SIEMENS WM14USC0FG User Manual [nl]

Wasmachine
WM14USC0FG
Gebruiksaanwijzing en montagehandleiding
nl
Register your product on My Siemens and discover exclusive services and offers.
siemens-home.bsh-group.com/welcome
The future moving in.
nl

Inhoudsopgave

Veiligheid.........................................4
Algemene aanwijzingen ...................4
Bestemming van het apparaat.........4
Inperking van de gebruikers ............5
Veilige installatie...............................5
Veiliger gebruik ................................8
Veilige reiniging en onderhoud ......10
Materiële schade vermijden .........12
Milieubescherming en bespa-
ring.................................................13
Afvoeren van de verpakking ..........13
Zuinig met energie en hulpbron-
nen..................................................13
Energiebesparingsmodus ..............14
Opstellen en aansluiten................14
Apparaat uitpakken ........................14
Inhoud van de verpakking..............15
Vereisten ten aanzien van de
opstelplaats ....................................15
Transportbeveiligingen verwijde-
ren ..................................................16
Apparaat aansluiten .......................18
Stellen van het apparaat ................19
Uw apparaat leren kennen............20
Apparaat.........................................20
Wasmiddellade...............................21
Bedieningselementen.....................21
Display ...........................................22
Toetsen ..........................................25
Programma's .................................27
Accessoires...................................32
Voor het eerste gebruik ................32
Wascyclus zonder wasgoed
starten.............................................32
Wasgoed sorteren..........................34
Mate van verontreiniging................34
Verzorgingsaanwijzingen op ver-
zorgingslabels ................................34
Wasmiddel en wasverzorgings-
middel ............................................35
Wasmiddelaanbeveling ..................35
Wasmiddeldosering .......................36
De Bediening in essentie..............36
Apparaat inschakelen ....................36
Programma instellen ......................37
Programma-instellingen aanpas-
sen..................................................37
Trommel vullen met wasgoed ........37
Wasmiddel en wasverzorgings-
middel doseren ..............................38
Starten van het programma ...........38
Klaar-in tijd voor programmas-
tart aanpassen................................38
Wasgoed inweken..........................38
Wasgoed bijvullen ..........................38
Progr. annuleren.............................39
Programma bij spoelstop hervat-
ten...................................................39
Wasgoed uitnemen ........................39
Apparaat uitschakelen ...................39
Kinderslot ......................................40
Kinderslot inschakelen ...................40
Kinderslot deactiveren....................40
Intelligent doseersysteem ............40
Doseerbakje vullen.........................40
Basisdoseerhoeveelheid ................41
Basisinstellingen ..........................42
Overzicht over de basisinstellin-
gen .................................................42
Basisinstellingen wijzigen...............42
Wasgoed........................................33
Wasgoed voorbereiden..................33
2
Reiniging en onderhoud ...............43
Tips voor onderhoud van het
toestel .............................................43
Trommel reinigen ...........................43
Schoonmaken van de wasmid-
dellade............................................43
Ontkalken .......................................45
Afvoerpomp reinigen......................45
Waterafvoerslang op de sifon
reinigen...........................................47
Zeef in de watertoevoer reini-
gen..................................................48
Storingen verhelpen .....................51
Foutcode / foutindicatie / sig-
naal.................................................51
Functiestoringen .............................53
Geluiden .........................................56
Probleem resultaat .........................57
Ondichtheid ....................................59
Geurtjes ..........................................59
Noodontgrendeling.........................60
Transporteren, opslaan en af-
voeren ............................................60
Apparaat demonteren ....................60
Transportbeveiligingen plaatsen ....60
Apparaat opnieuw in gebruik ne-
men.................................................61
Afvoeren van uw oude apparaat....61
nl
Servicedienst.................................62
Productnummer (E-nr.) en pro-
ductienummer (FD) ........................62
Verbruikswaarden.........................63
Technische gegevens...................63
3
nl Veiligheid

Veiligheid

Houd de informatie omtrent veiligheid aan, zodat u het apparaat veilig kunt gebruiken.

