Gefeliciteerd met uw keuze voor de RD 300GX. Leest u deze gebruikershandleiding
alstublieft aandachtig door om er zeker van te zijn dat u maximaal plezier heeft van de
mogelijkheden van de RD 300GX en deze ten volle benut.
Over de handleiding
Leest u eerst het onderdeel ‘Voorbereidingen’ (pag. 15) van de gebruikershandleiding
(dit document). Hierin wordt uitgelegd, hoe u de adapter kunt aansluiten en de stroom
kunt inschakelen.
Afspraken in deze handleiding
Om de bediening zo duidelijk mogelijk uit te leggen gebruiken we in deze handleiding
de volgende manieren:
• Tekst tussen vierkante haken [ ] geeft de naam van een druk of draaiknop aan, zoals de
[EDIT] knop.
• Regels die met of een asterisk * beginnen, zijn waarschuwingen die u in ieder geval
moet lezen.
• De nummers van pagina’s waar u aanvullende of aanverwante informatie kunt lezen worden
als volgt aangegeven: (pag. **).
• De uitleg in deze handleiding bevat illustraties, die aangeven wat er in de display te zien zou
moeten zijn. Het kan echter zo zijn dat het instrument een nieuwere, actuelere versie van het
systeem bevat (die bijv. nieuwere klanken bevat). Wat u in de display ziet, kan daarom
enigszins afwijken van de weergave in de handleiding.
Lees voordat u dit apparaat gebruikt de hoofdstukken ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER
GEBRUIKEN’ (pag. 4) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (pag. 6). Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie over het juiste gebruik van het apparaat. In aanvulling daarop verdient het aanbeveling
om deze handleiding in zijn geheel door te lezen, zodat u er zeker van kunt zijn, dat u elke eigenschap
van uw nieuwe aankoop goed in de vingers krijgt. De handleiding dient bewaard te worden en bij de
hand gehouden te worden als een handig naslagwerk.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, worden vermenigvuldigd
zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
3
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HETAPPARAATOPEENVEILIGEMANIERGEBRUIKEN
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
WAARSCHUWING
Niet uit elkaar halen of wijzigen
002c
Maak het apparaat of de adapter niet open en voer
geen interne modificaties uit.
Onderdelen mogen niet gerepareerd of
vervangen worden
003
Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in
het apparaat te vervangen. Indien een reparatie of
vervanging van onderdelen nodig is, neemt u contact
op met uw handelaar of een Roland Service Centrum.
Wanneer u het instrument met een door Roland
aanbevolen standaard gebruikt, dient u de standaard
zorgvuldig te plaatsen, dat hij waterpas staat en
stevig blijft staan. Indien u geen standaard gebruikt
dient u er toch voor te zorgen, dat het instrument op
een waterpas oppervlak staat, dat het instrument
goed ondersteunt en ervoor zorgt, dat het niet kan
gaan wiebelen.
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Sluit de adapter op een stopcontact met een
correct voltage aan
008c
Gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Ook dient
het voltage overeen te komen met het ingangsvoltage
dat op de behuizing van de adapter wordt aangegeven. Andere adapters kunnen van een andere
polariteit gebruikmaken of voor een ander voltage
zijn ontworpen, zodat deze tot schade, storingen of
elektrische schokken kunnen leiden.
Buig het netsnoer niet, en plaats er geen zware
objecten bovenop
009
Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er
geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het
snoer beschadigen, en kan kortsluiting of slechte
verbindingen ontstaan die mogelijk tot brand of
elektrische schokken kunnen leiden.
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met
een koptelefoon, versterker en/of luidsprekers, kan
geluidsniveaus produceren, die permanent gehoorverlies kunnen veroorzaken. Indien u last heeft van
enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het
apparaat niet meer gebruiken en een oorarts
raadplegen.
Geen vreemde objecten in het apparaat terecht
laten komen
011
Zorg, dat er geen vreemde objecten (brandbaar
materiaal, munten, snoeren) in het apparaat terechtkomen.
Deze kunnen kortsluiting of andere storingen veroorzaken.
Zet de stroom uit, wanneer afwijkingen of
storingen optreden
012b
Wanneer één van de volgende situaties zich
voordoet, zet u direct de stroom uit, haalt u het
netsnoer uit het stopcontact en brengt u het apparaat
voor onderhoud naar uw handelaar of een onderhoudscentrum, indien:
• De adapter, het netsnoer of de stekker is
beschadigd
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er vreemde objecten of vloeistof in het apparaat
terecht zijn gekomen
• Het apparaat nat is geworden (bijvoorbeeld door
regen, enz.)
• Een afwijking of storing in het apparaat optreedt
Sluit niet teveel apparaten op één stopcontact
aan
015
Sluit geen overmatig aantal elektrische apparaten op
één stopcontact aan. Wanneer een meervoudige
contactdoos wordt gebruikt, kan er door het over
schrijden van de voorgeschreven capaciteit (wattage/
ampères) van de contactdoos hitte gegenereerd
worden, waardoor de kabel kan smelten.
Gebruik geen CD ROM in een audio CD speler of
DVD speler
023
Als een CD ROM op een conventionele audio CD
speler of DVD speler probeert af te spelen, kan het
daaruit voortkomende hoge volume uw gehoor of de
luidsprekers beschadigen.
Plaats geen voorwerpen die water bevatten op
het apparaat
026
Plaats geen voorwerpen die water bevatten (zoals
bloemenvazen) of drankjes op het apparaat. Plaats
ook geen spuitbussen of voorwerpen die insecticiden, parfums, alcohol of nagellak bevatten op het
apparaat. Vloeistoffen die in het apparaat gemorst
worden kunnen storing veroorzaken en kunnen
zorgen voor kortsluiting of gebrekkig functioneren.
Bij dit instrument (de RD 300GX) kunnen alleen de
Roland standaards KS 12 en KS 18Z gebruikt
worden. Het gebruik van een andere standaard kan
leiden tot instabiliteit van het apparaat en mogelijk
verwondingen tot gevolg hebben.
De stekker vastpakken bij het aansluiten of
loskoppelen van het netsnoer
102c
Als u het netsnoer in het apparaat zelf of in een
stopcontact steekt of eruit haalt, houdt u het altijd bij
de stekker vast, en nooit aan het snoer zelf.
Regelmatig het stof van de stekker van het
netsnoer verwijderen
103b
Van tijd tot tijd moet het netsnoer uit het stopcontact
worden gehaald, en het stof er met een droge doek
worden afgeveegd. U moet het netsnoer ook uit het
stopcontact verwijderen als het apparaat gedurende
een langere periode niet wordt gebruikt. Stof of vuil
dat zich tussen de stekker en het stopcontact ophoopt,
kan kortsluiting veroorzaken, mogelijk resulterend in
brand.
Wanneer het apparaat verplaatst moet worden,
neemt u de volgende aanwijzingen in acht.
Vervolgens moet het apparaat door minimaal twee
personen worden opgetild en gedragen, terwijl het
voortdurend waterpas wordt gehouden. Wees
voorzichtig dat uw handen niet bekneld raken of dat u
het apparaat niet op uw voeten laat vallen.
