Roland RC-50 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS RC-50 Loop Station.
‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (pagina 2-3)
‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (pagina 4-5)
Deze secties voorzien in belangrijke informatie omtrent het juiste gebruik van het apparaat.
Daarbij is het raadzaam deze gebruikershandleiding in zijn geheel door te lezen om een goede indruk te krijgen van alle mogelijkheden van uw nieuwe apparaat. Bewaar de handleiding in de buurt om later eenvoudig naslag te kunnen plegen.
Afspraken in deze handleiding
• Tekst of nummers die zijn omsloten door vierkante haakjes [ ] wijzen op toetsen.
[WRITE] WRITE toets
[EXIT] EXIT toets
• EXP pedal is een afkorting van ‘expressiepedaal’.
• Verwijzingen als (p. **) geven pagina’s aan die als naslag kunnen dienen.
Copyright © 2005 BOSS CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Geen enkel gedeelte van deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION.
USING THE UNIT SAFELY
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
WAARSCHUWING
001
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u onderstaande instructies en de gebruikershand­leiding.
..........................................................................................................
002c
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit. Dit geldt tevens voor de adapter.
..........................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren of onder­delen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
..........................................................................................................
004
• Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers,
wasruimtes of natte vloeren hebben of die
• aan regen worden blootgesteld of die
• stoffig zijn of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
..........................................................................................................
007
• Zorg dat u het apparaat zodanig plaatst dat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op standaards, die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken.
..........................................................................................................
VOORZICHTIG opmerkingen
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
08c
• Gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Ook moet het voltage van de installatie overeenkomen met het ingangsvoltage dat op de behuizing van adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen een andere polariteit hebben of op een ander voltage ontworpen zijn, waardoor gebruik van dergelijke adapters tot beschadiging, storing of elektrische schok kan leiden.
..........................................................................................................
009
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
..........................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
..........................................................................................................
011
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terecht­komen.
..........................................................................................................
012b
2
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
013
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtst­bijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de ‘Informatie’ pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht
zijn gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functio-
neren of een duidelijke verandering in werking laat zien.
..........................................................................................................
014
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen.
..........................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
101b
• Het apparaat en de adapter dienen op een zodanige wijze geplaatst te worden, dat er voldoende ventilatieruimte beschikbaar is.
..........................................................................................................
102c
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
..........................................................................................................
103b
• Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en maak deze met een droge doek schoon om stof en andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken.
..........................................................................................................
104
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
..........................................................................................................
106
• Klim nooit op het apparaat en plaats er geen zware voorwerpen op.
..........................................................................................................
015
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact, waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verleng­snoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
..........................................................................................................
016
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
..........................................................................................................
..........................................................................................................
107c
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn.
..........................................................................................................
108b
• Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, haalt u het netsnoer uit het stopcontact, en koppelt u de snoeren van alle apparaten los.
..........................................................................................................
109b
• Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
..........................................................................................................
110b
• Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht, haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
..........................................................................................................
118c
• Bewaar een USB aansluiting afsluiter die u verwijdert en de bijgesloten RC-50 op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen zodat ze niet per ongeluk kunnen worden ingeslikt.
..........................................................................................................
120
• Schakel altijd fantoomvoeding uit wanneer u enig ander apparaat dan condensatomicrofoons die fantoomvoeding vereisen aansluit. U veroorzaakt mogelijk schade, wanneer u per ongeluk dynamische microfoons, geluidsafspeelappa­ratuur of andere apparaten van fantoomvoeding voorziet. Controleer de specificaties van elke microfoon die u wilt gebruiken door de bijgesloten handleiding te raadplegen.
(De fantoomvoeding van dit instrument: 48 V DC, 10 mA Max)
..........................................................................................................
3

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Neem in aanvulling op de items ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ op pagina 2-3 het volgende in
acht:
Stroomvoorziening
• Verbind dit apparaat niet met een stopcontact dat tevens wordt gebruikt voor elektrische apparatuur die is voorzien van Inverter (zoals een koelkast, wasmachine, magnetron of airconditioner) of die gebruik maakt van een motor. Afhankelijk van hoe deze apparatuur wordt gebruikt kan stroomruis leiden tot storingen of een hoorbare ruis. Als het praktisch gezien onmogelijk is om een ander stopcontact te kiezen, dan plaatst u een stroom­ruisfilter tussen het stopcontact en dit instrument.
• De adapter zal na vele uren opeenvolgend gebruik warmte gaan genereren. Dit is normaal en niets om u zorgen over te maken.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen voorkomen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers (of andere apparatuur, die grote transforma­toren bevat) kan tot een brom leiden. Om dit probleem op te heffen, verandert u de richting van dit apparaat of zet het verder van de storingsbron weg.
• Dit apparaat kan op de ontvangst van radio of televisie storen. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
• Ruis kan geproduceerd worden, wanneer draadloze communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden tijdens bellen of gebeld worden of tijdens praten. Als u dit soort problemen ondervindt, moet u de draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat plaatsen of deze uitzetten.
• Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet bij apparaten, die warmte verspreiden, laat het niet in een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme temperaturen bloot. Voorkom ook dat apparaten met een krachtige lichtbron (zoals pianoverlichting) doorlopend het apparaat op dezelfde plaats verlichten. Door overmatige hitte kan het apparaat misvormen of verkleuren.
• Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid verschilt van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat waterdruppels (condensatie) gevormd worden. Als u het apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of storingen ontstaan. Voordat u het apparaat op de nieuwe locatie gaat gebruiken, laat u het enige uren accli­matiseren, totdat de condensatie volledig is verdampt.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil, gebruikt u een doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek goed af.
• Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
Reparatie en data
• Wees er op bedacht dat de inhoud van het geheugen verloren kan gaan als u het apparaat laat repareren. Van belangrijke gegevens moet u altijd een reservekopie maken, in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer), computer of op papier opgeschreven (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt getracht het verlies van data te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het schakelsysteem van het geheugen zelf niet meer werkt) kan data helaas niet meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door storingen of onjuist gebruik van het apparaat onher­stelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke gegevens, die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, te maken.
• De inhoud van data die in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer) of computer is opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld worden, wanneer deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verant­woordelijk voor dit soort dataverlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
• Om te vermijden, dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
4
• Wanneer u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
• Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (EV-5, apart verkrijgbaar). Als u andere expressiepedalen aansluit, riskeert u storingen en/of schade aan het apparaat.
• Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken. Als u een kabel van een ander merk gebruikt, neem dan notitie van onderstaande voorzorgsmaatregelen.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels, kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecifi­caties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Behandeling van CD-ROM's
• Vermijdt het aanraken of krassen van de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk. Bescha­digde of vuile CD-ROM’s kunnen niet goed gelezen worden. Zorg dat uw disks schoon blijven, met een in de winkel verkrijgbaar CD reinigingsproduct.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Auteursrecht
• Het onbevoegd opnemen, verspreiden, verkopen, uitlenen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke handelingen van een volledig werk of gedeelte daarvan (muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke uitvoering enz.), waarvan het auteursrecht bij een derde partij ligt, is bij de wet verboden.
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij het auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden. Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor overtredingen van het auteursrecht van een derde partij, die door gebruik van dit apparaat worden begaan.
..........................................................................................................
204
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation.
* Afbeeldingen in dit document zijn herdrukken, met
toestemming van Microsoft Corporation.
* Windows® staat officieel bekend als: ‘Microsoft®
Windows® besturingssysteem’.
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken
van Apple Computer Inc.
* MacOS is een handelsmerk van Apple Computer Inc.
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
..........................................................................................................
5

Inhoud

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER
GEBRUIKEN ............................................2
BELANGRIJKE OPMERKINGEN .................4
Hoofdkenmerken ...................................9
Beamingen en functies..........................10
Frontpaneel................................................................ 10
Achterpaneel .............................................................13
Hoofdstuk 1 Startgids .........15
Aansluiten............................................16
De stroom aanzetten ............................18
Play scherm.......................................................................... 18
De inputniveaus wijzigen .........................................19
De outputniveaus wijzigen .......................................19
Opnemen .............................................20
Afspelen...............................................22
Overig materiaal toevoegen
(Overdubbing)......................................24
Het resultaat van overdubben ongedaan
maken (Undo) ......................................25
De stroom uitschakelen ........................26
Hoofdstuk 2 Basisinstallatie
van de RC-50 ......................27
Over frases en Patches .........................28
Wat is een frase?....................................................... 28
Wat is een Patch? .....................................................28
Over de huidige frase ...............................................28
De huidige frase selecteren (Frase 1/2/3 pedalen)........ 28
Over afspeelmodi.................................28
Meerdere frases tegelijk afspelen: Multi modus .... 28
Frases afspelen met alle lengtes en beginposities
uitgelijnd: Loop Sync.......................................................... 28
Frases wisselen, terwijl ze worden afgespeeld:
Single modus............................................................. 29
Afspeelmodus wisselen ...........................................29
Over opnemen, afspelen,
en overdubben.....................................30
Opnemen.................................................................... 30
Over opnameduur .............................................................. 30
Afspelen .....................................................................31
Overdubben ...............................................................31
Undo/Redo .................................................................32
Stoppen......................................................................32
Verwijderen (Clear) ...................................................32
Met de pedalen Patches wisselen
(Patch Select modus).............................33
Patches wisselen in Patch Select modus...............33
Hoofdstuk 3 Over tempo’s en
de begeleider .....................35
Over tempo’s .......................................36
Over tempo’s en de frase afspeelsnelheid ............. 36
Over Tempo Sync................................................................ 36
Oorspronkelijk tempo...............................................36
Hoe wordt het oorspronkelijke tempo bepaald
bij het opnemen? ................................................................. 36
Het oorspronkelijke tempo bevestigen en vastleggen... 37
Patch tempo .............................................................. 38
Het Patch tempo bevestigen en vastleggen .................... 38
Tijdens het bespelen luisteren naar het
ritmegeluid – Over de gids....................39
De gids starten en stoppen......................................39
Het volume van het gidsgeluid wijzigen
(Guide Level) ............................................................. 39
De gids instellen ....................................................... 39
Het gidsgeluid selecteren (Guide Pattern)...................... 39
De beat (maatsort) van het gidsgeluid selecteren
(Beat) ..................................................................................... 39
Tijdens opname een Count-In spelen
(Recording Count-In) ......................................................... 40
Een Count-in voor afspelen (Playback Count-In) .......... 40
Het volume van het gidsgeluid wijzigen
(Guide Level) ....................................................................... 40
De output van het gidsgeluid schakelen
(Guide Output Select)......................................................... 40
Gidspatroonlijst................................................................... 41
Loop Quantize......................................42
Het gebruik van Loop Quantize ............................... 42
Hoofdstuk 4
Patches creëren ...................43
Voorbereidingen bij het creëren van
Patches ................................................44
Patches selecteren ................................................... 44
Patches naar hun beginwaarden initialiseren
(Patch Initialize)......................................................... 44
Patches benoemen ................................................... 45
Het Patch tempo, beat en gids instellen ................. 45
Het Patch tempo instellen.................................................. 45
De beat instellen.................................................................. 46
De gids spelen ..................................................................... 46
Patch instellingen vastleggen................47
Play modus instellingen vastleggen ....................... 47
Loop Sync instellen............................................................. 47
6
Inhoud
Gelijktijdig opname starten bij geluidsinput
(Auto Recording).......................................................47
Overdubmethode instellen
(Overdubbing modus)............................................... 47
Opname gerelateerde instellingen ..........................48
Opnemen tijdens het muten van geluiden in het
midden (AUX Center Cancel) ........................................... 48
Opnemen met een voor gitaarversterkers aangepaste
toon (AUX & MIC Flat Amp Simulate) ........................... 48
Schakelen tussen stereo en mono (Recording modus).. 48
Overige Patch instellingen .......................................49
Het Patch volume wijzigen ............................................... 49
Frases aan het eind van de loop wisselen
(Frase Change modus) ....................................................... 49
De Fade-In tijd aanpassen (Fade-In tijd) ......................... 49
De Fade-Out tijd aanpassen (Fade-Out tijd) ................... 49
Meerdere frases tegelijk afspelen (Simul-Start).............. 50
De output instellen voor de geluiden van de input
(Input Output Select).......................................................... 50
Tempo synchronisatie met MIDI instellen (
MIDI Sync)........................................................................... 50
Patches creëren ....................................51
Een nieuwe frase opnemen......................................51
Frases van andere Patches kopiëren
(Phrase Copy)............................................................51
Geluidsbestanden van een computer importeren .51
Het frasevolume wijzigen ......................................... 51
Fraseinstellingen vastleggen.................52
Frases slechts eenmaal laten afspelen
(One Shot)..................................................................52
In omgekeerde volgorde afspelen (Reverse).......... 52
Afspelen tijdens een fade-in (Start modus) ............ 52
De methode selecteren, die wordt gebruikt om
frases te stoppen (Stop modus) .............................. 53
Het volume van frases wijzigen (Frase Level)........ 53
De positionering van het frasegeluid wijzigen
(Pan) ........................................................................... 53
Afspelen van de frase synchroniseren met het
Patch tempo (Tempo Sync)......................................53
De output van frasegeluiden wisselen (Output
Select) ........................................................................53
Patches vastleggen...............................54
Op Patchnummer vastleggen (Patch Write) ........... 54
Patches kopiëren (Patch Copy) ............................... 54
Patches uitwisselen (Patch Exchange)...................55
Hoofdstuk 5 De RC-50 in
Multi modus gebruiken .......57
Voorbeelden van het gebruik van
Multi modus .........................................58
Wanneer Loop Sync actief is ................................... 58
Wanneer Loop Sync niet actief is............................ 58
Pedaalbewerkingen in Multi modus .....60
Opname en bewerkingen starten tijdens opname . 60
Frases wisselen met de frase pedalen .............................. 60
Afspelen en bewerkingen starten tijdens
afspelen ..................................................................... 60
One Shot frases herhaaldelijk afspelen............................ 60
Het Patch tempo wijzigen.................................................. 60
Frases wisselen met de frase pedalen .............................. 60
Bewerkingen bij de start van overdubben
en tijdens overdubben.............................................. 60
Frases wisselen met de frase pedalen .............................. 60
Frases met het pedaal op Simul-Start instellen ..... 61
Simul-Start met de toetsen instellen................................. 61
Afspelen van alle frases tegelijk starten en
stoppen (All Start/All Stop) ...................................... 61
Hoofdstuk 6 De RC-50 in
Single modus gebruiken......63
Voorbeelden van het gebruik van
Single modus .......................................64
Pedaalbewerkingen in Single modus....65
Opname starten en bewerkingen tijdens opname . 65
Frases wisselen met de frase pedalen .............................. 65
Afspelen en bewerkingen starten tijdens
afspelen ..................................................................... 65
One Shot frases herhaaldelijk afspelen............................ 65
Het Patch tempo wijzigen.................................................. 65
Frases wisselen met de frase pedalen .............................. 65
Bewerkingen bij de start van overdubben
en tijdens overdubben.............................................. 65
Frases wisselen met de frase pedalen .............................. 65
Hoofdstuk 7
Overige functies ..................67
Resterende opnameduur controleren ....67
Systeem instellingen.............................68
De helderheid van het scherm aanpassen
(LCD Contrast) .......................................................... 68
De Patches die gewisseld kunnen worden
beperken (Patch Extent)...........................................68
De knopfuncties instellen (Knob modus) ............... 68
De Auto Recording gevoeligheid aanpassen
(Trigger Level) ........................................................... 69
Direct na opname overdubben
(REC Pedal Action) ................................................... 69
Voor alle Patches dezelfde audio output gebruiken
(Input/Frase 1, 2, 3/Guide Output Select)................ 69
Patchnummers 1-5 beveiligen (Preset Protect) ..... 69
7
Inhoud
Pedaal instellingen ...............................70
Systeem instellingen en Patch instellingen ...........70
Functies van pedalen en externe voetschakelaars van de RC-50 instellen (TEMPO/UNDO/CTL1/CTL2/
CTL3/CTL4 Pedal Function) ..................................... 70
De functies van het EXP pedaal instellen ...............72
EXP pedaalfuncties............................................................. 72
Min/max niveau van EXP pedaal.................................... 72
Min/max tempo van EXP pedaal..................................... 72
Hoofdstuk 8 MIDI gebruik ..73
Wat u met MIDI kunt doen....................74
Bewerkingen vanaf de RC-50 aansturen................. 74
Tempodata en data voor het starten en stoppen van
afspelen versturen............................................................... 74
Program Change berichten versturen.............................. 74
Control Change berichten versturen................................ 74
Bewerkingen aansturen vanaf externe
apparatuur ................................................................74
Tempodata en data voor het starten en stoppen van
afspelen ontvangen............................................................. 74
Patchnummers wisselen .................................................... 74
Control Change berichten ontvangen.............................. 74
Systeem instellingen en Patch instellingen ..................... 77
Hoofdstuk 9 Aansluiten op
computers ...........................79
Alvorens USB te gebruiken ...................80
Geschikte besturingssystemen...............................80
Opbouw van de data van de RC-50 ......................... 80
Over .WAV bestanden waar de RC-50 mee
omgaat ....................................................................... 81
Het oorspronkelijke tempo bepalen van een frase die uit
een geïmporteerd .WAV bestand is ontstaan ................. 81
Verbinden met de computer .................................... 81
Opmerkingen over het gebruik van USB ................ 81
Met Windows.......................................82
De data van de RC-50 backuppen en herstellen .... 82
.WAV bestanden importeren en exporteren ........... 83
Met Macintosh......................................84
De data van de RC-50 backuppen en herstellen .... 84
.WAV bestanden importeren en exporteren ........... 85
Problemen oplossen ............87
Instellingen voor MIDI gerelateerde
functies vastleggen...............................75
MIDI ontvangstkanaal ....................................................... 75
MIDI Omni modus ............................................................. 75
MIDI verzendkanaal........................................................... 75
MIDI Sync ............................................................................ 75
MIDI Program Change Out............................................... 75
MIDI Control Change Out................................................. 75
Bewerkingen vanaf de RC-50
aansturen.............................................76
Uitvoeringen van externe apparaten met de RC-50
synchroniseren .........................................................76
Uitvoeringen op externe MIDI apparaten op
hetzelfde tempo als dat van de RC-50 afspelen ............. 76
Start-bericht verzenden...................................................... 76
Stop-bericht verzenden ...................................................... 76
Program Change-berichten verzenden ...................76
Control Change-berichten verzenden .....................76
Bewerkingen aansturen vanaf een
extern MIDI apparaat...........................77
Uitvoeringen van de RC-50 synchroniseren met
het externe apparaat .................................................77
Uitvoeringen van externe MIDI apparaten op hetzelfde tempo als dat van de RC-50 afspelen (Synchronized
Performance) ....................................................................... 77
Start bericht ontvangen...................................................... 77
Stop-bericht ontvangen...................................................... 77
Patches wisselen ......................................................77
Andere functies bedienen (CC#1/CC#7/CC#80
Functies) .................................................................... 77
Foutmeldingen .....................................88
Overeenkomst tussen de indicators en
de operationele status ..........................89
Problemen oplossen .............................91
Problemen met geluid .............................................. 91
Problemen met bediening ........................................ 91
Problemen met USB ................................................. 92
Bijlagen...............................93
Over MIDI ............................................94
De fabrieksinstellingen herstellen
(Factory Reset)......................................95
Parameterlijst.......................................96
MIDI Implementatiekaart......................99
Specificaties .......................................100
Over de geluidsbibliotheek voor
de RC-50 ............................................102
Fraselijst .................................................................. 103
Index .................................................104
8

Hoofdkenmerken

Nieuwe opname tool, speciaal gemaakt voor performers
Dit apparaat maakt het uitvoeren van opnemen, afspelen, overdubben en het componeren van ensembles mogelijk. Taken, die normaalgesproken tijdens het opnemen worden uitgevoerd – maar nu in realtime – geven de mogelijkheid om drie frases tegelijk aan te sturen. Het is niet uitsluitend een opnameapparaat, en veel meer dan slechts een effectprocessor. Nee, dit is een geheel nieuw type opname tool: de RC-50 ‘Loop Station’.
Creëer tot 99 Patches met een uitgebreide frase opnameduur van 49 minuten (in mono)
U kunt tot 99 Patches vastleggen, waarvan elke bestaat uit drie frases, met een totaal van 49 minuten in mono of 24 minuten in stereo. U kunt de verschillende Parts van een muziekstuk los van de drie frases vastleggen, wat handig is bij opname of training; en aangezien het zelfs mogelijk is om diverse complete muziekstukken vast te leggen, kunt u de RC-50 ook inzetten als ondersteuningstool bij live optredens.
Brede variëteit in stereo inputs
De RC-50 is voorzien van drie stereo input jacks, inclusief inputs voor muziekinstrumenten, een input connector voor fantoom aangestuurde microfoons, een stereo input voor CD spelers en andere soortgelijke externe apparatuur. Ongeacht het gebruik, gitaarfrases, vocalen en loops, opnemen en afspelen, kan de RC-50 in uw behoeften voorzien.
U kunt tevens de panning (localisatie) van frases bij het afspelen aanpassen. Alleen de RC-50 maakt het mogelijk om zulke rijke expressieve ensemblegeluiden te creëren.
Bovendien is de RC-50 uitgerust met een SUB OUT jack, die het mogelijk maakt de keuze van frases of begeleidingsgeluiden te produceren. De RC-50 is daarnaast voorzien van ongelooflijk flexibele opnamemogelijkheden om u te helpen het meeste uit uw PA te halen bij live optredens.
Center Cancel/Flat Amp Simulate functies
De RC-50 bevat een ‘Center Cancel’ functie, die het mogelijk maakt om van bronnen zoals CD’s op te nemen, en daarbij ‘minus one’ data te genereren. Hierdoor worden uitsluitend de geluiden in het midden van het geluidsveld gefilterd. U beschikt tevens over een ‘Flat Amp Simulate’ functie, waarmee de toon van geluid, dat via een extern apparaat of microfoon is opgenomen kan worden aangepast, zodat deze geluiden via een gitaarversterker kunnen worden weergegeven.
Undo en Redo tijdens opnemen en overdubben
Bezig met opnemen en u wilt opnieuw beginnen? Een overdub is niet volgens verwachting verlopen? Geen probleem, aangezien de RC-50 het mogelijk maakt om ‘undo’ te gebruiken bij zojuist uitgevoerde processen, en zo data in zijn vorige staat terug te brengen. U kunt op ongedaan gemaakte opname en overdubstappen een ‘redo’ toepassen om het resultaat terug te laten keren. Dit alles betekent dat u in volledige, ongehinderde vrijheid van opnames kunt genieten.
Tempo Control voorziet in realtime besturing van afspeelsnelheid, waarmee synchronisatie met andere apparatuur mogelijk wordt
U kunt de afspeelsnelheid van frases regelen middels tap tempo of met een extern aangesloten expressiepedaal, in realtime, terwijl de frases worden afgespeeld. Daarbij kunt u frases synchroniseren, zelfs die op verschillende tempo’s zijn opgenomen, zodat u ze allemaal op hetzelfde tempo kunt afspelen.
Door een recorder of ander MIDI apparaat aan te sluiten op de MIDI connector van de RC-50 kunt u zelfs synchroniseren met andere externe MIDI apparaten. Dit alles brengt u een dusdanig niveau van communicatie met andere apparatuur en precieze tempobesturing, die voorheen onmogelijk was met de gebruikelijke loopeffecten.
Rhythm Guide speelt een brede variëteit aan patronen met geluid van zeer hoge kwaliteit
De RC-50 is voorzien van een Rhythm Guide kenmerk, welke naast een handige opname begeleiding tevens functioneert als ritme geluidsmodule met een fantastisch geluid. Zelfs in vergelijking met speciale drummachines, beschikt u met deze eigenschap over een brede variëteit aan beats en een breed bereik aan patronen.
Via USB op computers aansluiten
Door de RC-50 op een computer aan te sluiten, kunt u frases als stereo .wav bestanden importeren (lezen) en exporteren (schrijven).
U kunt .wav bestanden inladen, die u nauwkeurig met een computer heeft bewerkt, en de computer gebruiken bij het makkelijk beheren van met de RC-50 opgenomen frases.
9

Benamingen en functies

Frontpaneel

fig.00-210
1
4 523
6 7
10 12 13 14 1819
11
15 16
20 22 23 24
21
1. Display (scherm)
Geeft diverse informatie over de RC-50 weer. Links geeft het Patchnummer aan.
‘Wat is een Patch?’ (p. 28)
2. PATCH/VALUE draaiknop
Gebruikt bij het wisselen van Patches en het wijzigen van waar­den van instellingen.
3. PARAMETER toets
Druk hierop om parameters in te stellen.
* Spring naar hoofdparameters door [ ] ingedrukt te houden en op
[] te drukken (richting: start eind) of door [ ] ingedrukt te
houden en op [ ] te drukken (richting: eind start). Wanneer er
niet veel parameters zijn, resulteert deze beweging in een sprong naar
de laatste (of begin) parameter.
4. TAP TEMPO toets
Druk op deze toets om Patch tempo’s te wijzigen. U kunt het tempo regelen door herhaaldelijk op de toets te tippen. Het tempo wordt ingesteld aan de hand van het tempo dat u op de toets tipt.
8 9
17
5. NAME/PATCH toets
Gebruik deze toets om Patches van een naam te voorzien en om Patch instellingen te wijzigen.
6. CTL/EXP PEDAL toets
Druk hierop om de functies van de pedalen en de externe peda­len van de RC-50 in te stellen.
‘Pedaal instellingen’ (p. 70)
* In het Patch Name scherm wordt deze toets gebruikt om een spatie op
de cursorpositie in te voegen.
7. SYSTEM/USB toets
Deze toets wordt gebruikt om systeem instellingen te wijzigen en om de RC-50 te gebruiken, terwijl deze is aangesloten op een computer.
* In het Patch Name scherm wordt deze toets gebruikt om het teken op
de cursorpositie te verwijderen waarna alle opvolgende tekens naar
links verplaatsen.
8. EXIT toets
Gebruik deze toets om een bewerking te annuleren.
U kunt ook het TEMPO pedaal in plaats van deze toets
gebruiken om het tempo te wisselen.
* In het Patch Name scherm wordt deze toets tevens gebruikt om de
letter op de cursorpositie tussen hoofd en kleine letters te wisselen.
‘Patch Tempo instellen’ (p. 45)
10
9. WRITE toets
Gebruik deze toets bij het vastleggen en verwijderen van instel­lingen.
10.PLAY MODE toets
Druk hierop om de door de RC-50 gebruikte modus om te scha­kelen.
‘Over Play Modes’ (p. 28)
11.LOOP SYNC On/Off toets
Druk hierop om de Loop Sync instellingen te wijzigen.
‘Frases afspelen met alle lengtes en beginposities uitgelijnd:
Loop Sync’ (p. 28)
‘Loop Sync instellen’ (p. 47)
12.Frase EDIT
LEVEL knoppen
Deze regelen het volumeniveau van frases 1, 2 en 3.
Frase 1/2/3 knoppen
Druk hierop om de frase instellingen te wijzigen.
Beamingen en functies
14.INPUT LEVEL
AUX Level knop
Deze knop regelt het inputniveau van de AUX jack.
MIC Level knop
Deze knop regelt het inputniveau van de MIC connector.
INST Level knop
Deze knop regelt het inputniveau van de INST jacks.
PEAK indicator
Deze licht op wanneer het inputniveau het standaardniveau overschrijdt.
15.AUTO REC On/Off toets
Deze schakelt Auto Recording aan en uit.
‘Frases creëren’ (p. 51)
REVERSE indicators 1/2/3
Lichten op om aan te geven dat een frase (Frase 1, 2, 3) achteruit wordt afgespeeld.
‘Afspelen in de tegenovergestelde richting (Reverse)’(p. 52)
ONE SHOT indicators 1/2/3
Lichten op om aan te geven dat een frase (Frase 1, 2 of 3) slechts eenmaal dient te worden afgespeeld (One Shot), en lichten niet langer op wanneer frases herhaaldelijk worden afgespeeld (Loop).
‘Frases slechts eenmaal laten afspelen (One Shot)’ (p. 52)
13.GUIDE
LEVEL knop
Hiermee wordt het volume van het begeleidingsgeluid gere­geld. Er wordt geen begeleidingsgeluid gespeeld wanneer de knop geheel naar links is gedraaid (tegen de klok in).
’Het volume van het begeleidingsgeluid regelen (Guide Level)’
(p. 39)
‘Gelijktijdig opname starten bij geluidsinput (Auto Recording)’
(p. 47)
16.INPUT MODE toets
Druk hierop bij het instellen van de Center Cancel en Flat Amp Simulate functies.
‘Opnemen tijdens het uitschakelen van geluiden in het midden
(AUX Center Cancel)’ (p. 48)
‘Opnemen met een voor gitaarversterkers aangepaste toon
(AUX & MIC Flat Amp Simulate)’ (p. 48)
17.LOOP QUANTIZE indicator
Deze licht op wanneer Loop Quantize actief is.
‘Loop Quantize’ (p. 42)
18.OVERDUB MODE
OVERDUB MODE toets
Druk hierop om de overdubmodus te selecteren.
‘De overdubmethode instellen (Overdubbing Mode)’ (p. 47)
SELECT toets
Druk hierop om het begeleidingsgeluid te selecteren.
‘Het begeleidingsgeluid selecteren (Guide Pattern)’ (p. 39)
OVERDUB MODE indicators
De indicator van de momenteel geselecteerde overdubmodus licht op.
19.MASTER LEVEL knop
Hiermee regelt u het algehele volume van de RC-50.
11
Beamingen en functies
20.REC/PLAY/OVERDUB pedaal
• Hiermee wordt geschakeld tussen opnemen, afspelen en over­dubben van de geselecteerde frase. Met elke druk op het pedaal wordt de volgende functie geselecteerd, zoals hieronder wordt getoond:
Wanneer de frase niet is opgenomen
Bij gebruik van een op­genomen frase
‘Over opnemen, afspelen, en overdubben’ (p. 30)
•U kunt aansluitend op het opnemen op het pedaal drukken om direct met overdubben te beginnen.
‘Direct na het opnemen overdubben (REC Pedal Action)’ (p. 69)
• Door in Patch selectie modus op dit pedaal te drukken, schakelt de RC-50 naar het eerstvolgende lagere Patchnummer.
‘Met de pedalen Patches wisselen (Patch Select modus)’ (p. 33)
Opnemen Afspelen Over­dubben Afspelen
Afspelen Overdubben → Afspelen ...
‘Het Patch tempo instellen’ (p. 45)
• Door dit pedaal minimaal twee seconden ingedrukt te houden, schakelt de RC-50 naar Patch Select modus. Door wederom op het pedaal te drukken, wisselt de Patch en verschijnt het Play scherm.
‘Met de pedalen Patches wisselen (Patch Select modus)’ (p. 33)
TEMPO indicator
Deze knippert op de maat van het tempo.
23.UNDO/REDO pedaal
• Door hier eenmaal op te drukken kunt u de opgenomen of over­dubte frase terug laten keren naar de staat van voor het opne­men of overdubben. Dit is een ‘undo’.
• Door na een ‘undo’ wederom op het pedaal te drukken, kunt u een ‘redo’ toepassen om het resultaat van na het opnemen of overdubben terug te laten keren.
• Door in Patch Select modus op het pedaal te drukken, keert u terug naar het Play scherm zonder van Patch te wisselen.
REC/PLAY/OVERDUB indicator
Hiermee wordt de status van de met de frase 1/2/3 pedalen geselecteerde frase weergegeven (de huidige frase).
Bezig met opnemen Rood Bezig met afspelen Groen Bezig met overdubben Oranje
De indicator geeft ook een aantal andere condities weer. Voor meer informatie leest u ‘Overeenkomst tussen de indicators en de operationele status’ (p. 89)
21.STOP pedaal
Hiermee stopt het opnemen, afspelen en overdubben van de momenteel geselecteerde frase.
‘Over opnemen, afspelen, en overdubben’ (p. 30)
• Door in Patch Select modus op dit pedaal te drukken schakelt de RC-50 naar het eerstvolgende hogere Patchnummer.
‘Met de pedalen Patches wisselen (Patch Select modus)’ (p. 33)
• Wanneer het pedaal voor tenminste twee seconden wordt inge­drukt, wordt de opname van de momenteel geselecteerde frase verwijderd.
UNDO/REDO indicator
Licht op wanneer een ‘redo’ beschikbaar is.
24.Frase 1/2/3 pedalen
• Druk hierop om de af te spelen of op te nemen frase (Frase 1, 2 of 3) te selecteren.
• Door in Multi modus bij een stopgezette frase minimaal twee seconden een frase pedaal ingedrukt te houden, wordt Simul­Start voor die frase geactiveerd. Een frase waarbij Simul-Start op ON staat, zal beginnen te spe­len zodra het REC/PLAY/OVERDUB pedaal wordt ingedrukt, mits de frase al is beschreven.
• Door het pedaal wederom minimaal twee seconden ingedrukt te houden, schakelt de Simul-Start instelling weer naar OFF.
Door in Multi modus tegelijkertijd op de frase 2 en frase 3 peda­len te drukken, worden alle frases afgespeeld of gestopt.
Frase 1/2/3 indicators
De linker (oranje) indicator geeft de momenteel geselecteerde frase aan. De indicator knippert wanneer die frase in de wacht staat om als eerstvolgende te worden afgespeeld. De rechter indicator geeft de status van de momenteel geselecteerde frase aan.
Bezig met opnemen Rood Bezig met afspelen Groen Bezig met overdubben Oranje
22.TEMPO pedaal
Druk hierop om het Patch tempo te wijzigen. U kunt het tempo aanpassen door diverse malen op het pedaal te tappen. Het tempo wordt ingesteld aan de hand van de interval tussen elke tip.
U kunt ook, in plaats van dit pedaal, de TAP TEMPO toets
gebruiken om het tempo te wijzigen.
12
De indicator knippert wanneer de betreffende frase als eerstvolgende wordt afgespeeld of wanneer de frase voor opname (of afspelen) in de wacht staat.
De indicator knippert snel wanneer Auto Recording (p. 47) is ingesteld op ON.
De indicator geeft ook een aantal andere condities weer. Voor meer informatie leest u ‘Overeenkomst tussen de indicators en de operationele status’ (p. 89)

