Roland RD-170 User Manual [nl]

r
RD-170
Digital Piano
Handleiding
Om de functies van uw RD-170 zo snel mogelijk te leren kennen en er jaren plezier aan te beleven, leest u deze Handleiding het best in z’n geheel door. Om u niet onnodig te verwarren, gaan we in deze handleiding het woordje “knop” gebruiken, wanneer we verwijzen naar de druktoetsen op het frontpaneel van de RD-170. Op die manier weet u dat een “toets” enkel op het klavier kan slaan.
Lees, alvorens dit instrument te gebruiken, “Opmerkingen voor uw veiligheid” en “Belangrijke opmerkingen” door. Daar vindt u namelijk belangrijke tips en een opsomming van wat u wel en niet met de RD-170 mag doen. Bewaar deze handleiding bovendien op een veilige plaats op, omdat u ze later beslist nog eens nodig hebt.
Copyright © 2003 ROLAND EUROPE. Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren, verveelvoudigen of openbaar maken van deze handleiding, hetzij gedeeltelijk, hetzij in z’n geheel
is niet toegestaan zonder de schriftelijke toestemming van Roland Europe s.p.a.
RD-170
Opzienbarende functies
Opzienbarende functies
Fantastische klanken
Waarschijnlijk hebt u dit al ettelijke keren gelezen, maar ditmaal zijn we er vrijwel zeker van dat u zal toegeven dat de 64 klanken van de RD-170 (waaron­der een in stereo gesampelde piano) écht indrukwek­kend zijn. Dat verbaast niet echt, omdat de meeste klanken rechtstreeks afgeleid zijn van het vlaggen­schip RD-700 en van de Wave Expansion Boards van de SRX-serie van Roland, terwijl de Rhodes- en andere elektronische pianogolfvormen gloednieuw zijn.
Uitzonderlijke expressiviteit
De RD-170 bevat een 88-toetsen klavier waarmee u moeiteloos alle nuances uit de 64 klanken (alias “Tones”) haalt. Dankzij een grote dynamiek blijven zelfs de fijnste klankkleurverschillen helemaal over­eind.
Bovendien ondersteunt de RD-170 een “traploze” demperfunctie (“half-damper”), wat betekent dat de duur van de aangehouden noten in functie staat van de pedaalpositie. (Deze functie is bij gebruik van het bijgeleverde demperpedaal beschikbaar.) Terwijl dit op akoestische piano’s vanzelfsprekend is, bestaan er nog heel wat elektronische instrumenten die alleen aan/uit-demperfuncties ondersteunen.
16 programmeerbare Setup-geheugens
Alle parameterinstelingen van de RD-170 (zelfs de MIDI-parameters) kunnen in de 16 geheugens wor­den opgeslagen. Zo hoeft u maar op één knop te drukken om het instrument helemaal anders te con­figureren.
Alle instellingen kunnen via MIDI worden gearchi­veerd (Bulk Dump), wat erg belangrijk is voor muzi­kanten die vaak optreden.
Opname op 2 sporen
De RD-170 bevat een 2-sporen sequencer waarmee u nieuwe muzikale ideeën kunt opnemen. Bovendien is deze functie handig voor de les, omdat het opzet toelaat om de linker- en rechterhandpartij apart op te nemen en weer te geven.
Succes en veel plezier ermee!
Nieuw, bloedmooi uiterlijk
De RD-170 ziet eruit en voelt aan als een “echt” instrument, wat te danken is aan de metalen ombouw en de prachtige houten zijpanelen. De RD-170 past dan ook perfect in uw live-setup, terwijl hij thuis, in een muziekschool of in een studio even­min uit de toon valt.
Split, Layer, masterkeyboard
Dit instrument biedt een Split- en een Layer-mode voor simultaan gebruik van twee klanken. Bovendien zijn er talrijke masterkeyboard-functies, zodat u twee Parts van een multitimbrale module (of twee modu­les) via twee aparte zones kunt aansturen.
Hoewel het LED-display van de RD-170 “maar” 3 tekenposities bevat, krijgt u toch behoorlijk wat informatie: talrijke knoppen kunnen namelijk in ver­schillende kleuren oplichten (Upper= rood, Lower= groen, Setup= oranje), terwijl u de RD-170 tevens kunt vragen om een begrijpelijke afkorting van de momenteel gekozen parameter af te beelden.
r
182
Veilig gebruik van dit apparaat
Handleiding
VEILIG GEBRUIK VAN DIT APPARAAT
INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN
Over de en labels Over de symbolen
WAARSCHUWING
Wijst de gebruiker op het risico op
WAARSCHUWING
dodelijke ongevallen of zware ver­wondingen als gevolg van een fout gebruik van dit apparaat.
