Pentax OPTIO SV User Manual [nl]

Digitale camera
Handleiding
Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding door voordat u deze camera in gebruik neemt.
Fijn dat u hebt gekozen voor de PENTAX Optio SV digitale camera. Lees deze handleiding voor gebruik door om de functies van de camera optimaal te kunnen benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle mogelijkheden van de camera. Bewaar hem daarom een veilige plaats.
Auteursrechten
Met de Optio SV gemaakte opnamen die voor elk ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, industriële bedrijvigheid of als publicatie-elementen. Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men rekening te houden.
Aan de gebruikers van deze camera
• De kans bestaat dat opgenomen gegevens worden gewist of dat de camera niet naar behoren functioneert zoals bij gebruik in omgevingen met installaties die sterke elektromagnetische straling of magnetische velden opwekken.
• Het paneel met vloeibare kristallen in het LCD is gemaakt met behulp van extreem hoge­precisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger is, dient u er rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht of juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld.
Handelsmerken
• PENTAX, Optio en smc PENTAX zijn handelsmerken van PENTAX Corporation.
• Het SD-logo is een handelsmerk.
• Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
Dit product ondersteunt PRINT Image Matching III. Met digitale fotocamera’s, printers en software die PRINT Image Matching ondersteunen, kunnen fotografen opnamen produceren die hun bedoelingen beter benaderen. Sommige functies zijn niet beschikbaar op printers die PRINT Image Matching III niet ondersteunen. Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden. PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Het PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Meer over PictBridge
Met PictBridge kan de gebruiker de digitale camera rechtstreeks aansluiten op een printer, waarbij gebruik wordt gemaakt van de universele standaard voor de rechtstreekse uitvoer van opnamen. Met een paar eenvoudige handelingen kunt opnamen rechtstreeks vanuit de camera afdrukken.
• De illustraties en het weergavescherm van de LCD-monitor in deze handleiding kunnen afwijken van het feitelijke product.

VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA

Hoewel aan de veiligheid van dit product zeer veel aandacht is besteed, dient u bij gebruik van de camera speciaal te letten op de waarschuwingen die worden aangegeven door de volgende symbolen.
Waarschuwing
Pas op
Over de camera
Waarschuwing
• Probeer de camera niet te demonteren of de vorm van de camera te veranderen. De camera bevat onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor elektrische schokken bestaat.
• Mocht het binnenwerk van de camera vrijkomen, bijvoorbeeld doordat de camera valt, raak dan nooit de vrijgekomen onderdelen aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische schok.
• De camerariem om uw nek doen kan gevaarlijk zijn. Pas vooral op dat kinderen de riem niet om hun nek doen.
• Houd de SD-geheugenkaart buiten bereik van kleine kinderen om niet het risico te lopen dat de kaart per ongeluk wordt ingeslikt. Mocht de kaart toch worden ingeslikt, ga dan onmiddellijk naar een arts.
• Gebruik uitsluitend een netvoedingsadapter met een voor dit product voorgeschreven vermogen en spanning. Gebruik van een netvoedingsadapter met andere specificaties dan zijn voorgeschreven voor dit product, kan brand of elektrische schokken veroor­zaken.
• Als de camera gaat roken of een vreemde geur afgeeft, of in het geval van welke andere onregelmatigheid dan ook, houdt u onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de batterij of haal de netvoedingsadapter uit het stopcontact en neem contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Deze symbolen geven aan dat de gebruiker ernstige problemen kan ondervinden als de waarschuwingen niet in acht worden genomen.
Deze symbolen geven aan dat de gebruiker minder ernstige problemen of fysieke problemen kan ondervinden als de waarschuwingen niet in acht worden genomen.
1
Pas op
• Probeer nooit de batterij uit elkaar te halen of kort te sluiten. Stel de batterij ook nooit bloot aan vuur, aangezien deze kan exploderen.
• Laad geen andere batterijen op dan een oplaadbare lithium-ion-batterij D-LI8. De batterij kan exploderen of vlam vatten.
• Als de batterij heet wordt of begint te roken, moet u deze onmiddellijk uit de camera halen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterij.
• Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet. Wees daarom voorzichtig: als dergelijke onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar voor lichte verbrandingen.
• Als u uw vinger op de flitser houdt wanneer deze afgaat, kunt u brandwonden oplopen.
• Activeer de flitser niet als deze uw kleding aanraakt, omdat dan het risico van verkleuring bestaat.
• Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw ogen, wrijf ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en ga onmiddellijk naar een arts.
• Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw huid of kleding, was de betroffen gebieden dan grondig schoon met water.
• Mocht het LCD beschadigd raken, pas dan op voor glasdeeltjes. Vermijd ook elk contact van de vloeistofkristallen met uw huid, ogen en mond.
Over het batterijlaadstation D-BC23 en de netvoedingsadapter D-AC8
Waarschuwing
• Gebruik het product uitsluitend met de voorgeschreven spanning. Gebruik met een andere stroombron of een andere spanning dan voorgeschreven, kan resulteren in brand of een elektrische schok. De voorgeschreven spanning is 100-240 V AC (wisselstroom).
• Probeer het product niet uit elkaar te halen of te veranderen. Dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
• Als het product gaat roken of een vreemde geur afgeeft, of in het geval van welke andere onregelmatigheid dan ook, houdt u onmiddellijk op de camera te gebruiken en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van het product kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Mocht er water binnendringen in het product, neem dan contact op met een PENTAX Service Center. Verder gebruik van het product kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Als het tijdens het gebruik van het product gaat onweren, haal het stroomsnoer dan uit het stopcontact en gebruik het product niet verder. Als u het product toch verder gebruikt, kan dit resulteren in beschadiging van de apparatuur, brand of een elektrische schok.
• Veeg de stekker van het stroomsnoer schoon als deze met stof bedekt is. Dit kan brand veroorzaken.
2
Pas op
• Plaats geen zware voorwerpen op het stroomsnoer, laat er geen zware voorwerpen op vallen en beschadig het snoer niet door overmatig buigen. Mocht het stroomsnoer beschadigd raken, neem dan contact op met een PENTAX Service Center.
• Sluit de uitgangen van het product niet kort en raak ze niet aan terwijl het product nog is aangesloten op de netstroom.
• Neem de batterij uit en haal het netsnoer uit het stopcontact wanneer u het batterijlaad­station niet gebruikt.
• Sluit het netsnoer niet met vochtige handen aan op het stopcontact. Dit kan resulteren in een elektrische schok.
• Stel het product niet bloot aan harde klappen en laat het niet op een hard oppervlak vallen. Dit kan storingen veroorzaken.
• Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer met CSA/ UL-certificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal AWG-koper NO.18, met aan het ene uiteinde een gegoten mannelijke stekker (met een gespecificeerde NEMA-configuratie), en aan het andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector (met een gespecificeerde IEC-configuratie van een niet-industrieel type) of een gelijk­waardig stroomsnoer.
• Gebruik het batterijlaadstation uitsluitend voor het opladen van batterijen van het gespecificeerde type. Het opladen van andere batterijen kan oververhitting of storingen veroorzaken.
3

Aandachtspunten tijdens het gebruik

• Neem het document Worldwide Service Network mee dat in het pakket zit. Dit komt van pas bij problemen in het buitenland.
• Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, ga dan na of alles nog goed werkt, vooral als u er belangrijke opnamen mee wilt maken (bijvoorbeeld bij een huwelijk of op reis). Er geldt geen garantie op de inhoud van de opnamen, als opnemen, weergeven of het overzetten van de gegevens naar een computer enz. niet mogelijk is als gevolg van een defect aan de camera of aan de opnamemedia (SD-geheugenkaart) enz.
• Het objectief van deze camera is niet verwisselbaar. Het objectief kan niet worden verwijderd.
• Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals verfverdunner, alcohol of wasbenzine.
• Vermijd plaatsen met een hoge temperatuur en luchtvochtigheid. Met name auto’s kunnen van binnen zeer heet worden.
• Berg de camera niet op een plaats op waar gewerkt wordt met bestrijdingsmiddelen of chemicaliën. Haal de camera uit de tas en berg deze op in een goed geventileerde ruimte om schimmelvorming tijdens de opslag te voorkomen.
• Gebruik de camera niet op een plaats waar deze in contact kan komen met regen, water of enige andere vloeistof; de camera is niet weer-, water- of vloeistofbestendig. Mocht de camera nat worden door regen, waterspatten of enige andere vloeistof, veeg het vocht er dan onmiddellijk af met een droge zachte doek.
• Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk. Wordt de camera blootgesteld aan de trillingen van een motor, auto, schip, enz., leg de camera dan ter bescherming op een kussen.
• Deze camera functioneert naar behoren bij een temperatuur van 0° tot 40° C.
• Het LCD (liquid crystal display) wordt zwart bij een temperatuur van ongeveer 60° C, maar werkt weer normaal bij een normale omgevingstemperatuur.
• De reactiesnelheid van de vloeistofkristallen van het LCD wordt traag bij lage tempe­raturen. Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en wijst niet op een defect.
• Laat de camera om de 1 tot 2 jaar nakijken teneinde de prestaties van het product op peil te houden.
• Als de camera wordt blootgesteld aan plotselinge temperatuurschommelingen, kan aan de binnen- en buitenkant van de camera condensvorming optreden. U kunt in dergelijke gevallen de camera het best in een tas of een plastic zak doen en de camera er pas uithalen als het temperatuurverschil minimaal is geworden.
• Vermijd contact met afval, vuil, zand, stof, water, giftige gassen, zout, enz., aangezien de camera hierdoor beschadigd zou kunnen raken. Als er regen of water op de camera komt, veeg deze dan droog.
• Zie “Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een SD-geheugenkaart” (blz.22) voor meer informatie over de SD-geheugenkaart.
• Druk niet met kracht op de LCD-monitor. De kans bestaat dat de monitor hierdoor breekt of niet meer naar behoren functioneert.
4
• Ga niet zitten met de camera in uw achterzak. Hierdoor kan het buitenwerk van de camera of de LCD-monitor beschadigd raken.
• Als u de camera op een statief bevestigt, draai de schroef dan niette ver in de statief­aansluiting van de camera.
5

INHOUDSTAFEL

VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA...................................................................... 1
Aandachtspunten tijdens het gebruik ........................................................................ 4
INHOUDSTAFEL ...................................................................................................... 6
Inhoud van de handleiding ........................................................................................ 9
De inhoud van het pakket controleren .................................................................... 10
Namen van onderdelen........................................................................................... 11
Voorbereidingen 13
Snel aan de slag 27
Veel voorkomende handelingen 32
Opnamen maken 48
6
Namen van bedieningsonderdelen ......................................................................... 12
De draagriem bevestigen ............................................................................................. 13
De camera aanzetten .................................................................................................... 14
De batterij plaatsen ................................................................................................. 14
De batterij uitnemen ................................................................................................ 14
De batterij opladen .................................................................................................. 15
De netvoedingsadapter (optionele) gebruiken ........................................................ 19
De SD-geheugenkaart plaatsen ................................................................................... 21
Opnamegrootte en kwaliteit .................................................................................... 23
Standaardinstellingen .................................................................................................. 24
De weergavetaal instellen ....................................................................................... 24
Datum en tijd instellen............................................................................................. 25
Foto’s maken................................................................................................................. 27
Foto’s weergeven.......................................................................................................... 29
Een opname weergeven ......................................................................................... 29
De vorige of volgende opname weergeven............................................................. 29
De weergegeven opname draaien .......................................................................... 30
De camera aan- en uitzetten ........................................................................................ 32
De camera aanzetten in de weergavefunctie.......................................................... 33
De camera aanzetten in de geluidsopnamefunctie ................................................. 33
De knopfuncties gebruiken .......................................................................................... 34
Opnamefunctie........................................................................................................ 34
Weergavefunctie ..................................................................................................... 36
Geluidsopnamefunctie ............................................................................................ 37
De menu’s instellen ...................................................................................................... 38
Bediening van het FULL-menu ............................................................................... 38
Bediening van het SIMPLE-menu ........................................................................... 44
Opnamen maken ........................................................................................................... 48
De functies instellen (programmafunctie)................................................................ 48
De belichting handmatig instellen (handmatige belichtingsfunctie)......................... 49
De sluitertijd instellen (sluitertijdvoorkeuze) ............................................................ 51
De diafragmawaarde instellen (diafragmavoorkeuze)............................................. 52
Vooringestelde functies gebruiken(gebruikersfunctie) ............................................ 54
Opnamen maken in het donker (nachtopnamefunctie) ........................................... 55
Filmopnamen maken (filmopnamefunctie) .............................................................. 56
De Picture-functie selecteren op basis van de opnamesituatie
(Picture-functie)....................................................................................................... 58
3D-opnamen maken (3D-opnamefunctie)............................................................... 60
Panoramaopnamen maken (Panorama Assist-functie) .......................................... 66
De zoom gebruiken ................................................................................................. 68
De zelfontspanner gebruiken .................................................................................. 70
Serieopnamen(serieopnamefunctie) ....................................................................... 71
De (optionele) afstandsbediening ........................................................................... 72
De opnameparameters automatisch wijzigen (Auto Bracket) ................................. 74
Opnamen maken met bepaalde tussenpozen (intervalopnamen) .......................... 76
Versneld weergegeven filmopnamen maken .......................................................... 79
De opnamefuncties instellen ....................................................................................... 81
De functie wijzigen .................................................................................................. 81
De opnamefunctie selecteren ................................................................................. 81
Opnamegegevens weergeven in de opnamefunctie ............................................... 82
De flitsfunctie selecteren ......................................................................................... 84
De scherpstelfunctie selecteren .............................................................................. 85
De opnamepixels selecteren................................................................................... 88
Het kwaliteitsniveau selecteren............................................................................... 90
De witbalans aanpassen ......................................................................................... 92
Het scherpstelveld wijzigen..................................................................................... 94
Het lichtmeetbereik voor de bepaling
van de belichting instellen ....................................................................................... 95
De gevoeligheid instellen ........................................................................................ 96
De scherpstellimiet aanpassen ............................................................................... 97
De ruisvermindering instellen.................................................................................. 98
De tijd voor Instantcontrole instellen ....................................................................... 99
De opnamescherpte instellen................................................................................ 100
De kleurverzadiging instellen ................................................................................ 101
Het opnamecontrast instellen................................................................................ 102
De belichting instellen (LW-correctie) ................................................................... 103
De instellingen opslaan.............................................................................................. 104
De menuonderdelen opslaan (Memory)................................................................ 104
Functies opslaan in de gebruikersfunctie.............................................................. 106
Opnemen en weergeven 108
Geluid opnemen (geluidsopnamefunctie) ................................................................ 108
Geluidsopnamen weergeven ..................................................................................... 109
Een gesproken memo toevoegen.............................................................................. 110
Weergeven, verwijderen en bewerken 111
Opnamen weergeven.................................................................................................. 111
Foto’s weergeven.................................................................................................. 111
Zoomweergave ..................................................................................................... 111
Filmopnamen weergeven...................................................................................... 113
Opnamegegevens weergeven in de weergavefunctie .......................................... 114
Weergave van negen opnamen tegelijk................................................................ 115
Diavoorstelling....................................................................................................... 116
Foto-, film- en geluidsopnamen verwijderen............................................................ 118
Eén foto- of geluidsopname verwijderen............................................................... 118
Geselecteerde opnamen verwijderen ................................................................... 120
Alle opnamen verwijderen..................................................................................... 121
Foto- en geluidsopnamen beveiligen tegen verwijdering (Protect) ....................... 122
Opnamen weergeven op een TV................................................................................ 124
DPOF-instellingen....................................................................................................... 125
Afzonderlijke opnamen afdrukken......................................................................... 125
Alle opnamen afdrukken ....................................................................................... 127
Rechtstreeks afdrukken met PictBridge ................................................................... 129
De camera aansluiten op een printer .................................................................... 129
Afzonderlijke opnamen afdrukken......................................................................... 130
7
Alle opnamen afdrukken ....................................................................................... 131
Afdrukken met DPOF-instellingen......................................................................... 132
De camera losmaken van de printer ..................................................................... 133
Opnamen bewerken.................................................................................................... 134
De opnamegrootte en kwaliteit wijzigen................................................................ 134
Opnamen aansnijden ............................................................................................ 136
Digitale filters gebruiken om opnamen te bewerken ............................................. 138
Instellingen 142
Camera-instellingen.................................................................................................... 142
Een SD-geheugenkaart formatteren ..................................................................... 142
De helderheid van de LCD-monitor aanpassen .................................................... 143
Het startscherm, de achtergrondkleur en schermeffecten wijzigen ...................... 144
De datum en tijd wijzigen ...................................................................................... 147
De geluidsinstellingen wijzigen ............................................................................. 148
De wereldtijd instellen ........................................................................................... 150
De weergavetaal wijzigen ..................................................................................... 152
De mapnaam instellen .......................................................................................... 152
Het video-uitgangssignaal wijzigen ....................................................................... 153
De USB-aansluitfunctie wijzigen ........................................................................... 153
Sleep Timeout (sluimerstand) ............................................................................... 154
Automatisch uitschakelen instellen ....................................................................... 155
Een functie vastleggen (Fn Setting) ...................................................................... 156
Standaardinstellingen herstellen ........................................................................... 159
Bijlage 160
Overzicht van plaatsen............................................................................................... 160
Optionele accessoires................................................................................................ 161
Berichten ..................................................................................................................... 162
Problemen oplossen................................................................................................... 164
Belangrijkste technische gegevens .......................................................................... 166
GARANTIEBEPALINGEN............................................................................................ 169
Index............................................................................................................................. 173
8

