U hebt gekozen voor een premium
wasmachine van het merk Siemens.
Neem a.u.b. een paar minuten de tijd om
dit te lezen en zo de voordelen van uw
wasmachine te leren kennen.
Om aan de hoge kwaliteitsstandaard
van het merk Siemens te voldoen, is de
werking en de onberispelijke toestand
van elke wasmachine die onze fabriek
verlaat, zorgvuldig getest.
Verdere informatie over onze producten,
toebehoren, reserveonderdelen en
Service onder www.siemens-home.com
of neem contact op met onze
Servicedienst.
Waar de gebruiksaanwijzing/
installatievoorschrift verschillende
modellen beschrijft, wordt op de
desbetreffende punten op de verschillen
gewezen.
De wasmachine pas na het lezen van de
gebruiksaanwijzing en
installatievoorschrift in gebruik nemen!
Weergaveregels
: Waarschuwing!
Deze combinatie van symbool en
signaalwoord wijst op een mogelijke
gevaarlijke situatie. Niet aanhouden kan
de dood of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Attentie!
Dit signaalwoord wijst op een mogelijk
gevaarlijke situatie. Niet aanhouden kan
materiële schade of schade aan het
milieu tot gevolg hebben.
Aanwijzing/tip
Aanwijzingen voor optimaal gebruik van
het apparaat / nuttige informatie.
1. 2. 3. / a) b) c)
Handelingsstappen wroden
voorafgegaan door getallen of letters.
■/ -
Opsommingen worden door een vakje
of een schuine streep voorafgegaan.
hulp-, verzorgings- en
reinigingsmiddelen beslist de
aanwijzingen van de fabrikant in
acht.
■De wasmachine kan worden
bediend door kinderen vanaf 8 jaar,
door personen met fysieke,
sensorische of psychische
beperkingen of door personen met
gebrekkige ervaring of kennis, indien
deze onder toezicht staan of door
een verantwoordelijke persoon zijn geïnstrueerd.
Kinderen mogen zonder toezicht
geen reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden
uitvoeren.
■Dit apparaat is bestemd voor
gebruik tot op hoogten van
maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
■Houd kinderen onder de 3 jaar uit de
buurt van de wasmachine.
■Houd huisdieren uit de buurt van de
wasmachine.
Lees de gebruiksaanwijzing, het
installatievoorschrift en alle met de
wasmachine meegeleverde informatie
en handel in overeenstemming hiermee.
Bewaar alle gegevens voor later
gebruik.
* afhankelijk van het model
Correct gebruik van het apparaat
■Uitsluitend voor privégebruik in het
huishouden en de huiselijke
omgeving.
■De wasmachine is geschikt voor
textiel dat in de machine en voor wol
die in zeepsop, met de hand,
gewassen mag worden.
■Voor gebruik met koud* of met koud
en warm* drinkwater (maximaal 60
°C) en in de handel verkrijgbare
was- en verzorgingsmiddelen die
geschikt zijn voor gebruik in
wasmachines.
4
Page 5
Veiligheidsvoorschriften nl
(Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Elektrische veiligheid
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onderdelen die
onder spanning staan bestaat
het risico van een elektrische
schok.
■De stekker nooit aanraken
met natte handen.
■Trek wanneer u de machine
van de stroom haalt altijd
aan de stekker en niet aan
het snoer, omdat dit
beschadigd kan raken.
Kans op letsel
:Waarschuwing
Risico van letsel!
■Wanneer de wasmachine
wordt opgetild aan
uitstekende onderdelen (bijv.
de vuldeur), kunnen deze
onderdelen afbreken en
letsel veroorzaken.
De wasmachine niet optillen
aan uitstekende onderdelen.
■Wanneer iemand op de
wasmachine gaat staan, kan
het werkblad breken en
letsel ontstaan.
Niet op de wasmachine gaan
staan.
■Bij het leunen/steunen op de
geopende vuldeur kan de
wasmachine kantelen en
letsel veroorzaken.
Leun niet op de geopende
vuldeur.
■Wanneer u met uw handen in
de draaiende trommel komt,
kunnen deze letsel oplopen.
Niet met uw handen in de
draaiende trommel komen.
Wacht tot de trommel niet
meer draait.
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Bij het wassen met hoge
temperaturen kunnen er bij
aanraking met heet zeepsop,
bijv. wanneer er heet zeepsop
in een wastafel wordt gepompt,
brandwonden ontstaan.
Kom niet met uw handen in het
hete zeepsop.
Veiligheid voor kinderen
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Kinderen kunnen bij het spelen
met de wasmachine in
levensgevaarlijke situaties
raken of letsel oplopen.
■Kinderen nooit zonder
toezicht bij de wasmachine
laten!
■Kinderen niet met de
wasmachine laten spelen!
5
Page 6
nl Veiligheidsvoorschriften
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Kinderen kunnen zichzelf
opsluiten in apparaten en in
levensgevaar komen.
Bij afgedankte apparaten:
■de stekker uit het
stopcontact halen.
■aansluitkabel doorknippen
en samen met de stekker
verwijderen.
■het slot van de vuldeur
onklaar maken.
:Waarschuwing
Kans op stikken!
Kinderen kunnen zich bij het
spelen in verpakkingen/folie en
verpakkingsdelen wikkelen of
deze over hun hoofd trekken en
stikken.
Houd verpakkingen, folie en
verpakkingsdelen uit de buurt
van kinderen.
:Waarschuwing
Oog-/huidirritaties!
Contact met was- en
verzorgingsmiddelen kan leiden
tot oog-/huidirritaties.
Bewaar was- en
wasverzorgingsmiddelen buiten
bereik van kinderen.
:Waarschuwing
Risico van letsel!
Bij het wassen op hoge
temperaturen wordt het glas
van de vuldeur heet.
Voorkom dat kinderen de hete
vuldeur aanraken.
:Waarschuwing
Kans op vergiftiging!
Was- en verzorgingsmiddelen
kunnen bij inname tot
vergiftigingen leiden.
Bewaar was- en
wasverzorgingsmiddelen buiten
bereik van kinderen.
6
Page 7
Milieubescherming nl
7 Milieubescherming
Milieubescherming
Verpakking/Oude apparaat
)
Besparingstips
■Maximale hoeveelheid wasgoed van
De verpakking milieuvriendelijk
(laten) afvoeren.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de
Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte
elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical
and electronic equipment WEEE).De richtlijn geeft het
kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en
verwerking van oude
apparaten.
het betreffende programma
benutten.
Programma-overzicht ~ bijblad
over gebruikershandleiding en
installatievoorschrift
Hoe meer indicatielampjes branden,
des te hoger is het betreffende
verbruik.
Zo kunt u het verbruik van de
programma's bij de keuze van
verschillende programmainstellingen vergelijken en eventueel
kiezen voor een energiebesparende
programma-instelling.
* afhankelijk van model
■Energiebesparingsmodus:
verlichting van het display dooft na
enkele minuten, toets ‹ knippert.
Om de verlichting te activeren een
willekeurige toets kiezen.
De energiebesparings-modus wordt
niet geactiveerd wanneer er een
programma loopt.
■Als het wasgoed aansluitend in de
wasdroger wordt gedroogd:
centrifugetoerental kiezen volgens
de gebruiksaanwijzing bij de
droogautomaat.
■Normaal verontreinigd wasgoed
wassen zonder voorwas.
■U kunt bij licht en normaal
verontreinigde was besparen op
energie en wasmiddel. ~ Blz. 13
■Zie de textiellabels voor de keuze
van de temperatuur. De temperatuur
in de machine kan hiervan afwijken
om een optimale combinatie van
energiebesparing en wasresultaat te
waarborgen.
■Aanwijzing voor het
energieverbruik*: ~ Blz. 10
De indicatie geeft informatie over de
relatieve hoogte van het
energieverbruik in de gekozen
programma's.