Het foute gebruik van dit apparaat kan leiden tot verwondingen en of materi le schade.
LET OP!
* "Materi le" schade heeft betrekking op
het beschadigen van het meubilair of andere huishoudelijke voorwerpen evenals huisdieren enz.
LET OP
Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de uitgang moet worden losgekoppeld.
HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
• Lees, alvorens dit instrument te gebruiken, de volgende punten en de rest van deze handleiding door.
....................................................................................................................................
• Open nooit de behuizing van dit instrument en breng vooral geen wijzigingen aan.
....................................................................................................................................
• Probeer nooit de RD-170 te herstellen of bepaalde onderdelen zelf te vervangen (tenzij dit in deze handlei­ding uitdrukkelijk staat vermeld). Laat alle herstellingen en onderhoudswerken over aan uw Roland-dealer, een erkende herstellingsdienst of de distributeur (zie de adressen op de laatste bladzijden van deze handleiding).
....................................................................................................................................
• Zet de RD-170 nooit op één van de volgende plaatsen:
• Plaatsen die onderworpen zijn aan extreme tempera-
turen (bv. in de zon, in een gesloten auto, in de buurt van een radiator of fornuis enz.);
• Vochtige plaatsen (badkamer, natte vloer, in de buurt
van een wasmachine enz.);
• Natte plaatsen;
• Buiten in de regen;
• Stoffige plaatsen;
• Plaatsen die aan sterke trillingen onderworpen zijn.
....................................................................................................................................
• Gebruik voor dit instrument enkel een rack of stand
dat/die uitdrukkelijk door Roland wordt aanbevolen.
....................................................................................................................................
007
• Zet de RD-170 altijd op een stevig en effen oppervlak. Kies nooit een te lichte stand en zet het instrument vooral niet op hellende oppervlakken.
....................................................................................................................................
• Sluit dit instrument enkel op een stopcontact aan dat aan de vereisten voldoet (zie de handleiding of het merk­plaatje op de RD-170).
....................................................................................................................................
• Beschadig nooit het netsnoer en zet er geen zware voor­werpen op. Zorg dat de kabel altijd zo wordt gelegd dat hij niet afgeklemd of op een andere manier gekneusd wordt. Het gebruik van een beschadigde kabel kan leiden tot brand of elektrocutie.
...................................................................................................................................
• Dit instrument kan, op zich of samen met een verster­kingssysteem, voor een geluidsniveau zorgen dat tot gehoorverlies kan leiden. Bespeel het dus nooit lange tijd op hoog volume. Als u ook maar vermoedt dat u gehoor­problemen begint te krijgen, moet u de RD-170 meteen uitschakelen en contact opnemen met een oorarts.
• Zorg dat er nooit kleine metalen of brandbare voorwer­pen c.q. vloeistoffen (water, dranken e.d.) in het inwen­dige van de RD-170 terechtkomen. Dat kan namelijk lei­den tot brand of een kortsluiting.
...................................................................................................................................
• In gezinnen met kleine kinderen moeten de ouders de kroost zo lang helpen bij het bedienen van de RD-170 tot de kinderen zelf weten wat ze wel en niet mogen doen.
...................................................................................................................................
• Behandel de RD-170 altijd met de nodige zorg. (Laat hem nooit vallen!)
...................................................................................................................................
• In de volgende gevallen moet u het instrument meteen uitschakelen, de aansluiting van de adapter op het licht­net verbreken en contact opnemen met een door Roland erkende herstellingsdienst (zie de “Information”-pagina):
• Wanneer de adapter of het netsnoer zichtbaar bescha-
digd is;
• Wanneer een voorwerp of vloeistof in het inwendige
van de RD-170 terecht is gekomen;
• Wanneer het instrument in de regen heeft gestaan of
op een andere manier nat is geworden;
• Wanneer het instrument niet naar behoren lijkt te
werken.
