SMEG A42C-5 Instruction Manual [nl]

Inhoud
WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK _______ 58
1.
2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT _______________________________ 60
3. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN ___________________ 64
4. KOOKPLAAT__________________________________________________ 71
5. GEBRUIK VAN DE OVENS ______________________________________ 73
6. BESCHIKBARE ACCESSOIRES __________________________________ 74
7. AANBEVELINGEN VOOR HET KOKEN_____________________________ 75
8. SCHOONMAKEN EN ONDERHOUD _______________________________ 80
9. BUITENGEWOON ONDERHOUD _________________________________ 83
DEZE INSTRUCTIES ZIJN UITSLUITEND VAN TOEPASSING VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE OMSLAG VAN DEZE HANDLEIDING STAAN AFGEBEELD.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de gekwalificeerde technicus die moet zorgen voor de installatie, de inwerkingstelling en het uittesten van het apparaat.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u de aanwijzingen voor het gebruik, de beschrijving van de bedieningsorganen en de correcte wijze van reinigen en onderhouden van het apparaat.
57
Presentatie

1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK

DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND ONDERDEEL VAN HET APPARAAT. HIJ MOET GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS INTACT EN BINNEN BEREIK WORDEN BEWAARD. WIJ BEVELEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE ERIN OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET FORNUIS IN GEBRUIK TE NEMEN. DE INSTALLATIE ZAL MOETEN WORDEN UITGEVOERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL EN IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN BEANTWOORDT AAN DE EEG RICHTLIJNEN DIE MOMENTEEL VAN TOEPASSING ZIJN. HET APPARAAT IS GEFABRICEERD VOOR HET UITOEFENEN VAN DE VOLGENDE FUNCTIE: HET KOKEN EN OPWARMEN VAN VOEDSEL IEDER ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJK WORDEN BESCHOUWD.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ANDERE DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
LAAT DE RESTEN VAN HET VERPAKKINGSMATERIAAL NIET ONBEHEERD ACHTER IN DE HUISELIJKE OMGEVING. SCHEID DE VERSCHILLENDE VAN DE VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN BRENG ZE NAAR HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR DE GEDIFFERENTIEERDE VERZAMELING VAN AFVAL.
EEN AARDAANSLUITING IN OVEREENSTEMMING MET DE WIJZEN VOORZIEN DOOR DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE IS VERPLICHT.
DE STEKKER DIE OP DE VOEDINGSKABEL WORDT AANGESLOTEN EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN. HET STOPCONTACT MOET TOEGANKELIJK ZIJN WANNEER HET APPARAAT IS INGEBOUWD.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE VERWIJDEREN.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET U HET APPARAAT KORT TESTEN IN OVEREENSTEMMING MET DE HIERNA VERSTREKTE INSTRUCTIES. WANNEER HET APPARAAT NIET FUNCTIONEERT MOET U HET LOSKOPPELEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM RAADPLEGEN.
PROBEER NOOIT OM HET APPARAAT ZELF TE REPAREREN.
NA IEDER GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT MOET U ALTIJD CONTROLEREN
OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN DE VOLGENDE STAND
ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN OVENS: EEN ONVERWACHTE ONTSTEKING ERVAN ZOU TOT BRAND KUNNEN LEIDEN.
(UIT) STAAN.
58
Presentatie
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE SPECIFICATIES, HET SERIENUMMER EN HET MERKTEKEN IS ZICHTBAAR OP DE ZIJKANT VAN DE OVEN AANGEBRACHT. IN DE HANDLEIDING VINDT U EEN KOPIE VAN HET PLAATJE: WIJ RADEN AAN OM DIE OP DE DAARVOOR BESTEMDE RUIMTE AAN DE BINNENKANT VAN DE OMSLAG AAN TE BRENGEN. HET PLAATJE MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
TIJDENS HET GEBRUIK WORDT HET APPARAAT ZEER HEET. LET ERVOOR OP DAT U DE WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AANRAAKT.
PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT GLADDE EN REGELMATIGE BODEM HEBBEN OP DE ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT.
LET OP: WANNEER U EEN BARST CONSTATEERT IN DE GLASKERAMISCHE PLAAT, MOET U HET APPARAAT ONMIDDELLIJK LOSKOPPELEN VAN DE ELEKTRISCHE VOEDING EN EEN SERVICECENTRUM BELLEN.
DIT APPARAAT MAG NIET OP VERHOOGDE PLATFORMEN WORDEN GEMONTEERD.
HET APPARAAT IS BESTEMD OM TE WORDEN GEBRUIKT DOOR VOLWASSENEN. STA NIET TOE DAT KINDEREN ERBIJ IN DE BUURT
KOMEN OF ERMEE SPELEN. TIJDENS HET KOKEN MET DE GEOPENDE OVENDEUR ZAL VEEL WARMTE NAAR BUITEN STROMEN. HOUD KINDEREN UIT DE BUURT.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR – AEEA (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).•DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE AFGEDANKTE APPARATUUR WELKE GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE TERRITORIUM VAN DE EUROPESE UNIE.
VOORDAT U HET APPARAAT IN WERKING STELT MOET U VERPLICHT ALLE OP EN IN HET APPARAAT AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als gevolg van het niet in acht nemen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van wijzigingen aangebracht aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat en als gevolg van het gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.
59
Instructies voor de installateur