• Sluit dit apparaat niet aan op een stopcontact, waarop een
apparaat is aangesloten dat door een transformator wordt
aangestuurd, zoals een koelkast, magnetron of airco, of dat
een elektromotor bevat. Afhankelijk van de wijze waarop het
elektrische apparaat wordt gebruikt, kan door de stroom veroorzaakte ruis leiden tot storing of hoorbaar gebrom van dit
instrument. Indien het niet praktisch is om een apart stopcontact te gebruiken, installeer dan een ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• De adapter wordt na lange tijd achtereen gebruikt te zijn
warm. Dit is normaal en het is geen reden tot zorg.
• Wanneer u dit apparaat op andere apparatuur wilt aansluiten, schakel dan eerst de stroom van alle apparatuur uit om
storingen aan apparatuur en/of schade aan luidsprekers te
voorkomen.
Plaatsing
• Indien dit apparaat wordt geplaatst in de buurt van apparatuur die grote stroomsomvormers bevatten, zoals grote versterkers, kan dit een brommend geluid in dit apparaat veroorzaken. Indien dit zich voordoet kunt u dit apparaat verder weg
zetten of de richting ervan veranderen.
• Indien dit apparaat in de buurt van een televisie wordt
gebruikt kan er een verkleuring te zien zijn in het televisiebeeld of kan de radio gaan brommen. Indien dit zich voordoet, zet dit apparaat dan verder weg.
• Zet uw mobiele telefoon uit of houd hem op voldoende afstand
van dit apparaat. Indien er een mobiele telefoon in de buurt is
kan er een gebrom te horen zijn wanneer een gesprek wordt
aangenomen of begonnen, of tijdens een gesprek.
• Stel het apparaat niet bloot aan fel zonlicht, plaats het niet in
de buurt van apparaten die warmte verspreiden, laat het niet
in een afgesloten voertuig achter en stel het ook niet op
andere wijze bloot aan extreme temperaturen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormd raken of verkleuren.
• Wanneer u het apparaat verplaatst naar een locatie waarop
temperatuur en/of luchtvochtigheid erg afwijken, kunnen zich
binnenin het apparaat waterdruppels (condens) vormen.
Indien u het apparaat in deze toestand gebruikt zullen er storingen ontstaan. Wacht daarom enkele uren totdat de condens volledig is verdampt voordat u het apparaat gaat gebruiken.
• Laat geen voorwerpen op de toetsen liggen of staan. Dit kan
storingen tot gevolg hebben, zoals problemen met het geluid.
• Afhankelijk van materiaal en temperatuur van het oppervlak
waarop u het apparaat plaatst kunnen de rubberen voetjes
ervan het oppervlak doen verkleuren of aantasten.
U kunt een stukje vilt of stof onder de rubberen voetjes leggen
om dit te voorkomen. Wanneer u dat doet, let er dan op dat
het apparaat niet per ongeluk kan gaan wegglijden of bewegen.
Onderhoud
• Gebruik voor de dagelijkse reiniging van het instrument een
zachte, droge doek of een licht met water bevochtigde doek.
Om hardnekkig vuil te verwijderen kunt u een doek gebruiken
met een mild, niet schurend reinigingsmiddel. Zorg ervoor, dat
u het instrument met een zachte, droge doek nawrijft.
• Indien zich waterdruppels op dit instrument vormen, veeg
deze dan onmiddellijk weg met een zachte, droge doek.
• Gebruik als reinigingsmiddel nooit benzine, thinner of alcohol,
aangezien deze middelen vervorming of verkleuring kunnen
veroorzaken.
Reparaties
• Indien u dit apparaat opstuurt voor reparatie kan de inhoud
van het geheugen verloren gaan. Slaat u belangrijke
geheugeninhoud op een USB stick op of maak er een notitie
van. Wij doen onze uiterste best om de geheugeninhoud bij
reparaties te bewaren, maar er zijn gevallen waarin de opgeslagen inhoud niet meer teruggehaald kan worden omdat er
een storing is geweest in het geheugendeel. Weest u zich er
van bewust dat we ons niet verantwoordelijk kunnen stellen
voor het terughalen van verloren gegane geheugeninhoud of
voor enig gevolg van een dergelijk verlies.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Opgeslagen geheugeninhoud kan door storingen of door
onjuist gebruik van het apparaat verloren gaan. Maak regelmatig een back up van belangrijke geheugeninhoud op een
USB stick om uzelf tegen een dergelijk verlies te beschermen.
• Wij kunnen ons niet verantwoordelijk stellen voor het terughalen van verloren gegane inhoud van het interne geheugen of
een USB stick of voor de gevolgen van een dergelijk verlies.
• Oefen geen overmatige druk uit op de drukknoppen, draaiknoppen of ingaande/uitgaande jacks, dit kan nl. tot storingen leiden.
• Sla nooit op de display en oefen er nooit grote druk op uit.
• Bij het aansluiten en loskoppelen van kabels altijd de stekker
vasthouden (en niet de kabel zelf). Op deze manier voorkomt
u kortsluiting of breuken in de aansluiting.
• Geniet van uw muziek op een manier die andere mensen in
uw buurt niet stoort en denk vooral ’s avonds laat en ’s nachts
om het volume. Wanneer u een koptelefoon gebruikt kunt u
van uw muziek genieten zonder rekening te hoeven houden
met anderen.
• Wanneer u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het dan
indien mogelijk in de doos (incl. schokwerend materiaal)
waarin u het kocht. Kan dat niet, gebruik dan gelijkwaardige
verpakkingsmaterialen.
• Gebruik alleen het aangegeven expressiepedaal (EV 5/7;
separaat aan te schaffen). Wanneer u een ander fabricaat
expressiepedaal aansluit kan dit storingen aan het instrument
veroorzaken.
6
Belangrijke opmerkingen
Omgaan met USB sticks
(Gebruik van de USB memorystick, hierna ‘USB stick’
genoemd)
• Wanneer u een USB stick gebruikt, druk deze er dan helemaal
in.
• Raak de pinnetjes van de USB stick niet aan en zorg ervoor,
dat ze niet vuil worden.
• Een USB stick wordt gemaakt met behulp van zeer gevoelige
elektronische componenten, dus denk om de volgende punten,
wanneer u er mee omgaat.
• Om schade door statische elektrische lading te voorkomen
dient u alle statische elektriciteit, die er eventueel in uw
lichaam aanwezig is te ontladen, voordat u de USB stick
vastpakt.
• Raak de verbindingsdelen niet met uw vingers of met een
metalen voorwerp aan.
• Buig de USB stick niet en laat hem niet vallen. Stel hem ook
niet bloot aan hoge druk.
• Laat de USB stick niet in direct zonlicht of op plaatsen als in
een afgesloten auto liggen. (Bewaartemperatuur: 0 50˚C.)
• Laat de USB stick niet nat worden.
• Haal de USB stick niet uit elkaar en breng er geen modifi-
caties in aan.
• Wanneer u de USB stick aansluit, houd hem dan horizontaal
met de USB aansluiting en druk hem daar in zonder overmatig
kracht te gebruiken. De USB aansluiting kan beschadigd
raken wanneer u bij de aansluiting van de USB stick overmatig kracht gebruikt.
