This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the
FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential
installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee
that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or
television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the
interference by one or more of the following measures:
– Reorient or relocate the receiving antenna.
– Increase the separation between the equipment and receiver.
– Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
– Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:
(1) This device may not cause harmful interference, and
(2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.
This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
– Om het risico op brand of elektrocutie te voorkomen mag u dit apparaat nooit blootstellen aan vochtigheid of regen.
For EU Countries
This product complies with the requirements of European Directive EMC 89/336/EEC.
Dieses Produkt entspricht der europäischen Richtlinie EMC 89/336/EEC.
Ce produit est conforme aux exigences de la directive européenne EMC 89/336/EEC.
Questo prodotto è conforme alle esigenze della direttiva europea EMC 89/336/EEC.
Este producto cumple con la directrice EMC 89/336/EEC de la CE.
Dit product beantwoordt aan de richtlijn EMC 89/336/EEC van de Europese Unie.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
For Canada
NOTICE
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
AVIS
Cet appareil numérique de la classe B respecte toutes les exigences du Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.
For the U.K.
IMPORTANT: THE WIRES IN THIS MAINS LEAD ARE COLOURED IN ACCORDANCE WITH THE FOLLOWING CODE.
BLUE:
BROWN:
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured markings identifying
the terminals in your plug, proceed as follows:
The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured BLACK.
The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured RED.
Under no circumstances must either of the above wires be connected to the earth terminal of a three pin plug.
Lever dit product in bij een lokaal afvalverzamelpunt.
NIET met normaal huishoudelijk afval afvoeren.
NEUTRAL
LIVE
De door de E-60/E-50 gehanteerde technologie is in verschillende landen beschermd door patenten.
r
s
Handleiding
ENGLISHENGLISH
Bedankt voor uw aankoop van de Roland E-60/E-50 Music Workstation. De E-60/E-50 biedt alle voordelen van een Roland-instrument: perfecte begeleidingen, hoogwaardige klanken, een D Beam-controller (E-60), professionele effecten,
de Cover-functies van de gevierde G-70, een Guitar-mode… Er is gewoon teveel om het hier al allemaal op te noemen.
We hebben getracht de meeste beschikbare functies meteen toegankelijk te maken en de E-60/E-50 dus voorzien van
een drukgevoelig display (met 16 grijswaarden) en een gebruikersinterface waarmee je snel wegwijs bent op de E-60/
E-50.
Om de functies van de E-60/E-50 zo snel mogelijk te leren kennen en er jaren plezier aan te beleven leest u deze Handleiding het best in z’n geheel door.
Om u niet onnodig te verwarren, gaan we in deze handleiding het woordje “knop” gebruiken, wanneer we verwijzen
naar de druktoetsen op het frontpaneel van de E-60/E-50. Op die manier weet u dat een “toets” alleen op het klavier
kan slaan.
Om plaats (en tijd) te besparen, gaan we het woordje “song” hanteren, wanneer we het hebben over Stand MIDI Files.
Lees, alvorens dit instrument te gebruiken, “Belangrijke opmerkingen” op blz. 11 door. Daar vindt u namelijk belangrijke
tips en een opsomming van wat u wel en niet met de E-60/E-50 mag doen. Bewaar deze handleiding op een veilige
plaats op, omdat u ze later beslist nog eens nodig hebt.
zonder de schriftelijke toestemming van Roland Europe S.p.a verboden.
E-60/E-50
Functies
Music Workstation
Functies
Roland’s meest complete arrangerinstrument
ooit
De E-60/E-50 is gewoon een fantastisch instrument
met de meest geavanceerde en beste klankopwekking
die Roland ooit gemaakt heeft. De superieure klankbron
is gebaseerd op de al bijna legendarische Fantom-Xserie.
Nieuw interfaceconcept
Tijdens de ontwikkeling van de E-60/E-50 hebben we
erop gelet alle beschikbare functies snel en gemakkelijk
bereikbaar te maken. Via het drukgevoelige display en
het indrukwekkende aantal knoppen op het frontpaneel
bereikt u de beschikbare functies in de regel meteen. Er
wordt geen beroep gedaan op ingewikkelde menustructuren.
Parameters, die met elkaar verband houden, bevinden
zich in de regel op dezelfde of op z’n minst naburige
pagina’s, terwijl ze tevens veel sneller kunnen worden
ingesteld dan op oudere instrumenten.
Cover-functies en Makeup Tools voor Standard
MIDI Files en Styles
De orkestratie van Standard MIDI Files en Music Styles
kunt u veranderen door gewoon een andere Song of
Style Cover-instelling te kiezen. Bovendien kunt u met
de MAKEUP TOOLS-parameters werken, die op instrumenten gebaseerd zijn en toelaten om je songs of
Styles te wijzigen zonder uren aan het editen van
afzonderlijke events te besteden.
Via vier programmeerbare MARK & JUMP-geheugens
kunt u zelfs de structuur van Standard MIDI Files wijzigen en op die manier nieuwe versies van eerder opgenomen materiaal maken.
“Adaptive Chord Voicing”-technologie
De Arranger van de E-60/E-50 heeft niet alleen een volledig nieuwe structuur (met 4 begeleidingsniveaus, 4
intro’s en 4 slotfrasen), maar berust tevens op een
muzikalere realtime-conversie van de door u gespeelde
akkoorden. De gepatenteerde ACV-technologie van
Roland kan namelijk Style-partijen transponeren en er
op zie manier voor zorgen, dat de strijkers, piano e.d.
niet langer onnatuurlijk heen en weer springen.
Guitar-mode
De E-60/E-50 biedt een Guitar-mode waarmee je via
het klavier bijzonder realistische elektrische en akoestische gitaarpartijen kunt spelen. Die partijen kunnen
samen met de Arranger (live-gebruik) en voor de
opname met de 16-sequencer/recorder of de Style
Composer van de E-60/E-50 worden gebruikt.
Supersnelle recorder en uitgebreide 16-sporen
sequencer
De E-60/E-50 biedt twee functies voor het opnemen
van nieuw materiaal: een Recorder met een oersimpele
REC-START-STOP-bediening en een uitgebreide 16-sporen sequencer met editfuncties voor het bewerken van
sporen of afzonderlijke gegevens (microscoopfuncties).
Net zoals talrijke andere functies kan ook de Recorder
van de E-60/E-50 met de overige secties samenwerken:
aan elk User Program kunt u immers een song koppelen, u kunt zorgen dat alle Standard MIDI Files automatisch naar een toonaard worden getransponeerd die u
prettig vindt, de akkoorden van de afgespeelde songs
worden in het display getoond enz.
Finder-functies voor songs, Music Styles en User
Programs
De E-60/E-50 laat toe om met een bijna onbeperkt aantal songs, Music Styles en User Programs (van het
interne geheugen, een geheugenkaart of een diskette)
te werken. Hoewel er nog steeds voorgeprogrammeerde
Music Styles zijn, kunt u ook met “CUSTOM”-verwijzingen naar begeleidingen in het interne geheugen of op
een geheugenkaart werken en zelfs direct eender welke
“externe” Style laden. Dit snelle selectiesysteem is ook
voor Standard MIDI Files (songs) en User Programs
beschikbaar.
Dankzij een pientere Finder-database is er bijna geen
verschil meer tussen “interne” en “externe” data: alles
werkt pijlsnel.
Play List-functie
Via de Play List-functie van de E-60/E-50 kunt u de
volgorde, waarin u bepaalde songs wilt afspelen, op
voorhand vastleggen. Het voordeel van dergelijke
“ketens” is dat u tijdens uw optreden niets hoeft te
doen voor het laden van de benodigde songs.
Bovendien kunt u tijdens de weergave van één song al
de volgende voorbereiden (NEXT SONG-functie).
D Beam-controller (E-60)
De E-60 is uitgerust met de erg populaire D-Beam-controller*, waarmee u de song- en Style-weergave kunt
beïnvloeden en bovendien toegang hebt tot DJ-functies
– gewoon door uw hand boven een onzichtbare infraroodstraal te bewegen.
Natuurlijk is ook de BENDER/MODULATION-hendel van
de partij, terwijl u bovendien optionele voetschakelaars
en zelfs een zwelpedaal kunt aansluiten.
(* De D Beam-technologie wordt in licentie van Interactive Light, Inc., vervaardigd)
r
4
…en nog veel meer
Als we alle functies van de E-60/E-50 zouden opsommen, zou deze inleiding nog tien pagina’s beslaan. Maar
u wilt natuurlijk aan de slag met uw nieuwe aanwinst.
Daarom willen we u vragen om deze handleiding volledig door te nemen. Aan het einde ervan zal u toegeven
dat de E-60/E-50 veel meer kan dan andere instrumenten.
Succes en veel plezier ermee!
E-60/E-50 Music Workstation
r
Functies
5
E-60/E-50
Functies
Veilig gebruik van dit product
Music Workstation
VEILIG GEBRUIK VAN DIT APPARAAT
INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN
Over de en labelsOver de symbolen
WAARSCHUWING
Wijst de gebruiker op het risico op
WAARSCHUWING
dodelijke ongevallen of zware verwondingen als gevolg van een fout
gebruik van dit apparaat.
Het foute gebruik van dit apparaat kan
leiden tot verwondingen en of materi le
schade.
LET OP!
* "Materi le" schade heeft betrekking op
het beschadigen van het meubilair of
andere huishoudelijke voorwerpen
evenals huisdieren enz.
LET OP
Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het
symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het
links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene
waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit
mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan
wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links
getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het
toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten
worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt
aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde
symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de
uitgang moet worden losgekoppeld.
HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
• Lees, alvorens dit instrument te gebruiken, de volgende
punten en de rest van deze handleiding door.
• Probeer nooit de E-60/E-50 zelf te herstellen of bepaalde
onderdelen te vervangen (tenzij dit in deze handleiding
uitdrukkelijk staat vermeld). Laat alle herstellingen en
onderhoudswerken over aan uw Roland-dealer, een
erkende herstellingsdienst of de distributeur (zie de
adressen op de “Information”-pagina).
• Draai of buig de adapterkabel niet teveel. Zet er nooit
zware objecten op. Dit kan de kabel beschadigen, wat
defecten en een kortsluiting kan veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand en elektrocutie veroorzaken!
• Dit instrument kan hetzij op zich, hetzij samen met een
externe versterker of hoofdtelefoon, voor een geluidsniveau zorgen dat tot gehoorverlies kan leiden. Werk nooit
langere tijd op een hoog volumeniveau of op een niveau
dat u onprettig vindt. Als u enig gehoorverlies of piepen
in de oren ervaart, dient u direct te stoppen met het
gebruik van het product en een oorarts te raadplegen.
• Zorg dat geen enkel voorwerp (bijv. ontvlambaar materiaal, munten, spelden) of vloeistoffen van welke soort dan
ook (bijv. water, frisdrank enz.) het product binnendringen.
