¥ Herstel het toestel niet zelf of vervang geen onder-
delen (behalve wanneer de handleiding specifieke
instructies hiertoe geeft). Ga voor onderhoud
steeds naar een Roland Service Center of naar een
erkende Roland-verdeler (zie de ÒInformatieÓpagina).
¥ Gebruik enkel en alleen de AC-adaptor die bij dit
toestel werd bijgeleverd. Controleer ook of de
spanning van het elektrisch net overeenkomt met
de input-spanning die vermeld staat op de
behuizing van de AC-adaptor. Andere ACadaptors kunnen een andere polariteit hebben, of
kunnen ontworpen zijn voor een andere spanning.
Het gebruik ervan kan leiden tot schade, defecten of
elektrische schokken.
Het -symbool maakt de gebruiker attent op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het
symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het
symbool hier links duidt op algemene verwittigingen of waarschuwingen, of vestigt de aandacht op gevaar.
Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die
nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). De tekening
in de cirkel geeft aan wat er precies verboden is. Het symbool
hier links betekent dat het toestel nooit mag worden
gedemonteerd.
Het●-symbool maakt de gebruiker attent op zaken die
moeten worden uitgevoerd. De tekening in de cirkel geeft aan
wat er precies dient te gebeuren. Het symbool hier links
betekent dat de stekker van de stroomkabel moet worden
uitgetrokken.
Waarschuwing
009
¥ Beschadig de stroomkabel niet. Plooi hem niet te
veel, trap er niet op, plaats er geen zware voorwerpen op, enz. Een beschadigde kabel kan brand of
elektrocutie veroorzaken. Gebruik nooit een
stroomkabel die reeds beschadigd is.
¥ Dit toestel, op zichzelf of in combinatie met een
versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers,
kan een geluidsniveau produceren dat permanent
gehoorverlies zou kunnen veroorzaken. Laat het
toestel niet langdurig werken aan een hoog of
onaangenaam geluidsniveau. ALs u enig gehoorverlies of suizende oren gewaar wordt, staak dan
onmiddellijk het gebruik van dit toestel en
raadpleeg een geneesheer.
¥ Schakel het toestel onmiddellijk uit, trek de AC-
adaptor uit het stopcontact en vraag een onderhoudsbeurt bij een Roland Service Center of een
erkende Roland-verdeler (zie de ÒInformatieÓpagina) wanneer:
¥ De AC-adaptor, de stroomkabel of de stekker
beschadigd is;
¥ Er een voorwerp of een vloeistof in het toestel is
met een overdreven aantal andere toestellen aan
op hetzelfde stopcontact. Wees voorzichtig met
verlengsnoerenÑhet totale vermogen van alle
toestellen aangesloten op het verlengsnoer mag
nooit het nominale vermogen (watt/amp•re) van
het verlengsnoer overschrijden. Een overdreven
belasting kan de isolatie van het snoer doen
opwarmen en zelfs doen doorsmelten.
Voor- en achterpaneel ......................................................................14
Het voorpaneel......................................................................................................................................... 14
Manueel in- en uitprikken door middel van de recorder-knoppen................................. 40
Manueel in- en uitprikken met een foot switch .................................................................. 41
Auto punch-in/out................................................................................................................................... 41
Het op te nemen gebied bepalen........................................................................................... 41
Een marker plaatsen in uw song—De Marker-functie ...................47
Een marker plaatsen................................................................................................................................ 47
Een marker uitwissen ............................................................................................................................. 47
Naar de locatie van een marker gaan................................................................................................... 47
Een marker editen ................................................................................................................................... 48
De locatie van een marker veranderen................................................................................. 48
Een marker een naam geven.................................................................................................. 48
De huidige mixerinstellingen opslaan/oproepen—Scenes...........49
De begin-/eindlocatie van een geluid zoeken (Scrub/Preview).....78
Het begin van een geluid zoeken met Scrub en Preview................................................................ 78
Het scrub-punt veranderen.................................................................................................................... 79
Het einde van een geluid zoeken met Scrub en Preview ................................................................ 79
De Preview-functie activeren................................................................................................. 79
Scrub en Preview gebruiken .................................................................................................. 79
6
De instellingen van de BR-8 initialiseren—Initialize......................80
Het level meter-scherm omschakelen—Pre/Post Fader................82
Een instrument stemmen—Tuner....................................................83
De tuner selecteren.................................................................................................................................. 83
De stemprocedure.................................................................................................................................... 84
De referentietoonhoogte van de tuner instellen ...............................................................................84
■
■
■
■
■
■
Inhoud
De referentietoonhoogte instellen......................................................................................... 84
Een moeilijke song inoefenen (Phrase Trainer).............................85
De snelheid verlagen (Time Stretch-functie).....................................................................................85
Het centrale geluid uitschakelen (Center Cancel-functie) ..............................................................85
Het insert-effect gebruiken...............................................................86
Patches en banken................................................................................................................................... 86
De instellingen van het insert-effect wijzigen ..................................................................................87
Instellingen van het insert-effect opslaan .......................................................................................... 88
Een patch kopi‘ren.................................................................................................................................. 88
De schakeling van het insert-effect wijzigen ....................................................................................89
De BR-8 is ontworpen met het oog op een eenvoudige
bediening, zoals bij een cassetterecorder.
Een grote LCD-display geeft u een grafische voorstelling
van verscheidene data. Van demo tape tot master tape, de
BR-8 brengt de digitale geluidsopname binnen ieders bereik.
Digital audio workstation
Volledig digitale verwerking
Behalve een digitale mixer en een digitale disk recorder,
bevat de BR-8 ook nog eens twee digitale effecten. Als u een
DAT-recorder of MD-recorder aansluit op de DIGITAL OUT
van de BR-8, kan u het hele muziekproductieproces binnen het digitale domein volbrengenÑvan editen, sporen
samenschrijven, effecten toepassen, tot het afmixen.
“V-tracks”
De BR-8 bevat een 8-sporen digitale recorder waarmee u 2
sporen tegelijkertijd kunt opnemen of 8 sporen tegelijkertijd
kan weergeven. Elk spoor heeft 8 virtuele sporen (V-tracks),
zodat u in totaal 8 x 8 = 64 sporen kan opnemen. Dit
betekent dat u bv. op verschillende sporen verschillende
takes van een gitaarsolo kan opnemen, en nadien de beste
stukken van elke take kan samenvoegen.
Wat is een V-track?
Elk spoor bestaat uit 8 virtuele sporen, en ŽŽn daarvan
kan u selecteren voor opname of weergave. Met andere
woorden, u kan tot 8 x 8 = 64 sporen aan performances
opnemen, en acht sporen selecteren voor weergave. De
virtuele sporen waaruit een spoor bestaat, noemen we
V-tracks.
Achteraan in deze handleiding vindt u een ÒTrack
SheetÓ (p. 126) dat u mag fotokopi‘ren en gebruiken
wanneer u een song met V-tracks opneemt.
Twee veelzijdige digitale effectprocessors
De BR-8 bevat twee digitale effectprocessors die
verschillende types van effecten voorzien. De ene is voor het
opnemen (insert effect) en de andere is van het send/returntype (loop effect). Ze werken onafhankelijk van elkaar en
kunnen dus tegelijkertijd gebruikt worden. Dit betekent dat
u enkel de BR-8 nodig hebt om een complexe opname te
maken, zonder dat u externe effectapparatuur moet
aansluiten.
Een hele reeks simulaties en effecten zijn voorzien als inserteffecten, waaronder versterkersimulaties gecre‘erd met de
COSM-technologie. Naast de gitaareffecten zijn er ook
talrijke multi-effecten voor zang of keyboard voorzien.
Voor de loop-effecten kan u putten uit een brede waaier aan
ruimtelijke effecten in stereo, waaronder chorus-, delay- en
reverb-effecten, welke onmisbaar zijn bij het afmixen.
Door de insert-effecten en de loop-effecten tegelijkertijd te
gebruiken, kan u alle effect processing in ŽŽn keer uitvoeren
Ñvan klankcreatie tot het positioneren in het geluidsveld.
Een gedetaileerde uitleg over insert-effecten en loop-effecten
vindt u in ÒWat is een insert effect?Ó (p. 31) en ÒWat is een
loop-effect?Ó (p. 36).
9
Voorstelling van de BR-8
Wat is COSM
(Composite Object Sound Modeling)?
Sound modeling is een technologie die door middel van
de allernieuwste DSP processing, zaken die een rol
spelen in de klankvorming, reconstrueert, bv. structuren,
materialen, elektrische en electronische circuits en
magnetische velden. COSM kan geoptimaliseerde
geluidsmodellen voor verschillende objecten
combineren en kan aldus zowat alles simuleren, van
bestaande muziekinstrumenten tot geluidsproducerende
structuren die in de praktijk onmogelijk te realiseren
zouden zijn.
