Gefeliciteerd met uw keuze voor de BOSS BR-600 Digitale
Recorder.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan de
volgende secties zorgvuldig door te lezen:
• ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’
(pagina 2-3)
• ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (pagina 4-5)
In deze secties vindt u belangrijke informatie over het juiste
gebruik van het apparaat.
Daarnaast dient deze gebruikershandleiding in zijn geheel gelezen
te worden, zodat u een goed beeld krijgt van alle mogelijkheden, die
dit nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding om
er later aan te kunnen refereren.
■ Afspraken over tekens in deze handleiding
• Letters of nummers die tussen haakjes [ ] staan geven knoppen
aan.
[PLAY]PLAY knop
[REC]REC knop
• Verwijzingen als (p.**) geven pagina’s in deze handleiding aan,
waaraan u kunt refereren.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder schriftelijke
toestemming van BOSS CORPORATION op enigerlei wijze gereproduceerd worden.
Page 2
USING THE UNIT SAFELY
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
VOORZICHTIG opmerkingen
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWINGWAARSCHUWING
001
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u
onderstaande instructies en de gebruikershandleiding.
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne
modificaties uit. Dit geldt tevens voor de adapter
(behalve wanneer deze handleiding u specifieke
instructies geeft om dat wel te doen). Ga voor alle
onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland
Service Centrum, of een erkende Roland distributeur, die u
op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
• Zorg ervoor, dat de locatie die u kiest om het
apparaat op te zetten, waterpas staat, zodat het
apparaat goed ondersteund wordt. Plaats het
apparaat nooit op standaards die kunnen wiebelen of op
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
009
• Gebruik alleen de gespecificeerde adapter (PSA
series). Wees er ook zeker van dat het snoervoltage
bij de installatie hetzelfde is als het invoervoltage
zoals gespecificeerd op de adapter. Andere adapters
gebruiken misschien een andere polariteit of zijn gemaakt
voor een andere voltage. Het gebruik hiervan kan dus
resulteren in schade, een slechte functie of elektrische
schok.
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats
er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het
snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen
en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde
snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie
met een versterker en koptelefoon of luidsprekers,
kan geluidsniveaus produceren, die in staat zijn
permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange
tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorverlies of
een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct
uitzetten en een oorarts consulteren.
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen
(water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud
naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland
Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te
vinden op de ‘Informatie’ pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere
wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of
• In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat
is de regels, die essentieel zijn voor een veilige
bediening van het apparaat, op te volgen.
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact, waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het
bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren –
de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten
apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie
(watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door
overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit
raken, en uiteindelijk smelten.
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat
gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper,
het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een
erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de
‘Informatie’ pagina.
• Houd het adapter snoer altijd bij de stekker zelf
vast, wanneer de stekker in het stopcontact of in het
apparaat wordt gestoken of er uit wordt gehaald.
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren
en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle
snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen
geplaatst moeten worden.
• Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en
maak deze met een droge doek schoon om stof en
andere opeenhopingen te verwijderen. Verwijder
de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat
langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen
de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie
leiden en brand veroorzaken.
• Indien incorrect gebruikt, kunnen batterijen exploderen of lekken en schade of letsel veroorzaken.
Voor veilig gebruik dient u de volgende voorzorgsmaatregelen (p.24) te nemen.
• Volg de installatie instructies voor batterijen
zorgvuldig en zorg ervoor dat u de juiste
polariteit gebruikt.
• Vermijd het gebruik van nieuwe batterijen in
combinatie met oude batterijen. Bovendien mag u geen
verschillende soorten batterijen samen gebruiken.
• Verwijder de batterijen wanneer het apparaat voor
langere tijd niet zal worden gebruikt.
• Als een batterij gelekt heeft dient u een zacht stukje stof
of een papieren doekje te gebruiken om alle restanten
van de lekkage uit het batterijenvakje weg te vegen.
Installeer daarna nieuwe batterijen. Om irritatie aan de
huid te voorkomen, dient u er zeker van te zijn dat er
geen sporen van de batterijlekkage op uw huid of
handen terecht komen. Wees voorzichtig dat er geen
sporen van de batterijlekkage in of vlakbij uw ogen
terecht komt! Spoel onmiddellijk af met stromend water
als sporen van de lekkage in uw ogen terecht zijn
gekomen.
• Bewaar batterijen nooit samen met metalen objecten
• Leg alle schroeven, die u verwijdert op een veilige
plek buiten het bereik van kinderen, zodat er geen
kans bestaat, dat ze per ongeluk worden doorgeslikt.
Naast de onderdelen die onder ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ op pagina’s 2-3 worden
genoemd, raden wij u aan het volgende te lezen en in acht nemen:
Stroomvoorziening; gebruik
van batterijen
• Sluit dit apparaat niet aan op hetzelfde stopcontact als deze
gebruikt wordt door een andere elektrische toepassing, die
bestuurd wordt door een omvormer(zoals een koelkast,
wasmachine, magnetronoven of airconditioner), of die een
motor heeft. Afhankelijk van de manier, waarop de
elektrische toepassing gebruikt wordt, kan het geluid dat
geproduceerd wordt bij het aanvoeren van stroomervoor
zorgen, dat dit apparaat slecht functioneert of bijgeluiden
produceert. Als het niet praktisch is om een apart
stopcontact te gebruiken, plaats dan een voedingsgeluidsfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• De adapter zal hitte gaan genereren na een lange tijd
aaneengesloten gebruik. Dit is normaal en is geen reden om
u zorgen te maken.
• Het gebruik van een adapter wordt sterk aanbevolen, omdat
de stroomconsumptie van het apparaat relatief hoog is.
Geeft u er de voorkeur aan om batterijen te gebruiken,
gebruikt u dan alkaline batterijen.
• Wanneer u batterijen installeert of vervangt, dient u altijd de
stroom van het apparaat en alle andere apparaten, die u
wellicht heeft aangesloten, uit te zetten. Op deze manier
kunt u storingen en/ of schade aan speakers of andere
apparaten helpen voorkomen.
• Er worden batterijen bij dit apparaat geleverd. De
levensduur van deze batterijen kan echter beperkt zijn,
aangezien ze met name bedoeld zijn om mee te testen.
• Voordat u dit apparaat aansluit op andere apparaten, dient
u de stroom van alle apparaten uit te zetten. Dit zal
storingen en/of schade aan speakers of andere apparaten
helpen voorkomen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de nabijheid van versterkers
(of andere apparatuur, die grote stroomtransformatoren
bevat) kan tot een brom leiden. Om dit probleem op te
heffen, verandert u de richting van dit apparaat of zet u het
verder van de storingsbron af.
• Dit apparaat kan de ontvangst van radio of televisie
verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit
soort ontvangers.
• Ruis kan geproduceerd worden, wanneer draadloze
communicatie apparaten, zoals mobiele telefoons, in de
buurt van dit apparaat worden gebruikt. Een dergelijke
storing kan optreden tijdens bellen of gebeld worden of
tijdens het converseren. Als u dit soort problemen onder-
Rev0.10
vindt, moet u de draadloze apparaten op meer afstand van
dit apparaat plaatsen of deze uitzetten.
• Stel dit apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het
niet bij apparaten die warmte verspreiden, laat het niet in
een afgesloten voertuig achter, en stel het niet aan extreme
temperaturen bloot. Door overmatige hitte kan het apparaat
misvormen of verkleuren.
• Wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt
verplaatst, waar de temperatuur en/of vochtigheid verschilt
van de vorige locatie, kunnen binnen het apparaat waterdruppels (condensatie) gevormd worden. Als u het
apparaat in deze staat gebruikt, kunnen schade of storingen
ontstaan. Voordat u het apparaat op de nieuwe locatie gaat
gebruiken, laat u het enige uren acclimatiseren, totdat de
condensatie volledig is verdampt.
Onderhoud
• Voor het dagelijks schoonmaken van het apparaat gebruikt
u een droge, zachte doek of één die enigszins vochtig is.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u een
doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel.
Daarna veegt u het apparaat met een zachte, droge doek
goed af.
• Gebruik nooit wasbenzine, verdunners, alcohol of
oplosmiddelen om de mogelijkheid van verkleuring en/of
misvorming te voorkomen.
Reparatie en data
•
Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen
verloren kan gaan, als u het apparaat laat repareren. Van
belangrijke gegevens moet u altijd een reservekopie maken,
in een ander MIDI apparaat (bijvoorbeeld een sequencer),
computer of op papier opgeschreven (indien mogelijk).
Tijdens reparaties wordt getracht het verlies van data te
vermijden. Echter, in bepaalde gevallen (wanneer het
schakelsysteem van het geheugen zelf niet meer werkt) kan
data helaas niet meer hersteld worden. Roland is niet
verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
• Wees er op bedacht, dat de inhoud van het geheugen door
storingen of onjuist gebruik van het apparaat onherstelbaar
verloren kan gaan. Om uzelf tegen het risico van verlies van
belangrijke gegevens te beschermen, raden wij u aan om van
tijd tot tijd een back-up van belangrijke gegevens te maken,
die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen.
• De inhoud van data die in een ander MIDI apparaat
(bijvoorbeeld een sequencer) of computer is opgeslagen, kan
helaas niet meer hersteld worden, wanneer deze verloren is
gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor
dit soort dataverlies.
4
Page 5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Rev0.10
• Behandel de knoppen, schuifregelaars of andere regelaars
van dit apparaat met gepaste voorzichtigheid. Dit geldt ook
voor het gebruik van de stekkers en aansluitingen. Ruwe
behandeling kan tot storingen leiden.
• Sla nooit op het beeldscherm, en voer er geen grote druk op
uit.
• Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels,
houdt u deze bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de
kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan
de interne elementen van de kabel.
• Om te vermijden, dat u uw buren stoort, probeert u het
volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden.
U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken,
zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste
omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bijzonder.)
• Wanneer u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het in de
originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal).
Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten
gebruiken.
• Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (EV-5,
FV-500L, FV-500H; apart verkrijgbaar). Als u andere
expressiepedalen aansluit, riskeert u storingen en/of schade
aan het apparaat.
• Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken. Als
u een kabel van een ander merk gebruikt, neem dan notitie
van onderstaande voorzorgsmaatregelen.
• Sommige aansluitingskabels bevatten weerstanden.
Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen
kabels die weerstanden hebben. Bij gebruik van dit
soort kabels, kan het geluidsniveau extreem laag of
zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
• CompactFlash kaarten zijn opgebouwd met behulp van
precisie onderdelen. Behandel de kaarten voorzichtig,
waarbij u extra moet letten op de volgende zaken.
• Wees er zeker van dat uw lichaam zelf ontladen is
van enige statische elektriciteit, voordat u de kaarten
aanraakt om schade aan de kaarten door statische
elektriciteit te voorkomen.
• Raak de contactgedeelten van de kaarten niet aan, en
zorg ook dat deze niet met metaal in contact komen.
• Laat de kaarten niet vallen, buig ze niet en stel ze niet
bloot aan schokken of trillingen.
• Laat kaarten niet in direct zonlicht liggen in gesloten
voertuigen, of op andere soortgelijke locaties
(opbergtemperatuur:-25-80 graden Celsius).
• Kaarten mogen niet nat worden.
• De kaarten niet demonteren of aanpassen.
Auteursrecht
• Het onbevoegd opnemen, verspreiden, verkopen, uitlenen,
publiekelijk uitvoeren, uitzenden of soortgelijke
handelingen van een volledig werk of gedeelte daarvan
(muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke
uitvoering enz.), waarvan het auteursrecht bij een derde
partij ligt, is bij de wet verboden.
•
Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij het
auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden.
Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor
overtredingen van het auteursrecht van een derde partij, dat
door gebruik van dit apparaat worden begaan.
Voordat kaarten gebruikt
worden (CompactFlash)
Geheugenkaarten gebruiken
705
•
Steek de geheugenkaart er voorzichtig helemaal in, totdat
deze stevig op zijn plaats zit.
fig.M512-Insert
705
• Raak nooit de uiteinden van de geheugenkaart aan. Zorg er
ook, voor dat de uiteinden niet vuil worden.
• De geheugenkaartgleuf van dit apparaat accepteert
CompactFlash geheugenkaarten. Microdrive opslag media
is niet compatibel.
204
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
* Vensters zijn in deze documenten opnieuw
afgebeeld met toestemming van Microsoft Corporation.
* Windows (LOGO R) staat officieel bekend als:
‘Microsoft (LOGO R) Windows (LOGO R)
operating system.’
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handels-
merken van Apple Computer, Inc.
* MacOS is een handelsmerk van Apple Computer,
Inc.
* Alle productnamen die in dit document genoemd
worden, zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van hun respectievelijke
eigenaars.
Over de systeem parameters...................... 201
Over de sync parameters ............................202
Over de scrub parameters...........................202
11
Page 12
Introductie van de BR-600
Hoofdkenmerken
■
Eenvoudig te bedienen
De BR-600 digitale multiTrack recorder is ontworpen om u
het intuïtieve gevoel van een gewone muziekrecorder te
geven, waardoor het zelfs voor beginners eenvoudig te
bedienen is.
Ongeacht uw ervaring geeft de BR-600 u vanaf dag één de
sensatie van digitaal opnemen, van het opnemen van de
Performance tot en met de uiteindelijke mix.
■
Gemakkelijk mee te nemen
door de slanke vorm
Met draagbaarheid als prioriteit in het ontwerp, is de
BR-600 kleiner dan183 x 257 mm en slechts 27 mm breed.
De BR-600 werkt ook op zes AA-size batterijen (alkaline batterijen aanbevolen), zodat het mogelijk is de BR-600 in een
gitaarhoes te stoppen, mee te nemen en overal opnames te
maken.
■
Digitaal audio werkstation
Alle werkprocessen zijn volledig
digitaal
Behalve een digitale mixer en digitale recorder, bevat de
BR-600 vijf digitale effecten processoren.
Het is mogelijk om alle benodigde stappen voor opnemen
uit te voeren, zoals bewerken, ‘Bouncing Tracks’, effecten
gebruiken en afmixen en dit alles geheel binnen het digitale
spectrum, zodat er geen verslechtering in de kwaliteit van
het signaal optreedt.
De USB aansluiting gebruiken stelt u ook in staat om de
song data, die u creëert op een computer op te slaan.
‘Ritme’ functie
De ‘Ritme functie’ stelt u in staat om frases of muzikale
ideeën, die in u opkomen, vast te leggen. Selecteer eenvoudigweg een geschikt ritmepatroon en stel het tempo in.
Behalve de interne, preset ritmepatronen, die al aanwezig
zijn, kunt u ook uw eigen originele ritme patronen creëren.
Rev0.10
Door de Ritme functie te gebruiken tijdens het opnemen,
wordt het bewerken per maat veel simpeler.
Uitgerust met V-Tracks
De BR-600 heeft acht audio opname Tracks, die het gelijktijdig opnemen op twee Tracks of het gelijktijdig afspelen van
acht Tracks mogelijk maken.
Bovendien bevat elke Track acht virtuele Tracks genaamd
‘V-Tracks’ met een totale opnamecapaciteit van 8 x 8 = 64
Tracks! Deze veelzijdigheid stelt u in staat om bijvoorbeeld
verschillende takes van een gitaarsolo op te nemen, waaruit
u dan later kunt kiezen als u alles in elkaar zet. Tijdens het
afspelen van acht Tracks kunt ook de bounce mode gebruiken om naar een V-Track te gaan en stereo Bouncing uit te
voeren, zonder dat u data hoeft te wissen.
Wat zijn V-Tracks?
Elke Track bestaat uit acht virtuele Tracks en u kunt
één van deze Tracks kiezen om op te nemen of af te
spelen. Dit betekent dat u tot een maximum van 64
Tracks op kunt nemen, en daarna acht van de 64 Tracks
kunt selecteren om ze af te spelen. Deze virtuele
Tracks, die de eigenlijke Tracks vormen, worden ‘VTracks’ genoemd.
Achterin deze handleiding (p.226) wordt een ‘Track
sheet’ weergegeven, waar u kopieën van kunt maken
en die u in kunt vullen, wanneer u muziek op V-Tracks
opneemt.
12
‘Sectie 4 Het ritme gebruiken’ (p.131)
Page 13
Introductie van de BR-600
Rev0.10
Veelzijdige digitale effecten
processoren
De BR-600 heeft vijf verschillende effecten processoren.
Deze systemen, die opname effecten (‘Invoegeffecten’),
send/return (Loop effecten), toonaanpassingen (Track EQ),
vocale klank correctie (Pitch correction) en mastering effecten (Mastering Tool Kit) bevatten, kunnen naar wens onafhankelijk voor elke toepassing gebruikt worden. Hiermee
kunt u een song productie van hoge kwaliteit maken in één
enkel apparaat, zonder dat u externe effecten hoeft te
gebruiken.
De BR-600 heeft vele ingebouwde simulaties en effecten,
inclusief amp modeling met behulp van COSM, voor een
grote variatie aan invoegeffecten. Er zijn veel effecten voor
vocale Tracks, keyboardTracks en gitaarTracks ingesloten
voor een uitgebreide reeks toepassingen.
De Loop effecten bevatten ruimtelijke effecten, zoals chorus
en reverb, essentieel voor een goede stereo mix. De Track
EQ is een ingebouwde, tweebands EQ, waarvan de toepassing het meest tot zijn recht komt bij het maken van toonaanpassingen tijdens het afmixen.
Pitch correction geeft u de mogelijkheid om de Pitch (toonhoogte) van de zang naar wens aan te passen, zodat u van
betrouwbare uitvoeringen van hoge kwaliteit verzekerd
bent.
De Mastering Tool Kit stelt u in staat om songs, die gemixt
zijn, tecomprimeren en voorziet in een variatie aan andere
effecten.
Technologie, waarbij in wezen een bestaande structuur
of materiaal gereconstrueerd wordt door andere middelen te gebruiken, wordt ook wel ‘modeling’ technologie
genoemd. COSM is een gepatenteerde Roland technologie, waarbij nieuwe geluiden gecreëerd worden door
verschillende geluidsmodellerende technieken toe te
passen.
Bewerkingsfuncties
Met de BR-600 kunt u geluid kopiëren, verplaatsen en wissen en vele andere bewerkingen uitvoeren, die alleen mogelijk zijn met digitale recorders. Dit betekent dat
bewerkingen als het kopiëren en herhalen van een multi-bar
frase, een multi-bar frase verplaatsen naar een andere Track
en de data van een Track in zijn geheel of gedeeltelijk wissen, met gemak uitgevoerd kunnen worden.
Non-destructive bewerken
Als digitale recorder biedt de BR-600 ‘non-destructive’
bewerken. Met non-destructive bewerken kunt u na enkele
bewerk- en opnamehandelingen uitgevoerd te hebben, nog
steeds terug naar de toestand van de data voor het bewerken (undo en redo functies).
‘Een handeling ongedaan maken (Undo/
Redo)’ (p.64)
Snelle verplaatsing naar een punt
U kunt op elk punt in een Track een markeerpunt aanwijzen
(locator functie). Als u markeerpunten aanwijst op locaties
als het einde of het begin van een solo, kunt u direct naar
het punt gaan, waar u wilt beginnen met luisteren.
‘Tijd registreren (Locator)’ (p.72)
Uitgerust met chromatische tuner
(A0 tot B6 geluidsbereik)
Uw BR-600 is ook uitgerust met een chromatische tuner,
zodat u uw gitaar of bas kunt stemmen, terwijl deze op de
BR-600 is aangesloten.
‘Een instrument stemmen (Tuner)’ (p.192)
■
Phrase trainer functie
Wanneer u een song afspeelt, die u van de CD-speler opgenomen heeft, kunt u het tempo vertragen, zonder de toonhoogte te veranderen. U kunt ook het geluid, dat u in het
midden (bijvoorbeeld zang en gitaarsolo) van de song
hoort, verwijderen.
Uw computer hierop aansluiten geeft u de mogelijkheid
data tussen de BR-600 en uw computer uit te wisselen.
13
Page 14
Introductie van de BR-600
■
Vereiste hoeveelheid input
aansluitingen (jacks)
Uw BR-600 is voorzien van de input uitgangen, die hieronder worden weergegeven.
GUITAR/ BASS:
Deze hoge impedantie input uitgang stelt u in staat om
direct uw gitaar of bas aan te sluiten (accepteert 1/ 4’ telefoonstekker).
MIC1:
Deze uitgang geeft u de mogelijkheid om een microfoon aan
te sluiten. Dit is een TRS-type microfoon inputaansluiting.
Sluit uw microfoon hierop aan, als u zang of stemmen
opneemt.
MIC 2:
Deze uitgang geeft u de mogelijkheid om een microfoon aan
te sluiten. Dit is een TRS-type microfoon input aansluiting.
Als u met twee microfoons opneemt, waarvan één microfoon op de MIC 1 invoer aangesloten is, moet u de andere
microfoon hier op aansluiten.
LINE IN:
Deze uitgangen accepteren stereo input van keyboards, CD
spelers en andere apparaten op line niveau (Stereo miniature phone type).
En dankzij de ingebouwde stereo microfoon kunt u overal,
en wanneer u wilt, opnames maken.
■
Ingebouwde stereo
microfoon
De BR-600 heeft een ingebouwde stereo microfoon, perfect
voor situaties als wanneer u snel een geïmproviseerde
opname wilt maken van iets, wat u met uw band aan het
oefenen bent.
* Door een externe microfoon aan te sluiten schakelt u de
ingebouwde microfoon uit (p.36).
* Deze microfoon is geen speaker. Als u naar geluiden van de
BR-600 wilt luisteren, dient u een koptelefoon of LINE OUT
op een geschikt audio apparaat aan te sluiten.
■
Dubbele stroomtoevoer stelt
u in staat om overal op te
Rev0.10
nemen
U kunt de BR-600 gebruiken op batterijvoeding (zes size AA
dry cells x 6, alkaline batterijen aanbevolen) of met de
adapter.
