PANASONIC DMCL1K User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Digitale Camera/Lenskit
Model Nr. DMC-L1K
Vóór gebruik, gelieve deze instructies helemaal lezen.
Web Site: http://www.panasonic-europe.com
EG
VQT0W87
Page 2
Voor Gebruik
Voor Gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken u te bedanken voor de aanschaf van deze Panasonic Digitale Fotocamera. Lees deze handleiding met aandacht en bewaar hem binnen handbereik voor toekomstige raadpleging.
Informatie voor Uw Veiligheid
WAARSCHUWING OM HET RISICO OP BRAND OF SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES TE BEPERKEN, DIENT U ALLEEN GEBRUIK TE MAKEN VAN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES EN DE APPARATUUR NIET BLOOT TE STELLEN AAN REGEN OF VOCHT. VERWIJDER HET DEKSEL (ACHTERKANT) NIET, IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN GEBRUIKERSBEDIENBARE ONDERDELEN. NEEM VOOR ONDERHOUD CONTACT OP MET DESKUNDIGE ONDERHOUDSTECHNICI.
Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht. Het opnemen van reeds beschreven banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht vormen. Zelfs voor privé­gebruik kan het opnemen van bepaald materiaal aan beperkingen onderhevig zijn.
• Houdt u er rekening mee dat de huidige bedieningselementen, de onderdelen, de menu-opties enz. van uw Digitale Camera enigszins af kunnen wijken van de illustraties die in deze Handleiding voor Gebruik opgenomen zijn.
• Four Thirds
• SDHC Logo is een handelsmerk.
• Adobe is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
• Leica is een geregistreerd handelsmerk van Leica Microsystems IR GmbH.
• Elmarit is een geregistreerd handelsmerk van Leica Camera AG.
• Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
TM
is een handelsmerk.
VQT0W87
Page 3
Voor Gebruik
HET STOPCONTACT MOET IN DE NABIJHEID VAN HET APPARAAT GEÏNSTALLEERD WORDEN EN MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een zelfde soort batterij of equivalent, die door de fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte batterijen weg zoals door de fabrikant voorgeschreven wordt.
Opmerking betreffende lithiumbatterijenBij dit product zijn lithiumbatterijen
geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn, mag u deze niet weggooien maar moet u deze inleveren als klein chemisch afval.
Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als
stroomvoorziening voor de klok.
Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen
van de lithiumbatterij op het moment dat u het apparaat aan het einde van de levensduur vervangt.
Verzekert u ervan dat de ingebouwde
lithiumbatterij door vakbekwaam servicepersoneel wordt verwijderd.
Alleen voor servicepersoneel:
Lithiumbatterij
Schroevendraaier
Printplaat
Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte
Bedradingsplaat met behulp van de schroevendraaier etc. zoals het figuur hierboven.
De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en
VQT0W87
Page 4
Voor Gebruik
Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur (particulieren)
Dit symbool betekent in Europa dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet bij het normale huishoudelijke afval mogen. Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In Nederland kunt u uw producten bij uw winkelier inleveren bij de aanschaf van een vergelijkbaar nieuw product. Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve
gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen ontstaan door een onjuiste verwerking van afval. Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt of raadpleeg www.nvmp.nl, www.ictoffice.nl of www.stibat.nl.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met uw leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is.
Over kaarten die gebruikt kunnen
worden in dit apparaat
U kunt een SD-geheugenkaart, een  SDHC-geheugenkaart en een  MultiMediaCard gebruiken.
• Wanneer de term kaart gebruikt wordt in
deze gebruiksaanwijzing verwijst dit naar de volgende types Geheugenkaarten. – SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB) – SDHC-geheugenkaart (4 GB) – MultiMediaCard
Meer specifieke informatie over kaarten die gebruikt kunnen worden met dit apparaat.
• U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart gebruiken als u kaarten gebruikt met 4 GB of meer vermogen.
• Een 4 GB-geheugenkaart zonder een SDHC-logo is niet gebaseerd op de SD-standaard en zal niet in dit product werken.
Zorgdragen voor de fotocamera
Het toestel niet erg schudden of stoten. Het toestel kan stoppen normaal
te werken, beelden kunnen niet opgenomen worden of de lens kan beschadigd raken.
• Zand of stof kan ervoor zorgen dat het toestel slecht gaat werken. Ervoor zorgen dat er geen zand of stof in de lens of de aansluitingen komt wanneer u het toestel op het strand etc. gebruikt.
• Ervoor zorgen dat er geen water in het toestel komt wanneer u het gebruikt op een regenachtige dag of op het strand.
• Deze camera is niet waterdicht. Als er regen of ander water op valt, droogt u dit af met een droge doek.
Steek uw handen niet in de spiegel. Duw of trek niet met een blazer en blaas niet te hard op de sluitergordijnen die erg dun zijn. Wees er voorzichtig mee en maak er geen krassen op, verbuig ze niet en beschadig ze niet.
VQT0W87
Page 5
Over de LCD-scherm
• Duw niet op het LCD-scherm met te veel kracht want dit kan storingen veroorzaken.
• Er kan zich condensatie op de LCD­scherm vormen op plekken met grote temperatuurverschillen. De condensatie er met een zachte, droge doek afvegen.
• Als de camera koud is wanneer u deze aan zet, is het beeld op het LCD-scherm een beetje donkerder dan normaal. Het beeld zal weer normaal helder worden als de binnenkant van de camera warmer wordt.
Dit LCD-scherm is gemaakt met hoge­precisietechnologie. Er kunnen soms donkere of heldere stippen (rood, blauw of groen) op het scherm zitten. Dit is geen storing. Het LCD-scherm heeft meer dan 99,99% werkzame pixels waarvan 0,01% niet actief is of altijd actief. De stippen komen niet op de beelden op de kaart.
Over de Lens
• Niet hard op de lens drukken.
• Het toestel niet met de lens naar de zon toe laten aangezien dit voor het slecht gaan werken van het toestel kan zorgen. Verder voorzichtig zijn wanneer u het toestel buiten laat of dicht bij een raam.
• Als er vuil (water, olie of vingerafdrukken enz.) op de lens zit, beïnvloedt dit ook de opname. Maak de lens voorzichtig schoon met een zachte droge doek voordat en nadat u opnamen maakt.
• Zet de camera niet met de lensbevestiging ergens op. Maak de lensbevestigingscontacten 1 niet vuil.
Voor Gebruik
Over condens (Als er damp op de lens
of de zoeker zit)
• Condens ontstaat als de omgevingstemperatuur of -vochtigheid wijzigt zoals hieronder beschreven wordt. Pas op voor condens omdat het vlekken op de lens, schimmel of storingen in de camera veroorzaakt. – Wanneer het toestel naar binnen wordt
gebracht van de kou naar een warme kamer.
– Wanneer het toestel verplaatst wordt
van buiten de auto naar de auto met airconditioning aan.
– Wanneer koele wind van een
airconditioner etc. direct op het toestel geblazen wordt.
– Op vochtige plekken.
• Om condensatie te voorkomen, het toestel in een plastic zak stoppen totdat de temperatuur van het toestel dicht bij die van de omgevingstemperatuur is. Als er zich condensatie voordoet, het toestel uitzetten en het ongeveer 2 uren met rust laten. De mist zal op natuurlijke wijze verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel dicht in de buurt komst van die van de omgevingstemperatuur.
VQT0W87
Page 6
Voor Gebruik
Wanneer u het toestel niet gebruikt
gedurende een lange tijdsperiode
• De batterij in een koele en doge plaats met een relatief stabiele temperatuur opbergen. [Aanbevolen temperatuur: 15 oC tot 25 oC, Aanbevolen vochtigheid: 40% tot 60%]
• De batterijen en de kaart altijd uit het toestel verwijderen.
• Als u de batterij in de camera laat zitten, zal de batterij toch leeg raken ook als de camera uit staat. In deze situatie raakt de batterij helemaal leeg en wordt deze onbruikbaar ook als u de batterij weer oplaadt.
• Wanneer de batterijen voor een lange tijd opgeslagen worden, raden we aan ze eens per jaar op te laden. De batterijen uit het toestel verwijderen en ze weer opslaan nadat ze helemaal leeg geraakt zijn.
• We raden aan het toestel op te slaan met een droogmiddel (kwartsglas gel) wanneer u deze in een kast bewaart.
• Als u de camera een lange tijd niet hebt gebruikt, controleert u alle delen eerst voordat u opnamen maakt.
Over deze gebruiksaanwijzing
Over aanduidingen in deze
handleiding
Nuttige of handige informatie voor het gebruik van dit toestel wordt beschreven.
Over de illustraties van de
cursorknop
In deze gebruiksaanwijzing worden handelingen waarvoor u de cursorknop gebruikt, met afbeeldingen geïllustreerd. b.v.: Wanneer u op de 4 knop drukt
Over de functieknop
In deze gebruiksaanwijzing worden de handelingen met de functieknop als volgt beschreven zodat u het pictogram op het scherm herkent. Draai langzaam maar zeker aan de functieknop.
3
MENU
21
SET
4
VQT0W87
Over illustraties in deze
gebruiksaanwijzing
Het product zelf, de illustraties en de menuschermen kunnen lichtjes afwijken van de in gebruik zijnde.
Page 7
Inhoud
Voor Gebruik
Informatie voor Uw Veiligheid ...................2
Over deze gebruiksaanwijzing..................6
Voorbereiding
Standaard accessoires ...........................10
Namen van de onderdelen .....................11
Schermweergave....................................13
Over de lens ...........................................16
Lens vastmaken/losmaken.....................16
De batterij opladen met de oplader......... 18
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen) ................. 19
De batterijen in het toestel doen/
eruit halen ........................................... 20
De AC-adapter gebruiken .......................21
De kaart in het toestel doen/
eruit halen (Optioneel).........................22
Over de kaart.......................................... 23
De lensbescherming gebruiken ..............25
De draagriem vastmaken........................26
De kijkglasbescherming vastmaken ....... 26
De camera aan zetten ............................27
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).....................................28
Over het instellingenmenu Menu ............29
Basiskennis
Voordat u opneemt met de zoeker .........34
• Tips om mooie opnamen te maken ..34
• De zoeker beter zichtbaar maken
(Diopter instellen) ............................. 34
• Het infoscherm op het LCD-scherm
wijzigen............................................. 34
Automatisch scherpstellen en belichten
(AF: Autofocus/
AE-programmafunctie)........................35
• Mooie opnamen maken ....................37
• Continu scherpstellen op een object (AFC) (Als u opnamen met
de zoeker maakt).............................. 38
AE-diafragmavoorrang ............................ 39
AE-sluitervoorrang ..................................40
Manuele belichting..................................41
Belichtingscompensatie ..........................43
Opnamen maken met manueel
scherpstellen....................................... 45
Beelden maken met de zoom ................. 47
Opnamen terugspelen ............................48
• De informatieweergave op het
terugspeelscherm wijzigen ...............49
Beelden wissen.......................................49
De terugspeelzoom gebruiken ................ 51
Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen) ...................52
Beelden afspelen volgens
opnamedatum (Kalenderplayback) .....53
Gevorderd
Overschakelen naar Live View ...............55
• Tips voor goede opnamen met
Live View ..........................................55
• De afgebeelde informatie wijzigen....56
• Een opname maken met het toestel hoog boven uw hoofd
(Hoge-hoekfunctie)........................... 57
• Autofocus voor opnamen met
Live View ..........................................58
• Manueel scherpstellen voor
opnamen met Live View ...................59
De velddiepte controleren ....................... 62
Beelden maken met de ingebouwde
flitslamp...............................................63
• De flitswerking instellen ....................66
• Indirect flitsen.................................... 67
De scherpstelling en de belichting
vastleggen (AF/AE-Lock) ....................68
Opnamen maken met de burstfunctie..... 70
Beelden maken Auto Bracket .................71
Opnamen maken met
de zelfontspanner................................73
VQT0W87
Page 8
De witbalans instellen............................. 74
• [WHITE SET]
De witbalans resetten....................... 75
• [COLOUR TEMPERATURE SETTING]
De kleurwarmte instellen .................. 76
• [WHITE BALANCE ADJUSTMENT]
De witbalans fijn instellen ................. 76
De lichtgevoeligheid instellen .................77
De methode om het licht te meten
wijzigen (Meetmethode) ...................... 78
Menu-instellingen
De meest gebruikte functies vast
instellen...............................................79
Het functiemenu [REC] gebruiken ..........81
• [FILM MODE] De kleurtoon instellen van een
opname ............................................ 82
• [PICT.SIZE]/[QUALITY] Een beeldresolutie en –kwaliteit kiezen die passen bij uw eigen
gebruik..............................................84
• [RAW REC.] Tegelijkertijd een RAW-bestand
opslaan............................................. 85
• [ASPECT RATIO] De aspectratio van beelden instellen (Alleen als u opneemt
met Live View)..................................85
• [EX. OPT. ZOOM] Een beeld vergroten zonder de kwaliteit te verminderen (Alleen
voor opnamen met Live View) .......... 86
• [D.ZOOM] De zoom verder uitbreiden (Alleen voor opnamen met
Live View).........................................87
• [SELF-TIMER] De tijd voor de zelfontspanner
instellen ............................................87
• [AF ASSIST LAMP] Scherpstellen bij weinig licht wordt
makkelijker ....................................... 88
VQT0W87
• [OIS MODE]
Optische beeldstabilisator ................88
• [AUTO BRACKET]
Beelden maken Auto Bracket........... 89
• [AF/AE LOCK] De [AFL/AEL] knop
overschakelen..................................89
• [BURST RATE]
De burstsnelheid instellen ................89
• [FLASH SYNC.] De 2e gordijnsluitersynchronisatie
instellen ............................................89
Het [CUSTOM] menu gebruiken.............90
• Instellingen opslaan in
[CUST. SET MEM.] ..........................94
Het functiemenu [PLAY] gebruiken......... 95
• [SLIDE SHOW] Beelden achtereenvolgens terugspelen voor een
vastgestelde tijd................................ 96
• [FAVORITE]
Favoriete opnamen instellen ............97
• [ROTATE DISP.]/[ROTATE] Om het beeld gedraaid af te
beelden.............................................98
• [DPOF PRINT] Het af te drukken beeld en het
aantal afdrukken instellen................. 99
• [PROTECT] Per ongeluk opnamen wissen
voorkomen......................................101
• [RESIZE]
Een beeld kleiner maken................102
• [TRIMMING] Een beeld vergroten en
bijwerken ........................................ 103
• [ASPECT CONV.] De aspectratio van een 16:9 beeld
wijzigen........................................... 104
• [FORMAT]
De kaart formatteren ...................... 105
Page 9
Aansluiten op andere
apparatuur
Aansluiten op de PC.............................106
Beelden afdrukken................................109
Opnamen terugspelen op een
TV-scherm.........................................112
Overige
De externe flitslamp gebruiken .............114
De MC-Beveiliging/
PL-filter gebruiken .............................116
De afstandontspanknop gebruiken .......117
De tijd van uw reisbestemming
weergeven (World Time)...................118
• Mogelijke steden voor
wereldtijdinstellingen ......................120
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik ..............................................121
Waarschuwingen op het scherm ..........124
Problemen oplossen.............................125
Aantal opnamen....................................130
Specificaties..........................................132
VQT0W87
Page 10
Voorbereiding
Voorb erei din g
Standaard accessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
1
4
7
K2KJ2CB00001
10
VFC4189
13
2
5
K2CQ2CA00006
8
K1HA05CD0004
11
VGQ8990
14
3
CGR-S603E
6
K2GJ2DZ00028DE-972B
9
12
VKF4091
15
10
VQT0W87
16
VFC4206
VYF3089VYC0949
VFC4185
Page 11
1 Digitale camera
(Verder camera genoemd in deze gebruiksaanwijzing.)
2 Verwisselbare lens
“LEICA D VARIO-ELMARIT 14–50 mm/ F2.8–3.5” (In deze handleiding lens genoemd.)
3 Batterijpakket
(Verder batterij genoemd in deze gebruiksaanwijzing.)
4 Batterijoplader/AC-adapter
(Verder AC-adapter genoemd in deze gebruiksaanwijzing.)
5 AC-kabel 6 DC-kabel 7 Videokabel 8 USB-kabel
9 CD-ROM 10 Draagriem 11 Kijkglasbescherming
(Vastgemaakt aan de draagriem op het ogenblik van de aankoop.)
12 Cameradop
(Zit op de camera op het ogenblik van de aankoop.)
13 Lensbescherming 14 Lensdop
(Vastgemaakt aan de verwisselbare lens op het ogenblik van de aankoop.)
15 Achterste lensdop
(Vastgemaakt aan de verwisselbare lens op het ogenblik van de aankoop.)
16 Lensopbergétuit
• De kaart is een optional.
Opmerking over batterijen
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Als ze leeg zijn, mag u deze niet weggooien maar moet u deze inleveren als chemisch huisafval (k.c.a.).
Namen van de onderdelen
Camera
3
1
2
8
1 IR-sensor (P74) 2 Lensbevestigingmarkering (P16) 3 Flits (P63) 4 AF-lamp (P88)
Zelfontspanneraanduiding (P73) 5 Spiegel 6 Lensvergrendeling 7 Knop om lens te openen (P17) 8 Bevestiging
AFS
AFL
AFC
AEL
MF
1511109
12
24 2223
21 20
29
28 27 26
25
9 Kijkglasbescherming (P26)
10 Zoeker (P13, 34) 11 [LIVE VIEW] knop (P55)
Voorbereiding
4
5 6 7
13 14
16 17
18
19
11
VQT0W87
Page 12
Voorbereiding
12 Knop om flitslamp te openen (P63, 67) 13 Focushendel (P35, 38, 45, 58, 59) 14 [AFL/AEL] knop (P68) 15 Statuslampje (P27) 16 Toestel ON/OFF (P27) 17 Functieknop (P36, 40, 42, 44, 51 tot 53,
61, 64, 67, 74, 77, 79) 18 2/4/1/3 Cursorknoppen (P29) 19 [MENU/SET] knop (P29) 20 Wisknop (P49) 21 Diafragmastopknop (P62) 22 [DISPLAY] knop (P34, 49, 56, 57) 23 Terugspeelknop
(P48, 49, 51 tot 53, 112) 24 LCD-scherm (P14, 34, 49, 55, 56, 57) 25 Flitswerkinginstelknop (P66) 26 Flitsknop (P63, 114) 27 [ISO] knop (P77) 28 [WB] knop (P74) 29 Diopterinstelring (P34)
30 31
32 33
37
ON
OFF
34
38
E
S
O
L
C
38 Statiefbevestiging
• Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt.
