Roland RD-700SX User Manual [nl]

Handleiding
Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw keuze van de Roland Digital Piano RD-700SX.
201b
Lees eerst aandachtig de volgende pagina's voor u dit toestel gaat gebruiken: “BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” (p. 2), “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” (p. 3), en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p. 5). Deze rubrieken bevatten belangrijke informatie over de correctie bediening van het toestel. Om zeker te zijn dat u alle functies van uw nieuwe toestel goed begrijpt, dient u de handleiding in haar geheel te lezen. Bewaar de handleiding binnen handbereik zodat u ze naar believen kunt raadplegen.
202
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag, in welke vorm dan ook, worden gereproduceerd
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
Copyright © 2004 ROLAND CORPORATION
WAARSCHUWING: Om het gevaar voor brand of elektrische schokken te verkleinen,
moet u dit apparaat niet blootstellen aan regen of vochtigheid.
LET OP
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE
SCHOKKEN / OPEN HET TOESTEL NIET
ATTENTION:
LET OP: VERWIJDER DE BEHUIZING (OF ACHTERPANEEL) NIET,
OM HET GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERKLEINEN
BEVAT GEEN DOOR DE GEBRUIKER TE ONDERHOUDEN ONDERDELEN.
VERTROUW HET ONDERHOUD TOE AAN BEVOEGD ONDERHOUDSPERSONEEL.
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN / OPEN HET TOESTEL NIET
Het pictogram van de bliksemstraal met pijl, binnen een gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd, 'gevaarlijk voltage' in het toestel, dat krachtig genoeg kan zijn om een elektrische schok te veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de handleiding bij het product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET GEVAAR VOOR BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDINGEN
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
moet u altijd de courante voorzorgsmaatregelen in acht nemen, inclusief de volgende:
1. Lees deze instructies
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen ernstig.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit toestel niet in de buurt van water.
6. Maak dit toestel enkel schoon met een droge doek.
7. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen. Installeer het toestel in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
8. Installeer het toestel niet in de buurt van warmtebronnen zoals radiatoren, kachellades, kachels of andere apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. Maak de veiligheid die gegarandeerd wordt door de polarisatie- of de aardingsstekker, niet ongedaan. Een polarisatiestekker heeft twee bladen, waarvan er een breder is dan het andere. Een aardingsstekker heeft twee bladen en een derde uitsteeksel voor de aarding. Het bredere blad of het derde uitsteeksel zijn er voor uw veiligheid. Mocht de geleverde stekker niet in uw stopcontact passen, laat het contact dan door een elektricien vervangen.
WAARSCHUWING: BELANGRIJK:
Aangezien de kleuren van de draden in de stroomkabel van dit toestel misschien niet identiek zijn aan de
kleurmarkeringen voor de aansluitklemmen van uw stekker, dient u als volgt tewerk te gaan:
De GROEN-EN-GELE draad moet aangesloten worden op de aansluitklem in de stekker die gemarkeerd is met de letter
E of het aardingssymbool, of die GROEN of GROEN-EN-GEEL van kleur is.
De blauwe draad moet aangesloten worden op de aansluitklem die gemarkeerd is met de letter N of ZWART van kleur is. De bruine draad moet aangesloten worden op de aansluitklem die gemarkeerd is met de letter R of ROOD van kleur is.
DIT TOESTEL MOET GEAARD WORDEN DE DRADEN IN DIT NETSNOER ZIJN GEKLEURD VOLGENS DE VOLGENDE CODE. GROEN-EN-GEEL: AARDING, BLAUW: NULLEIDER, BRUIN: STROOMVOEREND
WAARSCHUWING - Wanneer u elektrische producten gebruikt,
10. Zorg ervoor dat er niet over de stroomkabel kan worden
gelopen. Zorg ook dat de kabels niet worden samengeknepen, vooral bij stekkers, stekkerdozen en op de plaats waar ze het toestel verlaten.
11. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde onderdelen en toebehoren.
12. Gebruik het toestel enkel in combinatie met de wagen, het statief, die driepoot, de beugel of de tafel die door de producent is aangegeven of die samen met het toestel wordt verkocht. Wanneer u een wagen gebruikt, dient u voorzichtig te zijn bij het verplaatsen van de combinatie wagen/toestel om verwondingen en schade te vermijden
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens een onweer of wanneer
13. u het toestel gedurende een langere periode niet gebruikt.
14. Vertrouw al het onderhoud toe aan bevoegd onderhoudspersoneel. Onderhoud is nodig wanneer het toestel op enige wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als de stroomkabel of de stekker beschadigd is geraakt, als er vloeistof of voorwerpen in het toestel terecht zijn gekomen, als het aan regen of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of wanneer het gevallen is..
Voor Groot-Brittannië
2
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDINGEN TE VOORKOMEN
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL
Over de labels WAARSCHUWING en LET OP
Wordt gebruikt voor instructies die de
WAARSCHUWING
gebruiker wijzen op het risico op dode­lijke ongevallen of zware verwondingen bij onjuist gebruik van het apparaat.
Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op verwondingen of materiële schade bij onjuist gebruik van het apparaat.
LET OP
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige gevolgen voor het huis en de hele inboedel, huisdie­ren inbegrepen.
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
001
• Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan om de onderstaande aanwijzingen en de gebruikershandleiding te lezen.
..........................................................................................................
002c
• Maakt het apparaat of de adapter nooit open en breng geen wijzigingen aan.
..........................................................................................................
003
• Probeer het apparaat niet zelf te repareren of onderdelen ervan te vervangen (tenzij deze handleiding u hiervoor specifieke instructies biedt). Laat alle onderhoud uitvoeren door uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland-distributeur, zoals aangegeven op de pagina ‘Informatie’.
..........................................................................................................
004
Gebruik of bewaar het apparaat nooit op plaatsen die:
• onderhevig zijn aan extreme temperaturen
(bijvoorbeeld direct zonlicht in een gesloten voertuig, nabij een verwarmingsbuis, op een warmtebron);
• een hoge luchtvochtigheid hebben (zoals
badkamers, wasruimten, op natte vloeren);
• vochtig zijn;
• blootgesteld zijn aan regen;
• stoffig zijn;
• onderhevig zijn aan sterke trillingen.
..........................................................................................................
005
• Gebruik voor dit apparaat enkel een rack of statief dat goedgekeurd is door Roland.
..........................................................................................................
006
• Wanneer u het apparaat op een rack of statief (goedgekeurd door Roland) plaatst, zorg dan dat de rack of het statief waterpas en stabiel staat. Ook als u geen rack of statief gebruikt, moet u zorgen dat het apparaat op een stevig en waterpas oppervlak staat, dat voldoende steun biedt en het apparaat niet doet wankelen.
..........................................................................................................
Over de pictogrammen
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het pictogram wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde pictogram wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). Wat nooit mag worden gedaan, wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde pictogram wordt gebruikt om aan te geven dat het apparaat nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Dit pictogram moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan, wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde pictogram betekent dat de stekker van het netsnoer
maakt de gebruiker attent op dingen die
stopcontact moet worden gehaald.
008c
• Gebruik uitsluitend de adapter die bij het apparaat wordt geleverd. Zorg bovendien dat het voltage bij de installatie overeenkomt met het voltage van de adapter. Andere adapters kunnen een afwijkende polariteit gebruiken of ontworpen zijn voor een ander voltage. Het gebruik van deze adapters kan resulteren in schade, defecten of elektrische schokken.
..........................................................................................................
008e
• Gebruik enkel het bevestigde netsnoer. Het bijgeleverde netsnoer mag ook nooit voor een ander apparaat worden gebruikt.
..........................................................................................................
009
• Buig en draai het netsnoer niet te veel en plaats er geen zware voorwerpen op. Als u dit wel doet, kan het snoer beschadigd raken en kortsluiting veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand of elektrocutie veroorzaken!
..........................................................................................................
010
• Dit apparaat zou, alleen of in combinatie met een versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers, een geluidsniveau kunnen produceren dat permanente gehoorschade kan veroorzaken. Vermijd langdurig gebruik bij een hoog of onaangenaam volumeniveau. Als u enig gehoorverlies of suizingen in uw oren gewaar wordt, staak dan onmiddellijk het gebruik van dit apparaat en raadpleeg een gehoorspecialist.
..........................................................................................................
011
• Zorg dat er geen voorwerpen (bijvoorbeeld brandbare materialen, muntstukken, spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enzovoort) in het apparaat kunnen binnendringen.
..........................................................................................................
uit het
3
WAARSCHUWING
012b
Schakel het apparaat onmiddellijk uit, haal de adapter uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland-distributeur (raadpleeg de pagina
Informatie) indien:
de adapter, het netsnoer of de stekker is
beschadigd;
rook of een vreemde geur ontstaat;
voorwerpen of vloeistof in het apparaat zijn
terechtgekomen;
het apparaat is blootgesteld aan regen (of op
andere wijze nat is geworden);
het apparaat niet normaal lijkt te functioneren
of een duidelijke verandering in de prestaties vertoont.
..........................................................................................................
013
In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is zich te houden aan de richtlijnen die essentieel zijn voor een veilig gebruik van het apparaat.
..........................................................................................................
014
Bescherm het apparaat tegen hevige schokken. (Laat het niet vallen!)
..........................................................................................................
015
Sluit het netsnoer van dit apparaat niet aan op een stopcontact waarop al een groot aantal andere apparaten zijn aangesloten. Wees in het bijzonder voorzichtig met verlengsnoeren – het gezamenlijke vermogen van alle, op het verlengsnoer aangesloten apparaten mag nooit meer zijn dan het vermogensbereik (watt/ ampère) van het verlengsnoer. Door overmatige belasting kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
..........................................................................................................
016
Voordat u het apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u het best contact op het uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland-distributeur. Deze zijn te vinden op de pagina Informatie.
..........................................................................................................
023
????......
(SRX-series; p. 15).
..........................................................................................................
110b
Speel een cd-romschijf NOOIT af op een gewone audio-cd-speler. Het resulterende geluid kan permanent gehoorverlies veroorzaken. Bovendien kan er schade ontstaan aan luidsprekers of andere systeemonderdelen.
..........................................................................................................
????......
..........................................................................................................