14
Page 15
Rev0.10
Geheugenkaarten, die uw
BR-600 ondersteunt
De BR-600 gebruikt CompactFlash kaarten als opslagmedia
voor opnemen en afspelen.
De BR-600 gebruikt 32 MB tot 1 GB CompactFlash kaarten
met een stroomtoevoer van 3.3 V.
Voor meer over geheugenkaarten (CompactFlash), die de
BR-600 ondersteunen, kunt u ‘Over geheugenkaarten’
(apart blad) bekijken.
■
De geheugenkaart
formatteren (CompactFlash)
CompactFlash kaarten die gekocht zijn in een computerwinkel, of kaarten die eerder gebruikt werden voor een digitale
camera kunnen met de BR-600 niet gebruikt worden.
Deze CompactFlash kaarten dienen eerst geformatteerd te
worden voor het gebruik met de BR-600.
Voor meer details over formatteren, zie p.199.
Introductie van de BR-600
3
Pak de boven en onderkant van het kaartklepje met
uw vingers vast en schuif het klepje in de richting die
in de illustratie wordt aangegeven.
fig.00-030
4
Bevestig de eerder verwijderde schroeven op de
plaatsen, zoals aangegeven in de illustratie, teneinde
verlies te voorkomen.
■
Hoe u het kaartklepje
verwijdert
Om diefstal van de geheugenkaart (CompactFlash) te voorkomen, wordt de BR-600 met een kaartklepje geleverd.
Om het kaartklepje te verwijderen, dient u de volgende procedure te volgen.
1
Draai de BR-600 om.
2
Gebruik een Philips kruiskopschroevendraaier om
de schroeven aan de onderkant te verwijderen.
fig.00-020
5
Draai de BR-600 om, zodat deze zich in zijn normale
positie bevindt.
• CompactFlash Type II kaarten zijn niet compatibel.
• CompactFlash kaarten zijn verkrijgbaar in uw
dichtstbijzijnde computerwinkel of digitale
camerawinkel.
• Wanneer u het apparaat omdraait, dient u een
stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier
hoeken of onder beide uiteinden te leggen om
schade aan de knoppen en regelaars te voorkomen.
• Wanneer u het apparaat omdraait, dient u
voorzichtig te zijn om te voorkomen, dat het
apparaat valt.
• Indien u de schroeven verwijdert, dient u er zeker
van te zijn dat u ze op een veilige plek buiten het
bereik van kinderen legt, zodat er geen kans
bestaat dat ze per ongeluk doorgeslikt worden.
• CompactFlash en zijn handelsmerken van
SanDisk Corporation en gepatenteerd door
CompactFlash association.
• BOSS Corporation is een geautoriseerde
licentiehouder van de CompactFlash ™ en CF logo
( ) handelsmerken.
15
Page 16
Paneelbeschrijvingen
Voorpaneel
fig.00-050
1
7
6
Invoer sectie
1
GUITAR/ BASS/ MIC2 draaiknop
Met deze draaiknop kunt u de input gevoeligheid voor de
GUITAR/ BASS en MIC2 input instellen.
MIC1 draaiknop
Met deze draaiknop stelt u de gevoeligheid voor de MIC1
en de ingebouwde stereo microfoon in.
PEAK indicator
Deze indicator geeft aan, hoe krachtig het input niveau bij
de verschillende input uitgangen (bijvoorbeeld GUITAR/
BASS, MIC2 en MIC1) is.
Deze indicator licht op op een niveau -6 dB lager dan waar
de geluidsvervorming zich voordoet. Pas de input gevoeligheid aan met behulp van de GUITAR/ BASS/ MIC2 draaiknop, zodat de indicator slechts oplicht, wanneer u uw
gitaar (of een ander instrument) op zijn hardst bespeelt.
Rev0.10
‘De input gevoeligheid aanpassen’ (p.36)
3
2
4
8
5
REC LEVEL (Recording level) draaiknop
Gebruik deze draaiknop om het volume van de ingang voor
opname in te stellen.
* Als u de REC LEVEL draaiknop gebruikt om het volume
van deingang tijdens het opnemen lager te zetten, zal het
geluid in de audio Track op een laag niveau opgenomen
worden, waardoor u ruis hoort, wanneer u het volume van
de audio Track hoger zet bij het afspelen.
Als u het geluid van de ingang, die u aan het afluisteren
bent, lager wilt zetten, dient u het volume lager te zetten met
behulp van de MASTER fader. Om het volume van de
muziek, die u afspeelt aan te passen, dient u de Track fader
voor de respectievelijke Tracks te gebruiken.
‘Het opnameniveau instellen’ (p.37)
I
Probeer op het hoogst mogelijke volume, voordat het
geluid begint te vervormen, op te nemen. Hierdoor
verbetert de geluidskwaliteit en heeft u minder kans op
ruis. Wanneer u het gebruikte volume lager wilt zetten,
terwijl u het geluid controleert, dient u de MASTER
fader te gebruiken om het volume lager te zetten.
16
Page 17
Paneelbeschrijvingen
Rev0.10
4
INPUT SELECT knoppen
Gebruik deze knoppen om de ingang (input uitgang), die u
op wilt nemen, te selecteren. De geselecteerde knop zal
oplichten. U kunt het input geluid dempen door op een
knop te drukken, die opgelicht is.
‘De input selecteren’ (p.36)
[GUITAR]
Voor het selecteren van bas of gitaar dient u de GUITAR/
BASS uitgang of de MIC2 uitgang te gebruiken.
[MIC]
Dit wordt gebruikt om de MIC1 uitgang te selecteren, die
voor externe microfoons of voor de ingebouwde stereo
microfoon gebruikt wordt.
Door een microfoon op de MIC1 uitgangof MIC2 uitgang
aan te sluiten, zet u de ingebouwde stereo microfoon uit.
[LINE]
Hiermee selecteert u de LINE IN uitgang, die gebruikt
wordt voor CD spelers of andere draagbare audio spelers of
andere line-level apparaten.
SIMUL
Door gelijktijdig op [GUITAR] en [MIC] te drukken, kunt u
beiden tegelijkertijd opnemen.
* Als de INPUT SELECT instelling is veranderd, wijzigt de
invoegeffect Bank (p.92) automatisch.
2
[REC MODE (Recording mode)]
Deze knop wordt gebruikt om de opnamestand te selecteren.
Druk op deze knop om naar het voorgaande venster terug
te keren of om de laatste input ongedaan te maken.
[ENTER]
Druk op deze knop om een ingevoerde selectie of waarde te
bevestigen.
CURSOR knoppen
Druk op deze knoppen om de cursor binnen het venster te
verplaatsen.
TIME/ VALUE draaiknop
U kunt deze draaiknop gebruiken om naar een andere locatie in een song te gaan (zoals voor uit en achter uit spoelen).
Het wordt ook gebruikt om de waarden van de verschillende functie instellingen te veranderen.
[PAD]
Hiermee schakelt u de knoppen aan, die voor het spelen
van drumgeluiden (de drum pads) gebruikt worden.
‘Sectie 4 Het ritme gebruiken’ (p.131)
[EFFECTS]
Gebruik deze knop om de invoegeffecten (p.92) aan/uit te
zetten of om het venster voor het bewerken van verschillende instellingen op te roepen. Deze knop wordt gebruikt
om instellingen voor de Mastering Tool Kit te maken.
[PITCH CORRECTION]
Gebruik deze knop om de Pitch Correction aan en uit te zetten. met behulp van deze functie kunt u de Pitch (toonhoogte) van de opgenomen zang instellen.
‘De Pitch van de zang vastleggen (Pitch Correction)’ (p.123)
[PAN/EQ/LOOP FX]
PAN
Hiermee roept u het venster op om de panning (positie) van
de geluiden in te stellen. (p.49, p.56)
EQ
Hiermee roept u het venster op voor het bewerken van de
Pitch (laag/hoog) voor elke Track (equalizer). (p.50).
LOOP FX
Hiermee roept u het venster op, waarmee u het send niveau
van elke Track met betrekking tot de loop effecten (p.50,
p.118) kunt instellen, alsmede de verschillende parameters
etc. (p.120).
Hiermee roept u het venster op, waarin u arrangementen en
patronen kunt programmeren.
‘Patronen creëren door op de drum pads te tikken (Realtime
Recording)’ (p.145)
‘Geluiden één voor één invoeren, terwijl u de input visueel
bevestigt(Step recording)’ (p.148)
[UTILITY]
Met deze knop kunt u verschillende functies van uw
BR-600, zoals een Track bewerken, song management en
geheugenkaart handelingen, oproepen.
[UNDO/ REDO]
Om de laatst uitgevoerde opname of bewerking ongedaan
te maken en terug te keren naar de gegevens van daarvoor.
Door nogmaals op deze knop te drukken, kunt u de geannuleerde opname of bewerking weer herstellen.
’Een handeling ongedaan maken (Undo/ redo)’
(p.64)
[PHRASE TRAINER]
Gebruik deze knop om instellingen voor de phrase trainer
functie te maken.
Wanneer u de phrase trainer gebruikt, kunt u de center cancel functie (voor het verwijderen van zang in het midden) of
de time stretch functie (voor vertraagd afspelen) aan- of uit
zetten.
Gebruik deze knop om het venster op te roepen waarmee u
een V-Track kunt selecteren.
Rev0.10
‘Wat zijn V-Tracks?’ (p.12)
‘V-Tracks veranderen’ (p.56)
18
Page 19
Paneelbeschrijvingen
Rev0.10
REC/PLAY sectie
5
AUTO PUNCH
Deze knop wordt gebruikt om de instellingen voor de automatische punch in/uit functie te maken.
[ON/OFF]
Hiermee zet u de Auto Punch-in/out functie aan en uit.
Wanneer dit aanstaat, zal deze knop oplichten.
Het gebied voor Auto Punching in/out
specificeren (p. 61)
[IN]
Voor het instellen van de Auto Punch-in locatie. Druk op
deze knop om de punch-in locatie in te stellen. Wanneer
ingesteld, zal de knop oplichten. Nadat de punch-in locatie
is ingesteld, kunt u deze knop indrukken om automatisch
naar de punch-in locatie te gaan.
* Druk op deze knop, terwijl u [ON/OFF] ingedrukt houdt om
de punch-in locatie te wissen.
‘Een geregistreerde Auto Punch in/out locatie
wissen’(p.62)
[OUT]
Voor het instellen van de Auto Punch-out locatie. Druk op
deze knop om de punch-out locatie op de huidige locatie in
de Track in te stellen. Wanneer ingesteld, zal de knop
oplichten. Nadat de punch-out locatie is ingesteld, kunt u
deze knop indrukken om automatisch naar de punch-out
locatie te gaan.
* Druk op deze knop, terwijl u [ON/OFF] ingedrukt houdt om
de ingestelde punch-out locatie te wissen.
‘Een geregistreerde Auto Punch in/out locatie
wissen’ (p.62)
[LOCATOR]
Gebruik deze knop om elke gewenste locatie op te slaan.
Als u dan op deze knop drukt, gaat u automatisch naar die
locatie. Wanneer een locatie is ingesteld, zal de knop oplichten en zult u elke keer, als u deze knop indrukt, naar die
locatie gaan.
* Druk op deze knop, terwijl u AUTO PUNCH [ON/OFF]
ingedrukt houdt om de ingestelde locatie te wissen.
[ZERO]
Verplaatst u naar de tijdlocatie 00:00:00-00.0.
‘De huidige positie verplaatsen’ (p.33)
[REW]
De song wordt teruggespoeld, wanneer u de knop ingedrukt houdt.
‘De huidige positie verplaatsen’ (p.33)
[FF]
De song wordt vooruit gespoeld, wanneer u de knop ingedrukt houdt.
‘De huidige positie verplaatsen’ (p.33)
[REPEAT]
U kunt de regio, die u wilt horen, specificeren en deze herhaaldelijk beluisteren.
Dit is handig, wanneer u opnames maakt, die herhaalde
punch-ins en punch-outs (p.60) bevatten en voor het oefenen met en kopiëren van frases.
‘Afspelen herhalen (Repeat)’ (p.58)
[STOP]
Stopt opnemen of afspelen van de song.
‘Opnamehandelingen’ (p.57)
[PLAY]
Speelt songs af. Wanneer [REC] is ingedrukt en knippert,
dient u op [PLAY] te drukken om de opname te starten. Tijdens het opnemen of afspelen is de indicator groen opgelicht.
‘Naar een demo song luisteren’ (p.32)
‘Opnamehandelingen’ (p.57)
[REC (Recording)]
Dit is de Recording knop. Behalve de opnamehandeling,
wordt de knop ook gebruikt voor handmatige punch-in/
uit. Als de knop op recording stand-by staat, zal een lichtje
rood knipperen, tijdens het opnemen is de knop rood opgelicht.
Gebruik deze knoppen om te selecteren naar welke Track u
op wilt nemen. De knop van de geselecteerde Track zal
eerst in het rood knipperen en vervolgens zal er een rood
lichtje gaan branden, wanneer de opname begint. Als u
klaar bent met opnemen zal de knop van de geselecteerde
Track afwisselend in oranje en groen knipperen.
De relatie tussen de indicator en de toestand van de Track
wordt hieronder weergegeven.
Uit:
Deze Track bevat geen opgenomen data.
Groen:
Een audio Track, die opgenomen data bevat.
Rood knipperend:
De Track is geselecteerd als het opnamestation en staat op
recording stand-by.
Rood:
Op dit moment wordt er op deze Track opgenomen.
Afwisselend in oranje en groen oplichten:
Deze Track bevat opgenomen data en is geselecteerd voor
opname.
[TAP (TEMPO)]
Door op deze knop te tikken, kunt u het tempo voor het
ritme instellen.
’Tikken om het tempo van de arrangementen of
patronen te veranderen’ (p.43)
[DELETE/MUTE]
U kunt het geluid van een Track dempen door deze knop
ingedrukt te houden en op de REC Track knop van die
Track te drukken. Door deze handeling nogmaals te verrichten, kunt u het dempen weer ongedaan maken.
Terwijl het geluid gedempt is, knippert de REC Track knop
in oranje of groen.
* Als een recording Track was gedempt, zal het dempen
stoppen, wanneer u ophoudt met opnemen.
‘Het geluid van specifieke Tracks dempen
(Track mute)’ (p.47)
Tijdens het creëren van Ritme patronen kunt u ritmegeluiden, die u ingevoerd heeft, wissen door deze knop ingedrukt te houden en op de drum pads te drukken.
‘Ongewenste drumgeluiden wissen’ (p.147)
Rev0.10
20
‘Opnemen’ (p.54)
Page 21
Paneelbeschrijvingen
Rev0.10
Scherm
7
fig.00-051
Hier wordt informatie over onderwerpen weergegeven,
waarvoor instellingen beschikbaar zijn, zoals volumeniveau en menu vensters, parameter instellingen vensters
en andere vensters.
Als het scherm moeilijk te lezen is, dient u ‘Het contrast van
het scherm aanpassen’ (p.190) te bekijken.
1. MEASURE
Geeft de huidige positie binnen de song aan. Van links naar
rechts staan maat, beat en klok aangegeven.
2. TEMPO
Het ritmetempo wordt hier aangegeven.
GEHEUGENKAART gleuf
8
fig.00-052
Eject knop
In deze gleuf worden geheugenkaarten (CompactFlash)
geplaatst, wanneer u data wilt opslaan. U kunt niet opnemen, tenzij hier een geheugenkaart is geplaatst.
Eject knop
Druk op deze knop om de geheugenkaart er uit te halen.
‘De geheugenkaart plaatsen’ (p.30)
3.TIME
Geeft de tijd van de huidige positie van de song aan (urenminuten-seconden).
4.FRAME
Geeft het framenummer aan, die de huidige positie van de
song aangeeft.
Dit is ingesteld op op 30 frames per seconde (non-drop). Dit
type wordt MTC (MIDI Time Codes) genoemd.
Deze handleiding bevat illustraties, die aangeven wat
normaliter in het scherm zal verschijnen. Let er echter
op, dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde versie
van het systeem (bijvoorbeeld met nieuwere geluiden)
kan bevatten, dus wat u uiteindelijk in het scherm zal
zien, kan verschillen met wat er in deze handleiding
wordt aangegeven.
21
Page 22
Paneelbeschrijvingen
Achterpaneel
10
9
8
1. MIC2 uitgang (TRS 1/4’ telefoon type)
Deze uitgang geeft u de mogelijkheid om een microfoon aan
te sluiten (p.34).
* Als de aansluiting naar de GUITAR/BASS en de MIC2
uitgangen is gemaakt, heeft de MIC2 uitgang prioriteit.
* Een microfoon aansluiten op MIC2 heeft tot gevolg, dat de
ingebouwde stereo microfoon wordt uitgeschakeld.
2. MIC1 uitgang (TRS 1/4’ telefoon type)
Deze uitgangen geven u de mogelijkheid een microfoon aan
te sluiten (p.34).
* Een microfoon aansluiten op MIC1 heeft tot gevolg, dat de
ingebouwde stereo microfoon wordt uitgeschakeld.
De pin opdracht voor de MIC1 en de MIC2 uitgang wordt
hieronder weergegeven.
3. LINE IN uitgang (Stereo mini type)
Deze input uitgang accepteert analoge audio signalen
(p.34).
Sluit aan op de output van CD spelers, andere draagbare
audiospelers of andere geluidsapparatuur.
7
6
5
Dit is een input uitgang voor het aansluiten van een apart
verkrijgbare voetschakelaar (BOSS PS-5U, Roland DP-2) of
expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500L/FV-500H).
• Met de voetschakelaar kunt u afspelen starten/
stoppen, in/uit punchen, etc.
• Wanneer een expressiepedaal gebruikt wordt, kunt u
de diepte van de invoegeffecten met uw voet bepalen.
7. POWER schakelaar
Dit is de aan/uit schakelaar. Hiermee zet u de BR-600 aan/
uit (p.31).
8. DC IN (AC adapter) uitgang
Sluit de bijgeleverde adapter (PSA series) op deze uitgang
aan. U kunt alleen de PSA series adapter gebruiken (p.28).
U kunt een PSA adapter aanschaffen in winkels waar
muziekinstrumenten verkocht worden.
9. Snoerhaak
Wikkel de kabel om deze haak, zodat de adapter kabel er
niet per ongeluk uit getrokken kan worden (p.29).
4
‘Een voetschakelaar of expressiepedaal
gebruiken’ (p.191)
3
1
2
4. LINE OUT uitgang(RCA Pin type)
Deze uitgangen voeren analoge audio signalen uit. U kunt
externe geluidsapparatuur (bijvoorbeeld een stereo versterker) of een CD brander of ander apparaat aansluiten op
deze uitgang voor het analoog opnemen van de output van
de BR-600 (p.90).
5. USB aansluiting
Rev0.10
Hiermee sluit u uw computer aan op de BR-600 met behulp
van een USB kabel (p.162).
6. FOOT SW/EXP PEDAL uitgang
22
•U mag alleen de PSA series adapter gebruiken.
Een andere adapter gebruiken kan oververhitting
of een slechte functie tot gevolg hebben.
• Als de adapter tijdens werkzaamheden wordt
losgekoppeld, kunt u belangrijke gegevens
verliezen.
10. Veiligheidsslot ()
http://www.kensington.com/
Page 23
Rev0.10
Voorpaneel
fig.00-090
Paneelbeschrijvingen
2
1. GUITAR/BASS uitgang
Hoge impedantieinput uitgangom uw gitaar of bas direct
aan te sluiten (p.34).
2. MIC1 L/R (ingebouwde stereo microfoon L/R)
Deze microfoon kan gebruikt worden om met de BR-600 op
te nemen.
* Deze microfoon is geen speaker. Als u naar de geluiden van
de BR-600 wilt luisteren, dient u een koptelefoon te
gebruiken of LINE OUT op geschikte geluidsapparatuur aan
te sluiten.
3. Koptelefoon uitgang
Hierop kan een koptelefoon (apart verkrijgbaar)
aangesloten worden. Wanneer de koptelefoon is
aangesloten, zal dezelfde output als via de LINE OUT via
de koptelefoon te horen zijn.
1
3
Het volume van de koptelefoon wordt met behulp van
de MASTER fader aangepast.
23
Page 24
Paneelbeschrijvingen
Batterijen plaatsen
1
Vergewis u ervan, dat de stroomtoevoer naar de
BR-600 uit staat.
2
Draai de BR-600 om.
3
Schuif het batterijklepje in de richting, die de pijl
aangeeft en verwijder deze.
4
Plaats zes AA dry-cell batterijen in het
batterijenvakje, en let er op dat u de polariteit (+/-)
niet omdraait.
fig.00-100
• Wanneer u het apparaat omdraait, dient u een
stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier
hoeken of onder beide uiteinden te leggen om
schade aan de knoppen en regelaars te voorkomen.
• Wees voorzichtig, als u het apparaat omdraait, om
te voorkomen dat het apparaat valt.
• BOSS raadt u aan om ‘longer-life’ alkaline
batterijen te gebruiken.
• Gebruik nieuwe en gebruikte batterijen niet door
elkaar, en gebruik geen verschillende soorten
batterijen.
• Gebruik geen oplaadbare batterijen.
• Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt er
‘Battery Low!’ in het scherm. Wanneer dit bericht
verschijnt, dient u deze batterijen zo snel mogelijk
door nieuwe batterijen te vervangen.
• Hoe lang het duurt, voordat een batterij leeg is,
hangt af van de omstandigheden waarin zij
gebruikt wordt, en het type batterij dat gebruikt
wordt. Het CompactFlash type en capaciteit heeft
hier ook invloed op.
5
Rev0.10
24
Plaats het batterijklepje terug.
Page 25
Rev0.10
Over het Play venster
Het Play venster is het meestelementaire venster van de
BR-600 en is ook het eerste venster, dat verschijnt, als de
BR-600 aan wordt gezet (zie hieronder).
fig.00-242
Play venster
Tenzij anders aangegeven, is het venster met betrekking tot
de werkwijzen in deze handleiding het Play venster.
