Sharp XG-MB70X User Manual [nl]

MULTIMEDIA-PROJECTOR
MODEL
XG-MB70X
INSTELGIDS
Schermgrootte en projectie-afstand.................. 2
Toeknnin van de aansluitpinnen ........................ 3
RS-232C Specificatie en opdrachtinstellingen ... Instellen van de netwerkomgeving van de projector
1. Aansluiten van de projector op een computer ... 7
2. Instellen van een IP adres voor de computer .... 8
3. Instellen van een netwerkaansluiting
voor de projector ........................................ 10
Controleren van de projector via een LAN ..... 12
Controleren van de projector d.m.v. Internet
Explorer (versie 5.0 of later)....................... 12
Bevestigen van de status van de projector
(Status) ....................................................... 13
Bedienen van de projector (Control) .................... 13
Instellen en bijstellen van de projector
(Settings & Adjustments)............................ 14
Instellen van de beveiliging
(Network – Security) ................................... 14
Algemene instellingen maken voor het netwerk
(Network - General) .................................... 15
Instellen voor het verzenden van e-mail
wanneer er zich een storing voordoet
(Mail – Originator Settings) ........................ 15
Instellen van de items van de storing en de
bestemmingsadressen waar de e-mail naar toe gestuurd dient te worden wanneer een storing optreedt (Mail – Recipient Settings) . 16
Instellen van de projector d.m.v. RS-232C of Telnet
Bij aansluiten m.b.v. RS-232C .............................. 17
Bij aansluiting m.b.v. Telnet .................................. 18
SETUP MENU (instelmenu)
(hoofdmenu) ............................................... 19
ADVANCED SETUP MENU
(geavanceerde instelmenu)........................ 19
Bedienen van de projector m.b.v. RS-232C of Telnet
Bekijken van de lijst van ingestelde details
([V]View All Setting) ................................... 20
Ingestelde items ................................................... 20
... 6
... 17
... 20
Opslaan van instellingen en afsluiten
([S]Save & Quit).......................................... 21
4
Afsluiten zonder opslaan van de instellingen
([Q]Quit Unchanged) .................................. 21
Instellen van het IP adres ([1]IP Address) ........... 22
Instellen van het subnet mask ([2]Subnet Mask). 22 Standaard gateway instelling ([3]Default Gateway) Instellen van de gebruikersnaam ([4]User Name)
Instellen van het wachtwoord ([5]Password)........ 23
Instellen van de RS-232C baud overdrachtsnelheid
([6]RS-232C Baud Rate) Instellen van de naam van de projector
([7]Projector Name) .................................... 23
Loskoppelen van alle aansluitingen
([D]Disconnect All) ..................................... 24
Invoeren van het ADVANCED SETUP MENU
([A]Advanced Setup) .................................. 24
Instellen van de automatisch logout tijd
(ADVANCED[1]Auto Logout Time) ............. 24
Instelling van de datapoort
(ADVANCED[2]Data Port) .......................... 24
Uitvoeren van de netwerk ping test
(ADVANCED[5]Network Ping Test) ............ 25
Instellen van het IP adres voor acceptatie
(ADVANCED[6]Accept IP Addr(1) -
[8]Accept IP Addr(3)) .................................. 25
Accepteren van alle IP adressen
(ADVANCED[9]Accept All IP Addr) ............ 25
Instellen van zoekpoort
(ADVANCED[0]Search Port) ...................... 26
Keer terug naar de standaardinstellingen
(ADVANCED[!]Restore Default Setting) ..... 26
Te rugkeren naar het hoofdmenu
(ADVANCED[Q]Return to Main Menu) ....... 26
Oplossen van problemen.................................. 27
Afmetingen ......................................................... 30
.............................. 23
... 22 ... 23

