Roland BR-532 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Gefeliciteerd, en dank u dat u voor de BOSS BR-532 Digital Studio heeft gekozen.
Daarnaast raden wij u aan de volledige gebruikershandleiding door te lezen, zodat u een goed beeld krijgt van alle mogelijk­heden die uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, zodat deze als een handig naslagwerk kan dienen.
Drukafspraken binnen deze handleiding
• Teksten of getallen tussen vierkante aanhalingstekens verwijzen naar knoppen.
[START] START knop
[REC] REC knop
• Aanduidingen als (p. **) verwijzen naar pagina’s in deze handleiding waaraan u kunt refereren.
Copyright © 2001 BOSS Corporation
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION, in welke vorm dan ook, gereproduceerd worden.
Lees de onderstaande secties, voordat u dit apparaat gaat gebruiken:
• HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN (pagina 2-3)
• BELANGRIJKE OPMERKINGEN (pagina 4-5)
Deze gedeeltes bevatten belangrijke informatie met betrekking tot een juist gebruik van dit apparaat.
• Lees de instructies hieronder, en de gebruikers­handleiding, voordat u dit apparaat in gebruik neemt.
• Maak het apparaat of de bijbehorende adapter niet open, en breng geen veranderingen aan er binnen­in. (De enige uitzondering hierop kan zijn wanneer deze handleiding specifieke instructies geeft voor het installeren van daarvoor bedoelde opties; zie p.
13.)
• Probeer het apparaat nooit zelf te repareren, of onderdelen die zich hierin bevinden te vervangen (behalve wanneer specifieke instructies in de hand­leiding u vertellen dit wel te doen). Laat al het onderhoud aan uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum, of een erkende Roland distributeur over. De gegevens hieromtrent vindt u op de “Informatie” pagina.
• Gebruik of plaats het apparaat nooit op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bij-
voorbeeld in direct zonlicht in een gesloten voer­tuig, in de buurt van een verwarmingskanaal, bovenop warmte genererende apparatuur); of
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruim-
tes, op natte vloeren); of
• aan regen blootgesteld worden; of
• stoffig zijn; of
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
• Zorg ervoor dat u het apparaat altijd waterpas opstelt, en dat het stevig staat. Plaats het nooit op een oppervlak dat kan schommelen, of op een schuin oppervlak.
• Gebruik alleen de gespecificeerde AC adapter (PSA serie), en zorg ervoor dat het lijnvoltage van de installatie met het op de AC adapter gespecificeer­de ingangsvoltage overeenkomt. Andere adapters maken mogelijk van een andere polariteit gebruik, of zijn voor een ander voltage ontworpen. Het gebruik van andere adapters kan tot schade, storin­gen of elektrische schok leiden.
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elemen­ten en kortsluiting ontstaan. Beschadigde snoeren betekent een verhoogd risico op brand en schok­ken!
• Dit apparaat, op zichzelf staand, of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren, die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Werk nooit gedurende een langere tijd op een hoog of oncom­fortabel volumeniveau. Wanneer u enig gehoors­verlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat onmiddellijk uitzetten, en een oorarts consulteren.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK, OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over de symbolen
Over WAARSCHUWING en VOORZICHTIG opmerkingen
................................................................................................................................................
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar let­sel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële scha­de, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar
schade of andere ongunstige effec­ten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke beteke­nis van het symbool wordt bepaald door het teken dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waar­schuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De speci­fieke handeling die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het
wijst de gebruiker op onderdelen die verwij-
derd moeten worden. De specifieke handeling die uit­gevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrok­ken moet worden.
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
2
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten, spelden) of vloeistoffen (water, frisdranken, enz.) in het apparaat terechtkomen.
• Zet onmiddellijk de stroom uit, haal de AC adapter uit het stopcontact, en ga voor onderhoud naar de winkel, de dichtstbijzijnde Roland distributeur, te vinden op de “Informatie” pagina, wanneer:
• de AC adapter of het netsnoer beschadigd zijn; of
• als er objecten in het apparaat gevallen zijn, of
vloeistof in het apparaat terechtgekomen is; of
• als het apparaat aan regen blootgesteld is
geweest (of op een andere manier nat is geworden); of
• als het apparaat niet juist schijnt te werken, of
een duidelijke verandering in uitvoering ver­toont.
• In huishoudens met kleine kinderen moet een vol­wassene toezicht houden, totdat het kind zelf in staat is om de regels, die noodzakelijk zijn voor een veilige werking van het apparaat, te kunnen begrij­pen.
• Behoedt het apparaat voor zware klappen. (Laat het niet vallen!).
• Steek het netsnoer niet in een stopcontact waar een overtollig aantal andere apparaten op aangesloten is. Wees in het bijzonder voorzichtig met het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle op het stopcontact van het ver­lengsnoer aangesloten apparaten gebruikt wordt, mag de maximale stroomvoorschriften (watt/ampères) van het verlengsnoer nooit over­schrijden. Excessief stroomverbruik kan veroorza­ken dat de isolatie van het snoer heet wordt en uit­eindelijk zal smelten.
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u eerst met uw winkelier, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum, of een erkende Roland distributeur, waarvan u de gege­vens op de “Informatie” pagina vindt, contact op.
• De batterijen mag u nooit opnieuw opladen, verwarmen, uit elkaar halen of in vuur of water gooien.
• Het apparaat en de AC adapter moeten op een zodanige manier geplaatst worden, dat hun plaats of positie de juiste mate van ventilatie niet zal belemmeren.
• Als u de AC adapter in het stopcontact of in dit apparaat steekt of als u deze verwijdert, houdt u deze alleen bij de stekker of bij de behuizing van de adapter vast.
• Wanneer het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt zal worden, haalt u de AC adapter los.
• Probeer ervoor te zorgen dat snoeren en kabels niet in elkaar verstrikt raken. Tevens zouden snoeren en kabels op een zodanige wijze geplaatst moeten worden, dat kinderen er niet bij kunnen.
• Ga nooit bovenop het apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
• Raak bij het insteken in het stopcontact of in dit apparaat, en het daaruit verwijderen, de stekker van de AC adapter, noch de adapter zelf, nooit met natte handen aan.
• Voordat u het apparaat verplaatst, moeten de AC adapter en alle snoeren van externe apparaten eerst losgehaald worden.
• Voordat u het apparaat schoonmaakt, moet u eerst de stroom uitzetten en de AC adapter uit het stop­contact halen.
• Wanneer u bliksem verwacht op de plaats waar u verblijft, haalt u de AC adapter uit het stopcontact.
• Bij verkeerd gebruik kunnen batterijen exploderen, of gaan lekken, waardoor schade of verwondingen veroorzaakt kunnen worden. Lees, voor uw eigen veiligheid, de volgende voorzorgsmaatregelen goed door (p. 20):
• Volg nauwgezet de instructies voor het installe-
ren van de batterijen, en let goed op de juiste polariteit.
• Vermijd het gebruik van nieuwe batterijen samen
met oude. Vermijd bovendien het door elkaar gebruiken van verschillende soorten batterijen.
• Verwijder de batterijen, wanneer u van plan bent
het apparaat gedurende een langere periode niet te gebruiken.
• Heeft een batterij gelekt, gebruik dan een zacht
doekje, of een stukje keukenpapier, om de resten van de afscheiding te verwijderen uit het batterij­compartiment. Installeer vervolgens een nieuwe set batterijen. Om verbranding van de huid te voorkomen dient u er voor te zorgen, dat er geen afscheiding op uw handen of huid terechtkomt. Wees uiterst voorzichtig dat er geen afscheiding in de buurt van uw ogen komt. Reinig het aange­dane gedeelte onmiddellijk met stromend water, wanneer ook maar iets van de afscheiding in uw ogen is gekomen.
• Bewaar batterijen nooit samen met metalen voor-
werpen, zoals ballpoints, halskettingen, haarspel­den, enz.
• U kunt batterijen alleen weggooien in overeenstem­ming met de milieuwetgeving met betrekking tot de veilige verwijdering van batterijen die in uw omgeving geldt.
• Wanneer u schroefjes losschroeft uit het apparaat, plaats deze dan op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat deze niet per ongeluk kunnen worden ingeslikt.
WAARSCHUWING VOORZICHTIG
3
VOORZICHTIG
Stroomvoorziening: Batterijgebruik
• Gebruik dit apparaat niet op hetzelfde stroomcircuit met een ander apparaat, dat storing kan veroorzaken (zoals een elektrische motor, of een variabel verlichtingssysteem).
• De AC adapter zal hitte voortbrengen, na een langere peri­ode van voortdurend gebruik. Dit is normaal, en geen reden voor ongerustheid.
• Het gebruik van een AC adapter wordt aangeraden, omdat het stroomverbruik van het apparaat relatief hoog is. Geeft u toch de voorkeur aan batterijen, gebruik dan het alkalinetype.
• Voor het installeren of vervangen van batterijen dient u altijd de stroom op het apparaat uit te zetten, en alle ande­re apparaten, die u erop hebt aangesloten, los te koppelen. Op deze manier kunt u voorkomen dat er een defect optreedt, en/of dat er schade wordt toegebracht aan de luidsprekers of andere onderdelen.