• In gezinnen met kleine kinderen moeten de ouders de
kroost zo lang bij het bedienen van de E-60/E-50 helpen
tot de kinderen zelf weten wat ze wel en niet mogen
doen.
• In de volgende gevallen moet u het instrument meteen
uitschakelen, de aansluiting van de adapter op het lichtnet verbreken en contact opnemen met een door Roland
erkende herstellingsdienst (zie de “Information”-pagina):
• Als de adapter of zijn kabel zichtbaar beschadigd is;
• Wanneer een voorwerp of vloeistof in het inwendige
van de E-60/E-50 terecht is gekomen;
• Wanneer het product in de regen heeft gestaan of op
een andere manier nat is geworden;
• Wanneer het product niet naar behoren lijkt te wer-
• Sluit de adapter nooit aan op een stroomcircuit waar al
talrijke andere apparaten op zijn aangesloten. Wees extra
voorzichtig met het gebruik van verlengsnoeren – de
totale hoeveelheid stroom die wordt gebruikt door alle
apparatuur, die u op het stopcontact van het verlengsnoer hebt aangesloten, mag nooit het stroomniveau
(watt/ampères) van het verlengsnoer overschrijden.
Overmatige lading kan het isolatiemateriaal van de kabel
doen verhitten en uiteindelijk doorsmelten.
• Vóór het gebruik van de E-60/E-50 in het buitenland
neemt u het best contact op met uw dealer om te zorgen
dat u de juiste voeding gebruikt (zie ook de adressen op
de “Information”-pagina in deze handleiding).
• Zet de E-60/E-50 altijd op een goed verluchte plaats.
• Dit product mag uitsluitend op een KS-12 keyboardstand
van Roland worden geplaatst. Bij gebruik van een ander
model of merk kan het gebeuren dat het instrument valt
en verwondingen veroorzaakt.
• Raak de adapter en de overige kabels nooit met natte
handen aan.
• Let, bij het transport van het instrument, op de volgende
dingen. Houd het instrument stevig vast om verwondingen c.q. schade aan andere voorwerpen te voorkomen.
• Verbreek de aansluiting op het lichtnet.
• Verbreek de aansluiting op alle andere instrumenten.
• Verwijder de lessenaar.
• Schakel dit product altijd uit alvorens het schoon te
maken. Bovendien verbreekt u het best ook de aansluiting op het lichtnet.
• Als u ooit schroeven moet verwijderen, legt u ze het best
op een veilige plaats (buiten het bereik van kinderen). Zo
hoeft u ze later niet te zoeken en is het vrijwel onmogelijk dat kleine kinderen ze inslikken.
Lees naast “Veilig gebruik van dit product” op blz. 6 ook de volgende punten even door:
r
Voeding
• Sluit het instrument nooit aan op een stroomkring waarop ook apparaten,
die brom veroorzaken, zijn aangesloten (elektrische motoren, dimmersystemen enz.).
• Schakel zowel de E-60/E-50 als de overige instrumenten uit voordat u ze
op elkaar aansluit. Dit helpt u om storingen en/of schade aan speakers of
andere elementen te voorkomen.
• Hoewel het LC-display en de LEDs doven, wanneer u het product met zijn
POWER-schakelaar uitzet, betekent dit niet dat de verbinding met het
lichtnet helemaal is verbroken. Om de verbinding op het lichtnet volledig
te verbreken moet u, na op POWER gedrukt te hebben, ook de stekker van
de adapter uit het stopcontact trekken. Het verdient dan ook aanbeveling
een stopcontact te kiezen waar u gemakkelijk bij kunt c.q. een voorziening
met een schakelaar te hanteren.
Plaatsing
• Als u de E-60/E-50 te dicht bij een versterker of grote transformator
plaatst, zou er brom kunnen ontstaan. Om het probleem te verhelpen of
op z’n minst te verzachten zou u één van beide in voorkomend geval op
een andere plaats moeten zetten.
• Dit instrument kan de radio- of TV-ontvangst storen. Plaats het dus nooit
te dicht bij dergelijke ontvangers.
• Houd tijdens het hanteren van de diskdrive het volgende in de gaten: Zie
bovendien “Alvorens diskettes te gebruiken (werken met de drive)”.
• Plaats het product nooit in de buurt van sterke magnetische velden (bv.
luidsprekers).
• Zet de E-60/E-50 altijd op een stevig en vlak oppervlak.
• Verplaats het product nooit, wanneer de diskdrive aan het draaien is.
Vermijd bovendien zware schokken.
• Om problemen te voorkomen dient u de E-60/E-50 te beschermen tegen
direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof. Laat de E-60/E-50 nooit in de
auto liggen als deze in de zon staat.
• Om storingen te voorkomen mag u de E-60/E-50 nooit op vochtige plaatsen (bv. in de regen, in een badkamer e.d.) gebruiken.
• Leg nooit zware voorwerpen op de toetsen. Dat kan er namelijk toe leiden
dat de betreffende toetsen na verloop van tijd niet meer werken.
Onderhoud
• Gebruik, voor het schoonmaken van de E-60/E-50, alleen een zachte,
droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig vuil te verwijderen
gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf het instrument daarna
droog met een zachte doek.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want die kunnen de
behuizing beschadigen.
Herstellingen en uw data
• Houd er rekening mee dat alle data in het interne geheugen van het
instrument tijdens een herstelling gewist kunnen worden. In bepaalde
gevallen (met name wanneer het geheugen zelf beschadigd is) kunnen we
de eventueel gewiste data niet meer herstellen. Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van uw data.
Andere voorzorgsmaatregelen
• Als gevolg van een defect aan de geheugenchips of een foute bediening
kan het gebeuren dat de inhoud van de geheugens verloren gaat.
• Behandel de knoppen, regelaars, aansluitingen enz. van de E-60/E-50 met
de nodige zorg. Hardhandig gebruik kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op het display en oefen er geen grote druk op uit.
• Trek, voor het verbreken van eender welk soort aansluitingen, alleen aan
de stekker en nooit aan de daaraan vastzittende kabel. Zo vermijdt u een
kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
• Tijdens het gebruik wordt de E-60/E-50 warm. Dit is volledig normaal.
• Om uw buren niet te storen zou u het volume van de E-60/E-50 binnen
aanvaardbare perken moeten houden. Het best gebruikt u op die momenten een hoofdtelefoon.
• Voor het transport van de E-60/E-50 gebruikt u het best de originele verpakking of een speciaal hiervoor gemaakte koffer. U zou echter ook voor
een flightcase of koffer kunnen kiezen.
• Gebruik uitsluitend het vermelde zwelpedaal (EV-5, EV-7; optie). Bij
gebruik van andere zwelpedalen zou u de E-60/E-50 namelijk kunnen
beschadigen.
Over het drukgevoelige display
• Plekken en ander vuil in het display verwijdert u het best met ethanol.
Voorkom echter dat deze vloeistof tussen de rubberen ring en de
beschermlaag van het display terechtkomt om schade te vermijden.
Gebruik nooit organische oplosmiddelen of schoonmaakproducten. Maak
het display alleen schoon met ethanol.
Alvorens diskettes te gebruiken (werken met de
drive)
• Zet de E-60/E-50 op een stevig en vlak oppervlak waar het niet blootgesteld staat aan trillingen. Als het instrument toch onder een hoek moet
worden geplaatst, moet dit binnen het toegestane bereik gebeuren: 2°
opwaarts; 18° neerwaarts.
• Gebruik de E-60/E-50 nooit meteen nadat u hem van een bijzonder vochtige/droge plaats naar een droge/vochtige plaats hebt gebracht. Snelle
temperatuur- en vochtigheidsveranderingen kunnen namelijk voor condensatie in de drive zorgen, en dat leidt tot schade aan de diskette c.q. aan
de drive. Wacht na het transport van het instrument een aantal uren alvorens het te gebruiken.
• Schuif een diskette altijd voorzichtig, maar kordaat in de drive tot ze vastklikt. Om een diskette uit de drive te halen moet u op de uitwerptoets
drukken. Haal een diskette nooit met geweld uit de drive.
• Probeer nooit de diskette uit de drive te halen, terwijl ze nog wordt gelezen (d.w.z. zolang de indicator van de drive oplicht). Anders beschadigt u
namelijk zowel de diskette zelf als de drive.
• Haal de diskette uit de drive alvorens het instrument in of uit te schakelen.
• Om schade aan de koppen van de drive te voorkomen moet u de diskette
altijd volledig horizontaal houden, terwijl u ze in de drive schuift (dus
nooit onder een hoek). Druk de diskette voorzichtig in de drive. Ga nooit
met geweld te werk.
• Om schade aan de drive te voorkomen mag u er alleen diskettes in steken.
Probeer nooit andere datadragers in de drive te schuiven. Zorg dat er geen
spelden, clips of andere voorwerpen in de drive terechtkomen.
Behandeling van diskettes
• Diskettes bevatten een plasticschijfje met een magnetische laag. Het
opslaan en lezen van data op/van een diskette vereist een microscopische
precisie. Houd daarom de volgende punten in de gaten:
• Raak nooit de magnetische laag van de diskette aan.
• Bewaar diskettes altijd op schone en stofvrije plaatsen.
• Stel een diskette nooit bloot aan extreme temperaturen (laat ze nooit
in een gesloten auto liggen waar de zon op staat). Aanbevolen temperatuur: 10°~50°C.
• Stel een diskette nooit bloot aan krachtige magnetische velden. Leg ze
bv. nooit op een luidspreker.
11
E-60/E-50 Music Workstation
Belangrijke opmerkingen
• Diskettes zijn uitgerust met een “WRITE”-beschermingsnokje waarmee
u kunt voorkomen dat ze onvrijwillig worden overschreven. Het verdient aanbeveling dit nokje alleen in de WRITE-stand te zetten, wanneer u nieuwe data naar de floppy wilt wegschrijven.
Achterkant van de diskette
WRITE
(u kunt data wegschrijven)
Nokje
• Diskettes met belangrijke data beveiligt u het best altijd tegen ongewild
overschrijven (zet het nokje in de PROTECT-stand) alvorens ze in de
drive van een ander apparaat te stoppen.
• Kleef de sticker altijd volledig op de diskette. Doet u dat namelijk niet,
dan kan het gebeuren dat u de diskette op zekere dag niet meer uit de
drive kunt halen.
• Leg een diskette na gebruik weer in het doosje of de verpakking.
PROTECT
(u kunt geen data wegschrijven)
Opslag van de instellingen
• Als u dit product langere tijd niet inschakelt, wordt de geheugeninhoud
gewist, met als gevolg dat weer de fabrieksinstellingen worden opgeroepen. Om geen belangrijke data te verliezen archiveert u de interne instellingen daarom het best op regelmatige tijdstippen (zie blz. 184).
