Roland BR-864 User Manual [it]

Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS BR-864 8-Track Digital Studio.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld:
• HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN (p. 2-3)
• BELANGRIJKE OPMERKINGEN (p. 4-5)
In deze secties vindt u belangrijke informatie over de juiste bediening van dit apparaat.
Daarnaast dient de volledige gebruikershandleiding gelezen te worden, zodat u een goede indruk krijgt van alle mogelijkheden die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar de handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
Druktechnische details in deze handleiding
• Teksten of getallen tussen vierkante haken [ ] geven knoppen aan.
[PLAY] PLAY knop
[REC] REC knop
• Verwijzingen als (p. **) geven op pagina’s in deze handleiding aan, waarnaar wordt terugverwezen.
Copyright © 2003 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION op geen enkele wijze gereproduceerd worden.
1

Het apparaat op een veilige manier gebruiken

OGG
WAARSCHUWING
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies waarbij
WAARSCHUWING
de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
001
Zorg dat u onderstaande instructies en de gebrui-
kershandleiding leest, voordat u het apparaat in gebruik neemt.
.............................................................................................................
002c
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit.
.............................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan). Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de “Informatie” pagina kunt vinden.
.............................................................................................................
004
• Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn
(bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers,
wasruimtes of natte vloeren hebben of die
• aan regen worden blootgesteld of die
• stoffig zijn of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
.............................................................................................................
007
• Zorg dat u het apparaat zo plaatst, dat het altijd waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op standaards die kunnen wiebelen of op hellende oppervlakken.
.............................................................................................................
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het ● wijst de gebruiker op onderdelen die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
001
• Gebruik alleen de meegeleverde stroomadapter. Zorg ervoor dat het voltage overeenkomt met het voltage, dat op de adapter vermeld staat. Andere adapters kunnen een afwijkende polariteit hebben of voor een andere voltage bestemd zijn, dus indien u deze zou gebruiken kan dit schade, foutieve werking of een elektrische schok veroorzaken.
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
.............................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met koptelefoon of luidsprekers, kan geluids­niveaus produceren die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
.............................................................................................................
011
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terecht­komen.
..........................................................................................................
012c
2
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
013
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de “Informatie” pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere
wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een
duidelijke verandering in werking laat zien.
.............................................................................................................
014
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels, die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat, op te volgen.
.............................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
.............................................................................................................
015
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verleng­snoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
.............................................................................................................
016
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de “Informatie” pagina.
.............................................................................................................
019
• Lithium batterijen mogen nooit opnieuw worden opgeladen, verhit worden, uit elkaar gehaald worden of in vuur of water worden gegooid.
.............................................................................................................
VOORZICHTIG
101b
• Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst te worden, dat er voldoende ventilatieruimte beschikbaar is.
.............................................................................................................
102d
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
.............................................................................................................
103b
• Door stofophoping tussen de stekker van het netsnoer en de stroomingang kan een verminderde isolatie en brand worden veroorzaakt. Veeg stof regelmatig met een droge doek weg. Ook dient u het netsnoer uit het stopcontact te halen als het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden.
.............................................................................................................
104
107d
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
.............................................................................................................
106
• Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
.............................................................................................................
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn.
.............................................................................................................
108b
• Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, haalt u het netsnoer uit het stopcontact, en koppelt u de snoeren van alle apparaten los.
.............................................................................................................
109b
• Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact .
.............................................................................................................
110b
• Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht, haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
.............................................................................................................
111: Selection
• Indien batterijen niet juist worden gebruikt, kan het voorkomen dat ze ontploffen of gaan lekken en schade of verwondingen veroorzaken. Lees in het belang van de veiligheid de volgende voorzorgs­maatregelen, en neem ze in acht (p. 22).
• Volg de volgende plaatsingsinstructies voor
batterijen zorgvuldig op, en zorg ervoor dat u op de juiste polariteit let.
• Voorkom het gemengde gebruik van oude en
nieuwe batterijen. Zorg er tevens voor dat er geen batterijen van verschillende merken/typen worden gemengd.
• Verwijder de batterijen wanneer het toestel voor een
langere periode ongebruikt zal blijven.
• Gebruik als een batterij heeft gelekt een zacht stuk doek
of een papieren zakdoek om alle resten van de vulling te verwijderen. Plaats vervolgens nieuwe batterijen. Zorg er, om ontstekingen van de huid te voorkomen, voor dat er geen vulling van de batterij op uw handen of huid komt. Handel met uiterste voorzichtigheid, zodat er geen vulling in de buurt van uw ogen komt. Was het aangetaste gebied met stromend water direct af , indien er ook maar iets van de vulling in uw ogen is gekomen.
• Bewaar batterijen nooit in de nabijheid van metalen
voorwerpen als balpennen, kettingen, haarspelden, etc.
.............................................................................................................
112
• Gebruikte batterijen dienen in navolging van alle in uw woongebied van toepassing zijnde regels met betrekking tot hun veilige opruiming te worden weggegooid.
.............................................................................................................
118
• Mocht u schroeven verwijderen, zorg er dan voor dat u ze op een veilige plaats bewaart, buiten het bereik van kinderen, zodat er geen risico is dat ze per ongeluk worden ingeslikt.
.............................................................................................................
3

