DEZE INSTRUCTIES ZIJN UITSLUITEND VAN TOEPASSING VOOR DE LANDEN VAN
BESTEMMING WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE OMSLAG VAN DEZE
HANDLEIDING STAAN AFGEBEELD.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de
gekwalificeerde technicus die moet zorgen voor de installatie, de
inwerkingstelling en het uittesten van het apparaat.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u de aanwijzingen
voor het gebruik, de beschrijving van de bedieningsorganen en de
correcte wijze van reinigen en onderhouden van het apparaat.
57
Presentatie
1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN
HET GEBRUIK
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND ONDERDEEL VAN HET
APPARAAT. HIJ MOET GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN
HET FORNUIS INTACT EN BINNEN BEREIK WORDEN BEWAARD. WIJ
BEVELEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE ERIN OPGENOMEN
AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET FORNUIS
IN GEBRUIK TE NEMEN. DE INSTALLATIE ZAL MOETEN WORDEN
UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL EN IN
OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS
BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN BEANTWOORDT AAN
DE EEG RICHTLIJNEN DIE MOMENTEEL VAN TOEPASSING ZIJN. HET
APPARAAT IS GEFABRICEERD VOOR HET UITOEFENEN VAN DE
VOLGENDE FUNCTIE: HET KOKEN EN OPWARMEN VAN VOEDSEL IEDER
ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
ANDERE DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEHEERD
ACHTER IN DE HUISELIJKE OMGEVING. SCHEID DE VERSCHILLENDE VAN
DE VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN BRENG ZE NAAR
HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR DE GEDIFFERENTIEERDE
VERZAMELING VAN AFVAL.
EEN AARDAANSLUITING IN OVEREENSTEMMING MET DE WIJZEN
VOORZIEN DOOR DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE
ELEKTRISCHE INSTALLATIE IS VERPLICHT.
DE STEKKER DIE OP DE VOEDINGSKABEL WORDT AANGESLOTEN EN HET
BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN IN
OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN. HET
STOPCONTACT MOET TOEGANKELIJK ZIJN WANNEER HET APPARAAT IS
INGEBOUWD.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
VERWIJDEREN.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET APPARAAT KORT
TESTEN IN OVEREENSTEMMING MET DE HIERNA VERSTREKTE
INSTRUCTIES. WANNEER HET APPARAAT NIET FUNCTIONEERT MOET U
HET LOSKOPPELEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN HET
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM RAADPLEGEN.
PROBEER NOOIT OM HET APPARAAT ZELF TE REPAREREN.
NA IEDER GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT MOET U ALTIJD CONTROLEREN
OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN DE VOLGENDE STAND
ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN OVENS: EEN
ONVERWACHTE ONTSTEKING ERVAN ZOU TOT BRAND KUNNEN LEIDEN.
(UIT) STAAN.
58
Presentatie
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE SPECIFICATIES, HET
SERIENUMMER EN HET MERKTEKEN IS ZICHTBAAR OP DE ZIJKANT VAN
DE OVEN AANGEBRACHT. IN DE HANDLEIDING VINDT U EEN KOPIE VAN
HET PLAATJE: WIJ RADEN AAN OM DIE OP DE DAARVOOR BESTEMDE
RUIMTE AAN DE BINNENKANT VAN DE OMSLAG AAN TE BRENGEN.
HET PLAATJE MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
TIJDENS HET GEBRUIK WORDT HET APPARAAT ZEER HEET. LET ERVOOR
OP DAT U DE WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AANRAAKT.
PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT GLADDE EN REGELMATIGE
BODEM HEBBEN OP DE ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT.
LET OP: WANNEER U EEN BARST CONSTATEERT IN DE
GLASKERAMISCHE PLAAT, MOET U HET APPARAAT ONMIDDELLIJK
LOSKOPPELEN VAN DE ELEKTRISCHE VOEDING EN EEN
SERVICECENTRUM BELLEN.
DIT APPARAAT MAG NIET OP VERHOOGDE PLATFORMEN WORDEN
GEMONTEERD.
HET APPARAAT IS BESTEMD OM TE WORDEN GEBRUIKT DOOR
VOLWASSENEN. STA NIET TOE DAT KINDEREN ERBIJ IN DE BUURT
KOMEN OF ERMEE SPELEN.
TIJDENS HET KOKEN MET DE GEOPENDE OVENDEUR ZAL VEEL WARMTE
NAAR BUITEN STROMEN. HOUD KINDEREN UIT DE BUURT.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE
EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE
ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR – AEEA (WASTE
ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).•DEZE RICHTLIJN
BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE
AFGEDANKTE APPARATUUR WELKE GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE
TERRITORIUM VAN DE EUROPESE UNIE.
VOORDAT U HET APPARAAT IN WERKING STELT MOET U VERPLICHT
ALLE OP EN IN HET APPARAAT AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN
BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade
aan personen of zaken als gevolg van het niet in acht nemen van de
bovenstaande voorschriften of als gevolg van wijzigingen aangebracht
aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat en als gevolg van
het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
59
Instructies voor de installateur
2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Dit apparaat is uitgerust met een brandpreventiesysteem (type Y) en kan
tegen wanden worden gezet die hoger zijn dan het werkblad.