Alvorens geheugenkaarten te gebruiken
• Bepaalde geheugenkaarten zijn met een PROTECT-schakelaar uitgerust
waarmee u kunt voorkomen dat de opgeslagen data overschreven of
gewist worden. (De E-60/E-50 is eveneens van een dergelijke schakelaar
voorzien.) Zolang geheugenbeveiliging actief is, kunt u geen data naar de
betreffende diskette wegschrijven. Vergeet dus niet de beveiliging uit te
schakelen, wanneer u data wilt opslaan.
• Haal de kaart nooit uit de slot en schakel het apparaat nooit uit, terwijl de
kaart nog wordt gelezen of wanneer er data naar worden weggeschreven.
Anders beschadigt u namelijk de data op de geheugenkaart c.q. de kaart
zelf.
• Om te voorkomen dat de data van een SmartMedia™-kaart worden overschreven, kunt u er een schrijfbeveiligings-sticker op kleven. Dan kunt u de
kaart echter niet meer formatteren. Om de kaart de formatteren of er data
naar weg te schrijven moet u die sticker weer verwijderen. Meer details
over de schrijfbeveiligings-sticker vindt u in de handleiding bij de geheugenkaart.
• Als u probeert om de kaart te formatteren c.q. er data naar weg te schrijven, terwijl ze beveiligd is, verschijnt een foutmelding. In dat geval moet u
hetzij een andere kaart gebruiken, hetzij de sticker verwijderen.
• Tijdens het inschakelen mag u geen geheugenkaart in de slot steken/verwijderen. Wacht dus tot de E-60/E-50 zijn interne data geactualiseerd
heeft (tot de boodschappen “Song database checking…” en “User Program
database checking…” verdwenen zijn).
• Schakel het instrument nooit in, zolang de geheugenkaart zich maar
gedeeltelijk in de slot bevindt. Anders beschadigt u namelijk de data in het
interne geheugen.
Geheugenkaarten die u met de E-60/E-50 kunt
gebruiken
• De E-60/E-50 kan gewone CompactFlash- en SmartMedia-kaarten lezen. U
kunt dergelijke kaarten dus ook in een computerzaak of op plaatsen kopen
waar accessoires voor digitale camera’s e.d worden verkocht.
• Geheugenkaarten moeten aan de volgende voorwaarden voldoen.
• De E-60/E-50 kan alleen geheugenkaarten van de hierboven vermelde
types lezen.
AanUit
• Op de kaartpoort van dit product kunt u CompactFlash- en SmartMedia™kaarten (3,3V) aansluiten. U zou echter ook voor een Microdrive-opslagmedium kunnen kiezen. (Voor SmartMedia™-kaarten hebt u een adapter
nodig.)
• Schuif de geheugenkaart volledig, maar voorzichtig, in de poort tot hij
vastklikt.
• Raak nooit de aansluitingen van de geheugenkaart aan. Voorkom bovendien dat de aansluitingen vuil worden.
• CompactFlash- en SmartMedia-kaarten (3,3V) bevatten precisieonderdelen. Behandel de kaarten met de nodige zorg en houd tevens het volgende
in de gaten.
• Om geheugenkaarten tegen statische ontladingen te beschermen moet
u alle statische elektriciteit uit uw lichaam afleiden alvorens een kaart
vast te pakken.
• Zorg dat de aansluitingen van de kaart nooit in aanraking komen met
metalen voorwerpen.
• Stel een geheugenkaart nooit bloot aan sterke trillingen en laat ze
nooit vallen.
• Laat een geheugenkaart nooit in de zon, een gesloten auto of op
andere warme c.q. koude plaatsen liggen (opslagtemperatuur: –25~
85°C).
• Zorg dat uw geheugenkaarten nooit nat worden.
• Probeer nooit een kaart te openen of te modificeren.
r
Elektromagnetische stralen
• Elektromagnetische stralen kunnen de audiokwaliteit nadelig beïnvloeden.
Dergelijke storingen uiten zich in de weergave van een audiosignaal. Door
de elektromagnetische interferentie te verwijderen zorgt u dat ook de
weergave van het audiosignaal stopt.
Aansprakelijkheid en copyright
• Het opnemen, verdelen, de verkoop, het verhuur, opvoeren in het openbaar evenals het uitzenden, geheel of gedeeltelijk, van beschermde werken
(muzikale composities, video, optredens e.d.) zijn alleen mits de toestemming van de eigenaar(s) toegelaten.
• Gebruik dit product nooit voor doeleinden die het auteursrecht van derden
zouden kunnen schenden. Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor inbreuken op het auteursrecht van derden, zelfs al werd een dergelijke inbreuk met behulp van dit instrument gepleegd.
• De Styles, Music Assistant-registraties, User Programs en andere muziekdata, die in dit instrument, op andere datadragers of langs elektronische
kanalen ter beschikking worden gesteld, zijn eigendom van Roland Europe
S.p.a. Het gebruik ervan is alleen toegestaan voor privé-toepassingen in
combinatie met producten van Roland Europe S.p.a.
Elk ander gebruik, het kopiëren en/of modificeren van deze data voor
andere doeleinden dan de hierboven vermelde zijn alleen toegestaan mits
een voorafgaande schriftelijke toestemming.
• SmartMedia is een handelsmerk van Toshiba Corp.
• Compact Flash en zijn handelsmerken van de SanDisk Corporation
en worden in licentie van de CompactFlash-vereniging gebruikt. Roland
Corporation is een erkende licentienemer van het CompactFlash™-handelsmerk en het CF-logo.
• Alle in dit document vermelde productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende eigenaars.
12
E-60/E-50 Music Workstation
1.Bedieningsorganen
Frontpaneel
Opgelet: De meeste knoppen kunt u ingedrukt houden om naar de bijbehorende displaypagina te gaan.
E
CD
r
Frontpaneel
F
HG
A
A
MASTER VOLUME-regelaar
Met deze regelaar stelt u het algemene volume van
de E-60/E-50 (alle secties) in. De instelling van deze
regelaar bepaalt tevens het volume in een eventueel
aangesloten hoofdtelefoon.
B
MASTER BALANCE-regelaar
Met deze regelaar stelt u de balans in tussen de
Arranger of de songpartijen (“ACCOMP”) en de soloklanken (“KEYBOARD”).
C
D Beam Controller (E-60)
Met deze speelhulp kunt u de klankkleur van de
gespeelde noten en de songweergave beïnvloeden,
maar ook andere unieke effecten verkrijgen. Hiervoor
hoeft u uw hand maar boven de twee “ogen” van de
D Beam te bewegen (op/neer, links/rechts).
Met de knoppen eronder kunt u een andere functie
aan de D Beam-controller toewijzen. Zie blz. 51.
D
MARK JUMP-sectie
Met deze knoppen ([1]~[4]) kunt naar één van de vier
geprogrammeerde plaatsen binnen de huidige song
springen. Bovendien kunt u posities voor songs programmeren die er nog geen bevatten.
E
RECORDER-sectie
[PLAY¥LIST]-knop: Druk op deze knop om de pagina
op te roepen waar u een lijst van de af te spelen
songs kunt kiezen, bestaande lijsten kunt editen,
nieuwe programmeren enz. Als de indicator van deze
knop oplicht, dienen [|√], [º], [‰], [PLAY÷STOP¥®÷ª]
voor het beïnvloeden van de songweergave.
[NEXT¥SONG]-knop: U kunt al een nieuwe song selecteren, terwijl de eerder gekozen Standard MIDI File
nog wordt afgespeeld. Als de Recorder de weergave
B
van de nieuwe song automatisch moet starten, moet
u op deze knop drukken. Als de [PLAY¥LIST]-knop
oplicht, dient deze knop voor het selecteren van de
volgende song in de gekozen lijst.
[MINUS¥ONE]-knop: Druk op deze knop om de partij
uit te schakelen die u zelf wilt spelen (of zingen). U
kunt zelf bepalen welke partij dan uitgeschakeld
wordt (blz. 38).
[16-TRK¥SEQ.]-knop: Met deze knop activeert u de
sequencer (MIDI-recorder) van de E-60/E-50. Deze
sequencer kan veel meer dan wat u misschien van uw
vorige Roland-arranger kent (zie blz. 123).
[|√], [º], [‰], [PLAY÷STOP¥®÷ª]: Met deze knoppen
keert u terug naar het begin van de huidige song,
“spoelt” u terug of vóór in stappen van één maat en
start/stopt u de weergave van de geselecteerde song.
Druk op de [REC¥∏]-knop om een nieuwe song op te
nemen (zie blz. 41).
F
STYLE-sectie
Met deze knoppen kunt u één van de 8 Music Stylefamilies kiezen. De knop van de gekozen familie licht
op.
STYLE CONTROL-sectie
G
Met deze knoppen kiest u het gewenste Music Stylepatroon en start/stopt u de Style-weergave (zie
blz. 22).
TEMPO-sectie
H
[METRONOME]-knop: Druk op deze knop om de
interne metronoom in en uit te schakelen.
Met de overige knoppen ([TAP], [√SLOW], [FAST®])
kunt u het tempo van de metronoom, de Arranger en
de recorder/sequencer instellen.
13
E-60/E-50 Music Workstation
Bedieningsorganen
I
M
N
J
K
L
I
MUSIC ASSISTANT-knop
Met deze knop selecteert u de MUSIC ASSISTANTmode waarin u Music Style-registraties voor specifieke nummers kunt kiezen, die u wilt spelen. U kunt
ook zelf Music Assistant-registraties programmeren.
J
LYRICS & SCORE-knop
Druk op deze knop om te zorgen dat de tekst van het
nummer in het display wordt getoond. Bovendien
verschijnen dan de namen van de door de songpartijen gespeelde akkoorden in het display. Deze laatste
zijn gegevens, die de E-60/E-50 tijdens de weergave
berekent. Deze functie kan zelfs de noten van de
gekozen partij in het display tonen.
K
MIXER-knop
Met deze knop roept u een pagina op waar u de volumebalans en de effecten van de verschillende E-60/
E-50-partijen (KEYBOARD, SONG en STYLE) kunt
instellen.
L
DISK & MEDIA-knop
Druk op deze knop om data van het interne geheugen, een diskette of PCM/CIA-kaart te laden c.q.
ernaar weg te schrijven. Bovendien vindt u hier functies voor het bestandsbeheer, zoals het wissen van
bestanden, het formatteren van floppies of kaarten
enz. (blz. 175).
M
LCD CONTRAST-regelaar
Hiermee kunt u het contrast van het display wijzigen,
als u de informatie niet kunt lezen. Het display is
drukgevoelig en moet dus altijd duidelijk leesbaar zijn
(anders weet u niet wat u aan het doen bent).
Opgelet: Soms duurt het even voordat het display op temperatuur komt. Daarom zou het kunnen dat u het contrast na
verloop van tijd nog eens moet veranderen.