7
Page 8
nl Het apparaat leren kennen
* Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
Wasmachine
6
( Wasmiddellade ~ Blz. 17
0 Bedieningspaneel en display
8Vulvenster met greep
9S Vuldeur openen
9T Vuldeur sluiten
@ Serviceklep
8
#
Page 9
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel afhankelijk van model
Het apparaat leren kennen nl
( Programmakiezer:
voor het kiezen van een
programma en voor het in- en
uitschakelen van de wasautomaat
via de Uit-positie ($);
Een overzicht van alle
programma's vindt u op het extra
blad bij de gebruiksaanwijzing en
plaatsingshandleiding.
Sec.)
tegen per ongeluk wijzigen van de
ingestelde functies activeren/
deactiveren; ~ Blz. 18
Hiervoor de toetsen
Centrifugetoerental en Klaar in-
tijd ca. 3 sec. lang tegelijkertijd
indrukken.
#+
#+
3
3
;
C
; C
P Extra programma-instellingen
kiezen: ~ Blz. 14
■speed I eco
■Water&Spoelen+ *
■Anti-kreuk *
■Voorwas *
X Toets ‹ voor:
■het starten van een
programma,
■het onderbreken van een
programma, bijv wasgoed
bijvullen ~ Blz. 18,
■het afbreken van een
programma ~ Blz. 19
` Display voor instellingen en
informatie ~ Blz. 10
* afhankelijk van model
Aanwijzing: Alle toetsen zijn gevoelig,
licht aanraken is voldoende.
9
Page 10
nl Het apparaat leren kennen
Display
Aanwijzing: In de tabel vindt u
instelmogelijkheden en informatie voor
het gekozen programma.
' - 90 °CTemperatuur* in °C;
' = koud
- - - -, 0 - 1400** 0 Centrifugetoerental
in omw/min,
0 = geen
centrifugeren ,
alleen afpompen
~ Blz. 14,
- - - - = spoelstop
~ Blz. 14
bijv. 2:30Klaar in-tijd
Programmaduur na
programmakeuze in
h:min
(uren:minuten),
1 - 24 ûVoorselectie
eindtijde in uren;
Programma-einde
na ... uur
8** kgAanbevolen lading
Ò {{{{{Indicatie
energieverbruik*
~ Blz. 7
Hoe meer
indicatielampjes
branden, des te
hoger is het relatieve
energieverbruik
* afhankelijk van model
** afhankelijk van gekozen programma,
instellingen en model
Overige aanwijzingen op het display
Programmavoortgang:
¼Wassen
½Spoelen
0Centrifugeren
EndProgramma-einde
- - - - 0Programma-einde met instelling
Vuldeur:
Õ
brandt
Õ
knippert
Waterkraan:
|
brandt
|
knippert
Kinderbeveiliging:~ Blz. 18w
brandt
w
knippert
Schuimdetectie:
o
brandt
Foutindicatie:
E: - - ~ Blz. 24
Signaalinstelling:
0 - 4~ Blz. 20
Spoelstop
Vuldeur gaat niet open.
Na programmastart: vuldeur is niet
goed gesloten.
Kraan niet open geen waterdruk
Waterdruk te laag (kan de programmaduur verlengen)
Kinderbeveiliging actief
Kinderbeveiliging is actief en er is
aan de programmakiezer gedraaid.
~ Blz. 18
10
Page 11
Wasgoed nl
Z Wasgoed
Wasgoed
Wasgoed voorbereiden
Attentie!
Beschadiging van het apparaat/textiel
Vreemde voorwerpen (bijv. munten,
paperclips, naalden, spijkers) kunnen
het wasgoed, of onderdelen van de
wasmachine beschadigen.
Neem daarom de volgende
aanwijzingen in acht bij de
voorbereiding van uw was:
■Zakken leegmaken.
■Metalen voorwerpen (zoals
paperclips) verwijderen.
■Tere weefsels wassen in een
wasnet/zak (panty’s, beugel-BH's).
■Ritssluitingen sluiten, overtrekken
dichtknopen.
■Zand uit zakken en omslagen
borstelen.
■Rollertjes van vitrage verwijderen of
in een apart netje / aparte zak doen.
Wasgoed sorteren
Houdt u bij het sorteren van het
wasgoed aan de aanwijzingen voor de
verzorging en aan de opgaven van de
producent, zoals aangegeven op de
waslabels:
■soort weefsel/vezels
■kleur
Aanwijzing: Wasgoed kan
verkleuren of niet goed schoon
worden. Witte en bonte was dient u
apart te wassen.
Nieuw bont wasgoed de eerste keer
afzonderlijk wassen.
■mate van verontreiniging
Kies steeds wasgoed dat in
dezelfde mate verontreinigd is.
Enkele voorbeelden voor de mate
van verontreiniging vindt u hier:
~ Blz. 13.
– licht: niet voorwassen, eventueel
instelling speed kiezen
– normaal
– sterk: minder wasgoed in de
wasautomaat doen, programma
met voorwas kiezen
– vlekken: vlekken zolang ze nog
'vers' zijn, verwijderen/
voorbehandelen. Eerst met een
sopje afdeppen/niet inwrijven.
Wasgoed hierna wassen met een
geschikt programma.
Hardnekkige/ingedroogde
vlekken verdwijnen pas na
meerdere keren wassen.
■Symbolen op de verzorgingslabels
Aanwijzing: Getallen in de
symbolen verwijzen naar de
maximaal in te stellen temperatuur
van de wasautomaat.
MGeschikt voor normaal
wasproces,
bijv. programma Katoen
NVoorzichtig wasproces nodig,
bijv. programma
Kreukherstellend
OBijzonder voorzichtig
wasprogramma nodig, bijv.
programma Fijn/Zijde
WGeschikt voor handwas, bijv.
programma W Wol
ŽWas niet in de wasautomaat
wassen.
11
Page 12
nl Wasmiddel
Stijven
Aanwijzing: Het wasgoed mag niet met
wasverzachter gespoeld zijn.
Stijfsel is met name bij het Spoelen en
Katoen programma met vloeibaar
stijfsel mogelijk. Doseer het stijfsel
volgens instructies van de fabrikant in
het compartiment M (eventueel eerst
schoonmaken).
Verven/Ontkleuren
Verf uitsluitend hoeveelheden die in het
huishouden gebruikelijk zijn. Zout kan
roestvrijstaal aantasten! Neem de
instructies van de producent van de verf
in acht!
Wasgoed niet in de machine
ontkleuren!
Inweken
1. Apparaat inschakelen.
2. Programma Katoen 20 °C kiezen.
3. Inweek-/wasmiddel volgens opgave
van de fabrikant in compartiment II
doen.
4. Toets ‹ kiezen.
5. Na ca. 10 minuten toets ‹ kiezen
om het programma te stoppen.
6. Na de gewenste inweektijd opnieuw
toets ‹ kiezen als het programma
voortgezet moet worden of
programma wijzigen.
Aanwijzingen
■Wasgoed van dezelfde kleur in de
trommel doen.
■Geen extra wasmiddel nodig, het
inweeksop wordt ook gebruikt voor
het wassen.
C Wasmiddel
Wasmiddel
Juiste wasmiddelkeuze
Voor de juiste wasmiddelkeuze,
temperatuur en behandeling van het
wasgoed is het waslabel
doorslaggevend. ~ zie ook
www.sartex.ch
Op de website www.cleanright.eu vindt
u veel aanvullende informatie over was-,
verzorgings- en reinigingsmiddelen voor
huishoudelijk gebruik.