39 Hendel open/dicht (P20) 40 Batterijklep (P20)
41 Lusje voor draagriem (P26) 42 Kaartklep (P22) 43 DC-kabelbedekking (P21)
O
P
E
N
39 40
41
42
43
35
36
30 Sluitertijdknop (P35, 39, 41) 31 Ontspanknop (P35) 32 Meethendel (P78) 33 [FUNC.1] knop (P79) 34 [FUNC.2] knop (P44, 79) 35 Bedieningshendel
Enkelvoudige opname (P35): Burstfunctie (P70): Auto Bracket (P71):
Zelfontspanner (P73): 36 Focusafstandreferentielijn (P46) 37 Flitslampbevestiging (P114)
12
VQT0W87
USB
V OUT /
46
REMOTE
45
44 [USB] aansluiting (P106, 109) 45 [V OUT/REMOTE] aansluiting
(P112, 117)
46 Klep op aansluiting
44
Page 13
Lens
“LEICA D VARIO-ELMARIT 14–50 mm/ F2.8– 3.5”
48
47
49
55
51
52
5453
50
47 Focusafstandaanduiding (P45, 59) 48 Diafragmaring (P35, 39, 41) 49 Lensbevestigingsmarkering (P16) 50 Contactpunt 51 Diafragmaringknop (P35, 39, 41) 52 [O.I.S.] schakelaar (P17) 53 Focusring (P45, 59) 54 Zoomring (P47, 86, 87) 55 Lensoppervlak
Batterijoplader/AC-adapter (P18)
56
57 58
59
60
56 Batterij niet inbegrepen 57 [POWER] lampje 58 [CHARGE] lampje 59 Stroomuitgang [DC OUT] 60 Stroomingang [AC IN]
• Gebruik geen andere AC-adapter dan de meegeleverde.
Voorbereiding
Schermweergave
Zoekerdisplay
1
AEL
AUTO SLOW
2
12 11
10
9
1 AF-zone (P34, 35) 2 AF-LED (P92) 3 AE Lock (P68) 4 Belichtingscompensatiewaarde (P43)/
Hulp bij manuele belichting (P42)/
Auto-bracket-compensatiebereik (P71) 5 Belichtingscompensatie (P43) 6 Auto Bracket (P71) 7 Flitsinstelling (P63) 8 Aantal opnamen
U kunt tot 99 opnamen weergeven op
de zoeker. 9 Kaart openen (P23)
10 Focus (P35) 11 Sluitertijd (P35, 40, 41) 12 Diafragmawaarde (P35, 39, 41)
AUTO SLOW
AEL
3
4 5 6
7 8
13
VQT0W87
Page 14
Voorbereiding
P
2000
2.8
STANDARD
ISO
100
WB
19
NORMAL
CUSTOM
+2
AUTO
SINGLE
2nd
AUTO
AFL
AEL
+2
3BKT 1/3
STD
19
ISO
100
F2.8
2000
+2
Informatieweergave op het
LCD-scherm (Als u opnamen met de zoeker maakt)
1
17 16 15 14
P
STANDARD
WB
AUTO
ISO
A
2 3
F 2.8
100
2000
-
2 +2
-
1 +1+10
45
CUSTOM
NORMAL
6 7 8
19
13 12 11 910
1 Opnamefunctie (P35, 39, 41) 2 Diafragmawaarde (P39, 41) 3 Sluitertijd (P40, 41) 4 AF-zone instellen (P92) 5 Meetfunctie (P78) 6 Belichtingscompensatie (P43) 7 Flitswerking instellen (P66) 8 Persoonlijke instellingen (P94)
9 Aantal opnamen 10 Kaart openen (P23) 11 Kwaliteit (P84) 12 Beeldresolutie (P84) 13 Batterij-aanduiding (P19) 14 Flitsinstelling (P63) 15 ISO-gevoeligheid (P77) 16 Witbalans (P74) 17 Filmfunctie (P82)
27
26
18
P
2nd
AUTO
A
-
2 +2
SINGLE
25
-
1 +1+10
24
19 20
AFL
AEL
21 22
23
18 Programmaschakeling (P36) 19 AF Lock (P68) 20 AE Lock (P68)
21 Huidige datum en tijd
Dit wordt gedurende ongeveer 5 seconden afgebeeld wanneer het toestel aan wordt gezet, na het instellen van de klok en na het overschakelen van de terugspeelfunctie naar de
opnamefunctie. 22 Hulp bij manuele belichting (P42) 23 Optische beeldstabilisator (P17, 88) 24 Tegelijkertijd RAW-bestand opslaan
ON/OFF (P85) 25 Enkelvoudig (P35): SINGLE
Burstfunctie (P70):
Auto Bracket (P71):
3BKT 1/3
Zelfontspanner (P73): 26 2e gordijnsluitersynchr. (P89): 2ND 27 Witbalans, fijnafstelling (P76)
Live View-weergave op LCD-scherm
(P55)
12 5 6
34
ISO
-
1 +1+10-2 +2
13
100
1
/
7
3
8 9, 10
11
STD
19
20 19
18
F2.8
PA2000
16 121415
17
1 Opnamefunctie (P35, 39, 41) 2 Diafragmawaarde (P58) 3 Sluitertijd (P58) 4 Witbalans (P74) 5 ISO-gevoeligheid (P77) 6 Flitsinstelling (P63) 7 Flitswerking instellen (P66) 8 Kaart openen (P23)
Wordt rood.
9 Opnamestatus
Rood knipperlicht. 10 Focus (P58)
Groen lampje. 11 Hulp bij manuele belichting (P42) 12 Aantal opnamen 13 Filmfunctie (P82)
14
VQT0W87
Page 15
14 Optische beeldstabilisator (P17, 88)
2nd
AFL AEL
2X
10:00
DEC
.2006
0001
1/19
ISO
100
F2.8
2000
2nd
15 Kwaliteit (P84) 16 Beeldresolutie (P84) 17 Batterij-aanduiding (P19) 18 Hoge-hoekfunctie (P57) 19 AF-zone (P58) 20 Focusstand (P58)
21
22 233324
A
2nd
25 26
32 31
30
P
1
/
3
AFL AEL
2X
28 2729
21 Programmaschakeling (P36) 22 Burstfunctie (P70):
Auto Bracket (P71):
Zelfontspanner (P73): 23 Witbalans, fijnafstelling (P76) 24 2e sluitergordijnsynchr. (P89): 2ND 25 Histogram (P56) 26 Zelfontspanner (P73)
Dit verschijnt op het scherm tijdens het
aftellen. 27 Tegelijkertijd RAW-bestand opslaan
ON/OFF (P85) 28 Extra optische zoom (P86) 29 Digitale zoom (P87) 30 AF-zone instellen (P92) 31 AE lock (P68) 32 AF lock (P68) 33 Belichtingscompensatie (P43)
Voorbereiding
Terugspelen op LCD-scherm
16 15
12
F2.8
2000
P
10:00
1. . DEC
.2006
3
A
ISO
100
2nd
1
4 5
6 7
8
14
1312
1011
1/19
10100_0001
9
1 Terugspeelfunctie (P48) 2 Opname-informatie 3 Favorieten (P97) 4 Beveiligd beeld (P101) 5 Kleurbereik (P93) 6 Waarschuwingspictogram
kabelaansluiting (P112) Dit verschijnt wanneer u afdrukt met een printer die PictBridge verwerkt. (Afhankelijk van de printer kan dit
pictogram al dan niet verschijnen.) 7 Histogram (P56) 8 Beeldnummer/Totaal opnamen 9 Map/bestandsnummer (P107)
10 Tegelijkertijd RAW-bestand opslaan
ON/OFF (P85)
11 Kwaliteit (P84) 12 Beeldresolutie (P84) 13 Batterij-aanduiding (P19) 14 Favorieteninstellingen (P97) 15 Aantal DPOF-prints (P99) 16 Opgenomen datum en tijd
15
VQT0W87
Page 16
Voorbereiding
Over de lens
U kunt op dit toestel de meegeleverde lens gebruiken of een lens die compatibel is met de montagestandaard voor “Four Thirds System (Four Thirds Mount)”. Kies een lens die goed is voor de scène die u opneemt en het doel van uw opnamen. Als u een andere dan de voorgeschreven verwisselbare lens gebruikt, kunt u de automatische scherpstelling niet instellen en niet accuraat meten. Sommige andere functies zullen ook niet werken.
“Four Thirds Mount”
Dit is de lensmontagestandaard voor het “Four Thirds System”. Dit zijn verwisselbare lenzen die recent speciaal zijn ontworpen voor de optische ontwerpvereisten van digitale camera’s.
Een lens van een andere fabrikant
• Sommige lenzen van andere fabrikanten hebben geen diafragmaring. Als u een dergelijke lens gebruikt, wordt [FUNC.1] vast ingesteld voor het diafragma. Lees P79 voor informatie over het gebruik van [FUNC.1].
• Afhankelijk van het lenstype, kunt u sommige functies niet gebruiken.
• Het beschikbare flitslampbereik enz. hangt af van de diafragmawaarde van de lens die u gebruikt.
• Maak enkele testopnamen met de lens die u gebruikt.
Lens vastmaken/ losmaken
• De camera moet uit staan.
• Sluit de flits.
De lens op de camera vastmaken
1 Draai aan de achterste lensdop A
en de cameradop B in de richting van de pijl om deze los te maken.
11
22
A
• Steek uw handen niet in de spiegelkamer. (P11)
2 Lijn de
lensbevestigingsmarkeringen C (rood) op de camera en de lens uit en draai de lens dan in de richting van de pijl totdat u deze hoort klikken.
C
• Druk de knop om de lens los te maken niet in als u een lens vastmaakt.
• Probeer de lens niet schuin op de camera te doen omdat u hiermee de lensbevestiging kunt beschadigen.
• Controleer altijd of de lens goed op de camera zit.
B
16
VQT0W87
Page 17
3 Maak de lensdop los.
Optische beeldstabilisator
De meegeleverde lens heeft een beeldstabilisatorfunctie. Deze functie wordt vrijgegeven zodra de lens op de camera wordt bevestigd.
Zet de [O.I.S.] schakelaar op [ON].
OFF ON
Voorbereiding
De lens van de camera verwijderen
• De camera moet uit staan.
1 Bevestig de lensdop.
2 Zet de [O.I.S.] schakelaar op
[OFF].
3 Druk op de knop om de lens los te
maken D terwijl u de lens zo ver mogelijk in de richting van de pijl losdraait.
D
• Maak altijd de cameradop op de camera zodat er geen stof of vuil in kan komen.
• Doe de achterste lensdop op de camera zodat het lenscontactpunt niet beschadigd raakt.
• U kunt de beeldstabilisatorfunctie op [MODE1] of [MODE2] zetten met [OIS MODE] in het [REC] functiemenu (P88). Op het ogenblik van de aankoop staat de functie op [MODE1].
• Wij raden aan de [O.I.S.] knop op [OFF] te zetten als u een statief gebruikt. Als de [O.I.S.] knop op [OFF] staat, verschijnt [ ] op het LCD-scherm.
• Vervang lenzen die erg vuil of stoffig zijn.
• Als u de camera uitzet of vervoert, maakt u lensdop erop vast om het lensoppervlak te beschermen.
• Maak de lensdop los voordat u opnamen maakt.
• Verlies de lensdop, de achterste lensdop en de cameradop niet.
17
VQT0W87
Page 18
Voorbereiding
De batterij opladen met de oplader
• De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
1 Sluit de AC-kabel aan.
A
3 Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
B
• Het laden is gedaan als het lampje [CHARGE] B uitgaat (na ongeveer 130 minuten).
• Als u een AC-kabel aansluit, begint het [POWER] rode lampje A te branden.
• De batterij kan niet worden opgeladen als de DC-kabel op de AC-adapter wordt aangesloten.
2 Lijn de batterij uit met de
markeringen op de AC-adapter en steek deze dan recht in de AC-adapter. Controleer of de batterij goed vastzit.
• Het laden start als het lampje [CHARGE] B groen oplicht.
B
• Haal de AC-kabel uit het stopcontact als de batterij opgeladen is.
• De batterij wordt warm na het gebruik/ laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
• Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt. Laad de batterij opnieuw op.
• De batterij kan opgeladen worden zelfs als deze niet helemaal leeg is.
• Gebruik de speciale AC-adapter en batterij.
• Gebruik AC-adapters binnenshuis.
• Haal de AC-adapter niet uit elkaar en wijzig er niet aan.
18
VQT0W87
Page 19
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen)
Batterijaanduiding
Het resterende batterijvermogen verschijnt op het scherm.
• De batterijaanduiding wordt rood en knippert. (De statusaanwijzing knippert als het LCD-scherm uit wordt gezet.) Laad de batterij op of vervang deze door een volle batterij. (Dit verschijnt niet als u een AC-adapter gebruikt.)
Levensduur van de batterij Het aantal mogelijke opnamen met de zoeker (Volgens CIPA-standaard in de AE-programmafunctie)
Aantal opnamen
Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard
• Temperatuur: 23 °C/Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-scherm aan staat.
• Een Panasonic’s SD-geheugenkaart gebruiken
¢
• De geleverde batterij gebruiken.
• De meegeleverde lens gebruiken.
• Start met opnemen 30 seconden nadat de camera is aangezet. (Als de optische-beeldstabilisatorfunctie op [MODE1] staat)
Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om de opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten.
• CIPA is een afkorting van “Camera & Imaging Products Association”.
¢De kaart is optioneel.
Ongeveer 450 opnamen (Ongeveer 225 min)
(128 MB; optioneel).
Voorbereiding
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd tussen de opnamen. Als de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal opnamen af. [bijv. Als u om de 2 minuten opnamen maakt, neemt het aantal mogelijke opnamen af tot ongeveer 110.]
Het aantal mogelijke opnamen als u het LCD-scherm (Live View) gebruikt (De voorwaarden zijn die van de CIPA-standaard.)
Aantal opnamen
Ongeveer 300 opnamen (Ongeveer 150 min)
Terugspeeltijd
Terugspeeltijd Ongeveer 420 min
Het aantal opnamen en de terugspeeltijd zullen variëren afhankelijk van de omstandigheden waarin de camera werkt en de opslagcondities van de batterij.
Opladen
Oplaadtijd Ongeveer 130 min
De oplaadtijd en het aantal resterende opnamen met de optionele batterij
(CGR-S603E) zijn dezelfde als hierboven.
• Als het opladen start, brandt de [CHARGE] aanduiding.
Als de [CHARGE] aanduiding knippert
• De batterij is te leeg. Na een korte tijd zal de [CHARGE] aanduiding beginnen branden en zal het normale opladen starten.
• Als de batterij te heet of te koud is, zal het opladen langer duren dan normaal.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen is, is de batterij aan het einde van zijn levensduur. Koop een nieuwe batterij.
19
VQT0W87
Page 20
Voorbereiding
Opnamecondities
• Laad de batterij op bij een temperatuur tussen 10 oC tot 35 oC. (Dit moet ook de temperatuur van de batterij zelf zijn.)
• De prestatie van de batterij kan tijdelijk verminderen en de bedrijfstijd kan korter worden bij lagere temperaturen (b.v. skiën/snowboarden).
De batterijen in het toestel doen/eruit halen
• De camera moet uit staan.
• Sluit de flits.
1 Schuif de vergrendeling in de
richting van de pijl (OPEN) en open dan het batterijklepje.
O
P
E
E
S
N
O
L
C
• Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken (CGR-S603E).
2 Erin doen:
Steek de batterij erin totdat u deze hoort klikken.
Eruit halen: Duw de hendel A in de richting van de pijl om de batterij eruit te halen.
20
VQT0W87
A
• Let op de richtingaanduiding [ ] op de batterij als u de batterij erin steekt.
Page 21
3 1 Sluit de batterijklep.
2 Schuif de vergrendeling goed
in de richting van de pijl (CLOSE).
11
O
P
E
E
S
N
O
L
C
22
• Haal de batterij uit het toestel na gebruik.
• Als u volledig opgeladen batterijen meer dan 24 uren in het toestel laat zitten, wordt de klokinstelling opgeslagen in het toestel voor ongeveer 3 maanden zelfs als de batterijen eruit gehaald worden. (Als u een onvoldoende opgeladen batterij erin doet, wordt deze opslagtijd aanzienlijk korter.) De klokinstelling wordt hoe dan ook na een bepaalde tijdspanne geannuleerd. Stel in dit geval de klok weer in. (P30)
• Verwijder de kaart of de batterij niet als u de kaart aan het aflezen bent. U beschadigt hiermee de gegevens die erop staan. (P23)
• Zet de camera uit en haal de batterij eruit nadat het LCD-scherm en het statuslampje (groen) uit zijn gegaan. Als u de batterij eruit haalt terwijl de camera aan staat, kunnen uw instellingen verkeerd worden opgeslagen.
• De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere apparatuur.
Voorbereiding
De AC-adapter gebruiken
U kunt de camera gebruiken zonder dat u zich zorgen over de batterij hoeft te maken als u deze aansluit op een PC of een printer als u de AC-adapter gebruikt.
• De camera moet uit staan.
• Sluit de flits.
1 Sluit de AC-kabel aan.
2 Sluit de DC-kabel aan A.
1
A
• Trek de DC-kabelbedekking 1 open en maak dan de DC-kabel vast aan de camera volgens de stappen in “De batterijen in het toestel doen/eruit halen” (P20). Trek de DC-kabel door de opening zoals u op de afbeelding ziet en sluit dan de batterijklep.
• Zorg ervoor dat de DC-kabel niet onder het batterijklepje klemt.
21
VQT0W87
Page 22
Voorbereiding
• Gebruik geen andere AC-adapter dan de meegeleverde.
• Geen andere DC-kabels gebruiken dan de meegeleverde kabel. Als u andere DC-kabels gebruikt, kunt u problemen veroorzaken.
• De camera wordt warm tijdens het gebruik. Dit is geen storing.
• Maak de AC-adapter en de DC-kabel los als u de camera niet gebruikt.
De kaart in het toestel doen/eruit halen (Optioneel)
• De camera moet uit staan.
• Sluit de flits.
• Leg een kaart klaar.
1 De kaartklep openen.
2 Erin doen:
De kaart helemaal erin doen totdat deze klikt.
Eruit halen: Druk de kaart totdat deze klikt, trek de kaart er vervolgens recht uit.
22
VQT0W87
PUSH TO
LO
CK / EJE
CT
• Controleer de richting van de kaart.
• Raak de aansluitingen op de achterkant van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd worden als deze niet goed in het toestel zit.
Page 23
3 1 Sluit de kaartklep.
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
ISO
100
F5.6
125
125
5.6
STD
19
2 De kaartklep naar het einde
schuiven en vervolgens stevig sluiten.
22
111
• Als u de kaartklep niet goed kunt sluiten, haalt u de kaart er weer uit en steekt u deze er weer in.
• Zet altijd eerst de camera uit voordat u de klep op de kaart opent.
• De kaart en de gegevens kunnen beschadigd worden als u de kaart in het toestel doet of eruit haalt terwijl het toestel aan staat.
