De grootte van het projectiescherm hangt af van de afstand van de lens van de projector tot het scherm.
Installeer de projector zodanig dat de geprojecteerde beelden op de optimale grootte op het scherm
geprojecteerd worden door te kijken naar de onderstaande tabel. Gebruik de waarden in de tabel ter referentie
bij het installeren van de projector.
Zijaanzicht
Scherm
H
Midden van de lens
L
NORMAAL-stand (4:3)
Diag. [χ]BreedteHoogteMinimum [L1] Maximum [L2]
Beeld-(scherm-)grootteProjectie-afstand [L]
300" (762 cm) 610 cm (240")457 cm (180")9,1 m (29' 9") 13,7 m (44' 9")–10,2 cm(–41/64")
250" (635 cm)508 cm (200")381 cm (150")7,6 m (24' 9") 11,4 m (37' 4")–8,5 cm(–311/32")
200" (508 cm)406 cm (160")305 cm (120")6,0 m (19'10") 9,1 m (29' 10")–6,8 cm(–243/64")
150" (381 cm)305 cm (120")229 cm (90")4,5 m (14'10") 6,8 m (22' 5")–5,1 cm (–21/64")
100" (254 cm)203 cm (80")152 cm (60")3,0 m (9'11") 4,6 m (14' 11")–3,4 cm (–111/32")
84" (213 cm)171 cm (67")128 cm (50")2,5 m (8' 4") 3,8 m (12' 6")–2,9 cm (–11/8")
72" (183 cm)146 cm (58")110 cm (43")2,2 m (7' 2") 3,3 m (10' 9")–2,4 cm(–31/32")
60" (152 cm)122 cm (48")91 cm (36")1,8 m (5'11") 2,7 m (8' 11")–2,0 cm(–51/64")
40" (102 cm)81 cm (32")61 cm (24")1,2 m (4' 0") 1,8 m (6' 0")–1,4 cm(–
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (in/cm)
L: Projectie-afstand(m/voet)
L1: Minimale projectie-afstand (m/voet)
L2: Maximale projectie-afstand (m/voet)
H: De afstand van de onderkant van het beeld tot het midden van de lens (cm/in)
De afstand van de onderkant van het
beeld tot het midden van de lens [H]
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
[m/cm][Voet/inch]
L1 (m) = 0,
L2 (m) = 0,0455
H (cm) = –0,
0302
034
χ
χ
χ
REK-stand (16:9)
Diag. [χ]BreedteHoogteMinimum [L1] Maximum [L2]
Beeld-(scherm-)grootteProjectie-afstand [L]
250" (635 cm)553 cm (218")311 cm (123")8,2 m (27' 0") 12,4 m (40' 8")–61,1 cm (–24 5/64")
225" (572 cm)498 cm (196")280 cm (110")7,4 m (24' 3") 11,2 m (36' 7")–55,0 cm (–2143/64")
200" (508 cm)443 cm (174")249 cm (98")6,6 m (21' 7") 9,9 m (32' 6")–48,9 cm (–19
150" (381 cm)332 cm (131")187 cm (74")4,9 m (16' 2") 7,4 m (24' 5")–36,7 cm (–1414/32")
133" (338 cm)294 cm (116")166 cm (65")4,4 m (14' 4") 6,6 m (21' 8")–32,5 cm (–1213/16")
106" (269 cm)235 cm (92") 132 cm (52")3,5 m (11' 5") 5,3 m (17' 3")–25,9 cm (–1013/64")
100" (254 cm)221 cm (87") 125 cm (49")3,3 m (10' 10") 5,0 m (16' 3")–24,5 cm(–95/8")
92" (234 cm)204 cm (80") 115 cm (45")3,0 m (9' 11") 4,6 m (15' 0")–22,5 cm (–855/64")
84" (213 cm)186 cm (73") 105 cm (41")2,8 m (9' 1") 4,2 m (13' 8")–20,5 cm(–83/32")
72" (183 cm)159 cm (63")90 cm (35")2,4 m(7' 9") 3,6 m (11' 9")–17,6 cm (–615/16")
60" (152 cm)133 cm (52")75 cm (29")2,0 m(6' 6") 3,0 m (9' 9")–14,7 cm (–525/32")
40" (102 cm)89 cm (35")50 cm (20")1,3 m(4' 4") 2,0 m (6' 6")–9,8 cm (–3
χ
: Beeldgrootte (diagonaal) (in/cm)
L: Projectie-afstand(m/voet)
L1: Minimale projectie-afstand (m/voet)
L2: Maximale projectie-afstand (m/voet)
H: De afstand van de onderkant van het beeld tot het midden van de lens (cm/in)
De afstand van de onderkant van het
beeld tot het midden van de lens [H]
De formule voor de beeldgrootte en projectie-afstand
Een computer kan worden gebruikt voor het bedienen van de projector door aansluiting van een RS-232C
seriële bedieningskabel (kruiskabel, los verkrijgbaar) op de projector. (Zie pagina 27van de
gebruiksaanswijzing van de projector voor het maken van de aansluiting.)