■Totaal wasmiddel met optische
witmakers
geschikt voor kookbestendige witte
was van linnen of katoen
Programma: Katoen /
Cold °C - max. 90 °C
■Bontwasmiddel zonder
bleekmiddel en optische witmakers
geschikt voor bonte was van linnen
of katoen
Programma: Katoen /
Cold°C - max. 60°C
■Bonte-/fijnwasmiddel zonder
optisch witmiddel
geschikt voor bonte was van
kreukherstellende vezels,
synthetische materialen
Programma: Kreukherstellend /
Cold °C - max. 60°C
■Fijnwasmiddel
geschikt voor kwetsbaar, fijn textiel,
zijde of viscose
Programma: Fijn/Zijde /
Cold °C - max. 40°C
■Wolwasmiddel
geschikt voor wol
Programma Wol /
Cold °C - max. 40°C
12
Page 13
Programmavoorinstellingen nl
Energie en wasmiddel
besparen
U kunt bij licht en normaal
verontreinigde was besparen op
energie (lagere wastemperatuur) en
wasmiddel.
BesparenMate van verontreiniging /
Lagere temperatuur en minder
wasmiddel volgens doseeradvies
Temperatuur volgens het waslabel
en wasmiddelhoeveelheid volgens
doseeradvies /
sterk verontreinigd
Aanwijzing
licht
Geen verontreiniging of vlekken zichtbaar. Kledingstukken
hebben lichaamsgeur aangenomen, bijv.:
■lichte zomer-/sportkle-
ding (enkele uren gedragen)
■T-shirts, overhemden ,
blouses, (max. 1 dag
gedragen)
■Beddengoed en handdoe-
ken van gasten (1 dag
gebruikt)
normaal
Verontreiniging zichtbaar / of
een paar lichte vlekken herkenbaar, bijv.:
hulp-/verzorgings- en
reinigingsmiddelen moet u absoluut de
aanwijzingen van de fabrikant en de
overige aanwijzingen in acht nemen.
~ Blz. 17
0Programmavoorinstellingen
Programmavoorinstellingen
De programmavoorinstellingen worden
na het kiezen van het programma op
het display weergegeven.
U kunt de voorinstellingen wijzigen.
Druk hiervoor zo vaak op de
betreffende toets tot de gewenste
instelling op het display verschijnt.
Aanwijzing: Door de toets langer
ingedrukt te houden, lopen de
instelwaarden automatisch verder tot de
eindwaarde. Druk dan nogmaals op de
toets en u kunt opnieuw de instelwaarde
wijzigen.
Een overzicht van alle mogelijke
programma-instellingen vindt u op het
extra blad bij de gebruiksaanwijzing en
plaatsingshandleiding.
Temperatuur
(°C Temp., °C)
Toets afhankelijk van model
Voor en tijdens het programma kunt u
afhankelijk van de
programmavoortgang de ingestelde
temperatuur wijzigen.
De maximaal in te stellen temperatuur
hangt af van het gekozen programma.
13
Page 14
nl Extra programma-instellingen
Centrifugetoerental
(0 T/min, 0, Centrifugeren)
Voor en tijdens het programma kunt u
afhankelijk van de
programmavoortgang het
centrifugetoerental (in omw./min.;
omwentelingen per minuut) wijzigen.
Instelling 0 : zonder eindcentrifugeren,
het water wordt alleen afgepompd. Het
wasgoed blijft nat in de trommel liggen,
bijv. voor wasgoed dat niet
gecentrifugeerd mag worden.
Instelling - - - -: spoelstop = zonder
eindcentrifugeren, het wasgoed blijft na
de laatste keer spoelen in het water
liggen.
Spoelstop kunt u kiezen om
kreukvorming te voorkomen, wanneer
na afloop van het programma het
wasgoed niet direct uit de wasautomaat
wordt genomen.
Om het programma te hervatten/
beëindigen ~ Blz. 19
Het maximaal in te stellen toerental
hangt af van het gekozen programma
en het model.
Op het display wordt het gewenste
aantal uren bijv. 8h weergegeven en
afgeteld totdat het wasprogramma
begint. Dan wordt de
programmaduur weergegeven.
Aanwijzing: De programmaduur wordt
bij een lopend programma automatisch
aangepast.
Bepaalde factoren kunnen de
programmaduur beïnvloeden, bijv.:
■programma-instellingen,
■wasmiddeldosering (evt. extra
spoelbeurten vanwege
schuimvorming),
■maximale belading/textielsoort
(wateropname verschillend),
■onbalans (bijv. door hoeslakens)
wordt door meermalige
centrifugestarts gecompenseerd,
■variaties in de netspanning,
■waterdruk (toevoersnelheid).
Na programmastart kunt u het van
tevoren ingestelde aantal uur als volgt
wijzigen:
1. Toets ‹ kiezen.
2. Met de toets Klaar in-tijd het aantal
uur wijzigen.
3. Toets ‹ kiezen.
Klaar in-tijd
(û)
Vóór programmastart kunt u het
programma-einde (Klaar in-tijd) in
stappen van 1 uur (h=uur) tot maximaal
24h van tevoren instellen.
Hiervoor:
1. Programma kiezen.
De programmaduur voor het
gekozen programma bijv. 2:30
(uren:minuten) wordt weergegeven.
2. Toets Klaar in-tijd net zo vaak
indrukken tot het gewenste aantal
uren verschijnt.
3. Toets ‹ kiezen.
Het programma start.
14
Na programmastart kunt u indien nodig
wasgoed bijvullen of uitnemen.
~ Blz. 18
\ Extra programma-
instellingen kiezen
Extra programma-instellingen
Een overzicht van alle mogelijke extra
instellingen vindt u op het extra blad bij
de gebruiksaanwijzing en
plaatsingshandleiding.
De instellingen zijn verschillend
afhankelijk van model.
Page 15
Apparaat bedienen nl
speed I eco
(( ¦)
Toets met twee instelmogelijkheden
voor het aanpassen van het
geselecteerde programma:
■speed
Voor het wassen in kortere tijd met
vergelijkbaar wasresultaat, maar met
hoger energieverbruik dan het
gekozen programma zonder
instelling speed I eco.
Aanwijzing: De maximale belading
mag niet overschreden worden.
■eco
Energiezuinig wassen door
tempertuurreductie bij vergelijkbaar
wasresultaat bij het gekozen
programma zonder instelling
speed I eco.
Kies hiervoor toets. Eerst wordt u de
speed-instelling aangeboden. Als u de
toets nogmaals indrukt, is de ecoinstelling actief. Het betreffende
symbool brandt op het display als de
instelling geactiveerd is.
Als u de toets nogmaals indrukt, is er
geen instelling actief.
Anti-kreuk
(S, Licht strijken)
Toets afhankelijk van model
Beperkt de kreukvorming door een
speciale centrifugemethode met
aansluitend losser maken en een
verlaagd centrifugetoerental.
Water&Spoelen+
(Ô, Extra spoelen)
Toets afhankelijk van model
Hoger waterniveau en extra spoelbeurt
bij bijzonder gevoelige huid en/of voor
gebieden met zeer zacht water
Voorwas
(!)
Toets afhankelijk van model
Voor sterk verontreinigd wasgoed.
Aanwijzing: Wasmiddel over
compartiment I en II verdelen.
1 Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
Wasmachine voorbereiden
Aanwijzing: De wasmachine moet
deskundig opgesteld en aangesloten
zijn. vanaf ~ Blz. 28
1. Stekker in de wandcontactdoos
steken.
2. Kraan opendraaien.
3. Vuldeur openen.
4. Controleren of de trommel geheel
leeg is. Eventueel leegmaken.
Aanwijzing: Het restvochtgehalte van
het wasgoed neemt toe.
15
Page 16
nl Apparaat bedienen
Programma kiezen/Apparaat
inschakelen
Aanwijzing: Wanneer u de
kinderbeveiliging hebt geactiveerd,
moet u deze eerst deactiveren, voordat
u een programma kunt instellen.
Kies met de programmakiezer het
gewenste programma. De knop kan in
beide richtingen worden gedraaid.
Het apparaat is ingeschakeld.
Op het display verschijnen de
programmavoorinstellingen voor het
gekozen programma:
■temperatuur*,
■programmaduur afgewisseld met de
maximale belading en
■aanwijzing voor het energieverbruik*.
* afhankelijk van model
Programmavoorinstellingen
wijzigen
U kunt de voorinstellingen voor deze
wasbeurt gebruiken of wijzigen.