Inhoud van de handleiding

Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken.
1 Voorbereidingen–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u na aankoop van de camera moet doen alvorens opnamen te gaan maken. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
2 Snel aan de slag –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt de eenvoudigste manier beschreven waarop u opnamen maakt en weergeeft. Lees dit hoofdstuk wanneer u meteen opnamen wilt gaan maken.
3 Veel voorkomende handelingen ––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk komen veel voorkomende bedieningsonderdelen aan de orde, zoals de functies van de knoppen en het gebruik van de menu’s. Zie voor verdere bijzonder­heden de hoofdstukken “Opnamen maken”, “Opnemen en weergeven”, “Weergeven, verwijderen en bewerken” en “Instellingen”.
4 Opnamen maken ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk worden de verschillende manieren voor het maken van opnamen beschreven en wordt uitgelegd hoe u de betreffende functies instelt, bijvoorbeeld hoe u het opnamefunctiescherm gebruikt om de opnamefunctie te kiezen die het meest geschikt is voor de situatie.
5 Opnemen en weergeven ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u alleen geluid opneemt, een gesproken memo aan een opname toevoegt en gesproken memo’s afspeelt.
6 Weergeven, verwijderen en bewerken –––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u opnamen weergeeft op de camera of op een TV, hoe u opnamen verwijdert, vergroot of verkleint en aansnijdt en hoe u opnamen rechtstreeks op de printer afdrukt.
7 Instellingen –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de cameragerelateerde functies instelt.
8 Bijlage –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Deze bijlage geeft een overzicht van de berichten die op de LCD-monitor verschijnen en van de handelwijze in geval van problemen.
1
2
3
4
5
6
7
8
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna uitgelegd.
1
geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen voor een uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel.
duidt op informatie die handig is om te weten.
duidt op aandachtspunten bij de bediening van de camera.
9

De inhoud van het pakket controleren

Camera
Optio SV
AV-kabel
I-AVC7 (∗)
Batterijlaadstation
D-BC23 (∗)
Handleiding
(deze handleiding)
Artikelen die zijn gemarkeerd met een sterretje (∗), zijn ook beschikbaar als optionele accessoires. Zie “Optionele accessoires” (blz.161) voor meer optionele accessoires.
Draagriem
O-ST20 (∗)
USB-kabel
I-USB17 (∗)
Netsnoer
D-CO2 (∗)
Software (cd-rom)
S-SW23
Oplaadbare lithium-
ionbatterij D-LI8 (∗)
SD-geheugenkaart
van 32 MB
10

Namen van onderdelen

Voorzijde
Achterzijde
Ontspanknop
Sensor afstandsbediening/ zelfontspanner-LED
Aan/uit-knop
Flitser
Luidspreker
Objectief
USB/AV-uitgang
Microfoon
Riembevestiging
Gelijkstroomaansluiting
Aansluitingenklep
Zoeker
Scherpstelstatus-LED (groen)
Functiekiezer
Flitserstatus-LED (rood)
LCD-monitor
Aansluiting voor batterijlaadstation
Batterij/kaart-klep
Statiefaansluiting
11

Namen van bedieningsonderdelen

Functiekiezer
b knop
Aan/uit-knop qs/i knop
Ontspanknop
Q Weergaveknop Zoom /f/y knop
gh knop
Vierwegbesturing (2345)
OK-knop
Fn-knop
Menuknop
Bedieningsaanwijzingen
Tijdens de bediening verschijnen op de LCD-monitor aanwijzingen voor de bediening van de beschikbare knoppen. In het volgende overzicht ziet u de aanduidingen van de verschillende knoppen.
Vierwegbesturing (2)
Vierwegbesturing (3)
Vierwegbesturing (4)
Vierwegbesturing (5)
MENU-knop Fn-knop
2 3 4 5
MENU
Ontspanknop
Zoom /f/y knop
i knop
OK-knop
SHUTTER
y
OK
12

Voorbereidingen

De draagriem bevestigen

Leid het dunne uiteinde van de riem door de riembevestiging en haal het andere uiteinde door het lusje.
1
Voorbereidingen
13

De camera aanzetten

1
Voorbereidingen
2
Hendel voor batterij­vergrendeling
Batterij
3
2
1
Klep voor batterij/kaart
1

De batterij plaatsen

Plaats de batterij die bij de camera is geleverd.
1 Open de klep van de batterij/kaart.
Schuif de klep van de batterij/kaart in de door de pijl aangegeven richting en til de klep omhoog .
2
2 Plaats de batterij met het symbool 2 naar de LCD-monitor
gericht terwijl u de batterijvergrendelingsknop met de zijkant van de batterij in de door de pijl aangegeven richting duwt.
3 Sluit de klep van de batterij/kaart.

De batterij uitnemen

1 Als u de batterij wilt uitnemen, drukt u de batterijvergrende-
lingsknop in dezelfde richting als bij het plaatsen van de batterij.
Neem de batterij uit.
Als u van plan bent de camera langdurig continu te gebruiken, wordt gebruik van de (optionele) netvoedingsadapter D-AC8 aanbevolen. (1blz.19)
• Plaats de batterij op de juiste wijze. Als de batterij verkeerd is geplaatst, werkt de camera niet.
• Verwijder de batterij niet wanneer de camera is ingeschakeld.
Als u de camera langere tijd niet denkt te gebruiken, verwijder dan de batterij.
• Als de batterij langere tijd uit de camera is, wordt de datum teruggezet op de standaardinstelling.
1
14
Batterijlaadstation D-BC23
Naar stopcontact
Netsnoer
1
3
Laadindicatie (CAMERA)
Laadindicatie (BATTERY)
2

De batterij opladen

Gebruik het meegeleverde batterijlaadstation D-BC23 om de batterij op te laden alvorens de camera voor de eerste keer in gebruik te nemen of wanneer het bericht [Battery depleted] (batterij uitgeput) verschijnt. U kunt de batterij opladen zonder deze uit de camera te halen.
1 Sluit het netsnoer aan op het batterijlaadstation D-BC23. 2 Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
De batterij in de camera opladen
3 Plaats de camera in de lader.
Zet de camera uit en plaats de camera zodanig dat het objectief ingeschoven in de behuizing blijft. Bij het opladen van de batterij geeft de oplaadindicatie van het batterijlaadstation de volgende informatie aan.
Batterij wordt opgeladen Brandt
Batterij is opgeladen Uit
Batterijfout Knippert
4 Haal de camera uit het batterijlaadstation wanneer het opladen
gereed is.
1
Voorbereidingen
15
1
Voorbereidingen
3
Batterij
Laadindicatie (CAMERA)
Laadindicatie (BATTERY)
De batterij los opladen
U kunt de batterij uit de camera halen en opladen.
3 Plaats de batterij zo in de lader dat de naam PENTAX
zichtbaar is.
De oplaadindicatie (BATTERY) brandt rood zolang de batterij wordt opgeladen en gaat uit wanneer het opladen gereed is.
4 Haal de batterij uit het batterijlaadstation wanneer het opladen
gereed is.
• Volledig opladen duurt ongeveer 100 minuten. De batterij kan naar behoren worden opgeladen als de omgevingstemperatuur tussen 0° – 40° C is.
• De oplaadtijd hangt af van de omgevingstemperatuur en de oplaad­omstandigheden.
• Wanneer de batterij het einde van zijn levensduur heeft bereikt, wordt de tijd dat de camera kan worden gebruikt korter, zelfs als de batterij volledig is opgeladen. Vervang in dat geval de batterij.
• Bij het opladen van de batterij in de camera kan tegelijkertijd een andere batterij in het laadstation worden geplaatst. Dat is handig wanneer u een reservebatterij hebt. Wanneer de camera en een batterij in het laadstation zijn geplaatst, branden de oplaadindicatie (CAMERA) en de oplaadindicatie (BATTERY) rood. Wanneer de in camera geplaatste batterij volledig is opgeladen, start het opladen van de reservebatterij automatisch. Wanneer het opladen van de reservebatterij start, gaat de oplaadindicatie (CAMERA) uit en blijft de oplaadindicatie (BATTERY) rood branden.
• U kunt de batterij ook uit de camera halen en opladen met het optionele batterijlaadstation D-BC8.
16
• Laad de batterij altijd volledig op voordat u de camera voor het eerst gebruikt of wanneer de batterij langere tijd niet is gebruikt.
• Gebruik het batterijlaadstation D-BC23 uitsluitend voor het opladen van oplaadbare D-LI8 lithium-ionbatterijen, anders kan de lader oververhit of beschadigd raken.
• Als de batterij correct is geplaatst maar de oplaadindicatie niet gaat knipperen, is de batterij mogelijk defect. Vervang deze door een nieuwe batterij.
• Geschatte gebruikstijd (bij volledig opgeladen batterij D-LI8)
Aantal te maken opnamen: Ca. 100 (bij temperatuur van 23° C met de
LCD-monitor aan en 50% flitsopnamen, gebaseerd op de CIPA-norm)
Weergavetijd: Ca. 130 min.
(gebaseerd op meetomstandigheden bij PENTAX.)
• De bovenstaande gegevens kunnen variëren al naar gelang de omstandigheden waarin de camera wordt gebruikt.
• Over het algemeen nemen de batterijprestaties tijdelijk af bij een daling van de temperatuur. Wanneer u de camera in een koude omgeving gebruikt, kunt u deze warmhouden in uw zak of onder uw jas. De batterijprestaties worden weer normaal wanneer de batterij weer op kamertemperatuur is gekomen.
• Neem een reservebatterij mee als u naar het buitenland of naar een koud gebied gaat of als u van plan bent veel opnamen te maken.
• Indicatie batterijniveau
U kunt het batterijniveau aflezen aan het symbool
(brandt groen) : Er is nog voldoende stroom.
#
(brandt geel) : Batterij is bijna leeg.
$
(brandt rood) : Batterij is uitgeput.
%
[Battery depleted] : Nadat dit bericht is verschenen, wordt de camera uitgeschakeld.
# op de LCD-monitor.
1
Voorbereidingen
17
• Hergebruik van batterijen
Dit symbool geeft aan dat de batterij recyclebaar is. Plak de polen af met isolatieband en breng de batterij naar een winkel of
1
verzamelpunt waar dit symbool staat aangegeven.
Voorbereidingen
18
4
Naar stopcontact
Netsnoer
Netvoedingsadapter
3
2
1
4 symbool

De netvoedingsadapter (optionele) gebruiken

Als u van plan bent de LCD-monitor langdurig te gebruiken of de camera aan te sluiten op een computer, wordt gebruik van de netvoedingsadapter D-AC8 aanbevolen.
1 Zet de camera uit en open de klep van de aansluitingen. 2 Sluit de gelijkstroomconnector van de netvoedingsadapter
aan op de gelijkstroomingang van de camera. Sluit de overeenkomende symbolen 4 op elkaar aan.
3 Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter. 4 Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
• Zet de camera uit alvorens de netvoedingsadapter aan te sluiten of los te maken.
• Zorg dat het netsnoer en het verbindingssnoer goed zijn aangesloten. Als het snoer losraakt tijdens het maken van opnamen, kunnen de gegevens verloren gaan.
• Lees bij gebruik van de netvoedingsadapter eerst de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
Zorg bij het aansluiten van de gelijkstroomconnectoren dat de symbolen 4 overeenkomen. Sluit de stekkers voorzichtig aan om te voorkomen dat deze beschadigd raken.
1
Voorbereidingen
19
Aandachtspunten bij gebruik van het batterijlaadstation of de netvoedingsadapter
Voorkom het risico van brand of een elektrische schok bij gebruik van het batterijlaadstation of de netvoedingsadapter door eerst het gedeelte “VEILIG
1
GEBRUIK VAN UW CAMERA” op pagina 1 te lezen. Zie pagina 166 voor de
Voorbereidingen
specificaties van het batterijlaadstation en de netvoedingsadapter.
20

