Roland RD-300SX MIDI IMPLEMENTATION [nl]

Handleiding
Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw aankoop van de Roland Digital Piano RD-300SX.
201a
Lees eerst aandachtig de volgende rubrieken voor u dit toestel gaat gebruiken: “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p. 2; p. 4). Deze rubrieken bevatten belangrijke informatie over de correctie bediening van het apparaat. Om zeker te zijn dat u alle functies van uw nieuw apparaat goed begrijpt, dient u de handleiding in haar geheel te lezen. Hou de handleiding bij de hand zodat u ze naar believen kunt raadplegen.
202
gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
Copyright © 2004 ROLAND CORPORATION
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDINGEN TE VOORKOMEN
Over de labels WAARSCHUWING en LET OP
Wordt gebruikt voor instructies die de
WAARSCHUWING
gebruiker wijzen op het risico op dode­lijke ongevallen of zware verwondingen bij onjuist gebruik van het apparaat.
Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op verwondingen of materiële schade bij onjuist gebruik van het apparaat.
LET OP
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige gevolgen voor het huis en de hele inboedel, huisdie­ren inbegrepen.
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
001
• Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan om de onderstaande aanwijzingen en de gebruikershandleiding te lezen.
..........................................................................................................
002c
• Maakt het apparaat of de adapter nooit open en breng geen wijzigingen aan.
..........................................................................................................
003
• Probeer het apparaat niet zelf te repareren of onderdelen ervan te vervangen (tenzij deze handleiding u hiervoor specifieke instructies biedt). Laat alle onderhoud uitvoeren door uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland-distributeur, zoals aangegeven op de pagina ‘Informatie’.
..........................................................................................................
004
Gebruik of bewaar het apparaat nooit op plaatsen die:
• onderhevig zijn aan extreme temperaturen
(bijvoorbeeld direct zonlicht in een gesloten voertuig, nabij een verwarmingsbuis, op een warmtebron);
• een hoge luchtvochtigheid hebben (zoals
badkamers, wasruimten, op natte vloeren);
• vochtig zijn;
• blootgesteld zijn aan regen;
• stoffig zijn;
• onderhevig zijn aan sterke trillingen.
..........................................................................................................
005
• Gebruik voor dit apparaat enkel een rack of statief dat goedgekeurd is door Roland.
..........................................................................................................
006
• Wanneer u het apparaat op een rack of statief (goedgekeurd door Roland) plaatst, zorg dan dat de rack of het statief waterpas en stabiel staat. Ook als u geen rack of statief gebruikt, moet u zorgen dat het apparaat op een stevig en waterpas oppervlak staat, dat voldoende steun biedt en het apparaat niet doet wankelen.
..........................................................................................................
Over de pictogrammen
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het pictogram wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde pictogram wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). Wat nooit mag worden gedaan, wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde pictogram wordt gebruikt om aan te geven dat het apparaat nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Dit pictogram moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan, wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde pictogram betekent dat de stekker van het netsnoer
maakt de gebruiker attent op dingen die
stopcontact moet worden gehaald.
008c
• Gebruik uitsluitend de adapter die bij het apparaat wordt geleverd. Zorg bovendien dat het voltage bij de installatie overeenkomt met het voltage van de adapter. Andere adapters kunnen een afwijkende polariteit gebruiken of ontworpen zijn voor een ander voltage. Het gebruik van deze adapters kan resulteren in schade, defecten of elektrische schokken.
..........................................................................................................
008e
• Gebruik enkel het bevestigde netsnoer. Het bijgeleverde netsnoer mag ook nooit voor een ander apparaat worden gebruikt.
..........................................................................................................
009
• Buig en draai het netsnoer niet te veel en plaats er geen zware voorwerpen op. Als u dit wel doet, kan het snoer beschadigd raken en kortsluiting veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand of elektrocutie veroorzaken!
..........................................................................................................
010
• Dit apparaat zou, alleen of in combinatie met een versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers, een geluidsniveau kunnen produceren dat permanente gehoorschade kan veroorzaken. Vermijd langdurig gebruik bij een hoog of onaangenaam volumeniveau. Als u enig gehoorverlies of suizingen in uw oren gewaar wordt, staak dan onmiddellijk het gebruik van dit apparaat en raadpleeg een gehoorspecialist.
..........................................................................................................
011
• Zorg dat er geen voorwerpen (bijvoorbeeld brandbare materialen, muntstukken, spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enzovoort) in het apparaat kunnen binnendringen.
..........................................................................................................
uit het
2
WAARSCHUWING
012b
Schakel het apparaat onmiddellijk uit, haal de adapter uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland-distributeur (raadpleeg de pagina
Informatie) indien:
de adapter, het netsnoer of de stekker is
beschadigd;
rook of een vreemde geur ontstaat;
voorwerpen of vloeistof in het apparaat zijn
terechtgekomen;
het apparaat is blootgesteld aan regen (of op
andere wijze nat is geworden);
het apparaat niet normaal lijkt te functioneren
of een duidelijke verandering in de prestaties vertoont.
..........................................................................................................
013
In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is zich te houden aan de richtlijnen die essentieel zijn voor een veilig gebruik van het apparaat.
..........................................................................................................
014
Bescherm het apparaat tegen hevige schokken. (Laat het niet vallen!)
..........................................................................................................
015
Sluit het netsnoer van dit apparaat niet aan op een stopcontact waarop al een groot aantal andere apparaten zijn aangesloten. Wees in het bijzonder voorzichtig met verlengsnoeren – het gezamenlijke vermogen van alle, op het verlengsnoer aangesloten apparaten mag nooit meer zijn dan het vermogensbereik (watt/ ampère) van het verlengsnoer. Door overmatige belasting kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
..........................................................................................................
016
Voordat u het apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u het best contact op het uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland-distributeur. Deze zijn te vinden op de pagina Informatie.
..........................................................................................................
023
Speel een cd-romschijf NOOIT af op een gewone audio-cd-speler. Het resulterende geluid kan permanent gehoorverlies veroorzaken. Bovendien kan er schade ontstaan aan luidsprekers of andere systeemonderdelen.
..........................................................................................................
LET OP
101b
Het apparaat en de adapter moeten zo worden geplaatst, dat hun locatie of positie een goede ventilatie waarborgen.
..........................................................................................................
101c
Gebruik voor dit toestel (RD-300SX) uitsluitend een Roland KS-12 statief. Het gebruik van andere statieven (of wagentjes) kan instabiliteit veroorzaken en verwondingen tot gevolg hebben.
..........................................................................................................
102c
Neem uitsluitend de stekker vast wanneer u het netsnoer in een stopcontact of in dit apparaat steekt, of wanneer u het uittrekt.
..........................................................................................................
103b
Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact en reinig deze met een droge doek om stof en andere ophopingen uit de kieren te vegen. Verwijder ook de stekker uit het stopcontact als u het apparaat lange tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan resulteren in slechte isolatie en brand veroorzaken.
..........................................................................................................
104
Probeer het in elkaar verwikkelen van snoeren en kabels te voorkomen. Snoeren en kabels moeten bovendien altijd buiten het bereik van kinderen worden geplaatst.
..........................................................................................................
106
Klim nooit op het apparaat en plaats er geen zware voorwerpen op.
..........................................................................................................
107c
Neem het netsnoer of de stekker nooit vast met natte handen wanneer u het in een stopcontact of in dit toestel steekt, of wanneer u het uittrekt.
..........................................................................................................
108b
Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, koppelt u de kabels van alle externe apparaten los.
..........................................................................................................
109b
Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, schakelt u het uit en haalt u de adapter uit het stopcontact (p. 11, p. 13).
..........................................................................................................
110b
Indien er in de omgeving een onweer wordt verwacht, haalt u de adapter uit het stopcontact.
..........................................................................................................
118a
Indien u de schroef van de aardklem moet verwijderen, bewaart u deze op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat zij deze niet per ongeluk kunnen inslikken.
..........................................................................................................
3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
291a
Lees naast de rubriek “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” op pagina 2 ook de volgende punten even door:
402
Voeding
301
Sluit dit apparaat niet aan op hetzelfde stopcontact als elektrische toestellen met een omvormer (zoals een ijskast, wasmachine, magnetron of airco) of een motor. Naargelang van de manier waarop dit elektrische toestel wordt gebruikt, kan de stroombron storingen of een hoorbaar gebrom veroorzaken. Kunt u geen apart stopcontact gebruiken, plaats dan een ontstoringsfilter tussen uw digitale piano en het stopcontact.
302
De adapter produceert warmte als hij langere tijd zonder onderbreking wordt gebruikt. Dat is normaal en geen reden tot ongerustheid.
307
Voordat u dit instrument op andere apparaten aansluit, schakelt u het best alle apparaten uit. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten.
Gebruik nooit benzine, verdunningsmiddelen, alcohol of enige soort van oplosmiddel, want deze kunnen verkleuring en/of vervorming veroorzaken.
Herstellingen en data
452
Houd er rekening mee dat alle data in het geheugen van het apparaat verloren kunnen gaan tijdens een herstelling. Maak daarom van belangrijke data altijd een back-up in een ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) of schrijf ze neer (als dat mogelijk is). Er wordt bij het herstellen voorzichtig omgegaan met de data om verlies ervan te vermijden. In bepaalde gevallen (met name wanneer het geheugen zelf beschadigd is) kunnen we de eventueel gewiste data echter niet meer herstellen. Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld bij dit soort verlies van data.
Plaatsing
351
Als u het apparaat gebruikt in de buurt van stroomver­sterkers (of andere apparatuur met grote stroomtransfor­mators), kan er brom ontstaan. Om dit probleem te verhelpen, oriënteert u dit apparaat anders of plaatst u het verder weg van de storingsbron.
352a
Dit apparaat kan radio- en televisieontvangst storen. Gebruik het daarom niet in de nabijheid van dergelijke ontvangers.
352b
Er kan ruis ontstaan als draadloze communicatiemiddelen zoals mobiele telefoons in de nabijheid van dit apparaat worden gebruikt. Deze ruis kan optreden wanneer u wordt opgebeld of zelf belt, of tijdens het telefoongesprek zelf. Als u dergelijke problemen ondervindt, dient u de draadloze toestellen verder van dit apparaat plaatsen of ze uit te schakelen.
354a
Stel dit apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet in de buurt van warmtebronnen, laat het niet achter in een afgesloten voertuig en stel het ook op geen enkele andere wijze bloot aan extreme temperaturen. Buiten­sporige warmte kan het apparaat immers doen vervormen of verkleuren.
355b
Bij verplaatsing tussen locaties met een groot verschil in temperatuur en/of luchtvochtigheid, kunnen er zich in het apparaat waterdruppeltjes (condens) vormen. Als u het apparaat in deze conditie gebruikt, kunnen er bescha­digingen of storingen ontstaan. Laat het apparaat daarom voor gebruik enkele uren acclimatiseren. Zo krijgt condens de kans om volledig te verdampen.
358
Laat geen voorwerpen op het klavier liggen. Dit kan defecten veroorzaken, bijv. toetsen die geen geluid meer produceren.
Verdere voorzorgsmaatregelen
551
Hou er rekening mee dat de inhoud van het geheugen onherroepelijk verloren kan gaan als gevolg van een defect of door onjuist gebruik van het apparaat. Om het risico op verlies van belangrijke data te beperken raden we u aan om regelmatig een back-up op een ander MIDI-apparaat (bijv. een sequencer) te bewaren van de belangrijke data die u in het geheugen van het apparaat hebt opgeslagen.
552
Helaas is het onmogelijk om data te herstellen die op een ander MIDI-apparaat zijn opgeslagen (bijv. een sequencer), nadat deze dat eenmaal verloren zijn gegaan. Roland Corporation kan niet aansprakelijk worden gesteld bij dit soort verlies van data.
553
Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars van dit apparaat met de nodige zorg. Dat geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruw gebruik kan tot defecten leiden.
556
Neem bij het aansluiten en loskoppelen van kabels steeds de stekker vast – trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u kortslui­tingen of schade aan de interne componenten van de kabel.
558a
Zet het volume van het apparaat niet te luid zodat u uw buren niet stoort. U kunt eventueel een hoofdtelefoon gebruiken; zo hoeft u zich geen zorgen te maken over de mensen in uw omgeving (vooral s avonds laat).
559a
Wanneer u het apparaat moet vervoeren, gebruikt u het best de originele verpakking (inclusief vulling). Als dat niet kan, dient u te zorgen voor een gelijkwaardige verpakking.
561
Gebruik alleen het opgegeven expressiepedaal (EV-5, EV-7; apart verkrijgbaar). Als u een ander expressiepedaal gebruikt, is er kans op defecten of zelfs schade aan het toestel.
Onderhoud
401a
Voor dagelijkse reiniging veegt u het apparaat schoon met een zachte, droge of licht bevochtigde doek. Voor hardnekkig vuil gebruikt u een doek geïmpregneerd met een mild, niet-bijtend schoonmaakmiddel. Wrijf het apparaat daarna goed droog met een zachte, droge doek.
4
Cd-rom’s gebruiken
801
Zorg ervoor dat u de glanzende onderzijde (het gecodeerde oppervlak) van de schijf niet aanraakt of bekrast. Beschadigde of vuile cd-romschijven worden mogelijk niet goed gelezen. Houd uw schijven schoon met een in de handel verkrijgbare cd-reiniger.
Inhoud
Voornaamste kenmerken ...............................................................................................................8
Paneelbeschrijving ............................................................................................................................9
Voorpaneel ..................................................................................................................................................9
Achterpaneel ............................................................................................................................................. 10
Voorbereidingen.............................................................................................................................. 11
Aansluitingen maken............................................................................................................................... 11
De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur................................................................................. 12
Pedalen aansluiten ........................................................................................................................12
Het apparaat in- en uitschakelen ...........................................................................................................13
Het volume regelen.................................................................................................................................. 14
Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tune)......................................... 15
Overzicht van de RD-300SX........................................................................................................ 16
Basisstructuur van de RD-300SX............................................................................................................ 16
De klanken................................................................................................................................................. 16
Basisbediening van de RD-300SX ..........................................................................................................16
De instellingen wijzigen............................................................................................................... 16
De demo's beluisteren (Demo Play)......................................................................................... 17
Spelen op het klavier...................................................................................................................... 18
Piano spelen (ONE TOUCH [PIANO])................................................................................................. 18
Spelen met een hele reeks Tones............................................................................................................ 19
Meerdere Tones met het klavier spelen ................................................................................................20
Overschakelen op Single Mode...................................................................................................20
Spelen met twee gelayerde Tones ([DUAL])............................................................................. 21
Verschillende Tones spelen in de twee klaviergedeelten ([SPLIT])....................................... 22
De Tone voor een Zone wijzigen ................................................................................................ 24
Het volume regelen voor individuele Zones (ZONE LEVEL-regelaars).............................. 24
De toonaard van het klavier transponeren ([TRANSPOSE])............................................................. 25
De aanslaggevoeligheid van het klavier wijzigen ...............................................................................26
De Velocity wijzigen wanneer de aanslaggevoeligheid is ingesteld op Fixed. ...............26
Galm toevoegen aan het geluid ([REVERB])........................................................................................ 27
Het soort reverb-effect veranderen ............................................................................................ 27
De diepte van het reverb-effect kiezen (Reverb Depth) ...........................................................27
Allerhande effecten toevoegen aan de klank ([MULTI EFFECTS]) ..................................................28
De diepte van het effect wijzigen................................................................................................ 28
Het soort Multi-effect wijzigen ...................................................................................................29
Een wervelend geluid aan Organ Tones (Rotary-effect) toevoegen...................................... 29
De toonhoogte van een klank in real time veranderen
(Bender/Modulation-hendel)................................................................................................................. 30
Een consistentere klank produceren ([SOUND CONTROL])............................................................ 30
Het lage, midden- en hoge frequentiebereik regelen (EQUALIZER)............................................... 31
Handige functies gebruiken tijdens het spelen.................................................................... 32
Ritmepatronen spelen ([RHYTHM]) .....................................................................................................32
Het ritmepatroon veranderen .....................................................................................................32
Het tempo van het ritme veranderen......................................................................................... 33
Het ritmevolume veranderen...................................................................................................... 33
Opgeslagen instellingen kiezen ([SETUP])........................................................................................... 34
Instellingen opslaan in Setups ([WRITE])............................................................................................. 35
De knoppen uitschakelen (Panel Lock)................................................................................................. 36
5
Inhoud
Instellingen voor elke functie ([EDIT]) ...................................................................................... 37
Instelbare parameters............................................................................................................................... 37
Systeeminstellingen maken (System) ....................................................................................................37
Instellingen vastleggen................................................................................................................. 37
Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tuning)...................................... 38
De Stemming aanpassen (Temperament, Key)......................................................................... 38
Precieze aanpassing van akkoordensonoriteit (Stretch Tune)................................................ 38
De polariteit van het pedaal omkeren (Damper Pedal Polarity)............................................ 38
De polariteit van het pedaal omkeren (Control Pedal Polarity) ............................................ 39
Setups kiezen met Program Change-berichten
(Setup Control Channel) ..............................................................................................................39
De pedaal gebruiken om een andere Setup te kiezen (Setup Pedal Shift)............................39
Het USB-stuurprogramma instellen........................................................................................... 39
Instellingen in verband met de Setup (Common) ...............................................................................40
Instellingen vastleggen................................................................................................................. 40
De Zone instellen waaraan Multi-Effecten worden toegevoegd (MFX Zone)..................... 40
De pedaalfunctie wijzigen (Control Pedal-functie).................................................................. 40
Tone-instellingen (Tone-parameter)...................................................................................................... 41
Instellingen vastleggen................................................................................................................. 41
De Tone Elements wijzigen
(Cutoff/Resonance/Attack Time/Decay Time/Release Time)............................................. 41
De hoeveelheid reverb instellen die op elke Tone wordt toegepast (Reverb Send Level). 41
De toonhoogte wijzigen (Fine Tune).......................................................................................... 42
De Bend Range wijzigen (Bend Range) .....................................................................................42
De instellingen voor elke Zone apart maken Zone-parameter) ........................................................42
Instellingen vastleggen................................................................................................................. 42
De toonhoogte van de Tone veranderen in stappen van een halve toon (Key Transpose) 43
De Pan instellen............................................................................................................................. 43
De controllers in- en uitschakelen ..............................................................................................43
Part On/Off (Part).................................................................................................................................... 43
Utility-instellingen (Utility) ....................................................................................................................44
Setups naar externe apparaten overbrengen (Setup Bulk Dump)......................................... 44
De fabrieksinstellingen opnieuw oproepen (Factory Reset)................................................... 45
De MIDI Tx Mode instellen ......................................................................................................... 46
Local Control in- en uitschakelen ............................................................................................... 46
Externe MIDI-apparatuur aansluiten......................................................................................... 47
Wat is MIDI? .............................................................................................................................................47
Over MIDI-aansluitingen.............................................................................................................47
Aansluiten op externe MIDI-klankgeneratoren ....................................................................... 47
De RD-300SX gebruiken als Master-klavier .........................................................................................47
Klanken kiezen op een extern MIDI-apparaat..........................................................................47
Uw uitvoering op de RD-300SX opnemen op een externe MIDI-sequencer...................................48
Aansluiten op een externe sequencer............................................................................................48
Opname-instellingen ....................................................................................................................48
De uitvoering opnemen ...............................................................................................................48
De interne klankgenerator van de RD-300SX bespelen vanuit een extern MIDI-apparaat...........49
Klanken van de RD-300SX kiezen op een extern MIDI-apparaat .....................................................49
Setups kiezen .................................................................................................................................49
Aansluiten op uw computer via USB (USB-modus) ......................................................... 50
Wisselen van USB-stuurprogramma's................................................................................................... 50
MIDI-berichten uitwisselen met uw computer.................................................................................... 50
Over V-LINK....................................................................................................................................... 51
De V-LINK gebruiken ..................................................................................................................51
6
Inhoud
Problemen oplossen...................................................................................................................... 52
Lijst van de effecten........................................................................................................................ 55
Foutmeldingen ................................................................................................................................. 59
Lijst van de Tones ........................................................................................................................... 60
Lijst van de ritmepatronen ........................................................................................................... 62
Lijst van de ritmepatronen ........................................................................................................... 65
Lijst van de Setups.......................................................................................................................... 66
Lijst van de sneltoetsen................................................................................................................. 66
MIDI-implementatietabel ............................................................................................................... 67
Technische specificaties .............................................................................................................. 68
Index ..................................................................................................................................................... 69
237
* Alle productnamen die in dit document genoemd worden, zijn de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun
respectievelijke eigenaren.
* V-LINK ( ) ) is een handelsmerk van Roland Corporation.
7
Voornaamste kenmerken
Een geraffineerde vormgeving en een compacte en lichte behuizing
De behuizing met zwarte alumite coating van de RD-300SX ziet er niet alleen fantastisch uit op het podium, hij is ook nog eens compact en licht. Zo kunt u uw instrument gemakkelijk meenemen naar elk optreden.
Multi-sampled piano met 88 toetsen
De via 88-key sampling gecreëerde pianogeluiden, die sinds hun introductie in de Fantom-X instrumenten (de ultieme synthesizerlijn) alom worden geprezen, zijn ingebouwd in de RD-300 SX. Het enige verschil is dat ze hier optimaal werden georganiseerd voor hun nieuwe rol als geluiden van een speciale stage piano. Zo beschikt u over een expressiviteit die enkel mogelijk is met 88 toetsen en meervoudig gesampelde geluiden. Geen enkele andere synthesizer biedt dezelfde expressieve mogelijkheden.
Daarnaast kunt u de piano wave forms die uw groep zo fantastisch doen klinken, opslaan in het instrument, en kunt u twee soorten pianogeluiden produceren om in diverse muziekgenres te spelen.
Dit instrument biedt ook een volledig assortiment van essentiële stage piano klanken zoals elektrische piano, orgel, strijkers, synth pad en andere.
128-stemmige polyfonie
De RD-300SX heeft een polyfonie van 128 stemmen, met alle beschikbare klanken in elke speelmodus. U kunt uw natuurlijke speelstijl behouden, ook wanneer u meerdere klanken combineert via layering.
Compact Hammer Action-klavier en Half Pedal-capaciteit
De RD-300SX bevat een Hammer Action-klavier zonder veren waarmee zelfs de subtielste aanslagveranderingen kunnen worden weergegeven die gebruikelijk zijn wanneer u van de lage registers naar de hoge gaat.
Bovendien is er een pedaal met Half Pedal-capaciteit (DP-8) meegeleverd voor authentieke pedaalprestaties.
Eenvoudige bediening
U kunt de Split- en Dual-modi oproepen en andere handelingen uitvoeren met één druk op een toets (p. 20).
Bovendien roept u met de ONE TOUCH [PIANO]-knop meteen de ideale instellingen op om piano te spelen, ongeacht de geactiveerde modus of de instellingen (p. 18).