Algemene aanwijzingen

Hier vindt u algemene informatie over deze gebruiksaanwijzing.
¡ Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Alleen dan kunt
u het apparaat veilig en efficiënt gebruiken.
¡ Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor de monteur en de ge-
bruiker van het apparaat.
¡ Neem de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in acht. ¡ Bewaar de gebruiksaanwijzing en de productinformatie voor la-
ter gebruik of voor volgende eigenaren.
¡ Controleer het apparaat na het uitpakken. Sluit het apparaat in
geval van transportschade niet aan.

Bestemming van het apparaat

Om het apparaat veilig en op de juiste manier te gebruiken dient u de aanwijzingen over het beoogd gebruik in acht te nemen. Gebruik het apparaat uitsluitend:
¡ volgens deze opstellingshandleiding en gebruiksaanwijzing. ¡ om wasmachinebestendig textiel en wol voor de handwas vol-
gens het onderhoudsetiket te wassen.
¡ met leidingwater en gangbare, voor de wasmachine geschikte
wasmiddelen en onderhoudsmiddelen.
¡ voor huishoudelijk gebruik en in gesloten ruimtes binnen de hui-
selijke omgeving.
¡ tot een hoogte van maximaal 4000m boven zeeniveau.
4
Veiligheid nl

Inperking van de gebruikers

Voorkom risico's voor kinderen en kwetsbare personen. Dit apparaat kan worden bediend door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met fysieke, sensorische of geestelijke beperkin­gen of met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien zij onder toe­zicht staan of zijn geïnstrueerd in het veilige gebruik van het appa­raat en de daaruit resulterende gevaren hebben begrepen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd door kinderen indien deze niet onder toezicht staan. Zorg ervoor dat kinderen tot 3jaar en huisdieren niet bij het appa­raat kunnen komen.

Veilige installatie

Neem de veiligheidsvoorschriften in acht bij het installeren van het apparaat.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk.
Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de gegevens op het typeplaatje.
Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet met wisselstroom aansluiten.
Het randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie moet conform de elektrotechnische voorschriften zijn geïn­stalleerd. De installatie moet zijn voorzien van een afdoende grote aderdiameter.
Bij het gebruik van een aardlekschakelaar alleen een type met het teken gebruiken.
Nooit het apparaat via een externe schakelinrichting voe­den, bijvoorbeeld een tijdschakelaar of besturing op af­stand.
5
nl Veiligheid
Wanneer het apparaat is ingebouwd, moet de netstekker van de netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn, of wanneer vrije toegang niet mogelijk is, moet in de vast geplaatste elektrische installatie een alpolige scheidingsinrichting vol­gens de installatievoorschriften worden ingebouwd.
Bij het opstellen van het apparaat erop letten dat het net­snoer niet wordt afgeklemd of beschadigd.
¡ Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaarlijk.
Nooit het aansluitsnoer met hete apparaatonderdelen of warmtebronnen in contact brengen.
Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten of randen in contact brengen.
Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of veranderen.
WAARSCHUWING‒Risico van brand!
Het gebruik van een verlengd netsnoer en niet-toegestane adapters is gevaarlijk.
Geen verlengsnoeren of meervoudige stopcontacten gebrui­ken.
Als het netsnoer te kort is, contact opnemen met de servi­cedienst.
Alleen door de fabrikant goedgekeurde adapters gebruiken.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor letsel!
¡ Het hoge gewicht van het apparaat kan bij het optillen letsels
veroorzaken.
Het apparaat niet alleen optillen.
¡ Als dit apparaat op ondeskundige wijze in een was-droogzuil
wordt opgesteld, kan het opgestelde apparaat naar beneden vallen.
De droger uitsluitend met de verbindingset van de drogerfa­brikant op een wasmachine stapelen Een andere plaat­singsmethode is niet toegestaan.
Het apparaat niet in een was-droogzuil opstellen als de dro­gerfabrikant geen passende verbindingsset aanbiedt.
Geen apparaten van verschillende fabrikanten en met ver­schillende diepte en breedte in een was-droogzuil opstellen.
6
Veiligheid nl
Geen was-droogzuil op een platform opstellen, de appara­ten kunnen kantelen.
WAARSCHUWING‒Verstikkingsgevaar!
Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over het hoofd trekken en hierin verstrikt raken en stikken.
Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen houden.
Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor letsel!
¡ Het apparaat kan tijdens het bedrijf trillen of bewegen.
Het apparaat op een schone, vlakke en stevige ondergrond opstellen.
Het apparaat middels de apparaatvoeten en een waterpas horizontaal stellen.
¡ Bij ondeskundig gelegde slangen en netaansluitleidingen be-
staat er struikelgevaar.
De slangen en aansluitkabels zodanig leggen dat men er niet over kan struikelen.
¡ Wanneer het apparaat aan uitstekende onderdelen wordt ver-
plaatst, zoals bijvoorbeeld de vuldeur, dan kunnen de onder­delen afbreken.
Het apparaat niet aan uitstekende onderdelen verplaatsen.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor snijwonden!
Scherpe randen aan het apparaat kunnen bij aanrakingen tot snijwonden leiden.
Het apparaat niet aan scherpe randen aanraken.
Veiligheidshandschoenen gebruiken bij installatie en trans­port van het apparaat.
7
nl Veiligheid

