Roland RD-700 User Manual [nl]

rd-700
stage piano
Nederlandstalige handleiding
Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw aankoop van de Roland RD-700. Gelieve de volgende pagina’s aandachtig te lezen, alvorens dit toestel te gebruiken:
* VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL * BELANGRIJKE OPMERKINGEN
gebruiksaanwijzing in haar geheel te lezen. Bewaar ze ter referentie.
Copyright © 2001 Roland Benelux N.V.
Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze publicatie mag in gelijk welke vorm gereproduceerd worden, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Roland Benelux N.V.
eilig gebruik van het toestel
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL
INSTRUCTIES TER VOORKOMING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDING VAN PERSONEN
Over
WAARSCHUWING en OPGEPAST
Wordt gebruikt voor instructies die de
WAAR­SCHUWING
gebruiker wijzen op levensgevaar of ernstige verwondingen bij onjuist gebruik van het toestel.
Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op verwondingen of materi‘le schade bij onjuist gebruik van het toestel.
OPGEPAST
* Materi‘le schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten die aan het huis en de hele inboedel, huisdieren inbegrepen, worden toegebracht.
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT
Waarschuwing Waarschuwing
001
¥ Gelieve onderstaande instructies en de hand-
leiding te lezen vooraleer u dit toestel gebruikt
..........................................................................................................
002b
¥ Maak het toestel niet open of breng er geen interne
wijzigingen in aan. (Uitgezonderd daar waar deze handleiding specifieke instructies geeft voor het installeren van optionele onderdelen; zie p. 15.)
..........................................................................................................
003
¥ Probeer het toestel niet zelf te herstellen of
vervang geen onderdelen (behalve wanneer de handleiding specifieke instructies hiertoe geeft). Wend u voor onderhoud steeds tot het dichtstbij­zijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler, zoals vermeld op de "Information"­pagina
.
..........................................................................................................
004
¥ Gebruik of bewaar het toestel nooit op plaatsen
die:
¥ Onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bv.
direct zonlicht in een gesloten voertuig, nabij een radiator of een andere warmtebron);
¥ Vochtig zijn (bv. badkamer, wasplaats, op een
natte vloer); ¥ Blootgesteld zijn aan de regen; ¥ Stoffig zijn;
¥Onderhevig zijn aan sterke trillingen.
..........................................................................................................
005
¥ Gebruik voor dit toestel enkel een rack of statief
dat goedgekeurd is door Roland.
..........................................................................................................
.
Over de Symbolen
Het -symbool maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het symbool hier links duidt op algemene verwittigingen of waar­schuwingen, of vestigt de aandacht op gevaar.
Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). De tekening in de cirkel geeft aan wat er precies verboden is. Het symbool hier links betekent dat het toestel nooit mag worden gedemonteerd.
Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die
moeten worden uitgevoerd. De tekening in de cirkel geeft aan wat er precies dient te gebeuren. Het symbool hier links betekent dat de stekker van de stroomkabel moet worden uitgetrokken.
006
¥ Als u dit toestel op een rack of statief
(goedgekeurd door Roland) plaatst, zorg dan dat de rack of het statief waterpas en stabiel staat. Ook als u geen rack of statief gebruikt, moet u zorgen dat het toestel op een stevig en waterpas oppervlak staat, dat voldoende steun biedt en niet kan wankelen.
..........................................................................................................
008a
¥ Sluit dit toestel enkel aan op een stroombron van
het type dat in deze handleiding beschreven is of dat op het toestel zelf vermeld staat.
..........................................................................................................
009
¥ Beschadig het elektrische snoer niet. Buig het niet
overmatig, ga er niet op staan, plaats er geen zware voorwerpen op, enz. Gebruik nooit een beschadigd snoer; dit kan elektrocutie of brand veroorzaken!
..........................................................................................................
010
¥ Dit toestel, alleen of in combinatie met een
versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers, zou een geluidsniveau kunnen produceren dat permanente gehoorschade kan veroorzaken. Vermijd langdurig gebruik bij een hoog of onaan­genaam volumeniveau. Als u enig gehoorverlies of suizende oren gewaar wordt, staak dan onmid­dellijk het gebruik van dit toestel en raadpleeg een gehoorspecialist.
..........................................................................................................
011
¥ Zorg dat er geen voorwerpen (bv. brandbare
materialen, muntstukken, naalden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het toestel kunnen binnendringen.
..........................................................................................................
013
¥ In gezinnen met kleine kinderen dient een
volwasene toezicht te houden tot de kinderen in staat zijn het toestel te gebruiken in overeen­stemming met de veiligheidsvoorschriften.
..........................................................................................................
3
Waarschuwing
014
¥ Bescherm het toestel tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
..........................................................................................................
015
¥ Sluit de stroomkabel van dit toestel niet samen
met een overdreven aantal andere toestellen aan op hetzelfde stopcontact. Wees voorzichtig met verlengsnoeren: het totale vermogen van alle toestellen aangesloten op het verlengsnoer mag nooit het nominale vermogen (watt/amp•re) van het verlengsnoer overschrijden. Een overdreven belasting kan de isolatie van het snoer doen opwarmen en zelfs doen doorsmelten.
..........................................................................................................
016
¥ Voor u dit toestel in het buitenland gebruikt,
gelieve uw handelaar, een Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler te raadplegen. Zie de ÒInformatieÓ-pagina.
..........................................................................................................
022a
¥ Schakel het toestel uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u begint met de installatie van een circuit board (p. 22).
..........................................................................................................
Opgepast
101a
¥ Plaats het toestel zodanig dat een goede ventilatie
gewaarborgd blijft.
..........................................................................................................
101c
¥ Gebruik voor dit toestel (RD-700) uitsluitend een
Roland KS-17 statief. Het gebruik van andere statieven kan resulteren in verwondingen of in schade aan het toestel.
..........................................................................................................
102b
¥ Neem de stroomkabel uitsluitend met de stekker
vast wanneer u hem in een stopcontact of in dit toestel steekt, of wanneer u hem uittrekt.
..........................................................................................................
104
¥ Tracht te voorkomen dat kabels en snoeren
verstrikt geraken. Hou alle kabels en snoeren buiten het bereik van kinderen.
..........................................................................................................
106
¥ Klim nooit boven op het toestel of plaats er geen
zware voorwerpen op.
..........................................................................................................
107b
¥ Neem de stroomkabel of de stekker nooit vast met
natte handen wanneer u hem in een stopcontact of in dit toestel steekt, of wanneer u hem uittrekt.
..........................................................................................................
108a
¥ Trek de stekker uit het stopcontact en koppel alle
externe apparaten af, alvorens het toestel te verplaatsen.
..........................................................................................................
109a
¥ Schakel het toestel uit en trek de stekker uit het
stopcontact, alvorens het toestel schoon te maken (p. 22).
..........................................................................................................
110a
¥ Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
gevaar voor blikseminslagen vermoedt.
..........................................................................................................
115a
¥ Installeer enkel de opgegeven circuit boards (SRX-
serie). Verwijder enkel de aangeduide schroeven (p. 15).
..........................................................................................................
118
¥ Als u de schroeven van het afdekplaatje
verwijdert, bewaar ze dan op een velige plaats buiten het bereik van kinderen, zodat die ze niet per ongeluk kunnen inslikken.
..........................................................................................................
4
Belangrijke opmerkingen
291b
Gelieve naast de items onder “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” (p. 3-4), ook de volgende zaken in acht te nemen:
Stroombron
301
¥ Gebruik dit toestel niet op eenzelfde stroomkring samen
met apparaten die ruis veroorzaken (zoals een elektrische motor of een regelbaar lichtsysteem).
307
¥ Alvorens dit apparaat aan te sluiten op andere toestellen,
schakelt u best alle toestellen uit. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere toestellen.