110b
LET OP
101b
Het apparaat en de adapter moeten zo worden geplaatst, dat hun locatie of positie een goede ventilatie waarborgen.
..........................................................................................................
101c
Gebruik voor dit toestel (RD-300SX) uitsluitend een Roland KS-12 statief. Het gebruik van andere statieven (of wagentjes) kan instabiliteit veroorzaken en verwondingen tot gevolg hebben.
..........................................................................................................
102c
Neem uitsluitend de stekker vast wanneer u het netsnoer in een stopcontact of in dit apparaat steekt, of wanneer u het uittrekt.
..........................................................................................................
103b
Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact en reinig deze met een droge doek om stof en andere ophopingen uit de kieren te vegen. Verwijder ook de stekker uit het stopcontact als u het apparaat lange tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan resulteren in slechte isolatie en brand veroorzaken.
..........................................................................................................
104
Probeer het in elkaar verwikkelen van snoeren en kabels te voorkomen. Snoeren en kabels moeten bovendien altijd buiten het bereik van kinderen worden geplaatst.
..........................................................................................................
106
Klim nooit op het apparaat en plaats er geen zware voorwerpen op.
..........................................................................................................
107c
Neem het netsnoer of de stekker nooit vast met natte handen wanneer u het in een stopcontact of in dit toestel steekt, of wanneer u het uittrekt.
..........................................................................................................
108b
Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, koppelt u de kabels van alle externe apparaten los.
..........................................................................................................
109b
Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, schakelt u het uit en haalt u de adapter uit het stopcontact (p. 23).
..........................................................................................................
110b
Indien er in de omgeving een onweer wordt verwacht, haalt u de adapter uit het stopcontact.
..........................................................................................................
118a
????......
(p. 15)
..........................................................................................................
118a
Indien u de schroef van de aardklem moet verwijderen, bewaart u deze op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat zij deze niet per ongeluk kunnen inslikken.
..........................................................................................................
4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
291a
Lees naast de rubriek HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN op pagina 2 ook de volgende punten even door:
402
Voeding
301
Sluit dit apparaat niet aan op hetzelfde stopcontact als elektrische toestellen met een omvormer (zoals een ijskast, wasmachine, magnetron of airco) of een motor. Naargelang van de manier waarop dit elektrische toestel wordt gebruikt, kan de stroombron storingen of een hoorbaar gebrom veroorzaken. Kunt u geen apart stopcontact gebruiken, plaats dan een ontstoringsfilter tussen uw digitale piano en het stopcontact.
302
De adapter produceert warmte als hij langere tijd zonder onderbreking wordt gebruikt. Dat is normaal en geen reden tot ongerustheid.
307
Voordat u dit instrument op andere apparaten aansluit, schakelt u het best alle apparaten uit. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten.
Gebruik nooit benzine, verdunningsmiddelen, alcohol of enige soort van oplosmiddel, want deze kunnen verkleuring en/of vervorming veroorzaken.
Herstellingen en data
452
Houd er rekening mee dat alle data in het geheugen van het apparaat verloren kunnen gaan tijdens een herstelling. Maak daarom van belangrijke data altijd een back-up in een ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) of schrijf ze neer (als dat mogelijk is). Er wordt bij het herstellen voorzichtig omgegaan met de data om verlies ervan te vermijden. In bepaalde gevallen (met name wanneer het geheugen zelf beschadigd is) kunnen we de eventueel gewiste data echter niet meer herstellen. Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld bij dit soort verlies van data.
Plaatsing
351
Als u het apparaat gebruikt in de buurt van stroomver­sterkers (of andere apparatuur met grote stroomtransfor­mators), kan er brom ontstaan. Om dit probleem te verhelpen, oriënteert u dit apparaat anders of plaatst u het verder weg van de storingsbron.
352a
Dit apparaat kan radio- en televisieontvangst storen. Gebruik het daarom niet in de nabijheid van dergelijke ontvangers.
352b
Er kan ruis ontstaan als draadloze communicatiemiddelen zoals mobiele telefoons in de nabijheid van dit apparaat worden gebruikt. Deze ruis kan optreden wanneer u wordt opgebeld of zelf belt, of tijdens het telefoongesprek zelf. Als u dergelijke problemen ondervindt, dient u de draadloze toestellen verder van dit apparaat plaatsen of ze uit te schakelen.
354a
Stel dit apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet in de buurt van warmtebronnen, laat het niet achter in een afgesloten voertuig en stel het ook op geen enkele andere wijze bloot aan extreme temperaturen. Buiten­sporige warmte kan het apparaat immers doen vervormen of verkleuren.
355b
Bij verplaatsing tussen locaties met een groot verschil in temperatuur en/of luchtvochtigheid, kunnen er zich in het apparaat waterdruppeltjes (condens) vormen. Als u het apparaat in deze conditie gebruikt, kunnen er bescha­digingen of storingen ontstaan. Laat het apparaat daarom voor gebruik enkele uren acclimatiseren. Zo krijgt condens de kans om volledig te verdampen.
358
Laat geen voorwerpen op het klavier liggen. Dit kan defecten veroorzaken, bijv. toetsen die geen geluid meer produceren.
Verdere voorzorgsmaatregelen
551
Hou er rekening mee dat de inhoud van het geheugen onherroepelijk verloren kan gaan als gevolg van een defect of door onjuist gebruik van het apparaat. Om het risico op verlies van belangrijke data te beperken raden we u aan om regelmatig een back-up op een ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) te bewaren van de belangrijke data die u in het geheugen van het apparaat hebt opgeslagen.
552
Helaas is het onmogelijk om data te herstellen die op een ander MIDI-apparaat zijn opgeslagen (bijv. een sequencer), nadat deze dat eenmaal verloren zijn gegaan. Roland Corporation kan niet aansprakelijk worden gesteld bij dit soort verlies van data.
553
Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars van dit apparaat met de nodige zorg. Dat geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruw gebruik kan tot defecten leiden.
556
Neem bij het aansluiten en loskoppelen van kabels steeds de stekker vast – trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u kortslui­tingen of schade aan de interne componenten van de kabel.
558a
Zet het volume van het apparaat niet te luid zodat u uw buren niet stoort. U kunt eventueel een hoofdtelefoon gebruiken; zo hoeft u zich geen zorgen te maken over de mensen in uw omgeving (vooral s avonds laat).
559a
Wanneer u het apparaat moet vervoeren, gebruikt u het best de originele verpakking (inclusief vulling). Als dat niet kan, dient u te zorgen voor een gelijkwaardige verpakking.
561
Gebruik alleen het opgegeven expressiepedaal (EV-5, EV-7; apart verkrijgbaar). Als u een ander expressiepedaal gebruikt, is er kans op defecten of zelfs schade aan het toestel.
Onderhoud
401a
Voor dagelijkse reiniging veegt u het apparaat schoon met een zachte, droge of licht bevochtigde doek. Voor hardnekkig vuil gebruikt u een doek geïmpregneerd met een mild, niet-bijtend schoonmaakmiddel. Wrijf het apparaat daarna goed droog met een zachte, droge doek.
Cd-rom’s gebruiken
801
Zorg ervoor dat u de glanzende onderzijde (het gecodeerde oppervlak) van de schijf niet aanraakt of bekrast. Beschadigde of vuile cd-romschijven worden mogelijk niet goed gelezen. Houd uw schijven schoon met een in de handel verkrijgbare cd-reiniger.
5
Voornaamste eigenschappen
Progressive Hammer Action
De RD-700SX is voorzien van het progressive hammer action­klavier van Roland, dat uiterst realistisch de aangename, natuurlijke aanslag van een vleugelpiano reproduceert. Dit klavier is uiterst gevoelig en geruisloos, en kan zelfs de meest subtiele aanslagveranderingen weergeven die gebruikelijk zijn wanneer u van de lage registers naar de hoge gaat. Dit progressive hammer action-klavier is ook milieuvriendelijk. Er werd geen lood gebruikt voor de hamertjes.
Nieuwe Pianoklanken
Dit instrument bevat de allernieuwste authentieke pianoklanken met een breed dynamisch bereik en een rijke expressie. Fantastisch voor elk muzikaal genre of podium. Of u nu met een band optreedt of een solonummer brengt, de RD-700SX is de perfecte stage piano. Het instrument biedt verder 88 toetsen en meervoudig gesamplede geluiden, die met de grootste zorg werden opgenomen door professionele klankingenieurs. Met een optimale klankkwaliteit en een fantastische uitstraling komt dit instrument verbluffend dicht bij de real thing”. Dit instrument beschikt eveneens over tal van elektronische piano-, orgel-, string-, synth pad- en andere klanken zodat u het zonder probleem als stage piano kunt gebruiken. Als u er eenmaal mee op het podium hebt gestaan, zult u pas echt beseffen welke mogelijkheden de RD-700SX biedt.
Rhythm- en Arpeggiator-functies
U kunt ritmepatronen weergeven en arpeggio's spelen met één druk op een toets. U kunt verschillende speeltechnieken gebruiken, met een backing met realistische drumklanken en met arpeggio's en cutting wanneer u gewoon de akkoorden speelt (p. 46, p. 48).
Snelle MIDI-aansturing
U kunt ook verscheidene functies, zoals de volumeregeling en de klankkeuze, snel en eenvoudig aansturen vanaf een extern MIDI­toestel. Dit geeft u een snelle en intuïtieve controle wanneer u de RD­700SX op het podium gebruikt (p. 60).
Interface voor optimale connectiviteit
De RD-700SX is voorzien van een USB-poort voor verbinding met computers. U kunt deze aansluiting gebruiken om op te treden met MIDI-data die u via de computer hebt ontvangen en om de Setup­bestanden van de RD-700SX op te slaan. Daarnaast kunt u via twee aparte MIDI OUT-poorten twee verschillende MIDI-klankmodules simultaan aansturen. Daarenboven leveren de RD-700SX XLR-connectors een gebalanceerde uitvoer naar aangesloten audio-apparatuur, zodat u stabiele audio kunt produceren.
Exclusieve pianofuncties
Met de Piano Edit-functie kunt u subtiele veranderingen programmeren voor de pianoklanken en de elektrische pianoklanken (p. 73).