Achterpaneel

fig.00-220
1 2 3 4 6 8 9
1. INPUT R (MONO)/L jacks
Sluit hier een gitaar, synthesizer of soortgelijk instrument op aan.
2. PHANTOM (Fantoomvoeding) ON/ OFF schakelaar
Deze schakelt de aan de microfoonaansluiting geleverde fantoomvoeding aan en uit.
5 7
Beamingen en functies
10 12 13 14
De SUB OUTPUT jacks zijn niet voorzien van een niveauknop. Wijzig het Patchniveau (p. 49) wanneer u het volumeniveau van deze jacks wilt wijzigen.
11 15
8. EXP/CTL 3,4 PEDAL jack
U kunt hier een een los verkrijgbaar expressiepedaal (zoals de EV-5) of voetschakelaar (FS-6 of andere) op aansluiten.
Verzeker uzelf ervan dat, fantoomvoeding uitgeschakeld is, tenzij er een condensatormicrofoon op de MIC connector is aangesloten. U veroorzaakt mogelijk schade wanneer u per ongeluk dynamische microfoons, geluidsafspeelapparatuur of andere apparaten van fantoomvoeding voorziet. Controleer de specificaties van elke microfoon die u wilt gebruiken door de bijgesloten handleiding te raadplegen.
(De fantoomvoeding van de RC-50: 48 V DC, 10 mA Max)
3. MIC connector
Sluit hier een microfoon op aan. De RC-50 levert fantoomvoeding van 48 volt, waardoor het mogelijk is om fantoomvoeding behoevende condensatormicrofoons aan te sluiten en te gebruiken. U kunt tevens de Flat Amp Simulator gebruiken bij het opnemen van input van deze connector.
4. AUX jack
Er kan een kabel worden aangesloten tussen deze jack en de kop­telefoonjack van een CD of MD speler of soortgelijk apparaat.
Tijdens opname kunt u de Center Cancel en Flat Amp Simulator functies met de input van deze connector gebruiken.
5. MAIN OUTPUT R (MONO)/L jacks
Sluit hier een gitaarversterker, speakers of soortgelijk apparaat op aan.
6. PHONES jack
Sluit hier een stereo koptelefoon op aan.
Deze geluiden die van deze output afkomstig zijn, zijn gelijk aan die van de MAIN OUTPUT jacks.
‘Pedaal instellingen’ (p. 70)
9. CTL 1,2 PEDAL jack
Sluit hier een voetschakelaar (FS-6 of andere) op aan. U kunt de functie selecteren die aan de gekoppelde schakelaar wordt toegekend, zoals het wisselen van Patches.
‘Pedaal instellingen’ (p. 70)
10.USB aansluiting
U kunt hier middels een USB kabel een computer op aansluiten, om zo gegevens uit te wisselen tussen de RC-50 en de computer.
‘Hoofdstuk 9 Aansluiten op computers’ (p. 79)
11.MIDI IN/OUT connectors
Sluit hier externe MIDI apparaten op aan om MIDI data te verzenden en te ontvangen.
‘Hoofdstuk 8 MIDI gebruik’ (p. 73)
Verwijder bij gebruik van de USB kabel het kapje van de connector. Laat het kapje zitten, wanneer u de USB aansluiting niet gebruikt.
12.POWER schakelaar
Deze schakelt de stroom van de RC-50 aan en uit.
7. SUB OUTPUT R (MONO)/L jacks
Sluit hier een versterker, mixer of soortgelijk apparaat op aan. U kunt de inputgeluiden, het begeleidingsgeluid en geluiden van de drie frases aan de MAIN OUTPUT of de SUB OUTPUT jacks toekennen.
13.DC IN (adapter) jack
Sluit hier de bijgeleverde adapter (ACI of ABC serie) op aan.
13
Beamingen en functies
14.Snoerhaak
Sla hier het adaptersnoer omheen om te voorkomen, dat de adapter per ongeluk wordt ontkoppeld.
15.Veiligheidsslot ( )
http://www.kensington.com/
14
Hoofdstuk 1 Startup Guide
Hoofdstuk 1
Startgids
15

Aansluiten

fig.01-010
Gitaar
Microfoon
Stereo
koptelefoon
Koptelefoon jack
Computer
Mixer
Effectgenerator
CD/MD
speler
Keyboard
Gitaarversterker
Expressiepedaal
(Roland EV-5, etc.)
Voetschakelaar
* Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, minimaliseert u het
volumeniveau en zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen voorkomen.
* Verhoog het volumeniveau van de versterker pas nadat alle aangesloten apparaten zijn
ingeschakeld.
* Gebruik alleen het gespecificeerde EXP pedaal (EV-5, apart verkrijgbaar). Als u andere EXP
pedalen aansluit, riskeert u storingen en/of schade aan het apparaat.
Sequencer
Adapter
(ACI of ACB serie)
(FS-6, etc.)
16
• Om te voorkomen, dat het apparaat plotseling zonder stroom komt te staan (doordat de plug per ongeluk wordt losgetrokken) en om te voorkomen dat er kracht wordt uitgeoefend op de adapter jack, zet u het stroomsnoer vast met de kabelhaak, zoals hieronder wordt getoond.
fig.01-011
• Een fluittoon (feedback) kan worden veroorzaakt door de positie van de speakers ten opzichte van de microfoon. De fluittoon kan worden verholpen door:
1. De richting van de microfoon(s) te wijzigen.
2. De microfoon(s) verder van speakers af te plaatsen.
3. De volumeniveaus te verlagen.
• Sluit de kabel uitsluitend op de OUTPUT R (MONO) jack aan wanneer u output in mono genereert.
• Dit instrument is uitgerust met gebalanceerde (XLR) aansluitingen. Het draadschema van deze jack is hieronder afgebeeld. Wacht met aansluiten, totdat u de draadschema’s van andere aan te sluiten apparatuur heeft gecontroleerd.
fig.01-020
• Zet het volume minimaal op de MIN positie, wanneer u een EXP pedaal op de EXP/CTL 3,4 PEDAL jack wilt aansluiten.
• Stel de MODE en POLARITY schakelaars in, zoals hieronder wordt getoond, wanneer u een FS-6 voetschakelaar (optioneel; los verkrijgbaar) op de CTL 1,2 PEDAL jack of de EXP/CTL 3,4 PEDAL jack wilt aansluiten.
fig.01-030
Aansluiten
Hoofdstuk 1
• Stel de POLARITY schakelaar in, zoals hieronder wordt getoond, wanneer u een FS-5U voetschakelaar (optioneel; los verkrijgbaar) op de CTL 1,2 PEDAL jack of de EXP/CTL 3,4 PEDAL jack wilt aansluiten.
fig.01-040
Polariteit­schakelaar
•U kunt twee FS-5U voetschakelaars aansluiten door gebruik te maken van de speciale PCS-31 kabel (van Roland, los verkrijgbaar).
fig.01-050
PCS-31
Wit Rood
• Stel het apparaat in aan de hand van de instellingen, die worden omschreven in ‘Pedaal instellingen’ (p. 70) wanneer u gebruik maakt van een EXP pedaal dat is aangesloten op de EXP/CTL 3,4 PEDAL jack.
• Stel het apparaat in aan de hand van de instellingen, die worden omschreven in ‘Pedaal instellingen’ (p. 70) wanneer u gebruik maakt van een voetschakelaar die is aangesloten op de CTL 1,2 PEDAL jack of de EXP/CTL 3,4 PEDAL jack.
Lees ‘Hoofdstuk 9 Aansluiten
op computers’ (p. 79) voor
meer informatie omtrent het
gebruik van de RC-50 in
combinatie met een op de USB
aansluiting aangesloten
computer.
17

De stroom aanzetten

Wanneer het aansluiten is voltooid (p. 16), zet u de stroom van de diverse apparaten in de aangegeven volgorde aan. Door apparaten in de verkeerde volgorde aan te zetten, riskeert u storing en/of schade aan speakers en overige apparatuur.
1
Controleer het volgende voor u de stroom aanzet:
• Zijn alle externe apparaten naar behoren aangesloten?
• Heeft u het volume van de RC-50 en de aangesloten versterkers en overige aangesloten geluidsapparatuur uitgezet?
2
Zet de [POWER] schakelaar op het achterpaneel van de RC-50 op ‘ON’.
fig.01-051
Het display toont het volgende, en na enkele seconden is de RC-50 gereed voor normaal gebruik.
Het scherm dat nu verschijnt, heet het Play scherm.
fig.01-060d
Schakel de stroom niet uit,
voordat het Play scherm wordt
getoond.
* De Patch, die als laatst was geselecteerd toen de stroom werd uitgeschakeld, is actief.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Er is een korte tussenpauze (enkele
seconden), voordat het apparaat naar behoren functioneert.
3
Zet de apparatuur aan in deze volgorde:
Externe effectprocessors gitaarversterkerss (speakers).

Play scherm

In het Play scherm wordt de volgende informatie weergegeven:
(Voorbeeld)
(1)
(2)(3)(3)(3)(4) (2)(2)
fig.01-121
(1) Patchnaam (16 tekens)
(2) Opnamestatus van elke frase
o : Opgenomen
- : Nog niet opgenomen
(3) Niveaumeters geven het huidige volumeniveau (L/R) van elke frase aan.
(4) Resterende opnameduur (in minuten)
Lees ‘Over frases en Patches’
(p. 28) voor meer informatie
over frases en Patches.
18

De inputniveaus wijzigen

Wijzig middels de INPUT LEVEL knop de inputniveaus dusdanig, dat ze geschikt zijn voor de aangesloten instrumenten.
Wijzig de AUX, MIC of INST knoppen afhankelijk van de jack waar een instrument op is aangesloten.
fig.01-070
1
Zorg voor een maximaal signaal naar de RC-50.
2
Wijzig de knop tot de PEAK indicator net aan knippert.
De PEAK indicator licht op, wanneer het geluid zich op 6dB van het niveau bevindt waarop het begint te oversturen.
* Door de inputniveaus te hoog in te stellen, behaalt u niet het volledige effect van het geluid.
De stroom aanzetten
Hoofdstuk 1

De outputniveaus wijzigen

Gebruik deze procedure om de outputniveaus te wijzigen.
1
Wijzig het outputniveau van de OUTPUT jacks met de MASTER LEVEL knop.
fig.01-080
2
Zet de frase 1/2/3 LEVEL knoppen in de middenpositie.
fig.01-090
19

Opnemen

Probeer nu een instrumentale opname vast te leggen met de RC-50.
Dit voorbeeld beschrijft de procedure om Patch 6 te selecteren en op te nemen.
fig.01-120
12 3
4,5,7,8 2 6 9
1
Draai in het Play scherm aan de PATCH/VALUE draaischijf tot ‘6’ op het linkerdisplay verschijnt.
‘INIT PATCH’ verschijnt in het rechterdisplay.
* Aan gezien de Patches 6-99 vanuit de fabriek met de INIT PATCH zijn geprogrammeerd
(Frases 1-3 niet opgenomen), kunt ook ook een andere Patch van 7-99 kiezen.
fig.01-121d
2
Wanneer alle frases blanco zijn, dan wordt dit in het onderste deel van het scherm aangegeven door ‘- - -‘.
Bij elke frase geeft ’o’ aan dat er gegevens zijn vastgelegd voor die Patch, terwijl ‘-‘ aangeeft dat de Patch blanco is.
De INIT PATCH is reeds ingesteld op Multi modus (p. 28).
2
Wanneer u het tempo al heeft ingesteld en de opname met dat tempo wilt opnemen, terwijl u de opname beluistert, dan druk u op het TEMPO pedaal of op [TAP TEMPO] op een bepaald ritme, nadat u de GUIDE LEVEL knop naar rechts heeft gedraaid (met de klok mee).
Het tempo wordt ingesteld op de interval tussen tippen op de toets of het pedaal.
*U kunt het ritme als begeleidingsgeluid laten spelen, terwijl u speelt door de GUIDE LEVEL
knop naar rechts te draaien (met de klok mee).
3
Om de opname te starten op het moment dat de opname begint, zorgt u ervoor dat de [AUTO REC] indicator oplicht.
Auto Recording (p. 47) is dan ingeschakeld.
Zet de stroom niet uit tijdens
het opnemen. Dit kan leiden
tot verlies van opgenomen
materiaal.
20
4
Druk op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal om de opname te starten.
De REC/PLAY/OVERDUB pedaalindicator en de indicator van het frase pedaal voor de frase die wordt opgenomen lichten rood op.
Wanneer Auto Recording actief is, start de opname tegelijk met het begin van de opname.
5
Druk nogmaals op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal om de opname te stoppen.
Het opnemen stopt en de opgenomen geluiden worden afgespeeld.
* Om de opname te stoppen zonder geluid af te spelen, drukt u direct op het STOP pedaal.
Geluiden, die op deze manier worden opgenomen, heten ‘frases’.
Op de RC-50 kunt u drie frases tegelijk gebruiken.
Ga door middels het opnemen van frase 2.
6
Druk op het frase 2 pedaal om frase 2 te selecteren.
De linker indicator van het frase 2 pedaal licht op, terwijl de rechter indicator rood knippert.
Opnemen
Hoofdstuk 1
7
Druk op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal om de opname te starten.
Door tijdens het afspelen van frase 1 op het pedaal te drukken, wordt frase 2 gelijktijdig opgenomen.
De beschikbare opnameduur van frase 2 is gelijk aan die van frase 1.
Wanneer u de opname voortzet, nadat frase 1 terugkeert naar het begin, overdubt het volgende materiaal het vorige opnameresultaat.
8
Druk nogmaals op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal om de opname te stoppen.
Frase 1 en frase 2 worden gelijktijdig afgespeeld.
U kunt op dezelfde manier frase 3 opnemen, door op het frase 3 pedaal te drukken gevolgd door een druk op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal.
9
Wanneer u tegelijkertijd op de frase 2 en frase 3 pedalen drukt, stopt al het afspelen.
De modus, waarin u tijdens het beluisteren van een eerder opgenomen frase een nieuwe frase kunt opnemen of drie passages tegelijk kunt afspelen, heet ‘Multi modus’.
Daarnaast kunt u met de RC-50 maximaal 99 sets met daarin de drie frases en instellingen omtrent de uitvoer ervan vastleggen.
Elk exemplaar van zo’n set heet een ‘Patch’.
U kunt het nummer van de momenteel geselecteerde Patch in het linker display controleren, en de bijbehorende Patchnaam aflezen in het rechter display.
Bij elke frase wijst een ‘o’ op een opgenomen frase, terwijl met ‘-‘ wordt aangegeven dat een Patch blanco is.
U kunt ook elke frase met een
afzonderlijke lengte opnemen.
‘Frases afspelen met alle
lengtes en beginposities
uitgelijnd: Loop Sync’(p. 28)
21

Afspelen

fig.01-100
1
25
1
Draai in het Play scherm aan de PATCH/VALUE draaischijf om Patch 1, ‘BIG ROCK’, te selecteren.
fig.01-101d
2
Druk op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal.
Frase 1 wordt afgespeeld.
3
Druk op het frase 2 pedaal.
Het afspelen van frase 1 stopt, en frase 2 wordt afgespeeld.
4
Druk op het frase 3 pedaal.
Het afspelen van frase 2 stopt, en frase 3 wordt afgespeeld.
43
Zet de stroom niet uit tijdens
het afspelen. Dit kan leiden tot
verlies van opgenomen
materiaal.
22
5
Druk op het STOP pedaal.
Frase 3 stopt met afspelen.
Op deze manier maakt de RC-50 het mogelijk om frases af te spelen, waarbij u van de ene naar de andere schakelt.
Deze modus heet ‘Single modus’.
Afspelen
De RC-50 wordt vanuit de fabriek geleverd met demoPatches onder de Patchnummers 1-5.
Nr.
Patchnaam Modus Frase
1 Chord E Loop
1 BIG ROCK Single
2 FUNKY BLUES Single
3 SHUFFLE GROOVE Single
4 ROCK BALLAD Multi
5 COOL GROOVE Multi
2 Chord A Loop
3 Chord B Loop
1 Blues Progression 12-Measure Pattern A
2 Blues Progression 12-Measure Pattern B
3 Ending
1 Chord A Loop
2 Chord D Loop
3 Chord E D Repeating Loop
1 16-Measure Loop
2 Blank
3 Blank
1 Drum Loop
2 Bass Loop
3 Blank
Deze Patches zijn beveiligd met een feature (Preset Protect) die onbedoeld verwijderen voorkomt.
Om de demo Patches te verwijderen en Patches die u zelf hebt gemaakt bij Patchnummers 1-5 onder te brengen, schakelt u Preset Protect naar OFF.
‘Patchnummers 1-5 beveiligen (Preset Protect)’ (p. 69)
Hoofdstuk 1
23

Overig materiaal toevoegen (Overdubbing)

Met de RC-50 kunt u tevens opnamen aan eerder opgenomen frases toevoegen (overdubben).
fig.01-121
3,4,5 2
1
Bereid een eerder opgenomen frase voor.
Leg de frases vast aan de hand van de procedures, die worden omschreven bij ‘Opnemen’ (p. 20) of zet een Patch klaar die bij ‘Afspelen’ (p. 22) is geselecteerd.
2
Druk op het frase pedaal van de frase die u wilt overdubben.
3
Druk op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal om de frase af te spelen.
4
Druk nogmaals op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal wanneer u het punt bereikt waar u het overdubben wilt starten.
Het overdubben van de opname vervolgt zich vanaf dat punt, tot u wederom op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal drukt.
5
Druk nogmaals op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal wanneer u het overdubben wilt stoppen.
De nieuwe opname wordt gelaagd over de oorspronkelijke opname.
De volgende sectie beschrijft de procedure om het resultaat van het overdubben ongedaan te maken (undo).
Zet de stroom niet uit tijdens
het overdubben. Dit kan leiden
tot verlies van opgenomen
materiaal.
24

Het resultaat van overdubben ongedaan maken (Undo)

Het kan gebeuren, dat u tijdens het opnemen/overdubben een fout maakt bij het spelen of om andere redenen het overdubben opnieuw wilt doen. In zulke gevallen kunt u Undo gebruiken om de opname terug te laten keren in de staat waarin deze verkeerde voor het overdubben plaatsvond.
Probeer de Undo functie te gebruiken bij de frase die u in ‘Overig materiaal toevoegen (Overdubbing)’ hebt gebruikt bij het overdubben.
fig.01-122
1,23
Hoofdstuk 1
1
Druk op het UNDO/REDO pedaal.
De opname, die in de overdub werd weergegeven, verdwijnt en de frase keert terug naar de staat waarin deze verkeerde voor het overdubben plaatsvond.
U kunt ook de volgende procedure gebruiken, om de frase terug te brengen in de staat van na het overdubben (redo).
2
Druk op het UNDO/REDO pedaal (redo).
Het resultaat van het overdubben, afspelen dat gestopt was door het ongedaan maken, wordt hersteld en de frase keert terug in de staat, waarin deze zich na het overdubben bevond.
3
Druk op het STOP pedaal om de opname te stoppen.
Op deze manier kunt u zelfs wanneer u tijdens het overdubben fouten maakt, het resultaat vernietigen en opnieuw beginnen. Daarbij blijft het mogelijk om per ongeluk ongedaan gemaakt materiaal te herstellen.
Zet de stroom niet uit tijdens
het gebruik van undo/redo.
Dit kan leiden tot verlies van
opgenomen materiaal.
25

De stroom uitschakelen

1
Alvorens de stroom uit te schakelen controleert u het volgende.
• Heeft u het volume van de RC-50 en de aangesloten versterkers en overige aangesloten geluidsapparatuur uitgezet?
2
Zet de stroom uit van elke op de RC-50 aangesloten effectprocessor, gitaarversterker (speakers) of overige apparatuur.
3
Zet de stroom van de RC-50 uit.
26
Hoofdstuk 2
Basisinstallatie van de RC-50
Hoofdstuk 2 Basic Setup of the RC-50
27

Over frases en Patches

Frase 1
Frase 2
Frase 3
Begin van opname
Drie frases spelen tegelijkertijd
Frase 1
Frase 2
Frase 3
Beginpositie van loop
De loop wordt herhaald met een onveranderde lengte van elke Frase

Over afspeelmodi

fig.02-010
Patch #99
Phrase 1
Phrase 2
Phrase 3
Patch #2
Patch #1
Phrase 1
Phrase 1
Phrase 2
Phrase 2
Phrase 3
Phrase 3
Patch #3
Phrase 1
Phrase 2
Phrase 3

Wat is een frase?

Een opname die gebruik maakt van instrumenten of andere input die wordt opgenomen en bewaard heet een ‘frase’.
Frases bevatten opgenomen audio, die samen met andere informatie wordt vastgelegd, zoals de afspeel- en opnamemethode.

Wat is een Patch?

U kunt met de RC-50 schakelen tussen drie frases, terwijl ze worden afgespeeld of ze zelfs alle drie tegelijkertijd afspelen.
De RC-50 kan tot 99 verschillende instellingensets vastleggen die bepalen hoe deze drie frases worden afgespeeld.
Elke set met instellingen heet een ‘Patch’.

Over de huidige frase

Om een frase op te nemen, dient u de frase waarmee u wilt werken te selecteren.
Deze geselecteerde frase heet de ‘huidige frase’.
Alle opnametaken die worden verricht met het REC/PLAY/ OVERDUB pedaal hebben betrekking op de huidige frase.
Daarbij laat de REC/PLAY/OVERDUB pedaalindicator de status zien bij het opnemen, afspelen of overdubben van de huidige frase.
De huidige frase selecteren (Frase 1/2/3 pedalen)
De RC-50 beschikt over twee soorten afspeel (Play) modi, ‘Multi modus’ en ‘Single modus’, die voor verschillende doeleinden gebruikt kunnen worden. De afspeelmodus kan voor iedere Patch afzonderlijk worden ingesteld.

Meerdere frases tegelijk afspelen: Multi modus

Multi modus maakt het mogelijk om drie frases tegelijkertijd af te spelen.
U kunt, bijvoorbeeld, de bas drum en gitaarstukken elk als afzonderlijke frase vastleggen, en door de opname van een enkel muziekstuk als een Patch te bewaren de Parts tegelijkertijd afspelen, en elk gewenst Part stoppen of uitzetten, terwijl het muziekstuk wordt afgespeeld.
fig.02-020
In Multi modus start tegelijkertijd met het opnemen van het frase het afspelen van de andere frases (Simul-Start: p. 50, All Start: p. 61). Ukunt alle frases ook tegelijkertijd laten stoppen (All Stop: p. 61).
Frases afspelen met alle lengtes en beginposities uitgelijnd: Loop Sync
Hoewel u opnames van verschillende lengtes bij elke frase kunt vastleggen, kunt u in Multi modus meerdere frases herhaaldelijk afspelen over dezelfde tijdspanne.
Dit heet ‘Loop Sync’.
Het afspelen wordt herhaald met doorlopend uitgelijnde beginposities, waardoor het mogelijk wordt om, bijvoorbeeld, verschillende Parts (zoals de drums en bassen) bij afzonderlijke frases vast te leggen en ze vervolgens als ensemble te spelen.
Wanneer Loop Sync is uitgeschakeld
fig.02-030
Om van een frase de huidige frase te maken, drukt u op het bijbehorende pedaal (Frase 1, 2 of 3).
De linker (oranje) indicator van het frase pedaal van de huidige frase zal oplichten.
28
Wanneer Loop Sync is ingeschakeld
fig.02-031
Beginpositie van loop
Frase 1
Frase 2
Frase 3
De loop wordt herhaald waarbij elke Frase is uitgelijnd aan de hand van de langste Frase
Over afspeelmodi
Frase 1
Frase 2
Frase 3
Begin van opname
Tussen Frases schakelen terwijl ze worden afgespeeld
Opmerking over het starten met afspelen van een frase, terwijl een andere frase wordt afgespeeld
Wanneer Loop Sync is ingeschakeld
Beginposities van frases lopen altijd synchroon. Wanneer er dus een frase reeds wordt afgespeeld en er nog een wordt gestart, dan zal deze beginnen vanaf het ‘huidige punt in de frase binnen de loop’.
fig.02-040
Frase 1
Frase 2
Afspelen begint vanaf punt binnen Frase
Wanneer Loop Sync is uitgeschakeld
Het afspelen begint altijd vanaf het begin van de frase.
fig.02-041
Frase 1
Frase 2
Afspelen begint altijd vanaf het begin van de Frase
Wanneer er geen opgenomen frases zijn waarbij Tempo Sync ingeschakeld is
De looplengte is de ‘lengte van de frase met de langste speelduur van de opgenomen frases die worden afgespeeld’.
U kunt hier bijvoorbeeld gebruik van maken bij situaties als het herhaald afspelen van frases, waarbij het tempo niet van belang is.
fig.02-043
Loop gespeeld over deze lengte
Frase 1
Frase 2
Frase 3
Tempo Sync: Off
Tempo Sync: Off
Tempo Sync: Off
Hoofdstuk 2
Wanneer de frase is ingesteld op ONE SHOT (p. 52)
ONE SHOT frases kunnen niet met herhaald afspelen worden gebruikt. Deze frases worden alleen afgespeeld, wanneer het REC/PLAY/OVERDUB pedaal wordt ingedrukt.