• Stop niets anders dan een USB stick in de USB aansluiting.
(Dus bijv. geen kabels, munten, andere typen apparaten.)
Wanneer u dat wel doet, zal de USB aansluiting beschadigd
raken.
• Oefen geen overmatige kracht uit op de aangesloten USB
stick.
• Indien u de USB stick gedurende langere tijd niet gebruikt,
doe de dop er dan op.
Omgaan met CD’s
• Wanneer u CD’s gebruikt, let dan op het volgende:
• Raak het gecodeerde oppervlak van de CD niet aan.
• Gebruik CD’s niet in een stoffige omgeving.
• Laat de CD niet in direct zonlicht of in een gesloten voer-
tuig liggen.
• Zorg ervoor, dat u het opnameoppervlak van een CD niet
aanraakt of krast. Wanneer u dat wel doet, kunnen de data
onleesbaar worden. Wanneer een CD vuil wordt, kunt u deze
reinigen met een in de handel verkrijgbare CD reiniger.
• Bewaar de CD in het CD doosje.
• Laat de CD niet gedurende lange tijd in de CD drive zitten.
• Plak geen sticker op het label van de CD.
• Veeg de CD met een zachte en droge doek radiaal van
binnen naar buiten af. Wrijf niet met de groeven mee.
• Gebruik geen benzine, platenreinigerspray of enige soort van
oplosmiddelen.
• Buig de CD niet. Het buigen van CD’s kan ervoor zorgen, dat
ze niet meer goed gelezen of gebrand kunnen worden en kan
verdere storingen tot gevolg hebben.
Omgaan met floppydisks
(Gebruik van de optionele floppydiskdrive)
• Floppydisks bevatten een kunststof schijf met een dun laagje
magnetisch opslagmateriaal. Er is microscopische precisie
voor nodig om de opslag van grote hoeveelheden data op
zo’n kleine oppervlakte mogelijk te maken. Let op het
volgende om de floppydisks tijdens het gebruik in
onbeschadigde toestand te houden:
• Raak het magnetische materiaal binnenin de disk nooit
aan.
• Gebruik of bewaar floppydisks niet in een vuile of stoffige
omgeving.
• Stel floppydisks niet bloot aan extreme temperaturen (bijv.
in fel zonlicht in een gesloten voertuig). De aanbevolen
temperatuur is tussen 10 en 50•C.
• Stel floppydisks niet bloot aan sterke magnetische velden,
zoals die bijvoorbeeld door luidsprekers worden veroorzaakt.
• Floppydisks hebben een beschermingslabel tegen overschrijven, dat de disk kan beschermen tegen het per ongeluk wissen
van data. Het is aan te bevelen om het label in de ‘BESCHERMING’ stand te houden en deze alleen in de ‘BESCHRIJVEN’
stand te zetten, wanneer u nieuwe data op de disk wilt wegschrijven.
fig.DiskProtect.e.eps
Achterkant van de disk
Beschrijven
(u kunt nieuwe data schrijven)
Schrijfbescherming
653
• De identificatiesticker moet goed op de disk vastgeplakt zijn.
Wanneer de sticker los raakt, terwijl de disk in de drive zit
kan het moeilijk worden om de disk er weer uit te krijgen.
• Bewaar alle disks op een veilige plaats om beschadiging
ervan te voorkomen en om ze tegen stof, vuil en andere
risico’s te beschermen. Indien u een vuile of stoffige disk
gebruikt, riskeert u beschadiging van de disk en storing van
de diskdrive.
203
* GS () is een gedeponeerd handelsmerk van
Roland Corporation.
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
hun respectieve eigenaars.
* De MPEG Layer 3 technologie voor audiocompressie
wordt gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS
Corporation en THOMSON Multimedia Corporation.
Index ...........................................................................................................................................101
11
Paneelbeschrijving
l
Voorpanee
1
1.
[S1] knop, [S2] knop
U kunt aan deze knoppen diverse functies toekennen (pag.
68)., terwijl u speelt, kunt u deze knoppen indrukken om de
daaraan toegekende functies te gebruiken.
Pitch Bend/Modulation schakelaar
Hiermee kunt u de toonhoogte verbuiging regelen of
modulatie toepassen (pag. 34).
2.
Volumeschuif
Hiermee regelt u het algehele volume dat uit de OUTPUT
jacks op het achterpaneel en uit de PHONES jack komt
(pag. 20).
3.
EQUALIZER/EFFECTS
[LOW] draaiknop
Hiermee regelt u het hoge frequente bereik van het geluid
(pag. 36).
[HIGH] draaiknop
Hiermee regelt u het lage frequente bereik van het geluid
(pag. 36).
[SOND CONTROL]
Wanneer u deze inschakelt, worden de inconsistenties in
het volume beperkt en wordt er een stabielere, meer
consistente klank geproduceerd (pag. 35).
Wanneer u deze inschakelt, kunt u externe V LINK
compatible videoapparatuur bedienen, die u op de RD
300GX heeft aangesloten (pag. 82).
knop
[REVERB] knop
Hiermee schakelt u de ‘reverb’ (galm) aan/uit (pag. 33).
12
2
3
4
[MULTI EFFECTS] knop
Hiermee schakelt u de multi effecten aan/uit (pag. 47).
ZONE LEVEL/CONTROL
4.
ZONE LEVEL schuiven
Hiermee regelt u het volumeniveau voor elke zone
(pag. 31).
Indien het ‘EXTERNAL’ lampje brandt, regelen deze
schuiven het volume van een externe MIDI klankmodule
(pag. 57).
[EXTERNAL/INTERNAL] knop
Zorgt ervoor, dat de RD 300GX de externe MIDI
klankgenerator bedient (pag. 55).
[TRANSPOSE] knop
Transponeert het betreffende bereik van het keyboard
(pag. 32).
[SPLIT] knop
Met deze knop selecteert u de ‘Split Mode’ (gescheiden
uitvoering), waarbij het keyboard in twee gedeelten wordt
verdeeld, waardoor u met de rechter en de linkerhand
verschillende klanken kunt spelen (pag. 29).
Bovendien kunt u de demosongs beluisteren door deze
knop en de [DUAL] knop tegelijkertijd in te drukken
(pag. 25).
[DUAL] knop
Hiermee schakelt u de RD 300GX in de ‘Dual Mode’
(gelaagde uitvoering), zodat u uitvoeringen kunt spelen
waarbij twee aparte geluidssoorten gelaagd klinken (pag.
28).
Bovendien kunt u de demosongs beluisteren door deze
knop en de [SPLIT] knop tegelijkertijd in te drukken
(pag. 25).
Paneelbeschrijving
5
5.
DISPLAY
Hier zijn de namen van de geluidssoorten en de waarden
van diverse instellingen etc. te zien.
[EXIT/SHIFT] knop
Deze knop indrukken om naar een vorig scherm te gaan of
een handeling, die wordt uitgevoerd, te annuleren.
