Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS BR-600 Digitale Recorder.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan de volgende secties zorgvuldig door te lezen:
•‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (pagina 2-3)
•‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (pagina 4-5)
In deze secties vindt u belangrijke informatie over het juiste gebruik van het apparaat.
Daarnaast dient deze gebruikershandleiding in zijn geheel gelezen te worden, zodat u een goed beeld krijgt van alle mogelijkheden, die dit nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding om er later aan te kunnen refereren.
■ Afspraken over tekens in deze handleiding
•Letters of nummers die tussen haakjes [ ] staan geven knoppen aan.
[PLAY] |
PLAY knop |
[REC] |
REC knop |
•Verwijzingen als (p.**) geven pagina’s in deze handleiding aan, waaraan u kunt refereren.
Copyright © 2006 BOSS CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION op enigerlei wijze gereproduceerd worden.
10.Rev0
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over WAARSCHUWING en VOORZICHTIG opmerkingen
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op WAARSCHUWING het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste
VOORZICHTIG wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
•Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u onderstaande instructies en de gebruikershandleiding.
.............................................................................................
•Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit. Dit geldt tevens voor de adapter (behalve wanneer deze handleiding u specifieke instructies geeft om dat wel te doen). Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland
Service Centrum, of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
.............................................................................................
•Gebruik, of berg het apparaat nooit op, op plaatsen
die:
•aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten
voertuig, dicht bij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur of die
•vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes of natte vloeren of plaatsen die
•aan regen worden blootgesteld of die
•stoffig zijn of die
•aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
.............................................................................................
•Zorg ervoor, dat de locatie die u kiest om het apparaat op te zetten, waterpas staat, zodat het apparaat goed ondersteund wordt. Plaats het
apparaat nooit op standaards die kunnen wiebelen of op een hellend vlak.
.............................................................................................
WAARSCHUWING
•Gebruik alleen de gespecificeerde adapter (PSA series). Wees er ook zeker van dat het snoervoltage bij de installatie hetzelfde is als het invoervoltage zoals gespecificeerd op de adapter. Andere adapters
gebruiken misschien een andere polariteit of zijn gemaakt voor een andere voltage. Het gebruik hiervan kan dus resulteren in schade, een slechte functie of elektrische schok.
..............................................................................................
•Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen
en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
..............................................................................................
•Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren, die in staat zijn
permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
..............................................................................................
•Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
..............................................................................................
•Batterijen mogen nooit opnieuw opgeladen, uit elkaar gehaald of in het water gegooid worden.
..............................................................................................
2
WAARSCHUWING
•Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de ‘Informatie’ pagina, indien:
•Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
•Er rook of een ongewone geur optreedt
•Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen, of
•Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze nat is geworden), of
•Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een duidelijke verandering in werking laat zien.
.............................................................................................
•In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels, die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat, op te volgen.
.............................................................................................
•Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
.............................................................................................
•Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact, waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het
bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
.............................................................................................
•Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
.............................................................................................
VOORZICHTIG
•Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst te worden, dat er voldoende ventilatieruimte beschikbaar is.
.............................................................................................
•Houd het adapter snoer altijd bij de stekker zelf vast, wanneer de stekker in het stopcontact of in het apparaat wordt gestoken of er uit wordt gehaald.
.............................................................................................
•Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
.............................................................................................
•Raak de adapter of de stekkers nooit met natte
handen aan wanneer u deze in het stopcontact of dit apparaat stopt, of uit het stopcontact of dit apparaat
haalt.
.............................................................................................
VOORZICHTIG
•Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en maak deze met een droge doek schoon om stof en andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder
de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken.
..............................................................................................
•Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
..............................................................................................
•Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, haalt u de
adapter uit het stopcontact, en koppelt u de snoeren van alle externe apparaten los.
..............................................................................................
•Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de
stroom uit, en haalt u de adapter uit het stopcontact.
..............................................................................................
•Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht,
haalt u de adapter uit het stopcontact.
..............................................................................................
•Indien incorrect gebruikt, kunnen batterijen explo-
deren of lekken en schade of letsel veroorzaken. Voor veilig gebruik dient u de volgende voorzorgsmaatregelen (p.24) te nemen.
•Volg de installatie instructies voor batterijen zorgvuldig en zorg ervoor dat u de juiste
polariteit gebruikt.
•Vermijd het gebruik van nieuwe batterijen in combinatie met oude batterijen. Bovendien mag u geen verschillende soorten batterijen samen gebruiken.
•Verwijder de batterijen wanneer het apparaat voor langere tijd niet zal worden gebruikt.
•Als een batterij gelekt heeft dient u een zacht stukje stof of een papieren doekje te gebruiken om alle restanten van de lekkage uit het batterijenvakje weg te vegen. Installeer daarna nieuwe batterijen. Om irritatie aan de huid te voorkomen, dient u er zeker van te zijn dat er geen sporen van de batterijlekkage op uw huid of handen terecht komen. Wees voorzichtig dat er geen sporen van de batterijlekkage in of vlakbij uw ogen terecht komt! Spoel onmiddellijk af met stromend water als sporen van de lekkage in uw ogen terecht zijn gekomen.
•Bewaar batterijen nooit samen met metalen objecten zoals ballpoints, kettingen, haarklemmen etc.
..............................................................................................
•Gebruikte batterijen moeten, in overeenstemming
met de regels die in de regio waarin u woont gelden, direct worden weg gegooid.
..............................................................................................
•Leg alle schroeven, die u verwijdert op een veilige
plek buiten het bereik van kinderen, zodat er geen kans bestaat, dat ze per ongeluk worden doorge-
slikt.
..............................................................................................
10.Rev0
3
Naast de onderdelen die onder ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ op pagina’s 2-3 worden
genoemd, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
10.Rev0
Stroomvoorziening; gebruik van batterijen
•Sluit dit apparaat niet aan op hetzelfde stopcontact als deze gebruikt wordt door een andere elektrische toepassing, die bestuurd wordt door een omvormer (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner), of die een motor heeft. Afhankelijk van de manier, waarop de elektrische toepassing gebruikt wordt, kan het geluid dat geproduceerd wordt bij het aanvoeren van stroom ervoor zorgen, dat dit apparaat slecht functioneert of bijgeluiden produceert. Als het niet praktisch is om een apart stopcontact te gebruiken, plaats dan een voedingsgeluidsfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
•De adapter zal hitte gaan genereren na een lange tijd aaneengesloten gebruik. Dit is normaal en is geen reden om u zorgen te maken.
•Het gebruik van een adapter wordt sterk aanbevolen, omdat de stroomconsumptie van het apparaat relatief hoog is. Geeft u er de voorkeur aan om batterijen te gebruiken, gebruikt u dan alkaline batterijen.
•Wanneer u batterijen installeert of vervangt, dient u altijd de stroom van het apparaat en alle andere apparaten, die u wellicht heeft aangesloten, uit te zetten. Op deze manier kunt u storingen en/ of schade aan speakers of andere apparaten helpen voorkomen.
•Er worden batterijen bij dit apparaat geleverd. De levensduur van deze batterijen kan echter beperkt zijn, aangezien ze met name bedoeld zijn om mee te testen.
•Voordat u dit apparaat aansluit op andere apparaten, dient u de stroom van alle apparaten uit te zetten. Dit zal storingen en/of schade aan speakers of andere apparaten helpen voorkomen.
Plaatsing
•Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers (of andere apparatuur, die grote stroomtransformatoren bevat) kan tot een brom leiden. Om dit probleem op te heffen, verandert u de richting van dit apparaat of zet u het verder van de storingsbron af.
•Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
•Ruis kan geproduceerd worden, wanneer draadloze communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Een dergelijke storing kan optreden tijdens bellen of gebeld worden of tijdens het converseren. Als u dit soort problemen ondervindt, moet u de draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat plaatsen of deze uitzetten.
•Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet bij apparaten die warmte verspreiden, laat het niet in een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme temperaturen bloot. Door overmatige hitte kan het apparaat misvormen of verkleuren.
•Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid verschilt van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat waterdruppels (condensatie) gevormd worden. Als u het apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of storingen ontstaan. Voordat u het apparaat op de nieuwe locatie gaat gebruiken, laat u het enige uren acclimatiseren, totdat de condensatie volledig is verdampt.
Onderhoud
•Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u een doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek goed af.
•Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of misvorming te voorkomen.
Reparatie en data
•Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen verloren kan gaan, als u het apparaat laat repareren. Van belangrijke gegevens moet u altijd een reservekopie maken, in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer), computer of op papier opgeschreven (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt getracht het verlies van data te vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het schakelsysteem van het geheugen zelf niet meer werkt) kan data helaas niet meer hersteld worden. Roland is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
•Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan om van tijd tot tijd een back-up van belangrijke gegevens te maken, die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen.
•De inhoud van data die in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer) of computer is opgeslagen, kan helaas niet meer hersteld worden, wanneer deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
•Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
•Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen grote druk op uit.
•Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
•Om te vermijden, dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
•Wanneer u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
•Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (EV-5, FV-500L, FV-500H; apart verkrijgbaar). Als u andere expressiepedalen aansluit, riskeert u storingen en/of schade aan het apparaat.
•Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken. Als u een kabel van een ander merk gebruikt, neem dan notitie van onderstaande voorzorgsmaatregelen.
•Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit soort kabels, kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
•CompactFlash kaarten zijn opgebouwd met behulp van precisie onderdelen. Behandel de kaarten voorzichtig, waarbij u extra moet letten op de volgende zaken.
•Wees er zeker van dat uw lichaam zelf ontladen is van enige statische elektriciteit, voordat u de kaarten aanraakt om schade aan de kaarten door statische elektriciteit te voorkomen.
•Raak de contactgedeelten van de kaarten niet aan, en zorg ook dat deze niet met metaal in contact komen.
•Laat de kaarten niet vallen, buig ze niet en stel ze niet bloot aan schokken of trillingen.
•Laat kaarten niet in direct zonlicht liggen in gesloten voertuigen, of op andere soortgelijke locaties (opbergtemperatuur:-25-80 graden Celsius).
•Kaarten mogen niet nat worden.
•De kaarten niet demonteren of aanpassen.
Auteursrecht
•Het onbevoegd opnemen, verspreiden, verkopen, uitlenen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke handelingen van een volledig werk of gedeelte daarvan (muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke uitvoering enz.), waarvan het auteursrecht bij een derde partij ligt, is bij de wet verboden.
•Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij het auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden. Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor overtredingen van het auteursrecht van een derde partij, dat door gebruik van dit apparaat worden begaan.
Voordat kaarten gebruikt worden (CompactFlash)
Geheugenkaarten gebruiken
705
• Steek de geheugenkaart er voorzichtig helemaal in, totdat deze stevig op zijn plaats zit.
fig.M512-Insert
705
•Raak nooit de uiteinden van de geheugenkaart aan. Zorg er ook, voor dat de uiteinden niet vuil worden.
•De geheugenkaartgleuf van dit apparaat accepteert CompactFlash geheugenkaarten. Microdrive opslag media is niet compatibel.
204
*Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
*Vensters zijn in deze documenten opnieuw afgebeeld met toestemming van Microsoft Corporation.
*Windows (LOGO R) staat officieel bekend als: ‘Microsoft (LOGO R) Windows (LOGO R) operating system.’
*Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
*MacOS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.
*Alle productnamen die in dit document genoemd worden, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
10.Rev0
5
Inhoud
BELANGRIJKE OPMERKINGEN .............. |
|
4 |
Introductie van de BR-600 ................. |
|
12 |
Hoofdkenmerken ........................................... |
|
12 |
Geheugenkaarten, die uw BR-600 |
|
|
ondersteunt ..................................................... |
|
15 |
De geheugenkaart formatteren (CompactFlash) |
.... 15 |
|
Hoe u het kaartklepje verwijdert.............................. |
|
15 |
Paneelbeschrijvingen ......................... |
|
16 |
Achterpaneel................................................... |
|
22 |
Voorpaneel...................................................... |
|
23 |
Batterijen plaatsen.......................................... |
|
24 |
Over het Play venster .................................... |
|
25 |
Snelle Start .......................... |
27 |
|
Randapparatuur aansluiten ............... |
|
28 |
Hoe gebruikt u de snoerhaak ....................... |
|
29 |
Een microfoon verloopstekker gebruiken .. |
30 |
|
De geheugenkaart plaatsen .......................... |
|
30 |
De BR-600 aan-/uitzetten .................. |
|
31 |
De BR-600 aanzetten ...................................... |
|
31 |
De BR-600 uitzetten ....................................... |
|
31 |
Naar een demo song luisteren ........... |
|
32 |
Een demo song selecteren (Song Select) ..... |
|
32 |
Een demo song spelen................................... |
|
32 |
De huidige positie verplaatsen ........... |
|
33 |
Voor en achteruit spoelen.......................................... |
|
33 |
Naar het begin van een stuk gaan............................ |
|
33 |
Naar het einde van een stuk gaan ............................ |
|
33 |
Door een song bewegen met gebruikmaking van |
||
uren, minuten, seconden, frames of subframes ..... |
|
33 |
Door een song bewegen in maten en beats............. |
|
33 |
Instrumenten aansluiten .................... |
|
34 |
Kies welke uitgang u gaat gebruiken om uw |
|
|
instrument aan te sluiten ........................................... |
|
34 |
Songs voorbereiden voor opname ..... |
|
35 |
Een nieuwe song opnemen (Song New) ................. |
|
35 |
10.Rev0
De input selecteren ............................ |
36 |
De ingebouwde stereo microfoon aanzetten .......... |
36 |
De input gevoeligheid aanpassen ............................ |
36 |
Het opnameniveau instellen ..................................... |
37 |
De niveaumeter weergeven....................................... |
37 |
De invoegeffecten gebruiken ............. |
38 |
Effect Patches afwisselen............................... |
38 |
Opnemen zonder invoegeffecten ............................. |
39 |
Het ritme gebruiken........................... |
40 |
Wat is Ritme?............................................................... |
40 |
Patronen en arrangementen ...................................... |
40 |
Patroon (Pattern) mode en Arrangement mode..... |
40 |
Arrangementen spelen............................................... |
41 |
Patronen spelen........................................................... |
41 |
Arrangementen veranderen ...................................... |
42 |
Patronen veranderen .................................................. |
42 |
Het tempo van de arrangementen of patronen |
|
veranderen ................................................................... |
43 |
Tikken om het tempo van de arrangementen of |
|
patronen te veranderen.............................................. |
43 |
Opnemen .......................................... |
44 |
De opnameTrack selecteren ...................................... |
44 |
Over de opname (REC) standen ............................... |
45 |
Procedure ..................................................................... |
46 |
Opgenomen muziek afspelen ............ |
47 |
Het geluid van specifieke Tracks dempen ( |
|
Track mute).................................................................. |
47 |
Een extra Performance opnemen, terwijl |
|
u naar een bestaande Performance |
|
luistert (Overdubbing)........................ |
48 |
Meerdere Tracks samenvoegen |
|
(Bounce) ............................................ |
49 |
Het geluid voor elke Track instellen ........... |
49 |
De perceptie van stereo voor het geluid |
|
aanpassen (Pan)........................................................... |
49 |
De toon aanpassen (Track EQ).................................. |
50 |
Ruimtelijk karakter toevoegen aan het geluid |
|
(Loop effect)................................................................. |
50 |
Bouncing.......................................................... |
52 |
6
Sectie 1 |
|
Opnemen en afspelen.......... |
53 |
Opnemen .......................................... |
54 |
Songs creëren voor opname ......................... |
54 |
Over data types ........................................................... |
54 |
De opnameTrack selecteren.......................... |
55 |
V-Tracks veranderen ..................................... |
56 |
De perceptie van stereo in de input |
|
geluiden aanpassen (Pan) ............................. |
56 |
Opname handelingen .................................... |
57 |
Afspelen herhalen (Repeat)................ |
58 |
Het Repeat gedeelte met accurate |
|
timing instellen............................................... |
59 |
Over een fout opnemen |
|
(Punch-in/out).................................... |
60 |
Handmatige punch-in/out........................... |
60 |
Handmatig in en uit punchen met [REC] ............... |
60 |
Handmatig inen uitpunchen met behulp |
|
van een voetschakelaar .............................................. |
61 |
Auto punching in en out............................... |
61 |
Het gebied voor Auto Punching in/out |
|
specificeren .................................................................. |
61 |
Een geregistreerde Auto Punch in/out locatie |
|
wissen ........................................................................... |
62 |
Hoe u moet opnemen................................................. |
62 |
Herhaaldelijk over dezelfde locatie |
|
opnemen (Loop recording)........................... |
62 |
Het gedeelte, dat herhaald moet worden, |
|
instellen ........................................................................ |
63 |
Hoe op te nemen......................................................... |
63 |
Een handeling ongedaan maken |
|
(Undo/redo) ...................................... |
64 |
De laatste handeling ongedaan maken |
|
(Undo).............................................................. |
64 |
De Undo ongedaan maken (Redo) .............. |
64 |
Meerdere Tracks samenvoegen |
|
(Bounce) ............................................ |
65 |
Songs laden die gecreëerd zijn met de |
|
BR-900CD/BR-864/BR-532 ................ |
67 |
Songs laden die gecreëerd zijn met de |
|
BR-900CD/BR-864 ......................................... |
67 |
Songs gecreëerd met de |
|
BR-532 laden ................................................... |
68 |
De song informatie weergeven .......... |
|
69 |
De overgebleven beschikbare opnametijd |
|
|
weergeven ....................................................... |