183
RD-170
• Sluit het netsnoer van de RD-170 nooit aan op een
Veilig gebruik van dit apparaat
stroomcircuit waar al talrijke andere apparaten op zijn aangesloten. Wees bijzonder voorzichtig met verlengka­bels: het opgenomen vermogen van alle apparaten mag niet hoger liggen dan de capaciteit van de verlengkabel. Anders smelten de aders namelijk. Let altijd op de gege­vens die op de kabel staan vermeld.
....................................................................................................................................
WAARSCHUWING
• Vóór het gebruik van de RD-170 in het buitenland neemt u het best contact op met uw dealer om te zorgen dat u de juiste voeding gebruikt (zie ook de adressen op de “Information”-pagina in deze handleiding).
....................................................................................................................................
LET OP!
• Stel de RD-170 altijd op een goed verluchte plaats op.
• Dit instrument mag uitsluitend op een KS-12 keyboard­stand van Roland worden geplaatst. Bij gebruik van een ander model of merk kan het gebeuren dat het instru­ment valt en verwondingen veroorzaakt.
....................................................................................................................................
• Trek, bij het verbreken van de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker en nooit aan de kabel om te voorko­men dat de aders stuk gaan.
....................................................................................................................................
• Stroom- en signaalkabels draait u het best nooit samen om storingen te voorkomen. Bovendien moet u zorgen dat de kabels buiten het bereik van kinderen liggen.
....................................................................................................................................
• Ga nooit op de RD-170 staan en plaats er geen zware voorwerpen op.
....................................................................................................................................
• Raak het netsnoer en de overige kabels nooit met natte handen aan. Anders loopt u namelijk het risico dat u geë­lektrocuteerd wordt.
....................................................................................................................................
• Let, bij het transport van het instrument, op de volgende dingen. Houd het instrument stevig vast om kwetsuren of schade aan andere voorwerpen te voorkomen.
• Verbreek de aansluiting op het lichtnet.
• Verbreek de aansluitingen op alle andere instrumen-
ten.
• Verwijder de notenstandaard.
....................................................................................................................................
• Schakel de RD-170 altijd uit voordat u hem schoon­maakt. Bovendien verbreekt u het best ook de aansluiting op het lichtnet.
....................................................................................................................................
• Verbreek, tijdens een onweer, de aansluiting op het licht­net.
....................................................................................................................................
• Als u ooit schroeven moet verwijderen, legt u ze het best op een veilige plaats (buiten het bereik van kinderen). Zo hoeft u ze later niet te zoeken en is het vrijwel onmoge­lijk dat kleine kinderen ze inslikken.
....................................................................................................................................
r
184
1. Belangrijke opmerkingen
Lees naast “Veilig gebruik van dit apparaat” (blz. 183) ook de volgende punten even door:
Handleiding
Voeding
• Sluit het instrument niet aan op een stroomkring waarop ook apparaten, die brom veroorzaken, zijn aangesloten (elektrische motoren, dimmersystemen enz.).
• Schakel zowel de RD-170 als de overige instrumenten uit voordat u ze op elkaar aansluit. Op die manier voorkomt u een ernstige beschadiging van de luidsprekers.
Opstelling
• Als u het instrument te dicht bij een versterker of grote transfor­mator plaatst, zou er brom kunnen ontstaan. Om het probleem te verhelpen of op z’n minst te verzachten, zou u één van beide in voorkomend geval op een andere plaats moeten zetten.
• Dit instrument kan de radio- of TV-ontvangst storen. Stel het daarom nooit in de buurt van dergelijke apparaten op.
• Zet de RD-170 nooit in de buurt van sterke magnetische velden (bv. grote luidsprekers).
• Zet de RD-170 altijd op een stevig en vlak oppervlak.
• Als u in de buurt van het instrument een draadloze telefoon, afstandsbediening e.d. gebruikt, zou er een bromgeluid kunnen optreden. Dat is met name het geval, wanneer u wordt opgebeld of zelf iemand opbelt. Het verdient dan ook aanbeveling om tij­dens het bellen e.d. iets verder van het instrument vandaan te gaan staan.
• Zorg dat het instrument nooit wordt blootgesteld aan extreme temperaturen (bv. in het directe zonlicht), omdat dat zou kunnen leiden tot het verkleuren van de behuizing. Verder moet u voorko­men dat het instrument in het directe zonlicht of in de nabijheid van een krachtige spot staat, omdat de ombouw anders zou kun­nen verkleuren. Overdreven warmte kan eveneens voor verkleurin­gen en vervormingen van de ombouw zorgen.