A
Ingebouwd apparaat Vrijstaande installatie
2.1 Elektrische aansluiting
Het aansluiten van Smeg apparatuur.
Alle Smeg apparaten die Smeg Nederland verkoopt moeten op 220-240
volt worden aangesloten. Geen van de apparaten mag op 380 volt worden aangesloten. Dit in tegenstelling van wat er in de diverse
gebruiksaanwijzingen staat. Apparaten die op 380 volt worden
aangesloten kunnen beschadigd raken.
De spanning bij 380 volt installaties noemt men krachtstoom. Ook bij
krachtstroom heeft men 220-240 volt, die meet men alleen tussen de
fase en de nul. Waar het echter fout gaat, is dat de spanning tussen 2
fasen in Nederland 380 volt is, bij een aantal apparaten kunnen
componenten doorbranden.
In Nederland komt bij de meeste woningen maar één fase, één nul en
één aarde draad binnen. Deze inkomende leiding wordt door het
energiebedrijf voor de meter afgezekerd met een hoog Ampèrage
zekering en na de meter wordt deze onderverdeeld in meerdere groepen
van 16 amp.
Als men nu tussen de fase en de nul meet men nog steeds 220 volt,
maar als je op de onderlinge groepen meet wordt er geen waarden
aangegeven. Hier is geen spanningsverschil aanwezig.
Een zekering van 16 ampère kan met een vermogen van 3520 Watt tot
60
B
Instructies voor de installateur
3840 Watt belast worden. (afhankelijk van de spanning (220/240 Volt)).
Dit houdt in dat als een apparaat een aansluitwaard van 6,60 KW heeft,
er gezekerd moet worden met minimaal 2 zekeringen van ieder 16
Ampère. Deze zekeringen moeten geschakeld zijn, zodat ze altijd samen
uit of samen aan gaan. De wandcontactdoos dient een Perilex
aansluiting te zijn
Apparaten die op een geschakelde zekering (ovengroep) worden
aangesloten dienen een Perilexstekker te hebben.
In de volgende catalogi wordt bij ieder apparaat de benodigde spanning
vermeld, dus altijd 220/240 Volt.
Controleer of de spanning en de capaciteit van de stroomvoorziening
overeenstemmen met de karakteristieken vermeld op het typeplaatje op
het carter aan de achterkant van het apparaat.
Dit plaatje mag nooit worden verwijderd.
Op een gemakkelijk bereikbare plaats in de nabijheid van het apparaat
moet u op de voedingslijn ervan een meerpolige scheidingsinrichting
aanbrengen met een minimale contactopening van 3 mm.
61
Instructies voor de installateur
Het apparaat heeft aan de achterkant een klemmenbord voor de
elektrische aansluiting (zie volgende schema). Dit is toegankelijk vanuit
het carter aan de achterkant.
62
Werking op 380-415V3N∼ of 220240V3N∼: gebruik een vijfpolige kabel van
het type H05RR-F (kabel van 5 x 2.5 mm2).
Werking op 380-415V2N∼ of 220240V2N∼: gebruik een 4 polige kabel
van het type H05RR-F (kabel van 4 x 4
mm2).
Werking op 220-240V~: gebruik een
driepolige kabel van het type H05RR-F
(kabel van 3 x 6mm2).
Bij het uiteinde dat op het apparaat moet
worden aangesloten moet de aardleiding
(geel-groen) tenminste 20 mm langer zijn
dan de andere leidingen.
Instructies voor de installateur
De aansluiting zal moeten worden voltooid met een vijfpolige stekker van
geschikte capaciteit (zie typeplaatje), of, bij werking op 230V∼, een
driepolige stekker. De stekker en het stopcontact in de wand moeten van
hetzelfde type zijn (in overeenstemming met de CEI normen). Het
apparaat moet verplicht worden geaard. Alvorens hem aan te sluiten
moet u controleren of de stroomvoorziening goed is geaard. Vermijd het
gebruik van reductiestukken, adapters of afleidingen.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade
aan personen of zaken als gevolg van het niet inachtnemen van de
bovenstaande voorschriften of als gevolg van wijzigingen aangebracht
aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat.
2.2 Waterpasstelling
Zet de oven waterpas op de vloer met behulp van de vier regelbare
voetjes. U kunt de regeling uitvoeren door eerst de contramoer en
vervolgens het voetje los te draaien. De regelschroef kan over 10 mm
worden versteld.
63
Instructies voor de gebruiker
3. BESCHRIJVING VAN DE
BEDIENINGSORGANEN
3.1 Het frontpaneel
Alle bedieningsorganen en controle-eenheden van de keuken bevinden
zich op het frontpaneel.
Na een stroomonderbreking moet u, om de oven gereed te maken voor
het koken, 1 - 2 seconden lang drukken op de centrale toets .
