Sonim XP1 User Guide [nl]

Copyright © 2007 Sonim Technologies, Inc.
SONIM, Sonim Xperience, Sonim Xtend en het Sonim-logo zijn handelsmerken van Sonim Technologies, Inc. Andere bedrijfsnamen of productnamen in deze handleiding kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van de respectievelijke eigenaars.
Ruiming van oude elektrische en elektronische apparatuur
Het symbool van de doorkruiste afvalbak geeft aan dat dit product (en componenten die zijn gemarkeerd met dit symbool) binnen de landen van de Europese Unie niet bij het normale huishoudelijke afval mag worden gedaan en dat het naar een speciaal inzamelingspunt moet worden gebracht.
Ruiming van batterij
Controleer lokaal geldende regelingen voor de ruiming van batterijen.
De batterij mag nooit bij het normale huishoudelijke afval worden gedaan. Breng de batterij naar een inzamelingspunt voor batterijen, indien beschikbaar.
Conformiteitsverklaring
Sonim Technologies Inc. verklaart dat de mobiele telefoon Sonim XP1™ voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EG.
Inhoudsopgave
Algemene informatie ........................................ 1
Netwerkservices................................................ 1
Ondersteuning door Sonim ................................ 1
Effectief gebruik van de handleiding ................... 1
Veel voorkomende acties ................................... 3
Richtlijnen voor uw veiligheid ..........................4
De batterij ........................................................ 6
Batterijprestaties......................................... 6
Vervanging van de batterij ........................... 6
Kortsluiting voorkomen ................................ 6
Extreme temperaturen vermijden ................. 6
Ruiming van de batterij ............................... 6
Meer veiligheidsinformatie ................................. 7
Persoonlijke medische apparaten.................. 7
Kindveiligheid ............................................. 7
Telefoneren bij een noodgeval ..................... 7
SAR-certificatie ........................................... 7
Aan de slag........................................................ 9
Informatie over de batterij ................................. 9
Batterijgebruik ............................................ 9
De batterij plaatsen en verwijderen .............. 9
De batterij opladen...................................... 10
Batterijsignaal instellen ................................ 10
Uw SIM-kaart.................................................... 11
De SIM-kaart plaatsen ................................. 11
De SIM-kaart verwijderen ............................ 11
Acties die u kunt uitvoeren zonder SIM-kaart 11
Onderdelen van de XP1-telefoon ........................ 11
Toetsenblok XP1 ......................................... 12
Stand-bystand .................................................. 13
Acties in de stand-bystand ........................... 13
Basisinstellingen................................................ 14
Functies van het toetsenblok.............................. 15
Uw XP1-telefoon ...............................................20
Hoofdmenu ...................................................... 20
Indicatoren op het startscherm .......................... 21
Instellingen ...................................................... 22
Belinstellingen............................................. 23
Telefooninstellingen .................................... 23
Netwerkinstellingen ..................................... 24
Het telefoonboek beheren ................................. 26
Een nieuw nummer toevoegen ..................... 26
Een visitekaartje verzenden ......................... 27
Telefoonrecords bewerken of verwijderen ..... 27
Nummers kopiëren of verplaatsen naar andere lijsten
28
Persoonlijke informatie beheren ................... 28
Telefoongeheugen ...................................... 29
Het IP-servicenummer opslaan..................... 29
Bellen ................................................................30
Een nummer kiezen .......................................... 30
Een internationaal nummer kiezen...................... 30
Een nummer kiezen met de Easy Call-toets ......... 30
Een nummer kiezen via het telefoonboek............ 30
Een nummer kiezen via het menu Gesprekken .... 31
Snel kiezen ....................................................... 32
Gebeld worden ................................................. 32
Antwoord met elke toets.............................. 32
i
Een gesprek doorverbinden ................................33
Gesprek blokkeren .............................................33
Gesprek in wacht ...............................................34
Autom. opnieuw kiezen ......................................34
Autom. antwoord ...............................................35
Gesprekken filteren ............................................35
Zwarte lijst ..................................................35
Witte lijst.....................................................36
Instellingen gespreksfilter .............................36
Overige gespreksinstellingen...............................36
Gespreksgegevens opvragen...............................37
Berichten.......................................................... 39
Berichtinstellingen..............................................39
Invoermodus voor tekst......................................40
Conventionele tekstinvoer.............................40
Predictieve tekstinvoer .................................40
Berichten schrijven.............................................41
Een SMS verzenden via het telefoonboek .............42
Een nummer uit een ontvangen SMS-bericht bellen42
Uw berichten beheren ........................................42
Postvak IN...................................................42
Niet verzonden berichten ..............................43
Verzonden berichten ....................................43
Voorgedefinieerde SMS-berichten ..................43
SMS-geheugen opvragen ..............................43
SMS-broadcasts ...........................................43
Voicemail .........................................................44
Geprogrammeerde sneltoetsen........................ 47
Snel aan de slag met Push-To-Talk.................. 50
Aan de slag .......................................................50
PTT-functies in een oogopslag ...........................50
Registreren voor de PTT-service..........................52
De PTT-service deactiveren ................................52
PTT-instellingen .................................................52
