Sharp MX-M260N, MX-M310N User Manual [nl]

On line handleiding (voor netwerkprinter)
Start
Start
Klik op deze knop: "Start".
MX-M260N/M260/M310N/M310

Inleiding

Deze handleiding beschrijft de printerfunctie van het digitale multifunctionele systeem.
Opmerking
De schermafbeeldingen, berichten en toetsbenamingen uit deze handleiding kunnen afwijken van die van het apparaat vanwege productverbeteringen- en aanpassingen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor informatie over het laden van papier, het vervangen van de tonercassette, het verhelpen van een papierstoring, het werken met randapparatuur en andere informatie over het kopieerapparaat.
De standaardinstellingen van het apparaat en de standaardinstellingen voor de printerfunctie kunt u wijzigen met behulp van de systeeminstellingen (beheerder). Raadpleeg voor meer informatie "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de gebruiksaanwijzing.
Lees waar in deze handleiding "MX-xxxx" staat, voor "xxxx" de naam van het model van uw printer. De modelnaam van uw apparaat vindt u in "NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES" in de gebruiksaanwijzing.
In deze handleiding wordt de Reversing Single Pass Feeder (de zelfomkerende eenmalig-doorvoerende origineel-invoer) de "RSPF" genoemd.
De uitleg van schermen en procedures in deze handleiding is voornamelijk bedoeld voor Windows Vista® in Windows®-omgevingen en voor Mac OS X v10.4 in Macintosh-omgevingen. De schermen kunnen er in andere versies van de besturingssystemen anders uitzien.
Raadpleeg voor informatie over het gebruik van uw besturingssysteem de handleiding daarvan of online Help.
De PS3-uitbreidingskit (MX-PK10) die in deze handleiding wordt vermeld, is optioneel.
Inhoud
2

Hoe de online-handleiding te gebruiken

In deze sectie vindt u uitleg over het bekijken van de on line handleiding. Lees deze sectie voordat u de on line handleiding gaat gebruiken. Informatie over het gebruik van Adobe Reader vindt u in Adobe Reader Help.
Navigeren door de on line handleiding
Aan de onderzijde van elke pagina van deze handleiding worden de volgende knoppen weergegeven. Klik op deze knoppen om snel naar de pagina's te gaan die u wilt bekijken.
Inhoud
Geeft de inhoud weer van deze handleiding. Klik op een onderwerp in de inhoudsopgave om direct naar de betreffende sectie te gaan.
Een pagina vooruitgaan.
Een pagina teruggaan.
Koppelingen volgen
Met de koppelingen in deze handleiding springt u naar een verwante pagina. De verwante pagina wordt weergegeven door op de groene, onderstreepte tekst te klikken. (In het onderdeel Inhoud worden de gekoppelde delen niet onderlijnd.) Voorbeeld: Ga terug naar de vorige pagina door te klikken op de knop van de menubalk van Adobe Reader.
Inhoud
Bladwijzers
Bladwijzers staan aan de linkerkant van deze handleiding. Klik op een bladwijzer te klikken om direct naar die sectie te gaan.
Handleiding afdrukken
Kies "Afdrukken" in het menu "Bestand" van Adobe Reader om deze handleiding af te drukken. Kies de gewenste printerinstellingen in het dialoogvenster "Afdrukken", en klik dan op de knop "OK".
Inhoud
3

Inhoud

(deel 1)
Inleiding 2 Hoe de online-handleiding te gebruiken 3
1 AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
Eenvoudige print-opdrachten 7
Wanneer "Papierkeuze" is ingesteld op "Automatishe keuze" 8
Wanneer de instelling "Papierkeuze" "Papierinvoerbron" is of "Papiertype"
Auditing mode 10
Over de instelling van de functie "Geen Offset" 10
De printer-driver openen vanaf de toets "start" 11 Instellingen printer-driver 12 Dubbelzijdig printen 13
Pamflet-stijl 14
Meerdere pagina's printen op één pagina 15 De geprinte afbeelding aanpassen aan het papier 16 Het afdrukbeeld 180 graden draaien 17 Het afdrukbeeld vergroten/verkleinen 18 De helderheid en het contrast van de afbeelding instellen 19 Veelgebruikte afdrukinstellingen opslaan 20
2
GEAVANCEERD AFDRUKKEN (WINDOWS)
Functie Print hold 23 Printen met behulp van de functie Print hold 24
Pint hold-instellingen selecteren in the printer driver wanneer u gaat printen
Een Print hold-taak printen 25
Wat u moet bedenken bij de functie Print Hold 26
24
Carbonafdruk 27
9
Printen met Carbonafdruk 28 Tekst en lijnen in zwart afdrukken 29
Tekst in zwart afdrukken 29
Lijnen in zwart afdrukken 29
3
HULPPROGRAMMA’S PRINTER (WINDOWS)
Printer-utilities 30
Voordat u Printer-Status Monitor gebruikt 30
De printer-utilities gebruiken 31
De printer-utilities starten 31
De printer-utilities gebruiken 31
De instellingen van de Printer Status Monitor wijzigen 32
De printer status controleren 33
Een watermerk printen 21
Een watermerk printen 21
Geprinte pagina's nieten (wanneer er een afwerkeenheid is geïnstalleerd)
Wanneer een afwerkeenheid wordt geïnstalleerd 22
22
Inhoud
4
Inhoud
(deel 2)
4 PRINTEN VANUIT MACINTOSH
Eenvoudige print-opdrachten 34
Papierinstellingen selecteren
Afdrukken
Wanneer "Papierinvoer" is ingesteld op "Automatische selectie"
Wanneer "Papierinvoer" is ingesteld op papierlade of papiersoort
Dubbelzijdig printen
Pamflet-stijl
Meerdere pagina's printen op één pagina De geprinte afbeelding aanpassen aan het papier Het afdrukbeeld 180 graden draaien Het afdrukbeeld vergroten/verkleinen 50 Een watermerk printen Geprinte pagina's nieten (wanneer er een afwerkeenheid is geïnstalleerd)
Wanneer een afwerkeenheid wordt geïnstalleerd
Functie Taakverwerking (Mac OS 9.0 tot 9.2.2 en Mac OS X v10.2 tot 10.4)
Printen wanneer auditing-mode is ingeschakeld
De functie Print hold gebruiken 55
5 BEDIENING BIJ HET APPARAAT
34 36 38 39
40
42
44 47 48
51 53
53
55
55
6 PROBLEMEN OPLOSSEN
Het oplossen van problemen 67 Er wordt niet geprint 68
Controleer de aansluitingen 68
Controleer uw computer 69
Controleer de printer 70
De printer-driver controleren 71
Onjuiste werking van de printer 72
Printen verloopt traag 72
Dubbelzijdig printen is niet mogelijk 72
Nieten is niet mogelijk (als een afwerkeenheid geïnstalleerd is).