Edit-functies
Met de BR-8 kan u edit-handelingen uitvoeren die
onmogelijk waren op multi-track bandrecorders, zoals copy,
move en erase. U kan bv. een drumpatroon van vier maten
verscheidene maten herhalen om break beats te cre‘ren of
hetzelfde refrein invoegen in het begin en op het einde van
de song.
Non-destructive editing
Met de BR-8 is het mogelijk om niet-destructief te editenÑ
een uniek voordeel van disk recorders. Niet-destructief
editen betekent dat u de vorige toestand van de data, van
voor de bewerking of de opname, opnieuw kan op roepen
(Undo/Redo-functie).
Een opname of een edit-handeling annuleren (p. 58)
Een punt markeren (p. 47)
U kan elke marker een naam geven, wat heel erg handig is bij
het editen.
Rhythm Guide-functie
De BR-8 is voorzien van een Rhythm Guide-functie, handig
voor wanneer u een frase of een idee voor een song dat u net
te binnen schoot, wil opnemen. MakkelijkÑselecteer gewoon
het gewenste ritmepatroon en stel het tempo in.
Als u de rhythm guide gebruikt bij het opnemen, wordt het
makkelijk om maat per maat edit-handelingen uit te voeren.
Chromatische Tuner
(toonhoogtebereik C1–B6)
Met de ingebouwde chromatische tuner kan u uw gitaar of
bas stemmen terwijl ze aangesloten is op de BR-8 (p. 83).
Phrase Trainer-functie
Een song die u hebt opgenomen van een CD-speler of MDspeler, kan u aan een trager tempo weergeven zonder dat de
toonhoogte verandert. Ook het geluid dat zich centraal in het
stereobeeld bevindt (zang of gitaarsolo), kan verwijderd
worden (p. 85).
Mixerinstellingen opslaan
Per song kan u tot 8 sets van mixer- en effectinstellingen
(Scenes) opslaan. Wanneer u tijdens het afmixen de balans
regelt, of wanneer u verschillende effect-instellingen wil
vergelijken, kan u makkelijk een andere set instellingen
oproepen.
Een scene opslaan (p. 49)
Direct naar een punt in de song gaan
U kan tot 100 locaties (Punten) markeren in een song (de
Marker-functie). Als u locaties zoals de intro of het begin
van het interludium hebt gemarkeerd, kan u direct naar de
gewenste locatie overspringen.
10
Diverse connectors (jacks)
De volgende input jacks zijn voorzien.
• GUITAR/BASS:
Dit is een input jack (phone-plug) met hoge impedantie,
waarop u rechtstreeks een gitaar of een basgitaar kan
aansluiten.
• MIC 1, MIC 2:
Dit zijn mic input jacks (phone-plug). Hier kan u zowel
ongebalanceerde als gebalanceerde inputs gebruiken.
• LINE:
Dit zijn stereo input jacks (RCA phono-plug) voor line level
signaalbronnen zoals keyboards of CD-spelers.
Als output jacks voorziet de BR-8 niet enkel LINE OUT jacks
(RCA phono-plug), maar ook een optische DIGITAL OUTconnector, zodat u zonder kwaliteitsverlies digitale signalen
kan opnemen op een digitaal audio-apparaat (DAT-recorder
of MD-recorder).
Disks die u op de BR-8 kan
gebruiken (Zip disks)
De BR-8 gebruikt Zip disks voor opname en weergave. Zip
disks worden algemeen gebruikt als opslagmedium voor
data van personal computers, en zijn te koop in computerwinkels en dergelijke.
Disk-capaciteit
Er bestaan twee types van Zip disk: met een capaciteit van
100 MB of van 250 MB. De BR-8 werkt enkel met Zip disks van 100 MB.
Een disk formatteren
Voorstelling van de BR-8
Een disk die u in een computerwinkel hebt gekocht of een
disk die reeds gebruikt werd op een computer, kan als niet
als dusdanig gebruikt worden op de BR-8. Dit komt doordat
het disk format verschilt naargelang de Zip disk gebruikt
werd door een computer of door de BR-8. Als u zulk een disk
op de BR-8 wil gebruiken, dient u eerst het format te veranderen. Voor details, zie ÒEen disk initialiserenÓ (p. 66).
Een disk waarop song data werden opgeslagen door de BR-8,
mag u niet inbrengen in een ander toestel dan de BR-8.
* Iomega is een geregistreerd handelsmerk van Iomega
Corporation.
* Zip is een handelsmerk van Iomega Corporation.
* Alle productnamen die in dit document voorkomen, zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun
respectieve eigenaars.
11
Belangrijke opmerkingen
291a
Gelieve naast de items in “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” op p. 2–3, ook het volgende te lezen en in acht te
nemen:
Stroombron
301
¥ Gebruik dit toestel niet op eenzelfde stroomkring samen
met apparaten die ruis veroorzaken (zoals een elektrische
motor of een regelbaar lichtsysteem).
302
¥ De AC-adaptor zal na langdurig gebruik warmte
ontwikkelen. Dit is normaal en is geen reden tot ongerustheid.
307
¥ Alvorens dit apparaat aan te sluiten op andere toestellen,
schakelt u best alle toestellen uit. Zo voorkomt u defecten
en/of schade aan luidsprekers of andere toestellen.
Plaatsing van het toestel
351
¥
Als u dit toestel gebruikt nabij een vervmogensversterker
(of een ander apparaat met grote transformators) kan er
brom ontstaan. Orienteer het toestel anders of verwijder het
van de interferentiebron
352
¥ Dit toestel kan radio- of TV-ontvangst verstoren. Gebruik
het niet in de nabijheid van zulke ontvangers.
353
¥ Let op het volgende wanneer u de Zip disk drive van dit
toestel gebruikt. Voor meer details, zie ÒVoordat u Zip
Disks gebruiktÓ (p. 13).
¥ Plaats het toestel niet nabij apparaten die een sterk
magnetisch veld opwekken (bv. luidsprekers).
¥ Plaats het toestel op een stevig, waterpas oppervlak.
¥ Verplaats het toestel niet en vrijwaar het van trillingen
terwijl de drive actief is.
¥ Als de pickup van een gitaar in de buurt van de Zip disk
drive komt, kan dit ruis opwekken. Als deze ruis storend
is, verwijder de gitaar dan van de BR-8.
354a
¥ Stel het toestel niet bloot aan direct zonlicht, plaats het
niet nabij verwarmingstoestellen, laat het niet achter in
een gesloten voertuig, of stel het op geen enkele andere
manier bloot aan extreme temperaturen. Overdreven
warmte kan het toestel doen verkleuren of vervormen.
355
¥ Gebruik dit toestel niet op een plaats die blootgesteld is
aan de regen of in een andere vochtige omgeving.
.
Onderhoud
401a
¥ Gebruik voor een gewone schoonmaakbeurt een zachte
droge doek of een lichtjes met water bevochtigde doek.
Gebruik voor hardnekkig vuil een doek met een mild,
niet-bijtend schoonmaakmiddel. Veeg nadien het toestel
goed af met een zachte droge doek.
402
¥
Gebruik nooit benzine, thinner, alcohol of gelijk welk
oplosmiddel. Dit om verkleuring of vervorming te
voorkomen
.
Herstellingen en Data
452
¥ Gelieve er rekening mee te houden dat alle gegevens in
het geheugen van het toestel verloren kunnen gaan,
wanneer het toestel wordt hersteld. Maak van belangrijke
data steeds een backup op een Zip disk, of schrijf ze neer
op papier (indien mogelijk). Tijdens de reparatie wordt er
grote zorg besteed aan het voorkomen van dataverlies. In
sommige gevallen (bv. wanneer de geheugencircuits zelf
defect zijn) is het helaas niet mogelijk om de data te
recupereren. Roland neemt geen enkele aansprakelijkheid
op in verband met zulk dataverlies.
Bijkomende voorzorgen
551
¥ Gelieve er rekening mee te houden dat de inhoud van het
geheugen onherroepelijk verloren kan gaan ten gevolge
van een defect of van het onjuist bedienen van het toestel.
Daarom raden we aan om van belangrijke data die in het
geheugen van het toestel zijn opgeslagen, regelmatig een
backup te maken op een Zip disk.
552
¥ Jammer genoeg kan het gebeuren dat de data die
opgeslagen zijn in het geheugen van het toestel, niet meer
kunnen worden gerecupereerd, eens dat ze verloren zijn.