Frases wisselen, terwijl ze worden afgespeeld: Single modus

Over de looptijd
Wanneer Loop Sync actief is, vormt de lengte van het herhaalde stuk (de looptijd) de ‘afspeeltijd van de frase met de langste afspeeltijd van de opgenomen frases die worden afgespeeld wanneer Tempo Sync is ingeschakeld’. Met andere woorden, de looptijd is gelijk aan de afspeeltijd van de langste frase van een groep frases, die op hetzelfde tempo worden afgespeeld.
Tempo Sync
Tempo Sync is een functie die alle Patches afspeelt op een gebruikelijk opname tempo (het Patch tempo). Wanneer Tempo Sync op ON staat, worden de frases zelfs op hetzelfde tempo afgespeeld wanneer u frases gebruikt die op verschillende tempo’s zijn opgenomen. Lees voor uitgebreidere informatie over Tempo Sync het stuk ‘Het afspelen van de frase synchroniseren met het Patch tempo (Tempo Sync)’ (p. 53).
Wanneer bij een of meerdere opgenomen frases Tempo Sync uitgeschakeld is
Als u gebruik maakt van een opgenomen frase, die de hierboven beschreven looptijd overschrijdt, terwijl Tempo Sync niet actief is dan begint de frase aan het eind van de loop vanaf het begin te spelen zonder dat het overgebleven deel van die frase wordt afgespeeld.
U kunt effectgeluiden en overig materiaal, waarvan u de snelheid gezien het tempo van een muziekstuk niet wilt wijzigen, afspelen ongeacht de lengte van het effectgeluid.
fig.02-042
Frase 1
Frase 2
Frase 3
Loop gespeeld over deze lengte
Tempo Sync: Off
Tempo Sync: On
Tempo Sync: Off
In Single modus kunt u tussen de drie frases wisselen, terwijl u materiaal afspeelt.
U kunt bijvoorbeeld drie frases vastleggen met melodie A, melodie B en een brug (overgang) en deze vervolgens als losstaand muziekstuk afspelen door ze in volgorde te schakelen.
U kunt de RC-50 zo instellen dat wanneer frases worden gewisseld tijdens het afspelen u met een druk op het frase pedaal direct naar de volgende frase kunt schakelen of wanneer de frase, die op dat moment wordt afgespeeld, is afgelopen (Frase Change modus: p.
49).
fig.02-050

Afspeelmodus wisselen

Elke keer dat u op de PLAY MODE toets drukt, wisselt de afspeelmodus tussen Single of Multi modus.
De indicator licht op wanneer Multi modus actief is, en is gedoofd in Single modus.
U kunt tijdens het afspelen, opnemen of overdubben niet van afspeelmodus wisselen.
29

Over opnemen, afspelen, en overdubben

U zult de RC-50 hoofdzakelijk gebruiken in combinatie met de standaard handelingen op het gebied van het opnemen, afspelen, en overdubben (gelaagd opnemen) van opnames. Wanneer u in het Play scherm op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal drukt, wisselt de RC-50 tussen de volgende standaard handelingen, afhankelijk van de status van de huidige frase.
Als de huidige frase blanco is
fig.02-060
Als het REC/PLAY/OVERDUB pedaal wordt ingedrukt
Toepassing op de huidige Frase
Als de huidige frase is opgenomen
fig.02-061
Als het REC/PLAY/OVERDUB pedaal wordt ingedrukt
Toepassing op de huidige Frase
U kunt ook direct na het opnemen beginnen met overdubben. Lees voor meer informatie ‘Direct na opname overdubben (REC Pedal Action)’ (p. 69).
* Door tijdens het afspelen van een frase die op ONE SHOT (p. 52) is ingesteld op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal te drukken, wordt de frase afgespeeld
zonder het overdubben te starten.
AfspelenOpnemen
AfspelenOpnemen
Over-
dubben
Over-
dubben
Afspelen
Afspelen
Over-
dubben
Over-
dubben

Opnemen

Als de huidige frase blanco is kunt u naar deze opnemen door in het Play scherm op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal te drukken.
Het aantal frases, dat tegelijkertijd kan worden opgenomen
De huidige frase is de enige frase waarnaar kan worden opgenomen. Wanneer u naar een andere dan de huidige frase wilt opnemen wordt de huidige frase gewisseld en vindt opname naar de volgende frase plaats.
U kunt niet tegelijkertijd naar meerdere frases opnemen.
Over tempo’s tijdens opname
Opname vindt plaats aan de hand van het tempo, dat onmiddellijk aan de opname voorafgaat.
Wanneer u tijdens het opnemen het tempo wijzigt, kan dit ertoe leiden dat geluiden anders klinken.
Bevestigen dat de RC-50 bezig is met opnemen
Als de RC-50 bezig is met opnemen dan lichten de REC/PLAY/ OVERDUB pedaalindicator en de rode indicator van het frase pedaal, dat overeenkomt met de huidige frase op.
Controleren of een frase een opname bevat
Frases die zijn voorzien van materiaal worden aangegeven door een ‘o’ teken in het display op de plaats van de frase.
Blanco frases worden aangegeven door een ‘-‘ teken.
Beschikbare opnameduur controleren
Tijdens het opnemen wordt de resterende opnameduur in minuten op het display aangegeven. Wanneer er minder dan een minuut over is, wordt de tijd aangegeven in seconden.
De opname stopt vanzelf wanneer de resterende opnameduur verstreken is.
Over opnameduur
De Recording modus (p. 48) van de RC-50 kan schakelen tussen opname in stereo of mono. Wanneer alle Patches van de RC-50 blanco zijn, is de totale opnameduur beschikbaar, zoals hieronder wordt weergegeven.
Recording modus Opnameduur STEREO Ong. 24 minuten MONO Ong. 49 minuten
• De tijden hierboven houden rekening met de benodigde hoeveelheid geheugen voor zowel opname als bewerkingen van de RC-50 (zoals Undo/Redo).
• De minimale tijd, die een frase nodig heeft, ligt op ongeveer 1,5 seconde. Als de frase die u heeft opgenomen korter is, dan wordt de lengte automatisch aangepast, waarna het opnemen zal stoppen.
Opname gerelateerde bewerkingen wisselen
U kunt met de RC-50 de volgende zaken vastleggen om te schakelen tussen de de verschillende opnametaken (instellingen zijn van toepassing op zowel Single als Multi modus).
Opname gelijktijdig met de inbreng van geluid starten
’Auto Recording’ (p. 47)
Schakelen tussen stereo en mono
’Recording modus’ (p. 48)
Opnemen tijdens het muten van geluiden in het midden
’AUX Center Cancel’ (p. 48)
Opnemen met een voor gitaarversterkers aangepaste toon
’AUX & MIC Flat Amp Simulate’ (p. 48)
Daarnaast zijn de volgende bewerkingen beschikbaar in Multi modus.
Tijdens het opnemen van de huidige frase een andere frase
30
Over opnemen, afspelen, en overdubben
laten afspelen
‘Meerdere frases tegelijkertijd afspelen (Simul-Start)’ (p. 50)
Weergave van alle frases starten, wanneer opname van de huidige frase start
’All Start/All Stop’ (p. 61)

Afspelen

Als u in het Play scherm op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal drukt, start het afspelen van de huidige frase, indien deze is voorzien van een opname.
Het aantal frases dat tegelijk kan worden afgespeeld
In Multi modus kunt u alle drie frases tegelijkertijd afspelen.
In Single modus wordt uitsluitend de huidige frase afgespeeld.
Bevestigen dat de RC-50 bezig is met afspelen
Tijdens het afspelen licht de groene indicator van elk frase pedaal op. Daarbij licht de groene indicator van het REC/PLAY/OVERDUB pedaal op, wanneer de huidige frase wordt afgespeeld.
Afspeelgerelateerde bewerkingen wisselen
U kunt met de RC-50 de volgende zaken vastleggen om te schakelen tussen de verschillende weergavetaken (instellingen zijn van toepassing op zowel Single als Multi modus).
Afspelen tijdens fade-in ’Start modus’ (p. 52)
Fade-in snelheid wijzigen
’Fade-Out tijd/Fade-In tijd’ (p. 49)
Frase panning wijzigen
’Pan’ (p. 53)
Frases slechts eenmaal afspelen
’One Shot’ (p. 52)
Afspelen in omgekeerde volgorde
’Reverse’ (p. 52)
Het afspelen van de frase synchroniseren met het Patch tempo
’Tempo Sync’ (p. 53)
Output voor frasegeluiden wisselen
’Output Select’ (p. 53)
Daarnaast zijn de volgende bewerkingen beschikbaar in Multi modus.
Tegelijkertijd afspelen van gewenste frases starten
'Meerdere frases tegelijkertijd afspelen (Simul-Start)' (p. 50)
Tegelijkertijd het afspelen van alle frases stoppen
’All Start/All Stop’ (p. 61)

Overdubben

Indien de huidige frase van opgenomen materiaal is voorzien, kunt u tijdens het afspelen daarvan extra opnamen op de frase lagen door tijdens het afspelen op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal te drukken. Dit heet ‘overdubben’.
U kunt dichtere, vollere frases samenstellen met elke nieuw
opgenomen frase, die u gelaagd aanbrengt, door meerdere malen over de lengte van de frase te overdubben.
U kunt niet overdubben wanneer een frase op ONE SHOT (p.
52) is ingesteld.
Het aantal frases dat tegelijk kan worden overdubt
De huidige frase is de enige frase waarnaar kan worden overdubt. Wanneer u naar een andere dan de huidige frase wilt overdubben, wordt de huidige frase gewisseld en vindt overdubben naar de volgende frase plaats.
U kunt niet tegelijk naar meerdere frases overdubben.
Over tempo’s tijdens overdubben
Overdubben vindt plaats aan de hand van het tempo, dat onmiddellijk aan het overdubben voorafgaat.
Wanneer u tijdens het overdubben het tempo wijzigt, kan dit ertoe leiden dat geluiden anders klinken.
Bevestigen dat de RC-50 bezig is met overdubben
Als de RC-50 bezig is met overdubben dan lichten de REC/PLAY/ OVERDUB pedaalindicator en de oranje indicator van het frase pedaal, dat overeenkomt met de huidige frase, op.
Frase lengte die kan worden overdubt
De fraselengte die u kunt overdubben is gelijk aan de frase waarnaar u overdubt.
Overdub gerelateerde bewerkingen wisselen
U kunt met de RC-50 de volgende zaken vastleggen om te schakelen tussen de verschillende overdub taken (instellingen zijn van toepassing op zowel Single- als Multi modus):
Schakelen tussen stereo en mono
’Recording modus’ (p. 48)
Opnemen tijdens het muten van geluiden in het midden
’AUX Center Cancel’ (p. 48)
Opnemen met een voor gitaarversterkers aangepaste toon
’AUX & MIC Flat Amp Simulate’ (p. 48) Daarbij zorgt het drukken op [OVERDUB MODE] ervoor, dat de Overdubbing modus actief wordt waardoor het mogelijk wordt om van overdub methode te wisselen.
De Overdubbing modus kan op de volgende drie overdubmethoden worden ingesteld:
OVERDUB
REPLACE
Geluiden worden gelaagd op vooraf opgenomen frases. Dit is de meest gebruikte methode.
Vooraf opgenomen frases worden overschreven door nieuw opgenomen frases. Het overschrij­ven vindt plaats tijdens het afspelen van de voor­af opgenomen frases, waardoor een soort vertragingseffect ontstaat, dat vergelijkbaar is met dat van een effectprocessor.
Hoofdstuk 2
31
Over opnemen, afspelen, en overdubben
Vooraf opgenomen frases worden verwijderd tij­dens het overschrijven ervan door nieuw opge-
MOMENTARY PUNCH-IN
Lees voor meer informatie ‘De overdub methode instellen (Overdubbing Mode)’ (p. 47).
nomen frases. Deze methode wijkt af van REPLACE omdat het overschrijven alleen plaatsvindt, wanneer het REC/PLAY/OVER­DUB pedaal wordt ingedrukt.

Undo/Redo

Het kan gebeuren, dat u tijdens het opnemen of overdubben een fout maakt en de zojuist uitgevoerde handeling ongedaan wilt maken. In zulke gevallen kunt u Undo gebruiken om de opname terug te laten keren in de staat waarin deze verkeerde voor het opnemen of overdubben plaatsvond. Dit heet een ‘undo’ bewerking.
U kunt tevens ongedaan gemaakte resultaat herstellen en de data in de staat waarin het verkeerde na het opnemen of overdubben terugbrengen. Dit heet een ‘redo’ bewerking.
Soorten bewerkingen die u ongedaan kunt maken en herstellen
Undo en Redo hebben betrekking op de onmiddellijk voorafgaande opname- of overdubstap.
Aantal Undo’s/Redo’s
Undo kan uitsluitend worden gebruikt bij de onmiddellijk voorgaande opname of overdub stap.
Redo herstelt slechts de onmiddellijk daaraan voorafgaande undo bewerking.
Stoppen met een fade-out of op het uiterste eind van de frase
’Stop modus’ (p. 53)
De fade-out snelheid wijzigen
’Fade-Out tijd/Fade-In tijd’ (p. 49)
Daarnaast zijn de volgende bewerkingen beschikbaar in Multi modus.
Tegelijk het afspelen van alle frases stoppen
’All Start/All Stop’ (p. 61)

Verwijderen (Clear)

Wanneer u na het drukken op een frase pedaal om een frase te selecteren het STOP pedaal minimaal twee seconden ingedrukt houdt, wordt de opname van de huidige frase verwijderd.
Hoewel u met Undo het resultaat van de onmiddellijk voorafgaande opname-of overdubbewerking ongedaan kunt maken, dient u wanneer u de uiteindelijke opname van een frase wilt verwijderen noodzakelijkerwijs de Clear functie te gebruiken.
Door gebruik te maken van een externe voetschakelaar kunt u
frases verwijderen met een enkele druk op het pedaal of frase 1,
2, en 3 individueel verwijderen.
’Functies van pedalen en externe voetschakelaars van de
RC-50 instellen (TEMPO/UNDO/CTL1/CTL2/CTL3/ CTL4 Pedal Function)’ (p. 70)
Door tijdens het opnemen, afspelen of overdubben op Clear te
drukken, wordt de frase onmiddellijk stilgezet en verwijderd.
Controleren of er wel of geen Undo/Redo mogelijk is
U kunt een undo bewerking onmiddellijk na het opnemen of overdubben of na een redo bewerking uitvoeren.
Na een undo bewerking licht de rode UNDO/REDO indicator op om aan te geven dat een redo bewerking mogelijk is.
U kunt na het vastleggen van de Patch geen undo of redo bewerkingen uitvoeren.

Stoppen

Door tijdens het opnemen, afspelen of overdubben op het STOP pedaal te drukken, stopt de betreffende bewerking.
Tijdens het overdubben lichten de pedaalindicator van het REC/ PLAY/OVERDUB pedaal en de oranje indicator van het frase pedaal, dat hoort bij de huidige frase, op.
Stopgerelateerde bewerkingen wisselen
Om tussen de verschillende stopgerelateerde bewerkingen te wisselen, kunt u de volgende instellingen vastleggen (instellingen zijn van toepassing op zowel Single als Multi modus).
32

Met de pedalen Patches wisselen (Patch Select modus)

U kunt niet uitsluitend met de PATCH/VALUE draaischijf in het Play scherm wisselen, maar ook met de pedalen.
De modus waarin u Patches kunt wisselen met de pedalen van de RC-50 heet ‘Patch Select modus’.
U kunt huidige bewerkingen (opnemen, afspelen, en overdubben) niet stoppen in Patch Select modus.

Patches wisselen in Patch Select modus

fig.02-070
1,3-1 3-3 3-222
1. Houd binnen het Play scherm het TEMPO pedaal minimaal
twee seconden ingedrukt.
Het Patchnummer knippert in het linker display waarmee
wordt aangegeven dat de RC-50 naar Patch Select modus is
overgeschakeld.
fig.02-080d
3-2. Om de huidige frase in de volgende Patch te wijzigen, drukt u
eenmaal op een frase pedaal.
Tijdens het bespelen:
Wanneer de frase Change modus (p. 49) is ingesteld op
IMMEDIATE keert het Play scherm terug op het display en
schakelt de RC-50 direct over naar de volgende Patch.
Tegelijk wordt de frase die is toegekend aan het ingedrukte
frase pedaal de huidige frase.
Wanneer frase Change modus op LOOP END is ingesteld, keert
het Play scherm terug op het display en wordt de Patch in
wachtstand gezet.
Wanneer de huidige frase is afgespeeld schakelt de RC-50 over
naar de Patch die als volgende op afspelen staat te wachten.
Tegelijk wordt de frase die is toegekend aan het ingedrukte
frase pedaal de huidige frase.
Tijdens stilstand:
Het Play scherm keert terug op het display en de RC-50 schakelt
meteen over naar de volgende Patch.
Tegelijk wordt de frase die is toegekend aan het ingedrukte
frase pedaal de huidige frase.
3-3. Om Patch Select te annuleren en terug te keren naar het Play
scherm, drukt u eenmaal op het UNDO/REDO pedaal.
De RC-50 verlaat Patch Select modus en het Play scherm keert
terug op het display.
Hoofdstuk 2
2. Druk op het STOP of REC/PLAY/OVERDUB pedaal om het
Patchnummer naar boven of naar beneden bij te stellen.
De linker (oranje) indicators van het pedaal knipperen, waarmee wordt aangegeven naar welke frase van de Patches u overschakelt.
3. Selecteer een van de volgende bewerkingen:
3-1. Na het selecteren van het Patchnummer drukt u eenmaal op het
TEMPO pedaal om Patches te wisselen.
Tijdens het bespelen:
Wanneer de frase Change modus (p. 49) op IMMEDIATE is ingesteld, keert het Play scherm terug op het display en schakelt de RC-50 direct over naar de volgende Patch.
Wanneer frase Change modus is ingesteld op LOOP END keert het Play scherm terug op het display en wordt de Patch in wachtstand gezet.
Wanneer de huidige frase is afgespeeld, schakelt de RC-50 over naar de Patch die als volgende op afspelen staat te wachten.
Tijdens stilstand:
Het Play scherm keert terug op het display en de RC-50 schakelt meteen over naar de volgende Patch.
33
MEMO
34
Hoofdstuk 3
Over tempo’s en de begeleider
Hoofdstuk 3 About Tempos and the Guide
35

Over tempo’s

Deze sectie levert informatie over het gebruik van tempo’s op de RC-
50.

Over tempo’s en de frase afspeelsnelheid

Wanneer u de RC-50 bespeelt, wordt de afspeelsnelheid bepaald aan de hand van één van de twee tempomogelijkheden. De oorspronkelijke tempo’s, die bij elk van de drie frases zijn vastgelegd of de Patch tempo’s die bij Patches zijn vastgelegd.
Voorbeelden van oorspronkelijke en Patch tempo’s
fig.03-009
Patch
Patchtempo: 120
Phrase 1
Phrase 2
Phrase 3
Over Tempo Sync
De opnames van de RC-50 worden gespeeld volgens het Patch tempo, maar u kunt er ook voor kiezen om elke frase op haar oorspronkelijke tempo af te spelen. Dit heet ‘Tempo Sync’.
Als Tempo Sync actief is, wordt de afspeelsnelheid verhoogd of verlaagd om qua tempo overeen te stemmen met het Patch tempo.
Wanneer Tempo Sync niet actief is wijzigt de afspeelsnelheid van de frase niet.
In het voorbeeld hierboven wordt elke frase met de volgende tempo’s afgespeeld.
Frase
1 120
2 120
3 80
Oorspronkelijk tempo: 100
Tempo Sync: ON

Oorspronkelijk tempo

Tempo Sync: ON
Oorspronkelijk tempo
Tempo Sync: OFF
Performance Tempo
Afspeelsnelheid
De afspeelsnelheid wordt verhoogd om synchroon te lopen met het Patch tempo.
Het oorspronkelijke tempo is gelijk aan het Patch tempo, de afspeelsnelheid van de frase is dus ongewijzigd.
Tempo Sync is uitgeschakeld, de af­speelsnelheid van de frase is dus ongewijzigd.
: 120
: 80
Oorspronkelijk tempo
Het tempo, dat wordt gebruikt wanneer een frase wordt vastgelegd. Dit is het ‘oorspronkelijke tempo’.
Hoe wordt het oorspronkelijke tempo bepaald bij het opnemen?
Het oorspronkelijke tempo wordt vanzelf ingesteld wanneer een frase wordt opgenomen. Deze instelling wordt aan de hand van de status van de RC-50 vastgelegd, zoals hieronder wordt getoond.
Single modus
Als de gids is geactiveerd (als Guide niveau niet is ingesteld op OFF):
Het oorspronkelijke tempo van de nieuw opgenomen frase wordt ingesteld op hetzelfde tempo als het Patch tempo.
Op dit ogenblik licht de Loop Quantize indicator op.
Als de gids is ingesteld op OFF:
Het oorspronkelijke tempo van de nieuw opgenomen frase wordt automatisch berekend aan de hand van de opnamelengte van de opgenomen frase (op dit moment is de Loop Quantize indicator uit).
Daarbij wordt het Patch tempo op dezelfde waarde als het frase tempo ingesteld, indien TempoSync op ON staat.
Als het tempo automatisch aan de hand van de frase lengte wordt berekend, wordt het tempo van de opnamematen met 1, 2, 4, 8, 16 (of veelvouden van 2) vergroot.
De standaardwaarde is op een 4/4 beat (maatsoort).
Bij het opnemen van frases met een andere beat stelt u alvorens de opname te starten (p. 39) de maatsoort in.
Wanneer het tempo het maximum van de RC-50 overschrijdt
(250 bpm) kan dit niet automatisch worden bepaald.
Wanneer Synchronised Performance (p. 77) gebruikt wordt om
de RC-50 te synchroniseren met het tempo van een extern MIDI
apparaat, dan wordt het oorspronkelijke tempo van de frase
ingesteld op het Patch tempo, net als wanneer de gids is
geactiveerd.
Op dit moment licht de Loop Quantize indicator op.
’Tempo synchronisatie met MIDI instellen (MIDI Sync)’ (p.
50)
Zo kunt u door Tempo Sync te schakelen op hetzelfde tempo spelen als dat wordt gebruikt bij het afspelen. Dat kan zelfs wanneer de tempo’s van de opname van elke frase (het oorspronkelijke tempo) afwijken.
Wanneer het oorspronkelijke tempo en het Patch tempo totaal verschillend zijn kan de geluidskwaliteit bij het gebruik van Tempo Sync afnemen.
36
Over tempo’s
Multi Mode
Als Loop Sync is ingesteld op OFF:
Net als in Single modus hangt de bepaling van het oorspronkelijke tempo af van het al dan niet actief zijn van de gids.
Echter, wordt het oorspronkelijke tempo ingesteld op dezelfde waarde als dat van de afgespeelde frase (het Patch tempo), indien naast de frase die u gaat opnemen een opgenomen frase wordt afgespeeld die aan beide onderstaande voorwaarden voldoet.
• Tempo Sync is ingesteld op ON
• One Shot (p. 52) is ingesteld op LOOP
Op dit moment licht de Loop Quantize indicator op.
fig.03-021
Patchtempo: 120
Phrase 1
Phrase 2
Nieuw opgenomen phrase
Als Loop Sync is ingesteld op ON:
Net als in Single modus hangt de bepaling van het oorspronkelijke tempo af van het al dan niet actief zijn van de gids.
Echter, wordt het oorspronkelijke tempo ingesteld op dezelfde waarde als dat van de afgespeelde frase (het Patch tempo), indien naast de frase die u gaat opnemen er een frase is opgenomen waarvan One Shot is ingesteld op LOOP.
Op dit moment licht de Loop Quantize indicator op.
fig.03-020
Patchtempo: 120
Phrase 1
Phrase 2
Nieuw opgenomen phrase
Oorspronkelijk tempo: 84
Tempo Sync: ON
Oorspronkelijk tempo
Tempo Sync: OFF
Oorspronkelijk tempo
Tempo Sync: OFF
Oorspronkelijk tempo: 84
Tempo Sync: ON
Oorspronkelijk tempo: 147
Tempo Sync: OFF
Oorspronkelijk tempo: 120
Tempo Sync: OFF
: 147
: 120
Zelfde waarde als patchtempo
Het oorspronkelijke tempo bevestigen en vastleggen
U kunt het oorspronkelijke tempo als volgt bevestigen en vastleggen.
fig.03-030
3-2
13-1 42,3-1
Hoofdstuk 3
1. Druk op [Frase] om de frase te selecteren, waarvan u het
oorspronkelijke tempo wilt vastleggen.
2. Druk op PARAMETER [ ] [ ], totdat Original Tempo
wordt weergegeven.
Het oorspronkelijke tempo van de frase wordt aangegeven.
fig.03-040d
3. Gebruik bij het wijzigen van het oorspronkelijke tempo de
volgende stappen.
3-1. Druk op PARAMETER [ ] [ ] om de cursor naar het
cijfer te verplaatsen, dat u wilt wijzigen, en draai vervolgens aan
de PATCH/VALUE draaischijf om het oorspronkelijke tempo te
wijzigen.
Beschikbare instellingen: 40.0-250.0
3-2. Druk meerdere malen op [TAP TEMPO].
Het tempo wordt aan de hand van de interval van het
indrukken van de toets ingesteld.
4. Wanneer u klaar bent met het bevestigen of vastleggen van de
waarde, drukt u op [EXIT] om terug te keren naar het Play
scherm.
Wanneer de RC-50 met een MIDI kabel is aangesloten op een extern MIDI apparaat en is ingesteld om gesynchroniseerd met het tempo daarvan te reageren, dan wordt het Patch tempo aangepast aan dat van het externe MIDI apparaat.
’Tempo synchronisatie met MIDI instellen (MIDI Sync)’ (p. 50)
Alle frases worden op hetzelfde tempo afgespeeld
Zelfs wanneer elke frase op een ander tempo is opgenomen, door de afspeelsnelheid van de frase te laten synchroniseren met het Patch tempo.
‘Afspeelsnelheid van frase synchroniseren met Patch tempo
(Tempo Sync)’ (p. 53)
37
Over tempo’s

Patch tempo

Vanaf dit moment wordt het tempo, dat wordt gebruikt bij het opnemen van een frase of het afspelen van een Patch, het ‘Patch tempo’ genoemd.
Bovendien wordt het Patch tempo tevens gebruikt als het tempo van de gids (p. 39).
Het Patch tempo bevestigen en vastleggen
U kunt het Patch tempo als volgt bevestigen en vastleggen.
fig.03-050
1,2-2
2-12-1
1. Druk op [TAP TEMPO] om ‘Patch:Tempo’ weer te geven.
Het tempo wordt aangegeven.
fig.03-060d
2. Gebruik de volgende procedure om het Patch tempo te
wijzigen.
2-1. Druk op PARAMETER [ ] [ ] om de cursor naar het
cijfer te verplaatsen dat u wilt wijzigen en draai vervolgens aan de PATCH/VALUE draaischijf om het Patch tempo te wijzigen.
Beschikbare instellingen: 40.0-250.0
2-2. Druk meerdere malen op [TAP TEMPO].
Het tempo wordt ingesteld aan de hand van de interval van het
indrukken van de toets.
Het Patch tempo vastleggen met het TEMPO pedaal
Als u meerdere malen op het [TEMPO] pedaal drukt, wordt het tempo ingesteld aan de hand van de interval tussen het drukken op het pedaal.
•U kunt het tempo niet met het TEMPO pedaal aanpassen
wanneer de functie van het pedaal is gewijzigd.
’Functies van pedalen en externe voetschakelaars van de
RC-50 instellen (TEMPO/UNDO/CTL1/CTL2/CTL3/ CTL4 pedaal instellingen)’ (p. 70)
•U kunt het tempo niet met de PATCH/VALUE draaischijf,
[TAP TEMPO] of het TEMPO pedaal wijzigen, wanneer
Synchronised Performance wordt gebruikt om het tempo van
de RC-50 te synchroniseren met dat van een extern MIDI
apparaat.
38

Tijdens het bespelen luisteren naar het ritmegeluid – Over de gids

(Voorbeeld)
Bij het opnemen van frases met de RC-50 kan het handig zijn om de gids te gebruiken, die kan dienen als metronoom.
De gids bestaat uit meerdere voorgeprogrammeerde ritmegeluiden met drum en percussie vol maatsoorten. Hierdoor is de gids niet alleen bruikbaar als metronoom maar ook als eenvoudige ritmemachine ter invulling van een achtergrondritme.
Tevens kunt u geloopde frases op de juiste lengte opnemen door voor de opname tempo en gidsbeat in te stellen, en de opname in lijn met de gids te laten plaatsvinden (Loop Quantize; p. 42).
Nu volgt een beschrijving van gidsinstellingen.
Gidsinstellingen worden bij elke Patch individueel vastgelegd.

De gids starten en stoppen

De gids instellen

Gebruik de volgende procedure om de gidsinstellingen te wijzigen.
fig.03-070
5
32 1
Hoofdstuk 3
Het gidsgeluid start vanzelf wanneer u met het opnemen of afspelen van een frase begint.
De gids stopt vanzelf wanneer het opnemen, afspelen of overdubben van alle frases (1-3) is voltooid.
U kunt ook op [GUIDE START/STOP] drukken om de gids handmatig te starten, wanneer opnemen of afspelen is gestopt of de gids stoppen als de opname bezig is.
Als het niet nodig is om automatisch te starten stelt u Guide niveau (volgende sectie) in op OFF.