PTT-pictogrammen ...........................................54
Een PTT-contact maken ..................................... 55
Een groep maken..............................................56
Bestaande contactgegevens kopiëren ..................56
Een één-op-één gesprek voeren.........................57
Een gesprek in de achtergrond zetten ..........57
PTT-gesprek kiezen......................................57
Een ongepland groepsgesprek voeren .................58
Een PTT-groepsgesprek voeren..........................58
Een PTT-uitnodiging accepteren .........................59
Inkomende PTT-gesprekken blokkeren ................59
PTT-gesprekslog opvragen ................................60
Contacten uit het telefoonboek kopiëren naar de PTT-lijst 60
De lijst met PTT-contacten vernieuwen................60
Push-To-Talk .................................................... 63
PTT-instellingen .................................................63
Algemene instellingen ..................................63
Audio-instellingen .......................................63
Achterlicht ...................................................63
Afwijzingslijst...............................................64
Schermnaam ...............................................64
Herinnering .................................................64
Uw PTT-contacten beheren.................................64
Contacten maken.........................................65
Contacten maken vanuit het gesprekslog .......65
Contacten kopiëren het uit telefoonboek ........65
Contacten toevoegen aan de afwijzingslijst vanuit het
ii
gesprekslog ................................................ 65
Instellen als standaard ................................ 65
Zet DnD aan ............................................... 65
Een PTT-uitnodiging verzenden ................... 66
Contactgegevens wijzigen............................ 66
Een contact verwijderen .............................. 66
Contacts verwijderen uit oproep log ............. 66
PTT-groepen beheren........................................ 67
Een nieuwe groep maken ............................ 67
Een groep importeren.................................. 67
De naam van een groep wijzigen.................. 67
Groepsgegevens bewerken .......................... 67
Leden verwijderen uit een groep .................. 68
Een groep verwijderen................................. 68
Groep-ID verzenden .................................... 68
Chatgroepen gebruiken ..................................... 68
Een chatgroep maken.................................. 68
De naam van een chatgroep wijzigen ........... 69
Gegevens van een chatgroep bewerken/opvragen69
Een chatgroep verwijderen .......................... 70
Een groep importeren.................................. 70
PTT-gespreksloggen opvragen ........................... 70
Uitgaande gesprekken ................................. 70
Beantwoorde gesprekken............................. 71
Gemiste gesprekken .................................... 72
Opnieuw deelnemen aan groepssessie .......... 72
Een lijst verwijderen .................................... 72
PTT-gesprekken starten..................................... 72
Gesprekken starten vanuit de lijst met PTT-contacten 72 Gesprekken starten vanuit de lijst met PTT-gesprek-
ken ............................................................ 73
Gesprekken starten vanuit de lijst met GSM-gesprek-
ken ............................................................ 73
Gesprekken starten vanaf het stand-byscherm73 Gesprekken starten vanuit de lijst met groepen74
Ongeplande groepsgesprekken starten ......... 74
Reageren op een uitnodiging ............................. 75
Meer leden toevoegen aan de sessie .................. 75
Geluid dempen tijdens een sessie....................... 75
Een gesprek in de achtergrond zetten................ 76
IPA-gegevens opvragen.................................... 76
POC-sessie in de achtergrond ............................ 76
Configureerbare standaard P2T-lijst.................... 77
Standaard en geavanceerde menuopties............. 77
WAP...................................................................79
Tools..................................................................81
Organiseren...................................................... 81
Nieuwe gebeurtenissen invoeren .................. 81
Items bewerken.......................................... 82
Items verwijderen ....................................... 82
Wekker ............................................................ 82
Rekenmachine .................................................. 82
Audio-recorder.................................................. 83
Geluid afspelen ........................................... 84
Bluetooth ......................................................... 84
Bluetooth activeren ..................................... 84
Bluetooth deactiveren.................................. 84
Bluetooth-instellingen .................................. 84
Apparaten paren ......................................... 85
Een Bluetooth-headset verbinden ................. 85
Naam gepaard apparaat wijzigen ................. 85
iii
Paring verwijderen .......................................86
Gegevens verzenden ....................................86
Gegevens ontvangen....................................86
Stopwatch .........................................................87
Afteltimer ..........................................................87
Wereldklok ........................................................87
Carkit..........................................................88
Handsfree bellen .............................................. 89
Bij aansluiting op een bekabelde headset.............89
GSM-gesprekken ..........................................89
PTT-gesprekken...........................................89
Bij plaatsing in een dashboardhouder van een Carkit89
GSM-gesprekken ..........................................89
PTT-gesprekken...........................................90
Bij gebruik van een Bluetooth-headset.................90
GSM-gesprekken ..........................................90
PTT-gesprekken...........................................90
De telefoon aanpassen..................................... 92
Thema's ............................................................93
Uw bestanden beheren.......................................93
Menu SIM-kaart .................................................93
Index ................................................................ 97
iv

