DEZE INSTRUCTIES ZIJN UITSLUITEND VAN TOEPASSING VOOR DE LANDEN VAN
BESTEMMING WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE OMSLAG VAN DEZE
HANDLEIDING STAAN AFGEBEELD.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de
gekwalificeerde technicus die moet zorgen voor de installatie, de
inwerkingstelling en het uittesten van het apparaat.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u de aanwijzingen
voor het gebruik, de beschrijving van de bedieningsorganen en de
correcte wijze van reinigen en onderhouden van het apparaat.
57
Presentatie
1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN
HET GEBRUIK
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND ONDERDEEL VAN HET
APPARAAT. HIJ MOET GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN
HET FORNUIS INTACT EN BINNEN BEREIK WORDEN BEWAARD. WIJ
BEVELEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE ERIN OPGENOMEN
AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET FORNUIS
IN GEBRUIK TE NEMEN. DE INSTALLATIE ZAL MOETEN WORDEN
UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL EN IN
OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS
BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN BEANTWOORDT AAN
DE EEG RICHTLIJNEN DIE MOMENTEEL VAN TOEPASSING ZIJN. HET
APPARAAT IS GEFABRICEERD VOOR HET UITOEFENEN VAN DE
VOLGENDE FUNCTIE: HET KOKEN EN OPWARMEN VAN VOEDSEL IEDER
ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
ANDERE DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEHEERD
ACHTER IN DE HUISELIJKE OMGEVING. SCHEID DE VERSCHILLENDE VAN
DE VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN BRENG ZE NAAR
HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR DE GEDIFFERENTIEERDE
VERZAMELING VAN AFVAL.
EEN AARDAANSLUITING IN OVEREENSTEMMING MET DE WIJZEN
VOORZIEN DOOR DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE
ELEKTRISCHE INSTALLATIE IS VERPLICHT.
DE STEKKER DIE OP DE VOEDINGSKABEL WORDT AANGESLOTEN EN HET
BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN IN
OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN. HET
STOPCONTACT MOET TOEGANKELIJK ZIJN WANNEER HET APPARAAT IS
INGEBOUWD.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
VERWIJDEREN.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET APPARAAT KORT
TESTEN IN OVEREENSTEMMING MET DE HIERNA VERSTREKTE
INSTRUCTIES. WANNEER HET APPARAAT NIET FUNCTIONEERT MOET U
HET LOSKOPPELEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN HET
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM RAADPLEGEN.
PROBEER NOOIT OM HET APPARAAT ZELF TE REPAREREN.
NA IEDER GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT MOET U ALTIJD CONTROLEREN
OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN DE VOLGENDE STAND
ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN OVENS: EEN
ONVERWACHTE ONTSTEKING ERVAN ZOU TOT BRAND KUNNEN LEIDEN.
(UIT) STAAN.
58
Presentatie
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE SPECIFICATIES, HET
SERIENUMMER EN HET MERKTEKEN IS ZICHTBAAR OP DE ZIJKANT VAN
DE OVEN AANGEBRACHT. IN DE HANDLEIDING VINDT U EEN KOPIE VAN
HET PLAATJE: WIJ RADEN AAN OM DIE OP DE DAARVOOR BESTEMDE
RUIMTE AAN DE BINNENKANT VAN DE OMSLAG AAN TE BRENGEN.
HET PLAATJE MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
TIJDENS HET GEBRUIK WORDT HET APPARAAT ZEER HEET. LET ERVOOR
OP DAT U DE WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AANRAAKT.
PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT GLADDE EN REGELMATIGE
BODEM HEBBEN OP DE ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT.
LET OP: WANNEER U EEN BARST CONSTATEERT IN DE
GLASKERAMISCHE PLAAT, MOET U HET APPARAAT ONMIDDELLIJK
LOSKOPPELEN VAN DE ELEKTRISCHE VOEDING EN EEN
SERVICECENTRUM BELLEN.
DIT APPARAAT MAG NIET OP VERHOOGDE PLATFORMEN WORDEN
GEMONTEERD.
