Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw aankoop van de Roland Digital Piano RD-300SX.
201a
Lees eerst aandachtig de volgende rubrieken voor u dit toestel gaat gebruiken: “HET APPARAAT OP EEN
VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p. 2; p. 4). Deze rubrieken bevatten
belangrijke informatie over de correctie bediening van het apparaat. Om zeker te zijn dat u alle functies van uw
nieuw apparaat goed begrijpt, dient u de handleiding in haar geheel te lezen. Hou de handleiding bij de hand
zodat u ze naar believen kunt raadplegen.
202
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag in gelijk welke vorm worden
gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
• Probeer het apparaat niet zelf te repareren of
onderdelen ervan te vervangen (tenzij deze
handleiding u hiervoor specifieke instructies
biedt). Laat alle onderhoud uitvoeren door uw
leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service
Center of een erkend Roland-distributeur, zoals
aangegeven op de pagina ‘Informatie’.
• Wanneer u het apparaat op een rack of statief
(goedgekeurd door Roland) plaatst, zorg dan dat
de rack of het statief waterpas en stabiel staat.
Ook als u geen rack of statief gebruikt, moet u
zorgen dat het apparaat op een stevig en waterpas
oppervlak staat, dat voldoende steun biedt en het
apparaat niet doet wankelen.
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het
pictogram wordt bepaald door de tekening in de driehoek.
Het links getoonde pictogram wordt gebruikt voor algemene
waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op dingen die
nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). Wat nooit
mag worden gedaan, wordt aangegeven door de tekening in de
cirkel. Het links getoonde pictogram wordt gebruikt om aan te
geven dat het apparaat nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Dit pictogram
moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan, wordt
aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde
pictogram betekent dat de stekker van het netsnoer
maakt de gebruiker attent op dingen die
●
stopcontact moet worden gehaald.
008c
• Gebruik uitsluitend de adapter die bij het
apparaat wordt geleverd. Zorg bovendien dat het
voltage bij de installatie overeenkomt met het
voltage van de adapter. Andere adapters kunnen
een afwijkende polariteit gebruiken of ontworpen
zijn voor een ander voltage. Het gebruik van deze
adapters kan resulteren in schade, defecten of
elektrische schokken.
• Buig en draai het netsnoer niet te veel en plaats er
geen zware voorwerpen op. Als u dit wel doet,
kan het snoer beschadigd raken en kortsluiting
veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand
of elektrocutie veroorzaken!
• Dit apparaat zou, alleen of in combinatie met een
versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers,
een geluidsniveau kunnen produceren dat
permanente gehoorschade kan veroorzaken.
Vermijd langdurig gebruik bij een hoog of
onaangenaam volumeniveau. Als u enig
gehoorverlies of suizingen in uw oren gewaar
wordt, staak dan onmiddellijk het gebruik van dit
apparaat en raadpleeg een gehoorspecialist.
• Zorg dat er geen voorwerpen (bijvoorbeeld
brandbare materialen, muntstukken, spelden) of
vloeistoffen (water, frisdrank, enzovoort) in het
apparaat kunnen binnendringen.
• Schakel het apparaat onmiddellijk uit, haal de
adapter uit het stopcontact en breng het apparaat
voor onderhoud naar uw leverancier, het
dichtstbijzijnde Roland Service Center of een
erkend Roland-distributeur (raadpleeg de pagina
‘Informatie’) indien:
• de adapter, het netsnoer of de stekker is
beschadigd;
• rook of een vreemde geur ontstaat;
• voorwerpen of vloeistof in het apparaat zijn
terechtgekomen;
• het apparaat is blootgesteld aan regen (of op
andere wijze nat is geworden);
• het apparaat niet normaal lijkt te functioneren
of een duidelijke verandering in de prestaties vertoont.
• In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in
staat is zich te houden aan de richtlijnen die
essentieel zijn voor een veilig gebruik van het
apparaat.
• Sluit het netsnoer van dit apparaat niet aan op een
stopcontact waarop al een groot aantal andere
apparaten zijn aangesloten. Wees in het bijzonder
voorzichtig met verlengsnoeren – het
gezamenlijke vermogen van alle, op het
verlengsnoer aangesloten apparaten mag nooit
meer zijn dan het vermogensbereik (watt/
ampère) van het verlengsnoer. Door overmatige
belasting kan de isolatie van het snoer verhit
raken, en uiteindelijk smelten.
• Voordat u het apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u het best contact op het uw
leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service
Center of een erkend Roland-distributeur. Deze zijn te
vinden op de pagina “Informatie”.
• Speel een cd-romschijf NOOIT af op een gewone
audio-cd-speler. Het resulterende geluid kan
permanent gehoorverlies veroorzaken. Bovendien
kan er schade ontstaan aan luidsprekers of andere
systeemonderdelen.
• Gebruik voor dit toestel (RD-300SX) uitsluitend
een Roland KS-12 statief. Het gebruik van andere
statieven (of wagentjes) kan instabiliteit
veroorzaken en verwondingen tot gevolg hebben.
• Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact en
reinig deze met een droge doek om stof en andere
ophopingen uit de kieren te vegen. Verwijder ook
de stekker uit het stopcontact als u het apparaat
lange tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof
tussen de stekker en het stopcontact kan
resulteren in slechte isolatie en brand
veroorzaken.
• Probeer het in elkaar verwikkelen van snoeren en
kabels te voorkomen. Snoeren en kabels moeten
bovendien altijd buiten het bereik van kinderen
worden geplaatst.
• Indien u de schroef van de aardklem moet
verwijderen, bewaart u deze op een veilige plaats,
buiten het bereik van kinderen, zodat zij deze niet
per ongeluk kunnen inslikken.
Lees naast de rubriek “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” op pagina 2 ook de volgende punten even door:
402
Voeding
301
• Sluit dit apparaat niet aan op hetzelfde stopcontact als
elektrische toestellen met een omvormer (zoals een ijskast,
wasmachine, magnetron of airco) of een motor.
Naargelang van de manier waarop dit elektrische toestel
wordt gebruikt, kan de stroombron storingen of een
hoorbaar gebrom veroorzaken. Kunt u geen apart
stopcontact gebruiken, plaats dan een ontstoringsfilter
tussen uw digitale piano en het stopcontact.
302
• De adapter produceert warmte als hij langere tijd zonder
onderbreking wordt gebruikt. Dat is normaal en geen
reden tot ongerustheid.
307
• Voordat u dit instrument op andere apparaten aansluit,
schakelt u het best alle apparaten uit. Zo voorkomt u
defecten en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten.
• Gebruik nooit benzine, verdunningsmiddelen, alcohol of
enige soort van oplosmiddel, want deze kunnen verkleuring
en/of vervorming veroorzaken.
Herstellingen en data
452
• Houd er rekening mee dat alle data in het geheugen van
het apparaat verloren kunnen gaan tijdens een herstelling.
Maak daarom van belangrijke data altijd een back-up in
een ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) of schrijf ze
neer (als dat mogelijk is). Er wordt bij het herstellen
voorzichtig omgegaan met de data om verlies ervan te
vermijden. In bepaalde gevallen (met name wanneer het
geheugen zelf beschadigd is) kunnen we de eventueel
gewiste data echter niet meer herstellen. Roland kan niet
aansprakelijk worden gesteld bij dit soort verlies van data.
Plaatsing
351
• Als u het apparaat gebruikt in de buurt van stroomversterkers (of andere apparatuur met grote stroomtransformators), kan er brom ontstaan. Om dit probleem te
verhelpen, oriënteert u dit apparaat anders of plaatst u het
verder weg van de storingsbron.
352a
• Dit apparaat kan radio- en televisieontvangst storen. Gebruik
het daarom niet in de nabijheid van dergelijke ontvangers.
352b
• Er kan ruis ontstaan als draadloze communicatiemiddelen
zoals mobiele telefoons in de nabijheid van dit apparaat
worden gebruikt. Deze ruis kan optreden wanneer u wordt
opgebeld of zelf belt, of tijdens het telefoongesprek zelf.
Als u dergelijke problemen ondervindt, dient u de
draadloze toestellen verder van dit apparaat plaatsen of ze
uit te schakelen.
354a
• Stel dit apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het
niet in de buurt van warmtebronnen, laat het niet achter in
een afgesloten voertuig en stel het ook op geen enkele
andere wijze bloot aan extreme temperaturen. Buitensporige warmte kan het apparaat immers doen vervormen
of verkleuren.
355b
• Bij verplaatsing tussen locaties met een groot verschil in
temperatuur en/of luchtvochtigheid, kunnen er zich in
het apparaat waterdruppeltjes (condens) vormen. Als u
het apparaat in deze conditie gebruikt, kunnen er beschadigingen of storingen ontstaan. Laat het apparaat daarom
voor gebruik enkele uren acclimatiseren. Zo krijgt
condens de kans om volledig te verdampen.
358
• Laat geen voorwerpen op het klavier liggen. Dit kan
defecten veroorzaken, bijv. toetsen die geen geluid meer
produceren.
Verdere
voorzorgsmaatregelen
551
• Hou er rekening mee dat de inhoud van het geheugen
onherroepelijk verloren kan gaan als gevolg van een defect
of door onjuist gebruik van het apparaat. Om het risico op
verlies van belangrijke data te beperken raden we u aan om
regelmatig een back-up op een ander MIDI-apparaat (bijv.
een sequencer) te bewaren van de belangrijke data die u in
het geheugen van het apparaat hebt opgeslagen.
552
• Helaas is het onmogelijk om data te herstellen die op een
ander MIDI-apparaat zijn opgeslagen (bijv. een
sequencer), nadat deze dat eenmaal verloren zijn gegaan.
Roland Corporation kan niet aansprakelijk worden
gesteld bij dit soort verlies van data.
553
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars
van dit apparaat met de nodige zorg. Dat geldt ook voor
het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruw
gebruik kan tot defecten leiden.
556
• Neem bij het aansluiten en loskoppelen van kabels steeds de
stekker vast – trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u kortsluitingen of schade aan de interne componenten van de kabel.
558a
• Zet het volume van het apparaat niet te luid zodat u uw
buren niet stoort. U kunt eventueel een hoofdtelefoon
gebruiken; zo hoeft u zich geen zorgen te maken over de
mensen in uw omgeving (vooral ’s avonds laat).
559a
• Wanneer u het apparaat moet vervoeren, gebruikt u het best
de originele verpakking (inclusief vulling). Als dat niet kan,
dient u te zorgen voor een gelijkwaardige verpakking.
561
• Gebruik alleen het opgegeven expressiepedaal (EV-5, EV-7;
apart verkrijgbaar). Als u een ander expressiepedaal gebruikt,
is er kans op defecten of zelfs schade aan het toestel.
Onderhoud
401a
• Voor dagelijkse reiniging veegt u het apparaat schoon met
een zachte, droge of licht bevochtigde doek. Voor
hardnekkig vuil gebruikt u een doek geïmpregneerd met
een mild, niet-bijtend schoonmaakmiddel. Wrijf het
apparaat daarna goed droog met een zachte, droge doek.
4
Cd-rom’s gebruiken
801
• Zorg ervoor dat u de glanzende onderzijde (het
gecodeerde oppervlak) van de schijf niet aanraakt of
bekrast. Beschadigde of vuile cd-romschijven worden
mogelijk niet goed gelezen. Houd uw schijven schoon met
een in de handel verkrijgbare cd-reiniger.
Het apparaat in- en uitschakelen ...........................................................................................................13
Het volume regelen.................................................................................................................................. 14
Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tune)......................................... 15
Overzicht van de RD-300SX........................................................................................................ 16
Basisstructuur van de RD-300SX............................................................................................................ 16
De klanken................................................................................................................................................. 16
Basisbediening van de RD-300SX ..........................................................................................................16
De instellingen wijzigen............................................................................................................... 16
De demo's beluisteren (Demo Play)......................................................................................... 17
Spelen op het klavier...................................................................................................................... 18
Piano spelen (ONE TOUCH [PIANO])................................................................................................. 18
Spelen met een hele reeks Tones............................................................................................................ 19
Meerdere Tones met het klavier spelen ................................................................................................20
Overschakelen op Single Mode...................................................................................................20
Spelen met twee gelayerde Tones ([DUAL])............................................................................. 21
Verschillende Tones spelen in de twee klaviergedeelten ([SPLIT])....................................... 22
De Tone voor een Zone wijzigen ................................................................................................ 24
Het volume regelen voor individuele Zones (ZONE LEVEL-regelaars).............................. 24
De toonaard van het klavier transponeren ([TRANSPOSE])............................................................. 25
De aanslaggevoeligheid van het klavier wijzigen ...............................................................................26
De Velocity wijzigen wanneer de aanslaggevoeligheid is ingesteld op “Fixed”. ...............26
Galm toevoegen aan het geluid ([REVERB])........................................................................................ 27
Het soort reverb-effect veranderen ............................................................................................ 27
De diepte van het reverb-effect kiezen (Reverb Depth) ...........................................................27
Allerhande effecten toevoegen aan de klank ([MULTI EFFECTS]) ..................................................28
De diepte van het effect wijzigen................................................................................................ 28
Het soort Multi-effect wijzigen ...................................................................................................29
Een wervelend geluid aan Organ Tones (Rotary-effect) toevoegen...................................... 29
De toonhoogte van een klank in real time veranderen
De toonhoogte van de Tone veranderen in stappen van een halve toon (Key Transpose) 43
De Pan instellen............................................................................................................................. 43
De controllers in- en uitschakelen ..............................................................................................43
Part On/Off (Part).................................................................................................................................... 43
Wat is MIDI? .............................................................................................................................................47
Over MIDI-aansluitingen.............................................................................................................47
Aansluiten op externe MIDI-klankgeneratoren ....................................................................... 47
De RD-300SX gebruiken als Master-klavier .........................................................................................47
Klanken kiezen op een extern MIDI-apparaat..........................................................................47
Uw uitvoering op de RD-300SX opnemen op een externe MIDI-sequencer...................................48
Aansluiten op een externe sequencer............................................................................................48
Index ..................................................................................................................................................... 69
237
* Alle productnamen die in dit document genoemd worden, zijn de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun
respectievelijke eigenaren.
* V-LINK () ) is een handelsmerk van Roland Corporation.
7
Voornaamste kenmerken
Een geraffineerde vormgeving en
een compacte en lichte behuizing
De behuizing met zwarte alumite coating van de RD-300SX
ziet er niet alleen fantastisch uit op het podium, hij is ook nog
eens compact en licht. Zo kunt u uw instrument gemakkelijk
meenemen naar elk optreden.
Multi-sampled piano met 88
toetsen
De via 88-key sampling gecreëerde pianogeluiden, die sinds
hun introductie in de Fantom-X instrumenten (de ultieme
synthesizerlijn) alom worden geprezen, zijn ingebouwd in de
RD-300 SX. Het enige verschil is dat ze hier optimaal werden
georganiseerd voor hun nieuwe rol als geluiden van een
speciale stage piano. Zo beschikt u over een expressiviteit die
enkel mogelijk is met 88 toetsen en meervoudig gesampelde
geluiden. Geen enkele andere synthesizer biedt dezelfde
expressieve mogelijkheden.
Daarnaast kunt u de piano wave forms die uw groep zo
fantastisch doen klinken, opslaan in het instrument, en kunt
u twee soorten pianogeluiden produceren om in diverse
muziekgenres te spelen.
Dit instrument biedt ook een volledig assortiment van
essentiële stage piano klanken zoals elektrische piano, orgel,
strijkers, synth pad en andere.
128-stemmige polyfonie
De RD-300SX heeft een polyfonie van 128 stemmen, met alle
beschikbare klanken in elke speelmodus. U kunt uw
natuurlijke speelstijl behouden, ook wanneer u meerdere
klanken combineert via layering.
Compact Hammer Action-klavier en
Half Pedal-capaciteit
De RD-300SX bevat een Hammer Action-klavier zonder
veren waarmee zelfs de subtielste aanslagveranderingen
kunnen worden weergegeven die gebruikelijk zijn wanneer
u van de lage registers naar de hoge gaat.
Bovendien is er een pedaal met Half Pedal-capaciteit (DP-8)
meegeleverd voor authentieke pedaalprestaties.
Eenvoudige bediening
U kunt de Split- en Dual-modi oproepen en andere
handelingen uitvoeren met één druk op een toets (p. 20).
Bovendien roept u met de ONE TOUCH [PIANO]-knop
meteen de ideale instellingen op om piano te spelen,
ongeacht de geactiveerde modus of de instellingen (p. 18).
Hoogwaardige effecten
De RD-300SX bevat ook 78 soorten multi-effecten, waaronder
een sympathetic resonance-effect dat de resonantie van de
pianosnaren simuleert wanneer het pedaal wordt ingedrukt,
een rotary speaker-effect, distortion en meer. Het instrument
biedt ook allerhande mogelijkheden voor
klankaanpassingen, met onder meer een 2-bands digitale
equalizer en een Sound Control-functie voor het opsporen
van inconsistenties in de klank.
Uitgebreide functies die enkel bij
een stage piano mogelijk zijn
Dit instrument is niet alleen uitgerust met de
standaardregelaars die u van een stage piano mag
verwachten, zoals de bender/modulation-hendel, het
apparaat heeft ook een [SETUP]-knop waarmee u allerhande
opgeslagen instellingen onmiddellijk kunt oproepen, en een
[MIDI TX]-knop voor een vereenvoudigde bediening van
externe geluidsmodules.
Met deze stage piano hebt u een snelle en intuïtieve
bediening van al uw klanken.
Rhythm-functie
U kunt ritmepatronen weergeven met één druk op een knop.
Zo kunt u uw optredens begeleiden met realistische
drumgeluiden, improviseren met de spontaneïteit van een
echte jamsessie, en de metronoom gebruiken om “grooves”
in te oefenen waarmee u nog niet vertrouwd bent.
Compatibel met USB en GM/GM2
De RD-300SX is uitgerust met een USB-poort en een GM2geluidsmodule. Die komen van pas wanneer u de RD-300SX
gebruikt als een invoerklavier bij het componeren van
nummers met een computer of wanneer u het instrument
gebruikt als een geluidsmodule.
* Enkel MIDI-berichten worden verwerkt met de USB-functie.
Enkele afspraken in deze handleiding
• Woorden tussen vierkante haakjes [ ] verwijzen naar
koppen op het paneel.
Voorbeeld: [SPLIT] verwijst naar de SPLIT-knop.
• (p.**) geeft een pagina aan.
985
• De uitleg in deze handleiding is voorzien van illustraties.
Deze geven aan wat het display zou moeten weergeven.
Het kan zijn dat het apparaat een nieuwere, verbeterde
versie van het systeem bevat (bijv. nieuwere geluiden).
Daardoor zou wat u op uw display ziet, kunnen
verschillen van de afbeelding in de handleiding.
8
Paneelbeschrijving
Voorpaneel
fig.00b-01
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
26
7
8
1345
VOLUME-regelaar
Hiermee regelt u het algemene volume dat wordt uitgestuurd
door de OUTPUT- en PHONES-aansluitingen (p. 14) op het
achterpaneel.
EQUALIZER/EFFECTS
[LOW]-knop
Hiermee regelt u de lage tonen.
[HIGH]-knop
Hiermee regelt u de hoge tonen.
