstukken op de
MD — REPEAT-afspeelfunctie....... 23
MD-muziekstukken in willekeurige
volgorde afspelen
— SHUFFLE-afspeelfunctie ............ 23
Programmeren van MD-muziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie ......... 24
Gebruik van het MD-display................... 26
Het MD-deck — Opnemen
Alvorens met het opnemen te
beginnen ........................................... 27
Uw favoriete muziekstukken van een CD
opnemen op een MD
— CD-MD-synchroonopname ......... 28
Opnemen van het huidige muziekstuk
— REC IT ........................................ 29
Lange opnamen ....................................... 30
Handmatig opnemen op een MD
— Handmatige opname .................... 31
Opnamestart met 6 seconden muziek uit
het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname ................... 32
Aanbrengen van muziekstuknummers .... 34
Inlassen van een 3-seconden interval tussen
de muziekstukken
— Smart Space, Auto Cut ................ 36
Instellen van het opnameniveau .............. 37
Mono-opnamen ....................................... 39
Het MD-deck — Monteren
Alvorens met het monteren te
beginnen ........................................... 40
Invoeren van MD-titels
— NAME-functie ............................. 41
Wissen van opnamen
— ERASE-functie ............................ 43
Verplaatsen van opgenomen muziekstukken
— MOVE-functie ............................. 47
Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken
— DIVIDE-functie ........................... 48
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken
— COMBINE-functie ...................... 49
Ongedaan maken van de laatste wijziging
— UNDO-functie ............................. 51
Veranderen van het opnameniveau na het
opnemen
— S.F EDIT-functie ......................... 52
Geluidsregeling
Regeling van het geluid........................... 54
Audio-accentuering kiezen ..................... 55
Veranderen van de helderheid van het
display .............................................. 56
Surround-effecten kiezen ........................ 56
Instellen van de grafische equalizer ........ 57
Aanmaken van een persoonlijk bestand
voor audio-accentuering
— P FILE-functie ............................. 58
Overige functies
Toewijzing van een naam aan een
voorgeprogrammeerde zender
— Station Name ............................... 59
Gebruik van het radio-informatiesysteem
(RDS)*.............................................. 60
Inslapen met muziek ...................................
— SLEEP-timerfunctie .................... 63
Ontwaken met muziek
— DAILY-timerfunctie .................... 63
Radioprogramma’s opnemen met
de timer............................................. 65
Aansluiten van los verkrijgbare componenten
Aansluiten van los verkrijgbare AV-
componenten .................................... 66
Aansluiten van buitenantennes ................ 68
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................ 69
Systeembeperkingen van MD’s .............. 70
Verhelpen van storingen ......................... 71
Zelfdiagnose-display ............................... 74
Technische gegevens............................... 76
Index ........................................................ 78
* Alleen Europees model
NL
NL
3

Voorbereidingen

Stap 1: Aansluiten van het systeem

Volg de onderstaande procedure 1 t/m 5 op om uw systeem met behulp van de bijgeleverde snoeren en accessoires aan te sluiten.
Indien u de stereo-installatie verticaal installeert
Zet de A/V-bedieningsversterker op de CD-speler/MD-deck.
FM-antenne
AM-raamantenne
NL
4
Voorste luidspreker (rechts)
Voorste luidspreker (links)
1 Sluit de stekker van het platte snoer aan
op de SYSTEM CONTROL­aansluitingen totdat deze vastklikt.
Om te ontkoppelen
2 Sluit de voorste luidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de FRONT SPEAKER-aansluitingen, zoals hieronder is aangegeven.
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes om ruis te voorkomen.
Steek alleen het blootgelegde gedeelte erin.
R
+
L
+
3 Sluit de FM/AM-antennes aan.
Installeer de AM-raamantenne en sluit deze daarna aan.
Type aansluiting A
Trek de FM-
AM-raamantenne
Type aansluiting B
AM-raamantenne
draadantenne er horizontaal uit.
AM
COAXIAL
Trek de FM­draadantenne er horizontaal uit.
AM
FM 75
FM 75
Voorbereidingen
Rood/ Effen (3)
Zwart/ Gestreept (#)
Opmerking
Installeer de AM-raamantenne zo ver mogelijk van het hoofdapparaat.
wordt vervolgd
NL
5
Stap 1: Aansluiten van het systeem (vervolg)
4 Bij modellen met een spanningskiezer
stelt u VOLTAGE SELECTOR in op de plaatselijke netspanning.
VOLTAGE SELECTOR
2
-
4
0
V
230
Bevestigen van de kussentjes
van de voorste luidsprekers
Bevestig de kussentjes van de voorste luidsprekers
aan de onderkant van de luidsprekers om de
luidsprekers te stabiliseren en te voorkomen dat
deze verschuiven.
120V
220V
5 Steek de stekker in het stopcontact.
De demonstratie verschijnt op het display. Wanneer u ?/1 indrukt, wordt het systeem ingeschakeld en eindigt de demonstratie automatisch.
Indien de stekker niet in het stopcontact past, dient u de bijgeleverde adapter te ontkoppelen (alleen bij modellen met een adapter).
Deactiveren van de demonstratie
Bij het instellen van de klok (zie blz. 7) wordt de demonstratie gedeactiveerd.
Om de demonstratie opnieuw te activeren/ deactiveren, drukt u op DISPLAY (Europees model) of DEMO (STANDBY) (overige modellen) terwijl het systeem is uitgeschakeld.
Tip
U kunt het basgeluid versterken door een los verkrijgbare superwoofer aan te sluiten op de SUPER WOOFER OUT-aansluiting.
Plaatsing van twee R6 (AA-
formaat) batterijen in de
afstandsbediening
Tip
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes
maanden mee. Wanneer u het systeem niet langer op
afstand kunt bedienen, dient u beide batterijen te
vernieuwen.
Opmerkingen
• Indien u de afstandsbediening lange tijd niet denkt te gebruiken, dient u de batterijen te verwijderen om mogelijke beschadiging door batterijlekkage te voorkomen.
• Zorg dat u de batterijen met de juiste polariteit plaatst.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen naast elkaar.
• Gebruik geen batterij die lekt.
• Indien de batterij lekt, dient u de batterijhouder te reinigen en alle batterijen te vernieuwen.
Verplaatsing van het systeem
Doe als volgt om het CD-mechanisme te beschermen:
1 Druk op CD (of herhaald op FUNCTION op de
afstandsbediening) zodat “CD” op het display verschijnt.
2 Houd ENTER ingedrukt en druk op ?/1 zodat
“LOCK” op het display verschijnt.
NL
6

