Sony CMT-G2NIP, CMT-G2BNIP User Manual [nl]

Micro HI-FI
Aan de slag
Component System
Gebruiksaanwijzing
Netwerkverbindingen
Handelingen
Aanvullende informatie
Problemen oplossen
CMT-G2NiP/G2BNiP
WAARSCHUWING
Om de kans op brand te verkleinen, mag u de ventilatieopeningen van het apparaat niet afdekken met een krant, tafelkleed, gordijn, enz. Plaats ook geen voorwerpen met open vuur, brandende kaarsen, op het apparaat.
Om de kans op brand of elektrische schokken te verkleinen, mag u het apparaat niet blootstellen aan druppels of spetters, en mogen geen voorwerpen die met een vloeistof zijn gevuld, zoals een vaas, op het apparaat worden gezet.
Aangezien de hoofdstekker wordt gebruikt om het apparaat los te koppelen van het elektriciteitsnet, sluit u het apparaat aan op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact. Mocht u een abnormale situatie van het apparaat ontdekken, dan trekt u de netstekker onmiddellijk uit het stopcontact.
Installeer de stereo-installatie niet in een krappe ruimte, zoals een boekenkast of ingebouwde kast.
Stel batterijen of apparaten waarin batterijen worden gebruikt niet bloot aan buitensporige hitte, zoals zonlicht, vuur en dergelijke.
Het apparaat is niet losgekoppeld van het elektriciteitsnet zolang de stekker in het stopcontact zit, ondanks dat het apparaat zelf is uitgeschakeld.
VOORZICHTIG
Het gebruik van optische instrumenten met dit apparaat zal de kans op oogbeschadiging vergroten.
Voor klanten in Europa
Deugdelijk afgeschermde en geaarde kabels en stekkers moeten worden gebruikt voor verbindingen met hostcomputers en/of randapparatuur.
Zeer hoge geluidsdruk van oortelefoons en hoofdtelefoons kan gehoorbeschadiging veroorzakan.
Kennisgeving aan klanten: de volgende informatie is alleen van toepassing op apparaten verkocht in landen waarin de EU­richtlijnen geldig zijn.
De fabricant van dit product is Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De geauthoriseerde vertegenwoordiging voor EMC en produkt veiligheid is Sony Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland. Voor service- of garantiezaken verwijzen wij u graag naar de addressen in de afzonderlijke service/garantie documenten.
Hierbij verklaart Sony Corp. dat het toestel in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Nadere informatie kunt u vinden op: http://www.compliance.sony.de/
Dit product is bedoeld voor gebruik in de volgende landen: AT, BE, CH, CZ, DE, DK, ES, FI, FR, GB, GR, HU, IE, IT, NL, NO, PL, PT, RO, SE, SK
Voor klanten die dit product gebruiken in de volgende landen:
Noorwegen:
Gebruik van deze radioapparatuur is niet toegestaan binnen het geografische gebied met een straal van 20 km rondom het centrum van Ny-Alesund, Svalbard in Noorwegen.
Frankrijk:
De WLAN-functie van dit Micro HI-FI Component System mag uitsluitend worden gebruikt binnen gebouwen. Ieder gebruik van de WLAN-functie van dit Micro HI-FI Component System buiten gebouwen is verboden op Frans grondgebied. Zorg ervoor dat de WLAN-functie van dit Micro HI-FI Component System is uitgeschakeld alvorens het apparaat buiten gebouwen te gebruiken. (ART Decision 2002-1009 zoals gewijzigd door ART Decision 03-908, betreffende gebruiksbeperkingen voor radiofrequenties.)
Italië:
Het gebruik van het RLAN-netwerk wordt bepaald: – met betrekking tot persoonlijk
gebruik door juridisch besluit
1.8.2003, nr. 259 ("Richtlijn voor elektronische communicatie"). In Artikel 104 wordt in het bijzonder aangegeven wanneer het verkrijgen van algemene toestemming vooraf noodzakelijk is, en in Artikel 105 wanneer vrij gebruik is toegestaan.
– met betrekking tot het leveren van
openbare RLAN-toegang tot telecomnetwerken en –services door Ministerieel besluit
28.5.2003, zoals aangepast, en Artikel 25 (algemene toestemming voor elektronische communicatienetwerken en­services) van de Richtlijn voor elektronische communicatie.
Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. Deze aanduiding bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
NL
2
Verwijdering van oude elektrische en elektronische
apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europes e landen met gescheiden inzamelingssystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwerkt, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Verwijdering van oude batterijen (in de Europese
Unie en andere Euro pese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen)
Dit symbool op de batterij of verpakking wijst erop dat de meegeleverde batterij van dit product niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden. Op sommige batterijen kan dit symbool voorkomen in combinatie met een chemisch symbool. De chemische symbolen voor kwik (Hg) of lood (Pb) worden toegevoegd als de batterij meer dan 0,0005 % kwik of 0,004 % lood bevat. Door deze batterijen op juiste wijze af te voeren, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Het recycleren van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. In het geval dat de producten om redenen van veiligheid, prestaties dan wel in verband met data­integriteit een permanente verbinding met batterij vereisen, dient deze batterij enkel door gekwalificeerd servicepersoneel vervangen te worden. Om ervoor te zorgen dat de batterij op een juiste wijze zal worden behandeld, dient het product aan het eind van zijn levenscyclus overhandigd te worden aan het desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van elektrisch en elektronisch materiaal. Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het gedeelte over hoe de batterij veilig uit het product te verwijderen. Overhandig de batterij bij het desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van batterijen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product of batterij, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
NL
3

Voordat u dit systeem in gebruik neemt

Copyrightbeveiliging
Muziekdata mag niet worden gebruikt zonder toestemming van de auteursrechthebbende, tenzij het uitsluitend is bedoeld voor persoonlijk gebruik.
Afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing
De afbeeldingen en schermen die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt kunnen van de werkelijke schermen afwijken. Afbeeldingen van bepaalde modellen met andere functies worden in deze gebruiksaanwijzing echter ook gebruikt om die functies toe te lichten.
Hoe gebruikt u deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing legt de bediening van dit toestel uit aan de hand van de knoppen op de afstandsbediening. Met de knoppen op het hoofdtoestel met eenzelfde of vergelijkbare naam als op de afstandsbediening kunnen dezelfde handelingen worden uitgevoerd.
Services die met een internetverbinding kunnen worden gebruikt
Internetgebaseerde services kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd of beëindigd.
Gebreken die bij normaal gebruik van het systeem optreden worden door Sony gerepareerd conform de voorwaarden zoals omschreven in de beperkte garantie voor dit systeem. Sony is echter niet aansprakelijk voor gevolgschade die voortkomt uit een afspeelstoring door een beschadigd of defect systeem.
NL
4