Deze knop wordt bovendien tegelijkertijd met andere
knoppen ingedrukt om diverse functies uit te voeren.
[DEC] knop, [INC] knop
Deze knoppen worden gebruikt om waarden te wijzigen.
Indien u één knop ingedrukt blijft houden, terwijl u de
andere indrukt, wordt de waardewijziging versneld.
[ENTER] knop
Deze knop wordt gebruikt om een waarde te bevestigen of
een handeling uit te voeren.
ONE TOUCH
6.
6789
10
8. FUNCTION
[EDIT] knop
Druk op deze knop, wanneer u diverse instellingen wilt
regelen (pag. 63).
[WRITE] knop
Slaat de huidige instellingen op in ‘Setup’ (pag. 51).
Hiermee slaat u ook de ‘System’ instellingen (pag. 64) en
de ‘Piano Designer’ instellingen (pag. 60) op.
9. SONG/AUDIO KEY
[SONG/RHYTHM] knop
Hiermee schakelt u ‘Song’ in/uit (pag. 40).
Hiermee schakelt u ‘Rhythm’ (ritme) in/uit (pag. 37).
[AUDIO KEY] knop
Hiermee schakelt u ‘Audio Key’ (audiotoets functie) in/uit
(pag. 42).
[PIANO] knop
Selecteert de optimale instellingen voor piano uitvoeringen
(pag. 26).
[SETUP] knop
Roept de opgeslagen instellingen (Setup) op (pag. 50).
7.
ZONE SELECT knop
Selecteert de zone, waarvoor de geluidssoort geselecteerd
moet worden (pag. 31).
ZONE SELECT lampjes
10.TONE SELECT knoppen
Druk deze in om geluidssoorten te selecteren (pag. 27).
13
Paneelbeschrijving
Achterpaneel
fig.rear
213467
1. USB MEMORY aansluiting
Hier kunt u een apart aan te schaffen USB stick of een in de
handel verkrijgbare CD ROM drive op aansluiten (pag.
21).
2. USB MIDI aansluiting
U kunt deze op de computer aansluiten, zodat deze
uitvoeringsdata met de RD 300GX kan uitwisselen (pag.
81).
3. [DISPLAY CONTRAST] knop
Hiermee regelt u het contrast van de display (pag. 20).
4. PEDAL jacks (DAMPER, CONTROL)
Wanneer u de pedaalschakelaar (DP serie), die bij de RD
300GX is meegeleverd, op de DAMPER jack aansluit, kunt
u de schakelaar als demperpedaal gebruiken (pag. 18).
Met een pedaal dat op de CONTROL jack is aangesloten
kunt u vervolgens diverse functies aan het pedaal toekennen
(pag. 68).
95
8
10.DC IN jack
Sluit de bijgeleverde adapter hierop aan (pag. 16).
11.Kabelhaak
Gebruik deze haak om de kabel van de bijgeleverde
adapter op zijn plaats te houden (pag. 16).
1011
5. MIDI schakelaars (IN, OUT)
Worden gebruikt om er externe MIDI apparaten op aan te
sluiten en om MIDI boodschappen te verzenden (pag. 53,
pag. 78).
6. OUTPUT L (MONO)/R jacks
Zorgen voor uitvoer van de audiosignalen. Deze zijn op
een versterker of ander apparaat aangesloten. Voor mono
gebruikt u de L/MONO jack (pag. 17).
7. PHONES jack
Op deze jack kunt u een koptelefoon aansluiten (pag. 17).
Zelfs wanneer de koptelefoon is aangesloten, komt er nog
geluid uit de OUTPUT jacks.
8. Aardeaansluiting (pag. 16)
9. [POWER] schakelaar
Met deze schakelaar schakelt u de stroom aan/uit (pag.
19).
14
Voorbereidingen
De RD 300GX op een standaard plaatsen
Indien u de RD 300GX op een standaard plaatst, dient u de KS 12 of de KS 18Z te gebruiken
(afzonderlijk aan te schaffen).
Wanneer u de RD 300GX op de KS 12 of de KS 18Z plaatst, zet deze dan in de hieronder
getoonde positie.
NOTE
NOTE
Wanneer u de RD 300GX in combinatie met een andere standaard gebruikt, kan hij onstabiel
komen te staan, waardoor het instrument zou kunnen omvallen, met alle gevolgen van dien.
Lees de handleiding van de standaard voor aanwijzingen voor het monteren van de
standaard.
Indien u de standaard KS 18Z gebruikt
• Stel de standaard niet hoger in dan op het vierde niveau van onderen.
• Stel de breedte van de standaard op zijn maximum in.
Van de zijkant gezien
Plaats de RD-300GX zodanig,
dat de voorkant op één lijn
ligt met het uiteinde van de
arm van de standaard.
Van de achterkant gezien
Rubberen voetjes
Arm
Plaats de vier rubberen
voetjes, die zich aan de
onderkant van de RD-300GX
bevinden zodanig, dat zij
binnen de armen van de
standaard staan.
Indien u de standaard KS 12 gebruikt
• Plaats de standaard zodanig, dat de armen naar de bespeler wijzen.
• Stel de standaard qua breedte in op de zesde (842 mm) van de zeven stappen.
Van de achterkant gezien
NOTE
Wanneer u de RD 300GX op de standaard plaatst, pas dan op, dat uw vingers niet tussen het
instrument en de standaard bekneld raken.
842 mm
Rubberen voetjes
Arm
Gat
Bespeler
Plaats de vier rubberen voetjes,
die zich aan de onderkant van
de RD-300GX bevinden zodanig,
dat zij in de gaten in de armen
van de standaard vallen.
15
Voorbereidingen
De adapter aansluiten
1. Zorg ervoor, dat de [POWER] schakelaar die
zich aan de linkerkant van het keyboard
bevindt uit is (helemaal naar boven staat).
fig.PowerOn.eps
Aardeaansluiting
Niet ingedrukt
Uit
2. Zet de VOLUME schuif helemaal naar beneden
om het volume op het minimum te zetten.
3. Sluit het bijgeleverde netsnoer op de
bijgeleverde adapter aan.
NOTE
Adapter
Lampje
Plaats de adapter zodanig, dat de kant met het
lampje (zie illustratie) naar boven wijst en de kant
met de informatie naar beneden.
Het lampje gaat aan wanneer u de adapter met
de stekker in het stopcontact steekt.
Netsnoer
Naar stopcontact
4. Sluit de adapter op de DC IN jack van de RD
300GX aan en steek de stekker van het
netsnoer in een stopcontact.
5. Laat de kabel van de adapter om de
kabelhaak lopen om hem op zijn plaats te
houden.
Netsnoer (van de AC-adapter)
NOTE
NOTE
Zet het netsnoer vast met behulp van de kabelhaak
(zoals in de illustratie te zien is) om te voorkomen
dat het netsnoer per ongeluk losraakt en om
overmatige belasting van de adapter jack te
vermijden. Zelfs als het netsnoer vastgezet is, kan
grote belasting van het snoer ervoor zorgen, dat
het beschadigd raakt of dat er breuken in
ontstaan. Zorg ervoor, dat u niet per ongeluk aan
het snoer trekt of er sterke druk op uitoefent.