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Lees naast de items die onder “Belangrijke veiligheidsinstructies” en “Het toestel op een veilige manier gebruiken” op de pagina’s 2 en 3 staan het volgende, en neem het in acht:
Stroomvoorziening: gebruik van batterijen
• Gebruik dit toestel niet op een zelfde stroomnet met een apparaat dat gebrom veroorzaakt (zoals een elektrische motor of een variabel verlichtingssysteem).
• De adapter zal na meerdere uren achtereenvolgens gebruik warmte gaan genereren. Dit is normaal en vormt geen rede voor bezorgdheid.
• Aangezien het stroomverbruik van het toestel vrij hoog is, wordt het gebruik van een adapter aangeraden. Mocht u de voorkeur aan het gebruik van batterijen geven, gebruik dan batterijen van het alkaline type.
• Zet, wanneer u batterijen plaatst of vervangt, altijd de stroomtoevoer van het toestel uit en koppel alle kabels van externe apparaten die u eventueel heeft aangesloten los. Zo kunt u schade en / of storing aan speakers of andere apparatuur voorkomen.
• Er worden bij dit toestel batterijen meegeleverd. De duur­zaamheid van deze batterijen kan echter beperkt zijn, aan­gezien hun voornaamste doel was het mogelijk maken van testen.
• Zet, voordat u dit toestel op andere apparaten aansluit, de stroomtoevoer van alle toestellen uit. Dit helpt u om sto­ringen en / of schade aan speakers of andere elementen te voorkomen.
Plaatsing
• Gebruik van het toestel in de nabijheid van versterkers (of andere apparatuur die grote stroomtransformators heb­ben) kan brommen veroorzaken. Verplaats dit toestel om het probleem te verhelpen; of zet het verder van de stoor­zender af.
• Dit apparaat kan radio en televisieontvangst verstoren. Gebruik het niet in de nabijheid van dergelijke ontvan­gende apparatuur.
• Er kan ruis worden geproduceerd, wanneer in de nabij­heid van dit toestel draadloze communicatie apparatuur, zoals mobiele telefoons, worden gebruikt. Dergelijke ruis kan voorkomen, wanneer u een telefoontje ontvangt of gaat plegen of tijdens een gesprek. Mocht u dergelijke pro­blemen ondervinden, leg zulke draadloze apparaten dan verder van het toestel af of zet ze uit.
• Stel dit toestel niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet in de nabijheid van apparaten die warmte uitstralen, laat het niet achter in een afgesloten voertuig of stel het niet op andere manieren aan extreme temperaturen bloot. Over­matige hitte kan het toestel doen verkleuren of vervor­men.
• Er kunnen waterdruppels (condens) in het toestel ontstaan, wanneer het naar een andere locatie wordt verplaatst, waar de temperatuur en / of vochtigheidsgraad erg anders is. Als u het toestel in deze toestand tracht te gebruiken, kan dit lei­den tot schade en / of storing. Voordat u het toestel in gebruik neemt, dient u het daarom enkele uren te laten staan, tot de condens volledig is verdampt.
Onderhoud
• Veeg het toestel voor dagelijkse schoonmaak af met een zachte, droge doek of één die licht met water is bevoch­tigd. Gebruik om hardnekkig vuil te verwijderen een doek die is geïmpregneerd met een mild, niet agressief schoon­maakmiddel.
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplossin­gen van welke soort dan ook om zo de mogelijkheid van verkleuring en / of vervorming te voorkomen.
Reparatie en gegevens
• Wees ervan bewust dat alle gegevens, die in het geheugen van het toestel zijn opgeslagen, verloren kunnen gaan wanneer het toestel wordt gerepareerd. Van belangrijke gegevens dient te allen tijde een back up worden gemaakt op een geheugenkaart / computer of deze gegevens die­nen (indien nodig) op papier te worden opgeschreven. Tij­dens reparatie wordt er met gepaste zorgvuldigheid op gelet dat het verlies van gegevens wordt voorkomen. Ech­ter, in sommige gevallen (zoals wanneer de elektronische schakelingen die met het geheugen zelf in verbinding staan defect zijn), kan het tot onze spijt zo zijn dat we de gegevens niet kunnen herstellen. Roland is niet aanspra­kelijk voor een dergelijk verlies van gegevens.
Overige voorzorgsmaatregelen
• Wees ervan bewust dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar verloren kan gaan als gevolg van een sto­ring of oneigenlijk gebruik van het toestel. We raden u aan om van belangrijke gegevens, die u in het geheugen van het toestel heeft opgeslagen, regelmatig een back-up te maken in het geheugen van het toestel of een geheugen­kaart / computer om uzelf tegen het verlies van belang­rijke gegevens te beschermen.
• Helaas kan het onmogelijk blijken om de inhoud van gegevens die op in het geheugen van het toestel of een geheugenkaart waren opgeslagen te herstellen als deze eenmaal verloren is gegaan. In geval van een dergelijk verlies van gegevens acht Roland Corporation zich niet aansprakelijk.
• Als u de (draai)knoppen, schuiven of andere controllers en jacks en aansluitingen van het toestel gebruikt, doe dit dan met een passende hoeveelheid voorzichtigheid. Hard­handig gebruik kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op de display en oefen er geen grote druk op uit.
• Pak bij alle kabels, wanneer u ze aansluit / loskoppelt, de aansluiting vast – trek nooit aan de kabel. Zo vermijdt u het veroorzaken van kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
• Probeer, om het volume van het toestel op redelijke niveaus te houden, te voorkomen dat u uw buren overlast bezorgt. U zou er de voorkeur aan kunnen geven om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over diegenen om u heen (vooral als het laat op de avond is).
4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
• Verpak het toestel als u het moet vervoeren, indien moge­lijk, in de doos (inclusief vulling) waarin hij werd gele­verd. Wanneer dit niet mogelijk is, dient u gelijksoortige verpakkingsmaterialen te gebruiken.
• Gebruik het aangegeven expressie pedaal (EV-5; los ver­krijgbaar). U riskeert het toebrengen van storingen en / of schade aan het toestel, als u andere expressie pedalen aan­sluit.
• Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te doen. Neem als u een ander merk kabel gebruikt de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
• Sommige aansluitingskabels hebben weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit toestel geen kabels die weerstanden bevatten. Het gebruik van dergelijke kabels kan ervoor zorgen, dat het geluidsniveau extreem laag is of zelfs onhoorbaar. Neem voor infor­matie over kabelspecificaties contact op met de fabri­kant van de kabel.
Voordat u geheugenkaarten gebruikt (CompactFlash)
Geheugenkaarten gebruiken
• Schuif de geheugenkaart voorzichtig helemaal naar bin­nen – tot hij stevig op zijn plek zit.
705
• Raak het contactgedeelte van de geheugenkaart niet aan en zorg ervoor dat het niet vies wordt.
• De geheugenkaartsleuf van dit toestel accepteert Com­pactFlash geheugenkaarten. Microdrive opslagmedia van IBM zijn niet compatibel.
• CompactFlash kaarten zijn opgebouwd uit precisie com­ponenten. Ga voorzichtig met de kaarten om, en besteedt extra aandacht aan het volgende.
• Zorg ervoor dat u alle statische energie uit uw eigen lichaam ontlaadt, voordat u de kaarten aanraakt, om schade aan de kaarten door statische elektriciteit te voorkomen.
• Raak geen metaal aan, en zorg ervoor dat er geen metaal in aanraking komt met het contactgedeelte van de kaarten.
• Buig de kaarten niet, laat ze niet vallen en stel ze niet bloot aan hevige schokken of trillingen.
• Bewaar kaarten niet in direct zonlicht, afgesloten voertuigen of andere dergelijke locaties (bewaar­temperatuur -25 tot 85˚ C).
• Zorg ervoor dat kaarten niet nat worden.
• Haal kaarten niet uit elkaar en bewerk ze niet.
USB
Compatibel OS
Windows: Windows Me/2000 of later Macintosh: Mac OS 9.1 of later
Driver
De BR-864 gebruikt een standaard driver die op OS wordt gevonden. De DRIVER wordt automatisch geïnstalleerd zodra het toestel via USB op een computer wordt aangesloten.
Auteursrecht
• Ongeautoriseerde opname, distributie, verkoop, uitleen, openbaar optreden, uitzenden of iets soortgelijks, geheel of gedeeltelijk, van een werk (muzikale compositie, video, uitzending, openbaar optreden of iets dergelijks) waar­van het auteursrecht is voorbehouden aan een derde is bij wet verboden.
• Wanneer u via een digitale aansluiting geluidssignalen met een extern instrument uitwisselt, kan dit toestel opna­men uitvoeren zonder onderhevig te zijn aan de restricties van het Serial Copy Management System (SCMS). Dit komt, doordat het toestel alleen voor muzikale productie is bedoeld, en niet zodanig is ontworpen dat het aan res­tricties onderhevig is, mits het wordt gebruikt voor opname van werken (zoals uw eigen composities) die de auteursrechten van anderen niet schenden. (SCMS is een functie die tweede-generatie en later kopiëren door mid­del van een digitale connectie verhindert. Het wordt in MD recorders en andere duurzame digitale geluidsappa­ratuur als beschermfunctie voor het auteursrecht inge­bouwd).
• Gebruik dit toestel niet voor doeleinden, die het auteurs­recht van een derde zouden kunnen schenden. Wij nemen geen enkele verantwoordelijkheid met betrekking tot het schenden van auteursrechten van derden die uit uw gebruik van dit toestel kunnen voortvloeien.
204
Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
De vensterafbeeldingen in deze documenten zijn gedrukt met toestemming van Microsoft Corporation.
Windows® staat officieel bekend als “Microsoft® Win­dows® operating system”.
Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
MacOS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.
5
Inhoud
Het apparaat op een veilige manier gebruiken.................................... 2
BELANGRIJKE OPMERKINGEN .............................................................. 4
Kennismaking met de BR-864 ........................................................... 14
Eigenschappen ......................................................................................................................... 14
Geheugenkaarten die door uw BR-864 worden ondersteund .............................................. 16
Hoe u de kaartbeschermer verwijdert..................................................................................... 16
Paneelomschrijvingen........................................................................ 17
Voorpaneel ................................................................................................................................ 17
Beeldscherm ............................................................................................................................. 21
Achterpaneel ............................................................................................................................. 21
Batterijen plaatsen.................................................................................................................... 22
Snelle start 23
De demoliedjes beluisteren ................................................................ 24
(1) Randapparatuur aansluiten................................................................................................ 24
(2) Zet de BR-864 aan ............................................................................................................... 25
Het contrast van het beeldscherm aanpassen........................................................................... 26
(3) Een demolied beluisteren.................................................................................................. 26
Een lied selecteren......................................................................................................................... 26
Een lied afspelen ........................................................................................................................... 27
De huidige positie wijzigen ......................................................................................................... 27
(4) De stroom uitzetten............................................................................................................ 28
Een lied opnemen/afspelen ............................................................... 29
(1) De geheugenkaart klaar maken ........................................................................................ 29
De stroom aanzetten ..................................................................................................................... 29
De geheugenkaart formatteren(initialiseer) .............................................................................. 29
(2) De song voor opname selecteren...................................................................................... 30
Een nieuwe song opnemen.......................................................................................................... 30
(3) Instrumenten aansluiten.....................................................................................................31
Kies een jack om uw instrument op aan te sluiten................................................................... 31
Druk op de INPUT SELECT knop van het instrument dat u wilt opnemen ....................... 31
De interne microfoon uitzetten ................................................................................................... 32
De invoergevoeligheid aanpassen.............................................................................................. 32
Het invoerniveau aanpassen ....................................................................................................... 32
(4) Insert effecten gebruiken.................................................................................................... 33
Tussen effecten schakelen............................................................................................................ 33
Zonder insert effecten opnemen ................................................................................................. 34
(5) De Rhythm guide gebruiken............................................................................................... 34
De Rhythm guide afspelen ..........................................................................................................35
Arrangementen wijzigen ............................................................................................................. 35
Patronen wijzigen ......................................................................................................................... 36
Het tempo van de arrangementen of patronen wijzigen ........................................................ 36
6
Tappen om het tempo van de arrangementen of patronen .................................................... 36
(6) Basis opname ...................................................................................................................... 37
Het opnamespoor selecteren .......................................................................................................37
Over de opname (REC) functies ................................................................................................. 37
Procedure ....................................................................................................................................... 38
(7) Opgenomen muziek afspelen............................................................................................. 39
Het geluid van specifieke sporen stillen (Mute)....................................................................... 39
(8) Overdubben(Nog een uitvoering opnemen terwijl u naar een
bestaande uitvoering luistert) ................................................................................................. 39
(9) Het geluid voor ieder spoor afzonderlijk aanpassen ....................................................... 40
De positie (pan) van het geluid instellen................................................................................... 40
De toon aanpassen (Spoor EQ)....................................................................................................40
Breedte aan het geluid toevoegen (Loop effect) ....................................................................... 41
(10) Bounce Meerdere sporen samenvoegen ........................................................................ 42
(11) Masteren............................................................................................................................. 43
(12) De stroom uitzetten........................................................................................................... 44
(13) De geheugenkaart verwijderen ........................................................................................ 44
Hoofdstuk 1 Opnemen .................................... 45
Opnemen .......................................................................................... 46
Het opnamespoor selecteren .................................................................................................. 46
V-sporen wijzigen ..................................................................................................................... 47
De positie van het inkomende signaal wijzigen..................................................................... 47
Opname functies....................................................................................................................... 48
Afspelen herhalen (Repeat)................................................................ 49
Het herhaalgedeelte instellen .................................................................................................. 49
Het herhaalgedeelte met precieze timing instellen .............................................................. 50
Alleen een fout opnieuw opnemen (Punch in/uit)............................... 51
Handmatig in/uit punchen........................................................................................................51
Handmatig in en uit punchen met gebruik van [REC]............................................................ 51
Handmatig in en uit punchen met behulp van een voetschakelaar...................................... 52
Auto in en uit punchen............................................................................................................. 52
Het gebied voor auto in/uit punchen aangeven...................................................................... 52
Een geregistreerde auto punch in/uit locatie wissen.............................................................. 53
Hoe u opneemt .............................................................................................................................. 53
Herhaaldelijk over dezelfde locatie opnemen (Loop opname) ............................................. 54
Het gedeelte dat herhaald dient te worden instellen............................................................... 54
Hoe u opneemt .............................................................................................................................. 54
Een opdracht annuleren (Undo/redo)................................................. 55
De laatst uitgevoerde opdracht terugdraaien (Undo)............................................................ 55
De Undo annuleren (Redo) ...................................................................................................... 55
De insert effecten gebruiken .............................................................. 56
7
Effect patches en banken ........................................................................................................56
Insert effect instellingen bewerken......................................................................................... 57
Insert effect instellingen opslaan (Write) ............................................................................... 58
Wijzigen hoe de insert effect volgens de functie worden gebruikt...................................... 59
Meerdere sporen samenvoegen (Bounce)........................................... 60
De loop effecten/Spoor EQ gebruiken................................................ 62
Het loop effect selecteren ........................................................................................................ 62
Aanpassen hoe het loop effect wordt toegepast................................................................... 63
De Spoor EQ (equalizer) instellen ........................................................................................... 64
Masteren........................................................................................... 65
De Mastering tool kit instellingen bewerken.......................................................................... 66
De Mastering tool kit instellingen opslaan (write) ................................................................. 67
De song informatie weergeven.......................................................... 68
De resterende beschikbare opnametijd weergeven .............................................................. 68
Het verbruik van de geheugenkaart weergeven .................................................................... 68
Hoofdstuk 2 Bewerken .................................. 69
Tijd registreren (Locator functie)......................................................... 70
Een locator punt registreren....................................................................................................70
Naar locator punt gaan............................................................................................................. 70
Een locator punt verwijderen .................................................................................................. 70
Het begin en eind van de muziek opzoeken (Scrub/preview)............. 71
Scrubben om het start/eindpunt van de muziek te vinden ................................................... 71
De scrub punten wijzigen ........................................................................................................72
Het gebruik van de preview met [REW] en [FF] mogelijk maken ......................................... 72
De uitvoering op een spoor bewerken (Spoor editing) ....................... 73
Gegevens kopiëren (Track copy) ............................................................................................ 73
Het herhaalde gedeelte kopiëren (AB)....................................................................................... 73
Kopiëren door de tijd (TME/MES) aan te geven. ....................................................................74
Een compleet spoor kopiëren (ALL) ..........................................................................................75
Gegevens verplaatsen (Track move) ...................................................................................... 76
Het herhaalde gedeelte verplaatsen (AB).................................................................................. 76
Verplaatsen door de tijd (TME/MES) aan te geven................................................................. 77
Een compleet spoor verplaatsen (ALL) ..................................................................................... 78
Gegevens wissen (Track erase) .............................................................................................. 79
Het herhaalde gedeelte wissen (AB) ..........................................................................................79
Wissen door de tijd (TME/MES) aan te geven......................................................................... 80
Een compleet spoor wissen (ALL).............................................................................................. 81
Gegevens uitwisselen (Track exchange)................................................................................ 82
8
De songs die u heeft opgenomen beheren ......................................... 83
Een song kopiëren (Song copy).............................................................................................. 83