N
COVER-knop
Met deze knop hebt u toegang tot voorgeprogrammeerde instellingen voor het wijzigen van het songof Music Style-karakter. Druk er één of twee keer op
om de Song- of Style-mode te kiezen. Zie blz.38 en
64.
O
MAKEUP TOOLS-knop
Met deze knop kunt u de instellingen van de huidige
song of Music Style wijzigen, als de voorgeprogrammeerde Cover-instellingen niet het gewenste resultaat opleveren. Zie blz. 102.
r
O
P
Q
MENU-knop
P
Druk op deze knop om een menu met functies van de
E-60/E-50 op te roepen, die u misschien niet elke dag
nodig hebt.
Q
EXIT-knop
Druk op deze knop om naar de vorige displaypagina
of de hoofdpagina van de E-60/E-50 terug te gaan.
14
E-60/E-50 Music Workstation
Opgelet: De meeste knoppen kunt u ingedrukt houden om naar de bijbehorende displaypagina te gaan.
R
S
r
Frontpaneel
T
U
V
R
DATA ENTRY-sectie
Met het wiel kunt u de momenteel in het display
geselecteerde parameterwaarde instellen. Draai eraan
om de beschikbare instellingen te overlopen. U kunt
er ook op drukken om te zorgen dat een numeriek
klavier in het display verschijnt waarmee u dan waarden kunt invoeren.
Om de gekozen waarde in kleine stappen te wijzigen
drukt u op [DEC] (waardevermindering) of [INC]
(waardeverhoging). Met de [ß][†][®][√]-knoppen kunt
u de parameter kiezen die u wilt editen (u kunt echter
ook gewoon op het betreffende displayveld drukken).
Zolang de hoofdpagina wordt afgebeeld, kunt u met
het [DATA÷ENTRY]-wiel en de [DEC]/[INC]-knoppen
het tempo instellen.
S
FINDER-sectie
Druk op één van deze knoppen om songs ([SONG]),
Styles ([STYLE]) of User Programs ([USER¥PRG]) in het
interne geheugen, op een diskette of een geheugenkaart te zoeken. Zie blz.35, 73 en 90.
T
TONE-sectie
Met de TONE-knoppen kunt u telkens één van de 8
interne klankfamilies kiezen. De benodigde klank binnen die familie kiest u daarna via het display.
U
USER PROGRAM-sectie
Met deze knoppen kunt u het gewenste User Program (registratiegeheugen) oproepen. Druk op de
[LIST]-knop om een pagina op te roepen waar u User
Programs kunt kiezen of de huidige instellingen in
een User Program kunt opslaan.
U kunt ook het voorafgaande ([DOWN])/volgende
([UP]) User Program kiezen. Door deze twee knoppen
samen in te drukken verlaat u de User Program-mode
weer.
Met de [HOLD]-knop kunt u bepaalde instellingen
van daarna opgeroepen User Programs negeren (zie
blz. 92).
V
EASY SETTING-sectie
Met deze knoppen kunt u de E-60/E-50 heel snel
anders configureren: [ARR] (gebruik van de Arranger
in de SPLIT-mode), [ORGAN] (de naam zegt het al),
[GUITAR] (Guitar-mode van de E-60/E-50 kiezen, ) en
[PIANO] (toewijzen van een pianoklank aan het volle-
dige klavier). Zie ook blz. 45.
W
X
Y
a
W
KEYBOARD PART-sectie
De TONE ASSIGN-knoppen dienen voor het kiezen
van de Keyboard-part waar u een andere klank aan
wilt toewijzen blz. 27. “Keyboard-parts” zijn de parts
die u zelf kunt spelen. De E-60/E-50 bevat nog
andere parts, die “automatisch” (door de Arranger of
Recorder) worden bespeeld.
Met de PART ON/OFF-knoppen kunt u de gewenste
Keyboard-parts in- en uitschakelen.
X
DEMO-knop
Druk op deze knop om de demosongs van de E-60/
E-50 te beluisteren (zie blz. 20).
Y
TONE EFFECTS-sectie
Druk op de [MULTI¥FX]-knop om nog een effect aan
de Keyboard-parts toe te wijzen (blz. 84). (Deze processor is tevens voor de D Beam- en MELODY INTELLpart beschikbaar.)
Opgelet: De D Beam-controller en de bijbehorende part
bestaan alleen op de E-60.
Druk op de [MELODY¥INTELLIGENCE]-knop (licht op)
om een tweede (en eventueel derde) stem aan uw
solo’s of melodieën toe te voegen (zie blz. 62).
Z
TRANSPOSE-knop
Druk op deze knop om de E-60/E-50 met de in het
display getoonde knopicoontjes in stappen van halve
tonen hoger of lager te transponeren. Bovendien
kunt u bepalen welke partijen er precies worden
getransponeerd (blz. 48).
a
ONE TOUCH-sectie
Met deze knoppen kunt u het gewenste One Touchgeheugen kiezen. Er zijn vier dergelijke geheugens
voor alle interne en de 80 Custom-Styles. De geheugens lijken sterk op de User Programs, omdat ze voor
het toewijzen van andere klanken en effectinstellingen aan de Keyboard-parts en voor tal van andere
wijzigingen kunnen worden gebruikt. Zie blz. 65.
b
V-LINK-knop
Druk op deze knop om de V-LINK-functies van de
E-60/E-50 voor de afstandsbediening van videomateriaal te gebruiken. Hiervoor kunt u de speelhulpen,
bepaalde knoppen en de toetsen helemaal rechts op
de E-60/E-50 gebruiken. Met V-LINK-compatibele
videoapparaten kunt u beeldmateriaal bij uw spel
betrekken en op die manier ook de visuele kant van
uw optredens bepalen. Sluit de E-60/E-50 bv. aan op
een optionele DV-7PR of V-4 van Edirol om op het
gewenste moment andere filmpjes te starten & kie-
Z
15
E-60/E-50 Music Workstation
Bedieningsorganen
zen. Bovendien kunt u met de speelhulpen, sommige
knoppen en het hoogste octaaf van de E-60/E-50 de
weergavesnelheid wijzigen, andere clips kiezen enz.
c
d
e
c
POWER ON-knop
Druk op deze knop om de E-60/E-50 in en uit te
schakelen. Om de verbinding compleet te verbreken
moet u, na de schakelaar gedeactiveerd te hebben,
ook de stekker uit het stopcontact trekken. Zie ook
“In-/uitschakelen van de E-60/E-50” op blz. 19.
d
BENDER/MODULATION-hendel
Druk deze hendel naar de achterkant van de E-60/
E-50 om de noten van de actieve Keyboard-parts van
modulatie te voorzien. Schuif hem naar links of
rechts om de toonhoogte van de actieve Keyboardparts tijdelijk te verlagen of te verhogen. Na keuze
van een TONE [ORGAN]-klank kunt u de modulatie-as
gebruiken voor het kiezen van de lage en hoge
Rotary-snelheid.
e
PHONES 1- & 2-connector
Hier kunt u twee stereo-hoofdtelefoons aansluiten
(bij voorkeur een Roland RH-25, RH-50, RH-200 of
RH-300).
f
f
Diskdrive
Hier kunt u een 2DD- of 2HD-diskette insteken en er
Styles, Recorder-songs, User Programs en MIDI Sets
naar wegschrijven. Druk op de uitwerptoets om de
diskette daarna weer uit de drive te kunnen halen.
Opgelet: Verwijder de diskette nooit, terwijl de E-60/E-50 ze
nog leest, er data naar wegschrijft e.d. Anders beschadigt u
namelijk de floppy en eventueel zelfs de kop binnenin de drive.
r
16
Achterpaneel
E-60/E-50 Music Workstation
r
Frontpaneel
A
PCMCIA
USB
OUTMIDIINHOLDRL/MONO
FGHI
A
PCMCIA-poort
Hier kunt u een geheugenkaart (PCMCIA, CompactFlash, SmartMedia™ of Microdrive) aansluiten. Voor
geheugenkaarten, die geen PCMCIA-kaarten zijn,
hebt u een geschikte adapter nodig (die u in een
computerzaak e.d. vindt). Zie ook de voorzorgsmaatregelen op blz. 12.
B
Beveiligingsschakelaar voor intern geheugen
Met deze schakelaar kunt u het interne geheugen
vergrendelen ( ) of toegankelijk ( ) maken. Zie
blz. 19.
C
DC IN-connector
Hier moet u de bijgeleverde adapter (PSB-4U) aansluiten. Als hij beschadigd of defect is, moet u hem
door een nieuwe PSB-4U vervangen. Werk nooit met
andere adapters, omdat die de E-60/E-50 onherstelbaar kunnen beschadigen.
D
FOOTSWITCH/EXPRESSION-connector
Met een hier aangesloten DP-2, DP-6 of FS-5U voetschakelaar kunt u een functie naar keuze beïnvloeden.
Anderzijds kunt u hier een optioneel EV-5 of FV-300L
pedaal van Roland aansluiten en daarmee het volume
van de geselecteerde parts instellen.
E
OUTPUT R, L/MONO-connectors
Deze connectors moet u met een externe versterker,
een mengpaneel e.d. verbinden. Zij zenden de muziek
van de arranger, de recorder en de Keyboard-parts
naar de buitenwereld.
F
USB-poort
De USB-poort kunt u voor het archiveren van uw
data en de MIDI-communicatie met uw computer
gebruiken.
G
MIDI OUT/IN-connectors
Via deze connectors kunt u de E-60/E-50 op externe
MIDI-apparaten aansluiten, wat voor verschillende
toepassingen handig is: ontvangst van muziekdata
van een externe sequencer, doorseinen van uw spel
op het klavier (en de commando’s van de afgespeelde
songs) naar een externe sequencer, gebruik van de
E-60/E-50 als masterkeyboard enz.
Opgelet: De MIDI-functies van de E-60/E-50 vindt u in het
Menu (blz. 187). Vaak benodigde MIDI-instellingen kunnen als
“MIDI Sets” worden opgeslagen.
BC
DC IN 12V 2.5A
USE ROLAND PSB-4U
ADAPTOR ONLY
H
HOLD-connector
Een optionele DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U voetschakelaar, die u op deze connector aansluit, kan voor het
aanhouden van de Keyboard-partnoten worden
gebruikt. (Ook de MELODY INTELL-part kunt u op deze
manier laten doorklinken.) Deze functie wordt ook
wel “Sustain” of “Damper” genoemd.
I
Kabelhaak
Draai het snoer van de adapter rond de haak rechts
naast de connector om te voorkomen dat de aansluiting op het lichtnet onvrijwillig wordt verbroken.
DE
FOOTSWITCH/
EXPRESSION
OUTPUT
17
E-60/E-50 Music Workstation
Voorbereidingen en demosongs
2.Voorbereidingen en demosongs
Waarschijnlijk zit u al te popelen om eindelijk met uw E-60/E-50 aan de slag te gaan. Dat gaan we zo meteen doen. Maar
we moeten hem eerst aansluiten.