Schermgrootte en projectie-afstand

De grootte van het projectiescherm hangt af van de afstand van de lens van de projector tot het scherm. Installeer de projector zodanig dat de geprojecteerde beelden op de optimale grootte op het scherm geprojecteerd worden door te kijken naar de onderstaande tabel. Gebruik de waarden in de tabel ter referentie bij het installeren van de projector.
Zijaanzicht
Scherm
H
Midden van de lens
L
NORMAAL-stand (4:3)
Diag. [χ] Breedte Hoogte Minimum [L1] Maximum [L2]
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand [L]
300" (762 cm) 610 cm (240") 457 cm (180") 9,1 m (29' 9") 13,7 m (44' 9") –10,2 cm (–41/64") 250" (635 cm) 508 cm (200") 381 cm (150") 7,6 m (24' 9") 11,4 m (37' 4") –8,5 cm (–311/32") 200" (508 cm) 406 cm (160") 305 cm (120") 6,0 m (19'10") 9,1 m (29' 10") –6,8 cm (–243/64") 150" (381 cm) 305 cm (120") 229 cm (90") 4,5 m (14'10") 6,8 m (22' 5") –5,1 cm (–21/64") 100" (254 cm) 203 cm (80") 152 cm (60") 3,0 m (9'11") 4,6 m (14' 11") –3,4 cm (–111/32")
84" (213 cm) 171 cm (67") 128 cm (50") 2,5 m (8' 4") 3,8 m (12' 6") –2,9 cm (–11/8") 72" (183 cm) 146 cm (58") 110 cm (43") 2,2 m (7' 2") 3,3 m (10' 9") –2,4 cm (–31/32") 60" (152 cm) 122 cm (48") 91 cm (36") 1,8 m (5'11") 2,7 m (8' 11") –2,0 cm (–51/64") 40" (102 cm) 81 cm (32") 61 cm (24") 1,2 m (4' 0") 1,8 m (6' 0") –1,4 cm (–
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (in/cm) L: Projectie-afstand(m/voet) L1: Minimale projectie-afstand (m/voet) L2: Maximale projectie-afstand (m/voet) H: De afstand van de onderkant van het beeld tot het midden van de lens (cm/in)
De afstand van de onderkant van het
beeld tot het midden van de lens [H]
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
[m/cm] [Voet/inch]
L1 (m) = 0, L2 (m) = 0,0455 H (cm) = –0,
0302
034
χ χ
χ
REK-stand (16:9)
Diag. [χ] Breedte Hoogte Minimum [L1] Maximum [L2]
Beeld-(scherm-)grootte Projectie-afstand [L]
250" (635 cm) 553 cm (218") 311 cm (123") 8,2 m (27' 0") 12,4 m (40' 8") –61,1 cm (–24 5/64") 225" (572 cm) 498 cm (196") 280 cm (110") 7,4 m (24' 3") 11,2 m (36' 7") –55,0 cm (–2143/64") 200" (508 cm) 443 cm (174") 249 cm (98") 6,6 m (21' 7") 9,9 m (32' 6") –48,9 cm (–19 150" (381 cm) 332 cm (131") 187 cm (74") 4,9 m (16' 2") 7,4 m (24' 5") –36,7 cm (–1414/32") 133" (338 cm) 294 cm (116") 166 cm (65") 4,4 m (14' 4") 6,6 m (21' 8") –32,5 cm (–1213/16") 106" (269 cm) 235 cm (92") 132 cm (52") 3,5 m (11' 5") 5,3 m (17' 3") –25,9 cm (–1013/64") 100" (254 cm) 221 cm (87") 125 cm (49") 3,3 m (10' 10") 5,0 m (16' 3") –24,5 cm (–95/8")
92" (234 cm) 204 cm (80") 115 cm (45") 3,0 m (9' 11") 4,6 m (15' 0") –22,5 cm (–855/64") 84" (213 cm) 186 cm (73") 105 cm (41") 2,8 m (9' 1") 4,2 m (13' 8") –20,5 cm (–83/32") 72" (183 cm) 159 cm (63") 90 cm (35") 2,4 m (7' 9") 3,6 m (11' 9") –17,6 cm (–615/16") 60" (152 cm) 133 cm (52") 75 cm (29") 2,0 m (6' 6") 3,0 m (9' 9") –14,7 cm (–525/32") 40" (102 cm) 89 cm (35") 50 cm (20") 1,3 m (4' 4") 2,0 m (6' 6") –9,8 cm (–3
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (in/cm) L: Projectie-afstand(m/voet) L1: Minimale projectie-afstand (m/voet) L2: Maximale projectie-afstand (m/voet) H: De afstand van de onderkant van het beeld tot het midden van de lens (cm/in)
De afstand van de onderkant van het
beeld tot het midden van de lens [H]
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
[m/cm] [Voet/inch]
L1 (m) = 0,0329 L2 (m) = 0,04957 H (cm) = –0,24459
χ
χ
χ
17
/32")
L1 (voet) = L2 (voet) = 0, H (in) =
–0,034χ / 2,54
17
/64")
55
/64")
L1 (voet) = 0,0329χ / 0,3048 L2 (voet) = 0,04957χ / 0,3048 H (in) = –0,24459χ / 2,54
0,0302χ / 0,3048
0455χ / 0,3048
Opmerking
Bovenstaande waarden kunnen ± 3% afwijken.
Waarden met een minteken (–) geven aan dat het midden van de lens lager geplaatst is dan de onderkant
van het geprojecteerde beeld.
-2