|
69 |
Het geheugenkaart gebruik weergeven...... |
|
69 |
Sectie 2 |
|
|
Bewerken ........................... |
71 |
|
Tijd registreren (Locator) .................... |
|
72 |
Een Locator punt registreren........................ |
|
72 |
Naar het Locator punt gaan.......................... |
|
72 |
Een Locator punt wissen............................... |
|
72 |
Het begin en einde van de muziek |
|
|
zoeken (Scrub/Preview)..................... |
|
73 |
Scrubben om het start/eindpunt van de |
|
|
muziek te vinden............................................ |
|
73 |
De scrub punten veranderen ........................ |
|
74 |
De Preview functie gebruiken met behulp |
||
van [REW] en [FF].......................................... |
|
74 |
De Performance op een Track |
|
|
bewerken (Track Edit) ........................ |
|
75 |
Data kopiëren (Track Copy) ......................... |
|
75 |
Kopiëren door de tijd te specificeren |
|
|
(TME/MES) ................................................................. |
|
75 |
Het herhaalde gedeelte kopiëren (AB) .................... |
|
77 |
Een complete Track kopiëren (ALL) ........................ |
|
78 |
Data verplaatsen (Track Move).................... |
|
79 |
Verplaatsen door de tijd te specificeren |
|
|
(TME/MES) ................................................................. |
|
79 |
Het herhaalde gedeelte verplaatsen (AB)................ |
|
80 |
Een complete Track verplaatsen (ALL) ................... |
|
81 |
Data wissen (Track Erase)............................. |
|
82 |
Wissen door de tijd te specificeren (TME/MES).... |
82 |
|
Het herhaalde gedeelte wissen (AB) ........................ |
|
83 |
Een complete Track wissen (ALL)............................ |
|
84 |
Data uitwisselen (Track Exchange) ............. |
|
85 |
De songs, die u hebt opgenomen, |
|
|
organiseren ....................................... |
|
86 |
Een song kopiëren (Song Copy)................... |
|
86 |
Songs wissen (Song Erase)............................ |
|
86 |
Geheugen opslaan op de geheugenkaart |
|
|
(Song Optimize).............................................. |
|
87 |
Een song benoemen (Song Name)............... |
|
88 |
10.Rev0
7
10.Rev0
Een song beschermen (Song Protect) |
..........88 |
De huidige instellingen voor de song opslaan |
|
(Song Save)...................................................... |
89 |
Een master tape/disc maken.............. |
90 |
Sectie 3 |
|
Effecten gebruiken............... |
91 |
De invoegeffecten gebruiken ............. |
92 |
Effect Patches en Banks ................................. |
92 |
Instellingen van invoegeffecten bewerken.93 |
|
Invoegeffecten instellingen opslaan |
|
(Write).............................................................. |
94 |
De bestemming waar invoegeffecten |
|
worden ingevoegd veranderen.................... |
94 |
Track 1–8, 1 2, 3 4, 5 6, 7 8 : ........................................ |
95 |
Invoegeffect parameter functies ......... |
96 |
Algoritme lijst ................................................. |
96 |
BANK : GUITAR ............................................................... |
96 |
1. COSM GTR AMP................................................... |
96 |
2. ACOUSTIC SIM ..................................................... |
96 |
3. BASS SIM ................................................................ |
97 |
4. COSM COMP GTR................................................ |
97 |
5. ACOUSTIC GTR .................................................... |
97 |
6. BASS MULTI .......................................................... |
97 |
7. COSM BASS AMP ................................................. |
98 |
8. COSM COMP BSS ................................................. |
98 |
BANK : MIC ...................................................................... |
98 |
9. VOCAL MULTI...................................................... |
98 |
10. VOICE TRANS..................................................... |
98 |
11. COSM COMP VCL .............................................. |
99 |
BANK : LINE ..................................................................... |
99 |
12. STEREO MULTI ................................................... |
99 |
13. LO-FI BOX ............................................................ |
99 |
BANK : SIMUL................................................................ |
100 |
14. VO+GT AMP ...................................................... |
100 |
15. VO+AC.SIM........................................................ |
100 |
16. VO+ACOUSTIC ................................................. |
100 |
Parameter lijst ............................................... |
101 |
Acoustic Guitar Simulator ...................................... |
101 |
Acoustic Processor................................................... |
101 |
Bass Simulator .......................................................... |
101 |
Chorus ....................................................................... |
102 |
Compressor............................................................... |
102 |
COSM Comp (compressor)/Limiter..................... |
102 |
De-esser ..................................................................... |
103 |
Defretter .................................................................... |
103 |
Delay .......................................................................... |
103 |
Doubling .................................................................... |
103 |
Enhancer .................................................................... |
104 |
Equalizer ................................................................... |
104 |
Flanger ....................................................................... |
104 |
Foot Volume ............................................................. |
104 |
Lo-Fi Box ................................................................... |
105 |
Noise Suppressor ..................................................... |
106 |
Octave ........................................................................ |
106 |
Phaser ........................................................................ |
106 |
Pitch Shifter ............................................................... |
106 |
Preamp ....................................................................... |
107 |
Ring Modulator........................................................ |
108 |
Slow Attack............................................................... |
108 |
Speaker Simulator..................................................... |
108 |
Tremolo/Pan ............................................................ |
109 |
Voice Transformer ................................................... |
109 |
Wah ............................................................................ |
110 |
Mastering ........................................ |
111 |
Mastering....................................................... |
111 |
De Mastering Tool Kit instellingen |
|
bewerken ....................................................... |
113 |
De Mastering Tool Kit instellingen |
|
opslaan (Write) ............................................. |
114 |
Mastering Tool Kit parameter |
|
functies............................................ |
115 |
Algoritme ...................................................... |
115 |
Parameter List............................................... |
115 |
Equalizer ................................................................... |
115 |
Bass Cut Filter........................................................... |
116 |
Enhancer .................................................................... |
116 |
Input ........................................................................... |
116 |
Expander ................................................................... |
116 |
Compressor ............................................................... |
117 |
Mixer .......................................................................... |
117 |
Limiter ....................................................................... |
117 |
Output ....................................................................... |
117 |
De Loop effecten gebruiken ............. |
118 |
Het Loop effect selecteren........................... |
118 |
Instellen hoe het loop effect wordt |
|
toegepast........................................................ |
119 |
8
Loop effect parameter functies ......... |
120 |
Parameter lijst ............................................... |
120 |
CHORUS/DELAY/DBLN (Doubling) ................. |
120 |
REVERB..................................................................... |
120 |
De Track EQ gebruiken .................... |
121 |
De Track EQ instellen.................................. |
121 |
Track EQ parameter functies ............ |
122 |
Parameter lijst ............................................... |
122 |
De Pitch (toonhoogte) van de zang |
|
vastleggen (Pitch Correction)............ |
123 |
Pitch correctie ............................................... |
123 |
Opbouw van de Pitch correctie.................. |
123 |
Pitch correctie Patches................................. |
123 |
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van |
|
Pitch correctie ............................................... |
123 |
De Pitch correctie gebruiken ...................... |
124 |
De correctiemethode voor vocale Pitch |
|
instellen (Pitch correctie Edit) .................... |
126 |
De Pitch correctie instellingen opslaan |
|
(Write)............................................................ |
127 |
Gedetailleerde instellingen maken voor |
|
Pitch correctie (Correction Event Map) .... |
128 |
Sectie 4 |
|
Het ritme gebruiken .......... |
131 |
Over ritmes ..................................... |
132 |
Over de drum pads...................................... |
132 |
Over de drumgeluiden (Drumkits) ........... |
132 |
Wat zijn patronen en arrangementen?...... |
133 |
Wat is een patroon? .................................................. |