[SOUND CONTROL/V-LINK]
Met [SOUND CONTROL] schakelt u de SOUND CONTROL in/
uit (p. 30).
Met [V-LINK] schakelt u de V-LINK-functie in/uit (p. 51).
[REVERB]
Hiermee schakelt u de REVERB in/uit (p. 27).
[MULTI EFFECTS]
Hiermee schakelt u de multi-effecten in/uit (p. 28).
ZONE LEVEL-regelaars
Hiermee regelt u het volume in elke zone (p. 24).
[MIDI TX]
Hiermee bedient u externe MIDI-geluidsmodules via de RD300SX (p. 46, p. 47, p. 48).
[RHYTHM/TEMPO]
[RHYTHM] gebruikt u om de ritmebegeleiding in- en uit te schakelen
(p. 32).
[TEMPO] gebruikt u om het tempo van het ritme in te stellen
(p. 33).
[SHIFT/EXIT]
[SHIFT] drukt u in samen met andere knoppen om verschillende functies te activeren.
[EXIT] drukt u in om naar voorgaande schermen terug te keren.
9 10
11
13
12
12.[DEC], [INC]
Hiermee wijzigt u de waarden.
Als u de ene knop ingedrukt houdt terwijl u op de andere
drukt, verandert de waarde sneller.
13.ONE TOUCH
[PIANO]
Hiermee selecteert u de ideale instellingen om piano te spelen
(p. 18).
[SETUP]
Hiermee roept u opgeslagen instellingen op (Setup)(p. 34)
14.MODE
[DUAL]
Hiermee schakelt u de RD-300SX over op “Dual Mode”. In deze
modus worden twee aparte tonen samen weergegeven
(layering) tijdens uw spel (p. 21).
[SPLIT]
Hiermee schakelt u het klavier over op “Split Mode”, waarin u
meer dan één klank kunt weergeven door verschillende klanken
op verschillende delen van het klavier te spelen (p. 22).
15.[LOWER SELECT/KEY TOUCH]
Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u de LOWER
ZONE-klank kiezen met de TONE SELECT-knoppen (p. 24).
Deze knop wordt ook gebruikt om de klaviergevoeligheid te
wijzigen (p. 26).
16.FUNCTION
[EDIT]
Druk deze knop in als u allerlei instellingen wil wijzigen (p. 37).
U kunt de demosongs beluisteren door tegelijkertijd op deze
knop en op [WRITE] (DEMO PLAY) te drukken (p. 17).
[WRITE]
Hiermee slaat u de huidige instellingen op in “Setup” (p. 35).
17.TONE SELECT-knoppen
Druk op deze knop om de Tone-categorie te selecteren (p. 19).
14
15
17
16
10.[TRANSPOSE/ENTER]
Met [TRANSPOSE] stelt u het bereik van het klavier in voor transpositie (p. 25).
Druk op [ENTER] om een waarde te bevestigen of om een
bewerking uit te voeren.
11.
DISPLAY
Hier ziet u de Tone-nummers en de waarden van allerlei instellingen, enz.
Pitch Bend/Modulation-hendel
fig.00b-02
MODULATIE
Hiermee kunt u de pitch bend bedienen of vibrato toepassen (p. 30).
9
Paneelbeschrijving
Achterpaneel
fig.00b-03
1.
2.
3.
4.
5.
6.
152
USB-aansluiting
Dankzij deze aansluiting kunt u uw computer via een USBkabel aansluiten op de RD-300SX (p. 50).
PEDAL-aansluitingen (DAMPER, CONTROL)
Sluit de pedaalschakelaar (DP-serie) die wordt meegeleverd
met de RD-300SX, aan op de DAMPER-aansluiting. U kunt de
schakelaar nu als demperpedaal gebruiken.
Wanneer u een optioneel expressiepedaal (bijv. de EV-serie of
een ander model) aansluit op de CONTROL-aansluiting, kunt u
een aantal functies toewijzen aan het pedaal (p. 39, p. 40).
MIDI-aansluitingen (IN, OUT)
Deze aansluitingen gebruikt u voor het aansluiten van externe
MIDI-apparaten en voor het verzenden van MIDI-berichten
(p. 12, p. 47).
OUTPUT L(MONO)/R-aansluitingen
Hierlangs worden de audiosignalen uitgestuurd. Ze worden
verbonden met een versterker of een ander apparaat. Gebruik
voor een mono-ouput de L/MONO-aansluiting (p. 12).
PHONES-aansluitingen
Op deze aansluiting kunt u een hoofdtelefoon aansluiten (p. 12).
Zelf als de hoofdtelefoon is aangesloten, blijft er signaal naar de
output-aansluitingen gaan.
3
47689
Aardterminal
927Afhankelijk van de omstandigheden van een specifieke Setup
kunt u een onaangenaam gevoel krijgen of de indruk krijgen
dat het oppervlak korrelig aanvoelt, wanneer u in aanraking
komt met het apparaat, met aangesloten microfoons of met de
metalen onderdelen van andere voorwerpen zoals gitaren. Dit
komt door een minuscule elektrische lading, die volkomen
ongevaarlijk is. Als u zich daar toch zorgen over maakt, verbind
de aardterminal p. 11 dan met een externe aarding. Wanneer
het apparaat geaard is, kan er een zachte brom hoorbaar zijn,
afhankelijk van de installatie. Als u niet zeker weet of de
aansluiting goed is, neem dan contact op met een erkend
Roland Service Center. U vindt deze op de pagina “Informatie”.
Ongeschikte plaatsen voor de aansluiting
• Buizen van de waterleiding (gevaar voor elektrische
schokken of elektrocutie)
• Gasleidingen (brand- en explosiegevaar)
• Een telefoonaarding of een bliksemafleider (kan
gevaarlijk zijn bij blikseminslag)
7.
[POWER]
Hiermee schakelt u het apparaat in en uit (p. 13).
8.
DC In-aansluiting
Hierop sluit u de bijgeleverde adapter aan (p. 11).
9.
Kabelhaak
Hieraan kunt u het bijgeleverde netsnoer verankeren (p. 11).
10
Voorbereidingen
Aansluitingen maken
1
Controleer voordat u de aansluitingen gaat maken, het volgende:
Staat het volume van de RD-300SX of van de aangesloten versterker helemaal dicht?
Is de RD-300SX uitgeschakeld?
2
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de bijgeleverde adapter.
fig.00c-01
Adapter
3
Sluit de bijgeleverde adapter aan op de RD-300SX en sluit het andere eind aan op een
stopcontact.
Netsnoer
Stopcontact
924
927
4
Wikkel het snoer van de adapter om de kabelhaak om het op zijn plaats te houden.
fig.00c-02
Achterpaneel
Aardterminal
De kabel van
de bijgeleverde adapter
Naar het stopcontact
* Om te voorkomen dat de stroomvoorziening naar het apparaat per ongeluk wordt
onderbroken (als de stekker bijvoorbeeld wordt uitgetrokken) en om te voorkomen dat er te
veel spanning op de stekker van de adapter komt te staan, kunt u het netsnoer via de kabelhaak
verankeren, zoals u in deze illustratie ziet.
* Afhankelijk van de omstandigheden van een specifieke set-up kunt u een onaangenaam gevoel
krijgen of de indruk krijgen dat het oppervlak korrelig aanvoelt, wanneer u in aanraking komt
met het apparaat, met aangesloten microfoons of met de metalen onderdelen van andere
voorwerpen zoals gitaren. Dit komt door een minuscule elektrische lading, die volkomen
ongevaarlijk is. Indien u zich hier toch zorgen over maakt, kunt u de aardterminal verbinden
met een externe aarding. Wanneer het apparaat geaard is, kan er een zachte brom hoorbaar
zijn, afhankelijk van de installatie. Als u niet zeker weet of de aansluiting goed is, neem dan
contact op met een erkend Roland Service Center. U vindt deze op de pagina “Informatie”.
Kabelhaak
Ongeschikte plaatsen voor de aansluiting
• Buizen van de waterleiding (gevaar voor elektrische schokken of elektrocutie)
• Gasleidingen (brand- en explosiegevaar)
• Een telefoonaarding of een bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn bij blikseminslag)
11
Voorbereidingen
b
De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur
De RD-300SX beschikt niet over een ingebouwde versterker of luidsprekers. Om geluid te produceren moet u audio-apparatuur (bijv. een monitorluidspreker of een
stereo-installatie) aansluiten of een hoofdtelefoon gebruiken.
* Audiokabels, MIDI-kabels, USB-kabels, hoofdtelefoons en expressiepedalen zijn niet
inbegrepen. Uw Roland-handelaar kan u bij het aanschaffen van dit soort accessoires adviseren.
fig.00c-03
Stereo-
hoofdtelefoon
Om defecten en/of schade aan
luidsprekers en andere
apparaten te voorkomen, draait
u altijd het volume omlaag en
schakelt u alle apparaten uit
voor u een aansluiting maakt.
21
MIDI IN
MIDI OUT
MIDI-geluidsmodule enz.
Roland
MIDI sequencer enz.
Expressiepedaal (EV-5, 7) of
Pedaalschakelaar (DP-serie)
Mixer enz.
Monitorluidsprekers
(met eigen voeding)
Pedaalschakelaar
(DP-serie)
Stroomversterker
1
Controleer voordat u de aansluitingen gaat maken, het volgende:
Staat het volume van de RD-300SX of van de aangesloten versterker helemaal dicht?
Zijn de RD-300SX en de aangesloten versterker uitgeschakeld?
Gebruik een stereokoptelefoon.
Gebruik alleen het opgegeven
expressiepedaal (EV-5, EV-7;
apart verkrijgbaar). Als u een
ander expressiepedaal gebruikt,
loopt u het risico op defecten of
zelfs schade aan het toestel.
Zet de schakelaar op het
ijgeleverde pedaal op
“Continuous” wanneer het
pedaal is aangesloten.
925
Pedalen aansluiten
Sluit het pedaal bijgeleverd bij de RD-300SX aan op een van de PEDAL-aansluitingen.
Als het pedaal met de DAMPER-aansluiting is verbonden, kan het als demperpedaal
worden gebruikt.
Wanneer u het pedaal met de CONTROL-aansluiting verbindt, kunt u verscheidene
functies aan het pedaal toewijzen (p. 40).
12
Het apparaat in- en uitschakelen
941
Wanneer de aansluitingen zijn gemaakt, zet u de verschillende apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Als u de apparaten in de verkeerde volgorde aanzet, kan
dit defecten en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten veroorzaken.
Het apparaat inschakelen
Voorbereidingen
1
Zet de VOLUME-regelaar helemaal dicht (naar beneden) alvorens het toestel aan te zetten.
Zet het volume van alle aangesloten audio- en andere apparatuur ook uit.
fig.00c-05
2
Druk op de [POWER]-schakelaar aan de achterzijde van het apparaat.
Het toestel wordt ingeschakeld en op het display verschijnt “Pno”.
fig.00c-06
Achterpaneel
Lagere positie
AAN
Om een foutief functioneren van
de Pitch Bend-hendel (p. 30) te
voorkomen moet u vermijden
om de hendel aan te raken bij het
inschakelen van het apparaat.
Dit apparaat is voorzien van
een beveiligingscircuit. Er is
een korte pauze (enkele
seconden) nodig na het inschakelen van de stroom, voordat
het apparaat normaal werkt.
942
3
Schakel alle aangesloten externe apparaten in.
4
Stel het volume van het aangesloten externe apparaat bij.
5
Regel ook het volume van de RD-300SX om een geschikt signaalniveau te krijgen.
13
Voorbereidingen
Het apparaat uitschakelen
1
Zet de VOLUME-regelaar steeds helemaal dicht (naar beneden) alvorens het toestel uit te
schakelen.
Zet het volume van alle aangesloten audio- en andere apparatuur ook uit.
2
Schakel de aangesloten externe apparaten uit.
3
Druk op de [POWER]-schakelaar aan de achterzijde van het apparaat.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
fig.00c-07
Achterpaneel
Hogere positie
UIT
Het volume regelen
fig.00c-05
1
Het volume regelt u met de VOLUME-regelaar.
Schuif de regelaar omhoog om het volume te verhogen, of omlaag om het te verlagen.
Stel ook het volume van het aangesloten apparaat op een geschikt niveau in.
14
Afstemmen op de toonhoogte van andere
b
instrumenten (Master Tune)
Als u een harmonieuzer geluid wilt wanneer u samenspeelt met andere instrumenten, dan moet u zorgen dat de standaardtoonhoogte van alle instrumenten dezelfde
is. Over het algemeen wordt de stemming van een instrument door de toonhoogte
in Hertz (Hz) van de middelste “A”-noot aangegeven.
Dit afstemmen op de basis referentietoonhoogte van andere instrumenten wordt “stemmen” genoemd.
Wanneer het instrument is ingeschakeld, is de standaardtoonhoogte vastgelegd op “440,0 Hz”.
fig.00c-10
Voorbereidingen
2,42,63
1
Druk op [EDIT] zodat de indicator oplicht.
Het Edit Menu-scherm verschijnt.
2
Druk op [INC] of [DEC] om “System” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
De TONE SELECT-knop gaat knipperen.
fig.disp.SYS
3
Druk op [PIANO].
De parameternaam (tun) verschijnt op het display zolang [PIANO] wordt ingedrukt.
Wanneer u de knop loslaat, verschijnen de laatste drie cijfers van de huidige basis
referentietoonhoogte op het display.
4
Druk op [INC] of [DEC] om de standaardtoonhoogte te wijzigen.
U kunt de standaardtoonhoogte willekeurig instellen binnen een bereik van 415,3 Hz tot 466,2 Hz.
De toonhoogte wordt met 0,1 Hz verlaagd telkens wanneer u [DEC] indrukt. Wan-
neer u de knop ingedrukt houdt, blijft de toonhoogte dalen.
De toonhoogte wordt met 0,1 Hz verhoogd telkens wanneer u [INC] indrukt. Wan-
neer u de knop ingedrukt houdt, blijft de toonhoogte stijgen.
Wanneer u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke toonhoogte drukt u gelijktijdig
op [DEC] en [INC].
15
Voor snellere toenames in
waarde houdt u [INC]
ingedrukt en drukt u vervolgens
op [DEC]. Voor snellere
afnames in waarde houdt u
[DEC] ingedrukt en drukt u op
[INC].
5
Druk op [WRITE] als u de instellingen wilt bewaren.
Het bevestigingsscherm verschijnt.
fig.disp.Sur
Als deze instelling niet wordt
ewaard, gaat hij verloren bij het
6
Druk op [ENTER] als u verder wil gaan met het opslaan.
U kunt terugkeren naar stap 2.
uitschakelen van het apparaat.
15
Overzicht van de RD-300SX
Basisstructuur van de RD300SX
De RD-300SX kan worden ingedeeld in twee delen: een keyboard
controller-gedeelte en een klankgenerator-gedeelte. De twee delen
zijn intern met elkaar verbonden via MIDI.
fig.00d-01
Klank-
generator-
gedeelte
Opvoering
Keyboard controller-gedeelte
(controllers zoals klavier, Pitch Bend-hendel, enz.)
Keyboard Controller-gedeelte
Dit gedeelte omvat het klavier, de Pitch Bend/Modulation-hendel,
de paneelknoppen en eventuele pedalen die op het achterpaneel zijn
aangesloten. Handelingen zoals het indrukken of loslaten van
toetsen op het klavier, het indrukken van een pedaal, enzovoort
worden omgezet in MIDI-berichten en naar het klankgeneratorgedeelte of naar een extern MIDI-apparaat gestuurd.
De klanken
Tone
De individuele klanken die worden gebruikt, wanneer u op de RD300SX speelt, noemen we “Tones”.
De RD-300SX heeft 340 individuele Tones, en u heeft een ruime
keuze uit de Tones bij het spelen.
Part
Een klankgenerator die meerdere klanken kan aansturen met één
apparaat, noemen we een multitimbrale klankgenerator. De RD300SX bevat een multitimbrale klankgenerator die 16 Tones
tegelijkertijd kan spelen.
Wanneer u de RD-300SX als klankgenerator gebruikt, worden de
gegenereerde Tones toegewezen aan “Parts”. U kunt verschillende
Tones aan elk van de Parts toewijzen en individueel aansturen.
* Aangezien u in dit geval speelt met 16 Parts, is hiervoor aansturing
nodig van externe apparaten via MIDI of USB.
Zone
Bij de RD-300SX kunt u twee van bovenvermelde Parts vrij
aansturen door gebruik te maken van de knoppen en toetsen van de
RD-300SX; deze twee Parts worden “UPPER Zone” en “LOWER
Zone”genoemd. U kunt elke zone meerlagig (layering) maken (Dual
Play; p. 21) of ze in verschillende delen van het klavier spelen (Split
Play; p. 22).
Klankgenerator-gedeelte
Het klankgenerator-gedeelte produceert de klank. Hier worden
MIDI-berichten, die van het keyboardcontroller-gedeelte of van het
externe MIDI-apparaat zijn ontvangen, in muzieksignalen omgezet,
die vervolgens als analoge signalen via de OUTPUT- en de
PHONES-aansluitingen worden uitgestuurd.
Basisbediening van de RD300SX
De instellingen wijzigen
Voor het wijzigen van de instellingen kunt u [DEC] en [INC]
gebruiken.
[DEC], [INC]
Als u op [INC] drukt, neemt de waarde toe; drukt u op [DEC], dan
neemt de waarde af. Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de waarde
toe- of afnemen. Voor snellere toenames in waarde houdt u [INC]
ingedrukt en drukt u vervolgens op [DEC]. Voor snellere afnames in
waarde houdt u [DEC] ingedrukt en drukt u op [INC].
16
De demo's beluisteren (Demo Play)
b
De demosongs kunt u als volgt beluisteren.
De RD-300SX bevat in totaal elf interne demosongs, waaronder demosongs die de
speciale kwaliteiten van het instrument gebruiken en demonstreren, en andere die u
vertrouwd maken met de klanken van het instrument.
* Bij d-4 is er één song in elk van de Tone-categorieën voor een totaal van acht demosongs.
fig.01-01
Alle rechten voorbehouden. Het
zonder toestemming gebruiken
van dit materiaal voor andere
doeleinden dan het beluisteren
in persoonlijke, huiselijke kring,
etekent een inbreuk op de
geldende wetgeving.
14
3
* De bestaande instellingen worden gewist wanneer de demosong wordt gespeeld. Vergeet dus
niet om de instellingen die u wilt behouden, op te slaan in een Setup (p. 35).
2
1
Houd [EDIT] ingedrukt en druk op [WRITE].
Het Demo-scherm verschijnt.
fig.disp.d-1
2
Druk op [INC] of [DEC] om de song te selecteren die u wilt beluisteren.
3
Druk op [ENTER] om de demosong af te spelen.
De weergave van alle songs wordt herhaald.
Wanneer u de TONE SELECT-knop indrukt, wordt d-4 geselecteerd, en de
demosong met de Tone van de categorie die overeenstemt met de ingedrukte knop,
wordt afgespeeld.
De geselecteerde TONE SELECT-knop gaat rood branden.
3
Er worden geen gegevens over
de gespeelde muziek via de
MIDI OUT verstuurd.
982
Terwijl de demosongs worden
afgespeeld, produceert het
klavier geen klank.