Het volume van het gidsgeluid wijzigen (Guide Level)

U kunt het volume van het gidsgeluid wijzigen met de GUIDE LEVEL knop.
Er wordt geen gidsgeluid gespeeld als de GUIDE LEVEL knop geheel naar links is gedraaid (is ingesteld op OFF).
Wanneer Guide Level is ingesteld op OFF stopt de gids en gaat de [GUIDE START/STOP] indicator uit. In dit geval zal het gidsgeluid niet starten ongeacht of u de knop naar rechts draait (met de klok mee).
1. Druk op [GUIDE SELECT] om het instellingenscherm van de
gids weer te geven.
2. Druk op PARAMETER [ ] [ ] om de parameter die u
wilt wijzigen weer te geven.
fig.03-080d
3. Draai aan de PATCH/VALUE draaischijf om de waarde van de
instelling te wijzigen.
4. Herhaal indien nodig de stappen 2-3.
5. Als de instellingen zijn vastgelegd, drukt u op [EXIT] om
terug te keren naar het Play scherm.
Het gidsgeluid selecteren (Guide Pattern)
U kunt het opnamepatroon van de gids selecteren uit een selectie van rock drums, Latin percussie, en andere patronen.
fig.03-091d
‘Gidspatronenlijst’ (p. 41)
De beat (maatsort) van het gidsgeluid selecteren (Beat)
Hiermee selecteert u de beat van het gidsgeluid.
fig.03-090d
Beschikbare instellingen:
2/4, 3/4, 4/4, 5/4, 6/4, 7/4, 5/8, 6/8, 7/8, 8/8, 9/8, 10/8, 11/8, 12/8, 13/8, 14/8, 15/8
U kunt de beat van een frase niet wijzigen, nadat de frase is
opgenomen. Stel deze dus in, alvorens met opnemen te
beginnen.
39
Tijdens het bespelen luisteren naar het ritmegeluid – Over de gids
Tijdens opname een Count-In spelen (Recording Count-In)
U kunt een opname laten starten nadat een Count-in (aftelling) wordt gespeeld.
fig.03-110d
Beschikbare instellingen
OFF
1MEAS
Er wordt geen Count-in gespeeld wanneer opname is gestart als gevolg van een MIDI Start bericht dat van een extern MIDI apparaat is ontvangen.
Omschrijving
Er wordt geen Count-in gespeeld.
Opname start nadat een One-measure Count-in is gespeeld.
Een Count-in voor afspelen (Playback Count-In)
U kunt het afspelen laten starten, nadat een Count-in geluid wordt gespeeld.
fig.03-111d
Beschikbare instellingen
OFF
1MEAS
Omschrijving
Er wordt geen Count-in gespeeld.
Opname start nadat een One-measure Count-in is gespeeld.
Als Guide Level op OFF is ingesteld, stopt de gids en gaat de
[GUIDE START/STOP] indicator uit. In dit geval zal het
gidsgeluid niet spelen, zelfs niet wanneer u het Guide Level
verhoogt (door de GUIDE LEVEL knop naar rechts te draaien).
De output van het gidsgeluid schakelen (Guide Output Select)
U kunt schakelen tussen de jacks, die de output van het gidsgeluid verzorgen.
fig.03-100d
Beschikbare instellingen
MAIN
SUB
MAIN+SUB
U kunt de methode selecteren, waarmee de output van het
gidsgeluid wordt vastgelegd. Dit kan of bij elke Patch
individueel volgens het schema hierboven of bij de systeem
instellingen waarbij de outputbestemming voor alle Patches
tegelijk wordt geselecteerd.
’Voor alle Patches dezelfde audio output gebruiken
(Input/Frase 1, 2, 3/Guide Output Select)’ (p. 69)
Omschrijving
Output via de MAIN OUTPUT en PHONES jacks.
Output via de SUB OUTPUT jacks. Output vindt niet plaats via de PHONES jack.
Output vindt plaats via de MAIN, SUB OUTPUT en PHONES jack.
• Er wordt geen Count-in gespeeld, wanneer het afspelen is
gestart als gevolg van een MIDI Start bericht dat van een extern
MIDI apparaat is ontvangen.
• Er wordt geen Count-in gespeeld, wanneer het afspelen is
gestart, terwijl de CC# functie van de RC-50 of een externe
voetschakelaar is ingesteld op ‘Frase 1/2/3 PLY/STP’ of ‘Frase
1/2/3 PLAY’.
Het volume van het gidsgeluid wijzigen (Guide Level)
*U kunt deze waarde ook wijzigen met de GUIDE LEVEL knop.
fig.03-120d
Beschikbare instellingen: OFF, 2-200
40
Gidspatroonlijst
fig.03-100-Guide
Beat Patroon
Simple Beat 1—4
Shuffle 1—2
Hi-Hat 1—2
2/4
Kick & Hi-Hat 1—5
Rim & Hi-Hat 1—4
Conga & Hi-Hat 1—3
Simple Beat 1—8
Groove Beat 1—2
Shuffle
3/4
Hi-Hat
Kick & Hi-Hat 1—3
Rim & Hi-Hat 1—4
Conga & Hi-Hat 1—2
Simple Beat 1—5
Downbeat Snare
Rock 1—5
Latin Rock 1—2
Groove Beat 1—5
Shuffle 1—6
1/2 Shuffle 1—2
16th Shuffle 1—2
Shuffle Reggae
Pop 1—3
Funk 1—3
4/4
Fusion 1—3
Swing
Bossa 1—3
Samba 1—3
Clave 1—2
909 Beat
909 Clap
R&B 1—2
Hi-Hat
Kick & Hi-Hat 1—2
Conga & Hi-Hat
Conga & Maracas
Simple Beat 1—4
Groove Beat 1—3
Swing 1—2
5/4
Hi-Hat 1—4
Kick & Hi-Hat 1—4
Rim & Hi-Hat
Conga & Hi-Hat 1—2
Tijdens het bespelen luisteren naar het ritmegeluid – Over de gids
Beat Patroon
Simple Beat 1—7
Groove Beat 1—2
Shuffle
Swing 1—2
Bossa Feel
6/4
Samba Feel 1—2
909 Beat
909 Clap
Hi-Hat 1—2
Kick & Hi-Hat
Conga & Maracas
Simple Beat 1—7
Groove Beat 1—2
Shuffle
Swing 1—2
Bossa Feel
7/4
Samba Feel 1—2
909 Beat
909 Clap
Hi-Hat 1—2
Kick & Hi-Hat
Conga & Maracas
Simple Beat 1—10
Bossa Feel
Samba Feel 1—2
909 Beat
5/8
909 Clap
Hi-Hat 1—3
Kick & Hi-Hat
Rim & Hi-Hat
Conga & Maracas
Simple Beat 1—10
Swing 1—2
Bossa Feel
Samba Feel 1—2
6/8
909 Beat
909 Clap
Hi-Hat 1—2
Kick & Hi-Hat
Conga & Maracas
Simple Beat 1—9
Bossa Feel
Samba Feel 1—2
909 Beat
909 Clap
7/8
Hi-Hat 1—2
Kick & Hi-Hat 1—2
Rim & Hi-Hat
Conga & Maracas
Beat Patroon
Simple Beat 1—6
Groove Beat 1—3
Bossa Feel
Samba Feel 1—2
909 Beat
8/8
909 Clap
Hi-Hat 1—2
Kick & Hi-Hat 1—2
Rim & Hi-Hat
Conga & Maracas
Simple Beat 1—6
Groove Beat 1—3
Bossa Feel
Samba Feel 1—2
909 Beat
9/8
909 Clap
Hi-Hat 1—2
Kick & Hi-Hat 1—2
Rim & Hi-Hat
Conga & Maracas
Simple Beat 1—6
Groove Beat 1—3
Bossa Feel
Samba Feel 1—2
909 Beat
10/8
909 Clap
Hi-Hat 1—2
Kick & Hi-Hat 1—2
Rim & Hi-Hat
Conga & Maracas
Simple Beat 1—6
Groove Beat 1—3
Bossa Feel
Samba Feel 1—2
909 Beat
11/8
909 Clap
Hi-Hat 1—2
Kick & Hi-Hat 1—2
Rim & Hi-Hat
Conga & Maracas
Simple Beat 1—6
Groove Beat 1—3
Bossa Feel
Samba Feel 1—2
909 Beat
12/8
909 Clap
Hi-Hat 1—2
Kick & Hi-Hat 1—2
Rim & Hi-Hat
Conga & Maracas
Beat Patroon
Simple Beat 1—6
Groove Beat 1—3
Bossa Feel
Samba Feel 1—2
13/8
Hi-Hat 1—2
Kick & Hi-Hat 1—2
Rim & Hi-Hat
Conga & Maracas
Simple Beat 1—6
Groove Beat 1—3
Bossa Feel
Samba Feel 1—2
909 Beat
14/8
909 Clap
Hi-Hat 1—2
Kick & Hi-Hat 1—2
Rim & Hi-Hat
Conga & Maracas
Simple Beat 1—6
Groove Beat 1—3
Bossa Feel
Samba Feel 1—2
909 Beat
15/8
909 Clap
Hi-Hat 1—2
Kick & Hi-Hat 1—2
Rim & Hi-Hat
Conga & Maracas
Hoofdstuk 3
41

Loop Quantize

De functie, waarmee u de lengte van de frase die u gaat opnemen automatisch kunt aanpassen, heet ‘Loop Quantize’.
De timing die samenhangt met het stoppen van de opname is erg belangrijk voor het maken van een geloopde frase met de juiste lengte. Vroeger vereiste het op het juiste moment stopzetten van de opname veel pedaaloefeningen om het goed te doen.
Wanneer Loop Quantize ingeschakeld is, wordt de lengte van de frase automatisch aangepast op basis van de tempo instellingen van de Patch en de maat instellingen van de gids. Hierdoor wordt het mogelijk om loopfrases van de juiste lengte te creëren, zelfs wanneer de opname wordt gestopt bij een lichtelijk inaccurate timing.
Daarbij kunt u de opname van de frase vanzelf laten stoppen wanneer u Loop Quantize in Multi modus gebruikt waarbij Loop Sync actief is. Hierdoor kunt u drie frases aanmaken, die exact dezelfde lengte hebben.

Het gebruik van Loop Quantize

Single modus
Het aan of uitzetten van de gids bepaalt of Loop Quantize gebruikt kan worden.
Met de gids aan (wanneer GUIDE LEVEL niet is ingesteld op OFF):
U kunt Loop Quantize gebruiken.
De frase lengte wordt automatisch aangepast aan de hand van het Patch tempo.
Op dit moment licht de Loop Quantize indicator op.
Met de gids uitgeschakeld:
U kunt Loop Quantize niet gebruiken.
De frase lengte wordt bepaald aan de hand van de timing die samenhangt met het door u stopzetten van de opname (middels afspelen of door te stoppen).
Op dit moment is de Loop Quantize indicator uit.
Wanneer Synchronized Performance (p. 77) wordt gebruikt om
de RC-50 te synchroniseren met het tempo van een extern MIDI
apparaat, is het gebruik van Loop Quantize mogelijk net als
wanneer de gids aan is.
Op dit moment licht de Loop Quantize indicator op.
U kunt het tempo niet instellen van frases die geloopd worden
binnen een interval die korter is dan de minimale opnameduur
(ongeveer 1.5 seconde).
Multi modus
Wanneer Loop Sync is ingesteld op OFF:
Net als in Single modus is de beschikbaarheid van Loop Quantize afhankelijk van of de gids aan of uit is.
Echter, wordt de fraselengte automatisch aangepast aan het Patch tempo, naast de frase die u gaat opnemen, dan kan een opgenomen frase worden afgespeeld, die aan beide onderstaande voorwaarden voldoet.
• Tempo Sync is ingesteld op ON
• One Shot (p. 52) is ingesteld op LOOP
Op dit moment licht de Loop Quantize indicator op.
42
Als Loop Sync is ingesteld op ON:
Net als in Single modus hangt de bepaling van het oorspronkelijke tempo af van het al dan niet actief zijn van de gids.
Echter, wordt de frase opgenomen met dezelfde lengte als de looptijd van Loop Sync (p. 28) dan gaat de frase over naar One Shot (p. 52), ingesteld op LOOP.
Op dit moment licht de Loop Quantize indicator op.
Hoofdstuk 4
Patches creëren
Hoofdstuk 4 Creating Patches
Deze sectie beschrijft hoe met de RC-50 Patches gemaakt kunnen worden.
Zorg, dat u alvorens met het maken van Patches te beginnen ‘Hoofdstuk 2 Basisinstallatie van de RC-50’ (p. 27) hebt doorgenomen en op de hoogte bent van de vereiste informatie omtrent het maken van Patches.
43

Voorbereidingen bij het creëren van Patches

Voordat u de frases opneemt, dient u eerst de Patches voor te bereiden.

Patches selecteren

Wanneer u vanuit een bestaande Patch of door het selecteren van een INIT PATCH zonder data begint met het creëren van een Patch dient u eerst een Patch te selecteren om te bewerken.
fig.04-010
1
1. Draai in het Play scherm aan de PATCH/VALUE draaischijf
om naar een Patch te schakelen.
Terwijl u aan de draaischijf draait, neemt het Patchnummer toe
tot 99 om vervolgens weer bij 1 te beginnen.
Als de draaischijf naar links (tegen de klok in) wordt gedraaid,
daalt het Patchnummer tot 1 om vervolgens weer bij 99
opnieuw te beginnen.

Patches naar hun beginwaarden initialiseren (Patch Initialize)

Patch Initialize maakt het mogelijk om de instellingen van een bestaande Patch te initialiseren en deze te laten terugkeren naar de beginwaarden.
Indien u een geheel nieuwe Patch aanmaakt, kan Patch Initialize u helpen voorkomen dat onbedoelde of verkeerde instellingen worden gebruikt.
“Patch Parameters” (p. 97)
fig.04-020
1,3
21
1. Druk op [WRITE] en vervolgens op PARAMETER [ ]
[ ], totdat Initialize wordt weergegeven.
fig.04-030d
•U kunt de hoogste en laagste limieten instellen, waarop de
Patches gewisseld worden. Lees voor meer informatie ‘De
Patches, die geschakeld kunnen worden, beperken (Patch
Extent)’ (p. 68).
•U kunt de Patches ook wisselen met de pedalen van de RC-50 in
plaats van met de PATCH/VALUE draaischijf. Lees voor meer
informatie ‘Met de pedalen Patches wisselen (Patch Select
modus)’ (p. 33).
•U kunt ook Patches wisselen met een voetschakelaar die op de
CTL 1,2 PEDAL of EXP/CTL 3,4 PEDAL jacks is aangesloten.
Lees voor meer informatie ’Functies van pedalen en externe
voetschakelaars van de RC-50 instellen (TEMPO/UNDO/
CTL1/CTL2/CTL3/CTL4 Pedaal instellingen)’ (p. 70).
Als Patches niet wisselen
Patches kunnen op de RC-50 alleen vanuit het Play scherm gewisseld worden. Druk op [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
2. Draai aan de PATCH/VALUE draaischijf tot de Patch, die u
wilt initialiseren, wordt weergegeven.
Ga direct naar de volgende stap wanneer u de huidige Patch
wilt initialiseren.
*U kunt Patches 1-5 niet initialiseren als Preset Protect (p. 69) is
ingesteld op ON.
* Om de initialisatie te annuleren, drukt u op [EXIT]. Het Play scherm
keert terug op het display.
3. Druk op [WRITE].
De RC-50 schakelt naar de geïnitialiseerde Patch en het Play
scherm keert terug op het display.
* Alle data die de Patch bevat gaat verloren, wanneer de initialisatie is
uitgevoerd.
Zet de stroom niet uit wanneer het bericht ‘Initializing…’ wordt
weergegeven. Dit kan leiden tot verlies van opgenomen
materiaal.
44
Voorbereidingen bij het creëren van Patches

Patches benoemen

U kunt Patches van een naam voorzien (Patchnaam) die maximaal 16 tekens lang kan zijn.
U kunt namen toekennen naar eigen voorkeur, zoals die betrekking hebben op het gemaakte geluid of het muziekstuk, waarbij de betreffende Patch gebruikt wordt.
U kunt geen namen aan individuele frases toekennen.
fig.04-040
5 1
32
1. Druk op [NAME/PATCH]. Het Patch Name scherm verschijnt.
fig.04-050d

Het Patch tempo, beat en gids instellen

U dient bij het opnemen van frases het Patch tempo en de gids in te stellen wanneer u gebruik maakt van een eerder vastgelegd Patch tempo of met de gids meespeelt aan de hand van de metronoom of ander ritmegeluid. Stel voor de opname te starten ook de beat in.
Het Patch tempo instellen
U kunt het Patch tempo instellen aan de hand van de interval tussen tippen van het TEMPO pedaal of [TAP TEMPO]. Daarnaast kunt u het Patch tempo instellen door op [PATCH TEMPO] te drukken en aansluitend aan de PATCH/VALUE draaischijf te draaien.
fig.04-060
Hoofdstuk 4
2. Druk op PARAMETER [ ] [ ] om de cursor te
verplaatsen naar de tekens die u wilt bewerken.
3. Gebruik de PATCH/DIAL draaischijf om het teken te
wijzigen.
De volgende functies zijn nog steeds beschikbaar tijdens het
wijzigen van tekens.
Toets Functie
CAPS (TAP TEMPO)
INS (CTL/EXP PEDAL)
DEL (SYSTEM/USB)
4. Herhaal stappen 2 en 3 om andere bewerkingen omtrent
Patchnamen uit te voeren.
5. Druk op [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
6. Als u de Patchnaam wilt vastleggen, volgt u de instructies bij
‘Vastleggen op Patchnummer (Patch Write)’ (p. 54).
Voegt een spatie in op de plaats van de cursor.
Schakelt tussen hoofd- en kleine letters.
Verwijdert het teken op de cursorpositie en schuift alle opvolgende tekens naar links.
* Druk op [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren, nadat u het
Patch tempo middels het drukken op [TAP TEMPO] heeft ingesteld.
U kunt het tempo niet wijzigen, wanneer de opname van de
frase bezig is.
Het Patch tempo wordt bepaald aan de hand van de lengte van
de opname, wanneer u de eerste frase opneemt zonder
daarvoor het tempo in te stellen of het gidsgeluid te spelen.
45
Voorbereidingen bij het creëren van Patches
De beat instellen
U kunt de beat van de gids instellen. De beat kan alleen worden gewijzigd, wanneer alle frases blanco zijn.
fig.04-070
4
32 1
1. Druk op [GUIDE SELECT] om het instellingenscherm van de
gids weer te geven.
fig.04-061d
2. Druk op PARAMETER [ ] [ ], totdat Beat wordt
weergegeven.
fig.04-070d
De gids spelen
Als u tijdens het opnemen naar de gids gaat luisteren, speel deze dan vooraf met het volume reeds verhoogd. Als u wilt opnemen, nadat de gids daarvoor al heeft gespeeld, drukt u op [GUIDE START/ STOP] om de gids te starten.
3. Gebruik de PATCH/VALUE draaischijf om de beat voor het
gidsgeluid te selecteren.
Beschikbare instellingen:
2/4, 3/4, 4/4, 5/4, 6/4, 7/4, 5/8, 6/8, 7/8, 8/8, 9/8, 10/8, 11/8,
12/8, 13/8, 14/8, 15/8
4. Wanneer u klaar bent met instellingen vastleggen, drukt u op
[EXIT] om terug te keren naar het Play scherm.
U kunt de beat niet wijzigen tijdens het opnemen van frases of wanneer één van de frases reeds is opgenomen.
46

Patch instellingen vastleggen

Deze procedures worden gebruikt om de algemene Patch weergave en Patch opnamefuncties vast te leggen.

Play modus instellingen vastleggen

Alvorens een Patch te creëren, is het handig om alvast de Play modus instellingen vast te leggen voor de wijze waarop de uiteindelijke Patch gebruikt gaat worden.
Lees voor uitgebreidere informatie over Play modus ‘Over afspeelmodi’ (p. 28).
1. Druk op [PLAY MODE] om naar het Play modus scherm te
schakelen.
De RC-50 schakelt door naar Single modus (indicator uit) of
Multi modus (indicator aan) bij elke druk op de toets.
fig.04-090
CD speler wilt synchroniseren met de opnamestart.
1. Druk op [AUTO REC] om Auto Recording aan of uit te
schakelen.
Auto Recording wisselt tussen ingeschakeld (indicator aan) en
uitgeschakeld (indicator uit) met elke druk op de toets.
fig.04-110
Auto Recording: ON
Door op REC/PLAY/OVERDUB te drukken wordt de RC-50 in
de opname wachtstand gezet, zodat de opname kan starten
wanneer er een signaal op of boven het triggerniveau (p. 69)
wordt waargenomen.
Wanneer de opnamestart het gevolg is van het ontvangen van
een MIDI Start boodschap van een extern MIDI apparaat, zal de
opname direct beginnen zonder dat de RC-50 in opname
wachtstand verkeert.

Overdubmethode instellen (Overdubbing modus)

Hoofdstuk 4
Loop Sync instellen
Wanneer de Play modus is ingesteld op Multi modus, kunt u het afspelen laten herhalen waarbij alle frases synchroon lopen met de langste frase (Loop Sync aan). Of u kunt het afspelen laten herhalen aan de hand van de lengte van elke individuele frase (Loop Sync uit).
1. Druk op [LOOP SYNC] om Loop Sync aan of uit te zetten.
Loop Sync wisselt tussen ingeschakeld (indicator aan) en
uitgeschakeld (indicator uit) met elke druk op de toets.
fig.04-100
Lees ‘Frases afspelen met alle lengtes en beginposities uitgelijnd: Loop Sync’(p. 28) voor meer informatie over Loop Sync.

Gelijktijdig opname starten bij geluidsinput (Auto Recording)

U kunt de overdub methode (overdubmodi) instellen vanuit een van drie modi.
1. Druk op [OVERDUB MODE] om de overdubmodus te
wisselen.
De overdubmodus wisselt bij elke druk op de toets, en de
indicator die hoort bij de geselecteerde overdubmodus licht op.
fig.04-120
Beschikbare instellingen
OVERDUB
REPLACE
MOMENTARY PUNCH-IN
Omschrijving
Geluiden worden gelaagd op vooraf opgenomen frases. Als het overdubben wordt herhaald wordt de volgende opname gelaagd bovenop het vorige materiaal waardoor u een ensemble kunt creëren binnen een enkele frase.
Vooraf opgenomen frases worden overschreven door nieuw opgenomen frases. Het overschrij­ven vindt plaats tijdens het afspelen van de voor­af opgenomen frases, waardoor een soort vertragingseffect ontstaat dat vergelijkbaar is met dat van een effectprocessor.
Vooraf opgenomen frases worden verwijderd tij­dens het overschrijven door nieuw opgenomen frases. Deze methode wijkt af van REPLACE, omdat het overschrijven alleen plaatsvindt wan­neer het REC/PLAY/OVERDUB pedaal wordt ingedrukt. Het overschrijven vindt slechts op be­paalde plaatsen plaats, wat handig is bij het be­werken van eerder opgenomen frases.
U kunt opname tegelijk laten starten met het begin van muzikale opnames (Auto Recording).
Hiermee is het eenvoudig om de opname tegelijk met de input van audio te laten starten, bijvoorbeeld wanneer u het afspelen van een
47
Patch instellingen vastleggen

Opname gerelateerde instellingen

Instellingen, die worden gebruikt bij het opnemen van frases, kunnen voor elke Patch afzonderlijk worden vastgelegd.
fig.04-121
5
32 1
fig.04-150d
Beschikbare instellingen: OFF, ON
Flat Amp Simulate
Gitaarversterkers zijn ontworpen met een frequentiebereik, dat
is geoptimaliseerd voor het geluid van de gitaar. Daardoor
worden de lage en hoge frequenties versterkt ten opzichte van
het midden bereik wanneer u frases die zijn opgenomen van
CD’s en MD’s via een gitaarversterker afspeelt. Deze functie
past de toon aan bij het opnemen, zodat deze goed klinkt
wanneer niet-gitaarachtige opnames via een gitaarversterker
worden afgespeeld.
1. Druk op [INPUT MODE].
Schakelen tussen stereo en mono (Recording modus)
2. Druk op PARAMETER [ ] [ ] tot de parameter die u
wilt instellen wordt weergegeven.
fig.04-130d
(Voorbeeld)
3. Draai aan de PATCH/VALUE draaischijf om de parameter te
wijzigen.
4. Herhaal indien nodig stappen 2-3.
5. Wanneer u klaar bent met het vastleggen van de instellingen,
drukt u op [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
Stel de opnamemodus in alvorens op te nemen.
fig.04-131d
Opnemen tijdens het muten van geluiden in het midden (AUX Center Cancel)
Tijdens het opnemen van audio input via de audio jack kunt u het geluid in het midden van het sonische beeld muten (cancellen).
Hierdoor wordt het mogelijk om op te nemen van bijvoorbeeld CD bronnen, waarbij eenvoudig minus one data wordt aangemaakt waarbij de vocalen, gitaarsolo’s of andere geluiden in het midden zijn gemute.
fig.04-140d
Beschikbare instellingen: OFF, ON
Opnemen met een voor gitaarversterkers
• De beschikbare opnameduur wordt berekend door het voor de
• De minimale tijd van een frase ligt op ongeveer 1,5 seconde. Als
• Bij het overdubben wordt de opnamekwaliteit gebruikt die is
aangepaste toon (AUX & MIC Flat Amp Simulate)
U kunt bij het opnemen vanaf de AUX jack of MIC connector de toon aanpassen, zodat de frase door een gitaarversterker kan worden afgespeeld (Flat Amp Simulate).
• De geluidskwaliteit (de opnamemodus die is ingesteld voor het
Over opnameduur
De Recording modus (p. 48) van de RC-50 kan schakelen tussen
opname in stereo of mono. Wanneer alle Patches van de RC-50
blanco zijn, is de totale opnameduur beschikbaar zoals die
hieronder wordt weergegeven.
Opname Mode Beschikbare opnameduur
STEREO
MONO
U kunt elke frase in een andere modus opnemen.
U kunt bijvoorbeeld geheugen besparen door normaal
gesproken frases in ‘MONO’ op te nemen, en de ‘STEREO’
instelling alleen te gebruiken bij frases die u in stereo wilt
opnemen.
opname vereiste geheugen te combineren met het geheugen dat
is vereist voor bewerkingen van de RC-50 (b.v. Undo/Redo).
de frase die u heeft opgenomen korter is, dan wordt de lengte
automatisch aangepast waarna het opnemen zal stoppen.
vastgelegd bij de te overdubben frase, ongeacht de
opnamemodus instelling.
opnemen) van een frase kan na de opname niet worden
gewijzigd.
Ong. 24 minuten
Ong. 49 minuten
48
Patch instellingen vastleggen

Overige Patch instellingen

Deze procedures worden gebruikt om overige Patch instellingen vast te leggen.
fig.04-160
5 1
32
1. Druk tweemaal op [NAME/PATCH].
2. Druk op PARAMETER [ ] [ ] tot de parameter die u
wilt instellen wordt weergegeven.
fig.04-170d
(Example)
3. Draai aan de PATCH/VALUE draaischijf om de parameter te
wijzigen.
4. Herhaal indien nodig stappen 2-3.
5. Wanneer u klaar bent met het vastleggen van de instellingen,
drukt u op [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
Het Patch volume wijzigen
U kunt het algehele Patch volume wijzigen. Dit is handig wanneer u een extern EXP pedaal wilt aansluiten om hiermee het volume of het outputvolume van zowel de MAIN OUTPUT en de SUB OUTPUT jacks tegelijk te regelen.
Deze instelling is normaalgesproken ingesteld op de middenpositie met een niveau van 100.
fig.04-180d
Beschikbare instellingen: 0–200
Frases aan het eind van de loop wisselen (Frase Change modus)
You can select the method used for switching Patches in Single mode
and Multi mode and switching the current frase in Single mode (Frase Change mode).
fig.04-190d
Beschikbare instellingen
IMMEDIATE
LOOP END
Omschrijving
Als een wisseling van Patches wordt uitgevoerd, start het opnemen of afspelen van de volgende toegewezen Patch of huidige frase direct.
Als een wisseling van Patches wordt uitgevoerd start het opnemen of afspelen van de volgende toegewezen Patch of huidige frase zodra het ein­de van de huidige frase (lengte van de huidige loop wanneer Loop Sync actief is in Multi mo­dus) wordt bereikt.
Hoofdstuk 4
De Fade-In tijd aanpassen (Fade-In tijd)
Dit regelt de fade-in tijd, wanneer de frase is ingesteld op fade-in bij het afspelen.
fig.04-210d
Beschikbare instellingen: 0–100
De Fade-Out tijd aanpassen (Fade­Out tijd)
Dit regelt de fade-out tijd, wanneer de frase is ingesteld om alvorens te stoppen een fade-out te laten plaatsvinden.
fig.04-200d
Beschikbare instellingen: 0–100
49
Patch instellingen vastleggen
Meerdere frases tegelijk afspelen (Simul-Start)
Tempo synchronisatie met MIDI instellen (MIDI Sync)
In Multi modus kan het voorkomen, dat u naast de huidige frase een andere frase wilt afspelen.
Door Simul-Start in te stellen, kunt u het afspelen altijd tegelijk met de huidige frase starten.
fig.04-220d
Het display geeft de Simul-Start aan-uit status aan voor de drie frases.
Nadat u op PARAMETER [ ] [ ] heeft gedrukt om de frase te selecteren, draait u aan de PATCH/VALUE draaischijf om de functie aan of uit te zetten.
• Als ene frase in Multi modus is gestopt, kunt u door minimaal twee seconden een frase pedaal ingedrukt te houden Simul­Start voor die frase activeren.
• Door het pedaal wederom minimaal twee seconden ingedrukt te houden, schakelt de Simul-Start instelling terug naar OFF.
Het indrukken van het REC/PLAY/OVERDUB pedaal leidt altijd tot het starten van opname of weergave ongeacht of Simul-Start voor de huidige frase actief is.
Voorbeeld:
Als frase 1 de huidige frase is en Simul-Start staat alleen voor frase 3 en 4 op ON, dan starten alle frases met afspelen als het REC/PLAY/OVERDUB pedaal wordt ingedrukt.
• De All Start functie (p. 61) is handig om drie frases tegelijk te laten afspelen.
Met deze procedure beheert u de instellingen op het gebied van het op hetzelfde tempo bespelen als een opname van een extern MIDI apparaat (gesychroniseerde opname).
Lees ‘Wat u met MIDI kunt doen’ (p. 74) voor meer informatie over MIDI en synchronisatie.
fig.04-211d
Beschikbare instellingen
AUTO
INTERNAL
REMOTE
Omschrijving
Opnames worden gewoonlijk gespeeld op het tempo dat op de RC-50 is ingesteld. Als de RC-50 echter wordt gestopt en een MIDI Start bericht wordt ontvangen, zal de opname automatisch spelen op het tempo van de MIDI clock data van het externe MIDI apparaat.
Opnames worden gespeeld op het tempo dat op de RC-50 is ingesteld, waarbij opnemen, afspelen en overdubben worden uitgevoerd met de be­sturing van de RC-50.
Hoewel opnames worden afgespeeld op het tempo dat op de RC-50 is ingesteld, wordt het starten van opname, afspelen of overdubben (uitsluitend) geregeld via het externe MIDI ap­paraat.
De output instellen voor de geluiden van de input (Input Output Select)
Hiermee selecteert u de uitgang die moet worden gebruikt voor de output van de geluiden die op de INPUT connectors binnenkomen (INST/MIC/AUX).
fig.04-212d
Beschikbare instellingen
MAIN
SUB
MAIN+SUB
Omschrijving
Output via de MAIN OUTPUT en PHONES jacks.
Output via de SUB OUTPUT jacks. Output vindt niet plaats via de PHONES jack.
Output vindt onafhankelijk van de Patch instel­lingen plaats via de MAIN, SUB OUTPUT en PHONES jack.
50

Patches creëren

Als u klaar bent met het prepareren van de Patches, kunt u frases creëren.

Een nieuwe frase opnemen

De standaard manier om een frase te creëren is door een nieuwe frase op te nemen. Lees voor meer informatie over de betreffende procedures al naargelang de speelmodus ‘Hoofdstuk 5 De RC-50 in Multi modus gebruiken’ (p. 57) of ‘Hoofdstuk 6 De RC-50 in Single modus gebruiken’ (p. 63).
Lees ‘Over opnemen, afspelen en overdubben’ (p. 30) voor meer informatie over opnemen.

Frases van andere Patches kopiëren (Phrase Copy)

Als u reeds een Patch heeft gecreëerd, kunt u een specifieke frase daarvan naar de huidige Patch kopiëren.
Dit is praktisch wanneer u een patroon nodig heeft met dezelfde achtergrond, aangezien u zo frases eenvoudig kunt prepareren zonder opnieuw met opnemen te beginnen.
fig.04-230
2,7,54,5 1
1,4,6
fig.04-240d
Patchnummer
kopieerbestemming
5. Gebruikt PARAMETER [ ] [ ] om de cursor naar de
gewenste parameter te verplaatsen en draai vervolgens aan de PATCH/VALUE draaischijf om het Patch en frasenummer van de kopieerbestemming te kiezen.
6. Druk op [WRITE].
De frase wordt gekopieerd. Wanneer het kopiëren is voltooid,
keert het Play scherm terug op het display.
Zet de stroom niet uit als ‘Now copying…’ wordt weergegeven. Dit kan leiden tot verlies van opgenomen materiaal.
7. Draai aan de PATCH/VALUE draaischijf om de Patch te
selecteren, die voor het kopiëren is bewerkt.
Indien de resterende capaciteit van de RC-50 minimaal is kan frase Copy mislukken en leiden tot een ‘Memory Full!’ boodschap.
’Beschikbare opnameduur controleren’ (p. 30)
Patchnummer bron van kopie
Phrasenummer kopieerbestemming
Hoofdstuk 4
3
1. Om te voorkomen, dat u de inhoud van het huidige werk
verliest drukt u tweemaal op [WRITE] om de huidige Patch vast te leggen.
Omdat u het geluid van de huidige bronFrase moet bevestigen,
dient u de bron van de te kopiëren Patch eenmalig in frase Copy
selecteren.
Bewaar de Patch, zodat de inhoud van de huidige bewerking
niet verloren gaat.
2. Draai in het Play scherm aan de PATCH/VALUE draaischijf
om de Patch te selecteren, waarin de te kopiëren frase is vastgelegd.
3. Druk op het frase pedaal van de frase die u wilt kopiëren.
Deze wordt dan geselecteerd.
Druk indien nodig op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal en
bevestig het geluid, terwijl de frase speelt, druk vervolgens op
het STOP pedaal om het afspelen te stoppen.

Geluidsbestanden van een computer importeren

U kunt via USB een computer aansluiten en geïmporteerde bestanden (.WAV) gebruiken als frases.
Lees ‘Hoofdstuk 9 Verbinden met computers’ (p. 79) voor meer informatie over verbinding maken met computers.