Algemene informatie

Effectief gebruik van de
Gefeliciteerd met uw aanschaf van een Sonim XP1™ mobiele telefoon. De Sonim XP1-telefoon is volledig compatibel met de recentelijk door de Open Mobile Alliance (OMA) geratificeerde GSM-standaard. De telefoon heeft een intuïtieve gebruikersinterface met vele voorzieningen die het mogelijk maakt de functionaliteit van het XP1-apparaat volledig te benutten.

Netwerkservices

Via uw serviceprovider kunnen extra services beschikbaar zijn. Om het meeste uit deze services te halen, moet u zich abonneren op deze diensten via uw serviceprovider en de provider vragen om instructies voor het gebruik.

Ondersteuning door Sonim

Voor aanvullende productinformatie en ondersteuning gaat u naar www.sonimtech.com
.
handleiding
Maak uzelf vertrouwd met de terminologie en symbolen die worden gebruikt in deze handleiding om u te helpen de telefoon effectief te gebruiken.
Drukken Wil zeggen op een toets drukken
en deze onmiddellijk weer loslaten. "Druk op 2" betekent bijvoorbeeld dat u in het toetsenblok moet drukken op de toets met als label het cijfer 2 en de letters “ABC”.
Algemene informatie
1
Selecteren Betekent dat u op de selectietoets
Algemene informatie
links of rechts moet drukken om de opdracht uit te voeren die onderaan het scherm wordt aangegeven. Als in deze handleiding bijvoorbeeld wordt gezegd dat u Menu > Berichten > SMS > Schrijf bericht moet selecteren, moet u op de
selectietoets links drukken om
Menu te selecteren, naar de optie Berichten bladeren en nogmaals op de selectietoets links drukken, naar de optie SMS bladeren en weer op de selectietoets links drukken, naar de optie Schrijf bericht bladeren en nog een laatste keer op de selectietoets links drukken. Om Afsluiten te selecteren, drukt u op de selectietoets rechts.
Ingedrukt houden
Menuopties Deze opties worden onderaan het
Menu selecteren
Betekent dat u op een toets moet drukken en deze gedurende 2–3 seconden ingedrukt moet houden, voordat u de toets weer loslaat. Deze actie wordt bijvoorbeeld gebruikt om de telefoon in en uit te schakelen en voor sneltoetsen waarmee bepaalde functies worden gestart. Zo moet u de toets 1 ingedrukt houden om toegang te krijgen tot de voicemail.
scherm weergegeven. U kunt de selectietoetsen gebruiken om de aangegeven optie te selecteren.
Betekent dat u op de
selectietoets links moet drukken
om de optie Menu te selecteren of op de toets Menu (midden) moet drukken.
Een menuoptie waarachter drie punten staan (…)
2
Wil zeggen dat er meer opties beschikbaar zijn, maar dat er in de handleiding maar één wordt genoemd.
Geeft een opmerking aan.
Geeft een tip aan.

Veel voorkomende acties

De volgende acties kunnen worden uitgevoerd vanuit meerdere menu's:
Algemene informatie
Afsluiten Hiermee wordt het vorige scherm
weergegeven. Gebruik de selectietoets rechts om deze functie uit te voeren.
Wissen Hiermee worden gegevens teken voor
teken gewist. Gebruik de selectietoets rechts om deze functie uit te voeren.
OK Hiermee bevestigt u een actie. Gebruik
de selectietoets links of de toets Menu om deze functie uit te voeren.
3

Richtlijnen voor uw veiligheid

Lees de volgende richtlijnen voor de veiligheid zorgvuldig door voordat u de telefoon gebruikt. Deze richtlijnen geven informatie die het mogelijk maakt om uw mobiele telefoon veilig te bedienen en te voldoen aan alle wettelijke vereisten met betrekking tot het gebruik.
Gebruik de telefoon niet bij een tankstation. Houd u aan beperkingen die gelden voor radioverkeer bij brandstofdepots en chemische fabrieken en plaatsen waar wordt gewerkt met explosieven. Elektrische interferentie kan het gebruik van de telefoon onmogelijk maken.
Schakel uw mobiele telefoon uit aan boord van een vliegtuig. Draadloze telefoons kunnen
Richtlijnen voor uw veiligheid
interferentie en gevaar voor vliegtuigen veroorzaken. Stel de batterij niet bloot aan hoge temperaturen (boven 60° C).
Houd u aan de wetten voor verkeersveiligheid. Gebruik de telefoon niet terwijl u een auto bestuurt. Zoek eerst een veilige plaats om te stoppen. Spreek niet via een handsfree microfoon terwijl u rijdt. Houd u aan beperkingen die gelden in ziekenhuizen en bij medische apparatuur.
Vermijd gebruik van de telefoon in de buurt van persoonlijke medische apparaten, zoals pacemakers en hoorapparaten.
Gebruik alleen voor de Sonim XP1 goedgekeurde laadapparatuur om uw telefoon op te laden, om schade aan de telefoon te voorkomen.
4
Het symbool van de doorkruiste afvalbak geeft aan dat dit product (en componenten die zijn gemarkeerd met dit symbool) binnen de landen van de Europese Unie niet bij het normale huishoudelijke afval mag worden gedaan en dat het naar een speciaal inzamelingspunt moet worden gebracht. Laat alleen gekwalificeerd personeel de telefoon installeren of repareren.
De Sonim XP1 is waterbestendig, stofbestendig en sterk. De telefoon is echter niet waterdicht of stofdicht en kan breken wanneer u hem laat vallen of gooit. Voor de beste resultaten zorgt u dat de XP1 gevrijwaard blijft van vocht, stof en krachtige schokken.
Maak back-ups van belangrijke informatie die is opgeslagen in uw telefoon of schrijf die informatie op.
Richtlijnen voor uw veiligheid
5

De batterij

Batterijprestaties

Uw apparaat wordt van stroom voorzien door een oplaadbare batterij. Gebruik de batterij alleen voor de beoogde doeleinden. Gebruik nooit een lader of batterij die beschadigd is. Als de batterij helemaal leeg is, kan het een paar minuten duren voorat de indicator voor de lading wordt weergegeven en voordat de telefoon kan worden gebruikt voor gesprekken.
Een nieuwe batterij bereikt het maximale prestatieniveau pas nadat twee of drie volledige cycli van laden en ontladen zijn doorlopen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen, maar zal uiteindelijk verslijten. Koppel de lader los van het stopcontact en het apparaat wanneer deze niet in gebruik is. Koppel een volledig opgeladen batterij los van de lader. Overladen kan de levensduur bekorten. Als een volledig geladen batterij niet
Richtlijnen voor uw veiligheid
wordt gebruikt, raakt deze langzaam de lading kwijt.

Vervanging van de batterij

Wanneer de gesprekstijd en de stand-bytijd merkbaar korter worden, vervangt u de batterij door een originele Sonim-batterij. Als een vervangende batterij voor het eerst wordt gebruikt of als de batterij gedurende een langere periode niet is gebruikt, kan het nodig zijn om de lader aan te sluiten, dan los te koppelen en opnieuw aan te sluiten om te beginnen met het laden van de batterij.

Kortsluiting voorkomen

Voorkom kortsluiting van de batterij. Een kortsluiting kan zich voordoen wanneer een metalen object, zoals een munt, paperclip of pen, een directe verbinding maakt tussen de positieve (+) en negatieve (-) polen van de batterij. (De polen zien eruit als metalen strips op de batterij.) Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in een zak of tas meeneemt. Een kortsluiting kan de batterij of het object dat de verbinding maakt, beschadigen.