Plaatsing
351
¥ Als u dit toestel gebruikt nabij een vermogensversterker
(of een ander apparaat met grote transformators) kan er brom ontstaan. Ori‘nteer het toestel anders of verwijder het van de interferentiebron.
352
¥ Dit toestel kan radio- of TV-ontvangst verstoren. Gebruik
het niet in de nabijheid van zulke ontvangers.
354a
¥ Stel dit toestel niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet
nabij warmtebronnen, laat het niet achter in een afgesloten voertuig of stel het op geen enkele andere wijze bloot aan extreme temperaturen. Overdreven warmte kan het toestel doen verkleuren of vervormen.
355
¥ Gebruik dit toestel niet op een plaats die blootgesteld is
aan de regen of in een andere vochtige omgeving.
357
¥ Plaats niets dat water bevat (bv. een bloemenvaas) op het
toestel. Vermijd ook het gebruik van insecticiden, parfum, alcohol, nagellak, spuitbussen, enz. in de nabijheid van het toestel. Als er vloeistof op het toestel terechtkomt, veeg ze dan op met een zachte, droge doek.
358
¥ Laat geen voorwerpen op het klavier liggen. Dit kan
defecten veroorzaken, bv. toetsen die geen geluid meer produceren.
Onderhoud
401a
¥ Gebruik om het toestel schoon te maken een droge, zachte
doek; of een die lichtjes bevochtigd is. Voor hardnekkig vuil kunt u een zacht, niet-bijtend reinigingsproduct gebruiken. Veeg het toestel nadien af met een zachte, droge doek.
402
¥ Gebruik nooit benzine, thinners, alcohol of gelijk welk
oplosmiddel. Dit om verkleuring en vervorming te voorkomen.
Bijkomende voorzorgen
551
¥ Hou er rekening mee dat de inhoud van het geheugen
onherroepelijk kan verloren gaan als gevolg van een defect of van het onjuist bedienen van dit toestel. Om het risico op het verlies van belangrijke data te beperken, raden we aan om van belangrijke data regelmatig een backup copy te maken op een MIDI-toestel (bv. een sequencer).
552
¥ Als er data uit het geheugen verloren gaan, bestaat helaas
de kans dat ze niet meer te recupereren zijn. Roland Corporation neemt geen enkele aansprakelijkheid op voor zulk dataverlies.
553
¥ Ga voorzichtig tewerk wanneer u de knoppen, regelaars
en andere bedieningsorganen, en de jacks en connectors van het toestel gebruikt. Ruw omgaan met deze dingen kan defecten veroorzaken.
554
¥ Sla of druk nooit op de display.
556
¥ Neem bij het aan- en afkoppelen van alle kabels steeds de
connector zelf vast Ð trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u kortsluitingen en schade aan de interne elementen van de kabel.
557
¥ Tijdens de normale werking zal het toestel een kleine
hoeveelheid warmte uitstralen.
558a
¥ Hou, om uw buren niet te storen, het volume op een
redelijk niveau. U kunt eventueel een hoofdtelefoon gebruiken zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de mensen rondom u (vooral in de late uren).
559a
¥ Om het toestel te transporteren, verpakt u het best in de
originele verpakking. Anders dient u te zorgen voor een gelijkwaardige verpakking.
561
¥ Gebruik enkel de opgegeven expressiepedaal (EV-5; apart
verkocht). Als u een andere expressiepedaal gebruikt, loopt u het risico op defecten of zelfs schade aan het toestel.
5
Voornaamste eigenschappen
Progressive Hammer Action
De RD-700 is uitgerust met een ÒProgressive Hammer ActionÓ-klavier, een nieuwe en nog geavanceerdere versie van Roland's populaire klavier, dat even comfortabel en natuurlijk aanvoelt als het klavier van een vleugelpiano. De elementaire percussie- en damper-functies, welke zorgen voor de subtiele aanslagveranderingen tussen de registers van het klavier, werden eveneens verbeterd.
Bovendien werd er bij het ontwerp van het Progressive Hammer Action-klavier rekening gehouden met het milieu: er wordt geen lood gebruikt voor het hamer-gedeelte.
Nieuwe Pianoklanken
De authentieke pianoklanken van de RD-700 hebben een breed dynamisch bereik en ruime expressiemogelijkheden. Dit instrument beschikt eveneens over tal van elektronische piano-, orgel-, string-, synth pad- en andere klanken zodat u het zonder probleem als stage piano kunt gebruiken. Als u er eenmaal mee op het podium hebt gestaan, zal u pas echt beseffen welke mogelijkheden de RD-700 biedt.
Dit instrument bevat ook een ÒPiano EditÓ-functie waarmee u subtiele wijzigingen kunt aanbrengen in de piano Tones en waarmee u Tones kunt cre‘ren voor allerhande muzikale omstandigheden (p. 64).
Organ Tone Wheel-klankgenerator
Voor de orgelklanken is de RD-700 uitgerust met een organ Tone wheel-klankgenerator, welke ook in de Roland VK-7 Combo Organ wordt gebruikt. Hiermee verkrijgt u orgelklanken door de footage levels te veranderen (p. 73).
Rhythm- en Arpeggiator-functies
U kunt ritmepatronen weergeven en arpeggioÕs spelen met ŽŽn druk op een toets. U kunt verschillende speeltechnieken gebruiken, met een backing met realistische drumklanken en met arpeggioÕs en cutting wanneer u gewoon de akkoorden speelt (p. 47, p. 49).
Fast MIDI Control
U kunt ook verscheidene functies, zoals de volumeregeling en de klankkeuze, snel en eenvoudig aansturen vanaf een extern MIDI-toestel. Dit geeft u een snelle en intu•tieve controle wanneer u de RD-700 op het podium gebruikt (p.
57).
Uitbreidbaarheid
U kunt twee SRX Series Wave Expansion Boards, zeer veel gebruikt in de Roland XV-serie, installeren. U kunt beschikken over de meest recente klanken, te beginnen bij de ÒSRX-02 Concert GrandÓ-klank (p. 15).
128-stemmige polyfonie
De RD-700 heeeft een polyfonie van 128 stemmen, met alle beschikbare klanken in elke performance mode. U kunt uw natuurlijke speelstijl behouden , ook wanneer u meerdere klanken over elkaar legt (layering).
Eenvoudige bediening
U kunt de Split- en Layer-modes oproepen en andere handelingen uitvoeren met ŽŽn druk op een toets (p. 39).
Bovendien, met de ONE TOUCH [PIANO]-toets roept u direct de ideale instellingen op om piano te spelen, ongeacht de huidige mode of instellingen (p. 33).
Volledig grafisch LCD-scherm
Het paneel bevat een zeer duidelijk grafisch LCD-scherm. Zo kunt u vlot allerlei bewerkingen uitvoeren terwijl u de Tone­namen en ander informatie in de display ziet.
Hoogkwalitatieve effecten
Naast uw favoriete Roland synthesizer multi-effecten van de XV-serie, beschikt de RD-700 ook over een sympathetic resonance-effect dat de resonantie van een akoestische piano reproduceert. Realistische klankveranderingen met de damper-pedaal (p. 74) en een breder bereik voor de toonregeling dankzij de digitale equalizer (p. 71).
Estetisch Design
De mooie titaniumkleurige body van dit instrument zorgt op het podium voor een eersteklas uitstraling. Dankzij de eenvoudige kabelaansluitingen aan de achterzijde is dit instrument ook handig en werkbaar in allerlei toepassingen.
GM/GM2-compatibel
De RD-700 is compatibel met zowel General MIDI als met General MIDI 2. Wanneer u met muziekbestanden werkt die conform zijn met General MIDI en/of General MIDI 2 (GM scores), kunt u de RD-700 combineren met een sequencer, en de RD-700 gebruiken om de data weer te geven.