Stap 2: Instellen van de klok

Om de schakelklok te kunnen gebruiken, moet u de klok vooraf op de juiste tijd instellen. De klok van het Europese model werkt met 24 uren, en die van andere modellen met 12 uren. Voor de afbeeldingen wordt de klok met 24 uren gebruikt.
3,5 2,4
1
1 Druk op CLOCK/TIMER SET.
De uur-indicatie begint te knipperen.
3 Druk op ENTER.
De minuten-indicatie begint te knipperen.
4 Druk op V of v om de minuten in te
stellen.
5 Druk op ENTER.
De klok begint te lopen.
Tips
• Indien u een fout hebt gemaakt, moet u opnieuw beginnen vanaf stap 1.
• Door het instellen van de klok wordt de demonstratie gedeactiveerd.
Indien u de demonstratie op het display wilt laten verschijnen, drukt u op DISPLAY (Europees model) of DEMO (STANDBY) (overige modellen) terwijl het systeem is uitgeschakeld.
Veranderen van de tijd
In het voorgaande werd uitgelegd hoe u de klok moet instellen wanneer het systeem is uitgeschakeld. Om de klok in te stellen terwijl het systeem is ingeschakeld, doet u als volgt:
1 Druk op CLOCK/TIMER SET. 2 Druk op V of v om SET CLOCK te kiezen. 3 Druk op ENTER. 4 Herhaal de bovenstaande stappen 2 t/m 5.
Opmerking
Wanneer u de stekker uit het stopcontact trekt of wanneer er een stroomonderbreking optreedt, gaan de instellingen van de klok verloren.
Voorbereidingen
2 Druk op V of v om het uur in te stellen.
NL
7

Stap 3: Voorprogrammeren van radiozenders

U kunt het volgende aantal zenders programmeren: 20 FM-zenders en 10 AM­zenders.
3 Druk op TUNER MEMORY.
Er knippert een preselectienummer op het display.
De zenders worden vastgelegd vanaf preselectienummer 1.
Preselectienummer
TUNED
STEREO
?/1 (spanning)
Instelknop
213
4
1 Druk herhaald op TUNER BAND totdat
de gewenste frequentieband op het display verschijnt.
Bij elke druk op deze toets verandert de frequentieband als volgt:
FM y AM
2 Druk op + of – en houd deze ingedrukt.
De frequentie-indicatie begint te veranderen en stopt wanneer het systeem op een zender is afgestemd. “TUNED” en “STEREO” (voor een stereo-programma) verschijnen op het display.
TUNED
STEREO
4 Druk op ENTER.
“Complete!” verschijnt. De zender is nu in het geheugen vastgelegd.
5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 om andere
zenders in het geheugen vast te leggen.
Om af te stemmen op een zender met een zwak signaal
Druk bij stap 2 herhaald op + of – om handmatig op de zender af te stemmen.
Om het preselectienummer te veranderen
Begin opnieuw vanaf stap 1. Draai na stap 3 de instelknop om het preselectienummer te kiezen waaronder u de zender wilt vastleggen.
Om een voorgeprogrammeerde zender te wissen
1 Houd TUNER MEMORY ingedrukt totdat er
een preselectienummer op het display knippert.
2 Draai de instelknop om het preselectienummer
te kiezen dat u wilt wissen. Indien u alle voorgeprogrammeerde zenders
wilt wissen, kiest u “All Erase”.
3 Druk op ENTER.
“Complete!” verschijnt. Elke keer wanneer u een preselectienummer
wist, wordt het totale aantal preselectienummers met één verminderd en worden alle preselectienummers die volgen op het gewiste preselectienummer opnieuw genummerd.
TUNED
STEREO
NL
8
Om het AM-afsteminterval te veranderen (geldt niet voor het Europese model)
Het AM-afsteminterval is in de fabriek ingesteld op
9 kHz (in bepaalde gebieden 10 kHz). Om het AM-afsteminterval te veranderen, dient u eerst op een willekeurige AM-zender af te stemmen en daarna het systeem uit te schakelen. Terwijl u TUNER MEMORY ingedrukt houdt, schakelt u het systeem weer in. Wanneer u het interval verandert, worden alle voorgeprogrammeerde AM-zenders uit het geheugen gewist. Om het oorspronkelijke interval te herstellen, herhaalt u deze procedure.
Tip
Wanneer de stekker uit het stopcontact wordt getrokken of wanneer er een stroomstoring optreedt, blijven de voorgeprogrammeerde zenders nog een halve dag in het geheugen bewaard.
Stroom besparen in de wachtstand
(alleen Europees model)
In de wachtstand kunt u het stroomverbruik tot een minimum terugbrengen (energie­besparingsmodus) en energie besparen.
?/1 (spanning)
POWER SAVE/DEMO (STANDBY)
DISPLAY
Voorbereidingen
, Druk op POWER SAVE/DEMO
(STANDBY) wanneer het systeem is uitgeschakeld.
Het systeem schakelt over in de energiebesparingsmodus en de klokindicatie verdwijnt. Het systeem wordt in- en uitgeschakeld door indrukken van ?/1.
Om de energiebesparingsmodus uit te schakelen
Druk op DISPLAY. De klokindicatie verschijnt.
wordt vervolgd
NL
9
Stroom besparen in de wachtstand (vervolg)
Tips
• Elke keer wanneer u in de energiebesparingsmodus op POWER SAVE/DEMO (STANDBY) drukt, schakelt het display respectievelijk over in de energiebesparingsmodus of demonstratiemodus.
• Zelfs in de energiebesparingsmodus lichten de ?/1 indicator en timer-indicator (wanneer de timer is ingesteld) op.
• In de energiebesparingsmodus werkt de timer ook.
Opmerkingen
• In de energiebesparingsmodus kunt u de klok niet instellen.
• In de energiebesparingsmodus werkt de één-toets­weergavestart niet.

