Roland BR-8 User Manual [nl]

®

Copyright © 1999 BOSS CORPORATION

Alle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag gereproduceerd worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION.

Nederlandstalige Handleiding

VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL

INSTRUCTIES TER VOORKOMING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDING VAN PERSONEN

OverWAARSCHUWING en OPGEPAST

Wordt gebruikt voor instructies die de WAAR- gebruiker wijzen op levensgevaar of

SCHUWING ernstige verwondingen bij onjuist gebruik van het toestel.

Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op verwondingen of materiële schade bij onjuist gebruik van het toestel.

OPGEPAST

* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten die aan het huis en de hele inboedel, huisdieren inbegrepen, worden toegebracht.

Over de Symbolen

Het -symbool maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het symbool hier links duidt op algemene verwittigingen of waarschuwingen, of vestigt de aandacht op gevaar.

Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). De tekening in de cirkel geeft aan wat er precies verboden is. Het symbool hier links betekent dat het toestel nooit mag worden gedemonteerd.

Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die moeten worden uitgevoerd. De tekening in de cirkel geeft aan wat er precies dient te gebeuren. Het symbool hier links betekent dat de stekker van de stroomkabel moet worden uitgetrokken.

NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT

Waarschuwing

• Gelieve onderstaande instructies en de hand-

leiding te lezen , alvorens dit toestel te gebruiken.

..........................................................................................................

002c

• Maak het toestel of de AC-adaptor niet open of breng er geen wijzigingen in aan.

..........................................................................................................

003

Herstel het toestel niet zelf of vervang geen onderdelen (behalve wanneer de handleiding specifieke instructies hiertoe geeft). Ga voor onderhoud

steeds naar een Roland Service Center of naar een erkende Roland-verdeler (zie de “Informatie”- pagina).

..........................................................................................................

004

• Gebruik of stel het toestel nooit op in ruimtes die:

• Onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bv. direct zonlicht in een gesloten voertuig, nabij een verwarmingsleiding, op een verwarmingstoestel);

Vochtig zijn (bv. badkamers, wasplaatsen, natte voeren);

Blootgesteld zijn aan de regen;

Stoffig zijn;

Onderhevig zijn aan sterke trillingen.

..........................................................................................................

007

• Zorg dat het toestel steeds waterpas en stabiel opgesteld staat. Plaats het nooit op een wankel statief of op een hellend oppervlak.

..........................................................................................................

008c

• Gebruik enkel en alleen de AC-adaptor die bij dit toestel werd bijgeleverd. Controleer ook of de spanning van het elektrisch net overeenkomt met

de input-spanning die vermeld staat op de behuizing van de AC-adaptor. Andere AC-

adaptors kunnen een andere polariteit hebben, of kunnen ontworpen zijn voor een andere spanning. Het gebruik ervan kan leiden tot schade, defecten of elektrische schokken.

..........................................................................................................

Waarschuwing

009

Beschadig de stroomkabel niet. Plooi hem niet te veel, trap er niet op, plaats er geen zware voorwerpen op, enz. Een beschadigde kabel kan brand of elektrocutie veroorzaken. Gebruik nooit een

stroomkabel die reeds beschadigd is.

..........................................................................................................

010

Dit toestel, op zichzelf of in combinatie met een versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers, kan een geluidsniveau produceren dat permanent gehoorverlies zou kunnen veroorzaken. Laat het toestel niet langdurig werken aan een hoog of onaangenaam geluidsniveau. ALs u enig gehoorverlies of suizende oren gewaar wordt, staak dan

onmiddellijk het gebruik van dit toestel en raadpleeg een geneesheer.

..........................................................................................................

011

Laat geen voorwerpen (bv. ontvlambaar materiaal, muntstukken, naalden); of vloeistoffen (water,

frisdrank, enz.) in het toestel binnendringen.

..........................................................................................................

012b

• Schakel het toestel onmiddellijk uit, trek de ACadaptor uit het stopcontact en vraag een onderhoudsbeurt bij een Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler (zie de “Informatie”- pagina) wanneer:

De AC-adaptor, de stroomkabel of de stekker beschadigd is;

Er een voorwerp of een vloeistof in het toestel is terechtgekomen;

Het toestel aan de regen werd blootgesteld (of op een andere manier nat is geworden);

Het toestel niet normaal blijkt te werken of opvallend afwijkende prestaties levert.

..........................................................................................................

013

• In gezinnen met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden tot de kinderen in staat zijn om dit toestel te gebruiken in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften.

2

Waarschuwing

• Bescherm het toestel tegen zware schokken.

(Laat het niet vallen!)

..........................................................................................................

015

Sluit de stroomkabel van dit toestel niet samen met een overdreven aantal andere toestellen aan op hetzelfde stopcontact. Wees voorzichtig met verlengsnoeren—het totale vermogen van alle toestellen aangesloten op het verlengsnoer mag nooit het nominale vermogen (watt/ampère) van het verlengsnoer overschrijden. Een overdreven belasting kan de isolatie van het snoer doen

opwarmen en zelfs doen doorsmelten.

..........................................................................................................

016

• Voor u dit toestel in het buitenland gebruikt,

gelieve uw handelaar, een Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler te raadplegen. Zie

de “Informatie”-pagina.

..........................................................................................................

Opgepast

101b

• De opstelling van het toestel en de AC-adaptor moet steeds een goede ventilatie toelaten.

..........................................................................................................

102c

• Neem de stroomkabel uitsluitend met de stekker

vast wanneer u hem in een stopcontact of in dit toestel steekt, of wanneer u hem uittrekt.

..........................................................................................................

103b

• Wanneer u dit toestel een lange tijd niet gebruikt, trek dan de AC-adaptor uit het stopcontact.

..........................................................................................................

104

• Tracht te voorkomen dat kabels en snoeren

verstrikt geraken. Hou alle kabels en snoeren buiten het bereik van kinderen.

..........................................................................................................

106

Klim nooit bovenop het toestel of plaats er geen zware voorwerpen op.

..........................................................................................................

107c

• Neem de stroomkabel of de stekkers nooit vast met natte handen wanneer u ze in een stopcontact of in dit toestel steekt, of wanneer u ze uittrekt.

..........................................................................................................

108b

• Trek de AC-adaptor uit het stopcontact en koppel alle externe apparaten af, alvorens het toestel te verplaatsen.

..........................................................................................................

109b

• Zet het toestel uit en trek de stroomkabel uit, alvorens het toestel schoon te maken (p. 26).

..........................................................................................................

110b

• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u gevaar voor blikseminslagen vermoedt.

..........................................................................................................

118

• Indien u de kapjes van de optische connectors verwijdert, bewaar ze dan op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat die ze niet

per ongeluk kunnen inslikken.

..........................................................................................................

3

Inhoud

 

Inhoud ..................................................................................................

4

Voorstelling van de BR-8....................................................................

9

Voornaamste eigenschappen ..................................................................................................................

9

Disks die u op de BR-8 kan gebruiken (Zip disks) ..........................................................................

11

Belangrijke opmerkingen .................................................................

12

Vooren achterpaneel ......................................................................

14

Het voorpaneel.........................................................................................................................................

14

Display.......................................................................................................................................................

18

Achterpaneel.............................................................................................................................................

19

De demo songs beluisteren .............................................................

21

Stap 1. Externe apparaten aansluiten...................................................................................................

21

Stap 2. Het toestel aanzetten..................................................................................................................

22

Stap 3. De demo songs beluisteren ......................................................................................................

23

Selecting a song—Song Select................................................................................................

23

De song weergeven .................................................................................................................

24

De huidige locatie veranderen...............................................................................................

24

Variaties van de song selecteren ...........................................................................................

25

Stap 4. De demo disk verwijderen.......................................................................................................

25

Step 5. Het toestel uitschakelen............................................................................................................

26

Een performance opnemen/weergeven ..........................................

27

Stap 1. Zet het toestel aan.......................................................................................................................

27

Stap 2. Maak een disk klaar...................................................................................................................

27

De disk inbrengen ...................................................................................................................

27

Een disk initialiseren—Initialize ...........................................................................................

27

Stap 3. De op te nemen song selecteren ..............................................................................................

28

Een nieuwe song aanmaken—Song New ............................................................................

28

Stap 4. Uw instrumenten aansluiten....................................................................................................

29

Kiezen op welke jack u aansluit ............................................................................................

29

Druk op de INPUT SELECT-knop(pen) voor het instrument dat u wil opnemen........

30

De ingangsgevoeligheid regelen ...........................................................................................

30

Het geluid beluisteren (monitoring).....................................................................................

30

Stap 5. Effecten gebruiken—Insert-effecten ......................................................................................

31

Patches kiezen..........................................................................................................................

31

Het effect aan/uit zetten ........................................................................................................

31

Stap 6. Gebruik van de rhythm guide .................................................................................................

32

De rhythm guide laten spelen ...............................................................................................

32

De maatsoort veranderen.......................................................................................................

32

Ritmepatronen kiezen.............................................................................................................

32

Het tempo veranderen............................................................................................................

32

Een ander tempo intikken ......................................................................................................

32

Stap 7. Opnemen......................................................................................................................................

33

Het opnamespoor kiezen .......................................................................................................

33

Opnemen ..................................................................................................................................

34

Stap 8. Een opgenomen performance weergeven .............................................................................

35

Weergeven................................................................................................................................

35

Het volume van de sporen regelen.......................................................................................

35

Het geluid van bepaalde sporen uitschakelen—Mute.......................................................

35

Stap 9. Een opgenomen performance beluisteren terwijl u een andere performance

 

opneemt—Overdubbing...........................................................................................................

35

Het opnamespoor kiezen .......................................................................................................

35

4

Inhoud

Opnemen ..................................................................................................................................

35

Stap 10. De song afwerken—Mixdown (Afmixen)...........................................................................

36

De links/rechts-positie (pan) van het geluid regelen ........................................................

36

De toon regelen—Equalizer...................................................................................................