Enkele afspraken in deze handleiding
¥ Woorden tussen vierkante haakjes [ ] verwijzen naar
toetsen op het paneel.
Vb: [SPLIT] verwijst naar de SPLIT-toets. ¥ (p. **) verwijst naar een pagina ¥ Deze handleiding bevat illustraties die afbeelden wat er
typisch in de display verschijnt. Het is echter mogelijk dat
uw toestel een nieuwere, verbeterde versie van het
systeem bevat (bv. nieuwere klanken). Dus wat u in de
display ziet, stemt misschien niet altijd overeen met wat er
in de handleiding staat.
6
Inhoud
Veilig gebruik van het toestel ...................................................................................3
Belangrijke opmerkingen..........................................................................................5
Voornaamste eigenschappen...................................................................................6
Inhoud.........................................................................................................................7
Voor- en achterpaneel .............................................................................................12
Voorbereidingen.......................................................................................................15
Een Wave Expansion Board installeren ................................................................................................15
Opgelet bij de installatie van een Wave Expansion Board...................................................... 15
Boards van de SRX-serie installeren........................................................................................... 16
De ge•nstalleerde Wave Expansion Boards controleren.......................................................... 18
De RD-700 aansluiten op externe apparatuur......................................................................................19
Pedalen aansluiten ........................................................................................................................ 20
Het toestel in- en uitschakelen................................................................................................................ 21
Het toestel aanzetten .................................................................................................................... 21
Het toestel uitschakelen ...............................................................................................................22
Het volume regelen..................................................................................................................................22
De fabrieksinstellingen oproepen
(Factory Reset) ......................................................................................................................................... 23
Het Display-contrast regelen (LCD Contrast)......................................................................................25
Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tune)......................................... 26
Overzicht van de RD-700.........................................................................................28
Basisstructuur van de RD-700 ................................................................................................................ 28
De klanken................................................................................................................................................. 28
Tone................................................................................................................................................. 28
Part ..................................................................................................................................................28
Basisbediening van de RD-700 ............................................................................................................... 29
De hoofdschermen ........................................................................................................................ 29
Speciale aanduidingen ................................................................................................................. 29
De Functietoetsen..........................................................................................................................30
De CURSOR-toetsen ..................................................................................................................... 30
De parameterwaarden wijzigen.................................................................................................. 30
De Demo’s beluisteren (DEMO PLAY)....................................................................32
Spelen op het klavier...............................................................................................33
Piano spelen (One Touch [Piano]) ......................................................................................................... 33
Spelen met een hele reeks Tones............................................................................................................ 34
Een Tone kiezen door het Tone-nummer in te geven
([NUM LOCK])............................................................................................................................. 35
Met een Rhythm Set spelen .........................................................................................................36
Wave Expansion Board Tones..................................................................................................... 37
Twee Tones spelen op het klavier..........................................................................................................39
Overschakelen naar Single Mode ...............................................................................................39
Spelen met twee gelayerde Tones ([LAYER])...........................................................................40
Verschillende Tones spelen in de twee klaviergedeelten ([SPLIT])....................................... 41
Van Tone veranderen in Layer en Split Mode..........................................................................42
Het volume regelen voor individuele Parts (PART SWITCH/LEVEL)...........................................43
De toonaard van het klavier transponeren ([TRANSPOSE]).............................................................44
Galm toevoegen aan het geluid (REVERB-knop) ................................................................................ 45
7
Inhoud
Het geluid ruimer laten klinken (CHORUS-knop).............................................................................. 45
De toonhoogte in real time veranderen (Bender/Modulation-hendel) ...........................................46
De lage, midden- en hoge tonen regelen (EQUALIZER) ................................................................... 46
Handige functies gebruiken tijdens het spelen.....................................................47
ArpeggioÕs maken met de akkoorden die u speelt ([ARPEGGIO]) ..................................................47
De Arpeggio Style veranderen....................................................................................................48
Het tempo van de arpeggioÕs wijzigen ...................................................................................... 48
Ritmepatronen spelen ([RHYTHM]) .....................................................................................................49
Het ritmepatroon veranderen .....................................................................................................50
Het tempo van het ritme veranderen.........................................................................................50
Effecten toepassen op het geluid (MULTI EFFECTS) ......................................................................... 51
Opgeslagen instellingen kiezen ([SETUP])...........................................................................................52
Instellingen opslaan in Setups ([WRITE])............................................................................................. 54
De RD-700 gebruiken als Master-klavier................................................................57
Wat is MIDI? ............................................................................................................................................. 57
De MIDI-connectors...................................................................................................................... 57
Aansluiten op externe MIDI-klankgenerators.......................................................................... 57
Instellingen voor het MIDI-zendkanaal................................................................................................ 58
Klanken kiezen op een extern MIDI-toestel .........................................................................................59
Het volume van elke Part regelen (MIDI TX Part) .............................................................................. 60
Gedetailleerde instellingen voor verzonden Parts ([MIDI TX]) ........................................................ 61
Hoe maakt u instellingen? ...........................................................................................................61
Volume en Pan regelen ................................................................................................................ 61
De hoeveelheid Reverb en Chorus instellen .............................................................................61
De Key Range instellen (LWR/UPR) ......................................................................................... 61
De RD-700 gebruiken als Master-klavier................................................................61
De transpositie instellen voor elke individuele part (Key Transpose)..................................62
Het bereik voor de toonhoogte-verandering van de Bender instellen (Bend Range).........62
De Tone Elements wijzigen (ATK/REL/COF/RES)............................................................... 62
De toonhoogte naadloos veranderen (Portamento)................................................................. 63
De toonhoogte veranderen (Coarse Tune/Fine Tune) ............................................................ 63
De Controllers in- en uitschakelen .............................................................................................63
De aanslaggevoeligheid instellen (Velocity) ............................................................................. 63
Gedetailleerde instellingen maken voor de Piano Tones (Piano Edit)................64
De instellingen maken .............................................................................................................................64
Parameters................................................................................................................................................. 64
De pianoklank kiezen ................................................................................................................... 64
De breedte van het geluid regelen (Stereo Width)................................................................... 64
De Nuance van het geluid veranderen (Nuance)..................................................................... 64
De ruimtelijke perceptie van het geluid veranderen (Ambience).......................................... 65
De hoeveelheid Reverb-effect regelen (Reverb Level)............................................................. 65
De Midrange Equalizer-instellingen maken (EQ-SW/EQ Gain/
EQ Frequency/EQ Q)................................................................................................................... 65
8
Inhoud
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT])...........................................66
Instelbare parameters............................................................................................................................... 66
Parameters instellen...................................................................................................................... 67
Systeeminstellingen maken (System) .................................................................................................... 67
Hoe maakt u de instellingen?...................................................................................................... 67
Het volume regelen (Master Volume)........................................................................................ 68
Voorkomen dat de Equalizer-instellingen gewijzigd worden (EQ Control)........................ 68
De huidige Tone behouden (Tone Remain) .............................................................................. 68
De Clock (Timing) Source veranderen (Clock Source)............................................................ 68
Switchen tussen ontvangst van GM/GM2 System On en GS Reset...................................... 68
Setups kiezen met Program Change messages (Control Channel)........................................ 68
Het Device ID-nummer instellen (Device ID)........................................................................... 69
