Roland KR-107 QUICK START GUIDE [nl]

Page 1
Snelle start
Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland Digital Intelligent Piano KR!
Visual Lesson
Oefenen door met een song mee te spelen. U kunt de resultaten van hetgeen u speelt direct in
het scherm zien.
p. 12
Music Assistant
Gebruik de automatische begeleiding van de KR om begeleidingen aan uw favoriete songs toe te voegen.
p. 16
Song/File
het scherm zien.
p. 8
Super Tones
U kunt de speciaal
aanbevolen geluiden uit de geluidsbibliotheek van de KR selecteren.
p. 14
DigiScore
De notatie (notenschrift) van de geselecteerde song wordt in het scherm getoond. Buiten de interne songs, kan ook de notatie van opgenomen songs en songs uit een extern geheugen worden weergegeven.
p. 10
Piano Designer
U kunt uw eigen favoriete piano­geluiden maken.
p. 6
Hoe deze handleiding te gebruiken
De gebruikershandleiding van de KR bestaat uit drie delen: Snelle start, de Gebruikershandleiding en de USB Installatiegids.
Lees alstublieft eerst ‘Voordat u begint met spelen’ in de Gebruikershandleiding. Hierin wordt uitgelegd hoe het netsnoer wordt aangesloten en hoe het instrument wordt aangezet.
Nadat u de KR heeft aangezet, leest u de Snelle start (dit deel).
Door de verschillende procedures uit te proberen terwijl u de Snelle start leest, leert u op een eenvoudige manier hoe u de KR bespeelt en hoe u van de belangrijkste functies gebruikmaakt (functies waarbij het gebruik van de ‘hoofdknoppen’ betrokken zijn in het bijzonder).
In de Gebruikershandleiding worden procedures uitgelegd, van basisbediening tot de procedures voor speciale toepassingen (bijvoorbeeld de KR als componist gebruiken en songs maken), waarmee u de vele uitvoeringsfuncties van de KR leert beheersen.
Copyright © 2006 Roland Corporation
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag op enigerlei wijze gereproduceerd worden zonder
toestemming van Roland Corporation.
Page 2
Inhoud
Inhoud ......................................................................................................2
Het Pianoscherm .......................................................................... 3
Het toetssjabloon.......................................................................... 3
Een snelle rondleiding door de KR .......................................................4
[Piano Designer] knop............................................................................6
De afstandsbediening gebruiken ..........................................................7
[Song] knop .............................................................................................8
[DigiScore] knop ...................................................................................10
[Visual Lesson] knop............................................................................12
[Super Tones] knop ..............................................................................14
[Music Assistant] knop (1) ...................................................................16
[Music Assistant] knop (2) ...................................................................18
Spelen in een wonderland van geluiden.............................................19
2
Page 3
Het Pianoscherm
Het volgende ‘Pianoscherm’ verschijnt als de KR is aangezet.
fig.Q_piano.j
Wanneer dit scherm wordt weergegeven, kunt u de instellingen die op de piano uitvoeringen van
de KR van invloed zijn veranderen.
Hoewel het scherm verandert als u op de knoppen drukt om de verscheidene operaties en
instellingen uit te voeren, kunt u het Pianoscherm op elk gewenst moment laten terugkeren, door
de One Touch Program [Piano] knop in te drukken en naar de piano uitvoering terug te keren.
fig.Q_panel_piano
Druk op de One Touch Program [Piano]
knop
verschijnen.
Voor meer gedetailleerde informatie kijkt u bij ‘Het toetsenbord als een piano bespelen (One Touch
Piano)’ in de gebruikershandleiding.
Het toetssjabloon
De bij dit deel behorende Key Template kunt u gebruiken voor het specificeren van de akkoorden
voor de automatische begeleiding op de KR.
Meer over het spelen met de automatische begeleiding vindt u bij ‘[Music Assistant] knop (1)’
(p.16).
Plaats de Key Template, zoals in onderstaand figuur wordt aangegeven.
fig.panel
Plaatsing van
het toetssjabloon.
om het Pianoscherm te laten
3
Page 4
Een snelle rondleiding door de KR
De ‘Snelle rondleiding’ voorziet in visuele beschrijvingen van de KR’s speciale mogelijkheden,
kenmerken en belangrijkste uitvoeringsfuncties.
Raak het scherm aan om verschillende demo’s te beluisteren.
1
Laat het ‘Quick Tour’ (Snelle rondleiding) scherm verschijnen
Houd de [Transpose] knop ingedrukt en
druk op de [Ambience/Reverb] knop.
2
Raak de categorie van het type demo u wilt beluisteren aan.
fig.Q_demo.e
Aanraken om de demo van elke knop af te spelen.
3
4
Als u hier aanraakt, blijft de
demo onafgebroken spelen.
Met gebruik van deze functie
kunnen alle demo’s worden
bekeken.
Hiermee wordt de Vocal Effect demo gestart.Hiermee wordt het Piano Tone scherm geopend.
Laten we eens kijken wat we krijgen als we <Song> aanraken.
De [Song] knop demo wordt afgespeeld.
Druk op de [Exit] knop om naar
het Quick Tour scherm terug te
keren.
Probeer de andere categorieën.
Druk op de [Exit] knop in het
Quick Tour scherm om de snelle
4
rondleiding te beëindigen.
Page 5
Een snelle rondleiding door de KR
Over de Vocal Effect demo
Als u de Vocal Effect demo selecteert, wordt een song afgespeeld.
Als u een microfoon aansluit en met de song meezingt, worden harmonieën aan de
microfoonstem toegevoegd.
Een demo van de pianogeluiden beluisteren
U kunt de demo beluisteren die de functies, die op pianogeluiden toegepast kunnen worden, laat horen.
1
Laat het Quick Tour scherm verschijnen.
2
Raak <Piano Tone> aan.
3
Raak <ON> van de demo die u wilt horen aan.
Hier aanraken om
de demo song af te
spelen.
De demo van de aangeraakte functie wordt afgespeeld.
Als u <ON> aanraakt, wordt de demo afgespeeld met de betreffende functie ingeschakeld. Als u
<OFF> aanraakt, wordt de functie veranderd terwijl de demo speelt.
* Met de Piano Tones demo kunt u gemakkelijk horen hoe het geluid zal zijn als de functie in of uitgeschakeld is.
Over de Hammer Response Functie demo
De uitvoering stopt als de Hammer Response functie (p.6) demo wordt geselecteerd.
Bespeel het toetsenbord en kijk hoe de Hammer Response functie aanvoelt.
Wanneer Hammer Response is ingeschakeld, worden de geluiden langzamer uitgedrukt als u de
toetsen harder indrukt.
Verwijzing
Als u een microfoon op de KR wilt aansluiten, kijk dan bij ‘Een microfoon aansluiten’ in de
gebruikershandleiding.
U kunt de demo’s automatisch laten beginnen. Zie ‘de Quick Tour automatisch starten’ in de
gebruikershandleiding.
5
Page 6
[Piano Designer] knop
Met ‘Piano Designer’ kunt u uw eigen pianogeluiden
creëren.
Vervolgens kunt u de door u gecreëerde
geluidsinstellingen opslaan.
1
Druk op de [Piano designer] knop.
fig.Q_demo.e
Selecteer hier het type. Als u hier aanraakt, verandert de vorm van de zeshoek en het pianogeluid.
Slaat de instellingen op in het gebruikersgeheugen.
Raak een hoek van de zeshoek aan en sleep met uw vinger om het pianogeluid te veranderen.
Lid (Klep)
Resonance
(resonantie)
Width (breedte)
Hammer Noise
(hamergeluid)
Hammer re-
sponse
Key Touch
(aanslag-
gevoeligheid)
Stelt de opening van de klep van de vleugel in. Als u de hoek meer naar het midden trekt, is de klep minder ver open en wordt een milder geluid gecreëerd. De klep gaat verder open, naarmate de hoek uit het midden wordt weggetrokken, waardoor een helderder geluid wordt gecreëerd.
Hiermee wordt de resonantie van een akoestische piano bijgesteld, het Key Off geluid (reproduceert de klankverandering die wordt geproduceerd als de vingers van de toetsen worden genomen), enz.
Past het gevoel van breedte in het geluid aan. Het geluid wordt breder naarmate u de hoek naar buiten trekt. Als dit naar binnen wordt getrokken, richt het geluid zich meer op het midden, waardoor de hoorbaarheid toeneemt en het geluid prominenter is wanneer ook een begeleiding wordt gespeeld.
Reproduceert het geluid van de hamers van een akoestische piano, die tegen de snaren slaan wanneer de toetsen worden ingedrukt. Het geluid wordt meer vertraagd als de hoek naar buiten wordt getrokken.
Stelt de tijd vanaf het moment dat een toets wordt ingedrukt, totdat het pianogeluid klinkt bij. Het geluid wordt meer vertraagd als de hoek naar buiten wordt getrokken. Deze instelling wordt op alle geluiden die middels het toetsenbord worden gespeeld toegepast.
Stelt de aanslaggevoeligheid bij. De gevoeligheid verandert van ‘Light’ in ‘Heavy’, terwijl u vanuit het midden naar buiten trekt. Deze instelling wordt op alle geluiden, die middels het toetsenbord worden gespeeld, toegepast.
De resonantie apart aanpassen
Met ‘Resonance’ kunnen drie resonantie types worden aangepast. Als u op de [Setting] knop drukt,
kunt u de waardes van deze resonantiegeluiden individueel instellen. Voor meer details kijkt u bij
‘De resonantie van de Piano Designer aanpassen’ in de gebruikershandleiding.
6
Page 7
De afstandsbediening gebruiken
U kunt de bijgeleverde afstandsbediening gebruiken om uitvoeringen gemakkelijk te starten en
stoppen en om van song te veranderen.
U kunt de afstandsbediening ook gebruiken om afbeeldingen op een extern beeldscherm of een
televisie te veranderen en functies aan de knoppen toe te wijzen, die voor bediening van de
afstandsbediening gebruikt worden.
Hoe de afstandsbediening wordt gebruikt
Als u de afstandsbedie-
ning gebruikt, richt u
deze op de infrarood ont-
vanger. U moet hierbij het
werkingsbereik in
gedachten houden.
Over de afstandsbediening
Infrarood zender
Effecten op microfoon
1
klanken toepassen
De Advanced 3D functie
2
aan en uitzetten
Het Song Genre
3
selecteren
Het geluid op Mute
4
(tijdelijk stil) zetten
De aan de knoppen
5
toegewezen functie gebruiken
Afstandsbediening
Infrarood ontvanger
Werkingsbereik
Afstand:
4 m
Hoek:
40 graden links en rechts van de ontvanger.
De oorspronkelijke instellingen voor ‘TONE’,
6
‘HARMONY’ en ‘TRANSFORM’ herstellen
De geluiden voor de
7
linkerhand en rechterhand tracks selecteren
Het scherm van het
8
externe beeldscherm veranderen
Starten en stopen van
9
songs, vorige en volgende songs selecteren
Het volume veranderen
10
Het tempo van de song
11
en automatische begeleiding veranderen
Geluiden van het
12
toetsenbord en songs, die worden afgespeeld, transponeren
Verwijzing
U kunt de functies van de [] (Play/Stop) knop, de [FUNC 1] [FUNC 2] knop, de TEMPO [-] [+] knop en de
TRANSPOSE [-] [+] knop ook veranderen. Zie ‘De functies van de knoppen van de afstandsbediening veranderen’ in
de gebruikershandleiding.
7
Page 8
[Song] knop
Druk op deze knop om songs te selecteren.
De meer dan 190 interne songs van de KR zijn op
muziekstijl of genre gerangschikt.
Bovendien kunt u songs die u leuk vindt aan de ‘Favorites’
categorie toevoegen.
Door songs in ‘Favorites’ op te slaan, kunt u de songs die
u aan het oefenen bent en die waar u vaak naar luistert,
gemakkelijk afspelen.
1
Druk op de [Song] knop.
2
Selecteer de song die u wilt horen, en raak dan de song naam aan.
De huidig geselecteerde song wordt weergegeven.
U kunt songs uit elk
genre selecteren.
Het genre van de op dat
moment geselecteerde
song wordt getoond.
Hier aanraken voor onafgebroken
afspelen van alle songs binnen
het geselecteerde genre.
Hier aanraken om
songs af te spelen.
Hiermee worden songs onafgebroken, in willekeurige volgorde afgespeeld.
Hiermee worden songs in
Favorites opgeslagen.
Hier aanraken om van
scherm te veranderen.
Hier aanraken en slepen
om door de songlijst te
scrollen.
Hier aanraken om van
scherm te veranderen.
Hier aanraken om een
ander genre te kiezen.
Hier aanraken om
naar songs te zoeken.
Hiermee worden songs
opgeslagen en verwijderd.
8
Page 9
3
4
[Song] knop
Luister naar de song. Raak < > aan.
fig.Q_song3.j
Als teksten worden weergegeven, raak <Exit> aan om naar het Song selectie scherm terug te keren.
Om de song te stoppen, raakt u < > aan.
fig.Q_song4.j
Gevorderd gebruik van de KR
Song notaties weergeven → ‘[DigiScore] knop’ (p.10).
Bij het beluisteren van songs uit een extern geheugen
Sluit het externe geheugen met de song die u wilt beluisteren op de externe geheugenpoort van de
KR aan.
U kunt songs die in een extern geheugen zijn opgeslagen selecteren door de [Song] knop in te
drukken en dan bij <Genre> ‘External memory’ te selecteren.
Zie ‘Een song afspelen’ in de gebruikershandleiding.
Verwijzing
Meer gedetailleerde informatie over het afspelen van songs vindt u bij ‘Een song afspelen’ in de
gebruikershandleiding.
Meer informatie over ‘Favorites’ vindt u bij ‘Uw favoriete songs registreren (Favorites)’ in de
gebruikershandleiding.
Meer gedetailleerde informatie over het opslaan van songs vindt u bij ‘Songs opslaan’ in de
gebruikershandleiding.
Meer gedetailleerde informatie over <Search> in het Song Selectie scherm vindt u bij
‘Sleutelwoorden gebruiken om naar songs te zoeken (Song Search)’ in de gebruikershandleiding.
9
Page 10
[DigiScore] knop
fig.b-main2
U kunt de notatie van niet alleen de interne songs, maar ook van opgenomen songs en songs uit een extern geheugen weergeven.
Bij sommige songs worden tevens de vingerzetting en de akkoordinformatie in het scherm getoond.
Deze informatie is niet alleen handig voor het oefenen op de piano, maar ook als u de akkoorden wilt zien, terwijl u de begeleiding van songs speelt.
1
Druk op de [Song] knop om een song te selecteren (p.8).
2
Druk op de [DigiScore] knop.
fig.Q-Score1
Tempo Song naam Maatsoort Maat-
nummer
Bouncing Ball
De stuiterbal toont de noot die op dat moment
wordt gespeeld. Hiermee kunt u de notatie
gemakkelijker volgen en krijgt u een idee van het
ritme.
Het toetsenbord weergeven
U kunt het toetsenbord en de notatie in hetzelfde scherm weergeven.
1. Druk op de [Option] knop.
2. Raak <Keyboard> aan om op ‘On’ in te stellen.
3. Druk op de [Exit] knop.
fig.Q-Score2
Touch the Notes
Als u een noot in het scherm aanraakt, wordt het
geluid van die noot gespeeld. Als u met uw
vinger door een deel van de notatie sleept, wordt
de sectie die u heeft gesleept afgespeeld.
10
De notatie en het toetsenbord worden getoond. Hiermee kunt u de toetsen, die werden ingedrukt van de geluiden die worden afgespeeld, controleren.
Page 11
Oefenen in uw eigen tempo
3
Probeer met de notatie mee te spelen.
U kunt zich op het lezen van de notatie concentreren terwijl u speelt, zonder dat u pagina’s om
hoeft te slaan.
Als de stuiterbal blauw is, loopt de notatie automatisch mee nadat u de song vanaf de positie van
de blauwe bal bent gaan spelen.
Als u korte tijd niet heeft gespeeld, wordt de stuiterbal rood. Als u dan een frase in de buurt van
de stuiterbal speelt, verplaatst de bal automatisch naar het punt in de notatie waar u opnieuw bent
gaan spelen.
Samen met een song oefenen
3
Speel nu de song af. Druk op de [ ] (Play/Stop) knop.
fig.Q-Score3
[DigiScore] knop
Druk op de [ (Play/Stop)] knop om
Verander het tempo van
het afspeelgeluid met de
Tempo [-] [+] knoppen.
Het scherm loopt met het afspelen van de song.
de song af te spelen. Druk nogmaals op de knop om de song te stoppen. Druk op de [ (Reset)] knop om naar het begin van de song terug te gaan.
4
Om de song te stoppen, drukt u nog een keer op de [ ] (Play/Stop) knop.
fig.Advanced Use
Gevorderd gebruik van de KR
Songs oefenen ‘[Visual Lesson] knop’ (p.12).
De notatie op een groot scherm weergeven ‘Een extern beeldscherm aansluiten’ in de
gebruikershandleiding.
Om de notatie van opgenomen uitvoeringen weer te geven:
Nadat u uw eigen uitvoering heeft opgenomen, drukt u op de [Score Display] knop.
Meer informatie over opnemen vindt u bij ‘Hoofdstuk 4 De uitvoering opnemen en opslaan’ in de
gebruikershandleiding.
Verwijzing
Meer gedetailleerde informatie over het Notation scherm vindt u bij ‘De notatie weergeven’ in de
gebruikershandleiding.
Voor meer gedetailleerde informatie over [Option] in het notatiescherm, zie ‘Gedetailleerde
instellingen voor het Notation scherm maken’ in de gebruikershandleiding.
11
Page 12
[Visual Lesson] knop
fig.b-main3
U kunt op een plezierige wijze oefenen met de ‘Visual
Lesson’ functie van de KR107.
Speel met de begeleiding mee, en een notatie die aangeeft
hoe goed u het heeft gedaan, zal in het scherm
verschijnen.
U kunt het niveau selecteren en songs die op uw niveau
liggen oefenen. U kunt de voorraad oefensongs ook
aanvullen met interne songs en aanvullende muziekdata
uit externe geheugens.
1
Druk op de [Visual Lesson] knop.
2
Raak een cursus aan om deze te selecteren.
Op dit moment begint u met ‘Beginner Course’ aan te raken.
3
Selecteer een oefensong, en druk dan op de < >.
fig.Q-lesson2e
Hiermee keert u naar
het cursus selectie scherm
terug.
Raak de naam van de
song die u wilt oefenen
aan.
Selecteert de interne songs of
songs uit bestanden als de oefensongs.
Een scherm zoals dat hieronder verschijnt als u < > aanraakt in de ‘Repertoire’ cursus.
fig.Q-lesson3e
Druk hierop om naar het Song Selectiescherm terug te keren.
Dit selecteert het gedeelte dat geoefend wordt. Instelling: beide handen,
linker hand, rechterhand
Hiermee begint de oefening.
Hiermee begint
de oefening.
Selecteert de maat, waarop de uitvoering begint.
12
Dit stelt het tempo waarop u gaat oefenen in. Instelling: oorspronkelijk
tempo, een beetje langzamer, langzamer, veel langzamer.
Selecteert de maat, waarop de uitvoering eindigt.
Page 13
4
5
[Visual Lesson] knop
Met de begeleiding meespelen
De notatie wordt weergegeven. Speel nu met de muziek van de notatie mee.
fig.Q-lesson4e
De noten, die u heeft gespeeld, worden in
de notatie weergegeven.
Als u klaar bent met spelen, wordt de notatie weergegeven.
Raak < > aan om de resultaten van de uitvoering te controleren.
De resultaten van
uw uitvoering
worden getoond.
U kunt op de [ ] (Play/Stop) knop drukken om uw uitvoering te beluisteren.
Daarnaast kunt u telkens één noot vooruitgaan met gebruik van de draaiknop.
fig.Q-lesson5e
Rhythm (blauw) als er een foutje in de timing is.
Note (rood) als er een foutje in de toonhoogte is.
? (Groen) Als u een noot speelt die niet in de notatie staat.
(Grijs) Deze noten zijn niet gespeeld.
U kunt < > in bovenstaand scherm aanraken om het volgende scherm te laten verschijnen.
U kunt dezelfde song nog een keer spelen, of een andere song kiezen om te oefenen.
fig.Q-lesson5e
Hiermee keert u naar
het scherm, waarin de
resultaten van uw
uitvoering worden
bevestigd.
Selecteert een andere
song, die u kunt oefenen.
Selecteert dezelfde
song om te oefenen.
Verlaat Visual Lesson.
De notatie als een grafisch bestand opslaan:
U kunt de notatie als een grafisch bestand opslaan door de [Option] knop in te drukken in het
scherm, waarin het resultaat van uw uitvoering wordt bevestigd. Meer informatie hierover vindt
u bij ‘Hoofdstuk 4 ‘Notaties als beelddata opslaan’ in de gebruikershandleiding.
13
Page 14
[Super Tones] knop
fig.b-main6
De KR beschikt over meer dan 700 interne geluiden.
Vanzelfsprekend zijn daar pianogeluiden bij, maar u
kunt ook geluiden van koperinstrumenten, blaas-
instrumenten en elektronische instrumenten spelen,
evenals een verscheidenheid aan andere geluiden, zelfs
andere geluiden dan muziekinstrumenten.
Druk op deze knop om de aanbevolen geluiden te selecteren.
1
Druk op de [Super Tones] knop.
fig.Q-Tone1
Geluiden zijn in zeven types ondergebracht:
Selecteert een andere geluidscategorie.
Hier aanraken om andere
geluiden te selecteren.
Hier wordt een beschrijving
van elk geluid getoond.
Organ Selecteer deze om orgelgeluiden te spelen.
Twin Piano
Pedal EX Tones
EX Tones
Split Set Hiermee kunt u verschillende geluiden aan de rechter en linkerkant van het toetsenbord spelen.
Drum
SFX Deze produceren speciale effecten. Elke toets, die u indrukt, laat een ander geluid horen.
Twin Piano
Deze instelling verdeelt het toetsenbord in twee secties, waarbij de normale ‘middelste C’ in het
midden van elke sectie gespeeld kan worden. Op die manier kunnen twee spelers op dezelfde
toonhoogte spelen.
fig.Q-Tone2
U kunt het toetsenbord in twee secties verdelen, welke elk dezelfde registers beslaan, waardoor twee spelers in dezelfde registers piano kunnen spelen.
Deze geluiden veranderen als u het linker pedaal indrukt.
Dit zijn zeer natuurgetrouwe geluiden, die de fijnste nuances van de expressieve mogelijkheden van een bepaald instrument kunnen reproduceren.
Selecteer deze om geluiden van percussie instrumenten te spelen. Elke toets, die u indrukt, laat een ander percussie instrument spelen.
14
C4 C5 C6 C7 C8C3C2C1
C4 C5 C6C3C4 C5C3 C6
Page 15
De pedalen functioneren als
volgt wanneer de Twin Piano is
geselecteerd.
fig.Q-Tone2
Linker demperpedaal
van de piano
[Super Tones] knop
Rechter demperpedaal
van de piano
Rechter sostenuto pedaal van de piano
Als u hier aanraakt en omhoog of omlaag trekt om het geluid van een footage te veranderen, kunt u het gewenste orgelgeluid met de footage cre ren. Zie Wat is Footage hieronder.
Wat is het Rotary Effect?
Dit voegt een ronddraaiend effect aan het orgelgeluid toe, gelijk aan het geluid van een roterende luidspre-
ker. Het veranderen van de snelheid verhoogt of vertraagt de snelheid van dit effect.
Wat is Footage?
Een functie van verschillende frequenties om een gewenst geluid te creëren, wordt ‘Footage’ genoemd.
De nummers die oorspronkelijk werden getoond, verwezen naar de lengte van de pijpen op een pijporgel.
De lengte van de pijp die gebruikt wordt om de referentie toonhoogte (de grondtoon) voor het toetsenbord
te produceren, is acht voet.
Als de pijp tot de helft gereduceerd wordt, zal een toonhoogte van een octaaf hoger worden geproduceerd.
Omgekeerd zal door het verdubbelen van de pijplengte een toonhoogte van een octaaf lager worden gepro-
duceerd. Daarom zal een pijp die een toonhoogte produceert van een octaaf onder die van de referentie van
8’ (acht voet) 16 zijn. Voor een octaaf boven de referentie zou de pijp 4’ zijn en om nog een octaaf hoger te
gaan, zou deze tot 2’ worden verkort.
U kunt experimenteren door verschillende pictogrammen aan te raken om het geluid te veranderen, en dat
wat u bevalt te vinden.
Verandert
de presets.
Speelt de percussiegeluiden.
Selecteert de
User geluiden.
Dit verandert de snelheid
van het Rotary effect.
Slaat de data in
het gebruikers-
geheugen op.
Verandert de parts.
* Als alle balken helemaal worden ingedrukt (0), zal er geen geluid zijn als u het toetsenbord bespeelt.
Wat is percussie?
U kunt PERCUSSION <4> of <2 2/3> gebruiken om het geluid te veranderen als het gespeeld wordt.
Het aanraken van PERCUSSION <FAST DECAY> maakt de accenttijd korter.
Verwijzing
Voor meer informatie over de uitvoeringsgeluiden van het toetsenbord kijkt u bij ‘Spelen met verschillende
geluiden (Tone knoppen)’ in de gebruikershandleiding.
15
Page 16
[Music Assistant] knop (1)
Wat is automatische begeleiding?
fig.b-main5
Automatische begeleiding (Automatic Accompaniment)
is een functie, waarmee u een begeleiding kunt
toevoegen met gebruik van verschillende
instrumentgeluiden, zoals drums, gitaar en bas,
simpelweg door de akkoorden te spelen.
Laten we eens proberen om een song te spelen met
gebruik van de automatische begeleiding.
