Roland E-80 User Manual [nl]

Handleiding
WAARSCHUWING
– Om het risico op brand of elektrocutie te voorkomen mag u dit apparaat nooit blootstellen aan vochtigheid of regen.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK,
NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.
REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).
De bliksemschicht in een driehoek wijst de gebruiker op niet geïso­leerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van dit product die sterk genoeg zijn om voor elektrocutie te zorgen.
Het uitroepteken in een driehoek wijst de gebruiker erop dat alle in­structies voor het juiste gebruik van dit apparaat te vinden zijn in de bijgeleverde handleiding.
TIPS VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTROCUTIE EN VERWONDINGEN VAN PERSONEN.
OPMERKINGEN VOOR UW VEILIGHEID
LEES DEZE INSTRUCTIES AANDACHTIG DOOR.
WAARSCHUWING
1. Lees alle instructies aandachtig door.
2. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
3. Volg alle waarschuwingen op.
4. Voer alle instructies uit zoals ze er staan.
5. Gebruik dit apparaat nooit in de buurt van water.
6. Maak het product enkel schoon met een zachte droge doek.
7. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen (indien aanwezig). Stel het product alleen overeenkomstig de instructies van de fabri­kant op.
8. Plaats het product nooit in de buurt van warmtebronnen, zoals stoven, ovens, radiatoren of andere apparaten die veel warmte genereren.
9. Probeer nooit het veiligheidssysteem van een gepolariseerde stekker of een stekker met aarding te omzeilen. Een gepolari­seerde stekker heeft twee pennen waarvan de ene wat breder is dan de andere. Een stekker met aarding is voorzien van twee pennen en een uitsparing. De brede of derde pen is er voor uw veiligheid. Als de bijgeleverde stekker niet in uw stopcontact past, moet u het door een vakman laten vervangen.
– Tijdens het gebruik van elektronische apparaten moet u altijd op de volgende punten letten:
10. Zorg dat niemand over het netsnoer kan struikelen. Dat is met name in de buurt van het stopcontact gevaarlijk, maar kan er ook in de buurt van de aansluitingen op het apparaat voor zor­gen dat de aders breken.
11. Gebruik enkel de uitdrukkelijk door de fabrikant aanbevolen op­ties en uitbreidingen.
12. Gebruik alleen karretjes, stands, statieven, hou­ders enz. die door de fabrikant uitdrukkelijk wor­den aanbevolen of bij dit product worden geleverd. Als u het product op een wagen zet, moet u erop letten dat de wagen niet kan vallen, omdat dit ernstige verwondingen kan veroorzaken.
13. Verbreek, tijdens een onweer, of als u het product langere tijd niet wilt gebruiken, de aansluiting op het lichtnet.
14. Laat alle onderhoudswerken en herstellingen over aan een door Roland erkende herstellingsdienst. Als het netsnoer beschadigd is of wanneer er vloeistoffen of regenwater in het inwendige te­recht zijn gekomen, moet u het product onmiddellijk uitschake­len en contact opnemen met een erkende herstellingsdienst.
Lever dit product in bij een lokaal afvalverza­melpunt. NIET met normaal huishoudelijk afval afvoeren.
De door de E-80 gehanteerde technologie is in verschillende landen beschermd door patenten.
Voor het Verenigd Koninkrijk
r
s
Handleiding
ENGLISH ENGLISH
Bedankt voor uw aankoop van de Roland E-80 Music Workstation. De E-80 is het meest complete arrangerinstrument van de hele Roland-geschiedenis en bevat als dusdanig alle voordelen van een Roland-instrument: perfecte begeleidin­gen, hoogwaardige klanken, de mogelijkheid om het klankaanbod uit te breiden d.m.v. golfvormkaarten (SRX-serie), een D Beam-controller, virtuele orgeldrawbars, een Vocal Harmonist, de Cover-functies van de unieke DisCover 5 van Rol­and, een gitaarmode… Er is gewoon teveel om het hier al allemaal op te noemen.
We hebben getracht de meeste beschikbare functies meteen toegankelijk te maken en de E-80 dus ook maar meteen voorzien van een drukgevoelig kleurendisplay en een gebruikersinterface waarmee je snel wegwijs bent op de E-80.
Om de functies van de E-80 zo snel mogelijk te leren kennen en er jaren plezier aan te beleven leest u deze Handleiding het best in z’n geheel door.
Om u niet onnodig te verwarren, gaan we in deze handleiding het woordje “knop” gebruiken, wanneer we verwijzen naar de druktoetsen op het frontpaneel van de E-80. Op die manier weet u dat een “toets” alleen op het klavier kan slaan.
Om plaats (en tijd) te besparen, gaan we het woordje “song” hanteren, wanneer we het hebben over Stand MIDI Files.
Lees, alvorens dit instrument te gebruiken, “Belangrijke opmerkingen” op blz. 11 door. Daar vindt u namelijk belangrijke tips en een opsomming van wat u wel en niet met de E-80 mag doen. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats op, omdat u ze later beslist nog eens nodig hebt.
ENGLISH ENGLISH
Copyright ©2006 ROLAND EUROPE. Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren, verveelvoudigen of openbaar maken van deze handleiding, hetzij gedeeltelijk, hetzij in z’n geheel, i
zonder de schriftelijke toestemming van Roland Europe S.p.a verboden.
E-80
Music Workstation

Functies

Functies
Een bijzonder compleet arrangerinstrument
De E-80 is gewoon een fantastisch instrument met de meest geavanceerde en beste klankopwekking die Rol­and ooit gemaakt heeft. Hij combineert de Virtual Tone­Wheel-technologie van Roland (afgeleid van onze suc­cesvolle VK-serie) met een superieure interne klankbron (afkomstig van de Fantom-X-serie) en biedt de moge­lijkheid het klankarsenaal met behulp van één of twee golfvormkaarten van de SRX-serie uit te breiden.
Nieuw interfaceconcept
Tijdens de ontwikkeling van de E-80 hebben we erop gelet alle beschikbare functies snel en gemakkelijk bereikbaar te maken. Via drukgevoelige kleurdisplay en het indrukwekkende aantal knoppen op het frontpaneel bereikt u de beschikbare functies in de regel meteen, zodat er geen beroep wordt gedaan op ingewikkelde menustructuren.
Parameters, die met elkaar verband houden, bevinden zich in de regel op dezelfde of op z’n minst naburige pagina’s, terwijl ze tevens veel sneller kunnen worden ingesteld dan op oudere instrumenten.
Cover-functies en “Makeup Tools” voor Standard MIDI Files en Styles
De orkestratie van Standard MIDI Files en Music Styles kun je veranderen door gewoon een andere Song of Style Cover-instelling te kiezen. Bovendien kunt u met de MAKEUP TOOLS-parameters werken, die op instru­menten gebaseerd zijn en toelaten om je songs of Styles te wijzigen zonder uren aan het editen van afzonderlijke events te besteden.
Via vier programmeerbare MARK & JUMP-geheugens kunt u zelfs de structuur van Standard MIDI Files wijzi­gen en op die manier nieuwe versies van eerder opge­nomen materiaal maken.
“Adaptive Chord Voicing”-technologie
De Arranger van de E-80 heeft niet alleen een volledig nieuwe structuur (met 4 begeleidingsniveaus, 4 intro’s en 4 slotfrasen), maar berust tevens op een muzikalere realtime-conversie van de door u gespeelde akkoorden. De gepatenteerde ACV-technologie van Roland kan namelijk Style-partijen transponeren en er op zie manier voor zorgen, dat de strijkers, piano e.d. niet lan­ger onnatuurlijk heen en weer springen.
Guitar-mode
De E-80 biedt een Guitar-mode waarmee je via het kla­vier bijzonder realistische elektrische en akoestische gitaarpartijen kunt spelen. Die partijen kunnen samen met de Arranger (live-gebruik) en voor de opname met de 16--sequencer/recorder of Style Composer van de E-80 worden gebruikt.
Indrukwekkend aantal effecten
De E-80 bevat talrijke effectprocessors voor alle parts en secties. Zo zijn er drie aparte multi-effectprocessors (MFX A~C) voor songs en Styles, die los staan van de MFX van de Keyboard-parts. Bovendien heeft elke part zijn eigen 3-bands equalizer. Zelfs de druminstrumen­ten van Standard MIDI Files en Music Styles (d.w.z. de bas- en snaredrum, de HiHat, de toms enz.) beschikken over een aparte toonregeling.
Viewer
De E-80 bevat een VIEWER-functie voor de weergave van teksten (bv. liedjesteksten) of BMP-bestanden in het interne display of op een extern scherm. Er is zelfs een PAGE TURNER-functie, die door de “pagina’s” bla­dert of een heuse diashow van de aanwezige beelden creëert.
2 aansluitingen voor golfvormborden van de SRX-serie
Het klankarsenaal van de E-80 kan met twee golfvorm­borden van de SRX-serie worden uitgebreid (die borden zijn oorspronkelijk bedoeld voor de synthesizers van de Fantom-X-serie van Roland). Bepaalde borden bevatten audiolussen (“grooves”), die automatisch met het song­of Style-tempo gesynchroniseerd worden, zodat u de sequencer- en Style-data met audio kunt opfleuren.
Versterking
De E-80 bevat het beste versterkingssysteem dat Rol­and ooit voor een arrangerkeyboard ontwikkeld heeft. Bovendien beschikken de Keyboard- en Song/Style-sec­ties over aparte “Mastering Tools”-effecten en een pro­grammeerbare “Digital Bass Enhancer”-functie, zodat de E-80 in elke situatie gewoon perfect moet klinken.
Met een handige schakelaar kunt u de interne luidspre­kers bovendien uitschakelen, als u ze niet nodig hebt.
Professionele Vocal Harmonist
Nog zo’n ijzersterke functie van de E-80 is de Vocal Harmonist, die uw zang van automatische harmonie­stemmen voorziet, terwijl er bovendien een aantal functies klaarstaan waarmee u uw stem (of die van iemand anders) kunt veranderen.
Daarvoor moet u uiteraard een optionele (Roland DR-10 of DR-20) microfoon op de E-80 aansluiten. U kunt echter ook de signalen van andere bronnen (syn­thesizers e.d.) bewerken. Verder is er een EXTERNAL AUDIO IN-part met eigen effectsectie waarmee u externe signalen met line-niveau (afkomstig van een module, een CD-speler e.d.) kunt bewerken.
De signalen van uw stem en/of de Vocal Harmonist­partijen kunnen hetzij via de MAIN OUTPUT-connectors, hetzij direct naar één of twee bijkomende mixerkanalen
r
4
(of versterkers) worden uitgestuurd. In het tweede geval moet u de VOCAL HARMONIST OUTPUT-connec­tors gebruiken.
Supersnelle recorder en uitgebreide 16-sporen sequencer
De E-80 biedt twee functies voor het opnemen van nieuw materiaal: een Recorder met een oersimpele REC-START-STOP-bediening en een uitgebreide 16-spo­ren sequencer met editfuncties voor het bewerken van sporen of afzonderlijke gegevens (microscoopfuncties).
Net zoals talrijke andere functies kan ook de Recorder van de E-80 met de overige secties samenwerken: aan elk User Program kunt u immers een song koppelen, u kunt zorgen dat alle Standard MIDI Files automatisch naar een toonaard worden getransponeerd die u prettig vindt, de akkoorden van de afgespeelde songs worden in het display getoond enz.
Finder-functies voor songs, Music Styles en User Programs
De E-80 laat toe om met een bijna onbeperkt aantal songs, Music Styles en User Programs (van het interne geheugen, een geheugenkaart of een diskette) te wer­ken. Hoewel er nog steeds voorgeprogrammeerde Music Styles zijn, kunt u ook met “CUSTOM”-verwijzin­gen naar begeleidingen in het interne geheugen of op een geheugenkaart werken en zelfs direct eender welke “externe” Style laden. Dit snelle selectiesysteem is ook voor Standard MIDI Files (songs) en User Programs beschikbaar.
Dankzij een pientere Finder-database is er bijna geen verschil meer tussen “interne” en “externe” data: alles werkt pijlsnel.
E-80 Music Workstation
r
Functies
…en nog veel meer
Als we alle functies van de E-80 zouden opsommen, zou deze inleiding nog tien pagina’s beslaan. Maar u wilt natuurlijk aan de slag met uw nieuwe aanwinst. Daarom willen we u vragen om deze handleiding volle­dig door te nemen. Aan het einde ervan zal u toegeven dat de E-80 veel meer kan dan andere instrumenten.
Succes en veel plezier ermee!
Play List-functie
Via de Play List-functie van de E-80 kunt u de volgorde, waarin u bepaalde songs wilt afspelen, op voorhand vastleggen. Het voordeel van dergelijke “ketens” is dat u tijdens uw optreden niets hoeft te doen voor het laden van de benodigde songs.
Bovendien kunt u tijdens de weergave van één song al de volgende voorbereiden (NEXT SONG-functie).
D Beam Controller
De E-80 is uitgerust met de erg populaire D-Beam-con­troller*, waarmee u de song- en Style-weergave kunt beïnvloeden en bovendien toegang hebt tot DJ-functies – gewoon door uw hand boven een onzichtbare infra­roodstraal te bewegen. Natuurlijk is ook de BENDER/ MODULATION-hendel van de partij, terwijl u bovendien optionele voetschakelaars en zelfs een zwelpedaal kunt aansluiten.
(*De D Beam-technologie wordt in licentie van Interactive Light, Inc., ver­vaardigd)
5
E-80
Music Workstation
Veilig gebruik van dit product
Veilig gebruik van dit product
INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN
VEILIG GEBRUIK VAN DIT APPARAAT
Over de en labels Over de symbolen
WAARSCHUWING
Wijst de gebruiker op het risico op
WAARSCHUWING
LET OP!
dodelijke ongevallen of zware ver­wondingen als gevolg van een fout gebruik van dit apparaat.
Het foute gebruik van dit apparaat kan leiden tot verwondingen en of materi le schade.
* "Materi le" schade heeft betrekking op
het beschadigen van het meubilair of andere huishoudelijke voorwerpen evenals huisdieren enz.
LET OP
Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de uitgang moet worden losgekoppeld.
HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
• Lees, alvorens dit instrument te gebruiken, de volgende punten en de rest van deze handleiding door.
.................................................................................................
• Sluit de netstekker van dit product uitsluitend aan op een geaard stopcontact.
.................................................................................................
• Open het product niet en voer geen enkele interne aan­passingen uit.
.................................................................................................
• Probeer nooit de E-80 zelf te herstellen of bepaalde onderdelen te vervangen (tenzij dit in deze handleiding uitdrukkelijk staat vermeld). Laat alle herstellingen en onderhoudswerken over aan uw Roland-dealer, een erkende herstellingsdienst of de distributeur (zie de adressen op de “Informatie”-pagina).
.................................................................................................
• Zet de E-80 nooit op de volgende plaatsen:
• Plaatsen, die onderhevig zijn aan extreme temperatu-
ren (bv. direct zonlicht in een gesloten voertuig, bij een verwarming, op apparatuur die warmte genereert; of
• Klam zijn (bv. badkuip, wasruimten, natte vloeren); of
• Vochtig zijn; of
• Blootgesteld zijn aan regen; of
• Stoffig zijn; of
• Onderhevig zijn aan sterke trillingen.
.................................................................................................
• Dit product dient alleen te worden gebruikt met een
standaard of een statief dat door Roland is aanbevo­len, bv. een KS-12.
.................................................................................................
• Zet het product altijd op een stevig en effen oppervlak. Zet het nooit op een sterk trillende of hellende plaats.
• Sluit dit instrument alleen op een stopcontact aan dat aan de vereisten voldoet (zie de handleiding of het merk­plaatje op de E-80).
.................................................................................................
• Draai of buig de stroomkabel niet teveel. Plaats er nooit zware objecten op. Dit kan de kabel beschadigen, wat defecten en een kortsluiting kan veroorzaken. Bescha­digde kabels kunnen brand en schokgevaar veroorzaken!
................................................................................................
• Dit instrument kan hetzij op zich, hetzij samen met een externe versterker of hoofdtelefoon, voor een geluidsni­veau zorgen dat tot gehoorverlies kan leiden. Werk nooit langere tijd op een hoog volumeniveau of op een niveau dat u onprettig vindt. Als u enig gehoorverlies of piepen in de oren ervaart, dient u direct te stoppen met het gebruik van het product en een oorarts te raadplegen.
................................................................................................
• Zorg dat geen enkel voorwerp (bijv. ontvlambaar materi­aal, munten, spelden) of vloeistoffen van welke soort dan ook (bijv. water, frisdrank enz.) het product binnendrin­gen.
................................................................................................
• In gezinnen met kleine kinderen moeten de ouders de kroost zo lang bij het bedienen van de E-80 helpen tot de kinderen zelf weten wat ze wel en niet mogen doen.
................................................................................................
• Bescherm het product tegen hevige schokken. (Laat het niet vallen!)
................................................................................................
• Sluit het netsnoer van de E-80 nooit aan op een stroom­circuit waar al talrijke andere apparaten op zijn aange­sloten. Wees extra voorzichtig met het gebruik van ver­lengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die wordt gebruikt door alle apparatuur, die u op het stopcontact van het verlengsnoer hebt aangesloten, mag nooit het stroomniveau (watt/ampères) van het verlengsnoer over­schrijden. Overmatige lading kan het isolatiemateriaal van de kabel doen verhitten en uiteindelijk doorsmelten.
................................................................................................
r
6
WAARSCHUWING
• Vóór het gebruik van de E-80 in het buitenland neemt u het best contact op met uw dealer om te zorgen dat u de juiste voeding gebruikt (zie ook de adressen op de “Infor­matie”-pagina in deze handleiding).
.................................................................................................
LET OP!
• Zet de E-80 altijd op een goed verluchte plaats.
• Dit product mag uitsluitend op een KS-12 keyboardstand van Roland worden geplaatst. Bij gebruik van een ander model of merk kan het gebeuren dat het instrument valt en verwondingen veroorzaakt.
.................................................................................................
• Pak altijd alleen de stekker van de stroomkabel vast, wan­neer u een kabel op een stopcontact of op dit product aansluit c.q. ervan loskoppelt.
.................................................................................................
• Probeer te voorkomen dat snoeren en kabels in de knoop raken. Bovendien moet u zorgen dat de kabels buiten het bereik van kinderen liggen.
.................................................................................................
• Klim nooit op het product en plaats er nooit zware voor­werpen op.
E-80 Music Workstation
Veilig gebruik van dit product
r
.................................................................................................
• Pak de stroomkabel of de stekkers nooit vast met natte handen, wanneer u ze op een stopcontact c.q. dit product aansluit of ervan loskoppelt.
.................................................................................................
• Let, bij het transport van het instrument, op de volgende dingen. Houd het instrument stevig vast om verwondin­gen c.q. schade aan andere voorwerpen te voorkomen.
• Verbreek de aansluiting op het lichtnet.
• Verbreek de aansluiting op alle andere instrumenten.
• Verwijder de lessenaar.
• Schakel dit product altijd uit alvorens het schoon te maken. Bovendien verbreekt u het best ook de aanslui­ting op het lichtnet.
.................................................................................................
• Verbreek, tijdens een onweer, de aansluiting op het licht­net.
.................................................................................................
• Als u ooit schroeven moet verwijderen, legt u ze het best op een veilige plaats (buiten het bereik van kinderen). Zo hoeft u ze later niet te zoeken en is het vrijwel onmoge­lijk dat kleine kinderen ze inslikken.
.................................................................................................
7
E-80
Music Workstation