(hoofdoven)
BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN
KOOKZONE
LINKSVOOR
KOOKZONE
LINKSACHTER
KOOKZONE
RECHTSACHTER
KOOKZONE
RECHTSVOOR
HOOFDOVEN
HULPOVEN
VARIABELE GRILL VAN
DE HULPOVEN
BEDIENINGSKNOP KOOKPLAAT
Normaal verwarmen
De cirkel bij iedere knop geeft de kookpositie aan die
in werking wordt gesteld. De verwarming wordt
geregeld door op de knop te drukken en hem op de
gewenste stand tussen 1 en 9 te zetten. De regeling is
progressief toenemend en alle tussenliggende zones
kunnen daarom worden gebruikt. De uitschakeling
geschiedt door de knop op de stand 0 te zetten.
64
Instructies voor de gebruiker
Dubbele verwarming
De cirkel bij iedere knop geeft de
kookpositie aan die in werking
wordt gesteld. De verwarming
binnen de kleine diameter wordt
geregeld door op de knop te
drukken en hem in één van de
standen tussen 1 en 9 te zetten.
Beide zones worden verwarmd wanneer u de knop op het volgende
symbool zet:
of ; wanneer u de knop loslaat zal die weer
terugkeren naar de stand 9. Om de verwarming te regelen moet u de
knop linksom draaien in de gewenste stand. Om de verwarming binnen
de kleine diameter te herstellen moet u de knop op de stand 0 zetten en
hem vervolgens tussen 1 en 9 zetten.
De uitschakeling geschiedt door de knop op de stand 0 te zetten.
THERMOSTAATKNOP
HOOFDOVEN
U kunt de kooktemperatuur instellen door de
knop rechtsom te draaien op de gewenste stand,
tussen 50° en 250° C.
Het branden van het controlelampje wijst erop dat
de oven wordt opgewarmd. Wanneer het uitgaat
is de vooraf ingestelde temperatuur bereikt.
Het regelmatig knipperen wijst erop dat de temperatuur in de oven
continu op het ingestelde niveau wordt gehouden.
Voor het inschakelen van de oven moet u de knop rechtsom draaien op
ongeacht welke van de volgende functies:
U kunt de kooktemperatuur instellen door de
knop rechtsom te draaien op de gewenste stand,
tussen 50° en 250° C.
Het branden van het controlelampje wijst erop dat
de oven wordt opgewarmd. Wanneer het uitgaat
is de vooraf ingestelde temperatuur bereikt. Het
regelmatig knipperen wijst erop dat de
temperatuur in de oven continu op het ingestelde
niveau wordt gehouden. Voor het inschakelen
van de oven moet u de knop rechtsom draaien op
een willekeurige van de volgende functies met
uitzondering van die van de ovenverlichting:
GEEN FUNCTIE INGESTELD GRILL-ELEMENT
BOVENSTE EN ONDERSTE
VERWARMINGSELEMENT
50÷250°C
ONDERSTE
VERWARMINGSELEMENT
BOVENSTE
VERWARMINGSELEMENT +
GRILL
KNOP VARIABELE GRILL
HULPOVEN
Zet de thermostaatknop van de hulpoven op het
symbool
of .
Draai de knop voor de variabele grill rechtsom in
de gewenste stand.
Het branden van het controlelampje wijst erop dat
de grill is ingeschakeld.
66
Instructies voor de gebruiker
3.2 Analoge elektronische klok
De verstrekte instructies gelden uitsluitend voor de hoofdoven
LIJST VAN FUNCTIES
DRUKKNOP KOOKWEKKER
DRUKKNOP EINDE KOOKTIJD
INSTELLING JUISTE TIJD EN RESET
DRUKKNOP AFNAME WAARDE
DRUKKNOP TOENAME WAARDE
3.2.1 Instellen van de juiste tijd
Bij de eerste ingebruikneming van de oven of na een
stroomonderbreking, zal de display met regelmatige onderbrekingen
knipperen. Wanneer u de toets
een 1 / 2 seconde lang ingedrukt
houdt wordt het knipperen van de display beëindigd en kunt u beginnen
met het instellen van de juiste tijd. Wanneer u de toetsen voor de
wijziging van de waarde
ofindrukt, verkrijgt u per keer indrukken
een toe- of afname van één minuut.
Druk één van de toetsen voor het wijzigen van de waarde in tot de juiste
tijd verschijnt. 6/7 Seconden na de laatste keer indrukken zal de klok
gaan lopen vanaf de ingestelde tijd.
Het alarmsignaal dat op het eind van iedere programmering zal afgaan
bestaat uit 8 geluidssignalen die 3/4 maal met tussenpozen van
ongeveer anderhalve minuut worden herhaald. Hij kan echter op ieder
moment worden onderbroken door een willekeurige toets in te drukken.
67
Instructies voor de gebruiker
3.2.2 Kookwekker
- Deze functie zal het koken niet onderbreken maar
alleen de werking van het alarmsignaal stoppen.
Wanneer u de toets
verlicht, die eruit zal zien als in figuur 1;
- Nu moet u binnen 6/7 seconden de toetsen
of
indrukken om de timer van de kookwekker
in te stellen. Bij iedere keer drukken zal 1 extern
segment (overeenkomstig 1 kookminuut),
oplichten of uitgaan. (in figuur 2 ziet u 10
kookminuten weergegeven).