Aansluitingen
De E-60/E-50 bevat interne luidsprekers. U hoeft hem dus niet aan te sluiten op een externe versterker (bv. van de KCserie van Roland). U kunt tevens een optionele hoofdtelefoon (Roland RH-25, RH-50, RH-200 of RH-300 bv.) gebruiken.
Schakel zowel de E-60/E-50 als de externe apparaten uit alvorens ze op elkaar aan te sluiten of de aansluitingen (audio
of MIDI) weer te verbreken. Als u geen toegang hebt tot de geluidsinstallatie van de zaal waar u moet optreden, vraagt u
het best aan de plaatselijke geluidsman (of -vrouw) om het volume van de PA op de minimumwaarde te zetten.
Mengpaneel, keyboard-
versterker, actieve luid-
sprekers enz.
—OPTIE—
EXPRESSION/
FOOTSWITCH
OUTPUT R, L/MONO
Zwelpedaal
(EV-5, EV-7)
Roland
Naar een stopcontact
HOLD
Voetschakelaar
(DP-2, DP-6 of
BOSS FS-5U)
–OF–
Voetschakelaar
(DP-2, DP-6 of
BOSS FS-5U)
Opgelet: Met uitzondering van de adapter zijn alle bijkomende dingen in de afbeelding hierboven opties. Meer details hierover vindt u bij uw
Roland-dealer.
r
18
Stereo-hoofdtelefoon
(RH-25, RH-50, RH-200 of RH-300)
Stereo-hoofdtelefoon
(RH-25, RH-50, RH-200 of RH-300)
E-60/E-50 Music Workstation
In-/uitschakelen van de E-60/E-50
Na het aansluiten van de E-60/E-50 op de overige apparaten moet u als volgt tewerk gaan:
Internal Memory Protect
Na het uitpakken van de E-60/E-50 –en alvorens hem in te
schakelen– moet u de beveiliging van zijn interne geheugen
(een niet bewegende harde schijf) uitschakelen om intern
data te kunnen opslaan.
• Schuif de schakelaar in de “ ”-stand om de geheugenbeveiliging te deactiveren.
(Om het interne geheugen later weer te vergrendelen moet
u de schakelaar in de “ ”-stand schuiven.)
Inschakelen van de E-60/E-50
(1) Sluit het netsnoer aan op de AC-connector en vervol-
gens op een stopcontact.
r
Frontpaneel
(2) Druk op de [POWER¥ON]-knop links van het klavier om
de E-60/E-50 in te schakelen.
(3) Als u de E-60/E-50 op een mengpaneel aangesloten hebt, moet u dat nu inschakelen.
(4) Schakel de versterker, de actieve luidsprekers of de keyboardversterker(s) in.
(5) Stel met de MASTER [VOLUME]-regelaar het uitgangs-
volume van de E-60/E-50 in.
MAS
VOLUME
Instellen van het displaycontrast
Na het inschakelen of als de E-60/E-50 al een tijdje aan
staat, is het display eventueel nog maar nauwelijks af te
lezen. Bovendien beïnvloeden de hoek waaronder u naar het
display kijkt en de verlichting op de plaats waar u staat de
leesbaarheid van het display.
In dergelijke gevallen kunt u met de [LCD¥CONTRAST]-rege-
laar links van het display het contrast instellen.
Uitschakelen van de E-60/E-50
(1) Schakel eerst alle externe apparaten uit.
(2) Druk op de [POWER≈ON]-knop achterop de E-60/E-50 om hem uit te schakelen.
Opgelet: Wacht minstens 2~3 seconden alvorens de E-60/E-50 opnieuw in te schakelen.
Opgelet: Om de verbinding op het lichtnet volledig te verbreken moet u, na op POWER gedrukt te hebben, ook de stekker uit het stopcon-
tact trekken.
19
E-60/E-50 Music Workstation
Voorbereidingen en demosongs
Interactieve demo van de E-60/E-50
De E-60/E-50 bevat een interactieve demofunctie die u een indruk geeft van zijn belangrijkste functies. Die zou u meteen
eens moeten gebruiken. Omdat de demo zichzelf uitwijst, gaan we hier alleen tonen hoe hem in en uit te schakelen.
(1) Druk op de [DEMO]-knop.
DEMO
Het display verandert in:
(2) Druk, indien nodig, op het [LANGUAGE]-veld en
kies de taal voor deze interactieve demofunctie.
(4) Hoort u de muziek maar nauwelijks, dan moet u
met de [VOLUME]-regelaar (helemaal links, in de
MASTER-sectie) een hoger volume instellen.
MAS
VOLUME
(5) Om de demo te stoppen en de demofunctie van de
E-60/E-50 weer te verlaten moet u op [DEMO],
RECORDER [PLAY÷STOP¥®÷ª] of de [EXIT]-knop drukken.
EXIT
(Druk op [CLOSE], als u deze pagina helemaal niet
wilde selecteren. Dan verandert er niets aan de taalkeuze.)
(3) Druk op het veld waarmee u toegang hebt tot de
benodigde demofunctie.
Er zijn 8 klank- en 8 Style-demo’s.
r
20
Over de hoofdpagina
Als u de demomode (of eender welke andere displaypagina) verlaat c.q. zolang u geen enkele instelling van de
E-60/E-50 wijzigt, ziet het display er ongeveer als volgt
uit:
ABC
E-60/E-50 Music Workstation
Met het SCALE TUNE-veld G gaat u naar een pagina
waar u de stemming van de E-60/E-50-noten kunt
wijzigen (om bv. Arabische toonladders te gebruiken).
Met het TRANSPOSE-veld H tenslotte springt u naar
de displaypagina waar u één, verschillende of alle
secties kunt transponeren (naar gelang de op die
pagina gekozen mode). Dit veld heeft dezelfde functie als de [TRANSPOSE]-knop.
r
Frontpaneel
D
G
H
E
FF
De hier getoonde informatie wordt eerst en vooral
bepaald door de instellingen van de E-60/E-50, de
geladen data enz. De afbeelding geeft echter een
goede indruk van wat u op uw instrument ziet.
Bijna alle in het display getoonde gegevens zijn aan
velden toegewezen waarop u kunt drukken om naar
een andere pagina te springen, een parameter te editen of te selecteren.
Druk bv. op het A-veld om naar de “ARRANGER SETTING”-pagina te gaan. Druk op B om een ander
splitpunt in te stellen.
De [SONG]- en [STYLE]-knoppen C zien er anders uit
en gedragen zich dus ook anders: druk op één van
deze knoppen om de sectie te kiezen wier tempo
moet worden weergegeven. (De tempowaarde kunt u
met de [√SLOW][FAST®]-knoppen en, na het stoppen
van de weergave, met [TAP] instellen.) U kunt ze niet
gebruiken om van de Style- naar de Song-mode te
gaan, omdat dat automatisch gebeurt – druk gewoon
op de [PLAY÷STOP¥®÷ª]- of [START÷STOP]-knop.
Opgelet: Zolang de hoofdpagina wordt afgebeeld, kunt u het
tempo tevens met het [DATA÷ENTRY]-wiel en de [DEC]/[INC]knoppen instellen.
Als de Guitar-mode van de E-60/E-50 actief is, ziet
het display er als volgt uit:
I
Druk op het I-veld om naar de “GUITAR MODE”pagina te gaan. Dit veld kan hetzij een elektrische,
hetzij een akoestische gitaar bevatten. Die slaat op
het type instrument dat u gekozen hebt.
Dit veld heeft dezelfde functie als de [GUITAR]-knop.
Zoals u ziet, kunt u heel wat instellen zonder ook
maar één menu te openen.
Opgelet: Als de hoofdpagina niet automatisch wordt afgebeeld, kunt u ze oproepen door op de [EXIT]-knop te drukken.
Algemene opmerking i.v.m. het menu van de E-50
Als u op de [MENU]-knop van de E-60 drukt, ziet het
display er als volgt uit:
Via de met D gemerkte velden springt u naar een
pagina waar u songs (SONG), Music Styles (STYLE) of
User Programs (USER PROG) kunt kiezen. Deze velden
hebben dezelfde functie als de gelijknamige knoppen
van de FINDER-sectie.
Via de OCTAVE-knopicoontjes E kunt u de momenteel geselecteerde Keyboard-part (die door een pijl
wordt aangeduid) hoger en lager stemmen. Om een
Keyboard-part te kiezen moet u op zijn TONE
ASSIGN-knop drukken.
De overige velden F dienen voor het kiezen van de
Keyboard-part waar u een andere klank aan wilt toewijzen, en het oproepen van de “TONE SELECT”pagina. Ze hebben dezelfde functie als de (KEYBOARD
PART) TONE ASSIGN-knoppen.
Omdat de E-50 geen D Beam-controller heeft, ziet zijn
“MENU”-pagina er als volgt uit:
21
E-60/E-50 Music Workstation
Eerste kennismaking
3.Eerste kennismaking
In dit hoofdstuk komen alleen de belangrijkste functies aan bod, die we stap voor stap gaan bekijken.
C
Recorder-sectie:
Hoe werkt het allemaal?
Uw E-60/E-50 is verschillende instrumenten in één.
Voor het spelen beschikt u namelijk over drie hoofdsecties.
A
Keyboard-parts:
Deze sectie bevat de parts die u via het klavier kunt
aansturen – vandaar de benaming “Keyboard”. De
E-60/E-50 heeft vijf Keyboard-parts waarvan u er
vier tegelijk kunt bespelen: UP1, UP2, LWR en MBS.
“UP” staat voor “Upper” en verwijst naar de rechter
klavierhelft (als u met een split werkt). “LWR” staat
voor “Lower” en slaat dus op de linker helft. “MBS” is
de afkorting voor “Manual Bass”, d.w.z. een monofone baspart wiens noten door de gespeelde akkoorden worden bepaald.
Er is geen Manual Drum-part, omdat alle zonet vernoemde parts voor het spelen van een Drum Set kunnen worden gebruikt. De vijfde part, “MELODY INT”, is
iets tweeslachtiger: hij gaat weliswaar door voor Keyboard-part, maar hij wordt gedeeltelijk door de
Arranger gestuurd. Zie “Melody Intelligence” op
blz. 62.
B
Arranger/Style-sectie:
Linkerhand:
Arranger-sturing
Rechterhand: melodie
(Keyboard-parts)
Omdat die benaming op het frontpaneel wordt
gehanteerd, nemen we ze gewoon over. De betreffende sectie bevat namelijk een 16-sporen sequencer,
een eenvoudig te gebruiken MIDI-opnamefunctie en
een bijzonder veelzijdige Standard MIDI File-player
met heel wat functies die u tijdens het spelen kunt
gebruiken.
Spelen met een automatische
begeleiding
Laten we beginnen met de automatische begeleidingsfunctie, die “Arranger” heet, maar in het display en op
het frontpaneel ook vaak “Style” wordt genoemd.