Inhoud

Inhoud
Functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Belangrijke opmerkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
1. Voorzieningen op de panelen . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Frontpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
2. Voorbereidingen en demosongs . . . . . . . . . . . . . . 20
Aansluitingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
In-/uitschakelen van de E-80 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Bescherming van het interne geheugen. . . . . . . . . . . . . . 21
Instellen van het displaycontrast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Uitschakelen van de E-80 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Interactieve demo van de E-80. . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Over de hoofdpagina . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
3. Eerste kennismaking. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Hoe werkt het allemaal? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Spelen met een automatische begeleiding. . . . . . . . 25
Professionele overgangen: Fill In . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Intro & Ending. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Music Styles kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Tempo instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Werken met de Keyboard-parts . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Spelen met een Upper- en/of Lower-part . . . . . . . . . . . .28
Alterneren tussen klanken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Klanken kiezen voor de Keyboard-parts . . . . . . . . . . . . . . 29
Drummen op het klavier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Klanken van een bord van de SRX-serie kiezen . . . . . . . . 32
Werken met de Harmonic Bars. . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Als een registratie u bevalt…. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Over het MANUAL-veld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Werken met één orgel en baspedalen . . . . . . . . . . . . . . . .34
Effecten gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Realistische gitaarpartijen spelen (Guitar-mode) . . 36
Eerste kennismaking. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Bijkomende ARPEGGIO-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Guitar-mode van de E-80 verlaten . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Gitaarklanken kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Over de akkoordinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Werken met de beschikbare STRUMM-technieken . . . . .38
Spelen van vraag-en-antwoord-patronen . . . . . . . . . . . .38
Guitar Mode Options . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Werken met de Music Assistant . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Als de benodigde registratie nog niet te zien is… . . . . . .40
Nóg sneller werken… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Werken met de Finder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Standard MIDI Files (songs) afspelen. . . . . . . . . . . . . 41
Snel zoeken van de benodigde song . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Weergave starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Andere handige functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Werken met de ‘Song Cover’-functie . . . . . . . . . . . . . . . .44
Minus One . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Vocal Harmonist-functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Voorbereidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Harmoniestemmen toevoegen aan uw zang . . . . . . . . . .47
Wie bepaalt de harmoniestemmen?. . . . . . . . . . . . . . . . . .48
Nog niet helemaal overtuigd?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
Voice-FX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Auto Pitch. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Werken met de Vocoder. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
Talk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Automatische transpositie (Singer Key). . . . . . . . . . . . . . .51
Liedjesteksten en akkoorden in het display tonen . 53
Partituren bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
Werken met de VIEWER-functie . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Werken met beeldbestanden (BMP Import) . . . . . . . . . . .56
Werken met tekstbestanden (TXT Import). . . . . . . . . . . . .58
Opnemen van uw muziek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Opnemen met Style-begeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
Beluisteren van uw song . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
Opnemen zonder begeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
Partijen toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
Song opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63
4. Over de Keyboard-modes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64
Arranger-, Organ-, Guitar- en Piano-mode. . . . . . . 64
Split- en Whole-mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
SPLIT Keyboard-mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65
Werken in de WHOLE-mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65
Parts in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65
5. Speelhulpen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
Pitch Bend en modulatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Transpositie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Transpositie-interval via het display instellen . . . . . . . . .67
Global Transpose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67
Octavering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Key Touch (aanslaggevoeligheid). . . . . . . . . . . . . . . . 68
Master Tune. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Aftertouch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
ASSIGN SW-knoppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
D Beam-controller gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Optionele voetschakelaars gebruiken . . . . . . . . . . . . 75
FC7 PEDAL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75
Hold Footswitch (Sustain) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .76
Voetschakelaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .77
Expression (Foot Pedal). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78
Scale Tuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Metronoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
6. Bijkomende Arranger/Style-functies . . . . . . . . . . .82
Weergavefuncties (Style Control) . . . . . . . . . . . . . . . 82
Music Style starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82
Style-weergave stoppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82
Over ‘Sync Start’ & ‘Stop’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .83
Andere Style-divisies kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Andere manieren om Arranger-patronen te kiezen . . . .83
Bass Inversion. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .83
Melody Intelligence . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Koppelen van het MELODY INTELL-type aan de Styles
(Style Melody Intell Link) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .85
r
8
E-80 Music Workstation
r
Inhoud
Gebruik van de Cover-functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Freeze Data. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Style met COVER-wijziging opslaan. . . . . . . . . . . . . . . . . .86
One Touch. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Negeren van bepaalde One Touch-instellingen (Hold) . . 87 Eigen ‘One Touch’-instellingen programmeren (WRITE).88
Geavanceerde Arranger-instellingen. . . . . . . . . . . . . 89
Akkoord-herkenningsgebied (ZONE) . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Arranger Type (akkoordmode). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Arranger Hold . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Intro & Ending Alteration . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
Dynamic Arranger. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
Tempo-instellingen (Arranger Options). . . . . . . . . . . 91
Style-tempo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91
TEMPO CHANGE (RITARD en ACCELER). . . . . . . . . . . . . . .91
Werken met “externe” Styles. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
CUSTOM-geheugens gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93
CUSTOM-toewijzingen programmeren . . . . . . . . . . . . . . .93
Disk User. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .94
Style Finder: snel zoeken van Styles. . . . . . . . . . . . . . 95
Snel zoeken van de benodigde Style . . . . . . . . . . . . . . . . .96
Editen van de Style Finder-gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . 97
7. Geavanceerde Keyboard-part functies . . . . . . . . 99
Upper 3 Split . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Dynamic Split. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Stemmen van Upper2: ‘Coarse Tune’ & ‘Fine Tune’100
Portamento voor UP1 en UP2. . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
Portamento Time. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101
Portamento Mode: Mono/Poly . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101
Lower Hold . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
Tone Edit: ‘editen’ van de Keyboard-parts . . . . . . . 103
8. Mixerfuncties & effecten gebruiken . . . . . . . . . 105
Mixen van de Keyboard-parts. . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
Volume en status van de Style-parts. . . . . . . . . . . . 108
Effectprocessors van de Keyboard-parts editen . . 108
Reverb voor de Keyboard-parts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .108
Chorus voor de Keyboard-parts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .110
Multi-effectprocessor voor de Keyboard-parts
(MULTI FX) gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
Ander MFX-type kiezen en editen . . . . . . . . . . . . . . . . . .112
Koppelen van het Multi-FX-type aan de Upper1-klank
(Upper 1 M-FX Link) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .112
Equalizers voor Keyboard-parts . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Werken met de ‘Mastering Tools’ . . . . . . . . . . . . . . .114
Equalizer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .114
Compressor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .115
Effecten voor songs en Styles. . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
Reverb voor de Style/Song-instrumenten . . . . . . . . . . .117
Chorus voor de Style/Song-instrumenten . . . . . . . . . . .117
Multi-effectprocessors voor de Style- en Song-
instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .117
Werken met de ‘Style/Song-Mastering Tools’ . . . . 118
Equalizer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .119
Compressor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .119
Werken met de audio-ingangen. . . . . . . . . . . . . . . . 119
Werken met de ‘Speaker Modeling’-functie. . . . . . 120
Mixen van de Vocal Harmonist-signalen . . . . . . . . 121
Reverb, Delay en Chorus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .122
9. Werken met User Programs. . . . . . . . . . . . . . . . . 125
Instellingen opslaan in een User Program . . . . . . . 125
User Programs kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
Default. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
User Programs met de hand kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . 127
User Programs kiezen met [DOWN][UP]. . . . . . . . . . . . . 127
Werken met de User Program Finder . . . . . . . . . . . . . . . 127
Snel zoeken van het benodigde User Program. . . . . . . 128
Selectief laden van User Program-instellingen
(User Program Hold) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129
Negeren van de AUTO FILL-functie (Fill In On
User Program Change) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
Automatische functies voor User Programs . . . . . 130
Song Link. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
MIDI Set koppelen aan een User Program. . . . . . . . . . . 131
TXT/BMP Link . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132
User Program Recall . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Editen van de User Program Finder-informatie . . 133
Wijzigen van de User Program Finder-informatie . . . . 134
Index editen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Music Assistant-functies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Nieuwe Music Assistant-registraties aanmaken. . . . . . 137
Music Assistant-registraties editen . . . . . . . . . . . . . . . . 138
Music Assistant-registratie opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . 138
10. Song en Style Makeup Tools . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Mixen van de Song- of Style-parts . . . . . . . . . . . . . 140
Werken met de ‘Makeup Tools’ . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Algemene werkwijze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
PALETTE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142
SOUND EDIT voor klanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
SOUND EDIT voor Drum Sets. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
DRUM INSTR EDIT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
COMMON . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
Alvorens uw instellingen op te slaan . . . . . . . . . . . 148
Opslaan van de gewijzigde song of Style. . . . . . . . 148
11. Editen van de Vocal Harmonist-parts . . . . . . . . . 150
‘Singer’-parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
Voice-FX instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
‘Auto Pitch’-parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
‘Vocoder’-parameters. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
‘Small’-parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
‘Ensemble’-parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
12. Nóg meer songfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .157
Fade-In/Out-functie gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . 157
Programmeren van de MARK & JUMP-posities . . 158
Werken met de ‘Song Finder’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
Songs zoeken met de Song Finder . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
Editen van de Song Finder-gegevens. . . . . . . . . . . . . . . 160
Index editen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162
‘Play List’-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164
Playlists programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164
Playlists editen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
Werken met playlists. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
Playlists beheren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
13. Editen van Lyrics-data . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
Tekst aan song toevoegen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
Exporteren van Lyrics-data als tekstbestand . . . . . 171
14. Werken met de 16-sporen sequencer . . . . . . . . . 172
Over de hoofdpagina van de sequencer. . . . . . . . . 172
Algemene overwegingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172
Voorbeeld 1: Alles zelf opnemen . . . . . . . . . . . . . . . 173
Voorbereidingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
9
E-80 Music Workstation
Inhoud
Voorbeeld 2: sporen toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . 176
Song opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .177
Editen van 16-sporen songs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
Eenvoudige wijzigingen en handige functies. . . . . . . . .178
Eén of verschillende sporen editen (TRACK EDIT) . . . . .178
Editen van songdata met Microscope Edit . . . . . . . 192
Algemene opmerkingen over MICRO EDIT . . . . . . . . . . .193
Editen van events . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .194
Andere editoperaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .195
Style Converter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196
Algemene overwegingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .196
Werken met de Style Converter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .197
Sporen beluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .197
15. Styles programmeren (Style Composer) . . . . . . . 201
Concept. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
Styles helemaal zelf opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
Style Composer starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .202
Wissen van het RAM-geheugen (Initialize Style) . . . . .202
Voorbereidingen voor het eerste spoor. . . . . . . . . . . . . .203
Opname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .206
Style beluisteren en andere sporen toevoegen . . . 206
Style opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .207
Andere sporen en divisies opnemen . . . . . . . . . . . . . . . .207
Uitschakelen van sporen tijdens de opname van andere
sporen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .207
Opmerkingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .207
Werken met bestaande Styles. . . . . . . . . . . . . . . . . . 208
Beginnen met alle sporen van een bestaande Style . . .208
Individuele Style-sporen kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . .209
Editen van Styles via bijkomende opnamen. . . . . . 210
Toevoegen van noten in realtime. . . . . . . . . . . . . . . . . . .210
Toevoegen van versieringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .210
Instellingen van een partij wijzigen of toevoegen . . . .210
Expression, Panpot, Reverb, Chorus. . . . . . . . . . . . . . . . .211
Style-tempo vastleggen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .212
Style Track Edit-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
Editen van Style-events (Style Micro Edit) . . . . . . .220
Algemene opmerkingen over STYLE MICRO EDIT . . . . .220
Editen van events . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .222
Andere editoperaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .223
16. Disk/Media-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Werkwijze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Laden van data . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
Data opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
Rename-functies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228
Delete . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229
Copy. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230
Formatteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .231
‘Import User Program’-functie . . . . . . . . . . . . . . . . .232
17. Archiveren van data met een computer (USB) . 234
Archiveren van alle data van de E-80 . . . . . . . . . . . . . . .236
Je weet maar nooit… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .236
18. MIDI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 237
Werkwijze . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 237
Oproepen van de MIDI-functies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .237
Werken met presets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .238
Werkwijze voor het editen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .238
Editen van de MIDI-parameters . . . . . . . . . . . . . . . . 239
Keyboard-, Style-, Song-parts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .239
‘MIDI System’-parameters. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .240
MIDI Sets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
MIDI Set opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
MIDI Sets gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
Automatische MIDI Set-keuze tijdens het inschakelen 244
19. Andere dingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .245
Werken met V-LINK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 245
Algemene instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246
Song/Arranger Start Priority . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246
Touch Screen Beep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 247
Flashing Exit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 247
Flashing Metronome. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 247
Info. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 247
Initialiseren van de E-80 (Factory Reset). . . . . . . . . . . . 247
20. Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .248
21. Appendix. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .250
Wave Expansion Boards installeren. . . . . . . . . . . . . 250
‘Patches’ van een golfvormbord van de SRX-serie
via MIDI selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 251
MFX- & IFX-typen en parameters . . . . . . . . . . . . . . 252
22. MIDI-implementatietabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . .272
23. Eenvoudige vingerzetting voor akkoorden . . . . .273
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .275
r
10
E-80 Music Workstation