Afhankelijk van de omstandigheden van een
bepaalde opstelling kunt u een onaangenaam
gevoel krijgen of merken, dat het oppervlak
korrelig aanvoelt wanneer u dit apparaat
aanraakt. Dit komt door een heel kleine elektrische
lading die absoluut onschadelijk is. Indien u zich
hierover echter zorgen maakt, verbind dan de
aardeaansluiting (zie illustratie) met een externe
aarding. Wanneer het apparaat geaard is, kan er
een lichte brom optreden, afhankelijk van de
bijzonderheden van uw installatie. Indien u niet
zeker weet, hoe u de aarde moet verbinden, neem
dan contact op met het dichtstbijzijnde Roland
Service Center of een erkende Roland distributeur
(zie de lijst op de ‘Informatie’ pagina).
Kabelhaak
Netsnoer
(van de
adaptor)
16
Ongeschikte plaatsen om aan te sluiten:
• Waterleidingen (dit kan een elektrische schok tot
gevolg hebben)
• Gasleidingen (dit kan brand of een explosie
veroorzaken)
• Bliksemafleiders (dit kan gevaarlijk zijn in het
geval van onweer).
De externe apparatuur op de RD 300GX aansluiten
De RD 300GX is niet met een versterker of luidsprekers uitgerust. Om geluid te produceren dient
u er audioapparatuur, zoals een monitorluidspreker of een stereoset op aan te sluiten of een
koptelefoon te gebruiken.
Audiokabels, USB kabels, MIDI kabels, koptelefoons, expressiepedalen en USB stick
worden niet bijgeleverd. Raadpleeg uw Roland dealer indien u dergelijke accessoires
moet aanschaffen.
Voorbereidingen
fig.00 08e
Computer
NOTE
Om storing en/of schade aan luidsprekers of andere apparatuur te voorkomen dient
u altijd het volume laag te zetten en de stroom van alle apparaten uit te schakelen,
voordat u apparatuur aansluit.
Pedaalschakelaar
(DP-serie)
MIDI-klankmodule etc.
Expressiepedaal (EV-5/7) of
pedaalschakelaar (DP-serie)
MIDI IN
MIDI sequencer etc.
naar stopcontact
Stereokoptelefoon
Monitorluidsprekers
(versterkt)
MIDI OUT
17
Voorbereidingen
1.
2.
3.
Controleer, voordat u apparatuur begint aan te sluiten, het volgende:
Is het volumeniveau van de RD 300GX of de daarop aangesloten versterker helemaal laag gezet?
Is de stroom van de RD 300GX of de daarop aangesloten versterker uitgeschakeld?
Sluit de bijgeleverde adapter op de DC IN jack van de RD 300GX aan en steek het
andere einde met de stekker in een stopcontact.
Sluit de RD 300GX en de externe apparatuur op elkaar aan.
Gebruik audiokabels om audioapparatuur, zoals een versterker of luidsprekers aan te sluiten.
Gebruik MIDI kabels om MIDI apparatuur aan te sluiten. Gebruik USB kabels om een computer aan te sluiten.
Indien u een koptelefoon gebruikt, steek dan de stekker in de PHONES jack.
Sluit pedaalschakelaars of expressiepedalen aan zoals noodzakelijk.
NOTE
NOTE
NOTE
Pedalen aansluiten
Sluit het bij de RD 300GX meegeleverde pedaal op één van de PEDAL jacks aan.
Wanneer u het op de DAMPER jack aansluit, kan het pedaal als demperpedaal worden gebruikt.
Wanneer u het pedaal op de CONTROL jack aansluit, kunt u diverse functies aan het pedaal
toekennen (pag. 68).
NOTE
Gebruik een stereo koptelefoon.
Gebruik alleen het aangegeven expressiepedaal (EV 5/7; separaat aan te schaffen). Door een
ander expressiepedaal aan te sluiten loopt u het risico van storing en/of schade aan het
instrument.
U kunt op de aansluiting voor de USB stick ook een floppydiskdrive (apart aan te schaffen) of
een in de handel verkrijgbare CD drive aansluiten (pag. 14). U kunt een floppydiskdrive of een
CD drive gebruiken om songs van een floppydisk of CD af te spelen.
Stel de schakelaar van het bijgeleverde pedaal op ‘Continuous’ in, wanneer het pedaal wordt
aangesloten.
18
De stroom in en uitschakelen
941
NOTE
De stroom inschakelen
Gebruik, voordat u de stroom inschakelt, de VOLUME schuif om het volume laag te
1.
zetten.
Zet het volume van andere aangesloten audioapparaten of verdere apparatuur ook helemaal laag.
fig.00 09
Wanneer u klaar bent met het aansluiten van de apparatuur, schakel dan de stroom van de
verschillende apparaten in de aangegeven volgorde in. Wanneer u de apparaten in de
verkeerde volgorde aanzet, kunt u storing en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten
veroorzaken.
Voorbereidingen
fig.00 10
Druk op de [POWER] schakelaar aan de achterkant van de RD 300GX om de stroom in
2.
te schakelen.
Het apparaat wordt opgestart en de achtergrondverlichting van de display gaat aan.
Knop
ingedrukt
Aan
NOTE
NOTE
NOTE
Schakel de stroom van op de RD 300GX aangesloten externe apparatuur in.
3.
Om verkeerd functioneren van de Pitch Bend/Modulation schakelaar (pag. 34) te voorkomen
dient u deze schakelaar tijdens het aanzetten van de RD 300GX niet aan te raken.
Dit apparaat is met een beschermingscircuit uitgerust. Na het opstarten is er een korte tijd
(enkele seconden) nodig, voordat het apparaat normaal functioneert.
In het geval dat de stroom wordt uitgeschakeld of wegvalt, terwijl ‘Factory Reset’ (terugzetten in
de fabrieksinstellingen; pag. 77) in uitvoering is, kunnen de data aangetast raken en kan het
apparaat de volgende keer bij het opstarten meer tijd nodig hebben.
Stel het volume van de aangesloten externe apparatuur in.
4.
Stel het volume van de RD 300GX op het gewenste niveau in.
5.
19
Voorbereidingen
De stroom uitschakelen
Gebruik, voordat u de stroom uitschakelt, de VOLUME schuif om het volume helemaal
1.
laag te zetten.
Zet het volume van andere aangesloten audioapparaten of verdere apparatuur ook helemaal laag.
Schakel de stroom van de aangesloten externe apparaten uit.
2.
Druk op de [POWER] schakelaar aan de achterkant van de RD 300GX.
3.
De stroom wordt uitgeschakeld.
NOTE
Indien u de stroom helemaal wilt uitschakelen, zet dan eerste de [POWER] schakelaar uit en
neem vervolgens de stekker uit het stopcontact. Zie ‘Stroomvoorziening’ (pag. 6).
Het volume regelen
fig.00 11
Regel het volume met behulp van de VOLUME schuif.
1.
Beweeg de schuif omhoog om het volume te doen toenemen en omlaag om het te doen afnemen.
Zet ook het volume van de op de RD 300GX aangesloten apparaten op een geschikt niveau.