• Batterijen worden meegeleverd met het apparaat. De levensduur van deze batterijen kan echter beperkt zijn, omdat deze voornamelijk bedoeld zijn om het apparaat te testen.
• Voordat u dit apparaat aansluit op enig ander apparaat, dient u de stroom op elk apparaat uit te zetten. Op deze manier kunt u voorkomen dat er een defect optreedt, en/of dat er schade wordt toegebracht aan de luidsprekers of andere onderdelen.
Plaatsing
• Het gebruik van dit apparaat in de buurt van versterkers (of enige andere apparatuur die grote transformatoren bevatten) kan een brom tot gevolg hebben. Om dit pro­bleem te verminderen kunt u het apparaat verdraaien; of u kunt het apparaat verder weg van de storingsbron plaat­sen.
• Het kan zijn dat dit apparaat storing veroorzaakt in de ontvangst van radio en televisie. Gebruik het apparaat daarom niet in de buurt van deze ontvangers.
• Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet dichtbij apparaten die hitte voortbrengen, laat het niet achter in een afgesloten voertuig, en laat het niet onderhe­vig zijn aan extreme temperaturen. Buitensporige hitte kan het apparaat vervormen of laten verkleuren.
• Om een defect te voorkomen dient u het apparaat niet te gebruiken in een vochtige omgeving, zoals een omgeving die is blootgesteld aan regen of ander vocht.
Onderhoud
• Voor dagelijks schoonmaken kunt u een zachte, droge doek gebruiken, of eentje die met water vochtig is gemaakt. Om hardnekkig stof te verwijderen kunt u een doek gebruiken, die voorzien is van een mild, niet agres­sief schoonmaakmiddel. Zorg er wel voor, dat u daarna het apparaat afneemt met een zachte, droge doek.
• Gebruik nooit benzine, verdunner, alcohol, of wat voor oplossingsmiddel dan ook, om de mogelijkheid tot ver­kleuring en/of vervorming te voorkomen.
Aanvullende Voorzorgsmaatregelen
• Weest u zich er van bewust dat de inhoud van het geheu­gen onherroepelijk verloren kan gaan, als gevolg van een defect, of een onjuiste handeling op het apparaat. Wilt u uzelf beschermen tegen het verlies van belangrijke data, die u hebt opgeslagen in het geheugen van het apparaat, dan raden we u aan om periodiek een kopie van deze data op te slaan als back-up, op een geheugenkaart of een computer.
• Helaas is het soms onmogelijk om de data-inhoud, die is opgeslagen in het geheugen van het apparaat of op een geheugenkaart terug te halen, als deze eenmaal verloren is gegaan. Roland Corporation neemt in geen geval de ver­antwoordelijkheid op zich bij een dergelijk verlies van data.
• Bij de bediening van de knoppen, schuiven en andere bedieningsknoppen op het apparaat dient u met redelijke voorzichtigheid te werk te gaan; zo ook bij het gebruik van de pluggen en aansluitingen. Een ruwe behandeling kan tot een defect leiden.
• Sla nooit, en oefen nooit grote druk uit op het display.
• Bij het aansluiten/ ontkoppelen van kabels dient u altijd de plug zelf beet te pakken–trek nooit aan de kabel. Op deze manier voorkomt u kortsluiting of beschadiging van het binnenste van de kabel.
• Probeer het geluidsvolume van het apparaat op een accep­tabel niveau te houden, om de buren niet voor het hoofd te stoten. Het kan zijn dat u de voorkeur geeft aan het gebruik van een hoofdtelefoon, op die manier hoeft u zich geen zorgen te maken, dat u anderen last bezorgt (vooral als het ‘s avonds laat is).
• Als u het apparaat wilt vervoeren, dan kunt u dit het beste doen in de doos (inclusief vulsel) waarin het verpakt was. Anders zult u vergelijkbaar verpakkingsmateriaal moeten gebruiken.
• Gebruik een kabel van Roland om een aansluiting te maken. Maakt u gebruik van een ander merk kabel, hou dan rekening met de volgende voorzorgsmaatregelen:
• Sommige kabels bevatten weerstanden. Gebruik voor de
aansluiting op dit apparaat echter geen kabels die weer­standen bevatten. Bij gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag zijn, of zelfs onmogelijk waar te nemen. Voor informatie over kabelspecificaties kunt u contact opnemen met de fabrikant van de kabel.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Leest u, in aanvulling op de zaken die genoemd worden bij “VEILIG GEBRUIK VAN HET APPARAAT” op pagina 2-3, het volgende alstublieft aandachtig door:
4
Voor het Gebruik van een Geheugenkaart (SmartMedia)
Gebruik van een Geheugenkaart
• Breng de Geheugenkaart voorzichtig aan, totdat deze stevig op zijn plaats zit.
• Raak nooit de poolklemmen van de Geheugenkaart aan. Hou de poolklemmen bovendien schoon.
Auteursrecht
• Ongeautoriseerde opname, verspreiding, verkoop, uitleen, publieke vertolking, uitzending, en dergelijke, in zijn geheel of gedeeltelijk, van een werk (muzikale compositie, video, uitzending, publieke vertolking, en dergelijke), waarvan het auteursrecht in het bezit is van derden, is vol­gens de wet verboden.
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden die een inbreuk kunnen zijn op het auteursrecht in het bezit van derden. Roland/BOSS neemt in geen geval de verantwoordelijk­heid op zich in relatie tot inbreuk op auteursrecht van der­den, als gevolg van het gebruik van dit apparaat.
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Het oppervlak zonder gouden contactpunten moet naar boven gericht zijn
BELANGRIJKE OPMERKINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Inleiding in de BR-532
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Eigenschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Geheugenkaarten die ondersteund worden door uw BR-532 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Verwijder de kaartdeksel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Paneelbeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
Batterijen inbrengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
Snel beginnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
De Demo Song beluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
(1) Aansluiten van de omringende apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
(2) Zet de BR-532 aan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
Het Contrast van het Display aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
(3) De Demo Songs beluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Een Song selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Een Song afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
De huidige positie veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Een Song opnemen/afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
(1) De geheugenkaart prepareren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
De geheugenkaart formatteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
(2) Selecteer de Song die u wilt opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Een nieuwe Song opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
(3) Instrumenten aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Kies de jack die u wilt gebruiken voor de aansluiting van uw instrument . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Druk op de INPUT SELECT knop van het instrument dat u wilt opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . .29
De ingebouwde microfoon uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
De gevoeligheid van de input aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
De LEVEL METER omschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Het geluid beluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
(4) Het gebruik van Insert effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Wisselen van effectpatch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Opnemen zonder effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
(5) Gebruik van de rhythm Guide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
De Rhythm Guide afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Veranderen van Ritmepatroon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Het tempo van een ritme veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Het tempo veranderen met Tappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
(6) Opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
De opnametrack selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
(7) Opgenomen muziek afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Het volume aanpassen van elke track . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
(8) De stroom uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
(9) De geheugenkaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Zuinig met batterijen (Power Save) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
6
Inhoud
7
Inhoud
Verder gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Herhaald afspelen–Repeat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Het herhalingsgedeelte instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
De herhaling instellen met exacte timing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Een extra partij opnemen, terwijl u luistert naar een bestaande
partij–Overdubben . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Het stereobeeld van het ingangssignaal veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Meerdere Tracks samenvoegen–Bouncen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Een Song afronden–Afmixen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Het stereobeeld instellen (Pan) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
De klank breder maken–Loop effect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Afmixen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Digitaal kopiëren voorkomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43
Veranderen van V-Track . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Een vergissing corrigeren–Punch-in/out
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Handmatige punch-in/out . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Handmatige punch-in/out met [REC] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Handmatige punch-in/out met een voetschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Auto punch-in/out . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Het op te nemen gedeelte bepalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Een vastgelegd punt voor auto punch-in/out wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Herhaaldelijk Opnemen Over Hetzelfde Punt (Loop Opname) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
De herhaling instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
Opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
Een tijdstip opslaan–Locator functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Een Locator punt instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Naar het Locator punt gaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Een Locator punt wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Een opgenomen track bewerken (Track Editing) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
Opgenomen data kopiëren (Track Copy) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
De herhaling kopiëren (AB) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
Kopiëren door tijdsaanduiding (TIME/MES) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Een track in zijn geheel kopiëren (ALL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
Opgenomen data verplaatsen (Track Move) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
De herhaling verplaatsen (AB) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Verplaatsen door tijdsaanduiding (TIME/MES) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Een track in zijn geheel verplaatsen(ALL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
Opgenomen data wissen (Track Erase) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
De herhaling wissen (AB) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
Wissen door tijdsaanduiding (TIME/MES) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56
Een track in zijn geheel wissen (ALL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56
Opgenomen data omwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Een opname of edit ongedaan maken–Undo/ Redo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
De laatste handeling ongedaan maken–Undo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
Undo terugdraaien–Redo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
De opgenomen Songs indelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
Een Song kopiëren (Song Copy) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
Een Song wissen (Song Erase) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
Geheugen besparen op de geheugenkaart (Song Optimize) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
Songs een naam geven–Song Name . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
De geheugenkaart formatteren–Initialize . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
De Rhythm Guide
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .62