Paneelbeschrijvingen
25
Page 26
MEMO
Rev0.10
26
Page 27
Snelle
start
Quick Start
27
Page 28
Randapparatuur aansluiten
Maak aansluitingen, zoals in de illustratie hieronder wordt weegegeven. Wanneer u aansluitingen maakt, dient u er zeker
van te zijn dat alle apparatuur uit staat.
fig.00-110
Voorpaneel
Achterpaneel
Adapter
(PSA serie)
Stereo koptelefoon
Elektrische gitaar
of
basgitaar
CD speler etc.
Rev0.10
28
Voetschakelaar
(FS-5U etc.)
Expressiepedaal
(Roland EV-5 etc.)
Computer
Audio Set etc.
Microfoon
Page 29
Randapparatuur aansluiten
Rev0.10
Hoe gebruikt u de snoerhaak
• Om slecht functioneren en/of schade aan speakers
of andere apparaten te voorkomen, dient u, voordat u aansluitingen maakt, altijd het volume lager
te zetten en de stroomtoevoer naar alle apparaten
uit te zetten.
• Het is mogelijk dat er, afhankelijk van de locatie
van de microfoons ten opzichte van de speakers,
een echo geproduceerd wordt.
• Dit kan opgelost worden door:
1. De locatie van de microfoon te veranderen.
2. De microfoon op grotere afstand van de
speakers plaatsen.
3. Het volume lager te zetten.
• De MIC1 en MIC2 uitgang zijn TRS telefoon type
uitgangen, die bij een gebalanceerde input compatibel zijn. De pin opdracht voor de MIC1 en MIC2
uitgang is, zoals hieronder wordt weergegeven.
Voordat u aansluitingen maakt, dient u er zeker
van te zijn dat deze pin opdracht compatibel is
met die van al uw andere apparaten.
fig.00-120
• Wanneer u de PS-5U voetschakelaar gebruikt
(apart verkrijgbaar), dient u de polariteitschakelaar in te stellen, zoals hieronder is aangegeven.
Als de polariteitschakelaar niet correct is ingesteld, is het mogelijk dat de voetschakelaar niet
goed werkt.
fig.00-130
Aan de onderkant van de BR-600 bevindt zich een inkeping
(snoerhaak), waarmee u het adaptersnoer kunt vastmaken.
Om plotselinge, ongewenste verbreking van de stroom naar
het apparaat (als de stekker er per ongeluk uit getrokken
wordt) en onnodige druk op de adapter uitgang te
voorkomen, dient u het snoer met behulp van de snoerhaak
te bevestigen.
Snoerhaak
De dikte en vorm van de snoerhaak kunnen, afhankelijk
van de gebruikte adapter, variëren. Bevestig het snoer zoals
aangegeven wordt in figuur A of B.
A)
B)
Snelle start
Polariteitschakelaar
•U kunt ook een FS-6 (apart verkrijgbaar) als voetschakelaar gebruiken. Als u een FS-6 gebruikt,
dient u deze aan te sluiten op één van de FS-6 uitgangen, de A of de B uitgang. Bovendien moet u
de polariteitschakelaar op ‘FS-5U’ zetten. De A &
B uitgangenkunnen niet gebruikt worden.
• Als u een expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS
FV-500L/FV-500H) gebruikt, dient u het MIN
volumeniveau op ‘0’ te zetten.
• Gebruik geen excessieve kracht om het snoer in de
inkeping te stoppen. Als u dit wel doet, kan het
snoer kapot gaan.
• De BR-600 omdraaien op een bureaublad of tafel
kan mogelijk krassen op de BR-600 of op het
bureau- of tafeloppervlak veroorzaken. Zorg
ervoor, dat u dit doet op een zachte ondergrond of
met een doek of ander zacht materiaal op het
bureau of de tafel.
29
Page 30
Randapparatuur aansluiten
Een microfoon
verloopstekker gebruiken
Als de microfoon een XLR aansluiting heeft, kunt u de
microfoon met behulp van de bijgeleverde verloopstekker
aansluiten. De volgende illustratie geeft aan hoe u de
microfoon met behulp van dit snoer aan kunt sluiten.
fig.00-111
Verloopstekker
Microfoon
De geheugenkaart plaatsen
Plaats de geheugenkaart (CompactFlash) met het opschrift
naar boven.
fig.00-112
• Schuif de geheugenkaart voorzichtig helemaal
naar binnen, totdat deze stevig op zijn plek zit.
Forceer niets als u de geheugenkaart insteekt.
• Maak de uiteinden van de geheugenkaart niet
vuil en raak ze niet aan.
• Voordat u de geheugenkaart insteekt, dient u er
zeker van te zijn, dat de stroomtoevoer naar de
BR-600 uit staat. Als een geheugenkaart geplaatst
wordt, terwijl de BR-600 aanstaat, is het mogelijk
dat de data op de geheugenkaart verloren gaat of
dat deze onbruikbaar wordt.
Rev0.10
30
• Als uw microfoon een XLR aansluiting heeft, kunt
u de microfoon met behulp van de bijgeleverde
verloopstekker aansluiten. De volgende illustratie
geeft aan hoe u de microfoon met behulp van dit
snoer aan kunt sluiten.
fig.00-120
• De pin opdracht voor de XLR aansluiting wordt
hieronder weergegeven. Voordat u aansluitingen
maakt, dient u er zeker van te zijn dat deze pin
opdracht compatibel is met die van uw andere
apparaten.
Page 31
Rev0.10
De BR-600 aan-/uitzetten
De BR-600 aanzettenDe BR-600 uitzetten
Zorg ervoor, dat u de volgende stappen volgt als u de
BR-600 aan zet. Een fout maken in deze handelwijze kan
resulteren in een slecht functioneren of schade aan de
speakers veroorzaken.
1
Voordat u de BR-600 aanzet, dient u zeker te zijn van
de volgende zaken.
1
Zorg ervoor, dat het afspelen van de song gestopt is.
2
Zet de stroomtoevoer naar alle apparaten in de
omgekeerde volgorde uit als bij het aanzetten van de
BR-600.
Snelle start
■ Zijn alle externe apparaten correct aangesloten?
■ Is het volume van de BR-600 en alle andere
apparaten helemaal naar beneden gedraaid?
■ Is de geheugenkaart geplaatst?
2
Schuif de MASTER fader van de BR-600 naar
beneden.
fig.00-140
3
Zet de apparaten, die aangesloten zijn op de input
uitgangen, aan (bijvoorbeeld GUITAR/BASS, MIC1,
MIC2 of LINE IN).
4
Zet de POWER schakelaar aan de achterkant van het
paneel aan.
fig.00-150
3
Wees er zeker van, dat ‘Keep power on!’ niet in het
scherm verschijnt.
4
Zet de POWER schakelaar van de BR-600 uit.
• Zorg ervoor, dat de recorder gestopt is voordat u
de BR-600 uitzet. De BR-600 uitzetten, terwijl er
nog opgenomen of afgespeeld wordt, kan leiden
tot het wissen van (song) data, instellingen en/of
andere effect Patch data.
• Als u de adapter gebruikt, dient u ervoor te zorgen,
dat deze tijdens de werkzaamheden niet losgetrokken wordt.
• Als de adapter per ongeluk losgetrokken wordt, is
het mogelijk dat de opgenomen gegevens beschadigd worden.
• De BR-600 uitzetten, terwijl het bericht ‘Keep
power on!’ wordt weergegeven, kan beschadiging
van de data tot gevolg hebben. Zet het apparaat
niet uit als dit bericht verschijnt.
• Het apparaat wordt beschermd door een beveiligingscircuit. Na het aanzetten is er een korte pauze
(van een paar seconden) nodig, voordat het apparaat normaal functioneert.
• De BR-600 is voorzien van een geheugenkaart, die
zich al in de gleuf bevindt.
• Zorg er altijd voor, dat het volumeniveau naar
beneden is gedraaid, wanneer u het apparaat aanzet. Zelfs met het volume helemaal naar beneden
gedraaid, is het mogelijk dat u nog steeds geluid
hoort wanneer u het apparaat aanzet. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
5
Zet het apparaat, dat aangesloten is op de output
uitgang (bijvoorbeeld LINE OUT), aan.
31
Page 32
Naar een demo song luisteren
Een demo song selecteren
(Song Select)
Bij het aanzetten van de BR-600 zal de song, die geselecteerd was vóórdat het apparaat uit werd gezet, opnieuw
worden geselecteerd en wordt de data van die song geladen. Zodra de data geladen is, zal het Play venster in het
scherm verschijnen.
fig.00-170
1
2
fig.00-180
3
Rev0.10
4
2,43
Vergewis u ervan, dat [PAD] niet is opgelicht, en
druk dan op [UTILITY].
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘SEL’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Song Select venster verschijnt in het scherm.
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘01:Lydia’
te selecteren.
Druk op [ENTER].
1
2
Een demo song spelen
1
Verplaats de Track faders 1-4, 5/6, 7/8 en de RHYTHM
fader naar de posities, zoals aangegeven in de
illustratie hieronder, en schuif de MASTER fader
naar beneden.
.fig.00-190
2
Druk op [PLAY].
fig.00-200
De song begint. Schuif de MASTER fader langzaam
omhoog en pas het volume aan tot het gewenste
niveau.
3
Schuif met de Track faders om het volumeniveau van
elke Track naar het gewenste niveau in te stellen.
• In de BR-600 bevindt zich één geprogrammeerde
demo song. Wanneer u het apparaat aan zet, zal de
demo song automatisch geselecteerd en de benodigde data voor het afspelen van de demo song
geladen worden.
• Gebruik van de bijgeleverde demo song voor
andere doeleinden dan privégebruik zonder toestemming van de copyrighthouder is bij de wet
verboden. Bovendien mag deze data niet gekopieerd of gebruikt worden in een ander, door
auteursrecht beschermd werk zonder de toestemming van de copyrighthouder.
fig.00-201
Titel
Componist
Copyright
* Alleen ‘Lydia’ verschijnt in het scherm.
Twisted Lydia
Robert Marcello
' Robert Marcello 2005
32
Page 33
Rev0.10
De huidige positie verplaatsen
U kunt de volgende methode gebruiken om de huidige
positie te verplaatsen.
■ Voor en achteruit spoelen
De song spoelt vooruit, zolang u de [FF] ingedrukt houdt en
spoelt terug (achteruit), wanneer u de [REW] knop ingedrukt houdt.
■ Naar het begin van een
stuk gaan
Om naar het punt te gaan, waarop het als eerste opgenomen
geluid van een song staat, dient u op [STOP] te drukken en
deze ingedrukt te houden en op [REW] te drukken. Elke
V-Track van de geselecteerde Track wordt gecontroleerd en
u gaat terug naar de locatie, waar het als eerst opgenomen
geluid van de song zich bevindt.
Druk op [ZERO] om naar de tijdlocatie 00:00:00-00.0 te
gaan.
■ Naar het einde van een
stuk gaan
Om naar het laatst opgenomen geluid van een song te gaan,
dient u op [STOP] te drukken en deze ingedrukt te houden
en op [FF] te drukken. Elke V-Track van de geselecteerde
Track wordt gecontroleerd en u gaat naar de locatie, waar
het als laatst opgenomen geluid van de song zich bevindt.
fig.00-210
TIME
Gedeelte van de opgenomen song
23:59:59-29.900:00:00-00.0
■ Door een song bewegen in
maten en beats
De huidige positie van de song wordt links in de bovenste
rij aangegeven als ‘maat-beat-klok.’
MEASURECLOCK
* Voor de demo songs is al een Arrangement (p.134)
gecreëerd, welke zodanig is ingesteld, dat de maat, beat, klok
en song synchroon lopen.
Druk op [] [] om de cursor naar het ‘maat’ of ‘beat’
scherm te verplaatsen en draai aan de TIME/VALUE draaiknopom de huidige maat of beat in de song te verplaatsen.
*U kunt de cursor niet naar Klok verplaatsen (kan niet
gewijzigd worden).
BEAT
TIME
Snelle start
[
[
]
ZERO
■
Door een song bewegen met
STOP
] + [
REW
]
[
STOP
gebruikmaking van uren,
minuten, seconden, frames of
subframes
Druk op [] [] om de cursor te verplaatsen naar het
minuten, seconden, frames of subframes scherm en draai
aan de TIME/VALUE draaiknop om de huidige tijd in de
song te verplaatsen.
] + [FF]
Elapsed time display
De tijd die op de laagste regel van het scherm wordt
aangegeven is in MTC (MIDI time codes), weergegeven als ‘uren-minuten-seconden-frames-sub frames.’
33
Page 34
Instrumenten aansluiten
■
Kies welke uitgang u gaat
gebruiken om uw instrument
aan te sluiten
Uw BR-600 is voorzien van een aantal input uitgangen, die
passen bij het type instrument, dat u aan wilt sluiten. Selecteer een instrument naar keuze.
fig.00-280
• Als u een elektrisch-akoestische gitaar opneemt en
gebruik maakt van een beveiligde aansluiting,
dient u de GUITAR/BASS uitgang te gebruiken.
• Als de aansluiting met de GUITAR/BASS en de
MIC2 uitgangen is gemaakt, heeft de MIC2 uitgang prioriteit.
GUITAR/BASS:
U kunt een elektrische gitaar of bas aansluiten op dezeuitgang. Omdat dit een hoge impedantie input is, kan een
gitaar of bas er direct op aangesloten worden.
MIC1:
Op deze uitgang kunt u een microfoon aansluiten. TRS uitgang is aanwezig.
MIC2:
Op deze uitgang kunt u een microfoon aansluiten. TRS uitgang is aanwezig.
LINE IN:
Dit is een input uitgang die gebruikt wordt om de output
van CD spelers, andere draagbare audio apparatuur of
geluidsapparatuur op aan te sluiten.
Rev0.10
34
Page 35
Rev0.10
Songs voorbereiden voor opname
Wanneer de geheugenkaart meer dan één song bevat, zal de
laatst opgenomen song automatisch worden geselecteerd.
Om een nieuwe song op te nemen, dient u de volgende
procedure te volgen.
Voor meer informatie over data types, dient u
‘Opnemen’ (p.54) te bekijken.
Snelle start
■ Een nieuwe song opnemen
(Song New)
fig.00-250
1
2,4,5
1
Vergewis u ervan, dat [PAD] niet is opgelicht, en
druk dan op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘NEW’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
‘Type’verschijnt in het scherm.
fig.00-260
2
3
4
Druk op [ENTER].
‘Are you sure?’ verschijnt in het scherm.
fig.00-270
5
Druk op [ENTER].
Wanneer de nieuwe song af is, keert u terug naar het
PLAY venster.
* Tijdens het updaten ziet u ‘Keep power on!’ boven in het
scherm staan, de regel eronder laat ondertussen zien wat er
gebeurt.
De BR-600 gebruikt een sample snelheid van 44.1kHz.
Het is niet mogelijk om de sample snelheid te
veranderen.
3
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het gewenste
data type te selecteren.
Normaliter zult u het data type selecteren dat aan uw
behoefte voor een bepaalde opnamesituatie voldoet, terwijl
u rekening houdt met de gewenste kwaliteit en opnametijd.
Echter, voor onze doeleinden hier kunt u HiFi (MT2) selecteren.
35
Page 36
De input selecteren
Selecteer de ingang, die u op wilt nemen. De geselecteerde
knop zal oplichten.
fig.00-290
[GUITAR]
Selecteer om het instrument op te nemen, dat op de
GUITAR/BASS uitgangof de MIC2 uitgang aangesloten is.
[MIC]
Selecteer om het signaal van een microfoon aangesloten op
de MIC1 uitgang en de MIC2 uitgang of van de ingebouwde stereo microfoon op te nemen.
[LINE IN]
Dit is een input uitgang die gebruikt wordt om de uitvoer
van CD spelers, andere draagbare audiospelers of andere
geluidsapparatuur op aan te sluiten.
SIMUL :
Om de zang en gitaar tegelijkertijd op te nemen, dient u
gelijktijdig op [GUITAR] en [MIC] te drukken. Beide knoppen lichten op, wat betekent dat gelijktijdig opnemen nu
mogelijk is.
Wanneer twee opname Tracks geselecteerd zijn, wordt de
GUITAR/BASS/MIC2 op Track 1, 3, 5, 7 en de MIC1 op
Track 2, 4, 6, 8 opgenomen.
Wanneer er één opname Track is geselecteerd, worden de
GUITAR/BASS/MIC2 en MIC1 gemixt en daarna
opgenomen.
■ De ingebouwde stereo
microfoon aanzetten
fig.00-300
1
1
Koppel MIC los als u een microfoon op de MIC1 of
MIC2 aansluit.
2
Druk op de [MIC] INPUT SELECT knop in het Play
venster.
[MIC] gaat branden. De ingebouwde stereo microfoon
staat aan.
■
De input gevoeligheid
2
aanpassen
Wanneer GUITAR/BASS/MIC2, MIC1 of de ingebouwde
stereo microfoon geselecteerd zijn, wordt de input gevoeligheid geregeld met behulp van de corresponderende draaiknop.
Als u LINE IN selecteert, moet u het volumeniveau van het
aangesloten externe apparaat aanpassen.
fig.00-320
De ingebouwde stereo microfoon wordt uitgeschakeld,
wanneer een microfoon op de MIC1 jack of MIC 2 jack
wordt aangesloten. Als u de ingebouwde stereo
microfoon wilt gebruiken, dient u de microfoon, die op
Rev0.10
de MIC1 of MIC2 jack is aangesloten, los te koppelen
(bekijk het volgende gedeelte).
36
Page 37
Rev0.10
Om op een goed geluidsniveau op te nemen, zult u de
input niveaus zodanig aan moeten passen, dat het
PEAK lampje even oplicht, wanneer een gitaar (te) hard
bespeeld wordt of zang (te) luid zijn.
■
Het opnameniveau instellen
Pas het volume van de ingang voor opname aan.
1
Zet de MASTER fader lager.
2
Draai de REC LEVEL draaiknop naar het midden en
schuif de MASTER fader dan langzaam omhoog.
fig.00-330
De input selecteren
■ De niveaumeterweergeven
Deze meter geeft het niveau aan voor elke Track.
1
Druk op CURSOR [] in het PLAY venster.
* om naar het Play venster terug te keren, dient u op
CURSOR [ ] te drukken.
fig.00-340
INPUT:
De niveaumeter geeft de input van INPUT aan.
Snelle start
3
Pas het opnameniveau aan met behulp van de REC
LEVEL draaiknop.
U zult het niveau zo aan moeten passen dat de INPUT
level meter fluctueert tussen -12 (tussen -24 en -6) en 0
dB. Het niveau te hoog instellen kan vervorming
veroorzaken, terwijl het niveau te laag instellen kan
leiden tot ruis of verminderen geluidskwaliteit.
4
Gebruik de MASTER fader om het volume tot het
gewenste niveau aan te passen.
Wanneer aansluitingskabels met weerstand worden
gebruikt, is het mogelijk dat het volumeniveau van de
apparatuur, aangesloten op de inputs (GUITAR/BASS
uitgang, LINE IN uitgang), laag is. Als dit gebeurt,
dient u aansluitingskabels zonder weerstand te
gebruiken, zoals die uit de Roland PCS series.
1-8:
De niveaumeter geeft de output van Tracks 1-8 aan.
RHYTHM:
De niveaumeter geeft de output van het ritme aan.
L R:
De niveaumeter geeft het post-MASTER fader
uitgangsniveau aan. Wanneer u het geluid met de
koptelefoon beluistert, dient u de MASTER fader te
gebruiken om het volume tot het gewenste niveau aan
te passen.
37
Page 38
De invoegeffecten gebruiken
De BR-600 heeft vijf ingebouwde effecten processoren; een
invoegeffect, loop effecten, Track EQ, Pitch correctie en
mastering tool kit. Hieronder volgt een uitleg over de
invoegeffecten.
Wat is een invoegeffect?
Een toegevoegd effect, dat direct aan een specifiek signaal kan worden toegevoegd (bij de BR-600 heeft dit
betrekking op de instrumentele geluiden via de INPUT
jack), wordt een invoegeffect genoemd. De effectpedalen die een gitarist tussen zijn gitaar en versterker
plaatst, zijn ook een soort invoegeffect.
Loop effecten daarentegen zijn effecten, die met de
send/return uitgang van mixers en andere
vergelijkbare apparaten verbonden zijn (zie p.118).
Wat is een effect Patch?
De BR-600 voorziet in een aantal effecten voor zang,
gitaar, etc. Twee of meer van deze effecten kunnen
gelijktijdig gebruikt worden. Een dergelijke combinatie
van effecten (bijvoorbeeld de soorten gebruikte effecten
en de volgorde, waarin ze verbonden zijn) wordt een
‘algoritme’ genoemd.
Elk effect in een algoritme voorziet in een zeker aantal
parameters, die het mogelijk maken dat het geluid
wordt veranderd (vergelijkbaar met het afregelen van
een effectpedaal). Het algoritme en zijn parameter
instellingen zijn in eenheden samengevoegd die ‘effect
Patches’ genoemd worden.
Door de effect Patch te veranderen, kunt u gelijktijdig
de opgeslagen effecten combinaties, hun aan/uit status
en de parameter instellingen wijzigen, en het geluid
totaal veranderen.
Effect Patches afwisselen
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet brandt, en druk dan op
[EFFECTS] om de op dat moment geselecteerde effect
Patch in het scherm weer te geven.
fig.00-350
Met uw BR-600 kunt u automatisch de meest geschikte
‘Banks’ selecteren door op een INPUT SELECT knop te
drukken.
Door op de [GUITAR] INPUT SELECT knop te
drukken kunt u bijvoorbeeld naar een guitar Bank
Patch gaan, en door op [LINE] te drukken gaat u naar
een line Bank Patch.
GTR (GUITAR):
Effect Patches, die te gebruiken zijn met gitaren.