2. INSTALLATIE VAN HET APPARAAT

Dit apparaat is uitgerust met een brandpreventiesysteem (type Y) en kan tegen wanden worden gezet die hoger zijn dan het werkblad.
A Ingebouwd apparaat Vrijstaande installatie

2.1 Elektrische aansluiting

Het aansluiten van Smeg apparatuur.
Alle Smeg apparaten die Smeg Nederland verkoopt moeten op 220-240 volt worden aangesloten. Geen van de apparaten mag op 380 volt worden aangesloten. Dit in tegenstelling van wat er in de diverse gebruiksaanwijzingen staat. Apparaten die op 380 volt worden aangesloten kunnen beschadigd raken. De spanning bij 380 volt installaties noemt men krachtstoom. Ook bij krachtstroom heeft men 220-240 volt, die meet men alleen tussen de fase en de nul. Waar het echter fout gaat, is dat de spanning tussen 2 fasen in Nederland 380 volt is, bij een aantal apparaten kunnen componenten doorbranden. In Nederland komt bij de meeste woningen maar één fase, één nul en één aarde draad binnen. Deze inkomende leiding wordt door het energiebedrijf voor de meter afgezekerd met een hoog Ampèrage zekering en na de meter wordt deze onderverdeeld in meerdere groepen van 16 amp. Als men nu tussen de fase en de nul meet men nog steeds 220 volt, maar als je op de onderlinge groepen meet wordt er geen waarden aangegeven. Hier is geen spanningsverschil aanwezig. Een zekering van 16 ampère kan met een vermogen van 3520 Watt tot
60
B
Instructies voor de installateur
3840 Watt belast worden. (afhankelijk van de spanning (220/240 Volt)). Dit houdt in dat als een apparaat een aansluitwaard van 6,60 KW heeft, er gezekerd moet worden met minimaal 2 zekeringen van ieder 16 Ampère. Deze zekeringen moeten geschakeld zijn, zodat ze altijd samen uit of samen aan gaan. De wandcontactdoos dient een Perilex aansluiting te zijn Apparaten die op een geschakelde zekering (ovengroep) worden aangesloten dienen een Perilexstekker te hebben. In de volgende catalogi wordt bij ieder apparaat de benodigde spanning vermeld, dus altijd 220/240 Volt.
Controleer of de spanning en de capaciteit van de stroomvoorziening overeenstemmen met de karakteristieken vermeld op het typeplaatje op het carter aan de achterkant van het apparaat. Dit plaatje mag nooit worden verwijderd.
Op een gemakkelijk bereikbare plaats in de nabijheid van het apparaat moet u op de voedingslijn ervan een meerpolige scheidingsinrichting aanbrengen met een minimale contactopening van 3 mm.
61
Instructies voor de installateur
Het apparaat heeft aan de achterkant een klemmenbord voor de elektrische aansluiting (zie volgende schema). Dit is toegankelijk vanuit het carter aan de achterkant.
62
Werking op 380-415V3N∼ of 220­240V3N∼: gebruik een vijfpolige kabel van
het type H05RR-F (kabel van 5 x 2.5 mm2).
Werking op 380-415V2N∼ of 220­240V2N∼: gebruik een 4 polige kabel
van het type H05RR-F (kabel van 4 x 4 mm2).
Werking op 220-240V~: gebruik een driepolige kabel van het type H05RR-F (kabel van 3 x 6mm2).
Bij het uiteinde dat op het apparaat moet worden aangesloten moet de aardleiding (geel-groen) tenminste 20 mm langer zijn dan de andere leidingen.
Instructies voor de installateur
De aansluiting zal moeten worden voltooid met een vijfpolige stekker van geschikte capaciteit (zie typeplaatje), of, bij werking op 230V, een driepolige stekker. De stekker en het stopcontact in de wand moeten van hetzelfde type zijn (in overeenstemming met de CEI normen). Het apparaat moet verplicht worden geaard. Alvorens hem aan te sluiten moet u controleren of de stroomvoorziening goed is geaard. Vermijd het gebruik van reductiestukken, adapters of afleidingen.
De fabrikant onthoudt zich van iedere aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken als gevolg van het niet inachtnemen van de bovenstaande voorschriften of als gevolg van wijzigingen aangebracht aan ook slechts één enkel onderdeel van het apparaat.

