Roland GR-20 User Manual [nl]

USING THE UNIT SAFELY
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
VOORZICHTIG opmerkingen
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
• Lees alvorens dit apparaat te gebruiken de onder­staande instructies en de gebruiksaanwijzing.
..........................................................................................................
• Het apparaat of de adapter niet openen (of op wat voor manier dan ook wijzigen).
..........................................................................................................
..........................................................................................................
• Plaats of gebruik het apparaat nooit op plaatsen:
• die onderhevig zijn aan extreme temperaturen
(bijv. direct zonlicht in een gesloten voertuig, dichtbij een verwarmingsbuis, bovenop apparatuur die warmte afgeeft);
• die klam zijn
• die vochtig zijn (bijv. badkamers, vochtige
vloeren)
• die aan regen blootstaan
• die stoffig zijn
• die hoge vibratie niveaus hebben
..........................................................................................................
• Zorg ervoor, dat het apparaat waterpas en stabiel geplaatst is. Plaats het nooit op wiebelende onder­gronden of op schuine oppervlakken..
..........................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Hetwijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
• Zorg ervoor, dat alleen de bij het apparaat geleverde adapter wordt gebruikt. Zorg er ook voor dat de lijn voltage bij de installatie overeenkomt met het input voltage zoals gespeci­ficeerd op de adapter. Andere adapters kunnen een andere polariteit vereisen of voor een ander voltage gemaakt zijn, dus kan het gebruik hiervan resulteren in schade, storingen of een elektrische schok.
..........................................................................................................
• Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer. Gebruik het stroomsnoer niet voor een ander apparaat.
..........................................................................................................
• Draai of buig het snoer niet te en plaats er geen zware objecten op. Dit kan het snoer beschadigen, waardoor onderdelen worden afgesneden en kortsluiting ontstaat. Beschadigde snoeren zijn brand- en schokrisico´s!
..........................................................................................................
• Zorg dat er geen objecten (bijv. ontvlambaar materiaal, munten, naalden) of enige soort vloeistof (water, drank, etc.) in het apparaat terecht komen.
..........................................................................................................
• Zet onmiddellijk het apparaat uit, verwijder de adapter uit het stopcontact en ga voor reparatie naar uw verkooppunt, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een gekwalificeerde Roland distributeur, zoals vermeld op de ’Informatie’ pagina, wanneer:
• de adapter, het snoer of de stekker zijn
beschadigd; of
• er rook of een vreemde geur ontstaat
• objecten op het apparaat zijn gevallen of
vloeistoffen in het apparaat zijn gekomen; of
• het apparaat heeft blootgestaan aan regen
(of op een andere manier nat is geworden); of
• het apparaat niet normaal lijkt te werken of een
merkbare verandering in prestatie vertoont.
..........................................................................................................
2
• In huishoudens met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden, totdat het kind in staat is alle instructies op te volgen, die essentieel zijn voor het veilig bedienen van het apparaat.
..........................................................................................................
• Bescherm het apparaat tegen zware klappen. (Laat het niet vallen!)
..........................................................................................................
• Laat het snoer het stopcontact niet delen met een onredelijk aantal apparaten. Wees vooral voorzichtig met verlengsnoeren - de totale hoeveelheid elektriciteit, die wordt gebruikt door alle apparaten die op het verlengsnoer zijn aangesloten, mag niet de voor het verlengsnoer toegestane hoeveelheid elektriciteit (watts/ ampères) overschrijden. Overmatige belasting kan ervoor zorgen, dat de isolatie van het snoer warm wordt en uiteindelijk smelt.
..........................................................................................................
• Alvorens het apparaat in het buitenland te gebruiken dient het verkooppunt, het dichtst­bijzijnde Roland Service Centrum of een gekwalificeerde Roland distributeur, zoals vermeld op de ‘Informatie’ pagina geraadpleegd te worden.
WAARSCHUWING
• Het apparaat en de adapter dienen dusdanig geplaatst te worden dat ventilatie goed werkt.
..........................................................................................................
• Raak alleen de stekker van de adapter aan bij het aansluiten op of het verwijderen van het stopcontact of het apparaat.
..........................................................................................................
• De adapter dient regelmatig losgemaakt en gereinigd te worden met een droge doek om het stof en andere opeenhopingen van de contacten te vegen. Verwijder de stekker uit het stopcontact, wanneer het apparaat voor langere tijd niet gebruikt zal worden. Opeenhoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan resulteren in slechte isolatie en brand tot gevolg hebben.
..........................................................................................................
• Probeer te voorkomen, dat snoeren en kabels verstrikt raken. Ook moeten alle snoeren en kabels dusdanig worden geplaatst, dat ze buiten het bereik van kinderen zijn.
..........................................................................................................
• Klim nooit op het apparaat en plaats er geen zware objecten op.
..........................................................................................................
• Raak de adapter of de stekkers nooit aan met natte handen bij het aansluiten op of verwijderen van het stopcontact of het apparaat.
..........................................................................................................
• Alvorens het apparaat te verplaatsen, dienen de adapter en de snoeren van externe apparaten te zijn verwijderd.
..........................................................................................................
• Voordat het apparaat gereinigd kan worden, moet het apparaat uit staan en de adapter zijn losgekoppeld.
..........................................................................................................
• In geval van mogelijke bliksem in uw omgeving moet de adapter uit het stopcontact worden gehaald.
..........................................................................................................
• In het geval u de schroeven uit het onderste deel (p. 12) verwijderd, zorg dan dat deze buiten het bereik van kinderen blijven, zodat ze niet per ongeluk worden doorgeslikt.
3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
291a
Naast de onderdelen, die onder “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” op pagina’s 2 en 3 worden genoemd, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit, waar apparaten die lijn ruis genereren (zoals een elektrische motor of een variabel belichtingssysteem) ook gebruik van maken.
• De adapter zal na vele uren opeenvolgend gebruik warmte gaan genereren. Dit is normaal en niets om u zorgen over te maken.
• Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u de stroom van alle apparaten uit. Dit zal storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten helpen voorkomen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers (of andere apparatuur, die grote stroom trans­formatoren bevat) kan tot een brom leiden. Om dit probleem op te heffen, verandert u de richting van dit apparaat of zet het verder van de storingsbron weg.
• Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van deze ontvangers.
• Ruis kan geproduceerd worden, wanneer draadloze communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Ruis kan optreden tijdens bellen of gebeld worden of tijdens het converseren. Als u dit soort problemen ondervindt, moet u de draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat plaatsen of deze uitzetten.
• Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet bij apparaten, die warmte verspreiden, laat het niet in een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme temperaturen bloot. Door overmatige hitte kan het apparaat misvormen of verkleuren.
• Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid verschilt van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat waterdruppels (condensatie) gevormd worden. Als u het apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of storingen ontstaan. Voordat u het apparaat op de nieuwe locatie gaat gebruiken, laat u het enige uren accli­matiseren, totdat de condensatie volledig is verdampt.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil, gebruikt u een doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek goed af.
• Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
Reparatie en data
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen verloren kan gaan als u het apparaat laat repareren. Van belangrijke gegevens moet u altijd een reservekopie in een ander MIDI apparaat maken, (bijvoorbeeld een sequencer), computer of op papier opgeschreven. Tijdens reparaties wordt getracht het verlies van data te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het schakelsysteem van het geheugen zelf niet meer werkt) kan data helaas niet meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor dataverlies.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke data te beschermen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een reservekopie van belangrijke data, die u op de geheugenkaart heeft opgeslagen, op een ander MIDI apparaat (bv. een sequencer).
• De inhoud van data die op een opslagapparaat is opgeslagen (bijvoorbeeld een ander MIDI apparaat), kan helaas niet meer hersteld worden, wanneer deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere bedien­ingsknoppen van dit apparaat met gepaste voorzich­tigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast ñ trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
• Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (ës nachts in het bijzonder.)
• Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkings­materiaal moeten gebruiken.
• Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken. Als u een kabel van een ander merk gebruikt, neem dan notitie van onderstaande voorzorgsmaatregelen.
• Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels, die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecifi­caties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn
geregistreerde merknamen van hun respectievelijke eigenaren.
4
Introductie
De GR-20 is een gitaar synthesizer (gitaar synth), die een hoogwaardige geluidsgenerator bevat en ontwikkeld is voor makkelijk gebruik. De GR-20 analyseert zorgvuldig de toonhoogte en het volume van elke snaar, terwijl het de uit het verdeelde element (een element geïnstalleerd op uw gitaar die aparte signalen per snaar uitgeeft) komende signalen traceert en deze informatie gebruikt om de ingebouwde geluidsgenerator te triggeren. Tegelijkertijd kan een datastroom, die uw gitaar uitvoering interpreteert, verzonden worden via de MIDI OUT aansluiting en kan gebruikt worden om een extern MIDI apparaat af te spelen, zoals een geluidsmodule.
Hoofdfuncties
• U kunt een enorm aantal van 450 verschillende types synthgeluiden spelen op dezelfde manier als dat u de gitaar normaal speelt.
• Naast het alleen spelen van de synthgeluiden kunt u het normale gitaargeluid ook nog eens met het synthgeluid combineren.
• Als u een extern effectapparaat gebruikt, dan kunt u de Mix In ingang gebruiken om het effect signaal met het synthgeluid te mengen.
• De GR-20 kan gebruikt worden met elke staalsnarige gitaar, waarop een GK-3 of GK-2a (gesplitst element; apart verkocht) correct kan worden geïnstalleerd.
• De GR-20 kan ook gebruikt worden met een basgitaar, waarop een GK-3 of GK-2a (gesplitst element voor basgitaar; apart verkocht) correct kan worden geïnstalleerd.
• Ingebouwde effecten (reverb, delay, chorus) zijn voorzien voor het synthgeluid om zo een rijke een ruimtelijke ambiance te creëren. (p.20)
• U kunt instellingen aanpassen en opslaan, zoals attack en decay tijd en de effectdiepte.(p.20)
• U kunt de twee voetpedalen van de GR-20 gebruiken om een Hold effect of Glide effect toe te passen. (p.15)
• Gebruik het ingebouwde expressiepedaal om parameters als volume of filter te regelen. (p.16)
• Omdat uw gitaar uitvoering MIDI data gezien wordt, kunt u uw gitaar gebruiken om externe geluidsmodules af te spelen of als een invoer apparaat voor uw MIDI sequencer. (p.28)
• Een stemappartaat is ingebouwd voor het snel en accuraat stemmen. (p.13)
5
Inhoud
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ..................2
BELANGRIJKE OPMERKINGEN ............................................................4
Introductie ...............................................................................................5
Hoofdfunties ...............................................................................................................................................5
Benamingen en wat ze doen..................................................................8
Voorpaneel .................................................................................................................................................. 8
Achterpaneel ............................................................................................................................................. 10
Met geluiden experimenteren ..............................................................11
Uw gitaar gereedmaken ..........................................................................................................................11
Aansluitingen............................................................................................................................................11
De stroom aanzetten ................................................................................................................................12
Het output niveau regelen ......................................................................................................................12
Input gevoeligheid regelen (GK SENS)................................................................................................. 12
Uw gitaar stemmen (Tuner functie) ...................................................................................................... 13
Het output apparaat specificeren (OUTPUT SELECT)....................................................................... 14
Een geluid selecteren (Patch).................................................................................................................. 14
De knop gebruiken om patches te selecteren............................................................................ 14
De schakelaars op het element gebruiken om patches te selecteren ..................................... 15
De voetpedalen gebruiken om patches te selecteren............................................................... 15
Gebruik van een extern apparaat via MIDI om patches te selecteren................................... 15
Speel met de GR-20! ................................................................................................................................. 15
Gebruik van het voetpedaal om van toonhoogte te veranderen (GLIDE)....................................... 15
Het voetpedaal gebruiken om het geluid te behouden (HOLD)....................................................... 16
Het expressiepedaal gebruiken om het geluid aan te passen (EXP PEDAL) ..................................16
De stroom uit zetten.................................................................................................................................16
Chapter 2 De GR-20 met gitaareffecten gebruiken ............................17
Aansluitingen............................................................................................................................................17
Schakelen tussen synthgeluid en gitaargeluid.....................................................................................18
De GR-20 gebruiken met een multi-effect apparaat............................................................................18
Kanaal (CH) ................................................................................................................................... 18
Patch link instelling (PATCH LINK SETUP) ............................................................................ 19
Chapter 3 De geluiden bewerken ........................................................20
Een geluid selecteren om te beginnen ................................................................................................... 20
Gebruik de knoppen om het geluid te bewerken ................................................................................ 20
De attack regelen—ATTACK ...................................................................................................... 20
De release regelen—RELEASE.................................................................................................... 20
De ruimtelijkheid van het geluid regelen—CHORUS............................................................. 20
De weerkaatsing instellen—DELAY/REVERB ........................................................................ 20
Het volume regelen—LEVEL...................................................................................................... 20
6
Andere parameters bewerken ................................................................................................................21
De helderheid van het geluid regelen—FREQ ......................................................................... 21
Een onderscheidend karakter aan de toon toevoegen—RESO ..............................................21
De toonhoogte regelen—TRANSPOSE...................................................................................... 21
Het speelgevoel regelen—PLAY FEEL ...................................................................................... 21
Het type Glide effect selecteren—GLIDE TYPE ..................................................................................22
Het type hold effect selecteren—HOLD TYPE ....................................................................................23
Het effect selecteren, dat door het expressiepedaal geregeld wordt —EXP PEDAL .................... 23
Opslaan van de door u gecreëerde geluiden (WRITE) ....................................................................... 24
Chapter 4 Andere functies ...................................................................25
Patches kopiëren.......................................................................................................................................25
Patches wisselen .......................................................................................................................................25
De functie van de voetpedalen veranderen (SW MODE) .................................................................. 26
Switch Mode 1 ...............................................................................................................................26
Switch Mode 2 ...............................................................................................................................26
Patches en systeem parameter instellingen opslaan op een extern apparaat (BULK DUMP)......26
Patches en systeem parameter instellignen vanaf een extern apparaat laden (BULK LOAD)..... 27
Inhoud
Chapter 5 Een externe geluidsmodule of sequencer aansluiten .....28
Een externe geluidsmodule of sequencer aansluiten.......................................................................... 28
De transmissiemodus instellen ...................................................................................................28
Het MIDI kanaal instellen (BASIC CHANNEL) ...................................................................... 29
Specificeer het bend bereik .......................................................................................................... 29
MIDI berichten verzonden door de GR-20................................................................................ 29
Local Control Off...................................................................................................................................... 30
Chapter 6 Appendix ..............................................................................31
Herstellen van de fabrieksinstellingen (Factory Reset) ...................................................................... 31
Het expressiepedaal calibreren............................................................................................................... 31
Met betrekking tot de GR-20 basgitaar ondersteuning....................................................................... 32
De GR-20 tussen een basgitaar en gitaar instellingen schakelen ...........................................32
De verschillen tussen de basgitaar- en gitaar instellingen...................................................... 32
Probleemoplosser ..................................................................................................................................... 32
Tijdens normaal gebruik met alleen de GR-20.......................................................................... 32
Bij gebruik van de GR-20 met andere MIDI apparatuur......................................................... 32
Nog meer........................................................................................................................................ 33
Patch List.................................................................................................................................................... 33
User Patch List .......................................................................................................................................... 38
MIDI Implementatie................................................................................................................................. 39
MIDI Implementatie kaart ...................................................................................................................... 46
Algemene specificaties............................................................................................................................. 47
INDEX .....................................................................................................48
7
Benamingen en wat ze doen
Voorpaneel
fig.0-01 (Panel Descriptions1)
1. BANK indicator
Deze indicators branden om de huidig geselecteerde geluidsbank te selecteren. Als de bank vanaf een extern apparaat geschakeld wordt (zoals via MIDI of door de schakelaars op uw GK element), dan zal de indicator van de geselecteerde bank branden ongeacht de positie van de BANK knop.
2. [BANK] knop
Selecteert de geluidsbank. De banken zijn in tien geluidscategoriën verdeeld. Geluiden kunt u bewerken en opslaan in de User bank (p.24).
3. Scherm
Geeft het huidig geselecteerde banknummer aan. Als u een parameter bewerkt, zal het scherm de waarde aangeven. Als u een geluid bewerkt heeft, zal het stipje branden (p.20).
4. [NUMBER/VALUE] knop
Gebruik dit om het nummer van het geluid, dat u wilt spelen te selecteren. Gebruik de [BANK] knop (2) om een geluidscategorie te selecteren en gebruik deze knop om een geluid binnen deze categorie te selecteren. Deze knop wordt ook gebruikt om de waarde van andere
parameters te veranderen.
5. GK SIGNAL indicator
Deze indicator brandt, wanneer een signaal van het gesplitste element ontvangen wordt.
6. [GK SENS] knop
Druk op deze als u de gevoeligheid wilt aanpassen om de output van het gesplitste element eraan af te stemmen. Het systeem zou niet goed kunnen werken als deze aanpassing niet correct is gemaakt. Pas deze instelling accuraat aan uw gitaar aan.
7. OUTPUT/FREQ indicator
Deze indicator brandt als u de systeemparameter OUTPUT Select of Patch parameter FREQ bewerkt (p.14, p.21).
8. SW MODE/RESO indicator
Deze indicator brandt als u de systeemparameter SW MODE of Patch parameter RESO bewerkt (p.14, p.21).
8
Benamingen en wat ze doen
9. PATCH LINK SETUP/TRANSPOSE indicator
Deze indicator brandt als u de systeemparameter PATCH LINK SETUP of Patch parameter TRANSPOSE bewerkt (p.19, p.21).
10. MIDI CH/PLAY FEEL indicator
Deze indicator brandt als u de systeemparameter MIDI CH of Patch parameter PLAY FEEL bewerkt (p.18, p.21).
11. [SYSTEM EDIT] knop
Druk hierop als u systeemparameters wilt bewerken (p.14, p.18, p.19, p.26, p.27).
12. [PATCH EDIT] knop
Druk hierop als u Patch parameters wilt bewerken (p.21).
13. [ATTACK] knop
Regelt de snelheid van de attack (p.20).
14. [RELEASE] knop
Regelt de lengte van de release (p.20).
15. [CHORUS] knop
Regelt de chorus diepte (p.20).
21. [EXP PEDAL] knop
Druk op deze knop om de functie van het expressiepedaal te selecteren (p.23).
22. [GLIDE TYPE] knop
Druk op deze knop om de functie van het Glide pedaal te selecteren (p.22).
23. [HOLD TYPE] knop
Druk op deze knop om de functie van het Hold pedaal te selecteren (p.23).
24. GLIDE pedaal
Druk op dit pedaal om het Glide effect aan het geluid toe te voegen (p.15).
25. GLIDE indicator
Deze indicator brandt of flikkert naar gelang u het GLIDE pedaal gebruikt.
26. HOLD pedaal
Druk op dit pedaal om het Hold effect aan het geluid toe te voegen (p.16).
27. HOLD indicator
Deze indicator brandt of flikkert naar gelang u het HOLD pedaal gebruikt.
16.[DELAY/REVERB] knop
Regelt de delay of reverb diepte (p.20).
17.[LEVEL] knop
Regelt het volume van het synthgeluid voor elke Patch (p.20).
18.[EXIT] knop
Druk hierop om een actie te annuleren of om naar een eerder scherm terug te keren.
19.[WRITE] knop
Druk op deze knop voor het opslaan of kopiëren van een Patch (p.24, p.25).
20.[TUNER] knop
Druk op deze knop als u wilt stemmen (p.13).
28. Expressiepedaal
Gebruik dit pedaal om het volume aan te passen of om voortdurende verandering van het geluid toe te passen (p.16).
Zorg dat uw vingers niet tussen de bewegende delen en het paneel komen te zitten, wanneer u het expressiepedaal gebruikt.
In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind capabel is om de essentiële regels voor het veilig gebruik van het apparaat te handhaven.
9
Benamingen en wat ze doen
Achterpaneel
fig.0-02 (Panel Descriptions2)
29. GK IN aansluiting
Gebruik de bijgevoegde GK kabel (of GKC-3/5/10; apart verkocht) om deze aansluiting met uw gesplitste element aan te sluiten.
* Voor details over aansluiting met een commercieel
beschikbare GK-compatible gitaar, kunt u kijken bij de gitaarfabrikant of uw dealer.
30. GUITAR OUT ingang
Deze ingang geeft het geluid van uw normale element op uw gitaar weer. Sluit deze aan op uw gitaarversterker of effectapparaat.
31. MIX IN R(MONO)/L ingangen
Het geluid dat in deze ingangen binnenkomt wordt gemixt met het synthgeluid van het GR-20 en verstuurd via de OUTPUT ingangen (32).
Als u de GUITAR OUT ingang (30) verbonden heeft aan een extern effectapparaat, sluit dan de output van uw effectapparaat aan op deze ingang; het synthgeluid en het door effecten bewerkte geluid zal samen uitkomen door de OUTPUT ingangen (32) (p.17).
32. OUTPUT R(MONO/L (PHONES) ingangen
Deze ingangen versturen het synthgeluid van de GR-20 gecombineerd met het geluid dat in de MIX IN ingangen (31) binnenkomt. Gebruik de R(MONO) ingang als u verbindingen maakt met een mono versterker. De L(PHONES) ingang kan tevens gebruikt worden als koptelefoon ingang (stereo) (maar u kunt de R(MONO) ingang niet als output gebruiken als de L(PHONES) ingang verbonden is met een koptelefoon.). Als niets verbonden is met de GUITAR OUT ingang (30) of met MIX IN (31), dan zal in deze output het normale elementgeluid van de gitaar tevens
gemixt worden.
* This is available only if the output of your guitar is
connected to the normal pickup input jack of the divided pickup.
33. [OUTPUT LEVEL] knop
Regelt het volume dat verzonden wordt vanaf de output ingangen.
34. MIDI IN/OUT aansluitingen
Deze kunnen verbonden worden met externe MIDI apparaten, waardoor de GR-20 in staat is om MIDI data te versturen en te ontvangen.
35. [POWER] schakelaar
Zet de stroom aan of uit.
36. AC Adapter ingang
Sluit hier de bijgevoegde adapter (BRC serie) aan.
Gebruik alleen de bijgevoegde stroomkabel. Deze kabel mag niet met een ander apparaat gebruikt worden.
37. Kabelhaak
Draai de adapter kabel om deze haak om te verkomen, dat de kabel per ongeluk losgekoppeld wordt.
38. Veiligheidslot ( )
http://www.kensington.com/
10
Hoofdstuk 1 Met geluiden experimenteren
Uw gitaar gereedmaken
• Om de GR-20 te gebruiken, heeft u een gitaar nodig met een gesplitst element (GK element), zoals de Roland GK-3 of GK-2A, of een basgitaar met de Roland GK-3B of GK-2B, die onafhankelijke signalen versturen per snaar.
• Voor details over het installeren van het GK element kunt u de handleiding van het element raadplegen.
• Noten zouden incorrect kunnen klinken als er snaren zijn die aanlopen en hierdoor niet normaal trillen, door bijvoorbeeld onjuiste halscurve, slechte fretjes of als de octaaf intonatie niet correct is.
Verschillende gitaarfabrikanten verkopen GK-compatible gitaren met een vooraf geïnstalleerd GK element of bevatten gelijksoortige functies. Raadpleeg voor details uw gitaar dealer of een gitaarfabrikant.
Om de GR-20 met een basgitaar te gebruiken, bekijk de instructies in hoofdstuk 6 Appendix ‘schakelen tussen basgitaar en gitaar instellingen op de GR-20 (pag. 32) ‘, om de GR-20 voor de basgitaar geschikt te maken.