MIC:
Effect Patches, die te gebruiken zijn voor het geluid
van de MIC input (bijvoorbeeld zang).
LIN (LINE):
Effect Patches die te gebruiken zijn voor het geluid van
CD’s en andere externe apparatuur via de LINE invoer.
SML (SIMUL):
Effect Patches, die te gebruiken zijn voor het samen
opnemen van zang en gitaar.
P:Preset / S:Song / U:User
BankPatch naam
‘Effect Patches en Banks’ (p. 92).
Nummer
Algoritme naam
Rev0.10
38
Page 39
De invoegeffecten gebruiken
Rev0.10
TIME/VALUE draaiknop om het Patch nummer te
wijzigen.
Wanneer INPUT SELECT op MIC staat ingesteld, en
als MIC1 óf MIC2 gebruikt wordt, dan zal de MIC
Bank geselecteerd worden. Als beiden zijn aangesloten,
of geen van beiden zijn aangesloten en de ingebouwde
stereo microfoon staat aan, wordt de LINE Bank
geselecteerd.
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor op één
lijn te plaatsen met de effect Patch en draai aan de
TIME/VALUE draaiknop om de effect Patch te
veranderen.
Preset Patches (P)
De preset Patches bevatten vooraf ingestelde data. Hun
instellingen kunnen gewijzigd worden, maar u kunt
geen nieuwe preset Patch creëren.
User Patches (U)
User Patches kunnen herschreven worden en in het
interne geheugen opgeslagen. Als u een Patch
gecreëerd heeft, die u ook voor andere songs wilt
gebruiken, is het handig om deze als User Patch op te
slaan.
4
Druk op [EXIT] om naar het Play venster terug te
keren.
Voor meer details over het gebruik van
invoegeffecten, dient u ‘De invoegeffecten
gebruiken’ (p.92) te bekijken.
■ Opnemen zonder
invoegeffecten
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [EFFECTS] om de op dat moment geselecteerde
effect Patch in het scherm weer te geven.
De BR-600 wordt zodanig ingesteld om geluid zonder
toegepaste invoegeffecten uit te voeren , waardoor u in
staat bent om geluiden zonder de invoegeffecten op te
nemen.
‘INPUT <REC DRY>’ selecteren als het punt, waarop
de invoegeffecten geactiveerdworden, geeft u de
mogelijkheid om geluiden zonder de invoegeffecten op
te nemen, terwijl u luistert naar de geluiden met de
toegepaste invoegeffecten.
Snelle start
fig.00-360
Song Patches
Net als User Patches kunnen ook Song Patches worden
geschreven. De data voor Song Patches worden echter
samen met de song data op de geheugenkaart
opgeslagen. Dit is handig wanneer u een Patch voor
een specifieke Performance heeft gecreëerd, en u die
Patch samen met de song op wilt slaan.
BR-600
Preset
Patch
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor op één
lijn te plaatsen met het Patch nummer en draai aan de
User
Patch
Geheugenkaart
Song
Song
Patch
‘De bestemming, waar invoegeffecten worden
ingevoegd, veranderen’ (p.95)
Sommige effect Patches zijn vooral effectief voor stereo
opname.
Voor informatie over het in stereo opnemen, dient u
‘De opnameTrack selecteren’ (p.55) te bekijken.
‘Ritme’ is een daartoe aangewezen ritme Track, die niet
alleen ritmegeluiden als leidraad tijdens het opnemen kan
afspelen. U kunt het ook gebruiken om interne ritmepatronen en originele zelfgemaakte ritmepatronente spelen en
om deze patronen af te spelen, en op te nemen als uw eigen
Rhythm part Performances.
Door ‘in time’ met ‘Ritme’ op te nemen, kunt u individuele
maten bewerken en andere handige functies gebruiken.
Voor meer informatie over dit onderwerp dient u ‘De Performance op een Track bewerken(Track Edit)’ (p.75) te
bekijken.
U kunt het tempo of ritmepatroon ook tijdens een song
veranderen.
Voor meer informatie over dit onderwerp dient u ‘Sectie 4
Het Ritme gebruiken’ (p.131) te bekijken.
■ Patronen en
arrangementen
Er zijn twee standen in Ritme; ‘Pattern’ (Patroon) en ‘Arrangement.’
Patroon
Dit zijn drum Performance frases, die kunnen variëren van
één tot meerdere maten.
Interne patronen (preset patronen) bevatten vooraf ingestelde patronen voor intro’s, verses (coupletten), fill-ins en
eindes.
‘Ritme’ is vooraf ingesteld en bevat een grote variatie
aan arrangementen. Voor meer informatie over de
vooraf ingestelde arrangementen, dient u
‘Arrangement/Patroon lijst’ (p.208) te
■ Patroon (Pattern) mode en
Arrangement mode
Naar ‘Patroon mode’ schakelen kan noodzakelijk zijn om
patronen te spelen. Zoals u naar ‘Arrangement mode’ over
zult moeten gaan om arrangementen te spelen.
Patroon (Pattern) mode
Deze mode wordt gebruikt om herhaaldelijk één enkel
patroon te spelen. In deze mode kunt u ook patronen
creëren en bewerken.
Arrangement mode
Deze mode wordt gebruikt om arrangementen te spelen.
In deze mode kunt u ook arrangementen creëren en
bewerken.
Arrangement
Patronen die in de volgorde, waarin ze uitgevoerd worden,
zijn gerangschikt (bijvoorbeeld intro, verse, fill-in en einde)
en in het geselecteerde tempo van de song gespeeld
worden.
fig.00-370
IntroVerseFillVerseEnding
Rev0.10
40
Page 41
Het ritme gebruiken
Rev0.10
■ Arrangementen spelen■
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is oplicht, en druk dan op
[ARRANGE], zodat de knop oplicht (en aangeeft, dat
de BR-600 in Arrangement mode staat).
[RHYTHM ON/OFF] gaat gelijk branden. De ritmes
zijn aangezet.
2
Druk op [PLAY].
Het arrangement speelt af, wanneer afspelen of
opnemen begint.
Het arrangement stopt automatisch, wanneer [STOP] is
ingedrukt om het afspelen of opnemen te beëindigen.
* Wanneer u het volume van het arrangement aanpast, dient u
de Rhythm fader te gebruiken.
1
2
Patronen spelen
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is oplicht, en druk dan op
[PATTERN], zodat de knop oplicht (en aangeeft, dat
de BR-600 in Patroon mode staat).
[RHYTHM ON/OFF] gaat gelijk branden. De ritmes
zijn aangezet.
Druk op [PLAY].
Het patroon speelt af, wanneer afspelen of opnemen
begint.
Het patroon stopt automatisch, wanneer [STOP] wordt
ingedrukt om afspelen of opnemen te beëindigen.
Het patroon speelt niet, wanneer deze op ‘BREAK’
staat ingesteld.
* Wanneer u het volume van het patroon aanpast, dient u de
Rhythm fader te gebruiken.
Snelle start
41
Page 42
Het ritme gebruiken
■ Arrangementen veranderen
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [ARRANGE], zodat de knop oplicht.
fig.00-400
[RHYTHM ON/OFF] licht direct op. De ritmes staan
nu aan.
2
Selecteer een arrangement.
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om Preset/Song en nummer te selecteren.
fig.00-410
P:Preset / S:Song
Number
Arrangement Name
■ Patronen veranderen
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PATTERN], zodat de knop gaat branden (en
aangeeft, dat de BR-600 in Patroon mode staat).
fig.00-430
[RHYTHM ON/OFF] licht direct op. De ritmes staan
nu aan.
2
Selecteer een patroon.
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE draai-
knop om de Preset/Song en nummer te selecteren.
fig.00-440
P:Preset / S:Song
Number
Pattern Name
fig.00-420
3
Rev0.10
Preset arrangementen (P)
De preset arrangementen bevatten vooraf ingestelde
data. Hun instellingen kunnen niet veranderd worden,
en u kunt geen nieuw preset arrangement creëren.
Song arrangementen
Song arrangementen kunnen geschreven worden. De
data voor song arrangementen wordt echter samen
met de song data op de geheugenkaart opgeslagen.
BR-600
Preset
arrangement
Druk op [EXIT] om naar het Play venster terug te
keren.
Geheugenkaart
Song
Song
arrangement
Preset patronen (P)
De preset patronen bevatten vooraf ingestelde data.
Hun instellingen kunnen niet veranderd worden, en u
kunt geen nieuw preset patroon creëren.
Song patronen
Song patronen kunnen geschreven worden. De data
voor song patronen wordt echter samen met de song
data op de geheugenkaart opgeslagen.
fig.00-450
BR-600
Preset
patroon
3
Druk op [EXIT] om naar het Play venster terug te
keren.
Geheugenkaart
Song
Song
patroon
42
Page 43
Het ritme gebruiken
Rev0.10
■ Het tempo van de
arrangementen of patronen
veranderen
U kunt het tempo van het gespeelde arrangement of
patroon tijdelijk veranderen door de volgende procedure te
volgen, als het Play venster wordt weergegeven.
1
Gebruik [CURSOR] en verplaats de cursor naar
‘TEMPO’ in het scherm.
2
Roteer de VALUE draaiknop om het tempo aan te
passen.
fig.00-460
Tempo
■ Tikken om het tempo van
de arrangementen of
patronen te veranderen
U kunt het tempo van het arrangement of patroon tijdelijk
veranderen door de timing, waarmee u op [TAP] tikt.
Tik vier of meer keren op [TAP] om het tempo van het
arrangement of patroon te wijzigen. Het tempo verandert in
het tempo, waarin u hebt getikt.
fig.00-470
• De tempo instelling van het arrangement is tijdelijk uitgeschakeld.
• De verandering in tempo is slechts tijdelijk. Als u
het tempo van het feitelijke arrangement wilt veranderen, dient u ‘Het tempo van een arrangement
veranderen’ (p.143) te bekijken.
• Tempo’s kunnen niet bij patronen worden opgeslagen.
Snelle start
43
Page 44
Opnemen
■ De opnameTrack selecteren
1
Druk op [1]-[7/8] in REC Track om de opnameTrack te
selecteren.
Als de knop rood gaat knipperen, is die Track klaar
voor opname.
fig.00-480
Als de knop rood gaat knipperen, is die Track klaar
voor opname.
De status van elke Track kan vastgesteld worden aan
de hand van de indicator op de knop.
Uit:Er bevindt zich geen opgenomen data op
deze Track.
Groen:Er bevindt zich opgenomen data op deze
Track.
Rood:De Track is geselecteerd voor opname.
Als een Track, waarop zich data bevindt, voor opname
is geselecteerd, zal de indicator afwisselend in groen en
oranje gaan branden.
Als INPUT SELECT [GUITAR] of [MIC], zijn
opgelicht
fig.00-490
Bovendien zijn Tracks 5/6 en 7/8 stereo Tracks,
waardoor zij altijd stereo opnamen produceren.
fig.00-500
(Mono opname)
(Stereo opname)
Als INPUT SELECT [LINE] of [SIMUL], zijn
opgelicht
fig.00-510
or
Aangezien de input in stereo is, wordt de opname
normaal gesproken op twee Tracks opgenomen. Druk
op REC Track [1] of [2] om Tracks 1 en 2 te selecteren,
of op [3] of [4] om Tracks 3 en 4 te selecteren.
Rev0.10
44
or
Aangezien de input inmono is, wordt de opname
normaliter uitgevoerd als een mono opname op één
Track. Druk op één van Track [1]-[4] op REC Track om
die Track te selecteren, waarop u op wilt nemen.
Als u echter in stereo op wilt nemen om het effect van
deinvoegeffecten te vergroten, moet u gelijktijdig op
de [1] en [2], [3] en [4] REC Track knoppen drukken
voor stereo opname op twee Tracks.
Als u echter de linker en rechterkanalen op één Track
wilt samenvoegen, dient u, met Tracks 1 en 2
geselecteerd, nogmaals op REC Track [1] te drukken
om Track 1 te selecteren. Door dezelfde procedure te
volgen, kunt u Track 1 tot 4 kiezen om als Track op te
nemen.
Bovendien zijn Tracks 5/6 en 7/8 stereo Tracks,
waardoor zij altijd stereo opnamen produceren.
Page 45
Opnemen
Rev0.10
■ Over de opname (REC)
standen
De BR-600 heeft drie opnamestanden.
Gebruik de mode, die het meest geschikt is voor het maken
van uw song.
fig.00-520
INPUTBOUNCE
TRACK
1
2
3
8
.
.
.
Guitar
Bass
Vocal
Keyboard
TRACK
7
8
L
R
Naar twee
tracks mixen
INPUT:
Alleen de instrumentgeluiden of andere ingevoerde bronnen worden op de Tracks opgenomen. Geluiden, die van
andere Tracks worden afgespeeld, worden niet opgenomen.
BOUNCE:
Terwijl de geluiden op verschillende Tracks afgespeeld
worden, worden ze samen op een andere Track opgenomen. In Bounce mode kunt u acht Tracks tegelijkertijd
afspelen en ze allemaal op één enkele, aparte V-Track opnemen.
Wanneer de ingang met behulp van INPUT SELECT
geselecteerd is, kunt u die geluiden ook in de opname
meenemen.
U kunt ook de geluiden van het Ritme in de opname
meenemen.
MASTERING
TRACK
L
7
R
8
De song afmaken met
geoptimaliseerde levels
MASTERING:
Hier past u de ‘Mastering Tool Kit’ toe op de twee Tracks
waarop andere Tracks zijn gebounced om te eindigen met
één song met geoptimaliseerde (volume)niveaus.
Het Ritme kan niet in deze mode worden gebruikt.
Wat is een Mastering Tool Kit?
Wanneer u een audio CD van uw opnames creëert, of
op een vergelijkbaar medium opneemt, moet het
volume over het geheel genomen beteugeld worden,
zodat zelfs de hardste gedeelten van de songs op de
CD goed klinken. Dit resulteert echter vaak in een over
het geheel genomen lager volume, wat resulteert in een
CD die opwinding en impact mist.
Bovendien kan in het lage frequentie gebied, waarvoor
het menselijk oor minder gevoelig is, het
geproduceerde geluid overkomen als nogal laag in
volume, zelfs als de meter weergeeft, dat het
maximumniveau is bereikt. Dit maakt het ook lastig
om krachtige geluiden te creëren.
Met de ‘Mastering Tool Kit’ kunt u echter de
verschillen in volume, die in de hele songvoorkomen,
glad strijken, terwijl u de balans in het lagere gebied
ook corrigeert.
Wij bevelen mastering met behulp van de Mastering
Tool Kit aan in het eindstadium van het creëren van
songs.
Snelle start
‘Mastering’ (p.111)
45
Page 46
Opnemen
■ Procedure
fig.00-530
1
234
1
Druk herhaaldelijk op [REC MODE], totdat INPUT
verschijnt voor REC mode, links in het venster.
De BR-600 gaat nu over in Input mode.
fig.00-540
4
Wanneer u klaar bent met opnemen, dient u op
[STOP] te drukken.
De REC Track knop licht afwisselend in oranje en
groen op, waarmee wordt aangegeven, dat de Track
data bevat.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel er onder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
U kunt geen geluiden afspelen, die korter dan een
seconde duren.
Hoe de Tracks georganiseerd zijn
De BR-600 heeft acht audio Tracks, die voor opnemen
en afspelen gebruikt kunnen worden.
Tracks 1- 4 zijn onafhankelijke mono Tracks. Tracks 5/
6 en 7/8 zijn als stereo Tracks gelinkt.
2
fig.00-550
3
fig.00-560
Rev0.10
46
Druk op [REC].
[REC] knippert in het rood en de BR-600 gaat over in
de recording stand-by status.
Flash
Druk op [PLAY].
[PLAY] wordt groen, de [REC] en REC Track knoppen
zijn nu constant rood opgelicht in plaats van
knipperend en het opnemen begint.
Licht op
Tracks 5/6 en 7/8 liggen respectievelijk vast als linker/rechterTracks, terwijl fader veranderingen, Loop
effecten en andere processen normaliter ook op beide
Tracks toegepast worden .
Deze twee Tracks vormen dus een geschikte Bounce
bestemming(p.65). Tracks 7/8 worden in de eindmix
als mastering Tracks toegewezen (p.111).
Bovendien, en niet zoals bij de audio Tracks van de
audio Tracks, bevat de BR-600 ook daartoe toegewezen
stereo Tracks voor het afspelen van de interne ritmes
(p.132).
Page 47
Rev0.10
Opgenomen muziek afspelen
fig.00-561
■ Het geluid van specifieke
Tracks dempen (Track
mute)
Tijdens het afspelen dient u de [DELETE/MUTE] knop
ingedrukt te houden en op de REC Track knop te drukken,
die afwisselend groen en oranje of groen is.
De REC Track knop zal in oranje of groen gaan knipperen
en het geluid van de Track wordt gedempt.
Als u dezelfde handeling herhaalt, zal de knop naar zijn
2
1
1
Druk op [ZERO] om naar de tijdlocatie 00:00:-00.0 te
gaan.
2
Druk op [PLAY].
[PLAY] licht op in groen en het afspelen begint.
eerder opgelichte toestand terugkeren en zal het geluid van
die Track weer te horen zijn.
fig.00-570
Snelle start
Gebruik de Track faders om het volume voor elke
Track afzonderlijk aan te passen.
47
Page 48
Een extra Performance opnemen, terwijl u naar een
Recording an additional Performance while listening to an existing Performance
bestaande Performance luistert (Overdubbing)
Overdubbing
De Tracks, waarvoor de REC Track knop in groen is opgelicht (of afwisselend in oranje en groen), zijn Tracks waarop
al data is opgenomen.
Het procédé van luisteren naar een eerder opgenomen
Performance, terwijl u extra materiaal op een andere Track
opneemt, wordt ‘overdubben’ genoemd. Door de bas, gitaar
en zang op verschillende Tracks op te nemen, kunt u dan
het volume van elk instrument met betrekking tot elkaar
aanpassen, de geluidsbalans links en rechts veranderen,
data uitwisselen en andere handelingen uitvoeren.
fig.00-580
1
234
5
4
Druk op [PLAY].
De [REC] en REC Track knop indicatoren zijn nu
continu in rood opgelicht in plaats van in het rood te
knipperen, en het opnemen begint. [PLAY] licht op.
Alleen wat u op dát moment speelt, wordt op de
nieuwe Track opgenomen. De muziek die wordt
afgespeeld, wordt niet opgenomen.
* Als u de REC LEVEL draaiknop gebruikt om het volume
van de ingang tijdens het opnemen naar beneden te draaien,
zal het geluid op de audio Track op een laag niveau worden
opgenomen, zodat ruis meer opvalt, wanneer u het volume
van de audio Track bij het afspelen hoger zet.
Als u het geluid van de ingang, die u beluistert lager wilt
zetten, dient u het volume met behulp van de MASTER
fader lager te zetten. Om het volume van de muziek, die
wordt afgespeeld te verlagen, dient u de Track fader voor de
respectievelijke Tracks te gebruiken.
5
Wanneer u klaar bent met opnemen, dient u op
[STOP] te drukken.
1
2
Rev0.10
3
Druk op één van de REC Track [1]-[7/8] knoppen om
de Track te selecteren, waarop u wilt opnemen.
De status van elke Track kan aan de hand van de
indicator op de knop bepaald worden .
Uit:Er bevindt zich geen opgenomen data op de
Track.
Groen:Er bevindt zich opgenomen data op de
Track.
Rood:De Track wordt geselecteerd voor opname.
Als een Track, waarop zich data bevindt voor opname
geselecteerd wordt, zal de indicator afwisselend in
oranje en groen oplichten.
Stel de faders zo in dat de Tracks op een passend
niveau worden afgespeeld.
Druk op [REC].
[REC] knippert nu in rood en de BR-600 gaat over in de
recording stand-by status.
• Als u geluiden opneemt op een Track die al opgenomen materiaal bevat, wist u de eerder opgenomen opname.
•U kunt geen geluiden afspelen, die korter dan een
seconde duren.
Enkele tips voor het overdubben
Wanneer u nieuw materiaal opneemt, terwijl u naar
een opgenomen Performance luistert, kan uw spelen
in de bestaande uitvoeringen overschaduwd worden,
waardoor het moeilijk is voor u om te spelen. In dat
geval kunt u de faders van de afspeelTracks naar
beneden schuiven of de afspeelTracks naar links (of
rechts) pannen,en het gespeelde geluid naar rechts (of
links) plaatsen om u zelf beter te kunnen horen.
‘De perceptie van stereo in de input
geluiden aanpassen (Pan)’ (p.56)
48
Page 49
Rev0.10
Meerdere Tracks samenvoegen (Bounce)
Het geluid voor elke Track
instellen
U kunt de toon, de panning en de volumebalans voor elke
Track afzonderlijk instellen.
■ De perceptie van stereo
voor het geluid aanpassen
(Pan)
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PAN/EQ/LOOP FX].
fig.00-590
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘PAN’ te verplaaten, en druk dan op [ENTER].
Het Pan instellingen venster verschijnt in het scherm.
fig.00-600
Tracks 5/6 en 7/8 zijn stereo Tracks en alle gemaakte
pan instellingen gelden voor beide Tracks als paar.
Wanneer ingesteld op C00:
Track 5 (7) wordt naar links en
Track 6 (8) naar rechts gepand.
Wanneer ingesteld op L50:
Zowel Track 5 (7) als Track 6 (8)
worden naar links gepand.
Wanneer ingesteld op R50: Zowel Track 5 (7) als
Track 6 (8) worden naar rechts
gepand.
Snelle start
3
Druk op CURSOR [ CURSOR L] [] en draai aan de
TIME/VALUE draaiknop om de Track pan
instellingen te veranderen.
* Door op een REC Track knop te drukken, verplaatst u de
cursor naar de Track die correspondeert met de ingedrukte
knop.
* Door op [ENTER] te drukken, stelt u dit in op ‘C00’
(Centrum).
4
Druk op [EXIT] (of [PAN/EQ/LOOP FX]) om naar het
Play venster terug te keren.