HET APPARAAT IS BESTEMD OM TE WORDEN GEBRUIKT DOOR
VOLWASSENEN. STA NIET TOE DAT KINDEREN ERBIJ IN DE BUURT
KOMEN OF ERMEE SPELEN.
TIJDENS HET KOKEN MET DE GEOPENDE OVENDEUR ZAL VEEL WARMTE
NAAR BUITEN STROMEN. HOUD KINDEREN UIT DE BUURT.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE
EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE
ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR – AEEA (WASTE
ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).•DEZE RICHTLIJN
BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE
AFGEDANKTE APPARATUUR WELKE GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE
TERRITORIUM VAN DE EUROPESE UNIE.
VOORDAT U HET APPARAAT IN WERKING STELT MOET U VERPLICHT
ALLE OP EN IN HET APPARAAT AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN
BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade
aan personen of zaken als gevolg van het niet in acht nemen van de
bovenstaande voorschriften of als gevolg van wijzigingen aangebracht
aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat en als gevolg van
het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
59
Instructies voor de installateur
2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Dit apparaat is uitgerust met een brandpreventiesysteem (type Y) en kan
tegen wanden worden gezet die hoger zijn dan het werkblad.
A
Ingebouwd apparaat Vrijstaande installatie
2.1 Elektrische aansluiting
Het aansluiten van Smeg apparatuur.
Alle Smeg apparaten die Smeg Nederland verkoopt moeten op 220-240
volt worden aangesloten. Geen van de apparaten mag op 380 volt worden aangesloten. Dit in tegenstelling van wat er in de diverse
gebruiksaanwijzingen staat. Apparaten die op 380 volt worden
aangesloten kunnen beschadigd raken.
De spanning bij 380 volt installaties noemt men krachtstoom. Ook bij
krachtstroom heeft men 220-240 volt, die meet men alleen tussen de
fase en de nul. Waar het echter fout gaat, is dat de spanning tussen 2
fasen in Nederland 380 volt is, bij een aantal apparaten kunnen
componenten doorbranden.
In Nederland komt bij de meeste woningen maar één fase, één nul en
één aarde draad binnen. Deze inkomende leiding wordt door het
energiebedrijf voor de meter afgezekerd met een hoog Ampèrage
zekering en na de meter wordt deze onderverdeeld in meerdere groepen
van 16 amp.
Als men nu tussen de fase en de nul meet men nog steeds 220 volt,
maar als je op de onderlinge groepen meet wordt er geen waarden
aangegeven. Hier is geen spanningsverschil aanwezig.
Een zekering van 16 ampère kan met een vermogen van 3520 Watt tot
60
B
Instructies voor de installateur
3840 Watt belast worden. (afhankelijk van de spanning (220/240 Volt)).
Dit houdt in dat als een apparaat een aansluitwaard van 6,60 KW heeft,
er gezekerd moet worden met minimaal 2 zekeringen van ieder 16
Ampère. Deze zekeringen moeten geschakeld zijn, zodat ze altijd samen
uit of samen aan gaan. De wandcontactdoos dient een Perilex
aansluiting te zijn
Apparaten die op een geschakelde zekering (ovengroep) worden
aangesloten dienen een Perilexstekker te hebben.
In de volgende catalogi wordt bij ieder apparaat de benodigde spanning
vermeld, dus altijd 220/240 Volt.
Controleer of de spanning en de capaciteit van de stroomvoorziening
overeenstemmen met de karakteristieken vermeld op het typeplaatje op
het carter aan de achterkant van het apparaat.
Dit plaatje mag nooit worden verwijderd.
Op een gemakkelijk bereikbare plaats in de nabijheid van het apparaat
moet u op de voedingslijn ervan een meerpolige scheidingsinrichting
aanbrengen met een minimale contactopening van 3 mm.
61
Instructies voor de installateur
Het apparaat heeft aan de achterkant een klemmenbord voor de
elektrische aansluiting (zie volgende schema). Dit is toegankelijk vanuit
het carter aan de achterkant.
62
Werking op 380-415V3N∼ of 220240V3N∼: gebruik een vijfpolige kabel van
het type H05RR-F (kabel van 5 x 2.5 mm2).