Veiliger gebruik

Neem bij gebruik van het apparaat de veiligheidsaanwijzingen in acht.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Een beschadigd apparaat of een beschadigd netsnoer is ge-
vaarlijk.
Nooit een beschadigde apparaat gebruiken.
Nooit aan het netsnoer trekken, om het apparaat van het elektriciteitsnet te scheiden. Altijd aan de stekker van het netsnoer trekken.
Wanneer het apparaat of het netsnoer is beschadigd, dan direct de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen en de kraan sluiten.
"Neem contact op met de servicedienst." →Pagina62
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
¡ Binnendringend vocht kan een elektrische schok veroorzaken.
Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimtes.
Stel het apparaat nooit bloot aan grote hitte en vochtigheid.
Geen stoomreiniger, hogedrukreiniger, slangen of sproeiers gebruiken om het apparaat te reinigen.
WAARSCHUWING‒Gezondheidsrisico!
Kinderen kunnen zich in het apparaat opsluiten en in levens­gevaar geraken.
Het apparaat niet opstellen achter een deur die het openen van de apparaatdeur blokkeert of verhindert.
Bij afgedankte apparaten de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen, daarna het netsnoer doorknippen en het slot van de apparaatdeur dusdanig beschadigen, dat de apparaatdeur niet langer sluit.
8
Veiligheid nl
WAARSCHUWING‒Verstikkingsgevaar!
Kinderen kunnen kleine onderdelen inademen of inslikken en hierdoor stikken.
Kleine onderdelen uit de buurt van kinderen houden.
Kinderen niet met kleine onderdelen laten spelen.
WAARSCHUWING‒Vergiftigingsgevaar!
Was- en verzorgingsmiddelen kunnen bij inname tot vergifti­gingen leiden.
Bij per ongeluk inslikken een arts raadplegen.
Was- en verzorgingsmiddelen buiten bereik van kinderen bewaren.
WAARSCHUWING‒Explosiegevaar!
Wanneer wasgoed met oplosmiddelhoudende reinigingsmid­delen werd voorbehandeld, kan dit in het apparaat tot een ex­plosie leiden.
Voorbehandeld wasgoed voor het wassen grondig met wa­ter spoelen.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor letsel!
¡ Bij het op het apparaat klimmen of klauteren kan de afdek-
plaat breken.
Niet op het apparaat klimmen of klauteren.
¡ Bij het zitten of leunen op de geopende deur kan het appa-
raat kantelen.
Niet op de apparaatdeur zitten of leunen.
Geen voorwerpen op de apparaatdeur plaatsen.
¡ Grijpen in de draaiende trommel kan tot letsel aan de handen
leiden.
Wacht tot de trommel volledig stil staat voordat u met uw hand in de trommel grijpt.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor verbranding!
Het glas van de apparaat deur wordt heet bij het wassen met hoge temperaturen.
Raak de hete apparaatdeur niet aan.
Houd kinderen uit de buurt van de hete apparaatdeur.
9
nl Veiligheid
VOORZICHTIG‒Risico van verbranding!
Het sop wordt heet bij het wassen met hoge temperaturen.
Raak het hete sop niet aan.
VOORZICHTIG‒Corrosiegevaar!
Bij het openen van de wasmiddellade kunnen wasmiddel en verzorgingsmiddel uit het apparaat spatten. Contact met ogen of huid kan tot irritaties leiden.
Bij contact met wasmiddelen of verzorgingsmiddelen de ogen of de huid grondig spoelen met schoon water.
Bij per ongeluk inslikken een arts raadplegen.
Was- en verzorgingsmiddelen buiten bereik van kinderen bewaren.