• Om storingen te voorkomen mag u dit instrument nooit op voch­tige plaatsen (bv. in de regen, in een badkamer e.d.) gebruiken.
• Laat nooit voorwerpen uit rubber, vinyl e.d. lange tijd op de behui­zing liggen. Dat kan er namelijk toe leiden dat de behuizing ver­kleurt, of dat er randen/plekken ontstaan die nauwelijks kunnen worden verwijderd.
• Zet nooit een vaas, glas e.d. op dit instrument. Vermijd bovendien het gebruik van verstuivers en sprays, parfum, alcohol, nagellak e.d. in de buurt van het instrument. Indien de bewuste stof toch plekken op het behuizing achterlaat, dient u deze onmiddellijk te verwijderen.
• Leg nooit zware voorwerpen op de toetsen. Dat kan er namelijk toe leiden dat de betreffende toetsen na verloop van tijd niet meer werken.
• Kleef geen stickers e.d. op het instrument. Als u ze later weer ver­wijdert, laten ze namelijk lelijke plekken achter, die u eventueel nauwelijks nog kunt verwijderen. (De bij dit instrument geleverde sticker heeft maar een heel lichte kleeflaag).
Onderhoud
• Gebruik, voor het schoonmaken van de RD-170, enkel een zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig vuil te verwij­deren gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf het instru­ment daarna droog met een zachte doek.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want deze kunnen de behuizing beschadigen.
Herstellingen en uw data
• Houd er rekening mee dat alle data in de interne geheugens van het instrument tijdens een herstelling gewist kunnen worden. In bepaalde gevallen (met name wanneer het geheugen zelf bescha­digd is) kunnen we de eventueel gewiste data niet meer herstellen. Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van uw data.
Bijkomende voorzorgsmaatregelen
• Als gevolg van een defect aan de geheugenchips of een foute bediening kan het gebeuren dat de inhoud van de geheugens ver­loren gaat. Daarom verdient het aanbeveling om de Bulk Dump­functie van de RD-170 voor het archiveren van uw instellingen te gebruiken (blz. 212).
• Behandel de knoppen, regelaars, aansluitingen enz. van dit instru­ment met de nodige voorzichtigheid. Een al te brutale behandeling kan leiden tot storingen of beschadiging van bepaalde onderdelen.
• Sla nooit op het display en zet er geen zware voorwerpen op.
• Trek, voor het verbreken van eender welk soort aansluitingen, enkel aan de stekker en nooit aan de daaraan vastzittende kabel. Anders zou u de aders of de interne componenten namelijk kun­nen beschadigen.
• Tijdens het gebruik wordt dit instrument warm. Dit is volledig nor­maal.
• Denk eraan dat u het volume laat op de avond of ‘s ochtends best niet te hard zet om geluidsoverlast bij de buren te voorkomen. Het best gebruikt u op die momenten een hoofdtelefoon.
• Als u het instrument moet vervoeren, verpakt u het best weer in de originele leveringsdoos (met polsters). U zou echter ook voor een flightcase of koffer kunnen kiezen.
• Gebruik uitsluitend het vermelde zwelpedaal (EV-5, EV-7; optie). Bij gebruik van andere zwelpedalen zou u de RD-170 namelijk kunnen beschadigen. Hoewel een DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U voet­schakelaar eveneens als demperpedaal kan worden gebruikt, zendt hij enkel aan/uit-commando’s.
• Gebruik uitsluitend kabels van Roland voor de audioverbindingen. Als u audiokabels van een ander merk gebruikt, moet u even het volgende in de gaten houden: Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Die maken ze ongeschikt voor het gebruik met dit instrument, omdat het volume/niveau daardoor veel te laag komt te liggen. In sommige gevallen hoort u zelfs helemaal niets. Als u niet zeker weet wat voor kabels u hebt, neemt u het best contact op met uw dealer of met de importeur van de kabels.