- 6/7 Seconden na de laatste druk op de toets zal
het aftellen beginnen en op het eind ervan zal
het alarmsignaal afgaan.
- Tijdens het aftellen kunt u de juiste tijd zien door
1 maal op toets
nogmaals indrukt keert u terug naar de display
van de kookwekker.
- Op het eind van het aftellen moet u de oven
met de hand uitschakelen door de
thermostaat op de stand 0 te draaien.
indrukt wordt de display
1
2
te drukken. Wanneer u die
68
Instructies voor de gebruiker
3.2.3 Programmering
Duur kooktijd: wanneer u de 2° knop
indrukt kunt u de duur van de
kooktijd instellen. Vóór het instellen moet u de thermostaatknop op de
voor het koken gewenste temperatuur draaien en de functiekeuzeknop in
een willekeurige stand zetten. Om de duur van de kooktijd in te stellen
moet u als volgt te werk gaan:
- Druk 1 / 2 seconde lang op toets
; de wijzer
zal op stand 12 gaan staan (Fig. 1).
- Met behulp van de toetsen
en kunt u de
duur van de kooktijd instellen. iedere keer dat u
de toets
indrukt zal de duur van de kooktijd
met 1 minuut worden verlengd en iedere 12
minuten zal een volledig nieuw intern segment
oplichten (in figuur 2 ziet u een duur van 1 uur
afgebeeld).
- Wanneer u eenmaal de gewenste duur heeft
bereikt zal het koken ongeveer 6 seconden na
de laatste druk op de toetsen starten.
of .
- wanneer het koken eenmaal is begonnen zal op
de display de juiste tijd worden weergegeven
met vaste segmenten en de resterende minuten
met knipperende segmenten (ieder knipperend
segment verwijst naar 12 overgebleven
kookminuten).
- Op het eind van de kooktijd zal de timer de verwarmingselementen
van de oven uitschakelen, zal het alarmsignaal afgaan en zullen de
cijfers op het scherm gaan knipperen.
- U kunt de duur ook weer op nul zetten met een reset van het
ingestelde programma: Wanneer u de centrale toets
seconden lang ingedrukt houdt wordt de ingestelde duur
geannuleerd en zult u de oven met de hand moeten uitschakelen.
Let op: u kunt geen duur van de kooktijd instellen van meer dan 6
uur.
Begin kooktijd: afgezien van de duur van de kooktijd, kunt u ook de
starttijd van het koken instellen (met een maximaal uitstel van 12 uur ten
opzichte van de juiste tijd). Om het begin-/eindtijdstip in te stellen moet u
als volgt te werk gaan.
1
2
1 à 2
69
Instructies voor de gebruiker
- Stel de duur van de kooktijd in zoals beschreven in de vorige
paragraaf.
- 6/7 Seconden na de laatste keer indrukken van de toetsen
moet u de toets
begin van het koken in te stellen. Op de display zal de juiste tijd
verschijnen en zullen de interne segmenten die het eind van het
koken aangeven, verlicht zijn . Met behulp van de toetsen en
moet u het tijdstip voor het begin van de kooktijd instellen.
- 6/7 Seconden na de laatste druk op een toets zal de display de
juiste tijd en het begin- en eindtijdstip van het koken afbeelden,
weergegeven door de verlichte interne segmenten. Zolang de juiste
tijd niet overeenstemt met het begintijdstip van het koken zullen de
segmenten op de display vast zijn; zodra de juiste tijd overeenstemt
met het ingestelde begintijdstip zullen alle interne segmenten gaan
knipperen en aangeven dat de oven met het koken is begonnen.
- Op het eind van de kooktijd zal de timer de verwarmingselementen
van de oven uitschakelen, zal het alarmsignaal afgaan en zullen de
cijfers op het scherm gaan knipperen.
- Om het hele ingestelde programma te resetten moet u de centrale
toets 1 of 2 seconden lang ingedrukt houden
al is begonnen zult u de oven met de hand moeten uitschakelen.
- In de afbeelding hiernaast ziet u een
programmeringsvoorbeeld: de juiste tijd is 7:06,
het begintijdstip is geprogrammeerd op 8 uur en
het eind op 9 uur. Om 8 uur zullen de interne
segmenten tussen 8 en 9 gaan knipperen en zal
de urenwijzer stil blijven staan.
Let op: na de bovenstaand beschreven programmering zal de oven
echter alleen beginnen met koken wanneer de thermostaatknop op
de gewenste temperatuur is geplaatst.
3.2.4 "DEMO" functie
De modellen die uitgerust zijn met een analoge/digitale
programmeereenheid is een "DEMO" functie voorzien, die de
weerstanden uitschakelt en de andere functies ongewijzigd laat. Om
deze functie in te schakelen, moet u achtereenvolgens op de toetsen
, en drukken voor 3/4 seconde. Een bevestigend geluidssignaal
informeert de gebruiker dat de functie ingeschakeld is. Wanneer de
“DEMO” functie actief is, knippert het nummer 6 op de klok met
regelmatige intervals Om de functie uit te schakelen, moet u dezelfde
procedure volgen.
wederom indrukken om het tijdstip voor het
: wanneer het koken
of
,
70
Instructies voor de gebruiker
4. KOOKPLAAT
4.1 Kookzones
Het apparaat heeft 4 kookzones met
verschillende diameters en vermogens. Hun
positie wordt duidelijk aangegeven door cirkels
en de warmte beperkt zich tot de op het glas
aangegeven diameters.
