Pentax OPTIO S45 User Manual [nl]

Digitale Camera
Handleiding
Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding door voordat u deze camera in gebruik neemt.
Fijn dat u hebt gekozen voor deze digitale camera van PENTAX. Lees deze handleiding voor gebruik door om de functies van de camera optimaal te kunnen benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle mogelijkheden van de camera. Bewaar hem daarom een veilige plaats.
Auteursrechten
Met de PENTAX digitale camera gemaakte opnamen die voor elk ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, voorstellingen of presentaties. Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men rekening te houden.
Aan de gebruikers van deze camera
• De kans bestaat dat opgenomen gegevens worden gewist of dat de camera niet naar behoren functioneert bij gebruik in omgevingen met installaties die sterke elektromagnetische straling of magnetische velden opwekken.
• Het paneel met vloeibare kristallen in het LCD is gemaakt met behulp van extreem hoge­precisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger is, dient u er rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht of juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld.
Handelsmerken
• PENTAX, Optio en smc PENTAX zijn handelsmerken van PENTAX Corporation.
• Het SD-logo is een handelsmerk.
• Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van hun betreffende eigenaren.
Dit product ondersteunt PRINT Image Matching III. Met digitale fotocamera’s, printers en software die PRINT Image Matching ondersteunen, kunnen fotografen opnamen maken die hun bedoelingen beter benaderen. Sommige functies zijn niet beschikbaar op printers die PRINT Image Matching III niet ondersteunen. Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden. PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Het PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Meer over PictBridge
• Met PictBridge kan de gebruiker de digitale camera rechtstreeks aansluiten op een printer, waarbij gebruik wordt gemaakt van de universele standaard voor de rechtstreekse uitvoer van opnamen. Met een paar eenvoudige handelingen kunt u opnamen rechtstreeks vanuit de camera afdrukken.
• De illustraties en het weergavescherm van de LCD-monitor in deze handleiding kunnen afwijken van het feitelijke product.
VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA
Hoewel aan de veiligheid van dit product zeer veel aandacht is besteed, dient u bij gebruik van de camera speciaal te letten op de waarschuwingen die worden aangegeven door de volgende symbolen.
Waarschuwing
Pas op
Over de camera
Waarschuwing
• Probeer de camera niet te demonteren of de vorm van de camera te veranderen. De camera bevat onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor elektrische schokken bestaat als de camera wordt gedemonteerd.
• Mocht het binnenwerk van de camera vrijkomen, bijvoorbeeld doordat de camera valt, raak dan nooit de vrijgekomen onderdelen aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische schok.
• De camerariem om uw nek doen kan gevaarlijk zijn. Pas vooral op dat kinderen de riem niet om hun nek doen.
• Houd de SD-geheugenkaart buiten bereik van kleine kinderen om niet het risico te lopen dat de kaart per ongeluk wordt ingeslikt. Mocht de kaart toch worden ingeslikt, ga dan onmiddellijk naar een arts.
• Gebruik uitsluitend een netvoedingsadapter met een voor dit product voorgeschreven vermogen en spanning. Gebruik van een netvoedingsadapter met andere specificaties dan zijn voorgeschreven voor dit product, kan brand of elektrische schokken veroor­zaken.
• Als de camera gaat roken of een vreemde geur afgeeft of bij welke andere onregel­matigheid dan ook, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de batterij of haal de netvoedingsadapter uit het stopcontact en neem contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Deze symbolen geven aan dat de gebruiker ernstige problemen kan ondervinden als de waarschuwingen niet in acht worden genomen.
Deze symbolen geven aan dat de gebruiker minder ernstige problemen of fysieke problemen kan ondervinden als de waarschuwingen niet in acht worden genomen.
1
Pas op
• Probeer nooit de batterij te demonteren of kort te sluiten. Stel de batterij ook nooit bloot aan vuur, aangezien hij kan exploderen.
• Laad geen andere batterijen op dan oplaadbare Ni-MH-batterijen. De batterij kan exploderen of vlam vatten. Van de batterijen die in deze camera kunnen worden gebruikt, zijn alleen Ni-MH-batterijen oplaadbaar.
• Als u uw vinger op de flitser houdt wanneer deze afgaat, kunt u brandwonden oplopen.
• Activeer de flitser niet als deze met uw kleding in contact is, omdat dan het risico van verkleuring bestaat.
• Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw ogen, wrijf ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en ga onmiddellijk naar een arts.
• Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw huid of kleding, was de betroffen gebieden dan grondig schoon met water.
• Als de batterij heet wordt of begint te roken, moet u hem onmiddellijk uit de camera halen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterij.
• Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet. Wees daarom voorzichtig; als dergelijke onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar voor lichte verbrandingen.
• Mocht het LCD beschadigd raken, pas dan op voor glasdeeltjes. Vermijd ook elk contact van de vloeistofkristallen met uw huid, ogen en mond.
Aandachtspunten bij het gebruik van batterijen
• Deze camera werkt op twee AA-batterijen van het type alkaline, lithium, Ni-MH of nikkel/mangaan of één batterij van het type CR-V3. Gebruik geen andere batterijen dan de hier genoemde. Door het gebruik van een ander type batterij kan de camera slecht functioneren of kunnen de batterijen openbarsten of brand veroorzaken.
• AA-batterijen van het type alkaline, lithium, Ni-MH, nikkel/mangaan en CR-V3 kunnen niet worden opgeladen. Probeer de batterijen niet uit elkaar te halen. De batterijen kunnen openbarsten of gaan lekken als u probeert ze op te laden of uit elkaar te halen.
• Vervang de batterijen niet door batterijen van verschillende merken, types of capaciteiten. Combineer ook geen oude batterijen met nieuwe. Hierdoor kunnen de batterijen openbarsten of brand veroorzaken.
• Plaats de batterijen niet met de positieve (+) en negatieve (-) polen in de verkeerde richting. Hierdoor kunnen de batterijen openbarsten of brand veroorzaken.
2
Over de netvoedingsadapter
Pas op
• Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer, laat er geen zware voorwerpen op vallen en beschadig het snoer niet door overmatig buigen. Mocht het netsnoer beschadigd raken, neem dan contact op met een PENTAX Service Center.
• Sluit de uitgangen van het product niet kort en raak ze niet aan terwijl het product nog is aangesloten op de netstroom.
• Sluit het netsnoer niet met vochtige handen aan op het stopcontact. Dit kan resulteren in een elektrische schok.
• Stel het product niet bloot aan harde klappen en laat het niet op een hard oppervlak vallen. Dit kan storingen veroorzaken.
3
Aandachtspunten tijdens het gebruik
• Neem de internationale garantiekaart mee wanneer u naar het buitenland gaat. Neem ook het document Worldwide Service Network mee dat deel uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen in het buitenland.
• Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, ga dan na of alles nog goed werkt, vooral als u belangrijke opnamen wilt maken (bijvoorbeeld huwelijksfoto’s of opnamen op reis). Er geldt geen garantie op de inhoud van de opnamen als opnemen, weergeven of het overzetten van de gegevens naar een computer e.d. niet mogelijk is als gevolg van een defect aan de camera of aan de opslagmedia (SD-geheugenkaart) enz.
• Het objectief van deze camera is niet verwisselbaar. Het objectief kan niet worden verwijderd.
• Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals verfverdunner, alcohol of wasbenzine.
• Vermijd plaatsen met een hoge temperatuur en luchtvochtigheid. Met name auto’s kunnen van binnen zeer heet worden.
• Berg de camera niet op een plaats op waar gewerkt wordt met bestrijdingsmiddelen of chemicaliën. Haal de camera uit de tas en berg hem op in een goed geventileerde ruimte om schimmelvorming tijdens opslag te voorkomen.
• Gebruik de camera niet op een plaats waar hij in contact kan komen met regen, water of enige andere vloeistof; de camera is niet weer-, water- of vloeistofbestendig.
• Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk. Wordt de camera blootgesteld aan de trillingen van een motor, auto, schip, enz., leg hem dan ter bescherming op een kussen.
Deze camera functioneert naar behoren bij een temperatuur van 0 tot 40° C.
• Het LCD (liquid crystal display) wordt zwart bij hoge temperaturen, maar werkt weer normaal bij een normale omgevingstemperatuur.
• De reactiesnelheid van de vloeistofkristallen van het LCD wordt traag bij lage temperaturen. Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en wijst niet op een defect.
• Laat de camera om de 1 tot 2 jaar nakijken teneinde de prestaties op peil te houden.
• Als de camera wordt blootgesteld aan plotselinge temperatuurschommelingen, kan aan de binnen- en buitenkant condensvorming optreden. U kunt in dergelijke gevallen de camera het best in een tas of een plastic zak doen en de camera er pas uithalen wanneer het temperatuurverschil minimaal is geworden.
• Vermijd contact met afval, vuil, zand, stof, water, giftige gassen, zout, e.d., aangezien de camera hierdoor beschadigd zou kunnen raken. Als er regen of water op de camera komt, veeg hem dan droog.
• Zie “Aandachtspunten bij het gebruik van een SD-geheugenkaart” (blz.22) voor meer informatie over de SD-geheugenkaart.
4
• Druk niet met kracht op de LCD-monitor. De kans bestaat dat de monitor hierdoor breekt of niet meer naar behoren functioneert.
• Ga niet zitten met de camera in uw achterzak. Hierdoor kan het buitenwerk van de camera of de LCD-monitor beschadigd raken.
• Als u de camera op een statief bevestigt, draai de schroef dan niet te ver in de statief­aansluiting van de camera.
5
INHOUDSTAFEL
VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA ............................................................ 1
Aandachtspunten tijdens het gebruik ............................................................... 4
INHOUDSTAFEL ............................................................................................. 6
Inhoud van de handleiding ............................................................................. 11
De inhoud van het pakket controleren ........................................................... 12
Namen van onderdelen .................................................................................. 13
Namen van bedieningsonderdelen ................................................................ 14
Voorbereidingen 15
De draagriem bevestigen.................................................................................... 15
De camera aanzetten........................................................................................... 16
De batterijen in de camera plaatsen .............................................................. 16
De (optionele) netvoedingsadapter gebruiken ............................................... 18
Gebruik van de netvoedingsadapter in het buitenland................................... 19
De SD-geheugenkaart plaatsen ......................................................................... 21
Opnamepixels en kwaliteit ............................................................................. 23
De camera aan- en uitzetten............................................................................... 25
Functie Alleen Weergeven............................................................................. 26
Stand Alleen Geluid Opnemen ...................................................................... 26
Basisinstellingen ................................................................................................. 27
De schermtaal instellen.................................................................................. 27
Datum en tijd instellen.................................................................................... 28
Snel aan de slag 30
Foto’s maken ....................................................................................................... 30
Foto’s weergeven ................................................................................................ 32
Opnamen weergeven ..................................................................................... 32
De vorige of volgende opname weergeven ................................................... 32
De weergegeven opname roteren ................................................................. 33
Veel voorkomende handelingen 34
De knopfuncties gebruiken ................................................................................ 34
Opnamestand (Capture Mode) ...................................................................... 34
Weergavestand (Playback Mode).................................................................. 35
Geluidsopnamestand (Voice Recording Mode) ............................................. 36
Werken met de menu’s ....................................................................................... 37
Hoe de menu’s te gebruiken .......................................................................... 37
Voorbeeld van menubediening ...................................................................... 38
Een menuweergave vergroten....................................................................... 40
Menulijst......................................................................................................... 41
Opnamen maken 44
Opnamen maken ................................................................................................. 44
De stand wijzigen ........................................................................................... 44
De opnamefunctie selecteren ........................................................................ 44
Opnamegegevens weergeven in de opnamestand ....................................... 45
De camera de functies laten instellen (Auto Select-functie) .......................... 47
De Help-functie gebruiken ............................................................................. 48
De functies instellen (Program-functie) .......................................................... 49
6
De Picture-functie selecteren op basis van
de opnamesituatie (Picture-functie) ............................................................... 50
Opnamen maken in het donker (Night-Scene-functie)................................... 52
Landschapsopnamen maken (Landscape-functie) ........................................ 53
Portretopnamen maken (Portrait-functie)....................................................... 53
Video-opnamen maken (Movie-functie) ......................................................... 54
De zoom gebruiken ........................................................................................ 56
De zelfontspanner .......................................................................................... 58
Continu opnamen maken (Continuous Shooting-functie) .............................. 59
De (optionele) afstandbediening gebruiken ................................................... 60
Opnamen maken met kleurfilters (Digital Filter-functie)................................. 61
Twee-in-een opnamen maken (Two-in-one-functie) ...................................... 62
Panoramaopnamen maken (Panorama Assist-functie) ................................. 63
De opnamefuncties instellen.............................................................................. 65
De scherpstelinstelling selecteren ................................................................. 65
De flitsinstelling selecteren ............................................................................ 67
De opnamepixels selecteren.......................................................................... 68
Het kwaliteitsniveau selecteren ...................................................................... 69
De opnamekwaliteit selecteren ...................................................................... 70
De witbalans aanpassen ................................................................................ 71
Het scherpstelvlak wijzigen ............................................................................ 73
De lichtmeetmethode instellen om de belichting te bepalen
(AE Metering) ................................................................................................. 74
De gevoeligheid instellen (Sensitivity) ........................................................... 75
De beeldsnelheid instellen (Frame Rate)....................................................... 76
De tijd voor de M instellen (Instant Review)................................................... 77
De opnamescherpte instellen (Sharpness) .................................................... 78
De kleurverzadiging instellen (Saturation) ..................................................... 79
Het opnamecontrast instellen (Contrast) ....................................................... 80
De belichting corrigeren (EV Compensation)................................................. 81
De instellingen opslaan ...................................................................................... 82
De menuonderdelen opslaan (Memory) ........................................................ 82
Geluid opnemen en afspelen 84
Geluid opnemen (Geluidsopnamestand) .......................................................... 84
Geluid afspelen.................................................................................................... 85
Geluid (gesproken memo) toevoegen aan opnamen....................................... 86
Een gesproken memo opnemen .................................................................... 86
Een gesproken memo afspelen ..................................................................... 88
Weergeven, wissen en bewerken 90
Opnamen weergeven .......................................................................................... 90
Foto’s weergeven........................................................................................... 90
Zoomweergave .............................................................................................. 90
Filmopnamen weergeven............................................................................... 92
Opnamegegevens weergeven in de weergavestand..................................... 93
Weergave van negen opnamen tegelijk......................................................... 94
Diavoorstelling ............................................................................................... 95
Wissen.................................................................................................................. 96
Afzonderlijke opnamen of geluiden wissen .................................................... 96
Alle opnamen wissen ..................................................................................... 98
Opnamen en geluidsopnamen beveiligen tegen het wissen (Protect) ........... 99
7
Opnamen weergeven op een TV ...................................................................... 101
Met de (optionele) afstandbediening de vorige of volgende
opname weergeven ..................................................................................... 102
Afdrukopties instellen (DPOF) ......................................................................... 103
Afzonderlijke opnamen afdrukken................................................................ 103
Alle opnamen afdrukken .............................................................................. 105
Rechtstreeks afdrukken met PictBridge ......................................................... 106
De camera aansluiten op een printer ........................................................... 106
Afzonderlijke opnamen afdrukken................................................................ 107
Alle opnamen afdrukken .............................................................................. 108
Afdrukken met DPOF-instellingen................................................................ 108
De camera losmaken van de printer ............................................................ 109
Opnamen bewerken .......................................................................................... 110
De opnamegrootte en kwaliteit wijzigen....................................................... 110
Opnamen bewerken met digitale filters........................................................ 112
Bestanden kopiëren .......................................................................................... 114
Instellingen 116
Camera-instellingen .......................................................................................... 116
Een SD-geheugenkaart of het interne geheugen formatteren ..................... 116
De geluidsinstellingen wijzigen .................................................................... 117
De datum en tijd wijzigen ............................................................................. 118
De wereldtijd instellen .................................................................................. 120
Het startscherm, de achtergrondkleur en schermeffecten wijzigen ............. 122
De weergavetaal wijzigen ............................................................................ 124
De helderheid van de LCD-monitor aanpassen ........................................... 124
Het videosignaal wijzigen............................................................................. 125
De USB-aansluitfunctie wijzigen .................................................................. 126
Automatische uitschakeling instellen ........................................................... 127
Standaardinstellingen herstellen (Reset) ..................................................... 127
Functies vastleggen ..................................................................................... 128
Bijlage 130
Overzicht van plaatscodes ............................................................................... 130
Optionele accessoires ...................................................................................... 131
Berichten............................................................................................................ 132
Problemen oplossen ......................................................................................... 134
Belangrijkste technische gegevens ................................................................ 136
GARANTIEBEPALINGEN .................................................................................. 140
Memo .................................................................................................................. 142
8
Memo
9
Memo
10
Inhoud van de handleiding
Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken.