Druk hiervoor zo vaak op de
betreffende toets tot de gewenste
instelling wordt weergegeven.
De instellingen zijn zonder bevestiging
actief.
Deze blijven na het uitschakelen van de
wasautomaat niet bewaard.
Programmavoorinstellingen~ Blz. 13
Extra programma-instellingen
kiezen
De indicatielampjes van de toesten
branden wanneer de instelling actief is.
De instellingen worden na het
uitschakelen van de wasautomaat niet
bewaard.
Extra programma-instellingen
~ Blz. 14
wasgoed in de trommel doen
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Wasgoed dat vóór het wassen met een
reinigingsmiddel met oplosmiddel (bijv.
vlekkenmiddel of wasbenzine) is
behandeld, kan nadat het in de
wastrommel is gedaan tot een explosie
leiden.
Spoel het wasgoed van te voren
grondig met de hand uit.
Aanwijzingen
■Doe grote en kleine stukken
wasgoed door elkaar. Stukken
wasgoed van verschillende grootte
worden bij het centrifugeren beter
verdeeld. Afzonderlijke stukken
wasgoed kunnen tot onbalans
leiden.
■Houdt u aan de aangegeven max.
belading. Overbelading vermindert
het wasresultaat en bevordert
kreukvorming.
1. Voorgesorteerd wasgoed uit elkaar
gevouwen in de trommel doen.
2. Let erop dat er geen wasgoed
tussen vuldeur en rubberen manchet
ingeklemd raakt en sluit de vuldeur.
Door het kiezen van extra instellingen
kunt u het wasprogramma nog beter
aanpassen aan uw wasgoed.
De instellingen kunnen afhankelijk van
de programmavoortgang geselecteerd/
gedeselecteerd worden.
16
Page 17
Apparaat bedienen nl
Vullen met was- en
wasverzorgingsmiddel
Attentie!
Schade aan het apparaat
Reinigingsmiddelen en middelen voor
het voorbehandelen van was (bijv.
vlekkenmiddelen, voorwas-sprays,...)
kunnen het oppervlak van de
wasautomaat aantasten wanneer ze
hiermee in aanraking komen.
Breng deze middelen niet in contact
met de oppervlakken van de
wasautomaat. Eventueel
sproeinevelresten en andere restanten/
druppels direct met een vochtige doek
afnemen.
Doseren
Doseer de was- en
onderhoudsmiddelen overeenkomstig:
■de waterhardheid, op te vragen bij
uw waterleidingbedrijf
■de opgaven van de fabrikant op de
verpakking
■de hoeveelheid wasgoed
■de mate van verontreiniging
~ Blz. 13
Vullen
:Waarschuwing
Oog-/huidirritaties!
Als de wasmiddellade tijdens het
gebruik wordt geopend, kan er was-/
wasverzorgingsmiddel uit spetteren.
Open de wasmiddellade voorzichtig.
Spoel bij contact met was-/
verzorgingsmiddel goed de ogen uit,
resp. de huid af.
Raadpleeg bij per ongeluk innemen een
arts.
Doe de was- en verzorgingsmiddelen in
de juiste compartimenten:
Doseerhulp* AVoor vloeibaar wasmiddel
Compartiment IIWasmiddel voor de hoofdwas,
waterontharder, bleekmiddel,
vlekkenzout
Compartiment i Wasverzachter, stijfsel,
max niet overschrijden
Compartiment IWasmiddel voor de voorwas
1. Wasmiddellade tot aan de aanslag
uittrekken.
2. Was en/of verzorgingsmiddel erin
doen.
3. Wasmiddellade sluiten.
Doseerhulp* voor vloeibaar wasmiddel
* afhankelijk van model
Voor het doseren van vloeibaar
wasmiddel positioneert u de
doseerhulp:
1. Wasmiddellade uittrekken. Inzetstuk
naar beneden drukken en de lade er
helemaal uithalen.
2. Doseerhulp op het verbindingsstuk
in compartiment II en tussen de
noppen rechts en links in het
compartiment plaatsen.
Aanwijzing: Verdun stroperige
wasverzachter en textielversteviger met
water. Dit voorkomt verstoppingen.
3. Lade weer terugplaatsen.
17
Page 18
nl Apparaat bedienen
Aanwijzingen
■Gebruik de doseerhulp niet bij
gelachtige wasmiddelen en
waspoeder en bij programma's met
voorwas of wanneer Klaar in-tijd
gekozen is.
■Om deze te parkeren kunt u de
doseerhulp naar boven klappen en
tot aan de aanslag naar achteren
schuiven.
Starten van het programma
Toets ‹ kiezen. Het indicatielampje
brandt en het programma start.
Op het display wordt tijdens het
programma de Klaar in-tijd of, na het
begin van het wasprogramma, de
programmaduur en de symbolen voor
de voortgang van het programma
weergegeven.
Display ~ Blz. 10
Aanwijzing: Schuimdetectie
Wanneer op het display bovendien het
symbool o verschijnt, dan heeft de
wasautomaat te veel schuim tijdens het
wasprogramma geconstateerd en
daarna automatisch een extra
spoelbeurt toegevoegd om het schuim
tegen te gaan.
Doseer bij de volgend wasbeurt met
gelijke belading minder wasmiddel.
Wilt u het programma tegen onbedoeld
wijzigen beveiligen, kies dan als volgt
de kinderbeveiliging.
Kinderbeveiliging
(w 3 sec./Sec.)
U kunt de wasautomaat beveiligen
tegen het per ongeluk wijzigen van de
ingestelde functies. Hiervoor na de start
van het programma de
kinderbeveiliging activeren.
Voor het activeren/deactiveren ca.
3 seconden lang tegelijkertijd de
toetsen Centrifugetoerental en Klaar in-tijd selecteren. Op het display
verschijnt het symbool w.
■w brandt: De kinderbeveiliging is
actief.
■w knippert: De kinderbeveiliging is
actief en er is aan de
programmakiezer gedraaid. Voor het
deactiveren van de kinderbeveiliging
zet u de programmakiezer terug op
het uitgangsprogramma. Het
symbool brandt weer.
Aanwijzing: Om het afbreken van
het programma te voorkomen, de
programmakiezer hierbij niet over de
Uit-positie heen draaien.
Aanwijzing: De kinderbeveiliging blijft
na programma-einde en uitschakeling
van het apparaat actief. U moet deze
altijd deactiveren, wanneer u een
nieuwe programma wilt starten.
Wasgoed bijvullen
Na programmastart kunt u indien
gewenst wasgoed bijvullen of uitnemen.
Kies hiervoor toets ‹.
Het indicatielampje van de toets ‹
knippert en de wasautomaat controleert
of bijvullen mogelijk is.
Wanneer op het display:
■het symbool Õ is uitgegaan, is
bijvullen mogelijk.
■het symbool Õ brandt, is bijvullen
niet mogelijk.
18
Page 19
Apparaat bedienen nl
Kies voor het hervatten van het
programma de toets ‹. Het
programma wordt automatisch hervat.
Aanwijzingen
■Laat bij het bijvulllen de vuldeur niet
langere tijd open staan - er kan
water uit het wasgoed naar buiten
lopen.
■Bij een hoog waterniveau, een hoge
temperatuur of een draaiende
trommel blijft de vuldeur om
veiligheidsredenen vergrendeld en is
bijvullen niet mogelijk.
■De beladingsindicatie is tijdens het
bijvullen niet actief.
Programma wijzigen
1. Toets ‹ kiezen.
2. Een ander programma kiezen.
3. Toets ‹ kiezen. Het nieuwe
programma begint van voren af aan.
Afbreken van het programma
Bij programma’s met hoge temperatuur:
1. Toets ‹ kiezen.
2. Wasgoed afkoelen: Spoelen kiezen.
3. Toets ‹ kiezen.
Einde van het programma
Op het display verschijnt End en het
indicatielampje van de toets ‹ is uit.