1
Druk op de [Music Assistant] knop.
2
Raak een songnaam aan om de song die u wilt spelen te selecteren.
fig.Q-accomp1e
• Lijstscherm
Van pagina verandren.
Raak de naam van de song die u
wilt spelen aan.
Door de preset te veranderen,
verandert de begeleidingsstijl,
het geluid in de rechterhand en
andere instellingen.
• Visueel scherm
Hier worden Presets samen met de compostitie van de song op eenvoudige wijze getoond.
Door de preset te veranderen,
verandert de begeleidings-
stijl, het geluid in de
rechterhand en andere
instellingen.
De titel van de geselecteerde song wordt hier getoond.
Hiermee keert u naar het Lijstscherm terug.
Hier aanraken en omhoog of omlaag slepen om door de lijst te lopen (scrollen).
De naam van het akkoord dat wordt gespeeld wordt hier aangegeven.
Hier aanraken om de notatie weer te geven.
Naar songnamen zoeken met sleutelwoorden en beginletters.
Selecteer de song
De naam van het akkoord dat wordt gespeeld wordt hier aangegeven.
Hier aanraken om de notatie weer te geven.
Naar songs zoeken op songnaam.
Laten we ‘Entertainer Song, The’ selecteren.
De optimale instellingen voor de geselecteerde song worden automatisch geselecteerd.
Als u een song waar < > bij staat kiest, kan de notatie van die song worden weergegeven.
<Search>
Als u <Search> aanraakt, kunt u naar songtitels zoeken door middel van sleutelwoorden of beginletters.
Zie ‘Sleutelwoorden gebruiken om naar muziekstijlen te zoeken (Style Search)’ in de gebruikershandleiding.
16
Page 17
3
Speel een C toets.
[Music Assistant] knop (1)
Laat nu de notatie verschijnen. Raak < > aan.
fig.Q-accomp2e
Tempo Songnaam Maatsoort
Door de preset te veranderen,
verandert de
begeleidingsstijl, het geluid
in de rechterhand en andere
instellingen.
Verplaatst de afspeelpositie
naar achteren.
Keert naar het begin van de song terug.
4
Begin te spelen. Speel een C op het toetsenbord.
fig.Q-accomp3e
De begeleiding begint.
Het eerste akkoord is ‘C’. Speel de ‘C’ toets van het
toetssjabloon.
Dit maakt het geluid van het melodiegedeelte tijdelijk stil (Mute).
Verplaatst de afspeel­positie naar voren.
Dit start en stopt het afspelen van de uitvoering.
De naam van het akkoord dat wordt gespeeld wordt hier aangegeven.
Toont een vergrote weergave van de notatie.
Kijk naar het akkoordsymbool dat in de notatie wordt
aangegeven, en speel het akkoord met de linkerhand.
Als het tempo van de begeleiding te snel of te moeilijk is,
probeer dan een lager tempo.
Akkoorden specificeren
Wanneer de automatische begeleiding in gebruik is, wordt het toetsenbord in linker en rechter
secties verdeeld, en wordt aan elke sectie een andere functie toegewezen.
De begeleiding start en de akkoorden in de linkerhand veranderen. De rechterhand kant wordt
voor het spelen van melodieën gebruikt. Het bijgeleverde toetssjabloon (p.3) maakt het u
gemakkelijk om de toetsen te vinden, die in specifieke akkoorden worden gebruikt.
Toetsen voor het specificeren van akkoorden.
Raadpleeg het toetssjabloon bij het specificeren van akkoorden.
17
Page 18
[Music Assistant] knop (2)
5
Raak de presets aan, op de punten waar < > en < > worden aangegeven.
Als u de preset verandert, wordt het geluid in de rechterhand anders, de begeleidingsstijl
verandert en de algehele sfeer van de song wordt getransformeerd.
Sommige presets voegen tevens harmonie aan de geluiden toe die met de rechterhand worden
gespeeld, gebaseerd op de akkoorden die met de linkerhand worden gespeeld.
De begeleiding stopt nadat het einde is gespeeld.
Tijd om de melodie onder handen te nemen!
Speel een melodie met de rechterhand.
Als u <Melody> aanraakt, wordt het melodie gedeelte
tijdelijk stil gemaakt (Mute).
Wanneer u wat meer vertrouwd bent geraakt met de
begeleiding in de linkerhand, zet u het melodie gedeelte
op Mute, en probeert u de melodie zelf te spelen.
Bij sommige songs wordt de melodie in de lage registers gespeeld. Als u dit soort songs speelt,
verplaatst u het punt waarop het toetsenbord is verdeeld (het splitspunt) naar een toets die zich
verder aan de linkerkant bevindt.
Voor details raadpleegt u ‘Het splitspunt van het toetsenbord veranderen (Split Point)’ in de
gebruikershandleiding.
U kunt akkoorden specificeren met de toetsen aan de linkerkant van het splitspunt.
Meer pedaaltechnieken!
Door andere functies aan de pedalen toe te wijzen, kunt u daarna de pedalen indrukken, terwijl u
speelt, om variatie in de begeleiding aan te brengen. Hier zijn een aantal van die functies. Meer over
het toewijzen van de functies vindt u bij ‘Functies aan de pedalen en Performance Pads toewijzen’
in de gebruikershandleiding.
18
Verwijzing
Meer gedetailleerde informatie over de automatische begeleiding vindt u bij ‘Hoofdstuk 2
Automatische begeleiding’ in de gebruikershandleiding.
Voor meer informatie over de vingerzetting, zie ‘Akkoordenlijst’ in de gebruikershandleiding.
Page 19
Spelen in een wonderland van geluiden
‘Wonderland’ is een plezierige wereld van geluiden waar u verschillende instrumenten kunt horen,
uitvoeringen kunt beluisteren en een spelletje kunt spelen, simpelweg door het ‘Wonderland’ is een
“Wonderland” is een plezierige wereld van geluiden waar u verschillende instrumenten kunt horen,
uitvoeringen kunt beluisteren en een spelletje kunt spelen, simpelweg door het scherm aan te raken.
1
Laat het Wonderland scherm verschijnen.
fig.Q-W1e
Druk op de [Wonderland]
knop.
2
Raak het onderdeel dat u wilt spelen aan.
fig.Q-Wonder1e/fig.Q-Wonder2e
3
4
<Flash Card> <Game> <Alphabet>
In dit spel speelt u de noten, die op de kaarten wor­den getoond.
<MIC> <SFX> <Drums>
U kunt een micro­foon op de KR aansluiten en het geluid van uw stem veranderen.
<Piano> <Songs> <Tones>
Leer hoe piano’s worden gemaakt.
Speel zes verschil­lende spelletjes, waaronder gehoorstraining en ritme spelletjes.
U kunt verschei­dene geluidsef­fecten beluisteren.
Naar kinderlied­jes luisteren.
Gebruik het toet­senbord om het alfabet te leren.
Uitvoeringen kunnen geluiden van percussie instrumenten bevatten.
Uitvoeringen kunnen van een aantal verschil­lende geluiden gebruikmaken.
Raak <Exit> aan om naar het Wonderland scherm terug te keren.
Raak <Exit> in het Wonderland scherm aan om het Wonderland af te sluiten.
Verwijzing
Als u een microfoon op de KR wilt aansluiten, kijk dan bij ‘Een microfoon aansluiten’ in de
gebruikershandleiding.
19
Page 20
Page 21
Gebruikershandleiding
Lees voordat u dit apparaat in gebruik neemt de hoofdstukken ‘Belangrijke veiligheidsinstructies’ (pag. 2), ‘Het apparaat op een veilige manier gebruiken’ (pag. 3) en ‘Belangrijke opmerkingen’ (pag. 5) zorgvuldig door. Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie betreffende het juiste gebruik van het apparaat. In aanvulling daarop verdient het aanbeveling deze gebruikershandleiding in zijn geheel door te lezen om er zeker van te zijn dat u alle mogelijkheden van dit apparaat goed in de vingers krijgt. Bewaar de gebruikershandleiding om deze later eenvoudig te kunnen raadplegen.
202
Copyright © 2006 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag, op welke wijze dan ook,
vermenigvuldigd worden zonder de schriftelijke toestemming
van ROLAND CORPORATION.
Page 22
WAARSCHUWING: Verklein het risico van brand of elektrische schokken: stel dit apparaat niet bloot aan regen of vocht.
+HW V\PERRO YDQ GH EOLNVHPIOLWV PHW SLMO ELQQHQ HHQ
&$87,21
5,6.2)(/(&75,&6+2&.
'212723(1
$77(17,21
:$$56&+8:,1*9(5:,-'(5+(7'(.6(/2)'(
$&+7(5.$171,(720+(75,6,&223((1(/(.75,6&+(
6&+2.7(5('8&(5(1%,11(1,1%(9,1'(1=,&+*((1
21'(5'(/(1',('225'(*(%58,.(521'(5+28'(1
.811(1:25'(1/$$7+(721'(5+28'$$1(5.(1'
5,648('(&+2&(/(&75,48(1(3$62895,5
3(5621((/29(5
JHOLMN]LMGLJH GULHKRHN LV EHGRHOG RP GH JHEUXLNHU WH ZDDUVFKXZHQ YRRU GH DDQZH]LJKHLG YDQ QLHW JHÕVROHHUG JHYDDUOLMN YROWDJH ELQQHQLQ KHW DSSDUDDW GDW NUDFKWLJ JHQRHJ NDQ ]LMQ RP HHQ HOHNWULVFKH VFKRN ELM SHUVRQHQWH YHURRU]DNHQ
+HW XLWURHSWHNHQ ELQQHQ HHQ JHOLMN]LMGLJH GULHKRHN LV EHGRHOG RP GH JHEUXLNHU WH ZDDUVFKXZHQ YRRU GH DDQZH]LJKHLG YDQ EHODQJULMNH EHGLHQLQJV  HQ RQGHU KRXGVLQVWUXFWLHV
,16758&7,(60(7%(75(..,1*727+(75,6,&29$1%5$1'(/(.75,6&+(6&+2.
2)9(5:21',1*(1$$13(5621(1
%(/$1*5,-.(9(,/,*+(,'6,16758&7,(6
%(:$$5'(=(,16758&7,(6
7!!23#(57).'x7LMGHQVKHWJHEUXLNYDQHOHNWULVFKHSURGXFWHQPRHWHQGHYRRU]RUJVPDDWUHJHOHQDOWLMGRSJHYROJGZRUGHQ
 /HHVGH]HLQVWUXFWLHV  %HZDDUGH]HLQVWUXFWLHV  1HHPDOOHZDDUVFKXZLQJHQVHULHXV  9ROJDOOHLQVWUXFWLHV  *HEUXLNGLWDSSDUDDWQLHWLQGHEXXUWYDQZDWHU  0DDNGLWDSSDUDDWDOOHHQPHWHHQGURJHGRHNVFKRRQ  'HYHQWLODWLHRSHQLQJHQPRJHQQLHWJHEORNNHHUGZRUGHQ
,QVWDOOHHULQRYHUHHQVWHPPLQJPHWGHLQVWUXFWLHVYDQGH IDEULNDQW
 ,QVWDOOHHUKHWDSSDUDDWQLHWLQGHEXXUWYDQZDUPWHEURQQHQ
]RDOVUDGLDWRUHQNDFKHOVFKXLYHQNDFKHOVRIDQGHUH DSSDUDWHQLQFOXVLHIYHUVWHUNHUVGLHZDUPWHSURGXFHUHQ

%HVFKHUPKHWQHWVQRHU]RGDWHUQLHWRYHUKHHQJHORSHQNDQ ZRUGHQ=RUJGDWKHWVQRHULQKHWELM]RQGHUELMGHVWHNNHUV VWRSFRQWDFWGR]HQHQRSKHWSXQWZDDU]LMXLWKHWDSSDUDDW NRPHQQLHWJHGUDDLGRILQHONDDUJHGUXNWZRUGW
LQFOXVLHIGHYROJHQGH
 *HEUXLNDOOHHQGRRUGHIDEULNDQWJHVSHFLILFHHUGH
RQGHUGHOHQRIDFFHVVRLUHV
 *HEUXLNKHWDSSDUDDWPHWHHQGRRUGHIDEULNDQW
JHVSHFLILFHHUGHRIELMKHWDSSDUDDW JHOHYHUGHNDUVWDQGDDUGVWDWLHIFRQVROH RIWDIHO9RRU]LFKWLJKHLGLVJHERGHQ WLMGHQVKHWYHUSODDWVHQYDQGHNDU DSSDUDDWFRPELQDWLH]RGDWGH]HQLHWNDQ RPYDOOHQHQGDDUGRRUVWXNJDDW
 7LMGHQVRQZHHURIZDQQHHUKHWDSSDUDDW
JHGXUHQGHHHQODQJHUHSHULRGHQLHWJHEUXLNW]DOZRUGHQ KDDOWXGHVWHNNHUXLWKHWVWRSFRQWDFW
 /DDWDOKHWRQGHUKRXGDDQHUNHQGRQGHUKRXGVSHUVRQHHO
RYHU2QGHUKRXGLVYHUHLVWZDQQHHUKHWDSSDUDDWRS HQLJHUOHLZLM]HEHVFKDGLJGLVELMYRRUEHHOGDOVKHWQHWVQRHU RIGHVWHNNHUEHVFKDGLJGLVHUYORHLVWRIRIREMHFWHQLQKHW DSSDUDDWWHUHFKW]LMQJHNRPHQDOVKHWDSSDUDDWDDQUHJHQ RIYRFKWLJKHLGKHHIWEORRWJHVWDDQQLHWQRUPDDOIXQFWLRQHHUW RILVJHYDOOHQ
Page 23
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
O
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
ver
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u onderstaande instructies en de gebruikershand­leiding.
..........................................................................................................
002a
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit. Dit geldt tevens voor de adapter.
..........................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
..........................................................................................................
004
• Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers,
wasruimtes of natte vloeren hebben of die
• aan regen worden blootgesteld of die
• stoffig zijn of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
..........................................................................................................
007
• Zorg dat u het apparaat zodanig plaatst, dat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op standaards die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken.
..........................................................................................................
009008a
• Sluit het apparaat alleen aan op een stopcontact van het in de gebruikershandleiding of op de achterzijde van het apparaat vermelde type.
..........................................................................................................
008e
• Gebruik alleen het meegeleverde netsnoer. Daarnaast mag het meegeleverde netsnoer niet met andere apparaten worden gebruikt.
..........................................................................................................
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
..........................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
..........................................................................................................
011
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terecht­komen.
..........................................................................................................
011
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen.
..........................................................................................................
3
Page 24
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
013
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtst-bijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distri­buteur, te vinden op de ‘Informatie’ pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht
zijn gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functio-
neren of een duidelijke verandering in werking laat zien.
..........................................................................................................
015
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
..........................................................................................................
015
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact, waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verleng­snoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken en uiteindelijk smelten.
..........................................................................................................
016
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
..........................................................................................................
019
• SPEEL GEEN CD-ROM disk op een conventionele CD speler af. Het geluidsniveau, dat geproduceerd wordt, kan permanent gehoorsverlies veroor­zaken. Dit kan resulteren in schade aan luidsprekers of andere systeemcomponenten.
..........................................................................................................
026
• Plaats geen voorwerpen die water bevatten (zoals bloemenvazen) op dit apparaat. Vermijd ook het gebruik van insecticiden, parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen e.d. in de buurt van het apparaat. Vloeistoffen, die op het apparaat gemorst worden, dient u direct m.b.v. een droge zachte doek weg te vegen.
..........................................................................................................
VOORZICHTIG
101a
• Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst te worden, dat er voldoende ventilatieruimte beschikbaar is.
..........................................................................................................
102b
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
..........................................................................................................
116
• Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en maak deze met een droge doek schoon om stof en andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand veroor­zaken.
..........................................................................................................
104
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
..........................................................................................................
106
• Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
..........................................................................................................
107b
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn.
..........................................................................................................
108d: Selection
• Wanneer u het apparaat wilt verplaatsen, volgt u dan hieronder genoemde veiligheidsmaatregelen op. Er zijn minimaal twee personen nodig om het apparaat op veilige wijze op te tillen en te verplaatsen. Het dient voorzichtig behandeld te worden en waterpas gehouden te worden. Zorg ervoor, dat u het apparaat stevig vasthoudt om uzelf tegen verwondingen en het apparaat tegen beschadiging te beschermen.
• Controleer of de schroeven waarmee het
apparaat op de standaard is bevestigd niet zijn losgeraakt. Draai ze weer stevig vast wanneer u merkt dat ze losgeraakt zijn.
• Neem de stekker uit het stopcontact.
• Koppel alle kabels los, waardoor het apparaat
met andere apparatuur is verbonden.
• Klap de hoogteverstelling van de pedalen (pag.
17) omhoog.
• Sluit het deksel.
• Klap de muziekstandaard naar beneden.
..........................................................................................................
109a
• Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.(p. 16).
..........................................................................................................
110a
• Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht, haalt u het netsnoer uit het stopcontact
..........................................................................................................
4
Page 25
VOORZICHTIG
111: Selection
• Batterijen kunnen, wanneer op onjuiste wijze gebruikt, exploderen of gaan lekken en schade of verwondingen veroorzaken. Lees en neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht (p.18) voor uw eigen veiligheid.
• Volg de instructies voor het installeren van
batterijen nauwkeurig, en zorg dat u de juiste polariteit in acht neemt.
• Gebruik geen nieuwe batterijen samen met
gebruikte batterijen. Bovendien dient het gebruik van verschillende types batterijen vermeden te worden.
• Verwijder de batterijen wanneer het apparaat
gedurende langere tijd niet gebruikt wordt.
• Als een batterij heeft gelekt, gebruikt u een
zachte doek of keukenpapier om alle resten ontlading uit het batterij compartiment te vegen. Installeer dan nieuwe batterijen. Om ontstekingen van de huid te voorkomen, moet u zorgen dat de ontlading niet in aanraking met uw handen of huid komt.
• Neem de grootst mogelijke zorgvuldigheid in
acht, zodat er geen ontlading in uw ogen terechtkomt. Indien er enige lading in uw ogen terecht isa gekomen, spoelt u het betreffende gebied met water.
• Bewaar batterijen nooit samen met metalen
objecten als balpennen, kettingen, haarspelden, enz.
..........................................................................................................
112
• Gebruikte batterijen moeten afgedankt worden met inachtneming van de veiligheidsvoor­schriften die in uw regio vereist zijn.
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Als er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het instrument
terecht is gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden), of
• Als het apparaat niet normaal schijnt te functio-
neren of een duidelijke verandering in de werking laat zien.
..........................................................................................................
116
• Weest u voorzichtig bij het openen/sluiten van het deksel, zodat uw vingers niet bekneld raken (pag.
18). Wanneer kleine kinderen het apparaat gebruiken, is continu toezicht door een volwassene aan te bevelen.
..........................................................................................................
118c
• Bewaar de volgende onderdelen van de KR107 zorgvuldig buiten het bereik van kinderen om per ongeluk inslikken te voorkomen:
Bijgeleverde onderdelen:
• Schroef om het externe anti-diefstal slot vast te
zetten.
Verwijderbare delen:
• Bevestigingsschroeven van de standaard
• Bevestigingsschroeven van de muziekstandaard
• Vleugelschroef, waarmee de koptelefoonhaak wordt
bevestigd
..........................................................................................................
5
Page 26
Belangrijke opmerkingen
291b
Naast de onderdelen, die onder ‘Belangrijke veiligheidsinstructies’ ‘Het apparaat op een veilige manier gebruiken’ op pagina’s 2 en 3 worden genoemd, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening
• Sluit dit apparaat niet aan op een stopcontact, waarop apparaten
zijn aangesloten die door een frequentieregelaar worden aange­stuurd (zoals een koelkast, wasmachine, magnetron of airco) of die een motor bevatten. Afhankelijk van de wijze waarop het elektrische apparaat wordt gebruikt, kan door de stroom veroor­zaakte ruis leiden tot storing of hoorbaar gebrom van dit instrument. Indien het niet praktisch is om een apart stopcontact te gebruiken, installeer dan een ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• Wanneer u dit apparaat op andere apparatuur wilt aansluiten,
schakel dan eerst de stroom van alle apparatuur uit. Dit helpt storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparatuur voorkomen.
• Hoewel de display en de LEDs uitgeschakeld zijn wanneer de
POWER-schakelaar uitgeschakeld is, betekent dit niet dat het apparaat geheel van de spanningsbron is afgesloten. Indien u de stroom geheel moet uitschakelen, schakel dan eerst de POWER­schakelaar uit en neem vervolgens de stekker uit het stopcontact. Dit is de reden, waarom het stopcontact dat u gebruikt voor de stekker van het netsnoer niet te ver van het apparaat vandaan en eenvoudig bereikbaar moet zijn.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers (of
andere apparatuur, die grote stroom transformatoren bevat) kan tot een brom leiden. Om dit probleem op te heffen, verandert u de richting van dit apparaat of zet het verder van de storingsbron weg.
• Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie verstoren.
Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
• Ruis kan geproduceerd worden, wanneer draadloze communi-
catie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden tijdens bellen of gebeld worden of tijdens het converseren. Als u dit soort problemen ondervindt, moet u de draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat plaatsen of deze uitzetten.
• Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet bij
apparaten, die warmte verspreiden, laat het niet in een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme temperaturen bloot. Laat lichtbronnen die normaal dicht in de buurt van het apparaat gebruikt worden (bijv. pianoverlichting en spotjes) niet langdurig op hetzelfde deel van het apparaat schijnen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormd raken of verkleuren.
• Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt verplaatst,
waar de temperatuur en/of vochtigheid verschilt van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat waterdruppels (condensatie) gevormd worden. Als u het apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of storingen ontstaan. Voordat u het apparaat op de nieuwe locatie gaat gebruiken, laat u het enige uren acclimati­seren, totdat de condensatie volledig is verdampt.
• Laat niet lange tijd rubber, vinyl of soortgelijke materialen op het
apparaat liggen. Zulke voorwerpen kunnen de afwerkingslaag van het apparaat doen verkleuren of op andere wijze bescha­digen.
• Laat geen voorwerpen op de toetsen liggen of staan. Dit kan
storingen tot gevolg hebben, bijv. in de vorm van toetsen die geen geluid meer geven.
• Plak geen stickers, plakplaatjes of soortgelijke materialen op dit
instrument. Het weer verwijderen ervan kan de afwerkingslaag beschadigen.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil, gebruikt u een doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek goed af.
• Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
• De pedalen van dit instrument zijn van koper gemaakt. Koper wordt in de loop der tijd donkerder van kleur als gevolg van natuurlijke oxidatie. Indien het koper dof of vlekkerig wordt, poets het dan met in de handel verkrijgbare metaalpoets.
Reparatie en data
• Weest u zich ervan bewust, dat alle data die in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen verloren kunnen gaan wanneer u het apparaat voor reparatie opstuurt. Van belangrijke data dient u altijd een back-up te maken op een floppy disk of geschreven op papier (indien mogelijk). Bij reparaties wordt altijd gepro­beerd om het verlies van data te voorkomen. In sommige gevallen (bijv. wanneer printplaten die met het geheugen zelf te maken hebben defect zijn) is het wellicht niet mogelijk de data te herstellen. Roland is niet aansprakelijk stelt voor een dergelijk verlies van data.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke gegevens, die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen, te maken.
• De kans bestaat dat de inhoud van bestanden die zijn opgeslagen niet meer teruggehaald kan worden, wanneer u die eenmaal kwijt bent. Roland Corporation stelt zich niet aansprakelijk voor dataverlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid;. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen hoge druk op uit.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
• Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
• Wanneer u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
• Oefen geen overmatige druk uit op de muzieksteun, terwijl u deze gebruikt.
• Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (EV-5, apart verkrijgbaar). Als u andere expressiepedalen aansluit, riskeert u
6
Page 27
storingen en/of schade aan het apparaat.
• Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken. Als u een kabel van een ander merk gebruikt, let dan op onderstaande voorzorgsmaatregelen.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels met weerstanden. Bij gebruik van dit soort kabels, kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabel­specificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
• Zorg er bij het openen of sluiten van het deksel altijd voor dat er zich geen huisdieren of andere kleine dieren bovenop het apparaat bevinden. (Houd dieren in ieder geval weg van de toetsen en het deksel.) Door het ontwerp van het instrument is het mogelijk dat kleine huisdieren of andere dieren vast komen te zitten. Mocht zich zo’n situatie voordoen, dan dient u onmid­dellijk de stroom uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te nemen. Raadpleeg daarna de leverancier bij wie u het instrument heeft gekocht of neem contact op met het dichtstbij­zijnde Roland Service Center.
Omgaan met floppydisks (Gebruik van de floppydiskdrive)
• Floppydisks bevatten een kunststof schijf met een dun laagje magnetisch opslagmateriaal. Er is microscopische precisie voor nodig om de opslag van grote hoeveelheden gegevens op zo’n klein oppervlak mogelijk te maken. Volg de hier vermelde instructies op om de floppydisks tijdens het gebruik in onbescha­digde toestand te houden.
• Raak het magnetische materiaal binnenin de disk nooit aan.
• Gebruik of bewaar floppydisks niet in een vuile of stoffige omgeving.
• Stel floppydisks niet bloot aan extreme temperaturen (bijv. in fel zonlicht in een gesloten voertuig). De aanbevolen tempe­ratuur is tussen 10 en 50˚C.
• Stel floppydisks niet bloot aan sterke magnetische velden, zoals die bijvoorbeeld door luidsprekers worden veroorzaakt.
