Roland RS-50 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd met uw keuze van de Roland RS-50.
201a
Nu voor de tweede keer correcties ingevoerd, en nog steeds is de zaak niet af. Hoeveelheid werk is alles bij elkaar MINSTENS het dubbele van normaal
Nu voor de tweede keer correcties ingevoerd, en nog steeds is de zaak niet af. Hoeveelheid werk is alles bij elkaar MINSTENS het dubbele van normaal
202
Copyright © 2003 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van
ROLAND CORPORATION op geen enkele wijze gereproduceerd worden.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
WAARSCHUWING
001
• Zorg dat u onderstaande instructies en de gebrui­kershandleiding leest, voordat u het apparaat in gebruik neemt.
..........................................................................................................
002b
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit.
..........................................................................................................
003
•Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de “Informatie” pagina kunt vinden.
..........................................................................................................
004
• Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur; of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers,
wasruimtes of natte vloeren hebben; of die
• aan regen worden blootgesteld; of die
• stoffig zijn; of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
..........................................................................................................
007
• Zorg ervoor dat het apparaat altijd stabiel geplaatst wordt. Plaatst het nooit op een wankele standaard of op een schuin oppervlak.
..........................................................................................................
VOORZICHTIG opmerkingen
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het ● wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
001
• Gebruik alleen de meegeleverde adapter. Zorg ervoor dat het voltage overeenkomt met het voltage, dat op de adapter vermeld staat. Andere adapters kunnen een afwijkende polariteit hebben of voor een andere voltage bestemd zijn, dus indien u deze zou gebruiken kan dit schade, foutieve werking of een elektrische schok veroorzaken.
..........................................................................................................
008e
• Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer.
..........................................................................................................
009
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
..........................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsni­veaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
..........................................................................................................
2
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
011
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terecht­komen.
..........................................................................................................
012a:
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbij­zijnde Roland Service Centrum of erkende Roland distributeur, te vinden op de "Informatie" pagina, wanneer:
• het netsnoer of de stekker is beschadigd; of
• er rook of een ongewone geur optreedt
• objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen; of
• het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
een andere manier nat is geworden); of
• het apparaat niet normaal lijkt te werken of een
duidelijke verandering laat zien.
..........................................................................................................
013
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels, die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat, op te volgen.
..........................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
..........................................................................................................
015
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verleng­snoeren – de totale hoeveelheid stroom, die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken en uiteindelijk smelten.
..........................................................................................................
016
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de “Informatie” pagina.
..........................................................................................................
023
• Speel geen CD-ROM disks af op een conven­tionele CD speler. Het geluid hiervan kan van een zodanig niveau zijn, dat permanent gehoorverlies ontstaat. Beschadiging van de luidsprekers of andere systeem componenten kunnen het gevolg zijn.
..........................................................................................................
101b
• Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst te worden, dat er voldoende ventilatie­ruimte beschikbaar is.
..........................................................................................................
102c
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
..........................................................................................................
103b
• Stofophoping tussen het netsnoer en het stopcontact kan tot een verminderde isolatie leiden, waardoor brand veroorzaakt kan worden. Veeg dit soort stof regelmatig met een droge doek weg. Wanneer het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt wordt, haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
..........................................................................................................
104
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Tevens zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
..........................................................................................................
106
• Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
..........................................................................................................
107c
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn.
..........................................................................................................
108b
• Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en koppelt u de snoeren van alle apparaten los.
..........................................................................................................
109b
• Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact (p.16).
..........................................................................................................
110b
• Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht, haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
..........................................................................................................
118
• Indien u schroeven mocht verwijderen, plaats deze dan op een veilige plaats buiten bereik van kinderen, opdat zij deze niet per ongeluk kunnen inslikken.
..........................................................................................................
3
BELANGRIJKE INFORMATIE
Als aanvulling op de onderwerpen in VEILIG GEBRUIK VAN HET APPARAAT op pagina 2 en 3 gelieve het volgende te lezen en in acht te nemen:
Stroomvoorziening
• Sluit het apparaat niet aan op een spanningsbron, waarop apparaten die lijnbrom veroorzaken zijn aangesloten, zoals motoren en dimmers.
• Bij langdurig gebruik wordt de adapter warm, maar dit is normaal en u hoeft u zich hierover geen zorgen te maken.
• Voordat u andere apparaten aansluit, dient u deze allen uit te schakelen. Hierdoor wordt mogelijk verkeerd functioneren en/of beschadiging van luidsprekers of andere apparaten voorkomen.
Plaatsing
• Bij gebruik van het apparaat in de directe nabijheid van krachtversterkers (of andere apparaten met een grote voe­dingstransformator) kan brom veroorzaken. Om dit pro­bleem op te lossen, dient u dit apparaat te draaien of op verdere afstand van de bromveroorzaker te plaatsen.
• Dit apparaat kan storing op radio - en televisie ontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat dus niet de in de directe nabijheid van dergelijke ontvangers.
• Er kan ruis ontstaan als draadloze communicatie appara­tuur zoals telefoons in de directe nabijheid van dit appa­raat gebruikt wordt. Deze ruis kan zich voordoen bij het bellen, de telefoon opnemen of tijdens het voeren van een gesprek. Mocht dit probleem zich voordoen, dient u de draadloze apparatuur op een grotere afstand te plaatsen of uit te schakelen.
• Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet dichtbij toestellen, die warmte uitstralen, laat het niet achter in een gesloten voertuig of iets anders waar extreme temperaturen kunnen ontstaan. Overmatige hitte kan misvorming of verkleuring van het apparaat veroor­zaken.
• Wanneer het apparaat verplaatst wordt naar een ruimte met erg afwijkende temperatuur en/of vochtigheid, kun­nen zich waterdruppels (condens) binnen het apparaat vormen. Hierdoor kan schade of verkeerd functioneren ontstaan, wanner u het apparaat in deze conditie gebruikt. Daarom dient u het apparaat alvorens dit te gebruiken, een aantal uren te laten acclimatiseren, totdat de condens volledig verdampt is.
• Plaats geen voorwerpen boven op het keyboard. Dit kan een verkeerde werking, zoals toetsen die geen geluid pro­duceren, veroorzaken.
Onderhoud
• Gebruik voor de dagelijkse reiniging een zachte, droge of lichtbevochtigde doek. Hardnekkige vervuiling kunt u verwijderen door middel van een licht, niet schurend rei­nigingsmiddel. Maar zorg ervoor, dat u het apparaat daarna met een zachte droge doek grondig afveegt.
• Gebruik nooit benzine, verdunner, alcohol of andere agressieve vloeistoffen ten einde een mogelijke verkleu­ring en/of misvormingen te voorkomen.
Reparaties en data
• Let erop dat alle data, die zich in geheugen van het appa­raat bevindt, verloren kunnen gaan als het apparaat voor reparatie opgestuurd wordt. Van belangrijke dient altijd een reserve kopie op een ander MIDI apparaat (Bijvoor­beeld een sequencer) gemaakt te worden of op papier genoteerd te worden (indien mogelijk). Tijdens reparatie wordt altijd de nodige aandacht besteed om data verlies te voorkomen. Toch in bepaalde gevallen (zoals wanneer het circuit betrekking hebbend op het geheugen zelf), betreu­ren wij het, dat het niet mogelijk is om de data te herstel­len en Roland aanvaart geen verantwoordelijkheid inzak een dergelijk verlies van data.
Aanvullende voorzorgen
• Denk erom dat de geheugeninhoud onherroepelijk verlo­ren kan gaan door verkeerd functioneren of onjuiste bediening van het apparaat. Om uzelf te beschermen tegen risico belangrijke gegevens te verliezen, bevelen wij u aan periodiek een reserve kopie te maken van belang­rijke gegevens, die u in het geheugen op een diskette of andere apparaten opgeslagen heeft.
• Helaas is het misschien onmogelijk om de gegevens, die u opgeslagen had, te herstellen, nadat deze verloren waren gegaan. Roland Corporation aanvaardt geen aansprake­lijkheid indien een dergelijk gegevensverlies mocht plaatsvinden.