133 |
Wat is een arrangement?.......................................... |
134 |
Over Patroon mode en Arrangement |
|
mode............................................................... |
134 |
De drumgeluiden spelen .................. |
135 |
Het drumgeluid veranderen |
|
(Drumkits) ....................................... |
136 |
Drumkits selecteren.............. |
136 |
Original drumkits creëren |
|
(Tone Load) .......................... |
138 |
Drumgeluiden laden vanuit de |
|
audio Tracks.................................................. |
138 |
Drumgeluiden van andere drumkits |
|
kopiëren......................................................... |
140 |
Drumgeluiden wissen ................................. |
141 |
De positie (pan) van de drumgeluiden |
|
veranderen .................................................... |
141 |
Ritme patronen spelen ..................... |
142 |
Het tempo van een patroon veranderen...142 |
|
De TAP knop gebruiken om het tempo van |
|
een patroon te veranderen .......................... |
142 |
Ritme arrangementen spelen ........... |
143 |
Het tempo van een arrangement veranderen 143
De TAP knop gebruiken om het tempo van |
|
een arrangement te veranderen |
.................143 |
Originele patronen creëren .............. |
144 |
Patronen creëren door op de drum pads te tikken |
|
(Realtime Recording)................................................ |
144 |
Drumgeluiden één voor één invoeren, terwijl u de |
|
input visueel bevestigt |
|
(Step Recording)........................................................ |
144 |
SMF’s importeren...................................................... |
144 |
10.Rev0
9
Patronen creëren door op de |
|
drum pads te tikken |
|
(Realtime Recording) ............ |
145 |
Opnames repeteren...................................... |
146 |
Ongewenste drumgeluiden wissen........... |
147 |
Het metronomoom volume veranderen...147 |
|
Geluiden één voor één invoeren, |
|
terwijl u de input visueel bevestigt |
|
(Step Recording) ................... |
148 |
Patronen benoemen ........................ |
151 |
Patronen kopiëren........................... |
152 |
Patronen wissen .............................. |
153 |
Originele arrangementen creëren .... |
154 |
Stappen invoegen......................................... |
156 |
Stappen wissen............................................. |
156 |
Arrangementen een naam geven..... |
157 |
Arrangementen kopiëren................. |
158 |
Arrangementen wissen.................... |
159 |
10.Rev0
Sectie 5 USB gebruiken ..... |
161 |
Voordat u USB gebruikt (Overzicht) .162 |
|
Hoe USB gebruikt kan worden .................. |
162 |
Compatibele besturingssystemen.............. |
162 |
Samenstelling van data op |
|
geheugenkaarten .......................................... |
162 |
Een computer aansluiten............................. |
163 |
Opmerkingen over het gebruik van USB .163 |
|
Met Windows .................................. |
164 |
BR-600 data opslaan op computers |
|
(Backup)......................................................... |
164 |
Reservekopie data teruglezen naar |
|
de BR-600 vanuit de PC (Recover)............. |
165 |
BR-600 Track data opslaan in WAV/AIFF |
|
formaat (WAV/AIFF Export)..................... |
167 |
Problemen gerelateerd aan onvoldoende geheugen |
|
oplossen wanneer u WAV/AIFF exporteert ........ |
169 |
WAV/AIFF bestanden laden in BR-600 |
|
Tracks (WAV/AIFF Import)....................... |
170 |
SMF’s importeren en patronen creëren..... |
172 |
Drumgeluiden laden uit WAV/AIFF |
|
bestanden (Tone Load)................................ |
174 |
Data van de BR-900CD/BR-864/BR-352 |
|
gebruiken....................................................... |
176 |
Met Macintosh ................................. |
178 |
Data van de BR-600 opslaan op |
|
computers (Backup)..................................... |
178 |
Data van de reservekopie teruglezen |
|
naar de BR-600 vanaf de PC (Recover) ..... |
179 |
BR-600 Track data opslaan in WAV/AIFF |
|
formaat (WAV/AIFF Export)..................... |
180 |
Problemen, gerelateerd aan onvoldoende geheugen, |
|
oplossen wanneer u WAV/AIFF exporteert ........ |
181 |
WAV/AIFF bestanden laden in BR-600 |
|
Tracks |
|
(WAV/AIFF Import) ................................... |
182 |
SMF’s importeren en patronen creëren..... |
184 |
Drumgeluiden laden uit WAV/AIFF |
|
bestanden |
|
(Tone Load) ................................................... |
186 |
Data van de BR-900CD/ |
|
BR-864/BR-352 gebruiken .......................... |
188 |
10
Sectie 6 |
|
Andere handige functies .... |
189 |
Het contrast van het scherm |
|
aanpassen....................................... |
190 |
Een voetschakelaar of expressiepedaal |
|
gebruiken........................................ |
191 |
Wanneer u een expressiepedaal gebruikt.191 |
|
Wanneer u een voetschakelaar gebruikt ..191 |
|
Een instrument stemmen (Tuner) ...... |
192 |
Overschakelen naar de tuner ..................... |
192 |
Uitleg over de aanwijzingen, die verschijnen, t |
|
erwijl u aan het stemmen bent................................ |
192 |
Stemmen........................................................ |
192 |
De referentie-toonhoogte van de tuner |
|
instellen.......................................................... |
193 |
De output van een extern audio |
|
apparaat mixen met de output van uw |
|
BR-600 (Audio Sub Mix)................... |
194 |
Moeilijke frases spelen |
|
(Phrase trainer) ............................... |
195 |
De snelheid vertragen (Time Stretch) ....... |
195 |
Het centrumgeluid opheffen |
|
(Center Cancel)............................................. |
196 |
De instellingen van de BR-600 |
|
formatteren ..................................... |
197 |
Alle instellingen van de BR-600 |
|
formatteren.................................................... |
197 |
De systeeminstellingen formatteren.......... |
197 |
De effectinstellingen formatteren .............. |
198 |
De Ritme arrangementen, patronen en |
|
drumkits formatteren .................................. |
198 |
De geheugenkaart formatteren .................. |
199 |
Zuinig omspringen met |
|
batterijstroom (Power Save) ............ |
200 |
De Power Save functie deactiveren........................ |
200 |
Utility parameter lijst ....................... |
201 |
Over de systeem parameters ...................... |
201 |
Over de sync parameters ............................ |
202 |
Over de scrub parameters........................... |
202 |
Sectie 7 |
|
Bijlagen ............................ |
203 |
Effect Patch lijst................................ |
204 |
Mastering Tool Kit Patch lijst ............ |
207 |
Pitch correctie Patch lijst................... |
207 |
Arrangement/Patroon lijst ............... |
208 |
Preset arrangementen lijst........................... |
208 |
Preset patroon lijst........................................ |
209 |
Parameter lijst ................................. |
210 |
Problemen oplossen ........................ |
213 |
Problemen met het geluid........................... |
213 |
Problemen met de geheugenkaart............. |
214 |
Problemen met de USB................................ |
214 |
Foutberichten................................... |
215 |
Specificaties..................................... |
218 |
Index............................................... |
220 |
10.Rev0
11
10.Rev0
■ Eenvoudig te bedienen
De BR-600 digitale multiTrack recorder is ontworpen om u het intuïtieve gevoel van een gewone muziekrecorder te geven, waardoor het zelfs voor beginners eenvoudig te bedienen is.
Ongeacht uw ervaring geeft de BR-600 u vanaf dag één de sensatie van digitaal opnemen, van het opnemen van de Performance tot en met de uiteindelijke mix.
■Gemakkelijk mee te nemen door de slanke vorm
Met draagbaarheid als prioriteit in het ontwerp, is de BR-600 kleiner dan 183 x 257 mm en slechts 27 mm breed. De BR-600 werkt ook op zes AA-size batterijen (alkaline batterijen aanbevolen), zodat het mogelijk is de BR-600 in een gitaarhoes te stoppen, mee te nemen en overal opnames te maken.
■ Digitaal audio werkstation
Alle werkprocessen zijn volledig digitaal
Behalve een digitale mixer en digitale recorder, bevat de BR-600 vijf digitale effecten processoren.
Het is mogelijk om alle benodigde stappen voor opnemen uit te voeren, zoals bewerken, ‘Bouncing Tracks’, effecten gebruiken en afmixen en dit alles geheel binnen het digitale spectrum, zodat er geen verslechtering in de kwaliteit van het signaal optreedt.
De USB aansluiting gebruiken stelt u ook in staat om de song data, die u creëert op een computer op te slaan.
‘Ritme’ functie
De ‘Ritme functie’ stelt u in staat om frases of muzikale ideeën, die in u opkomen, vast te leggen. Selecteer eenvoudigweg een geschikt ritmepatroon en stel het tempo in. Behalve de interne, preset ritmepatronen, die al aanwezig zijn, kunt u ook uw eigen originele ritme patronen creëren. Door de Ritme functie te gebruiken tijdens het opnemen, wordt het bewerken per maat veel simpeler.
‘Sectie 4 Het ritme gebruiken’ (p.131)
Uitgerust met V-Tracks
De BR-600 heeft acht audio opname Tracks, die het gelijktij-
dig opnemen op twee Tracks of het gelijktijdig afspelen van
acht Tracks mogelijk maken.
Bovendien bevat elke Track acht virtuele Tracks genaamd
‘V-Tracks’ met een totale opnamecapaciteit van 8 x 8 = 64
Tracks! Deze veelzijdigheid stelt u in staat om bijvoorbeeld
verschillende takes van een gitaarsolo op te nemen, waaruit
u dan later kunt kiezen als u alles in elkaar zet. Tijdens het
afspelen van acht Tracks kunt ook de bounce mode gebrui-
ken om naar een V-Track te gaan en stereo Bouncing uit te
voeren, zonder dat u data hoeft te wissen.
Wat zijn V-Tracks?
Elke Track bestaat uit acht virtuele Tracks en u kunt één van deze Tracks kiezen om op te nemen of af te spelen. Dit betekent dat u tot een maximum van 64 Tracks op kunt nemen, en daarna acht van de 64 Tracks kunt selecteren om ze af te spelen. Deze virtuele Tracks, die de eigenlijke Tracks vormen, worden ‘V- Tracks’ genoemd.