• Floppydisks hebben een beschermingslabel tegen overschrijven, dat de disk kan beschermen tegen het per ongeluk wissen van gegevens. Het is aan te bevelen om het label in de ‘BESCHERMING’-stand te houden en deze alleen in de ‘BESCHRIJVEN’-stand te zetten, wanneer u nieuwe gegevens op de disk wilt wegschrijven
fig.DiskProtect.e
653
• De identificatiesticker moet goed op de disk vastgeplakt zijn. Wanneer de sticker los raakt, terwijl de disk in de drive zit, kan het moeilijk worden om de disk er weer uit te krijgen.
• Bewaar alle disks op een veilige plaats om beschadiging ervan te voorkomen en om ze tegen stof, vuil en andere risico’s te beschermen. Indien u een vuile of stoffige disk gebruikt, riskeert u beschadiging van de disk en storing van de diskdrive.
• Disks, die uitvoeringsdata voor dit apparaat bevatten, moeten altijd worden afgesloten (het beschermingslabel moet dan in de ‘Bescherming’-stand geschoven zijn), voordat u ze in de drive van een ander apparaat (behalve de PR-300 of een apparaat uit de HP-G-, MT-, KR- of Atelierserie) of in de drive van een computer steekt. Treft u deze voorzorgsmaatregel niet (dus laat u het beschermingslabel in de ‘Beschrijven’ stand), dan loopt u bij het uitvoeren van alle mogelijke werkzaamheden op het andere apparaat waarbij de diskdrive is betrokken (bijv. het bekijken van de inhoud van de disk of het laden van data) het risico dat de disk onleesbaar wordt gemaakt door de diskdrive van dat apparaat.
Behandeling van CD-ROMs
• Zorg, dat u de glanzende onderkant (gecodeerde oppervlak) van de disk niet aanraakt of bekrast. Beschadigde of vieze CD-ROM disks kunnen mogelijk niet goed gelezen worden. Houd uw disks schoon met een in de winkel verkrijgbare CD reiniger.
Voordat extern geheugen wordt gebruikt
Extern geheugen gebruiken
• Raak de aansluitcontacten van het externe geheugen nooit aan. Zorg ook dat deze nooit vies worden.
• Externe geheugens zijn met gebruik van precisie compo­nenten geconstrueerd. Behandel de kaarten zorgvuldig, waarbij u in het bijzonder op de volgende punten moet letten:
• Om schade aan kaarten door statische elektriciteit te voorkomen, moet u alle statische elektriciteit die mogelijk op uw lichaam aanwezig is, ontladen voordat u de kaarten gaat gebruiken.
• Raak het contact gedeelte van de kaarten niet aan en zorg dat deze niet met metaal in aanraking komen.
• U mag de kaarten niet buigen, laten vallen of ze aan sterke schokken of trillingen blootstellen.
• Bewaar de kaarten niet in direct zonlicht, in afgesloten voertuigen of soortgelijke locaties (bewaartemper­atuur: 0 tot 50 graden Celsius).
• Laat kaarten niet nat worden.
• Haal de kaarten niet uit elkaar en breng er geen wijzigingen in aan.
• Wanneer het externe geheugen wordt aangesloten, druk het dan geheel door totdat het volledig is ingestoken.
• Steek het externe geheugen gelijkmatig en zonder overbodige druk in de externe geheugenpoort. Door het forceren van het externe geheugen kan de externe geheu­genpoort beschadigen.
• Steek geen andere objecten (snoeren, munten, andere soorten disks, enz) behalve het externe geheugen in de externe geheugenpoort. Hierdoor kan de externe geheu­genpoort beschadigen.
• De afdekking van de externe geheugenpoort alsmede het aangesloten externe geheugen mogen nooit overmatig worden belast.
• Sluit het externe geheugen deksel wanneer het externe geheugen gedurende lange tijd achtereen wordt gebruikt.
203
* GS ( ) is een gedeponeerd handelsmerk van Roland
Corporation.
* XG lite ( ) is een gedeponeerd handelsmerk van
Yamaha Corporation.
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken
van Apple Computer, Inc.
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
7
Page 28
Introductie
Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland KR Intelligent Piano. Terwijl u met de KR Intelligent Piano zeker authentieke piano uitvoeringen kunt bereiken, biedt deze tevens een gemakkelijk te gebruiken Automatische Begeleiding en talloze andere handige functies. Neem, om jarenlang betrouwbaar plezier van dit nieuwe instrument te hebben, de tijd om deze handleiding in zijn geheel door te lezen.
Hoofdkenmerken
Luisterrijk, rijkelijk expressief pianogeluid
De KR107 reproduceert de rijke klanken van een vleugel van hoge kwaliteit, van het geluid van de hamers als deze de snaren raken, tot de geluiden die optreden wanneer de toetsen worden losgelaten. 128-stemmige polyfonie verzekert u van volledige aanspreekbaarheid, zelfs met intensief gebruik van de pedalen. Bovendien kunt u met de ‘Piano Designer’ functie uw eigen favoriete pianogeluiden creëren.
Het echte gevoel van een vleugel
De KR107 beschikt over het Progressive Hammer Action toetsenbord van Roland, dat de sensatie van een vleugel reproduceert met een ferme, gewogen aanslag in de lage registers en een lichtere respons in de hoge registers. Dit toetsenbord reproduceert tevens de onderscheidende ‘klik’ die geproduceerd wordt wanneer de toetsen van een vleugel worden bespeeld (echappement functie). Naast de mogelijkheid tot het aanpassen van het gewicht van de toetsen, is ook in een ‘Hammer Response’ functie voorzien, welke de subtiele actie van de hamers reproduceert, zodat er twee regelingen voor aanslaggevoeligheid zijn, die meespelen bij het vaststellen van het precieze karakter van het toetsenbord. Bovendien zijn de pedalen van het instrument stabiel en gevoelig, waarmee u uw uitvoeringen een vollere en meer gedetailleerde expressiviteit kunt geven.
Taken gemakkelijk uitvoeren met de hoofdknoppen
Vrijwel alle algemene functies van de KR, waaronder het afspelen van Songs, het weergeven van notaties, de automatische begeleiding laten spelen, geluiden selecteren enzovoort, kunnen uitgevoerd worden met de hoofdknoppen aan de linkerkant van het scherm.
Een rijkdom aan oefenmogelijkheden om muzikale groei te
bevorderen
Gebruik de ‘Visual Lesson’ optie om te oefenen en uw spel te verbeteren. U kunt deze functie gebruiken om het resultaat van uw uitvoering in notenschrift om te zetten, en op die manier uit te vinden welke noten anders werden gespeeld dan in de notatie. De KR laat de notatie meerollen (scroll) terwijl uw speelt, waardoor oefenen nog gemakkelijker wordt.
Aansluiting waarmee vergrote weergave van notatie en
teksten mogelijk wordt
De KR107 is uitgerust met een aansluiting die met televisies en andere externe beeldschermen kan worden gebruikt. Als u een groot scherm op de KR107 aansluit, kunt u een groter aantal maten tegelijk weergeven.
Gemakkelijk te gebruiken ‘Music Assistant’ automatische
begeleiding
U kunt kiezen uit een verbazingwekkende 500 instellingen om de automatische begeleiding te verkrijgen, die perfect bij de gespeelde compositie past. De Music Assistant instellingen van iedere Song worden op een duidelijk te begrijpen manier weergegeven, dus het meespelen met de veranderingen in de begeleiding is een fluitje van een cent. Om nog meer plezier aan de Music Assistant te beleven, bevat de KR107 ook Songs die u kunt spelen, terwijl u de akkoordschema’s leest.
8
Page 29
Kleurenbeeldscherm voor gemakkelijke bediening
De KR107 heeft een kleuren beeldscherm met Touch Panel voor uitstekende grafische weergave, zodat alles gemakkelijk te zien is. Handelingen kunnen eenvoudigweg door het drukken op het scherm worden uitgevoerd.
Gebruikmaken van extern geheugen – de nieuwe media
U kunt op de KR107 gecreëerde Songdata in een extern geheugen (apart verkrijgbaar) opslaan. Draagbaar extern geheugen kan ook gemakkelijk op computers worden aangesloten, waardoor Song data op eenvoudige wijze kan worden overgebracht. Een bijkomend voordeel van grote geheugen is dat u ook geluidsbestanden met de KR107 kunt afspelen.
Hoe u deze handleiding gebruikt
De KR gebruikershandleiding bestaat uit drie delen: Snelle start, Gebruikers handleiding en de USB Installatie gids.
Begin alstublieft met het lezen van ‘Voordat u begint met spelen’ (p.17) in de Gebruikershandleiding (dit deel). Hierin wordt uitgelegd hoe het netsnoer van de KR wordt aangesloten en hoe de stroom wordt ingeschakeld. Nadat u de stroom van de KR heeft aangezet, gaat u verder met het lezen van de Snelle start. Door verschillende procedures uit te proberen, terwijl u de Snelle start leest, zult u snel begrijpen hoe de KR wordt bespeeld en de belangrijkste functies (in het bijzonder de functies waarbij de ‘hoofd knoppen’ zijn betrokken) kunnen worden gebruikt. In de Gebruikershandleiding worden procedures besproken, van basis bediening tot procedures voor speciale toepassingen (bijvoorbeeld om de KR als begeleidingsinstrument te gebruiken en Songs te creëren), die u zullen helpen om de vele uitvoeringsfuncties van de KR onder de knie te krijgen. Als u een computer op de USB poort aansluit, lees dan eerst de USB Installatiegids. Hierin wordt de procedure voor installatie van de driver, die benodigd is om via USB verbinding te maken.
* Meer informatie over de systeem vereisten vindt u in de USB Installatiegids. Hierbij dient opgemerkt
te worden, dat de KR107 niet compatibel is met Mac OS 9.
Introductie
Drukafspraken in deze handleiding
Deze handleiding maakt gebruik van de volgende afspraken, ten gunste van eenvoudigere, meer toegesneden instructies.
• Namen van knoppen worden tussen vierkante haakjes ‘[ ]’ weergegeven, zoals
bijvoorbeeld One Touch Program [Piano] knop.
• Voor een betere leesbaarheid kunnen de schermen en kleuren die hier worden
gebruikt, afwijken van de werkelijke schermen en kleuren.
• De tekst die in het scherm verschijnt, wordt met hoek haakjes ‘< >’aangegeven, zoals in
<Exit>.
• De handeling van het licht betasten van het Touch scherm met uw vinger worden
‘aanraken’ genoemd.
• Een asterisk (*) of een aan het begin van een paragraaf duidt op een opmerking
of waarschuwing. Deze mogen niet genegeerd worden.
• (p. **) verwijst naar pagina’s binnen de handleiding.
NOTE
9
Page 30
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER
GEBRUIKEN ........................................................................... 3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN ....................................... 6
Introductie ...................................................8
Hoofdkenmerken ................................................................... 8
Hoe u deze handleiding gebruikt ........................................ 9
Drukafspraken in deze handleiding............................... 9
Paneelbeschrijvingen...............................14
Performance Pads............................................................ 14
Opnemen/afspelen ......................................................... 15
Achterpaneel ......................................................................... 16
Onderpaneel.......................................................................... 16
Onderpaneel (links voor) ............................................... 16
Onderpaneel (rechts voor) ............................................. 16
Voordat u begint met spelen ...................17
De pedaal kabel aansluiten ................................................. 17
De luidsprekerkabel aansluiten ......................................... 17
Het netsnoer aansluiten....................................................... 17
De muziekstandaard opzetten ........................................... 17
De muziekstandaard inklappen.................................... 17
De muziekhouders gebruiken....................................... 17
De muziekstandaard verwijderen ................................ 18
De batterijen in de afstands–bediening installeren .........18
Het deksel openen/sluiten ................................................. 18
De stroom in en uitschakelen ............................................. 18
Over de pedalen ................................................................... 19
Het volume en de helderheid van het geluid aanpassen19
Een koptelefoon aansluiten................................................. 19
De koptelefoon haak gebruiken .................................... 20
Een microfoon aansluiten.................................................... 20
Over het Touch scherm ....................................................... 20
Het contrast van het scherm bijstellen ......................... 20
Hoofdschermen ....................................................................21
Piano scherm.................................................................... 21
Basisscherm...................................................................... 21
De hoofd pictogrammen gebruiken ............................. 21
De [Option] knop en de [Exit] knop ............................. 21
De Scroll balk en het pagina pictogram ....................... 21
Hoofdstuk 1 Uitvoering ........................... 22
Het toetsenbord als een piano bespelen
(One Touch Piano)................................................................ 22
Spelen met een verscheidenheid aan klanken
(Tone knoppen)..................................................................... 23
Percussie instrumenten of geluidseffecten spelen...... 24
Sleutelwoorden gebruiken om naar geluiden te
zoeken (Tone Search) ...................................................... 24
Spelen met meerdere geluiden die opgestapeld worden
(Layer) .................................................................................... 26
Met de linker en rechterhand verschillende geluiden
spelen (Split).......................................................................... 27
De toonhoogte van het toetsenbord in stappen
van een octaaf verschuiven (Octave Shift)................... 28
Weerkaatsing aan het geluid toevoegen (Reverb)........... 29
Driedimensionale breedte aan geluiden die u speelt
toevoegen (Advanced 3D)................................................... 31
Het geluid levendiger maken
(Dynamic Emphasis)............................................................ 33
Het geluid aanpassen om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen (Equalizer) ........................ 34
Effecten op het geluid toepassen (Effects) ........................ 36
Effecten op Mic vocalen toepassen (Vocal Effect) ........... 37
Met Music Files genieten van Karaoke uitvoeringen. 43
De metronoom gebruiken ................................................... 44
De metronoom gebruiken .............................................. 44
De metronoom instellingen veranderen ...................... 45
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding 47
Muziekstijlen en automatische begeleiding .....................47
Spelen met gebruik van de automatische begeleiding
(One Touch Arranger) ......................................................... 48
Over akkoorden............................................................... 49
Akkoorden spelen met een eenvoudige vingerzetting
(Chord Intelligence) ........................................................49
Akkoord vingerzettingen bekijken (Chord Finder) ...50
Muziekstijlen selecteren (Music Style knoppen) ............. 50
Sleutelwoorden gebruiken bij het zoeken naar
muziekstijlen (Style Search) ........................................... 52
Muziekstijlen van externe geheugens selecteren........ 53
Alleen Music Style ritmepatronen spelen......................... 54
Het tempo van de begeleiding aanpassen........................ 54
De begeleiding starten en stoppen..................................... 55
De begeleiding gelijktijdig laten starten op het moment dat u op het toetsenbord speelt (Sync Start) 55
De automatische begeleiding stopzetten ..................... 56
10
Page 31
Inhoud
Een aftelgeluid spelen aan het eind van het intro
(Countdown).................................................................... 57
Een begeleiding wijzigen .................................................... 58
Het begeleidingspatroon veranderen
(Fill In knoppen).............................................................. 58
Begeleidingspatronen veranderen in het scherm....... 59
De instrumentatie van muziekstijlen veranderen
(Style Orchestrator) ......................................................... 59
Harmonie aan het gedeelte van de rechterhand
toevoegen (Melody Intelligence)........................................ 60
Tijdens een uitvoering geluiden in de linkerhand spelen
(Lower Tone)......................................................................... 61
De piano spelen met toegevoegde begeleiding
(Piano Style Arranger) ......................................................... 62
De volumebalans voor elk gedeelte aanpassen (
Balance).................................................................................. 63
De volumebalans tussen de begeleiding en het
toetsenbord veranderen (Balance knop) ...................... 63
De volumebalans van elk Performance Part aanpassen
(Part Balance) ................................................................... 63
Hoofdstuk 3 Afspelen van een Song ......65
Een Song spelen.................................................................... 65
Sleutelwoorden gebruiken om naar Songs te zoeken
(Song Search).................................................................... 68
De Songs die u leuk vindt registreren (Favorites)........... 69
Songs uit Favorites verwijderen.................................... 70
De afstandsbediening gebruiken ....................................... 71
Hoe u de afstandsbediening gebruikt .......................... 71
Over de afstandsbediening ............................................ 72
Hoofdstuk 4 Oefen functies.....................74
Enkele gedeeltes tijdelijk niet hoorbaar maken
voordat u gaat spelen (Track Buttons) .............................. 84
Markeringen instellen voor herhaald oefenen (Marker) 85
Een Markering binnen een Song plaatsen ...................85
Afspelen vanaf een Markering locatie.......................... 86
Een markering wissen .................................................... 86
Een markering verplaatsen ............................................ 86
Dezelfde passage onafgebroken herhaald afspelen ... 87
Geluiden van het toetsenbord en Songs die worden
afgespeeld transponeren (Transpose) ............................... 88
Hoofdstuk 5 De uitvoering opnemen en
opslaan ..................................................... 90
Een nieuwe Song opnemen (New Song)........................... 91
Opnemen met begeleiding.................................................. 93
Samen met een Song opnemen........................................... 95
Opnemen terwijl de Track knoppen worden
geselecteerd (Redoing Recordings).................................... 96
Opgenomen uitvoeringen wissen...................................... 97
De uitvoering op specifieke tracks verwijderen .........97
De manier waarop de opname stopt veranderen............ 97
Songs opnemen die met pick-ups beginnen..................... 98
Externe geheugens gebruiken ............................................ 99
Een extern geheugen aansluiten en uitwerpen........... 99
Media formatteren (Format) ........................................ 100
Songs opslaan...................................................................... 102
Opgeslagen Songs verwijderen........................................ 105
Songs van externe geheugens naar Favorites kopiëren 106
In Favorites opgeslagen Songs naar externe
geheugens kopiëren ...................................................... 107
Het notenschrift weergeven................................................ 74
Noten aanraken om de geluiden te controleren
(Touch the Notes)............................................................ 75
De notatie met de uitvoering mee laten lopen
(AutoSync DigiScore) ..................................................... 75
Gedetailleerde instellingen voor de weergave van
het notenschrift maken................................................... 76
Notaties als beeld data opslaan..................................... 79
Het tempo aanpassen........................................................... 81
Het tempo instelling door de knop in de maat in te
drukken (Tap Tempo)..................................................... 81
Op een vaststaand tempo afspelen (Tempo Mute) .... 82
Het tempo overeen laten komen voordat u begint met
spelen (Count In).................................................................. 83
Hoofdstuk 6 User Program registratie . 108
Uitvoeringsinstellingen opslaan (User program).......... 108
Opgeslagen User programma’s oproepen...................... 109
De manier waarop User programma’s worden
opgeroepen veranderen................................................ 109
De User programma sets opslaan .................................... 109
Opgeslagen User programma sets laden ................... 110
Opgeslagen User programma sets verwijderen............. 111
Sets User programma’s van externe geheugens naar
het User geheugen kopiëren ............................................. 111
In het User geheugen opgeslagen sets User
programma’s naar externe geheugens kopiëren ...... 112
Het pedaal gebruiken om naar een ander user
programma te gaan ............................................................ 112
11
Page 32
Inhoud
Het pedaal voor het wisselen van instellingen
selecteren (Pedal Shift) ................................................. 112
Opeenvolgend laden van opgeslagen User
programma sets (Load Next)....................................... 112
Gelijktijdig User programma’s veranderen en
PC nummers verzenden.................................................... 113
Hoofdstuk 7 Songs creëren
en bewerken...........................................114
Multitrack opname met 16 parts (16-Track sequencer) 114
Het 16-Track Sequencer scherm.................................. 114
De instellingen van elk part wijzigen......................... 115
De meest geschikte geluiden voor parts verkrijgen,
passend bij de muziekstijl (Tone Set) .........................116
Een uitvoering opnemen.............................................. 116
De opnamemethode veranderen (Rec Mode) ................117
Opnemen terwijl de vorige opname wordt gewist
(Replace Recording)...................................................... 118
Een opname op eerder opgenomen geluiden
stapelen (Mix Recording) ............................................. 118
Herhaaldelijk opnemen op dezelfde locatie
(Loop Recording)........................................................... 118
Een gedeelte van uw uitvoering opnieuw opnemen
(Punch-In Recording).................................................... 119
Een begeleiding maken door akkoorden in te voeren
(Chord Sequencer).............................................................. 121
Akkoorden invoeren zonder op het toetsenbord
te spelen .......................................................................... 122
Songs bewerken.................................................................. 122
Basisbediening van de bewerkingsfuncties............... 122
Bewerkingen ongedaan maken (Undo) .....................123
Maten kopiëren (Copy) ................................................ 123
Onregelmatigheden in de timing corrigeren
(Quantize)....................................................................... 124
Maten verwijderen (Delete) ......................................... 124
Lege maten invoegen (Insert) ...................................... 125
Individuele Parts transponeren (Transpose)............. 125
Maten leegmaken (Erase)............................................. 126
Parts uitwisselen (Part Exchange)............................... 126
Noten één voor één corrigeren (Note Edit) ...............127
De geluidsveranderingen in een Song wijzigen
(PC Edit).......................................................................... 127
De maatsoort in het midden van een Song veranderen
(Beat Map) ........................................................................... 128
Het tempo van opgenomen Songs veranderen.............. 128
Het tempo binnen de Song veranderen .......................... 128
Het tempo aanpassen terwijl u een Song beluistert . 128
Het tempo op een bepaalde maat aanpassen............ 129
Hoofdstuk 8 Muziekstijlen creëren.................................. 130
Originele stijlen (User Styles) creëren ............................. 130
Nieuwe stijlen creëren door het combineren van
interne muziekstijlen (Style Composer)..................... 130
Een stijl creëren uit een Song die u zelf heeft
gecomponeerd (Style Converter) ................................ 132
Een User Style opslaan ...................................................... 135
Opgeslagen user Styles verwijderen .......................... 136
Stijlen van externe geheugens naar het User geheugen
kopiëren ............................................................................... 137
In het User geheugen opgeslagen stijlen naar
externe geheugens kopiëren ........................................ 137
Hoofdstuk 9 Diverse instellingen ......... 138
De instellingen van de One-Touch Arranger
veranderen........................................................................... 138
Procedure........................................................................ 138
De aanslaggevoeligheid aanpassen (Key Touch) .....138
Muziekstijlen veranderen zonder het geluid of
tempo te veranderen (One Touch Setting) ................ 139
Het splitspunt van het toetsenbord veranderen
(Split Point)..................................................................... 139
De manier waarop akkoorden worden gespeeld en
gespecificeerd veranderen (Arranger Config) ..........139
Een markering in het midden van een maat plaatsen .. 141
De instellingen voor de aftelling veranderen................. 141
Overige instellingen........................................................... 142
Procedure........................................................................ 142
De stemming veranderen (Tuning) ............................142
Functies aan pedalen en Performance Pads
toewijzen (Pedal Setting/User Functions)................. 144
De Bend Range veranderen (Pedal Setting) .............. 146
De standaard toonhoogte veranderen (
Master Tune) .................................................................. 146
De taal veranderen (Language)................................... 147
Afbeeldingen selecteren die op de KR en externe beeldschermen worden getoond
(User Image Display) .................................................... 147
Het bericht in het scherm veranderen dat verschijnt als het instrument wordt aangezet
(Opening Message) ....................................................... 148
De instellingen onthouden, zelfs als de stroom
wordt uitgezet (Memory Backup)............................... 148
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) ...149
12
Page 33
Inhoud
De functies van de knoppen van de
afstandsbediening veranderen .................................... 149
De Remote Sensor in en uitschakelen (iR Functie)... 150
Het Touch scherm kalibreren ...................................... 150
Het Part waaraan het effect wordt toegevoegd
selecteren (EffectsPart)....................................................... 151
Het User geheugen formatteren....................................... 152
De Quick Tour automatisch starten................................. 152
De resonantie van de Piano Designer aanpassen .......... 153
Andere functies dan Piano Performance weergeven
(Panel Lock)......................................................................... 153
Gedetailleerde instellingen voor het afspelen van
een Song............................................................................... 154
De geluidsinstellingen veranderen tijdens het
afspelen van Songs (Play mode) ................................. 154
Song informatie bekijken (Information)..................... 154
De tekst verbergen (Lyrics).......................................... 154
De parts die aan de Track knoppen zijn toegewezen tijdens het afspelen van SMF veranderen
(Track Assign)................................................................ 155
Hoofdstuk 10 Externe apparaten
aansluiten................................................156
Een extern beeldscherm of televisie aansluiten .............156
Een extern beeldscherm aansluiten ............................ 156
Een televisie aansluiten ................................................ 157
De instellingen voor het weergeven van afbeeldingen op het externe beeldscherm en de
televisie veranderen (External Display)..................... 158
Uitleg van de onderdelen............................................. 158
Video apparatuur aansluiten (V-LINK).......................... 159
De V-LINK functie gebruiken ..................................... 159
MIDI apparaten aansluiten............................................... 160
Aansluitingen................................................................. 160
De aansluitingen maken............................................... 160
Samenspelen met MIDI instrumenten
(MIDI Ensemble) ................................................................ 161
MIDI instellingen................................................................ 161
Het zendkanaal selecteren (Tx Channel) ...................162
De interne geluidsgenerator en het toetsenbord
loskoppelen (Local Control) ........................................ 162
Tone Change berichten verzenden (Program
Change/Bank Select MSB/Bank Select LSB) ............ 163
Anderen kunnen Bank Selects verwerken, maar
herkennen het LSB gedeelte niet..................................... 163
Aansluiten op geluidsapparatuur.................................... 163
Aansluitingen................................................................. 163
De aansluitingen maken............................................... 164
Een computer aansluiten................................................... 165
Verbinden met de MIDI aansluitingen ...................... 165
Verbinden met de USB aansluiting............................. 165
Instellingen voor de USB driver maken..................... 166
Appendix................................................. 167
Probleemoplossing............................................................. 167
Foutberichten ......................................................................171
Geluidenlijst ........................................................................172
Drumset lijst ........................................................................ 174
SFX Set............................................................................. 177
Effects List ........................................................................... 178
Muziekstijlen lijst................................................................ 179
Akkoordenlijst .................................................................... 180
Interne Song lijst ................................................................. 182
Parameters die in het interne geheugen zijn
opgeslagen........................................................................... 184
Muziekbestanden die de KR107 kan gebruiken ............185
Op de KR kunnen de volgende muziekbestanden
worden gebruikt ............................................................ 185
De geluidsgenerator van de KR ..................................185
Specificaties ......................................................................... 187
Index........................................................ 189
13
Page 34
Paneelbeschrijvingen
3
5 7 9 1411 12 18 2019
2 4 6 8 10 2216 1713
Power
1
1. [Power] schakelaar
Deze wordt ingedrukt om de stroom in of uit te schakelen (p.18).