Roland Corporation is niet aansprakelijk voor zulk
dataverlies.
553
¥ Ga voorzichtig tewerk wanneer u de knoppen, regelaars
en andere bedieningsorganen, en de jacks en connectors
van het toestel gebruikt. Ruw omgaan met deze dingen
kan defecten veroorzaken.
554
¥ Sla of druk nooit op de display.
556
¥ Neem bij het aan- en afkoppelen van alle kabels steeds de
connector zelf vast Ð trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt
u kortsluitingen en schade aan de interne elementen van
de kabel.
558a
¥ Hou, om uw buren niet te storen, het volume op een
redelijk niveau. U kan ook een hoofdtelefoon gebruiken
zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de mensen
rondom u (vooral in de late uren).
559
¥ Om het toestel te transporteren, gebruikt u best de
oorspronkelijke verpakking (inclusief opvulling). Anders
dient u te zorgen voor een gelijkwaardige verpakking.
561
¥ Gebruik enkel de opgegeven expressiepedaal (EV-5; apart
verkocht). Door andere expressiepedalen aan te sluiten,
loopt u het risico op defecten en/of schade aan het toestel.
562
¥ Gebruik Roland-kabels voor de aansluitingen. Gebruikt u
kabels van een ander merk, let dan op het volgende.
¥ Sommige verbindingskabels bevatten resistors. Sluit
op dit toestel geen kabels aan die resistors bevatten.
Als u zulke kabels gebruikt, is het mogelijk dat het
geluid niet of nauwelijks hoorbaar is. Voor meer informatie over de kabels wendt u zich best tot de fabrikant
van de betreffende kabel.
12
Belangrijke opmerkingen
Before Using Zip Disks
Omgaan met de Zip Disk Drive
602
¥ Installeer het toestel op een stevig waterpas oppervlak op
een plaats die vrij is van trillingen. Als u het toestel toch
onder een bepaalde hoek moet plaatsen, zorg dan dat de
hellingsgraad niet te hoog is.
603
¥ Gebruik het toestel niet onmiddellijk nadat het werd
verplaatst naar een locatie waarvan de vochtigheidsgraad
sterk verschilt van die van de vorige locatie. Snelle veranderingen in de omgeving kunnen condensatievorming
binnen in de drive veroorzaken, met nadelige gevolgen
voor de drive en de Zip disks. Wanneer u het toestel hebt
verplaatst, laat het dan (enkele uren) gewennen aan de
nieuwe omgeving, alvorens het te gebruiken.
604
¥ Om een disk in te brengen, duwt u ze voorzichtig maar
stevig in de driveÑze klikt op haar plaats. Om een disk te
verwijderen, drukt u stevig op de EJECT-knop. Mocht er
een disk vastzitten in de drive, probeer ze er dan niet uit
te forceren.
606
¥ Verwijder steeds de disk uit de drive voordat u het toestel
opstart of uitschakelt.
607
¥ Wanneer u een Zip disk in de drive schuift, hou ze dan
steeds horizontaal (niet gekanteld), om schade aan de
koppen van de drive te voorkomen. Duw ze stevig maar
voorzichtig in de drive. Gebruik nooit overdreven kracht.
608
¥ Om het risico op defecten en/of schade te vermijden, mag
u enkel en alleen Zip disks gebruiken in de disk drive.
Never insert any other type of disk. Vermijd dat er paperclips, muntstuken of andere vreemde voorwerpen in de
drive terechtkomen.
Omgaan met Zip disks
651
¥ Zip disks bevatten een plastic schijfje met een dun magne-
tisch laagje dat dient als opslagmedium. Het vereist een
microscopische precisie om de opslag van grote hoeveelheden data op zulk een klein oppervlak mogelijk te
maken. Om hun integriteit te vrijwaren, gelieve het
volgende in acht te nemen wanneer u Zip disks gebruikt:
¥ Raak nooit het magnetische medium binnen in de disk
aan.
¥ Gebruik of bewaar geen Zip disks op vuile of stoffige
plaatsen.
¥ Stel Zip disks niet bloot aan extreme temperaturen
(bv. direct zonlicht in een afgesloten voertuig).
Aanbevolen temperatuur: -22 tot 51¡ C
(-7.6 tot 123.8¡ F).
¥ Stel Zip disks niet bloot aan sterke magnetische velden,
zoals die van luidsprekers.
653
¥ Het identificatielabel dient stevig op de disk aangebracht
te worden. Mocht dit label loskomen terwijl de disk in de
drive zit, kan dit moeilijkheden geven bij het verwijderen
van de disk.
654
¥ Bewaar alle disks op een veilige plaats om te voorkomen
dat ze beschadigd geraken of om ze te beschermen tegen
stof en vuil. Als u een vuile of stoffige disk gebruikt, loopt
u het risico dat de disk en/of uw drive beschadigd
geraakt.
Auteursrecht
Het ongeoorloofd opnemen, publiekelijk uitvoeren,
uitzenden, verkopen, of verspreiden enz. van een werk
(CD-opname, video-opname, uitzending, enz.) waarvan
het auteursrecht eigendom is van derden, is bij wet
verboden.
Roland is niet verantwoordelijk voor gelijk welke
mogelijke inbreuk op het auteursrecht die u zou kunnen
plegen met het gebruik van de BR-8.
Afwijzing van
aansprakelijkheid
BOSS neemt geen enkele verantwoordelijkheid op voor
voor gelijk welke directe schade, gevolgschade or andere
schade die zou kunnen voortvloeien uit het gebruik van
de BR-8. Deze schade kan het volgende inhouden bij het
gebruik van de BR-8, maar beperkt zich hier niet toe.
¥ Gelijk welke winstderving in uw nadeel
¥ Permanent verlies van uw muziek of data
¥ Onmogelijkheid om de BR-8 zelf of een aangesloten
apparaat verder te gebruiken
13
Voor- en achterpaneel
Het voorpaneel
fig.02-01
1
2
3233
30
29
3
4
8
6
23
5
24
7
17
16
9
12
13
15
21
10
14
11
1.CLIP-indicators
Deze indicators geven aan wanneer de input-signaalbronnen
die aangesloten zijn op de input jacks (GUITAR/BASS, MIC
1, MIC 2), vervormen.
2526
27
34
28
18
19
22
31
20
• GUITAR/BASS, MIC 2:
De GUITAR/BASS jack (voor gitaar of bas) of de MIC 2 jack
(voor een microfoon) wordt geselecteerd.
• MIC 1:
De MIC 1 jack (voor een microfoon) wordt geselecteerd.
35
36
Deze indicators lichten op bij -6 dB voordat het geluid begint
te vervormen. Regel de ingangsgevoeligheid met de SENSknop zodat de CLIP-indicator slechts af en toe oplicht
wanneer u hard speelt.
2.SENS (sensitivity)-knoppen
Met deze knoppen regelt u de gevoeligheid van elke input
jack (GUITAR/BASS, MIC 1, MIC 2).
3.INPUT SELECT-knoppen
Met deze knoppen selecteert u de input-signaalbron (input
jack) die zal worden opgenomen. De indicator van de
geselecteerde knop(pen) licht op. Wanneer u op een
brandende INPUT SELECT-knop drukt, dan gaat deze uit en
wordt het input-geluid uitgeschakeld.
14
• LINE:
De LINE jacks (stereo) voor line-level instrumenten zoals een
keyboard of een CD-speler worden geselecteerd.
• SIMUL:
Als u zowel op de GUITAR/BASS,MIC 2-knop als op de
MIC 1-knop drukt, dan kan u deze twee inputs tegelijkertijd
opnemen. Als er een instrument aangesloten is op de
GUITAR/BASS jack, dan worden de GUITAR/BASS- en
MIC 1-inputs geselecteerd. Als er een microfoon aangesloten
is op de MIC 2 jack, dan worden de MIC 1- en MIC 2-inputs
geselecteerd.
* Als er een instrument en een microfoon aangesloten is op
respectievelijk de GUITAR/BASS jack en de MIC 2 jack, dan
wordt de GUITAR/BASS jack automatisch geselecteerd.
* Als u van INPUT SELECT wisselt, wisselt de bank van het
insert-effect (p. 31) automatisch mee. (p. 86)
Als de GUITAR/BASS, MIC 2-knop of de MIC 1-knop
individueel geselecteerd zijn, wordt er AF-AD-conversie
gebruikt.
Voor- en achterpaneel
• BOUNCE:
Het geluid dat reeds is opgenomen op meerdere sporen ,
wordt samengevoegd op twee sporen (of ŽŽn spoor).
8.REC MODE (recording mode)indicators
Wat is AF-AD
(Adaptive Focus Method AD)?