Hoogwaardige effecten
De RD-300SX bevat ook 78 soorten multi-effecten, waaronder een sympathetic resonance-effect dat de resonantie van de pianosnaren simuleert wanneer het pedaal wordt ingedrukt, een rotary speaker-effect, distortion en meer. Het instrument biedt ook allerhande mogelijkheden voor klankaanpassingen, met onder meer een 2-bands digitale equalizer en een Sound Control-functie voor het opsporen van inconsistenties in de klank.
Uitgebreide functies die enkel bij een stage piano mogelijk zijn
Dit instrument is niet alleen uitgerust met de standaardregelaars die u van een stage piano mag verwachten, zoals de bender/modulation-hendel, het apparaat heeft ook een [SETUP]-knop waarmee u allerhande opgeslagen instellingen onmiddellijk kunt oproepen, en een [MIDI TX]-knop voor een vereenvoudigde bediening van externe geluidsmodules.
Met deze stage piano hebt u een snelle en intuïtieve bediening van al uw klanken.
Rhythm-functie
U kunt ritmepatronen weergeven met één druk op een knop. Zo kunt u uw optredens begeleiden met realistische drumgeluiden, improviseren met de spontaneïteit van een echte jamsessie, en de metronoom gebruiken om grooves in te oefenen waarmee u nog niet vertrouwd bent.
Compatibel met USB en GM/GM2
De RD-300SX is uitgerust met een USB-poort en een GM2­geluidsmodule. Die komen van pas wanneer u de RD-300SX gebruikt als een invoerklavier bij het componeren van nummers met een computer of wanneer u het instrument gebruikt als een geluidsmodule.
* Enkel MIDI-berichten worden verwerkt met de USB-functie.
Enkele afspraken in deze handleiding
Woorden tussen vierkante haakjes [ ] verwijzen naar koppen op het paneel. Voorbeeld: [SPLIT] verwijst naar de SPLIT-knop.
(p.**) geeft een pagina aan.
985
De uitleg in deze handleiding is voorzien van illustraties. Deze geven aan wat het display zou moeten weergeven. Het kan zijn dat het apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat (bijv. nieuwere geluiden). Daardoor zou wat u op uw display ziet, kunnen verschillen van de afbeelding in de handleiding.
8
Paneelbeschrijving
Voorpaneel
fig.00b-01
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
2 6
7
8
1 3 4 5
VOLUME-regelaar
Hiermee regelt u het algemene volume dat wordt uitgestuurd door de OUTPUT- en PHONES-aansluitingen (p. 14) op het achterpaneel.
EQUALIZER/EFFECTS [LOW]-knop
Hiermee regelt u de lage tonen.
[HIGH]-knop
Hiermee regelt u de hoge tonen.
[SOUND CONTROL/V-LINK]
Met [SOUND CONTROL] schakelt u de SOUND CONTROL in/ uit (p. 30). Met [V-LINK] schakelt u de V-LINK-functie in/uit (p. 51).
[REVERB]
Hiermee schakelt u de REVERB in/uit (p. 27).
[MULTI EFFECTS]
Hiermee schakelt u de multi-effecten in/uit (p. 28).
ZONE LEVEL-regelaars
Hiermee regelt u het volume in elke zone (p. 24).
[MIDI TX]
Hiermee bedient u externe MIDI-geluidsmodules via de RD­300SX (p. 46, p. 47, p. 48).
[RHYTHM/TEMPO]
[RHYTHM] gebruikt u om de ritmebegeleiding in- en uit te schakelen (p. 32).
[TEMPO] gebruikt u om het tempo van het ritme in te stellen (p. 33).
[SHIFT/EXIT]
[SHIFT] drukt u in samen met andere knoppen om verschil­lende functies te activeren. [EXIT] drukt u in om naar voorgaande schermen terug te keren.
9 10
11
13
12
12. [DEC], [INC]
Hiermee wijzigt u de waarden. Als u de ene knop ingedrukt houdt terwijl u op de andere drukt, verandert de waarde sneller.
13. ONE TOUCH
[PIANO]
Hiermee selecteert u de ideale instellingen om piano te spelen (p. 18).
[SETUP]
Hiermee roept u opgeslagen instellingen op (Setup)(p. 34)
14. MODE
[DUAL]
Hiermee schakelt u de RD-300SX over op Dual Mode. In deze modus worden twee aparte tonen samen weergegeven (layering) tijdens uw spel (p. 21).
[SPLIT]
Hiermee schakelt u het klavier over op Split Mode, waarin u meer dan één klank kunt weergeven door verschillende klanken op verschillende delen van het klavier te spelen (p. 22).
15. [LOWER SELECT/KEY TOUCH]
Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u de LOWER ZONE-klank kiezen met de TONE SELECT-knoppen (p. 24). Deze knop wordt ook gebruikt om de klaviergevoeligheid te wijzigen (p. 26).
16. FUNCTION
[EDIT]
Druk deze knop in als u allerlei instellingen wil wijzigen (p. 37). U kunt de demosongs beluisteren door tegelijkertijd op deze knop en op [WRITE] (DEMO PLAY) te drukken (p. 17).
[WRITE]
Hiermee slaat u de huidige instellingen op in Setup (p. 35).
17. TONE SELECT-knoppen
Druk op deze knop om de Tone-categorie te selecteren (p. 19).
14
15
17
16
10. [TRANSPOSE/ENTER]
Met [TRANSPOSE] stelt u het bereik van het klavier in voor trans­positie (p. 25). Druk op [ENTER] om een waarde te bevestigen of om een bewerking uit te voeren.
11.
DISPLAY
Hier ziet u de Tone-nummers en de waarden van allerlei instel­lingen, enz.
Pitch Bend/Modulation-hendel
fig.00b-02
MODULATIE
Hiermee kunt u de pitch bend bedienen of vibrato toepassen (p. 30).
9
Paneelbeschrijving
Achterpaneel
fig.00b-03
1.
2.
3.
4.
5.
6.
1 52
USB-aansluiting
Dankzij deze aansluiting kunt u uw computer via een USB­kabel aansluiten op de RD-300SX (p. 50).
PEDAL-aansluitingen (DAMPER, CONTROL)
Sluit de pedaalschakelaar (DP-serie) die wordt meegeleverd met de RD-300SX, aan op de DAMPER-aansluiting. U kunt de schakelaar nu als demperpedaal gebruiken. Wanneer u een optioneel expressiepedaal (bijv. de EV-serie of een ander model) aansluit op de CONTROL-aansluiting, kunt u een aantal functies toewijzen aan het pedaal (p. 39, p. 40).
MIDI-aansluitingen (IN, OUT)
Deze aansluitingen gebruikt u voor het aansluiten van externe MIDI-apparaten en voor het verzenden van MIDI-berichten (p. 12, p. 47).
OUTPUT L(MONO)/R-aansluitingen
Hierlangs worden de audiosignalen uitgestuurd. Ze worden verbonden met een versterker of een ander apparaat. Gebruik voor een mono-ouput de L/MONO-aansluiting (p. 12).
PHONES-aansluitingen
Op deze aansluiting kunt u een hoofdtelefoon aansluiten (p. 12). Zelf als de hoofdtelefoon is aangesloten, blijft er signaal naar de output-aansluitingen gaan.
3
4 76 8 9
Aardterminal
927 Afhankelijk van de omstandigheden van een specifieke Setup
kunt u een onaangenaam gevoel krijgen of de indruk krijgen dat het oppervlak korrelig aanvoelt, wanneer u in aanraking komt met het apparaat, met aangesloten microfoons of met de metalen onderdelen van andere voorwerpen zoals gitaren. Dit komt door een minuscule elektrische lading, die volkomen ongevaarlijk is. Als u zich daar toch zorgen over maakt, verbind de aardterminal p. 11 dan met een externe aarding. Wanneer het apparaat geaard is, kan er een zachte brom hoorbaar zijn, afhankelijk van de installatie. Als u niet zeker weet of de aansluiting goed is, neem dan contact op met een erkend Roland Service Center. U vindt deze op de pagina Informatie.
Ongeschikte plaatsen voor de aansluiting
Buizen van de waterleiding (gevaar voor elektrische schokken of elektrocutie)
Gasleidingen (brand- en explosiegevaar)
Een telefoonaarding of een bliksemafleider (kan
gevaarlijk zijn bij blikseminslag)
7.
[POWER]
Hiermee schakelt u het apparaat in en uit (p. 13).
8.
DC In-aansluiting
Hierop sluit u de bijgeleverde adapter aan (p. 11).
9.
Kabelhaak
Hieraan kunt u het bijgeleverde netsnoer verankeren (p. 11).
10
Voorbereidingen
Aansluitingen maken
1
Controleer voordat u de aansluitingen gaat maken, het volgende:
Staat het volume van de RD-300SX of van de aangesloten versterker helemaal dicht? Is de RD-300SX uitgeschakeld?
2
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de bijgeleverde adapter.
fig.00c-01
Adapter
3
Sluit de bijgeleverde adapter aan op de RD-300SX en sluit het andere eind aan op een stopcontact.
Netsnoer
Stopcontact
924
927
4
Wikkel het snoer van de adapter om de kabelhaak om het op zijn plaats te houden.
fig.00c-02
Achterpaneel
Aardterminal
De kabel van de bijgeleverde adapter
Naar het stopcontact
* Om te voorkomen dat de stroomvoorziening naar het apparaat per ongeluk wordt
onderbroken (als de stekker bijvoorbeeld wordt uitgetrokken) en om te voorkomen dat er te veel spanning op de stekker van de adapter komt te staan, kunt u het netsnoer via de kabelhaak verankeren, zoals u in deze illustratie ziet.
* Afhankelijk van de omstandigheden van een specifieke set-up kunt u een onaangenaam gevoel
krijgen of de indruk krijgen dat het oppervlak korrelig aanvoelt, wanneer u in aanraking komt met het apparaat, met aangesloten microfoons of met de metalen onderdelen van andere voorwerpen zoals gitaren. Dit komt door een minuscule elektrische lading, die volkomen ongevaarlijk is. Indien u zich hier toch zorgen over maakt, kunt u de aardterminal verbinden met een externe aarding. Wanneer het apparaat geaard is, kan er een zachte brom hoorbaar zijn, afhankelijk van de installatie. Als u niet zeker weet of de aansluiting goed is, neem dan contact op met een erkend Roland Service Center. U vindt deze op de pagina “Informatie”.
Kabelhaak
Ongeschikte plaatsen voor de aansluiting
• Buizen van de waterleiding (gevaar voor elektrische schokken of elektrocutie)
• Gasleidingen (brand- en explosiegevaar)
• Een telefoonaarding of een bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn bij blikseminslag)
11
Voorbereidingen
b
De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur
De RD-300SX beschikt niet over een ingebouwde versterker of luidsprekers. Om ge­luid te produceren moet u audio-apparatuur (bijv. een monitorluidspreker of een stereo-installatie) aansluiten of een hoofdtelefoon gebruiken.
* Audiokabels, MIDI-kabels, USB-kabels, hoofdtelefoons en expressiepedalen zijn niet
inbegrepen. Uw Roland-handelaar kan u bij het aanschaffen van dit soort accessoires adviseren.
fig.00c-03
Stereo-
hoofdtelefoon
Om defecten en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten te voorkomen, draait u altijd het volume omlaag en schakelt u alle apparaten uit voor u een aansluiting maakt.
21
MIDI IN
MIDI OUT
MIDI-geluidsmodule enz.
Roland
MIDI sequencer enz.
Expressiepedaal (EV-5, 7) of Pedaalschakelaar (DP-serie)
Mixer enz.
Monitorluidsprekers
(met eigen voeding)
Pedaalschakelaar
(DP-serie)
Stroomversterker
1
Controleer voordat u de aansluitingen gaat maken, het volgende:
Staat het volume van de RD-300SX of van de aangesloten versterker helemaal dicht? Zijn de RD-300SX en de aangesloten versterker uitgeschakeld?
Gebruik een stereo­koptelefoon.
Gebruik alleen het opgegeven expressiepedaal (EV-5, EV-7; apart verkrijgbaar). Als u een ander expressiepedaal gebruikt, loopt u het risico op defecten of zelfs schade aan het toestel.
Zet de schakelaar op het
ijgeleverde pedaal op Continuous wanneer het pedaal is aangesloten.
925
Pedalen aansluiten
Sluit het pedaal bijgeleverd bij de RD-300SX aan op een van de PEDAL-aansluitingen. Als het pedaal met de DAMPER-aansluiting is verbonden, kan het als demperpedaal
worden gebruikt. Wanneer u het pedaal met de CONTROL-aansluiting verbindt, kunt u verscheidene
functies aan het pedaal toewijzen (p. 40).
12
Het apparaat in- en uitschakelen
941
Wanneer de aansluitingen zijn gemaakt, zet u de verschillende apparaten in de ge­specificeerde volgorde aan. Als u de apparaten in de verkeerde volgorde aanzet, kan dit defecten en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten veroorzaken.
Het apparaat inschakelen
Voorbereidingen
1
Zet de VOLUME-regelaar helemaal dicht (naar beneden) alvorens het toestel aan te zetten.
Zet het volume van alle aangesloten audio- en andere apparatuur ook uit.
fig.00c-05
2
Druk op de [POWER]-schakelaar aan de achterzijde van het apparaat.
Het toestel wordt ingeschakeld en op het display verschijnt Pno.
fig.00c-06
Achterpaneel
Lagere positie
AAN
Om een foutief functioneren van de Pitch Bend-hendel (p. 30) te voorkomen moet u vermijden om de hendel aan te raken bij het inschakelen van het apparaat.
Dit apparaat is voorzien van een beveiligingscircuit. Er is een korte pauze (enkele seconden) nodig na het inscha­kelen van de stroom, voordat het apparaat normaal werkt.
942
3
Schakel alle aangesloten externe apparaten in.
4
Stel het volume van het aangesloten externe apparaat bij.
5
Regel ook het volume van de RD-300SX om een geschikt signaalniveau te krijgen.
13
Voorbereidingen
Het apparaat uitschakelen
1
Zet de VOLUME-regelaar steeds helemaal dicht (naar beneden) alvorens het toestel uit te schakelen.
Zet het volume van alle aangesloten audio- en andere apparatuur ook uit.
2
Schakel de aangesloten externe apparaten uit.
3
Druk op de [POWER]-schakelaar aan de achterzijde van het apparaat.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
fig.00c-07
Achterpaneel
Hogere positie
UIT
Het volume regelen
fig.00c-05
1
Het volume regelt u met de VOLUME-regelaar.
Schuif de regelaar omhoog om het volume te verhogen, of omlaag om het te verlagen. Stel ook het volume van het aangesloten apparaat op een geschikt niveau in.
14
Afstemmen op de toonhoogte van andere
b
instrumenten (Master Tune)
Als u een harmonieuzer geluid wilt wanneer u samenspeelt met andere instrumen­ten, dan moet u zorgen dat de standaardtoonhoogte van alle instrumenten dezelfde is. Over het algemeen wordt de stemming van een instrument door de toonhoogte in Hertz (Hz) van de middelste A-noot aangegeven.
Dit afstemmen op de basis referentietoonhoogte van andere instrumenten wordt stemmen genoemd. Wanneer het instrument is ingeschakeld, is de standaardtoonhoogte vastgelegd op 440,0 Hz”.
fig.00c-10
Voorbereidingen
2,42,6 3
1
Druk op [EDIT] zodat de indicator oplicht.
Het Edit Menu-scherm verschijnt.
2
Druk op [INC] of [DEC] om “System” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
De TONE SELECT-knop gaat knipperen.
fig.disp.SYS
3
Druk op [PIANO].
De parameternaam (tun) verschijnt op het display zolang [PIANO] wordt ingedrukt. Wanneer u de knop loslaat, verschijnen de laatste drie cijfers van de huidige basis referentietoonhoogte op het display.
4
Druk op [INC] of [DEC] om de standaardtoonhoogte te wijzigen.
U kunt de standaardtoonhoogte willekeurig instellen binnen een bereik van 415,3 Hz tot 466,2 Hz. De toonhoogte wordt met 0,1 Hz verlaagd telkens wanneer u [DEC] indrukt. Wan-
neer u de knop ingedrukt houdt, blijft de toonhoogte dalen. De toonhoogte wordt met 0,1 Hz verhoogd telkens wanneer u [INC] indrukt. Wan-
neer u de knop ingedrukt houdt, blijft de toonhoogte stijgen. Wanneer u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke toonhoogte drukt u gelijktijdig
op [DEC] en [INC].
1 5
Voor snellere toenames in waarde houdt u [INC] ingedrukt en drukt u vervolgens op [DEC]. Voor snellere afnames in waarde houdt u [DEC] ingedrukt en drukt u op [INC].
5
Druk op [WRITE] als u de instellingen wilt bewaren.
Het bevestigingsscherm verschijnt.
fig.disp.Sur
Als deze instelling niet wordt
ewaard, gaat hij verloren bij het
6
Druk op [ENTER] als u verder wil gaan met het opslaan.
U kunt terugkeren naar stap 2.
uitschakelen van het apparaat.
15
Overzicht van de RD-300SX
Basisstructuur van de RD­300SX
De RD-300SX kan worden ingedeeld in twee delen: een keyboard controller-gedeelte en een klankgenerator-gedeelte. De twee delen zijn intern met elkaar verbonden via MIDI.
fig.00d-01
Klank-
generator-
gedeelte
Opvoering
Keyboard controller-gedeelte
(controllers zoals klavier, Pitch Bend-hendel, enz.)
Keyboard Controller-gedeelte
Dit gedeelte omvat het klavier, de Pitch Bend/Modulation-hendel, de paneelknoppen en eventuele pedalen die op het achterpaneel zijn aangesloten. Handelingen zoals het indrukken of loslaten van toetsen op het klavier, het indrukken van een pedaal, enzovoort worden omgezet in MIDI-berichten en naar het klankgenerator­gedeelte of naar een extern MIDI-apparaat gestuurd.
De klanken
Tone
De individuele klanken die worden gebruikt, wanneer u op de RD­300SX speelt, noemen we Tones.
De RD-300SX heeft 340 individuele Tones, en u heeft een ruime keuze uit de Tones bij het spelen.
Part
Een klankgenerator die meerdere klanken kan aansturen met één apparaat, noemen we een multitimbrale klankgenerator. De RD­300SX bevat een multitimbrale klankgenerator die 16 Tones tegelijkertijd kan spelen.
Wanneer u de RD-300SX als klankgenerator gebruikt, worden de gegenereerde Tones toegewezen aan Parts. U kunt verschillende Tones aan elk van de Parts toewijzen en individueel aansturen.
* Aangezien u in dit geval speelt met 16 Parts, is hiervoor aansturing
nodig van externe apparaten via MIDI of USB.
Zone
Bij de RD-300SX kunt u twee van bovenvermelde Parts vrij aansturen door gebruik te maken van de knoppen en toetsen van de RD-300SX; deze twee Parts worden UPPER Zone en LOWER Zonegenoemd. U kunt elke zone meerlagig (layering) maken (Dual Play; p. 21) of ze in verschillende delen van het klavier spelen (Split Play; p. 22).
Klankgenerator-gedeelte
Het klankgenerator-gedeelte produceert de klank. Hier worden MIDI-berichten, die van het keyboardcontroller-gedeelte of van het externe MIDI-apparaat zijn ontvangen, in muzieksignalen omgezet, die vervolgens als analoge signalen via de OUTPUT- en de PHONES-aansluitingen worden uitgestuurd.
Basisbediening van de RD­300SX
De instellingen wijzigen
Voor het wijzigen van de instellingen kunt u [DEC] en [INC] gebruiken.
[DEC], [INC]
Als u op [INC] drukt, neemt de waarde toe; drukt u op [DEC], dan neemt de waarde af. Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de waarde toe- of afnemen. Voor snellere toenames in waarde houdt u [INC] ingedrukt en drukt u vervolgens op [DEC]. Voor snellere afnames in waarde houdt u [DEC] ingedrukt en drukt u op [INC].
16
De demo's beluisteren (Demo Play)
b
De demosongs kunt u als volgt beluisteren. De RD-300SX bevat in totaal elf interne demosongs, waaronder demosongs die de
speciale kwaliteiten van het instrument gebruiken en demonstreren, en andere die u vertrouwd maken met de klanken van het instrument.
Nr. Naam v/d song Componist/Copyright
d-1. Let's Hang Out Scott Tibbs © 2004 Roland Corporation d-2. RD-300SX Piano Scott Tibbs © 2004 Roland Corporation d-3. Stay Tuned Scott Tibbs © 2004 Roland Corporation d-4. Tone Preview Scott Tibbs © 2004 Roland Corporation
* Bij d-4 is er één song in elk van de Tone-categorieën voor een totaal van acht demosongs.
fig.01-01
Alle rechten voorbehouden. Het zonder toestemming gebruiken van dit materiaal voor andere doeleinden dan het beluisteren in persoonlijke, huiselijke kring,
etekent een inbreuk op de geldende wetgeving.
14
3
* De bestaande instellingen worden gewist wanneer de demosong wordt gespeeld. Vergeet dus
niet om de instellingen die u wilt behouden, op te slaan in een Setup (p. 35).
2
1
Houd [EDIT] ingedrukt en druk op [WRITE].
Het Demo-scherm verschijnt.
fig.disp.d-1
2
Druk op [INC] of [DEC] om de song te selecteren die u wilt beluisteren.
3
Druk op [ENTER] om de demosong af te spelen.
De weergave van alle songs wordt herhaald. Wanneer u de TONE SELECT-knop indrukt, wordt d-4 geselecteerd, en de
demosong met de Tone van de categorie die overeenstemt met de ingedrukte knop, wordt afgespeeld.
De geselecteerde TONE SELECT-knop gaat rood branden.
3
Er worden geen gegevens over de gespeelde muziek via de MIDI OUT verstuurd.
982
Terwijl de demosongs worden afgespeeld, produceert het klavier geen klank.
4
Druk op ONE TOUCH [PIANO] om de weergave van een song te stoppen.
17
Spelen op het klavier
b
Piano spelen (ONE TOUCH [PIANO])
Laten we nu eens proberen piano te spelen. Op de RD-300SX kunt u met één druk op de knop de optimale instellingen voor
pianospel oproepen.
fig.01-04
1
1
Druk op ONE TOUCH [PIANO].
fig.disp.Pno
Wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] drukt, stelt u het volledige klavier in om met de Piano Tone te spelen.
Wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] drukt, worden alle instellingen teruggezet op hun
eginwaarde bij het inschakelen van het apparaat. Bewaar alle instellingen die u wilt behouden in een Setup (p. 35).
Met de RD-300SX kunt u de aanslaggevoeligheid van het klavier aanpassen aan uw eigen stijl van piano spelen. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie
“De aanslaggevoeligheid van het klavier wijzigen”
(p. 26).
18
Spelen met een hele reeks Tones
De RD-300SX bevat 340 Tones. Tones zijn individuele klanken. Tones worden toegewezen aan de TONE SELECT-knoppen volgens de
geselecteerde Tone-categorie. Probeer tijdens het spelen een aantal verschillende Tones uit.
fig.01-06
Spelen op het klavier
Meer info over de interne Tones van de RD-300SX vindt u in de
“Lijst van de Tones”
60).
(p.