Print-kwaliteit is niet bevredigend 74
Controleer welk papier wordt gebruikt 74
Het geprinte beeld is korrelig 74
Het geprinte beeld is vervormd 74
Er ontbreekt een deel van de geprinte afbeelding 75
Als een attentiepagina wordt afgedrukt 76
Het printen van een attentiepagina uitschakelen 77
72
Een printtaak voorrang geven / Een printtaak annuleren 56
Een printtaak voorrang geven 56
Een printtaak annuleren 57
De printer-conditie-instellingen configureren 58
De instellingen configureren 58
Instelmenu voor de printer-conditie 60
Instellingen printer-conditie 61
De printer-instelling en de font-lijsten printen 66
Inhoud
5
Inhoud
7 WEBPAGINA IN HET APPARAAT
Over de Web-pagina 78
Toegang tot de Web-pagina 78
Rechtstreeks een bestand printen in een computer 81 Functie E-mail printen 82
De functie E-mail printen instellen 82
De functie E-mail printen gebruiken 83
Instellingen voor E-mail-status en E-mail-waarschuwingsbericht
Information setup 84
Instelling SMTP 84
Statusbericht-setup 85
Waarschuwingsbericht-setup 86
Het beveiligen van informatie die is geprogrammeerd in de Web-pagina ("Wachtwoorden")
8 SPECIFICATIES
(deel 3)
84
87
Printer-specificaties 88 Printerdriver specificaties 89
Inhoud
6

AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS

KOPIE
AFDRUKKEN
SCANNEN
FAX
ON LINE DATA
DATA
LIJN DATA
1
In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt printen vanuit WordPad. Kijk voordat u gaat printen of het voor uw document juiste formaat papier in het apparaat is geladen.
1
Eenvoudige print-opdrachten
Kijk of het ON LINE-indicatielampje op het bedieningspaneel brandt.
Brandt het ON LINE-indicatielampje niet, schakel dan de printer-mode in door op de toets [AFDRUKKEN] te drukken en druk vervolgens op de [ON LINE] toets.
De status van de printer-functie wordt aangegeven door de indicatielampjes ON LINE en DATA naast de toets [AFDRUKKEN].
ON
LINE-indicatielampje
DATA-indicatielampje
3
4
Kies "Afdrukken" van het menu "Bestand" van de toepassing.
Het dialoogvenster "Afdrukken" verschijnt.
Kijk of de "SHARP MX-xxxx" wel is geselecteerd als printer. Klik op de knop "Voorkeursinstellingen" als u print-instellingen moet wijzigen. U opent dan het instelscherm voor de printer-driver.
Het instelscherm voor de printer-driver verschijnt nu.
(deel 1)
2
Het apparaat staat
Aa
Knipperen
Uit
Start WordPad en open het document dat u wilt afdrukken.
Inhoud
online en is klaar voor gebruik.
De printer staat offline en is niet klaar voor gebruik.
Het geheugen bevat te printen gegevens die nog niet zijn afgedrukt.
De printer is aan het afdrukken.
De printer is niet aan het afdrukken.
In Windows zult u de knop "Voorkeursinstellingen" niet zien in dit dialoogvenster. Selecteer de gewenste instellingen op elk van de tabbladen in het instelscherm.
7
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
5
Opmerking
Eenvoudige print-opdrachten
Klik op de knop "Afdrukken".
Het printen begint.
U kunt de uitvoerlade kiezen in de systeeminstellingen (beheerder) (zie "UITVOERLADEN" bij "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de gebruiksaanwijzing).
U kunt ook,wanneer u gaat printen, in de printinstellingen de uitvoerlade kiezen. U kunt een andere lade kiezen door de gewenste lade te selecteren in "Uitvoer" op het tabblad "Papier" van het instelscherm van de printer-driver.
U kunt een printtaak annuleren in het printtaak-statusscherm.
Een printtaak annuleren
Als de instelling van de papiersoort in de printer-driver verschilt van de instelling van de papiersoort in de handinvoer, kan het gebeuren dat het printen stopt. U kunt het printen laten hervatten door op de toets [AFDRUKKEN] op het bedieningspaneel te drukken, toets [HANDINVOER] op het aanraakscherm aan te raken en dezelfde papiersoort op te geven als in de printer-driver.
Wanneer "Papierkeuze" is ingesteld op "Automatishe keuze"
Als "Papierkeuze" is ingesteld op "Automatishe keuze" in het tabblad "Papier" van het instelscherm van de printerdriver en het juiste papierformaat voor de afdrukopdracht is niet geladen, dan is de afdrukprocedure afhankelijk van de instelling "GEFORCEERDE UITVOER VAN AFDRUK" in de systeeminstellingen (beheerder) (zie "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de gebruiksaanwijzing).