Aansluitingen
fig.1-01(Connection)
Stereo set,
radio-cassette speler, etc.
Naar AUX, LINE IN
Stereo koptelefoon
De (L) MIX OUT ingangen kunnen ook worden gebruikt als stereo koptelefoon ingang. Wees er tevens van bewust, dat u niet gelijktijdig een ingang als LINE OUT kunt gebruiken, terwijl u de andere gebruikt als koptelefoon ingang. Dat wil zeggen; u kunt geen mono en stereo ingang tegelijk gebruiken.
Synthesizer versterker
(keyboard versterker, PA systeem, etc)
L
R
LR
Gitaarversterker/
gitaar effectprocessor
Gitaar met GK-3/GK-2A/
andere GK-compatible gitaar
Basgitaar met GK-3B/GK-2B
Adapter
(BRC Serie)
* Draai het volume altijd dicht en zet de stroom voor het
aansluiten uit om defect en/ of schade aan speakers of andere apparaten te voorkomen.
* Het volume van uw versterker zou alleen verhoogd moeten
worden als u alle stroom op alle apparaten heeft aangezet.
* Als uw output mono is, sluit dan de kabel aan in de
R(MONO) OUTPUT ingang.
* Bevestig de stroomkabel met gebruik van de kabelhaak, zoals in
de illustratie, om onbedoeld afbreken van de stroom van uw apparaat te voorkomen en om onnodige spanning op de adapter ingang te vermijden..
fig.1-02(Cord Hook)
11
Hoofdstuk 1 Met geluiden experimenteren
De stroom aan zetten
Zet de stroom aan van uw verschillende apparaten in gespecificeerde volgorde, nadat u de aansluitingen gemaakt heeft. Door het aan zetten in een foute volgorde riskeert u defect en/ of schade aan de speakers en andere apparaten.
1. Zet de stroom aan van het apparaat, wat op de MIX IN
ingangen aangesloten zit.
2. Zet de stroom van de GR-20 aan.
* Dit apparaat is voorzien van een veiligheidscircuit. Een kort
interval (een paar seconden) na het aan zetten van de stroom is nodig, voordat het apparaat normaal gaat werken.
U bent klaar om te spelen als, nadat u de stroom aan heeft gezet, de paneel indicators en het scherm oplichten, zoals in de illustratie. Deze staat wordt “Play mode”genoemd.
Voordat de GR-20 in “Play mode” opstart, wordt aan­gegeven of het apparaat voor gitaar of basgitaar ingesteld staat.
• Gitaar modus: “
• Basgitaar modus: “
* Alle details over het schakelen tussen gitaar en
basgitaarmodus, zie pag. 32.
fig.1-03(Play Mode)
Input gevoeligheid regelen (GK SENS)
U zult de input gevoeligheid van elke snaar moeten instellen, naar gelang uw aanslagkracht en hoe het gesplitste element is geïnstalleerd.
Als deze aanpassing niet correct gedaan wordt, zal het systeem niet juist werken. U moet deze aanpassing uitvoeren om de capaciteiten van de GR-20 volledig te benutten.
* Als u deze aanpassing eenmaal gemaakt heeft, wordt het
opgeslagen in de GR-20 en hoeft u het niet nog eens te doen. U zult het echter wel nogmaals moeten doen na het veranderen van snaren of het veranderen van de actie van de gitaar of bij gebruik van een andere GK gitaar.
* Voor een basgitaar gebruikt u onderstaande tabel om de
benamingen van de snaren in het scherm aan te passen als u onderstaande procedure uitvoert:
6e snaar → B snaar 5e snaar → E snaar 4e snaar → A snaar 3e snaar → D snaar 2e snaar → G snaar 1ste snaar → C snaar
1. Druk op de [GK SENS] knop.
2. Speel alleen de 6e snaar.
(4e snaar op een standaard 4-snarige basgitaar)
(3e snaar op een standaard 4-snarige basgitaar)
(3e snaar op een standaard 4-snarige basgitaar)
(1ste snaar op een standaard 4-snarige basgitaar)
3. Zet de stroom van uw versterker aan.
Het output niveau regelen
Gebruik de [OUTPUT LEVEL] knop op het achterpaneel om het output niveau van de GR-20 te regelen. Door de knop naar rechts te draaien (richting MAX) zal het volume harder klinken. Als de knop helemaal naar links gedraaid is (richting MIN), dan is het volume nul.
* Normaal gesproken zet u dit ongeveer in het midden van het
bereik.
fig.1-10(Level)
3. De linkerkant van het scherm laat ‘6’ zien, wat aangeeft
dat u de 6e snaar heeft gespeeld. Het rechter cijfer laat de GK SENS instelling zien. De BANK indicators functioneren als een niveaumeter en laten de sterkte van het gitaarsignaal zien.
* Als het linker cijfer niet het nummer laat zien van de gespeelde
snaar, druk dan het HOLD of GLIDE pedaal meerdere malen in om het gewenste nummer te tonen.
fig.1-04(GK SENS)
Niveaumeter
4. Pas de gevoeligheid aan.
12
Hoofdstuk 1 Met geluiden experimenteren
Draai de [NUMBER/VALUE] knop om de gevoeligheid aan te passen. De gevoeligheid verhoogt naarmate het cijfer rechts in het scherm verhoogt. Regel de gevoeligheid zo in, dat alle niveaumeters zacht branden als u een noot hard aanslaat.
* U kunt tevens de UP/S2 knop en DOWN/S1 knop van het GK
element gebruiken om de gevoeligheid op dezelfde manier aan te passen.
5. Herhaal stappen 2-3 voor snaar 5-1 om de gevoeligheid
van elke snaar aan te passen.
6. Druk op de [GK SENS] knop of [EXIT] knop.
De GK SENS instellingen die u gemaakt heeft worden opgeslagen in de GR-20, en u zult terugkeren naar Play mode.
* Het decimale punt in het scherm zal flikkeren, als de instelling
opgeslagen wordt. Zet nu niet de stroom uit.
* Als u de stroom uitzet, voordat u naar Play mode terug bent
gekeerd, zullen de instellingen niet opgeslagen worden.
Als u een basgitaar gebuikt corresponderen de nummers aan de linkerkant van het scherm met onderstaande tabel.
Nummer
4-snarige basgitaar
5-snarige basgitaar
6-snarige basgitaar
2 3 4 5 6
1
1C snaar
1G snaar
1G snaar
2G snaar
2D snaar
2D snaar
3D snaar
3A snaar
3A snaar
4A snaar
4E snaar
4E snaar
5E snaar
5B snaar
6B snaar
* U kunt de referentie toonhoogte regelen in een bereik van 427
Hz - 452 Hz.
De GR-20 is in de fabriek op 440 Hz ingesteld.
* De aangegeven referentie toonhoogte zal worden opgeslagen
als u de Tuner functie verlaat. Wees ervan bewust, dat het niet wordt opgeslagen als u daarvoor de stroom uitzet.
Voorbeeld: Als de toonhoogte op 440 Hz staat ingesteld.
fig.1-05(Reference pitch)
* U kunt de Tuner functie tevens aanzetten door het HOLD en
GLIDE pedaal tegelijk in te drukken.
3. Speel de open snaar van de snaar, die u wilt stemmen.
Het scherm zal de nootnaam aangeven.
fig.1-051
C
C#
D
D#
F#
G
G#
A
Uw gitaar stemmen (Tuner functie)
U zult uw gitaar accuraat moeten stemmen, omdat de GR-20 de toonhoogte van elke snaar analyseert om zo het gewenste geluid vast te stellen.
* Als uw gitaar ontstemd is, zal het geluid vals klinken en zal
het systeem niet correct werken.
1. Druk op de [TUNER] knop.
De [TUNER] knop zal branden en de Tuner functie staat aan. De laagste twee cijfers of de huidige referentie toonhoogte zal ongeveer twee seconden in het scherm verschijnen. Daarmee kunt u uw gitaar stemmen.
2. Gebruik de [NUMBER/VALUE] knop om de referentie
toonhoogte aan te passen.
Als u de [NUMBER/VALUE] knop lichtjes draait, zal de huidige referentie toonhoogte enkele seconden in het scherm verschijnen. Door nu de [NUMBER/VALUE] knop te draaien, kunt u deze aanpassen.
E
F
A#
B
4. Stem uw gitaar.
Kijk naar de indicator in het paneel en stem uw gitaar zodat alleen de groene indicator in het midden brandt.
fig.1-06(Tuning)
Te hoogTe laag
5. Herhaal stappen 3-4 om elke snaar van uw gitaar te
stemmen.
13
Hoofdstuk 1 Met geluiden experimenteren
6. Druk de [TUNER] of [EXIT] knop om de Tuner functie te
verlaten. De door u vastgestelde referentie toonhoogte wordt opgeslagen, en u keert terug naar Play mode.
* Het decimale punt in het scherm zal flikkeren, terwijl er wordt
opgeslagen. Zet nu niet de stroom uit.
Het output apparaat specificeren (OUTPUT SELECT)
Hier kunt u het type systeem dat aan de OUTPUT ingangen aangesloten zit vaststellen. Deze instelling zorgt ervoor, dat de GR-20 intern het geluid optimaliseert voor het gebruikte type afspeelsysteem.
* Dit heeft geen effect op het geluid wat in MIX IN binnenkomt.
1. Druk een paar keer op de [SYSTEM/EDIT] knop, totdat
de OUTPUT/FREQ indicator brandt.
fig.1-07(OUTPUT SELECT)
Een geluid selecteren (Patch)
Wat is een Patch?
Een “Patch” is een geluid, die u met de GR-20 speelt; naast het type geluid bevat een Patch ook instellingen voor effecten als reverb en chorus.
De Patches van de GR-20 zijn gecategoriseerd in tien banken, met de Patches genummerd in elke bank.
In Play mode geeft de BANK indicator en het scherm aan, welke Patch momenteel geselecteerd is.
U kunt de instellingen van een Patch bewerken naar uw smaak in de USER bank en opslaan (p.24).
De knop gebruiken om Patches te selecteren
1. Gebruik de [BANK] knop om het soort geluid te
selecteren.
Van de tien geluidsbanken en de user bank selecteert u de bank met het geluid dat u wilt gebruiken.
2. Gebruik de [NUMBER/VALUE] knop om de instelling
te veranderen.
Gitaarversterker
fig.1-071
Gebruik deze instelling als u een gitaarversterker aan de GR-20 heeft aangesloten.
Line
fig.1-072
Gebruik deze instelling als u een keyboardversterker, mengpaneel, koptelefoon of opname-apparaat aan de GR-20 heeft aangesloten.
* Als u een basversterker gebruikt, sluit dan aan op de lijnuitgang.
3. Druk op de [EXIT] knop.
De instelling wordt opgeslagen, en u keert terug naar Play mode.
2. Gebruik de [NUMBER/VALUE] knop om een geluid
binnen de bank te selecteren.
Door de [NUMBER/VALUE] knop te draaien, zal het nummer in het scherm veranderen, waardoor u kunt kiezen uit verschillende geluiden binnen de geselecteerde bank.
)
* Het decimale punt in het scherm zal flikkeren, terwijl er wordt
opgeslagen. Zet nu niet de stroom uit.
* Als u de stroom uitzet, voordat u naar Play mode terug bent
gekeerd, zullen de instellingen niet opgeslagen worden.
14
Hoofdstuk 1 Met geluiden experimenteren
De schakelaars op het GK element gebruiken om Patches te selecteren
In Play mode kunt u de UP/S2 knop en DOWN/S1 knop van het GK element gebruiken om het vorige of volgende nummer te selecteren.
Als u het bovenste of onderste limiet van een bank bereikt, schuift u door naar de volgende bank.
)
De voetpedalen gebruiken om Patches te selecteren
Vanuit de fabriek zijn de twee voetpedalen van de GR-20 ingesteld voor de Hold en Glide (pitch bend) functie. U kunt dit veranderen, zodat de voetpedalen Patches kunnen selecteren.
Raadpleeg voor details Veranderen van de functie van het
voetpedaal (SW MODE) (p. 26).
element geluid klinken. Als deze schakelaar op “MIX” staat, zal het synthgeluid en het normale element geluid gemixt worden en klinken.
3. Draai het volume van het GK element naar rechts.
Deze volumeregelaar regelt de synthgeluiden van de GR-20.
fig.1-11(GK-3)
Gebruik van het voetpedaal om van toonhoogte te veranderen (GLIDE)
U kunt het GLIDE pedaal indrukken om geleidelijk de toonhoogte van het huidig spelende synthgeluid te veranderen. De verandering hangt af van het geluid en kunt dit tevens naar smaak aanpassen (p.22).
fig.1-12(GLIDE)
Gebruik van een extern apparaat via MIDI om Patches te selecteren
U kunt een extern apparaat (b.v. multi-effect apparaat) aansluiten aan de MIDI IN ingang, en Patches op de GR-20 via het externe MIDI apparaat selecteren .
Raadpleeg voor details De GR-20 gebruiken met een multi-
effect apparaat (p. 18).
Spelen met de GR-20!
Laten we beginnen met de GR-20 te spelen. Let op de volgende punten.
1. Zorg ervoor dat de GR-20 in Play mode is. Zo staat de
GR-20 normaal gesproken. In sommige gevallen zult u geen geluid horen als de GR­20 niet in Play mode staat.
2. Stel de keuzeschakelaar op uw GK element in de “GK”
positie (op de GK-2A de “SYNTH” positie). Als deze schakelaar op “GUITAR” staa, zal het normale
* De GLIDE indicator zal flikkeren als u op het pedaal drukt.
Het voetpedaal gebruiken om het geluid te behouden (HOLD)
U kunt het HOLD pedaal indrukken om het synthgeluid te behouden. Het effect hangt af van het geluid, en kunt dit tevens naar smaak aanpassen (p.23).
15
Hoofdstuk 1 Met geluiden experimenteren
fig.1-13(HOLD)
* De HOLD indicator zal als u op het pedaal drukt flikkeren
Het expressiepedaal gebruiken om het geluid aan te passen (EXP PEDAL)
De stroom uit zetten
Zet de stroom uit als u klaar bent. Doe dit in de volgende volgorde:
1. Zet uw versterker uit.
2. Zet de stroom van de GR-20 uit.
3. Zet de stroom uit van het apparaat aangesloten op
MIX IN.
U kunt het expressiepedaal gebruiken om constant het volume of de toon van het synthgeluid aan te passen.
Het effect hangt af van het geluid en u kunt dit ook naar smaak aanpassen (p.23).
fig.1-14(EXP)
16
Hoofdstuk 2 De GR-20 met gitaareffecten gebruiken
Hier staat beschreven, hoe u uw eigen effectenapparatuur kunt gebruiken en het geluid van uw gitaar met het synthgeluid kunt combineren om zo een nog interessanter bereik van mogelijkheden te creëren.
* *Sluit de output van uw gitaar aan op de normale elementingang van het GK element.
Aansluitingen
Bij gebruik van een compact effect apparaat of multi-effect apparaat zonder MIDI aansluiting
)
Gitaarversterker
* Stel de OUTPUT SELECT van de
Bij gebruik van een multi-effect apparaat met MIDI aansluiting
fig.2-02(Effect Connection 2)
Keyboardversterker, PA systeem, etc.
* Stel de OUTPUT SELECT van de GR-20 in op ‘Line’ (p.14)
* Als u een multi-effect apparaat zonder versterkersimulator gebruikt stelt u OUTPUT SELECT van de GR-20 in op ‘Guitar Amp’ en sluit
u de output aan op een gitaarversterker.
GR-20 in op ‘Guitar Amp’ (p.14).
* Als u een multi-effect apparaat
gebruikt stelt, u de GR-20 als volgt in, Guitar Amp Simulation: on, Output Select: line.
17
De GR-20 met gitaareffecten gebruiken
Schakelen tussen synthgeluid en gitaargeluid
Om te schakelen tussen het synthgeluid en het gitaargeluid gebruikt u de keuzeschakelaar op uw GK element.
f
Als de schakelaar van uw GK element (b.v. GK-3, GK-2A) ingesteld staat op de GK positie (genaamd SYNTH op de GK-2A), klinkt het synthgeluid. Als het ingesteld staat op de GUITAR positie, dan zal het gitaargeluid klinken. Als de schakelaar op MIX staat, worden beide geluiden gemixt.
* Om de volumebalans tussen het synthgeluid en het
gitaargeluid te regelen, gebruikt u het volume (p.20) per Patch voor het synthgeluid en het volume van de gitaar of de aangesloten effectapparatuur voor het gitaargeluid.
De GR-20 gebruiken met een multi-effect apparaat
Door uw multi-effect apparaat via MIDI aan te sluiten, kunt u door geluiden (Patches) te selecteren op uw multi-effect apparaat automatisch veranderen van geluiden (Patches) op de GR-20.
Kanaal (CH)
MIDI gebruikt kanalen om over een enkele kabel onafhankelijke datastromen te versturen. Om de data te ontvangen, moet het ontvangende apparaat ingesteld staan op hetzelfde kanaal als het versturende apparaat. Dit betekent dat u het verstuurkanaal van uw multi-effect apparaat moet instellen op hetzelfde ontvangenst kanaal van de GR-20.
1. Controleer het MIDI verzendkanaal van uw multi-effect
apparaat. Raadpleeg voor details de handleiding van uw multi-effect apparaat.
2. Druk een paar keer op de [SYSTEM EDIT] knop, totdat
de MIDI CH/PLAY FEEL indicator brandt.
fig.2-03(MIDI CH)
18
3. Gebruik de [NUMBER/VALUE] knop om de instelling
te veranderen. Stel het kanaal in op het hetzelfde kanaal als het MIDI verzendkanaal van uw multi-effect apparaat.
4. Druk op de [EXIT] knop.
De instelling wordt opgeslagen, en u keert terug naar Play mode.
* Het decimale punt in het scherm zal flikkeren, terwijl er wordt
opgeslagen. Zet nu niet de stroom uit.
* Als u de stroom uitzet, voordat u naar Play mode terug bent
gekeerd, zullen de instellingen niet opgeslagen worden.
Patch link instelling (PATCH LINK SETUP)
Hier staat, hoe u de Patches (geluiden) van uw multi-effect apparaat kunt linken met de Patches (geluiden) van de GR-
20. Hierdoor zal de GR-20 automatisch schakelen naar het gewilde geluid (Patch) als u van Patch wisselt op een multi­effect apparaat.
1. Gebruik een MIDI kabel om de MIDI OUT ingang van
uw multi-effect apparaat te verbinden met de MIDI IN van de GR-20.
2. Wees er zeker van, dat het MIDI verzendkanaal van uw
multi-effect apparaat dezelfde is als het MIDI kanaal op de GR-20 (p.18).
De GR-20 met gitaareffecten gebruiken
3. Druk een paar keer op de [SYSTEM EDIT] knop, totdat
de PATCH LINK SETUP/TRANSPOSE indicator brandt.
fig.2-04(PATCH LINK)
4. Selecteer de Patch op uw multi-effect apparaat, waaraan
u een link wilt specificeren.
* Als u een PatchPatch op uw multi-effect apparaat selecteert,
zal het een ‘MIDI Program Change’ bericht naar de GR-20 versturen. De GR-20 zal de inhoud van dit bericht onthouden en is klaar om de Patch link instelling te specificeren.
* Als er twee of meer achtereenvolgende Patch veranderingen
plaatsvinden als u een Patch op uw multi-effect apparaat selecteert, dan zal de GR-20 alleen de laatst ontvangen MIDI program change onthouden.
5. Gebruik de [BANK] en [NUMBER/VALUE] knop om
het synthgeluid van de GR-20 te selecteren, die u wilt gebruiken met het gekozen effect in stap 4.
6. Herhaal stappen 4-5 voor het aantal links, dat u nodig
heeft.
7. Druk op de [EXIT] knop. U keert terug in Play mode en
de door u gemaakte instellingen worden opgeslagen.
* Het decimale punt in het scherm zal flikkeren, terwijl er wordt
opgeslagen. Zet nu niet de stroom uit.
* Als u de stroom uitzet, voordat u naar Play mode terug bent
gekeerd, zullen de instellingen niet opgeslagen worden.
19
Hoofdstuk 3 De geluiden bewerken
De GR-20 laat u het geluid aan uw smaak bewerken. Dit proces heet “editing”.
Als u de instellingen bewerkt, zal het decimale punt in het scherm branden, wat aangeeft dat het originele geluid bewerkt is.
Een geluid selecteren om te beginnen
Gebruik de [BANK] en [NUMBER/VALUE] knop om een geluid (Patch) te selecteren, waaruit u wilt beginnen met bewerken (p.14).
Gebruik de knoppen om het geluid te bewerken
fig.3-01(knob)
* Voor sommige geluiden maakt het bewegen van de knop niets
uit.
Als u de knop helemaal naar links draait, wordt de Envelope Follower functie geactiveerd.
Envelope Follower (E FLW) functie
De gitaarsynth analyseert de vibratie van uw gitaarsnaar om de toonhoogte te detecteren, en speelt vervolgens het juiste synthgeluid. Dit betekent, dat als de snaar minder vibreert dan een bepaald niveau het niet mogelijk is om de toonhoogte te detecteren en het synthgeluid op dat moment stil valt. Voor sommige Patches kan deze manier van stil vallen een onnatuurlijk resultaat opleveren.
De Envelope Follower functie zorgt ervoor, dat het volume van het synthgeluid altijd de snaarvibratie volgt, waardoor het synthgeluid natuurlijk stil valt met het verslechteren van de snaarvibratie.
* Het gebruik van de Envelope Follower functie op een decay-
type synthgeluid, zoals piano of gitaar, kan het tegenovergestelde effect hebben, waardoor een onnatuurlijke decay ontstaat.
* Onmiddellijk na een Patch verandering, zal het geluid de
opgeslagen instellingen weergeven, ongeacht de knopposities.
De attack regelen—ATTACK
Dit regelt de attacktijd van het geluid. De knop naar rechts draaien zorgt ervoor dat de tijd langer wordt, wat een meer geleidelijke attack geeft. De knop naar links draaien verkort de tijd, waardoor er een scherpere attack ontstaat.
* U hoort het originele geluid als de knop in de middelste positie
staat.
* Voor sommige geluiden maakt het bewegen van de knop niets
uit.
De release regelen—RELEASE
Dit regelt de release, van het moment dat u een snaar dempt, tot het stil valt. De knop naar rechts draaien, zorgt voor een langere release, naar links draaien zorgt voor een kortere release.
* U hoort het originele geluid als de knop in de middelste positie
staat.
De ruimtelijkheid van het geluid regelen—CHORUS
Dit regelt de diepte van het chorus effect, waardoor het geluid een ruimtelijk gevoel krijgt. De knop naar rechts draaien zorgt voor een dieper effect, naar links zorgt voor een minder effect.
* U hoort het originele geluid als de knop in de middelste positie
staat.
* Voor sommige geluiden maakt het bewegen van de knop niets
uit.
De weerkaatsing instellen —DELAY/REVERB
Dit regelt twee types weerkaatsing.
Delay is een effect dat echo-achtige effecten produceert, terwijl Reverb een effect is, dat weerkaatsing van muren of een hal of een tunnel simuleert. De linkerhelft van het bereik van de knop staat voor het delay effect, de rechterhelft voor de reverb. In beide gevallen geldt dat het verder draaien van de knop voor een dieper effect zorgt.
Het volume regelen—LEVEL
Dit regelt het volume van de Patch.
* Als u uw bewerkte geluid wilt bewaren, voer dan de Write
functie (p.24) uit om uw instellingen in een USER Patch op te slaan.