Patterns . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .62
Patterns maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63
Een Step invoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64
Een Step wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64
Alle Steps wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65
Het Pattern opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65
Een Pattern selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
Patterns kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
De naam van een Pattern veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
Synchroniseren met MIDI apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67
MIDI beginselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67
Een externe MIDI geluidsmodule gebruiken voor het afspelen van de Rhythm Guide . . . . . . . . . . . . . .68
Het afspelen synchroniseren met een MIDI sequencer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69
Synchroon afspelen, met de BR-532 als Master . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .69
Gebruik van MMC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70
MMC compatibele apparaten aansturen met de BR-532 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70
Het uitgangssignaal van een extern MIDI apparaat mixen
met het uitgangssignaal van de BR-532 (AUDIO SUB MIX) . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72
Weergave van de Song informatie
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
Weergave van de resterende opnametijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
Weergave van het verbruik van de geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
Zoeken naar het begin en einde van de muziek (Scrub/Preview) . . . . . . . . . . . . .74
Scrubben om het beginpunt van de muziek te vinden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74
Het Scrub punt veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75
Scrub en preview gebruiken om het eindpunt van de muziek te vinden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75
De Preview Functie inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75
Het eindpunt van de muziek vinden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75
Een instrument stemmen–Tuner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .76
Omschakelen naar de Tuner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .76
Stemmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .76
De referentie-toonhoogte van de Tuner instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .77
Moeilijke nummers naspelen–Phrase Trainer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78
De snelheid vertragen (Time Stretch functie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78
Het geluid in het midden uitzetten (Center Cancel functie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78
De Insert Effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .79
Effectpatches en Banken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .79
Het editen van de Insert effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .80
De instellingen van de Insert effecten opslaan (Write) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .81
De aansluitingen van de Insert effecten veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .81
De Loop effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82
Een Loop effect selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82
De toepassing van het Loop effect aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82
De instellingen van de BR-532 initialiseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .83
De volledige instellingen van de BR-532 initialiseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .83
De systeeminstellingen initialiseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .83
De effectinstellingen initialiseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84
De User Patterns van de Rhythm Guide initialiseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84
8
Inhoud
Bijlagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .85
De User Patterns van de Rhythm Guide initialiseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .85
CHORUS/DOUBL’N/REVERB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .85
Algoritmes van de Insert Effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86
BANK: GUITAR/BASS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86
1. COSM GUITAR AMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86
2. ACOUSTIC SIM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86
3. BASS SIM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86
4. ACOUSTIC GUITAR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87
5. BASS MULTI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87
6. COSM BASS AMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87
BANK: MIC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87
7. VOCAL MULTI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87
8. VOICE TRANSF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87
BANK: LINE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88
9. STEREO MULTI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88
10. LO-FI BOX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88
BANK: SIMUL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88
11. VO+GT.AMP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88
12. VO+AC.SIM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88
Parameterfuncties van de Insert Effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89
Acoustic Guitar Simulator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89
Acoustic Processor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89
Bass Simulator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89
Chorus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89
Compressor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
De-esser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
Defretter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
Delay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
Doubling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91
Enhancer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91
Equalizer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91
Flanger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92
Lo-Fi Box . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92
Noise Suppressor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92
Phaser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92
Pitch Shifter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93
Preamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93
Speaker Simulator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .94
Tremolo/Pan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .95
Voice Transformer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .95
Lijst van Styles en Patterns voor de Rhythm Guide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .96
Style . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .96
Preset Pattern . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .97
Praktische toepassingen van de BR - 532 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98
Besparen op het verbruik van de geheugenkaart tijdens het maken van Songs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98
Bij herhaling van een fragment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98
Patterns opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98
Optimize . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98
De V-Tracks benutten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .99
De vier tracks van een Song naar één track mixen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .99
Een vergissing in één gedeelte verbeteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .99
Een gedeelte van een Song verlengen, nadat de opname voltooid is . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100
9
Inhoud
Gebruik van de Rhythm Guide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100
Een verandering aanbrengen in de ontwikkeling van een Song . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .100
Eén telmaat invoegen, om het begin van de Song synchroon te laten
lopen met een extern apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101
Een externe geluidsbron opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101
Een back-up maken van een Song . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102
Problemen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .103
Error boodschappen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .105
Parameterlijst
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .107
Effect Patch Lijst
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .110
MIDI IMPLEMENTATIE
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .111
MIDI IMPLEMENTATIE KAART
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .115
Specificaties
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .116
Index
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .118
Track Sheet
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .122
10
Inhoud
11
Inleiding in de BR-532
Eigenschappen
Eenvoudige bediening
De BR-532 is zò ontworpen, dat deze net zo eenvoudig te bedienen is als een cassetterecorder, zelfs voor beginners.
Of u nu gewoon een demoband aan het voorbereiden bent, of klaar bent om uw eerste album te masteren, door de eenvoudige bedieningswijze is het mogelijk om met de BR­532 digitale opnames maken, vanaf het moment dat u ‘m uit de doos haalt.
Tweevoudige stroomvoorziening, waardoor u overal kunt opnemen
De BR-532 kan ook van stroom voorzien worden door batte­rijen (zes AA batterijen). En, dankzij de ingebouwde micro­foon kunt u overal opnames maken, wanneer u maar wilt.
Digitaal audio workstation
Alle processen zijn volledig digitaal.
Naast een digitale mixer en een digitale recorder bevat de BR-532 twee digitale effectprocessors.
U kunt alle stappen die nodig zijn bij een opname, waar­onder editen, tracks bouncen, effectgebruik en afmixen, volledig digitaal uitvoeren. Hierdoor wordt de geluidskwa­liteit nooit minder. Daarnaast kunt u, door het aansluiten van digitale apparatuur zoals een DAT recorder, MD recorder of een CD recorder, opgenomen materiaal volledig digitaal overzetten.
Uitgerust met V-Tracks
De BR-532 heeft vier audio opnametracks, waarbij u op twee tracks tegelijkertijd kunt opnemen, of vier tracks tegelijker­tijd kunt afspelen. Bovendien bevat iedere track acht virtuele tracks, “V-Tracks” genaamd, waardoor u in totaal 4 x 8 = 32 tracks kunt opnemen! Dankzij deze enorme veelzijdigheid kunt u bijvoorbeeld meerdere takes van een gitaarsolo opnemen, waaruit u later kunt kiezen bij het samenstellen van de uiteindelijke versie. Daarnaast kunt u, tijdens het afspelen van de vier tracks, de bounce-mode gebruiken om naar een V-track te bouncen, en een stereo-bounce uitvoeren zonder dat u data hoeft te wissen.
Rhythm Guide functie
Met de “Rhythm Guide functie” wordt het gemakkelijk om loopjes en muzikale ideëen op te nemen, zodra ze in uw hoofd opkomen (p. 62). Selecteer eenvoudigweg een toepas­selijk ritmepatroon, en stel het tempo in. Door ritmepatronen te combineren kunt u uw eigen patronen creëren.
Wat zijn V-Tracks
Elke track bestaat uit acht virtuele tracks, en u kunt elk van deze tracks uitkiezen om op te nemen of af te spelen. Dit betekent dat u in totaal 32 tracks kunt opnemen, en vervolgens willekeurig vier kunt uitkiezen om af te spelen. Deze virtuele tracks, die bij elkaar de daadwerke­lijke tracks vormen, noemen we “V-Tracks”.
Aan het eind van deze handleiding vindt u een “Track Sheet” (p. 122). Hiervan kunt u kopiën maken, en invullen tijdens het opnemen van muziek op V-Tracks.
Door het opnemen met de Rhythm Guide functie wordt het editen per maat sterk vereenvoudigd.
V-Track 1 V-Track 2 V-Track 3 V-Track 4 V-Track 5 V-Track 6 V-Track 7 V-Track 8
Twee veelzijdige digitale effectprocessors
De BR-532 bevat twee soorten effecteenheden. De ene soort is bedoeld voor opname (insert effect), de andere soort bevat de onafhankelijke send/return effecten (Loop effect). Deze twee soorten kunnen tegelijkertijd gebruikt worden. Dit betekent dat u met de BR-532 geen extra effectapparatuur nodig heeft voor het produceren van een professioneel klin­kende Song.
De BR-532 bevat vele ingebouwde simulaties en effecten, waaronder amp modeling met COSM, waarmee een grote verscheidenheid aan Insert effecten beschikbaar is. Boven­dien zijn er talloze effecten voor zang-, toetsen- en gitaar­tracks, voor een hele reeks toepassingen.
Onder de Loop effecten bevinden zich ruimtelijke effecten, zoals chorus en reverb, die onmisbaar zijn voor goed stereo afmixen.
Door de Insert effecten en de Loop effecten tegelijkertijd te gebruiken kunt u in één keer zowel geluidseffecten als ruim­telijke effecten aan uw muziek toevoegen.