128-stemmige polyfonie
De RD-700SX heeft een polyfonie van 128 stemmen, met alle beschikbare klanken in elke speelmodus. U kunt uw natuurlijke speelstijl behouden, ook wanneer u meerdere klanken over elkaar legt (layering).
Eenvoudige bediening via knoppen
U kunt Split en Effecten oproepen en andere handelingen uitvoeren met één druk op een toets (p. 12). Daarnaast roept u met de ONE TOUCH [PIANO]-knop direct de ideale instellingen op om piano te spelen, ongeacht de geactiveerde modus of de instellingen (p. 32).
Hoogkwalitatieve effecten
Naast twee multi-effectsystemen kunt u de reverb en chorus ook individueel gebruiken. Het instrument reproduceert ook zeer realistisch de klankveranderingen van een akoestische vleugelpiano, inclusief de verandering van resonantie die ontstaat bij het indrukken van het demperpedaal (p. 75) en de hoeveelheid opening van de vleugel (p. 74). Bovendien maken de Sound Control-functie (p. 44) en de digitale equalizer (p. 45) een brede waaier van klankaanpassingen mogelijk.
Uitgerust met de Organ Tone Wheel­klankgenerator
Voor orgelklanken is de RD-700SX voorzien van een Organ Tone Wheel-klankgenerator, die in het Roland Combo Organ wordt gebruikt. Met deze klankgenerator kunt u orgelklanken creëren door de footage levels te veranderen (p. 54).
Uitbreidbaarheid
U kunt tot twee Wave Expansion Boards, zeer veel gebruikt in de Roland SRX-serie, installeren. U kunt beschikken over de meest recente Tones, te beginnen bij de SRX-02 Concert Grand" Tone (p. 15).
Stijlvolle vormgeving
Met zijn zwarte behuizing heeft de RD-700SX de perfecte uitstraling op het podium. De geraffineerde vormgeving van het toestel verhoogt het gebruiksgemak, met zeer handige kabelaansluitingen achteraan. Bovendien is het deksel van het wave expansiebord zo ontworpen dat het niet gemakkelijk valt, zelfs als de schroeven verwijderd zijn.
SMF Play-functie
De RD-700SX is compatibel met zowel General MIDI- als met General MIDI 2-standaarden. U kunt tevens SMF-muziekbestanden doorsturen naar de RD-700SX via de USB-poort en de data afspelen. Zo kunt u optreden terwijl u SMF-muziekbestanden afspeelt, zonder dat u een externe sequencer nodig hebt.
Enkele afspraken in deze handleiding
Woorden tussen vierkante haakjes [ ] verwijzen naar koppen op het paneel. Voorbeeld: [SPLIT] verwijst naar de SPLIT-knop.
(p.**) geeft een referentiepagina aan.
De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die afbeelden
wat er normaal in de display zal verschijnen. Het is echter mogelijk dat uw toestel een nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat, dus wat u effectief ziet in de display, zal misschien niet altijd overeenstemmen met wat in de handleiding staat.
6
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ............................................................ 3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN............................................................................................................ 5
Voornaamste eigenschappen ............................................................... 6
Beschrijving van de panelen .............................................................. 12
Voorpaneel ................................................................................................................................................12
Achterpaneel ............................................................................................................................................. 14
Voorbereidingen .................................................................................. 15
Het Wave Expansion Board installeren ................................................................................................15
Waarschuwingen bij het installeren van een Wave Expansion Board..................................15
Boards van de SRX-serie installeren........................................................................................... 16
De geïnstalleerde Wave Expansion Boards controleren.......................................................... 17
Installation de la carte dextension Wave(French language for Canadian Safety Standard)........ 18
Precautions lors de linstallation de la carte dextension Wave............................................. 18
Installer les cartes de serie SRX................................................................................................... 19
Verification des cartes dextension audio apres installation ..................................................20
De RD-700SX aansluiten op externe apparatuur................................................................................. 21
Pedalen aansluiten ........................................................................................................................ 22
Het apparaat in- en uitschakelen ...........................................................................................................23
Het toestel inschakelen................................................................................................................. 23
Het toestel uitschakelen ...............................................................................................................24
Het volume regelen.................................................................................................................................. 24
De fabrieksinstellingen oproepen (Factory Reset)...............................................................................25
Het Display-contrast regelen (LCD Contrast)......................................................................................26
Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tune)......................................... 27
Overzicht van de RD-700SX................................................................ 28
Basisstructuur van de RD-700SX............................................................................................................ 28
De klanken................................................................................................................................................. 28
Basisbediening ..........................................................................................................................................28
De hoofdschermen........................................................................................................................ 28
Speciale aanduidingen .................................................................................................................29
De functietoetsen........................................................................................................................... 29
De CURSOR-toetsen..................................................................................................................... 30
De instellingen wijzigen...............................................................................................................30
De demo's beluisteren (DEMO PLAY)................................................ 31
Spelen op het klavier........................................................................... 32
Piano spelen (ONE TOUCH).................................................................................................................. 32
Spelen met een hele reeks Tones............................................................................................................ 33
Een Tone kiezen door het Tone-nummer in te geven ([NUM LOCK]).................................34
Wave Expansion Board Tones selecteren.................................................................................. 35
Meerdere Tones met het klavier spelen ................................................................................................37
Spelen met Layered Tones........................................................................................................... 37
Verschillende Tones spelen in de twee klaviergedeelten ([SPLIT])....................................... 38
De Tone voor een Zone wijzigen ................................................................................................ 40
Het volume regelen voor afzonderlijke zones (ZONE SWITCH/ZONE LEVEL-regelaar).......... 41
De toonaard van het klavier transponeren ([TRANSPOSE]).............................................................42
Galm toevoegen aan het geluid ([REVERB])........................................................................................ 43
Het geluid ruimer laten klinken ([CHORUS/DELAY]) ..................................................................... 43
De toonhoogte in realtime veranderen (Bender/Modulation-hendel) ............................................44
Het geluid levendiger maken ([SOUND CONTROL])....................................................................... 44
De lage, midden- en hoge tonen regelen ([EQUALIZER]).................................................................45
7
Inhoud
Handige functies gebruiken tijdens het spelen ................................ 46
Arpeggio's maken ([ARPEGGIO])......................................................................................................... 46
De Arpeggio Style veranderen....................................................................................................47
Het tempo van de arpeggio's wijzigen....................................................................................... 47
Ritmepatronen spelen ([RHYTHM/SONG]) .......................................................................................48
Het ritmepatroon veranderen .....................................................................................................49
Het tempo van het ritme veranderen.........................................................................................49
De songs spelen ([RHYTHM/SONG])..................................................................................................50
De song selecteren......................................................................................................................... 51
Het tempo van een song veranderen .........................................................................................51
Effecten toepassen op de klank (Multi-Effecten) ................................................................................. 52
Orgelklanken simuleren (Tone Wheel Mode)......................................................................................53
De golving van de Organ Tone veranderen (Rotary Effect)................................................... 54
De toewijzing van de Feet aan de ZONE LEVEL-regelaars wijzigen (Harmonic Bar).......54
De knop uitschakelen (Panel Lock) .......................................................................................................55
Opgeslagen instellingen kiezen ([SETUP])...........................................................................................56
Uw favoriete setups (Favorite Setups) vastleggen................................................................... 57
Instellingen opslaan in Setups ([WRITE])............................................................................................. 58
De RD-700SX gebruiken als Master-klavier....................................... 60
What is MIDI? ........................................................................................................................................... 60
Over MIDI-aansluitingen.............................................................................................................60
Aansluiten op externe MIDI-klankgeneratoren .......................................................................60
De MIDI-aansluiting kiezen voor uitvoer (MIDI OUT-poort)........................................................... 61
Instellingen voor het MIDI-zendkanaal................................................................................................ 62
Klanken kiezen op een extern MIDI-toestel .........................................................................................63
Het volume van elke Zone regelen (EXTERNAL Zone)..................................................................... 64
Instellingen vastleggen................................................................................................................. 65
Het volume en de Pan regelen (Volume/Pan) .........................................................................65
De hoeveelheid Reverb en Chorus instellen (Reverb/Chorus).............................................. 65
Het geluid monofoon spelen (Mono/Poly)............................................................................... 66
De transpositie instellen voor elke individuele zone (Transpose)......................................... 66
De Key Range instellen (Key Range Lower/Upper) ...............................................................66
Het bereik instellen dat weerklinkt in respons op de aanslagwaarde (Velocity)
(Velocity Range Lower/Upper).................................................................................................. 66
De Tone Elements wijzigen (ATK/DCY/REL/COF/RES).................................................... 66
De toonhoogte naadloos veranderen (Portamento).................................................................67
De aanslaggevoeligheid instellen volgens de kracht waarmee op het klavier wordt
gespeeld (Velocity Sensitivity/Max)..........................................................................................67
De toonhoogte veranderen (Coarse Tune/Fine Tune)............................................................ 67
Het bereik voor de toonhoogteverandering van de Bender instellen (Bend Range) .......... 67
De hoeveelheid toegepaste modulatie instellen (Modulation Depth) ..................................67
De controllers in- en uitschakelen ..............................................................................................67
De Control Change verzenden (USER CC/USER CC-waarde)............................................. 67
Gedetailleerde instellingen voor Tones............................................. 68
Zone-instellingen maken (Zone Info).................................................................................................... 68
Instellingen vastleggen................................................................................................................. 68
De Tone selecteren ........................................................................................................................ 68
Het volume en de Pan instellen (Volume/Pan) .......................................................................68
De zone kiezen waarop multi-effecten worden toegepast (MFX1/MFX2 Source) .............68
De transpositie instellen voor elke individuele zone (Transpose)......................................... 69
De Key Range instellen voor elke Zone (Key Range).............................................................. 69
De aanslaggevoeligheid instellen volgens de kracht waarmee op het klavier wordt
gespeeld (Velocity Range/Sens/Max).......................................................................................69
Interne Parts toewijzen aan INTERNAL Zone (Part Assign) ................................................. 69
De controllers in elke part in- en uitschakelen .........................................................................70
8
Inhoud
Tone-instellingen maken (Tone Info) ....................................................................................................70
Instellingen vastleggen................................................................................................................. 70
De in te stellen Part en Tone selecteren (Part, Tone)................................................................ 71
Diepte van Reverb/Chorus instellen (Reverb/Chorus Amount).......................................... 71
Een ander effect toepassen op de Tone (MFX Type) ............................................................... 71
Het geluid monofoon spelen (Mono/Poly)............................................................................... 71
De toonhoogte veranderen (Coarse Tune/Fine Tune)........................................................... 71
Vloeiende toonhoogte-veranderingen creëren (Portamento Switch/Time) ........................71
De Tone Elements wijzigen (Attack Time/Release Time/Cutoff/Resonance/Decay Time) ...72
De Bend Range veranderen (Bend Range) ................................................................................ 72
Gedetailleerde instellingen voor de ONE TOUCH Tones ................. 73
Gedetailleerde instellingen voor de Piano Tones (Piano Edit).......................................................... 73
De instellingen vastleggen........................................................................................................... 73
De pianoklank kiezen................................................................................................................... 73
De breedte van de klankweergave instellen (Stereo Width) ..................................................73
De klankkleur instellen (Nuance)...............................................................................................73