V-Track1
V-Track2
V-Track3
V-Track4
V-Track5
V-Track6
V-Track7
V-Track8
Achterin deze handleiding (p.226) wordt een ‘Track
sheet’ weergegeven, waar u kopieën van kunt maken
en die u in kunt vullen, wanneer u muziek op V-Tracks
opneemt.
12
Introductie van de BR-600
Veelzijdige digitale effecten processoren
De BR-600 heeft vijf verschillende effecten processoren. Deze systemen, die opname effecten (‘Invoegeffecten’), send/return (Loop effecten), toonaanpassingen (Track EQ), vocale klank correctie (Pitch correction) en mastering effecten (Mastering Tool Kit) bevatten, kunnen naar wens onafhankelijk voor elke toepassing gebruikt worden. Hiermee kunt u een song productie van hoge kwaliteit maken in één enkel apparaat, zonder dat u externe effecten hoeft te gebruiken.
De BR-600 heeft vele ingebouwde simulaties en effecten, inclusief amp modeling met behulp van COSM, voor een grote variatie aan invoegeffecten. Er zijn veel effecten voor vocale Tracks, keyboardTracks en gitaarTracks ingesloten voor een uitgebreide reeks toepassingen.
De Loop effecten bevatten ruimtelijke effecten, zoals chorus en reverb, essentieel voor een goede stereo mix. De Track EQ is een ingebouwde, tweebands EQ, waarvan de toepassing het meest tot zijn recht komt bij het maken van toonaanpassingen tijdens het afmixen.
Pitch correction geeft u de mogelijkheid om de Pitch (toonhoogte) van de zang naar wens aan te passen, zodat u van betrouwbare uitvoeringen van hoge kwaliteit verzekerd bent.
De Mastering Tool Kit stelt u in staat om songs, die gemixt zijn, te comprimeren en voorziet in een variatie aan andere effecten.
’De Invoegeffecten gebruiken’ (p.92) ‘De Loop effecten gebruiken’ (p.118) ‘De Track EQ gebruiken’ (p.121)
‘De Pitch van zang vastleggen (Pitch correction)’ (p.123)
‘Mastering’ (p.111)
Wat is COSM (Composite Object Sound Modeling)?
Technologie, waarbij in wezen een bestaande structuur of materiaal gereconstrueerd wordt door andere middelen te gebruiken, wordt ook wel ‘modeling’ technologie genoemd. COSM is een gepatenteerde Roland technologie, waarbij nieuwe geluiden gecreëerd worden door verschillende geluidsmodellerende technieken toe te passen.
Bewerkingsfuncties
Met de BR-600 kunt u geluid kopiëren, verplaatsen en wissen en vele andere bewerkingen uitvoeren, die alleen mogelijk zijn met digitale recorders. Dit betekent dat bewerkingen als het kopiëren en herhalen van een multi-bar frase, een multi-bar frase verplaatsen naar een andere Track en de data van een Track in zijn geheel of gedeeltelijk wissen, met gemak uitgevoerd kunnen worden.
Non-destructive bewerken
Als digitale recorder biedt de BR-600 ‘non-destructive’ bewerken. Met non-destructive bewerken kunt u na enkele bewerken opnamehandelingen uitgevoerd te hebben, nog steeds terug naar de toestand van de data voor het bewerken (undo en redo functies).
‘Een handeling ongedaan maken (Undo/ Redo)’ (p.64)
Snelle verplaatsing naar een punt
U kunt op elk punt in een Track een markeerpunt aanwijzen (locator functie). Als u markeerpunten aanwijst op locaties als het einde of het begin van een solo, kunt u direct naar het punt gaan, waar u wilt beginnen met luisteren.
‘Tijd registreren (Locator)’ (p.72)
Uitgerust met chromatische tuner (A0 tot B6 geluidsbereik)
Uw BR-600 is ook uitgerust met een chromatische tuner, zodat u uw gitaar of bas kunt stemmen, terwijl deze op de BR-600 is aangesloten.
‘Een instrument stemmen (Tuner)’ (p.192)
■ Phrase trainer functie
Wanneer u een song afspeelt, die u van de CD-speler opgenomen heeft, kunt u het tempo vertragen, zonder de toonhoogte te veranderen. U kunt ook het geluid, dat u in het midden (bijvoorbeeld zang en gitaarsolo) van de song hoort, verwijderen.
‘Moeilijke frases spelen (Phrase Trainer)’ (p.195)
■ Bevat USB poort
Uw computer hierop aansluiten geeft u de mogelijkheid data tussen de BR-600 en uw computer uit te wisselen.
10.Rev0
13
10.Rev0
Introductie van de BR-600
■ Vereiste hoeveelheid input aansluitingen (jacks)
Uw BR-600 is voorzien van de input uitgangen, die hieronder worden weergegeven.
GUITAR/ BASS:
Deze hoge impedantie input uitgang stelt u in staat om direct uw gitaar of bas aan te sluiten (accepteert 1/ 4’ telefoonstekker).
MIC1:
Deze uitgang geeft u de mogelijkheid om een microfoon aan te sluiten. Dit is een TRS-type microfoon inputaansluiting. Sluit uw microfoon hierop aan, als u zang of stemmen opneemt.
MIC 2:
Deze uitgang geeft u de mogelijkheid om een microfoon aan te sluiten. Dit is een TRS-type microfoon input aansluiting. Als u met twee microfoons opneemt, waarvan één microfoon op de MIC 1 invoer aangesloten is, moet u de andere microfoon hier op aansluiten.
LINE IN:
Deze uitgangen accepteren stereo input van keyboards, CD spelers en andere apparaten op line niveau (Stereo miniature phone type).
■ Ingebouwde stereo microfoon
De BR-600 heeft een ingebouwde stereo microfoon, perfect voor situaties als wanneer u snel een geïmproviseerde opname wilt maken van iets, wat u met uw band aan het oefenen bent.
*Door een externe microfoon aan te sluiten schakelt u de ingebouwde microfoon uit (p.36).
*Deze microfoon is geen speaker. Als u naar geluiden van de BR-600 wilt luisteren, dient u een koptelefoon of LINE OUT op een geschikt audio apparaat aan te sluiten.
■Dubbele stroomtoevoer stelt u in staat om overal op te nemen
U kunt de BR-600 gebruiken op batterijvoeding (zes size AA
dry cells x 6, alkaline batterijen aanbevolen) of met de
adapter.
En dankzij de ingebouwde stereo microfoon kunt u overal,
en wanneer u wilt, opnames maken.
14
Introductie van de BR-600
De BR-600 gebruikt CompactFlash kaarten als opslagmedia voor opnemen en afspelen.
De BR-600 gebruikt 32 MB tot 1 GB CompactFlash kaarten met een stroomtoevoer van 3.3 V.
Voor meer over geheugenkaarten (CompactFlash), die de BR-600 ondersteunen, kunt u ‘Over geheugenkaarten’ (apart blad) bekijken.
CompactFlash kaarten die gekocht zijn in een computerwinkel, of kaarten die eerder gebruikt werden voor een digitale camera kunnen met de BR-600 niet gebruikt worden.
Deze CompactFlash kaarten dienen eerst geformatteerd te worden voor het gebruik met de BR-600.
Voor meer details over formatteren, zie p.199.
Om diefstal van de geheugenkaart (CompactFlash) te voorkomen, wordt de BR-600 met een kaartklepje geleverd.
Om het kaartklepje te verwijderen, dient u de volgende procedure te volgen.
1
Draai de BR-600 om.
2
Gebruik een Philips kruiskopschroevendraaier om de schroeven aan de onderkant te verwijderen.
3
Pak de boven en onderkant van het kaartklepje met uw vingers vast en schuif het klepje in de richting die in de illustratie wordt aangegeven.
4
Bevestig de eerder verwijderde schroeven op de plaatsen, zoals aangegeven in de illustratie, teneinde verlies te voorkomen.
5
Draai de BR-600 om, zodat deze zich in zijn normale
positie bevindt.
•CompactFlash Type II kaarten zijn niet compatibel.
•CompactFlash kaarten zijn verkrijgbaar in uw dichtstbijzijnde computerwinkel of digitale camerawinkel.
•Wanneer u het apparaat omdraait, dient u een stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of onder beide uiteinden te leggen om schade aan de knoppen en regelaars te voorkomen.
•Wanneer u het apparaat omdraait, dient u voorzichtig te zijn om te voorkomen, dat het apparaat valt.
•Indien u de schroeven verwijdert, dient u er zeker van te zijn dat u ze op een veilige plek buiten het bereik van kinderen legt, zodat er geen kans bestaat dat ze per ongeluk doorgeslikt worden.