Songs wissen (Song erase) ..................................................................................................... 83
Geheugen op de geheugenkaart besparen (Song optimize) ................................................ 84
Songs een naam geven (Song name) ..................................................................................... 84
Een song beschermen (Song protect).................................................................................... 85
De huidige instellingen in de song opslaan........................................................................... 85
Een master tape maken..................................................................... 86
Op een cassette recorder opnemen (analoge aansluiting)................................................... 86
Op een digitale recorder opnemen (digitale aansluiting) ..................................................... 86
Digitaal kopiëren onmogelijk maken......................................................................................... 86
Hoofdstuk 3 De Rhythm guide gebruiken ....... 89
Over de Rhythm guide ...................................................................... 90
Over de patronen ...................................................................................................................... 90
Patroontypen ................................................................................................................................. 90
Over de arrangementen ...........................................................................................................90
Arrangementtypen........................................................................................................................ 90
De Rhythm guide functie veranderen ..................................................................................... 91
Arrangementen en patronen uitvoeren .................................................................................. 91
Arrangementen selecteren ........................................................................................................... 91
Arrangementen uitvoeren ........................................................................................................... 91
Patronen selecteren ....................................................................................................................... 92
Patronen uitvoeren........................................................................................................................ 92
Het tempo van de arrangementen of patronen wijzigen ........................................................ 92
Tappen om het tempo van de arrangementen of patronen te wijzigen................................ 92
Originele arrangementen maken....................................................... 93
Een stap invoegen .................................................................................................................... 94
Een stap wissen........................................................................................................................ 94
Arrangementen een naam geven ............................................................................................ 94
Arrangementen kopiëren ......................................................................................................... 95
Arrangementen wissen ............................................................................................................95
Originele patronen maken ................................................................ 96
Opmerking met betrekking tot het maken van patronen .......................................................96
Patronen maken in Realtime opname..................................................................................... 96
Opnamen repeteren ...................................................................................................................... 98
Onnodige drumgeluiden verwijderen....................................................................................... 99
Het metronoomvolume wijzigen................................................................................................ 99
In stapsgewijze opname patronen maken............................................................................ 100
De velocity wijzigen.................................................................................................................... 102
Onnodige drumgeluiden verwijderen..................................................................................... 102
Patronen een naam geven ..................................................................................................... 102
9
Patronen kopiëren .................................................................................................................. 103
Patronen wissen ..................................................................................................................... 103
Over de drum kits ........................................................................... 104
De drums uitvoeren ................................................................................................................ 104
Drum kits selecteren .............................................................................................................. 104
Originele drum kits maken (Tone load) ................................................................................ 105
Vanaf de sporen laden................................................................................................................ 105
Drumgeluiden van andere drum kits kopiëren...................................................................... 107
De positie (pan) van de drumgeluiden wijzigen.................................................................... 108
hoofdstuk 4 Effecten..................................... 109
Insert effect parameter functies ....................................................... 110
Instellingsprocedure .............................................................................................................. 110
Algoritme lijst.......................................................................................................................... 111
BANK: GUITAR ....................................................................................................................... 111
1. COSM GTR AMP ....................................................................................................................111
2. ACOUSTIC SIM ...................................................................................................................... 111
3. BASS SIM.................................................................................................................................. 112
4. COSM COMP GTR ................................................................................................................. 112
5. GTR SYNTH............................................................................................................................. 112
6. ACOUSTIC GTR ..................................................................................................................... 112
7. BASS MULTI............................................................................................................................ 113
8. COSM BASS AMP................................................................................................................... 113
9. COSM COMP BSS................................................................................................................... 113
BANK: MIC............................................................................................................................... 114
10. VOCAL MULTI ..................................................................................................................... 114
11. VOICE TRANS ......................................................................................................................114
12. COSM COMP VCL ............................................................................................................... 114
BANK: LINE ............................................................................................................................. 115
13. STEREO MULTI .................................................................................................................... 115
14. LO-FI BOX.............................................................................................................................. 115
BANK: SIMUL .......................................................................................................................... 115
15. VO+GT AMP .........................................................................................................................115
16. VO+AC.SIM........................................................................................................................... 116
17. VO+ACOUSTIC .................................................................................................................... 116
Parameter lijst ......................................................................................................................... 117
Akoestische gitaar simulator..................................................................................................... 117
Akoestische processor ................................................................................................................117
Bas simulator ............................................................................................................................... 117
Chorus........................................................................................................................................... 117
Compressor .................................................................................................................................. 118
COSM comp (compressor)/limiter .......................................................................................... 118
De-esser ........................................................................................................................................ 118
Defretter........................................................................................................................................ 118
Delay ............................................................................................................................................. 119
10
Dubbelen ......................................................................................................................................119
Enhancer....................................................................................................................................... 119
Equalizer....................................................................................................................................... 119
Flanger .......................................................................................................................................... 120
Voetvolume.................................................................................................................................. 120
Guitar synth ................................................................................................................................. 120
Harmonist .................................................................................................................................... 122
Lo-Fi Box....................................................................................................................................... 122
Signaalonderdrukker.................................................................................................................. 123
Octave ........................................................................................................................................... 123
Phaser............................................................................................................................................ 123
Pitch shifter ..................................................................................................................................123
Preamp.......................................................................................................................................... 124
RRing modulator......................................................................................................................... 124
Slow attack ................................................................................................................................... 125
Speaker simulator ....................................................................................................................... 125
Tremolo/Pan ............................................................................................................................... 125
Voice transformer........................................................................................................................ 126
Wah ...............................................................................................................................................126
Mastering tool kit parameter functies .............................................. 127
Instellingsprocedure .............................................................................................................. 127
Algoritme ................................................................................................................................. 127
Parameter lijst ......................................................................................................................... 128
Equalizer....................................................................................................................................... 128
Bass cut filter................................................................................................................................ 128
Enhancer....................................................................................................................................... 128
Input.............................................................................................................................................. 128
Expander ...................................................................................................................................... 129
Compressor .................................................................................................................................. 129
Mixer ............................................................................................................................................. 130
Limiter........................................................................................................................................... 130
Output........................................................................................................................................... 130
Loop effect parameter functies......................................................... 131
Instellingsprocedure .............................................................................................................. 131
Parameter lijst ......................................................................................................................... 132
CHORUS/DELAY/DBLN (dubbelen) ....................................................................................132
REVERB ........................................................................................................................................ 132
Spoor EQ parameter functies ........................................................... 133
Instellingsprocedure .............................................................................................................. 133
Parameter lijst ......................................................................................................................... 133
11
Hoofdstuk 5 Overige handige functies.......... 135
Een voetschakelaar of expressiepedaal gebruiken .......................... 136
Als u een voetschakelaar gebruikt........................................................................................ 136
Als u een expressiepedaal gebruikt...................................................................................... 136
Een instrument stemmen (stemfunctie) ............................................. 137
Naar de stemfunctie omschakelen........................................................................................ 137
Uitleg van de indicaties, die tijdens het stemmen worden weergegeven .......................... 137
Stemmen.................................................................................................................................. 138
De referentie toon van de stemfunctie instellen ..................................................................... 138
Moeilijke songs kopiëren (Phrase trainer)........................................ 139
De snelheid verminderen (Time stretch functie) ................................................................. 139
Het centrale geluid annuleren (Center cancel functie)........................................................ 139
Met MIDI apparatuur synchroniseren............................................... 141
MIDI beginselen ...................................................................................................................... 141
De Rhythm guide gebruiken om een externe MIDI geluidsmodule te spelen ................... 141
Weergave met een MIDI sequencer synchroniseren........................................................... 142
Gesynchroniseerde weergave met de BR-864 als master...................................................... 142
De MTC offset instellen.............................................................................................................. 144
MMC gebruiken ....................................................................................................................... 144
MMC-compatibele apparatuur vanaf de BR-864 bedienen. .................................................144
De uitvoer van een extern MIDI apparaat mengen
met de uitvoer van uw BR-864 (Audio sub mix)............................... 146
De instellingen van de BR-864 initialiseren ...................................... 147
Alle instellingen van de BR-864 initialiseren ....................................................................... 147
De systeem instellingen initialiseren.................................................................................... 147
De effect instellingen initialiseren......................................................................................... 148
De Rhythm guide arrangementen/patronen/drum kits initialiseren................................... 148
De geheugenkaart initialiseren.............................................................................................. 149
Batterijvermogen sparen (Power save) ............................................ 150
De stroombesparing functie deactiveren................................................................................. 150
Utility parameter lijst....................................................................... 151
Over de systeem parameters................................................................................................. 151
Over de Sync parameters ...................................................................................................... 151
Over de scrub paramters ....................................................................................................... 152
Over de Insert functie van de effecten.................................................................................. 153
12
Hoofdstuk 6 USB .......................................... 155
Voordat u USB gebruikt (overzicht).................................................. 156
Compatibele besturingssystemen (OS)................................................................................ 156
Samenstelling van gegevens op geheugenkaarten ............................................................ 156
Een computer aansluiten ....................................................................................................... 157
Een back-up maken van de gegevens van de BR-864 ...................... 158
Bij Windows ............................................................................................................................ 158
Bij Macintosh .......................................................................................................................... 159
De gegevens van de BR-532 gebruiken................................................................................ 159
Spoorgegevens van de BR-864 in WAV/AIFF formaat opslaan
(WAV/AIFF Exporteren) ................................................................... 161
Bij Windows ............................................................................................................................ 161
Bij Macintosh .......................................................................................................................... 162
WAV/AIFF bestanden op de sporen van de BR-864 inladen
(WAV/AIFF importeren) ................................................................... 164
Bij Windows ............................................................................................................................ 164
Bij Macintosh .......................................................................................................................... 165
SMFs importeren en patronen maken .............................................. 167
Bij Windows ............................................................................................................................ 167
Bij Macintosh .......................................................................................................................... 168
Drumgeluiden van WAV/AIFF bestanden inladen............................. 170
Bij Windows ............................................................................................................................ 170
Bij Macintosh .......................................................................................................................... 172
Hoofdstuk 7 Bijlagen.................................... 175
Arrangement/patroon lijst............................................................... 176
Voorgeprogrammeerde arrangementlijst ............................................................................. 176
Voorgeprogrammeerde patroon lijst .................................................................................... 177
Parameter lijst................................................................................. 178
Probleemoplossing .......................................................................... 181
Foutmeldingen ................................................................................ 183
MIDI implementatie ......................................................................... 185
MIDI Implementation Chart.............................................................. 188
Specificaties .................................................................................... 189
Index .............................................................................................. 191
Track Sheet ..................................................................................... 199
13