1
1
Druk op ONE TOUCH [PIANO].
Nu speelt u op het gehele klavier met dezelfde Tone.
2
Druk op een van de TONE SELECT-knoppen om de Tone-categorie te kiezen.
3
Druk op [INC] of [DEC] om de Tone te selecteren.
De TONE SELECT-knop van de geselecteerde categorie knippert.
3
2
Tones geselecteerd met [RHY/ GM2] worden geregistreerd in deze volgorde: Rhythm Sets”, GM2 Rhythm Sets en GM2 Tones. Raadpleeg de
de ritmepatronen”
“Lijst van
(p. 62).
19
Spelen op het klavier
Meerdere Tones met het klavier spelen
De RD-300SX is voorzien van vier interne zones (UPPER en LOWER), en aan elk van deze zones kan één Tone worden toegewezen.
In elke gebruikte zone kunt u meerdere Tones combineren via layering en simultaan afspelen of kunt u verschillende Tones afspelen in de linker- en rechtgedeeltes van het klavier.
Deze verschillende manieren om Tones te gebruiken, worden Keyboard Modes genoemd. Er zijn drie keyboard modes.
Single:
Dual:
Split:
De twee gelayerde delen gespeeld in Dual Mode worden de UPPER en LOWER Parts genoemd. In Split Mode verwijst UPPER naar het deel dat in het rechtergedeelte van het klavier wordt gespeeld, terwijl LOWER verwijst naar het deel dat in het linkergedeelte van het klavier wordt gespeeld.
UPPER wordt over het hele klavier gespeeld wanneer de RD-300SX in Single Mode staat.
fig.01-07
Dual mode
Er wordt één Tone over het hele klavier gespeeld. Twee Tones worden gecombineerd via layering en samen gespeeld. Het klavier wordt verdeeld in twee verschillende bereiken vanaf een
bepaalde toets (het Split Point), met verschillende Tones voor het
linker- en rechterbereik.
UPPER
LOWER
Split mode
Split point
UPPERLOWER
Overschakelen op Single Mode
U kunt op twee manieren overschakelen van de meertonige modi, Dual Mode en Split Mode, naar Single Mode, waarbij één Tone wordt gebruikt over het hele klavier.
Drukken op ONE TOUCH [PIANO]
De Piano Tone wordt geselecteerd voor het volledige klavier. Dit creëert de optimale condities voor het spelen van pianomuziek.
Door op ONE TOUCH [PIANO] te drukken annuleert u wel alle instellingen die u tot op dat punt had gemaakt. Bewaar daarom alle instellingen die u wil behouden, in een Setup (p. 35) voor u op ONE TOUCH [PIANO] drukt.
[DUAL] of [SPLIT] uitzetten (de indicator uitzetten)
In dit geval wordt de UPPER Tone toegepast op het volledige klavier.
20
Spelen met twee gelayerde Tones ([DUAL])
fig.01-08
Spelen op het klavier
1, 2
1
Druk op [DUAL] zodat de indicator oplicht.
Speel op het klavier.
fig.disp.tone1
De Tones voor UPPER en UPPER worden gecombineerd (layering) afgespeeld. Wanneer u op [DUAL] drukt, licht de indicator voor [LOWER SELECT] automatisch
op en het nummer van de LOWER Tone verschijnt op het scherm. U kunt het nummer van de UPPER TONE weergeven door op [LOWER SELECT] te drukken zodat de indicator uitdooft.
2
Druk nogmaals op [DUAL] en de indicator dooft uit.
De Tone voor UPPER wordt gespeeld.
Twee TONE SELECT-knoppen simultaan indrukken
U kunt twee Tones via layering combineren door twee TONE SELECT-knoppen simultaan in te drukken.
Als u bijvoorbeeld een pianoklank samen met strijkers wilt weergeven, drukt u tegelijkertijd op [PIANO] en [STRINGS].
[DUAL] gaat knipperen en wanneer u op het klavier begint te spelen, klinken de klanken van piano en strijkers samen.
Bij deze werkwijze wordt de Tone van de toets die eerst wordt ingedrukt (indicator licht rood op), toegewezen aan UPPER, terwijl de andere Tone (indicator licht oranje op) wordt toegewezen aan LOWER.
Zodra u twee TONE SELECT-knoppen hebt gekozen, kunt u, door een van de twee TONE SELECT-knoppen in te drukken, die Tone als de [UPPER] Tone selecteren, waarbij het afspelen van de LOWER Tone stopt.
“De Tone voor een Zone wijzigen”
(p. 24)
“Het volume regelen voor individuele Zones (ZONE LEVEL­regelaars)”
(p. 24)
* U kunt twee tonen niet combineren via layering, wanneer [SPLIT] op ON staat.
21
Spelen op het klavier
Verschillende Tones spelen in de twee klaviergedeelten ([SPLIT])
De opsplitsing van het klavier in een rechter- en een linkergedeelte noemen we een Split, en de toets die op de scheiding ligt, noemen we het Split Point. De Split Point-toets hoort bij het LOWER-gedeelte.
De fabrieksinstelling voor het Split Point is B3.
fig.01-10
U kunt het Split Point wijzigen. Raadpleeg hiervoor
“Het Split Point van het klavier veranderen”
(p. 23).
1, 2
1
Druk op [SPLIT] zodat de indicator oplicht.
[LOWER SELECT] licht op. Speel op het klavier.
In het rechtergedeelte van het klavier hoort u de UPPER Tone en in het linkergedeelte de LOWER Tone.
fig.01-12
Split Point (B3)
UPPERLOWER
2
Om Split Mode te verlaten drukt u nogmaals op [SPLIT], zodat de indicator uitgaat.
“De Tone voor een Zone wijzigen”
(p. 24)
“Het volume regelen voor individuele Zones (ZONE LEVEL­regelaars)”
(p. 24)
22
Het Split Point van het klavier veranderen
In de Split Mode kunt u de scheiding tussen het LOWER- en het UPPER-gedeelte (het Split Point) verschuiven.
Spelen op het klavier
1
Houd [SPLIT] enkele seconden ingedrukt.
Er verschijnt een scherm zoals hieronder en de huidige waarde van de instelling wordt weergegeven.
fig.disp.b3
2
Houd [SPLIT] ingedrukt en druk vervolgens op de toets die u als Split Point wilt gebruiken.
U kunt de Split Point aanpassen met sprongen van een halve toon. Wanneer u [SPLIT] loslaat, verschijnt het vorige scherm opnieuw.
* De Split Point-toets hoort bij het LOWER-gedeelte.
fig.01-13
B3 (wanneer het instrument is ingeschakeld)
A0 B7
Bereik waarbinnen het Splint Point kan worden ingesteld
U kunt het Split Point ook wijzigen door [SPLIT] ingedrukt te houden en op [INC] of [DEC] te drukken.
De toets voor het Split Point verschijnt op het scherm zoals in onderstaande afbeelding.
fig.01-11
Weergave
Letter-
C C D E
naam
Weergave
Letter-
E F F G
naam
Weergave
Letter-
A A B B
naam
23
Spelen op het klavier
De Tone voor een Zone wijzigen
Als u de Tone toegewezen aan een Zone in Dual of Split Mode wilt wijzigen, gebruikt u [LOWER SELECT] om de Zone met de Tone die u wilt wijzigen, op te geven.
fig.01-14
1
2
1
Als u UPPER wilt selecteren, drukt u op [LOWER SELECT] tot de indicator uitdooft. Als u LOWER wilt selecteren, drukt u op [LOWER SELECT] tot de indicator groen oplicht.
fig.01-15
Bij keuze van de UPPER Zone Bij keuze van de LOWER Zone
De indicators van de TONE SELECT-knop zijn rood wanneer de UPPER Zone is geselecteerd, en groen wanneer de LOWER Zone is geselecteerd. Als Tones van dezelfde categorie worden geselecteerd, licht in beide Zones de indicator van de knop oranje op.
2
Selecteer de Tone-categorie met een TONE SELECT-knop en selecteer vervolgens de Tone met [INC] of [DEC].
2
[LOWER SELECT] is uitgeschakeld wanneer [DUAL] of [SPLIT] uit staan.
Het volume regelen voor individuele Zones (ZONE LEVEL-regelaars)
fig.01-16
De RD-300SX is voorzien van twee Parts die u vrij kunt regelen via de knoppen en toetsen van het instrument; deze twee Parts worden de UPPER Zone en de LOWER Zone genoemd.
U kunt het volume voor elke Zone regelen met de ZONE LEVEL-regelaars.
24
Spelen op het klavier
De toonaard van het klavier transponeren ([TRANSPOSE])
U kunt uw klavierspel transponeren zonder de vingerzetting te veranderen, of u kunt de toonhoogte per octaaf verschuiven. Deze functie heet Transpose.
Dit is een handige functie wanneer u de toonhoogte van het klavier moet aanpassen aan de toonhoogte van een zanger, of als u moet spelen van een partituur voor trompet of andere getransponeerde instrumenten.
De referentiewaarde voor Transpose is C4. Deze instelling kan per halve toon worden gewijzigd, binnen een bereik van -48-0- +48.
fig.01-17
Opmerking: berichten van MIDI IN worden niet getransponeerd.
1, 2, 3
1
Houd [TRANSPOSE] enkele seconden ingedrukt.
Er verschijnt een scherm zoals hieronder en de huidige waarde van de instelling wordt getoond.
fig.disp.0
2
Houd [TRANSPOSE] ingedrukt en druk op een toets.
Als u bijvoorbeeld een “E” wilt horen terwijl u een “C” speelt op het klavier, houdt u [TRANSPOSE] ingedrukt en drukt u op de toets E4. De transpositiewaarde wordt nu +4.
Wanneer u [TRANSPOSE] loslaat, verschijnt het vorige scherm opnieuw. Wanneer u de transpositiewaarde hebt ingesteld, wordt de Transpose-functie
geactiveerd en licht [TRANSPOSE] op.
3
Om Transpose uit te schakelen drukt u op [TRANSPOSE] zodat de indicator uitgaat.
De volgende keer dat u op [TRANSPOSE] drukt, wordt het geluid getransponeerd met de hier ingestelde waarde.
Zelfs wanneer u de Transpose­functie activeert, blijft het Split Point (p. 23) ongewijzigd.
U kunt het Split Point ook wijzigen door [TRANSPOSE] ingedrukt te houden en op [INC] of [DEC] te drukken.
U kunt verschillende Key Transpose-instellingen maken voor elke Zone. Raadpleeg hiervoor
Tone veranderen in stappen van een halve toon (Key Transpose)”
(p. 43).
“De toonhoogte van de
25
Spelen op het klavier
b
De aanslaggevoeligheid van het klavier wijzigen
U kunt de aanslaggevoeligheid of de respons van de toetsen wijzigen. Wanneer het instrument aan staat, is dit ingesteld op M (Medium).
fig.01-19
1, 3
1
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [LOWER SELECT].
[SHIFT] knippert. De huidige aanslaggevoeligheid verschijnt op het scherm.
fig.disp.-M-
2
Druk op [INC] of [DEC] om de aanslaggevoeligheid te selecteren.
Weergave Beschrijving
Fixed
Light
Medium
Heavy
De klank wordt op een vast volume weergegeven, ongeacht de kracht waarmee u de toetsen indrukt.
Hiermee selecteert u een lichte aanslag. Om fortissimo (ff) te spelen, hoeft u minder hard aan te slaan dan gewoonlijk. Het klavier voelt lichter aan. Dit speelt vrij gemakkelijk, ook voor kinderen.
Hiermee stelt u de standaardgevoeligheid van het klavier in. U speelt met de meest natuurlijke aanslag. Dit benadert het dichtst het gevoel van een akoestische piano.
Hiermee selecteert u een zware aanslag. U moet de toetsen van het klavier harder dan normaal aanslaan om fortissimo (ff) te spelen. Het klavier voelt zwaarder aan. Met een dynamische aanslag kunt u nog meer gevoel leggen in wat u speelt.
2
1
Het is mogelijk dat de aanslaggevoeligheid bij
epaalde klanken niet
verandert.
3
Druk op [SHIFT] en de indicator dooft uit.
De Velocity wijzigen wanneer de aanslaggevoeligheid is ingesteld op Fixed.
Dit bepaalt de Velocity van het geluid wanneer de aanslaggevoeligheid is ingesteld op Fixed”.
1
Wanneer “OFF” is geselecteerd in de bovenvermelde Stap 2, verandert u de velocity van het geluid door [LOWER SELECT] ingedrukt te houden en op [INC] of [DEC] te drukken.
U kunt de velocity willekeurig instellen op een waarde tussen 1 en 127.
26
Spelen op het klavier
Galm toevoegen aan het geluid ([REVERB])
U kunt kunt de noten die u op het klavier speelt voorzien van een galmeffect. Met het reverb-effect kunt u een aangename galm creëren, zodat het lijkt alsof u optreedt in een concertzaal of een gelijkaardige plaats.
fig.01-21
1, 2
1
Druk op [REVERB] zodat de indicator oplicht.
Speel op het klavier. Het reverb-effect wordt toegepast op de volledige Tone.
2
Druk nogmaals op [REVERB] om het reverb-effect ongedaan te maken. De indicator dooft uit.
Het soort reverb-effect veranderen
U hebt de keuze uit vier verschillende soorten reverb-effecten.
1
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [REVERB].
2
Druk op [INC] of [DEC] om het soort galm te wijzigen.
Weergave Beschrijving
ROOM
HALL
CATHEDRAL
GM REVERB
Galm in gewone kamers
Galm in grotere zalen
Galm van kerkgebouwen
Reverb voor gebruik met GM2
3
Druk na het kiezen van het type op [SHIFT] om naar het vorige scherm terug te keren.
De diepte van het reverb-effect kiezen (Reverb Depth)
U hebt de keuze uit 127 diepteniveaus voor het reverb-effect.
1
Hou [REVERB] ingedrukt en druk op [INC] of [DEC] om de diepte van het reverb-effect te veranderen.
De reverb-diepte kan voor elke zone apart worden ingesteld (p. 41).
27
Spelen op het klavier
Allerhande effecten toevoegen aan de klank ([MULTI EFFECTS])
Naast reverb (p. 27) kunt u nog tal van andere veranderingen toepassen op de klanken van de RD-300SX. Die worden “Multi-effecten” genoemd. Met de RD-300SX hebt u de keuze uit 78 verschillende effecten.
In de fabrieksinstellingen zijn er aan elke Tone effecten toegewezen.
fig.01-23
1, 2
Op sommige klanken kunnen effecten niet worden toegepast.
1
Druk op [MULTI EFFECTS] zodat de indicator oplicht.
Speel op het klavier. Het effect wordt toegepast op de Tone die op dat moment is geselecteerd.
2
Druk nogmaals op [MULTI EFFECTS] om dit effect te verwijderen. De indicator dooft uit.
De diepte van het effect wijzigen
U kunt de diepteniveaus voor het effect wijzigen. De inhoud en het bereik variëren afhankelijk van het MFX-type. Raadpleeg voor
gedetailleerde informatie
“Lijst van de effecten”
(p. 55).
1
Houd [MULTI EFFECTS] ingedrukt en druk op [INC] of [DEC].
De diepte van het effect dat op de momenteel geselecteerde Tone wordt toegepast, verschijnt op het scherm.
De volgende keer dat u dezelfde Tone kiest, wordt het effect met de door u gekozen diepte toegepast.
U kunt aangeven welke Zone voorrang krijgt wanneer de effecten die aan de Upper Zone en de Lower Zone worden toegekend, verschillen. Raadpleeg hiervoor
instellen waaraan Multi-Effecten worden toegevoegd (MFX Zone)”
(p. 40).
U kunt het soort effect wijzigen. Raadpleeg hiervoor
“Het soort Multi-effect wijzigen”
(p. 29).
“De Zone
28
Spelen op het klavier
Het soort Multi-effect wijzigen
1
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [MULTI EFFECTS].
Het nummer van het effect verschijnt op het display.
2
Druk op [INC] of [DEC] om het soort effect te kiezen.
Meer info over de soorten interne effecten van de RD­300SX vindt u in de
effecten”
(p. 55).
“Lijst van de
3
Druk na het kiezen van het soort effect op [SHIFT] om naar het vorige scherm terug te keren.
Een wervelend geluid aan Organ Tones (Rotary-effect) toevoegen
Het Rotary-effect wordt toegepast op sommige Organ Tones die u kunt selecteren met de [ORGAN]-knop. Wanneer een van deze Tones is geselecteerd, kunt u de [MULTI EFFECTS]-knop gebruiken om de snelheid van het Rotary-effect te wijzigen.
Het Rotary-effect voegt een “wervelend” effect toe dat erg lijkt op het geluid van een orgel uitgerust met een roterende luidspreker.
1
Druk op [ORGAN] en selecteer de Organ Tone.
Bij selectie van een Tone waaraan het Rotary-effect wordt toegevoegd, knippert de indicator van de [MULTI EFFECTS]-knop.
2
Druk telkens op [MULTI EFFECTS] om de snelheid van het Rotary-effect te wisselen tussen snelle en trage rotatie.
Wanneer de indicator van de [MULTI EFFECTS]-knop knippert, wordt een sneller Rotary-effect toegepast.
Wanneer de indicator van de [MULTI EFFECTS]-knop knippert, wordt een trager Rotary-effect toegepast.
Als u wilt voorkomen dat het Rotary-effect wordt toegepast, selecteert u een ander effecttype dan het Rotary­effect en verwijdert u vervolgens het effect (p. 29).
U kunt het Rotary-effect ook toepassen op andere Tones dan de Organ Tones.
29
Spelen op het klavier
De toonhoogte van een klank in real time veranderen (Bender/Modulation-hendel)
Speel op het klavier en duw de hendel naar links om de toonhoogte te verlagen, of naar rechts om de toonhoogte te verhogen. Dit noemen we Pitch Bend.
U kunt ook vibrato toepassen door het hendeltje naar voren te duwen. Dit noemen we Modulation.
Als u het hendeltje naar voren duwt en tegelijkertijd naar links of rechts, krijgt u beide effecten tegelijkertijd.
fig.01-25
Het effect dat u krijgt wanneer u de hendel beweegt, kan variëren naargelang van de Tone die u gebruikt. Dit effect ligt bovendien vast voor elke Tone en kan niet worden veranderd.
Pitch Bend
Modulatie
Een consistentere klank produceren ([SOUND CONTROL])
Wanneer u de Sound Control-functie activeert, worden variaties in het volume onderdrukt voor een consistenter geluid.
1
Druk op [SOUND CONTROL] zodat de indicator oplicht.
Klanken kunnen bij sommige Tones worden vervormd. Verlaag in dergelijke gevallen het zonevolume.
2
Houd [SOUND CONTROL] ingedrukt en druk vervolgens op [INC] of [DEC] om het soort te kiezen.
Weergave Beschrijving
Hard Comp
Soft Comp
Low Boost
Mid Boost
High Boost
Past sterke compressie toe.
Past matige compressie toe.
Versterkt het lage bereik.
Versterkt het middenbereik.
Versterkt het hoge bereik.
30
3
Druk éénmaal op [SOUND CONTROL] om deze functie uit te schakelen. De indicator dooft uit.
Spelen op het klavier
Het lage, midden- en hoge frequentiebereik regelen (EQUALIZER)
De RD-300SX is uitgerust met een 2-bands equalizer. U kunt de sterkte van het lage en hoge frequentiebereik regelen met respectievelijk
de knoppen EQUALIZER [LOW] en [HIGH].
fig.01-26
De euqalizer-instellingen worden toegepast op het totaalgeluid van de OUTPUT­aansluitingen.
1
Regel het signaalniveau in elk frequentiebereik met de EQUALIZER-knoppen.
Draai de knop naar het minteken (-) om het signaalniveau in het betreffende frequentiebereik te verlagen; draai de knop naar het plusteken (+) om het signaalniveau in dat bereik te verhogen.
Bij sommige knopinstellingen kunnen klanken vervormen. Wanneer dit gebeurt, verlaagt u het volume in de zones met de respectievelijke ZONE LEVEL-regelaars.
31
Handige functies gebruiken tijdens het spelen
Ritmepatronen spelen ([RHYTHM])
De RD-300SX bevat intern geprogrammeerde drumpatronen in uiteenlopende muziekgenres, zoals jazz, rock en andere. U kunt deze gebruiken als begeleiding bij uw uitvoeringen op de RD-300SX. Deze drumpatronen worden “Rhythms” genoemd.
fig.02-01
1, 2
1
Druk op [RHYTHM] zodat de indicator van de knop oplicht.
Het ritme begint te spelen.
2
Druk nogmaals op [RHYTHM]; de indicator gaat uit en het ritme stopt.
Het ritmepatroon veranderen
U kunt bepalen hoe een ritme wordt gespeeld (het patroon) zodat het bij diverse muziekgenres past.
1
Druk op [RHYTHM] zodat de indicator van de knop oplicht.
Het ritme begint te spelen.
2
Houd [RHYTHM] ingedrukt en druk vervolgens op [INC] of [DEC] om een patroon te selecteren.
Het patroon van het ritme verandert.
fig.disp_r1
3
Als u nogmaals op [RHYTHM] drukt, dooft de indicator uit en stopt het ritme.
Raadpleeg
ritmepatronen”
meer informatie over het soort ritmepatronen.
Gegevens over de ritmepatroonprestaties worden niet van de MIDI OUT­aansluiting naar de USB­aansluiting gestuurd wanneer de MIDI Tx-modus (p. 46) is ingesteld op Modus 1.
“Lijst van de
(p. 65) voor
32
Handige functies gebruiken tijdens het spelen
b
Het tempo van het ritme veranderen
1
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [RHYTHM].
Het tempo van het ritme wordt weergegeven.
2
Druk op [INC] of [DEC] om het tempo te wijzigen.
Het ritme wordt gespeeld op het geselecteerde tempo.
3
Druk op [SHIFT] om naar het vorige scherm terug te keren.
Het ritmevolume veranderen
1
Houd [RHYTHM] ingedrukt en verschuif de ZONE LEVEL-regelaar.
Het volume van het ritme verandert.
De wijze waarop het ritme wordt gespeeld en het weergegeven tempo kunnen
ij sommige ritmepatronen
verschillen.
33
Handige functies gebruiken tijdens het spelen
b
Opgeslagen instellingen kiezen ([SETUP])
De instellingen van de RD-300SX voor Tones, effecten en dergelijke meer worden samen een Setup genoemd.
Hebt u uw voorkeursinstellingen en de instellingen voor de uit te voeren songs in een Setup opgeslagen, dan kunt u daarna tijdens het spelen volledige instellingensets veranderen door gewoon een andere Setup te kiezen.
U kunt tot 32 verschillende Setups opslaan. De RD-300SX is al voorzien van een aantal voorgeprogrammeerde Setups. Laten we eens proberen een Setup op te roepen.
fig.02-02
1
De huidige instellingen worden gewist wanneer u een Setup oproept. Vergeet dus niet om een Setup die u wil
ehouden, eerst op te slaan voordat u een andere Setup oproept (p. 35).
2
1
Druk op [SETUP] zodat de indicator oplicht.