Basisbedieningen

Afspelen van een CD
— Afspelen in normale volgorde
U kunt maximaal vijf CD’s achter elkaar afspelen.
?/1 (spanning)
m/M
PLAY
MODE
VOLUME
VOLUME
1
2
3
4
5
10
NL
Instelknop
CD H
CD S
CD s
21
1 Druk op één van de toetsen CD 1 – 5 A
en plaats een CD in de disc-lade.
Indien een disc niet goed wordt geplaatst, zal deze niet worden herkend.
Met de labelkant naar boven. Wanneer u een CD-single (8 cm CD) afspeelt, dient u deze op de binnenste cirkel van de lade te plaatsen.
Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw op dezelfde toets. Om een andere CD te plaatsen, drukt u bij het betreffende nummer op A om de disc-lade te openen.
1
2
3
4
5
2 Druk op één van de toetsen DISC 1 – 5.
De disc-lade sluit en het afspelen begint. Indien u CD H indrukt, begint het afspelen
bij de CD die zich in de lade bevindt en waarvan het nummer op het display wordt weergegeven.
Nummer van disc-lade Afspeeltijd
1
Muziekstuknummer
Om Doe het volgende
Het afspelen te stoppen
Te pauzeren Druk op CD S. De afspeeltijd
Een muziekstuk te kiezen
Een punt in een muziekstuk te vinden
In de stopstand een CD te kiezen
.Alleen de gekozen CD af te spelen
Alle CD’s af te spelen Druk in de stopstand herhaald
De CD te verwijderen Druk op één van de toetsen
Tijdens het afspelen van een CD een andere CD te verwisselen
Het volume in te stellen
Druk op CD s.
begint te knipperen. Druk opnieuw om het afspelen te hervatten.
Draai de instelknop tijdens het afspelen of pauzeren naar rechts (om vooruit te gaan) of naar links (om achteruit te gaan) en laat deze los wanneer u het gewenste muziekstuk hebt gevonden.
Houd tijdens het afspelen CD m of M ingedrukt en laat deze bij het gewenste punt los.
Druk op één van de toetsen DISC 1 – 5 (of druk op D.SKIP op de afstandsbediening).
Druk in de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “1 DISC” verschijnt.
op PLAY MODE totdat “ALL DISCS” verschijnt.
CD 1 – 5 A. Druk op één van de toetsen
CD 1 – 5 A om de lade te openen met de CD die u wilt verwisselen. Wanneer u de CD hebt verwisseld, druk dan op dezelfde toets om de lade te sluiten. Zolang de lade geopend is, knippert de indicator DISC 1 – 5 van die lade in oranje.
Draai VOLUME.
Tips
• Wanneer u CD H indrukt terwijl het systeem is uitgeschakeld, wordt het systeem automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de CD indien er een CD in de disc-lade is geplaatst (Één- toets-weergavestart).
Wanneer het systeem zich in de energie­besparingsmodus bevindt, zal de één-toets­weergavestart niet werken.
• U kunt overschakelen van een andere geluidsbron naar de CD-speler en het afspelen van een CD laten beginnen door indrukken van CD H of de betreffende toets DISC 1 – 5 (Automatische bronkeuze).
• Wanneer er geen CD in de lade is geplaatst, verschijnt “CD No Disc” op het display.
Opmerking
Forceer de disc-lade niet wanneer u deze sluit, aangezien de CD-speler beschadigd kan raken. Druk op de betreffende toets CD 1 – 5 A om de disc-lade te sluiten.
Voorbereidingen/Basisbedieningen
NL
11
Opnemen van een CD op
2
1
3
4
5
een MD
U kunt een CD digitaal opnemen op een MD en daarbij de muziekstuknummers in dezelfde volgorde als op de CD aanbrengen. U kunt ook een programma van uw favoriete muziekstukken opnemen (zie blz. 28).
Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning).
2 Druk op één van de toetsen CD 1 – 5 A
en plaats een CD.
Om de disc-lade te sluiten, drukt u opnieuw op dezelfde toets.
Met de labelkant naar boven. Wanneer u een CD-single (8 cm CD) afspeelt, dient u deze op de binnenste cirkel van de lade te plaatsen.
1
2
3
4
5
4
3
CD s
NAME EDIT/
CHARACTER
MD s
ENTER/YES
2
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Met de labelkant naar boven en het schuifdeksel aan de rechterkant
Met het pijltje naar het deck gericht
3 Druk op CD SYNC NORMAL.
Om met hoge snelheid op te nemen, drukt u op CD SYNC HIGH.
×1” (“×2” voor versnelde opname) verschijnt op het display. “MD New Track” en de resterende opnametijd van de MD verschijnen beurtelings.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler in de pauzestand voor afspelen.
4 Druk op MD S.
Het opnemen begint. Tijdens CD-MD­synchroonopname kunt u het opnemen niet tijdelijk onderbreken. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het MD­deck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op CD s of MD s.
12
NL
Tips
2
1
3
4
5
• Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk.
• De muziekstuknummers op de CD worden automatisch opgenomen op de MD.