49
Page 50
Meerdere Tracks samenvoegen (Bounce)
■
De toon aanpassen (Track
EQ)
‘Track EQ’ is een afzonderlijke 2-bands equalizer op elke
Track, die u de mogelijkheid geeft om de hoge en lage frequentie tonen afzonderlijk aan te passen.
Dit werkt net als de klankcontrole op een stereo-set.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PAN/EQ/LOOP FX].
fig.00-590
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘EQ’te verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
Het EQ instellingen venster verschijnt in het scherm.
fig.00-620
3
Druk op CURSOR [] [] en draai aan de TIME/
VALUE draaiknop om de Track EQ aan of uit te
zetten.
* Door op een REC Track knop te drukken, verplaatst u de
cursor naar de Track die correspondeert met de ingedrukte
knop.
Voor meer informatie over de inhoud van
instellingen, dient u ‘Track EQ parameter
functies’ (p.122) te bekijken.
5
Wanneer u klaar bent met het maken van de
instellingen, dient u op [EXIT] of [PAN/EQ/LOOP
FX] te drukken om naar het Play venster terug te
keren.
■ Ruimtelijk karakter
toevoegen aan het geluid
(Loop effect)
De BR-600 levert chorus, delay en doubling (elk van deze
drie effecten kan op ieder moment worden geselecteerd) als
loop effecten, met daarnaastreverb. Effectief gebruik hiervan, geeft u de mogelijkheid om een voller geluid te
creëren.
Wat is een loop effect?
Effecten die verbonden zijn met de send en return van
mixer effecten worden ‘loop effecten’ genoemd. U kunt
de diepte van het effect aanpassen door het send
niveau van elk mixer kanaal (gelijk aan de Tracks van
de BR-600) te veranderen.
Aangezien de send niveaus voor elke Track apart zijn,
kunt u de diepte afzonderlijk veranderen. Dit stelt u in
staat om bijvoorbeeld een diepe reverb op de zang en
een lichte reverb op de drums toe te passen of een
andere soortgelijke combinatie.
Tegengesteld aan invoegeffecten (p.92) die toegepast
worden op specifieke geluiden, worden loop effecten
op de hele Track toegepast.
4
fig.00-630
Rev0.10
50
Wanneer u de EQ instellingen wijzigt, dient u
herhaaldelijk op CURSOR [] te drukken om in
het parameter venster te komen en dan [CURSOR] en
de TIME/VALUE draaiknop te gebruiken om de
waarde van de instelling te veranderen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [PAN/EQ/LOOP FX].
fig.00-640
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar ‘CHO/DLY’ of ‘REV’, en druk dan
op [ENTER].
Page 51
Meerdere Tracks samenvoegen (Bounce)
Rev0.10
fig.00-650
3
Druk op CURSOR [] [], totdat ‘FX Type’ of
‘Type’ op het scherm verschijnt en draai dan aan de
TIME/VALUE draaiknop om het loop effect te
selecteren.
Wanneer u CHO/DLY gebruikt
Selecteer uit ‘CHORUS,’ ‘DELAY’ of ‘DBLN’
(doubling).
fig.00-660
fig.00-680
Voor meer informatie over de inhoud van
instellingen, dient u ‘Loop effecten parameter
functies’ (p.120) te bekijken.
5
Druk op CURSOR [] [] om het Send Level
instellingen venster te bekijken.
Wanneer u CHO/DLY gebruikt
fig.00-690
Wanneer u REV gebruikt
fig.00-700
Snelle start
Wanneer u REV gebruikt
Selecteer uit ‘HALL’ of ‘ROOM.’
fig.00-670
U kunt chorus, delay en doubling niet gelijktijdig
gebruiken. Ieder effect kan worden geselecteerd als
loop effecten aan staan.
4
Als u de instellingen voor het geselecteerde effect
wilt veranderen, dient u op CURSOR [] [] te
drukken en dan de instellingswaarde te veranderen
met behulp van de TIME/VALUE draaiknop.
6
Druk op CURSOR [] [] en draai aan de TIME/
VALUE draaiknop om het send niveau van elke
Track aan te passen.
* Door op een REC Track knop te drukken, verplaatst u de
cursor naar de Track die correspondeert met de ingedrukte
knop.
7
Als u klaar bent met het send niveau aan te passen,
dient u herhaaldelijk op [EXIT] te drukken om naar
het Play venster terug te keren.
Het ‘send niveau’ is het volumeniveau van het signaal
dat van elke respectievelijke Track naar elk effect
verstuurd is. U kunt de hoeveelheid toegepast effect
veranderen door het send niveau aan te passen.
51
Page 52
Meerdere Tracks samenvoegen (Bounce)
Bouncing
fig.00-720
1
[REC] knippert nu in rood, en de BR-600 gaat over in
de recording stand-by status.
fig.00-740
Knippert
2
4
Druk op [PLAY].
[PLAY] licht op in het groen, de [REC] en REC Track
knoppen branden nu continu in plaats van te
knipperen in het rood, en de opname begint.
fig.00-560
Licht op
5
1
Druk herhaaldelijk op [REC MODE] totdat links in
het venster ‘Bounce’ voor REC MODE verschijnt.
De BR-600 gaat nu over in de BOUNCE mode.
fig.00-730
V-Tracks met opgenomen data.
V-Tracks zonder data.
Opnamebestemming
34
5
Wanneer u klaar bent met opnemen, drukt u op
[STOP].
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
aangeeft wat er op dat moment gebeurt.
• Om zich voor te bereiden op verder opnemen als
de Bouncing af is, schakelt de BR-600 automatisch
over naar een lege V-Track bij de bounce bestemming.
• Nadat u naar twee Tracks lager bent gebounced,
kunt u de ‘Mastering Tool Kit’ gebruiken om verschillen in volumeniveaus over de hele song te elimineren en om de juiste low-end balans te bereiken. Bekijk ‘Mastering’ (p.111).
2
Rev0.10
3
52
‘Wat zijn V-Tracks?’ (p.12)
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track te selecteren, waarop
u op wilt nemen.
Druk op [REC].
Page 53
Sectie 1
Opnemen
en afspelen
Section 1 Recording and Playback
53
Page 54
Opnemen
Songs creëren voor opname
fig.00-250
1
2,4,5
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘NEW’ te verplaatsen, en druk dan op [ENTER].
‘Type’ verschijnt in het scherm.
fig.00-260
2
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de bovenste
regel van het scherm, terwijl de regel eronder aangeeft wat er op
dat moment gebeurt.
■ Over data types
Wanneer u een nieuwe song opneemt, geeft de BR-600 u de
mogelijkheid het data type in te stellen. Dit geeft u de moge-
3
lijkheid de combinatie van geluidskwaliteit en opnametijd
te selecteren, die het meest bij de opname past.
De volgende data types kunnen geselecteerd worden:
HIFI (MT2) (multiTrack 2):
Voor opnames van hoge kwaliteit. Dit data type wordt aanbevolen wanneer u veel gebruik gaat maken van Track
Bouncing. Normaliter zult u dit type selecteren. Gebruik dit
type voor vrijwel al uw opnamen.
STD (LV1) (live 1):
Voor opnamen die langer duren dan wat het MT2 data type
kan bieden. Dit is de meest geschikte instelling voor het
opnemen van live Performances.
LONG (LV2) (Live 2):
Van de drie data types voorziet dit type in de langste opnametijd. Dit is handig, wanneer de kaart weinig opnamecapaciteit heeft.
Opnametijd
De opnametijden, die voor elk data type op één geheugenkaart mogelijk zijn, worden hieronder gegeven (wanneer u
één Track opneemt).
3
4
fig.00-270
Rev0.10
5
54
Roteer de TIME/VALUE draaiknop om het data type
te selecteren.
Druk op [ENTER].
‘Are you sure?’ verschijnt nu in het scherm.
Druk op [ENTER]. Wanneer de nieuwe song klaar is,
verschijnt het Play venster weer in het scherm.
Data typeOpnametijd (tijden zijn bij benadering)
HiFi (MT2)STD (LV1)LONG (LV2)
32 MB16 min.19 min.24 min.
64 MB32 min.39 min.49 min.
128 MB65 min.78 min.98 min.
256 MB130 min.156 min.196 min.
512 MB260 min.312 min.392 min.
1 GB520 min.624 min.784 min.
* De sample snelheid is op 44.1 kHz ingesteld, onafhankelijk
van het data type. U kunt de sample snelheid niet
veranderen.
• Het data type van een song kan niet veranderd
worden, nadat het gecreëerd is.
• De opnametijden, die hierboven worden weergegeven, zijn bij benadering. Afhankelijk van het aantal songs kan de toegestane opnametijd korter worden.
Page 55
Rev0.10
• De opnametijden, die hierboven worden weergegeven, zijn gebaseerd op één gebruikte Track. Als u
bijvoorbeeld op alle acht Tracks opneemt, zal de
opnametijd voor elke Track 1/8 van de hierboven
aangegeven tijd zijn.
• De CompactFlash geheugenkaarten, ondersteund
door uw BR-600, zijn 32 MB tot 1 GB CompactFlash
kaarten voor gebruik in combinatie met een 3.3
voltage.
De opnameTrack selecteren
Opnemen
Aangezien deinput mono is, wordt de opname normaliter
uitgevoerd als een mono opname op één Track. Druk op
een Track, uit Track [1]-[4] bij REC Track, om de Track te
selecteren, waarop u op wilt nemen.
Als u echter in stereo op wilt nemen om het effect van
invoegeffecten te vergroten, dan kunt u gelijktijdig op de [1]
en [2] of [3] en [4] REC Track knoppen drukken om in stereo
op twee Tracks op te nemen.
Bovendien zijn Tracks 5/6 en 7/8 stereo Tracks. Zij produceren altijd stereo opnamen.
fig.00-500
(Mono opname)
1
Druk op [1]-[7/8] bij REC Track om de opnameTrack
te selecteren.
Als de knop knippert in rood, is die Track klaar voor
opname.
fig.00-480
De status van elke Track kan bepaald worden aan de
hand van de indicator op de knop.
Uit:Er bevindt zich geen opgenomen data op de
Track.
Groen:Er bevindt zich opgenomen data op de
Track.
Rood:De Track wordt geselecteerd voor opname.
Als een Track waarop zich data bevindt geselecteerd
wordt voor opname, zal de indicator afwisselend in
oranje en groen oplichten.
Als INPUT SELECT [GUITAR] of [MIC] is
opgelicht
fig.00-490
or
Sectie 1
(Stereo opname)
Als INPUT SELECT [LINE] of [SIMUL]
opgelicht zijn
fig.00-510
or
Aangezien de input in stereo is, wordt de opname normaliter uitgevoerd op twee Tracks. Druk op REC Track [1] of [2]
om Tracks 1 en 2 te selecteren of op [3] of [4] om Tracks 3 en
4 te selecteren.
Als u echter de linker en rechterkanalen op één Track wilt
samenvoegen, dan dient u, met Tracks 1 en 2 geselecteerd,
weer op REC Track [1] te drukken om Track 1 te selecteren.
Als u dezelfde werkwijze volgt, kunt u elke Track (1-4)
selecteren als de Track, waar u op gaat nemen.
Bovendien zijn Tracks 5/6 en 7/8 stereo Tracks. Zij produceren altijd stereo opnamen.
55
Page 56
Opnemen
V-Tracks veranderen
De BR-600 is een multi-Track recorder, en elke Track bestaat
uit acht V-Tracks. U kunt uit één van deze V-Tracks kiezen
om op te nemen of af te spelen.
Hierdoor is er een grote omvang aan gebruiksmogelijkheden, zoals het opnemen van een gitaarsolo of stem en
daarna het opnemen van een ander instrument, zonder dat
u de eerste opname hoeft te wissen. U kunt ook alleen de
gedeelten van de V-Tracks die u leuk vindt nemen en die
op één Track samenvoegen.
‘De Performance op een Track bewerken (Track
edit)’ (p.75)
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [V-Track].
fig.01-150
Het V-Track Selection venster verschijnt in het scherm.
Dit venster geeft het nummer van de geselecteerde VTracks voor elke Track aan.
fig.01-160
De perceptie van stereo in de
input geluiden aanpassen (Pan)
Om het stereofonische gevoel van de instrumentgeluiden
die worden ingevoerd te veranderen (pan), dient u de volgende werkwijze te volgen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet opgelicht is, en druk dan
op [PAN/EQ/LOOP FX].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘PAN’ te verplaatsen, en druk vervolgens op
[ENTER].
Het PAN instellingen venster verschijnt in het scherm.
3
Druk op CURSOR [], zodat ‘IN’ wordt
weergegeven.
V-Tr acks met opgenomen data.
V-Tr acks zonder data.
2
Gebruik de REC Track [1]-[7/8] om de Track te
selecteren, die gewijzigd moet worden.
*U kunt de Tracks ook selecteren met behulp van de
CURSOR [] [].
3
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop en verander de
V-Track.
Rev0.10
4
Als u klaar bent met het veranderen van de V-Track,
dient u op [V-Track] (of [EXIT]) te drukken om naar
het Play venster terug te keren.
56
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de pan
instellingen te veranderen. De pan instellingen, die
hier gemaakt zijn, worden automatisch toegepast op
de Track waarnaar u opneemt, zodat, als u klaar bent
met opnemen, u naar de Track kunt luisteren met
dezelfde pan als bij de opname.
5
Druk op [PAN/LOOPFX] (of [EXIT]) om naar het Play
venster terug te keren.
Page 57
Rev0.10
Wanneer u nieuw materiaal opneemt, terwijl u naar
een opgenomen Performance luistert, kan uw spelen
overschaduwd worden ,waardoor het moeilijk is om
mee te spelen. In dat geval kunt u de positionering (of
panning) van de INPUT veranderen en opnemen,
zodat dit niet wordt overschaduwd door andere
geluiden.
Pan de afspeelTracks naar links (of rechts) en het
geluid dat u speelt naar rechts (of links) om het
gemakkelijker te maken.
Opname handelingen
1
Druk herhaaldelijk op [REC MODE], totdat de
INPUT indicator gaat branden.
fig.00-540
2
Druk op [REC].
[REC] knippert in het rood, en de BR-600 gaat over in
de recording stand-by status.
fig.00-550
Flash
Opnemen
4
Wanneer u klaar bent met opnemen, dient u op
[STOP] te drukken.
DE REC Track knop knippert afwisselend in oranje en
groen, aangevend dat de Track opgenomen data bevat.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
•U kunt geen geluiden afspelen, die korter dan een
seconde duren.
• De volgende handelingen kunnen niet uitgevoerd
worden als de recorder in gebruik is (tijdens afspelen en opnemen):
· Patronen opnemen
· Arrangementen bewerken
· Drumkits selecteren
· Naar het USB venster gaan
· Naar het Tone Load venster gaan
· Naar het Song Selection venster gaan
· Naar het Song New venster gaan
· Naar het Song Informatie venster gaan
· Naar het Edit Song venster gaan
· Track bewerken
· Naar het Initialize venster gaan
Sectie 1
fig.00-560
3
Druk op [PLAY].
[PLAY] licht op in het groen, de [REC] en REC Track
knoppen zijn nu continu opgelicht in plaats van in het
rood te knipperen. De opname kan beginnen.
Licht op
57
Page 58
Afspelen herhalen (Repeat)
Door de ‘Repeat functie’ te gebruiken, kunt u een specifiek
stuk herhaaldelijk afspelen. Herhalen geeft u de mogelijkheid om de mix balans te controleren of loop opnames
(p.63) uit te voeren met behulp van de punch in/uit functies.
Het afspelen wordt herhaald in het gedeelte, dat is ingesteld
met behulp van Repeat, zoals u hieronder kunt zien.
fig.01-570
Herhalen
Tijd
Start herhalen
(A)
1
Druk op [REPEAT] bij het punt waarop u wilt dat het
herhalen begint (A).
fig.01-202
De [REPEAT] begint te knipperen, aangevend dat het
repeat startpunt (A) is geregistreerd.
Einde herhalen
(B)
4
Als u de registratie voor dit herhalende segment wilt
bewaren, dient u de song op te slaan.
‘De huidige instellingen voor de song opslaan
(Song save)’ (p.89)
• Er dient minimaal één seconde tussen het repeat
startpunt (A) en het repeat eindpunt (B) te zitten.
Het is niet mogelijk om het eindpunt op minder
dan één seconde afstand van het startpunt in te
stellen.
• Als u op [REPEAT] drukt bij een positie vóór het
repeat startpunt (A), dan wordt die positie ervoor
ingesteld als het repeat startpunt (A).
2
fig.01-580
3
Rev0.10
58
Druk op [REPEAT] bij het punt, waarop u wilt dat het
herhalen eindigt (B).
De [REPEAT] begint te knipperen, aangevend dat het
te herhalen gedeelte is geregistreerd.
Als u het herhalen wilt annuleren, dient u nogmaals
op [REPEAT] te drukken.
Het herhalen wordt geannuleerd, en de [REPEAT] gaat
uit.
Page 59
Rev0.10
Het Repeat gedeelte met
accurate timing instellen
Normaliter worden de repeat start en eindpunten exact op
die positie geregistreerd als waar op [REPEAT] werd ingesteld. Dit kan het lastig maken het te herhalen gedeelte
exact in te stellen op de gewenste locatie.
Als dit het geval is, kunt u de quantize functie gebruiken
om de tijd (maatafstelling) waarop u [REPEAT] heeft ingedrukt aan te passen aan de timing van de song. De quantize
functie geeft u de mogelijkheid om de timing in eenheden
van één maat in te stellen.
Voer onderstaande procedure uit om de quantize functie te
gebruiken.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar ‘SYS’, en druk dan op [ENTER].
fig.01-150
Afspelen herhalen (Repeat)
• Het tempo veranderen, nadat u de quantize functie instellingen in een herhaald gedeelte heeft
gemaakt, zal verschil in timing veroorzaken tussen het repeat startpunt en het repeat eindpunt, en
het begin en einde van maten.
•U kunt het repeat gedeelte op één maat instellen
door twee keer op dezelfde locatie [REPEAT] in te
drukken.
Sectie 1
Wanneer het te herhalen gedeelte is ingesteld, kunt u
de volgende functies gebruiken om uw opgenomen
Track data te bewerken:
Voordat u deze functies gebruikt, kunt u de quantize
functie gebruiken om het te herhalen gedeelte met
behulp van accurate timing in te stellen.
3
Druk op CURSOR [] [] om ‘AB Qtz’ te
selecteren, en draai aan de TIME/VALUE draaiknop
om de instelling aan te zetten.
Wanneer dit uitstaat, zal de Quantize functie niet
werken.
fig.01-160
4
Druk op [UTILITY] (of druk herhaaldelijk op [EXIT])
om naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
aangeeft wat er op dat moment gebeurt.
59
Page 60
Over een fout opnemen (Punch-in/out)
U kunt soms een fout maken, terwijl u aan het opnemen
bent of de opname is gewoon niet geworden wat u ervan
verwachtte. In dit geval kunt u punch in/out gebruiken om
alleen het ‘foute’ gedeelte opnieuw op te nemen.
Veranderingen in de opname, terwijl u een song afspeelt,
heet punching in, en veranderen van opname naar afspelen
wordt punching out genoemd.
Punch daarom in op de locatie, waarop u wilt beginnen met
opnieuw opnemen, en punch uit op de locatie waar u het
opnieuw opnemen wilt beëindigen.
fig.01-170
AfspelenAfspelenOpnemen
Tijd
Start
[
PLAY
Met uw BR-600 kunt u kiezen uit handmatige of automatische punching in/out.
Punch-In
][
][
REC
Punch-Out
REC
Stop
][
STOP
]
Handmatige punch-in/out
U kunt [REC] of een voetschakelaar gebruiken om in of uit
te punchen.
* Wanneer u handmatige punch in/out gebruikt, dient u een
interval van tenminste één seconde tussen de punch-in en
punch-out punten toe te staan.
■ Handmatig in en uit
punchen met [REC]
Als voorbeeld gaat de uitleg hieronder er van uit, dat u
handmatig in en uit gaat punchen om een gedeelte van
Track 1 opnieuw op te nemen, dus een Track waarop u al
hebt opgenomen.
1
Druk op REC Track [1].
REC Track [1] licht afwisselend op in oranje en groen.
3
Start afspelen. en pas het volume van de ingang aan
met behulp van de REC LEVEL draaiknop.
Luister naar de Track die u opnieuw op gaat nemen en
naar de ingang en pas het volume van de ingang met
behulp van de REC LEVEL draaiknop aan, totdat deze
hetzelfde niveau heeft als de Track.
4
Ga naar een positie vlak vóór de locatie, waarop u het
opnieuw opnemen wilt starten, en druk op [PLAY]
om met afspelen te beginnen.
5
Druk op [REC] om in te punchen op de locatie, waar u
met opnemen wilt starten.
De BR-600 begint met opnemen.
6
Om uit te punchen, dient u weer op [REC] (of [PLAY])
te drukken.
Elke keer dat u op [REC] drukt puncht u in en uit, dus
als er een andere locatie is, die u overnieuw wilt doen,
kunt u weer in punchen op die locatie, waarbij u
dezelfde werkwijze volgt.
7
Druk op [STOP] om te stoppen met opnemen.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
8
Luister naar het nieuwe resultaat.
Zet de song terug naar een punt vóór de nieuwe
opname, en speel het af.
Pas het volume van Track 1 aan met behulp van de
Track fader.
2
fig.01-180
Rev0.10
60
Plaats de fader voor Track 1 op de locatie, die hieronder
is aangegeven.
•U kunt de Undo functie gebruiken (p.64) om terug te
keren naar de toestand, vóórdat u opnieuw opnam.
• De data vóór punch-in/out zal op de geheugenkaart
blijven staan zonder dat dit gewist wordt. Om effectief gebruik te maken van de geheugenkaart kunt u,
als deze gegevens niet langer nodig zijn, de song
optimize functie (p.87) gebruiken om onnodige data
van de geheugenkaart te verwijderen.