Dit is een methode waarbij twee signalen worden
gebruikt die enkel verschillen qua input level en die
automatisch intern geregeld worden zodat het ruisniveau zo laag mogelijk wordt. AD verwijst naar de
verwerking die een analoog signaal omzet in een digitaal
signaal, en de kwaliteit van deze omzetting hangt af van
het aantal bits dat gebruikt wordt. Naarmate er meer bits
gebruikt worden, zal er minder kwaliteitsverlies
optreden bij de omzetting. De BR-8 gebruikt 20 bit ADomzetting, maar in geval van AF-AD-omzetting, wordt
het equivalent van 24 bit AD processing uitgevoerd.
4.EFFECTS-knop
Met deze knop selecteert u patches voor het insert-effect (p.
31), alsook edit-schermen waarin u deze instellingen kan
wijzigen.
5.INPUT LEVEL-knop
Hiermee regelt u het volume van de input-bron.
* Als u tijdens het opnemen het volume van de input-bron lager
zet met de INPUT LEVEL-knop, dan wordt het spoor
opgenomen met een laag volume. Dit betekent dat, wanneer u
het spoorvolume verhoogt tijdens de weergave, er allicht meer
ruis te horen zal zijn. Als u het monitorvolume van de inputbron tijdens de opname wil verlagen, dient u daarvoor de
MASTER fader of de PHONES VOLUME-knop te gebruiken.
Deze indicators geven de huidige recording mode aan. De
INPUT- of de BOUNCE-indicator licht op, afhankelijk van de
selectie die u maakt met de REC MODE-knop.
9.ZERO-knop
Hiermee keert u terug naar het begin van de song.
10. REW-knop
Deze knop spoelt de song terug zolang u ze ingedrukt houdt.
11. FF-knop
Deze knop spoelt de song voort zolang u ze ingedrukt houdt.
12. REPEAT-knop
U kan een fragment dat u wenst te horen, afbakenen en het
herhaaldelijk beluisteren. (p. 39)
Dit komt goed van pas wanneer u met Punch-in/out (p. 40)
werkt, om steeds opnieuw op te nemen tot u tevreden bent,
of wanneer u de Phrase Trainer (p. 85) gebruikt om een frase
in te oefenen die u hebt opgenomen van een CD-speler.
13. STOP-knop
Hiermee stopt u de opname/weergave van de song.
6. TUNER ON/OFF-knop
Hiermee schakelt u de tuner (p. 83) in/uit.
7. REC MODE (recording mode)-knop
Hiermee selecteert u de recording mode van de recorder. Er
zijn twee recording modes.
• INPUT:
Het geluid van de microfoon of instrument aangesloten op
de input jacks, wordt opgenomen. Normaal gebruikt u deze
recording mode.
14. PLAY-knop
Hiermee start u de weergave. Als u op [REC] hebt gedrukt
zodat de REC-indicator knippert, dan start de opname
wanneer u op [PLAY] drukt. Tijdens de opname/weergave
licht deze knopindicator groen op.
15. REC (recording)-knop
Dit is de opnameknop. Behalve voor gewone opnames kan u
deze knop ook gebruiken om manueel in en uit te prikken
(Punch-in recording). Wanneer het toestel in record-ready
mode staat, knippert de knopindicator rood. Tijdens de
opname licht de indicator rood op.
15
Voor- en achterpaneel
16. AUTO PUNCH IN/OUT
Hiermee maakt u instellingen voor de auto punch-in/out
functie.
• ON/OFF-knop:
Hiermee schakelt u de auto punch-in/out-functie in/uit.
Wanneer ze aan staat, licht de knopindicator op.
• IN-knop:
Deze knop bepaalt de punch-in-locatie. Wanneer u op deze
knop drukt, wordt de huidige locatie onthouden als de
punch-in-locatie, en de knopindicator licht op. Nadat u de
punch-in-locatie hebt ingesteld, kan u direct naar deze locatie
springen door op deze knop te drukken.
• OUT-knop:
Deze knop bepaalt de punch-out location. Wanneer u op
deze knop drukt, wordt de huidige locatie onthouden als de
punch-out-locatie, en de knopindicator licht op. Nadat u de
punch-out-locatie hebt ingesteld, kan u direct naar deze
locatie springen door op deze knop te drukken.
• DELETE-knop:
Deze knop wist de punch-in/out-locaties uit die opgeslagen
werden met de IN- en OUT-knoppen. Door deze knop
ingedrukt te houden en op IN of OUT te drukken, kan u de
locatie die in de respectieve knop was opgeslagen, uitwissen.
De indicator van de overeenkomstige knop gaat uit.
17. MARKER
Met deze knoppen maakt u instellingen die verband houden
met de Marker-functie.
• MARK-knop
Met deze knop plaatst u een marker op de gewenste locatie
in een song. Wanneer u op deze knop drukt, wordt er een
marker toegewezen aan de huidige locatie.
Markers worden sequentieel genummerd vanaf het begin
van de song. U kan elke marker ook een naam geven. In het
marker-veld van de display verschijnt de marker van de
huidige locatie (indien er een marker is toegewezen aan de
huidige locatie) , of van de vorige marker indien er geen
marker is toegewezen aan de huidige locatie. Als u markers
plaatst in een song, wordt het onder meer makkelijker om te
achterhalen welk deel van een song er wordt weergegeven,
enz.
Een marker toewijzen (p. 47)
• SEARCH -knop:
Hiermee springt u naar de locatie van de vorige marker.
• SEARCH -knop:
Hiermee springt u naar de locatie van de volgende marker.
• CLEAR-knop:
Deze knop wist een marker uit. Wanneer u op deze knop
drukt, wordt de marker die momenteel in het marker-veld
van de display staat, uitgewist.
18. AUDIO TRACK MIXER Faders 1–8
Met deze faders regelt u het weergavevolume van elke track.
* In deze handleiding noemen we de AUDIO TRACK
MIXER faders kortweg ‘TRACK faders’.
19. MASTER Fader
Met deze fader regelt u het globale volume.
20. REC TRACK (recording track)knoppen 1–8
Met deze knoppen selecteert u het op te nemen spoor. De
knop van een spoor dat voor opname is geselecteerd,
knippert rood en licht rood op tijdens de opname. Wanneer
de opname voltooid is, licht deze knop afwisselend oranje en
groen op.
De toestand van de indicator geeft de track status als volgt
aan.
• Uit:
Het spoor bevat geen opgenomen data (niet-opgenomen
track)
• Groen:
Het spoor bevat opgenomen data (opgenomen track)
• Groen knipperend:
Het spoor bevat opgenomen data, maar werd uitgeschakeld
• Rood knipperend:
In record-ready mode. Het spoor werd geselecteerd voor
opname
• Rood:
Het spoor wordt nu opgenomen
• Afwisselend oranje en groen:
De track bevat opgenomen data en is geselecteerd voor
opname
• Oranje knipperend:
Het spoor bevat opgenomen data, maar is uitgeschakeld, en
het is ook geselecteerd voor opname
16
Voor- en achterpaneel
21. V-TRACK-knop
Hiermee roept u een scherm op waarin u V-tracks kan
selecteren.
Wat is een V-track? (p. 9)
22. TRACK MUTE-knop
Als u deze knop ingedrukt houdt en op een REC TRACKknop drukt waarvan de indicator groen is, dan schakelt u dit
spoor uit tijdens de weergave, ongeacht de positie van zijn
TRACK fader.
Wanneer u deze handeling herhaalt, wordt de uitschakeling
opgeheven. Zolang het spoor uitgeschakeld is, knippert de
REC TRACK-knop van dat spoor groen.
* Als er een opnamespoor werd uitgeschakeld, dan wordt dit
opgeheven wanneer de opname eindigt.
23. PAN-knop
Hiermee roept u een scherm op waarin u de pan (links/
rechts-locatie van het geluid) kan regelen voor de weergave
van elk spoor en voor het input-geluid (p. 36).
27. PHRASE TRAINER
Met deze knoppen maakt u instellingen voor de Phrase
Trainer-functie.
• CENTER CANCEL-knop:
Wanneer u de Phrase Trainer gebruikt, kan u met deze knop
de Center Cancel-functie aan/uit zetten, wat u toelaat om de
stem of een ander geluid dat centraal in het stereobeeld staat,
te elimineren. Wanneer dit aan staat, licht de knopindicator
op.
Het centrale geluid uitschakelen (p. 85)
• TIME STRETCH-knop:
Wanneer u de Phrase Trainer gebruikt, kan u met deze knop
de Time Stretch-functie aan/uit zetten, zodat u de weergave
kan vertragen. Wanneer dit aan staat, licht de knopindicator
op.