Het hieronder getoonde Setup-scherm verschijnt in de display.
fig.disp.SUP
2
Druk op de knoppen [INC] of [DEC], of op TONE SELECT om een Setup te selecteren.
fig.disp.S11
S.51
S.41
S.31
S.21
Setup
nummer
S.11 S.12 S.13 S.14
S.22 S.23 S.24
S.32 S.33 S.34
S.42 S.43 S.44
S.52 S.53 S.54
Bij selectie met de TONE SELECT-knoppen
3
Speel op het klavier.
De huidige instellingen zijn die van de opgeroepen Setup.
S.61 S.62 S.63 S.64
2
S.71 S.72 S.73 S.74
S.81 S.82 S.83 S.84
“Lijst van de Setups”
(p. 66)
34
Handige functies gebruiken tijdens het spelen
Instellingen opslaan in Setups ([WRITE])
Als u de gewijzigde inhoud als een nieuwe Setup wilt gebruiken, voer dan de volgende procedure uit om de instellingen op te slaan in een Setup.
U kunt 32 Setups opslaan in de RD-300SX.
fig.02-05
1
3, 4
2
1
Druk op [WRITE] zodat de indicator oplicht.
Het Setup-scherm verschijnt.
fig.disp.S11
2
Selecteer de save-destination Setup door te drukken op de knoppen [INC] of [DEC], of TONE SELECT.
3
Druk op [ENTER].
fig.disp.Sur
Het bevestigingsscherm (Sure?) verschijnt. Als u de Setup niet wil opslaan, drukt u [EXIT] of [WRITE]. De handeling wordt geannuleerd en u keert terug naar het Tone-scherm.
2
4
Wanneer u op [ENTER] drukt, begint het opslaan van de Setup.
Wanneer het opslaan van de Setup beëindigd is, gaat de [WRITE] indicator uit. U keert terug naar het Tone-scherm.
Instellingen die niet in de Setup worden opgeslagen
De volgende instellingen kunnen niet worden opgeslagen in de Setup.
Systeeminstellingen (p. 37)
SOUND CONTROL-instellingen (p. 30)
Stand van de EQUALIZER-knop (p. 31)
V-LINK-instellingen (p. 51)
Transpose (p. 25)
35
Handige functies gebruiken tijdens het spelen
De knoppen uitschakelen (Panel Lock)
Zodra Panel Lock is geactiveerd, zullen alle knoppen (behalve de VOLUME slider, ONE TOUCH [PIANO], en de [EXIT] knop) uitgeschakeld zijn. Dit voorkomt dat instellingen onbedoeld worden veranderd op het podium of in gelijkaardige situaties.
fig.02-06
2
2
1
1
Houd [EDIT] ingedrukt en druk op [ENTER].
Blijf deze twee knoppen ingedrukt houden tot het volgende scherm verschijnt.
fig.disp.—
2
Druk op ONE TOUCH [PIANO] of [EXIT] om Panel Lock te annuleren.
36
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
Het wijzigen van de Tone-parameters om de Tones te maken waarvan u houdt, en het wijzigen van de instellingen voor diverse functies noemen we editing.
Wanneer u op [EDIT] drukt en de indicator brandt, gaat de RD-300SX over naar Edit Mode.
U kunt bewerkte instellingen opslaan in Setups. Bewerkte instellingen worden gewist wanneer u de RD-300SX
uitschakelt. Zorg dus dat u alle instellingen die u wilt behouden, opslaat in een Setup. Raadpleeg
([WRITE])”
U kunt echter geen Systeeminstellingen opslaan in de Setups. Als u veranderingen aan het systeem wilt maken, moet u de Write­procedure apart uitvoeren (p. 37).
(p. 35) voor meer informatie.
“Instellingen opslaan in Setups
Instelbare parameters
In Edit-modus kunt u de volgende parameters instellen.
System: instellingen die verband houden met de werking van het hele instrument
(p. 37)
Master Tune Temperament Key Stretch Tune Damper Pedal Polarity Control Pedal Polarity Setup Control Channel Setup Pedal Shift USB-stuurprogramma
Common: instellingen voor pedaalfuncties en gelijkaardige functies (
p. 40)
MFX Zone Control Pedal Function
Tone: Tone-instellingen (p. 41)
Cutoff Resonance Attack Time Decay Time Release Time Reverb Send Level Fine Tune Bend Range
Upper, Lower Zone: Zone-instellingen (p. 42)
Key Transpose Pan Damper Pedal Switch Control Pedal Switch Bender Switch Modulation Switch
Part: Part On/Off (p. 43)
1–16
Utility: instellingen voor het maken van een back-up, Factory Reset, enz. (p. 44)
Bulk Dump Temporary Bulk Dump Setup Factory Reset TX Mode Local Control
Systeeminstellingen maken (System)
Functies die een invloed hebben op de algemene werking van de RD­300SX, noemen we Systeemfuncties.
Instellingen vastleggen
1.
Druk op [EDIT].
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Edit­modus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “System” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
fig.disp.SYS
3.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECT­knop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen.
De naam van de parameter verschijnt op het display zolang de knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten, wordt de waarde van de parameter weergegeven op het display.
TONE SELECT­knop
PIANO Master Tune (p. 38)
E.PIANO Temperament, Key (p. 38)
ORGAN Stretch Tune (p. 38)
STRINGS/ PAD
GUITAR/ BASS
BRASS/ WINDS
VOICE/ SYNTH
RHY/GM2
4.
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen.
5.
Druk op [WRITE] als u de instellingen wilt bewaren. Druk vervolgens op [ENTER].
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
Tenzij u ze hebt bewaard, gaan deze instellingen verloren zodra u het instrument uitschakelt.
Weergave
Parameter
Damper Pedal Polarity (p. 38)
Control Pedal Polarity (p. 39)
Setup Control Channel (p. 39)
Setup Pedal Shift (p. 39)
USB Driver (p. 39)
* Sommige Tones zijn zo ingesteld dat geen effecten worden toegepast.
37
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tuning)
Als u een harmonieuzer geluid wilt, wanneer u samenspeelt met andere instrumenten, moet u zorgen dat de standaardtoonhoogte van alle instrumen­ten dezelfde is. Over het algemeen wordt de stemming van een instrument door de toonhoogte in Hertz (Hz) van de middelste “A”-noot aangegeven.
De laatste drie cijfers van de huidige instelling van de standaardtoon­hoogte verschijnen op het display.
Waarde
415,3Hz – 466,2Hz (stappen van 0,1 Hz)
De Stemming aanpassen (Temperament, Key)
Hiermee bepaalt u de stemming en de grondnoot (tonica) voor volledige Parts.
fig.disp.1-C
De grondnoot selecteren
Als u met een andere stemming dan gelijkzwevende temperatuur speelt, moet u de grondnoot ingeven om het te spelen muziek­nummer te stemmen (d.w.z, de noot die overeenstemt met C voor een majeur-toonaard of met A voor een mineur-toonaard). Bij gelijkzwe­vende stemming hoeft u geen grondnoot in te stellen.
U stelt de grondnoot in door [E.PIANO] ingedrukt te houden en op [INC] of [DEC] te drukken.
De geselecteerde grondnoot verschijnt op het display zoals in onder­staande afbeelding.
fig.03-01
Weergave Letter
naam
* Als u samenspeelt met andere instrumenten, moet u er rekening mee
C C D E E F F G A A B B
houden dat, afhankelijk van de toonaard, enige toonhoogteverschuiving kan optreden. Stem de RD-300SX af op de basistoon van de andere instrumenten.
Temperament Keynote
De meeste moderne muzieknummers worden gecomponeerd voor en gespeeld met gelijkzwevende stemming, maar ten tijde van de klassieke muziek bestonden er nog een aantal andere stemmingsmethodes. Als u een compositie met de originele stemming speelt, dan hoort u de samen­klank van de akkoorden zoals de componist het bedoeld had.
U hebt de keuze uit acht stemmingen.
Weerg ave
Stemming Beschrijving
1
Gelijkzwevende
stemming
2 Just
(Majeur).
3 Just
(Mineur).
4 Pythagorean
5 Kirnberger
6
Mean Tone
7
Werckmeister
8
Arabic
Deze stemming verdeelt een octaaf in 12 gelijke delen. Elk interval produceert dezelfde hoeveelheid lichte dissonantie.
Deze toonschaal elimineert dissonantie in kwinten en tertsen. Ze is niet geschikt om melo­dieën te spelen en kan niet worden getranspo­neerd, maar levert een zeer mooie sonoriteit op.
De toonschalen van de majeur en de mineur reine intonaties verschillen van elkaar. Met de mineurschaal kunt u wel hetzelfde effect krijgen als met de majeurschaal.
Deze toonschaal, bedacht door de filosoof Pythagoras, elimineert de dissonantie in kwarten en kwinten. Dissonantie wordt geproduceerd door derde-intervalakkoor­den, maar de melodieën zijn eufonisch.
Deze toonschaal is een modificatie van de Meantone- en de Just-schalen, die een gro­tere vrijheid biedt voor transpositie naar andere toonaarden. Er kan gespeeld wor­den in alle toonaarden (III).
Deze toonschaal wijkt licht af van de Just­schalen, zodat transpositie mogelijk is.
Dit is een combinatie van de Meantone- en de Pythagorean-schaal. Er kan in alle toonaarden worden gespeeld (eerste techniek, III).
Arabische toonschaal. Geschikt voor Arabische muziek.
Precieze aanpassing van akkoordensonoriteit (Stretch Tune)
Hiermee verandert u de toonhoogte volgens de stretch tuning­methode, zoals bij akoestische piano's. De hoge tonen klinken dan ietsje hoger en de lage tonen ietsje lager.
Weergave Waarde
OFF
ON
De polariteit van het pedaal omkeren (Damper Pedal Polarity)
Hiermee wisselt u de polariteit van het pedaal dat is verbonden met de PEDAL (DAMPER)-aansluiting op het achterpaneel.
Bij sommige pedalen is het elektrische signaal dat ze uitsturen wanneer u ze indrukt, het omgekeerde van dat van andere pedalen. Als uw pedaal net het omgekeerde doet van wat u had verwacht, stel dan deze parameter in op REVERSE.
Als u een Roland-pedaal (zonder polariteitsschakelaar) gebruikt, stel deze parameter dan in op STANDARD.
Weergave Waarde
STANDARD
REVERSE
38
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
De polariteit van het pedaal omkeren (Control Pedal Polarity)
Hiermee wisselt u de polariteit van het pedaal dat is verbonden met de PEDAL (CONTROL) jack op het achterpaneel.
Bij sommige pedalen is het elektrische signaal dat ze uitsturen wanneer u ze indrukt, het omgekeerde van dat van andere pedalen. Als uw pedaal net het omgekeerde doet van wat u had verwacht, stel dan deze parameter in op REVERSE.
Als u een Roland-pedaal (zonder polariteitsschakelaar) gebruikt, stel deze parameter dan in op STANDARD.
Weergave Waarde
STANDARD
REVERSE
Setups kiezen met Program Change-berichten (Setup Control Channel)
U kunt op de RD-300SX een andere Setup kiezen via MIDI-berichten vanuit een extern MIDI-apparaat.
Stel het MIDI-ontvangstkanaal in om de MIDI-berichten (Program Changes) van het externe MIDI-apparaat te ontvangen voor het veranderen van Setup.
Als u niet van Setup wilt veranderen vanuit een extern MIDI­apparaat, stel dit dan in op OFF.
De pedaal gebruiken om een andere Setup te kiezen (Setup Pedal Shift)
U kunt het pedaal dat verbonden is met de PEDAL (CONTROL)­aansluiting op het achterpaneel, gebruiken als speciale schakelaar om Setups in volgorde te kiezen.
Weergave Waarde Beschrijving
OFF U kunt de pedaalfunctieset
gebruiken met de Control Pedal-functie (p. 40).
ON Het pedaal wordt een speciale
schakelaar om van Setup te veranderen.
U kunt de functieset met Control Pedal-functie (p. 40) niet gebruiken wanneer deze op ON staat.
Het USB-stuurprogramma instellen
Als u een computer wilt aansluiten via de USB-verbinding, moet u de volgende instellingen creëren voor u verbinding kunt maken.
Schakel het apparaat na het wijzigen van de instellingen uit en zet het vervolgens weer aan.
Het is niet nodig om de Write-procedure te gebruiken voor het instellen van het USB-stuurprogramma.
Waarde
1–16, OFF
Als de Control Channel-instellingen mee worden verzonden met het MIDI-ontvangstkanaal van de Part, dan heeft het kiezen van Setups voorrang op het kiezen van Tones. Voor meer informatie over programmaveranderingen voor het wisselen van Setups, raadpleeg
“Setups kiezen”
(p. 49).
Weergave Waarde Beschrijving
Original
Generic Selecteer dit wanneer u een
Selecteer dit wanneer u het meege­leverde stuurprogramma gebruikt bij een USB-verbinding.
generiek USB-stuurpro­gramma gebruikt, dat bij het besturingssysteem met een USB-verbinding is geleverd.
39
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
Instellingen in verband met de Setup (Common)
Instellingen vastleggen
1.
Druk op [EDIT].
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Edit­modus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “Common” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
fig.disp.Con
3.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECT­knop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen.
De naam van de parameter verschijnt op het display zolang de knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten, wordt de waarde van de parameter weergegeven op het display.
De Zone instellen waaraan Multi­Effecten worden toegevoegd (MFX Zone)
Dit specificeert welke Zone voorrang heeft wanneer de effecten die toegewezen zijn aan de Upper Tone en de Lower Tone, verschillen in Split Mode of Dual Mode (p. 20).
Weergave Beschrijving
UPPER
LOWER
* Als dezelfde effecten zijn toegewezen aan de Upper Tone en de Lower
Tone, worden dezelfde effecten toegevoegd aan beide Tones.
De pedaalfunctie wijzigen (Control Pedal-functie)
Dit bepaalt de functie van de pedaalschakelaar of de expressiepedaal (zoals de optionele EV-5) die verbonden is met de CONTROL­aansluiting op het achterpaneel.
TONE SELECT­knop
PIANO MFX Zone (p. 40)
E.PIANO Control Pedal-functie (p. 40)
ORGAN STRINGS/
PAD GUITAR/
BASS BRASS/
WINDS VOICE/
SYNTH RHY/GM2
Enkel de indicators of knoppen waaraan een parameter is toegewezen, gaan knipperen.
4.
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen.
5.
Druk op [EDIT] om de indicator uit te zetten en de Edit-modus te verlaten.
Weergave
Parameter
Deze functie kan niet worden gebruikt, wanneer de Setup Pedal Shift op ON staat (p. 39).
Weergave Beschrijving
Zacht (standaard)
Sostenuto
Expressie
Start/Stop ritmepatroon
Multi-effecten AAN/UIT
Modulatie
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
40
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
Tone-instellingen (Tone-parameter)
Instellingen vastleggen
1.
Druk op [EDIT].
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Edit-modus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “Tone” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
fig.disp.ton
3.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECT­knop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen.
De naam van de parameter verschijnt op het display zolang de knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten, wordt de waarde van de parameter weergegeven op het display.
Voor het instellen van de LOWER-zone zet u [LOWER SELECT] op ON.
TONE SELECT­knop
PIANO Cutoff (p. 41)
E.PIANO Resonance (p. 41)
ORGAN Attack Time (p. 41)
STRINGS/ PAD
GUITAR/ BASS
BRASS/ WINDS
VOICE/ SYNTH
RHY/GM2
Weergave
Parameter
Decay Time (p. 41)
Release Time (p. 41)
Reverb Send Level (p. 41)
Fine Tune (p. 42)
Bend Range (p. 42)
De Tone Elements wijzigen (Cutoff/Resonance/Attack Time/ Decay Time/Release Time)
U kunt wijzigingen aanbrengen in de Tones door de instellingen van de volgende vijf elementen te veranderen.
Cutoff: Resonance:
Attack Time:
Decay Time:
Release time:
Abrupte veranderingen in de instellingen kunnen tot gevolg hebben dat het geluid vervormt of overdreven luid wordt. Hou het volume in de gaten wanneer u de instellingen maakt.
Parameter Waarde Beschrijving
Cutoff -64–0– +63
Resonance -64–0– +63
Attack Time -64–0– +63
Decay Time -64–0– +63
Release Time -64–0– +63
Het effect kan bij sommige Tones onopgemerkt blijven, zelfs wanneer de waarde werd veranderd.
hiermee regelt u de opening van de filter.
hiermee versterkt u de gebieden rondom de cutoff­frequentie, wat het geluid een speciale klank geeft. Overdreven hoge instellingen kunnen oscillatie veroorzaken, waardoor het geluid vervormt.
de tijdsduur vanaf het aanslaan van de toets tot het geluid zijn volledig volume bereikt.
de tijdsduur vanaf de aanslag tot het moment waarop het geluidsniveau vermindert.
de tijdsduur vanaf het loslaten van de toets totdat het geluid niet meer hoorbaar is.
Hoge waarden geven een helder geluid; lage waarden laten het geluid donkerder klinken.
Hoge waarden maken de speciale klank van het geluid sterker; lage waar­den verminderen deze eigenschap.
Hoge waarden geven een zachtere aanslag; lage waarden geven een scherpere aanslag.
De tijdsduur tot het dalen van het volume, wordt langer wanneer de waarde wordt verhoogd. Het ver­lagen van de waarde verkort de Decay Time of uitsterftijd.
Hoge waarden geven een langere uit­sterftijd; lage waarden geven een scherp afgelijnd geluid.
De hoeveelheid reverb instellen die op elke Tone wordt toegepast
(Reverb Send Level)
Enkel de indicators of knoppen waaraan een parameter is toegewezen, gaan knipperen.
4.
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen.
5.
Druk op [EDIT] om de indicator uit te zetten en de Edit-modus te verlaten.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
Hier stelt u de diepte van het Reverb-effect in voor elke Tone.
Als u deze waarde op “0” zet, wordt geen effect toegepast, zelfs wanneer [REVERB] wordt ingedrukt.
U kunt de instelling ook maken door [REVERB] ingedrukt te houden en de ZONE LEVEL-regelaar af te stellen.
Waarde
0–127
41
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
De toonhoogte wijzigen (Fine Tune)
Waarde
-50 – 50 (cent)
De Bend Range wijzigen (Bend Range)
U kunt bepalen hoeveel de toonhoogte verandert wanneer u de Pitch Bend-hendel octaves).
Waarde
0–24
beweegt in stappen van een halve toon (+/-2
De instellingen voor elke Zone apart maken (Zone-parameter)
Instellingen vastleggen
1.
Druk op [EDIT].
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Edit-modus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “U-L” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
fig.disp.U-L
3.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECT­knop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen.
De naam van de parameter verschijnt op het display zolang de knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten, wordt de waarde van de parameter weergegeven op het display.
Voor het instellen van de LOWER-zone zet u [LOWER SELECT] op ON.
TONE SELECT­knop
PIANO Key Transpose
E.PIANO Pan
ORGAN Damper Pedal Switch
STRINGS/ PAD
GUITAR/ BASS
BRASS/ WINDS
VOICE/ SYNTH
RHY/GM2
Enkel de indicators of knoppen waaraan een parameter is toegewezen, gaan knipperen.
Weergave
Parameter
Control Pedal Switch
Bender Switch
Modulation Switch
42
4.
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen.
5.
Druk op [EDIT] om de indicator uit te zetten en de Edit-modus te verlaten.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
De toonhoogte van de Tone veranderen in stappen van een halve toon (Key Transpose)
Waarde
-480 48
De Pan instellen
De Pan-instelling plaatst elke Part in het stereobeeld wanneer de output in stereo is. Als de waarde voor L toeneemt, hoort u meer geluid van de linkerkant komen. Zo ook, als de waarde voor R toeneemt, hoort u meer geluid van rechts komen. Bij een "0"-waarde komt het geluid uit het midden.
Waarde
L64–0–R63
De controllers in- en uitschakelen
U kunt bepalen of elke individuele Part wel (ON) of niet (OFF) wordt aangestuurd door de pedalen aangesloten op elke PEDAL-schakelaar (DAMPER, CONTROL), de Modulation-hendel en de Bender.
Parameter Waarde
Damper Pedal Switch OFF, ON Control Pedal Switch Pitch Bender Switch Modulation Switch
Part On/Off (Part)
U kunt kiezen of berichten van externe MIDI-apparaten al dan niet worden ontvangen door elke individuele Part.
1.
Druk op [EDIT].
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Edit­modus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “Part” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
fig.disp.Prt
3.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECT­knop waaraan de Part-nummer dat u wilt wijzigen, is toegewezen.
Druk op [LOWER SELECT] zodat de indicator oplicht om Part 9–16 te selecteren.
Het nummer van het kanaal verschijnt op het display zolang de knop wordt ingedrukt. Wanneer de knop wordt losgelaten, wordt de status van het kanaal (aan/uit) weergegeven op het display.
TONE SELECT­knop
PIANO 1 9 E.PIANO 2 10 ORGAN 3 11 STRINGS/PAD 4 12 GUITAR/BASS 5 13 BRASS/WINDS 6 14 VOICE/SYNTH 7 15 RHY/GM2
Part
LOWER SELECT=OFF
8 16
Part
LOWER SELECT=ON
Druk op [INC] of [DEC] om de instelling op ON of OFF te zetten.
4.
De indicator voor de geselecteerde Part knippert, terwijl de indicator voor een Part die op ON staat, ononderbroken brandt.
5.
Druk op [EDIT] om de indicator uit te zetten en de Edit-modus te verlaten.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2.
Op de RD-300SX is UPPER vast ingesteld als Part 1 (Ch 1), terwijl LOWER vast is ingesteld als Part 2 (Ch 2). Merk op dat het klavier geen klank produceert als Parts 1 en 2 op OFF staan.
43
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
Utility-instellingen (Utility)
Setups naar externe apparaten overbrengen (Setup Bulk Dump)
U kunt de inhoud van Setups overbrengen naar een extern MIDI­apparaat. Deze handeling noemen we bulk dump.
Voer deze procedure uit om de gegevens op een extern MIDI­apparaat op te slaan, wanneer u bijvoorbeeld nog een andere RD­300SX wil gebruiken met dezelfde instellingen, of om een reserve­kopie te hebben van uw Setups.
1.
Verbindt de RD-300SX met de externe sequencer via een optionele MIDI- of USB-kabel (apart verkrijgbaar).
2.
Druk op [EDIT].
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Edit­modus.
Bulk Dump Temporary
De inhoud van de momenteel geselecteerde Setup wordt verzonden.
5.
Druk op [PIANO].
Het volgende scherm verschijnt en [PIANO] knippert.
fig.disp.bdt
6.
Zet de externe sequencer in Record-modus.
7.
Druk op [ENTER].
Het bevestigingsscherm (Sure?) verschijnt. Druk op [EXIT] als u de instellingen niet wilt verzenden.
8.
Druk nogmaals op [ENTER] om de instellingen te verzenden.
Wanneer de verzending beëindigd is, kunt u terugkeren naar Stap 3.
9.
Stop de externe sequencer.