Wanneer "GEFORCEERDE UITVOER VAN AFDRUK" is uitgeschakeld
Als u de handinvoer kunt gebruiken, verschijnt er in het aanraakscherm een melding dat u door middel van de handinvoer kunt printen. Druk op de toets [AFDRUKKEN] op het bedieningspaneel, raak de toets [HANDINVOER] aan en laad papier in de handinvoerlade en druk op de toets [HANDINVOER]. Het printen zal automatisch beginnen.
Wanneer "GEFORCEERDE UITVOER VAN AFDRUK" is ingeschakeld
Printen zal plaatsvinden op een papierformaat dat bijna overeenkomt met het formaat van de print-afdruk.
Opmerking
Als de oriëntatie van het papier verschilt van de print-afdruk, wordt de afdruk automatisch gedraaid en aangepast aan het papier. U kunt deze instelling wijzigen in de systeeminstellingen (beheerder) (zie "GEDRAAIDE AFDRUK" bij "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de gebruiksaanwijzing).
(deel 2)
Inhoud
8
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
Eenvoudige print-opdrachten
Wanneer de instelling "Papierkeuze" "Papierinvoerbron" is of "Papiertype"
Wanneer "Papierkeuze" in het tabblad "Papier" van het instelscherm van de printer-driver setup is ingesteld op:
Selecteer de lade die u voor het afdrukken wilt gebruiken in het vervolgkeuzemenu "Papierinvoerbron".
Selecteer de papiersoort die u voor het afdrukken wilt gebruiken in het vervolgkeuzemenu "Papiertype".
Opmerking
Bij "LADE-INSTEL." in de systeeminstellingen zijn het papierformaat en de papiersoort van elke lade ingesteld en is ingesteld of het geladen papier in de lades kan worden gebruikt om af te drukken. (Zie "SYSTEEMINSTELLINGEN (ALGEMEEN)" in de gebruiksaanwijzing.) Als u, wanneer u gaat printen de "Papierinvoerbron" of "Papiertype" wilt selecteren, denk er dan aan deze instellingen te selecteren in het tabblad "Configuratie" van het instelscherm van de printer-driver. (Zie "PRINTERSTUURPROGRAMMA CONFIGUREREN" in de software-installatiegids.)
"Papierinvoerbron" en "Papiertype" kunnnen niet tegelijkertijd worden geselecteerd.
Als u de "Papierinvoerbron" of de "Papiertype" hebt geselecteerd in het instelscherm voor de printer-driver, maar er zit geen papier in de cassettes dat overeenkomt met uw selectie, verloopt het printen als volgt:
U hebt een cassette geselecteerd in "Papierinvoerbron", maar het formaat van het papier in de gekozen cassette past niet bij het afdrukformaat.
Het papierformaat is afwijkend, maar er wordt toch geprint op het papier uit de geselecteerde cassette.
U hebt een "Papiertype" geselecteerd en de geselecteerde papiersoort zit wel in één van de papiercassettes, maar het formaat ervan past niet bij het afdrukformaat.
Het papierformaat is afwijkend, maar er wordt toch geprint op de geselecteerde papiersoort. Als echter "GEFORCEERDE UITVOER VAN AFDRUK" is uitgeschakeld, wordt er niet geprint.
U hebt een "Papiertype" geselecteerd, maar er zit geen papier van de gekozen papiersoort in de printer.
Als u de handinvoer kunt gebruiken, verschijnt er in het aanraakscherm een melding dat u met de hand papier in kunt voeren voor het printen. Druk op de toets [AFDRUKKEN] op het bedieningspaneel, raak de toets [HANDINVOER] aan en laad het juiste formaat en soort papier in de handinvoerlade en druk op de toets [HANDINVOER]. Het printen gaat dan automatisch beginnen.
(deel 3)
Inhoud
9
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
Eenvoudige print-opdrachten
Auditing mode
Als "ACCOUNTREGELING AAN/UIT" is ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder), dan moet u een 5-cijferig gebruikersnummer invoeren in het instelscherm van de printerdriver om te kunnen afdrukken. Gebruikersnummers worden opgeslagen in de systeeminstellingen (beheerder). Raadpleeg voor meer informatie "ACCOUNTREGELING" bij "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de gebruiksaanwijzing.
Het invoerscherm "Gebruikersnummer" wordt weergegeven als het selectievakje "Gebruikersnummer" is ingeschakeld in het tabblad "Taakverwerking" van de printerdriver.
Voer uw 5-cijferige gebruikersnummer in bij "Gebruikersnummer" en klik op de knop "OK".
Opmerking
Let op
(deel 4)
Voor het automatisch weergeven van het taakverwerkingsscherm iedere keer dat u de printerdriver opent om af te drukken, selecteert u het selectievakje "Contr.opd.regeling" in het tabblad "Taakverwerking" van het instelscherm van de printerdriver.
Als "OPDRACHTEN VAN ONGELDIGE ACCOUNTS ANNULEREN" is ingeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder) en er wordt geprobeerd om af te drukken terwijl er geen of een ongeldig gebruikersnummer is ingevoerd, dan kan niet worden afgedrukt. Om het afdrukken zonder invoer van een geldig gebruikersnummer toe te staan, moet u "OPDRACHTEN VAN ONGELDIGE ACCOUNTS ANNULEREN" uitschakelen. In dat geval wordt het aantal pagina's dat wordt geprint, opgeteld bij de [OVERIGE] telling.
Als het PPD-bestand van de MX-xxxx wordt gebruikt met de standaard PS-printer-driver van Windows, wordt Auditing-mode uitgeschakeld en wordt niet voor iedere account een print-telling bijgehouden.