Page 61
Rev0.10
■ Handmatig in- en
uitpunchen met behulp van
een voetschakelaar
Het kan vaak lastig zijn om in en uit te punchen met behulp
van de [REC] knop, wanneer u zelf een instrument bespeelt
en tegelijkertijd opneemt. In dergelijke situaties vindt u het
wellicht gemakkelijker om een apart verkrijgbare voetschakelaar (zoals BOSS FS-5U of Roland DP-2) aan te sluiten, en
de voetschakelaar te gebruiken om in en uit te punchen.
Een voetschakelaar gebruiken
Wanneer u een apart verkrijgbare voetschakelaar gebruikt
om in- en uit te punchen, dient u de voetschakelaar op de
FOOT SW uitgang van de BR-600 aan te sluiten, en de functie van de FOOT SW uitgang te veranderen door de procedure hieronder te volgen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar ‘SYS’, en druk dan op [ENTER].
fig.01-190
Over een fout opnemen (Punch-in/out)
Om de voetschakelaar tijdens het afspelen van een
song (handmatige punch in en out), te bedienen, dient
u de voetschakelaar eenmaal in te drukken om in te
punchen en dan weer in te drukken om uit te punchen.
Auto punching in en out
Automatisch in en uit punchen op voorbepaalde locaties (of
tijden) in de song, staat bekend als ‘Auto Punching in/out.’
Wanneer u op een nauwkeurig bepaald tijdstip in en uit
wilt punchen of wanneer u zich liever wilt concentreren op
spelen dan op het handmatig in en uit punchen, dan is de
Auto Punch in/out functie erg handig.
■
Het gebied voor Auto
Punching in/out specificeren
Voordat u begint met opnemen, dient u de locaties waarop
punch-in en punch-out voor zullen komen, automatisch te
registreren.
1
Registreer de locatie, waarop u in wilt punchen. Ga
naar de locatie waar u in wilt punchen, en druk op
AUTO PUNCH [IN] om die locatie te registreren voor
automatische punch in.
Sectie 1
3
Druk op CURSOR [] [], en selecteer ‘Foot SW’.
fig.01-200
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop en selecteer
‘PUNCH’ [PUNCH IN/OUT].
5
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Op dat moment licht de AUTO PUNCH [IN] op,
waarmee wordt aangegeven dat de punch-in positie
geregistreerd is.
fig.01-210
* Als de AUTO PUNCH [IN] is opgelicht, zult u automatisch
naar de geregistreerde punch-in tijd gaan, wanneer deze
knop wordt ingedrukt.
2
Registreer de locatie, waarop u uit wilt punchen. Ga
naar de locatie waar u uit wilt punchen, en druk op
AUTO PUNCH [OUT] om deze locatie te registreren
voor automatische punch out.
Op dat moment licht de AUTO PUNCH [OUT] op,
daarmee aangevend dat de punch-out positie
geregistreerd is.
61
Page 62
Over een fout opnemen (Punch-in/out)
fig.01-220
* Als de AUTO PUNCH [OUT] is opgelicht, zult u
automatisch naar de geregistreerde punch-out tijd gaan
wanneer deze knop wordt ingedrukt.
Als u in/uit wilt punchen op een eerder ingesteld
locator punt, dient u op [LOCATOR] te drukken om
het locator punt te verplaatsen (p.72) en dan op AUTO
PUNCH [IN] of AUTO PUNCH [OUT] te drukken.
■ Een geregistreerde Auto
Punch in/out locatie wissen
• Om een Auto Punch-in locatie te wissen, dient u AUTO
PUNCH [ON/OFF] ingedrukt te houden en dan op
[IN] te drukken.
• Om een Auto Punch-out locatie te wissen, dient u
AUTO PUNCH [ON/OFF] ingedrukt te houden en
dan op [OUT] te drukken.
fig.01-180
3
Start afspelen, en pas het volume van de ingang aan
met behulp van de REC LEVEL draaiknop.
Luister naar de Track, die u opnieuw op gaat nemen en
naar de ingang met behulp van de REC LEVEL
draaiknop zodat deze hetzelfde niveau heeft als de
Track.
4
Ga naar een positie vóór het punt waar u het opnieuw
opnemen wilt starten, en druk op AUTO PUNCH
[ON/OFF].
De knop licht op, daarmee aangevend dat de Auto
Punch-in en Auto Punch-out zijn ingesteld.
Wanneer de instellingen gewist zijn, gaan de AUTO
PUNCH [ON/OFF], [IN] en [OUT] uit.
Als u de Auto Punch in/out instellingen in de op dat
moment geselecteerde song wilt opslaan, dient u
[STOP] ingedrukt te houden en op [REC] te drukken.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
■ Hoe u moet opnemen
Als voorbeeld gaat de uitleg hieronder er van uit dat u de
Auto Punch in/out gaat gebruiken om een gedeelte van
Track 1 opnieuw op te nemen; een Track waarop u al eerder
heeft opgenomen.
1
Druk op REC Track [1].
REC Track [1] licht afwisselend op in oranje en groen.
Rev0.10
2
Plaats de fader voor Track 1 op de locatie, die
hieronder is aangegeven.
5
Druk op [REC] om de BR-600 in recording stand-by te
zetten, en druk dan op [PLAY].
Het opnemen begint automatisch bij de Auto Punch-in
locatie, dus speel wat u op wilt nemen. Bij het punt, dat
u als punch-out gespecificeerd heeft, zal de Track
automatisch overgaan in de play mode.
6
Druk op [STOP] om te stoppen met opnemen.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
7
Luister naar het nieuwe resultaat.
Ga terug naar een locatie in de song, vóórdat u begon
met opnieuw opnemen en speel het af.
Pas het volume van Track 1 aan met behulp van de
Track fader.
Herhaaldelijk over dezelfde locatie
opnemen (Loop recording)
62
Page 63
Over een fout opnemen (Punch-in/out)
Rev0.10
De Repeat functie (p.58) geeft u de mogelijkheid om een
bepaald gedeelte van een song (het loop gedeelte) steeds
opnieuw af te spelen.
Als u Auto Punch in/out samen met de repeat functie hebt
gebruikt, zal het gedeelte herhaald worden zodat u het
resultaat van de opname direct kunt beluisteren.
Als de opname niet klinkt, zoals u gehoopt had, drukt u
simpelweg op [REC] om de opname overnieuw te maken.
De Repeat functie en de Auto Punch in/out samen op deze
manier gebruiken, teneinde herhaaldelijk op te nemen,
wordt ‘loop recording’ genoemd.
* Voor informatie over het instellen van het gedeelte waar de
opname plaats zal vinden (het gedeelte tussen de punch-in
en punch-out posities), dient u ‘Auto punching in en out’
hierboven te bekijken.
■ Het gedeelte, dat herhaald
moet worden, instellen
Voordat u begint met opnemen, dient u de start- en eindpositie van het te herhalen gedeelte in te stellen.
* Het gedeelte dat herhaald moet worden, zou het gedeelte
moeten bevatten waarover u op wilt nemen (het gedeelte
tussen de punch-in en punch-out posities).
fig.01-240
Herhalen
Opnemen
Start herhalen
(A)
Als het gedeelte dat opnieuw opgenomen moet worden niet
volledig in het te herhalen gedeelte is ingesloten, zal de
opname misschien niet beginnen of eindigen zoals u wilt.
Punch-In Punch-Out
AfspelenOpnemen
Time
Einde herhalen
(B)
fig.01-180
3
Gebruik de herhalingsfunctie (p.58) om de song
opnieuw af te spelen, en pas het volume van de ingang
aan met behulp van de REC LEVEL draaiknop.
Luister naar de Track, die u opnieuw op gaat nemen en
naar de ingang, en pas het volume van de ingang aan,
zodat deze hetzelfde niveau als de Track heeft.
4
Druk op [STOP].
5
Druk op AUTO PUNCH [ON/OFF].
De knop licht op en geeft daarmee aan, dat de Auto
Punch-in en out zijn ingesteld.
6
Wanneer u klaar bent om op te nemen, dient u op
[REC] en dan op [PLAY] te drukken om te beginnen
met opnemen.
Nadat u [PLAY] heeft ingedrukt, kunt u opnemen
vanaf het moment waarop de eerste punch-in is
ingesteld tot aan het moment waarop de punch-out is
ingesteld. Indien gewenst, kunt u het gedeelte
opnieuw opnemen.
Wanneer de song herhaald wordt, kunt u het resultaat
van uw opname beluisteren. Als de opname niet naar
wens is, kunt u op [REC] drukken en de opname
opnieuw uitvoeren.
Sectie 1
■ Hoe op te nemen
Als voorbeeld gaat de uitleg hieronder er van uit dat u de
Auto Punch in/out gebruikt om een gedeelte van Track 1
opnieuw op te nemen, dus een eerdere opgename.
1
Druk op REC Track [1].
REC Track [1] licht afwisselend op in oranje en groen.
2
Plaats de fader voor Track 1 in de positie, zoals
hieronder wordt aangegeven.
7
Druk op [STOP] om met opnemen te stoppen.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
8
Druk op [REPEAT] om de knop uit te zetten.
9
Druk op [AUTO PUNCH [ON/OFF] om de knop uit te
zetten.
63
Page 64
Een handeling ongedaan maken (Undo/redo)
Soms, wanneer de gemaakte opname u teleurstelt of als de
instellingen die u voor een bewerking had ingesteld onjuist
blijken te zijn, is het handig om uw handeling ongedaan te
maken. Dan kunt u de ‘Undo functie’ gebruiken.
Met de Undo functie maakt u de actie, die u zojuist heeft
uitgevoerd, weer ongedaan en keert u terug naar de toestand waarin u zich ervoor bevond. Om een Undo ongedaan te maken, dient u de ‘Redo’ functie te gebruiken.
Stelt u zich bijvoorbeeld voor, dat u in puncht om te loop
recorden en twee keer over dezelfde locatie opneemt. Om
de opname, die u als laatste heeft gemaakt, ongedaan te
maken en terug te keren naar de eerste opname, zult u dan
de Undo functie gebruiken.
Om de Undo ongedaan te maken en juist terug te keren
naar de situatie waarin u zich bevond direct ná de tweede
opname, moet u de Redo functie gebruiken.
• Nadat u een Undo hebt uitgevoerd, kunt u alleen
een Redo uitvoeren (u kunt niet weer een Undo
uitvoeren).
• Als u iets opneemt of Track Edit uitvoert, nádat u
een Undo heeft uitgevoerd, is het niet meer mogelijk om een Redo uit te voeren.
• Het ongedaan maken heeft alleen invloed op audio
data opgenomen op audio Tracks. U kunt er geen
veranderingen mee ongedaan maken die u in de
parameter instellingen heeft gemaakt of in andere
data dan audio data.
• Houd in uw achterhoofd dat de geschiedenis van
alle handelingen die u heeft uitgevoerd met betrekking tot de opgenomen data gewist zullen worden, zodra u Song Optimize (p.87) uitvoert. Dit
betekent dat u niet langer de mogelijkheid heeft
om een Undo uit te voeren.
fig.**
2
1
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UNDO/REDO].
‘UNDO?’ verschijnt nu in het scherm.
fig.01-260
2
Om Undo uit te voeren, dient u op [ENTER] te
drukken.
Druk op [ENTER] om de laatst uitgevoerde opname of
bewerking ongedaan te maken.
Als u besluit om niet ongedaan te maken, dient u op
[EXIT] te drukken.
De Undo ongedaan maken (Redo)
Om de Undo, die u zojuist heeft uitgevoerd, ongedaan te
maken, dient u een Redo uit te voeren.
3
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UNDO/REDO].
‘REDO?’ verschijnt nu in het scherm.
fig.01-27
De laatste handeling
ongedaan maken (Undo)
Rev0.10
64
4
Om Redo uit te voeren, dient u op [ENTER] te
drukken.
De Undo die u zojuist heeft uitgevoerd, is ongedaan
gemaakt.
Als u besluit om de Redo niet uit te voeren, dient u op
[EXIT] te drukken.
Page 65
Rev0.10
Meerdere Tracks samenvoegen (Bounce)
Ook al staat de BR-600 het gelijktijdig afspelen van acht
Tracks toe, wanneer u geen Tracks meer over heeft, geeft de
BR-600 u ook de mogelijkheid om de opnamen van meerdere Tracks samen op één Track (V-Track) te kopiëren. Dit
wordt ‘bounce’ genoemd (ook bekend als Bounce Recording
of ping-pong recording).
Door meerdere Tracks op deze manier te combineren, kunt
u andere Tracks vrijmaken om andere opnames vast te leggen.
In Bounce mode kunt u acht Tracks gelijktijdig afspelen
en ze allemaal op één V-Track opnemen.
Wanneer alle kanalen geselecteerd zijn met behulp van
INPUT SELECT, kunt u deze geluiden samen opnemen.
Bovendien kunt u de geluiden van hetritme in de
opname meenemen.
TRACK 8-V1
TRACK 7-V1
TRACK 6-V1
TRACK 5-V1
TRACK 4-V1
TRACK 3-V1
TRACK 2-V1
TRACK 1-V1
INPUTRitme
Track 1–8
TRACK 8-V2
TRACK 7-V2
Aparte V-Track
RHYTHM
In de uitleg hieronder gebruiken we als voorbeeld het
mixen van een mono opname op Tracks 1 en 2 en een stereo
opname op Tracks 3 en 4 en deze bouncen naar V-Track 2
van Tracks 7/8.
4
6
7
7,10
2,93,8,10
1
Stel de pan voor Tracks 1 en 2 in op de gekozen
locaties en stel de pan voor Track 3 helemaal naar
links in (L50) en de pan voor Track 4 helemaal naar
rechts (R50).
‘De perceptie van stereo voor het geluid
aanpassen (Pan)’ (p.49)
2
Speel de song af en pas de volumes aan voor Tracks
1- 4 met behulp van de REC Track faders.
Het totale volume wordt aangepast met behulp van de
MASTER fader. Zet het volume nu zo hoog mogelijk
zonder dat het geluid vervormt.
Schuif de faders naar beneden voor de Tracks, die u
niet wilt mixen.
5
7,9
Sectie 1
3
Druk op [STOP].
4
Druk herhaaldelijk op [REC MODE], totdat de
‘BOUNCE’ indicator oplicht.
De ingang wordt automatisch gedempt. Dit voorkomt
dat de ingang ingemixt en opgenomen wordt tijdens
Bounce Recording.
65
Page 66
Meerdere Tracks samenvoegen (Bounce)
5
Als u het geluid van het Ritme ook in wilt mixen,
dient u de Rhythm fader omhoog te schuiven.
Als u het ritme niet op wilt nemen, dient u de fader
naar beneden te schuiven.
6
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track als
opnamebestemming te selecteren.
Hier dient u dit op ‘78V2’ (V-Track 2 van Tracks 7/8) in
te stellen.
fig.01-290
V-Tracks met opgenomen data.
V-Tracks zonder opgenomen data.
Opnamebestemming
(Met een Bounce opdracht, terwijl u in mono
opneemt)
Als u nu aan de TIME/VALUE draaiknop draait, zal
het venster voor het specificeren van de Track voor
mono opname verschijnen.
fig.01-300
10
Als u de instellingen wilt opslaan in de op dat
moment geselecteerde song, dient u [STOP]
ingedrukt te houden, en op [REC] te drukken.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
• Wanneer u de Bounce Recording gebruikt, kunt u
de geluiden waarop invoegeffecten (p.92), loop
effecten (p.118), Track EQ (p.121) of Pitch Correction is toegepast, opnemen. Wanneer u de invoegeffecten gebruikt, dient u ‘De bestemming waar
invoegeffecten worden ingevoegd veranderen’
(p.95).
• Als u een ingang als onderdeel van de Bounce
Recordingwilt mixen, dient u op [INPUT
SELECT] te drukken om de gewenste ingang te
selecteren. Op dat moment kunt u loop effecten
(p.118) op het geluid van de ingang toepassen.
7
Wanneer u klaar bent met opnemen, dient u op
[STOP] te drukken.
8
Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel
eronder weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
9
Schuif alle Track faders, behalve die voor Tracks 7 en
Rev0.10
8, naar beneden, druk op [PLAY] en controleer de
geluiden die naar Tracks 7 en 8 zijn gebounced.
* De pan voor Tracks 7 en 8, waar de muziek gebounced werd,
wordt respectievelijk helemaal naar links en naar rechts
ingesteld.
66
Page 67
Rev0.10
Songs laden die gecreëerd zijn met
de BR-900CD/BR-864/BR-532
U kunt songs, die op de BR-900CD, BR-864 of BR-532
gemaakt zijn, laden in de BR-600 met behulp van geheugenkaarten.
• Als u opneemt, bewerkt of parameters instelt voor
Songs laden die gecreëerd zijn
met de BR-900CD/BR-864
Sla de song data gecreëerd op de BR-900CD of BR-864 eerst
op een geheugenkaart op, en plaats de geheugenkaart dan
in de BR-600.
geïmporteerde BR-864 song data, kan deze song
data niet langer gebruikt worden in de BR-864. (de
data kan wel gebruikt worden in de BR-900CD).
Om de song tegen per ongeluk opnemen of
bewerken te beschermen, wordt song protect
(p.88) automatisch aangezet voor geïmporteerde
BR-864 song data.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘SEL’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Song Select venster verschijnt.
fig.01-330
Het song beschermingsicoontje () wordt
weergegeven voor de BR-900/BR-864 songs.
3
Roteer de TIME/VALUE draaiknop om de song, die u
wilt laden, te selecteren.
Als u het niet erg vindt om niet langer in staat te
zijn de song data te gebruiken op de BR-864, kunt
u song protect uitzetten en dan opnemen of
bewerken.
Wanneer u song protect uitzet, verschijnt
‘Overwrite OK?’ in het scherm; druk op [ENTER]
(YES). Song protect staat uit en de data wordt
gelijk geconverteerd naar BR-600 formaat.
• Patches die het ‘Guitar Synth’ algoritme van de
BR-864 gebruiken worden door ‘P001’ vervangen,
indien geladen.
De ‘Harmonist’ van de BR-864 wordt, indien geladen, vervangen door ‘Flanger.’
Sectie 1
4
Druk op [ENTER].
De song data wordt geladen.
67
Page 68
Songs laden die gecreëerd zijn met de BR-900CD/BR-864/BR-532
Songs gecreëerd met de
BR-532 laden
Wanneer u song data gecreëerd op de BR-532 kopieert van
SmartMedia naar een BR-600 geheugenkaart, kunt u de data
als BR-600 song laden.
Eerst dient u de geheugenkaart, die de kopie van de
gewenste data bevat, in de BR-600 te stoppen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar ‘SEL’, en druk op [ENTER].
Het Song Select venster verschijnt.
fig.01-340
• Om BR-532 data te kunnen lezen, heeft u een PC
met SmartMedia reader nodig en een aangesloten
CompactFlash writer.
Kopieer eerst de data van de BR-532 geheugenkaart (SmartMedia) naar de PC met de SmartMedia reader en gebruik de CompactFlash writer om
die data van de PC naar een BR-600 geheugenkaart te kopiëren.
• De data blijft onmiddellijk na het laden nog in
BR-532 formaat. Zodra de song is opgeslagen,
wordt de data geconverteerd (p.89) naar het BR600 formaat.
3
4
Rev0.10
Roteer de TIME/VALUE draaiknop om de song, die
geladen moet worden, te selecteren.
Druk op [ENTER].
De song data wordt geladen.
68
Page 69
Rev0.10
De song informatie weergeven
De overgebleven beschikbare
opnametijd weergeven
Volg de werkwijze hieronder om de verstreken opnametijd
weer te geven in recording stand-by en opnamevensters.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk op
[UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘SYS’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.01-350
3
Druk op CURSOR [] [] om ‘Remain Inf’ te
selecteren en draai dan aan de TIME/VALUE
draaiknop om ‘ON’ te selecteren.
fig.01-360
Het geheugenkaart gebruik
weergeven
Volg de werkwijze hieronder om de staat van de gebruikte
geheugenkaart weer te geven.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk op
[UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar ‘INF’
te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.01-380
3
Druk op CURSOR [] [] om de parameter, die u
weer wilt geven te selecteren.
Naam van de op dat moment geselecteerde song
Sectie 1
ON:Geeft de overgebleven beschikbare opna-
metijd in ‘minuten:seconden’ weer.
OFF:Geeft de overgebleven beschikbare opna-
metijd niet weer.
4
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT] ) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
* Wanneer [REC] wordt ingedrukt in het Play venster, wordt
de BR-600 in recording stand-by gezet ([REC] knippert); de
opnametijd die nog beschikbaar is wordt weergegeven in het
TIME gedeelte.
fig.01-370
Data type van song en gebruikt geheugen
Data Type
HiFi (MT2) Opnametype van hoge kwaliteit
STD (LV1) Standaard opnametype
LONG (LV2) Lang opnametype
Overgebleven geheugen
*De grootte van de song wordt weergegeven in eenheden
van 1M = 1,000,000 bytes.
4
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
69
Page 70
MEMO
Rev0.10
70
Page 71
Sectie 2
Bewerken
Section 2 Editing
71
Page 72
Tijd registreren (Locator)
Door gebruik te maken van de Locator functie kunt u elk
gewenst moment in een song een locator punt registreren,
zodat u later alleen op een knop hoeft te drukken om naar
dat punt te gaan.
Deze functie is handig tijdens het bewerken.
Een Locator punt registreren
1
Ga naar de locatie, waar u het Locator punt in het Play
venster wilt registreren .
2
Druk op [LOCATOR].
Als de [LOCATOR] oplicht, is de registratie gemaakt.
fig.02-010
Naar het Locator punt gaan
3
Druk op [LOCATOR].
Hiermee gaat u naar het punt in de song, dat als
Locator punt geregistreerd staat.
Een Locator punt wissen
4
Druk op AUTO PUNCH [ON/OFF] en houd deze
ingedrukt, druk dan op [LOCATOR].