20
Hoofdstuk 3 De geluiden bewerken
Andere parameters bewerken
U kunt de [PATCH EDIT] en [NUMBER/VALUE] knop gebruiken om deze parameters te bewerken.
1. Druk een paar keer op de [PATCH EDIT] knop, totdat de
indicator van de door u te bewerken parameter brandt.
2. Gebruik de [NUMBER/VALUE] knop om de waarde te
bewerken.
fig.3-02(Other Parameters)
De helderheid van het geluid regelen—FREQ
Dit regelt de cutoff frequentie van de filter binnen de geluidsgenerator. Deze instelling verhogen zorgt voor een verhoging van de frequentie, wat een helderdere toon produceert. De frequentie verlagen, zorgt voor een zachtere toon.
Het speelgevoel regelen —PLAY FEEL
U kunt de manier, waarop het synthgeluid reageert op uw aanslag dynamiek selecteren. U kunt speeldynamiek natuurlijker uiten door deze instellingen naar een bepaalde speelstijl of geluid te veranderen.
1–4:
De “1” instelling geeft u het wijdste bereik in volumeverandering in respons op uw aanslagdynamiek. Met hooggenummerde instellingen zullen zelfs zacht aangeslagen noten op hoog volume klinken, waardoor het volume meer consistent is, zelfs als u tap­technieken gebruikt of als u aanslag onregelmatig is.
Geen dynamiek:
Met deze instelling zullen noten klinken op een vast volume, ongeacht uw aanslagdynamiek.
Strum:
Deze instellingen onderdrukt zacht aangeslagen noten. Gebruik deze instelling als ongewilde noten worden aangeslagen als u een akkoord speelt of als uw vinger een onbedoelde snaar aanraakt.
3. Druk op de [EXIT] knop om naar Play mode terug te
keren.
Een onderscheidend karakter aan de toon toevoegen—RESO
Dit regelt de resonantie van de filter binnen de geluidsgenerator. Deze instelling verhogen, zorgt voor een meer onderscheidend geluid, terwijl het verlagen van de instelling een mildere toon zal produceren.
De toonhoogte regelen— TRANSPOSE
De toonhoogte van het door de GR-20 geproduceerde synthgeluid kan in octaafstappen gerelateerd aan de toonhoogte, verhoogd of verlaagd worden die u met uw gitaar speelt. (-2, -1, 0, +1, +2)
* Als u uw bewerkte geluid wilt bewaren, voor dan de Write
functie (p.24) uit om uw instellingen op te slaan in een USER Patch.
21
Hoofdstuk 3 De geluiden bewerken
Het type Glide effect selecteren—GLIDE TYPE
U kunt selecteren hoe de toonhoogte verandert als u het GLIDE pedaal indrukt.
1. Druk op de [GLIDE TYPE] knop.
fig.3-03(GLIDE TYPE)
2. Gebruik de [NUMBER VALUE] knop om de instelling te
veranderen.
u1: GLIDE UP 1 d1: GLIDE DOWN 1
De toonhoogte verandert een halve noot (omhoog/omlaag) als u het GLIDE pedaal indrukt, en keert terug naar normaal als u het pedaal loslaat.
u2: GLIDE UP 2 d2: GLIDE DOWN 2
De toonhoogte verandert een hele noot (omhoog/omlaag) als u het GLIDE pedaal indrukt, en keert terug naar normaal als u het pedaa loslaat.
u5–u8: GLIDE UP 5–8 d5–d8: GLIDE DOWN 5–8
De toonhoogte verandert een octaaf (om­hoog/omlaag) als u het GLIDE pedaal in­drukt, en keert terug naar normaal als u het pedaal loslaat. Hogere instellingen verkorten de tijd, waarin de toonhoogte verandert.
V1–V4: VIBRATO 1–4
Het pedaal indrukken zorgt voor vibrato (een effect dat de toonhoogte cyclisch verandert). Het effect versnelt naarmate de waarde verhoogd wordt.
3. Druk op de [GLIDE TYPE] of [EXIT] knop om terug te
keren naar Play mode.
* Als u uw bewerkte geluid wilt bewaren, voor dan de Write
functie (p.24) uit om uw instellingen in een USER Patch op te slaan.
u3: GLIDE UP 3 d3: GLIDE DOWN 3
u4: GLIDE UP 4 d4: GLIDE DOWN 4
22
De toonhoogte verandert een kwart (om­hoog/omlaag) als u het GLIDE pedaal in­drukt en keert terug naar normaal als u het pedaal loslaat.
De toonhoogte verandert een kwint (om­hoog/omlaag) als u het GLIDE pedaal in­drukt, en keert terug naar normaal als u het pedaal loslaat.
Hoofdstuk 3 De geluiden bewerken
Het type hold effect selecteren—HOLD TYPE
U kunt het type hold effect selecteren, dat u krijgt als u het HOLD pedaal indrukt.
1. Druk op de [HOLD TYPE] knop.
fig.3-04(HOLD TYPE)
2. Gebruik de [NUMBER VALUE] knop om de instelling te
veranderen.
H1: HOLD 1
De noten, die klinken als u het pedaal in­drukt, worden behouden en de noten die u speelt terwijl het pedaal ingedrukt houdt zullen ook blijven doorklinken. Maar als u noten speelt op een snaar die al klinkt, dan zal de vorige noot verdwijnen en vervan­gen worden door de nieuwe noot. Hier­door kunt u geleidelijk noten op verschillende fret spelen posities.
H4: HOLD 4
De noten die klonken, terwijl u het pedaal in­drukte, en de daarna gespeelde noten klinken door. Dit staat gelijk aan het demperpedaal van een piano.
3. Druk op de [HOLD TYPE] of [EXIT] knop om terug te
keren naar Play mode.
* Als u uw bewerkte geluid wilt bewaren, voer dan de Write
functie (p.24) uit om uw instellingen in een USER Patch op te slaan.
Het effect selecteren, dat door het expressiepedaal geregeld wordt —EXP PEDAL
U kunt een van de volgende effecten kiezen als effect, dat door het expressiepedaal geregeld wordt.
1. Druk op de [EXP TYPE] knop.
H2: HOLD 2
H3: HOLD 3
De noten, die klinken als u het pedaal in­drukt, zullen doorklinken zolang u het pedaal ingedrukt houdt. Volgende noten die u speelt, terwijl u het pedaal ingedrukt houdt, zullen niet klinken. Hierdoor kunt u een akkoord laten doorklinken met een synthgeluid en een melodie spelen met gebruik van het gitaargeluid.
De noten die klonken, terwijl u het pedaal indrukte, zullen blijven klinken, zolang u het pedaal ingedrukt houdt. Volgende no­ten, die u speelt terwijl u het pedaal inge­drukt houdt, zullen niet klinken. (De noten die u kunt spelen zijn gelimiteerd.) Hierdoor kunt u een akkoord laten door­klinken met een synthgeluid en lage noten en een melodie spelen met de hoge noten.
2. Gebruik de [NUMBER/VALUE] knop om de instelling
te veranderen.
VO: VOLUME
Het pedaal regelt het totaal volume van het synthgeluid.
FL: FILTER
Het pedaal regelt de filter cutoff frequen­tie van de geluidsgenerator, de toon varieert.
b1: PITCH BEND 1
Als het pedaal wordt ingedrukt, zal de toonhoogte tot een kwart (max) veranderen.
b2: PITCH BEND 2
Als het pedaal wordt ingedrukt, zal de toonhoogte tot een kwint (max) veranderen.
23
Hoofdstuk 3 De geluiden bewerken
b3: PITCH BEND 3
Als het pedaal wordt ingedrukt, zal de toonhoogte tot een octaaf (max) veranderen.
b4: PITCH BEND 4
Als het pedaal wordt ingedrukt, zal de toonhoogte tot een halve toon(max) om­laag veranderen.
b5: PITCH BEND 5
Als het pedaal wordt ingedrukt, zal de toonhoogte tot een hele toon (max) om­laag veranderen.
b6: PITCH BEND 6
Als het pedaal wordt ingedrukt, zal de toonhoogte tot een octaaf (max) omlaag veranderen.
EF: Effect
Het pedaal regelt het effect, dat binnen de Patch gebruikt wordt .
Opslaan van de door u gecreëerde geluiden (WRITE)
De door u gecreëerde geluiden zullen verloren gaan als u van Patch verandert of simpelweg de stroom uitzet. Als u uw aanpassingen wilt bewaren, zult u de Write functie moeten uitvoeren.
1. Druk op de [WRITE] knop.
fig.3-06(WRITE)
De BANK indicators zullen USER aangeven, en het scherm zal flikkeren.
* Het resultaat verschilt per Patch.
* Voor sommige Patches zal er geen resultaat zijn.
3. Druk op de [EXP TYPE] of [EXIT] knop om terug te
keren naar Play mode.
* Als u uw bewerkte geluid wilt bewaren, voer dan de Write
functie (p.24) uit om uw instellingen in een USER Patch op te slaan.
2. Gebruik de [NUMBER/VALUE] knop om het
Patchnummer te selecteren, waarin u uw instellingen op wilt slaan.
* Als u op dit punt beslist de Write procedure te verlaten, druk
dan op de [EXIT] knop.
3. Druk nogmaals op de [WRITE] knop.
Uw instellingen worden in de door u geselecteerde Patch opgeslagen.
* Denk erom, dat voorgaande instellingen in die Patch
overschreven worden en verloren gaan.
* Het decimale punt in het scherm zal flikkeren, terwijl er wordt
opgeslagen. Zet nu niet de stroom uit.
24
Hoofdstuk 4 Andere functies
Patches kopiëren
Hier staat hoe u Patch instellingen kunt kopiëren. U kunt alleen naar de USER bank kopiëren.
1. Selecteer Patch, die als kopieerbron fungeert (de Patch
waarvan u wilt kopiëren).
2. Druk op de [WRITE] knop.
De BANK indicator verandert naar USER en het scherm knippert.
fig.4-01(COPY)
3. Gebruik de [NUMBER/VALUE] knop om Patchnummer
te selecteren, die als kopieerdoel fungeert (waarnaar u wilt kopiëren).
4. Druk nogmaals op de [WRITE] knop.
De instelling wordt gekopieerd naar het kopieerdoel.
* Het decimale punt in het scherm zal flikkeren, terwijl er wordt
opgeslagen. Zet nu niet de stroom uit.
* Denk erom dat voorgaande instellingen in die Patch
overschreven worden en verloren gaan.
Patches wissselen
Hier staat, hoe u Patches kunt wisselen binnen de USER bank. Dit is een handige manier om de USER bank Patches in een gewenste volgorde te ordenen.
* Dit werkt niet als er een geselecteerde Patch niet in USER
staat.
1. Selecteer een van de Patches, die u wilt wisselen.
2. Houd de [EXIT] knop ingedrukt, en druk op de [WRITE]
knop.
De indicator in het scherm begint te flikkeren.
3. Gebruik de [NUMBER/VALUE] knop om de andere
Patch die u wilt wisselen te selecteren.
4. Druk nogmaals op de [WRITE] knop.
De Patches worden omgewisseld.
* Het decimale punt in het scherm zal flikkeren, terwijl er wordt
opgeslagen. Zet nu niet de stroom uit.
25
Hoofdstuk 4 Andere functies
De functie van de voetpedalen veranderen (SW MODE)
U kunt de functie van het GLIDE en HOLD pedaal veranderen door de switch mode aan te passen. Deze instellingen verandert tevens de functie van het DOWN/S1 schrm en de UP/S2 schakelaar op het GK element.
Switch mode 1
Het GLIDE pedaal regelt de Glide functie, en het HOLD pedaal regelt de Hold functie.
De UP/S2 en DOWN/S1 schakelaar van het GK element schakelt omhoog/ omlaag door de Patches heen.
* Deze mode is ingesteld als de GR-20 uit de fabriek geleverd
wordt.
Switch mode 2
Het HOLD en GLIDE pedaal gaan omhoog/ omlaag door de Patches heen.
U kunt de DOWN/S1 en UP/S1 schakelaar van uw GK element in samenwerking met de pedalen voor het volgende gebruiken:
• Als u de DOWN/S1 schakelaar gebruikt, zal het GLIDE pedaal functioneren als Octave Down en het HOLD pedaal als Octave Up. Als u nogmaals op DOWN/S1 (of UP/S2) drukt, zal het GLIDE pedaal terugkeren naar de Glide functie en het HOLD pedaal naar de Hold functie.
• Als u de UP/S2 schakelaar indrukt, zal het GLIDE pedaal functioneren als Glide en het HOLD pedaal als Hold. Als u nogmaals op UP/S2 (of DOWN/S1) drukt, zal het pedaal terugkeren naar de Patch omhoog/ omlaag functie.
1. Druk op de [SYSTEM EDIT] knop, zodat de SW MODE
indicator brandt.
2. Gebruik de NUMBER/VALUE knop om de instelling te
veranderen.
* De werkelijke operatie modus zal niet veranderen, totdat u de
instelling opgeslagen heeft en teruggekeerd bent naar de Play mode.
3. Druk op de [EXIT] knop.
U keert terug naar Play mode, en de instelling wordt opgeslagen.
* Het decimale punt in het scherm zal flikkeren, terwijl er wordt
opgeslagen. Zet nu niet de stroom uit.
* Als u de stroom uitzet, voordat u naar Play mode terug bent
gekeerd, zullen de instellingen niet opgeslagen worden.
* In Switch Mode 1 zal de GLIDE en HOLD indicator normaal
gesproken branden. Ze flikkeren alleen als u op het pedaal drukt.
* In Switch Mode 2 branden de GLIDE en HOLD indicator
meestal niet, maar als de functie van elk pedaal wordt veranderd door de DOWN/S1 of UP/S2 schakelaar te gebruiken, zullen de indicatoren zich op dezelfde manier gedragen als in Switch Mode 1.
Patches en systeem parameter instellingen opslaan op een extern apparaat (BULK DUMP)
Hier staat, hoe u de user bank Patches en systeem parameter instellingen kunt opslaan via MIDI op een extern apparaat of computer (sequencer).
U kunt tevens data overdragen via een MIDI kabel tussen twee GR-20 apparaten .
Op deze manier data versturen naar de GR-20 heet “bulk dump”, en deze data ontvangen heet “bulk load”.
Wat zijn systeem parameters? Parameters, die van toepassing zijn op de gehele GR-20 (zoals SW MODE en MIDI CH), worden “systeem parameters” genoemd.
26
1. Sluit de MIDI OUT van de GR-20 aan op de MIDI IN van
uw externe apparaat.
Hoofdstuk 4 Andere functies
2. Zet de stroom van de GR-20 uit, en houd de [PATCH
EDIT] knop ingedrukt, terwijl u de stroom weer aanzet.
Het scherm geeft “dP” aan.
fig.4-03(DUMP)
3. Begin op het ontvangende apparaat op te nemen.
Als u data tussen twee GR-20 apparaten wilt overdragen, zet dan de ontvangend GR-20 in de Bulk Load Ready (p.27) staat.
4. Druk op de [WRITE] knop.
De data wordt van de MIDI OUT naar het externe apparaat verstuurd.
Tijdens de transmissie verschijnt het volgende op het scherm.
fig.4-031
Patches en systeem parameter instellingen vanaf een extern apparaat laden (BULK LOAD)
Hier staat, hoe u GR-20 instellingen, die opgeslagen zijn op een extern apparaat via Bulk Dump, via MIDI terug kunt laden in de GR-20.
De BULK LOAD operatie uitvoeren zal alle data in de GR-20 overschrijven. Wees ervan bewust, dat alle huidige data verloren zal gaan.
1. Sluit de MIDI OUT van uw extern apparaat aan op de
MIDI IN van de GR-20.
2. Zet de stroom van de GR-20 uit, en houd de [PATCH
EDIT] knop ingedrukt, terwijl u de stroom weer aanzet. Het scherm geeft “dP” aan.
3. Zorg met de [NUMBER/VALUE] knop, dat u “Ld” in
het scherm te zien krijgt.
fig.4-04(LOAD)
Brand
Als het scherm naar “dP“ terugkeert, is de transmissie compleet.
5. Stop het opnemen op het ontvangende apparaat
6. Zet de stroom uit.
4. Verstuur de data van het extern apparaat. Tijdens de
transmissie verschijnt het volgende op het scherm, en zal het decimale punt van het scherm flikkeren.
fig.4-041
Als het decimale punt van het scherm met flikkeren stopt en het scherm weer ‘Ld’ laat zien, dan is de ontvangst klaar.
5. Druk op de [WRITE] knop.
* Als de stroom van de GR-20 uitstond, terwijl de data
ontvangen werd, dan zal de verstuurde data niet op de GR-20 opgeslagen zijn. Voor zonodig de Bulk Load operatie nogmaals uit.
6. Druk op [EXIT] om naar de Play modus terug te keren.
27
Hoofdstuk 5 Een externe geluidsmodule
of sequencer aansluiten
U kunt de GR-20 gebruiken om externe geluidsmodules via MIDI af te spelen of als inputgereedschap voor uw sequencer.
Een externe geluidsmodule of sequencer aansluiten
Sluit de GR-20 op een externe geluidsmodule of computer (sequencer) aan, zoals in onderstaand diagram aangegeven.
MIDI IN
MIDI IN
MIDI OUT
De transmissiemodus instellen
De GR-20 laat u, als methode om MIDI berichten te versturen, kiezen tussen “Mono Mode transmissie” of “Poly Mode transmissie”.
Mono Mode transmissie
Uitvoeringsdata voor elke snaar wordt individueel verstuurd, elk met een eigen MIDI kanaal. Beginnend met de geselecteerde MIDI CH zullen ze achtereenvolgende MIDI kanalen automatisch worden geselecteerd. Bijvoorbeeld als MIDI CH op 3 staat, dan zullen de zes kanalen 3-8 MIDI voor respectievelijk snaar 1-6 data versturen.
Omdat continue toonhoogte veranderingsdata (MIDI Pitch Bend berichten) per snaar verstuurd kunnen worden, kunt u typische gitaartechnieken gebruiken, zoals het gebruik van een whammy bar of en verbuigen van snaren.
* De aangesloten geluidsmodule moet een multitimbrale
geluidsmodule zijn met tenminste zes partijen.
Poly Mode transmissie
Uitvoeringsdata voor alle snaren worden verstuurd door één MIDI kanaal. Het geselecteerde MIDI CH wordt gebruikt. Omdat de gehele gitaar slecht een kanaal zal gebruiken, behoudt u hierdoor meerdere MIDI kanalen. Dit laat u tevens een geluidsmodule regelen, die niet in staat is om zes kanalen tegelijk te ontvangen.
fig.5-02(External Sequencer)
MIDI
Interface
PC
MIDI IN MIDI OUT
* Als u de GR-20 op een sequencer aansluit, stel dan in “Local
Control Off” (p.30).
* Desalniettemin, als er twee of meer snaren klinken, zal bend
data niet worden verstuurd. Toonhoogte verandering vindt alleen plaats in halve tonen. Dit betekent dat de werkelijke toonhoogte op de gitaar niet geheel door het synthgeluid weergegeven wordt.
1. Zet de stroom van de GR-20 uit, en houd de [EXIT] knop
ingedrukt, terwijl u de stroom weer aanzet.
fig.5-03(Transmission Mode)
2. Gebruik de [NUMBER/VALUE] knop om de modus te
selecteren.
: MONO MODE
28
: POLY MODE
Hoofdstuk 5 Een externe geluidsmodule of sequencer aansluiten
instellen op een bend bereik van +/- 24. Raadpleeg voor details de handleiding van de geluidsmodule.
3. Druk op de [EXIT] knop.
De instelling wordt opgeslagen, en u keert terug naar de Play mode.
* Het decimale punt in het scherm zal flikkeren, terwijl er wordt
opgeslagen. Zet nu niet de stroom uit.
* Als u de stroom uitzet, voordat u naar Play mode terug bent
gekeerd, zullen de instellingen niet opgeslagen worden.
Het MIDI kanaal instellen (BASIC CHANNEL)
* U kunt alleen kanalen 1-11 selecteren. Kanalen 12-16 zijn niet
beschikbaar.
* Als de output modus op ‘Mono Mode’ staat, zal de GR-20 zes
kanalen gebruiken.
1. Druk een paar keer op de [SYSTEM EDIT] knop, totdat
de MIDI CH/PLAY FEEL indicator brandt.
fig.2-03(MIDI CH)
MIDI berichten verzonden door de GR-20
Als uitvoeringsdata verstuurde de GR-20 een note-on bericht als u een noot speelt, een note-off bericht als een noot stopt en een pitch bend bericht als u een noot verbuigt.
In toevoeging op deze berichten verstuurde GR-20 tevens de volgende MIDI berichten, zodat uw uitvoering rechtvaardig wordt gereproduceerd bij opname of afspelen door een sequencer:
ENVELOPE FOLLOW
Als de RELEASE instelling op E FLW (p.20) staat, zal het MIDI control change nummer 18 (general purpose controller
3) verstuurd worden volgens de amplitude van de vibratie van de gitaarsnaar.
GLIDE pedaal
MIDI pitch bend berichten worden verstuurd volgens de verandering in toonhoogte.
2. Gebruik de [NUMBER/VALUE] knop om de instelling
te veranderen.
Stel het kanaal in op hetzelfde kanaal als het MIDI verstuurkanaal op uw multi-effect apparaat.
3. Druk op de [EXIT] knop.
De instelling wordt opgeslagen, en u keert terug naar de Play mode.
* Het decimale punt in het scherm zal flikkeren, terwijl er wordt
opgeslagen. Zet nu niet de stroom uit.
* Als u de stroom uitzet, voordat u naar Play mode terug bent
gekeerd, zullen de instellingen niet opgeslagen worden.
Specificeer het bend bereik
Omdat de GR-20 Pitch Bend data verstuurd, gebaseerd op een bend bereik van 24, moet u uw geluidsmodule tevens
HOLD pedaal
Als de HOLD MODE H1, H2 of H3 is
Versturen van MIDI note-off berichten wordt vertraagd, zolang u het pedaal blijft indrukken.
Als de HOLD MODE H4 is
Control change nummer 64 wordt verstuurd.
* In geval van Poly Mode transmissie (p.28) kan het Hold effect
niet in zijn geheel worden uitgevoerd, omdat het onafhankelijk verwerkt kan worden voor dezelfde toonhoogtes op verschillende snaren.
Expressie pedaal
Control change nummer 17 (volume) of nummer 4 (Foot type) wordt verstuurd volgens de bewegingen van het pedaal.
Program change
Dit bericht wordt verstuurd als tussen Patches schakelt. De geluidsbank wordt verstuurd via MIDI Bank Select (CC#0) en het geluidsnummer wordt verstuurd als Program Change (PC).
29
Hoofdstuk 5 Een externe geluidsmodule of sequencer aansluiten
Local Control Off
De staat, waarin de gitaar regelsectie van de GR-20 intern verbonden is aan de geluidsgenerator, wordt aangegeven als “Local Control On”. In tegenstelling ontkoppelt de Local Control Off instelling intern de gitaar regelsectie van de geluidsgenerator, waardoor de geluidsgenerator alleen geluid produceert als reactie op MIDI berichten vanuit MIDI IN. De gitaaruitvoering wordt via MIDI OUT verstuurd .
fig.5-033(Local Control Off)
Sequencer
Thru functie naar MIDI OUT: aan
MIDI OUT
MIDI IN
Geluids-
generator
MIDI IN
MIDI OUT
Gitaar-
regelaar
GK IN
zal het systeem niet correct functioneren.
* Om Local Control On te activeren, zet u de aan/uit schakelaar
eerst uit en vervolgens aan.