Belangrijke opmerkingen

Lees naast “Veilig gebruik van dit product” op blz. 6 ook de volgende punten even door:
r
Voeding
• Sluit het instrument nooit aan op een stroomkring waarop ook apparaten, die brom veroorzaken, zijn aangesloten (elektrische motoren, dimmersy­stemen enz.).
• Schakel zowel de E-80 als de overige instrumenten uit voordat u ze op elkaar aansluit. Dit helpt u om storingen en/of schade aan speakers of andere elementen te voorkomen.
• Hoewel het LC-display en de LEDs doven, wanneer u het product met zijn POWER-schakelaar uitzet, betekent dit niet dat de verbinding met het lichtnet helemaal is verbroken. Om de verbinding op het lichtnet volledig te verbreken moet u, na op POWER gedrukt te hebben, ook de stekker uit het stopcontact trekken. Het verdient dan ook aanbeveling een stopcon­tact te kiezen waar u gemakkelijk bij kunt c.q. een voorziening met een schakelaar te hanteren.
Plaatsing
• Als u de E-80 te dicht bij een versterker of grote transformator plaatst, zou er brom kunnen ontstaan. Om het probleem te verhelpen of op z’n minst te verzachten zou u één van beide in voorkomend geval op een andere plaats moeten zetten.
• Dit instrument kan de radio- of TV-ontvangst storen. Plaats het dus nooit te dicht bij dergelijke ontvangers.
• Houd tijdens het hanteren van de diskdrive het volgende in de gaten: Zie bovendien “Alvorens diskettes te gebruiken (werken met de drive)”.
• Plaats het product nooit in de buurt van sterke magnetische velden (bv.
luidsprekers).
• Zet de E-80 altijd op een stevig en vlak oppervlak.
• Verplaats het product nooit, wanneer de diskdrive aan het draaien is.
Vermijd bovendien zware schokken.
• Om problemen te voorkomen dient u de E-80 te beschermen tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof. Laat de E-80 nooit in de auto liggen als deze in de zon staat.
• Om storingen te voorkomen mag u de E-80 nooit op vochtige plaatsen (bv. in de regen, in een badkamer e.d.) gebruiken.
• Leg nooit zware voorwerpen op de toetsen. Dat kan er namelijk toe leiden dat de betreffende toetsen na verloop van tijd niet meer werken.
Onderhoud
• Gebruik, voor het schoonmaken van de E-80, alleen een zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig vuil te verwijderen gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf het instrument daarna droog met een zachte doek.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want die kunnen de behuizing beschadigen.
Herstellingen en uw data
• Houd er rekening mee dat alle data in het interne geheugen van het instrument tijdens een herstelling gewist kunnen worden. In bepaalde gevallen (met name wanneer het geheugen zelf beschadigd is) kunnen we de eventueel gewiste data niet meer herstellen. Roland kan niet aanspra­kelijk worden gesteld voor het verlies van uw data.
Andere voorzorgsmaatregelen
• Als gevolg van een defect aan de geheugenchips of een foute bediening kan het gebeuren dat de inhoud van de geheugens verloren gaat.
• Behandel de knoppen, regelaars, aansluitingen enz. van de E-80 met de nodige zorg. Hardhandig gebruik kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op het display en oefen er geen grote druk op uit.
• Trek, voor het verbreken van eender welk soort aansluitingen, alleen aan de stekker en nooit aan de daaraan vastzittende kabel. Zo vermijdt u een kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
• Tijdens het gebruik wordt de E-80 warm. Dit is volledig normaal.
• Denk eraan dat u het volume laat op de avond of ‘s ochtends best niet te hard zet om geluidsoverlast bij de buren te voorkomen. Het best gebruikt u op die momenten een hoofdtelefoon.
• Voor het transport van de E-80 gebruikt u het best de originele verpakking of een speciaal hiervoor gemaakte koffer. U zou echter ook voor een flightcase of koffer kunnen kiezen.
• Gebruik uitsluitend het vermelde zwelpedaal (EV-5, EV-7; optie). Bij gebruik van andere zwelpedalen zou u de E-80 namelijk kunnen beschadi­gen.
Over het drukgevoelige display
• Plekken en ander vuil in het display verwijdert u het best met ethanol. Voorkom echter dat deze vloeistof tussen de gummiring en de bescherm­laag van het display terechtkomt. Gebruik nooit organische oplosmiddelen of schoonmaakproducten. Maak het display alleen schoon met ethanol.
Alvorens diskettes te gebruiken (werken met de drive)
• Plaats de E-80 op een stevig en vlak oppervlak waar het niet blootgesteld staat aan trillingen. Als het instrument toch onder een hoek moet worden geplaatst, moet dit binnen het toegestane bereik gebeuren: 2° opwaarts; 18° neerwaarts.
• Gebruik de E-80 nooit meteen nadat u hem van een bijzonder vochtige/ droge plaats naar een droge/vochtige plaats hebt gebracht. Snelle tempe­ratuur- en vochtigheidsveranderingen kunnen namelijk voor condensatie in de drive zorgen, en dat leidt tot schade aan de diskette c.q. aan de drive. Wacht na het transport van het instrument een aantal uren alvorens het te gebruiken.
• Schuif een diskette altijd voorzichtig, maar kordaat in de drive tot ze vast­klikt. Om een diskette uit de drive te halen moet u op de EJECT-knop druk­ken. Haal een diskette nooit met geweld uit de drive.
• Probeer nooit de diskette uit de drive te halen, terwijl ze nog wordt gele­zen (d.w.z. zolang de indicator van de drive oplicht). Anders beschadigt u namelijk zowel de diskette zelf als de drive.
• Haal de diskette uit de drive alvorens het instrument in of uit te schakelen.
• Om schade aan de koppen van de drive te voorkomen moet u de diskette altijd volledig horizontaal houden, terwijl u ze in de drive schuift (dus nooit onder een hoek). Druk de diskette voorzichtig in de drive. Ga nooit met geweld te werk.
• Om schade aan de drive te voorkomen mag u er alleen diskettes in steken. Probeer nooit andere datadragers in de drive te schuiven. Zorg dat er geen spelden, clips of andere voorwerpen in de drive terechtkomen.
Behandeling van diskettes
• Diskettes bevatten een plasticschijfje met een magnetische laag. Het opslaan en lezen van data op/van een diskette vereist een microscopische precisie. Houd daarom de volgende punten in de gaten:
• Raak nooit de magnetische laag van de diskette aan.
• Bewaar diskettes altijd op schone en stofvrije plaatsen.
• Stel een diskette nooit bloot aan extreme temperaturen (laat ze nooit
in een gesloten auto liggen waar de zon op staat). Aanbevolen tempe­ratuur: 10°~50°C (50°~122°F).
• Stel een diskette nooit bloot aan krachtige magnetische velden. Leg ze
bv. nooit op een luidspreker.
11
E-80 Music Workstation
Belangrijke opmerkingen
• Diskettes zijn uitgerust met een “WRITE”-beschermingsnokje waarmee u kunt voorkomen dat ze onvrijwillig worden overschreven. Het ver­dient aanbeveling dit nokje alleen in de WRITE-stand te zetten, wan­neer u nieuwe data naar de floppy wilt wegschrijven.
Achterkant van de diskette
WRITE (u kunt data wegschrijven)
Nokje
• Diskettes met belangrijke data beveiligt u het best altijd tegen ongewild overschrijven (zet het nokje in de PROTECT-stand) alvorens ze in de drive van een ander apparaat te stoppen.
• Kleef de sticker altijd volledig op de diskette. Doet u dat namelijk niet, dan kan het gebeuren dat u de diskette op zekere dag niet meer uit de drive kunt halen.
• Leg een diskette na gebruik weer in het doosje of de verpakking.
PROTECT (u kunt geen data wegschrijven)
Opslag van de instellingen
• Als u dit product langere tijd niet inschakelt, wordt de geheugeninhoud gewist, met als gevolg dat weer de fabrieksinstellingen worden opgeroe­pen. Om geen belangrijke data te verliezen archiveert u de interne instel­lingen daarom het best op regelmatige tijdstippen (zie blz. 234).
Alvorens geheugenkaarten te gebruiken
• Bepaalde geheugenkaarten zijn met een PROTECT-schakelaar uitgerust waarmee u kunt voorkomen dat de opgeslagen data overschreven of gewist worden. (De E-80 is eveneens van een dergelijke schakelaar voor­zien.) Zolang de beveiliging actief is (“ON”), kunt u geen data naar de betreffende diskette wegschrijven. Vergeet dus niet de beveiliging uit te schakelen, wanneer u data wilt opslaan.
Aan Uit
• Op de kaartpoort van dit product kunt u CompactFlash- en SmartMedia™­kaarten (3,3V) aansluiten. U zou echter ook voor een Microdrive-opslag­medium kunnen kiezen. (Voor SmartMedia™-kaarten hebt u een adapter nodig.)
• Schuif de geheugenkaart volledig, maar voorzichtig, in de poort tot hij vastklikt.
• Raak nooit de aansluitingen van de geheugenkaart aan. Voorkom boven­dien dat de aansluitingen vuil worden.
• CompactFlash- en SmartMedia-kaarten (3,3V) bevatten precisieonderde­len. Behandel de kaarten met de nodige zorg en houd tevens het volgende in de gaten.
• Om geheugenkaarten tegen statische ontladingen te beschermen moet
u alle statische elektriciteit uit uw lichaam afleiden alvorens een kaart vast te pakken.
• Zorg dat de aansluitingen van de kaart nooit in aanraking komen met
metalen voorwerpen.
• Stel een geheugenkaart nooit bloot aan sterke trillingen en laat ze
nooit vallen.
• Laat een kaart nooit in de zon, een gesloten auto of op andere warme
c.q. koude plaatsen liggen (opslagtemperatuur: –25~85°C).
• Zorg dat uw geheugenkaarten nooit nat worden.
• Probeer nooit een kaart te openen of te modificeren.
r
• Haal de kaart nooit uit de slot en schakel het apparaat nooit uit, terwijl de kaart nog wordt gelezen of wanneer er data naar worden weggeschreven. Anders beschadigt u namelijk de data op de geheugenkaart c.q. de kaart zelf.
• Om te voorkomen dat de data van een SmartMedia™-kaart worden over­schreven, kunt u er een schrijfbeveiligings-sticker op kleven. Dan kunt u de kaart echter niet meer formatteren. Om de kaart de formatteren of er data naar weg te schrijven moet u die sticker weer verwijderen. Meer details over de schrijfbeveiligings-sticker vindt u in de handleiding bij de geheu­genkaart.
• Als u probeert om de kaart te formatteren c.q. er data naar weg te schrij­ven, terwijl ze beveiligd is, verschijnt een foutmelding. In dat geval moet u hetzij een andere kaart gebruiken, hetzij de sticker verwijderen.
• Tijdens het inschakelen mag u geen geheugenkaart in de slot steken/ver­wijderen. Wacht dus tot de E-80 zijn interne data geactualiseerd heeft (tot de boodschappen “Song database checking…” en “User Program database checking…” verdwenen zijn).
• Schakel het instrument nooit in, zolang de geheugenkaart zich maar gedeeltelijk in de slot bevindt. Anders beschadigt u namelijk de data in het interne geheugen.
Geheugenkaarten die u met de E-80 kunt gebruiken
• De E-80 kan gewone CompactFlash- en SmartMedia-kaarten lezen. U kunt dergelijke kaarten dus ook in een computerzaak of op plaatsen kopen waar accessoires voor digitale camera’s e.d worden verkocht.
• Geheugenkaarten moeten aan de volgende voorwaarden voldoen.
• Voeding: 3,3V
• Capaciteit: 4, 8, 16, 32, 64, 128, 256, 512MB, 1GB, 2GB, 4GB (2GB en
4GB alleen met een Microdrive)
• De E-80 kan alleen geheugenkaarten van de hierboven vermelde types lezen.
Elektromagnetische stralen
• Elektromagnetische stralen kunnen de audiokwaliteit nadelig beïnvloeden. Dergelijke storingen uiten zich in de weergave van een audiosignaal. Door de elektromagnetische interferentie te verwijderen zorgt u dat ook de weergave van het audiosignaal stopt.
Aansprakelijkheid en copyright
• Het opnemen, verdelen, de verkoop, het verhuur, opvoeren in het open­baar evenals het uitzenden, geheel of gedeeltelijk, van beschermde werken (muzikale composities, video, optredens e.d.) zijn alleen mits de toestem­ming van de eigenaar(s) toegelaten.
• Gebruik dit product nooit voor doeleinden die het auteursrecht van derden zouden kunnen schenden. Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor inbreuken op het auteursrecht van andere personen, zelfs al werd een dergelijke inbreuk met behulp van dit instrument gepleegd.
• De Styles, Music Assistant-registraties, User Programs en andere muziek­data, die in dit instrument, op andere datadragers of langs elektronische kanalen ter beschikking worden gesteld, zijn eigendom van Roland Europe S.p.a. Het gebruik ervan is alleen toegestaan voor privé-toepassingen in combinatie met producten van Roland Europe S.p.a. Elk ander gebruik, het kopiëren en/of modificeren van deze data voor andere doeleinden dan de hierboven vermelde zijn alleen toegestaan mits een voorafgaande schriftelijke toestemming.
• SmartMedia is een handelsmerk van Toshiba Corp.
• CompactFlash en zijn handelsmerken van de SanDisk Corporation en worden in licentie van de CompactFlash-vereniging gebruikt. Roland Corporation is een erkende licentienemer van het CompactFlash™- en CF­handelsmerk.
• Alle in dit document vermelde productnamen zijn handelsmerken of gere­gistreerde handelsmerken van de betreffende eigenaars.
12
E-80 Music Workstation