4
Druk op ONE TOUCH [PIANO] om de weergave van een song te stoppen.
17
Spelen op het klavier
b
Piano spelen (ONE TOUCH [PIANO])
Laten we nu eens proberen piano te spelen.
Op de RD-300SX kunt u met één druk op de knop de optimale instellingen voor
pianospel oproepen.
fig.01-04
1
1
Druk op ONE TOUCH [PIANO].
fig.disp.Pno
Wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] drukt, stelt u het volledige klavier in om met
de Piano Tone te spelen.
Wanneer u op ONE TOUCH
[PIANO] drukt, worden alle
instellingen teruggezet op hun
eginwaarde bij het inschakelen
van het apparaat. Bewaar alle
instellingen die u wilt behouden
in een Setup (p. 35).
Met de RD-300SX kunt u de aanslaggevoeligheid van het klavier aanpassen aan uw
eigen stijl van piano spelen. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie
“De aanslaggevoeligheid van het klavier wijzigen”
(p. 26).
18
Spelen met een hele reeks Tones
De RD-300SX bevat 340 Tones.
Tones zijn individuele klanken.
Tones worden toegewezen aan de TONE SELECT-knoppen volgens de
geselecteerde Tone-categorie.
Probeer tijdens het spelen een aantal verschillende Tones uit.
fig.01-06
Spelen op het klavier
Meer info over de interne
Tones van de RD-300SX vindt
u in de
“Lijst van de Tones”
60).
(p.
1
1
Druk op ONE TOUCH [PIANO].
Nu speelt u op het gehele klavier met dezelfde Tone.
2
Druk op een van de TONE SELECT-knoppen om de Tone-categorie te kiezen.
3
Druk op [INC] of [DEC] om de Tone te selecteren.
De TONE SELECT-knop van de geselecteerde categorie knippert.
3
2
Tones geselecteerd met [RHY/
GM2] worden geregistreerd in
deze volgorde: “Rhythm Sets”, “GM2 Rhythm Sets” en “GM2
Tones”. Raadpleeg de
de ritmepatronen”
“Lijst van
(p. 62).
19
Spelen op het klavier
Meerdere Tones met het klavier spelen
De RD-300SX is voorzien van vier interne zones (UPPER en LOWER), en aan elk van
deze zones kan één Tone worden toegewezen.
In elke gebruikte zone kunt u meerdere Tones combineren via layering en simultaan
afspelen of kunt u verschillende Tones afspelen in de linker- en rechtgedeeltes van
het klavier.
Deze verschillende manieren om Tones te gebruiken, worden “Keyboard Modes”
genoemd. Er zijn drie keyboard modes.
Single:
•
Dual:
•
Split:
•
De twee gelayerde delen gespeeld in Dual Mode worden de UPPER en LOWER
Parts genoemd. In Split Mode verwijst UPPER naar het deel dat in het
rechtergedeelte van het klavier wordt gespeeld, terwijl LOWER verwijst naar het
deel dat in het linkergedeelte van het klavier wordt gespeeld.
UPPER wordt over het hele klavier gespeeld wanneer de RD-300SX in Single Mode
staat.
fig.01-07
Dual mode
Er wordt één Tone over het hele klavier gespeeld.Twee Tones worden gecombineerd via layering en samen gespeeld.
Het klavier wordt verdeeld in twee verschillende bereiken vanaf een
bepaalde toets (het Split Point), met verschillende Tones voor het
linker- en rechterbereik.
UPPER
LOWER
Split mode
Split point
UPPERLOWER
Overschakelen op Single Mode
U kunt op twee manieren overschakelen van de meertonige modi, Dual Mode en
Split Mode, naar Single Mode, waarbij één Tone wordt gebruikt over het hele
klavier.
•Drukken op ONE TOUCH [PIANO]
De Piano Tone wordt geselecteerd voor het volledige klavier. Dit creëert de optimale
condities voor het spelen van pianomuziek.
Door op ONE TOUCH [PIANO] te drukken annuleert u wel alle instellingen die u
tot op dat punt had gemaakt. Bewaar daarom alle instellingen die u wil behouden,
in een Setup (p. 35) voor u op ONE TOUCH [PIANO] drukt.
•[DUAL] of [SPLIT] uitzetten (de indicator uitzetten)
In dit geval wordt de UPPER Tone toegepast op het volledige klavier.
20
Spelen met twee gelayerde Tones ([DUAL])
fig.01-08
Spelen op het klavier
1, 2
1
Druk op [DUAL] zodat de indicator oplicht.
Speel op het klavier.
fig.disp.tone1
De Tones voor UPPER en UPPER worden gecombineerd (layering) afgespeeld.
Wanneer u op [DUAL] drukt, licht de indicator voor [LOWER SELECT] automatisch
op en het nummer van de LOWER Tone verschijnt op het scherm. U kunt het
nummer van de UPPER TONE weergeven door op [LOWER SELECT] te drukken
zodat de indicator uitdooft.
2
Druk nogmaals op [DUAL] en de indicator dooft uit.
De Tone voor UPPER wordt gespeeld.
Twee TONE SELECT-knoppen simultaan indrukken
U kunt twee Tones via layering combineren door twee TONE SELECT-knoppen
simultaan in te drukken.
Als u bijvoorbeeld een pianoklank samen met strijkers wilt weergeven, drukt u
tegelijkertijd op [PIANO] en [STRINGS].
[DUAL] gaat knipperen en wanneer u op het klavier begint te spelen, klinken de
klanken van piano en strijkers samen.
Bij deze werkwijze wordt de Tone van de toets die eerst wordt ingedrukt (indicator
licht rood op), toegewezen aan UPPER, terwijl de andere Tone (indicator licht oranje
op) wordt toegewezen aan LOWER.
Zodra u twee TONE SELECT-knoppen hebt gekozen, kunt u, door een van de twee
TONE SELECT-knoppen in te drukken, die Tone als de [UPPER] Tone selecteren,
waarbij het afspelen van de LOWER Tone stopt.
“De Tone voor een Zone wijzigen”
(p. 24)
“Het volume regelen voor
individuele Zones (ZONE LEVELregelaars)”
(p. 24)
* U kunt twee tonen niet combineren via layering, wanneer [SPLIT] op ON staat.
21
Spelen op het klavier
Verschillende Tones spelen in de twee klaviergedeelten ([SPLIT])
De opsplitsing van het klavier in een rechter- en een linkergedeelte noemen we een
“Split”, en de toets die op de scheiding ligt, noemen we het “Split Point”. De Split
Point-toets hoort bij het LOWER-gedeelte.
De fabrieksinstelling voor het Split Point is “B3”.
fig.01-10
U kunt het Split Point
wijzigen. Raadpleeg hiervoor
“Het Split Point van het klavier
veranderen”
(p. 23).
1, 2
1
Druk op [SPLIT] zodat de indicator oplicht.
[LOWER SELECT] licht op.
Speel op het klavier.
In het rechtergedeelte van het klavier hoort u de UPPER Tone en in het
linkergedeelte de LOWER Tone.
fig.01-12
Split Point (B3)
UPPERLOWER
2
Om Split Mode te verlaten drukt u nogmaals op [SPLIT], zodat de indicator uitgaat.
“De Tone voor een Zone wijzigen”
(p. 24)
“Het volume regelen voor
individuele Zones (ZONE LEVELregelaars)”
(p. 24)
22
Het Split Point van het klavier veranderen
In de Split Mode kunt u de scheiding tussen het LOWER- en het UPPER-gedeelte
(het Split Point) verschuiven.
Spelen op het klavier
1
Houd [SPLIT] enkele seconden ingedrukt.
Er verschijnt een scherm zoals hieronder en de huidige waarde van de instelling
wordt weergegeven.
fig.disp.b3
2
Houd [SPLIT] ingedrukt en druk vervolgens op de toets die u als Split Point wilt gebruiken.
U kunt de Split Point aanpassen met sprongen van een halve toon.
Wanneer u [SPLIT] loslaat, verschijnt het vorige scherm opnieuw.
* De Split Point-toets hoort bij het LOWER-gedeelte.
fig.01-13
B3 (wanneer het instrument is ingeschakeld)
A0B7
Bereik waarbinnen het Splint Point kan worden ingesteld
U kunt het Split Point ook
wijzigen door [SPLIT]
ingedrukt te houden en op
[INC] of [DEC] te drukken.
De toets voor het Split Point
verschijnt op het scherm zoals
in onderstaande afbeelding.
fig.01-11
Weergave
Letter-
C C D E
naam
Weergave
Letter-
E F F G
naam
Weergave
Letter-
A A B B
naam
23
Spelen op het klavier
De Tone voor een Zone wijzigen
Als u de Tone toegewezen aan een Zone in Dual of Split Mode wilt wijzigen,
gebruikt u [LOWER SELECT] om de Zone met de Tone die u wilt wijzigen, op te
geven.
fig.01-14
1
2
1
Als u UPPER wilt selecteren, drukt u op [LOWER SELECT] tot de indicator uitdooft.
Als u LOWER wilt selecteren, drukt u op [LOWER SELECT] tot de indicator groen oplicht.
fig.01-15
Bij keuze van de UPPER ZoneBij keuze van de LOWER Zone
De indicators van de TONE SELECT-knop zijn rood wanneer de UPPER Zone is
geselecteerd, en groen wanneer de LOWER Zone is geselecteerd. Als Tones van
dezelfde categorie worden geselecteerd, licht in beide Zones de indicator van de
knop oranje op.
2
Selecteer de Tone-categorie met een TONE SELECT-knop en selecteer vervolgens de Tone
met [INC] of [DEC].
2
[LOWER SELECT] is
uitgeschakeld wanneer
[DUAL] of [SPLIT] uit staan.
Het volume regelen voor individuele Zones (ZONE LEVEL-regelaars)
fig.01-16
De RD-300SX is voorzien van twee Parts die u vrij kunt regelen via de knoppen en
toetsen van het instrument; deze twee Parts worden de UPPER Zone en de LOWER
Zone genoemd.
U kunt het volume voor elke Zone regelen met de ZONE LEVEL-regelaars.
24
Spelen op het klavier
De toonaard van het klavier transponeren
([TRANSPOSE])
U kunt uw klavierspel transponeren zonder de vingerzetting te veranderen, of u
kunt de toonhoogte per octaaf verschuiven. Deze functie heet “Transpose.”
Dit is een handige functie wanneer u de toonhoogte van het klavier moet aanpassen
aan de toonhoogte van een zanger, of als u moet spelen van een partituur voor
trompet of andere getransponeerde instrumenten.
De referentiewaarde voor Transpose is C4. Deze instelling kan per halve toon
worden gewijzigd, binnen een bereik van -48-0- +48.
fig.01-17
Opmerking: berichten van
MIDI IN worden niet
getransponeerd.
1, 2, 3
1
Houd [TRANSPOSE] enkele seconden ingedrukt.
Er verschijnt een scherm zoals hieronder en de huidige waarde van de instelling
wordt getoond.
fig.disp.0
2
Houd [TRANSPOSE] ingedrukt en druk op een toets.
Als u bijvoorbeeld een “E” wilt horen terwijl u een “C” speelt op het klavier, houdt
u [TRANSPOSE] ingedrukt en drukt u op de toets E4. De transpositiewaarde wordt
nu “+4”.
Wanneer u [TRANSPOSE] loslaat, verschijnt het vorige scherm opnieuw.
Wanneer u de transpositiewaarde hebt ingesteld, wordt de Transpose-functie
geactiveerd en licht [TRANSPOSE] op.
3
Om Transpose uit te schakelen drukt u op [TRANSPOSE] zodat de indicator uitgaat.
De volgende keer dat u op [TRANSPOSE] drukt, wordt het geluid getransponeerd
met de hier ingestelde waarde.
Zelfs wanneer u de Transposefunctie activeert, blijft het Split
Point (p. 23) ongewijzigd.
U kunt het Split Point ook
wijzigen door [TRANSPOSE]
ingedrukt te houden en op
[INC] of [DEC] te drukken.
U kunt verschillende Key
Transpose-instellingen maken
voor elke Zone. Raadpleeg
hiervoor
Tone veranderen in stappen van
een halve toon (Key Transpose)”
(p. 43).
“De toonhoogte van de
25
Spelen op het klavier
b
De aanslaggevoeligheid van het klavier wijzigen
U kunt de aanslaggevoeligheid of de respons van de toetsen wijzigen.
Wanneer het instrument aan staat, is dit ingesteld op “M (Medium)”.
fig.01-19
1, 3
1
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [LOWER SELECT].
[SHIFT] knippert.
De huidige aanslaggevoeligheid verschijnt op het scherm.
fig.disp.-M-
2
Druk op [INC] of [DEC] om de aanslaggevoeligheid te selecteren.
WeergaveBeschrijving
Fixed
Light
Medium
Heavy
De klank wordt op een vast volume weergegeven, ongeacht de
kracht waarmee u de toetsen indrukt.
Hiermee selecteert u een lichte aanslag. Om fortissimo (ff) te spelen,
hoeft u minder hard aan te slaan dan gewoonlijk. Het klavier voelt
lichter aan. Dit speelt vrij gemakkelijk, ook voor kinderen.
Hiermee stelt u de standaardgevoeligheid van het klavier in. U
speelt met de meest natuurlijke aanslag. Dit benadert het dichtst
het gevoel van een akoestische piano.
Hiermee selecteert u een zware aanslag. U moet de toetsen van
het klavier harder dan normaal aanslaan om fortissimo (ff) te
spelen. Het klavier voelt zwaarder aan. Met een dynamische
aanslag kunt u nog meer gevoel leggen in wat u speelt.
2
1
Het is mogelijk dat de
aanslaggevoeligheid bij
epaalde klanken niet
verandert.
3
Druk op [SHIFT] en de indicator dooft uit.
De Velocity wijzigen wanneer de aanslaggevoeligheid is ingesteld op
“Fixed”.
Dit bepaalt de Velocity van het geluid wanneer de aanslaggevoeligheid is ingesteld op “Fixed”.
1
Wanneer “OFF” is geselecteerd in de bovenvermelde Stap 2, verandert u de velocity van het
geluid door [LOWER SELECT] ingedrukt te houden en op [INC] of [DEC] te drukken.
U kunt de velocity willekeurig instellen op een waarde tussen 1 en 127.
26
Spelen op het klavier
Galm toevoegen aan het geluid ([REVERB])
U kunt kunt de noten die u op het klavier speelt voorzien van een galmeffect. Met
het reverb-effect kunt u een aangename galm creëren, zodat het lijkt alsof u optreedt
in een concertzaal of een gelijkaardige plaats.
fig.01-21
1, 2
1
Druk op [REVERB] zodat de indicator oplicht.
Speel op het klavier.
Het reverb-effect wordt toegepast op de volledige Tone.
2
Druk nogmaals op [REVERB] om het reverb-effect ongedaan te maken. De indicator dooft uit.
Het soort reverb-effect veranderen
U hebt de keuze uit vier verschillende soorten reverb-effecten.
1
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [REVERB].
2
Druk op [INC] of [DEC] om het soort galm te wijzigen.
WeergaveBeschrijving
ROOM
HALL
CATHEDRAL
GM REVERB
Galm in gewone kamers
Galm in grotere zalen
Galm van kerkgebouwen
Reverb voor gebruik met GM2
3
Druk na het kiezen van het type op [SHIFT] om naar het vorige scherm terug te keren.
De diepte van het reverb-effect kiezen (Reverb Depth)
U hebt de keuze uit 127 diepteniveaus voor het reverb-effect.
1
Hou [REVERB] ingedrukt en druk op [INC] of [DEC] om de diepte van het reverb-effect te
veranderen.
De reverb-diepte kan voor elke
zone apart worden ingesteld
(p. 41).
27
Spelen op het klavier
Allerhande effecten toevoegen aan de klank
([MULTI EFFECTS])
Naast reverb (p. 27) kunt u nog tal van andere veranderingen toepassen op de
klanken van de RD-300SX. Die worden “Multi-effecten” genoemd. Met de RD-300SX
hebt u de keuze uit 78 verschillende effecten.
In de fabrieksinstellingen zijn er aan elke Tone effecten toegewezen.
fig.01-23
1, 2
Op sommige klanken kunnen
effecten niet worden toegepast.
1
Druk op [MULTI EFFECTS] zodat de indicator oplicht.
Speel op het klavier.
Het effect wordt toegepast op de Tone die op dat moment is geselecteerd.
2
Druk nogmaals op [MULTI EFFECTS] om dit effect te verwijderen. De indicator dooft uit.
De diepte van het effect wijzigen
U kunt de diepteniveaus voor het effect wijzigen.
De inhoud en het bereik variëren afhankelijk van het MFX-type. Raadpleeg voor
gedetailleerde informatie
“Lijst van de effecten”
(p. 55).
1
Houd [MULTI EFFECTS] ingedrukt en druk op [INC] of [DEC].
De diepte van het effect dat op de momenteel geselecteerde Tone wordt toegepast,
verschijnt op het scherm.
De volgende keer dat u dezelfde Tone kiest, wordt het effect met de door u gekozen
diepte toegepast.
U kunt aangeven welke Zone
voorrang krijgt wanneer de
effecten die aan de Upper Zone
en de Lower Zone worden
toegekend, verschillen.
Raadpleeg hiervoor
instellen waaraan Multi-Effecten
worden toegevoegd (MFX Zone)”
(p. 40).
U kunt het soort effect
wijzigen. Raadpleeg hiervoor
“Het soort Multi-effect wijzigen”
(p. 29).
“De Zone
28
Spelen op het klavier
Het soort Multi-effect wijzigen
1
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [MULTI EFFECTS].
Het nummer van het effect verschijnt op het display.
2
Druk op [INC] of [DEC] om het soort effect te kiezen.
Meer info over de soorten
interne effecten van de RD300SX vindt u in de
effecten”
(p. 55).
“Lijst van de
3
Druk na het kiezen van het soort effect op [SHIFT] om naar het vorige scherm terug te keren.
Een wervelend geluid aan Organ Tones (Rotary-effect) toevoegen
Het Rotary-effect wordt toegepast op sommige Organ Tones die u kunt selecteren
met de [ORGAN]-knop. Wanneer een van deze Tones is geselecteerd, kunt u de
[MULTI EFFECTS]-knop gebruiken om de snelheid van het Rotary-effect te
wijzigen.
Het Rotary-effect voegt een “wervelend” effect toe dat erg lijkt op het geluid van een
orgel uitgerust met een roterende luidspreker.
1
Druk op [ORGAN] en selecteer de Organ Tone.
Bij selectie van een Tone waaraan het Rotary-effect wordt toegevoegd, knippert de
indicator van de [MULTI EFFECTS]-knop.
2
Druk telkens op [MULTI EFFECTS] om de snelheid van het Rotary-effect te wisselen tussen
snelle en trage rotatie.
Wanneer de indicator van de [MULTI EFFECTS]-knop knippert, wordt een sneller
Rotary-effect toegepast.
Wanneer de indicator van de [MULTI EFFECTS]-knop knippert, wordt een trager
Rotary-effect toegepast.
Als u wilt voorkomen dat het
Rotary-effect wordt toegepast,
selecteert u een ander
effecttype dan het Rotaryeffect en verwijdert u
vervolgens het effect (p. 29).