Voorwaarden voor communicatie
Stel de seriële poort op de computer in overeenkomstig de tabel.
Signaalformaat: Voldoet aan RS-232C norm.Parity bit: Geen
Baud rate*: 9.600 bps/115.200 bpsStop bit: 1 bit
Datalengte: 8 bitsFlow control: Geen
*Stel de baud overdrachtssnelheid van de projector in op dezelfde snelheid die gebruikt wordt door de computer.
Basisformaat
Opdrachten van de computer worden in de volgende volgorde verzonden: opdracht, parameter en return code.
Nadat de projector de opdracht van de computer heeft verwerkt, stuurt hij een responscode naar de computer.
Opdrachtformaat
C1 C2 C3 C4 P1 P2 P3 P4
Return code (0DH)
Responscodeformaat
Viercijferige opdrachtParameter, viercijferig
Normale respons
O K
Return code (0DH)
Probleemrespons (communicatiefout of onjuiste opdracht)
E R R
Return code (
0DH)
Info
•
Als u de projector controleert met behulp van de RS-232C ordrachten van een computer, moet u minstens 30 seconden
wachten nadat de projector weer ingeschakeld is, voordat u de ordrachten doorstuurt. Nadat de projector in standbymodus is geschakeld, wacht u minstens 90 minuten totdat de koelventilator stopt om de opdrachten door te geven.
• Als er meer dan één commando naar de projector wordt gezonden, dient op het antwoord te worden
gewacht voordat het volgende commando wordt verzonden.
Opmerking
• Wanneer de projector de volgende commando’s ontvangt, verdwijnt het opschermdisplay niet en zullen
deze commando’s de “Auto Power Off” functietimer niet terugstellen wanneer geen signaal aanwezig is.
POWR????, TABN_ _ _1, TLPS_ _ _1, TLTT_ _ _1, TLTL_ _ _1
Opdrachten
Voorbeeld: Maak bij het inschakelen van de projector de volgende instelling.
POWR_ 1__OK
Uit te Voeren BedieningTerugkerenOpdracht Parameter
Standby
Power On
Spanningsstatus
Projector Status
Lamp Status
Volume (0-60)
AV Demping : Uit
AV Demping : Aan
Trapeziumvorm Corr (-127 ~ +127)
INGANG 1 (RGB1)
INGANG 2 (RGB2)
INGANG 3 (Video)
INGANG 4 (S-Video)
Vastleggen : Uit
Vastleggen : Aan
Auto Sync Start
POWR
POWR
POWR
TABN
TLPS
VOLA
I M B K
IMBK
K EYS
IRGB
IRGB
IVED
IVED
FREZ
FREZ
ADJS
___
OK of ERR
0
___
OK of ERR
1
0:Uit, 1:Aan
????