1. Voorzieningen op de panelen

Frontpaneel

Opgelet: De meeste knoppen kunt u ingedrukt houden om naar de bijbehorende displaypagina te gaan.
r
Frontpaneel
A
POWER ON-knop
Druk op deze knop om de E-80 in en uit te schakelen. Om de verbinding compleet te verbreken moet u, na de scha­kelaar gedeactiveerd te hebben, ook de stekker uit het stopcontact trekken. Zie ook “In-/uitschakelen van de E-80” op blz. 21.
B
MASTER VOLUME-regelaar
Met deze regelaar stelt u het algemene volume van de E-80 (alle secties) in. De instelling van deze regelaar bepaalt tevens het volume in een eventueel aangesloten hoofdtelefoon.
C
BALANCE-regelaar
Met deze regelaar stelt u de balans in tussen de Arranger of de songpartijen (“ACCOMP”) en de soloklanken (“KEY­BOARD”).
D
EXT SOURCE-regelaar
Met deze regelaar kunt u het volume van een audiobron (synthesizer, MP3-speler enz.) instellen, die u op de EXTERNAL SOURCE-connectors aan de achterkant van de E-80 hebt aangesloten.
E
STYLE-sectie
Met deze knoppen kunt u één van de twaalf Music Style­families kiezen. De knop van de gekozen familie licht op.
F
D BEAM-knoppen
Met de knoppen eronder kunt u een andere functie aan de D Beam-controller (
G
MARK JUMP-sectie
Met deze knoppen ( geprogrammeerde plaatsen binnen de huidige song springen. Bovendien kunt u posities voor songs program­meren die er nog geen bevatten.
H
RECORDER-sectie
[PLAY¥LIST]
te roepen waar u een lijst van de af te spelen songs kunt kiezen, bestaande lijsten kunt editen, nieuwe program-
-knop: Druk op deze knop om de pagina op
O
) toewijzen. Zie blz. 72.
[1]~[4]
) kunt naar één van de vier
meren enz. Als de indicator van deze knop oplicht, die­nen
[|√], [º], [‰], [PLAY÷STOP¥®÷ª]
van de songweergave. Houd wijl u op teren.
[NEXT¥SONG]
ren, terwijl de eerder gekozen Standard MIDI File nog wordt afgespeeld. Als de Recorder de weergave van de nieuwe song automatisch moet starten, moet u op deze knop drukken. Als de deze knop voor het selecteren van de volgende song in de gekozen lijst.
[MINUS¥ONE]
te schakelen die u zelf wilt spelen (of zingen). U kunt zelf bepalen welke partij dan uitgeschakeld wordt (blz. 45).
[16-TRK¥SEQ.]
sequencer (MIDI-recorder) van de E-80. Deze sequencer kan veel meer dan wat u misschien van uw vorige Rol­and-arranger kent (zie blz. 172).
[|√], [º], [‰], [PLAY÷STOP¥®÷ª]
u terug naar het begin van de huidige song, “spoelt” u terug of vóór in stappen van één maat en start/stopt u de weergave van de geselecteerde song. Druk op de nemen (zie blz. 60).
I
ASSIGN SW-sectie
Aan de de gewenste functie toewijzen. Dat heeft het voordeel dat u vaak benodigde functies, die u alleen via het func­tiemenu bereikt, direct kunt oproepen. De ASSIGN SW­toewijzingen maken deel uit van de instellingen die u in een User Program kunt opslaan.
Zolang u geen andere toewijzing kiest, dienen ze voor het activeren van de FADE IN- en FADE OUT-functie.
[MINUS¥ONE]
-knop: U kunt al een nieuwe song selecte-
-knop: Druk op deze knop om de partij uit
-knop: Met deze knop activeert u de
[REC¥∏]
[ASSIGN¥SW¥1]
drukt om de demomode te selec-
[PLAY¥LIST]
-knop om een nieuwe song op te
- en
voor het beïnvloeden
[PLAY¥LIST]
: Met deze knoppen keert
[ASSIGN¥SW¥2]
ingedrukt, ter-
-knop oplicht, dient
-knop kunt u
13
E-80 Music Workstation
Voorzieningen op de panelen
J
STYLE CONTROL-sectie
Met deze knoppen kiest u het gewenste Music Style­patroon en start/stopt u de Style-weergave (zie blz. 25).
K
DISK & MEDIA-knop
Druk op deze knop om data van het interne geheugen, een diskette of PCMCIA-kaart te laden c.q. ernaar weg te schrijven. Bovendien vindt u hier functies voor het bestandsbeheer, zoals het wissen van bestanden, het for­matteren van floppies of kaarten enz. (blz. 225).
L
EFFECTS-knop
Met deze knop roept u een pagina op waar u de effecten van de verschillende E-80-partijen kunt instellen. Druk één keer op deze knop om de KEYBOARD-effecten te selecteren en twee keer voor de STYLE & SONG-effecten.
M
LYRICS & SCORE-knop
Druk op deze knop om te zorgen dat de tekst van het nummer in het display wordt getoond. Bovendien ver­schijnen dan de namen van de door de songpartijen gespeelde akkoorden in het display. Deze laatste zijn gegevens, die de E-80 tijdens de weergave berekent. Deze functie kan zelfs de noten van de gekozen partij in het display tonen. Met deze knop hebt u tevens toegang tot de VIEWER-functie (zie blz. 56).
N
MUSIC ASSISTANT-knop
Met deze knop selecteert u de MUSIC ASSISTANT-mode waarin u Music Style-registraties voor specifieke num­mers kunt kiezen, die u wilt spelen. U kunt ook zelf Music Assistant-registraties programmeren.
O
D Beam-controller
Met deze speelhulp kunt u de klankkleur van de gespeelde noten en de songweergave beïnvloeden, maar ook andere unieke effecten verkrijgen. Hiervoor hoeft u uw hand maar boven de twee “ogen” van de D Beam te bewegen (op/neer, links/rechts).
Met de D BEAM-knoppen aan de D Beam-controller toewijzen. Zie blz. 72.
P
LCD CONTRAST-regelaar
Hiermee kunt u het contrast van het display wijzigen, als u de informatie niet kunt lezen. Het display is drukge­voelig en moet dus altijd duidelijk leesbaar zijn (anders weet u niet wat u aan het doen bent).
Opgelet: Soms duurt het even voordat het display op tempe­ratuur komt. Daarom zou het kunnen dat u het contrast na verloop van tijd nog eens moet veranderen.
Q
COVER-knop
Met deze knop hebt u toegang tot voorgeprogram­meerde instellingen voor het wijzigen van het song- of Music Style-karakter. Druk er één of twee keer op om de Song- of Style-mode te kiezen. Zie blz.44 en 86.
R
MAKEUP TOOLS-knop
Met deze knop kunt u de instellingen van de huidige song of Music Style wijzigen, als de voorgeprogram­meerde Cover-instellingen niet het gewenste resultaat opleveren. Zie blz. 140.
S
MENU-knop
Druk op deze knop om een menu met functies van de E-80 op te roepen, die u misschien niet elke dag nodig hebt.
T
EXIT-knop
Druk op deze knop om naar de vorige displaypagina of de hoofdpagina van de E-80 terug te gaan.
F
kunt u een andere functie
r
14
U
V W
U
Toewijsbare regelaars
Deze regelaars kunt u als virtuele drawbars gebruiken (als de
[HARMONIC¥BAR]
voetmaten boven de regelaars voor hun specifieke func­tie (blz. 33).
Opgelet: De HARMONIC BAR-functie is alleen voor de vol­gende parts beschikbaar: UP1, LW1 en MBS.
V
TYPE-knoppen
De TYPE-knoppen dienen voor het selecteren van para­meters, die met de regelaars kunnen worden ingesteld (stereopositie of volume, reverb- of chorusaandeel).
W
MODE-knoppen
Met deze vier knoppen kiest u de partgroep wier instel­lingen u wilt veranderen:
[STYLE]
(Arranger-parts),
[HARMONIC¥BAR]
-knop oplicht). Zie dan de
[SONG]
(Recorder-parts),
[PART]
(Keyboard-parts) en
.
X
E-80 Music Workstation
X
USER PROGRAM-sectie
Met deze knoppen kunt u het gewenste User Program (registratiegeheugen) oproepen. Druk op de om een pagina op te roepen waar u User Programs kunt kiezen of de huidige instellingen in een User Program kunt opslaan. U kunt ook het voorafgaande ( volgende ( knoppen samen in te drukken verlaat u de User Program­mode weer.
Met de daarna opgeroepen User Programs negeren (zie blz. 129).
[UP]
) User Program kiezen. Door deze twee
[HOLD]
-knop kunt u bepaalde instellingen van
r
Frontpaneel
[LIST]
[DOWN]
-knop
)/
Y
Y
DATA ENTRY-sectie
Met het wiel kunt u de momenteel in het display gese­lecteerde parameterwaarde instellen. Draai eraan om de beschikbare instellingen te overlopen. U kunt er ook op drukken om te zorgen dat een numeriek klavier in het display verschijnt waarmee u dan waarden kunt invoe­ren.
Om de gekozen waarde in kleine stappen te wijzigen drukt u op verhoging). Met de meter kiezen die u wilt editen (u kunt echter ook gewoon op het betreffende displayveld drukken).
Zolang de hoofdpagina wordt afgebeeld, kunt u met het
[DATA÷ENTRY]
tempo instellen.
[DEC]
(waardevermindering) of
[ß][†][®][√]
-wiel en de
[DEC]/[INC]
[INC]
(waarde-
-knoppen kunt u de para-
-knoppen het
Z
Opgelet: De meeste knoppen kunt u ingedrukt hou­den om naar de bijbehorende displaypagina te gaan.
a
Z
FINDER-sectie
Druk op één van deze knoppen om songs ( Styles (
[STYLE]
) of User Programs ( interne geheugen, op een diskette of een geheugenkaart te zoeken. Zie blz.42, 96 en 127.
a
TONE-sectie
Met de TONE-knoppen kunt u telkens één van de 16 interne klankfamilies kiezen. De benodigde klank binnen die familie kiest u daarna via het display.
De
[SRX¥EXPANSION]
installatie van één of twee optionele golfvormkaarten in de E-80. Eens u dat gedaan hebt, kunt u afwisselend de eerste (“A”) en de tweede (“B”) kaart kiezen door deze knop herhaaldelijk in te drukken.
Druk op de Bar”-sectie te activeren en het geluid ervan met de toe­wijsbare regelaars ( drawbars.
[HARMONIC¥BAR]
-knop is alleen beschikbaar na de
-knop om de “Harmonic
U
) in te stellen. Die fungeren dan als
[SONG]
[USER¥PRG]
) in het
),
15
E-80 Music Workstation
Voorzieningen op de panelen
c
gfhij
b
TRANSPOSE-sectie
Met deze knoppen kunt u de E-80 in stappen van een halve toon hoger ( dien kunt u bepalen welke partijen er dan precies worden getransponeerd (blz. 66).
Als geen van beide knoppen oplicht, wordt geen enkele partij getransponeerd.
c
EASY SETTING-sectie
Met deze knoppen kunt u de E-80 heel snel anders confi­gureren: mode), (Guitar-mode van de E-80 kiezen, blz. 36) en (toewijzen van een pianoklank aan het volledige klavier). Zie ook blz. 64.