De ruimtelijkheid van de klank instellen (Ambience)............................................................. 73
De hoeveelheid Reverb Effect instellen (Reverb Level)........................................................... 73
Openen/Sluiten van de pianovleugel (Lid).............................................................................. 74
De karakteristieken van de microfoon instellen (Mic Type/Distance).................................74
De resonerende geluiden bij het aanslaan van de toetsen instellen (String Resonance) .... 74
De equalizerinstellingen van het middenbereik vastleggen (EQ SW/EQ Gain/EQ
Frequency/EQ Q).......................................................................................................................... 74
De aanslaggevoeligheid instellen (Key Touch) ........................................................................74
Fijnregeling van de Keyboard Touch (Key Touch Offset) ......................................................75
Een constant volumeniveau instellen in respons op de aanslagwaarde (Velocity) ............75
De timing van het geluid in respons op de aanslag (Velocity Delay Sens).......................... 75
De aanslaggevoeligheid instellen volgens de key range (Velocity Keyfollow Sens).......... 75
Fijnregeling van de stemming (Micro Tune)............................................................................. 75
De resonantie bij het indrukken van het demperpedaal instellen (Sympathetic Resonance)....75
De geluidskarakteristieken wijzigen (Tone Modify) ...............................................................76
De instellingen op de beginwaarden zetten (Initialize)........................................................... 76
De instellingen voor de E.Piano Tones fijnregelen (E.Piano Edit) ....................................................76
Maken van de instellingen........................................................................................................... 76
De E.Piano-klank kiezen ..............................................................................................................77
Het versterkertype kiezen (AMP Type)..................................................................................... 77
Effecten toepassen op het geluid (Effect Type/Depth/Rate).................................................77
De equalizerinstellingen van het middenbereik vastleggen (EQ-SW/EQ Gain/
EQ Frequency/EQ Q)................................................................................................................... 77
De geluidskarakteristieken wijzigen (Tone Modify) ...............................................................77
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT]) ...................... 78
Instelbare parameters............................................................................................................................... 78
Parameters instellen...................................................................................................................... 79
Systeeminstellingen maken (System) .................................................................................................... 79
Instellingen vastleggen................................................................................................................. 79
Het volume regelen (Master Volume)........................................................................................ 80
Voorkomen dat de Equalizer-instellingen gewijzigd worden (EQ Mode)...........................80
Voorkomen dat de Equalizer-instellingen gewijzigd worden (Pedal Mode) ......................80
De huidige Tone behouden (Tone Remain) .............................................................................. 81
De Clock (Timing) Source veranderen (Clock Source)............................................................81
Transmitting Synchronisatieboodschappen verzenden (Clock Out) .................................... 81
Setups kiezen met Program Change messages (SETUP Control Channel).......................... 81
Het Device ID-nummer instellen (Device ID)........................................................................... 81
De polariteit van pedalen omkeren (Pedal/FC1/FC2 Polarity) ............................................81
De weergave van de display kiezen (Display Mode) .............................................................. 82
9
Inhoud
Het aantal parts kiezen (Part Mode) ..........................................................................................82
De stemmingsmethode instellen (Temperament/Key)........................................................... 82
Precieze modificatie van akkoordensonoriteit (Stretch Tune) ...............................................82
Switchen tussen ontvangst van GM/GM2 System On en GS Reset...................................... 82
De Keyboard Touch instellen (Key Touch)........................................................................................... 83
Instellingen vastleggen................................................................................................................. 83
De aanslaggevoeligheid instellen (Key Touch) ........................................................................83
Fijnregeling van de Keyboard Touch (Key Touch Offset) ......................................................83
Een constant volumeniveau instellen in respons op de aanslagwaarde (Velocity) ............84
De timing van het geluid in respons op de aanslag (Velocity Delay Sens).......................... 84
De aanslaggevoeligheid instellen volgens de Key Range (Velocity Keyfollow Sens) ........84
Pedaal- en MULTI EFFECTS [CONTROL]-knopinstellingen (Control)........................................... 84
Instellingen vastleggen................................................................................................................. 84
Functies toewijzen aan pedalen (FC1/FC2 Pedal Assign)......................................................85
De MULTI EFFECTS [CONTROL]-knopinstellingen wijzigen (Control Knob Assign)..... 85
De instellingen van de schuifregelaars wijzigen (Slider Assign)........................................... 85
Multi-effecten, Reverb en Chorus instellen (Effects)...........................................................................86
Instellingen vastleggen................................................................................................................. 86
De Multi-effecten instellen........................................................................................................... 86
Reverb-instellingen maken.......................................................................................................... 87
Chorus en Delay instellen............................................................................................................ 88
De Sound Control instellen (Sound Control) ....................................................................................... 88
Instellingen vastleggen................................................................................................................. 88
Het type compressor kiezen (Sound Control Type) ................................................................89
Gedetailleerde instellingen voor Compressor .......................................................................... 89
Setup-bestanden beheren (File Utility/USB)........................................................................................ 89
Setup-bestanden in het geheugen opslaan (Save SETUP File)............................................... 89
Setup-bestanden uit het geheugen opvragen (Load SETUP File).......................................... 90
Bestanden uit het geheugen verwijderen (File Delete)............................................................ 91
De MIDI Receive Parts instellen (Part Parameter)...............................................................................91
Instellingen vastleggen................................................................................................................. 91
De in te stellen Part selecteren (Part/Tone) ..............................................................................92
Het ontvangstkanaal instellen (Receive Channel).................................................................... 92
Het volume en de Pan instellen (Volume/Pan) .......................................................................92
De vereiste polyfonie instellen (Voice Reserve) .......................................................................92
Voorkomen dat Parts worden weergegeven (Part Switch)..................................................... 92
Effect ON/OFF instellen (MFX Switch)..................................................................................... 92
Ontvangst en blokkering van MIDI-boodschappen van externe MIDI-controllers............92
Rhythm en Arpeggio instellen (Rhythm/Arpeggio) ..........................................................................93
Instellingen vastleggen................................................................................................................. 93
De Rhythm-instellingen ............................................................................................................... 93
Arpeggio-instellingen maken......................................................................................................95
Over V-LINK.............................................................................................................................................97
Voorbeelden van aansluitingen ..................................................................................................97
De V-Link aan- of uitzetten .........................................................................................................97
V-LINK-instellingen .....................................................................................................................97
Gedetailleerde instellingen van V-Link..................................................................................... 98
Andere functies (Utility).......................................................................................................................... 98
De instellingen van de RD-700SX overzetten naar een extern MIDI- toestel (Bulk Dump)....98
De fabrieksinstellingen opnieuw oproepen (Factory Reset)................................................. 100
Externe MIDI-apparatuur aansluiten ................................................ 101
RD-700SX Performances opnemen op een externe MIDI-sequencer..............................................101
Aansluiten op een externe sequencer....................................................................................... 101
Opname-instellingen (Rec Setting)........................................................................................... 101
De Performance opnemen .........................................................................................................102
Rec Mode verlaten ......................................................................................................................102
De Local Switch........................................................................................................................... 102
10
Inhoud
De interne klankgenerator van de RD-700SX bespelen vanuit een extern MIDI-toestel............. 103
De aansluitingen maken............................................................................................................. 103
De kanalen instellen.................................................................................................................... 103
Klanken van de RD-700SX kiezen vanop een extern MIDI-toestel...................................... 103
Setups kiezen ...............................................................................................................................103
Tones kiezen ................................................................................................................................ 103
Aansluiten op uw computer via USB (USB-modus) ....................... 104
USB-functies............................................................................................................................................ 104
Omschakelen tussen Storage mode en MIDI mode ..........................................................................104
Bestanden uitwisselen met computers (Storage Mode).................................................................... 105
Aansluitingen .............................................................................................................................. 105
Waarschuwingen in verband met mappen en bestanden..................................................... 105
Bestanden uitwisselen ................................................................................................................ 105
De Storage mode verlaten.......................................................................................................... 105
MIDI-boodschappen uitwisselen met uw computer (MIDI mode) ................................................ 106
Wisselen van USB-stuurprogramma's................................................................................................. 106
Index.................................................................................................... 108
Problemen oplossen ............................................................................................................................... 108
Foutmeldingen/Andere boodschappen ............................................................................................. 111
Foutmeldingen ............................................................................................................................ 111
Andere boodschappen ...............................................................................................................111
Effect-/Parameter-lijst ...........................................................................................................................112
Parameter voor Multi-Effecten.................................................................................................. 112
Chorus-parameter....................................................................................................................... 144
Reverb-parameter ....................................................................................................................... 145
Lijst van de Tones................................................................................................................................... 146
Lijst van de ritmepatronen.................................................................................................................... 149
Lijst van de Arpeggio Styles .................................................................................................................152
Lijst van de ritmepatronen.................................................................................................................... 153
Setup-lijst ................................................................................................................................................. 154
Lijst van de sneltoetsen.......................................................................................................................... 155
MIDI Implementation............................................................................................................................ 156
Technische specificaties......................................................................................................................... 158
Index.........................................................................................................................................................159
Thematische Index .................................................................................................................................164
Volume-instellingen.................................................................................................................... 164
Key Touch en Velocity................................................................................................................ 164
Equalizer....................................................................................................................................... 164
Toonhoogte en stemming ..........................................................................................................164
Effecten (Reverb, Chorus, Multi-Effecten)............................................................................... 164
Aansturing ...................................................................................................................................164
Key Range ....................................................................................................................................164
11
Beschrijving van de panelen
Voorpaneel
fig.buttons
1
2
1. [V-LINK]
Wanneer u dit aanzet, kunt u externe, met V-LINK compatibele video-apparatuur aansturen, die u op de RD-700SX hebt aangesloten (p. 97).