De snelheid verlagen (p. 85)
28. RHYTHM GUIDE
24. EQ (equalizer)-knop
Hiermee roept u een scherm op waarin u instellingen voor de
equalizer maakt, om voor elk spoor de toon te regelen (p. 36).
Parameterfuncties van de mixereffecten (p. 92)
25. CHORUS/DELAY-knop
Hiermee roept u schermen op waarin u het volume (send
level) bepaalt dat vanuit elk spoor naar het chorus/delay
loop-effect (p. 36), of waarin u switcht tussen chorus en delay
en hun parameters instelt.
Parameterfuncties van de mixereffecten (p. 92)
26. REVERB-knop
Hiermee roept u schermen op waarin u het volume (send
level) bepaalt dat vanuit elk spoor naar het reverb loop-effect
(p. 36), en waarin u de reverb-parameters instelt.
Parameterfuncties van de mixereffecten (p. 92)
Hiermee stelt u de Rhythm Guide-functie in.
• LEVEL-knop:
Hiermee regelt u het volume van de rhythm guide.
• AUTO/ON/OFF-knop:
Hiermee zet u de Rhythm Guide-functie op auto/aan/uit.
• PATTERN/TEMPO-knop:
Hiermee roept u een scherm op waarin u het patroon en het
tempo van het ritme kan instellen.
• TAP-knop
Met deze knop kan u zelf het tempo van de Rhythm Guide
intikken.
29. UTILITY-knop
Hiermee roept u diverse functies op, waaronder track
editing, song management, en disk-handelingen.
30. UNDO/REDO-knop
Hiermee annuleert u de recentste opname- of edit-handeling,
zodat de data in hun vorige staat worden hersteld. Als u
nogmaals op deze knop drukt, dan wordt de geannuleerde
opname- of edit-handeling opnieuw uitgevoerd.
17
Voor- en achterpaneel
31. TIME/VALUE Dial
Normaal gebruikt u deze dial om de huidige locatie in de
song te verplaatsen (terug- of voortspoelen). Wanneer u
instellingen maakt, gebruikt u deze dial om de waarde van
een parameter te veranderen.
32. EXIT/NO-knop
Druk op deze knop om terug te keren naar het vorige
scherm, of om een handeling te annuleren.
33. ENTER/YES-knop
Druk hierop om een selectie te bevestigen, of om uw input te
finaliseren.
34. CURSOR-knoppen
Met deze knoppen verplaatst u de cursor.
fig.02-05(Front View)
35
Display
fig.02-04
1
5
Hierin ziet u een grafische voorstelling van informatie in
diverse menu-schermen en parameter setting-schermen.
1.MARKER
Hier verschijnt het markernummer van de huidige locatie.
Als er geen marker toegewezen is aan de huidige locatie, dan
verschijnt het nummer van de vorige marker.
Ò---Ó verschijnt hier indien de huidige locatie vroeger is dan
markernummer Ò001Ó of indien er geen markers zijn
toegewezen.
2
34
6
7
36
35. Zip Disk Drive
In deze drive kan u een Zip disk plaatsen om opgenomen
data op te slaan. Opnemen is enkel mogelijk wanneer er een
disk in de drive zit.
36. Eject-knop
Druk op deze knop om de Zip disk uit de drive te
verwijderen. Het toestel moet aan staan om de Zip disk te
kunnen uitwerpen. Deze knop licht groen op wanneer de
drive actief is.
Als u de disk wil verwijderen wanneer het toestel uitgeschakeld is, dient u het opnieuw in te schakelen en op de
Eject-knop te drukken om de disk uit te werpen. Als u
probeert de disk uit de drive te forceren, kan u de disk drive
beschadigen.
2.MEASURE
Hier verschijnen de maat en de tel van de huidige locatie.
Het linkse cijfer is de maat, het rechtse cijfer is de tel.
3.TIME
De tijdspositie van de huidige locatie in de song wordt
afgebeeld als Ò** uren ** minuten ** seconden.Ó
4.FRAME
Hier verschijnt het aantal frames voor de huidige locatie in
de song.
Standaard staat de BR-8 ingesteld op 30 frames (non-drop)
per seconde. Dit is een specificatie die door MTC (MIDI Time
Code) wordt gebruikt, en wanneer u de BR-8 via MIDI wil
synchroniseren met een ander toestel, dan moet u zorgen dat
de MTC-instellingen van beide toestellen overeenstemmen.
Een MIDI sequencer synchroniseren met de BR-8 (p. 73)
18
5.INFORMATION
In Play mode verschijnt hier informatie over de song (namen
van markers, resterende opnametijd).
Voor- en achterpaneel
6.MIXER/TRACK
In Play mode ziet u hier een grafische voorstelling van het
volumeniveau van de instrumenten die op de inputs zijn
aangesloten, en van het volumeniveau van elk spoor.
Volgens de fabrieksinstellingen verschijnt hier het volumeniveau van de INPUT LEVEL-knoppen of het volumeniveau
van het signaal dat door de TRACK faders is gepasseerd
(post-fader). Als u het volumeniveau wil zien van de INPUT
LEVEL-knoppen of het volumeniveau van het signaal
voordat het door de TRACK faders gaat (pre-fader), zie ÒHet
level meter-scherm omschakelenÓ (p. 82).
Achterpaneel
fig.02-06
1312
11
10
7.MASTER
In Play mode ziet u hier een grafische voorstelling van het
volumeniveau van het signaal dat door de MASTER fader is
gepasseerd.
Als het display-scherm moeilijk te lezen is, kijk dan bij ÒHet
contrast van de display regelenÓ (p. 108).
5
4
14
1.GUITAR/BASS Jack
Dit is een input jack met hoge impedantie waarop u
rechtstreeks een gitaar of een basgitaar kan aansluiten.
2.MIC 2 Jack
Dit is een TRS-gebalanceerde input jack voor mic input.
* Als er een instrument en een microfoon aangesloten is op
respectievelijk de GUITAR/BASS jack en de MIC 2 jack, dan
wordt de GUITAR/BASS jack automatisch geselecteerd.
3.MIC 1 (VOCAL) Jack
Dit is een TRS-gebalanceerde input jack voor mic input.
4.LINE (line input) Jacks
Dit zijn input jacks voor analoge audiosignalen. U kan ze
gebruiken om een extern audio-apparaat (CD-speler,
keyboard, drumcomputer, klankmodule, enz.) aan te sluiten.
6789
3
2
1
5.LINE OUT Jacks
Dit zijn output jacks voor het analoge audiosignaal. U kan ze
verbinden met een MD-recorder of een bandrecorder om een
analoge opname te maken van de output van de BR-8.
6.PHONES VOLUME-knop
(volume van de hoofdtelefoon)
Hiermee regelt u het volume van de hoofdtelefoon.
7.PHONES Jack
Hierop kan u een stereo-hoofdtelefoon (apart verkocht)
aansluiten.
8.
EXP PEDAL Jack
Op deze input jack kan u een expressiepedaal (EV-50, FV300L; apart verkocht) aansluiten. Als u een expressiepedaal
gebruikt, kan u door middel van de ingebouwde effectprocessor effecten zoals Òwah pedalÓ toepassen.
19
Voor- en achterpaneel
9.FOOT SW (foot switch) Jack
Op deze input jack kan u een voetschakelaar (DP-2, FS-5U;
apart verkocht) aansluiten. Met een voetschakelaar kan u een
song starten/stoppen, of in- en uitprikken (punch-in
recording).
Gebruik van een foot switch (p. 41)
10. DIGITAL OUT-connector
Dit is een optische connector die een digitaal audiosignaal
uitstuurt. Hij stuurt hetzelfde geluid uit als de LINE OUT
jacks. De output van de BR-8 kan digitaal opgenomen
worden op een DAT-recorder of een MD-recorder.
11. MIDI OUT-connector
Deze connector verzendt MIDI-boodschappen. Verbind deze
met de MIDI IN-connector van een extern MIDI-apparaat
(drumcomputer of klankmodule).
12. AC-ADAPTOR Jack
Sluit de bijdeleverde AC-adaptor aan op deze jack.
Gebruik enkel en alleen de bijgeleverde PSB-UNIVERSAL
AC-adaptor. Het gebruik van een andere adaptor kan
oververhitting of defecten veroorzaken.
13. Kabelhaak
Hang het kabeltje van de AC-adaptor rond deze haak om te
voorkomen dat het per ongeluk uitgetrokken wordt.
Als de AC-adaptor tijdens de werking van het toestel wordt
uitgetrokken, kunnen belangrijke opgenomen data verloren
gaan.