De SD-geheugenkaart plaatsen

1
2
1
2
SD-geheugenkaart
3
U verwijdert de kaart door deze in te drukken en uit te nemen.
Deze camera kan werken met een SD-geheugenkaart. Gemaakte foto- en geluidsopnamen worden opgeslagen op de SD-geheugenkaart.
• Zet de camera uit voordat u de SD-geheugenkaart plaatst of uitneemt.
• Als u een nieuwe SD-geheugenkaart gebruikt, of een SD-geheugenkaart die in een andere camera is gebruikt, formatteer deze dan eerst op uw eigen camera. Raadpleeg “Een SD-geheugenkaart formatteren” (blz.142) voor instructies aangaande formattering.
1 Open de klep van de batterij/kaart.
Schuif de klep van de batterij/kaart in de door de pijl aangegeven richting en til de klep omhoog .
2
1
2 Plaats een SD-geheugenkaart zodanig dat het etiket (de kant
met het symbool de kaart tot deze vastklikt.
2) naar de LCD-monitor gericht en druk op
3 Sluit de klep van de batterij/kaart.
U neemt de kaart uit door deze in de door de pijl aangegeven richting te duwen en uit het compartiment te halen.
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, hangt af van de capaciteit van de SD-geheugenkaart en de geselecteerde opnamegrootte en kwaliteit. (1blz.23)
1
Voorbereidingen
21
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een SD-geheugenkaart
• Zet de camera uit alvorens de klep voor het compartiment van de batterij/kaart te openen.
• U kunt de SD-geheugenkaart beveiligen tegen schrijven. Wanneer u de schrijfbeveiliging instelt (door het schuifje op [LOCK] te zetten), kunnen er geen nieuwe gegevens worden opgenomen, kunnen de
1
bestaande gegevens niet worden verwijderd en kan de kaart niet
Voorbereidingen
worden geformatteerd.
• Pas op als u de SD-geheugenkaart meteen na gebruik van de camera uitneemt: de kaart kan dan heet zijn.
• Neem de SD-geheugenkaart niet uit en zet de camera niet uit wanneer er gegevens op de kaart worden opgeslagen of opnamen of geluiden worden weergegeven of wanneer de camera met een USB-kabel is aangesloten op een computer. Hierdoor kunnen de gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
• Buig de SD-geheugenkaart niet en stel deze niet bloot aan hevige schokken. Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar deze niet op een plaats met een hoge temperatuur.
• Niet-gebruikte kaarten of kaarten die zijn gebruikt in een andere camera, moeten eerst worden geformatteerd. Zie “Een SD-geheugenkaart formatteren” (blz.142) voor aanwijzingen aangaande formattering.
• Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren, omdat de kaart hierdoor beschadigd kan raken en onbruikbaar kan worden.
• Onder de volgende omstandigheden kunnen de gegevens op de SD-geheugenkaart worden verwijderd. PENTAX aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor verwijderde gegevens. (1) als de SD-geheugenkaart verkeerd wordt gebruikt door de gebruiker. (2) als de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit of elektrische
storingen. (3) als de kaart langere tijd niet is gebruikt. (4) wanneer de kaart wordt uitgenomen, de netvoedingsadapter wordt losgemaakt of de
batterij wordt uitgenomen terwijl er gegevens op de kaart worden opgeslagen of
aangesproken.
• De levensduur van de SD-geheugenkaart is eindig. Als de kaart langere tijd niet wordt gebruikt, kunnen de gegevens op de kaart onleesbaar worden. Sla altijd een reservekopie van belangrijke gegevens op een computer op.
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar deze aan statische elektriciteit of elektrische storingen kan worden blootgesteld.
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht of aan snelle temperatuurschommelingen of condensatie.
• Bij gebruik van een SD-geheugenkaart met een lage opnamesnelheid kan de opname stoppen als u filmopnamen maakt, zelfs wanneer er voldoende ruimte vrij is in het geheugen. Ook kan het maken en weergeven van opnamen veel tijd in beslag nemen.
• Wanneer u van plan bent SD-geheugenkaarten aan te schaffen, bezoek dan eerst de website van PENTAX en controleer of ze geschikt zijn voor uw camera. Vragen over de compatibiliteit van kaarten kunnen ook worden beantwoord door het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center.
Schrijfbeveiliging
22

Opnamegrootte en kwaliteit

Kies de opnamegrootte en kwaliteit die het beste bij uw bedoeling passen. Een hoger kwaliteitsniveau en een groter aantal opnamepixels resulteert in scherpere opnamen voor afdrukken. Doordat de hoeveelheid gegevens toeneemt, neemt echter wel het totale aantal opnamen dat kan worden gemaakt af.
Kies het gewenste aantal opnamepixels en kwaliteitsniveau in het menu [A Rec. Mode].
De menu’s instellen 1blz.38
De opnamepixels selecteren 1blz.88
Het kwaliteitsniveau selecteren 1blz.90
Geschikte groottes op basis van toepassing
Afmetingen Geschikte toepassing
2560×1920
2048×1536
1600×1200
1024×7680
640×480
De standaardinstelling is 2560×1920.
Geschikte kwaliteit op basis van toepassing
Best
C
Beter
D
Goed
E
De standaardinstelling is D.
Geschat aantal te maken opnamen op basis van grootte en kwaliteit
Kwaliteitsniveau
Opnamepixels
2560×1920 Ca. 42 Ca. 66 Ca. 93
2048×1536 Ca. 61 Ca. 95 Ca. 132
1600×1200 Ca. 81 Ca. 127 Ca. 174
1024×7680 Ca. 132 Ca. 202 Ca. 274
640×480 Ca. 192 Ca. 295 Ca. 349
• De bovenstaande tabel geeft het aantal opnamen aan bij gebruik van de SD­geheugenkaart (64 Mb).
• De bovenstaande tabel is gebaseerd op standaard opnameomstandigheden zoals gespecificeerd door PENTAX. De gegevens kunnen afwijken al naar gelang het onderwerp, opnameomstandigheden, opnamefunctie, SD-geheugenkaart, enz.
Gedetailleerde afdrukken, zoals fotoafdrukken, afdrukken op groot formaat, bewerking
Afdrukken op briefkaartformaat, gebruik op homepage, bijlage bij e-mail
Scherp, helder
Laagste compressiefactor. Geschikt voor grote fotoafdrukken op A4-formaat.
Standaard compressiefactor. Geschikt voor fotoafdrukken of voor weergave van opnamen op het beeldscherm van een computer.
Hoogste compressiefactor. Geschikt om als bijlage bij e-mailberichten te gebruiken of voor het maken van websites.
Best
C
Beter
D
Goed
E
Filmopname
(320×240)
Ca. 158 s.
1
Voorbereidingen
23

Standaardinstellingen

1
Voorbereidingen
Aan/uit-knop
Q Weergaveknop
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop
Als bij inschakeling van de camera het scherm [Initial Settings] (standaardinstellingen) of het scherm [Date Adjust] (datumaanpassing) verschijnt, volgt u de onderstaande procedure om de weergavetaal en/of de huidige datum en tijd in te stellen.
Als het scherm [Initial Settings] verschijnt:
Als het scherm [Date Adjust] verschijnt:
1blz.24, 25 “De weergavetaal instellen”, “Datum en tijd instellen”
1blz.25 “Datum en tijd instellen”
Als geen van beide schermen verschijnt, hoeft u niets in te stellen.

De weergavetaal instellen

U kunt de taal kiezen waarin menu’s, foutberichten, enz. worden weergegeven. U hebt de keus uit: Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Russisch, Koreaans, Chinees (traditioneel en vereenvoudigd) en Japans.
1 Druk op de vierwegbesturing (23)
om de [Language/ ] te selecteren.
De standaardinstelling is Engels.
2 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor instelling van de taal verschijnt.
3 Druk op de vierwegbesturing (23)
om de taal te selecteren.
Initial Settings
Language/ English
New York
DST
MENU
Exit
4 Druk op de OK-knop.
OK
OK
24

Datum en tijd instellen

Stel de actuele datum en tijd en de weergavestijl in.
1 Druk op de vierwegbesturing (5).
Boven en onder “mm/dd/yy” verschijnen 2 en 3.
Date Adjust
Date Style
Date
Time
MENU
mm/dd/yy 12h
07/09/2004
07
Cancel OK
:
00 AM
OK
2 Selecteer de datum met de vierwegbesturing (23). 3 Druk op de vierwegbesturing (5).
Boven en onder “12h” verschijnen 2 en 3.
4 Druk op de vierwegbesturing (23) om 24h (24-uurs
weergave) of 12h (12-uurs weergave) te selecteren.
5 Druk op de vierwegbesturing (5). 6 Druk op de vierwegbesturing (23) om [Date] te selecteren 7 Druk op de vierwegbesturing (5).
Boven en onder de maand verschijnen 2 en 3.
Date Adjust
Date Style
Date
Time
MENU
mm/dd/yy 12h
07/09/2004
07
Cancel OK
:
00 AM
OK
8 Druk op de vierwegbesturing (23) om de maand te wijzigen. 9 Herhaal stap 7 en 8 om de datum en het jaar te wijzigen. 10 Druk op de vierwegbesturing (5). 11 Druk op de vierwegbesturing (23) om [Time] te selecteren 12 Druk op de vierwegbesturing (5).
Boven en onder het uur verschijnen 2 en 3.
Date Adjust
Date Style
Date
Time
MENU
mm/dd/yy 12h
07/09/2004
07
Cancel OK
:
00 AM
OK
1
Voorbereidingen
25
13 Druk op de vierwegbesturing (23) om het uur te wijzigen
Bij wijziging van het uur wisselt de aanduiding AM/PM automatisch als u [12h] hebt geselecteerd in stap 3.
14 Herhaal stap 12 en 13 om de minuut te wijzigen.
1
15 Druk op de OK-knop als u klaar bent met de instellingen.
Voorbereidingen
De camera is gereed voor het maken van opnamen. Als u de datum en tijd instelt met de MENU-knop, keert u terug naar het menuscherm. Druk op de MENU-knop.
• Wanneer u klaar bent met de instellingen en op de OK-knop drukt, wordt de klok van de camera teruggezet op 00 seconden.
• Om de exacte tijd in te stellen, drukt u op de OK-knop wanneer het tijdsignaal (op TV, radio, enz.) precies 00 seconden aangeeft.
• Wanneer het scherm [Initial Settings] (standaardinstellingen) verschijnt, kunt u het instellen annuleren en overgaan op de opnamefunctie door op de MENU-knop te drukken. In dat geval verschijnt het scherm de volgende keer dat u de camera aanzet.
• U kunt de instellingen wijzigen nadat die zijn uitgevoerd. Zie “De datum en tijd wijzigen” (blz.147).
26

Snel aan de slag

7/ 7/2004 09:55 AM
046

Foto’s maken

Zoeker
Functiekiezer
LCD-monitor
Aan/uit-knop
Ontspanknop
Zoom/f/y knop
De eenvoudigste procedure voor het maken van foto’s wordt hierna beschreven. Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af.
1 Druk op de aan/uit-knop.
De camera wordt ingeschakeld.
046
046
2 De functiekiezer instellen op A. 3 Controleer het onderwerp en de
opnamegegevens op de LCD-monitor.
Het scherpstelkader in het midden van de LCD­monitor geeft de zone aan waarin automatisch wordt scherpgesteld. U kunt de grootte van het onderwerp wijzigen door op de Zoom/f/y knop te drukken.
x : maakt het onderwerp groter. w : maakt het onderwerp kleiner.
U kunt de grootte van het onderwerp controleren door in de zoeker te kijken.
De zoeker bevat geen scherpstelkader. Controleer het scherpstelveld daarom op de LCD-monitor.
Scherpstelkader
7/ 7/2004
7/ 7/2004 09:55 AM
09:55 AM
4 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op de LCD-monitor licht groen op wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
5 Druk op de ontspanknop.
De opname verschijnt één seconde op de LCD-monitor (Instantcontrole) en wordt vervolgens opgeslagen op de SD-geheugenkaart of in het interne geheugen. De groene en rode LED’s rechts van de zoeker knipperen om en om terwijl de opname wordt opgeslagen op de SD-geheugenkaart.
2
Snel aan de slag
27
Gebruik van de ontspanknop
De ontspanknop werkt in twee stappen, en wel als volgt.
Tot halverwege indrukken
De scherpstelling en belichting worden vastgehouden wanneer de ontspanknop voorzichtig tot halverwege wordt ingedrukt. Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, wordt de volgende informatie aangegeven op de LCD-monitor en door de LED’s voor de scherpstelstatus en de flitserstatus.
1. Scherpstelkader
2
Het scherpstelkader licht groen op als op het onderwerp is scherpgesteld.
Snel aan de slag
Als niet op het onderwerp is scherpgesteld, verschijnt het kader niet.
2. Status-LED’s
Brandt Scherpgesteld op het onderwerp Flitser is opgeladen Knippert Niet scherpgesteld op het onderwerp Flitser wordt opgeladen
LED scherpstelstatus (groen) LED flitserstatus (rood)
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt terwijl de flitser wordt opgeladen.
Volledig indrukken
Druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken.
[Ongunstige omstandigheden voor het scherpstellen] Onder de volgende omstandigheden kan de camera mogelijk niet scherpstellen. Vergrendel in dat geval de scherpstelling op een voorwerp dat zich op dezelfde afstand als het onderwerp bevindt (door de ontspanknop tot halverwege in te drukken), richt de camera op het onderwerp met de ontspanknop tot halverwege ingedrukt en druk de ontspanknop helemaal in.
• Elementen met weinig contrast, zoals een blauwe hemel of een witte muur.
• Donkere plaatsen of voorwerpen, of omstandigheden waarin weinig of geen licht wordt weerkaatst.
• Voorwerpen met subtiele patronen.
• Snel bewegende voorwerpen.
• Een voorwerp op de voorgrond en een op de achtergrond op dezelfde opname.
• Sterk weerkaatst licht of sterk tegenlicht (lichte achtergrond).
Instantcontrole
De standaardinstelling voor Instantcontrole is één seconde. Gedurende deze tijd kunt u de opname verwijderen door op de knop [Delete] verschijnt, selecteert u [Delete] en drukt u op de OK-knop. (
i te drukken. Wanneer het menu
1blz.118).
U kunt ook een gesproken memo opnemen door op de OK-knop te drukken tijdens de Instantcontrole.
De tijd voor Instantcontrole instellen 1blz.99
28
Snel aan de slag
100-0010
12:00 PM
7/ 7/2004
F4.7
1/200

Foto’s weergeven

Q Weergaveknop
Vierwegbesturing
LCD-monitor

Een opname weergeven

U kunt een zojuist gemaakte foto weergeven.
1 Druk na het maken van een opname
op de Q Weergaveknop.
De opname verschijnt op de LCD-monitor.
Zoomweergave 1blz.111
1/200
1/200 F4.7
F4.7
Fn
100-0010
100-0010
7/ 7/2004
7/ 7/2004
12:00 PM
12:00 PM

De vorige of volgende opname weergeven

Foto’s kunnen één voor één worden weergegeven, vooruit of achteruit.
1 Druk na het maken van een opname op de Q Weergaveknop.
De opname verschijnt op de LCD-monitor.
2 Druk op de vierwegbesturing (45).
geeft de vorige opname weer.
2
Snel aan de slag
geeft de volgende opname weer.
29

De weergegeven opname draaien

100-0015
100-vvv0004
Delete
All
OK
1 Druk na het maken van een opname op de Q Weergaveknop.
De opname verschijnt op de LCD-monitor.
2 Druk op de vierwegbesturing (3).
Bij elke druk op de knop wordt de opname 90° met de klok mee (rechtsom) gedraaid
2
Snel aan de slag
• Een gedraaide opname kan niet worden uitvergroot.
• Wanneer u naar de opnamefunctie of naar een menu gaat terwijl de opname gedraaid is, worden de rotatiegegevens van de opname opgeslagen.
• Opnamen die zijn gemaakt met een andere camera of die op de computer zijn gemaakt, kunnen niet worden gedraaid.
De weergegeven opname verwijderen
U kunt de opname die wordt weergegeven op de LCD-monitor verwijderen door te drukken op de i knop. Selecteer [Delete] met de vierwegbesturing (2) en druk op de OK-knop. Druk de ontspanknop tot halverwege in of draai de functiekiezer om terug te keren naar de opnamefunctie.
All OK
All
• De laatst gemaakte opname verschijnt op de LCD-monitor wanneer u de weergavefunctie activeert.
• U kunt de weergegeven opname op de LCD-monitor uitvergroten door op de Zoom /f/y knop te drukken. (Een gedraaide opname kan niet worden uitvergroot.)
• Als er geen opnamen zijn opgeslagen, verschijnt het bericht [No image or sound] (geen opname of geluid).
Bestandsnr.
100-vvv0004
Delete
Delete
Cancel
100-0015
100-0015
100-0004
OK
OK
30
Foto-, film- en geluidsopnamen verwijderen 1blz.118
Memo
2
Snel aan de slag
31

Veel voorkomende handelingen

De camera aan- en uitzetten

Functiekiezer
3
Veel voorkomende handelingen
1 Druk op de aan/uit-knop.
Het objectief schuift uit en de camera wordt ingeschakeld in de opnamefunctie. De camera is klaar om een opname te maken met een druk op de ontspanknop.
• Druk op de Q Weergaveknop om de weergavefunctie te activeren
en opnamen te bekijken terwijl het objectief is uitgeschoven.
• Houd de Q Weergaveknop langer dan twee seconden ingedrukt om
de weergavefunctie te activeren met ingeschoven objectief.
2 Druk nogmaals op de aan/uit-knop.
De camera wordt uitgeschakeld.
Schakelen tussen de opnamefunctie en weergavefunctie 1blz.81
Opnamen maken 1blz.48
Aan/uit-knop
Q Weergaveknop
32