• We raden het gebruik aan van een Panasonic SD-geheugenkaart of een SDHC-geheugenkaart.
Voorbereiding
Over de kaart
Toegang tot de kaart
De kaartaanduiding A licht rood op als opnamen op de kaart worden geschreven.
P
STANDARD
WB
ISO
BC
B: Zoekerdisplay C: Als u opnamen maakt met Live View
Als de kaartaanduiding oplicht, worden opnamen gelezen of gewist of wordt de kaart geformatteerd (P105). Niet toegestane handelingen:
• het toestel uitzetten.
• de batterij of de kaart verwijderen.
• met het toestel schudden of ermee kloppen.
• maak de DC-kabel los als u de AC-adapter gebruikt.
De kaart en de gegevens kunnen beschadigd raken en het toestel zou kunnen ophouden met normaal werken.
De kaart gebruiken
Zet regelmatig belangrijke opnamen van de kaart over naar de PC (P106). De gegevens op de kaart kunnen beschadigd of verloren raken door elektromagnetische golven en statische elektriciteit en het toestel of de kaart kunnen beschadigd raken.
• Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P105)
F 5.6
AUTO
100
SINGLE
125
-
1 +1+10-2 +2
A
P
F5.6
125
CUSTOM
NORMAL
19
ISO
100
STD
19
23
VQT0W87
Page 24
Voorbereiding
• De schrijf-en leesnelheid van een SD-Geheugenkaart en een SDHC-geheugenkaart is hoog. Beide kaarttypen zijn uitgerust met een Schrijfbeveiligingsschakelaar D zodat de kaart niet kan worden geformatteerd en niemand er iets op kan schrijven. (Als u de schakelaar naar de [LOCK] kant zet, kunt u geen gegevens op de kaart wissen, schrijven of de kaart formatteren. Zet u de schakelaar naar de andere kant, dan kunt u dit alles wel doen.)
• Deze camera is compatibel zowel met SD-geheugenkaarten als met SDHC-geheugenkaarten. U kunt een SDHC-geheugenkaart gebruiken voor uitrustingen die compatibel zijn met SDHC-geheugenkaarten maar u mag geen SDHC-geheugenkaart gebruiken in utirustingen die alleen compatibel zijn met SD-geheugenkaarten. (Als u SDHC-geheugenkaarten gebruikt in andere uitrustingen, dient u altijd eerst de handleiding van deze uitrusting te lezen.)
SD-geheugenkaart
D
2
Gelieve deze informatie op de volgende website te bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
• Lees P130 voor meer informatie over het aantal beelden dat u op elke kaart kunt opnemen.
• Deze camera is compatibel met SD-geheugenkaarten die voldoen aan de specificaties van SD-geheugenkaarten en geformatteerd zijn in FAT12 en FAT16. De camera is ook compatibel met SDHC-geheugenkaarten die voldoen aan de specificaties voor SD-geheugenkaarten en zijn geformatteerd in FAT32.
• De SDHC-geheugenkaart is een standaard geheugen dat als zodanig is gedefinieerd door de SD Association in 2006 voor kaarten met een geheugen groter dan 2 GB.
• De SD-geheugenkaart en SDHC-geheugenkaart en de MultiMediaCard zijn kleine, lichtgewicht verwijderbare externe kaarten.
• De aflees-/schrijfsnelheid van een MultiMediaCard is langzamer dan die van een SD-geheugenkaart of een SDHC-geheugenkaart. Wanneer u een MultiMediaCard gebruikt, kan de prestatie van bepaalde functies enigszins langzamer zijn dan geadverteerd.
Hou de geheugenkaart buiten het bereik van kinderen om inslikken ervan te voorkomen.
24
VQT0W87
Page 25
De lensbescherming gebruiken
In fel zonlicht of met sterk achtergrondlicht zal de lensbescherming schitteringen en schaduwen tot een minimum herleiden. De lensbescherming voorkomt overbelichting en zorgt voor een betere opnamekwaliteit.
• De camera moet uit staan.
• Sluit de flits.
Steek de lensbescherming op de lens met de korte zijde boven en onder en draai dan in de richting van de pijl totdat u een klik hoort.
A
A: Gelijk zetten met de markering.
De lensbescherming tijdelijk
opbergen
1 Draai de lensbescherming in de
richting van de pijl om deze los te maken.
Voorbereiding
2 Draai de lensbescherming om en
bevestig deze dan op dezelfde manier als reeds is beschreven.
• Bevestig de lensdop.
• Als u de lensbescherming tijdelijk niet gebruikt, controleert u of deze goed is vastgemaakt en niet in het beeld komt.
• Houd de lensbescherming met de korte kanten vast als u deze vast of los maakt.
• Als u flitsopnamen maakt terwijl de lensbescherming op de camera zit, kan het onderste gedeelte van de foto donker worden (vignetteneffect) en wordt de flits uitgeschakeld omdat deze bedekt wordt door de lensbescherming. Verwijder in dit geval de lensbescherming.
• Als u de AF-lamp gebruikt voor donkere situaties, verwijder dan de lensbescherming.
• Voor meer details over hoe u de MC-beveiliging en de PL-filter moet gebruiken, leest u P116.
• Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u de meegeleverde accessoires verliest. (U kunt de accessoires apart kopen.)
25
VQT0W87
Page 26
Voorbereiding
De draagriem vastmaken
1 Steek de riem door de opening in
de draagriemring.
A
A: Kijkglasbescherming
• Maak het riempje zo vast dat de kant waaraan de kijkglasbescherming zit bij de zoeker zit.
2 Steek de riem door de stopgesp
en trek de riem aan.
B
De kijkglasbescherming vastmaken
Als u opnamen maakt met uw ogen niet op de zoeker, kan er licht in de zoeker komen dat de belichting en de scherpstelling beïnvloedt. Maak de kijkglasbescherming zo vast dat er geen licht in de zoeker komt en zorg voor een accurate belichting met de Live View (P55) of de zelfontspanner (P73) en als u de afstandontspanknop gebruikt. (DMW-RSL1; optioneel) (P117)
1 Schuif de kijkglasbescherming
van onder naar boven om deze los te maken.
2 Schuif de kijkglasbescherming
van boven naar onder.
B: Trek de riem 2 cm of meer aan.
• Maak het riempje aan de andere kant van de camera vast zodat het niet oprolt.
• Controleer of de riem goed vastzit aan de camera.
• Maak het riempje zo vast dat het “L LOGO aan de buitenakant zit.
UMIX
26
VQT0W87
• De kijkglasbescherming is vastgemaakt aan het riempje.
Page 27
De kijkglasbescherming vastmaken
Schuif de kijkglasbescherming van boven naar onder.
• Verlies de kijkglasbescherming niet.
• Raadpleeg uw dealer of het dichtst bijzijnde servicecentrum als u de kijkglasbescherming (VYQ3887) verliest.
Voorbereiding
De camera aan zetten
Zet de knop ON/OFF op de camera op [ON].
A
ON
OFF
• Het statuslampje A gaat branden als u de knop op [ON] zet. Het statuslampje knippert als de batterij leeg begint te raken.
• De camera gaat uit als u de knop op [OFF] zet.
Stofverwijdering
Als u de camera aan zet, gaat deze functie vanzelf aan om stof vooraan op de beeldsensor te verwijderen.
27
VQT0W87
Page 28
Voorbereiding
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
Begininstelling
De klok is niet ingesteld zodat het volgende scherm verschijnt wanneer u het toestel aanzet.
ON
OFF
A B
PLEASE SET THE CLOCK
A: [MENU/SET] knop B: Cursorknoppen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
datum en de tijd te kiezen.
CLOCK SET
00 00
SELECT SET EXIT
A: Tijd in uw woongebied B: Tijd in uw reisgebied (P118)
2/1: Kies het gewenste onderdeel 3/4: De afbeeldingvolgorde voor de
datum en tijd instellen.
• Op [ ] drukken om de tijdinstelling te annuleren.
CLOCK SET
11 2006
:
D/M/Y
MENU
SET
:
A
:
B
JAN
CANCEL
..
MENU
.
• Lees [WORLD TIME] (P118) voor informatie over het instellen van de plaatselijke tijd in uw reisgebied [ ].
3 Verschillende keren op
[MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
• Zet het toestel uit als u klaar bent met het instellen van de klok. Zet het vervolgens weer aan en controleer of de klok goed ingesteld is.
De klokinstelling wijzigen 1 Op [MENU/SET] drukken om het menu
te openen en dan op 2.
2 Op 4 drukken om het [SETUP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1. (P29)
3 Op 3/4 drukken om [CLOCK SET] te
kiezen en druk dan op 1. Stel in als in de stappen
• Wanneer helemaal opgeladen batterijen gedurende meer dan 24 uren in het toestel laat zitten, wordt de klokinstelling opgeslagen in het toestel voor ongeveer 3 maanden zelfs als de batterijen eruit gehaald worden.
• U kunt het jaar instellen tussen 2000 en
2099. Er wordt gebruik gemaakt van het 24-urensysteem.
• Als de datum niet in het toestel opgeslagen is, zal deze niet afgedrukt worden wanneer u een fotoprintservice gebruikt, zelfs als deze de optie heeft om de datum op uw foto’s af te drukken. (P100)
2 en 3.
SET UP
SELECT
CLOCK SET WORLD TIME MONITOR AUTO REVIEW POWER SAVE
EXIT
1
/
3
n
5 MIN.
MENU
0
28
VQT0W87
Page 29
Over het instellingenmenu Menu
• De onderdelen instellen zoals vereist. (P30 tot 33 raadplegen voor elk menuonderdeel.)
• Het volgende voorbeeld legt uit hoe u [BEEP] instelt.
• [RESET] in het menu kiezen om terug te keren naar de begininstellingen die u aantreft bij aankoop. (P31)
1 Druk op [MENU/SET] en dan
op 2.
1
SET
A
EXIT
EXIT
EXIT
EXIT
/
3
OFF
MENU
1
/
3
n
5 MIN.
MENU
1
/
3
n
5 MIN.
MENU
2
/
3
4k
MENU
MENU
SET
0
0
REC
FILM MODE PICT.SIZE QUALITY RAW REC.
ASPECT
SELECT
2 Op 4 drukken om het [SETUP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1.
SET UP
CLOCK WORLD TIME MONITOR AUTO REVIEW POWER SAVE
SELECT
3 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen.
SET UP
CLOCK SET WORLD TIME MONITOR AUTO REVIEW POWER SAVE
SELECT
SET UP
MF ASSIST
BEEP
NO.
RESET RESET USB MODE
SELECT
Voorbereiding
• Druk op 4 in A om het volgende menuscherm te openen.
4 Op 1 drukken, op 3/4 drukken
om de instelling te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
2
SET
/
3
4k
MENU
MENU
SET
SET UP
MF ASSIST BEEP
SELECT
NO.
RESET RESET USB MODE
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om het menu te sluiten.
Over de onderdelen van de
menuschermen
• Er zijn 3 menuschermen in het [SETUP] menu (1/3, 2/3, en 3/3).
SET UP
SELECT
1/3
CLOCK SET WORLD TIME MONITOR AUTO REVIEW POWER SAVE
SET UP
EXIT
SELECT
1
MF ASSIST
n
BEEP NO.
2 MIN.
RESET USB MODE
/
3
0
MENU
RESET
2/3
SET UP
EXIT
SELECT
2
/
3
4k
HIGHLIGHT VIDEO OUT TV ASPECT
MENU
LANGUAGE
3/3
OFF
SET UP
NTSC
ENG
EXIT
3
3
/
/
3
4
ENG
MENU
• U kunt de schakelknop ook gebruiken als de instructies zeggen dat u 3/4 moet gebruiken, d.w.z. om menuonderdelen in te stellen.
• Het menuscherm dat volgt na 3/3 in het [SETUP] menu is het eerste menuscherm in het [CUSTOM] menu.
29
VQT0W87
Page 30
Voorbereiding
[CLOCK SET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P29) Datum en tijd wijzigen. (P28)
[WORLD TIME]
MENU
Op [ ] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P29) []:De plaatselijke tijd op uw
reisbestemming is ingesteld.
[]:De tijd in uw woongebied is
ingesteld.
• Op P118 drukken om te weten hoe u [WORLD TIME] instelt.
[MONITOR]
MENU
Op [ ] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P29) De schermhelderheid kan geregeld worden in 7 stappen.
[AUTO REVIEW]
MENU
Op [ ] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P29)
Terugspeeltijd [1SEC.]/[2SEC.]/[3SEC.]:
Het opgenomen beeld verschijnt zolang als hier is ingesteld. Dit is handig om de scherpstelling te bevestigen.
[OFF]: Het opgenomen beeld verschijnt
niet automatisch.
Zoomtijd [1SEC.]/[2SEC.]/[3SEC.]:
Het opgenomen beeld wordt 4 keer vergroot en verschijnt zolang als hier is ingesteld. Dit is handig om de scherpstelling te bevestigen. Het beeld wordt niet uitvergroot in de burstfunctie, auto bracket of als RAW-bestanden worden opgeslagen.
30
VQT0W87
[OFF]: Het opgenomen beeld verschijnt
niet automatisch.
• Als u de burstfunctie gebruikt (P70), auto bracket (P71) of RAW-bestanden opslaat (P85) werkt de automatische terugspeelfunctie onafhankelijk van de manier waarop deze is ingesteld. (Het beeld wordt niet vergroot.)
• Als [HIGHLIGHT] (P32) ingesteld is op [ON] knipperen te witte zones zwart en wit in de automatische terugspeelfunctie.
[POWER SAVE]
MENU
Op [ ] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P29)
[1MIN.]/[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]:
De energiebesparingsfunctie wordt geactiveerd (het toestel wordt automatisch uitgezet om de batterijlevensduur te sparen) als u het toestel net zo lang niet gebruikt als ingesteld is in de besparingsfunctie.
[OFF]: Energiebesparingsfunctie is niet
geactiveerd.
• De ontspanknop tot de helft indrukken of het toestel uit-en aanzetten om de energiebesparingsfunctie te annuleren.
• De energiebesparing werkt niet als u de AC-adapter gebruikt, het toestel aansluit op een PC of printer en tijdens een diavoorstelling. (De energiebesparing staat wel vast op [10 MIN.] als u een diavoorstelling onderbreekt of stopt tijdens het manueel terugspelen van een diavoorstelling.)
Page 31
[MF ASSIST]
(Alleen met opname met Live View)
MENU
Op [ ] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P29) Als u opnamen maakt met Live View en manueel scherpstellen, wordt het hele scherm op het LCD-scherm uitvergroot om gemakkelijker scherp te stellen op het object. (P60) [4x]: Het hele scherm wordt 4 keer
vergroot.
[10x]: Het hele scherm wordt 10 keer
vergroot.
[OFF]: Het scherm wordt niet vergroot.
[BEEP]
MENU
Op [ ] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P29) Het volume in van de focusbevestigingstoon, de zelfontspannertoon en het alarm instellen.
[]:Geen toon []:Zachte toon []:Luide toon
[NO.RESET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P29) Stel dit in als u wenst dat het bestandsnummer vanaf de volgende opname start vanaf 0001. (Het mapnummer wordt bijgewerkt en het bestandsnummer start vanaf 0001.)
• U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen. Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
Voorbereiding
• Om het mapnummer weer op 100 te zetten, eerst de kaart formatteren (P105) en dan deze functie gebruiken om het mapnummer te resetten. Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [YES] kiezen om het mapnummer opnieuw in te stellen.
• P107 raadplegen voor gedetailleerde informatie over het bestandsnummer en het mapnummer.
[RESET]
MENU
Op [ ] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P29) De volgende menu-instellingen worden weer teruggezet naar de begininstellingen.
– [REC] functiemenu-instellingen – [SETUP]/[CUSTOM]
menu-instellingen
• De volgende instellingen worden ook gereset als u de camera instelt op [RESET]. – [FILM MODE] (P82) – [CUST. SET MEM.] (P94) – [WORLD TIME] (P118) – Ook [FAVORITE] in het play
functiemenu (P97)
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
31
VQT0W87
Page 32
Voorbereiding
[USB MODE]
MENU
Op [ ] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P29) Het USB-communicatiesysteem kiezen voordat of nadat u het toestel op uw PC of printer aansluit met de USB-kabel (meegeleverd). (P106, 109)
[ SELECT ON CONNECTION]:
[PC] of [PictBridge (PTP)] kiezen als u het toestel op een PC of een printer hebt aangesloten die PictBridge verwerkt.
[PC]:
Instellen na of voor aansluiten op een PC.
[ PictBridge (PTP)]:
Instellen na of voor het aansluiten op een printer die PictBridge verwerkt.
• Wanneer u [PC] kiest, wordt het toestel aangesloten via het “USB Mass Storage” communicatiesysteem.
• Wanneer u [PictBridge (PTP)] kiest, wordt het toestel aangesloten op het “PTP (Picture Transfer Protocol)” communicatiesysteem.
[HIGHLIGHT]
MENU
Op [ ] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P29) [ON]: Als u de automatische
terugspeelfunctie gebruikt, knipperen witte velden in het beeld zwart en wit.
[OFF]: Geen highlight display
[ON]
[OFF]
• Als er te witte zones zijn, compenseert u de belichting negatief (P43) aan de hand van het histogram (P56) en maakt u de opname opnieuw. De kwaliteit van de opname zal beter zijn.
• Er kunnen te witte zones zijn als de afstand tussen de camera en het object te dicht is en u opnamen maakt met de flitslamp. Als [HIGHLIGHT] is ingesteld op [ON] in dit geval, knipperen de te witte zones zwart en wit.
32
VQT0W87
[VIDEO OUT]
MENU
Op [ ] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P29) [NTSC]: Video-output wordt op NTSC
systeem ingesteld.
[PAL]: Video-output staat op het
PAL-systeem.
• Video-output is alleen beschikbaar voor het terugspelen.
Page 33
[TV ASPECT]
MENU
Op [ ] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P29)
[]:
Kies dit als u de camera aansluit op een TV met 16:9 scherm.
[]:
Kies dit als u de camera aansluit op een TV met 4:3 scherm.
• De TV-aspectratio werkt alleen in de terugspeelfunctie.
• [ ] is geschikt om opnamen weer te geven die opgenomen zijn met een ratio ingesteld op [ ] op een scherm van een 16:9 TV. Opname gemaakt met een aspectratio van [ ] of [ ] zullen verschijnen met zwarte stroken links en rechts op het scherm.
• Als u [ ] kiest, worden opnamen met een ratio van [ ] of [ ] weergegeven met zwarte stroken boven­en onderaan op het scherm.
• Als u [ ] kiest en de Videokabel gebruikt (meegeleverd) voor weergave (P112) verschijnen de opnamen verticaal op de LCD-scherm.
Voorbereiding
[LANGUAGE]
MENU
Op [ ] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P29) De taal instellen in het menuscherm met de volgende talen. Op 3/4 drukken om de gewenste taal in te stellen en dan op [MENU/SET].