1 Voorbereidingen –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u na aankoop van de camera moet doen alvorens opnamen te maken. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
2 Snel aan de slag –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt de eenvoudigste manier beschreven waarop u opnamen maakt en weergeeft. Lees dit hoofdstuk wanneer u meteen opnamen wilt gaan maken.
3 Veel voorkomende handelingen ––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk komen veel voorkomende zaken aan de orde, zoals de functies van de knoppen en het gebruik van de menu’s. Zie voor verdere bijzonderheden de hoofd­stukken “Opnamen maken”, “Opnemen en weergeven”, “Weergeven, wissen en bewerken” en “Instellingen”.
4 Opnamen maken–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk worden de verschillende manieren voor het maken van opnamen beschreven en wordt uitgelegd hoe u de betreffende functies instelt, bijvoorbeeld hoe u de opnamefunctie wijzigt.
5 Geluid opnemen en afspelen–––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u alleen geluid opneemt, geluid (een gesproken memo) aan een opname toevoegt en gesproken memo’s weergeeft.
6 Weergeven, wissen en bewerken –––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u opnamen weergeeft op de camera of op een TV, hoe u opnamen wist, vergroot of verkleint en hoe u opnamen rechtstreeks op een printer afdrukt.
7 Instellingen –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de cameragerelateerde functies instelt.
8 Bijlage –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Deze bijlage geeft een overzicht van de berichten die op de LCD-monitor verschijnen en van de handelwijze in geval van problemen.
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna uitgelegd.
geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen voor een
1
uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel.
duidt op informatie die handig is om te weten.
1
2
3
4
5
6
7
8
R, d, -, =,
H, ., C, O, +
duidt op aandachtspunten bij de bediening van de camera.
De symbolen geven de opnamefunctie aan die daarmee kan worden geactiveerd.
Voorbeeld
De opnamescherpte instellen (Sharpness)
R + .
11
De inhoud van het pakket controleren
Camera
Optio S45
AV-kabel
I-AVC7 (∗)
Digital Camera
Operating Manual
To ensure the best performance from your camera, please read the Operating Manual before using the camera.
Bedieningshandleiding
(deze handleiding)
Draagriem
O-ST20 (∗)
USB-kabel
I-USB7 (∗)
Artikelen die zijn gemarkeerd met een sterretje (), zijn ook beschikbaar als optionele accessoires. Zie “Optionele accessoires” (blz.131) voor meer optionele accessoires.
12
Software (CD-ROM)
S-SW32
Twee AA alkalinebatterijen
Namen van onderdelen
Voorzijde
Ontspanknop
Sensor afstandbediening Zelfontspanner-LED
Aan/uit-knop
Flitser
Luidspreker
Microfoon
Objectief
Klepje voor aansluitingen
PC/AV-aansluiting
Gelijkstroomingang
Achterzijde
LED flitserstatus (rood)
LED scherpstelstatus (groen)
Functiekiezer
Ontgrendelknop van kaartklep
Riembevestiging
Kaartklep
Batterijklep
LCD-monit or
Statiefaansluiting
13
Namen van bedieningsonderdelen
DISPLAY-knop
i Wisknop
Aan/uit- knop
Ontspanknop
Zoom /w/x/f/y knop
Q Weergaveknop (Playback)
OK-knop
Vierwegbesturing
4 (b) 5 (zqs) 2 (gj) 3
MENU-knop
0 knop
Bedieningsaanwijzingen
Tijdens het gebruik verschijnen op de LCD-monitor aanwijzingen voor de bediening van de beschikbare knoppen. In het volgende overzicht ziet u de aanduidingen van de verschillende knoppen.
Vierwegbesturing (2)
Vierwegbesturing (3)
Vierwegbesturing (4)
Vierwegbesturing (5)
MENU-knop OK-knop
2
3
4 5
MENU
Zoom /f/y knop
Als de digitale zoom is ingeschakeld
DISPLAY-knop
i Wisknop
0 knop
y
DISP
OK
?/FN
14
Voorbereidingen
De draagriem bevestigen
Leid het dunne uiteinde van de riem door de riembevestiging en haal het andere uiteinde door het lusje.
1
Voorbereidingen
15
De camera aanzetten
1
Voorbereidingen
2
1
22
(bij gebruik van AA-batterijen)
(bij gebruik van een CR-V3 batterij)
De batterijen in de camera plaatsen
Plaats de batterijen in de camera. Gebruik twee AA-batterijen van het type alkaline, lithium, Ni-MH of nikkel/mangaan, dan wel één batterij van het type CR-V3.
1 Open de batterijklep.
Schuif de batterijklep in de door de pijl aangegeven richting en til de klep omhoog .
2
1
2 Plaats de batterijen volgens de poolaanduidingen (+) en (–) in
het batterijcompartiment.
3 Sluit de batterijklep en schuif de klep weer op zijn plaats tot
hij vastklikt.
Als u van plan bent de camera langdurig continu te gebruiken, wordt gebruik van de (optionele) netvoedingsadapter D-AC5 aanbevolen. (blz. 18)
• De volgende typen batterijen zijn niet oplaadbaar: AA alkaline, -lithium, -nikkel/mangaan en CR-V3.
• Open de batterijklep niet en verwijder de batterijen niet wanneer de camera aan staat.
• Als u de camera langere tijd niet denkt te gebruiken, verwijder dan de batterijen. Als dit niet gebeurt, kunnen de batterijen gaan lekken.
• De foutmelding “Battery depleted” (Batterij leeg) verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt of nadat u de batterijen hebt vervangen wanneer ze lange tijd niet in de camera zijn geplaatst. Dit is echter geen fout. Wacht even en schakel de camera opnieuw in. Nu zal de camera op de normale wijze werken. Als dit gebeurt, bestaat de kans dat datum, tijd, opnamepixels en andere instellingen zijn teruggezet op de fabriekswaarden. Stel de verschillende waarden opnieuw in volgens de procedures in “De opnamefuncties instellen” (blz. 65 tot en met 81) en “Camera-instellingen” (blz. 116 tot en met 129).
• Plaats de batterijen op de juiste wijze. Als de batterijen verkeerd zijn geplaatst, kunnen er storingen optreden of werkt de camera niet. Maak ook de contactpunten van de
16
batterijen zorgvuldig schoon.
1
• Aantal te maken opnamen en weergavetijd (bij 23° C met nieuwe batterijen)
Hieronder staan het aantal opnamen en de weergavetijd bij gebruik van verschillende soorten batterijen aangegeven.
Batterijtype
CR-V3 370 opnamen 450 minuten
AA Ni-MH-batterijen 230 opnamen 250 minuten
AA nikkel/mangaanbatterijen 90 opnamen 180 minuten
AA alkalinebatterijen 30 opnamen 50 minuten
*1 De opslagcapaciteit is een indicatie die is gebaseerd op standaard meetomstandigheden
bij CIPA. Afhankelijk van de feitelijke opnameomstandigheden, kunnen verschillen optreden. (Meetomstandigheden: LCD-monitor aan, flitsgebruik bij 50% van de opnamen, 23° C.)
*2 De weergavetijd is een indicatie die is gebaseerd op meetomstandigheden bij PENTAX.
Afhankelijk van de feitelijke opnameomstandigheden, kunnen verschillen optreden.
• Over het algemeen nemen de batterijprestaties bij een daling van de temperatuur tijdelijk af. Wanneer u de camera in een koude omgeving gebruikt, kunt u hem warm houden in uw zak of onder uw jas. De batterijprestaties worden weer normaal wanneer de batterij weer op kamertemperatuur is gekomen.
• Vanwege de kenmerken van AA alkalinebatterijen kunnen de cameraprestaties afnemen. Gebruik van AA alkalinebatterijen verdient geen aanbeveling, uitgezonderd in noodsituaties.
• Vanwege de kenmerken van AA alkalinebatterijen en nikkel/mangaanbatterijen kunnen de cameraprestaties afnemen bij lage temperaturen. Gebruik van andere batterijen (zoals CR-V3) verdient aanbeveling bij gebruik van de camera bij lage temperaturen.
• Neem reservebatterijen mee als u naar het buitenland of naar een koud gebied gaat of als u van plan bent veel opnamen te maken.
Beeldopslagcapaciteit*1
(bij 50% flitsopnamen)
Weergavetijd*2
• Aanduiding batterijniveau
U kunt het batterijniveau aflezen aan het symbool # op de LCD-monitor.
(brandt groen) : Er is nog voldoende stroom.
#
(brandt geel) : Batterij is bijna leeg.
$
(brandt rood) : Batterij is uitgeput
%
[Battery Depleted] : Nadat dit bericht is vers chenen, wordt de camera uitgeschakeld.
Bij gebruik van AA nikkel/mangaanbatterijen bestaat de kans dat het batterijniveau niet correct wordt aangegeven vanwege de kenmerken van dit batterijtype. De indicatie van het batterijniveau kan # aangeven, zelfs nadat de batterijen lange tijd zijn gebruikt. Ook kan de camera zonder waarschuwing uitschakelen terwijl de indicatie van het batterijniveau nog steeds # aangeeft.
1
Voorbereidingen
17
Gelijkstroomstekker
Netvoedingsadapte r
1
Voorbereidingen
1
3
Naar stopcontact
2
Netsnoer
De (optionele) netvoedingsadapter gebruiken
Als u van plan bent de LCD-monitor langdurig te gebruiken of de camera aan te sluiten op een computer, wordt gebruik van de netvoedingsadapter D-AC5 aanbevolen.
1 Zet de camera uit en open de klep van de aansluitingen. 2 Sluit de gelijkstroomstekker van de netvoedingsadapter
aan op de gelijkstroomingang van de camera.
3 Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter. 4 Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
• Zet de camera uit alvorens de netvoedingsadapter aan te sluiten of los te koppelen.
• Zorg dat het netsnoer en het verbindingssnoer goed zijn aangesloten. Als het snoer losraakt tijdens het maken van opnamen, kunnen de gegevens verloren gaan.
• Als de klep voor de aansluitingen op de camera in de groeven van de gelijkstroom­stekker (aangeduid met in de afbeelding) haakt, kan de gelijkstroomaansluiting losraken. Let erop dat de groeven van de gelijkstroomstekker niet in de klep van de aansluitingen haken bij gebruik van de netvoedingsadapter.
• Voorkom het risico van brand of een elektrische schok bij gebruik van de netvoedings­adapter door eerst het gedeelte “VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA” (blz.1) te lezen.
• Lees vóór gebruik van de netvoedingsadapter D-AC5 eerst de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
• De batterijen in de camera kunnen niet worden opgeladen door de netvoedingsadapter aan te sluiten.
18
Gebruik van de netvoedingsadapter in het buitenland
De (optionele) netvoedingsadapter D-AC5 schakelt automatisch over op het voltage (100-240 V) en de frequentie (50 / 60 Hz) van het elektriciteitsnet in het land of de regio waar u zich bevindt. De uitvoering van stopcontacten verschilt echter van land tot land. Als u naar het buitenland reist, wordt u geadviseerd te informeren naar het type stopcontact in het land van bestemming (zie “Gangbare typen stopcontacten in de belangrijkste landen en regio’s van de wereld” (blz.20)) en een adapterstekker van het juiste type mee te nemen. Het type stopcontact is niet van invloed op de oplaadmethode.
Adapterstekker
• Gebruik van een standaardtransformator kan resulteren in een defecte accu.
• Haal de adapterstekker uit het stopcontact wanneer het batterijlaadstation niet in gebruik is.
Type A B BF C S
Vorm
Adapter-
stekker
1
Voorbereidingen
19
Gangbare typen stopcontacten in de belangrijkste landen en regio’s van de wereld
1
Noord-
Voorbereidingen
Amerika
Europa, voormalige Sovjet-Unie
Azië Taiwan, Japan 9
Oceanië Australië, Tonga, Nieuw-Zeeland, Fiji 9
Midden- en Zuid-Amerika
Midden­Oosten
Afrika Canarische Eilanden, Guinea, Mozambique,
V.S., Canada
IJsland, Ierland, Italië, Oekraïne, Oostenrijk, Nederland, Kazachstan, Griekenland, Zweden, Denemarken, Duitsland, Noorwegen, Hongarije, Finland, Frankrijk, Wit-Rusland, België, Roemenië, Rusland
Verenigd Koninkrijk 99 Spanje 99 Zwitserland, Polen, Portugal 99
Sri Lanka, Malediven 9 Nepal, Bangladesh, Mongolië 9 Vietnam 99 India, Indonesië, Pakistan, Macau 99 Thailand 999 Korea 99 9 Filipijnen 999 Singapore, Hongkong 99 China 99999 Maleisië 999
Guam 9 Tahiti 9
Colombia, Jamaica, Haïti, Panama, Bahama’s, Puerto Rico, Venezuela, Mexico
Brazilië, Peru 99 Chili 99 Argentinië 999 Israël, Iran 9 Koeweit 99 Jordanië 99
Marokko Kenia, Zuid-Afrika 99 Algerije 999 Egypte 999 Zambia, Tanzania 99
ABBFCS
9
9
20
9
9
De SD-geheugenkaart plaatsen
1
Kaartklep
Deze camera werkt met een SD-geheugenkaart. Als er een SD-geheugenkaart is geplaatst (op de LCD-monitor staat ), worden opnamen hierop opgeslagen. Is er geen kaart geplaatst (op de LCD-monitor staat ), dan worden de opnamen opgeslagen in het interne geheugen. Zet de camera uit voordat u de SD­geheugenkaart plaatst of uitneemt.
2
SD-geheugenkaart
1 Druk de ontgrendelknop van de kaartklep in de door de pijl
aangegeven richting.
Als u uw vinger van de knop haalt, gaat de kaartklep open.
2 Plaats de SD-geheugenkaart zodanig dat het etiket naar de
LCD-monitor gericht is en druk op de kaart tot hij vastklikt.
3 Sluit de kaartklep.
U neemt de kaart uit door hem in de door de pijl aangegeven richting te duwen en uit het compartiment te halen.
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, hangt af van de capaciteit van de SD-geheugenkaart of het interne geheugen en de geselecteerde opnamegrootte en kwaliteit. (1blz. 24)
Ongebruikte kaarten of kaarten die zijn gebruikt in een andere camera, moeten eerst worden geformatteerd. Zie “Een SD-geheugenkaart of het interne geheugen formatteren” (blz.116) voor aanwijzingen aangaande formattering.
1
Voorbereidingen
21
Reservekopie van de gegevens
In uitzonderlijke gevallen kunnen de gegevens die zijn opgeslagen in het interne geheugen, onleesbaar worden door een storing in de camera. Daarom wordt aanbevolen van belangrijke gegevens een reservekopie te maken en deze naar een computer te downloaden of in een ander opslagmedium dan het interne geheugen op te slaan.
1
Voorbereidingen
Aandachtspunten bij het gebruik van een SD-geheugenkaart
• Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de klep voor de kaart te openen of te sluiten.
• De SD-geheugenkaart is voorzien van een schuifje voor schrijfbeveiliging. Als u dit schuifje op [LOCK] zet, zijn de aanwezige gegevens beveiligd. Er kunnen dan geen nieuwe gegevens worden opgeslagen, geen bestaande gegevens worden verwijderd en de kaart niet kan worden geformatteerd. Wanneer de kaart is beveiligd tegen schrijven, staat Y op de LCD-monitor.