De camera aanzetten in de weergavefunctie

Gebruik de weergavefunctie met het objectief ingeschoven wanneer u opnamen na elkaar wilt weergeven.
1 Druk op de aan/uit-knop terwijl u de Q Weergaveknop
ingedrukt houdt.
De camera wordt ingeschakeld in de weergavefunctie met het objectief ingeschoven.
U kunt als volgt schakelen tussen de weergavefunctie met het objectief ingeschoven en de opnamefunctie.
Weergavefunctie met objectief ingeschoven Ö opnamefunctie
• Druk op de Q Weergaveknop of op de ontspanknop.
• Draai de functiekiezer. Opnamefunctie Ö weergavefunctie met objectief ingeschoven
• Houd de Q Weergaveknop langer dan twee seconden ingedrukt
• Druk op de Q Weergaveknop (voor de geluidsopnamefunctie).
Foto’s weergeven 1blz.29

De camera aanzetten in de geluidsopnamefunctie

De geluidsopnamefunctie is uitsluitend bestemd voor het opnemen van geluid. Bij deze functie schuift het objectief niet uit. U kunt de camera gebruiken om geluid op te nemen.
1 Zet de functiekiezer op O en druk op de aan/uit-knop.
De camera wordt ingeschakeld in de geluidsopnamefunctie. Het objectief schuift niet uit.
Wanneer de functiekiezer wordt gedraaid in de geluidsopnamefunctie, schuift het objectief uit en schakelt de camera over op de opnamefunctie.
3
Veel voorkomende handelingen
Geluid opnemen 1blz.108
33

De knopfuncties gebruiken

3
Veel voorkomende handelingen

Opnamefunctie (Capture Mode)

b knop
1
De flitsfunctie wijzigen. (1blz.84)
Q Weergaveknop
2
De weergavefunctie activeren. Als u nogmaals drukt, wordt de opnamefunctie geactiveerd. (1blz.29)
Ontspanknop
3
Tot halverwege ingedrukt: AF en automatische belichting aanpassen en
Volledig ingedrukt: Een opname maken.
Zoomknop
4
De grootte van het onderwerp wijzigen. (1blz.27)
qs knop
5
De scherpstelfunctie als volgt wijzigen:
Macrofunctie (1blz.85) Super Macro-functie (1blz.85) Oneindig-landschapfunctie (1blz.85) Handmatige scherpstelfunctie (1blz.86) Scherpstelveld-functie (1blz.87)
1
2
3
4
5
6
7 8 9
10
vergrendelen. De opnamefunctie activeren na selectie van een menuonderdeel.
Een filmopname starten en stoppen. De opnamefunctie activeren na selectie van een menuonderdeel.
34
gh knop
6
De Drive-functie als volgt wijzigen:
Opnamen maken met zelfontspanner (1blz.70) Serieopnamen maken (1blz.71) Opnamen maken met automatisch belichtingstrapje (1blz.74) Intervalopnamen maken (1blz.76) Opnamen maken met de afstandsbediening (1blz.72)
OK-knop
7
De informatie wijzigen die op de LCD-monitor verschijnt. (1blz.114) Het menuonderdeel instellen.
Vierwegbesturing (45)
8
De belichting instellen.
Fn-knop
9
Het scherm [Fn Setting] weergeven.
MENU-knop
10
De menu’s [A Rec.Mode], [Q Playback] en [B Set-up] oproepen. (1
3
Veel voorkomende handelingen
blz.38)
35
3
Veel voorkomende handelingen

Weergavefunctie (Playback Mode)

Q Weergaveknop
1
De opnamefunctie activeren.
Ontspanknop
2
36
Tot halverwege ingedrukt: De opnamefunctie activeren en de AF en
Volledig ingedrukt: De opnamefunctie activeren en een opname
Zoom/f/y knop
3
Druk op f tijdens de normale weergave om negen opnamen tegelijk weer te geven. (1blz.115) Druk op de Zoom/f/y knop tijdens de zoomweergave om de grootte van de opname op de LCD-monitor te wijzigen. (1blz.111)
i knop
4
De opname verwijderen die wordt weergegeven op de LCD-monitor. (1blz.118)
OK-knop
5
De informatie die op de LCD-monitor verschijnt als volgt wijzigen. (1blz.82) Foto-opname, filmopname:Weergave aan, histogramweergave, weergave uit Geluid:Weergave aan, weergave uit
Vierwegbesturing
6
(2) Filmopname of gesproken memo afspelen. (1blz.109, 113) (45) De vorige of volgende opname weergeven. (1blz.29) (3) De opname draaien. (1blz.30)
Weergave van de filmopname stoppen.
Fn-knop
7
Het scherm [Fn Setting] weergeven.
MENU-knop
8
De menu’s [A Rec.Mode], [Q Playback] en [B Set-up] oproepen
automatische belichting aanpassen en vergrendelen.
maken. De opnamefunctie activeren en een filmopname starten en stoppen.
1
2
3
4
5
6 7 8
. (1blz.38)
1
2
3
4
5

Geluidsopnamefunctie (Voice Recording Mode)

Q Weergaveknop
1
De weergavefunctie activeren met het objectief ingeschoven. (1blz.36) Als u nogmaals op deze knop drukt, wordt de geluidsopnamefunctie weer geactiveerd.
Ontspanknop
2
Druk op deze knop om te beginnen met opnemen. Druk nogmaals om te stoppen met opnemen. Wanneer u de ontspanknop langer dan een seconde ingedrukt houdt, gaat de opname verder gedurende de tijd dat u de knop ingedrukt houdt. Wanneer u de knop loslaat, stopt de opname.
OK-knop
3
De informatie die op de LCD-monitor verschijnt, als volgt wijzigen. Weergave aan, weergave uit
Vierwegbesturing
4
(in de weergavefunctie met het objectief ingeschoven)
(2) De weergave starten. Als u nogmaals drukt, wordt de weergave onderbroken. (45)
De volgende acties uitvoren tijdens weergave. Een opgenomen bestand selecteren voor weergave.
Druk tijdens de weergave op (4) om vijf seconden terug te spoelen. Druk tijdens de weergave op (5) om vijf seconden vooruit te spoelen.
MENU-knop
5
Als u hierop drukt tijdens stand-by of vóór het opnemen of weergeven, worden de menu’s [Q Playback] en [B Set-up] opgeroepen. (1blz.38)
3
Veel voorkomende handelingen
37

De menu’s instellen

Wanneer u op de MENU-knop drukt, verschijnen de menu’s op de LCD-monitor. U kunt functies instellen, de instellingen opslaan en de camera-instellingen in deze menu’s wijzigen. Deze camera heeft twee soorten menu’s: SIMPLE (eenvoudig), waarin veelgebruikte functies kunnen worden ingesteld, en FULL (volledig), waarin alle functies kunnen worden ingesteld.

Bediening van het FULL-menu

3
Wanneer u instellingen verricht vanuit een menu, verschijnt op de LCD-monitor
Veel voorkomende handelingen
een aanwijzing voor bediening van de knoppen.
1 Druk op de MENU-knop
Als u het menu opent in de opnamefunctie, verschijnt het menu [A Rec. Mode]. Opent u het menu in de weergavefunctie, dan verschijnt het menu [Q Playback]. Het geselecteerde gebied verschijnt in een kader.
2 Druk op de vierwegbesturing (45).
Wijzigt het menuscherm.
3 Kies een onderdeel met de vierwegbesturing (23).
Brengt het kader omhoog of omlaag.
4 Wijzig de instelling van het geselecteerde onderdeel.
De instellingen kunnen op drie manieren worden gewijzigd.
1
Druk op de vierwegbesturing (5) om de instellingen weer te geven en te wijzigen (popupmenu).
Druk op de OK-knop om terug te gaan naar het menu wanneer u klaar bent met het wijzigen van instellingen.
2
Druk op de vierwegbesturing (5) om naar een ander selectiescherm te gaan en de instellingen te wijzigen.
Druk op de OK-knop om terug te gaan naar het menu wanneer u klaar bent met het wijzigen van instellingen.
3
Druk op de vierwegbesturing (45) en wijzig de instellingen.
5 Druk op de MENU-knop
De instellingen worden opgeslagen en de weergave- of opnamestatus wordt weer actief.
38
Cancel
OK
White Balance
MENU-knop
1
Menu [A Rec. Mode] Menu [Q Playback]
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
2560
AWB
AUTOAUTO
SIMPLE
2
Playback
Protect DPOF Slideshow Resize Trimming Digital Filter
MENU
Exit
SIMPLE
3
3
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
3
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
3
Rec. Mode
Auto Bracket Interval Shoot Focus Limiter Time-lapse Movie Digital Zoom Instant Review
MENU
Exit
2560
AWB
AUTOAUTO
SIMPLE
2560
AWB
AUTOAUTO
SIMPLE
SIMPLE
Off
1
sec
1
4
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
2
4
White Balance
White Balance
AWB
MENU
3
4
Auto Bracket Interval Shoot Focus Limiter Time-lapse Movie Off Digital Zoom Instant Review
MENU
Popupmenu
Rec. Mode
Cancel
Selectiescherm
Cancel
Cancel OK
Rec. Mode
SIMPLE
Exit
3
3
sec
2560 2048 1600 1024 640
AUTOAUTO
OK
OK
1
sec
OK
OK
Menu [B Set-up]
Exit
Set-up
English
SIMPLE
Format Sound Date Adjust World Time Language/ Folder Std.
MENU
3
Veel voorkomende handelingen
Naar het volgende scherm
39
Als u de volgende handelingen verricht zonder in stap 4 op de OK-knop te drukken, worden de instellingen opgeslagen en wordt de weergave- of opnamestatus weer actief.
Opnamestatus activeren
Weergavestatus activeren Druk op de weergaveknop.
Opname- of weergavestatus activeren
Druk de ontspanknop tot halverwege in. Druk de ontspanknop helemaal in. Draai de functiekiezer.
Druk op de knop {, b, qs of gh nadat u de instelling hebt verricht.
3
Veel voorkomende handelingen
Als u op de MENU-knop drukt om het selectiescherm of te verlaten, worden wijzigingen in de instellingen niet opgeslagen.
• Als u op de OK-knop hebt gedrukt om het menu te verlaten maar u schakelt de camera verkeerd uit (bijvoorbeeld door de batterij uit te nemen terwijl de camera aan staat), worden wijzigingen die u hebt gemaakt in de instellingen niet opgeslagen.
• Het menu wordt circa één minuut na de laatste handeling automatisch afgesloten.
1 2
40
Overzicht van het FULL-menu
Menu [A Rec.Mode]
Onderdeel Beschrijving
Recorded Pixels Selectie van het aantal pixels 2560 × 1920 blz.88
Quality Level Selectie van de mate van beeldcompressie
White Balance
Focusing Area Wijziging van het autofocusveld
AE Metering
Sensitivity Instelling van de gevoeligheid Auto blz.96
Auto Bracket
Interval Shoot Maken van opnamen met een vast tijdsinterval blz.76
Focus Limiter
Time-lapse Movie
Digital Zoom Maken van opnamen met de digitale zoom On blz.68
Instant Review Instelling van de tijd voor de instantcontrole 1 s blz.99
3D Mode Voor het maken van 3D-opnamen
Memory
b
USER
Noise Reduction
Sharpness
Saturation Instelling van de kleurverzadiging Normal blz.101
Contrast Instelling van het contrast
Aanpassing van de kleurbalans op basis van het omgevingslicht
Instelling van de lichtmeetmethode ter bepaling van de belichting
Instelling van de opnameomstandigheden, zoals belichting, verzadiging en scherpte
Schakelen tussen het beperken en niet beperken van beweging van het objectief bij normale opnamen en macro-opnamen
Instelling van de beeldsnelheid bij het maken van versnelde filmopnamen
Opslaan van instellingen van de opname­functie wanneer de camera wordt uitgezet
Instelling van de handmatige belichtingsfunctie in de opnamefunctie
Instelling van de functies die zijn vastgelegd in de USER-functie
Vermindering van ruis On blz.98
Instelling van de scherpte
Standaard-
instelling
D
AWB
(Auto)
[]
(meerdere)
L
(meervlaks)
Belichting
(±0,3)
On blz.97
Uit blz.79
e
(parallel)
blz.104
Mblz.49
Pblz.54
Normal blz.100
Normal blz.102
Bladzijde
blz.90
blz.92
blz.94
blz.95
blz.74
blz.60
3
Veel voorkomende handelingen
41
Menu [Q Playback]
Onderdeel Beschrijving Bladzijde
Protect Foto- en geluidsopnamen beveiligen tegen verwijdering blz.122
DPOF
Slideshow Diavoorstelling van een reeks gemaakte opnamen blz.116
Resize Wijziging van de grootte van opnamen blz.134
Trimming Aansnijden van opnamen blz.136
Digital Filter
Quick Zoom
3
Veel voorkomende handelingen
Quick Delete
B Set-up]
Menu [
Onderdeel Beschrijving Bladzijde
Format Formattering van de SD-geheugenkaart blz.142
Sound
Date Adjust Aanpassing van datum en tijd blz.147
World Time Instelling van de wereldtijd blz.150
Language/
Folder setting
Screen Setting
Brightness Level Wijziging van de helderheid van de LCD-monitor blz.143
Video Out Wijziging van het video-uitgangssignaal blz.153
USB Connection Mode
Sleep Timeout Instelling van de energiebesparingsfunctie (sluimerstand) blz.154
Auto Power Off Automatische uitschakeling van de camera blz.155
Fn Setting Vastleggen van een functie op de vierwegbesturing (2345) blz.156
Reset Herstel van de standaardinstellingen van de camera blz.159
Instelling van afdrukopties voor het laten afdrukken van opnamen
Produceren van een filtereffect met kleurfilters (rood, blauw, groen, enz.)
Weergave van opnamen met de maximale zoomfactor door één keer op de Zoom/f/y knop te drukken
Weergave van het scherm voor verwijderen met [Delete] gemarkeerd wanneer ON (aan) is geselecteerd
Aanpassing van het weergavevolume en instelling van het type en het volume van het geluid bij inschakeling, het sluitergeluid, het geluid bij belangrijke handelingen, zelfontspannergeluid, enz.
Wijziging van de taal waarin menu’s en berichten worden weergegeven
Wijziging van de naam van de map waarin foto- en geluidsopnamen worden opgeslagen
Instelling van het startscherm, de achtergrondkleur en schermeffecten
Wijziging van de USB-aansluitfunctie blz.153
blz.125
blz.138
blz.112
blz.119
blz.148
blz.152
blz.152
blz.144
42
Memo
3
Veel voorkomende handelingen
43