Inhoudsopgave

Voordat u dit systeem in gebruik neemt ................................................... 4
Functies van dit systeem .........................................................................8
Genieten van muziek van diverse bronnen ........................................... 8
Het systeem met DLNA-compatibele apparaten gebruiken .....................8
Muziek uit iTunes streamen via AirPlay ..................................................... 9
Aan de slag
Meegeleverde accessoires controleren.................................................10
Onderdelen en bedieningselementen....................................................11
Hoofdtoestel............................................................................................ 11
Afstandsbediening................................................................................... 12
Tekens invoeren.............................................................................14
Menu-/lijstbediening........................................................................15
Toestel, afstandsbediening en luidsprekers voorbereiden.....................16
Antennes, luidsprekersnoeren en netsnoer aansluiten ............................ 16
De afstandsbediening gebruiken.......................................................18
De luidsprekervoetjes aanbrengen....................................................18
Een iPod/iPhone gebruiken..............................................................19
De draadloze netwerkantenne richten ...............................................19
Basisinstellingen uitvoeren....................................................................20
Systeem inschakelen ......................................................................20
De klok instellen .............................................................................20
De automatische stand-by-functie uitschakelen ..................................21
Netwerkverbindingen
Het systeem met uw thuisnetwerk verbinden ........................................22
De draadloze netwerkomgeving van uw thuisnetwerk controleren.......... 23
Zoeken naar een toegangspunt en instellen van een draadloos netwerk
(toegangspunt scanmethode)
Draadloze netwerken opzetten met een WPS-compatibel
toegangspunt
Een bekabeld netwerk instellen ........................................................27
............................................................................25
......................................................23
NL
5
Handelingen
Een CD/MP3-disc afspelen....................................................................29
Luisteren naar de radio ..........................................................................31
Afstemmen op een radiozender ........................................................31
Radiozenders vooraf instellen...........................................................32
Een eerste DAB-scan handmatig uitvoeren ........................................33
Naar een iPod of iPhone luisteren..........................................................34
Een bestand op een USB-apparaat afspelen .........................................35
Luisteren naar audiocontent opgeslagen op een server.........................37
De server instellen ..........................................................................37
Afspelen van audiocontent opgeslagen op een server ..........................41
Luisteren naar muziekservices ..............................................................43
Zenders vooraf instellen...................................................................44
Genieten van een diversiteit aan muziekservices.................................45
De PARTY STREAMING-functie gebruiken...........................................46
Een PARTY starten.........................................................................46
Deelnemen aan een PARTY.............................................................47
AirPlay gebruiken...................................................................................48
De software bijwerken............................................................................50
Luisteren naar audiocontent van een externe component......................51
Afspelen in diverse modi........................................................................52
Herhaaldelijk afspelen .....................................................................52
In willekeurige volgorde of in geprogrammeerde volgorde afspelen ........53
Uw eigen geprogrammeerde volgorde samenstellen............................53
Een item op trefwoord zoeken................................................................54
Aanvullende informatie
Functies instellen met betrekking tot netwerkhandelingen.....................55
De netwerkinstellingen controleren....................................................55
De netwerk stand-by-stand instellen ..................................................55
De automatische toegangsrechten instellen........................................56
De PARTY STREAMING-functie instellen ..........................................57
Naam van het toestel wijzigen...........................................................58
De geluidsinstellingen wijzigen ..............................................................59
De lage tonen en hoge tonen aanpassen............................................59
De timers gebruiken...............................................................................60
De slaaptimer gebruiken ..................................................................60
De afspeeltimer gebruiken ...............................................................61
De scherminstellingen wijzigen..............................................................62
NL
6
Problemen oplossen
Problemen oplossen..............................................................................64
Berichten ......................................................................................72
Voorzorgsmaatregelen/Technische gegevens
Voorzorgsmaatregelen..........................................................................74
Technische gegevens ...........................................................................76
iPod/iPhone-modellen die compatibel zijn met dit systeem....................79
Woordenlijst ..........................................................................................80
Index .....................................................................................................82
NL
7

Functies van dit systeem

Genieten van muziek van diverse bronnen

U kunt genieten van muziek van diverse geluidsbronnen met grote hoeveelheden muziekcontent. De volgende geluidsbronnen zijn beschikbaar op dit systeem.
Muziekservicees via internet
Het systeem
Server
Externe component
FM/AM/DAB*
CD
* De DAB-functie is alleen beschikbaar voor CMT-G2BNiP.
iPod/iPhoneUSB-apparaat

Het systeem met DLNA-compatibele apparaten gebruiken

Dit systeem voldoet aan de DLNA-standaard. U kunt op verschillende manieren naar muziek luisteren met dit systeem in combinatie met andere DLNA-compatibele apparaten. Door het systeem op andere DLNA­apparaten aan te sluiten, kunt u naar audiocontent op een server luisteren, zelfs al bevinden die zich allemaal in andere kamers. Ve rder kunt u met de PARTY STREAMING-funct ie audiocontent t egelijkertijd op ande re apparaten afspelen die ook over de PARTY STREAMING -functie* beschikke n (pagina 46). U kunt alle functies die beschikbaar zijn op het systeem gebruiken als geluidsbron voor de PARTY STREAMING-functie.
* De beschikbaarheid van PARTY STREAMING-compatibele apparaten kan verschillen afhankelijk van het land of de
regio. Voor meer informatie over beschikbare apparaten neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-handelaren.
Het systeem
Over DLNA
DLNA is een afkorting van Digital Living Network Alliance. Het is de naam van een organisatie die richtlijnen opstelt (DLNA-richtlijnen), en het is ook de naam van de methode waarmee apparaten in een huis digitale content (zoals muziek­en beeldgegevens) kunnen delen via een thuisnetwerk.
NL
8
Audiostreaming/ PARTY STREAMING