Veilige reiniging en onderhoud

Neem de veiligheidsvoorschriften in acht bij het reinigen en onder­houden van het apparaat.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding van risico's worden vervangen door de fa­brikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde per­soon.
¡ Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
Geen stoomreiniger, hogedrukreiniger, slangen of sproeiers gebruiken om het apparaat te reinigen.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor letsel!
Het gebruiken van niet originele reserveonderdelen en niet originele accessoires is gevaarlijk.
Gebruik uitsluitend originele reserve-onderdelen en originele accessoires van de fabrikant.
10
Veiligheid nl
WAARSCHUWING‒Vergiftigingsgevaar!
Bij het gebruik van oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen kunnen giftige dampen ontstaan.
Geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen gebruiken.
11
nl Materiële schade vermijden

Materiële schade vermijden

Materiële schade vermij­den
Materiële schade vermijden
Houd deze aanwijzing aan om materi­ële schade en schade aan het appa­raat te vermijden.
LET OP!
¡ Een verkeerde dosering van was-
verzachters, wasmiddelen, verzor­gingsmiddelen en reinigingsmidde­len kan de werking van het appa­raat beïnvloeden.
De doseeraanbevelingen van de fabrikant aanhouden.
¡ Het overschrijden van de maximale
beladingshoeveelheid heeft invloed op de werking van het apparaat.
De "maximale beladingshoeveel­heid" →Pagina27 voor elk programma aanhouden en niet overschrijden.
¡ Het apparaat is voor transport met
transportbeveiligingen geborgd. Niet verwijderde transportbeveili­gingen kunnen leiden tot materiële schade en schade aan het appa­raat.
Voor inbedrijfstelling alle trans­portbeveiligingen volledig verwij­deren en bewaren.
Voor elk transport alle transport­beveiligingen volledig inbouwen, om transportschade te vermij­den.
¡ De ondeskundige aansluiting van
de watertoevoerslang kan tot mate­riële schade leiden.
De schroefverbindingen aan de watertoevoer handvast aantrek­ken.
De watertoevoerslang het best direct zonder bijkomende ver­bindingselementen, zoals adap­ter, verlengstuk, ventiel of derge­lijke op de waterkraan aanslui­ten.
Erop letten dat de binnendiame­ter van de waterkraan minstens 17 mm bedraagt.
Erop letten dat de lengte van de schroefdraad aan de aansluiting naar de waterkraan minstens 10 mm bedraagt.
¡ Een te lage of te hoge waterdruk
kan de apparaatfunctie hinderen.
Zorg ervoor dat de waterdruk aan de watervoorzieningsinstal­latie minimaal 100kPa (1 bar) en maximaal 1000kPa (10bar) bedraagt.
Wanneer de waterdruk de aan­gegeven maximale waarde over­schrijdt, dan moet een reduceer­ventiel tussen de drinkwateraan­sluiting en de slangenset van het apparaat worden geïnstal­leerd.
Het apparaat niet op de meng­kraan van een drukloze geiser of boiler aansluiten.
¡ Veranderde of beschadigde water-
slangen kunnen tot materiële scha­de en schade aan het apparaat lei­den.
Nooit waterslangen knikken, knellen, veranderen of doorsnij­den.
Alleen meegeleverde waterslan­gen of originele reserveslangen gebruiken.
Nooit gebruikte waterslangen hergebruiken.
¡ Het gebruik van het apparaat met
vervuild of te heet water kan mate­riële schade veroorzaken.
Het apparat uitsluitend met koud leidingwater gebruiken.
¡ Ongeschikte reinigingsmiddelen
kunnen de oppervlakken van het apparaat beschadigen.
Geen scherpe of schurende rei­nigingsmiddelen gebruiken.
Geen sterk alcoholhoudende rei­nigingsmiddelen gebruiken.
12
Geen harde schuur- of afwas­sponsjes gebruiken.
Het apparaat uitsluitend reinigen met water en een zachte, vochti­ge doek.
Bij contact met het apparaat di­rect alle wasmiddelresten, sproeinevelresten of restanten verwijderen.