2.
[Volume] knop
Stelt het algehele volume bij (p.19).
3. [Sound Control] knop
Maakt het geluid levendig door toevoeging van uitmuntende helderheid en spiegelende weerkaatsing.
4.
[Brilliance] knop
Past de helderheid van het geluid aan (p.19).
5. [Part Balance] knop
Hiermee worden de relatieve volumeniveaus van alle uitvoeringen aangepast (p.63).
6.
[Balance] knop
Verandert de volumebalans van geluiden die met het toetsenbord worden gespeeld en van Songs en begeleidingen (p.63).
7.
[Transpose] knop
Transponeert de toonhoogte van het toetsenbord of de Song (p.88).
8.
[Vocal Effect] knop
Past via de microfoon een verscheidenheid aan effecten op vocalen toe (p.36).
9.
[Ambience/Reverb] knop
Voegt weerkaatsing aan het geluid toe (p.29). Voegt een driedimensionale breedte aan het geluid toe (p.31).
10.
[User Program] knop
Slaat de geselecteerde functies en status van de knoppen op (p.108).
Performance Pads
11. [Style Orchestrator] knop
Deze wordt gebruikt om het arrangement type voor de automatische begeleiding met de Performance Pads te veranderen (p.58).
15 21
12.
[User Function] knop
Deze wordt gebruikt om verscheidene functies aan de Performance Pads toe te wijzen (p.144).
13.
[1]-[3] knoppen
De operatie van elke knoppen wordt veranderd, afhankelijk van de knoppen met de nummers 11-12.
14.
Music Style knoppen
Selecteert een muziekstijl voor de automatische begeleiding (p.51). Door de [User] knop in te drukken, wordt een User Style die u zelf heeft gemaakt of een muziekstijl in een extern geheugen geselecteerd (p.53).
15.
Fill In knoppen
Voegt een fill-in in een automatische begeleiding en verandert het begeleidingspatroon (p.58).
[To Variation] knop [To Original] knop
16.
[Intro/Ending] knop
Speel tijdens de automatische begeleiding een intro of einde (p.55).
17.
[Start/Stop] knop
Start en stopt de automatische begeleiding (p.55).
18.
[Count/Marker] knop
U kunt de instellingen voor het aftellen veranderen (p.57, p.83). Hiermee kunt u markeringen in de notatie op eenvoudige en gemakkelijke wijze toevoegen en verwijderen, evenals het herhaald laten afspelen van Song segmenten (p.85).
19.
Beat Indicator
Deze licht op in correspondentie met de maat van de geselecteerde Song of begeleiding.
20.
[Metronome] knop
Activeert de ingebouwde metronoom (p.44).
21.
Tempo [-] [+] knoppen
Past het tempo aan. Druk tegelijkertijd op de [-] en [+] knoppen om naar het oorspronkelijke tempo terug te keren.
14
Page 35
2827 40383223 24 31
Paneelbeschrijvingen
2526 29
30 33 34 35 36 37 39
22. Belangrijkste knoppen
Zie de Snelle start
[Song/File] knop
Gebruik deze knop om interne Songs of Songs uit externe geheugens te selecteren (p.65).
[DigiScore] knop
Geeft notaties weer (p.74).
[Visual Lesson] knop
U kunt de oefenfunctie gebruiken.
[Piano Designer] knop (p.153) [Music Assistant] knop (p.153) [Super Tones] knop
23.
Touch Screen
Hiermee kunt u een verscheidenheid aan functies uitvoeren door slechts het scherm aan te raken (p.20).
24.
Dial
Gebruik deze om waardes in het scherm aan te passen.
25. [Exit] knop
Hiermee keert u naar het vorige scherm terug.
[Option] knop
26.
Toont een scherm voor gevorderde functie instellingen.
27.
Contrast knop
Stelt het contrast van het scherm bij (p.20).
28. [Tone] knoppen
Selecteert de geluiden die via het toetsenbord gespeeld zullen worden (p.23).
29.
One Touch Program knop
[Piano] knop
Maakt de optimale instellingen voor een piano uitvoering (p.22).
[Arranger] knop
Maakt de optimale instellingen voor het spelen met automatische begeleiding (p.48).
30.
[Melody Intelligence] knop
Voegt harmonie aan de op het toetsenbord gespeelde geluiden toe (p.60).
Opnemen/afspelen
31. [Menu] knop
U kunt functies voor afspelen, opnemen of bewerken van een Song selecteren (p.97, p.114, p.130, p.154).
32.
Track knoppen
Deze worden gebruikt voor het afspelen of opnemen van elke track van een Song (p.84, p.96).
33.
[ (Reset)] knop
Stelt de afspeel locatie van de Song opnieuw op het begin van de Song in.
34.
[ (Play/Stop)] knop
Start en stopt het afspelen of opnemen van een Song.
[ (Rec)]knop
35.
Wanneer deze wordt ingedrukt, wordt het instrument in de pauzestand voor opname geplaatst (p.91, p.114).
36.
[ (Bwd)]knop
Spoelt de Song terug.
[ (Fwd)] knop
37.
Spoelt de Song verder vooruit.
Infrarood ontvanger
38.
Richt de afstandsbediening op deze sensor wanneer de afstandsbediening wordt gebruikt voor bediening van de KR107 (p.72).
39.
[Wonderland/Game] knop
Hier kunt u instrumenten ontdekken, terwijl u plezier maakt.
Zie de Snelle start.
40. External Memory poort
Sluit hier een extern geheugen aan, voor het afspelen (p.65) en opslaan (p.99) van Songs.
* Zorg, dat de externe geheugenpoort wordt afgesloten, nadat
USB geheugen op de externe geheugenpoort is aangesloten.
15
Page 36
Paneelbeschrijvingen
Achterpaneel
fig.panelRear
1 2 3
1. Speaker jack
Sluit hier de luidspreker kabel van de standaard aan (p.17).
2.
Ext Display aansluiting
Sluit hier een extern beeldscherm aan. Notenschrift en teksten kunnen in het scherm worden weergeven (p.156). Deze kan niet tegelijkertijd met de Video Out jack worden gebruikt.
3.
Video Out jack
Sluit hier een televisie aan. Hiermee kunt u het notenschrift en de teksten op de aangesloten televisie weergeven (p. 157). Deze kan niet gelijktijdig met de Ext Display aansluiting worden gebruikt.
Onderpaneel
4 5 6 7
4.
Expression pedaal jack
U kunt een expressiepedaal op de KR aansluiten (p.156).
5. Pedaal aansluiting
Sluit de pedaal kabel van de standaard hier aan (p.17).
6. Input jacks
Deze jacks kunnen met een ander geluidsgenererend instrument of geluidsapparaat worden verbonden, zodat het geluid van dat apparaat via de luidsprekers van de KR zal worden uitgestuurd (p.163).
7.
Output jacks
Deze jacks kunnen voor meer volume op een geluidssysteem worden aangesloten. Ook opnames middels een cassetterecorder (p. 163) of een soortgelijk apparaat kunnen via deze aansluiting gemaaakt worden.
Onderpaneel (links voor)
fig.panelbottom
1 2 3 4 5
1. Phones jack
Hier kan een koptelefoon worden aangesloten (p.19).
2. Mic Volume knop
Hiermee wordt het volumeniveau van de microfoon aangepast (p.20).
3.
Mic In jack
Wordt gebruikt voor het aansluiten van een dynamische microfoon (p.20).
4.
MIDI Out/In aansluiting
Deze kunnen op een extern MIDI apparaat worden aangesloten, voor het uitwisselen van data (p.160).
5.
USB aansluiting
U kunt een computer aansluiten en uitvoeringsdata tussen het instrument en de computer uitwisselen (p.165).
Onderpaneel (rechts voor)
fig.panelUSB
6
6. Floppy disk drive aansluiting
Hier kan een optionele floppy diskdrive, voor het afspelen en opslaan van Songs, op worden aangesloten.
* Gebruik Roland floppy disks.
16
Page 37
Voordat u begint met spelen
Clip gedeelte
Voordat u begint
met spelen
De pedaal kabel aansluiten
Steek de pedaal kabel in de pedaal aansluiting op het
achterpaneel van de KR107.
fig.00-01
De luidsprekerkabel aansluiten
Zoals in het diagram wordt getoond, verbindt u de luid-
spreker kabel die loopt vanaf de luidsprekerbox van de
standaard naar de luidspreker aansluiting aan de achter-
zijde van de KR107.
Duw de luidspreker kabel naar binnen, totdat deze op
zijn plaatst klikt.
Achterkant KR107
NOTE
Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer.
fig.00-02
De muziekstandaard opzetten
1. Pak de muziekstandaard met beide handen vast, til
deze naar u toe, totdat deze zich in een taande positie
bevindt.
2. Gebruik de steun aan de achterkant van de muziek-
standaard om de standaard op zijn plaats te houden.
De hoek van de muziekstandaard kan op drie verschil-
lende posities worden ingesteld.
fig.mu_stand
1
2
Luidspreker aansluiting
Luidspreker kabel
NOTE
Plaats geen houders (zoals bloemenvazen) die vloeistoffen, insecti-
cide, parfum, alcohol of soortgelijke substanties bevatten bovenop
deze piano.
De luidsprekers van deze piano zijn onder het bovenste oppervlak
geplaatst en wijzen omhoog. Storingen of ongelukken kunnen optre-
den, wanneer de luidsprekers met vloeistof in aanraking komen.
Speakers
Het netsnoer aansluiten
De muziekstandaard inklappen
1. Haal de steun aan de achterkant van de muziekstan-
daard omhoog, en klap de muziekstandaard voorzich-
tig in.
De muziekhouders gebruiken
U kunt de houders gebruiken om de pagina’s op hun plaats
te houden. Wanneer u de houders niet gebruikt, kunt u deze
ineengevouwen laten.
fig.mu_stand4
1. Steek het bijgeleverde netsnoer in de ingang aan de
onderkant van de KR107, en steek de andere kant in
een stopcontact.
17
Page 38
Voordat u begint met spelen
met spelen
Voordat u begint
De muziekstandaard verwijderen
U kunt de muziekstandaard van de piano verwijderen.
Dit maakt het mogelijk een notebook computer op de piano
te plaatsen.
Plaats de muziekstandaard zo, dat deze rechtop staat,
verwijder dan de twee schroeven, zoals hieronder
wordt getoond.
U kunt de schroeven met gebruik van een munt verwij-
deren.
fig.mu_stand3
NOTE
Let op dat u de schroeven die u uit de muziekstandaard verwijdert
niet verliest, en bewaar deze niet op een plaats waar kleine kinderen
bij kunnen, zodat zij de schroeven niet per ongeluk kunnen inslikken.
Het deksel openen/sluiten
Om het deksel te openen, gebruikt u beide handen om
het lichtjes op te lichten, en schuif het van u af.
Om het deksel te sluiten, trekt u het voorzichtig naar u
toe en laat u het, nadat het volledig is uitgeschoven,
voorzichtig zakken.
fig.00-05
NOTE
Let op, dat uw vingers niet bekneld raken tijdens het openen en slui-
ten van het deksel. Indien kleine kinderen de KR107 gaan gebruiken,
moet een volwassene toezicht houden.
NOTE
Wanneer u de piano moet verplaatsen, zorg dat dan het deksel geslo-
ten is, om ongelukken te voorkomen.
De stroom in en uitschakelen
De batterijen in de afstands– bediening installeren
Installeer de bijgeleverde batterijen in de afstandsbediening.
fig.Remote Control-1.j
Achterzijde afstandsbediening
Deksel van
de afstands-
bediening
1. Open het batterijdeksel aan de achterkant van de
afstandsbediening.
2. Plaats de bijgeleverde AA batterijen, volgens de teke-
ning van de afstandsbediening.
3. Sluit het batterijdeksel.
NOTE
Zet de stroom van de verschillende apparaten in de gespecificeerde
volgorde aan. Door apparaten in de verkeerde volgorde aan te zet-
ten, kunnen storingen optreden en/of schade aan luidsprekers en
andere apparaten ontstaan.
Om de stroom in te schakelen, draait u de [Volume]
knop helemaal naar beneden en drukt u op de [Power]
schakelaar.
De stroom wordt ingeschakeld en de Power indicator
linksvoor op de KR107 zal oplichten.
Na enkele seconden zult u het toetsenbord kunnen
bespelen om geluid te produceren.
Gebruik de [Volume] knop om het volume bij te stellen.
NOTE
Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Daarom duurt
het na opstarten een korte tijd (enkele seconden), voordat het appa-
raat normaal functioneert.
942
fig.00-06.e
Power
NOTE
Zorg, dat u de juiste polariteit (+, - richting) in acht neemt bij het
installeren van de batterijen.
Meer informatie over de functies van de knoppen op de afstandsbe-
diening vindt u bij ‘De afstandsbediening gebruiken’ (p.71).
18
Power Indicator
Om de stroom uit te zetten, draait u de [Volume] knop-
geheel naar links en drukt u op de [Power] schakelaar.
Page 39
Voordat u begint met spelen
Voordat u begint
met spelen
De Power indicator linksvoor op de KR107 gaat uit en de
stroom wordt uitgeschakeld.
945
• Wanneer u de stroom volledig moet uitschakelen, zet u eerst de POWER schakelaar uit. Vervolgens haalt u het netsnoer uit het stopcontact. Zie Stroomvoorziening (p.6).
Over de pedalen
De pedalen hebben de volgende functies, en worden hoofd-
zakelijk voor piano uitvoeringen gebruikt.
fig.00-08.e
Soft pedaal
Sostenuto pedaal
Demper pedaal (rechter pedaal)
Terwijl dit pedaal is ingedrukt, zullen noten blijven klinken,
ook als u uw vingers van de toetsen haalt.
De lengte van het doorklinken verandert op subtiele wijze,
afhankelijk van de mate waarmee het pedaal wordt
losgelaten.
Op een akoestische piano kunnen de resterende snaren
resoneren, samen met de klanken die u op het toetsenbord
produceert, waardoor een rijke resonantie wordt verkregen.
De KR107 simuleert deze demper resonantie.
U kunt de hoeveelheid resonantie, die met het demper pedaal wordt
toegepast, veranderen. Zie ‘[Piano Designer] knop’ in de Snelle start.
Sostenuto pedaal (middelste pedaal)
Dit pedaal laat alleen de klanken van de toetsen, die reeds
gespeeld waren toen u het pedaal indrukte, doorklinken.
Soft pedaal (linker pedaal)
Als u dit pedaal ingedrukt houdt en het toetsenbord
bespeelt, zal het geluid een zachtere klank hebben.
De zachtheid van het geluid verandert op subtiele wijze,
afhankelijk van de mate waarmee het pedaal wordt
losgelaten.
Demper pedaal
fig.00-09.j
Adjuster
Het volume en de helderheid van het geluid aanpassen
Draai aan de [Volume] knop om het algehele volume
bij te stellen.
Draai aan de [Brilliance] knop om de helderheid van
het geluid aan te passen.
fig.00-07.e
Een koptelefoon aansluiten
De KR107 heeft twee jacks om een koptelefoon aan te sluiten.
Hierdoor kunnen twee personen tegelijkertijd door
koptelefoons luisteren, hetgeen zeer nuttig is bij lessen en
voor het spelen van pianostukken voor vier handen.
Bovendien kunt u met een koptelefoon vrijuit spelen, zonder
u zorgen te hoeven maken over andere mensen om u heen,
zelfs laat op de avond.
Steek de koptelefoon in de Phones jack, links onderaan
de piano.
Wanneer een koptelefoon is aangesloten, wordt het
geluid van de interne luidsprekers automatisch stil
gemaakt.
Het volume van de koptelefoon wordt met de [Volume]
knop van de KR107 aangepast.
fig.00-04.e
Over de Regelaar
Als u de KR107 verplaatst of u het idee heeft dat de pedalen
instabiel zijn, kunt u de Adjuster (regelaar) onder de pedalen
als volgt bijstellen.
Draai aan de regelaar om deze te verlagen, zodat deze
stevig contact met de vloer maakt. Als er ruimte is tussen
de pedalen en de vloer, kunnen de pedalen beschadi-
gen. In het bijzonder als het instrument op tapijt wordt
geplaatst, moet u deze regelaar bijstellen, zodat de peda-
len stevig contact met de vloer maken.
Phones jack x 2
NOTE
Gebruik een stereo koptelefoon.
19
Page 40
Voordat u begint met spelen
met spelen
Enige opmerkingen bij het gebruik van koptele­foons
Voordat u begint
• Om te voorkomen dat het snoer beschadigt, houdt u de
koptelefoon alleen bij de hoofdtelefoon zelf of de stek-
ker vast.
• Het aansluiten van de koptelefoon terwijl het volume
van aangesloten apparatuur hoog staat, kan leiden tot
beschadiging van de koptelefoon. Verlaag het volume op
de KR107 voordat u de koptelefoon aansluit.
• Door het luisteren op hoge volumeniveaus kan niet
alleen de koptelefoon beschadigen, dit kan ook tot
gehoorsverlies leiden. Gebruik de koptelefoon op een
gematigd volumeniveau.
De koptelefoon haak gebruiken
Wanneer u de koptelefoon niet gebruikt, kunt u deze op de koptele-
foon haak hangen, die zich links onderaan de KR107 bevindt.
Enige opmerkingen bij het gebruik van een micro­foon
• Wees voorzichtig met hoge volumeniveaus, wanneer u
een microfoon laat in de nacht of vroeg in de ochtend
gebruikt.
• Wanneer een microfoon op de KR107 wordt aangesloten,
moet u het volume laag zetten. Als de volumeregeling te
hoog is wanneer de microfoon wordt aangesloten, kan er
een storend geluid door de luidsprekers geproduceerd
worden.
• Afhankelijk van de locatie van microfoons ten opzichte
van de luidsprekers, kan rondzingen optreden. Dit kan
verholpen worden door:
1. De richting van de microfoon(s) te veranderen.
2. De microfoon(s) op meer afstand van de luidsprekers
te plaatsen.
3. De volumeniveaus te verlagen.
De koptelefoon haak bevestigen
Druk en draai de bij de KR107 behorende koptelefoon haak in het gat
aan de onderkant van de KR107 (zie tekening hieronder).
Draai aan de vleugelschroef van de koptelefoon haak om deze vast
te zetten.
Vleugelschroef
Een microfoon aansluiten
U kunt een microfoon op de Mic jack aansluiten, en van karaoke
genieten met de KR107.
fig.00-10
Mic Volume knop
Mic In jack
Over het Touch scherm
De KR maakt gebruik van een Touch scherm.
Hiermee kunt u een verscheidenheid aan acties uitvoeren, door het
scherm simpelweg lichtjes aan te raken.
NOTE
Het Touch scherm wordt bediend door het lichtjes met uw vinger
aan te raken.
Door hard te drukken of een hard object te gebruiken, kan het Touch
scherm beschadigen.
Pas op dat u niet te hard drukt, en gebruik alleen uw vingers om het
Touch scherm te bedienen.
NOTE
De uitrichting van het Touch scherm kan verschuiven door verande-
ringen in de omgeving of na langere tijd gebruik. Als dit gebeurt,
volg dan de stappen van ‘Het Touch scherm kalibreren (Touch
scherm)’ (p.150) om de wijzer positie te corrigeren.
NOTE
Plaats niets op het Touch scherm.
1. Sluit een microfoon (apart verkrijgbaar) op de Mic jack
aan, die zich in het gedeelte linksonder van het instru-
ment bevindt.
2. Draai aan de [Mic Volume] knop aan de linkerkant van
de Mic In jack om het volumeniveau van de microfoon
bij te stellen.
20
Het contrast van het scherm bijstellen
Om het contrast van het scherm bij te stellen, draait u aan
de Contrast knop aan de rechterkant van het scherm.
Page 41
Voordat u begint met spelen
Voordat u begint
met spelen
Hoofdschermen
Piano scherm
Direct nadat de stroom is aangezet, wordt het Piano scherm, zoals
dat hieronder, getoond. Voor details, zie p.22.
Basisscherm
Het volgende scherm wordt het basisscherm genoemd.
Song naam of naam
van de muziek stijl
Tempo
Maatsoort Maat
Als u een interne Song of muziekbestanden die tekst informatie bevatten selecteert, ver­schijnt dit pictogram in het Piano scherm of Basisscherm. Raak dit aan om de tekst te laten verschijnen.
NOTE
De uitleg in deze handleiding gaat vergezeld van illustraties, die
laten zien wat er normaalgesproken in het scherm zal verschijnen.
Hierbij dient opgemerkt te worden dat uw apparaat wellicht een
nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat (bijv. nieuwere
geluiden), waardoor hetgeen u in het scherm ziet, niet altijd overeen-
komt met dat wat er in de handleiding verschijnt.
De [Option] knop en de [Exit] knop
De geselecteerde geluidsnamen verschijnen
Deze informatie wordt getoond wanneer u de automatische begeleiding gebruikt.
U kunt dit scherm gewoonlijk laten verschijnen door de [Exit] knop
meerdere malen in te drukken.
Volg één van de hieronder beschreven procedures om het te laten
verschijnen:
• Druk op de One Touch Program [Arranger] knop.
Het basisscherm verschijnt en de instellingen voor auto-
matische begeleiding worden gemaakt.
• Druk op de One Touch Program [Piano] knop, druk dan
op één van de Tone knoppen en druk op de [Exit] knop.
De hoofd pictogrammen gebruiken
U kunt behalve het basisscherm vele andere schermen gebruiken om
dingen te doen. De de grafische weergaven die 3-dimensionaal in het
scherm verschijnen, werken als knoppen.
Deze worden ‘pictogrammen’ genoemd.
Dit zijn de belangrijkste pictogrammen, die u in deze schermen kunt
gebruiken.
De [Option] knop
Dit toont een scherm waarin geavanceerde functie instellingen
gemaakt kunnen worden.
Het scherm dat het eerst verschijnt verschilt, afhankelijk van het
scherm dat werd weergegeven op het moment dat de knop werd
ingedrukt.
De [Exit] knop
Raak deze aan om de instellingen die u zojuist heeft gemaakt te
annuleren en het scherm dat wordt weergegeven te sluiten. Gewoon-
lijk keert u naar het Basisscherm terug wanneer u de [Exit] knop één
of meerdere keren indrukt.
De Scroll balk en het pagina pictogram
De Song en Tone selectie schermen hebben een scroll balk rechts van
de lijst in het scherm, met pagina pictogrammen boven en onderaan
de scroll balk.
Page icon
Scroll bar
Page icon
Sommige schermen bestaan uit twee of meer pagina’s. U kunt de volgende pagina of de vorige pagina van het scherm laten verschij­nen door deze pictogrammen aan te raken.
Raak de scroll balk aan en trek deze omhoog en omlaag om door de
lijst te scrollen (bladeren).
Raak de pagina pictogrammen
te veranderen.
<> <> aan om van pagina
21
Page 42
Hoofdstuk 1 Uitvoering
b
Het toetsenbord als een piano bespelen (One Touch Piano)
Met één druk op de knop kunt u de optimale instellingen voor een piano uitvoering
creëren.
fig.panel1-1
Hoofdstuk 1
1. Druk op de One Touch Program [Piano] knop.
Een ‘Piano scherm’, zoals dat hieronder zal verschijnen.
fig.d-piano.eps_60
Als u op de One Touch Program [Piano] knop drukt, zal de KR naar de volgende
instellingen overschakelen, ongeacht de huidige instellingen op het paneel.
• Als het toetsenbord in hoge en lage secties is verdeeld (p.27), zal het toetsenbord
naar één sectie terugkeren.
• De pedalen keren naar hun gangbare functies terug (p.19).
• Het Grand Piano geluid wordt automatisch geselecteerd.
Aangezien dit instrument de
actie en respons van een echte
akoestische piano op getrouwe
wijze reproduceert, blijven
toetsen die in het bovenste
anderhalf octaaf worden
gespeeld doorklinken, onge-
acht de actie van het demper
pedaal, en het geluid in dit
register is hoorbaar anders. De
Key Transpose instelling (p.88)
kan ook gebruikt worden voor
het veranderen van het register
dat niet door het demper
pedaal wordt beïnvloed.
U kunt de instellingen voor de
piano uitvoering veranderen
door de [Piano designer] knop
aan te raken. Meer details hier-
over vindt u bij ‘[Piano Desig-
ner] knop’ in de Snelle start.
• Het effect wordt automatisch op ‘Damper Resonance’ ingesteld (p.36).
Als u een interne Song of een
muziekbestand dat tekst infor-
matie bevat selecteert, ver-
schijnt < > in het
Piano of Basisscherm. Raak dit
aan om de tekst weer te geven.
< > verschijnt in het Piano
of Basisscherm, wanneer een
koptelefoon is aangesloten. U
kunt het geluid van de kopte-
lefoon een driedimensionale
reedte geven (p.31).
22
Page 43
Spelen met een verscheidenheid aan klanken (Tone knoppen)
Hoofdstuk 1 Uitvoering
De KR wordt met vele ingebouwde geluiden en effecten geleverd. Dit maakt het
mogelijk met een brede reeks muzikale stijlen om te spelen.
De ingebouwde geluiden worden ‘Tones’ genoemd. De geluiden zijn in zes
geluidsgroepen samengebracht, welke aan de Tone knoppen zijn toegewezen.
fig.panel1-2
1. Druk op één van de Tone knoppen om een geluidsgroep te selecteren.
U zult zien, dat de indicator op de knop oplicht.