• Gebruik de knoppen, schuifpotmeters, andere regelaar, uitgangen en connectors van het apparaat met redelijke zorgvuldigheid. Ruw gebruik kan een verkeerde werking veroorzaken.
• Voorkom het slaan of stevige druk op het display.
• Als u kabels aansluit of ontkoppelt, dient u altijd hiervoor de connector te gebruiken en nooit aan de kabels te trek­ken. Hierdoor zult u kortsluiting of kabelbeschadiging voorkomen.
• Om burengerucht te voorkomen, verdient het aanbeveling om geluidsniveau van het apparaat binnen redelijk nor­men te houden. U kunt natuurlijk een koptelefoon gebrui­ken, zodat u anderen geen geluidsoverlast bezorgt (vooral ’s avonds laat).
• Indien u het apparaat moet vervoeren, gebruik dan de ori­ginele verpakking inclusief de opvulstukken. Zo niet, dient u een gelijkwaardige verpakking te gebruiken.
4
• Gebruik alleen het aangegeven expressie pedaal (EV-5, die apart verkocht wordt). Indien u een expressie pedaal van een ander merk mocht gebruiken, riskeert u verkeerd functioneren en/of beschadiging van het apparaat.
• De uitleg in deze gebruiksaanwijzing bevat illustraties, die overeenkomen met de display weergave. Maar let op, uw apparaat kan een nieuwe en uitgebreidere versie bevatten (b.v. nieuwere geluiden), dus wat u op het display ziet, hoeft niet altijd overeen te komen met deze gebruiksaan­wijzing.
Het omgaan met Cd-rom’s
• De niet geautoriseerde vermenigvuldiging, weergave, verhuur en uitlening van de software, die op de bijbe­horende CD-rom staat, is verboden.
• Vermijd aanraken of bekrassen van de glanzende zijde (het gegevens oppervlak). Beschadigde of vuile Cd-rom’s kunnen mogelijk niet goed gelezen worden. Houd schijven schoon met in de vakhandel verkrijgbare CD reiniger.
204
• Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
206j
• Windows® is officieel bekend als “Microsoft Windows ® operating system”.
207
• Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
209
• MacOS is een geregistreerde handelsmerk van Apple Computer, Inc.
220
• Alle productnamen, die in dit document genoemd wor­den, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmer­ken van hun respectievelijke eigenaren.
5
Inhoud
BELANGRIJKE INFORMATIE.................................................................6
Belangrijkste voorzieningen ..................................................................9
Paneelbeschrijvingen ...........................................................................10
Voorpaneel ................................................................................................................................................ 10
Achterpaneel ............................................................................................................................................. 13
Gereed maken .......................................................................................14
Herstel van de fabrieksinstellingen (Factory Reset) .........................17
Beluisteren van de demo songs..........................................................18
Snelle start ........................................19
Probeer de geluiden uit ........................................................................20
Toepassing van effecten op het geluid...............................................26
Gebruik van de ritme gids....................................................................36
Gevorderd gebruik ............................39
Overzicht van de RS-50 ........................................................................40
Hoe het instrument georganiseerd is .................................................................................................... 40
Classificatie van RS-50 geluid types ...................................................................................................... 40
Effecten....................................................................................................................................................... 41
Aantal stemmen........................................................................................................................................41
Over het geheugen ...................................................................................................................................41
Tijdelijk geheugen......................................................................................................................... 41
Herschrijfbaar geheugen.............................................................................................................. 41
Niet herschrijfbaar geheugen ...................................................................................................... 41
Basisbediening van de RS-50..............................................................42
Van modus wisselen ................................................................................................................................42
Patch modus................................................................................................................................... 42
Uitvoering modus ......................................................................................................................... 42
Bewerking van parameters .....................................................................................................................42
Basis werkwijze ............................................................................................................................. 42
Uitvoeren van een commando .................................................................................................... 42
Een naam toewijzen...................................................................................................................... 42
Als één pagina twee of meer instellingen bevat ....................................................................... 43
Invoeren van nummers en getallen .......................................................................................................43
Een Part selecteren ................................................................................................................................... 43
Een Patch creëren (Patch modus).......................................................44
Hoe Patch instellingen te maken............................................................................................................44
Verandering van de wijze waarop de tones klinken (Key modus) .......................................44
Bewerking van de Patch parameter ........................................................................................... 44
Instellingen maken, die op de hele Patch van toepassing zijn (
Patch Common Parameters)........................................................................................................45
Instellingen voor een individuele tone maken (Patch Tone parameters)............................. 46
Een Patch opslaan..................................................................................................................................... 48
6
Inhoud
Makkelijke functies voor Patch bewerking (Patch Utlity)..................................................................49
Kopiëren van Patch parameters (Patch PRM COPY) .............................................................. 49
Initialisering van de Patch parameters (Patch INITIALIZE) .................................................. 50
Wissen van een opgeslagen gebruikers Patch (Patch REMOVE) .......................................... 50
Doorgeven van Patch/ritme instellingen naar de MIDI OUT connector (XFER to MIDI) 51
Herstel van fabrieksinstellingen (FACTORY RESET) ............................................................. 51
Creëren van een ritme set (Patch modus) ..........................................52
Hoe ritme set instellingen gemaakt kunnen worden.......................................................................... 52
Bewerking van de ritme set parameters .................................................................................... 52
Instellingen maken die van toepassing zijn op de gehele ritme set
(Rhythm Common parameters) .................................................................................................. 52
De instellingen van iedere ritme toon (toets) (Rhythm Tone parameters) bewerken......... 52
Een ritme set (User Rhythm Set) opslaan ............................................................................................. 53
Gemakkelijke functies voor ritme set bewerking (Rhythm Set Utility) ........................................... 53
Kopiëren van effect instellingen van een ritme set (RHYTHM PRM COPY) ...................... 53
Instellingen initialisering van een specifieke ritme toon (RHY INITILIZE)......................... 54
Een ritme set, die u opgeslagen heeft, wissen (RHYTHM REMOVE) ..................................54
Spelen met meer dan één geluid tegelijk (Performance modus) .....55
Keuze van een Part en selectie van een geluid..................................................................................... 55
Selectie van Performance nummers ........................................................................................... 55
Bewerking van de instellingen van een Performance......................................................................... 55
Instellingen maken, die op de gehele Performance van toepassing zijn ..............................55
De effect instellingen van een Performance bewerken............................................................ 56
De Part instellingen van een Performance bewerken (Part Setup)........................................56
Effect instellingen voor iedere Part van de Performance bewerken
(Performance Part Effect)............................................................................................................. 58
Een Performance opslaan........................................................................................................................ 59
Makkelijke functies om een Performance te bewerken (Performance Utility)................................59
Kopiëren van Part of effect parameters .....................................................................................59
Initialisering van de Performance parameters (PERFROM INIT) ......................................... 60
Doorgeven van Performance instellingen naar de MIDI OUT connector (XFER to MIDI) 61
Herstel van fabrieksinstellingen (FACTORY RESET) ............................................................. 61
Gebruik van de frase/arpeggio functie ...............................................62