185
RD-170
Inhoud
Opzienbarende functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .182
1. Belangrijke opmerkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .185
2. Voorzieningen op de panelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .187
3. Voorbereidingen en belangrijkste functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .190
4. Werken met de sequencer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .200
5. Edit-parameters en Setup-geheugens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .202
6. System-parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .209
7. Varia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .213
Frontpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .189
Aansluitingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .190
Opstellen van de notenstandaard. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .190
In- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .190
Hoofdtelefoon aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
Voetschakelaars en een pedaal gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .191
Volume en klankkleur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .192
Luisteren naar de demosongs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .192
Andere klanken kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .193
Werken met twee klanken (Layer, Split) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .193
Effecten gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196
Transpositie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
Aanslaggevoeligheid (Key Touch) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198
Metronoom gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .199
Eigen muziek opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .200
Demper aan/uit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .202
Functie van het tweede pedaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .202
Octavering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .203
MIDI-overdracht uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .203
MIDI-kanaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .204
Bank- en programmakeuze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .204
Verzenden van volumewaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .205
Reverbaandeel (Send). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .205
Chorusaandeel (Send). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 206
Filters voor de pedalen/regelaars (TR) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 206
Filters voor de MIDI-ontvangst (RC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .207
Local-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
Setup: opslaan en laden van de Edit-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
Algemene stemming van de RD-170. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .209
Andere stemmingen gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 209
Stretch Tuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .210
Pedaalherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .210
Basiskanaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .211
System-geheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
Setup-datadump . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .212
Laden van de fabrieksinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213
Een woordje over MIDI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .213
Overzicht van de klanken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .214
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .214
MIDI-implementatietabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .215
r
186
2. Voorzieningen op de panelen
Frontpaneel
Handleiding
AB CDE
VOLUME
BRILLIANCE FUNCTION
SYSTEM
MAX
MIN
BRIGHT
MELLOW
EFFECTS/KEY TOUCH
DEMO
EDIT WRITE
KEY
TOUCH
FGH
A
[VOLUME]-regelaar
Met deze regelaar stelt u het algemene volume van de RD-170 in. De balans tussen de twee beschikbare Parts (in de Split- en Layer-mode) kunt u met de PART LEVEL-regelaars instellen.
Opgelet:
invloed op externe MIDI-instrumenten die u op de RD-170 aansluit (hij zendt geen MIDI-data).
B
[BRILLIANCE]-regelaar
De instelling van deze regelaar heeft geen
Hiermee bepaalt u de klankkleur (helderheid) van de interne geluiden.
Opgelet:
invloed op externe MIDI-instrumenten die u op de RD-170 aansluit (hij zendt geen MIDI-data).
C
[SYSTEM]-knop
De instelling van deze regelaar heeft geen
Hiermee hebt u toegang tot de parameters die voor de RD-170 in z’n geheel gelden (zie blz. 209). Gebruik de TONE SELECT/SETUP-knop­pen voor het kiezen van de gewenste parame­ter.
Druk
[SYSTEM]
en
[EDIT]
samen in om de
demosongfunctie van de RD-170 te activeren.
[EDIT]-knop
D
Druk op deze knop en vervolgens op een TONE SELECT/SETUP-knop om de Part- (demperstatus, functie van een tweede voetschakelaar, octaafinstelling) en de MIDI-parameters te selecteren.
Druk deze knop samen met
[SYSTEM]
in om de
demofunctie van de RD-170 te activeren.
E
[WRITE]-knop
Druk op deze knop om de huidige instellingen in een “Setup”-geheugen van de RD-170 (S01~ S16) op te slaan.
F
[REVERB]-knop
Met deze knop kunt u het galmeffect van de interne klankbron in- en uitschakelen. Dit effect kan voor beide interne Parts (in de Layer- en Split-mode) apart worden in- en uitgeschakeld. De kleur van deze knop (als hij oplicht) verschilt naar gelang de momenteel actieve KEYBOARD MODE-knop:
[LOWER]
(groen) of
[UPPER]
(rood).
IJKL
PART LEVEL CONTROL
LOWER
MAX
MIN
UPPER
TX
TRANSPOSE
MODE
LOWER
KEYBOARD MODE
METRO-
NOME
UPPERREVERB CHORUS SPLIT
MN
Druk hem samen met
[CHORUS]
in om het Sympathetic Resonance-effect van de RD-170 te kunnen instellen (zie blz. 196).
G
[CHORUS]-knop
Met deze knop kunt u het choruseffect van de interne klankbron in- en uitschakelen. Dit effect kan voor beide interne Parts (in de Layer- en Split-mode) apart worden in-/uitgeschakeld. De kleur van deze knop (als hij oplicht) verschilt naar gelang de momenteel actieve KEYBOARD MODE-knop:
[LOWER]
(groen) of
[UPPER]
(rood). Druk hem samen met
[REVERB]
in om het Sym­pathetic Resonance-effect van de RD-170 te kunnen instellen (zie blz. 196).