Druk op [INC] of [DEC] om “Utility” te selecteren en druk vervolgens op
3.
[ENTER].
fig.disp.Utl
4.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECT­knop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen en selecteer vervolgens de parameter.
TONE SELECT
-knop
PIANO Bulk Dump Temporary
E.PIANO Bulk Dump Setup (p. 44).
ORGAN Factory Reset (p. 45).
STRINGS/ PAD
GUITAR/ BASS
BRASS/ WINDS
VOICE/ SYNTH
RHY/GM2
Weergave
Beschrijving
(p. 44).
TX Mode (p. 46)
Local Control (p. 46)
Bulk Dump Setup
De inhoud van alle Setups wordt verzonden.
5.
Druk op [E.PIANO].
Het volgende scherm verschijnt en [E.PIANO] knippert.
fig.disp.bdS
6.
Zet de externe sequencer in Record-modus.
7.
Druk op [ENTER].
Het bevestigingsscherm (Sure?) verschijnt. Druk op [EXIT] als u de instellingen niet wilt verzenden.
8.
Druk nogmaals op [ENTER] om de instellingen te verzenden.
Wanneer de verzending beëindigd is, kunt u terugkeren naar Stap 3.
9.
Stop de externe sequencer.
Enkel de indicators of knoppen waaraan een parameter is toegewezen, lichten op.
Stop de ritmes en raak de toetsen of controllers niet aan wanneer u de Bulk Dump-procedure uitvoert.
44
Opgeslagen instellingen terugzenden naar de RD-300SX
Wanneer u opgeslagen instellingen vanuit een externe sequencer terugzendt naar de RD-300SX, wordt een Exclusive­bericht verzonden vanuit de externe sequencer, en daarna worden de gegevens ontvangen door de RD-300SX.
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
De fabrieksinstellingen opnieuw oproepen (Factory Reset)
U kunt de instellingen van de RD-300SX terugzetten op hun fabrieks­waarden.
Wanneer u gegevens van Setups terugzendt naar de RD-300SX, dan worden de gegevens die in de RD-300SX aanwezig zijn, overschreven en gaan ze dus verloren.
1.
Verbindt de RD-300SX met de externe sequencer via een optionele MIDI- of USB-kabel (apart verkrijgbaar).
2.
Zorg dat de [EDIT]-indicator uit is.
Als de [EDIT]-indicator brandt, druk dan op [EDIT] zodat hij uitdooft en zet de RD-300SX in de gewone Performance Mode.
3.
Verzend (= weergeven) de gegevens vanuit de externe sequencer.
De RD-300SX schrijft de ontvangen Bulk Dump Setup-gegevens weg in zijn intern geheugen. Schakel het apparaat nooit uit tijdens het wegschrijven van deze gegevens.
Raadpleeg de handleiding van uw sequencer voor meer informatie over de verzending van exclusieve gegevens.
Door Factory Reset uit te voeren verwijdert u alle Setups (p.
34) en de Systeeminformatie (p. 37). Als u bepaalde gegevens wilt behouden, zet ze dan over naar een externe sequencer met de "Bulk Dump Setup"-procedure (p. 44).
* De systeeminstellingen kunt u niet bewaren via Bulk Dump.
Druk op [EDIT].
1.
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Edit­modus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “Utility” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
fig.disp.Utl
3.
Druk op [ORGAN].
fig.disp.Fctl
4.
Druk op [ENTER].
Het bevestigingsscherm (Sure?) verschijnt. Druk op [EXIT] om de Factory Reset te annuleren.
5.
Druk nogmaals op [ENTER] om de Factory Reset-operatie te starten.
Wanneer de Factory Reset beëindigd is, kunt u terugkeren naar Stap 2.
Schakel het apparaat nooit uit tijdens de Factory Reset.
45
Instellingen voor elke functie ([EDIT])
a
De MIDI Tx Mode instellen
Door de MIDI Tx Mode in te stellen kunt u kiezen om een geschiktere (voor het externe MIDI-apparaat) selectie van MIDI-gegevens te verzenden vanuit de RD-300SX wanneer u Tone-veranderingen maakt op de RD-300SX.
Mode 1 is de standaardinstelling bij het opstarten.
Weergave Waarde Beschrijving
Mode1 Deze instelling is geschikt voor
het aansluiten op een klankmo­dule. De MIDI-informatie (bij­voorbeeld: Program Change) wordt niet van de RD-300SX verzonden wanneer u een Tone verandert op de RD-300SX.
Mode2
De MIDI Tx-knop wordt uitgeschakeld in Mode 2.
Deze instelling is geschikt voor het aansluiten van sequencers. De MIDI-informatie (bijvoor­beeld: Bank Select, Program Change, Instellingen van Effec­ten, enz.) wordt verzonden van de
RD-300SX
wanneer u een Tone verandert op de RD­300SX.
Local Control in- en uitschakelen
Wanneer u een MIDI-sequencer aansluit, zet dan Local Control op Off.
Wanneer het instrument aan staat, is dit ingesteld op On. Zoals weergegeven in de illustratie wordt informatie over wat werd
gespeeld op het klavier, doorgestuurd naar de interne klankgenerator via twee verschillende routes, (1) en (2). Als gevolg hiervan hoort u overlappende of intermitterende klanken. Om dit te voorkomen moet moet u route (1) verbreken door het apparaat in te stellen op wat Local Off wordt genoemd.
fig.03-02
Local On
(1)
Sequencer
MIDI Klank­generator
Elke gespeelde noot
wordt twee keer weergegeven.
Local Control ON:
fig.03-03
Het klavier en de interne klankgenerator zijn
De klank wordt geproduceerd
verbonden.
MIDI
IN
MIDI OUT
OUT
MIDI
IN
Geheugen
Thru-functie A
(2)
Klankgenerator
Local Aan
Local Control OFF:
Het klavier en de interne klankgenerator zijn niet
verbonden. Het klavier produceert geen klank wanneer erop wordt gespeeld.
fig.03-04
Er wordt geen klank geproduceerd
Klankgenerator
Local Uit
Weergave Waarde
OFF
ON
46
Externe MIDI-apparatuur aansluiten
Wat is MIDI?
MIDI is de afkorting van Musical Instruments Digital Interface. Deze standaardspecificatie laat toe om muzikale informatie uit te wisselen tussen elektronische muziekinstrumenten en computers. Door apparaten met MIDI-aansluitingen via een MIDI-kabel met elkaar te verbinden, kunt u met één enkel MIDI-klavier meerdere instrumenten bedienen of automatisch instellingen wijzigen in de loop van de song.
Over MIDI-aansluitingen
De RD-300SX is voorzien van de volgende drie soorten MIDI­aansluitingen. Hun verschillen worden hieronder beschreven.
fig.04-01
Raadpleeg voor instructies over het aansluiten van de externe toestellen,
MIDI IN-aansluiting
Deze aansluiting ontvangt Performance-berichten van een extern MIDI-toestel. Deze binnenkomende berichten kunnen de RD-300SX bijvoorbeeld opdragen om bepaalde noten te spelen of om van Tone te veranderen.
MIDI OUT-aansluiting
Via deze aansluiting worden MIDI-berichten naar externe MIDI­apparaten verstuurd. De MIDI OUT-aansluiting van de RD-300SX wordt gebruikt voor de verzending van zowel Performance-data van het keyboard controller-gedeelte als data gebruikt voor het opslaan van diverse instellingen en patronen (Bulk Dump p. 44).
“De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur”
(p. 12).
De RD-300SX gebruiken als Master-klavier
Als u een extern MIDI-apparaat aansluit op de MIDI OUT­aansluiting op het achterpaneel van de RD-300SX, dan kunt u het externe MIDI-apparaat aansturen met de RD-300SX.
Normaal stuurt de RD-300SX Note-berichten uit via de MIDI OUT­aansluiting. U kunt echter niet alleen Note-berichten aansturen, maar ook nog diverse andere instellingen voor externe MIDI-apparaten.
Gebruik de volgende instellingen als u niet wil dat MIDI-berichten worden verstuurd.
1.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [MIDI Tx].
2.
Druk op [INC] of [DEC] om de instelling op ON of OFF te zetten.
* Kies ON om verzending toe te laten.
Deze knop is niet beschikbaar wanneer de Tx-modus is ingesteld op Mode 2.
Klanken kiezen op een extern MIDI-apparaat
Om op een extern MIDI-toestel van Tone te veranderen, moet u het programmanummer en de MSB/LSB van het Bank Select-bericht als een numerieke waarde invoeren op de RD-300SX.
Druk op [MIDI Tx].
1.
2.
Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECT­knop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen en selecteer vervolgens de parameter.
Als u de klanken wilt veranderen, drukt u eerst op [ORGAN] om het Program Change-bericht te verzenden.
TONE SELECT­knop
PIANO Bank Select MSB
E.PIANO Bank Select LSB
Weergave
Parameter
Aansluiten op externe MIDI­klankgeneratoren
fig.04-02
MIDI IN
MIDI OUT
Klankgenerator A
RD-300SX
ORGAN Program Change
STRINGS/ PAD
GUITAR/ BASS
BRASS/ WINDS
VOICE/ SYNTH
RHY/GM2
Als de RD-300SX een Program-nummer of een Bank-nummer verzendt waarvoor er geen Tone is toegewezen, kan er een andere Tone worden gekozen; of in sommige gevallen wordt er geen geluid geproduceerd. Als u het Program-nummer of Bank Select niet wilt verzenden, stel de MSB/LSB dan in op --- (OFF).
Pan
Reverb Send
Chorus Send
Key Transpose
MIDI Ch
47
Externe MIDI-apparatuur aansluiten
3.
Druk op [INC] of [DEC] om de parameterwaarden te wijzigen.
Als u tegelijkertijd op [INC] en [DEC] drukt, wordt de waarde van de instellingen op --- (OFF) gezet. Als deze instelling op --­(OFF) staat, worden er geen Bank Select-berichten verzonden.
Voor het instellen van de LOWER-zone zet u [LOWER SELECT] op ON.
Parameter
Bank Select MSB CC 00 0~127, ---(OFF) Bank Select LSB CC 32 0–127, --- (OFF) Program Change
Pan CC10 L64–0–63R, --- (OFF) Reverb Send CC91 --- (OFF), 0–127 Chorus Send CC93 --- (OFF), 0–127 Key Transpose --- -48–0– +48 MIDI Ch --- 1–16
Tx
Program
Change
Waarde
0–127, --- (OFF)
Uw uitvoering op de RD­300SX opnemen op een externe MIDI-sequencer
Neem met een externe sequencer uw muziek op meerdere sporen op en speel vervolgens de opname af.
Aansluiten op een externe sequencer
fig.04-03
MIDI IN MIDI OUT
Opname-instellingen
Wanneer u op een externe sequencer opneemt, is het handig om de MIDI TX-modus in Mode2 te zetten. Met deze functie krijgt u de meest geschikte instellingen om de data van de RD-300SX op te nemen op een externe sequencer, zonder dat u alle instellingen voor Parts en kanalen hoeft te maken.
For more detailed information on how to make the settings, Raadpleeg over het maken van de instellingen.
“De MIDI Tx Mode instellen”
(p. 46) voor meer informatie
De uitvoering opnemen
Gebruik de volgende procedure als u op een externe sequencer opneemt.
1.
Schakel de Thru-functie van de externe sequencer in en schakel de Local Control van de RD-300SX uit.
Raadpleeg informatie.
Hoe u deze procedure moet uitvoeren, leest u in de handleiding van uw sequencer.
2.
Kies de Setup voor de op te nemen uitvoering.
Hoe u een Setup kiest, leest u op p. 34.
3.
Volg de procedure beschreven in “Opname-instellingen” om de MIDI Tx-modus in te stellen op Mode2.
4.
Start de opname met de externe sequencer.
5.
Bulk Dump de Setup.
Verzend de inhoud van de geselecteerde Setup naar de externe sequencer.
Hoe u deze procedure uitvoert, leest u in
apparaten overbrengen (Setup Bulk Dump)”
“Local Control in- en uitschakelen”
(p. 46) voor meer
“Setups naar externe
(p. 44).
MIDI Sequencer
MIDI IN MIDI OUT
1.
Voordat u de procedure van het aansluiten begint, zorgt u dat alle apparaten zijn uitgeschakeld.
2.
Nadat u “De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur” (p. 12) hebt gelezen, sluit u een audio-apparaat of een koptelefoon aan.
3.
Sluit het externe MIDI-apparaat aan via de MIDI-kabel zoals in bovenstaande figuur.
4.
Schakel elk apparaat in volgens de beschrijving van “Het apparaat inschakelen” (p. 13).
RD-300SX
48
6.
Uitvoeringen op de RD-300SX.
7.
Als uw uitvoering klaar is, stopt u de opname op de externe sequencer.
De opname is nu voltooid. U kunt nu de opgenomen uitvoering beluisteren door deze op
de externe sequencer af te spelen.
Externe MIDI-apparatuur aansluiten
De interne klankgenerator van de RD-300SX bespelen vanuit een extern MIDI­apparaat
U kunt de RD-300SX aansturen vanuit een extern MIDI-apparaat.
Aansluitingen maken
fig.04-05
MIDI OUT
MIDI Sequencer
MIDI IN
RD-300SX
1.
Voordat u de procedure van het aansluiten begint, zorgt u dat alle apparaten zijn uitgeschakeld.
2.
Nadat u “De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur” (p. 12) hebt gelezen, sluit u een audio-apparaat/systeem of een koptelefoon aan.
Klanken van de RD-300SX kiezen op een extern MIDI­apparaat
Door Bank Select- (Controller Number 0, 32) en Program Change­berichten te verzenden vanuit het externe MIDI-apparaat naar de RD-300SX, kunt u Setups en Tones kiezen.
Tones kiezen (p. 19, p. 60)
Setups kiezen
De MIDI-berichten van het externe MIDI-apparaat worden ontvangen door de RD-300SX om Setups te kiezen zoals aangegeven in onderstaande tabel.
Nummer Bank Select Program Change-nummer
MSB LSB
1–32 85 0 1–32
Bij het wisselen van Setups moet u het MIDI-kanaal van het verzendende apparaat overeen laten komen met het controllerkanaal van de RD-300SX (p. 39).
Bij het wisselen van individuele Parts moet u het MIDI-kanaal van het verzendende apparaat overeen laten komen met het ontvangstkanaal van de RD-300SX. Als hetzelfde kanaal voor zowel het controllerkanaal als het ontvangstkanaal is ingesteld, krijgt het controllerkanaal prioriteit, zodat Setups worden gewisseld.
3.
Sluit het externe MIDI-apparaat aan via de MIDI-kabel zoals in bovenstaande figuur.
4.
Schakel elk apparaat in volgens de beschrijving van “Het apparaat in- en uitschakelen” (p. 13).
49
Aansluiten op uw computer via USB (USB-modus)
4.
Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen.
Wisselen van USB­stuurprogramma's
Wat is het USB MIDI-stuurprogramma?
Het USB MIDI-stuurprogramma is een softwareprogramma waarmee gegevens worden uitgewisseld tussen de RD-300SX en de toepassing (sequencersoftware, enz.) die actief is op de via USB verbonden computer.
Het USB MIDI-stuurprogramma stuurt gegevens van de toepassing naar de RD-300SX, en brengt gegevens van de RD­300SX over naar de toepassing.
fig.05-01
Applicatie
USB-stuur-
programma
Computer
Wanneer een computer verbonden is met de USB-aansluiting, kunt u als volgt het te gebruiken USB-stuurprogramma kiezen:
1.
Druk op [EDIT].
De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Edit­modus.
2.
Druk op [INC] of [DEC] om “System” te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
fig.disp.SYS
USB-aansluiting
USB-kabel
USB-aansluiting
RD-300SX
Weergave
5.
Schakel het apparaat na het wijzigen van de instellingen uit en zet het vervolgens weer aan.
Het is niet nodig om de Write-procedure te gebruiken voor de instellingen van het USB-stuurprogramma.
Waarde Beschrijving
Original Selecteer dit wanneer u het
meegeleverde stuurprogramma gebruikt bij een USB-verbinding.
Generic Selecteer dit wanneer u een
generiek USB-stuurprogramma gebruikt, dat bij het besturingssysteem met een USB­verbinding is geleverd.
MIDI-berichten uitwisselen met uw computer
Via de USB-poort kunt u de RD-300SX aansluiten op uw computer. Raadpleeg voor meer informatie de aparte USB Installatiegids.
* Wanneer u de RD-300SX voor het eerst op uw computer aansluit,
moet u het USB-stuurprogramma (zie de bijgeleverde cd-rom) op de computer installeren. Raadpleeg voor meer informatie de aparte “USB Installatiegids”.
* U kunt enkel MIDI-data via de USB-poort verzenden.
921
* Om defecten en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten te
voorkomen, moet u altijd het volume op de minimumwaarde zetten en alle apparaten uitschakelen voor u ze op elkaar aansluit.
* De USB-kabels worden niet bijgeleverd. Neem voor de aankoop
hiervan contact op met uw Roland-handelaar.
* Gebruik een USB-kabel met een maximale lengte van 3 meter.
* Schakel de RD-300SX uit alvorens MIDI-toepassingen op uw
computer te starten. Schakel de RD-300SX nooit in of uit terwijl een MIDI-programma op uw computer actief is.
* Maak of verbreek nooit de USB-verbinding terwijl de RD-300SX is
ingeschakeld.
* Als u de USB-verbinding niet gebruikt, moet u de USB-kabel
loskoppelen van de RD-300SX.
* Als tijdens het verzenden of ontvangen van gegevens de computer op
sluimerstand overschakelt of als de RD-300SX wordt uit- of ingeschakeld, kan de computer vastlopen, of kan de werking van RD­300SX onstabiel worden.
* Wanneer u de sequencersoftware van uw computer gebruikt om uw
performances met de RD-300SX op te nemen, raden wij u aan om de Soft Thru van de sequencersoftware op “OFF” te zetten.
3.
Druk op [RHY/GM2].
50
Over V-LINK
V-LINK ( ) is een functie die u voor het spelen van muziek- en videomateriaal kunt gebruiken. Door met V-LINK
compatibele videoapparatuur te gebruiken kunnen visuele effecten worden toegewezen aan en deel uitmaken van de expressieve elementen van een optreden.
(Voorbeelden) Door de RD-300SX en de Edirol DV-7PR samen te gebruiken kunt u:
op afstand Edirol DV-7PR afspeelinstellingen creëren met de RD-300SX.
het klavier van de RD-300SX gebruiken om beelden van de Edirol DV-7PR (clips/paletten) te wisselen.
* Om V-LINK samen met de RD-300SX en de Edirol DV-7PR te
gebruiken, zult u verbindingen moeten maken via een USB-MIDI­interface (apart verkrijgbaar).
Voordat u dit instrument op andere apparaten aansluit, dient u alle apparaten uit te schakelen. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten.
De V-LINK gebruiken
1.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [SOUND CONTROL] zodat de indicator brandt.
Het display verandert zoals in onderstaande afbeelding en de RD-300SX schakelt over op de beeldweergavemodus.
fig.06-01
Nu kunt u met de twaalf toetsen aan het linkeruiteinde van het klavier de beeldweergave beïnvloeden.
fig.06-03
A0~G#1
* Zolang de V-LINK-functie actief is, hoort u niets wanneer u de twaalf
toetsen aan het linkeruiteinde van het klavier indrukt.
2.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk nogmaals op [SOUND CONTROL] om de modus te verlaten.
Het display keert terug naar zijn normale stand en de V-LINK­instelling wordt uitgezet.
51
Problemen oplossen
Als de RD-300SX niet functioneert op de manier die u verwacht, dient u eerst de volgende punten te controleren. Als hiermee het probleem niet wordt opgelost, neemt u het best contact op met uw handelaar of met een Roland Service Center bij u in de buurt.
Probleem Controleer / Oplossing
Toestel start niet op
Geen geluid
Geen geluid van een specifieke Zone
Is het netsnoer correct ingeplugd? (p. 11)
Staat het volume van de RD-300SX (p. 14) of van het aangesloten apparaat helemaal dicht?
Zijn alle aansluitingen correct?
Als u de RD-300SX als autonoom instrument gebruikt, sluit dan audioka­bels aan of gebruik een hoofdtelefoon (p. 12).
Is er geluid te horen via de aangesloten hoofdtelefoon?
Als u wel geluid hoort via de hoofdtele­foon, dan is mogelijk een van de audio­kabels defect of is er een probleem met de versterker of de mixer. Controleer nogmaals uw kabels en apparatuur.
Is het volume van een zone uitgeschakeld met de ZONE LEVEL-regelaars? (p. 24)
Is de Part-instelling op OFF gezet (p. 43)?
U hoort geen geluid wanneer u een toets aanslaat. Staat de Local Switch op OFF?
Zet Local Control op ON (p. 46).
Zijn de effectinstellingen correct?
Controleer de ON/OFF-instellingen voor MULTI EFFECTS [ON/OFF]
(p. 28), MFX Zone (p. 40) en de volume-
instellingen (p. 28).
Werd het volume verlaagd met een pedaal of door MIDI-berichten (volume­berichten of expressieberichten) ontvan­gen van een extern MIDI-apparaat?
Staat het volume van de Zone dicht?
Controleer de ZONE LEVEL-regelaars (p. 24).
Probleem Controleer / Oplossing
Kan het apparaat MIDI-berichten verzenden?
Zet [MIDI TX] op ON (p. 47). Er kunnen geen MIDI-berichten worden verzon-
Geen geluid uit het aangesloten MIDI­apparaat
Geen geluid (met een aangesloten MIDI­apparaat)
Geen geluid van de linkerklavierzijde
Geen klank in een specifiek bereik
Niet alle klanken worden gespeeld
Tones zijn gewijzigd
den wanneer [MIDI TX] op OFF staat.
Stemt het MIDI-verzendkanaal van het keyboard controller-gedeelte van de RD­300SX overeen met het MIDI-ontvangstka­naal van het aangesloten MIDI-apparaat?
Maak de Ch-instellingen in het MIDI TX-scherm (p. 47).
Zijn alle apparaten ingeschakeld?
Is de MIDI-kabel correct aangesloten en ingeplugd?
Stemt het MIDI-kanaal overeen met dat van het aangesloten instrument? (p. 47)
Is V-LINK ingeschakeld (p. 51)? Wanneer V-LINK is ingeschakeld, kunnen de twaalf toetsen aan de linkerzijde van het klavier worden gebruikt om de beeldweer­gave te beïnvloeden. In dit geval kunt u met deze toetsen geen klanken produceren.
Bepaalde Tones, bijv. ritmepatronen, bass Tones, Timpani, enz. zullen niet weer­klinken als een deel van de Tone buiten het ingestelde bereik valt.
De RD-300SX heeft een maximale polyfonie van 128 stemmen. Wanneer u samenspeelt met een song of een ritme en veelvuldig het demperpedaal gebruikt, kunnen de data van uw spel het aantal beschikbare stemmen over­stijgen. Dit heeft tot gevolg dat sommige gespeelde noten of klanken wegvallen.
Hebt u een Setup opgeroepen?