d
KBD MODE-sectie
Druk op de hand verschillende klanken te bespelen (blz. 64). (U kunt zelfs een tweede splitpunt gebruiken, zie blz. 99.)
Druk op de ken aan het volledige klavier (d.w.z. zonder split) toe te wijzen. Zie blz. 64.
e
VOCAL HARMONIST-sectie
Met de knoppen en regelaars van deze sectie bedient u de “Vocal Harmonist”-functie. U kunt o.m. het volume van de microfoon en de effectintensiteit voor de via de Vocal Harmonist MIC INPUT-connector ontvangen sig­nalen instellen. Zie blz. 46.
f
TEMPO-sectie
[METRONOME]
metronoom in en uit te schakelen. Met de overige knoppen kunt u het tempo van de metro­noom, de Arranger en de recorder/sequencer instellen.
[ARR]
[ORGAN]
[]
) of lager (
(gebruik van de Arranger in de SPLIT-
(de naam zegt het al),
[SPLIT]
-knop om met de linker- en rechter-
[WHOLE]
-knop om één of verschillende klan-
-knop: Druk op deze knop om de interne
[ƒ]
) transponeren. Boven-
dbe
[GUITAR]
[PIANO]
g
KEYBOARD PART-sectie
De TONE ASSIGN-knoppen dienen voor het kiezen van de Keyboard-part waar u een andere klank aan wilt toewij­zen blz. 29. “Keyboard-parts” zijn de parts die u zelf kunt spelen. De E-80 bevat nog andere parts, die “automa­tisch” (door de Arranger of Recorder) worden bespeeld.
Met de PART ON/OFF-knoppen kunt u de gewenste Key­board-parts in- en uitschakelen.
h
ONE TOUCH-sectie
Met deze knoppen kunt u het gewenste “One Touch”­geheugen kiezen. Er zijn vier “One Touch”-geheugens per Music Style. De geheugens hebben veel gemeen met de User Programs, omdat ze voor het toewijzen van andere klanken en effectinstellingen aan de Keyboard-parts en voor tal van andere wijzigingen kunnen worden gebruikt. Zie blz. 87.
i
TONE EFFECTS-sectie
Druk op de Keyboard-parts toe te wijzen (blz. 111). (Deze processor is tevens voor de D Beam- en MELODY INTELL-part beschikbaar.) Druk op de om een tweede (en eventueel derde) stem aan uw solo’s of melodieën toe te voegen (zie blz. 84).
j
V-LINK-knop
Druk op deze knop om de V-LINK-functies van de E-80 voor de afstandsbediening van videomateriaal te gebrui­ken. Hiervoor kunt u de speelhulpen, bepaalde knoppen en de toetsen helemaal rechts op de E-80 gebruiken. Met V-LINK-compatibele videoapparaten kunt u beeldmateri­aal bij uw spel betrekken en op die manier ook de visuele kant van uw optredens bepalen. Sluit de E-80 bv. aan op een optionele DV-7PR of V-4 van Edirol om op het gewenste moment andere filmpjes te starten & kiezen. Bovendien kunt u met de speelhulpen, sommige knop­pen en het hoogste octaaf van de E-80 de weergavesnel­heid wijzigen, andere clips kiezen enz.
[MULTI¥FX]
[MELODY¥INTELLIGENCE]
-knop om nog een effect aan de
-knop (licht op)
r
16
l mkn
k
BENDER/MODULATION-hendel
Druk deze hendel naar de achterkant van de E-80 om de noten van de actieve Keyboard-parts van modulatie te voorzien. Schuif hem naar links of rechts om de toon­hoogte van de actieve Keyboard-parts tijdelijk te verla­gen of te verhogen. Voor de HARMONIC BAR-klanken en de geluiden van de TONE modulatie-as gebruiken voor het kiezen van de lage en hoge Rotary-snelheid.
l
Diskdrive
Hier kunt u een 2DD- of 2HD-diskette insteken en er Styles, Recorder-songs en MIDI Set naar wegschrijven. Druk op de uitwerptoets om de diskette daarna weer uit de drive te kunnen halen.
Opgelet: Verwijder de diskette nooit, terwijl de E-80 ze nog leest, er data naar wegschrijft e.d. Anders beschadigt u name­lijk de floppy en eventueel zelfs de kop binnenin de drive.
[ORGAN]
-familie kunt u de
E-80 Music Workstation
m
PHONES 1- & 2-connector
Hier kunt u twee stereo-hoofdtelefoons aansluiten (bij voorkeur een Roland RH-25, RH-50, RH-200 of RH-300).
n
SPEAKER OFF-schakelaar
Met deze schakelaar kunt u de interne luidsprekers uit­schakelen (in dat geval licht de indicator op). Dat kan handig zijn, wanneer u de E-80 op een extern verster­kingssysteem aansluit en de interne versterking niet nodig hebt.
Door een hoofdtelefoon aan te sluiten bereikt u het­zelfde resultaat als met het activeren van
[SPEAKER¥OFF]
.
Frontpaneel
r
17
E-80 Music Workstation
Voorzieningen op de panelen
Achterpaneel
(linker kant)
ABCD E F G IH
A
FC7 PEDAL-connector
Hier kunt u een optionele FC-7 voetschakelaareenheid aansluiten en voor het kiezen, starten, stoppen enz. van Style-patronen gebruiken. De functies van deze voet­schakelaareenheid kunt u zelf programmeren (ze gelden dan voor de E-80 in z’n geheel).
B
PEDAL HOLD-connector
Een optionele DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U voetschakelaar, die u op deze connector aansluit, kan voor het aanhou­den van de Keyboard-partnoten worden gebruikt. (Ook de MELODY INTELL-part kunt u op deze manier laten doorklinken.) Deze functie wordt ook wel “Sustain” of “demper” genoemd.
C
PEDAL SWITCH-connector
Met een hier aangesloten DP-2, DP-6 of FS-5U voetscha­kelaar kunt u een functie naar keuze beïnvloeden.
D
PEDAL EXPRESSION-connector
Sluit hier een optioneel EV-5, EV-7 of BOSS FV-300L zwelpedaal aan om er het volume van één of verschil­lende parts mee te kunnen instellen.
E
MIDI THRU/OUT/IN-connectors
Via deze connectors kunt u de E-80 op externe MIDI­apparaten aansluiten, wat voor verschillende toepassin­gen handig is: ontvangst van muziekdata van een externe sequencer, doorseinen van uw spel op het klavier (en de commando’s van de afgespeelde songs) naar een externe sequencer, gebruik van de E-80 als masterkey­board enz.
Opgelet: De MIDI-functies van de E-80 vindt u in het Menu (blz. 237). Vaak benodigde MIDI-instellingen kunnen als “MIDI Sets” worden opgeslagen.
F
USB-poort
De USB-poort kunt u voor het archiveren van uw data en de MIDI-communicatie met uw computer gebruiken.
G
PCMCIA-poort
Hier kunt u een geheugenkaart (PCMCIA, CompactFlash, SmartMedia™ of Microdrive) aansluiten. Voor kaarten, die geen PCMCIA-kaarten zijn, hebt u een adapter nodig (die u in een computerzaak e.d. vindt). Zie ook de voor­zorgsmaatregelen op blz. 12.
H
Beveiligingsschakelaar voor intern geheugen
Met deze schakelaar kunt u het interne vergrendelen ( ) of toegankelijk ( ) maken. Zie blz. 21.
I
VIDEO OUTPUT-connector
Verbind deze connector met de geschikte ingang van een TV of monitor. In dat geval worden de liedjesteksten (van songs die deze gegevens bevatten) en de berekende akkoordinformatie (blz. 53) altijd op het externe scherm getoond, zelfs al licht de (wat dan betekent dat de liedjesteksten en akkoorden niet in het display van de E-80 verschijnen). Ook de VIE­WER-informatie (zie blz. 56) kan naar het externe scherm worden doorgeseind.
Opgelet: Het signaalformaat (PAL of NTSC) kan via een MENU­functie worden ingesteld.
[LYRICS&SCORE]
-knop niet op
(rechter kant)
JK L M N
J
METRONOME LEVEL-regelaar en OUT-aansluiting
De metronoomsignalen van de E-80 kunnen via de METRONOME OUT-connector naar buiten worden gestuurd. Op deze connector kunt u een hoofdtelefoon (Roland RH-300, RH-200, RH-50 of RH-25) aansluiten. Dat is bv. handig voor een drummer (die dan over een “click track”) beschikt. Met de METRONOME regelaar kunt u het volume van de hoofdtelefoon instel­len.
K
EXTERNAL SOURCE/AUDIO IN L/R-connectors
Hier kunt u de audio-uitgangen van een externe signaal­bron (CD/MP3-speler, synthesizer enz.) aansluiten. Als dat apparaat 1/4”-uitgangen heeft, hebt u hetzij ver-
r
18
[LEVEL]
loopstekkers (1/4”‰ RCA/cinch), hetzij Roland PJ-1M­kabels nodig. Deze ingangen zijn alleen geschikt voor signalen op line-niveau.
We praten hier over stereo-aansluitingen (met een linker en rechter kanaal). Als u maar één kabel op “L” (of “R”) aansluit, wordt het signaal ook alleen via het linker (of
-
rechter) kanaal weergegeven. Het volume van de via deze connectors ontvangen sig-
nalen kunt u met de
L
VOCAL HARMONIST-sectie
[INPUT]
-schakelaar: Als u een microfoon op de INPUT­connector aansluit, moet u deze schakelaar op “MIC” zet­ten. Wilt u de “Vocal Harmonist”-functie voor andere
D
EXT SOURCE-regelaar instellen.
E-80 Music Workstation
r
Frontpaneel
signalen gebruiken (gitaar, externe synthesizers & modu­les, CDs, MDs enz.), dan moet u deze schakelaar op “LINE” zetten.
Opgelet: De “LINE”-instelling werkt alleen voor elektrische en basgitaren, als u een dergelijk instrument aansluit op een effectpedaal of rack-effect (dat u op Bypass zet) en diens uit­gang dan met de INPUT-connector verbindt.
INPUT-connector: Hier kunt u een optionele microfoon (bv. een Roland DR-10 of DR-20) c.q. een andere signaal­bron aansluiten wiens signaal u met de Vocal Harmonist­functie van de E-80 wilt bewerken. Dit is een gecombi­neerde connector waarop u hetzij een symmetrische XLR-, hetzij een asymmetrische 1/4”-jack kunt aanslui­ten. (Deze connector levert geen fantoomvoeding.)
Opgelet: De INPUT-aansluiting is mono.
M
OUTPUT MAIN R & L/MONO-connectors
Deze connectors moet u met een externe versterker, een mengpaneel e.d. verbinden. Met een handige schakelaar kunt u de interne luidsprekers van de E-80 uitschakelen, als u ze niet nodig hebt. Zie
Opgelet: Als de versterker of het mengpaneel (nog) maar één ingang heeft, moet u er de L/MONO-connector op aansluiten. Het verdient echter aanbeveling om zo vaak mogelijk in stereo te werken.
N
AC-connector
n
hierboven.
Hier moet u het bijgeleverde netsnoer aansluiten.
19
E-80 Music Workstation