[ENGLISH]: Engels [DEUTSCH]: Duits [FRANÇAIS]: Frans [ESPAÑOL]: Spaans [ITALIANO]: Italiaans [POLSKI]: Pools [ČEŠTINA]: Tsjechisch [MAGYAR]: Hongaars []:Japans
• Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [ ] in het pictogrammenmenu om de gewenste taal in te stellen.
33
VQT0W87
Page 34
Basiskennis
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
F
Basiskennis
Voordat u opneemt met de zoeker
Tips om mooie opnamen te maken
• Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en uw benen een beetje spreiden.
• Als u opneemt, moeten uw voeten lichtjes gespreid maar stevig op de grond staan en mag u niet geraakt worden door bijvoorbeeld een bal of een persoon.
• Het toestel niet bewegen wanneer u op de ontspanknop drukt.
• Bedek de AF-lamp of IR-sensor niet met uw vingers of andere voorwerpen.
• Als u de camera verticaal houdt, raden wij aan de AF-lamp A boven te houden zodat u deze niet bedekt met uw vingers.
A
Richtingfunctie
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal (gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer [ROTATE DISP.] (P98) ingesteld is op [ON])
• Het beeld wordt misschien niet verticaal afgebeeld als u het gemaakt hebt met een naar boven of naar beneden gericht toestel.
De zoeker beter zichtbaar maken (Diopter instellen)
Kijk in de zoeker op een heldere plaats en draai dan de diopterstelknop naar daar waar de lijn van het AF-zone B het duidelijkst is.
B
Het infoscherm op het LCD-scherm wijzigen
Op [DISPLAY] drukken om te wijzigen.
CD
P
STANDARD
WB
-
1 +1+10-2 +2
AUTO
ISO
100
CUSTOM
SINGLE
NORMAL
19
C: Normale weergave D: Geen weergave
E
E: [DISPLAY] knop F: LCD-scherm
• U kunt ook opnemen terwijl u naar het LCD-scherm kijkt. (Live View) Lees P55 voor meer informatie.
34
VQT0W87
Page 35
Automatisch
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
CF
scherpstellen en belichten
(AF: Autofocus/ AE-programmafunctie [ ])
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de diafragmawaarde in volgens de helderheid van het object.
• Verwijder de lensdop.
• Zet de camera aan. (P27)
• Zet de bedieningshendel op [
A: Ontspanknop
1 Zet de scherpstellinghendel op
[AFS].
AFS
AFC
MF
• AFS is de afkorting van “Auto Focus Single”. Het toestel stelt zelf scherp als u de ontspanknop half indrukt.
2 Draai de sluitertijdknop op [A].
8
15
4
30
/
B
2-60s
A
60
-
000
1
0
0
0
4
125
500
250
A
].
A
AFL AEL
Basiskennis
3 Draai de diafragmaring op [A]
terwijl u op de diafragmaringknop B drukt.
P
STANDARD
A
WB
ISO
-
1 +1+10-2 +2
AUTO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
B
• Het toestel schakelt over naar de AE-programmafunctie [ ].
4 Richt de AF-zone C op het punt
waarop u scherp wilt stellen en druk dan de ontspanknop half in.
G
G: Zoekerdisplay
• U kunt de diafragmawaarde D en de sluitersnelheid E controleren.
• De camera laat een toon horen en het focuslampje F brandt als het object scherp is.
• Het focuslampje knippert als het object niet scherp staat in het beeld. In dit geval wordt geen opname gemaakt. Druk de ontspanknop nogmaals in om scherp te stellen.
• Lees P37 voor informatie over de objecten die zich moeilijk scherp laten stellen.
ED
19
35
VQT0W87
Page 36
Basiskennis
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
250
4.0
• De camera stelt scherp op een zone van 3 punten links, rechts of in het midden - in de AF-zone en een lamp (AF-LED weergave) brandt waar het object zich bevindt. U kunt de instelling voor de AF-zone en de AF-LED weergave wijzigen in het [CUSTOM] menu. (P90)
• Lees P36 voor meer info over de programmaschakeling.
• Het focusbereik is 29 cm tot . (als u de meegeleverde lens gebruikt)
• Als de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [ISO100] en het diafragma op F2.8 (met de meegeleverde lens) wordt de sluitersnelheid automatisch ingesteld op een tijd tussen 4 seconden en 1/4000e van een seconde.
5 Druk de ontspanknop helemaal in
om de opname te maken.
• Er wordt geen opname gemaakt zolang het object niet scherp is.
• Als u de ontspanknop helemaal wenst in te drukken om een opname te maken ook als het object niet scherp is, stelt u [FOCUS PRIORITY] in het [CUSTOM] menu in op [OFF]. (P92)
• Om beeldruis te voorkomen raden wij aan de ISO-gevoeligheid te verminderen voordat u opnamen maakt. (P77) (De ISO-gevoeligheid staat op [AUTO] als de camera verpakt wordt voor de verkoop. Daarom verhoogt de ISO-gevoeligheid als u binnenshuis opneemt enzovoort.)
• Als u een lens zonder diafragmaring gebruikt, drukt u op [FUNC.1] en draait u daarna aan de functieknop om het diafragma in te stellen.
Programmaschakeling
In de AE-programmafunctie kunt u de ingestelde diafragmawaarde en de sluitertijd wijzigen zonder de belichting te wijzigen; dit heet programmaschakeling. U kunt de achtergrond waziger maken door het diafragma kleiner te maken of een bewegend voorwerp met meer beweging opnemen door de sluitertijd korter te maken als u een opname maakt in de AE-programmafunctie.
• Druk de ontspanknop half in en druk dan op 3/4 of draai aan de functieknop A om de programmaschakeling te activeren terwijl het diafragma en de sluitersnelheid verschijnen in de zoeker (ongeveer 10 seconden).
• We raden aan te controleren of de klok juist ingesteld is voordat u opnamen maakt. (P28)
• Wanneer er een tijd ingesteld is voor energiebesparing (P30), gaat het toestel automatisch uit als u dit niet gebruikt binnen de ingestelde tijd. Om het toestel weer te gebruiken, de ontspanknop tot de helft indrukken of het toestel aan-en uitzetten.
B
P
STANDARD
WB
ISO
250
F 4.0
-
1 +1+10-2 +2
AUTO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
A
19
36
VQT0W87
Page 37
• De aanduiding voor de
)
programmaschakeling verschijnt B op het scherm als deze functie geactiveerd is.
• Om de programmaschakeling te annuleren, zet u de camera uit of draait u de functieknop naar boven en naar onder totdat de aanduiding voor de programmaschakeling verdwijnt.
Voorbeeld van programmaschakeling
met de meegeleverde lens
1
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1011121314
2
2.8
4
5.6
(A)
8
11
16
22
4 2 1 1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
/
/
/
/
/
/
/
2
4
8
15
30
(B)
/
60
125
250
1
/
/
/
/
500
1000
2000
4000
(A): Diafragmawaarde (B):Sluitertijd
1 Programmmaschakelingnummer 2 Programmaschakelinggrafiek
• Als de belichting niet goed is wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de aanduidingen voor het diafragma en de sluitersnelheid op het LCD-scherm (informatieweergavescherm) rood. Het diafragma en de sluitersnelheid knipperen in de zoeker. (Ze knipperen niet als de flits werkt.)
• De programmaschakeling wordt geannuleerd en de camera stelt weer de normale AE-programmafunctie in als er meer dan 10 seconden verlopen nadat u de programmaschakeling hebt geactiveerd. De programmaschakelinginstelling wordt wel opgeslagen.
• Afhankelijk van de helderheid van het object kan het zijn dat de programmaschakeling niet werkt.
Mooie opnamen maken
Scherpstellen
Het focusbereik met automatisch scherpstellen is 29 cm tot . (met de meegeleverde lens op het toestel)
• Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel valt, kan het beeld niet juist scherpgesteld zijn zelfs als de focusaanduiding brandt.
(Ev
• In de volgende gevallen zou het toestel
15
niet goed scherp kunnen stellen op de
16
17
objecten.
18
– Wanneer er zowel objecten dichtbij als
19
objecten ver weg zijn.
20
– Wanneer er vuil of stof op het glas zit
tussen de lens en het object.
– Wanneer er verlichte of schitterende
voorwerpen rondom het object zijn.
– Wanneer u een opname maakt op een
donkere plek. – Wanneer het object snel beweegt. – Wanneer er weinig contrast in de scène
weinig is. – Wanneer het toestel beweegt. – Wanneer het object heel fel gekleurd is. – Als u opnamen maakt van objecten met
een veelvuldig herhaald design zoals
ramen op een gebouw. Wij raden aan opnamen te maken met AF/AE lock (P68). Op donkere plaatsen kan de AF-lamp (P88) aan gaan om scherp te stellen op het object.
• Zelfs als de focusaanduiding verschijnt en er op het object scherpgesteld is, wordt deze geannuleerd als u de ontspanknop loslaat. Druk de ontspanknop opnieuw half in.
Basiskennis
37
VQT0W87
Page 38
Basiskennis
P
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
2000
22
Camerabeweging
• Op beweging letten wanneer u de ontspanknop indrukt.
• Wij raden een statief aan. Houd de camera ook goed vast (P34). Met de zelfontspanner (P73) of de afstandontspanknop (DMW-RSL1; optioneel) (P117) voorkomt u beweging van de camera door het indrukken van de ontspanknop als u een statief gebruikt.
• De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen korter zijn. Houd het toestel stil vanaf het moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit geval het gebruik van een statief aan. – Trage synchr. (P64) – Trage synchr./Reductie rode-ogeneffect
(P64)
– Als u de sluitertijd op langzaam instelt
(P40, 41)
Belichting
• Als u de ontspanknop half indrukt wanneer de belichting niet voldoende is, worden de diafragmawaardeaanduiding A en de sluitertijdaanduiding B rood. (Ze knipperen niet als de flits werkt.)
A
B
P
2000
F 22
STANDARD
WB
AUTO
ISO
-
SINGLE
1 +1+10-2 +2
CUSTOM
NORMAL
100
19
• Als het grootste gedeelte van het object helder is zoals tijdens mooi weer of sneeuw, kunnen de opnamen te donker worden. Corrigeer de belichting in deze gevallen in de positieve richting. (P43)
38
VQT0W87
Continu scherpstellen op een object (AFC) (Als u opnamen met de zoeker maakt)
Met deze functie kunt u een opname beter samenstellen door continu scherp te stellen op de beweging van het object terwijl u de ontspanknop half indrukt. Als u opnamen maakt van een bewegend object, voorspelt de camera de beweging van het object en stelt erop scherp. (bewegingsvoorspelling)
• Controleer of de camera ingesteld is op opnamen maken met de zoeker. Als u opnamen maakt met Live View, drukt u op [LIVE VIEW] om de camera op opnamen met de zoeker in te stellen. (P55)
Zet de focushendel op [AFC].
AFS
AFL
AFC
AEL
MF
• AFC is de afkorting van “Auto Focus Continuous”. Terwijl u de ontspanknop half indrukt, stelt de camera continu scherp op het object.
• Het kan even tijd duren om scherp te stellen als u de zoomhendel van Breed op Tele zet of plotseling de camera van een object dat ver weg is, richt op een object dichtbij.
• Druk de opspanknop opnieuw half in als u niet goed scherp kunt stellen.
• Lees P71 voor informatie over scherpstellen tijdens burstopnamen.
• [AFC] werkt niet in de scherpstellingfunctie als u opnamen maakt met Live View. Als u de scherpstellinghendel op [AFC] zet, verschijnt de melding [SWITCH TO AFS] en wordt [AFC] in de scherpstellingsfunctie gezet.
Page 39
AE-diafragmavoorrang
A
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
22
[]
Stel de diafragmawaarde in op een hogere waarde als u een scherpe achtergrond wenst. Stel de diafragmawaarde minder groot in als u de achtergrond niet echt scherp wenst.
1 Draai de sluitertijdknop op [A].
8
15
4
30
/
B
2-60s
A
60
-
000
1
0
0
0
4
125
500
250
A
2 Draai aan de diafragmaring om de
diafragmawaarde in te stellen.
A
B
Basiskennis
• Als u de ontspanknop half indrukt wanneer de belichting niet voldoende is, worden de diafragmawaardeaanduiding en de sluitertijdaanduiding rood. Het diafragma en de sluitersnelheid knipperen in de zoeker. (Ze knipperen niet als de flits werkt.)
• Als het grootste gedeelte van het object helder is zoals tijdens mooi weer of sneeuw, kunnen de opnamen te donker worden. Corrigeer de belichting in deze gevallen in de positieve richting. (P43)
• De ISO-gevoeligheid kan niet op [AUTO] worden gezet. (De ISO-gevoeligheid wordt automatisch op [ISO100] gezet als u van [AUTO] overschakelt op AE-diafragmavoorrang.)
• Als u een lens zonder diafragmaring gebruikt, drukt u op [FUNC.1] en draait u daarna aan de functieknop om het diafragma in te stellen.
A: [2.8] tot [22]
• Als u overschakelt van [A] draait u aan de diafragmaring en drukt u tegelijkertijd op de diafragmaringknop B.
A
F 22
STANDARD
WB
ISO
-
1 +1+10-2 +2
AUTO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
19
• Het toestel schakelt nu over naar de AE-diafragmavoorrang [ ].
3 Maak een opname.
39
VQT0W87
Page 40
Basiskennis
S
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
1000
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
1000
C
AE-sluitervoorrang []
Als u een scherpe opname wenst te maken van een snel bewegend object, stelt u een hogere sluitertijd in. Als u een trail-effect wenst, stelt u een lagere snelheid in.
1 Draai aan de diafragmaring [A]
terwijl u de diafragmaringknop A indrukt.
A
A
2 Draai aan de sluitertijdknop om
de sluitertijd in te stellen.
8
4
1
2
/
5
-6
B
0
s
A
0
0
0
1
-
0
3
0
0
0
B
4
0
0
60
5
0
5
125
2
ON
OFF
B: [2-60s/B] tot [1000-4000]
S
1000
STANDARD
WB
ISO
• Het toestel schakelt over naar de AE-sluitertijdvoorrang [ ].
• Als de sluitertijdknop op [2-60s/B] of [1000-4000] staat, drukt u op 3/4 of draait u aan de functieknop C om de sluitertijd in te stellen.
-
AUTO
1 +1+10-2 +2
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
19
S
1000
STANDARD
WB
AUTO
ISO
-
SINGLE
1 +1+10-2 +2
CUSTOM
NORMAL
100
19
• U kunt instellen van 1/2 seconde tot 60 seconden in stappen van [1/3 EV] als de sluitertijdknop op [2-60s/B] staat.
• U kunt instellen van 1/1000e van een seconde tot 1/4000e van een seconde in stappen van [1/3 EV] als de sluitertijdknop op [1000-4000] staat.
• Als u [DIREC. EX. COMP.] (P91) op [ON] zet, kunt u de functieknop niet gebruiken.
3 Maak een opname.
• Als de flits werkt, wordt de sluitertijd minder dan 1/160e van een seconde onafhankelijk van de instelling van de sluitertijd. (P66)
• Als u de ontspanknop half indrukt met een lage sluitersnelheid, wordt de sluitertijd op het scherm afgeteld.
• Wij raden aan een statief te gebruiken met een lage sluitertijd.
• Als u de ontspanknop half indrukt wanneer de belichting niet voldoende is, worden de diafragmawaardeaanduiding en de sluitertijdaanduiding rood. Het diafragma en de sluitersnelheid knipperen in de zoeker. (Ze knipperen niet als de flits werkt.)
• Als het grootste gedeelte van het object helder is zoals tijdens mooi weer of sneeuw, kunnen de opnamen te donker worden. Corrigeer de belichting in deze gevallen in de positieve richting. (P43)
40
VQT0W87
Page 41
• De ISO-gevoeligheid kan niet op [AUTO]
M
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
1000
22
worden gezet. (De ISO-gevoeligheid wordt automatisch op [ISO100] gezet als u van [AUTO] overschakelt op AE-sluitervoorrang.)
• U kunt Trage synchr. [ ] en Trage synchr./Rode-ogenreductie [ ] niet instellen op de ingebouwde flitslamp.
• Als u een lens zonder diafragmaring gebruikt, drukt u op [FUNC.1] en draait u daarna aan de functieknop om het diafragma in te stellen.
Basiskennis
Manuele belichting []
Bepaal de belichting door manueel het diafragma en de sluitertijd in te stellen.
1 De diafragmawaarde en de
sluitertijd instellen. Draai aan de diafragmaring om de
diafragmawaarde in te stellen.
A
B
A: [2.8] tot [22]
• Als u overschakelt van [A] draait u aan de diafragmaring en drukt u tegelijkertijd op de diafragmaringknop B.
Draai aan de sluitertijdknop om de sluitertijd in te stellen.
8
4
1
2
/
5
-6
B 0 s
A
0
0
0
1
-
0
3
0
0
0
4
C
M
STANDARD
WB
ISO
F 22
AUTO
100
0
0
5
SINGLE
0
5
2
ON
OFF
1000
125
60
-
1 +1+10-2 +2
CUSTOM
NORMAL
19
C: [2-60s/B] tot [1000-4000]
• Het toestel schakelt over naar de manuele belichting [ ].
41
VQT0W87
Page 42
Basiskennis
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
1000
22
F
• Als de sluitertijdknop op [2-60s/B] of [1000-4000] staat, drukt u op 3/4 of draait u aan de functieknop D om de sluitertijd in te stellen.
M
1000
F 22
STANDARD
WB
AUTO
ISO
-
SINGLE
1 +1+10-2 +2
CUSTOM
NORMAL
19
D
100
• U kunt van 1/2 seconde tot 60 seconden instellen in stappen van [1/3 EV] als de sluitertijdknop op [2-60s/B] staat. De volgende instelling na 60 seconden is [B] (Bulb). Lees P42 voor informatie over het instellen van B (Bulb).
• U kunt instellen van 1/1000 van een seconde tot 1/4000 van een seconde in stappen van [1/3 EV] als de sluitertijdknop op [1000-4000] staat.
• Als u [DIREC. EX. COMP.] (P91) op [ON] zet, kunt u de functieknop niet gebruiken.
2 Druk de ontspanknop half in.
E
E: Zoekerdisplay
• De hulp voor manuele belichting F verschijnt ongeveer 10 seconden om u een idee te geven van de belichting.
• Als de belichting niet goed is, controleert u het diafragma en de sluitertijd.
3 Druk de ontspanknop helemaal in
om de opname te maken.
Hulp bij manuele belichting
De belichting is goed.
Stel een hogere sluitertijd of een groter diafragma in.
Stel een lagere sluitertijd of een kleiner diafragma in.
• De hulp bij de manuele belichting is slechts een benadering. Controleer de opnamen met de automatische terugspeelfunctie.
Over [B] (Bulb)
Als u de sluitertijd op [B] zet, blijft de sluiter open terwijl u de ontspanknop helemaal indrukt (tot ong. 8 minuten). De sluiter sluit als u de ontspanknop loslaat. Gebruik deze functie als u de sluiter open wilt laten voor een lange tijd om opnamen van vuurwerk, nachtscènes enz. te maken.
• Als u de sluitertijd op [B] zet, verschijnt [ ] op de zoeker en [B] op het LCD-scherm.
• Als u opneemt met de sluitertijd op [B], gebruik dan een volle batterij. (P19)
• Wij raden een statief of een afstandontspanknop (DMW-RSL1; optioneel) aan om opnamen te maken met de sluitertijd op [B]. Lees P117 voor informatie over de afstandontspanknop.
• Als u opnamen maakt met de sluitertijd op [B], kunt u beeldruis krijgen. Om beeldruis te voorkomen, raden wij aan [LONG SHUTTER NR] in te stellen in het [CUSTOM] menu op [ON] voordat u opnamen maakt. (P93)
• De hulp bij manuele belichting verschijnt niet.
42
VQT0W87
Page 43
• Als u de ontspanknop half indrukt met een lage sluitersnelheid, wordt de sluitertijd op het scherm afgeteld.
• Wij raden aan een statief te gebruiken met een lage sluitertijd.
• Als de belichting niet goed is, worden de diafragmawaarde en sluitertijd op het scherm rood als u de ontspanknop half indrukt. Het diafragma en de sluitersnelheid knipperen in de zoeker. (Ze knipperen niet als de flits werkt.)
• U kunt de volgende functies niet instellen als u de manuele belichting hebt ingesteld. –AUTO [ ], AUTO/
Rode-ogenreductie [ ], Trage synchr. [ ] en Trage synchr./ Rode-ogenreductie [ ] op de ingebouwde flitslamp.
– [AUTO] in ISO-gevoeligheid (De
ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op [ISO100] als u overschakelt van [AUTO] naar Manuele belichting.)
– Belichtingscompensatie
• Als u een lens zonder diafragmaring gebruikt, drukt u op [FUNC.1] en draait u daarna aan de functieknop om het diafragma in te stellen.
Basiskennis
Belichtings­compensatie
Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. Zie de volgende voorbeelden.
Onderbelichting
De belichting positief compenseren.
Juiste belichting
Overbelichting
De belichting negatief compenseren.
43
VQT0W87
Page 44
Basiskennis
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
+2
ISO
100
P
STD
19
+2
ISO
100
P
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
STD
19
Als u [FUNC.2] gebruikt om de
belichting te compenseren
([FUNC.2] is ingesteld op het ogenblik van de aankoop voor de compensatie van de belichting.)
1 Op [FUNC.2] A drukken.
P
STANDARD
WB
ISO
B
AUTO
0
100
SINGLE
-1-1+1+10-2-2+2
ISO
100
STD
-
1 +1+10-2 +2
CUSTOM
19
NORMAL
A
19
B: Als u opnamen maakt met Live View
2 Draai aan de functieknop C om
de belichting te compenseren.
P
STANDARD
WB
ISO
-
AUTO
1 +1+10-2 +2
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
C
19
DE
1
/
3
--1 +1+10-2 +2
ISO
100
STD
19
D: Zoekerdisplay E: Als u opnamen maakt met Live View
• Draai de functieknop naar boven om de belichting negatief te compenseren en draai de functieknop naar onder om de belichting positief te compenseren.
• U kunt compenseren van [j2 EV] tot [i2 EV] in stappen van [1/3 EV].
• Kies [0] om terug te keren naar de originele belichting.
• [ ] en de gekozen compensatiewaarde verschijnt op de zoeker.
• De waarde van de compensatie verschijnt op het LCD-scherm als u opnamen maakt met Live View. Lees P55 voor informatie over Live View.
3 Druk de ontspanknop half in om
de gekozen belichting in te stellen.
• U kunt de belichting ook op de volgende manier instellen: – Op [FUNC.2] drukken – Gebruik de camera enkele seconden
lang niet
Als u de functieknop alleen gebruikt
om de belichting te compenseren
Als u [DIREC. EX. COMP.] op [ON] zet, kunt u de belichting alleen compenseren met de functieknop en en hoeft u [FUNC.2] niet in te drukken. (Deze functie staat op [OFF] op het ogenblik van de aankoop.)
1 Druk op [MENU/SET] en dan
op 2.
1
EXIT
OFF
/
3
MENU
SET
MENU
REC
FILM MODE PICT.SIZE QUALITY RAW REC.
ASPECT
SELECT
2 Op 4 drukken om het [CUSTOM]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1.
1
EXIT
/
4
NORMAL
OFF
MENU
CUSTOM
CUSTOM SET CUST. SET MEM. FUNC.1 SET FUNC.2 SET DIREC. EX. COMP.
SELECT
44
VQT0W87
Page 45
3 Op 3/4 drukken om
[DIREC. EX. COMP.] te kiezen en vervolgens op 1.
1
EXIT
/
4
NORMAL
OFF
MENU
CUSTOM
CUSTOM SET CUST. SET MEM. FUNC.1 SET FUNC.2 SET DIREC. EX. COMP.
SELECT
4 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET].
1
SET
/
4
NORMAL
OFF
ON
MENU
MENU
SET
CUSTOM
CUSTOM SET CUST. SET MEM. FUNC.1 SET FUNC.2 SET DIREC. EX. COMP.
SELECT
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om het menu te sluiten.
• Na de stappen 1 tot 5 draait u aan de functieknop om de belichting te compenseren.
Basiskennis
Opnamen maken met manueel scherpstellen
Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenst of als de afstand tussen de lens en het object vast is en u de automatische scherpstelling niet wenst te gebruiken.
1 Zet de focushendel op [MF].
AFS
AFL
AFC
AEL
MF
2 Draai aan de focusring om scherp
te stellen op het object.
A
• EV is de afkorting voor “Exposure Value” (Belichtingswaarde). Het is de hoeveelheid licht die via het diafragma en de sluitertijd naar de CCD wordt gestuurd.
• De ingestelde belichtingswaarde wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
• Het compensatiebereik van de belichting wordt beperkt door de helderheid van het object.
• Draai langzaam maar zeker aan de functieknop.
• In de manuele belichting kunt u de belichting niet compenseren.
• Lees P79 voor informatie over het toewijzen van een andere functie aan [FUNC.2].
• De scherpstellingaanduiding gaat branden als u aan de focusring draait om scherp te stellen op het object. De scherpstellingzone is vast ingesteld op de AF-zone in het midden van het scherm.
• De focusafstandaanwijzing ([0.29] m tot []) A toont bij benadering de scherpstellingafstand vanaf de focusreferentielijn. (P46)
3 Maak de opname.
45
VQT0W87
Page 46
Basiskennis
Technieken voor manueel
scherpstellen
11
Gebruik dit voor opnamen met manueel scherpstellen of close-ups.
1
12
13
1 Draai aan de focusring. 2 Draai er nog een beetje aan. 3 Stel fijn scherp op het object door de
focusring heel langzaam in de tegenovergestelde richting te draaien.
• Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw scherp op het object.
• Als u de camera uit en weer aan zet of de energiebesparing uit zet, stelt u opnieuw scherp op het object.
Over de focusafstandaanduiding en
de focusafstandreferentielijn
Het cijfer op de afstandlijn A ([0.29] m tot []) is het resultaat van de afstand gemeten van de afstandreferentielijn 1 bovenop de camera.
A
0.29 m
B
B: Focusafstandreferentielijn
• Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel valt, kan het beeld niet juist scherpgesteld zijn zelfs als de focusaanduiding brandt.
• Het beschikbare flitsbereik is ongeveer 2,5 m tot 7,0 m (Breed) (Als de ISO-gevoeligheid op [AUTO] staat.). Wij raden aan de flits vast op UIT te zetten [ ] als u heel dicht bij het object opnamen maakt.
• Als u close-ups maakt – Wij raden aan in dit geval een statief en
de zelfontspanner te gebruiken. (P73)
– Het effectieve focusbereik (velddiepte)
is aanzienlijk versmald. Daarom kan, als de afstand tussen het toestel en het object gewijzigd is na het scherpstellen, het moeilijk worden om er opnieuw op scherp te stellen.
– De scherpte op de buitenkanten van het
beeld kan wat minder zijn. Dit is geen storing.
46
VQT0W87
Page 47
Beelden maken met de
B
zoom
Met de 14 mm tot 50 mm focuslengte van de bijgeleverde lens (voor een 35 mm filmcamera: 28 mm tot 100 mm) kunt u mensen en voorwerpen dichter laten lijken dan ze zijn (tot 3,6a met de optische zoom) en kunt u landschappen met een breedhoekbeeld opnemen.
A
A:Tele B: Breed
Basiskennis
Om het object dichterbij te laten lijken
gebruikt u (Tele)
De zoomring op Tele draaien
50 mm (voor een 35 mm filmcamera: 100 mm)
3.6a
Om objecten verder weg te doen
lijken gebruikt u (Breed)
Draai de zoomring op Breed.
14 mm (voor een 35 mm filmcamera: 28 mm)
1a
• Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw scherp op het object.
47
VQT0W87
Page 48
Basiskennis
0001
1/19
F5.6
125
ISO
100
0001
1/19
F5.6
125
ISO
100
0001
1/19
F5.6
125
ISO
100
Opnamen terugspelen
1 Op [ ] drukken.
ISO
125
125
125
100
1/19
10100_0001
ISO
100
1/19
10100_0001
ISO
100
1/19
10100_0001
A
B
F5.6
P
2 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen.
F5.6
P
2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen
• Het eerste opgenomen beeld zal afgebeeld worden na het laatste opgenomen beeld.
• Als [ROTATE DISP.] ingesteld is op [ON], worden opnamen die gemaakt zijn met een verticaal gehouden toestel, verticaal teruggespeeld. (P98)
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit
spoelen
2/1 ingedrukt tijdens het
Houd terugspelen.
F5.6
P
2: Snel achteruit 1: Snel vooruit
48
VQT0W87
• Het bestandnummer B en het beeldnummer A wijzigen alleen afzonderlijk. 2/1 loslaten zodra het nummer van het gewenste terug te spelen beeld verschijnt om het beeld terug te spelen.
• Als u op 2/1 blijft drukken, neemt het aantal tegelijkertijd afgespeelde/ teruggedraaide bestanden toe. (Het aantal tegelijkertijd afgespeelde/ teruggedraaide bestanden hangt af van het aantal opgenomen bestanden.)
• U kunt alleen snel vooruit of achteruit afzonderlijk beelden afspelen in de multiplaybackfunctie. (P52)
Het terugspelen stoppen
Druk opnieuw op [ ] of druk de ontspanknop half in.
• Dit toestel voldoet aan de DCF-standaard “Design rule for Camera File system” van de “Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA)”.
• Het formaat dat teruggespeeld kan worden op het toestel is JPEG. (In sommige gevallen, kunnen zelfs JPEG-opnamen niet teruggespeeld worden.)
• Op het LCD-scherm kunt u soms niet alle details van een opname zien. U kunt de terugspeelzoom (P51) gebruiken om de details beter te bekijken.
• Als u opnamen terugspeelt die gemaakt zijn met andere apparatuur kan de kwaliteit slechter worden. (De opnamen worden afgebeeld als [THUMBNAIL IS DISPLAYED] op het scherm.)
• Als u een mapnaam of bestandnaam op uw PC wijzigt, kan het onmogelijk worden deze opnamen op het toestel terug te spelen.
• Als u een bestand wilt terugspelen dat niet aan de standaard voldoet, dan wordt het map-/bestandnummer aangeduid met [—] en kan het scherm zwart worden.
Page 49
De informatieweergave op het
B
0001
1/19
0001
1/19
ISO
100
F5.6
125
10:00 1.DEC. 2006
ISO
100
F5.6
125
0001
1/19
F5.6
125
ISO
100
0001
1/19
F5.6
125
ISO
100
terugspeelscherm wijzigen
Op [DISPLAY] drukken om het beeld op het scherm te wijzigen.
A
A: [DISPLAY] knop B: LCD-scherm
• De [DISPLAY] knop werkt niet als het menu op het scherm staat. U kunt alleen Normale weergave of Geen weergave kiezen met de terugspeelzoom (P51) en tijdens een diavoorstelling (P96).
• Lees P56 voor informatie over het histogram F en P93 voor informatie over het kleurbereik G.
CD
ISO
125
100
10100_0001
1/19
P
10:00 1.DEC. 2006
F5.6
P
F5.6
125
E
ISO
100
1/19
10100_0001
Beelden wissen
Op [ ] drukken.
ISO
125
125
YES
NO
100
1/19
10100_0001
ISO
100
1/19
10100_0001
MULTI/ALL
F5.6
P
Een enkel beeld wissen
1 Het beeld kiezen met 2/1.
F5.6
P
2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen
2 Op [ ] drukken. 3 Op 3 drukken om [YES] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET].
G F
• Terwijl het beeld gewist wordt, verschijnt [ ] op het scherm.
DELETE SINGLE
DELETE THIS PICTURE?
SELECT
MENU
SET
Basiskennis
MENU
SET
C: Normale weergave D: Weergave met opnamedatum,
kleurbereik en histogram
E: Geen weergave
• Het histogram verschijnt niet in de volgende gevallen: – Terugspeelzoom – Meervoudig terugspelen – Kalenderplayback
49
VQT0W87
Page 50
Basiskennis
Om te wissen [MULTI DELETE]/
[ALL DELETE]
1 Twee keer op [ ] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[MULTI DELETE] of [ALL DELETE] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
MULTI/ALL DELETE
MULTI DELETE
ALL DELETE
SET
MENU
CANCELSELECT
MENU
SET
• Als u [MULTI DELETE] kiest, de handelingen vanaf stap
3 uitvoeren.
• Als u [ALL DELETE] kiest, de handelingen vanaf stap
5 uitvoeren.
• Als [FAVORITE] (P97) ingesteld is op [ON], [ALL DELETE EXCEPT ] verschijnt. Als u [ALL DELETE EXCEPT ] kiest, gaat
5 stappen vooruit. (Als er echter
u geen enkele opname op het scherm [ ] staat, kunt u [ALL DELETE EXCEPT ] niet kiezen ook als [FAVORITE] op [ON] staat.)
3 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
(Alleen wanneer u [MULTI DELETE] kiest)
MULTI DELETE
7 8 9
10 11 12
SELECT MARK/UNMARK
• Herhaal de bovenstaande procedure.
• [ ] verschijnt op de gekozen opnamen. Als u opnieuw op 4 drukt, wordt de instelling gewist.
DELETE
EXIT
MENU
• Het pictogram [ ] knippert en wordt rood als het gekozen beeld beveiligd is en niet gewist kan worden. De beveiliging annuleren en vervolgens het beeld wissen. (P101)
4 Op [ ] drukken.
5 Op 3 drukken om [YES] te kiezen
en dan op [MENU/SET].
(Scherm wanneer [MULTI DELETE] gekozen wordt)
MULTI DELETE
DELETE THE PICTURES YOU MARKED?
YES
11
NO
• [DELETE ALL PICTURES IN THE MEMORY CARD ?] verschijnt als u [ALL DELETE] gebruikt en [DELETE ALL EXCEPT ?] verschijnt als u [ALL DELETE EXCEPT ] gebruikt.
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u beelden wist met [ALL DELETE] of [ALL DELETE EXCEPT ] zal het wissen halverwege stoppen.
• Eenmaal gewist, kunnen opnamen niet teruggehaald worden. Meer dan eens controleren voordat u ze wist.
• Het toestel niet uitzetten.
• Gebruik een volle batterij (P19) of de AC-adapter om te wissen.
• U kunt tot 50 opnamen tegelijkertijd wissen met [MULTI DELETE].
• Hoe meer opnamen, hoe langer het duurt ze te wissen.
MENU
MENU
SETSELECT
SET
50
VQT0W87
Page 51
• De beelden worden niet gewist, ook niet
B
als u [ALL DELETE] of [ALL DELETE EXCEPT ] instelt in de volgende gevallen. – De schrijfbeveiliging op de
SD-geheugenkaart of de SDHC-geheugenkaart staat op [LOCK] (P24).
– Het bestand voldoet niet aan de
DCF-standaard (P48).
– De beelden zijn beveiligd [ ] (P101).
Basiskennis
De terugspeelzoom gebruiken
1 Op [ ] drukken.
2 Draai de functieknop A naar
onder om het beeld uit te vergroten.
2X
4X CANCEL
•1a>2a>4a>8a>16a
• Als u de functieknop naar boven draait nadat u een beeld hebt uitvergroot, wordt de uitvergroting kleiner. Als u de functieknop naar onder draait, wordt deze weer hoger.
• Als u de vergroting wijzigt, verschijnt de zoomstandaanduiding B ongeveer 1 seconde om de stand van het deel dat uitvergroot is te controleren.
DELETE
A
3 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
2X
4X
CANCEL
• Als u de stand wijzigt, verschijnt de aanduiding van de zoomstand gedurende ongeveer 1 seconde.
De terugspeelzoom annuleren
Draai de functieknop naar boven of druk op [MENU/SET].
DELETE
51
VQT0W87
Page 52
Basiskennis
Een opname wissen tijdens de
terugspeelzoom 1 Op [ ] drukken. 2 Op 3 drukken om [YES] te kiezen. 3 Op [MENU/SET] drukken.
Meervoudige schermen afbeelden (Meervoudig terugspelen)
• Zelfs als de aanduidingen op het scherm
uit staan in de normale de terugspeelfunctie (P48), verschijnen de vergroting en uw bewerking op het scherm als de terugspeelzoom ingeschakeld is. U kunt overschakelen van wel of niet de aanduidingen op het scherm weergeven door op [DISPLAY] te drukken. Als u de vergroting op 1a instelt, worden de aanduidingen op het scherm afgebeeld zoals in de normale terugspeelfunctie.
• Hoe groter u een beeld op het scherm
maakt, hoe minder fijn het wordt.
• Gebruik de bijwerkfunctie om het vergrote
beeld op te slaan. (P103)
• Het kan zijn dat de terugspeelzoom niet
werkt als de opnamen met andere apparatuur zijn gemaakt.
1 Op [ ] drukken.
2 Draai de functieknop A naar
boven om meerdere schermpjes af te beelden.
(Scherm met 9 schermpjes)
1.DEC.2006
1/14
A
MENU
CANCEL
• 1 scherm>9 schermen> 25 schermen> Kalender scherm weergave (P53)
• Als u meerdere schermpjes afbeeldt, draait u de functieknop nog meer naar boven om 25 schermpjes af te beelden en het kalenderscherm (P53). Draai de functieknop naar onder om terug te keren naar het vorige scherm.
3 Op 3/4/2/1 drukken om een
beeld te kiezen.
1.DEC.2006
5/14
B
52
VQT0W87
MENU
CANCEL
• De opnamedatum en het nummer van het gekozen beeld verschijnen samen met het totaal aantal gemaakte B opnamen.
Page 53
• Het pictogram van de favorieten [ ]
10
17
24
31
121313141415151616
23
30
11
2
verschijnt voor beelden die u als zodanig hebt ingesteld. (Alleen als [FAVORITE] (P97) op [ON] staat)
Voorbeelden van 25 schermen
CANCEL
1/30
MENU
1.DEC.2006
CAL
Om terug te keren naar normaal
terugspelen
Draai de functieknop naar onder of druk op [MENU/SET].
• De afbeelding in het oranje kadertje verschijnt in het 1e terugspeelscherm.
Een beeld wissen tijdens meervoudig
terugspelen
1 Op 3/4/2/1 drukken om een beeld te
kiezen en vervolgens op [ ] drukken.
2 Op 3 drukken om [YES] te kiezen. 3 Op [MENU/SET] drukken.
• Zelfs als de aanduidingen op het scherm uit staan tijdens de normale terugspeelfunctie (P48) verschijnt de opname-info enz. op het scherm tijdens het afspelen met meerdere schermpjes. Als u terugkeert naar het vorige scherm worden de aanduidingen weergegeven zoals tijdens de normale terugspeelfunctie.
• Beelden zullen niet afgebeeld worden in de gedraaide richting zelfs als [ROTATE DISP.] ingesteld is op [ON]. (P98)
Basiskennis
Beelden afspelen volgens opnamedatum (Kalenderplayback)
Met de kalenderterugspeelfunctie kunt u opnamen afspelen volgens de opnamedatum.
1 Op [ ] drukken. 2 Draai de functieknop A naar
boven om het kalenderscherm af te beelden.
MON TUE WED SATTHU FRI
SUN
3
4 5 7 8
10
12
11
17
1818191920202121222223
24
2525262627272828292930
31
DAY MONTH SET
• De opnamedatum van de opname die u op het scherm kiest wordt de gekozen datum als u eerst het kalenderscherm afbeeldt.
• Als er meerdere opnamen zijn met dezelfde datum, verschijnt eerst de eerst gemaakte opname van die datum.
• De kalender wordt per maand afgebeeld.
3 Op 3/4/2/1 drukken om de
datum te kiezen.
2/1: Kies de datum 3/4: Kies de maand
• Als er geen opnamen tijdens een bepaalde maand zijn gemaakt, verschijnt deze maand niet.
12
6 9
12
2006
A
MENU
53
VQT0W87
Page 54
Basiskennis
4 Op [MENU/SET] drukken om de
beelden weer te geven die gemaakt zijn op de gekozen datum.
1.DEC.2006
CAL
• De opnamen die u op de gekozen datum hebt gemaakt worden weergegeven in het terugspeelscherm met 9 schermpjes.
• Draai de functieknop naar boven om terug te keren naar het kalenderscherm.
CANCEL
1/9
MENU
SET
MENU
5 Op 3/4/2/1 drukken om een
beeld te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
• De gekozen afbeelding verschijnt in het 1e terugspeelscherm.
Om terug te keren naar het 1e
terugspeelscherm
Als het kalenderscherm op het display staat, draait u de functieknop naar onder om terug te spelen met 25 schermen, 9 schermen (P52) of 1 scherm.
• Beelden die u bewerkt met een PC of andere apparatuur kunnen afgebeeld worden met data die verschillen van de eigenlijke opnamedatum.
• Als u de datum van de camera niet hebt ingesteld (P28), is de opnamedatum ingesteld op 1 Januari 2006.
• Als u opnamen maakt nadat u de reisbestemming hebt ingesteld in [WORLD TIME] (P118), worden deze opnamen afgebeeld met de data van de reisbestemming in de kalenderterugspeelfunctie.
• De opnamen worden afgebeeld zonder gedraaid te worden ook als u [ROTATE DISP.] op [ON] hebt ingesteld. (P98)
• U kunt de kalender weergeven van Januari 2000 tot December 2099.
• Als de opnamedatum van de opname die u hebt gekozen in het terugspeelmenu met 25 schermen niet tussen Januari 2000 en December 2099 valt, zal de camera automatisch de oudste datum weergeven.
54
VQT0W87
Page 55
Gevorderd
B
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
ISO
100
STD
19
Overschakelen naar Live View
U kunt ook het LCD-scherm gebruiken als zoeker om opnamen te maken. Dit heet “Live View”. Dit is handig als u de compositie van het object op het LCD-scherm wenst te controleren voor close-up’s of als u een statief gebruikt enz.
Op [LIVE VIEW] drukken om de functie in te schakelen.
A
A: [LIVE VIEW] knop B: LCD-scherm
CD
P
STANDARD
WB
-
1 +1+10-2 +2
AUTO
ISO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
19
P
C: Beelden opnemen met de zoeker D: Beelden opnemen met Live View
Met Live View kunt u het volgende
doen
• Hulplijnen weergeven (P56)
U kunt opnamen maken met een goed uitgelijnde compositie door het evenwicht in het object weer te geven.
• Histogram weergeven (P56)
U kunt de belichting van een beeld weergeven als grafiek.
• Hoge-hoekfunctie (P57)
U kunt het LCD-scherm beter zichtbaar maken als u een beeld maakt met de camera hoog boven uw hoofd.
ISO
100
STD
19
Gevorderd
• MF-hulp (P60)
U kunt een deel van het scherm uitvergroten om de scherpstelling te corrigeren.
• Diafragmastopknop [ ] (P62)
U kunt de velddiepte controleren zonder dat het scherm donker wordt.
• Aspectratio (P85)
U kunt opnamen maken met breedhoekbeeld.
• Extra optische zoom (P86)
U kunt het beeld uitvergroten zonder dat de kwaliteit ervan slechter wordt.
• Digitale zoom (P87)
U kunt de zoomuitvergroting nog sterker maken.
• Lees P14 voor informatie over weergave op het scherm als u opneemt met Live View.
• Maak de kijkglasbescherming vast als u opnamen maakt met Live View. (P26)
• De belichting en de tinten kunnen anders zijn als u opneemt met Live View of opneemt met de zoeker.
• [AFC] werkt niet in de scherpstellingfunctie als u opnamen maakt met Live View. (P38) Als u de scherpstellinghendel op [AFC] zet, verschijnt de melding [SWITCH TO AFS] en wordt [AFC] in de scherpstellingsfunctie gezet.
Tips voor goede opnamen met Live View
A
• Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en uw benen een beetje spreiden.
• Het toestel niet bewegen wanneer u op de ontspanknop drukt.
55
VQT0W87
Page 56
Gevorderd
B
STD
19
ISO
100
F5.6
125
STD
19
ISO
100
F5.6
125
• Bedek de AF-lamp of IR-sensor niet met uw vingers of andere voorwerpen.
• Als u niets op de LCD-scherm ziet door zonlicht of ander licht dat erop schijnt, raden wij aan het licht af te schermen met uw hand of iets anders terwijl u het toestel gebruikt.
• Als u de camera verticaal houdt, houd deze dan zo dat de AF-lamp A boven op de camera zit.
De afgebeelde informatie wijzigen
Op [DISPLAY] drukken om het beeld op het scherm te wijzigen.
A
C: Normaal display D: Weergave met histogram E: Geen weergave (Opnamehulplijn 1) F: Geen weergave (Opnamerichtlijn 2) G: Geen weergave
¢ Histogram
Opnamehulplijnen weergeven
Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze lijnen kunt u opnamen maken met goed ontworpen compositie door de grootte, de helling en de balans van het object te bekijken.
Hulplijn 1
A: [DISPLAY] knop B: LCD-scherm
• De [DISPLAY] knop werkt niet als u het menu weergeeft.
• U kunt de informatie die wordt weergegeven op het LCD-scherm zelf bepalen. (P94)
C
ISO
P
100
F5.6
125
Histogram
Een Histogram is een grafiek die helderheid langs de horizontale as (zwart of wit) en het aantal pixels bij elk helderheidsniveau op de verticale as afbeeldt. Hiermee controleert u snel de belichting van een beeld. 1 Wanneer de waarde gelijk verdeeld zijn,
is de belichting juist en de helderheid
19
STD
goed uitgebalanceerd.
2 Wanneer de waarden aan de linkerkant
geconcentreerd zijn, is de opname
D
ISO
P
100
F5.6
125
G
onderbelicht.
3 Wanneer de waarden aan de
rechterkant geconcentreerd zijn, is de
19
STD
opname overbelicht.
EF
56
VQT0W87
Page 57
Voorbeelden van histogrammen
ISO
100
F2.8
100
ISO
100
F2.8
200
ISO
100
F2.85050
STD
19
STD
19
STD
19
ISO
100
STD
19
ISO
100
STD
19
A
P
B
P
F2.8
F2.8
ISO
100
100
200
21
STD
19
ISO
100
22
STD
19
Gevorderd
Een opname maken met het toestel hoog boven uw hoofd (Hoge-hoekfunctie)
Het LCD-scherm wordt beter zichtbaar als u opnamen maakt met de camera hoog boven uw hoofd zoals op de afbeelding die volgt. Dit is handig als u niet dicht bij het object kunt komen omdat er iemand in de weg staat.
C
P
F2.8
ISO
100
23
STD
19
A Goed belicht B Onderbelicht C Overbelicht
¢Histogram
• Als de opname en het histogram niet samenvallen in de volgende omstandigheden, wordt het histogram oranje afgebeeld.
– Als de flits geactiveerd is. – Als de flits gesloten is.
1 Als het LCD-scherm niet helder
genoeg is op donkere plaatsen.
2 Als de belichting niet goed is
ingesteld.
• Het histogram is een benadering in de opnamefunctie.
• Het histogram van een beeld zou niet overeen kunnen komen in opnamefunctie en terugspeelfunctie.
• Het histogram dat afgebeeld wordt in dit toestel komt niet overeen met histogrammen die afgebeeld worden door beeldbewerkende software voor PC’s enz.
• Controleer of er te witte vlakken zijn met het highlight display als de automatische terugspeelfunctie of terugspeelfunctie geactiveerd is. (P32)
Druk [DISPLAY] A 1 seconde lang in.
A
B
ISO
P
P
C
C Hoge-hoekfunctiepictogram
100
STD
19
ISO
100
STD
19
VQT0W87
57
Page 58
Gevorderd
F5.6
125
D
• Als u [DISPLAY] 1 seconde indrukt, schakelt de hoge-hoekfunctie in. Het LCD-scherm B wordt lichter en beter zichtbaar als u de camera ver van u af houdt. (Het wordt wel moeilijker om er recht in te kijken.)
De hoge-hoekfunctie uitschakelen
Houd [DISPLAY] weer 1 seconde ingedrukt of zet de camera uit.
• De hoge-hoekfunctie kan ook geannuleerd worden als de energiebesparing geactiveerd is.
2 Richt de AF-zone D op het punt
waarop u scherp wilt stellen en druk vervolgens de ontspanknop half in.
B
C
A
F5.6
P 125
• Beelden worden afgebeeld op de LCD-scherm met vergrootte helderheid in hoge hoekfunctie. Daarom kunnen sommige objectobjecten er anders uitzien op de LCD-scherm. Dit beïnvloedt echter de opgenomen opnamen niet.
• U kunt het effect van de hoge-hoekfunctie misschien niet goed zien als er direct zonlicht e.d. op de LCD-scherm valt. Scherm met uw hand of een ander voorwerp de camera af om het licht tegen te houden.
• De hoge hoekfunctie is niet geactiveerd in de volgende gevallen: – In terugspeelfunctie – Terwijl het menuscherm afgebeeld is
Autofocus voor opnamen met Live View
1 Zet de focushendel op [AFS].
(P35)
AFS
AFL
AFC
AEL
MF
• Als u de ontspanknop half indrukt, gaat de spiegel naar onder en naar boven om scherp te stellen. U hoort hetzelfde geluid als wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt maar er wordt geen opname gemaakt.
• De camera maakt een biepgeluid en de focusaanduiding wordt groen C als het object scherp in het beeld staat.
• Het groene focuslampje knippert als het object niet scherp is. In dit geval wordt geen opname gemaakt. Druk de ontspanknop half in om opnieuw scherp te stellen.
• Lees P37 voor informatie over de objecten die zich moeilijk scherp laten stellen.
• U kunt de diafragmawaarde A en de sluitertijd B controleren.
• De camera stelt scherp op een van de 3 focuspunten links, rechts of in het midden van de AF-zone en het focuslampje brandt als scherp is gesteld. U kunt de instelling voor de AF-zone wijzigen in het [CUSTOM] menu. (P92)
• Lees P36 voor meer info over de programmaschakeling.
• Het focusbereik is 29 cm tot . (als u de meegeleverde lens gebruikt)
58
VQT0W87
Page 59
Gevorderd
ISO
100
STD
19
3 Druk de ontspanknop helemaal in
om de opname te maken.
• Er wordt geen opname gemaakt zolang het object niet scherp is.
• Als u de ontspanknop helemaal wenst in te drukken om een opname te maken ook als het object niet scherp is, stelt u [FOCUS PRIORITY] in het [CUSTOM] menu in op [OFF]. (P92)
• Als u de ontspanknop helemaal indrukt, hoort u deze twee keer klikken en neemt u één opname. U hoort de knop de eerste keer als deze in zijn stand terugkeert voordat de opname is gemaakte en de tweede keer als de opname werkelijk wordt gemaakt.
• Als u de ontspanknop helemaal indrukt en dan loslaat, hoort u de sluiter maar er wordt geen opname gemaakt.
• De tijd tussen het volledig indrukken van de ontspanknop en de opname zelf (sluitertijd) is langer dan wanneer u opneemt met de zoeker. Daarom raden wij aan altijd opnamen te maken met “automatisch overzicht”.
• Als u de ontspanknop half indrukt wanneer de belichting niet voldoende is, worden de diafragmawaardeaanduiding en de sluitertijdaanduiding rood. (Deze worden niet rood als de flits inschakelt.)
• De helderheid van het LCD-scherm hangt af van de helderheid van de opgenomen beelden, vooral wanneer er opnamen gemaakt worden op donkere plaatsen.
Manueel scherpstellen voor opnamen met Live View
1 Zet de focushendel op [MF].
AFS
AFL
AFC
AEL
MF
2 Draai aan de focusring om scherp
te stellen op het object.
A
A: [0.29] m tot []
ISO
P
100
STD
19
• De cijfers op de focusring ([0.29] m tot []) tonen de focusafstand bij benadering vanaf de focusreferentielijn. (P46)
3 Maak de opname.
59
VQT0W87
Page 60
Gevorderd
ISO
100
STD
19
Technieken voor manueel
scherpstellen
3 Op [MENU/SET] drukken om het
MF-hulpscherm uit te vergroten.
11
12
13
1 Draai aan de focusring. 2 Draai er nog een beetje aan. 3 Stel fijn scherp op het object door de
focusring heel langzaam in de tegenovergestelde richting te draaien.
Over de MF-hulpfunctie
Als [MF ASSIST] op [4a] staat of op [10a] terwijl u opnamen manueel scherpstelt, wordt de MF-hulpfunctie ingeschakeld en wordt het scherm uitvergroot als u [MENU/SET] indrukt nadat u op 2/1 hebt gedrukt. U kunt op deze manier beter scherpstellen op het object.
1 Op 2/1 drukken om het
MF-hulpscherm te openen.
MENU
SET
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand van het MF-hulpscherm te wijzigen.
MENU
SET
MENU
SET
MENU
CANCEL
• Draai aan de focusring om scherp te stellen op het object.
• De uitvergrote zone kan worden verplaatst door te drukken op 3/4/2/1.
4 Op [MENU/SET] drukken om de
MF-hulpfunctie te sluiten.
ISO
P
100
MENU
SET
STD
19
• Het vorige scherm keert terug.
De uitvergroting wijzigen
1 Druk op [MENU/SET] en dan
op 2.
1
EXIT
OFF
/
3
MENU
SET
MENU
REC
FILM MODE PICT.SIZE QUALITY RAW REC.
ASPECT
SELECT
2 Op 4 drukken om het [SETUP]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1.
1
SET
EXIT
/
3
n
5 MIN.
MENU
0
SET UP
SELECT
CLOCK WORLD TIME MONITOR AUTO REVIEW POWER SAVE
60
VQT0W87
Page 61
3 Op 3/4 drukken om [MF ASSIST]
te kiezen en vervolgens op 1.
2
EXIT
/
3
4k
MENU
SET UP
MF ASSIST BEEP
NO. RESET USB MODE
SELECT
RESET
4 Op 3/4 drukken om [4a] of
[10a] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
2
SET UP
MF ASSIST BEEP
NO.
RESET RESET USB MODE
SELECT SET
OFF
4k
10k
/
3
MENU
MENU
SET
[4a]: Het hele scherm wordt 4 keer
vergroot.
[10a]: Het hele scherm wordt 10 keer
vergroot.
[OFF]: Het scherm wordt niet vergroot.
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt het menu ook sluiten door de ontspanknop half in te drukken.
Gevorderd
De uitvergroting wijzigen met het
MF-hulpscherm
U kunt het scherm tot 10 keer of 4 keer uitvergroten tijdens de MF-hulpfunctie met de functieknop.
• Het MF-hulpscherm verdwijnt in de volgende gevallen. – Ongeveer 10 seconden nadat u ophoudt
met drukken op 3/4/2/1 of met draaien aan de focusring of de functieknop
– Als u de ontspanknop half indrukt
• Het MF-hulpscherm verschijnt weer in het midden van het scherm als u de camera uit zet en dan weer aan.
• U kunt de MF-hulpfunctie niet gebruiken als u de digitale zoom gebruikt.
61
VQT0W87
Page 62
Gevorderd
De velddiepte controleren
U kunt de velddiepte controleren (het effectieve focusbereik) voordat u een opname maakt, door de sluiter te sluiten op het door u ingestelde diafragma.
Op [ ] A drukken (diafragmastopknop).
A
• Terwijl u op [ ] drukt (diafragmastopknop), wordt de helderheid van het scherm automatisch gecorrigeerd en kunt u de velddiepte controleren zonder dat het scherm donker wordt als de sluiter dicht gaat.
Eigenschappen van de velddiepte
Diafragma-
waarde
Focus-
¢1
lengte van
de lens
Afstand tot
het object
Velddiepte
(effectief
focusbereik)
¢1 Opnamecondities ¢2 Voorbeeld: Als u een opname wenst te
maken met een wazige achtergrond enz.
¢3 Voorbeeld: Als u een opname wenst te
maken waarbij alles, ook de achtergrond, scherp is enz.
Klein Groot
Tele Breed
Dichtbij Ver weg
¢2
Diep
(Breed)
Smal
(Ondiep)
¢3
• Het scherm kan afhankelijk van het object of de instellingen enz. donker worden.
• [ ] (diafragmastopknop) werkt niet als u opnamen maakt met de zoeker.
62
VQT0W87
Page 63
Beelden maken met de
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
ISO
100
STD
19
ingebouwde flitslamp
Open de flitslamp
Druk op de [ OPEN] knop A.
B
A
C
• Als u de [ OPEN] knop een beetje indrukt, zal de flitslamp opengaan tot de stand voor indirect flitsen B. Als u de [ OPEN] knop helemaal indrukt, zal de flitslamp opengaan tot in de normale flitsstand C.
• Gebruik de flitslamp in zijn normale stand als u normale opnamen met flitsen moet maken.
Sluit de flitslamp
1: Druk de flitslamp naar onder tot in zijn
stand voor indirect flitsen.
Gevorderd
2: Sluit de flitslamp helemaal.
• Deze camera is compatibel met indirect flitsen zodat de flitslamp in twee stappen opent en sluit. Lees P67 voor meer informatie over het indirect flitsen.
• Sluit de flitslamp altijd als u deze niet gebruikt.
Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen
De flitslamp instellen voor opnamen.
1 Op [ ] D drukken.
P
STANDARD
WB
AUTO
ISO
100
SINGLE
E
F
CUSTOM
NORMAL
19
D
ISO
100
P
AUTO
STD
19
E: Zoekerdisplay F: Als u opnamen maakt met Live View
63
VQT0W87
Page 64
Gevorderd
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
2 Draai de functieknop G en kies
de flitslampwerkwijze.
P
STANDARD
WB
AUTO
ISO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
G
19
• Lees “Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties” op P65 voor meer informatie over de flitsinstellingen voor ingebouwde flitslampen.
• Lees P89 om het 1e en 2e sluitergordijn in te stellen.
3 Druk de ontspanknop half in om
de gekozen flitsinstelling te bevestigen.
• U kunt de gekozen flitsinstelling ook op de volgende manier bevestigen: – Op [ ] drukken – Gebruik de camera enkele seconden
lang niet
:AUTO
De flitslamp werkt automatisch wanneer dit nodig is voor de opnamecondities.
: AUTO/Rode-ogenreductie
De flitslamp werkt automatisch wanneer dit nodig is voor de opnamecondities. De flitslamp werkt een keer vóór de eigenlijke opname om het rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het beeld) te verminderen en vervolgens opnieuw voor de eigenlijke opname.
• Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen in slecht belichte omstandigheden.
¢
: Vast ingesteld op AAN
De flitslamp werkt altijd ongeacht de opnamecondities.
• Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting heeft of onder fluorescentielicht staat.
: Vast ingesteld op AAN/
Rode-ogenreductie
¢
De flitslamp werkt altijd ongeacht de opnamecondities. Tegelijkertijd vermindert het rode-ogeneffect.
• Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting heeft of onder fluorescentielicht staat.
: Trage synchr.
Als u beelden maakt met een donker landschap op de achtergrond, maakt deze functie de sluitertijd langzamer zodra de flitslamp werkt zodat het donkere landschap op de achtergrond helder zal worden.
• Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen op een donkere achtergrond.
: Trage synchr./
Rode-ogenreductie
¢
Als u beelden maakt met een donker landschap op de achtergrond, maakt deze functie de sluitertijd langzamer zodra de flitslamp werkt zodat het donkere landschap op de achtergrond helder zal worden. Tegelijkertijd vermindert het rode-ogeneffect.
• Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen op een donkere achtergrond.
64
VQT0W87
Page 65
: Vast ingesteld op UIT
De flitslamp wordt vast ingesteld op OFF [ ] als u deze sluit. De flitslamp werkt in geen enkele opnameconditie.
• Gebruik deze functie om opnamen te maken op plekken waar het gebruik van een flitslamp niet toegestaan is.
¢ De flitslamp werkt twee keer. Het
interval tussen de eerste en de tweede flits is langer als u [ ], [ ] of [ ] hebt ingesteld. Het object mag niet bewegen totdat de tweede flits gedaan is.
Beschikbare flitsinstellingen voor de
opnamefuncties
De beschikbare instellingen voor de ingebouwde flitslamp hangen af van de opnamewijze. (±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
±±±j
¢
±
¢
±
¢
±
j
±±±±
¢
±
¢
±
¢
±
¢
±
±±jj
¢
±
¢
±
jj
±±±±
¢ Als u de 2e gordijnsluitersynchr. instelt,
kunt u de flitslamp niet instellen.
Gevorderd
Het beschikbare flitsbereik om
opnamen te maken (met de meegeleverde lens)
De beschikbare flitsinstellingen voor de ingebouwde flits hangen af van de instelling van de ISO-gevoeligheid.
het beschikbare
ISO-
gevoeligheid
flitsbereik om opnamen
te maken
Breed Tele
AUTO
ISO100
ISO200
ISO400
ISO800
ISO1600
2,5 m tot
7,0 m
2,5 m tot
3,5 m
2,5 m tot
5,0 m
2,5 m tot
7,0 m
2,5 m tot
9,8 m
2,5 m tot
14,0 m
1,0 m tot
5,6 m
1,0 m tot
2,8 m
1,0 m tot
4,0 m
1,0 m tot
5,6 m
1,0 m tot
7,8 m
1,0 m tot
11,2 m
• Raadpleeg P77 voor de ISO-gevoeligheid.
• Raadpleeg P37 voor het focusbereik.
• Als de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [AUTO] wanneer u de flitslamp gebruikt, zal deze automatisch vergroot worden tot een maximum van [ISO400].
• Als de afstand tussen camera en object kleiner is dan 2,5 m wanneer u de flitslamp gebruikt, zal de flitslamp bedekt worden door de lens en een deel van de opname donker worden. Controleer de afstand tussen de camera en het object wanneer u een opname maakt.
• Om beeldruis te voorkomen raden wij aan de ISO-gevoeligheid te verminderen voordat u opnamen maak. (P77)
65
VQT0W87
Page 66
Gevorderd
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
Sluitersnelheid voor elke
flitsinstelling (als de ingebouwde flitslamp wordt gebruikt)
1/30e van
een
seconde
1/30e van
een
seconde
tot 1/160e
van een
seconde
1 seconde
tot 1/160e
van een
seconde
60 seconden
tot 1/160e
van een
seconde
flitsinstelling niet mogelijk
flitsinstelling niet mogelijk
B (Bulb) tot
1/160e van
een
seconde
• De flitssynch.snelheid wordt meer dan 1/160e van een seconde.
• Kijk nooit direct in het flitslicht.
• Zet de flitslamp niet te dicht bij objecten en sluit de flitslamp niet als hij moet werken. De kleur van de objecten kan vervormd worden door de hitte of het flitslicht.
• De flitslamp niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen.
• Verplaats de camera niet met open ingebouwde flitslamp.
• Sluit de flitslamp niet meteen weer aan nadat deze gewerkt heeft omdat er opnamen gemaakt zijn met auto/ rode-ogenreductie enz. Dit veroorzaakt problemen.
• Als u de ontspanknop half indrukt wanneer de flits werkt is, wordt het flitspictogram op het LCD-scherm rood.
• Als u een opname maakt buiten het bereik van de flitslamp kan het object verkeerd belicht zijn en de opname te donker of te licht zijn.
• De witbalans kan slecht gecorrigeerd worden als het flitsbereik niet groot genoeg is. (P74)
• Als u de opname herhaalt, kan deze onmogelijk worden, zelfs als de flits werkt. Maak de opname nadat de toegangsaanduiding verdwenen is.
• Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
• Tijdens het opladen van de flitslamp knippert het lampje van de flitsaanduiding en wordt het rood; u kunt in dit geval geen opname maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
• Als u opnamen maakt met de burstfunctie of auto bracket, wordt slechts 1 beeld gemaakt bij iedere flits.
• Als u opnamen met flitsen maakt terwijl de lensbescherming op het toestel zit, kan het flitsen verhinderd worden.
• Als u een externe flitslamp gebruikt, krijgt deze voorrang op de ingebouwde. Lees P114 voor meer info over de externe flitslamp.
De flitswerking instellen
Regel de flitswerking als het object heel klein is of als er veel of weinig weerspiegeling is.
1 Op [ ] A drukken.
P
STANDARD
WB
ISO
-
AUTO
1 +1+10-2 +2
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
19
A
B
B: Als u opnamen maakt met Live view
66
VQT0W87
Page 67
Gevorderd
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
2 Draai aan functieknop C om de
flitssterkte te regelen.
P
STANDARD
WB
AUTO
ISO
-
1 +1+10-2 +2
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
C
19
D
D: Als u opnamen maakt met Live view
• Draai de functieknop naar boven voor een negatieve correctie en draai de knop naar onder voor een positieve correctie.
• U kunt bijstellen van [`2 EV] tot [_2 EV] in stappen van [1/3 EV].
• Kies [0] om de oorspronkelijke flitswerking in te stellen.
• De waarde van de flitssterkte E komt op het LCD-scherm als u opnamen maakt met Live View.
3 Druk de ontspanknop half in om
de gekozen flitssterkte in te stellen.
• U kunt de flitssterkte ook op de volgende manier instellen: – Op [ ] drukken – Gebruik de camera enkele seconden
lang niet
Indirect flitsen
Indirect flitsen is een techniek waarbij het licht van de flitslamp door een wand of muur terug wordt gekaatst. Als u de flitslamp direct op objecten zoals personen richt, kunt u donkere schaduwen krijgen en kan bijvoorbeeld de huidskleur heel wit worden. In dit geval is het beter terugkaatsend flitslicht te gebruiken om de schaduwen te verzachten en natuurlijke opnamen te maken.
1 Druk lichtjes op [ OPEN] A en zet
dan de ingebouwde flitslamp zoals hieronder is afgebeeld.
A
• De ingebouwde flitslamp staat vast op ongeveer 73e.
• U kunt de flitswerking ook overschakelen van normaal naar indirect door de flitslamp naar onder te duwen totdat deze in de stand voor indirect flitsen staat. (P63)
2 Richt de flitslamp op een wand of
ander reflecterend oppervlak en maak de opname.
• De flitswerkinginstellingen worden
73x
opgeslagen ook als u de camera uitzet.
67
VQT0W87
Page 68
Gevorderd
P
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
NORMAL
CUSTOM
+2
125
5.6
SINGLE
ISO
100
STD
19
F5.6
125
AFL AEL
AFL
AEL
• Kies een wit oppervlak dat goed weerkaatst. Als er kleuren en tekeningen op het oppervlak zijn, heeft dit gevolgen voor de kleuren van uw opname.
• Het beschikbare flitsbereik is kleiner dan wanneer u de gewone flitsmethode gebruikt.
• Het weerkaatste licht kan eventueel het object niet bereiken als het weerkaatsende oppervlak te hoog is.
• De flitslamp gebruiken om indirect te flitsen in een andere dan de voorgeschreven stand kan problemen veroorzaken.
De scherpstelling en de belichting vastleggen (AF/AE-Lock)
Dit is handig als u een opname wilt maken van een object dat buiten de AF-zone valt of als het contrast te groot is en u de juiste belichting niet vindt.
1 Richt de AF-zone op het object.
A
A: Zoekerdisplay
2 Druk op [AFL/AEL] en houd
ingedrukt om de scherpstelling en de belichting vast te leggen.
B
AFL
-
1 +1+10-2 +2
CUSTOM
D
P
F5.6
AFL AEL
NORMAL
AEL
AFL AEL
19
ISO
100
125
P
STANDARD
WB
ISO
C
F 5.6
AUTO
100
AEL
SINGLE
E
125
B
STD
19
B: AF lock/AE lock aanduiding C: Zoekerdisplay D: Als u opnamen maakt met Live View E: AE lock aanduiding
• De aanduidingen voor de scherpstelling, de sluitertijd en het diafragma verschijnen als het toestel scherp heeft gesteld op het object en de belichting is ingesteld.
• Als u [AFL/AEL] loslaat, wordt [AF/AE LOCK] geannuleerd.
68
VQT0W87
Page 69
3 Terwijl u [AFL/AEL] indrukt,
beweegt u de camera om het beeld samen te stellen. Dan pas drukt u de ontspanknop helemaal in.
F
AEL
F: Zoekerdisplay
Alleen scherpstelling en belichting
vastleggen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[AF/AE LOCK] te kiezen en vervolgens op 1.
3 Op 3/4 drukken om [AF] of [AE]
te kiezen en dan op [MENU/SET].
3
SET
AF
AE
AF/AE
/
3
MENU
MENU
SET
REC
AUTO BRACKET
AF-L
AF/AE LOCK
AE-L
BURST RATE FLASH SYNC.
SELECT
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om het menu te sluiten.
Gevorderd
3 Terwijl u [AFL/AEL] indrukt, beweegt u
de camera om het beeld samen te stellen. Dan pas drukt u de ontspanknop helemaal in.
Als [AE] is ingesteld (Alleen de belichting vastleggen)
1 Vul het scherm met het object waarvan
u een opname wil maken.
2 Druk op [AFL/AEL] en houd ingedrukt
om de belichting vast te leggen.
• De aanduidingen voor het diafragma en de sluitertijd verschijnen als de belichting ok is.
• Als u [AFL/AEL] loslaat, wordt [AF/AE LOCK] geannuleerd.
3 Terwijl u op [AFL/AEL] drukt, beweegt u
de camera om het beeld samen te stellen.
4 Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen en druk de knop dan helemaal in.
• Als u [AF/AE LOCK HOLD] in het [CUSTOM] menu op [ON] zet, kunt u de scherpstelling en belichting vastleggen ook als u de [AFL/AEL] knop loslaat. (P92)
• Als u opnamen maakt met manuele belichting, werkt alleen de AF Lock. AE-Lock alleen werkt als u opnamen maakt met manuele belichting. U kunt [AF/AE LOCK] niet kiezen.
• Als u opnamen maakt met manuele scherpstelling, werkt alleen de AE Lock.
Als [AF] is ingesteld (Alleen scherpstelling vastleggen)
1 Richt de AF-zone op het object. 2 Druk op [AFL/AEL] en houd ingedrukt
om de scherpstelling vast te leggen.
• De focusaanduiding gaat branden wanneer het object scherpgesteld is.
• Als u [AFL/AEL] loslaat, wordt [AF/AE LOCK] geannuleerd.
69
VQT0W87
Page 70
Gevorderd
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
NORMAL
CUSTOM
+2
Opnamen maken met de burstfunctie
1 Zet de functiehendel op [ ].
P
STANDARD
WB
ISO
A: Als de burstfunctie ingesteld is op
hoge snelheid [H].
2 Stel scherp op het object en maak
een opname.
• De ontspanknop helemaal ingedrukt houden om de burstfunctie te activeren.
De burstsnelheid wijzigen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[BURST RATE] te kiezen en vervolgens op 1.
3 Op 3/4 drukken om [H] (Hoge
snelheid kiezen en dan op [MENU/SET].
SELECT SET
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om het menu te sluiten.
-
AUTO
1 +1+10-2 +2
100
CUSTOM
NORMAL
19
A
) of [L] (Lage snelheid) te
3
REC
AUTO BRACKET
AF-L
AF/AE LOCK
AE-L
BURST RATE FLASH SYNC.
/
AF/AE
H
L
3
MENU
MENU
SET
Burstsnelheid
(Hoog) (Laag)
Burstsnelheid
(opnamen/
seconde)
32
• De burstsnelheid is constant ongeacht de transfersnelheid van de kaart.
• De aangeduide burstsnelheden gelden wanneer de sluitertijd sneller is dan 1/60 is en zonder flits.
• De burstsnelheid kan lager worden afhankelijk van de volgende instellingen. – ISO-gevoeligheid (P77) – Beeldresolutie (P84) – Focusvoorrang (P92) – Focusfunctie
• Omdat de sluitertijd korter wordt op donkere plaatsen, kan ook de burstsnelheid (beelden/seconde) lager worden.
Aantal opnamen gemaakt met de
burstfunctie
Aantal
opnamen
(opnamen)
Met
RAW-bestanden
max. 6
Zonder
RAW-bestanden
Hangt af van
de resterende
kaartcapaciteit
• Lees P85 voor informatie over RAW-bestanden.
• Als er geen RAW-bestanden zijn, kunt u opnamen maken totdat de kaart vol is. Halverwege wordt de burstsnelheid echter lager. Het exacte tijdstip hangt af van de beeldgrootte, de instelling van [QUALITY] en de kaart.
70
VQT0W87
Page 71
Scherpstellen met burstfunctie
P
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
NORMAL
CUSTOM
+2
3BKT 1/3
ISO
100
STD
19
De scherpstelling wijzigt naar gelang van de instelling van [FOCUS PRIORITY] in het [CUSTOM] menu (P92) en de manier waarop de scherpstelling is ingesteld.
Focus
De scherpstelling
wordt vanaf de eerste opname
vastgelegd
¢1
De camera stelt
voortdurend scherp
op het object
¢2
De burstsnelheid
(Hoge snelheid) bli jft
constant
Focus­functie
AFS ON/OFF
AFC ON
AFS/AFC/
MF
Focus-
voorrang
OFF
¢1 Als u opnamen met Live View maakt, is
de camera ingesteld op [AFS] en wordt de scherpstelling vastgelegd bij de eerste opname.
¢2 De burstsnelheid kan lager worden
omdat de camera voortdurend scherpstelt op het object.
• Wij raden aan een afstandontspanknop te gebruiken (DMW-RSL1; optioneel) als u de knop helemaal ingedrukt wil houden tijdens opnamen met de burstfunctie. Lees P117 voor informatie over de afstandontspanknop.
• De automatische terugspeelfunctie werkt onafhankelijk van de instelling ervan. (De opname wordt niet uitvergroot.)
• Als u de flitslamp gebruikt, kunt u maar 1 opname maken.
Gevorderd
Beelden maken Auto Bracket
Met deze functie worden tot 5 beelden opgenomen met de gekozen belichtingcompensatie telkens als u de ontspanknop indrukt. U kunt dan de opname met de beste belichting kiezen.
1 Zet de functiehendel op [ ].
P
STANDARD
WB
AUTO
ISO
BC
A: Auto Bracket (Als [3/ 1/3 EV] is
ingesteld)
B: Zoekerdisplay C: Als u opnamen maakt met Live View
• [ ] verschijnt in de zoeker. (Het verschijnt op het LCD-scherm als u met Live View werkt.)
2 Stel scherp op het object en maak
een opname.
• Als u de ontspanknop indrukt en ingedrukt houdt, wordt het aantal opnamen gemaakt dat u hebt ingesteld.
• De auto-bracket-aanduiding licht op totdat het aantal ingestelde opnamen (3 of 5) is genomen.
• Het aantal opnamen wordt op [0] gezet als u de auto-bracketinstelling wijzigt, de functiehendel wijzigt of de camera uit zet voordat alle foto’s die u hebt ingesteld, zijn genomen.