14. POWER-schakelaar
Met deze schakelaar zet u de BR-8 aan/uit.
20
De demo songs beluisteren
Stap 1. Externe apparaten aansluiten
Maak de aansluitingen zoals in onderstaand schema. Alle toestellen moeten uitgeschakeld zijn wanneer u aansluitingen maakt.
fig.03-01
Stereo hoofdtelefoon
Elektrische gitaar
Elektrische bas
Microfoon
Drumcomputer, enz.
MD-recorder, enz.
De demosongs beluisteren
Foot Switch
(FS-5U enz.)
AC-adaptor
(PSB-UNIVERSAL)
Zet steeds het volume dicht en schakel alle toestellen uit
voordat u aansluitingen maakt, om defecten en/of schade
aan luidsprekers of andere toestellen te voorkomen.
* Als u met de pickup van een gitaar in de buurt van de Zip disk
drive komt, kan er ruis optreden. Als deze ruis storend is,
verwijder de gitaar dan van de BR-8.
Foot Switch
Expression Pedal
Expressiepedaal
(Roland EV-5 enz.)
Audio-installatie, enz.
CD-speler, enz.
Keyboard, Drumcomputer , enz.
* Hang het stroomkabeltje rond de kabelhaak, om te voorkomen
dat de stroom per ongeluk onderbroken wordt (mocht de plug
per ongeluk uitgetrokken worden), en om onnodige fysieke
belasting van de AC-adaptor jack te vermijden.
fig.03-100
21
De demo songs beluisteren
* Gebruik enkel de opgegeven expressiepedaal (EV-5; apart
verkocht). Het gebruik van andere expressiepedalen impliceert
het risico op defecten en/of schade aan het toestel.
* Afhankelijk van de positie van de microfoons t.o.v. de
luidsprekers kan er rondzang optreden. Dit is te verhelpen
door:
1. De microfoon(s) anders te ori‘nteren.
2. De microfoon(s) verder van de luidsprekers te plaatsen.
3. Het volume te verlagen.
Stap 2. Het toestel aanzetten
Wanneer u klaar bent met de aansluitingen, zet dan de
verschillende apparaten aan in de opgegeven volgorde. Als u
de apaaraten in de verkeerde volgorde inschakelt, loopt u het
risico op defecten en/of schade aan luidsprekers en andere
toestellen.
1. Controleer de volgende punten voordat u het toestel
aanzet.
¥ Is de BR-8 correct aangesloten op de externe apparaten?
¥ Staan de volumeregelaars van de BR-8 en van de
aangesloten apparaten in de minimum-positie?
* Als u een foot switch (FS-5U; apart verkocht) aansluit op de
FOOT SW jack, zet de polariteitsschakelaar dan zoals in de
figuur. Als de polariteitsschakelaar niet correct staat, zal de
voetschakelaar niet naar behoren werken.
fig.04-10
Polariteitsschakelaar
5. Zet de apparatuur die aangeloten is op de output jacks
(LINE OUT, DIGITAL OUT) aan.
Zorg ervoor dat de AC-adaptor niet uitgetrokken wordt
tijdens het gebruik. Als de stroom van de AC-adaptor
onderbroken wordt, kunnen de opgenomen data verloren
gaan.
2. Zet de MASTER fader van de BR-8 lager.
fig.04-01
3. Zet de apparatuur die aangesloten is op de input jacks
(GUITAR/BASS, MIC2, MIC1, LINE IN) aan.
4. Zet de BR-8 aan met de POWER-schakelaar op het
achterpaneel.
fig.04-02
* Dit toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na het
opstarten duurt het eventjes (enkele seconden) voordat de
normale werking begint.
22
De demo songs beluisteren
Stap 3. De demo songs beluisteren
De bijgesloten disk bevat demo songs. Om de demo songs te
beluisteren, voert u de volgende procedure uit.
Het gebruik van de bij dit product bijgeleverde song data,
voor andere doeleinden dan het beluisteren in persoonlijke
huislijke kring, zonder toestemming van de houder van het
auteursrecht, is bij wet verboden. Het gebruik in een secundair auteursrechtelijk beschermd werk of het kopi‘ren van
deze data zonder toestemming van de houder van het
auteursrecht, is evenmin toegelaten.
Plaats de demo disk in de Zip drive.
fig.06-01
3. Selecteer met CURSOR [] [] het Song Select-
fig.06-04
4. Druk op [ENTER], en de songlijst verschijnt.
fig.06-05
De demosongs beluisteren
icoon.
Voor de momenteel gebruikte song verschijnt een
asterisk Ò*Ó. Rechts van een beveiligde song verschijnt
een song protect-symbool ().
Selecting a song—Song Select
Wanneer u een disk voor de eerste maal gebruikt, wordt
song nummer 1 automatisch geselecteerd, en de nodige data
om de song te spelen, worden ingeladen. Wanneer het laden
voltooid is, verschijnt de naam van de song in de display.
Om een andere song te kiezen, volgt u de onderstaande
procedure.
1. Druk op [UTILITY].
fig.06-02
2. Selecteer met CURSOR [] [] het Song-icoon en
druk op [ENTER].
fig.06-03
5. Selecteer de gewenste song met CURSOR [] [].
fig.06-06
6. Druk op [ENTER].
fig.06-05
■ Als u hebt opgenomen/geëdit, of de
instellingen van het mixer-gedeelte of de
effect song patch hebt gewijzigd (p. 86)
Nu zal er een scherm verschijnen dat u vraagt of u de
opgenomen data, het resultaat van uw werk, de huidige
toestand van het mixer-gedeelte en de wijzigingen aan
de song patch wil opslaan.
23
De demo songs beluisteren
fig.07-23
* Als u de huidige toestand wil kunnen oproepen de volgende
keer dat u de song weergeeft, druk dan op [YES]. Als u terug
naar de oorspronkelijke toestand wil, druk dan op [NO]. Als u
op [NO] drukt, worden alle opname- en edit-handelingen die u
op de huidige song hebt uitgevoerd, de huidige toestand van
het mixer-gedeelte en eventuele wijzigingen aan de song patch
niet opgeslagen. Overweeg uw keuze goed.
* Als u de demo songs enkel afgespeeld hebt, hoeft u zich hier
geen zorgen over te maken. Zelfs als u de instellingen
gewijzigd hebt, kan u op [NO] drukken om al uw handelingen
te annuleren.
7. De song die u selecteerde, wordt geladen.
De song weergeven
1. Zet de TRACK faders 1Ð8 in de posities die onder-
staand schema aangeeft en zet de MASTER fader dicht.
fig.06-07
Als u [FF] ingedrukt houdt, spoelt de song verder. Als u
[REW] ingedrukt houdt, spoelt de song terug. Om terug te
keren naar het begin van de song, drukt u op [ZERO].
De huidige locatie kan ook nog op de volgende manieren
veranderd worden.
De huidige locatie veranderen
De aanduiding van de huidige
tijdspositie
De huidige tijdspositie in de display is MTC (MIDI Time
Code), en wordt getoond als Ò** uren ** minuten ** seconden
** frames ** sub-frames.Ó
Het time code format kan verschillen naargelang de
apparatuur die u gebruikt. Wanneer u MTC gebruikt om te
synchroniseren met andere apparaten, moet u op beide
apparaten hetzelfde time code format instellen. Standaard
staat de BR-8 ingesteld op 30 frames (non-drop) per seconde
(p. 74).
Naar het begin van de performance
Om naar de tijdspositie van het eerste opgenomen geluid van
de song te gaan, voert u de volgende procedure uit.
1. Houd [STOP] ingedrukt en druk op [REW].
De V-track die voor elk spoor is geselecteerd, wordt
gecontroleerd en u gaat naar de tijdspositie waar het
eerste geluid in de song is opgenomen.
2. Druk op [PLAY].
fig.06-08
De song begint. Verhoog het volume geleidelijk met de
MASTER fader.
Verschuif de TRACK faders, om het geluid van elk spoor
apart te beluisteren of om de song te beluisteren met de
volumebalans van uw voorkeur. Door middel van de
[MUTE]-knop kan u ook gelijk welk spoor uitschakelen.
Een spoor uitschakelen (p. 35)
Naar het einde van de performance
Om naar de tijdspositie van het laatste opgenomen geluid
van de song te gaan, voert u de volgende procedure uit.
1. Houd [STOP] ingedrukt en druk op [FF].
De V-track die voor elk spoor is geselecteerd, wordt
gecontroleerd en u gaat naar de tijdspositie waar het
laatste geluid in de song is opgenomen.
Per uur/minuut/seconde/frame/
sub-frame
In het TIME-veld van de display verschijnt de huidige
tijdspositie in uren/minuten/seconden/frames/sub-frames.