___
0:Normaal, 1:Temperatuur hoog, 2:Ventilatorfout,
1
8:Levensduur van lamp 5% of minder,
16:Lamp doorgebrand, 32: Lamp brandt niet,
64:Temperatuur abnormaal hoog
RASR
RASR
RASR
RASR
RBSR
RBSR
RBSR
RBSR
R ASV
R ASV
R ASV
R BSV
R BSV
R BSV
A FST
R APS
R APS
R APS
R APS
R BPS
R BPS
R BPS
R BPS
VAPS
VAPS
VAPS
VAPS
VBPS
VBPS
VBPS
V BPS
R AWE
R BWE
V AWE
V BWE
RACT
RBCT
VACT
VBCT
C SRA
C SRA
C SRB
C SRB
IRIS
IRIS
IASI
IASI
IASI
IBSI
IBSI
IBSI
R ARE
R BRE
V ARE
V BRE
AADJ
AADJ
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
OK of ERR
Gebruikstijd van de lamp (branduren)
Resterende levensduur (in procenten)
OSD Display : Uit
OSD Display : Aan
Videosysteem : Auto
Videosysteem : PAL
Videosysteem : SECAM
Videosysteem : NTSC4.43
Videosysteem : NTSC3.58
Videosysteem : PAL-M
Videosysteem : PAL-N
Videosysteem : PAL-60
Achtergrond : Logo
Achtergrond : Blauw
Achtergrond : Geen
Eco-functie : Standaard
Eco-functie : Eco
Auto Power Off : Uitschakelen
Auto Power Off : Inschakelen
Autom. scherpstelling : Uit
Autom. scherpstelling : Aan
Autom. keystone : Uit
Autom. keystone : Aan
Luidspreker : Uit
Luidspreker : Aan
Audio uitgang : Vast
Audio uitgang : Variabel
Projectie : Terug Uit
Projectie : Terug Aan
Projectie : Spiegelen Uit
Projectie : Spiegelen Aan
Monitor uit : Uitschakelen
Monitor uit : Inschakelen
LAN/RS232C : Uitschakelen
LAN/RS232C : Inschakelen
Alles terugstellen
Taal : English
Taal : Deutsch
Taal : Español
Taal : Nederlands
Taal : Français
Taal : Italiano
Taal : Svenska
Taal :
Taal : Português
Taal :
Taal :
Controle Modelnaam
Controle Modelnaam 2
Instelling Projectornaam 1
(eerste vier letters)
Instelling Projectornaam 2
(middelste vier letters)
Instelling Projectornaam 3
(laatste vier letters)
Controle Projectornaam
*2
*2
*2
TLTT
T LTL
IMD I
IMD I
M ESY
M ESY
M ESY
M ESY
M ESY
M ESY
M ESY
M ESY
IMBG
IMBG
IMBG
T HMD
T HMD
APOW
APOW
A TAF
A TAF
ATKS
ATKS
A SPK
A SPK
AOUT
AOUT
IMRE
IMRE
IMI N
IMI N
MOU T
MOU T
LNRS
LNRS
ALRE
M ELA
M ELA
M ELA
M ELA
M ELA
M ELA
M ELA
M ELA
M ELA
M ELA
M ELA
TNAM
M NRD
• Als een underscore (_) verschijnt in de parameterkolom, voert u een spatie in.
• Als een sterretje (*) verschijnt, voert u een waarde in binnen het bereik dat tussen haakjes onder Inhoud
Bediening staat.
*1 Parameters van de Kleurtmp instellingen zijn als volgt.
KleurtmpParameter
5500K
6500K
7500K
8500K
9300K
10500K
_
055
_
065
_
075
_
085
_
093
_
105
*2 Zend voor instelling van de naam van de projector de commando’s in de volgorde PJN1, PJN2 en PJN3.
-5
Instellen van de netwerkomgeving van de projector
Dit hoofdstuk beschrijft de basisprocedure voor het gebruik van de projector via het netwerk.
Als het netwerk reeds tot stand gebracht is, kan het voorkomen dat de instellingen voor het netwerk veranderd
dienen te worden bij de projector. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor hulp bij het uitvoeren van
deze instellingen.
1. Aansluiten van de projector op een computer
Sluit een LAN kabel (Categorie 5, kruiskabel) aan op de computer en de projector.
LAN kabel
(los verkrijgbaar)
Blazijden 7
2. Instellen van een IP adres voor de computer
Stel de IP settingen van de computer bij om rechtstreekse communicatie met de projector mogelijk te
maken.