Het contrast van de display regelen ([DISPLAY CONTRAST] knop)
De karakters in de display kunnen direct na het opstarten of na langdurig gebruik moeilijk te zien
zijn. Dit kan komen door waar en hoe de display geplaatst is.
In zulke gevallen kunt u het contrast van de display regelen door aan de [DISPLAY CONTRAST]
knop aan de achterkant te draaien.
fig.00 17p
20
Een USB stick gebruiken
U kunt Setup bestanden en songbestanden voor de veiligheid opslaan op een afzonderlijk aan te
schaffen USB stick.
U kunt ook SMF muziekbestanden die op een USB stick zijn opgeslagen, afspelen (pag. 40) of
audiobestanden van USB stick afspelen (pag. 42).
U kunt ook een separaat aan te schaffen floppydiskdrive gebruiken om data naar een
floppydisk te kopiëren. Lees voor meer informatie hierover de handleiding van de
floppydiskdrive.
Voorbereidingen
NOTE
Gebruik USB sticks en een floppydiskdrive van Roland. Indien u een ander fabricaat gebruikt,
kan niet gegarandeerd worden, dat dit correct functioneert.
Een USB stick aansluiten
Sluit een USB stick aan op de USB MEMORY aansluiting op het achterpaneel van de
1.
RD 300GX.
Steek de USB stick er voorzichtig helemaal in, totdat die stevig op zijn plaats zit.
Indien u een nieuwe USB stick gebruikt, dient u deze eerst te initialiseren (formatteren) op de
RC 300GX.
USB-stick
(apart verkrijgbaar)
Zie voor meer informatie ‘Het geheugen formatteren (Format)’ op pag. 76.
U kunt op de USB MEMORY aansluiting ook een in de handel verkrijgbare CD drive of
floppydiskdrive (separaat aan te schaffen) aansluiten.
21
Overzicht van de RD 300GX
Basisindeling van de
RD 300GX
De RD 300GX kan in twee secties worden verdeeld: een
bedienings sectie en een klankgenerator sectie.
fig.00 G01e
Klank-
generatorsectie
Spelen
Bedienings sectie
(bedieningsdelen zoals keyboard, Pitch Bend-schakelaar etc.)
Bedienings sectie
Dit deel omvat het keyboard, de Pitch Bend/Modulation schakelaar, de draaiknoppen op het paneel, de schuiven en de
evt. op het achterpaneel aangesloten pedalen. Handelingen
als het indrukken en loslaten van toetsen op het keyboard, het
indrukken van een pedaal enzovoorts, worden omgezet in
MIDI boodschappen en naar de klankgenerator sectie of naar
een extern MIDI apparaat gezonden.
Klankgenerator sectie
De klankgenerator sectie produceert het geluid. Hier worden
MIDI boodschappen die van het bedieningsdeel of van
externe MIDI apparaten worden ontvangen omgezet naar
muzieksignalen, die vervolgens als analoge signalen uit de
OUTPUT en PHONES jacks komen.
Eenheden van geluid
Wanneer u de RD 300GX gebruikt, zult u merken dat er een
scala aan verschillende categorieën bestaat, wanneer u met
geluiden werkt.
Geluidssoort
De afzonderlijke klanken die gebruikt worden bij het bespelen
van de RD 300GX, worden ‘Tones’ (geluidssoorten) genoemd.
Aan elke partij worden geluidssoorten toegekend.
De geluidssoorten bevatten ook diverse groepen percussie
instrumenten, die in ‘Rhytm Sets’ (ritmesets) zijn gegroepeerd.
Elke toets (note number oftewel nootnummer) van een ritmeset
produceert een ander percussie instrument.
Part
Een klankgenerator van dit type dat meerdere klanken kan
bedienen door middel van één apparaat wordt een multitimbre klankgenerator genoemd. De RD 300GX bevat een multitimbre klankgenerator die zestien geluidssoorten tegelijkertijd
kan spelen.
‘Partijen’ zijn de vorm, waaraan geluidssoorten die worden
gecreëerd, wanneer de RD 300GX als multitimbre klankgenerator wordt gebruikt, worden toegekend. Omdat er aan elke
partij verschillende geluidssoorten kunnen worden toegekend,
die afzonderlijk bediend kunnen worden, kunt u meerdere
geluidssoorten tegelijkertijd laten spelen, het keyboard in verschillende bereiken verdelen en verschillende geluidssoorten in
die verschillende delen laten spelen (Split’ of gescheiden uitvoering). Zo kunt u plezierig ensemble uitvoeringen maken.
De zestien Parts die door de interne klankgenerator van de RD
300GX gespeeld worden heten ‘Internal Parts’ (interne Parts).
Zone
22
De RD 300GX bevat drie Parts (UPPER 1, UPPER 2 en
LOWER), die u kunt gebruiken om de interne Parts naar believen met de knoppen en het keyboard van de RD 300GX te
bedienen. Deze drie Parts die worden gebruikt om de interne
Parts te bedienen worden gezamenlijk de ‘Internal Zone’
(interne zone) genoemd.
Verder kunt u met de RD 300GX op dezelfde manier als bij de
interne zone naar believen externe MIDI klankgenerators
bedienen. U kunt op dezelfde manier de externe MIDI klankgenerator bedienen met de drie Parts (UPPER 1, UPPER 2 en
LOWER). Deze groep van drie Parts wordt dan de ‘External
Zone’ (externe zone) genoemd. De externe MIDI klankgenerator wordt voor de bediening aan deze drie Parts toegekend.
Basisbediening
Overzicht van de RD 300GX
Songscherm
Rhythm scherm
Hoofdschermen
ONE TOUCH scherm
Wanneer de ONE TOUCH [PIANO] knop wordt ingedrukt,
die de RD 300GX in de optimale instelling zet voor piano uitvoeringen, komt dit scherm in beeld.
fig.gisp
Tone scherm (basisscherm)
De namen van de geluidssoorten die op dit moment voor de
interne zone geselecteerd zijn, worden getoond. Dit is het
scherm, dat normaalgesproken te zien is.
U kunt de geluidssoorten van de interne zone (UPPER 1,
UPPER 2 en LOWER) wijzigen.
fig.gisp
Wanneer u op de [SONG/RHYTHM] knop drukt, verschijnt
het Songscherm of het Rhythm scherm (ritmescherm).
In het songscherm kunt u songs selecteren en afspelen (pag.
40).
U kunt ook een USB stick (separaat aan te schaffen) in de USB
MEMORY aansluiting doen en SMF muziekbestanden of
audiobestanden, die u op de USB stick heeft opgeslagen,
afspelen.
fig.gisp
Indien er een SMF muziekbestand wordt geselecteerd, wordt
het maatnummer rechts bovenin het scherm getoond. Indien er
een audiobestand wordt geselecteerd, is de speeltijd rechts
bovenin het scherm te zien.
In het ritmescherm kunt u ritmepatronen en het tempo veranderen (pag. 37).
fig.gisp
Setup scherm
De op dit moment geselecteerde Setup (combinatie van instellingen, pag. 50) wordt getoond.