Voorbereidingen en demosongs

2. Voorbereidingen en demosongs
Waarschijnlijk zit u al te popelen om eindelijk met uw E-80 aan de slag te gaan. Dat gaan we zo meteen doen. Maar we moeten hem eerst aansluiten.

Aansluitingen

De E-80 bevat interne luidsprekers. U hoeft hem dus niet aan te sluiten op een externe versterker (bv. van de KC-serie van Roland). U kunt tevens een optionele hoofdtelefoon (Roland RH-25, RH-50, RH-200 of RH-300 bv.) gebruiken.
Schakel zowel de E-80 als de externe apparaten uit alvorens ze op elkaar aan te sluiten of de aansluitingen (audio of MIDI) weer te verbreken. Als u geen toegang hebt tot de geluidsinstallatie van de zaal waar u moet optreden, vraagt u het best aan de plaatselijke geluidsman (of -vrouw) om het volume van de PA op de minimumwaarde te zetten.
Mengpaneel, keyboardversterker,
actieve luidsprekers enz.
Dynamische microfoon (kies “MIC”) Andere signaalbron (kies “LINE”)
[Microfoon: DR-10 of DR-20] *Sluit de microfoon via een asymme­trische 1/4”-monojack of een sym­metrische XLR-stekker aan.
Zwelpedaal (EV-5, EV-7)
Roland
Naar een stopcontact
MAIN
R, L/MONO
AC
VOCAL HARMONIST INPUT
CD/MP3-speler enz.
Stereo-hoofdtelefoon
EXTERNAL SOURCE
METRONOME
EXPRESSION
OUT
PEDAL
PEDAL PEDAL
SWITCH
HOLD
Voetschakelaars
(DP-2, DP-6 of
BOSS FS-5U)
Opgelet: Gebruik liefst een dynamische microfoon. U kunt echter ook een condensatormicrofoon gebruiken, als u die aansluit op een DI-box (met voeding).
Opgelet: Met uitzondering van het netsnoer zijn alle bijkomende dingen in de afbeelding hierboven opties. Meer details hierover vindt u bij uw Roland-dealer.
r
20
(RH-25, RH-50, RH-200 of RH-300)
Stereo-hoofdtelefoon
E-80 Music Workstation
In-/uitschakelen van de E-80
Na het aansluiten van de E-80 op de overige apparaten moet u als volgt tewerk gaan:
Bescherming van het interne geheugen
Na het uitpakken van de E-80 –en alvorens hem in te schakelen– moet u de beveiliging van zijn interne geheugen uitschakelen om intern data te kunnen opslaan.
• Schuif de schakelaar in de “ ”-stand om de geheugenbeveili­ging te deactiveren. (Om het interne geheugen later weer te vergrendelen moet u de schakelaar in de “ ”-stand schuiven.)
Inschakelen van de E-80
(1) Sluit het netsnoer aan op de AC-connector en vervol-
gens op een stopcontact.
r
Frontpaneel
(2) Druk op de [POWER¥ON]-knop helemaal links op de
E-80 om hem in te schakelen.
(3) Als u de E-80 op een mengpaneel aangesloten hebt, moet u dat nu inschakelen.
(4) Schakel de versterker, de actieve luidsprekers of de keyboardversterker(s) in. (5) Stel met de MASTER [VOLUME]-regelaar het uitgangs-
volume van de E-80 in.
VOLUME
Instellen van het displaycontrast
Na het inschakelen, of als de E-80 al een tijdje aan staat, is het display eventueel nog maar nauwelijks af te lezen. Bovendien beïnvloeden de hoek waaronder u naar het display kijkt en de verlichting op de plaats waar u staat de leesbaarheid van het display.
In dergelijke gevallen kunt u met de links van het display het contrast instellen.
[LCD¥CONTRAST]
-regelaar
Uitschakelen van de E-80
(1) Schakel eerst alle externe apparaten uit. (2) Druk op de [POWER≈ON]-knop achterop de E-80 om hem uit te schakelen.
Opgelet: Om de verbinding op het lichtnet volledig te verbreken moet u, na op POWER gedrukt te hebben, ook de stekker uit het stopcon­tact trekken. Opgelet: Wacht minstens 2~3 seconden alvorens de E-80 opnieuw in te schakelen.
21
E-80 Music Workstation
Voorbereidingen en demosongs
Interactieve demo van de E-80
De E-80 bevat een interactieve demofunctie die u een indruk geeft van zijn belangrijkste functies. Die zou u meteen eens moeten gebruiken. Omdat de demo zichzelf uitwijst, gaan we hier alleen tonen hoe hem in en uit te schakelen.
(1) Druk de [PLAY¥LIST]- en [MINUS¥ONE]-knop samen
in.
PLAY
NEXT SONG
DEMO
MINUS
ONE
LIST
Het display verandert in:
(2) Druk, indien nodig, op het [LANGUAGE]-veld en
kies de taal voor deze interactieve demofunctie.
(5) Om de demo te stoppen en de demofunctie van de
E-80 weer te verlaten moet u op de RECORDER [PLAY÷STOP¥®÷ª]- of de [EXIT]-knop drukken.
EXIT
(Druk op selecteren. Dan verandert er niets aan de taalkeuze.)
(3) Druk op het veld waarmee u toegang hebt tot de
benodigde demofunctie.
Er zijn 12 klankdemo’s, 12 Style-demo’s, 1 demo van de lyrics- en notatiefunctie en één Vocal Harmonist-demo.
(4) Hoort u de muziek maar nauwelijks, dan moet u
met de [VOLUME]-regelaar (helemaal links, in de MASTER-sectie) een hoger volume instellen.
[CLOSE]
, als u deze pagina helemaal niet wilde
VOLUME
r
22
Over de hoofdpagina
Als u de demomode (of eender welke andere displaypagina) verlaat c.q. zolang u geen enkele instelling van de E-80 wij­zigt, ziet het display er ongeveer als volgt uit:
A BC
D
E
F F
De hier getoonde informatie wordt eerst en vooral bepaald door de instellingen van de E-80, de geladen data enz. De afbeelding geeft echter een goede indruk van wat u op uw instrument ziet.
In tegenstelling tot eerdere arrangerinstrumenten van Roland zijn bijna alle in het display getoonde gegevens aan velden toegewezen waar u op kunt drukken om naar een andere pagina te springen, een parameter te editen of een parameter te selecteren.
Druk bv. op het TING-pagina te gaan. Druk op punt in te stellen.
De
[SONG]
gedragen zich dus ook anders: druk op één van deze knoppen om de sectie te kiezen wier tempo moet wor­den weergegeven. (De tempowaarde kunt u met de
[√SLOW][FAST®]
weergave, met om van de Style- naar de Song-mode te gaan, omdat dat automatisch gebeurt – druk gewoon op de
[PLAY÷STOP¥®÷ª]
TEMPO-displayveld om naar de “ARRANGER SETTINGS­ARRANGER OPTIONS”-pagina te springen.
Opgelet: Zolang de hoofdpagina wordt afgebeeld, kunt u het tempo tevens met het [DATA÷ENTRY]-wiel en de [DEC]/[INC]­knoppen instellen.
A
-veld om naar de ARRANGER SET-
B
om een andere split-
- en
[STYLE]
-knoppen C zien er anders uit en
-knoppen en, na het stoppen van de
[TAP]
instellen.) U kunt ze niet gebruiken
- of
[START÷STOP]
-knop. Druk op het
G
H
E-80 Music Workstation
Met het SCALE TUNE-veld waar u de stemming van de E-80-noten kunt wijzigen (om bv. Arabische toonladders te gebruiken).
Met het TRANSPOSE-veld displaypagina waar u één, verschillende of alle secties kunt transponeren (naar gelang de op die pagina geko­zen mode). Dit veld heeft dezelfde functie als de TRANS­POSE-knoppen.
Als de Guitar-mode van de E-80 actief is, ziet het display er als volgt uit:
Druk op het te gaan. Dit veld kan hetzij een elektrische, hetzij een akoestische gitaar bevatten. Die slaat op het type instru­ment dat u gekozen hebt.
Dit veld heeft dezelfde functie als de EASY SETTING
[GUITAR]
Zoals u ziet, kunt u heel wat instellen zonder ook maar één menu te openen.
Opgelet: Als de hoofdpagina niet automatisch wordt afge­beeld, kunt u ze oproepen door op de [EXIT]-knop te drukken.
I
-veld om naar de “GUITAR MODE”-pagina
-knoppen.
G
gaat u naar een pagina
H
tenslotte springt u naar de
r
Frontpaneel
I
Via de met D gemerkte velden springt u naar een pagina waar u songs (SONG), Music Styles (STYLE) of User Programs (USER PROG) kunt kiezen. Deze velden hebben dezelfde functie als de gelijknamige knoppen van de FINDER-sectie.
Via de OCTAVE-knopicoontjes geselecteerde Keyboard-part (die door een rode pijl wordt aangeduid) hoger en lager stemmen. Om een Key­board-part te kiezen moet u op zijn TONE ASSIGN-knop drukken.
De overige velden board-part waar u een andere klank aan wilt toewijzen, en het oproepen van de “TONE SELECT”-pagina. Ze heb­ben dezelfde functie als de (KEYBOARD PART) TONE ASSIGN-knoppen.
F
dienen voor het kiezen van de Key-
E
kunt u de momenteel
23
E-80 Music Workstation

Eerste kennismaking

3. Eerste kennismaking
In dit hoofdstuk komen alleen de belangrijkste functies aan bod, die we stap voor stap gaan bekijken.
C
Recorder-sectie:

Hoe werkt het allemaal?