Wanneer u een Setup oproept, worden de huidige Tone-, Effect- en andere instellingen uitgeschakeld en is de gekozen Setup van kracht ((p. 34)). Sla de gewenste instellingen op in een Setup (p. 35).
Hebt u op ONE TOUCH [PIANO] gedrukt?
Wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] drukt, worden de huidige Tone-, Effect­en andere instellingen uitgeschakeld en zijn de instellingen voor pianospel van kracht (p. 18). Sla de gewenste instellin­gen op in een Setup (p. 35).
52
Problemen oplossen
Probleem Controleer / Oplossing
Staat de RD-300SX in Dual Play? (p. 21)
Bij het bespelen van het klavier worden twee klanken geproduceerd
Tone verandert niet
Effecten worden niet toe­gepast/klinken verkeerd
Er blijft galm klinken na het opheffen van reverb
Geluid verandert plots van toonsoort in de hogere octaven
Geluid komt van links of rechts wanneer u een toets aanslaat (Panned)
Zet de RD-300SX in Local OFF-modus, wanneer hij is aangesloten op een externe sequencer (p. 46). Anders zet u op de sequencer SOFT TRHU op OFF.
Staat [MIDI TX] op ON?
Wanneer [MIDI TX] op ON staat, wordt de externe klankgenerator aangestuurd. Om de Tones van de RD-300SX te wijzi­gen, zet u [MIDI TX] op OFF (p. 47).
Zijn de LOWER SELECT-instellingen cor­rect? (p. 28)
Staat [MULTI EFFECTS] op OFF (p. 28)?
Zou het kunnen dat het Effect Type op 0 is gezet? (p. 29)
Zou het kunnen dat het Effect Level op 0 is gezet? (p. 28)
Als de Zone waarop de effecten worden toegepast, is toegewezen aan de Lower Tone, dan worden de effecten niet toege­past op de Upper Tone (p. 40).
Aangezien de pianogeluiden van de RD­300SX getrouw de diepte en galm van echte akoestische piano's reproduceren, kan deze galm nog steeds hoorbaar zijn ook als het reverb-effect al is opgeheven.
Bij de akoestische piano-instellingen worden klanken in het bovenste anderhalve octaafbe­reik tot het einde verlengt, ongeacht het gebruik van het demperpedaal. Ook de Tone is anders in dit bereik. De piano's van Roland reproduceren getrouw de klankeigenschap­pen van akoestische piano's. U kunt ook de Key Transpose-instelling van het instrument gebruiken om het bereik te wijzigen waarop het demperpedaal geen effect heeft.
Sommige Tones zijn zo ingesteld dat het geluid willekeurig van links of rechts komt (ze zijn panned) telkens als u een toets aan­slaat. U kunt deze instellingen niet wijzigen.
Probleem Controleer / Oplossing
Naargelang de gekozen Tone kunnen de toonhoogtes in bepaalde registers veran­deren en op andere toonhoogtes worden gespeeld.
Hebt u Transpose geactiveerd? (p. 25,
Toonhoogte klinkt eigenaardig
Sommige noten vallen weg
Het geluid blijft spelen wanneer u een toets aanslaat
Pedaal heeft geen effect, of het effect blokkeert
p. 55)
Is de RD-300SX ontstemd?
Controleer de System Master Tune­instellingen in de Edit-modus (p. 38).
Werd de toonhoogte gewijzigd met een pedaal of door Pitch Bend-berichten van een extern MIDI-apparaat?
Als u meer dan de maximale 128 stem­men tegelijkertijd speelt, kunnen som­mige noten wegvallen.
Is de polariteit van het hold-pedaal omgekeerd?
Controleer de instellingen van System Damper Pedal Polarity in de Edit­modus (p. 38).
Is het pedaal correct aangesloten?
Sluit het pedaal goed aan op de PEDAL-aansluiting (p. 12).
Gebruikt u een pedaal van een andere fabrikant?
Gebruik het bij de RD-300SX geleverde pedaal of een optioneel pedaal van de DP-serie of gelijkwaardig.
Als u een pedaalkabel uit het apparaat haalt, wanneer het is ingeschakeld, kan het effect van het pedaal non-stop wor­den toegepast. Schakel het apparaat dus eerst uit voor u een pedaalkabel probeert te verwijderen of aan te sluiten (p. 12).
Als Setup Pedal Shift op ON staat en u gebruikt het pedaal als speciale Setup­schakelaar (p. 39), dan kunt u de contro­lepedaalfunctie niet gebruiken (p. 40).
Geluid is vervormd
Het geluid kan vervormd worden door instellingen van equalizer, multi-effect en Part volume. Stel de ZONE LEVEL-rege­laars bij (p. 24).
Wordt er een distortion-effect toegepast op het geluid (p. 28)?
53
Problemen oplossen
Probleem Controleer / Oplossing
Bij beluistering via hoofdtelefoon:
Sommige piano-Tones met krachtige, levendige klanken bevatten een grote hoge-frequentiecomponent, waar­door het kan lijken alsof een metalige galm werd toegepast. Dit reprodu­ceert de karakteristieken van akoesti­sche pianos weer en wijst niet op een defect. Aangezien deze galm vooral
Er weerklinkt een schril geluid
hoorbaar wordt wanneer ze wordt aangevuld met krachtige reverb, kunt u het probleem verkleinen door de hoeveelheid reverb voor de klank te verminderen.
Bij beluistering via luidsprekers:
Dit heeft vermoedelijk een andere oor­zaak (zoals een resonantie geprodu­ceerd door de RD-300SX). Raadpleeg uw handelaar of het dichtstbijzijnde Roland Service Center.
54
Lijst van de effecten
Weergege­ven nummer
00 01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
Effectnaam Verklaring Parameternaam effect bij verandering door het indrukken van [MULTI
EFFECTS] en [INC] of [DEC] (p. 29): Verklaring (waarde)
THRU EQUALIZER Versterkt de hoge en lage uitersten voor een
duidelijk aanslaande toon.
MID CUT Vermindert het middenbereik voor een hel-
dere, aangename klank.
LOW CUT Vermindert het volume van het lage bereik. Low Gain:
LOW BOOST Verhoogt het volume van het lage bereik
voor krachtige lage tonen.
NOTCH FILTER
STEP FILTER Deze filter verandert de cutoff-frequentie
ENHANCER Regelt de structuur van de boventonen voor
AUTO WAH Bestuurt een filter op cyclische wijze om een
HUMANIZER Geeft het geluid een vocaal karakter, zodat
SPEAKER SIMULATOR
PHASER Dit is een stereo phaser.
STEP PHASER Dit is een stereo phaser.
MULTI PHASER
INFINITE PHASER
RING MODULATOR
STEP RING MODULATOR
TREMOLO Zorgt voor een cyclische modulatie van het
AUTO PAN Zorgt voor een cyclische modulatie van de
STEP PAN Zorgt voor een cyclische modulatie van de
SLICER Door het geluid herhaalde malen af te snij-
ROTARY Het Rotary-effect simuleert het geluid van
VK ROTARY Dit type levert een gewijzigde respons voor
CHORUS Dit is een stereo chorus-effect. Depth:
FLANGER Dit is een stereo flanger. Deze produceert een
Deze filter vermindert specifieke frequenties. Filter Cutoff:
trapsgewijs.
de hoge frequenties; zodat het geluid frisser en strakker gaat klinken.
cyclische verandering in klankkleur te creë­ren.
het net als een menselijke stem klinkt. Simuleert de grote triple-stack luidspreker Direct Level:
Een in fase verschoven geluid wordt toege­voegd aan het originele geluid en gemoduleerd.
Het phaser-effect wordt geleidelijk gevarieerd. Een zeer hoge instelling van het faseverschil
produceert een diep phaser-effect. Een phaser die de frequentie waarbij het ge-
luid wordt gemoduleerd, blijft verhogen/ verlagen.
Dit is een effect dat amplitudemodulatie (AM) toepast op het input-signaal, wat een geluid als van een klok geeft.
Een ring modulator die de gemoduleerde fre­quenties cyclisch verandert.
volume en voegt zo een tremolo-effect toe aan het geluid.
stereolocatie van het geluid.
stereolocatie van het geluid.
den, laat dit effect een gewoon geluid klinken alsof het als een begeleidende frase wordt ge­speeld. Dit heeft vooral effect wanneer u het toepast op sustain-geluiden.
roterende luidsprekers, die vaak bij oude elektrische orgels werden gebruikt.
de roterende luidspreker, waarbij de lage fre­quenties verder worden versterkt.
metaalachtige resonantie die stijgt en daalt zoals een vliegtuig dat vertrekt of landt.
EQ Gain: Gain van het lage en middenbereik (0–30)
Mid Gain: Gain van het middenbereik (0–30)
Gain van het lage bereik (0–64) Boost Gain:
Hoeveelheid waarmee het lage bereik wordt versterkt (0–12)
Cutoff-frequentie van de filter (0–127) Rate:
Modulatiesnelheid (0–21) Sens:
Gevoeligheid van de enhancer (0–127)
Manual: Past de middenfrequentie aan waarop het effect wordt toegepast. (0–127)
Rate: Frequentie waarbij de twee vocalen worden verwisseld (0–21)
Volume van het directe geluid (0–127) Rate:
Modulatiefrequentie (0–21)
Step Rate: Modulatiefrequentie (0–21)
Rate: Modulatiefrequentie (0–21)
Speed: Snelheid waarmee de frequentie waarop de geluiden worden gemoduleerd, moet worden verhoogd of verlaagd (0–200)
Frequency: Past de frequentie aan waarop de modulatie wordt toegepast (0–127)
Rate: Modulatiesnelheid (0–21)
Rate: Frequentie van de verandering (0–21)
Rate: Frequentie van de verandering (0–21)
Rate: Frequentie van de verandering (0–21)
Rate: Frequentie van de verandering (0–21)
Speed: rotatiesnelheid van de roterende luidspreker (0–1)
Speed: rotatiesnelheid van de roterende luidspreker (0–1)
Diepte van de modulatie (0–127) Depth:
Diepte van de modulatie (0–127)
55
Lijst van de effecten
Weergege­ven nummer
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
Effectnaam Verklaring Parameternaam effect bij verandering door het indrukken van [MULTI
EFFECTS] en [INC] of [DEC] (p. 29): Verklaring (waarde)
STEP FLANGER
HEXA­CHORUS
TREMOLO CHORUS
SPACE-D Dit is een meervoudig chorus-effect dat
3D CHORUS Dit past een 3D-effect toe op het chorus-
3D FLANGER Dit past een 3D-effect toe op het flanger-
3D STEP FLANGER
2BAND CHORUS
2BAND FLANGER
2BAND STEP FLANGER
OVERDRIVE Creëert een zachte vervorming, zoals die van
DISTORTION Creëert een meer intense vervorming dan
VS OVERDRIVE Dit is een overdrive die een zware vervor-
VS DISTORTION
GUITAR AMP SIMULATOR
COMPRESSOR Maakt hoge volumes vlakker en verbetert de
LIMITER Comprimeert signalen die boven een opge-
GATE Snijdt de delay van de reverb af volgens het
DELAY Dit is een stereo-delay. Balance:
LONG DELAY Een delay die een lange delay-tijd biedt. Balance:
SERIAL DELAY Deze delay schakelt twee delay-units in serie. Balance:
MODULATION DELAY
Dit is een flanger waarin de toonhoogte van het flanger-geluid in stappen wordt gewijzigd.
Gebruikt een chorus-effect met zes fasen om het geluid rijker en voller te doen klinken.
Dit is een chorus-effect met toegevoegde tre­molo (cyclische volumemodulatie).
tweefasenmodulatie toepast in stereo. Dit geeft geen compressie of modulatie, maar produceert een transparant chorus-effect.
geluid. Het chorus-geluid wordt 90 graden links en 90 graden rechts geplaatst.
geluid. Het flanger-geluid wordt 90 graden links en 90 graden rechts geplaatst.
Dit past een 3D-effect toe op het step flanger­geluid. Het flanger-geluid wordt 90 graden links en 90 graden rechts geplaatst.
Een chorus-effect waarmee u een effect kunt toepassen onafhankelijk van de lagefrequen­tie- en hogefrequentiebereiken.
Een flanger waarmee u een effect kunt toe­passen onafhankelijk van de lagefrequentie­en hogefrequentiebereiken.
Een step flanger waarmee u een effect kunt toepassen onafhankelijk van de lagefrequen­tie- en hogefrequentiebereiken.
vacuümbuizenversterkers.
Overdrive.
ming geeft. Dit is een distortion-effect met een zware ver-
vorming. Dit is een effect dat het geluid van een gitaar-
versterker simuleert.
lage volumes, zodat volumeschommelingen worden verminderd.
geven volumeniveau komen, om te voorko­men dat er vervorming optreedt.
volume van het geluid dat naar het effect wordt gestuurd. Gebruik dit wanneer u een artificieel klinkende afname wilt creëren voor het uitsterven van de reverb.
Voegt modulatie toe aan het vertraagde geluid.
Step Rate: Snelheid van de toonhoogtewijziging (0–21)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het chorus-geluid (0–100)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het tremolo chorus­geluid (0–100)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het chorus-geluid (0–100)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het chorus-geluid (0–100)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het flanger-geluid (0–100)
Step Rate: Snelheid van de toonhoogtewijziging (0–21)
Balance: Volumebalans van het originele geluid en het chorus-geluid (0–100)
Balance: Volumebalans van het originele geluid en het flanger-geluid (0–100)
Balance: Volumebalans van het originele geluid en het flanger-geluid (0–100)
Level: Output Level (0–127)
Level: Output Level (0–127)
Level: Output Level (0–127)
Level: Output Level (0–127)
Pre Amp Master: Volume van de volledige voorversterking (0–127)
Threshold: Stelt het volume in waarbij compressie begint (0–127)
Threshold: Stelt het volume in waarbij compressie begint (0–127)
Threshold: Volume waarbij de gate begint te sluiten (0–127)
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100)
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100)
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100)
56
Lijst van de effecten
Weergege­ven nummer
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
Effectnaam Verklaring Parameternaam effect bij verandering door het indrukken van [MULTI
EFFECTS] en [INC] of [DEC] (p. 29): Verklaring (waarde)
3TAP PAN DELAY
4TAP PAN DELAY
MULTI TAP DELAY
REVERSE DELAY
SHUFFLE DELAY
3D DELAY Dit past een 3D-effect toe op het delay-
TIME CONTROL DELAY
LONG TIME CONTROL DELAY
TAPE ECHO Een virtuele bandecho die een realistisch
LOFI NOISE Naast een Lo-Fi-effect creëert dit effect ook
LOFI COMPRSSOR
LOFI RADIO Naast een Lo-Fi-effect genereert dit effect
TELEPHONE Dit past een telefoongeluid toe. Balance:
PHONOGRAPH
PITCH SHIFTER
2VOICE PITCH SHIFTER
STEP PITCH SHIFTER
REVERB Voegt galm aan het geluid toe, zodat een
GATED REVERB
OVERDRIVE CHORUS
OVERDRIVE FLANGER
Levert drie delay-geluiden op: centraal, links en rechts.
Dit effect heeft vier delays. Balance:
Dit effect biedt vier delays met feedback. Balance:
Dit is een reverse delay dat een omgekeerd en vertraagd geluid toevoegt aan het input­geluid.
Voegt een shuffle toe aan het delay-geluid, wat het geluid een levendig en swingend delay-effect geeft.
geluid. Het delay-geluid wordt 90 graden links en 90 graden rechts geplaatst.
Een stereo-delay waarbij de vertraging vloei­end kan worden gevarieerd.
Een delay waarbij de vertraging vloeiend kan worden gevarieerd, en waarbij een extended delay kan worden geproduceerd.
tape delay-geluid produceert.
verschillende soorten ruis, zoals witte ruis en ruis van een vinylplaat.
Dit is een effect dat de geluidskwaliteit op­zettelijk verlaagt voor creatieve doeleinden.
ook radioruis.
Simuleert een geluid opgenomen op een ana­loge plaat en afgespeeld op een platenspeler.
Een stereo pitch shifter. Fine:
Verschuift de toonhoogte van het oorspron­kelijke geluid. Deze 2-stemmige pitch shifter omvat twee pitch shifters, en kan twee gelui­den met verschoven toonhoogte aan het ori­ginele geluid toevoegen.
Deze pitch shifter verandert trapsgewijs het verschuivingsvolume van het geluid met verschoven toonhoogte.
akoestische ruimte wordt gesimuleerd. Dit is een speciaal type reverb, waarbij het
weerkaatsende geluid voor zijn natuurlijke lengte wordt afgekapt.
Dit effect schakelt een overdrive en een cho­rus in serie.
Dit effect schakelt een overdrive en een flanger in serie.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100)
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100)
Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het delay-geluid (0–100)
Echo Level: Volume van het echogeluid (0–127)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid (0–100)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid (0–100)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid (0–100)
Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid (0–100) Balance:
Volumebalans tussen het directe geluid en het effect-geluid (0–100)
Past de toonhoogte aan van het pitch-shifted geluid (0–100) Balance:
Volumebalans tussen de Pitch Shift 1- en de Pitch Shift 2-gelui­den. (0–100)
Rate: Modulatiesnelheid (0–21)
Time: Tijdsduur van het reverb-effect. (0–127)
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het reverb-geluid (0–100)
Chorus Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de chorus wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de chorus wordt gestuurd (0–100).
Flanger Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de flanger wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (0–100).
57
Lijst van de effecten
Weergege­ven nummer
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
Effectnaam Verklaring Parameternaam effect bij verandering door het indrukken van [MULTI
EFFECTS] en [INC] of [DEC] (p. 29): Verklaring (waarde)
OVERDRIVE DELAY
DISTORTION CHORUS
DISTORTION FLANGER
DISTORTION DELAY
ENHANCER CHORUS
ENHANCER FLANGER
ENHANCER DELAY
CHORUS DELAY
FLANGER DELAY
CHORUS FLANGER
SYMPATHETIC RESONANCE
Dit effect schakelt een overdrive en een delay in serie.
Dit effect schakelt een distortion en een chorus in serie.
Dit effect schakelt een distortion en een flanger in serie.
Dit effect schakelt een distortion en een delay in serie.
Dit effect schakelt een enhancer en een chorus in serie.
Dit effect schakelt een enhancer en een flanger in serie.
Dit effect schakelt een enhancer en een delay in serie.
Dit effect schakelt een chorus en een delay in serie.
Dit effect schakelt een flanger en een delay in serie.
Dit effect schakelt een chorus en een flanger in serie.
Wanneer u op een akoestische piano het demperpedaal indrukt, laat u andere snaren meeresoneren met de noten die u speelt, zo­dat rijke en ruimtelijke resonanties ontstaan. Dit effect simuleert deze sympathetic reso­nances.
Delay Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (0–100).
Chorus Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de chorus wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de chorus wordt gestuurd (0–100).
Flanger Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de flanger wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (0–100).
Delay Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (0–100).
Chorus Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de chorus wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de chorus wordt gestuurd (0–100).
Flanger Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de flanger wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (0–100).
Delay Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (0–100).
Delay Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (0–100).
Delay Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (0–100).
Flanger Balance: Past de volumebalans aan tussen het geluid dat door de flanger wordt gestuurd, en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (0–100).
Depth: Diepte van het effect (0–10)
58
Foutmeldingen
Weergave Betekenis
Er werden te veel MIDI-data tegelijkertijd verstuurd van het externe MIDI­instrument, en het apparaat kon de data niet verwerken. Verminder de hoeveelheid MIDI-data die naar de RD-300SX worden gestuurd.
Er is een probleem met de aansluiting van een MIDI-kabel of een computerkabel. Controleer of de MIDI-kabels en computerkabels correct zijn aangesloten.
Er is een systeemfout opgetreden. Probeer de procedure opnieuw uit te voeren. Als deze boodschap na verschillende pogingen blijft verschijnen, neemt u het best contact op met het dichtstbijzijnde Roland Service Center.