• Al naar gelang de disc worden soms ook de CD TEXT-gegevens gekopieerd. Indien “CD TEXT” tijdens het opnemen knippert, drukt u eerst op NAME EDIT/CHARACTER en daarna op ENTER/ YES om de titel van het huidige muziekstuk op te nemen. (Indien “CD TEXT” brandt, wordt de titel automatisch opgenomen.)
Indien de MD tijdens het opnemen vol raakt
In dit geval stoppen de CD-speler en het MD-deck automatisch.
Opmerkingen
• Indien de modus voor herhaald afspelen of afspelen in willekeurige volgorde is ingesteld, wordt er bij stap 3 automatisch overgeschakeld op de modus voor normaal afspelen.
• Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en “Protected” en kan er niet op de MD worden opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af te dekken (zie blz. 27).
• Indien “Retry” op het display knippert, is er een leesfout opgetreden en probeert het systeem om de gegevens opnieuw te lezen (zie blz. 14).
• De functie Auto Cut zal niet werken tijdens synchroonopname.
Versneld opnemen van een CD op een MD
— Versnelde CD-MD-synchroonopname
Met deze functie kunt u een CD met tweemaal de snelheid van normale CD-MD-synchroonopname opnemen op een MD.
CD s
43
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD. 2 Plaats de CD die u wilt opnemen.
Om de muziekstukken in de door u geprogrammeerde volgorde op te nemen, drukt u herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” verschijnt. (Indien u geen programma hebt samengesteld, zie blz. 20.)
MD s
Basisbedieningen
3 Druk op CD SYNC HIGH SPEED.
×2” verschijnt op het display. “MD New Track” en de resterende opnametijd van de MD verschijnen beurtelings.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler in de pauzestand voor afspelen.
4 Druk op MD S.
Het versneld opnemen begint. Tijdens de opname kunt u niet meeluisteren naar het signaal dat wordt opgenomen en ook kunt u het opnemen niet tijdelijk onderbreken.
Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de CD-speler en het MD-deck automatisch.
wordt vervolgd
13
NL
Versneld opnemen van een CD op een MD (vervolg)
Om de opname te stoppen
Druk op CD s of MD s.
Indien “Retry” op het display knippert nadat u bij stap 4 MD S hebt ingedrukt
In dit geval is er een leesfout opgetreden en probeert het MD-deck om de gegevens opnieuw te lezen.
• Indien de hernieuwde poging is geslaagd, gaat het MD-deck verder met de versnelde CD-MD­synchroonopname. In dit geval zal “×2” op het display oplichten.
• Indien de geplaatste CD of het MD-deck in slechte staat verkeert en de hernieuwde poging mislukt, wordt de versnelde CD-MD­synchroonopname geannuleerd. In dit geval knippert “×1” op het display en begint het MD­deck automatisch met CD-MD­synchroonopname op normale snelheid. Wanneer dit gebeurt, kunt u niet meeluisteren naar het signaal dat wordt opgenomen.
Opmerkingen
• Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname kunt u niet over bestaande opnamen heen opnemen. Het opnemen begint automatisch na de bestaande opnamen.
• Zorg dat de resterende opnametijd van de MD langer is dan de afspeeltijd van de CD, vooral indien u alle muziekstukken op de CD wilt opnemen.
• Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname kunt u het opnemen niet tijdelijk onderbreken. Indien u het opnemen midden in een muziekstuk tijdelijk onderbreekt of stopt, wordt het betreffende muziekstuk niet op de MD opgenomen.
• Indien de modus voor herhaald afspelen of afspelen in willekeurige volgorde is ingesteld, wordt er bij stap 3 automatisch overgeschakeld op de modus voor normaal afspelen.
• Tijdens versnelde CD-MD-synchroonopname kunnen de volgende functies niet worden gebruikt:
— Auto Cut — Meeluisteren naar het signaal dat wordt
opgenomen
• Bij de volgende CD’s kan er bij het opnemen op een MD een leesfout of ruis optreden:
— CD’s waarop etiketten zijn geplakt — CD’s met een onregelmatige vorm (bijvoorbeeld
hart- of stervormige CD’s)
— CD’s waarbij alle tekst op slechts één kant is
gedrukt — CD’s die oud zijn — CD’s met krassen — CD’s die vuil zijn — CD’s die zijn kromgetrokken
• Indien zich tijdens het afspelen of opnemen van een CD één van de volgende verschijnselen voordoet, kan er bij de opname een leesfout of ruis optreden:
— wanneer er tegen de CD-lade of een ander
onderdeel van het systeem wordt gestoten;
— wanneer het systeem op een oneffen of zachte
ondergrond wordt geplaatst; of
— wanneer het systeem zich in de nabijheid van
een luidspreker, deur of andere trillingsbron bevindt.
• Indien de bovenstaande leesfouten optreden, wordt er soms een extra geluidloos muziekstuk aangemaakt. U kunt deze extra muziekstukken wissen door gebruikmaking van de montagefunctie van het MD-deck (zie blz. 43).
14
NL