Bediening van het SIMPLE-menu

Het SIMPLE-menu bevat alleen veelgebruikte menuonderdelen. In zowel de opnamefunctie als de weergavefunctie wordt hetzelfde menu weergegeven.
1 Druk op de MENU-knop
Het FULL-menu verschijnt. In de opnamefunctie verschijnt het menu [A Rec.Mode]. In de weergavefunctie verschijnt het menu [Q Playback]. Het geselecteerde gebied verschijnt in een blauw kader.
2 Druk op x/y op de Zoom/f/y knop.
Het SIMPLE-menu verschijnt.
3 Druk op de vierwegbesturing (23) om een onderdeel te kiezen.
3
Veel voorkomende handelingen
Brengt het kader omhoog of omlaag.
4 Wijzig de instelling van het geselecteerde onderdeel.
De instelling kan op twee manieren worden gewijzigd.
1
Druk op de vierwegbesturing (5) om de instellingen weer te geven en te wijzigen (popupmenu).
2
Druk op de vierwegbesturing (5) om naar een ander selectiescherm te gaan en de instellingen te wijzigen.
Druk op de OK-knop om terug te gaan naar het menu wanneer u klaar bent met de instellingen.
5 Druk op de MENU-knop
De instellingen worden opgeslagen en de weergave- of opnamestatus wordt weer actief.
Teruggaan naar FULL-menu
1 Druk op x/y op de Zoom/f/y knop.
Het FULL-menu verschijnt.
44
MENU-knop
1
FULL-menu
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
SIMPLE
2
3
SIMPLE-menu
Image Quality Super DPOF Slideshow Format Sound Date Adjust USB Connection
MENU
Exit
FULL
3
Image Quality Super DPOF Slideshow Format Sound Date Adjust USB Connection
MENU
FULLExit
3
Image Quality Super DPOF Slideshow Format Sound Date Adjust USB Connection
MENU
Exit FULL
2560
AWB
AUTOAUTO
3
sec
PC
3
sec
PC
3
sec
PC
1
4
Image Quality Super DPOF Slideshow Format Sound Date Adjust USB Connection
MENU
2
4
Operation Vol. Playback Volume Start-up Sound Shutter Sound Operation Sound Self-timer
MENU
Popupmenu
Cancel OK
Selectiescherm
Sound
3
Veel voorkomende handelingen
30
sec
20
sec
10
sec
5
sec
3
sec
PCPC
OK
1 1 1 1
OK
OK
45
• De menu-instelling wordt opgeslagen, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld of als de opname- of weergavefunctie wordt geactiveerd. Als de opname­of weergavefunctie wordt geactiveerd terwijl het SIMPLE-menu wordt weergegeven, verschijnt het SIMPLE-menu de volgende keer dat u op de MENU-knop drukt.
• Ook wanneer de camera is ingesteld op weergave van het SIMPLE-menu, zijn intervalopnamen en opnamen met een automatisch belichtingstrapje beschikbaar (mits deze functies zijn ingeschakeld.)
Als u op de MENU-knop drukt alvorens op de OK-knop te drukken om het menu te verlaten, worden wijzigingen in de instellingen niet opgeslagen.
• Als u op de OK-knop hebt gedrukt om het menu te verlaten maar u schakelt
3
Veel voorkomende handelingen
de camera verkeerd uit (bijvoorbeeld door de batterij uit te nemen terwijl de camera aan staat), worden wijzigingen die u hebt gemaakt in de instellingen niet opgeslagen.
• U kunt niet teruggaan naar het FULL-menu tijdens het verrichten van instellingen in het SIMPLE-menu. Voltooi eerst de instellingen en sluit het instellingenscherm voordat u teruggaat naar het FULL-menu.
• Wanneer het SIMPLE-menu wordt weergegeven, hebben de onderdelen die niet in het menu staan, hun standaardinstellingen (uitgezonderd taal/
, map, startscherm, schermeffect, helderheid van de LCD-monitor, video-uitgangssignaal en wereldtijd). Deze instellingen krijgen hun eerdere status terug wanneer u van het SIMPLE-menu naar het FULL-menu gaat.
• De instelling van de opnamekwaliteit in het SIMPLE-menu is niet geldig in het FULL-menu.
• Het SIMPLE-menu kan niet worden weergegeven in de USER-functie.
46
Overzicht van het SIMPLE-menu
Onderdeel Beschrijving
Image Quality Instelling van de opnamepixels en het kwaliteitsniveau voor foto’s blz.91
DPOF
Slideshow Diavoorstelling van een reeks gemaakte opnamen blz.116
Format Formattering van de SD-geheugenkaart blz.142
Sound
Date Adjust Aanpassing van de datumweergave, datum en tijd blz.147
USB Connection Wijziging van de USB-aansluiting blz.153
Selectie van de opnamen en instelling van het aantal af te drukken exemplaren voordat de opnamen naar een afdrukservice worden gebracht
Aanpassing van het weergavevolume en instelling van het type en het volume van het geluid bij inschakeling, het sluitergeluid, het geluid bij belangrijke handelingen, zelfontspannergeluid, enz.
Bladzijd
e
blz.125
blz.148
3
Veel voorkomende handelingen
47

Opnamen maken

Opnamen maken

Functiekiezer
Ontspanknop
4

De functies instellen (programmafunctie)

Opnamen maken
In R (programmafunctie) stelt de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma in voor het maken van foto’s. U kunt wel andere functies selecteren, zoals de flitsfunctie of de serieopnamefunctie.
1 Zet de functiekiezer op A. 2 Stel de functies in die u wilt gebruiken.
Zie “De opnamefuncties instellen” (blz.81 tot blz.103) voor meer informatie over het instellen van de functies.
3 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op de LCD-monitor licht groen op wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
4 Druk op de ontspanknop.
De opname wordt gemaakt.
48
Als de gebruikersfunctie (USER) is ingesteld op P, roept u het scherm Program Mode Setting (programmafunctie instellen) op door de functiekiezer op USER te zetten.
Foto’s maken 1blz.27
Functiekiezer
7/ 7/2004
3:00 PM
1/13 F3.2
046
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop

De belichting handmatig instellen (handmatige belichtingsfunctie)

U kunt de sluitertijd en de diafragmawaarde handmatig instellen.
1 Selecteer b in het menu [A Rec.Mode] en druk op de
vierwegbesturing (
5).
2 Druk op de vierwegbesturing (23) om M te selecteren. 3 Druk op de OK-knop en daarna op de MENU-knop. 4 Zet de functiekiezer op b.
De camera is gereed om opnamen te maken met de handmatige belichtingsfunctie.
5 Wijzig de sluitertijd en de
diafragmawaarde met de vierwegbesturing.
4 Langere sluitertijd. 5 Kortere sluitertijd. 2 Groter diafragma.
(lagere diafragmawaarde)
3 Kleiner diafragma.
(hogere diafragmawaarde.)
1/13
1/13 F3.2
F3.2
Diafragma Sluitertijd
046
046
7/ 7/2004
7/ 7/2004
3:00 PM
3:00 PM
4
Opnamen maken
Als de combinatie sluitertijd/diafragmawaarde niet resulteert in een correcte belichting, verschijnt er een waarschuwing.
(brandt)
(knippert)
p (brandt) Lichtmeting is niet mogelijk.
Als het verschil met de correcte belichting ligt tussen –0,3 LW en –2,0 LW, brandt n. Als het ligt tussen +0,3 LW en +2,0 LW, brandt m en wordt de waarde weergegeven.
Als de opname meer dan –2,0 LW wordt onderbelicht, knippert n. Als de opname meer dan +2,0 LW wordt overbelicht, knippert m.
49
6 Druk op de ontspanknop.
De opname wordt gemaakt met de ingestelde sluitertijd en diafragmawaarde.
Foto’s weergeven 1 blz.29
• Als de camera wordt uitgezet, worden de sluitertijd en de diafragmawaarde opgeslagen.
• Als [USER] of b in het menu [ARec.Mode] is ingesteld op [a], is de camera gereed voor het verrichten van instellingen of het maken van opnamen in de handmatige belichtingsfunctie wanneer u de functiekiezer op E of b zet.
• Bij deze functie is belichtingscorrectie niet beschikbaar.
• In de handmatige belichtingsfunctie kan [AUTO] niet worden geselecteerd voor de gevoeligheid of voor de flitsfunctie.
• Wanneer de scherpstelfunctie is ingesteld op handmatige scherpstelling of
4
Opnamen maken
scherpstelveld, drukt u op de OK-knop of gebruikt u de vierwegbesturing om de scherpstelling aan te passen. Druk nogmaals op de OK-knop om de sluitertijd of de diafragmawaarde aan te passen.
50
Functiekiezer
7/ 7/2004
3:00 PM
1/13 F8
037
Ontspanknop
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop

De sluitertijd instellen (sluitertijdvoorkeuze)

Bij deze functie wordt de sluitertijd handmatig ingesteld en stelt de camera automatisch de diafragmawaarde in.
1 Selecteer b in het menu [A Rec.Mode] en druk op de
vierwegbesturing (
5).
2 Druk op de vierwegbesturing (23) om Tv te selecteren. 3 Druk op de OK-knop en daarna op de MENU-knop. 4 Zet de functiekiezer op b.
De camera is klaar om opnamen te maken met de sluitertijdvoorkeuzefunctie.
5 Wijzig de sluitertijd met de
vierwegbesturing (
2 Kortere sluitertijd. 3 Langere sluitertijd.
23).
037
037
4
Opnamen maken
6 Druk op de ontspanknop.
De opname wordt gemaakt.
• Als de camera wordt uitgezet, wordt de ingestelde sluitertijd opgeslagen.
• Als [USER] of b in het menu [ARec.Mode] is ingesteld op [b], is de camera gereed voor het verrichten van instellingen of het maken van opnamen in de sluitertijdvoorkeuzefunctie wanneer u de functiekiezer op E of b zet.
• Wanneer de scherpstelfunctie is ingesteld op handmatige scherpstelling of scherpstelveld, drukt u op de OK-knop of gebruikt u de vierwegbesturing om de sluitertijd of de scherpstelling aan te passen. (De functie van de vierwegbesturing verandert bij elke druk op de OK-knop.)
• In de sluitertijdvoorkeuzefunctie kan [Auto] niet worden geselecteerd voor de flitsfunctie.
Foto’s weergeven 1 blz.29
1/13
1/13 F8
F8
Sluitertijd
7/ 7/2004
7/ 7/2004
3:00 PM
3:00 PM
51
Functiekiezer
7/ 7/2004
3:00 PM
1/30 F3.2
037
Ontspanknop
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop

De diafragmawaarde instellen (diafragmavoorkeuze)

Bij deze functie wordt de diafragmawaarde handmatig ingesteld en stelt de camera automatisch de sluitertijd in.
4
1 Selecteer b in het menu [A Rec.Mode] en druk op de
Opnamen maken
vierwegbesturing (
5).
2 Druk op de vierwegbesturing (23) om Av te selecteren. 3 Druk op de OK-knop en daarna op de MENU-knop. 4 Zet de functiekiezer op b.
De camera is gereed om opnamen te maken met de diafragmavoorkeuzefunctie.
5 Wijzig de diafragmawaarde met de
vierwegbesturing (
2 Maakt het diafragma groter
(lagere diafragmawaarde)
3 Maakt het diafragma kleiner
(hogere diafragmawaarde)
6 Druk op de ontspanknop.
De opname wordt gemaakt.
23).
1/30
1/30 F3.2
F3.2
Diafragmawaarde
037
037
7/ 7/2004
7/ 7/2004
3:00 PM
3:00 PM
52
Foto’s weergeven 1 blz.29
• Als de camera wordt uitgezet, wordt de diafragmawaarde opgeslagen.
• Als [USER] of b in het menu [ARec.Mode] is ingesteld op [c], is de camera gereed voor het verrichten van instellingen of het maken van opnamen in de diafragmavoorkeuzefunctie wanneer u de functiekiezer op E of b zet.
• Wanneer de scherpstelfunctie is ingesteld op handmatige scherpstelling of scherpstelveld, drukt u op de OK-knop of gebruikt u de vierwegbesturing om de diafragmawaarde of de scherpstelling aan te passen. (De functie van de vierwegbesturing verandert bij elke druk op de OK-knop.)
• In de diafragmavoorkeuzefunctie kan [AUTO] niet worden geselecteerd voor de gevoeligheid.
4
Opnamen maken
53
Functiekiezer
7/ 7/2004
3:00 PM
037
Ontspanknop
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop

Vooringestelde functies gebruiken (gebruikersfunctie)

In de gebruikersfunctie kunt u opnamen maken met de functies en instellingen die u eerder hebt opgeslagen in de gebruikersfunctie.
4
1 Selecteer [USER] in het menu [A Rec.Mode] menu en druk op
Opnamen maken
de vierwegbesturing (
5).
2 Druk op de vierwegbesturing (23) om de opnamefunctie te
kiezen.
Voor de gebruikersfunctie kunt u P, M, Tv, Av en nachtopname vastleggen.
3 Druk op de OK-knop en daarna op de MENU-knop. 4 Zet de functiekiezer op USER.
De camera is gereed om opnamen te maken met de ingestelde opnamefunctie.
5 Druk de ontspanknop tot halverwege
in.
Het scherpstelkader op de LCD-monitor licht groen op wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
6 Druk op de ontspanknop.
De opname wordt gemaakt.
037
037
7/ 7/2004
7/ 7/2004
3:00 PM
3:00 PM
54
Functies opslaan in de gebruikersfunctie 1blz.106
Functiekiezer
Ontspanknop

Opnamen maken in het donker (nachtopnamefunctie)

U kunt opnamen maken in het donker, bijvoorbeeld een stadsgezicht bij nacht, met de juiste instellingen.
1 Zet de functiekiezer op ..
Het scherm van de opnamefunctie verschijnt.
2 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op de LCD-monitor licht groen op wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
3 Druk op de ontspanknop.
De opname wordt gemaakt.
• De totale opnametijd is langer wanneer de ruisvermindering wordt geactiveerd in de nachtopnamefunctie.
• Als de gebruikersfunctie is ingesteld op nachtopnamen, is de camera gereed voor het maken van opnamen met de nachtopnamefunctie wanneer u de functiekiezer op USER zet.
De sluitertijd neemt toe wanneer u opnamen in het donker maakt. Als u wilt voorkomen dat de camera beweegt, plaatst u deze op een statief of een ander stabiel oppervlak.
4
Opnamen maken
55

Filmopnamen maken (filmopnamefunctie)

3:00 PM
7/ 7/2004
01:15
X10
Met deze functie kunt u filmopnamen en geluidsopname maken.
1 Zet de functiekiezer op C.
4
Opnamen maken
De camera is gereed voor het maken van filmopnamen en op de LCD-monitor verschijnen de volgende opnamegegevens. 1 Pictogram filmopnamefunctie 2 Pictogram Flitser uit 3 Instelling Time-lapse Movie
(versneld weergegeven filmopname)
4 Beschikbare opnametijd Druk de ontspanknop tot halverwege
in om scherp te stellen.
2 Druk op de ontspanknop.
De opname start. Met de zoomknop kunt u de grootte van de opname wijzigen.
: maakt het onderwerp groter.
x w: maakt het onderwerp kleiner.
3 Druk op de ontspanknop.
De opname stopt.
Functiekiezer
Ontspanknop
21 43
X10
X10
01:15
01:15
7/ 7/2004
7/ 7/2004
3:00 PM
3:00 PM
56
In de filmopnamefunctie kunt u het scherpstelveld niet verplaatsen.
De ontspanknop ingedrukt houden
Als u de ontspanknop langer dan een seconde ingedrukt houdt, worden er opnamen gemaakt zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. Het opnemen stopt zodra u de ontspanknop loslaat.
• Bij de filmopnamefunctie is het aantal opnamepixels vast ingesteld op 320 × 240.
• De bestandsindeling voor filmopnamen is AVI (Motion JPEG), ca. 30 fps (beeldjes per seconde).
• De filmopname stopt ook wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt nadat u een filmopname hebt gestart met de zelfontspanner.
• In de filmopnamefunctie gaat de flitser niet af.
• In de filmopnamefunctie zijn serieopnamen, opnamen met belichtingstrapjes en intervalopnamen niet mogelijk.
• In de filmopnamefunctie kan de LCD-monitor niet worden uitgezet.
• Er kan geen geluid worden opgenomen wanneer [Time-lapse Movie] (versneld weergegeven filmopname) is ingeschakeld.
• In de filmopnamefunctie kunt u de grootte van de opname alleen aanpassen met de digitale zoom. Gebruik de LCD-monitor wanneer u een filmopname maakt met de digitale zoom.
• De optische zoom kan worden gebruikt om de grootte van de opname in de filmopnamefunctie te wijzigen, voorafgaand aan het maken van de opname.
• De zoom kan niet worden gebruikt bij het maken van filmopnamen met de afstandsbediening.
• De gemaakte filmopname wordt opgeslagen op de SD-geheugenkaart. Daardoor duurt het even voordat de camera gereed is voor de volgende opname.
• De opnametijd voor de filmopname is langer wanneer [Time-lapse Movie] is ingeschakeld. Daardoor duurt het even voordat de camera gereed is voor de volgende opname.
4
Opnamen maken
Versneld weergegeven filmopnamen maken 1blz.79
Filmopnamen weergeven
1blz.113
57
Functiekiezer
Ontspanknop
Vierwegbesturing
OK-knop