Voor een meer gedetailleerde uitleg van insert en Loop effecten, zie “Wat is een insert effect?” (p. 31) en “Wat is een Loop effect?” (p.42).
Editfuncties
Op de BR-532 kunt u allerlei edit handelingen uitvoeren, zoals kopiëren, verplaatsen en wissen, die niet kunnen worden uitgevoerd op meersporenrecorders die gebruik maken van tape. Dit betekent dat handelingen zoals het kopiëren en herhalen van een gedeelte van enkele maten, het verplaatsen van een gedeelte van enkele maten naar een andere track, en het wissen van alle data op een track, eenvoudig kunnen worden uitgevoerd.
Niet-vernietigend editen
Omdat het een digitale recorder is, biedt de BR-532 ook niet­vernietigend editen. Met niet-vernietigend editen kunt u, na het uitvoeren van elke edithandeling of opname, altijd nog terugkeren naar de oorspronkelijke toestand (undo en redo functies).
Een opneem-/edithandeling ongedaan maken (p. 58)
Snel verplaatsen naar een bepaald punt
U kunt aan elk punt van een track een herkenningspunt toekennen (locater functie). Wanneer u herkenningspunten maakt van plekken als het einde van een intro, of het begin van een gitaarsolo, dan kunt u in één keer naar het punt gaan, vanaf waar u wilt afluisteren.
Tijd registreren (p. 49)
Uitgerust met een chromatisch stemapparaat (geluidsbereik van C1 tot B6)
Uw BR-532 is ook uitgerust met een chromatisch stemappa­raat, zodat u uw gitaar of basgitaar kunt stemmen, terwijl deze nog in de BR-532 is ingeplugd (p. 76).
Phrase Trainer functie
Als u een Song afspeelt die u hebt opgenomen van een CD­speler of een MD-speler, kunt u het tempo vertragen zonder dat de toonhoogte verandert. U kunt bovendien het geluid dat u in het midden hoort (zoals zang en gitaarsolo’s) uit een Song verwijderen (p. 78).
Volledig overzicht van de aansluitingen (jacks)
Uw BR-532 is uitgerust met de volgende jack-ingangen:
GUITAR/BASS:
Via de inputjack met hoge impedantie kunt u direct uw gitaar of basgitaar inpluggen (geschikt voor 1/4” phone­pluggen).
MIC:
Op deze jacks kunt u een microfoon aansluiten. Er zijn zowel standaard TRS-jacks (p. 19) als XLR-jacks beschikbaar. De BR-532 heeft ook een ingebouwde microfoon, waardoor het
12
Inleiding in de BR-532
Wat is COSM (“Composite Object Sound Modeling”)?
Met Sound Modeling wordt de technologie bedoeld die gebruik maakt van de nieuwste DSP-technologie om alle “objecten” die een rol spelen in het voortbrengen van geluid na te bootsen. COSM combineert werkelijk superieure Sound Modeling met een grote verscheiden­heid aan objecten, waardoor het mogelijk wordt om bijna elk gewenst geluid te vervaardigen: van naboot­singen van bestaande muziekinstrumenten tot het creëren van fantasie-instrumenten, die alleen in onze verbeelding bestaan.
zelfs mogelijk is om opnames te maken zonder dat u een microfoon heeft aangesloten.
* De ingebouwde microfoon kan aan- of uitgezet worden.
LINE:
Deze ingangen zijn geschikt voor stereo aansluiting van keyboards, CD-spelers, en andere apparaten met een lijnuit­gangssignaal (RCA phono jacks).
Als output biedt de BR-532, naast de LINE OUT jacks (stereo RCA phono jacks), ook optische DIGITAL OUT aanslui­tingen, bedoeld voor het opnemen op hoge kwaliteit naar digitale audio opneemapparatuur, zoals CD-recorders en MD-recorders.
Geheugenkaarten die ondersteund worden door uw BR-532
De BR-532 maakt gebruik van geheugenkaarten van Smart­Media voor de opslag van uw opgenomen materiaal en om
vanaf af te spelen.
De BR-532 maakt gebruik van SmartMedia geheugenkaarten van 16 tot 128 MB met een stroominhoud van 3.3 V.
Het formatteren van de geheugenkaart (SmartMedia)
Geheugenkaarten van SmartMedia, die u gekocht hebt in een computerwinkel of die eerder gebruikt zijn met een digi­tale camera, kunt u niet zomaar voor de BR-532 gebruiken. Deze kaarten van SmartMedia moet u eerst initialiseren, voordat u ze voor de BR-532 kunt gebruiken.
Voor meer details betreffende formatteren, zie p. 27, 61.
* SmartMedia is een handelsmerk van de Toshiba Corporation.
Verwijder de kaartdeksel
Om de kaartdeksel te verwijderen moet u eerst de twee schroeven, waarmee de kaartdeksel op de onderkant van het apparaat wordt gehouden, verwijderen met een munt of een schroevendraaier.
13
Inleiding in de BR-532
Geheugenkaarten van SmartMedia zijn verkrijgbaar bij uw dichtstbijzijnde computer- of digitale camerawinkel.
* De Roland S2M/S4M-5 kan niet worden gebruikt.
Wanneer u de schroeven verwijdert, dient u deze op een veilige plek te bewaren, buiten het bereik van kinderen, zodat deze niet per ongeluk kunnen worden ingeslikt.
1 PIEK (clip) lampje
Dit lampje geeft aan hoe hard het ingangssignaal binnen­komt via de verschillende input-jacks (bijv. GUITAR/BASS en MIC).
2 SENS knop
Gebruik deze knop om de gevoeligheid van de input-jacks aan te passen (bijv. GUITAR/BASS, MIC of LINE).
3 INPUT SELECT knoppen
Gebruik deze knoppen om aan te geven welke ingangsbron (input-jack) u wilt opnemen. Het lampje van de geselec­teerde knop zal oplichten. U kunt het ingangssignaal afsluiten (muten), door de knop die oplicht in te drukken.
GUITAR/BASS:
Voor het selecteren van gitaar- of basgitaargebruik via de GUITAR/BASS jack.
MIC:
Voor het selecteren van de MIC jack (als er een microfoon is aangesloten) of de ingebouwde microfoon.
* De ingebouwde microfoon kan aan- of uitgezet worden. (p.30)
LINE:
Voor het selecteren van een line-ingangssignaal via de LINE jack (stereo), zoals van een keyboard of een CD-speler.
SIMUL:
Als u de knoppen GUITAR/BASS en MIC tegelijk indrukt, kunt u de beide inputs tegelijkertijd opnemen.
* Als de instelling van INPUT SELECT wordt veranderd, zal de
insert effectbank (p. 31) ook automatisch veranderen (p. 79).
14
Paneelbeschrijving
Paneelbeschrijving
Dit lampje licht op bij een geluidssterkte die 6 dB lager ligt dan de waarde waarop geluidsvervorming plaats­vindt. U dient de ingangsgevoeligheid aan te passen met de SENS knop, zodanig dat het lampje slechts af en toe oplicht, op die momenten waarop u de gitaar (of een ander instrument) het hardst bespeelt.
1
26
2
3
21
20
4
5
6
8
7
9
13
14
15
10
11
12
16
18
22
27
28
24
23
19
29
25
17
30
31
34
33
32
4 EFFECTS knop
Gebruik deze knop voor het aan- of uitzetten van de Insert effecten (p. 31), of voor het oproepen van het scherm voor het editen van verschillende instellingen.
5 INPUT LEVEL knop
Gebruik deze knop voor het aanpassen van het volume van het ingangssignaal voor de opname.
* Als u met de INPUT LEVEL knop het volume van het
ingangssignaal tijdens een opname zachter zet, dan zal het geluid met een laag volume worden opgenomen op de audio­track, waardoor er prominenter ruis te horen zal zijn bij het harder zetten van het volume tijdens het afspelen. Als u het volume van het ingangssignaal dat u hoort tijdens de opname zachter wilt zetten, dan kunt u dit doen met de MASTER fader.
6 TUNER knop
Gebruik deze knop om het stemapparaat mee aan en uit te zetten (p.76).
7 AUTO PUNCH
Deze knop wordt gebruikt voor het maken van de instel­lingen van de automatische punch-in/out functie.
ON/OFF knop:
Met deze knop zet u de auto punch-in/out functie aan en uit. Als deze aan staat, zal het lampje van de knop branden.
IN knop:
Voor het instellen van het auto punch-in punt. Druk deze knop in om het punch-in punt in te stellen op het huidige punt van de track. Als dit is ingesteld, zal het lampje van de knop branden. Wanneer u het punch-in punt heeft ingesteld, kunt u met een druk op deze knop automa­tisch naar dit punt gaan.
* Om het ingestelde punch-in punt te wissen, drukt u deze knop
in terwijl u de ON/OFF knop ingedrukt houdt.
OUT knop:
Voor het instellen van het auto punch-out punt. Druk deze knop in om het punch-out punt in te stellen op het huidige punt van de track. Als dit is ingesteld, zal het lampje van de knop branden. Wanneer u het punch-out punt heeft ingesteld, kunt u met een druk op deze knop automatisch naar dit punt gaan.