Afspelen van een MD

Om het systeem in te schakelen, drukt u op ?/1 (spanning). U kunt een MD afspelen zoals een CD.
?/1 (spanning)
MD S MD s MD m/MMD JOG
2
1 Plaats een MD.
Met de labelkant naar boven en het schuifdeksel aan de rechterkant
Met het pijltje naar het deck gericht
VOLUME MD A
1
2
3
4
5
2 Druk op MD H.
Het afspelen begint.
Muziekstuknummer Afspeeltijd
Om Doe het volgende
Het afspelen te stoppen
Te pauzeren
Een muziekstuk te kiezen
Een punt in een muziekstuk te vinden
De MD te verwijderen Druk op MD A. Het volume in te
stellen
Tips
• Wanneer u MD H indrukt terwijl het systeem is uitgeschakeld, wordt het systeem automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de MD indien er een MD in het systeem is geplaatst (Één- toets-weergavestart). Wanneer het systeem zich in de energie­besparingsmodus bevindt, zal de één-toets­weergavestart niet werken.
• U kunt overschakelen van een andere geluidsbron naar het MD-deck en het afspelen van een MD laten beginnen door indrukken van MD H (Automatische bronkeuze).
Opmerking
Gebruik geen MD waarvan het label buiten de rand uitsteekt of waarop het label niet op de juiste plaats is aangebracht. Door zulke labels kan het MD-deck defect raken.
Druk op MD s.
Druk op MD S. Druk opnieuw om het afspelen te hervatten.
Draai MD JOG tijdens het afspelen of pauzeren naar rechts (om vooruit te gaan) of naar links (om achteruit te gaan) en laat deze los wanneer u het gewenste muziekstuk hebt gevonden.
Houd tijdens het afspelen MD m of M ingedrukt en laat deze bij het gewenste punt los.
Draai VOLUME.
Basisbedieningen
15
NL
Luisteren naar de radio
— Afstemmen op voorgeprogrammeerde zenders
Om Doe het volgende
De radio uit te schakelen
Het volume in te stellen
Druk op ?/1 (spanning).
Draai VOLUME.
Eerst moet u de radiozenders in het geheugen van de tuner programmeren (zie blz. 8).
?/1 (spanning)
–/+ 1
Instelknop
STEREO/MONO
VOLUME
1 Druk herhaald op TUNER BAND totdat
de gewenste frequentieband op het display verschijnt.
Bij elke druk op de toets verandert de frequentieband als volgt:
FM y AM
2 Draai de instelknop om af te stemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde zender.
Draai naar links om een lager preselectie­nummer te kiezen.
Draai naar rechts om een hoger preselectie­nummer te kiezen.
Luisteren naar niet­voorgeprogrammeerde radiozenders
Gebruik de functie voor handmatige of automatische afstemming. Voor handmatige afstemming drukt u herhaald op – of +. Voor automatische afstemming houdt u – of + ingedrukt.
Tips
• Wanneer u TUNER BAND indrukt terwijl het systeem is uitgeschakeld, wordt het systeem automatisch ingeschakeld en wordt er afgestemd op de laatst ontvangen zender (Één-toets- weergavestart). Wanneer het systeem zich in de energie­besparingsmodus bevindt, zal de één-toets­weergavestart niet werken.
• U kunt overschakelen van een andere geluidsbron naar de tuner door gewoon TUNER BAND in te drukken (Automatische bronkeuze).
• Wanneer er tijdens een FM-programma ruis optreedt, druk dan op STEREO/MONO totdat “MONO” verschijnt. Er is dan geen stereo-effect, maar de ontvangst verbetert. Druk opnieuw op de toets om het stereo-effect weer in te schakelen.
• Richt de bijgeleverde antennes opnieuw om een optimale ontvangst te krijgen.
16
NL
Preselectienummer Frequentie
Wanneer u slechts één zender hebt voorgeprogrammeerd, verschijnt “One Preset” op het display.
TUNED
STEREO
Opnemen van de radio
— Handmatige opname
U kunt een radioprogramma analoog opnemen op een MD. Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk. Om de opnamen te wissen, zie “Wissen van opnamen” op blz. 43. Om het systeem in te schakelen, drukt u op
?/1 (spanning).
?/1 (spanning) Instelknop
2
1
2
3
4
5
1 Plaats een voor opnemen geschikte MD.
Met de labelkant naar boven en het schuifdeksel aan de rechterkant
Met het pijltje naar het deck gericht
2 Druk op TUNER BAND om de
gewenste frequentieband te kiezen.
3 Draai de instelknop om af te stemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde zender.
Draai naar links om een lager preselectie­nummer te kiezen.
Preselectienummer Frequentie
Draai naar rechts om een hoger preselectie­nummer te kiezen.
TUNED
STEREO
Basisbedieningen
45
MD s
4 Druk op REC/REC IT.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen.
5 Druk op MD S.
Het opnemen begint.
Om de opname te stoppen
Druk op MD s.
wordt vervolgd
17
NL
Opnemen van de radio (vervolg)
Tips
• Indien er tijdens het opnemen van een AM­radioprogramma sprake is van ruis, verplaats dan de AM-raamantenne om de ruis te onderdrukken of sluit een aarddraad aan op de U aansluiting (zie blz. 68).
• U kunt de MD in mono opnemen. Voor bijzonderheden, zie “Mono-opnamen” op blz. 39.
• U kunt het opnameniveau naar wens instellen (zie blz. 37).
Opmerking
Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en “Protected” en kan er niet op de MD worden opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af te dekken (zie blz. 27).