De Picture-functie selecteren op basis van de opnamesituatie (Picture-functie)

U kunt een Picture-functie selecteren op basis van de opnamesituatie. Er zijn twaalf
4
functies beschikbaar.
Opnamen maken
Landschap Voor het vastleggen van de natuurlijke kleuren in landschappen.
H
Bloemen Voor het fotograferen van bloemen met levendige kleuren.
I
Portret
J
Zelfportret Voor het maken van een zelfportret of foto’s waarop u zelf ook voorkomt.
S
Sport Voor het fotograferen van sportsituaties.
\
Strand & sneeuw
L
Herfstkleuren Voor het maken van kleurrijke opnamen van bomen in de herfst.
N
Zonsondergang
K
Museum Voor het fotograferen van kunstwerken in musea en galeries.
J
Eten & drinken Voor het maken van eetlustopwekkende opnamen van eten en drinken.
K
3D Voor het maken van 3D-opnamen.
G
Panorama Assist
F
Voor het maken van portretopnamen met een ruimtelijk effect, door accentuering van de persoon.
Voor het maken van opnamen tegen verblindende achtergronden, zoals stranden of besneeuwde bergen.
Voor het reproduceren van de prachtige kleuren van de zonsopgang of zonsondergang.
Voor het maken van opnamen die u kunt samenvoegen tot een panorama.
1 Zet de functiekiezer op PICT en druk op de vierwegbesturing
(
23).
Het scherm met Picture-functies verschijnt.
2 Kies de gewenste functie met de vierwegbesturing (2345).
Selecteer bijvoorbeeld H (landschap).
58
3 Druk op de OK-knop.
Landscape
OK
4 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op de LCD-monitor licht groen op wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
5 Druk op de ontspanknop.
De opname wordt gemaakt.
In de Picture-functie zijn de belichtingsgrafiek, belichtingscorrectie, witbalans, scherpte, verzadiging, contrast en flitsfunctie automatisch ingesteld op hun standaardinstellingen. (U kunt de belichtingscorrectie en de flitsfunctie wijzigen.)
Landscape
Landscape OK
OK
OK
4
Opnamen maken
59
Functiekiezer
7/ 7/2004
3:00 PM
100
100
Ontspanknop
Vierwegbesturing
OK-knop

3D-opnamen maken (3D-opnamefunctie)

U kunt 3D-opnamen maken en deze weergeven met de parallelle methode of de kruismethode.
4
De standaardinstelling is [Parallel]. Als u met deze instelling gemaakt 3D-opnamen
Opnamen maken
afdrukt en ze bekijkt door de optionele 3D-viewer, verschijnt het beeld in drie dimensies. U kunt ook 3D-opnamen maken voor weergave met de kruismethode. Zie “De weergavemethode selecteren” (blz.62) voor aanwijzingen aangaande het maken van opnamen met de kruismethode.
1 Zet de functiekiezer op PICT en druk op de vierwegbesturing
23).
(
Het scherm met Picture-functies verschijnt.
2 Selecteer G (3D-opname) met de vierwegbesturing (2345). 3 Druk op de OK-knop.
Links op de LCD-monitor verschijnt het scherm voor de eerste opname.
4 Maak de eerste opname.
Houd de camera zo dat het onderwerp zich in het midden van de linkerhelft van het scherm bevindt en druk de ontspanknop in. De opname verschijnt op de linker helft van de LCD-monitor. De rechterhelft van het scherm is bestemd voor de tweede opname.
5 Beweeg de camera naar rechts zonder
uw standpunt te wijzigen.
100
100
7/ 7/2004
7/ 7/2004
3:00 PM
3:00 PM
100
100
60
6 Maak de tweede opname.
Zorg dat het onderwerp zich midden op de rechterhelft van het scherm bevindt en druk de ontspanknop in.
4
Opnamen maken
61
De weergavemethode selecteren
1 Druk op de MENU-knop in de opnamefunctie.
4
Opnamen maken
Het menu [A Rec.Mode] verschijnt.
2 Gebruik de vierwegbesturing (23)
om [3D Mode] te selecteren en druk op de vierwegbesturing (
5).
3 Selecteer e(Parallel) of f(Cross) met
de vierwegbesturing (
Om opnamen te bekijken met de 3D-viewer, selecteert u e. U kunt zowel opnamen die met e als met f zijn gemaakt, zonder de viewer bekijken.
23).
3D Mode Memory
USER Noise Reduction Sharpness
MENU
4 Druk op de OK-knop en daarna op de MENU-knop.
De camera gaat terug naar het scherm van de opnamefunctie.
• Als u de 3D-opnamefunctie wilt annuleren, kiest u een andere opnamefunctie.
• Als het onderwerp beweegt voordat de tweede opname wordt gemaakt, wordt er geen driedimensionaal effect bereikt. Als u een persoon fotografeert, verdient het aanbeveling het model te vragen zo stil mogelijk te staan en de tweede opname zo snel mogelijk te maken. Gebruik van een statief of een stevige ondergrond vergemakkelijkt het maken van de opnamen.
• Als vuistregel moet de camera ongeveer 1/40 van de afstand tussen camera en onderwerp worden verplaatst. Bevindt het onderwerp zich bijvoorbeeld op 3 meter afstand, dan moet de camera worden verplaatst over een afstand van 3 m ÷ 40 = 7,5 cm. De manier waarop mensen driedimensionale beelden waarnemen, verschilt van persoon tot persoon. Daarom hoeft u hier geen overdreven aandacht aan te besteden. De volgende tabel geeft een eenvoudige richtlijn voor de verplaatsing van de camera.
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop
Rec. Mode
M P
Cancel OK
OK
Afstand tot onderwerp
Cameraverplaatsing
62
0,1m 0,3m 0,5m 1m 3m 5 m
0,5cm 1cm 1,5cm 2,5cm 7,5cm 13cm
3D-opnamen weergeven middels de parallelle methode en de kruismethode
Omdat onze ogen zich op ongeveer 6 tot 7 cm van elkaar bevinden, is er een kleine afwijking tussen wat we met ons rechteroog en ons linkeroog zien. Deze afwijking wordt door onze hersenen verwerkt om een driedimensionaal beeld te vormen. Dit principe wordt toegepast bij het maken en weergeven van 3D-opnamen. 3D-opnamen kunnen worden bekeken door middel van twee methoden. Bij de parallelle methode lopen de linker- en rechterzichtlijn vrijwel parallel, zoals bij het kijken naar iets in de verte. Bij de kruismethode kruisen de linker- en rechterzichtlijn elkaar, zoals wanneer iemand scheel kijkt. Er kan een zekere mate van oefening nodig zijn om 3D-opnamen te bekijken zonder de viewer.
De 3D-viewer in elkaar zetten
Zet de (optionele) 3D-viewer in elkaar zoals hieronder is afgebeeld.
4
Opnamen maken
63
3D-opnamen bekijken met de 3D-viewer
Druk de opnamen af met een breedte van ongeveer 11 of 12 cm en plaats de scheiding van de 3D-viewer tussen de twee afdrukken.
4
Opnamen maken
Aangezien de afstand tussen het linker- en rechteroog per persoon verschilt, kunnen sommige mensen moeite hebben met het waarnemen van een driedimensionaal effect, zelfs wanneer ze afdrukken met hetzelfde formaat bekijken. Vooral als de afdrukken zeer groot of klein zijn, kan dit problemen opleveren. Probeer verschillende formaten uit tot het gewenste effect wordt bereikt.
• Kijk nooit naar de zon door de 3D-viewer.
• Leg de 3D-viewer nooit op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht, omdat dit brand kan veroorzaken.
64
Voorbeeld van een 3D-opname (parallel-methode)
4
Opnamen maken
65
Functiekiezer
Panorama Assist
OK
Set shift direction
Ontspanknop
Vierwegbesturing
OK-knop

Panoramaopnamen maken (Panorama Assist-functie)

U kunt een aantal opnamen maken en die samenvoegen tot een panorama.
4
Hiervoor hebt u de panoramasoftware nodig die bij de camera is geleverd
Opnamen maken
(ACDSee for PENTAX en ACD photostitcher) en een computer. Met de Panorama Assist-functie kunt u de randen van de opnamen elkaar laten overlappen, zodat ze later makkelijker kunnen worden samengevoegd tot een panorama.
1 Zet de functiekiezer op PICT en druk op de vierwegbesturing
(
23).
Het scherm met Picture-functies verschijnt.
2 Selecteer F (Panorama Assist) met
de vierwegbesturing (
2345).
3 Druk op de OK-knop. 4 Gebruik de vierwegbesturing om te
bepalen in welke richting de opnamen worden samengevoegd.
4 De opnamen worden aan de linkerzijde
samengevoegd.
5 De opnamen worden aan de rechterzijde
samengevoegd.
2 De opnamen worden aan de bovenzijde samengevoegd. 3 De opnamen worden aan de onderzijde samengevoegd.
Het voorbeeld laat zien hoe de opnamen worden samengevoegd wanneer u op 5 drukt.
66
Panorama Assist
Panorama Assist OK
Set shift direction
Set shift direction
OK
OK
5 Maak de eerste opname.
7/ 7/2004
3:00 PM
046
Druk de ontspanknop in om de eerste opname te maken. De rechterzijde van de opname verschijnt half-transparant links op de LCD-monitor.
6 Beweeg de camera naar rechts en
maak de tweede opname.
Verplaats de camera tot de half-transparante opname en het beeld voor de tweede opname elkaar overlappen en druk op de ontspanknop. Herhaal stap 5 en 6 om eventueel een derde en volgende opnamen te maken.
7 Druk op de OK-knop.
U keert terug naar stap 4.
Om de Panorama Assist-functie te annuleren, schakelt u over op een andere functie.
• De camera kan de opnamen niet samenvoegen. Gebruik de panoramasoftware die bij de camera is geleverd (ACDSee for PENTAX en ACD Photostitcher). Zie “Opnamen van de digitale camera weergeven op een computer” voor aanwijzingen aangaande het maken van panoramaopnamen.
• Serieopnamen zijn niet mogelijk in de Panorama Assist-functie.
046
046
7/ 7/2004
7/ 7/2004
3:00 PM
3:00 PM
4
Opnamen maken
67
Zoomknop
046
046
Vierwegbesturing
MENU-knop

De zoom gebruiken

U kunt de zoom gebruiken om de grootte van het onderwerp te wijzigen en opnamen te maken in de tele- of groothoekstand.
4
1 Druk op de Zoomknop in de
Opnamen maken
opnamefunctie.
x : maakt het onderwerp groter. w: maakt het onderwerp kleiner.
Wanneer de digitale zoomfunctie is uitgeschakeld, kunt u opnamen maken met een maximale vergroting van vijf keer met de optische zoom. Wanneer de digitale zoomfunctie is ingeschakeld, kunt u het onderwerp verder uitvergroten tot maximaal 20 keer.
Zoombalk
046
046
Bereik van digitale zoom
046
046
68
Als de digitale zoom is
ingeschakeld
De zoompositie opslaan 1blz.104
Tijdens het maken van filmopnamen kan de optische zoom niet worden gebruikt.
De digitale zoomfunctie uitschakelen
1 Druk op de MENU-knop in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec.Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Digital Zoom] met
de vierwegbesturing (
23).
3 Selecteer P (uit) met de
vierwegbesturing (
45),
4 Druk op de MENU-knop
De camera is gereed voor het maken van opnamen.
Wanneer u de LCD-monitor uitschakelt, is de digitale zoom uitgeschakeld, zelfs wanneer de digitale zoomfunctie is ingeschakeld.
Bepaal de beelduitsnede op de LCD-monitor wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt.
De instelling van de digitale zoomfunctie opslaan 1blz.104
Rec. Mode
Auto Bracket Interval Shoot Focus Limiter Time-lapse Movie Digital Zoom Instant Review
MENU
Exit SIMPLE
Off
1
sec
4
Opnamen maken
69
Ontspanknop
3:00 PM
7/ 7/2004
046
gh knop

De zelfontspanner gebruiken

Bij de zelfontspannerfunctie wordt de opname tien seconden of twee seconden na het indrukken van de ontspanknop gemaakt.
4
1 Druk in de opnamefunctie op de knop gh om g of r weer te
Opnamen maken
geven op de LCD-monitor.
2 Druk op de ontspanknop.
gDe zelfontspanner wordt geactiveerd en de
zelfontspanner-LED brandt ongeveer zeven seconden. Ongeveer drie seconden nadat de zelfontspanner-LED begint te knipperen, wordt de opname gemaakt.
r De zelfontspanner wordt geactiveerd en
ongeveer twee seconden nadat de zelfontspanner-LED begint te knipperen, wordt de opname gemaakt.
De scherpstelling kan worden bemoeilijkt wanneer u de camera beweegt terwijl de LED van de zelfontspanner knippert.
• Als u de LCD-monitor aanzet, wordt het terugtellen van de seconden weergegeven.
• Als u de zelfontspanner wilt annuleren, drukt u tijdens het terugtellen van de seconden op de MENU-knop.
• Bij 3D-opnamen wordt zowel de eerste als de tweede opname met de zelfontspanner gemaakt.
046
046
7/ 7/2004
7/ 7/2004
3:00 PM
3:00 PM
70
Opnamen maken van uzelf 1blz.58
Problemen oplossen: “Niet scherpgesteld op onderwerp”
1blz.165
Ontspanknop
3:00 PM
7/ 7/2004
046
gh knop

Serieopnamen (serieopnamefunctie)

U kunt de serieopnamefunctie kiezen als Drive-functie. Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, worden er doorlopend opnamen gemaakt.
1 Druk in de opnamefunctie op de knop
gh om
j weer te geven op de LCD-
046
046
monitor.
2 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op de LCD-monitor licht groen op wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
7/ 7/2004
7/ 7/2004
3:00 PM
3:00 PM
3 Druk op de ontspanknop.
Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, worden er doorlopend opnamen gemaakt. Het opnemen stopt zodra u de ontspanknop loslaat.
• U kunt opnamen blijven maken tot de SD-geheugenkaart vol is.
• De tussenpozen tussen de opnamen hangen af van de instellingen voor [Recorded Pixels] (opnamepixels) en [Quality Level] (kwaliteitsniveau).
• Bij de serieopnamefunctie werkt de flitser niet.
• Serieopnamen zijn niet mogelijk in de filmopnamefunctie, de Panorama Assist-functie en de 3D-opnamefunctie.
• Bij het maken van de eerste opname worden de scherpstelling, belichting en witbalans vastgehouden in het geheugen.
4
Opnamen maken
71
gh knop
3:00 PM
7/ 7/2004