U kunt dit scherm laten verschijnen door de ONE TOUCH
[SETUP] knop in te drukken. U kunt de Setups wijzigen.
fig.gisp
Schakelen tussen het ritmescherm en het
songscherm
1. Blijf de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt houden, terwijl u de
knoppen [DEC] en [INC] gebruikt om de cursor naar de
linker bovenhoek van het scherm te verplaatsen.
2. Het ritmescherm verschijnt, indien u de knoppen [DEC] en
[INC] gebruikt om ‘RHY’ te selecteren en het songscherm
verschijnt, indien u ‘INT’ of ‘USB’ selecteert.
Audio Key (audiotoets functie) scherm
Wanneer u de [AUDIO KEY] knop indrukt, gaat de RD 300GX
naar dit scherm.
U kunt op het keyboard spelen, terwijl u audiobestanden
afspeelt, die u op een USB stick (separaat aan te schaffen)
heeft opgeslagen (pag. 42).
fig.gisp
23
Overzicht van de RD 300GX
External scherm (extern scherm)
Wanneer de [EXTERNAL/INTERNAL] knop wordt ingedrukt,
gaat het EXTERNAL lampje branden en schakelt de RD 300GX
naar de modus, waarin hij een externe MIDI klankgenerator
kan bedienen. De status van deze knop bepaalt of de knoppen van de RD 300GX worden gebruikt om de interne zone
(INTERNAL lampje gaat branden) of de externe zone (EXTERNAL lampje gaat branden) te bedienen. In aanvulling daarop
kunt u gedetailleerde instellingen maken voor de MIDI boodschappen, die naar de externe klankgenerator moeten worden
verzonden (pag. 58).
fig.gisp
De functieknoppen
fig.00 G07p
[EDIT] knop
Door de [EDIT] knop in te drukken, zodat het lampje gaat
branden, kunt u naar de ‘Edit mode’ (bewerkingsmodus)
gaan. In de bewerkingsmodus kunt u gedetailleerde instellingen voor diverse functies maken.
U kunt de bewerkingsmodus verlaten door op de [EDIT] knop
te drukken, zodat het lampje uit gaat.
[WRITE] knop
Slaat de huidige instelling op onder ‘Setup’ (pag. 51).
Een waarde bewerken
Indien er meer dan één item in één scherm te zien is, verschijnt het ‘ ’ icoon aan de linkerkant van de naam van het
item of de waarde, die u aan het bewerken bent. Dit icoon
wordt de ‘cursor’ genoemd. U kunt de cursor bewegen door
de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt te houden en de knoppen
[DEC] en [INC] te gebruiken.
fig.gisp
Cursor
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de waarde van een
item, waar de cursor voor staat te bewerken.
fig.00 G12p
24
De knoppen [DEC] en [INC]
Door de [INC] knop in te drukken verhoogt u de waarde. De
[DEC] knop verlaagt de waarde.
Indien u wilt, dat de waarde blijft veranderen, houd dan simpelweg de [DEC] knop of de [INC] knop ingedrukt. Voor een
snellere verhoging van de waarde houdt u de [INC] knop
ingedrukt en drukt u op de [DEC] knop. Voor een snellere verlaging van de waarde houdt u de [DEC] knop ingedrukt en
drukt u op de [INC] knop.
Wanneer u de [DEC] knop en de [INC] knop tegelijkertijd
indrukt, wordt de betreffende parameter op de standaardwaarde ingesteld of uitgeschakeld.
De demo beluisteren (DEMO PLAY)
U kunt deze songs als volgt beluisteren.
De RD 300GX beschikt over de interne demosongs die de speciale mogelijkheden van
Houd de [SPLIT] knop ingedrukt en druk op de [DUAL] knop.
1.
Het demoscherm verschijnt.
Alle rechten voorbehouden. Ongeoorloofd gebruik van dit materiaal voor andere
doeleinden dan privégebruik is een schending van de geldende wetgeving.
Van de muziek die wordt afgespeeld, zullen geen data vanaf de MIDI OUT
aansluiting worden gezonden.
Wanneer u naar de Demo modus gaat, zullen de diverse instellingen in dezelfde
status zijn als die waarin ze direct na het opstarten van de RD 300GX verkeren. Sla
samengestelde instellingen die u wilt bewaren op in ‘Setup’ (pag. 51).
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de song, die u wilt horen te selecteren.
2.
Druk op de [ENTER] knop om het afspelen van de song te starten.
3.
Wanneer de laatste song geheel is gespeeld, gaat het afspelen bij de eerste song verder.
Druk op de [EXIT/SHIFT] knop of de [ENTER] knop om een song tijdens het afspelen te
4.
laten stoppen.
Druk, terwijl de song wordt gestopt, op de [EXIT/SHIFT] knop om het demoscherm te
5.
verlaten.
Ongeacht of de song aan het spelen is of wordt gestopt, wordt de demo beëindigd,
wanneer er op de ONE TOUCH [PIANO] knop gedrukt wordt. Het originele scherm
is dan weer in de display te zien.
25
Uitvoering
Piano uitvoeringen (ONE TOUCH [PIANO] knop)
Probeert u nu eens op de piano te spelen.
Bij de RD 300GX kunt u de ideale instellingen voor piano uitvoeringen op elk gewenst
moment oproepen door simpelweg een knop in te drukken.
fig.Q1 03p
Druk op de ONE TOUCH [PIANO] knop.
1.
Het ONE TOUCH PIANO scherm verschijnt.
fig.disp
Wanneer u de ONE TOUCH [PIANO] knop indrukt, wordt het hele keyboard ingesteld om met pianogeluid
te spelen.
NOTE
Wanneer u de ONE TOUCH [PIANO] knop indrukt, worden alle instellingen, behalve
de Piano Designer instellingen (pag. 60), hersteld naar de status ten tijde van het
inschakelen van de stroom. Indien u deze instellingen wilt behouden, neem ze dan op
onder een Setup (pag. 50).
U kunt de knoppen [DEC] en [INC] in het ONE TOUCH PIANO scherm gebruiken om
de mate van opening van het vleugeldeksel te regelen.
U kunt aangeven of het afspelen van de song moet stoppen door de ONE TOUCH
[PIANO] knop in te drukken, terwijl een song wordt afgespeeld. Zie voor meer
informatie ‘Het afspelen van een song laten stoppen, wanneer u een ONE TOUCH
knop indrukt (Song Stop Mode)’ op pag. 67.
Met de RD 300GX kunt u ook gedetailleerdere instellingen maken om ervoor te zorgen dat de klank
nog beter bij uw favoriete piano uitvoeringen past. U kunt de configuratie van de instellingen onder
de ONE TOUCH [PIANO] knop opslaan.
Zie indien nodig de volgende informatie:
• Gedetailleerde instellingen voor de piano geluidssoorten maken (Piano Designer) → pag. 60
26
Uitvoering met een verscheidenheid aan geluidssoorten
(TONE SELECT knoppen)
De RD 300GX beschikt over een groot aantal ingebouwde geluidssoorten.
Elk van deze afzonderlijke geluiden wordt een ‘Tone’ (geluidssoort) genoemd.