36

Het geluid ruimer laten klinken—Loop-effecten ...............................................................

36

Mixdown (Afmixen)................................................................................................................

37

Stap 11. De disk verwijderen ................................................................................................................

37

Stap 12. Het toestel uitschakelen..........................................................................................................

37

De pan van het input-geluid regelen ...............................................

38

Herhaaldelijk weergeven—De Repeat-functie ................................

39

Opnieuw opnemen over een fout—Punch-in/out ...........................

40

Manual punch-in/out..............................................................................................................................

40

Manueel inen uitprikken door middel van de recorder-knoppen.................................

40

Manueel inen uitprikken met een foot switch ..................................................................

41

Auto punch-in/out...................................................................................................................................

41

Het op te nemen gebied bepalen...........................................................................................

41

Opnameprocedure ..................................................................................................................

42

Herhaaldelijk hetzelfde fragment opnemen—Loop Recording ....................................................

43

Bepalen welk fragment er wordt herhaald..........................................................................

43

Opnameprocedure ..................................................................................................................

43

De V-tracks gebruiken ......................................................................

44

Een V-track selecteren ............................................................................................................................

44

Een V-track een naam geven (Track Name) .......................................................................................

45

De inhoud van sporen samenvoegen op een ander

 

spoor—Bouncing .............................................................................

46

Een marker plaatsen in uw song—De Marker-functie ...................

47

Een marker plaatsen................................................................................................................................

47

Een marker uitwissen .............................................................................................................................

47

Naar de locatie van een marker gaan...................................................................................................

47

Een marker editen ...................................................................................................................................

48

De locatie van een marker veranderen.................................................................................

48

Een marker een naam geven..................................................................................................

48

De huidige mixerinstellingen opslaan/oproepen—Scenes ...........

49

Scenes opslaan/oproepen/uitwissen....................................................................................................

49

Een scene oproepen zonder de spoorvolumes te veranderen.........................................................

49

Een opgenomen performance bewerken—Track Editing .............

50

Een performance kopiëren—Track Copy ...........................................................................................

50

Performance data verplaatsen—Track Move .....................................................................................

52

Performances verwisselen—Track Exchange.....................................................................................

54

Een lege ruimte invoegen in een performance—Track Insert........................................................

55

Een stuk wegknippen uit een performance—Track Cut .................................................................

56

Performance data uitwissen—Track Erase .........................................................................................

57

Een opname of bewerking ongedaan maken .................................

58

Een opname of een edit-handeling annuleren—Undo ....................................................................

58

Undo—Redo annuleren..........................................................................................................................

58

5

Inhoud

Opgenomen songs............................................................................

59

Een song kopiëren—Song Copy...........................................................................................................

59

Een song wissen—Song Erase...............................................................................................................

60

Schijfruimte vrijmaken—Song Optimize ..........................................................................................

60

Een song beveiligen—Song Protect .....................................................................................................

61

Een song beveiligen.................................................................................................................

61

Song protect opheffen.............................................................................................................

61

Een song een naam geven—Song Name.............................................................................................

62

Een song opslaan—Song Store .............................................................................................................

62

Data uitwisselen met de Roland VS-serie—Song Convert............

63

Data uitwisselen met de VS-880—Song Convert (880<–>BR-8).....................................................

63

Data uitwisselen met de VS-840—Song Convert (840<–>BR-8).....................................................

64

Een disk initialiseren—Disk Initialize ..............................................

66

Een disk kopiëren—Disk Copy ........................................................

67

Automatisch stoppen—Marker Stop ...............................................

68

Een master tape maken die digitaal kopiëren verhindert..............

69

Het tempo instellen ...........................................................................

70

Een tempo map aanmaken.....................................................................................................................

70

De rhythm guide aansturen via de tempo map .................................................................................

71

De BR-8 synchroniseren met een ander MIDI-apparaat ...............

72

Basisbegrippen van MIDI .....................................................................................................................

72

MIDI-connectors......................................................................................................................

72

MIDI-kanaal .............................................................................................................................

72

MIDI implementation charts .................................................................................................

72

Het geluid van de rhythm guide weergeven met een externe MIDI-klankmodule...................

72

Een MIDI-sequencer synchroniseren met de BR-8...........................................................................

73

De weergave synchroniseren met de BR-8 (master)...........................................................

73

MMC gebruiken ......................................................................................................................................

75

Een MMC-compatibel toestel aansturen vanuit de BR-8...................................................

75

Song-informatie tonen ......................................................................

77

De begin-/eindlocatie van een geluid zoeken (Scrub/Preview).....

78

Het begin van een geluid zoeken met Scrub en Preview................................................................

78

Het scrub-punt veranderen....................................................................................................................

79

Het einde van een geluid zoeken met Scrub en Preview ................................................................

79

De Preview-functie activeren.................................................................................................

79

Scrub en Preview gebruiken ..................................................................................................

79

De instellingen van de BR-8 initialiseren—Initialize ......................

80

Het level meter-scherm omschakelen—Pre/Post Fader ................

82

Een instrument stemmen—Tuner....................................................

83

De tuner selecteren..................................................................................................................................

83

De stemprocedure....................................................................................................................................

84

De referentietoonhoogte van de tuner instellen ...............................................................................

84

6

Inhoud

De referentietoonhoogte instellen.........................................................................................

84

Een moeilijke song inoefenen (Phrase Trainer) .............................

85

De snelheid verlagen (Time Stretch-functie).....................................................................................

85

Het centrale geluid uitschakelen (Center Cancel-functie) ..............................................................

85

Het insert-effect gebruiken...............................................................

86

Patches en banken...................................................................................................................................

86

De instellingen van het insert-effect wijzigen ..................................................................................

87

Instellingen van het insert-effect opslaan ..........................................................................................

88

Een patch kopiëren..................................................................................................................................

88

De schakeling van het insert-effect wijzigen ....................................................................................

89

Loop-effecten gebruiken ..................................................................

90

De instellingen van het loop-effect wijzigen ....................................................................................

90

Chorus/Delay/Doubling.......................................................................................................

90

Reverb .......................................................................................................................................

91

Parameterfuncties van de mixereffecten ........................................

92

EQ (Equalizer)..........................................................................................................................

92

Loop-effect ................................................................................................................................................

92

CHORUS/DELAY...................................................................................................................

92

REVERB ....................................................................................................................................

93

Lijst van de Insert-effectalgoritmes.................................................

94

1. COSM GUITAR AMP .........................................................................................................

94

2. ACOUSTIC SIM...................................................................................................................

94

3. BASS SIM..............................................................................................................................

94

4. ACOUSTIC GUITAR ..........................................................................................................

95

5. BASS MULTI ........................................................................................................................

95

6. COSM BASS AMP ...............................................................................................................

95

7. VOCAL MULTI ...................................................................................................................

96

8. VOICE TRANSFORMER....................................................................................................

96

9. STEREO MULTI...................................................................................................................

96

10. LO-FI BOX ..........................................................................................................................

96

11. VO+GT.AMP......................................................................................................................

97

12. VO+AC.SIM .......................................................................................................................

97

13. VO+ACOUSTIC.................................................................................................................

97

Parameterfuncties van de Insert-effecten.......................................

98

Acoustic Guitar Simulator......................................................................................................

98

Acoustic Processor...................................................................................................................

98

Bass Simulator..........................................................................................................................

98

Chorus.......................................................................................................................................

99

Compressor ..............................................................................................................................

99

De-esser.....................................................................................................................................

99

Defretter....................................................................................................................................

99

Delay........................................................................................................................................

100

Doubling .................................................................................................................................

100

Enhancer .................................................................................................................................

100

Equalizer .................................................................................................................................

100

Flanger.....................................................................................................................................

101

Foot Volume...........................................................................................................................

101

Lo-Fi Box.................................................................................................................................

101

Noise Suppressor...................................................................................................................

102

Octave......................................................................................................................................

103

Phaser ......................................................................................................................................

103

7

Inhoud

Pitch Shifter ............................................................................................................................

103

Preamp ....................................................................................................................................

104

Ring Modulator......................................................................................................................

105

Slow Attack ............................................................................................................................

105

Speaker Simulator .................................................................................................................

105

Tremolo/Pan..........................................................................................................................

106

Voice Transformer.................................................................................................................

107

Wah..........................................................................................................................................

107

Problemen oplossen .......................................................................

108

Foutmeldingen ................................................................................

110

Lijst van de parameters ..................................................................

112

MIDI Implementation .......................................................................

116

MIDI Implementation Chart.............................................................

120

Specificaties ....................................................................................

121

Index .................................................................................................

123

Track Sheet ......................................................................................

126

8

Voorstelling van de BR-8

Voornaamste eigenschappen

Eenvoudige bediening

De BR-8 is ontworpen met het oog op een eenvoudige bediening, zoals bij een cassetterecorder.

Een grote LCD-display geeft u een grafische voorstelling van verscheidene data. Van demo tape tot master tape, de BR-8 brengt de digitale geluidsopname binnen ieders bereik.

Digital audio workstation

Volledig digitale verwerking

Behalve een digitale mixer en een digitale disk recorder, bevat de BR-8 ook nog eens twee digitale effecten. Als u een DAT-recorder of MD-recorder aansluit op de DIGITAL OUT van de BR-8, kan u het hele muziekproductieproces binnen het digitale domein volbrengen—van editen, sporen samenschrijven, effecten toepassen, tot het afmixen.

“V-tracks”

De BR-8 bevat een 8-sporen digitale recorder waarmee u 2 sporen tegelijkertijd kunt opnemen of 8 sporen tegelijkertijd kan weergeven. Elk spoor heeft 8 virtuele sporen (V-tracks), zodat u in totaal 8 x 8 = 64 sporen kan opnemen. Dit betekent dat u bv. op verschillende sporen verschillende takes van een gitaarsolo kan opnemen, en nadien de beste stukken van elke take kan samenvoegen.

Wat is een V-track?