Extreme temperaturen vermijden

Wanneer u de batterij op een hete of koude plaats, zoals een afgesloten auto in de zomer of de winter, achterlaat, zullen de capaciteit en levensduur van de batterij minder worden. Probeer de batterij altijd te bewaren bij een temperatuur tussen 15°C en 25°C. Een apparaat met een te hete of te koude batterij kan tijdelijk niet werken, zelfs al is de batterij volledig opgeladen. De prestaties van de batterij gaan met name achteruit bij temperaturen ver onder de nul graden.

Ruiming van de batterij

Gooi batterijen niet in een vuur, aangezien ze kunnen exploderen. Ook batterijen die beschadigd zijn, kunnen exploderen. Volg de lokale regelingen voor het wegdoen van batterijen en recycle ze, indien mogelijk. Doe batterijen niet bij het huishoudelijke afval. Haal batterijen of cellen niet uit elkaar en open ze niet. Voorkom, als een batterij
6
lekt, dat de vloeistof in aanraking komt met de huid of ogen. Als dat toch gebeurt, moet u onmiddellijk medische hulp zoeken.

Meer veiligheidsinformatie

Persoonlijke medische apparaten

Mobiele telefoons kunnen de werking van pacemakers en andere geïmplanteerde apparatuur beïnvloeden. Plaats de mobiele telefoon niet direct op de pacemaker, bijvoorbeeld in uw borstzak. Wanneer u de telefoon gebruikt, houdt u die aan het oor dat het verst van de pacemaker is. Als een minimale afstand van 15 cm wordt aangehouden tussen de mobiele telefoon en de pacemaker, is het risico van interferentie beperkt. Als u reden hebt om aan te nemen dat er interferentie optreedt, schakelt u de mobiele telefoon onmiddellijk uit. Neem contact op met uw cardioloog voor meer informatie. Voor andere medische apparaten raadpleegt u uw dokter en de fabrikant van het apparaat.
Volg instructies om het apparaat of de RF-transmissie uit te schakelen altijd op, met name in ziekenhuizen en aan boord van vliegtuigen. Apparatuur die op die plaatsen wordt gebruikt, kan gevoelig zijn voor de radiogolven die door het apparaat worden uitgezonden.
Houd ook altijd rekening met beperkingen die gelden bij tankstations en op andere plaatsen met brand- of explosiegevaar.

Kindveiligheid

Laat kinderen niet spelen met de mobiele telefoon of de bijbehorende accessoires. Houd de telefoon buiten hun bereik. Zij kunnen zichzelf of anderen letsel toebrengen of kunnen de telefoon of de accessoires per ongeluk beschadigen. Uw mobiele telefoon en de accessoires kunnen kleine onderdelen bevatten die los kunnen komen en kunnen leiden tot een verstikkingsgevaar.

Telefoneren bij een noodgeval

Mobiele telefoons werken met radiosignalen. Dat betekent dat niet onder alle omstandigheden een verbinding kan worden gegarandeerd. Vertrouw daarom nooit alleen op een mobiele telefoon voor essentiële communicatie (zoals in een medische noodtoestand).
Het is mogelijk dat noodoproepen niet mogelijk zijn in alle gebieden, via alle netwerken voor mobiele telefonie of wanneer bepaalde netwerkservices en/of voorzieningen van de mobiele telefoon in gebruik zijn. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.

SAR-certificatie

Wanneer de mobiele telefoon communiceert via het draadloze netwerk, zendt deze radiogolven uit, die radiofrequente energie of RF wordt genoemd. De SAR (Specific Absorption Rate) is de eenheid die wordt gebruikt om de hoeveelheid RF-energie te meten die wordt geabsorbeerd door het lichaam bij gebruik van de telefoon. SAR wordt uitgedrukt in watts/kilogram. In
Richtlijnen voor uw veiligheid
7
overeenstemming met de productstandaarden in de norm EN 50360:2001 is de toegestane limiet voor SAR voor 10 g weefsel gemiddeld 2,0 (W/kg).
De lokale SAR van het draagbare XP1-apparaat is gemeten onder alle omstandigheden waaronder dat volgens de relevante internationale standaarden vereist is. De maximale lokale SAR-waarde waarvoor het apparaat is getest en de blootstellinglimieten waarvoor het is gecertificeerd bij verschillende netwerkbanden ziet u hieronder:
Maximale SAR GSM 900-MHz band
0.604 W/kg SAR bij hoofd
0.204 W/kg SAR bij lichaam
DCS 1800-MHz band
0.219 W/kg SAR bij hoofd
Richtlijnen voor uw veiligheid
0.137 W/kg SAR bij lichaam
U kunt de blootstelling van het lichaam aan RF-energie verminderen door de telefoon op een afstand van 1,5 cm van het hoofd of lichaam te houden. U kunt bijvoorbeeld een handsfree headset gebruiken.
8

Aan de slag

De batterijklep openen
De batterijklep
omhoog bewegen
Batterij plaatsen

Informatie over de batterij

Batterijgebruik

 Gebruik alleen voor de XP1 gecertificeerde batterijen,
laders en andere accessoires die zijn ontworpen voor dit telefoonmodel.
 Het gebruik van andere batterijen, laders en
accessoires kan schade veroorzaken en de garantievoorwaarden van uw telefoon nietig maken.
 Stel de batterij niet bloot aan extreme temperaturen
en bescherm deze tegen vochtigheid.
 Houd de batterij buiten het bereik van kinderen.

