tijdens gebruik ................................... 137
Opnamemoduspictogrammen
●
Opnamemodus:
Beschikbare opnamemodiNiet-beschikbare opnamemodi
- 4 -
Voordat u de camera gaat gebruiken
■
Hanteren van de camera
Vrijwaar de camera tegen heftige trillingen, schokken of
zware druk.
Gebruik de camera niet onder de volgende
●
omstandigheden, die schade aan de lens, het lcd-scherm
of het camerahuis kunnen toebrengen. Dit kan ook leiden
tot storingen in de camera of mislukte opnamen.
• Laat de camera niet vallen of tegen een hard oppervlak
aan stoten
• Ga niet op de camera zitten als u deze in uw broekzak
heeft en zorg dat de camera niet in een volle tas wordt
gepropt
• Maak geen accessoires vast aan het camerariempje
• Zorg dat er geen druk wordt uitgeoefend op de lens of
het lcd-scherm
De camera is niet stofbestendig, spatbestendig of
waterbestendig.
Gebruik de camera niet op plaatsen met veel stof of
zand, of waar er water op de camera kan komen.
Gebruik de camera niet onder de volgende
●
omstandigheden, die het risico meebrengen dat er zand,
water of andere materialen in de camera kunnen komen
via de openingen rond de toetsen of de lens. Wees uiterst
voorzichtig hiermee, want dergelijke omstandigheden
kunnen de camera beschadigen, mogelijk zelfs
onherstelbaar.
• Plaatsen met erg veel stof of stuifzand
• In de regen of aan de waterkant, waar er water op de
camera kan spatten
■
Condensatie (wanneer de lens of het lcd-scherm beslaat)
Als de camera wordt blootgesteld aan plotselinge
●
wisselingen in temperatuur of vochtigheid, kan er vocht in
de camera condenseren. Mijd dergelijke omstandigheden,
want die kunnen de lens of het lcd-scherm bevuilen,
schimmelgroei veroorzaken of de camera beschadigen.
Als er vocht in de camera is gecondenseerd, schakelt u
●
het toestel uit en wacht u ongeveer twee uur voordat u
de camera weer gebruikt. Wanneer de camera eenmaal
op omgevingstemperatuur is gekomen, zal de condens
vanzelf verdwijnen.
- 5 -
Voordat u de camera gaat gebruiken
■
Maak altijd eerst een proefopname
Vóór het gebruik van de camera bij belangrijke gebeurtenissen (zoals een
huwelijksvoltrekking e.d.) dient u altijd eerst een proefopname te maken, om te zien of
beeld en geluid naar behoren worden opgenomen.
■
Er wordt geen compensatie geboden voor verloren opnamen
Wij kunnen geen compensatie bieden voor gemiste kansen of opnamen die verloren
gaan door technische problemen met de camera of de kaart.
■
Neem zorgvuldig de auteursrechtwetten in acht
Ongeoorloofd gebruik van opnamen waarop auteursrechten gelden, voor andere
dan puur persoonlijke doeleinden, is verboden onder de wet op het auteursrecht.
Het opnemen van bepaalde materialen kan streng gereguleerd zijn, zelfs voor zuiver
persoonlijk gebruik.
■
Zie tevens de "Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik" (→137)
- 6 -
Standaard-accessoires
Controleer of alle accessoires compleet bijgeleverd zijn, voordat u de camera in gebruik
neemt.
De accessoires en de vormgeving ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of
●
de regio waar de camera is aangeschaft.
Raadpleeg de beknopte gebruiksaanwijzing voor meer informatie over de accessoires.
De batterij wordt in de tekst aangeduid als batterij of accu.
●
SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en SDXC-geheugenkaart worden in de tekst
●
als kaart aangeduid.
Verwijder de verpakking op de juiste manier.
●
Bewaar kleine onderdelen op een veilige plaats, buiten bereik van kinderen.
●
■
Optionele accessoires
• Kaarten zijn optioneel. U kunt beelden opnemen in of weergeven vanuit het
ingebouwde geheugen, wanneer u geen kaart gebruikt. (→16)
• Overleg met het verkooppunt of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u de
bijgeleverde accessoires kwijtraakt.
(U kunt de accessoires los aanschaffen.)
- 7 -
Namen en functies van
hoofdonderdelen
Modusknop
Hiermee kiest u de opnamemodus.
Flitser (→52)
Indicator voor zelfontspanner (→56) /
AF-assistlampje
Lensbuis
Lens
(→88)
Luidspreker
(→43)
Microfoon (→21)
Zoomhendel
Hiermee kunt u inzoomen op een veraf onderwerp
om het groter in beeld te brengen.
Filmknop
Om te filmen.
ON/OFF-schakelaar van de camera
Hiermee schakelt u de camera aan en uit.
Ontspanknop
Hiermee kunt u scherpstellen en foto’s nemen.
Statiefaansluiting (→139)
Klepje voor kaart/batterij
(→11, 15)
Vrijgavehendel (→11, 15)
De in deze handleiding afgebeelde illustraties en schermen kunnen afwijken van het eigenlijke
●
product.
- 8 -
Cursorknop
Lcd-scherm
(→43, 126)
Oplaadlampje
[DISP.]-knop
Hiermee kunt u de
aanduidingen omschakelen.
Namen en functies van hoofdonderdelen
OPNAME/WEERGAVE-schakelaar (→18)
Hiermee kiest u de opnamemodus of de
afspeelmodus.
We raden u aan
het bijgeleverde
polsbandje te
gebruiken om te
voorkomen dat u
de camera laat
vallen.
[EXPOSURE]-knop
Hiermee stelt u de sluitertijd of de
diafragmawaarde in. (Alleen in de modus
)
HDMI-aansluiting
(→110)
[AV OUT/DIGITAL]aansluiting
(→12, 110, 119, 122)
[Q.MENU] / [ / ]-knop
In de opnamemodus: voor aangeven van het
In de afspeelmodus: voor wissen van beelden.
Tijdens de menu-bediening: voor terugkeren naar
Quick-menu.
het vorige scherm.
[MENU/SET]
• Hiermee opent u de menu’s,
kiest u de instellingen, enz.
Linkercursortoets ( )
• Zelfontspanner
Cursortoets omlaag ( )
• Macro-modus, enz.
In deze handleiding wordt de knop die wordt gebruikt, aangeduid met .
●
De in deze handleiding afgebeelde illustraties en schermen kunnen afwijken van het eigenlijke
●
product.
Cursortoets omhoog ( )
• Belichtingscompensatie, Autobracket enz.
Rechtercursortoets ( )
• Flitser
- 9 -
Batterij opladen
Laad de batterij altijd op voordat u de camera voor het eerst gebruikt! (batterij
ongeladen geleverd)
• Laad de batterij op terwijl deze in de camera zit.
CamerastatusOpladen
Uitschakelen (ook in [Slaapsmodus] (→45))
Inschakelen
∗
Alleen tijdens het afspelen werkt de camera op elektriciteit van het stopcontact via de USB-kabel
(bijgeleverd). (De batterij wordt niet opgeladen.)
Wanneer de batterij te weinig vermogen over heeft, kunt u deze opladen ongeacht de
●
stand van de ON/OFF-schakelaar van de camera.
Als de batterij niet in de camera is geplaatst, kunt u deze niet opladen en kan deze de
●
camera ook niet van stroom voorzien.
■
Batterijen die u in dit toestel kunt gebruiken
Er zijn op aantal plaatsen imitatiebatterijen aangetroffen die nauwelijks
van echt te onderscheiden zijn. Dergelijke imitatiebatterijen zijn veelal niet
voorzien van de interne beveiliging die nodig is voor een veilig gebruik. Een
dergelijke imitatiebatterij zou spontaan kunnen ontbranden of ontploffen.
Houd er rekening mee dat wij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor
enig defect of ongeval dat voortvloeit uit het gebruik van een imitatiebatterij.
Voor een veilig gebruik van dit product is het sterk aanbevolen dat u gebruik
maakt van een authentieke Panasonic batterij.
• Gebruik altijd de originele netadapter (bijgeleverd), USB-kabel (bijgeleverd) en
batterij voor deze camera.
Ja
Nee
∗
- 10 -
De batterij in de camera plaatsen
U laadt de batterij op door deze in de camera te plaatsen.
• Zet de ON/OFF-schakelaar van de camera op OFF
Schuif naar de positie
[OPEN] en open het klepje
voor kaart/batterij
Schuif de batterij helemaal in
de camera
• Zorg dat u de batterij in de juiste richting
in de camera plaatst.
• Helemaal insteken totdat u een sluitklik
hoort en even controleren of het
borghendeltje de batterij stevig vasthoudt.
Batterij opladen
Vrijgavehendel
[OPEN] [LOCK]
Hendel
Sluit het klepje voor kaart/
batterij
• Schuif naar de positie [LOCK].
■
Verwijdering van de batterij
Beweeg de hendel in het kaart/
batterijcompartiment in de richting van de
pijl.
Gebruik altijd Panasonic batterijen.
●
Wanneer u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van dit product niet garanderen.
●
Verwijder na gebruik de batterij uit de camera.
●
• Bewaar de batterij in een plastic zak, en let op dat er geen metalen voorwerpen (zoals paperclips)
tegen de batterij aan komen wanneer u die meeneemt of opbergt.
Als u de batterij wilt verwijderen, schakelt u de camera uit en wacht u tot de indicator LUMIX op
●
het lcd-scherm uitgaat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of
opgenomen gegevens beschadigd raken.)
- 11 -
Batterij opladen
De batterij opladen
We raden u aan op te laden op een locatie waar de omgevingstemperatuur tussen 10 °C
en 30 °C ligt (hetzelfde geldt voor de batterijtemperatuur).
Zet de ON/OFF-schakelaar van de camera op OFF
Oplaadlampje
Netadapter
(bijgeleverd)
Leg de merktekens (
met
) en steek de stekker in
de aansluiting.
■
De batterij opladen door de camera op het stopcontact aan te sluiten
Sluit de netadapter (bijgeleverd) en de camera aan met de USB-kabel (bijgeleverd) en
steek de netadapter (bijgeleverd) in het stopcontact.
• Gebruik de netadapter alleen binnen.
■
De batterij opladen via de computer
Sluit een computer met de USB-kabel (bijgeleverd) op de camera aan.
Op sommige computers kan het niet mogelijk zijn de batterij op te laden, afhankelijk
●
van de specificaties van de computer.
Als de computer tijdens het opladen naar de stand hibernation gaat, kan het opladen
●
worden gestopt.
Als een notebookcomputer die niet op een stopcontact is aangesloten, op de camera is
●
aangesloten, zal de batterij van de notebookcomputer leeg raken. Laat de camera en
de notebook niet lange tijd op elkaar aangesloten.
Sluit de USB-kabel altijd aan op de USB-aansluiting op uw computer. Sluit de USB-kabel
●
niet aan op de USB-aansluiting van de monitor, het toetsenbord, de printer of de USB-hub.
gelijk
USB-kabel (bijgeleverd)
• Controleer altijd de richting van de
pennen en houd de stekker recht om
deze aan te sluiten of te verwijderen.
(Als de kamer in de verkeerde
richting is aangesloten, kunnen de
pennen vervormd raken en storingen
veroorzaken.)
Computer
Voorbereiding:
Schakel de computer in.
- 12 -
Batterij opladen
Resterende batterijcapaciteit (alleen bij gebruik van batterij)
(knippert rood)
Als het batterijsymbool rood knippert, dient u de batterij opnieuw op
te laden of te vervangen.
■
Indicaties oplaadlampje
Aan: Opladen wordt uitgevoerd
Uit: Opladen stopt (nadat de batterij stopt met opladen, ontkoppelt u de camera van
het stopcontact of van uw computer.)
■
Opmerkingen over de oplaadtijd
Bij gebruik van de netadapter (bijgeleverd)
OplaadtijdOngeveer 260 min
• De aangeduide oplaadtijd hierboven is de tijd die nodig is voor het opladen wanneer
de batterij volledig is opgebruikt. De benodigde oplaadtijd verschilt, afhankelijk van
de omstandigheden van het batterijgebruik. De oplaadtijd is langer in gevallen waar
de temperaturen hoog of laag zijn en wanneer de batterij een lange periode niet is
gebruikt.
• De benodigde tijd voor het opladen via de computer varieert, afhankelijk van de
specificaties van de computer.
Gebruik geen andere USB-kabels behalve de bijgeleverde kabel. Als u dat wel doet,
●
kan de camera storingen vertonen.
Gebruik geen USB-verlengkabel.
●
De netadapter (bijgeleverd) en de USB-kabel (bijgeleverd) zijn specifieke accessoires
●
van deze camera. Gebruik deze niet voor andere apparatuur.
Als er problemen zijn die te maken hebben met het stopcontact (d.w.z. stroomuitval),
●
wordt de batterij mogelijk niet volledig opgeladen. Maak de (bijgeleverde) USB-kabel
los en sluit deze weer aan op de camera.
Als het oplaadlampje niet gaat branden of blijft knipperen, zelfs als de camera op de
●
juiste manier op de netadapter (bijgeleverd) of op uw computer is aangesloten, is het
opladen in de pauzestand gezet omdat de temperatuur niet in het geschikte bereik voor
opladen ligt, en is dit geen storing. Sluit de USB-kabel (bijgeleverd) opnieuw aan en
probeer opnieuw op te laden op een plaats waar de omgevingstemperatuur 10 °C tot
en met 30 °C bedraagt (temperatuuromstandigheden gelden ook voor de batterij zelf).
Resterend batterijvermogen
- 13 -
Batterij opladen
Richtlijnen voor aantal op te nemen beelden en
beschikbare opnameduur
Het aantal op te nemen beelden of de beschikbare opnameduur kan variëren afhankelijk
van de omgeving en gebruiksomstandigheden. De aantallen kunnen minder zijn
als de flitser, de zoomfunctie e.d. veelvuldig gebruikt worden, of onder erg koude
omstandigheden.
■
Foto’s maken
Aantal op te nemen beeldenOngeveer 260 beelden
OpnameduurOngeveer 130 min
Opnameomstandigheden volgens de CIPA-norm
●
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging
Products Association].
• [Program AE]-modus
• Temperatuur: 23 °C/Vochtigheid: 50%RH met
gebruik van lcd-scherm.
• Gebruik van een Panasonic SDgeheugenkaart (32 MB).
• Gebruik van de bijgeleverde batterij.
• Beginnen met opnemen 30 seconden nadat
de camera is ingeschakeld. (Wanneer de
functie voor optische beeldstabilisatie is
ingesteld op [ON].)
• Eén opname per 30 seconden met om en om
volledige flits.
• De zoomhendel van Tele naar Wide of
omgekeerd draaien bij elke opname.
• De camera elke 10 opnamen uitschakelen en
met rust laten totdat de temperatuur van de
batterij daalt.
Het aantal wordt lager als de intervallen langer worden – bijvoorbeeld tot ongeveer een
kwart voor intervallen van 2 minuten onder de hierboven vermelde omstandigheden.
■
Films opnemen
[Opn. kwaliteit]
Beschikbare opnameduur
Feitelijk beschikbare opnameduur
Opnameomstandigheden
●
• Temperatuur 23 °C, vochtigheidsgraad 50%RH (relatieve vochtigheid)
1
∗
Films kunnen maximaal 29 minuten en 59 seconden continu worden opgenomen. Ook nemen
films die continu zijn opgenomen in [MP4], maximaal 4 GB ruimte in. (In dit geval kunt u een film
in [FHD] maximaal ongeveer 24 minuten en 43 seconden continu opnemen.)
• Resterende opnameduur voor doorlopend opnemen wordt op het scherm aangegeven.
2
∗
De werkelijke tijd waarin u kunt opnemen wanneer u regelmatig de camera in- en uitschakelt,
begint en stopt met opnemen en de zoom gebruikt.
■
Beelden bekijken
Afspeeltijd Ongeveer 210 min
1
∗
∗
[AVCHD] ([FSH])[MP4] ([FHD])
Ongeveer 85 minOngeveer 85 min
2
Ongeveer 40 minOngeveer 40 min
Volgens de CIPA-norm
- 14 -
Insteken en verwijderen van een (optionele) kaart
• Zet de ON/OFF-schakelaar van de camera op OFF
Schuif naar de positie
[OPEN] en open het klepje
voor kaart/batterij
Schuif de kaart helemaal in
de camera
• Controleer de richting: aansluitingen naar
LCD gericht
• Inschuiven tot de kaart vastklikt.
Vrijgavehendel
[OPEN] [LOCK]
Sluit het klepje voor kaart/
batterij
• Schuif naar de positie [LOCK].
■
Verwijdering van de kaart
Druk op het midden van de kaart
Houd de geheugenkaart buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze
●
inslikken.
Als u de kaart wilt verwijderen, schakelt u de camera uit en wacht u tot de indicator
●
LUMIX op het lcd-scherm uitgaat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen
en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd raken.)
Raak de
aansluiting
niet aan
- 15 -
Insteken en verwijderen van een (optionele) kaart
Bestemming voor het opslaan van beelden
(kaarten en ingebouwd geheugen)
■
Ingebouwd geheugen (ongeveer 70 MB)
Beelden kunnen gekopieerd worden tussen kaarten en het ingebouwde
●
geheugen. (→109)
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd
●
voor een kaart.
■
Compatibele geheugenkaarten (optioneel)
De volgende op de SD-standaard gebaseerde kaarten (merk Panasonic aanbevolen)
KaarttypeCapaciteitOpmerkingen
SD-geheugenkaarten8 MB – 2 GB
SDHC-geheugenkaarten 4 GB – 32 GB
SDXC-geheugenkaarten 48 GB, 64 GB
∗
De SD-snelheidsklasse biedt een maatstaf voor de snelheid waarmee er naar de kaart
geschreven kan worden. Controleer de SD-snelheid aan de hand van het etiket op de kaart of de
bijbehorende documentatie.
(Bijvoorbeeld)
• Gebruik van een kaart van SD-snelheidsklasse 4
of hoger is aanbevolen voor het opnemen van
films.
• Kunnen worden gebruikt met apparaten die
compatibel zijn met de desbetreffende formaten.
• Alvorens u SDXC-geheugenkaarten gaat
gebruiken, controleert u of uw computer en andere
apparatuur geschikt is voor dit type kaart.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
• Alleen de kaarten die links met hun respectieve
capaciteiten staan vermeld, zijn geschikt.
∗
Formatteer de kaart opnieuw met deze camera als die al eerder
●
was geformatteerd met een computer of ander apparaat. (→48)
Als het schrijfbeveiligingsschakelaar op "LOCK" is gezet, kunt u op
●
de kaart geen opnamen vastleggen of verwijderen en de kaart niet
formatteren.
Wij raden u aan om belangrijke beelden over te kopiëren naar
●
uw computer (aangezien elektromagnetische storing, statische
elektriciteit of andere problemen schade aan uw gegevens kunnen
toebrengen).
Meest recente informatie:
●
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze website is alleen in
het Engels.)
- 16 -
Schakelaar
Insteken en verwijderen van een (optionele) kaart
Geheugencapaciteit
Geschatte resterende capaciteit in aantal beelden of opnameduur
(druk de [DISP.]-knop in om de aanduiding om te schakelen)
Verschijnt als er geen kaart is geplaatst
(beelden worden in het ingebouwde geheugen opgeslagen)
Als de camera in gebruik is
Terwijl de camera toegang heeft tot de kaart of het ingebouwde geheugen (voor een bewerking zoals
het schrijven, lezen, verwijderen of formatteren van beelden), mag u de camera niet uitschakelen
of de batterij, kaart of netadapter (bijgeleverd) verwijderen (want dit kan verlies van gegevens of
schade veroorzaken). Zorg dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen, schokken of statische
elektriciteit. Als de werking van de camera wordt onderbroken door een van deze omstandigheden,
probeert u het dan opnieuw.
Richtlijnen voor opnamecapaciteit (aantal beelden/filmopnameduur)
Het aantal beelden dat u kunt opnemen en de opnameduur variëren met de capaciteit
van de kaart (naast de opname-omstandigheden en het type kaart).
Als u instellingen maakt voor uploaden naar websites, kan de capaciteit van de kaart in aantal
●
beelden en opnameduur minder worden. (→100)
■
Capaciteit voor het opnemen van beelden (foto’s)
[Fotoresolutie]
12M15380626012670
5M256501062021490
0.3M40010050162960247150
• Wanneer het aantal op te nemen beelden meer dan 99.999 is, wordt er "+99999" aangegeven.
■
Capaciteit opnameduur (films)
Ingebouwd
geheugen
Wanneer u de opnamemodus [AVCHD] gebruikt
[Opn. kwaliteit]
FSH / SH–14m00s4h10m00s8h27m00s
Ingebouwd
geheugen
Wanneer u de opnamemodus [MP4] gebruikt
[Opn. kwaliteit]
FHD–12m21s3h23m17s6h51m17s
HD–23m36s6h28m06s13h05m11s
VGA1m50s51m57s14h14m08s28h48m04s
• Films kunnen maximaal 29 minuten en 59 seconden continu worden opgenomen. Ook nemen
films die continu zijn opgenomen in [MP4], maximaal 4 GB ruimte in. (In dit geval kunt u een film
in [FHD] maximaal ongeveer 24 minuten en 43 seconden continu opnemen.)
Resterende opnameduur voor doorlopend opnemen, op het scherm aangegeven.
●
Ingebouwd
geheugen
2 GB32 GB64 GB
2 GB32 GB64 GB
2 GB32 GB64 GB
([h], [m] en [s] staan voor "uren", "minuten" en "seconden".)
- 17 -
Instellen van de klok
Bij verzending van de camera is de klok niet ingesteld.
Stel de OPNAME/WEERGAVE-schakelaar in op
Schakel de camera in
Druk op [MENU/SET] terwijl het
bericht wordt weergegeven
Druk op om de taal te
selecteren en druk op [MENU/SET]
• Het bericht [Aub klok instellen] verschijnt.
(Dit bericht verschijnt niet in de
OPNAME/
WEERGAVE-schakelaar
afspeelmodus.)
Druk op [MENU/SET]
Druk op om de items
(jaar, maand, dag, uur,
minuten, weergavevolgorde
of tijdweergave-indeling) te
selecteren en druk op om
deze in te stellen
voordat u de camera inschakelt.
De camera wordt ingeschakeld.
Als het taalkeuzescherm niet wordt
weergegeven, gaat u naar stap .
• Annuleren → Druk op [ / ]-knop.
Druk op [MENU/SET] om in te
stellen
Druk op [MENU/SET]
• Om terug te keren naar het vorige scherm,
drukt u op de [ / ]-knop.
- 18 -
Instellen van de klok
Wijzigen van de tijdsinstelling
Wanneer u de datum en tijd opnieuw moet instellen, selecteert u [Klokinst.] in het menu
[Set-up].
• De klokinstellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, zelfs nadat de batterij wordt
verwijderd, mits een volledig opgeladen batterij in de camera was geïnstalleerd in de 24
uur voordat de klok werd ingesteld.
Kies [Klokinst.] uit het menu [Set-up] of het menu [Opname]
(→39)
Stel de datum en tijd in (Verricht de stappen - . (→18))
Als de klok niet is ingesteld, kan de juiste datum niet worden afgedrukt wanneer u een
●
fotostudio opdracht geeft de foto af te drukken of wanneer u de datum afdrukt op de
foto’s met [Datum afdr.] of [Tekst afdr.].
Als de klok is ingesteld, kan de juiste datum zelfs worden afgedrukt als de datum niet
●
op het scherm van de camera wordt weergegeven.
- 19 -
Bedieningsvolgorde
Schakel de camera in
1
Stel in op
2
Stel in op de gewenste opnamemodus
Stel de modusknop correct in op
de modus die u wilt gebruiken.
[Intelligent auto]-modus
[Program AE]-modus
3
[Lensopeningspr.]-modus
[Sluiterprioriteit]-modus
[Handm. belicht.]-modus
[Klant]-modus
[3D Foto Mode]3D-foto’s opnemen. (→69)
[Scènemode]Foto’s opnemen van diverse scènes. (→63)
[Creatieve opties]-modus
→
Foto’s opnemen met automatische
instellingen. (→24)
Foto’s opnemen met uw eigen
instellingen. (→22)
Diafragma instellen en vervolgens foto’s
opnemen. (→59)
Sluitertijd instellen en vervolgens foto’s
opnemen. (→59)
Diafragma en sluitertijd instellen en
vervolgens foto’s opnemen. (→60)
Foto’s opnemen met vooraf
geregistreerde instellingen. (→70)
Foto’s maken terwijl u het foto-effect
controleert. (→61)
- 20 -
Richt de camera en neem foto’s
■
Foto’s opnemen
Ontspanknop halverwege indrukken om
scherp te stellen
Ontspanknop indrukken en ingedrukt houden
om een foto op te nemen
■
Films opnemen
Filmknop indrukken om te gaan filmen
Filmknop nogmaals indrukken om te stoppen
met filmen
■
De camera vasthouden
4
AF-assistlampje
Polsbandje
We raden u aan het bijgeleverde polsbandje te gebruiken om te voorkomen dat
●
u de camera laat vallen.
Flitser
Bedieningsvolgorde
Filmknop
Microfoon
Ontspanknop
• Om te voorkomen dat de camera gaat trillen,
houdt u deze met beide handen vast, houdt
u uw armen strak langs uw lichaam en gaat u
met uw voeten iets uit elkaar staan.
• Raak de lens niet aan.
• Let bij het opnemen van filmbeelden op dat u
de microfoon niet blokkeert.
• Blokkeer de flitser of het lampje niet. Laat uw
onderwerp niet van dichtbij in de flits of het
lampje kijken.
• Zorg dat de camera niet beweegt op het
moment dat u op de ontspanknop drukt.
Stel in op
5
Bekijk de beelden (→32)
6
Schakel de camera uit
7
• Druk op om een beeld te
selecteren
• Druk op om films of
panoramabeelden af te spelen
- 21 -
Foto’s maken met uw eigen instellingen
Modus [Program AE]
Opnamemodus:
In het menu [Opname] instellingen wijzigen en uw eigen opnameomgeving instellen.
• Schuif de OPNAME/WEERGAVE-schakelaar naar
Stel in op (modus [Program AE])
Maak een foto
Half indrukken
(licht indrukken voor
scherpstellen)
■
Weergave voor opnamegegevens
Elke keer als u op de [DISP.]-knop drukt, verandert de display als volgt.
• Opname-informatie, aantal op te nemen beelden
• Opname-informatie, beschikbare opnameduur
• Geen weergave
• Richtlijnen (gebruikt als referentie voor de compositie van uw beeld, zoals het totale
evenwicht, wanneer u beelden opneemt)
Als er een waarschuwing over beweging
●
verschijnt, gebruikt u [Stabilisatie], een statief, of
[Zelfontspanner].
Als diafragma en sluitertijd in rood worden
●
weergegeven, hebt u de belichting niet goed
ingesteld. Gebruik de flitser, verander de
instellingen voor [Gevoeligheid] of zet [Korte
sluitert.] op een kortere sluitertijd.
Diafragmawaarde Sluitertijd
Volledig indrukken
(helemaal indrukken
voor opname maken)
Bewegingswaarschuwing
- 22 -
Scherpstellen
Handig als het onderwerp zich niet in het midden van de foto bevindt.
Stel eerst scherp op het onderwerp
Leg het AF-gebied
gelijk met het
onderwerp
Half ingedrukt
houden
Keer terug naar de gewenste compositie
Volledig indrukken
AF-gebied
Scherpstelaanduiding
( Goed scherpgesteld: brandt
Niet goed scherpgesteld: knippert)
AF-gebied
( Goed scherpgesteld: groen
Niet goed scherpgesteld: rood)
Onderwerpen/omgevingen waarbij
●
scherpstellen een probleem kan zijn:
• Snel bewegende of extreem lichte
voorwerpen of voorwerpen zonder
kleurcontrasten.
• Foto’s maken door een ruit of vlakbij
voorwerpen die licht uitstralen. In
het donker, of als de camera erg
beweegt.
• Wanneer u te dicht bij het voorwerp
staat of wanneer u een foto maakt
waarop zowel veraf als dichtbij
gelegen voorwerpen staan.
De scherpstelaanduiding knippert en er klinkt een pieptoon
●
wanneer er niet goed is scherpgesteld.
Gebruik het in rood weergegeven scherpstelbereik ter referentie.
Ook al wordt de scherpstelaanduiding weergegeven, dan nog kan
de camera niet altijd goed scherpstellen, als uw onderwerp buiten
het scherpstelbereik valt.
Het weergegeven AF-gebied kan groter zijn, afhankelijk van de
●
opnameomstandigheden, zoals donkere locaties of zoomfactor.
- 23 -
Scherpstelaanduiding
Scherpstelbereik
Foto’s opnemen met automatische instellingen
Modus [Intelligent auto]
Opnamemodus:
U hoeft alleen de camera op het onderwerp te richten en automatisch worden instellingen
gebruikt op basis van informatie zoals "gezicht", "beweging", "helderheid" en "afstand",
dat wil zeggen dat u scherpe foto’s maakt zonder de camera handmatig in te stellen.
• Schuif de OPNAME/WEERGAVE-schakelaar naar
Stel in op (modus [Intelligent auto])
Maak een foto
Half indrukken
(licht indrukken voor
scherpstellen)
Volledig indrukken
(helemaal indrukken
voor opname maken)
Omtrent de flitser
Druk op om of te selecteren.
Wanneer is gekozen, wordt de flitser automatisch ingesteld op de optimale
●
lichtsterkte voor de omstandigheden. (→52)
Wanneer of is geselecteerd, wordt de rode-ogenreductiefunctie geactiveerd.
●
Wanneer of is gekozen, wordt de sluitertijd verkort.
●
- 24 -
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto]
Automatische scènedetectie
Gericht op uw onderwerp, leest de camera de scène af en maakt dan automatisch de
optimale instellingen.
Pictogram van de
herkende
scènefunctie
1
∗
Wanneer baby’s of peuters (jonger dan 3 jaar) die zijn geregistreerd worden herkend door de
gezichtsherkenning
2
∗
We raden u aan gebruik te maken van een statief en de zelfontspanner.
3
∗
Wanneer de [iHandh. nachtop.] op [ON] staat
Afhankelijk van de opname-omstandigheden kunnen er verschillende scènefuncties
●
worden gebruikt voor hetzelfde onderwerp.
Als het gewenste scènetype niet wordt geselecteerd, kunt u het beste handmatig de
●
bijbehorende opnamemodus selecteren.
Wanneer er , of is waargenomen, wordt de gezichtsdetectie ingeschakeld en
●
worden de scherpstelling en de belichting optimaal ingesteld voor de herkende gezichten.
Tegenlichtcompensatie
●
Tegenlicht is een situatie waarin licht van achteren op een onderwerp schijnt. Bij
tegenlicht lijkt een onderwerp donkerder en corrigeert de camera automatisch de
belichting door de helderheid van een volledig beeld te verhogen. Wanneer de camera
tegenlicht waarneemt, wordt
Herkent mensen
Herkent baby
Herkent landschappen
Herkent nachtscènes en de mensen daarin
(alleen wanneer
Herkent nachtscènes
Herkent nachtscènes zonder gebruik van statief.
Herkent close-ups
Herkent zonsondergangen
Beoordeelt de beweging van het onderwerp (om onscherpe
foto’s te voorkomen) als de scène niet met een van de
bovenstaande overeenkomt.
1
∗
is geselecteerd)
2
2
∗
∗
3
∗
weergegeven op het lcd-scherm.
Vrolijke kleuren
Wanneer [Kleurfunctie] (→88) wordt ingesteld op [Happy], worden beelden met fellere
kleuren opgenomen.
[Anti blur]
De camera kiest automatisch de optimale sluitertijd die het best past bij de bewegingen
van het onderwerp, om bewegingsonscherpte te voorkomen.
■
Instellingen
Druk op [MENU/SET]
Druk op om het [Opname]-menu te selecteren en druk op [MENU/SET]
Druk op om [Anti blur] te selecteren en druk op [MENU/SET]
Druk op om [ON] te selecteren en druk op [MENU/SET]
Wanneer [Anti blur] staat ingesteld op [ON], verschijnt er op het scherm.
●
Het onderwerp kan worden opgenomen in een fotoresolutie die kleiner is dan het aantal
●
pixels (beeldpunten) dat u hebt ingesteld.
- 25 -
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto]
[iHandh. nachtop.]
Als er automatisch een nachtscène wordt herkend terwijl u de camera in de hand houdt,
kan de camera een foto met minder beweging en minder storing opnemen door een
burst-reeks van beelden te combineren.
■
Instellingen
Druk op [MENU/SET]
Druk op om het [Opname]-menu te selecteren en druk op [MENU/SET]
Druk op om [iHandh. nachtop.] te selecteren en druk op [MENU/SET]
Druk op om [ON] te selecteren en druk op [MENU/SET]
■
Opnemen
Druk de ontspanknop halverwege in
Druk de ontspanknop volledig in
Wanneer de camera vast staat opgesteld op een statief of een andere manier, zal
●
[iHandh. nachtop.] niet herkend worden.
[iHDR]
Wanneer [iHDR] op [ON] is ingesteld, kan de camera verschillende foto’s die zijn gemaakt
met een verschillende belichting, combineren tot één goed belichte foto met een rijke
gradatie.
■
Instellingen
Druk op [MENU/SET]
Druk op om het [Opname]-menu te selecteren en druk op [MENU/SET]
Druk op om [iHDR] te selecteren en druk op [MENU/SET]
Druk op om [ON] te selecteren en druk op [MENU/SET]
■
Opnemen
Druk de ontspanknop halverwege in
Druk de ontspanknop volledig in
Deze functie wordt alleen automatisch geactiveerd wanneer ∗ wordt weergegeven op
●
het lcd-scherm.
∗
Dit pictogram wordt weergegeven wanneer de camera tegenlicht waarneemt.
De camera combineert in de volgende gevallen geen beelden:
●
• Wanneer de zoomfactor groter is dan 16 keer
• In de [Burstfunctie]-modus
Zelfs als [iHDR] op [OFF] is ingesteld, wordt de tegenlichtcompensatie automatisch
●
geactiveerd wanneer de camera tegenlicht waarneemt en maakt de camera een beeld
door de helderheid van het hele beeld te verhogen.
Een onderwerp dat tijdens het opnemen in beweging was, kan als nabeeld worden
●
opgenomen.
- 26 -
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto]
Tracking AF
Deze functie stelt de camera in staat om scherpgesteld te blijven op het onderwerp en
ook de belichting te corrigeren terwijl het onderwerp beweegt.
Druk op om [AF mode] in te stellen op Tracking AF
• Uitschakelen van de Tracking AF → Druk nogmaals op .
Plaats het Tracking AF kader over uw onderwerp en druk dan
op om het te vergrendelen
• Uitschakelen van de AF-vergrendeling → Druk op .
Tracking AF kader
AF-vergrendeling succesvol: geel
AF-vergrendeling mislukt: rood
De optimale scènemodus voor het AF-vergrendelde onderwerp wordt automatisch
●
herkend.
De gezichtsherkenning werkt niet tijdens het gebruik van de Tracking AF.
●
Onder bepaalde opname-omstandigheden, zoals wanneer het onderwerp te klein is of
●
de omgeving te donker, kan de [Tracking AF] niet goed werken.
Beperkingen [Intelligent auto]-modus
Alleen de menu-onderdelen die worden weergegeven in de modus [Intelligent auto]
kunnen worden ingesteld.
De instellingen die zijn gekozen in [Program AE] of andere modi zijn weerspiegeld voor
de niet weergegeven menu-onderdelen in het menu [Set-up].