Muziek uit iTunes streamen via AirPlay

Via een draadloos netwerk kunt u met dit systeem audiocontent van iOS-apparaten afspelen, zoals een iPhone, iPod touch of iPad, of audiocontent uit een iTunes-bibliotheek op uw PC.
PC
iPhone/iPod touch/iPad
NL
9

Aan de slag

Modell
l)

Meegeleverde accessoires controleren

10
Afstandsbediening (1)
R6-batterijen (AA-formaat) (2)
Netsnoer (1)
en voor Europa (behalve het UK-mode
Model voor het UK
Model voor Australië
Luidsprekersnoeren (2)
NL
Luidsprekervoetjes (8)
FM-draadantenne (1)*
AM-raamantenne (1)
DAB-draadantenne (1) (alleen CMT-G2BNiP)*
Gebruiksaanwijzing (deze handleiding) (1)
Deze gebruiksaanwijzing biedt een volledige uitleg van de diverse instellingen, de bedieningshandelingen en de netwerkverbindingsprocedure. De gebruiksaanwijzing bevat ook voorzorgsmaatregelen voor een veilig gebruik van het systeem.
Beknopte installatiegids (1)
Deze gebruiksaanwijzing legt uit hoe de netwerkverbinding wordt ingesteld en hoe de functies die met de netwerkverbinding samenhangen kunnen worden gebruikt.
* De vorm van de antennestekker kan afwijken van de
afbeeldingen, afhankelijk van het land en de regio.
Mochten er accessoires ontbreken of beschadigd zijn, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.

Onderdelen en bedieningselementen

Hoofdtoestel

A ?/1 (aan/uit) knop
Schakel de stroom in of uit (pagina 20).
B STANDBY-aanduiding
De volgende kleur geeft de stroomstatus van het systeem aan.
Kleur Systeem-
status
Groen Aan Aan/Uit
Oranje Uit Aan
Rood Uit Uit
C Displayscherm
Zie pagina 62 voor meer informatie over het scherm.
D Z-knop
Open of sluit de disclade (pagina 29).
E NX (afspeel/pauze) knop
Start of onderbreek het afspelen.
Netwerk stand-by
F TUNE +/– knoppen
Stem af op de gewenste zender.
./> (ga naar vorige/ga naar volgende) knoppen
Selecteer een track of bestand.
m/M (zoek achteruit/zoek vooruit) knoppen
Zoek een punt in een track of bestand.
M/m knoppen
Selecteer een item dat op het scherm wordt vermeld.
ENTER-knop
Voer een geselecteerd item of instelling in.
G OPTIONS-knop
Geef het optiemenu weer (pagina 40). Menuopties variëren afhankelijk van de geselecteerde functie.
H BACK-knop
Ga terug naar het vorige scherm.
I Disclade
Plaats een disc (pagina 29).
(USB) poort
J
Sluit een compatibel USB-apparaat aan (pagina's 35, 36).
11
Aan de slag
NL
K PHONES-aansluiting
Sluit hierop een hoofdtelefoon aan.
L BASS/TREBLE-draaiknop M FUNCTION-draaiknop
Selecteer een functie (pagina 30).

Afstandsbediening

N VOLUME-regelaar
Regel hiermee het volume.
O Sensor voor de afstandsbediening P x (stop) knop
Stop het afspelen.
A DISPLAY-knop
Geef informatie weer zoals tijdsinformatie van een track, de klok, etc. (pagina's 21, 32, 42, 44,
62). Codeer de beveiligingssleutel en maak deze zichtbaar (pagina 24).
B SLEEP-knop
Stel de slaaptimer in of bevestig de slaaptimerinstellingen (pagina 60).
C Functiekeuzeknoppen
• HOME NETWORK-knop (pagina's 23, 25, 26, 27, 41, 55, 56, 57)
• MUSIC SERVICES-knop (pagina's 43, 44,
45)
• AirPlay-knop (pagina 48)
• USB-knop (pagina's 35, 53)
• CD-knop (pagina's 29, 53)
• TUNER-knop (pagina's 31, 33)
• FUNCTION +/– knop
D PLAY MODE-knop
Selecteer de afspeelmodus (pagina's 29, 35, 42,
53).
REPEAT-knop
Beluister een disc, een USB-apparaat of één track of bestand herhaaldelijk (pagina's 29, 35, 42, 52).
12
NL
E Cijfer/tekstknoppen*
Selecteer een zender met het bijbehorende cijfer (pagina 32). Selecteer de gewenste letter (ABC, DEF, etc.) bij het invoeren van tekens (pagina's 14, 15,
54).
CLEAR-knop
Wis een letter (pagina 14). Verwijder een geprogrammeerde track of geprogrammeerd bestand (pagina 53).
(keer om) knop
Keer de volgorde om van de tekens die zijn toegewezen aan de cijfer/tekstknoppen (pagina 14).
CHARACTER-knop
Selecteer de tekensoort (pagina 14).
F MEMORY-knop
Stel FM/AM-zenders, DAB/DAB+-zenders (alleen CMT-G2BNiP) (pagina 32) of muziekservices vooraf in (pagina 44).
G M/m knoppen
Selecteer een item dat op het scherm wordt vermeld (pagina's 14, 15).
</, knoppen
Verplaats de focus terwijl u tekens invoert (pagina 14). Selecteer de vorige of de volgende treffer terwijl u zoekt naar een item op trefwoord (pagina 54).
ENTER-knop
Voer een geselecteerd item of instelling in (pagina's 14, 15).
H BACK-knop
Ga terug naar het vorige scherm.
I ./> knoppen
Ga naar het begin van een track (pagina's 32, 34, 42, 53). Selecteer een track of bestand (pagina's 29, 35).
+/– knoppen
Selecteer een radiozender (pagina's 31, 32).
(map) +/– knoppen
Selecteer een map (pagina's 29, 35, 53).
J Bedieningsknoppen
Voer hiermee voor alle functies basishandelingen uit.
X (pauze) knop (pagina's 29, 34, 35, 42)
x (stop) knop (pagina's 29, 31, 35, 42)
N (afspeel) knop* (pagina's 29, 34, 35, 42,
52, 53)
m/M (zoek achteruit/zoek vooruit)
knoppen (pagina's 29, 34, 35)
K PARTY-knop
Bedien hiermee de PARTY STREAMING­functie. Houd de knop ingedrukt om een PARTY te starten of sluiten (pagina's 46, 47).
L Z (OPEN/SLUIT) knop
Open of sluit de disclade (pagina 29).
M ?/1 (aan/uit) knop
Schakel de stroom in of uit (pagina's 20, 61).
N FM MODE-knop
Selecteer de FM-ontvangstmodus (mono of stereo) (pagina 32).
O TUNING MODE-knop
Selecteer de afstemmodus (pagina's 31, 32).
P ALPHABET SEARCH-knop
Zoek een item door middel van een trefwoord (pagina's 42, 44, 54).
Q TREBLE-knop
Regel het geluid (pagina 59).
BASS-knop
Regel het geluid (pagina 59).
R TIMER MENU-knop
Geef het timermenu weer (pagina's 21, 61).
S MUTING-knop
Zet het geluid tijdelijk uit. Druk nogmaals op de knop om het geluid te herstellen.
T VOLUME +*/– knoppen
Pas het volume aan (pagina's 34, 51, 61).
U OPTIONS-knop
Geef het optiemenu weer (pagina's 15, 23, 25, 26, 27, 33, 35, 41, 42, 44, 55, 56, 57). (Alleen beschikbaar als de DAB-functie, USB­functie, thuisnetwerkfunctie (Home Network), muziekservicefunctie (Music Service) is geselecteerd.)
* Een asterisk (*) duidt op knoppen met een voelstip
(cijferknop "5", VOLUME + knop en N (afspeel) knop).
Aan de slag
13
NL