Local Control
OFF
GR-20
Door het selecteren van de Local Control Off instellingen en het inschakelen van de “Soft Thru“instelling op uw extern aangesloten sequencer kunt u conflicten vermijden tussen de uitvoeringsdata van uw gitaar en van uw sequencer.
1. Zet de GR-20 uit, en houdt vervolgens de [SYSTEM
EDIT] knop ingedrukt, terwijl u de stroom weer aanzet. Het scherm geeft voor ongeveer een seconde “Lo”aan en de GR-20 komt in Play mode.
fig.5-04(Local Off)
* De Local Control Off instelling kan niet worden opgeslagen.
* Als de aansluitingen tussen de GR-20 en uw extern MIDI
apparaat een loop vormen, dan moet u de Local Control Off instelling gebruiken. Als u aansluitingen maakt met deze instelling op Off, zullen de schakelaars niet functioneren en
30
Hoofdstuk 6 Appendix
Herstellen van de fabrieksinstellingen (Factory Reset)
Als uw wilt, kunt u alle instellingen en Patches, die de GR-20 vanaf de fabriek meekreeg, terughalen. Dit proces heet Factory Reset.
U kunt de gehele GR-20 of een individuele user Patch naar zijn fabrieksinstelling herstellen .
Calibratie instellingen blijven tijdens een Factory Reset ongewijzigd, zodat u het expressiepedaal niet hoeft aan te passen.
Als u Factory Reset uitvoert, zal alle data, die u in het apparaat heeft opgeslagen, door de fabrieksdata overschreven worden. Als de GR-20 belangrijke data bevat, die u wilt bewaren, gebruik dan Bulk Dump (p.26) om het op een extern MIDI apparaat op te slaan, voordat u Factory Reset uitvoert.
1. Zet de GR-20 uit, en houd vervolgens de [WRITE] knop
ingedrukt, terwijl u de stroom aanzet.
fig.6-01(FACTORY RESET 1Åj
* Als u deze aanpassing eenmaal gemaakt heeft, wordt het
opgeslagen in de GR-20 en hoeft u het niet nog eens te doen. U zult het echter wel nogmaals moeten doen na het veranderen van snaren of het veranderen van de actie van de gitaar of bij gebruik van een andere GK gitaar.
Alleen de gespecificeerde Patch keert naar de fabrieksinstelling terug.
3. Druk op de [WRITE] knop.
Het decimale punt in het scherm zal flikkeren. De Factory Reset procedure is uitgevoerd. Daarna keert u terug naar Play mode.
* Zet de stroom niet uit als het decimale punt aan het flikkeren
is.
Het expressiepedaal calibreren
Als de GR-20 uit de fabriek vervoerd wordt, is het expressiepedaal gecalibreerd voor optimaal gebruik. Hoewel, bij overmatig gebruik of afhankelijk van de condities van dit gebruik, kan deze calibratie gaan afwijken. Als u problemen ervaart, zoals het niet volledig stil kunnen krijgen met het volumepedaal van het geluid of de toonhoogte stijgt of daalt niet volgens het volledig gespecificeerde bereik, dan kunt u de volgende procedure volgen om het expressiepedaal opnieuw te calibreren:
2. Gebruik de [NUMBER/VALUE] knop om het bereik van
data te selecteren, die u naar de fabrieksinstellingen wilt herstellen.
De gehele GR-20 keert naar de fabrieksstaat terug.
Als u deze handeling verricht zal de instelling terug naar de gitaarmodus keren (standaard instelling). Als u de GR-20 met een basgitaar wilt gebruiken, volgt u de procedure omschreven in ‘de GR-20 schakelen tussen gitaar en basgitaar (pag. 32)’. Om de GR-20 voor de basgitaar geschikt te maken.
1. Zet de stroom van de GR-20 uit. Houd dan [EXP PEDAL]
ingedrukt, terwijl u de stroom weer aanzet. Het scherm geeft “Pu” aan.
2. Laat het pedaal helemaal zakken (druk op de hiel zetten),
en druk op de [WRITE] knop.
Het scherm geeft “Pd” aan.
3. Druk het pedaal volledig in (zet druk op de teen), en
druk op de [WRITE] knop.
De instelling wordt opgeslagen en u keert terug naar Play mode.
* Het decimale punt in het scherm zal flikkeren, terwijl er wordt
opgeslagen. Zet nu niet de stroom uit.
* Als u de stroom uitzet, voordat u naar Play mode terug bent
gekeerd, zullen de instellingen niet opgeslagen worden.
31
Hoofdstuk 6 Appendix
GR-20 basgitaar ondersteuning
De GR-20 die u aangeschaft heeft, bevat System Program Version 2, wat de basgitaar ook ondersteunt. Door een basgitaar, met een apart verkochte GK-2B of een GK-3B gesplist element geïnstalleerd, aan te sluiten, kan de GR-20 met een basgitaar gebruikt worden. Als de GR-20 van de fabriek verscheept wordt, staat het voor gitaar ingesteld. De onderstaande procedure beschrijft hoe u tussen gitaar en basgitaar instellingen op de GR-20 kunt schakelen.
* U kunt deze procedure zo vaak gebruiken als u wilt. Het zal de User Patch data niet beïnvloeden.
Tussen de basgitaar en gitaar instellingen op de GR-20 schakelen......
1. Schakel de GR-20 uit. Terwijl u de [GK SENS] knop indrukt, zet u het apparaat aan.
Vervolgens ziet u op het scherm “ ” of “ .”
Gebruik de [NUMBER/VALUE] knop om tussen basgitaar en gitaar te kiezen.
2.
Basgitaar instellingen: Draai de [NUMBER/VALUE] knop naar rechts (met de klok mee), en u ziet op het scherm “ .”
Gitaar instellingen:
Draai de [NUMBER/VALUE] knop naar links (tegen de klok in), en u ziet op het scherm
“.
3.
Druk op de [EXIT] knop.
Deze instelling wordt opgeslagen, en u begint in ‘Play Mode’.
* In het scherm flikkert de decimaal punt, terwijl de instelling opgeslagen wordt. Als dit plaats vindt, moet u de GR-20 niet uitzetten.
* Onthoud dat deze instelling niet opgeslagen wordt als u niet naar
* Deze instelling wordt vastgehouden totdat u deze procedure herhaalt.
‘Play Mode’ terugkeert, voordat u het apparaat uitzet.
Hoe basgitaar en gitaar instellingen verschillen. .................................
• Het toonhoogte bereik door de GR-20 ingesteld, sckakelt tussen gitaar en basgitaar.
• In sommige vooraf ingestelde Patches zorgt deze instelling, dat de synthesizer één of meerdere octaven boven of onder de ingestelde toonhoogte hoorbaar wordt.
(Voorbeeld) BANK= BASS/GTR No= “Wood Bass”
Basgitaar instelling
Gitaar instelling
• Bij het instellen van de ingangsgevoeligheid (GK SENS), corresponderen de nummers links in het scherm met de snaren, zoals in onderstaand schema aangegeven.
U moet het GK-2B/3B element op uw basgitaar, zoals hieronder aangegeven, installeren. Dit systeem werkt niet juist als u het element op een andere manier installeert.
De synthesizer klinkt op de juist ingestelde toonhoogte.
De synthesizer klinkt een octaaf lager dan de juist ingestelde toonhoogte.
5th string
GK SENS Display
32
4-snarige basgitaar:
marker
2nd string
marker
1234
5-snarige basgitaar: 6-snarige basgitaar:
5th string
marker
2nd string
marker
123
5th string
marker
2nd string
marker
123456
Probleemoplossingen
Tijdens normaal gebruik met alleen de GR-20
Uw gitaar bespelen, produceert geen synthgeluid
Kan de OUTPUT LEVEL verlaagd zijn?
Gebruik de [OUTPUT LEVEL] knop op het
achterpaneel om het niveau te verhogen (p.12).
Kan het volume van uw GK element omlaag staan?
Verhoog het volume van uw GK element naar gewenst
niveau.
Kan de keuzeschakelaar op uw GK element op
GUITAR staan?
Stel de schakelaar van uw GK element in op GK (of
SYNTH) of MIX.
Kan het expressie pedaal helemaal naar beneden
staan?
Druk het pedaal in.
Kan het LEVEL omlaag staan?
Probeer aan de [LEVEL] knop te draaien (p.20).
Hoofdstuk 6 Appendix
Interne effecten zijn niet van toepassing op het
gitaargeluid.
De interne effecten van de GR-20 kunnen alleen
worden toegepast op het synthgeluid. Ze kunnen niet worden toegepast op het gitaargeluid.
Door het gebruiken van de Guitar Out ingang kunt u
een externe gitaareffectprocessor toepassen op alleen het gitaargeluid. (Als u het synthgeluid en het gitaargeluid uit dezelfde versterker wilt krijgen, gebruik dan tevens de MIX IN ingangen.) (p.17)
De toonhoogte van het synthgeluid verandert niet op
dezelfde manier als de toonhoogte van de gitaar.
De toonhoogte van sommigen tonen (zoals
percussiegeluiden en geluidseffecten) veranderen op een andere manier dan de toonhoogte van uw gitaar, dit is geen defect.
U hoort soms dun, gemoduleerde herrie in een extreem
hoog frequentiegebied.
Dit is een fenomeen wat ‘aliasing noise’ heet, inherent
aan digitale geluidsgenerators. U kunt dit horen met gebruik van een slide of bij gebruik van de Glide functie. Dit is geen defect.
Volume is tussen de snaren onderling niet gelijk
Is de GK SENS instelling per snaar correct gemaakt?
Voer de aanpassing uit (p.12).
Bij gebruik van Pitch Glide (of de toonhoogte functie op
het expressiepedaal), verhoogt de toonhoogte niet helemaal.
Afhankelijk van de toon of het gebied van de
toonhoogte, kan het bereik omhoog beperkt zijn voor functies, die de toon continue modificeren.
Gebruik een kleiner veranderingsbereik (p.22, p.23).
Bij gebruik van de pedaaleffecten of het expressiepedaal
van de GR-20 is het resultaat per Patch anders.
Het effect geproduceerd met het gebruik van het
expressiepedaal is verschillend voor elk geluid (Patch).
Controleer het effect van elke Patch op voorhand.
De toonhoogte verandert in halve stappen bij het
verbuigen etc.
Op sommige geluiden (Patches), zoals piano of orgel,
zal de toonhoogte niet geleidelijk veranderen, maar slechts in halve stappen. Dit is expres gedaan, om het instrument realistischer te laten klinken. Dit is geen defect.
Het Synth-geluid klinkt vertraagd als u op een basgitaar
speelt.
Het signaal van de gesplitste elementen wordt door de
GR-20 geanalyseerd, en produceert het Synth-geluid nadat de toonhoogte en volume zijn bepaald. De natuurlijk wetten bepalen dat lagere toonhoogtes meer tijd vergen om te analyseren. Dit betekent, dat met een basgitaar en de diepere klanken het iets langer duurt voordat het Synth-geluid hoorbaar wordt.
33
Hoofdstuk 6 Appendix
Bij gebruik van de GR-20 met andere MIDI apparatuur
De externe geluidsmodule, die aangesloten zit op de
MIDI OUT ingang, klinkt niet.
Zijn de MIDI kanalen van het versturende en het
ontvangende apparaat gelijk aan elkaar?
Check de MIDI kanalen (p.29).
Zou u het volume omlaag kunnen hebben gezet met
de volumeregelaar op het GK element of het expressiepedaal?
Verhoog de regelaar of volume.
Alleen een snaar klinkt op de externe geluidsmodule
(sommigen snaren klinken niet)
Zou het kunnen zijn, dat u de Mono modus gebruikt
om vanuit de GR-20 naar een geluidsmodule te versturen, die niet in staat is om zes MIDI kanalen tegelijk te ontvangen?
Gebruik een geluidsmodule, die multitimbrale
operaties ondersteunt (p.28).
Gebruik de GR-20 in Poly modus.
Toonhoogte is incorrect (anders dan de gitaar
toonhoogte)
Staat het Bend bereik van uw externe geluidsmodule
op +/- 24?
Stel het Bend bereik van uw externe geluidsmodule in
op +/- 24.
Is uw gitaar correct gestemd?
Gebruik de Tuner functie van de GR-20 om uw gitaar
accuraat te stemmen. U moet tevens uw gitaar zo afstellen, dat de toonhoogte ook juist klinkt op de hogere frets.
Toonhoogte verandert niet geleidelijk
Zou het kunnen, dat u op de GR-20 een Patch als piano
of orgel geselecteerd heeft, waarvan de toonhoogte veranderingen in halve stappen gebeuren.
Selecteer een Patch op de GR-20, waarvan de
toonhoogte geleidelijk verandert.
Als u opgenomen Note berichten op uw sequencer ziet,
dan verschilt de toonhoogte met wat werkelijk klonk.
Om het begin van een noot zo snel mogelijk over te
dragen en om de toonhoogte flexibel te laten veranderen, stuurt de GR-20 de toonhoogte als een combinatie van noot berichten en pitch bend berichten. Dit betekent, dat als u alleen de noot data bekijkt met gebruik van het event list ( microscoop ) scherm van uw sequencer, dan kan de data anders voorkomen dan de toonhoogte die werkelijk klonk.
34
Nog meer...
Het volumeniveau van het instrument aan de MIX IN
ingang is te laag.
Zou het kunnen, dat u een kabel met weerstand
gebruikt?
Gebruik een kabel zonder weerstand.
Hoofdstuk 6 Appendix
Patch List
BANK
PIANO
ORGAN/KB1 Rock Organ 1
No NAME
1 Grand E.P 2 Rock Piano 3 Piano / Bass 4 4-Hand Piano 5 Honky Tonk 6 Piano & Strings 7 Piano & Orchestra 8 Piano & Choir Oohs
9 Piano & Choir Aahs 10 West Coast 11 Ac.Piano 12 Hard Rhodes 13 Rhodes 14 Phaser Rhodes 15 Touch Sense E.P 16 Soft Rhodes 17 Smooth Rhodes 18 Love E.P 19 E.P / Bass 20 Wide E.P 21 Crystal Piano 1 22 Crystal Piano 2 23 Fantasy Piano 24 Silky E.P Pad 25 Detuned E.P Pad 26 Chorus E.P Pad 27 E.P & Strings 28 E.P & Choir 29 Great Rhodes 30 GR Ballad 31 Pulse E.P 32 Shattering 33 Dynamic Piano 34 Minor Mood 35 House
2 Rock Organ 2
3 Rock Organ & Pedal Organ
4 Rock Organ & Wood Bass
5 Rock Organ & E.Bass
6 Purple Organ
7 Rock Organ 3
8 Jazz Organ 1
9 Jazz Organ 2 10 Jazz Organ & Pedal Organ 11 Jazz Organ & Wood Bass 12 Jazz Organ & E.Bass 13 Jazz Organ 3 14 Jazz Organ 4 15 Gospel Organ 16 60’s Organ
BANK
ORGAN/KB17 Glide Organ
BASS/ GTR
No NAME
18 Cathedral 19 Church Choir 20 Rotary Choir Organ 21 3 Tone Stack 22 Organ & Synth Strings 23 Ice Organ 24 Clavi 25 Retro Clavi 26 Phase Clavi 27 JUNO Clavi 28 JUNO Keys 29 Harpsichord 30 Baroque Piano 31 Harpsichord & Strings 32 New Harpsichord 33 Accordion 34 Asian Trance 35 Bell 36 Twinkle 37 Milky Way 38 D-50 Stack 39 Dream Bell 40 Drama Stack 41 Staccato Heaven 42 Heaven Choir 43 Hybrid Synth 44 Archimedes
1 Wood Bass 2 Wood Pick Bass 3 Electric Bass 4 Phased Bass 5 Fretless Bass 1 6 Fretless Bass 2 7 Slap Bass 8 Touch Wah Slap Bass
9 FM Bass 10 FM Bass + Low 11 Flat Bass 12 Synth Bass 13 2020 Bass 14 Soft Reso Bass 15 101 Bass 16 TB-303 17 Acid TB 18 Wonder Bass 19 Res Bass 1 20 Res Bass 2 21 Heavy 22 System Bass 23 Love Parade Bass 24 Mix Bass 25 MG Reso Bass 26 Body Bass
35
Hoofdstuk 6 Appendix
BANK
BASS/ GTR
BRASS 1 Trumpet
No NAME
27 In Sync 28 Throw up 29 Basstortion 30 Nylon Guitar 31 Nylon Duet 32 Nylon & Strings 33 Nylon & Choir 34 Ac.Guitar 35 Ac.Guitar Oct 36 Ac.Guitar + Low 37 12 Str Guitar 38 12 Str & Synth Strings 39 12 Str Heaven 40 Guitar & Pad 41 Feedback 42 Whammy 43 OD-Paradise 44 Small Amp Dist Vib 45 Digital Rock Guitar 46 Orgguitar
2 Trumpet Split 3 Mute Trumpet 4 Trombone 5 Trombone Vib 6 Tuba 7 Horn 8 Flugelhorn
9 Tp Section 10 Brass Section 11 NewYork Brass 12 Brass & Sax 1 13 Brass & Sax 2 14 French Horns 15 5th French Horns 16 French Heaven 17 Pat Brass 18 Brassy Saws 19 Poly Brass 1 20 Synth Brass 1 21 Xpensive Synth Brass 22 Synth Brass 2 23 Synth Brass 3 24 Poly Brass 2 25 MG Brass 26 Fat Synth Brass 27 Breathy Brass 28 Lee Brass 29 Soft D-50 Brass 30 Confident Lead 31 Bright Synth Brass 32 Brass It ! 33 Synth Brass Chord 34 Wacky Brass
BANK
WIND
STRINGS /ORCH
No NAME
1 Fat Tenor Sax 2 Bright Tenor Sax 3 Moody Sax 4 Alto Sax 5 Alto Sax Vib 6 Soprano Sax 7 Baritone Sax 8 Sax Ensemble
9 Sax Section & Baritone Sax 10 Brass Section & Baritone Sax 11 Sax Section Oct 12 Harmonica 13 Blues Harp OD 14 Blues Harp Dist 15 Piccolo 16 Flute 17 Attack Flute 18 Piccolo & Glocken 19 Flute & Glocken 20 Piccolo & Flute 21 Flute & Clarinet 22 Growl Flute 23 Synth Flutes 24 Playback Flute 25 Clarinet 26 Clarinet Duet 27 Oboe 28 Bassoon 29 Oboe & Bassoon 30 Wind Ensemble Cresc. 31 Wind Ensemble
1 Strings
2 Hybrid Strings
3 Dolce Strings
4 Strings & Horns 1
5 Warm Strings
6 Tremolo Strings
7 Strings Oct
8 Strings & Timpani
9 Nashville Strings 10 Good Old Strings Pad 11 Silicon Strings 12 Lo-Bows 13 Marcato Strings 14 Pizzicato 15 Violin Vib 16 Violin 17 Cello 18 Cello Vib 19 Synth Cello 20 Gang Strings 21 Retro Synth Strings 22 Retro Synth Strings Oct 23 Playback Strings 1
36
Hoofdstuk 6 Appendix
BANK
STRINGS /ORCH
SYNTH/ LEAD
No NAME
24 Playback Strings 2 25 Moving Strings 26 Clustered 27 Farewell 28 Wind & Strings 29 Orchestra & Choir 30 Ending Scene 31 Strings & Warm Brass 32 Strings & Bright Brass 33 Strings & Horns 2 34 Synth Brass & Strings
1 Guitar Attack Soft Lead 2 Digi Lead 3 Attack Digi Lead 4 Creamer 5 GR-300 Saw 1 6 Brass Lead 7 Simple Synth Lead 8 Loud Synth Lead
9 Synth Pad & Saws 10 Heavy Saws Lead 11 Saw & Square Lead 12 Poly Pulse 13 Daft Lead 14 Razor Lead 15 Blister Lead 16 Sharp Attack Lead 17 Square Lead 1 18 Square Lead 2 19 Square Lead 3 20 Reso Lead 1 21 Square Lead 4 22 Basic 23 OB Lead 24 Sine Lead 25 70’s Lead 26 SH-2000 27 Simple Soft Lead 28 Soft Lead 1 29 Soft Lead 2 30 Reso Lead 2 31 Reso Lead 3 32 Saw Lead 1 33 Saw Lead 2 34 Bright Saw Lead 35 Bright Moving Lead 36 Saw Lead Vib 37 Qwak Lead 38 Flanger Ana Lead 39 Porta Wah 40 Wet Reso Lead 41 GR-300 Saw 2 42 The Machine 43 Big BPF
BANK
SYNTH/ LEAD
VOICE/ PAD
No NAME
44 Haze Lead 45 Vocoder 46 Sweep Reso Lead 47 Heavy Boost Lead 48 Morph 49 Sweep Lead 50 Sync Sweep 51 Vibro Sweep 52 Rotary Lead 53 Step Saws 54 Touch Filter 55 Trade Mark Lead 56 Retro Synth 57 No Bob No Hope 58 House Of Phase 59 Attack Organ Lead 60 Minor Incid. 61 Heavy Oct Lead 62 Mental Chord 63 House Chord 1 64 House Chord 2 65 Flack 66 Waves 67 Enterprise 68 Chasing VOC 69 Key In Sync 70 Gated 71 Delay Gate 72 Acid Shuffle 73 Didgeridoo Dance 74 Phobia 75 Deep 76 Atmosphere 77 Big Pipe Noise 78 Sequencer 79 Poly Key 80 Sandy Synth Attack 81 Detune Synth Attack 82 For Synth Arpeggio 83 Reso Synth Attack 84 Trancy 85 Fat Ana Lead 1 86 Fat Ana Lead 2 87 Wire Key 88 Pulse Key 89 Belly Keys 90 Velo Sense 91 Sugar Key 92 Phobo Tron 93 Sentimental
1 Jazz Doos 2 Jazz Scat Bop 3 Jazz Scat Doos & Bop 4 Male Aahs
37
Hoofdstuk 6 Appendix
BANK
VOICE/ PAD
ETHNIC 1 Sitar
No NAME
5 Choir Aahs Soft
6 Choir Aahs
7 Female Aahs
8 Choir Oohs
9 Pop Chorus 10 Pop Voice 11 Arpeggio Choir 12 Melancholia 13 Spaced Voxx 14 Voice Pad 909 15 Choir & Sweep 16 Wide Vox 17 Choir & Pad 1 18 Choir & Pad 2 19 Chorus Vox Pad 20 Heavenly Pad 21 S&H Layer 22 Wide Pad 23 Lost On Mars 24 Miaow Pad 25 JUNO Polaris 26 Darkshine 1 27 Darkshine 2 28 Digi Saw Pad 29 Analog Drama 1 30 Saws Sweep 1 31 Saws Sweep 2 32 Xpensive Synth Pad 33 Wall of Sand 34 Super Bright Pad 1 35 Super Bright Pad 2 36 Pivotal Pad 37 Pulsify 38 Vintage Orchestra 39 Cosmos Pad 40 Analog Drama 2 41 Soft Pad Oct 42 Soft Pad 43 Pad / Bass 44 Silky Way 45 JP-8 Haunting 46 Shifted Glass 47 Glass Voices 48 2.2 Warm Dream 49 Moving Fine Wine 50 2.2 Bright Dream 51 Wine Pad 52 Glassy Pad 53 Darkshine 3 54 Soundtrack Seal 55 Warm Pad 56 Changes