Toeknnin van de aansluitpinnen

INPUT 1/INPUT 2 en OUTPUT RGB-signaalaansluiting: 15-pins Mini D-sub vrouwelijke aansluiting
RGB Ingang
11
1
6
15
5
10
1. Video INGANG (rood)
2. Video INGANG (groen/sync op groen)
3. Video INGANG (blauw)
4. Niet aangesloten
5. Niet aangesloten
6. Aarde (rood)
7. Aarde (groen/sync op groen)
8. Aarde (blauw)
9. Niet aangesloten
10. GND
11. Niet aangesloten
12. Bidirectionele data
13. Horizontaal sync-signaal: TTL-niveau
14. Verticaal sync-signaal: TTL-niveau
15. Dataklok
RS-232C-aansluiting: 9-pins Mini DIN vrouwelijke aansluiting
12
4
3
7
5
6
9
8
Pinnr. Signaal Naam I/O Referentie
1 Niet aangesloten 2RDData ontvangen Input Aangesloten op intern circuit 3SDData sturen Output Aangesloten op intern circuit 4 Niet aangesloten 5SGSignaal Aangesloten op intern circuit 6 Niet aangesloten 7RS Aangesloten op Pin 8 8CS Aangesloten op Pin 7 9 Niet aangesloten
DIN-D-sub RS-232C adapter: 9-pin D-sub mannelijke aansluiting
15
69
Pinnr. Signaal Naam I/O Referentie
1 Niet aangesloten 2RDData ontvangen Input Aangesloten op intern circuit 3SDData sturen Output Aangesloten op intern circuit 4 Niet aangesloten 5SGSignaal Aangesloten op intern circuit 6 Niet aangesloten 7RS Aangesloten op intern circuit 8CS Aangesloten op intern circuit 9 Niet aangesloten
Opmerking
Pin 8 (CS) en Pin 7 (RS) zijn kortgesloten in de projector.
RS-232C-kabel, aanbevolen aansluiting: 9-pins D-sub vrouwelijke aansluiting
51
96
Pinnr. Signaal Pinnr. Signaal
1CD 1 CD 2RD 2 RD 3SD 3 SD 4ER 4 ER 5SG 5 SG 6DR 6 DR 7RS 7 RS 8CS 8 CS 9CI 9 CI
Opmerking
Afhankelijk van het gebruikte besturingsapparaat, kan het nodig zijn pin 4 en pin 6 aan te sluiten op het
besturingsapparaat (bv. computer).
USB-aansluiting: 4-pin B-type USB-vrouwelijke aansluiting
43
1 2
Pinnr. Signaal Naam Pinnr. Signaal Pinnr. Signaal
1 VCC USB power 1 TX+ 5 2 USB– USB data– 2 TX– 6 RX– 3 USB+ USB data+ 3 RX+ 7 4SGGND 4 8
Projector
Pinnr.
4 5 6
Computer
Pinnr.
4 5 6
LAN-aansluiting: 8-pin RJ-45 modulaire aansluiting
8 ...1
Component Ingang
1. PR (CR)
2. Y
3. P
(CB)
B
4. Niet aangesloten
5. Niet aangesloten
6. Aarde (PR)
7. Aarde (Y)
8. Aarde (P
9. Niet aangesloten
10. Niet aangesloten
11. Niet aangesloten
12. Niet aangesloten
13. Niet aangesloten
14. Niet aangesloten
15. Niet aangesloten
)
B
-3