In het scherm worden de geluidsnamen weergegeven, die zich binnen de door u
geselecteerde geluidsgroep bevinden.
fig.d-tonesel.eps_60
Meer over de namen van de
geluiden vindt u in de ‘Gelui-
denlijst’ (p.172).
Hoofdstuk 1
Dit scherm wordt het ‘Tone selectie scherm’ genoemd.
Geluiden met een worden een ‘EX Voice’ genoemd. Deze stemmen (geluiden)
worden speciaal aanbevolen.
Geluiden, waar een rood teken bij staat, produceren de ‘Key Off Sound’.
‘Key Off Sound’ recreëert de tonale veranderingen, die geproduceerd worden,
wanneer de vingers van de toetsen worden genomen.
Geluiden, waar ‘GS’ bij staat, zijn GS geluiden.
Raak de scroll balk aan, en sleep deze omhoog en omlaag om door het scherm te
gaan en andere geluiden weer te geven.
Raak de pagina pictogrammen < > < >aan om van pagina te veranderen.
U kunt <Audition> aanraken voor een geluidsdemonstratie van een bepaald geluid.
U kunt <Effects> aanraken om effecten toe te passen op verschillende geluiden
(p.36).
U kunt zoeken naar geluiden volgens het zoeken naar paramaters of namen, door
<Search> aan te raken (p.25).
23
Page 44
Hoofdstuk 1 Uitvoering
2. Raak een geluidsnaam aan om het geluid te selecteren.
Als u het toetsenbord bespeelt, zult u het door u geselecteerde geluid horen.
U kunt de draaiknop gebruiken om door het scherm te gaan, terwijl u de te spelen
geluiden verandert.
3. Druk op de [Exit] knop.
Hoofdstuk 1
Hierdoor keert u naar het Basisscherm of het voorgaande scherm terug.
Percussie instrumenten of geluidseffecten spelen
U kunt het toetsenbord gebruiken om percussie geluiden of effecten, zoals sirenes en
dier geluiden te spelen.
fig.panel1-2
1. Druk op de [Super Tones] knop, en zie hoe de indicator oplicht.
2. Raak < > < > verscheidene malen aan om het ‘Drums’ scherm of
het ‘SFX (SOUND EFFECT)’ scherm te laten verschijnen.
fig.d-drum.eps_60
Drum screen SFX screen
Elke noot van het toetsenbord zal een ander geluid spelen.
U kunt geluiden ook laten spelen door het scherm aan te raken.
U kunt andere drumgeluiden selecteren door de < > of < > knoppen in
te drukken.
3. Druk meerdere malen op de [Exit] knop.
Hiermee keert u naar het Basisscherm of het voorgaande scherm terug.
Sleutelwoorden gebruiken om naar geluiden te zoeken (Tone Search)
U kunt zoeken naar geluiden die overeenkomen met de voorwaarden, die u voor een
24
De combinatie van geluiden,
die aan het toetsenbord zijn
toegewezen, varieert, afhanke-
lijk van de betreffende de
drum set. Kijk in de ‘Drum Set
Lijst’ (p.174) en ‘SFX Set’
(p.177).
Page 45
instrument of muziekstijl instelt. U kunt de geluiden ook zoeken met gebruik van de
eerste letter van de geluidsnaam.
1. Druk op een willekeurige Tone knop.
Het geluidsselectie scherm verschijnt.
2. Raak <Search> aan.
Het volgende ‘Tone Search’ scherm verschijnt.
fig.d-tonesrch1.eps_60
Voorwaarden zoek scherm Naam zoek scherm
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Hoofdstuk 1
Hier aanraken om van scherm
te veranderen.
Zoeken op voorwaarden
3. Raak <Category> of <Genre> aan, en gebruik de draaiknop om de
zoekvoorwaarden te selecteren.
4. Raak <Search> aan.
De zoekresultaten verschijnen in het scherm.
Raak de geluidsnaam aan om het geluid te selecteren.
Druk op de [Exit] knop om naar het geluidsselectie scherm terug te keren.
Zoeken op geluidsnaam
3 Raak <By Name> aan.
Raak <By Key> aan om naar het voorwaarden zoekscherm te gaan.
4. Bepaal welk teken voor het zoeken gebruikt zal worden.
Het geselecteerde teken verschijnt in het midden van het scherm.
Voer het teken in, waar u naar zoekt. Bijvoorbeeld, als u <ABC> in een
opeenvolgende cyclus aanraakt, zult u alle beschikbare keuzes binnen die groep
tekens (‘A’’B’’C’...) zien.
Bij het zoeken op voorwaar-
den wordt er gezocht naar
geluiden, die aan alle geselec-
teerde zoek criteria voldoen.
Door <A-0> aan te raken, wordt het soort teken geselecteerd. Elke keer dat u op <A-
0> drukt, wisselt het teken tussen letters en cijfers af.
5. Raak <Search> aan.
De zoekresultaten verschijnen in het scherm.
Raak de geluidsnaam aan om het geluid te selecteren.
Druk meerdere malen op de [Exit] knop om naar het Basisscherm of het voorgaande
scherm terug te keren.
25
Page 46
Hoofdstuk 1 Uitvoering
b
Spelen met meerdere geluiden die opgestapeld worden (Layer)
Twee geluiden die samenklinken als u een enkele toets indrukt, wordt een ‘Layer (gestapelde) uitvoering’ genoemd.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om de geluiden van zowel Piano als Strings tegelijkertijd te
Hoofdstuk 1
spelen.
fig.layer.e
Grand Piano 1
Strings 1
Strings 2
1. Raak <Layer 1> aan.
fig.d-layer.eps_60
Als u een interne Song of een
muziekbestand dat tekst infor-
matie bevat selecteert, ver-
schijnt < > in het
Piano of Basisscherm. Raak dit
aan om de tekst weer te geven.
Het geluid dat klonk, voordat u naar de gestapelde uitvoering overging, plus het geluid dat onder in het scherm wordt weergegeven, worden nu samen gespeeld.
Hier wordt het geluid dat in het bovenste gedeelte van het scherm wordt weergegeven, de ‘upper tone’ (hoogste geluid) genoemd, en het geluid dat in het onderste gedeelte van het scherm verschijnt, wordt de ‘layer tone’ (opgestapeld geluid) genoemd.
Op dezelfde wijze kunt u <Layer 2> aanraken om nog meer geluiden te stapelen.
De geluiden veranderen
2. Raak de naam van het geluid, dat u wilt veranderen, aan.
Raak hier aan om de geluidsnaam op te laten lichten.
3. Druk op een Tone knop om het nieuwe geluid te selecteren (p.23).
4. Als u het geluid heeft geselecteerd, drukt u op de [Exit] knop.
< > verschijnt in het
Piano of Basisscherm, wan-
neer een koptelefoon is aange-
sloten. U kunt het geluid van
de koptelefoon een driedimen-
sionale breedte geven (p.31).
Als u Octave <-> <+> in het
geluidsselectie scherm aan-
raakt, verandert de toon-
hoogte van het toetsenbordge-
luid in stappen van een octaaf.
Meer hierover vindt u bij ‘De
toonhoogte van het toetsen-
ord in stappen van een octaaf
verschuiven (Octave Shift)’
(p.28).
Het Basisscherm zal weer verschijnen.
De Layer (opstapeling) opheffen
5. Raak <Layer 1> aan.
Raak <Layer 2> aan om <Layer 2> ook te laten spelen.
De <Layer 1> en <Layer 2> pictogrammen worden gedimd, en de Layer uitvoering wordt opgeheven.
Wanneer u nu de toetsen bespeelt, zal alleen het geluid, dat in het scherm wordt getoond, te horen zijn.
U kunt de balans tussen het
volume van de rechterhand en
de Layer Tone veranderen.
Instructies hiervoor vindt u bij
‘De volumebalans voor elk
Performance Part aanpassen
(Part Balance)’ (p.63).
26
Page 47
Met de linker en rechterhand
b
verschillende geluiden spelen (Split)
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Het verdelen van het toetsenbord in rechterhand en linkerhand gebieden, en het dan spelen van verschillende geluiden in elke sectie wordt een ‘split uitvoering’ genoemd. De toets die de grens vormt wordt het ‘splitspunt’ genoemd.
De splitspunt toets behoort tot het gebied van de linkerhand. Iedere keer dat het toetsenbord wordt ingeschakeld, wordt het splitspunt opnieuw op ‘F#3’ ingesteld.
fig.split.e
Splitspunt
Grand Piano 1Acoustic Bass
1. In het Basisscherm drukt u op <Split>.
fig.d-split.eps_60
Het geluid dat klonk, voordat de split uitvoering werd geselecteerd, wordt in de rechterhand sectie van het toetsenbord gespeeld, en het geluid dat aan de linkerkant van het scherm wordt weergegeven, wordt in de linkerhand sectie van het toetsenbord gespeeld.
Hier wordt het geluid, dat aan de rechterkant van het toetsenbord wordt weergegeven, de ‘upper tone’ genoemd, en het geluid, dat aan de linkerkant van het scherm wordt weergegeven, wordt de ‘lower tone’ genoemd.
U kunt de geluiden aan en uitzetten door <Lower 1> of <Lower 2> aan te raken.
De geluiden veranderen
2. Raak de naam van het geluid, dat u wilt veranderen, aan.
3. Druk op een Tone knop om het geluid te selecteren (p.23).
4. Wanneer u het geluid heeft geselecteerd, drukt u op de [Exit] knop.
Hoofdstuk 1
U kunt het splitspunt verande-
ren. Zie ‘Het splitspunt van het
toetsenbord veranderen (Split
Point)’(p.139).
Als u een interne Song of een
muziekbestand dat tekst infor-
matie bevat selecteert, ver-
schijnt < > in het
Piano of Basisscherm. Raak dit
aan om de tekst weer te geven.
< > verschijnt in het
Piano of Basisscherm, wan-
neer een koptelefoon is aange-
sloten. U kunt het geluid van
de koptelefoon een driedimen-
sionale breedte geven (p.31).
Als u Octave <-> <+> in het
geluidsselectie scherm aan-
raakt, verandert de toon-
hoogte van het toetsenbordge-
luid in stappen van een octaaf.
Meer hierover vindt u bij ‘De
toonhoogte van het toetsen-
ord in stappen van een octaaf
verschuiven (Octave Shift)’
(p.28).
Het beeld keert naar het Basisscherm terug.
De Split opheffen
5. Raak <Split> aan.
De <Split> pictogrammen worden gedimd en de Split uitvoering wordt opgeheven.
Als u de toetsen bespeelt, zal alleen het geluid, dat in het scherm wordt
weergegeven, te horen zijn.
U kunt de balans tussen het
volume van de rechterhand en
de Layer Tone veranderen.
Instructies hiervoor vindt u bij
‘De volumebalans voor elk
Performance Part aanpassen
(Part Balance)’ (p.63).
27
Page 48
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Layer en Split uitvoering gelijktijdig aanzetten
Door het inschakelen van Layer Performance of Split Performance kunt u het
toetsenbord in een hoog en een laag gedeelte verdelen en spelen met twee gestapelde
geluiden in het lage gedeelte, en drie gestapelde geluiden in het hoge gedeelte.
fig.d-layersplit.eps_60
Hoofdstuk 1
De toonhoogte van het toetsenbord in stappen van een octaaf verschuiven (Octave Shift)
Tijdens het gebruik van Layer Performance (p.26) of Split Performance (p.27), kunt
u de toonhoogte van het geluid van het toetsenbord in stappen van een octaaf
veranderen. Deze functie wordt ‘Octave Shift’ genoemd.
Wanneer het toetsenbord in
een hoge en lage sectie is ver-
deeld, wordt het demper
pedaal alleen op het hoge
gedeelte toegepast. Als u de
voortdurende weerkaatsingen
van de noten van het lage
gebied wilt laten horen, kijk
dan bij ‘Functies aan de peda-
len en Performance Pads toe-
wijzen (Pedal Setting/User
Functions)’(p.144).
Als u bijvoorbeeld een Layer uitvoering speelt, en u de toonhoogte van één van de
geluiden verandert en deze vervolgens opstapelt, zal dit de indruk die met het
geluid wordt gewekt, veranderen.
1. In het Basisscherm raakt u <Layer1> of <Split> aan.
De KR schakelt over op Layer uitvoering of Split uivoering.
2. Om Octave Shift toe te passen, raakt u de naam van het door u
geselecteerde geluid aan.
3. Druk op de Tone knop om het geluidsselectie scherm te laten
verschijnen.
fig.d-octshift.eps_60
4. Raak Octave <-> of <+> in het onderste gedeelte van het scherm aan, om
de toonhoogte van het geluid aan te passen.
Elke keer dat u op <+> drukt, wordt de toonhoogte één octaaf hoger.
Elke keer dat u op <-> drukt, wordt de toonhoogte één octaaf lager.
Het geluid kan veranderd worden van twee octaven lager dan het oorspronkelijke
28
Page 49
geluid (-2) tot twee octaven boven het oorspronkelijke geluid (+2).
Druk op de [Exit] knop om naar het Basisscherm of het voorgaande scherm terug te
keren.
Weerkaatsing aan het geluid toevoegen (Reverb)
Pas een reverb effect op de noten toe, die u met de KR speelt.
Reverb maakt dat het klinkt, alsof u in een concertzaal speelt.
fig.panel1-3
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Hoofdstuk 1
1. Druk op de [Ambience/Reverb] knop en zie hoe de indicator oplicht.
Een ‘Reverb’scherm, zoals dat hieronder, zal verschijnen.
fig.d-reverb.eps_60
2. Raak een pictogram aan om de uitvoeringsruimte te selecteren.
;
Pictogram Uitleg
Hall1 Zaal met heldere weerkaatsing
Hall2 Zaal met warme weerkaatsing
Room1 Weerkaatsing van een kamer
Cathedral Kathedraal met een hoog plafond
Ground Grote open ruimte zonder weerkaatsingen
Room2 Kleine kamer
Lounge Grotere kamer
Studio Een opnamestudio
Gymnasium In een gymnastiekzaal
Hall3 Weerkaatsing van een grote concertzaal
Dome Een arena sportpark
29
Page 50
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Pictogram Uitleg
Cave
GS Room1
GS Room2
GS Room3
GS Hall1
Hoofdstuk 1
GS Hall2
GS Plate
GS Delay
GS Pan Delay
Voegt de uitgerekte weerkaatsing die u in een grot tegenkomt toe
Reproduceert de weerkaatsing van een binnen ruimte. Geeft een heldere, expansieve weerkaatsing.
Reproduceert de weerkaatsing van een zaal. Geeft een weerkaatsing met meer dieptegevoel dan GS Room.
Reproduceert een plaat echo (weerkaatsing gecreëerd met ge­bruik van de vibraties van een metalen plaat).
Een vertraagd geluid dat aan het origineel wordt toegevoegd, gelijkend op de reflecterende geluiden van echo’s in de ber­gen.
De weerkaatsende geluiden worden lateraal gepanned (ver­schoven).
3. Raak de schuifregelaar onder de pictogrammen aan om het geselecteerde
effect aan te passen.
Raak de knop in het scherm aan, en schuif deze naar rechts voor een diepere
weerkaatsing en naar links voor minder weerkaatsing.
U kunt de schuifregelaar ook met de draaiknop verplaatsen.
Als u op de [Exit] knop drukt, wordt het reverb effect geactiveerd, en keert u naar
het vorige schermterug.
Het effect opheffen
4. Druk op de [Ambience/Reverb] knop en zie hoe de indicator uitdooft.
Het reverb effect is opgeheven.
Wanneer de schuifregelaar
geheel naar links is verplaatst,
wordt er geen enkel effect toe-
gepast. In dit geval zal de indi-
cator van de knop niet oplich-
ten, als u op de [Ambience/
Reverb] knop drukt.
30
Page 51
Driedimensionale breedte aan geluiden die u speelt toevoegen (Advanced 3D)
Hoofdstuk 1 Uitvoering
U kunt een driedimensionale breedte aan geluiden, die u met de automatische
begeleiding speelt, toevoegen (p.47) of aan interne Songs of muziekbestanden. Met
dit effect, ‘Advanced 3D’genaamd, lijkt het of u door het geluid van de uitvoering
omgeven wordt.
fig.panel1-4
1. Druk op de [Ambience/Reverb] knop, en zie hoe de indicator oplicht.
2. Raak <Advanced 3D> aan.
Het volgende ‘Advanced 3D’scherm verschijnt.
fig.d-adv3d.eps_60
Hoofdstuk 1
AAN
UIT
3. Raak <ON> aan.
Driedimensionale breedte wordt aan het geluid toegevoegd.
4. Raak het pictogram aan om het effect voor elk individueel gedeelte aan
of uit te zetten.
Als u de op [Exit] knop drukt, wordt het Advanced 3D effect geactiveerd, en u zult
naar het vorige scherm terugkeren.
Het effect opheffen
5. Raak <OFF> aan.
Het Advanced 3D effect wordt geëlimineerd en het effect wordt niet langer op de
gedeeltes toegepast.
< > verschijnt in het
scherm, als een koptelefoon is
aangesloten.
Indien alle gedeeltes (Parts)
zijn uitgezet, wordt het
Advanced 3D effect niet toege-
past, zelfs niet als u <ON> aan-
raakt.
31
Page 52
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Gedetailleerde instellingen voor Advanced 3D maken
1. Druk op de [Ambience/Reverb] knop. De indicator licht op.
2. Raak <Advanced 3D> aan om het Advanced 3D scherm te laten
verschijnen.
Hoofdstuk 1
3. Druk op de [Option] knop.
4. Raak van de in te stellen parameter aan, om de waarde te
fig.d-adv3dopt.eps_60
Raak aan om van scherm te veranderen.
selecteren.
Parameter Pictogram Uitleg
Het effect wordt op alle geluiden, die met het
All Parts
Part
Layer Parts
Auto
Mode
Speaker
Headphone
Depth 1–4
Width 1–128 Verandert de breedte van het geluid.
toetsenbord worden gespeeld, toegepast (de lower tone, upper tone en Layer tone).
Het effect wordt alleen op het Layer part toegepast. Wanneer er geen Layer Performance wordt gebruikt (p.26), wordt het Advanced 3D effect niet op de toetsenbord uitvoering toegepast, zelfs als <Keyboard> in het Advanced 3D scherm op On is ingesteld.
Dit selecteert aangepaste instellingen voor gebruik met een koptelefoon, wanneer een kooptelefoon is aangesloten. Als er geen koptelefoon is aangesloten, worden aangepaste instellingen voor luidsprekers geselecteerd.
Aangepaste instellingen voor het luisteren naar geluiden via de luidsprekers worden geselecteerd.
Aangepaste instellingen voor het luisteren naar geluiden via de koptelefoon worden geselecteerd.
Verandert de aanwezige diepte van het geluid. Het effect wordt sterker toegepast, als de waarde toeneemt.
32
U kunt de waarde ook met de draaiknop veranderen.
Met ‘Part’kunt u het pictogram aanraken, en dan de waarde selecteren.
5.
Als u op de [Exit] knop drukt, keert u naar het Advanced 3D scherm terug.
Page 53
Het geluid levendiger maken (Dynamic Emphasis)
Hoofdstuk 1 Uitvoering
U kunt het geluid levendiger maken door een uitmuntende helderheid en een
onderscheidende klank toe te voegen.
fig.panel2-8
1 Druk op de [Sound Control] knop om het ‘Sound Control’scherm te laten
verschijnen.
De Dynamic Emphasis functie wordt aangezet, waardoor het geluid verlevendigt.
fig.d-adv3dopt.eps_60
Hoofdstuk 1
2 Raak het Type pictogram aan om het type te selecteren.
Indicator Beschrijving
Sharp Creëert een geluid met versterkte bas en hoge tonen.
Clear
Power Creëert een geluid met een versterkte bas.
De Dynamic Emphasis opheffen
Produceert een geluid met heldere en duidelijke akkoorden in de lage registers.
3 Druk nogmaals op de [Sound Control] knop en het lichtje van de
indicator gaat uit.
33
Page 54
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Het geluid aanpassen om de gewenste geluidskwaliteit te verkrijgen (Equalizer)
De KR beschikt over een ingebouwde vijf-bands equalizer.
Een equalizer versterkt of kapt specifieke geluidstoonhoogtes af, om de
geluidsbalans van de algehele uitvoering bij te stellen. U kunt bijvoorbeeld de hoge
Hoofdstuk 1
tonen versterken voor een helderder geluid, of het laag omhoog duwen voor een
krachtiger geluid.
U kunt het geluid ook aanpassen ter compensatie van de akoestische kenmerken van
de uitvoeringsruimte.
Indien het verhogen van de schuifregelaar voor elke frequentie tot vervorming van
het geluid leidt, kunt u deze vervorming met de Master Level schuifregelaar
corrigeren.
1. Druk op de [Sound Control] knop om het ‘Sound Control’scherm te laten
verschijnen.
2. Raak <Equalizer> aan.
Het ‘Equalizer scherm’verschijnt.
fig.d-eq.eps_60
3. Raak het Type pictogram aan om uw selectie te maken.
Pictogram Uitleg
Piano De optimale instellingen voor pianospel worden geselecteerd.
Power Duwt de lage en hoge frequentiereeksen omhoog.
Mild
Clear
Bright
Flat Alle schuifregelaar waardes worden op ‘0’ingesteld.
User Sla uw eigen voorkeursinstellingen op (p.35).
Lage en hoge tonen worden ingeperkt, om een aangenaam klinkend geluid te verkrijgen.
Deze instelling duwt de middenreeks enigszins omhoog, om een ee­nvoudig pop gevoel te creëren.
Deze instelling duwt de hoge frequenties omhoog, voor een helder, sprankelend geluid.
34
Page 55
4. Raak de schuifregelaar aan om aanpassingen te maken.
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Pictogram
Low -60–0–+60
-60–0–+60
Mid -60–0–+60
-60–0–+60
High -60–0–+60
Master Level -60–0–+60
U kunt de schuifregelaar ook met de draaiknop verplaatsen.
Als u op de [Exit] knop drukt, wordt de equalizatie in werking gesteld, en u keert
naar het vorige scherm terug.
Het effect opheffen
Instellings-
waarde
Uitleg
Lage frequentiereeks. Dit is de reeks frequenties voor instrumenten als drums, bas, orgel, gitaar en strijkers (strings).
Mid-laag frequentie. Dit is de reeks frequenties voor laag koper blaasinstrumenten en houtblazers instrumenten.
Middenreeks. Dit is de reeks frequenties, waarin de meeste instrumenten geconcentreerd zijn.
Mid-hoog frequentiereeks. Het oor is uitermate gevoelig voor deze frequentiereeks.
Hoge frequentiereeks. Deze frequenties maken het geluid helderder.
U kunt de vervorming in het geluid matigen door het niveau te verlagen. Door het niveau teveel te verhogen, kan het geluid vervormd raken.
Hoofdstuk 1
5. Raak <Flat> aan.
De instellingen opslaan
U kunt aangepaste equalizer instellingen in <User> opslaan.
Zelfs nadat de instellingen gewijzigd zijn, kunt u <User> aanraken om uw
voorkeursinstellingen op te roepen.
1. Druk op de [Sound Control] knop. De indicator licht op.
2. Raak <Equalizer> aan.
Het ‘Equalizer scherm’ verschijnt.
3. Pas de equalizer aan.
4. Raak <Write> aan.
De instellingen zijn opgeslagen.
Zelfs nadat de instellingen gewijzigd zijn, kunt u <User> aanraken om uw
voorkeursinstellingen te selecteren.
35
Page 56
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Effecten op het geluid toepassen (Effects)
Hoofdstuk 1
1. Eerst drukt u op de Tone knop om een geluid te selecteren (p.23).
2. Raak dan <Effects> aan.
Effecten op het geluid toepassen
U kunt een brede reeks verschillende effecten toepassen op de noten die u op het
toetsenbord speelt.
Het ‘Geluid selectiescherm’ verschijnt.
Het ‘Effects scherm’ verschijnt.
fig.d-effects.eps_60
Meer over de effecttypes vindt
u in de ‘Effectenlijst’ (p.178).
3. Raak <ON> aan.
Het effect, dat bij <Type> is geselecteerd, zal worden toegepast.
Het type effect selecteren
4. Raak <Type> aan om het soort effect te selecteren.
Het effect instellen
De parameters kunnen volgens het bij stap 4 geselecteerde type worden ingesteld.
5. Raak van de parameter, die u wilt instellen aan, om de waarde
te selecteren.
U kunt de schuifregelaar ook met de draaiknop verplaatsen.
Druk op de [Exit] knop om naar het geluid selectiescherm terug te keren.
Het effect opheffen
6. In het Effects scherm raakt u <OFF> aan.
Het kan voorkomen, dat effec-
ten niet op bepaalde gedeeltes
worden toegepast, wanneer
verschillende effecten op de
upper tone, Layer tone en
lower tone worden toegepast.
In dit soort gevallen kunt u
selecteren welk effect voor-
rang moet krijgen.
36
Page 57
Effecten op Mic vocalen toepassen (Vocal Effect)
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Wanneer u een microfoon heeft aangesloten, kunt u effecten op de stemmen van de
microfoon toepassen.
Het toevoegen van effecten aan stemmen wordt ‘Vocal Effect’ genoemd.
Hoe Vocal Effect wordt geselecteerd
fig.panel1-5
1. Druk op de [Vocal Effects] knop.
Het ‘Vocal Effects scherm’ verschijnt.
fig.d-vocalsfx.eps_60
Hoofdstuk 1
Meer over het aansluiten van
een microfoon, vindt u bij ‘Een
microfoon aansluiten’ (p.20).
2. Raak één van de pictogrammen aan.
Pictogram Uitleg Pag.