2.2 Waterpasstelling

Zet de oven waterpas op de vloer met behulp van de vier regelbare voetjes. U kunt de regeling uitvoeren door eerst de contramoer en vervolgens het voetje los te draaien. De regelschroef kan over 10 mm worden versteld.
63
Instructies voor de gebruiker

3. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN

3.1 Het frontpaneel

Alle bedieningsorganen en controle-eenheden van de keuken bevinden zich op het frontpaneel.
Na een stroomonderbreking moet u, om de oven gereed te maken voor het koken, 1 - 2 seconden lang drukken op de centrale toets .
(hoofdoven)
BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN
KOOKZONE LINKSVOOR
KOOKZONE LINKSACHTER
KOOKZONE RECHTSACHTER
KOOKZONE RECHTSVOOR
HOOFDOVEN
HULPOVEN
VARIABELE GRILL VAN DE HULPOVEN
BEDIENINGSKNOP KOOKPLAAT
Normaal verwarmen
De cirkel bij iedere knop geeft de kookpositie aan die in werking wordt gesteld. De verwarming wordt geregeld door op de knop te drukken en hem op de gewenste stand tussen 1 en 9 te zetten. De regeling is progressief toenemend en alle tussenliggende zones kunnen daarom worden gebruikt. De uitschakeling geschiedt door de knop op de stand 0 te zetten.
64
Instructies voor de gebruiker
Dubbele verwarming
De cirkel bij iedere knop geeft de kookpositie aan die in werking wordt gesteld. De verwarming binnen de kleine diameter wordt geregeld door op de knop te drukken en hem in één van de standen tussen 1 en 9 te zetten.
Beide zones worden verwarmd wanneer u de knop op het volgende symbool zet:
of ; wanneer u de knop loslaat zal die weer terugkeren naar de stand 9. Om de verwarming te regelen moet u de knop linksom draaien in de gewenste stand. Om de verwarming binnen de kleine diameter te herstellen moet u de knop op de stand 0 zetten en hem vervolgens tussen 1 en 9 zetten. De uitschakeling geschiedt door de knop op de stand 0 te zetten.
THERMOSTAATKNOP
HOOFDOVEN
U kunt de kooktemperatuur instellen door de knop rechtsom te draaien op de gewenste stand, tussen 50° en 250° C. Het branden van het controlelampje wijst erop dat de oven wordt opgewarmd. Wanneer het uitgaat is de vooraf ingestelde temperatuur bereikt.
Het regelmatig knipperen wijst erop dat de temperatuur in de oven continu op het ingestelde niveau wordt gehouden. Voor het inschakelen van de oven moet u de knop rechtsom draaien op ongeacht welke van de volgende functies:
GEEN FUNCTIE INGESTELD GRILL-ELEMENT
GEVENTILEERD VERWARMINGSELEMENT + VENTILATIE 50 ÷ 250°C GRILL-ELEMENT + VENTILATIE (DRAAISPIT)
ONTDOOIEN (GEEN
(DRAAISPIT)
VERWARMINGSELEMENT INGESCHAKELD)
65
Loading...
+ 21 hidden pages