• Pas op als u de SD-geheugenkaart meteen na gebruik van de camera uitneemt; de kaart kan dan heet zijn.
• Neem de SD-geheugenkaart niet uit en zet de camera niet uit wanneer er gegevens op de kaart worden opgeslagen of opnamen of ingesproken memo’s worden weergegeven of wanneer de camera met een USB-kabel is aangesloten op een computer. Hierdoor kunnen de gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
• Buig de SD-geheugenkaart niet en stel hem niet bloot aan hevige schokken. Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar hem niet op een plaats met een hoge temperatuur.
• Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren, omdat de kaart hierdoor beschadigd kan raken en onbruikbaar kan worden.
• Onder de volgende omstandigheden kunnen de gegevens op de SD-geheugenkaart worden verwijderd. PENTAX aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor verwijderde gegevens. (1) als de SD-geheugenkaart verkeerd wordt behandeld door de gebruiker. (2) als de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit of elektrische
storingen. (3) als de kaart lange tijd niet is gebruikt. (4) wanneer de kaart wordt uitgenomen, de netvoedingsadapter wordt losgemaakt of de
batterijen worden uitgenomen terwijl de gegevens op de kaart worden aangesproken.
• De levensduur van de SD-geheugenkaart is eindig. Als de kaart lange tijd niet wordt gebruikt, kunnen de gegevens op de kaart onleesbaar worden. Sla altijd een reservekopie van belangrijke gegevens op een computer op.
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij aan statische elektriciteit of elektrische storingen kan worden blootgesteld.
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij wordt blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht of aan snelle temperatuurschommelingen of condensatie.
• Bij gebruik van een SD-geheugenkaart met een lage opnamesnelheid kan de opname stoppen als u filmopnamen maakt, zelfs wanneer er voldoende ruimte vrij is op de kaart. Ook kan het maken en weergeven van opnamen veel tijd in beslag nemen.
• Wilt u informatie over compatibele geheugenkaarten, bezoek dan de website van PENTAX of neem contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center.
Schrijfbeveiliging
22
Opnamepixels en kwaliteit
Kies het aantal opnamepixels en de kwaliteit die het best bij uw bedoeling passen. Een hoger kwaliteitsniveau en een groter aantal opnamepixels resulteert in scherpere opnamen voor afdrukken. Doordat de hoeveelheid gegevens toeneemt, neemt echter wel het totale aantal opnamen dat kan worden gemaakt af.
Kies het gewenste aantal opnamepixels en kwaliteitsniveau in het menu [A Rec. Mode] (Opnemen).
De opnamepixels selecteren 1blz.68
Het kwaliteitsniveau selecteren 1blz.69
De opnamekwaliteit selecteren 1blz.70
Geschikt aantal opnamepixels op basis van toepassing
2304×1728 2048×1536 1600×1200
1024×7680
640×480
De standaardinstelling is 2304×1728.
Geschikte kwaliteit op basis van toepassing
Best Laagste compressiefactor. Geschikt voor fotoafdrukken.
C
Beter
D
Goed
E
De standaardinstelling is D (Beter).
Fotoafdrukken van hoge kwaliteit, afdrukken op A4-formaat of groter, bewerken of vervaardigen van afbeeldingen e.d.
Afdrukken op briefkaartformaat Gebruik van Internet/e-mail e.d.
Hogere kwaliteit
Standaard compressiefactor. Geschikt voor weergave van opnamen op het beeldscherm van een computer.
Hoogste compressiefactor. Geschikt om als bijlage bij e-mailberichten te gebruiken of voor het maken van websites.
1
Voorbereidingen
23
Geschikte kwaliteit op basis van toepassing (functie Auto Select)
Superieur
(4 MB: 2304×1728 C)
Super
1
Voorbereidingen
(4 MB: 2304×1728 D)
Normaal
(3 MB: 2048×1536 D)
Economisch
(0,3 MB: 640×480 D)
De standaardinstelling is Super.
Het aantal opnamepixels en de kwaliteit worden samen ingesteld in de functie ­(Auto Select). (1blz. 70)
Fotoafdrukken van hoge kwaliteit, afdrukken op A4­formaat of groter, bewerken of vervaardigen van afbeeldingen e.d.
Hogere kwaliteit
Afdrukken op briefkaartformaat Gebruik van Internet/e-mail e.d.
Geschat aantal opnamen op basis van grootte en kwaliteit
Bij gebruik van het interne geheugen (11 MB)
Quality Level
Recorded Pixels
2304×1728
2048×1536
1600×1200 81521 1024×7680 19 36 48
640×480
C
Best
D
Beter
E
Goed
4812 5914
44 69 92
Video
(320
×240)
49 s (15 bps)
25 s (30 bps)
Bij gebruik van de SD-geheugenkaart (128 MB)
Quality Level
Recorded Pixels
2304×1728
2048×1536
1600×1200
1024×7680
640×480 500 782 1043
C
Best
D
Beter
49 96 138
62 113 166 104 178 250 227 417 554
E
Goed
Video
(320×240)
9 min. 12 s
(15 bps)
4 min. 45 s
(30 bps)
• De bovenstaande tabel is gebaseerd op standaard opnameomstandigheden zoals gespecificeerd door PENTAX. De gegevens kunnen afwijken naar gelang het onderwerp, opnameomstandigheden, opnamefunctie, SD-geheugenkaart e.d.
Geluid
11 min.
Geluid
2 uur 13 min.
24
De camera aan- en uitzetten
Aan/uit-knop
Q Weergavek nop
1 Druk op de aan/uit-knop.
De camera wordt ingeschakeld. Wanneer de camera wordt aangezet, gaat de objectiefbeschermer open en schuift het objectief uit.
2 Druk nogmaals op de aan/uit-knop.
De camera wordt uitgeschakeld.
Schakelen tussen de opnamestand en weergavestand 1blz.44
Opnamen maken 1blz.44
De foutmelding “Battery depleted” (Batterij leeg) verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt of nadat u de batterijen hebt vervangen wanneer ze lange tijd niet in de camera zijn geplaatst. Dit is echter geen fout. Wacht even en schakel de camera opnieuw in. Nu zal de camera op de normale wijze werken. Als dit gebeurt, bestaat de kans dat de datum en tijd, opnamepixels en andere instellingen zijn teruggezet op de fabriekswaarden. Stel de verschillende waarden opnieuw in volgens procedures in “De opnamefuncties instellen” (blz. 65 tot en met 81) en “Camera-instellingen” (blz. 116 tot en met 129).
1
Voorbereidingen
25
Aan/uit-knop
Functiekiezer
1
Voorbereidingen
QWeergaveknop
Functie Alleen Weergeven
Wanneer de camera wordt ingeschakeld in de stand Alleen Weergeven, schuift het objectief niet uit. In deze stand kunt u opnamen of audiogegevens meteen weergeven zonder opnamen te maken. De opnamestand wordt niet geactiveerd, ook niet wanneer u op de ontspanknop drukt.
1 Druk op de aan/uit-knop terwijl u de Q Weergaveknop
ingedrukt houdt.
De camera wordt ingeschakeld in de stand Alleen Weergeven. Het objectief schuift niet uit.
• Om van de stand Alleen Weergeven naar de opnamestand te gaan, drukt u op de aan/ uit-knop om de camera uit te zetten en drukt u er nogmaals op om de camera weer aan te zetten.
• In de sta nd Alleen Weergeven word t weergegeven bij het weergeven van opnamen.
• Als u in de opnamestand de weergaveknop twee seconden of langer ingedrukt houdt, wordt de weergavestand geactiveerd en schuift het objectief in. De weergavestand verschilt van de stand Alleen Weergeven; als u nogmaals op de weergaveknop of de ontspanknop drukt of de functiekiezer draait, wordt de opnamestand geactiveerd.
Foto’s weergeven 1blz.90
Q
ONLY
Stand Alleen Geluid Opnemen
De stand Alleen Geluid Opnemen is uitsluitend bestemd voor het opnemen van geluid. In deze stand schuift het objectief niet uit. U kunt de camera gebruiken om geluid op te nemen.
1 Zet de functiekiezer op O en druk op de aan/uit-knop.
De camera wordt ingeschakeld in de stand Alleen Geluid Opnemen. Het objectief schuift niet uit.
Wanneer de functiekiezer wordt gedraaid in de stand Alleen Geluid Opnemen, schuift het objectief uit en schakelt de camera over op de opnamestand.
Geluid opnemen (Geluidsopnamestand) 1blz.84
26
Basisinstellingen
O K
E x it
Als u de camera na aanschaf nog niet hebt gebruikt, stelt u eerst de taal, datum en tijd in.
Aan/uit-knop
Vierwegbesturing
OK-knop
MENU-knop
De schermtaal instellen
U kunt de taal kiezen waarin menu’s, foutberichten e.d. worden weergegeven. U hebt de keus uit: Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Russisch, Koreaans, Chinees (traditioneel en vereenvoudigd) en Japans.
1 Zet de camera aan. 2 Kies de weergavetaal met de
vierwegbesturing (45).
De standaardinstelling is Engels.
3 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [City] (Stad).
4 Gebruik de vierwegbesturing (45)
om de gewenste plaats te kiezen.
5 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [DST] (Zomertijd).
6 Selecteer O (aan) of P (uit) met de vierwegbesturing (45). 7 Druk op de OK-knop.
Initial Setting
City DST
MENU
Exit
Exit
English
NYC
OK
OK
OK
1
Voorbereidingen
Het scherm Date Adjust (Datum instellen) verschijnt (zie volgende pagina). Ga verder met de instelling van de datum.
27
Als u per ongeluk de verkeerde taal hebt ingesteld, kunt u de taal als volgt
O K
E x it
O K
E x it
O K
E x it
O K
E x it
opnieuw instellen.
1 Druk twee keer op de MENU-knop. 2 Druk twee keer op de vierwegbesturing
1
Voorbereidingen
(5).
3 Druk op de vierwegbesturing (23) om
de [Language/ ] te kiezen.
4 Kies de weergavetaal met de
vierwegbesturing (45).
Format Sound Date Adjust World Time
Screen Setting
MENU
Exit
Exit
5 Druk op de OK-knop.
De taal wordt opnieuw ingesteld en de opnamestand wordt geactiveerd. De instelling van de datum en tijd is nog niet voltooid. Gebruik hiervoor de procedure op (blz. 118) “De datum en tijd wijzigen”.
Datum en tijd instellen
Stel de actuele datum en tijd en de weergavestijl in.
1 Selecteer de datumweergave met de
vierwegbesturing (23).
2 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [24h].
3 Selecteer de tijdweergave met de
vierwegbesturing (23).
Selecteer [12h] voor 12-uurs tijdaanduiding of [24h] voor 24-uurs tijdaanduiding.
4 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar de maand.
Date Adjust
Date Style
01 2005
MENU
Exit
Exit
Date Adjust
Date Style
01 2005
MENU
Exit
Exit
Date Adjust
Date Style
01 2005
MENU
Exit
Exit
Set-up
mm/dd/yy
01
//
00 00
mm/dd/yy
01
//
00 00
mm/dd/yy
01
//
AM
12 00
On
mm/dd/yy
Off
English
OK
OK
OK
:
OK
OK
OK
:
OK
OK
OK
:
OK
OK
OK
24H
24H
12H
28
5 Druk op de vierwegbesturing (23) om de maand te wijzigen.
Stel de datum en het jaar op dezelfde manier in. (Door op de vierwegbesturing (4) te drukken, verplaatst u het kader naar het vorige onderdeel.) Als u [12h] selecteert bij stap 3, verandert de aanduiding in AM (vóór 12:00 uur ’s middags) of PM (na 12:00 uur ’s middags), al naar gelang de tijd.
6 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van opnamen.
• Wanneer u klaar bent met de instellingen en op de OK-knop drukt, wordt de klok van de camera op 00 seconden gezet.
• Om de exacte tijd in te stellen, drukt u op de OK-knop wanneer het tijdsignaal (op TV, radio e.d.) precies 00 seconden aangeeft.
De basisinstellingen zijn nu voltooid. De volgende keer dat u de camera inschakelt, verschijnt het scherm Initial Setting (Basisinstellingen) niet meer.
• Wanneer het scherm Initial Setting (Basisinstellingen) of Date Adjust (Datum instellen) verschijnt, kunt u het instellen annuleren en overgaan op de opnamestand door op de MENU-knop te drukken. In dat geval verschijnt het scherm Initial Setting of Date Adjust de volgende keer dat u de camera aanzet.
• U kunt de gemaakte instellingen wijzigen. Zie de volg ende pagina’s voor de bedienings­procedures. [Language]: “De weergavetaal wijzigen” (blz.124) [City] [DST]: “De wereldtijd ins tellen” (blz.120) [Tijd]: “De datum en tijd wijzigen” (blz.118)
• [Video Output Format] (Videosignaal) wordt automatisch ingesteld op basis van de ingestelde weergavetaal, zoals in de onderstaande tabel is aangegeven. Als het signaal in uw land of regio anders is, wijzig de instelling dan volgens de instructie “Het videosignaal wijzigen” (blz.125).
Taal Videosignaal
Japans NTSC
Engels (English) NTSC
Frans (Français) PAL
Duits (Deutsch) PAL
Spaans (Español) PAL
Italiaans (Italiano) PAL
Traditioneel Chinees ( ) PAL
Vereenvoudigd Chinees ( ) PAL
Russisch ( ) PAL
Koreaans ( ) NTSC
1
Voorbereidingen
29
Snel aan de slag
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
Foto’s maken
Ontspanknop
Aan/uit-knop
2
Snel aan de slag
De standaardprocedure voor het maken van foto’s wordt hierna beschreven. Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af.
1 Druk op de aan/uit-knop.
2 Zet de functiekiezer op R. 3
DISPLAY-knop
i Wisknop
LCD-monitor
De camera wordt ingeschakeld.
Zoom/f/y knop
Controleer de opname op de LCD-monitor.
Het scherpstelkader in het midden van de LCD­monitor geeft de zone aan waarin automatisch wordt scherpgesteld. U kunt het opnamegebied wijzigen door op de Zoom/w/x knop te drukken.
x : maakt het onderwerp groter. w : vergroot het gebied dat door de camera wordt vastgelegd.
Controleer het scherpstelvlak op de LCD-monitor.
Scherpstelkader
Functiekiezer
06/10/2005
06/10/2005
10:25
10:25
44
4 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader wordt groen wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
5 Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname verschijnt 0,5 seconde op de LCD-monitor (Momentcontrole) en wordt vervolgens opgeslagen op de SD-geheugenkaart of in het interne geheugen. De groene en rode LED’s boven aan de achterkant van de camera knipperen om en om terwijl de opname wordt opgeslagen.
30
Gebruik van de ontspanknop
De ontspanknop werkt als volgt in twee stappen.
Tot halverwege indrukken
De scherpstelling en belichting worden vastgehouden wanneer de ontspanknop voorzichtig tot halverwege wordt ingedrukt. De sluitertijd en diafragmawaarde verschijnen alleen op de LCD-monitor wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, wordt de volgende informatie weergegeven op de LCD-monitor en door de LED’s voor de scherpstel- en de flitserstatus.
1. Scherpstelkader
Het scherpstelkader licht groen op als op het onderwerp is scherpgesteld. Als niet op het onderwerp is scherpgesteld, verschijnt het kader niet.
2. Status-LED’s
LED scherpstelstatus (groen) LED flitserstatus (rood)
Brandt Scherpgesteld op het onderwerp Flitser is opgeladen
Knippert Niet scherpgesteld op het onderwerp. Flitser wordt opgeladen
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt terwijl de flitser wordt opgeladen.
Volledig indrukken
Druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken.
[Ongunstige omstandigheden voor het scherpstellen] Onder de volgende omstandigheden kan de camera mogelijk niet scherpstellen. Vergrendel in dat geval de scherpstelling op een voorwerp dat zich op dezelfde afstand bevindt als het onderwerp (door de ontspanknop tot halverwege in te drukken), richt de camera op het onderwerp en druk de ontspanknop helemaal in.