Echo Past de microfoon echo aan. p. 38
Transformer Verandert de microfoon stemmen. p. 38
Harmonist Voegt harmonie aan de oorspronkelijke stem toe. p. 39
Hiermee kunt u Songs en automatische
Vocal Count In
Vocal Keyboard
Music Files
begeleiding met gebruik van uw eigen tempo starten.
Hiermee kunt u geluiden produceren, die aan de vocale ladder voldoen.
U kunt een specifiek gedeelte als harmonie spelen, terwijl een Song wordt afgespeeld.
p. 40
p. 41
p. 42
3. Als u op de [Exit] knop drukt, wordt het effect toegepast, en keert u naar
het vorige scherm terug.
U kunt het microfoon volume
met de Mic Volume knop aan
de (linker) onderkant van de
KR aanpassen.
37
Page 58
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Het Vocal Effect opheffen
4. Druk op de [Vocal Effects] knop. De indicator dooft uit.
De Vocal Effect functie is opgeheven.
De Echo aanpassen (Echo)
Hoofdstuk 1
1. Bij stap 2 van ‘Hoe Vocal Effect geselecteerd wordt’ (p.37) raakt u <Echo>
2. Raak het staafdiagram aan, om de hoeveelheid echo, die op de stem
3. Raak het Echo Type <1> of <2> aan, om het echo type te veranderen.
aan.
fig.d-vo-echo.eps_60
wordt toegepast, bij te stellen.
Pictogram Uitleg
1 Voegt de basis weerkaatsingen toe.
2 Voegt de weerkaatsingen voor een karaoke-type echo toe.
Druk op de [Exit] knop om naar het Vocal Effects scherm terug te keren.
Vocalen veranderen (Transformer)
U kunt de manier, waarop uw stem door de microfoon klinkt, wijzigen. Dit wordt
de ‘Voice Transformer’ functie genoemd.
1. Bij stap 2 van ‘Hoe Vocal Effect wordt geselecteerd’ (p.37) raakt u
<Transformer> aan.
fig.d-vo-trans.eps_60
38
Page 59
2. Raak één van de pictogrammen aan.
Hier ziet u wat de verschillende pictogrammen doen.
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Pictogram Uitleg
Kids Transformeert de invoer naar het geluid van een kinderstem.
Bear Transformeert de invoer naar het geluid van een groot beest.
Robot Transformeert de invoer naar het geluid van de stem van een robot.
Duck
Alien Transformeert de invoer naar het geluid van een buitenaardse stem.
Computer Transformeert de invoer naar een stem, zoals van een computer.
Female Transformeert manlijke stemmen naar vrouwelijke stemmen.
Male Transformeert vrouwelijke stemmen naar manlijke stemmen.
Transformeert de invoer naar het kwakende geluid, dat een eend maakt.
3. Zing door de microfoon.
Uw stem wordt getransformeerd in hetgeen u geselecteerd heeft.
Het effect opheffen
4. Druk nogmaals op het pictogram, dat u bij stap 2 heeft geselecteerd.
Het Voice Transformer effect wordt geëlimineerd.
Druk op de [Exit] knop om naar het Vocal Effects scherm terug te keren.
Hoofdstuk 1
Harmonieën toevoegen (Harmonist)
U kunt met een harmonische begeleiding meezingen, zelfs wanneer u solo speelt. Dit
wordt de ‘Harmonist’ functie genoemd.
1. Bij stap 2 van ‘Hoe Vocal Effect wordt geselecteerd’ (p.37), raakt u
<Harmonist> aan.
Raak aan om van scherm te veranderen.
fig.d-vo-harmo.eps_60
39
Page 60
Hoofdstuk 1 Uitvoering
2. Raak één van de pictogrammen aan.
Hier ziet u wat de verschillende pictogrammen doen.
Pictogram Uitleg
Unison Klinkt als twee mensen, die dezelfde melodie zingen.
Oct-Up
Hoofdstuk 1
Oct-Down
5th Up Voegt een harmonie toe, een kwint boven het origineel.
3rd Up Voegt een harmonie toe, een terts boven het origineel.
4th Down Voegt harmonie toe, een reine kwart onder het origineel.
My Voice
Duo 1 De toegevoegde harmonie komt overeen met de akkoorden, die
Duo 2
Variety
Trio
Chords
Voegt een andere stem toe, een octaaf hoger dan de oorspronkelijke stem.
Voegt een andere stem toe, een octaaf lager dan de oorspronkelijke stem.
De melodie die op het toetsenbord wordt gespeeld, wordt als de harmonie gespeeld. De harmonie wordt aan uw stem toegevoegd, ongeacht de toonhoogte.
op het toetsenbord zijn gespecificeerd. Wanneer harmonie aan één enkele stem wordt toegevoegd, ontstaat het effect van twee mensen die samen zingen.
De melodie die op het toetsenbord wordt gespeeld, wordt als de harmonie gespeeld. De toegevoegde harmonie is aan de toonhoogte aangepast. Bijvoorbeeld, hogere tonen worden voor vrouwelijke stemmen gebruikt, lagere tonen voor manlijke stemmen.
De toegevoegde harmonie komt overeen met de akkoorden, die op het toetsenbord zijn gespecificeerd. Dit voegt een tweestemmige harmonie toe, waardoor het lijkt alsof een trio aan het zingen is.
De toegevoegde harmonie komt overeen met de akkoorden, die op het toetsenbord zijn gespecificeerd. U kunt de manier, waarop harmonieën worden toegevoegd, met het Melody Intelligence type veranderen (p.60).
Het effect opheffen
3. Raak het Harmonist type, dat u bij stap 2 heeft geselecteerd, nogmaals
aan.
De Harmonist functie wordt opgeheven.
Druk op de [Exit] knop om naar het Vocal Effects scherm terug te keren.
Het begin van Songs en automatische begeleiding met het geluid
van uw stem starten (Vocal Count In)
U kunt Songs en de automatische begeleiding starten door in de microfoon af te
tellen.
1. Bij stap 2 van ‘Hoe Vocal Effect wordt geselecteerd’ (p.37), raakt u <Vocal
Count In> aan.
40
Page 61
fig.d-vo-coin.eps_60
2. Raak <Arranger> of <Song> aan.
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Hoofdstuk 1
Pictogram
Arranger Automatische begeleiding start op het tempo, waarin u heeft afgeteld.
Song De Song start op het tempo waarin u heeft afgeteld.
Uitleg
3. Tel tot vier (‘Eén, twee, drie, vier’) in de microfoon.
Tel het aantal tellen in de maat van de maatsoort van de geselecteerde Song of
muziekstijl.
Bijvoorbeeld, als u een 4/4 maatsoort selecteert, telt u tot vier. Tel tot drie wanneer
een 3/4 maatsoort is geselecteerd.
Het tempo wordt automatisch volgens de tellen ingesteld, die u in de microfoon
spreekt, en de Song of Arranger begint.
Druk op de [Exit] knop om naar het Vocal Effects scherm terug te keren.
Instrumentgeluiden op vocale toonhoogtes spelen (Vocal Keyboard)
Melodieën die in de microfoon zijn gezongen, kunnen met de interne geluiden van
de KR worden afgespeeld.
1. Bij stap 2 van ‘Hoe Vocal Effect wordt geselecteerd’ (p.37), raakt u <Vocal
Keyboard> aan.
fig.d-vo-key.eps_60
2. Indien het <OFF> pictogram is geselecteerd, raakt u het <ON> pictogram
aan.
3. Raak één van de pictogrammen aan om een geluid te selecteren.
41
Page 62
Hoofdstuk 1 Uitvoering
U kunt het geluid ook selecteren door op de Tone knop te drukken.
Als u in de microfoon zingt, worden de gezongen toonhoogtes door het
geselecteerde geluid afgespeeld.
Het effect opheffen
4. Raak <OFF> aan.
Als u op de toetsen speelt
terwijl u Vocal Keyboard
gebruikt, wordt het voor Vocal
Keyboard geselecteerde geluid
gespeeld.
Hoofdstuk 1
De Vocal Keyboard functie wordt opgeheven.
Druk op de [Exit] knop om naar het Vocal Effects scherm terug te keren.
Harmonieën aan een specifiek gedeelte toevoegen (Music Files)
Als u zingt, terwijl een specifiek gedeelte van Songdata wordt afgespeeld, wordt
harmonie toegevoegd, gebaseerd op de toonhoogtes van het gespecificeerde
gedeelte.
1. Selecteer de Song, waaraan u harmonie wilt toevoegen.
Om een Song uit het externe geheugen te selecteren, sluit u het externe geheugen op
de externe geheugenpoort aan.
2. Bij stap 2 van ‘Hoe Vocal Effect wordt geselecteerd’ (p.37), raakt u
<Music Files> aan.
fig.d-vo-music.eps_60
3. Raak het pictogram van het gedeelte, waaraan u harmonie wilt
toevoegen, aan.
Als u de Song afspeelt, en in de microfoon zingt, worden harmonieën toegevoegd
met gebruik van de toonhoogtes van het gespecificeerde gedeelte.
4. Raak <Variety> aan.
Wanneer <Variety> op ON staat, wordt de op het toetsenbord gespeelde melodie als
de harmonie gespeeld. De toegevoegde harmonie komt met de toonhoogte overeen.
Het effect opheffen
5. Raak het pictogram, dat u bij stap 3 selecteerde, nogmaals aan.
De Music Files functie wordt opgeheven.
Druk op de [Exit] knop om naar het Vocal Effects scherm terug te keren.
42
Page 63
Met Music Files genieten van Karaoke
b
Hoofdstuk 1 Uitvoering
uitvoeringen
1. Sluit een microfoon aan.
2. Pas het volumeniveau en de hoeveelheid echo, die wordt toegepast, aan.
Op de KR gebruikt u de Vocal Effect functie om de echo aan te passen (p.38).
U kunt dit effect ook gebruiken met de Voice Transformer functie (p.38) en
Harmonist functie (p.39).
3. Selecteer een Song.
Om een Song uit het externe geheugen te selecteren, sluit u het externe geheugen op
de externe geheugenpoort aan. Instructies over het selecteren van Songs vindt u bij
‘Een Song spelen’ (p.65).
4. Pas het tempo met de Tempo [-] [+] knoppen naar wens aan.
5. Indien nodig, verandert u de toonsoort van de Song (Transpose: p.88).
Als u op de [ (Play/Stop)] knop drukt, begint de automatische begeleiding te
spelen.
Zing mee met de begeleiding.
Wanneer u een muziekbestand met tekst afspeelt, verschijnt de tekst in het scherm.
Commerciële muziekbestan-
den, speciaal ontwikkeld voor
‘karaoke’ meezingen zijn ook
eschikbaar. Raadpleeg uw KR
handelaar bij het aankopen
van muziekbestanden. Zie
‘Muziekbestanden die op de
KR gebruikt kunnen worden’
(p.185).
Op de KR kunnen teksten ook
op een extern beeldscherm
worden getoond. Zie ‘Een
extern beeldscherm aanslui-
ten’ (p.156) en ‘De instellingen
voor het tonen van beelden
met het externe beeldscherm
en de televisie (External Dis-
play)’ (p.158).
Hoofdstuk 1
6. Druk op de [ (Play/Stop)] knop om de begeleiding te stoppen.
U kunt het verschijnen van de
tekst ook stoppen. Zie ‘De
tekst verbergen (Lyrics)’
(p.154).
43
Page 64
Hoofdstuk 1 Uitvoering
De metronoom gebruiken
De KR beschikt over een ingebouwde metronoom. Tijdens het afspelen van de Song
met begeleiding, speelt de ingebouwde metronoom op dat tempo en in die maat.
Hoofdstuk 1
fig.panel1-6
De metronoom gebruiken
1. Druk op de [Metronome] knop. De indicator licht op.
U zult de metronoom horen.
Het volgende ‘Metronome scherm’ verschijnt.
fig.d-metro.eps_60
U kunt op de [Exit] knop drukken om de metronoom voortdurend te laten spelen,
terwijl u naar het vorige scherm terugkeert.
De metronoom stopzetten
2. Druk nog een keer op de [Metronome] knop, en het indicator lampje gaat
uit.
44
Page 65
De metronoom instellingen veranderen
Het tempo aanpassen
Hoofdstuk 1 Uitvoering
U kunt het tempo van de metronoom aanpassen. Het tempo en de maat van de
metronoom veranderen automatisch, als u een automatische begeleiding gebruikt of
een Song afspeelt.
1. Druk op de Tempo [-] of [+] knoppen om een tempo aan te passen.
U kunt het metronoom tempo binnen een reeks van = 10-500 aanpassen.
Als de Tempo [-] [+] knoppen gelijktijdig worden ingedrukt, keert de geselecteerde
Song begeleiding naar het basistempo terug.
De maatsoort van de metronoom veranderen
1. In het Metronome scherm raakt u <Beat> aan.
2. Selecteer de maatsoort met de draaiknop.
Het volume veranderen
1. Het volume van de metronoom kan tot tien verschillende niveaus
Hoofdstuk 1
Wanneer is geselec-
teerd, zal alleen de upbeat
klinken.
worden aangepast.
2. In het Metronome scherm raakt u <Volume> aan.
Selecteer het volume met de draaiknop.
Als u kiest, wordt het volume op het laagste niveau ingesteld, en als u
kiest, wordt dit op het hoogste niveau ingesteld.
Kies om het metronoomgeluid onhoorbaar te maken.
Het type geluid veranderen
U kunt het geluid, dat de metronoom maakt, veranderen.
Wanneer de KR wordt opgestart, is dit op ‘Normal Metronome sound’ (normaal
metronoomgeluid) ingesteld.
1. In het Metronome scherm raakt u <Sound> aan.
2. Selecteer het geluid met de draaiknop.
Pictogram Uitleg Pictogram Uitleg
Normaal metronoom geluid
Elektronisch metronoom geluid
45
Page 66
Hoofdstuk 1 Uitvoering
Pictogram Uitleg Pictogram Uitleg
‘1, 2, 3’ in het Japans ‘1, 2, 3’ in het Engels.
Hoofdstuk 1
Honden en kattengeluiden
Triangel en castagnetten Handklap
Woodblock
De manier, waarop de metronoom maat (patroon) klinkt, veranderen
U kunt de metronoom instellen zodat deze op kleinere intervallen speelt.
1. In het Metronome scherm raakt u <Pattern> aan.
2. Selecteer het patroon met de draaiknop.
Pictogram Uitleg Pictogram Uitleg
Normale geluid
Halve noot intervallen
Kwartnoot intervallen
Gepuncteerde halve noot intervallen
Gepuncteerde kwartnoot intervallen
Gepuncteerde achtste noot intervallen
Achtste noot intervallen
Toegevoegde enkele back beat
Shuffle ritme toegevoegd
Het maat lampje uitzetten (Beat Indicator)
Het maat lampje knippert in de maat met de metronoom, begeleiding stijlen en Song
tempo’s, maar u kunt dit zo instellen, dat het altijd uit blijft.
1. In het Metronome scherm raakt u <Beat LED> aan.
2. Met de draaiknop selecteert u ON/OFF (Beat Indicator off).
Zestiende noot intervallen
Triolen ritme toegevoegd
46
Page 67
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Muziekstijlen en automatische begeleiding
Wat is automatische begeleiding?
Druk op de One Touch Program [Arranger] knop voor de optimale instellingen voor
de automatische begeleiding. Automatische begeleiding is een functie die u een
begeleiding in verschillende muzikale stijlen biedt, slechts door het specificeren van
akkoorden in de linkerhand. Met automatische begeleiding speelt u met een orkest,
zelfs als u alleen speelt!
Wat zijn muziekstijlen?
Begeleidingspatronen in verschillende muzikale genres worden ‘Muziek stijlen’
genoemd.
Er bestaan vele verschillende soorten muziek in de wereld, en ieder heeft zijn eigen
unieke kenmerken. Jazz of klassieke muziek danken hun onmiskenbare geluid aan
een unieke combinatie van elementen als instrumentatie, melodie en frasering,
welke interactief zijn en op die manier het muzikale karakter creëren.
Elementen van muziekstijlen
Een muziekstijl bestaat uit een serie van zes secties, genaamd ‘divisies’.
Voor instructies bij het spelen
van de automatische begelei-
ding, kijkt u bij ‘Muziekstijlen
selecteren (Music Style knop-
pen)’ (p.51).
Hoofdstuk 2
Divisie Uitleg
Intro Wordt aan het begin van een Song gespeeld.
Original Het basis begeleidingspatroon.
Variation Dit is een variatie op het originele begeleidingspatroon.
Dit is een frase van één maat, ingevoegd op een punt waar de
Fill In To Original
Fill In To Variation
Ending De afsluiting van een Song.
Bovendien zijn de begeleiding Stijlen uit maximaal acht uitvoeringsgedeeltes
opgebouwd: ‘Rhythm’ (ritme), ‘Bass’, ‘Accompaniment 1’ (begeleiding 1),
‘Accompaniment 2’ ‘Accompaniment 3’ ‘Accompaniment 4’ ‘Accompaniment 5’
‘Accompaniment 6’.
stemming verandert en de begeleiding naar het origineel ter­ugkeert.
Dit is een frase van één maat, ingevoegd op een punt waar de stemming verandert en de begeleiding naar de volgende vari­atie gaat.
47
Page 68
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
b
Spelen met gebruik van de automatische begeleiding (One Touch Arranger)
Hier wordt uitgelegd hoe instellingen voor de automatische begeleiding worden
gemaakt.
fig.panel2-1
Hoofdstuk 2
1. Druk op de One Touch Program [Arranger] knop.
Het basisscherm zoals dat hieronder verschijnt.
fig.d-arrbasic.eps_60
Bekijk de instellingen:
• Het toetsenbord is in gedeeltes voor de linkerhand en rechterhand gesplitst, met
begeleidingsakkoorden die voor de linkerhand kant van het toetsenbord zijn
gespecificeerd.
• Een geluid dat bij de geselecteerde muziekstijl past is gekozen.
< > verschijnt in het Piano
scherm of Basisscherm als een
koptelefoon is aangesloten.
U kunt het geluid van de kop-
telefoon een driedimensionale
reedte geven (p.31).
Normaalgesproken, als u een
muziekstijl verandert, zullen
het tempo en het geluid veran-
deren in selecties die goed bij
de gekozen muziekstijl pas-
sen. Als u het tempo en het
geluid niet wilt veranderen,
kijkt u bij ‘Muziekstijlen veran-
deren zonder het geluid of het
tempo te veranderen (One
Touch Setting)’ (p.139).
• Het tempo en de maatsoort voor de geselecteerde muziekstijl zijn ingesteld.
2. Speel een akkoord in het lage gedeelte van het toetsenbord.
De begeleiding begint vanaf het intro.
Speel akkoorden met de linkerhand, en de melodie met de rechter.
Instructies voor het selecteren
van muziekstijlen vindt u bij
‘Muziekstijlen selecteren
(Music Style knoppen)’ (p.51).
Als u de akkoorden van de linkerhand verandert, zal de begeleiding ook
veranderen.
fig.arr-split.e
Splitspunt ( )
F3
Voor instructies over het star-
ten en stoppen van de begelei-
ding, raadpleegt u ‘De begelei-
ding starten en stoppen’ (p.55).
De reeks waarbinnen een akkoord wordt gespecificeerd.
3. Druk op de [Intro/Ending] knop.
Nadat het einde is gespeeld, stopt de begeleiding.
48
U kunt de reeks waarbinnen
de akkoorden worden
gespeeld veranderen. Kijk bij
‘Het splitspunt van het toet-
senbord veranderen (Split
Point)’ (p.139).
Page 69
Over akkoorden
Een akkoord wordt geproduceerd wanneer meerdere noten tegelijkertijd worden
gespeeld. Akkoorden worden aangeduid met de toonhoogte van de grondtoon
(tonica) en het akkoordtype, dat door de andere noten van het akkoord wordt
bepaald.
Het C m akkoord wordt bijvoorbeeld aangeduid door middel van de grondtoon ‘C’
en het akkoordtype ‘m’ (mineur). C m bestaat uit drie noten: ‘C’, ‘E ’ en ‘G’.
‘C m’ wordt in het Basisscherm als de akkoordnaam aangeduid.
fig.chord.e
C
m
Akkoordtype
Grondtoon
Grondtoon
Alle grondtonen van akkoorden worden als een letter aangegeven, soms met een
kruis of , en corresponderen met de hieronder getoonde noten.
fig.chord-root.e
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Hoofdstuk 2
E
CG
Akkoorden spelen met een eenvoudige vingerzetting (Chord Intelligence)
‘Chord Intelligence’ is een eigenschap die de begeleidingsakkoorden kiest op het
moment dat u een toets indrukt.
Om bijvoorbeeld een ‘C’ akkoord te spelen, moet u gewoonlijk drie toetsen
indrukken, C, E en G. Met Chord Intelligence hoeft u alleen de C in te drukken om
een ‘C’ akkoord begeleiding te starten.
fig.chord-intel.e
• Intelligence 1
Majeur
Voorbeeld: C
Septiem
Voorbeeld: C7
Majeur septiem
Voorbeeld: C maj 7
Speel de grondtoon
Speel de grondtoon en de tweede toets daaronder.
Speel de grondtoon en de eerste toets daaronder.
Mineur
Voorbeeld: C m
Mineur septiem
Voorbeeld: C m7
Verminderd
Voorbeeld: C dim
Speel de grondtoon en de derde toets daarboven.
Speel de grondtoon, de derde toets daarboven en de tweede toets daaronder.
Speel de grondtoon en de zesde toets daarboven.
Normaalgesproken worden
instellingen voor de Chord
Intelligence functie geselec-
teerd, maar er kunnen instel-
lingen zijn die niet worden
gebruikt. De regels die bepa-
len hoe akkoorden worden
gespeeld kunnen ook door u
veranderd worden. Voor meer
informatie kijkt u bij ‘De
manier waarop akkoorden
worden gespeeld en gespecifi-
ceerd veranderen (Arranger
Config)’ (p.139).
Meer over de vingerzetting bij
akkoorden vindt u in de
‘Akkoordenlijst’ (p.180).
49
Page 70
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Akkoord vingerzettingen bekijken (Chord Finder)
Als u niet zeker weet hoe de vingerzetting van een bepaald akkoord is, kunt u de
noten van het akkoord in het scherm laten verschijnen.
1. In het Basisscherm raakt u < > aan.
fig.d-arrbasic.eps_60
Hoofdstuk 2
2. Raak de grondtoon van het akkoord waar u meer over wilt weten aan.
De akkoord vingerzetting verschijnt in het scherm.
fig.d-crdfind.eps_60
Als u bijvoorbeeld de vingerzetting van een C# akkoord wilt zien, raakt u eerst <C>
aan en daarna <#>.
Druk op de [Exit] knop om naar het Basisscherm terug te keren.
Muziekstijlen selecteren (Music Style knoppen)
50
U kunt een verscheidenheid aan verschillende muziekstijlen selecteren met de
Music Style knoppen.
Aan de muziekstijl zijn vier verschillende preset stijlen toegewezen.
fig.panel2-2
Page 71
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
1. Druk op de One Touch Program [Arranger] knop..
2. Druk op één van de Music Style knoppen om de muziekstijl groep te
selecteren.
De indicator op de knop licht op.
Vijf van de muziekstijlen binnen de betreffende groep worden in het scherm getoond.
fig.d-stylesel.eps_60
Hoofdstuk 2
Meer over de namen van
muziekstijlen vindt u in de
‘Muziekstijl lijst’ (p.179).
Dit scherm wordt het ‘Stijl Selectie scherm’ genoemd.
Raak de scroll balk aan en trek deze omhoog en omlaag om door het scherm te
scrollen en andere stijlen weer te geven.
Raak de pagina pictogrammen < > < > aan om van pagina te veranderen.
U kunt <Search> aanraken om stijlen te vinden die aan de geselecteerde criteria
voldoen (p.52).
3. Raak een muziekstijl naam aan om de muziekstijl te selecteren.
U kunt de draaiknop gebruiken om automatisch van pagina en stijlen te veranderen.
4. Raak Preset <A>, <B>, <C> of <D> in het onderste gedeelte van het
scherm aan.
Als de muziekstijl is geselecteerd, is Preset A geselecteerd.
Wanneer één van de Presets van <A> tot en met <D> is geselecteerd, veranderen het
tempo van de muziekstijl, de Upper Tone, Style Orchestrator instellingen (p.59) en
andere instellingen.
5. Druk op de [Exit] knop.
Het beeld keert naar het Basisscherm terug.
Als u een akkoord in het linkerhand gedeelte van het toetsenbord speelt, begint de
geselecteerde muziekstijl automatisch.
51
Page 72
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Sleutelwoorden gebruiken bij het zoeken naar muziekstijlen (Style Search)
U kunt zoeken naar muziekstijlen zoeken die met het tempo van de song, het
muzikale genre of andere criteria die u instelt overeenkomen.
1. Druk op één van de Music Style knoppen.
2. Raak <Search> aan.
Het volgende “Style Search scherm” verschijnt.
fig.d-stylsrch1.eps_60
Zoekscherm op vereisten Zoekscherm op naam
Hoofdstuk 2
U kunt alleen zoeken binnen
de interne muziekstijlen van
de KR107.
Raak hier aan om tussen de
schermen te wisslen
Zoeken op vereisten
3. Raak de parameter die u wilt instellen aan, en gebruik dan de draaiknop
om de zoekvereisten te selecteren.
4. Raak <Search> aan.
De zoekresultaten verschijnen in het scherm.
Raak een muziekstijl naam aan om de muziekstijl te selecteren.
Druk op de [Exit] knop om naar het Style Search scherm terug te keren.
Zoeken op de naam van de muziekstijl
3. Raak <By Name> aan.
Raak <By Key> aan om naar het vereisten zoekscherm terug te keren.