Creëren van uw eigen Arpeggio Template (User Template).................................................. 62
Gebruik van de chord memory functie ...............................................64
Creëren van een originele akkoorden set (User Chord Set).................................................... 64
Effecten toevoegen...............................................................................65
De effect functie aan- en uitschakelen (MASTER EFFECT SWITCH) .............................................. 65
Het effect signaal pad .............................................................................................................................. 66
Effect instellingen maken ........................................................................................................................ 67
Multi-effect parameters instellen ...........................................................................................................68
Chorus instellingen maken ..................................................................................................................... 86
Reverb instellingen maken...................................................................................................................... 87
Gelijke instellingen voor iedere modus (Systeem functie) ...............88
Hoe voert u de systeem functie instellingen uit .................................................................................. 88
Functies van de systeem parameters..................................................................................................... 89
Instellingen die gelijk zijn voor het gehele systeem (General) ............................................... 89
Instellingen verbonden met controllers (CONTROLLER)...................................................... 89
Instellingen verbonden met MIDI ..............................................................................................90
Scale Tune instellingen voor een Patch maken (Patch SCALE) .............................................91
7
Inhoud
Spelen met een extern MIDI apparaat .................................................92
Over MIDI ................................................................................................................................................. 92
MIDI berichten, die door de RS-50 gebruikt worden.......................................................................... 92
Gebruik van de RS-50 om een externe MIDI geluidsmodule te bespelen ....................................... 93
Aansluiting op externe MIDI geluidsmodules ......................................................................... 93
Instelling van het keyboard transmissie kanaal .......................................................................94
Afspelen van de RS-50 geluidsgenerator vanaf een extern MIDI apparaat..................................... 94
Een extern MIDI apparaat aansluiten ........................................................................................94
Instelling van het Patch ontvangst kanaal................................................................................. 95
Instelling van de Program Change Receive schakelaar........................................................... 95
Selectie van RS-50 geluiden vanaf een extern MIDI apparaat................................................ 95
Gebruik van een externe MIDI controller om de geluiden van de RS-50 te veranderen ... 96
Opname met een externe sequencer...................................................................................................... 96
Aansluiting op een externe sequencer ....................................................................................... 96
Instellingen voor een opname maken ........................................................................................ 96
Opname ..........................................................................................................................................97
Beluisteren van een opgenomen uitvoering ............................................................................. 98
Samen spelen met de weergave van een opgenomen uitvoering..........................................98
De weergave van een uitvoeringen transponeren (Master Key Shift) .................................. 98
Back-up (opslaan) van alleRS-50 instellingen op uw externe sequencer ......................................... 98
Gebruik van de RS-50 als een General MIDI/General MIDI 2 systeem
compatibele geluidsmodule.................................................................................................................... 98
Weergave van General MIDI/General MIDI 2 data................................................................ 98
Uitvoeren met een computer ...............................................................99
Appendix ........................................101
Probleemoplossing.............................................................................102
Foutberichten/berichten.....................................................................105
Parameter lijst .....................................................................................106
Original Tone lijst................................................................................109
Patch lijst .............................................................................................111
Ritme set lijst.......................................................................................116
Performance lijst.................................................................................120
Arpeggio Template lijst ......................................................................120
Ritme gids lijst ....................................................................................120
Arpeggio stijl lijst ...............................................................................122
Multi-chord set lijst .............................................................................122
MIDI implementatie kaart....................................................................124
Specificaties ........................................................................................125
Index.....................................................................................................126
8
Belangrijkste voorzieningen
Een breed scala aan nieuwe geluiden met een hoge kwaliteit
Er is veel zorg besteed aan de verfijning van de belangrijkste
geluiden voor een live keyboard, zoals piano, orgel, strijkers en
koper. Daarnaast zijn de nieuwste solo geluiden opgenomen. De
General MIDI instelling overeenkomstig General MIDI/General
MIDI 2 wordt eveneens ondersteund door hoog kwalitative
geluiden.
Snelle en eenvoudige geluidsweergave
Om geluiden (Patches) weer te geven, kiest u simpelweg uit het
brede scala van tones (voorgeprogrammeerde instrumentale
geluiden) en geef deze weer. Weergave is eenvoudig. U kunt de
helderheid (filter), attack en decay, modulatie (LFO) en effecten
instellen of twee tonen stapelen om een rijk geluid te krijgen.
Talloze frase/arpeggio Templates
Als aanvulling op de arpeggio functie biedt het instrument ook de
functie “phrase templates”, waarmee u uitvoering technieken kunt
activeren, die op bepaald geluid gericht zijn, maar ook specifieke
frases door simpelweg op een toets te drukken. Geweldige
gereedschappen voor muziek productie.
Multi-chord geheugen functie
Met de Chord Memory functie kunt u een vastgelegd akkoord
spelen door één toets in te drukken. U kunt verschillende
akkoordvormen aan iedere toets toewijzen en samengestelde
akkoorden oproepen. Meerdere sets akkoordprogressies, die in één
song voorkomen, zijn vastgelegd als presets.
General MIDI
General MIDI is een set aanbevelingen die zoekt naar
mogelijkheden die verder gaan dan de beperkingen van
eigendomsontwerpen en standaardiseert de MIDI capaciteiten
van geluidsopwekkende apparaten. Geluidsopwekkende
apparaten en muziek opslag, die voldoen aan de General MIDI
standaard, dragen het General MIDI logo ( ). Muziekopslag
met het General MIDI logo kan afgespeeld worden op ieder
General MIDI geluidsopwekkend apparaat om een in essentie
gelijke muzikale uitvoering te produceren.
General MIDI 2
De opwaarts compatibele General MIDI 2 ( ) aanbeveling
gaan verder waar General MIDI ophield en biedt verbeterde
expressieve mogelijkheden en zelfs een betere comptabiliteit.
Onderdelen die niet vielen onder de originele General MIDI
aanbevelingen, zoals hoe geluiden worden weergegeven en hoe
er met effecten moet worden omgegaan, zijn nu exact
gedefinieerd. Bovendien zijn de beschikbare geluiden
uitgebreid. Geluidsopwerkers die aan General MIDI 2 voldoen,
zijn in staat om muziekopslag weer te geven, die zowel het
General MIDI als General MIDI 2 draagt.
In sommige gevallen wordt aan de conventionele vorm van
General MIDI, die niet de nieuwe uitbreiding bevat, gerefereerd
als General MIDI 1 als een manier ter onderscheiding van
Genral MIDI 2.
Compact en makkelijk te vervoeren
De RS-50 is compact, licht en makkelijk te vervoeren. Het is een
instrument met geweldige geluiden en functionaliteit op
professioneel niveau, dat gemakkelijk tussen uw huiskamer en
podium of studio vervoerd kan worden.
Een gekoppelde sound editor is inbegrepen
Het gekoppelde geluidsweergave programma “RS Editor” (Mac en
Windows versies op een hybride CD-ROM) wordt meegeleverd,
waarmee u uw computer kunt gebruiken om snel en gemakkelijk
geluiden te kunnen creëren of herarrangeren.
D Beam controller
De D Beam controller biedt u controle over een veelheid aan
effecten door een simpele handbeweging. Samen met het visuele
element kan dit een krachtige, indrukwekkende toevoeging aan uw
optreden vormen.
Ritme gids functie
Als alternatief voor een metronoom kunt u meer realistische
ritmepatronen gebruiken als een prettige achtergrond voor uw spel.
9
Paneelbeschrijvingen
Voorpaneel
fig.04-01.l
AB
I
D BEAM CONTROLLER
Met een simpele handbeweging kunt u een groot aantal effecten aan
patronen en Patches toevoegen (p.31).
[SOLO SYNTH] (Solo Synthesizer) drukknop
U kunt een passage genereren, die klinkt alsof u het keyboard snel
bespeelt.
CD
E
F
EDIT sectie
[PARAM] (Parameter) drukknop
Deze drukknop geeft toegang tot de geluids- of speelinstellingen
(parameters). De instellingen, waarvoor toegang verkregen wordt,
zijn afhankelijk van de geselecteerde mode (Patch/Performance) of
de modus.
[ACTIVE EXPRESS] (Active Expression) drukknop
Hiermee kunt u de D Beam controller gebruiken voor Active
Expression.
[ASSIGNABLE] drukknop
Hiermee kunt u de gewenste functie aan de D Beam controller
toewijzen (p.33).
B
[VOLUME] knop
Regelt het totaalvolume dat aan de OUTPUT en PHONES uitgangen
(p.15) afgegeven wordt.
