Deze handleiding beschrijft de printerfunctie van het digitale multifunctionele systeem.
●
Opmerking
De schermafbeeldingen, berichten en toetsbenamingen uit deze handleiding kunnen afwijken van die van het apparaat vanwege
productverbeteringen- en aanpassingen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor informatie over het laden van papier, het vervangen van de tonercassette, het verhelpen
van een papierstoring, het werken met randapparatuur en andere informatie over het kopieerapparaat.
●
De standaardinstellingen van het apparaat en de standaardinstellingen voor de printerfunctie kunt u wijzigen met behulp van de
systeeminstellingen (beheerder). Raadpleeg voor meer informatie "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de
gebruiksaanwijzing.
●
Lees waar in deze handleiding "MX-xxxx" staat, voor "xxxx" de naam van het model van uw printer. De modelnaam van uw
apparaat vindt u in "NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES" in de gebruiksaanwijzing.
●
In deze handleiding wordt de Reversing Single Pass Feeder (de zelfomkerende eenmalig-doorvoerende origineel-invoer) de
"RSPF" genoemd.
●
De uitleg van schermen en procedures in deze handleiding is voornamelijk bedoeld voor Windows Vista® in Windows®-omgevingen
en voor Mac OS X v10.4 in Macintosh-omgevingen. De schermen kunnen er in andere versies van de besturingssystemen anders
uitzien.
●
Raadpleeg voor informatie over het gebruik van uw besturingssysteem de handleiding daarvan of online Help.
●
De PS3-uitbreidingskit (MX-PK10) die in deze handleiding wordt vermeld, is optioneel.
Inhoud
2
Hoe de online-handleiding te gebruiken
In deze sectie vindt u uitleg over het bekijken van de on line handleiding. Lees deze sectie voordat u de on line handleiding gaat gebruiken.
Informatie over het gebruik van Adobe Reader vindt u in Adobe Reader Help.
Navigeren door de on line handleiding
Aan de onderzijde van elke pagina van deze handleiding
worden de volgende knoppen weergegeven. Klik op deze
knoppen om snel naar de pagina's te gaan die u wilt bekijken.
Inhoud
Geeft de inhoud weer van deze handleiding. Klik op een
onderwerp in de inhoudsopgave om direct naar de betreffende
sectie te gaan.
Een pagina vooruitgaan.
Een pagina teruggaan.
Koppelingen volgen
Met de koppelingen in deze handleiding springt u naar een
verwante pagina. De verwante pagina wordt weergegeven door
op de groene, onderstreepte tekst te klikken. (In het onderdeel
Inhoud worden de gekoppelde delen niet onderlijnd.)
Voorbeeld:
Ga terug naar de vorige pagina door te klikken op de knop
van de menubalk van Adobe Reader.
☞Inhoud
Bladwijzers
Bladwijzers staan aan de linkerkant van deze handleiding. Klik
op een bladwijzer te klikken om direct naar die sectie te gaan.
Handleiding afdrukken
Kies "Afdrukken" in het menu "Bestand" van Adobe Reader om
deze handleiding af te drukken. Kies de gewenste
printerinstellingen in het dialoogvenster "Afdrukken", en klik
dan op de knop "OK".
Inhoud
3
Inhoud
(deel 1)
Inleiding2
Hoe de online-handleiding te gebruiken3
1AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
Eenvoudige print-opdrachten7
●
Wanneer "Papierkeuze" is ingesteld op "Automatishe keuze" 8
●
Wanneer de instelling "Papierkeuze" "Papierinvoerbron" is of "Papiertype"
●
Auditing mode10
●
Over de instelling van de functie "Geen Offset"10
De printer-driver openen vanaf de toets "start"11
Instellingen printer-driver12
Dubbelzijdig printen13
●
Pamflet-stijl14
Meerdere pagina's printen op één pagina15
De geprinte afbeelding aanpassen aan het papier16
Het afdrukbeeld 180 graden draaien17
Het afdrukbeeld vergroten/verkleinen18
De helderheid en het contrast van de afbeelding instellen 19
Veelgebruikte afdrukinstellingen opslaan20
2
GEAVANCEERD AFDRUKKEN (WINDOWS)
Functie Print hold23
Printen met behulp van de functie Print hold24
●
Pint hold-instellingen selecteren in the printer driver wanneer u gaat printen
●
Een Print hold-taak printen25
●
Wat u moet bedenken bij de functie Print Hold26
24
Carbonafdruk27
9
Printen met Carbonafdruk28
Tekst en lijnen in zwart afdrukken29
●
Tekst in zwart afdrukken29
●
Lijnen in zwart afdrukken29
3
HULPPROGRAMMA’S PRINTER (WINDOWS)
Printer-utilities30
●
Voordat u Printer-Status Monitor gebruikt30
De printer-utilities gebruiken31
●
De printer-utilities starten31
●
De printer-utilities gebruiken31
●
De instellingen van de Printer Status Monitor wijzigen32
●
De printer status controleren33
Een watermerk printen21
●
Een watermerk printen21
Geprinte pagina's nieten (wanneer er een afwerkeenheid is geïnstalleerd)
●
Wanneer een afwerkeenheid wordt geïnstalleerd22
22
Inhoud
4
Inhoud
(deel 2)
4PRINTEN VANUIT MACINTOSH
Eenvoudige print-opdrachten34
●
Papierinstellingen selecteren
●
Afdrukken
●
Wanneer "Papierinvoer" is ingesteld op "Automatische selectie"
●
Wanneer "Papierinvoer" is ingesteld op papierlade of papiersoort
Dubbelzijdig printen
●
Pamflet-stijl
Meerdere pagina's printen op één pagina
De geprinte afbeelding aanpassen aan het papier
Het afdrukbeeld 180 graden draaien
Het afdrukbeeld vergroten/verkleinen50
Een watermerk printen
Geprinte pagina's nieten (wanneer er een afwerkeenheid is geïnstalleerd)
●
Wanneer een afwerkeenheid wordt geïnstalleerd
Functie Taakverwerking (Mac OS 9.0 tot 9.2.2 en Mac OS X v10.2 tot 10.4)
●
Printen wanneer auditing-mode is ingeschakeld
●
De functie Print hold gebruiken55
5BEDIENING BIJ HET APPARAAT
34
36
38
39
40
42
44
47
48
51
53
53
55
55
6PROBLEMEN OPLOSSEN
Het oplossen van problemen67
Er wordt niet geprint68
●
Controleer de aansluitingen68
●
Controleer uw computer69
●
Controleer de printer70
●
De printer-driver controleren71
Onjuiste werking van de printer72
●
Printen verloopt traag72
●
Dubbelzijdig printen is niet mogelijk72
●
Nieten is niet mogelijk (als een afwerkeenheid geïnstalleerd is).