De batterij plaatsen en verwijderen

1. Houd de telefoon met de achterkant naar u toe en draai de schroef van de batterijklep tegen de klok in om de klep te openen (zie de afbeelding).
Soms is de batterijklep moeilijk open te krijgen en moet u wat kracht zetten.
Aan de slag
2. Trek de flap die de batterij bedekt omhoog.
3. Plaats de batterij recht in de batterijsleuf, zodat de drie metalen contactpunten op de bovenkant van de batterij zijn uitgelijnd met de metalen contactpunten in het batterijcompartiment.
4. Plaats de klep terug en draai de schroef van de batterijklep met de klok mee om de klep te vergrendelen.
5. Om de batterij te verwijderen, opent u de klep aan de achterkant van de telefoon en trekt u de batterij aan de onderkant omhoog uit de sleuf. De batterij kan nu worden verwijderd.
9

De batterij opladen

Batterij opladen
De batterij die bij uw mobiele telefoon wordt geleverd, is niet helemaal opgeladen. We raden aan om de batterij drie uur op te laden, voordat u de mobiele telefoon voor het eerst
Aan de slag
gebruikt.
1. Steek de stekker van de lader in een 220-V stopcontact.
2. Lijn de connector van de lader uit met de USB-poort op de onderkant van de telefoon en steek de connector in de telefoon.
3. Als de batterij wordt opgeladen terwijl de telefoon uitgeschakeld is, wordt alleen het batterijpictogram met het bericht
Laden weergegeven (zie de
afbeelding hiernaast). Wanneer de batterij volledig is opgeladen, verschijnt het bericht
Voltooid.
4. Als de batterij wordt opgeladen terwijl de telefoon ingeschakeld is, zult u zien dat de staven in het
pictogram voor de batterijlading (te zien op het startscherm) bewegen om aan te geven dat de batterij wordt opgeladen. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, stoppen de staven op het scherm met bewegen. U kunt dan de lader veilig loskoppelen van de telefoon.
5. Wanneer het oplaadproces eenmaal is begonnen, is de enige manier om het te stoppen het loskoppelen van de lader. Gebruik, indien mogelijk, een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk kunt insteken en uithalen.
Om de USB-poort van de telefoon te beschermen tegen trillingen tijdens het opladen, schakelt u de trilfunctie uit en gebruikt u een beltoon als u de telefoon aan wilt laten terwijl de batterij wordt opgeladen.

Batterijsignaal instellen

Wanneer u het batterijsignaal instelt, hoort u een alarmsignaal telkens wanneer de batterij leeg begint te raken.
1. Om het batterijsignaal in te stellen, selecteert u Menu > Snelle instellingen > Normaal > Aanpassen >
Batterijsignaal > Aan of drukt u op de toets Menu
en schakelt u het selectievakje Batterijsignaal in om het signaal te activeren.
2. Selecteer Afsluiten om naar het vorige scherm te
gaan of druk op om terug te gaan naar het startscherm.
Voor meer informatie over signalen raadpleegt u “De telefoon aanpassen” op pagina 92.
10

Uw SIM-kaart

SIM-kaart plaatsen
U kunt een SIM-kaart kopen bij uw mobiele operator. Op de SIM-kaart zijn uw telefoonnummer en registratiegegevens opgeslagen. De SIM-kaart kan worden gebruikt in elke GSM-telefoon. Uw telefoonnummer en registratiegegevens blijven altijd hetzelfde.

De SIM-kaart plaatsen

1. Zorg ervoor dat de telefoon uitgeschakeld is.
2. Open de batterijklep en verwijder de batterij. Zie “De batterij plaatsen en verwijderen” op pagina 9 voor instructies.
3. Plaats de SIM-kaart in de daarvoor bestemde sleuf aan de onderkant van de telefoon.
4. Schuif de zilveren clip over de SIM-kaart zodat deze beveiligd is (zie afbeelding B).
5. Plaats de batterij en de klep terug. Draai de schroef van de batterijklep met de klok mee om de klep te vergrendelen.

De SIM-kaart verwijderen

1. Zorg ervoor dat de telefoon uitgeschakeld is.
2. Open de batterijklep en verwijder de batterij. Raadpleeg de instructies in de sectie “De batterij plaatsen en verwijderen” op pagina 9.
3. Schuif de zilveren clip naar boven en verwijder de SIM-kaart.
4. Plaats de batterij en de klep terug.

Acties die u kunt uitvoeren zonder SIM-kaart

1. Op de toets Menu drukken om het hoofdmenu te openen.
2. Selecteer SOS > Gesprek om contact op te nemen met de alarmdienst.

Onderdelen van de XP1-telefoon

Het toetsenblok van de XP1(BT) heeft zeven functietoetsen en 12 alfanumerieke toetsen. De rechterzijde van de telefoon is uitgerust met drie toetsen, waarvan de grootste de P2T-toets wordt genoemd:
Aan de slag
11
Aan de slag
XP1 in een oogopslag
Functies van het toetsenblok
1.Oordop
2.Scherm
3.Easy Call-toetsen
4.Zijtoetsen
5.Easy Call-toets
6.Functietoetsen
7.Alfanumerieke toetsen
8.Poort voor lader
9.Microfoon
10.Poort voor headset
11.Speakers
12.Batterijklep
13.Schroef batterijklep

Toe tsenb lo k X P1

De verschillende toetsen van het toetsenblok en de bijbehorende functies worden beschreven in de volgende afbeelding.
Functietoetsen
1.Navigatietoetsen (Omhoog/ Omlaag/Rechts/Links)
2.Selectietoets rechts (STR)
3.Toets Menu
4.In-/uitschakelen/Beëindig gesprek
5.Accepteren/Verzenden
6.Selectietoets links (STL)
Numerieke toetsen
7.Ingedrukt houden voor voicemail
8.Ingedrukt houden om luidspreker in of uit te schakelen tijdens een gesprek.
9.Ingedrukt houden om toetsenblok te vergrendelen/ ontgrendelen
10.Ingedrukt houden om stille modus in of uit te schakelen.
11.Ingedrukt houden voor weergave + (voor bellen naar een internationaal nummer)
12
De alfanumerieke toetsen zijn de toetsen met de cijfers één
tot en met nul, de letters A-Z plus de toetsen [*] en [#]. Door op de toetsen te drukken, kunt u cijfers of letters invoeren. Kies de invoermodus voor tekst waarmee u deze toetsen het meest efficiënt kunt gebruiken. Voor meer informatie over invoermodi voor tekst raadpleegt u de sectie “Invoermodus voor tekst” op pagina 40.
Op basis van een aanpassingsverzoek zijn aan sommige toetsen mogelijk andere dan de voorgaande snelkoppelingen toegewezen. Veel van de snelkoppelingen kunt u ook wijzigen via
Menu > Instellingen > Tel.instellingen > Snelkoppelingen.