Elk spoor bestaat uit 8 virtuele sporen, en één daarvan kan u selecteren voor opname of weergave. Met andere woorden, u kan tot 8 x 8 = 64 sporen aan performances opnemen, en acht sporen selecteren voor weergave. De virtuele sporen waaruit een spoor bestaat, noemen we V-tracks.

fig.01-01

V-Track1

V-Track2

V-Track3

V-Track4

V-Track5

V-Track6

V-Track7

V-Track8

Achteraan in deze handleiding vindt u een “Track Sheet” (p. 126) dat u mag fotokopiëren en gebruiken wanneer u een song met V-tracks opneemt.

Twee veelzijdige digitale effectprocessors

De BR-8 bevat twee digitale effectprocessors die verschillende types van effecten voorzien. De ene is voor het opnemen (insert effect) en de andere is van het send/returntype (loop effect). Ze werken onafhankelijk van elkaar en kunnen dus tegelijkertijd gebruikt worden. Dit betekent dat u enkel de BR-8 nodig hebt om een complexe opname te maken, zonder dat u externe effectapparatuur moet aansluiten.

Een hele reeks simulaties en effecten zijn voorzien als inserteffecten, waaronder versterkersimulaties gecreëerd met de

COSM-technologie. Naast de gitaareffecten zijn er ook talrijke multi-effecten voor zang of keyboard voorzien. Voor de loop-effecten kan u putten uit een brede waaier aan ruimtelijke effecten in stereo, waaronder chorus-, delayen reverb-effecten, welke onmisbaar zijn bij het afmixen.

Door de insert-effecten en de loop-effecten tegelijkertijd te gebruiken, kan u alle effect processing in één keer uitvoeren —van klankcreatie tot het positioneren in het geluidsveld.

Een gedetaileerde uitleg over insert-effecten en loop-effecten vindt u in “Wat is een insert effect?” (p. 31) en “Wat is een loop-effect?” (p. 36).

9

Voorstelling van de BR-8

Wat is COSM

(Composite Object Sound Modeling)?

Sound modeling is een technologie die door middel van de allernieuwste DSP processing, zaken die een rol spelen in de klankvorming, reconstrueert, bv. structuren, materialen, elektrische en electronische circuits en magnetische velden. COSM kan geoptimaliseerde geluidsmodellen voor verschillende objecten combineren en kan aldus zowat alles simuleren, van bestaande muziekinstrumenten tot geluidsproducerende structuren die in de praktijk onmogelijk te realiseren zouden zijn.

Een punt markeren (p. 47)

U kan elke marker een naam geven, wat heel erg handig is bij het editen.

Rhythm Guide-functie

De BR-8 is voorzien van een Rhythm Guide-functie, handig voor wanneer u een frase of een idee voor een song dat u net te binnen schoot, wil opnemen. Makkelijk—selecteer gewoon het gewenste ritmepatroon en stel het tempo in.

Edit-functies

Met de BR-8 kan u edit-handelingen uitvoeren die onmogelijk waren op multi-track bandrecorders, zoals copy, move en erase. U kan bv. een drumpatroon van vier maten verscheidene maten herhalen om break beats te creëren of hetzelfde refrein invoegen in het begin en op het einde van de song.

Non-destructive editing

Met de BR-8 is het mogelijk om niet-destructief te editen— een uniek voordeel van disk recorders. Niet-destructief editen betekent dat u de vorige toestand van de data, van voor de bewerking of de opname, opnieuw kan op roepen (Undo/Redo-functie).

Een opname of een edit-handeling annuleren (p. 58)

Mixerinstellingen opslaan

Per song kan u tot 8 sets van mixeren effectinstellingen (Scenes) opslaan. Wanneer u tijdens het afmixen de balans regelt, of wanneer u verschillende effect-instellingen wil vergelijken, kan u makkelijk een andere set instellingen oproepen.

Een scene opslaan (p. 49)

Direct naar een punt in de song gaan

U kan tot 100 locaties (Punten) markeren in een song (de Marker-functie). Als u locaties zoals de intro of het begin van het interludium hebt gemarkeerd, kan u direct naar de gewenste locatie overspringen.

Als u de rhythm guide gebruikt bij het opnemen, wordt het makkelijk om maat per maat edit-handelingen uit te voeren.

Chromatische Tuner

(toonhoogtebereik C1–B6)

Met de ingebouwde chromatische tuner kan u uw gitaar of bas stemmen terwijl ze aangesloten is op de BR-8 (p. 83).

Phrase Trainer-functie

Een song die u hebt opgenomen van een CD-speler of MDspeler, kan u aan een trager tempo weergeven zonder dat de toonhoogte verandert. Ook het geluid dat zich centraal in het stereobeeld bevindt (zang of gitaarsolo), kan verwijderd worden (p. 85).

Diverse connectors (jacks)

De volgende input jacks zijn voorzien.

• GUITAR/BASS:

Dit is een input jack (phone-plug) met hoge impedantie, waarop u rechtstreeks een gitaar of een basgitaar kan aansluiten.

• MIC 1, MIC 2:

Dit zijn mic input jacks (phone-plug). Hier kan u zowel ongebalanceerde als gebalanceerde inputs gebruiken.

• LINE:

Dit zijn stereo input jacks (RCA phono-plug) voor line level signaalbronnen zoals keyboards of CD-spelers.

Als output jacks voorziet de BR-8 niet enkel LINE OUT jacks (RCA phono-plug), maar ook een optische DIGITAL OUTconnector, zodat u zonder kwaliteitsverlies digitale signalen kan opnemen op een digitaal audio-apparaat (DAT-recorder

10

Voorstelling van de BR-8

of MD-recorder).

Disks die u op de BR-8 kan gebruiken (Zip disks)

De BR-8 gebruikt Zip disks voor opname en weergave. Zip disks worden algemeen gebruikt als opslagmedium voor data van personal computers, en zijn te koop in computerwinkels en dergelijke.

Disk-capaciteit

Er bestaan twee types van Zip disk: met een capaciteit van 100 MB of van 250 MB. De BR-8 werkt enkel met Zip disks van 100 MB.

Een disk formatteren

Een disk die u in een computerwinkel hebt gekocht of een disk die reeds gebruikt werd op een computer, kan als niet als dusdanig gebruikt worden op de BR-8. Dit komt doordat het disk format verschilt naargelang de Zip disk gebruikt werd door een computer of door de BR-8. Als u zulk een disk op de BR-8 wil gebruiken, dient u eerst het format te veranderen. Voor details, zie “Een disk initialiseren” (p. 66).

Een disk waarop song data werden opgeslagen door de BR-8, mag u niet inbrengen in een ander toestel dan de BR-8.

*Iomega is een geregistreerd handelsmerk van Iomega Corporation.

*Zip is een handelsmerk van Iomega Corporation.

*Alle productnamen die in dit document voorkomen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.

11

Belangrijke opmerkingen

Gelieve naast de items in “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” op p. 2–3, ook het volgende te lezen en in acht te nemen:

Stroombron

Gebruik dit toestel niet op eenzelfde stroomkring samen met apparaten die ruis veroorzaken (zoals een elektrische motor of een regelbaar lichtsysteem).

De AC-adaptor zal na langdurig gebruik warmte ontwikkelen. Dit is normaal en is geen reden tot ongerustheid.

Alvorens dit apparaat aan te sluiten op andere toestellen, schakelt u best alle toestellen uit. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere toestellen.

Herstellingen en Data

Gelieve er rekening mee te houden dat alle gegevens in het geheugen van het toestel verloren kunnen gaan, wanneer het toestel wordt hersteld. Maak van belangrijke data steeds een backup op een Zip disk, of schrijf ze neer op papier (indien mogelijk). Tijdens de reparatie wordt er grote zorg besteed aan het voorkomen van dataverlies. In sommige gevallen (bv. wanneer de geheugencircuits zelf defect zijn) is het helaas niet mogelijk om de data te recupereren. Roland neemt geen enkele aansprakelijkheid op in verband met zulk dataverlies.

Plaatsing van het toestel

Als u dit toestel gebruikt nabij een vervmogensversterker (of een ander apparaat met grote transformators) kan er brom ontstaan. Orienteer het toestel anders of verwijder het van de interferentiebron.

Dit toestel kan radioof TV-ontvangst verstoren. Gebruik het niet in de nabijheid van zulke ontvangers.

Let op het volgende wanneer u de Zip disk drive van dit toestel gebruikt. Voor meer details, zie “Voordat u Zip Disks gebruikt” (p. 13).

Plaats het toestel niet nabij apparaten die een sterk magnetisch veld opwekken (bv. luidsprekers).

Plaats het toestel op een stevig, waterpas oppervlak.

Verplaats het toestel niet en vrijwaar het van trillingen terwijl de drive actief is.

Als de pickup van een gitaar in de buurt van de Zip disk drive komt, kan dit ruis opwekken. Als deze ruis storend is, verwijder de gitaar dan van de BR-8.

Stel het toestel niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet nabij verwarmingstoestellen, laat het niet achter in een gesloten voertuig, of stel het op geen enkele andere manier bloot aan extreme temperaturen. Overdreven warmte kan het toestel doen verkleuren of vervormen.

Gebruik dit toestel niet op een plaats die blootgesteld is aan de regen of in een andere vochtige omgeving.

Onderhoud

Gebruik voor een gewone schoonmaakbeurt een zachte droge doek of een lichtjes met water bevochtigde doek. Gebruik voor hardnekkig vuil een doek met een mild, niet-bijtend schoonmaakmiddel. Veeg nadien het toestel goed af met een zachte droge doek.

Gebruik nooit benzine, thinner, alcohol of gelijk welk oplosmiddel. Dit om verkleuring of vervorming te voorkomen.

Bijkomende voorzorgen

Gelieve er rekening mee te houden dat de inhoud van het geheugen onherroepelijk verloren kan gaan ten gevolge van een defect of van het onjuist bedienen van het toestel. Daarom raden we aan om van belangrijke data die in het geheugen van het toestel zijn opgeslagen, regelmatig een backup te maken op een Zip disk.