Over de instelling van de functie "Geen Offset"
Als het selectievakje "Geen offset" in het tabblad "Algemeen" van het instelscherm van de printerdriver is geselecteerd, wordt offset niet toegestaan ongeacht de instelling van "OFFSET-FUNCTIE" in de systeeminstellingen (beheerder). Wanneer het nieten is uitgevoerd (een andere instelling dan "Geen" is geselecteerd in "Nieten" op het tabblad "Algemeen"), "Geen offst" wordt automatisch ingeschakeld en de staffelfunctie kan niet worden gebruikt. *In sommige landen is de afwerkeenheid vereist voor het gebruik van de offset-functie.
Inhoud
10
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
U kunt de instellingen van de printer-driver configureren door de printer-driver te openen vanaf de Window-toets "start". Instellingen die aldus zijn aangepast, zulllen gelden als begininstellingen wanneer u uit een toepassing print. (Als u de instellingen in het instelscherm voor de printer-driver wijzigt wanneer u gaat printen, zullen de instellingen terugkeren naar de beginstand wanneer u de toepassing verlaat.)
Windows 2000/XP/Server 2003/Vista
1
Opmerking
De printer-driver openen vanaf de toets "start"
Klik op "Start", selecteer "Configuratiescherm" en dan "Printer".
Klik in Windows XP/Server 2003 op "Start" en dan op "Printers en faxapparaten".
Klik in Windows 2000 op "Start" en selecteer "Instellingen" en dan "Printers".
Als in Windows XP/Server 2003 "Printers en faxapparaten" niet in het menu "Start" wordt weergegeven, selecteer dan "Configuratiescherm", "Printers en andere hardware" en vervolgens "Printers en faxapparaten".
3
4
Selecteer "Eigenschappen" in het menu "Organiseren".
Selecteer in Windows 2000/XP/Server 2003 "Eigenschappen" in het menu "Bestand".
Klik op de toets "Voorkeursinstellingen" in het tabblad "Algemeen".
Het instelscherm voor de printer-driver verschijnt nu.
Instellingen printer-driver
Klik op het pictogram van de "SHARP
2
MX-xxxx"-printerdriver.
Inhoud
11
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
Er bestaan enkele beperkingen voor de combinaites van instellingen die u kunt selecteren in het instelscherm printer-driver. Wanneer een beperking van kracht is, verschijnt er een informatie-pictogram ( ) naast de instelling. Klik op het pictogram als u uitleg over de beperking wilt bekijken.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Opmerking
Instellingen printer-driver
1
Tabblad
De instellingen staan gegroepeerd op tabbladen. U kunt een tabblad naar voren brengen door erop te klikken.
2
Selectietoets
Hiermee kunt u één item selecteren uit een lijst van opties.
3
Beeld print-instelling
Dit laat zien welke uitwerking de geselecteerde print-instellingen hebben.
4
Rolmenu
Hiermee kunt u een keuze maken uit een lijst van mogelijkheden.
5
Beeld van de MX-xxxx
Dit laat zien:
(In blauw) welke papiercassette is geselecteerd in "Papierkeuze" op het tabblad "Papier".
(In groen) welke uitvoerlade is geselecteerd in "Uitvoer"
De instellingen en het beeld van de printer kunnen per model verschillen.
op het tabblad "Papier". U kunt ook een cassette selecteren door erop te klikken.
6
Selectievakje
Klik op een selectievakje als u een functie wilt activeren of deactiveren.
7
"OK" toets
Klik op deze toets als u uw instellingen wilt opslaan en het dialoogvenster wilt verlaten.
8
"Annuleren" toets
Klik op deze toets als u het dialoogvenster wilt verlaten zonder wijzigingen aan te brengen in de instellingen.
9
"Toepassen" toets
Klik als u uw instellingen wilt opslaan maar niet het dialoogvenster wilt sluiten. De toets "Toepassen" verschijnt niet wanneer u dit venster opent vanuit een toepassing.
10
"Help" toets
Klik op deze toets als u het Help-bestand voor de printer-driver wilt weergeven.
Inhoud
12
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
Met deze functie kunt u op beide zijden van het papier printen. U kunt deze functie gebruiken door het instelscherm printer-driver te openen en "Dubbelzijdig (Boek)" te selecteren of "Dubbelzijdig (Schrijfblok)" te selecteren van "Documenttype" in het tabblad "Algemeen".
Dubbelzijdig printen
Zie Eenvoudige print-opdrachten voor bijzonderheden over hoe u de printer driver kunt
openen.
Opmerking
Het volgende voorbeeld toont het resultaat wanneer u data staand print op beide zijden van het papier.
U kunt de volgende papierformaten gebruiken voor dubbelzijdig printen: Ledger, Letter, Letter-R, Legal, A3, A4, A4R, A5, B4, B5, B5R en Foolscap.
U kunt de volgende papiersoorten gebruiken voor dubbelzijdig printen: Plain, Letter Head*, Recycled en Color. * Het niet toestaan van het gebruik van briefhoofdpapier voor dubbelzijdig afdrukken kan worden ingesteld bij "LADE-INSTEL." in
de systeeminstellingen. (Zie "SYSTEEMINSTELLINGEN (ALGEMEEN)" in de gebruiksaanwijzing.)
Dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk als deze optie is uitgeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder) (zie "UITSCHAKELEN VAN DUPLEX" bij "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de gebruiksaanwijzing).
Printgegevens
Dubbelzijdig (Boek) Dubbelzijdig (Schrijfblok)
Printresultaat
(deel 1)
Inhoud
De pagina's worden zo afgedrukt dat er aan de rand ruimte is voor het inbinden.
De pagina's worden zo afgedrukt dat er bovenaan ruimte is voor het inbinden.