Het frasevolume wijzigen

U kunt met de frase 1/2/3 LEVEL knoppen het volume van elke frase afzonderlijk instellen.
Als de knop zich in de middenpositie bevindt, is het volume van de voltooide frase gelijk aan het volumeniveau tijdens de opname.
Beschikbare instellingen: 0-200 (100 met de knop in de middenpositie)
Het kan makkelijk zijn om tijdens het opnemen met de AUX/ MIC/INST niveau knoppen het volume te wijzigen en na opname gebruik te maken van de frase LEVEL knoppen om de volumebalans van elke frase aan te passen.
4. Houd [WRITE] ingedrukt en druk op PARAMETER [ ]
[ ], totdat Copy frase* in het display verschijnt.
51

Fraseinstellingen vastleggen

Als het opnemen van de frases is voltooid, gaat u over tot het vastleggen van de frase afspeelmethode en andere functies.
fig.04-250d
5
32
1

Frases slechts eenmaal laten afspelen (One Shot)

U kunt instellen of een frase na het starten slechts eenmaal moet worden afgespeeld (One Shot) of herhaald moet worden afgespeeld (Loop).
fig.04-290d
1. Druk op [Frase] bij de frase, waarvan u de instellingen wilt
wijzigen, waardoor het frase instellingenscherm wordt weergegeven.
fig.04-260d
2. Druk op PARAMETER [ ] [ ] om de parameter die u
wilt bewerken weer te geven.
fig.04-270d
(Voorbeeld)
3. Draai aan de PATCH/VALUE draaischijf om de instelling te
wijzigen.
4. Herhaal indien nodig stap 2-3.
5. Indien u klaar bent met het vastleggen van instellingen, drukt
u op [EXIT] om terug te keren naar het Play scherm.
Beschikbare instellingen
LOOP
ONE SHOT
U kunt de frase niet overdubben wanneer deze is ingesteld op ONE SHOT.
Omschrijving
Herhaald afspelen.
De frase wordt slechts eenmaal afgespeeld. De ONE SHOT indicator van de ingestelde frase licht op.

In omgekeerde volgorde afspelen (Reverse)

U kunt tijdens het afspelen de tijd omdraaien om in omgekeerde volgorde af te spelen.
fig.04-280d
Beschikbare instellingen
OFF
ON
Omschrijving
Normaal afspelen.
Omgekeerd afspelen. De REVERSE indicator van de ingestelde frase licht op.
52

Afspelen tijdens een fade-in (Start modus)

Bij het afspelen van frases kunt u selecteren of het afspelen met een fade-in of direct moet starten.
fig.04-300d
Beschikbare instellingen
IMMEDIATE
FADE IN
Omschrijving
Afspelen start direct.
Afspelen start met fade-in.
Fraseinstellingen vastleggen

De methode selecteren, die wordt gebruikt om frases te stoppen (Stop modus)

U kunt de manier waarop het afspelen stopt selecteren, middels een fade-out wanneer het afspelen het einde van de loop nadert of direct.
fig.04-310d
Beschikbare instellingen
IMMEDIATE
FADE OUT
LOOP END
Als de Stop modus op FADE OUT of LOOP END is ingesteld, kunt u na een druk op het STOP pedaal het afspelen direct stoppen voor het volgens de programmering stopt door een tweede maal op het STOP pedaal te drukken.
Als de frase wordt gestopt, terwijl de Stop modus is ingesteld op FADE OUT of LOOP END, kan er geen overdubben meer plaatsvinden tot het punt waarop de frase met spelen stopt.
Omschrijving
Stop onmiddellijk.
Afspelen stopt tijdens fade-out.
Afspelen stopt, wanneer het ein­de van de loop is bereikt.
Beschikbare instellingen
CENTER
R1–R50
Omschrijving
Afspelen klinkt vanuit het midden.
Afspelen klinkt rechts van het midden. Als R50 is ingesteld komt het geluid alleen van de rechter­kant.

Afspelen van de frase synchroniseren met het Patch tempo (Tempo Sync)

U kunt het afspelen van frases die oorspronkelijk zijn opgenomen op verschillende tempo’s synchroon laten lopen met het Patch tempo.
Zet Tempo Sync uit als u effectgeluiden en overig materiaal afspeelt waarvan tempo’s afwijken van het tempo van het muziekstuk dat u wilt afspelen op andere tempo’s dan die van het muziekstuk.
fig.04-330d
Beschikbare instellingen: OFF, ON
Lees ‘Over Tempo Sync’ (p. 36) voor meer informatie over Tempo Sync.

De output van frasegeluiden wisselen (Output Select)

Hoofdstuk 4

Het volume van frases wijzigen (Frase Level)

*U kunt deze waarde ook wijzigen met de frase LEVEL knop.
fig.04-311d
Beschikbare instellingen: 0–200

De positionering van het frasegeluid wijzigen (Pan)

U kunt de positionering (panning) van het frasegeluid wijzigen.
Door met Pan de frases lateraal te verdelen, verkrijgt u bij het bespelen een groots ensemblegeluid.
fig.04-320d
Beschikbare instellingen
L50–L1
Omschrijving
Afspelen klinkt links van het midden. Als L50 is ingesteld komt het geluid alleen van de linker­kant.
U kunt de jacks, die worden gebruikt voor de output van geluiden, wisselen voor elk van de frases.
fig.04-340d
Beschikbare instellingen
MAIN
SUB
MAIN+SUB
U kunt Output Select instellingen voor elke Patch afzonderlijk vastleggen of alle Patches gebruik laten maken van dezelfde instellingen.
’Voor alle Patches dezelfde audio outputs gebruiken
(Input/Frase 1,2,3/Guide Output Select)’ (p. 69)
Omschrijving
Output via de MAIN OUTPUT en PHONES jacks.
Output via de SUB OUTPUT jacks. Output vindt niet plaats via de PHONES jack.
Output vindt plaats via de MAIN, SUB OUTPUT en PHONES jack.
53

Patches vastleggen

Bewaar een Patch na het creëren, om te voorkomen dat de inhoud die u heeft gecreëerd verloren gaat.

Op Patchnummer vastleggen (Patch Write)

Patches kopiëren (Patch Copy)

U kunt de ene Patch naar een andere kopiëren.
fig.04-370
Na het selecteren van de bewaar-bestemmingsPatch bewaart u de Patch in haar huidige vorm.
fig.04-350
1,3
2
1. Druk op [WRITE].
Het Patch Write scherm verschijnt. U kunt nu het Patchnummer
van de bewaar-bestemming opgeven.
fig.04-360d
Patchnaam (Bewaar-bestemming)
2. Gebruik de PATCH/VALUE draaischijf om het Patchnummer
van de bewaar-bestemming op te geven.
* Deze procedure is niet nodig als het actuele Patchnummer akkoord is
bevonden.
*U kunt niets bewaren onder Patchnummers 1-5 als Preset Protect (p.
69) is ingesteld op ON.
* Om de schrijfprocedure te annuleren, drukt u op [EXIT]. Het Play
scherm keert terug op het display.
3. Druk op [WRITE].
De Patch wordt bewaard, en het Play scherm keert terug op het
display.
* Alle data, die de Patch reeds bevat, gaat verloren als Patch Write
wordt uitgevoerd.
* Als de overdubte frases bestaan, en Tempo Sync (p. 53) is ingesteld op
ON, wordt het oorspronkelijke tempo van de frase bijgewerkt met het
Patch tempo ten tijde van het overdubben.
• Indien de resterende capaciteit van de RC-50 minimaal is, kan
Patch Write mislukken en leiden tot een ‘Memory Full!’
boodschap.
’Beschikbare opnameduur controleren’ (p. 30)
• Zet de stroom niet uit als 'Now writing…' wordt weergegeven.
Dit kan leiden tot verlies van opgenomen materiaal.
Patchnummer van bewaar-bestemming
2,4
3
1. Selecteer een Patch als bron om te kopiëren.
Selecteer een Patch aan de hand van de informatie van ‘Patches
selecteren’ (p. 44).
2. Druk op [WRITE].
Het Patch Copy scherm verschijnt. U kunt nu het Patchnummer
opgeven waar naartoe gekopieerd moet worden.
fig.04-380d
Patchnaam (Kopieer-bestemming)
3. Gebruik de PATCH/VALUE draaischijf om het Patchnummer
van de kopieerbestemming te selecteren.
*U kunt niets kopiëren naar Patchnummers 1-5 als Preset Protect
(p. 69) is ingesteld op ON.
* Om de kopieerprocedure te annuleren, drukt u op [EXIT]. Het Play
scherm keert terug op het display.
4. Druk op [WRITE].
De RC-50 schakelt over naar de bewaar-bestemmingPatch en
het Play scherm keert terug op het display.
* Alle data van de kopieerbestemmingPatch gaat verloren wanneer het
kopiëren wordt uitgevoerd.
• Indien de resterende capaciteit van de RC-50 minimaal is, kan
Patch Copy mislukken en leiden tot een ‘Memory Full!’
boodschap.
’Beschikbare opnameduur controleren’ (p. 30)
• Zet de stroom niet uit als 'Now copying…' wordt weergegeven.
Dit kan leiden tot verlies van opgenomen materiaal.
Patchnummer van kopieer-bestemming
54

Patches uitwisselen (Patch Exchange)

U kunt Patches met elkaar wisselen, waardoor ze herschikt worden.
fig.04-390
2,5
43
1. Selecteer een uitwisseling bronpatch.
Selecteer de Patch aan de hand van de informatie van ‘Patches
selecteren’ (p. 44).
Patches vastleggen
Hoofdstuk 4
2. Druk op [WRITE].
3. Druk op PARAMETER [ ] [ ], totdat Exchange in het
display wordt weergegeven.
Het Patch Exchange scherm verschijnt. U kunt nu het
Patchnummer opgeven van de uitwisselingsbestemming.
fig.04-400d
Patchnaam (Uitwisselingsbestemming)
4. Gebruik de PATCH/VALUE draaischijf om het Patchnummer
van de uitwisselingsbestemming te selecteren.
*U kunt Patchnummers 1-5 niet gebruiken bij het uitwisselen wanneer
Preset Protect (p. 69) is ingesteld op ON.
5. Druk op [WRITE].
De Patches worden uitgewisseld, en het Play scherm keert terug
op het display.
* Als de overdubte frases bestaan, en Tempo Sync (p. 53) is ingesteld op
ON, wordt het oorspronkelijke tempo van de frase bijgewerkt met het
Patch tempo ten tijde van het overdubben.
Patchnummer van uitwisselingsbestemming
Zet de stroom niet uit als 'Exchanging…' wordt weergegeven. Dit kan leiden tot verlies van opgenomen materiaal.
55
MEMO
56
Hoofdstuk 5
De RC-50 in Multi modus gebruiken
Hoofdstuk 5 Using the RC-50 in Multi Mode
Dit deel beschrijft handelingen die van toepassing zijn, wanneer de Play modus (p. 28) is ingesteld op Multi modus.
In Multi modus kunt u drie frases tegelijk afspelen of de huidige frase opnemen, terwijl u eerder opgenomen frases beluistert.
57

Voorbeelden van het gebruik van Multi modus

Het volgende beschrijft, hoe Multi modus gebruikt kan worden, als Loop Sync actief is, en wanneer deze uitgeschakeld is.

Wanneer Loop Sync actief is

Als Loop Sync actief is, kunt u beschikken over het tegelijk afspelen van drie frases, waarbij de frases op hetzelfde tempo en op dezelfde duur worden afgespeeld.
Voorbeeld 1) Achtereenvolgend drie blanco frases opnemen om een ensemble te creëren bij afspelen in realtime
fig.05-010
REC/PLAY/
OVERDUB
FRASE 2 FRASE 3
REC/PLAY/
OVERDUB
REC/PLAY/ OVERDUB
Frase 1
(huidige Frase)
Frase 2
Frase 3
Op deze manier kunt u, door gebruik te maken van de frase 1, 2, en 3 pedalen en het REC/PLAY/OVERDUB pedaal om de huidige frase te wisselen bij het opnemen, de ene frase na de andere opnemen en tegelijk de frase of de frases afspelen.
Hoewel het herhaaldelijk overdubben met een enkele frase, om frase 2 en frase 3 dezelfde lengte te geven als frase 1, leidt tot een gelijkwaardig effect verleent de mogelijkheid om elke geselecteerde frase te kunnen stoppen en andere vormen van controle op de frases uit te oefenen een groter scala aan mogelijkheden ten behoeve van de expressie van de opname.
U kunt niet overdubben met een frase, die op ONE SHOT is ingesteld. Daarbij kunnen zulke frases niet herhaaldelijk worden afgespeeld.
De opnameduur wisselt afhankelijk van de Tempo Sync instellingen. Voor meer informatie leest u ‘Frases afspelen met alle lengtes en beginposities uitgelijnd: Loop Sync’ (p. 28).
Opnemen Afspelen Afspelen Afspelen
Opnemen
(huidige Frase)
Afspelen Afspelen
Opnemen
(huidige Frase)
Overdubben
Voorbeeld 2) frases als ensemble afspelen, waarbij het afspelen van de opgenomen frases achtereenvolgend plaatsvindt
fig.05-020
Frase 1
(huidige Frase)
Frase 2
REC/PLAY OVERDUB
FRASE 2 FRASE 3
Afspelen
(huidige Frase)
REC/PLAY OVERDUB
Afspelen Afspelen Afspelen
Afspelen Afspelen
REC/PLAY OVERDUB
Afspelen
Frase 3
Ongeacht de timing van het indrukken van het REC/PLAY/OVERDUB pedaal starten frases met afspelen afhankelijk van hun plaats binnen het gehele afspeelspectrum.
Als een frase ONE SHOT gebruikt, start het afspelen vanaf het begin van de frases als het REC/PLAY/OVERDUB pedaal wordt ingedrukt.
(huidige Frase)
Afspelen
Afspelen
Voorbeeld 3) Naar een blanco frase opnemen in lijn met de eerder opgenomen frase 3
fig.05-030
REC/PLAY/ OVERDUB
(huidige Frase)
Frase 1
Frase 3
Indien u over een frase beschikt die al is opgenomen, wordt de opname hervat totaan het eind van de reeds opgenomen frase, waarna het overdubben begint.
Opnemen Overdubben Afspelen
Afspelen Afspelen Afspelen
REC/PLAY/
OVERDUB

Wanneer Loop Sync niet actief is

58
Voorbeelden van het gebruik van Multi modus
Als Loop Sync uitgeschakeld is, wordt elke frase herhaald aan de hand van de lengte van de betreffende frase.
Voorbeeld 1) Achtereenvolgend drie blanco frases opnemen om een ensemble te creëren bij afspelen in realtime
fig.05-040
REC/PLAY/
OVERDUB
FRASE 2 FRASE 3
REC/PLAY/
OVERDUB
REC/PLAY/
OVERDUB
REC/PLAY/
OVERDUB
(huidige Frase)
Frase 1
Frase 2
Frase 3
Opnemen Afspelen Afspelen Afspelen
Opnemen (huidige Frase) Afspelen
Opnemen
(huidige Frase)
Afspelen
Afspelen
Op deze manier kunt u, door gebruik te maken van de frase 1, 2, en 3 pedalen en het REC/PLAY/OVERDUB pedaal om de huidige frase te wisselen, de ene frase na de andere opnemen en tegelijk de frase of de frases afspelen, die tot dusver zijn opgenomen.
Als Loop Sync actief is bij de eerst opgenomen frase (Frase 1 bijvoorbeeld,) kunt u volgende frases opnemen op hetzelfde tempo als dat van de als eerst opgenomen frase (Loop Quantize; p. 42).
U kunt elke frase met een andere lengte opnemen, waardoor het makkelijk wordt om loops van verschillende lengtes te combineren, bijvoorbeeld bij een baspatroon van één maat en een solo patroon.
Om de opnameduur in metrieke termen gelijk te trekken, gebruikt u Loop Quantize.
’Loop Quantize’ (p. 42)
Voorbeeld 2) Herhaald afspelen van de gewenste opgenomen frases
fig.05-050
(huidige Frase)
Frase 1
Frase 2
Frase 3
REC/PLAY/
OVERDUB
FRASE
Afspelen
REC/PLAY/
OVERDUB
2
(huidige Frase)
Afspelen(huidige Frase)
FRASE
REC/PLAY/
3
OVERDUB
Afspelen
Afspelen
Afspelen
Afspelen
Afspelen
Afspelen
Afspelen
Hoofdstuk 5
Bij het afspelen van de frases begint het afspelen, nadat de frase de huidige frase is geworden en op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal is gedrukt. Zo kunt u effecten en instrumentale opnames mixen met een unieke timing.
59

Pedaalbewerkingen in Multi modus

Opname en bewerkingen starten tijdens opname

Om een blanco frase op te nemen, zorgt u ervoor dat de frase die u wilt opnemen de huidige frase is, en vervolgens drukt u op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal.
Wanneer Loop Sync actief is
Als er veel reeds opgenomen frases naast de huidige frase bestaan, dan vervolgt het opnemen zich tot het eindpunt van de langste frase, waarna het opnemen automatisch omschakelt naar overdubben.
Voor uitgebreidere informatie leest u ‘Frases afspelen met alle lengtes en beginposities uitgelijnd: Loop Sync’ (p. 28).
U kunt de opname tegelijk met het begin van muzikale opnames laten starten. Lees voor uitgebreidere informatie ‘Gelijktijdig opname starten bij geluidsinput (Auto Recording)’ (p. 47).
Frases wisselen met de frase pedalen
Wanneer u tijdens het opnemen op een frase pedaal drukt, dat niet de huidige frase aanstuurt, knippert de oranje indicator van het ingedrukte pedaal. Daarmee wordt aangegeven dat opnemen of afspelen begint, zodra het opnemen of afspelen van de huidige frase eindigt (geavanceerde selectie van de huidige frase).
Om het opnemen of afspelen te starten van de frase die overeenkomt met het ingedrukte pedaal, drukt u op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal om de opname van de huidige frase te stoppen.
Om de geavanceerde selectie van de huidige frase te annuleren, drukt u nogmaals op het pedaal waarvan de indicator oranje oplicht.
Frases wisselen met de frase pedalen
Wanneer u tijdens het afspelen op een frase pedaal drukt dat niet de huidige frase aanstuurt, vervolgt het afspelen met een gewisselde huidige frase.

Bewerkingen bij de start van overdubben en tijdens overdubben

Bij het overdubben naar een opgenomen frase gebruikt u de volgende procedure.
U kunt niet overdubben als de frase is ingesteld op ONE SHOT (p. 52).
1. Stel de frase die u wilt overdubben in als de huidige frase.
2. Druk tijdens het afspelen van de frase op het REC/PLAY/
OVERDUB pedaal.
Wanneer Loop Sync actief is
Als er veel reeds opgenomen frases naast de huidige frase
bestaan, dan vervolgt het opnemen zich tot het eindpunt van de
langste frase, waarna het opnemen automatisch omschakelt
naar overdubben.
Voor uitgebreidere informatie leest u ‘Frases afspelen met alle
lengtes en beginposities uitgelijnd: Loop Sync’ (p. 28).
Frases wisselen met de frase pedalen
U kunt tijdens het opnemen van de frase het tempo niet wijzigen door bijvoorbeeld het TEMPO pedaal te gebruiken op of de [TAP TEMPO] toets te drukken.

Afspelen en bewerkingen starten tijdens afspelen

Om een opgenomen frase af te spelen, zorgt u ervoor dat de af te spelen frase de huidige frase wordt. Vervolgens drukt u op het REC/ PLAY/OVERDUB pedaal.
One Shot frases herhaaldelijk afspelen
Als een frase is ingesteld op One Shot (p. 52), dan zal de frase bij elke druk op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal opnieuw beginnen te spelen.
Door doorlopend op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal te drukken, kunt u de One Shot frase herhaaldelijk laten afspelen.
Het Patch tempo wijzigen
U kunt tijdens het afspelen het Patch tempo wijzigen door gebruik te maken van het TEMPO pedaal of de [TAP TEMPO] toets.
Als Tempo Sync op ON bij de frase is ingesteld, dan kunt u de afspeelsnelheid van de frase regelen.
Wanneer u tijdens het overdubben op een frase pedaal drukt, dat niet de huidige frase aanstuurt, knippert de oranje indicator van het ingedrukte pedaal. Daarmee wordt aangegeven dat opnemen of afspelen begint, zodra het overdubben van de huidige frase eindigt (geavanceerde selectie van de huidige frase).
Om het opnemen of afspelen te starten van de frase die overeenkomt met het ingedrukte pedaal, drukt u op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal om het overdubben van de huidige frase te stoppen.
Om de geavanceerde selectie van de huidige frase te annuleren, drukt u nogmaals op het pedaal waarvan de indicator oranje oplicht.
•U kunt een frase die is ingesteld op ONE SHOT niet
overdubben. Door tijdens het afspelen op het REC/PLAY/
OVERDUB pedaal te drukken, begint het afspelen opnieuw
vanaf het begin van de frase.
•U kunt tijdens het overdubben het tempo niet wijzigen door
bijvoorbeeld het TEMPO pedaal te gebruiken op of de [TAP
TEMPO] toets te drukken.
60
Pedaalbewerkingen in Multi modus

Frases met het pedaal op Simul-Start instellen

Het instellen van Simul-Start maakt het mogelijk om andere frases dan de huidige tegelijk met de start van het opnemen of afspelen van de huidige frase op te nemen of af te spelen.
U kunt Simul-Start zowel instellen voor gebruik via pedalen als via toetsen.
1. Stop alle frases als een opname speelt.
2. Houd het frase pedaal, dat overeenkomt met de frase waarvan
u Simul-Start wilt instellen, tenminste twee seconden ingedrukt.
De groene indicator knippert als Simul-Start is ingesteld.
Simul-Start met de toetsen instellen
1. Druk tweemaal op [NAME/PATCH].
2. Druk op PARAMETER [ ] [ ] tot ‘Patch:SimulStart’
wordt weergegeven.
fig.05-060d

Afspelen van alle frases tegelijk starten en stoppen (All Start/All Stop)

Het kan voorkomen, dat frases 1, 2 en 3 allemaal opgenomen materiaal bevatten en u tegelijk alle frases wilt afspelen of stoppen.
In deze gevallen kunt u alle frases tegelijk laten afspelen (All Start) of laten stoppen (All Stop) door tegelijk op de frase 2 en frase 3 pedalen te drukken.
• Als u All Start gebruikt wanneer de huidige frase blanco is,
wordt opname gestart (in plaats van afspelen).
•U kunt All Start en All Stop ook aansturen middels een
voetschakelaar of via MIDI berichten.
’Functies van pedalen en externe voetschakelaars van de
RC-50 instellen (TEMPO/UNDO/CTL1/CTL2/CTL3/ CTL4 Pedaal instellingen)’ (p. 70)
’Andere functies bedienen (CC#1/CC#7/CC#80 Functies)’
(p. 77)
Auto Start en Auto Stop functioneren niet in Single modus, zelfs niet wanneer u tegelijk op de frase 2 en frase 3 pedalen drukt.
Hoofdstuk 5
3. Gebruik de PATCH/VALUE draaischijf en PARAMETER
[] [ ] om elke frase aan of uit te kunnen zetten.
Lees ‘Meerdere frases tegelijk afspelen (Simul-Start)’ (p. 50).
61
MEMO
62
Hoofdstuk 6
De RC-50 in Single modus gebruiken
Hoofdstuk 6 Using the RC-50 in Single Mode
Dit deel beschrijft bewerkingen die van toepassing zijn als de Play modus (p. 28) is ingesteld op Single modus.
In Single modus kunt u eenvoudig opnemen en afspelen, terwijl u de drie frases achter elkaar wisselt.
63

Voorbeelden van het gebruik van Single modus

Voorbeeld 1) Drie blanco frases achter elkaar opnemen, bespelen tijdens het creëren van een muziekstuk
fig.06-010
REC/PLAY/
OVERDUB
FRASE 2 FRASE 3
REC/PLAY/
OVERDUB
(huidige Frase)
Frase 1
Frase 2
Frase 3
Op deze manier wordt, wanneer tijdens opname een frase pedaal wordt ingedrukt om de huidige frase te selecteren, de tot op dat moment opgenomen frase gestopt, en vervolgt de opname zich bij de volgende frase.
Als u bijvoorbeeld frases met verschillende akkoorden vastlegt bij elk van de drie frases, dan kunt u na de opname akkoordprogressies samenstellen door ze in de gewenste volgorde af te spelen.
Daarbij kunt u hele secties van muziekstukken (zoals Melody A, Melody B, en de brug) rechtstreeks opnemen, waardoor u muziekstukken kunt componeren tijdens het bespelen.
• Door frase Change modus (p. 49) op LOOP END in te stellen, kunt u eenvoudig frases wisselen op het moment dat de loop eindigt.
• Als Tempo Sync (p. 53) actief is, kunt u alle frases op hetzelfde tempo afspelen.
Opnemen
Opnemen (huidige Frase)
Opnemen
(huidige Frase)
Afspelen
Voorbeeld 2) Drie opgenomen One Shot frases achtereenvolgend afspelen
Begin met het voorbereiden van drie frases, waarbij u de frases eerst opneemt, en ze vervolgens instelt op One Shot (p. 52).
fig.06-020
Frase 1
(huidige Frase)
Frase 2
REC/PLAY/
OVERDUB
Afspelen
FRASE 2 FRASE 3 FRASE 2 FRASE 1FRASE 2
Afspelen
Afspelen Afspelen
Afspelen
Frase 3
Begin met het voorbereiden van drie frases, waarbij u de frases eerst opneemt, en ze vervolgens instelt op One Shot (p. 52).
Op deze wijze kunnen opgenomen frases eenvoudig worden afgespeeld met een druk op de frase 1, 2 en 3 pedalen.
Daarbij wordt bij een druk op een frase pedaal, dat niet de huidige frase aanstuurt, het afspelen van de eerdere huidige frase gestopt, waarna de volgende frase begint.
Verder wordt de frase vanaf het begin gespeeld bij elke druk op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal dan wel het frase pedaal van de huidige frase.
U kunt bijvoorbeeld in muziekstukken frases die met One Shot zijn opgenomen herhaaldelijk de ene frase na de andere afspelen voor een grotere impact.
Afspelen
64

Pedaalbewerkingen in Single modus

Wanneer frase Change modus is ingesteld op

Opname starten en bewerkingen tijdens opname

Om naar een blanco frase op te nemen, selecteert u de frase die hiervoor u wilt gebruiken als huidige frase, en vervolgens drukt u op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal.
U kunt de opname tegelijk met het begin van muzikale opnames laten starten. Lees voor uitgebreidere informatie ‘Gelijktijdig opname starten bij geluidsinput (Auto Recording)’ (p. 47).
Frases wisselen met de frase pedalen
Wanneer u tijdens het opnemen op een frase pedaal drukt, dat niet de huidige frase aanstuurt, dan wordt deze geselecteerde frase de nieuwe huidige frase, waarna deze begint met opnemen of afspelen. Opname start als een frase blanco is, afspelen start bij een reeds opgenomen frase.
LOOP END
Als u op een frase pedaal drukt, dat niet de huidige frase aanstuurt, dan knipperen de oranje en groene of rode indicators van dat pedaal. Daarmee wordt aangegeven dat, als er geen wijzigingen worden aangebracht, opnemen/afspelen van de geselecteerde frase begint zodra het afspelen van de huidige frase eindigt.
Als u, terwijl deze indicators knipperen op het frase pedaal van de huidige frase drukt (met de oplichtende oranje indicator), dan stoppen de indicators met knipperen en vervolgt zich het gewoonlijk afspelen van de huidige frase.
Wanneer frase Change modus is ingesteld op IMMEDIATE
Wanneer u op een frase pedaal drukt, dat niet de huidige frase aanstuurt, dan wordt deze geselecteerde frase de nieuwe huidige frase, waarna deze begint met opnemen of afspelen. Opname start als een frase blanco is, afspelen start bij een reeds opgenomen frase.
Bewerkingen bij de start van
U kunt tijdens het opnemen het tempo niet wijzigen door bijvoorbeeld het TEMPO pedaal te gebruiken op of de [TAP TEMPO] toets te drukken.

Afspelen en bewerkingen starten tijdens afspelen

Om een opgenomen frase af te spelen, zorgt u ervoor dat de af te spelen frase de huidige frase wordt. Vervolgens drukt u op het REC/ PLAY/OVERDUB pedaal.
One Shot frases herhaaldelijk afspelen
Als een frase is ingesteld op One Shot (p. 52), dan zal de frase bij elke druk op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal opnieuw beginnen te spelen.
Door doorlopend op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal te drukken, kunt u de One Shot frase herhaaldelijk laten afspelen.
Wanneer frase Change modus (p. 49) is ingesteld op IMMEDIATE, kunt u herhaaldelijk afspelen ook inschakelen door een frase pedaal ingedrukt te houden.
Het Patch tempo wijzigen
U kunt tijdens het afspelen het Patch tempo wijzigen door gebruik te maken van het TEMPO pedaal of de [TAP TEMPO] toets.
Als Tempo Sync is ingesteld op ON bij de frase, dan kunt u de afspeelsnelheid van de frase regelen.
Frases wisselen met de frase pedalen
De manier, waarop frases worden gewisseld wanneer u tijdens het afspelen op een frase pedaal drukt dat niet de huidige frase aanstuurt, is afhankelijk van de frase Change modus instelling.
overdubben en tijdens overdubben
Bij het overdubben naar een opgenomen frase gebruikt u de volgende procedure:
Hoofdstuk 6
U kunt niet overdubben als de frase is ingesteld op ONE SHOT (p. 52).
1. Stel de frase, die u wilt overdubben, in als de huidige frase.
2. Druk tijdens het afspelen van de frase op het REC/PLAY/
OVERDUB pedaal.
Frases wisselen met de frase pedalen
Wanneer u tijdens het overdubben op een frase pedaal drukt, dat niet de huidige frase aanstuurt, dan schakelt de RC-50 over naar de volgende frase, afhankelijk van de frase Change modus (p. 49) instellingen.
Wanneer frase Change modus is ingesteld op LOOP END
Als u op een frase pedaal drukt, dat niet de huidige frase aanstuurt, dan knipperen de oranje en groene of rode indicators van dat pedaal. Daarmee wordt aangegeven dat, als er geen wijzigingen worden aangebracht, opnemen/afspelen van de geselecteerde frase begint zodra het overdubben van de huidige frase eindigt.
Als u, terwijl deze indicators knipperen op het frase pedaal van de huidige frase drukt (met de oplichtende oranje indicator), dan stoppen de indicators met knipperen en vervolgt zich het gewoonlijk overdubben van de huidige frase.
Wanneer frase Change modus is ingesteld op IMMEDIATE
Wanneer u op een frase pedaal drukt, dat niet de huidige frase aanstuurt, dan wordt deze geselecteerde frase de nieuwe huidige frase, waarna deze begint met opnemen of afspelen. Opname start
65
Pedaalbewerkingen in Single modus
als een frase blanco is, afspelen start bij een reeds opgenomen frase.
•U kunt een frase die is ingesteld op ONE SHOT niet overdubben.
Door tijdens het afspelen op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal
te drukken start het afspelen opnieuw vanaf het begin van de
frase.
U kunt tijdens het overdubben het tempo niet wijzigen door
bijvoorbeeld het TEMPO pedaal te gebruiken op of de [TAP
TEMPO] toets te drukken.
66
Hoofdstuk 7
Overige functies
Hoofdstuk 7 Other Functions

Resterende opnameduur controleren

De RC-50 heeft een ingebouwd geheugen van ongeveer 250MB om Patches en uitvoeringen vast te leggen. De resterende opnameduur is afhankelijk van de lengte van de frases binnen de vastgelegde Patches.
De beschikbare opnameduur wordt in het Play scherm onderin het rechter display weergegeven.
Over de beschikbare opnameduur
U kunt de opname modus van de RC-50 instellen om voor langere perioden op te nemen. Hiertoe kunt u kiezen om de RC-50 naar stereo dan wel mono te schakelen.
Wanneer alle Patches van de RC-50 blanco zijn, is de totale opnameduur beschikbaar zoals die hieronder wordt weergegeven.
Opname modus Opnameduur
STEREO
MONO
De tijden hierboven houden rekening met de benodigde hoeveelheid geheugen voor zowel opname als bewerkingen van de RC-50 (zoals Undo/Redo).
Ong. 24 minuten
Ong. 49 minuten
67

Systeem instellingen

Systeem instellingen hebben betrekking op parameters, waarvan de instellingen de RC-50 in het algemeen beïnvloeden.
Deze parameters blijven ongewijzigd, zelfs wanneer de Patches worden gewisseld.
fig.07-020
5 1
32
1. Druk op [SYSTEM/USB].
2. Druk op PARAMETER [ ] [ ], totdat de parameter die
u wilt instellen wordt weergegeven.
fig.07-030d
(Voorbeeld)
3. Draai aan de PATCH/VALUE draaischijf om de waarde van de
instelling te wijzigen.
4. Herhaal indien nodig stap 2 en 3.
5. Als u klaar bent met het vastleggen van de instellingen, drukt
u op [EXIT] om terug te keren naar het Play scherm.
schakelen beperken. De handelingen omtrent het wisselen van Patches worden zo beperkt.
Druk op PARAMETER [ ] [ ] om de cursor te verplaatsen, en draai aan de PATCH/VALUE draaischijf om de maximale en minimale grenzen van het bereik in te stellen.
fig.07-050d
Beschikbare instellingen: 1–99

De knopfuncties instellen (Knob modus)

Hiermee stelt u in op welke wijze instellingen veranderen wanneer er aan de knoppen wordt gedraaid.
* De instelling van de Knob modus heeft betrekking op de frase 1/2/3
LEVEL en GUIDE LEVEL knoppen.
fig.07-055d
Beschikbare instellingen
IMMEDIATE
CURRENT SETTING
KNOB POSITION
Omschrijving
Draaien aan de knoppen wijzigt de waarden meteen.
Waarden wijzigen pas, zodra de knop de in de Patch gespecificeerde waarden bereikt.
Waarden komen ten alle tijden overeen met de knoppositie.