Tekens invoeren

Mogelijk moet u tekens invoeren tijdens enkele installatiehandelingen, zoals het uitvoeren van netwerkinstellingen. Zie "Lijst met invoertekens" (pagina 15) voor meer informatie over beschikbare tekens.
Cijfer/
tekstknoppen
Voorbeeld van het scherm dat verschijnt wanneer u op trefwoord naar een item zoekt:
ACursor (huidige positie) BBeëindigingssymbool dat het eind aangeeft van de
tekenreeks
CHuidige positie van de cursor/aantal tekens dat u hebt
ingevoerd
DTekensoort
2
Druk op de bijbehorende cijfer/ tekstknoppen om de gewenste tekens te selecteren.
Druk herhaaldelijk op de knop (ABC, DEF, etc.) totdat het gewenste teken verschijnt. Als u interpunctietekens (bijv. !, ?) en andere symbolen (bijv. #, %) wilt invoeren, selecteer dan de tekensoort "abc" of "ABC" en druk vervolgens herhaaldelijk op "0" of "1" van de cijfer/tekstknop.
3
Druk op ENTER om de tekenreeks op te slaan.
Overige handelingen
Actie Handeling:
Een net ingevoerd teken wissen
De tekenvolgorde omkeren die is toegewezen aan de cijfer/tekstknoppen
De vorige situatie herstellen
De cursor verplaatsen Druk op </, om de
Druk op CLEAR.
Druk op . Door bijvoorbeeld de nummer-2 knop herhaaldelijk in te drukken, wordt normaliter "A", "B", "C" en "2" weergegeven. Door op deze knop te drukken wijzigt de volgorde echter in "2", "C", "B" en "A".
Druk op BACK.
cursor naar links of rechts te verplaatsen. Druk op M/m om de cursor naar het begin of eind van de tekstreeks te verplaatsen.
14
1
Druk herhaaldelijk op CHARACTER om de gewenste tekensoort te selecteren.
Telkens wanneer u op de knop drukt, verandert de tekensoort in de volgorde "abc" (kleine letters) t "ABC" (grote letters) t "123" (cijfers).
NL
Lijst met invoertekens
Onderstaande tabel toont de tekens en cijfers die u kunt invoeren voor elke tekensoort ("abc", "ABC" of "123"). U kunt controleren welke tekens, cijfers en symbolen aan elke cijfer/tekstknop zijn toegewezen.
Cijfer/ tekstknop
1 . , ! @ ´ ` : ; ( )
2 a b c 2 A B C 2 2
3d e f 3D E F 33
4g h i 4G H I 44
5j k l 5J K L 55
6 m n o 6 M N O 6 6
7p q r s 7P Q R S 77
8 t u v 8 T U V 8 8
9 w x y z 9 W X Y Z 9 9
0 / \ | – ~ = _ + #
abc ABC 123
[ ] { } < > 1
$ % & ^ “ * ?
(spatie) 0
. , ! @ ´ ` : ; ( ) [ ] { } < > 1
/ \ | – ~ = _ + # $ % & ^ “ * ?
(spatie) 0
1
0

Menu-/lijstbediening

De opties in een menu of lijst verschillen afhankelijk van de insteloptie en de geselecteerde geluidsbron.
A Naam van de instelling of naam van de functie B Item dat momenteel is geselecteerd C Geeft aan dat er meer niveaus zijn onder het huidige
niveau
2
Druk op ENTER.
Het geselecteerde item wordt toegepast of uitgevoerd. Herhaal stappen 1 en 2 als het menu of de lijst voor het volgende niveau verschijnt.
Overige handelingen
Actie Handeling:
Het scherm laten scrollen
Teruggaan naar het vorige menuniveau
De menubediening annuleren
Houd M/m ingedrukt.
Druk op BACK.
Druk op OPTIONS.
Aan de slag
1
Terwijl het optiemenu wordt weergegeven, drukt u op M/m om het gewenste item te selecteren.
15
NL