Jammer genoeg kan het gebeuren dat de data die opgeslagen zijn in het geheugen van het toestel, niet meer kunnen worden gerecupereerd, eens dat ze verloren zijn. Roland Corporation is niet aansprakelijk voor zulk dataverlies.

Ga voorzichtig tewerk wanneer u de knoppen, regelaars en andere bedieningsorganen, en de jacks en connectors van het toestel gebruikt. Ruw omgaan met deze dingen kan defecten veroorzaken.

Sla of druk nooit op de display.

Neem bij het aanen afkoppelen van alle kabels steeds de connector zelf vast – trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u kortsluitingen en schade aan de interne elementen van de kabel.

Hou, om uw buren niet te storen, het volume op een redelijk niveau. U kan ook een hoofdtelefoon gebruiken zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de mensen rondom u (vooral in de late uren).

Om het toestel te transporteren, gebruikt u best de oorspronkelijke verpakking (inclusief opvulling). Anders dient u te zorgen voor een gelijkwaardige verpakking.

Gebruik enkel de opgegeven expressiepedaal (EV-5; apart verkocht). Door andere expressiepedalen aan te sluiten, loopt u het risico op defecten en/of schade aan het toestel.

Gebruik Roland-kabels voor de aansluitingen. Gebruikt u kabels van een ander merk, let dan op het volgende.

Sommige verbindingskabels bevatten resistors. Sluit op dit toestel geen kabels aan die resistors bevatten. Als u zulke kabels gebruikt, is het mogelijk dat het geluid niet of nauwelijks hoorbaar is. Voor meer informatie over de kabels wendt u zich best tot de fabrikant van de betreffende kabel.

12

Belangrijke opmerkingen

Before Using Zip Disks

Omgaan met de Zip Disk Drive

Installeer het toestel op een stevig waterpas oppervlak op een plaats die vrij is van trillingen. Als u het toestel toch onder een bepaalde hoek moet plaatsen, zorg dan dat de hellingsgraad niet te hoog is.

Bewaar alle disks op een veilige plaats om te voorkomen dat ze beschadigd geraken of om ze te beschermen tegen stof en vuil. Als u een vuile of stoffige disk gebruikt, loopt u het risico dat de disk en/of uw drive beschadigd geraakt.

Gebruik het toestel niet onmiddellijk nadat het werd verplaatst naar een locatie waarvan de vochtigheidsgraad sterk verschilt van die van de vorige locatie. Snelle veranderingen in de omgeving kunnen condensatievorming binnen in de drive veroorzaken, met nadelige gevolgen voor de drive en de Zip disks. Wanneer u het toestel hebt verplaatst, laat het dan (enkele uren) gewennen aan de nieuwe omgeving, alvorens het te gebruiken.

Om een disk in te brengen, duwt u ze voorzichtig maar stevig in de drive—ze klikt op haar plaats. Om een disk te verwijderen, drukt u stevig op de EJECT-knop. Mocht er een disk vastzitten in de drive, probeer ze er dan niet uit te forceren.

Verwijder steeds de disk uit de drive voordat u het toestel opstart of uitschakelt.

Wanneer u een Zip disk in de drive schuift, hou ze dan steeds horizontaal (niet gekanteld), om schade aan de koppen van de drive te voorkomen. Duw ze stevig maar voorzichtig in de drive. Gebruik nooit overdreven kracht.

Om het risico op defecten en/of schade te vermijden, mag u enkel en alleen Zip disks gebruiken in de disk drive. Never insert any other type of disk. Vermijd dat er paperclips, muntstuken of andere vreemde voorwerpen in de drive terechtkomen.

Omgaan met Zip disks

Zip disks bevatten een plastic schijfje met een dun magnetisch laagje dat dient als opslagmedium. Het vereist een microscopische precisie om de opslag van grote hoeveelheden data op zulk een klein oppervlak mogelijk te maken. Om hun integriteit te vrijwaren, gelieve het volgende in acht te nemen wanneer u Zip disks gebruikt:

Raak nooit het magnetische medium binnen in de disk aan.

Gebruik of bewaar geen Zip disks op vuile of stoffige plaatsen.

Stel Zip disks niet bloot aan extreme temperaturen (bv. direct zonlicht in een afgesloten voertuig). Aanbevolen temperatuur: -22 tot 51° C

(-7.6 tot 123.8° F).

Stel Zip disks niet bloot aan sterke magnetische velden, zoals die van luidsprekers.

Het identificatielabel dient stevig op de disk aangebracht te worden. Mocht dit label loskomen terwijl de disk in de drive zit, kan dit moeilijkheden geven bij het verwijderen van de disk.

Auteursrecht

Het ongeoorloofd opnemen, publiekelijk uitvoeren,

uitzenden, verkopen, of verspreiden enz. van een werk

(CD-opname, video-opname, uitzending, enz.) waarvan

het auteursrecht eigendom is van derden, is bij wet

verboden.

Roland is niet verantwoordelijk voor gelijk welke

mogelijke inbreuk op het auteursrecht die u zou kunnen

plegen met het gebruik van de BR-8.

Afwijzing van aansprakelijkheid

BOSS neemt geen enkele verantwoordelijkheid op voor

voor gelijk welke directe schade, gevolgschade or andere

schade die zou kunnen voortvloeien uit het gebruik van

de BR-8. Deze schade kan het volgende inhouden bij het

gebruik van de BR-8, maar beperkt zich hier niet toe.

Gelijk welke winstderving in uw nadeel

Permanent verlies van uw muziek of data

Onmogelijkheid om de BR-8 zelf of een aangesloten apparaat verder te gebruiken

13

Vooren achterpaneel

Het voorpaneel

1

 

32

 

33

2

3

4

6

8

5

7

 

17

16

9

12

13

 

14

15

21

10

11

25

26

27

23

24

18

20

29

30

31

34

28

 

19

22

35 36

1.CLIP-indicators

Deze indicators geven aan wanneer de input-signaalbronnen die aangesloten zijn op de input jacks (GUITAR/BASS, MIC 1, MIC 2), vervormen.

Deze indicators lichten op bij -6 dB voordat het geluid begint te vervormen. Regel de ingangsgevoeligheid met de SENSknop zodat de CLIP-indicator slechts af en toe oplicht wanneer u hard speelt.

2.SENS (sensitivity)-knoppen

Met deze knoppen regelt u de gevoeligheid van elke input jack (GUITAR/BASS, MIC 1, MIC 2).

3.INPUT SELECT-knoppen

Met deze knoppen selecteert u de input-signaalbron (input jack) die zal worden opgenomen. De indicator van de geselecteerde knop(pen) licht op. Wanneer u op een brandende INPUT SELECT-knop drukt, dan gaat deze uit en wordt het input-geluid uitgeschakeld.

• GUITAR/BASS, MIC 2:

De GUITAR/BASS jack (voor gitaar of bas) of de MIC 2 jack (voor een microfoon) wordt geselecteerd.

• MIC 1:

De MIC 1 jack (voor een microfoon) wordt geselecteerd.

• LINE:

De LINE jacks (stereo) voor line-level instrumenten zoals een keyboard of een CD-speler worden geselecteerd.

• SIMUL:

Als u zowel op de GUITAR/BASS,MIC 2-knop als op de MIC 1-knop drukt, dan kan u deze twee inputs tegelijkertijd opnemen. Als er een instrument aangesloten is op de GUITAR/BASS jack, dan worden de GUITAR/BASSen MIC 1-inputs geselecteerd. Als er een microfoon aangesloten is op de MIC 2 jack, dan worden de MIC 1- en MIC 2-inputs geselecteerd.

*Als er een instrument en een microfoon aangesloten is op respectievelijk de GUITAR/BASS jack en de MIC 2 jack, dan wordt de GUITAR/BASS jack automatisch geselecteerd.

*Als u van INPUT SELECT wisselt, wisselt de bank van het insert-effect (p. 31) automatisch mee. (p. 86)

14

Vooren achterpaneel

Als de GUITAR/BASS, MIC 2-knop of de MIC 1-knop

individueel geselecteerd zijn, wordt er AF-AD-conversie

gebruikt.

Wat is AF-AD

(Adaptive Focus Method AD)?

Dit is een methode waarbij twee signalen worden gebruikt die enkel verschillen qua input level en die automatisch intern geregeld worden zodat het ruisniveau zo laag mogelijk wordt. AD verwijst naar de verwerking die een analoog signaal omzet in een digitaal signaal, en de kwaliteit van deze omzetting hangt af van het aantal bits dat gebruikt wordt. Naarmate er meer bits gebruikt worden, zal er minder kwaliteitsverlies optreden bij de omzetting. De BR-8 gebruikt 20 bit ADomzetting, maar in geval van AF-AD-omzetting, wordt het equivalent van 24 bit AD processing uitgevoerd.

4.EFFECTS-knop

Met deze knop selecteert u patches voor het insert-effect (p. 31), alsook edit-schermen waarin u deze instellingen kan wijzigen.

5.INPUT LEVEL-knop

Hiermee regelt u het volume van de input-bron.

*Als u tijdens het opnemen het volume van de input-bron lager zet met de INPUT LEVEL-knop, dan wordt het spoor opgenomen met een laag volume. Dit betekent dat, wanneer u het spoorvolume verhoogt tijdens de weergave, er allicht meer ruis te horen zal zijn. Als u het monitorvolume van de inputbron tijdens de opname wil verlagen, dient u daarvoor de MASTER fader of de PHONES VOLUME-knop te gebruiken.

6. TUNER ON/OFF-knop

Hiermee schakelt u de tuner (p. 83) in/uit.

7. REC MODE (recording mode)-knop

Hiermee selecteert u de recording mode van de recorder. Er zijn twee recording modes.

• INPUT:

Het geluid van de microfoon of instrument aangesloten op de input jacks, wordt opgenomen. Normaal gebruikt u deze recording mode.

• BOUNCE:

Het geluid dat reeds is opgenomen op meerdere sporen , wordt samengevoegd op twee sporen (of één spoor).