•CompactFlash en zijn handelsmerken van SanDisk Corporation en gepatenteerd door CompactFlash association.
•BOSS Corporation is een geautoriseerde licentiehouder van de CompactFlash ™ en CF logo ( ) handelsmerken.
10.Rev0
15
Voorpaneel
fig.00-050
10.Rev0
1 |
7 |
3 |
|
2 |
|
|
|
|
|
|
4 |
8
6 |
5 |
|
1 |
Invoer sectie |
GUITAR/ BASS/ MIC2 draaiknop
Met deze draaiknop kunt u de input gevoeligheid voor de GUITAR/ BASS en MIC2 input instellen.
MIC1 draaiknop
Met deze draaiknop stelt u de gevoeligheid voor de MIC1 en de ingebouwde stereo microfoon in.
PEAK indicator
Deze indicator geeft aan, hoe krachtig het input niveau bij de verschillende input uitgangen (bijvoorbeeld GUITAR/ BASS, MIC2 en MIC1) is.
Deze indicator licht op op een niveau -6 dB lager dan waar de geluidsvervorming zich voordoet. Pas de input gevoeligheid aan met behulp van de GUITAR/ BASS/ MIC2 draaiknop, zodat de indicator slechts oplicht, wanneer u uw gitaar (of een ander instrument) op zijn hardst bespeelt.
‘De input gevoeligheid aanpassen’ (p.36)
REC LEVEL (Recording level) draaiknop
Gebruik deze draaiknop om het volume van de ingang voor opname in te stellen.
*Als u de REC LEVEL draaiknop gebruikt om het volume van de ingang tijdens het opnemen lager te zetten, zal het geluid in de audio Track op een laag niveau opgenomen worden, waardoor u ruis hoort, wanneer u het volume van de audio Track hoger zet bij het afspelen.
Als u het geluid van de ingang, die u aan het afluisteren bent, lager wilt zetten, dient u het volume lager te zetten met behulp van de MASTER fader. Om het volume van de muziek, die u afspeelt aan te passen, dient u de Track fader voor de respectievelijke Tracks te gebruiken.
‘Het opnameniveau instellen’ (p.37)
I
Probeer op het hoogst mogelijke volume, voordat het geluid begint te vervormen, op te nemen. Hierdoor verbetert de geluidskwaliteit en heeft u minder kans op ruis. Wanneer u het gebruikte volume lager wilt zetten, terwijl u het geluid controleert, dient u de MASTER fader te gebruiken om het volume lager te zetten.
16
Paneelbeschrijvingen
INPUT SELECT knoppen
Gebruik deze knoppen om de ingang (input uitgang), die u op wilt nemen, te selecteren. De geselecteerde knop zal oplichten. U kunt het input geluid dempen door op een knop te drukken, die opgelicht is.
‘De input selecteren’ (p.36)
[GUITAR]
Voor het selecteren van bas of gitaar dient u de GUITAR/ BASS uitgang of de MIC2 uitgang te gebruiken.
[MIC]
Dit wordt gebruikt om de MIC1 uitgang te selecteren, die voor externe microfoons of voor de ingebouwde stereo microfoon gebruikt wordt.
Door een microfoon op de MIC1 uitgang of MIC2 uitgang aan te sluiten, zet u de ingebouwde stereo microfoon uit.
[LINE]
Hiermee selecteert u de LINE IN uitgang, die gebruikt wordt voor CD spelers of andere draagbare audio spelers of andere line-level apparaten.
SIMUL
Door gelijktijdig op [GUITAR] en [MIC] te drukken, kunt u beiden tegelijkertijd opnemen.
*Als de INPUT SELECT instelling is veranderd, wijzigt de invoegeffect Bank (p.92) automatisch.
2
[REC MODE (Recording mode)]
Deze knop wordt gebruikt om de opnamestand te selecteren.
‘Opnemen’ (p.44, p.54)
‘Meerdere Tracks samenvoegen (Bounce)’ (p.49, p.65)
‘Mastering’ (p.111)
3
[EXIT]
Druk op deze knop om naar het voorgaande venster terug te keren of om de laatste input ongedaan te maken.
[ENTER]
Druk op deze knop om een ingevoerde selectie of waarde te bevestigen.
CURSOR knoppen
Druk op deze knoppen om de cursor binnen het venster te verplaatsen.
TIME/ VALUE draaiknop
U kunt deze draaiknop gebruiken om naar een andere locatie in een song te gaan (zoals voor uit en achter uit spoelen). Het wordt ook gebruikt om de waarden van de verschillende functie instellingen te veranderen.
4
[PAD]
Hiermee schakelt u de knoppen aan, die voor het spelen van drumgeluiden (de drum pads) gebruikt worden.
‘Sectie 4 Het ritme gebruiken’ (p.131)
[EFFECTS]
Gebruik deze knop om de invoegeffecten (p.92) aan/uit te zetten of om het venster voor het bewerken van verschillende instellingen op te roepen. Deze knop wordt gebruikt om instellingen voor de Mastering Tool Kit te maken.
[PITCH CORRECTION]
Gebruik deze knop om de Pitch Correction aan en uit te zetten. met behulp van deze functie kunt u de Pitch (toonhoogte) van de opgenomen zang instellen.
‘De Pitch van de zang vastleggen (Pitch Correction)’ (p.123)
[PAN/EQ/LOOP FX]
PAN
Hiermee roept u het venster op om de panning (positie) van de geluiden in te stellen. (p.49, p.56)
EQ
Hiermee roept u het venster op voor het bewerken van de Pitch (laag/hoog) voor elke Track (equalizer). (p.50).
LOOP FX
Hiermee roept u het venster op, waarmee u het send niveau van elke Track met betrekking tot de loop effecten (p.50, p.118) kunt instellen, alsmede de verschillende parameters etc. (p.120).
‘De Loop effecten gebruiken’ (p.118) ‘De Track EQ gebruiken’ (p.121)
10.Rev0
17
Paneelbeschrijvingen
10.Rev0
[TUNER]
Gebruik deze knop om de tuner aan of uit te zetten.
‘Een instrument stemmen (Tuner)’ (p.192)
[RHYTHM ON/ OFF]
Hiermee schakelt u de Ritme functie aan en uit.
[ARRANGE]
Hiermee zet u de Ritme functie op Arrange mode.
‘Ritme arrangementen spelen’ (p.143) ‘Originele arrangementen creëren’ (p.154)
[PATTERN]
Hiermee zet u de Ritme functie in de Patroon mode.
‘Ritmepatronen spelen’ (p.142) ‘Originele patronen creëren’ (p.144)
[RHYTHM EDIT]
Hiermee roept u het venster op, waarin u arrangementen en patronen kunt programmeren.
‘Patronen creëren door op de drum pads te tikken (Realtime Recording)’ (p.145)
‘Geluiden één voor één invoeren, terwijl u de input visueel bevestigt (Step recording)’ (p.148)
[PHRASE TRAINER]
Gebruik deze knop om instellingen voor de phrase trainer functie te maken.
Wanneer u de phrase trainer gebruikt, kunt u de center cancel functie (voor het verwijderen van zang in het midden) of de time stretch functie (voor vertraagd afspelen) aanof uit zetten.
‘De snelheid vertragen (Time Stretch)’ (p.195) ‘Het centrumgeluid opheffen (Center Cancel)’ (p. 196)
[V-Track]
Gebruik deze knop om het venster op te roepen waarmee u een V-Track kunt selecteren.
‘Wat zijn V-Tracks?’ (p.12) ‘V-Tracks veranderen’ (p.56)
[UTILITY]
Met deze knop kunt u verschillende functies van uw BR-600, zoals een Track bewerken, song management en geheugenkaart handelingen, oproepen.
[UNDO/ REDO]
Om de laatst uitgevoerde opname of bewerking ongedaan te maken en terug te keren naar de gegevens van daarvoor. Door nogmaals op deze knop te drukken, kunt u de geannuleerde opname of bewerking weer herstellen.
’Een handeling ongedaan maken (Undo/ redo)’ (p.64)
18
Paneelbeschrijvingen
5 REC/PLAY sectie
AUTO PUNCH
Deze knop wordt gebruikt om de instellingen voor de automatische punch in/uit functie te maken.
[ON/OFF]
Hiermee zet u de Auto Punch-in/out functie aan en uit. Wanneer dit aanstaat, zal deze knop oplichten.
Het gebied voor Auto Punching in/out specificeren (p. 61)
[IN]
Voor het instellen van de Auto Punch-in locatie. Druk op deze knop om de punch-in locatie in te stellen. Wanneer ingesteld, zal de knop oplichten. Nadat de punch-in locatie is ingesteld, kunt u deze knop indrukken om automatisch naar de punch-in locatie te gaan.
*Druk op deze knop, terwijl u [ON/OFF] ingedrukt houdt om de punch-in locatie te wissen.