4. Bepaal welk teken u voor het zoeken wilt gebruiken.
Het geselecteerde teken verschijnt in het midden van het scherm.
Voer het teken waar u naar zoekt in. Als u bijvoorbeeld <ABC> achtereenvolgens
aanraakt, loopt u door alle beschikbare keuzes binnen die groep tekens
(“A””B””C”...).
Raak <A-0> aan om tussen letters en cijfers af te wisselen.
Bij het zoeken op vereisten,
zoekt de KR107 naar
muziekstijlen die aan alle
gestelde vereisten voldoen.
5. Raak <Search> aan.
De zoekresultaten verschijnen in het scherm.
Raak een muziekstijl naam aan om de muziekstijl te selecteren.
Druk meerdere malen op de [Exit] knop om naar het Basisscherm of het vorige
scherm terug te keren.
52
Page 73
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Muziekstijlen van externe geheugens selecteren
Andere User stijlen, die in een extern geheugen (apart verkrijgbaar) of in het User
geheugen zijn opgeslagen (p.135), kunt u ook afspelen.
fig.panel2-3
1. Druk op de Music Style [User] knop.
fig.d-styldisk.eps_60
Hoofdstuk 2
2. Raak <User> onder in het scherm aan.
Als u <User> in het onderste gedeelte van het scherm aanraakt, verschijnt het
scherm waarin stijlen uit het user geheugen of extern geheugen geselecteerd kunnen
worden.
Als u <Preset> links onder in dit scherm aanraakt, keert u terug naar het scherm
waarin de ‘Trad/World’ begeleidingsstijlen geselecteerd kunnen worden.
3. Raak < > < > aan om de opslagmedia waar de begeleidingsstijl is
opgeslagen te selecteren.
De namen van de begeleidingsstijlen die op de geselecteerde opslagmedia zijn
opgeslagen, worden weergegeven.
4. Selecteer een muziekstijl en raak de Music Style naam aan.
5. Druk op de One Touch Program [Arranger] knop.
Nu kunt u spelen met de geselecteerde muziekstijl.
Muziekstijlen die van externe geheugens worden geselecteerd, worden opgeslagen
totdat de stroom wordt uitgeschakeld. Zelfs na het uitwerpen van externe
geheugens kunt u de meest recente geselecteerde muziekstijl spelen, door de Music
Style [User] knop in te drukken.
U kunt meerdere User (gebrui-
ker) stijlen in het gebruikersge-
heugen opslaan. Kijk bij ‘Een
User stijl opslaan’ (p.135).
53
Page 74
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Alleen Music Style ritmepatronen spelen
U kunt ook alleen de ritmepatronen van de muziekstijl spelen.
fig.panel2-4
Hoofdstuk 2
1. Selecteer een muziekstijl (p.51).
2. Druk op de One Touch Program [Piano] knop.
De uitvoering wordt zo ingesteld dat alleen de ritmepatronen worden gespeeld.
3. Druk op de [Intro/Ending] knop.
Het ritmegedeelte van de begeleiding begint vanaf het intro
Net als bij normale automatische begeleiding kunt u intro’s en eindes invoegen met
de [Intro/Ending] knop, en veranderingen in de ritmepatronen aanbrengen met de
Fill In knop (p.58).
Het tempo van de begeleiding aanpassen
fig.panel2-5
NOTE
Sommige muziekstijlen hebben
geen ritmepatronen.
Als u deze stijl patronen
selecteert, worden geen
ritmepatronen gespeeld, ook
niet als u aan de linkerkant van
het toetsenbord speelt.
54
Wanneer het Basisscherm wordt weergegeven, kunt u de Tempo [-] [+] knoppen of
de draaiknop gebruiken om het tempo te veranderen.
Het tempo wordt links boven in het scherm aangegeven.
fig.d-arrbasic.eps_60
Als de Tempo [-] [+] knoppen gelijktijdig worden ingedrukt, keert de geselecteerde
muziekstijl of Song naar het basis tempo terug.
U kunt het tempo van de automatische begeleiding zelfs veranderen terwijl de
begeleiding speelt.
Page 75
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
De begeleiding starten en stoppen
Wanneer de One Touch Program [Arranger] knop wordt ingedrukt, wordt de start
van de automatische begeleiding geactiveerd (welke de begeleiding gelijktijdig start
als u in het lage gedeelte van het toetsenbord speelt), en wordt automatisch een
passend intro voor de begeleiding ingesteld. De manier waarop de begeleiding start
en stopt kunt u ook veranderen.
fig.panel2-6
De begeleiding gelijktijdig laten starten op het moment dat u op het toetsenbord speelt (Sync
Hoofdstuk 2
Start)
1. Druk gelijktijdig op de [Intro/Ending] knop en de [Start/Stop] knop,
waardoor de indicators van beide knoppen gaan knipperen.
De Sync Start instellingen treden in werking.
2. Speel een akkoord in het lage gedeelte van het toetsenbord.
Zodra u de toetsen bespeelt, beginnen het intro en de begeleiding tegelijkertijd.
Het intro veranderen
Wanneer ingesteld op Sync Start (de [Intro/Ending] knop en [Start/Stop] knop
knipperen), kunt u de volgende procedure gebruiken om het intro te veranderen, of
om het geheel niet te laten spelen.
Starten zonder een intro
Druk op de [Intro/Ending] knop. De indicator dooft uit.
Als u nu een akkoord speelt op het toetsenbord, start de begeleiding zonder intro.
Starten met een kort intro
Raak <Arranger> in het basisscherm aan om het arranger scherm te
Sync start wordt direct inge-
steld nadat de One Touch pro-
gram [Arranger] knop is inge-
drukt.
openen.
Raak het Intro <2> aan.
fig.d-intro2.eps_60
55
Page 76
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Als u nu een akkoord op het toetsenbord speelt wordt een kort intro gespeeld, en de
begeleiding begint.
Beginnen met één druk op de knop
1. Druk de [Intro/Ending] knop en de [Start/Stop] knop tegelijk in, en de
lampjes van de indicators gaan uit.
De Sync Start functie is opgeheven.
2. Speel een akkoord in het lage gedeelte van het toetsenbord.
Kies het akkoord dat gespeeld moet worden als de begeleiding begint te spelen.
Hoofdstuk 2
3. Druk op de [Intro/Ending] knop of de [Start/Stop] knop.
Als u de [Intro/Ending] knop indrukt, wordt het intro gespeeld en begint de
begeleiding. Als u op de [Start/Stop] knop drukt, begint de begeleiding zonder het
intro.
Als u Intro <2> in het Basisscherm aanraakt, wordt een kort intro gespeeld.
Akkoordtonen en bastonen
Wanneer u de toetsen in het linkerhand gedeelte van het toetsenbord speelt terwijl
de indicator van de [Start/Stop] knop niet verlicht is, worden akkoorden gespeeld.
Deze noot wordt de ‘Akkoordtoon’ genoemd en de grondtoon van het akkoord dat
tegelijkertijd wordt gespeeld, heet de ‘Bastoon’.
De automatische begeleiding stopzetten
Stoppen met een toegevoegd einde
1. Druk op de [Intro/Ending] knop.
Een einde wordt gespeeld en de automatische begeleiding stopt.
Stoppen op het moment dat de knop wordt ingedrukt
1. Druk op de [Start/Stop] knop.
De automatische begeleiding stopt op het moment dat u de knop indrukt.
U kunt het geluid van de
akkoordtoon en de bastoon
veranderen. Kijk bij ‘De manier
waarop akkoorden worden
gespeeld en gespecificeerd
(Arranger Config)’ (p.139).
56
Page 77
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Een aftelgeluid spelen aan het eind van het intro (Countdown)
Als een intro voor uw uitvoering wordt gespeeld, kunt u een aftelgeluid aan het eind
van het intro laten spelen, zodat u weet wanneer u moet beginnen met spelen.
fig.countdown.e
Voorbeeld: 4/4
Intro
1234
Als het intro is gespeeld, wordt de begeleiding gespeeld.
Aftelgeluid
1. Druk op de [Count/Marker] knop. De indicator licht op.
Het volgende ‘Countdown instellingsscherm’ verschijnt.
fig.d-cntdwn.eps_60
Hoofdstuk 2
2. Raak <Count Mode> aan om dit op ‘Count Down’ of ‘Count
In/Down’ in te stellen.
Als u op de One Touch Program [Arranger] knop drukt, begint de uitvoering en
wordt het aftelgeluid aan het eind van het intro gespeeld.
De aftelling annuleren
3. Druk op de [Count/Marker] knop en de indicator dooft uit.
Wanneer ingesteld op ‘Count
In/Down’, wordt een aftelge-
luid toegevoegd voordat het
afspelen van de Song begint.
Meer over de instellingen van
het Countdown scherm vindt
u bij ‘De instellingen voor
aftellen veranderen’ (p.141).
57
Page 78
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Een begeleiding wijzigen
Wanneer u de automatische begeleiding gebruikt, kunt u op eenvoudige wijze Fill
Ins aan de begeleidingspatronen toevoegen, arrangementen veranderen en andere
aanpassingen maken.
Het begeleidingspatroon veranderen (Fill In knoppen)
Er zijn twee begeleidingspatronen: het origineel en een variatie. Daarnaast wordt
een fill-in (of korte frase) toegevoegd op de plaatsen waar de begeleidingspatronen
Hoofdstuk 2
veranderen, hetgeen de Song interessanter maakt. Het kan effectief zijn om het
eenvoudigere originele patroon voor de eerste gedeelte van de Song te gebruiken, en
het variatie patroon voor het tweede gedeelte.
Wat is een ‘Fill In’?
Een korte geïmproviseerde frase die op de notenbalk wordt ingevoegd, wordt een
‘Fill In’ genoemd.
U kunt variatie in de automati-
sche begeleiding aanbrengen
door verschillende functies aan
de Performance Pads en peda-
len toe te wijzen. Voor meer
informatie, zie ‘Functies aan
pedalen en Performance Pads
toewijzen (Pedal Setting/User
Functions)’ (p.144).
De KR speelt automatisch de passende frase voor de geselecteerde muziekstijl.
fig.panel2-7
Druk op de Fill In [To Variation] knop. De indicator licht op.
Het instrument wordt zo ingesteld, dat het variatie uitvoeringspatroon wordt
gespeeld.
Druk op de Fill In [To Original] knop. De indicator licht op.
Het instrument wordt zo ingesteld, dat het originele uitvoeringspatroon wordt
gespeeld.
Druk tijdens een uitvoering op deze knoppen om een fill-in van één maat op de
geschikte plaats en tijd in te voegen.
Een fill-in toevoegen zonder het begeleidingspatroon te veranderen
U kunt alleen de fill-in spelen, zonder het begeleidingspatroon te veranderen.
Druk tijdens de uitvoering op de verlicht [To Original] of [To Variation] knop.
58
Page 79
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
b
Als u op de [User Function]
knoppen drukt, gaat de indicator
van de [Style Orchestrator] knop
uit en verandert de functie van
de Performance Pads. Meer infor-
matie vindt u op p.81 en p.144.
Wanneer eenvoudige muziekstij-
len geselecteerd zijn, kan er
mogelijk geen verandering in het
arrangement zijn, zelfs niet als u
de Style Orchestrator functie
gebruikt.
Begeleidingspatronen veranderen in het scherm
U kunt de begeleidingspatronen in intro’s, fill-ins, eindes enzovoort veranderen
door het scherm aan te raken. Hiermee kunt u tot nog meer gevorderde uitvoeringen
komen.
1. Druk op de One Touch ]Arranger] knop.
Het Arranger basisscherm wordt weergegeven.
2. Raak <Arranger> aan.
Het volgende scherm verschijnt.
fig.d-cntdwn.eps_60
Raak het scherm aan om het begeleidingspatroon te veranderen.
De instrumentatie van muziekstijlen veranderen (Style Orchestrator)
U kunt het arrangement van een begeleiding veranderen. Deze functie wordt ‘Style
Orchestrator’ genoemd. Iedere muziekstijl heeft drie verschillende begeidings
arrangementen.
fig.panel2-8
Chapter 2
Meer informatie over leidende
as, zie p.145.
1. Druk op de [Style Orchestrator] knop en zie hoe de indicator oplicht.
Het instrument wordt zo ingesteld, dat u het arrangement met de Performance Pads
kunt veranderen.
2. Druk op Performance Pad [1]-[3] om het arrangement van de begeleiding
te veranderen.
Zie hoe de indicator van de knop die u indrukt oplicht.
Knop Uitleg
1 (Basic) Dit is het meest eenvoudige arrangement.
2 (Advanced) Dit is een uitgebreider arrangement.
3 (Full) Dit is het meest uitgebreide arrangement.
59
Page 80
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Harmonie aan het gedeelte van de rechterhand toevoegen (Melody Intelligence)
U kunt harmonie toevoegen aan de noten die u op het toetsenbord speelt.
Terwijl een automatische begeleiding speelt, wordt de bijpassende harmonie
automatisch aan de noten die u met de rechterhand speelt toegevoegd. Deze functie
wordt ‘Melody Intelligence’ genoemd.
fig.panel2-10
Hoofdstuk 2
1. Druk op de [Melody Intelligence] knop. De indicator licht op.
Als u iets in het rechterhand gedeelte van het toetsenbord speelt, wordt harmonie
toegevoegd.
Het volgende ‘Melody Intelligence scherm’ verschijnt.
fig.d-melointel.eps_60
2. Selecteer een harmonie type en raak het aan.
Als u nu een melodie op het toetsenbord speelt, wordt een harmonie stijl
automatisch toegevoegd.
Als u op de [Exit] knop drukt, keert u naar het vorige scherm terug, terwijl de
Melody Intelligence functie geselecteerd blijft.
3. Druk nog een keer op de [Melody Intelligence] knop en het lampje van
de indicator dooft uit.
De Melody Intelligence functie is opgeheven.
Bij sommige harmonieën kun-
nen geluiden automatisch ver-
anderen. Ook wanneer u meer-
dere toetsen tegelijkertijd
speelt, kan er in sommige
gevallen harmonie aan één
noot worden toegevoegd.
60
Page 81
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Tijdens een uitvoering geluiden in de linkerhand spelen (Lower Tone)
Wanneer automatische begeleiding in een uitvoering wordt gebruikt, worden er
normaalgesproken geen geluiden geproduceerd door in het linkerhand gedeelte van
het toetsenbord te spelen. Als u het <Lower 1> of <Lower 2> pictogram aanraakt,
kunt u geluiden in het linkerhand gedeelte van het toetsenbord gelijktijdig met de
automatische begeleiding laten spelen.
1. Druk op de One Touch Program [Arranger] knop.
Hiermee wordt de automatische begeleiding ingesteld.
2. In het Basisscherm raakt u <Lower 1> aan.
Als u nu een akkoord speelt in het linkerhand gebied van het toetsenbord, zullen de
noten die u speelt klinken, en het begeleidingsakkoord veranderen.
Op dezelfde manier kunt u het lage geluid spelen door <Lower 2> aan te raken.
Door zowel <Lower 1> als <Lower 2> aan te raken, kunt u een Layer uitvoering voor
de linkerhand bewerkstelligen.
fig.d-lower.eps_60
Hoofdstuk 2
Het geluid in de linkerhand stopzetten
3. Raak <Lower 1> aan.
Het <Lower 1> pictogram keert naar de originele kleur terug.
Om <Lower 2> ook te laten stoppen, raakt u ook <Lower 2> aan.
De lage geluiden stoppen met spelen.
61
Page 82
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
De piano spelen met toegevoegde begeleiding (Piano Style Arranger)
Met automatische begeleiding speelt u normaalgesproken akkoorden in het
linkerhand gebied van het toetsenbord en de melodie in het rechterhand gebied.
Akkoorden kunnen ook over het volledige toetsenbord worden herkend, waardoor
u met de automatische begeleiding kunt spelen zonder het toetsenbord te hoeven
splitsen. Deze functie wordt de ‘Piano Style Arranger’ genoemd.
Dit maakt het mogelijk om automatisch een begeleiding toe te voegen terwijl u een
Song speelt door de akkoorden op de gebruikelijke manier te spelen, zonder
Hoofdstuk 2
rekening te hoeven houden met de locatie van de splitsing van het toetsenbord.
1. Druk op de One Touch Program [Arranger] knop.
2. Raak <Split> aan om de Split functie uit te zetten.
fig.d-pianist.eps_60
3. Selecteer een muziekstijl (p.51).
4. Speel op het toetsenbord.
De begeleiding begint als u een akkoord op een willekeurige plaats van het
toetsenbord speelt.
62
Page 83
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
b
De volumebalans voor elk gedeelte aanpassen (Balance)
U kunt de volumebalans tussen de begeleiding en het toetsenbord aanpassen, en de
volumebalans van alle gedeeltes (parts) in een muziekstijl.
De volumebalans tussen de begeleiding en het
toetsenbord veranderen (Balance knop)
U kunt de volumebalans tussen een Song met begeleiding en de noten die u op het
toetsenbord speelt aanpassen.
1. Pas de volumebalans met de Balance knop aan.
fig.volbal.e
De volumebalans van elk Performance Part
aanpassen (Part Balance)
U kunt het volume van elk uitvoeringsgedeelte in een muziekstijl bijstellen, en de
balans tussen gedeeltes (parts) wanneer meerdere geluiden op het toetsenbord
worden gespeeld.
fig.panel2-11
NOTE
Als deze knop geheel naar de
egeleidingskant is gedraaid,
zijn er geen geluiden van het
toetsenbord hoorbaar, ook niet
als de toetsen worden
ingedrukt. U kunt de knop
gewoonlijk op de
middenpositie laten staan.
Hoofdstuk 2
1. Druk op de [Part Balance] knop. De indicator licht op.
Het volgende ‘Part Balance scherm’ verschijnt.
Raak aan om van scherm te veranderen.
fig.d-partbal2.eps_60
Verander van scherm
63
Page 84
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
De volumebalans tussen de uitvoeringsgedeeltes in de muziekstijl wordt aangeduid.
Pictogram Performance Part
Rhythm Muziekstijl ritmegedeelte
Bass Muziekstijl bas gedeelte
Accomp1
Accomp2
Hoofdstuk 2
Accomp3
Accomp4
Accomp5
Accomp6
Chord Tone Akkoordtoon (p.56)
Bass Tone Bastoon (p.56)
Audio Geluid
De volumebalans tussen de uitvoeringsgedeeltes in de muziekstijl Als u
<Keyboard> aanraakt, verschijnt een scherm zoals het onderstaande.
fig.d-partbal1.eps_60
Begeleiding 1-6
Verander van scherm
Dit toont de volumebalans tussen de geluiden van het toetsenbord wanneer Layer
uitvoering (p.26) of Split uitvoering (p.27) worden gebruikt, of de volumebalans
wanneer het toetsenbord wordt gebruikt om percussie instrumenten of
geluidseffecten te spelen (p.24).
Pictogram Klank Part
Drum/SFX
Upper Upper Tone
Lower 1 Lower Tone 1
Lower 2 Lower Tone 2
Layer 1 Layer Tone 1
Layer 2 Layer Tone 2
Als u <Accomp> aanraakt, keert u terug naar het scherm waarin de volumebalans
van de begeleidingsstijl kan worden ingesteld.
Percussie instrumenten of geluidseffecten die met de toetsen worden gespeeld.
64
Page 85
Hoofdstuk 3 Afspelen van een Song
Een Song spelen
Laten we nu het afspelen van interne Songs, in de winkel verkrijgbare
muziekbestanden en Songs die op een extern geheugen zijn opgeslagen eens
oefenen.
U kunt rewind (terugspoelen) of fast-forward (vooruit spoelen) gebruiken om naar
elke gewenste maat te gaan, en vanaf dat punt af te spelen.
U kunt u geluidsbestanden afspelen.
fig.panel3-1
Knoppen voor opnemen/afspelen
De Song selecteren
Als u Songs van een extern geheugen wilt afspelen, sluit dan eerst het externe
geheugen op de externe geheugenpoort aan.
Hoofdstuk 3
1. Druk op de [Song] knop.
Het volgende ‘Song Selectie scherm’ verschijnt.
fig.d-Songsel.eps_60
Raak de scroll balk aan en trek deze omhoog en omlaag om het hele scherm te
kunnen bekijken en andere Songs weer te geven.
Raak de pagina pictogrammen < > < > aan om van pagina te veranderen.
: de vingerzetting wordt bij de notatie getoond.
: de akkoorden worden bij de notatie getoond.
: U kunt de tekst weergeven.
: voor geluidsbestanden.
Als u < > aanraakt, worden Songs die uit alle interne Songs zijn geselecteerd, in
willekeurige volgorde afgespeeld.
Over willekeurige
uitvoeringen
Wanneer ‘Favorites’ als het
genre is geselecteerd, worden
Song die in ‘Favorites’ zijn
geregistreerd, in willekeurige
volgorde afgespeeld.
Als ‘External Memory’ als het
genre is geselecteerd, worden
de Songs in de map die in het
scherm verschijnt in
Als u < > aanraakt, worden alle Songs binnen het genre dat u heeft geselecteerd
afgespeeld, te beginnen bij de geselecteerde Song. Als de laatste Song is afgespeeld,
begint het afspelen opnieuw vanaf de eerste Song binnen het genre.
65
Page 86
Hoofdstuk 3 Afspelen van een Song
2. Raak < >< > aan om het Song genre te selecteren.
3. Raak de naam van de Song die u wilt afspelen aan.
Afspelen
4. Druk op de [ (Play/Stop)] knop.
Hoofdstuk 3
De Song stopzetten
5. Druk nog een keer op de [ (Play/Stop)] knop
< >: De geselecteerde Song wordt afgespeeld. Dit verandert in < > terwijl
de Song wordt afgespeeld. Het afspelen stopt als u < > aanraakt.
Door <File> aan te raken kunt u informatie over de Song bekijken (p.154) en Songs
in het externe geheugen opslaan (p.102).
U kunt ook de draaiknop gebruiken om Songs te selecteren.
De indicator van de knop licht op en de Song wordt afgespeeld.
Indien er geen opgenomen
Song data is, verschijnt het
‘Delete Song’ scherm.
Als het in orde is om de Song
te verwijderen, raakt u <OK>
aan. Als u de Song niet wilt
verwijderen, raakt u <Cancel>
aan en slaat u de Song in een
extern geheugen (p.102) op, of
registreert u de Song in de
Favorites (p.69).
De indicator op de knop gaat uit en de Song stopt.
Als de Song is afgespeeld, stopt het afspelen automatisch.
Druk op de
[ (Reset)] knop om naar het begin van de Song terug te gaan.
Knoppen voor opnemen/afspelen
fig.composer.e
Track knoppen (Rhythm, Whole, Bass/Accomp, Lower, Upper):
Elk uitvoeringsgedeelte van de Song die wordt afgespeeld, is aan een track knop toegewezen.
Gebruik deze knoppen om de uitvoeringsgedeeltes die op mute zijn ingesteld of afgespeeld
worden te selecteren. Meer informatie vindt u op p.84.
[ (Reset)] knop: keer naar het begin van de Song terug.
[ (Play/Stop)] knop:
Speelt de Song af, of wanneer de Song wordt afgespeeld, stopt deze.
[ (Fwd)] knop: neemt de uitvoering op. Meer gedetailleerde informatie vindt u op p.90.
[ (Bwd)] knop: verschuift de afspeelpositie van de Song met één maat tegelijk naar
achteren, elke keer dat de knop wordt ingedrukt. Wanneer een geluidsbestand wordt
afgespeeld, verschuift dit de afspeelpositie van de Song elke keer één seconde terug. Als deze
knop ingedrukt wordt gehouden, spoelt de Song voortdurend terug.
[ (Fwd)] knop: verschuift de afspeelpositie van de Song met één maat tegelijk naar voren,
elke keer dat de knop wordt ingedrukt. Wanneer een geluidsbestand wordt afgespeeld,
verschuift dit de afspeelpositie van de Song elke keer één seconde verder. Als deze knop
ingedrukt wordt gehouden, spoelt de Song voortdurend verder.
Als u de [ (Play/Stop)] knop ingedrukt houdt en op de [ (Fwd)] knop drukt, gaat
u naar het einde van de Song.
NOTE
Als u een Song selecteert,
wordt het maatnummer in het
Basisscherm geaccentueerd. De
uitvoeringsdata wordt gela-
den terwijl de indicatie wordt
geaccentueerd. Wacht enkele
ogenblikken totdat dit voltooid
is.
NOTE
Als u de markers gebruikt om
een sectie aan te duiden die
herhaald moet worden (p.87),
kunt u alleen binnen de reeks
tussen markering A en marke-
ring B terugspoelen en vooruit-
spoelen.
66
Page 87
Hoofdstuk 3 Afspelen van een Song
b
b
Als u Songs uit mappen selecteert
1. Raak de naam van de map aan.
2. Raak < (Play)> links onder in het scherm aan.
Na korte tijd wordt een lijst met Songs in de map getoond.
U kunt de map ook met de draaiknop of met de [ (Bwd)] of [ (Fwd)]
knop op de afstandsbediening selecteren. De map kan geopend worden door op
de [ (PLAY)] knop te drukken.
3. Raak een Song uit de lijst aan om de Song die u wilt afspelen te
selecteren.
* Afhankelijk van het aantal Songs in de map, kan dit even duren.
Over geluidsbestanden
Geluidsbestanden in de volgende formaten kunnen afgespeeld worden:
• ‘.WAV’ extensie
NOTE
Als een map meer dan 500
estanden en/of mappen
evat, kan het zijn dat som-
mige bestanden en mappen
niet worden weergegeven.