2. VOLUME-regelaar
Hiermee regelt u het algemene volume dat wordt uitgestuurd door de OUTPUT-jacks en de PHONES-jack (p. 24) op het achterpaneel.
3. EQUALIZER/EFFECTS [SOUND CONTROL]
Wanneer u dit aanzet, reduceert u inconsistenties in het volume en produceert u een stabieler, coherenter geluid (p. 44).
[LOW]-knop
Hiermee regelt u de lage tonen (p. 45).
[MID FREQ]-knop
Hiermee regelt u de middenfrequenties (p. 45).
[MID LEVEL]-knop
Hiermee regelt u het middenbereik van het geluid (p. 45).
[HIGH]-knop
Hiermee regelt u de hoge tonen (p. 45).
[ON/OFF]
Hiermee schakelt u de equalizer in/uit (p. 45).
4. REVERB, CHORUS/DELAY, MULTI-EFFECTS REVERB [DEPTH]-knop
Hiermee regelt u de hoeveelheid reverb (p. 43).
[REVERB]
Hiermee verandert u het type reverb (p. 43).
CHORUS/DELAY [DEPTH]-knop
Hiermee regelt u de hoeveelheid chorus (p. 43).
3
4
[CHORUS/DELAY]
Hiermee verandert u het type chorus (p. 43).
MULTI EFFECTS [CONTROL]-knop
Hiermee bepaalt u hoe de effecten worden toegepast (p. 52).
MULTI-EFFECTS [ON/OFF]
Hiermee schakelt u de multi-effecten in/uit (p. 52).
5. ZONE SWITCH/CONTROL ZONE SWITCH
Hiermee schakelt u de klank van elke Part in/uit (p. 41).
ZONE LEVEL-regelaar
Hiermee regelt u het volume voor elk Part (p. 41). Wanneer [EXTERNAL/INTERNAL] aan staat, stuurt u hiermee de
Parts van de externe MIDI-klankgenerator aan (p. 64). Daarnaast wordt, wanneer [CONTROL/ZONE LEVEL] is
ingeschakeld, de klank onmiddellijk veranderd in overeenstemming met de toegewezen parameter en functie.
[EXTERNAL/INTERNAL]
Deze toets geeft de RD-700SX de controle over de externe MIDI­klankgenerator (p. 60).
[RHYTHM/SONG]
Hiermee schakelt u RHTYHM en SONG in/uit (p. 48, p. 50).
[CONTROL/ZONE LEVEL]
Hiermee bepaalt u de functie van de ZONE LEVEL-regelaars (p. 85).
[ARPEGGIO]
Hiermee zet u de Arpeggiator aan/uit (p. 46).
[SPLIT]
Hiermee schakelt u het klavier over op Split mode, waarin u meer dan één klank kunt weergeven door verschillende klanken op verschillende delen van het klavier te spelen (p. 38).
5
12
fig.buttons
Beschrijving van de panelen
6
7
8
9
[TRANSPOSE]
Hiermee transponeert u het klavier (p. 42).
6. DISPLAY
Hierop verschijnen de Tone-namen en de waarden van allerlei instellingen enz.
[SHIFT/EXIT]
Hierop drukt u om naar een vorig scherm terug te keren of een lopende procedure te annuleren.
Daarnaast kunt u makkelijk de Edit-schermen voor aanverwante parameters van de volgende functies oproepen door [EDIT] ingedrukt te houden terwijl u paneeltoetsen, knoppen of andere regelaars bedient (p. 155).
[F1/TONE INFO]
Hiermee kunt u de Tone-instellingen aanpassen (p. 70). U kunt deze knop ook gebruiken om in bepaalde schermen functies
toe te wijzen.
[F2/ZONE INFO]
Hiermee kunt u de Zone-instellingen aanpassen (p. 68). U kunt deze knop ook gebruiken om in bepaalde schermen functies
toe te wijzen.
[ENTER]
Druk op [ENTER] om een waarde te bevestigen of om een bewerking uit te voeren.
7. CONTRAST-knop
Hiermee past u het contrast van de display aan (p. 26).
8. CURSOR [ ], [ ], [ ], [ ]
Hiermee bladert u door de schermpagina's en verplaatst u de cursor.
10
11
12
13
14
[E.PIANO]
Hiermee selecteert u de ideale instellingen om E.piano te spelen (p. 32).
[SETUP]
Hiermee roept u de opgeslagen instellingen op (Setup)p. 56
11. ZONE SELECT-toetsen
Hiermee bepaalt u voor welke zone er een klank wordt gekozen (p. 40).
12. EXPANSION [A], [B]
Hiermee selecteert u een klank van een Wave Expansion Board, dat apart beschikbaar is (p. 35).
13. FUNCTION [EDIT]
Druk deze toets in als u allerlei instellingen wil wijzigen (p. 78).
[WRITE]
Hiermee slaat u de huidige instellingen op in Setup (p. 58).
[NUM LOCK]
Als deze toets brandt, kunt u numerieke waarden invoeren met de TONE SELECT-toetsen (p. 34).
Daarnaast kunt u de demosongs beluisteren door tegelijkertijd op deze toets en [EDIT] (DEMO PLAY) te drukken (p. 31).
14. TONE SELECT-toetsen
Hiermee kiest u de Tones (p. 33). U kunt met deze toetsen ook numerieke waarden invoeren wanneer
de [NUM LOCK]-toets brandt. [NUM LOCK] gaat automatisch aan in Edit en andere schermen, zodat u met de toetsen numerieke waarden kunt invoeren.
fig.Bender
9. [DEC], [INC]
Hiermee wijzigt u de waarden. Als u de ene toets ingedrukt houdt terwijl u op de andere drukt,
verandert de waarde sneller.
10. ONE TOUCH [PIANO]
Hiermee selecteert u de ideale instellingen om piano te spelen (p.
32).
Pitch Bend/Modulation-hendel
Hiermee kunt u de pitch bend bedienen of vibrato toepassen (p. 44).
13
Beschrijving van de panelen
Achterpaneel
fig.rear
1
2
1. [POWER ON]-schakelaar
Hiermee zet u het toestel aan/uit (p. 23).
2. Stroomaansluiting
Sluit de bijgeleverde stroomkabel hierop aan (p. 21).
3
4 5
6
7 8
9
3. Compartiment voor Wave Expansion Board
Verwijder het afdekplaatje voor de installatie van optionele Wave Expansion Boards (SRX-reeks) (p. 15).
4. USB-aansluiting
Sluit hierop op computer aan om MIDI-bestanden en setup­bestanden tussen de computer en RD-700SX uit te wisselen (p. 104).
5. PEDAAL Jacks (DAMPER, FC1, FC2)
Sluit de pedaalschakelaar (DP-reeks) die wordt meegeleverd met de RD-700SX, aan op de DAMPER Jack. U kunt de schakelaar nu als demperpedaal gebruiken.
Als u de pedaal verbindt met de FC-1 of de FC-2 Jack, kunt u er verschillende functies aan toewijzen (p. 70, p. 84).
6. MIDI-connectors (IN, OUT1, OUT2, THRU)
Deze gebruikt u voor het aansluiten van externe MIDI-toestellen en voor de verzending van MIDI-boodschappen (p. 60, p. 91, p. 101).
7. OUTPUT L(MONO)/R Jacks
Hierlangs worden de audiosignalen uitgestuurd. Ze worden verbinden met een versterker of een ander toestel. Gebruik voor een mono-ouput de L/MONO Jack (p. 21).
8. BALANCED OUT L/R Jacks
Connectors voor een gebalanceerde uitvoer van audiosignalen. Sluit hierop mengtafels en gelijkaardige apparatuur aan (p. 21).
9. PHONES Jack
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten (p. 21). Zelf als de hoofdtelefoon is aangesloten, blijft er signaal naar de
OUTPUT Jacks gaan.
14
Voorbereidingen
Het Wave Expansion Board installeren
U kunt twee optionele Wave Expansion Boards (SRX-serie) installeren in de RD­700SX.
Wave Expansion Boards bevatten Wave data, Patches en Rhythm Sets. Door de RD­700SX met deze boards uit te rusten, kunt u uw klankenarsenaal aanzienlijk uitbreiden.
Voor meer informatie over de Tones van het Wave Expansion Board raadpleegt u het best de Patch-lijst bij het Wave Expansion Board. Merk op dat sommige Tone-namen op de RD-700SX anders kunnen worden weergegeven. Raadpleeg pagina 36 voor informatie over de Tone-namen.
Waarschuwingen bij het installeren van een Wave Expansion Board
901
1
2
911
912
913
914
915
Om het risico van schade aan interne componenten door statische elektriciteit te vermijden, dient u op het volgende te letten wanneer u de kaart aanraakt.
Neem voor u de kaart aanraakt altijd eerst een metalen voorwerp vast (zoals een
waterleiding), om eventuele statische elektriciteit die u meedraagt, te ontladen.
Neem de kaart uitsluitend bij de randen vast. Raak nooit de elektronische
componenten of de connectors aan.
Gebruik een Philips schroevendraaier van het juiste formaat (een nummer 2 schroevendraaier). Als u een ongeschikte schroevendraaier gebruikt, kunt u de kop van de schroef beschadigen.
Om een schroef te verwijderen draait u de schroevendraaier tegen wijzerzin in. Om een schroef vast te draaien, draait u de schroevendraaier met de wijzers van de klok mee.
Zorg ervoor dat de verwijderde schroeven niet in de RD-700SX terechtkomen.
Laat het achterpaneel niet open. Bevestig het afdekplaatje opnieuw nadat u het Wave Expansion Board hebt geïnstalleerd.