C
MODE Sectie
[Patch] drukknop
Schakelt de RS-50 in de Patch modus (p.42)
[Performance] drukknop
Schakelt de RS-50 in de Uitvoering modus (p.42)
[EFFECTS] drukknop
Deze drukknop schakelt effecten (MFX, reverb, chorus) aan of uit en
geeft toegang tot de effect gerelateerde instellingen.
[UTILITY] drukknop
In de Patch/Performance mode geeft deze drukknop toegang tot de
diverse utility functies, zoals het kopiëren van gegevens of het
initialiseren van de geluidsgenerator instellingen.
Overige
[SYSTEM] drukknop
Deze drukknop geeft toegang tot instellingen die betrekking hebben
op de gehele RS-50, zoals stemming, contrast van het beeldscherm
en ontvangst van MIDI berichten.
[PART SELECT] drukknop
Wanneer deze drukknop verlicht is in de Performance modus, kunt
u de Direct Access drukknoppen gebruiken om een Part te
selecteren, die door het keyboard afgespeeld of weergegeven dient te
worden (p.43).
[AUDITION] drukknop
U kunt herhaaldelijk naar een weergegeven frase van de huidig
geselecteerde Patch luisteren (p.22).
[DEMO] drukknop
Hiermee kan de demo worden afgespeeld (p.18).
10
fig.04-01.r
Paneelbeschrijvingen
GH
[WRITE] drukknop
Slaat Patch/Performance - of systeem instellingen op.
[-/+OCT] (Octave Shift)/[-/+ TRANSPOSE] (Transpose) drukknoppen
-/+ OCT: Deze drukknoppen passen de stemming van
het keyboard in octaafstappen aan (maximum
+/- 3 octaven) (p.30).
-/+TRANSPOSE: Door het bedienen van één van deze
drukknoppen terwijl u de [SHIFT] knop
ingedrukt houdt, kunt u het keyboard in
stappen van een halve toon transponeren (-5/
+6) (p.31).
[PHRASE/ARPEGGIO] drukknop
Schakelt de phrase/ arpeggio functie aan of uit. Om instellingen
voor de phrase/arpeggio te realiseren, laat u deze knop branden en
drukt u [PARAM] in (p.23).
[CHORD MEMORY] drukknop
Schakelt de chord memory functie aan of uit. Om instellingen voor
de chord memory te realiseren, laat u deze knop branden en drukt u
[PARAM] in (p.24).
D
DISPLAY
Dit toont de informatie over de handelingen die u uitvoert.
F
[NUMERIC] drukknop
Wanneer deze knop brandt, functioneren de Direct Access knoppen
als een numeriek toetsenbord. Hiermee kunt u direct kiezen of een
numerieke waarde ingeven voor het weergegeven onderdeel (Patch
of parameter).
[0]-[9] DIRECT ACCESS drukknoppen
In de Patch modus gebruikt u deze knoppen voor het omschakelen
tussen de geluid categorieën, die op het scherm weergegeven
worden (p.20). In de Performance modus gebruikt u deze knoppen
om direct een af te spelen patroon te selecteren door het laagste getal
van het patroon nummer te kiezen (p.55). Echter, als de knoppen
[NUMERIC] of [PART SELECT] branden, zullen de [0]-[9] knoppen
overgaan naar de corresponderende functies.
G
[VALUE -/+] drukknoppen
Gebruik deze knoppen om het nummer van het onderdeel in het
scherm (Patch, Performance, diverse parameters, etc.) te wijzigen of
voor een verhoging of verlaging van de waarde. Als één van deze
knoppen ingedrukt wordt gehouden en de andere bediend wordt,
verandert de waarde snel. Wanneer u [SHIFT] ingedrukt houdt,
terwijl u deze knoppen bedient, verandert de waarde in grotere
stappen.
E
[RHYTHM GUIDE] drukknop
Schakelt de ritme gids aan of uit (p.36).
11
Paneelbeschrijvingen
PAGE/CURSOR [ ]/[ ]/JUMP [ ]/[ ] drukknoppen
PAGE/CURSOR: Gebruik deze knoppen om door de pagina’s te
bladeren of om de cursor te verplaatsen (p.42).
JUMP: Bij gegroepeerde pagina’s kunt u [SHIFT]
ingedrukt houden en deze knoppen gebruiken
om door de groepen te bladeren.
[EXIT] drukknop
Druk deze knop in om terug te keren naar het hoofdscherm van de
desbetreffende modus of als u de huidige bediening wilt beëindigen.
[ENTER] drukknop
Gebruik deze knop om een waarde definitief te maken of om een
actie uit te voeren.
[SHIFT] drukknop
Door deze knop ingedrukt te houden en een andere knop te
bedienen, krijgt u toegang tot de tweede functie van deze knop
(onder de knop weergegeven tussen vierkante haakjes).
[TAP TEMPO] drukknop
Past het tempo aan, volgens het tempo waarin deze knop bediend
wordt. U kunt ook VALUE [-]/[+] indrukken om indien gewenst het
tempo aan te passen.
H
• Als Balance/FLO geselecteerd is ([BALANCE/
LFO] brandt)
[BALANCE] knop
Regelt de volumebalans tussen LOWER en UPPER.
[LFO RATE] knop
Regelt de hoogte van het LFO effect zoals vibrato (p.27).
[LFO DEPTH] knop
Regelt de diepte van het LFO effect zoals vibrato (p.27).
[KEY MODE] drukknop
Schakelt de keyboard functies (p.44).
[FILTER LFO] drukknop
Deze bepaalt of het LFO filter de Cutoff frequentie (ON) of de
toonhoogte (OFF) wijzigt (p.27).
[CUTOFF] knop
Wijzigt de Cutoff frequentiewaarde van de toon (p.27).
[RESONANCE] knop
Wijzigt de Resonance waarde van de toon (p.29).
Patch MODIFY sectie
[DESTINATION TONE] drukknop
Selecteer UPPER of LOWER als toon die weergegeven dient te
worden.
Patch Modify selectie drukknop
Selecteert of de drie knoppen rechts de Envelope of de Balance en
LFO zullen bewerken.
• Als Envelope geselecteerd is ([ENV] brandt)
[ATTACK] knop
Regelt de attack snelheid van het geluid (p.28).
[DECAY] knop
Regelt de Decay snelheid terwijl u de toets ingedrukt houdt
(p.28).
[RELEASE] knop
Regelt de lengte van de Release nadat u de toets losgelaten heeft
(p.28).
I
Pitch bend/ Modulatie hendel
Hiermee kunt u de pitch bend regelen of vibrato toepassen (p.29).
12
Achterpaneel
fig.04-02
Paneelbeschrijvingen
AB DE F G HC
A
MIDI connectors (IN, OUT)
Via deze connectors kan verbinding met andere MIDI apparaten
gemaakt worden, waardoor MIDI berichten ontvangen en
verzonden kunnen worden (p.92). Gebruik MIDI kabels (worden
apart verkocht) om verbindingen te maken.
IN: MIDI berichten van een extern apparaat worden via deze
connector ontvangen.
OUT: MIDI berichten worden via deze connector naar een extern
apparaat verzonden.
B
PEDAAL aansluitingen
CONTROL:
Een optioneel expressie pedaal (zoals de EV-5), pedaal schakelaar
(de optionele DP-2 of DP-6) of voetschakelaar (de optionele BOSS FS-
5U) kan op de aansluiting worden aangesloten (p.14).
HOLD:
Een optionele pedaal schakelaar (zoals de DP-2 of DP-8) of
voetschakelaar (de optionele BOSS FS-5U) kan verbonden worden
met deze aansluiting om als hold pedaal te fungeren (p.14).
E
Snoerhaak
Om onvoorziene stroomonderbrekingen te voorkomen (als de
stekker er per ongeluk uitgetrokken wordt) en ter voorkoming van
ongewenste belasting op de DC IN aansluiting, dient het
aansluitsnoer verankerd te worden met de snoerhaak, zoals
aangegeven in de afbeelding.
fig.CordHook.e
Snoerhaak
Het snoer van
de meege-
leverde adapter
Naar het stopcontact
F
DC IN aansluiting
Sluit de adapter aan (p.15).