De 4 kookzones zijn van het type HIGH-LIGHT en ze zullen na enkele
seconden gaan branden terwijl de warmte ervan kan worden geregeld
met de knop op het frontpaneel, van een minimum van 1 tot een
maximum van 9. De kookzones met twee concentrische cirkels (
met cirkel + viszone (
) hebben een dubbele verwarming: binnen de
) en
kleine diameter of van beide diameters.
De 4 controlelampjes aan de voorzijde tussen de kookzones
gaan branden wanneer één of meer verwarmingszones
warmer worden dan 60°C.
Deze inrichting stelt u in staat om te weten of er, na het gebruik van de
kookplaat, nog kookzones zijn die warmer zijn dan 60°C.
De controlelampjes gaan alleen uit wanneer de temperatuur is gedaald tot
onder de 60°C.
Bij de eerste ingebruikneming van de kookplaat verdient het aanbeveling
hem net zolang op de maximumtemperatuur te verhitten tot de eventuele
olieachtige resten van het fabricageproces, die kwalijke luchten op het
voedsel zouden kunnen overbrengen, zijn verbrand.
Voor een goed rendement en een passend energieverbruik mag u alleen
maar recipiënten gebruiken die geschikt zijn voor het elektrisch koken:
•De bodem van de recipiënten moet zeer dik en
perfect plat zijn, verder moet hij schoon en droog
zijn net als de kookplaat.
•Gebruik geen pannen van gietijzer of met een
ruwe bodem die krassen op het kookoppervlak
zouden kunnen veroorzaken.
•De diameter van de bodem van de recipiënten
moet gelijk zijn aan die van de cirkel afgetekend
op de kookzone; indien deze niet
overeenstemmen zal energieverspilling
plaatsvinden.
71
STAND KNOP
1
2-3
4-5
6
7-8
9
Instructies voor de gebruiker
Let ervoor op dat u tijdens het koken geen suiker of
zoete mengsels op de kookplaat morst of er materialen
op legt die zouden kunnen smelten (plastic of
aluminiumfolie); indien dit mocht gebeuren, dan moet
u, om de staat van het oppervlak niet te beschadigen,
de verwarming uitschakelen en de plaat met de
bijgevoegde spatel schoonmaken zolang hij nog
lauwwarm is. Indien de glaskeramische plaat niet
onmiddellijk wordt schoongemaakt bestaat het
risico van aankoekingen die na het afkoelen van de
plaat onmogelijk zouden kunnen worden
verwijderd.
Belangrijk! Let goed op met kinderen omdat die slechts met moeite de
brandende controlelampjes voor de restwarmte zullen kunnen zien. Na
het gebruik blijven de kookzones nog een tijdlang bijzonder warm, ook al
zijn ze uitgeschakeld. Voorkom dat kinderen de handen erop kunnen
leggen.
4.2 Referentietabel voor het koken
In de onderstaande tabel staan de standen van de bedieningsknoppen
van de kookplaat weergegeven die het type te bereiden voedsel
aangeven. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de hoeveelheid
voedsel en de persoonlijke smaak van de gebruiker.
VOOR HET SMELTEN VAN BOTER, CHOCOLADE EN DERGELIJKE.
VOOR HET OPWARMEN VAN VOEDSEL, HET AAN DE KOOK HOUDEN VAN KLEINE
TYPE VOEDSEL
HOEVEELHEDEN WATER, VOOR HET OPKLOPPEN VAN SAUZEN MET EIGEEL OF
BOTER.
VOOR HET VERWARMEN VAN VAST EN VLOEIBAAR VOEDSEL, VOOR HET AAN
DE KOOK HOUDEN VAN WATER, HET ONTDOOIEN VAN DIEPVRIESPRODUCTEN,
VOOR OMELETTEN MET DRIE EIEREN, VOOR FRUIT EN GROENTE EN ANDERE
TE KOKEN GERECHTEN.
VOOR HET BEREIDEN VAN VLEES, VIS EN GROENTEN MET VOCHT, VAN
GERECHTEN MET MEER OF MINDER WATER, HET KLAARMAKEN VAN JAM, ENZ.
VOOR VLEESGEBRAAD OF VIS, VLEESLAPPEN, LEVER, HET ROOSTEREN VAN
VLEES EN VIS, EIEREN ENZ.
VOOR HET FRITUREN VAN AARDAPPELS ENZ.., OM SNEL WATER AAN DE KOOK
TE BRENGEN.