De polariteit van de pedaal omkeren (Pedal Polarity) ............................................................69
De Keyboard Touch instellen (Key Touch)........................................................................................... 69
Hoe maakt u de instellingen?...................................................................................................... 69
De Key Touch instellen (Key Touch).......................................................................................... 70
De Keyboard Touch fijn afregelen (Key Touch Offset) ...........................................................70
Een constant volumeniveau instellen in respons op de aanslagwaarde (Velocity) ............70
Timing van het geluid in respons op de aanslag (Velocity Delay Sens)............................... 70
De aanslaggevoeligheid instellen volgens de Key Range (Velocity Keyfollow Sens) ........70
Pedal-, [CONTROL]-knop- en Equalizer-instellingen (Control/EQ)............................................... 71
Hoe maakt u de instellingen........................................................................................................ 71
Functies toewijzen aan pedalen (FC1/FC2).............................................................................. 71
De [CONTROL]-knop-instellingen wijzigen (Control/Src) ...................................................72
De Equalizer-instellingen wijzigen (Freq/Q) ........................................................................... 72
Simulatie van orgelklanken (Tone Wheel Mode) ................................................................................ 73
De toewijzing van de Feet aan de PART LEVEL Sliders wijzigen (Harmonic Bar) ............ 74
De Multi-effecten, Reverb en Chorus instellen (MFX/Reverb/Chorus) .........................................74
Hoe maakt u de instellingen?...................................................................................................... 74
De Multi-effecten instellen........................................................................................................... 75
Reverb-instellingen maken .......................................................................................................... 76
Chorus en Delay............................................................................................................................ 76
Tone-instellingen (Tone Edit) ................................................................................................................. 77
Hoe maakt u de instellingen?...................................................................................................... 77
De in te stellen Part kiezen (<Part>, Tone)................................................................................ 78
Diepte van Reverb/Chorus in-stellen (Reverb/Chorus Amount) ........................................78
Een ander effect toepassen op de Tone (MFX) ......................................................................... 78
Het geluid monofoon spelen (Mono/Poly)............................................................................... 78
De toonhoogte veranderen (Coarse/Fine Tune) ...................................................................... 78
Vloeiende toonhoogte-veranderingen (Portamento Switch/Time) ......................................79
Tone-elementen wijzigen............................................................................................................. 79
De Bend Range veranderen (Bend Range) ................................................................................ 79
Precieze modificatie van akkoordensonoriteit (Stretch Tune) ............................................... 79
Het ritme instellen (Rhythm Pattern) .................................................................................................... 80
Hoe maakt u de instellingen?...................................................................................................... 80
Het tempo regelen (Tempo)......................................................................................................... 80
Van patroon veranderen (Pattern).............................................................................................. 80
Ritmevariaties kiezen (Rhythm Type) .......................................................................................80
Een andere Drum Set kiezen (Rhy Set) ...................................................................................... 81
Van patroon veranderen zonder van Drum Set te veranderen (Rhy Set Change).............. 81
De Intro en Ending in- of uitschakelen (Intro/Ending) ..........................................................81
9
Inhoud
De Arpeggiator instellen (Arpeggio)..................................................................................................... 81
Hoe maakt u de instellingen?...................................................................................................... 81
Het tempo regelen (Tempo)......................................................................................................... 82
Parts kiezen voor de ArpeggioÕs (Dest. Part)............................................................................ 82
De Key Range voor de Arpeggio Performances instellen (Key Range)................................ 82
Bepalen hoe de arpeggioÕs gespeeld worden (Style) ...............................................................82
De octave range in arpeggio style wijzigen (Octave Range) ..................................................83
De volgorde van de noten veranderen (Motif)......................................................................... 83
De Groove Feel veranderen (Beat Pattern/Accent Rate/Shuffle Rate) ................................84
De aanslagwaarde van de noten constant houden (Velocity) ................................................ 85
ArpeggioÕs aanhouden na het lossen van de toetsen (Arpeggio Hold) ................................ 85
Instellingen voor Keyboard Part en Controllers (Local Part Param)................................................ 85
Hoe maakt u de instellingen?...................................................................................................... 85
De in te stellen Part kiezen (<Local Part>) ................................................................................ 86
De Key Range instellen voor elke Part (Key Range)................................................................ 86
De aanslaggevoeligheid instellen (Velocity Sens/Max).......................................................... 86
De transpositie instellen voor elke individuele Part (Key Transpose).................................. 86
De Controllers in elke part in- en uitschakelen ........................................................................87
Interne Parts toewijzen aan Local Parts (Part Assign)............................................................. 87
De MIDI Receive Parts instellen (Internal Part Prm) ..........................................................................87
Hoe maakt u de instellingen?...................................................................................................... 87
De in te stellen Part kiezen (<Part>, Tone)................................................................................ 88
Het ontvangstkanaal instellen (Receive Channel).................................................................... 88
Het volume en de Pan instellen (Volume/Pan) .......................................................................88
Effect ON/OFF instellen (MFX Switch)..................................................................................... 88
De vereiste polyfonie instellen (Voice Reserve) ....................................................................... 88
Ontvangst en blokkering van MIDI-boodschappen van externe MIDI Controllers ........... 89
De stemmingsmethode instellen (Temperament/Key)........................................................... 89
Andere functies (Utility).......................................................................................................................... 90
De instellingen van de RD-700 overzetten naar een extern MIDI- toestel
(Bulk Dump) ..................................................................................................................................90
De fabrieksinstellingen opnieuw oproepen (Factory Reset)................................................... 92
Externe MIDI-apparatuur aansluiten.......................................................................93
RD-700 Performances opnemen op een externe MIDI Sequencer .................................................... 93
Aansluiten op een externe sequencer......................................................................................... 93
Opname-instellingen (Rec Setting)............................................................................................. 93
De Performance opnemen ........................................................................................................... 94
De Local Switch............................................................................................................................. 94
De interne klankgenerator van de RD-700 bespelen vanuit een extern MIDI-toestel.................... 95
De aansluitingen maken............................................................................................................... 95
De kanalen instellen...................................................................................................................... 95
Klanken van de RD-700 kiezen vanop een extern MIDI-toestel ............................................95
De RD-700 gebruiken als GM-klankmodule (GM Mode) .................................................................. 96
Aandachtspunten in GM Mode ..................................................................................................96
GM Scores weergeven .................................................................................................................. 96
10
Inhoud
Problemen oplossen................................................................................................97
Foutmeldingen/Andere boodschappen ...............................................................101
Foutmeldingen ............................................................................................................................ 101
Andere boodschappen ............................................................................................................... 101
Effect-/Parameter-lijst............................................................................................102
Effectparameterlijst ................................................................................................................................124
Reverb-parameters...................................................................................................................... 132
Chorus-parameters .....................................................................................................................132
Lijst van de Tones..................................................................................................133
Lijst van de Rhythm Sets ....................................................................................................................... 136
Lijst van de Arpeggio Styles.................................................................................140
Lijst van de ritmepatronen....................................................................................141
Setup-lijst................................................................................................................142
Sneltoetsen.............................................................................................................143
Technische Specificaties ......................................................................................144
Index........................................................................................................................145
Thematische Index.................................................................................................149
11
Voor- en achterpaneel
Voorpaneel
2 6 7
CONTROL
9
1 3 4 5
1 VOLUME-regelaar
Hiermee regelt u het globale volume dat wordt uitgestuurd door de OUTPUT jacks en de PHONES jack (p. 22) op het achterpaneel.
2 EQUALIZER
[ON/OFF]
Hiermee schakelt u de equalizer in/uit (p. 46).
[LOW]-knop
Hiermee regelt u de lage tonen.
[MID]-knop
Hiermee regelt u de middentonen.
[HIGH]-knop
Hiermee regelt u de hoge tonen.
3 REVERB-knop
Hiermee regelt u de hoeveelheid reverb (p. 45).
8
6 PART SWITCH/LEVEL
Hiermee schakelt u het geluid van de parts in en uit (PART SWITCH), en regelt u het volumeniveau voor elke part (PART LEVEL slider) (p. 43).
Wanneer [MIDI TX] aan staat, stuurt u hiermee de parts van de externe MIDI-klankgenerator aan (p. 60).
7 KEYBOARD CONTROL
[ARPEGGIO]
Hiermee zet u de Arpeggiator aan/uit (p. 47).