* Om het ingestelde punch-out punt te wissen, drukt u deze
knop in, terwijl u de ON/OFF knop ingedrukt houdt.
8 LOCATOR knop
Gebruik deze knop voor het opslaan van een willekeurige locatie. U kunt vervolgens, met een druk op deze knop, automatisch naar dit opgeslagen punt gaan.
Als er een locatie is ingesteld, zal het lampje van de knop branden, en u zult bij elke druk op deze knop naar dit punt gaan.
* Om de ingestelde locatie te wissen, drukt u deze knop in,
terwijl u de AUTO PUNCH ON/OFF knop ingedrukt houdt.
9 ZERO knop
Druk deze in om naar het begin van de track te gaan.
10 REW knop
Het nummer zal terugspoelen, als u deze knop ingedrukt houdt.
11 FF knop
Het nummer zal vooruitspoelen, als u deze knop ingedrukt houdt.
12 REPEAT knop
U kunt aangeven welk gedeelte van een nummer u wilt horen, en dit herhaaldelijk afluisteren (p. 38).
13 STOP knop
Met deze knop stopt u de opname of het afspelen van een nummer.
14 PLAY knop
Met deze knop speelt u nummers af. Als u [REC] heeft inge­drukt en het REC-lampje flitst, start u de opname door op [PLAY] te drukken. Tijdens opnemen of afspelen brandt het lampje van de knop groen.
15
Paneelbeschrijving
Dit is een nuttige functie als u het gedeelte tussen de punch-in en -out locaties herhaaldelijk wilt afluisteren (p. 45), net zolang totdat u tevreden bent; of bij gebruik van de phrase trainer (p. 78) als u een moeilijke passage wilt oefenen die u van bijvoorbeeld een CD heeft opge­nomen.
15 REC (Opname) knop
Dit is de Opnameknop. Deze knop wordt, behalve voor opnemen, ook gebruikt voor handmatige punch-in/ out. Als deze knop in standby staat (klaar om op te nemen), flitst het lampje op de knop in het rood, en tijdens de opname brandt het lampje rood.
16 AUDIO TRACK MIXER fader 1-4
Voor de bediening van het volume van elke track tijdens het afspelen.
* Vanaf nu zullen de AUDIO TRACK MIXER faders
worden aangeduid met “TRACK faders”.
17 MASTER fader
Hiermee bedient u het algehele volume van de BR-532.
18 REC TRACK (Opneemtrack)
knop 1-4
Gebruik deze knoppen om te selecteren op welke track u gaat opnemen. De knop van de geselecteerde track zal voor de opname rood knipperen, en tijdens de opname rood branden. Als de opname is beëindigd, zal de knop van de geselecteerde track afwisselend oranje en groen knipperen.
Het verband tussen het lampje en de toestand van de track wordt hieronder gegeven.
Uit:
Deze track bevat geen opgenomen data.
Groen:
Een audiotrack die opgenomen data bevat.
Rood knipperend:
De track is geselecteerd als bestemming van de opname, en is standby om op te nemen.
Rood:
Op deze track wordt op dit moment opgenomen.
Knipperend tussen oranje en groen:
Deze track bevat opgenomen data, en is geselecteerd als bestemming van de opname.
19 V-TRACK knop
Gebruik deze knop om het scherm mee op te roepen, waarop u een V-Track kunt selecteren.
Wat zijn V-Tracks? (p. 11)
Gebruik van de V-Tracks (p. 99)
20 LOOP EFFECTS knop
Gebruik deze knop om het scherm mee op te roepen, waarop u het send level van iedere track naar de Loop effecten kunt instellen (p. 42), kunt wisselen tussen reverb en chorus, de verschillende parameters kunt instellen, en meer (p. 82).
Loop Effect Parameter Functies (p. 85).
21 PAN knop
Deze drukt u in om het scherm op te roepen, waarop u de panning (links/rechts plaatsing van het geluid) voor iedere afgespeelde track kunt instellen, of voor het ingangssignaal (p. 42).
22 PHRASE TRAINER knop
Gebruik deze knop voor het maken van de instellingen voor de Phrase Trainer functie.
Bij het gebruik van de Phrase Trainer kunt u de volgende functies aan- en uitzetten: de Center Cancel functie (voor het weghalen van de zang in het midden van het stereobeeld), en de Time Stretch functie (voor het vertragen van de afspeelsnelheid).
Het geluid in het midden uitzetten (p. 78)
De afspeelsnelheid vertragen (p. 78)
23 BOUNCE ON/OFF knop
Gebruik deze knop om de opnamen op meerdere tracks samen te mixen, op één of twee andere track(s).
24 BOUNCE MODE lampjes
Deze geven de track aan, waarnaar de andere tracks worden gebounced. Het bijpassende lampje brandt, afhankelijk van of de track die wordt opgenomen mono of stereo is.
16
Paneelbeschrijving
25 RHYTHM GUIDE
Hier kunt u de instellingen maken voor de Rhythm Guide functie (p. 62).
RHYTHM GUIDE fader:
Hiermee past u het volume van de Rhythm Guide aan.
AUTO/ON/OFF knop:
Door deze knop in te drukken, beweegt u cyclisch door de beschikbare selecties van de Rhythm Guide functie: Auto {-} On {-} Off.
PATTERN SELECT knop:
Gebruik deze knop om het scherm op te roepen, waarop u het ritme kunt selecteren.
PATTERN ARRANGE knop:
Gebruik deze knop om het scherm op te roepen, waarop u de volgorde en het tempo van het ritme kunt instellen.
TAP (TEMPO) knop:
Door op deze knop te tikken, kunt u het tempo van de Rhythm Guide instellen.
26 UTILITY knop
Met deze knop roept u verschillende functies op, die uw BR­532 te bieden heeft; zoals track editing, Song management en geheugenkaartfuncties.
27 UNDO/REDO knop
Deze knop is ervoor om de laatst uitgevoerde opname of edithandeling ongedaan te maken, en om de data terug te laten keren naar hun vorige toestand. Door deze knop opnieuw in te drukken, kunt u de ongedaan gemaakte opname terughalen, of de edithandeling opnieuw uitvoeren (p. 58).
28 TIME/VALUE draaiknop
U kunt deze draaiknop om de huidige positie te veranderen in een Song (bijv. vooruitspoelen of terugspoelen). De knop wordt ook gebruikt voor het veranderen van de instellings­waarden van verschillende functies.
29 PARAMETER knop
Druk deze knop in om een parameter te selecteren.
30 ENTER/YES knop
Druk deze knop in om het invoeren van een keuze, of een waarde, te bevestigen.
31 EXIT/NO knop
Druk deze knop in om terug te keren naar het vorige scherm, of om de laatste ingevoerde data te annuleren.
32 Hoofdtelefoon jack { }
Een hoofdtelefoon (los verkrijgbaar) kunt u hier aansluiten. Met een aangesloten hoofdtelefoon kunt u hetzelfde uitgangssignaal horen als via de LINE OUT.
33 MIC (Ingebouwde microfoon)
Deze microfoon kan gebruikt worden voor een opname met de BR-532.
De ingebouwde microfoon uitzetten (p. 30)
De instelling van INPUT SELECT veranderen (p. 29)
34 MEMORY CARD sleuf
In deze sleuf dient u een geheugenkaart (SmartMedia) in te voeren om de opgenomen data op te kunnen slaan. Als er geen geheugenkaart is ingevoerd, kunt u niet opnemen.
17
Paneelbeschrijving
34
18
Display
Paneelbeschrijving
Toont het menuscherm, parameterinstellingsscherm of andere infor­matie, afhankelijk van het soort instellingen dat gemaakt wordt.
Is het scherm moeilijk te zien, zie dan “Aanpassen van het Display­contrast” (p. 24).
1 TIME (tijd)
Toont het tijdstip van de huidige positie in het nummer (uren-minuten-seconden).
2 FRAME
Toont het framenummer van de huidige positie in het nummer.
Volgens de fabrieksinstellingen is één seconde ingesteld op 30 frames (non-drop). Dit is één soort van een specificatie die bekend staat als MTC (MIDI Time Code). Wanneer u de BR­532 gebruikt om synchroon met een ander MIDI-apparaat te spelen, dan zult u beide apparaten moeten instellen op dezelfde MTC-soort.
Afspelen synchroniseren met een MIDI-sequencer (p. 69)
3 EFFECTS (effecten)
Toont de effectbank en het patchnummer.
4 LEVEL METER (niveaumeter)
In de playmode worden de volumeniveaus van de binnen­komende instrumenten, en de volumeniveaus van elke track hier getoond.
De niveaus die hier worden weergegeven zijn de niveaus, na de aanpassingen die gemaakt zijn met de INPUT LEVEL knop en de TRACK fader (d.w.z. post-fader). U kunt de level meter elke soort volumeniveau laten weergeven.
Selecteer welk volumeniveau wordt weergegeven (p. 30)
5 TEMPO
Toont het tempo. Toont het tempo van de tempomap, tijdens afspelen met gebruik van een tempomap.