Kennismaking met de BR-864

Eigenschappen

Eenvoudige bediening
De BR-864 is zo ontworpen dat hij, zelfs door beginners, net zo gemakkelijk bediend kan worden als een cassetterecorder.
Of u nu alleen maar een demoband voorbereidt of uzelf klaarmaakt om master opnamen van uw eerste album te maken, met de eenvoudige bediening van de BR-864 kunt u al digitale opnamen vastleggen vanaf de dag dat u het appa­raat heeft uitpakt.
Werkstation voor digitaal geluid
Alle processen zijn volledig digitaal
Naast een digitale mixer en digitale recorder heeft de BR-864 vier digitale effecten processors.
Het is mogelijk om alle voor opname benodigde stappen, inclusief editing, bouncing van sporen, het gebruik van effecten en het afmixen, uit te voeren, binnen het digitale werkveld, zodat er geen verslechtering van de signaalkwali­teit plaatsvindt. Bovendien kunt u, door digitale apparatuur zoals een DAT recorder, MD recorder en CD recorder, aan te sluiten opnamen van uw gegevens maken met volledige digitale processing.
Door de USB aansluiting te gebruiken, kunt u de ingestelde song gegevens ook op een computer opslaan.
Uitgerust met V-sporen
De BR-864 heeft acht sporen voor geluidsopname, die de mogelijkheid bieden om op twee sporen tegelijkertijd op te nemen of vanaf acht sporen tegelijkertijd af te spelen. Boven­dien heeft elk spoor acht virtuele sporen, ook wel “V-sporen” genoemd, wat een totale opnamecapaciteit van 8 x 8 = 64 sporen geeft! Deze verhoogde veelzijdigheid biedt u de mogelijkheid om bijvoorbeeld vele takes van een gitaarsolo op te nemen, waaruit u later kunt kiezen, wanneer u alles samenvoegt. Tevens kunt u tijdens het afspelen van acht sporen de bounce functie gebruiken om naar een V-spoor te bouncen, en stereo bouncing uit te voeren zonder dat u gege­vens hoeft te wissen.
Rhythm guide functie
De “Rhythm guide” functie (p. 35, p. 90) maakt het gemakke­lijk om frasen of muzikale ideeën die in u opkomen vast te leggen. U hoeft alleen maar een geschikt ritmepatroon te selecteren, en het tempo in te stellen.
Naast de interne voorgeprogrammeerde ritmepatronen die al beschikbaar zijn, kunt u ook uw eigen oorspronkelijke ritme­patronen maken.
Door op te nemen met het gebruik van de Rhythm guide
functie, is het veel eenvoudiger om één maat tegelijk te bewerken.
Wat zijn V-sporen?
Elk spoor bestaat uit acht virtuele sporen, en u kunt elk willekeurige virtuele spoor selecteren voor opname of weergave. Dit betekent dat u maximaal 64 sporen kunt opnemen, en vervolgens elke willekeurige acht daarvan kunt selecteren om af te spelen. Deze virtuele sporen, waaruit de eigenlijke sporen zijn opgebouwd, worden “V-sporen” genoemd.
fig.00-101
V-spoor1 V-spoor2 V-spoor3 V-spoor4 V-spoor5 V-spoor6 V-spoor7 V-spoor8
Op de achterkant van deze handleiding (p. 198) staat een
“Sporenblad”, waarvan u kopieën kunt maken en die u
kunt invullen, wanneer u muziek op V-sporen opneemt.
Vier veelzijdige digitale effectenprocessors
De BR-864 heeft vier effecteneenheden.
De effectgroepen die voor opname (insert effecten), versturen en return (loop effecten), toonvorming (Spoor EQ) en masteren (Mastering tool kit) worden gebruikt, staan als afzonderlijke effecten. Andere effecten dan de Mastering tool kit kunnen gelijktijdig worden gebruikt.
Dit betekent dat de BR-864 geen enkel extern effecten appa­raat nodig heeft om een lied van hoogstaande kwaliteit te produceren.
De BR-864 heeft vele ingebouwde simulaties en effecten, inclusief versterker modeling met COSM voor een brede variatie aan insert effecten. Er zijn ook veel effecten voor vocaal, keyboard en gitaar meegeleverd, wat een groot scala aan applicaties geeft.
Onder de loop effecten vallen ruimtelijke effecten, zoals chorus en reverb, die voor juist stereo afmixen onmisbaar zijn.
De Spoor EQ is een ingebouwde, tweebands EQ waarvan de bruikbaarheid het duidelijkst wordt bij het maken van toon­aanpassingen tijdens het afmixen.
Met de Mastering tool kit kunt u compressie toevoegen aan liedjes die zijn afgemixt, en deze functie biedt een variatie aan andere effecten.
14
Zie respectievelijk “Wat is een insert effect?” (p. 33), “Wat is
een loop effect?” (p. 41), “De toon aanpassen (Spoor EQ)”
(p. 40) en “Wat is een Mastering tool kit?” (p. 38) voor meer
informatie over insert en loop effecten.
Wat is COSM (Composite Object Sound Modeling)?
Techonologie die praktisch een bestaande structuur of bestaand materiaal reconstrueert wordt “modeling” technologie genoemd. COSM is technologie, waarop Roland het eigendomsrecht bezit, en dat nieuwe geluiden maakt door verscheidene modeling technieken van geluid met elkaar combineert.
Editing functies
Met de BR-864 kunt u editing functies uitvoeren, zoals kopiëren, verplaatsen en wissen, die niet met multispoor taperecorders kunnen worden uitgevoerd. Dit betekent dat functies als het kopiëren en herhalen van een meerdelig akkoordenschema, het verplaatsen van een meerdelig akkoordenschema naar een ander spoor en het wissen van de gegevens van een spoor, in zijn geheel of gedeeltelijk, met gemak kunnen worden uitgevoerd.
Non-destructieve editing
Aangezien de BR-864 een digitale recorder is, biedt hij non­destructieve editing. Door middel van non-destructieve editing kunt u, na het uitvoeren van welk editing en opname commando dan ook, nog steeds naar de vorige toestand van uw gegevens terugkeren (undo/ongedaan maken en redo/ opnieuw functies).
“Een commando annuleren (Undo/Redo)” (p. 55)
Kennismaking met de BR-864
het op de BR-864 is aangesloten (p. 137).
Phrase Trainer functie
Wanneer u een lied afspeelt, dat u vanaf de CD speler of MD speler heeft opgenomen, kunt u het tempo vertragen zonder de toon te wijzigen. U kunt tevens het geluid dat u in het midden hoort (zoals vocalen en gitaarsolo) uit de song verwijderen (p. 139).
Alle denkbare aansluitingen (jacks)
Uw BR-864 is uitgerust met aansluitingen zoals hieronder zijn aangegeven.
GUITAR/BASS:
Deze aansluitings jack biedt u de mogelijkheid om uw gitaar of basgitaar direct aan te sluiten (accepteert 1/4” koptele­foonplug).
MIC:
Op deze jacks kan een microfoon worden aangesloten. Er zijn zowel standaard TRS jacks (p. 21, p. 24) als XLR jacks aanwezig. Er is ook een ingebouwde microfoon bijgesloten, zodat u, zelfs als u geen microfoon heeft aangesloten, toch opnamen met de BR-864 kunt uitvoeren.
* De ingebouwde microfoon kan worden in of uitgeschakeld
(p. 32).
LINE:
Deze jacks accepteren stereo invoer van keyboards, CD spelers en andere apparatuur op lijn niveau (tulpstekkers).
Voor uitvoer zijn er behalve de LINE OUT jacks (tulpstek­kers) ook optische DIGITAL OUT aansluitingen toegevoegd, voor digitale opname van hoge kwaliteit op digitale geluids­opname apparatuur (bijv. CD recorders en MD recorders).
Snel naar een bepaald punt verplaatsen
U kunt aan elk gewenst willekeurig punt in een spoor een marker toewijzen (locator functie). Als u markers toewijst aan locaties als het eind of de opening of het begin van een solo, kunt u sneller naar dat punt terugkeren vanaf waar u met luisteren wilt beginnen.
“Tijd registreren (Locator functie)” (p. 70)
Uitgerust met chromatische stemfunctie (A0 tot B6 geluidsbereik)
Uw BR-864 is uitgerust met een chromatische stemfunctie (Tuner), zodat u uw gitaar of basgitaar kunt stemmen, terwijl
USB:
Als u hier uw computer aansluit, kunt u tussen de BR-864 en een computer gegevens uitwisselen.
Met de twee verschillende soorten stroomtoevoer kunt u overal opnemen
U kunt de BR-864 gebruiken op batterijen (zes droge cellen van maat AA) of met de adapter.
En u kunt, dankzij de ingebouwde microfoon, overal en wanneer u maar wilt, opnamen maken.
15
Kennismaking met de BR-864