• Elementen met weinig contrast, zoals een blauwe hemel of een witte muur
• Donkere plaatsen of voorwerpen, dan wel omstandigheden waarin weinig tot geen licht wordt weerkaatst
• Horizontale lijnen of fijnmazige patronen
• Snel bewegende voorwerpen
• Een voorwerp op de voorgrond en een op de achtergrond in dezelfde opname
• Sterk weerkaatst licht of sterk tegenlicht (lichte achtergrond)
2
Snel aan de slag
Momentcontrole
De standaardinstelling voor de Momentcontrole is 0,5 s. Wanneer de weergavetijd is ingesteld op één seconde of langer, kunt u de opname als volgt verwijderen: druk op de wisknop i in het scherm van de Momentcontrole, selecteer [Delete] (Wissen) wanneer het menu [Delete] verschijnt en druk op de OK-knop. (
1blz. 96)
De tijd voor Momentcontrole instellen 1blz. 77
31
i Wisknop
1 0 0- 00 04
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
Snel aan de slag
Foto’s weergeven
2
Snel aan de slag
Q Weergaveknop
LCD-monitor
Vierwegbesturing
Opnamen weergeven
U kunt een zojuist gemaakte foto weergeven.
1 Druk na het maken van een opname op
de Q Weergaveknop.
De weergavestand wordt geactiveerd en de opname verschijnt op de LCD-monitor. Als u de weergaveknop meer dan twee seconden ingedrukt houdt, wordt de weergavestand geactiveerd en schuift het objectief in. Nadat u de opname hebt bekeken, drukt u nogmaals op de weergaveknop of op de ontspanknop of draait u de functiekiezer om een nieuwe opname te maken.
06/10/2005
06/10/2005
De vorige of volgende opname weergeven
Foto’s kunnen één voor één worden weergegeven, vooruit of achteruit.
1 Druk na het maken van een opname op de Q Weergaveknop.
De opname verschijnt op de LCD-monitor.
2 Druk op de vierwegbesturing (45).
geeft de vorige opname weer.
100-0004
100-0004
10:25
10:25
32
geeft de volgende opname weer.
De weergegeven opname roteren
10 0-0 004
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
O K
E x it
A l l
1 Druk na het maken van een opname op de Q Weergaveknop.
De opname verschijnt op de LCD-monitor.
2 Druk op de vierwegbesturing (3).
Bij elke druk op de knop wordt de opname 90° met de klok mee (rechtsom) gedraaid
• Alleen foto’s die met deze camera zijn gemaakt kunnen worden geroteerd.
• Voor geroteerde opnamen zijn de functies voor zoomweergave, weergave van negen opnamen en opname/weergave van gesproken memo’s beschikbaar. Bij zoomweergave krijgen geroteerde opnamen echter hun normale stand terug.
De weergegeven opname wissen
U kunt de opname die wordt weergegeven op de LCD­monitor verwijderen door op de wisknop te drukken i. Selecteer [Delete] met de vierwegbesturing (2) en druk op de OK-knop. Druk nogmaals op de Q Weergaveknop of druk de ontspanknop tot halverwege in om terug te keren naar de opnamestand.
• De laatst gemaakte opname verschijnt op de LCD-monitor wanneer u de weergave­stand activeert.
• U kunt de weergegeven opname uitvergroten door op de Zoom / te drukken.
• Als er geen opnamen zijn opgeslagen, verschijnt het bericht [No image/sound] (Geen beeld en geluid).
MENU
All
All
Exit
Exit
f/y knop
06/10/2005
06/10/2005
Delete Cancel
OK
100-0004
100-0004
OK
OK
10:25
10:25
2
Snel aan de slag
Wissen 1blz. 96
33
Veel voorkomende handelingen
De knopfuncties gebruiken
1
3
Veel voorkomende handelingen
Opnamestand (Capture Mode)
DISPLAY-knop
1
Hiermee wijzigt u de informatie die op de LCD-monitor verschijnt. (1
Q Weergaveknop
2
Hiermee activeert u de weergavestand. Houd deze knop ingedrukt om het objectief in te schuiven. (
Zoomknop
3
U kunt het opnamegebied wijzigen door op de zoomknop te drukken. (1 0 knop
4
Roept het Help-scherm op in de functie -. Stelt de functie in die is toegewezen via [Fn Setting] (Functie-instelling) in het menu [BSet-up] (Instellen) in alle functies, behalve -, C of O. (1
Vierwegbesturing
5
[Gebruikt voor alle functies]
(4) (5) (2) Hiermee selecteert u de functies voor zelfontspanner, afstandbediening en
[Bij gebruik van PICT, digitale-filterfunctie]
(3) Hiermee selecteert u het opname-effect. (1
[Bij gebruik van MF-functie]
(23) Hiermee past u de scherpstelling aan. (1
OK-knop
6
Hiermee stelt u een menuonderdeel in. (1blz. 37)
MENU-knop
7
Hiermee roept u de menu’s [A Rec. Mode] (Opnemen), [Q Playback] (Weergeven) en [B Set-up] (Instellen) op. (1blz. 37)
1
blz. 32)
Hiermee wijzigt u de flitsfunctie (uitgezonderd in de videostand). (1 Hiermee wijzigt u de scherpstelinstelling. (1
continuopnamen (1
blz. 58
-
blz. 60
(1blz. 48)
)
blz. 66
blz. 65
)
blz. 50, 61
)
2
3
4
5
6
7
blz. 128
-
63)
blz. 45)
blz. 56
)
)
blz. 67
)
34
2
1
3
4
5
6
7
8
Weergavestand (Playback Mode)
DISPLAY-knop
1
Hiermee wijzigt u de informatie die op de LCD-monitor verschijnt. (1blz. 93) Hiermee selecteert u alle opnamen die moeten worden afgedrukt of beveiligd op het DPOF-scherm en het scherm voor beveiliging. (1blz. 100, blz. 105)
i Wisknop
2
Hiermee wist u de opname die wordt weergegeven op de LCD-monitor. (1blz. 96)
Q Weergaveknop
3
Hiermee activeert u de opnamestand. (1blz. 32)
Zoom/f/y knop
4
Druk op y tijdens de normale weergave om de weergave van negen opnamen tegelijk te activeren. Druk op y tijdens de normale weergave voor een uitvergrote weergave. (1blz. 94) Druk op Zoom/f/y tijdens de zoomweergave om de grootte van de zoomweergave van de opname op de LCD-monitor te wijzigen.
0 knop
5
Hiermee roept u het Help-scherm op in de functie -.
Vierwegbesturing
6
(2) Hiermee geeft u een video-opname weer en onderbreekt u de weergave.(1blz. 94)
Hiermee start u het afspelen van een gesproken memo.(1blz. 88) (45) Hiermee geeft u de vorige of volgende opname weer. (1blz. 32) (3) Hiermee roteert u de opname wanneer u op de knop drukt tijdens de weergave van foto’s. (1blz. 33)
Hiermee stopt u het afspelen van video-opnamen of gesproken memo’s.
(1blz. 88, 92)
OK-knop
7
Hiermee stelt u een menuonderdeel in. (1blz. 37) Hiermee start u het opnemen of afspelen van een gesproken memo.
MENU-knop
8
Hiermee roept u de menu’s [A Rec. Mode] (Opnemen), [Q Playback] (Weergeven) en [B Set-up] (Instellen) op. (1blz. 37)
Bij een druk op de knop Q Weergave wordt de opnamestand niet geactiveerd wanneer de camera was ingeschakeld in de stand Alleen Weergeven. Om van de weergavestand naar de opnamestand te gaan, drukt u op de aan/uit-knop om de camera uit te zetten en drukt u nogmaals op de knop om de camera weer aan te zetten.
3
Veel voorkomende handelingen
35
1
5
3
Veel voorkomende handelingen
Geluidsopnamestand (Voice Recording Mode)
Ontspanknop
1
Druk op deze knop om te beginnen met opnemen. Druk nogmaals op de knop om te stoppen met opnemen. (1blz. 84)
Q Weergaveknop
2
Hiermee activeert u de weergavestand. Als u nogmaals op deze knop drukt, wordt de geluidsopnamestand weer geactiveerd. (1blz. 85)
Vierwegbesturing (in weergavestand)
3
(2) Hiermee start u de weergave. Als u nogmaals drukt, wordt de weergave
onderbroken. (1blz. 85) (45) Hiermee selecteert u de vorige en volgende opname of geluidsbestand voor
het afspelen. (3) Hiermee stopt u het afspelen.
MENU-knop
4
Wanneer deze knop wordt ingedrukt tijdens stand-by of vóór de weergave, worden de menu’s [Q Playback], [B Set-up] opgeroepen. (1blz. 42)
DISPLAY-knop
5
Bij het opnemen van geluid: De LCD-monitor wordt uitgeschakeld. Wanneer u
Bij het afspelen van geluid: Wanneer u hierop drukt tijdens stand-by, verandert
nogmaals drukt, komt u terug in het opnamescherm.
de weergavemodus in Geen Pictogrammen. Wanneer u nogmaals drukt, wordt de normale weergave hersteld.
2
3
4
36
Werken met de menu’s
O K
E x it
O K
E x it
O K
E x it
Wanneer u op de MENU-knop drukt, verschijnen de menu’s op de LCD-monitor. U kunt functies instellen, de instellingen opslaan en de camera-instellingen in deze menu’s wijzigen.
Hoe de menu’s te gebruiken
Wanneer u instellingen verricht vanuit een menu, verschijnt op de LCD-monitor een bedieningsaanwijzing.
Voorbeeld: [Quality Level] (Kwaliteitsniveau) instellen in het menu [A Rec. Mode] (Opnemen)
1 Druk op de MENU-knop.
Het menuscherm verschijnt. Het menu [A Rec. Mode] is geselecteerd.
2 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader gaat naar [Recorded Pixels] (Opnamepixels).
3 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader gaat naar [Quality Level] (Kwaliteitsniveau).
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
Auto
OK
OK
OK
2304
AWB
Multi
Auto
OK
OK
OK
3
Veel voorkomende handelingen
4 Wijzig de instelling met de
vierwegbesturing (45).
Bij elke druk op de vierwegbesturing verandert de kwaliteitsinstelling.
5 Druk op de OK-knop of
de ontspanknop.
De instelling wordt opgeslagen en het scherm keert terug naar de opnamestand.
• Als u op een knop drukt alvorens op de OK-knop of de ontspanknop te drukken om het menu te verlaten, worden wijzigingen in de instellingen niet opgeslagen.
• Zelfs wanneer u op de OK-knop of de ontspanknop hebt gedrukt om het menu te verlaten, worden wijzigingen in de instellingen niet opgeslagen als u de camera niet correct uitschakelt (bijvoorbeeld door de batterijen uit te nemen terwijl de camera aan staat).
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
Auto
OK
OK
OK
37
Voorbeeld van menubediening
O K
E x it
O K
E x it
O K
E x it
O K
E x it
3
Veel voorkomende handelingen
MENU-knop
MENU
Menu [A Rec. Mode]
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
Auto
OK
2304
AWB
Multi
Auto
OK
OK
OK
OK
OK
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
38
Rec. Mode
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
400
OK
OK
OK
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
Naar het volgende scherm
2304
AWB
Multi
Auto
OK
OK
OK
O K
E x it
Menu [Q Playback]
O K
E x it
O K
E x it
O K
E x it
Menu [B Set-up]
Playback
Protect DPOF Slideshow Resize Image/Sound Copy Digital Filter
MENU
Exit
Exit
Playback
Protect DPOF Slideshow Resize Image/Sound Copy Digital Filter
MENU
Exit
Exit
Naar het volgende scherm
OK
OK
3sec
OK
OK
3sec
OK
OK
Format Sound Date Adjust World Time
Screen Setting
MENU
Exit
Exit
mm/dd/yy
English
Set-up
Set-up
Format Sound Date Adjust World Time
Screen Setting
MENU
Exit
Exit
mm/dd/yy
English
Naar het volgende scherm
On
Off
OK
OK
OK
3
Veel voorkomende handelingen
On
Off
OK
OK
OK
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt wanneer u op de MENU-knop drukt in de opnamestand. Het menu [Q Playback] verschijnt wanneer u op de MENU-knop drukt in de weergavestand.
39
Een menuweergave vergroten
O K
E x it
O K
E x it
O K
E x it
O K
E x it
O K
E x it
O K
E x it
Als u op de zoomknop (x) drukt terwijl er een menu wordt weergegeven, wordt het menu vergroot. Druk nogmaals op (w) om de oorspronkelijke weergave te herstellen.
Voorbeeld van menubediening
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area
3
AE Metering
Veel voorkomende handelingen
Sensitivity
MENU
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Rec. Mode
2304
AWB
Multi
Auto
Exit
Exit
Rec. Mode
OK
OK
OK
2304
AWB
Multi
Auto
Exit
Exit
Rec. Mode
OK
OK
OK
2304
AWB
Multi
Auto
Exit
Exit
Als u de camera uitzet terwijl de uitvergrote weergavestand nog actief is, wordt het menu vergroot weergegeven wanneer u de camera weer aanzet en op de MENU-knop drukt.
OK
OK
OK
x
w
x
w
x
w
Rec. Mode
Quality Level
MENU
Exit
Exit
Rec. Mode
White Balance
AWB
MENU
Exit
Exit
Rec. Mode
Focusing Area
Multi
MENU
Exit
Exit
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
40
Menulijst
Menu [A Rec. Mode]
Ja ... Instelbaar # ... Wijzigingen zijn ongeldig in de functies d, H en =. Nee ··· Alle wijzigingen zijn ongeldig. U kunt de instelling wijzigen in het menu,
maar de wijzigingen hebben geen invloed op de werking.
Onderdeel Beschrijving
Image Quality
Recorded Pixels
Quality Level
White Balance
Focusing Area
AE Metering
Sensitivity
Frame Rate
Digital Zoom
Instant Review
Memory
Sharpness De scherpte instellen Normaal
Saturation
Contrast Het contrast instellen Norma al
EV Compensation
Alleen de instellingen voor de flitser, de digitale zoom en het bestandsnummer worden opgeslagen.
Selectie van het aantal pixels en de mate van compressie
Selectie van het aantal pixels
Selectie van de mate van compressie
Aanpassen van de kleurbalans op basis van het omgevingslicht
Wijzigen van de zone van de autofocus
Instellen van de lichtmeetmethode ter bepaling van de belichting
Instellen van de gevoeligheid
Instellen van de beeldsnelheid voor video-opnamen
Opnamen maken met de digitale zoom
Instellen van de tijd voor de Momentcontrole
Instellingen van de opnamestand opslaan wanneer de camera wordt uitgezet
De kleurverzadiging instellen
Aanpassen van de belichting tussen –2,0 en +2,0 LW
• Er is geen menu [A Rec. Mode] in de functie O.
• [Image Quality] is het enige beschikbare menu in de functie -.
Standaard-
instelling
Super Ja
2304×1728
D
AWB
(Auto)
Multi
(meervlaks)
L
(meervelds)
Automatisch
30 bps
Aan
0,5 s
Normaal
±0.0
Rd=
­H.+
——
Ja 320×240 blz. 68
Ja Nee blz. 69
Ja Nee blz. 73
Ja Ja blz. 74
Ja Nee blz. 75
Nee Ja blz. 76
Ja Ja blz. 56
Ja Nee blz. 77
Ja Ja blz. 82
Ja Ja blz. 81
C Blz.
#Jablz. 71
# Nee blz. 78
# Nee blz. 79
# Nee blz. 80
blz. 70
3
Veel voorkomende handelingen
41
Menu [Q Playback]
Onderdeel Beschrijving Blz.
Protect Beveiligen van opnamen tegen wissen blz. 99
DPOF
Slideshow Doorlopende weergave van opgeslagen opnamen blz. 95
Resize Wijzigen van de grootte van opnamen blz. 110
Image/Sound Copy
Digital Filter
3
Record Voice Memo
Veel voorkomende handelingen
Quick Zoom
Quick Delete
Instellen van afdrukopties voor het laten afdrukken van opnamen
Kopiëren van bestanden vanuit het interne geheugen naar de SD-geheugenkaart en vice versa
Produceren van een filtereffect met filters (rood, blauw, groen, e.d.)