U kunt het Rotary-effect ook
toepassen op andere Tones
dan de Organ Tones.
29
Spelen op het klavier
De toonhoogte van een klank in real time veranderen
(Bender/Modulation-hendel)
Speel op het klavier en duw de hendel naar links om de toonhoogte te verlagen, of
naar rechts om de toonhoogte te verhogen. Dit noemen we Pitch Bend.
U kunt ook vibrato toepassen door het hendeltje naar voren te duwen. Dit noemen
we Modulation.
Als u het hendeltje naar voren duwt en tegelijkertijd naar links of rechts, krijgt u
beide effecten tegelijkertijd.
fig.01-25
Het effect dat u krijgt wanneer
u de hendel beweegt, kan
variëren naargelang van de
Tone die u gebruikt. Dit effect
ligt bovendien vast voor elke
Tone en kan niet worden
veranderd.
Pitch Bend
Modulatie
Een consistentere klank produceren ([SOUND
CONTROL])
Wanneer u de Sound Control-functie activeert, worden variaties in het volume
onderdrukt voor een consistenter geluid.
1
Druk op [SOUND CONTROL] zodat de indicator oplicht.
Klanken kunnen bij sommige
Tones worden vervormd.
Verlaag in dergelijke gevallen
het zonevolume.
2
Houd [SOUND CONTROL] ingedrukt en druk vervolgens op [INC] of [DEC] om het soort te
kiezen.
WeergaveBeschrijving
Hard Comp
Soft Comp
Low Boost
Mid Boost
High Boost
Past sterke compressie toe.
Past matige compressie toe.
Versterkt het lage bereik.
Versterkt het middenbereik.
Versterkt het hoge bereik.
30
3
Druk éénmaal op [SOUND CONTROL] om deze functie uit te schakelen. De indicator dooft uit.
Spelen op het klavier
Het lage, midden- en hoge frequentiebereik regelen
(EQUALIZER)
De RD-300SX is uitgerust met een 2-bands equalizer.
U kunt de sterkte van het lage en hoge frequentiebereik regelen met respectievelijk
de knoppen EQUALIZER [LOW] en [HIGH].
fig.01-26
De euqalizer-instellingen
worden toegepast op het
totaalgeluid van de OUTPUTaansluitingen.
1
Regel het signaalniveau in elk frequentiebereik met de EQUALIZER-knoppen.
Draai de knop naar het minteken (-) om het signaalniveau in het betreffende
frequentiebereik te verlagen; draai de knop naar het plusteken (+) om het
signaalniveau in dat bereik te verhogen.
Bij sommige knopinstellingen
kunnen klanken vervormen.
Wanneer dit gebeurt, verlaagt
u het volume in de zones met
de respectievelijke ZONE
LEVEL-regelaars.
31
Handige functies gebruiken tijdens het spelen
Ritmepatronen spelen ([RHYTHM])
De RD-300SX bevat intern geprogrammeerde drumpatronen in uiteenlopende
muziekgenres, zoals jazz, rock en andere. U kunt deze gebruiken als begeleiding bij
uw uitvoeringen op de RD-300SX. Deze drumpatronen worden “Rhythms” genoemd.
fig.02-01
1, 2
1
Druk op [RHYTHM] zodat de indicator van de knop oplicht.
Het ritme begint te spelen.
2
Druk nogmaals op [RHYTHM]; de indicator gaat uit en het ritme stopt.
Het ritmepatroon veranderen
U kunt bepalen hoe een ritme wordt gespeeld (het patroon) zodat het bij diverse
muziekgenres past.
1
Druk op [RHYTHM] zodat de indicator van de knop oplicht.
Het ritme begint te spelen.
2
Houd [RHYTHM] ingedrukt en druk vervolgens op [INC] of [DEC] om een patroon te
selecteren.
Het patroon van het ritme verandert.
fig.disp_r1
3
Als u nogmaals op [RHYTHM] drukt, dooft de indicator uit en stopt het ritme.
Raadpleeg
ritmepatronen”
meer informatie over het soort
ritmepatronen.
Gegevens over de
ritmepatroonprestaties worden
niet van de MIDI OUTaansluiting naar de USBaansluiting gestuurd wanneer
de MIDI Tx-modus (p. 46) is
ingesteld op Modus 1.
“Lijst van de
(p. 65) voor
32
Handige functies gebruiken tijdens het spelen
b
Het tempo van het ritme veranderen
1
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [RHYTHM].
Het tempo van het ritme wordt weergegeven.
2
Druk op [INC] of [DEC] om het tempo te wijzigen.
Het ritme wordt gespeeld op het geselecteerde tempo.
3
Druk op [SHIFT] om naar het vorige scherm terug te keren.
Het ritmevolume veranderen
1
Houd [RHYTHM] ingedrukt en verschuif de ZONE LEVEL-regelaar.
Het volume van het ritme verandert.
De wijze waarop het ritme
wordt gespeeld en het
weergegeven tempo kunnen
ij sommige ritmepatronen
verschillen.
33
Handige functies gebruiken tijdens het spelen
b
Opgeslagen instellingen kiezen ([SETUP])
De instellingen van de RD-300SX voor Tones, effecten en dergelijke meer worden
samen een “Setup” genoemd.
Hebt u uw voorkeursinstellingen en de instellingen voor de uit te voeren songs in
een Setup opgeslagen, dan kunt u daarna tijdens het spelen volledige
instellingensets veranderen door gewoon een andere Setup te kiezen.
U kunt tot 32 verschillende Setups opslaan.
De RD-300SX is al voorzien van een aantal voorgeprogrammeerde Setups.
Laten we eens proberen een Setup op te roepen.
fig.02-02
1
De huidige instellingen
worden gewist wanneer u een
Setup oproept. Vergeet dus
niet om een Setup die u wil
ehouden, eerst op te slaan
voordat u een andere Setup
oproept (p. 35).
2
1
Druk op [SETUP] zodat de indicator oplicht.
Het hieronder getoonde Setup-scherm verschijnt in de display.
fig.disp.SUP
2
Druk op de knoppen [INC] of [DEC], of op TONE SELECT om een Setup te selecteren.
fig.disp.S11
S.51
S.41
S.31
S.21
Setup
nummer
S.11
S.12
S.13
S.14
S.22
S.23
S.24
S.32
S.33
S.34
S.42
S.43
S.44
S.52
S.53
S.54
Bij selectie met de TONE SELECT-knoppen
3
Speel op het klavier.
De huidige instellingen zijn die van de opgeroepen Setup.
S.61
S.62
S.63
S.64
2
S.71
S.72
S.73
S.74
S.81
S.82
S.83
S.84
“Lijst van de Setups”
(p. 66)
34
Handige functies gebruiken tijdens het spelen
Instellingen opslaan in Setups ([WRITE])
Als u de gewijzigde inhoud als een nieuwe Setup wilt gebruiken, voer dan de
volgende procedure uit om de instellingen op te slaan in een Setup.
U kunt 32 Setups opslaan in de RD-300SX.
fig.02-05
1
3, 4
2
1
Druk op [WRITE] zodat de indicator oplicht.
Het Setup-scherm verschijnt.
fig.disp.S11
2
Selecteer de save-destination Setup door te drukken op de knoppen [INC] of [DEC], of TONE
SELECT.
3
Druk op [ENTER].
fig.disp.Sur
Het bevestigingsscherm (Sure?) verschijnt.
Als u de Setup niet wil opslaan, drukt u [EXIT] of [WRITE].
De handeling wordt geannuleerd en u keert terug naar het Tone-scherm.
2
4
Wanneer u op [ENTER] drukt, begint het opslaan van de Setup.
Wanneer het opslaan van de Setup beëindigd is, gaat de [WRITE] indicator uit.
U keert terug naar het Tone-scherm.
Instellingen die niet in de Setup worden opgeslagen
De volgende instellingen kunnen niet worden opgeslagen in de Setup.
• Systeeminstellingen (p. 37)
• SOUND CONTROL-instellingen (p. 30)
• Stand van de EQUALIZER-knop (p. 31)
• V-LINK-instellingen (p. 51)
• Transpose (p. 25)
35
Handige functies gebruiken tijdens het spelen
De knoppen uitschakelen (Panel Lock)
Zodra Panel Lock is geactiveerd, zullen alle knoppen (behalve de VOLUME slider,
ONE TOUCH [PIANO], en de [EXIT] knop) uitgeschakeld zijn. Dit voorkomt dat
instellingen onbedoeld worden veranderd op het podium of in gelijkaardige
situaties.
fig.02-06
2
2
1
1
Houd [EDIT] ingedrukt en druk op [ENTER].
Blijf deze twee knoppen ingedrukt houden tot het volgende scherm verschijnt.
fig.disp.—
2
Druk op ONE TOUCH [PIANO] of [EXIT] om Panel Lock te annuleren.
36
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
Het wijzigen van de Tone-parameters om de Tones te maken waarvan
u houdt, en het wijzigen van de instellingen voor diverse functies
noemen we “editing”.
Wanneer u op [EDIT] drukt en de indicator brandt, gaat de RD-300SX
over naar “Edit Mode”.
U kunt bewerkte instellingen opslaan in Setups.
Bewerkte instellingen worden gewist wanneer u de RD-300SX
uitschakelt. Zorg dus dat u alle instellingen die u wilt behouden,
opslaat in een Setup. Raadpleeg
([WRITE])”
U kunt echter geen Systeeminstellingen opslaan in de Setups. Als u
veranderingen aan het systeem wilt maken, moet u de Writeprocedure apart uitvoeren (p. 37).
(p. 35) voor meer informatie.
“Instellingen opslaan in Setups
Instelbare parameters
In Edit-modus kunt u de volgende parameters instellen.
System: instellingen die verband houden met de werking van het hele instrument
(p. 37)
Master Tune
Temperament Key
Stretch Tune
Damper Pedal Polarity
Control Pedal Polarity
Setup Control Channel
Setup Pedal Shift
USB-stuurprogramma
Common: instellingen voor pedaalfuncties en gelijkaardige functies
(
p. 40)
MFX Zone
Control Pedal Function
Tone: Tone-instellingen (p. 41)
Cutoff
Resonance
Attack Time
Decay Time
Release Time
Reverb Send Level
Fine Tune
Bend Range
Upper, Lower Zone: Zone-instellingen (p. 42)
Key Transpose
Pan
Damper Pedal Switch
Control Pedal Switch
Bender Switch
Modulation Switch
Part: Part On/Off (p. 43)
1–16
Utility: instellingen voor het maken van een back-up, Factory Reset, enz. (p. 44)
Bulk Dump Temporary
Bulk Dump Setup
Factory Reset
TX Mode
Local Control
Systeeminstellingen maken
(System)
Functies die een invloed hebben op de algemene werking van de RD300SX, noemen we “Systeemfuncties”.
Instellingen vastleggen
1.
Druk op [EDIT].
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Editmodus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “System” te selecteren en druk vervolgens
op [ENTER].
fig.disp.SYS
3.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen.
De naam van de parameter verschijnt op het display zolang de
knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten,
wordt de waarde van de parameter weergegeven op het display.
TONE
SELECTknop
PIANOMaster Tune (p. 38)
E.PIANOTemperament, Key (p. 38)
ORGANStretch Tune (p. 38)
STRINGS/
PAD
GUITAR/
BASS
BRASS/
WINDS
VOICE/
SYNTH
RHY/GM2
4.
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen.
5.
Druk op [WRITE] als u de instellingen wilt bewaren. Druk vervolgens op
[ENTER].
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
Tenzij u ze hebt bewaard, gaan deze instellingen verloren zodra
u het instrument uitschakelt.
Weergave
Parameter
Damper Pedal Polarity (p. 38)
Control Pedal Polarity (p. 39)
Setup Control Channel (p. 39)
Setup Pedal Shift (p. 39)
USB Driver (p. 39)
* Sommige Tones zijn zo ingesteld dat geen effecten worden toegepast.
37
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
Afstemmen op de toonhoogte van
andere instrumenten (Master Tuning)
Als u een harmonieuzer geluid wilt, wanneer u samenspeelt met andere
instrumenten, moet u zorgen dat de standaardtoonhoogte van alle instrumenten dezelfde is. Over het algemeen wordt de stemming van een instrument
door de toonhoogte in Hertz (Hz) van de middelste “A”-noot aangegeven.
De laatste drie cijfers van de huidige instelling van de standaardtoonhoogte verschijnen op het display.
Waarde
415,3Hz – 466,2Hz (stappen van 0,1 Hz)
De Stemming aanpassen
(Temperament, Key)
Hiermee bepaalt u de stemming en de grondnoot (tonica) voor volledige Parts.
fig.disp.1-C
De grondnoot selecteren
Als u met een andere stemming dan gelijkzwevende temperatuur
speelt, moet u de grondnoot ingeven om het te spelen muzieknummer te stemmen (d.w.z, de noot die overeenstemt met C voor een
majeur-toonaard of met A voor een mineur-toonaard). Bij gelijkzwevende stemming hoeft u geen grondnoot in te stellen.
U stelt de grondnoot in door [E.PIANO] ingedrukt te houden en op
[INC] of [DEC] te drukken.
De geselecteerde grondnoot verschijnt op het display zoals in onderstaande afbeelding.
fig.03-01
Weergave
Letter
naam
* Als u samenspeelt met andere instrumenten, moet u er rekening mee
C C D E E F F G A A B B
houden dat, afhankelijk van de toonaard, enige
toonhoogteverschuiving kan optreden. Stem de RD-300SX af op de
basistoon van de andere instrumenten.
Temperament Keynote
De meeste moderne muzieknummers worden gecomponeerd voor en
gespeeld met gelijkzwevende stemming, maar ten tijde van de klassieke
muziek bestonden er nog een aantal andere stemmingsmethodes. Als u
een compositie met de originele stemming speelt, dan hoort u de samenklank van de akkoorden zoals de componist het bedoeld had.
U hebt de keuze uit acht stemmingen.
Weerg
ave
StemmingBeschrijving
1
Gelijkzwevende
stemming
2Just
(Majeur).
3Just
(Mineur).
4Pythagorean
5Kirnberger
6
Mean Tone
7
Werckmeister
8
Arabic
Deze stemming verdeelt een octaaf in 12
gelijke delen. Elk interval produceert
dezelfde hoeveelheid lichte dissonantie.
Deze toonschaal elimineert dissonantie in
kwinten en tertsen. Ze is niet geschikt om melodieën te spelen en kan niet worden getransponeerd, maar levert een zeer mooie sonoriteit op.
De toonschalen van de majeur en de mineur
reine intonaties verschillen van elkaar. Met
de mineurschaal kunt u wel hetzelfde effect
krijgen als met de majeurschaal.
Deze toonschaal, bedacht door de filosoof
Pythagoras, elimineert de dissonantie in
kwarten en kwinten. Dissonantie wordt
geproduceerd door derde-intervalakkoorden, maar de melodieën zijn eufonisch.
Deze toonschaal is een modificatie van de
Meantone- en de Just-schalen, die een grotere vrijheid biedt voor transpositie naar
andere toonaarden. Er kan gespeeld worden in alle toonaarden (III).
Deze toonschaal wijkt licht af van de Justschalen, zodat transpositie mogelijk is.
Dit is een combinatie van de Meantone- en de
Pythagorean-schaal. Er kan in alle toonaarden
worden gespeeld (eerste techniek, III).
Arabische toonschaal. Geschikt voor
Arabische muziek.
Precieze aanpassing van
akkoordensonoriteit (Stretch Tune)
Hiermee verandert u de toonhoogte volgens de “stretch tuning”methode, zoals bij akoestische piano's. De hoge tonen klinken dan
ietsje hoger en de lage tonen ietsje lager.
WeergaveWaarde
OFF
ON
De polariteit van het pedaal
omkeren (Damper Pedal Polarity)
Hiermee wisselt u de polariteit van het pedaal dat is verbonden met
de PEDAL (DAMPER)-aansluiting op het achterpaneel.
Bij sommige pedalen is het elektrische signaal dat ze uitsturen
wanneer u ze indrukt, het omgekeerde van dat van andere pedalen.
Als uw pedaal net het omgekeerde doet van wat u had verwacht, stel
dan deze parameter in op REVERSE.
Als u een Roland-pedaal (zonder polariteitsschakelaar) gebruikt, stel
deze parameter dan in op STANDARD.
WeergaveWaarde
STANDARD
REVERSE
38
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
De polariteit van het pedaal
omkeren (Control Pedal Polarity)
Hiermee wisselt u de polariteit van het pedaal dat is verbonden met
de PEDAL (CONTROL) jack op het achterpaneel.
Bij sommige pedalen is het elektrische signaal dat ze uitsturen
wanneer u ze indrukt, het omgekeerde van dat van andere pedalen.
Als uw pedaal net het omgekeerde doet van wat u had verwacht, stel
dan deze parameter in op REVERSE.
Als u een Roland-pedaal (zonder polariteitsschakelaar) gebruikt, stel
deze parameter dan in op STANDARD.
WeergaveWaarde
STANDARD
REVERSE
Setups kiezen met Program
Change-berichten
(Setup Control Channel)
U kunt op de RD-300SX een andere Setup kiezen via MIDI-berichten
vanuit een extern MIDI-apparaat.
Stel het MIDI-ontvangstkanaal in om de MIDI-berichten (Program
Changes) van het externe MIDI-apparaat te ontvangen voor het
veranderen van Setup.
Als u niet van Setup wilt veranderen vanuit een extern MIDIapparaat, stel dit dan in op OFF.
De pedaal gebruiken om een
andere Setup te kiezen (Setup
Pedal Shift)
U kunt het pedaal dat verbonden is met de PEDAL (CONTROL)aansluiting op het achterpaneel, gebruiken als speciale schakelaar om
Setups in volgorde te kiezen.
WeergaveWaardeBeschrijving
OFFU kunt de pedaalfunctieset
gebruiken met de Control
Pedal-functie (p. 40).
ONHet pedaal wordt een speciale
schakelaar om van Setup te
veranderen.
U kunt de functieset met Control Pedal-functie (p. 40) niet
gebruiken wanneer deze op ON staat.
Het USB-stuurprogramma instellen
Als u een computer wilt aansluiten via de USB-verbinding, moet u de
volgende instellingen creëren voor u verbinding kunt maken.
Schakel het apparaat na het wijzigen van de instellingen uit en
zet het vervolgens weer aan.
Het is niet nodig om de Write-procedure te gebruiken voor het
instellen van het USB-stuurprogramma.
Waarde
1–16, OFF
Als de Control Channel-instellingen mee worden verzonden
met het MIDI-ontvangstkanaal van de Part, dan heeft het kiezen
van Setups voorrang op het kiezen van Tones. Voor meer
informatie over programmaveranderingen voor het wisselen
van Setups, raadpleeg
“Setups kiezen”
(p. 49).
WeergaveWaardeBeschrijving
Original
Generic Selecteer dit wanneer u een
Selecteer dit wanneer u het meegeleverde stuurprogramma gebruikt
bij een USB-verbinding.
generiek USB-stuurprogramma gebruikt, dat bij het
besturingssysteem met een
USB-verbinding is geleverd.
39
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
Instellingen in verband met
de Setup (Common)
Instellingen vastleggen
1.
Druk op [EDIT].