6 MEASURE (maat)
Toont het maatnummer, en de tel van de huidige positie in het nummer. Het linkernummer is het maatnummer, het rechternummer is de tel.
1 2 3
TIJD EFFECTEN
NIVEAUMETER MAAT
4 5 6
19
Achterpaneel
Paneelbeschrijving
1 GUITAR/BASS jack
Hoge impedantie-ingang, waarop u direct uw gitaar of basgitaar kunt aansluiten.
2 MIC jack (TRS/XLR type)
Op deze ingang kunt u een microfoon aansluiten. Er is zowel een standaard TRS jack (p. 23) en een XLR jack beschikbaar.
* Als er op beide jacks een microfoon is aangesloten, krijgt de
TRS jack voorrang.
3 LINE IN jack
Dit zijn ingangen voor analoge audiosignalen. Deze jacks worden gebruikt om CD-spelers en andere apparatuur op aan te sluiten, evenals keyboards, drumcomputers en soort­gelijke externe geluidsbronnen.
4 AUDIO SUB MIX schakelaar
Zet deze schakelaar aan om het ingevoerde geluidssignaal van de LINE IN te mixen, samen met het uitgangssignaal naar LINE OUT.
Staat INPUT SELECT op een andere stand dan LINE, en staat AUDIO SUB MIX aan, dan wordt het signaal gemixed en naar de LINE OUT gestuurd.
* Alleen het analoge geluidssignaal wordt gemixed, dus wordt
het DIGITAL OUT signaal niet beïnvloedt.
5 LINE OUT jack
Dit zijn de outputjacks voor het analoge audiosignaal. U kunt hier een MD-recorder, cassetterecorder, of andere opna­meapparatuur op aansluiten om het analoge uitgangssignaal van de BR-532 op te nemen.
6 DIGITAL OUT aansluiting
Optische aansluiting voor het uitsturen van digitaal audio­signaal. Hetzelfde geluid dat wordt uitgestuurd via de LINE OUT wordt ook uitgestuurd via de DIGITAL OUT, zodat u het uitgangssignaal van de BR-532 kunt opnemen op een DAT-recorder, CD-recorder en andere digitale opname­apparatuur.
7 FOOT SW (Voetschakelaar) jack
Dit is een ingang voor het aansluiten van een los verkrijg­bare voetschakelaar (BOSS FS-5U, Roland DP-2). Met deze FOOT SW jack kunt u afspelen starten/stoppen, punch in/out, en meer.
Om een voetschakelaar te gebruiken (p. 46)
8 MIDI OUT aansluiting
Aansluiting voor het verzenden van MIDI-data. Sluit deze aan op de MIDI IN aansluiting van een losstaand MIDI­apparaat (drumcomputer of geluidsmodule).
9 POWER schakelaar
Dit is de stroomschakelaar. Hiermee zet u de stroom aan/uit van de BR-532.
10 DC IN (AC Adapter) jack
Sluit de AC adapter (PSA-serie; optioneel) op deze jack.
U kunt alleen de AC-adapter van de PSA-serie gebruiken. Gebruik van iedere andere adapter kan de oorzaak zijn voor oververhitting of defecten.
5
11
10
68 79
12
234
1
11 Snoerhaak
Draai het snoer om deze haak, zodat het snoer van de AC adapter niet per ongeluk uit het apparaat kan worden getrokken.
Als de adapter tijdens het werken met de BR-532 wordt losgekoppeld, kan belangrijke opgenomen data verloren gaan.
12 Veiligheidsslot ( )
http://www.kensington.com/
Batterijen inbrengen
1. Zorg ervoor dat de stroom van de BR-532 uitstaat.
2. Verwijder de het batterijendeksel op het achterpaneel.
* Als u het apparaat omkeert, kunt u het beste een paar kranten
of tijdschriften onder de vier hoeken leggen, om te voorkomen dat de knoppen beschadigd raken. U moet ook proberen het apparaat goed in evenwicht te houden, zodat de knoppen niet beschadigd kunnen raken.
* Als u het apparaat omkeert, dient u het met zorg te behandelen,
en niet te laten vallen of te laten omvallen.
3. Goed lettend op de polariteit (+/-) kunt u nu de zes AA
batterijen in het batterijvak inbrengen.
* Roland raadt aan om alkalinebatterijen met een langere levens-
duur te gebruiken.
* Mix geen nieuwe batterijen met deels gebruikte batterijen, en
gebruik geen verschillende merken batterijen door elkaar.
4. Sluit het batterijendeksel weer.
Als de batterijen bijna leeg zijn, verschijnt er “Battery Low” op het display. Als deze boodschap verschijnt, dient u de huidige batterijen zo snel mogelijk door nieuwe te vervangen.
20
Paneelbeschrijving
21
Snel
beginnen
Maak de aansluitingen, zoals getoond in het onderstaande diagram. Let er wel op, dat bij het maken van de aansluitingen alle apparatuur uitstaat.
22
De Demo Song beluisteren
(1) Aansluiten van de omringende apparatuur
Drumcomputer etc.
CD-recorder etc.
Microfoon
Elektrische Gitaar
of
Elektrische
Basgitaar
AC Adapter
(PSA-Serie)
Voetschakelaar
(FS-5U etc.)
Stereo-installatie etc.
CD-speler etc.
Keyboard etc.
Om een defect en/of beschadiging van de luidsprekers te voorkomen dient u, voor het maken van aansluitingen, altijd het volume zacht te zetten en de stroom uit te zetten.
Om te voorkomen dat u onbewust de stroomvoorziening van uw apparaat onderbreekt (als de plug per ongeluk eruit wordt getrokken), en om te voorkomen dat er onno­dige druk op de jack van de AC adapter komt, dient u het stroomsnoer te verankeren met behulp van de snoer­haak, zoals getoond in de illustratie.
Er kan feedback (“rondzingen”) ontstaan, afhankelijk van de positie van de microfoon, ten opzichte van de luidsprekers. Dit kan verholpen worden door:
1. De richting van de microfoon(s) te veranderen.
2. De microfoon verder van de luidsprekers weg te zetten.
3. Het volume zachter te zetten.
* De MIC jack is geschikt voor gebalanceerde ingang, met stan-
daard TRS pluggen. De rangschikking van de pennen in de MIC jack wordt hieronder getoond. Voor het maken van alle aansluitingen dient u na te gaan of deze penrangschikking passend is bij al uw apparatuur.
* Als u de FS-5U voetschakelaar (los verkrijgbaar) gebruikt,
moet de polariteitschakelaar worden ingesteld, zoals hieronder zichtbaar is. Als de polariteitschakelaar niet goed is ingesteld, kan het zijn dat de voetschakelaar niet juist functioneert.
Voer de geheugenkaart in, met de goudkleurige contacten naar beneden gericht (de kant zonder contacten moet naar boven gericht zijn).
* Zorg ervoor dat de geheugenkaart volledig in de sleuf wordt
ingebracht.
* Raak de contacten van de geheugenkaart niet aan, en zorg
ervoor dat deze niet vuil worden.
23
De Demo Song beluisteren
Snel beginnen (De Demo Song beluisteren)
Polariteitschakelaar
12
3
Het oppervlak zonder gouden contactpunten moet naar boven gericht zijn
Zijn alle aansluitingen gemaakt, dan kunt u de stroom aanzetten van de verschillende apparaten, in de aangegeven volgorde. Door de apparatuur in de verkeerde volgorde aan te zetten, riskeert u het veroorzaken van defecten, en/of beschadiging van de luidsprekers en andere apparaten.
1. Voordat u de stroom aanzet, dient u op de volgende
punten te letten:
: Is alle externe apparatuur correct aangesloten?
: Staat het volume van de BR-532 en alle andere apparaten
uit?
: Is de geheugenkaart ingevoerd?
* De BR-532 wordt aangeleverd met een reeds ingevoerde geheu-
genkaart.
2. Zet de AUDIO SUB MIX schakelaar op het
achterpaneel op “off”.
3. Breng de MASTER fader op de BR-532 volledig naar
beneden.
4. Zet het apparaat aan, dat is aangesloten op een
inputjack (bijv. GUITAR/BASS, MIC of LINE IN).
5. Zet de POWER schakelaar aan, die zich bevindt op het
achterpaneel.
* Zorg er altijd voor dat het volume volledig uit staat, voordat u
de stroom aanzet. Als u het apparaat aanzet en het volume is volledig uit, dan kan het zijn dat u toch wat geluid hoort. Dit is echter normaal, en duidt niet op een defect.
* Dit apparaat is uitgerust met een beschermingscircuit. Het
duurt even (een paar seconden) voordat het apparaat normaal zal functioneren.
5. Zet het apparaat aan dat op de uitgangsjack (LINE OUT
of DIGITAL OUT) is aangesloten.
Maakt u gebruik van de AC adapter, zorg er dan voor dat deze niet wordt ontkoppeld terwijl het apparaat aanstaat. Als de AC adapter per ongeluk wordt ontkoppeld, kan de opgenomen data beschadigd raken.
Het Contrast van het Display aanpassen
Afhankelijk van de plaatsing van de BR-532 kan het lezen van het scherm problemen geven. Is dit het geval volg dan de procedure die hieronder beschreven wordt om het contrast aan te passen (1 tot 15).