13
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
Dubbelzijdig printen
Pamflet-stijl
In pamflet-stijl worden twee pagina's op de voorzijde en twee pagina's op de achterzijde van ieder blad papier geprint (in totaal vier pagina's op ieder vel), zodat de vellen kunnnen worden gevouwen en gebonden en er een pamflet ontstaat. Deze functie komt goed van pas wanneer u van geprinte pagina's een pamflet wilt maken. U kunt deze functie gebruiken door het instelscherm printer-driver te openen en "Pamfletten naast elkaar" te selecteren of "Twee op één pamflet" te selecteren in "Documenttype" in het tabblad "Algemeen". De zijde voor inbinden (linker zijde of rechter zijde) kan geselecteerd worden in "Zijde voor inbinden" in de "Algemeen" tab. In de volgende voorbeelden kunt u zien hoe 8 pagina's worden geprint wanneer u pamflet-stijl selecteert.
Printresultaat
Printgegevens
Links Rechts
(deel 2)
Opmerking
Omdat er op ieder vel vier pagina's worden geprint, worden er aan het einde automatisch blanco pagina's toegevoegd wanneer het totaalaantal pagina's niet een veelvoud van vier is.
Wanneer u "Pamfletten naast elkaar" selecteert, wordt er geprint op papier dat twee keer zo groot is als het papier dat wordt opgegeven in de applicatie.
Wanneer u "Twee op één pamflet" selecteert, wordt iedere pagina op dezelfde manier verkleind als voor 2-Up en geprint op het papierformaat dat wordt opgegeven in de applicatie.
Inhoud
14
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
Met deze functie kunt u verkleinen en twee, vier, zes, acht, negen of zestien documentpagina's op één vel papier afdrukken. Open voor deze functie het instelscherm voor de printer-driver en selecteer het aantal pagina's per vel (2-Up, 4-Up, 6-Up, 8-Up, 9-Up of 16-Up) in "X pagina's-op-1vel afdr" in het tabblad "Algemeen". U kunt de volgorde van de pagina's wijzigen in het menu "Volgorde".
Zie Eenvoudige print-opdrachten voor bijzonderheden over hoe u de printer driver kunt openen.
Bijvoorbeeld, selectie van "2 pagina's op 1 vel", "4 pagina's op 1 vel" of "6 pagina's op 1 vel" levert afhankelijk van de gekozen volgorde het volgende resultaat op.
Meerdere pagina's printen op één pagina
Boven naar onder
N-Up Links naar rechts\ Rechts naar links
2 pagina's
op 1 vel
N-Up
Rechts, en omlaag
Omlaag, en rechts Links, en omlaag Omlaag, en links
(als de afdrukstand
liggend is)
4 pagina's
op 1 vel
N-Up
4 pagina's
op 1 vel
Als u het selectievakje "Rand" aanvinkt, worden er rond iedere pagina randen geprint.
Opmerking
De volgorde van 8-Up, 9-Up en 16-Up is gelijk aan die van 6-Up. U kunt de volgorde bekijken in de afbeelding van de print-instelling in het instelscherm van de printer-driver.
Instellingen printer-driver
Rechts, en omlaag
Omlaag, en rechts Links, en omlaag Omlaag, en links
Inhoud
15
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
De printer-driver kan het formaat van de geprinte afbeelding aanpassen aan het formaat van het papier dat in het apparaat is geladen. Volg voor het gebruik van deze functie stapsgewijs onderstaande instructies. Bij onderstaande uitleg wordt ervan uitgegaan dat u een document van A3-formaat of Ledger-formaat wilt afdrukken op A4-papier.
Zie Eenvoudige print-opdrachten voor bijzonderheden over hoe u de printer driver kunt openen.
Opmerking
1
2
3
De geprinte afbeelding aanpassen aan het papier
De instelling "Aanpassen aan pagina" is niet beschikbaar wanneer "X pagina's-op-1vel afdr" is geselecteerd.
Meerdere pagina's printen op één pagina
Klik op het tabblad "Papier" in het instelscherm van de printer-driver.
Selecteer het oorspronkelijke formaat van de print-afbeelding (A3 of Ledger ) in "Papierformaat".
Vink het vakje "Aanpassen pagina" aan.
Selecteer "Aanpassen aan pagina" in "Zoominstelling" wanneer u de PS-printer-driver gebruikt.
4
Selecteer het formaat van het papier dat u werkelijk wilt gebruiken voor de afdruk (A4 of Letter).
Het formaat van het afgedrukte beeld wordt automatisch aangepast aan het papier dat in de papiercassettes is geladen.
Papierformaat: A3 of Ledger Aanpassen aan pagina: A4 of Letter
Inhoud
Document van A3- of
Ledger-formaat
(Papierformaat)
Opmerking
Wanneer u de PS-printer-driver gebruikt, kunt u beeld van de afdruk vergroten of verkleinen door middel van numerieke waarden. (U kunt de de verticale en horizontale verhoudingen afzonderlijk instellen.) Selecteer "XY-zoom" in stap 3, klik op de toets "Breedte/Lengte" en pas de verhoudingen aan in het scherm dat verschijnt.
Papierformaat A4
(Aanpassen aan pagina)
16
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
U kunt het afdrukbeeld 180 graden draaien. Deze functie wordt gebruikt voor een juiste afdruk op enveloppen en ander papier met flappen, waarbij het laden slechts in één richting mogelijk is. Gebruik deze functie wanneer automatische rotatie (wat plaatsvindt wanneer het geladen papier hetzelfde formaat heeft als het afdrukbeeld en de oriëntatie anders is) ertoe leidt dat het beeld ondersteboven komt te staan. Selecteer voor deze functie de beeldafstelling "Afdrukstand" op het tabblad "Algemeen" en vink dan het selectievakje "180 graden draaien" aan.
Zie Eenvoudige print-opdrachten voor bijzonderheden over hoe u de printer driver kunt openen.
Het afdrukbeeld 180 graden draaien
Printresultaat
180 graden draaien 180 graden draaien
ABCD
ABCD
Opmerking
De procedure voor het laden van papier wordt uitgelegd in de gebruiksaanwijzing.