2 Sitar & Morocco Phrase
BANK
ETHNIC
RHYTHM /PERC
No NAME
3 Sitar+Tampura 4 Sitar & Drone 5 E.Sitar 6 Sitar & Tabla 7 Sitar & Tabla Phrase 8 Sitar Pad
9 Banjo 10 5str Banjo 11 Fiddle 12 Flat Mandolin 13 Flat Mandolin Tremolo 14 Guitar & Morocco Phrase 15 Koto 16 Koto Heaven 17 Shamisen 18 Shamisen Ensemble 19 Synth Shamisen 20 Sanshin 21 Sanshin Soft 22 Kayakeum 23 Erhu 24 Erhu Vib Soft 25 Erhu Vib Hard 26 Erhu & China Phrase 27 Ocarina 28 Didgeridoo & Ocarina 29 India Flute 30 Andes 31 Pan Pipes 32 Pan Pipes Soft 33 Zampona Soft 34 Zampona Hard 35 Shakuhachi 36 Shakuhachi & Drum Phrase 37 Katmandu 38 Legato Bamboo 39 Culture Flute 40 Peru Lead 41 Mizmar 42 Mizmar Pad 43 Shanai 44 Dazin Shanai 45 Gamelan Breathy 46 Vox & Sitar & Tabla
1 Vibraphone
2 Glockenspiel
3 Xylophone
4 Marimba
5 Steel Drum
6 Timpani
7 Impact
8 Orchestra Hit
9 Philly Hit 10 Kalimba
38
Hoofdstuk 6 Appendix
BANK
RHYTHM /PERC
No NAME
11 Agogo Bell 12 Jublag 13 Gamelan Set 14 Kajar 15 Asian Gong 16 Finger Bell 17 Balaphone 18 Angklung 19 Dragon 20 Vox Set 21 Vox & Perc. Kit 22 Drum & Perc. Kit 23 Drum Kit 24 Machine & Perc. Kit 25 Machine Kit 26 Guiro & Cowbell Pattern 27 Latin Perc. Set 28 Conga Pattern 29 Tabla & Conga Set 30 Perc. & Morocco Phrase 31 Bell & Morocco Phrase 32 Vox & China Phrase 33 Cuica & Drum Phrase 34 Cuica & Samba Phrase 35 Steel Drum & Samba Phrase 36 Brass & Samba Phrase 37 Tambourine & Tabla Phrase 38 Synth Pulse & Tabla Phrase 39 Drum Kit Pattern 1 40 Drum Kit Pattern 2 41 Playmate 42 Delay Voice 43 Tribal Drums 44 Street Noise 45 FX Tom Hit 46 Perc. Heaven 47 Analog Snare 48 5th Gong 49 Back Noise 50 Oxygen
39
Hoofdstuk 6 Appendix
User Patch List
No BANK BANK
1 BRASS 9 Tp Section 2 BASS/GTR 1 Wood Bass 3 PIANO 13 Rhodes 4 WIND 1 Fat Tenor Sax 5 STRINGS/ORCH 1 Strings 6 ORGAN/KB 1 Rock Organ 1 7 ETHNIC 2 Sitar & Morocco Phrase 8 VOICE/PAD 8 Choir Oohs
9 RHYTHM/PERC 5 Steel Drum 10 PIANO 1 Grand E.P 11 BASS/GTR 6 Fretless Bass 2 12 SYNTH/LEAD 5 GR-300 Saw 1 13 VOICE/PAD 51 Wine Pad 14 BRASS 3 Mute Trumpet 15 WIND 15 Piccolo 16 ORGAN/KB 25 Retro Clavi 17 STRINGS/ORCH 7 Strings Oct 18 SYNTH/LEAD 48 Morph 19 RHYTHM/PERC 33 Cuica & Drum Phrase 20 ETHNIC 17 Shamisen 21 VOICE/PAD 10 Pop Voice 22 PIANO 24 Silky E.P Pad 23 WIND 4 Alto Sax 24 ORGAN/KB 6 Purple Organ 25 BASS/GTR 12 Synth Bass 26 ETHNIC 30 Andes 27 RHYTHM/PERC 1 Vibraphone 28 RHYTHM/PERC 8 Orchestra Hit 29 VOICE/PAD 45 JP-8 Haunting 30 ORGAN/KB 33 Accordion 31 ORGAN/KB 35 Bell 32 WIND 14 Blues Harp Dist 33 BASS/GTR 7 Slap Bass 34 PIANO 6 Piano & Strings 35 BRASS 17 Pat Brass 36 ORGAN/KB 18 Cathedral 37 RHYTHM/PERC 36 Brass & Samba Phrase 38 STRINGS/ORCH 15 Violin Vib 39 BASS/GTR 32 Nylon & Strings 40 BASS/GTR 19 Res Bass 1 41 ORGAN/KB 41 Staccato Heaven 42 ETHNIC 9 Banjo 43 VOICE/PAD 16 Wide Vox 44 BRASS 1 Trumpet 45 PIANO 27 E.P & Strings 46 SYNTH/LEAD 62 Mental Chord 47 WIND 10 Brass Section & Baritone Sax 48 BASS/GTR 37 12 Str Guitar 49 BRASS 26 Fat Synth Brass 50 ETHNIC 16 Koto Heaven 51 PIANO 35 House 52 VOICE/PAD 26 Darkshine 1 53 RHYTHM/PERC 46 Perc. Heaven 54 BRASS 11 NewYork Brass 55 WIND 7 Baritone Sax 56 ORGAN/KB 15 Gospel Organ 57 BRASS 14 French Horns 58 SYNTH/LEAD 37 Qwak Lead 59 STRINGS/ORCH 18 Cello Vib 60 ETHNIC 3 Sitar + Tampura 61 VOICE/PAD 3 Jazz Scat Doos & Bop 62 RHYTHM/PERC 19 Dragon 63 PIANO 10 West Coast 64 WIND 18 Piccolo & Glocken 65 SYNTH/LEAD 10 Heavy Saws Lead 66 STRINGS/ORCH 24 Playback Strings 2 67 RHYTHM/PERC 35 Steel Drum & Samba Phrase 68 ETHNIC 24 Erhu Vib Soft 69 ORGAN/KB 29 Harpsichord 70 SYNTH/LEAD 29 Soft Lead 2 71 ORGAN/KB 37 Milky Way
No
NAME
No BANK BANK
72 ETHNIC 36 Shakuhachi & Drum Phrase 73 SYNTH/LEAD 53 Step Saws 74 STRINGS/ORCH 32 Strings & Bright Brass 75 BRASS 32 Brass It ! 76 SYNTH/LEAD 20 Reso Lead 1 77 SYNTH/LEAD 74 Phobia 78 RHYTHM/PERC 3 Xylophone 79 VOICE/PAD 39 Cosmos Pad 80 SYNTH/LEAD 82 For Synth Arpeggio 81 PIANO 17 Smooth Rhodes 82 BASS/GTR 23 Love Parade Bass 83 WIND 27 Oboe 84 SYNTH/LEAD 71 Delay Gate 85 VOICE/PAD 6 Choir Aahs 86 RHYTHM/PERC 48 5th Gong 87 SYNTH/LEAD 13 Daft Lead 88 ORGAN/KB 7 Rock Organ 3 89 VOICE/PAD 33 Wall of Sand 90 SYNTH/LEAD 65 Flack 91 BRASS 21 Xpensive Synth Brass 92 RHYTHM/PERC 12 Jublag 93 SYNTH/LEAD 91 Sugar Key 94 ETHNIC 20 Sanshin 95 VOICE/PAD 49 Moving Fine Wine 96 SYNTH/LEAD 1 Guitar Attack Soft Lead 97 STRINGS/ORCH 3 Dolce Strings 98 SYNTH/LEAD 41 GR-300 Saw 2 99 VOICE/PAD 20 Heavenly Pad
No
NAME
40
MIDI Implementatie
Model: GR-20 Date: Dec. 18 2003 Version: 1.00
1. Recognized Receive Data
Channel Voice Message
Note Off
STATUS 8nH kkH vvH 9nH kkH 00H
n=MIDI Channel Number: 0H - FH (ch.1 - ch.16) kk=Note Number: 00H - 7FH (0 - 127) vv=Velocity: 00H - 7FH (0 - 127)
* Velocity is ignored.
Note On
STATUS 9nH kkH vvH
n=MIDI Channel Number: 0H - FH (ch.1 - ch.16) kk=Note Number: 00H - 7FH (0 - 127) vv=Velocity: 01H - 7FH (1 - 127)
* vv=00H is received as Note-off
Control Change
Bank Select
STATUS BnH 00H mmH
n=MIDI Channel Number: 0H - BH (ch.1 - ch.12) mm=Bank Number: 00H - 0AH
* The LSB of Bank Select is ignored. * Can be received only through the Basic channel.
Foot Type
STATUS BnH 04H vvH
n=MIDI Channel Number: 0H - BH (ch.1 - ch.12) vv=Control Value: 00H - 7FH (0 - 127)
* Can be received only through the Basic channel. * Received when EXP PEDAL TYPE = “FL”, “EF”.
Volume
STATUS BnH 07H vvH
n=MIDI Channel Number: 0H - BH (ch.1 - ch.12) vv=Volume: 00H - 7FH (0 - 127)
* Can be received only through the Basic channel.
General Purpose #3
STATUS BnH 12H vvH
n=MIDI Channel Number: 0H - FH (ch.1 - ch.16) vv=Control Value: 00H - 7FH (0 - 127)
* When E FLW is on, and recognized as the string envelope follow values.
SECOND THIRD
SECOND THIRD
SECOND THIRD
SECOND THIRD
SECOND THIRD
SECOND THIRD
Hold1
STATUS BnH 40H vvH
n=MIDI Channel Number: 0H - BH (ch.1 - ch.12) vv=Control Value: 00H - 7FH (0 - 127)
* Can be received only through the Basic channel.
SECOND THIRD
00H-3FH=OFF, 40H-7FH=ON
Program Change
STATUS CnH ppH
n=MIDI Channel Number: 0H - BH (ch.1 - ch.12) pp=Program Number: 00H - 7FH (0 - 127) 0=prg.1 127=prg.128
* Can be received only through the Basic channel. * The recognized Program Change Number corresponds to each Patch as follows.
BANK MSB PROGRAM NUMBER Patch
0 0 USER1 0 1 USER2 0 2 USER3 0 3 USER4 0: : 0 97 USER98 0 98 USER99
1 0 PIANO1 1 1 PIANO2 1 3 PIANO3
2 0 ORGAN/KB1 2 1 ORGAN/KB2 2 3 ORGAN/KB3
3 0 BASS/GTR1 3 1 BASS/GTR2 3 3 BASS/GTR3
4 0 BRASS1 4 1 BRASS2 4 3 BRASS3
5 0 WIND1 5 1 WIND2 5 3 WIND3
6 0 STRING/ORCH1 6 1 STRING/ORCH2 6 3 STRING/ORCH3
7 0 SYNTH/LEAD1 7 1 SYNTH/LEAD2 7 3 SYNTH/LEAD3
8 0 VOICE/PAD1 8 1 VOICE/PAD2 8 3 VOICE/PAD3
9 0 ETHNIC1 9 1 ETHNIC2 9 3 ETHNIC3
10 0 RYTHM/PERC1 10 1 RYTHM/PERC2 10 3 RYTHM/PERC3
SECOND
::
::
::
::
::
::
::
::
::
::
41
Hoofdstuk 6 Appendix
Pitch Bend Change
STATUS EnH llH mmH
n=MIDI Channel Number: 0H - FH (ch.1 - ch.16) mm,ll=Value: 00H, 00H - 7FH, 7FH (-8192 - +8191)
SECOND THIRD
Channel Mode Message
All Note Off
STATUS BnH 7BH 00H
n=MIDI Channel Number: 0H - BH (ch.1 - ch.12)
* Can be received only through the Basic channel * Turn off all notes that are now on.
OMNI OFF
STATUS BnH 7CH 00H
n=MIDI Channel Number: 0H - BH (ch.1 - ch.12)
* Can be received only through the Basic channel. * Will act the same as All Note Off.
OMNI ON
STATUS BnH 7DH 00H
n=MIDI Channel Number: 0H - BH (ch.1 - ch.12)
* Can be received only through the Basic channel. * Will act the same as All Note Off.
MONO
STATUS BnH 7EH mmH
n=MIDI Channel Number: 0H - BH (ch.1 - ch.12) mm=Number of Individual Channels: 00H - 10H (0 - 16)
* Can be received only through the Basic channel. * Will act the same as All Note Off.
SECOND THIRD
SECOND THIRD
SECOND THIRD
SECOND THIRD
System Exclusive Message
STATUS F0H iiH ddH eeH F7H
F0H: System Exclusive ii = ManufacturerID: 41H (65)
dd ......ee = Data: 00H - 7FH (0 - 127)
F7H: EOX (End Of Exclusive)
* For more details, refer to the page of “Roland Exclusive message” and Section 3 or after.
SECOND THIRD
2. Transmitted Data
Channel voice messags
Note Off
STATUS 9nH kkH 00H
n=MIDI channel Number: 0H - FH (ch.1 - ch.16) kk=Note Number: 00H - 7FH (0 - 127)
Note On
STATUS 9nH kkH vvH
n=MIDI Channel Number: 0H - FH (ch.1 - ch.16) kk=Note Number: 00H - 7FH (0 - 127) vv=Velocity: 01H - 7FH (1 - 127)
Control Change
Bank Select
STATUS BnH 00H mmH BnH 20H llH
n=MIDI Channel Number: 0H - FH (ch.1 - ch.16) mm,ll=Bank Number: 00H, 00H - 0AH, 00H
Foot Type
STATUS BnH 04H vvH
n=MIDI Channel Number: 0H - BH (ch.1 - ch.12) vv=Control Value: 00H - 7FH (0 - 127)
SECOND THIRD
SECOND THIRD
SECOND THIRD
SECOND THIRD
POLY
STATUS BnH 7FH 00H
n=MIDI Channel Number: 0H - BH (ch.1 - ch.12)
* Can be received only through the Basic channel. * Will act the same as All Note Off.
SECOND THIRD
System Realtime Message
Active Sensing
STATUS FEH
* Having received this message, the GR-20 expects to receive information of any status of
data during about 420msec.If the GR-20 doesn’t receive any message during that time, it acts as if the All Note Off message is received, and returns to normal operation (will not check interval of messages).
42
* When the Expression pedal is operated with EXP TYPE = “FL”, “EF”, the GR-20 sends
this as the operation.
Data Entry
STATUS BnH 06H mmH BnH 26H llH
n=MIDI Channel Number: 0H - FH (ch.1 - ch.16) mm,ll=the value of the parameter specified by RPN
SECOND THIRD
Volume
STATUS BnH 07H vvH
n=MIDI Channel Number: 0H - FH (ch.1 - ch.16) vv=Volume: 00H - 7FH (0 - 127)
* Transmitted the total volume fixed with expression pedal and GK PU operation.
SECOND THIRD
Hoofdstuk 6 Appendix
General Purpose #3
STATUS BnH 12H vvH
n=MIDI Channle Number: 0H - FH (ch.1 - ch.16) vv=Control Value: 00H - 7FH (0 - 127)
* Transmitted the envelope data of the strings when “E FLW “ is on. * Data is sent only in Mono mode. Transmission doesn’t take place in Poly mode.
SECOND THIRD
Hold1
STATUS BnH 40H vvH
n=MIDI Channel Number: 0H - FH (ch.1 - ch.16) vv=Control value: 00H - 7FH (0 - 127) 01H-3FH=OFF, 40H-7FH=ON
* Transmitted the operation of HOLD TYPE = “H4”.
SECOND THIRD
RPN MSB/LSB
STATUS BnH 65H mmH BnH 64H llH
n=MIDI Channel Number: 0H - FH (ch.1 - ch.16) mm=Upper byte of the parameter data designated by RPN ll=Lower byte of the parameter data designated by RPN
<<< RPN >>> Control change includes RPN(registered parameter number), function which are defined by the MIDI standard. The GR-20 can transmit only one RPN: pitch bend sensitibity(RPN#0).
RPN Data entry MSB LSB 00H 00H 18H 00H pitch bend sensitivity
SECOND THIRD
MSB LSB Function
Program change
STATUS SECOND CnH ppH
n=MIDI Channel Number: 0H - FH (ch.1 - ch.16) pp=Program Number: 00H - 7FH (prg.1 - prg.128)
* The recognized Program Change Number corresponds to each Patch as follows.
BANK MSB PROGRAM NUMBER Patch
0 0 USER 1 0 1 USER 2 0 2 USER 3 0 3 USER 4 0: : 0 97 USER 98 0 98 USER 99
1 0 PIANO 1 1 1 PIANO 2 1 2 PIANO 3
2 0 ORGAN/KB 1 2 1 ORGAN/KB 2 2 2 ORGAN/KB 3
3 0 BASS/GTR 1 3 1 BASS/GTR 2 3 2 BASS/GTR 3
4 0 BRASS 1 4 1 BRASS 2 4 2 BRASS 3
5 0 WIND 1 5 1 WIND 2 5 2 WIND 3
::
::
::
::
6 0 STRING/ORCH 1 6 1 STRING/ORCH 2 6 2 STRING/ORCH 3
7 0 SYNTH/LEAD 1 7 1 SYNTH/LEAD 2 7 2 SYNTH/LEAD 3
8 0 VOICE/PAD 1 8 1 VOICE/PAD 2 8 2 VOICE/PAD 3
9 0 ETHNIC 1 9 1 ETHNIC 2 9 2 ETHNIC 3
10 0 RYTHM/PERC 1 10 1 RYTHM/PERC 2 10 2 RYTHM/PERC 3
::
::
::
::
::
::
Pitch Bend Change
STATUS EnH llH mmH
n=MIDI Channel Number: 0H - FH (ch.1 - ch.16) mm,ll=Value: 00H, 00H - 7FH, 7FH (-8192 - +8191)
SECOND THIRD
System Realtime Message
Active Sensing
STATUS FEH
* This message is always transmitted at about 270msec’ interval.
System Exclusive message
STATUS
F0H iiH,ddH,.....,eeH F7H
F0H: System Exclusive ii=ID Number: 41H (65) dd,...,ee=Data: 00H-7FH (0-127) F7H: EOX (End of Exclusive/System Common
* For more details, refer to the page “Roland exclusive message” and Section3 or after.
SECOND THIRD
Message)
3. Exclusive communicaties
De GR-20 kan systeem en Patch parameters versturen en ontvangen met behulp van system exclusive berichten. Model ID van exclusive bericht beschikbaar op de GR-20 is 00H 72H. Device ID is vastgesteld op 10H. Als de GR-20 een Identify Request inquiry bericht ontvangt, dan zal het een Identity Reply versturen.
43
Hoofdstuk 6 Appendix
Request Data1 RQ1 (11H)
THis message is to request the GR-20 to transmit its parameters. The address and size indicate the type and amount of parameters requested. The GR-20 itself does not send this message. When the GR-20 receives this message, it responds with appropriate parameters if the following conditions are satisfied:
1. The address indicated with RQ1 matches with one of the parameter base address of the GR-20
2. When the Bulk Load standby mode.
With these conditions provided, the GR-20 transmits specified parameters in Data Set 1 (DT1) message.
Byte F0H System Exclusive Status 41H Manufacturer ID (Roland) 10H Device ID (Dev=10H) 00H Model ID MSB (GR-20) 72H Model ID LSB (GR-20) 11H Command ID (RQ1) aaH Address MSB bbH Address ccH Address ddH Address LSB ssH Size MSB ssH Size ssH Size ssH Size LSB sum Check sum F7H EOX (End Of Exclusive)
Comments
Data Set 1: DT1 (12H)
The GR-20 transmits this message in the following conditions. If the address matches with one of the parameter base addresses of the GR-20, the received data is stored at the specified address of the memory.
The GR-20 transmits this message in the following conditions. When data request (RQ1) is received with the Bulk Load mode, and the specified parameters are transmitted. or you executes Bulk Dump function.
Regarding details of the parameter transmitted/sended, please refer to the Parameter Address Map.
Byte F0H System Exclusive Status 41H Manufacturer ID (Roland) 10H Device ID (Dev=10H) 00H Model ID MSB (GR-20) 72H Model ID LSB (GR-20) 12H Command ID (DT1) aaH Address MSB bbH Address ccH Address ddH Address LSB eeH Data :: ffH Data sum Check Sum F7H EOX (End of Exclusive)
Model ID The Model ID of the GR-20 is 00H 30H. Device ID Device ID of the GR-20 is fixed at 10H. /Example of creating the exclusive message/ If you want to set as the following the parameter LEVEL/FREQ/RESO TRANSPOSE of USER BANK 01 Patch, create data as the following and send it to your GR-20.
Comments
Tramsmitted data:
F0H 41H 10H 00H 72H 12H 01H 00H 00H 06H 5AH 32H 3CH 03H 2EH F7H 1234 56 7 89
1. Exclusive status is F0H.
2. Roland’s Manufacturer ID is 41H.
3. This is the device ID.(Fixed at 10H for GR-20)
4. Model ID of the GR-20 is 00H 72H.
5. DT1(Data Set1) Command ID is 12H.
6. These are the parameter addresses. Please find the start address of the USER BANK 01 Patch from the table of the start address.You can find the address as 01H 00H 00H 00H. Next, please find the offset address of the LEVEL Parameter from the table 4-2. That is 00H 00H 06H.The result will be 01H 00H 00H 06H.
01H 00H 00H 00H (the start address of the USER Patch) +) 00H 00H 06H (the offset address of the LEVEL)
---------------------------­ 01H 00H 00H 06H
7. The settings value for LEVEL is 90. This is expressed as 5AH in hexadecimal notation with two digits. (Refer to the attached Chart A-1) The settings value for FREQ is 115. This is expressed as 32H in hexadecimal notation with two digits. The settings value for RESO is 60. This is expressed as 3CH in hexadecimal notation with two digits. The settings value for TRANSPOSE is +1oct. This is expressed as 03H in hexadecimal notation with two digits from Table 4-4.
8. This is the check sum byte.The error checking process uses a Checksum and provides a pattern where the last significant 7 bits are zero when values for address, data(or size) and the Checksum are summed. If the address of the exclusive message that you wish to send is aa bb cc ddH and the data(or size) is ee ff hh iiH,
aa + bb + cc + dd + ee + ff + hh + ii = sum sum / 128 = quotient ...remainder 128 - remainder = checksum * However, when sum=0, then the checksum also results in 0.
In case of this example,
F0H 41H 10H 00H 72H 12H 01H 00H 00H 06H 5AH 32H 3CH 03H ??H F7H
address data checksum
Using the above formula, Checksum will be as follows.
01H + 00H + 00H + 06H + 5AH + 32H + 3CH + 03H = 1 + 0 + 0 + 6 + 90 + 50 + 60 + 3 = 210(sum) 210(sum) / 128 = 1(quotient) ...82(remainder) checksum = 128 - 82(remainder) = 46 = 2EH
If you calculate with hexadecimal,
aa + bb + cc + dd + ee + ff = sum(xxH) sum(xxH) / 80H = quotient ...remainder 80H - remainder = checksum
Checksum will be as follows.
01H + 00H + 00H + 06H + 5AH + 32H + 3CH + 03H = D2H D2H / 80H = 01H(quotient) ...52H(remainder) checksum = 80H - 52H(remainder) = 2EH
9. F7H is the mark of the end of exclusive.
Reverb setting: LEVEL: 90 FREQ: 50 RESO: 60 TRANSPOSE: +1oct
44
Hoofdstuk 6 Appendix
Inquiry Message
Identity Request
Byte F0H Exclusive Status 7EH ID number (Universal Non-realtime Message) 10H Device ID 06H SubID#1 01H SubID#2 F7H EOX (End of Exclusive)
* The 7FH (Broadcast) device ID is also supported. * Identity request can be received when Bulk Load is standby in System mode. * When an Identity Request is received, the GR-20 will transmit the following Identity
Reply.