Geheugenkaarten die door uw BR-864 worden ondersteund

De BR-864 gebruikt CompactFlash kaarten als opslagmedia voor opname en weergave.
Met een stroomtoevoer van 3,3 V gebruikt de BR-864 CompactFlash kaarten van 32 MB tot 1 GB.
Kaarten van het CompactFlash Type II zijn niet compatibel.
U kunt CompactFlash kaarten verkrijgen bij u
dichtstbijzijnde computer of digitale camera winkel.
(Aanbevolen producten)
DELKIN APPARATEN: eFilm / eFilmPRO serie
Het kan zijn dat andere dan de hier aanbevolen
CompactFlash producten niet goed met de BR-864
functioneren.
De geheugenkaart formatteren (CompactFlash)
CompactFlash kaarten, die bij een computerwinkel zijn gekocht of kaarten die voorheen met een digitale camera zijn gebruikt, kunnen niet zomaar met de BR-864 worden gebruikt.
Deze CompactFlash kaarten dienen voor gebruik met de BR­864 eerst te worden geïnitialiseerd.
Zie p. 29, p. 149 voor meer details met betrekking tot het initialiseren.
234
CompactFlash en zijn handelsmerken van SanDisk Corporation en gepatenteerd door het CompactFlash
genootschap.
235
BOSS Corporation is gemachtigd vergunninghouder van
de CompactFlash™ en CFlogo ( ) handelsmerken.
Hoe u de kaartbeschermer
fig.00-103
Kaartbeschermer
Kaartomhulsel
Volg de volgende procedure om de kaartbeschermer te verwijderen
1. Zorg ervoor, dat het kaartomhulsel is afgesloten, en
draai vervolgens de BR-864 om.
* Pak wat kranten of tijdschriften tijdens het op zijn kop zetten
van het apparaat, en leg ze onder de vier hoeken of aan beide
zijden, om schade aan de knoppen en regelaars te voorkomen.
Tevens dient u het apparaat zo neer te leggen, dat er geen
knoppen of regelaars beschadigd raken.
* Ga tijdens het op zijn kop zetten voorzichtig met het apparaat
om, om te voorkomen dat u het laat vallen, het valt of kantelt.
2. Gebruik een munt of
platte schroevendraaier om de schroef van het onderpaneel los te draaien en te verwijderen.
3. Trek het
kaartomhulsel eruit in de richting, die door de pijl wordt aangegeven.
4. Bevestig de
kaartbeschermer als aangegeven in de illustratie, om te voorkomen dat hij kwijtraakt, nadat hij is verwijderd. Schuif de kaartbeschermer in de sleuf zoals door de pijl is aangegeven.
5. Draai de BR-864 terug
naar zijn oorspronkelijke positie.
verwijdert
Om diefstal van de geheugenkaart (CompactFlash) te voor­komen, wordt de BR-864 vanuit de fabriek met een kaartbe­schermer gedistribueerd.
16
Zorg ervoor dat u schroeven, mocht u ze verwijderen, op een
veilige plek bewaart, buiten het bereik van kinderen, zodat er
geen risico is dat ze per ongeluk worden ingeslikt.

Paneelomschrijvingen

Voorpaneel

2
3
4
7
13
9
1
5 6
14
36
10 11
22 21
8
15
12
23 24 25 26
16
18
19
27
29
30
28
31
3233
34 37
17
20
35
1. PEAK indicator
Deze indicator geeft aan, hoe sterk het invoerniveau op de
verschillende invoer jacks is (bijv. GUITAR/BASS en MIC).
Deze indicator licht op op een niveau van -6 dB lager dan
waar geluidsvervorming plaatsvindt. Pas met de SENS draai-
knop de invoergevoeligheid aan, zodat deze indicator slechts
af en toe oplicht, op die momenten wanneer u uw gitaar (of
een ander instrument) op zijn luidst bespeelt.
2. SENS draaiknop
Gebruik deze draaiknop om de gevoeligheid van de invoer
jacks (bijv. GUITAR/BASS, MIC en LINE) aan te passen.
3. INPUT SELECT knoppen
Gebruik deze knoppen om de invoerbron (invoer jack) die u
wilt opnemen te selecteren. De indicator van de geselecteerde
knop licht op. Door een knop die verlicht is in te drukken
kunt u het inkomende geluid volledig dempen (stillen).
GUITAR/BASS:
Om voor de GUITAR/BASS jack tussen gitaar of basgitaar
gebruik te kiezen.
MIC:
Om te kiezen tussen de MIC jack, als er een microfoon of de
interne microfoon is aangesloten .
*U kunt de interne microfoon in en uitschakelen (p. 32).
LINE:
Om voor de lijn invoersignalen, zoals keyboard of CD spelers,
de LINE jack (stereo) te selecteren.
SIMUL:
Door de GUITAR/BASS en MIC knoppen gelijktijdig in te
drukken, kunt u tegelijkertijd vanaf beide ingangen opnemen.
* Wanneer de INPUT SELECT instelling wordt gewijzigd, ver-
andert het insert effect bank (p. 33, p. 56) automatisch.
4. EFFECTS knop
Gebruik deze knop om de insert effecten aan en uit te zetten
(p. 33, p. 56) of roep het venster voor editing van de diverse
instellingen op.
5. INPUT LEVEL draaiknop
Gebruik deze knop om het volume van de invoerbron voor
opname aan te passen
* Als u tijdens opname de INPUT LEVEL draaiknop gebruikt
om het volume van de invoerbron omlaag te draaien, wordt het geluid op een laag volume opgenomen, zodat ruis duidelijker hoorbaar is, wanneer u het volume van het geluidsspoor bij het
17
Paneelomschrijvingen
afspelen omhoog draait. Gebruik de MASTER fader, als u het geluid van de invoerbron die u opneemt wilt verlagen. Gebruik de TRACK fader voor de afzonderlijke sporen, om het volume van de muziek die wordt afgespeeld te wijzigen.
6. TUNER knop
Gebruik deze knop om de stemfunctie in en uit te schakelen
(p. 137).
7. AUTO PUNCH
Deze knop wordt gebruikt om instellingen te doen voor de
automatische punch in/uit functie.
ON/OFF knop:
Deze schakelt de auto punch-in/uit functie in/uit. Wanneer
deze op aan staat, licht de indicator van de knop op.
IN knop
Om de auto punch-in locatie in te stellen. Druk deze knop in
om het punch-in punt in te stellen. Wanneer dit is ingesteld,
licht de indicator op deze knop op. Nadat de punch-in locatie
is ingesteld, kunt u deze knop indrukken om automatisch
naar de punch-in locatie te gaan.
* Druk deze knop in, terwijl u de ON/OFF knop ingedrukt
houdt om de ingestelde punch-in locatie te wissen.
OUT knop:
Om de auto punch-out locatie in te stellen. Druk deze knop in
om de punch-uit locatie in te stellen op de huidige locatie in
het spoor. Wanneer dit is ingesteld, licht de indicator op deze
knop op. Nadat de punch-uit locatie is ingesteld, kunt u deze
knop indrukken om automatisch naar de punch-uit locatie te
gaan.
* Druk deze knop in, terwijl u de ON/OFF knop ingedrukt
houdt om de ingestelde punch-uit locatie te wissen.
10. REW knop
Tijdens het indrukken van deze knop spoelt de song terug.
11. FF knop
Tijdens het indrukken van deze knop spoelt de song vooruit.
12. REPEAT knop
U kunt een gebied dat u wilt horen aangeven, en het herhaal-
delijk beluisteren (p. 49).
Deze functie is handig als u de opname tussen de punch-in en
uit locaties herhaaldelijk wilt afspelen (p. 51) totdat u tevre-
den bent of de phrase trainer (p. 139) wilt gebruiken om een
moeilijke frase die van een CD is opgenomen te kopiëren of
iets dergelijks.
13. STOP knop
Stopt de opname of weergave van de song.
14. PLAY knop
Speelt liedjes af. Druk op [PLAY] om de opname te starten,
als [REC] is ingedrukt en de REC indicator knippert. Tijdens
opname of weergave licht de indicator op de knop in groen
op.
15. REC (opname) knop
Dit is de opname knop. Naast opname bediening, wordt deze
ook gebruikt voor handmatige punch-in/uit. Wanneer het
apparaat opname standby is, knippert de indicator van deze
knop in rood, en tijdens opname licht hij in rood op.
16. AUDIO TRACK MIXER fader 1-4/5-8
8. LOCATOR knop
Gebruik deze knop om elke willekeurige gewenste locatie op
te slaan. Vervolgens kunt u, door deze knop in te drukken,
automatisch naar die locatie gaan.
Wanneer een locatie is ingesteld, licht de indicator op deze
knop op, en verspringt u telkens wanneer deze knop wordt
ingedrukt naar de desbetreffende locatie.
* Druk deze knop in, terwijl u de AUTO PUNCH ON/OFF
knop ingedrukt houdt om de ingestelde locatie te wissen.
9. ZERO knop
Hiermee gaat u naar de tijdslocatie 00:00:000.0.
18
Om de volumes van elk spoor tijdens de weergave te regelen.
* Vanaf nu worden de AUDIO TRACK MIXER faders
“TRACK faders” genoemd.
17. MASTER fader
Regelt het algehele volume van de BR-864.
18. REC TRACK (opname spoor) knoppen
1-4/5-8
Gebruik deze knoppen om het spoor dat u wilt opnemen te
selecteren. De knop van het geselecteerde spoor knippert in
rood en licht vervolgens, als de opname begint, in rood op.
Als de opname is voltooid, licht de knop van het geselec-
Paneelomschrijvingen
teerde spoor afwisselend in oranje en groen op.
Het verband tussen de indicator en de toestand van het spoor
is als volgt.
Off:
Dit spoor bevat geen opgenomen gegevens.
Groen:
Dit spoor bevat opgenomen gegevens.
Knipperend in rood:
Het spoor is als opnamebestemming geselecteerd, en is
opname standby.
Red:
Dit spoor wordt momenteel opgenomen.
Afwisselend oplichtend in oranje en groen:
Dit spoor bevat opgenomen gegevens, en is voor opname
geselecteerd.
Tijdens het aanmaken van Rhythm Guide patronen (p. 96), is
er aan elke knop een ritmisch instrument toegewezen.
19. V-TRACK knop
Gebruik deze knop om het venster voor het selecteren van
een V-spoor op te vragen.
21. REC MODE (opnamefunctie) knop
Deze knop wordt gebruikt om de opnamefunctie te selecte-
ren.
• Basis opname (p. 37, p. 46)
• Bounce (meerdere sporen samenvoegen) (p. 42, p. 60)
• Mastering (p. 43, p. 65)
22. TRACK knop
Dit wisselt tussen de sporen 1-4 en 5-8.
De indicator van de knop is verlicht als de sporen 5-8 zijn
geselecteerd.
23. PAN knop
Wordt ingedrukt om naar een venster te gaan, waar u de pan
(linker/rechter locatie van het geluid) voor het afspelen van
elk spoor afzonderlijk of voor het inkomende geluid kunt
instellen (p. 40, p. 47).
24. EQ (equalizer) knop
Dit past voor elk spoor de toon (laag, hoog) aan (p. 40, p. 64).
25. LOOP EFFECTS knop
“Wat zijn V-sporen?” (p. 14)
“V-sporen wijzigen” (p. 47)
Tijdens het aanmaken van Rhythm Guide patronen (p. 96),
wordt de V-TRACK knop voor ritmische instrumenten
gebruikt.
20. DELETE/MUTE knop
Door deze knop ingedrukt te houden en op een REC TRACK
knop te drukken, waarvan de indicator afwisselend groen en
oranje of groen is, kunt u dat spoor tijdens weergave volledig
dempen, ongeacht de stand van de TRACK fader van het
spoor (p. 39). Als u dezelfde handeling nogmaals uitvoert,
wordt het volledig dempen geannuleerd. Gedurende volle-
dig dempen, knippert de REC TRACK knop van dat spoor
afwisselend in groen en oranje of in groen.
* Als een opnamespoor volledig is gedempt, wordt het volledig
dempen geannuleerd als de opname is afgelopen.
Tijdens het aanmaken van Rhythm Guide patronen (p. 96),
kunt u ritme geluiden die u heeft ingevoerd verwijderen
door deze knop ingedrukt te houden, en op de REC TRACK
knop te drukken.
Gebruik deze knop om het venster op te roepen, waar u het
verstuurniveau van elk spoor op de loop effecten kunt instel-
len (p. 41, p. 62). Tussen reverb en chorus kunt u wisselende
en verschillende parameters instellen en meer.
“De Loop effecten / Spoor EQ gebruiken” (p. 62)
“Loop effect parameter functies” (p. 131)
26. PHRASE TRAINER knop
Gebruik deze knop om de instellingen voor de phrase trainer
functie uit te voeren.
Wanneer u de phrase trainer gebruikt, kunt u de center cancel
functie (voor het verwijderen van vocalen in het midden) of
de time stretch functie (voor het vertragen van de weergave)
in of uitschakelen.
“Het midden geluid annuleren (Center cancel)” (p. 139)
“De snelheid verlagen (Time stretch functie)” (p. 139)
27. RHYTHM GUIDE
Hier kunt u instellingen doen voor de Rhythm guide functie.
19
Paneelomschrijvingen
ARRANGE/PATTERN/OFF knop:
Wordt ingedrukt om de Rhythm guide functie door de
beschikbare selecties heen te leiden: Arrangement Patroon
Uit.
TONE LOAD knop:
Deze roept het venster op voor de Tone load functie van de
ritme tonen.
RHYTHM GUIDE fader:
Past het volume van de Rhythm guide aan.
PROGRAM knop:
Deze roept het venster op voor het programmeren van arran-
gementen en patronen.
TAP (TEMPO) knop:
Door op deze knop te tikken, kunt u het tempo voor de
Rhythm guide instellen.
Tijdens het aanmaken van Rhythm guide patronen (p. 96),
wordt de TAP knop gebruikt om ritmische instrumenten in
te voeren.
28. USB knop
33. EXIT/NO knop
Druk op deze knop om naar het vorige venster terug te keren
of de laatste invoer te annuleren.
34. CURSOR toetsen
Druk op deze toetsen om de cursor binnen het venster te ver-
plaatsen.
35. Koptelefoon jack ( )
Hier kan een koptelefoon (los verkrijgbaar) worden aangeslo-
ten. Als er een koptelefoon is aangesloten, kunt u door de
koptelefoon dezelfde uitvoer als die vanuit de LINE OUT
horen.
* Het koptelefoonvolume wordt met de MASTER fader aange-
past.
36. MIC (Interne microfoon)
Deze microfoon kan worden gebruikt voor opname met de
BR-864.
Druk deze in om, als de USB aansluiting wordt gebruikt, de
functie op te roepen voor het overbrengen van gegevens tus-
sen de BR-864 en uw computer.
29. UTILITY knop
Deze knop roept verschillende functies op, die door uw BR-
864 kunnen worden uitgevoerd, zoals spoor editing, beheer
van de songs en geheugenkaart opties.
30. UNDO/REDO knop
Voor het ongedaan maken van het laatst uitgevoerde opname
of editing commando en het terugkeren van de gegevens naar
hun eerdere toestand. Door deze knop nogmaals in te druk-
ken, kunt u de geannuleerde opname terughalen of het edi-
ting commando opnieuw uitvoeren.
31. TIME/VALUE draaiknop
U kunt deze draaiknop gebruiken om de huidige positie in
een lied te verspringen (bijv. doorspoelen of terugspoelen).
Hij wordt ook gebruikt om de waarden van de verschillende
functie instellingen te wijzigen.
“Druk op de INPUT SELECT knop van het instrument, dat u
wilt opnemen” (p. 31).
“De interne microfoon uitschakelen” (p. 32)
37 38
37. Geheugenkaart sleuf
In deze sleuf kunnen geheugenkaarten (CompactFlash) wor-
den geplaatst, voor wanneer u gegevens wilt opslaan. U kunt
niets opnemen als u hier geen geheugenkaart heeft geplaatst.
38. Eject knop
Druk op deze knop om ervoor te zorgen dat de geheugen-
kaart wordt uitgeworpen.
32. ENTER/YES knop
Druk op deze knop om een selectie of waarde die is inge-
voerd te bevestigen.
20