Geluidssoorten worden overeenkomstig de geselecteerde categorie geluidssoorten aan
de TONE SELECT knoppen toegekend.
Probeert u eens een aantal verschillende geluidssoorten te selecteren en er mee te spelen.
fig.Q1 06p
Uitvoering
fig.disp
fig.disp
Druk op de ONE TOUCH [PIANO] knop.
1.
Hierdoor wordt er één enkele geluidssoort geselecteerd, die door het hele keyboard gespeeld
wordt.
Indien er meerdere geluidssoorten gespeeld worden, druk dan niet op de ONE
TOUCH [PIANO] knop, maar selecteer in plaats daarvan de zone die de geluidssoort
bevat, die u wilt veranderen. Gebruik daarvoor de ZONE SELECT knop. Zie ‘De
geluidssoort voor een zone veranderen (ZONE SELECT knop)’ op pag. 31.
Druk op één van de TONE SELECT knoppen om de categorie van de geluidssoort te
2.
kiezen.
Het lampje van de TONE SELECT knop van de geselecteerde categorie gaat branden.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de geluidssoort te selecteren.
3.
Speel op het keyboard, dan hoort u de geselecteerde geluidssoort.
De volgende keer, dat u deze TONE SELECT knop selecteert, wordt de geluidssoort, die u hier
heeft geselecteerd, gespeeld.
NOTE
Met de [RHY/GM2] knop geselecteerde geluidssoorten worden in deze volgorde
opgeslagen: ‘Ritmesets’, ‘GM2 ritmesets’ en ‘GM2 geluidssoorten’. Zie de ‘Lijst van
geluidssoorten’ (pag. 91).
27
Uitvoering
Meerdere geluidssoorten tegelijk spelen op het keyboard
DE RD 300GX beschikt over drie interne zones (UPPER 1, UPPER 2 en LOWER) en aan
elk van deze zones kan één geluidssoort worden toegekend.
U kunt bij uw uitvoering combinaties van geluidssoorten gebruiken door elke zone in of
uit te schakelen. U kunt meerdere geluidssoorten tegelijk gelaagd spelen en zelfs aan de
linker en de rechterkant van het keyboard met verschillende geluidssoorten spelen.
Uitvoering met gelaagde geluidssoorten ([DUAL] knop)
Op de RD 300GX kunt u twee geluidssoorten gelaagd spelen, zodat ze samen klinken.
fig.Q1 12p
1.
fig.disp
fig.Q1 11layer
2.
Druk op de [DUAL] knop, zodat het lampje gaat branden.
Probeer op het keyboard te spelen.
De geluidssoorten voor UPPER 1 en UPPER 2 worden als laagjes gecombineerd en samen
gespeeld.
UPPER 1
UPPER 2
Druk nogmaals op de [DUAL] knop, het lampje gaat uit.
De geluidssoorten voor UPPER 1 worden gespeeld.
NOTE
De [DUAL] knop heeft geen effect als het EXTERNAL lampje brandt. Om UPPER 2 van
de externe zone in te schakelen moet u het MIDI kanaal voor UPPER 2 instellen (pag.
55).
28
fig.disp
Uitvoering
Twee TONE SELECT knoppen tegelijkertijd indrukken
U kunt twee geluidssoorten gelaagd laten klinken door twee TONE SELECT knoppen
tegelijkertijd in te drukken.
Indien u bijvoorbeeld een pianoklank met een snaarinstrument wilt combineren, druk dan
de [PIANO] knop en de [STRINGS] knop samen in.
Het lampje van de [DUAL] knop begint te knipperen en wanneer u op het keyboard gaat
spelen klinken de piano en het snaarinstrument samen (gelaagd).
In dit geval wordt de geluidssoort van de knop die u het eerst indrukt aan UPPER 1
toegekend en de andere aan UPPER 2. De lampjes van de twee TONE SELECT knoppen
gaan branden.
Wanneer u eenmaal twee TONE SELECT knoppen heeft geselecteerd, zorgt het
indrukken van een willekeurige TONE SELECT knop ervoor, dat die geluidssoort onder
UPPER 1 wordt geselecteerd. Het lampje van UPPER 2 gaat uit en die geluidssoort houdt
op te spelen. Het lampje van de [DUAL] knop gaat dan ook uit.
* De hierboven beschreven stappen kunnen worden uitgevoerd, indien het ZONE
SELECT lampje van UPPER 1 of UPPER 2 brandt.
Verschillende geluidssoorten spelen op twee verschillende delen van het keyboard
([SPLIT] knop)
Een dergelijke verdeling van het keyboard in delen voor de rechter en de linkerhand
wordt ‘Split’ (scheiding) genoemd en de toets waar de grens ligt wordt het ‘Split Point’
(splitspunt) genoemd.
Terwijl in gescheiden uitvoering wordt gespeeld wordt een geluid dat aan de rechterkant
wordt gespeeld een ‘Upper geluidssoort’ (geluidssoort van de rechterhand) genoemd en
het geluid dat aan de linkerkant gespeeld wordt, heet dan de ‘Lower geluidssoort’
(geluidssoort van de linkerhand). De toets op het splitspunt hoort bij het LOWER deel.
In de fabriek is het splitspunt op ‘B3’ ingesteld.
U kunt het splitspunt veranderen. Zie ‘Het splitspunt van het keyboard veranderen’
(pag. 30).
fig.Q1 15p
29
Uitvoering
fig.disp
fig.Q1 17sp
Druk op de [SPLIT] knop, zodat het lampje gaat branden.
1.
Het lampje bij ZONE SELECT ‘LOWER’ gaat branden.
Probeer op het keyboard te spelen.
De UPPER geluidssoort wordt in het deel van de rechterhand op het keyboard gespeeld en de
LOWER geluidssoort in het deel van de linkerhand op het keyboard.
Splitspunt (B3)
UPPERLOWER
Om de gescheiden uitvoering te verlaten, drukt u nogmaals op de [SPLIT] knop. Het
2.
lampje gaat dan uit.
Het splitspunt van het keyboard veranderen
U kunt in de gescheiden uitvoering het punt, waarop het keyboard wordt verdeeld (het
‘Split Point’ of splitspunt) veranderen.
Houd de [SPLIT] knop enkele seconden ingedrukt.
1.
fig.disp
Er verschijnt een scherm als het volgende en de huidige waarde van de instelling komt in beeld.
Houd de [SPLIT] knop ingedrukt en druk op een toets.
2.
Wanneer u de [SPLIT] knop loslaat zal het voorgaande scherm weer verschijnen.
De toets op het splitspunt hoort bij het LOWER deel.
U kunt het splitspunt veranderen en deze met halve tonen verhogen door de [SPLIT]
knop ingedrukt te houden en de knoppen [DEC] en [INC] te gebruiken.
U kunt het keyboard in rechter en linkerzones verdelen en
de LOWER geluidssoort in de linkerzone spelen, terwijl u
de geluidssoorten van UPPER 1 en UPPER 2 in de
rechterzone gelaagd speelt.
UPPER1
UPPER2
LOWER
30
Loading...
+ 76 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.