Comments
Identity Reply
Byte F0H Exclusive Status 7EH ID number (Universal Non-realtime Message) 10H Device ID (fixed at 10H) 06H SubID#1 02H SubID#2 41H ID number(Roland) 72H 01H Device Family Code 00H 00H Device Family Number Code 00H 00H 00H 00H Software Revision Level F7H EOX (End of Exclusive)
* When an Identity Request is received, the GR-20 will transmit the above Identity Reply.
Comments
4. Parameter Address Map
Addresses and sizes are expressed in 7-bit hexadecimal values.
Address MSB LSB Binary 0aaa aaaa 0bbb bbbb 0ccc cccc 0ddd dddd 7 bit Hex AA BB CC DD
Size MSB LSB Binary 0sss ssss 0ttt tttt 0uuu uuuu 0vvv vvvv 7 bit Hex SS TT UU VV
Table 4-1. Start Address
Start Address
00 00 00 00 00 01 00 00 System Patch Link Map *4-3 01 00 00 00 Patch USER 1 *4-4 01 00 01 00 Patch USER 2 *4-4 01 00 02 00 Patch USER 3 *4-4 01 00 03 00 Patch USER 4 *4-4 01 00 04 00 Patch USER 5 *4-4 01 00 05 00 Patch USER 6 *4-4 01 00 06 00 Patch USER 7 *4-4 01 00 07 00 Patch USER 8 *4-4 01 00 08 00 Patch USER 9 *4-4
01 00 09 00 Patch USER 10 *4-4 01 00 0A 00 Patch USER 11 *4-4 01 00 0B 00 Patch USER 12 *4-4 01 00 0C 00 Patch USER 13 *4-4 01 00 0D 00 Patch USER 14 *4-4 01 00 0E 00 Patch USER 15 *4-4 01 00 0F 00 Patch USER 16 *4-4
01 00 10 00 Patch USER 17 *4-4
01 00 11 00 Patch USER 18 *4-4
01 00 12 00 Patch USER 19 *4-4
01 00 13 00 Patch USER 20 *4-4
01 00 14 00 Patch USER 21 *4-4
01 00 15 00 Patch USER 22 *4-4
01 00 16 00 Patch USER 23 *4-4
01 00 17 00 Patch USER 24 *4-4
01 00 18 00 Patch USER 25 *4-4
01 00 19 00 Patch USER 26 *4-4 01 00 1A 00 Patch USER 27 *4-4 01 00 1B 00 Patch USER 28 *4-4 01 00 1C 00 Patch USER 29 *4-4 01 00 1D 00 Patch USER 30 *4-4
Contents and Remarks Table
System *4-2
Start Address
01 00 1E 00 Patch USER 31 *4-4
01 00 1F 00 Patch USER 32 *4-4 01 00 20 00 Patch USER 33 *4-4 01 00 21 00 Patch USER 34 *4-4 01 00 22 00 Patch USER 35 *4-4 01 00 23 00 Patch USER 36 *4-4 01 00 24 00 Patch USER 37 *4-4 01 00 25 00 Patch USER 38 *4-4 01 00 26 00 Patch USER 39 *4-4 01 00 27 00 Patch USER 40 *4-4 01 00 28 00 Patch USER 41 *4-4
01 00 29 00 Patch USER 42 *4-4 01 00 2A 00 Patch USER 43 *4-4 01 00 2B 00 Patch USER 44 *4-4 01 00 2C 00 Patch USER 45 *4-4 01 00 2D 00 Patch USER 46 *4-4 01 00 2E 00 Patch USER 47 *4-4
01 00 2F 00 Patch USER 48 *4-4
01 00 30 00 Patch USER 49 *4-4
01 00 31 00 Patch USER 50 *4-4
01 00 32 00 Patch USER 51 *4-4
01 00 33 00 Patch USER 52 *4-4
01 00 34 00 Patch USER 53 *4-4
01 00 35 00 Patch USER 54 *4-4
01 00 36 00 Patch USER 55 *4-4
01 00 37 00 Patch USER 56 *4-4
01 00 38 00 Patch USER 57 *4-4
01 00 39 00 Patch USER 58 *4-4 01 00 3A 00 Patch USER 59 *4-4 01 00 3B 00 Patch USER 60 *4-4 01 00 3C 00 Patch USER 61 *4-4 01 00 3D 00 Patch USER 62 *4-4 01 00 3E 00 Patch USER 63 *4-4
01 00 3F 00 Patch USER 64 *4-4
01 00 40 00 Patch USER 65 *4-4
01 00 41 00 Patch USER 66 *4-4
01 00 42 00 Patch USER 67 *4-4
01 00 43 00 Patch USER 68 *4-4
01 00 44 00 Patch USER 69 *4-4
01 00 45 00 Patch USER 70 *4-4
01 00 46 00 Patch USER 71 *4-4
01 00 47 00 Patch USER 72 *4-4
01 00 48 00 Patch USER 73 *4-4
01 00 49 00 Patch USER 74 *4-4 01 00 4A 00 Patch USER 75 *4-4 01 00 4B 00 Patch USER 76 *4-4 01 00 4C 00 Patch USER 77 *4-4 01 00 4D 00 Patch USER 78 *4-4 01 00 4E 00 Patch USER 79 *4-4
01 00 4F 00 Patch USER 80 *4-4
01 00 50 00 Patch USER 81 *4-4
01 00 51 00 Patch USER 82 *4-4
01 00 52 00 Patch USER 83 *4-4
01 00 53 00 Patch USER 84 *4-4
01 00 54 00 Patch USER 85 *4-4
01 00 55 00 Patch USER 86 *4-4
01 00 56 00 Patch USER 87 *4-4
01 00 57 00 Patch USER 88 *4-4
01 00 58 00 Patch USER 89 *4-4
01 00 59 00 Patch USER 90 *4-4 01 00 5A 00 Patch USER 91 *4-4 01 00 5B 00 Patch USER 92 *4-4 01 00 5C 00 Patch USER 93 *4-4 01 00 5D 00 Patch USER 94 *4-4 01 00 5E 00 Patch USER 95 *4-4
01 00 5F 00 Patch USER 96 *4-4
01 00 60 00 Patch USER 97 *4-4
01 00 61 00 Patch USER 98 *4-4
01 00 62 00 Patch USER 99 *4-4
Contents and Remarks Table
45
Hoofdstuk 6 Appendix
Table 4-2. System
offset
00 01 GK SENS 2 0 8 08 0="1" - 8="9" 02 GK SENS 3 0 8 08 0="1" - 8="9" 03 GK SENS 4 0 8 08 0="1" - 8="9" 04 GK SENS 5 0 8 08 0="1" - 8="9" 05 GK SENS 6 0 8 08 0="1" - 8="9" 06 OUTPUT
07 SW MODE 0 1 01 0="1", 1="2" 08 MIDI CH 0 10 0A 00H="1ch" -
09 MIDI
0A MASTER
0B reserve 7 7 07
0C GUITAR/
0D reserve 0 0 00
0E reserve 0 0 00 0F reserve 0 0 00
Table 4-3. Patch Link Map
offset
00 00 01 LSB 00 02 0 1 MSB 00 03 LSB
01 7E 0 127 MSB 01 7F LSB 02 00 1 0 MSB 02 01 LSB 02 02 1 1 MSB 02 03 LSB
03 7E 1 127 MSB 03 7F LSB 04 00 2 0 MSB 04 01 LSB 04 02 2 1 MSB 04 03 LSB
05 7E 2 127 MSB 05 7F LSB 06 00 3 0 MSB 06 01 LSB 06 02 3 1 MSB 06 03 LSB
07 7E 3 127 MSB 07 7F LSB 08 00 4 0 MSB 08 01 LSB 08 02 4 1 MSB 08 03 LSB
09 7E 4 127 MSB
09 7F LSB 0A 00 5 0 MSB 0A 01 LSB 0A 02 5 1 MSB 0A 03 LSB
0B 7E 5 127 MSB
0B 7F LSB 0C 00 6 0 MSB 0C 01 LSB
ID min max
GK SENS 1 0 8 08 0="1" - 8="9"
LINE/AMP
MONO/
POLY
TUNE
BASS GUITAR
MIDI bank
select MSB
00 0 0 MSB
(dec)
0 1 01 0="Ln", 1="GA"
0 1 01 0="MONO",
0 127 7F 3fH="440.0Hz"
0
MIDI Prgram
Number
: : :
: : :
: : :
: : :
: : :
: : :
max
(hex)
0aH="11ch"
1 01 0="GUITAR",
Change
BASS GUITAR
1="
GR-20 Patch
Number
1="POLY"
offset
0C 02 6 1 MSB 0C 03 LSB
0D 7E 6 127 MSB 0D 7F LSB
0E 00 7 0 MSB 0E 01 LSB 0E 02 7 1 MSB 0E 03 LSB
0F 7E 7 127 MSB 0F 7F LSB 10 00 8 0 MSB 10 01 LSB 10 02 8 1 MSB
"
10 03 LSB
11 7E 8 127 MSB 11 7F LSB 12 00 9 0 MSB 12 01 LSB 12 02 9 1 MSB 12 03 LSB
13 7E 9 127 MSB 13 7F LSB 14 00 10 0 MSB 14 01 LSB 14 02 10 1 MSB 14 03 LSB
15 7E 10 127 MSB 15 7F LSB
/Example using RQ1/ To extract the all system parameters, send the following message to the GR-20.
F0 41 10 00 72 11 00 00 00 00 00 00 00 10 70 F7
/Example using DT1/ To change OUTPUT LINE/AMP to GA and SW MODE to “2”, send the following message to the GR-20.
F0 41 10 00 72 12 00 00 00 06 01 01 78 F7
MIDI bank
select MSB
MIDI Prgram
: : :
: : :
: : :
: : :
: : :
Change
Number
GR-20 Patch
Number
46
Hoofdstuk 6 Appendix
Table 4-4. Patch
offset
(Hex)
00
01 Preset Patch
02 ATTACK 0 99 63 03 RELEASE 0 99 63 04 CHORUS 0 99 63 05 DELAY/RE-
06 LEVEL 0 99 63 07 FREQ 0 99 63 08 RESO 0 99 63 09 TRANSPOSE 0 4 04 0="-2oct", 1="-1oct",
0A PLAYFEEL 0 4 04 0–3="1"–"4", 5="nd",
0B EXP PEDAL 0 8 08 0="FV", 1="FL",
0C HOLD TYPE 0 3 03 0="H1", 1="H2",
0D GLIDE TYPE 0 19 13 00H="d8", 01H="d7",
0E DELAY 0 99 63 0F Reserve 0 0 00
/Example using RQ1/ To extract all the data of Patch USER BANK 50, send the following message to the GR-20.
F0 41 10 00 72 11 01 00 31 00 00 00 00 10 3D F7
/Example using DT1/ If you want to set as the following the EXP PEDAL parameter of Patch USER BANK 10 is “FL”, create data as the following and send it to your GR-20.
ID min max
Preset Patch
Number MSB
Number LSB
VERB
max
(dec)
0 3 03
0 127 7F
0 99 63
(hex)
Description
2="0", 3="+1oct",
4="+2Oct"
6="St"
2="b1", 3="b2", 4="b3", 5="b4", 6="b5", 7="b6",
8="EF"
2="H3", 3="H4"
02H="d6", 03H="d5", 04H="d4", 05H="d3", 06H="d2", 07H="d1", 08H="u1", 09H="u2", 0aH="u3", 0bH="u4", 0cH="u5", 0dH="u6",
0eH="u7", 0fH="u8",
10H="v1", 11H="v2",
12H="v3", 13H="v4"
A-1. Decimal VS Hexadecimal
With a MIDI System, the data value, the address, or size in an exclusive message is expressed in 7-bit hexadesimal values.The table below shows decimal value and thier hexadecimal counterparts.
Decimal
When expressing a MIDI channel number or a program change number, please notice that the values are less by one .For example, MIDI channel is expressed as 0 through 15 instead of 1 through 16. The range of 7 bit can express 128 steps from 0 to 127. To express broader range, use several data bytes.
Hex Decimal Hex Decimal Hex Decimal Hex
0
00H 32 20H 64 40H 96 60H 1 01H 33 21H 65 41H 97 61H 2 02H 34 22H 66 42H 98 62H 3 03H 35 23H 67 43H 99 63H 4 04H 36 24H 68 44H 100 64H 5 05H 37 25H 69 45H 101 65H 6 06H 38 26H 70 46H 102 66H 7 07H 39 27H 71 47H 103 67H 8 08H 40 28H 72 48H 104 68H 9 09H 41 29H 73 49H 105 69H
10 0AH 42 2AH 74 4AH 106 6AH 11 0BH 43 2BH 75 4BH 107 6BH 12 0CH 44 2CH 76 4CH 108 6CH 13 0DH 45 2DH 77 4DH 109 6DH 14 0EH 46 2EH 78 4EH 110 6EH 15 0FH 47 2FH 79 4FH 111 6FH 16 10H 48 30H 80 50H 112 70H 17 11H 49 31H 81 51H 113 71H 18 12H 50 32H 82 52H 114 72H 19 13H 51 33H 83 53H 115 73H 20 14H 52 34H 84 54H 116 74H 21 15H 53 35H 85 55H 117 75H 22 16H 54 36H 86 56H 118 76H 23 17H 55 37H 87 57H 119 77H 24 18H 56 38H 88 58H 120 78H 25 19H 57 39H 89 59H 121 79H 26 1AH 58 3AH 90 5AH 122 7AH 27 1BH 59 3BH 91 5BH 123 7BH 28 1CH 60 3CH 92 5CH 124 7CH 29 1DH 61 3DH 93 5DH 125 7DH 30 1EH 62 3EH 94 5EH 126 7EH 31 1FH 63 3FH 95 5FH 127 7FH
F0 41 10 00 72 12 01 00 09 0B 01 6A F7
47
Hoofdstuk 6 Appendix
MIDI Implementation Chart
GUITAR SYNTHESIZER Model GR-20
Function...
Basic Channel
Mode
Note Number :
Velocity
After Touch
Pitch Bend
Control Change
Default Changed
Default Messages Altered
True Voice
Note ON Note OFF
Key's Ch's
100, 101
0, 32 6, 38
18 64
MIDI Implementatie kaart
Transmitted Recognized Remarks
1–16 1–16
Mode 3, 4 (M=6) X
**************
0–127
**************
O 9n V=1–127 O 9n V=0
X X
O O
4
O O
7
O O O O
1–16
* 1 * 1 Memorized
1–16
* 1
Mode 3, 4 (M=6) X
0–127
* 2
O X
X X
O O (MSB only)
O X O O O X
Datum : Dec. 18, 2003
Version : 1.00
Memorized
* 3
Bank Select
* 3
Foot Type Data Entry
* 3
Volume General Purpose 3 (Envelope Follower)
* 3
Hold 1 RPN LSB, MSB (Pitch Bend Sensitivity only)
Prog Change
System Exclusive
System Common
System Real Time
Aux Message
Notes
Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 3 : OMNI OFF, POLY
: True #
: Song Pos : Song Sel : Tune
: Clock : Command
: All sound off :
Reset all controllers : Local ON/OFF : All Notes OFF : Active Sense : System Reset
O 0–127
**************
O X
X X
X X
X X X X O X
O 0–127
O X
X X
X X
X X X O (123–127) O X
* 3
System Parameters,
* 4
User Patch Parameters
* 1 Can be memorized after powering off. * 2 When PLAY FEEL="nd," v=100. * 3 Can be received only through the Basic channel. * 4 Can be received when Bulk Load is standby in System mode.
Mode 2 : OMNI ON, MONO Mode 4 : OMNI OFF, MONO
O : Ja X : Nee
48
Hoofdstuk 6 Appendix
Algemene specificaties
GR-20: Gitaarsynthesizer
• Geluidsgenerator
1 deel
• Maximale polyfonie
48 stemmen
• Patches
User: 99
Preset: 469
• Scherm
7 delen, 2 tekens (LED)
• Effecten
MULTI-FX (40 types: inclusief in de Patches)
Chorus
Delay/ reverb
• Aansluitingen/ ingangen
GK IN
GUITAR OUT
MIX IN L
MIX IN R (MONO)
OUTPUT L (PHONES)
OUTPUT R (MONO)
MIDI IN
MIDI OUT
AC IN
• Energiebron
AC 14 V (adapter)
• Stroomaanvoer
600 mA
• Afmetingen
313,8 (B) x 244,9 (D) x 63,1 (H) mm
Maximale hoogte:
313,8 (B) x 244,9 (D) x 97,5 (H) mm
• Gewicht
1,7 kg
• Accessoires
Gebruikershandleiding
Adapter BRC serie
GK kabel (5m)
Gesplitst element (GK-3/GK-3B)* Niet bij de GR-20 mee.geleverd
• Opties
GK kabel: GKC-3 (3m), GKC-5 (5m), GKC-10 (10m)
Apparaatschakelaar: US-20
GK parallel box: GKP-4
Gesplitst element: GK-3 (voor gitaar)
Gesplitst element: GK-3B (voor basgitaar)
* In het belang van productontwikkeling kunnen de specificaties
of uitvoering van dit apparaat veranderd zijn zonder voorafgaande mededeling.
49
INDEX
A
ATTACK ..................................................................... 9, 20
B
BANK ................................................................................ 8
Bank Select ..................................................................... 29
BASIC CHANNEL ........................................................ 29
Basversterker aansluiting...............................................14
Bend bereik .................................................................... 29
BULK DUMP ................................................................. 26
BULK LOAD .................................................................. 27
C
CHORUS .................................................................... 9, 20
Control change .............................................................. 29
CUTOFF FREQEUCY ................................................... 21
D
DELAY .............................................................................. 9
E
E FLW .............................................................................. 20
Envelope Follower ........................................................ 20
EXIT ................................................................................... 9
EXP PEDAL ................................................................ 9, 16
Expressie pedaal .................................................. 9, 16, 23
Mono Mode .................................................................... 28
N
NUMMERING ................................................................. 8
O
OUTPUT ..................................................................... 8, 10
OUTPUT LEVEL ........................................................... 10
OUTPUT SELECT ......................................................... 14
P
Patch ................................................................................ 14
PATCH EDIT ................................................................... 9
PATCH LINK SETUP ............................................... 9, 19
PLAY FEEL ................................................................. 9, 21
Play mode ....................................................................... 12
Poly .................................................................................. 28
Poly Mode ...................................................................... 28
Program Change ............................................................ 29
R
Referentie toonhoogte ................................................... 13
RELEASE .................................................................... 9, 20
RESO ................................................................................. 8
RESONANCE ................................................................ 21
REVERB ............................................................................ 9
F
Fabrieksinstellingen ...................................................... 31
FREQ ........................................................................... 8, 21
G
GK ...................................................................................... 8
GK IN .............................................................................. 10
GLIDE ......................................................................... 9, 15
Glide .................................................................................. 9
GLIDE pedaal .................................................................. 9
GLIDE TYPE .................................................................. 22
GUITAR OUT ................................................................ 10
H
HOLD .......................................................................... 9, 16
HOLD pedaal ................................................................... 9
HOLD TYPE ................................................................... 23
I
Installatie gesplitst baselement .....................................32
K
Kanaal ............................................................................. 18
L
LEVEL ............................................................................... 9
Local Control Off ..................................................... 28, 30
S
Schakelen tussen gitaar en basgitaar............................32
Scherm................................................................................ 8
SW MODE ........................................................................ 8
Stemapparaat ...............................................................9, 13
Stemming basgitaar.........................................................12
SYSTEM EDIT .................................................................. 9
Systeem parameter ........................................................ 26
T
TRANSPOSE (transponeren)................................... 9, 21
TUNER ........................................................................ 9, 13
V
VALUE .............................................................................. 8
Verschillen basgitaar en gitaar instellingen ................32
Vertraging Synth-geluid.................................................33
W
WRITE ......................................................................... 9, 24
M
MIDI CH ........................................................................... 9
MIDI Kanaal ................................................................... 29
MIX IN ............................................................................ 10
50
Dit product voldoet aan de eisen van European Directive 89/336/EEC.
Voor EG landen
Informatie
Als u een reparatiedienst nodig heeft, belt u het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of erkend Roland distributeur in uw land, zoals hieronder getoond.
AFRICA
AFRICA
EGYPT
Al Fanny Trading Office
9, EBN Hagar A1 Askalany Street, ARD E1 Golf, Heliopolis, Cairo 11341, EGYPT TEL: 20-2-417-1828
REUNION
Maison FO - YAM Marcel
25 Rue Jules Hermann, Chaudron - BP79 97 491 Ste Clotilde Cedex, REUNION ISLAND TEL: (0262) 218-429
SOUTH AFRICA
That Other Music Shop (PTY) Ltd.
11 Melle St., Braamfontein, Johannesbourg, SOUTH AFRICA
P.O.Box 32918, Braamfontein 2017 Johannesbourg, SOUTH AFRICA TEL: (011) 403 4105
Paul Bothner (PTY) Ltd.
17 Werdmuller Centre, Main Road, Claremont 7708 SOUTH AFRICA
P.O.BOX 23032, Claremont 7735, SOUTH AFRICA TEL: (021) 674 4030
ASIA
CHINA
Roland Shanghai Electronics Co.,Ltd.
5F. No.1500 Pingliang Road Shanghai 200090, CHINA TEL: (021) 5580-0800
Roland Shanghai Electronics Co.,Ltd.
(BEIJING OFFICE)
10F. No.18 Anhuaxili Chaoyang District, Beijing 100011 CHINA TEL: (010) 6426-5050
Roland Shanghai Electronics Co.,Ltd.
(GUANGZHOU OFFICE)
2/F., No.30 Si You Nan Er Jie Yi Xiang, Wu Yang Xin Cheng, Guangzhou 510600, CHINA Tel: (020) 8736-0428
HONG KONG
Tom Lee Music Co., Ltd. Service Division
22-32 Pun Shan Street, Tsuen Wan, New Territories, HONG KONG TEL: 2415 0911
Parsons Music Ltd.
8th Floor, Railway Plaza, 39 Chatham Road South, T.S.T, Kowloon, HONG KONG TEL: 2333 1863
INDIA
Rivera Digitec (India) Pvt. Ltd.
409, Nirman Kendra Mahalaxmi Flats Compound Off. Dr. Edwin Moses Road, Mumbai-400011, INDIA TEL: (022) 2493 9051
INDONESIA
PT Citra IntiRama
J1. Cideng Timur No. 15J-150 Jakarta Pusat INDONESIA TEL: (021) 6324170
KOREA
Cosmos Corporation
1461-9, Seocho-Dong, Seocho Ku, Seoul, KOREA TEL: (02) 3486-8855
MALAYSIA
BENTLEY MUSIC SDN BHD
140 & 142, Jalan Bukit Bintang 55100 Kuala Lumpur,MALAYSIA TEL: (03) 2144-3333
PHILIPPINES
G.A. Yupangco & Co. Inc.
339 Gil J. Puyat Avenue Makati, Metro Manila 1200, PHILIPPINES TEL: (02) 899 9801
SINGAPORE
Swee Lee Company
150 Sims Drive, SINGAPORE 387381 TEL: 6846-3676
CRISTOFORI MUSIC PTE LTD
Blk 3014, Bedok Industrial Park E, #02-2148, SINGAPORE 489980 TEL: 6243-9555
TAIWAN
ROLAND TAIWAN ENTERPRISE CO., LTD.