Stand-bystand

Wanneer de telefoon in de stand-bystand staat, wordt bepaalde informatie weergegeven, zoals de naam van de serviceprovider, de datum en tijd, de status van de batterijlading en informatie over GPRS-verbindingen. Mogelijk worden ook nog andere indicatoren weergegeven, zoals de wekker en doorverbinding (als de voorziening is geactiveerd).
Het apparaat kan met een volledig geladen batterij gedurende 200 uur in de stand-bystand blijven staan.
1.GPRS-verbindingen
2.Indicator signaalsterkte
3.Pictogrammen
4.Indicator batterijlading
5.Serviceprovider
6.Lokale tijd
7.Opdracht die u kiest met STR
8.Opdracht die u kiest met STL
Stand-byscherm

Acties in de stand-bystand

Als de telefoon in de stand-bystand staat of niet in gebruik is, hebt u vanaf het startscherm toegang tot de volgende informatie.
Druk op Voor toegang tot
Pijl omhoog Gesprekken Pijl omlaag Telefoonboek Pijl naar rechts Bericht schrijven Pijl naar links WAP-opties Toets Menu Hoofdmenu
Aan de slag
13
Druk op Voor toegang tot
Selectietoets links Hoofdmenu Selectietoets rechts Telefoonboek Toets Accepteren/
Verzenden
Uitgaande gesprekken
Aan de slag
De vier functies die worden uitgevoerd met de pijltoetsen, zijn in de fabriek ingesteld, maar u kunt die wijzigen. U kunt ook nieuwe snelkoppelingen configureren. Voor meer informatie over snelkoppelingen raadpleegt u pagina 24.

Basisinstellingen

Wanneer u de telefoon hebt ingeschakeld, wordt de naam van de serviceprovider weergegeven.
Beveiligingsinstellingen
1. Om gebruik van uw telefoon door onbevoegden te voorkomen, kunt u een pincode instellen. Als u de pincode wilt wijzigen, moet eerst de standaard PIN 0000 worden geactiveerd. Pas als deze pincode is geactiveerd, kan de pincode worden gewijzigd in de pincode die de gebruiker kiest.
2. Om gebruik van uw telefoon door onbevoegden te voorkomen, kunt u een pincode instellen. Selecteer
Menu > Instellingen > Beveiligingsinstellingen
> PIN-code > Aan > OK. Wanneer u het gebruik van
de pincode hebt ingesteld, moet u de pincode invoeren wanneer u de telefoon inschakelt. Als u een foute pincode opgeeft, krijgt u geen toegang tot de telefoon.
3. Om de pincode te wijzigen, selecteert u Menu >
Instellingen > Beveiligingsinstellingen > Wijzig code > OK. U kunt codes wijzigen voor PIN, PIN2 en
het blokkeren van gesprekken.
Datum en tijd
1. Om de datum en tijd in te stell en, selecteert u Menu >
Instellingen > Datum en tijd > OK.
Automatische toetsvergrendeling
1. Als u het toetsenblok wilt vergrendelen, selecteert u
Menu > Instellingen > Tel.instellingen > Autom. toetsvergrendeling > OK. U kunt op deze manier
de voorziening in- en uitschakelen.
2. U kunt het toetsenblok ook vergrendelen en ontgrendelen door de toets ‘*’ ingedrukt te houden.
Stille modus
In de stille modus zijn de signalen voor gesprekken, van Organiseren, van SMS en voor de batterijstatus uitgeschakeld.
1. Selecteer Menu > Snelle instellingen > Stil > OK > Inschakelen.
14