Het Locator punt wordt gewist.
Rev0.10
72
Page 73
Rev0.10
Het begin en einde van de muziek zoeken
(Scrub/Preview)
Scrub functie
Wanneer u een geluid bewerkt dient u soms precies te
weten waar het geluid begint of waar de opname met een
Auto Punch begint.
Om u in staat te stellen deze punten nauwkeurig vast te
stellen, is de BR-600 toegerust met de Scrub functie.
Wanneer u de Scrub functie gebruikt tijdens het afspelen
(het zogenaamde ‘scrubben’), zal het gedeelte voor of na de
huidige positie (ongeveer 45 msec.) afgespeeld en herhaald
worden.
Preview functie
Met de Preview functie kunt u het één seconde gedeelte van
de song vóór of na uw huidige positie afspelen.
Door deze functie samen met de Scrub functie te gebruiken,
terwijl u tegelijkertijd langzaam de huidige positie in een
song verplaatst, wordt het gemakkelijk om de exacte overgangspositie van de ene frase naar de volgende te bepalen.
fig.02-020
Tijd nu
Geluidsgegevens
Tijd
SCRUB
TO
Ongeveer 45 msec
PREVIEW
TO
Ongeveer 1.0 msecOngeveer 1.0 msec
SCRUB
FROM
PREVIEW
FROM
Scrubben om het start/
eindpunt van de muziek te
vinden
de TIME/VALUE draaiknop te wijzigen.
fig.02-030
2
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de huidige
positie te verplaatsen, en om het startpunt van de
frase te zoeken (bijvoorbeeld waar geluid eerst is
uitgezonden).
3
Nadat u het punt waar de muziek begint exact heeft
gevonden, dient u op [STOP] te drukken om het
scrubben te stoppen.
•U kunt op [PLAY] drukken om het materiaal naar
en van het op dat moment geselecteerde scrub
punt te bekijken.
PREVIEW FROM
PREVIEW TO
• Om het geluid van een bepaalde Track te dempen,
dient u [DELETE/MUTE] ingedrukt te houden en
op de desbetreffende REC Track knop te drukken,
zodat deze begint te knipperen.
•U kunt nu op [LOCATOR] drukken om een locator punt te registreren, zodat u het punt later
gemakkelijk kunt vinden.
Sectie 2
1
Houd [STOP] ingedrukt, en druk op [PLAY].
[PLAY] begint te knipperen, en het scrubben begint.
De weergegeven‘’ (SCRUB TO) en ‘’
(SCRUB FROM) bij TEMPO in het venster, zijn de
scrub punten met betrekking tot de huidige positie.
Wanneer de cursor onder het scrub punt ingesteld
staat, is het mogelijk om het scrub puntmet behulp van
73
Page 74
Het begin en einde van de muziek zoeken (Scrub/Preview)
De scrub punten
veranderen
Behalve het scrub punt in het Play venster (p.73) veranderen, kunt u ook de volgende procedure volgen om het scrub
punt te veranderen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘SCR’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.02-040
3
Druk op CURSOR [] [] om ‘FROM/TO’ te
selecteren, en draai aan de TIME/VALUE draaiknop
om de scrub punten te veranderen.
fig.02-050
De Preview functie gebruiken
met behulp van [REW] en [FF]
Behalve [PLAY] gebruiken voor de Preview functie (p.73),
kunt u het apparaat ook instellen, zodat u [REW] en [FF]
voor de Preview functie kunt gebruiken.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘SCR’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.02-060
3
Druk op CURSOR [] [] om ‘PREVIEW SW’ te
selecteren, en draai aan de TIME/VALUE draaiknop
om op ‘ON’ in te stellen.
fig.02-070
TO: Scrubt naar uw huidige positie
FROM: Scrubt vanaf uw huidige positie
4
Nadat u de instelling heeft gemaakt, dient u op
[UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) te drukken
om naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Rev0.10
74
Nu kunt u de Preview functie gebruiken.
4
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
U kunt tijdens het scrubben tijdelijk naar Preview gaan
met behulp van de volgende handelingen:
Druk op [REW]: PREVIEW NAAR
DRUK OP [FF]: PREVIEW VAN
Page 75
Rev0.10
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
U kunt uw songs bewerken door van opgenomen Tracks
bijvoorbeeld de data te kopiëren en te verplaatsen.
Data kopiëren (Track Copy)
Over het maat/tijd specificatie
venster
Maten en tijden zijn gespecificeerd in de ‘S’ (Start), ‘E’
(End) en ‘T’ (to) vensters in Track Edit, zoals hieronder
wordt weergegeven.
fig.02-080
(Voorbeeld)
S (Start) / E (End) / T (To)
BeatMaat
Uren
Minuten
Seconden
Sub Frame
Frame
Track Copy stelt u in staat om een specifiek stuk data te
kopiëren, en naar een andere locatie te verplaatsen.
U kunt bewerkingen, zoals de data van een Track direct
kopiëren of de data van een specifiek stuk kopiëren, zo vaak
als u wilt uitvoeren.
Als u bijvoorbeeld een frase van een bepaalde Track wilt
gebruiken of dezelfde frase steeds wilt laten herhalen, zal
het gebruik van de copy functie u helpen tijd te winnen.
• Als zich al data bevond op de positie, waar u
naartoe kopieert, wordt deze data overschreven.
• Het gedeelte, dat gekopieerd wordt, dient langer
dan één seconde te zijn. Als het gekopieerde
gedeelte één seconde of korter duurt, zult u geen
geluid horen, ook al is het kopiëren uitgevoerd.
■ Kopiëren door de tijd te
specificeren (TME/MES)
Volg de procedure hieronder om het stuk tussen specifieke
tijden te kopiëren.
Sectie 2
• Het materiaal, dat met behulp van Track Edit is
bewerkt, wordt bij de song opgeslagen wanneer u
terugkeert naar het Play venster. Het bericht
‘Keep power on!’ verschijnt tijdens het updaten in
de onderste regel van het scherm.
• Om herhaalde gedeelten te kopiëren, verplaatsen
of wissen, dient u eerst het gedeelte dat herhaald
moet worden in te stellen door de procedure,
beschreven op p.58, te volgen.
Voorbeeld 1: Twee keer naar dezelfde Track
kopiëren
fig.02-160
STARTENDTOTijd
Voorbeeld 2: Twee keer naar een andere Track
kopiëren
fig.02-170
STARTENDTO
Tijd
75
Page 76
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘TRK’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.02-180
3
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘CPY’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.02-190
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘TME/
MES’ te selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-200
8
Druk op [ENTER].
fig.02-220
9
Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop
om het einde van het gedeelte ‘E’ (End) van de data,
die u wilt kopiëren, te specificeren.
10
Druk op [ENTER].
fig.02-230
11
Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop
om de begintijd van de locatie ‘T’ (To) waar u de
gekopieerde data naar toe wilt verplaatsen, te
specificeren.
12
Druk op [ENTER].
fig.02-240
5
6
fig.02-210
Rev0.10
7
76
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track, waarvan u kopieert,
en de Track/V-Track, waarnaar u kopieert, te
selecteren.
Druk op [ENTER].
Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop
om het begin van het gedeelte ‘S’ (Start) van de data,
die u wilt kopiëren, te specificeren.
13
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het aantal
kopieën, dat u geplaatst wilt hebben, te selecteren.
Wanneer u klaar bent om het kopiëren uit te voeren,
drukt u op [ENTER].
14
Op het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat
u deze handeling kunt bevestigen.
15
Druk op [ENTER].
Het kopiëren wordt uitgevoerd.
16
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
Page 77
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
Rev0.10
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Nadat u de tijd gespecificeerd heeft, zoals beschreven in
de procedure hierboven, zal er misschien een ‘+’ verschijnen om te laten zien, dat er een verschil is tussen de
huidige positie en de weergegeven positie. Als u de
locaties specificeert door maten te gebruiken,dient u de
locaties in elk venster te specificeren met behulp van de
TIME/VALUE draaiknop.
U kunt de tijd ook binnen gaan door [LOCATOR],
[ZERO], [STOP] + [REW], [STOP] + [FF] en AUTO
PUNCH [IN/OUT] te gebruiken.
■ Het herhaalde gedeelte
kopiëren (AB)
Volg de volgende procedure om het stuk tussen de repeat
start (A) tot de repeat end (B) te kopiëren.
Voorbeeld 1: Twee keer naar dezelfde Track
opnemen
fig.02-090
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-110
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘CPY’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-120
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘AB’ te
selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-130
Sectie 2
Start
herhalen (A)
Voorbeeld 2: Twee keer naar een andere Track
opnemen
fig.02-100
Start
herhalen (A)
Einde
TOTijd
herhalen(B)
Einde
TOTijd
herhalen(B)
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track, waarvan u wilt
kopiëren, en de Track/V-Track, waarnaar u wilt
kopiëren, te selecteren.
6
Druk op [ENTER].
fig.02-140
7
Gebruik [CURSOR] en draai aan de TIME/VALUE
draaiknop om de begintijd van de locatie ‘T’ (To) te
specificeren waar u de gekopieerde data naar toe wilt
verplaatsen.
77
Page 78
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
8
Druk op [ENTER].
fig.02-150
9
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het aantal
kopieën, dat u geplaatst wilt hebben, te selecteren.
10
Wanneer u klaar bent om het kopiëren uit te voeren,
dient u op [ENTER] te drukken.
Op het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
11
Druk op [ENTER].
Het kopiëren wordt uitgevoerd.
12
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
■ Een complete Track
kopiëren (ALL)
Volg de volgende procedure om de volledig
opgenomen data van de ene Track naar de andere te
kopiëren.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-250
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘CPY’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-260
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘ALL’ te
selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-270
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track, waarvan u wilt
kopiëren, en de Track/V-Track, waarnaar u wilt
kopiëren, te selecteren.
6
Wanneer u klaar bent om het kopiëren uit te voeren,
dient u op [ENTER] te drukken.
Op het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
7
Druk op [ENTER].
Het kopiëren wordt uitgevoerd.
Rev0.10
78
8
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Page 79
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
Rev0.10
Data verplaatsen (Track Move)
Track Move geeft u de mogelijkheid een specifiek stuk data
naar een andere locatie te verplaatsen.
Als de data verplaatst is, zal de locatie, waarin het zich
bevond, leeg zijn.
■ Verplaatsen door de tijd te
specificeren (TME/MES)
Volg de volgende procedure om het gedeelte tussen specifieke tijden te verplaatsen.
Voorbeeld 1: Naar dezelfde Track verplaatsen
fig.02-340
Herhaal
Start (A)
Voorbeeld 2: Naar een andere Track verplaatsen
fig.02-350
Herhaal
Einde (B)
NAARTijd
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘MOV’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-370
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘TME/
MES’ te selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-380
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track, waarvan u data wilt
verplaatsen, en de Track/V-Track, waarnaar u de data
wilt verplaatsen, te selecteren.
6
Druk op [ENTER].
fig.02-390
Sectie 2
fig.02-360
Herhaal
Start (A)
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
Herhaal
Einde (B)
NAARTijd
7
Gebruik [CURSOR] en draai aan de TIME/VALUE
draaiknop om het begin van het gedeelte ‘S’ (Start) te
specificeren van data, die u wilt verplaatsen.
8
Druk op [ENTER].
fig.02-400
9
Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop
om het einde van gedeelte ‘E’ (End) te specificeren
van data, die u wilt verplaatsen.
10
Druk op [ENTER].
79
Page 80
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
fig.02-410
11
Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop
om de tijd van het begin van de locatie ‘T’ (To),
waarnaar u de data wilt verplaatsen, te specificeren.
12
Wanneer u klaar bent om het kopiëren uit te voeren,
dient u op [ENTER] te drukken.
Op het scherm zal ‘Are you sure?’verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
13
Druk op [ENTER].
Move Event wordt uitgevoerd.
14
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Voorbeeld 1: Naar dezelfde Track verplaatsen
fig.02-280
Herhaal
Start (A)
Voorbeeld 2: Naar een andere Track verplaatsen
fig.02-290
Herhaal
Start (A)
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-300
Herhaal
Einde (B)
Herhaal
Einde (B)
NAARTijd
NAARTijd
Nadat u de tijd heeft gespecificeerd in de procedure
hierboven, zal er een ‘+’ verschijnen om weer te geven,
dat er een verschil is tussen de huidige positie en de
weergegeven positie. Als u de locaties specificeert door
maten te gebruiken, dient u de locaties bij elk venster te
specificeren door de TIME/VALUE draaiknop te
gebruiken om verschillen te voorkomen.
U kunt de tijd ook invoeren door [LOCATOR], [ZERO],
[STOP] + [REW], [STOP]+ [REW], [STOP] + [FF] en
AUTO PUNCH [IN/UIT] te gebruiken.
■ Het herhaalde gedeelte
Rev0.10
verplaatsen (AB)
Volg de volgende werkwijze om het gedeelte van de repeat
start (A) naar de repeat end (B) te verplaatsen.
80
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘MOV’ gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-310
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘AB’ te
selecteren, en druk op [ENTER].
Page 81
Rev0.10
fig.02-320
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track, waarvan u de data
wilt verplaatsen, en de Track/V-Track, waarnaar u de
data wilt verplaatsen, te specificeren.
6
Druk op [ENTER].
fig.02-330
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
■ Een complete Track
verplaatsen (ALL)
Volg de volgende procedure om de volledig opgenomen
data van de ene Track naar de andere te verplaatsen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-420
7
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de tijd van het begin van de locatie ‘T’
(To), waar u data naar toe wilt verplaatsen, te
specificeren.
8
Wanneer u klaar bent om het kopiëren uit te voeren,
dient u op [ENTER] te drukken.
In het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
9
Druk op [ENTER].
Move Event wordt uitgevoerd.
10
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘MOV’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-430
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘ALL’ te
selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-440
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track, waarvan u data wilt
verplaatsen, en de Track/V-Track, waarnaar u data
wilt verplaatsen, te selecteren.
Sectie 2
81
Page 82
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
6
Druk op [ENTER].
fig.02-450
7
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de tijd van het begin van de locatie ‘T’
(To) waar u data naar toe wilt verplaatsen, te
specificeren.
8
Wanneer u klaar bent om de verplaatsing uit te
voeren, dient u op [ENTER] te drukken.
Op het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
9
Druk op [ENTER].
Move Event wordt uitgevoerd.
10
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Data wissen (Track Erase)
Met Track Erase kunt u een specifiek stuk data wissen. Zelfs
als er zich na het gespecificeerde gedeelte data bevindt, zal
dit niet naar voren gebracht worden om het gat te dichten
dat door het wissen is ontstaan. Net als bij een normale
taperecorder kan het wissen eigenlijk gezien worden als het
vervangen van ongewenste data door een leeg stuk. Volg de
procedure hieronder om het stuk tussen specifieke tijden te
wissen.
Laat na het gewiste stuk geen stuk achter dat korter
dan één seconde duurt. Als een dergelijk kort stukje
blijft staan, zult u het niet meer kunnen horen.
■ Wissen door de tijd te
specificeren (TME/MES)
Volg de procedure hieronder om het stuk tussen specifieke
tijden te wissen.
fig.02-500
Rev0.10
82
STARTENDTijd
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-510
Page 83
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
Rev0.10
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘ERS’ gaan, en
druk op [ENTER].
fig.02-520
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘TME/
MES’ te selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-530
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track te selecteren
waarvan u de data wilt wissen.
6
Druk op [ENTER].
fig.02-540
12
Druk op [ENTER].
Het wissen wordt uitgevoerd.
13
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Nadat u de tijd gespecificeerd heeft, zoals beschreven in
de procedure hierboven, zal er misschien een ‘+’
verschijnen om te laten zien dat er een verschil is tussen
de huidige positie en de weergegeven positie. Als u de
locaties specificeert door maten te gebruiken, dient u de
locaties in elk venster te specificeren met behulp van de
TIME/VALUE draaiknop om verschillen te voorkomen.
U kunt de tijd ook binnen gaan door [LOCATOR],
[ZERO], [STOP] + [REW], [STOP] + [FF] en AUTO
PUNCH [IN/OUT] te gebruiken.
Sectie 2
fig.02-348d4
7
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om het begin van het stuk "S"(Start)
waarvan u de data wilt wissen, te specificeren.
8
Druk op [ENTER].
9
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om het eind van het stuk "E"(End) waarvan
u de data wilt wissen, te specificeren.
10
Wanneer u klaar bent om het wissen uit te voeren,
dient u op [ENTER] te drukken.
11
Op het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat
u deze handeling kunt bevestigen.
■ Het herhaalde gedeelte
wissen (AB)
Volg de volgende procedure om het stuk tussen de repeat
start (A) en de repeat end (B) te wissen.
fig.02-460
Start
herhalen (A)
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
Einde
herhalen (B)
Tijd
83
Page 84
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
fig.02-470
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘ERS’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-480
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘AB’ te
selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-490
fig.02-560
fig.02-570
■ Een complete Track wissen
(ALL)
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘ERS’ te gaan,
en druk op [ENTER].
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track te selecteren
waarvan u de data wilt wissen.
6
Wanneer u klaar bent om het wissen uit te voeren,
dient u op [ENTER] te drukken.
Op het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
7
Druk op [ENTER].
Het wissen wordt uitgevoerd.
8
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
Rev0.10
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om ‘ALL’ te
selecteren, en druk op [ENTER].
fig.02-580
5
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Track/V-Track te selecteren die u
wilt wissen.
6
Wanneer u klaar bent om de verplaatsing uit te
voeren, dient u op [ENTER] te drukken.
In het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
7
Druk op [ENTER].
84
Page 85
De Performance op een Track bewerken (Track Edit)
Rev0.10
Het wissen wordt uitgevoerd.
8
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Data uitwisselen
(Track Exchange)
Volg de procedure hieronder om data uit te wisselen tussen
twee Tracks.
Voorbeeld: Alle gegevens van Track 1 uitwisselen
met alle gegevens van Track 2
fig.02-590
Track 1
A
Track 2
D
Track 1
D
Track 2
A
B
B
C
E
E
C
fig.02-610
4
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de twee Tracks/V-Tracks te selecteren
waarvan u de data wilt uitwisselen.
5
Wanneer u klaar bent om de uitwisseling uit te
voeren, dient u op [ENTER] te drukken.
Op het scherm zal ‘Are you sure?’ verschijnen, zodat u
deze handeling kunt bevestigen.
6
Druk op [ENTER].
De wisseling wordt uitgevoerd.
7
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de regel eronder
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
Sectie 2
fig.02-600
Tijd
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘TRK’ te gaan,
en druk op [ENTER].
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘XCG’ te gaan,
en druk op [ENTER].
85
Page 86
De songs, die u hebt opgenomen, organiseren
Een song kopiëren (Song Copy)
Volg de onderstaande procedure om de op dat moment
geselecteerde song te kopiëren.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘EDT’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-620
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘CPY’ te gaan,
en druk op [ENTER].
Het Copy Song venster verschijnt in het scherm.
fig.02-630
Songs wissen (Song Erase)
Volg de onderstaande procedure om een song van de
geheugenkaart te wissen.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘EDT’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-640
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘ERS’ te gaan,
en druk op [ENTER].
Het Erase Song venster verschijnt in het scherm.
fig.02-650
4
Druk op [ENTER].
Het kopiëren wordt uitgevoerd.
Wanneer het kopiëren klaar is, zal "Completed!" in het
scherm verschijnen en keert u terug naar het Play
venster.
Als "Card full!" verschijnt
Als dit bericht verschijnt, voordat u gaat kopiëren, betekent dit dat er onvoldoende ruimte is op de geheugen-
Rev0.10
kaart om het kopiëren uit te voeren. Verwijder alle
onnodige gegevens van de geheugenkaart.
86
4
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop en selecteer de
song die gewist moet worden.
5
Als u de song die gewist moet worden heeft
geselecteerd, dient u op [ENTER] te drukken.
"Are you sure?" verschijnt in het scherm.
6
Om door te gaan met wissen, dient u op [ENTER] te
drukken.
Om de handeling ongedaan te maken, dient u op
[EXIT] (of [UTILITY]) te drukken.
7
Druk herhaaldelijk op [UTILITY] (of herhaaldelijk
op [EXIT]) om naar het Play venster terug te keren.
Page 87
Rev0.10
Als u een song wist die op dat moment wordt gebruikt,
wordt de song met het laagste nummer op de
geheugenkaart geselecteerd. Als er geen andere songs op
de kaart staan, wordt een nieuwe song gecreëerd.
Geheugen opslaan op de
geheugenkaart (Song
Optimize)
Wanneer u het overdubben of punch-in/uit uitvoert, blijft
de data die u overschrijft (vervangt) eigenlijk op de geheugenkaart staan. In sommige gevallen zal deze ongewenste
data een aanzienlijke hoeveelheid ruimte op de geheugenkaart innemen. Hierdoor hebt u minder beschikbare opnametijd dan normaal.
Door een "Song Optimize" te gebruiken kunt u de BR-600
onnodige data laten wissen en de ongebruikte ruimte vergroten.
De songs, die u hebt opgenomen, organiseren
4
Om de optimalisatie te bevestigen, dient u op
[ENTER] te drukken.
De Song Optimize functie wordt uitgevoerd. Wanneer
het is uitgevoerd, verschijnt "Completed!" in het
venster en keert u terug naar het PLAY venster.
Om de handeling ongedaan te maken, dient u op
[EXIT] (of [UTILITY]) te drukken.
• Afhankelijk van de situatie is er een zekere hoeveelheid tijd nodig om de Optimize uit te voeren.
Dit duidt niet op een slecht functioneren. Zet de
stroomtoevoer niet uit, totdat Optimize is uitgevoerd.
• Nadat u Optimize heeft uitgevoerd, is het niet
mogelijk undo/redo te gebruiken om terug te
gaan naar de toestand voor Optimize.
Sectie 2
fig.02-660
fig.02-670
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘EDT’ te gaan,
en druk op [ENTER].