[TRANSPOSE]
Hiermee transponeert u de klavier (p. 44).
8 ONE TOUCH
[SPLIT]
Hiermee zet u het klavier in ÒSplit modeÓ, waarin u verschillende klanken kunt spelen op verschillende delen van het klavier (p. 41).
4 CHORUS-knop
Hiermee regelt u de hoeveelheid chorus (p. 45).
5 MULTI EFFECTS
[CONTROL]-knop
Hiermee bepaalt u hoe de effecten worden toegepast (p. 51).
[ON/OFF]
Hiermee schakelt u de multi-effecten in/uit (p. 51).
12
[LAYER]
Hiermee zet u het klavier in ÒLayer modeÓ, waarbij u twee klanken tegelijk speelt (p. 40).
[PIANO]
Hiermee maakt u automatisch de ideale instellingen om piano te spelen (p. 33).
[SETUP]
Hiermee roept u de opgeslagen instellingen op (Setup) (p. 52).
Als u tegelijkertijd op [PIANO] en [SETUP] drukt, krijgt u toegang tot meer gedetailleerde piano performance­instellingen (PIANO EDIT) (p. 64).
Voor- en achterpaneel
10
12 13 14
11 15
9 DISPLAY
Hier ziet u de Tone-namen en de waarden van allerlei instellingen, enz (p. 29).
10 CURSOR [ ], [ ], [ ], [ ]
Hiermee bladert u door de schermpaginaÕs en verplaatst u de cursor (p. 30).
11 [DEC/NO], [INC/YES]/[ENTER]
Hiermee wijzigt u de waarden.
Als u de ene toets ingedrukt houdt terwijl u op de andere drukt, dan verandert de waarde sneller.
Druk op ÒENTERÓ om een waarde te bevestigen of om een bewerking uit te voeren.
14 FUNCTION
[EDIT]
Druk hierop als u allerlei instellingen wil wijzigen (p. 66).
[WRITE]
Hiermee slaat u de huidige instellingen op in ÒSetupÓ (p. 54).
[MIDI TX]
Deze toets geeft de RD-700 de controle over de externe MIDI­klankgenerator (p. 57).
[NUM LOCK]
Als deze toets brandt, kunt u numerieke waarden invoeren met de TONE SELECT-toetsen (p. 35).
U kunt de demo songs beluisteren door tegelijkertijd op deze toets en op [WRITE] (DEMO PLAY) te drukken (p. 32).
12 PART SELECT-toetsen
Hiermee bepaalt u voor welke part er een klank wordt gekozen (p. 42).
13 EXPANSION [A], [B]
Hiermee kiest u een klank van een wave expansion board, apart verkocht (p. 37).
15 TONE SELECT-toetsen
Hiermee kiest u de klanken (p. 34).
U kunt met deze toetsen ook numerieke waarden invoeren wanneer de [NUM LOCK]-toets brandt. [NUM LOCK] gaat automatisch aan in de Edit- en andere schermen, zodat u met de toetsen numerieke waarden kunt invoeren.
Pitch Bend/Modulation-hendel
Hiermee kunt u de pitch bend bedienen of vibrato toepassen (p. 46).
13
Voor- en achterpaneel
Achterpaneel
2
4
1
3
1 GND-aansluitpunt
Sluit hier een aardingskabel (optioneel) aan wanneer de omstandigheden dit vereisen.
Afhankelijk van de omgeving waarin het toestel is opgesteld, kan het oppervlak van het paneel soms ruw en korrelig aanvoelen. Dit komt door een minuscule elektrische lading, die volledig onschadelijk is. Als u zich daar toch zorgen over maakt, verbind dit aansluitpunt dan met een externe aarding. Wanneer het toestel geaard is, zou u een lichte brom kunnen horen, afhankelijk van het elektrisch net. Als u niet zeker bent hoe u de aarding moet aansluiten, contacteer dan een Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler, (zie de ÒInformatieÓ-pagina).
De aarding nooit aansluiten op:
- Buizen van de waterleiding (gevaar voor elektrische schokken of elektrocutie)
- Gasleidingen (brand- en explosiegevaar)
- Aarding van telefoon of een bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn bij bliksem)
5 6 7
MIDI
THRU OUT IN
PEDAL
FC 1 FC 2DAMPER
R
BALANCED
TIP RING SLEEVE
OUTPUT
HOT COLD GND
L(MONO
8
)
PHONES
6 PEDAL Jacks (DAMPER, FC1, FC2)
Sluit de bijgeleverde pedaalschakelaar (DP-6) aan op de DAMPER jack. U kunt deze dan als damper-pedaal gebruiken.
Met een optionele expressiepedaal (bv. de EV-5 of een ander model) aangesloten op de FC-1 of FC-2 jack, kunt u een aantal functies toewijzen aan de pedaal (p. 20, p. 71).
7 OUTPUT R/L (MONO)-connectors
Hierlangs worden de audiosignalen uitgestuurd. Hierop sluit u een versterker of ander toestel aan. Gebruik voor een mono-output de L/MONO jack (p. 19).
Dit zijn gebalanceerde outputs.
8 PHONES Jack
Op deze jack kunt u een hoofdtelefoon aansluiten (p. 19).
Ook als er een hoofdtelefoon aangesloten is, wordt er nog geluid uitgestuurd via de output jacks.
2 [POWER]-schakelaar
Hiermee schakelt u het toestel in/uit (p. 21).
3 AC-aansluiting
Sluit de bijgeleverde stroomkabel hierop aan. (p. 19).
4 Compartiment voor Wave
Expansion Board
Verwijder het afdekplaatje voor de installatie van een optionele wave expansion boards (SRX-series) (p. 15).
5 MIDI-connectors (IN, OUT, THRU)
Dienen voor het aansluiten van externe MIDI-toestellen en voor de verzending van MIDI-boodschappen (p. 19, p. 57, p. 93).
14
Voorbereidingen
Een Wave Expansion Board installeren
U kunt twee optionele Wave Expansion Boards (SRX-series) installeren in de RD-700.
Wave Expansion Boards bevatten Wave data, Patches en Rhythm Sets. Door de RD-700 met deze boards uit te rusten, kunt u uw klankenarsenaal aanzienlijk uitbreiden.
Opgelet bij de installatie van een Wave Expansion Board
Om het risico op schade aan de interne componenten door statische
elektriciteit te vermijden, dient u op het volgende te letten wanneer u het board installeert. ¥ Neem altijd eerst een metalen object vast (bv. een waterleiding), om
eventuele statische elektriciteit die u meedraagt, te ontladen.
¥ Neem het board uitsluitend bij de randen vast. Raak de elektronische
componenten en de connectors niet aan.
¥ Bewaar de oorspronkelijke verpakking van het board en stop het
board er opnieuw in wanneer u het moet transporteren.
Gebruik een kruisschroevendraaier van het juiste formaat (een nr. 2). Als
u een te grote of te kleine schroevendraaier gebruikt, kunt u de kop van de schroef beschadigen.
Om een schroef te verwijderen, draait u ze in
tegenwijzerzin. Om een schroef vast te zetten, draait u ze in wijzerzin.
Let op dat de verwijderde schroeven niet
binnen in de RD-700 terechtkomen.
Laat het achterpaneel niet open. Bevestig het afdekplaatje opnieuw nadat
u het Wave Expansion Board hebt ge•nstalleerd.
Raak de circuits of de contactpunten niet aan.
Let op dat u zich niet bezeert aan de randen van het installatie-
compartiment.
Gebruik nooit overdreven kracht wanneer u een circuit board installeert.
Als het niet van de eerste keer past, verwijder dan het board en begin opnieuw.
Controleer nog eens alles wanneer het board ge•nstalleerd is.
Schakel steeds het toestel uit en trek de stekker uit het stopcontact
alvorens te beginnen met de installatie van het circuit board.