Functies van het toetsenblok

In de volgende tabel wordt aangegeven welke functies kunnen worden uitgevoerd met de verschillende toetsen:
Toets Werking
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om de mobiele telefoon in of uit te schakelen. Druk, wanneer een menu wordt weergegeven en in de bewerkstand, op deze toets om terug
te keren naar de stand-bystand.
In-/uitschakelen/ Beëindig gesprek
Accepteren/Verzenden
STL/STR
Druk op deze toets om een gesprek te beëindigen. Druk op deze toets om een inkomend gesprek af te wijzen. Druk op deze toets om een inkomend gesprek te beantwoorden. Druk, na het invoeren van een telefoonnummer, op deze toets om een telefoongesprek te
starten.
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om een IP-gesprek te plaatsen (indien het IP-
nummer is ingesteld).
Druk terwijl de stand-bystand actief is op deze toets om toegang te krijgen tot de lijst met
uitgaande gesprekken.
Deze toetsen vindt u direct onder het scherm.
Druk op de selectietoets links (STL) of de selectietoets rechts (STR) om de functie te
selecteren die onderaan het scherm wordt aangegeven.
Welke functies beschikbaar zijn, is afhankelijk van de programmadefinities.
Druk op STL in de stand-bystand om toegang te krijgen tot het hoofdmenu. Druk op STR in de stand-bystand om toegang te krijgen tot het telefoonboek.
Aan de slag
15
Toets Werking
Aan de slag
Toet s M e nu (m i dden )
Deze toets vindt u in het midden tussen de navigatietoetsen.
Druk in de stand-bystand op deze toets om het hoofdmenu te openen. Druk op deze toets om een selectievakje in of uit te schakelen. Druk op deze toets om taken uit te voeren die ook met de selectietoets links kunnen worden
uitgevoerd.
Druk op deze toets om de opdracht OK te selecteren. Druk op deze toets en houd die ingedrukt om het rinkelen voor een binnenkomend gesprek te
dempen.
16
Toets Werking
Deze groep toetsen staat tussen de selectietoetsen, de toets In-/uitschakelen en de toets Accepteren. Op de toetsen staan pijlen die de richting aangeven waarin u door de informatie op het scherm kunt bladeren.
Omhoog/omlaag
Druk op deze toetsen om te bladeren door pagina's in de teksteditor.
Navigatietoetsen
Druk op deze toetsen om op hetzelfde niveau te bladeren in menu's/lijsten. Druk op deze toetsen om de vorige of volgende foto te bekijken bij het bekijken van
voorbeelden van foto's.
Druk op deze toetsen om tijdens een gesprek het volume te verhogen of te verlagen.
Links/rechts
Druk op deze toetsen om de cursor in de teksteditor naar links of naar rechts te verplaatsen. Druk op deze toetsen om in het hoofdmenu te bladeren. Druk op deze toetsen om naar de vorige of volgende pagina te gaan bij het bladeren door de
contactpersonen in het adresboek.
Druk op deze toetsen om de vorige of volgende foto op te vragen bij het bekijken van
voorbeelden van foto's.
Druk tijdens een gesprek op de pijl naar links om de telefoon te dempen of het geluid weer in
te schakelen.
Druk tijdens een gesprek op de pijl naar rechts om de handsfree modus in of uit te schakelen. Druk op toetsen om het gewenste telefoonnummer in te voeren en druk op om een
Numerieke toetsen
gesprek te starten. U kunt ook het nummer invoeren en dan Opties selecteren om het nummer te kiezen.
Druk op een numerieke toets en houd deze ingedrukt om snelkoppelingen te maken met
de beschikbare opties.
Aan de slag
17
Toets Werking
Druk in de stand-bystand op deze toets en houd deze ingedrukt om toegang te krijgen tot uw
voicemail.
Druk bij het invoeren van tekst op deze toets om spaties in te voeren.
Aan de slag
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om de beltonen voor binnenkomende
gesprekken in te stellen.
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om de speaker in of uit te schakelen tijdens een
GSM-gesprek.
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om het alarm in te stellen.
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om de rekenmachine weer te geven.
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om het Bluetooth-menu weer te geven
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om de het talenscherm weer te geven.
18
Toets Werking
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om een ‘+’ weer te geven die wordt gebruikt
voor het kiezen van een internationaal nummer.
Druk op deze toets om te schakelen tussen kleine letters, hoofdletters of automatisch
hoofdlettergebruik bij het invoeren van tekst.
Druk op deze toets en houd die ingedrukt om het toetsenblok te vergrendelen. Wanneer u
nog een keer op de toets drukt, wordt het toetsenblok ontgrendeld.
Druk bij het invoeren van tekst op deze toets om speciale tekens, zoals een punt of een
komma, weer te geven.
Druk in de stand-bystand op deze toets en houd die ingedrukt om de stille modus in of uit
te schakelen.
Druk bij het invoeren van tekst op deze toets om te schakelen tussen verschillende modi voor
het invoeren van tekens, zoals T9, abc en 123.
Aan de slag
19

Uw XP1-telefoon

Pictogrammen in het hoofdmenu
1.Gesprekken
2.Instellingen
3.Mijn bestanden
4.Telefoonboek
5.Berichten
6.Tools
7.P TT
8.Snelle instellingen
9.WAP
Dit model is een staafachtige telefoon met één LCD-scherm. Het grafische gedeelte van het scherm is 128 pixels breed en 160 pixels hoog. Met de gebruikte CSTN-technologie kunnen 65K kleuren worden weergegeven.

Hoofdmenu

Om het hoofdmenu te openen, drukt u op de toets Menu of
Uw XP1-telefoon
drukt u op de selectietoets links. Het hoofdmenu bevat de volgende negen items:
Wanneer Push2Talk is uitgeschakeld, wordt in het hoofdmenu van de telefoon het pictogram van de SIM-toolkit in plaats van het P2T­pictogram weergegeven.
20

Indicatoren op het startscherm

De indicatoren op het startscherm zijn zichtbaar wanneer de telefoon in de stand-bystand staat. Pictogrammen geven de status van bepaalde componenten van de telefoon aan, zoals de indicator voor de batterijlading, de indicator voor de netwerkstatus, de datum en de tijd. Sommige pictogrammen worden alleen weergegeven als een specifieke service is geactiveerd.
De volgende tabel beschrijft de indicatoren die beschikbaar zijn op de XP1-telefoon:
Indicator Naam Omschrijving
GPRS Als de G groen wordt
Voicemail Geeft aan dat er nieuwe
weergegeven, is het GPRS-netwerk beschikbaar.
Als de G rood wordt weergegeven, is het GPRS-netwerk niet beschikbaar.
voicemails zijn.
Uw XP1-telefoon
Indicator Naam Omschrijving
Batterij Vijf doorschijnende
staven geven aan dat de batterij helemaal is opgeladen. Ondoorzichtige staven geven aan dat de lading minder wordt.
Roaming Dit pictogram wordt
alleen weergegeven wanneer de telefoon is geregistreerd bij een ander netwerk dan uw eigen netwerk.
21
Wekker Geeft aan dat de wekker
is ingesteld.
Trillen Geeft aan dat de
trilmodus ingeschakeld is.
Gesprek door­verbinden
Geeft aan dat de functie voor het doorverbinden van gesprekken ingeschakeld is.
Indicator Naam Omschrijving
Indicator Naam Omschrijving
Uw XP1-telefoon
Stil Geeft aan dat de
telefoon in de stille modus werkt.
Gemiste gesprekken
Navigatie­pijlen
Herinnering aan gebeurtenis
Ongelezen bericht
SMS­geheugen
Geeft aan dat er gemiste GSM-gesprekken en persoonlijke signalen zijn.
Geven aan in welke richtingen genavigeerd kan worden. De pijlen worden altijd onderaan het scherm weergegeven.
Herinnert u aan een nieuwe gebeurtenis.
Geeft aan dat er ongelezen berichten in het SMS-postvak IN staan.
Geeft aan dat het SMS­geheugen vol is.
WAP-signaal Geeft aan dat een nieuw
WAP-signaal is ontvangen.
Zwarte lijst Geeft aan dat berichten
worden gefilterd met een zwarte lijst.
White list Geeft aan dat berichten
worden gefilterd met een witte lijst.
Dempen Geeft aan dat de
luidspreker uitgeschakeld is en het binnenkomende gesprek gedempt wordt.
Niet dempen Geeft aan dat de
luidspreker ingeschakeld is en het binnenkomende gesprek te horen is.