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Editmodus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “Common” te selecteren en druk vervolgens
op [ENTER].
fig.disp.Con
3.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen.
De naam van de parameter verschijnt op het display zolang de
knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten,
wordt de waarde van de parameter weergegeven op het
display.
De Zone instellen waaraan MultiEffecten worden toegevoegd
(MFX Zone)
Dit specificeert welke Zone voorrang heeft wanneer de effecten die
toegewezen zijn aan de Upper Tone en de Lower Tone, verschillen in
Split Mode of Dual Mode (p. 20).
WeergaveBeschrijving
UPPER
LOWER
* Als dezelfde effecten zijn toegewezen aan de Upper Tone en de Lower
Tone, worden dezelfde effecten toegevoegd aan beide Tones.
De pedaalfunctie wijzigen
(Control Pedal-functie)
Dit bepaalt de functie van de pedaalschakelaar of de expressiepedaal
(zoals de optionele EV-5) die verbonden is met de CONTROLaansluiting op het achterpaneel.
TONE
SELECTknop
PIANOMFX Zone (p. 40)
E.PIANOControl Pedal-functie (p. 40)
ORGAN——
STRINGS/
PAD
GUITAR/
BASS
BRASS/
WINDS
VOICE/
SYNTH
RHY/GM2
Enkel de indicators of knoppen waaraan een parameter is
toegewezen, gaan knipperen.
4.
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen.
5.
Druk op [EDIT] om de indicator uit te zetten en de Edit-modus te
verlaten.
Weergave
——
——
——
——
——
Parameter
Deze functie kan niet worden gebruikt, wanneer de Setup Pedal
Shift op “ON” staat (p. 39).
WeergaveBeschrijving
Zacht (standaard)
Sostenuto
Expressie
Start/Stop ritmepatroon
Multi-effecten AAN/UIT
Modulatie
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
40
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
Tone-instellingen
(Tone-parameter)
Instellingen vastleggen
1.
Druk op [EDIT].
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Edit-modus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “Tone” te selecteren en druk vervolgens op
[ENTER].
fig.disp.ton
3.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen.
De naam van de parameter verschijnt op het display zolang de
knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten,
wordt de waarde van de parameter weergegeven op het display.
Voor het instellen van de LOWER-zone zet u [LOWER SELECT] op ON.
TONE
SELECTknop
PIANOCutoff (p. 41)
E.PIANOResonance (p. 41)
ORGANAttack Time (p. 41)
STRINGS/
PAD
GUITAR/
BASS
BRASS/
WINDS
VOICE/
SYNTH
RHY/GM2
Weergave
Parameter
Decay Time (p. 41)
Release Time (p. 41)
Reverb Send Level (p. 41)
Fine Tune (p. 42)
Bend Range (p. 42)
De Tone Elements wijzigen
(Cutoff/Resonance/Attack Time/
Decay Time/Release Time)
U kunt wijzigingen aanbrengen in de Tones door de instellingen van
de volgende vijf elementen te veranderen.
Cutoff:
Resonance:
Attack Time:
Decay Time:
Release time:
Abrupte veranderingen in de instellingen kunnen tot gevolg
hebben dat het geluid vervormt of overdreven luid wordt. Hou
het volume in de gaten wanneer u de instellingen maakt.
ParameterWaardeBeschrijving
Cutoff-64–0– +63
Resonance-64–0– +63
Attack Time-64–0– +63
Decay Time-64–0– +63
Release Time-64–0– +63
Het effect kan bij sommige Tones onopgemerkt blijven, zelfs
wanneer de waarde werd veranderd.
hiermee regelt u de opening van de filter.
hiermee versterkt u de gebieden rondom de cutofffrequentie, wat het geluid een speciale klank geeft.
Overdreven hoge instellingen kunnen oscillatie
veroorzaken, waardoor het geluid vervormt.
de tijdsduur vanaf het aanslaan van de toets tot het
geluid zijn volledig volume bereikt.
de tijdsduur vanaf de aanslag tot het moment waarop
het geluidsniveau vermindert.
de tijdsduur vanaf het loslaten van de toets totdat het
geluid niet meer hoorbaar is.
Hoge waarden geven een helder
geluid; lage waarden laten het
geluid donkerder klinken.
Hoge waarden maken de speciale
klank van het geluid sterker; lage waarden verminderen deze eigenschap.
Hoge waarden geven een zachtere
aanslag; lage waarden geven een
scherpere aanslag.
De tijdsduur tot het dalen van het
volume, wordt langer wanneer de
waarde wordt verhoogd. Het verlagen van de waarde verkort de
Decay Time of uitsterftijd.
Hoge waarden geven een langere uitsterftijd; lage waarden geven een
scherp afgelijnd geluid.
De hoeveelheid reverb instellen die
op elke Tone wordt toegepast
(Reverb Send Level)
Enkel de indicators of knoppen waaraan een parameter is
toegewezen, gaan knipperen.
4.
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen.
5.
Druk op [EDIT] om de indicator uit te zetten en de Edit-modus te
verlaten.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
Hier stelt u de diepte van het Reverb-effect in voor elke Tone.
Als u deze waarde op “0” zet, wordt geen effect toegepast, zelfs
wanneer [REVERB] wordt ingedrukt.
U kunt de instelling ook maken door [REVERB] ingedrukt te
houden en de ZONE LEVEL-regelaar af te stellen.
Waarde
0–127
41
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
De toonhoogte wijzigen (Fine Tune)
Waarde
-50 – 50 (cent)
De Bend Range wijzigen
(Bend Range)
U kunt bepalen hoeveel de toonhoogte verandert wanneer u de Pitch
Bend-hendel
octaves).
Waarde
0–24
beweegt in stappen van een halve toon (+/-2
De instellingen voor elke
Zone apart maken
(Zone-parameter)
Instellingen vastleggen
1.
Druk op [EDIT].
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Edit-modus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “U-L” te selecteren en druk vervolgens op
[ENTER].
fig.disp.U-L
3.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen.
De naam van de parameter verschijnt op het display zolang de
knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten,
wordt de waarde van de parameter weergegeven op het display.
Voor het instellen van de LOWER-zone zet u [LOWER SELECT] op ON.
TONE
SELECTknop
PIANOKey Transpose
E.PIANOPan
ORGANDamper Pedal Switch
STRINGS/
PAD
GUITAR/
BASS
BRASS/
WINDS
VOICE/
SYNTH
RHY/GM2
Enkel de indicators of knoppen waaraan een parameter is
toegewezen, gaan knipperen.
Weergave
——
——
Parameter
Control Pedal Switch
Bender Switch
Modulation Switch
42
4.
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen.
5.
Druk op [EDIT] om de indicator uit te zetten en de Edit-modus te
verlaten.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
De toonhoogte van de Tone
veranderen in stappen van een
halve toon (Key Transpose)
Waarde
-48—0— 48
De Pan instellen
De Pan-instelling plaatst elke Part in het stereobeeld wanneer de
output in stereo is. Als de waarde voor L toeneemt, hoort u meer
geluid van de linkerkant komen. Zo ook, als de waarde voor R
toeneemt, hoort u meer geluid van rechts komen. Bij een "0"-waarde
komt het geluid uit het midden.
Waarde
L64–0–R63
De controllers in- en uitschakelen
U kunt bepalen of elke individuele Part wel (ON) of niet (OFF) wordt
aangestuurd door de pedalen aangesloten op elke PEDAL-schakelaar
(DAMPER, CONTROL), de Modulation-hendel en de Bender.
ParameterWaarde
Damper Pedal SwitchOFF, ON
Control Pedal Switch
Pitch Bender Switch
Modulation Switch
Part On/Off (Part)
U kunt kiezen of berichten van externe MIDI-apparaten al dan niet
worden ontvangen door elke individuele Part.
1.
Druk op [EDIT].
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Editmodus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “Part” te selecteren en druk vervolgens op
[ENTER].
fig.disp.Prt
3.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de Part-nummer dat u wilt wijzigen, is toegewezen.
Druk op [LOWER SELECT] zodat de indicator oplicht om Part
9–16 te selecteren.
Het nummer van het kanaal verschijnt op het display zolang de
knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten,
wordt de status van het kanaal (aan/uit) weergegeven op het
display.
Druk op [INC] of [DEC] om de instelling op ON of OFF te zetten.
4.
De indicator voor de geselecteerde Part knippert, terwijl de
indicator voor een Part die op ON staat, ononderbroken brandt.
5.
Druk op [EDIT] om de indicator uit te zetten en de Edit-modus te
verlaten.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
Op de RD-300SX is UPPER vast ingesteld als Part 1 (Ch 1),
terwijl LOWER vast is ingesteld als Part 2 (Ch 2). Merk op dat
het klavier geen klank produceert als Parts 1 en 2 op OFF staan.
43
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
Utility-instellingen (Utility)
Setups naar externe apparaten
overbrengen (Setup Bulk Dump)
U kunt de inhoud van Setups overbrengen naar een extern MIDIapparaat. Deze handeling noemen we “bulk dump”.
Voer deze procedure uit om de gegevens op een extern MIDIapparaat op te slaan, wanneer u bijvoorbeeld nog een andere RD300SX wil gebruiken met dezelfde instellingen, of om een reservekopie te hebben van uw Setups.
1.
Verbindt de RD-300SX met de externe sequencer via een optionele
MIDI- of USB-kabel (apart verkrijgbaar).
2.
Druk op [EDIT].
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Editmodus.
Bulk Dump Temporary
De inhoud van de momenteel geselecteerde Setup wordt verzonden.
5.
Druk op [PIANO].
Het volgende scherm verschijnt en [PIANO] knippert.
fig.disp.bdt
6.
Zet de externe sequencer in Record-modus.
7.
Druk op [ENTER].
Het bevestigingsscherm (Sure?) verschijnt.
Druk op [EXIT] als u de instellingen niet wilt verzenden.
8.
Druk nogmaals op [ENTER] om de instellingen te verzenden.
Wanneer de verzending beëindigd is, kunt u terugkeren naar
Stap 3.
9.
Stop de externe sequencer.
Druk op [INC] of [DEC] om “Utility” te selecteren en druk vervolgens op
3.
[ENTER].
fig.disp.Utl
4.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen en
selecteer vervolgens de parameter.
TONE SELECT
-knop
PIANOBulk Dump Temporary
E.PIANOBulk Dump Setup (p. 44).
ORGANFactory Reset (p. 45).
STRINGS/
PAD
GUITAR/
BASS
BRASS/
WINDS
VOICE/
SYNTH
RHY/GM2
Weergave
——
——
——
Beschrijving
(p. 44).
TX Mode (p. 46)
Local Control (p. 46)
Bulk Dump Setup
De inhoud van alle Setups wordt verzonden.
5.
Druk op [E.PIANO].
Het volgende scherm verschijnt en [E.PIANO] knippert.
fig.disp.bdS
6.
Zet de externe sequencer in Record-modus.
7.
Druk op [ENTER].
Het bevestigingsscherm (Sure?) verschijnt.
Druk op [EXIT] als u de instellingen niet wilt verzenden.
8.
Druk nogmaals op [ENTER] om de instellingen te verzenden.
Wanneer de verzending beëindigd is, kunt u terugkeren naar
Stap 3.
9.
Stop de externe sequencer.
Enkel de indicators of knoppen waaraan een parameter is
toegewezen, lichten op.
Stop de ritmes en raak de toetsen of controllers niet aan
wanneer u de Bulk Dump-procedure uitvoert.
44
Opgeslagen instellingen
terugzenden naar de RD-300SX
Wanneer u opgeslagen instellingen vanuit een externe
sequencer terugzendt naar de RD-300SX, wordt een Exclusivebericht verzonden vanuit de externe sequencer, en daarna
worden de gegevens ontvangen door de RD-300SX.
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
De fabrieksinstellingen opnieuw
oproepen (Factory Reset)
U kunt de instellingen van de RD-300SX terugzetten op hun fabriekswaarden.
Wanneer u gegevens van Setups terugzendt naar de RD-300SX,
dan worden de gegevens die in de RD-300SX aanwezig zijn,
overschreven en gaan ze dus verloren.
1.
Verbindt de RD-300SX met de externe sequencer via een optionele
MIDI- of USB-kabel (apart verkrijgbaar).
2.
Zorg dat de [EDIT]-indicator uit is.
Als de [EDIT]-indicator brandt, druk dan op [EDIT] zodat hij
uitdooft en zet de RD-300SX in de gewone Performance Mode.
3.
Verzend (= weergeven) de gegevens vanuit de externe sequencer.
De RD-300SX schrijft de ontvangen Bulk Dump Setup-gegevens
weg in zijn intern geheugen. Schakel het apparaat nooit uit
tijdens het wegschrijven van deze gegevens.
Raadpleeg de handleiding van uw sequencer voor meer
informatie over de verzending van exclusieve gegevens.
Door “Factory Reset” uit te voeren verwijdert u alle Setups (p.
34) en de Systeeminformatie (p. 37). Als u bepaalde gegevens
wilt behouden, zet ze dan over naar een externe sequencer met
de "Bulk Dump Setup"-procedure (p. 44).
* De systeeminstellingen kunt u niet bewaren via Bulk Dump.
Druk op [EDIT].
1.
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Editmodus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “Utility” te selecteren en druk vervolgens op
[ENTER].
fig.disp.Utl
3.
Druk op [ORGAN].
fig.disp.Fctl
4.
Druk op [ENTER].
Het bevestigingsscherm (Sure?) verschijnt.
Druk op [EXIT] om de Factory Reset te annuleren.
5.
Druk nogmaals op [ENTER] om de Factory Reset-operatie te starten.
Wanneer de Factory Reset beëindigd is, kunt u terugkeren naar
Stap 2.
Schakel het apparaat nooit uit tijdens de Factory Reset.
45
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
a
De MIDI Tx Mode instellen
Door de MIDI Tx Mode in te stellen kunt u kiezen om een geschiktere
(voor het externe MIDI-apparaat) selectie van MIDI-gegevens te
verzenden vanuit de RD-300SX wanneer u Tone-veranderingen
maakt op de RD-300SX.
“Mode 1” is de standaardinstelling bij het opstarten.
WeergaveWaardeBeschrijving
Mode1Deze instelling is geschikt voor
het aansluiten op een klankmodule. De MIDI-informatie (bijvoorbeeld: Program Change)
wordt niet van de RD-300SX
verzonden wanneer u een Tone
verandert op de RD-300SX.
Mode2
De MIDI Tx-knop wordt uitgeschakeld in Mode 2.
Deze instelling is geschikt voor
het aansluiten van sequencers.
De MIDI-informatie (bijvoorbeeld: Bank Select, Program
Change, Instellingen van Effecten, enz.) wordt verzonden van
de
RD-300SX
wanneer u een
Tone verandert op de RD300SX.
Local Control in- en uitschakelen
Wanneer u een MIDI-sequencer aansluit, zet dan Local Control op
“Off.”
Wanneer het instrument aan staat, is dit ingesteld op “On”.
Zoals weergegeven in de illustratie wordt informatie over wat werd
gespeeld op het klavier, doorgestuurd naar de interne klankgenerator
via twee verschillende routes, (1) en (2). Als gevolg hiervan hoort u
overlappende of intermitterende klanken. Om dit te voorkomen moet
moet u route (1) verbreken door het apparaat in te stellen op wat
“Local Off” wordt genoemd.
fig.03-02
Local On
(1)
Sequencer
MIDI
Klankgenerator
Elke gespeelde noot
wordt twee keer weergegeven.
Local Control ON:
fig.03-03
Het klavier en de interne klankgenerator zijn
De klank wordt geproduceerd
verbonden.
MIDI
IN
MIDI
OUT
OUT
MIDI
IN
Geheugen
Thru-functie A
(2)
Klankgenerator
Local Aan
Local Control OFF:
Het klavier en de interne klankgenerator zijn niet
verbonden. Het klavier produceert geen klank
wanneer erop wordt gespeeld.
fig.03-04
Er wordt geen klank geproduceerd
Klankgenerator
Local Uit
WeergaveWaarde
OFF
ON
46
Externe MIDI-apparatuur aansluiten
Wat is MIDI?
MIDI is de afkorting van Musical Instruments Digital Interface. Deze
standaardspecificatie laat toe om muzikale informatie uit te wisselen
tussen elektronische muziekinstrumenten en computers. Door
apparaten met MIDI-aansluitingen via een MIDI-kabel met elkaar te
verbinden, kunt u met één enkel MIDI-klavier meerdere
instrumenten bedienen of automatisch instellingen wijzigen in de
loop van de song.
Over MIDI-aansluitingen
De RD-300SX is voorzien van de volgende drie soorten MIDIaansluitingen. Hun verschillen worden hieronder beschreven.
fig.04-01
Raadpleeg voor instructies over het aansluiten van de externe
toestellen,
MIDI IN-aansluiting
Deze aansluiting ontvangt Performance-berichten van een extern
MIDI-toestel. Deze binnenkomende berichten kunnen de RD-300SX
bijvoorbeeld opdragen om bepaalde noten te spelen of om van Tone
te veranderen.
MIDI OUT-aansluiting
Via deze aansluiting worden MIDI-berichten naar externe MIDIapparaten verstuurd. De MIDI OUT-aansluiting van de RD-300SX
wordt gebruikt voor de verzending van zowel Performance-data van
het keyboard controller-gedeelte als data gebruikt voor het opslaan
van diverse instellingen en patronen (Bulk Dump
→p. 44).
“De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur”
(p. 12).
De RD-300SX gebruiken als
Master-klavier
Als u een extern MIDI-apparaat aansluit op de MIDI OUTaansluiting op het achterpaneel van de RD-300SX, dan kunt u het
externe MIDI-apparaat aansturen met de RD-300SX.
Normaal stuurt de RD-300SX Note-berichten uit via de MIDI OUTaansluiting. U kunt echter niet alleen Note-berichten aansturen, maar
ook nog diverse andere instellingen voor externe MIDI-apparaten.
Gebruik de volgende instellingen als u niet wil dat MIDI-berichten
worden verstuurd.
1.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [MIDI Tx].
2.
Druk op [INC] of [DEC] om de instelling op ON of OFF te zetten.
* Kies ON om verzending toe te laten.
Deze knop is niet beschikbaar wanneer de Tx-modus is
ingesteld op Mode 2.
Klanken kiezen op een extern
MIDI-apparaat
Om op een extern MIDI-toestel van Tone te veranderen, moet u het
programmanummer en de MSB/LSB van het Bank Select-bericht als
een numerieke waarde invoeren op de RD-300SX.
Druk op [MIDI Tx].
1.
2.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen en selecteer
vervolgens de parameter.
Als u de klanken wilt veranderen, drukt u eerst op [ORGAN]
om het Program Change-bericht te verzenden.
TONE
SELECTknop
PIANOBank Select MSB
E.PIANOBank Select LSB
Weergave
Parameter
Aansluiten op externe MIDIklankgeneratoren
fig.04-02
MIDI IN
MIDI OUT
Klankgenerator A
RD-300SX
ORGANProgram Change
STRINGS/
PAD
GUITAR/
BASS
BRASS/
WINDS
VOICE/
SYNTH
RHY/GM2
Als de RD-300SX een Program-nummer of een Bank-nummer
verzendt waarvoor er geen Tone is toegewezen, kan er een andere
Tone worden gekozen; of in sommige gevallen wordt er geen
geluid geproduceerd. Als u het Program-nummer of Bank Select
niet wilt verzenden, stel de MSB/LSB dan in op “--- (OFF).”