59
Lijst van de Tones
MSB: Bank Select MSB (Control Number: 0) LSB: Bank Select MSB (Control Number: 32) PC: Program Change
[PIANO]
Nr. Tone-naam MSB LSB PC
001 X-Ultimate 087 064 001 002 Grand RD 087 064 002 003 X-Pure Grand 087 064 003 004 Mellow Piano 087 064 004 005 X-PureMellow 087 064 005 006 Piano+Strings 087 064 006 007 Rock Piano 087 064 007 008 Honky-tonk 087 064 008 009 X-Pure Mono 087 064 009 010 GrandRD Mono 087 064 010
[E.PIANO]
Nr. Tone-naam MSB LSB PC
001 Vintage EP 1 087 065 001 002 Vintage EP 2 087 065 002 003 70's E.Piano 087 065 003 004 60's E.Piano 087 065 004 005 FM E.Piano 087 065 005 006 Clav 087 065 006 007 Natural Hps. 087 065 007 008 Vibraphone 087 065 008 009 Marimba 087 065 009 010 Morning Lite 087 065 010
[ORGAN]
Nr. Tone-naam MSB LSB PC
001 Zepix Organ 087 066 001 002 FullDraw Org 087 066 002 003 X Perc Organ 087 066 003 004 Gospel Spin 087 066 004 005 Mellow Bars 087 066 005 006 Rock Organ 087 066 006 007 Massive Pipe 087 066 007
[STRINGS/PAD]
Nr. Tone-naam MSB LSB PC
001 SX Strings 087 067 001 002 Studio Sect. 087 067 002 003 OrchestraPad 087 067 003 004 ChmbrStrings 087 067 004 005 Pizzicato 087 067 005 006 JP Strings 087 067 006 007 Soft Pad 087 067 007 008 Silky Way 087 067 008 009 Nu Epic Pad 087 067 009 010 Strings Pad 087 067 010 011 Flange Dream 087 067 011 012 InfinitePhsr 087 067 012
[GUITAR/BASS]
Nr. Tone-naam MSB LSB PC
001 Dyna Nylon 087 068 001 002 Steel Gtr 087 068 002 003 Jz Gtr Hall 087 068 003 004 Blusey OD 087 068 004 005 Punker 087 068 005 006 SX Ac.Bass 087 068 006 007 FingerMaster 087 068 007 008 SX Fretnot 087 068 008 009 Slap Bass 087 068 009 010 Bass+RideCym 087 068 010 011 Punch MG 087 068 011 012 101 Bass 087 068 012 013 Synth Bass 087 068 013
[BRASS/WINDS]
Nr. Tone-naam MSB LSB PC
001 StackTp Sect 087 069 001 002 VoyagerBrass 087 069 002 003 Wood Symphny 087 069 003 004 Bigband Sax 087 069 004 005 Soprano Sax 087 069 005 006 Tenor Sax 087 069 006 007 Flute 087 069 007 008 Bend SynBrs 087 069 008 009 Jump For KY 087 069 009 010 Afro Horns 087 069 010
[VOICE/SYNTH]
Nr. Tone-naam MSB LSB PC
001 Jazz Scat 087 070 001 002 Morning Star 087 070 002 003 Choir Aahs 087 070 003 004 Female Aahs 087 070 004 005 Galactic SX 087 070 005 006 Saw Lead 087 070 006 007 Square Lead 087 070 007 008 SuperSawSlow 087 070 008
[RHYTHM/GM2]
Nr. Tone-naam MSB LSB PC
001 SX Pop Kit 086 064 001 002 SX Rock Kit 086 064 002 003 SX Jazz Kit 086 064 003 004 SX R&B Kit 086 064 004 005 SX House Kit 086 064 005
<GM2-ritmepatronen>
Nr. Tone-naam MSB LSB PC
006 GM2 STANDARD 120 000 001 007 GM2 ROOM 120 000 009 008 GM2 POWER 120 000 017 009 GM2 ELECTRIC 120 000 025 010 GM2 ANALOG 120 000 026 011 GM2 JAZZ 120 000 033 012 GM2 BRUSH 120 000 041 013 GM2 ORCHESTRA 120 000 049 014 GM2 SFX 120 000 057
<GM2-Tones>
Nr. Tone-naam MSB LSB PC
015 Piano 1 121 000 001 016 Piano 1w 121 001 001 017 European Pf 121 002 001 018 Piano 2 121 000 002 019 Piano 2w 121 001 002 020 Piano 3 121 000 003 021 Piano 3w 121 001 003 022 Honky-tonk 121 000 004 023 Honky-tonk 2 121 001 004 024 E.Piano 1 121 000 005 025 St.Soft EP 121 001 005 026 FM+SA EP 121 002 005 027 60's E.Piano 121 003 005 028 E.Piano 2 121 000 006 029 Detuned EP 2 121 001 006 030 St.FM EP 121 002 006 031 EP Legend 121 003 006 032 EP Phase 121 004 006 033 Harpsichord 121 000 007 034 Coupled Hps. 121 001 007 035 Harpsi.w 121 002 007 036 Harpsi.o 121 003 007 037 Clav. 121 000 008 038 Pulse Clav 121 001 008 039 Celesta 121 000 009 040 Glockenspiel 121 000 010 041 Music Box 121 000 011 042 Vibraphone 121 000 012 043 Vibraphone w 121 001 012 044 Marimba 121 000 013 045 Marimba w 121 001 013 046 Xylophone 121 000 014 047 Tubular-bell 121 000 015 048 Church Bell 121 001 015 049 Carillon 121 002 015 050 Santur 121 000 016 051 Organ 1 121 000 017 052 Trem. Organ 121 001 017 053 60's Organ 1 121 002 017 054 70's E.Organ 121 003 017 055 Organ 2 121 000 018 056 Chorus Or.2 121 001 018 057 Perc. Organ 121 002 018 058 Organ 3 121 000 019 059 Church Org.1 121 000 020 060 Church Org.2 121 001 020 061 Church Org.3 121 002 020 062 Reed Organ 121 000 021 063 Puff Organ 121 001 021 064 Accordion Fr 121 000 022 065 Accordion It 121 001 022 066 Harmonica 121 000 023 067 Bandoneon 121 000 024 068 Nylon-str.Gt 121 000 025 069 Ukulele 121 001 025 070 Nylon Gt.o 121 002 025 071 Nylon Gt.2 121 003 025 072 Steel-str.Gt 121 000 026 073 12-str.Gt 121 001 026 074 Mandolin 121 002 026 075 Steel + Body 121 003 026
60
Lijst van de Tones
076 Jazz Gt. 121 000 027 077 Pedal Steel 121 001 027 078 Clean Gt. 121 000 028 079 Chorus Gt. 121 001 028 080 Mid Tone GTR 121 002 028 081 Muted Gt. 121 000 029 082 Funk Pop 121 001 029 083 Funk Gt.2 121 002 029 084 Jazz Man 121 003 029 085 Overdrive Gt 121 000 030 086 Guitar Pinch 121 001 030 087 DistortionGt 121 000 031 088 Feedback Gt. 121 001 031 089 Dist Rtm GTR 121 002 031 090 Gt.Harmonics 121 000 032 091 Gt. Feedback 121 001 032 092 Acoustic Bs. 121 000 033 093 Fingered Bs. 121 000 034 094 Finger Slap 121 001 034 095 Picked Bass 121 000 035 096 Fretless Bs. 121 000 036 097 Slap Bass 1 121 000 037 098 Slap Bass 2 121 000 038 099 Synth Bass 1 121 000 039 100 SynthBass101 121 001 039 101 Acid Bass 121 002 039 102 Clavi Bass 121 003 039 103 Hammer 121 004 039 104 Synth Bass 2 121 000 040 105 Beef FM Bass 121 001 040 106 RubberBass 2 121 002 040 107 Attack Pulse 121 003 040 108 Violin 121 000 041 109 Slow Violin 121 001 041 110 Viola 121 000 042 111 Cello 121 000 043 112 Contrabass 121 000 044 113 Tremolo Str 121 000 045 114 PizzicatoStr 121 000 046 115 Harp 121 000 047 116 Yang Qin 121 001 047 117 Timpani 121 000 048 118 Orche str 121 000 049 119 Orchestra 121 001 049 120 60s Strings 121 002 049 121 Slow Strings 121 000 050 122 Syn.Strings1 121 000 051 123 Syn.Strings3 121 001 051 124 Syn.Strings2 121 000 052 125 Choir Aahs 121 000 053 126 Chorus Aahs 121 001 053 127 Voice Oohs 121 000 054 128 Humming 121 001 054 129 SynVox 121 000 055 130 Analog Voice 121 001 055 131 OrchestraHit 121 000 056 132 Bass Hit 121 001 056 133 6th Hit 121 002 056 134 Euro Hit 121 003 056 135 Trumpet 121 000 057 136 Dark Trumpet 121 001 057 137 Trombone 121 000 058 138 Trombone 2 121 001 058 139 Bright Tb 121 002 058 140 Tuba 121 000 059 141 MutedTrumpet 121 000 060 142 MuteTrumpet2 121 001 060 143 French Horns 121 000 061 144 Fr.Horn 2 121 001 061 145 Brass 1 121 000 062
146 Brass 2 121 001 062 147 Synth Brass1 121 000 063 148 Pro Brass 121 001 063 149 Oct SynBrass 121 002 063 150 Jump Brass 121 003 063 151 Synth Brass2 121 000 064 152 SynBrass sfz 121 001 064 153 Velo Brass 1 121 002 064 154 Soprano Sax 121 000 065 155 Alto Sax 121 000 066 156 Tenor Sax 121 000 067 157 Baritone Sax 121 000 068 158 Oboe 121 000 069 159 English Horn 121 000 070 160 Bassoon 121 000 071 161 Clarinet 121 000 072 162 Piccolo 121 000 073 163 Flute 121 000 074 164 Recorder 121 000 075 165 Pan Flute 121 000 076 166 Bottle Blow 121 000 077 167 Shakuhachi 121 000 078 168 Whistle 121 000 079 169 Ocarina 121 000 080 170 Square Wave 121 000 081 171 MG Square 121 001 081 172 2600 Sine 121 002 081 173 Saw Wave 121 000 082 174 OB2 Saw 121 001 082 175 Doctor Solo 121 002 082 176 Natural Lead 121 003 082 177 SequencedSaw 121 004 082 178 Syn.Calliope 121 000 083 179 Chiffer Lead 121 000 084 180 Charang 121 000 085 181 Wire Lead 121 001 085 182 Solo Vox 121 000 086 183 5th Saw Wave 121 000 087 184 Bass & Lead 121 000 088 185 Delayed Lead 121 001 088 186 Fantasia 121 000 089 187 Warm Pad 121 000 090 188 Sine Pad 121 001 090 189 Polysynth 121 000 091 190 Space Voice 121 000 092 191 Itopia 121 001 092 192 Bowed Glass 121 000 093 193 Metal Pad 121 000 094 194 Halo Pad 121 000 095 195 Sweep Pad 121 000 096 196 Ice Rain 121 000 097 197 Soundtrack 121 000 098 198 Crystal 121 000 099 199 Syn Mallet 121 001 099 200 Atmosphere 121 000 100 201 Brightness 121 000 101 202 Goblin 121 000 102 203 Echo Drops 121 000 103 204 Echo Bell 121 001 103 205 Echo Pan 121 002 103 206 Star Theme 121 000 104 207 Sitar 121 000 105 208 Sitar 2 121 001 105 209 Banjo 121 000 106 210 Shamisen 121 000 107 211 Koto 121 000 108 212 Taisho Koto 121 001 108 213 Kalimba 121 000 109 214 Bagpipe 121 000 110 215 Fiddle 121 000 111
216 Shanai 121 000 112 217 Tinkle Bell 121 000 113 218 Agogo 121 000 114 219 Steel Drums 121 000 115 220 Woodblock 121 000 116 221 Castanets 121 001 116 222 Taiko 121 000 117 223 Concert BD 121 001 117 224 Melo. Tom 1 121 000 118 225 Melo. Tom 2 121 001 118 226 Synth Drum 121 000 119 227 808 Tom 121 001 119 228 Elec Perc 121 002 119 229 Reverse Cym. 121 000 120 230 Gt.FretNoise 121 000 121 231 Gt.Cut Noise 121 001 121 232 String Slap 121 002 121 233 Breath Noise 121 000 122 234 Fl.Key Click 121 001 122 235 Seashore 121 000 123 236 Rain 121 001 123 237 Thunder 121 002 123 238 Wind 121 003 123 239 Stream 121 004 123 240 Bubble 121 005 123 241 Bird 121 000 124 242 Dog 121 001 124 243 Horse-Gallop 121 002 124 244 Bird 2 121 003 124 245 Telephone 1 121 000 125 246 Telephone 2 121 001 125 247 DoorCreaking 121 002 125 248 Door 121 003 125 249 Scratch 121 004 125 250 Wind Chimes 121 005 125 251 Helicopter 121 000 126 252 Car-Engine 121 001 126 253 Car-Stop 121 002 126 254 Car-Pass 121 003 126 255 Car-Crash 121 004 126 256 Siren 121 005 126 257 Train 121 006 126 258 Jetplane 121 007 126 259 Starship 121 008 126 260 Burst Noise 121 009 126 261 Applause 121 000 127 262 Laughing 121 001 127 263 Screaming 121 002 127 264 Punch 121 003 127 265 Heart Beat 121 004 127 266 Footsteps 121 005 127 267 Gun Shot 121 000 128 268 Machine Gun 121 001 128 269 Lasergun 121 002 128 270 Explosion 121 003 128
* Sommige Tones klinken enkel voor één
ingedrukte toets (Mono Tones).
61
Lijst van de ritmepatronen
* [EXC]: weerklinkt niet samen met andere percussie-instrumenten van hetzelfde nummer.
C2
C3
C4
C5
C6
C7
C8
SX Pop Kit SX Rock Kit SX R&B Kit
21
Rock Kick
22
Pop Kick
23
Analog Kick 1 Hush Kick
24
Pop CHH 1 [EXC1]
25
26
Reg. Snare 1
27
Finger Snap
28
707 Claps Hand Clap 1
29
30
Hand Clap 2 Hand Clap 3
31
32
Pop PHH [EXC1]
33
Hand Clap 4
34
Snare Roll
35
Old Kick Hush Kick
36
Reg.Stick
37
38
Reg. Snare
39
Reg. Snare Ghost
40
Titan Snare Reg. Low Tom Flm
41
42
Pop CHH 1 [EXC1] Reg. Low Tom
43
44
Pop CHH 2 [EXC1]
45
Reg.Mid Tom Flm
46
Pop OHH [EXC1]
47
Reg. Mid Tom Reg. High Tom Flm
48
Pop Crash Cymbal 1
49
50
Reg. High Tom
51
Pop RideCymbal 1
52
Pop Chinese Cymbal Pop Ride Bell
53
54
Tambourine Pop Splash Cymbal
55
56
Cha Cha Cowbell
57
Pop Crash Cymbal 2
58
Vibraslap
59
Pop RideCymbal 2 Bongo Hi
60
Bongo Lo
61
62
Conga Mute
63
Conga Hi
64
Conga Lo Timbale Hi
65
66
Timbale Lo Agogo Bell Hi
67
68
Agogo Bell Lo
69
Shaker 2
70
Shaker 3
71
Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2]
72
Guiro Short [EXC3]
73
74
Guiro Long [EXC3]
75
Claves
76
Wood Block Hi Wood Block Lo
77
78
Cuica Mute [EXC4] Cuica Open [EXC4]
79
80
Triangle Mt [EXC5]
81
Triangle Op [EXC5]
82
Cabasa
83
Jingle Bell Wind Chime
84
Castanets
85
86
Surdo Mute [EXC6]
87
Surdo Open [EXC6]
88
Cana Flamenco Timbale Hi
89
90
Flamenco Timbale Lo Flamenco Timbale Flam
91
92
Shaker 1
93
Shaker 2
94
Bongo Lo Mt
95
Grit Snare Jungle Snare 1
96
97
Reg.Stick
98
Titan Snare
99
Old Kick
100
Pop Kick Rock Kick
101
102
Analog Kick 1
103
Rock Snare Dry
104
Electric Snare
105
Reg. Snare Ghost
106
Slappy
107
Wah Gtr Noise 1
Wah Gtr Noise 2
108
Old Kick Pop Kick Analog Kick 1 Rock Kick Rock CHH1 [EXC1] Rock Snare 1 Finger Snap 707 Claps Hand Clap 1 Hand Clap 2 Hand Clap 3 Pop PHH [EXC1] Hand Clap 4 Snare Roll Old Kick Rock Kick Rock Side Stick Rock Snare 1 Snare Ghost Rock Snare 2 Rock Low Tom Flm Rock CHH 1 [EXC1] Rock Low Tom Rock CHH 2 [EXC1] Rock Mid Tom Flm Rock OHH [EXC1] Rock Mid Tom Rock High Tom Flm Rock Crash Cymbal Rock HighTom Pop Ride Cymbal 2 Rock Chinese Cymbal Rock Ride Bell Tambourine Rock Splsh Cymbal Cha Cha Cowbell Rock Chinese Cymbal 2 Vibraslap Pop Ride Cymbal 1 Bongo Hi Bongo Lo Conga Mute Conga Hi Conga Lo Timbale Hi Timbale Lo Agogo Bell Hi Agogo Bell Lo Shaker 2 Shaker 3 Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2] Guiro Short [EXC3] Guiro Long [EXC3] Claves Wood Block Hi Wood Block Lo Cuica Mute [EXC4] Cuica Open [EXC4] Triangle Mt [EXC5] Triangle Op [EXC5] Cabasa Jingle Bell Wind Chime Castanets Surdo Mute [EXC6] Surdo Open [EXC6] Cana Flamenco Timbale Hi Flamenco Timbale Lo Flamenco Timbale Flam Shaker 1 Shaker 2 Bongo Lo Mt
LoFi Snare Jungle Snare 1 Rock Side Stick Rock Snare 2 Old Kick Pop Kick Rock Kick Analog Kick 1 Rock Snare Dry Electric Snare Rock Snare Ghost Slappy Wah Gtr Noise 1
Wah Gtr Noise 2
SX Jazz Kit
Old Kick Jazz Kick 1 Analog Kick 1 Jazz Swish Jazz Tap 1 Jazz Tap 2 Finger Snap 707 Claps Hand Clap 1 Hand Clap 2 Hand Clap 3 Pop PHH [EXC1] Gospel Hand Clap Snare Roll Pop Kick Jazz Kick 2 Jazz Snare Swing Jazz Snare 1 Pop Snare Swing Jazz Snare 2 Jazz Low Tom Flm Pop CHH 1 [EXC1] Jazz Low Tom Pop CHH 2 [EXC1] Jazz Mid Tom Flm Pop OHH [EXC1] Jazz Mid Tom Jazz High Tom Flm Jazz Crash Cymbal Jazz HighTom Jazz Ride Cymbal 1 Jazz Chinese Cymbal Jazz Ride Cymbal 2 Tambourine Pop Splsh Cymbal Cha Cha Cowbell Jazz Crash Cymbal 2 Vibraslap Pop Ride Cymbal 1 Bongo Hi Bongo Lo Conga Mute Conga Hi Conga Lo Timbale Hi Timbale Lo Agogo Bell Hi Agogo Bell Lo Shaker 2 Shaker 3 Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2] Guiro Short [EXC3] Guiro Long [EXC3] Claves Wood Block Hi Wood Block Lo Cuica Mute [EXC4] Cuica Open [EXC4] Triangle Mt [EXC5] Triangle Op [EXC5] Cabasa Jingle Bell Wind Chime Castanets Surdo Mute [EXC6] Surdo Open [EXC6] Cana Flamenco Timbale Hi Flamenco Timbale Lo Flamenco Timbale Flam
Shaker 1 Shaker 2 Bongo Lo Mt Jazz Snare 1 Jazz Snare 2 Jazz Snare Swing Jazz Swish Old Kick Jazz Kick 1 Jazz Kick 2 Analog Kick 1 Jazz Tap 1 Jazz Tap 2 Pop Snare Swing Slappy Wah Gtr Noise 1
Wah Gtr Noise 2
Analog Kick 2 TR909 Kick 1 TR909 Kick 2 R&B CHH 2 [EXC1] R&B CHH 3 [EXC1] R&B CHH 4 [EXC1] Finger Snap 707 Claps Hand Clap 1 Gospel Hand Clap 2 Hand Clap 2 R&B CHH 5 [EXC1] Gospel Hand Clap Lo-Bit CHH [EXC1] Analog Kick 1 R&B Kick R&B Side Stick 1 R&B Snare 1 R&B Snare 2 R&B Snare 3 Sharp Low Tom 6 R&B CHH 1 [EXC1] Sharp Low Tom 5 R&B CHH 1 [EXC1] Sharp Low Tom 4 R&B OHH [EXC1] Sharp High Tom 3 Sharp High Tom 2 R&B Crash Cymbal Sharp High Tom 1 Pop Ride Cymbal 1 R&B Chinese Cym R&B Ride Bell Tambourine TR909 Ride Cha Cha Cowbell House Crash Cymbal Vibraslap Pop Ride Cymbal 2 House Bongo Hi House Bongo Lo House Conga Hi House Conga Mt House Conga Lo Timbale Hi Timbale Lo Agogo Bell Hi Agogo Bell Lo Cabasa House Maracas Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2] Guiro Short [EXC3] Guiro Long [EXC3] House Claves Wood Block Hi Wood Block Lo Hoo Hi [EXC4] Hoo Lo [EXC4] Triangle Mt [EXC5] Triangle Op [EXC5] Shaker Jingle Bell Wind Chime Castanets Surdo Mute [EXC6] Surdo Open [EXC6] Tambourine Tambourine Cabasa Up Cabasa Down Shaker 1 Shaker 2 Bongo Lo Mt Grit Snare Jungle Snare 1 R&B Side Stick 2 Analog Snare HipHop Kick TR808 Kick 1 TR808 Kick 2 Techno Kick Rock Snare Dry Electric Snare Jungle Snare 2 Vinyl Noise Wah Gtr Noise 1 Wah Gtr Noise 2
SX House Kit
Dance Kick Lo-Bit CHH [EXC1] Techno Kick 2 Concert Snare Snare Roll Finger Snap High-Q Slap Scratch Push Scratch Pull Sticks Square Click Metro Click Metro Bell House Kick 1 House Kick 2 R&B Side Stick 1 House Snare 1 House Snare 2 House Snare 3 House Low Tom 1 House CHH [EXC1] House Low Tom 2 House PHH [EXC1] House Mid Tom 1 House OHH [EXC1] House Mid Tom 2 House High Tom 1 House Crash Cymbal House High Tom 2 House Ride Cymbal Reverse Cymbal House Ride Bell ShakeTambourine House Splash Cymbal House Cowbell HouseCrash Cymbal Vibraslap Pop Ride Cymbal 2 House Bongo Hi House Bongo Lo House Conga Hi House Conga Mt House Conga Lo Timbale Hi Timbale Lo Agogo Bell Hi Agogo Bell Lo Cabasa House Maracas Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2] Guiro Short [EXC3] Guiro Long [EXC3] House Claves Wood Block Hi Wood Block Lo Hoo Hi [EXC4] Hoo Lo [EXC4] Electric Triangle Mt [EXC5] Electric Triangle Op[EXC5] Shaker Jingle Bell Wind Chime Castanets Surdo Mute [EXC6] Surdo Open [EXC6] Cana Flamenco Timbale Hi Flamenco Timbale Lo Flamenco Timbale Flam Shaker 1 Shaker 2 Bongo Lo Mt LoFi Snare Jungle Snare 1 R&B Side Stick 2 Analog Snare TR808 Kick 1 TR808 Kick 2 Jungle Kick Techno Kick Rock Snare Dry Electric Snare Jungle Snare 2 Slappy Wah Gtr Noise 1 Wah Gtr Noise 2
62
* -----: Geen klank.
* [EXC]: weerklinkt niet samen met andere percussie-instrumenten van hetzelfde nummer.
GM2 STANDARD GM2 ROOM GM2 POWER GM2 ELECTRIC
C2
C3
C4
C5
C6
21
23
24
26
28
29
31
33
35
36
38
40
41
43
45
47
48
50
52
53
55
57
59
60
62
64
65
67
69
71
72
74
76
77
79
81
83
84
86
88
-----
22
-----
-----
-----
-----
25
-----
27
High-Q Slap ScratchPush [EXC7]
30
ScratchPull [EXC7] Sticks
32
SquareClick Mtrnm.Click
34
Mtrnm. Bell Jazz Kick 1 Mix Kick Side Stick
37
Standard SN1
39
909 HandClap Elec Snare 3 Real Tom 6
42
Close HiHat2 [EXC1] Real Tom 6
44
Pedal HiHat2 [EXC1] Real Tom 4
46
Open HiHat2 [EXC1] Real Tom 4 Real Tom 1 Crash Cym.1
49
Real Tom 1
51
Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell
54
Tambourine Splash Cym.
56
Cowbell Crash Cym.2
58
Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo
61
Mute H.Conga
63
Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale
66
Low Timbale Agogo
68
Agogo Cabasa
70
Maracas ShrtWhistle [EXC2] LongWhistle [EXC2] Short Guiro [EXC3]
73
Long Guiro [EXC3]
75
Claves Woodblock Woodblock
78
Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4]
80
MuteTriangl [EXC5] OpenTriangl [EXC5]
82
Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets
85
Mute Surdo [EXC6]
87
Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
----­High-Q Slap ScratchPush [EXC7] ScratchPull [EXC7] Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Mix Kick Standard KK1 Side Stick Standard SN2 909 HandClap Elec Snare 7 Room Tom 5 Close HiHat2 [EXC1] Room Tom 6 Pedal HiHat2 [EXC1] Room Tom 2 Open HiHat2 [EXC1] Room Tom 2 Rock Tom 1 Crash Cym.1 Rock Tom 1 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle [EXC2] LongWhistle [EXC2] Short Guiro [EXC3] Long Guiro [EXC3] Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] MuteTriangl [EXC5] OpenTriangl [EXC5] Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
----­High-Q Slap ScratchPush [EXC7] ScratchPull [EXC7] Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Standard KK1 Power Kick1 Side Stick Dance Snare1 909 HandClap Elec Snare 4 Room Tom 5 Close HiHat2 [EXC1] Room Tom 6 Pedal HiHat2 [EXC1] Room Tom 2 Open HiHat2 [EXC1] Room Tom 2 Rock Tom 1 Crash Cym.1 Rock Tom 1 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle [EXC2] LongWhistle [EXC2] Short Guiro [EXC3] Long Guiro [EXC3] Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] MuteTriangl [EXC5] OpenTriangl [EXC5] Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6]
-----
Lijst van de ritmepatronen
-----
-----
-----
-----
-----
----­High-Q Slap ScratchPush [EXC7] ScratchPull [EXC7] Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Power Kick1 Elec Kick 1 Side Stick Elec. Snare 909 HandClap Elec Snare 2 Synth Drum 2 Close HiHat2 [EXC1] Synth Drum 2 Pedal HiHat2 [EXC1] Synth Drum 2 Open HiHat2 [EXC1] Synth Drum 2 Synth Drum 2 Crash Cym.1 Synth Drum 2 Ride Cymbal ReverseCymbl Ride Bell Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle [EXC2] LongWhistle [EXC2] Short Guiro [EXC3] Long Guiro [EXC3] Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] MuteTriangl [EXC5] OpenTriangl [EXC5] Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6]
-----
63
Lijst van de ritmepatronen
* -----: Geen klank.