Raak nooit de gedrukte circuitpaden of de verbindingsterminals aan.
Gebruik nooit overdreven kracht wanneer u een kaart installeert. Als de kaart bij de
eerste poging niet goed past, verwijdert u hem en probeert u het opnieuw.
Controleer uw werk wanneer de installatie van de kaart is voltooid.
Schakel het toestel uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met
de installatie van een kaart.
Installeer uitsluitend de gespecificeerde kaart (SRX-serie). Verwijder enkel de aangeduide schroeven.
Kijk uit dat u uw hand niet snijdt aan de rand van de installatie-uitsparing.
VastLos
Verwijder het afdekplaatje en installeer de Wave Expansion Boards. Er zijn twee ruimtes (A en B), waarin een board geïnstalleerd kan worden. Kies met
EXPANSION [A] of [B] op het voorpaneel welke kaart u wilt gebruiken wanneer u met Waves, Tones of Rhythm Sets van de Wave Expansion Boards werkt.
15
Voorbereidingen
Boards van de SRX-serie installeren
1
Schakel de RD-700SX en alle erop aangesloten toestellen uit voordat u een Wave Expansion Board installeert.
2
Verwijder de schroeven die aangeduid zijn in de onderstaande afbeelding van het achterpaneel van de RD-700SX. Verwijder vervolgens het afdekplaatje.
fig.00-02e
Te verwijderen schroeven
EXPANSION BOARD
DUWEN
U kunt het afdekplaatsje gemakkelijk verwijderen door op de onderzijde van het
plaatje te drukken (boven de -markering).
fig.00-03e
duwen
3
Plaats de connector van het Wave Expansion Board in de connectorsleuf van een SRX-serie (SRX A of SRX B), terwijl u gelijktijdig de kaarthouders in de daarvoor bestemde gaatjes van het Wave Expansion Board plaatst
fig.00-04e
Wave Expansion Board (SRX serie)
.
Indien u hetzelfde type Wave Expansion Board de SRX A­sleuf en in de SRX B-sleuf hebt geïnstalleerd, kunt u enkel de data van het Wave Expansion Board in de SRX A-sleuf selecteren.
16
Kaarthouder
Plaats ze zoals in de tekening voor u de kaart installeert
Connector
4
Gebruik het installatiegereedschap dat bij het Wave Expansion Board werd geleverd, om de pinnen in de LOCK-positie te zetten, zodat de kaart op zijn plaats wordt vastgezet.
fig.00-05e
VERGRENDELEN
Installatiewerktuig
5
Bevestig het afdekplaatje opnieuw met de schroeven die u in stap 2 verwijderde.
Voorbereidingen
De geïnstalleerde Wave Expansion Boards controleren
Nadat u de Wave Expansion Boards hebt geïnstalleerd, controleert u of de boards correct worden herkend.
fig.00-06p
1
Zet het toestel aan volgens de beschrijving
Het toestel inschakelen
2
De naam van het geïnstalleerde Wave Expansion Board wordt weergegeven zoals u EXPANSION [A] of [B] ingedrukt houdt.
Het aantal Tones en Rhythm Sets van de uitbreidingskaart worden weergegeven. De afbeelding geeft weer wat zou verschijnen als u het SRX-02 "Concert Piano" Wave
Expansion Board in het SRX A-slot installeert.
fig.00-07g
(p. 23).
2
Wave Expansion Board Tones selecteren (p. 35).
Als "-----" verschijnt naast de naam van het slot waarin de kaart werd geïnstalleerd, is het mogelijk dat het Wave Expansion Board niet correct wordt herkend. Volg de procedure in Het toestel uitschakelen” (p. 24) om het toestel uit te schakelen en installeer het Wave Expansion Board opnieuw.
Als u de toets loslaat, keert u terug naar het vorige scherm.
17
Voorbereidingen
Installation de la carte dextension Wave(French language for Canadian Safety Standard)
Vous pouvez installer jusqua 2 cartes dextension optionnelles dans le RD-700SX. Ces cartes dextension memorisant des donnees Wave, des morceaux et des
ensembles rythmiques, elles vous permettront daugmenter considerablement le timbre.
Pour de plus amples renseignements sur les tonalités de la carte d'expansion Wave, se reporter à la liste des timbres incluse avec la carte. Toutefois, certains des noms de tonalités peuvent s'afficher différemment sur le RD-700SX. Consulter la p. 36 pour les noms des tonalités.
Precautions lors de linstallation de la carte dextension Wave
901(F)
1
2
911(F)
912(F)
913(F)
914(F)
915(F)
Veuillez suivre attentivement les instructions suivantes quand vous manipulez la carte afin d’éviter tout risque dendommagement des pièces internes par l’électricité statique.
Toujours toucher un objet métallique relié à la terre (comme un tuyau par
exemple) avant de manipuler la carte pour vous décharger de l’électricité statique que vous auriez pu accumuler.
Lorsque vous manipulez la carte, la tenir par les côtés. Évitez de toucher aux
composants ou aux connecteurs.
Utiliser un tournevis cruciforme correspondant a la taille de la vis (un tournevis numero 2). En cas dutilisation dun tournevis inapproprie, la tete de la vis pourrait etre endommagee.
Pour enlever les vis, tourner le tournevis dans le sens contraire des aiguilles dune montre. Pour resserrer, tourner dans le sens des aiguilles dune montre.
fig.00-01f
Veillez a ne pas laisser tomber de vis dans le chassis du RD-700SX.
Ne pas laisser la plaque arriere detachee. Apres avoir installe la ou les carte(s) dextension, bien remettre la plaque en place.
Ne pas toucher aux circuits imprimés ou aux connecteurs.
Ne jamais forcer lors de linstallation de la carte de circuits imprimés. Si la carte sajuste mal au premier essai, enlevez la carte et recommencez linstallation.
Quand linstallation de la carte de circuits imprimés est terminée, reverifiez si tout est bien installé.
Toujours éteindre et debrancher lappareil avant de commencer linstallation de la
carte.
Ninstallez que les cartes de circuits imprimes specifiees (SRX Series). Enlevez seulement les vis indiquees.
Installer les cartes dextension apres avoir enleve la plaque arriere.
Veillez a ne pas vous couper les doitgs sur le bord de louverture dinstallation.
resserrerdesserrer
18
Avant d'installer la carte d'expansion Wave, retirer le panneau arrière. Il y a deux emplacements (A et B) dans lesquels une carte peut être installée. Spécifier
l'emplacement à utiliser en appuyant sur EXPANSION [A] ou [B] sur le panneau avant lors de l'utilisation d'ondes, de tons ou de groupes rythmiques à partir des cartes d'expansion Wave.
Installer les cartes de serie SRX
1
Avant dinstaller une carte dextension Wave, eteindre tous les appareils relies au RD-700SX.
2
Detacher la plaque arriere en enlevant les vis indiquees sur le schema suivant.
fig.00-02f
Vis à enlever
Voorbereidingen
Il est facile denlever le couvercle: il suffit dappuyer sur la partie inférieure du
couvercle (au-dessus du symbole ).
fig.00-03f
push
3
Inserer le connecteur de la carte dans un des creneaux pour la serie SRX (SRX A, SRX B) tout en enfoncant les supports a carte dans les trous de celle-ci.
fig.00-04f
Carte d'extension Wave (serie SRX)
Support à carte
Avant linstallation, orienter les supports à carte tel quindiqué sur le schéma.
Connecteur
19
Voorbereidingen
4
Pour tourner les supports en position LOCK (verrouille), utilisez l’outil dinstallation de la carte dextension fournie a cet effet. De cette facon, la carte sera bien fixee a sa place.
fig.00-05f
LOCK
Outil d'installation
5
Reposez le couvercle en remettant les vis enlevees (comme specifie) a letape 2.
Verification des cartes dextension audio apres
Si la meme sorte de carte dextension Wave est installee dans les creneaux SRX A et SRX B, il ne sera possible de selectionner que les donnees de la carte dextension Wave installee dans le creneau SRX A.
installation
Lorsque linstallation des cartes dextension audio est terminee, proceder a une verification pour sassurer que lordinateur les identifie correctement.
fig.00-06p
1
Mettre sous tension de la facon decrite sous Het toestel inschakelen (p. 23).
2
Le nom de la carte d'expansion Wave installée s'affiche tant que la touche EXPANSION [A] ou [B] est tenue enfoncée.
Le nombre de tonalités et de groupes rythmiques compris sur la carte d'expansion s'affiche.
Lexemple montre ce qui serait affiche si la carte dextension audio SRX-02 Concert Pianoetait installee dans la fente SRX A.
fig.00-07g
Lorsque vous le relacherez, vous serez ramene a lecran precedent.
2
Wave Expansion Board Tones selecteren (p. 35).
Si ---------------- est affiche a cote du nom de la fente dans laquelle la carte est installee, il est possible que la carte dextension audio installee ne soit pas reconnue correctement. Mettre hors tension de la facon decrite sous Het toestel uitschakelen (p. 24) et reinstaller correctement la carte dextension audio.
20
Voorbereidingen
De RD-700SX aansluiten op externe apparatuur
De RD-700SX beschikt niet over een ingebouwde versterker of luidsprekers. Om geluid te produceren, moet u dus audio-apparatuur (bv. een monitor speaker of een stereo-installatie) aansluiten, of een hoofdtelefoon gebruiken.
* Audiokabels, MIDI-kabels, USB-kabels, hoofdtelefoons en expressiepedalen zijn niet
inbegrepen. Uw Roland dealer kan u bij het aanschaffen van dit soort accessoires adviseren.
fig.00-08e
Om defecten en/of schade aan luidsprekers of andere toestellen te voorkomen, dient u steeds het volume dicht te zetten en alle toestellen uit te schakelen alvorens aansluitingen te maken.
to Power outlet
Pedal switch
(DP-2/8)
MIDI IN
Computer
Expression pedal (EV-5/7) or Pedal switch (DP-2/8)
Stereo-
hoofdtelefoon
MIDI IN
MIDI OUT
V-LINK-compatible
video equipment.
MIDI-geluidsmodule enz.
MIDI sequencer enz.
Monitorluidsprekers
(met eigen voeding)
Mixer enz.