Wasgoed uitnemen / apparaat
uitschakelen
1. Vuldeur openen en wasgoed eruit
halen.
2. Programmakiezer op Uit ($) zetten.
Apparaat is uitgeschakeld.
3. Kraan dichtdraaien.
Aanwijzing: Niet nodig bij modellen
met Aquastop.
Aanwijzingen
■Geen wasgoed achterlaten in de
trommel. Dit kan bij de volgende
wasbeurt krimpen of andere stukken
verkleuren.
■Eventuele ongewenste voorwerpen
uit de trommel en de rubbermanchet
verwijderen – gevaar van
roestvorming.
■Rubber manchet droogvegen.
Bij programma’s met lage temperatuur:
1. Toets ‹ kiezen.
2. Centrifugeren/Afpompen kiezen.
3. Toets ‹ kiezen.
Programma-einde met
instelling Spoelstop
Op het display verschijnt - - - - 0 en het
indicatielampje van de toets ‹ knippert.
Hervat het programma door:
■de toets ‹ te kiezen of
■een centrifugetoerental te kiezen
resp. de programmakiezer op
Centrifugeren/Afpompen te zetten
en dan toets ‹ te kiezen.
■Vuldeur en wasmiddellade open
laten zodat het restwater kan
opdrogen.
■Altijd het programma-einde
afwachten, omdat anders het
apparaat nog vergrendeld kan zijn.
Vervolgens het apparaat inschakelen
en wachten op de ontgrendeling.
■Wanneer het display na afloop van
het programma niet verlicht is, is de
energiebesparingsmodus actief. Om
het te activeren kiest u een
willekeurige toets.
19
Page 20
nl Sensoren
H Sensoren
Sensoren
Beladingsautomaat
Afhankelijk van het soort textiel en de
belading past de beladingsautomaat
het waterverbruik optimaal aan elk
programma aan.
Onbalans-controlesysteem
Het automatische onbalanscontrolesysteem herkent onbalans en
zorgt door meermaals
aanloopcentrifugeren voor een
gelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Bij een zeer ongunstige verdeling van
het wasgoed wordt om
veiligheidsredenen het toerental
verlaagd of wordt er niet
gecentrifugeerd.
Aanwijzing: Kleine en grote stukken
wasgoed in de trommel doen.
~ Blz. 25
M Signaalinstelling
Signaalinstelling
U kunt de volgende instellingen
veranderen:
■het volume voor de
instructiesignalen (bijv. aan het
programma-einde) en/of
■het volume voor de toetssignalen.
Voor het wijzigen van de instellingen
moet u eerst altijd de instelmodus
activeren.
3RVLWLHV
Instelmodus activeren
1. Programma Katoen op positie 1
kiezen. De wasautomaat is
ingeschakeld.
2. Toets ‹ indrukken en tegelijkertijd
de programmakiezer verder naar
rechts naar positie 2 draaien. Toets
loslaten.
De instelmodus is geactiveerd en op het
display verschijnt het vooringestelde
volume voor de instructiesignalen (bijv.
aan het programma-einde).
Volume wijzigen
Met de toets Klaar in-tijd verandert u op
de programmakiezer-posities:
Instelmodus afronden
U kunt de procedure nu beëindigen en
de programmakiezer op Uit ($) zetten.
De instellingen zijn opgeslagen.
20
Page 21
Reinigen en onderhouden nl
2 Reinigen en
onderhouden
Reinigen en onderhouden
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onder spanning staande
onderdelen bestaat er
elektrocutiegevaar.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
:Waarschuwing
Kans op vergiftiging!
Door oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen zoals wasbenzine
kunnen giftige dampen ontstaan.
Gebruik geen oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen.
Attentie!
Schade aan het apparaat
Oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen, zoals bijv.
wasbenzine, kunnen oppervlakken en
onderdelen van het apparaat aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen.
Zo voorkomt u biofilmvorming en
geuroverlast:
Aanwijzingen
■Zorg voor een goede ventilatie van
de ruimte waarin de wasautomaat is
geplaatst.
■Laat de vuldeur en de
wasmiddellade iets open staan
wanneer de wasautomaat niet
gebruikt wordt.
■Was af en toe met een Katoen
60 °C-programma, gebruik makend
van een poederwasmiddel voor
hoofdwas.
Buitenkant van het apparaat/
Bedieningspaneel
■Neem de behuizing en het
bedieningspaneel af met een zachte,
vochtige doek.
■Wasmiddelresten onmiddellijk
verwijderen.
■Reinigen met een waterstraal
verboden.
Wastrommel
Gebruik een chloorvrij reinigingsmiddel,
geen staalwol.
Bij geurvorming in de wasautomaat, of
om de trommel te reinigen, afhankelijk
van het model programma Trommel reinigen90 °C of Katoen90 °C zonder
wasgoed uitvoeren. Gebruik daarbij een
poederwasmiddel.
Ontkalken
Bij een correcte dosering van het
wasmiddel is ontkalken niet nodig.
Indien toch: te werk gaan volgens de
opgaven van de fabrikant van het
ontkalkingsmiddel. Geschikte
ontkalkers zijn verkrijgbaar via onze
website of via de servicedienst.
Wasmiddellade en behuizing
Als er resten wasmiddel of
wasverzachter aanwezig zijn:
1. wasmiddellade uittrekken. Inzetstuk
naar beneden drukken en de lade er
helemaal uithalen.
2. Inzetstuk eruit halen: met de vinger
van beneden naar boven drukken.
21
Page 22
nl Reinigen en onderhouden
3. Inspoellade en inzetstuk met water
en een borstel reinigen en afdrogen.
Ook de behuizing van binnen
reinigen.
4. Inzetstuk plaatsen en vastklikken
(cilinder op geleidestift steken).
5. Wasmiddellade erin schuiven.
Aanwijzing: Wasmiddellade open
laten, zodat het resterende vocht kan
opdrogen.
Afvoerpomp verstopt
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Zeepsop wordt heet bij het wassen op
hoge temperaturen. Door contact met
heet zeepsop kunnen brandwonden
ontstaan.
Laat het zeepsop afkoelen.
1. De waterkraan dichtdraaien, zodat er
geen water meer toestroomt dat via
de afvoerpomp afgevoerd moet
worden.
2. Apparaat uitschakelen. Stekker uit
het stopcontact halen.
3. Onderhoudsklep openen en eraf
halen.
4. Aftapslang uit de houder halen.
Stopje verwijderen, zeepsop in een
geschikte opvangbak laten stromen.
Stopje erin drukken en aftapslang in
de houder zetten.
5. Pompdeksel voorzichtig
losschroeven, er kan restwater uit
lopen.
Binnenruimte, schroefdraad van het
pompdeksel en pomphuis reinigen.
De waaier van de pomp moet
gedraaid kunnen worden.
Pompdeksel weer plaatsen en
vastschroeven. De handgreep staat
verticaal.
22
6. Serviceklep plaatsen, inklikken en
sluiten.
Aanwijzing: Om te voorkomen dat bij
de volgende wasbeurt ongebruikt
wasmiddel in de afvoer loopt, raden wij
u het volgende aan: 2 liter water in
compartiment II gieten en het
programma Afpompen starten.
Page 23
Storingen, wat te doen? nl
Afvoerslang aan de sifon
verstopt
1. Apparaat uitschakelen. Stekker uit
de wandcontactdoos nemen.
2. Slangenklem losmaken. Afvoerslang
er voorzichtig aftrekken, er kan
resterend water uit lopen.
3. Afvoerslang en aansluitstuk van de
sifon schoonmaken.
4. Afvoerslang weer erop plaatsen en
de aansluiting met een slangklem
vastzetten.
Zeef in de watertoevoer
verstopt.
Verlaag hiervoor eerst de waterdruk in
de toevoerslang:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Willekeurig programma kiezen
(behalve Spoelen/Centrifugeren/
Afpompen).