De helderheid van het scherm aanpassen (LCD Contrast)

Op sommige plaatsen waar de RC-50 staat opgesteld, kan het voorkomen dat het (rechter) display moeilijk te lezen is.
Als dat het geval is, wijzigt u het contrast (de helderheid) van het display.
fig.07-040d
Beschikbare instellingen: 1–16

De Patches die gewisseld kunnen worden beperken (Patch Extent)

Door minimale en maximale grenzen te stellen aan Patches, die de RC-50 kan gebruiken, dus vaststellen welk bereik van Patches gewisseld kan worden, wordt het mogelijk om uitsluitend de benodigde Patches te selecteren. Door bijvoorbeeld Patches voor verschillende doeleinden vast te leggen in een bereik van 1 tot 10, 11 tot 20, enzovoorts, en vervolgens deze bereiken in te stellen met Patch Extent, kunt u het bereik van Patches waarnaar de RC-50 in Patch Select modus of met de PATCH/VALUE draaischijf kan
Als Patches worden gewisseld, terwijl Knob modus is ingesteld op ‘KNOB POSITION’, dan wijzigen de instellingen van de Patch waarnaar wordt overgeschakeld onmiddellijk aan de hand van de knopposities. De Patch zal zich dan dus niet houden aan de eigen Patch instellingen.
68

De Auto Recording gevoeligheid aanpassen (Trigger Level)

Hiermee wordt bij Auto Recording het inputniveau ingesteld waarop opname wordt gestart (het triggerniveau). Inputniveaus op of boven de hier ingestelde waarde leiden tot de opnamestart.
fig.07-051d
Beschikbare instellingen: 1–100

Direct na opname overdubben (REC Pedal Action)

Door bij een blanco huidige frase op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal te drukken, kunt u de manier waarop opnemen, afspelen, en overdubben worden geschakeld wijzigen.
Zo kunt u direct na opname het overdubben starten.
fig.07-053d
Door tijdens het opnemen van een frase die op ONE SHOT (p. 52) is ingesteld op het REC/PLAY/OVERDUB pedaal te drukken, wordt de frase afgespeeld zonder dat er opname of overdubben plaatsvindt.
Als REC Pedal Action is ingesteld op REC OVERDUB, dan stopt de opname en start het afspelen, wanneer u tijdens de opname op het STOP pedaal drukt.
Beschikbare instellingen
REC PLAY
REC OVERDUB
Omschrijving
Gebruikelijke instelling. Door na de opnamestart op het pedaal te drukken schakelt de RC-50 naar afspeelmodus. Het herhaaldelijk op het pedaal drukken leidt tot het doorlopen van de volgende functies: Opnemen Afspelen Overdubben Afspelen…
Door na de opnamestart op het pedaal te druk­ken, schakelt de RC-50 naar overdubmodus. Het herhaaldelijk op het pedaal drukken, leidt tot het doorlopen van de volgende functies: Opnemen Overdubben Afspelen Overdubben…
Systeem instellingen
stelselmatig dezelfde output te laten gebruiken.
Dit is bijvoorbeeld makkelijk wanneer u de RC-50 in verschillende omgevingen gebruikt, en tijdelijk de outputinstellingen van alle Patches wilt wijzigen.
fig.07-052d
Beschikbare instellingen
PATCH
MAIN
SUB
MAIN+SUB
MUTE (Input Out only)
Omschrijving
Outputs worden gebruikt aan de hand van Patch instellingen.
Output via de MAIN OUTPUT en PHONES jacks, ongeacht de Patch instellingen.
Output via de SUB OUTPUT jacks, ongeacht de Patch instellingen. Output vindt niet plaats via de PHONES jack.
Output vindt plaats via de MAIN, SUB OUTPUT en PHONES jack, ongeacht de Patch instell­ingen.
Het inputgeluid verloopt niet naar de output, ongeacht de Patch instellingen.
* Opname naar de frase vindt nog altijd plaats.

Patchnummers 1-5 beveiligen (Preset Protect)

U kunt voorkomen, dat data in de Patches 1-5 per ongeluk wordt verwijderd of overschreven. Deze eigenschap heet ‘Preset Protect’.
Als Preset Protect is ingesteld op ON kunt u de Patch instellingen nog steeds tijdelijk wijzigen, maar de Patch niet met de wijzigingen overschrijven.
* Als Preset Protect actief is, blijft de data van Patchnummers 1-5, zelfs
bij het uitvoeren van Factory Reset (p. 95) ongewijzigd.
fig.07-054d
Hoofdstuk 7
Voor alle Patches dezelfde audio output
Beschikbare instellingen: OFF, ON
gebruiken (Input/Frase 1, 2, 3/Guide Output
Als de RC-50 via USB op de computer is aangesloten en een
Select)
Normaalgesproken worden de instellingen omtrent welke jacks worden gebruikt bij de output, frases, en gidsgeluiden vastgelegd in elke Patch. U kunt er echter voor kiezen om deze allemaal
Recover/Import bewerking uitvoert, dan zal de Patchdata worden overschreven, ongeacht de instelling van Preset Protect.
69

Pedaal instellingen

CTL1CTL2CTL3CTL4
CTL1CTL2
PCS-31
WitRood
WitRood
CTL3CTL4
PCS-31
Alhoewel de RC-50 al over zeven pedalen beschikt, kunt u ook de pedaalfuncties van het TEMPO pedaal en het UNDO/REDO pedaal benutten. In plaats van het pedaal uitsluitend voor UNDO en REDO te gebruiken, kunt u er een andere wenselijke bewerking aan toekennen, bijvoorbeeld het een voor een laten toenemen van Patchnummers.
Daarnaast kunt u, door externe pedalen op de CTL 1,2 PEDAL en EXP/CTL 3,4 PEDAL jacks aan te sluiten, met deze pedalen functies besturen die met de eigen pedalen van de RC-50 alleen lastig te hanteren zijn. Zo wordt het bedienen van de RC-50 makkelijker en praktischer.

Systeem instellingen en Patch instellingen

Pedaalfuncties schikken zich naar systeem instellingen, ofwel instellingen die worden gedeeld en toegepast voor alle functies van de RC-50. Instellingen die niet veranderen, ongeacht de instellingen van de geselecteerde Patch, en ongeacht instellingen die worden gebruikt om verschillende functies aan elke individuele Patch toe te kennen.
Voor elke parameter kunt u selecteren of de systeem instellingen of de Patch instellingen moeten worden toegepast. Zo heeft u de vrijheid om voor elke omgeving een passende toepassing te kiezen.
Gebruik de volgende procedure om te schakelen tussen systeem- en Patch instellingen.
fig.07-070
* Als u schakelt tussen de systeem instellingen en de Patch instellingen
worden ‘EXP Func’, ‘EXP Level Min/Max’, en ‘EXP Tempo Min/
Max’ gezamenlijk beïnvloed.
4. Herhaal indien nodig stap 2 en 3.
5. Druk op [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
Functies van pedalen en externe voetschakelaars van de RC-50 instellen (TEMPO/UNDO/CTL1/CTL2/CTL3/CTL4 Pedal Function)
Deze procedure stelt de functies in van het TEMPO pedaal en de UNDO/REDO pedalen van de RC-50 en van voetschakelaars, die zijn aangesloten op de CTL 1,2 PEDAL jack en de EXP/CTL 3,4 PEDAL jack.
* Het volgende toont de correspondentie tussen de functies van een
pedaalschakelaar (A/B) en de CTL pedaalfuncties indien een FS-6 is
aangesloten.
fig.07-090
1 5
32,3
1. Druk op [CTL/EXP PEDAL] om het pedaal instellingenscherm
weer te geven.
fig.07-080d
2. Druk op PARAMETER [ ] [ ] om het pedaalfunctie
scherm weer te geven voor het pedaal, waarvan u instellingen wilt wijzigen.
3. Nadat u PARAMETER [ ] [ ] heeft gebruikt om de
cursor naar ‘SYS’ of ‘PAT’ in de bovenste regel van het display te verplaatsen, kunt u aan de PATCH/VALUE draaischijf draaien om te kiezen of de systeem instellingen dan wel de Patch instellingen moeten worden gebruikt.
* Als er twee voetschakelaars met de speciale verbindingskabel (Roland
PCS-31; optioneel, los verkrijgbaar) worden aangesloten,
corresponderen pedaalschakelaar en CTL pedaalfuncties, zoals
hieronder wordt afgebeeld.
fig.07-100
Beschikbare instellingen
~~: SYS
~~: PAT
70
Omschrijving
De systeem instellingen worden gebruikt.
De Patch instellingen worden gebruikt.
Pedaal instellingen
* Als u voetschakelaars afzonderlijk wilt aansluiten, worden de
instellingen van de CTL1 pedaalfunctie en de CTL3 pedaalfunctie
gebruikt.
fig.07-110
1 5
32,3
1. Druk op [CTL/EXP PEDAL].
2. Druk op PARAMETER [ ] [ ] om de gewenste
parameter weer te geven, zoals ‘TEMPO Func’, ‘UNDO Func’, ‘CTL1 Func’, ‘CTL2 Func’, ‘CTL3 Func’ of ‘CTL4 Func’.
fig.07-120d
3. Gebruik PARAMETER [ ] [ ] om de cursor naar de
onderste regel van het display te verplaatsen, en stel vervolgens met de PATCH/VALUE draaischijf de pedaal of voetschakelaar functie in.
4. Herhaal indien nodig stap 2 en 3.
5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play scherm.
* Bij het selecteren van pedaal instellingen van een Patch volgt u de
procedure, die wordt beschreven bij ‘Vastleggen op Patchnummer
(Patch Write)’ (p. 54) voor het vastleggen van de instellingen.
Beschikbare instellingen
Van toepassing op zowel systeem instellingen als Patch instell­ingen
OFF
ALL START/STOP
Frase 1 PLY/STP
Omschrijving
Geen bewerking
Start en stopt het afspelen van alle drie frases tegelijk
Start en stopt het afspelen van frase 1 (*)
Beschikbare instellingen
Frase 2 PLY/STP
Frase 3 PLY/STP
Frase 1 PLAY
Frase 2 PLAY
Frase 3 PLAY
(*)
• Afspelen begint niet als de Patch leeg is.
• Afspelen begint direct zonder dat er een Count-in geluid wordt gespeeld.
Frase 1 STOP
Frase 2 STOP
Frase 3 STOP
Frase 1 REVERSE
Frase 2 REVERSE
Frase 3 REVERSE
Frase 1 ONESHOT
Frase 2 ONESHOT
Frase 3 ONESHOT
Frase 1 CLEAR
Frase 2 CLEAR
Frase 3 CLEAR
(*) Frases kunnen niet worden geschoond als de huidige frase bezig
is met opnemen/overdubben.
CURRENT REVERSE
CURRENT ONE SHOT
CURRENT CLEAR
(*) Frases kunnen niet worden geschoond als de huidige frase bezig
is met opnemen/overdubben.
UNDO/REDO
PATCH TEMPO (TAP)
OVERDUB MODE INC
GUIDE START/STOP
PLAY MODE
Alleen van toepassing op systeem instellingen
PATCH NUMBER INC
PATCH NUMBER DEC
PATCH WRITE
Omschrijving
Start en stopt het afspelen van frase 2 (*)
Start en stopt het afspelen van frase 3 (*)
Start het afspelen van frase 1 (*)
Start het afspelen van frase 2 (*)
Start het afspelen van frase 3 (*)
Stopt het afspelen van frase 1
Stopt het afspelen van frase 2
Stopt het afspelen van frase 3
Zet afspelen in omgekeerde volgorde voor frase 1 aan en uit
Zet afspelen in omgekeerde volgorde voor frase 2 aan en uit
Zet afspelen in omgekeerde volgorde voor frase 3 aan en uit
Zet herhaaldelijk en One Shot afspelen voor frase 1 aan en uit
Zet herhaaldelijk en One Shot afspelen voor frase 2 aan en uit
Zet herhaaldelijk en One Shot afspelen voor frase 3 aan en uit
Schoont frase 1 (*)
Schoont frase 2 (*)
Schoont frase 3 (*)
Zet afspelen in omgekeerde volgorde voor de huidige frase aan en uit
Schakelt Loop en One Shot afspelen van de huidige frase
Schoont de huidige frase (*)
Ongedaan maken/herhalen
Tap input voor Patch tempo
Schakelt Overdubbing modus van OVER­DUB REPLACE MOMENTARY PUNCH-IN
Start en stopt de gids
Schakelt de Play modus (Single/Multi)
* Alle frases stoppen als de modus wordt
omgeschakeld tijdens opnemen, afspelen of overdubben.
Schakelt naar het eerstvolgende hogere Patchnummer
Schakelt naar het eerstvolgende lagere Patchnummer
Schrijft de Patch
* Door tweemaal op een pedaal te drukken,
wordt Patch Write uitgevoerd.
Hoofdstuk 7
71
Pedaal instellingen

De functies van het EXP pedaal instellen

Deze procedure stelt de functies van het EXP pedaal in, dat op de EXP/CTL 3,4 PEDAL jack is aangesloten.
fig.07-130
1 6
3,42,3,4
instellingen, worden ‘EXP Func’, ‘EXP Level Min/Max’, en ‘EXP Tempo Min/Max’ gezamenlijk beïnvloed.
EXP pedaalfuncties
Deze procedure selecteert welke functie door het EXP pedaal wordt aangestuurd.
fig.07-131d
1. Druk op [CTL/EXP PEDAL].
2. Druk op PARAMETER [ ] [ ] om ‘EXP Func’, ‘EXP
Level’ of ‘EXP Tempo’ weer te geven.
fig.07-130d
Beschikbare instellingen
OFF
Frase 1 LEVEL
Frase 2 LEVEL
Frase 3 LEVEL
Het indrukken van het pedaal laat het volumeniveau toenemen.
Frase 1 PAN
Frase 2 PAN
Frase 3 PAN
Het indrukken van het pedaal verplaatst het geluid naar rechts; het loslaten ervan verplaatst het geluid naar links.
CURRENT LEVEL
CURRENT PAN
GUIDE LEVEL
PATCH LEVEL
PATCH TEMPO
Het indrukken van het pedaal verhoogt het tempo.
Omschrijving
Geen bewerking
Bedient het volumeniveau van frase 1
Bedient het volumeniveau van frase 2
Bedient het volumeniveau van frase 3
Bedient de panning van frase 1
Bedient de panning van frase 2
Bedient de panning van frase 3
Bedient het volumeniveau van de huidige frase
Bedient de panning van de huidige frase
Bedient het volumeniveau van het gidsgeluid
Bedient het volumeniveau van de Patch
Bedient het tempo van de Patch
Min/max niveau van EXP pedaal
Deze procedure stelt het minimale en maximale volumeniveau in voor wanneer het niveau wordt aangestuurd door het EXP pedaal.
fig.07-140d
3. Nadat u PARAMETER [ ] [ ] heeft gebruikt om de
cursor naar ‘SYS’ of ‘PAT’ in de bovenste regel van het display te verplaatsen, kunt u aan de PATCH/VALUE draaischijf draaien om te kiezen of de systeem instellingen dan wel de Patch instellingen moeten worden gebruikt.
Beschikbare instellingen
~~: SYS
~~: PAT
4. Gebruik PARAMETER [ ] [ ] om de cursor naar de
onderste regel van het display te verplaatsen, en wijzig vervolgens met de PATCH/VALUE draaischijf de instelling.
5. Herhaal indien nodig stap 2 en 4.
6. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play scherm.
* Bij het selecteren van pedaal instellingen van een Patch volgt u de
procedure die wordt beschreven bij ‘Vastleggen op Patchnummer
(Patch Write)’ (p. 54) voor het vastleggen van de instellingen.
Als u schakelt tussen de systeem instellingen en de Patch
Omschrijving
De systeem instellingen worden gebruikt.
De Patch instellingen worden gebruikt.
72
Beschikbare instellingen: 0–200
Min/max tempo van EXP pedaal
Deze procedure stelt het minimale en maximale tempo in, wanneer het Patchniveau wordt aangestuurd door het EXP pedaal.
Druk op PARAMETER [ ] [ ] om de cursor naar het getal te verplaatsen dat u wilt wijzigen, en draai vervolgens aan de PATCH/ VALUE draaischijf om de instelling te wijzigen.
fig.07-150d
Beschikbare instellingen: 40.0–250.0
Hoofdstuk 8 Using MIDI
Hoofdstuk 8
MIDI gebruik
73

Wat u met MIDI kunt doen

U kunt de RC-50 met MIDI gebruiken voor de volgende soorten bewerkingen:
* Het gebruik van MIDI vereist, dat de MIDI kanalen worden
afgestemd met die van het aangesloten apparaat. Data kan alleen
worden verzonden of ontvangen van een ander MIDI apparaat indien
de MIDI kanalen juist zijn ingesteld.

Bewerkingen vanaf de RC-50 aansturen

Tempodata en data voor het starten en stoppen van afspelen versturen
• De opname tempodata van de RC-50 wordt naar externe MIDI
apparaten als MIDI clock verstuurd.
Door tempo’s met de RC-50 te synchroniseren wordt het
mogelijk om MIDI-clock gebaseerde effectprocessors en
soortgelijke apparatuur te besturen.
• De afspeel start-en stopcommando’s van de pedalen van de
Rc-50 kunnen als MIDI Start en Stop berichten worden
verstuurd.
Sequencers, recorders en soortgelijke apparatuur kan worden
gesynchroniseerd om tegelijk met de RC-50 te starten en te
stoppen.
Program Change berichten versturen
Zodra er met de RC-50 een Patch wordt geselecteerd, wordt er tegelijk een Program Change bericht met het corresponderende Patchnummer verstuurd. Het externe MIDI apparaat past haar instellingen aan aan de hand van het ontvangen Program Change bericht.
fig.08-010

Bewerkingen aansturen vanaf externe apparatuur

Tempodata en data voor het starten en stoppen van afspelen ontvangen
• De RC-50 kan MIDI-clock ontvangen van externe MIDI
apparaten en vervolgens hetzelfde tempo hanteren als
(gesynchroniseerd worden met) het externe MIDI apparaat.
Hiermee kan de RC-50 op hetzelfde tempo worden aangestuurd
als dat van recorders en andere apparatuur.
• Het afspelen van de huidige frase en het aansturen van All Stop
is mogelijk door het ontvangen van MIDI Start en Stop
berichten.
Als Simul-Start (p. 50) is ingesteld kunt u vanaf een extern MIDI
apparaat tevens het afspelen van elke gewenste frase starten.
Patchnummers wisselen
De Patches van de RC-50 wisselen tegelijk met de ontvangst van corresponderende Program Change berichten van externe MIDI apparaten.
De volgende afbeelding toont een verbindingsschema, waarbij de uitvoering van de RC-50 automatisch ter ondersteuning wordt gespeeld. Patches wisselen automatisch wanneer een Program Change bericht (Program Number), dat correspon­deert met de Patch, gezamenlijk met de opnamedata, wordt ingevoerd op het punt waarop u wilt dat de RC-50 van Patch wisselt.
fig.08-020
MIDI IN
MIDI OUT
Control Change berichten versturen
Het is mogelijk om een doorlopende omschrijving van alle bewerkingen, die middels een extern aangesloten voetschakelaar of EXP pedaal worden uitgevoerd, in de vorm van zogenaamde Control Change berichten te versturen. Deze berichten kunnen worden voor verschillende doeleinden gebruikt, zoals het aansturen van de parameters van een extern MIDI apparaat.
74
MIDI OUT
MIDI IN
Control Change berichten ontvangen
De RC-50 kan door Control Change berichten van externe MIDI apparatuur worden aangestuurd.
U kunt instellen hoe de RC-50 op MIDI Control Change #1, #7, en #80 berichten reageert door de CC#1/CC#7/CC#80 Func functie (p. 77) in te stellen. U kunt het tempo van de RC-50 tevens wijzigen door een optionele FC-200 MIDI voetbediening aan te sluiten.

Instellingen voor MIDI gerelateerde functies vastleggen

Deze sectie beschrijft de MIDI-gerelateerde functies van de RC-50. Leg de instellingen vast aan de hand van de manier waarop de RC-50 gebruikt gaat worden.
fig.08-030
5 1
32

MIDI verzendkanaal

Deze procedure stelt het kanaal in, dat gebruikt moet worden voor het verzenden van MIDI berichten. Bij de ‘RX’ instelling worden MIDI berichten over hetzelfde kanaal als het ontvangstkanaal verzonden.
fig.08-080d
Beschikbare instellingen: 1–16, RX

MIDI Sync

1. Druk meerdere malen op [SYSTEM/USB], totdat het MIDI
instellingenscherm wordt weergegeven.
fig.08-040d
2. Druk op PARAMETER [ ] [ ] om het scherm van de in
te stellen parameter weer te geven.
fig.08-050d
(Voorbeeld)
3. Gebruik de PATCH/VALUE draaischijf om de waarde van de
instelling te wijzigen.
4. Herhaal indien nodig stap 2 en 3.
5. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het Play scherm.

MIDI ontvangstkanaal

Deze procedure stelt het MIDI kanaal in, waarop MIDI berichten ontvangen moeten worden.
fig.08-060d
U kunt uitvoeringen met een MIDI sequencer of ander extern MIDI apparaat laten synchroniseren.
fig.08-090d
Beschikbare instellingen:
PATCH
AUTO
INTERNAL
REMOTE
Omschrijving
Synchronisatie instellingen worden voor elke Patch afzonderlijk bepaald. Patch synchroni­satie instellingen worden met MIDI Sync (p. 50) in de Patch instellingen vastgelegd.
Hoewel uitvoeringen normaalgesproken op het tempo van de RC-50 worden afgespeeld, begint de uitvoering automatisch te spelen op het tem­po van het MIDI clock bericht van van het ex­terne MIDI apparaat, indien er een MIDI Start bericht wordt ontvangen wanneer alle frases zijn gestopt.
Uitvoeringen worden op het tempo van de RC­50 gespeeld, waarbij opnemen, afspelen en over­dubben via de RC-50 wordt bediend.
Hoewel uitvoeringen op het tempo van de RC-50 worden gespeeld, worden opnemen, afspelen, en overdubben (uitsluitend) bediend via het ex­terne MIDI apparaat.

MIDI Program Change Out

Hoofdstuk 8
Beschikbare instellingen: 1-16 (kanaal 1-kanaal 16)

MIDI Omni modus

Als deze modus is ingesteld op ON worden berichten via alle MIDI kanalen ontvangen, ongeacht de MIDI Receive Channel instellingen.
fig.08-070d
Beschikbare instellingen: OFF, ON
Hiermee selecteert u of MIDI Program Change berichten wel of niet worden verstuurd.
fig.08-110d
Beschikbare instellingen: OFF, ON

MIDI Control Change Out

Hiermee selecteert u of MIDI Control Change berichten wel of niet worden verstuurd.
fig.08-120d
Beschikbare instellingen: OFF, ON
75

Bewerkingen vanaf de RC-50 aansturen

* Bank Select MIDI berichten (Control Change #0, #32) kunnen niet
Uitvoeringen van externe apparaten met de RC-50
worden verstuurd.
synchroniseren
U kunt uitvoeringen op externe apparaten op hetzelfde tempo als dat van de RC-50 afspelen (Synchronized Performance).
Uitvoeringen op externe MIDI apparaten op hetzelfde tempo als dat van de RC-50 afspelen
MIDI clock berichten worden ten alle tijden door de RC-50 verzonden. Stel het externe MIDI apparaat van tevoren in om MIDI Clock en MIDI Start en Stop berichten te kunnen ontvangen.
Lees voor meer informatie de gebruikershandleiding van het betreffende apparaat.
Start-bericht verzenden
Een MIDI Start bericht wordt verzonden zodra het opnemen of afspelen van de huidige frase begint, wanneer alle frases gestopt waren.
Het bericht wordt ook verzonden als een All Start bewerking wordt uitgevoerd.

Control Change-berichten verzenden

U kunt Control Change berichten verzenden door de externe voetschakelaar te bedienen, die op de CTL 1,2 PEDAL jack is aangesloten. Of u kunt gebruikmaken van het EXP pedaal, dat is aangesloten op de EXP/CTL 3,4 PEDAL jack.
De volgende Control Change berichten worden door de voetschakelaar en het EXP pedaal verstuurd:
Pedaal Controllernummer
CTL 1 pedal CC#80 CTL 2 pedal CC#81 EXP pedal CC#7 CTL 3 pedal Not output CTL 4 pedal Not output
* Stel MIDI Control Change Out (p. 75) in op ON.
Stop-bericht verzenden
Een MIDI Stop bericht wordt verzonden, wanneer alle frases gestopt zijn. Het wordt tevens verstuurd als All Stop is toegepast.
fig.08-130
Frase 1
Afspelen
Afspelen Afspelen
Afspelen
Frase 2
Frase 3
Start-bericht
verzonden
Afspelen Afspelen
Afspelen Afspelen Afspelen
Stop-bericht
verzonden

Program Change-berichten verzenden

Als Patches op de RC-50 worden gewisseld, wordt een Program Change bericht naar het aangesloten externe MIDI apparaat verstuurd.
U kunt Program Change berichten genummerd van 1 tot 99 versturen, corresponderend met de 99 individuele Patches 1-99.
Patchnummer Programmanummer
1 1 2 2 3 3 : :
99 99
* Stel van tevoren MIDI Program Change Out (p. 75) in op ON.
* Program Change berichten 100-128 kunnen niet worden verstuurd.
76

Bewerkingen aansturen vanaf een extern MIDI apparaat

3,42,3,4
1 6

Uitvoeringen van de RC-50 synchroniseren met het externe apparaat

U kunt de uitvoeringen van de RC-50 op hetzelfde tempo laten spelen als dat van het externe apparaat (Synchronized Performance).