1. Selecteer de waarde die u wenst te veranderen.
Selecteer met CURSOR [] [] het TIME-cijfer dat u
wil veranderen.
2. Verander de waarde.
Wijzig de tijdspositie met de TIME/VALUE dial .
24
De demo songs beluisteren
Per maat/tel
In het MEASURE-veld van de display verschijnt de huidige
locatie uitgedrukt in maten en tellen. Details over de
instellingen van maten en tellen, en hun relatie met de song,
vindt u in ÒGebruik van de rhythm guideÓ (p. 32).
1. Selecteer de waarde die u wenst te veranderen.
Om met maten te werken, selecteert u met [CURSOR]
het cijfer links van het MEASURE-veld. Om met tellen te
werken, selecteert u het cijfer rechts van het MEASUREveld.
2. Verander de waarde.
Selecteer met de TIME/VALUE dial het nummer van de
maat/tel waar u naartoe wil gaan.
Volgens de markernummers
In het MARKER-veld van de display verschijnt het markernummer van de huidige locatie. Als er geen markers
geregistreerd zijn, verschijnt hier Ò---Ó.
Selecteer met [CURSOR] het cijfer in het MARKER-veld en
selecteer met de TIME/VALUE dial het markernummer
waar u naartoe wil gaan.
Variaties van de song selecteren
De demo songs bevatten verschillende variaties die werden
opgenomen door middel van de V-tracks (p. 9). Door andere
V-tracks te kiezen, kan u variaties (bv. andere gitaar-soloÕs of
stemmen) beluisteren.
Details over het switchen van V-tracks, zie ÒEen V-track
selecterenÓ (p. 44).
Stap 4. De demo disk verwijderen
1. Druk op de Eject-knop.
fig.06-20
De demosongs beluisteren
■ Als u hebt opgenomen/geëdit, of de
instellingen van het mixer-gedeelte of de
effect song patch hebt gewijzigd (p. 86)
Nu zal er een scherm verschijnen dat u vraagt of u de
opgenomen data, het resultaat van uw werk, de huidige
toestand van het mixer-gedeelte en de wijzigingen aan
de song patch wil opslaan.
fig.05-01
* Als u de huidige toestand wil kunnen oproepen de volgende
keer dat u de song weergeeft, druk dan op [YES]. Als u terug
naar de oorspronkelijke toestand wil, druk dan op [NO]. Als u
op [NO] drukt, worden alle opname- en edit-handelingen die u
op de huidige song hebt uitgevoerd, de huidige toestand van
het mixer-gedeelte en eventuele wijzigingen aan de song patch
niet opgeslagen. Overweeg uw keuze goed.
De disk wordt uitgeworpen.
25
De demo songs beluisteren
Step 5. Het toestel uitschakelen
Schakel alle toestellen uit, in de omgekeerde volgorde van bij
het opstarten (p. 22).
Wanneer u op de POWER-schakelaar van de BR-8 drukt,
verschijnt de volgende boodschap.
fig.05-02
Als u het toestel wil uitschakelen, druk dan op [YES].
Wanneer u op [YES] drukt, worden de user patch data (p. 86)
intern opgeslagen, zodat de huidige toestand opgeroepen
wordt, de volgende keer dat u het toestel aanzet. Wanneer de
save-procedure voltooid is, wordt de BR-8 automatisch
uitgeschakeld. (Shutdown)
■ Als er een disk in de drive zit
Wanneer u op de POWER-schakelaar van de BR-8 drukt,
slaat hij de nodige data op op disk en in het interne
geheugen, en schakelt vervolgens zichzelf automatisch uit.
Als er opname-/edit-handelingen werden uitgevoerd of als
de mixer-parameters gewijzigd werden, verschijnt er een
scherm dat u vraagt of u deze data al dan niet wil opslaan.
* Als u de demo songs enkel hebt afgespeeld, hoeft u zich
hierover geen zorgen te maken. Zelfs als u per vergissing al
een opname hebt gemaakt of de instellingen hebt gewijzigd,
kan u altijd op [NO] drukken om al uw handelingen te
annuleren.
Controleer of de BR-8 effectief uitgeschakeld is (d.w.z. dat
het display-scherm donker is), alvorens de AC-adaptor uit
het stopcontact te trekken. Trek de AC-adaptor nooit uit
terwijl er data worden opgeslagen, omdat hierdoor de
opgenomen data of edit-gegevens (mixerinstellingen, effect
patch data, e.d.) verloren gaan.
Om de BR-8 uit te schakelen, dient u de POWER-schakelaar
te gebruiken. De opgenomen data, mixerinstellingen en
effect patch data worden niet onmiddellijk opgeslagen
wanneer u opneemt of instellingen maakt, maar worden op
de disk en in het interne geheugen bewaard wanneer u de
song opslaat of het toestel uitschakelt. Dit betekent dat
wanneer u het toestel uitschakelt door de AC-adaptor uit het
stopcontact te trekken, in plaats van de POWER-schakelaar
te gebruiken, de opgenomen data, mixerinstellingen en effect
patch data verloren gaan. Hou hier rekening mee.
fig.05-01
Als u op [YES] drukt, worden de data opgeslagen op disk en
in het interne geheugen, en de huidige instellingen worden
weer opgeroepen wanneer u het toestel opnieuw inschakelt.
Als u op [NO] drukt, worden alle opnames, edit-handelingen
en wijzigingen in de parameters die werden uitgevoerd sinds
het toestel werd aangezet, geannuleerd.
26
Een performance opnemen/weergeven
Stap 1. Zet het toestel aan
Maak de juiste aansluitingen en zet het toestel aan, zoals beschreven in "Stap 1. Externe apparaten aansluiten" (p. 21) en in
"Stap 2. Het toestel aanzetten" (p. 22).
Stap 2. Maak een disk klaar
De BR-8 schrijft opgenomen data rechtstreeks weg op een
disk. U hebt dus een disk nodig om te kunnen opnemen.
Zip disks (p. 11)
De disk inbrengen
Schuif de disk in de disk drive. De bijgeleverde demo disk
heeft beperkte vrije schijfruimte, dus als u lang wil opnemen,
dient u ofwel een demo song uit te wissen of een nieuwe disk
te gebruiken. Hoe u een song uitwist, leest u in ÒEen song
wissenÓ (p. 60).
Als u een disk van de VS-serie inbrengt
Song data die gecre‘erd werden op een toestel van de
Roland VS-serie (bv. de VS-880/840), kunnen niet als
dusdanig gebruikt worden door de BR-8. Als u zulk een disk
inbrengt, verschijnt er een boodschap in de display en
vervolgens ÒSelectÓ. U wordt gevraagd of u de song data wil
converteren naar een vorm die de BR-8 kan gebruiken, of dat
u de disk wil initialiseren.
fig.07-01
Een disk initialiseren—Initialize
Deze procedure is niet nodig wanneer u een disk gebruikt
die reeds gebruikt werd door de BR-8, of een disk die werd
geconverteerd voor gebruik op de BR-8.
Wat is initialisatie?
Voordat u een nieuwe disk of een disk die reeds op een
computer werd gebruikt, op de BR-8 kan gebruiken,
moet die disk klaargemaakt worden voor gebruik op de
BR-8. Dit proces noemen we Initialisatie.
Als de ingebrachte disk niet beantwoordt aan de
veriesten van de BR-8, verschijnt er een boorschap in de
display en wordt er gevraagd: ÒInitialize Disk?Ó. Als dit
het geval is, volg dan de onderstaande procedure.
fig.07-02
Een performance opnemen/weergeven
1. Om te converteren, kiest u ÒCONVÓ en drukt u op
[ENTER].
Voor details, zie ÒSong ConvertÓ (p. 63, stap 6).
2. Om de disk te initialiseren en ze te gebruiken, kiest u
ÒINITÓ en drukt u op [ENTER].
* Wanneer u een disk initialiseert, worden alle data die op de
disk waren opgeslagen, uitgewist. Als u beslist om niet te
converteren of te initialiseren, kies danÒCANCEL" en druk op
[ENTER]. De disk wordt uitgeworpen.
1. Als u de disk wil initialiseren, druk dan op [YES]. Als u
de disk niet wil initialiseren, druk dan op [NO].
* Wanneer u een disk initialiseert, worden alle data die op die
disk waren opgeslagen, uitgewist. Als u annuleert door op
[NO] te drukken, kan u de disk verwijderen zonder ze te
initialiseren.
Als u in stap 1 op [YES] drukt, verschijnt de boodschap
ÒSure?Ó, die u vraagt om te bevestigen of u inderdaad
wil doorgaan met de initialisatie.