Milieubescherming en besparing

Milieubescherming en be­sparing
Milieubescherming en besparing
Bescherm het milieu door het appa­raat op een hulpbronnenbesparende manier te gebruiken en herbruikbare materialen op de juiste manier af te voeren.

Afvoeren van de verpakking

De verpakkingsmaterialen zijn milieu­vriendelijk en kunnen worden herge­bruikt.
De afzonderlijke componenten op soort gescheiden afvoeren.
Bij uw dealer en uw gemeente- of deelraadskantoor kunt u informatie verkrijgen over de actuele afvoer­methoden.
Zuinig met energie en hulp­bronnen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, ver­bruikt uw apparaat minder stroom en water.
Programma's met lage temperaturen en langere wastijden gebruiken en de "maximale beladingscapaciteit" →Pagina27 gebruiken.
Het energieverbruik en het water­verbruik zijn het efficiëntst.
Milieubescherming en besparing nl
Zuinige programma-instelling gebrui­ken.
Wanneer u de programma-instel­lingen voor een programma aan­past, dan toont het display het te verwachten verbruik.
Wasmiddel overeenkomstig de mate van verontreiniging van het wasgoed "doseren" →Pagina36.
Voor een lichte tot normale mate van verontreiniging is een geringe hoeveelheid wasmiddel voldoen­de. Houd het doseeradvies van de fabrikant van het wasmiddel aan.
Wastemperatuur bij licht en normaal verontreinigd wasgoed reduceren.
Bij lage temperaturen verbruikt het apparaat weinig energie. Voor een lichte tot normale verontreiniging zijn ook lagere temperaturen dan op het verzorgingslabel vermeld afdoende.
Maximaal toerental instellen, wan­neer het wasgoed aansluitend in de wasdroger gedroogd moet worden.
Droger wasgoed verkort de pro­grammaduur bij het drogen en ver­laagt het energieverbruik. Met een hoger centrifugetoerental vermin­dert de restvochtigheid in de was en het volume van het centrifuge­ren verhoogt.
Wasgoed zonder voorwas wassen.
Het wassen met voorwas verlengt de programmaduur en verhoogt het energie- en waterverbruik.
Het apparaat beschikt over een bela­dingsautomaat.
De beladingsautomaat past het waterverbruik en de programma­duur optimaal aan de textielsoort en de beladingscapaciteit aan.
13
nl Opstellen en aansluiten
Het apparaat beschikt over een aquasensor.
De aquasensor controleert tijdens het spoelen de troebelheid van het spoelwater en past de duur en het aantal spoelcycli overeenkomstig aan.