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op PARAMETER [] [] om met de cursor naar
“SYS” te gaan, en druk op [ENTER].
3. Druk op PARAMETER [] [] om “LCD Contrast” te
selecteren, en pas het contrast aan met de TIME/VALUE draaiknop.
4. Bent u gereed met de aanpassing, druk dan herhaal-
delijk op [EXIT], totdat u terug bent op het Play scherm.
* Tijdens het automatisch updaten, verschijnt “Keep Power
On!” op de bovenste regel van het display, terwijl op de onderste regel wordt getoond welke informatie verwerkt wordt.
U kunt het contrast ook aanpassen door aan de TIME/VALUE draaiknop te draaien, terwijl u op [UTILITY] drukt. U kunt beide methodes gebruiken.
24
De Demo Song beluisteren
Play Scherm
Het Play scherm is het belangrijkste scherm van de BR­532, en het is het eerste scherm dat verschijnt als de BR­532 wordt aangezet (zie onder).
* U kunt de BR-532 zo instellen, dat de resterende opname-
tijd tijdens het opnemen wordt getoond. Zie “Tonen van de resterende opnametijd” (p. 73).
(2) Zet de BR-532 aan
Een Song selecteren
Als de stroom aangaat, wordt de Song geselecteerd, die het laatst was geselecteerd voordat de stroom werd uitgezet, en de data van deze Song wordt geladen. Zodra deze data geladen is, verschijnt de Play pagina op het display.
Om van Song te veranderen, volgt u de volgende procedure:
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op PARAMETER [] [] om met de cursor naar
“SEL” te gaan, en druk op [ENTER].
Het Song Select scherm verschijnt nu.
3. Draai de TIME/VALUE draaiknop om “01:Crank It Up”
te selecteren.
“Crank It Up”
Geschreven en geproduceerd door Gundy Keller Copyright © 2001 A-TOWN recordings
4. Druk op [ENTER].
Als u de opname of editing hebt veranderd.
De BR-532 vervangt automatisch de opgenomen data en de inhoud van een handeling, bij een verandering in de opname of de editing, dus hoeft u geen speciale hande­ling te verrichten om informatie op te slaan.
Tijdens het automatisch vervangen verschijnt “Keep Power On!” op de bovenste regel van het display, terwijl op de onderste regel wordt getoond welke informatie verwerkt wordt.
* Als de beschermingssticker tegen overschrijven op de geheu-
genkaart is geplakt (p. 61), zult u geen data op de kaart kunnen opnemen, noch zult u enige data op de kaart kunnen editen. Probeert u toch data te editen of op te nemen op een beschermde geheugenkaart, dan verschijnt er “Protected!”.
Een Song afspelen
1. Breng de TRACK faders 1 tot 4 naar de positie, die
hieronder getoond wordt, en breng de MASTER fader naar beneden.
2. Druk op [PLAY].
De Song begint. Breng de MASTER fader langzaam omhoog, en pas het volume aan tot het gewenste niveau.
Door de TRACK faders aan te passen, kunt u één voor één luisteren naar de onafhankelijke geluiden die zijn opgenomen op iedere track, of de balans tussen de tracks aanpassen zoals u wilt.
Druk op [FF] om de Song vooruit te spoelen, en druk op [REW] om de Song terug te spoelen. Druk op [ZERO] om terug te keren naar het begin van de Song.
Naast de bovenstaande procedures kunt u ook wisselen van positie binnen de Song, door de volgende procedure te volgen:
25
De Demo Song beluisteren
Snel beginnen (De Demo Song beluisteren)
(3) De Demo Songs beluisteren
De huidige positie veranderen
Verlopen tijd display
De waarde die gegeven wordt bij “TIME” op het display toont de reeds verlopen tijd van de Song, in MTC (MIDI Time Codes), en wordt als volgt uitgedrukt: uren-minuten­seconden-frames-subframes.
De specificaties van de tijdcode kunnen verschillen, afhanke­lijk van het apparaat. Om te synchroniseren met een ander apparaat dat gebruik maakt van MTC, dient u eerst de speci­ficaties van de tijdcode op beide apparaten op elkaar af te stellen. Volgens de fabrieksinstellingen is één seconde inge­steld op 30 frames (non-drop) (p. 70).
Naar het begin van een Song gaan
Om naar het tijdstip te gaan waar het eerste geluid van een Song is opgenomen, houd [STOP] ingedrukt en druk op [REW]. Elke V-Track van de geselecteerde track wordt gecheckt, en u gaat naar het tijdstip waarop het eerste geluid van de Song is opgenomen.
Druk op [ZERO] om in één keer naar het begin van de Song te gaan.
Naar het eind van een Song gaan
Om naar het tijdstip te gaan waar het laatste geluid van een Song is opgenomen, houd [STOP] ingedrukt en druk op [FF]. Elke V-Track van de geselecteerde track wordt gecheckt, en u gaat naar het tijdstip waarop het laatste geluid van de Song is opgenomen.
Door een Song heen bewegen, in uren, minuten, seconden, frames of subframes
Druk op PARAMETER [] [] om met de cursor naar het display voor uren, minuten, seconden, frames of subframes te gaan, en draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het huidige tijdstip van de Song te veranderen
Door een Song heen bewegen in maten of tellen
Het maatnummer en de tel van de huidige positie van de Song worden in het gedeelte van het display getoond, genaamd “MEASURE”.
* Voor de demoSongs is reeds een patroon (p. 62) gemaakt
(SNG), en dit is zo ingesteld dat de maatnummers, telnum­mers en het patroon op de juiste manier zijn gesynchroniseerd.
Druk op PARAMETER [] [] om met de cursor naar het MEASURE display te gaan, en draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de huidige maat of tel van de Song te veran­deren.
26
De Demo Song beluisteren
27
Een Song opnemen/afspelen
(1) De geheugenkaart prepareren
De BR-532 schrijft de opgenomen data onmiddellijk naar de ingebrachte geheugenkaart. Daarom moet, tijdens opnemen en afspelen, de geheugenkaart altijd ingebracht zijn.
Geheugenkaarten die ondersteund worden door uw BR-532 (p.13)
De geheugenkaart inbrengen
Zorg ervoor dat de BR-532 uitstaat, voordat u de geheu­genkaart (SmartMedia) inbrengt. Als u een geheugen­kaart inbrengt, terwijl de BR-532 aanstaat, kan de data op de geheugenkaart vernietigd worden, of kan de kaart onbruikbaar worden.
Doe de geheugenkaart in de geheugenkaartsleuf.
De meegeleverde geheugenkaart heeft nog wat ruimte over. Voor een uitgebreide opname zult u echter een gedeelte van de demoSong moeten verwijderen, of een nieuwe geheugen­kaart moeten voorbereiden (aangeraden wordt 32 MB, of groter).
Voor verdere informatie over hoe u data van een geheugen­kaart kunt wissen, zie “Songs wissen (Song Erase)” (p. 59).
* Er is geen beschermingssticker tegen overschrijven (p. 61) op
de meegeleverde geheugenkaart geplakt. Wilt u de data bewaren, dan dient u een beschermingssticker op de kaart te plakken.
De geheugenkaart formatteren
* Dit is niet nodig bij geheugenkaarten die al eerder met de BR-
532 gebruikt zijn.
Nieuw aangeschafte kaarten, of kaarten die eerder met een computer zijn gebruikt, moeten op gebruik met de BR-532 voorbereid worden.
Voer de volgende stappen uit, om de procedure af te ronden (deze voorbereiding noemt men “formatteren”):
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op PARAMETER [] [] om met de cursor naar
“INI” te gaan, en druk op [ENTER].
3. Druk op PARAMETER [] [] om met de cursor naar
“CRD” te gaan, en druk op [ENTER].
“Format?” verschijnt nu op het display.
4. Druk op [ENTER].
“Are you sure?” verschijnt nu.
* Als er een beschermingssticker tegen overschrijven op de
geheugenkaart is geplakt, verschijnt er “Protect!” op het display. U kunt de geheugenkaart niet formatteren als deze boodschap verschijnt.
5. Om door te gaan met formatteren, drukt u op [ENTER]
(YES). Om de operatie te annuleren, drukt u op [EXIT] (NO) (of op [UTILITY]).
Als [ENTER] (YES) is ingedrukt, begint het initialiseer­proces. Als de formattering is voltooid, verschijnt er “Completed!” op het display, en u wordt teruggebracht naar de Play pagina.
* Het formatteren kan soms meer dan tien minuten duren,
afhankelijk van de capaciteit van de geheugenkaart. Dit is gebruikelijk. De voortgang van het initialiseerproces wordt getoond op het display. Zet de BR-532 nooit uit voordat het initialiseerproces is voltooid.
Verwijder de geheugenkaart nooit, en zet de BR-532 nooit uit terwijl de geheugenkaart wordt geïnitialiseerd. Als u dit wel doet, kan de data op de geheugenkaart vernietigd worden en/of de geheugenkaart zelfs onbruikbaar worden.