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘OPT’ te gaan,
en druk op [ENTER].
"Are you sure?" verschijnt in het scherm.
87
Page 88
De songs, die u hebt opgenomen, organiseren
Een song benoemen (Song
Name)
Wanneer een nieuwe song gecreëerd wordt, krijgt deze
automatisch een naam zoals ‘SONG 0001.’ Met uw 600 kunt
u ‘Song Name’ gebruiken om elke song een naam te geven,
waardoor u de songs kunt beheren en organiseren.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘EDT’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-680
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘NAM’ te
gaan, en druk op [ENTER].
De naam van de song (Song Name) verschijnt in het
scherm.
fig.02-690
Een song beschermen (Song
Protect)
U kunt zich misschien situaties voorstellen waar u, nadat u
een song gemaakt hebt, deze per ongeluk weer overschrijft
met een andere opname en daarmee een opname wist.
Om dergelijke ongelukken te voorkomen, kunt u de song
data beschermen, zodat deze niet meer per ongeluk overschreven kunnen worden (Song Protect).
* De volgende handelingen zijn niet toegestaan als een song
beschermd wordt:
•Opnemen
•Track Edit
•Een song naam bewerken
•Song Optimize
•Het Ritme formatteren en bewerken
•(arrangementen/patronen/drumkits)
•Effecten formatteren (Song Patches)
•Alles formatteren
•SMF’s importeren
•Effecten naar Song Patches wegschrijven
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [UTILITY].
2
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘EDT’ te gaan,
en druk op [ENTER].
fig.02-700
4
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar het teken, dat u wilt veranderen.
5
Roteer de TIME/VALUE draaiknop om het teken te
selecteren.
*U kunt hoofdletters en kleine letters afwisselen door op
[ENTER] te drukken.
Rev0.10
6
Als de naam correct is ingevoerd, dient u op
[UTILITY] (of op [EXIT]) te drukken om naar het Play
venster terug te keren.
88
3
Druk op CURSOR [] [] om naar ‘PRT’ te gaan
en op [ENTER].
Het Song Protect venster verschijnt in het scherm.
Page 89
Rev0.10
fig.02-710
De songs, die u hebt opgenomen, organiseren
De huidige instellingen voor
de song opslaan (Song
Save)
4
Roteer de TIME/VALUE draaiknop om ‘ON’ te
selecteren.
5
Druk op [UTILITY] (of herhaaldelijk op [EXIT]) om
naar het Play venster terug te keren.
Als een song beschermd is, zal in het scherm het song
beschermingssymbool verschijnen.
fig.02-720
De BR-600 kan de volgende zaken als song data opslaan:
• Opgenomen data
• Mixer instellingen (Pan, Track EQ etc.)
• Invoegeffecten
• Mastering Tool Kit Patches
• Tooncorrectie
• Ritme arrangementen/ritmepatronen
• Loop effecten
• Tuner
• Utility (behalve LCD contrast)
Deze opgenomen data of mixer instellingen worden niet
onmiddellijk na het opnemen opgeslagen, maar wanneer
songs worden opgeslagen en wanneer de vensters gewisseld worden.
Normaliter zal er, als de situatie erom vraagt, een bericht in
het scherm verschijnen, waarin u gevraagd wordt om te
bevestigen dat u de data wilt opslaan, dus u hoeft hier
eigenlijk niet op te letten. Als u echter de instellingen bij de
song in de actuele toestand wilt opslaan, dient u de volgende procedure te gebruiken.
Sectie 2
1
Houd [STOP] ingedrukt, en druk op [REC].
89
Page 90
Een master tape/disc maken
U neemt de afgemaakte song op op een recorder (cassetterecorder, CD recorder etc.) en een maakt er een master tape
of disk van.
1
Sluit de BR-600 LINE OUT uitgangen aan op de input
uitgangenvan de cassetterecorder.
CD Recorder etc.
2
3
4
Rev0.10
Zet de cassetterecorder in de opnamestand.
Druk op [PLAY] op de BR-600, en begin de
opgenomen data af te spelen.
Wanneer het afspelen klaar is, dient u te stoppen met
opnemen en dan de BR-600 op [STOP] te drukken.
90
Page 91
Sectie 3
Effecten
gebruiken
Section 3 Using Effects
91
Page 92
De invoegeffecten gebruiken
De BR-600 heeft vijf effecten processoren; een invoegeffect,
loop effecten, Track EQ, Pitch Correction en Mastering Tool
Kit.
Invoegeffecten, loop effecten, Track EQ, Pitch Correction en
Mastering Tool Kit kunnen gelijktijdig gebruikt worden, en
u kunt naar wens voor elk effect instellingen maken.
Hier volgt een uitleg over hoe u de verschillende parameters voor de invoegeffecten kunt veranderen en hoe u zulke
veranderingen dan kunt opslaan.
Invoegeffecten worden tijdens het opnemen toegepast.
Bovendien worden ze ook ingezet tijdens het mixen van
de verschillende Tracks.
Voor meer details kijkt u bij ‘De bestemming waar
invoegeffecten worden ingevoegd veranderen’ (p.95)
Effect Patches en Banks
De effecten gebruikt door invoegeffecten en de parameters
van elk effect kunnen door ‘effect Patches’ op te roepen
gewijzigd worden.
De BR-600 is uitgerust met een aantal preset effect Patches
om voor zang en instrumenten te gebruiken. Deze zijn
gegroepeerd in overeenstemming met de verschillende
ingangen en elke groep wordt ‘Bank’ genoemd.
fig.03-010
INPUT SELECT
GUITARMICLINESIMUL
Guitar Bank
GTR
Preset
Patch
User
Patch
Song
Patch
Rev0.10
(*1) Wanneer MIC1 of MIC2 gebruikt worden, wordt de
P01
P99
U01
U99
S01
S99
MIC1 Bank geselecteerd. Als beiden zijn aangesloten,
of als geen van beiden is aangesloten en de ingebouwde stereo microfoon aanstaat, is de LINE Bank
geselecteerd.
Mic Bank
MIC
.
.
.
.
.
.
U01
U40
P01
P40
S01
S40
Line Bank
.
.
.
.
.
.
LIN
P01
P50
U01
U50
S01
S50
.
.
.
.
.
.
Simul Bank
SML
P01
P50
U01
U50
S01
S50
Uw BR-600 geeft u de mogelijkheid om automatisch ‘Banks’
te veranderen. Als u bijvoorbeeld op de [GUITAR] INPUT
SELECT knop drukt, verandert u naar een gitaar Bank Patch
en als u op [LINE] drukt verandert u naar een Line Bank
Patch.
Bovendien zijn effect Patches in elke effect Bank verder
gegroepeerd, zoals hieronder wordt weergegeven.
Preset Patches (P)
De preset Patches bevatten vooraf ingestelde data. De
instellingen kunnen veranderd worden, maar u kunt geen
nieuwe preset Patch creëren.
User (gebruiker) Patches (U)
User Patches kunnen worden overschreven en in het interne
geheugen worden opgeslagen. Als u een Patch gecreëerd
heeft, die u ook voor andere songs zou willen gebruiken, is
het gemakkelijk deze als User Patch op te slaan.
Song Patches
Song Patches kunnen net als User Patches overschreven
worden. De data voor Song Patches wordt echter samen
met de song data op de geheugenkaart opgeslagen.
Dit is handig, wanneer u een Patch gecreëerd heeft voor een
specifiek opgenomen Performance en deze Patch samen
met de song zou willen opslaan.
fig.03-020
Geheugenkaart
Song
Song
Patch
Preset
Patch
BR-600
User
Patch
Song Patches kunnen niet geselecteerd worden, tenzij
een geheugenkaart wordt gebruikt.
.
.
.
.
.
.
Uw BR-600 levert User Patches (U) en Song Patches die
dezelfde Patches bevatten als de preset Patches (P).
92
Page 93
Rev0.10
Instellingen van
invoegeffecten bewerken
Als u een nieuw effectgeluid wilt creëren, dient u eerst een
bestaande Patch te selecteren, die het dichtst bij het
gewenste geluid ligt en dan de instellingen bewerken. Als u
de effect instellingen die u hebt bewerkt wilt opslaan, dient
u deze als User Patch of Song Patch op te slaan.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [EFFECTS].
Het Effect venster verschijnt in het scherm.
fig.03-030
Algoritme
naam
P: Preset / S: Song / U: User
Bank
Nummer
Patch naam
De invoegeffecten gebruiken
fig.03-050
Door op [ENTER] te drukken, terwijl de cursor zich bij
een Banknummer bevindt, kunt u het Edit Effect venster
direct weergeven.
4
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar elk
effect te verplaatsen, en draai aan de TIME/VALUE
draaiknop om elke effect aan of uit te zetten.
Aangezette blokken worden weergegeven in
hoofdletters, terwijl blokken die uit staan worden
weergegeven in kleine letters. Zet de effecten die u wilt
gebruiken aan.
fig.03-060
2
Selecteer een effect Patch.
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Bank, Preset/Song/User en Patch
nummer te selecteren.
3
Gebruik CURSOR [] om de cursor naar ‘EDIT’ te
verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Edit Effect venster verschijnt en het algoritme (de
verbindingsvolgorde voor de effecten die gebruikt
worden) wordt weergegeven.
fig.03-040
■ Wanneer effect Patches in de SIMUL Bank
geselecteerd zijn, verschijnt ‘GTR’ en ‘MIC.’
Verplaats de cursor naar ‘GTR’ om een effect voor
gitaar te wijzigen of naar ‘MIC’ om een effect voor de
microfoon te veranderen, en druk dan op [ENTER].
5
Druk op CURSOR [] [] om de cursor te
verplaatsen naar het effect met de parameter, die u
wilt veranderen, en druk op [ENTER].
Het Parameter Setting venster voor elk effect verschijnt
in het scherm.
fig.03-070
6
Gebruik CURSOR [] [] om een parameter te
selecteren, en draai aan de TIME/VALUE draaiknop
om de waarde te bewerken.
7
Als u een ander effect wilt bewerken, dient u op
[EXIT] te drukken om naar het voorgaande venster
terug te keren, en herhaal stappen 5-6.
8
Als u de huidige effect instellingen wilt veranderen,
dient u de procedure, die wordt beschreven in
‘Invoegeffect instellingen opslaan’ in het volgende
gedeelte te volgen.
Sectie 3
93
Page 94
De invoegeffecten gebruiken
Bewerkte effect instellingen zijn tijdelijk. Als u uit het
Edit Effect venster gaat zonder dat u de effect Patch die
u hebt veranderd opslaat, verschijnt ‘TMP’ naast het
teken van de Bank. Zorg ervoor, dat als u een nieuwe
effect Patch selecteert, terwijl ‘TMP’ wordt weergegeven, de gewijzigde effect Patch wordt teruggebracht
naar zijn originele instellingen en de wijzigingen verloren gaan.
Invoegeffecten instellingen
opslaan (Write)
Volg de procedure hieronder om een naam te geven aan een
effect (Patch naam) dat u veranderd heeft, en dit op te slaan
als een nieuwe effect Patch.
* Als u de Patch naam niet hoeft te veranderen, kunt u direct
naar stap 4 gaan.
1
Druk op CURSOR [] in het effect venster om de
cursor naar ‘NAME’ te verplaatsen, en druk op
[ENTER].
Het Patch Name Setting venster verschijnt in het
scherm.
fig.03-080
4
Gebruik CURSOR [] [] om de cursor naar
‘WRITE’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
Het Write venster verschijnt in het scherm.
fig.03-090
5
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het
nummer te selecteren, waarnaar u een nieuw effect
Patch weg wilt schrijven.
6
Nadat u de bestemming geselecteerd heeft, dient u op
[ENTER] te drukken.
Nadat het opslaan is voltooid, keert u naar het Effect
venster terug.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de onderste regel
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
2
Gebruik CURSOR [] [] en de TIME/VALUE
draaiknop om de Patch naam in te voeren.
* Druk op [ENTER] om hoofdletters en kleine letters af te
wisselen.
3
Rev0.10
Nadat u de effect instellingen en de gewenste Patch
naam heeft ingevoerd, dient u op [EXIT] te drukken
om naar het Effect venster terug te keren.
94
U kunt een effect Patch niet opslaan tijdens het opnemen of afspelen van een song.
De bestemming waar
invoegeffecten worden
ingevoegd veranderen
Standaard is ingesteld dat het invoegeffect onmiddellijk na
de ingang wordtingevoegd. De reden hiervoor is om het
mogelijk te maken het behandelde (nat) geluid op te nemen
en te monitoren. Soms wilt u echter de invoegvolgorde veranderen.
Op de BR-600 kunt u een grote variatie aan situaties creëren
door het punt, waarop de invoegeffecten ingevoegd worden
te veranderen.
Page 95
Rev0.10
Volg de procedure hieronder om de bestemming te veranderen waar invoegeffecten worden ingevoegd.
1
Zorg ervoor, dat [PAD] niet is opgelicht, en druk dan
op [EFFECTS].
2
Druk op CURSOR [] [] om de cursor naar
‘LOCAT’ te verplaatsen, en druk op [ENTER].
fig.03-100
3
Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het punt,
waarop de invoegeffecten worden ingevoegd, te
veranderen.
■
INPUT<NORMAL> :
Het geluid wordt gecontrolleerd en opgenomen, nadat het
door het invoegeffect is gepasseerd. Normaliter zult u de
BR-600 in deze instelling gebruiken.
fig.03-110
De invoegeffecten gebruiken
■
Track 1–8, 1 2, 3 4, 5 6, 7 8 :
Het invoegeffect kan toegepast worden op het afspelen van
een Track (of een paar Tracks). Gebruik dit wanneer u effecten wilt uit proberen nadat u het droge signaal (zonder
bewerking) heeft opgenomen of wanneer u alleen effecten
toe wilt passen op een specifieke Track.
fig.03-130
TRACK 1
(PLAY)
■
RHYTHM :
Het invoegeffect kan op het afspelen van een ritme toegepast worden.
fig.03-140
RHYTHM
■
MASTER :
Gebruik dit wanneer u effecten op de hele song wilt toepassen, zoals wanneer u de toon verandert of een speciaal
effect tijdens het afmixen toevoegt.
fig.03-150
Sectie 3
TRACK 1
(REC)
■
INPUT<REC DRY> :
Het geluid wordt door het invoegeffect gecontrolleerd,
maar wordt zonder het effect (dry) opgenomen. Gebruik
dit, wanneer u verschillende effecten na het opnemen wilt
uitproberen.
fig.03-120
TRACK 1
(REC)
TRACK 1
(PLAY)
TRACK 8
(PLAY)
RHYTHM
4
Druk op [EXIT] om naar het Play venster terug te
keren.
* Tijdens het updaten verschijnt ‘Keep power on!’ in de
bovenste regel van het scherm, terwijl de onderste regel
weergeeft wat er op dat moment gebeurt.
95
Page 96
Invoegeffect parameter functies
Algoritme lijst
De algoritmes (de beschikbare effecten en de volgorde, waarin ze aangezet worden) die gebruikt kunnen worden als invoegeffect worden hieronder weergegeven.
De algoritme,s die geselecteerd kunnen worden, zullen voor elke Bank verschillen. Om het algoritme te selecteren, dat u wilt
gebruiken, dient u eerst de effect Bank met het algoritme te selecteren en dan naar ‘Effect Patch lijst’ te gaan (p. 204) en een
Patch te selecteren met het gewenste algoritme.
Het streepje of de streepjes, die het algoritme verbinden, geven aan of het effect mono (één streepje) of stereo (twee streepjes)
output bevat.
(Voorbeeld)
fig.03-160
Output: Mono
–[
COMP
]–[
PAMP
BANK : GUITAR
]–
Output: Stereo
–[
MOD
]=[
DLY
]=
1. COSM GTR AMP
Dit is een multi-effect ontworpen voor de elektrische gitaar.
Hiermee krijgt u een versterker, die gebruik maakt van een
voorversterker en speaker simulator.
* In het geval van ‘Phaser’ zal de output mono worden.
fig.03-170
Rev0.10
–[
COMP
[NS]–[FV]–[
Compressor
Preamp
Speaker Simulator
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
- Slow Attack
Delay
]–[
PAMP
MOD
]–[SP]–[
]=[
DLY
EQ/WAH
]=
2. ACOUSTIC SIM
Dit is een multi-effect ontworpen voor de elektrische gitaar.
Het stelt u in staat om een elektrische gitaar te gebruiken,
waarmee u geluiden produceert die vergelijkbaar zijn met
een akoestische gitaar.
fig.03-180
]
–[
[FV]–[
Acoustic Guitar Simulator
Compressor
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
ASIM
]–[
COMP
MOD
]–[EQ]–[NS]
]=[
DLY
]=
96
Page 97
Invoegeffect parameter functies
Rev0.10
3. BASS SIM
Bootst het geluid van een basgitaar na. Het stelt u in staat
om het geluid van een basgitaar te produceren, terwijl u op
een elektrische gitaar speelt.
*U moet het spelen van akkoorden vermijden, wanneer u de
Bass Simulator gebruikt.
fig.03-190
–[
]–[
BSIM
Bass Simulator
Compressor/Defretter
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
COMP/DEF
- Compressor
- Defretter
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
]–[NS]–[FV]–[
MOD
]=
5. ACOUSTIC GTR
Dit is een multi-effect ontworpen voor akoestische gitaar.
De gitaar klinkt warm alsof er een microfoon gebruikt
wordt, zelfs als er een elektrisch-akoestische gitaar is aangesloten op lijnniveau.
fig.03-210
–[
Acoustic Processor
Compressor
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Delay
ACP
]=[
COMP
]=[EQ]=[NS]=[
DLY
]=
6. BASS MULTI
Dit is een multi-effect ontworpen voor basgitaar. Geschikt
om een standaard basgeluid mee te creëren.
fig.03-220
–[
COMP/DEF
[NS]–[FV]–[
]–[
OCT
MOD
]=[
]–[
DLY
ENH
]=
]–[
EQ/WAH
]
Sectie 3
4. COSM COMP GTR
Dit is een multi-effect ontworpen voor elektrische gitaar.
Behalve een COSM compressor/begrenzer gebruikt het een
voorversterker en speaker simulator voor een karakteristiek versterker geluid.
fig.03-200
–[
COMP
–[NS]–[FV]–[
COSM Comp/Limiter
Preamp
Speaker Simulator
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Delay
]–[
PAMP
DLY
]–[SP]–[
]=
EQ/WAH
Compressor/Defretter
- Compressor
- Defretter
Octave
Enhancer
4Band Equalizer/Wah
]
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
97
Page 98
Invoegeffect parameter functies
7. COSM BASS AMP
Dit is een multi-effect ontworpen voor basgitaar. Hiermee
krijgt u een versterker geluid dat gebruik maakt van een
voorversterker en speaker simulator.
fig.03-230
–[
COMP
–[NS]–[FV]–[
Compressor
Preamp
Speaker Simulator
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
]–[
PAMP
MOD
]–[SP]–[
]=[
DLY
EQ/WAH
]=
]
8. COSM COMP BSS
Dit is een multi-effect ontworpen voor basgitaar.
Behalve een COSM compressor/begrenzer gebruikt het een
voorversterker en speaker simulator voor een karakteristiek versterker geluid.
fig.03-240
–[
COMP/LIM
[
EQ/WAH
COSM Comp/Limiter
Preamp
Speaker Simulator
4Band Equalizer/Wah
- 4Band Equalizer
- Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Delay
]–[
PAMP
]–[SP]
]–[NS]–[FV]–[
DLY
]=
BANK : MIC
9. VOCAL MULTI
Dit is een multi-effect ontworpen voor zang. Het voorziet in
de basiseffecten voor zang.
Rev0.10
–[
COMP
–[NS]–[FV]–[
Compressor
De-esser
Enhancer
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
]–[
DES
MOD
]–[
ENH
]=[
]–[EQ]
DLY
]=
10. VOICE TRANS
Dit is een multi-effect ontworpen voor zang.
Dit stelt u in staat om een uniek effect met behulp van een
stemvervormer te produceren.
fig.03-260
–[VT]–[NS]–[FV]–[
Voice Transformer
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
Delay
MOD
]=[
DLY
]=
98
Page 99
Rev0.10
11. COSM COMP VCL
Dit is een multi-effect ontworpen voor zang.
De COSM compressor/begrenzer is perfect voor het creëren
van een basisgeluid.
fig.03-270
–[
COMP/LIM
]–[
DES
]–[
ENH
]
Invoegeffect parameter functies
[EQ]–[NS]–[FV]–[
COSM Comp/Limiter
De-esser
Enhancer
4Band Equalizer
Noise Suppressor
Foot Volume
Delay
DLY
]=
BANK : LINE
12. STEREO MULTI
Dit algoritme is uit zeven typen effecten samengesteld, allemaal in stereo.
fig.03-280
=[
[NS]=[FV]=[
Compressor
Ring Modulator
4Band Equalizer/Wah
Noise Suppressor
Foot Volume
Modulation
Delay
]=[
COMP
RNG
MOD
- 4Band Equalizer
- Wah
- Flanger
- Chorus
- Phaser
- Pitch Shifter
- Doubling
- Tremolo/Pan
]=[
EQ/WAH
]=[
DLY
]
]=
13. LO-FI BOX
Dit stelt u in staat om geluiden te simuleren, die lijken alsof
ze uit een AM radio komen, worden afgespeeld op een
ouderwetse grammofoon, of sterk vervormd worden, zoals
door een Lo-Fi Digital.
fig.03-290
=[
Lo-Fi Box
Noise Suppressor
LOFI
]=[NS]=
Sectie 3
99
Page 100
Invoegeffect parameter functies
BANK : SIMUL
14. VO+GT AMP
Dit algoritme kan worden gebruikt, wanneer u gelijktijdig
een stem (vocaal) en elektrische gitaar opneemt.
Voor de gitaar kunt u een versterker geluid produceren
door een voorversterker en speaker simulator te gebruiken.