Beeldscherm

fig.00-203d
1 2
3
5
Geeft het menu, parameterinstellingen of overige informatie
weer, afhankelijk van het soort instellingen dat is gedaan. Zie
“Het contrast van het beeldscherm aanpassen” als het ven-
ster moeilijk te lezen is (p. 26).
6
4
Paneelomschrijvingen
4. FRAME
Geeft het frame nummer van de huidige positie van de song
weer.
Volgens de fabrieksinstellingen is één seconde op 30 frames
(non-drop) ingesteld. Dit is een type specificatie, die bekend
staat als MTC (MIDI tijd code), en wanneer u de BR-864
gebruikt in combinatie met een ander MIDI apparaat, dient u
beide apparaten op hetzelfde MTC type in te stellen.
“Weergave synchroniseren met een MIDI sequencer” (p. 142)
5. REC MODE
1. MEAS (MEASURE)
Geeft de huidige positie binnen de song aan. Van links naar
rechts worden de maat, maatslag en klok weergegeven.
2. TEMPO
Hier wordt het Rhythm guide tempo weergegeven.
3. TIME
Geeft de tijd van de huidige positie van de song weer (uren-
minuten-seconden).

Achterpaneel

fig.00-204
1011 12
Hier wordt de opnamefunctie weergegeven.
6. Niveau meter
Tijdens de afspeelfunctie worden de volumeniveaus van de
inkomende instrumenten en de volumeniveaus van elk indi-
vidueel spoor weergegeven.
De niveaus die hier worden weergegeven zijn de niveaus
nadat er met de INPUT LEVEL draaiknop en TRACK fader
(d.w.z. post fader) aanpassingen zijn gedaan. U kunt de
niveau meter zo instellen dat hij elk type niveau dat wordt
ingesteld weergeeft.
123456789
1. GUITAR/BASS jack
Invoer jack om uw gitaar of basgitaar direct aan te sluiten.
2. MIC jack (tulp/XLR types)
Op deze jacks kunnen microfoons worden aangesloten. Er
worden zowel standaard tulp (p. 24) als XLR jacks geaccep-
teerd.
* Als er op beide jacks een microfoon is aangesloten, geniet de
tulp aansluiting prioriteit.
3. LINE IN jack
Dit zijn aansluitingen voor analoge geluidssignalen. Deze
jacks worden gebruikt om CD spelers en soortgelijke geluids-
apparatuur en keyboards, ritmemachines of andere externe
geluidsmodules aan te sluiten.
4. LINE OUT jack
Dit zijn uitvoer jacks voor het analoge geluidssignaal. U kunt
taperecorders of andere opnameapparatuur aan sluiten om
het uitgaande analoge signaal van de BR-864 op te nemen.
21
Paneelomschrijvingen
5. DIGITAL OUT aansluiting
Optische aansluiting voor het uitvoeren van digitale geluids-
signalen. Vanuit de DIGITAL OUT wordt hetzelfde geluid
uitgevoerd dat door de LINE OUT wordt uitgevoerd. U kunt
een DAT recorder of CD recorder op deze aansluiting aanslui-
ten en van hetgeen de BR-864 uitvoert digitale opnamen
maken.
6. FOOT SW/EXP PEDAL jack
Dit is een invoer jack om een los verkrijgbare voetschakelaar
(BOSS FS-5U, Roland DP-2) of een expressiepedaal (BOSS
Roland EV-5, BOSS FV-300L) op aan te sluiten.
Door middel van deze FOOT SW jack kunt u het afspelen
starten/stoppen, punch in/uit uitvoeren en meer.
Een voetschakelaar of expressiepedaal gebruiken” (p. 136).
7. MIDI OUT aansluiting
Aansluiting voor het versturen van MIDI gegevens. Sluit deze
aan op de MIDI IN aansluiting van een extern MIDI apparaat
(ritmemachine of geluidsmodule).
8. USB aansluiting
Dit is de aansluiting, waarmee u uw computer met een USB
kabel op de BR-864 kunt aansluiten.
12. Veiligheidssleuf ( )
http://www.kensington.com/