Zorg er voor dat u alleen de meegeleverde adapter gebruikt.
G
Als u DP-8 gebruikt, stel de DP-8 functie schakelaar dan in op
“Switch”.
C
OUTPUT aansluitingen
Deze aansluitingen geven stereo (L/R) audio signalen af aan uw
versterker of mixer. Voor mono uitgang dient u de L aansluiting te
gebruiken.
D
PHONES aansluiting
Op deze aansluiting kan een koptelefoon aangesloten worden
(wordt apart verkocht) (p.17).
POWER schakelaar
Deze schakelaar zet de voeding aan of uit (p.18).
H
Aarde aansluiting
In sommige gevallen, afhankelijk van de omgeving waar het apparaat opgesteld wordt, kan het paneel soms ruw en korrelig aanvoelen. Dit wordt veroorzaakt door statische elektrische lading, die absoluut onschadelijk is. Maar als u hier bezorgd over mocht zijn, verbind dan de aarde aansluiting met een externe aarde. Wanneer het apparaat geaard is, kan, afhankelijk van de elektrische installatie, een lichte brom optreden. Als u onzeker bent over de aansluiting methode, neem dan kontact op met het dichtsbijzijnde Roland Service Center of een geautoriseerde Roland distributeur, zoals aangegeven op de “Information” pagina.
Ongeschikte plaatsen voor aansluiting:
• Waterpijpen (kan schok of elektrocutie veroorzaken)
• Gaspijpen (kan brand of explosie veroorzaken)
• Telefoon- of bliksemafleider aarde (kan gevaarlijk zijn bij
onweer)
13
Gereed maken
Aansluiting van de RS-50 op andere apparatuur
De RS-50 heeft geen versterker of luidspreker. U dient het apparaat te beluisteren via monitors met ingebouwde versterking, een mixer met daaraan verbonden monitors, een stereo systeem of via een koptelefoon. Sluit de RS-50 als zelfstandig apparaat, zoals hieronder afgebeeld, aan.
fig.q01-01.e
Stereo koptelefoon
adaptor
naar stopcontact
Pedaal schakelaar
Roland
Expressie pedaal (EV-6)
of pedaal schakelaar
(DP-3, DP-6) of
voetschakelaar
(BOSS FS-5U)
A
udio kabel
• Om verkeerd gebruik en/ of beschadiging van luid­sprekers of andere appa­ratuur te voorkomen, dient u altijd het volume terug te draaien en de stroom van alle apparaten uit te schakelen, voordat u verbindingen maakt.
• Om onvoorziene stroom­onderbrekingen te voor­komen (als de stekker er per ongeluk uitgetrokken wordt) en ter voorkoming van ongewenste belasting op de DC IN aansluiting, dient het aansluitsnoer verankerd te worden met de snoerhaak, zoals aan­gegeven in de afbeelding.
• Gebruik alleen het aange­geven expressie pedaal (EV-5; wordt apart ver­kocht). Als u een ander expressie pedaal gebruikt, riskeert u verkeerd func­tioneren en/of beschadi­ging.
• Audio kabels, MIDI kabels en koptelefoons zijn niet inbegrepen. U dient deze zaken bij uw handelaar te kopen.
921, 924, 925
Mixer etc.
Eindversterker
Monitor luidsprekers
met ingebouwde
versterking
Audio set etc.
1. Zorg er voor dat de stroom van alle apparaten uitgeschakeld is, voordat u
met de aansluitprocedure gaat beginnen.
2. Sluit de adapter op de RS-50 aan en steek de andere kant in het stopcontact.
14
Om optimaal gebruik van
mogelijkheden van de RS-50
te maken, bevelen wij u aan
om een stereo versterker/
luidspreker systeem te gebrui-
ken. Als u een mono systeem
gebruikt, zorg er dan voor dat
u verbinding maakt met de
OUTPUT L MONO aanslui-
ting.
• De CONTROL PEDAL aansluiting kan voor voet­schakelaars gebruikt wor­den.
3. Sluit de RS-50 en de externe apparatuur aan, zoals aangegeven in de
afbeelding.
Gebruik audio kabels om audio apparatuur zoals versterker en luidsprekers aan te sluiten. Gebruikt u een koptelefoon, dan dient u deze met de PHONES aansluiting te verbinden. Sluit voetschakelaars of expressie pedalen naar behoefte aan.
Als u wilt weten hoe u verbindingen maakt met een ander extern apparaat, wordt u verwezen naar:
Gebruik van de RS-50 om een externe MIDI geluidsmodule af te spelen (p.93) Afspelen van de RS-50 geluid generator door een extern MIDI apparaat (p.94) Opname op een externe sequencer (p.96).
Voeding aan- en uitschakelen
Voeding aanzetten
1. Voordat u de voeding van de RS-50 aanzet, dient u het volgende te
controleren:
• Zijn alle apparaten correct aangesloten?
• Staan de volume regelaars van de RS-50 en andere aangesloten apparatuur op de minimum positie?
• Is de adapter correct verbonden met de RS-50?
941, 942
2. Druk op de Power schakelaar op het achterpaneel van de RS-50 in om de
voeding in te schakelen.
fig.q01-02
Gereed maken
Nadat de aansluitingen
gemaakt zijn (p.14), dient u
de voeding van diverse
apparatuur in de aangege-
ven volgorde in te schake-
len. Als de apparaten in de
verkeerde volgorde aanzet,
riskeert u verkeerde wer-
king en/of beschadiging
van luidsprekers en andere
apparaten.
3. Schakel de voeding van de aangesloten audio apparatuur in.
4. Bespeel het keyboard van de RS-50 en voer geleidelijk het volume hiervan
of van de aangesloten audio apparatuur, op tot het gewenste volume
niveau.
fig.q01-03
Dit apparaat is uitgevoerd
met een beveiliging circuit.
Er is een korte interval (een
paar secondes) na inscha-
keling nodig, voordat het
apparaat normaal werkt.
Voer het volume van de
RS-50 geleidelijk op. Bui-
tensporig volume kan
schade aan aangesloten
geluidsapparatuur en uw
oren veroorzaken, of tot
overlast bij uw buren lei-
den.
15
Gereed maken
b
Voeding uitschakelen
1. Voordat u de voeding uitschakelt, dient u de volgende punten in acht te
nemen:
• Staan de volume regelaars van de RS-50 en aangesloten apparatuur in de minimum positie?
• Heeft u de geluiden of andere data opgeslagen? (p.48, p.53, p.59)
2. Schakel de voeding van alle aangesloten apparatuur uit.
3. Schakel de voeding schakelaar van de RS-50 uit.
Aanpassing van het scherm contrast (LCD CONTRAST)
De tekens op het scherm kunnen direct na inschakeling of na langdurig gebruik moeilijk leesbaar zijn. Dit kan ook gebeuren door hoe en waar het scherm zich bevindt. Volg de onderstaande stappen om het scherm contrast aan te passen.
fig.q01-04
231
1. Druk op [SYSTEM], zodat deze gaat branden.
2. Gebruik PAGE/CURSOR [ ]/[ ] om ”LCD CONTRAST” te selecteren.
fig.q01-05
3. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen (1-10).
De LCD CONTRAST
instelling wordt automa-
tisch opgeslagen en blijft
ehouden, zelfs als de voe-
ding uitgeschakeld is.
16
Herstel van de fabrieksinstellingen (Factory Reset)
b
b
Dit herstelt alle data van de RS-50 naar fabrieksmatige condities (Factory Reset).
fig.q02-01
2
Zorg er voor dat de voeding niet uitgeschakeld wordt terwijl de Factory Reset uitgevoerd wordt. Als de voeding uitgeschakeld of onderbroken wordt, terwijl data naar het geheugen geschreven wordt, kan de interne data onderbroken worden en kunt u misschien de voeding niet meer inschakelen. Als u bevestigd krijgt dat interne data verloren gegaan zijn of een soortgelijk probleem bestaat, dient u uw Roland dealer of Roland Service te raadplegen. Let op: Roland aanvaardt geen verantwoording en biedt geen compensatie voor de gevolgen voortvloeiend uit het verlies van data.