3. Toets ‹ kiezen. Programma ca. 40
seconden laten draaien.
4. Programmakiezer op Uit ($) zetten.
Stekker uit het stopcontact halen.
5. Zeef van de waterkraan reinigen:
Slang loskoppelen van de kraan.
Zeef met een borsteltje reinigen.
6. Bij de modellen Standard en Aqua-
Secure de zeef aan de achterkant
van het apparaat reinigen:
Slang aan de achterkant van het
apparaat eraf halen,
Zeef met een tang eruit halen en
schoonmaken.
7. Slang weer aansluiten en op
dichtheid controleren.
3 Storingen, wat te
doen?
Storingen, wat te doen?
Noodontgrendeling
bijv. bij een stroomstoring.
Het programma wordt hervat als er
weer stroom is.
Als het wasgoed toch uit de trommel
gehaald moet worden, dan kan de
vuldeur geopend worden zoals hierna
beschreven:
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Bij het wassen met hoge temperaturen
kunnen er bij aanraking met heet
zeepsop en wasgoed brandwonden
ontstaan.
Eventueel eerst laten afkoelen.
:Waarschuwing
Risico van letsel!
Wanneer u met uw handen in de
draaiende trommel komt, kunt u letsel
oplopen.
23
Page 24
nl Storingen, wat te doen?
Niet met uw handen in de draaiende
trommel komen.
Wacht tot de trommel niet meer draait.
Attentie!
Waterschade
2. Zeepsop laten weglopen
3. Noodontgrendeling met een tang of
iets dergelijks naar beneden trekken
en loslaten.
Hierna kan de vuldeur geopend
worden.
.
Wegstromend water kan tot
waterschade leiden.
De vuldeur niet openen zolang er water
achter het glas te zien is.
1. Apparaat uitschakelen. Stekker uit
de wandcontactdoos nemen.
Aanwijzingen op het display
IndicatieOorzaak/Oplossing
Õ brandt■Temperatuur te hoog. Wachten tot de temperatuur is gedaald.
■Waterniveau te hoog. Bijvullen van wasgoed niet mogelijk. Eventueel vuldeur
direct sluiten. Toets ‹ kiezen om het programma te hervatten.
Õ knippert■Wasgoed eventueel ingeklemd. Vuldeur a.u.b. nogmaals openen en sluiten en
| brandt■Waterkraan voor koudwater helemaal open draaien
wKinderbeveiliging geactiveerd; deactiveren.
o brandtTe veel schuim herkend, extra spoelbeurten toegevoegd. Doseer bij de volgend
Geen fout – het water bevindt zich onderin en is daardoor niet te zien.
25
Page 26
nl Storingen, wat te doen?
StoringenOorzaak/Oplossing
Centrifugeresultaat niet
naar tevredenheid.
Wasgoed nat/te vochtig.
Meermalen beginnen met
■Geen fout - het onbalans controlesysteem heeft het centrifugeren afgebro-
ken wegens ongelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Kleine en grote stukken wasgoed verdelen over de trommel.
■Anti-kreuk (afhankelijk van model) gekozen?
■Te laag centrifugetoerental gekozen?
Geen fout – het onbalans controlesysteem heft de onbalans op.
centrifugeren.
Programmaduur langer
dan gewoonlijk.
■Geen fout - het onbalans controlesysteem heft de onbalans op door het
wasgoed meermaals te verdelen.
■Geen fout – schuimcontrolesysteem actief – er wordt een extra spoelbeurt
uitgevoerd.
De programmaduur verandert tijdens de wascyclus.
Resterend water in compartiment i voor verzor-
Geen fout – het programmaverloop wordt geoptimaliseerd voor het betreffende
wasproces. Dit kan leiden tot een verandering van de programmaduur op het
display.
■Geen fout - werking van het verzorgingsmiddel wordt niet beïnvloed.
■Eventueel het inzetstuk reinigen.
gingsmiddel.
Geurvorming in de wasautomaat.
Afhankelijk van het model programma Trommel reinigen of Katoen 90 °C
zonder wasgoed uitvoeren.
Gebruik daarbij een poederwasmiddel of een bleekmiddelhoudend wasmiddel.
Aanwijzing: Ter voorkoming van schuimvorming slechts de helft van de door
de wasmiddelproducent aanbevolen hoeveelheid wasmiddel gebruiken. Gebruik geen wol- of fijnwasmiddel.
Symbool o gaat branden op het display. Er
komt eventueel schuim
uit de wasmiddellade.
Harde geluiden, trillingen
en „wandelen” tijdens het
centrifugeren.
Teveel wasmiddel gebruikt?
Een eetlepel wasverzachter met 1/2 l water mengen en in compartiment II
doen (niet bij outdoor- en sportkleding en textiel met dons!).
Bij de volgende was minder wasmiddel gebruiken.
■Is het apparaat afgesteld? Apparaat afstellen. ~ Blz. 33
■Zijn de voetjes vastgezet? Voetjes van het apparaat vastzetten. ~ Blz. 33
■Doet de storing zich vaker voor, servicedienst inschakelen.
■Soms bevatten fosfaatvrije wasmiddelen resten die niet in water oplosbaar
zijn.
■Spoelen kiezen of wasgoed na het wassen uitborstelen.
■Waterniveau te hoog. Bijvullen van wasgoed niet mogelijk. Eventueel vul-
deur direct sluiten.
■Toets ‹ kiezen om het programma te hervatten.
26
Page 27
Servicedienst nl
StoringenOorzaak/Oplossing
In de pauze-toestand is
het symbool Õ op het
display uit.
Wanneer u een storing niet zelf kunt verhelpen (na uit-/inschakelen) of wanneer een reparatie noodzakelijk
is:
■Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken.
■Kraan dichtdraaien en de servicedienst inschakelen.
De vuldeur is ontgrendeld. Bijvullen van wasgoed mogelijk.
4 Servicedienst
Servicedienst
Neem wanneer u de storing niet zelf
kunt verhelpen a.u.b. contact op met
onze Servicedienst. ~ Omslagpagina
Wij vinden altijd een passende
oplossing, ook om een onnodig bezoek
van de monteur te voorkomen.
Geef a.u.b. aan de Servicedienst het
typenummer (E-Nr.) en het
fabricagenummer (FD) op.
(1U)'
E-nr.Typenummer
FDFabricagenummer
Deze gegevens vindt u *afhankelijk van
het model:
aan de binnenkant van de vuldeur* / de
geopende serviceklep* en aan de
achterkant van het apparaat.
Vertrouw op de competentie van de
fabrikant.
Neem contact met ons op. Zo weet u
zeker dat de reparatie door goed
opgeleide servicemonteurs wordt
uitgevoerd die de beschikking hebben
over de originele reserve-onderdelen.
J Technische gegevens
Technische gegevens
Afmetingen:
60 x 55 x 85 cm
(breedte x diepte x hoogte)
Gewicht:
66 - 73 kg*
Netaansluiting:
Nominale spanning: 220-240 V / 50 Hz
Nominale stroom: 10 A
Nominaal vermogen: 1900 - 2300 W
Waterdruk:
100 - 1000 kPa (1-10 bar)
Opgenomen vermogen in
uitgeschakelde toestand:
0,12 W
Opgenomen vermogen in niet
uitgeschakelde toestand:
0,58 W
* afhankelijk van het model
27
Page 28
nl Plaatsen en aansluiten
5 Plaatsen en aansluiten
Plaatsen en aansluiten
Leveringsomvang
Aanwijzing: Controleer de machine op transportschade. Een beschadigd apparaat
nooit in gebruik nemen. Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het
apparaat hebt aangeschaft of bij onze servicedienst.
#
+
3
( Waterafvoer
0 Aansluitkabel
8 Waterafvoerslang*
@ Afdekkingen voor transportzekeringen
H Bocht voor het bevestigen van de
waterafvoerslang*
P Doseerhulp* voor vloeibaar wasmiddel
* afhankelijk van model
Daarnaast is bij het aansluiten van de
waterafvoerslang op een sifon een
slangenklem ∅ 24 - 40 mm (vakhandel)
nodig.