Hoofdstuk 3
• 16bit lineair
• Samplesnelheid van ‘44.1 kHz’
• Stereo
De volgende functies kunnen bij het afspelen van geluidsbestanden niet gebruikt
worden:
• Markering (p.85)
• Notenschrift weergeven (p.74)
• Registreren in ‘Favorites’ (p.69)
• Transponeren (p.88)
• Tempo veranderen (p.81)
• Track Mute (p.84)
• Opnemen (p.91)
• Zoeken (p.68)
* Door het uitvoeren of opslaan van andere procedures tijdens het afspelen van
geluidsbestanden kan de Song stoppen terwijl deze wordt afgespeeld.
67
Page 88
Hoofdstuk 3 Afspelen van een Song
Sleutelwoorden gebruiken om naar Songs te zoeken
(Song Search)
U kunt zoeken naar Songs die aan de door u ingestelde vereisten wat betreft Song
tempo of genre voldoen.
U kunt de Songs ook zoeken met gebruik van de eerste letter van de Songnaam.
1. Druk op de [Song] knop.
2. Raak < > aan.
Het volgende ‘Song Search scherm’ verschijnt.
fig.d-Songsrch1.eps_60
Condition Search screen Name Search screen
Zoekscherm op vereisten Zoekscherm op naam
Hoofdstuk 3
U kunt alleen zoeken binnen
de interne Songs van de
KR107.
Touch here to switch these screens.
Raak hier aan om tussen de
schermen te wisslen
Zoeken op vereisten
3. Raak de parameter die u wilt instellen aan, en gebruik dan de draaiknop
om de zoek vereisten te selecteren.
Met <data> worden Songs gezocht volgens data die zich in de interne Songs bevindt.
U kunt bij het zoeken vier verschillende criteria hanteren: ‘Chords’, ‘Lyrics’, ‘Finger’
(vingerzettingen) en ‘Any’. Door een Song die deze data bevat te selecteren en deze
vervolgens in de notatie van de KR107 weer te geven, kunt u informatie over de
geselecteerde data laten verschijnen.
4. Raak <Search> aan.
De zoekresultaten verschijnen in het scherm.
Raak de Song naam aan om de Song te selecteren.
Druk op de [Exit] knop om naar het Song Selectie scherm terug te keren.
Zoeken op Song naam
3. Raak <By Name> aan.
Raak <By Key> aan om naar het Condition Search scherm terug te keren.
4. Bepaal welk teken u voor het zoeken wilt gebruiken.
Het geselecteerde teken verschijnt in het midden van het scherm.
Voer het teken dat u zoekt in. Als u bijvoorbeeld achtereenvolgens <ABC> aanraakt,
worden alle beschikbare keuzes binnen die groep tekens (‘A’’B’’C’...)
beschikbaar gemaakt.
Raak <A-0> aan om tussen letters en cijfers af te wisselen.
68
Page 89
Hoofdstuk 3 Afspelen van een Song
5. Raak <Search> aan.
De zoekresultaten verschijnen in het scherm.
Raak de Song naam aan om de Song te selecteren.
Druk meerdere malen op de [Exit] knop om naar het vorige scherm terug te keren.
De Songs die u leuk vindt registreren (Favorites)
Songs die u op dat moment aan het oefenen of spelen bent, kunnen in ‘Favorites’
geregistreerd worden, zodat u deze Songs gemakkelijk kunt selecteren.
Hoofdstuk 3
De Song selecteren
1. Druk op de [Song] knop.
Het Song selectie scherm verschijnt (p.65).
fig.d-Songsel.eps_60
2. Raak de Song naam aan om de Song die u wilt registreren te selecteren.
In Favorites registreren
3. Raak <Favorites> aan.
Songs uit het externe geheugen
kunnen ook in Favorites
worden geregistreerd. Voor
details, kijk bij ‘Songs uit
externe geheugens naar
Favorites kopiëren’ (p.106).
Een scherm zoals hieronder verschijnt.
fig.m-fvrtadd.eps_60
4. Raak <OK> aan.
De geselecteerde Song wordt in Favorites geregistreerd.
Nu kunt u de geregistreerde Song selecteren door Favorites van dat genre in het
Song selectie scherm te kiezen.
NOTE
Geluidsbestanden kunnen niet
in Favorites worden geregis-
treerd.
69
Page 90
Hoofdstuk 3 Afspelen van een Song
Songs uit Favorites verwijderen
Hiermee worden in Favorites geregistreerde Songs verwijderd.
1. Raak < > < > in het Song selectie scherm aan om de ‘Favorites’ uit
de genre categorie te selecteren.
fig.d-Song-fvrt.eps_60
Hoofdstuk 3
2. Raak de naam van de te verwijderen Song aan.
3. Raak <Delete> aan.
Een scherm zoals hieronder verschijnt.
fig.m-fvrtdel.eps_60
4. Raak <OK> aan.
De Song wordt verwijderd.
70
Page 91
Hoofdstuk 3 Afspelen van een Song
De afstandsbediening gebruiken
U kunt de bijgeleverde afstandsbediening gebruiken om uitvoeringen gemakkelijk
te starten en stoppen en om van Songs te veranderen.
Hoe u de afstandsbediening gebruikt
Als u de afstandsbediening gebruikt, richt deze dan op de infrarood ontvanger, rekening houdend met het bereik waarbinnen deze werkt.
Infrarood ontvanger
Werkingsbereik
Afstand:
4 m
Hoek:
40 graden naar links en rechts van de ontvanger
Zie ‘Batterijen in de
afstandsbediening installeren’
(p.18).
Hoofdstuk 3
Afstandsbediening
Voorzorgsmaatregelen betreft het gebruik van de afstandsbediening
• De afstandsbediening kan slechts één handeling per keer uitvoeren.
• De afstandsbediening kan mogelijk niet werken, zelfs niet als deze binnen het bereik wordt gebruikt, wanneer er zich een obstakel tussen de afstandsbediening en het hoofdapparaat bevindt.
• Als de afstandsbediening in de buurt van andere apparatuur die ook gebruik maakt van een systeem op afstand, kunnen storingen in de werking optreden.
• De levensduur van de batterij is afhankelijk van de mate en voorwaarden van gebruik. Als de werking van de afstandsbediening afneemt, vervang dan de batterijen.
• Indien u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijder dan de batterijen.
• De respons van de afstandsbediening kan beschadigen als de sensor van de afstandsbediening zich onder spots of een ander soort sterke verlichting bevindt.
Informatie van de
afstandsbediening wordt niet
ontvangen als de Remote
sensor instelling is
uitgeschakeld.
Zie ‘De Remote sensor aan en
uitzetten (iR functie)’ (p.150).
71
Page 92
Hoofdstuk 3 Afspelen van een Song
Over de afstandsbediening
Effecten aan microfoon
1
vocalen toevoegen
De Advanced 3D
2
functie aan en uitzetten
Het song genre
3
selecteren
Hoofdstuk 3
Infrarood zender
De oorspronkelijke “TONE”, “HARMONY” en “TRANSFORM”
6
instellingen herstellen
Het geluid voor de linkerhand en
7
rechterhand tracks selecteren
Het scherm van het
8
externe beeldscherm veranderen
Songs starten en stoppen, vorige en
9
volgende songs selecteren
Het geluid tijdelijk
4
stil maken
De aan de knoppen
5
toegewezen functie gebruiken
U kunt de functies voor de [ (Play/Stop)] knop, de [FUNC 1] [FUNC 2] knop,
de TEMPO [-] [+] knop en de TRANSPOSE [-] [+] knop veranderen. Zie ‘De functies
van de knoppen van de afstandsbediening veranderen’ (p.149).
Het volume veranderen
10
Het tempo van de song
11
en de automatische begeleiding veranderen
Geluiden van het
12
toetsenbord en van songs die worden afgespeeld transponeren
72
Page 93
Hoofdstuk 3 Afspelen van een Song
Knop Uitleg
Dit verandert de vocalen die via de microfoon komen. De instelling verandert elke
TRANSFORM
1
HARMONY
2 3D
INTERNAL Dit verandert de genres van de interne Songs.
FAVORITES Selecteert Songs in de ‘Favorites’.
3
EXTERNAL
4 MUTE Dit maakt alle geluiden tijdelijk onhoorbaar (mute).
5 FUNC1, FUNC2
6 CANCEL
7 TONE
8 DISPLAY
keer dat u op de knop drukt, en loopt in een cyclus door manlijk, vrouwelijk, kin­deren en normale stem instellingen.
Dit voegt harmonieën aan de vocalen toe. De harmonie instelling verandert elke keer dat u op de knop drukt, en loopt in een cyclus door Music Files (p.41), Oct-Up (p.39), Oct –Down (p.39) en normale stem in­stellingen.
Dit geeft het geluid meer breedte. Als deze knop wordt ingedrukt, wordt het Advanced 3D effect aan en uitgezet.
Als u deze knop indrukt terwijl extern geheugen of disk is aangesloten, wordt de aangesloten media geselecteerd.
U kunt de functie die aan deze knop is toegewezen gebruiken. U kunt de functie die aan de knop is toegewezen ook veranderen (p.149).
De instellingen van de [TONE] knop, [HARMONY] knop en [TRANSFORM] knop worden op hun oorspronkelijke waardes teruggezet. De linker en rechter tracks veranderen in een pianogeluid.
Door achtereenvolgend op deze knop te drukken, loopt u cyclisch door deze gelu­idsselecties: Linker track, Rechter track en dan User track.
Met elke druk op de knop gaat u naar de volgende selectie binnen de beschikbare keuzes, welk in deze volgorde zijn: paneel, notaties, notaties+toetsenbord, teksten. U kunt op de [DISPLAY] knop drukken terwijl het Tempo scherm of het Volume scherm wordt weergegeven, om deze schermen op te schonen. * Bij sommige Songs zijn geen schermen met teksten.
Hoofdstuk 3
9
VOL - +
10
(Volume)
11 TEMPO - +
12 TRANSPOSE - +
Het indrukken van de [ ] knop aan het begin van de Song selecteert de vorige Song.
Het indrukken van de [ ] knop op een ander punt dan het begin van de Song, laat u naar het begin van de Song terugkeren.
Dit start en stopt het afspelen van de Song. Het afspelen start en stopt afwisselend elke keer dat u op de [ ] knop drukt.
U kunt ook functies aan de knop toewijzen (p.149).
Als u op de [ ] knop drukt, wordt de volgende Song geselecteerd.
U kunt het volume bijstellen.
Hiermee wordt het tempo aangepast. U kunt ook functies aan de knop toewijzen (p.149).
Dit transponeert geluiden van het toetsenbord en Songs die worden afgespeeld. U kunt ook functies aan de knop toewijzen (p.149).
73
Page 94
Hoofdstuk 4 Oefen functies
b
b
Met de KR107 kunt u oefenen met een verscheidenheid aan functies.
Met gebruik van ‘Visual Les-
Het notenschrift weergeven
De KR107 kan niet alleen het notenschrift van de interne Songs weergeven, maar ook
van muziekbestanden en uitvoeringen die met de KR107 zijn opgenomen. Dit is erg
gemakkelijk wanneer u wilt spelen terwijl u de muziek leest en voor het controleren
van Songs die zijn opgenomen. Als u een muziekbestand met tekst afspeelt, wordt
de tekst in het scherm weergegeven.
De Song selecteren
Als u Songs van externe geheugens speelt, moet het externe geheugen eerst op de
externe geheugenpoort orden aangesloten.
1. Druk op de [Song] knop om een Song te selecteren.
Voor details, zie ‘Een Song afspelen’ (p.65).
2. Druk op de [DigiScore] knop.
son’ kunt u Songs oefenen die
ij uw niveau passen. Bovendien kunt u het resul­taat van uw uitvoering in pun­ten laten weergeven en de inhoud controleren middels de notatie. Zie de Snelle start.
Bij sommige interne Songs wordt de vingerzetting getoond. De nummers van de vingerzet­ting die in het scherm worden getoond, geven slechts één mogelijke vingerzetting aan.
Hoofdstuk 4
Het ‘Notatie scherm’ verschijnt.
fig.d-notation.eps_60
3. Druk op de [ (Play/Stop)] knop.
De Song wordt afgespeeld en het notenschrift loopt met de voortgang van de
uitvoering mee.
Opmerkingen betreft de weergave van het notenschrift
• Aangezien de weergegeven notatie data uit het externe geheugen of het interne geheugen wordt gelezen, kan het enige tijd duren voordat het notenschrift wordt weergegeven.
• De weergegeven notatie is gebaseerd op muziekbestanden. De prioriteit ligt bij de leesbaarheid van de weergegeven muziek, niet op de accurate weergave van ingewikkelde uitvoeringen op hoog niveau. Vandaar dat er verschillen kunnen zijn wanneer dit met in de winkel verkrijgbare gedrukte muziek wordt vergeleken. De weergave is niet bedoeld voor het bekijken van gevorderde Songs, waarbij een precieze, gedetailleerde notatie noodzakelijk is, of ingewikkelde Songs.
• In het scherm waarin de notatie wordt weergegeven, kunnen teksten en noten zich buiten de reeks die in het scherm wordt getoond bevinden, en mogelijk niet zichtbaar zijn.
Bij een aantal van de interne Songs en opgenomen uitvoe­ringen kunnen akkoordnamen worden getoond, met gebruik van de Chord Sequencer van de KR107 (p.121).
Door op de [Option] knop te drukken, kunt u gevorderde instellingen voor het noten­schrift maken.
NOTE
Er worden geen noten in de
notatie getoond wanneer het
geselecteerde gedeelte geen
noot data bevat. Om het
gedeelte dat wordt getoond te
veranderen, kijkt u bij ‘Gede-
tailleerde instellingen voor
weergave van het notenschrift
maken’ (p.76).
NOTE
Het notenschrift van geluids-
estanden kan niet worden
weergegeven.
74
Page 95
Hoofdstuk 4 Oefen functies
• Het afspelen kan opnieuw beginnen als u de notatie weergeeft of het getoonde gedeelte tijdens het afspelen van de Song verandert.
Noten aanraken om de geluiden te controleren
(Touch the Notes)
In het Notation scherm kunt u noten laten spelen door de noten in het scherm aan te
raken.
Als u het toetsenbord in het scherm laat verschijnen (p.77), worden de toetsen van
de noten die u aanraakt dan in het scherm getoond. Op die manier kunt u noten
controleren door deze te bekijken, te beluisteren en aan te raken.
Bovendien, als u een gedeelte van de notatie met uw vinger aanstreept, wordt het
aangestreepte segment afgespeeld. Op die manier kunt u de frases die u bevallen
gemakkelijk afspelen.
fig.d-notation-key.eps_60
Hoofdstuk 4
De notatie met de uitvoering mee laten lopen (AutoSync DigiScore)
U kunt het notenschrift dat in het scherm wordt getoond automatisch mee laten
lopen terwijl u speelt, zelfs wanneer de Song niet wordt afgespeeld. Hiermee is het
driftig proberen om te slaan van een bladzijde terwijl u speelt van de baan.
Hiermee kunt u ook moeilijke passages langzamer spelen en alles in uw eigen tempo
oefenen.
* Auto Sync DigiScore is verbonden met de uitvoering van het gedeelte dat in het scherm wordt
getoond. De notatie loopt niet mee als u een gedeelte speelt dat op dat moment niet wordt weergegeven.
Wanneer de stuiterende bal blauw is
Begin met spelen op het punt waarop de bal stuitert.
De stuiterende bal volgt, en de notatie loopt mee terwijl u speelt.
Als de stuiterende bal rood is
Wanneer er korte tijd niets wordt gespeeld, wordt de stuiterende bal rood. Als u op
dat moment een frase in de buurt van de stuiterende bal speelt, verplaatst de bal zich
automatisch naar het punt in de notatie dat u op dat moment speelt.
U kunt de instellingen van AutoSync DigiScore verande­ren. Zie p.77.
75
Page 96
Hoofdstuk 4 Oefen functies
b
Als u vier of meer noten speelt terwijl de stuiterende bal rood is, gaat de bal naar het
punt waar u speelt.
Als u minder dan vier noten speelt, springt de stuiterende bal niet naar de nieuwe
positie en loopt de notatie niet verder.
De stuiterende bal beweegt zich binnen het gedeelte van de notatie dat zich in het
externe beeldscherm of de televisie bevindt. Als u begint te spelen op een punt dat
op dat moment niet in het scherm wordt getoond, springt de stuiterende bal niet
naar de nieuwe positie en loopt de notatie niet mee.
Gedetailleerde instellingen voor de weergave van het notenschrift maken
U kunt het gedeelte dat in het notatie scherm verschijnt veranderen, alsmede de
manier waarop het notenschrift wordt weergegeven.
1. Druk op de [DigiScore] knop om het Notatie scherm te laten verschijnen.
Hoofdstuk 4
2. Druk op de [Option] knop.
Een scherm zoals dat hieronder verschijnt.
fig.d-notationopt.eps_60
In bepaalde situaties kan de stuiterende bal mogelijk niet
ewegen zoals verwacht.
NOTE
U kunt de weer te geven
gedeeltes veranderen als u de
pictogrammen aanraakt.
Bij sommige interne Songs wordt de vingerzetting weer-
Switch the screens
Door de vier pictogrammen links onder in het scherm aan te raken, kunt u de
gedeeltes van de notatie die weergegeven moeten worden selecteren.
Pictogram Beschrijving
De hoogste (upper part) en het laagste (lower part) ge­deelte worden weergegeven
Het hoogste gedeelte wordt weergegeven
Het laagste gedeelte wordt weergegeven
Het User gedeelte wordt weergegeven
U kunt ook <Export> aanraken om de notatie als een afbeelding op te slaan (p.79).
gegeven. De vingernummers die in het scherm worden getoond, geven slechts één mogelijke
Bij sommige interne Songs en opgenomen uitvoeringen kun­nen akkoordnamen worden weergegeven, met gebruik van de Chord Sequencer van de KR107 (p.122).
76
Page 97
3. Raak van de in te stellen parameter aan om de waarde te
selecteren.
Druk op de [Exit] knop om naar het Notation scherm terug te keren.
Onderdeel Instelling
Zoom
Stelt in of een vergrote weergave wordt getoond of niet.
ON Toont een vergrote notatie.
OFF Toont de notatie op normale grootte
Hoofdstuk 4 Oefen functies
Keyboard
Stelt in of het toetsenbord onder de notatie wordt getoond.
AutoSync DigiScore
Stelt de functie in waarbij het notatiescherm auto­matisch meeloopt terwijl u speelt, zelfs als de Song niet wordt afgespeeld.
Lyrics
Deze instelling bepaalt of de tekst van een Song die tekst bevat, bij het noten­schrift wordt getoond.
Finger Numbers
Deze instelling bepaalt of de vingerzettingen van Songs die deze bevatten, bij het notenschrift wor­den getoond.
ON Weergegeven.
OFF Niet weergegeven.
OFF
JUMP
NEXT NOTE
ON De teksten worden weergegeven.
OFF Niet weergegeven.
ON De vingerzetting wordt weergegeven.
OFF Niet weergegeven.
Het notatiescherm loopt niet automatisch mee.
Het notatiescherm loopt automatisch mee. Als de stuiterende bal blauw is, begint het af­spelen vanaf het punt in de notatie waar de bal is ingesteld. Als de stuiterende bal rood is, en u begint met spelen op een punt in de notatie dat in de buurt van de bal is, verplaatst de bal zich naar het punt waarop u speelt. Deze positie wordt bepaald nadat u minstens vier noten van de frase heeft gespeeld.
Het notatiescherm loopt vanaf de huidige positie in de Song mee, terwijl u speelt.
Hoofdstuk 4
Chords
Deze instelling bepaalt of akkoordnamen van Songs die akkoorddata bevatten, bij het noten­schrift wordt getoond.
Pitches
Stelt in of de nootnamen in de muziek worden ge­toond wanneer de notatie wordt uitgebreid.
ON De akkoordnamen worden weergegeven.
OFF Niet weergegeven.
OFF Niet weergegeven.
C, D, E
Do, Re, Mi (Fixed)
Do, Re, Mi (Mova­ble)
De toonhoogte namen (C, D, E) worden ge­toond.
De toonhoogte namen (vaststaande Do) wor­den getoond.
De namen van lettergrepen (verplaatsbare Do) worden getoond.
77
Page 98
Hoofdstuk 4 Oefen functies
Onderdeel Instelling
Pedal
Stelt de pedaalfunctie in.
Hoofdstuk 4
Resolution
Stelt de minimale noot­lengte die in de notatie wordt weergegeven in.
BASIC Regelt alle pedaalbewegingen.
U kunt het afspelen van Songdata met het linkerpedaal starten en stoppen. Als het pe­daal snel achterelkaar wordt ingedrukt, gaat u met zoveel maten terug in de Song als het
REPLAY
PAGE1
PAGE2
16e noot
32ste noot
aantal keren dat u het pedaal indrukte, waar­na het afspelen verdergaat. Op die manier kunt u het pedaal gebruiken om snel terug te spoelen. Een handige optie als u bijvoor­beeld een ingewikkelde frase wilt beluiste­ren.
Laat de notatie in het scherm van de KR107 meelopen. Door het middenpedaal in te drukken gaat u naar de volgende pagina. Als het linkerpedaal wordt ingedrukt, gaat u naar de vorige pagina.
Laat de notatie in het externe beeldscherm meelopen. Door het middenpedaal in te drukken gaat u naar de volgende pagina. Als het linkerpedaal wordt ingedrukt, gaat u naar de vorige pagina.
Noten tot zestiende noten worden aangege­ven.
Noten tot tweeëndertigste noten worden aangegeven.
Clef L
Bepaalt of een viool of bassleutel voor het lin­kerhand gedeelte in de notatie wordt getoond.
Clef R
Bepaalt of een viool of bassleutel voor het lin­kerhand gedeelte in de notatie wordt getoond.
Key
De notatie wordt in de gespecificeerde toon­hoogte weergegeven.
User Part
Selecteert het gedeelte dat wordt weergegeven als ‘User’is ge­selecteerd als het gedeelte dat weergegeven moet worden.
Lower Part
Selecteert het gedeelte dat wordt weergegeven als ‘Lower’is geselecteerd als het gedeelte dat weergegeven moet worden.
Auto Het scherm wordt automatisch veranderd.
G Clef
F Clef
Auto Het scherm wordt automatisch veranderd.
G Clef
F Clef
Auto De toonsoort wordt automatisch veranderd.
b x 5–0– # x 6
Onderdeel Instelling
G (viool) sleutel wordt in de notatie weerge­geven.
F (bas) sleutel wordt in de notatie weergege­ven.
G (viool) sleutel wordt in de notatie weerge­geven.
F (bas) sleutel wordt in de notatie weergege­ven.
Notatie wordt in de gespecificeerde toon­soort weergegeven.
User Track, Parts 1–16
Lower Track, Parts 1–16
78
Upper Part
Selecteert het gedeelte dat wordt weergegeven als ‘Upper’is geselecteerd als het gedeelte dat weergegeven moet worden.
Upper Track, Part 1–16
Page 99
Onderdeel Instelling
b
Bouncing Ball
Deze instelling bepaalt of de geanimeerde bal al dan niet wordt getoond, stuiterend op de maat van de Song terwijl deze wordt afgespeeld.
Color Notation
Deze instellingen bepalen of de noot op de huidige positie al dan niet gekleurd is.
ON Weergegeven.
OFF
ON
OFF
Niet weergege­ven.
De noot wordt in kleur weergege­ven.
Niet weergege­ven.
Notaties als beeld data opslaan
Het notenschrift dat op de KR107 wordt weergegeven kan in externe geheugens
worden opgeslagen. U kunt opgeslagen beeld data ook op uw computer gebruiken.
1. Steek het externe geheugen waarin u de beeld data wilt opslaan in de
externe geheugenpoort van de KR107.
2. Neem de uitvoering op (p.91), of druk op de [Song] knop om een Song te
selecteren.
Hoofdstuk 4 Oefen functies
NOTE
Het gebruik van het weergege-
ven notenschrift, voor andere
doeleinden dan strikt eigen
gebruikt, zonder toestemming
van de houder van het
auteursrecht, is bij de wet ver-
oden.
Hoofdstuk 4
3. Druk op de [DigiScore] knop.
Het Notatie scherm verschijnt.
4. Druk op de [Option] knop.
5. Raak <Export> aan.
Een scherm zoals dat hieronder verschijnt.
fig.d-notationbmp.eps_60
79
Page 100
Hoofdstuk 4 Oefen functies
6. Raak de betreffende parameter aan en stel de reeks beeld data en andere
instellingen met de draaiknop in.
Onderdeel Instelling Beschrijving
Begin maat 1, 2-
Eind maat - Song einde
Richting Portret, landschap
Media
Extern geheugen, disk
Selecteert de eerste maat die wordt afgebeeld.
Selecteert de laatste maat die wordt afgebeeld.
Selecteert de richting van het uit te voeren notenschrift.
Selecteert de media die als opslag­bestemming zal functioneren.
7. Raak <Execute> aan.
Hoofdstuk 4
Het notenschrift wordt als beeld data in BMP (Bitmap) formaat in het externe
geheugen opgeslagen.
* Beschermde Song data (auteursrecht) kan niet worden opgeslagen.
* Het gebruik van het weergegeven notenschrift, voor andere doeleinden dan strikt eigen
gebruikt, zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, is bij de wet verboden.
De resultaten van uw Visual Lesson opslaan
Wanneer u met Visual Lesson oefent, verschijnt de notatie, die de model uitvoering
laat zien, in het scherm boven de notatie van uw eigen uitvoering. Deze notatie kan
in BMP (bitmap) formaat worden opgeslagen.
1. Terwijl u zich in het ‘Performance results confirmation scherm’ van
Visual Lesson bevindt, drukt u op de [Option] knop.
2. Raak de parameter waarvan u de instelling wilt veranderen aan.
3. Stel de waarde met de draaiknop in.
4. Raak <Execute> aan.
NOTE
Verwijder het externe geheu-
gen niet op het moment dat er
wordt opgeslagen.
80
Loading...