Uw E-80 is verschillende instrumenten in één. Voor het spelen beschikt u namelijk over drie hoofdsecties.
A
Keyboard-parts:
Deze sectie bevat de parts die u via het klavier kunt aan­sturen – vandaar de benaming “Keyboard”. De E-80 bevat zeven Keyboard-parts, waarvan u er maximaal zes tegelijk kunt bespelen: UP1, UP2, UP3, LW1, LW2 en MBS. “UP” staat voor “Upper” en verwijst naar de rechter kla­vierhelft (als u met een split werkt). “LW” staat voor “Lower” en slaat dus op de linker helft. “MBS” is de afkor­ting voor “Manual Bass”, d.w.z. een monofone baspart wiens noten door de gespeelde akkoorden worden bepaald.
Er is geen Manual Drum-part, omdat alle zonet ver­noemde parts voor het spelen van een Drum Set kunnen worden gebruikt. De zevende part, “MELODY INT”, is wat computergebruikers “cross-platform” noemen: hij gaat weliswaar door voor Keyboard-part, maar hij wordt gedeeltelijk door de Arranger gestuurd. Zie “Melody Intelligence” op blz. 84.
B
Arranger/Style-sectie:
Omdat die benaming op het frontpaneel wordt gehan­teerd, nemen we ze gewoon over. De betreffende sectie bevat namelijk een 16-sporen sequencer, een eenvoudig te gebruiken MIDI-opnamefunctie en een bijzonder veel­zijdige Standard MIDI File-player met heel wat functies die u tijdens het spelen kunt gebruiken.
Linkerhand:
Arranger-sturing
De Arranger is uw bandje (of orkest). Hij speelt namelijk de begeleiding (die we Music Style noemen). In zekere zin werkt de Arranger zoals een drumcomputer: hij speelt namelijk begeleidingspatronen.
In tegenstelling tot een drumcomputer kunt u echter heel gemakkelijk het benodigde patroon kiezen. Zo hoeft u de volgorde van de patronen niet op voorhand te pro­grammeren. Bovendien speelt de Arranger niet alleen de drums, maar ook een bas en melodische partijen. De toonaard hiervan bepaalt u aan de hand van uw zelf gespeelde akkoorden (meestal in de linker klavierhelft).
Met de Vocal Harmonist-functie kunt u ook zang en zelfs koortjes aan uw muziek toevoegen (blz. 46).
Rechterhand: melodie
(Keyboard-parts)
r
24

Spelen met een automatische begeleiding

Laten we beginnen met de automatische begeleidings­functie, die “Arranger” heet, maar in het display en op het frontpaneel ook vaak “Style” wordt genoemd.
De Arranger is een “interactieve weergavesequencer” die voor de begeleiding zorgt. De begeleidingen noemen we “Music Styles” omdat ze telkens begeleidingspartijen voor een bepaald muziekgenre (rock, pop, dance, wals enz.) bevatten.
De Arranger laat toe de melodische begeleidingspartijen (bas, piano, gitaar enz.) te transponeren door gewoon andere akkoorden te spelen. In de regel doet u dit waar­schijnlijk met uw linkerhand. Elke Music Style omvat ver­schillende patronen, zodat u kunt beginnen met een inlei­ding, vervolgens een simpele begeleiding kunt kiezen voor de eerste strofe en een iets uitgebreidere voor de refreinen. Met een “Ending”-patroon breit u tenslotte een mooi einde aan uw stuk.
Laten we eerst naar de belangrijkste Arranger-functies kijken:
(1) Sluit de E-80 aan en schakel hem in (zie blz.20 en
21).
(2) Druk op de EASY SETTING [ARR]-knop.
E-80 Music Workstation
Spelen met een automatische begeleiding
r
(5) Druk op de [MAIN]-knop (licht op).
STYLE CONTROL
INTRO MAIN END/RIT START
VARIATION
12 3 4
BASS
INVERSION
AUTO
FILL IN
SYNC
START
STOP
STOP
(6) Speel in de linker helft (links van de C-toets onder
USER PROGRAM [LIST] en [1]) een akkoord en druk op de STYLE CONTROL [START÷STOP]-knop.
START
STOP
De
[START÷STOP]
-knop licht op en de Arranger speelt nu een begeleiding van de gekozen Music Style (waarschijn­lijk “Strummlin’Pop”).
Deze begeleiding weerklinkt in de toonaard van de noot die u daarnet hebt gespeeld (“C”). De naam van het over­eenkomstige akkoord wordt linksboven in het display getoond:
ARR ORGAN
De indicator van de knop licht op en het klavier wordt in twee helften verdeeld. In de linker helft kunt u akkoor­den spelen. De rechter helft is voor het spelen van melo­dieën bedoeld.
(3) Als de SYNC [START]-knop oplicht (wat waarschijn-
lijk het geval is), moet u erop drukken om hem uit te schakelen.
SYNC
START STOP
(4) Zet de [MASTER¥VOLUME]-regelaar op een aan-
vaardbare waarde (iets voorbij “1/4”).
Opgelet: Zie “Song/Arranger Start Priority” op blz. 246, als de arrangerweergave nu niet start.
(7) Speel nu een ander akkoord in de linkerhelft.
Hetzelfde patroon wordt nu in een andere toonaard gespeeld. U hoeft trouwens geen volledige akkoorden te spelen:
• Voor majeurakkoorden volstaat één noot (bv. “C” voor Do majeur, “A” voor La majeur enz.).
• Voor mineurakkoorden hoeft u alleen de grondnoot en de derde toets rechts daarvan in te drukken.
VOLUME
25
E-80 Music Workstation
Eerste kennismaking
• Voor septiemakkoorden speelt u de grondnoot en de tweede toets links daarvan.
C majeur C mineur
Alleen de toets die overeenkomt met de naam van het gewenste akkoord.
C7
Grondnoot + tweede toets links daarvan
Opgelet: De functie voor dit “eenvingersysteem” heet “INTEL­LIGENT” (blz. 89). Op blz. 273 vindt u een overzicht van de andere akkoorden die u met dit systeem kunt spelen (overma­tig, verminderd enz.).
Momenteel hoort u het “MAIN 1”-patroon (de en VARIATION
[1]
-knop lichten op). Dit is de simpele
Grondnoot + derde toets rechts daarvan
[MAIN]
begeleidingsversie van de gekozen Style. Laten we nu de begeleiding voor het refrein kiezen:
(8) Druk op de VARIATION [2]-knop (de [MAIN]- en [1]-
knop lichten op, terwijl [2] knippert).
STYLE CONTROL
INTRO MAIN END/RIT START
VARIATION
12 3 4
Aan het einde van het VARIATION VARIATION
[2]
-knop op en speelt de Arranger een andere
BASS
INVERSION
AUTO
FILL IN
[1]
-patroon licht de
SYNC
START
STOP
STOP
begeleiding.
(9) Probeer nu ook de variaties 3 en 4 even uit.
(3) Druk op de [AUTO¥FILL¥IN]-knop (licht op).
STYLE CONTROL
INTRO MAIN END/RIT START
VARIATION
12 3 4
BASS
INVERSION
AUTO
FILL IN
SYNC
START
STOP
STOP
(4) Druk op een VARIATION [1]~[4]-knop om een ander
MAIN-patroon te kiezen.
De
[MAIN]
-knop en de gekozen VARIATION
[1]~[4]
-knop
knipperen. Wat er nu gebeurt, hangt af van wanneer u op de knop
drukt:
-
• Als u op gelijk welke tel vóór de laatste tel van een maat op deze knop drukt, duurt de Fill tot aan het einde van de huidige maat. Vervolgens wordt het nieuw gekozen patroon afgespeeld (de
[MAIN]
- en de gekozen VARIA-
TION-knop lichten dan op).
• Als u op de laatste tel van een maat op deze knop drukt, begint de Fill op de eerste tel van de volgende maat en duurt hij een volledige maat. Daarna wordt het nieuwe patroon gekozen. Druk u opnieuw op dezelfde cijferknop (
[1]~[4]
), dan wordt er volgens de zojuist vernoemde regels een over­gang gespeeld. Aan het einde daarvan keert de Arranger echter terug naar het patroon dat u daarvóór al gebruikte.
(5) Schakel de [AUTO¥FILL¥IN]-knop uit als de keuze van
een nieuw patroon niet meer door een Fill-In moet worden voorafgegaan.
Opgelet: U kunt de lengte van een Fill-In ook halveren. Zie “Half Bar on Fill In/Main” op blz. 71, 75 en 78.
Professionele overgangen: Fill In
Tot nu toe hebben we alleen met de belangrijkste begelei­dingspatronen gewerkt (d.w.z. de frasen, die zo lang wor­den herhaald tot u de Arranger stopt).
De verschillende variaties kunt u gebruiken voor de strofen (1), tweede strofen (2), refreinen (3 & 4) en andere songde­len. Om een dergelijk patroon te kiezen hoeft u maar de knoppen VARIATION
[1]~[4]
te gebruiken. Dat zorgt voor plotse veranderingen van de begeleiding, terwijl “echte” muzikanten een nieuw deel in de regel “aankondigen” d.m.v. een roffel in de drums en andere variaties van de begeleiding.
Op de E-80 zorgt u op de volgende manier voor dergelijke overgangen:
(1) Start de weergave van het MAIN [1]-patroon (zie
hierboven).
(2) Speel in de linker klavierhelft een akkoord.
r
Intro & Ending
Nu we ook de overgangen onder de knie hebben, vraagt u zich misschien af hoe je met een professionele inleiding begint en op een stijlvolle manier eindigt. Hiervoor beschikt u over een
Terwijl de MAIN-patronen zo vaak herhaald worden tot u een ander patroon kiest of de Arranger stopt, worden Fill­Ins (zie hierboven), Intro’s en Endings maar één keer gespeeld.
Zodra het INTRO-patroon afgelopen is, vervolgt de Arran­ger automatisch met het MAIN gelang welke knop knippert). Aan het einde van het Ending-patroon stopt de Arranger daarentegen.
(1) Stop de Arranger-weergave door op de
[START÷STOP]-knop te drukken (hij dooft).
(2) Speel in de linker klavierhelft een akkoord om de
toonaard van het Intro-patroon te bepalen.
[INTRO]
- en
[END/RIT]
-knop.
[1]~[4]
-patroon (naar
26
E-80 Music Workstation
r
Spelen met een automatische begeleiding
(3) Druk op de [INTRO]- en de cijferknop ([1]~[4]) van
het Intro-patroon dat u wilt horen.
STYLE CONTROL
INTRO MAIN END/RIT START
VARIATION
12 3 4
BASS
INVERSION
AUTO
FILL IN
SYNC
START
STOP
STOP
(4) Druk op de [START÷STOP]-knop om de Arranger-
weergave te starten.
De Arranger speelt nu de inleiding van de gekozen Music Style. Het “MEASURE”-veld op de hoofdpagina telt nu achteruit (“–4”, “–3” enz.) om de duur van de Intro aan te geven. Indien gewenst, kunt u nu ook de andere drie Intro-patronen uitproberen door op
[INTRO]
en
[1]~[4]
drukken. Het cijfer verwijst naar de complexiteit van de begeleiding.
Opgelet: Speel tijdens de Intro-weergave geen noten. De meeste Intro’s bevatten namelijk al akkoordwissels die u door uw eigen akkoorden grondig in de war zou kunnen sturen.
Tijdens de Arranger-weergave knippert de [START÷STOP]-knop rood op de eerste tel en groen op de overige tellen van de maat om het tempo aan te duiden. Zolang de Arranger gestopt is, zorgt de [METRONOME]-knop voor deze optische indicatie (hij knippert echter alleen in het rood). Zie “Flashing Metronome” op blz. 247 voor het uitschakelen van die indicatie.
te
[END÷RIT]
-knop geen cijferknop
[1]~[4]
indrukt, kiest de Arranger automatisch de ENDING-frase met hetzelfde nummer als de tot dan toe gebruikte MAIN-frase.
Opgelet: Ook hier is het slimmer om tijdens de Ending-frase geen akkoorden te spelen. Opgelet: Zie “Bijkomende Arranger/Style-functies” op blz. 82 voor bijkomende Arranger-functies. Opgelet: Patronen kunt u ook via de Aftertouch-functie kie­zen. Zie blz. 83.
Music Styles kiezen
Tot nu toe hebben we maar één Music Style gebruikt (en wel degene die tijdens het inschakelen automatisch wordt gekozen). Ziehier hoe u andere Music Styles kiest:
(1) Druk op een STYLE-knop om een Music Style-fami-
lie te kiezen.
STYLE
LIVE
8 BEAT 16 BEAT ROCK
BALL
ROOM
JAZZ
BLUES
BAND
50's & 60's
BOSSA
SAMBA
De indicator van die knop licht op en het display ziet er als volgt uit:
DISCO
DANCE
CONTEMP
LATIN WORLD
(5) Druk op één van de VARIATION [1]~[4]-knoppen om
het patroon te kiezen dat na afloop van de Intro moet worden gespeeld (de betreffende knop knip­pert).
Door nu al op
[MAIN]
te drukken zorgt u dat het Intro­patroon aan het begin van de eerstkomende maat (dus waarschijnlijk vóór het officiële) einde overgaat in iets anders.
(6) Wacht tot het gekozen MAIN-patroon begonnen is
en druk dan op de [END/RIT]-knop.
STYLE CONTROL
INTRO MAIN END/RIT START
VARIATION
12 3 4
BASS
INVERSION
AUTO
FILL IN
SYNC
START
STOP
STOP
Aan het einde van de huidige patrooncyclus speelt de Arranger het Ending-patroon af en stopt daarna. Tijdens de weergave van het Ending-patroon telt het “MEASURE”-veld op de hoofdpagina achteruit (“–4”, “–3” enz.) om de duur van het patroon aan te geven. Ook hier kunt u weer kiezen uit vier verschillende Ending-frasen. Als u na het inschakelen van de
Het display toont 10 Music Styles van de zonet opgeroe­pen familie. Als de naam van de gewenste Style niet afgebeeld wordt…
(2) Kies met de [PAGE¥1]~[PAGE¥5]-knoppen een
andere pagina.
Het aantal pagina’s verschilt naar gelang de gekozen familie. Bepaalde families bevatten maar één pagina, andere daarentegen twee, drie, vier of vijf.
(3) Druk op het veld van de Style die u wilt gebruiken.
27
E-80 Music Workstation
Eerste kennismaking
Als de Arranger aan het draaien is, terwijl u een andere Style kiest, begint de nieuwe Style vanaf de eerstvol­gende maat.
(4) Druk op de [EXIT]-knop om terug te gaan naar de
hoofdpagina.