72
Instructies voor de gebruiker
5. GEBRUIK VAN DE OVENS
5.1 Waarschuwingen en algemene aanbevelingen
Bij de eerste ingebruikneming van de oven moet u hem net zolang op de
maximumtemperatuur (250°C) verhitten tot de eventuele olieachtige
resten van het fabricageproces, die kwalijke luchten op het voedsel
zouden kunnen overbrengen, zijn verbrand. na een stroomonderbreking
moet u, om de oven gereed te maken voor het koken, 1 / 2 seconden lang
drukken op de centrale toets
Om te voorkomen dat eventueel in de ovens
aanwezige stoom last veroorzaakt moet u de deuren
in twee stappen openen: houd ze eerst 4-5 seconden
lang halfopen (ca. 5 cm), en open ze daarna pas
helemaal. Wanneer u tijdens het koken bij het voedsel
moet komen dan moet u de ovendeuren zo kort
mogelijk open laten staan om te voorkomen dat de
temperatuur in de oven zover daalt dat het goede
kookresultaat er door wordt geschaad.
Tijdens het koken moet u de bodem van de oven niet bedekken met folie
of aluminiumfolie en er geen pannen of ovenschalen op plaatsen om de
laag email niet te beschadigen. Bij gebruik van ovenpapier moet u er bij
het plaatsen voor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven
niet wordt belemmerd.
.
73
Instructies voor de gebruiker
6. BESCHIKBARE ACCESSOIRES
De hoofdoven heeft 4 geleiderails om de
ovenschalen en roosters op verschillende
hoogten op te kunnen plaatsen. De
hulpoven bevat 2 geleiderails.
Ovenrooster: voor het koken van voedsel in
schalen, kleine taarten, braadstukken of voedsel
dat licht moet worden geroosterd.
Rooster voor ovenschaal: om bovenop
een ovenschaal te zetten voor het bereiden
van voedsel dat kan lekken.
Ovenschaal: nuttig voor het opvangen van
het vet dat van het voedsel op het erop
geplaatste rooster druipt.
Bakblik: handig voor het bakken van
taarten, pizza's en gebak.
Spies van het draaispit: handig voor het
roosteren van kip, braadworstjes en al het
voedsel dat gelijkmatig over het volledige
oppervlak moet worden gebakken. Alleen
voor de hoofdoven.
Frame van het draaispit: moet voordat u
het braadspit gaat gebruiken in de
geleiderails van de hoofdoven worden
gezet.
Tang van verchroomd metaal: handig om
hete roosters en ovenschalen mee uit de
oven te halen.
De tang van verchroomd metaal is erg handig in de keuken, want
afgezien van een stevige grip van de ovenschalen en roosters
vermijdt u rechtstreeks contact (waartoe u met ovenwanten en of
handgrepen van stof verplicht bent).
74
Op bestelling beschikbare accessoires
Via de Bevoegde Servicecentra kunt u de zelfreinigende panelen van de
ovens bestellen.
Instructies voor de gebruiker
7. AANBEVELINGEN VOOR HET KOKEN
Voor de voorverwarming raden wij altijd de geventileerde functie en een
temperatuur van 30/40°C boven de kooktemperatuur aan. Hiermee kunt
u de kooktijden en het energieverbruik aanzienlijk verminderen en zullen
de kookresultaten beter zijn.
Tijdens het koken moet de ovendeur gesloten blijven.
7.1 Koken met warme lucht
FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR
THERMOSTAAT NAAR KEUZE TUSSEN
DE 50 ÷ 250° C
Dit systeem is geschikt voor het koken op meerdere niveaus, ook van
voedsel van geheel verschillende aard (vis, vlees, enz.) zonder dat de
smaak of geur op elkaar overslaan. De circulatie van de lucht in de oven
garandeert een gelijkmatige verspreiding van de hitte Voorverwarming is
niet nodig.
Het gelijktijdig koken van meerdere gerechten is mogelijk op voorwaarde
dat de kooktemperatuur van de verschillende gerechten overeenstemt.
75
Instructies voor de gebruiker
7.2 Koken met de grill met warme lucht
FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR
THERMOSTAAT NAAR KEUZE
TUSSEN DE 50 ÷ 250° C
Maakt een gelijkmatige verspreiding mogelijk van de warmte die beter en
dieper door kan dringen in het voedsel. Het voedsel zal van buiten licht
goudbruin worden en van binnen mals blijven. Tijdens het koken moet
de ovendeur gesloten blijven en mag de maximale duur van de
verwarming niet langer zijn dan 60 minuten.
Tijdens het koken met de grill moet de ovendeur gesloten blijven.
Het grilleren met een open deur kan de oven permanent
beschadigen en er de veiligheid tijdens de werking van in gevaar
brengen.
7.3 Koken met de grill
76
THERMOSTAAT IN DE STAND
Geschikt voor het snel goudbruin braden van het voedsel. Wij raden aan om
de ovenschaal in de bovenste stand te zetten. Bij korte kooktijden en kleine
hoeveelheden moet u het rooster op de derde geleiderail van onderen
plaatsen. Bij langere kooktijden en grillschotels moet u het rooster lager
zetten afhankelijk van de grootte van de stukken vlees.
Tijdens het koken met de grill moet de ovendeur gesloten blijven.