H
[KEY TOUCH]-knop
Druk op deze knop om de aanslaggevoeligheid van het klavier in (licht op) of uit te schakelen (dooft). Bovendien kunt u een andere aanslag­curve of een vaste aanslagwaarde instellen (zie blz. 202).
I
PART LEVEL [LOWER]- & [UPPER]-regelaars
Met deze twee regelaars kunt u de balans tus­sen de twee klanken van de Split- of Layer­mode instellen.
Deze regelaars zijn ook beschikbaar, als maar één Part (Upper of Lower) actief is en kunnen dan voor het voorkomen van onprettige volu­meverschillen tijdens de overschakeling worden gebruikt. Deze regelaars zenden CC07-com­mando’s (MIDI-volume).
J
[TX MODE]-knop
Dit is een “hoofdschakelaar” waarmee u de overdracht van MIDI-data kunt activeren (licht op) of uitschakelen (dooft) (zie blz. 203).
K
[TRANSPOSE]-knop
Via deze knop kunt u de toewijzingen van de noten aan de klaviertoetsen in stappen van halve tonen verschuiven (zodat u tijdens het spelen van een “C” bv. een “E” hoort). Het trans­positie-interval kan in de Setup-geheugens worden opgeslagen.
187
RD-170
Voorzieningen op de panelen
L
[METRONOME]-knop
Druk op deze knop om de metronoom van de RD-170 in (licht op) of uit te schakelen (dooft). Bovendien zijn er verschillende metronoompa­rameters die u kunt instellen (zie blz. 199).
[SPLIT]-knop
M
Druk op deze knop om het klavier in twee helf­ten te verdelen. De Lower-Part is dan aan de linker helft toegewezen, terwijl de Upper-Part via de rechter helft kan worden bespeeld.
N
[LOWER]- en [UPPER]-knoppen
Deze knoppen hebben drie functies: a) u kunt er tijdens het spelen mee van Part veranderen; b) u kunt beide Parts activeren om de Layer-mode te selecteren (zie blz. 193); c) u kunt er de Part mee kiezen wiens instellingen u wilt veranderen.
O
EXIT ENTER DECNOINC
YES
PQ R
O
Display
Het display van de RD-170 houdt u op de hoogte van wat u momenteel aan het doen bent. Er zijn twee parametergroepen: algemene instellingen ( (
[EDIT]). Met de TONE SELECT/SETUP-knoppen
kiest u de parameter die moet worden inge­steld. Als u die knop in de Edit- of System-mode even ingedrukt houdt, beeldt het display de naam van de gekozen parameter af.
P
[EXIT]-knop
Druk op deze knop om de Demo-, System- of Edit-mode te verlaten (naar gelang welke van die drie momenteel actief is).
Q
[ENTER]-knop
Hiermee bevestigt u bepaalde handelingen (bv. de opslag van instellingen via de [WRITE]-knop).
GRAND
PIANO
ORGAN
[SYSTEM]
STACK PIANO RHODES
123
JAZZ
CHURCH
ORGAN11STRINGS12PAD13VOICE14BRASS15WINDS16SYNTH
9
10
) en Part-instellingen
ST
TONE SELECT/SETUP SEQUENCER
E.PIANO
CLAV/
HARPSI6VIBES7GUITAR8BASS VARIATION
4
5
[DEC/NO]- en [INC/YES]-knoppen
R
PLAY REC
SETUP
Zolang noch de System-, noch de Edit-mode gekozen is, dienen deze knoppen voor het ver­lagen ([DEC/NO]) of opvoeren ([INC/YES]) van de tempowaarde.
S
TONE SELECT/SETUP-knoppen
Deze knoppen dienen voor het selecteren van klanken (TONE SELECT), Setup-geheugens (SETUP) en parameters (System- of Edit-mode).
Met [SETUP] kunt u geen klank oproepen. Hier­mee wijzigt u namelijk de functie van de knop­pen [1]~[16], die dan voor het kiezen van geheu­gens dienen. Zie ook blz. 208.
T
SEQUENCER-knoppen
Deze knoppen dienen voor het selecteren van een spoor ([1], [2]), het starten van de weergave ([PLAY®]) en het activeren van de opname ([REC¥∏]+[PLAY®]).
r
188
Achterpaneel
MIDI
OUT IN
AB EF GCD
A
POWER-knop
Druk op deze knop om de RD-170 in en uit te schakelen.