De CD-speler

Herhaald afspelen van muziekstukken op de CD
— REPEAT-afspeelfunctie
Tijdens afspelen in normale, willekeurige of geprogrammeerde volgorde kunt u één CD of alle CD’s herhaald afspelen.
?/1 (spanning)
1 Druk op CD om de functie CD te kiezen.
PLAY MODE2 1
18
NL
2 Druk tijdens het afspelen herhaald op
REPEAT/PTY (Europees model) of REPEAT (overige modellen) totdat “REPEAT” op het display verschijnt.
Het herhaald afspelen begint. Om een andere functie voor herhaald afspelen te kiezen, doet u het volgende:
Voor herhaling van Druk
Maximaal vijfmaal alle muziekstukken van de huidige CD
Maximaal vijfmaal alle muziekstukken op alle CD’s
Slechts één muziekstuk
In de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “1 DISC” op het display verschijnt.
In de stopstand herhaald op PLAY MODE totdat “ALL DISCS” op het display verschijnt.
Herhaald op REPEAT totdat “REPEAT 1” op het display verschijnt terwijl u het muziekstuk afspeelt dat u wilt herhalen.
Om de REPEAT-afspeelfunctie uit te schakelen
Druk tijdens het afspelen herhaald op REPEAT/ PTY (Europees model) of REPEAT (overige modellen) totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” van het display is verdwenen.
Opmerking
Tijdens afspelen in willekeurige volgorde is het niet mogelijk om alle muziekstukken herhaald af te spelen.
CD-muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen
U kunt alle muziekstukken op één CD of op alle CD’s in willekeurige volgorde afspelen.
?/1 (spanning)
— SHUFFLE-afspeelfunctie
12
1
2
3
4
5
Basisbedieningen/De CD-speler
3
DISC 1 – 5
1 Druk op CD om de functie CD te
kiezen.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“1 DISC SHUFFLE” of “ALL DISCS SHUFFLE” op het display verschijnt.
Bij “ALL DISCS” worden alle CD’s in de speler in willekeurige volgorde afgespeeld, en bij “1 DISC” worden de muziekstukken van de op dat moment gekozen CD in willekeurige volgorde afgespeeld.
wordt vervolgd
19
NL
CD-muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (vervolg)
Programmeren van CD-
3 Druk op CD H.
Het afspelen in willekeurige volgorde begint.
Om de SHUFFLE-afspeelfunctie uit te schakelen
Druk op CD s om het afspelen in willekeurige volgorde te stoppen en druk daarna herhaald op PLAY MODE totdat “SHUFFLE” en “PROGRAM” van het display zijn verdwenen.
Om de gewenste CD te kiezen
Druk op de betreffende toets DISC 1 – 5.
Tip
Om een muziekstuk over te slaan, draait u de instelknop naar rechts.
Opmerking
Tijdens het afspelen in willekeurige volgorde kunt u niet van afspeelfunctie veranderen.
muziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt een programma samenstellen van maximaal 25 stappen van alle CD’s in de volgorde waarin u deze wilt afspelen.
?/1 (spanning)
124
5
1
2
3
4
5
20
NL
7
CD s
3
1 Druk op CD om de functie CD te
kiezen.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” op het display verschijnt.
3 Druk op één van de toetsen DISC 1 – 5
om een CD te kiezen.
4 Draai de instelknop totdat het gewenste
muziekstuk verschijnt.
Om alle muziekstukken op een CD tegelijk te programmeren, draait u de instelknop om “AL” te kiezen.
Discnummer
3
PROGRAM
Muziekstuknummer
Afspeeltijd van gekozen muziekstuk
5 Druk op ENTER.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. Het stapnummer verschijnt, gevolgd door het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk en de totale afspeeltijd van het programma.
Totale afspeeltijd
3
PROGRAM
Laatst geprogrammeerde muziekstuk
6 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3 t/m 5.
Om muziekstukken van dezelfde disc te kiezen, slaat u stap 3 over.
Om de PROGRAM-afspeelfunctie uit te schakelen
Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” en “SHUFFLE” van het display zijn verdwenen.
Om Doe het volgende
Het programma te controleren
Een muziekstuk vanaf het einde te wissen
Een bepaald muziekstuk te wissen
Een muziekstuk aan het programma toe te voegen in de stopstand
Tips
• Uw programma blijft bewaard nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma opnieuw af te spelen, drukt u op CD H.
• De indicatie “--.--” verschijnt op het display wanneer de totale afspeeltijd van uw CD­programma langer is dan 100 minuten, of wanneer u probeert om 21 of meer muziekstukken te programmeren.
Opmerking
Tijdens het afspelen in geprogrammeerde volgorde kunt u niet van afspeelfunctie veranderen.
Druk in de stopstand herhaald op CHECK op de afstandsbediening. Na het laatste muziekstuk verschijnt “Check End”.
Druk in de stopstand op CLEAR op de afstandsbediening.
Druk in de stopstand herhaald op CHECK op de afstandsbediening totdat het nummer van het te wissen muziekstuk oplicht en druk daarna op CLEAR.
1 Kies met de betreffende
toets DISC 1 – 5 de gewenste disc-lade.
2 Kies het muziekstuk door
de instelknop te draaien.
3 Druk op ENTER.
De CD-speler
7 Druk op CD H.
Het afspelen in geprogrammeerde volgorde begint.
Alle muziekstukken worden in de gekozen volgorde afgespeeld.
21
NL
Gebruik van het CD­display
U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van het huidige muziekstuk of de CD controleren. Wanneer er een CD TEXT-disc is geplaatst, kunt u de op de CD vastgelegde gegevens controleren, zoals de titels of de namen van de artiesten.
?/1 (spanning)
, Druk op DISPLAY.
Elke keer wanneer u tijdens het afspelen in normale volgorde of in de stopstand deze toets indrukt, verandert het display als volgt:
Tijdens afspelen in normale volgorde
t Verstreken afspeeltijd van huidig
muziekstuk
Resterende afspeeltijd van huidig muziekstuk
Resterende afspeeltijd van huidige CD (1 DISC-modus) of indicatie “--.--” (ALL DISCS-modus)
Muziekstuktitel van huidig muziekstuk*
Klokdisplay (gedurende acht seconden)
Naam van effect (P FILE) of “EFFECT ON (OFF)”
DISPLAY
r
r
r
r
r
* Indien er een CD zonder titel is geplaatst,
verschijnt er niets. Indien de CD meer dan 20 muziekstukken bevat, wordt CD TEXT vanaf muziekstuk 21 niet meer aangegeven.
Tips
• U kunt een muziekstuktitel op elk moment tijdens het afspelen controleren. Wanneer u bij een CD met CD TEXT de toets SCROLL op de afstandsbediening indrukt, verschijnt er een muziekstuktitel rollend op het display. Om de rollende muziekstuktitel stop te zetten, drukt u op een willekeurig punt tijdens de bewegende weergave op SCROLL. Om de rollende weergave te hervatten, drukt u opnieuw op SCROLL.
• Door DISPLAY twee seconden of langer ingedrukt te houden, wordt de spectrumanalysator in- of uitgeschakeld.
Opmerking
In de stopstand verschilt de informatie op het display. In de stopstand worden op het display ook de disctitel, de naam van de artiest, de totale afspeeltijd van het programma en andere informatie weergegeven.
22
NL