Werken met de Keyboard-parts

Uw E-80 biedt zes “parts” waarmee u verschillende klanken via het klavier kunt spelen. Die noemen we de “Keyboard-parts”. Laten we nu een melodie bij de bege­leiding spelen.
EXIT
Tempo instellen
Als de begeleiding te snel (of te traag) speelt, kunt u het tempo van de Music Style wijzigen:
SLOW FAST
DEFAULT
(1) Druk op [ôSLOW] om het tempo in stappen van
één eenheid te verlagen.
(2) Druk op [FAST¥®] om het tempo in stappen van één
eenheid op te voeren.
Op de meeste pagina’s, waar het tempo niet wordt afge­beeld, verschijnt nu even het volgende venster om de ingestelde waarde te bevestigen:
®
Spelen met een Upper- en/of Lower-part
Tijdens het inschakelen wordt de UP1-part automatisch geactiveerd en aan het volledige klavier toegewezen. Dat komt, omdat de E-80 in de EASY SETTING “PIANO”-mode opstart. De KBD MODE
(1) Druk op de PART ON/OFF [UP1]-knop, als hij niet
oplicht.
MBS LW 2 LW 1
(2) Speel een paar noten op het klavier.
De klank van de UP1-part is aan het volledige klavier toegewezen. Wilt u hem alleen via de rechter helft bespelen, dan moet u op de KBD MODE drukken.
[WHOLE]
KEYBOARD PART
-knop licht eveneens op.
TONE ASSIGN
UP 3 UP 2 UP 1
PART ON/OFF
[SPLIT]
-knop
U zou ook verschillende keren –in de maat van het gewenste tempo– op de
[TAP]
-knop kunnen drukken.
Het nieuwe tempo verschijnt rechtsboven in het display:
De
[METRONOME]
-knop knippert rood om de eerste tel van elke maat aan te geven (zolang de Arranger niet loopt). Zie “Flashing Metronome” op blz. 247 voor het uitschakelen van die indicatie.
Tijdens de Arranger-weergave knippert de
[START÷STOP]
-knop rood op de eerste en groen op de
overige tellen van de maat.
(3) Om daarna weer het voorgeprogrammeerde tempo
te kiezen moet u [√¥SLOW] ingedrukt houden en tegelijk op [FAST¥®] drukken:
SPLIT
(3) Stel met de MASTER [VOLUME]-regelaar het uit-
gangsvolume van de E-80 in.
VOLUME
(4) Met de [BALANCE]-regelaar bepaalt u de balans
tussen de begeleiding en de door uzelf gespeelde partijen.
BALANCE
ACCOMP KEYBOARD
r
28
E-80 Music Workstation
Werken met de Keyboard-parts
r
Draai hem naar “KEYBOARD”, als uw zelf gespeelde noten te stil zijn. Draai hem naar “ACCOMP”, als uw spel wat hard is t.o.v. de Arranger (of song).
Opgelet: Zie blz. 106 voor het instellen van de onderlinge balans tussen de Keyboard-parts.
(5) Druk op de PART ON/OFF-knop van andere Key-
board-parts die u misschien wilt toevoegen (“layer”).
Alterneren tussen klanken
De E-80 laat toe verschillende klanken tegelijk te spelen door meerdere Keyboard-parts in te schakelen. Andere parts worden door de Arranger/Music Styles gespeeld en heten bijgevolg Style-parts. En dan zijn er nog de parts die door de Recorder worden aangestuurd – de Song-parts.
De Keyboard-parts kunt u hetzij samen of voor het alterne­ren tussen verschillende klanken gebruiken.
Kies met de PART ON/OFF-knoppen de part(s), die u wilt bespelen.
U kunt verschillende klanken tegelijk (wat we een “layer” noemen) of via aparte klavierzones (“split”) bespelen. Er is zelfs een dynamische splitfunctie (zie blz. 99). Hierna vindt u een voorstelling van de Keyboard-parts. (Zie blz. 82 voor de Style-parts.)
UP1 (Upper1): Upper1 is meestal de belangrijkste solopart (en wordt in de Piano-mode automatisch geac­tiveerd).
UP2: De Upper2-part kan dienen als bijkomende solo­partij naast Upper1 – of als een alternatieve melodie­klank. Hij biedt twee stemmingsparameters (“Coarse” en “Fine”) die Upper1 niet heeft.
UP3: De Upper3-part is nog een solopart, die u desge­wenst samen met UP1 en UP2 kunt gebruiken. U kunt hem echter ook via een aparte klavierzone (zie blz. 99) bespelen.
LW1 en LW2: De Lower1- en Lower2-part kunt u hetzij op dezelfde manier gebruiken als de UP-parts (in de WHOLE-mode) of via de linker klavierhelft bespelen (in de SPLIT-mode).
MBS: In de WHOLE-mode is ook de MBS-part een “dood­gewone” part. In de SPLIT-mode verzorgt hij echter een semi-automatische baslijn, zolang minstens één van de twee LW-parts actief is. Als geen LW-knop oplicht, gedraagt hij zich zoals een gewone Keyboard-part.
Opgelet: Alle Keyboard-parts kunnen voor het spelen van drumpartijen worden gebruikt. In tegenstelling tot eerdere Roland-keyboards heeft de E-80 namelijk geen “Manual Drums”-part meer.
MELODY INTELL (Melody Intelligence): Deze part wordt door de Arranger aangestuurd en speelt automatisch harmonieën. Die worden bij de melodie gevoegd, die u met de UP1-part speelt. Die part kunt u niet zelf aanstu­ren. Dat verklaart meteen waarom de knop van die part zich niet in de KEYBOARD PART-sectie bevindt (hij maakt deel uit van de TONE EFFECTS-sectie). Er zijn 18 verschil­lende harmonietypes (blz. 84).
Klanken kiezen voor de Keyboard-parts
One Touch
Tijdens het werken met de Arranger is de eenvoudigste manier om geschikte klanken voor de Keyboard-parts te kiezen het gebruik van de ONE TOUCH-functie. De “One Touch”-geheugens zijn eigenlijk kleine User Programs. Zie blz. 87 voor meer details.
(1) Druk op de gewenste ONE TOUCH-knop.
1
Er zijn vier “One Touch”-geheugens per Music Style. De instellingen ervan maken deel uit van de Style-data en kunnen dan ook snel naar andere E-80’s worden overge­heveld door de Style-bestanden gewoon te kopiëren.
Opgelet: De meeste “One Touch”-geheugens activeren de SYNC START-functie. Als u niet wilt dat de Arranger begint, zodra u een noot of akkoord speelt, moet u de [SYNC¥START]­knop uitschakelen.
(2) Kies een Style (blz. 27) en start de Arranger-weer-
gave door op de [START÷STOP]-knop te drukken.
Speel een melodie bij de begeleiding. U zal merken dat de klanken van alle Keyboard-parts perfect bij de sfeer van de Style aansluiten.
(3) Kies een andere Style en speel opnieuw een solo.
De actieve Keyboard-part (waarschijnlijk UP1) hanteert nu een andere klank (zelfs uitgeschakelde Keyboard­parts kiezen een andere klank).
(4) Druk op een andere ONE TOUCH-knop om die regi-
stratie te gebruiken.
(5) Druk opnieuw op dezelfde knop, als u de “One
Touch”-instellingen niet meer nodig hebt.
Met de hand klanken kiezen
De E-80 bevat 1100 “Tones” (oftewel klanken) en 54 Drum Sets.
(1) Kies de part waar u een andere klank of Drum Set
aan wilt toewijzen:
• Druk op de TONE ASSIGN-knop van de gewenste part (moet oplichten).
KEYBOARD PART
TONE ASSIGN
MBS LW 2 LW 1
—of—
UP 3 UP 2 UP 1
PART ON/OFF
29
E-80 Music Workstation
Eerste kennismaking
• Druk, op de hoofdpagina, op de regel van de part waar u een andere klank aan wilt toewijzen.
In dat geval springt de E-80 meteen naar de TONE­pagina van de momenteel gehanteerde klank.
De rode pijl duidt de part aan waar u een andere klank aan kunt toewijzen (de TONE ASSIGN-knop licht even­eens op).
Opgelet: U kunt zelfs aan momenteel uitgeschakelde Key­board-parts andere klanken toewijzen. Op die manier kunt u de volgende klank al voorbereiden, terwijl u nog een andere Key­board-part gebruikt.
(2) Druk op een TONE-knop om een familie en de
“beste” klank daarvan te kiezen (de betreffende klank wordt nu al gekozen).
Zie blz. 33 voor de voor de
[SRX¥EXPANSION¥A÷B]
Het display beeldt nu een lijst van de binnen deze familie beschikbare klanken af:
[HARMONIC¥BAR]
-knop.
-klanken en blz. 32
(4) Als u nog steeds niet gelukkig bent met de gekozen
klank, kunt u met de velden [PAGE¥1]~[PAGE¥5] en [˚] een andere pagina kiezen (indien beschikbaar).
Het
[˚]
-veld verschijnt alleen, als er meer dan vijf pagina’s zijn. Andere klankfamilies bevatten minder dan vijf pagina’s. Het aantal pagina’s verschilt naar gelang de gekozen familie.
(5) Druk op het veld van de gewenste klank. (6) Druk op de [EXIT]-knop om terug te gaan naar de
hoofdpagina.
EXIT
Als u deze TONE-familie later opnieuw kiest, springt de E-80 automatisch naar de pagina waar zich de laatst gekozen klank bevindt (en roept hem meteen op).
Over de klanken van de E-80
Probeer de klanken zorgvuldig uit door afwisselend hard en zacht aan te slaan. U zal versteld staan van de rijke nuances die u daarmee bereikt. (Op blz. 68 vindt u meer details over de aanslaggevoeligheid.)
Zo is er bv. een “JazzScat”-klank (VOCAL-familie), met drie dynamiekniveaus waarmee u “doe”, “bap” of “dauw” kunt spelen door de toetsen harder of zachter aan te slaan. Voor talrijke gitaarklanken zijn er dan weer ham­mer-on/bedinggeluiden die u via de maximale aanslag kunt aansturen.
Bovendien kunt u, door het klavier (met de OCTAVE­parameter) naar het laagste octaaf te transponeren, soms typische “bijgeluiden” spelen (het schuiven van de vingers over gitaarsnaren, het kloppen op de klankkast van de gitaar enz.)
Items met een naast de naam zijn klanken, die zich op het golfvormbord van de SRX-serie bevinden (als uw instrument een der­gelijk bord bevat). Die klanken worden automatisch aan de juiste families toegewezen (en bevinden zich meestal op de laatste pagina van de betreffende familie).
(3) Druk op het veld van de gewenste klank. Als u die
niet vindt passen, drukt u op een ander veld.
De laatste klank, die u in elke familie kiest, wordt tijdelijk onthouden en telkens gekozen, wanneer u op de betref­fende TONE-knop drukt. (Die keuze kunt u echter wijzi­gen door gewoon op een ander veld te drukken.)
[EXP¥A]
- of
[EXP¥B]
-vermelding rechts
r
30
Keuze van het klankensysteem (Sound Set Mode)
De Roland-ingenieurs hadden zoiets van “misschien worden de gebruikers aanvankelijk overdonderd door het aantal klanken per TONE-familie”. Daarom toont de E-80 niet alle klanken, wanneer u hem voor het eerst inscha­kelt. Deze “beperkte” displaymode heet “BEST SELEC­TION”. In die mode kunt u alleen de “nieuwe” klanken selecteren.
Misschien hebt u echter af en toe “oudere” klanken (van de G- en VA-serie) nodig. Dan moet u “EXTENDED” kie­zen:
(1) Druk op de [MENU]-knop.
MENU
Loading...
+ 254 hidden pages