Toestel, afstandsbediening en luidsprekers voorbereiden

Antennes, luidsprekersnoeren en netsnoer aansluiten

4
Zwart
WAARSCHUWING
SLUIT het netsnoer NIET aan op het stopcontact voordat alle andere aansluitingen zijn uitgevoerd.
A Naar stopcontact B Raamantenne C FM-draadantenne (Strek deze horizontaal uit.) D Sluit bruine kant aan. E 75-ohm coaxkabel met mannelijke F-type stekker (niet
meegeleverd) (alleen CMT-G2BNiP)
of
1
2
5
3
of
F Naar externe DAB-antenne (niet meegeleverd) (alleen CMT-G2BNiP) G DAB-draadantenne (Strek deze horizontaal uit.) (alleen CMT-G2BNiP)
H Sluit witte kant aan. I Naar linkerluidspreker J Naar rechterluidspreker
16
NL
Sluit de FM-draadantenne aan.
1
Zoek een locatie en een richting waarbij een goede ontvangst mogelijk is en plaats de antenne. Zorg ervoor dat de antenne zo ver mogelijk is uitgestrekt.
of
FM-draadantenne
Houd de antenne uit de buurt van de luidsprekersnoeren en het netsnoer om ruis te voorkomen. Gebruik een 75-ohm coaxkabel (niet meegeleverd) om het toestel aan te sluiten op een externe antenne om de ontvangst te verbeteren.
Sluit de AM-raamantenne aan.
2
Zoek een locatie en een richting waarbij een goede ontvangst mogelijk is en plaats de antenne. Zorg ervoor dat de antenne zo ver mogelijk is uitgestrekt.
Sluit de DAB-draadantenne aan
3
(alleen CMT-G2BNiP).
Zorg ervoor dat de antenne zo ver mogelijk is uitgestrekt.
of
DAB-draadantenne
Gebruik een 75-ohm coaxkabel met een mannelijke F-type stekker (niet meegeleverd) om een externe DAB-antenne (niet meegeleverd) aan te sluiten om een hogere geluidskwaliteit voor een DAB/DAB+­uitzending te verkrijgen.
Sluit de luidsprekersnoeren aan.
4
Opmerking
Verwijder eerst de afdekking die is bevestigd aan het uiteinde van het luidsprekersnoer.
Aan de slag
Houd de antenne uit de buurt van de luidsprekersnoeren en het netsnoer om ruis te voorkomen.
Sluit de luidsprekersnoeraders aan op de SPEAKERS-aansluitingen op het toestel.
Zwart
17
NL
Sluit het andere uiteinde van de luidsprekersnoeren aan op de aansluitingen op de luidsprekers.
Zwart #
Sluit het netsnoer aan op een
5
stopcontact.
De STANDBY-aanduiding op het toestel gaat branden.
WAARSCHUWING
SLUIT het netsnoer NIET aan op het stopcontact voordat andere aansluitingen zijn uitgevoerd.
Bij het maken van een bekabelde netwerkverbinding
Sluit een netwerkkabel (LAN) (niet meegeleverd) aan op NETWORK . Ga naar "Een bekabeld netwerk instellen" (pagina 27) voor meer informatie.

De afstandsbediening gebruiken

Verwijder het deksel van de batterijhouder en plaats twee R6-batterijen (AA-formaat) met het E-uiteinde eerst en met de polen in de juiste richting.
Opmerkingen over het gebruik van de afstandsbediening
Bij normaal gebruik gaan de batterijen ongeveer zes
maanden mee.
Gebruik geen oude batterij in combinatie met een
nieuwe of een combinatie van verschillende batterijtypen.
Als u de afstandsbediening langere tijd niet zal
gebruiken, moet u de batterijen verwijderen om eventuele schade door lekkage van batterijen en corrosie te voorkomen.
18

De luidsprekervoetjes aanbrengen

Breng de luidsprekervoetjes onderop de luidsprekers aan om wegglijden te voorkomen.
NL

Een iPod/iPhone gebruiken

Sluit de iPod/iPhone aan op de (USB) poort via de USB-kabel die is meegeleverd met uw iPod/ iPhone.

De draadloze netwerkantenne richten

Bij het maken van een draadloze verbinding zorgt u ervoor dat de draadloze antenne aan de achterkant van het toestel rechtop gericht staat.
Aan de slag
Opmerking over de sterkteaanduiding voor het draadloze netwerksignaal
" " gaat branden wanneer het systeem is ingeschakeld en de draadloze netwerkverbinding met het toegangspunt tot stand is gebracht. Controleer de ontvangststatus van het draadloze netwerksignaal. Hoe meer segmenten er zijn, hoe sterker het signaal.
19
NL

Basisinstellingen uitvoeren

Wanneer het systeem voor het eerst na aanschaf wordt ingeschakeld, moeten enkele basisinstellingen worden uitgevoerd.

Systeem inschakelen

Network Standby - "Off"
(fabrieksinstelling)
Deze stand-by-stand verbruikt minder stroom dan wanneer netwerk stand-by is ingesteld op "On", al duurt het wel langer voordat het systeem de activiteiten weer hervat nadat het opnieuw is ingeschakeld.
Network Standby - "On"
In deze stand-by-stand is het systeem op het netwerk aangesloten en blijft het gedeeltelijk actief om de activiteiten snel weer te kunnen hervatten indien aangestuurd via het netwerk, of opnieuw ingeschakeld. Om de netwerk stand-by-stand in te stellen, zie "De netwerk stand-by-stand instellen" (pagina 55).
Een DAB/DAB+-radiozender ontvangen (alleen CMT-G2BNiP)
Wanneer u het systeem voor het eerst inschakelt sinds u het systeem hebt aangeschaft, start de eerste DAB-scan automatisch en wordt een lijst met beschikbare services opgeslagen. Druk op geen enkele knop op het toestel of de afstandsbediening tijdens de eerste DAB-scan. Als u dat zou doen, wordt het scannen onderbroken en wordt de servicelijst mogelijk niet op de juiste wijze gemaakt. Om de eerste DAB-scan handmatig te starten, voert u de procedure uit onder "Een eerste DAB­scan handmatig uitvoeren" (pagina 33).
Druk op ?/1 (aan/uit).
Het systeem schakelt in en de STANDBY­aanduiding wordt groen.
Systeem uitschakelen
Druk op ?/1 (aan/uit). Het systeem wordt uitgeschakeld en de STANDBY-aanduiding gaat rood branden. Wanneer de netwerk stand-by is ingesteld op "On", gaat de STANDBY-aanduiding oranje branden en verschijnt de klok in het scherm.
NL
20