Installeer enkel het opgegeven type van circuit board(s) (SRX-series).
Verwijder enkel de aangeduide schroeven.
vastlos
Voorbereidingen
Verwijder het afdekplaatje en installeer de Wave Expansion Boards.
Er zijn twee slots (A en B) waarin u een board kunt installeren. Kies met EXPANSION [A] of [B] op het voorpaneel welk board u wil gebruiken wanneer u met waves, tones of Rhythm Sets van de wave expansion boards werkt.
15
Voorbereidingen
b
idi
Boards van de SRX-serie installeren
ngen
ere
Voor
1
2
3
Schakel de RD-700 en alle erop aangesloten toestellen uit voordat u een Wave Expansion Board installeert.
Verwijder de schroeven die aangeduid zijn in de onderstaande afbeelding van het achterpaneel van de RD-700. Verwijder vervolgens het afdekplaatje.
fig.Q-02.e
Te verwijderen schroeven
Plaats het Wave Expansion Board met zÕn connector in de connector van een SRX-series slot (SRX A of SRX B), en zorg hierbij dat de pin in het gaatje van het Wave Expansion Board zit.
fig.Q-05.e
Wave Expansion Board (SRX-serie)
Pin
Positioneer ze zoals hier getoond
voordat u het board installeert.
Connector
NOTE
Als u in het SRX A slot hetzelfde Wave Expansion Board installeert als in het SRX B slot, dan kunt u enkel data van het Wave Expansion Board van het SRX A slot gebruiken.
16
Voorbereidingen
4
Gebruik de sleutel die bij het Wave Expansion Board geleverd wordt om de pinnen in de LOCK-positie te zetten, zodat het board op zÕn plaats blijft zitten.
fig.Q-06.e
LOCK
Voorbereidingen
Sleutel
5
Bevestig het afdekplaatje opnieuw met de schroeven die u in stap 2 verwijderde.
17
Voorbereidingen
b
idi
b
De geïnstalleerde Wave Expansion Boards controleren
Als de Wave Expansion Boards ge•nstalleerd zijn, controleer dan of ze correct herkend worden.
fig.panel
CONTROL
ngen
Hoe u de klanken van een Wave Expansion Board kiest, leest u in “Selecting
Wave Expansion Board Tones” (p. 39).
2
ere
Voor
1
2
Zet het toestel aan, zoals beschreven in “Het toestel aanzetten” (p. 21).
Houd EXPANSION [A] of [B] enkele seconden ingedrukt.
De naam van het ge•nstalleerde wave expansion board verschijnt in de display.
fig.LCD
Hierboven staat afgebeeld wat u zou zien als u het SRX-02 ÒConcert PianoÓ Wave Expansion Board installeert in het SRX A slot.
Als u de toets loslaat, keert u terug naar het vorige scherm.
NOTE
Als ТССССС-У verschijnt naast de naam van het slot waarin het
oard is ge•nstalleerd, dan is het mogelijk dat het wave expansion board niet correct herkend wordt. Volg de procedure in “Het toestel uitschakelen” (p.
22) om het toestel uit te schakelen en installeer het wave expansion board correct.
18
De RD-700 aansluiten op externe apparatuur
Voorbereidingen
De RD-700 beschikt niet over een ingebouwde versterker of luidsprekers. Om geluid te produceren, moet u dus audio-apparatuur (bv. een monitor speaker of een stereo-installatie) aansluiten, of een hoofdtelefoon gebruiken.
* Audiokabels, MIDI-kabels, hoofdtelefoons en expressiepedalen zijn niet inbegrepen.
Raadpleeg uw Roland dealer als u zulke accessoires wenst aan te schaffen.
fig.00-05.e
Naar stopcontact
NOTE
Zet steeds het volume dicht en schakel alle toestellen uit alvorens aansluitingen te maken. Dit om defecten en/of schade aan luidsprekers en andere toestellen te voorkomen
Voorbereidingen
1
MIDI IN
MIDI-klankmodule, enz.
MIDI OUT
Expressiepedaal (EV-5) of pedaalschakelaar
MIDI sequencer, enz.
Roland
Pedaalschakelaar
(DP-2, DP-6, enz.)
Mixer, enz.
Eindversterker
Monitorluidsprekers
Controleer het volgende voordat u aansluitingen maakt.
Staat het volume van de RD-700 of van de aangesloten versterker helemaal dicht?
Zijn de RD-700 en de aangesloten versterker uitgeschakeld?
Stereo
hoofdtelefoon
(actief)
19
Voorbereidingen
b
idi
2
Sluit de bijgeleverde AC-stroomkabel aan op de RD-700 en stop het andere eind met de stekker in een AC-stopcontact.
3
Verbind de RD-700 met het externe toestel.
Gebruik audiokabels om audio-apparatuur aan te sluiten, zoals een versterker of luidsprekers. Gebruik MIDI-kabels om MIDI-apparatuur aan te sluiten.
Als u een hoofdtelefoon gebruikt, plug hem dan in op de PHONES jack.
Sluit indien nodig pedaalschakelaars en expressiepedalen aan.
Pedalen aansluiten
Sluit de pedaal bijgeleverd bij de RD-700 (DP-6) aan op een van de Pedal jacks.
Als u hem aansluit op de Damper jack, dan dient de pedaal als damper-
ngen
ere
Voor
pedaal.
Als u de pedaal op de FC-1 of FC-2 jack aansluit, kunt u er verschillende functies aan toewijzen (p. 71).
De Output Jacks
NOTE
Gebruik een stereo hoofdtelefoon.
NOTE
Gebruik enkel de opgegeven expressiepedaal (EV-5; apart verkocht). Met het gebruik van andere expressiepedalen riskeert u defecten en/of schade aan het toestel.
De output jacks van de RD-700 kunnen zowel met een gebalanceerde als met een ongebalanceerde output gebruikt worden.
Voor een gebalanceerde output: gebruik een kabel met een gebalanceerde phone plug (TRS-type). Voor een ongebalanceerde output: gebruik een kabel met een ongebalanceerde phone plug (TS-type).
fig.TRS
TRS TS
TIP (Hot)
SLEEVE (Ground)
TIP (Hot)
RING (Cold)
SLEEVE (Ground)
20
Het toestel in- en uitschakelen
Als u klaar bent met de aansluitingen, zet dan uw toestellen aan in de opgegeven volgorde. Als u de toestellen in de verkeerde volgorde inschakelt, dan loopt u het risico op .
Het toestel aanzetten
Voorbereidingen
1
2
Zet de VOLUME Slider helemaal dicht (naar beneden) alvorens het toestel aan te zetten.
Zet ook het volume van alle aangesloten audio- en andere apparatuur dicht.
fig.00-06
Druk op het bovenste deel van de [POWER]-schakelaar om het toestel aan te zetten.
Het toestel start op en de display licht op.
fig.00-07
Voorbereidingen
NOTE
Om te voorkomen dat de Pitch Bend-hendel (p. 48) niet goed werkt, raakt u hem best niet aan terwijl de RD-700 opstart.
3 4 5
Zet de aangesloten externe toestellen aan.
Regel het volume van de aangesloten externe apparatuur.
Regel ook het volume van de RD-700 om een geschikt signaalniveau te krijgen.
NOTE
Dit toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na het opstarten duurt het eventjes (enkele seconden) voordat de normale werking begint.
21
Voorbereidingen
b
idi
Het toestel uitschakelen
1
2 3
ngen
ere
Voor
Zet de VOLUME Slider helemaal dicht (naar beneden) alvorens het toestel uit te schakelen.
Zet ook het volume van alle aangesloten audio- en andere apparatuur dicht.
Schakel de aangesloten externe toestellen uit.
Druk op het onderste deel van de [POWER]-schakelaar, achteraan op de RD-700.