Om te voorkomen dat een gesproken memo wordt opgenomen tijdens de weergave van foto’s, wanneer UIT is geselecteerd
Weergave van opnamen met het maximale zoompercentage bij één druk op de Zoomknop
Weergave van het scherm voor wissen met [Delete] gemarkeerd wanneer ON is geselecteerd
Menu [B Set-up]
Onderdeel Beschrijving Blz.
Format Formatteren van de SD-geheugenkaart of het interne geheugen blz. 116
Sound
Date Adjust Aanpassen van datum, tijd en datumweergave blz. 118
World Time Instellen van de wereldtijd blz. 120
Language/
Screen Setting
Brightness Level Wijzigen van de helderheid van de LCD-monitor blz. 124
Video Out Wijzigen van het video-uitgangssignaal blz. 125
USB Connection Wijzigen van de USB-aansluitfunctie blz. 126
Auto Power Off
Fn Setting
Reset Herstel van de standaardinstellingen van de camera blz. 127
“Fn setting” is niet beschikbaar voor de functie -.
Het wijzigen van het weergavevolume, het type en het volume van het geluid bij inschakelen, het sluitergeluid en het geluid bij belangrijke handelingen.
Wijzigen van de taal waarin menu’s en berichten worden weergegeven
Selectie van het startscherm, de achtergrondkleur en schermeffecten
Automatisch uitschakelen van de camera na een ingestelde tijdsduur
Vastleggen van een functie op de vierwegbesturing (2345) blz. 128
blz. 108
blz. 114
blz. 112
blz. 86
blz. 97
blz. 97
blz. 117
blz. 124
blz. 122
blz. 127
42
Memo
3
Veel voorkomende handelingen
43
Opnamen maken
Opnamen maken
De stand wijzigen
De opnamestand dient voor het maken van opnamen. De weergavestand is voor het weergeven of wissen van opnamen.
Schakelen tussen de opnamestand en weergavestand
• Als u van de opnamestand naar de weergavestand wilt overschakelen, drukt u
op de Q Weergaveknop.
• Als u van de weergavestand naar de opnamestand wilt overschakelen, drukt u
op de Q Weergaveknop of drukt u de ontspanknop tot halverwege in.
4
Opnamen maken
In Capture mode, pressing and holding the Q Playback button for two seconds or more switches the mode to the Playback mode, and the lens is retracted.
De opnamefunctie selecteren
Opnamefuncties (Capture Modes)
Program De basisfunctie voor het maken van opnamen blz. 49
R
Picture
d
Auto Select
-
Portrait Voor het maken van portretopnamen. blz. 53
=
Landscape Voor het maken van landschapsopnamen. blz. 53
H
Night-Scene
.
Movie Voor het maken van video-opnamen. blz. 54
C
Digital Effect
+
U kunt een Picture-functie selecteren op basis van de opnamesituatie. Er zijn negen functies beschikbaar.
Hiermee laat u de camera de functies automatisch instellen.
Opnamen maken in het donker, bijvoorbeeld ’s nachts
Voor het maken van opnamen met een aantal verschillende speciale effecten.
1 Draai de functiekiezer tot de indicatie
naast het gewenste pictogram staat:
Rd-
=.HC+.
blz. 50
blz. 47
blz. 52
blz. 61 -
64
44
Indicatie
Opnamegegevens weergeven in de opnamestand
1 0: 25
0 6/ 10 /2 00 5
AWB
2304
AUTO
De weergave van de LCD-monitor verandert bij elke druk op de DISPLAY-knop.
Normale weergave
Bij het aanzetten van de camera verschijnen de opnamegegevens.
1 Flitsfunctie 2 Transportfunctie 3 Scherpstelfunctie 4 Opnamestand 5 Scherpstelkader 6 Kaart/intern geheugen 7 Aantal resterende opnamen 8 Datum en tijd 9
Indicatie batterijniveau
Histogramweergave
De helderheidsverdeling van de opname wordt weergegeven. Langs de horizontale as van het histogram staat de helderheid (donkerst aan de linkerkant en lichtst aan de rechterkant) en langs de verticale as het aantal pixels.
1 White balance 2 Recorded pixels 3 Quality level 4 Sensitivity 5 Histogram 6 AE metering
Rasterweergave
Er verschijnt een raster dat als hulp kan worden gebruikt bij het bepalen van de compositie.
51 2 3 4 6 7
111111
06/10/2005
06/10/2005
10:25
10:25
89
23
1
111111
2304
2304
AWB
AWB
AUTO
AUTO
654
4
Opnamen maken
Geen pictogrammen
Er worden geen opnamegegevens weergegeven.
• Het scherpstelkader verschijnt in de autofocusfunctie.
• Als een van deze functies wordt gewijzigd, bijvoorbeeld de flitsfunctie, verschijnt de gewijzigde functie enkele seconden.
LCD-monitor uit
De LCD-monitor wordt uitgeschakeld. In de functies worden uitgeschakeld.
C en + kan de LCD-monitor niet
De weergavemodus opslaan 1blz. 82
LCD-monitor uit
Normale weergave
45
Werken met het histogram
Een histogram is een grafiek waarin de helderheid van een opname langs de horizontale as wordt uitgezet en het aantal pixels langs de verticale as (een distributiediagram van helderheden). Het histogram helpt u de helderheid van de opname in kaart te brengen. De pieken van een donkere opname bevinden zich aan de linkerzijde van de grafiek, die van een lichte opname aan de rechterzijde. Als de belichting goed is uitgebalanceerd, verschijnen de pieken in het algemeen in
Aantal pixels
Helderheid
(Donker) (Licht)
het midden. Als de belichtingsmeter in onbalans is, zullen de pieken daarentegen accenten leggen bij licht en donker en
4
dus links en rechts verschijnen zonder neutrale helderheid in het midden.
Opnamen maken
Donker Neutraal Licht
46
1
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
2, 3
De camera de functies laten instellen (Auto Select-functie)
- (Auto Select) is de eenvoudigste manier om opnamen te maken. Hierbij hoeft
u zelf geen functies in te stellen. De camera kiest automatisch de optimale instellingen voor de opnamesituatie wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt.
1 Zet de functiekiezer op -. 2 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op de LCD-monitor wordt groen als op het onderwerp is scherpgesteld. De camera selecteert automatisch de beste instellingen voor de geregistreerde opnamesituatie en een van de volgende pictogrammen verschijnt.
H : De camera kiest de optimale instellingen voor
06/10/2005
06/10/2005
10:25
10:25
een landschapsopname.
= : De camera kiest de optimale instellingen voor een portretopname.
. : De camera kiest de optimale instellingen voor een nachtopname.
- : Dit pictogram verschijn in alle overige situaties.
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
• [Image Quality] (Opnamekwaliteit) is het enige onderdeel dat kan worden gewijzigd in
het menu [A Rec. Mode] in de Auto Select-functie.
• Het verdient aanbeveling de functiekiezer op . te zetten en de camera op een statief
of een stevig vlak te plaatsen bij het maken van nachtopnamen. Als de camera de situatie herkent als . in de Auto Select-functie, kunnen nachtopnamen donker worden doordat de sluitertijd tot een bepaald bereik beperkt blijft om camerabeweging te voorkomen.
4
Opnamen maken
44
47
1
2
3, 4
5, 6
De Help-functie gebruiken
U kunt het Help-scherm oproepen terwijl u opnamen maakt of weergeeft in de Auto Select-functie. Op het Help-scherm staat een beschrijving van de functie
4
van elke knop, zoals de knoppen van de vierwegbesturing en de zoomknop.
Opnamen maken
1 Zet de functiekiezer op -. 2 Druk op de 0 knop.
Het Help-scherm verschijnt op de LCD-monitor.
3 Selecteer [Mode Dial] (functiekiezer),
[Four-way Controller] (vierwegbesturing) of [Buttons on Back Cover] (knoppen op achterkant) met de vierwegbesturing (45).
In de weergavestand zijn alleen [Four-way Controller] en [Buttons on Back Cover] beschikbaar.
Mode Dial
Auto Select
?/Fn
Exit
Four-way Controller
Right
Up
Left
OK Button
Down
?/Fn
Exit
4 Kies met de vierwegbesturing (23) de knop of functie
waarover u uitleg wilt.
5 Druk op de OK-knop.
De uitleg van de knop verschijnt.
6 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken of weergeven van opnamen.
This button changes the Focus mode.
AF Macro Super macro infinity Manual focus
?/Fn
Exit
OK
OK
OK
More
More
OK
48
1
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
3, 4
De functies instellen (Program-functie)
In de functie R (Programma) stelt de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma in voor het maken van foto’s. U kunt echter wel andere functies selecteren, zoals de flitsfunctie of de continue-opnamestand.
1 Zet de functiekiezer op R. 2 Stel de functies in die u wilt gebruiken.
Zie “De opnamefuncties instellen” (blz. 65 tot blz.
81) voor meer informatie over het instellen van de functies.
3 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
06/10/2005
Het scherpstelkader wordt groen wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
06/10/2005
10:25
10:25
4 Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Foto’s maken 1blz. 30
4
Opnamen maken
44
49
De Picture-functie selecteren op basis van de opnamesituatie (Picture-functie)
U kunt een Picture-functie selecteren op basis van de opnamesituatie.
4
Er zijn 9 opties beschikbaar in de Picture-functie.
Opnamen maken
Flower (standaardinstelling)
Self-portrait
Surf
Snow
;
Sunset
Museum
Text
W
Food Appetijtelijke opnamen maken van eten en drinken.
D
Landscape Portrait
Bloemen met levendige kleuren fotograferen
Een zelfportret maken of opnamen waarin u zelf ook voorkomt
Voor het maken van opnamen tegen verblindende achtergronden zoals stranden.
Voor het maken van opnamen tegen verblindende achtergronden zoals besneeuwde bergen.
De prachtige kleuren van de zonsopgang of zonsondergang weergeven
Voor het fotograferen in galeries en musea, waar flitsfotografie verboden is.
Scherpe opnamen maken van getypte of handgeschreven teksten
Voor het maken van opnamen waarop zowel de persoon op de voorgrond als het landschap op de achtergrond scherp zijn.
1
5, 6
2, 3
4
1 Zet de functiekiezer op d. 2 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het scherm voor keuze van een Picture-functie verschijnt.
50
3 Kies de Picture-functie met de
O K
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
vierwegbesturing (2345).
4 Druk op de OK-knop.
De Picture-functie is geselecteerd.
5 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader wordt groen wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
6 Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
In de Picture-functie worden voor verzadiging, contrast, scherpte en witbalans automatisch de optimale instellingen bij elke opname gekozen. (De ingestelde waarden kunnen worden gewijzigd, maar dit heeft geen effect op het resultaat.)
Flower
06/10/2005
06/10/2005
OK
OK
OK
10:25
10:25
88
4
Opnamen maken
51
1
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
2, 3
Opnamen maken in het donker (Night-Scene-functie)
U kunt opnamen maken in het donker, bijvoorbeeld een landschap bij nacht, met de juiste instellingen.
4
Opnamen maken
De sluitertijd neemt toe wanneer u opnamen in het donker maakt. Als u wilt voorkomen dat de camera beweegt, plaatst u deze op een statief of een ander stabiel oppervlak.
1 Zet de functiekiezer op .. 2 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader wordt groen wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Gebruik van de ontspanknop 1blz. 31
• Bij het maken van opnamen met een lange sluitertijd wordt de totale opnametijd langer, omdat de ruisreductie wordt geactiveerd ter vermindering van ruis.
• In de nachtopnamefunctie loopt het bereik van de automatische gevoeligheid van ISO 50 tot 200.
52
171717
06/10/2005
06/10/2005
10:25
10:25
1
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
2, 3
Landschapsopnamen maken (Landscape-functie)
Met deze functie kunt u opnamen van landschappen maken met de optimale instellingen.
1 Zet de functiekiezer op H. 2 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader wordt groen wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Gebruik van de ontspanknop 1blz. 31
06/10/2005
06/10/2005
Portretopnamen maken (Portrait-functie)
Met deze functie kunt u uw onderwerp vastleggen in natuurlijke kleuren met de optimale instellingen.
1 Zet de functiekiezer op =. 2 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader wordt groen wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
06/10/2005
06/10/2005
10:25
10:25
10:25
10:25
4
Opnamen maken
44
99
Gebruik van de ontspanknop 1blz. 31
53
1
00 :0 1: 23
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
2, 3
Video-opnamen maken (Movie-functie)
Met deze functie kunt u video-opnamen maken. Hierbij kan gelijktijdig geluid worden opgenomen.
4
Opnamen maken
1 Zet de functiekiezer op C.
De volgende informatie verschijnt op de LCD-monitor.
1 2 3 4
1 Pictogram Flitser uit 2 Pictogram Video-opname 3 Kaart/intern geheugen 4 Beschikbare opnametijd
2 Druk op de ontspanknop.
De opname begint. De flitserstatus-LED knippert tijdens het opnemen. Met de digitale zoom kunt u het opnamegebied wijzigen door op de Zoom/
x : vergroot het onderwerp. w : vergroot het gebied dat wordt vastgelegd door de camera.
w/x knop te drukken.
3 Druk op de ontspanknop.
De opname stopt en de flitserstatus-LED gaat uit.
• In de videofunctie werkt de flitser niet.
• In de videofunctie zijn continuopnamen niet mogelijk.
• In de videofunctie kan de LCD-monitor niet worden uitgezet.
• In de videofunctie is de scherpstelling vergrendeld.
• Tijdens het maken van opnamen in de videofunctie kan de optische zoom niet worden gebruikt. Maak de beelduitsnede op de LCD-monitor wanneer u de digitale zoom gebruikt.
00:01:23
00:01:23
06/10/2005
06/10/2005
10:25
10:25
54
Video afspelen 1blz. 92
De digitale zoomfunctie uitschakelen 1blz. 57
De ontspanknop ingedrukt houden
De opname start wanneer u de ontspanknop langer dan een seconde ingedrukt houdt. Er worden video-opnamen gemaakt zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. Het opnemen stopt zodra u de ontspanknop loslaat.
4
Opnamen maken
55
1
De zoom gebruiken
Met de zoom kunt u het opnamegebied wijzigen.
4
1 Druk op de Zoom/w/x knop in
Opnamen maken
de opnamestand.
x (tele): maakt het onderwerp groter. w (groothoek): vergroot het gebied dat wordt
vastgelegd door de camera.
De digitale zoomfunctie is standaard ingeschakeld. Wanneer de digitale zoomfunctie is ingeschakeld, kunt u de digitale zoom combineren met de optische zoom voor een maximale vergroting van acht keer. Wanneer u de digitale zoom uitschakelt in het menu “A Rec. Mode” (Opnemen), kunt u opnamen maken met een maximale vergroting van drie keer met de optische zoom.
De zoomstand opslaan 1blz. 82
- d R +
Bereik van digitale zoom
Als de digitale zoom is
ingeschakeld
Zoombalk
Wanneer digitale zoom
is uitgeschakeld
C . H =
44
44
56
U kunt de optische zoom niet gebruiken in de videofunctie.
De digitale zoomfunctie uitschakelen
O K
E x it
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Digital Zoom] met de
vierwegbesturing (23).
3 Selecteer P(uit) met de
vierwegbesturing (45),
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van opnamen.
Wanneer u de LCD-monitor uitschakelt, wordt de digitale zoom uitgeschakeld, zelfs wanneer de digitale zoomfunctie was ingeschakeld.
Frame Rate Digital Zoom
Instant Review Memory Sharpness Saturation
MENU
Rec. Mode
Exit
Exit
30fps
0.5sec
OK
OK
OK
• Bepaal de beelduitsnede op de LCD-monitor wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt.
• De standaardinstelling voor de digitale zoom is O (aan).
De instelling van de digitale zoomfunctie opslaan 1blz. 82
4
Opnamen maken
57
2, 3
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
1
- d R +
C . H =
De zelfontspanner
1 Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (2) om g of
4
Opnamen maken
r weer te geven op de LCD-monitor.