RS-232C Specificatie en opdrachtinstellingen

Computer-gestuurde bediening
Een computer kan worden gebruikt voor het bedienen van de projector door aansluiting van een RS-232C seriële bedieningskabel (kruiskabel, los verkrijgbaar) op de projector. (Zie pagina 27 van de gebruiksaanswijzing van de projector voor het maken van de aansluiting.)
Voorwaarden voor communicatie
Stel de seriële poort op de computer in overeenkomstig de tabel. Signaalformaat: Voldoet aan RS-232C norm. Parity bit: Geen Baud rate*: 9.600 bps/115.200 bps Stop bit: 1 bit Datalengte: 8 bits Flow control: Geen
*Stel de baud overdrachtssnelheid van de projector in op dezelfde snelheid die gebruikt wordt door de computer.
Basisformaat
Opdrachten van de computer worden in de volgende volgorde verzonden: opdracht, parameter en return code. Nadat de projector de opdracht van de computer heeft verwerkt, stuurt hij een responscode naar de computer.
Opdrachtformaat
C1 C2 C3 C4 P1 P2 P3 P4
Return code (0DH)
Responscodeformaat
Viercijferige opdracht Parameter, viercijferig
Normale respons
O K
Return code (0DH)
Probleemrespons (communicatiefout of onjuiste opdracht)
E R R
Return code (
0DH)
Info
Als u de projector controleert met behulp van de RS-232C ordrachten van een computer, moet u minstens 30 seconden wachten nadat de projector weer ingeschakeld is, voordat u de ordrachten doorstuurt. Nadat de projector in stand­bymodus is geschakeld, wacht u minstens 90 minuten totdat de koelventilator stopt om de opdrachten door te geven.
Als er meer dan één commando naar de projector wordt gezonden, dient op het antwoord te worden gewacht voordat het volgende commando wordt verzonden.
Opmerking
Wanneer de projector de volgende commando’s ontvangt, verdwijnt het opschermdisplay niet en zullen deze commando’s de “Auto Power Off” functietimer niet terugstellen wanneer geen signaal aanwezig is. POWR????, TABN_ _ _1, TLPS_ _ _1, TLTT_ _ _1, TLTL_ _ _1
Opdrachten
Voorbeeld: Maak bij het inschakelen van de projector de volgende instelling.
POWR _ 1__ OK
Uit te Voeren Bediening TerugkerenOpdracht Parameter
Standby Power On Spanningsstatus Projector Status
Lamp Status Volume (0-60) AV Demping : Uit AV Demping : Aan Trapeziumvorm Corr (-127 ~ +127) INGANG 1 (RGB1) INGANG 2 (RGB2) INGANG 3 (Video) INGANG 4 (S-Video) Vastleggen : Uit Vastleggen : Aan Auto Sync Start
POWR POWR POWR TABN
TLPS VOLA I M B K
IMBK K EYS IRGB
IRGB
IVED
IVED FREZ FREZ ADJS
___
OK of ERR
0
___
OK of ERR
1
0:Uit, 1:Aan
???? ___
0:Normaal, 1:Temperatuur hoog, 2:Ventilatorfout,
1
8:Levensduur van lamp 5% of minder, 16:Lamp doorgebrand, 32: Lamp brandt niet, 64:Temperatuur abnormaal hoog
___
0:Uit, 1:Aan, 2:Nogmaals, 3:Wachten, 4:Lampfout
1