De klok instellen

De tijd van de klok moet correct zijn ingesteld voor de timerfunctie.
Druk op ?/1 (aan/uit) om het
1
systeem in te schakelen.
Druk op TIMER MENU om de
2
modus voor het instellen van de klok te selecteren.
Als "PLAY SET?" knippert, drukt u herhaaldelijk op M/m om "CLOCK SET?" te selecteren en drukt u vervolgens op ENTER.
Druk herhaaldelijk op M/m om het
3
uur in te stellen en druk vervolgens op ENTER.
Gebruik dezelfde procedure om de
4
minuten in te stellen.
De klok weergeven
Druk op DISPLAY terwijl het systeem is uitgeschakeld. De klok wordt gedurende ongeveer 8 seconden weergegeven.
Opmerkingen
Als "Network Standby" is ingesteld op "On" en het
systeem is uitgeschakeld, verschijnt het klokscherm.
De klokinstellingen gaan verloren als u het netsnoer uit
het stopcontact trekt of als er een stroomstoring optreedt.
Houd ?/1 ingedrukt terwijl het systeem is ingeschakeld, totdat "AUTO STANDBY OFF" verschijnt.
De functie inschakelen
Herhaal de procedure totdat "AUTO STANDBY ON" verschijnt.
Opmerkingen
"AUTO STANDBY" verschijnt op het scherm
gedurende 2 minuten voordat de stand-by-stand van het systeem wordt geactiveerd.
De automatische stand-by-functie is niet geldig voor de
tunerfunctie (FM/AM/DAB), zelfs als u deze hebt ingeschakeld.
De stand-by-stand van het systeem kan niet automatisch
worden geactiveerd in de volgende gevallen:
wanneer een audio-signaal wordt gedetecteerd.tijdens het afspelen van audiotracks of bestanden.wanneer een vooraf ingestelde afspeeltimer of
slaaptimer is ingeschakeld.
Aan de slag
De automatische stand­by-functie uitschakelen
Dit systeem is uitgerust met een automatische stand-by-functie. De stand-by-stand van het systeem wordt na ongeveer 30 minuten automatisch geactiveerd als er geen handeling wordt uitgevoerd of er geen audio-uitgangssignaal is. Standaard is de automatische stand-by-functie ingeschakeld. Gebruik de knoppen op het toestel om de automatische stand-by-functie uit te schakelen.
21
NL

Netwerkverbindingen

Het systeem met uw thuisnetwerk verbinden

In deze sectie wordt uitgelegd hoe het systeem verbinding kan maken met uw thuisnetwerk. U kunt het systeem draadloos of met kabels op het netwerk aansluiten. Bepaal uw verbindingsmethode via onderstaande tabel. Zorg ervoor dat u "De draadloze netwerkomgeving van uw thuisnetwerk controleren" (pagina 23) leest voordat u het systeem verbindt via een draadloos netwerk. Zie de gebruiksaanwijzing van uw draadloze netwerkrouter/toegangspunt voor nadere informatie over welke verbindingsmethode uw draadloze netwerkrouter/toegangspunt ondersteunt.
Welke verbinding wilt u gebruiken, draadloos of bekabeld, om het systeem met het thuisnetwerk te verbinden?
Draadloos Bekabeld
Heeft u een draadloze netwerkrouter/ toegangspunt?
Ja Nee
Gaat u de WPS*1-instelling gebruiken om het systeem met uw thuisnetwerk te verbinden?
Ja Nee
Welke verbindingsmethode wilt u gebruiken, de WPS­drukknopconfiguratiemethode of de WPS-pincodemethode?
Drukknopconfi­guratiemethode
Gebruik de WPS­drukknopconfigura­tiemethode (pagina 25).
*1WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard die is opgezet door de Wi-Fi Alliance waardoor u gemakkelijk en veilig
een draadloos netwerk kunt instellen.
*2Gebruik de handmatige instelmethode als u het gewenste toegangspunt niet kunt vin den met de toegangspunt scanmethode.
Pincodeme-
thode
Gebruik de WPS­pincodemethode (pagina 26).
Gebruik de toegangspunt scanmethode (pagina 23).
U heeft een draadloze netwerkrouter/ toegangspunt nodig.
Heeft u een router of een modem met routerfunctie?
Gebruik de
2
handmatige
*
instelmethode (pagina 25).*
Ja Nee
2
Gebruik de kabelverbindings methode (pagina 27).
Wat het systeem kan doen als het met een netwerk is verbonden?
Het systeem kan audiocontent afspelen die op een server (een computer, etc.) is opgeslagen op uw
thuisnetwerk (pagina 37).
Het systeem kan muziekservices via internet afspelen (pagina 43).
NL
22
U heeft een router nodig.

De draadloze netwerkomgeving van uw thuisnetwerk controleren

Internet
Draadloze netwerkrouter/ toegangspunt
Het toestel
Server
Voordat u verbinding maakt met het thuisnetwerk moet
u een draadloze netwerkrouter/toegangspunt voorbereiden. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die met het apparaat is meegeleverd voor nadere informatie.
Afhankelijk van uw thuisnetwerkomgeving is uw
draadloze netwerkrouter/toegangspunt mogelijk zo ingesteld dat met WPS geen verbinding kan worden gelegd, ook al is het compatibel met WPS. Zie de gebruiksaanwijzing die met uw draadloze netwerkrouter/toegangspunt is meegeleverd voor nadere informatie over de compatibiliteit van uw draadloze netwerkrouter/toegangspunt met WPS en het instellen van een WPS-verbinding.
Er kunnen problemen met het instellen optreden als het
systeem en de draadloze netwerkrouter/het toegangspunt te ver bij elkaar uit de buurt zijn geplaatst. In dit geval moet u de apparaten dichter bij elkaar plaatsen.
Netwerkverbindingen
U hebt de volgende omgeving nodig om gebruik te kunnen maken van de thuisnetwerkfunctie (Home Network), de muziekservicefunctie (Music Service), AirPlay en de PARTY STREAMING­functie. Controleer uw omgeving van tevoren.
o Er moet een draadloos thuisnetwerk
aanwezig zijn. (Zorg dat er een draadloze netwerkrouter wordt gebruikt.)
o Een apparaat dat als server kan
worden gebruikt (bijvoorbeeld een computer), moet met uw draadloze thuisnetwerk* zijn verbonden.
o Internettoegang moet beschikbaar
zijn. (Wanneer u muziekservices wilt beluisteren.)
* Zie pagina 37 voor informatie over servers die
compatibel met dit systeem zijn.
U kunt verschillende verbindingsmethoden gebruiken voor het instellen van een draadloos netwerk: zoeken naar een toegangspunt, met een WPS-verbindingsmethode (de drukknopmethode of de pincodemethode), of handmatige instelling. Selecteer de verbindingsmethode die voor uw thuisnetwerk kan worden gebruikt aan de hand van de tabel op pagina 22.
Opmerkingen
Zorg dat u de draadloze netwerkfunctie niet gebruikt in
een omgeving met medische hulpmiddelen (zoals een pacemaker) of waar draadloze communicatie verboden is.