2 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader wordt groen wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
g De zelfontspanner wordt geactiveerd en de
zelfontspanner-LED brandt ongeveer zeven seconden. Ongeveer drie seconden nadat de zelfontspanner-LED begint te knipperen, wordt de opname gemaakt.
r De zelfontspanner wordt geactiveerd en
ongeveer twee seconden nadat de zelfontspanner-LED begint te knipperen, wordt de opname gemaakt.
De scherpstelling kan veranderen wanneer u de camera beweegt terwijl de LED van de zelfontspanner knippert.
• Als u de LCD-monitor aanzet, wordt het aftellen van de seconden weergegeven.
• Als u de zelfontspanner wilt annuleren, drukt u tijdens het aftellen van de seconden op een knop, bijvoorbeeld de MENU-knop.
Opnamen maken van uzelf 1blz. 50
Problemen oplossen: “Niet scherpgesteld op onderwerp”
1blz. 135
06/10/2005
06/10/2005
10:25
10:25
44
58
2, 3
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
1
- d R + . H =
Continu opnamen maken (Continuous Shooting-functie)
Zolang de ontspanknop wordt ingedrukt, worden er doorlopend opnamen gemaakt.
1 Druk in de opnamestand op de
vierwegbesturing (2) om j weer te geven op de LCD-monitor.
2 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader wordt groen wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
06/10/2005
06/10/2005
10:25
10:25
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
Zolang de ontspanknop wordt ingedrukt, worden er doorlopend opnamen gemaakt. Het opnemen stopt zodra u de ontspanknop loslaat.
• U kunt opnamen blijven maken tot het interne geheugen of de SD-geheugenkaart vol is.
• De interval tussen de opnamen hangt af van de instellingen voor [Recorded Pixels] (Opnamepixels) en [Quality Level] (Kwaliteitsniveau).
• Bij de continue-opnamestand werkt de flitser niet.
• Continuopnamen zijn niet mogelijk in de videofunctie, Panorama-assistent en Twee-in-een.
• Bij het maken van de eerste opname worden de scherpstelling, belichting en witbalans vastgehouden in het geheugen.
4
44
Opnamen maken
59
1
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
Afstandbediening E
(Afstandbediening F heeft geen zoomknop.)
3 2
- d R +
C . H =
De (optionele) afstandbediening gebruiken
U kunt de transportstand instellen op afstandbediening en opnamen maken met
4
de (optionele) aafstandbediening voor Pentax-camera’s.
Opnamen maken
De ontvanger voor de afstandbediening bevindt zich aan de voorzijde van de camera. Richt de afstandbediening op het objectief van de camera.
1 Druk in de opnamestand op de
vierwegbesturing (2) om geven op de LCD-monitor.
De zelfontspanner-LED knippert langzaam en de camera is gereed voor het maken van de opname.
h weer te
06/10/2005
06/10/2005
2 Druk op de zoomknop om de zoom in te
stellen (bij afstandbediening E).
De zoomstand verandert telkens wanneer de zoomknop wordt ingedrukt en wel in de volgende volgorde: tele midden groothoek
3 Druk de ontspanknop van de afstandbediening in.
h De opname wordt meteen gemaakt. i De zelfontspanner-LED knippert snel en na ongeveer drie seconden
wordt de opname gemaakt.
• De scherpstelling kan veranderen wanneer u de camera beweegt terwijl de LED van de zelfontspanner knippert.
• Wanneer de scherpstelfunctie is ingesteld op Super Macro, verandert de zoomfactor niet.
• De knoppen op de camera kunnen op de normale manier worden gebruikt.
• Zorg ervoor dat de afstandbediening niet meer dan vier meter is verwijderd van de voorkant van de camera.
10:25
10:25
44
60
Levensduur van de batterij voor de afstandbediening
O K
Met de afstandbediening kunt u ongeveer 30.000 signalen naar de camera zenden. Als de batterij moet worden vervangen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Voor het vervangen van de batterij worden kosten in rekening gebracht.
1
5, 6 2, 3
4
Opnamen maken met kleurfilters (Digital Filter-functie)
U kunt opnamen maken met digitale filters in een aantal verschillende kleuren, bijvoorbeeld rood, blauw en groen.
1 Zet de functiekiezer op +. 2 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het scherm voor keuze van een digitale effectfunctie verschijnt.
3 Kies een kleurfilter met de
vierwegbesturing (2345).
U hebt de keus uit acht kleurfilters: zwart-wit, sepia, rood, blauw, groen, zwart-wit + rood, zwart­wit + groen en zwart-wit + blauw. Bij keuze van een kleurfilter kunt u het effect ervan beoordelen op de LCD-monitor.
Filter
B&W
OK
OK
OK
4 Druk op de OK-knop. 5 Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader wordt groen wanneer de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp.
6 Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
+
4
Opnamen maken
61
1
O K
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
5, 6 2, 3
4
Twee-in-een opnamen maken (Two-in-one-functie)
U kunt twee opeenvolgende opnamen maken en ze naast elkaar plaatsen om er
4
één opname van te maken. De eerste opname wordt de linkerhelft van de nieuwe
Opnamen maken
opname, de tweede opname de rechterhelft.
1 Zet de functiekiezer op +. 2 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het scherm voor keuze van een digitale effectfunctie verschijnt.
3 Selecteer == (twee-in-een) met de
vierwegbesturing (2345).
4 Druk op de OK-knop.
Het scherm voor het maken van de eerste opname verschijnt.
Two-in-One
Shoot area by
halves & join
5 Maak de eerste opname.
Houd de camera zo dat het onderwerp zich op de linkerhelft van het scherm bevindt en druk de ontspanknop in. Wanneer u de eerste opname hebt gemaakt, verschijnt die half transparant in de linkerhelft van het beeld.
06/10/2005
06/10/2005
6 Maak de tweede opname.
Houd de camera zo dat het onderwerp zich op de rechterhelft van het scherm bevindt en druk de ontspanknop in. Wanneer u de tweede opname hebt gemaakt, worden de twee opnamen gecombineerd tot één nieuwe opname en keert het scherm terug naar stap 5.
Om de twee-in-een-functie te annuleren, kiest u een andere functie.
Shoot
2nd half
06/10/2005
06/10/2005
OK
OK
OK
Shoot
1st half
10:25
10:25
10:25
10:25
+
44
44
62
1
O K
S e t sh if t d i re ct io n
6, 7
2, 3, 5
4, 8
+
Panoramaopnamen maken (Panorama Assist-functie)
U kunt een aantal opnamen maken en die samenvoegen tot een panorama. Hiervoor hebt u de panoramasoftware nodig (ACDSee for PENTAX) die op de CD-ROM (S-SW32) bij de camera is geleverd, en een computer. Met de Panorama-assistent kunt u de randen van de opnamen elkaar laten overlappen, zodat ze later makkelijker kunnen worden samengevoegd tot een panorama.
1 Zet de functiekiezer op +. 2 Druk op de vierwegbesturing (3).
Het scherm voor keuze van een digitale effectfunctie verschijnt.
3 Selecteer [F (Panorama Assist)] met
de vierwegbesturing(2345).
Panorama Assist
OK
OK
OK
4 Druk op de OK-knop. 5 Gebruik de vierwegbesturing om te
bepalen in welke richting de opnamen worden samengevoegd.
4 De opnamen worden aan de linkerzijde
samengevoegd.
5 De opnamen worden aan de rechterzijde
samengevoegd.
2 De opnamen worden aan de bovenzijde samengevoegd. 3 De opnamen worden aan de onderzijde samengevoegd.
Het voorbeeld laat zien hoe de opnamen worden samengevoegd wanneer u op 5 drukt.
Set shift
Set shift
direction
direction
4
Opnamen maken
63
6 Maak de eerste opname.
Druk de ontspanknop in om de eerste opname te maken. De rechterzijde van de opname verschijnt half transparant links op de LCD-monitor.
7 Beweeg de camera naar rechts en
maak de tweede opname.
Verplaats de camera tot de half-transparante opname en het beeld voor de tweede opname elkaar overlappen en druk op de ontspanknop. Herhaal stap 6 en 7 om eventueel een derde en volgende opnamen te maken.
8 Druk op de OK-knop.
4
Opnamen maken
U keert terug naar stap 5.
Schakel over op een andere functie als u de functie Panorama-assistent wilt annuleren.
• De opnamen kunnen niet door de camera worden samengevoegd. Gebruik hiervoor ACD Photostitcher in de software ACDSee for PENTAX. Raadpleeg “Photosticher” (Blz. 23) in de “ACDSee for PENTAX Gebruikershandleiding” voor aanwijzingen aangaande het maken van panorama’s.
• In de Panorama Assist-functie kunt u geen continuopnamen maken.
111111
OK
101010
OK
64
De opnamefuncties instellen
1
- d R + C . H =
De scherpstelinstelling selecteren
Scherpstelinstelling (Focus Mode)
(geen
pictogram)
Autofocus-functie
Macro-functie
q
Super Macro-functie
r
Infinity-Landscape-
s
functie
Manual Focus-functie
z
1 Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (5).
Bij elke druk op de knop verandert de scherpstelstand en verschijnt het bijbehorende pictogram op de LCD-monitor. De camera is gereed om opnamen te maken met de geselecteerde scherpstelinstelling.
• De standaardinstelling is Autofocus.
• De zoom wordt vastgezet op de middenpositie en in de Super Macro-functie kan alleen de digitale zoom worden gebruikt.
Als de scherpstelfunctie is ingesteld op Macro of Super Macro, dient u de opname op de LCD-monitor te controleren.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het AF-vlak wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. Gebruik deze functie wanneer de afstand tot het onderwerp meer dan 40 cm bedraagt.
Deze functie wordt gebruikt wanneer de afstand tot het onderwerp ca. 18 - 50 cm is. Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, stelt de camera scherp op het onderwerp in de autofocuszone.
Deze functie wordt gebruikt wanneer de afstand tot het onderwerp ca. 6 - 20 cm is. Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, stelt de camera scherp op het onderwerp in de autofocuszone.
Deze functie wordt gebruikt voor het fotograferen van objecten in de verte.
De scherpstelling wordt handmatig ingesteld met de vierwegbesturing.
4
Opnamen maken
65
Handmatig scherpstellen
1 0 :2 5
3m
0. 3 .1 8
0 6 /1 0/ 20 0 5
Wanneer de functie is ingesteld op z, (handmatig scherpstellen), wordt het midden van het beeld op volledige schermgrootte weergegeven op de LCD­monitor. Bij een druk op de vierwegbesturing (23) verschijnt de indicatie op de LCD-monitor. Pas de scherpstelling aan met de vierwegbesturing terwijl u de indicatie op de LCD-monitor controleert (23).
44
Voor scherpstelling veraf
Voor scherpstelling dichterbij
4
Opnamen maken
Nadat de scherpstelling is ingesteld, drukt u op een knop, uitgezonderd de
3m 13m1
0.3
0.3 .18
.18
Indicatie
06/10/2005
06/10/2005
10:25
10:25
vierwegbesturing (23) of haalt u uw vinger van de vierwegbesturing (23). Ongeveer twee seconden later wordt de normale weergave hersteld.
Houd bij het scherpstellen de vierwegbesturing (23) ingedrukt om snel scherp te stellen.
De scherpstelinstelling opslaan 1blz. 82
66
1
- d R + .
De flitsinstelling selecteren
Flitsfuncties (Flash Modes)
(geen
pictogram)
Automatisch
Flitser uit
a
Flitser aan De flitser gaat altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden.
b
Auto + Rode-
c
ogenreductie
Flitser aan + Rode-
d
ogenreductie
• De flitser is uitgeschakeld als de opnamestand is ingesteld op C, als de transportstand is ingesteld op continuopnamen of als de scherpstelfunctie is ingesteld op
• De flitser flitst twee keer; eerst een voorflits dan de hoofdflits voor de opname. (Bij de rode-ogenreductiefunctie is de tijd tussen de voorflitsen en de hoofdflits langer.)
• Effectief flitsbereik (effectief bereik hangt af van de gevoeligheid en de opname­omstandigheden) Groothoek: Ca. 0,2 - 4,9 m
(bij nachtopname: ca. 0,2 - 3,5 m)
Tele: Ca. 0,2 - 2,8 m
(bij nachtopname: ca. 0,2 - 2 m)
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af.
De flitser gaat niet af, ongeacht de lichtomstandigheden. Deze functie is geschikt voor het maken van opnamen in de schemering of in musea e.d., waar flitsfotografie verbonden is.
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt weerkaatst door de ogen van het onderwerp. De flitser gaat automatisch af.
Deze functie zorgt voor vermindering van het rode-ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt weerkaatst door de ogen van het onderwerp. De flitser gaat automatisch af, ongeacht de lichtomstandigheden.
1 Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (4).
Bij elke druk op de knop verandert de flitsfunctie en verschijnt het betreffende pictogram op de LCD-monitor. De camera is gereed om opnamen te maken met de geselecteerde flitsinstelling.
Status van de LED’s voor de scherpstelling en de flitser 1blz. 31
De flitsinstelling opslaan 1blz. 82
H =
4
Opnamen maken
H.
67
O K
E x it
MENU
O K
E x it
2, 3
4
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
1
d R + .
De opnamepixels selecteren
U kunt het aantal opnamepixels selecteren: [2304×1728], [2048×1536], [1600×1200], [1024×768] of [640×480].
4
Hoe meer pixels er zijn, des te groter de opname en het opnamebestand.
Opnamen maken
De hoeveelheid gegevens hangt ook van de ingestelde kwaliteit (1blz. 69).
Opnamepixels
2304×1728
2048×1536
1600×1200
1024×768
640×480
Fotoafdrukken van hoge kwaliteit, afdrukken op A4-formaat of groter, bewerken of vervaardigen van afbeeldingen e.d.
Afdrukken op briefkaartformaat Gebruik op Internet/e-mail, e.d.
Hogere kwaliteit
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Recorded Pixels]
(Opnamepixels) met de vierwegbesturing (23).
3 Wijzig het aantal met de
vierwegbesturing (45).
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
• Bij de videofunctie is het aantal opnamepixels vast ingesteld op [320×240].
• Selectie van een groter aantal pixels resulteert in scherpere fotoafdrukken.
• De instelling van het aantal opnamepixels wordt bij uitschakeling van de camera opgeslagen.
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
Auto
OK
Multi
OK
OK
OK
H =
2304
AWB
Auto
OK
OK
68
Opnamepixels en kwaliteit 1blz. 23
O K
E x it
MENU
O K
E x it
2, 3
4
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
Auto
OK
OK
OK
1
d R + . H =
Het kwaliteitsniveau selecteren
U kunt de mate van compressie voor opnamen instellen. Hoe meer sterren, des te hoger de kwaliteit en des te groter de hoeveelheid opnamegegevens. Ook de instelling van de opnamepixels is van invloed op de hoeveelheid opnamegegevens (1blz. 68).
Kwaliteitsniveaus
C Best Laagste compressiefactor. Geschikt voor fotoafdrukken.
D Beter
E Goed
Standaard compressiefactor. Geschikt voor weergave van opnamen op het beeldscherm van een computer.
Hoogste compressiefactor. Geschikt om als bijlage bij e-mailberichten te gebruiken of voor het maken van websites.
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Quality Level]
(Kwaliteitsniveau) met de vierwegbesturing (23).
3 Wijzig het kwaliteitsniveau met
de vierwegbesturing (45).
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
Auto
OK
OK
OK
4
Opnamen maken
De instelling van het kwaliteitsniveau wordt bij uitschakelen van de camera opgeslagen.
Opnamepixels en kwaliteit 1blz. 23
69
O K
E x it
1
O K
E x it
MENU
3, 4
Rec. Mode
Image Quality
Recorded pixels: 2304x1728 (4M) Quality level:
MENU
Exit
Exit
5 2
De opnamekwaliteit selecteren
U kunt de opnamepixels en de kwaliteit gezamenlijk instellen in de Auto Select-
4
functie. Hierna wordt de combinatie van opnamepixels en kwaliteit aangegeven
Opnamen maken
voor elke instelling.