Print-kwaliteit is niet bevredigend74
●
Controleer welk papier wordt gebruikt74
●
Het geprinte beeld is korrelig74
●
Het geprinte beeld is vervormd74
●
Er ontbreekt een deel van de geprinte afbeelding75
Als een attentiepagina wordt afgedrukt76
●
Het printen van een attentiepagina uitschakelen77
72
Een printtaak voorrang geven / Een printtaak annuleren56
●
Een printtaak voorrang geven56
●
Een printtaak annuleren57
De printer-conditie-instellingen configureren58
●
De instellingen configureren58
●
Instelmenu voor de printer-conditie60
●
Instellingen printer-conditie61
De printer-instelling en de font-lijsten printen66
Inhoud
5
Inhoud
7WEBPAGINA IN HET APPARAAT
Over de Web-pagina78
●
Toegang tot de Web-pagina78
Rechtstreeks een bestand printen in een computer81
Functie E-mail printen82
●
De functie E-mail printen instellen82
●
De functie E-mail printen gebruiken83
Instellingen voor E-mail-status en E-mail-waarschuwingsbericht
●
Information setup84
●
Instelling SMTP84
●
Statusbericht-setup85
●
Waarschuwingsbericht-setup86
Het beveiligen van informatie die is geprogrammeerd in de Web-pagina ("Wachtwoorden")
In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document kunt printen vanuit WordPad.
Kijk voordat u gaat printen of het voor uw document juiste formaat papier in het apparaat is geladen.
1
Eenvoudige print-opdrachten
Kijk of het ON LINE-indicatielampje op het
bedieningspaneel brandt.
Brandt het ON LINE-indicatielampje
niet, schakel dan de printer-mode in
door op de toets [AFDRUKKEN] te
drukken en druk vervolgens op de
[ON LINE] toets.
De status van de printer-functie wordt aangegeven door
de indicatielampjes ON LINE en DATA naast de toets
[AFDRUKKEN].
ON
LINE-indicatielampje
DATA-indicatielampje
3
4
Kies "Afdrukken" van het menu "Bestand" van
de toepassing.
Het dialoogvenster "Afdrukken" verschijnt.
Kijk of de "SHARP MX-xxxx" wel is geselecteerd als
printer. Klik op de knop "Voorkeursinstellingen" als u
print-instellingen moet wijzigen. U opent dan het
instelscherm voor de printer-driver.
Het instelscherm voor de printer-driver verschijnt nu.
(deel 1)
2
Het apparaat staat
Aa
Knipperen
Uit
Start WordPad en open het document dat u wilt
afdrukken.
Inhoud
online en is klaar voor
gebruik.
—
De printer staat offline en
is niet klaar voor gebruik.
Het geheugen bevat te
printen gegevens die
nog niet zijn afgedrukt.
De printer is aan het
afdrukken.
De printer is niet aan
het afdrukken.
In Windows zult u de knop "Voorkeursinstellingen" niet
zien in dit dialoogvenster. Selecteer de gewenste
instellingen op elk van de tabbladen in het instelscherm.
7
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
5
Opmerking
Eenvoudige print-opdrachten
Klik op de knop "Afdrukken".
Het printen begint.
●
U kunt de uitvoerlade kiezen in de systeeminstellingen
(beheerder) (zie "UITVOERLADEN" bij
"SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de
gebruiksaanwijzing).
●
U kunt ook,wanneer u gaat printen, in de printinstellingen
de uitvoerlade kiezen. U kunt een andere lade kiezen door
de gewenste lade te selecteren in "Uitvoer" op het tabblad
"Papier" van het instelscherm van de printer-driver.
●
U kunt een printtaak annuleren in het
printtaak-statusscherm.
☞Een printtaak annuleren
●
Als de instelling van de papiersoort in de printer-driver
verschilt van de instelling van de papiersoort in de
handinvoer, kan het gebeuren dat het printen stopt. U kunt
het printen laten hervatten door op de toets [AFDRUKKEN]
op het bedieningspaneel te drukken, toets [HANDINVOER]
op het aanraakscherm aan te raken en dezelfde
papiersoort op te geven als in de printer-driver.
Wanneer "Papierkeuze" is ingesteld op
"Automatishe keuze"
Als "Papierkeuze" is ingesteld op "Automatishe keuze" in het
tabblad "Papier" van het instelscherm van de printerdriver en het
juiste papierformaat voor de afdrukopdracht is niet geladen, dan is
de afdrukprocedure afhankelijk van de instelling "GEFORCEERDE
UITVOER VAN AFDRUK" in de systeeminstellingen (beheerder)
(zie "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de
gebruiksaanwijzing).
Wanneer "GEFORCEERDE UITVOER VAN
AFDRUK" is uitgeschakeld
Als u de handinvoer kunt gebruiken, verschijnt er in het aanraakscherm
een melding dat u door middel van de handinvoer kunt printen.
Druk op de toets [AFDRUKKEN] op het bedieningspaneel, raak de toets
[HANDINVOER] aan en laad papier in de handinvoerlade en druk op de
toets [HANDINVOER]. Het printen zal automatisch beginnen.
Wanneer "GEFORCEERDE UITVOER VAN
AFDRUK" is ingeschakeld
Printen zal plaatsvinden op een papierformaat dat bijna
overeenkomt met het formaat van de print-afdruk.
Opmerking
Als de oriëntatie van het papier verschilt van de
print-afdruk, wordt de afdruk automatisch gedraaid en
aangepast aan het papier. U kunt deze instelling
wijzigen in de systeeminstellingen (beheerder) (zie
"GEDRAAIDE AFDRUK" bij
"SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de
gebruiksaanwijzing).
(deel 2)
Inhoud
8
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
Eenvoudige print-opdrachten
Wanneer de instelling "Papierkeuze" "Papierinvoerbron" is of "Papiertype"
Wanneer "Papierkeuze" in het tabblad "Papier" van het
instelscherm van de printer-driver setup is ingesteld op:
●
Selecteer de lade die u voor het afdrukken wilt gebruiken in
het vervolgkeuzemenu "Papierinvoerbron".
●
Selecteer de papiersoort die u voor het afdrukken wilt
gebruiken in het vervolgkeuzemenu "Papiertype".
Opmerking
Bij "LADE-INSTEL." in de systeeminstellingen zijn het papierformaat en
de papiersoort van elke lade ingesteld en is ingesteld of het geladen
papier in de lades kan worden gebruikt om af te drukken. (Zie
"SYSTEEMINSTELLINGEN (ALGEMEEN)" in de gebruiksaanwijzing.)
Als u, wanneer u gaat printen de "Papierinvoerbron" of
"Papiertype" wilt selecteren, denk er dan aan deze instellingen
te selecteren in het tabblad "Configuratie" van het instelscherm
van de printer-driver. (Zie "PRINTERSTUURPROGRAMMA
CONFIGUREREN" in de software-installatiegids.)
"Papierinvoerbron" en "Papiertype" kunnnen niet
tegelijkertijd worden geselecteerd.
Als u de "Papierinvoerbron" of de "Papiertype" hebt
geselecteerd in het instelscherm voor de printer-driver, maar er
zit geen papier in de cassettes dat overeenkomt met uw
selectie, verloopt het printen als volgt:
U hebt een cassette geselecteerd in "Papierinvoerbron", maar
het formaat van het papier in de gekozen cassette past niet bij
het afdrukformaat.
Het papierformaat is afwijkend, maar er wordt toch geprint op
het papier uit de geselecteerde cassette.
U hebt een "Papiertype" geselecteerd en de geselecteerde
papiersoort zit wel in één van de papiercassettes, maar het
formaat ervan past niet bij het afdrukformaat.
Het papierformaat is afwijkend, maar er wordt toch geprint op
de geselecteerde papiersoort.
Als echter "GEFORCEERDE UITVOER VAN AFDRUK" is
uitgeschakeld, wordt er niet geprint.
U hebt een "Papiertype" geselecteerd, maar er zit
geen papier van de gekozen papiersoort in de printer.
Als u de handinvoer kunt gebruiken, verschijnt er in het
aanraakscherm een melding dat u met de hand papier in kunt
voeren voor het printen. Druk op de toets [AFDRUKKEN] op het
bedieningspaneel, raak de toets [HANDINVOER] aan en laad het
juiste formaat en soort papier in de handinvoerlade en druk op de
toets [HANDINVOER]. Het printen gaat dan automatisch beginnen.
(deel 3)
Inhoud
9
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
Eenvoudige print-opdrachten
Auditing mode
Als "ACCOUNTREGELING AAN/UIT" is ingeschakeld in de
systeeminstellingen (beheerder), dan moet u een 5-cijferig
gebruikersnummer invoeren in het instelscherm van de
printerdriver om te kunnen afdrukken. Gebruikersnummers
worden opgeslagen in de systeeminstellingen (beheerder).
Raadpleeg voor meer informatie "ACCOUNTREGELING" bij
"SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de
gebruiksaanwijzing.
Het invoerscherm "Gebruikersnummer" wordt weergegeven als
het selectievakje "Gebruikersnummer" is ingeschakeld in het
tabblad "Taakverwerking" van de printerdriver.
Voer uw 5-cijferige gebruikersnummer in bij
"Gebruikersnummer" en klik op de knop "OK".
Opmerking
Let op
(deel 4)
Voor het automatisch weergeven van het
taakverwerkingsscherm iedere keer dat u de printerdriver
opent om af te drukken, selecteert u het selectievakje
"Contr.opd.regeling" in het tabblad "Taakverwerking" van het
instelscherm van de printerdriver.
●
Als "OPDRACHTEN VAN ONGELDIGE ACCOUNTS
ANNULEREN" is ingeschakeld in de systeeminstellingen
(beheerder) en er wordt geprobeerd om af te drukken terwijl er
geen of een ongeldig gebruikersnummer is ingevoerd, dan kan niet
worden afgedrukt. Om het afdrukken zonder invoer van een geldig
gebruikersnummer toe te staan, moet u "OPDRACHTEN VAN
ONGELDIGE ACCOUNTS ANNULEREN" uitschakelen. In dat
geval wordt het aantal pagina's dat wordt geprint, opgeteld bij de
[OVERIGE] telling.
●
Als het PPD-bestand van de MX-xxxx wordt gebruikt
met de standaard PS-printer-driver van Windows,
wordt Auditing-mode uitgeschakeld en wordt niet voor
iedere account een print-telling bijgehouden.
Over de instelling van de functie "Geen Offset"
Als het selectievakje "Geen offset" in het tabblad "Algemeen" van het instelscherm van de printerdriver is geselecteerd, wordt offset
niet toegestaan ongeacht de instelling van "OFFSET-FUNCTIE" in de systeeminstellingen (beheerder).
Wanneer het nieten is uitgevoerd (een andere instelling dan "Geen" is geselecteerd in "Nieten" op het tabblad "Algemeen"), "Geen
offst" wordt automatisch ingeschakeld en de staffelfunctie kan niet worden gebruikt.
*In sommige landen is de afwerkeenheid vereist voor het gebruik van de offset-functie.
Inhoud
10
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
U kunt de instellingen van de printer-driver configureren door de printer-driver te openen vanaf de Window-toets "start". Instellingen die
aldus zijn aangepast, zulllen gelden als begininstellingen wanneer u uit een toepassing print. (Als u de instellingen in het instelscherm voor
de printer-driver wijzigt wanneer u gaat printen, zullen de instellingen terugkeren naar de beginstand wanneer u de toepassing verlaat.)
Windows 2000/XP/Server 2003/Vista
1
Opmerking
De printer-driver openen vanaf de toets "start"
Klik op "Start", selecteer "Configuratiescherm"
en dan "Printer".
●
Klik in Windows XP/Server 2003 op "Start" en dan op
"Printers en faxapparaten".
●
Klik in Windows 2000 op "Start" en selecteer
"Instellingen" en dan "Printers".
Als in Windows XP/Server 2003 "Printers en
faxapparaten" niet in het menu "Start" wordt
weergegeven, selecteer dan "Configuratiescherm",
"Printers en andere hardware" en vervolgens "Printers
en faxapparaten".
3
4
Selecteer "Eigenschappen" in het menu
"Organiseren".
Selecteer in Windows 2000/XP/Server 2003
"Eigenschappen" in het menu "Bestand".
Klik op de toets "Voorkeursinstellingen" in het
tabblad "Algemeen".
Het instelscherm voor de printer-driver verschijnt nu.
☞Instellingen printer-driver
Klik op het pictogram van de "SHARP
2
MX-xxxx"-printerdriver.
Inhoud
11
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
Er bestaan enkele beperkingen voor de combinaites van instellingen die u kunt selecteren in het instelscherm printer-driver. Wanneer een beperking
van kracht is, verschijnt er een informatie-pictogram () naast de instelling. Klik op het pictogram als u uitleg over de beperking wilt bekijken.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Opmerking
Instellingen printer-driver
1
Tabblad
De instellingen staan
gegroepeerd op tabbladen. U
kunt een tabblad naar voren
brengen door erop te klikken.
2
Selectietoets
Hiermee kunt u één item
selecteren uit een lijst van opties.
3
Beeld print-instelling
Dit laat zien welke uitwerking
de geselecteerde
print-instellingen hebben.
4
Rolmenu
Hiermee kunt u een keuze maken
uit een lijst van mogelijkheden.
5
Beeld van de MX-xxxx
Dit laat zien:
●
(In blauw) welke papiercassette is
geselecteerd in "Papierkeuze" op
het tabblad "Papier".
●
(In groen) welke uitvoerlade
is geselecteerd in "Uitvoer"
De instellingen en het beeld van de printer kunnen per
model verschillen.
op het tabblad "Papier".
U kunt ook een cassette
selecteren door erop te klikken.
6
Selectievakje
Klik op een selectievakje
als u een functie wilt
activeren of deactiveren.
7
"OK" toets
Klik op deze toets als u uw
instellingen wilt opslaan en het
dialoogvenster wilt verlaten.
8
"Annuleren" toets
Klik op deze toets als u het
dialoogvenster wilt verlaten
zonder wijzigingen aan te
brengen in de instellingen.
9
"Toepassen" toets
Klik als u uw instellingen wilt
opslaan maar niet het
dialoogvenster wilt sluiten.
De toets "Toepassen"
verschijnt niet wanneer u dit
venster opent vanuit een
toepassing.
10
"Help" toets
Klik op deze toets als u het
Help-bestand voor de
printer-driver wilt weergeven.
Inhoud
12
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
Met deze functie kunt u op beide zijden van het papier printen.
U kunt deze functie gebruiken door het instelscherm printer-driver te openen en "Dubbelzijdig
(Boek)" te selecteren of "Dubbelzijdig (Schrijfblok)" te selecteren van "Documenttype" in het
tabblad "Algemeen".
Dubbelzijdig printen
☞Zie Eenvoudige print-opdrachten voor bijzonderheden over hoe u de printer driver kunt
openen.
●
Opmerking
Het volgende voorbeeld toont het resultaat wanneer u data staand print op beide zijden van het papier.
U kunt de volgende papierformaten gebruiken voor dubbelzijdig printen: Ledger, Letter, Letter-R, Legal, A3, A4, A4R, A5, B4, B5, B5R en Foolscap.
●
U kunt de volgende papiersoorten gebruiken voor dubbelzijdig printen: Plain, Letter Head*, Recycled en Color.
* Het niet toestaan van het gebruik van briefhoofdpapier voor dubbelzijdig afdrukken kan worden ingesteld bij "LADE-INSTEL." in
de systeeminstellingen. (Zie "SYSTEEMINSTELLINGEN (ALGEMEEN)" in de gebruiksaanwijzing.)
●
Dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk als deze optie is uitgeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder) (zie
"UITSCHAKELEN VAN DUPLEX" bij "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de gebruiksaanwijzing).
Printgegevens
Dubbelzijdig (Boek)Dubbelzijdig (Schrijfblok)
Printresultaat
(deel 1)
Inhoud
De pagina's worden zo
afgedrukt dat er aan de rand
ruimte is voor het inbinden.
De pagina's worden zo
afgedrukt dat er bovenaan
ruimte is voor het inbinden.
13
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
Dubbelzijdig printen
Pamflet-stijl
In pamflet-stijl worden twee pagina's op de voorzijde en twee pagina's op de achterzijde van ieder blad papier
geprint (in totaal vier pagina's op ieder vel), zodat de vellen kunnnen worden gevouwen en gebonden en er een
pamflet ontstaat. Deze functie komt goed van pas wanneer u van geprinte pagina's een pamflet wilt maken.
U kunt deze functie gebruiken door het instelscherm printer-driver te openen en "Pamfletten naast elkaar" te
selecteren of "Twee op één pamflet" te selecteren in "Documenttype" in het tabblad "Algemeen".
De zijde voor inbinden (linker zijde of rechter zijde) kan geselecteerd worden in "Zijde voor inbinden" in de "Algemeen" tab. In
de volgende voorbeelden kunt u zien hoe 8 pagina's worden geprint wanneer u pamflet-stijl selecteert.
Printresultaat
Printgegevens
LinksRechts
(deel 2)
●
Opmerking
Omdat er op ieder vel vier pagina's worden geprint, worden er aan het einde automatisch blanco pagina's toegevoegd wanneer
het totaalaantal pagina's niet een veelvoud van vier is.
●
Wanneer u "Pamfletten naast elkaar" selecteert, wordt er geprint op papier dat twee keer zo groot is als het papier dat wordt
opgegeven in de applicatie.
●
Wanneer u "Twee op één pamflet" selecteert, wordt iedere pagina op dezelfde manier verkleind als voor 2-Up en geprint op het
papierformaat dat wordt opgegeven in de applicatie.
Inhoud
14
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
Met deze functie kunt u verkleinen en twee, vier, zes, acht, negen of zestien documentpagina's op één vel papier afdrukken.
Open voor deze functie het instelscherm voor de printer-driver en selecteer het aantal pagina's per vel (2-Up, 4-Up, 6-Up, 8-Up, 9-Up
of 16-Up) in "X pagina's-op-1vel afdr" in het tabblad "Algemeen".
U kunt de volgorde van de pagina's wijzigen in het menu "Volgorde".
☞Zie Eenvoudige print-opdrachten voor bijzonderheden over hoe u de printer driver kunt openen.
Bijvoorbeeld, selectie van "2 pagina's op 1 vel", "4 pagina's op 1 vel" of "6 pagina's op 1 vel" levert afhankelijk van de gekozen
volgorde het volgende resultaat op.
Meerdere pagina's printen op één pagina
Boven naar onder
N-UpLinks naar rechts\Rechts naar links
2 pagina's
op 1 vel
N-Up
Rechts, en omlaag
Omlaag, en rechtsLinks, en omlaagOmlaag, en links
(als de afdrukstand
liggend is)
4 pagina's
op 1 vel
N-Up
4 pagina's
op 1 vel
Als u het selectievakje "Rand" aanvinkt, worden er rond iedere pagina randen geprint.
Opmerking
De volgorde van 8-Up, 9-Up en 16-Up is gelijk aan die van 6-Up. U kunt de volgorde bekijken in de afbeelding van de print-instelling
in het instelscherm van de printer-driver.
☞Instellingen printer-driver
Rechts, en omlaag
Omlaag, en rechtsLinks, en omlaagOmlaag, en links
Inhoud
15
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
De printer-driver kan het formaat van de geprinte afbeelding aanpassen aan het formaat van het papier dat in het apparaat is geladen.
Volg voor het gebruik van deze functie stapsgewijs onderstaande instructies. Bij onderstaande uitleg wordt ervan uitgegaan dat u
een document van A3-formaat of Ledger-formaat wilt afdrukken op A4-papier.
☞Zie Eenvoudige print-opdrachten voor bijzonderheden over hoe u de printer driver kunt openen.
Opmerking
1
2
3
De geprinte afbeelding aanpassen aan het papier
De instelling "Aanpassen aan pagina" is niet beschikbaar wanneer "X pagina's-op-1vel afdr" is geselecteerd.
☞Meerdere pagina's printen op één pagina
Klik op het tabblad "Papier" in het instelscherm
van de printer-driver.
Selecteer het oorspronkelijke formaat van de
print-afbeelding (A3 of Ledger ) in
"Papierformaat".
Vink het vakje "Aanpassen pagina" aan.
Selecteer "Aanpassen aan pagina" in "Zoominstelling"
wanneer u de PS-printer-driver gebruikt.
4
Selecteer het formaat van het papier dat u werkelijk
wilt gebruiken voor de afdruk (A4 of Letter).
Het formaat van het afgedrukte beeld wordt automatisch
aangepast aan het papier dat in de papiercassettes is geladen.
Papierformaat: A3 of Ledger
Aanpassen aan pagina: A4 of Letter
Inhoud
Document van A3- of
Ledger-formaat
(Papierformaat)
Opmerking
Wanneer u de PS-printer-driver gebruikt, kunt u beeld van de afdruk
vergroten of verkleinen door middel van numerieke waarden. (U kunt
de de verticale en horizontale verhoudingen afzonderlijk instellen.)
Selecteer "XY-zoom" in stap 3, klik op de toets "Breedte/Lengte" en
pas de verhoudingen aan in het scherm dat verschijnt.
Papierformaat A4
(Aanpassen aan pagina)
16
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
U kunt het afdrukbeeld 180 graden draaien.
Deze functie wordt gebruikt voor een juiste afdruk op enveloppen en ander papier met flappen,
waarbij het laden slechts in één richting mogelijk is.
Gebruik deze functie wanneer automatische rotatie (wat plaatsvindt wanneer het geladen papier
hetzelfde formaat heeft als het afdrukbeeld en de oriëntatie anders is) ertoe leidt dat het beeld
ondersteboven komt te staan.
Selecteer voor deze functie de beeldafstelling "Afdrukstand" op het tabblad "Algemeen" en vink dan het selectievakje "180 graden
draaien" aan.
☞
Zie Eenvoudige print-opdrachten voor bijzonderheden over hoe u de printer driver kunt openen.
Het afdrukbeeld 180 graden draaien
Printresultaat
180 graden draaien180 graden draaien
ABCD
ABCD
Opmerking
De procedure voor het laden van papier wordt uitgelegd in de gebruiksaanwijzing.
Inhoud
17
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
Het afdrukbeeld vergroten/verkleinen
1
Deze functie wordt gebruikt om de afbeelding met een geselecteerd percentage te vergroten of verkleinen. Zo kunt u een kleine
afbeelding vergroten of marges toevoegen aan het papier door het beeld enigszins te verkleinen.
Opmerking
1
2
De "Zoom"-instelling is niet beschikbaar als "X pagina's-op-1vel afdr" is geselecteerd.
Klik op het tabblad "Papier" in het instelscherm
van de printerdriver.
Selecteer "Zoom" en klik op de knop
"Instellingen".
In het vervolgkeuzemenu kunt u selecteren op welk
papierformaat u wilt afdrukken.
3
Selecteer de zoomfactor.
Voer direct een waarde in of klik op de knop om de
factor in stappen van 1% te wijzigen.
Inhoud
18
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
De helderheid en het contrast van de afbeelding instellen
1
Bij het afdrukken van een foto of andere afbeelding kunnen de helderheid en het contrast worden ingesteld in de afdrukinstellingen.
Deze instellingen kunnen worden gebruikt voor eenvoudige correcties wanneer er geen beeldbewerkingssoftware op uw computer is
geïnstalleerd.
1
2
3
Klik op het tabblad "Geavanceerd" in het
instelscherm van de printerdriver.
Klik op de knop "Beeldafstelling"
Stel de beeldinstellingen in.
Om een instelling te wijzigen gebruikt u de schuifbalk
of klikt u op de knop of .
Inhoud
19
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
Veelgebruikte afdrukinstellingen opslaan
1
Instellingen die bij het afdrukken op alle tabbladen zijn geconfigureerd kunnen als gebruikersinstellingen worden opgeslagen.
Regelmatig opslaan van veelgebruikte instellingen of ingewikkelde kleureninstellingen onder een toegewezen naam vereenvoudigt
de configuratie van dergelijke instellingen wanneer u ze weer nodig hebt.
INSTELLINGEN OPSLAAN TIJDENS HET AFDRUKKEN (Gebruikersinstellingen)
U kunt instellingen opslaan vanaf elk tabblad van het instelvenster van de printerdriver. De op elk tabblad geselecteerde instellingen
worden voor het opslaan in een lijst geplaatst, zodat u deze kunt controleren.
Zie "Eenvoudige print-opdrachten
" voor de stappen voor het openen van de printerdriver.
1
Stel de afdrukinstellingen op ieder tabblad in en
klik op de knop "Opslaan" van ieder tabblad.
2
Controleer de weergegeven instellingen en voer een
naam in voor de instellingen (maximaal 20 tekens).
●
Opmerking
Begin met afdrukken. Er kunnen maximaal 30 sets
gebruikersinstellingen worden opgeslagen.
●
Een door u aangemaakt watermerk kan niet worden
opgeslagen in de gebruikersinstellingen.
Klik op de toets "OK".
3
Opgeslagen instellingen gebruiken
Selecteer de gebruikersinstellingen die u wilt gebruiken op de tabbladen.
Opgeslagen instellingen verwijderen
Selecteer de gebruikersinstellingen die u wilt verwijderen bij "Opgeslagen instellingen gebruiken" (hierboven) en klik op de knop "Verwijderen".
Inhoud
20
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
U kunt op uw document een watermerk printen, bijvoorbeeld "VERTROUWELIJK". Wilt u een watermerk wilt printen, open dan de
printer-driver, klik op het tabblad "Watermerken" en volg onderstaande stapppen.
☞Zie Eenvoudige print-opdrachten voor bijzonderheden over hoe u de printer driver kunt openen.
Een watermerk printen
Kies uit het rolmenu "Watermerk" het watermerk dat u wilt printen (bijvoorbeeld "VERTROUWELIJK" en start het printen.
Klik op de knop "Bewerken" om het lettertype te wijzigen en andere uitgebreide instellingen te configureren.
Een watermerk printen
Printvoorbeeld
U kunt tekst intypen en zo uw eigen watermerk creëren. Kijk in Help voor de printer-driver voor nadere bijzonderheden over
watermerk-instellingen.
☞Instellingen printer-driver
Inhoud
21
AFDRUKKEN VANUIT WINDOWS
1
Wanneer er een afwerkeenheid is geïnstalleerd, kunt u geprinte pagina's nieten
Voor het gebruik van deze functie het printerstuurprogramma instellingenscherm openen
en dit in het "Bezig met voltooien" veld van de "Algemeen" tab selecteren.
Geprinte pagina's nieten (wanneer er een afwerkeenheid is geïnstalleerd)
☞Zie Eenvoudige print-opdrachten voor bijzonderheden over hoe u de printer driver kunt
openen.
●
Opmerking
U kunt maximaal 50 pagina's nieten. (in totaal 30 vellen wanneer het papierformaat B4, Schrijfblok, of groter is).
●
U kunt de volgende papierformaten nieten: Ledger, Letter, Letter-R, Legal, A3, A4, A4R, B4, B5, B5R en Foolscap.
●
De papiersoorten die kunnen worden gebruikt voor nieten zijn Standaard, Briefhoofd, Recycled, Kleur, Dun en Zwaar (alleen voor- en achterkaft).
●
Nieten van geprinte pagina's is niet mogelijk wanneer de functie ROPM is uitgeschakeld. (Zie "PRINTERSTUURPROGRAMMA
CONFIGUREREN" in de software-installatiegids.)
●
Als de afwerkeenheid is uitgeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder), kan de nietfunctie niet worden gebruikt. Zie
"UITZETTEN NIETEENHEID" bij "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de gebruiksaanwijzing.
●
Nieten is niet mogelijk als deze optie is uitgeschakeld in de systeeminstellingen (beheerder) (zie "UITZETTEN NIETEENHEID" bij
"SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de gebruiksaanwijzing).
●
De nietfunctie kan niet worden gebruikt in combinatie met de "Geen offst" functie.
(deel 1)
Wanneer een afwerkeenheid wordt geïnstalleerd
In het volgende voorbeeld kunt u zien hoe pagina's met een staande afdruk aan elkaar worden geniet.
PrintgegevensPrintresultaat
De pagina's worden
aan elkaar geniet in
de linkerbovenhoek.
Opmerking
Als het papier horizontaal is geplaatst (Letter-R, A4R, A3, etc) dan worden de pagina's in de rechter bovenhoek geniet.
Inhoud
22
2
GEAVANCEERD AFDRUKKEN (WINDOWS)
Functie Print hold
Een printtaak die naar het apparaat wordt gestuurd, kan in het geheugen worden bewaard totdat de operator het printen start vanaf
het bedieningspaneel. Deze functie wordt Print Hold genoemd.
Er zijn vier methoden voor het in het geheugen bewaren van printtaken met de functie Print Hold.
Vasthouden na afdr.Alleen vasthouden
Wanneer u deze methode selecteert, wordt de printtaak uitgevoerd en daarna
vastgehouden in print hold-taaklijst van het apparaat. De printtaak kan, als
dat nodig, is opnieuw worden uitgevoerd vanaf het bedieningspaneel.
VoorbeeldafdrukWachtwoord (5-cijferig ID-nummer)
Wanneer u deze methode selecteert, wordt er één 'stel
exemplaren' change in 'set' geprint en wordt de printtaak daarna
vastgehouden in de print hold-taaklijst van het apparaat.
De operator kan de kopieën controleren en kijken of de
beeldpositie, de nietpositie en andere aspecten van de taak naar
tevredenheid zijn, en dan het printen van alle sets starten vanaf
het bedieningspaneel. (De eerste proefset is er één van het
totaalaantal exemplaren.)
Als de proefexemplaren niet naar tevredenheid zijn, kan de taak
worden geannuleerd. Dit voorkomt dat er grote hoeveelheden
misdrukken worden gemaakt bij het printen van een groot aantal
exemplaren.
●
Opmerking
Het maximumaantal print-hold-taken dat het apparaat kan bewaren is 100. Als het aantal van 100 taken wordt overschreden of
het geheugen dat kan worden gebruikt voor print-hold raakt vol, worden er geen print hold-taken meer geaccepteerd, verschijnt
er een foutmelding in het aanraakscherm of wordt er een Attentiepagina geprint.
●
De hoeveelheid geheugenruimte die is toegewezen aan het vasthouden van afdrukken kan worden gewijzigd in de
systeeminstellingen (beheerder). (Zie "GEHEUGEN VOOR PRINTER" bij "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de
gebruiksaanwijzing.)
Wanneer u deze methode gebruikt, wordt de printtaak bewaard in de print
hold-taaklijst en niet geprint. De operator kan, als dat nodig, de printtaak starten
vanaf het bedieningspaneel. Dit helpt te voorkomen dat printtaken zoekraken.
Er kan een wachtwoord worden ingesteld dat moet worden ingevoerd op
het bedieningspaneel van het apparaat voor het afdrukken van een
"Vasthouden na afdr."-, "Alleen vasthouden"- of "Voorbeeldafdruk"-taak.
(☞Printen met behulp van de functie Print hold)
Dit helpt het vertrouwelijke karakter te bewaren bij het printen van geheime documenten.
Wanneer een wachtwoord is ingesteld voor "Vasthouden na afdr.":
Het wachtwoord moet worden ingevoerd op het bedieningspaneel om de
taak na een eerste afdruk nogmaals af te drukken.
Wanneer een wachtwoord is ingesteld voor "Alleen vasthouden":
Het wachtwoord moet worden ingevoerd op het bedieningspaneel om de
taak af te drukken.
Wanneer een wachtwoord is ingesteld voor "Voorbeeldafdruk":
Nadat een set voorbeeldafdrukken is afgedrukt, moet het wachtwoord worden
ingevoerd op het bedieningspaneel voor het afdrukken van de overige sets.
Inhoud
23
2
GEAVANCEERD AFDRUKKEN (WINDOWS)
Printen met behulp van de functie Print hold
Pint hold-instellingen selecteren in the printer driver wanneer u gaat printen
Selecteer de functie Print Hold in het tabblad "Taakverwerking" van het instelscherm van de printerdriver.
☞Eenvoudige print-opdrachten
2
"Opdracht voltooid" selectievakje
Vink dit selectievakje aan als u een melding wilt krijgen
1
2
3
4
1
"Vasthouden" menu
Het menu "Vasthouden instellingen" wordt weergegeven als het
selectievakje "Vasthouden" is ingeschakeld.
Selecteer de Print Hold-methode die u wilt gebruiken. Na het
selecteren van "Vasthouden na afdr.", "Alleen vasthouden" of
"Voorbeeldafdruk" kan indien gewenst een "Wachtwoord" worden
ingesteld. Voer voor het instellen van een "Wachtwoord" een
5-cijferig nummer in bij "Wachtwoord".
wanneer het printen voltooid is.
U kunt deze functie alleen gebruiken als de Printer-StatusMonitor
actief is. Is de Printer-StatusMonitor niet actief, dan gebeurt er niets
wanneer u het selectievakje aanvinkt.
3
Selectievakje "Controle opdrachtregeling"
Het invoerscherm "Gebruikersnummer" wordt weergegeven
als het selectievakje "Gebruikersnummer" is ingeschakeld in
het tabblad "Taakverwerking" van de printerdriver.
4
"Standaardtaak-id" menu
Typ een standaard gebruikersnaam en een taaknaam in.
Deze namen komen in het bedieningspaneel te staan.
De gebruikersnaam mag maximaal 16 tekens en de
taaknaam maximaal 30 tekens lang zijn.
Wanneer u de hierboven genoemde instellingen hebt voltooid, sluit u het
venster en laat u het printen beginnen door op de toets "OK" te klikken.
Zie "Een Print hold-taak printen", als u de taak wilt printen vanaf
het bedieningspaneel.
(deel 1)
☞Functie Print hold
Inhoud
24
2
GEAVANCEERD AFDRUKKEN (WINDOWS)
KOPIE
AFDRUKKEN
SCANNEN
FAX
ON LINE
DATA
DATA
LIJN
DATA
SHARP001
LIJST OPDRACHTEN IN WACHT AFDRUKKEN
SHARP001Microsoft Word -
Microsoft PowerP
product_infomati
cost.xls
SHARP002
SHARP003
SHARP004
LISTE TRAVAUXLIJST OPDRACHTEN IN WACHT AFDRUKKEN
VOER PINCODE IN VIA CIJFERTOETSEN.
cost.xls
ANNULEREN
Printen met behulp van de functie Print hold
(deel 2)
Een Print hold-taak printen
Wanneer u een taak print met behulp van de functie Print Hold, wordt de taak opgenomen in de Print Hold-taaklijst in het
beginscherm van Printer-mode. U kunt een Print Hold-taak printen door stapsgewijs onderstaande instructies te volgen.
1
2
Schakel over naar het beginscherm van
Printer-mode door op de toets [AFDRUKKEN] te
drukken.
Selecteer de printtaak die u wilt uitvoeren.
U kunt van scherm wisselen
door de toets of de toets
aan te raken.
3
4
Typ met de numerieke toetsen het 5-cijferige
nummer voor de PIN-code in de printer-driver.
U kunt de taak alleen printen
als u de PIN-code intoetst.
(Deze stap is niet nodig als u
geen PIN-code hebt
geactiveerd.)
Tijdens het intoetsen van de
cijfers, verandert "-" in " ".
Controleer of het gewenste aantal kopieën is
ingesteld.
Met de toets of de toets
AANTAL AFDRUKKEN
verandert u het aantal kopieën.
Inhoud
25
2
GEAVANCEERD AFDRUKKEN (WINDOWS)
Printen met behulp van de functie Print hold
Raak de toets [GEGEVENS AFDRK. EN
5
Wat u moet bedenken bij de functie Print Hold
VERWIJDEREN] of de toets [GEGEVENS
AFDRUKKEN EN OPSLAAN] aan.
U wist de taak na het printen door
product_information.pdf
GEGEVENS AFDRK. EN VERWIJDEREN
GEGEVENS AFDRUKKEN EN OPSLAANDONN
Opmerking
U wist de taak zonder hem af te drukken door de toets
[WISSEN] aan te raken.
ANNULEREN
WISSEN
de toets [GEGEVENS AFDRK. EN
VERWIJDEREN] aan te raken. U
bewaart de taak door de toets
[GEGEVENS AFDRUKKEN EN
OPSLAAN] aan te raken.
6
(deel 3)
Het printen begint.
Als er al een andere printtaak wordt uitgevoerd, wordt
de taak opgeslagen. De printtaak wordt uitgevoerd
wanneer alle voorgaande taken zijn voltooid.
●
U kunt de Print Hold-functie alleen gebruiken wanneer ROPM is ingeschakeld. (Zie "PRINTERSTUURPROGRAMMA
CONFIGUREREN" in de software-installatiegids.)
●
Als er, wanneer u printtaken uitvoert op uw computer, een Attentiepagina wordt afgedrukt of er verschijnt een foutmelding in het
scherm Printtaak voltooid, zijn er al 100 Print Hold-taken of is het geheugen vol. Verwijder eventuele onnodige Print Hold-taken en
probeer dan opnieuw te printen.
☞Een Print hold-taak printen
●
De hoeveelheid geheugenruimte die is toegewezen aan de functie Print Hold kan worden gewijzigd in de systeeminstellingen
(beheerder). (Zie "GEHEUGEN VOOR PRINTER" bij "SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)" in de gebruiksaanwijzing.)
Als het vaak voorkomt dat het geheugen vol is, verdient het aanbeveling het geheugen van de printer uit te breiden.
●
Als u MX-xxxx uitschakelt met de hoofdschakelaar, worden allle Print Hold-taken die zijn opgeslagen, gewist.
Inhoud
26
2
GEAVANCEERD AFDRUKKEN (WINDOWS)
Carbonafdruk
Carbonafdruk wordt gebruikt om kopieën van dezelfde pagina af te drukken op verschillende soorten papier. Iedere papiersoort is
geladen in een andere papiercassette en de verschillende papiersoorten moeten hetzelfde formaat hebben.
U kunt bijvoorbeeld Carbonafdruk met standaard papier in papiercassette 1 en gekleurd papier in papiercassette 2, zodat een
origineel en een kopie van een factuur worden geprint. Een ander voorbeeld is dat standaard papier kan worden geladen in
papiercassette 1 en gerecycled papier in papiercassette 2, zodat er een origineel exemplaar wordt geprint dat kan worden overlegd
en een kopie die in het dossier kan worden bewaard.
Wanneer u Carbonafdruk gebruikt voor een printtaak van twee pagina's met twee kopieën per pagina, kunt u met "Sorteren" in het
tabblad "Algemeen" komen tot het volgende resultaat.
Printresultaat (wanneer het aantal kopieën "2" is)
Printgegevens
SorterenSorteren
Laad verschillende soorten papier van hetzelfde formaat in de
cassettes 1, 2 en 3, en wijs cassette 1 aan als de "Hoofdkopie"
en de cassettes 2 en 3 als de carbon-cassettes.
☞Printen met Carbonafdruk
Inhoud
1
2
3
4
5
11
6
12
7
8
9
10
1
2
3
4
5
11
6
12
7
8
9
10
De kopieën worden gerangschikt.De kopieën worden per pagina
gesorteerd.
27
2
GEAVANCEERD AFDRUKKEN (WINDOWS)
Printen met Carbonafdruk
Klik op het tabblad [Speciale modus].
1
(1)
Selecteer [Carbonafdruk] en klik op de knop
2
3
(2)
(3)
[Instellingen].
Selecteer de instellingen voor de carbonafdruk.
Selecteer de lade voor de "Hoofdkopie" en vervolgens
de lade voor de carbonafdruk (of -afdrukken) onder
"Carbonafdruk".
Inhoud
28
Loading...
+ 64 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.