Zoeken naar een toegangspunt en instellen van een draadloos netwerk (toegangspunt scanmethode)

U kunt een draadloos netwerk instellen door naar een toegangspunt te zoeken. Voor het instellen van het netwerk met behulp van deze verbindingsmethode zal u worden gevraagd de volgende informatie te selecteren of in te voeren. Controleer vooraf de volgende informatie en noteer deze in de ruimte hieronder.
o De netwerknaam (SSID*
uw netwerk* is nodig in stap 6.)
:
o Als uw draadloze thuisnetwerk door
codering is beveiligd, de beveiligingssleutel (WEP-sleutel, WPA/ WPA2-sleutel) voor uw netwerk* is nodig in stap 7.)
:
*1SSID (Service Set Identifier) is een naam waarmee een
bepaald toegangspunt wordt geïdentificeerd.
*2U kunt deze gegevens vinden op een label aan uw
draadloze netwerkrouter/toegangspunt, in de gebruiksaanwijzing, door het op te vragen bij de persoon die uw draadloze netwerk heeft ingesteld of in de informatie die u hebt ontvangen van uw internetprovider.
2
wordt geïdentificeerd. (Dit
1
) waarmee
2
. (Dit
23
NL
Zie "Menu-/lijstbediening" (pagina 15) en "Tekens invoeren" (pagina 14) voor meer informatie over menuhandelingen en het invoeren van tekens.
Selecteer HOME NETWORK,
1
MUSIC SERVICES of AirPlay als functie.
Als het scherm voor het instellen van het netwerk verschijnt, gaat u naar stap 4. Als het scherm voor het instellen van het netwerk niet verschijnt, drukt u op OPTIONS.
Druk op M/m om "Network" te
2
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Druk op M/m om "Settings" te
3
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Druk op M/m om "Wireless LAN
4
Settings" te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Als "Change Setting?" verschijnt, selecteert u "OK" en drukt u vervolgens op ENTER.
Voer de beveiligingssleutel (WEP-
7
sleutel, WPA/WPA2-sleutel) in en druk dan op ENTER.
De beveiligingssleutel wordt standaard weergegeven als "*****". Druk herhaaldelijk op DISPLAY om de beveiligingssleutel te coderen en zichtbaar te maken. Het scherm voor het instellen van de IP­instelling verschijnt.
Terwijl het scherm voor het
8
instellen van de IP-instelling wordt weergegeven, drukt u op M/m om "Auto" te selecteren en drukt u vervolgens op ENTER.
Het scherm voor het instellen van de proxyinstelling verschijnt.
Bij gebruik van een vast IP-adres
Selecteer "Manual" in stap 8 en druk vervolgens op ENTER. Het scherm voor het invoeren van het IP-adres verschijnt. Voer de waarden in voor "IP Address", "Subnet Mask", "Default Gateway", "Primary DNS" en "Secondary DNS". Wanneer u op ENTER drukt na het invoeren van de waarde voor "Secondary DNS", verschijnt het scherm voor het instellen van de proxyinstelling.
24
Druk op M/m om "Access Point
5
Scan" te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het systeem gaat op zoek naar toegangspunten en geeft een lijst met maximaal 15 namen (SSID) van beschikbare netwerken weer.
Druk op M/m om de gewenste
6
netwerknaam (SSID) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Het scherm voor het instellen van de beveiliging verschijnt.
NL
Terwijl het scherm voor het
9
instellen van de proxyinstelling wordt weergegeven, drukt u op M/m om "Do Not Use" te selecteren en drukt u vervolgens op ENTER.
Het bevestigingsscherm verschijnt.
Bij gebruik van een proxyserver
Selecteer "Use" in stap 9 en druk vervolgens op ENTER. Het scherm voor het invoeren van het proxyadres verschijnt. Voer de waarden in voor "Proxy Address" en "Port Number". Wanneer u op ENTER drukt na het instellen van de waarde voor "Port Number", verschijnt het bevestigingsscherm.
Druk op M/m om "OK" te
10
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
"Complete!" verschijnt zodra het instellen van de netwerkinstellingen is voltooid; " " gaat branden op het scherm. Om terug te gaan naar het optiemenu, drukt u op ENTER. (Afhankelijk van de netwerkomgeving kan het instellen van de netwerkinstellingen enige tijd duren.)
Voer de serverinstellingen uit.
11
Om te kunnen luisteren naar audiocontent die op de server is opgeslagen, moet u uw server instellen (pagina 37).
Tip
Bij het controleren van de netwerkinstellingen drukt u op OPTIONS en selecteert u vervolgens "Network" – "Information" – de gewenste insteloptie in het menu.
Opmerking
Als uw netwerk niet door codering is beveiligd (met de beveiligingssleutel), wordt het scherm voor het instellen van de beveiliging niet weergegeven in stap 7.
Indien u de gewenste netwerknaam (SSID) niet kunt vinden (handmatige instelmethode)
U kunt de gewenste netwerknaam (SSID) handmatig invoeren als deze niet wordt weergegeven in de lijst.
1
Selecteer "Manual Registration" in stap 5 van "Zoeken naar een toegangspunt en instellen van een draadloos netwerk (toegangspunt scanmethode)" (pagina 23).
2
Druk op M/m om "Direct Input" te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
3
Voer de netwerknaam (SSID) in en druk dan op ENTER.
4
Druk op M/m om de gewenste beveiligingsinstelling te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
5
Volg stappen 7 tot 11 van "Zoeken naar een toegangspunt en instellen van een draadloos netwerk (toegangspunt scanmethode)" (pagina 23).
Draadloze netwerken opzetten met een WPS­compatibel toegangspunt
Met een WPS-compatibel toegangspunt stelt u heel eenvoudig een draadloos netwerk in. De WPS­instelling stelt u in met behulp van de drukknopconfiguratiemethode of de pincodemethode.
Wat is WPS (Wi-Fi Protected Setup)?
WPS is een standaard die is opgezet door de Wi-Fi Alliance waardoor u gemakkelijk en veilig een draadloos netwerk kunt instellen.
Een draadloos netwerk instellen met de WPS­drukknopconfiguratiemethode
U stelt heel eenvoudig een WPS draadloze verbinding in met een druk op de speciale knop.
1
Selecteer HOME NETWORK, MUSIC SERVICES of AirPlay als functie.
Als het scherm voor het instellen van het netwerk niet verschijnt, drukt u op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Network" te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
3
Druk op M/m om "Settings" te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Netwerkverbindingen
25
NL
4
Druk op M/m om "Wireless LAN Settings" te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Als "Change Setting?" verschijnt, selecteert u "OK" en drukt u vervolgens op ENTER.
5
Druk op M/m om "WPS Push" te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
6
Volg de aanwijzingen op het scherm en druk op de WPS-knop op het toegangspunt.
Bericht: Druk binnen 2 minuten op de WPS­knop op het toegangspunt
WPS-knop op draadloze netwerkrouter/ toegangspunt
"Complete!" verschijnt zodra het instellen van de netwerkinstellingen is voltooid, en " " gaat branden op het scherm. Om terug te gaan naar het optiemenu, drukt u op ENTER. (Afhankelijk van de netwerkomgeving kan het instellen van de netwerkinstellingen enige tijd duren.)
7
Voer de serverinstellingen uit.
Om te kunnen luisteren naar audiocontent die op de server is opgeslagen, moet u uw server instellen (pagina 37).
Tip
Bij het controleren van de netwerkinstellingen drukt u op OPTIONS en selecteert u vervolgens "Network" – "Information" – de gewenste insteloptie in het menu.
Een draadloos netwerk instellen met de WPS-pincodemethode
Als het toegangspunt een verbinding via een WPS­pincode (Personal Identification Number) ondersteunt, kunt u een draadloze WPS-verbinding instellen door de pincode van het systeem in te voeren op de draadloze netwerkrouter/het toegangspunt.
1
Selecteer HOME NETWORK, MUSIC SERVICES of AirPlay als functie.
Als het scherm voor het instellen van het netwerk niet verschijnt, drukt u op OPTIONS.
2
Druk op M/m om "Network" te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
3
Druk op M/m om "Settings" te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
4
Druk op M/m om "Wireless LAN Settings" te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
5
Druk op M/m om "Manual Registration" te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
6
Druk op M/m om "WPS PIN" te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
De lijst met beschikbare SSID's (toegangspunten) verschijnt.
7
Druk op M/m om de gewenste netwerknaam (SSID) te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
De pincode (8 cijfers) van het systeem verschijnt. Houd de pincode weergegeven totdat de verbinding gereed is. (Er wordt elke keer dat u deze handeling uitvoert een andere pincode weergegeven.)
8
Voer de pincode van het systeem in op de draadloze netwerkrouter/het toegangspunt.
Het systeem start het instellen van de netwerkinstellingen. "Complete!" verschijnt zodra het instellen van de netwerkinstellingen is voltooid, en " " gaat branden op het scherm. Om terug te gaan naar het optiemenu, drukt u op ENTER. (Afhankelijk van de netwerkomgeving kan het instellen van de netwerkinstellingen enige tijd duren.)
26
NL
9
Voer de serverinstellingen uit.
Om te kunnen luisteren naar audiocontent die op de server is opgeslagen, moet u uw server instellen (pagina 37).
Tips
Bij het controleren van de netwerkinstellingen drukt u
op OPTIONS en selecteert u vervolgens "Network" – "Information" – de gewenste insteloptie in het menu.
Zie de gebruiksaanwijzing die met uw draadloze
netwerkrouter/toegangspunt is meegeleverd voor nadere informatie over het invoeren van de pincode in uw draadloze netwerkrouter/toegangspunt.