Pan
Reverb Send
Chorus Send
Key Transpose
MIDI Ch
47
Externe MIDI-apparatuur aansluiten
3.
Druk op [INC] of [DEC] om de parameterwaarden te wijzigen.
Als u tegelijkertijd op [INC] en [DEC] drukt, wordt de waarde van
de instellingen op “--- (OFF)” gezet. Als deze instelling op “--(OFF)” staat, worden er geen Bank Select-berichten verzonden.
Voor het instellen van de LOWER-zone zet u [LOWER SELECT]
op ON.
Parameter
Bank Select MSBCC 000~127, ---(OFF)
Bank Select LSBCC 320–127, --- (OFF)
Program Change
Uw uitvoering op de RD300SX opnemen op een
externe MIDI-sequencer
Neem met een externe sequencer uw muziek op meerdere sporen op
en speel vervolgens de opname af.
Aansluiten op een externe sequencer
fig.04-03
MIDI INMIDI OUT
Opname-instellingen
Wanneer u op een externe sequencer opneemt, is het handig om de
MIDI TX-modus in Mode2 te zetten. Met deze functie krijgt u de
meest geschikte instellingen om de data van de RD-300SX op te
nemen op een externe sequencer, zonder dat u alle instellingen voor
Parts en kanalen hoeft te maken.
For more detailed information on how to make the settings,
Raadpleeg
over het maken van de instellingen.
“De MIDI Tx Mode instellen”
(p. 46) voor meer informatie
De uitvoering opnemen
Gebruik de volgende procedure als u op een externe sequencer
opneemt.
1.
Schakel de Thru-functie van de externe sequencer in en schakel de
Local Control van de RD-300SX uit.
Raadpleeg
informatie.
Hoe u deze procedure moet uitvoeren, leest u in de handleiding
van uw sequencer.
2.
Kies de Setup voor de op te nemen uitvoering.
Hoe u een Setup kiest, leest u op p. 34.
3.
Volg de procedure beschreven in “Opname-instellingen” om de MIDI
Tx-modus in te stellen op Mode2.
4.
Start de opname met de externe sequencer.
5.
Bulk Dump de Setup.
Verzend de inhoud van de geselecteerde Setup naar de externe
sequencer.
Hoe u deze procedure uitvoert, leest u in
apparaten overbrengen (Setup Bulk Dump)”
“Local Control in- en uitschakelen”
(p. 46) voor meer
“Setups naar externe
(p. 44).
MIDI Sequencer
MIDI INMIDI OUT
1.
Voordat u de procedure van het aansluiten begint, zorgt u dat alle
apparaten zijn uitgeschakeld.
2.
Nadat u “De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur” (p. 12) hebt
gelezen, sluit u een audio-apparaat of een koptelefoon aan.
3.
Sluit het externe MIDI-apparaat aan via de MIDI-kabel zoals in
bovenstaande figuur.
4.
Schakel elk apparaat in volgens de beschrijving van “Het apparaat
inschakelen” (p. 13).
RD-300SX
48
6.
Uitvoeringen op de RD-300SX.
7.
Als uw uitvoering klaar is, stopt u de opname op de externe sequencer.
De opname is nu voltooid.
U kunt nu de opgenomen uitvoering beluisteren door deze op
de externe sequencer af te spelen.
Externe MIDI-apparatuur aansluiten
De interne klankgenerator
van de RD-300SX bespelen
vanuit een extern MIDIapparaat
U kunt de RD-300SX aansturen vanuit een extern MIDI-apparaat.
Aansluitingen maken
fig.04-05
MIDI OUT
MIDI Sequencer
MIDI IN
RD-300SX
1.
Voordat u de procedure van het aansluiten begint, zorgt u dat alle
apparaten zijn uitgeschakeld.
2.
Nadat u “De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur” (p. 12) hebt
gelezen, sluit u een audio-apparaat/systeem of een koptelefoon aan.
Klanken van de RD-300SX
kiezen op een extern MIDIapparaat
Door Bank Select- (Controller Number 0, 32) en Program Changeberichten te verzenden vanuit het externe MIDI-apparaat naar de
RD-300SX, kunt u Setups en Tones kiezen.
Tones kiezen (p. 19, p. 60)
Setups kiezen
De MIDI-berichten van het externe MIDI-apparaat worden
ontvangen door de RD-300SX om Setups te kiezen zoals aangegeven
in onderstaande tabel.
NummerBank SelectProgram Change-nummer
MSBLSB
1–328501–32
Bij het wisselen van Setups moet u het MIDI-kanaal van het
verzendende apparaat overeen laten komen met het controllerkanaal
van de RD-300SX (p. 39).
Bij het wisselen van individuele Parts moet u het MIDI-kanaal van
het verzendende apparaat overeen laten komen met het
ontvangstkanaal van de RD-300SX. Als hetzelfde kanaal voor zowel
het controllerkanaal als het ontvangstkanaal is ingesteld, krijgt het
controllerkanaal prioriteit, zodat Setups worden gewisseld.
3.
Sluit het externe MIDI-apparaat aan via de MIDI-kabel zoals in
bovenstaande figuur.
4.
Schakel elk apparaat in volgens de beschrijving van “Het apparaat in- en
uitschakelen” (p. 13).
49
Aansluiten op uw computer via USB (USB-modus)
4.
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen.
Wisselen van USBstuurprogramma's
Wat is het USB MIDI-stuurprogramma?
Het USB MIDI-stuurprogramma is een softwareprogramma
waarmee gegevens worden uitgewisseld tussen de RD-300SX
en de toepassing (sequencersoftware, enz.) die actief is op de via
USB verbonden computer.
Het USB MIDI-stuurprogramma stuurt gegevens van de
toepassing naar de RD-300SX, en brengt gegevens van de RD300SX over naar de toepassing.
fig.05-01
Applicatie
USB-stuur-
programma
Computer
Wanneer een computer verbonden is met de USB-aansluiting, kunt u
als volgt het te gebruiken USB-stuurprogramma kiezen:
1.
Druk op [EDIT].
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Editmodus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “System” te selecteren en druk vervolgens
op [ENTER].
fig.disp.SYS
USB-aansluiting
USB-kabel
USB-aansluiting
RD-300SX
Weergave
5.
Schakel het apparaat na het wijzigen van de instellingen uit en zet het
vervolgens weer aan.
Het is niet nodig om de Write-procedure te gebruiken voor de
instellingen van het USB-stuurprogramma.
WaardeBeschrijving
Original Selecteer dit wanneer u het
meegeleverde stuurprogramma
gebruikt bij een USB-verbinding.
Generic Selecteer dit wanneer u een
generiek USB-stuurprogramma
gebruikt, dat bij het
besturingssysteem met een USBverbinding is geleverd.
MIDI-berichten uitwisselen
met uw computer
Via de USB-poort kunt u de RD-300SX aansluiten op uw computer.
Raadpleeg voor meer informatie de aparte “USB Installatiegids”.
* Wanneer u de RD-300SX voor het eerst op uw computer aansluit,
moet u het USB-stuurprogramma (zie de bijgeleverde cd-rom) op de
computer installeren. Raadpleeg voor meer informatie de aparte “USB
Installatiegids”.
* U kunt enkel MIDI-data via de USB-poort verzenden.
921
* Om defecten en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten te
voorkomen, moet u altijd het volume op de minimumwaarde zetten en
alle apparaten uitschakelen voor u ze op elkaar aansluit.
* De USB-kabels worden niet bijgeleverd. Neem voor de aankoop
hiervan contact op met uw Roland-handelaar.
* Gebruik een USB-kabel met een maximale lengte van 3 meter.
* Schakel de RD-300SX uit alvorens MIDI-toepassingen op uw
computer te starten. Schakel de RD-300SX nooit in of uit terwijl een
MIDI-programma op uw computer actief is.
* Maak of verbreek nooit de USB-verbinding terwijl de RD-300SX is
ingeschakeld.
* Als u de USB-verbinding niet gebruikt, moet u de USB-kabel
loskoppelen van de RD-300SX.
* Als tijdens het verzenden of ontvangen van gegevens de computer op
sluimerstand overschakelt of als de RD-300SX wordt uit- of
ingeschakeld, kan de computer vastlopen, of kan de werking van RD300SX onstabiel worden.
* Wanneer u de sequencersoftware van uw computer gebruikt om uw
performances met de RD-300SX op te nemen, raden wij u aan om de
Soft Thru van de sequencersoftware op “OFF” te zetten.
3.
Druk op [RHY/GM2].
50
Over V-LINK
V-LINK () is een functie die u voor het spelen van
muziek- en videomateriaal kunt gebruiken. Door met V-LINK
compatibele videoapparatuur te gebruiken kunnen visuele effecten
worden toegewezen aan en deel uitmaken van de expressieve
elementen van een optreden.
(Voorbeelden)
Door de RD-300SX en de Edirol DV-7PR samen te gebruiken kunt u:
• op afstand Edirol DV-7PR afspeelinstellingen creëren met de
RD-300SX.
• het klavier van de RD-300SX gebruiken om beelden van de
Edirol DV-7PR (clips/paletten) te wisselen.
* Om V-LINK samen met de RD-300SX en de Edirol DV-7PR te
gebruiken, zult u verbindingen moeten maken via een USB-MIDIinterface (apart verkrijgbaar).
Voordat u dit instrument op andere apparaten aansluit, dient u
alle apparaten uit te schakelen. Zo voorkomt u defecten en/of
schade aan luidsprekers of andere apparaten.
De V-LINK gebruiken
1.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [SOUND CONTROL] zodat de
indicator brandt.
Het display verandert zoals in onderstaande afbeelding en de
RD-300SX schakelt over op de beeldweergavemodus.
fig.06-01
Nu kunt u met de twaalf toetsen aan het linkeruiteinde van het
klavier de beeldweergave beïnvloeden.
fig.06-03
A0~G#1
* Zolang de V-LINK-functie actief is, hoort u niets wanneer u de twaalf
toetsen aan het linkeruiteinde van het klavier indrukt.
2.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk nogmaals op [SOUND CONTROL] om
de modus te verlaten.
Het display keert terug naar zijn normale stand en de V-LINKinstelling wordt uitgezet.
51
Problemen oplossen
Als de RD-300SX niet functioneert op de manier die u
verwacht, dient u eerst de volgende punten te controleren.
Als hiermee het probleem niet wordt opgelost, neemt u het
best contact op met uw handelaar of met een Roland Service
Center bij u in de buurt.
ProbleemControleer / Oplossing
Toestel start niet op
Geen geluid
Geen geluid van een
specifieke Zone
Is het netsnoer correct ingeplugd? (p. 11)
Staat het volume van de RD-300SX (p. 14)
of van het aangesloten apparaat helemaal
dicht?
Zijn alle aansluitingen correct?
•Als u de RD-300SX als autonoom
instrument gebruikt, sluit dan audiokabels aan of gebruik een hoofdtelefoon
(p. 12).
Is er geluid te horen via de aangesloten
hoofdtelefoon?
•Als u wel geluid hoort via de hoofdtelefoon, dan is mogelijk een van de audiokabels defect of is er een probleem met
de versterker of de mixer. Controleer
nogmaals uw kabels en apparatuur.
Is het volume van een zone uitgeschakeld
met de ZONE LEVEL-regelaars? (p. 24)
Is de Part-instelling op OFF gezet (p. 43)?
U hoort geen geluid wanneer u een toets
aanslaat. Staat de Local Switch op OFF?
•Zet Local Control op ON (p. 46).
Zijn de effectinstellingen correct?
• Controleer de ON/OFF-instellingen
voor MULTI EFFECTS [ON/OFF]
(p. 28), MFX Zone (p. 40) en de volume-
instellingen (p. 28).
Werd het volume verlaagd met een
pedaal of door MIDI-berichten (volumeberichten of expressieberichten) ontvangen van een extern MIDI-apparaat?
Staat het volume van de Zone dicht?
• Controleer de ZONE LEVEL-regelaars
(p. 24).
ProbleemControleer / Oplossing
Kan het apparaat MIDI-berichten verzenden?
• Zet [MIDI TX] op ON (p. 47). Er kunnen
geen MIDI-berichten worden verzon-
Geen geluid uit het
aangesloten MIDIapparaat
Geen geluid (met een
aangesloten MIDIapparaat)
Geen geluid van de
linkerklavierzijde
Geen klank in een
specifiek bereik
Niet alle klanken worden
gespeeld
Tones zijn gewijzigd
den wanneer [MIDI TX] op OFF staat.
Stemt het MIDI-verzendkanaal van het
keyboard controller-gedeelte van de RD300SX overeen met het MIDI-ontvangstkanaal van het aangesloten MIDI-apparaat?
• Maak de Ch-instellingen in het MIDI
TX-scherm (p. 47).
Zijn alle apparaten ingeschakeld?
Is de MIDI-kabel correct aangesloten en
ingeplugd?
Stemt het MIDI-kanaal overeen met dat
van het aangesloten instrument? (p. 47)
Is V-LINK ingeschakeld (p. 51)?
Wanneer V-LINK is ingeschakeld, kunnen
de twaalf toetsen aan de linkerzijde van het
klavier worden gebruikt om de beeldweergave te beïnvloeden. In dit geval kunt u met
deze toetsen geen klanken produceren.
Bepaalde Tones, bijv. ritmepatronen, bass
Tones, Timpani, enz. zullen niet weerklinken als een deel van de Tone buiten
het ingestelde bereik valt.
De RD-300SX heeft een maximale polyfonie
van 128 stemmen. Wanneer u samenspeelt
met een song of een ritme en veelvuldig het
demperpedaal gebruikt, kunnen de data van
uw spel het aantal beschikbare stemmen overstijgen. Dit heeft tot gevolg dat sommige
gespeelde noten of klanken wegvallen.
Hebt u een Setup opgeroepen?
•Wanneer u een Setup oproept, worden
de huidige Tone-, Effect- en andere
instellingen uitgeschakeld en is de
gekozen Setup van kracht ((p. 34)). Sla
de gewenste instellingen op in een
Setup (p. 35).
Hebt u op ONE TOUCH [PIANO]
gedrukt?
•Wanneer u op ONE TOUCH [PIANO]
drukt, worden de huidige Tone-, Effecten andere instellingen uitgeschakeld en
zijn de instellingen voor pianospel van
kracht (p. 18). Sla de gewenste instellingen op in een Setup (p. 35).
52
Problemen oplossen
ProbleemControleer / Oplossing
Staat de RD-300SX in Dual Play? (p. 21)
Bij het bespelen van het
klavier worden twee
klanken geproduceerd
Tone verandert niet
Effecten worden niet toegepast/klinken verkeerd
Er blijft galm klinken na
het opheffen van reverb
Geluid verandert plots
van toonsoort in de
hogere octaven
Geluid komt van links of
rechts wanneer u een
toets aanslaat (Panned)
Zet de RD-300SX in Local OFF-modus,
wanneer hij is aangesloten op een externe
sequencer (p. 46). Anders zet u op de
sequencer SOFT TRHU op “OFF”.
Staat [MIDI TX] op ON?
•Wanneer [MIDI TX] op ON staat, wordt
de externe klankgenerator aangestuurd.
Om de Tones van de RD-300SX te wijzigen, zet u [MIDI TX] op OFF (p. 47).
Zijn de LOWER SELECT-instellingen correct? (p. 28)
Staat [MULTI EFFECTS] op OFF (p. 28)?
Zou het kunnen dat het Effect Type op 0
is gezet? (p. 29)
Zou het kunnen dat het Effect Level op 0
is gezet? (p. 28)
Als de Zone waarop de effecten worden
toegepast, is toegewezen aan de Lower
Tone, dan worden de effecten niet toegepast op de Upper Tone (p. 40).
Aangezien de pianogeluiden van de RD300SX getrouw de diepte en galm van
echte akoestische piano's reproduceren,
kan deze galm nog steeds hoorbaar zijn
ook als het reverb-effect al is opgeheven.
Bij de akoestische piano-instellingen worden
klanken in het bovenste anderhalve octaafbereik tot het einde verlengt, ongeacht het
gebruik van het demperpedaal. Ook de Tone
is anders in dit bereik. De piano's van Roland
reproduceren getrouw de klankeigenschappen van akoestische piano's. U kunt ook de
Key Transpose-instelling van het instrument
gebruiken om het bereik te wijzigen waarop
het demperpedaal geen effect heeft.
Sommige Tones zijn zo ingesteld dat het
geluid willekeurig van links of rechts komt
(ze zijn “panned”) telkens als u een toets aanslaat. U kunt deze instellingen niet wijzigen.
ProbleemControleer / Oplossing
Naargelang de gekozen Tone kunnen de
toonhoogtes in bepaalde registers veranderen en op andere toonhoogtes worden
gespeeld.
Hebt u Transpose geactiveerd? (p. 25,
Toonhoogte klinkt
eigenaardig
Sommige noten vallen
weg
Het geluid blijft spelen
wanneer u een toets
aanslaat
Pedaal heeft geen effect,
of het effect “blokkeert”
p. 55)
Is de RD-300SX ontstemd?
•Controleer de System Master Tuneinstellingen in de Edit-modus (p. 38).
Werd de toonhoogte gewijzigd met een
pedaal of door Pitch Bend-berichten van
een extern MIDI-apparaat?
Als u meer dan de maximale 128 stemmen tegelijkertijd speelt, kunnen sommige noten wegvallen.
Is de polariteit van het hold-pedaal
omgekeerd?
•Controleer de instellingen van System
Damper Pedal Polarity in de Editmodus (p. 38).
Is het pedaal correct aangesloten?
• Sluit het pedaal goed aan op de
PEDAL-aansluiting (p. 12).
Gebruikt u een pedaal van een andere
fabrikant?
• Gebruik het bij de RD-300SX geleverde
pedaal of een optioneel pedaal van de
DP-serie of gelijkwaardig.
Als u een pedaalkabel uit het apparaat
haalt, wanneer het is ingeschakeld, kan
het effect van het pedaal non-stop worden toegepast.
Schakel het apparaat dus eerst uit voor u
een pedaalkabel probeert te verwijderen
of aan te sluiten (p. 12).
Als Setup Pedal Shift op “ON” staat en u
gebruikt het pedaal als speciale Setupschakelaar (p. 39), dan kunt u de controlepedaalfunctie niet gebruiken (p. 40).
Geluid is vervormd
Het geluid kan vervormd worden door
instellingen van equalizer, multi-effect en
Part volume. Stel de ZONE LEVEL-regelaars bij (p. 24).
Wordt er een distortion-effect toegepast
op het geluid (p. 28)?
53
Problemen oplossen
ProbleemControleer / Oplossing
Bij beluistering via hoofdtelefoon:
Sommige piano-Tones met krachtige,
levendige klanken bevatten een grote
hoge-frequentiecomponent, waardoor het kan lijken alsof een metalige
galm werd toegepast. Dit reproduceert de karakteristieken van akoestische piano’s weer en wijst niet op een
defect. Aangezien deze galm vooral
Er weerklinkt een schril
geluid
hoorbaar wordt wanneer ze wordt
aangevuld met krachtige reverb, kunt
u het probleem verkleinen door de
hoeveelheid reverb voor de klank te
verminderen.