8.REC MODE (recording mode)- indicators

Deze indicators geven de huidige recording mode aan. De INPUTof de BOUNCE-indicator licht op, afhankelijk van de selectie die u maakt met de REC MODE-knop.

9.ZERO-knop

Hiermee keert u terug naar het begin van de song.

10. REW-knop

Deze knop spoelt de song terug zolang u ze ingedrukt houdt.

11. FF-knop

Deze knop spoelt de song voort zolang u ze ingedrukt houdt.

12. REPEAT-knop

U kan een fragment dat u wenst te horen, afbakenen en het herhaaldelijk beluisteren. (p. 39)

Dit komt goed van pas wanneer u met Punch-in/out (p. 40) werkt, om steeds opnieuw op te nemen tot u tevreden bent, of wanneer u de Phrase Trainer (p. 85) gebruikt om een frase in te oefenen die u hebt opgenomen van een CD-speler.

13. STOP-knop

Hiermee stopt u de opname/weergave van de song.

14. PLAY-knop

Hiermee start u de weergave. Als u op [REC] hebt gedrukt zodat de REC-indicator knippert, dan start de opname wanneer u op [PLAY] drukt. Tijdens de opname/weergave licht deze knopindicator groen op.

15. REC (recording)-knop

Dit is de opnameknop. Behalve voor gewone opnames kan u deze knop ook gebruiken om manueel in en uit te prikken (Punch-in recording). Wanneer het toestel in record-ready mode staat, knippert de knopindicator rood. Tijdens de opname licht de indicator rood op.

15

Vooren achterpaneel

16. AUTO PUNCH IN/OUT

Hiermee maakt u instellingen voor de auto punch-in/out functie.

• SEARCH -knop:

Hiermee springt u naar de locatie van de vorige marker.

• SEARCH -knop:

• ON/OFF-knop:

Hiermee schakelt u de auto punch-in/out-functie in/uit. Wanneer ze aan staat, licht de knopindicator op.

• IN-knop:

Deze knop bepaalt de punch-in-locatie. Wanneer u op deze knop drukt, wordt de huidige locatie onthouden als de punch-in-locatie, en de knopindicator licht op. Nadat u de punch-in-locatie hebt ingesteld, kan u direct naar deze locatie springen door op deze knop te drukken.

• OUT-knop:

Deze knop bepaalt de punch-out location. Wanneer u op deze knop drukt, wordt de huidige locatie onthouden als de punch-out-locatie, en de knopindicator licht op. Nadat u de punch-out-locatie hebt ingesteld, kan u direct naar deze locatie springen door op deze knop te drukken.

• DELETE-knop:

Deze knop wist de punch-in/out-locaties uit die opgeslagen werden met de INen OUT-knoppen. Door deze knop ingedrukt te houden en op IN of OUT te drukken, kan u de locatie die in de respectieve knop was opgeslagen, uitwissen. De indicator van de overeenkomstige knop gaat uit.

17. MARKER

Met deze knoppen maakt u instellingen die verband houden met de Marker-functie.

• MARK-knop

Met deze knop plaatst u een marker op de gewenste locatie in een song. Wanneer u op deze knop drukt, wordt er een marker toegewezen aan de huidige locatie.

Markers worden sequentieel genummerd vanaf het begin van de song. U kan elke marker ook een naam geven. In het marker-veld van de display verschijnt de marker van de huidige locatie (indien er een marker is toegewezen aan de huidige locatie) , of van de vorige marker indien er geen marker is toegewezen aan de huidige locatie. Als u markers plaatst in een song, wordt het onder meer makkelijker om te achterhalen welk deel van een song er wordt weergegeven, enz.

Een marker toewijzen (p. 47)

Hiermee springt u naar de locatie van de volgende marker.

• CLEAR-knop:

Deze knop wist een marker uit. Wanneer u op deze knop drukt, wordt de marker die momenteel in het marker-veld van de display staat, uitgewist.

18. AUDIO TRACK MIXER Faders 1–8

Met deze faders regelt u het weergavevolume van elke track.

*In deze handleiding noemen we de AUDIO TRACK MIXER faders kortweg ‘TRACK faders’.

19. MASTER Fader

Met deze fader regelt u het globale volume.

20.REC TRACK (recording track)- knoppen 1–8

Met deze knoppen selecteert u het op te nemen spoor. De knop van een spoor dat voor opname is geselecteerd, knippert rood en licht rood op tijdens de opname. Wanneer de opname voltooid is, licht deze knop afwisselend oranje en groen op.

De toestand van de indicator geeft de track status als volgt aan.

• Uit:

Het spoor bevat geen opgenomen data (niet-opgenomen track)

• Groen:

Het spoor bevat opgenomen data (opgenomen track)

• Groen knipperend:

Het spoor bevat opgenomen data, maar werd uitgeschakeld

• Rood knipperend:

In record-ready mode. Het spoor werd geselecteerd voor

opname

• Rood:

Het spoor wordt nu opgenomen

• Afwisselend oranje en groen:

De track bevat opgenomen data en is geselecteerd voor opname

• Oranje knipperend:

Het spoor bevat opgenomen data, maar is uitgeschakeld, en het is ook geselecteerd voor opname

16

Vooren achterpaneel

21. V-TRACK-knop

Hiermee roept u een scherm op waarin u V-tracks kan selecteren.

27. PHRASE TRAINER

Met deze knoppen maakt u instellingen voor de Phrase Trainer-functie.

• CENTER CANCEL-knop:

Wat is een V-track? (p. 9)

22. TRACK MUTE-knop

Als u deze knop ingedrukt houdt en op een REC TRACKknop drukt waarvan de indicator groen is, dan schakelt u dit spoor uit tijdens de weergave, ongeacht de positie van zijn TRACK fader.

Wanneer u deze handeling herhaalt, wordt de uitschakeling opgeheven. Zolang het spoor uitgeschakeld is, knippert de REC TRACK-knop van dat spoor groen.

*Als er een opnamespoor werd uitgeschakeld, dan wordt dit opgeheven wanneer de opname eindigt.

Wanneer u de Phrase Trainer gebruikt, kan u met deze knop de Center Cancel-functie aan/uit zetten, wat u toelaat om de stem of een ander geluid dat centraal in het stereobeeld staat, te elimineren. Wanneer dit aan staat, licht de knopindicator op.

Het centrale geluid uitschakelen (p. 85)

• TIME STRETCH-knop:

Wanneer u de Phrase Trainer gebruikt, kan u met deze knop de Time Stretch-functie aan/uit zetten, zodat u de weergave kan vertragen. Wanneer dit aan staat, licht de knopindicator op.

23. PAN-knop

Hiermee roept u een scherm op waarin u de pan (links/ rechts-locatie van het geluid) kan regelen voor de weergave van elk spoor en voor het input-geluid (p. 36).

24. EQ (equalizer)-knop

Hiermee roept u een scherm op waarin u instellingen voor de equalizer maakt, om voor elk spoor de toon te regelen (p. 36).

Parameterfuncties van de mixereffecten (p. 92)

25. CHORUS/DELAY-knop

Hiermee roept u schermen op waarin u het volume (send level) bepaalt dat vanuit elk spoor naar het chorus/delay loop-effect (p. 36), of waarin u switcht tussen chorus en delay en hun parameters instelt.

Parameterfuncties van de mixereffecten (p. 92)

26. REVERB-knop

Hiermee roept u schermen op waarin u het volume (send level) bepaalt dat vanuit elk spoor naar het reverb loop-effect (p. 36), en waarin u de reverb-parameters instelt.

Parameterfuncties van de mixereffecten (p. 92)

De snelheid verlagen (p. 85)

28. RHYTHM GUIDE

Hiermee stelt u de Rhythm Guide-functie in.

• LEVEL-knop:

Hiermee regelt u het volume van de rhythm guide.

• AUTO/ON/OFF-knop:

Hiermee zet u de Rhythm Guide-functie op auto/aan/uit.

• PATTERN/TEMPO-knop:

Hiermee roept u een scherm op waarin u het patroon en het tempo van het ritme kan instellen.

• TAP-knop

Met deze knop kan u zelf het tempo van de Rhythm Guide intikken.

29. UTILITY-knop

Hiermee roept u diverse functies op, waaronder track editing, song management, en disk-handelingen.

30. UNDO/REDO-knop

Hiermee annuleert u de recentste opnameof edit-handeling, zodat de data in hun vorige staat worden hersteld. Als u nogmaals op deze knop drukt, dan wordt de geannuleerde opnameof edit-handeling opnieuw uitgevoerd.

17

Vooren achterpaneel

31. TIME/VALUE Dial

Normaal gebruikt u deze dial om de huidige locatie in de song te verplaatsen (terugof voortspoelen). Wanneer u instellingen maakt, gebruikt u deze dial om de waarde van een parameter te veranderen.

32. EXIT/NO-knop

Druk op deze knop om terug te keren naar het vorige scherm, of om een handeling te annuleren.

Display

1

2

3

4

33. ENTER/YES-knop

Druk hierop om een selectie te bevestigen, of om uw input te finaliseren.

5

6

7

Hierin ziet u een grafische voorstelling van informatie in diverse menu-schermen en parameter setting-schermen.

34. CURSOR-knoppen

Met deze knoppen verplaatst u de cursor.

35

36

35. Zip Disk Drive

In deze drive kan u een Zip disk plaatsen om opgenomen data op te slaan. Opnemen is enkel mogelijk wanneer er een disk in de drive zit.

1.MARKER

Hier verschijnt het markernummer van de huidige locatie. Als er geen marker toegewezen is aan de huidige locatie, dan verschijnt het nummer van de vorige marker.

“---” verschijnt hier indien de huidige locatie vroeger is dan markernummer “001” of indien er geen markers zijn toegewezen.

2.MEASURE

Hier verschijnen de maat en de tel van de huidige locatie. Het linkse cijfer is de maat, het rechtse cijfer is de tel.

3.TIME

De tijdspositie van de huidige locatie in de song wordt afgebeeld als “** uren ** minuten ** seconden.”