* Als het formatteren begint, wordt er automatisch een nieuwe
Song aangemaakt. In dit geval is het geselecteerde datatype STANDARD (LV1).
Snel beginnen (Een Song opnemen/afspelen)
Bij een geheugenkaart, die meer dan één Song bevat, wordt automatisch de laatst opgenomen Song geselecteerd.
Volg voor het opnemen van een nieuwe Song de onder­staande procedure:
Een nieuwe Song opnemen
Over datatypes
Bij het opnemen van een nieuwe Song kunt u op de BR-532 het datatype instellen. Hierdoor kunt u kiezen welke combi­natie van geluidskwaliteit en opnametijd het meest geschikt is voor het materiaal, dat u gaat opnemen. De volgende datatypes kunt u selecteren:
* Het datatype van een Song kunt u niet meer veranderen, als
het eenmaal is geselecteerd.
HiFi (MT2) (Multitrack 2):
Voor opnamen van hoge kwaliteit. Dit datatype wordt aangeraden als u van plan bent veel tracks te bouncen. Normaalgesproken kunt u het best dit datatype selec­teren.
STANDARD (LV1):
Voor opnamen die langer duren en waar niet genoeg ruimte voor over is om met het MT2 datatype te werken. Dit datatype is handig wanneer er op de geheugenkaart weinig ruimte over is, of bij het maken van live­opnamen.
LONG (LV2):
Van de drie datatypes biedt deze de langste opnametijd.
Opnametijd
De mogelijke opnametijd van elk van de drie datatypes op een geheugenkaart wordt hieronder gegeven (bij opname op één track):
* De hierboven getoonde opnametijden zijn bij benadering. De
beschikbare opnametijd kan afnemen, afhankelijk van het aantal Songs.
* De hierboven getoonde opnametijden gelden als er maar één
track wordt gebruikt. Als u bijvoorbeeld op alle vier de tracks opneemt is de opnametijd voor elke track 1/4de van de boven­staande tijd.
* De SmartMedia geheugenkaarten die worden ondersteund
door uw BR-532 zijn Smartmedia kaarten van 16 tot 128 MB, voor gebruik met een voltage van 3.3V.
<Procedure>
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op PARAMETER [] [] om met de cursor naar
“NEW” te gaan, en druk op [ENTER].
“Type” verschijnt nu op het display.
3. Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om het gewenste
datatype te selecteren.
* De BR-532 maakt gebruik van een samplefrequentie van 44.1
kHz. Het is niet mogelijk om de samplefrequentie te wijzigen.
4. Druk op [ENTER].
“Are you sure?” verschijnt nu.
5. Druk op [ENTER].
Zodra de nieuwe Song klaar is, wordt u teruggebracht naar de Play pagina.
28
Een Song opnemen/afspelen
(2) Selecteer de Song die u wilt opnemen
Opnametijd (bij benadering)
Datatype
HiFi (MT2) 8 min. 16 min. 32 min. 65 min. Standard(LV1) 9 min. 19 min. 39 min. 78 min. Long (LV2) 12 min. 24 min. 49 min. 98 min.
16 MB 32MB 64 MB 128 MB
Kies de jack die u wilt gebruiken voor de aansluiting van uw instrument
Uw BR-532 is uitgerust met ingangen die passen bij het soort instrument dat u wilt aansluiten. Selecteer het instrument dat geschikt is voor uw doelstelling.
GUITAR/BASS
Op deze ingang kan een gitaar of een basgitaar worden aangesloten. Omdat dit een ingang is met een hoge impe­dantie kan een gitaar of een basgitaar hier direct op worden aangesloten.
MIC
Op deze ingangen kunt u een microfoon aansluiten. Er is zowel een standaard TRS jack, als een XLR jack beschikbaar.
Het standaard TRS type is geschikt voor zowel gebalan­ceerde als ongebalanceerde aansluitingen.
* Als beide jacks in gebruik zijn, krijgt de TRS jack voorrang.
* Gebruikt u een elektro-akoestische gitaar met een beschermde
aansluiting, gebruik dan de GUITAR/BASS ingang.
LINE
Als u een aansluiting maakt met een CD-speler, cassette­speler, of een ander audioapparaat, of met een drumcom­puter, externe geluidsmodule, keyboard of andere geluids­bron, gebruik dan de stereo tulpstekkers.
Druk op de INPUT SELECT knop van het instrument dat u wilt opnemen
Select welke ingangsbron u wilt opnemen. Het lampje van de geselecteerde knop gaat branden.
[GUITAR/BASS]
Selecteer deze om het instrument op te nemen, dat is aange­sloten op de GUITAR/BASS ingang.
[MIC]
Selecteer deze om het signaal van de microfoon op te nemen, die is aangesloten op de MIC ingang, of van de ingebouwde microfoon.
Brandt het MIC lampje van de INPUT SELECT knop, dan kunt u de microfoon die is aangesloten op de MIC ingang en de ingebouwde microfoon tegelijkertijd gebruiken.
* Uw BR-532 wordt geleverd met de ingebouwde microfoon in
de aan-stand. Denk eraan de interne microfoon uit te zetten, wanneer u deze niet wilt gebruiken (zie het volgende gedeelte).
[LINE]
Selecteer deze om het geluid van een instrument of CD­speler op te nemen, dat is aangesloten op de LINE ingangen.
[SIMUL]
Om zang en gitaar tegelijkertijd op te nemen, drukt u [GUITAR/BASS] en [MIC] tegelijkertijd in. Beide lampjes gaan branden, waarmee u duidelijk wordt gemaakt dat de gelijktijdige opname nu mogelijk is.
Als er twee opnametracks zijn geselecteerd, wordt de
GUITAR/BASS opgenomen op Track 1 (of 3), en de MIC op Track 2 (of 4).
Als er één opnametrack is geselecteerd, worden de
GUITAR/BASS en MIC gemixed, en vervolgens opge­nomen.
(3) Instrumenten aansluiten
29
Een Song opnemen/afspelen
Snel beginnen (Een Song opnemen/afspelen)
De ingebouwde microfoon uitzetten
Om alleen de microfoon te gebruiken die is aangesloten op de MIC jack, moet u eerst de ingebouwde microfoon uitzetten.
1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op PARAMETER [] [] om met de cursor naar
SYS te gaan, en druk op [ENTER].
3. Druk op PARAMETER [] [] om On Board Mic te
selecteren, en zet de microfoon uit met de TIME/VALUE draaiknop.
4. Druk enkele malen op [EXIT] (of [UTILITY]) om terug
te keren naar de Play pagina.
* Tijdens het automatisch updaten verschijnt “Keep Power On!”
op de bovenste regel van het display, terwijl op de onderste regel wordt getoond welke informatie verwerkt wordt.
De gevoeligheid van de input aanpassen
Als er als input GUITAR/BASS of MIC is geselecteerd, pas dan de gevoeligheid van die inputs aan met de bijpassende SENS knop.
Om op een goed geluidsniveau op te nemen, dient u het ingangssignaal zo aan te passen, dat de PEAK lampjes alleen oplichten als een gitaar hard wordt aangeslagen, of er hard gezongen wordt.
De LEVEL METER omschakelen
Schakel de input of output om, die wordt aangegeven door de LEVEL METER.
1. Druk op PARAMETER [] [] om met de cursor naar
linksonder op het display te gaan.
2. Draai aan de TIME/VALUE draaiknop om de input of
output te selecteren, die moet worden aangegeven door de LEVEL METER.
TR1-4: Het uitgangssignaal van elke track wordt
aangegeven met de LEVEL METER.
1&2: De LEVEL METER toont het uitgangssignaal
van Track 1 en 2. Het uitgangssignaal van Track 1 wordt getoond in de bovenste meter, het uitgangssignaal van Track 2 wordt getoond in de onderste meter.
3&4: De LEVEL METER toont het uitgangssignaal
van Track 3 en 4. Het uitgangssignaal van Track 3 wordt getoond in de bovenste meter, het uitgangssignaal van Track 4 wordt getoond in de onderste meter.
INP: De LEVEL METER toont het ingangssignaal
van INPUT of LINE IN.
MST: De LEVEL METER toont het uitgangssignaal
na de MASTER FADER.
Druk op de INPUT SELECT knop om te wisselen naar INP”.
Het geluid beluisteren
U kunt het geluid beluisteren van de instrumenten en de microfoons, die u heeft aangesloten.
De volumesterkte wordt aangepast met de MASTER fader en de INPUT LEVEL knoppen.
1. Breng de MASTER fader omlaag.
2. Zet de INPUT LEVEL knop in het midden, en breng de
MASTER fader nu langzaam omhoog.
Verander de stand van de INPUT LEVEL knop nu zodanig, dat het meest rechtse wordt weergegeven, terwijl het slechts af en toe in beeld komt.
Als u met een hoofdtelefoon werkt, kunt u het volume aan­passen met de MASTER fader, tot de gewenste geluidssterkte.
* Om het volume aan te passen van een apparaat dat u aansluit
op de LINE OUT jack of de DIGITAL OUT aansluiting, zie de handleiding van het desbetreffende apparaat.
30
Een Song opnemen/afspelen
Loading...
+ 94 hidden pages