Werking op 380-415V2N∼ of 220240V2N∼: gebruik een 4 polige kabel
van het type H05RR-F (kabel van 4 x 4
mm2).
Werking op 220-240V~: gebruik een
driepolige kabel van het type H05RR-F
(kabel van 3 x 6mm2).
Bij het uiteinde dat op het apparaat moet
worden aangesloten moet de aardleiding
(geel-groen) tenminste 20 mm langer zijn
dan de andere leidingen.
Instructies voor de installateur
De aansluiting zal moeten worden voltooid met een vijfpolige stekker van
geschikte capaciteit (zie typeplaatje), of, bij werking op 230V∼, een
driepolige stekker. De stekker en het stopcontact in de wand moeten van
hetzelfde type zijn (in overeenstemming met de CEI normen). Het
apparaat moet verplicht worden geaard. Alvorens hem aan te sluiten
moet u controleren of de stroomvoorziening goed is geaard. Vermijd het
gebruik van reductiestukken, adapters of afleidingen.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade
aan personen of zaken als gevolg van het niet inachtnemen van de
bovenstaande voorschriften of als gevolg van wijzigingen aangebracht
aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat.
2.2 Waterpasstelling
Zet de oven waterpas op de vloer met behulp van de vier regelbare
voetjes. U kunt de regeling uitvoeren door eerst de contramoer en
vervolgens het voetje los te draaien. De regelschroef kan over 10 mm
worden versteld.
63
Instructies voor de gebruiker
3. BESCHRIJVING VAN DE
BEDIENINGSORGANEN
3.1 Het frontpaneel
Alle bedieningsorganen en controle-eenheden van de keuken bevinden
zich op het frontpaneel.
Na een stroomonderbreking moet u, om de oven gereed te maken voor
het koken, 1 - 2 seconden lang drukken op de centrale toets .
(hoofdoven)
BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN
KOOKZONE
LINKSVOOR
KOOKZONE
LINKSACHTER
KOOKZONE
RECHTSACHTER
KOOKZONE
RECHTSVOOR
HOOFDOVEN
HULPOVEN
VARIABELE GRILL VAN
DE HULPOVEN
BEDIENINGSKNOP KOOKPLAAT
Normaal verwarmen
De cirkel bij iedere knop geeft de kookpositie aan die
in werking wordt gesteld. De verwarming wordt
geregeld door op de knop te drukken en hem op de
gewenste stand tussen 1 en 9 te zetten. De regeling is
progressief toenemend en alle tussenliggende zones
kunnen daarom worden gebruikt. De uitschakeling
geschiedt door de knop op de stand 0 te zetten.
64
Instructies voor de gebruiker
Dubbele verwarming
De cirkel bij iedere knop geeft de
kookpositie aan die in werking
wordt gesteld. De verwarming
binnen de kleine diameter wordt
geregeld door op de knop te
drukken en hem in één van de
standen tussen 1 en 9 te zetten.
Beide zones worden verwarmd wanneer u de knop op het volgende
symbool zet:
of ; wanneer u de knop loslaat zal die weer
terugkeren naar de stand 9. Om de verwarming te regelen moet u de
knop linksom draaien in de gewenste stand. Om de verwarming binnen
de kleine diameter te herstellen moet u de knop op de stand 0 zetten en
hem vervolgens tussen 1 en 9 zetten.
De uitschakeling geschiedt door de knop op de stand 0 te zetten.
THERMOSTAATKNOP
HOOFDOVEN
U kunt de kooktemperatuur instellen door de
knop rechtsom te draaien op de gewenste stand,
tussen 50° en 250° C.
Het branden van het controlelampje wijst erop dat
de oven wordt opgewarmd. Wanneer het uitgaat
is de vooraf ingestelde temperatuur bereikt.
Het regelmatig knipperen wijst erop dat de temperatuur in de oven
continu op het ingestelde niveau wordt gehouden.
Voor het inschakelen van de oven moet u de knop rechtsom draaien op
ongeacht welke van de volgende functies: