Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen alvorens dit apparaat in gebruik te
nemen.
VQT2N49
Page 2
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING:
OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN
OF BESCHADIGING TE VOORKOMEN
≥
DIENT U DIT APPARAAT NIET BLOOT
TE STELLEN AAN REGEN, VOCHT
OF OPSPATTEND WATER EN DIENT
U GEEN MET VLOEISTOF GEVULDE
VOORWERPEN, ZOALS EEN VAAS,
OP DE APPARATUUR TE PLAATSEN.
≥ DIENT U ALLEEN DE AANBEVOLEN
ACCESSOIRES TE GEBRUIKEN.
≥
MAG U DE KAP (OF DE
ACHTERZIJDE) NIET VERWIJDEREN;
ER BEVINDEN ZICH GEEN
ONDERDELEN IN HET APPARAAT DIE
MOETEN WORDEN ONDERHOUDEN
DOOR DE GEBRUIKER. LAAT HET
APPARAAT ALLEEN REPAREREN
DOOR ERKEND
ONDERHOUDSPERSONEEL.
OPGELET!
≥
PLAATS DEZE UNIT NIET IN EEN
BOEKENKAST, INGEBOUWDE KAST
OF EEN ANDERE AFGESLOTEN
RUIMTE. ZORG ERVOOR DAT HET
TOESTEL IN EEN GOED
GEVENTILEERDE RUIMTE WORDT
GEBRUIKT. OM BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN DOOR
OVERVERHITTING TE VOORKOMEN
DIENT U ERVOOR TE ZORGEN DAT
GORDIJNEN EN ANDERE MATERIALEN
DE VENTILATIEOPENINGEN NIET
VERSPERREN.
≥ BLOKKEER DE
VENTILATIEOPENINGEN VAN HET
TOESTEL NIET MET EEN KRANT,
TAFELKLEED, GORDIJN EN
VERGELIJKBARE VOORWERPEN.
≥ PLAATS GEEN KAARSEN EN
DERGELIJKE OP HET TOESTEL.
≥ DOE BATTERIJEN BIJ HET KLEIN
CHEMISCH AFVAL.
Zorg ervoor dat de wandcontactdoos zich
direct bij de camera bevindt en
gemakkelijk bereikbaar is.
U kunt eventueel gebruik maken van een
verlengsnoer.
Trek het netsnoer uit de contactdoos om
het toestel compleet los te koppelen van
de netvoeding.
Waarschuwing
Brand-, explosie- en verbrandingsgevaar.
Niet demonteren.
De batterijen niet verhitten tot boven de
volgende temperaturen en ze niet verassen.
Knoopbatterij60 oC
Accupak60 oC
∫ EMC ElektroMagnetische
Compatibiliteit
Dit symbool (CE) bevindt zich op de kenplaat.
Gebruik alleen de aanbevolen accessoires.
≥ Gebruik alleen de bijgeleverde AV-
multikabels en USB-kabels.
≥ Als u een losse, algemeen verkrijgbare
kabel gebruikt, let er dan op dat deze
maximaal 3 meter lang is.
≥ Bewaar de geheugenkaart buiten het
bereik van kinderen.
∫ Over de netadapter
De productidentificatie vindt u op de
onderkant van het toestel.
2
VQT2N49
Page 3
∫ Informatie voor gebruikers
Cd
betreffende het verzamelen en
verwijderen van oude
uitrustingen en lege batterijen
Deze symbolen op de
producten, verpakkingen,
en/of begeleidende
documenten betekenen dat
gebruikte elektrische en
elektronische producten en
batterijen niet met het
algemene huishoudelijke
afval gemengd mogen
worden.
Voor een correcte behandeling,
recuperatie en recyclage van oude
producten en lege batterijen moeten zij
naar de bevoegde verzamelpunten
gebracht worden in overeenstemming
met uw nationale wetgeving en de
Richtlijnen 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen correct
te verwijderen draagt u uw steentje bij tot
het beschermen van waardevolle
middelen en tot de preventie van
potentiële negatieve effecten op de
gezondheid van de mens en op het milieu
die anders door een onvakkundige
afvalverwerking zouden kunnen ontstaan.
Voor meer informatie over het
verzamelen en recycleren van oude
producten en batterijen, gelieve contact
op te nemen met uw plaatselijke
gemeente, uw afvalverwijderingsdiensten
of de winkel waar u de goederen gekocht
hebt.
Voor een niet-correcte verwijdering van
dit afval kunnen boetes opgelegd worden
in overeenstemming met de nationale
wetgeving.
Voor zakengebruikers in
de Europese Unie
Indien u elektrische en
elektronische uitrusting wilt
vewijderen, neem dan
contact op met uw dealer
voor meer informatie.
[Informatie over de verwijdering in
andere landen buiten de Europese
Unie]
Deze symbolen zijn enkel geldig in de
Europese Unie. Indien u wenst deze
producten te verwijderen, neem dan
contact op met uw plaatselijke autoriteiten
of dealer, en vraag informatie over de
correcte wijze om deze producten te
verwijderen.
Opmerking over het
batterijensymbool
(beneden twee
voorbeelden):
Dit symbool kan gebruikt
worden in verbinding met
een chemisch symbool. In
dat geval wordt de eis,
vastgelegd door de
Richtlijn voor de betrokken
chemische producten
vervuld.
VQT2N49
3
Page 4
∫ Vrijwaring ten aanzien van
opgenomen inhoud
Panasonic aanvaart geen aansprakelijkheid
voor schade die direct of indirect het gevolg
zijn van enigerlei probleem dat leidt tot
verlies van opgenomen of bewerkt
materiaal, en garandeert niet enig materiaal
in het geval opnemen of bewerken niet goed
functioneert. Op dezelfde manier is het
bovenstaande tevens geldig in gevallen
waarin enigerlei reparatie is uitgevoerd aan
het toestel (inclusief enige andere
component die betrekking heeft op het nietinterne geheugen of de harde schijf).
∫ Hanteren van het intern
geheugen [HDC-TM700]
Dit toestel is uitgerust met een intern
geheugen van 32 GB. Let op de volgende
punten wanneer deze component gebruikt
wordt.
Maak regelmatig een back-up van de
gegevens.
Het interne geheugen is alleen voor tijdelijke
opslag. Om te voorkomen dat gegevens
worden gewist als gevolg van statische
elektriciteit, elektromagnetische golven,
defecten en storingen, maakt u een
reservekopie op een computer of DVD.
(l 103, 111)
≥ Het toegangslampje [ACCESS] (l 9)
brandt wanneer de SD-kaart of het intern
geheugen in gebruik genomen wordt
(initialisatie, opname, afspelen, wissen,
enz.). Verricht de volgende handelingen
niet wanneer het lampje brandt. Deze
kunnen het intern geheugen namelijk
beschadigen of een storing in het toestel
veroorzaken.
jHet toestel uitschakelen (de batterij
verwijderen)
jDe USB-kabel aansluiten of
loskoppelen
jHet toestel blootstellen aan trillingen of
schokken
≥ Dit toestel weggeven of weggooien.
(l 136)
∫ Hanteren van de HDD
[HDC-HS700]
Dit toestel is uitgerust met een interne HDD
van 240 GB. Ofschoon de HDD in staat is
om een grote hoeveelheid gegevens op te
slaan, dient men op enkele zaken te letten.
Let op de volgende punten wanneer deze
component gebruikt wordt.
Stel de HDD niet bloot aan trillingen en
schokken.
Als gevolg van de
omgevingsomstandigheden en
behandelingswijze, kan de harde schijf
worden blootgesteld aan gedeeltelijke
beschadiging, of kan het lezen, opnemen en
afspelen van gegevens onmogelijk worden.
Stel het toestel niet bloot aan trillingen en
schokken, en schakel het toestel niet uit
tijdens het opnemen of afspelen.
Als het toestel wordt gebruikt op een
plaats met hard geluid, zoals in een disco
of bij een evenement, kan de opname
stoppen als gevolg van geluidstrillingen.
Op dergelijke plaatsen adviseren wij u op
te nemen op een SD-kaart.
Maak regelmatig een back-up van de
gegevens.
De harde schijf is alleen voor tijdelijke
opslag. Om te voorkomen dat gegevens
worden gewist als gevolg van statische
elektriciteit, elektromagnetische golven,
defecten en storingen, maakt u een
reservekopie op een computer of DVD.
(l 103, 111)
Indien een afwijking in de HDD
geconstateerd wordt, maak dan
onmiddellijk een back-up van de
gegevens.
Een storing van de harde schijf kan leiden
tot continue ruis of onderbroken geluid
tijdens opnemen of afspelen. Als u de harde
schijf blijft gebruiken, zal de werking
verslechteren en kan de harde schijf
uiteindelijk defect raken. Als deze
symptomen zich voordoen, kopieert u de
gegevens op de harde schijf naar een
computer, DVD, enz., en neemt u contact op
met uw dealer.
Als de harde schijf eenmaal defect is,
kunnen de gegevens niet worden hersteld.
4
VQT2N49
Page 5
De werking kan in een warme of koude
omgeving misschien stoppen.
Het toestel is uitgeschakeld om de harde
schijf te beschermen.
Gebruik het toestel niet bij een lage
atmosfeerdruk.
De harde schijf kan weigeren te functioneren
als deze op 3000 m of grotere hoogte boven
zeeniveau wordt gebruikt.
Vervo er
Als het toestel wordt getransporteerd,
schakelt u het uit en let u erop het toestel
niet te schudden of te stoten.
Valdetectie
[] wordt op het scherm afgebeeld
wanneer een val-situatie wordt vastgesteld
(een gewichtsloze situatie). Als herhaaldelijk
de val-situatie wordt vastgesteld, kan het
apparaat stoppen met opnemen of afspelen
om de harde schijf te beschermen.
≥ Het HDD- toegangslampje
[ACCESS HDD] (l 14) gaat branden
wanneer de HDD in gebruik genomen
wordt (initialisatie, opname, afspelen,
wissen, enz.). Verricht de volgende
handelingen niet wanneer het lampje
brandt. Het kan de HDD beschadigen of
een storing in het toestel veroorzaken.
jHet toestel uitschakelen (de batterij
verwijderen)
jDe USB-kabel aansluiten of
loskoppelen
jHet toestel blootstellen aan trillingen of
schokken
≥ Dit toestel weggeven of weggooien.
(l 136)
∫ Ten behoeve van deze
gebruiksaanwijzing
≥ De SD-geheugenkaart, de SDHC-
geheugenkaart en de SDXCgeheugenkaart worden in de tekst als
“SD-kaart” aangeduid.
≥ Functies die kunnen worden gebruikt voor
het opnemen/afspelen van video’s worden
in deze gebruiksaanwijzing aangegeven
met .
≥ Functies die kunnen worden gebruikt voor
het opnemen/bekijken van foto’s worden
in deze gebruiksaanwijzing aangegeven
met .
≥ Referentiepagina’s worden aangegeven
met een pijl, bijvoorbeeld: l 00
Deze instructies zijn bestemd voor de
modellen , ,
en . De
afbeeldingen kunnen enigszins afwijken
van het origineel.
≥ De illustraties die in deze instructies
opgenomen zijn, tonen het model
, Toch kunnen delen van de
uitleg naar andere modellen verwijzen.
≥ Afhankelijk van het model, zijn sommige
functies niet beschikbaar.
≥ De eigenschappen van de modellen
kunnen verschillen, dus lees de
beschrijvingen aandachtig door.
≥ Misschien zijn niet alle modellen
beschikbaar, afhankelijk van de
verkoopregio.
∫ Kaarten die geschikt zijn voor
dit toestel
SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart
en SDXC-geheugenkaart
≥ Geheugenkaarten van 4 GB of meer, die
geen SDHC-logo hebben, of van 48 GB of
meer die geen SDXC-logo hebben, zijn
niet gebaseerd op de specificaties van
SD-geheugenkaarten.
VoorbereidingenBasisGeavanceerdKopiëren/DubbenMet een computerOverige
VQT2N49
7
Page 8
Accessoires
Controleer de accessoires voordat u de camera gaat gebruiken.
Productnummers zijn correct vanaf februari 2010. Deze kunnen onderhevig zijn aan
veranderingen.
Accu
VW-VBG130
Netadapter
VSK0698
AC-kabel
K2CQ29A00002
DC-kabel
K2GJYDC00004
Afstandsbediening
(Ingebouwde batterij)
N2QAEC000024
AV-multikabel
K1HY12YY0004
USB-kabel
K1HY04YY0032
Tekenpen
VGQ0C14
CD-ROM
Software
CD-ROM
Gebruiksaanwijzing
VFF0612
Lenskap
VDW2053
Schoenadapter
(bijgeleverd voor
HDC-SD700/
HDC-SD707/
HDC-TM700; niet
bijgeleverd voor
HDC-HS700)
VYC0996
draaien in richting van de lens of 90o B
draaien in de richting van de zoeker.
Vanwege beperkingen in LCD-technologie
kunnen op het LCD-scherm een aantal
kleine lichte of donkere vlekjes
voorkomen. Dit is echter geen defect en
heeft geen invloed op de opname.
25 Zoeker (l 24)
Vanwege beperkingen in LCDtechnologie kunnen op het scherm van
de zoeker een aantal kleine lichte of
donkere vlekjes voorkomen. Dit is echter
geen defect en heeft geen invloed op de
opname.
Stel de lengte van de handriem af zodat
deze goed aansluit om uw hand.
1 Draai de riem om.
2 Maak de riem op lengte.
3 Plaats de riem terug.
43 Microfoonaansluiting [MIC]
Een compatibele plug-in microfoon kan
≥
worden aangesloten als externe microfoon.
≥ Het geluid zal stereo (2 ch) zijn bij invoer
vanaf een externe microfoon.
≥ Wanneer de videocamera is aangesloten
met behulp van een netadapter, kan
afhankelijk van het type microfoon soms
geruis hoorbaar zijn. Wij raden u in dit
geval aan over te schakelen op de
bijgeleverde accu, zodat de ruis ophoudt.
44 Hoofdtelefoonaansluiting [] (l 57)
≥ Buitensporige geluidsdruk door gebruik
van oortelefoons en hoofdtelefoons kan
gehoorschade veroorzaken.
draaien in richting van de lens of 90o B
draaien in de richting van de zoeker.
Vanwege beperkingen in LCD-technologie
kunnen op het LCD-scherm een aantal
kleine lichte of donkere vlekjes
voorkomen. Dit is echter geen defect en
heeft geen invloed op de opname.
26 Zoeker (l 24)
Vanwege beperkingen in LCDtechnologie kunnen op het scherm van
de zoeker een aantal kleine lichte of
donkere vlekjes voorkomen. Dit is echter
geen defect en heeft geen invloed op de
opname.
Stel de lengte van de handriem af zodat
deze goed aansluit om uw hand.
1 Draai de riem om.
2 Maak de riem op lengte.
3 Plaats de riem terug.
42 Microfoonaansluiting [MIC]
≥ Een compatibele plug-in microfoon kan
worden aangesloten als externe
microfoon.
≥ Het geluid zal stereo (2 ch) zijn bij invoer
vanaf een externe microfoon.
≥ Wanneer de videocamera is aangesloten
met behulp van een netadapter, kan
afhankelijk van het type microfoon soms
geruis hoorbaar zijn. Wij raden u in dit
geval aan over te schakelen op de
bijgeleverde accu, zodat de ruis ophoudt.
43 Hoofdtelefoonaansluiting [] (l 57)
≥ Buitensporige geluidsdruk door gebruik
van oortelefoons en hoofdtelefoons kan
gehoorschade veroorzaken.
14
VQT2N49
Page 15
Voorbereidingen
Oplaadlampje [CHARGE] A
Brandt:
Opladen (Oplaadtijd van de accu: l 17)
Uit:
Opladen voltooid
Knippert:
Controleer of het toestel correct
aangesloten is (l 137)
Instellingen
Voeding
1
∫ Accu’s die geschikt zijn voor dit toestel
De accu die geschikt is voor dit toestel is VW-VBG130/VW-VBG260/VW-VBG6.
≥ Dit toestel is uitgerust met een functie die de accu’s herkent die kunnen worden
gebruikt, en de accu’s (VW-VBG130/VW-VBG260/VW-VBG6) zijn compatibel met dit
toestel. (De accu’s die niet compatibel zijn volgens deze functie, kunnen niet worden
gebruikt.)
≥ Om de VW-VBG6 met dit toestel te gebruiken, is de kit voor de accuhouder VW-VH04
(optioneel) vereist.
Het blijkt dat in sommige markten namaakaccu’s te koop zijn die sterk lijken op het
originele product. Sommige van deze accu’s zijn niet afdoende beveiligd met
ingebouwde veiligheidsfuncties om te voldoen aan de vereisten van de geldende
veiligheidsnormen. Het is mogelijk dat deze accu’s in brand raken of exploderen. Wij
wijzen u erop dat wij niet aansprakelijk zijn voor enig ongeluk of defect
voortvloeiend uit het gebruik van namaakaccu’s. Om er zeker van te zijn dat u veilige
producten gebruikt, adviseren wij u een originele accu van Panasonic te gebruiken.
Accu opladen
Bij aankoop van dit toestel is de accu nog niet opgeladen. Laad de accu op voordat
u de camera gaat gebruiken.
Belangrijk:
Als de DC-kabel op de netadapter is aangesloten, wordt de accu niet opgeladen.
Verwijder daarvoor eerst de DC-kabel uit de netadapter.
1
Sluit de AC-kabel aan op de netadapter en steek deze in het stopcontact.
2 Plaats de accu in de netadapter door de pijlen uit te lijnen.
15
VQT2N49
Page 16
≥ Wij raden aan om Panasonic accu’s te gebruiken. (l 8, 17, 18, 149)
De accu verwijderen
Zorg ervoor dat u de aan/uit-knop
ingedrukt houdt totdat de
statusindicator uitgaat. Verwijder
daarna de accu, waarbij u het
toestel ondersteunt om te
voorkomen dat het valt.
Beweeg de hendel voor de accuontgrendeling in de richting van
de pijl en verwijder de accu
zodra deze ontgrendeld is.
BATT
A Plaats de accu tot deze vastklikt.
≥ Bij gebruik van andere accu’s, kunnen we de kwaliteit van dit product niet garanderen.
≥ Niet verwarmen of blootstellen aan vuur.
≥ Laat de accu(’s) niet liggen in een voertuig dat gedurende een lange tijd is blootgesteld
aan direct zonlicht met alle portieren en ruiten gesloten.
De accu plaatsen/verwijderen
Plaats de accu door deze in het toestel te steken in de richting
aangegeven in de afbeelding.
OPGELET
Als de knoopbatterij verkeerd wordt
vervangen, bestaat de kans op
ontploffingsgevaar. Vervang de batterij
alleen door hetzelfde type of een
soortgelijk type dat door de fabrikant
wordt aanbevolen. Gebruikte batterijen
dienen overeenkomstig de
fabrieksvoorschriften te worden
weggegooid.
16
VQT2N49
Page 17
Oplaadtijd en Opnametijd
∫ Oplaadtijd/opnametijd
≥ Temperatuur: 25 oC/luchtvochtigheid: 60%
HDC-SD700/HDC-SD707
Modelnummer accu
[Spanning/Capaciteit
(minimum)]
Meegeleverde accu/
VW-VBG130 (optioneel)
[7,2 V/1250 mAh]
VW-VBG260 (optioneel)
[7,2 V/2500 mAh]
VW-VBG6 (optioneel)
[7,2 V/5400 mAh]
Modelnummer accu
[Spanning/Capaciteit
(minimum)]
Meegeleverde accu/
VW-VBG130 (optioneel)
[7,2 V/1250 mAh]
VW-VBG260 (optioneel)
[7,2 V/2500 mAh]
VW-VBG6 (optioneel)
[7,2 V/5400 mAh]
Oplaadtijd Opnemen
2h35min
4h40min
*
9h25min
HDC-TM700
Oplaadtijd Opnemen
2h35min
4h40min
*
9h25min
Maximale
ononderbroken
opnametijd
1080/50p,
HA, HG,
HX
HE1 h 5 min
1080/50p3 h 10 min1 h 55 min
HA, HG,
HX
HE3 h 20 min
1080/50p7 h 50 min4 h 50 min
HA8h5min
HG, HX
HE5 h 5 min
1080/50p,
HA, HG,
HX
HE1 h 5 min
1080/50p3 h 10 min1 h 55 min
HA, HG,
HX
HE3 h 20 min
1080/50p7 h 50 min4 h 50 min
HA8h5min
HG, HX
HE5 h 5 min
1h40min
3h15min
8h10min
Maximale
ononderbroken
opnametijd
1h40min
3h15min
8h10min
Werkelijke
opnametijd
1h
2h
5h
Werkelijke
opnametijd
1h
2h
5h
17
VQT2N49
Page 18
Modelnummer
accu
[Spanning/
Capaciteit
(minimum)]
Meegeleverde
accu/
VW-VBG130
(optioneel)
[7,2 V/1250 mAh]
VW-VBG260
(optioneel)
[7,2 V/2500 mAh]
VW-VBG6
(optioneel)
*
[7,2 V/5400 mAh]
Oplaadtijd
2h35min
4h40min
9h25min
HDC-HS700
Opnamebe
stemming
HDD
SD
HDD
SD
HDD
SD
Opnemen
Maximale
ononderbroken
opnametijd
Werkelijke
opnametijd
1080/50p1 h 30 min
HA, HG,
HX, HE
1h35min
55 min
1080/50p1 h 30 min55 min
HA, HG,
HX, HE
1h35min1h
1080/50p2 h 55 min1 h 45 min
HA, HG,
HX, HE
3h1h50min
1080/50p3 h1 h 50 min
HA, HG,
HX, HE
3h5min1h55min
1080/50p7 h 15 min4 h 30 min
HA, HG,
HX
7h30min
4h40min
HE7h35min
1080/50p7 h 25 min4 h 35 min
HA7h40min
HG, HX
HE4h50min
7h45min
4h45min
* De kit voor de accuhouder VW-VH04 (optioneel) is noodzakelijk.
≥ Deze tijden zijn bij benadering.
≥ De opgegeven oplaadtijd is voor het geval de accu volledig leeg is. De oplaadtijd en
opnametijd verschillen afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals hoge of
lage temperatuur.
≥ Onder de werkelijke opnametijd wordt verstaan de opnametijd waarbij afwisselend wordt
opgenomen en gepauzeerd, het toestel aan/uit wordt gezet, de zoomknop wordt ingedrukt,
enz.
≥ De accutemperatuur stijgt na gebruik of opladen. De camera wordt ook warmer tijdens
gebruik. Dit is geen defect.
18
VQT2N49
Page 19
Pictogram van de acculading
A Gelijkstroomaansluiting
B
DC-aansluiting
Steek de stekker van de DC-kabel
met het overeenkomende merkteken
[] in de DC-aansluiting.
≥ Het pictogram op het scherm verandert naarmate de lading in de accu afneemt.
≥ De resterende gebruikstijd wordt weergegeven, indien de voor dit toestel geschikte
≥
≥ Indien u een netadapter van een andere fabrikant gebruikt, wordt het resterend
####
Als de resterende opnametijd 3 minuten bedraagt, wordt het pictogram rood.
Als de accu leeg is, gaat het pictogram knipperen.
accu van Panasonic wordt gebruikt. Het kan enige tijd duren voordat de resterende
gebruikstijd wordt weergegeven. De werkelijke resterende gebruikstijd varieert
afhankelijk van het daadwerkelijke gebruik.
Indien de huidig resterende tijd langer is dan 9 uur en 59 minuten, zal de aanduiding groen
blijven en niet veranderen, tot de resterende tijd korter wordt dan 9 uur en 59 minuten.
accuvermogen niet weergegeven.
Op de netvoeding aansluiten
De camera staat op standby wanneer de netadapter wordt aangesloten. Zolang de
netadapter in het stopcontact zit, is het primaire circuit altijd “live”.
Belangrijk:
Zolang de DC-kabel op de netadapter is aangesloten, wordt de accu niet opgeladen.
≥ De netkabel is specifiek voor deze camera ontworpen en mag niet met een ander
apparaat worden gebruikt. Bovendien mag een netkabel van andere apparatuur niet
worden gebruikt met deze camera.
DC IN
1
Sluit de AC-kabel aan op de netadapter en steek deze in het stopcontact.
2 Sluit de DC-kabel aan op de netadapter.
3 Sluit de DC-kabel aan op de gelijkstroomingangsaansluiting [DC IN].
≥ Zorg er bij het loskoppelen van de netadapter voor dat u de aan/uit-knop ingedrukt houdt
totdat de statusindicator uitgaat. Koppel daarna de netadapter los.
19
VQT2N49
Page 20
Voorbereidingen
32
Instellingen
Opnemen op een kaart
2
Het toestel kan foto’s of films op een SD-kaart, een intern geheugen of een HDD opnemen.
Lees het volgende voor het maken van opnames op een SD-kaart.
Dit toestel (dat compatibel is met SDXC) is compatibel met SD-geheugenkaarten, SDHCgeheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten. Bij het gebruik van een SDHCgeheugenkaart/SDXC-geheugenkaart met andere apparatuur, moet gecontroleerd worden
of die apparatuur compatibel is met deze geheugenkaarten.
Kaarten die geschikt zijn voor dit toestel
Gebruik SD-kaarten die in overeenstemming zijn met Class 4 of hoger, van SD Speed
Class Rating* voor het opnemen van video’s.
KaarttypeCapaciteitVideo’s opnemen
8 MB/16 MB Kan niet worden gebruikt.
SD-
geheugenk
aart
SDHC-
geheugenk
aart
SDXC-
geheugenk
aart
* De SD Speed Class Rating is de snelheidsnorm voor opeenvolgende schrijfsessies.
32 MB/64 MB/
128 MB/256 MB
512 MB/1 GB/
4GB/6GB/8GB/
12 GB/16 GB/
24 GB/32 GB
48 GB/64 GB
De werking kan niet worden gegarandeerd.
De opname kan plotseling stoppen tijdens
het opnemen van video’s afhankelijk van
de SD-kaart die u gebruikt. (
2GB
Kan worden gebruikt.
l
130)
Foto’s
nemen
Kan
worden
gebruikt.
≥
Gaat u de laatste informatie over SDgeheugenkaarten/SDHC-geheugenkaarten/
SDXC-geheugenkaarten die gebruikt
kunnen worden voor het opnemen van
video’s na op de volgende website.
http://panasonic.jp/support/global/cs/e_cam
(Deze website is alleen beschikbaar in het
Engels.)
≥ Geheugenkaarten van 4 GB of meer, die
geen SDHC-logo hebben, of van 48 GB of
meer, die geen SDXC-logo hebben, zijn
niet gebaseerd op de specificaties van
SD-geheugenkaarten.
20
VQT2N49
≥ Als de schrijfbeveiliging
A van de SD-kaart is
vergrendeld, is
opnemen, wissen of
bewerken niet mogelijk.
≥ Bewaar de
geheugenkaart buiten het bereik van
kinderen.
Page 21
Een SD-kaart plaatsen/verwijderen
Wanneer een andere SD-kaart dan die van Panasonic gebruikt wordt, of één die eerder in
andere apparatuur gebruikt werd, moet de SD-kaart geformatteerd worden wanneer hij
voor het eerst in dit toestel gebruikt wordt (l 44) Wanneer de SD-kaart geformatteerd
wordt, zullen alle opgenomen gegevens gewist worden. Zijn de gegevens eenmaal
gewist, dan kunnen ze niet teruggewonnen worden.
Opgelet:
Controleer of het toegangslampje uitgegaan is.
≥ Raak de contactpunten op de achterkant
van de SD-kaart niet aan.
≥ Stel de SD-kaart niet bloot aan sterke
schokken, buig hem niet en laat hem niet
vallen.
≥ Elektrische ruis, statische elektriciteit of
defecten aan de camera of de SD-kaart
kunnen de kaart beschadigen of gegevens
op de kaart wissen.
≥ Als het lees-/schrijflampje van de kaart
brandt, mag u niet:
jDe SD-kaart verwijderen
jDe camera uitzetten
j
De USB-kabel aansluiten of loskoppelen
jHet toestel blootstellen aan trillingen of
schokken
Lees-/schrijflampje [ACCESS]
≥ Het lees-/schrijflampje brandt wanneer
dit toestel toegang heeft tot de SDkaart of het interne geheugen.
A
1 Klap het LCD-scherm uit.
2
Open het klepje van de SD-kaart/
aansluiting en plaats (verwijder)
de SD-kaart in (uit) de kaartgleuf.
≥
Plaats de zijde met het etiket B in de richting
die in de afbeelding getoond wordt en druk
de kaart zo ver mogelijk recht naar binnen.
≥ Druk tegen het midden van de SD-kaart
en trek deze vervolgens recht uit de sleuf.
3 Sluit het klepje van de SD-
kaart/aansluiting goed.
≥ Sluit de afdekking totdat deze vastklikt.
Als u bovenstaande handelingen uitvoert
terwijl de lamp brandt, kunnen gegevens/
de SD-kaart of dit toestel schade
berokkend worden.
≥ Stel de contactpunten op de SD-kaart niet
bloot aan water, vuil of stof.
≥ Leg de SD-kaart niet op de volgende
plaatsen:
jIn rechtstreeks zonlicht.
jOp heel stoffige of vochtige plaatsen.
jBij een verwarming.
j
Plaatsen met grote temperatuurverschillen
(er kan dan immers condensatie optreden).
jPlaatsen met statische elektriciteit of
elektromagnetische golven.
≥ Doe de SD-kaart terug in zijn doosje
wanneer u hem niet gebruikt.
≥ Over het weggooien of weggeven van SD-
kaarten. (l 138)
21
VQT2N49
Page 22
Voorbereidingen
De camera uitzetten
Houd de aan/uit-knop
ingedrukt totdat de
statusindicator uitgaat.
Instellingen
3
U kunt de stroom in- en uitschakelen met de power-toets, de LCD-monitor of de zoeker.
De camera in-/
uitschakelen
De camera in- en uitschakelen met de aan/uit-knop
Druk op de power-toets om de stroom in te schakelen
A Het statuslampje gaat branden.
De camera in- en uitschakelen met het LCD-scherm/
zoeker
Het openen van de LCD-monitor of het uittrekken van de zoeker veroorzaakt de inschakeling
van de stroom. Het sluiten van de LCD-monitor/zoeker schakelt de stroom uit.
Tijdens het gewone gebruik vindt u het misschien gemakkelijk om de stroom in-/uit te
schakelen met gebruik van de LCD-monitor of de zoeker.
∫ De camera aanzetten
∫ De camera uitzetten
A De statusindicatorgaat aan.
≥ Het apparaat wordt niet uitgeschakeld als het LCD-scherm niet is ingeklapt of de zoeker
niet is ingeschoven.
≥ De camera wordt niet uitgeschakeld tijdens het opnemen van video, zelfs niet als het LCD-
scherm wordt ingeklapt en de zoeker wordt ingeschoven.
≥ In de volgende gevallen zal het openen van de LCD-monitor of het uittrekken van de
zoeker de stroom niet inschakelen. Druk op de power-toets om de stroom in te schakelen.
jNadat de camera is aangeschaft
jWanneer u het toestel hebt uitgezet met behulp van de aan/uit-knop
22
VQT2N49
B Het statuslampje gaat uit.
Page 23
Voorbereidingen
≥
Uitlijnen met de statusindicator A.
Instellingen
Een functie selecteren
4
Zet de functie op opnemen of afspelen.
Gebruik de mode dial om de mode op , of te zetten.
Video-opnamefunctie (l 28)
Foto-opnamefunctie (l 30)
Afspeelwijze (l 34, 79)
23
VQT2N49
Page 24
Voorbereidingen
Instellingen
5
LCD-scherm/zoeker
instellen
Gebruik van het touch screenZoeker instellen
U kunt het toestel bedienen door de LCD-monitor
(touch screen) rechtstreeks met uw vinger aan te
raken.
Het is gemakkelijker om de (bijgeleverde) stylus pen
te gebruiken, voor een gedetailleerde werking, of als
het moeilijk is om uw vingers voor het scherm te
gebruiken.
∫
Aanraken
Raak het aanraakscherm aan en laat het weer los
om een pictogram of afbeelding te selecteren.
≥
Raak het midden van het pictogram aan.
≥
Als u het aanraakscherm aanraakt terwijl u een
ander deel van het aanraakscherm aanraakt,
wordt geen bediening uitgevoerd.
∫
Over de bedieningspictogrammen
///:
Deze pictogrammen worden gebruikt om te
wisselen tussen het menu en de
miniatuuroverzichtspagina, bij het selecteren van
een item, bij het maken van instellingen, enz.
:
Raak aan om terug te keren naar het vorige
scherm, bijvoorbeeld tijdens het instellen op de
menu’s.
∫
De beeldscherpte instellen
Hiermee stelt u de beeldscherpte in zodat de
beelden scherp in de zoeker te zien zijn.
Stel het beeld scherp door het
oogcorrectiewieltje te draaien.
≥
Schuif de zoeker uit en klap het LCD-scherm in om
de zoeker in te schakelen.
Opnemen en de opname aan
iemand laten zien
¬
Verander de functie naar of .
Schuif de zoeker uit en draai het LCDscherm in de richting van de lens.
≥
Het LCD-scherm en de zoeker worden
ingeschakeld tijdens de één-op-één-opname
indien de zoeker uitgetrokken is.
≥
Het beeld op het LCD-scherm is dan gedraaid en
het lijkt alsof u in een spiegel kijkt (Het opgenomen
beeld is hetzelfde als een normale opname).
≥
Neem op door naar het beeld in de zoeker te
kijken tijdens de één-op-één-opname.
≥
Raak het LCD-scherm niet aan met harde, puntige
voorwerpen, zoals een balpen.
≥
Kalibreer het touch screen wanneer de aanraking
niet herkend wordt of wanneer een verkeerde
locatie herkend wordt. (
24
VQT2N49
l
45)
≥
Er zullen slechts enkele aanduidingen op het
scherm verschijnen. Wanneer
beweeg de LCD-monitor dan terug naar de
gewone stand en controleer de waarschuwing/
alarmaanduiding. (
l
127)
verschijnt,
Page 25
Voorbereidingen
Instellingen
Datum en tijd instellen
6
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt een melding met de vraag
de datum en de tijd in te stellen.
Selecteer [JA] en voer onderstaande stappen 2 en 3 uit om de datum en de tijd in te stellen.
¬
Verander de functie naar of .
1 Selecteer het menu.
[INSTELLEN] # [Klok instelling]
:
2
Selecteer het gedeelte van de
datum of de tijd dat u wilt
instellen, en stel vervolgens de
gewenste waarde in met /.
A Weergave van de wereldtijdinstelling
(l 39):
[THUIS]/[BESTEMMING]
≥ Het jaar kan ingesteld worden tussen
2000 en 2039.
≥ De tijd wordt weergegeven op basis van
een 24-uurs tijdsindeling.
3 Raak [ENTER] aan.
≥ De klok begint te tellen bij [00] seconden.
≥ Een melding wordt afgebeeld die u vraagt
de wereldtijd in te stellen. Voer de
Wereldtijdinstelling uit door het scherm
aan te raken. (l 39)
≥ Raak [STOP] aan of druk op MENU om
het menuscherm te verlaten.
≥ De datum- en tijdfunctie werkt op een
ingebouwde lithium-batterij.
≥ Als dit toestel gekocht wordt, is de klok
ingesteld. Indien de tijdweergave [- -]
wordt, moet de ingebouwde lithiumbatterij
geladen worden. Om de ingebouwde
lithiumbatterij te laden moet de netadapter
worden aangesloten of moet de batterij op
dit toestel aangesloten worden. Laat het
toestel ongeveer 24 uur met rust waarna
de batterij de datum- en tijdweergave
ongeveer 6 maanden zal handhaven (De
batterij wordt nog steeds geladen, ook als
de stroom uitgeschakeld is).
∫ Opmerking over
lithiumbatterijen
≥
Bij dit product zijn
lithiumbatterijen
geleverd. Wanneer deze
verbruikt zijn, mag u deze
niet weggooien maar
moet u deze inleveren als
klein chemisch afval.
≥ Dit apparaat bevat een lithiumbatterij
als stroomvoorziening voor de klok.
≥ Raadpleeg uw leverancier over het
verwijderen van de lithiumbatterij op
het moment dat u het apparaat aan het
einde van de levensduur vervangt.
≥ Verzeker u ervan dat de ingebouwde
lithiumbatterij door vakbekwaam
servicepersoneel wordt verwijderd.
∫
Alleen voor servicepersoneel:
≥ Verwijder de lithiumbatterij van de
Gedrukte Bedradingsplaat met behulp
van de schroevendraaier etc. zoals het
figuur hierboven.
De vorm van de Gedrukte
≥
Bedradingsplaat en de positie van de
lithiumbatterij kunnen verschillen
afhankelijk van het model van de camera.
VQT2N49
25
Page 26
Basis
Opnemen/Afspelen
Voordat u gaat opnemen
1
∫ Basispositie van de camera
1 Houd het toestel met beide handen vast.
2 Steek uw hand door de handriem.
3 Het is handig om de sub-knop voor start/stop opnames A te gebruiken wanneer u het
toestel op uw heup houdt.
≥ Zorg tijdens het opnemen voor een stabiele houding en voorkom botsingen met andere
personen of voorwerpen.
≥ Maak, indien u buiten bent, opnames met de zon in de rug. Indien het onderwerp van
achteren wordt verlicht, wordt de opname donker.
≥ Houd uw armen langs uw lichaam en spreid uw benen voor een beter evenwicht.
≥ Dek de microfoons of de ventilatieopeningen niet af met uw hand, enz.
∫ Basis filmopnames
≥ Het toestel dient tijdens het opnemen stevig vastgehouden te worden.
≥ Indien u het toestel tijdens de opname wilt bewegen, doe dat dan langzaam bij een
constante snelheid.
≥ De zoomfunctie is nuttig voor het opnemen van onderwerpen die u niet kunt naderen. Het
overmatig inzoomen en uitzoomen kan echter tot gevolg hebben dat de video minder leuk
is om naar te kijken.
∫ Bevestigen/Verwijderen van de lenskap
Hierdoor neemt het extra licht af dat de lens binnenvalt, bij weer met helder zonlicht of bij
achtergrondverlichting, enz., zodat het mogelijk wordt om het beeld helderder op te nemen.
A Bevestigen van de lenskap
B Verwijderen van de lenskap
≥ Als u de (optionele) filterkit of de (optionele) conversielens gebruikt, verwijder dan eerst de
lenskap.
26
VQT2N49
Page 27
Basis
Opnemen/Afspelen
2
De kaart, het intern geheugen en de harde schijf zijn media die afzonderlijk geselecteerd
kunnen worden voor het opnemen van video’s of foto’s.
Een op te nemen media
selecteren
[HDC-TM700/HDC-HS700]
1 Zet de mode op of .
2 Selecteer het menu.
: [KIES MEDIUM]
3 Raak het medium aan waarop u de video’s of foto’s wilt opnemen.
A [VIDEO/SD-KAART]
B [VIDEO/INTERN GEH.]
C [FOTO/SD-KAART]
D [FOTO/INTERN GEH.]
E [VIDEO/SD-KAART]
F [VIDEO/HDD]
G [FOTO/SD-KAART]
H [FOTO/HDD]
≥ Het medium dat afzonderlijk voor video’s of foto’s geselecteerd wordt, wordt geel
geaccentueerd.
4 Raak [ENTER] aan.
27
VQT2N49
Page 28
Basis
≥
Uitlijnen met de statusindicator A.
Opnemen/Afspelen
Video’s opnemen
3
1 Zet de mode op .
2 Klap het LCD-scherm open of
schuif de zoeker uit.
3 Druk op de start/stop
opnametoets om de opname
te starten.
B Wanneer u begint op te nemen,
verandert ; in ¥.
4 Druk opnieuw op de knop
voor start/stop opname om
de opname te pauzeren.
≥ U kunt foto’s nemen tijdens het opnemen van video’s. (l 31)
≥ De beelden die zijn opgenomen tussen het begin van de opname (nadat op de start-
stopknop is gedrukt) en het onderbreken van de opname (nadat weer op de start-stopknop
is gedrukt) worden één scène.
≥ Maximumaantal opgenomen scènes: 3900
Maximumaantal verschillende datums: 200 (l 83)
Wanneer een van deze maximumaantallen bereikt is, kunnen geen scènes meer worden
opgenomen.
(In geval van een SD-kaart is dit het maximumaantal scènes dat op de kaart kan worden
opgenomen.)
≥ Terwijl de opname bezig is, zal deze zelfs niet gestopt worden wanneer de LCD-monitor
gesloten en de zoeker ingetrokken wordt.
≥ Zet de camera op pauze als u een externe microfoon met een MIC-aansluiting aansluit of
afkoppelt.
28
VQT2N49
Page 29
∫ Aanduidingen op het beeldscherm in de video-opname mode
0h00m00s
R 1h20m
HG
A Opnamemode
B Resterende opnametijd
(Indien de resterende tijd minder dan
1 minuut bedraagt, gaat [R 0h00m]
rood knipperen)
C Reeds opgenomen tijd
Elke keer dat het toestel in de
opname-pauzestand wordt gezet, wordt
de teller teruggesteld op “0h00m00s”.
0h00m00s
0h00m00s
R 1h20m
R 1h20m
Over de compatibiliteit van de
opgenomen video’s
≥ De discs zijn enkel compatibel met apparatuur die AVCHD ondersteunt. De beelden
kunnen niet worden afgespeeld op apparaten die AVCHD niet ondersteunen (gewone
DVD-recorders). Controleer of uw apparaat AVCHD ondersteunt door in de
gebruiksaanwijzing ervan te kijken.
≥ In bepaalde gevallen kunnen de opgenomen beelden niet worden afgespeeld, zelfs
wanneer het apparaat AVCHD ondersteunt. Speel in zulke gevallen de beelden op dit
toestel af.
Raadpleeg pagina 52 over
1080/50p
VQT2N49
29
Page 30
Basis
≥ Uitlijnen met de statusindicator A.
MEGA
Opnemen/Afspelen
Foto’s nemen
4
1 Zet de mode op .
2 Klap het LCD-scherm open of
schuif de zoeker uit.
3 Druk de toets tot
halverwege in. (Alleen voor
auto focus)
4 Druk de toets volledig in.
Aanduiding scherpstelling:
A Weergave scherpstellen
± (Het witte lampje knippert.):
Scherpstellen
¥ (Het groene lampje gaat branden.):
Wanneer scherp gesteld
Geen merkteken:
Wanneer het scherpstellen niet succesvol is.
B Scherpstelgebied (gebied binnen de hoeken)
≥ Indien u de functie voor optische beeldstabilisatie (l 50) op / (MODE1) zet, zal
de beeldstabilisatiefunctie effectiever zijn. ( (MEGA optische beeldstabilisator) zal
weergegeven worden als de toets tot halverwege ingedrukt wordt)
≥ De AF-hulplamp gaat op donkere plaatsen branden.
≥ De aanduiding van de scherpstelling zal in de icoon voor geregistreerde scherpstelling
veranderen wanneer [GEZICHT HERK.] op [AAN] staat. (l 63)
≥ Er wordt geadviseerd om een flitser of een statief te gebruiken voor het fotograferen op
donkere plaatsen omdat de sluitersnelheid laag wordt.
≥ Het beeldscherm zal donkerder worden wanneer de toets tot halverwege ingedrukt
(l 50)
:Kwaliteit van foto’s (l 72)
:Formaat van foto’s (l 71)
R3000:Resterend aantal foto’s
(Wordt rood en knippert als [0]
verschijnt.)
:AF-hulplicht (l 74)
∫ Over de focusindicatie
≥ De focusindicatie geeft de status van de
automatische scherpstelling aan.
≥ De focusindicatie verschijnt niet tijdens de
handmatige scherpstelling.
≥ De focusindicatie is niet zichtbaar of het
toestel heeft problemen met scherpstellen
in onderstaande gevallen.
jAls de scène objecten bevat die zowel
dichtbij als veraf zijn.
jBij onvoldoende licht.
jAls de scène lichte objecten bevat.
jAls de scène slechts horizontale lijnen
bevat.
∫ Over het scherpstelgebied
De camera stelt mogelijk niet scherp als de
scène twee objecten bevat die met elkaar in
contrast zijn. Wijzig in dat geval het
scherpstelgebied, zodat een van de
contrasterende objecten zich niet meer
binnen de scène bevindt.
≥ Het scherpstelgebied wordt niet afgebeeld
onder de volgende omstandigheden.
jAls de intelligent auto mode (portret)
gebruikt wordt.
jAls een zoomvergroting van meer dan
ongeveer 12k gebruikt wordt.
jAls AF/AE tracking gebruikt wordt.
jWanneer de extra optische zoom wordt
gebruikt.
jWanneer het toestel vaststelt dat het
AF-hulplicht nodig is.
Het maken van foto’s in de
opnamewijze voor video’s
U kunt foto’s opnemen, zelfs in de
video-opnamefunctie.
¬ Zet de functie op .
Druk de toets volledig in (tot
het einde) om de foto te maken.
≥ Het is mogelijk om foto’s te maken terwijl
een video opgenomen wordt (Simultaan
opnemen)
≥ De ingebouwde flitser, de rode-ogen-
reductie en de zelfontspanner (l 53)
werken niet.
≥ Tijdens het opnemen van video’s of met
de
PRE-REC-bediening, gelden de
volgende regels zodat het opnemen van
video’s voorrang krijgt boven het nemen
van foto’s.
jDe beeldkwaliteit is verschillend van die
van normale foto’s.
jDe resterende, bruikbare ruimte (het
aantal foto’s dat nog kan worden
genomen) wordt niet afgebeeld.
31
VQT2N49
Page 32
Basis
Toets Intelligent auto/
Handmatige werking
Druk op deze toets om naar Intelligent
auto mode/Handmatige werking over te
schakelen.
≥
Raadpleeg pagina 75 voor de
handmatige werking.
/MANUAL
Opnemen/Afspelen
Intelligent auto mode
5
De volgende functies die geschikt zijn voor de omstandigheden, worden ingesteld zodra u alleen maar het toestel
richt op wat u wilt opnemen.
InstellingScèneEffect
PortretWanneer het onderwerp
LandschapOpnemen buitenshuis
*1
Spotlight
Schemerlicht
Nachtportret
Nachtlandschap*2Nachtlandschapopname
*2
Macro
/NormaalOverige situaties
*1 Alleen bij video-opnames
*2 Alleen bij foto-opnames
≥
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het zijn dat het toestel niet de gewenste werkwijze aanneemt.
≥
In de portretfunctie wordt een oranje kader afgebeeld rond het onderwerp dat groter is of zich dichter bij het
midden van het scherm bevindt. (
≥
Wij adviseren een statief te gebruiken in de nachtportretfunctie en nachtlandschapsfunctie.
≥
De optische beeldstabilisatiefunctie (l50) wordt in alle modes op Actief/ON gezet.
≥
Gezichten kunnen misschien niet gedetecteerd worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals gezichten
van bepaalde afmetingen of die in een bepaalde stand gekanteld zijn of wanneer de digitale zoom gebruikt wordt.
≥
De microfooninstelling staat in de Intelligent auto mode op surrounding. (l66)
32
VQT2N49
een persoon is
Onder een spot
*1
Donker vertrek of
schemering
*2
Nachtportretopname
Opnemen met inzoomen
op een bloem, enz.
l
64)
De gezichten worden automatisch herkend en
scherpgesteld, en de helderheid wordt zodanig
ingesteld dat de gezichten duidelijk worden
opgenomen.
Het gehele landschap wordt met levendige kleuren
opgenomen zonder dat de lucht in de achtergrond
witachtig wordt wanneer deze erg helder is.
Een zeer helder onderwerp wordt duidelijk opgenomen.
De camera kan duidelijke beelden opnemen in
een donker vertrek of in de schemering.
Een persoon en de achtergrond worden
opgenomen met een vrijwel levensechte
helderheid.
U kunt een nachtlandschap levendig opnemen
door de sluitertijd te verlengen.
Hiermee kunt u opnemen terwijl u het onderwerp
van de opname tot dichtbij nadert.
Het contrast wordt automatisch ingesteld voor
heldere beelden.
Page 33
∫ Intelligent auto mode
10 000K
9 000K
8 000K
7 000K
6 000K
5 000K
4 000K
3 000K
2 000K
1 000K
2)
1)
3)
4)
5)
6)
7)
8)
9)
10)
Wanneer naar de intelligent auto mode
geschakeld wordt, zullen de automatische
witbalans en de automatische scherpstelling
werkzaam zijn en stellen automatisch de
kleurbalans en de scherpstelling in.
Afhankelijk van de helderheid van het
onderwerp, enz., worden de sluitertijd en
lensopening automatisch ingesteld op een
optimale helderheid.
≥
Afhankelijk van de lichtbronnen of
omstandigheden is het mogelijk dat de
kleurbalans en scherpstelling niet automatisch
worden aangepast. Stel in dat geval deze
instellingen handmatig in. (
l
76, 78)
Automatische witbalans
De afbeelding toont het bereik waarover de
automatische witbalans werkt.
Automatische scherpstelling
(Autofocus)
Het toestel stelt automatisch scherp.
≥
De Automatische scherpstelling werkt niet
correct onder de volgende
omstandigheden. Het maken van opnames
met handmatige scherpstelling. (
jHet tegelijk opnemen van veraf- en
dichtbijgelegen onderwerpen
jOpname van een onderwerp achter een
vuil of stoffig raam
jOpname van een onderwerp dat wordt
omgeven door glanzende oppervlakken
of sterk weerkaatsende voorwerpen
Zie voor details over de scène mode pagina 58.
Raadpleeg voor de handmatige instelling van
de scherpte/witbalans, pagina 75-78.
l
78)
1) Het effectieve bereik van de automatische
witbalansinstelling op dit toestel
2) Blauwe lucht
3) Bewolkt (regen)
4) Televisiescherm
5) Zonlicht
6) Witte TL-verlichting
7) Halogeenverlichting
8) Kunstlicht
9) Zonsopgang of zonsondergang
10) Kaarslicht
Mocht de automatische witbalans niet naar
behoren werken, stel de witbalans dan met
de hand in. (l 76)
33
VQT2N49
Page 34
Basis
≥ Uitlijnen met de statusindicator A.
Opnemen/Afspelen
6
Afspelen van video’s/
Foto’s
1 Zet de mode op .
2 Raak de icoon voor de keuze van de
afspeelwijze
3
Raak het gewenste medium aan voor het afspelen van video’s of foto’s.
B aan.
/
A [VIDEO/SD-KAART]
B [FOTO/SD-KAART]
C [VIDEO/SD-KAART]
D [VIDEO/INTERN GEH.]
E [FOTO/SD-KAART]
F [FOTO/INTERN GEH.]
G [VIDEO/SD-KAART]
H [VIDEO/HDD]
I [FOTO/SD-KAART]
J [FOTO/HDD]
34
VQT2N49
Page 35
4 Raak de scène of de foto aan die u wilt
F
0h00m00s0h00m00s0h00m00s
F
A verschijnt.
afspelen.
≥ De volgende (vorige) pagina kan weergegeven worden
door aanraking van /.
5 Kies het afspelen door de
bedieningsicoon aan te raken.
A Bedieningsicoon
≥ Raak / aan om de bedieningsicoon wel/niet
weer te geven.
Afspelen video’sAfspelen foto’s
1/;: Afspelen/Pauze
6:Snel terugspoelen met afspelen
5:Snel vooruitspoelen met
afspelen
∫:Stopt het afspelen en geeft de
miniaturen weer.
1:Beeldt de balk voor rechtstreeks
afspelen af. (l 80)
∫ Afspelen van de 1080/50p opgenomen scènes (l 52)
≥ Zet de mode op en raak de icoon voor de keuze van de afspeelwijze aan.
Raak [WIJZIGEN VIDEO] aan.
≥ Het videomedium schakelt tussen gewoon
scènes die met 1080/50p opgenomen zijn,
telkens wanneer [WIJZIGEN VIDEO]
aangeraakt wordt.
F
1/;: Diavoorstelling (foto’s op
nummervolgorde bekijken)
starten/onderbreken.
2;:Vorige foto bekijken.
;1:Volgende foto bekijken.
∫:Stopt het afspelen en geeft de
miniaturen weer.
1080/50p
35
VQT2N49
Page 36
∫ Het miniatuuroverzicht
veranderen
Tijdens de weergave van miniaturen zal de
miniatuurweergave als volgt veranderen
wanneer de zoomhendel of de zoonknoppen
naar de zijde of naar de zijde
verplaatst worden.
20 scènes () 9 scènes () 1 scène()
Highlight&Time frame index* (l 81)
∫ Luidspreker-/
Hoofdtelefoonvolumeinstelling
Gebruik de volumehendel of de
zoomknoppen om tijdens het afspelen van
de video het volume van de luidspreker/
hoofdtelefoon in te stellen.
* Highlight&Time frame index kunnen alleen
ingesteld worden in de afspeelwijze voor
video’s.
≥ Het weergeven van 9 scènes keert terug
als de camera wordt uitgeschakeld of de
functie wordt veranderd.
≥ Wanneer de miniatuurweergave tijdens
het afspelen van de video op 1 scène
gezet wordt, kunnen de opnamedatum en
–tijd gecontroleerd worden. Wanneer de
miniatuurweergave tijdens het afspelen
van de foto’s op 1 scène gezet wordt,
kunnen de opnamedatum en het
bestandnummer gecontroleerd worden.
Compatibiliteit van video’s
≥ De camera maakt gebruik van het AVCHD-formaat.
≥ Het videosignaal dat op dit toestel afgespeeld kan worden, is 1920k1080/50i,
1920k1080/25p of 1440k1080/50i.
≥ Het is mogelijk dat beelden die met een andere camera zijn opgenomen door deze
camera niet worden afgespeeld of van mindere kwaliteit zijn. Hetzelfde geldt voor
beelden die met deze camera zijn opgenomen en op een andere camera worden
afgespeeld, zelfs al wordt AVCHD ondersteund.
Naar “r”:
Verhoogt het volume
Naar “s”:
Verlaagt het volume
≥ Alleen tijdens normaal afspelen is er
geluid.
≥ Als de scène langer dan 5 minuten wordt
gepauzeerd, keert het scherm terug naar
de miniaturen.
≥ De verstreken tijd tijdens het afspelen
wordt bij elke scène teruggesteld op
“0h00m00s”.
Raadpleeg pagina 52 over
1080/50p.
Compatibiliteit van foto’s
≥ Deze camera voldoet aan de standaard DCF (Design rule for Camera File system) die
is vastgesteld door JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries
Association).
≥ Het bestandsformaat van foto’s dat door deze camera wordt ondersteund is JPEG.
(Niet alle JPEG-bestanden kunnen worden bekeken.)
≥ Het is mogelijk dat foto’s die op een andere camera zijn opgenomen met deze camera
niet kunnen worden bekeken of van mindere kwaliteit zijn. Hetzelfde geldt voor foto’s
die op deze camera zijn opgenomen en met een andere camera worden bekeken.
36
VQT2N49
Page 37
Basis
Instelling
1
Gebruik van het
menuscherm
1 Druk op de MENU toets.
2 Raak het topmenu A aan.
3 Raak het submenu B aan.
≥ Raak / aan om de volgende/vorige
pagina af te beelden.
4 Raak de gewenste instelling
aan om deze vast te leggen.
5 Raak [STOP] aan of druk op
MENU om de menuinstellingen te verlaten.
∫
Over de weergave van de gids
Na het aanraken van , zal het
aanraken van de submenu’s en de opties tot
gevolg hebben dat functiebeschrijvingen en
bevestigingsberichten van instellingen
verschijnen.
≥ Nadat de berichten weergegeven zijn,
wordt de gidsweergave gewist.
37
VQT2N49
Page 38
Het snelmenu gebruiken
Hiermee kunnen sommige menu’s snel
ingesteld worden.
1 Druk op de Q.MENU toets.
De volgende menu’s kunnen
ingesteld worden. Raak het gewenste menu
aan.
≥ Het weergegeven items verschillen
afhankelijk van de stand van de
functieknop en de instellingen.
PictogramFunctie
[Opn. stand]l 59
[TIME LAPSE
REC]
[Foto formaat]l 71
13.3
M
M
14.2
/
[Display]l 39
Pagina
l 60
A
[POWER LCD]l 42
[RICHTLIJNEN]l 57
[Mic. Niveau]l 67
[MF-HULP]l 78
[ZEBRA]l 69
[LICHTINTENSIT
EIT]
[HISTOGRAM]l 70
l 69
2 Raak de gewenste instelling
aan om deze vast te leggen.
+
A
13.3
M
ONON
3 Raak [STOP] aan op druk op
Q.MENU om het snelmenu te
verlaten.
38
VQT2N49
Page 39
Basis
A De huidige tijd
B Het tijdverschil ten opzichte
van GMT (Greenwich-tijd)
Instelling
2
≥ De weergegeven opties kunnen verschillen, afhankelijk van de positie en de
instellingen van de mode dial.
Gebruik van het Set-up
menu
Selecteer het menu.
: [INSTELLEN] # gewenste instelling
[Display]
De beeldschermaanduidingen worden
geselecteerd zoals de afbeelding toont.
≥ Het is mogelijk in te stellen op het
snelmenu. (l 38)
[UIT]/[AAN]
[UIT][AAN]
A
[Klok instelling]
Raadpleeg pagina 25.
[WERELDTIJD]
Het is mogelijk de tijd op de reisbestemming op te nemen en af te beelden, door uw
thuisregio en de reisbestemming te selecteren.
1 Raak [WERELDTIJD] aan.
≥ Als de tijd niet is ingesteld, stelt u de huidige tijd in. (l 25)
≥ Wanneer [THUIS] (uw thuisregio) niet ingesteld is, verschijnt dit bericht. Raak [ENTER]
aan en ga verder met stap 3.
2 (Alleen wanneer u uw thuisregio instelt)
Raak [THUIS] aan.
≥ Raak [ENTER] aan.
3 (Alleen wanneer u uw thuisregio instelt)
Raak / aan om uw thuisregio te
selecteren en raak [ENTER] aan.
≥ Raak [ZOMERTIJD] aan om de zomertijd in
te stellen. verschijnt en de
zomertijdinstelling wordt ingeschakeld.
Het tijdverschil ten opzichte van GMT zal
met één uur vooruit gezet worden. Raak
[ZOMERTIJD] opnieuw aan om naar de
gewone tijdinstelling terug te keren.
4 (Alleen wanneer u de regio van uw reisbestemming instelt)
Raak [BESTEMMING] aan.
≥ Raak [ENTER] aan.
R 1h20m
VQT2N49
1h30m
39
Page 40
≥ Wanneer de thuisregio voor het eerst ingesteld wordt, verschijnt het beeldscherm voor de
C De plaatselijke tijd op uw
geselecteerde reisbestemming
D
Het tijdverschil tussen de
reisbestemming en de thuisregio
keuze van de thuis-/reisbestemming nadat de thuisregio ingesteld is. Is de thuisregio al
een keer ingesteld, voer dan de menuhandelingen van stap 1uit.
5 (Alleen voor de instelling van de regio van
uw reisbestemming)
Raak / aan om uw
reisbestemming te selecteren en
raak [ENTER] aan.
≥ Raak [ZOMERTIJD] aan om de zomertijd
in te stellen. verschijnt en de
zomertijdinstelling wordt ingeschakeld.
De klok en het tijdverschil ten opzichte
van de thuisregio zullen met één uur
vooruit gezet worden. Raak
[ZOMERTIJD] opnieuw aan om naar de
gewone tijdinstelling terug te keren.
≥ Druk op MENU om de instelling te verlaten. wordt afgebeeld en de tijd op de
reisbestemming wordt afgebeeld.
Het scherm terugzetten naar de thuisinstelling
Stel de thuisregio in door stappen 1 tot 3 te volgen en sluit de instelling af door [STOP] aan te
raken of door op de MENU toets te drukken.
≥ Als u uw reisbestemming niet kunt vinden in het gebied dat op het scherm wordt
afgebeeld, stelt u het in aan de hand van het tijdsverschil met uw thuisregio.
[Datum/Tijd]
Het is mogelijk om de weergavewijze van de datum en de tijd te veranderen.
≥ U kunt datum en tijd eveneens weergeven of wijzigen door herhaaldelijk op DATE/TIME
van de afstandbediening te drukken.
[Datumstijl]
Het is mogelijk om het datumformaat te veranderen.
[ECO STAND]
Als ongeveer 5 minuten verstrijken zonder enige bediening, schakelt dit toestel zichzelf
automatisch uit om acculading te besparen.
≥ De spaarstandfunctie treedt niet in werking wanneer:
jde netadapter is aangesloten
jde USB-kabel voor de PC, de DVD-brander, enz. gebruikt wordt
jPRE-REC wordt gebruikt
[KORTE OPSTARTTIJD]
Het toestel wordt ongeveer 1 seconde op opnamepauze gezet wanneer de stroom
ingeschakeld wordt, terwijl de mode op of op staat.
[UIT]/[D/T]/[DATUM]
[J/M/D]/[M/D/J]/[D/M/J]
[UIT]/[5 MINUTEN]
[UIT]/[AAN]
≥ Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan de starttijd in de foto-opname mode
langer dan 1 seconde zijn.
≥ Bij snel-inschakelen wordt de zoomvergroting 1k.
40
VQT2N49
Page 41
[Snel start]
Dit toestel stelt de opname-pauzestand opnieuw in ongeveer 0,6 seconde nadat het LCDscherm weer is uitgeklapt of de zoeker is uitgetrokken.
≥ De starttijd wordt niet korter als er geen SD-kaart is geplaatst.
De starttijd wordt korter als [INTERN GEH.] is geselecteerd bij [KIES MEDIUM], zelfs als
geen SD-kaart is geplaatst.
De starttijd wordt korter als [HDD] is geselecteerd bij [KIES MEDIUM], zelfs als geen SDkaart is geplaatst.
≥ Zet de mode op of .
[UIT]/[AAN]
1 Zet [Snel start] op [AAN].
2 Sluit de LCD-monitor en trek de zoeker in
terwijl de mode op of gezet is.
De statusindicator A licht groen op en het toestel
schakelt over naar de quick start standby-stand.
≥ De lensdop sluit niet.
3 Open de LCD-monitor of trek de
zoeker uit.
The statusindicator A brandt rood en het
toestel wordt in de opnamepauzestand
gezet.
≥ In de quick start standby-stand wordt ongeveer 80% van de stroom verbruikt in
vergelijking met de opname-pauzestand, zodat de opnametijd wordt verkort.
≥ De quick start standby-stand wordt geannuleerd als
jongeveer 5 minuten zijn verstreken
jde mode op gezet is
≥ De tijd voor de quick start zal langer dan 0,6 seconde duren, of meer, wanneer digitale film
gebruikt wordt.
≥ Afhankelijk van de opnameomstandigheden, kan de tijd voor quick start meer dan
0,6 seconde langzamer zijn in de foto-opnamefunctie.
≥ Het kan even duren voordat de automatische witbalans ingesteld is.
≥ Bij quick start wordt de zoomvergroting 1k.
≥ Als [ECO STAND] (l 40) op [5 MINUTEN] gezet wordt en het apparaat automatisch op de
quick start standby mode gaat staan, sluit dan de LCD-monitor en de zoeker. Vervolgens
de LCD-monitor opnieuw openen of de zoeker uittrekken.
≥ Schakel het toestel uit met de power-toets.
≥ De quick start standby-stand kan niet door de afstandbediening ingeschakeld worden.
[Afstandsbediening]
Raadpleeg pagina 47.
[UIT]/[AAN]
41
VQT2N49
Page 42
[Opname indicator]
+1
+2
-
1
A
[UIT]/[AAN]
Het opnamelampje brandt tijdens de opname en knippert wanneer het toestel een signaal
van de afstandsbediening ontvangt of wanneer de zelfontspanner aftelt. Is dit op [UIT] gezet,
dan brandt het lampje niet tijdens het opnemen.
[Piep geluid]
[UIT]//
Het bedienen van het aanraakscherm, het starten en stoppen van het opnemen, en het inen uitschakelen van het toestel kunnen worden bevestigd met dit geluid.
(Volume laag)/(Volume hoog)
4 keer 2 pieptonen
Wanneer een storing optreedt. Zie ook de melding op het scherm. (l 127)
[POWER LCD]
+2
0
////
A
-
1
Hierdoor is het gemakkelijker om op heldere plaatsen op het LCD-scherm te kijken, ook
buitenshuis.
≥ Deze instellingen hebben geen invloed op de gemaakte opnamen.
≥ Het is mogelijk in te stellen op het snelmenu. (l 38)
(Maakt nog helderder)/(Maakt helderder)/(Normaal)/(Maakt minder helder)/
+1
0
*(Automatische instelling)
* Het wordt niet weergegeven in de handmatige werkwijze of bij het afspelen.
≥ Wanneer de netadapter in gebruik is, wordt de LCD-monitor automatisch op gezet.
≥ De opnametijd wordt korter wanneer u dit toestel gebruikt met het LCD-scherm
ingeschakeld.
[LCD Instelling]
Hiermee kunt u de helderheid en de kleurgevoeligheid van het LCD-scherm instellen.
≥ Deze instellingen hebben geen invloed op de gemaakte opnamen.
3 Raak / aan om de instellingen uit te voeren.
4 Raak [ENTER] aan.
≥ Raak [STOP] aan of druk op MENU om de menuscherm te
verlaten.
42
VQT2N49
+1
Page 43
[EVF Instelling]
Het stelt de helderheid van de zoeker in.
≥ Deze instellingen hebben geen invloed op de gemaakte opnamen.
1 Trek de zoeker uit en open de LCD-monitor.
2 Raak [EVF Instelling] aan.
≥ De zoeker wordt ingeschakeld.
3 Raak / aan om de instelling uit te voeren.
≥ Stel in terwijl u het beeld in de zoeker controleert.
4 Raak [ENTER] aan.
≥ Raak [STOP] aan of druk op MENU om de instelling af
te ronden.
[AV MULTI]
Raadpleeg pagina 98.
[COMPONENT]
Raadpleeg pagina 98.
[HDMI RESOLUTIE]
Raadpleeg pagina 98.
[VIERA Link]
Raadpleeg pagina 99.
[TV Beeldformaat]
Raadpleeg pagina 97.
[COMPONENT]/[AV-UIT]
[576i]/[1080i]
[AUTO]/[1080p]/[1080i]/[576p]
[UIT]/[AAN]
[16:9]/[4:3]
[Begin instelling]
Zet op [JA] om de menu-instellingen terug te stellen op de standaardinstellingen.
≥ Instellingen voor [Klok instelling], [KIES MEDIUM]* en [LANGUAGE] zullen niet veranderd
worden.
* Voor gebruikers die /hebben, wordt dit menu niet
weergegeven.
43
VQT2N49
Page 44
/
[FORMAT. KAART]
Houd u er rekening mee dat indien een medium geformatteerd wordt alle gegevens die op dat
medium opgenomen zijn, gewist zullen worden en niet meer teruggewonnen kunnen worden.
Maak een back-up van belangrijke gegevens op de PC, een DVD-disc, enz. (
≥ Als het formatteren is voltooid, raakt u [STOP] aan om het instructiescherm te verlaten.
≥ Verricht een daadwerkelijke formattering van de SD-kaart wanneer de SD-kaart
weggegooid/overgedragen wordt. (l 138)
≥ Schakel dit toestel niet uit en haal de SD-kaart er niet uit tijdens het formatteren. Stel het
toestel niet bloot aan trillingen of schokken.
Gebruik dit toestel voor het formatteren van media.
Formatteer een SD-kaart niet met andere apparatuur, zoals een PC. De kaart mag
daar niet op gebruikt worden.
/
l
103, 111)
[FORMAT. MEDIUM]
Houd u er rekening mee dat indien een medium geformatteerd wordt alle gegevens die op dat
medium opgenomen zijn, gewist zullen worden en niet meer teruggewonnen kunnen worden.
Maak een back-up van belangrijke gegevens op de PC, een DVD-disc, enz. (
1 Raak [FORMAT. MEDIUM] aan.
2
Raak [SD-KAART] of [INTERN GEH.] aan.
≥ Als het formatteren is voltooid, raakt u [STOP] aan om het instructiescherm te verlaten.
≥ Verricht een daadwerkelijke formattering van de SD-kaart wanneer de SD-kaart
weggegooid/overgedragen wordt. (l 138)
≥ Verricht een daadwerkelijke formattering van het intern geheugen/harde schijf wanneer dit
toestel weggegooid/overgedragen wordt. (l 136)
Raak [SD-KAART] of [HDD] aan.
l
103, 111)
≥ Schakel dit toestel niet uit en haal de SD-kaart er niet uit tijdens het formatteren. Stel het
toestel niet bloot aan trillingen of schokken.
Gebruik dit toestel voor het formatteren van media.
Het formatteren van het intern geheugen of de harde schijf is alleen met dit toestel
mogelijk.
Formatteer een SD-kaart niet op een ander apparaat, zoals een computer. De kaart
kan dan mogelijk niet in deze camera worden gebruikt.
/
[STATUS KAART]
De hoeveelheid resterende ruimte op de SD-kaart kan gecontroleerd worden.
(Alleen wanneer de mode op staat)
≥ Raak [STOP] aan of druk op MENU om de informatie te laten uitgaan.
44
VQT2N49
Page 45
/
[STATUS MEDIA]
De hoeveelheid resterende ruimte op de SD-kaart, het intern geheugen en de harde schijf
kan gecontroleerd worden.
(Alleen wanneer de mode op staat)
≥ Door aanraking van [WIJZIGEN MEDIUM] schakelt het toestel tussen de weergave voor
de SD-kaart en de weergave voor het intern geheugen/harde schijf.
≥ Raak [STOP] aan of druk op MENU om de informatie te laten uitgaan.
≥
De SD-kaart, het intern geheugen of de interne harde schijf vereisen enige ruimte om
informatie op te slaan en om systeembestanden te beheren. De huidige bruikbare ruimte is
dus iets kleiner dan de waarde aangeeft. De bruikbare ruimte van het intern geheugen/
harde schijf wordt doorgaans berekend als 1 GB=1.000.000.000 bytes. De capaciteit van dit
apparaat, PC’s en software wordt uitgedrukt als 1 GB=1.024
1.073.741.824 bytes. Daarom is de aangeduide waarde van de capaciteit kleiner.
k
1.024k1.024=
[KALIBREREN]
Kalibreer het aanraakscherm als een ander item dan u hebt aangeraakt door het toestel
wordt geselecteerd.
1 Raak [KALIBREREN] aan.
≥ Raak [ENTER] aan.
2Raak met de bijgeleverde stylus pen de [r] aan die op het beeldscherm verschijnt.
≥
Raak de [r] aan in de sequentie (linksboven # linksonder # rechtsonder # rechtsboven #
midden).
3 Raak [ENTER] aan.
≥ Het kalibreren kan niet worden uitgevoerd wanneer het LCD-scherm 180o gedraaid is.
[DEMO stand]
≥ Deze optie wordt gebruikt om de demonstratie van het toestel te starten.
(Alleen wanneer de mode op of staat)
/
Wordt [DEMO stand] op [AAN] gezet terwijl geen SD-kaart geplaatst is, dan zal de
demonstratie automatisch van start gaan.
/
Wordt [DEMO stand] op [AAN] gezet wanneer geen SD-kaart geplaatst is en dit toestel op de
netadapter aangesloten is, dan zal de demonstratie automatisch van start gaan.
Als een bediening wordt uitgevoerd, wordt de demonstratie geannuleerd. Echter, als
gedurende ongeveer 10 minuten geen bediening wordt verricht, wordt de demonstratie
automatisch weer gestart. Om de demonstratie te stoppen, stelt u [DEMO stand] in op [UIT] of
plaatst u een SD-kaart.
[UIT]/[AAN]
45
VQT2N49
Page 46
[O.I.S. DEMO]
Deze optie wordt gebruikt om de demo van de optische beeldstabilisator te starten.
(Alleen wanneer de mode op of staat)
Raak [O.I.S. DEMO] aan waarna de demonstratie automatisch van start gaat.
Wordt [STOP] aangeraakt dan zal de demonstratie worden verlaten.
[LANGUAGE]
De taal van het hoofdscherm en het menuscherm kan worden ingesteld.
De stroom kan in-/uitgeschakeld worden
wanneer de LCD-monitor geopend of de
zoeker uitgetrokken wordt.
≥ De stroom kan niet met de power-toets
ingeschakeld worden 36 uur nadat de
stroom was uitgeschakeld. Druk op de
power-toets op het toestel om de stroom
weer in te schakelen.
≥ Het toestel kan niet worden uitgeschakeld
wanneer het is aangesloten op een
computer of DVD-brander.
2Photoshot-knop []
3OSD [EXT DISPLAY] (l 97)
4Bedieningstoetsen voor afspelen
(
l 34, 79
Deze toetsen werken op dezelfde manier als
het overeenkomstige bedieningspictogram
voor afspelen dat op het scherm wordt
afgebeeld.
[Behalve afspelen overslaan. (l 79)]
functie hebben als de overeenkomende
knoppen op het toestel.
Haal vóór gebruik het isolatievel A eraf.
*
*
De knoopbatterij vervangen
1Druk het lipje B in en trek
tegelijkertijd de batterijhouder
naar buiten.
2Plaats de knoopbatterij met de (i)
naar boven gericht en duw de
batterijhouder vervolgens weer
terug.
≥ Vervang de knoopbatterij door een
nieuwe als deze leeg is
(onderdeelnummer: CR2025). De
verwachte levensduur van de batterij is
normaal gesproken 1 jaar, maar dit is
afhankelijk van het gebruik.
47
VQT2N49
Page 48
OPGELET
15
1515
1010
1515
STILL ADVSTILL ADV
STOP
OK
SKIPSKIP
MENU
PAUSE
Als de knoopbatterij verkeerd wordt
vervangen, bestaat de kans op
ontploffingsgevaar. Vervang de batterij
alleen door hetzelfde type of een
soortgelijk type dat door de fabrikant wordt
aanbevolen. Gebruikte batterijen dienen
overeenkomstig de fabrieksvoorschriften
te worden weggegooid.
Waarschuwing
Bewaar de knoopbatterij buiten het bereik
van kinderen. Steek de knoopbatterij
nooit in uw mond. Raadpleeg een arts als
de batterij is doorgeslikt.
∫ Bereik van de
afstandsbediening
A Sensor afstandsbediening
Afstand: Maximaal ongeveer 5 m
Hoek: Circa 10o omhoog en 15o naar
beneden, links en rechts
≥ De afstandsbediening is bedoeld voor
gebruik binnenshuis. Gebruik van de
afstandsbediening buitenshuis of bij fel
licht kan het functioneren verstoren, ook
binnen het effectieve bereik.
Bediening van de
pijltoetsen/OK
1 Druk op een pijltoets.
≥ De geselecteerde optie wordt geel.
2 Selecteer het item met de
pijltoetsen.
3 Druk op OK om de selectie te
bevestigen.
PAUSE
STILL ADVSTILL ADV
STOP
SKIPSKIP
MENU
OK
≥ Het selecteren/bevestigen van
bedieningspictogrammen,
miniatuuroverzicht, enz., kunnen worden
uitgevoerd.
≥ Iedere plaats die u met uw vinger kunt
aanraken, kunt u ook bedienen met de
afstandsbediening (Uitgezonderd
sommige functies).
48
VQT2N49
Page 49
Geavanceerd
Zoomknop/Zoominstelknoppen
T stand:
Close-up opname (inzoomen)
W stand:
Groothoekopname (uitzoomen)
≥
De zoomsnelheid is afhankelijk van het bereik
waarover de zoomknop wordt bewogen.
≥
De zoominstelknoppen zijn handig voor het
nauwkeurig instellen van de zoomvergroting.
6
W
T
6
W
T
TW
VOL
WT
VOL
A-kant:
Close-up opname
(inzoomen)
B-kant:
Groothoekopname
(uitzoomen)
0.3
M
Opnemen
(Geavanceerd)
In-/uitzoomfunctie
1
De maximaal optische zoomratio is 12k.
De fabrieksinstelling van de [ZOOM MODE] is [Opt.zoom 12
¬
Verander de functie naar of .
k
]. (l59)
Zoomen met de ring
Het zoomen kan ook worden uitgevoerd met
behulp van de multi-handmatige ring.
Zoom door de ring te draaien.
A
B
≥
De zoomsnelheid varieert afhankelijk van de
snelheid waarmee de ring wordt gedraaid.
≥
Haalt u uw vinger tijdens het zoomen van de zoomhendel, dan kan het werkgeluid opgenomen
worden. Beweeg de zoomhendel voorzichtig wanneer u hem terugplaatst naar de oorspronkelijke
stand.
Is de zoomvergroting 12k, dan worden de onderwerpen scherpgesteld op circa 1,2 m of meer.
Wanneer de zoomvergroting 1k is, kan dit toestel scherpstellen op een onderwerp dat zich op
ongeveer 4 cm van de lens bevindt.
De zoomsnelheid wordt niet gewijzigd wanneer u de zoomtoetsen en de afstandsbediening
bedient.
≥
≥
≥
Extra optische zoom
Als het aantal opnamepixels ingesteld wordt op
een andere waarde dan het maximumaantal
opnamepixels in de opnamewijze voor foto’s,
dan kan de foto gemaakt worden met een
zoomverhouding van maximaal 25
afbreuk aan de beeldkwaliteit gedaan wordt.
≥
Een extra optische zoomverhouding varieert,
afhankelijk van de instelling van [Foto
formaat] en [ASPECT RATIO]. (
∫
Werking van de extra optische
zoom
Wanneer het beeldformaat op gezet wordt,
wordt de maximum
centrumzone
zoomeffect verkregen wordt.
12. 2
M
zone afgeknipt tot de
zodat een foto met een hoger
0.3
k
l
M
zonder dat
71, 72)
49
VQT2N49
Page 50
Geavanceerd
Optische-beeldstabilisatieknop
Door op de knop te drukken, verandert de
instelling van de optische beeldstabilisatie.
(Opnamewijze voor video’s)
## OFF
(Opnamewijze voor foto’s)
/ # / # OFF
≥ Stel de handmatige werking in alvorens de
Optische Beeldstabilisatiefunctie uit te zetten.
: Functie is Actief
Deze instelling verstrekt meer stabiliteit en is
geschikt om onder het lopen opnames te maken.
: ON
Deze instelling is geschikt voor het maken van
opnames in een stabiele situatie zoals
natuurschoon. Deze instelling wordt aanbevolen
wanneer men met een statief een video
opneemt.
Opnemen
(Geavanceerd)
2
De optische-beeldstabilisatiefunctie kan het beeld stabiliseren zonder de beeldkwaliteit veel
te verlagen.
¬ Verander de functie naar of .
Optische
beeldstabilisatorfunctie
O.I.S.
∫ Veranderen van de optische beeldstabilisatorfunctie wanneer het
toestel op de opnamewijze voor foto’s staat
: [OPNAME INST.] # [O.I.S.] # [MODE1] of [MODE2]
[MODE1]:
De functie werkt de gehele tijd.
[MODE2]:
De functie werkt wanneer op de knop gedrukt wordt. Wij raden u aan een opname met
de zelfontspanner te maken dan wel een opname met een statief in de opnamewijze voor
foto’s.
≥ In [MODE1] verschijnt /. In [MODE2] verschijnt /.
≥ Het kan zijn dat beeldstabilisatie niet mogelijk is wanneer de camera hevig bewogen wordt.
50
VQT2N49
Page 51
Geavanceerd
Opnemen
(Geavanceerd)
AF/AE tracking
3
Het is mogelijk de scherpstelling en belichting in te stellen voor het onderwerp dat op het
aanraakscherm getoond wordt.
De scherpstelling en belichting blijven het onderwerp volgen wanneer dit beweegt.
(dynamisch volgen)
¬ Verander de functie naar of .
1 Raak aan.
≥
wordt op het beeldscherm weergegeven.
≥ Als [GEZICHT HERK.] (l 61) op [AAN]
staat en een geregistreerd gezicht
gedetecteerd wordt, wordt het doel
automatisch vergrendeld.
2 Raak een onderwerp aan en
vergrendel het doel.
A Doelkader
≥ Wanneer u het hoofd van het onderwerp
aanraakt, wordt het doelkader vergrendeld
rond het hoofd en begint het volgen.
≥ Als u het onderwerp wilt veranderen, raakt
u het nieuwe onderwerp aan.
≥
Als Intelligent auto mode geselecteerd is,
wordt de instelling (Normaal) en wordt
het aangeraakte object getrackt. De instelling
wordt (Portret) wanneer het doelkader
op het hoofd vergrendeld wordt (De instelling
kan weer (Normaal) worden, zelfs als
het doel op het gezicht vergrendeld is, als
een spot brandt of in een donkere scène).
3 Begin met opnemen.
≥ Wanneer u [TERUG] aanraakt, wordt het
volgen geannuleerd.
∫ Over het doelkader
≥ Wanneer de doelvergrendeling mislukt,
knippert het doelkader rood en verdwijnt
vervolgens. Raak een karakteristiek deel
(kleur, enz.) van het onderwerp aan om
het opnieuw te vergrendelen.
≥ Wanneer de toets in de opnamewijze
voor foto’s halverwege ingedrukt wordt,
wordt scherpgesteld op het vergrendelde
onderwerp. Het doelkader wordt groen
tijdens het scherpstellen en het doel kan
niet veranderd worden.
≥ Het is mogelijk dat een ander onderwerp
wordt gevolgd of het doel niet wordt
vergrendeld afhankelijk van de
opnameomstandigheden, zoals:
jAls het onderwerp te groot of te klein is
jAls de kleur van het onderwerp op de
achtergrond lijkt
jAls de scène onvoldoende belicht is
≥
Wanneer het doel is vergrendeld in de
foto-opnamefunctie, kan het scherm donker
worden of kan het AF-hulplicht uitgaan.
≥ AF/AE tracking zal in de volgende
gevallen geannuleerd worden.
jAls de functie wordt veranderd
jAls het toestel wordt uitgeschakeld
jAls de scènefunctie wordt ingesteld
jAls naar Intelligent auto mode/
Handmatige werking geschakeld wordt
jAls naar face-to-face opname
geschakeld wordt
≥
Nadat [Display] op [UIT] gezet is, en
gedurende enkele seconden geen handeling
verricht wordt, zal de bedieningsicoon
verdwijnen. Raak het scherm aan om de icoon
opnieuw weer te geven. Als AF/AE tracking
gebruikt wordt, zal de icoon niet verdwijnen.
51
VQT2N49
Page 52
Geavanceerd
1080/50p toets
Om de opnamewijze 1080/50p in te
stellen, de knop indrukken en ingedrukt
houden tot weergegeven wordt.
≥ Om naar de gewone opnamewijze terug
te keren, de knop indrukken en
ingedrukt houden tot verdwijnt.
Opnemen
(Geavanceerd)
1080/50p opname
4
Dit is de opnamewijze 1080/50p (1920k1080/50 progressive) die opnames met maximale
kwaliteit mogelijk maakt*.
* Dit betekent de hoogste kwaliteit voor dit toestel.
¬ Zet de functie op .
1080
50p
1080/50p
1080/50p
≥ Raadpleeg pagina 141 over de approximatieve opnametijd.
1080/50p
≥ De scènes die met 1080/50p opgenomen zijn, kunnen met dit apparaat of met
HD Writer AE 2.1 bewaard of afgespeeld worden.
52
VQT2N49
Page 53
Geavanceerd
F
F
F
PRE-REC
Opnemen
(Geavanceerd)
5
Selecteer de bedieningspictogrammen om verschillende effecten aan de opgenomen
beelden toe te voegen.
¬ Verander de functie naar of .
1 Raak aan om de
bedieningsiconen op het
beeldscherm weer te geven.
F
Opnamefuncties van de
bedieningsiconen
2 (bijv. Tegenlichtcompensatie)
Selecteer een
bedieningspictogram.
A
≥ Raak rechtsonder op het beeldscherm 1
aan om van pagina te veranderen en raak
F
/ aan om de bedieningsicoon wel/
niet weer te geven.
Bedieningspictogrammen
*1
Faden
Intelligent contrast controle
PRE-REC
Smile shot
Ingebouwde flits
Rode-ogenreductie
Zelfontspanner
Intelligente belichting
Tegenlichtcompensatie
Soft skin mode
Tel e m a cr o
Richtlijn
Kleur nachtzicht
Instelling volume hoofdtelefoon
intelligent auto mode.
*3 Het wordt niet weergegeven in de
opnamewijze voor video’s.
*4 Het wordt alleen weergegeven wanneer
een hoofdtelefoon op de uitgang van de
hoofdtelefoon aangesloten is.
≥
Indien u de stroom uitschakelt of de mode
op , PRE-REC zet, zullen de functies
kleurnachtzicht, tegenlichtcompensatie,
zelfontspanner en telemacro gewist worden.
≥ Indien u de stroom uitschakelt, wordt de
fade-functie gewist.
≥ De instelling is mogelijk vanuit het menu.
(Behalve PRE-REC, on/off van de richtlijn
en volumeregeling van de hoofdtelefoon)
≥
Nadat [Display] op [UIT] gezet is, en
*4
gedurende enkele seconden geen handeling
verricht wordt, zal de bedieningsicoon
verdwijnen. Raak het scherm aan om de
icoon opnieuw weer te geven.
53
VQT2N49
Page 54
Faden
(Infaden)
(Uitfaden)
PRE-REC
Wanneer u met opnemen begint, zal het beeld/geluid
geleidelijk verschijnen. (Infaden)
Wanneer u het opnemen onderbreekt, verdwijnen beeld en
geluid geleidelijk. (Uitfaden)
≥ Als het opnemen stopt wordt de fade-instelling geannuleerd.
∫ Kleurselectie voor in-/uitfaden
: [OPNAME INST.] # [FADE KLEUR] #
[WIT] of [ZWART]
≥
De miniaturen van de opgenomen scènes waarbij de infaden is geselecteerd, worden zwart (of wit).
Intelligent contrast controle
Deze functie maakt delen van het beeld die zich in de schaduw bevinden en moeilijk te
zien zijn helderder, en onderdrukt tegelijkertijd de witverzadiging van de heldere delen
van het beeld. Zowel helder als donkere delen kunnen goed worden opgenomen.
≥
Bij te donkere of te lichte delen of bij onvoldoende helderheid kan het effect moeilijk zichtbaar zijn.
PRE-REC
PRE-REC
Dit voorkomt dat u een opname mist.
Hiermee kunt u ongeveer 3 seconden voordat op de start/stop-toets voor het opnemen
gedrukt wordt, beeld en geluid opnemen.
≥ verschijnt op het scherm.
≥ Richt het toestel van tevoren op het onderwerp.
≥ Er is geen “beep”-geluid.
≥ PRE-REC wordt in de volgende gevallen gewist.
jIndien u de mode verandert.
jAls u de SD-kaart wegneemt terwijl [KIES MEDIUM] op [VIDEO/SD-KAART] staat
jIndien u op de MENU toets of op de 1080/50p toets drukt.
jIndien u het toestel uitschakelt.
jAls u de opname start.
jNadat 3 uur verstreken zijn
≥ Bewegende beelden die zijn genomen 3 seconden voordat de knop opname starten/
stoppen werd ingedrukt, kunnen niet worden opgenomen als het opnemen binnen minder
dan 3 seconden na het instellen van PRE-REC wordt gestart of als het PRE-REC-lampje
binnen ongeveer 3 seconden na het starten van de Quick Start-bewerking begint te
knipperen.
≥ Beelden die in de afspeelwijze als miniatuur weergegeven worden, zullen afwijken van de
video’s die aan het begin van het afspelen worden weergegeven.
54
VQT2N49
Page 55
Smile shot
Wanneer tijdens de opname van een video een lachend gezicht gedetecteerd wordt,
zal het toestel automatisch een foto ervan maken.
De icoon verandert bij iedere aanraking.
(AAN)
#(Gezichtsherkenning)# UIT
:Het toestel maakt een foto wanneer een lachend gezicht gedetecteerd wordt.
:De foto’s worden alleen gemaakt wanneer het gezicht gedetecteerd wordt van
iemand die met gebruik van gezichtsherkenning (l 61) geregistreerd is.
UIT:Wist de instelling.≥ Tijdens Smile Shot-opname, zijn / rood en wordt het gezicht dat opgespoord wordt
als een lachend gezicht omgeven door een groen kader.
≥ werkt niet wanneer [GEZICHT HERK.] op [UIT] staat of niemand geregistreerd is.
≥ Het kan zijn dat het lachende gezicht van het onderwerp niet correct opgespoord wordt,
afhankelijk van de opnameomstandigheden.
M
Het aantal opnamepixels is (4864k2736), (3840k2160) of (1920k1080). (l71)
≥
13.3
M
8.3
M
2.1
≥ Als beelden die met smile shot genomen zijn weergegeven worden als miniaturen, zal
verschijnen.
≥ Als de AF/AE Volg-functie het gezicht van het onderwerp als doel vergrendelt, kunnen er
alleen foto’s gemaakt worden wanneer er een lach op het vergrendelde onderwerp
gedetecteerd wordt. Als de Smile shot functie op (Gezichtsherkenning) gezet wordt,
zal de opname alleen gemaakt worden als er een gezicht van het onderwerp dat met
[GEZICHT HERK.] geregistreerd is, als doel vergrendeld wordt.
Ingebouwde flits
Wanneer op wordt gedrukt, wordt de flits ingeschakeld en wordt de foto genomen.
Gebruik de ingebouwde flits voor het nemen van foto’s bij onvoldoende licht.
Telkens als het pictogram ß wordt geselecteerd, verandert het pictogram per instelling in de
onderstaande volgorde:
ß ([AAN]) # ßA ([AUTO]) # ([UIT])
≥ Wanneer tot halverwege is ingedrukt, wordt het flitspictogram afgebeeld.
≥ Ook als de flits op staat, bepaalt de camera automatisch op basis van de helderheid
van de omgeving of flitsen noodzakelijk is. (Als blijkt dat flitsen noodzakelijk is, zal het
pictogram rood oplichten als halverwege is ingedrukt.)
∫ De helderheid van de flits aanpassen
: [FOTO] # [Flitsniveau] # gewenste instelling
[ßj]:Minder helder
[ßd0]: Normaal
[ßi]:Helderder
≥ Zet de flits op waar flitslicht niet is
toegestaan.
≥ Het licht van de flitser kan door de lenskap
tegengehouden worden als de lenskap
bevestigd is.
≥ Gebruik de flitser niet met het (optionele)
ND-filter of met de bevestigde (optionele)
conversielens.
≥
Indien de ß aanduiding, enz., knippert,
wanneer de toets halverwege ingedrukt
wordt, dan is de flitser niet geactiveerd.
≥ Het flitsbereik is ongeveer 1 m to 2,5 m op
donkere plaatsen.
≥
Als de flits wordt gebruikt, heeft de sluitertijd
een vaste waarde van 1/500 of langer.
55
VQT2N49
Page 56
Rode-ogenreductie
Met deze functie voorkomt u dat ogen rood worden door het flitslicht.
≥ De flits gaat tweemaal af.
≥ Het rode-ogen-fenomeen vertoont de neiging om onder bepaalde omstandigheden op te
treden en bij sommige mensen meer dan bij anderen.
≥ Als gezichten worden herkend in de intelligente automatische functie, wordt de
rode-ogenreductie ingeschakeld.
Zelfontspanner
Deze functie is voor het opnemen van foto’s met behulp van de timer.
Telkens als het pictogram wordt geselecteerd, verandert het pictogram per instelling in de
onderstaande volgorde:
Ø10 (neemt op na 10 seconden) # Ø2 (neemt op na 2 seconden) # instelling gewist
≥ Wanneer de toets ingedrukt wordt, wordt een foto gemaakt na weergave van Ø10 of
Ø2 en knippert het opnamelampje gedurende tijd die ingesteld is. Na de opname wordt de
zelfontspanner gewist.
≥ In de auto focus mode, en indien de toets één keer halverwege ingedrukt wordt en
vervolgens geheel, zal de lens op het onderwerp scherp stellen wanneer de toets
halverwege ingedrukt wordt. Indien de toets in één keer geheel ingedrukt wordt, zal
de lens vlak voor het opnemen op het onderwerp scherp stellen.
De zelfontspanner halverwege uitschakelen
Druk op MENU.
≥ Het instellen van de zelfontspanner op Ø2 is een goede manier om beweging te
voorkomen als op wordt gedrukt bij gebruik van een statief, enz.
Intelligente belichting
Het maakt donkere delen helder zodat het beeld helder opgenomen kan worden.
≥ Bij te donkere delen of bij onvoldoende helderheid kan het effect moeilijk zichtbaar zijn.
Tegenlichtcompensatie
Deze functie maakt het beeld helderder om te voorkomen dat het donker wordt als
gevolg van belichting vanachter het onderwerp.
Soft skin mode
Met deze functie lijken huidtinten zachter voor een mooiere uitstraling.
Dit heeft meer effect wanneer u een persoon van dichtbij van de borst omhoog opneemt.
≥ Als de achtergrond of een ander object in de scène dezelfde kleuren heeft als de
huidtinten, worden deze kleuren aangepast.
≥ Bij onvoldoende licht kan dit effect onduidelijk zijn.
≥ Als u een persoon van afstand fotografeert, is mogelijk dat het gezicht niet duidelijk wordt
vastgelegd. Als dat het geval is, annuleer de functie Huidskleur stand of maak een closeup van het gezicht.
56
VQT2N49
Page 57
Tele macro
F
Er kan een indrukwekkender beeld verkregen worden door alleen close-up op het
onderwerp scherp te stellen en door de achtergrond geleidelijk te laten verdwijnen.
≥ Het toestel kan op het onderwerp scherpstellen op een afstand van ongeveer 70 cm.
≥ Bij een zoombereik van 12k of minder, wordt de camera automatisch ingesteld op 12k.
≥ De tele-macrofunctie wordt geannuleerd wanneer de zoomvergroting lager wordt dan 12k.
Richtlijn
U kunt tijdens het opnemen of afspelen van foto’s of video’s controleren of het beeld recht
staat. De functie kan ook gebruikt worden om te kijken of de compositie evenwichtig is.
≥ De richtlijnen verschijnen niet op de huidig opgenomen beelden.
≥ Om de richtlijnfunctie tijdens het afspelen te wissen, zet u het op [UIT].
Kleur nachtzicht
Deze functie maakt het mogelijk kleurenbeelden op te nemen in sterk onderbelichte
situaties. (Minimaal vereiste verlichting: ong. 1 lx)
≥ De opname wordt weergegeven als een scène waarin frames ontbreken.
≥ Bij heldere lichtomstandigheden kan het scherm tijdelijk wit worden.
≥ Het is mogelijk dat het scherm lichte vlekjes bevat die u normaal gesproken niet ziet. Dit is
echter geen defect.
≥ Het wordt aanbevolen een statief te gebruiken.
≥
Op donkere plaatsen kan de automatische scherpstelling iets langzamer werken. Dit is normaal.
Instelling volume hoofdtelefoon
Stelt het volume van de hoofdtelefoon in tijdens het
opnemen (Wanneer de LCD-monitor gebruikt wordt)
:Verhoogt het volume
:Verlaagt het volume
≥ Het werkelijke volume dat wordt opgenomen verandert niet.
57
VQT2N49
Page 58
Geavanceerd
Opnemen
(Geavanceerd)
6
Opnamefuncties van
menu’s
[Scène stand]
Bij het opnemen van onderwerpen onder verschillende omstandigheden, selecteert de
camera automatisch de meest geschikte sluitertijd en lensopening.
[UIT]:Wist de instelling5Sport:Snel bewegende scènes minder bewogen laten lijken met
Portret:Voor opnamen waarbij personen scherp tegen de
Spotlight:Geeft een betere beeldkwaliteit wanneer het onderwerp
Sneeuw:
Strand:Voor een levendige blauwe kleur van de lucht of zee
Zonsondergang:Voor een levendige rode kleur van de zonsopkomst of
Vuurwerk:Voor prachtige opnamen van vuurwerk in de avondlucht
Landschap:Voor een ruimtelijk landschap
Schemerlicht:Voor donkere scènes, zoals in de schemer
Nachtlandschap:
Nachtportret:Om een persoon en de achtergrond helder op te nemen.
langzaam afspelen en pauzeren
achtergrond worden afgetekend
sterk verlicht is
Voor een betere beeldkwaliteit wanneer u opneemt in de sneeuw
zonsondergang
(Alleen in de video-opnamefunctie)
Om het landschap ’s avonds of ’s nachts prachtig vast te leggen.
(Alleen in de foto-opnamefunctie)
≥ (Sport/Portret/Spotlight/Sneeuw/
Strand/Zonsondergang/Landschap)
jDe sluitersnelheid is 1/6 of meer in de
opnamewijze voor foto’s.
≥ (Zonsondergang/Weinig licht)
jDe sluitersnelheid is 1/25 of hoger in de
opnamewijze voor video’s.
≥ (Zonsondergang/Vuurwerk/
Natuurschoon/Nachtlandschap)
het beeld kan vaag worden wanneer een
j
onderwerp van dichtbij opgenomen wordt.
58
VQT2N49
≥ (Sport)
jTijdens het normaal afspelen kan het
lijken of het beeld niet soepel beweegt.
jDe kleur en de helderheid van het
beeldscherm kunnen bij verlichting
binnenshuis veranderen.
jIndien de helderheid onvoldoende is,
werkt de sport mode niet. De
weergave knippert.
≥ (Portret)
jDe kleur en de helderheid van het
beeldscherm kunnen bij verlichting
binnenshuis veranderen.
Page 59
≥ (Vuurwerk)
jDe sluitersnelheid is 1/25.
jHet beeld kan verbleken wanneer de
opname in een heldere omgeving
gemaakt wordt.
≥ (Nachtlandschap/Nachtportret)
jDe sluitersnelheid is 1/2 of meer in de
opnamewijze voor foto’s.
jEr wordt aangeraden een statief te
gebruiken.
≥ (Nachtportret)
jDe flitser is op [AAN] gezet.
[ZOOM MODE]
Stel voor de opnamewijze voor video’s de maximum zoomverhouding in.
≥ Het is mogelijk in te stellen op het snelmenu. (l 38)
[HA]/[HG]/[HX]/[HE]
A Prioriteit op de beeldkwaliteit
B Prioriteit op de opnametijd
≥ Voor opname beschikbare tijd bij gebruik van de accu (l 17)
≥ De fabrieksinstelling van deze functie is de HG mode.
≥ Raadpleeg pagina 141 over de approximatieve opnametijd.
≥ Wanneer het toestel veel of snel bewogen wordt, of wanneer een snel bewegend
onderwerp opgenomen wordt (met name bij opnames in de HE-mode), kan tijdens het
afspelen een mozaïekachtig patroon ontstaan.
59
VQT2N49
Page 60
[TIME LAPSE REC]
Instelvoorbeeld
Insteltijd
(opname-interval)
OpnametijdOpgenomen tijd
Zonsondergang1 sOngeveer 1 hOngeveer 2 min
Opengaande bloem
30 sOngeveer 3 hOngeveer 12 s
Een scène die gedurende een lange tijd langzaam beweegt, wordt met een interval frame
voor frame opgenomen, en wordt opgenomen als een korte video.
Een frame wordt opgenomen na een ingesteld opname-interval.
25 frames vormen samen een video van 1 seconde.
≥ Verander de functie naar .
: [OPNAME INST.] # [TIME LAPSE REC] # gewenste instelling
≥ Het is mogelijk in te stellen op het snelmenu. (l 38)
≥ wordt op het scherm afgebeeld.
≥ Na de opname wordt de instelling van de intervalopname geannuleerd.
≥ Audio kan niet worden opgenomen.
≥ Maximale opnametijd is 12 uur.
≥ De foto-opnamefunctie kan niet worden gebruikt.
De opnamefunctie kan niet worden gebruikt wanneer de interval-opnamefunctie is ingesteld.
≥
≥
Als u het toestel uitschakelt of de functie verandert naar , wordt deze functie geannuleerd.
≥ De kortste opnametijd voor video’s is 1 seconde.
≥ Afhankelijk van de lichtbronnen of omstandigheden is het mogelijk dat de kleurbalans en
scherpstelling niet automatisch worden aangepast. Stel in dat geval deze instellingen
handmatig in. (l 76, 78)
[DIGITAL CINEMA]
Gebruik deze functie om een beeld op te nemen met levendige kleuren, zoals in een bioscoopfilm.
≥ Verander de functie naar .
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 75)
≥ Zet de opnamewijze op HA of HG. (l 59)
: [OPNAME INST.] # [DIGITAL CINEMA] # [AAN]
≥
Deze functie kan niet gebruikt worden in de Intelligent Auto Mode of in de 1080/50p opnamewijze.
≥ Het kan zijn dat de beelden er niet soepel uit zien.
60
VQT2N49
Page 61
[RELAY. REC.]
Het is mogelijk om continu door te gaan met het opnemen van video’s op een SD-kaart
wanneer onvoldoende ruimte in het intern geheugen beschikbaar is (U kunt vanuit het intern
geheugen alleen naar een SD-kaart opnemen).
≥ Verander de functie naar .
: [OPNAME INST.] # [RELAY. REC.] # [AAN]
≥ wordt afgebeeld op het scherm. wordt afgebeeld wanneer de ruimte in het
interne geheugen op is en het opnemen op de SD-kaart begint.
≥ De estafetteopname kan slechts eenmaal worden uitgevoerd.
≥ Voeg de scènes, die opgenamen waren met relay recording (estafette), samen op de
SD-kaart met gebruik van [RELAY SCENE SAMENVOEGEN]. (l 93, 101)
≥ Heeft u [RELAY SCENE SAMENVOEGEN] eenmaal uitgevoerd, dan kunt u de relay
recording-functie (estafette) opnieuw gebruiken. Als [RELAY. REC.] op [AAN] staat zonder
dat [RELAY SCENE SAMENVOEGEN] uitgevoerd wordt, wordt een bericht weergegeven.
U kunt de relay recording uitvoeren door [JA] aan te raken maar u zult daarna niet in staat
zijn om [RELAY SCENE SAMENVOEGEN] uit te voeren.
≥ Foto’s worden na relay recording op de SD-kaart opgenomen.
≥ wordt afgebeeld op het miniatuuroverzicht tijdens de weergave van de scène die
middels een estafetteopname werd opgenomen in het interne geheugen.
[GEZICHT HERK.]
Gezichtsherkenning is een functie voor het opzoeken van gezichten die al geregistreerd
waren en die automatisch voorrang krijgen bij het scherp stellen en belichten. Deze functie
maakt het mogelijk om het gezicht van uw geliefden scherp te stellen, ook al bevinden deze
zich in een groepsfoto op de achtergrond of aan het einde van een rij.
≥ Er kunnen maximaal 6 gezichtsfoto’s geregistreerd worden.
1 Lijn het gezicht uit op de richtlijn.
≥ Neem van voren een foto van het gezicht en wees er
zeker van dat het haar de contouren van het gezicht,
de ogen of de wenkbrouwen niet verbergt.
2 Raak [OPNAME] aan of druk de toets
volledig in.
≥ Raak [ENTER] aan.
≥
Het kan zijn dat het niet mogelijk is een gezicht te
registreren, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
Probeer in dat geval het gezicht opnieuw te registreren.
3Invoeren van de naam die bij het gezicht hoort.
≥
Raak de icoon voor het invoeren van de tekst aan, in
het midden van het beeldscherm, en voer de naam in.
≥ Raak na het invoeren van de naam [Enter] aan.
Invoeren van de tekst
IcoonBeschrijving van de werking
[A] enz.Voert een karakter in.
Beweegt de cursor naar links.
Beweegt de cursor naar rechts.
[A/a]Schakelt tussen [A]/[a] (alfabet) en [&/1] (symbolen/nummers).
[Wissen]
[Enter]Eindigt de invoering van de tekst.
≥ Er kunnen maximaal 9 karakters ingevoerd worden.
4 Raak [ENTER] aan om de registratie te eindigen.
≥ Raak [STOP] aan.
Wist een karakter.
Wist het vorige karakter als de cursor op een lege ruimte staat.
62
VQT2N49
Page 63
∫ Wijzigen van de informatie van een geregistreerd gezicht
2 Raak de gewenste optie aan om de instelling in te
voeren.
≥
Er kunnen tot 3 gezichtsfoto’s geregistreerd worden. Om er nog
een te registreren, of om de geregistreerde gezichtsfoto’s te
veranderen/wissen, raak dan of de gezichtsfoto zelf aan.
[NAAM INSTELLEN]:
Verander de naam.
[PRIORITEIT]:
Scherpstelling en belichting zullen prioritair ingesteld worden
volgens de instelling van de registratievolgorde vanaf het
eerste gezicht. Het doel zal vergrendeld worden volgens de
instelling van de registratievolgorde vanaf het eerste gezicht
als AF/AE tracking actief is.
≥ Raak de gezichtsfoto aan van degene die u in de
registratievolgorde voorrang wilt verlenen. Zo neemt dit
gezicht een belangrijker plaats in in de volgorde.
[FOCUS ICOON]:
Dit verandert de icoon van de aanduiding van de scherpstelling
die tijdens het maken van foto’s verschijnt (Alleen
weergegeven wanneer de gezichtsherkenning gebruikt wordt.)
≥ Raak de icoon aan die u wilt laten weergeven.
≥ Het aanraken van [WIS ALLES] wist alle geregistreerde gezichten.
2 (Alleen wanneer [WISSEN] geselecteerd is)
Raak het te wissen gezicht aan.
≥ Eenmaal aangeraakt wordt deze persoon geselecteerd en door oranje omgeven. Raak
deze persoon opnieuw aan om de handeling te annuleren.
≥ Raak [ENTER] aan.
≥ Aangezien de gezichtsherkenning naar gezichten zoekt die op de geregistreerde gezichten
lijken, kan de correcte herkenning niet gegarandeerd worden.
≥ Het kan zijn dat het niet mogelijk is een gezicht van iemand die geregistreerd is, correct te
herkennen wegens verschillen in gelaatsuitdrukkingen en de omgeving.
≥ Voer de registratie opnieuw uit als de herkenning instabiel wordt zoals bijvoorbeeld
wanneer de gelaatskenmerken door veroudering veranderen.
63
VQT2N49
Page 64
[NAAM WEERGEVEN]
Wanneer tijdens een opname een geregistreerd gezicht door de gezichtsherkenning
gedetecteerd wordt, zal de naam die voor dat gezicht ingevoerd is, weergegeven worden.
≥ Verander de functie naar of .
: [OPNAME INST.] # [NAAM WEERGEVEN] # gewenst nummer
[UIT]/[1]/[2]/[3]
≥ Na enige tijd zal de weergegeven naam verdwijnen.
Het wordt weergegeven volgens de instelling van de registratievolgorde vanaf het eerste gezicht.
≥
≥ Deze functie wordt niet weergegeven tijdens de face-to-face opname of de afspeelmode.
[GEZICHTKADER]
Opgespoorde gezichten worden met kaders afgebeeld.
Alleen het gezichtskader met prioriteit wordt afgebeeld.
[ALLE]:
Alle gezichtskaders worden afgebeeld.
Er worden tot 15 kaders aangeduid. Bredere gezichten, en gezichten die zich dichter bij the
≥
midden van het beeldscherm bevinden, hebben voorrang boven andere. Wanneer [GEZICHT
HERK.] op [AAN] staat, wordt voorrang gegeven aan de geregistreerde gezichten.
∫ Gezichtskader met prioriteit
Het gezichtskader met prioriteit is oranje. De scherpstelling en de instelling van de helderheid
worden uitgevoerd voor het gezichtskader met prioriteit.
≥ Prioriteit gevende gezichtskaders worden alleen afgebeeld in Intelligente Auto Mode.
≥ De camera stelt scherp op het gezichtskader met prioriteit wanneer de toets tot
halverwege wordt ingedrukt bij het nemen van foto’s. Het gezichtskader met prioriteit wordt
groen nadat is scherpgesteld.
[AGS]
Als de camera tijdens video-opnamen vanuit de horizontale stand ondersteboven gedraaid
blijft, wordt de camera automatisch in de opnamepauzestand gezet.
≥ Verander de functie naar .
: [OPNAME INST.] # [AGS] # [AAN]
≥ Als u een onderwerp recht boven of recht onder u opneemt, kan de AGS-functie in werking
treden, waardoor de opname wordt onderbroken.
64
VQT2N49
Page 65
[SLTR AUT. LANG.]
In de intelligente automatische functie wordt een kader afgebeeld rondom een herkend gezicht.
≥ Verander de functie naar .
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 75)
: [OPNAME INST.] # [SLTR AUT. LANG.] # [AAN]
≥ De sluitertijd is ingesteld op 1/25 of langer, afhankelijk van de helderheid van de omgeving.
≥ Deze functie kan niet gebruikt worden in de opnamewijze voor foto’s.
≥ Als de sluitertijd 1/25 bedraagt, kan het lijken alsof er beelden weg zijn en kunnen
nabeelden zichtbaar zijn.
[Digital Cinema Colour]
™
Video’s opnemen met levendigere kleuren met behulp van x.v.Colour
-technologie.
≥ Verander de functie naar .
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 75)
≥ Voor realistischere kleuren, gebruikt u een HDMI-minikabel met een televisie die
x.v.Colour
≥
Deze functie kan niet gebruikt worden wanneer u naar de Intelligent auto mode overschakelt.
≥ Wanneer video’s, die zijn opgenomen terwijl deze functie stond ingesteld op [AAN],
worden afgespeeld op een televisie die niet compatibel is met x.v.Colour
™
ondersteunt.
™
, is het
mogelijk dat de kleuren niet goed worden afgebeeld.
Om beelden af te spelen die zijn opgenomen in digital cinema colour met levendigere
≥
kleuren in bredere kleurbereiken, is een apparaat nodig dat compatibel is met x.v.Colour
Als deze beelden worden afgespeeld op apparaten die niet compatibel zijn met x.v.Colour
™
™
adviseren wij u eerst deze functie in te stellen op [UIT] en daarna de beelden op te nemen.
≥ x.v.Colour™ is een naam voor apparaten die compatibel zijn met het xvYCC formaat, een
internationale standaard voor expansiekleuren in video’s, en die de regels voor
signaaluitzending volgen.
[OPNAMEGIDS]
.
,
Het bericht wordt weergegeven wanneer dit toestel te snel bewogen wordt.
≥ Verander de functie naar .
: [OPNAME INST.] # [OPNAMEGIDS] # [AAN]
Als “CAMERA- BEWEGING IS TE SNEL.” wordt afgebeeld, moet u de camera tijdens het opnemen
langzamer bewegen.
≥
De melding wordt niet afgebeeld tijdens het pauzeren van de opname. (De melding wordt
ook afgebeeld tijdens het pauzeren van de opname als [DEMO stand] is ingesteld op [AAN].)
≥ Onder bepaalde opnameomstandigheden worden geen meldingen afgebeeld.
65
VQT2N49
Page 66
[Windruis onderdrukking]
Dit zal de windruis in de ingebouwde microfoons verlagen terwijl toch een realistisch effect
gehandhaafd wordt.
≥ Verander de functie naar .
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 75)
[SURROUND]:Het geluid wordt opgenomen met de 5.1-channel
[ZOOM MIC]:De richtinggevoeligheid van de microfoon is gekoppeld
[FOCUS MIC]:De richtinggevoeligheid van het midden is verbeterd zodat
[STEREO MIC]:Het geluid afkomstig van twee richtingen wordt
≥ Als u een hogere geluidskwaliteit wilt opnemen maar het realiteitsgevoel wilt behouden
tijdens het inzoomen, bijvoorbeeld bij het opnemen van een muziekrecital, adviseren wij u
[MIC INSTELLEN] in te stellen op [SURROUND].
66
VQT2N49
surroundmicrofoon.
aan de zoomfunctie van de microfoon. Geluiden nabij de
voorkant van de camera worden helderder opgenomen als
u inzoomt (close-up), en achtergrondgeluiden worden
realistischer opgenomen als u uitzoomt (panorama).
geluiden nabij de voorkant van de camera helderder
worden opgenomen.
opgenomen in 2 kanalen, door de stereomicrofoons naar
voren te richten.
Page 67
[Mic. Niveau]
A Midden
B Linksvoor
C Linksachter
D Rechtsvoor
E Rechtsachter
F
Microfoongevoeligheidsniveau
Tijdens het opnemen kan het ingangsniveau vanuit de ingebouwde microfoons en de externe
microfoonaansluiting worden aangepast.
≥ Verander de functie naar .
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 75)
[AUTO]:AGC wordt ingeschakeld en het gevoeligheidsniveau van
[Instel.r]/[Instel.]:Het gewenste gevoeligheidsniveau van de microfoon voor
≥ Het is mogelijk om in de handmatige functie de instelling te selecteren op het snelmenu.
(l 38) Het microfoonniveau keert terug naar de eerder ingestelde waarde, en kan niet
worden ingesteld op het snelmenu.
de microfoon voor opnemen wordt automatisch ingesteld.
opnemen kan worden ingesteld.
2 Raak / aan om het ingangsniveau van
de microfoon in te stellen.
≥ Raak aan om AGC in of uit te schakelen. Als
AGC is ingeschakeld, wordt rond het pictogram een
gele kleur afgebeeld en wordt de mate van
geluidsvervorming verminderd. Als AGC is
uitgeschakeld, wordt het geluid op natuurlijke wijze
opgenomen.
≥ Stel het gevoeligheidsniveau van de microfoon
zodanig in dat de laatste 2 balken van de gain-waarde
niet rood zijn. (Anders wordt het geluid vervormd.)
Selecteer een lagere instelling voor het
gevoeligheidsniveau van de microfoon.
3 Raak [ENTER] aan om het ingangsniveau van
de microfoon vast te stellen en raak
vervolgens [STOP] aan.
≥ (Meter voor ingangsniveau microfoon) verschijnt op het scherm.
≥ Wanneer u het toestel op de Intelligent auto mode zet, wordt de instelling vastgezet op
[AUTO] en kan niet veranderd worden.
≥ Als [MIC INSTELLEN] op [ZOOM MIC] staat, zal het volumeniveau verschillen afhankelijk
van de zoomsnelheid.
≥ Wanneer [MIC INSTELLEN] op [STEREO MIC] staat, of de externe microfooningang wordt
gebruikt, dan is het geluid stereo (2 kanalen) en werken alleen de meters van het
ingangsniveau linksvoor en rechtsvoor.
≥ De microfoongevoeligheidsmeter geeft het sterkste volume van de microfoons weer.
≥ U kunt niet opnemen met het geluid volledig onderbroken.
67
VQT2N49
Page 68
[BASS INSTELLING]
Verander de lagere instelling van de ingebouwde microfoon naar wens.
≥ Verander de functie naar .
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 75)
≥ Stel normaal gesproken in op [0dB].
≥ Selecteer [+3dB] of [+6dB] voor een sterk power-gevoel op het basniveau.
[BEELDINSTEL.]
Stelt de kwaliteit van het beeld in tijdens het opnemen.
Stel in door het beeld uit te voeren naar een televisie en dan de beeldkwaliteit te veranderen.
≥ Zet de mode op of .
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 75)
1 Selecteer het menu.
: [OPNAME INST.] # [BEELDINSTEL.]
2 Raak de gewenste instellingsopties aan.
[SCHERPTE]:Scherpte van de rand
[KLEUR]:Diepte van de kleur van het beeld
[BELICHTING]:Helderheid van het beeld
[WB aanpassing]:Kleurbalans beeld
3 Raak / aan om de instellingen uit te voeren.
4 Raak [ENTER] aan.
≥ Raak [STOP] aan of druk op de MENU toets om de instellingen te vervolledigen.
≥ verschijnt op het beeldscherm.
68
VQT2N49
Page 69
[ZEBRA]
A Zebrapatroon
Delen waar het waarschijnlijk is dat een witte verzadiging
optreedt (kleurverzadiging) (zeer helder verlichte of glanzende
delen) worden weergegeven met diagonale strepen
(zebrapatroon).
≥ Verander de functie naar of .
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 75)
: [OPNAME INST.] # [ZEBRA] # [AAN]
≥ Het is mogelijk om in de handmatige functie op het
snelmenu in te stellen. (l 38)
≥ U kunt een opname maken met minder witverzadiging als u de sluitertijd of helderheid
(diafragma/gain) handmatig aanpast. (l 77)
≥ Het zebrapatroon verschijnt niet op de gemaakte opnamen.
[LICHTINTENSITEIT]
Geeft het luminantieniveau van het midden van het scherm weer (luminantieweergaveframe) in procenten.
Hierdoor wordt het gemakkelijker de helderheid van het onderwerp in te stellen, door het
luminantieniveau van het onderwerp te controleren, wanneer hetzelfde onderwerp wordt
opgenomen in verschillende omgevingen.
Stel de helderheid in met [IRIS]. (l 77)
≥ Verander de functie naar of .
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 75)
≥ Het is mogelijk om in de handmatige functie op het snelmenu in te stellen. (l 38)
[UIT]:
Wist de instelling.
[ALTIJD]:
Constante weergave.
[BIJ INST]:
Alleen weergave wanneer [IRIS] is ingesteld.
(l 77)
A Luminantie-weergaveframe
B Luminantieniveau
≥ Het luminantieniveau wordt weergegeven tussen [0%] en [99%]. Het wordt weergegeven
als [99% ] wanneer het hoger is als 99%.
50%
≥ Het luminantieniveau wordt weergegeven tijdens het instellen van [IRIS], zelfs als [Display]
is ingesteld op [UIT].
69
VQT2N49
Page 70
[HISTOGRAM]
Een grafiek wordt weergegeven waarin de helderheid op de horizontale as en het aantal
pixels met die helderheid op de verticale as worden aangegeven. Het is mogelijk de
belichting van het gehele beeld te bepalen door te kijken naar de verdeling in de grafiek.
Stel de helderheid in met [IRIS]. (l 77)
≥ Verander de functie naar of .
≥ Naar de handmatige werking schakelen. (l 75)
≥ Het is mogelijk om in de handmatige functie op het snelmenu in te stellen. (l 38)
[UIT]:
Wist de instelling.
[ALTIJD]:
Constante weergave.
[BIJ INST]:
Alleen weergave wanneer [IRIS] is ingesteld.
(l 77)
A Normaal
B Donker beeld
C Helder beeld
≥ Het histogram wordt weergegeven tijdens het instellen van [IRIS], zelfs als [Display] is
ingesteld op [UIT].
∫ Voorbeeld van de grafiek
70
VQT2N49
Page 71
[Foto formaat]
12. 2
M
7.7
M
4.9
M
0.3
M
14.2
M
8.6
M
5.5
M
13.3
M
8.3
M
5.3
M
13.3
M
14.2
M
Hoe hoger het aantal pixels, hoe hoger de kwaliteit van het beeld bij afdrukken.
≥ Zet de mode op .
: [FOTO] # [Foto formaat] # gewenste instelling
≥ Het is mogelijk in te stellen op het snelmenu. (l 38)
≥ Het aantal opnamepixels dat ingesteld kan worden, is afhankelijk van de geselecteerde
beeldverhouding. (l 72)
∫ Fotoresolutie en maximale
zoomvergroting
Beeld
-v-
erhou
Fotoresolutie
-ding
4032k3024
4:3
3200k240013,2k
2560k192016,5k
640k48025k
4608k3072–
3:2
3600k240013,2k
2880k192016,5k
4864k2736–
16:9
3840k216013,2k
3072k172816,5k
* De extra optische zoom kan niet worden
gebruikt. De maximale zoomvergroting is
12k.
Extra
optische
zoom
(l 49)
*
–
*
*
∫ Fotoresolutie in de
video-opnamefunctie
≥ Zet de mode op .
: [FOTO] # [Foto formaat] #
gewenste instelling
≥ Het is mogelijk in te stellen op het
snelmenu. (l 38)
Beeld
-v-
erhou-
ding
16:9
Fotoresolutie
M
8.3
M
2.1
4864k2736
3840k2160
1920k1080
≥ De defaultinstellingen van deze functie zijn in de opnamewijze voor foto’s en in
de opnamewijze voor video’s.
≥ Raadpleeg pagina 142 over het aantal beelden dat opgenomen kan worden.
≥ De opname wordt langer afhankelijk van het aantal opnamepixels.
13.3
M
71
VQT2N49
Page 72
[KWALITEIT]
De opnamekwaliteit instellen.
≥ Verander de functie naar of .
: [FOTO] # [KWALITEIT] # gewenste instelling
:Foto’s worden genomen met een hoge opnamekwaliteit.
:Voorkeur wordt gegeven aan het aantal genomen foto’s. Foto’s worden genomen
met de normale beeldkwaliteit.
[ASPECT RATIO]
Hiermee kunt u de beeldverhouding van de foto’s selecteren overeenkomstig het afdrukken
of het afspelen.
≥ Zet de mode op .
: [FOTO] # [ASPECT RATIO] # gewenste instelling
4:3:Beeldverhouding van 4:3 televisie
3:2:Beeldverhouding van een conventionele filmcamera of voor afdrukken (zoals L-
size print)
16:9:Beeldverhouding van een high definition televisie, enz.
≥ De defaultinstelling van deze functie is [3:2].
≥ Wanneer de beeldverhouding is ingesteld op [4:3] of [3:2] kunnen zwarte randen worden
afgebeeld langs de linker- en rechterzijkant van het scherm.
≥ De randen van foto’s met een beeldverhouding van 16:9 worden bij het afdrukken mogelijk
afgesneden. Controleer de printer of fotostudio alvorens at te drukken.
72
VQT2N49
Page 73
[HI-SPEED BURST]
2.1
M
A Beginpunt
*
B Eindpunt
Het opnemen vindt continu plaats bij een snelheid van 50 foto’s per seconde.
Gebruik deze functie om een snel bewegend onderwerp op te nemen.
≥ Verander de functie naar .
1 Selecteer het menu.
: [FOTO] # [HI-SPEED BURST] #
gewenste instelling
[UIT]:
Wist de instelling.
[50 frames/sec]:
180 foto’s worden ononderbroken genomen
met een snelheid van 50 per seconde.
Het beeldformaat is (1920k1080).
2 Druk op de toets.
≥ knippert rood tijdens het opnemen.
≥ Druk eerst tot halverwege in en druk
deze vervolgens helemaal in om scherp te
stellen en op te nemen. Het beeld wordt
automatisch scherpgesteld als u eenmaal
helemaal indrukt, dus dit is handig voor
het opnemen van onderwerpen die heen
en weer bewegen.
3 Raak [Record] of [Wissen] aan.
[Record]: De beelden worden bewaard.
[Wissen]: Alle beelden worden gewist.
4
(Alleen waneer [Record] geselecteerd is
bij stap 3)
Raak [AL.OPN.] aan of [SELECT.].
[AL.OPN.]:Alle beelden worden opgeslagen.
[SELECT.]: De beelden worden bewaard
met aanduiding van het bereik.
5 (Alleen wanneer [SELECT.]
geselecteerd is bij stap 4)
Raak het bereik van de beelden
aan die opgeslagen zullen worden.
≥ Raak / aan om de vorige/volgende
pagina af te beelden.
* Selecteer alleen het beeld van het
startpunt wanneer slechts 1 beeld
opgeslagen moet worden.
≥ Een bevestigingsmelding wordt afgebeeld
wanneer [Enter] wordt aangeraakt nadat
het begin- en eindpunt zijn ingesteld.
Raak [JA] aan om de beelden op te slaan.
≥ Indien u de stroom uitschakelt of de mode verandert, wordt deze functie gewist.
≥ Het maximumaantal keren dat u op het medium kunt opnemen: 15.
(In geval van een SD-kaart is dit het maximumaantal scènes dat op de kaart kan worden
opgenomen.)
≥ De kleurbalans en de helderheid op het scherm kunnen veranderen bij bepaalde
lichtbronnen, zoals bij fluorescerende lampen.
≥ De beeldkwaliteit is anders dan bij het nemen van normale foto’s.
73
VQT2N49
Page 74
[AF. ASSIST. LAMP]
Door het onderwerp te verlichten, is het gemakkelijker voor de camera om scherp te stellen
tijdens opnemen onder een zwakke belichting.
≥ Verander de functie naar .
≥ Schakel de handmatige werking in. (l 75)
: [FOTO] # [AF. ASSIST. LAMP] # [AUTO]
≥ Het AF-hulplicht reikt tot een afstand van ongeveer 1,5 meter.
≥ Een opzetlens (optioneel) kan het AF-hulplicht blokkeren waardoor het moeilijker wordt om
scherp te stellen.
≥ Wanneer u het toestel op de Intelligent auto mode zet, wordt de instelling vastgezet op
[AUTO] en kan niet veranderd worden.
[SLUITERGELUID]
U kunt het geluid van een sluiter toevoegen aan het maken van een foto.
≥ Zet de mode op .
: [FOTO] # [SLUITERGELUID] # [UIT]//
≥ Er klinkt geen sluitergeluid in de opnamewijze voor video’s.
74
VQT2N49
Page 75
Geavanceerd
MNL
F
IRISSHTRWB
FOCUS
Scherpstelling (l 78)
Witbalans (l 76)
Handmatige sluitertijd (l 77)
Diafragma instellen (l 77)
CAMERA
FUNCTION
/MANUAL
1/
100
F
F
1/
100
Opnemen
(Geavanceerd)
7
De bedieningsprocedure is verschillend voor het LCD-scherm en de zoeker.
¬ Verander de functie naar of .
Handmatig opnemen met
instelling van de witbalans, de
sluitersnelheid of het diafragma
Druk op de iA/MANUAL toets of op de CAMERA FUNCTION toets om
naar de handmatige werking over te schakelen.
≥ wordt op het scherm afgebeeld.
FOCUS
WB
SHTR
IRIS
∫ Bij gebruik van het LCD-
scherm
1 Raak het gewenste item aan
dat u wilt instellen.
2 Raak /aan om de selectie
te bevestigen.
100
1/100
FOCUS
≥ Druk op de toets iA/MANUAL om de
handmatige instelling te annuleren.
≥ De icoon van de handmatige werking
verschijnt of verdwijnt telkens wanneer
F
/ aangeraakt wordt.
IRISSHTRWB
∫ Bij gebruik van de zoeker
1 Druk op de
CAMERA FUNCTION
toets om de gewenste optie te
selecteren.
≥ De geselecteerde optie verandert
wanneer op de CAMERA FUNCTION
toets gedrukt wordt.
2 Draai aan de manuele multiring
om de instelling te selecteren
en druk op de toets
CAMERA FUNCTION om de
instelling in te voeren.
100
1/100
FOCUS
≥ Het zoomen kan niet worden uitgevoerd
met behulp van de multi-handmatige ring.
SHTR
IRISWB
VQT2N49
75
Page 76
Witbalans
AWB
F
AWB
AWB
De automatische witbalansfunctie kan misschien geen natuurlijke kleuren reproduceren,
afhankelijk van de scènes of de lichtomstandigheden. Is dat het geval dan kan de witbalans
met de hand ingesteld worden.
≥ Druk op de iA/MANUALtoets of op de CAMERA FUNCTION toets om naar de
handmatige werking over te schakelen. (l 75)
≥ Raadpleeg voor het uitvoeren van de instellingen tijdens het gebruik van de zoeker,
pagina 75.
1 Raak [WB] aan.
2 Raak / aan om de
witbalansfunctie te selecteren.
≥ Selecteer de optimale functie door de
kleur op het beeldscherm te controleren.
Picto
gram
Automatische
AWB
witbalansinstelling
Zonnig
Buiten, onbewolkt
Bewolkt
Buiten, bewolkt
Binnenopname 1
Kunstlicht, videolampen zoals in
een studio, enz.
Binnenopname 2
Gekleurde TL-verlichting,
natriumlampen in sportzalen,
enz.
Handmatig instellen
≥ Kwik- of natriumlicht,
sommige TL-verlichting
≥ Licht dat wordt gebruikt bij
trouwrecepties in hotels,
spotlights in theaters
≥ Zonsopgang, zonsondergang,
enz.
≥ Om terug te keren naar auto setting stelt u
in of drukt u opnieuw op de toets
iA/MANUAL.
Functie/
opnameomstandigheden
∫ De witbalans handmatig
instellen
1Selecteer , neem een wit object in
beeld.
2Raak het knipperende aan om in
te stellen.
FOCUS
≥ Wanneer de zoeker gebruikt wordt, drukt u
op de CAMERA FUNCTION toets en houd
u deze ingedrukt.
≥ Als het scherm onmiddellijk zwart wordt en
het pictogram stopt met knipperen en
continu oplicht, is de instelling voltooid.
≥ Als het pictogram blijft knipperen, kan
de witbalans niet worden ingesteld.
Gebruik in dat geval een andere
witbalansfunctie.
≥ Als het pictogram knippert, wordt de
zojuist ingestelde witbalansinstelling
opgeslagen. Stel de witbalans opnieuw in
zodra de opnameomstandigheden
veranderen.
≥ Als u zowel witbalans als diafragma/gain
instelt, dient u eerst de witbalans in te
stellen.
≥ wordt niet afgebeeld op het
scherm wanneer wordt ingesteld.
IRISSHTRWB
76
VQT2N49
Page 77
De sluitertijd/het diafragma handmatig instellen
SHTR
IRIS
Sluitertijd:
Pas de sluitertijd aan bij het opnemen van snel bewegende objecten.
Diafragma:
Pas de lensopening aan als het scherm te helder of te donker is.
≥ Druk op de iA/MANUALtoets of op de CAMERA FUNCTION toets om naar de
handmatige werking over te schakelen. (l 75)
≥ Raadpleeg voor het uitvoeren van de instellingen tijdens het gebruik van de zoeker,
pagina 75.
1 Raak [SHTR] of [IRIS] aan.
2 Raak / aan om de
instelling te veranderen.
: Sluitertijd:
1/50 tot 1/8000
≥ Als [SLTR AUT. LANG.] is ingesteld op
[AAN], wordt de sluitertijd ingesteld tussen
1/25 en 1/8000.
≥ Hoe dichter bij de 1/8000 hoe sneller de
sluitertijd.
≥ De sluitertijd wordt in de foto-
opnamefunctie ingesteld tussen
1/2 en 1/2000 seconde.
: Diafragma/Gain-waarde:
CLOSE
!#
tot 18dB)
≥ Waarde dichtbij [CLOSE] resulteert in een
≥ Waarde dichtbij [18dB] resulteert in een
≥ Wanneer de diafragmawaarde wordt
≥ Om terug te keren naar auto setting drukt
≥ Bij het aanpassen van zowel de sluitertijd
(F16 tot F1.7) !# OPEN !# (0dB
donkerder beeld.
helderder beeld.
ingesteld op helderder dan [OPEN],
verandert de gain-waarde.
u opnieuw op de toets iA/MANUAL.
als diafragma/gain-waarde, stel dan eerst
de sluitertijd in en vervolgens diafragma/
gain-waarde.
De sluitertijd handmatig instellen
≥ Wanneer de sluitersnelheid lager is dan
1/12 in de opnamewijze voor foto’s, wordt
aangeraden een statief te gebruiken.
Bovendien kan de witbalans niet ingesteld
worden. De sluitersnelheid zal op 1/25
gezet worden wanneer de stroom opnieuw
ingeschakeld wordt of wanneer een quick
start plaatsvindt.
≥ Mogelijk is een lichtband zichtbaar
rondom een onderwerp dat zeer helder
verlicht is of veel licht weerkaatst.
≥ Tijdens het normaal afspelen kunnen de
video’s schokkerig zijn.
≥ Indien u een zeer helder voorwerp
opneemt, of binnenshuis in een verlichte
ruimte, kunnen kleur en helderheid van
het beeldscherm veranderen of kan een
horizontale lijn op het beeldscherm
verschijnen. In dat geval dient u op te
nemen in de intelligent auto mode of zet u
de sluitersnelheid op 1/100 in gebieden
waar de frequentie van de stroomtoevoer
50 Hz, f op 1/125 in gebieden van 60 Hz.
Diafragma/gain handmatig instellen
≥ Het luminantieniveau en histogram
worden weergegeven tijdens het instellen
van het diafragma. (l 69, 70)
≥ Als de gain-waarde is gestegen, stijgt ook
de ruis op het scherm.
≥ Afhankelijk van het zoombereik, kan het
diafragma niet worden weergegeven.
77
VQT2N49
Page 78
Geavanceerd
CAMERA
FUNCTION
/MANUAL
F
MFMF
IRISSHTRWB
FOCUS
Opnemen
(Geavanceerd)
8
Stel scherp met behulp van de multi-handmatige ring.
Als automatisch scherpstellen niet goed functioneert, gebruikt u handmatige scherpstelling.
¬ Verander de functie naar of .
≥ Druk op de iA/MANUALtoets of op de CAMERA FUNCTION toets om naar de
handmatige werking over te schakelen. (l 75)
≥ Raadpleeg voor het uitvoeren van de instellingen tijdens het gebruik van de zoeker,
pagina 75.
A Draai de multi-handmatige ring om scherp te stellen.
Opnemen met handmatige
scherpstelling
1 (Wanneer de MF-assist-functie gebruikt
wordt)
Selecteer het menu.
: [OPNAME INST.] # [MF-HULP] #
[AAN]
≥ Het is mogelijk in te stellen op het
snelmenu. (l 38)
2 Raak [FOCUS] aan.
3 Raak [MF] aan om naar de
handmatige scherpstelling
over te gaan.
≥ MF verschijnt op het scherm.
4 Stel scherp door de ring te
draaien.
78
VQT2N49
De scherpstelzone wordt blauw
weergegeven. Het gewone beelscherm keert
terug ongeveer 2 seconden nadat u klaar
bent met scherp stellen van het onderwerp.
≥ Wanneer [MF-HULP] op [UIT] staat, wordt
de blauwe zone niet weergegeven.
≥ Om auto focus opnieuw in te stellen, raakt
u [AF] van stap 3 aan of drukt u op de
toets iA/MANUAL.
≥ Het zoomen kan niet worden uitgevoerd
met behulp van de multi-handmatige ring.
≥ De blauwe weergave verschijnt niet op de
beelden die op dat moment worden
opgenomen.
Page 79
Geavanceerd
SEARCH
STILL ADVSTILL ADV
SEARCH
PLAY
STOPSKIPSKIP
PAUSE
Afspelen
(Geavanceerd)
Afspelen
1
Afspelen van video’s met gebruik van de bedieningsicoon
Raadpleeg, voor details over de basiswerking van het afspelen, pagina 34.
AfspelenAfspeeldisplayUit te voeren stappen
Raak tijdens het afspelen 5 aan om
snel vooruit te gaan.
(Raak 6 aan om terug te spoelen)
≥
Snel vooruit/
achteruit afspelen
Skippen
(naar het begin
van een scène)
Slow-motion
afspelen
Frame-by-frame
afspelen
De opname wordt
beeld voor beeld
afgespeeld.
Tijdens het afspelen
Tijdens pauze
≥ Wanneer de
bedieningsicoon
verdwijnt, raak het
scherm dan aan om
de icoon opnieuw te
laten weergeven
De snelheid van het vooruitspoelen en
terugspoelen wordt hoger als u nogmaals
5/6
aanraakt (Het afspelen op het
scherm verandert van
≥ De gewone weergave wordt weer
ingesteld wanneer u aanraakt.
Druk op : of 9 van de
afstandsbediening tijdens het afspelen.
(De werking is alleen
mogelijk met de
afstandsbediening)
Wanneer het afspelen op pauze staat,
doorgaan met aanraken van .
( is voor langzaam achteruit afspelen)
Het afspelen vindt langzaam plaats tijdens
het aanraken.
≥ Wanneer u aanraakt wordt het
normaal afspelen hersteld.
≥ Als slow-motion video’s achteruit
worden afgespeeld, worden ze
voortdurend getoond op ongeveer 2/3
van de snelheid van normaal afspelen
(met een interval van 0,5 seconde).
Terwijl het afspelen op pauze staat, raakt u
aan. (Raak aan om frame per frame verder
te gaan in de omgekeerde richting.)
≥ Wanneer u aanraakt wordt het
normaal afspelen hersteld.
≥ Als de beelden één voor één achteruit
worden afgespeeld, worden deze
steeds met een interval van
0,5 seconden weergegeven.
5
in ).
79
VQT2N49
Page 80
AfspelenAfspeeldisplayUit te voeren stappen
2.1
M
1) Raak 1 aan om de balk voor
rechtstreeks afspelen A weer te
geven.
2) Raak de rechtstreekse afspeelbalk
Tijdens het afspelen
Rechtstreeks
afspelen
aan.
≥ Het afspelen wordt gepauzeerd en het
afspelen wordt overgeslagen tot de
positie die u aanraakte.
≥ Het afspelen begint weer nadat u het
aanraakscherm hebt losgelaten.
≥ Raak 2 aan om de
bedieningspictogrammen af te beelden.
≥ De balk voor rechtstreeks afspelen kan
niet worden bediend met de
afstandsbediening.
Een foto maken van een video
Een enkel frame van de opgenomen video kan worden opgeslagen als een foto.
De fotoresolutie van de foto die wordt genomen is (1920k1080).
1 Pauzeer het afspelen in de scène die u wilt opslaan als een foto.
≥ Het is handig hierbij in slow-motion en beeld-voor-beeld af te spelen.
2 Druk helemaal in.
≥ De datum waarop de video werd opgenomen wordt geregistreerd als de datum van de
foto.
≥ De kwaliteit zal anders zijn dan bij een normale foto.
80
VQT2N49
Page 81
Highlight&Time frame index
A Geselecteerde
zoekvoorwaarde
B Geselecteerde scène
Een beeld van een scène wordt weergegeven als miniatuur bij de ingestelde
zoekvoorwaarde. De scène kan naar wens afgespeeld worden vanaf ongeacht welk punt
middenin de scène.
≥ Bedien de zoomhendel of de zoomtoetsen op de zijde en schakel via de
weergave van miniaturen over naar Higlights en Time frame index. (l 36)
1 Raak de geselecteerde zoekvoorwaarde
aan.
≥ De volgende (vorige) scène kan weergegeven worden
≥ Wanneer u [GEZICHT] selecteert, zullen miniaturen
afgespeeld worden voor delen van de video waarin
gezichten werden herkend.
≥ Een deel dat als helder opgenomen beschouwd wordt, zal gedetecteerd worden en als
miniatuur worden weergegeven wanneer u [HIGHLIGHT] selecteert.
3 (Alleen wanneer [MINUTEN] geselecteerd is)
Raak / aan om de tijd in te stellen.
≥ Het kan ingesteld worden tot een maximum van
60 minuten.
≥ Raak [ENTER] aan.
4 Raak de miniatuur aan om af te spelen.
≥ De volgende (vorige) miniatuur kan weergegeven worden door aanraking van /.
Opnieuw afspelen
Zodra de laatste beelden zijn afgespeeld, wordt opnieuw begonnen met de eerste beelden.
: [VIDEO SETUP] # [Herh.afsp.] # [AAN]
Het pictogram wordt op de volledig-schermweergave afgebeeld.
≥ Alle scènes worden op volgorde afgespeeld. (Bij het afspelen van video’s op datum,
worden alle scènes opgenomen op de geselecteerde datum herhaaldelijk afgespeeld.)
81
VQT2N49
Page 82
Afspelen hervatten
A Weergegeven
zoomlocatie
Indien het afspelen van een scène halverwege is gestopt, kan het afspelen worden hervat op
het punt waar het is gestopt.
: [VIDEO SETUP] # [HERV. AFSP.] # [AAN]
Indien het afspelen van een video is gestopt, verschijnt op het miniatuuroverzicht van de
gestopte scène.
≥ Het opgeslagen punt van waar het afspelen hervat dient te worden, wordt gewist zodra de
camera wordt uitgeschakeld of de functie wordt veranderd. (De instelling van
[HERV. AFSP.] verandert niet.)
Inzoomen op een foto tijdens het afspelen (Playback
zoom)
U kunt inzoomen door tijdens het afspelen een foto aan te raken.
1 Raak tijdens het afspelen van de foto het deel aan waarop u wilt
inzoomen.
≥ Er wordt op de foto ingezoomd en het aangeraakte deel vormt daarvan het centrum.
Bij iedere aanraking wordt verder op het beeld ingezoomd. (k1 # k2 # k4)
2 Beweeg uw positie op de gezoomde foto
door aanraking van 3/4/2/1
≥ De zoomlocatie wordt ongeveer 1 seconde weergegeven
wanneer men inzoomt (uitzoomt) of de weergegeven
locatie beweegt.
≥ Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe slechter de
beeldkwaliteit.
.
Uitzoomen van de ingezoomde foto
Raak aan om uit te zoomen. (k4 # k2 # k1)
≥ Raak aan om terug te keren naar de gewone afspeelwijze (k1).
≥ U kunt ook zoomen met gebruik van de zoomhendel of de zoomtoetsen.
82
VQT2N49
Page 83
Geavanceerd
A
Pictogram voor het
selecteren van de datum
Afspelen
(Geavanceerd)
2
Verschillende
afspeelfuncties
Afspelen van video’s/foto’s op datum
De scènes of de foto’s die op dezelfde dag opgenomen zijn, kunnen in volgorde afgespeeld worden.
1 Raak de icoon voor de selectie van de
datum aan.
2 Raak de afspeeldatum aan.
De scènes of de foto’s die op de geselecteerde datum gemaakt zijn, worden als miniaturen
weergegeven.
3 Raak de scène of de foto aan die u wilt afspelen.
≥ U keert terug naar de afspeelwijze van alle scènes of foto’s wanneer de stroom
uitgeschakeld wordt of een andere mode wordt ingesteld.
≥ Ook al zijn de scènes op dezelfde dag gemaakt, dan worden deze toch in de volgende
gevallen afzonderlijk gegroepeerd. –1, – 2... wordt toegevoegd na weergave van de
opnamedatum op het beeldscherm.
jAls het aantal scènes de 99 overschrijdt
jIndien het medium is gerepareerd
jAls interval opnemen gebruikt wordt
≥ Ook al zijn de foto’s op dezelfde dag gemaakt, dan worden deze toch in de volgende
gevallen afzonderlijk gegroepeerd.
jWanneer het aantal foto’s de 999 overschrijdt
jWanneer de foto’s met de hi-speed burst-functie gemaakt zijn ( wordt aangeduid na
de datum, in de lijst op datum).
≥ wordt weergegeven na de datum, in de lijst op datum, voor foto’s die vanuit een video
gecreëerd zijn. (l 80)
83
VQT2N49
Page 84
Face highlight playback/Highlight playback/Intelligent scène
selectie
Een deel kan geëxtraheerd en afgespeeld worden, zelfs wanneer het niet op gewoon afspelen ingesteld
is.
1
Raak aan.
2
Raak de gewenste afspeelwijze aan.
[GEZICHT HIGHLIGHT]:
[HIGHLIGHT]:
[INTEL. SCENE]:
3
Raak het gewenste item aan.
≥
Als [GEZICHT HIGHLIGHT]/[HIGHLIGHT] geselecteerd is.
[SCÈNE INST.]:
[Prioriteit instellen]*:
[AFSPEEL DUUR]:
[KIES MUZIEK]:
* Dit verschijnt alleen wanneer [GEZICHT HIGHLIGHT] geselecteerd is.
≥
Als [INTEL. SCENE] geselecteerd is.
[DATUM INSTELLEN]:
[KIES MUZIEK]:
4
Raak [START] aan.
≥
Wanneer Face highlight playback/Highlight playback geselecteerd is, wordt de afspeeltijd
weergegeven en wordt het afspelen gepauzeerd.
5
Selecteer het afspelen. (l34, 79)
≥
Nadat het afspelen klaar of gestopt is, wordt het scherm afgebeeld waarop [OPNIEUW AFSPELEN],
[OPNIEUW SELECTEREN] of [STOPPEN] kan worden geselecteerd. Raak het gewenste item aan.
Door voorrang te geven aan de delen met gedetecteerde gezichten, zal
het deel dat als helder opgenomen herkend wordt uit een lange
opname gehaald worden. Dit deel kan korte tijd weergegeven worden
met toevoeging van muziek.
Het deel dat duidelijk opgenomen is wordt uit een lange opname
gehaald en kan met toegevoegde muziek worden afgespeeld
gedurende een korte tijd.
De scènes kunnen afgespeeld worden met muziek, met buitensluiting
van dat deel van de scène dat als mislukt beschouwd wordt door een
snelle beweging van dit toestel, het schudden van de camera of een
foute scherpstelling.
Selecteer de af te spelen scène of datum (l85)
Kies het gezicht dat voor gezichtsherkenning geregistreerd is en dat
afgespeeld moet worden (
Selecteer de af te spelen tijd (l86)
Selecteer de muziek die bij het afspelen gespeeld moet worden (l86)
Selecteer de af te spelen datum (l86)
Selecteer de muziek die bij het afspelen gespeeld moet worden (l86)
l
85)
84
VQT2N49
Page 85
≥ Het afspelen van alle scènes keert terug als de camera wordt uitgeschakeld of de functie
123
45
6
ANNAKENMARY
JESSICACATHYJOE
wordt veranderd.
(Highlight weergave)
≥ Hoogtepunten afspelen kan niet worden uitgevoerd met een interval-opname van een
video. (l 60)
(Intelligente scèneselectie)
≥ Maximaal 9 delen kunnen worden verwijderd uit een enkele scène.
≥ Als video’s worden overgeslagen, hapert het beeld even.
≥ Een geknipte scène wordt niet overgeslagen.
≥ Voor gegevens die bewerkt zijn met de bewerkingsfunctie van HD Writer AE 2.1, wordt de
≥ U kunt tot 6 gezichten specificeren die met voorrang
afgespeeld worden.
≥ Bij aanraking wordt het geregistreerde gezicht
geselecteerd en door een rode kleur omgeven. Raak het
geregistreerde gezicht opnieuw aan om de handeling te
annuleren.
≥ Raak [ENTER] aan. Wanneer een enkel gezicht gespecificeerd is, zal de naam die voor
dat gezicht ingevoerd is weergegeven worden. Wanneer meer gezichten gespecificeerd
zijn, wordt het aantal van de gezichten weergegeven.
85
VQT2N49
Page 86
∫ Instelling afspeeltijd
Raak de in te stellen afspeeltijd aan.
≥
De afspeeltijd van [AUTO] is maximaal ongeveer 5 minuten.
≥ De afspeeltijd kan korter worden dan de instelling, of er
wordt niets afgespeeld als het deel dat duidelijk
opgenomen is erg kort is.
∫ Instelling van de datum
Raak de afspeeldatum aan.
∫ Muziek instellen
1 Raak je lievelingsmuziek aan.
≥ Als [GEEN MUZIEK] is geselecteerd wordt de audio
afgespeeld die tijdens het opnemen is opgenomen.
≥ Tijdens de diavoorstelling of het audio testen kan het
volume van de audio geregeld worden met de
volumehendel of met de zoomknoppen.
2 Raak [ENTER] aan.
Testen van de muziekaudio
Raak [START] aan.
≥
Raak de andere muziekmogelijkheid aan om de muziek die moet worden getest te veranderen.
≥ Als u [STOP] aanraakt, stopt het afspelen van de muziek.
(l36)
86
VQT2N49
Page 87
Veranderen van de afspeelinstelling en afspelen van de
diavoorstelling
1 Raak aan.
2 Raak het gewenste item aan.
[DATUM INSTELLEN]:
[DIA-INTERVAL]:Selecteer het interval tussen de foto’s tijdens het afspelen.
[KIES MUZIEK]:Selecteer de muziek die bij het afspelen gespeeld moet worden
Selecteer de af te spelen datum.
3 (Wanneer [DATUM INSTELLEN]
geselecteerd is)
Raak de afspeeldatum aan.
(Wanneer [DIA-INTERVAL] geselecteerd is)
Raak het interval aan voor het afspelen van de diavoorstelling.
[KORT]:Ongeveer 1 seconde
[NORMAAL]:Ongeveer 5 seconden
[LANG]:Ongeveer 15 seconden
(Wanneer [KIES MUZIEK] geselecteerd is)
Raak het gewenste geluid aan.
≥ Om het volume van de muziek tijdens de
diavoorstelling te regelen, of om de audio te
testen, gebruikt u de volumehendel of de
zoomknoppen. (l 36)≥ Raak [ENTER] aan.
(Om de muziekaudio te testen)
Raak [START] start aan en start het testen van de audio.
≥ Raak de andere muziekmogelijkheid aan om de muziek die moet worden getest te
veranderen.
≥ Als u [STOP] aanraakt, stopt het afspelen van de muziek.
4 Raak [START] aan.
5 Selecteer het afspelen. (l 34)
≥ Nadat het afspelen klaar of gestopt is, wordt het scherm afgebeeld waarop [OPNIEUW
AFSPELEN], [OPNIEUW SELECTEREN] of [STOPPEN] kan worden geselecteerd. Raak
het gewenste item aan.
VQT2N49
87
Page 88
Geavanceerd
Verwijderen door de afgespeelde
beelden te controleren
Druk op terwijl u scènes of foto’s die u
wilt verwijderen afspeelt of bekijkt.
0h00m00s0h00m00s0h00m00s
F
Bewerken
Scènes/foto’s verwijderen
1
Gewiste scènes/foto’s kunnen niet worden hersteld, dus moet u goed controleren
welke inhoud u wilt wissen alvorens verder te gaan.
¬ Zet de functie op .
∫ Meerdere scènes/foto’s vanaf het miniatuuroverzicht verwijderen
1 Druk op als het miniatuuroverzicht wordt weergegeven.
2 Raak [ALLE SCÈN.] of [KIES] aan.
≥ Als [ALLE SCÈN.] geselecteerd is, zullen alle scènes of
foto’s op het geselecteerde medium gewist worden.
(Bij het afspelen van scènes of foto’s op datum, worden alle
scènes of foto’s opgenomen op de geselecteerde datum gewist.)
≥ Beveiligde scènes/foto’s kunnen niet worden verwijderd.
3 (Alleen als [KIES] is geselecteerd in stap 2)
Raak de scène/foto aan die u wilt wissen.
≥ Na aanraking is de scène/foto geselecteerd en wordt het pictogram afgebeeld op de
miniaturen. Raak de scène/foto nogmaals aan om de bediening te annuleren.
≥ U kunt maximaal 99 scènes om te verwijderen selecteren.
4 (Alleen als [KIES] is geselecteerd in stap 2)
Raak [Wissen] aan of druk op .
≥ Herhaal, om andere scènes/foto’s continu te wissen, stappen 3-4
Halverwege stoppen met wissen
Raak [Annuleren] aan of druk op MENU tijdens het wissen.
≥ De scènes of foto’s die reeds waren gewist op het moment dat het wissen werd
geannuleerd, kunnen niet meer worden hersteld.
Bewerken voltooien
Druk op de MENU toets.
88
VQT2N49
Page 89
≥
0h00m00s
U kunt ook scènes verwijderen door op MENU te drukken, en vervolgens [EDIT SCÈNE] #
[VERWIJD.]
≥ U kunt ook foto’s verwijderen door op MENU te drukken, en vervolgens [BEELDINST.] #
[VERWIJD.] # [ALLE SCÈN.] of [KIES] te selecteren.
≥ Bij Face highlight playback, Highlight playback, Intelligente scèneselectie of het afspelen
van discs wanneer een DVD-brander (optioneel) aangesloten is, kunnen scènes/foto’s niet
gewist worden.
≥ Scènes/foto’s die niet kunnen worden afgespeeld/bekeken (de miniaturen worden
weergegeven als ), kunnen niet worden verwijderd.
≥ Als [ALLE SCÈN.] is geselecteerd en een grote hoeveelheid scènes/foto’s moet worden
verwijderd, kan het verwijderen enige tijd in beslag nemen.
≥ Als u scènes opgenomen op andere producten of foto’s die voldoen aan de DCF-norm
verwijdert met deze camera, is het mogelijk dat alle gerelateerde gegevens aan deze
scènes/foto’s worden verwijderd.
≥ Als foto’s worden verwijderd die door andere producten op een SD-kaart zijn opgenomen,
is het mogelijk dat een foto (anders dan JPEG), die niet kan worden bekeken met deze
camera, wordt verwijderd.
#
[ALLE SCÈN.] of [KIES] te selecteren.
Splitsen van een scène om deze gedeeltelijk te wissen
Om een overbodig deel van een scène te verwijderen, knipt u eerst de scène en wist u
vervolgens het overbodige deel.
≥ Zet de mode op en raak de icoon voor de selectie van de afspeelwijze aan om
het gewenste medium te selecteren voor het knippen van een scène. (l 34)
1 Selecteer het menu.
: [EDIT SCÈNE] # [KNIP] # [Instel.]
2 Raak de scène aan die u wilt knippen.
3 Raak aan om het knippunt in te
stellen.
≥ Met behulp van afspelen in slow-motion of beeld-
voor-beeld, kunt u gemakkelijk het punt zoeken
waarop u de scène in tweeën wilt knippen. (l 79)≥ Raak [JA] aan om verder te gaan met het knippen
van dezelfde scène. Om verder te gaan met het
knippen van andere scènes, raakt u [NEE] aan en herhaalt u de stappen 2 en 3.
0h00m00s
0h00m00s
4 Druk op MENU om het knippen te voltooien.
5 Verwijder de overbodige scène. (l 88)
Alle knippunten wissen
[KNIP] # [Alles annul.]
≥ De scènes die zijn gewist na het knippen kunnen niet worden teruggehaald.
89
VQT2N49
Page 90
≥ U kunt een scène niet knippen wanneer u een disc afspeelt met een aangesloten
(optionele) DVD-brander of wanneer het aantal scènes van een bepaalde datum de
99 scènes zouden overschrijden.
≥ Het kan onmogelijk zijn scènes te knippen die zeer kort zijn.
≥ Gegevens die zijn vastgelegd of bewerkt op een ander toestel kunnen niet geknipt worden
en de knippunten kunnen niet gewist worden.
≥ Als persoonlijke gegevens in gesplitste scènes gewist moeten worden, dan gebeurt dit als
de gesplitste scènes gewist worden.
Wissen van persoonsgegevens
Wist de informatie van de gezichtsherkenning uit scènes waarin gezichten herkend werden.
≥ Zet de mode op
1 Selecteer het menu.
: [VIDEO SETUP] # [Verwijder persoonlijke info]
2 Raak de gewenste scènes aan waarvan de persoonlijke gegevens
gewist moeten worden.
≥ verschijnt bij scènes waarop gezichten herkend werden. Raak één van de scènes aan
waarbij verschijnt.
≥ zal (rood) worden wanneer het aangeraakt wordt. Raak (rood) opnieuw aan
om de handeling te annuleren.
≥ Er kunnen tot 99 scènes achtereenvolgens geselecteerd worden.
3 Raak [Wissen].
≥ Herhaal, voor het continu wissen van andere persoonsgegevens, stappen 2-3.
≥ Druk op MENU om de instellingen te voltooien.
Halverwege stoppen met wissen
Raak [Annuleren] aan of druk op de MENU toets tijdens het wissen van persoonsgegevens.
≥ De persoonsgegevens die al gewist waren voordat het wissen geannuleerd werd, kunnen
niet teruggewonnen worden.
≥ Bij Face highlight playback, Highlight playback, Intelligente scèneselectie of het afspelen
van discs wanneer een DVD-brander (optioneel) aangesloten is, kunnen scènes/foto’s niet
gewist worden.
90
VQT2N49
Page 91
Beschermen van scènes/foto’s
Scènes/foto’s kunnen worden beveiligd zodat ze niet per ongeluk kunnen worden verwijderd
(Ook al beveiligt u enkele scènes/foto’s, als u het medium formatteert, worden ze
verwijderd.)
≥ Zet de mode op .
1 Selecteer het menu.
: [VIDEO SETUP] of [BEELDINST.] # [SCÈNE BEV.]
2 Raak de scène/foto aan die u wilt beveiligen.
≥ Na aanraking is de scène/foto geselecteerd en wordt het pictogram afgebeeld op de
miniaturen. Raak de scène/foto nogmaals aan om de bediening te annuleren.
≥ Druk op MENU om de instellingen te voltooien.
≥ Wanneer “disc afspelen” geselecteerd is terwijl een (optionele) DVD-brander aangesloten
is, kunnen scènes/foto’s niet beveiligd worden.
91
VQT2N49
Page 92
Geavanceerd
Bewerken
DPOF-instelling
2
U kunt de gegevens schrijven door de af te drukken foto’s en het aantal afdrukken (DPOF
gegevens) op de SD-kaart te selecteren (kopieer de foto’s die in het intern geheugen of op
de harde schijf staan eerst naar de SD-kaart alvorens DPOF in te stellen).
¬ Zet de mode op en raak de icoon voor de selectie van de afspeelwijze aan
om [FOTO/SD-KAART] te selecteren. (l 34)
∫ Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een formaat dat gebruikers van een digitale camera in
staat stelt in te stellen welke beelden die op een SD-kaart zijn opgenomen moeten worden
afgedrukt, tezamen met informatie over het aantal afdrukken dat moet worden gemaakt.
(Merk op dat niet alle winkels met afdrukservice op dit moment deze functie ondersteunen.)
1 Selecteer het menu.
: [BEELDINST.] # [DPOF Inst.] # [Instel.]
2 Raak de foto aan die u wilt instellen.
3 Raak / aan om het aantal
afdrukken in te stellen.
≥ U kunt maximaal 999 afdrukken instellen. (Afdrukken
met een ingesteld aantal kan worden uitgevoerd met
een printer die DPOF ondersteunt.)
≥ Stel het aantal afdrukken in op [0] om de instelling te
annuleren.
4 Raak [ENTER] aan.
≥ Herhaal de stappen 2-4 om achter elkaar andere foto’s in te stellen.
≥ Druk op MENU om de instellingen te voltooien.
Alle DPOF-instellingen annuleren
[DPOF Inst.] # [Alles annul.]
≥ Wanneer “disc afspelen” geselecteerd is terwijl een (optionele) DVD-brander aangesloten
is, kunnen scènes/foto’s niet op DPOF gezet worden.
≥ In combinatie met de DPOF-instellingen is het niet mogelijk de opnametijd aan de af te
drukken foto’s toe te voegen.
92
VQT2N49
Page 93
Geavanceerd
Bewerken
3
U kunt de estafettescène (l 61) in het interne geheugen en de estafettescène op de
SD-kaart combineren op de SD-kaart.
EstafettescèneEstafettescènes combineren
A Intern geheugen
B SD-kaart
C Totaal van de estafetteopname
≥ Zet de mode op en raak de icoon voor de selectie van het gewenste medium
aan. (l 34)
Samenvoegen van Relay
scènes (estafette)
[HDC-TM700]
1 Plaats de SD-kaart die werd gebruikt tijdens de estafetteopname.
2 Selecteer het menu.
: [EDIT SCÈNE] # [RELAY SCENE SAMENVOEGEN]
3 Als de bevestigingsmelding wordt afgebeeld, raakt u [JA] aan.
≥ De scènes in het intern geheugen zullen gewist worden (Beschermde scènes in het intern
geheugen worden niet gewist.)
4 Raak [STOP] aan als de melding wordt afgebeeld die zegt dat het
combineren van de estafettescène is voltooid.
≥ Het miniatuuroverzicht van de SD-kaart wordt weergegeven.
≥ De informatie over de estafetteopname wordt gewist nadat de estafettescènes zijn
gecombineerd en een estafetteopname weer mogelijk is.
≥ Als de estafettescènes in het interne geheugen of op de SD-kaart zijn gewist, is het niet
meer mogelijk de estafettescènes te combineren.
93
VQT2N49
Page 94
De informatie over de estafetteopname wissen
[EDIT SCÈNE] # [RELAY INFO CANCEL]
≥ Als de informatie over de estafetteopname wordt gewist, kunnen de estafettescènes niet
meer worden gecombineerd.
Het combineren van de estafettescènes kan niet worden uitgevoerd wanneer de
beschikbare ruimte op de SD-kaart minder is dan de estafettescène in het interne
geheugen. Wij adviseren u de estafettescène te combineren met behulp van een
DVD-brander of de HD Writer AE 2.1.
≥ Wanneer “disc afspelen” geselecteerd is terwijl een (optionele) DVD-brander aangesloten
is, kunnen de estafettescènes niet samengevoegd worden of kan de informatie daarover
niet gewist worden.
≥ Wanneer de persoonlijke gegevens van de relay-scène in het intern geheugen of de SD-
kaart worden gewist, worden de persoonlijke gegevens van de samengevoegde relay-
scènes niet opgenomen.
94
VQT2N49
Page 95
Geavanceerd
A
HDMI-minikabel (optioneel)
≥ Wees er zeker van dat u
het toestel op de HDMIaansluiting aansluit.
B
AV-multikabel (bijgeleverd)
Opnamekwaliteit
1 High-definitionbeelden
indien aangesloten op
de HDMI-aansluiting
2
High-definitionbeelden
indien aangesloten op
een componentaansluiting die compatibel
is met 1080i
Standaardbeelden indien
aangesloten op een
component-aansluiting
die compatibel is met 576i
3 Standaardbeelden
indien aangesloten op
een video-aansluiting
Met een TV
1
Controleer de aansluitingen op uw televisie en gebruik een kabel die past op de
aansluitingen. De beeldkwaliteit verschilt afhankelijk van de gebruikte aansluiting.
1 Hoge kwaliteit
2
HDMI-aansluiting
3 Component-
aansluiting
4
Video-aansluiting
≥
Gebruik de bijgeleverde AV-multikabel. Controleer de output-instellingen wanneer u de
AV-multikabel op de componentaansluiting of op de video-aansluiting aansluit. (
≥ Het gebruik van de Panasonic HDMI minikabels wordt aanbevolen om het toestel op de
HDMI aansluiting aan te sluiten.
≥ HDMI is de interface voor digitale apparatuur. Indien u dit toestel op een HDMI aansluit die
compatibel is met een high definition televisie en vervolgens de high definition beelden
afspeelt, kunt u daarvan genieten met een hoge resolutie en met geluid van hoge kwaliteit.
Video’s/Foto’s bekijken
op uw televisie
l
98)
1 Sluit dit toestel aan op een TV.
VQT2N49
95
Page 96
≥ Controleer of alle stekkers goed zijn bevestigd.
≥ Gebruik geen andere kabels dan de originele HDMI-minikabels van Panasonic
(RP-CDHM15 en RP-CDHM30, optioneel).
≥ Gebruik geen andere AV-multikabels dan de bijgeleverde kabel.
≥ Wanneer u het toestel op de componentaansluiting van de televisie aansluit, is de gele
stekker van de AV-multikabel niet nodig.
≥ Wanneer u het toestel op de AV-aansluiting van de televisie aansluit, is de
componentstekker van de AV-multikabel niet nodig.
2 Selecteer de video-ingang op uw televisie.
≥ Voorbeeld:
Selecteer het [HDMI] kanaal met een HDMI minikabel.
Selecteer het [Component] of [Video 2] kanaal met een AV-multikabel.
(De naam van het kanaal kan anders zijn, afhankelijk van de aangesloten televisie)
≥ Controleer de ingangsinstelling (ingangsschakelaar) en de instelling van de audio-ingang
op de televisie. (lees voor meer informatie de handleiding van de televisie.)
3 Stel de functie in op voor afspelen.
KabelsReferenties
A HDMI-minikabel (optioneel) ≥ Aansluiten met een HDMI-minikabel (l 98)
B AV-multikabel (bijgeleverd)≥ Aansluiten met de AV-multikabel (l 98)
≥ Luisteren met 5.1 channel sound (l 98)
≥ Afspelen met VIERA Link (HDAVI Control™) (l 99)
96
VQT2N49
Page 97
∫ Beelden bekijken op een
televisiescherm met
beeldverhouding (4:3), of
wanneer beide zijkanten van
de beelden niet op het scherm
worden weergegeven
Verander de instelling op het menu zodat de
beelden goed worden weergegeven.
(Controleer de instelling van de televisie.)
: [INSTELLEN] #
[TV Beeldformaat] # [4:3]
Voorbeeld van beelden met een
beeldverhouding van 16:9 op een
∫ Scherminformatie weergeven
op de televisie
Wanneer op EXT DISPLAY op de
afstandsbediening wordt gedrukt, kan de
informatie die op het LCD-scherm wordt
afgebeeld (bedieningspictogrammen,
tijdcode, enz.) op het televisiescherm
worden weergegeven/verborgen.
≥ Het wordt niet afgebeeld nadat de televisie
is uitgeschakeld.
STOP
/VOL
DATE/TIME
EXT DISPLAY
SEARCH
SEARCH
PLAY
PAUSE
STILL ADVSTILL ADV
normale televisie (4:3)
[TV Beeldformaat]-instelling
[16:9][4:3]
≥ Indien de HDMI minikabel en de AV-
multikabel gelijktijdig aangesloten zijn, zal
de weergave voorrang krijgen in de
volgorde: HDMI minikabel, AV-multikabel.
≥ Als een breedbeeldtelevisie is
aangesloten, stelt u de beeldverhouding
van de televisie in (zie voor meer
informatie de gebruiksaanwijzing van de
televisie.)
Ga naar de volgende supportsite voor informatie over de Panasonic televisies
waarin u direct een SD-kaart in de kaartgleuf kunt plaatsen en vervolgens kunt
afspelen.
http://panasonic.net/
≥ Het kan zijn dat het niet mogelijk is om beelden op de TV af te spelen, afhankelijk van de
opnamewijze.
≥ Voor meer informatie betreffende het afspelen, raadpleeg de handleiding bij uw televisie.
≥ [AUTO] bepaalt dat de weergegeven resolutie automatisch gebaseerd wordt op de
informatie afkomstig van de aangesloten televisie.
Indien beelden niet op de televisie weergegeven worden terwijl de instelling op [AUTO]
staat, schakel dan over naar methode [1080p], [1080i] of [576p] waarmee de beelden op
uw televisie weergegeven zullen worden (lees de handleiding van uw televisie).
≥
Het beeld zal in de volgende gevallen enkele seconden niet op de TV weergegeven worden.
jAls de 1080/50p opnamewijze tijdens de opnamewijze voor video’s aan/uit gezet wordt
jAls [WIJZIGEN VIDEO] tijdens de opnamewijze voor video’s aangeraakt wordt
Luisteren met 5.1 channel sound
U kunt nog steeds luisteren naar het 5.1-kanalen geluid dat door de ingebouwde microfoons
is opgenomen als dit toestel met behulp van de HDMI-minikabel is aangesloten op een
compatibele 5.1-kanalen AV-versterker of televisie.
Lees de gebruiksaanwijzingen van de AV-versterker en televisie voor informatie over het
aansluiten van dit toestel op de AV-versterker en televisie.
≥
Als u de camera aansluit op een Panasonic-AV-versterker en een Panasonic-televisie die
compatibel zijn met VIERA Link, zijn gekoppelde bedieningen (VIERA Link) mogelijk. (
≥ De audio die opgenomen is met [MIC INSTELLEN] op [STEREO MIC], of met een externe
microfoon, zal stereo (2 kan.) zijn.
l
99)
Aansluiten met de AV-multikabel
De instelling van de uitgang van de AV-multiconnector kan gewijzigd worden.
: [INSTELLEN] # [AV MULTI] # gewenste instelling
[COMPONENT]:Bij aansluiting op de componentaansluiting
[AV-UIT]:Bij aansluiting op de video-aansluiting
Veranderen van de instelling van de componentuitgang
: [INSTELLEN] # [COMPONENT] # gewenste instelling
[576i]:Indien wordt aangesloten op de component-aansluiting op de televisie die
[1080i]:Indien wordt aangesloten op de component-aansluiting op de televisie die
98
VQT2N49
compatibel is met 576i.
(speelt af in standaardkwaliteit)
compatibel is met 1080i.
(speelt af in high-definitionkwaliteit)
Page 99
Geavanceerd
HDMI IN
Met een TV
2
Wat is VIERA Link?
≥ Met deze functie kunt u de afstandsbediening van de Panasonic-televisie gebruiken
voor eenvoudige bedieningen wanneer de camera is aangesloten op een VIERA Linkcompatibel apparaat met een HDMI-minikabel (optioneel) voor automatische
gekoppelde bedieningen (Niet alle bedieningen zijn mogelijk.)
≥
VIERA Link is een unieke functie van Panasonic op basis van een HDMIbedieningsfunctie, waarbij gebruik wordt gemaakt van de standaardspecificatie HDMI CEC
(Consumer Electronics Control). Gekoppelde bedieningen met HDMI CEC-compatibele
apparatuur die is geproduceerd door andere bedrijven worden niet gegarandeerd.
Als u apparaten gemaakt door andere fabrikanten gebruikt die compatibel zijn met
VIERA Link, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de betreffende apparaten.
≥ Dit toestel is compatibel met VIERA Link Ver.5. VIERA Link Ver.5 is de nieuwste
Panasonic versie en is ook compatibel met bestaande Panasonic VIERA Link
apparaten (Vanaf december 2009).
¬ Zet de functie op .
Afspelen met VIERA Link
(HDAVI Control
™
)
1 Selecteer het menu.
: [INSTELLEN] # [VIERA Link] # [AAN]
≥ Indien u geen VIERA Link gebruikt, moet [UIT] worden ingesteld.
2 Sluit de camera met behulp van een HDMI-minikabel aan op een
Panasonic-televisie die compatibel is met VIERA Link .
A HDMI-minikabel (optioneel)
B Panasonic Televisie compatibel met VIERA Link
≥ Wij adviseren u dit apparaat aan te sluiten op een andere HDMI-aansluiting dan de
HDMI1-aansluiting in het geval de televisie 2 of meer HDMI-ingangsaansluitingen heeft.
≥ VIERA Link moet zijn ingeschakeld op de aangesloten televisie (Zie voor meer informatie
over het instellen, enz., de gebruiksaanwijzing van de televisie).
≥ Gebruik geen andere kabels dan de originele HDMI-minikabels van Panasonic
(RP-CDHM15 en RP-CDHM30, optioneel).
99
VQT2N49
Page 100
3
Bedien de televisie met de afstandsbediening.
1)
2)
1) Beweeg de cursor naar boven, onder, links of rechts om een af te spelen scène of foto te
selecteren. Druk vervolgens op het midden van de cursor om uw keuze te bevestigen.
2) Bedien de bedieningspictogrammen die op de televisie worden weergegeven met behulp van de
afstandsbediening van de televisie.
A
Bedieningspictogrammen
B
Weergave bedieningspictogrammen
C
Bedieningspictogrammen annuleren
D
Bedieningspictogrammen weergeven/annuleren
≥
De volgende bedieningen zijn mogelijk door op de gekleurde toetsen van de afstandsbediening te
drukken.
j
Groen: Omschakelen van het aantal scènes/foto’s naar miniatuurweergave
(9 miniaturen
Inzoomen op een foto
j
Geel: Wissen van scènes/foto’s
j
Rood: Uitzoomen van een foto
∫
Overige gekoppelde bedieningen
Uitschakelen:
Als u gebruik maakt van de afstandsbediening om de televisie uit te schakelen, zal ook de camera
worden uitgeschakeld.
Automatische overschakeling van kanalen:
Als de camera is gekoppeld met behulp van een HDMI-minikabel en het apparaat wordt daarna
ingeschakeld, schakelt het kanaal van de televisie automatisch over naar het beeldscherm van de
camera. Als de televisie op stand-by staat, wordt het toestel automatisch ingeschakeld (als [Set] is
geselecteerd voor de [Power on link]-instelling van de televisie).
≥
Afhankelijk van de HDMI-aansluiting van de televisie, is het mogelijk dat het kanaal niet automatisch
overschakelt. Gebruik in dat geval de afstandsbediening van de televisie om van kanaal te wisselen.
>
20 miniaturen > 9 miniaturen...)
≥
Als u niet zeker weet of uw televisie en AV-versterker VIERA Link-compatibel zijn, lees dan de
gebruiksaanwijzing van de apparatuur.
≥
Beschikbare gekoppelde bedieningen tussen dit toestel en een Panasonic-televisie verschillen
afhankelijk van het type Panasonic-televisie, zelfs als ze compatibel zijn met VIERA Link. Zie de
gebruiksaanwijzing van de televisie voor de bedieningen die worden ondersteund.
≥
Het gebruik van het apparaat is niet mogelijk met een kabel die niet gebaseerd is op de
HDMI-standaard.
100
VQT2N49
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.