Energiebesparingsmodus

Wanneer u het apparaat langere tijd niet bediend, dan schakelt het appa­raat automatisch naar de energiebe­spaarstand. Alle aanwijzingen ver­dwijnen en Start/Pauze knippert. De energiebespaarmodus wordt af­gesloten, wanneer u het apparaat op­nieuw bedient, bijv. de deur opent of sluit.

Opstellen en aansluiten

Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
Waar en hoe u het apparaat het bes­te opstelt, komt u hier te weten. Bo­vendien komt u te weten hoe u het apparaat op de watertoevoer en het elektriciteitsnet aansluit.

Apparaat uitpakken

1. Verpakkingsmateriaal en bescher-
ming volledig van het apparaat verwijderen.
2. Controleer het apparaat op zicht-
bare beschadigingen.
3. LET OP! Voorwerpen die in de
trommel achterblijven, en die niet voor het gebruik van het apparaat bedoeld zijn, kunnen tot materiële­en apparaatschade leiden.
Voor gebruik alle deze voorwerpen en de meegeleverde accessoires uit de trommel verwijderen.
De deur openen en de accessoi­res uit de trommel verwijderen.
14
Opstellen en aansluiten nl
1 2 3
4
1
2
3
4

Inhoud van de verpakking

Controleer na het uitpakken alle onderdelen op transportschade en de volledig­heid van de levering.
Wasmachine
Begeleidende documenten
Watertoevoerslang
Afdekkapjes

Vereisten ten aanzien van de opstelplaats

Het apparaat kan bij het centrifuge­ren "wandelen". Houd de aanwijzin­gen voor de opstellocatie aan.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
15
nl Opstellen en aansluiten
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
Het apparaat bevat spanningsvoeren­de delen. Het aanraken van span­ningsvoerende delen is gevaarlijk.
Gebruik het apparaat niet zonder afdekplaat.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Bij gebruik op een sokkel kan het ap­paraat kantelen.
De apparaatvoeten voor inbedrijf­stelling op een sokkel absoluut met de "bevestigingen" →Pagina32 van de fabrikant be­vestigen.
LET OP!
¡ Wanneer het apparaat in vorstge-
vaarlijke zones of buiten wordt op­gesteld, dan kan bevroren restwa­ter het apparaat beschadigen en bevroren slangen kunnen scheu­ren of barsten.
Het apparaat niet op vorstge­voelige plaatsen of buiten plaat­sen en gebruiken.
¡ Het apparaat werd voor het verla-
ten van de fabriek aan een functie­test onderworpen en kan restwater bevatten. Dit restwater kan lekken als het apparaat meer dan 40° wordt gekanteld.
Het apparaat voorzichtig kante­len.
Opstelplaats Eisen
Op een sokkel Het apparaat met
"borglippen" →Pagina32 beves- tigen.
Opstelplaats Eisen
Op een vloer met hou­ten balken
Het apparaat op een waterbestendige hou­ten plaat plaatsen, welke vast met vloer is geschroefd. De hou­ten plaat moet mini­maal 30 mm dik zijn.
In een keuken ¡ Een nisbreedte van
60cm is noodza­kelijk.
¡ Het apparaat al-
leen onder een doorlopend werk­blad plaats, welke vast met de naast­liggende kast is verbonden.
Aan een wand Geen slangen tussen
wand en apparaat in­klemmen.
Transportbeveiligingen ver­wijderen
Het apparaat is voor transport met transportbeveiligingen aan de achter­zijde van het apparaat geborgd.
Aanwijzingen
¡ Neem de informatie over het on-
derwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw appa­raat veilig te kunnen gebruiken.
¡ Bewaar de transportbeveiligingen,
de bouten en hulzen voor een toe­komstig "transport" →Pagina60.
1. De slangen uit de houders trekken.
16
Opstellen en aansluiten nl
2. Alle bouten van de 4 transportbe-
veiligingen met een steeksleutel SW13 losmaken en verwijderen
⁠.
3. De netaansluitkabel uit de houder
trekken.
5. De 4 afdekkappen plaatsen.
6. De 4 afdekkappen naar beneden
duwen.
4. De 4 hulzen verwijderen.
17
nl Opstellen en aansluiten
2
1
¾˝
min.
min.
10 mm
17 mm