Inhoud
17
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
Het afdrukbeeld vergroten/verkleinen
1
Deze functie wordt gebruikt om de afbeelding met een geselecteerd percentage te vergroten of verkleinen. Zo kunt u een kleine afbeelding vergroten of marges toevoegen aan het papier door het beeld enigszins te verkleinen.
Opmerking
1
2
De "Zoom"-instelling is niet beschikbaar als "X pagina's-op-1vel afdr" is geselecteerd.
Klik op het tabblad "Papier" in het instelscherm van de printerdriver.
Selecteer "Zoom" en klik op de knop "Instellingen".
In het vervolgkeuzemenu kunt u selecteren op welk papierformaat u wilt afdrukken.
3
Selecteer de zoomfactor.
Voer direct een waarde in of klik op de knop om de factor in stappen van 1% te wijzigen.
Inhoud
18
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
De helderheid en het contrast van de afbeelding instellen
1
Bij het afdrukken van een foto of andere afbeelding kunnen de helderheid en het contrast worden ingesteld in de afdrukinstellingen. Deze instellingen kunnen worden gebruikt voor eenvoudige correcties wanneer er geen beeldbewerkingssoftware op uw computer is geïnstalleerd.
1
2
3
Klik op het tabblad "Geavanceerd" in het instelscherm van de printerdriver.
Klik op de knop "Beeldafstelling"
Stel de beeldinstellingen in.
Om een instelling te wijzigen gebruikt u de schuifbalk
of klikt u op de knop of .
Inhoud
19
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
Veelgebruikte afdrukinstellingen opslaan
1
Instellingen die bij het afdrukken op alle tabbladen zijn geconfigureerd kunnen als gebruikersinstellingen worden opgeslagen. Regelmatig opslaan van veelgebruikte instellingen of ingewikkelde kleureninstellingen onder een toegewezen naam vereenvoudigt de configuratie van dergelijke instellingen wanneer u ze weer nodig hebt.
INSTELLINGEN OPSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN (Gebruikersinstellingen)
U kunt instellingen opslaan vanaf elk tabblad van het instelvenster van de printerdriver. De op elk tabblad geselecteerde instellingen worden voor het opslaan in een lijst geplaatst, zodat u deze kunt controleren. Zie "Eenvoudige print-opdrachten
" voor de stappen voor het openen van de printerdriver.
1
Stel de afdrukinstellingen op ieder tabblad in en klik op de knop "Opslaan" van ieder tabblad.
2
Controleer de weergegeven instellingen en voer een naam in voor de instellingen (maximaal 20 tekens).
Opmerking
Begin met afdrukken. Er kunnen maximaal 30 sets gebruikersinstellingen worden opgeslagen.
Een door u aangemaakt watermerk kan niet worden opgeslagen in de gebruikersinstellingen.
Klik op de toets "OK".
3
Opgeslagen instellingen gebruiken
Selecteer de gebruikersinstellingen die u wilt gebruiken op de tabbladen.
Opgeslagen instellingen verwijderen
Selecteer de gebruikersinstellingen die u wilt verwijderen bij "Opgeslagen instellingen gebruiken" (hierboven) en klik op de knop "Verwijderen".
Inhoud
20
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
U kunt op uw document een watermerk printen, bijvoorbeeld "VERTROUWELIJK". Wilt u een watermerk wilt printen, open dan de printer-driver, klik op het tabblad "Watermerken" en volg onderstaande stapppen.
Zie Eenvoudige print-opdrachten voor bijzonderheden over hoe u de printer driver kunt openen.
Een watermerk printen
Kies uit het rolmenu "Watermerk" het watermerk dat u wilt printen (bijvoorbeeld "VERTROUWELIJK" en start het printen. Klik op de knop "Bewerken" om het lettertype te wijzigen en andere uitgebreide instellingen te configureren.
Een watermerk printen
Printvoorbeeld
U kunt tekst intypen en zo uw eigen watermerk creëren. Kijk in Help voor de printer-driver voor nadere bijzonderheden over watermerk-instellingen.
Instellingen printer-driver
Inhoud
21
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
Wanneer er een afwerkeenheid is geïnstalleerd, kunt u geprinte pagina's nieten Voor het gebruik van deze functie het printerstuurprogramma instellingenscherm openen en dit in het "Bezig met voltooien" veld van de "Algemeen" tab selecteren.
Geprinte pagina's nieten (wanneer er een afwerkeenheid is geïnstalleerd)
Zie Eenvoudige print-opdrachten voor bijzonderheden over hoe u de printer driver kunt
openen.
Opmerking
U kunt maximaal 50 pagina's nieten. (in totaal 30 vellen wanneer het papierformaat B4, Schrijfblok, of groter is).
U kunt de volgende papierformaten nieten: Ledger, Letter, Letter-R, Legal, A3, A4, A4R, B4, B5, B5R en Foolscap.
De papiersoorten die kunnen worden gebruikt voor nieten zijn Standaard, Briefhoofd, Recycled, Kleur, Dun en Zwaar (alleen voor- en achterkaft).
Nieten van geprinte pagina's is niet mogelijk wanneer de functie ROPM is uitgeschakeld. (Zie "PRINTERSTUURPROGRAMMA CONFIGUREREN" in de software-installatiegids.)
Als de afwerkeenheid is uitgeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder), kan de nietfunctie niet worden gebruikt. Zie "UITZETTEN NIETEENHEID" bij "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de gebruiksaanwijzing.
Nieten is niet mogelijk als deze optie is uitgeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder) (zie "UITZETTEN NIETEENHEID" bij "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de gebruiksaanwijzing).
De nietfunctie kan niet worden gebruikt in combinatie met de "Geen offst" functie.
(deel 1)
Wanneer een afwerkeenheid wordt geïnstalleerd
In het volgende voorbeeld kunt u zien hoe pagina's met een staande afdruk aan elkaar worden geniet.