De Arranger is een “interactieve weergavesequencer”
die voor de begeleiding zorgt. De begeleidingen noemen we “Music Styles” omdat ze telkens begeleidingspartijen voor een bepaald muziekgenre (rock, pop,
dance, wals enz.) bevatten.
De Arranger laat toe de melodische begeleidingspartijen (bas, piano, gitaar enz.) te transponeren door
gewoon andere akkoorden te spelen. In de regel doet u
dit waarschijnlijk met uw linkerhand. Elke Music Style
omvat verschillende patronen, zodat u kunt beginnen
met een inleiding, vervolgens een simpele begeleiding
kunt kiezen voor de eerste strofe en een iets uitgebreidere voor de refreinen. Met een “Ending”-patroon breit
u tenslotte een mooi einde aan uw stuk.
Laten we eerst naar de belangrijkste Arranger-functies
kijken:
(1) Sluit de E-60/E-50 aan en schakel hem in (zie
blz.18 en 19).
(2) Druk op de EASY SETTING [ARR]-knop.
Linkerhand:
Arranger-sturing
De Arranger is uw bandje (of orkest). Hij speelt namelijk de begeleiding (die we Music Style noemen). In
zekere zin werkt de Arranger zoals een drumcomputer: hij speelt namelijk begeleidingspatronen.
In tegenstelling tot een drumcomputer kunt u echter
heel gemakkelijk het benodigde patroon kiezen. Zo
hoeft u de volgorde van de patronen niet op voorhand te programmeren. Bovendien speelt de Arranger niet alleen de drums, maar ook een bas en melodische partijen. De toonaard hiervan bepaalt u aan de
hand van uw zelf gespeelde akkoorden (meestal in de
linker klavierhelft).
r
22
Rechterhand: melodie
(Keyboard-parts)
ARRORGAN
De knop licht op en het klavier wordt in twee helften
verdeeld. In de linker helft kunt u akkoorden spelen.
De rechter helft is voor het spelen van melodieën
bedoeld.
E-60/E-50 Music Workstation
Spelen met een automatische begeleiding
r
(3) Als de [SYNC]-knop oplicht (wat waarschijnlijk het
geval is), moet u erop drukken om hem uit te schakelen.
SYNC
(4) Zet de MASTER [VOLUME]-regelaar op een aan-
vaardbare waarde (iets voorbij “1/4”).
MAS
VOLUME
(5) Druk op de [MAIN]-knop (licht op).
(6) Speel in de linker klavierhelft een akkoord en druk
op de STYLE CONTROL [START÷STOP]-knop.
• Voor majeurakkoorden volstaat één noot (bv. “C” voor
Do majeur, “A” voor La majeur enz.).
• Voor mineurakkoorden hoeft u alleen de grondnoot
en de derde toets rechts daarvan in te drukken.
• Voor septiemakkoorden speelt u de grondnoot en de
tweede toets links daarvan.
C majeurC mineur
Alleen de toets die overeenkomt met
de naam van het gewenste akkoord.
C7
Grondnoot + tweede toets links daarvan.
Opgelet: De functie voor dit “eenvingersysteem” heet “INTELLIGENT” (blz. 67). Op blz. 209 vindt u een overzicht van de
andere akkoorden die u met dit systeem kunt spelen (overmatig, verminderd enz.).
Grondnoot + derde toets rechts
daarvan.
Momenteel hoort u het “MAIN 1”-patroon (de
[MAIN]- en VARIATION [1]-knop lichten op). Dit is de
simpele begeleidingsversie van de gekozen Style.
Laten we nu een geschikte begeleiding voor het
refrein kiezen:
(8) Druk op de VARIATION [2]-knop (de [MAIN]- en [1]-
knop lichten op, terwijl [2] knippert).
START
STOP
De [START÷STOP]-knop licht op en de Arranger speelt
nu een begeleiding van de gekozen Music Style
(waarschijnlijk “Strummlin’ Pop”).
Deze begeleiding weerklinkt in de toonaard van de
noot die u daarnet hebt gespeeld (“C”). De naam van
het overeenkomstige akkoord wordt linksboven in het
display getoond:
Opgelet: Zie “Song/Arranger Start Priority” op blz. 196, als de
arrangerweergave niet start.
(7) Speel nu een ander akkoord in de linkerhelft.
Hetzelfde patroon wordt nu in een andere toonaard
gespeeld. U hoeft trouwens geen volledige akkoorden
te spelen:
Aan het einde van het VARIATION [1]-patroon licht de
VARIATION [2]-knop op en speelt de Arranger een
andere begeleiding.
(9) Probeer nu ook de variaties 3 en 4 even uit.
Professionele overgangen: Fill In
Tot nu toe hebben we alleen met de belangrijkste begeleidingspatronen gewerkt (d.w.z. de frasen, die zo lang
worden herhaald tot u de Arranger stopt).
De verschillende variaties kunt u gebruiken voor de
strofen (1), tweede strofen (2), refreinen (3 & 4) en
andere songdelen. Om een dergelijk patroon te kiezen
hoeft u maar de knoppen VARIATION [1]~[4] te gebruiken. Dat zorgt voor plotse veranderingen van de begeleiding, terwijl “echte” muzikanten een nieuw deel in de
regel “aankondigen” d.m.v. een roffel in de drums en
andere variaties van de begeleiding.
Op de E-60/E-50 zorgt u op de volgende manier voor
dergelijke overgangen:
(1) Start de weergave van het MAIN [1]-patroon (zie
hierboven).
(2) Speel in de linker klavierhelft een akkoord.
23
E-60/E-50 Music Workstation
Eerste kennismaking
(3) Druk op de [AUTO¥FILL¥IN]-knop (licht op).
(4) Druk op een VARIATION [1]~[4]-knop om een ander
MAIN-patroon te kiezen.
De [MAIN]-knop en de gekozen VARIATION [1]~[4]knop knipperen.
Wat er nu gebeurt, hangt af van wanneer u op de
knop drukt:
• Als u op gelijk welke tel vóór de laatste tel van een
maat op deze knop drukt, duurt de Fill tot aan het
einde van de huidige maat. Vervolgens wordt het
nieuw gekozen patroon afgespeeld (de [MAIN]- en de
gekozen VARIATION-knop lichten dan op).
• Als u op de laatste tel van een maat op deze knop
drukt, begint de Fill op de eerste tel van de volgende maat en duurt hij een volledige maat. Daarna wordt
het nieuwe patroon gekozen.
Druk u opnieuw op dezelfde cijferknop ([1]~[4]), dan
wordt er volgens de zojuist vernoemde regels een
overgang gespeeld. Aan het einde daarvan keert de
Arranger echter terug naar het patroon dat u daarvóór al gebruikte.
(5) Schakel de [AUTO¥FILL¥IN]-knop uit als de keuze van
een nieuw patroon niet meer door een Fill-In moet
worden voorafgegaan.
Opgelet: U kunt de lengte van een Fill-In ook halveren. Zie
“Half Bar on Fill In” op blz. 55.
Intro & Ending
Nu we ook de overgangen onder de knie hebben, vraagt
u zich misschien af hoe je met een professionele inleiding begint en op een stijlvolle manier eindigt. Daarvoor dienen de [INTRO]- en de [END/RIT]-knop.
Terwijl de MAIN-patronen zo vaak herhaald worden tot
u een ander patroon kiest of de Arranger stopt, worden
Fill-Ins (zie hierboven), Intro’s en Endings maar één keer
gespeeld.
Zodra het INTRO-patroon afgelopen is, vervolgt de
Arranger automatisch met het MAIN [1]~[4]-patroon
(naar gelang welke knop knippert). Aan het einde van
het Ending-patroon stopt de Arranger daarentegen.
(1) Stop de Arranger-weergave door op de
[START÷STOP]-knop te drukken (hij dooft).
(2) Speel in de linker klavierhelft een akkoord om de
toonaard van het Intro-patroon te bepalen.
(3) Druk op de [INTRO]- en de cijferknop ([1]~[4]) van
het Intro-patroon dat u wilt horen.
(4) Druk op de [START÷STOP]-knop om de Arranger-
weergave te starten.
De Arranger speelt nu de inleiding van de gekozen
Music Style. Het “MEASURE”-veld op de hoofdpagina
telt nu achteruit (“–4”, “–3” enz.) om de duur van de
Intro aan te geven. Indien gewenst, kunt u nu ook de
andere drie Intro-patronen uitproberen door op
[INTRO] en [1]~[4] te drukken. Het cijfer verwijst naar
de complexiteit van de begeleiding.
Opgelet: Speel tijdens de Intro-weergave geen noten. De
meeste Intro’s bevatten namelijk al akkoordwissels die u door
uw eigen akkoorden grondig in de war zou kunnen sturen.
Tijdens de Arranger-weergave knippert de
[START÷STOP]-knop rood op de eerste tel en groen
op de overige tellen van de maat om het tempo aan
te duiden. Zolang de Arranger gestopt is, zorgt de
[METRONOME]-knop voor deze optische indicatie
(hij knippert echter alleen in het rood).
(5) Druk op één van de VARIATION [1]~[4]-knoppen om
het patroon te kiezen dat na afloop van de Intro
moet worden gespeeld (de betreffende knop knippert).
Door nu al op [MAIN] te drukken zorgt u dat het
Intro-patroon aan het begin van de eerstkomende
maat (dus waarschijnlijk vóór het officiële) einde
overgaat in iets anders.
(6) Wacht tot het gekozen MAIN-patroon begonnen is
en druk dan op de [END/RIT]-knop.
Aan het einde van de huidige patrooncyclus speelt de
Arranger het Ending-patroon af en stopt daarna. Tijdens de weergave van het Ending-patroon telt het
“MEASURE”-veld op de hoofdpagina achteruit (“–4”,
“–3” enz.) om de duur van het patroon aan te geven.
Ook hier kunt u weer kiezen uit vier verschillende
Ending-frasen. Als u na het inschakelen van de [END/RIT]-knop geen cijferknop [1]~[4] indrukt, kiest de
Arranger automatisch de ENDING-frase met hetzelfde nummer als de tot dan toe gebruikte MAINfrase.
Opgelet: Ook hier is het slimmer om tijdens de Ending-frase
geen akkoorden te spelen.
r
24
E-60/E-50 Music Workstation
Spelen met een automatische begeleiding
r
Opgelet: Zie “Bijkomende Arranger/Style-functies” op blz. 60
voor bijkomende Arranger-functies.
Music Styles kiezen
Tot nu toe hebben we maar één Music Style gebruikt
(en wel degene die tijdens het inschakelen automatisch
wordt gekozen). Ziehier hoe u andere Music Styles kiest:
(1) Druk op een STYLE-knop om een Music Style-fami-
lie te kiezen.