* [EXC]: weerklinkt niet samen met andere percussie-instrumenten van hetzelfde nummer.
C2
C3
C4
C5
C6
GM2 ANALOG GM2 JAZZ GM2 ORCHSTRAGM2 BRUSH
21
23
24
26
28
29
31
33
35
36
38
40
41
43
45
47
48
50
52
53
55
57
59
60
62
64
65
67
69
71
72
74
76
77
79
81
83
84
86
88
-----
22
-----
-----
-----
-----
25
-----
27
High-Q Slap ScratchPush [EXC7]
30
ScratchPull [EXC7] Sticks
32
SquareClick Mtrnm.Click
34
Mtrnm. Bell TR-808 Kick2 TR-808 Kick 808 Rimshot
37
808 Snare 1
39
909 HandClap Elec Snare 6 808 Tom 2
42
TR-808 CHH [EXC1] 808 Tom 2
44
808__chh [EXC1] 808 Tom 2
46
TR-808 OHH [EXC1] 808 Tom 2 808 Tom 2 808 Crash
49
808 Tom 2
51
Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell
54
Tambourine Splash Cym.
56
808cowbe Crash Cym.2
58
Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo
61
808 Conga
63
808 Conga 808 Conga High Timbale
66
Low Timbale Agogo
68
Agogo Cabasa
70
808marac ShrtWhistle [EXC2] LongWhistle [EXC2] Short Guiro [EXC3]
73
Long Guiro [EXC3]
75
808clave Woodblock Woodblock
78
Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4]
80
MuteTriangl [EXC5] OpenTriangl [EXC5]
82
Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets
85
Mute Surdo [EXC6]
87
Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
----­High-Q Slap ScratchPush [EXC7] ScratchPull [EXC7] Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Jazz Kick 2 Jazz Kick 1 Side Stick Standard SN3 909 HandClap Elec Snare 5 Real Tom 6 Close HiHat2 [EXC1] Real Tom 6 Pedal HiHat2 [EXC1] Real Tom 4 Open HiHat2 [EXC1] Real Tom 4 Real Tom 1 Crash Cym.1 Real Tom 1 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell 3 Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle [EXC2] LongWhistle [EXC2] Short Guiro [EXC3] Long Guiro [EXC3] Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] MuteTriangl [EXC5] OpenTriangl [EXC5] Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
----­High-Q Slap ScratchPush [EXC7] ScratchPull [EXC7] Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Jazz Kick 2 Jazz Kick 1 Side Stick Brush Swirl Brush Slap1 Brush Swirl Brash Tom 2 Close HiHat3 [EXC1] Brash Tom 2 Pedal HiHat3 [EXC1] Brash Tom 2 Open HiHat3 [EXC1] Brash Tom 2 Brash Tom 2 Crash Cym.3 Brash Tom 2 Ride Cymbal2 ChinaCymbal Ride Bell 2 Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle [EXC2] LongWhistle [EXC2] Short Guiro [EXC3] Long Guiro [EXC3] Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] MuteTriangl [EXC5] OpenTriangl [EXC5] Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6]
-----
-----
-----
-----
-----
-----
----­Close HiHat2 [EXC1] Pedal HiHat2 [EXC1] Open HiHat2 [EXC1] Ride Cymbal3 Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Concert BD Mix Kick Side Stick Concert Snr Castanets Concert Snr Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Tambourine Splash Cym. Cowbell Con.Cymbal2 Vibraslap Concert Cym. Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle [EXC2] LongWhistle [EXC2] Short Guiro [EXC3] Long Guiro [EXC3] Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] MuteTriangl [EXC5] OpenTriangl [EXC5] Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6] Applause
GM2 SFX
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
-----
----­High-Q Slap ScratchPush [EXC7] ScratchPull [EXC7] Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Gt.FretNoiz Gt.CutNoise Gt.CutNoise String Slap Fl.KeyClick Laughing Screaming Punch Heart Beat Footsteps Footsteps Applause Creaking Door Scratch Wind Chimes Car-Engine Car-Stop Car-Pass Car-Crash Siren Train Jetplane Helicopter Starship Gun Shot Machine Gun Lasergun Explosion Dog HorseGallop Bird Rain Thunder Wind Seashore Stream Bubble
-----
-----
-----
-----
64
Lijst van de ritmepatronen
Nr. Ritmepatroon
001 R&B Pop 1 002 R&B Pop 2 003 R&B 1 004 R&B 2 005 Shuffle Pop 1 006 Shuffle Pop 2 007 Latin Pop 1 008 Latin Pop 2 009 Jazz Brush 1 010 Jazz Waltz 011 Ballad 1 012 Ballad 2 013 Rock 1 014 Rock 2 015 Back Beat 1 016 Back Beat 2 017 Elec Dance 1 018 Elec Dance 2 019 Pop 1 020 Pop 2 021 Pop 3 022 Pop 4 023 8Beat Pop 1 024 8Beat Pop 2 025 8Beat Pop 3 026 8Bt Fusion 1 027 8Bt Fusion 2 028 Pop Funk 1 029 Pop Funk 2 030 Pop Funk 3 031 Pop Funk 4 032 Pop Funk 5 033 Pop Funk 6 034 Pop Funk 7 035 Pop Funk 8 036 16Beat Pop 1 037 16Beat Pop 2 038 16Beat Pop 3 039 16Bt Fusion 1 040 16Bt Fusion 2 041 16Bt Fusion 3 042 Shuffle Pop 3 043 Shuffle Pop 4 044 Shuffle Pop 5 045 Shuffle Pop 6 046 Shuffle Pop 7 047 West Coast 048 Motown 049 R&B Pop 3 050 R&B Pop 4 051 R&B Pop 5 052 Back Beat 3 053 Back Beat 4 054 Back Beat 5 055 Back Beat 6 056 Back Beat 7 057 Back Beat 8 058 Back Beat 9 059 Back Beat 10 060 R&B 3 061 R&B 4 062 R&B 5 063 R&B 6 064 R&B 7 065 R&B 8
066 R&B 9 067 R&B 10 068 R&B 11 069 R&B 12 070 R&B 13 071 R&B 14 072 R&B 15 073 R&B 16 074 R&B 17 075 R&B 18 076 Funk 1 077 Funk 2 078 Funk 3 079 8Beat Rock 1 080 8Beat Rock 2 081 8Beat Rock 3 082 16Beat Rock 1 083 16Beat Rock 2 084 Ballad 3 085 Piano Ballad 086 Rockaballad 087 Blue Grass 088 Combo 1 089 Combo 2 090 Fast Swing 1 091 Fast Swing 2 092 Swing 1 093 Swing 2 094 Swing 3 095 Jazz Brush 2 096 Free Jazz 097 Jazz 1 098 Jazz 2 099 Jazz 3 100 Jazz 4 101 Jazz 5 102 Jazz 6 103 Jazz 7 104 Jazz 8 105 Jazz 9 106 Jazz 10 107 Blues 1 108 Blues 2 109 Gospel 1 110 Gospel 2 111 Polka 1 112 Polka 2 113 Latin Pop 3 114 Latin Pop 4 115 Latin Pop 5 116 Latin Pop 6 117 Latin Pop 7 118 Latin Pop 8 119 Latin Pop 9 120 Latin Pop 10 121 Latin Pop 11 122 Bossa Nova 1 123 Bossa Nova 2 124 Bossa Nova 3 125 Fast Bossa 126 Pop Bossa 127 Salsa 1 128 Salsa 2 129 Samba 1 130 Samba 2
131 Rhumba 132 Mambo 1 133 Mambo 2 134 Merengue 135 Power Fusion 1 136 Power Fusion 2 137 Rock 3 138 Rock 4 139 Rock 5 140 Rock 6 141 Rock 7 142 Rock 8 143 Rock 9 144 Rock 10 145 Rock 11 146 Rock 12 147 Rock 13 148 Rock 14 149 Rock 15 150 Rock 16 151 Rock 17 152 Rock 18 153 Rock 19 154 Rock 20 155 Progressive 156 Elec Dance 3 157 Elec Dance 4 158 Elec Dance 5 159 Elec Dance 6 160 Elec Dance 7 161 Elec Dance 8 162 Elec Dance 9 163 Elec Dance 10 164 Acid Jazz 165 Techno 166 Hip Hop 167 House 168 Jungle 169 Dance 170 Pop Waltz 1 171 Pop Waltz 2 172 Pop Waltz 3 173 Pop Waltz 4 174 Simple Waltz 1 175 Simple Waltz 2 176 3/4 Brush 177 5/4 Fusion 178 5/4 Swing 179 5/8 Progress 180 6/4 Fusion 181 6/8 Progress 182 6/8 Swing 183 7/4 Fusion 184 7/4 Swing 185 7/8 Progress
65
Lijst van de Setups
Opgeslagen instellingen kiezen ([SETUP])
RHY: Deze Setups laten toe om een ritme te spelen met de spontaneïteit van een echte jamsessie. Probeer het zeker eens. Meer informatie over ritmes vindt u in
[PIANO]
S.11 Piano&Pad 1 S.12 RHY:Jazz Trio1 S.13 Bright Pad S.14 3D Effect
[E.PIANO]
S.21 RHY:Jazz Trio2 S.22 Harpsi/Strings S.23 RHY:Latin S.24 Piano&Pad 2
[ORGAN]
S.31 Organ Split S.32 RHY:Jazz Funk S.33 Cathedral S.34 RHY: R&B Groove
* De Setups nr. 81–84 (RD SETUP) bevatten de “Basic Setup”. Gebruik deze wanneer u Setups van nul creëert.
(p. 34)
Ritmepatronen spelen ([RHYTHM])
[STRINGS/PAD]
S.41 Phaser Pad S.42 RHY:Bigband S.43 Strings&Winds S.44 RHY:Swing Vibe
[GUITAR/BASS]
S.51 RHY: Rock S.52 Synth Brass S.53 RHY:Jazz Trio3 S.54 Warm Pad
[BRASS/WINDS]
S.61 Orchestra S.62 Flute/E.Piano S.63 RHY:SwingPop S.64 Comp Piano
(p. 32).
[VOICE/SYNTH]
S.71 RHY:Trance S.72 Large Choir S.73 RHY:Piano/EP S.74 Humanizer
[RHY/GM2]
S.81 RD SETUP S.82 RD SETUP S.83 RD SETUP S.84 RD SETUP
Lijst van de sneltoetsen
U kunt de instellingen voor de volgende functies makkelijk wijzigen met een aantal toetsen.
* “[A] + [B]” betekent dat u [A] ingedrukt houdt en op [B] drukt.
Wat wil u doen? Handeling Pag.
Het type Sound Controller instellen
De diepte van de reverb instellen
De diepte van de reverb voor elke Tone instellen
Het aantal toegepaste multi-effecten instellen
De hoeveelheid transpositie instellen
Ritmepatronen instellen
Het volume van de ritmepatronen instellen
De Split Point-toets instellen
V-LINK op On en Off zetten
Het type reverb instellen
Het type multi-effecten instellen
MIDI TX op On en Off zetten
Het tempo van het ritme instellen
De aanslaggevoeligheid instellen
[SOUND CONTROL] + [INC/DEC] [REVERB] + [INC/DEC] [REVERB] + [ZONE LEVEL SLIDER]
[MULTI EFFECTS] + [INC/DEC] [TRANSPOSE] + [INC/DEC]
[TRANSPOSE] + toets [RHYTHM] + [INC/DEC] [RHYTHM] + [ZONE LEVEL SLIDER] [SPLIT] + [INC/DEC]
[SPLIT] + toets
[SHIFT] + [SOUND CONTROL] [SHIFT] + [REVERB] [SHIFT] + [MULTI EFFECTS] [SHIFT] + [MIDI TX] [SHIFT] + [RHYTHM] [SHIFT] + [LOWER SELECT]
p. 30
p. 27
p. 41
p. 28
p. 25
p. 32
p. 33
p. 23
p. 51
p. 27
p. 29
p. 47
p. 33
p. 26
66
MIDI-implementatietabel
DIGITAL PIANO Model RD-300SX
Function...
Basic Channel
Mode
Note Number :
Velocity
After Touch
Pitch Bend
Control Change
Default Changed
Default Messages Altered
True Voice
Note ON Note OFF
Keys Chs
0, 32
6, 38
10 11 64 65 66 67 71 72 73 74 75 76 77 78 84 91 93
98, 99
100, 101
MIDI Implementation Chart
Transmitted Recognized Remarks
1 1
Mode 3 x
**************
0–127
**************
O x 8n v=64
x x
O
O
1
O
5
x x
7
O O O O x O O x x x x x x x x x O O x x
16
1–16 1–16
Mode 3 Mode 3, 4(M=1)
0–127 0–127
O x
O O
O
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O (Reverb) O (Chorus) x O
Date : Oct. 20, 2004
Version : 1.00
* 1
Bank select Modulation Portamento time Data entry Volume Panpot Expression Hold 1 Portamento Sostenuto Soft Resonance Release time Attack time Cutoff Decay time Vibrato rate Vibrato depth Vibrato delay Portamento control Effect1 depth Effect3 depth NRPN LSB, MSB RPN LSB, MSB
Prog Change
: True Number
System Exclusive
System Common
System Real Time
Aux Message
: Song Pos : Song Sel : Tune
: Clock : Commands
: All sound off
Reset all controllers
: : Local Control : All Notes OFF : Active Sense : Reset
Notes
Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 3 : OMNI OFF, POLY
0–127
**************
O
x x x
x x
x x x x O x
O 0–127
O
x x x
x x
O (120, 126, 127) O x O (123–125) O x
* 1 Recognized as M=1 even if M1.
Mode 2 : OMNI ON, MONO Mode 4 : OMNI OFF, MONO
Program number 1–128
O : Yes X : No
67
Technische specificaties
RD-300SX: digitale piano (conform General MIDI 2-systeem)
Klavier
88 toetsen (Compact Progressive Hammer Action-klavier)
Part
16 Parts
Maximale polyfonie
128 stemmen
Wave-geheugen
64 M bytes (16-bit lineair equivalent)
Tones
Gewone Tones: 70 General MIDI 2 Tones: 256 Ritmepatronen: 5
General MIDI 2 Ritmepatronen:
9
Setups
32
Effecten
Multi-effecten: 78 soorten Reverb: 4 soorten Sound Control 2-bands digitale equalizer
Ritmepatronen
185 stijlen
Voeding
DC 9 V (adapter)
Opgenomen vermogen
11 W
Afmetingen
1408 (B) x 336 (D) x 134 (H) mm
Gewicht
15,5 kg
Accessoires
Handleiding USB-installatiehandleiding Cd-rom (Roland Digital USB Driver) Demperpedaal (DP-8) Adapter (PSB-1U) Netsnoer
Opties
Klaviersteun: KS-12 Pedaalschakelaar: DP-2 Demperpedaal: DP-8 Voetschakelaar: BOSS FS-5U,
FS-6 (TRS-aansluitingen kunnen niet
worden gebruikt.) Expressiepedaal: EV-5, EV-7 MIDI-implementatie
Controllers
Zone Level-regelaar x 2 Equalizer-knoppen Pitch Bend/Modulation-hendel
Display
7 segmenten, 3 tekens (LED)
Aansluitingen
Hoofdtelefoonaansluiting: 1/4 inch stereo-aansluiting voor hoofdtelefoon
Output-aansluitingen (L/MONO, R) 1/4 inch aansluiting voor hoofdtelefoon
Pedaalaansluitingen (DAMPER, CONTROL)l 1/4 inch TRS­aansluiting
MIDI-aansluitingen (IN/OUT) USB-aansluiting (MIDI) DC IN-aansluiting
68
962a
* In het belang van productverbetering zijn de specificaties en/of
uitvoeringen van dit apparaat onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande waarschuwing.
Index
A
Aanslaggevoeligheid .................................................... 26
Aansluiten
Computer .................................................................. 50
externe apparatuur .................................................. 12
Externe MIDI-klankgeneratoren ........................... 47
Externe sequencer .................................................... 48
Netsnoer .................................................................... 11
Pedalen ...................................................................... 12
Aardterminal .................................................................. 10
Attack Time .................................................................... 41
B
Bend Range .................................................................... 42
Bender-hendel ................................................................ 30
Bulk Dump
Setup .......................................................................... 44
Temporary ................................................................ 44
C
Common ......................................................................... 40
CONTROL ...................................................................... 10
Control Pedal Switch .................................................... 43
Control Pedal-functie .................................................... 40
Controlepedaal, polariteit ............................................ 39
Cutoff .............................................................................. 41
D
DAMPER ........................................................................ 10
Damper Pedal Switch ................................................... 43
DC In-aansluiting .......................................................... 10
DEC ............................................................................. 9, 16
Decay Time ..................................................................... 41
Demo Play ...................................................................... 17
Demperpedaal, polariteit ............................................. 38
DISPLAY .......................................................................... 9
DUAL .......................................................................... 9, 21
Dual Mode ................................................................ 20–21
E
EDIT ............................................................................ 9, 37
Edit
Common ................................................................... 40
Part ............................................................................. 43
System ....................................................................... 37
Tone-parameter ........................................................ 41
Utility ......................................................................... 44
Zone-parameter ....................................................... 42
ENTER .............................................................................. 9
EQUALIZER .............................................................. 9, 31
EXIT ................................................................................... 9
F
Factory Reset .................................................................. 45
Fine Tune ........................................................................ 42
Foutmeldingen .............................................................. 59
FUNCTION ...................................................................... 9
G
Grondnoot ...................................................................... 38
H
HIGH-knop ...................................................................... 9
I
INC .............................................................................. 9, 16
K
Kabelhaak ....................................................................... 10
Key ................................................................................... 38
KEY TOUCH .................................................................... 9
Key Transpose ............................................................... 43
Keyboard controller-gedeelte ...................................... 16
Keyboard Modes ........................................................... 20
Klankgenerator-gedeelte .............................................. 16
Klavier, aanslaggevoeligheid ...................................... 26
L
Lijst van de effecten ...................................................... 55
Lijst van de ritmepatronen ..................................... 62, 65
Lijst van de sneltoetsen ................................................. 66
Lijst van de Tones .......................................................... 60
Local Control .................................................................. 46
Lock
Panel .......................................................................... 36
LOWER SELECT ....................................................... 9, 24
LOW-knop ........................................................................ 9
M
Master Tune ................................................................... 15
Master Tuning ................................................................ 38
Master-klavier ................................................................ 47
MFX Zone ....................................................................... 40
MIDI ................................................................................ 47
MIDI TX ............................................................................ 9
MIDI Tx Mode ............................................................... 46
MIDI-aansluitingen ....................................................... 10
MIDI-implementatietabel ............................................. 67
MODE ............................................................................... 9
Modulation Switch ........................................................ 43
Modulation-hendel ................................................... 9, 30
MULTI EFFECTS ....................................................... 9, 28
Multi-effecten ................................................................. 40
Diepte ........................................................................ 28
Rotary-effect ............................................................. 29
Type ........................................................................... 29
O
ONE TOUCH ................................................................... 9
Opnemen ........................................................................ 48
OUTPUT R/L(MONO)-aansluitingen ....................... 10
Overbrengen
Setups ........................................................................ 44
P
Pan ................................................................................... 43
Panel Lock ...................................................................... 36
69
Index
Part ............................................................................ 16, 43
Pedaalfunctie ................................................................. 40
PEDAL-aansluitingen ................................................... 10
PHONES-aansluiting .................................................... 10
ONE TOUCH ............................................................. 9, 18
Pitch ................................................................................. 38
Pitch Bender Switch ...................................................... 43
Pitch Bend-hendel ........................................................... 9
Polariteit
Controlepedaal ......................................................... 39
Demperpedaal .......................................................... 38
POWER ........................................................................... 10
Problemen oplossen ...................................................... 52
Program Change Messages .......................................... 39
R
Release Time .................................................................. 41
Resonance ....................................................................... 41
Restoring
Factory Reset ............................................................ 45
REVERB ...................................................................... 9, 27
Reverb Send Level ......................................................... 41
Reverb-effect
Diepte ........................................................................ 27
Soort ........................................................................... 27
RHYTHM ................................................................... 9, 32
Ritme
Patroon ...................................................................... 32
Tempo ....................................................................... 33
Volume ...................................................................... 33
Rotary-effect ................................................................... 29
Tonica .............................................................................. 38
Toonhoogte .................................................................... 30
TRANSPOSE .............................................................. 9, 25
U
USB-aansluiting ............................................................. 10
USB-modus ..................................................................... 50
USB-stuurprogramma ............................................ 39, 50
Utility .............................................................................. 44
V
Velocity ........................................................................... 26
V-LINK ........................................................................ 9, 51
VOLUME-regelaar .................................................... 9, 14
W
WRITE ......................................................................... 9, 35
Z
Zone ........................................................................... 16, 24
ZONE LEVEL-regelaars ........................................... 9, 24
Zone-parameter ............................................................. 42
S
Setup ............................................................................... 34
Setup Bulk Dump .......................................................... 44
Setup Control Channel ................................................. 39
Setup Pedal Shift ........................................................... 39
SHIFT ................................................................................ 9
Single Mode ................................................................... 20
Single Modus ................................................................. 20
SOUND CONTROL .................................................. 9, 30
SPLIT ........................................................................... 9, 22
Split Mode ................................................................ 20, 22
Split Point ....................................................................... 23
Stemmen ......................................................................... 15
Stemming ........................................................................ 38
Stretch Tune ................................................................... 38
System ............................................................................. 37
T
Temperament ................................................................. 38
TEMPO ............................................................................. 9
Tempo
Ritme ......................................................................... 33
Terugzenden .................................................................. 45
Tone ................................................................................. 16
TONE SELECT-knoppen ............................................... 9
Tone-parameter ............................................................. 41
70
Dit product beantwoordt aan de vereisten van Europese Richtlijn 89/336/EEC.
Voor EU-landen
03785945 04-11-1N
Loading...