Printgegevens Printresultaat
De pagina's worden aan elkaar geniet in de linkerbovenhoek.
Opmerking
Als het papier horizontaal is geplaatst (Letter-R, A4R, A3, etc) dan worden de pagina's in de rechter bovenhoek geniet.
Inhoud
22
2

GEAVANCEERD AFDRUKKEN (WINDOWS)

Functie Print hold
Een printtaak die naar het apparaat wordt gestuurd, kan in het geheugen worden bewaard totdat de operator het printen start vanaf het bedieningspaneel. Deze functie wordt Print Hold genoemd. Er zijn vier methoden voor het in het geheugen bewaren van printtaken met de functie Print Hold.
Vasthouden na afdr. Alleen vasthouden
Wanneer u deze methode selecteert, wordt de printtaak uitgevoerd en daarna vastgehouden in print hold-taaklijst van het apparaat. De printtaak kan, als dat nodig, is opnieuw worden uitgevoerd vanaf het bedieningspaneel.
Voorbeeldafdruk Wachtwoord (5-cijferig ID-nummer)
Wanneer u deze methode selecteert, wordt er één 'stel exemplaren' change in 'set' geprint en wordt de printtaak daarna vastgehouden in de print hold-taaklijst van het apparaat. De operator kan de kopieën controleren en kijken of de beeldpositie, de nietpositie en andere aspecten van de taak naar tevredenheid zijn, en dan het printen van alle sets starten vanaf het bedieningspaneel. (De eerste proefset is er één van het totaalaantal exemplaren.) Als de proefexemplaren niet naar tevredenheid zijn, kan de taak worden geannuleerd. Dit voorkomt dat er grote hoeveelheden misdrukken worden gemaakt bij het printen van een groot aantal exemplaren.
Opmerking
Het maximumaantal print-hold-taken dat het apparaat kan bewaren is 100. Als het aantal van 100 taken wordt overschreden of het geheugen dat kan worden gebruikt voor print-hold raakt vol, worden er geen print hold-taken meer geaccepteerd, verschijnt er een foutmelding in het aanraakscherm of wordt er een Attentiepagina geprint.
De hoeveelheid geheugenruimte die is toegewezen aan het vasthouden van afdrukken kan worden gewijzigd in de systeeminstellingen (beheerder). (Zie "GEHEUGEN VOOR PRINTER" bij "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de gebruiksaanwijzing.)
Wanneer u deze methode gebruikt, wordt de printtaak bewaard in de print hold-taaklijst en niet geprint. De operator kan, als dat nodig, de printtaak starten vanaf het bedieningspaneel. Dit helpt te voorkomen dat printtaken zoekraken.
Er kan een wachtwoord worden ingesteld dat moet worden ingevoerd op het bedieningspaneel van het apparaat voor het afdrukken van een "Vasthouden na afdr."-, "Alleen vasthouden"- of "Voorbeeldafdruk"-taak. (Printen met behulp van de functie Print hold) Dit helpt het vertrouwelijke karakter te bewaren bij het printen van geheime documenten.
Wanneer een wachtwoord is ingesteld voor "Vasthouden na afdr.":
Het wachtwoord moet worden ingevoerd op het bedieningspaneel om de taak na een eerste afdruk nogmaals af te drukken.
Wanneer een wachtwoord is ingesteld voor "Alleen vasthouden":
Het wachtwoord moet worden ingevoerd op het bedieningspaneel om de taak af te drukken.
Wanneer een wachtwoord is ingesteld voor "Voorbeeldafdruk":
Nadat een set voorbeeldafdrukken is afgedrukt, moet het wachtwoord worden ingevoerd op het bedieningspaneel voor het afdrukken van de overige sets.
Inhoud
23
2
GEAVANCEERD AFDRUKKEN (WINDOWS)
Printen met behulp van de functie Print hold
Pint hold-instellingen selecteren in the printer driver wanneer u gaat printen
Selecteer de functie Print Hold in het tabblad "Taakverwerking" van het instelscherm van de printerdriver.
Eenvoudige print-opdrachten
2
"Opdracht voltooid" selectievakje
Vink dit selectievakje aan als u een melding wilt krijgen
1
2 3 4
1
"Vasthouden" menu
Het menu "Vasthouden instellingen" wordt weergegeven als het selectievakje "Vasthouden" is ingeschakeld. Selecteer de Print Hold-methode die u wilt gebruiken. Na het selecteren van "Vasthouden na afdr.", "Alleen vasthouden" of "Voorbeeldafdruk" kan indien gewenst een "Wachtwoord" worden ingesteld. Voer voor het instellen van een "Wachtwoord" een 5-cijferig nummer in bij "Wachtwoord".
wanneer het printen voltooid is. U kunt deze functie alleen gebruiken als de Printer-StatusMonitor actief is. Is de Printer-StatusMonitor niet actief, dan gebeurt er niets wanneer u het selectievakje aanvinkt.
3
Selectievakje "Controle opdrachtregeling"
Het invoerscherm "Gebruikersnummer" wordt weergegeven als het selectievakje "Gebruikersnummer" is ingeschakeld in het tabblad "Taakverwerking" van de printerdriver.
4
"Standaardtaak-id" menu
Typ een standaard gebruikersnaam en een taaknaam in. Deze namen komen in het bedieningspaneel te staan. De gebruikersnaam mag maximaal 16 tekens en de taaknaam maximaal 30 tekens lang zijn.
Wanneer u de hierboven genoemde instellingen hebt voltooid, sluit u het venster en laat u het printen beginnen door op de toets "OK" te klikken.
Zie "Een Print hold-taak printen", als u de taak wilt printen vanaf het bedieningspaneel.