Room 5, 9fl. No. 112 Chung Shan N.Road Sec.2, Taipei, TAIWAN, R.O.C. TEL: (02) 2561 3339
THAILAND
Theera Music Co. , Ltd.
330 Verng NakornKasem, Soi 2, Bangkok 10100, THAILAND TEL: (02) 2248821
VIETNAM
Saigon Music
Suite DP-8 40 Ba Huyen Thanh Quan Street Hochiminh City, VIETNAM Tel: (08) 930-1969
AUSTRALIA/ NEW ZEALAND
AUSTRALIA
Roland Corporation Australia Pty., Ltd.
38 Campbell Avenue Dee Why West. NSW 2099 AUSTRALIA TEL: (02) 9982 8266
NEW ZEALAND
Roland Corporation Ltd.
32 Shaddock Street, Mount Eden, Auckland, NEW ZEALAND TEL: (09) 3098 715
CENTRAL/LATIN AMERICA
ARGENTINA
Instrumentos Musicales S.A.
Av.Santa Fe 2055 (1123) Buenos Aires ARGENTINA TEL: (011) 4508-2700
BRAZIL
Roland Brasil Ltda
Rua San Jose, 780 Sala B Parque Industrial San Jose Cotia - Sao Paulo - SP, BRAZIL TEL: (011) 4615 5666
COSTA RICA
JUAN Bansbach Instrumentos Musicales
Ave.1. Calle 11, Apartado 10237, San Jose, COSTA RICA TEL: 258-0211
CHILE
Comercial Fancy S.A.
Rut.: 96.919.420-1 Nataniel Cox #739, 4th Floor Santiago - Centro, CHILE
EL SALVADOR
OMNI MUSIC
75 Avenida Norte y Final Alameda Juan Pablo , Edificio No.4010 San Salvador, EL SALVADOR TEL: 262-0788
MEXICO
Casa Veerkamp, s.a. de c.v.
Av. Toluca No. 323, Col. Olivar de los Padres 01780 Mexico D.F. MEXICO TEL: (55) 5668-6699
PANAMA
SUPRO MUNDIAL, S.A.
Boulevard Andrews, Albrook, Panama City, REP. DE PANAMA TEL: 315-0101
PARAGUAY
Distribuidora De Instrumentos Musicales
J.E. Olear y ESQ. Manduvira Asuncion PARAGUAY TEL: (021) 492-124
URUGUAY
Todo Musica S.A.
Francisco Acuna de Figueroa 1771 C.P.: 11.800 Montevideo, URUGUAY TEL: (02) 924-2335
VENEZUELA
Musicland Digital C.A.
Av. Francisco de Miranda, Centro Parque de Cristal, Nivel C2 Local 20 Caracas VENEZUELA TEL: (212) 285-8586
EUROPE
AUSTRIA
Roland Austria GES.M.B.H.
Siemensstrasse 4, P.O. Box 74, A-6063 RUM, AUSTRIA TEL: (0512) 26 44 260
BELGIUM/HOLLAND/ LUXEMBOURG
Roland Benelux N. V
Houtstraat 3, B-2260, Oevel (Westerlo) BELGIUM TEL: (014) 575811
CZECH REP.
K-AUDIO
Kardasovska 626. CZ-198 00 Praha 9, CZECH REP. TEL: (2) 666 10529
DENMARK
Roland Scandinavia A/S
Nordhavnsvej 7, Postbox 880, DK-2100 Copenhagen DENMARK TEL: 3916 6200
FRANCE
Roland France SA
4, Rue Paul Henri SPAAK, Parc de l'Esplanade, F 77 462 St. Thibault, Lagny Cedex FRANCE TEL: 01 600 73 500
FINLAND
Roland Scandinavia As, Filial Finland
Elannontie 5 FIN-01510 Vantaa, FINLAND TEL: (0)9 68 24 020
GERMANY
Roland Elektronische Musikinstrumente HmbH.
Oststrasse 96, 22844 Norderstedt, GERMANY TEL: (040) 52 60090
GREECE
STOLLAS S.A. Music Sound Light
155, New National Road Patras 26442, GREECE TEL: 2610 435400
HUNGARY
Roland East Europe Ltd.
Warehouse Area ‘DEPO’ Pf.83 H-2046 Torokbalint, HUNGARY TEL: (23) 511011
.
IRELAND
Roland Ireland
G2 Calmount Park, Calmount Avenue, Dublin 12 Republic of IRELAND TEL: (01) 4294444
ITALY
Roland Italy S. p. A.
Viale delle Industrie 8, 20020 Arese, Milano, ITALY TEL: (02) 937-78300
NORWAY
Roland Scandinavia Avd. Kontor Norge
Lilleakerveien 2 Postboks 95 Lilleaker N-0216 Oslo NORWAY TEL: 2273 0074
POLAND
MX MUSIC SP.Z.O.O.
UL. Gibraltarska 4. PL-03664 Warszawa POLAND TEL: (022) 679 44 19
PORTUGAL
Tecnologias Musica e Audio, Roland Portugal, S.A.
Cais Das Pedras, 8/9-1 Dto 4050-465 PORTO PORTUGAL TEL: (022) 608 00 60
ROMANIA
FBS LINES
Piata Libertatii 1, 535500 Gheorgheni, ROMANIA TEL: (266) 364 609
RUSSIA
MuTek
3-Bogatyrskaya Str. 1.k.l 107 564 Moscow, RUSSIA TEL: (095) 169 5043
SPAIN
Roland Electronics de España, S. A.
Calle Bolivia 239, 08020 Barcelona, SPAIN TEL: (93) 308 1000
SWEDEN
Roland Scandinavia A/S SWEDISH SALES OFFICE
Danvik Center 28, 2 tr. S-131 30 Nacka SWEDEN TEL: (0)8 702 00 20
SWITZERLAND
Roland (Switzerland) AG
Landstrasse 5, Postfach, CH-4452 Itingen, SWITZERLAND TEL: (061) 927-8383
UKRAINE
TIC-TAC
Mira Str. 19/108 P.O. Box 180 295400 Munkachevo, UKRAINE TEL: (03131) 414-40
UNITED KINGDOM
Roland (U.K.) Ltd.
Atlantic Close, Swansea Enterprise Park, SWANSEA SA7 9FJ, UNITED KINGDOM TEL: (01792) 702701
MIDDLE EAST
BAHRAIN
Moon Stores
No.16, Bab Al Bahrain Avenue, P.O.Box 247, Manama 304, State of BAHRAIN TEL: 211 005
CYPRUS
Radex Sound Equipment Ltd.
17, Diagorou Street, Nicosia, CYPRUS TEL: (022) 66-9426
IRAN
MOCO, INC.
No.41 Nike St., Dr.Shariyati Ave., Roberoye Cerahe Mirdamad Tehran, IRAN TEL: (021) 285-4169
ISRAEL
Halilit P. Greenspoon & Sons Ltd.
8 Retzif Ha'aliya Hashnya St. Tel-Aviv-Yafo ISRAEL TEL: (03) 6823666
JORDAN
AMMAN Trading Agency
245 Prince Mohammad St., Amman 1118, JORDAN TEL: (06) 464-1200
KUWAIT
Easa Husain Al Yousifi Est.
Abdullah Salem Street, Safat, KUWAIT TEL: 243-6399
LEBANON
Chahine S.A.L.
Gerge Zeidan St., Chahine Bldg., Achrafieh, P.O.Box: 16-5857 Beirut, LEBANON TEL: (01) 20-1441
QATAR
Al Emadi Co. (Badie Studio & Stores)
P.O. Box 62, Doha, QATAR TEL: 4423-554
SAUDI ARABIA
aDawliah Universal Electronics APL
Corniche Road, Aldossary Bldg., 1st Floor, Alkhobar, SAUDI ARABIA
P.O.Box 2154, Alkhobar 31952 SAUDI ARABIA TEL: (03) 898 2081
SYRIA
Technical Light & Sound Center
Khaled Ebn Al Walid St. Bldg. No. 47, P.O.BOX 13520, Damascus, SYRIA TEL: (011) 223-5384
TURKEY
Ant Muzik Aletleri Ithalat Ve Ihracat Ltd Sti
Siraselviler Caddesi Siraselviler Pasaji No:74/20 Taksim - Istanbul, TURKEY TEL: (0212) 2499324
U.A.E.
Zak Electronics & Musical Instruments Co. L.L.C.
Zabeel Road, Al Sherooq Bldg., No. 14, Grand Floor, Dubai, U.A.E. TEL: (04) 3360715
NORTH AMERICA
CANADA
Roland Canada Music Ltd. (Head Office)
5480 Parkwood Way Richmond B. C., V6V 2M4 CANADA TEL: (604) 270 6626
Roland Canada Music Ltd. (Toronto Office)
170 Admiral Boulevard Mississauga On L5T 2N6 CANADA TEL: (905) 362 9707
U. S. A.
Roland Corporation U.S
5100 S. Eastern Avenue Los Angeles, CA 90040-2938, U. S. A. TEL: (323) 890 3700
.
03454467 ’05-2-2N
Gebruikershandleiding
Dank u voor het aanschaffen van het Roland GK-3 element. Lees, voor u dit apparaat gebruikt, zorgvuldig de secties getiteld:
• HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN (pag. 2-3) en
• BELANGRIJKE OPMERKINGEN (pag. 3). Deze secties verschaffen belangrijke informatie betreffende het correct functioneren van het apparaat.
Tevens dient u de volledige gebruiksaanwijzing te lezen om u ervan te verzekeren, dat u alle attributen die met dit apparaat worden meegeleverd goed begrijpt. De gebruiksaanwijzing dient bewaard te worden als zijnde een handig naslagwerk.
Copyright © 2004 Roland CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION op enigerlei wijze gereproduceerd worden.
Het apparaat op een veilige manier gebruiken
OGGU
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
001
Voor u dit apparaat gebruikt, dient u onderstaande instructies en de gebruiks-
aanwijzing zorgvuldig te lezen.
.........................................................................................................
002a
Probeer dit apparaat nooit open te maken of er inwendige aanpassingen aan te
verrichten.
.........................................................................................................
003
Probeer dit apparaat niet te repareren of inwendige onderdelen te vervangen
(behalve wanneer deze gebruiksaan­wijzing specifieke instructies geeft om dit te doen). Ga voor alle onderhoudswerkzaamheden naar uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Onder­houdscentrum of een geautoriseerde distributeur van Roland, zoals vermeld op de “Informatie”­pagina.
.........................................................................................................
004
Gebruik of bewaar dit apparaat nooit op plaatsen, waar het blootgesteld is aan:
Extreme temperaturen (bijv. direct
zonlicht in een gesloten voertuig, vlakbij een verwarmingsbuis, boven op een verwarmingselement);
Vocht (bijv. badkamers, wasruimtes, op vochtige
vloeren);
Water;
Regen;
Stof;
Sterke vibratie.
.........................................................................................................
011
Laat nooit voorwerpen (bijv. brandbaar materiaal, munten, naalden) of vloeistoffen
(water, frisdranken etc.) in dit apparaat vallen.
........................................................................................................
012d
Schakel onmiddellijk de stroom uit, en verzoek onderhoud of reparatie van uw
verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Onderhoudscentrum of een geautoriseerde distributeur van Roland zoals vermeld op de “Informatie”-pagina, wanneer:
Er rook of een ongebruikelijke geur
optreedt;
Er voorwerpen of vloeistof in het apparaat
zijn gevallen;
Het apparaat is blootgesteld aan regen of
anderszins nat is geworden;
Het apparaat niet lijkt te functioneren of
een opvallende verandering in prestatie vertoont.
........................................................................................................
013
In huishoudens met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden tot het
kind in staat is alle essentiële regels t.b.v. het veilig functioneren van het apparaat na te leven.
........................................................................................................
014
Behoed het apparaat voor sterke schokken. (Laat het niet vallen!)
........................................................................................................
2
VOORZICHTIG
104
Probeer te voorkomen dat kabels en snoeren in de knoop raken. Alle snoeren en
kabels dienen tevens buiten het bereik van kinderen te worden gehouden.
.........................................................................................................
106
Ga nooit op het apparaat staan, en plaats er geen zware voorwerpen op.
kan dit apparaat vervormen of verkleuren.
Als het apparaat verplaatst wordt naar een locatie waar de temperatuur en/of luchtvochtigheid sterk verschilt van de locatie waar het zich eerst bevond, kan er binnenin het apparaat condensvorming optreden (kleine waterdruppels). Als u het apparaat in deze conditie gebruikt, kan dat resulteren in schade of storingen. Daarom moet u voor u het apparaat gebruikt het eerst een aantal uur laten staan tot de condens verdampt is.
.........................................................................................................
108c
Ontkoppel alle verbindingen met externe apparaten voor u dit apparaat verplaatst.
.........................................................................................................
118
Als u bevestigingsonderdelen verwijdert, berg deze dan op een veilige plaats op
waar er geen kinderen bij kunnen, zodat er geen risico is dat de onderdelen per ongeluk ingeslikt worden.
.........................................................................................................
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Lees naast de punten genoemd onder “Het apparaat op een veilige manier gebruiken” ook het volgende:
Stroomvoorziening
Voor u dit apparaat met andere apparatuur verbindt, dient u de stroom op alle apparaten uit te schakelen. Dit voorkomt storingen en/of schade aan de luidsprekers of andere apparaten.
Plaatsing
Het gebruik van dit apparaat in de buurt van eindver­sterkers (of andere apparatuur, die grote transforma­toren bevat) kan een brom in het geluid veroorzaken. Om dit probleem te verhelpen, dient u het apparaat verder van de storingsbron af te plaatsen.
Als er draadloze communicatiemiddelen, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat gebruikt worden, kan dat bijgeluiden veroorzaken. Deze bijgeluiden zouden plaats kunnen vinden, wanneer er met de communicatiemiddelen gewerkt wordt. Indien u zulke problemen ervaart, dient u de draadloze apparatuur verder van dit apparaat te verwijderen of uit te schakelen.
Stel dit apparaat niet bloot aan direct zonlicht, leg het niet in de buurt van warmtebronnen, laat het niet achter in een afgesloten voertuig en stel het niet bloot aan andere vormen van temperatuurextremen. Hitte
Onderhoud
Voor alledaags schoonmaken dient u het apparaat af te vegen met een zachte, droge doek of een doek, die licht bevochtigd is met water. Om hardnekkig vuil te verwijderen, kunt u een doek gebruiken die geïmpregneerd is met een mild, niet-schurend schoonmaakmiddel. Veeg het apparaat daarna wel grondig af met een zachte, droge doek.
Gebruik nooit benzine, verdunningsmiddelen, alcohol of oplosmiddelen om het risico op vervorming en/of verkleuring te voorkomen.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
Gebruik knoppen, schuiven en andere regelaars op het apparaat, evenals de aansluitingen en verbin­dingen, met een redelijke hoeveelheid zorg. Ruwe behandeling kan leiden tot slecht functioneren.
Houd bij het aansluiten/ontkoppelen van snoeren altijd de plug vast – trek nooit aan het snoer zelf. Op deze manier voorkomt u kortsluiting of schade aan de interne bestanddelen van het snoer.
Tracht het volume van het apparaat op een redelijk niveau te houden, zodat u uw buren niet stoort. Het gebruik van een koptelefoon heeft de voorkeur, omdat u zich dan geen zorgen hoeft te maken over de mensen in uw omgeving (vooral als het laat op de avond of nacht is).
Vervoer het apparaat, indien mogelijk, in de doos waarin u het gekocht heeft (inclusief beschermlagen) of gebruik gelijkwaardig verpakkingsmateriaal.
Gebruik snoeren van Roland om verbindingen te maken. Als u een ander merk snoer gebruikt, let dan op het volgende:
Sommige snoeren bevatten weerstanden. Gebruik
deze snoeren niet om dit apparaat aan te sluiten. Het gebruik van deze snoeren kan het geluid verzwakken of onhoorbaar maken. Voor infor­matie omtrent de specificaties van snoeren dient u contact op te nemen met de desbetreffende fabrikant.
3
Inhoud Belangrijkste
kenmerken
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ..2
BELANGRIJKE
OPMERKINGEN...........................3
Paneelbeschrijving .......... 5
Installatie van de GK-3
op de gitaar.................... 6
Voorzorgsmaatregelen voor
de bevestiging.............................6
Het afstellen van het element ....8
Bevestiging van het element .....9
Bevestiging met
dubbelzijdig plakband ...................... 9
Bevestiging met schroeven.............12
De GK-3 is een speciaal element, dat geïnstal­leerd op een gewone gitaar de gebruiker in staat stelt om de gitaar te gebruiken om de geluiden van GK-compatibele gitaarappara­ten (Roland GR-20 of VG-88 etc.) aan te stu­ren.
Het mechaniek om de curve van het ele­ment aan te passen, maakt de GK-3 geschikt voor gitaren met verschillende toetscurven (snaarcurven).
Bij de GK-3 worden speciale beugels, afstandsstrips en andere accessoires gele­verd, waarmee het apparaat op simpele manier aan verschillende gitaren beves­tigd kan worden.
De regelknoppen en schakelaars kunnen verschillende functies van het aangeslo­ten GK-element bedienen.
Bevestiging met
de elementhouder............................ 13
Het controleren en bijstellen
van de elementhoogte ..............14
De bevestiging van het
regelpaneel ................................14
Het bijstellen van de lengte
van het elementsnoer ......................14
Bevestiging met de beugel.............. 15
Installatie met dubbelzijdig
plakband en een schroef ................. 16
Het aansluiten van
de GK-3 ........................ 17
Specificaties .................. 19
Over de garantie van de GK-3
Roland garandeert dat de GK-3 (en alle bijge­leverde onderdelen) vrij zijn van defecten in materiaal en constructie. Neem contact op met uw verkoper of het dichtstbijzijnde Roland Onderhoudscentrum als reparaties nodig zijn.
Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aangericht aan uw gitaar of de GK-3 ten gevolge van het installeren of verwijderen van de GK-3. Als u er niet zeker van bent in staat te zijn om het element of het regelpaneel te installeren (vooral wanneer boren nodig is), neem dan contact op met uw verkoper of het dichtstbijzijnde Roland Onderhoudscentrum.
220
* Alle productnamen in dit document zijn (geregis-
treerde) handelsmerken van hun respectievelijke eige­naren.
4
Paneelbeschrijving
fig.0010
Elementkabel
DOWN/S1 schakelaar
6.
7.
UP/S2 schakelaar
Stroomindicator
8.
GK Volume
2.
R Afstelschroef voor
de boog
GK-uitgang
3.
4.
ingang voor de gitaar
Regelpaneel
1. Gesplitst Element
Dit element detecteert de vibraties van de snaren en dient tussen de brug en het brug­element van de gitaar bevestigd te worden.
2. GK-Volume
Dit regelt het volume van het aangesloten GK-apparaat.
* Sommige GK-compatibele apparaten stellen de
gebruiker in staat de functie van de GK­Volumeregelaar te veranderen. Lees de handleiding van het aangesloten GK-apparaat voor meer gedetailleerde informatie.
3. GK-uitgang
Sluit het GK-apparaat aan op dit aansluit­punt.
Selectie-
5.
schakelaar
Gesplitst element
1.
Element
5. Selectieschakelaar
Deze schakelt tussen de uitgang van het aan­gesloten GK-apparaat en de normale gitaar­uitgang.
* Het veranderen van de functie van de GK volume-
regelaar verandert ook de functie van deze schakelaar. Lees de handleiding van het aangesloten GK-apparaat voor meer gedetailleerde informatie.
6. Down/S1 schakelaar; 7. Up/ S2 schakelaar
De functie van deze schakelaars is afhanke­lijk van het GK-apparaat dat aangesloten is. Lees de handleiding van het aangesloten GK-apparaat voor meer gedetailleerde infor­matie.
4. Normale gitaaringang
Deze aansluiting dient om het signaal van de normale elementen van de gitaar door de GK-3 te leiden. Maak de connectie m.b.v. het normale gitaarsnoer dat met de GK-3 is mee­geleverd.
8. Stroomindicator
Dit geeft aan of er aan de GK-3 stroom gele­verd wordt. De stroomvoorziening van de GK-3 geschiedt door het aangesloten GK­apparaat via de GK-kabel. Er is geen batterij of externe stroomvoorziening nodig.
5
Installatie van de GK-3 op de gitaar
De GK-3 kan geïnstalleerd worden op en gebruikt worden met alle conventionele elektrische en akoestische gitaren. Lees onderstaande voorzorgsmaatregelen, voordat u de GK-3 instal­leert.
Voorzorgsmaatregelen voor de bevestiging
Gebruik de GK-3 niet met twaalfsnarige gitaren of andere ongebruikelijke of aan­gepaste snaarcombinaties of gitaren, die besnaard zijn met nylon snaren zonder metalen kern. Het apparaat zal met deze instrumenten niet naar behoren functio­neren.
Verricht eventuele aanpassingen aan de gitaarhals, snaarhoogte en dergelijke modificaties, voordat u de GK-3 instal­leert.
Probeer het gescheiden element en het regelpaneel op de gitaar te plaatsen voor u ze daadwerkelijk installeert om u ervan te verzekeren dat er geen problemen op zullen treden bij de installatie.
Wanneer u schroeven gebruikt om het regelpaneel te bevestigen raden wij u aan om eerst de GK-3 tijdelijk te bevestigen m.b.v. de speciale beugels, om vervolgens het met de schroeven vast te zetten.
Als alleen het dubbelzijdige plakband gebruikt wordt om het regelpaneel te bevestigen, kunnen schokken van een ruwe behandeling tijdens optredens en uitgebreid gebruik verzwakking van het plakband veroorzaken, met als resultaat dat het regelpaneel van positie kan gaan verschuiven. Tevens kan de lak van de gitaar niet van voldoende kwaliteit zijn, waardoor er stukken losraken als het plakband later weer verwijderd wordt. Het bijgeleverde plakband is bedoeld om tijdelijk gebruikt te worden om de opti­male positie voor het regelpaneel te bepa­len.
Bij sommige gitaren is de ruimte tussen het brugelement en de brug te nauw om bevestiging van het gesplitste element toe te laten. In dat geval is het wellicht moge­lijk om het element te bevestigen door modificaties uit te voeren aan de gitaar (bijvoorbeeld door het brugelement rich­ting de hals te verplaatsen om ruimte te maken voor het gescheiden element); neem contact op met de verkoper van uw gitaar.
6
Installatie van de GK-3 op de gitaar
Controleer dat de verpakking alle onderstaande onderdelen bevat voor de bevestiging van de GK-3.
fig.1010e (Accessories)
Platkopschroef 3x16 mm
x 1 (ter bevestiging van het regelpaneel)
Houtschroef 3x20 mm
x 2 (ter bevestiging van het element)
Veer
x 2 (ter bevestiging van het element)
Dubbelzijdig plakband A
x 3 (ter bevestiging van het element)
Dubbelzijdig plakband B
x 4 (ter bevestiging van het element)
Elementkussen
(ter bevestiging van het element)
Afstandsstrip A
x 2
(om de hoogte van het element aan te passen)
Afstandsstrip B
x 3
(om de hoogte van het element aan te passen)
Afstandsstrip C
x 4
Kussen
x 1
Dopmoer
x 1
(ter bevestiging van Beugel B)
Veerring
x 1
(ter bevestiging van Beugel B)
Platte ring
(ter bevestiging
x 1
van Beugel B)
Elementhouder
(ter bevestiging van Beugel A)
x 1
Beugel A
Standaard gitaarsnoer
(om de hoogte van het element aan te passen)
Beugel B
Ruimtemeter
x 4
Rubberen strook
(ter bevestiging van
x 2
het element aan de elementhouder)
Schroef 3x8 mm
(ter bevestiging van
x 2
het element aan de elementhouder)
Afstelmal
x 1
Schroevendraaier
x 1
7
Installatie van de GK-3 op de gitaar
Het afstellen van het element
Het oppervlak van de toets van de gitaar is niet vlak, maar beschrijft een boog van de eerste tot de zesde snaar, en de snaren volgen in grote lijnen dezelfde boog. Het gesplitste element gebruikt onafhankelijke spoelen om de vibraties van iedere afzonderlijke snaar te detecteren; dus variaties in de afstand tussen de snaren en hun corresponderende elementdeel kan resulte­ren in een ongelijke gevoeligheid voor iedere snaar. Het element van de GK-3 bevat een mechaniek dat de gebruiker in staat stelt om de curve van de elementdelen af te stellen, waar­door de GK-3 compatibel is met verschillende typen gitaren.