Nuttig gereedschap
■Waterpas voor het horizontaal stellen
■Steeksleutel:
– SW13 voor het losdraaien van de
transportbeveiligingen en
– SW17 voor het stellen van de
apparaatvoetjes
28
Veiligheidsvoorschriften
:Waarschuwing
Risico van letsel!
■De wasmachine is zwaar.
Wees voorzichtig bij het tillen/
transporteren van de wasmachine.
■Wanneer de wasmachine wordt
opgetild aan uitstekende onderdelen
(bijv. de vuldeur), kunnen deze
onderdelen afbreken en letsel
veroorzaken.
De wasmachine niet optillen aan
uitstekende onderdelen.
■Wanneer de slangleidingen en de
aansluitkabel onjuist worden
aangelegd, bestaat er struikel- en
letselgevaar.
Slangen en kabels zodanig leggen
dat u er niet over kunt struikelen.
Page 29
Plaatsen en aansluiten nl
Attentie!
Schade aan het apparaat
Bevroren slangen kunnen barsten/
springen.
De wasmachine niet op vorstgevoelige
plaatsen en/of buiten zetten.
Attentie!
Waterschade
De aansluitingen van de watertoevoeren waterafvoerslang staan onder druk
van het water. Om lekkage of
waterschade te voorkomen dient u zich
absoluut te houden aan de
aanwijzingen in dit hoofdstuk.
Aanwijzingen
■Naast de hier vermelde aanwijzingen
kunnen speciale voorschriften van
het waterleiding- en energiebedrijf in
uw regio van toepassing zijn.
■In geval van twijfel de aansluiting
door een vakkundig monteur laten
uitvoeren.
De juiste plaats
Aanwijzing: Stabilliteit is belangrijk,
zodat de wasmachine niet gaat
"wandelen"!
■De ondergrond moet stevig en
waterpas zijn.
■Niet geschikt voor zachte
vloerbedekking.
Plaatsing op een sokkel of op
een houten vloer
Attentie!
Schade aan het apparaat
De wasmachine kan tijdens het
centrifugeren gaan schuiven en van zijn
sokkel kantelen/vallen.
Bevestig de apparaatvoeten absoluut
met bevestigingsbeugels.
Bestelnummer WMZ 2200, WX 9756,
Z 7080X0
Aanwijzing: Plaats bij vloeren met
houten balken de wasmachine:
■indien mogelijk in een hoek,
■op een watervaste houten plaat (min.
30 mm dik) die vast op de vloer is
geschroefd.
Bij plaatsing op een verhoging
met lade
Sokkel bestelnummer.: WMZ 20490,
WZ 20490.
Onderbouw/inbouw van het
apparaat in een rij
keukenmeubelen
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onderdelen die onder
spanning staan bestaat het risico van
een elektrische schok.
De afdekplaat van het apparaat niet
verwijderen.
Aanwijzingen
■Noodzakelijke nisbreedte 60 cm.
■Plaats de wasmachine uitsluitend
onder een doorlopend werkblad dat
vast verbonden is met de
keukenmeubelen ernaast.
Transportbeveiligingen
verwijderen.
Attentie!
Schade aan het apparaat
■De machine is voor transport met
transportbeveiligingen geborgd. Niet
verwijderde transportbeveiligingen
kunnen bij gebruik van de machine
bijv. de trommel beschadigen.
Verwijder voorafgaand aan het
eerste gebruik absoluut de vier
transportborgingen. Bewaar de
transport- beveiligingen.
29
Page 30
nl Plaatsen en aansluiten
■Om bij later transport
transportschade te voorkomen, moet
u de transportbeveiligingen voor het
transport beslist weer aanbrengen.
Aanwijzing: Bewaar schroeven en
hulzen.
1. Slangen uit de houders halen.
2. Alle 4 transportborgschroeven
losdraaien en verwijderen.
Hulzen verwijderen. Aanluitkabel uit
de houders halen.
Lengte van de slangen en de
aansluitkabel
■Aansluiting aan de linkerkant
aFP
aFP
aFPaFP
PLQFP
PD[FP
■aansluiting aan de rechterkant
aFP
aFP
aFPaFP
PLQFP
PD[FP
3. Afdekkingen plaatsen.
30
* afhankelijk van model
Tip: Bij de vakhandel/servicedienst de
volgende onderdelen verkrijgbaar:
■een verlenging voor de Aquastop-
resp. koudwatertoevoerslang (ca.
2,50 m); bestelnr. WM Z2380,
WZ 10130, Z 7070X0
■een langere toevoerslang (ca.
2,20 m) voor model Standaard;
artikelnr. voor Servicedienst:
00353925
Page 31
Plaatsen en aansluiten nl
Watertoevoer
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onderdelen die onder
spanning staan bestaat het risico van
een elektrische schok.
Aquastop-veiligheidssysteem niet in
water dompelen (bevat een elektrisch
ventiel).
Let bij het aansluiten op het volgende
Aanwijzingen
■Gebruik voor de wasautomaat koud
leidingwater bij een
koudwateraansluiting.
■Gebruik de wasautomaat met koud
en warm drinkwater, maximaal 60
°C, bij een warmwateraansluiting.
■Sluit de wasautomaat niet aan op de
mengkraan van een drukloos
heetwatertoestel.
■Gebruik uitsluitend de meegeleverde
of bij een geautoriseerde
vakhandelaar gekochte
toevoerslang, geen gebruikt
exemplaar.
■De watertoevoerslang niet knikken,
platdrukken, veranderen of
doorsnijden (dan is de sterkte niet
meer gegarandeerd).
■Draai de schroefkoppelingen slechts
handvast aan. Worden ze te stevig
met een stuk gereedschap (tang)
vastgedraaid, dan kunnen de
schroefdraden beschadigd raken.
Optimale waterdruk in de waterleiding
minimaal 100 kPa (1 bar)
maximaal 1000 kPa (10 bar)
Uit de geopende kraan stroomt
tenminste 8 l/min.
Bij een hogere waterdruk een
drukreduceerventiel inbouwen.
Aansluiting op koudwater
Aanwijzing: Gebruik voor de
wasautomaat koud leidingwater bij een
koudwateraansluiting.
Sluit de watertoevoerslang aan op de
waterkraan (26,4 mm = ¾") en op het
apparaat (bij modellen met Aquastop
niet nodig, vast geïnstalleerd):
■Model: Standard
■Model: Aqua-Secure
■Model: Aquastop
Aanwijzing: Kraan voorzichtig
opendraaien en daarbij de aansluitingen
op dichtheid controleren. De
schroefkoppeling staat onder druk van
de waterleiding.
31
Page 32
nl Plaatsen en aansluiten
Aansluiting op koud- en warmwater
Aanwijzingen
■Gebruik de wasautomaat met koud
en warm drinkwater, maximaal 60
°C, bij een warmwateraansluiting.
■Warmwater-toevoerslang rood op
warmwaterkraan en rode afsluiter op
het apparaat
■Koudwater-toevoerslang wit op
koudwaterkraan en witte afsluiter op
het apparaat
Aansluiting op waterkranen
(26,4 mm = ¾")
Aansluiting op het apparaat
■beide toevoerslangen aansluiten op
het apparaat.
Aanwijzing: Waterkranen voorzichtig
opendraaien en daarbij de aansluitingen
op dichtheid controleren. De
schroefkoppeling staat onder druk van
de waterleiding.
Waterafvoer
Attentie!
Waterschade
Wanneer de afvoerslang door de hoge
druk van het water tijdens het afpompen
uit de wastafel of van de aansluiting
glijdt, kan het wegstromende water
schade veroorzaken.
Borg de afvoerslang zodanig dat deze
er niet uit kan schieten.