B
AC-connector
Hier moet u het bijgeleverde netsnoer aanslui­ten.
C
MIDI IN- en OUT-connector
Als u een extern instrument vanop de RD-170 wilt aansturen, moet u diens MIDI IN-connector op de MIDI OUT-connector van de RD-170 aan­sluiten.
Wilt u de RD-170 vanop een extern instrument (sequencer, synthesizer e.d.) aansturen, dan moet u zijn MIDI IN-connector op de MIDI OUT­connector van het externe instrument aanslui­ten.
PEDAL DAMPER-connector
D
Sluit hier het bijgeleverde demperpedaal aan om de gespeelde noten langer te kunnen aan­houden. Dat pedaal werkt traploos.
E
PEDAL SOFT/EXPR.-aansluiting
Hier kunt u een optionele voetschakelaar (bv. een DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U) c.q. een optio­neel EV-5 zwelpedaal aansluiten. Kiest u voor een voetschakelaar, dan kunt u er de Soft- of Sostenuto-functie mee bedienen. Sluit u echter een EV-5 pedaal aan, dan kunt u er het volume mee regelen.
Opgelet: In beide gevallen kunt u bepalen of de voet­schakelaar/het zwelpedaal maar één Part (Upper of Lower) of beide moet beïnvloeden. Opgelet: Sluit het bijgeleverde demperpedaal nooit op deze connector aan. Opgelet: Zie blz. 210 voor de keuze van wat er precies gebeurt, wanneer u een voetschakelaar of zwelpedaal op de SOFT/EXPR.-connector aansluit.
PEDAL
DAMPER R 1 2L (MONO)SOFT/
F
OUTPUT [R]-, [L/MONO]-connectors
Verbind deze connectors met de ingangen van een keyboardversterker (KC-serie), een HiFi­installatie of actieve luidsprekers (van de Roland MA-serie e.d.). De RD-170 bevat geen luidsprekers.
G
PHONES 1- & 2-aansluiting
Hierop kunt u twee stereohoofdtelefoons aan­sluiten (bij voorkeur van de Roland RH-serie). De keuze van de aansluiting is onbelangrijk. U kunt ook beide tegelijk gebruiken.
Handleiding
OUTPUT PHONES
EXPR.
189
RD-170
Voorbereidingen en belangrijkste functies
3. Voorbereidingen en belangrijkste functies
Aansluitingen
De RD-170 moet op een HiFi- of keyboardversterker worden aangesloten, omdat u hem anders niet hoort. Als uw versterker mono is, moet u er de L (MONO)-ingang van de RD-170 op aansluiten. U zou echter ook één of twee hoofdtelefoons (RH-serie van Roland) kunnen gebruiken, omdat u dan geen versterker nodig hebt.
(1) Schakel zowel de RD-170 als het apparaat
(versterker, mengpaneel e.d.) waarop u hem wilt aansluiten uit.
(2) Verbind de INPUT-connectors van de HiFi- of
keyboardversterker met de OUTPUT-connec­tors van de RD-170. Daarvoor hebt u audio­kabels nodig.
Als de versterker RCA/Cinch-aansluitingen heeft, zou u PJ-1M-kabels van Roland kunnen gebruiken (optie).
(3) Schakel de RD-170 en vervolgens het externe
apparaat (in die volgorde) in.
(4) Regel het volume op de RD-170 en het
externe apparaat.
Audiokabels
HiFi, keyboardverster-
ker van de KC-serie enz.
OUTPUT PHONES
R12L (MONO)
Stereohoofdtelefoon
(RH-50, RH-25 enz.)
Opstellen van de notenstandaard
Stel de notenstandaard op zoals hierna getoond.
Alvorens de RD-170 te vervoeren moet u de notenstandaard weer verwijderen.
In- en uitschakelen
Schakel de instrumenten in de opgegeven volgorde in. Door de apparaten in de verkeerde volgorde in te schakelen zou u de luidsprekers enz. kunnen beschadigen.
(1) Sluit het smalle eind van het netsnoer aan op
de AC-connector. Verbind de grote stekker met een geschikt stopcontact.
Enkele seconden later is het instrument beschikbaar en hoort u geluid, als u op het kla­vier speelt. Stel met de [VOLUME]-regelaar het gewenste volume in.