36. Eject-knop

Druk op deze knop om de Zip disk uit de drive te verwijderen. Het toestel moet aan staan om de Zip disk te kunnen uitwerpen. Deze knop licht groen op wanneer de drive actief is.

Als u de disk wil verwijderen wanneer het toestel uitgeschakeld is, dient u het opnieuw in te schakelen en op de Eject-knop te drukken om de disk uit te werpen. Als u probeert de disk uit de drive te forceren, kan u de disk drive beschadigen.

4.FRAME

Hier verschijnt het aantal frames voor de huidige locatie in de song.

Standaard staat de BR-8 ingesteld op 30 frames (non-drop) per seconde. Dit is een specificatie die door MTC (MIDI Time Code) wordt gebruikt, en wanneer u de BR-8 via MIDI wil synchroniseren met een ander toestel, dan moet u zorgen dat de MTC-instellingen van beide toestellen overeenstemmen.

Een MIDI sequencer synchroniseren met de BR-8 (p. 73)

5.INFORMATION

In Play mode verschijnt hier informatie over de song (namen van markers, resterende opnametijd).

18

Vooren achterpaneel

6.MIXER/TRACK

In Play mode ziet u hier een grafische voorstelling van het volumeniveau van de instrumenten die op de inputs zijn aangesloten, en van het volumeniveau van elk spoor.

Volgens de fabrieksinstellingen verschijnt hier het volumeniveau van de INPUT LEVEL-knoppen of het volumeniveau van het signaal dat door de TRACK faders is gepasseerd (post-fader). Als u het volumeniveau wil zien van de INPUT LEVEL-knoppen of het volumeniveau van het signaal voordat het door de TRACK faders gaat (pre-fader), zie “Het level meter-scherm omschakelen” (p. 82).

7.MASTER

In Play mode ziet u hier een grafische voorstelling van het volumeniveau van het signaal dat door de MASTER fader is gepasseerd.

Als het display-scherm moeilijk te lezen is, kijk dan bij “Het contrast van de display regelen” (p. 108).

Achterpaneel

13

 

 

 

12

 

 

11

 

10

 

5

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

14

9

8

7

6

3

2

1

1. GUITAR/BASS Jack

 

5. LINE OUT Jacks

Dit is een input jack met hoge impedantie waarop u rechtstreeks een gitaar of een basgitaar kan aansluiten.

2.MIC 2 Jack

Dit is een TRS-gebalanceerde input jack voor mic input.

*Als er een instrument en een microfoon aangesloten is op respectievelijk de GUITAR/BASS jack en de MIC 2 jack, dan wordt de GUITAR/BASS jack automatisch geselecteerd.

3.MIC 1 (VOCAL) Jack

Dit is een TRS-gebalanceerde input jack voor mic input.

Dit zijn output jacks voor het analoge audiosignaal. U kan ze verbinden met een MD-recorder of een bandrecorder om een analoge opname te maken van de output van de BR-8.

6.PHONES VOLUME-knop (volume van de hoofdtelefoon)

Hiermee regelt u het volume van de hoofdtelefoon.

7.PHONES Jack

Hierop kan u een stereo-hoofdtelefoon (apart verkocht)

aansluiten.

4.LINE (line input) Jacks

Dit zijn input jacks voor analoge audiosignalen. U kan ze gebruiken om een extern audio-apparaat (CD-speler, keyboard, drumcomputer, klankmodule, enz.) aan te sluiten.

8.EXP PEDAL Jack

Op deze input jack kan u een expressiepedaal (EV-50, FV300L; apart verkocht) aansluiten. Als u een expressiepedaal gebruikt, kan u door middel van de ingebouwde effectprocessor effecten zoals “wah pedal” toepassen.

19

Vooren achterpaneel

9.FOOT SW (foot switch) Jack

Op deze input jack kan u een voetschakelaar (DP-2, FS-5U; apart verkocht) aansluiten. Met een voetschakelaar kan u een song starten/stoppen, of inen uitprikken (punch-in recording).

Gebruik van een foot switch (p. 41)

10. DIGITAL OUT-connector

Dit is een optische connector die een digitaal audiosignaal uitstuurt. Hij stuurt hetzelfde geluid uit als de LINE OUT jacks. De output van de BR-8 kan digitaal opgenomen worden op een DAT-recorder of een MD-recorder.

11. MIDI OUT-connector

Deze connector verzendt MIDI-boodschappen. Verbind deze met de MIDI IN-connector van een extern MIDI-apparaat (drumcomputer of klankmodule).

12. AC-ADAPTOR Jack

Sluit de bijdeleverde AC-adaptor aan op deze jack.

Gebruik enkel en alleen de bijgeleverde PSB-UNIVERSAL AC-adaptor. Het gebruik van een andere adaptor kan oververhitting of defecten veroorzaken.

13. Kabelhaak

Hang het kabeltje van de AC-adaptor rond deze haak om te voorkomen dat het per ongeluk uitgetrokken wordt.

Als de AC-adaptor tijdens de werking van het toestel wordt uitgetrokken, kunnen belangrijke opgenomen data verloren gaan.

14. POWER-schakelaar

Met deze schakelaar zet u de BR-8 aan/uit.

20

Roland BR-8 User Manual

De demo songs beluisteren

Stap 1. Externe apparaten aansluiten

Maak de aansluitingen zoals in onderstaand schema. Alle toestellen moeten uitgeschakeld zijn wanneer u aansluitingen maakt.

fig.03-01

Stereo hoofdtelefoon

Elektrische gitaar

Elektrische bas

Microfoon

Drumcomputer, enz.

MD-recorder, enz.

beluisteren demosongs De

 

Foot Switch

Audio-installatie, enz.

 

(FS-5U enz.)

CD-speler, enz.

 

 

AC-adaptor

Expressiepedaal

 

(Roland EV-5 enz.)

 

(PSB-UNIVERSAL)

 

 

 

 

 

Keyboard, Drumcomputer, enz.

 

* Hang het stroomkabeltje rond de kabelhaak, om te voorkomen

 

dat de stroom per ongeluk onderbroken wordt (mocht de plug

Zet steeds het volume dicht en schakel alle toestellen uit

per ongeluk uitgetrokken worden), en om onnodige fysieke

voordat u aansluitingen maakt, om defecten en/of schade

belasting van de AC-adaptor jack te vermijden.

aan luidsprekers of andere toestellen te voorkomen.

fig.03-100

* Als u met de pickup van een gitaar in de buurt van de Zip disk

 

drive komt, kan er ruis optreden. Als deze ruis storend is,

 

verwijder de gitaar dan van de BR-8.

 

Foot Switch

 

Expression Pedal

 

21

De demo songs beluisteren

*Gebruik enkel de opgegeven expressiepedaal (EV-5; apart verkocht). Het gebruik van andere expressiepedalen impliceert het risico op defecten en/of schade aan het toestel.

*Afhankelijk van de positie van de microfoons t.o.v. de luidsprekers kan er rondzang optreden. Dit is te verhelpen door:

1.De microfoon(s) anders te oriënteren.

2.De microfoon(s) verder van de luidsprekers te plaatsen.

3.Het volume te verlagen.

*Als u een foot switch (FS-5U; apart verkocht) aansluit op de FOOT SW jack, zet de polariteitsschakelaar dan zoals in de figuur. Als de polariteitsschakelaar niet correct staat, zal de voetschakelaar niet naar behoren werken.

Polariteitsschakelaar

Stap 2. Het toestel aanzetten

Wanneer u klaar bent met de aansluitingen, zet dan de verschillende apparaten aan in de opgegeven volgorde. Als u de apaaraten in de verkeerde volgorde inschakelt, loopt u het risico op defecten en/of schade aan luidsprekers en andere toestellen.

1.Controleer de volgende punten voordat u het toestel aanzet.

Is de BR-8 correct aangesloten op de externe apparaten?

Staan de volumeregelaars van de BR-8 en van de aangesloten apparaten in de minimum-positie?

2.Zet de MASTER fader van de BR-8 lager.

5.Zet de apparatuur die aangeloten is op de output jacks (LINE OUT, DIGITAL OUT) aan.

Zorg ervoor dat de AC-adaptor niet uitgetrokken wordt tijdens het gebruik. Als de stroom van de AC-adaptor onderbroken wordt, kunnen de opgenomen data verloren gaan.

3.Zet de apparatuur die aangesloten is op de input jacks (GUITAR/BASS, MIC2, MIC1, LINE IN) aan.

4.Zet de BR-8 aan met de POWER-schakelaar op het achterpaneel.

*Dit toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na het opstarten duurt het eventjes (enkele seconden) voordat de normale werking begint.

22

De demo songs beluisteren

Stap 3. De demo songs beluisteren

De bijgesloten disk bevat demo songs. Om de demo songs te beluisteren, voert u de volgende procedure uit.

Het gebruik van de bij dit product bijgeleverde song data, voor andere doeleinden dan het beluisteren in persoonlijke huislijke kring, zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, is bij wet verboden. Het gebruik in een secundair auteursrechtelijk beschermd werk of het kopiëren van deze data zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, is evenmin toegelaten.

Plaats de demo disk in de Zip drive.

fig.06-01

3. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] het Song Selecticoon.

fig.06-04

4. Druk op [ENTER], en de songlijst verschijnt.

fig.06-05

Voor de momenteel gebruikte song verschijnt een asterisk “*”. Rechts van een beveiligde song verschijnt een song protect-symbool ( ).

5. Selecteer de gewenste song met CURSOR [ ] [ ].

fig.06-06

Selecting a song—Song Select

Wanneer u een disk voor de eerste maal gebruikt, wordt song nummer 1 automatisch geselecteerd, en de nodige data om de song te spelen, worden ingeladen. Wanneer het laden voltooid is, verschijnt de naam van de song in de display.

Om een andere song te kiezen, volgt u de onderstaande procedure.