De (optionele) afstandsbediening

U kunt de Drive-functie instellen op afstandsbediening en opnamen maken met de (optionele) afstandsbediening E of F.
4
1 Druk in de opnamefunctie op de knop
Opnamen maken
gh om
i of h weer te geven op de
LCD-monitor.
De zelfontspanner-LED knippert langzaam en de camera is gereed voor het maken van opnamen.
2 Druk de ontspanknop van de afstandbediening in.
i De zelfontspanner-LED knippert snel en na ongeveer drie seconden wordt
de opname gemaakt.
h De opname wordt meteen gemaakt.
De scherpstelling kan worden bemoeilijkt wanneer u de camera beweegt terwijl de LED van de zelfontspanner knippert.
• De knoppen op de camera kunnen op de normale manier worden gebruikt.
• Zorg ervoor dat de afstandsbediening niet meer dan vier meter is verwijderd van de voorkant van de camera.
Levensduur van de batterij voor de afstandsbediening
Met de afstandsbediening kunt u ongeveer 30.000 signalen naar de camera verzenden. Als de batterij moet worden vervangen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Voor het vervangen van de batterij worden kosten in rekening gebracht.
7/ 7/2004
7/ 7/2004
3:00 PM
3:00 PM
72
De zoom gebruiken in de afstandsbedieningsfunctie
046
Met afstandsbediening E (apart verkrijgbaar) kunt u de vergroting wijzigen met de Zoomknop en opnamen maken met de ontspanknop.
1 Druk in de opnamefunctie op de knop gh om i of h weer te
geven op de LCD-monitor.
De zelfontspanner-LED knippert langzaam en de camera is gereed voor het maken van opnamen met de afstandsbediening.
2 Druk op de Zoomknop van de
afstandsbediening.
De zoombalk verschijnt. De zoomfactor verandert bij elke druk op de zoomknop.
• De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de afstandsbedieningsfunctie.
• De zoom kan niet worden gebruikt in de afstandsbedieningsfunctie wanneer de camera is ingesteld op de filmopnamefunctie of de Super Macro-functie.
046
046
4
Opnamen maken
73
Ontspanknop
Rec. Mode
MENU
gh knop
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit SIMPLE

De opnameparameters automatisch wijzigen (Auto Bracket)

U kunt automatisch opnamen maken met drie verschillende instellingen voor belichting, witbalans, scherpte, verzadiging en contrast.
4
Opnamen maken
1 Druk in de opnamefunctie op de knop gh om a weer te
geven op de LCD-monitor.
[Auto Bracket] is standaard ingesteld op On (aan). Wanneer de instelling wordt gewijzigd in Off (uit), verschijnt a niet, zelfs wanneer u op de knop gh drukt. Stel in dat geval [Auto Bracket] in op On (aan) in het menu [ARec.Mode].
2 Druk op de ontspanknop.
De opname met het automatische belichtingstrapje start. Wanneer de opname gereed is, verschijnt het scherm [Bracket Shooting].
• Controleer de gemaakte opnamen in de weergavefunctie.
• De flitser gaat niet af wanneer [Exposure] is geselecteerd als opnameparameter voor het automatische belichtingstrapje.
• Bij opnamen met een automatisch belichtingstrapje begint de opname met de standaard ingestelde waarde. Daarna worden opnamen gemaakt met de [negatieve (–)] waarde en de [positieve (+)] waarde.
• Aan opnamen met een automatisch belichtingstrapje kan geen gesproken memo worden toegevoegd.
• Opnamen met een automatisch belichtingstrapje zijn niet mogelijk in de functies C F en G.
2560
AWB
AUTOAUTO
74
De gewenste parameter en stapgrootte voor het trapje instellen
1 Druk op de Menu-knop in de opnamefunctie.
Het menu [ARec.Mode] verschijnt.
2 Druk op de vierwegbesturing (23) om [Auto Bracket]
te selecteren.
3 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm met instellingen voor automatische belichtingstrapjes verschijnt.
4 Druk op de vierwegbesturing (45) om O (aan)/P (uit) te
selecteren en druk op de vierwegbesturing (
5 Druk op de vierwegbesturing (5).
Ga naar [Bracket Setting].
3).
Auto Bracket
Exposure White Balance Sharpness Saturation Contrast
MENU
Cancel OK
OK
6 Selecteer met de vierwegbesturing (23) de parameter voor
het belichtingstrapje en druk op de OK-knop.
Als u [Saturation], [Sharpness] of [Contrast] hebt geselecteerd, ga dan naar stap 9.
7 Druk op de vierwegbesturing (3)
om [Exposure] of [White Balance] te selecteren.
Ga naar [Bracket Amount].
8 Stel de stapgrootte voor het trapje in
met de vierwegbesturing (
45).
Auto Bracket
Exposure
+0.3EV
MENU
Cancel OK
+--
+1 +20-- 1-- 2
OK
9 Druk op de OK-knop en daarna op de MENU-knop.
De functie voor opnamen met een automatisch belichtingstrapje wordt geactiveerd.
Foto’s weergeven 1 blz.29
4
Opnamen maken
75
Ontspanknop
Rec. Mode
MENU
gh knop
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit SIMPLE

Opnamen maken met bepaalde tussenpozen (intervalopnamen)

Bij deze functie worden automatisch opnamen gemaakt met een opgegeven
4
interval.
Opnamen maken
1 Druk in de opnamefunctie op de knop gh om k weer te
geven op de LCD-monitor.
[Interval Shoot] is standaard ingesteld op On (aan). Wanneer de instelling wordt gewijzigd in Off (uit), verschijnt k niet, zelfs wanneer u op de knop gh drukt. Stel in dat geval [Interval Shoot] in op On (aan) in het menu [ARec.Mode].
2 Druk op de ontspanknop.
De intervalopname begint met de volgende instellingen.
• Interval 0min 10sec
• Aantal opnamen 02
• Starttijd 0hr 0min
Wanneer de opname gereed is, wordt de camera automatisch uitgeschakeld.
• Intervalopnamen kunnen worden gemaakt met intervallen van 10 seconden tot 4 minuten in stappen van 1 seconde en met intervallen van 4 minuten tot 99 minuten in stappen van 1 minuut. Intervallen van minder dan 10 seconden zijn niet mogelijk.
• Het aantal opnamen dat kan worden ingesteld, loopt van 2 tot en met 99.
• De starttijd kan worden ingesteld van 0 min. tot 23 uur 59 min. in eenheden van 1 minuut.
• Als de starttijd is ingesteld op 0 min., wordt de eerste opname gemaakt zodra de ontspanknop wordt ingedrukt.
• Als u op de aan/uit-knop drukt terwijl de camera stand-by is, worden het resterende aantal opnamen en de intervaltijd aangegeven op de LCD­monitor. Als u op de MENU-knop drukt, verschijnt het bericht “Stop interval shooting?”. Om de intervalopname te annuleren, drukt u op de OK-knop.
• Als er geen ruimte meer vrij is op de SD-geheugenkaart, stopt de intervalopname en wordt de camera automatisch uitgeschakeld.
2560
AWB
AUTOAUTO
76
• Aan opnamen die worden gemaakt met de intervalopnamefunctie, kan geen gesproken memo worden toegevoegd.
• Intervalopnamen zijn niet mogelijk in de functies C F en G.
Het interval, het aantal opnamen en de starttijd instellen
1 Druk op de Menu-knop in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec.Mode] verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (23) om [Interval Shoot] te selecteren.
3 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het menu voor intervalopnamen verschijnt.
Interval Shoot
Interval
Number of Shot Start Time
MENU
00min 10sec
00
hr 00min
02
OK
OKCancel
4 Druk op de vierwegbesturing (45) om O (aan)/P (uit)
te selecteren en druk op de vierwegbesturing (3).
5 Druk op de vierwegbesturing (5).
[Interval] is geselecteerd.
6 Stel de intervaltijd in.
1. Druk op de vierwegbesturing (5).
23 verschijnt boven en onder de minuten.
2. Wijzig de minuten met de vierwegbesturing (23) en druk op (
23 verschijnt boven en onder de seconden.
5).
3. Wijzig de seconden met de vierwegbesturing (23) en druk op (
4. Druk op de vierwegbesturing (
Het kader wordt verplaatst naar [Number of shoot].
5).
3).
7 Druk op de vierwegbesturing (5).
23 verschijnt boven en onder het aantal opnamen.
8 Selecteer het aantal opnamen met de vierwegbesturing (45)
en druk op de vierwegbesturing (
5).
9 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Start Time].
4
Opnamen maken
77
10 Stel de tijd in waarop de opname moet beginnen.
1. Druk op de vierwegbesturing (5).
23 verschijnt boven en onder de uren.
2. Wijzig de uren met de vierwegbesturing (23) en druk vervolgens op (
23 verschijnt boven en onder de minuten.
5).
3. Wijzig de minuten met de vierwegbesturing (23) en druk op (
5).
11 Druk op de OK-knop en daarna op de MENU-knop.
Foto’s weergeven 1 blz.29
4
Opnamen maken
78
Functiekiezer
01:15
3:00 PM
7/ 7/2004
x5
Ontspanknop
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop

Versneld weergegeven filmopnamen maken

Met deze functie kunt u filmopnamen maken met een vertraagde beeldsnelheid. Wanneer u de film weergeeft op de normale beeldsnelheid, lijkt de actie sneller te gaan.
1 Zet de functiekiezer op C. 2 Druk op de MENU-knop
Het menu [A Rec.Mode] verschijnt.
3 Selecteer [Time-lapse Movie] met de vierwegbesturing (23)
en druk op de vierwegbesturing (
5).
4 Kies met de vierwegbesturing (23) [Off] (uit), [×2], [×5], [×10]
of [×20].
5 Druk op de OK-knop en daarna op de MENU-knop.
De camera is gereed voor het maken van filmopnamen.
6 Druk op de ontspanknop.
De filmopname start in de functie Time-lapse Movie.
x5
x5
01:15
01:15
4
Opnamen maken
7/ 7/2004
7/ 7/2004
3:00 PM
3:00 PM
79
• Off (×1) is de normale instelling voor filmopnamen (30 beeldjes per seconde). Elke keer dat u ×2 of ×5 selecteert, wordt het aantal beeldjes dat per seconde wordt opgenomen tot 1/2 of 1/5 gereduceerd.
• Filmopnamen worden normaliter afgespeeld met een snelheid van 30 beeldjes per seconde. Filmopnamen die worden gemaakt met de instelling ×2, lijken twee keer zo snel te worden afgespeeld als normaal. Filmopnamen die worden gemaakt met de instelling ×5, lijken vijf keer zo snel te worden afgespeeld als normaal.
• Er kan geen geluid worden opgenomen.
Filmopnamen maken 1blz.56
4
Opnamen maken
80

De opnamefuncties instellen

De functie wijzigen

De opnamefunctie dient voor het maken van opnamen en de weergavefunctie voor het weergeven of verwijderen van opnamen.
Schakelen tussen de opnamefunctie en weergavefunctie
• Als u van de opnamefunctie naar de weergavefunctie wilt gaan, drukt u op de
Q Weergaveknop.
• Als u van de weergavefunctie wilt overgaan op de opnamefunctie, drukt u op
de Q Weergaveknop of drukt u de ontspanknop tot halverwege in.

De opnamefunctie selecteren

Opnamefuncties
Program mode De basisfunctie voor het maken van opnamen. blz.48
A
Hiermee kunt u sluitertijd en diafragmawaarde
Manual Exposure
b
mode
USER mode
E
Voice Recording
O
mode
Movie mode Hiermee kunt u filmopnamen en geluidsopnamen maken. blz.56
C
Night-Scene mode
.
Picture mode
d
handmatig instellen. U kunt ook Tv (sluitertijdvoorkeuze) en Av (diafragmavoorkeuze) toewijzen via het menu [ARec.Mode].
Hiermee kunt u de standaardinstellingen voor functies activeren.
Hiermee kunt u de camera gebruiken als geluidsrecorder. blz.108
Hiermee kunt u in het donker, bijvoorbeeld ’s nachts, opnamen maken.
Hiermee kunt u opnamen maken met instellingen die optimaal afgestemd zijn op de opnamesituatie. Er zijn 12 functies beschikbaar in de Picture-functie.
1 Draai de functiekiezer tot de indicatie
naast het gewenste pictogram staat:
AbEOC.d
4
Opnamen maken
blz.49
blz.54
blz.55
blz.58
Indicatie
81

Opnamegegevens weergeven in de opnamefunctie

046
3:00 PM
1/200 F2.8
7/ 7/2004
0.6
046
1/200 F2.8
0.6
ISO AUTO
U kunt bij het maken van opnamen opnamegegevens weergeven op de LCD­monitor. De weergavemodus kan worden gewijzigd via de OK-knop.
Weergave aan
Bij het aanzetten van de camera verschijnen de opnamegegevens.
1 Opnamefunctie 2 Flitsfunctie 3 Scherpstelfunctie 4 Drive-functie 5 Scherpstelkader 6 Kaartwaarschuwing 7 Aantal resterende opnamen 8 Batterij-indicatie 9 Datum en tijd 10Belichting 11Diafragma 12Sluitertijd
Histogramweergave
4
De helderheidsverdeling van de opname wordt
Opnamen maken
weergegeven. Langs de horizontale as staat de helderheid (donkerst aan de linkerkant en lichtst aan de rechterkant) en langs de verticale as het aantal pixels.
1 Opnamepixels 2 Kwaliteitsniveau 3 Witbalans 4 Lichtmeting bij automatische belichting 5 Gevoeligheid 6 Histogram
Rasterweergave
Er verschijnt een raster dat als hulp kan worden gebruikt bij het bepalen van de beelduitsnede.
1/200
1/200 F2.8
F2.8
1/200
1/200 F2.8
F2.8
--0.6
--0.6
10
--0.6
--0.6
51 2 3 4 6 7
046
046
7/ 7/2004
7/ 7/2004
3:00 PM
3:00 PM
046
046
2560
AWB
AWB
ISO AUTOISO AUTO
ISO AUTOISO AUTO
6 45
8
91112
231
Weergave uit
Er worden geen opnamegegevens weergegeven.
• In de autofocusfunctie verschijnt het scherpstelkader.
• Als een van deze functies wordt gewijzigd, bijvoorbeeld de flitsfunctie, verschijnt de gewijzigde functie enkele seconden.
82
LCD-monitor uit
De LCD-monitor wordt uitgeschakeld.
Weergave aan
• U kunt de weergave niet uitschakelen in de functies C, G en F
• Histogramweergave, rasterweergave en weergave uit kunnen niet worden geselecteerd in de geluidsopnamefunctie.
Wanneer de ontspanknop of de Zoomknop wordt ingedrukt of als er instellingen worden gewijzigd (bijvoorbeeld door het draaien van de functiekiezer), verschijnen de opnamegegevens enkele seconden op de LCD-monitor.
De weergavemodus opslaan 1blz.104
4
Opnamen maken
83

De flitsfunctie selecteren

Flitsfuncties
(geen
4
Opnamen maken
pictogram)
Auto Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af.
Flash off
a
Flash on De flitser gaat altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden.
b
Auto +
c
red-eye reduction
Flash On +
d
red-eye reduction
De flitser gaat niet af, ongeacht de lichtomstandigheden. Deze functie is geschikt voor het maken van opnamen in de schemering of in musea enz. waar flitsfotografie verbonden is.
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt weerkaatst door de ogen van het onderwerp. De flitser gaat automatisch af.
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt weerkaatst door de ogen van het onderwerp. De flitser gaat automatisch af, ongeacht de lichtomstandigheden.
• Als de opnamefunctie is ingesteld op filmopnamen, Super Macro, serieopnamen, oneindig/landschap of opnamen met automatisch belichtingstrapje (Belichting), is de flitser uitgeschakeld.
• De flitser flitst twee keer: één voorflits en de tweede keer bij het maken van de opname. (Bij de flitsfuncties met rode-ogenreductie is het interval tussen de voorflits en de hoofdflits langer.)
1 Druk in de opnamefunctie op de knop b.
Bij elke druk op de knop verandert de flitsfunctie en verschijnt het betreffende pictogram op de LCD-monitor. De camera is gereed om opnamen te maken met de geselecteerde flitsfunctie.
Status van de LED’s voor de scherpstelling en de flitser 1blz.28
De flitsfunctie opslaan
1blz.104
b knop
84
qs/i knop
Vierwegbesturing
OK-knop