Patches wisselen

U kunt de Patches van de RC-50 wisselen middels Program Change berichten van externe MIDI apparaten.
U kunt Program Change berichten genummerd van 1 tot 99 ontvangen, corresponderend met de 99 individuele Patches 1-99.
Patchnummer
Uitvoeringen van externe MIDI apparaten op hetzelfde tempo als dat van de RC-50 afspelen (Synchronized Performance)
Om Synchronized Performance voor elke Patch afzonderlijk in te stellen, stelt u System MIDI Sync in op PATCH en de MIDI Sync van de Patch (p. 50) stelt u in op AUTO.
Als de RC-50 is ingesteld om Synchronized Performance te gebruiken, dan zullen de Patch tempo’s van de RC-50 zich ten alle tijden houden aan de tempodata (MIDI Clock) van het externe MIDI apparaat.
Echter, is Loop Quantize (p. 42) klaar voor gebruik, waardoor u frases met de juiste maatlengten kunt opnemen.
* Stel het externe MIDI apparaat van tevoren zo in, dat het MIDI Clock
en MIDI Start en Stop berichten kan verzenden. Lees voor meer
informatie de gebruikershandleiding van het betreffende apparaat.
Start bericht ontvangen
Als er een MIDI Start bericht wordt ontvangen, terwijl alle frases gestopt zijn, dan begint het afspelen van de huidige frase. Op dit moment begint een frase, die is ingesteld om tegelijk te starten, ook te spelen.
• Bij de ontvangst van MIDI Start begint het opnemen of afspelen
direct, zonder dat er een Count-in geluid (p. 40) wordt gespeeld.
• Bij de ontvangst van MIDI Start begint het opnemen direct, zelfs
wanneer Auto Recording (p. 47) is ingesteld.
Stop-bericht ontvangen
Als het MIDI Stop bericht wordt ontvangen, stoppen alle frases met afspelen.
fig.08-140
Start-bericht
ontvangen
Stop-bericht
ontvangen
* Program Change berichten 100-128 kunnen niet worden ontvangen.
* Bank Select MIDI berichten (Control Change #0, #32) worden

Andere functies bedienen (CC#1/CC#7/CC#80 Functies)

Middels Control Change berichten van externe MIDI apparaten kunt u met zulke MIDI apparatuur functies besturen, die met de eigen pedalen van de RC-50 alleen lastig te hanteren zijn. Zo wordt het bedienen van de RC-50 makkelijker en praktischer.
Systeem instellingen en Patch instellingen
De CC#1/CC#7/CC#80 (Control Change) functies schikken zich naar systeem instellingen, ofwel instellingen die worden gedeeld en toegepast voor alle functies van de RC-50. Instellingen die niet veranderen, ongeacht de instellingen van de geselecteerde Patch, en ongeacht instellingen die worden gebruikt om verschillende functies aan elke individuele Patch toe te kennen. Voor elke parameter kunt u selecteren of de systeem instellingen of de Patch instellingen moeten worden toegepast. Zo heeft u de vrijheid om voor elke omgeving een passende toepassing te kiezen.
Gebruik de volgende procedure om te schakelen tussen systeem en Patch instellingen.
fig.08-150
Programmanummer Patchnummer
1 1 2 2 3 3
: :
99 99
genegeerd, ongeacht of ze zijn ontvangen.
Hoofdstuk 8
Frase 1
Frase 2
Frase 3
Afspelen
Afspelen Afspelen
Afspelen Afspelen Afspelen
Afspelen Afspelen
Afspelen
1. Druk op [CTL/EXP PEDAL] om het pedaal instellingen
scherm weer te geven.
2. Druk op PARAMETER [ ] [ ] om het CC# Function
scherm weer te geven voor het Control Change bericht, waarvan u instellingen wilt wijzigen.
77
Bewerkingen aansturen vanaf een extern MIDI apparaat
fig.08-160d
3. Nadat u PARAMETER [ ] [ ] heeft gebruikt om de
cursor naar ‘SYS’ of ‘PAT’ in de bovenste regel van het display te verplaatsen, kunt u aan de PATCH/VALUE draaischijf draaien om te kiezen of de systeem instellingen dan wel de Patch instellingen moeten worden gebruikt.
Beschikbare instellingen:
~~: SYS
~~: PAT
4. Druk op PARAMETER [ ] [ ] om de cursor naar de
onderste regel van het display te verplaatsen, en geef vervolgens met de PATCH/VALUE draaischijf aan, hoe u wilt dat Control Change wordt toegepast.
5. Herhaal indien nodig stappen 2-4.
6. Druk op [EXIT] om naar het Play scherm terug te keren.
* Bij het selecteren van pedaal instellingen van een Patch volgt u de
procedure die wordt beschreven bij ‘Vastleggen op Patchnummer
(Patch Write)’ (p. 54) voor het vastleggen van de instellingen.
Omschrijving
De systeem instellingen worden gebruikt.
De Patch instellingen worden gebruikt.
CC#1, CC#7
Beschikbare instellingen:
OFF
Frase 1 LEVEL
Frase 2 LEVEL
Frase 3 LEVEL
Frase 1 PAN
Frase 2 PAN
Frase 3 PAN
CURRENT LEVEL
CURRENT PAN
GUIDE LEVEL
PATCH LEVEL
PATCH TEMPO
Omschrijving
Geen bewerking
Bedient het volumeniveau van frase 1
Bedient het volumeniveau van frase 2
Bedient het volumeniveau van frase 3
Bedient de panning van frase 1
Bedient de panning van frase 2
Bedient de panning van frase 3
Bedient het volumeniveau van de huidige frase
Bedient de panning van de huidige frase
Bedient het volumeniveau van het gidsge­luid
Bedient het volumeniveau van de Patch
Bedient het tempo van de Patch
CC#80
Beschikbare instellingen:
Van toepassing op zowel systeem instellingen als Patch instell­ingen
OFF
Omschrijving
Geen bewerking
Beschikbare instellingen:
ALL START/STOP
Frase 1 PLY/STP
Frase 2 PLY/STP
Frase 3 PLY/STP
Frase 1 PLAY
Frase 2 PLAY
Frase 3 PLAY
(*)
• Afspelen begint niet indien de Patch blanco is.
• Afspelen begint direct zonder dat er een Count-in geluid wordt gespeeld.
Frase 1 STOP
Frase 2 STOP
Frase 3 STOP
Frase 1 REVERSE
Frase 2 REVERSE
Frase 3 REVERSE
Frase 1 ONESHOT
Frase 2 ONESHOT
Frase 3 ONESHOT
Frase 1 CLEAR
Frase 2 CLEAR
Frase 3 CLEAR
(*) Frases kunnen niet worden geschoond als de huidige frase bezig
is met opnemen/overdubben.
CURRENT REVERSE
CURRENT ONE SHOT
CURRENT CLEAR
(*) Frases kunnen niet worden geschoond als de huidige frase bezig
is met opnemen/overdubben.
UNDO/REDO
PATCH TEMPO (TAP)
OVERDUB MODE INC
GUIDE START/STOP
PLAY MODE
Alleen van toepassing op systeem instellingen
PATCH NUMBER INC
PATCH NUMBER DEC
PATCH WRITE
Omschrijving
Start en stopt het afspelen van alledrie de frases tegelijk
Start en stopt het afspelen van frase 1 (*)
Start en stopt het afspelen van frase 2 (*)
Start en stopt het afspelen van frase 3 (*)
Start het afspelen van frase 1 (*)
Start het afspelen van frase 2 (*)
Start het afspelen van frase 3 (*)
Stopt het afspelen van frase 1
Stopt het afspelen van frase 2
Stopt het afspelen van frase 3
Zet afspelen in omgekeerde volgorde voor frase 1 aan en uit
Zet afspelen in omgekeerde volgorde voor frase 2 aan en uit
Zet afspelen in omgekeerde volgorde voor frase 3 aan en uit
Zet herhaaldelijk en One Shot afspelen voor frase 1 aan en uit
Zet herhaaldelijk en One Shot afspelen voor frase 2 aan en uit
Zet herhaaldelijk en One Shot afspelen voor frase 3 aan en uit
Schoont frase 1 (*)
Schoont frase 2 (*)
Schoont frase 3 (*)
Zet afspelen in omgekeerde volgorde voor de huidige frase aan en uit
Schakelt Loop en One Shot afspelen van de huidige frase
Schoont de huidige frase (*)
Ongedaan maken/herhalen
Tap input voor Patch tempo
Schakelt Overdubbing modus van OVER­DUB REPLACE MOMENTARY PUNCH-IN
Start en stopt de gids
Schakelt de Play modus (Single/Multi)
* Alle frases stoppen als de modus wordt
omgeschakeld tijdens opnemen, afspelen of overdubben.
Schakelt naar het eerstvolgende hogere Patchnummer
Schakelt naar het eerstvolgende lagere Patchnummer
Schrijft de Patch
* Door tweemaal op een pedaal te drukken
wordt Patch Write uitgevoerd.
78
Hoofdstuk 9
Aansluiten op computers
Hoofdstuk 9 Connecting to Computers
79

Alvorens USB te gebruiken

ROLAND map
DATA map
Alle opgenomen phrasedata
Patchparameter bestand
Systeeminstellingen bestand
PATCH.RC5
SYSTEM.RC5
WAVE map
Patchnummer 1 Phrase 1 WAV bestand
001_1.WAV
Patchnummer 1 Phrase 2 WAV bestand
001_2.WAV
Patchnummer 1 Phrase 3 WAV bestand
001_3.WAV
Patchnummer 2 Phrase 1 WAV bestand
002_1.WAV
Patchnummer 2 Phrase 2 WAV bestand
002_2.WAV
Patchnummer 99 Phrase 3 WAV bestand
099_3.WAV
De RC-50 is uitgerust met een USB aansluiting. Door de RC-50 met een USB kabel op een computer aan te sluiten, kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
Backup
Bewaar de gebruikersgegevens van de RC-50 op de computer.
Herstellen
Zet de op een computer opgeslagen data terug naar de RC-50.
Exporteren
Kopieer de frasedata van de RC-50 als .WAV bestanden naar de computer.
Importeren
Breng .WAV bestanden van computers over naar de RC-50.

Geschikte besturingssystemen

Opbouw van de data van de RC-50

Als de RC-50 via USB op een computer is aangesloten, verschijnt ‘BOSS_RC-50’ (of het Verwisselbare schijf (*:)’ icoon) in Deze Computer in Windows of op de desktop bij Macintosh systemen.
Binnen ‘BOSS_RC-50’ bevindt zich de ‘ROLAND’ map, waarin de gegevens van de RC-50 volgens de onderstaande hiërarchie zijn vastgelegd.
fig.09-020
Windows
Windows Me/2000/XP
Macintosh
Mac OS 9.1.x/9.2.x
Mac OS X
Drivers
De Rc-50 maakt gebruik van de standaarddriver van het besturingssysteem, die automatisch wordt geïnstalleerd als de RC-50 via USB op de computer wordt aangesloten.
Bij gebruik van Windows XP/Windows 2000
Log in bij Windows met een van de volgende gebruikersnamen.
• Administrator of andere gebruikersnaam in de Administrator
groep.
• Gebruikersnaam, waarvan de accountcategorie
computerbeheerder is.
Merk op, dat het met andere gebruikersnamen niet mogelijk is om een deugdelijke USB verbinding tot stand te brengen.
Neem voor meer informatie contact op met de beheerder van de computer.
• Als de RC-50 een Recover / Import bewerking uitvoert, dan zal
de Patchdata worden overschreven, ongeacht de Preset Protect
(p. 69) instelling.
• Voorkom het schrijven van corrupte bestanden naar
PATCH.RC5 of SYSTEM.RC5.
• Wijzig de namen van de ‘ROLAND’, ‘DATA’ of ‘WAVE’
mappen niet.
• Verzend alleen bestanden van de ‘ROLAND’ map naar de
RC-50. Hoewel bestanden van andere mappen door de RC-50
worden genegeerd, zorgen ze ervoor dat er minder ruimte
beschikbaar is voor het vastleggen van gegevens.
80
Over .WAV bestanden waar
Computer
de RC-50 mee omgaat
U kunt Patch frases op computers vastleggen als .WAV bestanden, en bestanden van computers importeren naar de RC-50. Zo kunt u met sequencer software makkelijk muziekstukken samenstellen met frases die zijn gemaakt op de RC-50, of frases met effecten naar de RC-50 importeren.
Het volgende beschrijft het .WAV bestandsformaat dat door de RC-50 gebruikt kan worden.
Sampling rate
Quantization bitrate
Aantal kanalen
Compressieformaat
Bestandsnamen
001_1.WAV
(1) (2) (3) (5)(4)
44.1 KHz
16 bit
Mono of stereo
Geen compressie
Patchnummers:
(1)
Nummer bestaande uit drie tekens (001-099)
(2) Underscore (liggend) teken
Frasenummers:
(3)
Nummer bestaande uit enkel teken
(1, 2 of 3) (4) Stip (punt) teken (5) De kapitaalletters ‘WAV’
Alvorens USB te gebruiken
oorspronkelijke tempo berekenen, zoals hieronder wordt getoond.
Maatsoort (teller/noemer) x 4 x aantal maten x 60 : lengte muziekstuk (seconden) = tempo
Als het muziekstuk bijvoorbeeld qua tijd 4/4 is, 2 maten telt en 4.8 seconden lang is, dan is het tempo als volgt te berekenen:
4/4 x 4 x 2 x 60 : 4.8 = 100
Zodra u het tempo heeft ingesteld, gebruikt u de ‘Het oorspronke­lijke tempo bevestigen en vastleggen’ (p. 37) procedure.

Verbinden met de computer

Gebruik een USB kabel om de USB aansluiting van de computer te verbinden met de USB aansluiting van de RC-50.
Verwijder het kapje van de USB aansluiting bij het aansluiten van de USB kabel. Laat het kapje op zijn plaats, wanneer de USB aansluiting niet wordt gebruikt.
fig.09-010
• Bevestig, na het importeren van een .WAV bestand naar de
RC-50, in het Play scherm, dat de frase normaal kan worden
afgespeeld.
• Inhoud die op de RC-50 kan worden vastgelegd omvat alle
Patches, frases en systeem instellingen tot een maximum van
250MB. .WAV bestanden, die deze grootte overschrijden,
kunnen niet naar de RC-50 worden geïmporteerd.
•U kunt geen kort .WAV bestand van de minimale opnameduur
(ongeveer 1.5 seconde) importeren.
• De RC-50 bevat geen sequencersoftware.
Het oorspronkelijke tempo bepalen van een frase die uit een geïmporteerd .WAV bestand is ontstaan
Bij het importeren van een frase naar de RC-50 wordt het oorspronkelijke tempo van de frase niet gewijzigd.
Als u tijdens het bespelen tempo’s wilt synchroniseren middels het importeren van commercieel verkrijgbare loops en soortgelijk materiaal, dan vereist dit dat het oorspronkelijke tempo van de frases correct is ingesteld.
U kunt met de volgende procedure het oorspronkelijke tempo controleren.
Als u het tempo van het muziekstuk weet:
Stel het tempo van dat muziekstuk in op het oorspronkelijke tempo.
Voer de volgende bewerkingen niet uit, wanneer de RC-50 en de computer ingesteld zijn voor het uitwisselen van data of, terwijl data wordt ontvangen. Door dit toch te doen, kan de computer vastlopen. Ook kan de data van de RC-50 corrupt raken.

Opmerkingen over het gebruik van USB

Hoofdstuk 9
• De USB kabel verwijderen.
• De computer laten sluimeren (hem in standby plaatsen), in de
slaapstand zetten, herstarten of afsluiten.
• De stroom van de RC-50 uitschakelen.
Als u de lengte (in seconden), maatsoort, en aantal maten van het muziekstuk weet:
Als u door het op uw computer of ander apparaat afspelen van het .WAV bestand de lengte (in seconden), maatsoort en aantal maten van het muziekstuk heeft vastgesteld, dan kunt u het
81

Met Windows

De data van de RC-50 backuppen en herstellen

Als de RC-50 een Recover bewerking uitvoert, dan zal de Patchdata worden overschreven ongeacht de Preset Protect (p. 69) instelling.
De bijgeleverde CD is voorzien van een fabriekseigen ‘ROLAND’ map met standaarddata.
Door gegevens te herstellen – door slechts deze map naar de RC-50 te kopiëren – wordt de ‘ROLAND’ map van de RC-50 overschreven, waardoor het apparaat naar de fabrieksstand terugkeert.
Gegevens van originele frases die al in deze map zijn
vastgelegd worden gewist. Herstel uitsluitend de
benodigde data naar de RC-50.
5. Voer de backup of herstelprocedure uit.
Bij het backuppen:
Kopieer de ‘ROLAND’ map naar elke gewenste map van de
computer.
U kunt een nieuwe map aanmaken, die kan dienen als backup
map.
Bij het herstellen:
1) Verwijder de ‘ROLAND’ map van de RC-50.
2) Kopieer de ‘ROLAND’ map van de computer naar het
‘BOSS_RC-50’ icoon.
6. Beëindig de USB verbinding.
1) Klik op het systeemvak icoon, en klik vervolgens op het bericht dat aangeeft dat het gebruik van schijf (*:) zal
fig.09-060
worden gestopt.
Taakbalk
Systeemvak
* Voer de onderstaande procedure alleen uit als alle uitvoeringen
gestopt zijn.
1. Sluit de computer en de RC-50 met een USB kabel op elkaar
aan.
2. Druk meerdere keren op [SYSTEM/USB], totdat het USB
scherm wordt weergegeven.
fig.09-030d
3. Druk op [WRITE].
* Als u tijdens het afspelen van een frase of gids op [WRITE] drukt,
volgt het bericht ‘STOP PLAY/REC!’. Als dit gebeurt, stopt u het
afspelen van de frase of gids en drukt u nogmaals op [WRITE].
* Als er niet vastgelegde data (Frase of Patch instellingen) is, dan
verschijnt het bericht ‘Cancel rec data?’.
Als u dan op [WRITE] drukt, wordt alle data waar op dat moment aan
werd gewerkt verwijderd, en de procedure vervolgt zich met het
gebruik van de oorspronkelijke data voordat de huidige bewerking
plaatsvond. Om de procedure te annuleren drukt u op [EXIT].
Als de verbinding met de computer is voltooid, verschijnt het
bericht ‘Copy data files.’.
Het ‘BOSS_RC-50’ icoon (of het ‘Verwisselbare schijf (*:) icoon’
verschijnt bij Deze Computer.
fig.09-040
(Vb.)
BOSS_RC-50
Verwisselbare schijf (*:)
2) Klik op [OK] in het volgende dialoogvenster.
Beëindig de USB verbinding, het display van de RC-50 geeft het
volgende weer:
fig.09-061d
7. Druk op [EXIT].
Het Play scherm zal spoedig terugkeren op het display.
Als het bericht ‘Disconnect, OK?’ verschijnt, drukt u op [OK]
om de verbinding te beëindigen.
In deze staat kan de USB kabel veilig uit de RC-50 en de
computer verwijderd worden.
4. Open het ‘BOSS_RC-50’ icoon (of het ‘Verwisselbare schijf (*:)
icoon’ van Deze Computer.
De ‘ROLAND’ map wordt weergegeven.
82
.WAV bestanden
Systeemvak
Taakbalk
importeren en exporteren
Als de RC-50 een Import bewerking uitvoert, dan zal de Patchdata worden overschreven, ongeacht de Preset Protect (p. 69) instelling.
De bijgeleverde CD bevat .WAV bestanden met voorbeeldfrases die door de RC-50 gebruikt kunnen worden.
De .WAV bestanden van de CD kunnen niet worden geïmporteerd als hun naam niet wordt gewijzigd. Wijzig de bestandsnamen nadat u p. 81 heeft gelezen.
* Voer de onderstaande procedure alleen uit als alle uitvoeringen
gestopt zijn.
1. Sluit de computer en de RC-50 met een USB kabel op elkaar
aan.
De beat kan niet worden gewijzigd als het importeren is voltooid. Als u de beat wilt wijzigen, stelt u deze van tevoren in aan de hand van de op p. 46 omschreven procedure.
2. Druk meerdere keren op [SYSTEM/USB], totdat het USB
scherm wordt weergegeven.
fig.09-030d
Met Windows
De .WAV bestanden worden weergegeven.
6. Voer het exporteren of importeren uit.
Bij exporteren:
1) Selecteer het .WAV bestand dat u wilt exporteren.
2) Kopieer het geselecteerde .WAV bestand naar de
gewenste map op de computer.
Bij importeren:
1) Open op de computer de map, waarin de .WAV bestanden staan, en selecteer het .WAV bestand dat u wilt importeren.
2) Lees p. 81 en wijzig vervolgens de bestandsnaam.
3) Kopieer het geselecteerde .WAV bestand naar de ‘WAVE’
map van de RC-50.
Als de ‘WAVE’ map van de RC-50 een .WAV bestand bevat met dezelfde naam als het bestand, dat wordt geïmporteerd (zoals een frase in de Patch die het doel is van de import), dan verschijnt een ‘Vervangen van bestand bevestigen’ dialoogvenster. Als u het bestand wilt overschrijven, klikt u op [Ja]. Als u het huidige bestand wilt bewaren in plaats van het te overschrijven, dan klikt u op [Nee].
Bewaar in dat geval het benodigde .WAV bestand op de
computer (export) of wijzig de bestandsnaam en herhaal de
procedure van stap 6.
7. Beëindig de USB verbinding.
1) Klik op het systeemvak icoon, en klik vervolgens op het bericht dat aangeeft dat het gebruik van schijf (*:) zal worden gestopt.
fig.09-060
3. Druk op [WRITE].
* Als u tijdens het afspelen van een frase of gids op [WRITE] drukt,
volgt het bericht ‘STOP PLAY/REC!’. Als dit gebeurt, stopt u het
afspelen van de frase of gids en drukt u nogmaals op [WRITE].
* Als er niet vastgelegde data (Frase of Patch instellingen) is, dan
verschijnt het bericht ‘Cancel rec data?’.
Als u dan op [WRITE] drukt, wordt alle data waar op dat moment aan
werd gewerkt verwijderd, en de procedure vervolgt zich met het
gebruik van de oorspronkelijke data voordat de huidige bewerking
plaatsvond. Om de procedure te annuleren, drukt u op [EXIT].
Als de verbinding met de computer is voltooid, verschijnt het
bericht ‘Copy data files.’.
Het ‘BOSS_RC-50’ icoon (of het ‘Verwisselbare schijf (*:) icoon’
verschijnt bij Deze Computer.
fig.09-040
(Vb.)
BOSS_RC-50
4. Open het ‘BOSS_RC-50’ icoon (of het ‘Verwisselbare schijf (*:)
icoon’ van Deze Computer.
De ‘ROLAND’ map wordt weergegeven.
5. Dubbelklik op de ‘ROLAND’ map, en dubbelklik vervolgens
op de ‘WAVE’ map.
Verwisselbare schijf (*:)
2) Klik op [OK] in het volgende dialoogvenster.
Beëindig de USB verbinding, het display van de RC-50 geeft het
volgende weer.
fig.09-061
Hoofdstuk 9
8. Druk op [EXIT].
Het Play scherm zal spoedig terugkeren op het display.
Als het bericht ‘Disconnect, OK?’ verschijnt, drukt u op [OK]
om de verbinding te beëindigen.
In deze staat kan de USB kabel veilig uit de RC-50 en de
computer verwijderd worden.
Het naar drie frases importeren van .WAV bestanden en ze gewoonlijk afspelen kan resulteren in buitensporige volumeniveaus wat ertoe kan leiden dat het geluid wordt verstoord.
Wijzig na het importeren het volume van elke frase met de frase 1/2/3 LEVEL knoppen.
83

Met Macintosh

De data van de RC-50 backuppen en herstellen

Als de RC-50 een Recover bewerking uitvoert, dan zal de Patchdata worden overschreven ongeacht de Preset Protect (p. 69) instelling.
De bijgeleverde CD is voorzien van een fabriekseigen ‘ROLAND’ map met standaarddata.
De ‘ROLAND’ map wordt weergegeven.
5. Voer de backup of herstelprocedure uit.
Bij het backuppen:
Kopieer de ‘ROLAND’ map naar elke gewenste map van de
computer.
U kunt een nieuwe map aanmaken, die kan dienen als backup
map.
Bij het herstellen:
1) Verwijder de ‘ROLAND’ map van de RC-50.
2) Kopieer de ‘ROLAND’ map van de computer naar het
‘BOSS_RC-50’ icoon.
Door gegevens te herstellen door slechts deze map naar de RC-50 te kopiëren, wordt de ‘ROLAND’ map van de RC-50 overschreven, waardoor het apparaat in de fabrieksstand terugkeert. Gegevens van originele frases die al in deze map zijn vastgelegd worden gewist. Herstel uitsluitend de benodigde data naar de RC-50.
* Voer de onderstaande procedure alleen uit als alle uitvoeringen
gestopt zijn.
1. Sluit de computer en de RC-50 met een USB kabel op elkaar
aan.
2. Druk meerdere keren op [SYSTEM/USB], totdat het USB
scherm wordt weergegeven.
fig.09-030d
3. Druk op [WRITE].
* Als u tijdens het afspelen van een frase of gids op [WRITE] drukt,
volgt het bericht ‘STOP PLAY/REC!’. Als dit gebeurt, stopt u het
afspelen van de frase of gids en drukt u nogmaals op [WRITE].
* Als er niet vastgelegde data (Frase of Patch instellingen) is, dan
verschijnt het bericht ‘Cancel rec data?’.
Als u dan op [WRITE] drukt, wordt alle data waar op dat moment aan
werd gewerkt verwijderd, en de procedure vervolgt zich met het
gebruik van de oorspronkelijke data voordat de huidige bewerking
plaatsvond. Om de procedure te annuleren, drukt u op [EXIT].
6. Beëindig de USB verbinding.
Sleep het 'BOSS_RC-50' icoon van de computer naar de Trash.
Beëindig de USB verbinding, het display van de RC-50 geeft het
volgende weer:
fig.09-061d
7. Druk op [EXIT].
Het Play scherm zal spoedig op het display terugkeren.
Als het bericht ‘Disconnect, OK?’ verschijnt, drukt u op [OK]
om de verbinding te beëindigen.
In deze staat kan de USB kabel veilig uit de RC-50 en de
computer verwijderd worden.
Als de verbinding met de computer is voltooid, verschijnt het
bericht ‘Copy data files.’.
Het ‘BOSS_RC-50’ icoon verschijnt op het scherm van de
computer.
fig.09-100
(Vb.)
BOSS_RC-50
4. Dubbelklik op het ‘BOSS_RC-50’ icoon.
84
Met Macintosh

.WAV bestanden importeren en exporteren

Als de RC-50 een Import bewerking uitvoert, dan zal de Patchdata worden overschreven, ongeacht de Preset Protect (p. 69) instelling.
De bijgeleverde CD bevat .WAV bestanden met voorbeeldfrases, die door de RC-50 gebruikt kunnen worden.
De .WAV bestanden van de CD kunnen niet worden geïmporteerd als hun naam niet wordt gewijzigd. Wijzig de bestandsnamen, nadat u p. 81 heeft gelezen.
* Voer de onderstaande procedure alleen uit als alle uitvoeringen
gestopt zijn.
1. Sluit de computer en de RC-50 met een USB kabel op elkaar
aan.
De beat kan niet worden gewijzigd als het importeren is voltooid. Als u de maat wilt wijzigen, stelt u deze van tevoren in aan de hand van de op p. 46 omschreven procedure.
2. Druk meerdere keren op [SYSTEM/USB], totdat het USB
scherm wordt weergegeven.
fig.09-030d
4. Dubbelklik op het ‘BOSS_RC-50’ icoon.
De ‘ROLAND’ map wordt weergegeven.
5. Dubbelklik op de ‘ROLAND’ map, en dubbelklik vervolgens
op de ‘WAVE’ map.
De .WAV bestanden worden weergegeven.
6. Voer het exporteren of importeren uit.
Bij exporteren:
1) Selecteer het .WAV bestand, dat u wilt exporteren.
2) Kopieer het geselecteerde .WAV bestand naar de
gewenste map op de computer.
Bij importeren:
1) Open op de computer de map waarin de .WAV bestanden staan, en selecteer het .WAV bestand dat u wilt importeren.
2) Lees p. 81 en wijzig vervolgens de bestandsnaam.
3) Kopieer het geselecteerde .WAV bestand naar de ‘WAVE’
map van de RC-50.
Als de ‘WAVE’ map van de RC-50 een .WAV bestand bevat met dezelfde naam als het bestand dat wordt geïmporteerd (zoals een frase in de Patch die het doel is van de import), dan verschijnt een ‘Vervangen van bestand bevestigen’ dialoogvenster. Als u het bestand wilt overschrijven, klikt u op [Ja]. Als u het huidige bestand wilt bewaren in plaats van het te overschijven, dan klikt u op [Nee].
Bewaar in dat geval het benodigde .WAV bestand op de
computer (export) of wijzig de bestandsnaam en herhaal de
procedure van stap 6.
3. Druk op [WRITE].
* Als u tijdens het afspelen van een frase of gids op [WRITE] drukt,
volgt het bericht ‘STOP PLAY/REC!’. Als dit gebeurt, stopt u het
afspelen van de frase of gids en drukt u nogmaals op [WRITE].
* Als er niet-vastgelegde data (Frase of Patch instellingen) is, dan
verschijnt het bericht ‘Cancel rec data?’.
Als u dan op [WRITE] drukt, wordt alle data waar op dat moment aan
werd gewerkt verwijderd, en de procedure vervolgt zich met het
gebruik van de oorspronkelijke data voordat de huidige bewerking
plaatsvond. Om de procedure te annuleren, drukt u op [EXIT].
Als de verbinding met de computer is voltooid, verschijnt het
bericht ‘Copy data files.’.
Het ‘BOSS_RC-50’ icoon verschijnt op het scherm van de
computer.
fig.09-100
(Vb.)
BOSS_RC-50
7. Beëindig de USB verbinding.
Sleep het 'BOSS_RC-50' icoon van de computer naar de Trash.
Beëindig de USB verbinding, het display van de RC-50 geeft het
volgende weer:
fig.09-061d
8. Druk op [EXIT].
Het Play scherm zal op het display terugkeren.
Als het bericht ‘Disconnect, OK?’ verschijnt, drukt u op [OK]
om de verbinding te beëindigen.
In deze staat kan de USB kabel veilig uit de RC-50 en de
computer verwijderd worden.
Het naar drie frases importeren van .WAV bestanden en ze daarna afspelen, kan resulteren in buitensporige volumeniveau’s wat ertoe kan leiden dat het geluid overstuurt.
Wijzig na het importeren het volume van elke frase met de frase 1/2/3 LEVEL knoppen.
Hoofdstuk 9
85
MEMO
86

Problemen oplossen

Troubleshooting
87

Foutmeldingen

Als er bewerkingsfouten optreden of als bewerkingen niet naar behoren kunnen worden uitgevoerd, verschijnt er een foutmelding op het display.
Neem in overeenstemming met het weerggeven bericht corrigerende maatregelen.
fig.10-001d
Er is op [WRITE] gedrukt, terwijl de Guide bezig was met
afspelen.
Stop het afspelen van de Guide, en druk op [WRITE].
Er is op [WRITE] gedrukt tijdens het afspelen, opnemen of
overdubben van een frase.
Stop het afspelen, opnemen of overdubben van de frase, en
druk op [WRITE].
fig.10-090d
De RC-50 kon de gegevens niet geheel verwerken.
Verlaag het opnametempo.Leg de huidige inhoud vast in een Patch.Maak minder wijzigingen met de knoppen en pedalen van de
RC-50.
Verminder het aantal MIDI berichten of de lengte ervan, dat
naar de RC-50 wordt verstuurd.
fig.10-002d
fig.10-080d
MIDI berichten konden niet juist worden ontvangen.
Controleer of er geen corrupte MIDI berichten worden
verzonden.
Verminder het aantal MIDI berichten of de lengte ervan, dat
naar de RC-50 wordt verstuurd.
fig.10-010d
Er is een probleem met de MIDI kabelverbinding.
Controleer of de kabel niet is losgeraakt of dat er sprake is van
kortsluiting.
fig.10-020d
Er werd een overmatige hoeveelheid MIDI berichten
ontvangen, die niet naar behoren konden worden verwerkt.
fig.10-030d
Er is geen resterende geheugenruimte. U kunt het opnemen of
overdubben niet langer voortzetten.
Initialiseer overbodige Patches of schoon onnodige frases op.
fig.10-060d
De frase kan niet juist worden afgespeeld, omdat deze wordt
afgespeeld op een aanzienlijk sneller tempo dan het tempo waarop de frase werd vastgelegd.
Wijzig het tempo.
fig.10-070d
De frase kan niet juist worden afgespeeld, omdat deze wordt
afgespeeld op een aanzienlijk langzamer tempo dan het tempo waarop de frase werd vastgelegd.
Wijzig het tempo.
Er zijn tijdens een USB verbinding mogelijk corrupte
bestanden naar de RC-50 geschreven (bijv. tijdens herstellen of importeren).
Voer Factory Reset (p. 95) uit om de RC-50 terug te brengen
naar de fabrieksinstellingen.
fig.10-040d
Er is een probleem opgetreden met de inhoud van het
geheugen van de RC-50.
Neem contact op met uw Roland leverancier of lokale Roland
Service.
fig.10-050d
Er is een probleem in het systeem geconstateerd.
Neem contact op met uw Roland leverancier of lokale Roland
Service.
88