1. Druk op [UTILITY].

fig.06-02

2. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] het Song-icoon en druk op [ENTER].

fig.06-03

6. Druk op [ENTER].

fig.06-05

Als u hebt opgenomen/geëdit, of de instellingen van het mixer-gedeelte of de effect song patch hebt gewijzigd (p. 86)

Nu zal er een scherm verschijnen dat u vraagt of u de opgenomen data, het resultaat van uw werk, de huidige toestand van het mixer-gedeelte en de wijzigingen aan de song patch wil opslaan.

beluisteren demosongs De

23

De demo songs beluisteren

*Als u de huidige toestand wil kunnen oproepen de volgende keer dat u de song weergeeft, druk dan op [YES]. Als u terug naar de oorspronkelijke toestand wil, druk dan op [NO]. Als u op [NO] drukt, worden alle opnameen edit-handelingen die u op de huidige song hebt uitgevoerd, de huidige toestand van het mixer-gedeelte en eventuele wijzigingen aan de song patch niet opgeslagen. Overweeg uw keuze goed.

*Als u de demo songs enkel afgespeeld hebt, hoeft u zich hier geen zorgen over te maken. Zelfs als u de instellingen gewijzigd hebt, kan u op [NO] drukken om al uw handelingen te annuleren.

7. De song die u selecteerde, wordt geladen.

De song weergeven

1.Zet de TRACK faders 1–8 in de posities die onderstaand schema aangeeft en zet de MASTER fader dicht.

2. Druk op [PLAY].

De song begint. Verhoog het volume geleidelijk met de MASTER fader.

Verschuif de TRACK faders, om het geluid van elk spoor apart te beluisteren of om de song te beluisteren met de volumebalans van uw voorkeur. Door middel van de [MUTE]-knop kan u ook gelijk welk spoor uitschakelen.

Een spoor uitschakelen (p. 35)

Als u [FF] ingedrukt houdt, spoelt de song verder. Als u [REW] ingedrukt houdt, spoelt de song terug. Om terug te keren naar het begin van de song, drukt u op [ZERO].

De huidige locatie kan ook nog op de volgende manieren veranderd worden.

De huidige locatie veranderen

De aanduiding van de huidige tijdspositie

De huidige tijdspositie in de display is MTC (MIDI Time Code), en wordt getoond als “** uren ** minuten ** seconden ** frames ** sub-frames.”

Het time code format kan verschillen naargelang de apparatuur die u gebruikt. Wanneer u MTC gebruikt om te synchroniseren met andere apparaten, moet u op beide apparaten hetzelfde time code format instellen. Standaard staat de BR-8 ingesteld op 30 frames (non-drop) per seconde (p. 74).

Naar het begin van de performance

Om naar de tijdspositie van het eerste opgenomen geluid van

de song te gaan, voert u de volgende procedure uit.

1.Houd [STOP] ingedrukt en druk op [REW].

De V-track die voor elk spoor is geselecteerd, wordt gecontroleerd en u gaat naar de tijdspositie waar het eerste geluid in de song is opgenomen.

Naar het einde van de performance

Om naar de tijdspositie van het laatste opgenomen geluid van de song te gaan, voert u de volgende procedure uit.

1.Houd [STOP] ingedrukt en druk op [FF].

De V-track die voor elk spoor is geselecteerd, wordt gecontroleerd en u gaat naar de tijdspositie waar het laatste geluid in de song is opgenomen.

Per uur/minuut/seconde/frame/ sub-frame

In het TIME-veld van de display verschijnt de huidige

tijdspositie in uren/minuten/seconden/frames/sub-frames.

1.Selecteer de waarde die u wenst te veranderen.

Selecteer met CURSOR [ ] [ ] het TIME-cijfer dat u wil veranderen.

2.Verander de waarde.

Wijzig de tijdspositie met de TIME/VALUE dial .

24

De demo songs beluisteren

Per maat/tel

In het MEASURE-veld van de display verschijnt de huidige locatie uitgedrukt in maten en tellen. Details over de instellingen van maten en tellen, en hun relatie met de song, vindt u in “Gebruik van de rhythm guide” (p. 32).

1.Selecteer de waarde die u wenst te veranderen.

Om met maten te werken, selecteert u met [CURSOR] het cijfer links van het MEASURE-veld. Om met tellen te werken, selecteert u het cijfer rechts van het MEASUREveld.

2.Verander de waarde.

Selecteer met de TIME/VALUE dial het nummer van de maat/tel waar u naartoe wil gaan.

Volgens de markernummers

In het MARKER-veld van de display verschijnt het markernummer van de huidige locatie. Als er geen markers geregistreerd zijn, verschijnt hier “---”.

Selecteer met [CURSOR] het cijfer in het MARKER-veld en selecteer met de TIME/VALUE dial het markernummer waar u naartoe wil gaan.

Variaties van de song selecteren

De demo songs bevatten verschillende variaties die werden opgenomen door middel van de V-tracks (p. 9). Door andere V-tracks te kiezen, kan u variaties (bv. andere gitaar-solo’s of stemmen) beluisteren.

Details over het switchen van V-tracks, zie “Een V-track selecteren” (p. 44).

Stap 4. De demo disk verwijderen

1. Druk op de Eject-knop.

fig.06-20

Als u hebt opgenomen/geëdit, of de instellingen van het mixer-gedeelte of de effect song patch hebt gewijzigd (p. 86)

Nu zal er een scherm verschijnen dat u vraagt of u de opgenomen data, het resultaat van uw werk, de huidige toestand van het mixer-gedeelte en de wijzigingen aan

de song patch wil opslaan.

fig.05-01

*Als u de huidige toestand wil kunnen oproepen de volgende keer dat u de song weergeeft, druk dan op [YES]. Als u terug naar de oorspronkelijke toestand wil, druk dan op [NO]. Als u op [NO] drukt, worden alle opnameen edit-handelingen die u op de huidige song hebt uitgevoerd, de huidige toestand van het mixer-gedeelte en eventuele wijzigingen aan de song patch niet opgeslagen. Overweeg uw keuze goed.

De disk wordt uitgeworpen.

beluisteren demosongs De

25

De demo songs beluisteren

Step 5. Het toestel uitschakelen

Schakel alle toestellen uit, in de omgekeerde volgorde van bij het opstarten (p. 22).

Wanneer u op de POWER-schakelaar van de BR-8 drukt, verschijnt de volgende boodschap.

Als u het toestel wil uitschakelen, druk dan op [YES]. Wanneer u op [YES] drukt, worden de user patch data (p. 86) intern opgeslagen, zodat de huidige toestand opgeroepen wordt, de volgende keer dat u het toestel aanzet. Wanneer de save-procedure voltooid is, wordt de BR-8 automatisch uitgeschakeld. (Shutdown)

Als er een disk in de drive zit

Wanneer u op de POWER-schakelaar van de BR-8 drukt, slaat hij de nodige data op op disk en in het interne geheugen, en schakelt vervolgens zichzelf automatisch uit. Als er opname-/edit-handelingen werden uitgevoerd of als de mixer-parameters gewijzigd werden, verschijnt er een scherm dat u vraagt of u deze data al dan niet wil opslaan.

Om de BR-8 uit te schakelen, dient u de POWER-schakelaar te gebruiken. De opgenomen data, mixerinstellingen en effect patch data worden niet onmiddellijk opgeslagen wanneer u opneemt of instellingen maakt, maar worden op de disk en in het interne geheugen bewaard wanneer u de song opslaat of het toestel uitschakelt. Dit betekent dat wanneer u het toestel uitschakelt door de AC-adaptor uit het stopcontact te trekken, in plaats van de POWER-schakelaar te gebruiken, de opgenomen data, mixerinstellingen en effect patch data verloren gaan. Hou hier rekening mee.

Als u op [YES] drukt, worden de data opgeslagen op disk en in het interne geheugen, en de huidige instellingen worden weer opgeroepen wanneer u het toestel opnieuw inschakelt. Als u op [NO] drukt, worden alle opnames, edit-handelingen en wijzigingen in de parameters die werden uitgevoerd sinds het toestel werd aangezet, geannuleerd.

*Als u de demo songs enkel hebt afgespeeld, hoeft u zich hierover geen zorgen te maken. Zelfs als u per vergissing al een opname hebt gemaakt of de instellingen hebt gewijzigd, kan u altijd op [NO] drukken om al uw handelingen te annuleren.

Controleer of de BR-8 effectief uitgeschakeld is (d.w.z. dat het display-scherm donker is), alvorens de AC-adaptor uit het stopcontact te trekken. Trek de AC-adaptor nooit uit terwijl er data worden opgeslagen, omdat hierdoor de opgenomen data of edit-gegevens (mixerinstellingen, effect patch data, e.d.) verloren gaan.

26

Een performance opnemen/weergeven

Stap 1. Zet het toestel aan

Maak de juiste aansluitingen en zet het toestel aan, zoals beschreven in "Stap 1. Externe apparaten aansluiten" (p. 21) en in

"Stap 2. Het toestel aanzetten" (p. 22).

Stap 2. Maak een disk klaar

De BR-8 schrijft opgenomen data rechtstreeks weg op een disk. U hebt dus een disk nodig om te kunnen opnemen.

Zip disks (p. 11)

De disk inbrengen

Schuif de disk in de disk drive. De bijgeleverde demo disk heeft beperkte vrije schijfruimte, dus als u lang wil opnemen, dient u ofwel een demo song uit te wissen of een nieuwe disk te gebruiken. Hoe u een song uitwist, leest u in “Een song wissen” (p. 60).

Als u een disk van de VS-serie inbrengt

Song data die gecreëerd werden op een toestel van de Roland VS-serie (bv. de VS-880/840), kunnen niet als dusdanig gebruikt worden door de BR-8. Als u zulk een disk inbrengt, verschijnt er een boodschap in de display en vervolgens “Select”. U wordt gevraagd of u de song data wil converteren naar een vorm die de BR-8 kan gebruiken, of dat u de disk wil initialiseren.

fig.07-01

1.Om te converteren, kiest u “CONV” en drukt u op [ENTER].