2. Om te initialiserev, drukt u nogmaals op [YES].
De disk wordt ge•nitialiseerd.
* Wanneer u Initialize uitvoert, wordt er automatisch een
nieuwe song aangemaakt. Hierbij wordt STANDARD (MT2)
gekozen als het data type.
27
Een performance opnemen/weergeven
Stap 3. De op te nemen song selecteren
Als de ingebrachte disk twee of meer songs bevat, dan wordt de song die het laatst geselecteerd werd voordat het toestel werd
uitgeschakeld, automatisch geselecteerd.
Als u een andere song wil selecteren, volg dan de onderstaande procedure.
Een nieuwe song aanmaken—Song New
1. Druk op [UTILITY].
2. Selecteer met CURSOR [] [] het Song-icoon en
druk op [ENTER].
fig.07-02a
3. Selecteer met CURSOR [] [] het Song New-icoon
en druk op [ENTER].
fig.07-02b
fig.07-23
* Als u de huidige toestand wil kunnen oproepen de volgende
keer dat u de song weergeeft, druk dan op [YES]. Als u terug
naar de oorspronkelijke toestand wil, druk dan op [NO]. Als u
op [NO] drukt, worden alle opname- en edit-handelingen die u
op de huidige song hebt uitgevoerd, de huidige toestand van
het mixer-gedeelte en eventuele wijzigingen aan de song patch
niet opgeslagen. Overweeg uw keuze goed.
Het level meter-scherm verschijnt, en u kan nu de
nieuwe song opnemen.
Om een andere song te selecteren, volgt u de procedure
ÒEen song selecterenÓ (p. 23).
In de display verschijnt ÒData Type.Ó
4. Selecteer het data-type met de TIME/VALUE dial.
Voor details over het data-type, zie kadertje ÒWat is het
data-type?Ó
fig.07-02c
* De BR-8 werkt met een sampling rate van 44.1 kHz. Het is
niet mogelijk om deze sampling rate te wijzigen.
5. Selecteer ÒGOÓ met CURSOR [] en druk op
[ENTER].
■ Als u hebt opgenomen/geëdit, of de
instellingen van het mixer-gedeelte of de
effect song patch hebt gewijzigd (p. 86)
Nu zal er een scherm verschijnen dat u vraagt of u de
opgenomen data, het resultaat van uw werk, de huidige
toestand van het mixer-gedeelte en de wijzigingen aan
de song patch wil opslaan.
Wat is het data type?
Op de BR-8 kan u het Data Type specifi‘ren wanneer u
een nieuwe song aanmaakt. Hiermee kan u een
combinatie van audiokwaliteit en opnametijd kiezen die
geschikt is voor het materiaal dat u wenst op te nemen.
De volgende data-types zijn beschikbaar.
* Het data-type kan niet meer gewijzigd worden nadat de
song is aangemaakt.
● STANDARD (MT2) (multitrack 2):
Van de drie types geeft dit de beste audiokwaliteit. Dit
type is geschikt wanneer u veel track bouncing toepast.
Normaal gezien kiest u dit type.
● LIVE (LV1) (live 1):
Dit type geeft u een langere opnametijd dan ÒMT2.Ó U
kan dit type gebruiken wanneer de diskcapaciteit
beperkt is, of wanneer u een live performance opneemt.
● LONG (LV2) (live 2):
Van de drie types geeft dit u de langste opnametijd.
28
<Opnametijd>
Deze drie opnamemethodes geven u de volgende
opnametijden op ŽŽn disk. (Deze tijden gelden voor een
diskcapaciteit van 100 MB en bij gebruik van slechts ŽŽn
spoor.)
Data-typeOpnametijd
STANDARD (MT2)ongeveer 50 minuten
LIVE (LV1) ongeveer 60 minuten
LONG (LV2)ongeveer 75 minuten
Een performance opnemen/weergeven
* De bovenstaande opnametijden zijn bij benadering. Zij
kunnen iets korter zijn, afhankelijk van het aantal
gecre‘erde songs .
* De vermelde opnametijden gelden bij het gebruik van
slechts ŽŽn spoor. Als u bv. op alle acht sporen opneemt,
kan u op elk spoor ongeveer 1/8 van de bovenvermelde tijd
opnemen.
* De BR-8 werkt enkel met Zip disks van 100 MB .
Stap 4. Uw instrumenten aansluiten
Kiezen op welke jack u aansluit
De BR-8 beschikt over diverse input jacks waarop u
verschillende instrumenten kan aansluiten. Gebruik de jacks
die het meest geschikt zijn voor uw situatie.
fig.07-03
MIC 2
Deze jack dient om een microfoon op aan te sluiten. Het is
een input van het TRS-type, die u zowel voor gebalanceerde
als ongebalanceerde aansluitingen kan gebruiken. Gebruik
deze input wanneer u een akoestische gitaar opneemt met
een microfoon of wanneer u backing vocals opneemt in
combinatie met MIC 1.
Als er echter een plug in de GUITAR/BASS jack zit, dan
krijgt de input van de GUITAR/BASS jack voorrang.
Een performance opnemen/weergeven
GUITAR/BASS
Op deze jack kan u een elektrische gitaar of een basgitaar
aansluiten. Aangezien deze input een hoge impedantie heeft,
kan u de gitaar of basgitaar rechtstreeks aansluiten.
* Als u met de pickup van een gitaar in de buurt van de Zip disk
drive komt, kan er ruis optreden. Als deze ruis storend is,
verwijder de gitaar dan van de BR-8.
* Wanneer u een semi-akoestische gitaar aansluit via een
afgeschermde kabel, gebruik dan de GUITAR/BASS jack.
MIC 1
Gebruik deze jack om een microfoon aan te sluiten. Het is
een input van het TRS-type, die u zowel voor gebalanceerde
als ongebalanceerde aansluitingen kan gebruiken. Gebruik
deze jack wanneer u een individuele stem opneemt.
LINE
Dit zijn stereo input jacks die u kan verbinden met de output
van een audio-apparaat, zoals een CD-speler of cassettespeler, of op een drumcomputer, een externe klankmodule of
een keyboard.
29
Een performance opnemen/weergeven
Druk op de INPUT SELECTknop(pen) voor het instrument dat
u wil opnemen.
Selecteer de signaalbron (input) die u wil opnemen. De
indicator van de geselecteerde knop(pen) licht(en) op.
fig.07-04
[GUITAR/BASS, MIC 2]
Selecteer deze wanneer u een instrument wil opnemen dat
aangesloten is op de GUITAR/BASS jack, of een microfoon die
aangesloten is op de MIC 2 jack.
[MIC 1]
Selecteer deze wanneer u een microfoon wil opnemen die
aangesloten is op de MIC 1 jack.
Het geluid beluisteren
(monitoring)
U kan het geluid van de aangeloten instrumenten of
microfoon(s) beluisteren (monitoring).
1. Zet eerst de MASTER fader dicht.
2. Zet de INPUT LEVEL-knop in de centrale positie en
schuif geleidelijk de MASTER fader open.
Regel nu het input level met de INPUT LEVEL-knop
zodat het signaalniveau varieert tussen -12 en 0 dB op de
ÒINÓ level meter.
Regel het volume met de INPUT LEVEL-knop en de
MASTER fader.
Wanneer u luistert door een hoofdtelefoon, regel dan
ook het volume van de hoofdtelefoon met PHONES
VOLUME op het achterpaneel.
Voor details over de volumeregeling van het apparaat dat
aangesloten is op de OUTPUT jacks, zie de handleiding van
het betreffende apparaat.
[LINE]
Selecteer deze wanneer u een instrument of een CD-speler
wil opnemen die aangesloten is op de LINE jacks.
[SIMUL]
Wanneer u tegelijkertijd een stem een een gitaar wil
opnemen, of wanneer u opneemt met twee microfoons druk
dan gelijktijdig op [GUITAR/BASS, MIC 2] en [MIC 1]. Beide
indicators lichten op, zodat u beide inputs tegelijkertijd kan
opnemen.
* Als er een instrument en een microfoon aangesloten zijn op
respectievelijk de GUITAR/BASS jack en de MIC 2 jack, dan
wordt de GUITAR/BASS jack automatisch geselecteerd.
De ingangsgevoeligheid regelen
Als de input van GUITAR/BASS, MIC 2 of MIC 1
geselecteerd is, regel de ingangsgevoeligheid dan met de
overeenkomstige SENS -knop.
Om op te nemen met een optimale audiokwaliteit, regel
de gevoeligheid dan zodat de CLIP-indicator kort
oplicht wanneer u hard speelt of luid zingt.
30
Loading...
+ 96 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.