__* *
OK of ERR
___
OK of ERR
0
___
OK of ERR
1
****
OK of ERR
___
OK of ERR
1
___
OK of ERR
2
___
OK of ERR
1
___
OK of ERR
2
___
OK of ERR
0
___
OK of ERR
1
___
OK of ERR
1
→ ←
-4
ProjectorComputer
RS-232C Specificatie en opdrachtinstellingen
Uit te Voeren Bediening TerugkerenOpdracht Parameter Uit te Voeren Bediening TerugkerenOpdracht Parameter INGANG 1 Grootte Aanpassen : Normaal INGANG 1 Grootte Aanpassen : Dot By Dot INGANG 1 Grootte Aanpassen : Kader INGANG 1 Grootte Aanpassen : Rek INGANG 2 Grootte Aanpassen : Normaal INGANG 2 Grootte Aanpassen : Dot By Dot INGANG 2 Grootte Aanpassen : Kader INGANG 2 Grootte Aanpassen : Rek INGANG 3 Grootte Aanpassen : Normaal INGANG 3 Grootte Aanpassen : Kader INGANG 3 Grootte Aanpassen : Rek INGANG 4 Grootte Aanpassen : Normaal INGANG 4 Grootte Aanpassen : Kader INGANG 4 Grootte Aanpassen : Rek Starten van automatisch scherpstellen INGANG 1 Beeldmodus : Standaard INGANG 1 Beeldmodus : Presentatie INGANG 1 Beeldmodus : Cinema INGANG 1 Beeldmodus : Spel INGANG 2 Beeldmodus : Standaard INGANG 2 Beeldmodus : Presentatie INGANG 2 Beeldmodus : Cinema INGANG 2 Beeldmodus : Spel INGANG 3 Beeldmodus : Standaard INGANG 3 Beeldmodus : Presentatie INGANG 3 Beeldmodus : Cinema INGANG 3 Beeldmodus : Spel INGANG 4 Beeldmodus : Standaard INGANG 4 Beeldmodus : Presentatie INGANG 4 Beeldmodus : Cinema INGANG 4 Beeldmodus : Spel INGANG 1 Wit benadr. (0-10) INGANG 2 Wit benadr. (0-10) INGANG 3 Wit benadr. (0-10) INGANG 4 Wit benadr. (0-10) INGANG 1 Kleurtmp * INGANG 2 Kleurtmp * INGANG 3 Kleurtmp * INGANG 4 Kleurtmp * INGANG 1 sRGB : Uit INGANG 1 sRGB : Aan INGANG 2 sRGB : Uit INGANG 2 sRGB : Aan IRIS : Hoge helderheid IRIS : Hoog contrast INGANG 1 Signaaltype : Auto INGANG 1 Signaaltype : RGB INGANG 1 Signaaltype : Component INGANG 2 Signaaltype : Auto INGANG 2 Signaaltype : RGB INGANG 2 Signaaltype : Component INGANG 1 Afregeling Terugstellen INGANG 2 Afregeling Terugstellen INGANG 3 Afregeling Terugstellen INGANG 4 Afregeling Terugstellen Automat.sync. : Uit Automat.sync. : Aan
1
1
1
1
RASR RASR RASR RASR RBSR RBSR RBSR RBSR R ASV R ASV R ASV R BSV R BSV R BSV A FST R APS R APS R APS R APS R BPS R BPS R BPS R BPS VAPS VAPS VAPS VAPS VBPS VBPS VBPS V BPS R AWE R BWE V AWE V BWE RACT RBCT VACT VBCT C SRA C SRA C SRB C SRB IRIS IRIS IASI IASI IASI IBSI IBSI IBSI R ARE R BRE V ARE V BRE AADJ AADJ
___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ _
***
_
***
_
***
_
***
___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___
10 11 12 13 10 11 12 13 10 11 12 13 10 11 12 13 ** ** ** **
1 3 6 2 1 3 6 2 1 3 2 1 3 2 1
0 1 0 1 1 3 0 1 2 0 1 2 1 1 1 1 0 1
OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR OK of ERR