Apparaat aansluiten

Sluit uw apparaat aan op het elektri­citeitsnet, de watertoevoer en de wa­terafvoer.
Watertoevoerslang aansluiten AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De watertoevoerslang op het appa-
raat aansluiten.
2. De watertoevoerslang op de kraan
(26,4 mm = 3/4") aansluiten.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
LET OP!
Bij het afpompen staat de wateraf­voerslang onder druk en kan van de geïnstalleerde aansluitpositie losra­ken.
De waterafvoerslang tegen onbe­doeld losraken borgen.
Afvoer in een sifon. De aansluitpositie met een slangklem (24-40 mm) borgen.
Afvoer in een wasta­fel. De waterafvoerslang met een "bochtstuk" →Pagina32 fixeren en borgen.
Afvoer in en kunststof standpijp met rubbe­ren mof of in een af­voerputje. De waterafvoerslang met een "bochtstuk" →Pagina32 fixeren en borgen.
3. De kraan voorzichtig openen en
controleren of de aansluitingen dicht zijn.

Aansluitsoorten waterafvoer

De informatie helpt u dit apparaat op de waterafvoer aan te sluiten.
18
Apparaat elektrisch aansluiten AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De netstekker van het aansluit-
snoer van het apparaat in een stopcontact in de omgeving van het apparaat steken.
Opstellen en aansluiten nl
De aansluitgegevens van het ap­paraat vindt u in de "technische gegevens" →Pagina63.
2. De netstekker op vastheid contro-
leren.

Stellen van het apparaat

Om geluiden en trillingen te reduce­ren en het wandelen van het appa­raat te vermijden, stelt u het apparaat horizontaal.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De contramoeren met een steek-
sleutel SW17 losdraaien.
Alle apparaatvoeten moeten stevig op de grond staan.
3. De contramoeren met een steek-
sleutel SW17 handvast tegen de behuizing aantrekken.
Het apparaatvoetje daarbij vast­houden en niet in de hoogte ver­stellen.
2. Om het apparaat te stellen, aan de
apparaatvoetjes draaien. De hori­zontale afstelling van het apparaat met waterpas controleren.
19
nl Uw apparaat leren kennen
1
2
4
6
3
5
7
7
1
2
3
4
5
6
7

Uw apparaat leren kennen

Uw apparaat leren kennen
Uw apparaat leren kennen
Lees meer over de onderdelen van uw apparaat.

Apparaat

Hier vindt u een overzicht van de onderdelen van uw apparaat.
Afhankelijk van het apparaattype kunnen details op de afbeelding verschillen, bijv. de kleur en de vorm.
"Serviceklep en pomp" →Pagina45
Deur
"Wasmiddellade" →Pagina21
"Bedieningselementen"
→Pagina21
"Waterafvoerslang" →Pagina18
"Netaansluitkabel" →Pagina18
"Transportbeveiligingen" →Pagina16
20
Uw apparaat leren kennen nl
2 31
1
2
3
2 3
1 1
4
1
2
3
4

Wasmiddellade

Hier vindt u een overzicht over het verwijderen van de wasmiddellade.
Compartiment voor handmatige dose­ring
: doseerreservoir voor wasverzach-
ter
: Doseerreservoir voor wasmiddel

Bedieningselementen

Via de bedieningselementen kunt u alle functies van uw apparaat instellen en informatie krijgen over de gebruikstoestand.
"Programma's" →Pagina27
"Programmakiezer" →Pagina36
"Display" →Pagina22
"Toetsen" →Pagina25
21
Loading...
+ 47 hidden pages