Het grilleren met een open deur kan de oven permanent
beschadigen en er de veiligheid tijdens de werking van in gevaar
brengen.
Instructies voor de gebruiker
7.4 Ontdooien
THERMOSTAAT IN DE STAND
Uitsluitend de verplaatsing van de lucht door de ventilator zal voor een
snellere ontdooiing van het voedsel zorgen. De in de oven circulerende
lucht is op omgevingstemperatuur.
Het ontdooien op omgevingstemperatuur heeft als voordeel dat de
smaak en het aanzien van het voedsel er niet door worden veranderd.
7.5 Traditionele kookwijzen
THERMOSTAAT NAAR WENS TUSSEN
50 - 250°C
Dit klassieke kooksysteem, waarbij de hitte van boven en van onderen
komt, is geschikt voor het bakken van voedsel op een enkel niveau. U
moet de oven voorverwarmen tot de ingestelde temperatuur is bereikt.
Plaats het gerecht pas in de oven nadat het controlelampje van de
thermostaat is uitgegaan. Bijzonder vet vlees moet in de nog koude oven
worden gezet. Diepvriesvlees kunt u rechtstreeks, zonder vooraf
ontdooien, in de oven zetten. Als enige voorzorgsmaatregel moet u
ongeveer 20°C lagere temperaturen instellen en kooktijden gebruiken
van ongeveer een 1/4 langer ten opzichte van die voor vers vlees.
Gebruik recipiënten met een hoge rand om te
voorkomen dat spatten de wanden van de oven
bevuilen.
77
Instructies voor de gebruiker
7.6 Delicate kookwijzen
THERMOSTAAT IN DE STAND
Geschikt voor gebak en taarten met vochtige afdekking, met weinig
suiker en vochtig gebak in bakvormen. Uitstekende resultaten worden
tevens verkregen bij het afronden van het aan de onderkant of bij
kookwijzen waarvoor de warmte vooral van onderen moet komen. Wij
raden aan om de ovenschaal in de onderste stand te zetten.
7.7 Koken met de variabele grill
FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR
VARIABELE GRILL NAAR KEUZE
TUSSEN MIN. EN MAX.
Met deze kookwijze kunt u het vermogen van de grill aanpassen
afhankelijk van de kwaliteit van het te koken voedsel. Draai de
thermostaatknop rechtsom in de gewenste stand.
78
Instructies voor de gebruiker
7.8 Koken met het draaispit
FUNCTIEKEUZESCHAKELAAR
Wij raden aan om hem te gebruiken voor kleine stukken vlees.Maak de
spies van het draaispit klaar met het voedsel en blokkeer de schroeven
A van de vorken. Steek het frame B in de derde geleiderail van onderen.
Verwijder de handgreep D en zet het draaispit zo dat de schijf E op het
frame B geleid blijft. Steek het frame B volledig in de oven tot de punt
van de spies van het draaispit in gat C in de achterwand van de oven
verdwijnt. Plaats een ovenschaal F op de eerste geleiderail van onderen
en giet er een beetje water in om rookvorming te voorkomen.
Tijdens het koken moet de ovendeur gesloten blijven en mag de
maximale duur van de verwarming niet langer zijn dan 60 minuten.
Het regelmatig aan- en uitgaan van de thermostaat tijdens het koken is
normaal en wijst erop dat de temperatuur in de oven constant wordt
gehouden.
79
Instructies voor de gebruiker
8. SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD
8.1 Reiniging van de glaskeramische plaat
Vóór alle werkzaamheden moet u de elektrische voeding van het
apparaat loskoppelen.
De glaskeramische plaat moet regelmatig worden gereinigd, bij voorkeur
na ieder gebruik, nadat de restwarmtelampjes zijn gedoofd.
GEBRUIK GEEN STOOMSTRAAL OM HET APPARAAT MEE
SCHOON TE MAKEN.
Eventuele lichte vlekken veroorzaakt door pannen met
een bodem van aluminium, kunnen worden verwijderd
met een met azijn bevochtigde doek. Eventueel na het
koken overgebleven verbrande resten kunnen worden
verwijderd met de bijgevoegde spatel, waarna u de
plaat moet afspoelen met water en opdrogen met een
schone doek. Het constante gebruik van de spatel zal
de toepassing van chemische middelen aanzienlijk
verminderen bij het dagelijkse reinigen van de
kookplaat.
Gebruik in geen geval schurende of bijtende reinigingsmiddelen (bijv.
poederproducten, ovensprays, ontvlekkingsmiddelen en metalen
sponsjes).
8.2 Het reinigen van roestvrij staal.
8.2.1 Gewone dagelijkse reiniging.
Om de roestvrijstalen oppervlakken schoon te maken en intact te houden
moet u altijd en uitsluitend de speciaal hiervoor bestemde producten
gebruiken die geen schuurmiddelen of zuren op chloorbasis mogen
bevatten.
Gebruikswijze: giet het product op een vochtige doek en breng het aan
op het oppervlak, spoel het zorgvuldig af en droog het met een zachte
doek of een zeem.