Bij beluistering via luidsprekers:
Dit heeft vermoedelijk een andere oorzaak (zoals een resonantie geproduceerd door de RD-300SX). Raadpleeg
uw handelaar of het dichtstbijzijnde
Roland Service Center.
54
Lijst van de effecten
Weergegeven
nummer
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
EffectnaamVerklaringParameternaam effect bij verandering door het indrukken van [MULTI
EFFECTS] en [INC] of [DEC] (p. 29):
Verklaring (waarde)
THRU
EQUALIZERVersterkt de hoge en lage uitersten voor een
duidelijk aanslaande toon.
MID CUTVermindert het middenbereik voor een hel-
dere, aangename klank.
LOW CUTVermindert het volume van het lage bereik.Low Gain:
LOW BOOSTVerhoogt het volume van het lage bereik
voor krachtige lage tonen.
NOTCH
FILTER
STEP FILTERDeze filter verandert de cutoff-frequentie
ENHANCERRegelt de structuur van de boventonen voor
AUTO WAHBestuurt een filter op cyclische wijze om een
HUMANIZERGeeft het geluid een vocaal karakter, zodat
SPEAKER
SIMULATOR
PHASERDit is een stereo phaser.
STEP PHASERDit is een stereo phaser.
MULTI
PHASER
INFINITE
PHASER
RING
MODULATOR
STEP RING
MODULATOR
TREMOLOZorgt voor een cyclische modulatie van het
AUTO PANZorgt voor een cyclische modulatie van de
STEP PANZorgt voor een cyclische modulatie van de
SLICERDoor het geluid herhaalde malen af te snij-
ROTARYHet Rotary-effect simuleert het geluid van
VK ROTARYDit type levert een gewijzigde respons voor
CHORUSDit is een stereo chorus-effect.Depth:
FLANGERDit is een stereo flanger. Deze produceert een
Deze filter vermindert specifieke frequenties.Filter Cutoff:
trapsgewijs.
de hoge frequenties; zodat het geluid frisser
en strakker gaat klinken.
cyclische verandering in klankkleur te creëren.
het net als een menselijke stem klinkt.
Simuleert de grote triple-stack luidspreker Direct Level:
Een in fase verschoven geluid wordt toegevoegd aan het originele geluid en gemoduleerd.
Het phaser-effect wordt geleidelijk gevarieerd.
Een zeer hoge instelling van het faseverschil
produceert een diep phaser-effect.
Een phaser die de frequentie waarbij het ge-
luid wordt gemoduleerd, blijft verhogen/
verlagen.
Dit is een effect dat amplitudemodulatie
(AM) toepast op het input-signaal, wat een
geluid als van een klok geeft.
Een ring modulator die de gemoduleerde frequenties cyclisch verandert.
volume en voegt zo een tremolo-effect toe
aan het geluid.
stereolocatie van het geluid.
stereolocatie van het geluid.
den, laat dit effect een gewoon geluid klinken
alsof het als een begeleidende frase wordt gespeeld. Dit heeft vooral effect wanneer u het
toepast op sustain-geluiden.
roterende luidsprekers, die vaak bij oude
elektrische orgels werden gebruikt.
de roterende luidspreker, waarbij de lage frequenties verder worden versterkt.
metaalachtige resonantie die stijgt en daalt
zoals een vliegtuig dat vertrekt of landt.
EQ Gain:
Gain van het lage en middenbereik (0–30)
Mid Gain:
Gain van het middenbereik (0–30)
Gain van het lage bereik (0–64)
Boost Gain:
Hoeveelheid waarmee het lage bereik wordt versterkt (0–12)
Cutoff-frequentie van de filter (0–127)
Rate:
Modulatiesnelheid (0–21)
Sens:
Gevoeligheid van de enhancer (0–127)
Manual:
Past de middenfrequentie aan waarop het effect wordt toegepast.
(0–127)
Rate:
Frequentie waarbij de twee vocalen worden verwisseld (0–21)
Volume van het directe geluid (0–127)
Rate:
Modulatiefrequentie (0–21)
Step Rate:
Modulatiefrequentie (0–21)
Rate:
Modulatiefrequentie (0–21)
Speed:
Snelheid waarmee de frequentie waarop de geluiden worden
gemoduleerd, moet worden verhoogd of verlaagd (0–200)
Frequency:
Past de frequentie aan waarop de modulatie wordt toegepast
(0–127)
Rate:
Modulatiesnelheid (0–21)
Rate:
Frequentie van de verandering (0–21)
Rate:
Frequentie van de verandering (0–21)
Rate:
Frequentie van de verandering (0–21)
Rate:
Frequentie van de verandering (0–21)
Speed:
rotatiesnelheid van de roterende luidspreker (0–1)
Speed:
rotatiesnelheid van de roterende luidspreker (0–1)
Diepte van de modulatie (0–127)
Depth:
Diepte van de modulatie (0–127)
55
Lijst van de effecten
Weergegeven
nummer
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
EffectnaamVerklaringParameternaam effect bij verandering door het indrukken van [MULTI
EFFECTS] en [INC] of [DEC] (p. 29):
Verklaring (waarde)
STEP
FLANGER
HEXACHORUS
TREMOLO
CHORUS
SPACE-DDit is een meervoudig chorus-effect dat
3D CHORUSDit past een 3D-effect toe op het chorus-
3D FLANGERDit past een 3D-effect toe op het flanger-
3D STEP
FLANGER
2BAND
CHORUS
2BAND
FLANGER
2BAND STEP
FLANGER
OVERDRIVECreëert een zachte vervorming, zoals die van
DISTORTIONCreëert een meer intense vervorming dan
VS OVERDRIVEDit is een overdrive die een zware vervor-
VS
DISTORTION
GUITAR AMP
SIMULATOR
COMPRESSORMaakt hoge volumes vlakker en verbetert de
LIMITERComprimeert signalen die boven een opge-
GATESnijdt de delay van de reverb af volgens het
DELAYDit is een stereo-delay.Balance:
LONG DELAYEen delay die een lange delay-tijd biedt.Balance:
SERIAL DELAYDeze delay schakelt twee delay-units in serie.Balance:
MODULATION
DELAY
Dit is een flanger waarin de toonhoogte van het
flanger-geluid in stappen wordt gewijzigd.
Gebruikt een chorus-effect met zes fasen om
het geluid rijker en voller te doen klinken.
Dit is een chorus-effect met toegevoegde tremolo (cyclische volumemodulatie).
tweefasenmodulatie toepast in stereo. Dit
geeft geen compressie of modulatie, maar
produceert een transparant chorus-effect.
geluid. Het chorus-geluid wordt 90 graden
links en 90 graden rechts geplaatst.
geluid. Het flanger-geluid wordt 90 graden
links en 90 graden rechts geplaatst.
Dit past een 3D-effect toe op het step flangergeluid. Het flanger-geluid wordt 90 graden
links en 90 graden rechts geplaatst.
Een chorus-effect waarmee u een effect kunt
toepassen onafhankelijk van de lagefrequentie- en hogefrequentiebereiken.
Een flanger waarmee u een effect kunt toepassen onafhankelijk van de lagefrequentieen hogefrequentiebereiken.
Een step flanger waarmee u een effect kunt
toepassen onafhankelijk van de lagefrequentie- en hogefrequentiebereiken.
vacuümbuizenversterkers.
Overdrive.
ming geeft.
Dit is een distortion-effect met een zware ver-
vorming.
Dit is een effect dat het geluid van een gitaar-
versterker simuleert.
lage volumes, zodat volumeschommelingen
worden verminderd.
geven volumeniveau komen, om te voorkomen dat er vervorming optreedt.
volume van het geluid dat naar het effect
wordt gestuurd. Gebruik dit wanneer u een
artificieel klinkende afname wilt creëren
voor het uitsterven van de reverb.
Voegt modulatie toe aan het vertraagde
geluid.
Step Rate:
Snelheid van de toonhoogtewijziging (0–21)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het chorus-geluid (0–100)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het tremolo chorusgeluid (0–100)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het chorus-geluid
(0–100)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het chorus-geluid
(0–100)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het flanger-geluid
(0–100)
Step Rate:
Snelheid van de toonhoogtewijziging (0–21)
Balance:
Volumebalans van het originele geluid en het chorus-geluid
(0–100)
Balance:
Volumebalans van het originele geluid en het flanger-geluid
(0–100)
Balance:
Volumebalans van het originele geluid en het flanger-geluid
(0–100)
Level:
Output Level (0–127)
Level:
Output Level (0–127)
Level:
Output Level (0–127)
Level:
Output Level (0–127)
Pre Amp Master:
Volume van de volledige voorversterking (0–127)
Threshold:
Stelt het volume in waarbij compressie begint (0–127)
Threshold:
Stelt het volume in waarbij compressie begint (0–127)
Threshold:
Volume waarbij de gate begint te sluiten (0–127)
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid
(0–100)
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid
(0–100)
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid
(0–100)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid
(0–100)
56
Lijst van de effecten
Weergegeven
nummer
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
EffectnaamVerklaringParameternaam effect bij verandering door het indrukken van [MULTI
EFFECTS] en [INC] of [DEC] (p. 29):
Verklaring (waarde)
3TAP PAN
DELAY
4TAP PAN
DELAY
MULTI TAP
DELAY
REVERSE
DELAY
SHUFFLE
DELAY
3D DELAYDit past een 3D-effect toe op het delay-
TIME CONTROL
DELAY
LONG TIME
CONTROL
DELAY
TAPE ECHOEen virtuele bandecho die een realistisch
LOFI NOISENaast een Lo-Fi-effect creëert dit effect ook
LOFI
COMPRSSOR
LOFI RADIONaast een Lo-Fi-effect genereert dit effect
TELEPHONEDit past een telefoongeluid toe.Balance:
PHONOGRAPH
PITCH
SHIFTER
2VOICE PITCH
SHIFTER
STEP PITCH
SHIFTER
REVERBVoegt galm aan het geluid toe, zodat een
GATED
REVERB
OVERDRIVE
→CHORUS
OVERDRIVE
→FLANGER
Levert drie delay-geluiden op: centraal, links
en rechts.
Dit effect heeft vier delays.Balance:
Dit effect biedt vier delays met feedback.Balance:
Dit is een reverse delay dat een omgekeerd
en vertraagd geluid toevoegt aan het inputgeluid.
Voegt een shuffle toe aan het delay-geluid,
wat het geluid een levendig en swingend
delay-effect geeft.
geluid. Het delay-geluid wordt 90 graden
links en 90 graden rechts geplaatst.
Een stereo-delay waarbij de vertraging vloeiend kan worden gevarieerd.
Een delay waarbij de vertraging vloeiend kan
worden gevarieerd, en waarbij een extended
delay kan worden geproduceerd.
tape delay-geluid produceert.
verschillende soorten ruis, zoals witte ruis en
ruis van een vinylplaat.
Dit is een effect dat de geluidskwaliteit opzettelijk verlaagt voor creatieve doeleinden.
ook radioruis.
Simuleert een geluid opgenomen op een analoge plaat en afgespeeld op een platenspeler.
Een stereo pitch shifter.Fine:
Verschuift de toonhoogte van het oorspronkelijke geluid. Deze 2-stemmige pitch shifter
omvat twee pitch shifters, en kan twee geluiden met verschoven toonhoogte aan het originele geluid toevoegen.
Deze pitch shifter verandert trapsgewijs het
verschuivingsvolume van het geluid met
verschoven toonhoogte.
akoestische ruimte wordt gesimuleerd.
Dit is een speciaal type reverb, waarbij het
weerkaatsende geluid voor zijn natuurlijke
lengte wordt afgekapt.
Dit effect schakelt een overdrive en een chorus in serie.
Dit effect schakelt een overdrive en een
flanger in serie.
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid
(0–100)
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid
(0–100)
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid
(0–100)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid
(0–100)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid
(0–100)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid
(0–100)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid
(0–100)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid
(0–100)
Echo Level:
Volume van het echogeluid (0–127)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid
(0–100)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid (0–100)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid (0–100)
Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid (0–100)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid (0–100)
Past de toonhoogte aan van het pitch-shifted geluid (0–100)
Balance:
Volumebalans tussen de Pitch Shift 1- en de Pitch Shift 2-geluiden. (0–100)
Rate:
Modulatiesnelheid (0–21)
Time:
Tijdsduur van het reverb-effect. (0–127)
Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het reverb-geluid
(0–100)
Chorus Balance:
Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de chorus
wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de chorus wordt
gestuurd (0–100).
Flanger Balance:
Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de
flanger wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de flanger
wordt gestuurd (0–100).
57
Lijst van de effecten
Weergegeven
nummer
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
EffectnaamVerklaringParameternaam effect bij verandering door het indrukken van [MULTI
EFFECTS] en [INC] of [DEC] (p. 29):
Verklaring (waarde)
OVERDRIVE
→DELAY
DISTORTION
→CHORUS
DISTORTION
→FLANGER
DISTORTION
→DELAY
ENHANCER
→CHORUS
ENHANCER
→FLANGER
ENHANCER
→DELAY
CHORUS
→DELAY
FLANGER
→DELAY
CHORUS
→FLANGER
SYMPATHETIC
RESONANCE
Dit effect schakelt een overdrive en een delay
in serie.
Dit effect schakelt een distortion en een
chorus in serie.
Dit effect schakelt een distortion en een
flanger in serie.
Dit effect schakelt een distortion en een delay
in serie.
Dit effect schakelt een enhancer en een
chorus in serie.
Dit effect schakelt een enhancer en een
flanger in serie.
Dit effect schakelt een enhancer en een delay
in serie.
Dit effect schakelt een chorus en een delay in
serie.
Dit effect schakelt een flanger en een delay in
serie.
Dit effect schakelt een chorus en een flanger
in serie.
Wanneer u op een akoestische piano het
demperpedaal indrukt, laat u andere snaren
meeresoneren met de noten die u speelt, zodat rijke en ruimtelijke resonanties ontstaan.
Dit effect simuleert deze “sympathetic resonances”.
Delay Balance:
Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay
wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt
gestuurd (0–100).
Chorus Balance:
Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de chorus
wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de chorus wordt
gestuurd (0–100).
Flanger Balance:
Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de
flanger wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de flanger
wordt gestuurd (0–100).
Delay Balance:
Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay
wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt
gestuurd (0–100).
Chorus Balance:
Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de chorus
wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de chorus wordt
gestuurd (0–100).
Flanger Balance:
Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de
flanger wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de flanger
wordt gestuurd (0–100).
Delay Balance:
Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay
wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt
gestuurd (0–100).
Delay Balance:
Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay
wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt
gestuurd (0–100).
Delay Balance:
Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay
wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt
gestuurd (0–100).
Flanger Balance:
Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de
flanger wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de flanger
wordt gestuurd (0–100).
Depth:
Diepte van het effect (0–10)
58
Foutmeldingen
WeergaveBetekenis
Er werden te veel MIDI-data tegelijkertijd verstuurd van het externe MIDIinstrument, en het apparaat kon de data niet verwerken. Verminder de
hoeveelheid MIDI-data die naar de RD-300SX worden gestuurd.
Er is een probleem met de aansluiting van een MIDI-kabel of een
computerkabel.
Controleer of de MIDI-kabels en computerkabels correct zijn aangesloten.
Er is een systeemfout opgetreden.
Probeer de procedure opnieuw uit te voeren. Als deze boodschap na
verschillende pogingen blijft verschijnen, neemt u het best contact op met het
dichtstbijzijnde Roland Service Center.
59
Lijst van de Tones
MSB: Bank Select MSB (Control Number: 0)
LSB: Bank Select MSB (Control Number: 32)
PC: Program Change
* [EXC]: weerklinkt niet samen met andere percussie-instrumenten van hetzelfde nummer.