Stroom versterker
21
Voorbereidingen
b
1
Controleer voordat u de aansluitingen gaat maken, het volgende:
Staat het volume van de RD-700SX of van de aangesloten versterker helemaal dicht? Zijn de RD-700SX en de aangesloten versterker uitgeschakeld?
2
Sluit de bijgeleverde AC-stroomkabel aan op de RD-700SX en stop het andere eind met de stekker in een AC-stopcontact.
3
Verbind de RD-700SX met het externe toestel.
Gebruik audiokabels om geluidsapparatuur, zoals een versterker of luidsprekers, aan te sluiten. Gebruik MIDI-kabels om MIDI-apparatuur aan te sluiten. Gebruik USB-kabels om een computer aan te sluiten.
Als u een koptelefoon gebruikt, sluit u deze op de PHONES-jack aan. Sluit indien nodig pedaalschakelaars en expressiepedalen aan.
Pedalen aansluiten
Sluit het pedaal bijgeleverd bij de RD-700SX aan op een van de PEDAL Jacks. Als het pedaal op de DAMPER Jack is aangesloten, kan het als demperpedaal
worden gebruikt. Als u het pedaal op de FC-1 Jack of de FC-2 Jack aansluit, kunt u er verschillende
functies aan toewijzen (p. 70, p. 85).
De Output Jacks
922
Dit instrument is uitgerust met gebalanceerde (XLR) output jacks. Een diagram van de bedrading wordt hieronder getoond. Maak pas aansluitingen, nadat u de aansluitschema's hebt gecontroleerd van de andere apparatuur die u gaat aansluiten.
fig.XLRJack
Gebruik een stereo hoofdtelefoon.
Gebruik enkel het opgegeven expressiepedaal (EV-5/7; apart verkrijgbaar). Als u een ander expressiepedaal gebruikt, riskeert u defecten en/of schade aan het toestel.
5
Zet de schakelaar op het
ijgeleverde pedaal op Continuous zodra het is aangesloten.
22
Het apparaat in- en uitschakelen
b
941
Als verbindingen zijn gemaakt, kunt u de toestellen in de opgegeven volgorde aanzetten. Als u uw apparatuur in de verkeerde volgorde aanzet, riskeert u defecten en/of schade aan luidsprekers en andere toestellen.
Het toestel inschakelen
1
Zet de VOLUME-regelaar helemaal dicht (naar beneden) alvorens het toestel aan te zetten.
Zet ook het volume van alle aangesloten audio- en andere apparatuur dicht.
fig.00-09
Voorbereidingen
In het onwaarschijnlijke geval dat het toestel wordt uitgeschakeld of dat de stroom uitvalt tijdens een Factory Reset (p. 22), kunnen de data beschadigd worden. Hierdoor kan het langer dan normaal duren, wanneer u het toestel de volgende keer aanzet.
2
Druk op het bovenste gedeelte van de [POWER ON]-schakelaar aan de achterzijde van de RD-700SX om het toestel aan te zetten.
Het toestel start op en de display licht op.
fig.00-10
3
Zet alle aangesloten externe apparaten aan.
4
Regel het volume van de aangesloten externe apparatuur.
5
Regel ook het volume van de RD-700SX om een geschikt signaalniveau te krijgen.
Om te voorkomen dat de Pitch Bend/Modulation-hendel (p.
44) niet goed werkt, raakt u hem het best niet aan terwijl de RD-700SX opstart.
Dit toestel is uitgerust met een
eveiligingscircuit. Na het opstarten duurt het eventjes (enkele seconden) voordat de normale werking begint.
942
23
Voorbereidingen
Het toestel uitschakelen
1
Zet de VOLUME-regelaar helemaal dicht (naar beneden) alvorens het toestel uit te schakelen.
Zet ook het volume van alle aangesloten audio- en andere apparatuur dicht.
2
Schakel de aangesloten externe toestellen uit.
3
Druk op het onderste deel van de [POWER]-schakelaar, achteraan op de RD-700SX.
Het toestel schakelt uit.
Het volume regelen
fig.00-11
Als u de stroom volledig wilt afsluiten, zet u eerst de POWER-schakelaar uit en haalt u vervolgens de stekker uit het stopcontact. Raadpleeg hiervoor Voeding (p. 5).
1
Het volume regelt u met de VOLUME-regelaar.
Schuif de regelaar omhoog om het volume te verhogen, of omlaag om het te verlagen.
Zet ook het volume van de aangesloten apparatuur op een geschikt niveau.
24
Voorbereidingen
De fabrieksinstellingen oproepen (Factory Reset)
Wanneer u de RD-700SX voor de eerste maal gebruikt, roep dan de fabrieksinstellingen op zodat de RD-700SX werkt zoals beschreven in de procedures in de handleiding.
Opmerkingen
Schakel het toestel nooit uit tijdens een Factory Reset (zolang "Now, Executing" in de display staat).
Als u het toestel uitschakelt, terwijl de Factory Reset wordt uitgevoerd, kunnen de interne data beschadigd raken en is het mogelijk dat u de RD-700SX niet meer kunt opstarten. Als u vaststelt dat de interne data verloren zijn gegaan of als zich een soortgelijk probleem voordoet, raadpleegt dan de handelaar bij wie u het apparaat hebt gekocht, of ga naar het dichtstbijzijnde Roland Service Center. Roland neemt echter geen enkele aansprakelijkheid op en keert geen enkele vergoeding uit voor de gevolgen van dataverlies.
fig.00-12p
Deze handeling wist de Setup­instellingen (p. 56) uit. Als u data uit het interne geheugen wil behouden, voer dan de "Bulk Dump (Bulk Dump SETUP)"-procedure uit om de data op te slaan op een externe sequencer (p. 99).
Verzeker u ervan dat de USB-kabel losgekoppeld is, voor u een USB-verbinding maakt.
1
Druk op [EDIT] zodat de indicator oplicht.
Het Edit Menu-scherm verschijnt.
fig.00-13g
2
Druk op CURSOR [ ] om 9.Utility te selecteren.
3
Druk op [ENTER] om het Utility-scherm weer te geven.
fig.00-14g
12,43,5,6,7
In plaats van met de CURSOR te selecteren kunt u ook op TONE SELECT [9] drukken om het Utility Edit-scherm direct weer te geven.
4
Selecteer "Factory Reset All" met de CURSOR [ ].
25
Voorbereidingen
5
Druk op [ENTER].
Er verschijnt een scherm zoals het onderstaande.
fig.00-15g
Druk op [EXIT] om de Factory Reset te annuleren.
6
Druk op [ENTER].
Het bevestigingsbericht verschijnt.
fig.00-16g
Druk op [EXIT] om de Factory Reset te annuleren.
7
Druk nogmaals op [ENTER] om de Factory Reset te starten.
Tijdens de uitvoering verschijnt "Executing Don't Power OFF" in de display. Wanneer de Factory Reset voltooid is, verschijnt "COMPLETED" in de display.
8
Schakel de RD-700SX uit en zet het toestel vervolgens weer aan.
U kunt ook maar een deel van de instellingen terugzetten op hun fabriekswaarden. Raadpleeg hiervoor
De fabrieksinstellingen opnieuw oproepen (Factory Reset)
(p. 100).
Het Display-contrast regelen (LCD Contrast)
De display kan soms moeilijk leesbaar zijn onmiddellijk na het opstarten of na langdurig gebruik; de oorzaak kan ook bij de lichtcondities liggen.
Pas in dergelijke omstandigheden het contrast van de display aan door aan de CONTRAST-knop op het voorpaneel te draaien.
fig.00-17p
26
Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tune)
Als u een zuivere sound wilt wanneer u samenspeelt met andere instrumenten, moet u zorgen dat de basistoonhoogte van alle instrumenten dezelfde is. Meestal wordt de stemming van een instrument aangegeven door de toonhoogte in Hertz (Hz) van de middelste A-noot.
Het aanpassen van de basistoonhoogte van instrumenten noemen we "tuning".
fig.00-18ps
Voorbereidingen
1
Druk op [EDIT] zodat de indicator oplicht.
Het Edit Menu-scherm verschijnt.
fig.00-19g
2
Selecteer "0.System" met de CURSOR [ ].
3
Druk op [ENTER] om het Edit-scherm weer te geven.
fig.00-20g
5
U kunt het System Edit-scherm ook direct weergeven door op TONE SELECT [0] te drukken in plaats van met de CURSOR te kiezen.
Als u [INC] ingedrukt houdt en vervolgens op [DEC] drukt, neemt de waarde sneller toe. Als u [DEC] ingedrukt houdt en vervolgens op [INC] drukt, neemt de waarde sneller af.
1,62,43
4
Ga met de CURSOR [ ] naar de "Master Tune"- parameter.
5
Druk op [INC] of [DEC] om een waarde te selecteren (415,3-440,0­466,2).
6
Druk op [EDIT] zodat de indicator uitgaat.
U keert terug naar het Tone-scherm.
Druk op [F1(WRITE)] als u de instellingen wilt bewaren. Instellingen die in de RD­700SX worden bewaard, worden niet verwijderd wanneer het toestel wordt uitgeschakeld.
27
Overzicht van de RD-700SX
Part
Basisstructuur van de RD­700SX
De RD-700SX kan worden ingedeeld in twee delen: een keyboard controller-gedeelte en een klankgenerator-gedeelte. De twee delen zijn intern met elkaar verbonden via MIDI.
fig.00-G01e
Klank-
generator-
gedeelte
Een klankgenerator die meerdere klanken kan aansturen met één apparaat, noemen we een multitimbrale klankgenerator. De RD-700SX bevat een multitimbrale klankgenerator die 16 Tones tegelijkertijd kan spelen. Wanneer u de RD-700SX als klankgenerator gebruikt, worden de gegenereerde Tones toegewezen aan Parts. Aangezien u aan elk van de Parts verschillende Tones kunt toewijzen en u de Tones individueel kunt aansturen, kunt u meerdere Tones tegelijkertijd spelen, het klavier in twee delen opsplitsen en verschillende Tones in de verschillende delen spelen (Split), of twee partijen tegelijk spelen. De zestien parts van de interne klankgenerator van de RD-700SX noemen we de "Interne Parts".