Instellingen

22
U kunt verschillende instellingen voor uw XP1-telefoon opgeven en wijzigen.
1. Selecteer op het stand-byscherm Menu >
Instellingen om de opties weer te geven.

Belinstellingen

U kunt verschillende geluiden instellen voor uw inkomende gesprekken, SMS-signalen en alarmsignalen. U kunt ook afzonderlijke geluiden instellen voor verschillende groepen bellers die u beheert in het telefoonboek, zoals familie, vrienden, enz. Daarmee kunt u bellers uit een bepaalde groep sneller identificeren.
U kunt kiezen tussen Standaardgeluiden (in de fabriek opgenomen) en Eigen melodieën (die u hebt gedownload via WAP of de communicatiepoort, of die u zelf hebt opgenomen).
1. Als u de beltonen wilt instellen voor inkomende gesprekken, selecteert u Menu > Instellingen >
Belinstellingen > Inkomende gesprekken > OK
> Collega… > OK.
2. Kies tussen Standaard geluiden en Eigen melodieën en selecteer OK. Selecteer Afsluiten om naar het scherm met inkomende gesprekken te gaan.
Op dezelfde manier kunt u beltonen instellen voor SMS­signalen en alarmsignalen. Voor meer informatie raadpleegt u “De telefoon aanpassen” op pagina 92.

Telefooninstellingen

1. Selecteer Menu > Instellingen > Tel.instellingen > OK.
De telefooninstellingen die worden weergegeven, zijn:
 Autom. Aan/uit: hiermee schakelt u de telefoon
automatisch uit en in op een door u ingesteld tijdstip.
 Welkomtekst: hiermee kunt u een tekst maken die
wordt weergegeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
 Standby scherm: voor deze optie zijn twee
instellingen beschikbaar.
Type standby scherm: hiermee kunt u het stand­byscherm instellen op Digitaal, Analoog, Maandweergave (kalender) of Wereldklok.
Achtergrond: hiermee kunt u een achtergrond instellen voor het scherm en daarvoor de afbeeldingen gebruiken die beschikbaar zijn in de telefoon of afbeeldingen die u hebt gedownload naar uw telefoon. De geselecteerde achtergrond wordt alleen weergegeven op het stand-byscherm als u Digitaal selecteert als type stand-byscherm.
Uw XP1-telefoon
23
Afbeeldingen van elke grootte worden weergegeven in de map Eigen afbeeldingen, maar alleen de afbeeldingen van het type .jpg met een beeldresolutie van 128 x 160 of lager kunnen worden ingesteld als achtergrond.
 Kleurthema: hiermee kunt u het kleurthema
Uw XP1-telefoon
instellen voor het hoofdmenu en de gerelateerde schermen. Er zijn drie thema's beschikbaar.
 Talen: hiermee kunt u alle menuopties en tekst op de
telefoon laten weergeven in een geselecteerde taal. Kies bijvoorbeeld Nederlands om alle menu-items, tekstberichten, enz. weer te geven in het Nederlands. De andere beschikbare talen op dit apparaat zijn: Spaans, Duits, Frans, Chinees, Engels, Zweeds, Grieks, Russisch en Italiaans.
 Display-verlichting: hiermee kunt u de periode
kiezen gedurende welke het scherm actief moet blijven. U kunt kiezen tussen 30 seconden, een minuut en drie minuten.
 Snelkoppelingen: hiermee kunt u een sneltoets
toewijzen aan een specifieke functie.
1. Om een sneltoets in te stellen, kiest u op het scherm Snelkoppelingen een toets in de lijst van beschikbare toetsen en selecteert u OK. Er wordt een lijst met opties weergegeven. Kies een optie, zoals SMS , en selecteer OK. De sneltoets is ingesteld.
2. Als u een sneltoets wilt annuleren, selecteert u Menu > Instellingen > Tel.instellingen >
Snelkoppelingen, selecteert u de sneltoets die u wilt
annuleren (bijvoorbeeld SMS) en selecteert u Leeg >
OK. De sneltoets is geannuleerd.

Netwerkinstellingen

Deze instellingen hebben te maken met uw serviceprovider. U kunt het netwerk kiezen, de netwerkaccount opgeven, aangeven of GPRS te allen tijde vereist is, enz.
Selecteer Menu > Instellingen > Netwerkinstellingen > OK om de netwerkinstellingen weer te geven.
 Voorkeursnetwerken: hiermee worden opties
weergegeven waarmee u de beschikbare netwerken kunt opvragen, een netwerk kunt toevoegen en een bestaand netwerk kunt verwijderen. Deze opties zijn alleen beschikbaar als uw serviceprovider daarin voorziet.
Toon lijst Hiermee wordt een lijst van
voorkeursnetwerken weergegeven. Blader naar een netwerk en kies Selecteren. Het voorkeursnetwerk wordt bovenaan de lijst weergegeven.
Verwijder lijst Hiermee kunt u een service-
provider verwijderen uit de lijst.
24
Loading...
+ 73 hidden pages