Voor details, zie “Song Convert” (p. 63, stap 6).

2.Om de disk te initialiseren en ze te gebruiken, kiest u “INIT” en drukt u op [ENTER].

*Wanneer u een disk initialiseert, worden alle data die op de disk waren opgeslagen, uitgewist. Als u beslist om niet te converteren of te initialiseren, kies dan“CANCEL" en druk op [ENTER]. De disk wordt uitgeworpen.

Een disk initialiseren—Initialize

Deze procedure is niet nodig wanneer u een disk gebruikt die reeds gebruikt werd door de BR-8, of een disk die werd geconverteerd voor gebruik op de BR-8.

Wat is initialisatie?

Voordat u een nieuwe disk of een disk die reeds op een computer werd gebruikt, op de BR-8 kan gebruiken, moet die disk klaargemaakt worden voor gebruik op de BR-8. Dit proces noemen we Initialisatie.

Als de ingebrachte disk niet beantwoordt aan de veriesten van de BR-8, verschijnt er een boorschap in de display en wordt er gevraagd: “Initialize Disk?”. Als dit het geval is, volg dan de onderstaande procedure.

fig.07-02

1.Als u de disk wil initialiseren, druk dan op [YES]. Als u de disk niet wil initialiseren, druk dan op [NO].

*Wanneer u een disk initialiseert, worden alle data die op die disk waren opgeslagen, uitgewist. Als u annuleert door op [NO] te drukken, kan u de disk verwijderen zonder ze te initialiseren.

Als u in stap 1 op [YES] drukt, verschijnt de boodschap “Sure?”, die u vraagt om te bevestigen of u inderdaad wil doorgaan met de initialisatie.

2.Om te initialiserev, drukt u nogmaals op [YES].

De disk wordt geïnitialiseerd.

*Wanneer u Initialize uitvoert, wordt er automatisch een nieuwe song aangemaakt. Hierbij wordt STANDARD (MT2) gekozen als het data type.

opnemen/weergeven performance Een

27

Een performance opnemen/weergeven

Stap 3. De op te nemen song selecteren

Als de ingebrachte disk twee of meer songs bevat, dan wordt de song die het laatst geselecteerd werd voordat het toestel werd uitgeschakeld, automatisch geselecteerd.

Als u een andere song wil selecteren, volg dan de onderstaande procedure.

Een nieuwe song aanmaken—Song New

1.Druk op [UTILITY].

2.Selecteer met CURSOR [ ] [ ] het Song-icoon en druk op [ENTER].

3.Selecteer met CURSOR [ ] [ ] het Song New-icoon en druk op [ENTER].

*Als u de huidige toestand wil kunnen oproepen de volgende keer dat u de song weergeeft, druk dan op [YES]. Als u terug naar de oorspronkelijke toestand wil, druk dan op [NO]. Als u op [NO] drukt, worden alle opnameen edit-handelingen die u op de huidige song hebt uitgevoerd, de huidige toestand van het mixer-gedeelte en eventuele wijzigingen aan de song patch niet opgeslagen. Overweeg uw keuze goed.

Het level meter-scherm verschijnt, en u kan nu de nieuwe song opnemen.

Om een andere song te selecteren, volgt u de procedure “Een song selecteren” (p. 23).

In de display verschijnt “Data Type.”

4.Selecteer het data-type met de TIME/VALUE dial.

Voor details over het data-type, zie kadertje “Wat is het data-type?”

*De BR-8 werkt met een sampling rate van 44.1 kHz. Het is niet mogelijk om deze sampling rate te wijzigen.

5.Selecteer “GO” met CURSOR [ ] en druk op [ENTER].

Als u hebt opgenomen/geëdit, of de instellingen van het mixer-gedeelte of de effect song patch hebt gewijzigd (p. 86)

Nu zal er een scherm verschijnen dat u vraagt of u de opgenomen data, het resultaat van uw werk, de huidige toestand van het mixer-gedeelte en de wijzigingen aan de song patch wil opslaan.

Wat is het data type?

Op de BR-8 kan u het Data Type specifiëren wanneer u een nieuwe song aanmaakt. Hiermee kan u een combinatie van audiokwaliteit en opnametijd kiezen die geschikt is voor het materiaal dat u wenst op te nemen. De volgende data-types zijn beschikbaar.

*Het data-type kan niet meer gewijzigd worden nadat de song is aangemaakt.

STANDARD (MT2) (multitrack 2):

Van de drie types geeft dit de beste audiokwaliteit. Dit type is geschikt wanneer u veel track bouncing toepast. Normaal gezien kiest u dit type.

LIVE (LV1) (live 1):

Dit type geeft u een langere opnametijd dan “MT2.” U kan dit type gebruiken wanneer de diskcapaciteit beperkt is, of wanneer u een live performance opneemt.

LONG (LV2) (live 2):

Van de drie types geeft dit u de langste opnametijd.

28

Een performance opnemen/weergeven

<Opnametijd>

Deze drie opnamemethodes geven u de volgende opnametijden op één disk. (Deze tijden gelden voor een diskcapaciteit van 100 MB en bij gebruik van slechts één spoor.)

Data-type

Opnametijd

 

 

 

 

STANDARD (MT2)

ongeveer 50 minuten

 

 

LIVE (LV1)

ongeveer 60 minuten

 

 

LONG (LV2)

ongeveer 75 minuten

 

 

*De bovenstaande opnametijden zijn bij benadering. Zij kunnen iets korter zijn, afhankelijk van het aantal gecreëerde songs .

*De vermelde opnametijden gelden bij het gebruik van slechts één spoor. Als u bv. op alle acht sporen opneemt, kan u op elk spoor ongeveer 1/8 van de bovenvermelde tijd opnemen.

*De BR-8 werkt enkel met Zip disks van 100 MB .

Stap 4. Uw instrumenten aansluiten

Kiezen op welke jack u aansluit

De BR-8 beschikt over diverse input jacks waarop u verschillende instrumenten kan aansluiten. Gebruik de jacks die het meest geschikt zijn voor uw situatie.

fig.07-03

GUITAR/BASS

Op deze jack kan u een elektrische gitaar of een basgitaar aansluiten. Aangezien deze input een hoge impedantie heeft, kan u de gitaar of basgitaar rechtstreeks aansluiten.

*Als u met de pickup van een gitaar in de buurt van de Zip disk drive komt, kan er ruis optreden. Als deze ruis storend is, verwijder de gitaar dan van de BR-8.

MIC 2

Deze jack dient om een microfoon op aan te sluiten. Het is een input van het TRS-type, die u zowel voor gebalanceerde als ongebalanceerde aansluitingen kan gebruiken. Gebruik deze input wanneer u een akoestische gitaar opneemt met een microfoon of wanneer u backing vocals opneemt in combinatie met MIC 1.

Als er echter een plug in de GUITAR/BASS jack zit, dan krijgt de input van de GUITAR/BASS jack voorrang.

*Wanneer u een semi-akoestische gitaar aansluit via een afgeschermde kabel, gebruik dan de GUITAR/BASS jack.

MIC 1

Gebruik deze jack om een microfoon aan te sluiten. Het is een input van het TRS-type, die u zowel voor gebalanceerde als ongebalanceerde aansluitingen kan gebruiken. Gebruik deze jack wanneer u een individuele stem opneemt.

LINE

Dit zijn stereo input jacks die u kan verbinden met de output van een audio-apparaat, zoals een CD-speler of cassettespeler, of op een drumcomputer, een externe klankmodule of een keyboard.

opnemen/weergeven performance Een

29

Een performance opnemen/weergeven

Druk op de INPUT SELECTknop(pen) voor het instrument dat u wil opnemen.

Selecteer de signaalbron (input) die u wil opnemen. De indicator van de geselecteerde knop(pen) licht(en) op.

[GUITAR/BASS, MIC 2]

Selecteer deze wanneer u een instrument wil opnemen dat aangesloten is op de GUITAR/BASS jack, of een microfoon die aangesloten is op de MIC 2 jack.

[MIC 1]

Selecteer deze wanneer u een microfoon wil opnemen die aangesloten is op de MIC 1 jack.

[LINE]

Selecteer deze wanneer u een instrument of een CD-speler wil opnemen die aangesloten is op de LINE jacks.

[SIMUL]

Wanneer u tegelijkertijd een stem een een gitaar wil opnemen, of wanneer u opneemt met twee microfoons druk dan gelijktijdig op [GUITAR/BASS, MIC 2] en [MIC 1]. Beide indicators lichten op, zodat u beide inputs tegelijkertijd kan opnemen.

*Als er een instrument en een microfoon aangesloten zijn op respectievelijk de GUITAR/BASS jack en de MIC 2 jack, dan wordt de GUITAR/BASS jack automatisch geselecteerd.

De ingangsgevoeligheid regelen

Als de input van GUITAR/BASS, MIC 2 of MIC 1 geselecteerd is, regel de ingangsgevoeligheid dan met de overeenkomstige SENS -knop.

Om op te nemen met een optimale audiokwaliteit, regel de gevoeligheid dan zodat de CLIP-indicator kort oplicht wanneer u hard speelt of luid zingt.

Het geluid beluisteren (monitoring)

U kan het geluid van de aangeloten instrumenten of

microfoon(s) beluisteren (monitoring).

1.Zet eerst de MASTER fader dicht.

2.Zet de INPUT LEVEL-knop in de centrale positie en schuif geleidelijk de MASTER fader open.

Regel nu het input level met de INPUT LEVEL-knop zodat het signaalniveau varieert tussen -12 en 0 dB op de “IN” level meter.

Regel het volume met de INPUT LEVEL-knop en de MASTER fader.

Wanneer u luistert door een hoofdtelefoon, regel dan ook het volume van de hoofdtelefoon met PHONES VOLUME op het achterpaneel.

Voor details over de volumeregeling van het apparaat dat aangesloten is op de OUTPUT jacks, zie de handleiding van het betreffende apparaat.

30

Loading...
+ 96 hidden pages