Opvoering
Keyboard Controller Section
(controllers such as keyboard, pitch bend lever, enz.)
Keyboard controller-gedeelte
Dit gedeelte omvat het klavier, de Pitch Bend/Modulation­hendel, de paneelknoppen, de schuifregelaars en eventuele pedalen die op het achterpaneel zijn aangesloten. Handelingen zoals het indrukken of loslaten van toetsen op het klavier, het indrukken van een pedaal, enzovoort worden omgezet in MIDI­boodschappen en naar het klankgenerator-gedeelte of naar een extern MIDI-toestel gestuurd.
Klankgenerator-gedeelte
Het klankgenerator-gedeelte produceert de klank. Hier worden MIDI-berichten, die van het keyboardcontroller-gedeelte of van het externe MIDI-apparaat zijn ontvangen, in muzieksignalen omgezet, die vervolgens als analoge signalen via de OUTPUT­en de PHONES-jacks worden uitgestuurd.
Zone
De RD-700SX beschikt over vier Parts (UPPER1, UPPER2, LOWER1 en LOWER2) die u kunt gebruiken om de Interne Parts aan te sturen met de paneeltoetsen en het klavier. Deze vier Parts, die dienen voor de aansturing van de Interne Parts, noemen we samen de "INTERNAL Zone". Vier van de zestien Interne Parts zijn toegewezen aan de INTERNAL Zone voor aansturing (de RHYTHM Part staat vast op Part 10). Bovendien kunt u met de RD-700SX vrij externe MIDI­klankgenerators aansturen, op dezelfde manier als met de Local Parts. Zo kunt u ook de externe MIDI-klankgenerator aansturen met de vier Parts (UPPER1, UPPER2, LOWER1 en LOWER2). Deze groep van vier Parts noemen we dan de "EXTERNEL Zone". De externe MIDI-klankgenerator wordt aan deze vier Parts toegewezen voor aansturing (de RHYTHM Part kan ook gedeeltelijk worden ingesteld).
Basisbediening
De hoofdschermen
De klanken
Wanneer u de RD-700SX gebruikt, zult u merken dat we verschillende termen hanteren wanneer het over klanken gaat. Hieronder leggen we kort uit wat er precies bedoeld wordt.
Tone
De individuele klanken die worden gebruikt, wanneer u op de RD-700SX speelt, noemen we Tones. De RD-700SX bevat 488 Tones. Tones zijn toegewezen aan elke part. Bij de Tones zijn er ook verschillende groepen van percussie­instrumenten, gegroepeerd in "Rhythm Sets". Elke toets (nootnummer) van een Rhythm Set produceert een verschillende percussieklank.
28
Het ONE TOUCH-scherm
Wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] of op [E.PIANO] drukt, om de RD-700SX optimaal in te stellen om piano te spelen, dan verschijnt dit scherm.
fig.00-G03g
Overzicht van de RD-700SX
Het Tone-scherm (Basisscherm)
De namen van de Tones die momenteel geselecteerd zijn voor de INTERNAL Zone, verschijnen hier. Dit is het scherm dat normaal verschijnt. U kunt de Tones (UPPER1, UPPER2, LOWER1 en LOWER2) van de INTERNAL Zone en het tempo wijzigen.
fig.00-G02g
Het Tone Wheel-scherm
Als in het Tone-scherm een ORGAN Tone "Tone Wheel 1-10" geselecteerd is voor eender welke INTERNAL Zone, verschijnt
dit scherm wanneer u op CURSOR [ ] drukt. De mode waarin dit scherm verschijnt, noemen we de "Tone Wheel mode", en in deze mode kunt u het opwekken van klanken met de harmonic bars van een orgel simuleren (p. 53).
Als u in dit scherm op CURSOR [ ] drukt, keert u terug naar het Tone-scherm.
fig.00-G04g
fig.00-G06g
EXTERNAL-scherm
Wanneer u op [EXTERNAL/INTERNAL] drukt, licht de toetsindicator op en wordt de mode geactiveerd waarin de RD-700SX een externe MIDI-klankgenerator kan aansturen. De status van deze knop bepaalt of de knoppen van de RD-700SX worden gebruikt om de INTERNAL Zone aan te sturen ([EXTERNAL/INTERNAL] brandt niet), of om de EXTERNAL Zone aan te sturen ([EXTERNAL/INTERNAL] brandt).
Bovendien kunt u nog gedetailleerde instellingen maken voor de MIDI-boodschappen die naar de externe klankgenerator worden verzonden (p. 61).
fig.00-G06g
Speciale aanduidingen
Het Setup-scherm
Hier verschijnt de momenteel geselecteerde Setup (p. 56).
Drukt u op CURSOR [ ] wanneer het Tone-scherm of het Tone Wheel-scherm in de display staat, dan gaat de RD-700SX over naar dit scherm. U kunt dit scherm ook oproepen door op [SETUP] te drukken. U kunt hier de Setups wijzigen (p. 46, p. 48, p. 50).
Drukt u op CURSOR [ ] wanneer dit scherm in de display staat, dan keert u terug naar het Tone-scherm of het Tone Wheel-scherm.
fig.00-G05g
Het Rhythm/Song/Arpeggio­scherm
Drukt u CURSOR [ ] wanneer het Tone-scherm in de display staat, dan gaat de RD-700SX over naar dit scherm. U kunt Song, Rhythm Patterns, Arpeggio Patterns en Tempo wijzigen.
fig.mark-tempoM
Wanneer u een "88-key multisampled" pianoklank in het Tone-scherm kiest, verschijnt er dit symbool rechts van de Tone-naam.
fig.mark-tempoM
Wanneer u een "TW-Organ 1–10" pianoklank in het Tone- scherm kiest, verschijnt er dit symbool links van de Tone-
naam. Drukt u op CURSOR [ ] terwijl dit symbool wordt
fig.mark-tempoM
fig.mark-PD
weergegeven, dan roept u het Tone Wheel-scherm op (p. 53).
Als Clock Source (p. 81) op MIDI staat, verandert de tempo-aanduiding voor elk scherm in "M:". Het tempo kan gewijzigd worden vanuit externe MIDI­toestellen wanneer dit symbool verschijnt.
fig.mark-EQ
Als EQ Mode (p. 80) op SYSTEM staat, verschijnt dit symbool rechtsboven op het scherm. Als dit symbool op de display wordt weergegeven, veranderen de equalizerinstellingen niet wanneer u van setup verandert.
Als Pedal Mode (p. 80) op "SYSTEM" staat, verschijnt dit symbool rechtsboven op het scherm. Als dit symbool op de display wordt weergegeven, veranderen de pedaalinstellingen niet wanneer u van setup verandert.
De functietoetsen
fig.00-G07p
Drukt u in dit scherm op CURSOR [ ], dan keert u terug naar het Tone-scherm.
29
Overzicht van de RD-700SX
[EDIT]
Als u op [EDIT] drukt; licht de indicator op en gaat u naar "Edit mode". In Edit mode kunt u gedetailleerde instellingen maken voor allerlei functies. U kunt de Edit mode verlaten door nogmaals op [EDIT] te drukken.
[WRITE]
Hiermee slaat u de huidige instellingen op in "Setup" (p. 58).
[NUM LOCK]
Wanneer u op [NUM LOCK] drukt, licht de toetsindicator op en kunt u numerieke waarden invoeren met de TONE SELECT­toetsen. De toetsindicators lichten automatisch op volgens de ingestelde waarden.
De CURSOR-toetsen
fig.00-G08p
Ook wanneer er meerdere parameters naast elkaar op een rij staan, zoals hier in het EXTERNAL-scherm, kunt u de cursor sneller verplaatsen door de CURSOR-toets die wijst in de richting waarin u de cursor wil verplaatsen, in te drukken terwijl u ook de CURSOR-toets die in de tegengestelde richting wijst, indrukt.
fig.00-G11pj
De instellingen wijzigen
fig.00-G12p
De CURSOR-toetsen dienen om door de schermen te bladeren, en om een item waarvan u de instelling wil wijzigen, op te zoeken (door de cursor te verplaatsen).
Door de Display-pagina's bladeren
Als er pijltjes (" " en " ") rechts bovenaan in het scherm verschijnen, dan betekent dit dat er zich nog extra pagina's in de richting van de pijltjes bevinden.
U kunt door de schermen bladeren met CURSOR [ ] en [ ].
fig.00-G09g
Navigeren tussen in te stellen items (CURSOR)
Als er meer dan één parameter in een scherm staat, dan staan de naam en de waarde van de te wijzigen parameter in een kadertje. Dit kadertje noemen we de "cursor". Deze cursor kunt u verplaatsen met de CURSOR-toetsen.
fig.00-G10g
Cursor
Om de waarde van een instelling te wijzigen , kunt u [DEC] en [INC], of de TONE SELECT-toetsen (numerieke toetsen) gebruiken.
[DEC], [INC]
Als u op [INC] drukt, neemt de waarde toe; drukt u op [DEC], dan neemt de waarde af. Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de waarde toe- of afnemen. Als u [INC] ingedrukt houdt en vervolgens op [DEC] drukt, neemt de waarde sneller toe. Als u [DEC] ingedrukt houdt en vervolgens op [INC] drukt, neemt de waarde sneller af.
Wanneer u tegelijkertijd op [DEC] en [INC] drukt, zet u de parameter op zijn standaardwaarde of schakelt u hem uit.
TONE SELECT-toetsen (numerieke toetsen)
Wanneer [NUM LOCK] aan staat (brandt), kunt u rechtstreeks numerieke waarden invoeren met de TONE SELECT-toetsen. Deze fungeren dan als cijfertoetsen [0]-[9]. Wanneer u het cijfer invoert, knippert de waarde. Dit betekent dat de waarde nog niet bevestigd is. Om ze te bevestigen drukt u op [ENTER]. Bij sommige parameters gaat [NUM LOCK] automatisch branden, zodat u direct numerieke waarden kunt invoeren met de TONE SELECT-toetsen.
U kunt met de numerieke toetsen enkel numerieke waarden invoeren. U kunt het plusteken (+) of minteken (-) van een numerieke waarde veranderen en continue wijzigingen in de numerieke waarden aanbrengen door op [INC] of [DEC] te drukken.
30
Loading...
+ 136 hidden pages