8 BEAT
16 BEAT
LIVE
BAND
De indicator van die knop licht op en het display ziet
er als volgt uit:
Het display toont 10 Music Styles van de zonet opgeroepen familie. Als de naam van de gewenste Style
niet afgebeeld wordt…
(2) Kies met de [PAGE¥1]~[PAGE¥4]-knoppen een
andere pagina.
Het aantal pagina’s verschilt naar gelang de gekozen
familie. Bepaalde families bevatten maar één pagina,
andere daarentegen twee, drie of zelfs vier.
(3) Druk op het veld van de Style die u wilt gebruiken.
DISCO
BALL
ROCKLATIN
DANCE
ROOM
JAZZ
BLUES
TRADIT
WORLD
(4) Druk op de [EXIT]-knop om terug te gaan naar de
hoofdpagina.
EXIT
Tempo instellen
Als de begeleiding te snel (of te traag) speelt, kunt u
het tempo van de Music Style wijzigen:
DEFAULT
√SLOW
(1) Druk op [ôSLOW] om het tempo in stappen van
één eenheid te verlagen.
(2) Druk op [FAST¥®] om het tempo in stappen van één
eenheid op te voeren.
Op de meeste pagina’s, waar het tempo niet wordt
afgebeeld, verschijnt nu even het volgende venster
om de ingestelde waarde te bevestigen:
U zou ook verschillende keren –in de maat van het
gewenste tempo– op de [TAP]-knop kunnen drukken.
Het nieuwe tempo verschijnt rechtsboven in het display:
FAST
®
Als de Arranger aan het draaien is, terwijl u een
andere Style kiest, begint de nieuwe Style vanaf de
eerstvolgende maat.
De [METRONOME]-knop knippert rood om de eerste
tel van elke maat aan te geven (zolang de Arranger
niet loopt). Tijdens de Arranger-weergave knippert de
[START÷STOP]-knop rood op de eerste en groen op de
overige tellen van de maat.
(3) Om daarna weer het voorgeprogrammeerde tempo
te kiezen moet u [ôSLOW] ingedrukt houden en
tegelijk op [FAST¥®] drukken:
25
E-60/E-50 Music Workstation
Eerste kennismaking
Werken met de Keyboard-parts
Uw E-60/E-50 biedt 4 “parts” waarmee u verschillende
klanken via het klavier kunt bespelen. Die noemen we
de “Keyboard-parts”. Laten we nu een melodie bij de
begeleiding spelen.
Spelen met een Upper- en/of de Lower-part
Tijdens het inschakelen wordt de UP1-part automatisch
geactiveerd en aan het volledige klavier toegewezen.
Dat komt, omdat de E-60/E-50 in de EASY SETTING
“PIANO”-mode opstart.
(1) Druk op de PART ON/OFF [UP1]-knop, als hij niet
oplicht.
(2) Speel een paar noten op het klavier.
De klank van de UP1-part is aan het volledige klavier
toegewezen.
U zou nu ook op de TONE EFFECTS [MULTI¥FX]-knop
kunnen drukken om een gepast effect aan de Keyboard-parts (hier UP1) toe te wijzen. Zie blz. 84 voor
meer details.
(3) Stel met de MASTER [VOLUME]-regelaar het uit-
gangsvolume van de E-60/E-50 in.
MAS
VOLUME
(4) Met de [BALANCE]-regelaar bepaalt u de balans
tussen de begeleiding en de door uzelf gespeelde
partijen.
Alterneren tussen klanken
De E-60/E-50 laat toe verschillende klanken tegelijk te
spelen door meerdere Keyboard-parts in te schakelen.
Andere parts worden door de Arranger/Music Styles
gespeeld en heten bijgevolg Style-parts. En dan zijn er
nog de parts die door de Recorder worden aangestuurd
– de Song-parts.
De Keyboard-parts kunt u hetzij samen of voor het
alterneren tussen verschillende klanken gebruiken.
Kies met de PART ON/OFF-knoppen de part(s), die u wilt
bespelen.
U kunt verschillende klanken tegelijk (wat we een
“layer” noemen) of via aparte klavierzones (“split”)
bespelen. Hierna vindt u een voorstelling van de Keyboard-parts. (Zie blz. 60 voor de Style-parts.)
• UP1 (Upper1): Upper1 is meestal de belangrijkste
solopart (en wordt in de Piano-mode automatisch
geactiveerd).
• UP2: De Upper2-part kan dienen als bijkomende
solopartij naast Upper1 – of als een alternatieve
melodieklank. Hij biedt twee stemmingsparameters
(“Coarse” en “Fine”) die Upper1 niet heeft.
• LWR: De Lower-part kan aan de linker klavierhelft
worden toegewezen.
• MBS: De MBS-part verzorgt een semi-automatische
baslijn, zolang de LWR-parts actief is. Als de LWRknop niet oplicht, gedraagt hij zich zoals een gewone
Keyboard-part.
Opgelet: Alle Keyboard-parts kunnen voor het spelen van
drumpartijen worden gebruikt. In tegenstelling tot eerdere
Roland-keyboards heeft de E-60/E-50 namelijk geen “Manual
Drums”-part meer.
• MELODY INTELL (Melody Intelligence): Deze part
wordt door de Arranger aangestuurd en speelt automatisch harmonieën. Die worden bij de melodie
gevoegd, die u met de UP1-part speelt. Die part kunt
u niet zelf aansturen. Dat verklaart meteen waarom
de knop van die part zich niet in de KEYBOARD PARTsectie bevindt (hij maakt deel uit van de TONE
EFFECTS-sectie). Er zijn 18 verschillende harmonietypes (blz. 62).
BALANCE
ACCOMP
KEYBOARD
Draai hem naar “KEYBOARD”, als uw zelf gespeelde
noten te stil zijn. Draai hem naar “ACCOMP”, als uw
spel wat hard is t.o.v. de Arranger (of song).
Opgelet: Zie blz. 81 voor het instellen van de onderlinge
balans tussen de Keyboard-parts.
(5) Druk op de PART ON/OFF-knop van andere Key-
board-parts die u misschien wilt toevoegen
(“layer”).
r
26
E-60/E-50 Music Workstation
Werken met de Keyboard-parts
r
Klanken kiezen voor de Keyboard-parts
■One Touch
Tijdens het werken met de Arranger is de eenvoudigste manier om geschikte klanken voor de Keyboardparts te kiezen het gebruik van de ONE TOUCH-functie. De “One Touch”-geheugens zijn eigenlijk kleine
User Programs. Zie blz. 65 voor meer details.
(1) Druk op de gewenste ONE TOUCH-knop.
ONE
1
Er zijn vier One Touch-geheugens per Music Style
(voor de 136 fabrieks-Styles en de 80 CUSTOMgeheugens).
Opgelet: De meeste “One Touch”-geheugens activeren de
SYNC START-functie. Als u niet wilt dat de Arranger begint,
zodra u een noot of akkoord speelt, moet u de [SYNC]-knop
uitschakelen.
(2) Kies een Style (blz. 25) en start de Arranger-weer-
gave door op de [START÷STOP]-knop te drukken.
Speel een melodie bij de begeleiding. U zal merken
dat de klanken van alle Keyboard-parts perfect bij de
sfeer van de Style aansluiten.
(3) Kies een andere Style en speel opnieuw een solo.
De actieve Keyboard-part (waarschijnlijk UP1) hanteert nu een andere klank (zelfs uitgeschakelde Keyboard-parts kiezen een andere klank).
(4) Druk op een andere ONE TOUCH-knop om die regi-
stratie te gebruiken.
(5) Druk opnieuw op dezelfde knop, als u de “One
Touch”-instellingen niet meer nodig hebt.
2
• Druk, op de hoofdpagina, op de regel van de part
waar u een andere klank aan wilt toewijzen.
In dat geval springt de E-60/E-50 meteen naar de
“TONE”-pagina van de momenteel gehanteerde klank.
De pijl duidt de part aan waar u een andere klank aan
kunt toewijzen (de TONE ASSIGN-knop licht eveneens
op).
Opgelet: U kunt zelfs aan momenteel uitgeschakelde Keyboard-parts andere klanken toewijzen. Op die manier kunt u de
volgende klank al voorbereiden, terwijl u nog een andere Keyboard-part gebruikt.
(2) Druk op een TONE-knop om een familie en de
“beste” klank daarvan te kiezen (de betreffende
klank wordt nu al gekozen).
Het display beeldt nu een lijst van de binnen deze
familie beschikbare klanken af:
■Met de hand klanken kiezen
De E-60/E-50 bevat 1050 klanken (alias “Tones”) en 33
Drum Sets, die in 8 families onderverdeeld zijn.
(1) Kies de part waar u een andere klank of Drum Set
aan wilt toewijzen:
• Druk op de TONE ASSIGN-knop van de gewenste part
(moet oplichten).
–OF–
(3) Druk op het veld van de gewenste klank. Als u die
niet vindt passen, drukt u op een ander veld.
De laatste klank, die u in elke familie kiest, wordt tijdelijk onthouden en telkens gekozen, wanneer u op
de betreffende TONE-knop drukt. (Die keuze kunt u
echter wijzigen door gewoon op een ander veld te
drukken.)
(4) Als u nog steeds niet gelukkig bent met de gekozen
klank, kunt u met de velden [PAGE¥1]~[PAGE¥5] en
[˚] een andere pagina kiezen (indien beschikbaar).
Het [˚]-veld verschijnt alleen, als er meer dan vijf
pagina’s zijn. Andere klankfamilies bevatten minder
dan vijf pagina’s. Het aantal pagina’s verschilt naar
gelang de gekozen familie.
(5) Druk op het veld van de gewenste klank.
(6) Druk op de [EXIT]-knop om terug te gaan naar de
hoofdpagina.
27
E-60/E-50 Music Workstation
Eerste kennismaking
Als u deze TONE-familie later opnieuw kiest, springt
de E-60/E-50 automatisch naar de pagina waar zich
de laatst gekozen klank bevindt (en roept hem meteen op).
Over de klanken van de E-60/E-50
Probeer de klanken zorgvuldig uit door afwisselend
hard en zacht aan te slaan. U zal versteld staan van
de rijke nuances die u daarmee bereikt. (Op blz. 50
vindt u meer details over de aanslaggevoeligheid.)
Zo is er bv. een “JazzScat”-klank (VOCAL-familie), met
drie dynamiekniveaus waarmee u “doe”, “bap” of
“dauw” kunt spelen door de toetsen harder of zachter
aan te slaan. Voor talrijke gitaarklanken zijn er dan
weer hammer-on/bedinggeluiden die u via de maximale aanslag kunt aansturen.
Bovendien kunt u, door het klavier (met de OCTAVEparameter) naar het laagste octaaf te transponeren,
soms typische “bijgeluiden” spelen (het schuiven van
de vingers over gitaarsnaren, het kloppen op de
klankkast van de gitaar enz.)