Een bekabeld netwerk instellen

Internet
Router
Server
U hebt de volgende omgeving nodig om gebruik te kunnen maken van de thuisnetwerkfunctie (Home Network), de muziekservicefunctie (Music Service) en de PARTY STREAMING-functie. Controleer uw omgeving van tevoren.
o Er moet een bekabeld thuisnetwerk
aanwezig zijn. (Zorg dat er een router wordt gebruikt.)
o Een apparaat dat als server kan
worden gebruikt (bijvoorbeeld een computer), moet op uw bekabelde thuisnetwerk* zijn aangesloten.
o Internettoegang moet beschikbaar
zijn. (Bij het luisteren naar muziekservices.)
* Zie pagina 37 voor informatie over servers die
compatibel met dit systeem zijn.
Het toestel
Zorg dat u een netwerkkabel (LAN) met een ferrietkern (niet meegeleverd) of een afgeschermde netwerkkabel (niet meegeleverd) gebruikt voor een bekabelde verbinding. Zie "Menu-/lijstbediening" (pagina 15) en "Tekens invoeren" (pagina 14) voor meer informatie over menuhandelingen en het invoeren van tekens.
Sluit het systeem aan op een
1
apparaat dat op de server is aangesloten.
Het toestel
Router, hub, etc.
Naar de NETWORK
poort
Server
De configuratie van de verbinding hangt af van de omgeving van uw thuisnetwerk.
Netwerkkabel (LAN)
Wanneer de server (een computer, etc.) is
aangesloten op een router of hub: t Is er een niet-gebruikte poort vrij op de
router of hub, sluit het systeem op die poort aan.
t Is er geen niet-gebruikte poort op de
router vrij, voeg dan een hub toe en sluit de server en het systeem op de hub aan.
Wanneer geen router wordt gebruikt*:
t Voeg een router toe en sluit de server
en het systeem op de router aan.
* Bijvoorbeeld, als een server (een computer, etc.)
rechtstreeks op een modem zonder routerfunctie is aangesloten.
Selecteer HOME NETWORK,
2
MUSIC SERVICES of AirPlay als functie.
Als het scherm voor het instellen van het netwerk niet verschijnt, drukt u op OPTIONS.
Netwerkverbindingen
27
NL
Loading...
+ 61 hidden pages