31
4, 5
1. Druk [Patch] in, zodat deze gaat branden. U komt in de Patch modus.
2. Druk [UTILITY] in, zodat deze gaat branden.
3. Gebruik PAGE/CURSOR [ ]/[ ] om FACTORY RESET te selecteren.
fig.q02-02_40
Als er belangrijke door u
ewerkte data in het
interne geheugen van de
RS-50 aanwezig is, dient u
er rekening mee te houden
dat al deze data verloren
zal gaan wanneer u een
Factory Reset uitvoert. Als
u de bestaande data wilt
ehouden, dient u deze op
een externe sequencer op te
slaan.
4. Druk [ENTER] in.
fig.q02-03_40
Druk op [EXIT] om de Fac-
tory Reset te annuleren.
5. Druk [ENTER] opnieuw in om de Factory Reset uit te voeren.
Als het display “COMPLETED” aangeeft, is het herstel van de fabrieksinstellingen voltooid.
Factory Reset kan niet
alleen vanuit de Patch
modus uitgevoerd wor-
den, maar ook vanuit de
Utility functies van de Per-
formance modus (p.61).
17
Beluisteren van de demo songs
De RS-50 bevat Demo songs. Op de volgende manier kunt u de demo songs beluisteren en de prachtige geluiden en effecten van de RS-50 ervaren.
fig.q03-01
241 3
1. Druk op [DEMO].
fig.q03-02_40
2. Gebruik VALUE [-]/[+] om song te selecteren die u wilt horen.
Als u alle songs in volgorde wilt beluisteren, selecteer “All Songs”.
3. Druk op [ENTER] om de demo song weegave te starten.
De geselecteerde song wordt herhaald afgespeeld. Als “All Songs” geselecteerd is, wordt de complete song selectie herhaald afgespeeld.
4. Druk op [EXIT om het afspelen te stoppen.
Om het keyboard in de Speel modus terug te laten keren, drukt u nogmaals op [EXIT] of druk op [DEMO], zodat de indicator uitgaat.
981a, 982
• Niet opgeslagen instellingen kunnen verloren gaan als u Demo Play start.
Voer de write procedure uit, om dergelijke data vast te leggen, voordat u de demo songs gaat beluisteren (p.48, p.53, p.59).
• Alle rechten voorbehouden. Niet geautoriseerd gebruik van dit materiaal,
anders dan voor privé gebruik of persoonlijk genoegen, is een schending van de desbetreffende wetten.
• De data van de muziek die afgespeeld wordt, zal niet afgegeven worden
aan MIDI OUT.
Tijdens het beluisteren van
de demo song geeft het
spelen op het keyboard
geen geluid.
Demo songs lijst
De RS-50 bevat 3 demo’s.
“T”
Roland Corporation
Short, sweet
Roland Corporation
Catch Me
Roland Corporation
18
Snelle start
19
Probeer de geluiden uit
Selectie van een Patch
Op de RS-50 worden de geluiden, die u voor normaal spel gebruikt, Patches genoemd. Een Patch is een kopie van een instrument dat door een orkestlid bespeeld wordt. Ieder Patch bestaat uit twee tonen: een upper tone en een lower tone. U kunt de twee tonen aan hun eigen gedeelte op het keyboard toewijzen (p.44) en onafhankelijke instellingen voor iedere toon maken (p.46).
Selectie van een Patch op categorie
Met de RS-50 kunt u een snelle selectie en een oproep van een Patch uitvoeren, door in geven welk type Patch u wenst. Alle Patches zijn onderverdeeld in 10 categorie groepen.
Knop Categorie
Groep
[1] PIANO (Pf) PNO AC.PIANO akoestische piano
[2] KBD &
ORGAN (Ky)
[3] GUITAR (Gt) AGT AC.GUITAR akoestische gitaar
[4] ORCH (Oc) STR STRINGS strijkers
[5] WORLD (Wr) PLK PLUCKED Plukinstrumenten (harp, etc.)
[6] BRASS (Br) BRS AC.BRASS akoestische koperinstru-
[7] VOCAL &
PAD (Vo)
[8] SYNTH (Sy) HLD HARD LEAD hard synthesizer lead
[9] BASS (Bs) BS BASS akoestische & elektrische bas
[0] RHYTHM &
SFX (Rh)
Categorie Inhoud
EP EL.PIANO elektrische piano KEY KEYBOARDS andere keyboards
clavecimbel, harpsicord, etc. BEL BELL bel, carillon MLT MALLET marimba,xylofoon ORG ORGAN elektronisch- en kerkorgel ACD ACCORDION accordeon HRM HARMONICA Harmonica, Blues Harp
EGT EL.GUITAR elektrische gitaar DGT DIST.GUITAR distortion gitaar
ORC ORCHESTRA orkestraal ensemble HIT HIT&STAB hit orkest WND WIND houten blaasinstrumenten
(oboe, klarinet) FLT FLUTE fluit, piccolo
ETH ETHNIC andere etnische instrumenten FRT FRETTED fretinstrumenten (mando-
line,etc.)
menten SBR SYNTH.BRASS synthetische koperinstru-
menten SAX SAX saxofoon BPD BRIGHT PAD bright synthesizer SPD SOFT PAD soft synthesizer VOX VOX stem, koor
SLD SOFT LEAD soft synthesizer lead TEK TECHNO SYNTH techno synthesizer PLS PULSATING Pulserende synthesizer FX SYNTH FX synthesizer effecten (ruis,etc.) SYN OTHER SYNTH Poly synthesizer
SBS SYNTH.BASS synthesizer bas DRM DRUMS drumsets PRC PERCUSSION Percussie SFX SOUND FX geluidseffecten BTS BEAT&GROOVE beat en groove CMB COMBINATION andere Patches
20
fig.q04-02
b
21 3
1. Druk op [Patch] zodat deze gaat branden en u bevindt zich in de Patch
modus.
2. Gebruik [0]-[9] om de Patch categorie groep te specificeren die u wenst te
selecteren.
3. Gebruik VALUE [-]/[+] om de geluiden binnen de groepscategorie te
selecteren.
Probeer de geluiden uit
Snelle start
De drumsets bevinden zich
in [0] (p.22).
Geluiden per categorie selecteren
In de Patch modus fungeren de directe toegang knoppen [0]-[9] als categorie selectie knoppen. Daar de door u geselecteerde Patches [0]-[9] (iedere categorie)
opgeslagen worden, zelfs als de voeding uitgeschakeld wordt, kunt u tien favoriete Patches selecteren en deze direct oproepen door op [0]- [9] te drukken.
U kunt [NUMERIC]
aanzetten en de numerieke
toetsen [0]-[9] gebruiken
om een Patch nummer
direct in te geven. Druk op
[ENTER] om de keuze te
evestigen (p.43).
Patch lijst (p.111)
21
Probeer de geluiden uit
Patches selectie tijdens het luisteren naar frases (Patch voor afluisteren)
Zonder het keyboard te bespelen, kunt u de geluiden met gebruikmaking van frases afluisteren.
fig.q04-03
31
1. Druk op [AUDITION].
De huidig geselecteerde Patch gaat klinken.
2. Selecteer Patches zoals beschreven in Patch selectie op categorie (p.20).
3. Druk op [EXIT] om de Patch afluistering te stoppen.
Selectie van een drumset
De RS-50 biedt drumsets, waarmee u op iedere toets verschillende percussie instrumenten of speciale effecten kunt spelen.
fig.q04-04
1 2 3
1. Druk op [Patch] zodat deze gaat branden en u bevindt zich in de Patch
modus.