Verander tijdelijk het
IP adres van de
computer.
Blazijden 8, 9
3. Instellen van een netwerkaansluiting voor de projector
Stel de netwerkinstellingen van de projector in zodat deze passen bij uw netwerk.
Gebruik Internet Explorer
(versie 5.0 of later) om
de verschillende
projectorinstellingen tot
stand te brengen.
Blazijden
• Microsoft® en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
• Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun
respectieve eigenaars.
10
-6
Instellen van de netwerkomgeving van de projector
1. Aansluiten van de
projector op een
computer
Tot stand brengen van een rechtstreekse
aansluiting van de projector naar een
computer. Door gebruik te maken van een LAN
kabel (Categorie 5, kruiskabel) kunt u de projector via de computer configureren.
1 Verbreek de aansluiting van de
computer’s LAN kabel van het
bestaande netwerk.
2 Sluit een LAN kabel (een UTP
kabel, Categorie 5, kruiskabel)
aan op de LAN aansluiting van
de projector en sluit het andere
uiteinde van de kabel aan op de
LAN aansluiting van de
computer.
Een LAN kabel die
aangesloten is op het netwerk
LAN kabel
(kruiskabel, los verkrijgbaar)
3 Schakel de projector in.
ON (aan)
4 Schakel de computer in.
ON
(aan)
Info
Controleer dat de LINK LED indicator aan de
achterkant van de projector brandt. Als de LINK LED
indicator niet brandt, controleer dan het volgende:
• Dat de LAN kabel op de juiste wijze is
aangesloten.
• Dat de spanningschakelaars van zowel de
projector en de computer ingeschakeld zijn.
Hiermee is het maken van de aansluiting afgerond. Ga nu door naar “2. Instellen van een
IP adres voor de computer”.
-7
Instellen van de netwerkomgeving van de projector
2. Instellen van een IP
adres voor de computer
Hieronder wordt beschreven hoe de
instellingen gemaakt worden bij Windows® XP
(Professional of Home Edition).
1 Log in op het netwerk met het
beheerderwachtwoord voor de
computer.
2 Klik op de “Start” toets, en
klik op “Control Panel”
(Configuratiescherm).
2
3 Klik op “Network and Internet
Connections” (Netwerk-en
Internet verbindingen), en klik op
“Network Connections” (Netwerkverbindingen) in het nieuwe
venster.
• Deze gebruiksaanwijzing gebruikt
voorbeelden om uitleg te geven over de
bediening van Category View (categorie
weergave). Als u Classic View (klassieke
weergave) gebruikt, dubbelklik dan op
“Network Connections” (Netwerkverbindingen).
4 Klik met de rechter toets van de
muis op “Local Area Connection”
(LAN-verbinding) en selecteer
“Properties” (Eigenschappen)
van het menu.
1
1
2
1
2
-8
Instellen van de netwerkomgeving van de projector
5 Klik op “Internet Protocol (TCP/
IP)”, en klik op de “Properties”
(Eigenschappen) knop.
1
2
6
Controleer of verander een IP adres
voor de instellingen van de computer.
1 Bevestig en noteer het huidige “IP
address” (IP-adres), “Subnet mask”
(Subnetmasker) en “Default gateway” (Standaard toegangspoort).
Zorg dat u het huidige IP-adres,
subnetmasker en standaard
toegangspoort noteert: u zal deze later
opnieuw moeten instellen.
2
De standaard fabrieksinstelling van de projector is “192.168.150.2” voor het “IP address”,
“255.255.255.0” voor het “Subnet mask” en
“0.0.0.0” voor de “Default gateway”. Maak de
volgende tijdelijke instellingen:
IP address : 192.168.150.3
Subnet mask : 255.255.255.0
Default gateway : (Voer geen waarder
in.)
7 Klik na het maken van de
instelling op de “OK” toets en
start de computer daarna
opnieuw.
Ga na het controleren of uitvoeren van de instelling door naar “3. Instellen van een
netwerkaansluiting voor de projector”.
-9
Loading...
+ 21 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.