Sharp AR-505 User Manual [nl]

MODEL
AR-505
DIGITAAL KOPIEERAPPARAAT
GEBRUIKSAANWIJZING
Bladzijde
ALVORENS TE
KOPIËREN 1-1
KOPIËREN 2-1
SPECIALE FUNCTIES 3-1
VERBRUIKSMATERIALEN
IN GEVAL VAN
STORINGEN 5-1
ALGEMENE
INFORMATIE 6-1
LOS VERKRIJGBARE
ACCESSOIRES 7-1
HANDLEIDING 8-1
4-1
Waarschuwing:
Dit is een product van de A-klasse. In een huiselijke omgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken. In dit geval moet de gebruiker eventueel overeenkomstige maatregelen treffen.
Bij de modellen voor sommige landen zijn de posities van de netschakelaar (POWER) aangegeven met “I” en “ ” in plaats van “ON” en “OFF”. Het “ ” symbool bij de netschakelaar betekent dat het kopieerapparaat standby staat en niet volledig van het lichtnet is losgekoppeld. Indien de netschakelaar van deze opschriften is voorzien, dient u “I” voor “ON” en “ ” voor “OFF” te lezen.
LET OP: Trek de stekker uit het stopcontact om het kopieerapparaat volledig van het lichtnet los te koppelen.
Het CE-kenteken etiket is op een apparaat bevestigd voor het geval dat de bovenstaand beschreven richtlijn op het produkt van toepassing is. (Deze zin is niet van toepassing in landen waar de bovenstaande richtlijnen niet vereist worden.)
Let op!
Het stopcontact moet zich dicht bij het kopieerapparaat bevinden en gemakkelijk bereikbaar zijn.
CINSH1909FC51
INHOUDSOPGAVE
Blz.
INLEIDING ........................ 2
GEBRUIK VAN DEZE
GEBRUIKSAANWIJZING .............. 2
HOOFDSTUK 1 ALV ORENS TE KOPIËREN
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN ....... 1-2
VOORZORGSMAATREGELEN ........ 1-3
IN- EN UITSCHAKELEN ............. 1-5
Energiebesparingsfuncties ............ 1-6
INFORMATIEFUNCTIE .............. 1-7
GEBRUIK VAN DE INTERACTIEVE
DISPLAY......................... 1-8
Hoe de interactieve display te gebruiken .. 1-8
Kiezen van functie .................. 1-8
Iconen van de instelbare functies ....... 1-9
OMHOOG/OMLAAG-UITVOER ....... 1-10
HOOFDSTUK 2 KOPIËREN
ACCOUNTREGELING ............... 2-2
GEBRUIK VAN DE RSPF............. 2-3
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT .... 2-8
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM.... 2-11
SPECIAAL PAPIER (handinvoer) ...... 2-14
AFSTELLEN VAN DE BELICHTING .... 2-16
SORTEREN/GROEPEREN .......... 2-17
WERKPROGRAMMA’S ............. 2-18
ONDERBREKEN VAN EEN
KOPIEEROPDRACHT .............. 2-20
HOOFDSTUK 3 SPECIALE FUNCTIES
X-Y ZOOM ....................... 3-2
KANTLIJNVERSCHUIVING ........... 3-4
WISSEN ......................... 3-6
BOEKKOPIE ...................... 3-8
MULTISHOT ..................... 3-10
OMSLAGEN ..................... 3-13
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN .... 3-15
INBINDKOPIE .................... 3-17
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES...... 3-20
Centreren ....................... 3-20
Kopieherhaling.................... 3-22
Zwart-wit omkeer .................. 3-25
Inbinden veranderen ............... 3-27
TEKSTSTEMPEL ................. 3-30
Datum.......................... 3-30
Stempel kiezen ................... 3-33
Watermerk ...................... 3-36
Paginanummer ................... 3-39
CONTROLEREN
KOPIEERINSTELLINGEN ........... 3-42
TANDEMKOPIE .................. 3-43
HOOFDSTUK 4 VERBRUIKSMATERIALEN
KOPIEERPAPIER .................. 4-2
Type en formaat kopieerpapier ......... 4-2
Kopieerpapier bijvullen ............... 4-2
TONER BIJVULLEN ................ 4-5
AFVALTONER WEGGOOIEN ......... 4-7
OPSLAG VAN VERBRUIKSMATERIALEN 4-8
HOOFDSTUK 5 IN GEVAL VAN STORINGEN
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN .. 5-2
ONDERHOUD VEREIST ............ 5-13
OPHEFFEN VAN STORINGEN ....... 5-14
HOOFDSTUK 6 ALGEMENE INFORMATIE
NAAM EN FUNCTIE VAN DE
ONDERDELEN .................... 6-2
Buitenzijde ....................... 6-2
Binnenzijde ....................... 6-3
Bedieningspaneel .................. 6-4
Interactieve display (Basisscherm) ...... 6-5
ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER .. 6-6
CONTRASTREGELING VAN DE
INTERACTIEVE DISPLAY ............ 6-7
TECHNISCHE GEGEVENS ........... 6-8
HOOFDSTUK 7 LOS VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
KOPIEERSYSTEEM ................ 7-2
AFWERKEENHEID (AR-FN3) ......... 7-3
GROTE PAPIERLADE (AR-LC1N) ..... 7-19
ONDERKAST/500-VEL PAPIERLADE
(AR-DE7) ....................... 7-23
HOOFDSTUK 8 KEY-OPERATOR HANDLEIDING
KEY-OPERATOR-CODENUMMER ..... 8-2
Registreren van het key-operator-
codenummer ...................... 8-2
KEY-OPERATOR-PROGRAMMA’S ..... 8-4
Gebruik van de key-operator-
programma’s ...................... 8-7
INFORMEER KEY-OPERATOR ....... 8-32
KEY-OPERATOR-CODENUMMER:
FABRIEKSINSTELLING ............. 8-33
Blz.
HOOFDSTUK1
HOOFDSTUK2 HOOFDSTUK3
HOOFDSTUK4
HOOFDSTUK5 HOOFDSTUK6 HOOFDSTUK7 HOOFDSTUK8
1
INLEIDING
Het AR-505 kopieerapparaat is een digitaal beeldbewerkingskopieerapparaat dat een hoge productiviteit en vele handige gebruiksmogelijkheden, waaronder intelligente beeldbewerkingsfuncties, biedt. De vele handige gebruiksmogelijkheden en functies omvatten onder andere de origineelinvoer, verschillende speciale functies, zoals boekkopie, kantlijnverschuiving, wissen, X-Y zoom en zwart-wit omkeer; twee fotokopieerfuncties en een ingebouwde accountteller. Wanneer dit kopieerapparaat is aangesloten op een ander kopieerapparaat van hetzelfde model met behulp van een SCSI-kabel (AR-CA1), kan het kopiëren worden uitgevoerd door de twee kopieerapparaten tezamen, waardoor de kopieersnelheid bij het maken van meervoudige kopieën tweemaal zo hoog zal zijn in vergelijking met het kopiëren met één kopieerapparaat. Wanneer een origineelinvoer wordt gebruikt in samenwerking met het digitale verwerkingssysteem van het kopieerapparaat, kunnen meervoudige setjes kopieën worden gesorteerd zonder de hulp van een sorteereenheid. Dit kopieerapparaat kan worden uitgerust met een los verkrijgbare grote papierlade die 3000 vellen kopieerpapier kan bevatten. Deze kopieerapparaten kunnen tevens worden uitgerust met een los verkrijgbare afwerkeenheid voor het maken van kant-en-klare setjes kopieën om uit te delen. Dit kopieerapparaat werd tevens ontworpen met het oog op gebruiksvriendelijkheid. Het gemakkelijk te begrijpen bedieningspaneel voorzien van een interactieve display, en de INFORMATIE functie begeleiden de gebruiker bij de meeste bedieningen. Om echter alle gebruiksmogelijkheden van dit kopieerapparaat optimaal te kunnen benutten, wordt de gebruiker aanbevolen eerst deze gebruiksaanwijzing te lezen om vertrouwd te raken met alle gebruiksmogelijkheden van dit kopieerapparaat.
OPMERKINGEN:
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft alleen de gebruiksmogelijkheden in de kopieerapparaat-modus. Voor een beschrijving van de gebruiksmogelijkheden in de los verkrijgbare printer-modus, raadpleegt u de betreffende afzonderlijke gebruiksaanwijzing.
GEBRUIK VAN DEZE GEBRUIKSAANWIJZING
Deze gebruiksaanwijzing is bestemd als een handleiding bij de bediening van dit kopieerapparaat door zowel algemene gebruikers als hoofdbedieningspersonen (key-operators).
Voor algemene g ebruikers
Het verdient aanbeveling eerst de hoofdstukken ALVORENS TE KOPIËREN, KOPIËREN en SPECIALE FUNCTIES door te lezen om vertrouwd te raken met de verschillende gebruiksmogelijkheden en functies van uw kopieerapparaat. Vervolgens kunt u deze gebruiksaanwijzing al naar gelang noodzakelijk raadplegen om in detail vertrouwd te raken met de gebruiksmogelijkheden die u regelmatig gebruikt.
Voor key-operators
Lees a.u.b. de gebruiksaanwijzing volledig door zodat u in detail vertrouwd raakt met alle gebruiksmogelijkheden en functies van uw kopieerapparaat. Informatie van belang voor de key-operator wordt in deze gebruiksaanwijzing aangegeven met “★ KEY-OPERATOR”. Lees deze opmerkingen a.u.b. zorgvuldig door alsmede de hoofdstukken VERBRUIKSMATERIALEN, IN GEVAL VAN STORINGEN, ALGEMENE INFORMATIE en LOS VERKRIJGBARE ACCESSOIRES, zodat een probleemloos en efficiënt gebruik van het kopieerapparaat wordt verkregen. Het hoofdstuk KEY-OPERATOR HANDLEIDING is speciaal voor u geschreven. Dit hoofdstuk bevat de programma’s en de programma-informatie die u in staat stellen de functies optimaal in te stellen overeenkomstig de specifieke omstandigheden in uw bedrijf.
2
HOOFDSTUK 1
ALVORENS TE KOPIËREN
Dit hoofdstuk beschrijft de basisbediening van dit kopieerapparaat.
Blz.
●●
●●
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN ...................... 1-2
●●
●●
VOORZORGSMAATREGELEN........................ 1-3
●●
●●
IN- EN UITSCHAKELEN ............................ 1-5
Energiebesparingsfuncties ........................... 1-6
●●
●●
INFORMATIEFUNCTIE.............................. 1-7
●●
●●
GEBRUIK VAN DE INTERACTIEVE DISPLAY ............. 1-8
Hoe de interactiev e display te gebruiken.................. 1-8
Kiezen van functie ................................. 1-8
Iconen van de instelbare functies ....................... 1-9
●●
●●
OMHOOG/OMLAAG-UITVOER....................... 1-10
HOOFDSTUK1
1-1
HOOFDSTUK
1
ALVORENS TE KOPIËREN Installatievoorschriften
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
Voor een veilig en juist gebruik van het kopieerapparaat dienen de volgende punten in acht genomen te worden alvorens het kopieerapparaat voor het eerst te installeren en later te verplaatsen.
1. Het kopieerapparaat dient in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact geplaatst te worden voor gemakkelijke aansluiting.
2. Verzekert u ervan dat het netsnoer uitsluitend aangesloten wordt op een stopcontact dat voldoet aan de vereisten betreffende de voorgeschreven stroomspanning en stroomsterkte. Verzekert u er tevens van dat het stopcontact goed geaard is.
Voor de stroomvoorzieningsvereisten van dit kopieerapparaat raadpleegt u het identificatieplaatje op de linker zijkant, langs de achterrand van het kopieerapparaat.
3. Installeer het kopieerapparaat niet op plaatsen die:
nat of vochtig zijn,
blootgesteld zijn aan direct zonlicht,
buitengewoon stoffig zijn,
slecht geventileerd zijn,
blootgesteld zijn aan extreme schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid (bijvoorbeeld in de buurt van een airconditioner of verwarming).
4. Aangezien een harde schijf in het kopieerapparaat is ingebouwd dient u ervoor te zorgen dat het kopieerapparaat op een stevige en horizontale plaats wordt geïnstalleerd. Kies een plaats waar het kopieerapparaat niet aan trillingen wordt blootgesteld.
5. Verzekert u ervan dat de vereiste vrije ruimte rondom het kopieerapparaat wordt vrijgelaten voor onderhoudswerkzaamheden en een goede ventilatie.
60 cm
30 cm
30 cm
60 cm
1-2
VOORZORGSMAATREGELEN
Fuseereenheid
Fotogeleidende drum
1. Raak de fotogeleidende drum niet aan. Krassen en vegen op de drum resulteren in vieze kopieën.
HOOFDSTUK1
2. De fuseereenheid is buitengewoon heet. Wees voorzichtig op deze plaats.
3. Aangezien een harde schijf in het kopieerapparaat is ingebouwd dient u erop te letten de hoofdschakelaar in de uit-stand te zettcn wanneer u het kopieerapparaat verplaatst. Zorg ervoor dat u het kopieerapparaat niet blootstelt aan trillingen of schokken.
4. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbron. Hierdoor kunnen uw ogen beschadigd worden.
5. De los verkrijgbare onderkast/500-vel papierlade is uitgerust met vier vergrendelvoetjes. Wanneer u het kopieerapparaat met de los verkrijgbare onderkast/ 500-vel papierlade verplaatst, vergeet u niet de vergrendelvoetjes omhoog te draaien alvorens het kopieerapparaat te verplaatsen. Na het verplaatsen van het kopieerapparaat draait u de vier vergrendelvoetjes omlaag totdat deze de grond raken en vergrendelt u de twee rolvoetjes aan de voorkant om het kopieerapparaat op zijn plaats vast te zetten.
ALVORENS TE KOPIËREN Voorzorgsmaatregelen
Rolvoetje
Ontgrendelen
6. Wanneer het kopiëren wordt onderbroken (bijvoorbeeld doordat de onderbrekingsfunctie wordt gebruikt, kopieerpapier of toner is opgeraakt, een papierstoring is opgetreden, enz.), zal dit kopieerapparaat de beeldgegevens van de originelen die voor de onderbreking werden gelezen opslaan. Wanneer het kopiëren van geheime documenten wordt onderbroken door een van de bovenstaande redenen, zorgt u ervoor het kopiëren voort te zetten door op de START-toets ( ) te drukken, of de beeldgegevens te wissen door op de TERUGSTEL-toets (CA) te drukken nadat het onderbrekend kopiëren klaar is of de storing is opgeheven, omdat de opgeslagen gegevens door andere personen kunnen worden afgedrukt.
Veiligheidsoverwegingen bij de laser
Golflengte 785 nm
Aantal pulsen (2,6 µs ±2,6 ns)/7 mm Uitgangsvermogen 0,24 mW - 0,60 mW
Tijdens het productieproces van dit apparaat is het uitgangsvermogen van de scanner afgesteld op 0,6 mW plus 8%. Dit wordt constant gehouden door de automatische vermogensregeling (APC).
Voorzichtig
Dit apparaat bevat een laagvermogende laser. Om de veiligheid te waarborgen mag u nooit een van de afdekplaten verwijderen of toegang proberen te krijgen tot het inwendige van dit apparaat. Laat al het onderhoud en reparatie over aan vakbekwaam personeel.
Vergrendelen Ontgrendelen
Vergrendelen
Vergrendelvoetje
+10 nm
-15 nm
1-3
VOORZORGSMAATREGELEN
HOOFDSTUK
CLASS 1 LASER PRODUCT
1
ALVORENS TE KOPIËREN Voorzorgsmaatregelen
LASER KLASSE 1
LUOKAN 1 LASERLAITE
KLASS 1 LASERAPPARAT
Voor Nederland:
KLASSE 1 LASERAPPARAAT
CAUTION
INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN AND INTERLOCKS DEFEATED. AVOID EXPOSURE TO BEAM.
VORSICHT
UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG WENN ABDECKUNG GEÖFFNET UND SICHERHEITSVERRIEGELUNG ÜBERBRÜCKT. NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN.
ADVARSEL
USYNLIG LASERSTRÅLNING VED ÅBNING, NÅR SIKKERHEDSBRYDERE ER UDE AF FUNKTION. UNDGÅ UDSAETTELSE FOR STRÅLNING.
LAITTEEN KÄYTTÄMINEN MUULLA KUIN TÄSSÄ KÄYTTÖOHJEESSA MAINITULLA TAVALLA SAATTAA ALTISTAA KÄYTTÄJÄN TURVALLISUUSLUOKAN 1 YLITTÄVÄLLE NÄKYMÄTTÖMÄLLE LASERSÄTEILYLLE.
OM APPARATEN ANVÄNDS PÅ ANNAT SÄTT ÄN I DENNA BRUKSANVISNING SPECIFICERATS, KAN ANVÄNDAREN UTSÄTTAS FÖR OSYNLIG LASERSTRÅLNING, SOM ÖVERSKRIDER GRÄNSEN FÖR LASERKLASS 1.
VAROITUS!
VARNING
VOORZICHTIG
ONZICHTBARE STRALING INDIEN GEOPEND EN INDIEN TUSSENTIJDSE SCHAKELINGEN OVERBRUGD. VOORKOM BLOOTSTELLING AAN DE LASERSTRAAL.
Laserstrahl
INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN AND INTERLOCKS DEFEATED. AVOID EXPOSURE TO BEAM.
CAUTION VORSICHT AD VARSEL AD VERSEL V ARNING VARO!
UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG WENN ABDECKUNG GEÖFFNET UND SICHERHEITSVERRIEGELUNG ÜBERERÜCKT. NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN.
USYNLIG LASERSTRÅLING VED ÅBNING, NÅR SIKKERHEDSAFBRYDERE ER UDE AF FUNKTION. UNDGÅ UDSAETTELSE FOR STRÅLNING.
USYNLIG LASERSTRÅLING NÅR DEKSEL ÅPNES OG SIKKERHEDSLÅS BRYTES. UNNGÅ EKSPONERING FOR STRÅLEN.
OSYNLIG LASERSTRÅLNING NÄR DENNA DEL ÄR ÖPPNAD OCH SPÄRRAR ÄR URKOPPLADE. STRÅLEN ÄR FARLIG. BETRAKTA EJ STRÅLEN.
AVATTAESSA JA SUOJALUKITUS OHITETTAESSA OLET ALTTIINA NÄKYMÄTÖNTÄ LASERSÄTEILYLLE. ÄLÄ KATSO SÄTEESEEN.
CLASS 1
LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
1-4
IN- EN UITSCHAKELEN
De hoofdschakelaar bevindt zich aan de linker zijkant van het kopieerapparaat. Nadat de hoofdschakelaar in de aan-stand is gezet,
Inschakelen
Uitschakelen
wordt de mededeling “HET KOPIEERAPPARAAT WARMT OP. WACHTEN A.U.B.” op de mededelingendisplay afgebeeld. Het opwarmen duurt
korter dan 150 seconden. Nadat het opwarmen voltooid is, zal “GEBRUIKSKLAAR.” op het mededelingendisplay worden afgebeeld en zal de START-indicator ( ) oplichten om aan te geven dat kopiëren mogelijk is. Wanneer de accountregeling van het kopieerapparaat in gebruik is, zal de mededeling “VOER UW ACCOUNTNUMMER IN. -----” op de mededelingendisplay worden afgebeeld. Nadat een geldig accountnummer is ingevoerd, zal kopiëren mogelijk zijn.
HOOFDSTUK1
ALVORENS TE KOPIËREN In- en uitschakelen
1-5
IN- EN UITSCHAKELEN
HOOFDSTUK
1
ALVORENS TE KOPIËREN In- en uitschakelen
Energiebesparingsfuncties
Het kopieerapparaat heeft twee energiebesparingsfuncties waarmee u het totale energieverbruik kunt terugdringen om zodoende de operationele kosten te verlagen, verspilling van natuurlijke grondstoffen te voorkomen en de milieuverontreiniging te verminderen. De twee energiebesparingsfuncties zijn de voorverwarmingsfunctie en de automatische uitschakelfunctie.
★★
KEY-OPERATOR
★★
De tijdsduren waarna de energiebesparingsfuncties in werking treden zijn in de fabriek ingesteld op 15 minuten voor de voorverwarmingsfunctie en 90 minuten voor de automatische uitschakelfunctie. Deze tijdsduren kunnen worden veranderd zoals beschreven in het hoofdstuk key­operator handleiding. Het wordt aanbevolen dat u deze tijdsduren instelt in overeenstemming met het daadwerkelijke gebruik van het kopieerapparaat.
Automatische uitschakelfunctie
Wanneer de automatische uitschakelfunctie is ingeschakeld, zal het kopieerapparaat automatisch de stroomvoorziening onderbreken zodra een ingestelde tijdsduur is verstreken zonder dat het kopieerapparaat werd bediend nadat de laatste kopie van een kopieeropdracht is gemaakt of nadat de stroom voor het eerst werd ingeschakeld. De hoofdschakelaar zal automatisch in de uit-stand worden gezet. Om de stroom weer in te schakelen, zet u de hoofdschakelaar eenvoudigweg weer in de aan-stand.
De ENERGY STAR® richtlijnen zijn alleen toegepast op de producten in Europa. De producten die voldoen aan de ENERGY
®
STAR
richtlijnen zijn voorzien van het bovenstaand afgebeelde Energy Star logo. De producten waarop dit logo niet staat, voldoen mogelijkerwijs niet aan de
ENERGY STAR
®
richtlijnen.
★★
KEY-OPERATOR Zie bladzijde 8-24 voor het instellen van de tijdsduur
★★
waarna de automatische uitschakelfunctie in werking treedt. Zie bladzijde 8-30 voor het in- of uitschakelen van de automatische uitschakelfunctie.
Voorverwarmingsfunctie
Het kopieerapparaat zal de voorverwarmingsfunctie oproepen nadat de ingestelde tijdsduur is verstreken zonder dat het kopieerapparaat werd bediend nadat de laatste kopie van een kopieeropdracht is gemaakt of nadat de stroom werd ingeschakeld. Nadat het kopieerapparaat de voorverwarmingsfunctie heeft ingesteld, zal de mededeling “VOORVERWARMINGSFUNCTIE. PLAATS ORIGINELEN.” op de mededelingendisplay worden afgebeeld. In deze toestand wordt de fuseereenheid in het kopieerapparaat op een lagere temperatuur gehouden en zodoende energie bespaard. De voorverwarmingstemperatuur is echter voldoende hoog om het kopieerapparaat bedrijfsklaar te maken of om met het kopiëren te beginnen ongeveer 60 seconden nadat op een willekeurige toets is gedrukt. Om vanuit de voorverwarmingsfunctie te kunnen kopiëren, gebruikt u de normale bedieningsprocedure voor het maken van de gewenste kopieerinstellingen en drukt u op de START-toets ( ).
★★
KEY-OPERATOR Zie bladzijde 8-25 voor informatie betreffende het
★★
instellen van de voorverwarmingsfunctie.
1-6
INFORMATIEFUNCTIE
1
4
g
/m
2
VERLATEN
MAKEN VAN DUBBELZIJDIGE KOPIEËN (DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE)
INFORMATIE
SORTEREN VAN KOPIEËN IN SETS OF NIETEN VAN AFGEWERKTE SETS (UITVOER)
GEBRUIKEN VAN DE ORIGINEELINVOER (ORIGINEELINVOER)
VERKLEINING/VERGROTING/ZOOM (KOPIEERFACTOR)
OPSLAAN VAN VEELVULDIG GEBRUIKTE KOPIEERINSTELLINGEN (WERKPROGRAMMA)
1/5
VERLATEN
INFORMATIE
KIES INFORMATIE.
KOPIEER­APPARAAT
TONER BIJVUL­INSTRUCTIES
De informatiefunctie voorziet u van een snel naslagwerk met instructies voor het gebruik van de verschillende gebruiksmogelijkheden en functies van dit kopieerapparaat. De informatiefunctie kan opgeroepen worden terwijl het kopieerapparaat in de ruststand (stand-bystand) staat.
Druk op de INFORMATIE-toets ( ) terwijl het kopieerapparaat in de ruststand staat.
1
Het scherm met de informatiegroepen zal worden afgebeeld.
HOOFDSTUK1
ALVORENS TE KOPIËREN Informatiefunctie
Druk op de “KOPIEERAPPARAAT” toets om het eerste scherm met informatie-onderwerpen van het
2
kopieerapparaat af te beelden.
Wanneer de toner nog niet op is, wordt dit scherm niet afgebeeld. Ga verder met bedieningsstap 3.
Kies een onderwerp waarover u informatie wilt hebben door op de toets van het betreffende informatie-
3
onderwerp te drukken.
Wanneer het onderwerp waarover u informatie wilt hebben niet op de interactieve display wordt afgebeeld, drukt u op de scrolltoets ( ) op de interactieve display totdat het onderwerp wordt afgebeeld.
Nadat op een informatie-onderwerptoets is gedrukt, zal een beschrijving van dat onderwerp worden afgebeeld. Druk op de scrolltoets ( ) op de interactieve display om verdere informatie af te beelden totdat alle informatie over dat onderwerp is afgebeeld.
Om terug te keren naar het scherm met de informatie­onderwerpen, drukt u op de “INDEX” toets.
Om de INFORMATIEfunctie te verlaten, drukt u op de “VERLATEN” toets op de interactieve display.
1-7
HOOFDSTUK
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO 8/ 11
1
2
1.
A4
2.
A3
OPSLAAN/OPHEFFEN
OPROEPEN
WISSEN
RANDWISSEN MIDDENWISSEN
RANDWISSEN + MIDDENWISSEN
STOPPEN
10
OK OK
(0~20) mm
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
GEBRUIK VAN DE INTERACTIEVE DISPLAY
1
ALVORENS TE KOPIËREN Gebruik van de interactieve display
Hoe de interactieve display te gebruiken
U kunt een functie die op de interactieve display wordt afgebeeld instellen of uitschakelen door met een vinger op de bijbehorende toets te drukken (d.w.z. de toets aan te raken). Nadat u op een bepaalde toets gedrukt hebt, kan dit bevestigd worden door een pieptoon (en het oplichten van de toets op de interactieve display).
★★
KEY OPERATOR Om de pieptoon te kunnen horen, moeten de toetstonen
★★
zijn ingeschakeld met behulp van een key-operator-programma. Zie bladzijde 8-30.
Wanneer een toets grijs wordt afgebeeld, is deze toets uitgeschakeld. Nadat u op een dergelijke toets gedrukt hebt, hoort u twee korte pieptonen.
Kiezen van functie
1-8
Om de gekozen instellingen voor een functie te registreren, drukt u op de “OK” toets op het instelscherm. De oplichtende instellingen zullen als een gekozen functie worden geregistreerd.
Bepaalde speciale functies kunnen worden gekozen door op de betreffende toets op het SPECIALE FUNCTIES-scherm (blz. 3-4) of op het BEELDBEWERKING-menuscherm (blz. 3-21) te drukken om de toets te doen oplichten. Om deze functies te annuleren, drukt u nogmaals op de betreffende toets, waarna de toets niet meer zal oplichten. Deze functies zijn: boekkopie, centreren, hifi, zwart-wit omkeer en inbinden veranderen.
GEBRUIK VAN DE INTERACTIEVE DISPLAY
GEBRUIKSKLAAR.
1.
A4
2.
A3
GEBRUIKSKLAAR.
WISSEN
RANDWISSEN MIDDENWISSEN
RANDWISSEN + MIDDENWISSEN
STOPPEN
10
OK OK
(0~20) mm
Iconen van de instelbare functies
De iconen van de gekozen speciale functies worden op het basisscherm afgebeeld. Het instelscherm van een gekozen speciale functie kan gemakkelijk worden opgeroepen door op de icoon van de speciale functie te drukken. (De hieronder afgebeelde functies waarbij *1 staat aangegeven hebben geen instelscherm dat kan worden opgeroepen.) Wanneer meerdere speciale functies zijn gekozen, zullen maximaal zes iconen op het basisscherm worden afgebeeld.
De iconen van de instelbare functies staan hieronder aangegeven. De inhoud van de iconen waarbij *2 staat aangegeven, zal veranderen afhankelijk van gemaakte instellingen in de betreffende functie.
HOOFDSTUK1
ALVORENS TE KOPIËREN Gebruik van de interactieve display
*2Kantlijnverschuiving (blz. 3-4)
2
Wissen (blz. 3-6)
*
1
Boekkopie (blz. 3-8)
*
2
Multishot (blz. 3-10)
*
2
Omslagen (blz. 3-13)
*
2
Transparant-insteekvellen (blz. 3-15)
*
2
*
Kopieherhaling (blz. 3-22)
1
Zwart-wit omkeer (blz. 3-25)
*
1
Inbinden veranderen (blz. 3-27)
*
Datum (blz. 3-30)
Stempel kiezen (blz. 3-33)
Watermerk (blz. 3-36)
Inbindkopie (blz. 3-17)
1
Centreren (blz. 3-20)
*
Paginanummer (blz. 3-39)
1
Tandemkopie (blz. 3-43)
*
1-9
HOOFDSTUK
1
ALVORENS TE KOPIËREN Omhoog/omlaag-uitvoer
OMHOOG/OMLAAG-UITVOER
Dit kopieerapparaat zal de gemaakte kopieën met de bedrukte kant omhoog of omlaag uitvoeren, afhankelijk van de functies en de papiersoort die wordt gebruikt.
Wanneer normaal kopiëren wordt uitgevoerd in de sorterenfunctie of de groeperenfunctie op gewoon papier, zullen de kopieën met de bedrukte kant omlaag worden uitgevoerd. In de onderstaande gevallen zullen de kopieën met de bedrukte kant omhoog worden uitgevoerd.
Speciaal papier wordt door middel van de handinvoer ingevoerd.
De OMSLAGEN-functie of de TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN­functie wordt gebruikt. Wanneer deze functies worden gebruikt, moeten de omslagen of de transparanten door middel van de handinvoer worden ingevoerd.
Het kopiëren wordt vanaf de glasplaat uitgevoerd in de NET-SRT.­functie (zowel SORTEREN als GROEP. zijn niet gekozen).
Wanneer een los verkrijgbare afwerkeenheid (AR-FN3) is aangebracht, zijn de regels voor de omhoog/omlaag-uitvoer anders dan zonder afwerkeenheid.
Als de staffellade is gekozen, zullen de kopieën altijd met de bedrukte kant omlaag worden uitgevoerd. De omhoog/omlaag-uitvoer wordt door het kopieerapparaat geregeld zodanig dat de kopieën altijd met de bedrukte kant omlaag worden uitgevoerd, ongeacht welke functies en papiersoort worden gebruikt.
Als de bovenlade is gekozen, zal de omhoog/omlaag-uitvoer hetzelfde worden geregeld als bij een kopieerapparaat zonder de los verkrijgbare afwerkeenheid.
Zorg ervoor dat u de verlenging van de uitvoerlade uittrekt wanneer u B4-formaat of A3-formaat kopieerpapier gebruikt.
1-10
HOOFDSTUK 2
KOPIËREN
Dit hoofdstuk beschrijft de basiskopieerfuncties, zoals normaal kopiëren, verkleining/vergroting en belichtingsinstellingen.
Blz.
●●
●●
ACCOUNTREGELING .............................. 2-2
●●
●●
GEBRUIK VAN DE RSPF ............................ 2-3
●●
●●
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT ................... 2-8
●●
●●
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM ................... 2-11
●●
●●
SPECIAAL PAPIER (handinvoer) ..................... 2-14
●●
●●
AFSTELLEN VAN DE BELICHTING ................... 2-16
●●
●●
SORTEREN/GROEPEREN.......................... 2-17
●●
●●
WERKPROGRAMMA’S ............................ 2-18
●●
●●
ONDERBREKEN VAN EEN KOPIEEROPDRACHT ........ 2-20
HOOFDSTUK2
2-1
ACCOUNTREGELING
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
C
P
ACC.#-C
In het geval de accountregeling van het kopieerapparaat in gebruik is, zal het kopieerapparaat pas functioneren nadat een toegewezen 5­cijferige accountnummer is ingevoerd.
★★
KEY-OPERATOR Zie bladzijde 8-9 voor het instellen van de
★★
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Accountregeling
accountregeling.
De eerste mededeling die op het mededelingendisplay wordt afgebeeld is:
VOER UW ACCOUNTNUMMER IN. -----
Voer uw accountnummer in met behulp van de cijfertoetsen.
Bij het invoeren van ieder cijfer van het accountnummer verandert een streepje op de mededelingendisplay in een sterretje.
Na het invoeren van het accountnummer zal de volgende mededeling worden afgebeeld.
ACCOUNTGEGEVENS:GEMAAKT AANTAL: 000.000 RESTEREND AANTAL: 000.000
“RESTEREND AANTAL” zal alleen worden afgebeeld wanneer een accountlimiet is ingesteld met behulp van een key-operator­programma.
★★
KEY-OPERATOR Zie bladzijde 8-14 voor het instellen van een
★★
accountlimiet.
Deze mededeling zal gedurende een paar seconden op de mededelingendisplay worden afgebeeld en vervolgens veranderen in de volgende mededeling.
GEBRUIKSKLAAR.
Wanneer een kopieeropdracht wordt uitgevoerd, zal de volgende mededeling worden afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR. DRUK OP [ACC.#-C] ALS U KLAAR BENT.
In de onderbrekingsfunctie (zie bladzijde 2-20), zal in plaats van bovenstaande mededeling de volgende mededeling op de mededelingendisplay worden afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR. DRUK OP [ONDERBREKEN] ALS U KLAAR BENT.
OPMERKING:
Wanneer een niet-toegewezen nummer wordt ingevoerd, zal de mededeling “VOER UW ACCOUNTNUMMER IN. -----” op de mededelingendisplay worden afgebeeld, aangevende dat het ingevoerde accountnummer niet is geaccepteerd.
Wanneer het key-operator-programma voor het beveiligen van de accountnummers in gebruik is: Wanneer driemaal achter elkaar een niet-toegewezen accountnummer wordt ingevoerd, kan gedurende één minuut geen ander accountnummer meer worden ingevoerd en zal de volgende mededeling op de mededelingendisplay worden afgebeeld.
2-2
VRAAG UW KEY-OPERATOR OM HULP A.U.B.
★★
KEY-OPERATOR Zie bladzijde 8-15 voor het beveiligen van een
★★
accountnummer.
GEBRUIK VAN DE RSPF
De RSPF (zelf-omkerende eenmalig-doorvoerende origineelinvoer) kan meervoudige originelen verwerken.
Alvorens de originelen in de origineellade van de origineelinvoer te plaatsen, zorgt u ervoor dat alle nietjes en paperclips uit de originelen verwijderd zijn.
Beschadigde of gekreukelde originelen, of originelen die zijn gevouwen, kunnen vastlopen in de RSPF of een onjuiste origineelformaatvaststelling tot gevolg hebben. Het wordt aanbevolen dergelijke originelen eerst vanaf de glasplaat te kopiëren en de kopieën vervolgens als originelen te gebruiken.
Wanneer u originelen invoert die voorzien zijn van dicht op elkaar geplaatste inbindgaatjes langs een zijkant, plaatst u de originelen zodanig dat de inbindgaatjes zich langs de rechterkant of langs de origineelgeleiders bevinden.
Speciale originelen, zoals transparanten of overtrekpapier, mogen niet vanaf de RSPF ingevoerd worden, maar dienen op de glasplaat geplaatst te worden.
Dubbelzijdige kopieën kunnen niet gemaakt worden wanneer een niet-standaard papierformaat gebruikt wordt.
Wanneer de plaatsingsrichting van de originelen en het kopieerpapier niet overeenkomen terwijl zowel de originelen als het kopieerpapier van standaard formaten zijn en de automatische papierformaat-keuzefunctie of de automatische kopieerfactor-keuzefunctie in gebruik is, zal het beeld van de originelen automatisch worden gedraaid overeenkomstig de plaatsingsrichting van het kopieerpapier. Wanneer u echter het beeld vergroot kopieert op kopieerpapier groter dan A4­formaat en wanneer u dezelfde beeldgrootte (100%) kopieert op kopieerpapier groter dan B4-formaat, zal het beeld niet worden gedraaid.
Beeldverlies (max. 5 mm) kan optreden langs de voor­en achterrand van de kopieën. Tevens kan beeldverlies (max. 5 mm totaal) optreden langs de andere randen van de kopieën.
De RSPF kan maximaal 50 originelen van A4-formaat verwerken.
Enkelzijdig naar dubbelzijdig kopiëren, dubbelzijdig naar enkelzijdig kopiëren en dubbelzijdig naar dubbelzijdig kopiëren kan nu worden uitgevoerd.
De originelen moeten met de te kopiëren kant naar boven gericht in de origineellade van de origineelinvoer worden geplaatst.
Originelen van een verschillend formaat maar van dezelfde breedte kunnen in de origineellade van de origineelinvoer geplaatst worden en zullen automatisch op de respectievelijke papierformaten gekopieerd worden. De automatische kopieerfactor-keuzefunctie zal in dit geval niet werken.
Wanneer u grote originelen gebruikt, zoals B4-formaat en A3-formaat, klapt u de verlenging van de origineellade uit.
Ononderbroken-invoerfunctie
Wanneer de ononderbroken-invoerfunctie is ingeschakeld met behulp van een key-operator­programma, zal de mededeling “NIEUW GEPLAATSTE
ORIGINELEN WORDEN AUTOMATISCH AANGEVOERD EN GEKOPIEERD.” gedurende ongeveer 5 seconden
worden afgebeeld nadat het invoeren van alle originelen is voltooid. Terwijl deze mededeling wordt afgebeeld zullen enige nieuwe in de origineellade van de origineelinvoer geplaatste originelen automatisch ingevoerd en gekopieerd worden.
★★
KEY-OPERATOR Zie bladzijde 8-19 voor informatie
★★
over het instellen van de ononderbroken-invoerfunctie.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Gebruik van de RSPF
OPMERKING:
Bij het kopiëren vanaf de RSPF en het kopiëren vanaf de glasplaat is de positie van het beeld op de kopieën verschillend met betrekking tot de plaats van de voorrand. In bepaalde gevallen kan de gewenste kopie niet worden gemaakt met de normale plaatsingsrichting van de originelen. De positie van het beeld kan worden veranderd door het origineel te draaien. Wanneer echter de optionele sorteren/nietenfunctie wordt gebruikt, is het mogelijk dat de nietpositie niet juist is.
1. Verschillende posities van de kopiebeelden
Kopiëren van dezelfde beeldgrootte op een groter papierformaat wordt uitgevoerd.
2. Verschillende delen van de kopiebeelden
Het beeld wordt vergroot gekopieerd op kopieerpapier van hetzelfde formaat als het origineel en een deel van het beeld valt buiten de kopie.
Voorbeeld: Op hetzelfde formaat kopiëren van een A4-
Origineel
formaat origineel op A3-formaat papier.
Boven
Onder Boven
Onder
Kopiëren vanaf de glasplaat
Kopiëren vanaf de RSPF
Kopie
Voorbeeld: Vergroot kopiëren op kopieerpapier van
hetzelfde formaat als het origineel.
Kopie
Origineel
Boven
Onder
Boven
Onder
Kopiëren vanaf de glasplaat
Kopiëren vanaf de RSPF
2-3
2-3
GEBRUIK VAN DE RSPF
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
C
P
ACC.#-C
C
CA
Enkelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Gebruik van de RSPF
GEBRUIKSKLAAR. (ORIGINEELINVOERFUNCTIE)
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
Maximumhoogte-lijn
ORIGINEEL
1.
A4
2.
A3
A4
AUTO
106~200g/m
100%
KOPIEERFACTOR
A4
Stel de origineelgeleiders in op de breedte van de originelen en plaats de originelen met de te kopiëren
1
kant naar boven gericht in de origineellade van de origineelinvoer.
Het origineelformaat zal afgebeeld worden op de interactieve display en de papierlade met het overeenkomstige papierformaat zal automatisch worden gekozen.
Zorg ervoor enige op de glasplaat achtergebleven originelen te verwijderen alvorens de originelen in de origineellade van de origineelinvoer te plaatsen. Wanneer een origineel echter op de glasplaat is geplaatst, zal het kopiëren vanaf de RSPF beginnen zodra op de START ( ) toets is gedrukt.
Wanneer het benodigde papierformaat niet in een van de papierladen is bijgevuld, zal de volgende mededeling op de mededelingendisplay worden afgebeeld.
VUL FORMAAT KOPIEERPAPIER BIJ.
Wanneer kopieerpapier van het vereiste formaat niet in een van de papierladen is bijgevuld, gebruikt u de handinvoer en drukt u op de “PAPIERFORMAAT” toets op de interactieve display om de handinvoer te kiezen.
Om op een ander papierformaat te kopiëren, drukt u op de
2
2
“PAPIERFORMAAT” toets om uw keuze te maken.
Controleer dat de enkelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie is gekozen op de interactieve display.
Wanneer geen icoon wordt afgebeeld op de plaats aangegeven in de afbeelding ( ), is de enkelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie gekozen.
Wanneer de enkelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie niet is gekozen, drukt u op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE­toets op het bedieningspaneel en drukt u vervolgens op de enkelzijdig-naar-enkelzijdig-toets ( ) op de interactieve display. Druk op de “OK” toets om terug te keren naar het basisscherm.
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
3
Het aantal zal in de kopie-aantal-aanduiding op de interactieve display worden afgebeeld.
Druk op de WIS-toets (C) om een verkeerd ingevoerd aantal te wissen.
Wanneer u meerdere kopieën maakt, zullen de kopieën gesorteerd worden uitgevoerd. Om de kopieën in de GROEPERENfunctie te laten uitvoeren, drukt u op de UITVOER-toets op het bedieningspaneel en vervolgens op de “GROEPEREN” toets op de interactieve display. Zie bladzijde 2-17.
Druk op de START-toets ( ).
4
Om een kopieeropdracht definitief te stoppen, drukt u op de TERUGSTEL-toets (CA). Het kopiëren zal stoppen en de RSPF zal alle ingevoerde originelen uitvoeren. Tevens zal het aantal kopieën in de kopie-aantal-aanduiding op 0 worden teruggesteld.
2-4
GEBRUIK VAN DE RSPF
DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE
UITVOER
SPECIALE FUNCTIES
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
P
ACC.#-C
CA
GEBRUIKSKLAAR. (
ORIGINEELINVOERFUNCTIE
)
DUBBELZ. KOPIEREN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. (
ORIGINEELINVOERFUNCTIE
)
DUBBELZ. KOPIEREN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
Maximumhoogte­lijn
Dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen
Stel de origineelgeleiders in op de breedte van de originelen en plaats de originelen met de te kopiëren
1
kant naar boven gericht in de origineellade van de origineelinvoer.
Druk op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-toets.
2
Druk op de toets op de interactieve display.
3
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Gebruik van de RSPF
Druk op de “OK” toets.
4
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
5
Druk op de START-toets ( ).
6
Om een kopieeropdracht definitief te stoppen tijdens het
dubbelzijdig kopiëren, drukt u op de TERUGSTEL-toets (CA).
2-5
GEBRUIK VAN DE RSPF
DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE
UITVOER
SPECIALE FUNCTIES
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
P
ACC.#-C
CA
GEBRUIKSKLAAR. (
ORIGINEELINVOERFUNCTIE
)
DUBBELZ. KOPIEREN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
GEBRUIKSKLAAR. (
ORIGINEELINVOERFUNCTIE
)
DUBBELZ. KOPIEREN
Maximumhoogte­lijn
Dubbelzijdige kopieën van dubbelzijdige originelen
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Gebruik van de RSPF
Stel de origineelgeleiders in op de breedte van de originelen en plaats de originelen met de te kopiëren
1
kant naar boven gericht in de origineellade van de origineelinvoer.
Druk op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-toets.
2
Druk op de toets op de interactieve display.
3
2-6
Druk op de “OK” toets.
4
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
5
Druk op de START-toets ( ).
6
Om een kopieeropdracht definitief te stoppen tijdens het
dubbelzijdig kopiëren, drukt u op de TERUGSTEL-toets (CA).
GEBRUIK VAN DE RSPF
DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE
UITVOER
SPECIALE FUNCTIES
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
P
ACC.#-C
CA
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. (
ORIGINEELINVOERFUNCTIE
)
DUBBELZ. KOPIEREN
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. (
ORIGINEELINVOERFUNCTIE
)
DUBBELZ. KOPIEREN
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
Maximumhoogte­lijn
Enkelzijdige kopieën van dubbelzijdige originelen
Stel de origineelgeleiders in op de breedte van de originelen en plaats de originelen met de te kopiëren
1
kant naar boven gericht in de origineellade van de origineelinvoer.
Druk op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-toets.
2
Druk op de toets op de interactieve display.
3
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Gebruik van de RSPF
Druk op de “OK” toets.
4
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
5
Druk op de START-toets ( ).
6
Om een kopieeropdracht definitief te stoppen, drukt u op de TERUGSTEL-toets (CA). Het kopiëren zal stoppen en de RSPF zal alle ingevoerde originelen uitvoeren. Tevens zal het aantal kopieën in de kopie-aantal-aanduiding op 0 worden teruggesteld.
2-7
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT
Gebruik de glasplaat voor het kopiëren van enkelvoudige originelen, ingebonden originelen en andere originelen die niet in de RSPF kunnen worden geplaatst.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Kopiëren vanaf de glasplaat
Alleen enkelzijdig naar enkelzijdig kopiëren en enkelzijdig naar dubbelzijdig kopiëren kunnen worden gekozen wanneer u vanaf de glasplaat kopieert.
Dubbelzijdige kopieën kunnen niet gemaakt worden wanneer een niet-standaard papierformaat gebruikt wordt.
Dubbelzijdig naar dubbelzijdig kopiëren en dubbelzijdig naar enkelzijdig kopiëren kunnen niet worden gekozen wanneer u vanaf de glasplaat kopieert. Deze bedieningen kunnen echter worden uitgevoerd door eenvoudigweg de originelen handmatig om te draaien.
Wanneer de plaatsingsrichting van de originelen en het kopieerpapier niet overeenkomen terwijl zowel de originelen als het kopieerpapier van standaard formaten zijn en de automatische papierformaat­keuzefunctie of de automatische kopieerfactor­keuzefunctie in gebruik is, zal het beeld van de originelen automatisch worden gedraaid overeenkomstig de plaatsingsrichting van het kopieerpapier. Wanneer u echter het beeld vergroot kopieert op kopieerpapier groter dan A4-formaat en wanneer u dezelfde beeldgrootte (100%) kopieert op kopieerpapier groter dan B4-formaat, zal het beeld niet worden gedraaid.
Beeldverlies (max. 5 mm) kan optreden langs de voor- en achterrand van de kopieën. Tevens kan beeldverlies (max. 5 mm totaal) optreden langs de andere randen van de kopieën.
Enkelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen
Origineelformaat­vaststellingseenheid
Middenmarkering
GEBRUIKSKLAAR.
1.
A4
2.
A3
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
AUTO
A4
2-8
ORIGINEEL
A4
1
8/ 11R
2
106~200g/m
KOPIEERFACTOR
2
100%
Open de origineelinvoer en plaats een origineel met de te kopiëren kant naar beneden gericht op de glasplaat
1
en gebruik daarbij de middenmarkering om het origineel op de juiste plaats te leggen.
Wanneer u meervoudige originelen kopieert, kopieert u deze van het eerste origineel tot het laatste origineel. Wanneer u echter op speciaal papier kopieert dat u vanaf de handinvoer invoert, kopieert u van het laatste origineel tot het eerste origineel omdat de kopieën met de bedrukte kant omhoog zullen worden uitgevoerd.
Wanneer het kopieerapparaat in de sorterenfunctie of groeperenfunctie staat, zullen de kopieën met de bedrukte kant omlaag worden uitgevoerd, behalve wanneer u speciaal papier invoert vanaf de handinvoer. Wanneer het kopieerapparaat niet in de sorterenfunctie of groeperenfunctie, zullen de kopieën met
de bedrukte kant omhoog worden uitgevoerd. OPMERKING: Plaats geen voorwerpen onder de origineelformaat­vaststellingseenheid omdat deze hierdoor kan worden beschadigd.
Sluit de origineelinvoer.
2
Het origineelformaat zal afgebeeld worden op de interactieve
display en de papierlade met het overeenkomstige papierformaat
zal automatisch worden gekozen.
Controleer dat de enkelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie is gekozen op de interactieve display.
3
Wanneer geen icoon wordt afgebeeld op de plaats aangegeven
in de afbeelding ( ), is de enkelzijdig naar enkelzijdig
kopieerfunctie gekozen.
Wanneer de enkelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie niet is
gekozen, drukt u op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-
toets op het bedieningspaneel en drukt u vervolgens op de
enkelzijdig-naar-enkelzijdig-toets ( ) op de interactieve
display. Druk op de “OK” toets om terug te keren naar het
basisscherm.
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT
C
CA
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
AUTO
A4
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
C
P
ACC.#-C
3
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
4
Het aantal zal in de kopie-aantal-aanduiding op de interactieve display worden afgebeeld.
Een enkele kopie kan worden gemaakt in de standaardinstelling, d.w.z. wanneer in de kopie-aantal-aanduiding 0 wordt afgebeeld.
Druk op de WIS-toets (C) om een verkeerd ingevoerd aantal te wissen.
Wanneer u meerdere kopieën maakt, zullen de kopieën niet gesorteerd worden uitgevoerd in de standaardinstelling. Om de kopieën in de sorterenfunctie te laten uitvoeren, drukt u op de UITVOER-toets op het bedieningspaneel en vervolgens op de SORTEREN-toets op de interactieve display. Zie bladzijde 2-17.
Druk op de START-toets ( ).
5
6
Wanneer het kopieerapparaat niet in de sorterenfunctie staat (de SORTEREN-icoon wordt niet op de interactieve display afgebeeld), zal het kopiëren beginnen, en zal het aantal op de kopie-aantal-display met 1 oplopen iedere keer als een kopie is gemaakt. Om dezelfde kopieerbediening te herhalen met een ander origineel, vervangt u eenvoudigweg het gekopieerde origineel door een ander origineel en drukt u op de START-toets ( ).
Wanneer het kopieerapparaat in de sorterenfunctie staat, zal het origineel worden gescand nadat op de START-toets ( ) is gedrukt, maar het kopiëren zal nog niet beginnen. Ga verder met bedieningsstap 6.
Om een kopieeropdracht definitief te stoppen, drukt u op de TERUGSTEL-toets (CA). Het kopiëren zal stoppen en het aantal kopieën in de kopie-aantal-aanduiding zal op 0 worden teruggesteld.
Verwijder het eerste origineel en vervang dit door het volgende origineel nadat de START-indicator ( ) oplicht en druk vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal beginnen nadat op de “LEZEN KLAAR” toets is gedrukt.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Kopiëren vanaf de glasplaat
Origineelformaat­vaststellingseenheid
Middenmarkering
Dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen
Plaats het eerste origineel op de glasplaat en gebruik daarbij de middenmarkering om het origineel op de
1
juiste plaats te leggen.
OPMERKING:
Plaats geen voorwerpen onder de origineelformaat­vaststellingseenheid omdat deze hierdoor kan worden beschadigd.
Sluit de origineelinvoer.
2
Het origineelformaat zal afgebeeld worden op de interactieve display en de papierlade met het overeenkomstige kopieerpapier zal automatisch worden gekozen.
2-9
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
P
ACC.#-C
CA
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
AUTO
A4
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. DUBBELZ. KOPIEREN
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
GEBRUIKSKLAAR. DUBBELZ. KOPIEREN
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE
UITVOER
SPECIALE FUNCTIES
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Kopiëren vanaf de glasplaat
Druk op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-toets.
3
Druk op de toets op de interactieve display.
4
Druk op de “OK” toets.
5
2-10
3
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
6
Het aantal zal in de kopie-aantal-aanduiding op de interactieve
display worden afgebeeld.
Druk op de WIS-toets (C) om een verkeerd ingevoerd aantal te
wissen.
Druk op de START-toets ( ).
7 8
9
Het origineel zal worden gescand iedere keer nadat op de
START-toets ( ) is gedrukt, maar het kopiëren zal nog niet
beginnen.
Verwijder het eerste origineel en vervang dit door het volgende origineel nadat de START-indicator ( ) oplicht en druk vervolgens op de START-toets ( ).
Herhaal bedieningsstap 8 totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal beginnen nadat op de “LEZEN KLAAR” toets is
gedrukt.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60
vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Om een kopieeropdracht definitief te stoppen, drukt u op de
TERUGSTEL-toets (CA).
VERKLEINEN/VERGR OTEN/ZOOM
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO 8/ 11
1
2
1.
A4
2.
A3
AUTO IMAGE
IERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
A3
A4
A3
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
P
ACC.#-C
CA
Verkleinings- en vergrotingsfactoren kunnen automatisch met de “AUTO IMAGE” toets gekozen worden of handmatig met de verkleiningstoets, vergrotingstoets of “ZOOM” toetsen op de interactieve display. De zoomfunctie biedt een uiterst nauwkeurige instelling van de kopieerfactor van 25% tot 400% in stapjes van 1%.
★★
KEY-OPERATOR Maximaal vier extra vaste-kopieerfactoren kunnen
★★
worden toegevoegd: twee voor verkleinen en twee voor vergroten. Zie bladzijde 8-17.
Automatisch kiezen
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
Het origineelformaat zal automatisch worden vastgesteld en
vervolgens op de interactieve display worden afgebeeld.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Verkleinen/Vergroten/Zoom
Druk op de “PAPIERFORMAAT” toets op de interactieve display en kies de papierlade met het gewenste
2
papierformaat.
Druk op de “AUTO IMAGE” toets op de interactieve display.
3
De optimale verkleinings- of vergrotingsfactor voor het gekozen papierformaat zal automatisch worden ingesteld en op de interactieve display worden afgebeeld.
Wanneer de plaatsingsrichting van de originelen en het kopieerpapier niet overeenkomen terwijl zowel de originelen als het kopieerpapier van standaard formaten zijn en de automatische papierformaat-keuzefunctie of de automatische kopieerfactor­keuzefunctie in gebruik is, zal het beeld van de originelen automatisch worden gedraaid overeenkomstig de plaatsingsrichting van het kopieerpapier. Wanneer u echter het beeld vergroot kopieert op kopieerpapier groter dan A4-formaat en wanneer u dezelfde beeldgrootte (100%) kopieert op kopieerpapier groter dan B4-formaat, zal het beeld niet worden gedraaid.
OPMERKING:
Dit zal niet mogelijk zijn wanneer het origineel of kopieerpapier van een niet-standaard formaat zijn.
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
4
Druk op de START-toets ( ).
5
Om de automatisch verkleinenfunctie of vergrotenfunctie te annuleren, drukt u nogmaals op de “AUTO IMAGE” toets.
2-11
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
100%
ZOOM
%
100
MENU 1 2
100%
AUTO
A4
50% 25% 98% 60%
200% 400% 101%
800% 110%
OK
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
1.
A4
2.
A3
106~200g/m
2
AUTO
100%
ZOOM
%
141
MENU 1 2
100%
AUTO
A3
86%
A4 B5 A3 B4
81%
B5 A5 B4 A4
70%
A4 A5 A3 A4
115%
B5 A4 B4 A3
122%
A5 B5 A4 B4
141%
A5 A4 A4 A3
OK
GEBRUIKSKLAAR.
X-Y ZOOM
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
AUTO IMAGE
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
X-Y ZOOM
100%
ZOOM
%
100
MENU 1 2
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO IMAGE
AUTO
A4
86%
A4 B5 A3 B4
81%
B5 A5 B4 A4
70%
A4 A5 A3 A4
115%
B5 A4 B4 A3
122%
A5 B5 A4 B4
141%
A5 A4 A4 A3
OK
Handmatig kiezen
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Verkleinen/Vergroten/Zoom
MENU 1
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
Druk op de “KOPIEERFACTOR” toets op de interactieve display.
2
Druk op de stellen voor het kiezen van de kopieerfactor.
3
MENU 1 2
toets om menu 1 of menu 2 in te
MENU 2
X-Y ZOOM
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
2-12
AUTO IMAGE
MENU 1 A. De vaste-verkleiningsfactoren zijn: 86%, 81% en 70%. B. De vaste-vergrotingsfactoren zijn: 115%, 122% en 141%.
MENU 2
A. De vaste-verkleiningsfactoren zijn: 50% en 25%.
B. De vaste-vergrotingsfactoren zijn: 200% en 400%.
Druk op de verkleiningstoets, vergrotingstoets of “ZOOM” toetsen op de interactieve display om de
4
gewenste kopieerfactor in te stellen. De zoomfactoren zijn: iedere kopieerfactor tussen 25% en 400% kan worden ingesteld in stapjes van 1%.
Druk op een verkleiningstoets of een vergrotingstoets om de gewenste kopieerfactor bij benadering in te stellen en druk vervolgens op de zoomtoets om de kopieerfactor te verlagen of op de zoomtoets om de kopieerfactor te verhogen.
Om de horizontale en verticale kopieerfactoren afzonderlijk in te stellen, gebruikt u X-Y ZOOM. Zie bladzijde 3-2.
Om de kopieerfactor op 100% terug te stellen, drukt u op de “100%” toets op de interactieve display.
De mededeling “HET KOPIEBEELD IS GROTER DAN HET KOPIEERPAPIER.” kan worden afgebeeld, aangevende dat de
gekozen kopieerfactor te hoog is voor het gekozen papierformaat. Wanneer u echter toch op de START-toets ( ) drukt, zal een kopie worden gemaakt.
Het beeld van het origineel kan worden gedraaid overeenkomstig de plaatsingsrichting van het kopieerpapier wanneer zowel de originelen als het kopieerpapier van standaard formaten zijn.
Druk op de “OK” toets.
5
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
141%
KOPIEERFACTOR
1.
A4
2.
A3
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
C
P
ACC.#-C
C
CA
Druk op de “PAPIERFORMAAT” toets op de interactieve display en kies de papierlade met het gewenste
6
papierformaat.
Wanneer het PAPIERFORMAAT staat ingesteld op AUTO, zal het toepasselijke formaat kopieerpapier automatisch worden gekozen, afhankelijk van het origineelformaat en de gekozen kopieerfactor.
Wanneer een papierlade niet op het gewenste papierformaat is ingesteld, gebruikt u de handinvoer en drukt u op de “PAPIERFORMAAT” toets op de interactieve display om de handinvoer te kiezen.
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
7
Druk op de START-toets ( ).
8
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Verkleinen/Vergroten/Zoom
2-13
SPECIAAL PAPIER (handinvoer)
De handinvoer wordt gebruikt voor het kopiëren op transparanten, zelfklevende etiketten, overtrekpapier en andere speciale papiersoorten. Maximaal 50 vellen standaard kopieerpapier kunnen in de handinvoer worden geplaatst.
HOOFDSTUK2
Automatisch dubbelzijdig kopiëren zal niet werken wanneer een niet-standaard formaat kopieerpapier wordt gebruikt. Als een dubbelzijdige kopieerfunctie is gekozen en een niet-standaard formaat kopieerpapier wordt ingevoerd vanaf de handinvoer, zal automatisch de overeenkomende enkelzijdige kopieerfunctie
KOPIËREN Speciaal papier (handinvoer)
worden gekozen nadat op de START-toets ( ) is gedrukt.
OPMERKING:
Dit kopieerapparaat voert de kopieën normaal gesproken met de bedrukte kant omlaag uit. Wanneer u echter op speciaal papier (inclusief transparanten) kopieert dat u vanaf de handinvoer invoert, zullen de kopieën met de bedrukte kant omhoog worden uitgevoerd. Wanneer u meervoudige originelen vanaf de glasplaat kopieert op speciaal papier, kopieert u deze van het laatste origineel tot het eerste origineel. Bovendien, wanneer een los verkrijgbare afwerkeenheid (AR-FN3) is aangebracht en
uitvoer op de bovenste lade is gekozen, kopieert u van het laatste origineel tot het eerste origineel en drukt u op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display. Het kopiëren begint nadat op de “LEZEN KLAAR” toets is gedrukt. In de standaardinstelling wordt papier dat vanaf de handinvoer wordt ingevoerd altijd als speciaal papier beschouwd, en is automatische papierkeuze bij invoer vanaf de handinvoer uitgeschakeld.
★★
KEY-OPERATOR Als het instellen van de papiersoort
★★
in de handinvoer is ingeschakeld, kan de soort kopieerpapier worden ingesteld op de interactieve display nadat op de “PAPIERFORMAAT” toets is gedrukt. Gewoon papier dat in de handinvoer is geplaatst kan als gewoon papier worden beschouwd en de kopieën kunnen vervolgens met de bedrukte kant omlaag worden uitgevoerd. Zie blz. 8-22. Als automatische papierkeuze bij invoer vanaf de handinvoer is ingeschakeld, zal papier dat in de handinvoer is geplaatst één van de keuzemogelijkheden van de automatische papierkeuze zijn die aan de andere papierladen worden toegevoegd. Zie blz. 8-29. Deze functie is alleen beschikbaar als het instellen van de papiersoort in de handinvoer is ingeschakeld.
2-14
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
Open de handinvoer.
2
Stel de papiergeleiders van de handinvoer in op de breedte van het kopieerpapier.
3
Zorg ervoor dat u de handinvoer uittrekt wanneer u A4R­formaat, B4-formaat of A3-formaat kopieerpapier invoert. Wanneer u A3-formaat kopieerpapier invoert, trekt u de metalen steun uit.
Steek het kopieerpapier helemaal in de handinvoer.
4
Zelfklevende etiketten, overtrekpapier en andere speciale papiersoorten, behalve SHARP aanbevolen transparanten, moeten vel-voor-vel worden ingevoerd. Meerdere vellen SHARP aanbevolen transparanten kunnen tegelijkertijd in de handinvoer worden geplaatst.
Maximaal 50 vellen standaard kopieerpapier van A6-formaat tot en met A3-formaat kunnen in de handinvoer worden geplaatst.
Voor automatisch dubbelzijdig kopiëren op A5-formaat kopieerpapier stelt u de papiergeleiders van de handinvoer in langs de langste zijkant van het kopieerpapier.
A6-formaat kopieerpapier moet met de kortste zijkant in de gleuf van de handinvoer worden gestoken en moet vel-voor-vel worden ingevoerd.
Wanneer u kopieerpapier wilt toevoegen, verwijdert u eerst het resterende kopieerpapier, vervolgens combineert u dit met het toe te voegen kopieerpapier en tenslotte herplaatst u dit als één stapel in de handinvoer.
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO 8/ 11
1
2
1.2.A4
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
P
ACC.#-C
CA
A3
A4R
SPECIAAL PAPIER (handinvoer)
Druk op de “PAPIERFORMAAT” toets op de interactieve display en kies de handinvoer.
5
Als het kiezen van de papiersoort is ingeschakeld, kiest u “60~105g/m2” of “106~200g/m2”.
GEBRUIKSKLAAR.
1.2.A4
A3
A4R
SOORT PAPIER
60~105 g/m 106~200 g/m
2
2
HOOFDSTUK2
1 2
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
Als “60~105g/m2” is gekozen en zwaarder papier wordt gebruikt, zal een papierstoring optreden.
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
6
Druk op de START-toets ( ).
100%
KOPIEERFACTOR
7
Dubbelzijdig kopiëren met behulp van de handinvoer
Dubbelzijdige kopieën kunnen handmatig gemaakt worden met behulp van de handinvoer in het geval u zwaar papier gebruikt dat buiten het toelaatbare gewichtsbereik valt.
Plaats het eerste origineel met de te kopiëren kant naar beneden gericht op de glasplaat en maak een kopie.
1
Bij het kopiëren van de eerste kant van de kopie kan kopieerpapier uit iedere papierinvoerbron gebruikt worden.
KOPIËREN Speciaal papier (handinvoer)
1 2
3 4
1 2
Vervang het eerste origineel door het tweede origineel en sluit de origineelinvoer.
2
Zorg ervoor dat het eerste en het tweede origineel in dezelfde richting op de glasplaat worden geplaatst.
Het eerste en het tweede origineel kunnen in de origineellade van de origineelinvoer worden geplaatst. Zij moeten echter afzonderlijk worden geplaatst en ingevoerd.
Draai de eerste kopie om, van de voorkant op de achterkant, zonder de bovenrand/onderrand oriëntatie
3
te veranderen en plaats deze vervolgens in de handinvoer.
Zorg ervoor dat u de kopieën vel-voor-vel invoert.
Druk op de “PAPIERFORMAAT” toets op de interactieve display en kies de handinvoer.
4
Als het kiezen van de papiersoort is ingeschakeld, kiest u “60~105g/m2” of “106~200g/m2”.
Druk op de START-toets ( ).
5
2-15
AFSTELLEN VAN DE BELICHTING
AUTO
BELICHTING
AUTO
BELICHTING PAPIER
AUT
BELICHTING
TEKST/FOTO
PAPIE
AU
1.
2.
AUTO
TEKST TEKST/FOTO FOTO
BELICHTING PAPIERFO
AUTO
A
1.
A4
2.
A3
Dit kopieerapparaat heeft vier belichtingsfuncties waaruit u kunt kiezen: AUTOMATISCH, TEKST, TEKST/FOTO en FOTO.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Afstellen van de belichting
Automatisch
Dit is de aanvankelijke standaardinstelling van dit kopieerapparaat. In deze functie worden de karakteristieken van het origineel door het belichtingssysteem “afgelezen” en worden afstellingen in de belichting automatisch gemaakt. Hierdoor wordt het contrast van de gekopieerde beelden geoptimaliseerd doordat het effect van gekleurde en gearceerde achtergronden wordt verminderd.
Tekst, tekst/foto en foto
TEKST-belichtingsfunctie:
Deze belichtingsfunctie is handig voor het donkerder maken van zeer lichte delen van een origineel, of het lichter maken van zeer donkere achtergronden van een origineel.
TEKST/FOTO-belichtingsfunctie:
Deze belichtingsfunctie biedt het beste resultaat bij het kopiëren van originelen waarop zowel tekst als foto’s staan. Deze belichtingsfunctie is tevens handig voor het kopiëren van afgedrukte foto’s.
FOTO-belichtingsfunctie:
Deze belichtingsfunctie biedt het beste resultaat bij het kopiëren van foto’s met fijne details.
2-16
Druk op de “BELICHTING” toets op de interactieve display.
1
Druk op de “TEKST” toets, “TEKST/FOTO” toets of “FOTO” toets, afhankelijk van het origineel.
2
Druk op de toets of de toets om de belichting al naar gelang gewenst af te stellen.
3
SORTEREN/GROEPEREN
Wanneer de SORTEREN-icoon ( ) op de interactieve display wordt afgebeeld, zullen de kopieën in setjes worden gesorteerd en vervolgens in de uitvoerlade worden uitgevoerd. Wanneer de GROEPEREN-icoon ( ) op de interactieve display wordt afgebeeld, zullen de kopieën per origineel worden gegroepeerd.
Wanneer de RSPF wordt gebruikt voor het kopiëren, zullen de kopieën in de standaardinstelling worden gesorteerd. Om in de groeperenfunctie te kopiëren, drukt u op de UITVOER-toets op het bedieningspaneel en vervolgens op de GROEPEREN-toets op de interactieve display. Wanneer de groeperenfunctie is gekozen, zal de GROEPEREN-icoon ( ) op de interactieve display worden afgebeeld.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt voor het kopiëren, staat het kopieerapparaat niet in de sorterenfunctie, noch in de groeperenfunctie. De kopieën zullen met de bedrukte kant omhoog worden uitgevoerd, iedere keer als op de START-toets ( ) wordt gedrukt. Om in de sorterenfunctie of in de groeperenfunctie te kopiëren, drukt u op de UITVOER-toets en kiest u vervolgens de SORTEREN-functie of de GROEP.-functie op de interactieve display. De kopieën zullen met de bedrukte kant omlaag worden uitgevoerd.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Sorteren/Groeperen
1 2 3
3
2
1
3
2
1
1 2 3
1
2
3
1 1 1
2 2 2
3 3
3
SORTEREN
De kopieën zullen setje-voor-setje in de uitvoerlade worden uitgevoerd.
GROEPEREN
Alle kopieën van hetzelfde origineel zullen gegroepeerd in de uitvoerlade worden uitgevoerd.
2-17
WERKPROGRAMMA’S
8
9
0
C
OPSLAAN/OPHEFFEN
OPROEPEN
OPSLAAN/OPHEFFEN
WERKPROGRAMMA
DRUK OP HET WERKPROGRAMMANUMMER.
VERLATEN
OPROEPEN
MAAK DE KOPIEERINSTELLINGEN EN DRUK OP [OK].
OK
CANCEL
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
1.
A4
2.
A3
106~200g/m
2
Veelvuldig gebruikte kopieerinstellingen kunnen als een werkprogramma in ieder van de negen geheugenplaatsen worden opgeslagen. Dit is handig voor het snel oproepen van een set kopieerinstellingen zonder dat tijdverlies optreedt als gevolg van het opnieuw maken van dezelfde kopieerinstellingen voor een kopieeropdracht.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Werkprogramma’s
Alle functies die in de kopieerapparaat-modus kunnen worden ingesteld, behalve het aantal te maken kopieën, kunnen in een werkprogramma worden opgeslagen.
Wanneer een functie die in een werkprogramma is opgeslagen wordt veranderd met behulp van een key-operator-programma, zal de voorgaande instelling van de functie vervangen worden door de instelling die in het key-operator-programma is gemaakt.
★★
KEY-OPERATOR Het opslaan/opheffen van een werkprogramma
★★
kan worden uitgeschakeld. Zie bladzijde 8-28.
Opslaan van een werkprogramma
Druk op de PROGRAMMA-toets (P).
1
Het WERKPROGRAMMA-scherm zal op de interactieve display worden afgebeeld.
P
Druk op de “OPSLAAN/OPHEFFEN” toets op de interactieve display.
2
Om de WERKPROGRAMMA-functie te annuleren, drukt u op de “VERLATEN” toets of op de TERUGSTEL-toets (CA).
Kies een vrij werkprogrammanummer van 1 tot en met 9 op de interactieve display.
3
De witte nummers op een zwarte achtergrond zijn de werkprogrammanummers die in gebruik zijn.
Wanneer een reeds bezet werkprogrammanummer wordt
ingevoerd, zal ter bevestiging van uw keuze een mededeling worden afgebeeld. Om het bestaande werkprogramma te vervangen door het nieuwe werkprogramma drukt u op de “OPHEFFEN” toets en gaat u verder met de volgende bedieningsstap. Om het vervangen te stoppen, drukt u op de “UITSCHAKELEN”
toets.
Maak alle kopieerinstellingen die u wilt opslaan.
4
2-18
Druk op de “OK” toets om de kopieerinstellingen op te slaan.
5
WERKPROGRAMMA’S
WERKPROGRAMMA
OPROEPEN
DRUK OP HET WERKPROGRAMMANUMMER.
VERLATEN
OPSLAAN/OPHEFFEN
JOB PROGRAMS
EEN WERKPROGRAMMA IS REEDS OPGESLAGEN. EEN ANDER WERKPROGRAMMA OPSLAAN?
UITSCHAKELEN OPHEFFEN OPSLAAN
DRUK OP HET WERKPROGRAMMANUMMER.
WERKPROGRAMMA
DRUK OP HET WERKPROGRAMMANUMMER.
VERLATEN
OPROEPEN
OPSLAAN/OPHEFFEN
8
9
0
C
Opheffen van een vastgelegd werkprogramma
OPROEPEN
OPSLAAN/OPHEFFEN
Voer de bedieningsstappen 1 en 2 van “Opslaan van een werkprogramma” op de voorgaande bladzijde uit. (1.
1
Druk op de PROGRAMMA-toets (P). 2. Druk op de “OPSLAAN/OPHEFFEN” toets.)
Voer het geheugenplaatsnummer in van het op te heffen werkprogramma.
2
Zorg ervoor dat u een geheugenplaatsnummer invoert waaronder een werkprogramma is opgeslagen. Wanneer u een vrij geheugenplaatsnummer invoert, zal de bediening onder “Opslaan van een werkprogramma” worden uitgevoerd.
Druk op de “OPHEFFEN” toets.
3
Het werkprogramma zal worden opgeheven en uit de geheugenplaats worden gewist.
Om het opheffen te stoppen, drukt u op de “UITSCHAKELEN” toets.
Druk op de “VERLATEN” toets om de werkprogrammafunctie te verlaten.
4
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Werkprogramma’s
P
WERKPROGRAMMA
DRUK OP HET WERKPROGRAMMANUMMER.
OPROEPEN
OPSLAAN/OPHEFFEN
VERLATEN
Oproepen van een werkprogramma
Druk op de PROGRAMMA-toets (P).
1
2
Het werkprogrammascherm zal op de interactieve display worden afgebeeld.
De nummers die worden afgebeeld zijn werkpro­grammanummers waaronder een werkprogramma is opgeslagen.
Kies een vastgelegd programmanummer van 1 tot en met 9 op de interactieve display.
Alle in het werkprogramma opgeslagen kopieerinstellingen zullen op de interactieve display worden afgebeeld.
De opgeroepen kopieerinstellingen kunnen voor een bepaalde kopieeropdracht worden veranderd, echter enige aangebrachte veranderingen zullen niet in het werkprogramma in het geheugen worden opgeslagen. Om de nieuwe kopieerinstellingen op te slaan, voert u de procedure onder “Opslaan van een werkprogramma” uit.
2-19
ONDERBREKEN VAN EEN
3
6
CA
C
CA
3
6
CA
KOPIEEROPDRA CHT
De onderbrekingsfunctie kan worden gebruikt voor het tijdelijk stoppen van een lange kopieeropdracht zodat een korte kopieeropdracht tussendoor kan worden gedaan.
HOOFDSTUK2
KOPIËREN Onderbreken van een kopieeropdracht
Tijdens het onderbrekend kopiëren kunnen dubbelzijdig kopiëren en tandem-kopiëren niet worden gekozen.
Druk op de ONDERBREKING-toets ( ).
1
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt voor het kopiëren, zal het kopieerapparaat stoppen nadat het kopiëren van de originelen die in de origineelinvoer zijn ingevoerd is voltooid. De ONDERBREKING-indicator zal knipperen totdat het kopieerapparaat klaar is voor de onderbrekende kopieeropdracht. Daarna zal de ONDERBREKING-indicator oplichten.
Wanneer de accountregeling van dit kopieerapparaat in gebruik is, zal de mededeling voor het invoeren van het accountnummer worden afgebeeld. Voer uw accountnummer in met behulp van de cijfertoetsen. Het aantal kopieën van de onderbrekende kopieeropdracht zal voor rekening van dit accountnummer komen.
Nadat het kopieerapparaat is gestopt, verwijdert u de originelen en plaatst u de originelen van de
2
onderbrekende kopieeropdracht in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
Het maximum aantal originelen van de onderbrekende kopieeropdracht is beperkt.
Enkelzijdige originelen: 20 vellen (10 vellen voor B4-formaat
Dubbelzijdige originelen: 10 vellen (5 vellen voor B4-formaat en
Maak de gewenste beschikbare kopieerinstellingen.
3
en A3-formaat)
A3-formaat)
2-20
Druk op de START-toets ( ).
4
Nadat de onderbrekende kopieeropdracht voltooid is, drukt u nogmaals op de ONDERBREKING-toets ( ) om
5
de onderbrekingsfunctie uit te schakelen en verwijdert u de originelen van de onderbrekende kopieeropdracht.
Het kopieerapparaat zal automatisch de kopieerinstellingen die werden gebruikt voordat voor de eerste keer op de ONDERBREKING-toets ( ) werd gedrukt op de interactieve display instellen.
Herplaats de originelen van de onderbroken kopieeropdracht en druk op de START-toets ( ) om het
6
kopiëren te hervatten.
Als het scannen van de originelen reeds voor de onderbreking klaar was, hoeven de originelen niet te worden teruggeplaatst.
HOOFDSTUK 3
SPECIALE FUNCTIES
Dit hoofdstuk beschrijft de speciale kopieerfuncties, waaronder de verschillende beeldbewerkingsfuncties die mogelijk zijn geworden door digitale beeldbewerkingstechnologie.
●●
●●
X-Y ZOOM ....................................... 3-2
●●
●●
KANTLIJNVERSCHUIVING .......................... 3-4
●●
●●
WISSEN ........................................ 3-6
●●
●●
BOEKKOPIE ..................................... 3-8
●●
●●
MULTISHO T .................................... 3-10
●●
●●
OMSLAGEN .................................... 3-13
●●
●●
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN ................... 3-15
●●
●●
INBINDKOPIE ................................... 3-17
●●
●●
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES..................... 3-20
Centreren....................................... 3-20
Kopieherhaling ................................... 3-22
Zwart-wit omkeer ................................. 3-25
Inbinden veranderen ............................... 3-27
●●
●●
TEKSTSTEMPEL ................................. 3-30
Datum ......................................... 3-30
Stempel kiezen................................... 3-33
Watermerk ...................................... 3-36
Paginanummer ................................... 3-39
●●
●●
CONTROLEREN KOPIEERINSTELLINGEN ............. 3-42
●●
●●
T ANDEMK OPIE .................................. 3-43
HOOFDSTUK3
Blz.
3-1
X-Y ZOOM
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
X-Y ZOOM
10
ZOO
MENU
BELICHTING PAPIERFO
AUTO
81%
B5 A5 B4 A4
70%
A4 A5 A3 A4
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
X-Y ZOOM
X
Y
100%
ZOOM
100
100
% %
OK
70
%
64
%
50
%
141
%
200
%
400
%
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES X-Y zoom
Origineel
vanaf de glasplaat
vanaf de RSPF
Kopio
De X-Y ZOOM-functie stelt u in staat de horizontale en verticale kopieerfactoren afzonderlijk in te stellen. Wanneer deze functie is gekozen, kunnen kopieerfactoren worden ingesteld tussen 25% en 400%.
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
3-2
STOPPEN
Druk op de “KOPIEERFACTOR” toets op de interactieve display.
2
Druk op de “X-Y ZOOM” toets.
3
Het volgende scherm zal op de interactieve display worden
afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR.
X
100
70
%
64
%
50
%
X-Y ZOOM STOPPEN
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
Druk op de verkleiningstoets, vergrotingstoets of “ZOOM” toetsen ( en ) om de kopieerfactor voor
4
de horizontale richting (X) te veranderen.
Druk op een verkleiningstoets of op een vergrotingstoets om de kopieerfactor bij benadering in te stellen en druk vervolgens op de zoomtoets om de kopieerfactor te verlagen of op de zoomtoets om de kopieerfactor te verhogen.
Y
100%
AUTO
A4
100
ZOOM
OK
%
141 200 400
100%
% % %
%
KOPIEERFACTOR
X
Y
100%
ZOOM
% %
50
100
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
X—50% Y—70%
KOPIEERFACTOR
1.
A4
2.
A3
1
2 3
4 5 6
7
8
9
0
P
ACC.#-C
CA
X-Y ZOOM
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
X-Y ZOOM
X
Y
ZOOM
50
100
70
%
64
%
50
%
BELICHTING PAPIERFORMAAT
AUTO
A4
% %
100%
STOPPEN
OK
141
%
200
%
400
%
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
X—50% Y—70%
KOPIEERFACTOR
AUTO IMAGE
A4
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK
[
START].
INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
Druk op de
5
6
De kopieerfactor voor de verticale (Y) richting licht op.
Druk op de verkleiningstoets, vergrotingstoets of “ZOOM” toetsen ( en ) om de kopieerfactor voor de horizontale richting (Y) te veranderen.
Om de kopieerfactor voor de horizontale richting nogmaals te veranderen, drukt u op de
De mededeling “HET KOPIEBEELD IS GROTER DAN HET KOPIEERPAPIER.” kan worden afgebeeld, aangevende dat de
gekozen kopieerfactor te hoog is voor het gekozen papierformaat. Wanneer u echter toch op de START-toets ( ) drukt, zal een kopie worden gemaakt.
Druk op de “OK” toets.
Y
toets.
X
toets.
7
Druk op de “PAPIERFORMAAT” toets op de interactieve display en kies de papierlade met het gewenste
8
papierformaat.
Wanneer de automatische papierformaat-keuzefunctie in gebruik is, zal het toepasselijke formaat kopieerpapier automatisch worden gekozen, afhankelijk van het origineelformaat en de gekozen kopieerfactor.
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES X-Y zoom
9
10
11
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
Druk op de START-toets ( ).
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt, zal het scannen van de originelen en het kopiëren beginnen.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt in de sorterenfunctie, gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt u vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Om de X-Y ZOOM-functie te annuleren, drukt u op de “STOPPEN” toets of drukt u nogmaals op de “X-Y ZOOM” toets, net als in bedieningsstap 3.
3-3
KANTLIJNVERSCHUIVING
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
Origineel
(Standaardinstelling: het beeld wordt naar rechts verschoven.)
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Kantlijnverschuiving
Kopie
Vergrote kantlijn
De KANTLIJNVERSCHUIVING-functie, in de standaardinstelling, verschuift het beeld, zowel op enkelzijdige kopieën als op de voorkant van dubbelzijdige kopieën, automatisch naar rechts. Het beeld wordt naar links verschoven op de achterkant van dubbelzijdige kopieën. De richting van de kantlijnverschuiving kan worden veranderd naar links, rechts, boven of beneden volgens de procedure beschreven in bedieningsstap 4 op de volgende bladzijde.
De standaardinstelling voor de breedte van de kantlijnverschuiving is 10 mm, maar kan veranderd worden van 0 mm tot 20 mm, in stapjes van 1 mm.
Wanneer u originelen kopieert vanaf de RSPF op extra formaat kopieerpapier dat in de handinvoer is geplaatst, zal deze functie niet werken.
★★
KEY-OPERATOR De standaardinstelling voor de kantlijnverschuiving
★★
kan veranderd worden van 0 mm tot 20 mm, in stapjes van 1 mm. Zie bladzijde 8-18.
OPMERKING: De voorkant en de achterkant van de kopie worden op de interactieve display aangeduid met respectievelijk KANT 1 en KANT 2.
De kantlijn wordt hier vergroot.
De kantlijn wordt hier vergroot.
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
INBINDKOPIE
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
OK
BOEKKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
TEKSTSTEMPEL
3-4
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
AUTO
A4
KOPIEERFACTOR
100%
KANTLIJNVERSCHUIVING
KANTLIJNVERSCHUIVING
STOPPEN
KANT 1
10
RECHTS LINKS
BENEDEN BOVEN
(0~20) mm
KANT 1
10
RECHTS LINKS
BENEDEN BOVEN
(0~20) mm
KANT 2
OK OK
CA
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
AUTO
100%
AUTO
A4
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
Druk op de “KANTLIJNVERSCHUIVING” toets op de interactieve display.
3
Het KANTLIJNVERSCHUIVING-instelscherm zal op de interactieve display worden afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR.
OK
KANTLIJNVERSCHUIVING
RECHTS LINKS
BENEDEN BOVEN
Kies de richting van de kantlijnverschuiving.
4
Kies “RECHTS”, “LINKS”, “BENEDEN” of “BOVEN” op de interactieve display. De gekozen richting van de kantlijnverschuiving licht op.
Kies de gewenste breedte van de kantlijnverschuiving met behulp van de toets en toets.
5
STOPPEN
KANT 1 KANT 2
(0~20)
10 10
mm
OK
(0~20) mm
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Kantlijnverschuiving
Druk op de bovenste “OK” toets op de interactieve display.
6
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en druk op de START-toets ( ).
7
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt, zal het scannen van de originelen en het kopiëren beginnen.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt in de sorterenfunctie, gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt
8
u vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Om de KANTLIJNVERSCHUIVING-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de “KANTLIJNVERSCHUIVING” toets en vervolgens op de “STOPPEN” toets.
3-5
WISSEN
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
MULTISHOT
BOEKKOPIE
OK
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
Randwissen
A
Middenwissen
A B
Randwissen en middenwissen
HOOFDSTUK3
A B
SPECIALE FUNCTIES Wissen
A
A B
A B
Dit kopieerapparaat heeft een WISSEN-functie, bestaande uit randwissen en middenwissen.
Randwissen kan worden gebruikt voor het wissen van schaduwranden die op de kopieën kunnen voorkomen wanneer dik papier of een dik boek als origineel wordt gebruikt.
Middenwissen kan worden gebruikt voor het wissen de schaduwrand die wordt veroorzaakt door de rug van ingebonden originelen.
Randwissen en middenwissen kunnen worden gebruikt voor het wissen van schaduwranden langs de buitenrand van de kopieën of voor het wissen van een schaduwrand door het midden van de kopieën.
De standaardinstelling van de te wissen breedte is 10 mm, maar kan veranderd worden van 0 mm tot 20 mm, in stapjes van 1 mm.
★★
KEY-OPERATOR De standaardinstelling van de te wissen breedte bij
★★
randwissen en middenwissen kan veranderd worden. Zie bladzijde 8-18.
3-6
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
3
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
INBINDKOPIE
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
Druk op de “WISSEN” toets op de interactieve display.
Het WISSEN-instelscherm zal op de interactieve display worden afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR.
WISSEN
RANDWISSEN MIDDENWISSEN
RANDWISSEN + MIDDENWISSEN
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
AUTO
A4
STOPPEN
OK
BOEKKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
TEKSTSTEMPEL
100%
KOPIEERFACTOR
OK OK
(0~20)
10
mm
Kies de gewenste wisfunctie.
GEBRUIKSKLAAR.
WISSEN
RANDWISSEN MIDDENWISSEN
RANDWISSEN + MIDDENWISSEN
STOPPEN
1
OK OK
(0~1)
inch
WISSEN
RANDWISSEN MIDDENWISSEN
RANDWISSEN + MIDDENWISSEN
STOPPEN
10
OK OK
(0~20) mm
STOPPEN
1
OK OK
(0~1)
inch
C
CA
AUTO
100%
AUTO
A4
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
4
Kies “RANDWISSEN”, “MIDDENWISSEN” of “RANDWISSEN+MIDDENWISSEN” op de interactieve display. De icon van de gekozen wisfunctie licht op.
Stel indien gewenst de te wissen breedte voor randwissen en/of middenwissen in.
5
De te wissen breedte kan ingesteld worden tussen 0 mm en 20 mm, in stapjes van 1 mm.
WISSEN
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Wissen
Druk op de bovenste “OK” toets op de interactieve display.
6
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en druk op de START-toets ( ).
7
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt, zal het scannen van de originelen en het kopiëren beginnen.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt in de sorterenfunctie, gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt
8
u vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Om de WISSEN-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de “WISSEN” toets en vervolgens op de “STOPPEN” toets.
3-7
HOOFDSTUK3
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
OK
A4
Origineelformaatmarkering
SPECIALE FUNCTIES Boekkopie
BOEKKOPIE
1
Met de BOEKKOPIE-functie kunt u twee afzonderlijke kopieën van een op de glasplaat geplaatste ingebonden origineel maken. Dit is bijzonder handig bij het kopiëren van boeken of andere ingebonden originelen. Deze functie kan gebruikt worden in de enkelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie.
Plaats het ingebonden origineel op de glasplaat met het midden van de twee bladzijden uitgelijnd met de origineelformaatmarkering voor A4 . Sluit de origineelinvoer.
Plaats de bladzijde die het eerst gekopieerd dient te worden aan de rechterkant van de glasplaat.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de “BOEKKOPIE” toets op de interactieve display.
3
De “BOEKKOPIE” toets licht op.
A4-formaat kopieerpapier zal automatisch worden gekozen. Wanneer A4-formaat kopieerpapier niet is bijgevuld, kan het
kopiëren worden uitgevoerd met de huidig gekozen papierlade.
Voor het maken van een inbindkantlijn op de kopie, drukt u op de “KANTLIJNVERSCHUIVING” toets. Zie bladzijde 3-4. De KANTLIJNVERSCHUIVING-functie is alleen van toepassing op de linker bladzijde op de glasplaat wanneer “RECHTS” of “LINKS” op het KANTLIJNVERSCHUIVING-instelscherm is gekozen.
Voor het wissen van schaduwranden als gevolg van het inbinden van het origineel, gebruikt u de WISSEN-functie. Zie bladzijde 3-
6.
De MIDDENWISSEN-functie is niet beschikbaar in de BOEKKOPIE-functie.
3-8
Druk op de “OK” toets.
4
BOEKKOPIE
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
C
P
ACC.#-C
C
CA
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO IMAGE
A4
1.
A4
2.
A3
11 17
ORIGINAL
8/ 11R
1
2
AUTO
100%A4
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
AUTO IMAGE
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
Verzekert u ervan dat de gewenste papierlade is gekozen.
5
HOOFDSTUK3
106~200g/m
2
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
6
Druk op de START-toets ( ).
7
Wanneer de sorterenfunctie werd gekozen voor het sorteren van meervoudige originelen, gaat u verder met de volgende bedieningsstap. In alle andere gevallen zal het kopiëren beginnen.
SPECIALE FUNCTIES Boekkopie
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt
8
u vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 originelen van A4-formaat of maximaal 60 originelen van A3-formaat kunnen worden gescand.
Om de BOEKKOPIE-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de “BOEKKOPIE” toets op het SPECIALE FUNCTIES-scherm.
3-9
HOOFDSTUK3
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO 8/ 11
1
2
1.
A4
2.
A3
DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE
UITVOER
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
SPECIALE FUNCTIES Multishot
MULTISHOT
De MULTISHOT-functie wordt gebruikt om meerdere originelen tezamen in een bepaalde volgorde op een enkele kopie te kopiëren.
De CENTREREN-functie kan niet met deze functie gebruikt worden.
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
Wanneer u de originelen vanaf de glasplaat kopieert, plaatst u de originelen één voor één, beginnende met het eerste origineel.
Druk op de “PAPIERFORMAAT” toets op de interactieve display en kies de papierlade met het gewenste
2
papierformaat.
Druk op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-toets en kies indien gewenst een dubbelzijdige kopieerfunctie.
3
Druk op de “OK” toets om het DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-keuzescherm te sluiten.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
4
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-10
MUL TISHO T
MULTISHOT
LAY-OUT
STOPPEN
OK
OK
SCHEIDI
2-in-l 4-in-l
8-in-l 16-in-l
OK
OK
MULTISHOT
LAY-OUT
STOPPEN
SCHEIDI
2-in-l 4-in-l
8-in-l 16-in-l
OK
OK
LAY-OUT
STOPPEN
SCHEIDINGSLN
OK
AUTO
100%
A3
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
Druk op de “MULTISHOT” toets op de interactieve display.
5
Het MULTISHOT-instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR.
OK
MULTISHOT
2-in-1 4-in-1
8-in-1 16-in-1
STOPPEN
LAY-OUT
OK
SCHEIDINGSLN
Kies het aantal originelen dat op een enkele kopie gekopieerd moet worden.
6
Kies “2-in-1”, “4-in-1”, “8-in-1” of “16-in-1” op de interactieve display.
De kopieerfactor zal automatisch worden uitgerekend.
Het is mogelijk dat delen van de beelden van de originelen niet gekopieerd worden, afhankelijk van het origineelformaat en het papierformaat, en het aantal beelden dat op een enkele kopie gekopieerd moet worden.
Afhankelijk van het aantal originelen en de plaatsingsrichting van de originelen en het kopieerpapier, is het mogelijk dat de beelden worden gedraaid.
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Multishot
Kies de opmaak van de originelen op de kopieën.
7
Kies de volgorde waarin de beelden op de kopieën gekopieerd moeten worden.
Bijvoorbeeld, de volgende keuzen zijn mogelijk voor 4-in-1.
12 34
13 24
2 4
1
3
31 42
Kies een scheidingslijn.
8
Kies de ononderbroken scheidingslijn, de onderbroken scheidingslijn of geen scheidingslijn.
3-11
MUL TISHO T
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
C
P
ACC.#-C
C
CA
OK
OK
LAY-OUT
STOPPEN
SCHEIDINGSLN
AUTO
AUTO IMAGE
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
A3
HOOFDSTUK3
9
10
Druk op de bovenste “OK” toets.
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
SPECIALE FUNCTIES Multishot
11
12
Druk op de START-toets ( ).
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt, zal het kopiëren beginnen nadat alle originelen zijn gescand.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt, gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt u vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Om de MULTISHOT-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de “MULTISHOT” toets en vervolgens op de “STOPPEN” toets.
3-12
OMSLAGEN
DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE
UITVOER
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. (
ORIGINEELINVOERFUNCTIE
)
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
GEBRUIKSKLA (ORIGINEELI
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
De OMSLAGEN-functie wordt gebruikt voor het invoeren van omslagen aan de voorzijde, achterzijde, of zowel de voor- als achterzijde van originelen die uit meerdere pagina’s bestaan.
Kopiëren op vooromslagen is mogelijk, maar alleen op de voorzijde, zelfs in de enkelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie en in de dubbelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie. De achterzijde van het origineel dat als omslag bestemd is, zal niet worden gekopieerd.
Kopiëren op achteromslagen is niet mogelijk, niet op de voorzijde en niet op de achterzijde.
Omslagen dienen vanaf de handinvoer ingevoerd te worden een dienen van hetzelfde formaat te zijn als het kopieerpapier dat voor het kopiëren van de originelen gebruikt wordt.
Wanneer de OMSLAGEN-functie is gekozen, zal de ononderbroken­invoerfunctie van de RSPF altijd uit staan.
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer.
1
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Omslagen
Druk op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-toets en kies indien moodzakelijk de gewenste dubbelzijdige
2
kopieerfunctie. Druk op de “OK” toets om het DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-keuzescherm te sluiten.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
3
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de “OMSLAGEN” toets op de interactieve display.
4
Het OMSLAGEN-instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
VUL OMSLAGEN BIJ IN DE HANDINVOER.
OK
OMSLAGEN
VOOROMSLAG ACHTEROMSLAG
VOOROMSLAG + ACHTEROMSLAG
STOPPEN
AFDRUK OP VOOROMSLAG?
JA NEE
OK
3-13
OMSLAGEN
VOOROMSLAG ACHTEROMSLAG
VOOROMSLAG + ACHTEROMSLAG
JA NEE
AFDRUK OP VOORO
STOPPEN
O
O
OK
OK
JA NEE
AFDRUK OP VOOROMSLAG?
STOPPEN
OK
OK
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
P
ACC.#-C
CA
OMSLAGEN
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Omslagen
Kies de plaatsing van de omslagen.
5
Kies “VOOROMSLAG”, “ACHTEROMSLAG” of “VOOROMSLAG+ACHTEROMSLAG” op de interactieve display.
Kies of op de vooromslagen gekopieerd moet worden of niet.
6
Kies “JA” of “NEE” op de interactieve display. Wanneer “JA” is gekozen, zal het eerste origineel op de voorzijde van het vooromslag worden gekopieerd.
Wanneer “ACHTEROMSLAG” is gekozen in bedieningsstap 5, is deze keuze niet noodzakelijk.
3-14
Druk op de bovenste “OK” toets.
7
Plaats de omslagen in de handinvoer en let erop dat de omslagen van hetzelfde formaat zijn als het
8
kopieerpapier.
De START-indicator ( ) licht op.
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen en druk op de START-toets
9
( ).
Om de OMSLAGEN-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de “OMSLAGEN” toets en vervolgens op de “STOPPEN” toets.
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
De TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN-functie wordt gebruikt om bij
4
3
2
1
2
1
3
1
4
2
4
3
2
1
3
1
4
2
1
2
1
INSTEEKVELLLEN ZONDER BEELD
4
4
3
3
2
INSTEEKVELLEN MET BEELD
4
3
het kopiëren op transparanten achter ieder transparant een insteekvel te plaatsen. Het insteekvel kan blanco worden uitgevoerd of met hetzelfde beeld als het transparant erop gekopieerd worden uitgevoerd.
Deze functie kan alleen in de enkelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie en de dubbelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie worden gekozen.
In deze functie kunt u niet meervoudige kopieën instellen.
De transparanten moeten vanaf de handinvoer worden ingevoerd.
Het kopieerpapier voor de insteekvellen moet van hetzelfde formaat zijn als de transparanten.
Wanneer deze functie wordt gebruikt, zullen de kopieën met de bedrukte kant omlaag worden uitgevoerd. Wanneer u in deze functie meervoudige originelen vanaf de glasplaat kopieert, kopieert u van het laatste origineel naar het eerste origineel.
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Transparant-insteekvellen
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de “TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN” toets op de interactieve display.
3
Het TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN-instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
VUL DE TRANSPARANTEN BIJ IN DE HANDINVOER.
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
STOPPEN
AFDRUKKEN OP
INSTEEKVELLEN? JA NEE
OK OK
3-15
TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN
C
CA
AFDRUKKEN OP INSTEEKVELLEN?
JA NEE
STOPPEN
OK OK
OK OK
AUTO
100%
AUTO
A4
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO
A4
1.
A4
2.
A3
A4
ORIGINEEL
A4
HOOFDSTUK3
Kies of op de insteekvellen gekopieerd moet worden of niet.
4
Kies “JA” of “NEE” op de interactieve display.
Druk op de bovenste “OK” toets.
5
Plaats de transparanten in de handinvoer.
6
SPECIALE FUNCTIES Transparant-insteekvellen
106~200g/m
Controleer dat de gewenste papierlade is gekozen voor de insteekvellen.
7
2
Het kopieerpapier voor de insteekvellen moet van hetzelfde formaat zijn als de transparanten.
Maak alle andere kopieerinstellingen en druk op de START-toets ( ).
8
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt, zal het scannen van de originelen en het kopiëren beginnen.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt in de sorterenfunctie, gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
3-16
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt
9
u vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Nadat het kopiëren klaar is, verwijdert u de overgebleven transparanten vanaf de handinvoer.
Om de TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de “TRANSPARANT-INSTEEKVELLEN” toets en vervolgens op de “STOPPEN” toets.
INBINDKOPIE
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
Originelen (Enkelzijdig)
Originelen (Dubbelzijdig)
De INBINDKOPIE-functie wordt gebruikt om de kopieën in de juiste volgorde te rangschikken zodat deze in het midden geniet kunnen
       
worden en in de vorm van een boekje gevouwen kunnen worden. Zodoende worden vier originelen op een enkele kopie gekopieerd.
Dit kopieerapparaat kan niet in het midden van de inbindkopieën nieten. Zelfs als INBINDKOPIE is gekozen en een los verkrijgbare afwerkeenheid (AR-FN3) is aangebracht, kan nieten in het midden niet worden uitgevoerd.
Deze functie zal niet werken wanneer niet-standaard formaat originelen of kopieerpapier wordt gebruikt.
 
HOOFDSTUK3
  
SPECIALE FUNCTIES Inbindkopie
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
Wanneer u de originelen vanaf de glasplaat kopieert, plaatst u de originelen één voor één, beginnende met het eerste origineel.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-17
INBINDKOPIE
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
GEBRUIKSKLAAR.
INBINDKOPIE
ORIGINEEL ENKELZIJDIG
DUBBELZIJDIG RUG RECHTS
RUG LINKS
STOPPEN
OKOKOK OK
GEBRUIKSKLAAR.
INBINDKOPIE
ORIGINEEL ENKELZIJDIG
DUBBELZIJDIG RUG RECHTS
RUG LINKS
STOPPEN
OK OK
GEBRUIKSKLAAR.
INBINDKOPIE
ORIGINEEL ENKELZIJDIG
DUBBELZIJDIG RUG RECHTS
RUG LINKS
STOPPEN
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Inbindkopie
Druk op de “INBINDKOPIE” toets op de interactieve display.
3
Het INBINDKOPIE-instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Afhankelijk van de instelling voor tandem-kopiëren, kan de INBINDKOPIE functie ondergebracht zijn bij de BEELDBEWERKING-functies. Wanneer dit het geval is, drukt u eerst op de “BEELDBEWERKING” toets en vervolgens op de “INBINDKOPIE” toets.
GEBRUIKSKLAAR.
OK
INBINDKOPIE
STOPPEN
ORIGINEEL ENKELZIJDIG
OK
RUG LINKS
DUBBELZIJDIG RUG RECHTS
Kies het soort originelen.
4
Kies of u enkelzijdige originelen of dubbelzijdige originelen wilt kopiëren met behulp van de “ENKELZIJDIG” toets en de “DUBBELZIJDIG” toets op de interactieve display.
Kies de zijkant waar de inbindrug gemaakt zal worden.
5
Kies “RUG LINKS” of “RUG RECHTS” op de interactieve display.
3-18
Druk op de bovenste “OK” toets.
6
INBINDKOPIE
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
C
P
ACC.#-C
C
CA
AUT
A4
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
AUTO IMAGE
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
KOPIEERFACTOR
Controleer het gekozen kopieerpapier.
7
Wanneer de AUTO IMAGE-functie is gekozen, zullen verkleining of vergroting en beelddraaiing automatisch worden uitgevoerd.
Wanneer de INBINDKOPIE-functie is gekozen, zal de AUTO IMAGE-functie automatisch worden ingesteld.
Voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
8
HOOFDSTUK3
A4
9
10
Druk op de START-toets ( ).
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt, zal het scannen van de originelen en het kopiëren beginnen.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt in de sorterenfunctie, gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt u vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Wanneer originelen met verschillende formaten worden gebruikt, zal het formaat van het kopieerpapier vastgesteld worden aan de hand van het origineel dat het eerst wordt gescand. Wanneer vervolgens originelen worden ingevoerd die groter zijn dan het eerste origineel, is het mogelijk dat delen van de beelden van de originelen niet gekopieerd worden.
U kunt van de inbindkopieën een boekje maken door deze in het midden te nieten en dubbel te vouwen.
Om de INBINDKOPIE-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de INBINDKOPIE-toets en vervolgens op de “STOPPEN” toets.
3-19
SPECIALE FUNCTIES Inbindkopie
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
AUTO 8/ 11
1
2
1.
A4
2.
A3
De beeldbewerkingsfuncties omvatten de volgende functies:
Centreren: Verschuift het beeld naar het midden van het kopieerpapier wanneer het origineel en het kopieerpapier een verschillend formaat hebben.
Kopieherhaling: Herhaalt het beeld meerdere malen op hetzelfde vel kopieerpapier.
Zwart-wit omkeer: Keert de zwarte en witte delen van het beeld om.
Inbinden veranderen: Draait het beeld op de achterkant van de kopieën in de enkelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie.
De beeldbewerkingsfuncties kunnen worden gekozen door eerst op de “BEELDBEWERKING” toets op het SPECIALE FUNCTIES-scherm te drukken en vervolgens op de betreffende functietoets.
HOOFDSTUK3
CENTREREN
Wanneer het origineel en het kopieerpapier een verschillend formaat hebben, wordt de CENTREREN-functie gebruikt om het beeld in zijn geheel naar het midden van het kopieerpapier te verschuiven. Het
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
beeld wordt alleen in de links-rechts richting verschoven, niet in de boven-beneden richting.
Deze functie zal niet werken wanneer niet-standaard formaat originelen of kopieerpapier wordt gebruikt. Deze functie kan niet worden gekozen wanneer u een kopieerfactor hoger dan 100% hebt ingesteld.
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
Druk op de “PAPIERFORMAAT” toets op de interactieve display en kies de papierlade met het gewenste
2
papierformaat.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
3
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-20
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
C
P
ACC.#-C
C
CA
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES BEELDBEWERKING
CENTREREN KOPIEHERHA
INBINDEN VERANDEREN
OK OK
ZWART-WIT OMKEER
OK
AUTO
100%A3
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
AUTO
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
A3
Druk op de “BEELDBEWERKING” toets op de interactieve display.
4
Het BEELDBEWERKING-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES BEELDBEWERKING
OK OK
HOOFDSTUK3
CENTREREN
INBINDEN VERANDEREN
Druk op de “CENTREREN” toets.
5
De “CENTREREN” toets licht op.
Druk op de bovenste “OK” toets.
KOPIEHERHALING
ZWART-WIT OMKEER
6
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
7
de cijfertoetsen.
Druk op de START-toets ( ).
8
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt, zal het scannen van de originelen en het kopiëren beginnen.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt in de sorterenfunctie, gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt
9
u vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Om de CENTREREN-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de “CENTREREN” toets op het BEELDBEWERKING­menuscherm
3-21
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
100
KOPIEERFA
AUTO
A4
1.
A4
2.
A3
A4R
106~200g/
KOPIEHERHALING
C
B
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
C
CBC
C
B
B
B
De KOPIEHERHALING-functie wordt gebruikt om de beelden van de originelen te herhalen op een enkele kopie. Scheidingslijnen kunnen worden ingevoegd om de herhaalde beelden van elkaar te scheiden.
Maximaal 16 (4 x 4) beelden kunnen op een enkele kopie worden herhaald.
Wanneer een standaardformaat origineel op standaardformaat papier wordt gekopieerd, zal de kopieerfactor automatisch worden berekend aan de hand van het origineelformaat en het aantal beelden dat op één vel kopieerpapier moet worden afgedrukt. In het geval het kopieerapparaat het origineelformaat niet kan vaststellen, zal de kopieerfactor automatisch op 100% worden ingesteld.
Wanneer de juiste kopieerfactor is berekend op minder dan 25%, zal een deel van het origineel niet worden gekopieerd. In dat geval zal de kopieerfactor worden ingesteld op 25% waarbij de volgende mededeling op de mededelingendisplay wordt afgebeeld: “
BEELD PAST NIET OP HET BEELDVLAK. KOPIEERFACTORBEELD PAST NIET OP HET BEELDVLAK. KOPIEERFACTOR
BEELD PAST NIET OP HET BEELDVLAK. KOPIEERFACTOR
BEELD PAST NIET OP HET BEELDVLAK. KOPIEERFACTORBEELD PAST NIET OP HET BEELDVLAK. KOPIEERFACTOR WORDT OP 25% INGESTELD.WORDT OP 25% INGESTELD.
WORDT OP 25% INGESTELD.
WORDT OP 25% INGESTELD.WORDT OP 25% INGESTELD.
HETHET
HET
HETHET
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
3-22
Kies het gewenste formaat kopieerpapier.
2
Druk op de “PAPIERFORMAAT” toets op de interactieve display en kies de papierlade met het gewenste papierformaat.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
3
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES BEELDBEWERKING
CENTREREN
ZWART-WIT OMKEER
KOPIEHERHALING
INBINDEN VERANDEREN
OK OK
42
168
SCHEIDING
4
16
SCHEIDINGSLN
STOPPEN
OK
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
OK
AUTO
100%A3
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
Druk op de “BEELDBEWERKING” toets op de interactieve display.
4
Het BEELDBEWERKING-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Druk op de ‘KOPIEHERHALING” toets op de interactieve display afgebeeld.
5
Het KOPIEHERHALING-instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR.
OK
KOPIEHERHALING
Kies het aantal beelden dat op een enkele kopie herhaald moet worden.
6
Kies “2”, “4”, “8” of “16” op de interactieve display.
Kies de gewenste soort scheidingslijn.
7
Kies de ononderbroken scheidingslijn, de onderbroken scheidingslijn of geen scheidingslijn.
STOPPEN
42
168
OK
SCHEIDINGSLN
3-23
4
16
SCHEIDINGSLN
STOPPEN
OK
OK
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
C
P
ACC.#-C
C
CA
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
AUTO
AUTO IMAGE
BELICHTING PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
A3
HOOFDSTUK3
Druk op de bovenste “OK” toets.
8
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
9
10
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
Wanneer de vereiste ruimte voor de originelen niet beschikbaar is op de kopieën, kiest u een toepasselijke verkleiningsfactor.
Druk op de START-toets ( ).
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt, zal het scannen van de originelen en het kopiëren beginnen.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt in de sorterenfunctie, gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
3-24
11
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt u vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Om de KOPIEHERHALING-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de KOPIEHERHALING-toets en vervolgens op de “STOPPEN” toets.
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
ZWART-WIT OMKEER
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
OK OK
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES BEELDBEWERKING
CENTREREN
ZWART-WIT OMKEER
KOPIEHERHALING
INBINDEN VERANDEREN
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
De ZWART-WIT OMKEER-functie wordt gebruikt om de zwarte en witte delen van het beeld om te keren.
Wanneer de ZWART-WIT OMKEER-functie is gekozen, zal de belichtingsfunctie automatisch worden ingesteld op de TEKST­belichtingsfunctie. De andere belichtingsfuncties kunnen niet worden gekozen. Zelfs wanneer deze functie wordt geannuleerd, zal de TEKST­belichtingsfunctie niet tevens automatisch worden geannuleerd.
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
HOOFDSTUK3
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de “BEELDBEWERKING” toets op de interactieve display.
3
Het BEELDBEWERKING-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Druk op de “ZWART-WIT OMKEER” toets op de interactieve display.
4
De “ZWART-WIT OMKEER” toets licht op.
3-25
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
C
P
ACC.#-C
C
CA
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
KOPIEHERHALING
OK OK
ZWART-WIT OMKEER
100%
AUTO
A4
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
HOOFDSTUK3
Druk op de bovenste “OK” toets.
5
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
6
de cijfertoetsen.
Druk op de START-toets ( ).
7
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt, zal het scannen van de originelen en het kopiëren beginnen.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt in de sorterenfunctie, gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
3-26
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt
8
u vervolgens op de START-toets ( bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Om de ZWART-WIT OMKEER-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de “ZWART-WIT OMKEER” toets op het BEELDBEWERKING-menuscherm.
). Herhaal deze
A C
E
G
A C
E
G
A B
E F
A B
E F
De inbindrug
De inbindrug
De inbindrug
De inbindrug
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
C D
A B
Onder
A B
C D
1
Boven
INBINDEN VERANDEREN
De INBINDEN VERANDEREN-functie wordt gebruikt voor het omdraaien van de beelden op de achterkant van de kopieën in de enkelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie. Deze functie is handig voor het kopiëren van B4-formaat of A3-formaat originelen in de enkelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie om inbinden aan de linkerrand mogelijk te maken.
Origineel Plaatsen van de originelen Kopieën
Staande plaatsingsrichting Normale enkelzijdig naar
dubbelzijdig kopieerfunctie
De inbindrug is aan de linkerrand.
HOOFDSTUK3
AB CD
EF
1
GH
2
Boven
Onder
Liggende plaatsingsrichting Normale enkelzijdig naar
Enkelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie met inbinden veranderen
De inbindrug is aan de bovenrand.
dubbelzijdig kopieerfunctie
De inbindrug is aan de bovenrand.
Enkelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie met inbinden veranderen
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
De inbindrug is aan de linkerrand.
Deze functie zal niet werken wanneer niet-standaard kopieerpapier wordt gebruikt.
3-27
DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE
UITVOER
SPECIALE FUNCTIES
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES BEELDBEWERKING
CENTREREN
ZWART-WIT OMKEER
KOPIEHERHALING
OK OK
INBINDEN VERANDEREN
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
HOOFDSTUK3
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
Druk op de DUBBELZIJDIGE KOPIEERFUNCTIE-toets en kies de enkelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie.
2
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
3
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de “BEELDBEWERKING” toets op de interactieve display.
4
Het BEELDBEWERKING-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-28
Druk op de “INBINDEN VERANDEREN” toets op de interactieve display.
5
De “INBINDEN VERANDEREN” toets licht op.
Wanneer “INBINDEN VERANDEREN” is gekozen, zal de enkelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie automatisch worden gekozen.
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
C
P
ACC.#-C
C
CA
BEELDBEWERKINGSFUNCTIES
KOPIEHERHALING
OK OK
ZWART-WIT OMKEER
AUTO
100%
AUTO
A4
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
Druk op de bovenste “OK” toets.
6
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
7
de cijfertoetsen.
HOOFDSTUK3
Druk op de START-toets ( ).
8
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt, zal het scannen van de originelen en het kopiëren beginnen.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt, gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt
9
u vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Om de INBINDEN VERANDEREN-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de “INBINDEN VERANDEREN” toets op het BEELDBEWERKING-menuscherm.
SPECIALE FUNCTIES Beeldbewerkingsfuncties
3-29
TEKSTSTEMPEL
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
De tekststempelfuncties omvatten de volgende functies:
Datum: Voegt de huidige datum toe aan de kopieën.
Stempel kiezen: Voegt een gekozen stempel toe aan de kopieën. De stempel zal wit op een donkere achtergrond worden afgedrukt.
Watermerk: Voegt een gekozen watermerk toe aan de kopieën. Het watermerk zal in grijsschalen worden afgedrukt.
Paginanummer: Voegt het paginanummer toe aan de kopieën.
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
D A TUM
De tekststempelfuncties kunnen worden gekozen door eerst op de “TEKSTSTEMPEL” toets op het SPECIALE FUNCTIES-scherm te drukken en vervolgens op de betreffende functietoets.
Deze functies zullen niet werken wanneer niet­standaard formaat of kopieerpapier wordt gebruikt.
Meerdere tekststempelfuncties kunnen tegelijkertijd gekozen worden, behalve STEMPEL KIEZEN en WATERMERK. Deze tekststempelfuncties kunnen niet tezamen worden gekozen.
Afhankelijk van het origineelbeeld, is het mogelijk dat het watermerk een deel van het beeld bedekt, of andersom.
Het formaat van de afgedrukte schrijftekens is onveranderbaar. Hun formaat zal niet veranderen, zelfs niet in de vergrotenfunctie of de verkleinenfunctie.
23/07/99
De DATUM-functie voegt de huidige datum toe aan de kopieën. De datum zal in de rechter bovenhoek van de kopieën worden afgedrukt.
Wanneer een verkleiningsfactor of een vergrotingsfactor wordt gekozen met deze functie, is het mogelijk dat de afdrukpositie verandert of de datum niet wordt afgedrukt.
★★
KEY-OPERATOR Om de DATUM-functie te gebruiken, moet u de
★★
huidige datum en tijd instellen. Zie bladzijde 8-21. De standaardinstelling van de datum-schrijfwijze kan worden veranderd. Zie bladzijde 8-20.
Plaats de originelen in de origineellade van de origineel­invoer of op de glasplaat.
1
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-30
DATUM
STEMPEL KIEZEN
AFDRUK- RICHTING
PAGINA­NUMMER
WATERMERK
OK
OK
23/07/99
07/23/99 23/7/1999 7/23/1999
DATUM
E PA
ALL
STOPPEN
EERSTE PAGINA
ALLE PAG'S
STOPPEN
OK
EERSTE PAGINA
STOPPEN
OK
OK
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
TEKSTSTEMPEL
Druk op de “TEKSTSTEMPEL” toets op de interactieve display.
3
Het TEKSTSTEMPEL-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES TEKSTSTEMPEL
DATUM
WATERMERK
AFDRUK­RICHTING
Druk op de “DATUM” toets op de interactieve display.
4
Het DATUM-instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
STEMPEL KIEZEN
PAGINA­NUMMER
OK OK
HOOFDSTUK3
GEBRUIKSKLAAR.
OK
DATUM
23/07/99
07/23/99 23/7/1999 7/23/1999
Kies de gewenste datum-schrijfwijze op de interactieve display.
5
De gekozen datum-schrijfwijze licht op.
Kies de pagina’s waarop de datum moet worden afgedrukt.
6
Kies of de datum alleen op de eerste pagina of op alle pagina’s moet worden afgedrukt door op de “EERSTE PAGINA” toets of op de “ALLE PAG’S” toets te drukken.
STOPPEN
ALLE PAG'S
OK
EERSTE PAGINA
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
Druk op de onderste “OK” toets.
7
Het TEKSTSTEMPEL-menuscherm wordt weer op de interactieve display afgebeeld.
3-31
OK
OK
STEMPEL
DATUM
STEMPEL KIEZEN
AFDRUK­RICHTING
PAGINA­NUMMER
WATERMERK
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
C
P
ACC.#-C
C
CA
TEKSTSTEMPEL
AFDRUK­RICHTING
DATUM
STEMPEL KIEZEN
PAGINA­NUMMER
WATERMERK
AUTO
100%
AUTO
A4
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
HOOFDSTUK3
Kies de afdrukrichting.
8
Wanneer de INBINDKOPIE-functie wordt gebruikt, moet de staande ( ) afdrukrichting worden gekozen.
Druk op de bovenste “OK” toets.
9
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
10
11
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
Druk op de START-toets ( ).
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt, zal het scannen van de originelen en het kopiëren beginnen.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt in de sorterenfunctie, gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
3-32
12
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt u vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Om de DATUM-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de “DATUM” toets en vervolgens op de “STOPPEN” toets.
STEMPEL KIEZEN
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
OK
OK
DATUM
STEMPEL KIEZEN
AFDRUK­RICHTING
PAGINA­NUMMER
WATERMERK
Urgent
TEKSTSTEMPEL
De STEMPEL KIEZEN-functie voegt een gekozen stempel, zoals “Vertrouwelijk” of “Urgent”, toe aan de kopieën. De stempel zal wit op een zwarte achtergrond worden afgedrukt.
De stempels waaruit u kunt kiezen zijn: “Vertrouwelijk”, “Urgent”, “Kopie”, “Voorlopig”, “Schets” en “Definitief”.
De donkerheid van de achtergrond kan worden gekozen uit drie niveaus.
De afdrukpositie kan worden gekozen uit zes mogelijkheden.
Wanneer een verkleiningsfactor of een vergrotingsfactor wordt gekozen met deze functie, is het mogelijk dat de afdrukpositie verandert of de stempel niet wordt afgedrukt.
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
HOOFDSTUK3
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de “TEKSTSTEMPEL” toets op de interactieve display.
3
Het TEKSTSTEMPEL-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de “STEMPEL KIEZEN” toets op de interactieve display.
4
Het STEMPEL KIEZEN-instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
GEBRUIKSKLAAR.
STEMPEL KIEZEN
Vertrouwelijk
Kopie Schets
Voorlopig Definitief
OPTIE
STOPPEN
Urgent
OK OK
EERSTE PAGINA
ALLE PAG’S
3-33
DONKER STEMPELPOSITIE
STOPPEN
OK
OK
STEMPEL KIEZEN
Vertrouwelijk
Kopie Schets
Urgent Voorlopig Definitief
OPTIE
AL
STOPPEN
Urgent
Voorlopig Definitief
EERSTE PAGINA
ALLE PAG’S
STOPPEN
OK
Vertrouwelijk
Kopie Schets
Urgent
Voorlopig Definitief
OPTIE
P
AL
STEMPEL KIEZEN
LICHT - DONKER STEMP
STOP
TEKSTSTEMPEL
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
Kies de gewenste stempel op de interactieve display.
5
De gekozen stempel licht op.
Kies de pagina’s waarop de stempel moet worden afgedrukt.
6
Kies of de stempel alleen op de eerste pagina of op alle pagina’s moet worden afgedrukt door op de “EERSTE PAGINA” toets of op de “ALLE PAG’S” toets te drukken.
3-34
Om de belichting en de afdrukpositie af te stellen, drukt u op de “OPTIE” toets. Anders gaat u verder met
7
bedieningsstap 10.
Het volgende scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR.
OK
STEMPEL KIEZEN
LICHT - DONKER STEMPELPOSITIE
Stel de donkerheid van de achtergrond van de stempel in.
8
Druk op de toets om de achtergrond van de stempel donkerder te maken of op de toets om de achtergrond van de stempel lichter te maken.
Kies de stempelpositie.
9
De gekozen stempelpositie licht op.
Om naar het voorgaande scherm terug te keren, drukt u op de
toets.
STOPPEN
OK
10
STOPPEN
OK
OK
DATUM
STEMPEL KIEZEN
AFDRUK­RICHTING
PAGINA­NUMMER
WATERMERK
DATUM
STEMPEL KIEZEN
PAGINA­NUMMER
WATERMERK
OK
OK
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
P
ACC.#-C
CA
AUTO
100%
AUTO
A4
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
11
TEKSTSTEMPEL
Druk op de onderste “OK” toets.
Het TEKSTSTEMPEL-menuscherm wordt weer op de interactieve display afgebeeld.
Kies de afdrukrichting.
Wanneer de INBINDKOPIE-functie wordt gebruikt, moet de staande afdrukrichting ( ) worden gekozen.
HOOFDSTUK3
12
13 14
Druk op de bovenste “OK” toets.
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
Druk op de START-toets ( ).
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt, zal het scannen van de originelen en het kopiëren beginnen.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt in de sorterenfunctie, gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
15
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt u vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Om de STEMPEL KIEZEN-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de “STEMPEL KIEZEN” toets en vervolgens op de “STOPPEN” toets.
3-35
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
TEKSTSTEMPEL
Schets
W A TERMERK
Schets
HOOFDSTUK3
De WATERMERK-functie voegt een gekozen watermerk, zoals “Vertrouwelijk” of “Urgent”, toe aan de kopieën. Het watermerk zal in grijsschalen in het midden van de kopieën worden afgedrukt.
De watermerken waaruit u kunt kiezen zijn: “Vertrouwelijk”, “Urgent”, “Kopie”, “Voorlopig”, “Schets” en “Definitief”.
De donkerheid van het watermerk kan worden gekozen uit twee niveaus.
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-36
Druk op de “TEKSTSTEMPEL” toets op de interactieve display.
3
Het TEKSTSTEMPEL-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
OK
OK
DATUM
STEMPEL KIEZEN
AFDRUK­RICHTING
PAGINA­NUMMER
WATERMERK
WATERMERK
Vertrouwelijk
Kopie Schets
Urgent
Voorlopig Definitief
OPTIE
AL
STOPPEN
Urgent Voorlopig Definitief
EERSTE PAGINA
ALLE PAG’S
STOPPEN
OK
Vertrouwelijk
Kopie Schets
Urgent
Voorlopig Definitief
OPTIE
LICHT - DONKER
OK
TEKSTSTEMPEL
Druk op de “WATERMERK” toets op de interactieve display.
4
Het WATERMERK-instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR.
OK
WATERMERK
Vertrouwelijk
Kopie Schets
OPTIE
Kies het gewenste watermerk op de interactieve display.
5
Het gekozen watermerk licht op.
Kies de pagina’s waarop het watermerk moet worden afgedrukt.
6
Kies of het watermerk alleen op de eerste pagina of op alle pagina’s moet worden afgedrukt door op de “EERSTE PAGINA” toets of op de “ALLE PAG’S” toets te drukken.
STOPPEN
Urgent Voorlopig Definitief
OK
EERSTE PAGINA
ALLE PAG’S
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
Om de donkerte in te stellen, drukt u op de “OPTIE” toets . Anders gaat u verder met bedieningsstap 9.
7
Het volgende scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR.
OK
WATERMERK STOPPEN
LICHT - DONKER
Stel de donkerte van het watermerk in.
8
Druk op de toets om het watermerk donkerder te maken of op de toets om het watermerk lichter te maken.
Om naar het voorgaande scherm terug te keren, drukt u op de
toets.
OK
3-37
OK
OK
DATUM
STEMPEL KIEZEN
AFDRUK­RICHTING
PAGINA­NUMMER
WATERMERK
DATUM
STEMPEL KIEZEN
PAGINA­NUMMER
OK
OK
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
P
ACC.#-C
CA
AUTO
100%
AUTO
A4
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
TEKSTSTEMPEL
HOOFDSTUK3
9
10
Druk op de onderste “OK” toets.
Het TEKSTSTEMPEL-menuscherm wordt weer op de interactieve display afgebeeld.
Kies de afdrukrichting.
Wanneer de INBINDKOPIE-functie wordt gebruikt, moet de staande afdrukrichting ( ) worden gekozen.
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
11
12 13
Druk op de bovenste “OK” toets.
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
Druk op de START-toets ( ).
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt, zal het scannen van de originelen en het kopiëren beginnen.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt in de sorterenfunctie, gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
3-38
14
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt u vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Om de WATERMERK-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de “WATERMERK” toets en vervolgens op de “STOPPEN” toets.
PA GINANUMMER
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPELINBINDKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
-1- 1/5 1
TEKSTSTEMPEL
De PAGINANUMMER-functie voegt het paginanummer toe aan de kopieën.
De paginanummer-schrijfwijze kan worden gekozen uit drie mogelijkheden.
De afdrukpositie van het paginanummer wordt automatisch ingesteld aan de hand van de gekozen paginanummer-schrijfwijze.
Wanneer vergroten of verkleinen wordt gebruikt met deze functie, is het mogelijk dat de afdrukpositie verschuift of de paginanummers niet worden afgedrukt.
HOOFDSTUK3
Plaats de originelen in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
1
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
2
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
Druk op de “TEKSTSTEMPEL” toets op de interactieve display.
3
Het TEKSTSTEMPEL-menuscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
3-39
OK
OK
DATUM
STEMPEL KIEZEN
AFDRUK­RICHTING
PAGINA­NUMMER
WATERMERK
STOPPEN
EERSTE PAGINANUMME
-1-,-2-,-3-..
1
1/5,2/5,3/5..
1,2,3..
OK
OK
STOPPEN
EERSTE PAGINANUMMER
(0~)
-1-,-2-,-3-..
1
1/5,2/5,3/5..
1,2,3..
OK
OK
(0~)
-1-,-2-,-3-..
1
1/5,2/5,3/5..
1,2,3..
OK
OK
STOPPEN
EERSTE PAGINANUMMER
DATUM
STEMPEL KIEZEN
AFDRUK­RICHTING
PAGINA­NUMMER
WATERMERK
TEKSTSTEMPEL
Druk op de “PAGINANUMMER” toets op de interactieve display.
4
Het PAGINANUMMER-instelscherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
GEBRUIKSKLAAR.
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
OK
1,2,3..
STOPPEN
EERSTE PAGINANUMMER
OK
1
(0~)
PAGINANUMMER
-1-,-2-,-3-..
1/5,2/5,3/5..
Kies de gewenste paginanummer-schrijfwijze op de interactieve display.
5
De gekozen paginanummer-schrijfwijze licht op.
Kies het paginanummer waarmee moet worden begonnen.
6
Druk op de toets of op de toets om het beginpaginanummer te verlagen of te verhogen.
Wanneer paginanummer-schrijfwijze 1/5, 2/5, 3/5,… werd gekozen in bedieningsstap 5, is het beginpaginanummer altijd 1 en kan dit niet worden veranderd.
3-40
Druk op de onderste “OK” toets.
7
Het TEKSTSTEMPEL-menuscherm wordt weer op de interactieve display afgebeeld.
Kies de afdrukrichting.
8
Wanneer de INBINDKOPIE-functie wordt gebruikt, moet de staande afdrukrichting ( ) worden gekozen.
9
OK
OK
DATUM
STEMPEL KIEZEN
AFDRUK­RICHTING
PAGINA­NUMMER
WATERMERK
1
2 3
4 5 6
7
8
9
0
P
ACC.#-C
CA
AUTO
100%
AUTO
A4
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
LEZEN KLAAR
PLAATS NIEUW ORIGINEEL. DRUK [START]. INDIEN KLAAR, DRUK OP [LEZEN KLAAR].
10
TEKSTSTEMPEL
Druk op de bovenste “OK” toets.
HOOFDSTUK3
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van de cijfertoetsen.
11
12
Druk op de START-toets ( ).
Wanneer de origineelinvoer wordt gebruikt, zal het scannen van de originelen en het kopiëren beginnen.
Wanneer de glasplaat wordt gebruikt in de sorterenfunctie, gaat u verder met de volgende bedieningsstap.
Nadat de START-indicator ( ) oplicht, vervangt u het gekopieerde origineel door een nieuw origineel en drukt u vervolgens op de START-toets ( ). Herhaal deze bedieningsstap totdat alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de “LEZEN KLAAR” toets op de interactieve display.
Het kopiëren zal op dat moment beginnen.
Maximaal 120 vellen originelen van A4-formaat of maximaal 60 vellen originelen groter dan A4-formaat kunnen worden gescand.
Om de PAGINANUMMER-functie te annuleren, drukt u nogmaals op de “PAGINANUMMER” toets en vervolgens op de “STOPPEN” toets.
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
3-41
CONTROLEREN KOPIEERINSTELLINGEN
100%
KOPIEERFACTOR
:
KANT 1 KANT 2 10 mm 10 mm
2-in-1 GEEN SCHEIDINGSLIJN
Vertrouwelijk EERSTE PAGINA
VERLATEN
1/2
:
KANT 1 KANT 2 10 mm 10 mm
2-in-1 GEEN SCHEIDINGSLIJN
:
Alle huidige kopieerinstellingen die op het kopieerapparaat zijn gemaakt kunnen op de interactieve display worden afgebeeld.
HOOFDSTUK3
Druk op de CONTROLE-toets ( ).
1
Het CONTROLE-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
SPECIALE FUNCTIES Controleren kopieerinstellingen
De instellingen in de enkelzijdig/dubbelzijdig kopieerfunctie (enkelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie, enkelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie, dubbelzijdig naar enkelzijdig kopieerfunctie of dubbelzijdig naar dubbelzijdig kopieerfunctie), de sorterenfunctie of groeperenfunctie, en de speciale functies worden op de interactieve display afgebeeld. De belichting, het papierformaat en de kopieerfactor die op het basisscherm worden afgebeeld, worden niet op het CONTROLE-scherm afgebeeld.
1/2
Voorbeeld
CONTROLEREN KOPIEERINSTELLINGEN
ENKELZIJDIGE KOPIEËN VAN ENKELZIJDIGE ORIGINELEN
SORTEREN/NIETEN
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT : STEMPEL KIEZEN:
Om alle instellingen te kunnen controleren is het noodzakelijk tussen de CONTROLE-schermen te
2
scrollen. Om naar het volgende/voorgaande scherm te scrollen, drukt u op de toets of de toets.
Om de CONTROLE-functie te verlaten, drukt u op de “VERLATEN” toets.
3
Het basisscherm wordt weer op de interactieve display afgebeeld.
KANT 1 KANT 2
:
10 mm 10 mm 2-in-1
GEEN SCHEIDINGSLIJN Vertrouwelijk
EERSTE PAGINA
VERLATEN
1/2
3-42
TANDEMKOPIE
GEBRUIKSKLA
DUBBELZIJDIGE
SPECIALE FUNCTIES
OK
AUTO
100%
AUTO
A4
GEBRUIKSKLAAR. SPECIALE FUNCTIES
KANTLIJN- VERSCHUIVING
MULTISHOT
WISSEN
OMSLAGEN
BEELDBEWERKING
TEKSTSTEMPEL
TANDEM­KOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
BELICHTING PAPIERFORMAAT KOPIEERFACTOR
Wanneer dit kopieerapparaat is aangesloten op een ander kopieerapparaat van hetzelfde model met behulp van de SCSI-kabel, kan het kopiëren worden uitgevoerd door de twee kopieerapparaten tezamen, waardoor de kopieersnelheid bij het maken van meervoudige kopieën tweemaal zo hoog zal zijn in vergelijking met het kopiëren met één kopieerapparaat.
Een eigen SCSI-kabel (AR-CA1) is noodzakelijk voor tandem­kopiëren.
De tandemkopieerfunctie kan alleen gebruikt worden met de sorterenfunctie of de sorteren/nietenfunctie. De groeperenfunctie kan niet worden gekozen.
De transparant-insteekvellenfunctie kan niet worden gebruikt met de tandemkopieerfunctie omdat het aantal te maken kopieën 1 moet zijn wanneer de transparant-insteekvellenfunctie wordt gebruikt.
Wanneer de tandemkopieerfunctie wordt gebruikt, kan ieder van de twee gebruikte kopieerapparaten als het hoofd-kopieerapparaat worden aangewezen. Op het hoofd-kopieerapparaat stelt u de tandemkopieerfunctie in, en het andere kopieerapparaat wordt daarmee het sub-kopieerapparaat. De instellingsprocedure wordt hieronder beschreven.
De onderbrekingsfunctie kan niet worden gebruikt met de tandemkopieerfunctie.
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Tandemkopie
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
Controleer dat de twee kopieerapparaten zijn aangesloten door middel van een SCSI-kabel en dat
1
deze zijn ingeschakeld.
Op het kopieerapparaat dat u als het hoofd­kopieerapparaat wilt aanwijzen, plaatst u de originelen
2
in de origineellade van de origineelinvoer of op de glasplaat.
Druk op de SPECIALE FUNCTIES-toets.
3
Het SPECIALE FUNCTIES-scherm wordt op de interactieve display afgebeeld.
Druk op de “TANDEMKOPIE” toets op de interactieve display.
4
De “TANDEMKOPIE” indicator licht op.
3-43
TANDEMKOPIE
TRANSPARANT­INSTEEKVELLEN
BOEKKOPIE
OK
1
2 3
4 5
6
7
8
9
0
C
P
ACC.#-C
C
CA
HOOFDSTUK3
SPECIALE FUNCTIES Tandemkopie
SPECIALE FUNCTIES Tekststempel
Druk op de “OK” toets.
5
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
6
de cijfertoetsen.
De functies die op het hoofd-kopieerapparaat zijn ingesteld zullen door beide kopieerapparaten worden gebruikt. Iedere functie die op het hoofd-kopieerapparaat is gekozen en die door middel van een key-operator-programma is uitgeschakeld, kan door geen van beide kopieerapparaten worden gebruikt.
3-44
Controleer dat kopieerpapier van hetzelfde formaat als is ingesteld op het hoofd-kopieerapparaat, is bijgevuld
7
in het sub-kopieerapparaat.
Kopieerpapier van hetzelfde formaat en dezelfde plaatsingsrichting moet in de beide kopieerapparaten zijn bijgevuld. Zelfs als het beeld van het origineel wordt gedraaid overeenkomstig de plaatsingsrichting van het kopieerpapier in het hoofd-kopieerapparaat, moet de plaatsingsrichting van het kopieerpapier in het sub-kopieerapparaat hetzelfde zijn als die in het hoofd-kopieerapparaat.
Druk op de START-toets ( ) op het hoofd­kopieerapparaat.
8
De beelden die het hoofd-kopieerapparaat scant worden in de beide kopieerapparaten opgeslagen. De helft van het aantal te maken kopieën zal tegelijkertijd op beide kopieerapparaten gemaakt worden. Als het aantal te maken kopieën oneven is, zal het hoofd-kopieerapparaat één kopie meer maken dan het sub­kopieerapparaat.
Wanneer de mededeling “
KOPIEERAPPARAAT.KOPIEERAPPARAAT.
KOPIEERAPPARAAT.” op het hoofd-kopieerapparaat wordt
KOPIEERAPPARAAT.KOPIEERAPPARAAT.
afgebeeld, is een storing opgetreden in het sub-kopieerapparaat. Controleer de mededeling op het sub-kopieerapparaat en hef de storing op.
Om een kopieeropdracht te annuleren nadat deze is begonnen, drukt u op de TERUGSTEL-toets (CA) op het hoofd­kopieerapparaat.
Om de tandemkopieerfunctie te annuleren, drukt u nogmaals op de “TANDEMKOPIE” toets op het SPECIALE FUNCTIES-scherm op het hoofd-kopieerapparaat.
CONTROLEER HET SUB-CONTROLEER HET SUB-
CONTROLEER HET SUB-
CONTROLEER HET SUB-CONTROLEER HET SUB-
HOOFDSTUK 4
VERBRUIKSMATERIALEN
Dit hoofdstuk beschrijft de verbruiksmaterialen voor dit kopieerapparaat, zoals kopieerpapier en toner.
Blz.
●●
●●
KOPIEERPAPIER.................................. 4-2
Type en formaat kopieerpapier......................... 4-2
Kopieerpapier bijvullen .............................. 4-2
●●
●●
TONER BIJVULLEN ............................... 4-5
●●
●●
AFV AL T ONER WEGGOOIEN ......................... 4-7
●●
●●
OPSLAG V AN VERBRUIKSMA TERIALEN................ 4-8
HOOFDSTUK4
4-1
KOPIEERPAPIER
Type en formaat kopieerpapier
Formaat Gewicht Capaciteit Speciaal papier
(80 g/m2)
Papierladen 1 en 2 A5-formaat tot 56 tot 105 g /m
A3-formaat
Handinvoer Uitvoer met A6-formaat tot 52 tot 128 g/m
bedrukte kant A3-formaat zelfklevende etiketten, omhoog overtrekpapier,
Uitvoer met A5-formaat tot 56 tot 105 g/m bedrukte kant A3-formaat
HOOFDSTUK4
Voor de beste resultaten gebruikt u uitsluitend kopieerpapier aanbevolen door SHARP.
* Het maximaal papierformaat met een gewicht tussen 105 en
128 g/m2 dat met behulp van de handinvoer ingevoerd kan worden
VERBRUIKSMATERIALEN Kopieerpapier
is A4-formaat.
** Kopieerpapier dat zwaarder is dan 128 g/m2, moet met de kortste
zijkant eerst in de gleuf van de handinvoer worden gestoken.
KEY-OPERATOR Om uitvoer met de bedrukte kant omlaag
mogelijk te maken bij invoer vanaf de handinvoer, moet het kiezen van de papiersoort van de handinvoer zijn ingeschakeld. Zie blz. 8-22.
omlaag
2
500 vellen
2
50 vellen Transparanten,
176 g/m2**, 200 g/m2**
2
50 vellen
Kopieerpapier bijvullen
Wanneer zich geen kopieerpapier in de gekozen papierinvoerbron bevindt, zal “OPEN PAPIERLADE EN VUL KOPIEERPAPIER BIJ.” op de mededelingendisplay worden afgebeeld. Wanneer een gekozen papierinvoerbron niet of niet juist is aangebracht, zal de mededeling “DUW PAPIERLADE IN KOPIEERAPPARAAT TOTDAT DEZE WORDT VERGRENDELD.” op de mededelingendisplay worden afgebeeld. Breng de papierinvoerbron aan of duw deze stevig naar achteren op de plaats. Voor de beste resultaten gebruikt u uitsluitend kopieerpapier aanbevolen door SHARP.
4-2
KOPIEERPAPIER
Maximumhoogte-lijn
Bijvullen van kopieerpapier in papierladen 1 en 2
Til de papierlade voorzichtig op en trek deze naar buiten.
1
Gebruik uitsluitend kopieerpapier dat voldoet aan de specificaties van Sharp en volg de instructies met
2
betrekking tot het bijvullen van het kopieerpapier.
De papierlade kan 500 vellen kopieerpapier bevatten. Vul geen kopieerpapier bij tot boven de maximumhoogte-lijn.
HOOFDSTUK4
VERBRUIKSMATERIALEN Kopieerpapier
Duw de papierlade stevig terug in het kopieerapparaat.
3
4-3
KOPIEERPAPIER
Maximumhoogte-lijn
HOOFDSTUK4
Veranderen van het formaat kopieerpapier in de papierlade
Til de papierlade voorzichtig op en trek de papierlade naar buiten totdat deze stopt.
1
Stel de papierformaat-indicator in op het papierformaat dat u wilt bijvullen.
2
Schuif de papierformaat-indicator naar rechts of links overeenkomstig het formaat kopieerpapier.
VERBRUIKSMATERIALEN Kopieerpapier
Linker geleider
Papierformaat-indicator
Voorgeleider
Knijp in de vergrendeling van de voorgeleider en de linker geleider en stel de geleiders in.
3
Schuif de voorgeleider en de linker geleider en stel deze in op de breedte en lengte van het kopieerpapier.
Vul kopieerpapier bij in de papierlade.
4
x13
216x330
8
216x279
B5
A4
B4
A3
8 x11
B5
A5
4-4
Papierformaatmarkering
Plaats de papierformaatmarkering in de voorkant van de papierlade.
5
De papierformaatmarkering heeft drie kanten. Vouw de papierformaatmarkering zodat de juiste kant naar voren wijst. De papierformaatmarkering, zichtbaar door het venster in de voorkant van de papierlade, dient overeen te komen met het bijgevulde papierformaat.
Duw de papierlade stevig terug in het kopieerapparaat.
6
TONER BIJVULLEN
De mededeling “(DE TONERVOORRAAD IS LAAG. DRUK OP VOOR AANWIJZINGEN.)” zal op het mededelingendisplay worden
afgebeeld alvorens de tonervoorraad volledig op is. Wanneer het kopiëren wordt voortgezet, zullen de kopieën geleidelijk aan lichter worden totdat het kopieerapparaat stopt en de mededeling op de mededelingendisplay verandert in “VUL TONER BIJ. DRUK OP VOOR AANWIJZINGEN.” aangevende dat de tonervoorraad op is. Toner kan worden bijgevuld op ieder moment nadat de mededeling “(DE TONERVOORRAAD IS LAAG. DRUK OP VOOR AANWIJZINGEN.)” op de mededelingendisplay wordt afgebeeld. Om toner bij te vullen, stopt u het kopieerapparaat en voert u de hieronder beschreven bedieningsstappen uit. Wanneer een van de mededelingen wordt afgebeeld, kunt u op de INFORMATIE-toets ( ) drukken voor gedetailleerde informatie. Tijdens lange kopieeropdrachten van meervoudige donkere originelen die vele afbeeldingen en/of donkere tinten bevatten zal de mededeling “TONER WORDT BIJGEVULD.” op het mededelingendisplay worden afgebeeld en zal het kopieerapparaat stoppen, ondanks dat nog toner aanwezig is. Het kopieerapparaat zal automatisch de toner rondpompen en aanvullen tot aan het normale niveau, waarna de START-indicator ( ) zal oplichten. Druk op de START-toets ( ) om het kopiëren te hervatten.
Gebruik uitsluitend Sharp producten voor de beste kopieerresultaten. Op de verpakking van de Sharp toner staat het origineel onderdeel logo.
GENUINE SUPPLIES
HOOFDSTUK4
5X
20X
20X
Open de voorklep van het kopieerapparaat.
1
Trek de vergrendelhendel van het tonermagazijn omlaag en trek het tonermagazijn langzaam naar buiten totdat
2
deze stopt.
Tik 5 keer bovenop de tonercartridge. Houd de nieuwe tonercartridge verticaal en schud deze krachtig ongeveer
3
20 keer omhoog en omlaag. Draai vervolgens de tonercartridge ondersteboven en schud deze nogmaals ongeveer 20 keer omhoog en omlaag. Hierdoor wordt de toner in de tonercartridge losgemaakt, zodat deze gemakkelijker in het tonermagazijn vloeit.