Het toestel schakelt uit.
fig.00-07
Het volume regelen
1
fig.00-08
Het volume regelt u met de VOLUME-regelaar.
Schuif de regelaar omhoog om het volume te verhogen, of omlaag om het te verlagen.
Zet ook het volume van de aangesloten apparatuur op een geschikt niveau.
22
De fabrieksinstellingen oproepen
b
(Factory Reset)
Voorbereidingen
Wanneer u de RD-700 voor de eerste maal gebruikt, roep dan de fabrieksinstellingen op zodat de RD-700 werkt zoals beschreven in de procedures in de handleiding.
Opmerkingen
Schakel het toestel nooit uit tijdens een Factory Reset (zolang ÒNow, ExecutingÓ in de display staat).
Als u het toestel uitschakelt terwijl de Factory Reset bezig is, kunnen de interne data beschadigd geraken en is het mogelijk dat u de RD-700 niet meer kunt opstarten. Als u vaststelt dat de interne data verloren zijn, of als er zich een gelijkaardig probleem voordoet, raadpleeg dan de handelaar waar u het instrument hebt gekocht, of ga naar een Roland Service Center. Roland neemt echter geen enkele aansprakelijkheid op, en keert geen enkele vergoeding uit, voor de gevolgen van dataverlies.
fig.panel
NOTE
Deze handeling wist de Setup-instellingen (p. 54) uit. Als u data uit het interne geheugen wil
ehouden, voer dan de ÒBulk Dump (Bulk Dump SETUP)Ó-procedure uit om de data op te slaan op een externe sequencer (p. 92).
Voorbereidingen
CONTROL
12,4 6,7 3,5
1
2 3
Druk op [EDIT] zodat de indicator oplicht.
Het Edit Menu-scherm verschijnt.
fig.Editmenu2.eps_150
Druk op CURSOR [ ] om Ò9.UtilityÓ te selecteren.
Druk op CURSOR [ ] om het Edit-scherm op te roepen.
23
Voorbereidingen
b
idi
fig.utility1.eps_150
ngen
ere
Voor
4 5
6
Selecteer ÒFactory Reset AllÓ met CURSOR [ ].
Druk op CURSOR [ ].
Er verschijnt een scherm zoals het onderstaande.
fig.utility1.eps_150
Om de Factory Reset te annuleren, drukt u op [DEC/NO].
Druk op [INC/YES].
Er verschijnt een vraag om te bevestigen.
fig.LCD_150
7
24
Om de Factory Reset te annuleren, drukt u op [DEC/NO].
Druk nogmaals op [INC/YES] om de Factory Reset-handeling te starten.
Tijdens de uitvoering verschijnt ÒNow, ExecutingÓ in de display.
Wanneer de Factory Reset-handeling voltooid is, verschijnt ÒCOMPLETEDÓ in de display en vervolgens verschijnt het Tone-scherm.
U kunt ook maar een deel van de instellingen terugzetten op hun fabriekswaarden. Zie “De fabrieksinstellingen opnieuw oproepen (Factory Reset)” (p. 92).
Het is mogelijk dat u na een Factory Reset het display contrast opnieuw moet regelen. Zie p. 25.
Het Display-contrast regelen (LCD Contrast)
b
De display kan soms moeilijk leesbaar zijn onmiddellijk na het opstarten of na langdurig gebruik; de oorzaak kan ook bij de lichtcondities liggen. Volg de onderstaande stappen om het contrast van de display te regelen.
fig.panel
CONTROL
Voorbereidingen
De LCD CONTRAST­instelling geldt voor de gehele RD-700 (d.w.z. het is een systeeminstelling). Deze instelling blijft ook
ewaard als het toestel uit staat.
Voorbereidingen
1,62,4 5 3
1
2 3
4
Druk op [EDIT] zodat de indicator oplicht.
Het Edit Menu-scherm verschijnt.
fig.Editmenu1.eps_150
Selecteer Ò0.SystemÓ met CURSOR [ ].
Roep het Edit-scherm op met CURSOR [ ].
fig.system1.eps_150
Plaats met CURSOR [ ] of [ ] de cursor op de ÒLCD ContrastÓ-parameter.
5
Kies met [INC/YES] of [DEC/NO] de waarde (1Ð10).
De helderheid van de display verandert wanneer u deze waarde wijzigt. Regel het contrast zodat de display makkelijk leesbaar is.
25
Voorbereidingen
b
idi
6
Druk op [EDIT] zodat de indicator uitgaat.
U keert terug naar het Tone-scherm.
Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tune)
Als u een zuivere sound wil wanneer u samenspeelt met andere instrumenten, dan moet u zorgen dat de basistoonhoogte van alle instrumenten dezelfde is. Meestal wordt de stemming van een instrument aangegeven door de toonhoogte in Hertz (Hz) van de middelste ÒAÓ-noot.
Het aanpassen van de basistoonhoogte van een instrument noemen we Òtuning.Ó
ngen
ere
Voor
fig.panel
CONTROL
De Master Tune-instelling is een systeeminstelling en geld dus voor de gehele RD-700. Ze blijft bewaard, ook als het instrument uit staat.
1
2 3
12 3
Druk op [EDIT] zodat de indicator oplicht.
Het Edit Menu-scherm verschijnt.
fig.Editmenu1.eps_150
Selecteer Ò0.SystemÓ met CURSOR [ ].
Druk op CURSOR [ ] om het Edit-scherm op te roepen.
fig.system1.eps_150
26
CONTROL
Voorbereidingen
645
4
5
6
Plaats met CURSOR [ ] de cursor op de ÒMaster TuneÓ­parameter.
Kies met [INC/YES] of [DEC/NO] de waarde (415.3Ð440.0Ð
466.2).
Druk op [EDIT] zodat de indicator uitgaat.
U keert terug naar het Tone-scherm.
Als u [INC/YES] ingedrukt houdt en op [DEC/NO] drukt, neemt de waarde sneller toe. Als u [DEC/ NO] ingedrukt houdt en op [INC/YES] drukt, neemt de waarde sneller af.
Voorbereidingen
27
i
h
d
Overzicht van de RD-700
e RD-700
t van c
Overz
Basisstructuur van de RD-700
De RD-700 kan ingedeeld worden in twee delen: een keyboard controller-gedeelte en een klankgenerator­gedeelte. De twee delen zijn intern met elkaar verbonden via MIDI.
fig.00-G1
Klank-
generator-
gedeelte
Spelen
Keyboard Controller-gedeelte
(controllers zoals klavier, pitch bend-hendel, enz.)
Keyboard Controller-gedeelte
Dit gedeelte omvat het klavier, de Pitch Bend/Modulation­hendel, de paneelknoppen en eventuele pedalen die op het achterpaneel zijn aangesloten. Handelingen zoals het indrukken en lossen van toetsen op het klavier, het indrukken van een pedaal, enz. worden vertaald in MIDI­boodschappen en naar het klankgenerator-gedeelte gestuurd, of naar een extern MIDI-toestel.
Klankgenerator-gedeelte
Het klankgenerator-gedeelte produceert het geluid. Hier worden MIDI-boodschappen, ontvangen van het keyboard controller-gedeelte of van een extern MIDI-toestel, omgezet in muzieksignalen, die dan als analoge signalen worden uitgestuurd via de OUTPUT- en PHONES jacks.
De klanken
Wanneer u de RD-700 gebruikt, merkt u dat er verschillende termen gebruikt worden wanneer het over klanken gaat. Hieronder leggen we kort uit wat er precies bedoeld wordt.
Tone
De individuele die gebruikt worden wanneer u op de RD-700 speelt, noemen we ÒTones.Ó De RD-700 bevat 468 types van Tones. Tones zijn toegewezen aan elke part.