C2
C3
C4
C5
C6
C7
C8
SX Pop KitSX Rock KitSX R&B Kit
21
Rock Kick
22
Pop Kick
23
Analog Kick 1
Hush Kick
24
Pop CHH 1[EXC1]
25
26
Reg. Snare 1
27
Finger Snap
28
707 Claps
Hand Clap 1
29
30
Hand Clap 2
Hand Clap 3
31
32
Pop PHH[EXC1]
33
Hand Clap 4
34
Snare Roll
35
Old Kick
Hush Kick
36
Reg.Stick
37
38
Reg. Snare
39
Reg. Snare Ghost
40
Titan Snare
Reg. Low Tom Flm
41
42
Pop CHH 1[EXC1]
Reg. Low Tom
43
44
Pop CHH 2[EXC1]
45
Reg.Mid Tom Flm
46
Pop OHH[EXC1]
47
Reg. Mid Tom
Reg. High Tom Flm
48
Pop Crash Cymbal 1
49
50
Reg. High Tom
51
Pop RideCymbal 1
52
Pop Chinese Cymbal
Pop Ride Bell
53
54
Tambourine
Pop Splash Cymbal
55
56
Cha Cha Cowbell
57
Pop Crash Cymbal 2
58
Vibraslap
59
Pop RideCymbal 2
Bongo Hi
60
Bongo Lo
61
62
Conga Mute
63
Conga Hi
64
Conga Lo
Timbale Hi
65
66
Timbale Lo
Agogo Bell Hi
67
68
Agogo Bell Lo
69
Shaker 2
70
Shaker 3
71
Whistle Short[EXC2]
Whistle Long[EXC2]
72
Guiro Short[EXC3]
73
74
Guiro Long[EXC3]
75
Claves
76
Wood Block Hi
Wood Block Lo
77
78
Cuica Mute[EXC4]
Cuica Open[EXC4]
79
80
Triangle Mt[EXC5]
81
Triangle Op[EXC5]
82
Cabasa
83
Jingle Bell
Wind Chime
84
Castanets
85
86
Surdo Mute[EXC6]
87
Surdo Open[EXC6]
88
Cana
Flamenco Timbale Hi
89
90
Flamenco Timbale Lo
Flamenco Timbale Flam
91
92
Shaker 1
93
Shaker 2
94
Bongo Lo Mt
95
Grit Snare
Jungle Snare 1
96
97
Reg.Stick
98
Titan Snare
99
Old Kick
100
Pop Kick
Rock Kick
101
102
Analog Kick 1
103
Rock Snare Dry
104
Electric Snare
105
Reg. Snare Ghost
106
Slappy
107
Wah Gtr Noise 1
Wah Gtr Noise 2
108
Old Kick
Pop Kick
Analog Kick 1
Rock Kick
Rock CHH1[EXC1]
Rock Snare 1
Finger Snap
707 Claps
Hand Clap 1
Hand Clap 2
Hand Clap 3
Pop PHH[EXC1]
Hand Clap 4
Snare Roll
Old Kick
Rock Kick
Rock Side Stick
Rock Snare 1
Snare Ghost
Rock Snare 2
Rock Low Tom Flm
Rock CHH 1[EXC1]
Rock Low Tom
Rock CHH 2[EXC1]
Rock Mid Tom Flm
Rock OHH[EXC1]
Rock Mid Tom
Rock High Tom Flm
Rock Crash Cymbal
Rock HighTom
Pop Ride Cymbal 2
Rock Chinese Cymbal
Rock Ride Bell
Tambourine
Rock Splsh Cymbal
Cha Cha Cowbell
Rock Chinese Cymbal 2
Vibraslap
Pop Ride Cymbal 1
Bongo Hi
Bongo Lo
Conga Mute
Conga Hi
Conga Lo
Timbale Hi
Timbale Lo
Agogo Bell Hi
Agogo Bell Lo
Shaker 2
Shaker 3
Whistle Short[EXC2]
Whistle Long[EXC2]
Guiro Short[EXC3]
Guiro Long[EXC3]
Claves
Wood Block Hi
Wood Block Lo
Cuica Mute[EXC4]
Cuica Open[EXC4]
Triangle Mt[EXC5]
Triangle Op[EXC5]
Cabasa
Jingle Bell
Wind Chime
Castanets
Surdo Mute[EXC6]
Surdo Open[EXC6]
Cana
Flamenco Timbale Hi
Flamenco Timbale Lo
Flamenco Timbale Flam
Shaker 1
Shaker 2
Bongo Lo Mt
LoFi Snare
Jungle Snare 1
Rock Side Stick
Rock Snare 2
Old Kick
Pop Kick
Rock Kick
Analog Kick 1
Rock Snare Dry
Electric Snare
Rock Snare Ghost
Slappy
Wah Gtr Noise 1
Wah Gtr Noise 2
SX Jazz Kit
Old Kick
Jazz Kick 1
Analog Kick 1
Jazz Swish
Jazz Tap 1
Jazz Tap 2
Finger Snap
707 Claps
Hand Clap 1
Hand Clap 2
Hand Clap 3
Pop PHH[EXC1]
Gospel Hand Clap
Snare Roll
Pop Kick
Jazz Kick 2
Jazz Snare Swing
Jazz Snare 1
Pop Snare Swing
Jazz Snare 2
Jazz Low Tom Flm
Pop CHH 1[EXC1]
Jazz Low Tom
Pop CHH 2[EXC1]
Jazz Mid Tom Flm
Pop OHH[EXC1]
Jazz Mid Tom
Jazz High Tom Flm
Jazz Crash Cymbal
Jazz HighTom
Jazz Ride Cymbal 1
Jazz Chinese Cymbal
Jazz Ride Cymbal 2
Tambourine
Pop Splsh Cymbal
Cha Cha Cowbell
Jazz Crash Cymbal 2
Vibraslap
Pop Ride Cymbal 1
Bongo Hi
Bongo Lo
Conga Mute
Conga Hi
Conga Lo
Timbale Hi
Timbale Lo
Agogo Bell Hi
Agogo Bell Lo
Shaker 2
Shaker 3
Whistle Short[EXC2]
Whistle Long[EXC2]
Guiro Short[EXC3]
Guiro Long[EXC3]
Claves
Wood Block Hi
Wood Block Lo
Cuica Mute[EXC4]
Cuica Open[EXC4]
Triangle Mt[EXC5]
Triangle Op[EXC5]
Cabasa
Jingle Bell
Wind Chime
Castanets
Surdo Mute[EXC6]
Surdo Open[EXC6]
Cana
Flamenco Timbale Hi
Flamenco Timbale Lo
Flamenco Timbale Flam
Shaker 1
Shaker 2
Bongo Lo Mt
Jazz Snare 1
Jazz Snare 2
Jazz Snare Swing
Jazz Swish
Old Kick
Jazz Kick 1
Jazz Kick 2
Analog Kick 1
Jazz Tap 1
Jazz Tap 2
Pop Snare Swing
Slappy
Wah Gtr Noise 1
Wah Gtr Noise 2
Analog Kick 2
TR909 Kick 1
TR909 Kick 2
R&B CHH 2[EXC1]
R&B CHH 3[EXC1]
R&B CHH 4[EXC1]
Finger Snap
707 Claps
Hand Clap 1
Gospel Hand Clap 2
Hand Clap 2
R&B CHH 5[EXC1]
Gospel Hand Clap
Lo-Bit CHH[EXC1]
Analog Kick 1
R&B Kick
R&B Side Stick 1
R&B Snare 1
R&B Snare 2
R&B Snare 3
Sharp Low Tom 6
R&B CHH 1[EXC1]
Sharp Low Tom 5
R&B CHH 1[EXC1]
Sharp Low Tom 4
R&B OHH[EXC1]
Sharp High Tom 3
Sharp High Tom 2
R&B Crash Cymbal
Sharp High Tom 1
Pop Ride Cymbal 1
R&B Chinese Cym
R&B Ride Bell
Tambourine
TR909 Ride
Cha Cha Cowbell
House Crash Cymbal
Vibraslap
Pop Ride Cymbal 2
House Bongo Hi
House Bongo Lo
House Conga Hi
House Conga Mt
House Conga Lo
Timbale Hi
Timbale Lo
Agogo Bell Hi
Agogo Bell Lo
Cabasa
House Maracas
Whistle Short[EXC2]
Whistle Long[EXC2]
Guiro Short[EXC3]
Guiro Long[EXC3]
House Claves
Wood Block Hi
Wood Block Lo
Hoo Hi[EXC4]
Hoo Lo[EXC4]
Triangle Mt[EXC5]
Triangle Op[EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Wind Chime
Castanets
Surdo Mute[EXC6]
Surdo Open[EXC6]
Tambourine
Tambourine
Cabasa Up
Cabasa Down
Shaker 1
Shaker 2
Bongo Lo Mt
Grit Snare
Jungle Snare 1
R&B Side Stick 2
Analog Snare
HipHop Kick
TR808 Kick 1
TR808 Kick 2
Techno Kick
Rock Snare Dry
Electric Snare
Jungle Snare 2
Vinyl Noise
Wah Gtr Noise 1
Wah Gtr Noise 2
SX House Kit
Dance Kick
Lo-Bit CHH[EXC1]
Techno Kick 2
Concert Snare
Snare Roll
Finger Snap
High-Q
Slap
Scratch Push
Scratch Pull
Sticks
Square Click
Metro Click
Metro Bell
House Kick 1
House Kick 2
R&B Side Stick 1
House Snare 1
House Snare 2
House Snare 3
House Low Tom 1
House CHH[EXC1]
House Low Tom 2
House PHH[EXC1]
House Mid Tom 1
House OHH[EXC1]
House Mid Tom 2
House High Tom 1
House Crash Cymbal
House High Tom 2
House Ride Cymbal
Reverse Cymbal
House Ride Bell
ShakeTambourine
House Splash Cymbal
House Cowbell
HouseCrash Cymbal
Vibraslap
Pop Ride Cymbal 2
House Bongo Hi
House Bongo Lo
House Conga Hi
House Conga Mt
House Conga Lo
Timbale Hi
Timbale Lo
Agogo Bell Hi
Agogo Bell Lo
Cabasa
House Maracas
Whistle Short[EXC2]
Whistle Long[EXC2]
Guiro Short[EXC3]
Guiro Long[EXC3]
House Claves
Wood Block Hi
Wood Block Lo
Hoo Hi[EXC4]
Hoo Lo[EXC4]
Electric Triangle Mt [EXC5]
Electric Triangle Op[EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Wind Chime
Castanets
Surdo Mute[EXC6]
Surdo Open[EXC6]
Cana
Flamenco Timbale Hi
Flamenco Timbale Lo
Flamenco Timbale Flam
Shaker 1
Shaker 2
Bongo Lo Mt
LoFi Snare
Jungle Snare 1
R&B Side Stick 2
Analog Snare
TR808 Kick 1
TR808 Kick 2
Jungle Kick
Techno Kick
Rock Snare Dry
Electric Snare
Jungle Snare 2
Slappy
Wah Gtr Noise 1
Wah Gtr Noise 2
62
* -----: Geen klank.
* [EXC]: weerklinkt niet samen met andere percussie-instrumenten van hetzelfde nummer.
GM2 STANDARDGM2 ROOMGM2 POWERGM2 ELECTRIC
C2
C3
C4
C5
C6
21
23
24
26
28
29
31
33
35
36
38
40
41
43
45
47
48
50
52
53
55
57
59
60
62
64
65
67
69
71
72
74
76
77
79
81
83
84
86
88
-----
22
-----
-----
-----
-----
25
-----
27
High-Q
Slap
ScratchPush[EXC7]
30
ScratchPull[EXC7]
Sticks
32
SquareClick
Mtrnm.Click
34
Mtrnm. Bell
Jazz Kick 1
Mix Kick
Side Stick
37
Standard SN1
39
909 HandClap
Elec Snare 3
Real Tom 6
42
Close HiHat2[EXC1]
Real Tom 6
44
Pedal HiHat2[EXC1]
Real Tom 4
46
Open HiHat2[EXC1]
Real Tom 4
Real Tom 1
Crash Cym.1
49
Real Tom 1
51
Ride Cymbal
ChinaCymbal
Ride Bell
54
Tambourine
Splash Cym.
56
Cowbell
Crash Cym.2
58
Vibraslap
Ride Cymbal4
Bongo High
Bongo Lo
61
Mute H.Conga
63
Conga Hi Opn
Conga Lo Opn
High Timbale
66
Low Timbale
Agogo
68
Agogo
Cabasa
70
Maracas
ShrtWhistle[EXC2]
LongWhistle[EXC2]
Short Guiro[EXC3]
73
Long Guiro[EXC3]
75
Claves
Woodblock
Woodblock
78
Mute Cuica[EXC4]
Open Cuica[EXC4]
80
MuteTriangl[EXC5]
OpenTriangl[EXC5]
82
Shaker
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets
85
Mute Surdo[EXC6]
87
Open Surdo[EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
----High-Q
Slap
ScratchPush[EXC7]
ScratchPull[EXC7]
Sticks
SquareClick
Mtrnm.Click
Mtrnm. Bell
Mix Kick
Standard KK1
Side Stick
Standard SN2
909 HandClap
Elec Snare 7
Room Tom 5
Close HiHat2[EXC1]
Room Tom 6
Pedal HiHat2[EXC1]
Room Tom 2
Open HiHat2[EXC1]
Room Tom 2
Rock Tom 1
Crash Cym.1
Rock Tom 1
Ride Cymbal
ChinaCymbal
Ride Bell
Tambourine
Splash Cym.
Cowbell
Crash Cym.2
Vibraslap
Ride Cymbal4
Bongo High
Bongo Lo
Mute H.Conga
Conga Hi Opn
Conga Lo Opn
High Timbale
Low Timbale
Agogo
Agogo
Cabasa
Maracas
ShrtWhistle[EXC2]
LongWhistle[EXC2]
Short Guiro[EXC3]
Long Guiro[EXC3]
Claves
Woodblock
Woodblock
Mute Cuica[EXC4]
Open Cuica[EXC4]
MuteTriangl[EXC5]
OpenTriangl[EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets
Mute Surdo[EXC6]
Open Surdo[EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
----High-Q
Slap
ScratchPush[EXC7]
ScratchPull[EXC7]
Sticks
SquareClick
Mtrnm.Click
Mtrnm. Bell
Standard KK1
Power Kick1
Side Stick
Dance Snare1
909 HandClap
Elec Snare 4
Room Tom 5
Close HiHat2[EXC1]
Room Tom 6
Pedal HiHat2[EXC1]
Room Tom 2
Open HiHat2[EXC1]
Room Tom 2
Rock Tom 1
Crash Cym.1
Rock Tom 1
Ride Cymbal
ChinaCymbal
Ride Bell
Tambourine
Splash Cym.
Cowbell
Crash Cym.2
Vibraslap
Ride Cymbal4
Bongo High
Bongo Lo
Mute H.Conga
Conga Hi Opn
Conga Lo Opn
High Timbale
Low Timbale
Agogo
Agogo
Cabasa
Maracas
ShrtWhistle[EXC2]
LongWhistle[EXC2]
Short Guiro[EXC3]
Long Guiro[EXC3]
Claves
Woodblock
Woodblock
Mute Cuica[EXC4]
Open Cuica[EXC4]
MuteTriangl[EXC5]
OpenTriangl[EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets
Mute Surdo[EXC6]
Open Surdo[EXC6]
-----
Lijst van de ritmepatronen
-----
-----
-----
-----
-----
----High-Q
Slap
ScratchPush[EXC7]
ScratchPull[EXC7]
Sticks
SquareClick
Mtrnm.Click
Mtrnm. Bell
Power Kick1
Elec Kick 1
Side Stick
Elec. Snare
909 HandClap
Elec Snare 2
Synth Drum 2
Close HiHat2[EXC1]
Synth Drum 2
Pedal HiHat2[EXC1]
Synth Drum 2
Open HiHat2[EXC1]
Synth Drum 2
Synth Drum 2
Crash Cym.1
Synth Drum 2
Ride Cymbal
ReverseCymbl
Ride Bell
Tambourine
Splash Cym.
Cowbell
Crash Cym.2
Vibraslap
Ride Cymbal4
Bongo High
Bongo Lo
Mute H.Conga
Conga Hi Opn
Conga Lo Opn
High Timbale
Low Timbale
Agogo
Agogo
Cabasa
Maracas
ShrtWhistle[EXC2]
LongWhistle[EXC2]
Short Guiro[EXC3]
Long Guiro[EXC3]
Claves
Woodblock
Woodblock
Mute Cuica[EXC4]
Open Cuica[EXC4]
MuteTriangl[EXC5]
OpenTriangl[EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets
Mute Surdo[EXC6]
Open Surdo[EXC6]
-----
63
Lijst van de ritmepatronen
* -----: Geen klank.
* [EXC]: weerklinkt niet samen met andere percussie-instrumenten van hetzelfde nummer.
C2
C3
C4
C5
C6
GM2 ANALOGGM2 JAZZGM2 ORCHSTRAGM2 BRUSH
21
23
24
26
28
29
31
33
35
36
38
40
41
43
45
47
48
50
52
53
55
57
59
60
62
64
65
67
69
71
72
74
76
77
79
81
83
84
86
88
-----
22
-----
-----
-----
-----
25
-----
27
High-Q
Slap
ScratchPush[EXC7]
30
ScratchPull[EXC7]
Sticks
32
SquareClick
Mtrnm.Click
34
Mtrnm. Bell
TR-808 Kick2
TR-808 Kick
808 Rimshot
37
808 Snare 1
39
909 HandClap
Elec Snare 6
808 Tom 2
42
TR-808 CHH[EXC1]
808 Tom 2
44
808__chh[EXC1]
808 Tom 2
46
TR-808 OHH[EXC1]
808 Tom 2
808 Tom 2
808 Crash
49
808 Tom 2
51
Ride Cymbal
ChinaCymbal
Ride Bell
54
Tambourine
Splash Cym.
56
808cowbe
Crash Cym.2
58
Vibraslap
Ride Cymbal4
Bongo High
Bongo Lo
61
808 Conga
63
808 Conga
808 Conga
High Timbale
66
Low Timbale
Agogo
68
Agogo
Cabasa
70
808marac
ShrtWhistle[EXC2]
LongWhistle[EXC2]
Short Guiro[EXC3]
73
Long Guiro[EXC3]
75
808clave
Woodblock
Woodblock
78
Mute Cuica[EXC4]
Open Cuica[EXC4]
80
MuteTriangl[EXC5]
OpenTriangl[EXC5]
82
Shaker
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets
85
Mute Surdo[EXC6]
87
Open Surdo[EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
----High-Q
Slap
ScratchPush[EXC7]
ScratchPull[EXC7]
Sticks
SquareClick
Mtrnm.Click
Mtrnm. Bell
Jazz Kick 2
Jazz Kick 1
Side Stick
Standard SN3
909 HandClap
Elec Snare 5
Real Tom 6
Close HiHat2[EXC1]
Real Tom 6
Pedal HiHat2[EXC1]
Real Tom 4
Open HiHat2[EXC1]
Real Tom 4
Real Tom 1
Crash Cym.1
Real Tom 1
Ride Cymbal
ChinaCymbal
Ride Bell 3
Tambourine
Splash Cym.
Cowbell
Crash Cym.2
Vibraslap
Ride Cymbal4
Bongo High
Bongo Lo
Mute H.Conga
Conga Hi Opn
Conga Lo Opn
High Timbale
Low Timbale
Agogo
Agogo
Cabasa
Maracas
ShrtWhistle[EXC2]
LongWhistle[EXC2]
Short Guiro[EXC3]
Long Guiro[EXC3]
Claves
Woodblock
Woodblock
Mute Cuica[EXC4]
Open Cuica[EXC4]
MuteTriangl[EXC5]
OpenTriangl[EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets
Mute Surdo[EXC6]
Open Surdo[EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
----High-Q
Slap
ScratchPush[EXC7]
ScratchPull[EXC7]
Sticks
SquareClick
Mtrnm.Click
Mtrnm. Bell
Jazz Kick 2
Jazz Kick 1
Side Stick
Brush Swirl
Brush Slap1
Brush Swirl
Brash Tom 2
Close HiHat3[EXC1]
Brash Tom 2
Pedal HiHat3[EXC1]
Brash Tom 2
Open HiHat3[EXC1]
Brash Tom 2
Brash Tom 2
Crash Cym.3
Brash Tom 2
Ride Cymbal2
ChinaCymbal
Ride Bell 2
Tambourine
Splash Cym.
Cowbell
Crash Cym.2
Vibraslap
Ride Cymbal4
Bongo High
Bongo Lo
Mute H.Conga
Conga Hi Opn
Conga Lo Opn
High Timbale
Low Timbale
Agogo
Agogo
Cabasa
Maracas
ShrtWhistle[EXC2]
LongWhistle[EXC2]
Short Guiro[EXC3]
Long Guiro[EXC3]
Claves
Woodblock
Woodblock
Mute Cuica[EXC4]
Open Cuica[EXC4]
MuteTriangl[EXC5]
OpenTriangl[EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets
Mute Surdo[EXC6]
Open Surdo[EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
----Close HiHat2[EXC1]
Pedal HiHat2[EXC1]
Open HiHat2[EXC1]
Ride Cymbal3
Sticks
SquareClick
Mtrnm.Click
Mtrnm. Bell
Concert BD
Mix Kick
Side Stick
Concert Snr
Castanets
Concert Snr
Timpani
Timpani
Timpani
Timpani
Timpani
Timpani
Timpani
Timpani
Timpani
Timpani
Timpani
Timpani
Timpani
Tambourine
Splash Cym.
Cowbell
Con.Cymbal2
Vibraslap
Concert Cym.
Bongo High
Bongo Lo
Mute H.Conga
Conga Hi Opn
Conga Lo Opn
High Timbale
Low Timbale
Agogo
Agogo
Cabasa
Maracas
ShrtWhistle[EXC2]
LongWhistle[EXC2]
Short Guiro[EXC3]
Long Guiro[EXC3]
Claves
Woodblock
Woodblock
Mute Cuica[EXC4]
Open Cuica[EXC4]
MuteTriangl[EXC5]
OpenTriangl[EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets
Mute Surdo[EXC6]
Open Surdo[EXC6]
Applause
“RHY:”
Deze Setups laten toe om een ritme te spelen met de spontaneïteit van een echte jamsessie.
Probeer het zeker eens. Meer informatie over ritmes vindt u in
[PIANO]
S.11Piano&Pad 1
S.12RHY:Jazz Trio1
S.13Bright Pad
S.143D Effect