Het MD-deck — Afspelen

Herhaald afspelen van muziekstukken op de
— REPEAT-afspeelfunctie
MD
Tijdens afspelen in normale, willekeurige of geprogrammeerde volgorde kunt u de muziekstukken op een MD herhaald afspelen.
MD-muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen
U kunt alle muziekstukken op een MD in willekeurige volgorde afspelen.
?/1 (spanning)
— SHUFFLE-afspeelfunctie
21
?/1 (spanning)
2 1
1 Druk op MD om de functie MD te
kiezen.
2 Druk tijdens het afspelen herhaald op
REPEAT/PTY (Europees model) of REPEAT (overige modellen) totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” op het display van het MD-deck verschijnt.
REPEAT: Voor alle muziekstukken op de huidige MD (tot vijfmaal)
REPEAT 1: Voor slechts één muziekstuk
Om de REPEAT-afspeelfunctie uit te schakelen
Druk op REPEAT/PTY (Europees model) of REPEAT (overige modellen) totdat “REPEAT” of “REPEAT 1” van het display is verdwenen.
1
2
3
4
5
3
MD s
1 Druk op MD om de functie MD te
kiezen.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “SHUFFLE” op het display verschijnt.
3 Druk op MD H.
Het afspelen in willekeurige volgorde begint.
De CD-speler/Het MD-deck — Afspelen
wordt vervolgd
23
NL
MD-muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (vervolg)
Om de SHUFFLE-afspeelfunctie uit te schakelen
Druk op MD s om het afspelen in willekeurige volgorde te stoppen en druk daarna herhaald op PLAY MODE totdat “SHUFFLE” en “PROGRAM” van het display zijn verdwenen.
Tip
Om een muziekstuk over te slaan, draait u MD JOG naar rechts.
Programmeren van MD­muziekstukken
— PROGRAM-afspeelfunctie
U kunt een programma samenstellen van maximaal 25 muziekstukken in de volgorde waarin u deze wilt afspelen.
?/1 (spanning)
21
1
2
3
4
5
24
NL
634
MD s
1 Druk op MD om de functie MD te
kiezen.
2 Druk in de stopstand herhaald op PLAY
MODE totdat “PROGRAM” op het display verschijnt.
3 Draai MD JOG totdat het gewenste
muziekstuk op het display verschijnt.
Gekozen muziekstuk­nummer
Afspeeltijd van gekozen muziekstuk
4 Druk op ENTER/YES.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. Het nummer van het laatst geprogrammeerde
muziekstuk verschijnt, gevolgd door de totale afspeeltijd van het programma.
Nummer van laatst geprogrammeerde muziekstuk
Totale afspeeltijd
5 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3 en 4.
Om de PROGRAM-afspeelfunctie uit te schakelen
Druk herhaald op PLAY MODE totdat “PROGRAM” en “SHUFFLE” van het display zijn verdwenen.
Om Doe het volgende
Het programma te controleren
Een muziekstuk vanaf het einde te wissen
Een bepaald muziekstuk te wissen
Een muziekstuk aan het programma toe te voegen
Druk in de stopstand herhaald op CHECK op de afstandsbediening. Na het laatste muziekstuk verschijnt “Check End”.
Druk in de stopstand op CLEAR op de afstandsbediening.
Druk in de stopstand herhaald op CHECK op de afstandsbediening totdat het nummer van het te wissen muziekstuk oplicht en druk daarna op CLEAR.
Kies in de stopstand het muziekstuk door MD JOG te draaien en druk daarna op ENTER/YES.
6 Druk op MD H.
Het afspelen in geprogrammeerde volgorde begint.
Alle muziekstukken worden in de gekozen volgorde afgespeeld.
Tips
• Uw programma blijft bewaard nadat het is afgespeeld. Om hetzelfde programma opnieuw af te spelen, drukt u op MD H.
• De indicatie “---.--” verschijnt op het display wanneer de totale afspeeltijd van uw MD­programma langer is dan 1000 minuten.
Het MD-deck
Afspelen
NL
25
Gebruik van het MD­display
U kunt het totale aantal muziekstukken, de totale afspeeltijd en de resterende afspeeltijd van de MD controleren.
In de stopstand
t Totaal aantal muziekstukken en totale
afspeeltijd
r
Resterende opnametijd (alleen bij een voor opnemen geschikte MD)
r
Disctitel*
2
MD DISPLAY
, Druk op MD DISPLAY.
Elke keer wanneer u tijdens het afspelen in normale volgorde of in de stopstand deze toets indrukt, verandert het display als volgt:
Tijdens afspelen in normale volgorde
t Verstreken afspeeltijd en
muziekstuknummer van huidig muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd en muziekstuknummer van huidig muziekstuk
r
Resterende afspeeltijd van huidige MD
r
Muziekstuktitel van huidig muziekstuk*
1
2
3
4
5
*1“MD No Name” en het muziekstuknummer
verschijnen indien er geen muziekstuktitel is ingevoerd.
*2“MD No Name” verschijnt indien er geen disctitel
is ingevoerd.
Tips
• U kunt een muziekstuktitel op elk moment tijdens het afspelen controleren. Wanneer u bij de afstandsbediening op SCROLL drukt, verschijnt er een muziekstuktitel rollend over het display. Om de rollende muziekstuktitel stop te zetten, drukt u op een willekeurig punt tijdens de bewegende weergave op SCROLL. Om de rollende weergave te hervatten, drukt u opnieuw op SCROLL.
• Om een disctitel of een muziekstuktitel in te voeren, zie “Invoeren van MD-titels” op blz. 41.
1
26
NL