De scherpstelfunctie selecteren

Scherpstelfuncties
(geen
pictogram)
q
r
s
z
u
Autofocusfunctie
Macrofunctie
Super Macro-functie
Oneindig­landschapfunctie
Handmatige scherpstelfunctie
Scherpstelveldfunctie De positie van het autofocusveld wordt gewijzigd.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het autofocusveld wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. Gebruik deze functie wanneer de afstand tot het onderwerp meer dan 60 cm bedraagt.
Deze functie wordt gebruikt wanneer de afstand tot het onderwerp ca. 12 – 70 cm is. De camera stelt scherp op het onderwerp in het autofocusveld wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
Deze functie wordt gebruikt wanneer de afstand tot het onderwerp ca. 3 – 14 cm is. De camera stelt scherp op het onderwerp in het autofocusveld wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
Deze functie wordt gebruikt voor het fotograferen van objecten in de verte.
De scherpstelling wordt handmatig aangepast met de vierwegbesturing.
De scherpstelfunctie opslaan 1blz.104
1 Druk in de opnamefunctie op de knop qs/i.
Bij elke druk op de knop verandert de scherpstelfunctie en verschijnt het bijbehorende pictogram op de LCD-monitor. De camera is gereed om opnamen te maken met de geselecteerde scherpstelfunctie.
4
Opnamen maken
85
• De standaardinstelling is de autofocusfunctie.
2m
0.6
7/ 7/2004
3:00 PM
046
• Bij de Super Macro-functie is de zoom vergrendeld op de groothoekstand.
• De scherpstelveldfunctie kan niet worden geselecteerd in de filmopname­functie (1blz.56) en de 3D-functie (1blz.60).
• De flitser flitst niet in de Super Macro-functie en de oneindig-landschapfunctie.
• De instelling van de scherpstellimiet wordt opgeslagen bij wijziging van de scherpstelfunctie.
Als u een opname maakt terwijl u door de zoeker kijkt en de scherpstelfunctie is ingesteld op Macro of Super Macro, wijkt het beeld van de uiteindelijke opname af van het beeld in de zoeker. Controleer het beeld daarom op de LCD-monitor.
Handmatig scherpstellen
Wanneer de functie z (handmatige scherpstelling) is ingesteld, verschijnt er een
4
kader in het midden van het scherm. Druk op de vierwegbesturing (
Opnamen maken
kader uit te vergroten tot het volledige scherm en de indicatie weer te geven. Pas met de vierwegbesturing (
23) de scherpstelling aan terwijl u naar de indicatie
23) om het
op de LCD-monitor kijkt.
Voor scherpstelling veraf
2m
2m
Voor scherpstelling dichterbij
0.6
0.6
Indicatie
Nadat de scherpstelling is ingesteld, drukt u op de OK-knop of haalt u uw vinger van de vierwegbesturing (23). Ongeveer twee seconden later wordt de normale weergave hersteld.
Houd bij het scherpstellen de vierwegbesturing (23) ingedrukt om snel scherp te stellen.
046
046
7/ 7/2004
7/ 7/2004
3:00 PM
3:00 PM
86
Het scherpstelpunt wijzigen
In de autofocusfunctie kunt u het scherpstelpunt wijzigen door het scherpstelkader te verplaatsen.
1 Druk in de functie u (scherpstelveld)
op de vierwegbesturing (
Verplaatst het scherpstelkader [ ] (scherpstelveld).
2345).
2 Druk op de OK-knop.
Het scherpstelkader wordt vastgezet op de nieuwe positie. Als u de oorspronkelijke positie van het autofocuskader wilt herstellen, drukt u nogmaals op de knop qs/i.
Problemen oplossen “Niet scherpgesteld op onderwerp” 1blz.165
De weergavemodus kan niet worden gewijzigd in de scherpstelveldfunctie.
4
Opnamen maken
87
Zoom/f/y knop
Rec. Mode
MENU
Vierwegbesturing
OK-knop Fn-knop MENU-knop
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit SIMPLE

De opnamepixels selecteren

U kunt het aantal opnamepixels selecteren: [2560×1920], [2048×1536], [1600×1200], [1024×768] of [640×480].
4
Hoe meer pixels er zijn, des te groter de opname en het opnamebestand.
Opnamen maken
De hoeveelheid gegevens hangt ook van de ingestelde kwaliteit (1blz.90).
Aantal opnamepixels
Afmetingen Geschikte toepassing
2560×1920
2048×1536
1600×1200
1024×7680
640×480
Gedetailleerde afdrukken, zoals fotoafdrukken, afdrukken op groot formaat, bewerking
Afdrukken op briefkaartformaat, gebruik op homepage, bijlage bij e-mail
Scherp, helder
1 Druk op de MENU-knop in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec.Mode] verschijnt. Druk op x/y van de Zoom/f/y knop als het SIMPLE-menu verschijnt.
2 Gebruik de vierwegbesturing (23)
om [Recorded pixels] te selecteren en druk op de vierwegbesturing (5).
3 Wijzig het aantal pixels met de
vierwegbesturing (
23).
4 Druk op de OK-knop en daarna op de
MENU-knop.
De camera is gereed voor het maken van opnamen.
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Cancel OK
2560
AWB
AUTOAUTO
2560 2048 1600 1024 640
AUTOAUTO
OK
88
• Bij de filmopnamefunctie is het aantal opnamepixels vast ingesteld op 320×240.
• Selectie van een groter aantal pixels resulteert in scherpere fotoafdrukken.
• De instelling van het aantal opnamepixels wordt bij uitschakeling van de camera opgeslagen.
Opnamegrootte en kwaliteit 1blz.23
4
Opnamen maken
89
Zoom/f/y knop
MENU
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit SIMPLE
2560
AWB
AUTOAUTO

Het kwaliteitsniveau selecteren

U kunt de mate van beeldcompressie instellen (kwaliteitsniveau). Hoe meer sterren, des te hoger de kwaliteit en des te groter de hoeveelheid
4
opnamegegevens. Ook de instelling van het aantal opnamepixels is van invloed
Opnamen maken
op de hoeveelheid opnamegegevens (1blz.88).
Kwaliteitsniveaus
Best Laagste compressiefactor. Geschikt voor fotoafdrukken.
C
D
E
Beter
Goed
Standaard compressiefactor. Geschikt voor de weergave van opnamen op een computerscherm.
Hoogste compressiefactor. Geschikt voor toepassingen als het maken van websites.
1 Druk op de MENU-knop in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec.Mode] verschijnt. Druk op x/y van de Zoom/f/y knop als het SIMPLE-menu verschijnt.
2 Gebruik de vierwegbesturing (23)
om [Quality Level] te selecteren en druk op de vierwegbesturing (
5).
3 Wijzig het kwaliteitsniveau met de
vierwegbesturing (
23).
4 Druk op de OK-knop en daarna op
de MENU-knop.
De camera is gereed voor het maken van opnamen.
De instelling van het kwaliteitsniveau wordt bij uitschakeling van de camera opgeslagen.
Opnamegrootte en kwaliteit 1blz.23
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Cancel OK
2560
AUTOAUTO
OK
90
Instelling in het SIMPLE-menu
In het SIMPLE-menu worden de opnamepixels en het kwaliteitsniveau ingesteld via [Image Quality]. Er zijn vier kwaliteitsopties.
Opnamekwaliteit Opnamepixels Kwaliteitsniveau
Superior 2560×1920 C Super 2560×1920 D Normal 2048×1536 D Economy 640×480 D
4
Opnamen maken
91
Rec. Mode
Cancel
OK
White Balance
MENU
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit SIMPLE

De witbalans aanpassen

U kunt opnamen maken met natuurlijke kleuren door de witbalans te selecteren die het beste past bij de lichtomstandigheden van het opnametijdstip.
4
Witbalansfuncties
Opnamen maken
Auto De camera past de witbalans automatisch aan.
F
Daglicht Gebruik deze functie bij het maken van buitenopnamen in de zon.
G
Schaduw
H
Gloeilicht
I
TL-licht Gebruik deze functie voor het maken van opnamen onder TL-licht.
J
Handmatig
K
Gebruik deze functie bij het maken van buitenopnamen in de schaduw.
Gebruik deze functie voor het maken van opnamen onder gloeilamp- of halogeenlicht.
Gebruik deze functie voor het maken van opnamen waarbij u de witbalans handmatig wilt aanpassen.
1 Druk op de MENU-knop in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec.Mode] verschijnt.
2 Selecteer [White Balance] met de vierwegbesturing (23). 3 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [White Balance] verschijnt.
4 Wijzig de instelling met de
vierwegbesturing (
23).
White Balance
White Balance
AWB
5 Druk op de OK-knop en daarna op de
MENU-knop.
De camera is gereed voor het maken van opnamen.
De witbalans opslaan 1blz.104
Wanneer de flitser afgaat, wordt de witbalans aangepast aan de flitser, ongeacht de instelling van de witbalans.
MENU
Cancel OK
Cancel
2560
AWB
AUTOAUTO
OK
OK
92
Handmatige instelling
Adjust
Cancel
OK
White Balance
Houd een leeg vel wit papier bij de hand.
1 Selecteer K (handmatig) op het scherm voor de witbalans. 2 Richt de camera op het lege vel papier,
zodat dit het kader in het midden van het scherm vult.
White Balance
White Balance
AWB
SHUTTER
Adjust
MENU
Adjust
Cancel OK
Cancel
OK
OK
3 Druk op de Fn-knop.
De witbalans wordt automatisch aangepast. Tijdens de aanpassing verschijnt [Adjusting] op de LCD-monitor. Wanneer de aanpassing voltooid is, verschijnt [Complete] op de LCD-monitor en keert u terug naar het scherm [White Balance].
4 Druk op de OK-knop en daarna op de MENU-knop.
De camera is gereed voor het maken van opnamen.
4
Opnamen maken
93
MENU
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop

Het scherpstelveld wijzigen

U kunt het autofocusveld wijzigen (scherpstelveld).
Scherpstelveld
4
Multiple Normaal bereik
Opnamen maken
Spot Het autofocusveld wordt kleiner
1 Druk op de MENU-knop in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec.Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Focusing Area] met de
vierwegbesturing ( op de vierwegbesturing (
23) en druk
5).
3 Wijzig de instelling met de
vierwegbesturing (
23).
4 Druk op de OK-knop en daarna
op de MENU-knop.
De camera is gereed voor het maken van opnamen.
Het autofocusveld verschijnt niet in de zoeker. Controleer het scherpstelveld altijd op de LCD-monitor.
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit SIMPLE
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Cancel OK
2560
AWB
AUTOAUTO
2560
AWB
AUTOAUTO
OK
94
De instelling van het scherpstelveld opslaan 1blz.104
MENU
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit SIMPLE
2560
AWB
AUTOAUTO

Het lichtmeetbereik voor de bepaling van de belichting instellen

U kunt kiezen welk deel van het scherm wordt gebruikt om het licht te meten en de belichting te bepalen.
Functies voor lichtmeting bij automatische belichting
Meervlaks De belichting wordt bepaald op basis van het volledige scherm.
L
M
N
Nadruk op het midden
Spot
De belichting wordt hoofdzakelijk bepaald op basis van het midden van het scherm.
De belichting wordt uitsluitend bepaald op basis van het kleine veld in het midden van het scherm.
1 Druk op de MENU-knop in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec.Mode] verschijnt.
2 Selecteer [AE Metering] met de
vierwegbesturing ( op de vierwegbesturing (
23) en druk
5).
3 Wijzig de lichtmeetfunctie met
de vierwegbesturing (
23).
4 Druk op de OK-knop en daarna
op de MENU-knop.
De camera is gereed voor het maken van opnamen.
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Cancel OK
2560
AWB
AUTOAUTO
OK
4
Opnamen maken
Wanneer u N selecteert, wordt de positie van het lichtmeetpunt voor de automatische belichting altijd aangepast aan de positie van het scherpstelveld. (1blz.87)
De functie voor lichtmeting bij automatische belichting opslaan
1blz.104
95
Rec. Mode
MENU
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit SIMPLE

De gevoeligheid instellen

U kunt de gevoeligheid selecteren op basis van het omgevingslicht.
Gevoeligheid
4
Auto De camera stelt de gevoeligheid automatisch in.
Opnamen maken
• Bij een lagere gevoeligheid wordt de opname scherper en bevat deze minder ruis
50
100
200
400
(vlekken). Bij weinig licht neemt de sluitertijd toe.
• Bij een hogere gevoeligheid is er een relatief korte sluitertijd bij slechte lichtomstandigheden, zodat bewegingen van de camera slechts een beperkte invloed op de opnamekwaliteit hebben. Opnamen kunnen echter wel ruis (vlekken) bevatten.
1 Druk op de MENU-knop in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec.Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Sensitivity] met de
vierwegbesturing ( op de vierwegbesturing (
3 Wijzig de gevoeligheid met de
vierwegbesturing (
4 Druk op de OK-knop en daarna
op de MENU-knop.
De camera is gereed voor het maken van opnamen.
23) en druk
5).
23).
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
2560
AWB
AUTOAUTO
Rec. Mode
Cancel OK
2560 AUTO 50 100 200 400
AUTOAUTO
OK
96
Voor de handmatige belichtingsfunctie is [AUTO] niet beschikbaar.
De gevoeligheid opslaan 1blz.104
MENU
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit SIMPLE
2560
AWB
AUTOAUTO

De scherpstellimiet aanpassen

U kunt de scherpstelling snel aanpassen door de scherpstellimiet in te stellen op O (aan). Hierdoor wordt de beweging van het objectief beperkt tot alleen het verre bereik (autofocusfunctie) of alleen het dichtbij-bereik (macrofunctie). Door de scherpstellimiet in te stellen op P (uit), kunt u de scherpstelling aanpassen van circa 12 cm tot
. Het scherpstellen duurt echter wel langer.
1 Druk op de MENU-knop in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec.Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Focus Limiter] met
de vierwegbesturing (
23).
3 Selecteer O (aan)/P (uit) met
de vierwegbesturing (
45).
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van opnamen.
Als de scherpstellimiet is ingesteld op P (uit), wordt er niet scherpgesteld op de opname in de Super Macro-functie.
Rec. Mode
Auto Bracket Interval Shoot Focus Limiter Time-lapse Movie Digital Zoom Instant Review
MENU
Exit
SIMPLE
Off
1
sec
4
Opnamen maken
97
Rec. Mode
MENU
Vierwegbesturing
MENU-knop
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit SIMPLE

De ruisvermindering instellen

De functie voor ruisvermindering vermindert de ruis in de opname nadat de opname is gemaakt. Deze functie is alleen beschikbaar voor nachtopnamen,
4
handmatige belichting, sluitertijdvoorkeuze en diafragmavoorkeuze.
Opnamen maken
1 Druk op de MENU-knop in de opnamefunctie.
Het menu [A Rec.Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Noise Reduction] met
de vierwegbesturing (
23).
3 Selecteer O (aan)/P (uit) met
de vierwegbesturing (
• De instelling voor de ruisvermindering geldt wanneer de sluitertijd minder dan 1/4 seconden is in de functies voor handmatige belichting, sluitertijdvoorkeuze en diafragmavoorkeuze.
• Wanneer de ruisvermindering is ingesteld op O (aan), duurt het verwerken van opnamen die worden opgeslagen twee keer zo lang als wanneer ruisvermindering is ingesteld op P (uit).
45).
Rec. Mode
3D Mode Memory
USER Noise Reduction Sharpness
MENU
Exit SIMPLE
2560
AWB
AUTOAUTO
M
P
98
Loading...