Opnamekwaliteit
Instelling Opnamepixels Kwaliteit
Superior 2304×1728 C 4M Super 2304×1728 D 4M Normaal 2048×1536 D 3M
Economy 640×480 D 0,3M
* De letter M staat voor megapixel. 1 Megapixel is 1 miljoen pixels.
Aantal pixels*
Toepassing
Fotoafdrukken van hoge kwaliteit, afdrukken op A4-formaat of groter, bewerken of vervaardigen van afbeeldingen e.d.
Afdrukken op briefkaartformaat Gebruik van Internet/e-mail e.d.
Hogere kwaliteit
1 Zet de functiekiezer op -. 2 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
3 Selecteer [Image Quality] met
de vierwegbesturing (23).
4 Wijzig de instelling met de
vierwegbesturing (45).
5 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Rec. Mode
Image Quality
Recorded pixels: 2304x1728 (4M) Quality level:
MENU
Exit
Exit
Superior
OK
OK
OK
Superior
OK
OK
OK
-
70
De functie [Image Quality] (Opnamekwaliteit) is alleen beschikbaar in de functie - (Auto Select). In andere functies worden de opnamepixels en het kwaliteitsniveau afzonderlijk ingesteld. (1blz. 68, 69)
O K
E x it
MENU
O K
E x it
2, 3, 4
5
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
Auto
OK
OK
OK
1
R + C .
De witbalans aanpassen
De kleur van een onderwerp hangt af van de lichtbron. De kleur van een wit onderwerp is onder natuurlijk licht anders dan onder kunstlicht. De witbalans wordt gebruikt om de weergave van wit aan te passen aan de lichtbron.
Witbalans
Automatisch De camera past de witbalans automatisch aan.
F
Daglicht Gebruik deze functie bij het maken van buitenopnamen in de zon.
G
H
I
J
K
Schaduw
Lamplicht
TL-licht
Handmatig
Gebruik deze functie bij het maken van buitenopnamen in de schaduw.
Gebruik deze functie voor het maken van opnamen onder gloeilamp- of halogeenlicht.
Gebruik deze functie voor het maken van opnamen onder TL-licht e.d.
Gebruik deze functie voor het maken van opnamen waarbij u de witbalans handmatig wilt aanpassen.
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [White Balance] (Witbalans) met
de vierwegbesturing (23).
3 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [White Balance] verschijnt.
White Balance
AWB
4 Wijzig de instelling met de
vierwegbesturing (23).
5 Druk twee keer op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
De witbalans opslaan 1blz. 82
MENU
Exit
Exit
OK
OK
OK
4
Opnamen maken
71
Handmatige instelling
A d ju st
E x it
Leg een wit oppervlak, bijvoorbeeld een vel wit papier, voor de camera om de witbalans aan te passen.
1 Selecteer [K] (handmatig) op het scherm [White Balance]. 2 Richt de camera op het witte materiaal,
zodat dit het kader van de LCD monitor vult.
White Balance
AWB
3 Druk op de OK-knop.
De witbalans wordt automatisch aangepast. Tijdens het aanpassen verschijnt [Adjusting] op de LCD-monitor. Wanneer het aanpassen gereed is, verschijnt [Complete] op de LCD-monitor en komt het menuscherm weer terug.
4
4 Druk op de OK-knop.
Opnamen maken
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Wijzigingen in de instelling van de witbalans zijn ongeldig in de functies d, H en =.
MENU
Exit
Exit
OK
Adjust
Adjust
72
O K
E x it
MENU
O K
E x it
2, 3
4
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
1
Het scherpstelvlak wijzigen
U kunt het autofocusvlak wijzigen (AF-vlak).
AF-vlak
Dit is de standaardinstelling. De camera controleert diverse punten in een grotere zone
Multi
van de opname om te zorgen dat op het hoofdonderwerp wordt scherpgesteld.
De camera stelt scherp op een klein vlak in het midden van het scherm. Deze optie is
Spot
ideaal voor exacte scherpstelling op een bepaald deel van het onderwerp.
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Focusing Area] met
de vierwegbesturing (23).
3 Wijzig de instelling met
de vierwegbesturing (45).
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl [Multi] is geselecteerd voor het scherpstelvlak, licht het scherpstelkader op bij het scherpstelvlak.
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
2304
AWB
Multi
Auto
Exit
Exit
OK
OK
OK
d R + . H =
Rec. Mode
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
Auto
OK
OK
OK
4
Opnamen maken
Controleer het scherpstelvlak altijd op de LCD-monitor wanneer u het autofocusvlak gebruikt om scherp te stellen op het onderwerp.
De instelling van het AF-vlak opslaan 1blz. 82
73
O K
E x it
MENU
O K
E x it
2, 3
4
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
1
d R +
C . H =
De lichtmeetmethode instellen om de belichting te bepalen (AE Metering)
U kunt kiezen welk deel van het scherm wordt gebruikt om het licht te meten en
4
de belichting te bepalen.
Opnamen maken
Functies voor lichtmeting bij automatische belichting
Meervelds De belichting wordt bepaald op basis van het volledige scherm.
L
M
N
Met nadruk op het midden
Spot
De belichting wordt hoofdzakelijk bepaald op basis van het midden van het scherm.
De belichting wordt uitsluitend bepaald op basis van het kleine veld in het midden van het scherm.
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [AE Metering] met
de vierwegbesturing (23).
3 Wijzig de lichtmeetfunctie met
de vierwegbesturing (45).
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
Auto
OK
Multi
OK
OK
OK
2304
AWB
Auto
OK
OK
74
De functie voor lichtmeting bij automatische belichting opslaan 1blz. 82
O K
E x it
MENU
O K
E x it
2, 3
4
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
1
d R + . H =
De gevoeligheid instellen (Sensitivity)
U kunt de gevoeligheid selecteren op basis van het omgevingslicht.
Gevoeligheid
Automatisch
Automatische instelling in een bereik van ISO 50 tot 400 (50 tot 200 bij nachtopnamefunctie).
• Bij een lagere gevoeligheid wordt de opname scherper en bevat deze minder ruis.
50
100
200
400
Bij weinig licht neemt de sluitertijd toe.
• Bij een hogere gevoeligheid is er een relatief korte sluitertijd bij slechte lichtomstandigheden, zodat bewegingen van de camera slechts een beperkte invloed op de opnamekwaliteit hebben. Opnamen kunnen echter wel ruis (vlekken) bevatten.
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Sensitivity] (Gevoeligheid)
met de vierwegbesturing (23).
3 Wijzig de gevoeligheid met
de vierwegbesturing (45).
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
Auto
OK
Multi
OK
OK
OK
2304
AWB
Auto
OK
OK
4
Opnamen maken
De gevoeligheid opslaan 1blz. 82
75
O K
E x it
MENU
O K
E x it
2, 3
4
1
De beeldsnelheid instellen (Frame Rate)
U kunt kiezen tussen 30 of 15 bps (beeldjes per seconde).
4
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
Opnamen maken
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Frame Rate] (Beeldsnelheid)
met de vierwegbesturing (23).
3 Wijzig de beeldsnelheid met
de vierwegbesturing (45).
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
De instelling van de beeldsnelheid wordt bij uitschakeling van de camera opgeslagen.
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
Rec. Mode
Frame Rate Digital Zoom Instant Review Memory Sharpness Saturation
MENU
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
Auto
OK
30fps
0.5sec
OK
OK
OK
OK
OK
C
76
O K
E x it
MENU
O K
E x it
2, 3
4
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
Auto
OK
OK
OK
1
d R + . H =
De tijd voor de M instellen (Instant Review)
U kunt de tijd voor de Momentcontrole instellen: 0,5 s; 1 s; 2 s; 3 s; 5 s en Off (geen weergave).
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Instant Review] met
de vierwegbesturing (23)
3 Wijzig de weergavetijd met
de vierwegbesturing (45).
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
De instelling voor de Momentcontrole wordt bij uitschakeling van de camera opgeslagen.
Rec. Mode
Frame Rate Digital Zoom Instant Review Memory Sharpness Saturation
MENU
Exit
Exit
30fps
0.5sec
OK
OK
OK
4
Opnamen maken
77
O K
E x it
MENU
O K
E x it
2, 3
4
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
1
De opnamescherpte instellen (Sharpness)
U kunt bepalen of de opname scherpe of zachte contouren moet hebben.
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
4
Opnamen maken
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Sharpness] (Scherpte)
met de vierwegbesturing (23).
3 Verander de instelling van
x [normaal] in z [hard (+)] of y [zacht (–)] met de vierwegbesturing (45).
Rec. Mode
Frame Rate Digital Zoom Instant Review Memory Sharpness Saturation
MENU
Exit
Exit
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
• Wijzigingen in de instelling van de scherpte zijn ongeldig in de functies d, H en =.
• De instelling van de opnamescherpte wordt bij uitschakeling van de camera opgeslagen.
2304
AWB
Multi
Auto
OK
OK
OK
R + .
30fps
0.5sec
OK
OK
OK
78
O K
E x it
MENU
O K
E x it
2, 3
4
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
1
De kleurverzadiging instellen (Saturation)
U kunt de kleurverzadiging instellen.
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Saturation]
(Kleurverzadiging) met de vierwegbesturing (23).
3 Wijzig de instelling van x [normaal]
in z [hoog (+)] of y [laag (–)] met de vierwegbesturing (45).
Rec. Mode
Frame Rate Digital Zoom Instant Review Memory Sharpness Saturation
MENU
Exit
Exit
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
• Wijzigingen in de instelling van de kleurverzadiging zijn ongeldig in de functies d, H
en
=.
• De instelling van de kleurverzadiging wordt bij uitschakeling van de camera opgeslagen.
2304
AWB
Multi
Auto
OK
OK
OK
R + .
30fps
0.5sec
OK
OK
OK
4
Opnamen maken
79
O K
E x it
MENU
O K
E x it
2, 3
4
1
Het opnamecontrast instellen (Contrast)
U kunt het opnamecontrast instellen.
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
4
Opnamen maken
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Contrast] met de
vierwegbesturing (23).
3 Wijzig de instelling van x [normaal]
in z [hoog (+)] of y [laag (–)] met de vierwegbesturing (45).
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
• Wijzigingen in de instelling van het contrast zijn ongeldig in de functies d, H en =.
• De instelling van het contrast wordt bij uitschakeling van de camera opgeslagen.
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
Rec. Mode
Contrast EV Compensation
MENU
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
Auto
OK
OK
OK
R + .
0.0
OK
OK
OK
80
O K
E x it
MENU
O K
E x it
2, 3
4
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
Multi
OK
1
d R + C . H =
De belichting corrigeren (EV Compensation)
U kunt de algehele helderheid van de opname aanpassen. Met deze functie kunt u opzettelijk over- of onderbelichte opnamen maken.
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [EV Compensation]
(Belichtingscorrectie) met de vierwegbesturing (23).
Rec. Mode
Contrast EV Compensation
3 Wijzig de LW-instelling met
de vierwegbesturing (45).
Voor een lichtere opname stelt u een positieve (+) waarde in. Voor een donkerdere opname stelt u een negatieve (–) waarde in. U kunt een belichtingscorrectiewaarde kiezen tussen –2,0 en +2,0 LW in stappen van 1/3 LW.
MENU
Exit
Exit
4 Druk op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
2304
AWB
Auto
OK
OK
0.0
OK
OK
OK
4
Opnamen maken
Een belichtingscorrectie wordt vastgelegd op de vierwegbesturing (45) in de standaardinstellingen van de functie Fn Setting in de opnamestand. ( instelling kan worden gewijzigd met de vierwegbesturing ( knop 0.
De belichtingscorrectiewaarde opslaan 1blz. 82
45) wanneer u drukt op de
1blz. 128) De LW-
81
De instellingen opslaan
De menuonderdelen opslaan (Memory)
U kunt bepalen of de ingestelde waarden moeten worden opgeslagen bij uitschakeling van de camera. Als u O (aan) kiest, worden de instellingen opgeslagen met de status die ze hebben op het moment dat de camera wordt uitgezet. Als u P (uit) kiest, worden de standaardinstellingen hersteld bij uitschakeling van de camera.
Onderdeel Beschrijving
Flash De ingestelde flitsfunctie voor de knop
White Balance
4
Opnamen maken
EV Compensation
Focusing Area
AE Metering
Sensitivity
Digital Zoom
Focus Mode
Zoom Position
MF De handmatige scherpstelpositie wordt opgeslagen.
DISPLAY De weergavemodus voor de LCD-monitor wordt opgeslagen.
File #
De instelling van [White Balance] in het menu [A Rec. Mode] wordt opgeslagen.
De instelling van [EV Compensation] in het menu [A Rec. Mode] wordt opgeslagen.
De instelling van [Focusing Area] in het menu [A Rec. Mode] wordt opgeslagen.
De instelling van [AE Metering] in het menu [A Rec. Mode] wordt opgeslagen.
De instelling van [Sensitivity] in het menu [A Rec. Mode] wordt opgeslagen.
De instelling van [Digital Zoom] in het menu [A Rec. Mode] wordt opgeslagen.
De instelling van de scherpstelstand op de knop opgeslagen.
De positie van de optische zoom op de zoomknop wordt opgeslagen.
Het bestandsnummer wordt opgeslagen. Als er een nieuwe SD-geheugenkaart wordt geplaatst, wordt het eerstvolgende bestandsnummer toegewezen.
b wordt opgeslagen.
) wordt
Standaard
-instelling
O
P
P
P
P
P
O
P
P
P P
O
82
• Menuonderdelen die niet zijn opgenomen in [Memory], worden opgeslagen met de instellingen die zijn geselecteerd in de menu’s voor de desbetreffende functie wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
• De instelling voor de zoompositie in het digitale zoombereik wordt niet opgeslagen, ook niet als [Zoom Position] is ingesteld op
• Als [MF] wordt ingesteld op O (aan), wordt gelijktijdig [Zoom Position] ingesteld op O (aan). [Zoom Position] kan ook onafhankelijk van [MF] worden ingesteld op O (aan).
O (aan) in [Memory].
O K
E x it
MENU
O K
E x it
O K
E x it
2, 3, 4, 5
6
Rec. Mode
Recorded Pixels Quality Level White Balance Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
1
1 Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
Het menu [A Rec. Mode] verschijnt.
2 Selecteer [Memory] met
de vierwegbesturing (23).
3 Druk op de vierwegbesturing (5).
Het menu [Memory] verschijnt.
4 Kies een onderdeel met
de vierwegbesturing (23).
5 Selecteer O (aan) of P (uit) met
de vierwegbesturing (45).
6 Druk twee keer op de OK-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Frame Rate Digital Zoom Instant Review Memory Sharpness Saturation
MENU
Memory
Flash White Balance EV Compensation Focusing Area AE Metering Sensitivity
MENU
Exit
Exit
Rec. Mode
Exit
Exit
Exit
Exit
2304
AWB
Multi
Auto
OK
30fps
0.5sec
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
4
Opnamen maken
83
Geluid opnemen en afspelen
0 :
1 :2222
01:30:22
S t ar t
Geluid opnemen (Geluidsopnamestand)
U kunt geluid opnemen. De beschikbare opnametijd die op de LCD-monitor verschijnt, is afhankelijk van de beschikbare ruimte op de SD-geheugenkaart of in het interne geheugen.
2, 3
1 Zet de functiekiezer op O en druk op de aan/uit-knop.
5
Geluid opnemen en afspelen
De beschikbare opnametijd verschijnt op de LCD-monitor.
1 Resterende opnametijd 2 Duur van de opname
2 Druk op de ontspanknop.
De opname begint. De zelfontspanner-LED en de flitserstatus-LED knipperen tijdens het opnemen.
3 Druk op de ontspanknop.
De opname stopt. De resterende opnametijd verschijnt.
4 Als u de geluidsopnamestand wilt
afsluiten, zet u de camera uit.
• Geluid wordt opgeslagen in WAVE-bestanden (mono).
• De microfoon bevindt zich aan de voorzijde van de camera. Richt de camera om geluiden zo goed mogelijk op te nemen.
4
1
Luidspreker
Microfoon
000:
01:
00 : 01 : 22
SHUTTER
2
1
01:30:22
01:30:22
Start
Start
84
Geluid afspelen
10 0-0 012
1 0 :2 5
0 :
1 :4141
0 :
3 :2525
0 6 /1 0/ 20 0 5
U kunt de geluidsopname afspelen die is gemaakt in de geluidsopnamestand.