Gebruikstijd van de lamp (branduren) Resterende levensduur (in procenten) OSD Display : Uit OSD Display : Aan Videosysteem : Auto Videosysteem : PAL Videosysteem : SECAM Videosysteem : NTSC4.43 Videosysteem : NTSC3.58 Videosysteem : PAL-M Videosysteem : PAL-N Videosysteem : PAL-60 Achtergrond : Logo Achtergrond : Blauw Achtergrond : Geen Eco-functie : Standaard Eco-functie : Eco Auto Power Off : Uitschakelen Auto Power Off : Inschakelen Autom. scherpstelling : Uit Autom. scherpstelling : Aan Autom. keystone : Uit Autom. keystone : Aan Luidspreker : Uit Luidspreker : Aan Audio uitgang : Vast Audio uitgang : Variabel Projectie : Terug Uit Projectie : Terug Aan Projectie : Spiegelen Uit Projectie : Spiegelen Aan Monitor uit : Uitschakelen Monitor uit : Inschakelen LAN/RS232C : Uitschakelen LAN/RS232C : Inschakelen Alles terugstellen Taal : English Taal : Deutsch Taal : Español Taal : Nederlands Taal : Français Taal : Italiano Taal : Svenska Taal : Taal : Português Taal : Taal : Controle Modelnaam Controle Modelnaam 2 Instelling Projectornaam 1 (eerste vier letters) Instelling Projectornaam 2 (middelste vier letters) Instelling Projectornaam 3 (laatste vier letters) Controle Projectornaam
*2
*2
*2
TLTT T LTL IMD I IMD I M ESY M ESY M ESY M ESY M ESY M ESY M ESY M ESY IMBG IMBG IMBG T HMD T HMD APOW APOW A TAF A TAF ATKS ATKS A SPK A SPK AOUT AOUT IMRE IMRE IMI N IMI N MOU T MOU T LNRS LNRS ALRE M ELA M ELA M ELA M ELA M ELA M ELA M ELA M ELA M ELA M ELA M ELA TNAM M NRD
PJN1
PJN2
PJN3
PJN0
___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ __
10
__
11
___ ___
****
****
****
___
0-9999
1
0-100
1
OK of ERR
0
OK of ERR
1
OK of ERR
1
OK of ERR
2
OK of ERR
3
OK of ERR
4
OK of ERR
5
OK of ERR
6
OK of ERR
7
OK of ERR
8
OK of ERR
1
OK of ERR
3
OK of ERR
4
OK of ERR
0
OK of ERR
1
OK of ERR
0
OK of ERR
1
OK of ERR
0
OK of ERR
1
OK of ERR
0
OK of ERR
1
OK of ERR
0
OK of ERR
1
OK of ERR
1
OK of ERR
2
OK of ERR
0
OK of ERR
1
OK of ERR
0
OK of ERR
1
OK of ERR
0
OK of ERR
1
OK of ERR
0
OK of ERR
1
OK of ERR
1
OK of ERR
1
OK of ERR
2
OK of ERR
3
OK of ERR
4
OK of ERR
5
OK of ERR
6
OK of ERR
7
OK of ERR
8
OK of ERR
9
OK of ERR OK of ERR XGMB70X
1
XG-MB70X
1
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
XG-MB70X
1
Opmerking
Als een underscore (_) verschijnt in de parameterkolom, voert u een spatie in.
Als een sterretje (*) verschijnt, voert u een waarde in binnen het bereik dat tussen haakjes onder Inhoud
Bediening staat.
*1 Parameters van de Kleurtmp instellingen zijn als volgt.
Kleurtmp Parameter
5500K 6500K 7500K 8500K 9300K
10500K
_
055
_
065
_
075
_
085
_
093
_
105
*2 Zend voor instelling van de naam van de projector de commando’s in de volgorde PJN1, PJN2 en PJN3.
-5