Opgelet: De RD-170 is voorzien van een veiligheidscir­cuit. Na het inschakelen duurt het even voordat u de gespeelde noten hoort.
(2) Om het instrument in te schakelen moet u
de [VOLUME]-regelaar in de laagste stand zetten en vervolgens op [POWER] drukken.
Het display licht dan op.
r
190
W
E
(3) Om het instrument uit te schakelen moet u
de [VOLUME]-regelaar in de laagste stand zetten en vervolgens op [POWER] drukken.
Het display van de RD-170 dooft dan weer.
Hoofdtelefoon aansluiten
De RD-170 is uitgerust met twee hoofdtelefoonaan­sluitingen. Zo kunnen telkens twee personen naar uw spel luisteren, wat bv. voor educatieve toepas­singen of tijdens het spelen van quatre-mains stuk­ken handig is. Bovendien heeft een hoofdtelefoon natuurlijk het voordeel dat u ook ‘s ochtends vroeg en ‘s avonds laat kunt spelen zonder wie dan ook te storen.
Sluit de hoofdtelefoon(s) aan op de PHONES 1-/2­connector(s) achterop de RD-170.
Het volume in de hoofdtelefoon stelt u in met de [VOLUME]-regelaar (zie blz. 192).
PHONES
12
Handleiding
Opgelet: Gebruik liefst een stereohoofdtelefoon (bv. een Roland RH-25 of RH-50).
Opmerkingen i.v.m. het werken met een hoofdtelefoon
• Om de kabel van de hoofdtelefoon niet te beschadigen mag u enkel de hoofdtelefoon zelf of de stekker vastpakken.
• Als u de hoofdtelefoon op het instrument aan­sluit, terwijl er een hoog volume staat ingesteld, zou u de hoofdtelefoon kunnen beschadigen. Zet het volume van de RD-170 dus op de mini­mumwaarde alvorens een hoofdtelefoon aan te sluiten.
• Zet het volume nooit te hard, omdat u daardoor niet alleen de hoofdtelefoon beschadigt, maar ook uw oren. Werk dus altijd op een verant­woord volume.
Stereohoofdtelefoon (RH-50, RH-25 enz.)
Voetschakelaars en een pedaal gebruiken
De RD-170 biedt twee Pedal-aansluitingen: DAMPER en SOFT/EXPR. Die kunt u op de volgende manieren gebruiken:
PEDAL
DAMPER R L (MONO)SOFT/
EXPR.
Bijgeleverd demperpedaal
DP-2, DP-6 of BOSS
FS-5U (optie)
DAMPER (demperfunctie)
Door het bijgeleverde demperpedaal op deze con­nector aan te sluiten kunt u de op het klavier van de RD-170 gespeelde noten langer aanhouden.
(1) Zet het volume van de RD-170 op de mini-
mumwaarde. (2) Schakel de externe versterker uit. (3) Sluit het bijgeleverde demperpedaal op de
Pedal DAMPER-connector aan. (4) Schakel de versterker in. (5) Speel een paar noten, terwijl u het demper-
pedaal intrapt.
OF
OUTPUT
d
lan
o
R
EV-5 zwelpedaal
(optie)
Alle noten, die u nu speelt, klinken veel langer dan wanneer u het pedaal niet intrapt.
(6) Laat het demperpedaal weer los om de aan-
gehouden noten uit te schakelen.
De RD-170 herkent 127 verschillende pedaal­standen en past de lengte van de aangehouden noten in functie daarvan aan. Dit noem je het “half damper”-effect. Andere elektronische muziekinstrumenten “zien” alleen of het pedaal in- of uitgeschakeld is.
De RD-170 biedt vier modes: Whole Upper, Whole Lower, Layer en Split. In de Layer- en Split-mode kunt u bepalen of het demperpe­daal voor de Upper- of Lower-Tone moet gel­den of voor beide. Zie ook blz. 202.
Tweede voetschakelaar of zwelpedaal gebrui­ken
Op de SOFT/EXPR.-connector aan de achterkant kunt u hetzij een optionele DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U voetschakelaar, hetzij een EV-5 zwelpe­daal aansluiten. Aangezien u telkens maar één van beide kunt aansluiten (voetschakelaar of zwelpedaal), moet u even kijken welke speel­hulp u vaker nodig hebt.
191
Loading...
+ 25 hidden pages