1, 5
2, 3, 4
1 Druk op de Q Weergaveknop. 2 Kies met de vierwegbesturing (45)
de geluidsopname die u wilt afspelen.
3 Druk op de vierwegbesturing (2).
Het afspelen begint.
• Tijdens het afspelen kunnen de volgende handelingen worden verricht.
Vierwegbesturing (2) Afspelen onderbreken Zoom/f/y knop (x) Volume verhogen Zoom/f/y knop (w) Volume verlagen
4 Druk op de vierwegbesturing (3).
Afspelen stoppen
5 Druk op de Q Weergaveknop.
De geluidsopnamestand wordt weer geactiveerd.
Afspeeltijd
00:
01:
00 : 01 : 41
00:
03:
00 : 03 : 25
06/10/2005
06/10/2005
Opnameduur
100-0012
100-0012
10:25
10:25
5
Geluid opnemen en afspelen
Als de weergavestand wordt geactiveerd vanuit een andere opnamefunctie dan de geluidsopnamestand, gaat de camera in stap 5 terug naar de opnamestand. Om nieuwe gegevens op te nemen, zet u de functiekiezer op O.
85
Geluid (gesproken memo) toevoegen
1 0 0- 00 04
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
aan opnamen
U kunt geluid (een gesproken memo) toevoegen aan een opname.
1
2, 3
Een gesproken memo opnemen
1 Activeer de weergavestand en kies met
5
Geluid opnemen en afspelen
de vierwegbesturing (45) de opname waaraan u een gesproken memo wilt toevoegen.
Als er geen gesproken memo is toegevoegd aan de weergegeven opname, verschijnt O op de bedieningsaanwijzing voor de vierwegbesturing op de LCD-monitor.
2 Druk op de OK-knop.
Het opnemen van het memo start. U kunt maximaal 30 seconden opnemen.
3 Druk op de OK-knop.
Het opnemen van het memo stopt.
100-0004
100-0004
06/10/2005
06/10/2005
10:25
10:25
Bedieningsaanwijzing voor
de vierwegbesturing
86
O K
E x it
MENU
2, 3
4
Playback
Protect DPOF Slideshow Resize Image/Sound Copy Digital Filter
MENU
Exit
Exit
OK
3sec
OK
OK
1
De functie voor opnemen van een gesproken memo instellen
U kunt de camera zo instellen dat er geen geluid wordt opgenomen tijdens het weergeven van foto’s, om te voorkomen dat er gesproken memo’s worden opgenomen.
1 Druk op de MENU-knop in de weergavestand.
Het menu [Q Playback] verschijnt.
2
Selecteer [ met de vierwegbesturing (
Record Voice Memo
23
] (Gesproken memo opnemen)
).
3 Selecteer [On] of [Off] met de vierwegbesturing (45).
On (Aan): Er kunnen gesproken memo’s worden opgenomen tijdens
Off (Uit): Er kunnen geen gesproken memo’s worden opgenomen tijdens
het weergeven van foto’s (standaardinstelling).
het weergeven van foto’s.
4 Druk op de OK-knop.
U kunt nu opnamen maken of weergeven met de camera.
Wanneer het opnemen van een gesproken memo is uitgeschakeld, wordt O niet weergegeven tijdens de weergave van foto’s.
5
Geluid opnemen en afspelen
87
Een gesproken memo afspelen
1 0 0- 00 04
1 0 :2 5
2 0 05 /0 6/ 1 0
0 5 se c
1 Stel de weergavestand in en kies met
de vierwegbesturing (45) de opname met het gesproken memo dat u wilt afspelen.
Als U verschijnt, is er een gesproken memo
5
Geluid opnemen en afspelen
opgenomen bij de weergegeven opname.
2 Druk op de vierwegbesturing (2).
Het gesproken memo wordt weergegeven.
3 Druk op de vierwegbesturing (3).
De weergave van het gesproken memo stopt.
Een gesproken memo wissen 1blz. 97
.
U kunt slechts één memo toevoegen aan een opname. Wis het oude memo om een nieuw memo op te nemen. (1blz. 97)
U kunt geen gesproken memo toevoegen aan beveiligde (Z) opnamen.
1, 2, 3
100-0004
100-0004
05sec
05sec
2005/06/10
2005/06/10
10:25
10:25
88
Memo
5
Geluid opnemen en afspelen
89
Weergeven, wissen en bewerken
x 1 . 8
Opnamen weergeven
Q Weergaveknop
2
1
3
Foto’s weergeven
Druk op de Q Weergaveknop. Zie “Opnamen weergeven” (p.32) voor aanwijzingen.
Zoomweergave
U kunt opnamen bij de weergave tot 12 keer vergroten. Tijdens de vergroting verschijnt op de LCD-monitor een bedieningsaanwijzing.
6
1 Activeer de weergavestand en kies met de vierwegbesturing
Weergeven, wissen en bewerken
(45) de opname die u wilt uitvergroten.
2 Druk op x/y op de Zoom /f/y knop.
De opname wordt vergroot (1 - 12×). Als u de knop ingedrukt houdt, verandert de vergroting doorlopend.
x1.8
x1.8
Bij weergave van een vergrote opname kunnen de volgende handelingen worden verricht.
Vierwegbesturing (2345) Wijzigt het gebied
Zoom/f/y knop (x) Maakt de opname groter. Zoom/f/y knop (w) Maakt de opname kleiner.
3 Druk op de MENU-knop.
De zoomweergave stopt.
• Filmopnamen kunnen niet worden uitvergroot.
• Bij een druk op de Q Weergaveknop wordt de opnamestand niet geactiveerd
wanneer de camera is ingeschakeld in de stand Alleen Weergeven. Zet de camera uit en daarna weer aan.
90
dat moet worden vergroot.
O K
E x it
MENU
2, 3
4
Playback
Protect DPOF Slideshow Resize Image/Sound Copy Digital Filter
MENU
Exit
Exit
1
De functie Quick Zoom (Snel zoomen) instellen
U kunt de opname maximaal uitvergroot weergeven door tijdens de zoomweergave één keer op de Zoom/f/y knop te drukken.
1 Druk op de MENU-knop in de weergavestand.
Het menu [Q Playback] verschijnt.
2
Selecteer [
Quick Zoom
] met de vierwegbesturing (23).
3 Selecteer [On] of [Off] met de vierwegbesturing (45).
On (aan): Bij één druk op x/y op de Zoom/f/y knop verschijnt de opname
Off (uit): Bij één druk op x/y op de Zoom/f/y knop wordt de opname
met de maximale vergroting
stapsgewijs uitvergroot
4 Druk op de OK-knop.
U kunt nu opnamen maken of weergeven met de camera.
OK
3sec
OK
OK
6
Weergeven, wissen en bewerken
91
4
1 0 :2 5
10 0-0 021
0 0: 02 :2 5 0 0: 05 :3 0
0 6 /1 0/ 20 0 5
1, 2, 3
Filmopnamen weergeven
U kunt video-opnamen die u hebt gemaakt weergeven. Tijdens de weergave verschijnt er een bedieningsaanwijzing op de LCD-monitor. Geluid wordt gelijktijdig weergeven.
1 Activeer de weergavestand en kies met de vierwegbesturing
(45) de video die u wilt weergeven.
2 Druk op de vierwegbesturing (2).
Het afspelen begint.
6
Weergeven, wissen en bewerken
• Tijdens het afspelen kunnen de volgende
handelingen worden verricht.
Vierwegbesturing (4) Achteruit weergeven Vierwegbesturing (5) Vooruit weergeven Vierwegbesturing (2)Pauze Zoomknop w/x Volume wijzigen
• Als Pauze is ing eschakeld, kunnen de volgende
handelingen worden verricht.
Vierwegbesturing (4) Eén beeldje terug Vierwegbesturing (5) Eén beeldje vooruit Vierwegbesturing (2) Schakelt de pauzefunctie uit
Afspeeltijd
Opnameduur
3 Druk op de vierwegbesturing (3).
De weergave stopt en het scherm voor het starten van de weergave verschijnt weer.
4 Druk op de Q Weergaveknop.
De opnamestand wordt geactiveerd.
100-0021
100-0021
00:02:25
00:02:25 00:05:30
00:05:30
06/10/2005
06/10/2005
10:25
10:25
92
Opnamegegevens weergeven in de weergavestand
1 0 0- 00 04
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
AWB
2304
AUTO
1 0 0- 00 04
F 2 .6
1/30
1 0 :2 5
0 6 /1 0/ 20 0 5
In de weergavestand kunnen opnamegegevens worden weergegeven op de LCD-monitor. Met de DISPLAY-knop kan de weergavefunctie worden gewijzigd.
Normale weergave
Er worden opnamegegevens weergegeven.
1 Pictogram voor beveiliging 2 Pictogram voor gesproken memo 3 Mapnaam en bestandsnaam 4 Pictogram kaart/intern geheugen 5 Bedieningsaanwijzing voor de vierwegbesturing 6 Opnamedatum en -tijd 7 Indicatie batterijniveau
1
100-0004
100-0004
06/10/2005
06/10/2005
10:25
10:25
675
42 3
Histogramweergave
De helderheidsverdeling van de opname wordt weergegeven. Langs de horizontale as van het histogram staat de helderheid (donkerst aan de linkerkant en lichtst aan de rechterkant) en langs de verticale as het aantal pixels.
1 Sensitivity 2 Recorded pixels 3 Quality 4 White balance 5 Histogram 6 Shutter speed 7 Aperture 8 AE metering
Geen pictogrammen
Er worden geen opnamegegevens weergegeven.
1/30
1/30 F2.6
F2.6
De weergavemodus opslaan 1blz. 82
21 3 4
2304
2304
AWB
AWB AUTO
AUTO
5678
Normale weergave
100-0004
100-0004
06/10/2005
06/10/2005
10:25
10:25
6
Weergeven, wissen en bewerken
93
2, 3
1
Weergave van negen opnamen tegelijk
U kunt negen opnamen tegelijk weergeven.
1 Activeer de weergavestand en kies met de vierwegbesturing
(45) een opname.
2 Druk op w/f op de Zoom/f/y knop.
Er verschijnen negen opnamen. Kies een opname met de vierwegbesturing (2345). Wanneer er tien of meer opnamen zijn opgeslagen, verschijnen de vorige negen opnamen
6
Weergeven, wissen en bewerken
bij een druk op de vierwegbesturing (4) terwijl opname is geselecteerd. Bij een druk op de vierwegbesturing (5) terwijl opname is geselecteerd, verschijnen de volgende negen opnamen.
1
2
1
Geselecteerde opname
3 Druk op w/f of x/y op de Zoom/f/y knop.
Op het scherm verschijnt weer de volledige weergave van de geselecteerde opname. Als u drukt op de knop opname weer op het volledige scherm.
Als u op de wisknop i drukt bij selectie van een opname, verschijnt het scherm Delete (Wissen).
Q, 0, OK of DISPLAY, verschijnt de geselecteerde
100-0017
2
94
1, 3, 4
O K
E x it
5
2
Diavoorstelling
U kunt alle opnamen op de SD-geheugenkaart of in het interne geheugen doorlopend weergeven.
1 Activeer de weergavestand en kies met de vierwegbesturing
(45) de opname waarmee de diavoorstelling moet beginnen.
2 Druk op de MENU-knop.
Het menu [Q Playback] verschijnt.
3 Selecteer [Slideshow]
(Diavoorstelling) met de vierwegbesturing (23).
4 Wijzig het weergave-interval met
Playback
Protect DPOF Slideshow Resize Image/Sound Copy Digital Filter
MENU
Exit
Exit
OK
3sec
OK
OK
de vierwegbesturing (45).
De volgende intervallen zijn mogelijk: 3, 5, 10, 20 of 30 s.
5 Druk op de OK-knop.
Op de LCD-monitor verschijnt [Start] en de weergave start met het ingestelde interval. Druk op een knop, bijvoorbeeld de OK-knop of de MENU-knop, om de diavoorstelling te stoppen. Op de LCD-monitor verschijnt [Stop].
• De diavoorstelling gaat verder totdat u op een knop drukt.
• Video-opnamen en opnamen met een gesproken memo worden volledig afgespeeld
voordat de volgende opname wordt weergegeven, ongeacht het ingestelde weergave-interval.
• Opnamen die met de geluidsopnamestand zijn gemaakt, worden niet weergegeven.
6
Weergeven, wissen en bewerken
95
Wissen
O K
E x it
A l l
2
1, 3
4
Afzonderlijke opnamen of geluiden wissen
U kunt afzonderlijke opnamen of geluidsopnamen wissen.
• Als opnamen eenmaal zijn gewist, kunnen ze niet meer worden teruggehaald.
• Het scherm Delete wordt niet weergegeven voor beveiligde opnamen. (1blz. 99)
1 Activeer de weergavestand en kies met de vierwegbesturing
6
Weergeven, wissen en bewerken
(45) de opname of geluidsopname die u wilt wissen.
2 Druk op de wisknop i.
Het scherm voor het wissen van opnamen verschijnt.
3 Selecteer [Delete] met
de vierwegbesturing (2).
4 Druk op de OK-knop.
De opname of geluidsopname wordt gewist.
MENU
All
All
Exit
Exit
Delete Cancel
OK
OK
OK
• U kunt opnamen ook wissen vanuit de Momentcontrole (1blz. 77). Dit kan echter niet
wanneer de weergavetijd is ingesteld op 0,5 s.
• U kunt ook opnamen wissen in de weergave van negen opnamen (1blz. 94).
Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist. (1blz. 99)
• Als [Quick Delete] (Snel wissen) is ingeschakeld in het menu [
stap 3 overslaan. (1blz. 97)
96
Q Playback], kunt u
Alleen een gesproken memo wissen
O K
E x it
A l l
Als een opname een gesproken memo heeft, kunt u het memo wissen zonder de opname te wissen.
1 Activeer de weergavestand en kies met de vierwegbesturing
(45) de opname met het gesproken memo dat u wilt wissen.
2 Druk op de wisknop i.
Het scherm voor het wissen van opnamen verschijnt.
3 Selecteer [Sound Deletion] (Geluid
wissen) met de vierwegbesturing (2).
4 Druk op de OK-knop.
Het gesproken memo wordt gewist.
Als u zowel de opname als het ingesproken memo wilt wissen, selecteert u [Delete] in stap 3 van de bovenstaande procedure.
Sound Deletion
All
All
MENU
Exit
Exit
Delete Cancel
OK
OK
OK
De functie Quick Delete (snel wissen) instellen
Wanneer u de functie Quick Delete hebt ingeschakeld, verschijnt het scherm voor verwijderen met [Delete] of [Delete All] reeds geselecteerd.
1 Druk op de MENU-knop in de weergavestand.
Het menu [Q Playback] verschijnt.
2
Selecteer [Quick Delete] met de vierwegbesturing (23).
3 Selecteer [On] of [Off] met de vierwegbesturing (45). 4 Druk op de OK-knop.
U kunt nu opnamen maken of weergeven met de camera.
6
Weergeven, wissen en bewerken
97
1
D e le te a ll i ma ge s
a n d so un ds
O K
E x it
2
3
Alle opnamen wissen
U kunt alle foto- en geluidsopnamen in één keer wissen.
• Als opnamen eenmaal zijn gewist, kunnen ze niet meer worden teruggehaald.
• Beveiligde opnamen en geluidsopnamen kunnen niet worden gewist.
1 Druk in de weergavestand twee keer op de wisknop i.
Het scherm voor het wissen van alle opnamen verschijnt.
2 Selecteer [Delete All] met de vierwegbesturing (2). 3 Druk op de OK-knop.
6
Weergeven, wissen en bewerken
Alle opnamen en geluidsopnamen worden gewist.
MENU
U kunt opnamen ook wissen vanuit de momentcontrole (1blz. 77).
Delete all images
Delete all images
Exit
Exit
and sounds
and sounds
Delete All
Cancel
OK
OK
OK
98
Loading...