Batterijen plaatsen

1. Zorg ervoor, dat de stroomtoevoer van de BR-864 is uit-
geschakeld.
2. Verwijder het batterijenklepje op het achterpaneel.
* Pak een stapel kranten of tijdschriften als u het toestel op zijn
kop zet, en leg ze onder de vier hoeken of bij de beide uiteinden
om ervoor te zorgen dat de knoppen en regelaars worden
beschadigd. U dient er tevens voor te zorgen, dat u het toestel
zo plaatst dat er geen knoppen of regelaars beschadigd raken.
* Ga tijdens het omdraaien van het toestel voorzichtig te werk,
om te voorkomen dat u het laat vallen of het zo plaatst dat het
kan vallen of kantelen.
3. Plaats zes AA batterijen in het batterijenvakje, en let
erop dat u de polariteit (+/-) niet verwisselt.
* BOSS beveelt alkaline batterijen met langere levensduur aan.
* Gebruik geen nieuwe batterijen door elkaar met deels gebruikte
batterijen, en gebruik geen batterijen van verschillende merken
door elkaar.
* Gebruik geen oplaadbare batterijen.
4. Sluit het batterijenklepje.
fig.00-205
9. POWER schakelaar
Dit is de stroomschakelaar. Hiermee zet u de BR-864 aan/uit.
10. DC IN (adapter) jack
Sluit de adapter (PSA-serie; optioneel) op deze ingang aan.
U dient alleen adapters uit de PSA-serie te gebruiken.
Gebruik van een andersoortige adapter kan oververhitting of
storingen veroorzaken.
11. Kabelhaak
Wikkel het snoer om deze haak, zodat de adapterkabel niet
per ongeluk uit het apparaat wordt getrokken.
Als de adapter tijdens bediening wordt losgetrokken, kunnen
er belangrijke opgenomen gegevens verloren gaan.
Wanneer de batterijen leeg raken, verschijnt er “Battery
Low” in het beeldscherm. Vervang de huidige batterijen als
dit bericht verschijnt zo snel mogelijk door nieuwe.
22

Snelle start

Snelle
start
23

De demoliedjes beluisteren

(1) Randapparatuur aansluiten

Sluit apparatuur zo aan als in de diagram hieronder aangegeven. Wanneer u aansluitingen maakt, dient u ervoor te zorgen dat
alle apparaten zijn uitgeschakeld.
fig.00-301
Microfoon
CD recorder etc.
Ritmemachine etc.
Elektrische gitaar
of
elektrische
basgitaar
Adapter
Voetschakelaar
(FS-5U etc.)
Expressiepedaal
(Roland EV-5 etc.)
Draai om storingen en / of schade aan speakers of ove-
rige onderdelen te voorkomen altijd het volume omlaag,
en zet de stroom van alle apparaten uit, voordat u aan-
sluitingen maakt.
Veranker de stroomkabel door middel van de kabel
haak, zoals in de illustratie wordt aangegeven, om
uitval van de stroomtoevoer naar uw toestel (mocht de
stekker er per ongeluk uitgetrokken worden) te
voorkomen, en om te voorkomen dat er onnodige druk
op de adapter jack wordt uitgeoefend.
fig.00-302
Geluidsinstallatie etc.
CD speler etc.
Keyboard etc.
Afhankelijk van de locatie van microfoons ten opzichte
van speakers kan er feedback worden voortgebracht. Dit
kan worden verholpen door:
1.De richting van de microfoon(s) te veranderen.
2.De microfoon(s) verder van de speakers af te plaatsen.
3.Het volume te verlagen.
* Er zijn twee soorten microfooningangen ingesloten, tulpstek-
kers, die compatibel zijn met een gebalanceerde invoer, en XLR aansluitingen. Zorg er, voordat u aansluitingen maakt, voor dat de indeling van de pennetjes compatibel is met die van al uw andere apparaten (zie onder).
fig.00-303
24
De demoliedjes beluisteren
* Stel de polariteitschakelaar in zoals hier beneden is aangege-
ven, wanneer u de FS-5U voetschakelaar (los verkrijgbaar) gebruikt. Als de polariteitschakelaar niet juist is ingesteld, kan het zijn dat de voetschakelaar niet goed functioneert.
fig.00-304
Polariteitschakelaar
* Stel het MIN volumeniveau in op “0” als u een expressiepe-
daal (EV-5) of FV-300L) gebruikt.
Plaats de geheugenkaart (CompactFlash) met het goud-
kleurige contactgedeelte naar beneden gericht (de kant
zonder contactgedeelte moet naar boven gericht zijn).
* Schuif de geheugenkaart voorzichtig helemaal naar binnen, tot
hij stevig op zijn plek zit.
* Raak het contactgedeelte van de geheugenkaart niet aan, en
zorg ervoor dat het niet vies wordt.
fig.00-305
* De BR-864 wordt geleverd met een geheugenkaart, die van
tevoren in de sleuf is geïnstalleerd.
2. Zet de MASTER fader van de BR-864 omlaag.
fig.00-306
3. Zet het apparaat dat op een invoer jack (bijv. GUITAR/
BASS, MIC of LINE IN) is aangesloten aan.
4. Zet de POWER schakelaar op het achterpaneel aan.
fig.00-307
Zet voordat u de geheugenkaart plaatst eerst de BR-864
uit. Als er een geheugenkaart wordt geplaatst, terwijl de
stroom aanstaat, kan het zijn dat de gegevens in de
geheugenkaart worden vernietigd of de geheugenkaart
onbruikbaar wordt.

(2) Zet de BR-864 aan

Zet, als de aansluitingen eenmaal voltooid zijn, de stroom in
de aangegeven volgorde van u verschillende apparatuur aan.
Door de apparaten in de verkeerde volgorde aan te zetten
riskeert u storingen en / of schade aan de speakers en ove-
rige apparaten.
* Zorg er te allen tijde voor dat het volumeniveau omlaag is
gedraaid, voordat u de stroom aanzet. Het kan zijn dat u zelfs met het volume helemaal omlaag gedraaid nog enig geluid hoort bij het aanzetten van het apparaat, maar dit is normaal en duidt niet op een storing.
* Dit toestel is voorzien van een beschermingscircuit. Er is na
het aanzetten van de stroom een korte interval (een paar secon­den) nodig, voordat het toestel normaal functioneert.
5. Zet het apparaat dat op de uitvoer jack is aangesloten
(bijv. LINE OUT, DIGITAL OUT) aan.
Zorg ervoor, als u de adapter gebruikt, dat de adapter
tijdens het gebruik niet wordt losgekoppeld. Als de
adapter per ongeluk wordt losgetrokken, kan het zijn dat
de gegevens beschadigd raken.
Play venster
Het Play venster is het meest fundamentele venster van
de BR-864, en het is het eerste venster dat verschijnt als
de BR-864 wordt aangezet (zie hieronder).
fig.00-308d
Snelle start
1. Let op de volgende punten, voordat u de stroomtoevoer
aanzet.
Zijn alle externe apparaten op juiste wijze
aangesloten?
Is het volume van de BR-864 en alle andere
apparaten volledig omlaag gedraaid?
Is de geheugenkaart geïnstalleerd?
25
De demoliedjes beluisteren
Het contrast van het beeldscherm aanpassen
Afhankelijk van waar de BR-864 staat, kan het zijn dat het-
geen, dat op het beeldscherm staat, moeilijk te lezen is. Voer
indien dit het geval is de onderstaande procedure uit om het
contrast aan te passen (1 tot en met 32).
fig.00-309
1,4 4
3
2
2,3
1. Druk op [UTILITY].
* Tijdens het updaten verschijnt er in de bovenste lijn van het
beeldscherm “Keep power on!”, terwijl de onderste lijn aan­geeft wat er op dat moment wordt verwerkt.
U kunt terwijl u [UTILITY] indrukt aan de TIME/
VALUE draaiknop draaien om het contrast aan te pas-
sen. Gebruik dergelijke procedures waar nodig.