Aansluiting van warmwaterapparatuur
alleen op koudwater
Als er geen warmwateraansluiting
voorhanden is, heeft u voor de
aansluiting een Y-verbindingsstuk
nodig, verkrijgbaar bij de servicedienst
via het artikelnummer: 050871.
■Beide toevoerslangen met een Y-
verbindingsstuk aansluiten op de
koudwaterkraan en
32
Aanwijzing: De waterafvoerslang niet
knikken of in de lengte uitrekken.
U kunt de waterafvoerslang als volgt
leggen:
■Afvoer in een wastafel
:Waarschuwing
Risico van verbranding!
Bij het wassen met hoge
temperaturen kunnen er bij
aanraking met heet zeepsop, bijv.
wanneer het naar een wastafel wordt
gepompt, brandwonden ontstaan.
Kom niet met uw handen in het hete
zeepsop.
Page 33
Plaatsen en aansluiten nl
Attentie!
Schade aan het apparaat/textiel
Wanneer het uiteinde van de
afvoerslang in het weggepompte
water komt, kan het water in het
apparaat worden teruggezogen en
het apparaat / textiel beschadigd
raken.
Let erop dat:
– de stop van de wastafel de afvoer
niet afsluit.
– het uiteinde van de afvoerslang
niet in het weggepompte water is
gedompeld.
– het water snel genoeg
wegstroomt.
■Afvoer in een sifon
De aansluiting moet met een
slangklem, ∅ 24-40 mm (ijzerhandel
of bouwmarkt) worden geborgd.
Stellen
Stel het apparaat horizontaal m.b.v. een
waterpas.
Sterke geluidsontwikkeling, vibraties en
„lopen” kunnen het gevolg zijn van het
niet correct stellen van het apparaat!
1. Contramoeren met een steeksleutel
losdraaien met de wijzers van de
klok mee.
2. De stand van de wasmachine met
een waterpas controleren, eventueel
corrigeren. De hoogte veranderen
door aan het voetje van het apparaat
te draaien.
Alle vier de voetjes moeten stevig op
de grond staan.
3. Contramoer tegen de onderkant van
het apparaat vastdraaien.
Het voetje hierbij vasthouden en niet
in de hoogte verstellen.
De contramoeren van alle vier de
voetjes moeten vast tegen de
onderkant van het apparaat zijn
geschroefd!
■Afvoer in een kunststof standpijp
met rubberen mof of in een
afvoerputje
Elektrische aansluiting
:Waarschuwing
Levensgevaar!
Bij contact met onderdelen die onder
spanning staan bestaat het risico van
een elektrische schok.
■De stekker nooit aanraken met natte
handen.
■Trek wanneer u de machine van de
stroom haalt altijd aan de stekker en
niet aan het snoer, omdat dit
beschadigd kan raken.
■Nooit de stekker uit het stopcontact
trekken tijdens het gebruik.
33
Page 34
nl Plaatsen en aansluiten
Houd u aan de volgende instructies en
zorg ervoor dat:
Aanwijzingen
■De netspanning en aangegeven
spanning op de wasmachine
(typeplaatje) met elkaar
overeenstemmen.
De aansluitwaarde en de vereiste
zekering staan vermeld op het
typeplaatje.
■De aansluiting van de wasmachine
uitsluitend plaats vindt op
wisselstroom, via een volgens de
voorschriften geïnstalleerd
stopcontact met randaarde.
■De stekker overeenkomt met het
stopcontact.
■De doorsnede van de elektrische
kabel groot genoeg is.
■Het aardingssysteem volgens
voorschrift is geïnstalleerd.
■Vervanging van de aansluitkabel
(indien nodig) alleen plaaatsvindt
door een vakkundig monteur. Een
nieuwe kabel is bij de Servicedienst
tegen meerprijs verkrijgbaar.
■Er geen meervoudige stekkers/
contactdozen of verlengkabels
worden gebruikt.
■Bij gebruik van een
aardlekschakelaar alleen een type
met dit symbool z wordt gebruikt.
Alleen dit symbool garandeert dat
aan de momenteel geldende
voorschriften is voldaan.
■De stekker altijd bereikbaar is.
■Aansluitkabel niet knikken,
afklemmen, wijzigen, doorsnijden of
met warmtebronnen in aanraking
laten komen.
Vóór de eerste was
De wasautomaat is voor het verlaten
van de fabriek grondig getest. Om
eventuele restjes water van het testen te
verwijderen, de wasautomaat de eerste
keer zonder wasgoed laten draaien.
Aanwijzingen
■De wasautomaat moet deskundig
opgesteld en aangesloten zijn.
vanaf ~ Blz. 28
■Neem een beschadigde
wasautomaat nooit in gebruik. Neem
contact op met de servicedienst.
1. Apparaat controleren.
2. Folie van het bedieningspaneel
verwijderen.
3. Stekker in stopcontact steken.
4. Kraan opendraaien.
5. Vuldeur sluiten (trommel niet vullen
met wasgoed!).
6. Afhankelijk van het model het
programma Trommel reinigen
90 °C of Katoen 90 °C instellen.
7. Wasmiddellade openen.
8. Ca. 1 liter water in compartiment II
gieten.
9. Hoofdwasmiddel in compartiment II
doen.
Aanwijzing: Ter voorkoming van
schuimvorming slechts de helft van
de door de wasmiddelproducent
aanbevolen hoeveelheid wasmiddel
gebruiken. Gebruik geen wol- of
fijnwasmiddel.
10.Wasmiddellade sluiten.
11.Toets ‹ kiezen.
12.Na programma-einde apparaat
uitschakelen.
Uw wasautomaat is nu gebruiksklaar.
Transporteren
bijv. bij verhuizing
Voorbereidende werkzaamheden:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Waterdruk in de toevoerslang
verminderen.
Onderhoud – Zeef in de
watertoevoer ~ Blz. 23
3. Zeepsopresten laten weglopen.
Onderhoud – Afvoerpomp verstopt
~ Blz. 22
4. Wasmachine van de stroom halen.
5. Slangen demonteren.
34
Page 35
Aqua-Stop-garantie nl
Transportbeveiligingen monteren:
1. Afdekkingen eraf halen en bewaren.
Eventueel een schroevendraaier
gebruiken.
2. Alle 4 de hulzen erin zetten.
Aansluitkabel op de houders
vastklemmen. Schroeven erin zetten
en vastdraaien.
Vóór het opnieuw in gebruik nemen:
Aanwijzingen
■absoluut de transportbeveiligingen
verwijderen!
■Om te voorkomen dat bij de
volgende keer wassen wasmiddel
ongebruikt in de afvoer stroomt: ca.
1 liter water in compartiment II
gieten en programma Afpompen
kiezen en starten.
r Aqua-Stop-garantie
Aqua-Stop-garantie
Alleen voor apparaten met Aqua-Stop
Als aanvulling op de garantieregeling
wordt u schadeloos gesteld als aan
onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
1. Als door een fout in het Aqua-Stop-
systeem waterschade wordt
veroorzaakt, dan vergoeden wij de
schade van particuliere gebruikers.
2. De aansprakelijkheidsgarantie geldt
voor de levensduur van het
apparaat.
3. Voorwaarde voor aanspraak op
garantie is dat het apparaat met
Aqua-Stop vakkundig en
overeenkomstig ons
installatievoorschrift is opgesteld en
aangesloten; hiertoe behoort ook de
vakkundige verlenging van de AquaStop (origineel toebehoren).
Onze garantie heeft geen betrekking
op defecte toevoerleidingen of
armaturen tot aan de Aquastopaansluiting op de kraan.
4. Tijdens het gebruik van een
apparaat met Aqua-Stop hoeft u er in
principe niet bij te blijven resp. na
het gebruik om veiligheidsredenen
de kraan dicht te draaien.
Alleen bij langere afwezigheid,
bijvoorbeeld als u een paar weken
op vakantie gaat, moet de kraan
worden dichtgedraaid.
35
Page 36
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL088 424 4020
B070 222 142
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen.
BSH Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739 München
GERMANY