‘Een geregistreerde Auto Punch in/out locatie wissen’(p.62)
[OUT]
Voor het instellen van de Auto Punch-out locatie. Druk op deze knop om de punch-out locatie op de huidige locatie in de Track in te stellen. Wanneer ingesteld, zal de knop oplichten. Nadat de punch-out locatie is ingesteld, kunt u deze knop indrukken om automatisch naar de punch-out locatie te gaan.
*Druk op deze knop, terwijl u [ON/OFF] ingedrukt houdt om de ingestelde punch-out locatie te wissen.
‘Een geregistreerde Auto Punch in/out locatie wissen’ (p.62)
[LOCATOR]
Gebruik deze knop om elke gewenste locatie op te slaan. Als u dan op deze knop drukt, gaat u automatisch naar die locatie. Wanneer een locatie is ingesteld, zal de knop oplichten en zult u elke keer, als u deze knop indrukt, naar die locatie gaan.
*Druk op deze knop, terwijl u AUTO PUNCH [ON/OFF] ingedrukt houdt om de ingestelde locatie te wissen.
‘Tijd registreren (Locator)’ (p.72)
[ZERO]
Verplaatst u naar de tijdlocatie 00:00:00-00.0.
‘De huidige positie verplaatsen’ (p.33)
[REW]
De song wordt teruggespoeld, wanneer u de knop ingedrukt houdt.
‘De huidige positie verplaatsen’ (p.33)
[FF]
De song wordt vooruit gespoeld, wanneer u de knop ingedrukt houdt.
‘De huidige positie verplaatsen’ (p.33)
[REPEAT]
U kunt de regio, die u wilt horen, specificeren en deze herhaaldelijk beluisteren.
Dit is handig, wanneer u opnames maakt, die herhaalde punch-ins en punch-outs (p.60) bevatten en voor het oefenen met en kopiëren van frases.
‘Afspelen herhalen (Repeat)’ (p.58)
[STOP]
Stopt opnemen of afspelen van de song.
‘Opnamehandelingen’ (p.57)
[PLAY]
Speelt songs af. Wanneer [REC] is ingedrukt en knippert, dient u op [PLAY] te drukken om de opname te starten. Tijdens het opnemen of afspelen is de indicator groen opgelicht.
‘Naar een demo song luisteren’ (p.32) ‘Opnamehandelingen’ (p.57)
[REC (Recording)]
Dit is de Recording knop. Behalve de opnamehandeling, wordt de knop ook gebruikt voor handmatige punch-in/ uit. Als de knop op recording stand-by staat, zal een lichtje rood knipperen, tijdens het opnemen is de knop rood opgelicht.
Opnamehandelingen’ (p.57) ‘Handmatige punch-in/out’ (p.60)
10.Rev0
19
Paneelbeschrijvingen
6 Track/Fader sectie
Track MIXER fader 1-4, 5/6-7/8
Voor het regelen van het volume van elke Track tijdens het afspelen.
RHYTHM fader
Past het volume van het ritme aan.
‘Arrangementen spelen’ (p.41) ‘Patronen spelen’ (p.41)
MASTER fader
Regelt het volume van de BR-600.
‘Naar een demo song luisteren’ (p.32)
REC Track (Recording Track) knoppen 1-4, 5/6-7/8
Gebruik deze knoppen om te selecteren naar welke Track u op wilt nemen. De knop van de geselecteerde Track zal eerst in het rood knipperen en vervolgens zal er een rood lichtje gaan branden, wanneer de opname begint. Als u klaar bent met opnemen zal de knop van de geselecteerde Track afwisselend in oranje en groen knipperen.
De relatie tussen de indicator en de toestand van de Track wordt hieronder weergegeven.
Uit:
Deze Track bevat geen opgenomen data.
Groen:
Een audio Track, die opgenomen data bevat.
Rood knipperend:
De Track is geselecteerd als het opnamestation en staat op recording stand-by.
Rood:
Op dit moment wordt er op deze Track opgenomen.
Afwisselend in oranje en groen oplichten:
Deze Track bevat opgenomen data en is geselecteerd voor opname.
[TAP (TEMPO)]
Door op deze knop te tikken, kunt u het tempo voor het ritme instellen.
’Tikken om het tempo van de arrangementen of patronen te veranderen’ (p.43)
[DELETE/MUTE]
U kunt het geluid van een Track dempen door deze knop ingedrukt te houden en op de REC Track knop van die Track te drukken. Door deze handeling nogmaals te verrichten, kunt u het dempen weer ongedaan maken.
Terwijl het geluid gedempt is, knippert de REC Track knop in oranje of groen.
*Als een recording Track was gedempt, zal het dempen stoppen, wanneer u ophoudt met opnemen.
‘Het geluid van specifieke Tracks dempen (Track mute)’ (p.47)
Tijdens het creëren van Ritme patronen kunt u ritmegeluiden, die u ingevoerd heeft, wissen door deze knop ingedrukt te houden en op de drum pads te drukken.
‘Ongewenste drumgeluiden wissen’ (p.147)
‘Opnemen’ (p.54)
10.Rev0
20
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Paneelbeschrijvingen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7 Scherm |
8 GEHEUGENKAART gleuf |
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hier wordt informatie over onderwerpen weergegeven, waarvoor instellingen beschikbaar zijn, zoals volumeniveau en menu vensters, parameter instellingen vensters en andere vensters.
Als het scherm moeilijk te lezen is, dient u ‘Het contrast van het scherm aanpassen’ (p.190) te bekijken.
1. MEASURE
Geeft de huidige positie binnen de song aan. Van links naar rechts staan maat, beat en klok aangegeven.
2. TEMPO
Het ritmetempo wordt hier aangegeven.
3.TIME
Geeft de tijd van de huidige positie van de song aan (uren- minuten-seconden).
4.FRAME
Geeft het framenummer aan, die de huidige positie van de song aangeeft.
Dit is ingesteld op op 30 frames per seconde (non-drop). Dit type wordt MTC (MIDI Time Codes) genoemd.
Deze handleiding bevat illustraties, die aangeven wat normaliter in het scherm zal verschijnen. Let er echter op, dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem (bijvoorbeeld met nieuwere geluiden) kan bevatten, dus wat u uiteindelijk in het scherm zal zien, kan verschillen met wat er in deze handleiding wordt aangegeven.
Eject knop
In deze gleuf worden geheugenkaarten (CompactFlash) geplaatst, wanneer u data wilt opslaan. U kunt niet opnemen, tenzij hier een geheugenkaart is geplaatst.
Eject knop
Druk op deze knop om de geheugenkaart er uit te halen.
‘De geheugenkaart plaatsen’ (p.30)
10.Rev0
21
Paneelbeschrijvingen
10.Rev0
10
9 |
8 |
7 |
6 |
5 |
4 |
3 |
2 |
1 |
|
|
|
|
1. MIC2 uitgang (TRS 1/4’ telefoon type)
Deze uitgang geeft u de mogelijkheid om een microfoon aan te sluiten (p.34).
*Als de aansluiting naar de GUITAR/BASS en de MIC2 uitgangen is gemaakt, heeft de MIC2 uitgang prioriteit.
*Een microfoon aansluiten op MIC2 heeft tot gevolg, dat de ingebouwde stereo microfoon wordt uitgeschakeld.
2.MIC1 uitgang (TRS 1/4’ telefoon type)
Deze uitgangen geven u de mogelijkheid een microfoon aan te sluiten (p.34).
Dit is een input uitgang voor het aansluiten van een apart verkrijgbare voetschakelaar (BOSS PS-5U, Roland DP-2) of expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500L/FV-500H).
•Met de voetschakelaar kunt u afspelen starten/ stoppen, in/uit punchen, etc.
•Wanneer een expressiepedaal gebruikt wordt, kunt u de diepte van de invoegeffecten met uw voet bepalen.
‘Een voetschakelaar of expressiepedaal gebruiken’ (p.191)
*Een microfoon aansluiten op MIC1 heeft tot gevolg, dat de ingebouwde stereo microfoon wordt uitgeschakeld.
De pin opdracht voor de MIC1 en de MIC2 uitgang wordt hieronder weergegeven.
3. LINE IN uitgang (Stereo mini type)
7. POWER schakelaar
Dit is de aan/uit schakelaar. Hiermee zet u de BR-600 aan/ uit (p.31).
8. DC IN (AC adapter) uitgang
Sluit de bijgeleverde adapter (PSA series) op deze uitgang aan. U kunt alleen de PSA series adapter gebruiken (p.28). U kunt een PSA adapter aanschaffen in winkels waar muziekinstrumenten verkocht worden.
Deze input uitgang accepteert analoge audio signalen (p.34).
Sluit aan op de output van CD spelers, andere draagbare audiospelers of andere geluidsapparatuur.