1. Controleer de curve van de toets van de
gitaar, waar de GK-3 op geïnstalleerd zal worden
* Kijk in de handleiding of catalogus van de gitaar of
raadpleeg de fabrikant.
* Als u niet zeker weet wat de curve van de toets op
uw gitaar is, plaats dan het element op de gitaar met de elementdelen in de laagste positie en stel ze in, nadat het element bevestigd is.
1. Stel de elementdelen in met de bijgele-
verde schroevendraaier
Plaats de bijgeleverde afstelmal over de elementdelen onder de derde en vierde snaar, en draai de afstelschroef voor de radius losser of vaster om de hoogte van de spoelen te bepalen. De afstelmal heeft groeven voor het instellen van curven van “250R” en “300R”. Als de curve van de gitaar “250R” is, dient u het elementdeel op “250R” in te stellen, zodat het element­deel op dezelfde hoogte is als het opper­vlak van de mal. Als de curve “300R” is, dient u het elementdeel op “300R” in te stellen, zodat het elementdeel op dezelfde hoogte is als het oppervlak van de mal.
afwijkt van deze maten, stel de element­delen dan eerst in op de positie, die de maten van uw gitaar het best benadert en stel de instelling verder af als de bevesti­ging van het element voltooid is.
* Draai de afstelschroef nooit te ver door. Draai de
schroef bij het hoger stellen van het elementdeel langzaam met de klok mee en stop met het draaien van de schroef, wanneer u meer weerstand voelt. Het verder draaien van de schroef kan resulteren in schade aan het apparaat.
fig.1020 (R Adjustment Diagram)
Afstelschroef voor de boog
Afstelmal
niet vertaald
Wanneer de elementdelen volledig omhoog staan (d.w.z. met de afstel­schroef volledig met de klok mee gedraaid), zijn ze afgesteld op ongeveer 184R. Als de elementdelen volledig omlaag zijn gedraaid zijn ze op ongeveer 400R afgesteld. Als de curve op uw gitaar
8
Bevestiging van het element
Er zijn drie manieren om het element te bevestigen.
Installatie van de GK-3 op de gitaar
Bevestiging met dubbelzijdig plak­band (deze pagina)
Dit is de meest simpele manier om het ele­ment te bevestigen op gitaren met een vlak bovenblad.
Bevestiging met schroeven (pag. 12)
Deze methode heeft het voordeel dat het ele-
* Oefen geen onnodige kracht op de kabel tussen het element en het regelpaneel uit, omdat dit kan resulteren in kabelbreuk.
* Buig of draai het element niet. Gebruik bijzonder veel zorg bij het verwijderen van het element.
ment later nog afgesteld kan worden, maar is moeilijker om uit te voeren.
Bevestiging met de elementhouder (pag. 13)
Dit is de simpelste methode van bevestiging bij gitaren met een brug, die bevestigd is op verankerde stijlen in de body van de gitaar.
Bevestiging met dubbelzijdig plakband
1. Plaats het element tussen de body van
de gitaar en de snaren, en bepaal de positie, waar het element moet komen.
In principe dient het element zo dicht bij de brug als mogelijk ten opzichte van de zes snaren gecentreerd te worden.
fig.1030 (Position of Pickup Attachment)
* Van voor af gezien hoeven de snaren niet perfect uit-
gelijnd te zijn met het midden van het elementdeel. Iedere snaar hoeft slechts over een deel een zijn ele­mentdeel heen te gaan.
fig.1050e (Yokes and Strings)
Vierde snaar
Vijfde snaar
* Als de gitaar is uitgerust met een tremolo
(whammy) kan installatie van het element bij de brug het element in direct contact met de tremolo brengen. Plaats het element zodanig dat het de wer­king van de tremolo niet hindert.
* Plaats het element ongeveer 15mm van de brug af
als de gitaar snaren heeft met koperen, messing of bronzen windingen, zoals een akoestische gitaar.
* Ongeacht het type of model gitaar, plaats het ele-
ment niet verder dan 20mm van de brug af.
fig.1040e (Position of Pickup Attachment (Side View))
Maximaal 20mm
Zesde snaar
* Zorg ervoor dat het element correct geplaatst is. Het
snoer van het element hoort onder de zesde snaar vandaan te komen.
Als u de positie van het element bepaald heeft, geeft u deze aan met een potlood, plakband of een andere geschikte markering.
2. Zorg ervoor, dat de buiging van de hals en de snaarhoogte juist zijn afge­steld, en stem iedere snaar naar zijn normale toonhoogte.
9
Installatie van de GK-3 op de gitaar
* Veranderingen in snaarhoogte na de installatie van
het GK-element kan de ruimte tussen het element en de snaren veranderen, hetgeen resulteert in vermin­derde gevoeligheid.
3. Stel de hoogte van het element af.
Voeg de bijgeleverde afstandstrips in onder het element tot het een geschikte hoogte heeft bereikt. (Verwijder de ach­terkant van het plakband nog niet.) Er zijn drie soorten afstandstrips: “A” (3mm), “B” (1mm) en “C” (0,25mm); combineer deze om de juiste element­hoogte te bereiken.
* De elementhoogte dient zodanig te zijn dat de
afstand tussen het element en de snaren ongeveer 1mm (0,04”) is als de eerste en zesde snaar op hoog­ste posities worden ingedrukt. Controleer de hoogte m.b.v. de bijgeleverde ruimtemeter (1,0mm) en stel de hoogte bij als nodig is. (Zie deze pagina)
* Als de hoogte van de eerste en zesde snaren sterk
verschilt, wanneer de snaren op de hoogste positie ingedrukt worden, kan dit verschil gecompenseerd worden door ingekorte afstandstrips te gebruiken tot de ruimte tussen beide snaren en het element gelijk is.
Plaats bij een archtop gitaar de element­kussens onder de afstandstrips.
fig.1060e (Pickup Spacers)
afstandstrip
Pickup Spacer
element
Pickup Cushion
kussen
-
* De afstandstrips en kussens worden op de gitaar
bevestigd m.b.v. dubbelzijdig plakband. Wanneer de afdekking van het plakband is verwijderd, wordt de dikte ervan echter verminderd met ongeveer 0,1mm (0,004”). Houd dit verschil in gedachten, wanneer u meerdere afstandstrips gebruikt, en zorg ervoor dat u speling in hoogte overhoudt.
4. Verwijder de snaren van de gitaar.
5. Verwijder de afdekking van het plak-
band, de afstandstrips en de evt. ele­mentkussens, en bevestig het element voorzichtig op de gitaar.
6. Plaats de snaren opnieuw en stem deze. Controleer opnieuw zorgvuldig de hoogte van het element.
Meet met de ruimtemeter om er zeker van te zijn, dat de ruimte tussen het ele­ment en de snaren ongeveer 1,0mm is als de eerste en zesde snaar op hoogste posi­ties worden ingedrukt. Rond dit af door te controleren of de snaren het element niet raken als u gitaar speelt.
7. Volg onderstaande stappen als blijkt dat de hoogte van het element niet klopt.
1 Onderzoek grondig de huidige posi-
tie van het element, en voeg een pas­selijke hoeveelheid afstandstrips als het element te laag is of verwijder één of twee afstandstrips als het ele­ment te hoog is.
2 Verwijder de snaren van de gitaar.
* Pas de dikte van de kussens aan waar nodig, bijvoor-
beeld door twee kussens te gebruiken.
10
3 Verwijder het element van de gitaar.
* Pas zorg toe in de omgang met het element. Buigen
of draaien van het element kan resulteren in het bre­ken van spoelen. Voeg voorzichtig een dun, plat voorwerp (zoals een mes) onder het element vanaf de kant van de zesde snaar, en wrik het element zacht­jes omhoog.
fig.1070 (Removing the Pickup)
4 Verwijder het dubbelzijdig plak-
band van de onderzijde van het ele­ment, nadat u het verwijderd heeft.
5 Pas de hoogte van het element aan.
Als u een afstandstrip toe wenst te voegen, verwijder dan eerst het gebruikte plakband van de boven­kant van de gebruikte afstandstrips, en voeg dan de nieuwe afstandstrip toe. Als u afstandstrips moet verwij­deren, verwijder dan de benodigde hoeveelheid afstandstrips. Verwij­der dan volledig het overgebleven plakband van de bovenkant van de achtergebleven afstandstrips.
6 Plak twee delen van het nieuwe dub-
belzijdige plakband B op de onder­kant van het element.
Installatie van de GK-3 op de gitaar
7 Plak het element op de bovenkant
van de afstandstrips die op de gitaar is geplakt.
8 Zet de snaren op de gitaar en stem
deze. Controleer de hoogte van het element opnieuw.
* Naderhand zult u de gevoeligheid van het element in
moeten stellen als u de GK-3 met GK-apparaten ver­bindt. Het kan echter gebeuren, dat de gevoeligheid van het GK-apparaat te hoog is. In dat geval kan het probleem verholpen worden door de ruimte tussen de snaren en het element te vergroten. Voer boven­staande stappen 1 tot en met 8 opnieuw uit om de elementhoogte enigszins te verminderen.
Het gebruiken van de ruimtemeter
De elementhoogte dient zodanig afgesteld te zijn, dat de afstand tussen elke snaar en het element 1,0mm is als de snaren op de hoogste positie ingedrukt worden. De ruimtemeter, die bij de GK-3 wordt geleverd, is 1,0mm dik. Plaats de meter tussen de snaren en het element, zoals aangegeven in onderstaande figuur. Controleer dan de hoogte en pas deze aan.
fig.1090 (Clearance Gauge)
11
Installatie van de GK-3 op de gitaar
Bevestiging met schroeven
De stappen om de positie van bevestiging en de hoogte van het element te bepalen, zijn exact hetzelfde als bij bevestiging m.b.v. dubbelzijdig plakband. Lees hiervoor “Bevestiging met dubbelzijdig plakband” (pag. 9).
* De hoogte van de snaren t.o.v. de body van de gitaar mag niet minder dan 13mm zijn, als het element met schroeven
bevestigd wordt.
1. Bepaal de positie, waar het element
bevestigd moet worden. Markeer als u dit gedaan heeft de plaats van de gaat­jes aan weerszijde van het element op de body van de gitaar.
2. Verwijder de snaren van de gitaar.
3. Maak loodsgaatjes, waar de schroeven
moeten komen, m.b.v. een boor.
* Als de loodsgaatjes niet op de correcte plaats
gemaakt worden, zal het element ook niet in juiste positie bevestigd worden. Gebruik extra veel zorg bij het boren van de loodsgaatjes.
* De loodsgaatjes dienen een diameter van ongeveer
2mm te hebben.
* Maak de loodsgaatjes iets breder dan 2mm als de
body van de gitaar van een bijzonder hard materiaal is gemaakt.
4. Plaats de veren tussen de loodsgaat-
5. Plaats opnieuw de snaren en stem
deze.
6. Stel de hoogte van het element af.
* De elementhoogte dient zodanig te zijn, dat de
afstand tussen het element en de snaren ongeveer 1mm is als de eerste en zesde snaar op hoogste posi­ties worden ingedrukt. Controleer de hoogte m.b.v. de bijgeleverde ruimtemeter (1,0mm) en stel de hoogte bij als nodig is. (Zie pag. 11)
* Naderhand zult u de gevoeligheid van het element in
moeten stellen als u de GK-3 met GK-apparaten ver­bindt. Het kan echter gebeuren, dat de gevoeligheid van het GK-apparaat te hoog is. In dat geval kan het probleem verholpen worden door de ruimte tussen de snaren en het element te vergroten. Dus probeer het element iets te verlagen om te kijken of dit het pro­bleem verhelpt.
* Als de veren te lang zijn, kunt u ze inkorten m.b.v.
een kniptang.
jes en het element, zoals aangegeven in onderstaand diagram, en bevestig het element dan met de schroeven.
fig.1100
Houtschroef 3x20 mm
Veer
Loodsgaatje
12
Installatie van de GK-3 op de gitaar
Bevestiging met de elementhouder
1. Bevestig het element aan de houder.
fig.1105
Schroef 3x8mm
Rubberen strook
Element­houder
* De elementhoogte kan aan het einde van de proce-
dure ingesteld worden. Het is aan te bevelen om op dit punt het element laag te zetten om de installatie te vereenvoudigen.
* De rubberen buisjes kunnen door de veren vervan-
gen worden. Voeg de buisjes in, draai dan aan de afstelschroeven zodat ze neerwaarts drukken en de buisjes indrukken.
2. Verwijder de snaren en de brug van de
gitaar.
4. Plaats de houder op de stijlen, en plaats de brug hier bovenop.
fig.1105 (Attachment with the Holders)
Brug
Element­houder
Afstelschroef voor
Staafje
de brug van de gitaar
5. Plaats opnieuw de snaren en stem de gitaar.
* Stem de snaren met het GK-element op de hoogst
mogelijke positie (waarbij de snaren over de element­delen heen liggen).
6. Stel de hoogte van het element af.
3. Verlaag de afstelschroeven voor de
brug van de gitaar ongeveer 2mm.
* Als de brug zodanig ontworpen is dat de stijlen zelf
in hoogte worden versteld, verlaag dan de hoogte van deze met ongeveer 2mm.
* De elementhoogte dient zodanig te zijn, dat de
afstand tussen het element en de snaren ongeveer 1mm is als de eerste en zesde snaar op hoogste posi­ties worden ingedrukt. Controleer de hoogte m.b.v. de bijgeleverde ruimtemeter (1,0mm) en stel de hoogte bij als nodig is. (Zie pag. 11)
* Als het element te laag ligt, kunt u twee rubberen
strookjes aan elkaar plakken.
* Naderhand zult u de gevoeligheid van het element in
moeten stellen als u de GK-3 met GK-apparaten ver­bindt. Het kan echter gebeuren, dat de gevoeligheid van het GK-apparaat te hoog is. In dat geval kan het probleem verholpen worden door de ruimte tussen de snaren en het element te vergroten,. Dus probeer het element iets te verlagen om te kijken of dit het pro­bleem verhelpt.
13
Installatie van de GK-3 op de gitaar
Het controleren en bijstellen van de elementhoogte
Gebruik de ruimtemeter om te controleren of de ruimte tussen iedere snaar en het element ongeveer 1mm is. Als de ruimte groter is dan 1mm moet u kleine bijstellingen in hoogte maken en de curve van het element (zie ook pag. 8) bijstellen.
De bevestiging van het regelpaneel
Er zijn twee manieren om het regelpaneel te bevestigen.
Bevestiging met de beugel (pag. 15)
Bij deze methode is de beugel bevestigd m.b.v. het bevestigingspunt van de draag­band. Dit is een simpele installatieprocedure, waarvoor geen modificatie van de gitaar nodig is.
Bevestiging met dubbelzijdig plak­band en schroeven (pag. 16)
Deze methode stelt de gebruiker in staat om het regelpaneel op iedere gewenste positie op de gitaar te installeren en reduceert de dikte van het regelpaneel omdat de beugel niet gebruikt wordt. Deze methode is echter moeilijk op gitaren met een gewelfde top uit te voeren.
Het bijstellen van de lengte van het elementsnoer
Plaats het regelpaneel op de positie, waar het op gitaar geïnstalleerd gaat worden, en contro­leer de lengte van het elementsnoer. Als dit snoer te lang is, kan het opgewonden worden in de ruimte achterop het regelpaneel.
fig.1110 (Adjusting the Pickup Cable Length)
14
Bevestiging met de beugel
Installatie van de GK-3 op de gitaar
1. Verwijder drie schroeven van de
onderzijde van het regelpaneel en bevestig deze aan beugel “A”.
fig.1120e (Attaching to the Holder)
Beugel A
Regelpaneel
4. Bevestig beugel “B” zodanig dat de body van de gitaar tussen de twee beu­gels geklemd wordt.
fig.1140e (Attaching to the Guitar 2)
Dopmoer
Beugel B
Vlakke ring
Verende ring
5. Span beugels “A” en “B” aan m.b.v. de vlakke ring, de verende ring, en de
2. Draai het bevestigingspunt voor de
draagband los en voeg beugel “A” in.
fig.1130 (Attaching to the Guitar 1)
dopmoer.
* Plaats bij installatie op een gitaar met een gewelfde
top het kussen tussen de gitaar en beugel “A”.
fig.1150 (Spacer LP)
Regelpaneel
Kussen
Beugel A
Body van de gitaar
Dopmoer
Beugel B
3. Draai het bevestigingspunt voor de
draagband vast.
15
Installatie van de GK-3 op de gitaar
Installatie met dubbelzijdig plakband en een schroef
1. Plaats het regelpaneel op een passe-
lijke positie op het oppervlak van de gitaar om te bepalen waar het geplaatst moet worden. Besteedt hier­bij aandacht aan de volgende punten.
Installeer de eenheid op een vlak opper­vlak.
Plaats de eenheid zodanig, dat hij niet hindert bij het spelen.
Als de gitaar is uitgerust met een fijn­stemmechaniek moet de eenheid de wer­king en bediening hiervan niet hinderen.
Plaats de eenheid zodanig, dat u de rege­laars comfortabel kunt bedienen.
Plaats de eenheid zodanig, dat er geen onnodige krachten worden uitgeoefend op de ingang voor standaard elementen, het gescheiden element of de GK-aan­sluitkabels.
3. Plak het dubbelzijdige plakband A aan
de onderkant van het regelpaneel, en plak de eenheid vervolgens op de gitaar.
fig.1160 (Double-Sided Tape)
4. Verzeker het regelpaneel met de bijge-
leverde platkopschroef (3x16mm).
fig.1170e (Securing with the Screw)
* Verzeker u ervan, dat de pluggen verbonden met de
GK-verbinding en de normale gitaaringang niet uit­steken, aangezien dit kan resulteren in schade als onnodige krachten op deze punten worden uitgeoe­fend.
2. Plaats het regelpaneel op de plaats, waar hij bevestigd dient te worden, en boor voorzichtig een loodsgaatje in de body van de gitaar, waar het bevesti­gingsgaatje van de eenheid zich bevindt.
* De diameter van dit gaatje moet ongeveer 2mm
zijn.
* Verzeker u ervan dat er geen verdere problemen zijn
met het installeren van de eenheid, voordat u het gaatje boort.
Draai de platkopschroef (3x16mm) door dit gat.
* Als u liever niet in uw gitaar wenst te boren, is het
mogelijk de eenheid alleen met dubbelzijdig plakband te installeren. Echter, in dat geval kunnen schokken van een ruwe behandeling tijdens optredens en uit­gebreid gebruik verzwakking van het plakband ver­oorzaken, met als resultaat dat het regelpaneel van positie kan gaan verschuiven. Tevens kan de lak van de gitaar niet van voldoende kwaliteit zijn, waardoor er stukken losraken als het het plakband later weer verwijderd wordt.
16
Het aansluiten van de GK-3
* Draai altijd het volume omlaag, en schakel de stroom op alle aangesloten apparaten uit om storing en/of schade aan
de luidsprekers te voorkomen.
* Als snoeren met interne weerstanden worden gebruikt kan het volumeniveau van aangesloten apparatuur (ingang
voor standaard elementen) laag zijn. Gebruik in dat geval snoeren zonder weerstanden, zoals snoeren uit de Roland PCS-serie.
* Schakel, als alle apparatuur correct aangesloten is, de stroom op de verschillende apparaten aan in onderstaande
volgorde. Het aanzetten van apparatuur in de verkeerde volgorde kan resulteren in foutief functioneren en/of schade aan de luidsprekers en andere apparatuur.
1. Verzeker u ervan, dat het apparaat dat u aan wenst te sluiten, uitstaat en verbind het dan met de GK-uitgang van de GK-3 d.m.v. de GK-kabel.
fig.2010
GK-kabel
GK IN
* De GK-kabel is een vergrendelende kabel. Trek bij
het ontkoppelen niet onnodig hard hieraan, maar ontgrendel de sluiting en trek de kabel rustig los. De kabel kan makkelijk ontkoppeld worden door de slui­tende deel met de duim in te drukken, en rustig aan de plug te trekken.
fig.2020
GK-apparaat
Verbind de GK-3 alleen m.b.v. een speciale GK-kabel (zoals meegeleverd met GK-compa­tibele apparatuur en optionele GK-kabels, die door Roland verkocht worden). Het gebruik van andere kabels kan resulteren in schade of foutief functioneren.
17
Het aansluiten van de GK-3
* Draai voor het spelen de kabel rond de draagband
van de gitaar in de buurt van de draagbandknop. Dit voorkomt overtollige kracht op de kabel, wat kan resulteren in schade aan de kabel of de gitaar.
fig.2040
2. Gebruik het bijgesloten gitaarsnoer
3. Schakel de stroom op het aangesloten
GK-apparaat aan.
De stroomindicator op het regelpaneel licht op. Als u nu op gitaar speelt zal u het geluid van het aangesloten GK­apparaat horen.
* De stroomindicator licht op als de GK-3 en het GK-
apparaat correct verbonden zijn, en het GK-apparaat aan staat.
* Verzeker u er altijd van dat het volumeniveau laag is
voor u de stroom aanzet. Zelfs met het volume volle­dig dicht, kunt u bij het aanzetten van de stroom iets van geluid horen. Dit is normaal en wijst niet op foutief functioneren.
om de uitgang van de gitaar te verbinden met de standaard gitaaringang van de GK-3.
fig.2050
Gitaarsnoer
* Deze aansluiting is niet alleen nodig voor het
gebruiken van het normale gitaargeluid en het nor­male gitaargeluid gemengd met het synthesizerge­luid, maar ook voor het verbinden van de aarde van de gitaar met de aarde van de GK-3. Zelfs als u het normale gitaargeluid niet wenst te gebruiken, dient u deze verbinding te maken, omdat het ruis en brom verminderd.
18
Specificaties
GK-3: gesplitst element
Regelaars
GK-Volume DOWN/S1-schakelaar UP/S2-schakelaar Selectieschakelaar
Indicator
Stroomindicator
In- en uitgangen
GK-uitgang Gitaaringang (jack)
Gewicht
60 gr.
Accessoires
Standaard gitaarsnoer Installatieonderdelen Gebruikershandleiding
Opties
GK-kabels: GKC-3, GKC-5, GKC-10 GK parallel box: GKP-4 Externe schakelaar: US-20
Afmetingen
fig.3020
87.0 (3-7/16)
7.8 (5/16)
102.3 (4-1/16)
73.6 (2-15/16)
22.7 (15/16)
Eenheid: mm (inch)
* Ten behoeve van productontwikkeling kunnen de
specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat zon­der voorafgaande berichtgeving worden gewijzigd.
8.2 (3/8)
8.6 (3/8)*
6.3 (1/4)*
7.6 (5/16)*
*…met de elementdelen op maximale hoogte
Eenheid: mm (inch)
19
Voor EU landen
Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen 89/336/EEC.
Loading...