■Keuze van het klankensysteem (Sound Set Mode)
De Roland-ingenieurs hadden zoiets van “misschien
worden de gebruikers aanvankelijk overdonderd door
het aantal klanken per TONE-familie”. Daarom toont
de E-60/E-50 niet alle klanken, wanneer u hem voor
het eerst inschakelt. Deze “beperkte” displaymode
heet “BEST SELECTION”. In die mode kunt u alleen de
“nieuwe” klanken selecteren.
Misschien hebt u echter af en toe “oudere” klanken
(van de G- en VA-serie) nodig. Dan moet u “EXTENDED” kiezen:
(1) Druk op de [MENU]-knop.
(2) Druk op het [UTILITY]- en het [STARTUP]-veld.
(3) Druk op [EXTENDED] of [BEST¥SELECTION] om uw
keuze te maken.
Deze instelling wordt opgeslagen en zo lang gehanteerd tot u ze weer wijzigt.
Drummen op het klavier
De E-60/E-50 laat ook toe om drum- en percussieklanken via het klavier te spelen. Als u al met een ouder
arrangerinstrument van Roland gewerkt hebt, weet u
misschien dat er vroeger een “M.Drums”-part voor het
spelen van percussie was. Die part bestaat niet meer,
omdat u nu met eender welke van de volgende Keyboard-parts kunt drummen: UP1, UP2, LWR en MBS.
(1) Druk op de TONE ASSIGN-knop van de part waar u
een Drum Set aan wilt toewijzen (die knop licht
op).
(2) Druk op de TONE [DRUMS]-knop.
(3) Druk op een veld om een andere Drum Set te kie-
zen.
MENU
Het display verandert in:
r
Indien nodig, kunt u met [PAGE¥1]~[PAGE¥4] naar een
andere pagina gaan om daar een Drum Set te kiezen.
(4) Speel een paar noten op het klavier.
28
E-60/E-50 Music Workstation
Realistische gitaarpartijen spelen (Guitar-mode)
r
Aan elke toets is een andere drum-/percussieklank
toegewezen. Druk op de tweede “C”-toets van links
(C2) om een basdrumnoot te spelen (“Kick”) en op de
witte toets rechts daarvan (D2) om een snare te
horen. Probeer nu ook de andere toetsen even uit.
IPopKik36
IPopCStk37st
IPopSn38st
IPopGstS39st
IPopSn40st
IPopTomLFl41
IPopHat1_42
IPopTomL43
IPopHat2_44
IPopTomMFl45
IPopHat3_46
IPopTomM47
IPopTomHFl48
IPopCyml2_52
IPopTomH50
C2
C3
(dit is maar een voorbeeld)
(5) Druk op de [EXIT]-knop om terug te gaan naar de
hoofdpagina.
EXIT
Realistische gitaarpartijen spelen
(Guitar-mode)
De E-60/E-50 biedt een Guitar-mode waarmee u, via
het klavier, bijzonder realistische gitaarpartijen kunt
spelen. Zoals u zal merken, vereist dit een misschien
ongewone aanpak, die echter wel bijzonder muzikaal
en zelfs logisch ineen zit als u gedachtegang eenmaal
gesnapt hebt.
Wanneer u de Guitar-mode activeert, fungeert de UP1part als “hoofdgitaar”, terwijl de UP2-part voor het
dubbelen van de gitaarnoten kan worden gebruikt.
Zolang de gitaarmode actief is, kunnen UP1 en UP2
echter niet voor andere melodische doeleinden worden
gebruikt. Hoewel u hem –mits een beetje oefening– ook
in realtime kunt gebruiken, bewijst de Guitar-mode
vooral tijdens de opname van song- en Style-partijen
zijn nut.
(1) Druk op de EASY SETTING [GUITAR]-knop.
GUITAR PIANO
De indicators van de twee knoppen lichten op en het
display ziet er als volgt uit:
Met het [Off÷On]-knopicoontje kunt u de Guitarmode in- en uitschakelen. Als u deze pagina met
EASY SETTING [GUITAR] kiest, wordt hij automatisch
geactiveerd.
Als u nu op [EXIT] drukt om naar de hoofdpagina
terug te gaan, verandert het display:
Het UPPER1-veld onder “GUITAR MODE” beeldt de
naam van de momenteel gekozen gitaarklank af.
Door gewoon op dit veld te drukken kunt u geen
andere gitaarklank voor UPPER 1 kiezen: druk liever
op het GUITAR MODE-veld om naar de hierboven
getoonde pagina te gaan en wijzig daar alle benodigde instellingen. (De gitaarklank van UPPER2 wordt
automatisch gekozen. Die kunt u niet wijzigen.)
Eerste kennismaking
(2) Druk op het [ELECTRIC]- of [ACOUSTIC]-schakelaari-
coontje om aan te geven of u een elektrische of
akoestische gitaar nodig hebt.
Uw keuze wordt door de grote gitaarafbeelding
rechtsboven in het display weergegeven.
(3) Speel een akkoord in het “CHORD”-gebied van het
klavier.
Opgelet: Deze pagina kunt u ook oproepen door op de
[MENU]-knop‰ [GUITAR¥MODE] te drukken. In dat geval moet
u de Guitar-mode eventueel nog activeren door op het [Off/On]-knopicoontje (zie verderop) te drukken.
E-60: Hier akkoorden spelen
E-50: Hier akkoorden spelen
(Indien nodig, kunt u die toetsen meteen weer loslaten.)
29
E-60/E-50 Music Workstation
Eerste kennismaking
Opgelet: De toetsen in het “CHORD”-gebied sturen tevens alle
andere Keyboard-parts aan die op dat moment actief zijn (in
tegenstelling tot de “ARPEGGIO”- en “STRUMM”-toetsen). Naar
gelang de ingeschakelde Keyboard-parts spelen dan eventueel
tevens MBS, LWR (links). Zelfs de akkoordherkenning van de
Arranger blijft actief.
De in het “CHORD”-gebied gespeelde noten worden
als dusdanig niet door de gitaarsectie van de E-60/
E-50 weergegeven. Ze geven alleen aan wat u zo
meteen zal horen…
(4) Druk op de eerste “C”-toets rechts van het
“CHORD”-gebied.
Lage E-snaar
A-snaar
E-60
E-50
D-snaar
Hoge E-snaar
B-snaar
G-snaar
Lage E-snaar
A-snaar
D-snaar
Hoge E-snaar
B-snaar
G-snaar
U hoort nu de noot die een gitarist op de lage Esnaar zou spelen. De toets, die u momenteel indrukt,
maakt deel uit van de “ARPEGGIO”-sectie.
(5) Druk nu op de “D” rechts van de daarnet gebruikte
“C”.
U hoort nu de noot die een gitarist op de A-snaar zou
spelen.
(6) Herhaal dit vervolgens met de toetsen “E”, “F”, “G”
en “A” om ook de overige gitaarnoten van het
gespeelde akkoord te horen.
Even samenvatten: de zes tot nu toe ingedrukte toetsen vertegenwoordigen de zes virtuele gitaarsnaren.
Die kunt u gebruiken om, op basis van het gespeelde
akkoord (“CHORD”-gebied), arpeggio’s te spelen/tokkelen. De frasering van uw arpeggio’s wordt uitsluitend door de volgorde bepaald waarin u de toetsen
indrukt.
Als u deze “snaartoetsen” meteen na het inschakelen
van de E-60/E-50 (en vóór het spelen van het eerste
akkoord) indrukt, speelt de Guitar-mode de basisnoten van de zes snaren (te weten E-A-D-G-B-E). Zodra
u echter in het “CHORD”-gebied een akkoord speelt,
onthoudt de E-60/E-50 het en hanteert hij het zo
lang tot u een ander akkoord speelt.
(7) Speel een ander akkoord in het “CHORD”-gebied
en gebruik de “snaartoetsen” (in het “ARPEGGIO”gebied) opnieuw om de betreffende noten te spelen.
r
Bijkomende ARPEGGIO-functies
De hierboven besproken en afgebeelde toetsen komen
overeen met de normale “werkwijze” van een gitaar. In
het “ARPEGGIO”-gebied kunt u echter nog andere dingen doen (de meeste van die functies zijn aan zwarte
“ARPEGGIO”-toetsen toegewezen):
Laagste akkoordnoot
Traag neerwaarts akkoord (6 snaren)
E-60
E-50
Traag neerwaarts akkoord (4 snaren)
Grondnoot van het akkoord
Kwint van het akkoord
Laagste akkoordnoot
Grondnoot van het akkoord
Kwint van het akkoord
Laagste akkoordnoot
(1) Speel een akkoord in het “CHORD”-gebied van het
klavier.
(2) Druk op één van de volgende toetsen om het
“effect” ervan te horen:
● Laagste akkoordnoot (B3 & F#4)—Met deze toetsen
kunt u de laagste noten van de in het “CHORD”-gebied
gespeelde noten weergeven. Bijvoorbeeld: speelt u een
“C”-akkoord met de toetsen C-E-G, dan hoort u een “C”.
Speelt u hetzelfde akkoord met de toetsen G-C-E, dan
hoort u een “G”.
● Traag neerwaarts akkoord (6 snaren) (C#4)—Met deze
toets zorgt u dat alle zes “snaren” ongeveer op hetzelfde
moment worden aangeslagen. Verderop zal u zien dat er
ook een “snelle” variant is die de snaren nagenoeg simultaan “aanslaat”. “Neerwaarts” betekent overigens dat het
gesimuleerde plectrum (of de duim/vinger) van de
bovenkant van de gitaar (de lage E-snaar) naar de vloer
beweegt.
● Traag neerwaarts akkoord (4 snaren) (Eb4)—Dit lijkt op
het vorige effect. Hier worden echter maar vier noten
gespeeld.
● Kwint van het akkoord (Ab4)—Met deze toets speelt u
de kwint van het laatst ingegeven akkoord (bv. de G van
een “C”-akkoord). Dit zou u met de volgende functie
kunnen combineren voor uitermate populaire gitaarlicks,
die op het afwisselen tussen de grondtoon en de kwint
berusten. (U mag ze natuurlijk ook samen spelen.)
● Grondnoot van het akkoord (Bb4)—In tegenstelling tot
de B3 of F#4 hoort u bij het indrukken van deze toets
altijd de grondtoon van het laatst ingevoerde akkoord
(dus een C voor een “C”-akkoord, een E voor een “E”akkoord enz.).
Guitar-mode van de E-60/E-50 verlaten
Om de Guitar-mode te verlaten kunt u op eender welke
EASY SETTING-knop ([ARR], [ORGAN] of [PIANO]) of het
[Off÷On]-schakelaaricoontje van de “GUITAR MODE”pagina drukken (om “Off” te kiezen).
U zou echter ook een User Program kunnen kiezen dat
de Guitar-mode uitzet (zie blz. 89).
30
Loading...
+ 190 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.