Bij de Tones zijn er ook verschillende groepen van percussie­instrumenten, gegroepeerd in ÒRhythm Sets.Ó Elke toets (nootnummer) van een Rhythm Set produceert een verschillende percussieklank.
Part
Een klankgenerator die meerdere klanken kan aansturen met ŽŽn toestel, noemen we een multitimbrale klankgenerator. De RD-700 bevat een multitimbrale klankgenerator die 16 Tones tegelijkertijd kan spelen.
Wanneer u de RD-700 als klankgenerator gebruikt, worden de gegenereerde Tones toegewezen aan ÒPartsÓ. Aangezien u aan elk van de Parts verschillende Tones kunt toewijzen en u de Tones individueel kunt aansturen, kunt u meerdere Tones tegelijkertijd spelen (layer), het klavier in twee delen opsplitsen en verschillende Tones in de verschillende delen spelen (Split), of twee partijen tegelijk spelen.
De zestien Parts van de interne klankgenerator van de RD-700 noemen we de ÒInterne Parts.Ó
Local Parts en MIDI TX Parts
De RD-700 beschikt over Parts (UPPER1, UPPER2 en LOWER) die u kunt gebruiken om de Interne Parts aan te sturen met de paneeltoetsen en het klavier. Deze drie Parts, welke dienen voor de aansturing van de Interne Parts, noemen we samen de ÒLocal Parts.Ó Drie van de zestien Interne Parts zijn toegewezen aan de Local Parts voor aansturing (de RHYTHM Part staat vast op Part 10).
Bovendien kunt u externe MIDI-klankgenerators vrij aansturen met de RD-700, op dezelfde manier als met de Local Parts. Zo kunt u ook de externe MIDI-klankgenerator aansturen met de drie Parts (UPPER1, UPPER2 en LOWER). Deze groep van drie Parts noemen we dan de ÒMIDI TX (Transmit) Parts.Ó De externe MIDI-klankgenerator wordt aan deze drie Parts toegewezen voor aansturing (de RHYTHM Part kan ook gedeeltelijk ingesteld worden).
28
Overzicht van de RD-700
Basisbediening van de RD-700
De hoofdschermen
Het Tone-scherm (Basisscherm)
De namen van de Tones die momenteel geselecteerd zijn voor de Local Parts, verschijnen hier. Dit is het scherm dat normaal veschijnt.
Wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] drukt, om de RD-700 optimaal in te stellen om piano te spelen, dan verschijnt dit scherm.
U kunt de UPPER1, UPPER2 en LOWER Tones van de Local Parts en het tempo wijzigen.
fig.00-G2
Het Tone Wheel-scherm
In het Tone-scherm, als er een ORGAN Tone ÒTone Wheel 1Ð 10Ó geselecteerd is voor gelijk welke van de Local Parts,
verschijnt dit scherm wanneer u op CURSOR [ ] drukt. De mode waarin dit scherm verschijnt, noemen we de ÒTone Wheel modeÓ, en in deze mode kunt u het opwekken van klanken met de harmonic bars van een orgel simuleren.
fig.00-G5
Het Rhythm/Arpeggio-scherm
Als u op CURSOR [ ] drukt wanneer het Tone-scherm in de display staat, gaat de RD-700 over naar dit scherm.
U kunt Rhythm patterns, Arpeggio patterns en het tempo.
Als u op CURSOR [ ] drukt wanneer dit scherm in de display staat, keert u terug naar het Tone-scherm.
fig.00-G4
Overzicht van de RD-700
Speciale aanduidingen
Wanneer de inhoud van een Setup (p. 52) gewijzigd wordt, verschijnt er een asterisk (Ò*Ó) rechts van het Setup-nummer. Als u de gewijzigde inhoud als een nieuwe Setup wil gebruiken, bewaar dan de instellingen in een Setup (p. 54).
Als u in dit scherm op CURSOR [ ] drukt, keert u terug naar het Tone-scherm.
fig.00-G3
Het Setup-scherm
De momenteel geselecteerde Setup verschijnt hier.
Als u op CURSOR [ ] drukt wanneer het Tone-scherm of het Tone Wheel-scherm in de display staat, dan gaat de RD-700 over naar dit scherm. U kunt dit scherm ook oproepen door op [SETUP] te drukken. U kunt hier de Setups wijzigen.
Als u op CURSOR [ ] drukt wanneer dit scherm in de display staat, keert u terug naar het Tone-scherm of het Tone Wheel-scherm.
Als Clock Source (p. 68) op MIDI staat, verandert de tempo-aanduiding voor elk scherm in ÒM:Ó. Het tempo kan gewijzigd worden vanuit externe MIDI-toestellen wanneer dit symbool verschijnt.
Als EQ Control (p. 68) op SYSTEM staat, verschijnt dit symbool op het scherm.
Als dit symbool in de display staat, veranderen de Equalizer-instellingen niet wanneer u van Setup verandert.
Als Rhythm Type (p. 80) op Ò2Ó staat, verschijnt dit symbool op het scherm.
29
Overzicht van de RD-700
i
h
d
e RD-700
t van c
Overz
De Functietoetsen
fig.00-G6
[EDIT]
Als u op [EDIT] drukt zodat de indicator oplicht, dan gaat u naar ÒEdit mode.Ó In Edit mode kunt u gedetailleerde instellingen maken voor allerlei functies.
U kunt de Edit mode verlaten door nogmaals op [EDIT] te drukken. Wanneer u de Edit mode verlaat, gaat de [EDIT]­indicator uit.
[WRITE]
Hiermee slaat u de huidige instellingen op in ÒSetupÓ
[MIDI TX]
Wanneer u op [MIDI TX] drukt, licht de toetsindicator op en wordt de mode geactiveerd waarin de RD-700 een externe MIDI-klankgenerator kan aansturen. De status van deze toets bepaalt of de toetsen van de RD-700 dienen om de Local Parts aan te sturen ([MIDI TX] off) of om de MIDI TX Parts aan te sturen ([MIDI TX] on). U kunt ook nog gedetailleerde instellingen maken voor de MIDI-boodschappen die naar de externe klankgenerator worden verzonden.
[NUM LOCK]
Wanneer u op [NUM LOCK] drukt, licht de toetsindicator op en kunt u numerieke waarden invoeren met de TONE SELECT-toetsen. De toetsindicators lichten automatisch op volgens de ingestelde waarden.
Door de Display-pagina’s bladeren
Als er pijltjes (Ò Ó en Ò Ó) rechts bovenaan in het scherm verschijnen, dan betekent dit dat er nog bijkomende paginaÕs zijn in de richting van de pijltjes.
U kunt door de schermen bladeren met CURSOR [ ] en
[].
fig.00-G8
Bewegen tussen in te stellen items (CURSOR)
Als er meer dan ŽŽn parameter in een scherm staat, dan staande naam en de waarde van de te wijzigen parameter in een kadertje. Dit kadertje noemen we de Òcursor.Ó Deze cursor kunt u verplaatsen met de CURSOR-toetsen.
fig.00-G9
Cursor
Ook wanneer er meerdere parameters naast elkaar op een rij staan, zoals hier in het MIDI TX-scherm, kunt u de cursor sneller verplaatsen door de CURSOR-toets die wijst in de richting waarin u de cursor wil verplaatsen, in te drukken terwijl u ook de CURSOR-toets die in de tegengestelde richting wijst, indrukt.
fig.00-G10
De CURSOR-toetsen
ig.00-G7
De CURSOR-toetsen dienen om door de schermen te bladeren, en om een item waarvan u de instelling wil wijzigen, op te zoeken (door de cursor te verplaatsen).
30
De parameterwaarden wijzigen
fig.00-G11
Om de waarde van een instelling te wijzigen , kunt u [DEC/ NO] en [INC/YES], of de TONE SELECT-toetsen (numerieke toetsen) gebruiken.
Loading...
+ 119 hidden pages