2. Druk op [0] om “RHYTHM&SFX” te selecteren.
3. Gebruik VALUE [-]/[+] om drumsets te kiezen.
In de Rhythm&SFX groepscategorie bevinden zich, behalve de drumstes, ook andere Patches. Drumsets hebben “KIT”, “MENU” of “GM2”in hun namen.
Met [0] ingedrukt kunt u
[NUMERIC] inschakelen
en de [0]-[9] toetsen
gebruiken om een drumset
nummer direct in te geven.
Druk op [ENTER] om het
nummer te bekrachtigen
(p.43).
22
Ritme set lijst (p.116)
Spelen van arpeggio’s (Phrase/Arpeggio)
Een arpeggio is een “gebroken akkoord”, waarbij iedere noot apart gespeeld wordt. De Phrase/Arpeggio functie laat u een arpeggio maken door simpelweg een akkoord aan te slaan en het is ook een gemakkelijke manier om dit spel naar een externe sequencer te sturen. Daar de RS-50 voorziet in een aantal Arpeggio Templates, die geschikt zijn voor de diverse geluiden die u selecteert, kunt u onmiddellijk de juiste arpeggio’s maken. U kunt ook kiezen voor Phrase , waarmee u arpeggio’s kunt spelen met één toets zonder een akkoord aan te slaan (p.62).
fig.q04-05
Probeer de geluiden uit
Snelle start
1 2, 6 5
4
1. Druk op [1] van de Patch modus om piano geluiden te selecteren.
2. Druk op [PHRASE/ARPEGGIO], zodat deze gaat branden.
3. Bespeel het keyboard.
Het instrument speelt een arpeggio volgens de noten die u zojuist heeft laten klinken.
De manier waarop arpeggio's klinken wijzigen
Probeer daarna de manier waarop arpeggio's klinken te veranderen. Instellingen die bepalen hoe arpeggio's klinken worden als Templates aangeboden. Met gebruik van Templates kunt u de manier waarop arpeggio's klinken veranderen.
4. Druk op [0]-[9].
fig.q04-06_40
Speel een frase met één toets
Het apparaat schakelt over naar een arpeggio, die geschikt is voor het geselecteerde geluid. Door op [0] te drukken wordt de User Template geselecteerd.
Speel een arpeggio door een akkoord aan te slaan
User Templates (p.24)
fig.q04-07a
User Templates
Arpeggio Templates lijst
(p.120)
Preset (Arpeggio/Phrase) Templates
23
Probeer de geluiden uit
5. Wanneer u [EXIT] indrukt, blijft de Arpeggio functie in werking en gaat u
terug naar het voorgaande scherm.
Als u opnieuw een Arpeggio Template wilt selecteren, drukt u [PHRASE/ ARPEGGIO] in, waardoor het lampje uitgaat. Dan drukt u nogmaals op [PHRASE/ ARPEGGIO]. Het lampje gaat weer branden. De geselecteerde Arpeggio Template blijft in het geheugen opgeslagen, zelfs als de voeding uitgeschakeld is.
6. Om het spelen van arpeggio’s te beëindigen, dient u [PHRASE/
ARPEGGIO] opnieuw in te drukken, zodat de indicator uitgaat.
User Template
Met de User Templates kunt u parameters van de diverseArpeggio Templates naar wens instellen. Er kunnen acht verschillende User Templates op de RS-50 worden opgeslagen. Als u [0] indrukt kunt u met VALUE [-]/[+] andere, door u gecreëerde User Templates selecteren. Meer informatie over het samenstellen van User Templates vindt u bij "Creëer uw eigen Arpeggio Template (User Template) (p.62).
Een akkoord met één vinger spelen (Multi-chord Memory)
Chord Memory is een functie waarmee u heel eenvoudig een akkoord kunt spelen met maar één toets, waarvoor een akkoord samenstelling is vastgelegd. Op de RS-50 kunt u voor iedere toets verschillende akkoord samenstellingen vastleggen en deze akkoord samenstellingen opslaan als sets (multi-chord memory) en oproepen wanneer u dit wilt. Als u specifieke akkoord progressies opslaat als gebruiker akkoorden schema’s, is dit een gemakkelijke manier om onmiddellijke resultaten te bereiken, zoals muziek naar de externe sequencer sturen.
fig.q04-08
1
1. Druk op [CHORD MEMORY], zodat deze gaat branden.
fig.q04-09_40
Tw aalf akkoord vormen zijn toegewezen van C naar B.
De Chord Memory functie wordt ingeschakeld en de naam van het akkoorden schema wordt weergegeven.
2. Bespeel het keyboard.
Het akkoord met de gespecificeerde structuur klinkt als de nootnaam van de toets die u gespeeld heeft.
24
Wijziging van akkoorden schema’s
Probeer daarna akkoordschema’s te wijzigen.
fig.q04-10
Probeer de geluiden uit
Snelle start
5
43
3. Gebruik VALUE [-]/[+] om een akkoordschema te selecteren.
Het gebruikers akkoorden schema verschijnt na de preset akkoorden schema’s.
4. Als u [EXIT] indrukt, blijft de Multi-chord Memory functie in werking en
gaat u terug naar het vorige scherm.
Indien u een akkoorden schema opnieuw wilt selecteren, drukt u [CHORD MEMORY] in, zodat deze dooft en druk [CHORD MEMORY] opnieuw in, zodat deze gaat branden. Het geselecteerde akkoord blijft in het geheugen opgeslagen, zelfs als de voeding uitgeschakeld is.
5. Om de Multi-chord Memory functie uit te schakelen, dient u [CHORD
MEMORY] weer in te drukken, zodat de indicator dooft.
U kunt uw eigen akkoorden schema’s samenstellen, door de akkoorden op te slaan, die u geëerd heeft. Zie creëer een origineel akkoorden schema (Gebruikers
akkoorden schema) (p.64).
Multi-akkoord schema
lijst (p.122)
25
Toepassing van effecten op het geluid
Wijziging van de toon met de knoppen (Patch Modify)
Door het gebruik van de vijf paneel knoppen kunt u de toon in real time wijzigen. Op de RS-50 bestaat iedere Patch uit twee tonen: de upper tone en de lower tone (p.50). De manier waarop de tonen klinken (Single/ Split/Dual) wordt in iedere Patch opgeslagen en u kunt dit wijzigen met [KEY MODE] (p.44).
Selectie van de toon die u wilt modificeren (DESTINATION TONE)
Gebruik de [DESTINATION TONE] drukknop om aan te geven of u de upper of de lower tone wilt modificeren.
fig.q05-01
• UPPER brandt: alleen de upper tone wordt gemodificeerd
• LOWER brandt: alleen de lower tone wordt gemodificeerd
• Allebei branden: zowel de upper als de lower tone worden gemodificeerd
Met Patch Modify kunnen
de oorspronkelijke toon-
instellingen gewijzigd wor-
den. Afhankelijk van de
toon die u heeft geselec-
teerd, is de verandering
van het geluid niet altijd
merkbaar.
Bij een drumset is Patch
Modify van toepassing op
de gehele set.
Aanpassing van de volumebalans tussen de twee tones
U kunt een knop gebruiken om de volumebalans tussen de upper en de lower tone te regelen.
fig.q05-02
1. Druk de Patch modify select knop in, zodat [BALANCE/LFO] gaat
branden.
2. Draai aan de [BALANCE] knop.
Naar rechts draaien verhoogt het volume van de upper tone en naar links draaien verhoogt het volume van de lower tone.
2
1
U kunt de volumebalans
van de drumsets niet wijzi-
gen.
26
Vibrato en Wah effects (LFO)
De LFO, een afkorting van "Low Frequency Oscillator", veroorzaakt periodieke geluidsveranderingen. Wanneer u de LFO gebruikt om de toonhoogte te wijzigen, wordt het "Vibrato effect" geproduceerd. Door wijziging van de filter cutoff frequentie wordt het zogenaamde "Wah effect" verkregen.
fig.q05-03
Toepassing van effecten op het geluid
Snelle start
1. Druk op de Patch modify select knop om [BALANCE/LFO] te laten
branden.