Het MD-deck — Opnemen

Na het opnemen

Alvorens met het opnemen te beginnen

De MD (MiniDisc) maakt het mogelijk muziek digitaal op te nemen en af te spelen met een uitstekende geluidskwaliteit. Een ander kenmerk van MD’s is het aanbrengen van muziekstuknummers. Door het aanbrengen van muziekstuknummers kunt u een bepaalde passage later snel terugvinden en de opgenomen muziekstukken gemakkelijk monteren. De manier waarop de signalen worden opgenomen en de muziekstuknummers worden vastgelegd verschilt echter afhankelijk van de opnamebron.
Wanneer de opnamebron de volgende is:
• De CD-speler van dit systeem
– Het MD-deck maakt een digitale opname.* – De muziekstuknummers worden automatisch
aangebracht zoals op de oorspronkelijke CD. Bij sommige muziekstukken worden echter geen muziekstuknummers aangebracht (zie blz. 71).
• De tuner van dit systeem en andere componenten die zijn aangesloten op de VIDEO IN­aansluitingen of TAPE IN­aansluitingen
– Het MD-deck maakt een analoge opname.* – Een muziekstuknummer wordt aangebracht aan
het begin van elke opname. Wanneer u echter de opnamefunctie Level Synchro Recording (zie blz. 34) inschakelt, worden er automatisch muziekstuknummers aangebracht in overeenstemming met het niveau van het ingangssignaal.
*1Zie blz. 70 voor bijzonderheden over de
beperkingen op digitale opnamen.
*2Zelfs indien er een digitale component is
aangesloten op de VIDEO IN-aansluitingen of TAPE IN-aansluitingen, zal het MD-deck een analoge opname maken.
Opmerking betreffende de muziekstuknummers op een MD
Op een MD worden de muziekstuknummers (volgorde van de muziekstukken), de informatie over het begin- en eindpunt van elk muziekstuk, enz. opgenomen in het TOC*3 -gebied, onafhankelijk van de geluidsinformatie. Hierdoor kunt u opgenomen muziekstukken snel monteren door de TOC­informatie te wijzigen.
*3TOC: Table of Contents (Inhoudsopgave)
1
2
, Druk op MD A om de MD te
verwijderen of druk op ?/1 (spanning) om het systeem uit te schakelen.
“TOC” gaat branden of “TOC” begint te knipperen. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt en de opname is voltooid.
Alvorens u de stekker uit het stopcontact trekt
Wanneer de inhoudsopgave (TOC: Table of Contents) van de MD is bijgewerkt, is het opnemen van de MD beëindigd. De inhoudsopgave wordt bijgewerkt wanneer u de MD verwijdert of op ?/1 drukt om het systeem uit te schakelen. Trek de stekker niet uit het stopcontact voordat de inhoudsopgave is bijgewerkt (terwijl “TOC” brandt) of terwijl de inhoudsopgave wordt bijgewerkt (terwijl “TOC” knippert), dit om ervan verzekerd te zijn dat de opname volledig wordt uitgevoerd.
Beschermen van een opgenomen MD
• Om een MD te beschermen tegen abusievelijk opnemen, schuift u het nokje aan de zijkant van de MD open. Met het nokje in deze positie kan er niet meer op de MD worden opgenomen. Om op de MD te kunnen opnemen, schuift u het nokje weer dicht om de opening af te dekken.
Nokje
Verschuif het nokje.
• Indien de MD is beschermd tegen abusievelijk opnemen, verschijnen beurtelings “C11” en “Protected” en kan er niet op de MD worden opgenomen. Verwijder de MD en verschuif daarna het nokje aan de zijkant van de MD om de opening af te dekken.
Het MD-deck — Afspelen/Opnemen
NL
27
Uw favoriete
De muziekstukken kiezen
muziekstukken van een CD opnemen op een MD
— CD-MD-synchroonopname
Met de PROGRAM-afspeelfunctie kunt u uw favoriete muziekstukken op een CD kiezen en deze vervolgens in de geprogrammeerde volgorde opnemen op een MD door gebruikmaking van de CD-MD-synchroonopnamefunctie. Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk.
?/1 (spanning)
1245
1
2
3
4
5
1 Druk op CD om de functie CD te
kiezen.
2 Druk herhaald op PLAY MODE totdat
“PROGRAM” verschijnt.
3 Druk op één van de toetsen DISC 1 – 5
om een CD te kiezen.
4 Draai de instelknop totdat het gewenste
muziekstuknummer verschijnt.
Om alle muziekstukken op een CD tegelijk te programmeren, draait u de instelknop om “AL” te kiezen.
Afspeeltijd van
Discnummer
3
PROGRAM
Muziekstuknummer
gekozen muziekstuk
5 Druk op ENTER.
Het muziekstuk is nu geprogrammeerd. Het stapnummer verschijnt, gevolgd door het nummer van het laatst geprogrammeerde muziekstuk en de totale afspeeltijd van het programma.
Totale afspeeltijd
28
NL
3
PROGRAM
Laatst geprogrammeerde muziekstuk
6 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen
839
CD sMD s
3 t/m 5.
Om muziekstukken van dezelfde disc te kiezen, slaat u stap 3 over.
Opnemen op een MD
2
1
3
4
5
Opnemen van het
7 Plaats een voor opnemen geschikte MD. 8 Druk op CD SYNC NORMAL.
Het MD-deck staat nu in de wachtstand voor opnemen en de CD-speler in de pauzestand voor afspelen.
9 Druk op MD S.
Het opnemen begint. Wanneer de opname is beëindigd, stoppen de
CD-speler en het MD-deck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op CD s of MD s.
Indien de MD tijdens het opnemen vol raakt
In dit geval stoppen de CD-speler en het MD-deck automatisch.
Opmerkingen
• Indien de modus voor herhaald afspelen of afspelen in willekeurige volgorde is ingesteld, wordt er bij stap 8 automatisch overgeschakeld op de modus voor normaal afspelen.
• De functie Auto Cut werkt niet tijdens synchroonopname.
huidige muziekstuk
— REC IT
Met deze functie kunt u snel een muziekstuk van de CD opnemen terwijl u ernaar luistert.
Indien de MD voor een gedeelte reeds opnamen bevat, begint het opnemen na het laatst opgenomen muziekstuk.
1
2
1 Druk op CD H.
Het afspelen van de CD begint.
MD s
Het MD-deck
2 Terwijl u luistert naar het muziekstuk
dat u wilt opnemen, drukt u op REC/ REC IT.
Het afspelen begint opnieuw bij het begin van het muziekstuk en het opnemen begint. Wanneer het muziekstuk is afgelopen, stopt het MD-deck automatisch.
Om de opname te stoppen
Druk op MD s.
Opnemen
NL
29

Lange opnamen

Naast normale stereo-opname biedt dit systeem twee standen voor lange opnamen: LP2 en LP4. In opnamemodus LP2 kunt u tweemaal zolang opnemen als in de normale opnamemodus, en in opnamemodus LP4 kunt u viermaal zolang opnemen als in de normale opnamemodus. In mono kunt u ongeveer tweemaal zo lang opnemen als in stereo.
Opmerking
MD’s die zijn opgenomen in de modus MD LP (LP2 of LP4) kunnen niet worden afgespeeld op een systeem dat niet geschikt is voor de modus MD LP (Systemen die geschikt zijn voor de modus MD LP, zijn voorzien van het logo “MD LP”). Bovendien kunnen bij MD’s die zijn opgenomen in de stand MD LP geen schaalfactormontage (S.F Edit) of andere bedieningen worden uitgevoerd.
?/1 (spanning)
1
2
3
4
5
1 Druk herhaald op REC MODE om de
gewenste opnamemodus te kiezen alvorens u begint met CD-MD­synchroonopname, enz.
Bij elke druk op de toets verandert het display als volgt:
t STEREO REC (stereo)
r
LP2 REC (tweemaal stereo)
r
LP4 REC (viermaal stereo)
r
MONO REC (mono)
2 Begin met opnemen.
De bron wordt opgenomen in de gekozen opnamemodus.
Gekozen opnamemodus
Om tijdens een lange opname automatisch LP: toe te voegen aan het begin van een muziekstuk
“LP:” verschijnt indien u probeert om de MD af te spelen op een systeem dat niet geschikt is voor de MD LP-modus. Met deze handige functie kunt u in één oogopslag zien dat de MD niet kan worden afgespeeld. De fabrieksinstelling is “On”.
1 Druk tijdens de opnamepauze op MENU/NO.
“Setup?” verschijnt. Druk daarna op ENTER/ YES.
2 Draai MD JOG totdat “LP Stamp On” is
verschenen en druk daarna op ENTER/YES.
3 Druk op MENU/NO. “LP Stamp On”
verdwijnt.
30
NL
1
MD s
Loading...
+ 206 hidden pages