80
Instructies voor de gebruiker
u
8.2.2 Voedselvlekken of -resten
Het gebruik van metalen schuursponsjes en scherpe spatels
moet worden vermeden om de oppervlakken niet te
beschadigen. Gebruik de normale, niet schurende producten,
voor staal en eventueel houten of plastic gerei. Spoel het goed
af en droog het af met een zachte doek of een zeem. Zorg
ervoor dat in de oven geen suikerhoudende voedselresten
opdrogen (bijv. jam). Wanneer die te lang uitdrogen kunnen ze
het email aan de binnenkant van de oven beschadigen.
8.3 Reiniging van de binnenkant van de oven
Voor een goed behoud van de oven moet u hem regelmatig en nadat
hem heeft laten afkoelen, schoonmaken. Verwijder alle losse onderdelen.
•Maak het ovenrooster en de geleiderails aan de zijkant schoon met
warm water en niet-schurende detergenten, daarna afspoelen en
afdrogen.
•Maak de binnenwanden van de oven schoon (na de zelfreinigende
panelen te hebben verwijderd: zie paragraaf 10.3.4 Demontage van
de zelfreinigende panelen) met een zachte, in een oplossing van
ammoniak gedrenkte doek. Daarna afspoelen en afdrogen. Mochten
er nog vlekken of druipresten achterblijven dan moet u onderin de
oven een in ammoniak gedrenkte doek leggen, de deur sluiten en de
oven na enkele uren schoonmaken met warm water en een vloeibaar
reinigingsmiddel. Daarna afspoelen en afdrogen.
8.3.1 Zelfreinigende panelen
De hoofdoven is uitgerust met panelen met constant zelfreinigend email.
Dergelijke panelen vereenvoudigen het schoonmaken van de oven en
zorgen ervoor dat hij altijd efficiënt blijft.
8.3.2 Gebruik van de zelfreinigende panelen
Om de binnenkant van de oven altijd schoon te houden, zonder
onplezierige etensresten en geurtjes, moet u hem van tijd tot tijd leeg, 30
tot 60 minuten lang laten branden op een temperatuur van minimaal 200°,
om de overgebleven resten op de zelfreinigende panelen te laten
oxyderen. Later, als de oven is afgekoeld, kunt u ze met een vochtige
spons verwijderen.
8.3.3 Onderhoud van de zelfreinigende panelen
Voor het reinigen van de panelen wordt het gebruik van de gangbare
schoonmaakmiddelen en crèmes afgeraden. Beperk u tot een vochtige
spons om de specifieke eigenschappen van het email op de panelen niet
aan te tasten.
81
Instructies voor de gebruiker
8.3.4 Demontage van de zelfreinigende panelen
Verwijder alle accessoires uit de ovenruimte en ga als volgt te werk:
1. Verwijder de roosters aan de zijkant (fig.1);
2. Trek de zijpanelen “F” e “G” naar buiten (fig. 2);
3. Verwijder het paneel aan de achterkant “A” na de ring “C” met
schroefdraad te hebben losgedraaid (fig. 2);
4. Plaats de panelen weer in de oorspronkelijke stand terug.
1)
2)
8.4 Ruit van de deur
Wij raden aan om ze altijd goed schoon te houden. Gebruik absorberend
keukenpapier; bij hardnekkig vuil moet u hem met een vochtige spons en
een gewoon schoonmaakmiddel reinigen.
82
Instructies voor de gebruiker
9. BUITENGEWOON ONDERHOUD
Van tijd tot tijd moeten er kleine onderhoudswerkzaamheden worden
uitgevoerd op de oven of moeten aan slijtage onderhavige onderdelen
zoals pakkingen, lampen, enz. worden vervangen. Onderstaand vindt u de
specifieke instructies voor alle werkzaamheden van dit type.
Vóór alle werkzaamheden op onder spanning staande onderdelen
moet u de elektrische voeding van het apparaat loskoppelen.
9.1 Vervanging van het lampje voor de verlichting.
Verwijder het beschermkapje A door hem linksom los te draaien, vervang
het lampje B met een vergelijkbaar exemplaar (25 W). Plaats het
beschermkapje A weer terug.
Gebruik uitsluitend lampen voor ovens (T 300°C).
83
Instructies voor de gebruiker
9.2 Demontage van de deur
Open de deur helemaal en steek de (meegeleverde) pinnen in de gaten
aan de binnenkant. Sluit de deur in een hoek van ongeveer 45°, til hem op
en trek hem uit diens zetel. Om hem weer terug te plaatsen moet u de
scharnieren in de daarvoor bestemde gleuven steken en de deur laten
zakken tot hij op de onderkant steunt en de pinnen verwijderen. Wanneer
u de pinnen niet meer kunt vinden kunt u ook twee schroevendraaiers
gebruiken.
9.3 Pakkingen van de ovendeuren
Om de ovens goed te kunnen schoonmaken kunt u
de deurpakkingen verwijderen. Voordat u begint met
het verwijderen van de pakkingen moet u de
ovendeuren verwijderen zoals hierboven is
beschreven. Nadat u de deuren heeft verwijderd
moet u de lipjes in de hoeken opheffen zoals
afgebeeld in de figuur.
84
914772746/ C
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.