De instellingen voor de volgende onderdelen zijn verschillend van de andere
●
opnamemodi:
[Fotoresolutie], [Burstfunctie] en [Kleurfunctie] in het [Opname]-menu, [Toon] in het
[Set-up]-menu
De instellingen voor de volgende functies staan vast:
●
• [Auto review]: [2SEC]
• [Richtlijnen]:
• [Kwaliteit]: [Fijn]
• [Stabilisatie]: [ON]
• [AF ass. lamp]: [ON]
• [Meetfunctie]: [Multimeting]
• [I.resolutie]: [i.ZOOM]
• [Continu AF]: [ON]
∗
(Scherpstellen op 23 punten) als gezicht niet kan worden herkend
• Wanneer u in- en uitzoomt tijdens het
opnemen van films, kan het even duren
om scherp te stellen.
Ook tijdens het filmen kunt u nog foto’s
●
nemen (→31)
opnameduur (ongeveer)
Druk nogmaals op de filmknop om
te stoppen met filmen
- 28 -
Filmen van bewegende beelden
■
Opnameformaat voor het opnemen van films
Met dit apparaat kunt u films opnemen in AVCHD- of MP4-formaat.
AVCHD:
U kunt met dit formaat beelden met high-definition opnemen. Het is geschikt om te
kijken op een breedbeeld-tv of om op disc op te slaan.
MP4:
Dit is een eenvoudiger videoformaat dat het beste kan worden gebruikt wanneer u
veel moet bewerken of wanneer u video’s naar internet uploadt.
• U kunt een film alleen op het ingebouwde geheugen opnemen in [MP4] met de
instelling [VGA].
■
Compatibiliteit van de opgenomen films
Films die zijn opgenomen in [AVCHD] of [MP4] kunnen worden afgespeeld met
een slechte beeld- of geluidskwaliteit of kunnen helemaal niet worden afgespeeld,
zelfs niet als ze worden afgespeeld met apparatuur die compatibel is met deze
formaten. Ook kan de opnamegegevens dan niet goed worden weergegeven.
Gebruik in dit geval dit apparaat.
• Zie voor meer informatie over MP4-compatibele apparaten de onderstaande
klantenservicewebsite.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze website is alleen in het Engels.)
- 29 -
Filmen van bewegende beelden
■
Films opnemen in
Hiermee neemt u een film op met uw voorkeursinstellingen.
• Diafragma en sluitertijd worden automatisch ingesteld.
■
Films opnemen in
De camera zal automatisch het soort scène aflezen voor het filmen van bewegende
beelden met optimale instellingen.
Geldt wanneer de scène niet overeenkomt
met enige van de rechts getoonde functies.
• Bij de modus worden de scherpstelling en de belichting aangepast aan het
waargenomen gezicht in het beeld.
• wordt gekozen voor scènes bij avond of nacht en op andere donkere plaatsen.
• Als de camera niet uw gewenste scènemodus selecteert, is het aanbevolen de juiste
modus handmatig te kiezen.
• De volgende menu-opties zijn instelbaar in het menu [Bewegend beeld]:
• [Opnamefunctie] • [Opn. kwaliteit]
■
Filmen in andere opnamemodi
Zie voor nadere details de pagina’s over de betreffende opnamemodi. (Filmen is echter
niet mogelijk in de scènemodus [Panorama-opname])
De beschikbare opnametijd die op het scherm wordt weergegeven, neemt mogelijk niet
●
regelmatig af.
Als er herhaaldelijk gegevens worden opgenomen en gewist, kan de totale beschikbare
●
opnameduur op de SD-kaart teruglopen. Om dan de oorspronkelijke capaciteit te
herstellen, gebruikt u de camera om de SD-kaart te formatteren. Zorg echter eerst dat
u alle belangrijke gegevens overneemt op uw computer of een ander opslagmedium,
want bij het formatteren worden alle opgeslagen gegevens op de kaart gewist.
De optische beeldstabilisatie zal altijd werken, ongeacht de instellingen voordat u
●
begon met filmen.
De volgende functies kunnen niet worden ingesteld:
●
De Tracking AF, extra optische zoom, flitser, [Gezicht herk.] en [Lcd roteren] voor
verticale beelden.
Bij bepaalde geheugenkaarten kan het opnemen tussentijds stoppen.
●
Het scherm kan bij films smaller worden dan bij foto’s. Als de beeldverhouding voor
●
foto’s en films verschilt, kan bovendien de kijkhoek veranderen wanneer u begint met
het opnemen van een film. Het opneembare gebied wordt weergegeven door instelling
van [Video Opn.gebied] (→44) op [ON].
Als u na korte tijd stopt met het opnemen van een film wanneer u [Miniatuureffect] van
●
de [Creatieve opties]-modus gebruikt, kan de camera nog een tijdje verder gaan met
opnemen. Blijf de camera vasthouden totdat de opname klaar is.
Als de extra optische zoom in gebruik was voordat u op de filmknop drukte, komen
●
deze instellingen te vervallen en wordt het opgenomen beeldveld groter.
Afhankelijk van de omgeving kan tijdens het opnemen van films het scherm even
●
zwart worden of kan ruis worden opgenomen als gevolg van statische elektriciteit,
elektromagnetische golven enzovoort.
Gebruik een voldoende opgeladen batterij.
●
- 30 -
Loading...
+ 111 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.