Overeenkomst tussen de indicators en de operationele status

Als u zich tijdens het gebruik van de RC-50 onbekend voelt met de huidige status, dan kunt u met behulp van de tabel hieronder door het aflezen van de indicators de huidige status bepalen.
Left Display
[TAP TEMPO]
[PLAY MODE]
[LOOP SYNC]
Frase 1/2/3
GUIDE [START/STOP]
[AUTO REC]
PEAK
LOOP QUANTIZE
OVERDUB MODE
OVERDUB MODE
REVERSE
ONE SHOT
OVERDUB
REPLACE
MOMENTARY PUNCH-IN
Nummers lichten op
Nummers knipperen
Knippert
Uit Play modus (p. 28) is ingesteld op Single modus.
Lit Play modus (p. 28) is ingesteld op Multi modus.
Knippert
Uit Loop Sync (p. 28) is ingesteld op OFF.
Lit Loop Sync (p. 28) is ingesteld op ON.
Knippert
Uit Omgekeerd afspelen (p. 52) van de betreffende frase is ingesteld op OFF.
Lit Omgekeerd afspelen (p. 52) van de betreffende frase is ingesteld op ON.
Knippert
Uit De frase is ingesteld op LOOP (p. 52).
Lit De betreffende frase is ingesteld op ONE SHOT (p. 52).
Knippert
Uit De gids (p. 39) is gestopt.
Lit De gids (p. 39) speelt.
Knippert
Uit Auto Recording (p. 47) is ingesteld op OFF.
Lit Auto Recording (p. 47) is ingesteld op ON.
Knippert
Uit Inputniveau is acceptabel of geluid is gemute.
Lit Inputniveau van het geluid is te hoog.
Uit Loop Quantize (p. 42) is uitgeschakeld.
Lit Loop Quantize (p. 42) is ingeschakeld.
Knippert
Uit Overdubbing modus (p. 47) is niet ingesteld op OVERDUB.
Lit Overdubbing modus (p. 47) is ingesteld op OVERDUB.
Knippert
Uit Overdubbing modus (p. 47) is niet ingesteld op REPLACE.
Lit Overdubbing modus (p. 47) is ingesteld op REPLACE.
Knippert
Uit Overdubbing modus (p. 47) is niet ingesteld op MOMENTARY PUNCH-IN.
Lit Overdubbing modus (p. 47) is ingesteld op MOMENTARY PUNCH-IN.
Knippert
Geeft het huidige Patchnummer aan.
Geeft aan dat een Patch is geselecteerd om gewisseld te worden.
Knippert in lijn met het Patch tempo van de huidige Patch. Knippert rood op de downbeat van de maat, groen op andere beats. Als de RC-50 zich in Patch Select modus (p. 33) bevindt of als een Patch is geselecteerd om gewisseld te worden, dan knippert de indicator op het tempo van de Patch waarnaar overgeschakeld wordt.
Als er een Patch is geselecteerd om gewisseld te worden, dan geeft dit aan dat de Play modus van de Patch waarnaar overgeschakeld wordt, is ingesteld op Multi modus.
Als er een Patch is geselecteerd om gewisseld te worden, dan geeft dit aan dat Loop Sync (p. 28) van de Patch waarnaar overgeschakeld wordt, is ingesteld op ON.
Als er een Patch is geselecteerd om gewisseld te worden, dan geeft dit aan dat omge­keerd afspelen (p. 52) van de frases van de Patch waarnaar overgeschakeld wordt, is ingesteld op ON.
Als er een Patch is geselecteerd om gewisseld te worden, dan geeft dit aan dat de frases van de Patch waarnaar overgeschakeld wordt, zijn ingesteld op ONE SHOT (p. 52).
Als er een Patch is geselecteerd om gewisseld te worden, dan geeft dit aan dat de frases van de Patch waarnaar overgeschakeld wordt, zijn ingesteld op ONE SHOT (p. 52).
Als er een Patch is geselecteerd om gewisseld te worden, dan geeft dit aan dat Auto Recording (p. 47) van de Patch waarnaar overgeschakeld wordt, is ingesteld op ON.
Als er een Patch is geselecteerd om gewisseld te worden, dan geeft dit aan dat Loop Quantize (p. 42) van de Patch waarnaar overgeschakeld wordt, is ingeschakeld.
Als er een Patch is geselecteerd om gewisseld te worden, dan geeft dit aan dat de Overdubbing modus (p. 47) van de Patch waarnaar overgeschakeld wordt, is in­gesteld op OVERDUB.
Als er een Patch is geselecteerd om gewisseld te worden, dan geeft dit aan dat de Overdubbing modus (p. 47) van de Patch waarnaar overgeschakeld wordt, is in­gesteld op REPLACE.
Als er een Patch is geselecteerd om gewisseld te worden, dan geeft dit aan dat de Overdubbing modus (p. 47) van de Patch waarnaar overgeschakeld wordt, is in­gesteld op MOMENTARY PUNCH-IN.
Problemen-
oplossen
89
Overeenkomst tussen de indicators en de operationele status
Licht op (rood) Huidige frase wordt opgenomen.
Lit (groen) Huidige frase wordt afgespeeld.
Lit (oranje) Huidige frase wordt overdubt.
Knippert (rood) Huidige frase is ingesteld voor opname.
REC/PLAY/OVERDUB Pedal
TEMPO Pedal
UNDO/REDO Pedal
Oranje indicator
Frase 1/2/3 Pedal
groen/rood indicators
Knippert (groen)
Knippert snel (rood)
Knippert snel (
groen
)
Uit
Knippert
Uit
On Geeft aan dat Redo kan worden uitgevoerd.
Uit Niet de huidige frase.
On Huidige frase.
Knippert
Uit Niet de huidige frase, en de frase wordt gestopt.
Licht op (rood) Huidige frase, die momenteel bezig is met opnemen.
Lit (groen) Frase wordt afgespeeld.
Lit (oranje) Huidige frase, welke momenteel wordt overdubt.
Knippert (rood)
Knippert (groen)
Knippert snel (rood)
Knippert snel (groen)
Huidige frase is ingesteld voor afspelen.
Huidige frase is ingesteld voor opname en staat gereed voor Auto Recording (p. 47).
De huidige frase ondergaat een fade in of fade out of de RC-50 wacht op het eind van een loop, waarbij Stop modus (p. 53) is ingesteld op LOOP END.
De TEMPO pedaalfunctie (p. 70) is aan een andere functie dan PATCH TEMPO (TAP) toegekend of de RC-50 bevindt zich in Patch Select modus (p. 33).
Knippert in lijn met het Patch tempo van de huidige Patch. Knippert rood op de downbeat van de maat, groen op andere beats.
Geeft aan dat Redo niet kan worden uitgevoerd. Geeft tevens aan dat een andere functie dan Undo/Redo is toegekend.
Dit geeft aan dat, als er een Patch is geselecteerd om gewisseld te worden, en als een frase is geselecteerd en de RC-50 is ingesteld om naar de huidige frase over te schakelen, dat de huidige frase vanaf dat moment actief wordt.
Geeft in de volgende gevallen aan dat het opnemen van de huidige frase van start zal gaan:
• Als een frase de huidige is, en deze wordt gestopt
• Als een Patch wordt geselecteerd en het wisselen van Patch vooraf wordt ingesteld (status van Patch waarnaar wordt overgeschakeld)
• Als een Patch wordt geselecteerd, en het wisselen naar de huidige frase vooraf wordt ingesteld.
Geeft in de volgende gevallen aan dat het afspelen van de huidige frase van start zal gaan:
• Als een frase de huidige is, en deze wordt gestopt
• Als Simul-Start van de frase is ingesteld op ON, en alle frases worden gestopt
• Als een Patch wordt geselecteerd, en het wisselen van Patch vooraf wordt ingesteld
• Als een Patch wordt geselecteerd, en het wisselen naar de huidige frase vooraf wordt ingesteld.
Geeft aan dat Auto Recording (p. 47) in de wacht staat, als de huidige frase voor op­name is ingesteld, en alle frases worden gestopt.
De huidige frase ondergaat een fade in of fade out of de RC-50 wacht op het eind van een loop, waarbij Stop modus (p. 53) is ingesteld op LOOP END.
90

Problemen oplossen

Als er geen output van geluid plaatsvindt of als u denkt dat de RC-50 niet naar behoren werkt, controleer dan eerst de volgende punten. Als de informatie hieronder niet leidt tot het verhelpen van het probleem, dan neemt u contact op met uw leverancier of het dichtstbijzijnde Roland Service Center.

Problemen met geluid

Geen geluid/laag volume
Is er kortsluiting in de aansluitkabels?
Probeer andere aansluitkabels te gebruiken.
Is de RC-50 correct aangesloten op andere apparaten?
Controleer de verbindingen met andere apparaten (p. 16).
Staat de stroom van de aangesloten versterker of mixer uit of
is het volume geminimaliseerd?
Controleer de instellingen van de aangesloten apparaten.
Is de frase LEVEL knop of de MASTER LEVEL knop
geminimaliseerd?
Stel de knoppen in op de geschikte posities (p. 19).
Is het Patchniveau (p. 49) geminimaliseerd?
Wijzig het Patchniveau.Controleer of de Patch niet is ingesteld om het Patchniveau te
laten wijzigen door een EXP pedaal of soortgelijke aansturing. De functies van het EXP pedaal instellen (p. 72).
Is de output van input, frases en de gids allemaal correct
ingesteld?
Controleer de output instellingen.
‘De output instellen voor de geluiden van de input (Input
Output Select)’ (p. 50)
‘De output van het gidsgeluid schakelen’ (p. 40)
‘De output van frasegeluiden wisselen (Output Select)’ (p. 53)
Controleer of niet voor alle Patches dezelfde output is ingesteld.
‘Voor alle Patches dezelfde audio output gebruiken (Input/
Frase 1, 2, 3/Guide Output Select)’ (p. 69)
Is er iets bij de frases opgenomen?
Controleer in Play modus (p. 28) het rechter display om vast te
stellen of er wel of geen sprake is van opgenomen materiaal.
Geen geluid van apparaat, dat op AUX/MIC/ INST is aangesloten
Zijn de AUX, MIC, en INST LEVEL knoppen
geminimaliseerd?
Stel de knoppen in op de geschikte posities (p. 19).
Is ‘Input Output Select’ correct ingesteld?
Controleer de output instelling.
‘De output instellen voor de geluiden van de input (Input
Output Select)’ (p. 50)
Laag volume van apparaat, dat op AUX/MIC/ INST is aangesloten
Maakt u gebruik van een aansluitkabel met een weerstand?
Gebruik een kabel zonder weerstand (zoals een exemplaar uit
de Roland PCS Series).

Problemen met bediening

Patches wisselen niet
Verschijnt er iets anders dan het Play scherm op het display?
U kunt met de RC-50 geen Patches wisselen als er iets anders
dan het Play scherm wordt weergegeven. Druk op [EXIT] om naar het Play scherm (p. 18) terug te keren.
Opnemen/overdubben stopt voor het einde
Resteert er onvoldoende geheugen?
Initialiseer overbodige Patches (p. 44) voor het opnemen of
overdubben, als er onvoldoende geheugen resteert.
Is Loop Sync in Multi modus ingesteld op ON?
Bij het opnemen met Loop Sync ingesteld op ON schakelt de
RC-50 automatisch over naar overdubben zodra het eind van de langste frase is bereikt.
‘Frases afspelen met alle lengtes en beginposities uitgelijnd:
Loop Sync’ (p. 28)
Opname start direct wanneer Auto Start is ingesteld op ON
Mogelijk wordt het opnemen gestart als er grote hoeveelheden
ruis door verstoringseffecten of door andere op de input jack aangesloten effectprocessors, worden geïntroduceerd. Verminder de ruis, bijvoorbeeld door het gain niveau te verlagen.
Kan niet overdubben
Is de frase ingesteld op ONE SHOT (p. 52)?
U kunt niet naar frases overdubben die zijn ingesteld op ONE
SHOT. Als u deze wilt overdubben, wijzigt u de ONE SHOT instelling in LOOP.
Afspeeltempo verandert niet
Is opnemen of overdubben bezig?
U kunt tijdens opnemen of overdubben het tempo niet wijzigen.
Wijzig het tempo als de opname is gestopt of bezig is met afspelen.
Is Tempo Sync voor de frase ingesteld op ON?
Als Tempo Sync voor een frase niet is ingesteld op ON, wijzigt
de afspeelsnelheid niet, zelfs niet wanneer het Patch tempo wordt gewijzigd. Stel de Tempo Sync instelling van de frase in op ON om de afspeelsnelheid met het Patch tempo overeen te laten komen. ‘Het afspelen van de frase synchroniseren met het Patch tempo (Tempo Sync)’ (p. 53).
MIDI berichten worden niet verzonden/ ontvangen
Is er wellicht kortsluiting in de kabel?
Probeer de MIDI kabel te vervangen.
Is het externe MIDI apparaat correct aangesloten?
Controleer de verbindingen met het externe MIDI apparaat.
Komen de MIDI kanalen overeen met die van het externe
MIDI apparaat?
Controleer of beide apparaten op dezelfde MIDI kanalen zijn
ingesteld. (p. 75)
Als u vanaf de RC-50 wilt verzenden, heeft u dan de juiste
Problemen-
oplossen
91
Problemen oplossen
instellingen daarvoor gekozen?
Controleer de instellingen van Program Change Message
Transmit ON/OFF (p. 75) en Control Change Message Transmit ON/OFF (p. 75).

Problemen met USB

Kan niet met computer communiceren
Is de USB kabel correct aangesloten?
Controleer de verbinding.
Is het besturingssysteem geschikt voor de RC-50?
Controleer het besturingssysteem dat door de computer wordt
gebruikt. (p. 80)
Kan geen .WAV bestand importeren
Is het formaat van het .WAV bestand correct?
Controleer het formaat van het .WAV bestand. (p. 81)
92
Appendices

Bijlagen

93

Over MIDI

MIDI is een afkorting voor Musical Instrument Digital Interface, en vormt een wereldwijde standaard, die elektronische muziekapparatuur laat communiceren middels het verzenden van berichten, zoals opname informatie en geluidenselecties. Elk apparaat dat met MIDI is uitgerust, is in staat tot het verzenden van toepasbare gegevens naar een ander apparaat dat met MIDI is uitgerust, zelfs wanneer de twee apparaten verschillend van model zijn of door verschillende fabrikanten zijn gemaakt. Bij MIDI wordt opname informatie, zoals het spelen van een toets of het indrukken van een pedaal, verzonden als MIDI berichten.
Hoe MIDI berichten worden verzonden en ontvangen
Kanaalberichten
Deze berichten worden gebruikt voor het overbrengen van opname informatie. Normaalgesproken voeren deze berichten de meeste aansturing uit. De manier, waarop een ontvangend apparaat reageert op elk ontvangen soort MIDI bericht, is afhankelijk van de instellingen van het ontvangende apparaat.
Program change berichten
Deze berichten worden hoofdzakelijk gebruikt om geluiden te selecteren, en bevatten een program change nummer van 1 tot 128, dat het gewenste geluid aangeeft. De RC-50 maakt het ook mogelijk om een van de 99 verschillende Patchnummers te selecteren.
Allereerst zullen we kort uitleggen hoe MIDI berichten worden verzonden en ontvangen.
MIDI connectors
De volgende soorten connectors worden gebruikt om MIDI berichten over te brengen. MIDI kabels worden waar nodig op deze connectors aangesloten.
Deze connector ontvangt MIDI
MIDI IN
MIDI OUT
MIDI THRU
De RC-50 beschikt over zowel MIDI IN als MIDI OUT connectors.
berichten van een ander MIDI apparaat.
Deze connector verzendt bericht­en vanaf dit apparaat.
Deze connector herzendt de sig­nalen die op MIDI IN werden ontvangen.
MIDI kanalen
MIDI is in staat om onafhankelijk meer dan één MIDI apparaat over een enkele kabel aan te sturen. Dit is mogelijk door het gebruik van MIDI kanalen. Het idee achter MIDI kanalen is enigszins gelijk aan het idee achter televisiekanalen. Door op een televisie van kanaal te veranderen, kunt u een variëteit aan programma’s bekijken. Dit is mogelijk, omdat de informatie van een specifiek kanaal wordt ontvangen wanneer de kanalen van de zender en de ontvanger overeenkomen.
fig.11-020
MIDI beschikt over zestien kanalen 1-16 , en MIDI berichten zullen worden ontvangen door het instrument (het ontvangende apparaat) waarvan het kanaal overeenkomt met het kanaal van de zender. Als omni modus actief is, dan wordt data van alle MIDI kanalen ontvangen, ongeacht de MIDI kanaal instelling. Als u geen specifiek MIDI kanaal hoeft aan te sturen, kunt u Omni inschakelen.
TV informatie van veel verschillende zenders wordt via een antenne verstuurd.
Zender A
Zender B
Zender C
Selecteer het kanaal van de zender die u wilt kijken.
Soorten MIDI berichten die door de RC-50 worden gebruikt
Control change berichten
Deze berichten worden gebruikt om de expressiviteit van een opname te verhogen. Elk bericht bevat een controller nummer, en de instellingen van het ontvangende apparaat bepalen welk aspect van het geluid wordt beïnvloed door control change berichten van een bepaald controllernummer. Met de RC-50 kunt u specifieke functies aansturen middels de CC#1/CC#7/CC#80 functies.
Systeemberichten
Systeemberichten omvatten exclusieve berichten, berichten die worden gebruikt voor synchronisatie, en berichten die worden gebruikt om een MIDI systeem correct te laten draaien. De RC-50 kan overweg met de volgende typen berichten.
Real time berichten
Deze berichten worden gebruikt voor synchronisatie. Ze bevatten Clock berichten, waarmee het tempo wordt gesynchroniseerd, Start en Stop berichten om het afspelen te starten/stoppen en Continue (waarmee afspelen wordt hervat vanaf het punt waar het als laatst werd gestopt). De RC-50 kan overweg met Start (FA) en Stop (FC) berichten. Daarbij bevatten Realtime berichten ook Active Sensing berichten, waarmee wordt bijgehouden of er bijvoorbeeld MIDI kabels zijn losgekoppeld. De RC-50 ondersteunt het gebruik van deze berichten.
Over de MIDI Implementatiekaart
MIDI maakt het voor instrumenten mogelijk om een variëteit aan berichten met elkaar uit te wisselen, maar het hoeft niet altijd zo te zijn dat alle bericht typen tussen twee willekeurige MIDI apparaten kunnen worden uitgewisseld. Twee apparaten kunnen slechts communiceren als ze beiden de berichttypen gebruiken die ze gemeen hebben. Om deze reden is er in elke gebruikershandleiding van een MIDI apparaat de MIDI Implementatiekaart opgenomen. Dit overzicht toont de berichttypen die het apparaat kan verzenden en ontvangen. Door de MIDI Implementatiekaart van twee apparaten te vergelijken, kunt u in een oogopslag zien welke berichten ze kunnen uitwisselen. Aangezien de overzichten altijd in hetzelfde formaat verschijnen, kunt u ze eenvoudig naast elkaar leggen.
fig.11-030
MIDI apparaat A MIDI apparaat B
Hier vouwen
VerzondenFunctie
Herkend
Opmerkingen
MIDI omvat veel soorten MIDI berichten, die een variëteit aan informatie over kunnen brengen. MIDI berichten kunnen hoofdzakelijk worden onderverdeeld in twee typen: berichten die apart per MIDI kanaal worden afgehandeld (kanaalberichten), en berichten die worden afgehandeld zonder verwijzing naar een MIDI kanaal (systeemberichten).
94

De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)

Het naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen terugbrengen van de systeem instellingen (Systeemparameters) van de RC-50 wordt ‘Factory Reset’ genoemd.
Naast het herstellen van de systeem instellingen naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen, kunt u ook alle Patches initialiseren (INIT PATCH).
fig.11-040
21
33 4
1. Schakel de stroom uit.
2. Zet de stroom aan, terwijl u [PLAY MODE] en [LOOP SYNC]
ingedrukt houdt.
Het Factory Reset bereik instellingenscherm verschijnt op het
display.
fig.11-050d
fabrieksdata.
Als u de fabrieksstandaard Patches en frases wilt herstellen,
volgt u ‘Hoofdstuk 9 Aansluiten op computers’ (p. 79).
* Om Factory Reset te annuleren, drukt u op [EXIT].
3. Druk op PARAMETER [ ] [ ] om de cursor te
verplaatsen, en draai aan de PATCH/VALUE draaischijf om het bereik van de instellingen aan te geven dat u wilt terugbrengen naar de fabrieksinstellingen.
Beschikbare instellingen
SYSTEM
PATCH
Het selecteren van PATCH leidt tot verlies van alle Patch inhoud.
* Als Preset Protect (p. 69) is ingesteld op ON, dan blijven de gegevens
van Patchnummers 1-5 behouden.
4. Als u de Factory Reset wilt voortzetten, drukt u op [ENTER].
Als SYSTEM geselecteerd is, keren de systeemparameters terug
naar hun oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Als PATCH geselecteerd is, worden alle frases geïnitialiseerd.
Als Factory Reset is uitgevoerd, keert het Play scherm terug op
het display.
Omschrijving
Systeemparameters
Omvat niet de Preset Protect (p. 69) instellingen.
Alle Patches (alle frasedata wordt verwij­derd)
• Zie de ‘Parameterlijst’ (p. 96) voor meer informatie omtrent de
standaard fabrieksinstellingen van elke parameter.
De bijgeleverde CD bevat de ‘ROLAND’ map met de standaard
Bijlagen
95

Parameterlijst

Systeemparameters
Weergegeven Naam Beschikbare instellingen
Standaard fabrieks­instelling (beginwaarde)
SYSTEM
LCD Contrast
Patch Extent
Knob modus
Auto Rec Trigger
REC Pdl Act
Input Out
Frase1, 2, 3 Out
Guide Out
PresetProtct
LCD Contrast 1–16 16
Patch Extent
Knob modus
Auto Recording Trigger Level 0–100 50
REC Pedal Action REC PLAY, REC OVERDUB REC PLAY
Input Output Select
Frase 1, 2, 3 Output Select PATCH, MAIN, SUB, MAIN+SUB PATCH
Guide Output Select PATCH, MAIN, SUB, MAIN+SUB PATCH
Preset Protect OFF, ON ON
Start: 1–99 End: 1–99
IMMEDIATE, CURRENT SETTING, KNOB POSITION
PATCH, MAIN, SUB, MAIN+SUB, MUTE
Start: 1 End: 99
IMMEDIATE
PATCH
MIDI
MIDI Rx Ch MIDI Receive Channel 1–16 1
MIDI Omni MIDI Omni modus OFF, ON ON
MIDI Tx Ch MIDI Transmit Channel 1–16, RX RX
MIDI Sync MIDI Sync
MIDI PC Out MIDI Program Change Out OFF, ON ON
MIDI CC Out MIDI Control Change Out OFF, ON ON
PATCH, AUTO, INTERNAL, REMOTE
PATCH
PEDAL
TEMPO Func: SYS TEMPO Pedal Function Zie p. 71 PATCH TEMPO (TAP)
UNDO Func: SYS UNDO/REDO Pedal Function Zie p. 71 UNDO/REDO
CTL1 Func: SYS CTL1 Pedal Function Zie p. 71 GUIDE START/STOP
CTL2 Func: SYS CTL2 Pedal Function Zie p. 71 ALL START/STOP
CTL3 Func: SYS CTL3 Pedal Function Zie p. 71 CURRENT CLEAR
CTL4 Func: SYS CTL4 Pedal Function Zie p. 71 OVERDUB MODE INC
EXP Func: SYS EXP Pedal Function Zie p. 72 PATCH LEVEL
EXP Level Min: SYS EXP Pedal Min Level 0–200 0
EXP Level Max: SYS EXP Pedal Max Level 0–200 100
EXP Tempo Min: SYS EXP Pedal Tempo Min 40.0–250.0 40.0
EXP Tempo Max: SYS EXP Pedal Tempo Min 40.0–250.0 250.0
CC#1 Func: SYS CC#1 Function Zie p. 78 OFF
CC#7 Func: SYS CC#7 Function Zie p. 78 OFF
CC#80 Func: SYS CC#80 Function Zie p. 78 OFF
96
Patch Parameters
Parameterlijst
Weergegeven Naam Beschikbare instellingen
NAME
Patchnaam
Patchnaam Max. 16 tekens INIT PATCH
COMMON
Level
FraseChng
Fade In Time
Fade Out Time
SimulStart
Input Out
MIDI Sync
Huidige frase
Patch Level 0–200 100
Frase Change modus IMMEDIATE, LOOP END IMMEDIATE
Fade In Time 0–100 50
Fade Out Time 0–100 50
Simul Start OFF, ON 1: OFF, 2: OFF, 3: OFF
Input Output select MAIN, SUB, MAIN+SUB MAIN+SUB
MIDI Sync AUTO, INTERNAL, REMOTE AUTO
Huidige frase Frase 1/2/3 Frase 1
PLAY MODE
Play modus
Play modus SINGLE, MULTI MULTI
LOOP SYNC
Loop Sync
Loop Sync OFF, ON ON
OVERDUB MODE
Overdub modus
Overdubbing modus
OVERDUB, REPLACE, MOMENTARY PUNCH-IN
INPUT MODE
AUX Center Cancel
AUX & MIC Flat Amp
Rec modus
AUX Center Cancel OFF, ON OFF
AUX & Mic Flat Amp Simulate OFF, ON OFF
Recording modus STEREO, MONO STEREO
TEMPO
Tempo
Patch Tempo 40.0–250.0 120
AUTO REC
Auto Rec
Auto Recording OFF, ON OFF
GUIDE
Pattern
Beat
Rec Count
Play Count
Level
Output
Guide Pattern Zie p. 41 Simple Beat 1
Beat
Recording Count In OFF, 1 MEAS OFF
Playback Count In OFF, 1 MEAS OFF
Guide Level OFF, 2–200 100
Guide Output Select MAIN, SUB, MAIN+SUB MAIN+SUB
2/4, 3/4, 4/4, 5/4, 6/4, 7/4, 5/8, 6/8, 7/8, 8/8, 9/8, 10/8, 11/8, 12/8, 13/8, 14/8, 15/8
PEDAL
TEMPO Func: PAT
UNDO Func: PAT
CTL1 Func: PAT
CTL2 Func: PAT
CTL3 Func: PAT
CTL4 Func: PAT
EXP Func: PAT
EXP Level Min: PAT
TEMPO Pedal Function Zie p. 71 PATCH TEMPO (TAP)
UNDO/REDO Pedal Function Zie p. 71 UNDO/REDO
CTL1 Pedal Function Zie p. 71 GUIDE START/STOP
CTL2 Pedal Function Zie p. 71 ALL START/STOP
CTL3 Pedal Function Zie p. 71 CURRENT CLEAR
CTL4 Pedal Function Zie p. 71 OVERDUB MODE INC
EXP Pedal Function Zie p. 72 PATCH LEVEL
EXP Pedal Min Level 0–200 0
Standaard fabrieks­instelling (beginwaarde)
OVERDUB
4/4
Bijlagen
97
Parameterlijst
Weergegeven Naam Beschikbare instellingen
EXP Level Max: PAT
EXP Tempo Min: PAT
EXP Tempo Max: PAT
CC#1 Func: PAT
CC#7 Func: PAT
CC#80 Func: PAT
EXP Pedal Max Level 0–200 100
EXP Pedal Tempo Min 40.0–250.0 40.0
EXP Pedal Tempo Max 40.0–250.0 250.0
CC#1 Function Zie p. 78 OFF
CC#7 Function Zie p. 78 OFF
CC#80 Function Zie p. 78 OFF
Frase 1–3
One Shot
Reverse
Start
Stop
Level
Pan
Tempo Sync
Original Tempo
Output
One Shot LOOP, ONE SHOT LOOP
Reverse OFF, ON OFF
Start modus IMMEDIATE, FADE IN IMMEDIATE
Stop modus
Frase Level 0–200 100
Pan L50–CENTER–R50 CENTER
Tempo Sync OFF, ON ON
Original Tempo 40.0–250.0 120.0
Output Select MAIN, SUB, MAIN+SUB MAIN+SUB
IMMEDIATE, FADE OUT, LOOP END
Standaard fabrieks­instelling (beginwaarde)
IMMEDIATE
98

MIDI Implementatiekaart

LOOP STATION
Model RC-50
MIDI Implementatiekaart
MIDI Implementatiekaart
Versie: 1.00
Basic Channel
Mode
Note Number :
Velocity
After Touch
Pitch Bend
Control Change
Functie...
Default Changed
Default Messages Altered
True Voice
Note ON Note OFF
Key’s Ch’s
1
7 80 81
Verzonden Herkend Opmerkingen
1–16 1–16
X X
**************
X **************
X X
X X
X
X O O O
* 1 * 2 * 3
1–16 1–16
OMNI ON/OFF X X
X **************
X X
X X
X
O O O X
Memorized
Memorized
Prog Change
System Exclusive
System Common
System Real Time
Aux Message
Notes
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
: True #
: Song Pos : Song Sel : Tune
: Clock : Command
: All sound off
Local ON/OFF
: : All Notes OFF : Active Sense : Reset
O 0–98
X
X X X
O O
X X X O X
* 1 Transmitted when EXP pedal is operated. * 2 Transmitted when CTL 1 pedal is operated. * 3 Transmitted when CTL 2 pedal is operated.
* 4
FA is transmitted upon start of current phrase; FC is transmitted when all phrases are stopped.
* 5
With Play mode set to Single: current phrase starts upon reception of FA, stops upon reception of FC. With Play mode set to Multi: current phrase starts upon reception of FA, with all stop upon reception of FC.
Mode 2 : OMNI ON, MONO
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
* 4 * 5
O 0–98
X
X X X
O O
X X X O X
Program Number 1–99
O : Ja
X : Nee
Bijlagen
99

Specificaties

RC-50: Loop Station
AD conversie
24 bit
DA conversie
24 bit
Sampling frequentie
44.1 KHz
Programmageheugens
99
Nominaal ingang niveau
INST: -10 dBu
MIC : -50 dBu
AUX: -16 dBu
Input impedantie
INST: 1 M
MIC: 1 k
AUX: 100 k
Nominaal uitgang niveau
MAIN OUTPUT: -10 dBu
SUB OUTPUT: -10 dBu
Output impedantie
MAIN OUTPUT: 2 k
SUB OUTPUT: 2 k
PHONES: 47
Beschikbare opnameduur
STEREO: Ong. 24 minuten
MONO: Ong. 49 minuten
* De tijden hierboven houden rekening met de benodigde hoeveelheid
geheugen voor zowel opname als bewerkingen van de RC-50 (zoals
Undo/Redo).
Bediening
<Frontpaneel>
REC/PLAY/OVERDUB pedaal
STOP pedaal
TEMPO pedaal
UNDO/REDO pedaal
Frase 1 pedaal
Frase 2 pedaal
Frase 3 pedaal
PATCH/VALUE draaischijf
PARAMETER [ ] [ ] toetsen
TAP TEMPO toets
NAME/PATCH toets
CTL/EXP PEDAL toets
SYSTEM/USB toets
EXIT toets
WRITE toets
PLAY MODE toets
LOOP SYNC toets
AUTO REC toets
INPUT MODE toets
OVERDUB MODE toets
LOOP QUANTIZE indicator
OVERDUB MODE indicators
(OVERDUB, REPLACE, MOMENTARY PUNCH-IN)
(Frase EDIT)
Frase LEVEL knoppen (Frase 1, 2, 3)
Frase toetsen (Frase 1, 2, 3)
REVERSE indicators (Frase 1, 2, 3)
ONE SHOT indicators (Frase 1, 2, 3)
(GUIDE)
LEVEL knop
SELECT toets
START/STOP toets
(INPUT LEVEL)
AUX knop
MIC knop
INST knop
PEAK indicator
(MASTER)
LEVEL knop
100
<Achterpaneel>
PHANTOM schakelaar
POWER schakelaar
Display
16 tekens, 2 regels (LCD met achtergrondverlichting)
2 tekens, 7 segmenten LED
Loading...