VERBRUIKSMATERIALEN Toner bijvullen
4-5
TONER BIJVULLEN
Plaats de nieuwe tonercartridge met de uitsteeksels in de uitsparingen, zoals afgebeeld.
4
Schuif de tonercartridge langs de geleiders boven het tonermagazijn.
5
HOOFDSTUK4
VERBRUIKSMATERIALEN Toner bijvullen
Verzegeling
Houd de tonercartridge met één hand vast en buig het uitsteeksel van de verzegeling, zoals aangegeven in de
6
afbeelding.
Trek aan de verzegeling om deze te verwijderen.
7
Tik 5 keer op de bovenkant van de tonercartridge zodat de toner in het tonermagazijn begint te vloeien.
8
Als u de tonercartridge van tevoren voldoende hebt geschud, zoals beschreven in stap 3, zal het ongeveer 50 seconden duren voordat de tonercartridge leeg is. Verwijder de tonercartridge niet voordat deze geheel leeg is. Wanneer de tonercartridge uit zichzelf niet geheel leeg vloeit, tikt u op de bovenkant van de tonercartridge totdat deze geheel leeg is.
4-6
9
10
11
Schuif de lege tonercartridge terug langs de geleiders en verwijder deze.
De opening van de tonercartridge zal worden afgesloten terwijl deze langs de geleiders wordt teruggeschoven.
Duw het tonermagazijn terug in het kopieerapparaat en plaats de vergrendelhendel van het tonermagazijn terug in de oorspronkelijke stand.
Sluit de voorklep van het kopieerapparaat.
OPMERKING: Vul slechts één tonercartridge bij.
AFVALT ONER WEGGOOIEN
De mededeling “VERVANG DE AFVALTONERTANK. DRUK OP VOOR AANWIJZINGEN.” zal op de mededelingendisplay worden
afgebeeld wanneer de afvaltonertank vol is. Het kopieerapparaat zal stoppen en zal niet werken totdat een nieuwe afvaltonertank is geplaatst. Vervang de volle afvaltonertank volgens de hieronder beschreven procedure. Wanneer de bovenstaande mededeling op de mededelingendisplay wordt afgebeeld, kunt u indien gewenst op de INFORMATIE-toets ( ) drukken voor gedetailleerde informatie.
Open de klep van de afvaltonertank.
2
1
Duw eenmaal tegen de klep om deze te ontgrendelen en te openen.
1
Maak de afvaltonertank los en verwijder deze vervolgens uit het kopieerapparaat.
2
Afvaltoner kan niet worden herbruikt. Gooi de afvaltoner niet terug in het tonermagazijn!
Verwijder de dop van een nieuwe afvaltonertank en gebruik deze om de volle afvaltonertank te sluiten.
Houd de volle afvaltonertank tot het volgende regelmatige bezoek van de servicemonteur. Uw erkende Sharp servicemonteur zal de afvaltonertank ophalen voor verwerking.
Plaats een nieuwe afvaltonertank totdat deze met een klik vergrendeld wordt.
3
HOOFDSTUK4
VERBRUIKSMATERIALEN Afvaltoner weggooien
Sluit de klep van de afvaltonertank.
4
4-7
OPSLAG V AN VERBRUIKSMATERIALEN
De verbruiksmaterialen van dit kopieerapparaat die door de gebruiker zelf dienen te worden vervangen zijn o.a. kopieerpapier, toner, afvaltonertank en nietpatronen voor de los verkrijgbare afwerkeenheid (AR-FN3).
Fotogeleidende drum
Het AR-505 kopieerapparaat is voorzien van een geavanceerde procesbesturingstechniek die de uniformiteit van de kopieerkwaliteit verbetert. Met deze procesbesturingstechniek wordt een constante kopie kwaliteit verkregen gedurende de gehele levensduur van de fotogeleidende drum doordat automatisch gecompenseerd wordt
HOOFDSTUK4
voor veranderingen in de karakteristieken van de drum als gevolg van slijtage, een veelvuldig herhaalde bedieningswijze en de omgevingsomstandigheden. De automatische bijstellingen worden gemaakt op basis van de signalen van een sensor die de reflectie­eigenschappen van de drum waarneemt.
Gebruik uitsluitend Sharp producten voor de beste kopieerresultaten. Op de verpakking van de Sharp toner staat het origineel onderdeel logo.
GENUINE SUPPLIES
VERBRUIKSMATERIALEN Opslag van verbruiksmaterialen
WAARSCHUWING
Dit procesbesturingssysteem vereist het gebruik van een fotogeleidende drum met een speciaal reflecterend gedeelte (aanbevolen Sharp originele fotogeleidende drum) om kopieën met een lage beelddichtheid te beschermen tegen onvoldoende procesbesturing en eventuele beschadiging aan het kopieerapparaat. Wanneer u een andere drum gebruikt, kan het procesbesturingssysteem niet juist werken.
Juiste opslag
Kies voor opslag van de verbruiksmaterialen een plaats die:
1
schoon en droog is,
een gelijkmatige temperatuur heeft,
niet blootgesteld is aan direct zonlicht.
Laat tijdens opslag het kopieerpapier in de verpakking en leg de pakken kopieerpapier plat.
2
Wanneer het kopieerpapier buiten de verpakking wordt opgeslagen of de pakken rechtop worden geplaatst, is het mogelijk dat het kopieerpapier krult of vochtig wordt, waardoor papierstoringen zullen worden veroorzaakt.
4-8
HOOFDSTUK 5
IN GEVAL VAN STORINGEN
Dit hoofdtuk beschrijft hoe u vastgelopen originelen en kopieerpapier kunt verwijderen en geeft oplossingen voor andere veel voorkomende storingen van het kopieerapparaat.
●●
●●
OPHEFFEN V AN P APIERST ORINGEN .................. 5-2
●●
●●
ONDERHOUD VEREIST............................ 5-13
●●
●●
OPHEFFEN V AN ST ORINGEN ....................... 5-14
Blz.
HOOFDSTUK5
5-1
OPHEFFEN VAN PAPIERST ORINGEN
Wanneer een papierstoring optreedt, zal het kopieerapparaat stoppen. De mededeling “EEN PAPIERSTORING IS
OPGETREDEN. PAPIERSTORING OPHEFFEN OP DE AANGEGEVEN PLAATS. DRUK OP VOOR OPHEF­INSTRUCTIES.” zal tezamen met een
papierstoringplaats-aanduiding op de interactieve display worden afgebeeld. Druk indien gewenst op de INFORMATIE-toets ( ) voor meer gedetailleerde informatie.
Controleer eerst de papierstoringplaatsen. Voor papierstoringen in los verkrijgbare accessoires, raadpleegt u de betreffende bladzijden in deze bedieningshandleiding (bladzijden 7-14, 7-21 en 7-25).
( blz. 5-2)
( blz. 5-6)
( blz. 5-8)
Wanneer vastgelopen kopieerpapier tijdens het verwijderen per ongeluk scheurt, let u er goed op alle papiersnippers te verwijderen. Wees voorzichtig de fotogeleidende drum of de coronadraden niet te beschadigen.
( blz. 5-5)
( blz. 5-11)
HOOFDSTUK5
( blz. 5-10, 5-11)
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
EEN PAPIERSTORING IS OPGETREDEN.
PAPIERSTORING OPHEFFEN OP DE AANGEGEVEN PLAATS. DRUK OP VOOR OPHEF-INSTRUCTIES.
( blz. 5-5)
Origineelstoring in de RSPF
Wanneer een origineel in de RSPF vastloopt, zal het kopieerapparaat stoppen en een origineelstoring-mededeling worden afgebeeld.
Een origineel kan vastlopen op één van deze twee origineelstoringplaatsen: (A) in het invoergedeelte van de RSPF, of (B) in het uitvoergedeelte.
A B
5-2
Klep van de invoerrol
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
(A) Open de klep van de invoerrol.
Ontgrendelhendel
Papiergeleider
Rol
Wanneer een origineel in het invoergedeelte is vastgelopen:
Duw de in de richting van de pijl en verwijder het vastgelopen origineel.
Wanneer een origineel is vastgelopen in het transportgedeelte:
HOOFDSTUK5
Open de papiergeleider.
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
Draai de draaischijf in de richting van de pijl en verwijder het vastgelopen origineel voorzichtig. Sluit de papiergeleider nadat u het vastgelopen origineel hebt verwijderd.
Sluit de klep van de invoerrol stevig door het midden van de klep omlaag te drukken.
Vergeet niet de origineelinvoer te openen en te sluiten om de origineelstoring-mededeling te doen uitgaan.
5-3
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
Open de origineelinvoer en verwijder het vastgelopen origineel voorzichtig.
Als het vastgelopen origineel niet gemakkelijk kan worden verwijderd, opent u de klep van de invoerrol. Nadat u het vastgelopen origineel hebt verwijderd, sluit u de klep van de invoerrol stevig door het midden van klep omlaag te drukken.
HOOFDSTUK5
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
Transportklep
(B) Ontgrendel de hendel en open de transportklep van de
origineelinvoer.
Verwijder het vastgelopen origineel voorzichtig.
Sluit de transportklep en sluit de origineelinvoer.
OPMERKING:
Nadat vastgelopen originelen zijn verwijderd vanaf de origineelstoringplaatsen A en/of B, kan een mededeling worden afgebeeld die aangeeft hoeveel originelen moeten worden teruggeplaatst in de origineellade van de origineelinvoer. Plaats de originelen terug en druk op de START-toets ( ) om het kopiëren voort te zetten.
5-4
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
EEN PAPIERSTORING IS OPGETREDEN.
PAPIERSTORING OPHEFFEN OP DE AANGEGEVEN PLAATS. DRUK OP VOOR OPHEF-INSTRUCTIES.
Papierstoring in de handinvoer
1
2
Trek het vastgelopen kopieerpapier voorzichtig naar buiten.
Open en sluit de voorklep van het kopieerapparaat om de papierstoring-mededeling te doen uitgaan.
HOOFDSTUK5
EEN PAPIERSTORING IS OPGETREDEN.
PAPIERSTORING OPHEFFEN OP DE AANGEGEVEN PLAATS. DRUK OP VOOR OPHEF-INSTRUCTIES.
Papierstoring in papierladen 1 en 2
1
Open de rechter zijklep.
Pak het handvat vast en trek de zijklep voorzichtig open.
Wanneer kopieerpapier in de handinvoer is geplaatst, verwijdert u het kopieerpapier en sluit u de handinvoer alvorens de rechter zijklep te openen.
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
5-5
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
HOOFDSTUK5
Verwijder het vastgelopen kopieerpapier.
2
Wees voorzichtig het vastgelopen kopieerpapier niet te scheuren tijdens het verwijderen.
Wanneer het vastgelopen kopieerpapier niet zichtbaar is vanaf de zijkant, trekt u de papierlade naar buiten en
3
verwijdert u het vastgelopen kopieerpapier.
Wees voorzichtig het vastgelopen kopieerpapier niet te scheuren tijdens het verwijderen.
OPMERKING:
Wanneer het kopieerpapier in papierlade 2 is vastgelopen en het kopieerpapier achter de papierlade is gevallen, verwijdert u de papierlade uit het kopieerapparaat en verwijdert u vervolgens het vastgelopen kopieerpapier. Om de papierlade uit het kopieerapparaat te verwijderen, trekt u eerst de papierlade naar buiten totdat deze stopt en tilt u vervolgens de papierlade op om deze te verwijderen.
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
EEN PAPIERSTORING IS OPGETREDEN.
PAPIERSTORING OPHEFFEN OP DE AANGEGEVEN PLAATS. DRUK OP VOOR OPHEF-INSTRUCTIES.
Sluit de papierlade en de rechter zijklep.
4
Controleer of de papierstoringsmelding is verdwenen.
Papierstoring in het transportgedeelte
Open de voorklep van het kopieerapparaat.
1
5-6
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
Papiergeleider
Transporthendel
Draaiknop van de rol A
Verwijder het vastgelopen kopieerpapier.
2
1
Draai de transporthendel naar links.
VOORZICHTIG
Het gebied achter de transporthendel is heet. Wees voorzichtig wanneer u deze hendel beetpakt.
Draai de draaiknop van de rol A in de richting van de pijl om het
2
vastgelopen kopieerpapier te verwijderen.
Duw de papiergeleider omlaag en verwijder het vastgelopen kopieerpapier.
HOOFDSTUK5
Transporthendel
3
Draai de transporthendel terug in de oorspronkelijke stand.
Sluit de voorklep van het kopieerapparaat.
3
Controleer of de papierstoringsmelding is verdwenen.
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
5-7
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
Lip van de fuseereenheid
EEN PAPIERSTORING IS OPGETREDEN.
PAPIERSTORING OPHEFFEN OP DE AANGEGEVEN PLAATS. DRUK OP VOOR OPHEF-INSTRUCTIES.
HOOFDSTUK5
Papierstoring in de fuseereenheid en het uitvoergedeelte
OPMERKING:
Wanneer de los verkrijgbare afwerkeenheid (AR-FN3) is aangebracht, raadpleegt u hoofdstuk 7, “Los verkrijgbare accessoires”, voor extra informatie over het opheffen van papierstoringen.
Open de voorklep van het kopieerapparaat.
1
Open voorzichtig de klep van het uitvoergedeelte.
2
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
Draaiknop van de rol B
Verwijder het vastgelopen kopieerpapier.
3
Wanneer het vastgelopen kopieerpapier zich in het binnenste deel van het uitvoergedeelte bevindt:
1
Draai de draaiknop van de rol B in de richting van de pijl om het vastgelopen kopieerpapier te verwijderen.
2
Wanneer het vastgelopen kopieerpapier zich diep in de
fuseereenheid bevindt, tilt u de lip van de fuseereenheid op en verwijdert u het vastgelopen kopieerpapier.
VOORZICHTIG
De fuseereenheid is heet! Let erop dat u uitsluitend de groene lip of de groene draaiknop van de rol aanraakt.
5-8
Draaiknop van de rol C
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
Wanneer het vastgelopen kopieerpapier zich in het uitvoergedeelte bevindt:
1
Draai de draaiknop van de rol C en verwijder het vastgelopen kopieerpapier.
2
Wanneer het vastgelopen kopieerpapier niet in bedieningsstap
1
verwijderd kon worden, tilt u de hendel van het uitvoergedeelte C op en verwijdert u het vastgelopen kopieerpapier.
Hendel van het uitvoergedeelte
C
VOORZICHTIG
Het afgebeelde deel van het uitvoergedeelte kan heet zijn. Wees voorzichtig het niet aan te raken.
Sluit de klep van het uitvoergedeelte.
HOOFDSTUK5
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
4
Sluit de voorklep.
5
Controleer of de papierstoringsmelding is verdwenen.
5-9
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
EEN PAPIERSTORING IS OPGETREDEN.
PAPIERSTORING OPHEFFEN OP DE AANGEGEVEN PLAATS. DRUK OP VOOR OPHEF-INSTRUCTIES.
HOOFDSTUK5
Papierstoring in het omkeergedeelte
Open het linker zijklep.
1
Verwijder het vastgelopen kopieerpapier voorzichtig.
2
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
Papiergeleider
Open de klep van het uitvoergedeelte voorzichtig.
Til de papiergeleider op en verwijder het vastgelopen
1
kopieerpapier voorzichtig.
5-10
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
Wanneer het vastgelopen kopieerpapier niet in de voorgaande
2
bedieningsstap kon worden verwijderd, draait u de draaiknop van de rol D in de richting van de pijl en verwijdert u het vastgelopen kopieerpapier.
Draaiknop van de rol
D
3
EEN PAPIERSTORING IS OPGETREDEN.
PAPIERSTORING OPHEFFEN OP DE AANGEGEVEN PLAATS. DRUK OP VOOR OPHEF-INSTRUCTIES.
Papierstoring in de duplexeenheid
Zie tevens “Papierstoring in de fuseereenheid en het uitvoergedeelte” (blz. 5-8) en “Papierstoring in het omkeergedeelte” (blz. 5-10).
Sluit de klep van het uitvoergedeelte en de linker zijklep.
Wanneer het vastgelopen kopieerpapier zich in de duplexeenheid of het gebied onder het uitvoergedeelte bevindt:
HOOFDSTUK5
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
Draaiknop van de rol
E
Papiergeleider
Open voorzichtig de klep van het uitvoergedeelte.
1
Verwijder het vastgelopen kopieerpapier.
2
Open de papiergeleider, draai de draaiknop van de rol E in de
1
richting van de pijl en verwijder het vastgelopen kopieerpapier. Sluit de papiergeleider.
5-11
OPHEFFEN VAN PAPIERSTORINGEN
2
Verwijder het vastgelopen kopieerpapier uit de duplexeenheid.
Wees voorzichtig het vastgelopen kopieerpapier niet te scheuren tijdens het verwijderen.
Sluit de klep van het uitvoergedeelte.
3
HOOFDSTUK5
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van papierstoringen
Open/dicht-hendel van het papierinvoergedeelte
Wanneer het vastgelopen kopieerpapier zich in het rechter gedeelte van de duplexeenheid bevindt:
Open de rechter zijklep.
1
Pak het handvat vast en trek de zijklep voorzichtig open.
Wanneer kopieerpapier in de handinvoer is geplaatst, verwijdert u het kopieerpapier en sluit u de handinvoer alvorens de rechter zijklep te openen.
Verwijder het vastgelopen kopieerpapier.
2
Beweeg de open/dicht-hendel van het papierinvoergedeelte in de richting van de pijl en verwijder het vastgelopen kopieerpapier.
5-12
Sluit de rechter zijklep.
3
Controleer of de papierstoringsmelding is verdwenen.
ONDERHOUD VEREIST
Wanneer de mededeling “GEBRUIKSKLAAR. (ONDERHOUD VEREIST.)” op de mededelingendisplay wordt afgebeeld, zal
onderhoud door een erkende Sharp servicemonteur spoedig noodzakelijk zijn. Neem zo spoedig mogelijk contact op met een Sharp servicecentrum.
HOOFDSTUK5
IN GEVAL VAN STORINGEN Onderhoud vereist
5-13
OPHEFFEN VAN STORINGEN
Wanneer het kopieerapparaat stopt of bediening niet mogelijk is, controleert u altijd de mededelingendisplay. De mededelingen geven u gemakkelijk op te volgen aanwijzingen. Wanneer de mededelingen geen doelgerichte instructies geven, controleert u de onderstaande lijst.
Storing Oplossing
Het kopieerapparaat werkt niet.
Is het kopieerapparaat aangesloten op de stroomvoorziening?
Is de hoofdschakelaar ingeschakeld?
Sluit het kopieerapparaat aan op een geaard stopcontact.
Schakel de hoofdschakelaar in.
De kopieën zijn te donker of te licht.
De kopieën zijn blanco.
HOOFDSTUK5
De kopieën versmeren als u erover wrijft.
IN GEVAL VAN STORINGEN Opheffen van storingen
Het formaat van het kopieerpapier is anders dan het gekozen papierformaat.
Is de belichting juist ingesteld?
Is het origineel met de te kopiëren kant naar boven gericht in de origineellade van de origineelinvoer geplaatst of met de te kopiëren kant naar beneden gericht op de glasplaat geplaatst?
Is het kopieerpapier te zwaar?
Is het kopieerpapier vochtig?
Is de papierformaat-indicator juist ingesteld?
Zie bladzijde 2-16.
Plaats het origineel met de te kopiëren kant naar boven gericht in de origineellade van de origineelinvoer of met de te kopiëren kant naar beneden gericht op de glasplaat.
Gebruik kopieerpapier met een gewicht binnen het opgegeven bereik. Zie bladzijde 4-2.
Vervang het kopieerpapier door droog kopieerpapier. Zorg ervoor dat het kopieerpapier op een droge plaats is opgeslagen.
Wanneer u een ander formaat kopieerpapier in een papierlade bijvult, vergeet u niet de papierformaat-indicator opnieuw in te stellen. Zie bladzijde 4-4.
Het beeld kan niet op de gewenste plaats op de kopie worden gepositioneerd.
5-14
Wordt hetzelfde formaat beeld gekopieerd op een ander formaat kopieerpapier, of wordt vergroot gekopieerd?
Draai het origineel in de RSPF of op de glasplaat. Zie bladzijde 2-3. Let goed op als u de optionele sorteren/ nietenfunctie gebruikt.
Loading...