Instellen van de netwerkomgeving van de projector

Dit hoofdstuk beschrijft de basisprocedure voor het gebruik van de projector via het netwerk. Als het netwerk reeds tot stand gebracht is, kan het voorkomen dat de instellingen voor het netwerk veranderd dienen te worden bij de projector. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor hulp bij het uitvoeren van deze instellingen.
1. Aansluiten van de projector op een computer
Sluit een LAN kabel (Categorie 5, kruiskabel) aan op de computer en de projector.
LAN kabel
(los verkrijgbaar)
Blazijden 7
2. Instellen van een IP adres voor de computer
Stel de IP settingen van de computer bij om rechtstreekse communicatie met de projector mogelijk te maken.
Verander tijdelijk het IP adres van de computer.
Blazijden 8, 9
3. Instellen van een netwerkaansluiting voor de projector
Stel de netwerkinstellingen van de projector in zodat deze passen bij uw netwerk.
Gebruik Internet Explorer (versie 5.0 of later) om de verschillende projectorinstellingen tot stand te brengen.
Blazijden
Microsoft® en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun
respectieve eigenaars.
10
-6
Instellen van de netwerkomgeving van de projector

1. Aansluiten van de projector op een computer

Tot stand brengen van een rechtstreekse aansluiting van de projector naar een computer. Door gebruik te maken van een LAN kabel (Categorie 5, kruiskabel) kunt u de pro­jector via de computer configureren.
1 Verbreek de aansluiting van de
computer’s LAN kabel van het bestaande netwerk.
2 Sluit een LAN kabel (een UTP
kabel, Categorie 5, kruiskabel) aan op de LAN aansluiting van de projector en sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de LAN aansluiting van de computer.
Een LAN kabel die aangesloten is op het netwerk
LAN kabel
(kruiskabel, los verkrijgbaar)
3 Schakel de projector in.
ON (aan)
4 Schakel de computer in.
ON
(aan)
Info
Controleer dat de LINK LED indicator aan de achterkant van de projector brandt. Als de LINK LED indicator niet brandt, controleer dan het volgende:
Dat de LAN kabel op de juiste wijze is aangesloten.
Dat de spanningschakelaars van zowel de projector en de computer ingeschakeld zijn.
Hiermee is het maken van de aansluiting afgerond. Ga nu door naar “2. Instellen van een
IP adres voor de computer”.
-7
Instellen van de netwerkomgeving van de projector

2. Instellen van een IP adres voor de computer

Hieronder wordt beschreven hoe de instellingen gemaakt worden bij Windows® XP (Professional of Home Edition).
1 Log in op het netwerk met het
beheerderwachtwoord voor de computer.
2 Klik op de “Start” toets, en
klik op “Control Panel” (Configuratiescherm).
2
3 Klik op “Network and Internet
Connections” (Netwerk-en Internet verbindingen), en klik op “Network Connections” (Netwerk­verbindingen) in het nieuwe venster.
Deze gebruiksaanwijzing gebruikt voorbeelden om uitleg te geven over de bediening van Category View (categorie weergave). Als u Classic View (klassieke weergave) gebruikt, dubbelklik dan op “Network Connections” (Netwerk­verbindingen).
4 Klik met de rechter toets van de
muis op “Local Area Connection” (LAN-verbinding) en selecteer “Properties” (Eigenschappen) van het menu.
1
1
2
1
2
-8
Instellen van de netwerkomgeving van de projector
5 Klik op “Internet Protocol (TCP/
IP)”, en klik op de “Properties” (Eigenschappen) knop.
1
2
6
Controleer of verander een IP adres voor de instellingen van de computer.
1 Bevestig en noteer het huidige “IP
address” (IP-adres), “Subnet mask” (Subnetmasker) en “Default gate­way” (Standaard toegangspoort).
Zorg dat u het huidige IP-adres, subnetmasker en standaard toegangspoort noteert: u zal deze later opnieuw moeten instellen.
2
De standaard fabrieksinstelling van de pro­jector is “192.168.150.2” voor het “IP address”, “255.255.255.0” voor het “Subnet mask” en “0.0.0.0” voor de “Default gateway”. Maak de volgende tijdelijke instellingen:
IP address : 192.168.150.3 Subnet mask : 255.255.255.0 Default gateway : (Voer geen waarder in.)
7 Klik na het maken van de
instelling op de “OK” toets en start de computer daarna opnieuw.
Ga na het controleren of uitvoeren van de instelling door naar “3. Instellen van een netwerkaansluiting voor de projector”.
-9
Loading...
+ 21 hidden pages