(deel 1)
Functie Print hold
Inhoud
24
2
GEAVANCEERD AFDRUKKEN (WINDOWS)
KOPIE
AFDRUKKEN
SCANNEN
FAX
ON LINE DATA
DATA
LIJN DATA
SHARP001
LIJST OPDRACHTEN IN WACHT AFDRUKKEN
SHARP001 Microsoft Word -
Microsoft PowerP
product_infomati
cost.xls
SHARP002
SHARP003
SHARP004
LISTE TRAVAUXLIJST OPDRACHTEN IN WACHT AFDRUKKEN
VOER PINCODE IN VIA CIJFERTOETSEN.
cost.xls
ANNULEREN
Printen met behulp van de functie Print hold
(deel 2)
Een Print hold-taak printen
Wanneer u een taak print met behulp van de functie Print Hold, wordt de taak opgenomen in de Print Hold-taaklijst in het beginscherm van Printer-mode. U kunt een Print Hold-taak printen door stapsgewijs onderstaande instructies te volgen.
1
2
Schakel over naar het beginscherm van Printer-mode door op de toets [AFDRUKKEN] te drukken.
Selecteer de printtaak die u wilt uitvoeren.
U kunt van scherm wisselen door de toets of de toets aan te raken.
3
4
Typ met de numerieke toetsen het 5-cijferige nummer voor de PIN-code in de printer-driver.
U kunt de taak alleen printen als u de PIN-code intoetst. (Deze stap is niet nodig als u geen PIN-code hebt geactiveerd.)
Tijdens het intoetsen van de cijfers, verandert "-" in " ".
Controleer of het gewenste aantal kopieën is ingesteld.
Met de toets of de toets
AANTAL AFDRUKKEN
verandert u het aantal kopieën.
Inhoud
25
2
GEAVANCEERD AFDRUKKEN (WINDOWS)
Printen met behulp van de functie Print hold
Raak de toets [GEGEVENS AFDRK. EN
5
Wat u moet bedenken bij de functie Print Hold
VERWIJDEREN] of de toets [GEGEVENS AFDRUKKEN EN OPSLAAN] aan.
U wist de taak na het printen door
product_information.pdf
GEGEVENS AFDRK. EN VERWIJDEREN
GEGEVENS AFDRUKKEN EN OPSLAANDONN
Opmerking
U wist de taak zonder hem af te drukken door de toets [WISSEN] aan te raken.
ANNULEREN
WISSEN
de toets [GEGEVENS AFDRK. EN VERWIJDEREN] aan te raken. U bewaart de taak door de toets [GEGEVENS AFDRUKKEN EN OPSLAAN] aan te raken.
6
(deel 3)
Het printen begint.
Als er al een andere printtaak wordt uitgevoerd, wordt de taak opgeslagen. De printtaak wordt uitgevoerd wanneer alle voorgaande taken zijn voltooid.
U kunt de Print Hold-functie alleen gebruiken wanneer ROPM is ingeschakeld. (Zie "PRINTERSTUURPROGRAMMA CONFIGUREREN" in de software-installatiegids.)
Als er, wanneer u printtaken uitvoert op uw computer, een Attentiepagina wordt afgedrukt of er verschijnt een foutmelding in het scherm Printtaak voltooid, zijn er al 100 Print Hold-taken of is het geheugen vol. Verwijder eventuele onnodige Print Hold-taken en probeer dan opnieuw te printen.
Een Print hold-taak printen
De hoeveelheid geheugenruimte die is toegewezen aan de functie Print Hold kan worden gewijzigd in de systeeminstellingen (beheerder). (Zie "GEHEUGEN VOOR PRINTER" bij "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de gebruiksaanwijzing.) Als het vaak voorkomt dat het geheugen vol is, verdient het aanbeveling het geheugen van de printer uit te breiden.
Als u MX-xxxx uitschakelt met de hoofdschakelaar, worden allle Print Hold-taken die zijn opgeslagen, gewist.
Inhoud
26
2
GEAVANCEERD AFDRUKKEN (WINDOWS)
Carbonafdruk
Carbonafdruk wordt gebruikt om kopieën van dezelfde pagina af te drukken op verschillende soorten papier. Iedere papiersoort is geladen in een andere papiercassette en de verschillende papiersoorten moeten hetzelfde formaat hebben. U kunt bijvoorbeeld Carbonafdruk met standaard papier in papiercassette 1 en gekleurd papier in papiercassette 2, zodat een origineel en een kopie van een factuur worden geprint. Een ander voorbeeld is dat standaard papier kan worden geladen in papiercassette 1 en gerecycled papier in papiercassette 2, zodat er een origineel exemplaar wordt geprint dat kan worden overlegd en een kopie die in het dossier kan worden bewaard. Wanneer u Carbonafdruk gebruikt voor een printtaak van twee pagina's met twee kopieën per pagina, kunt u met "Sorteren" in het tabblad "Algemeen" komen tot het volgende resultaat.
Printresultaat (wanneer het aantal kopieën "2" is)
Printgegevens
Sorteren Sorteren
Laad verschillende soorten papier van hetzelfde formaat in de cassettes 1, 2 en 3, en wijs cassette 1 aan als de "Hoofdkopie" en de cassettes 2 en 3 als de carbon-cassettes.
Printen met Carbonafdruk
Inhoud
1
2
3
4
5
11
6
12
7
8
9
10
1
2
3
4
5
11
6
12
7
8
9
10
De kopieën worden gerangschikt. De kopieën worden per pagina
gesorteerd.
27
2
GEAVANCEERD AFDRUKKEN (WINDOWS)
Printen met Carbonafdruk
Klik op het tabblad [Speciale modus].
1
(1)
Selecteer [Carbonafdruk] en klik op de knop
2
3
(2)
(3)
[Instellingen].
Selecteer de instellingen voor de carbonafdruk.
Selecteer de lade voor de "Hoofdkopie" en vervolgens de lade voor de carbonafdruk (of -afdrukken) onder "Carbonafdruk".
Inhoud
28
Loading...
+ 64 hidden pages