2. Zorg er voor dat [FILTER LFO] is uitgeschakeld (niet brandt).
Als [FILTER LFO] uitgeschakeld is, zullen de twee LFO knoppen het vibrato effect aanpassen.
3. Draai aan de [LFO DEPTH] knop.
Als u de knop naar rechts draait (met de klok mee), wordt de diepte van het golvende geluid verhoogd, terwijl naar links draaien (tegen de klok in) de golving minder diep en milder maakt.
4. Draai aan de [LFO RATE] knop.
Als u de knop naar rechts draait (met de klok mee), wordt de snelheid van het golvende geluid verhoogd, terwijl naar links draaien (tegen de klok in) de golving vertraagt.
5. Druk [FILTER LFO] in, zodat deze gaat branden.
Als [FILTER LFO] in werking is, kunnen de twee LFO knoppen het wah effect regelen.
2, 51
Als deze brandt, drukt u
[FILTER LFO] opnieuw in,
zodat deze dooft.
[FILTER LFO] heeft geen
effect op een drumset.
3, 64, 7
6. Draai aan de [LFO DEPTH] knop.
Als u de knop naar rechts draait (met de klok mee), wordt de diepte van het golvende geluid verhoogd, terwijl naar links draaien (tegen de klok in) de golving minder diep en milder maakt.
7. Draai aan de [LFO RATE] knop.
Als u de knop naar rechts draait (met de klok mee), wordt de snelheid van het golvende geluid verhoogd, terwijl naar links draaien (tegen de klok in) de golving vertraagt.
27
Toepassing van effecten op het geluid
b
Verandering van het geluidsvolume (ENVELOPE)
Het volume verandert voortdurend vanaf het moment dat de toets ingedrukt wordt totdat deze losgelaten wordt. A: De periode vanaf het moment dat de toets ingedrukt is, totdat de maximale
tonale verandering bereikt is.
D: De periode vanaf het moment dat maximale tonale verandering bereikt is tot
Sustain niveau bereikt is.
S: Sustain niveau: Volume dat door blijft klinken zolang u de toets ingedrukt
houdt.
R: De periode vanaf het moment dat de toets losgelaten wordt totdat het geluid
verdwijnt.
Gebruik de drie ENVELOPE knoppen om de A, D en R tijden te veranderen.
* Elke toon heeft zijn eigen Sustain niveau, dat niet gewijzigd kan worden.
fig.q05-04.e
A: Attack tijd
Volume
D: Decay tijd R: Release tijd
Sustain
niveau
Geluid eindigt
De “envelope” is de curve
die toont hoe het volume
van een instrument van het
egin van een noot tot het
einde verandert. Ieder
muziekinstrument heeft
zijn eigen “envelope”, maar
afhankelijk van de speel-
wijze kan dit veranderen.
Dit is een belangrijke fac-
tor voor het geluidskarak-
ter. Als voorbeeld: wanneer
een trompet hard aangebla-
zen wordt, geeft dit een
doordringend geluid met
een snelle attack, maar
zacht aangeblazen geeft dit
een milder geluid en een
meer onderdrukte attack.
tijd
12
3 4
fig.q05-05
AD R
Noot aan
Noot uit
1. Druk op de Patch modify select drukknop zodat [ENV] brandt.
2. Draai aan de [ATTACK] knop.
Als u de knop naar rechts draait (met de klok mee), wordt de stijgtijd van het geluid verhoogd, terwijl naar links draaien (tegen de klok in) de stijgtijd vermindert.
3. Draai aan de [DECAY] knop.
Als u de knop naar rechts draait (met de klok mee), wordt de tijd waarin het geluid het Sustain niveau bereikt verlengd, terwijl bij naar links draaien (tegen de klok in) de tijd verkort wordt.
4. Draai aan de [RELEASE] knop.
Als u de knop naar rechts draait (met de klok mee), wordt de tijd waarin het geluid uitsterft verlengd, terwijl naar links draaien (tegen de klok in) de tijd verkort.
28
Toepassing van effecten op het geluid
b
Verandering van de helderheid van het geluid en het toevoegen van speciale kwaliteiten (CUTOFF/RESONANCE)
De geluidsgenerator sectie van de RS-50 bevat een filter, dat specifieke frequentie gebieden van het geluid kan afkappen of versterken. [CUTOFF] bepaalt de frequentie (afkap frequentie), waarbij het filter het geluid gaat bewerken en [RESONANCE] versterkt het gebied nabij de afkap frequentie om een kenmerkend karakter aan het geluid toe te voegen.
fig.q05-06
1. Draai aan de [CUTOFF] knop.
Snelle start
1 2
Als u de knop naar rechts draait (met de klok mee), wordt het geluid helderder, terwijl naar links draaien (tegen de klok in) het geluid donkerder maakt.
2. Draai aan de [RESONANCE] knop.
Als u de knop naar rechts draait (met de klok mee), wordt het geluid kenmerkender, terwijl naar links draaien (tegen de klok in) deze karakteristieken vermindert.
Gebruik van de hendel om het geluid te bewerken
Verandering van de toonhoogte in real time (Pitch Bend Lever)
Beweeg tijdens het spelen de hendel naar links om de toonhoogte te verlagen of naar rechts om de toonhoogte te verhogen.
fig.q05-07.j
Voor ieder Patch kunt u
epalen of het effect wordt
gebruikt voor de upper- of
Pitch Bend
U kunt een pitch bend bereik van twee octaven in halve tonen instellen. Voor meer informatie, zie Pitch Bend Range (p.47).
de lower tone (p.46).
Toevoeging van een vibrato effect aan het geluid (Modulation Lever)
Beweeg tijdens het spelen de hendel van u af om een vibrato effect toe te voegen.
fig.q05-08.j
Modulatie
Wanneer u de Modulatie hendel wilt gebruiken om andere effecten als vibrato toe wil voegen, zie Mod (Modulation Assign) (p.89).
29
Toepassing van effecten op het geluid
Gebruik van een pedaal om het geluid te bewerken
Met een extern pedaal, zoals een expressie pedaal (de optionele EV-5), pedaalschakelaar (de optionele DP-2/8) of een voetschakelaar (de optionele Boss FS­5U) verbonden met de PEDAL CONTROL aansluiting, kunt u het pedaal gebruiken om toonveranderingen te creëren. Net zoals met de Modulatie hendel kunt u het gewenste effect selecteren als het pedaal ingedrukt is. Zie voor verdere informatie Pedal (Pedal Control Assign) (p.90).
fig.q05-09
* Wanneer u het effect wilt toepassen dat geluiden doorlopend laat afspelen, genaamd “hold
effect”, dient u een pedaal schakelaar (optionele DP-2/8) of een voetschakelaar (de optionele Boss FS-5U) te verbinden met de PEDAL HOLD aansluiting.
Indien u DP-8 gebruikt,
stelt u de functieschakelaar
van de DP-8 op "Switch" in.
Wijziging van het keyboard in stappen van één octaaf (Octave Shift)
Octave Shift is een functie waarmee het bereik van het keyboard in stappen van één octaaf gewijzigd kan worden. Hiermee kunt u het bereik van het keyboard aanpassen naar de meest geschikte toonhoogte om te spelen. Dit is ook gemakkelijk in de onderstaande situatie.
Als u geluiden buiten het bereik van het keyboard speelt
Daar de RS-50 61 toetsen heeft, zult u bij sommige songs noten willen spelen die zelfs hoger of lager zijn. Ook kunnen er bij het afspelen van een drumset, etc. er percussie instrumenten zijn die buiten het bereik van het keyboard van de RS-50 liggen. In dergelijke gevallen kunt u de Transpose functie gebruiken om deze noten te spelen.
fig.q05-10
1
1. Gebruik OCT[-]/[+] om de toonhoogte te transponeren.
U kunt de toonhoogte in stappen van één octaaf transponeren (-3 - +3 octaven).
30
Loading...
+ 102 hidden pages