4. LINE OUT uitgang (RCA Pin type)
Deze uitgangen voeren analoge audio signalen uit. U kunt externe geluidsapparatuur (bijvoorbeeld een stereo versterker) of een CD brander of ander apparaat aansluiten op deze uitgang voor het analoog opnemen van de output van de BR-600 (p.90).
5. USB aansluiting
9. Snoerhaak
Wikkel de kabel om deze haak, zodat de adapter kabel er niet per ongeluk uit getrokken kan worden (p.29).
•U mag alleen de PSA series adapter gebruiken. Een andere adapter gebruiken kan oververhitting of een slechte functie tot gevolg hebben.
•Als de adapter tijdens werkzaamheden wordt losgekoppeld, kunt u belangrijke gegevens verliezen.
Hiermee sluit u uw computer aan op de BR-600 met behulp |
|
|
van een USB kabel (p.162). |
10. Veiligheidsslot ( |
) |
|
||
6. FOOT SW/EXP PEDAL uitgang |
http://www.kensington.com/ |
22
Paneelbeschrijvingen
2 |
1 |
3
1. GUITAR/BASS uitgang
Hoge impedantie input uitgang om uw gitaar of bas direct
aan te sluiten (p.34).
2. MIC1 L/R (ingebouwde stereo microfoon L/R)
Deze microfoon kan gebruikt worden om met de BR-600 op te nemen.
‘De input selecteren’ (p.36)
‘De ingebouwde stereo microfoon aanzetten’ (p.36)
*Deze microfoon is geen speaker. Als u naar de geluiden van de BR-600 wilt luisteren, dient u een koptelefoon te gebruiken of LINE OUT op geschikte geluidsapparatuur aan te sluiten.
3.Koptelefoon uitgang
Hierop kan een koptelefoon (apart verkrijgbaar) aangesloten worden. Wanneer de koptelefoon is aangesloten, zal dezelfde output als via de LINE OUT via de koptelefoon te horen zijn.
Het volume van de koptelefoon wordt met behulp van de MASTER fader aangepast.
10.Rev0
23
Paneelbeschrijvingen
1
Vergewis u ervan, dat de stroomtoevoer naar de BR-600 uit staat.
2
Draai de BR-600 om.
3
Schuif het batterijklepje in de richting, die de pijl aangeeft en verwijder deze.
4
Plaats zes AA dry-cell batterijen in het batterijenvakje, en let er op dat u de polariteit (+/-) niet omdraait.
•Wanneer u het apparaat omdraait, dient u een stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of onder beide uiteinden te leggen om schade aan de knoppen en regelaars te voorkomen.
•Wees voorzichtig, als u het apparaat omdraait, om te voorkomen dat het apparaat valt.
•BOSS raadt u aan om ‘longer-life’ alkaline batterijen te gebruiken.
•Gebruik nieuwe en gebruikte batterijen niet door elkaar, en gebruik geen verschillende soorten batterijen.
•Gebruik geen oplaadbare batterijen.
•Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt er ‘Battery Low!’ in het scherm. Wanneer dit bericht verschijnt, dient u deze batterijen zo snel mogelijk door nieuwe batterijen te vervangen.
•Hoe lang het duurt, voordat een batterij leeg is, hangt af van de omstandigheden waarin zij gebruikt wordt, en het type batterij dat gebruikt wordt. Het CompactFlash type en capaciteit heeft hier ook invloed op.
5
Plaats het batterijklepje terug.
10.Rev0
24
Paneelbeschrijvingen
Het Play venster is het meest elementaire venster van de
BR-600 en is ook het eerste venster, dat verschijnt, als de
BR-600 aan wordt gezet (zie hieronder).
Play venster
Tenzij anders aangegeven, is het venster met betrekking tot de werkwijzen in deze handleiding het Play venster.
10.Rev0
25
MEMO
10.Rev0
26
Snelle
start
Quick Start
27
Maak aansluitingen, zoals in de illustratie hieronder wordt weegegeven. Wanneer u aansluitingen maakt, dient u er zeker
van te zijn dat alle apparatuur uit staat.
fig.00-110
10.Rev0
Voorpaneel
Stereo koptelefoon |
Elektrische gitaar |
|
of |
|
basgitaar |
Achterpaneel
Adapter (PSA serie)
CD speler etc.
Voetschakelaar |
Computer |
(FS-5U etc.) |
Audio Set etc. |
|
|
Expressiepedaal |
Microfoon |
|
|
(Roland EV-5 etc.) |
|
28
Randapparatuur aansluiten
•Om slecht functioneren en/of schade aan speakers of andere apparaten te voorkomen, dient u, voordat u aansluitingen maakt, altijd het volume lager te zetten en de stroomtoevoer naar alle apparaten uit te zetten.
•Het is mogelijk dat er, afhankelijk van de locatie van de microfoons ten opzichte van de speakers, een echo geproduceerd wordt.
•Dit kan opgelost worden door:
1.De locatie van de microfoon te veranderen.
2.De microfoon op grotere afstand van de speakers plaatsen.
3.Het volume lager te zetten.
•De MIC1 en MIC2 uitgang zijn TRS telefoon type uitgangen, die bij een gebalanceerde input compatibel zijn. De pin opdracht voor de MIC1 en MIC2 uitgang is, zoals hieronder wordt weergegeven. Voordat u aansluitingen maakt, dient u er zeker van te zijn dat deze pin opdracht compatibel is
met die van al uw andere apparaten.
fig.00-120
•Wanneer u de PS-5U voetschakelaar gebruikt (apart verkrijgbaar), dient u de polariteitschakelaar in te stellen, zoals hieronder is aangegeven. Als de polariteitschakelaar niet correct is ingesteld, is het mogelijk dat de voetschakelaar niet
goed werkt.
fig.00-130
Polariteitschakelaar
•U kunt ook een FS-6 (apart verkrijgbaar) als voetschakelaar gebruiken. Als u een FS-6 gebruikt, dient u deze aan te sluiten op één van de FS-6 uitgangen, de A of de B uitgang. Bovendien moet u de polariteitschakelaar op ‘FS-5U’ zetten. De A & B uitgangen kunnen niet gebruikt worden.
•Als u een expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500L/FV-500H) gebruikt, dient u het MIN volumeniveau op ‘0’ te zetten.
Aan de onderkant van de BR-600 bevindt zich een inkeping (snoerhaak), waarmee u het adaptersnoer kunt vastmaken.
Om plotselinge, ongewenste verbreking van de stroom naar het apparaat (als de stekker er per ongeluk uit getrokken wordt) en onnodige druk op de adapter uitgang te voorkomen, dient u het snoer met behulp van de snoerhaak te bevestigen.
Snoerhaak
De dikte en vorm van de snoerhaak kunnen, afhankelijk van de gebruikte adapter, variëren. Bevestig het snoer zoals aangegeven wordt in figuur A of B.
A)
B)
•Gebruik geen excessieve kracht om het snoer in de inkeping te stoppen. Als u dit wel doet, kan het snoer kapot gaan.
•De BR-600 omdraaien op een bureaublad of tafel kan mogelijk krassen op de BR-600 of op het bureauof tafeloppervlak veroorzaken. Zorg ervoor, dat u dit doet op een zachte ondergrond of met een doek of ander zacht materiaal op het bureau of de tafel.
start Snelle
10.Rev0
29
Randapparatuur aansluiten
Als de microfoon een XLR aansluiting heeft, kunt u de
microfoon met behulp van de bijgeleverde verloopstekker
aansluiten. De volgende illustratie geeft aan hoe u de
microfoon met behulp van dit snoer aan kunt sluiten.
Verloopstekker
Microfoon
•Als uw microfoon een XLR aansluiting heeft, kunt u de microfoon met behulp van de bijgeleverde verloopstekker aansluiten. De volgende illustratie geeft aan hoe u de microfoon met behulp van dit
snoer aan kunt sluiten.
fig.00-120
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
• De pin opdracht voor de XLR aansluiting wordt |
||||||||
|
|
|
|||||||||
|
Rev0 |
|
hieronder weergegeven. Voordat u aansluitingen |
||||||||
|
|
maakt, dient u er zeker van te zijn dat deze pin |
|||||||||
|
|
opdracht compatibel is met die van uw andere |
|||||||||
|
|
apparaten. |
|||||||||
|
10. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Plaats de geheugenkaart (CompactFlash) met het opschrift
naar boven.
•Schuif de geheugenkaart voorzichtig helemaal naar binnen, totdat deze stevig op zijn plek zit. Forceer niets als u de geheugenkaart insteekt.
•Maak de uiteinden van de geheugenkaart niet vuil en raak ze niet aan.
•Voordat u de geheugenkaart insteekt, dient u er zeker van te zijn, dat de stroomtoevoer naar de BR-600 uit staat. Als een geheugenkaart geplaatst wordt, terwijl de BR-600 aanstaat, is het mogelijk dat de data op de geheugenkaart verloren gaat of dat deze onbruikbaar wordt.
30