(3) Een demolied beluisteren

Een lied selecteren
Als de stroom wordt aangezet, wordt het lied geselecteerd
dat voordat de stroom werd uitgezet was geselecteerd, en
worden de gegevens van dat lied ingeladen. Zodra de gege-
vens zijn geladen, verschijnt het Play venster in het beeld-
scherm. Volg de onderstaande procedure om een demolied
te beluisteren.
fig.00-312
1,4 4
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar “SYS”
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.00-310d
3. Druk op de CURSOR [ ] [ ]om “LCD Contrast” te
selecteren, en pas het contrast aan met de TIME/
VALUE draaiknop.
fig.00-311d
3
2
2
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ]om de cursor naar “SEL” te
verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Song select venster verschijnt.
fig.00-313d
4. Druk, nadat u de aanpassing heeft uitgevoerd, op [UTI-
LITY] (of druk meerdere malen op [EXIT]) om naar het
Play venster terug te keren.
26
3. Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om
TIJD
23:59:59-29.900:00:00-00.0
[
ZERO
]
[
STOP
] + [
REW
]
[
STOP
] + [FF]
Selectie van het opgenomen lied
“01:Dreamin’” te selecteren.
Titel Componist Auteursrecht Dreamin’ Yutaka Nakano
© 2003, BOSS Corporation
De demoliedjes beluisteren
Door de TRACK faders aan te passen, kunt u de indivi-
duele geluiden die op elk spoor zijn opgenomen één
voor één beluisteren of ze beluisteren met eigen instellin-
gen.
4. Druk op [ENTER].
Als u de opname of editing heeft gewijzigd.
Aangezien de BR-864 de opgenomen gegevens en gebrui-
kersgeschiedenis automatisch opslaat, wanneer de opname
of editing is gewijzigd, dient u geen speciale commando’s uit
te voeren om dit op te slaan.
Tijdens het updaten verschijnt er in de bovenste lijn van het
beeldscherm “Keep power on!”, terwijl de onderste lijn aan-
geeft wat er op dat moment wordt verwerkt.
* Als u gegevens probeert op te nemen of te bewerken, terwijl u
een beschermd demolied gebruikt, verschijnt er “Protected!”.
Een lied afspelen
1. Zet de TRACK faders 1/5-4/8 en de RHYTHM GUIDE
op de stand zoals die in onderstaande figuur wordt
aangegeven, en zet de MASTER fader omlaag.
fig.00-315
Druk op [FF] om de song vooruit te spoelen, of druk op
[REW] om de song terug te spoelen. Druk op [ZERO] om
naar de tijdlocatie 00:00:00-00.0 te gaan.
Naast de bovenstaande procedures kunt u uw huidige posi-
tie in de song ook wijzigen door de onderstaande procedures
te volgen.
De huidige positie wijzigen
Weergave van verstreken tijd
De waarde, die in het beeldscherm bij “TIME” staat, geeft
met gebruik van MTC (MIDI tijdcodes) aan hoeveel tijd er
van een lied is verstreken, en dit wordt als volgt uitgedrukt:
uren-minuten-seconden-frames-sub frames.
Afhankelijk van het externe apparaat kunnen de tijdcode
specificaties verschillen. Om door middel van MTC de uit-
voering te synchroniseren met die van een ander apparaat,
dient u de tijdcode specificaties van beide apparaten eerst op
elkaar af te stemmen. Volgens de fabrieksinstellingen is één
seconde ingesteld op 30 frames (non-drop) (p. 142).
Snelle start
2. Druk op [PLAY].
fig.00-316
De song begint. Verhoog de MASTER fader langzaam en
pas het volume aan tot het gewenste niveau.
Het zonder toestemming van de houder van het auteursrecht
gebruiken van de demo song die met dit product is meegele-
verd met elk ander doel dan privé of persoonlijk plezier is
door de wet verboden. Daarnaast mogen deze gegevens zon-
der toestemming van de houder van het auteursrecht niet
worden gekopieerd of worden gebruikt in een secundair
werk, waarvoor het auteursrecht geldt.
Naar het begin van een weergave gaan
Druk op [STOP] en houd deze ingedrukt; druk op [REW],
om naar het tijdstip te gaan, waarop het eerste geluid van een
lied is opgenomen.
Elk V-spoor van het geselecteerde spoor wordt gecontro-
leerd, en u gaat naar het tijdstip van het geluid dat voor de
song als eerste is opgenomen.
Druk op [ZERO] om naar de tijdlocatie 00:00:00-00.0 te gaan.
Naar het eind van een weergave gaan
Druk op [STOP] en houd deze ingedrukt; druk op [FF], om
naar het tijdstip te gaan, waarop het laatste geluid van een
lied is opgenomen.
Elk V-spoor van het geselecteerde spoor wordt gecontro-
leerd, en u gaat naar het tijdstip van het geluid dat voor de
song als laatste is opgenomen.
fig.00-317
27
De demoliedjes beluisteren
Door een lied heenlopen door uren, minuten, seconden, frames of sub frames te gebruiken
Druk op [ ] [ ] om de cursor naar de uren, minuten,
seconden, frames of sub frames weergave te verplaatsen, en
draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het huidige tijd-
stip van de song te wijzigen.
Door een lied heenlopen in maten of maatslagen
De maat-maatslag-klok van de huidige positie worden in het
beeldscherm op de “MEAS” (maat) locatie weergegeven .
* Voor de demoliedjes is er al een arrangement (p. 35, p. 90)
gemaakt, en dit is zo ingesteld dat de maat, de maatslag, de klok en de song op passende wijze worden gesynchroniseerd.
Druk op [ ] [ ] om de cursor in het beeldscherm naar
“measure” (maat) of “beat” (maatslag) te verplaatsen, en
draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de huidige maat
of maatslag in de song te wijzigen.
*U kunt de cursor niet naar “clock” verplaatsen (kan niet wor-
den gewijzigd).

(4) De stroom uitzetten

1. Zorg ervoor dat de weergave van de song is gestopt.
Zorg er altijd voor dat de recorder is gestopt, voordat u de
stroom op de BR-864 uitzet. Als u de stroom uitzet, terwijl er
een opname of weergave bezig is, kan dit leiden tot het ver-
wijderen van (lied) gegevens, mixer instellingen, en / of
effect patch gegevens.
2. Schakel de stroomtoevoer van elk apparaat uit in de
omgekeerde volgorde als bij het aanzetten (p. 25).
3. Zet de POWER schakelaar op uit.
28

Een lied opnemen/afspelen

(1) De geheugenkaart klaar maken

De BR-864 schrijft de opgenomen gegevens direct naar de
geplaatste geheugenkaart. Voor opname of weergave dient
daarom de geheugenkaart geplaatst te zijn.
“Geheugenkaarten die door uw BR-864 worden onder-
steund (p.16).
De geheugenkaart plaatsen
Zorg ervoor dat u de BR-864 uitzet, voordat u de geheugen-
kaart (CompactFlash) plaatst. Als er een geheugenkaart
wordt geplaatst, terwijl de stroom aanstaat, kunnen de gege-
vens in de geheugenkaart worden vernietigd of kan de
geheugenkaart onbruikbaar worden.
1. Plaats de geheugenkaart in de daarvoor bestemde
sleuf.
De meegeleverde geheugenkaart heeft nog wat overge-
bleven ruimte. Voor langdurige opname dient u echter
wat van de demo songs te wissen of een nieuwe geheu-
genkaart te plaatsen (64 MB of meer wordt aanbevolen).
fig.00-401
1 4
2,3,4
2,3
1. Druk op [UTILITY]
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar “INI” te
verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.00-402d
Snelle start
* De demo songs zijn beschermd
Verwijder om demo songs te verwijderen eerst de bescherming, en voer vervolgens de verwijderfunctie uit.
“Een song beschermen (Song protect)” (p. 85).
“Songs wissen (Song erase)” (p. 83).
De stroom aanzetten
Volg de procedure, zoals die wordt omschreven onder “Zet
de BR-864 aan” (p. 25).
De geheugenkaart formatteren (initialiseer)
* Dit is voor geheugenkaarten die al voor de BR-864 zijn
gebruikt niet nodig.
Nieuwe geheugenkaarten of geheugenkaarten die eerder
voor een computer zijn gebruikt, dienen zo te worden gepre-
pareerd dat ze voor de BR-864 kunnen worden gebruikt.
Voer de volgende stappen uit in de aangegeven volgorde om
de procedure te voltooien (dit voorbereidende proces wordt
“initaliseren” genoemd.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar “CRD”
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
“Are you sure?” verschijnt.
fig.00-403d
29
Een lied opnemen/afspelen
4. Druk op [ENTER] (JA) om verder te gaan met initialise-
ren. Druk op [EXIT] (NEE) (of UTILITY) om het com-
mando te annuleren.
Als er op [ENTER] (JA) wordt gedrukt, begint het initia-
liseren.
Als het initialiseren is voltooid, verschijnt er “Comple-
ted!” in het beeldscherm.
Vervolgens verschijnt “Keep power on! Song creating...”
(“Laat de stroom aanstaan! Song maken…”) in het beeld-
scherm en wordt er automatisch een nieuwe song aange-
maakt. In dit geval is het data type HiFi (MT2)
geselecteerd).
Als het aanmaken van de song is voltooid, keert het
playvenster terug in het beeldscherm.
* Afhankelijk van het vermogen van de geheugenkaart, kan het
meer dan tien minuten duren om het initialiseren te voltooien. Dit is geen storing. De voortgang van het initialiseren wordt in het beeldscherm weergegeven. Zet de BR-864 niet uit, voor­dat het initialiseren is voltooid.
Verwijder de geheugenkaart niet en zet de BR-864 niet uit als
het beeldscherm “Keep power on!” weergeeft. Als u dat wel
doet, kan dit de gegevens op de geheugenkaart beschadigen
en / of de geheugenkaart zelf onbruikbaar maken.

(2) De song voor opname selecteren

Als de geheugenkaart meer dan één song bevat, wordt de
song die het laatst werd opgenomen automatisch geselec-
teerd.
Volg de onderstaande procedure om een nieuwe song op te
nemen.
lijkheid voor de meeste van uw opnamen.
STD (LV1) (live 1):
Voor opnamen die langer duren dan wat met het MT2 type
kan worden bereikt. Dit is het meest geschikte type voor het
opnemen van live uitvoeringen.
LONG (LV2) (live 2):
Van de drie data types geeft deze langste opnametijd. Dit is
de juiste keus, voor wanneer de kaart weinig opnamecapaci-
teit heeft.
Opnametijd
Hieronder worden voor elk type de opnametijden gegeven
die op één geheugenkaart mogelijk zijn. .
Data type
32 MB 16 min. 19 min. 24 min. 64 MB 32 min. 39 min. 49 min. 128 MB 65 min. 78 min. 98 min. 256 MB 130 min. 156 min. 196 min. 512 MB 260 min. 312 min. 392 min. 1 GB 520 min. 624 min. 784 min.
* De opnametijden die hierboven worden weergegeven, zijn een
gemiddelde. Afhankelijk van het aantal songs kan de beschik­bare opnametijd verminderen.
* De opnametijden die hierboven worden weergegeven, gelden
alleen als er maar één spoor wordt gebruikt. Als u bijvoorbeeld op alle acht de sporen tegelijk wilt opnemen, wordt de opname-
tijd voor elk spoor 1/8 geven.
* De CompactFlash geheugenkaarten die door uw BR-864 wor-
den ondersteund hebben een opslagcapaciteit van 32 MB tot en met 1 GB.
fig.00-405
Opnametijd (gemiddelde tijden) HiFi (MT2)
STD (LV1)
e
van de tijd die hierboven wordt weerge-
LONG (LV2)
1
Een nieuwe song opnemen
Over data types
Als u een nieuwe song opneemt, kunt u met de BR-864 het
data type instellen. Hiermee kunt u de combinatie van
geluidskwaliteit en opnametijd die het meest geschikt is voor
het materiaal dat u opneemt selecteren. U kunt kiezen uit de
volgende data types.
* Het data type van een song ka,n nadat het is aangemaakt, niet
meer worden gewijzigd.
HiFi (MT2) (multitrack 2):
Voor opnamen van hoge kwaliteit. Dit data type wordt aan-
bevolen als u veel spoor bouncing gaat doen. Normaliter
dient u deze mogelijkheid te selecteren. Gebruik deze moge-
30
3
4,5
2,3
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar “NEW”
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
In het beeldscherm verschijnt “Type”.
Loading...
+ 170 hidden pages