-
1 +1+10-2 +2
100
3BKT 1/3
CUSTOM
NORMAL
19
A
ISO
P
100
STD
19
71
VQT0W87
Page 72
Gevorderd
De instellingen voor [NO./STEP] en
[SEQUENCE] wijzigen in auto bracket
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[AUTO BRACKET] te kiezen en vervolgens op 1.
3 Op 3/4 drukken om [NO./STEP]
of [SEQUENCE] te kiezen en vervolgens op 1 drukken.
AUTO BRACKET NO./STEP SEQUENCE
2
SELECT EXIT
3/ 1/3EV
s/r
0/
1
1
0
2
MENU
4 Op 3/4 drukken om te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
AUTO BRACKET NO./STEP SEQUENCE
2
SELECT
Als u [NO./STEP] hebt gekozen in het scherm van stap
• [NO./STEP]
– [3/ 1/3 EV] – [3/ 2/3 EV] –[3/ 1 EV] – [5/ 1/3 EV] – [5/ 2/3 EV]
–[5/ 1 EV] Als u [SEQUENCE] hebt gekozen in het scherm van stap
• [SEQUENCE]
(Als u 3 opnamen maakt)
–[0/`/_]
–[`/0/_]
3/ 1/3EV
3/ 2/3EV 3/ 1EV
1
1
SET
2
MENU
MENU
SET
0
3
3
• [SEQUENCE] (Als u 5 opnamen maakt)
–[0/`/_/``/__]
(5 opnamen worden gemaakt. De eerste opname wordt gemaakt op 0 EV. De volgende 4 opnamen worden gemaakt op `1EV, _1EV, `2 EV en dan _2EV.)
/`/0/_/
–[``
__] (5 opnamen worden gemaakt. De eerste opname wordt gemaakt op `2 EV. De volgende 4 opnamen worden gemaakt op`1EV, 0EV, _1 EV en dan _2EV.)
5 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om het menu te sluiten.
• Wanneer u opnamen maakt met auto bracket nadat u het bereik van de belichtingscompensatie hebt ingesteld, wordt voor de opnamen de gekozen belichtingscompensatie gebruikt.
• De automatische terugspeelfunctie werkt onafhankelijk van de instelling ervan. (De opname wordt niet uitvergroot.)
• De belichting zou niet gecompenseerd kunnen worden met auto bracket afhankelijk van de helderheid van het object.
• U kunt maar 1 opname maken als de flitslamp werkt. U kunt het aantal in auto bracket ingestelde opnamen niet maken als daar geen ruimte meer voor is.
72
VQT0W87
Page 73
Opnamen maken met
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
NORMAL
CUSTOM
+2
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
NORMAL
CUSTOM
CANCEL
de zelfontspanner
1 Zet de functiehendel op [ ].
P
STANDARD
WB
AUTO
ISO
A: Zelfontspanner op [10 SEC.]
2 Stel scherp op het object en maak
een opname.
P
STANDARD
WB
AUTO
ISO
• Er wordt geen opname gemaakt zolang het object niet scherp is.
• Als u de ontspanknop helemaal wenst in te drukken om een opname te maken ook als het object niet scherp is, stelt u [FOCUS PRIORITY] in het [CUSTOM] menu in op [OFF]. (P92)
• Het lampje van de zelfontspanner B knippert en de sluiter wordt na 10 seconden geactiveerd (of na 2 seconden).
• Als u tijdens een opname met de zelfontspanner op [MENU/SET] drukt, wordt de zelfontspanner geannuleerd.
-
1 +1+10-2 +2
100
CUSTOM
NORMAL
19
A
MENU
100
CANCEL
CUSTOM
NORMAL
19
B
Gevorderd
De tijd voor de zelfontspanner
wijzigen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[SELF-TIMER] te kiezen en vervolgens op 1.
3 Op 3/4 drukken om [10 SEC.] of
[2 SEC.] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
3
REC
EX. OPT. ZOOM D.ZOOM
SELF-TIMER AF ASSIST LAMP OIS MODE
SELECT SET
/
3
OFF OFF
10 SEC.
2 SEC.
MODE1
MENU
MENU
SET
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om het menu te sluiten.
• Wanneer u een statief of dergelijke enz. gebruikt, is de instelling van de zelfontspanner op 2 seconden handig om de beweging die veroorzaakt wordt door het indrukken van de ontspanknop te vermijden.
• Als u [MIRROR UP] in het [CUSTOM] menu op [ON] zet, kunt u camerabeweging voorkomen die wordt veroorzaakt door de spiegel. (P93)
• We raden het gebruik van een statief aan wanneer u opneemt met de zelfontspanner. (Wanner u een statief gebruikt, moet dit vast staan als het toestel erop bevestigd is.)
73
VQT0W87
Page 74
Gevorderd
STANDARD
ISO
100
AUTO
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
AUTO
AUTO
ISO
100
STD
19
STANDARD
ISO
100
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
AUTO
De witbalans instellen
Met deze functie kunt u een witte kleur produceren die dichter is bij de echte kleur in met zonlicht, halogeenbelichting, enz. gemaakte opnamen waarin het witte licht roodachtig of blauwachtig kan lijken.
1 Op [WB] A drukken.
P
AUTO
STANDARD
WB
AUTO
ISO
100
SINGLE
B
P
AUTO
B: Als u opnamen maakt met Live View
2 Draai aan de knop C om de
witbalans in te stellen.
P
STANDARD
WB
ISO
100
SINGLE
3 Druk de ontspanknop half in om
de gekozen witbalans in te stellen.
• U kunt de witbalans ook op de volgende manier instellen: – Op [WB] drukken – Gebruik de camera enkele seconden
lang niet
CUSTOM
NORMAL
ISO
100
STD
19
AUTO
CUSTOM
NORMAL
A
19
C
19
[AUTO] voor de automatische
instelling (automatische witbalans)
[] (Daglicht)
[] (Bewolkt)
[] (Schaduw)
[] (Halogeen)
[] (Flits)
[] (Witinstelling 1)
[] (Witinstelling 2)
[] (Kleurwarmte
instellen)
voor buitenopnamen op een heldere dag
voor buitenopnamen op een bewolkte dag
voor buitenopnamen in de schaduw
voor opnamen in halogeen licht
alleen voor opnamen met flits
voor gebruik van de vooringestelde witbalans
om de vooringestelde kleurwarmte te gebruiken
Over de IR-sensor A
A
• Als u [AUTO] kiest, beslist de IR-sensor of het licht binnenhuislicht is of zonlicht en wordt automatisch een precieze witbalans ingesteld.
74
VQT0W87
Page 75
Automatische witbalans
STANDARD
ISO
100
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
AUTO
Het beschikbare witbalansbereik staat in de volgende afbeelding. Als u een opname maakt met een witbalans die buiten dit bereik valt, kan de opname rood of blauw worden. De witbalans werkt soms ook niet goed als het object omgeven is met veel lichtbronnen. Corrigeer in dit geval de witbalans.
1 De automatische witbalans zal binnen
het bereik als volgt werken.
2 Blauwe lucht 3 Bewolkte lucht (Regen) 4 Schaduw 5 TV scherm 6 Zonlicht 7 Wit fluorescerend licht 8 Gloeilamp 9 Zonsopgang en zonsondergang 10 Kaarslicht
2)
3)
4)
5)
1)
6)
7)
Gevorderd
[WHITE SET] De witbalans resetten
Gebruik deze functie om de witbalans handmatig in te stellen.
1 Kies [ ] of [ ] met stap 2 op
P74 en druk dan op 3.
P
STANDARD
WB
ISO
AUTO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
SET
19
2 Richt de camera op een wit stuk
papier of iets dergelijks zodat het frame in het midden alleen gevuld is met het witte object en druk dan de ontspanknop helemaal in.
WHITE SET
CANCEL
SET : SHUTTER
8)
9)
10)
Kl Kelvintemperatuur en kleuren
• U kunt de witbalans heel fijn instellen. (P76)
• Wij raden aan de witbalans in te stellen op [AUTO] voor opnamen met fluorlampen.
• Wanneer u opnamen maakt met flitsen, wordt de witbalans misschien niet goed afgesteld als het flitslicht niet sterk genoeg is.
• Het kan zijn dat u geen nieuwe witbalans kunt instellen als het object te donker of te helder is. Maak in dit geval het object helderder en reset dan de witbalans.
75
VQT0W87
Page 76
Gevorderd
STANDARD
ISO
100
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
AUTO
STANDARD
ISO
100
AUTO
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
AUTO
AUTO
[COLOUR TEMPERATURE SETTING] De kleurwarmte instellen
U kunt de kleurwarmte manueel instellen voor natuurlijke opnamen in verschillende belichtingscondities. De kleur van het licht wordt gemeten met Kelvintemperatuurgraden. Als de kleurwarmte te hoog wordt, wordt de opname blauwachtig en als de kleur te koud wordt, wordt de opname rood. (P75)
1 Kies [ ] met stap 2 op P74 en
druk dan op 3.
P
STANDARD
WB
ISO
AUTO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
SET
19
2 Draai aan de bedieningsknop A
om de kleurtemperatuurinstelling te kiezen en druk dan op [MENU/SET].
WB K SET
SET
A
MENU
MENU
SET
2500K
SELECT
• U kunt een kleurwarmte instellen van [2500 K] tot [10000 K].
[WHITE BALANCE ADJUSTMENT] De witbalans fijn instellen
U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone witbalans.
1 Kies de witbalans met stap 2 op
P74 en druk dan op 4.
P
AUTO
STANDARD
WB
AUTO
ISO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
19
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
witbalans fijn in te stellen en dan op [MENU/SET].
WB ADJUST.
AUTO
ADJUST.
2 : A (AMBER: ORANJEACHTIG) 1 : B (BLAUW: BLAUWACHTIG) 3 : G_ (GROEN: GROENACHTIG) 4 : M` (MAGENTA: ROODACHTIG)
• Als u de witbalans fijn instelt op A (amber), wordt het witbalanspictogram op het LCD-scherm oranje. Als u de witbalans fijn instelt op B (blauw), wordt het witbalanspictogram op het LCD-scherm blauw.
• Als u de witbalans fijn instelt op G_ (groen) of M` (magenta), verschijnt [_] (groen) of [`] (magenta) naast het witbalanspictogram op het LCD-scherm.
• Kies het middelste punt als u de witbalans niet fijn aan het instellen bent.
G
A B
M
SET
MENU
MENU
SET
76
VQT0W87
Page 77
• U kunt de witbalans onafhankelijk
STANDARD
ISO
AUTO
AUTO
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
AUTO
100
200
400
800
1600
ISO
AUTO
AUTO
100
200
400
800
1600
STD
19
STANDARD
ISO
100
AUTO
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
100
200
400
800
1600
AUTO
nauwkeurig afstellen voor elke witbalansfunctie.
• De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de witbalans wordt door het beeld gebruikt wanneer u de flitslamp gebruikt.
• De fijnafstelling van de witbalans blijft ook opgeslagen als u de camera uitzet.
• De fijnafstelling van de witbalans keert terug naar de normale instelling (middelste punt) in de volgende gevallen. – Als u de witbalans reset in [WHITE SET]
(P75) ([ ] of [ ])
– Als u de kleurwarmte manueel reset in
[COLOUR TEMPERATURE SETTING] (P76) ([ ])
Gevorderd
De lichtgevoeligheid instellen
ISO is een maat voor de gevoeligheid voor licht. Hoe hoger de gevoeligheid is, hoe minder licht u nodig hebt voor een opname: de camera wordt beter geschikt voor opnamen op donkere plaatsen.
1 Op [ISO] A drukken.
P
AUTO
SINGLE
400
800
1600
400
100
800
200
1600
CUSTOM
NORMAL
ISO
AUTO
STD
19
A
19
STANDARD
WB
AUTO
ISO
AUTO
B
P
AUTO
100
200
B: Als u opnamen maakt met Live View
2 Draai aan de knop C om de
ISO-gevoeligheid in te stellen.
P
WB
ISO
100
SINGLE
800
200
1600
CUSTOM
C
NORMAL
AUTO
100
400
AUTO
STANDARD
19
• Als u [AUTO] instelt, wordt de ISO-gevoeligheid automatisch overgeschakeld van [ISO100] tot [ISO400] afhankelijk van de helderheid.
VQT0W87
77
Page 78
Gevorderd
3 Druk de ontspanknop half in om
de gekozen ISO-gevoeligheid in te stellen.
• U kunt de gekozen ISO-gevoeligheid ook op de volgende manier instellen: – Door [ISO] in te drukken – Gebruik de camera enkele seconden
lang niet
De methode om het licht te meten wijzigen
(Meetmethode)
U kunt de volgende meetfuncties of methoden kiezen als u de lichtmeterhendel verzet.
ISO­gevoeligheid
Gebruiken op heldere plekken (b.v. buiten)
Gebruiken op donkere plekken
Sluitertijd Langzaam Snel Ruis Minder Verhoogd
• Om beeldruis te voorkomen raden wij aan de ISO-gevoeligheid te verminderen voordat u opnamen maak.
• De ISO-gevoeligheid kan niet ingesteld worden op [AUTO] in de AE-openingsvoorrangfunctie, AE-sluitervoorrangfunctie of manuele belichting.
100 1600
Geschikt
Niet
geschikt
Niet
geschikt
Geschikt
Spot:
Dit is de methode die gebruikt wordt om op het object scherp te stellen in het midden van het scherm.
Meervoudig:
Dit is de methode waarbij de camera de beste belichting meet door de helderheid op het hele beeld automatisch te berekenen. Wij raden aan om zoveel mogelijk deze methode te gebruiken.
Middelmeting:
Dit is de methode die gebruikt wordt om scherp te stellen op het object in het midden van het volledige beeld en de rest van het beeld aan dit middelste beeld aan te passen.
78
VQT0W87
Page 79
Menu-instellingen
STANDARD
ISO
100
AUTO
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
ISO
100
STD
19
STANDARD
ISO
100
AUTO
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
De meest gebruikte functies vast instellen
U kunt de functies die u het vaakst gebruikt, toewijzen aan de knoppen [FUNC.1] en [FUNC.2]. U hoeft dan niet telkens in het menu deze functies te gaan kiezen.
• Als u een lens zonder openingsring gebruikt, dient [FUNC.1] vast voor het instellen van de lensopening.
1 Druk op [FUNC.1] A of
[FUNC.2] B.
(als [PICT.SIZE] is ingesteld)
P
STANDARD
WB
LLLLMM
AUTO
ISO
100
SINGLE
C
P
M
L
MM
LL
MM
LL
C: Als u opnamen maakt met Live View
2 Draai aan de knop D om een
functie te kiezen.
P
STANDARD
WB
L
AUTO
ISO
LL
100
SINGLE
M
SS
MML
SS
MM
SS
CUSTOM
NORMAL
A
B
19
ISO
100
S SS SS
STD
19
SS
MML
MM
SS
MM
SS
CUSTOM
NORMAL
D
19
Menu-instellingen
Vaak gebruikte functies toewijzen aan
de knoppen [FUNC.1] en [FUNC.2]
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
2 Op 4 drukken om het [CUSTOM]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1.
3 Op 3/4 drukken om
[FUNC.1 SET]
of [FUNC.2 SET] te
kiezen en vervolgens op 1.
1
CUSTOM
CUSTOM SET CUST. SET MEM. FUNC.1 SET FUNC.2 SET DIREC. EX. COMP.
SELECT
NORMAL
EXIT
OFF
/
4
MENU
4 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
FUNC.1
SET
EXPOSURE FILM MODE PICT.SIZE RAW REC.
CANCEL
SELECT
SET
MENU
MENU
SET
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om het menu te sluiten.
• U kunt ook de keuzeknop gebruiken als de instructies voorschrijven dat u 3/4 moet gebruiken.
3 Druk de ontspanknop half in om
de gekozen functie in te stellen.
• U kunt de functie ook op de volgende manier instellen: – Druk op [FUNC.1] of [FUNC.2] – Gebruik de camera enkele seconden
lang niet
79
VQT0W87
Page 80
Menu-instellingen
L
LL
LL
MM
MM
MM
SS
SS
SS
Functies die geschikt zijn voor de
knoppen [FUNC.1] en [FUNC.2]
• [EXPOSURE]
1
¢
(P43)
– [EXPOSURE]
• [FILM MODE] (P82)
– STD [STANDARD] – DYN [DYNAMIC] – NATUR [NATURE] – ZACHT [SMOOTH] – STD [STANDARD] – DYN [DYNAMIC] – SMO [SMOOTH] – MY1 [MYFILM1] – MY2 [MYFILM2]
• [PICT.SIZE]
(L/Superfijn)
L
(L/Fijn)
LL
(L/Standaard)
LL
(M/Superfijn)
MM
– (M/Fijn)
MM
(M/Standaard)
MM
(S/Superfijn)
SS
– (S/Fijn)
SS
(S/Standaard)
SS
2
¢
(P84)
• [RAW REC.] (P85)
–RAW ON –RAW OFF
• [OIS MODE] (P88)
[MODE1] – [MODE2]
• [BURST MODE] (P70)
(Hoge snelheid) – (Lage snelheid)
• [FLASH SYNC.] (P89)
– [1ST] (1e gordijnsluitersynchr.) – [2ND] (2e gordijnsluitersynchr.)
• [CUSTOM SET] (P91)
– [NORMAL] –[FACTORY] –[SET1] –[SET2] –[SET3]
¢1 Toegewezen aan [FUNC.2] op het
ogenblik van de aankoop.
¢2 Toegewezen aan [FUNC.1] op het
ogenblik van de aankoop. Als u [EX. OPT. ZOOM] (P86) instelt en opnamen maakt met Live View verschijnt [EZ] op het scherm als de beeldgrootte anders ingesteld is dan de maximum grootte voor elke aspectratio.
80
VQT0W87
Page 81
Het functiemenu [REC] gebruiken
De opnamemogelijkheden verhogen door kleureffecten, beeldbijstellingen enzovoort in te stellen enz.
• Het volgende voorbeeld toont hoe u [D.ZOOM] instelt als u opnamen maakt met Live View. (Lees P82 tot P89 voor elk menuonderdeel.)
• Kies [RESET] in het [SETUP] menu om de menu-instellingen weer in te stellen zoals deze waren op het ogenblik van de aankoop. (P31)
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen.
1
A
EXIT
EXIT
/
3
OFF
MENU
2
/
3
ON
OFF
10 SEC
ON
MODE1
MENU
REC
FILM MODE PICT.SIZE
QUALITY
RAW REC. ASPECT
SELECT
REC
EX. OPT. ZOOM D.ZOOM SELF-TIMER AF ASSIST LAMP OIS MODE
SELECT
• Druk op 4 in A om het volgende menuscherm te openen.
Menu-instellingen
3 Op 1 drukken, op 3/4 drukken
om de instelling te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
2
REC
EX. OPT. ZOOM D.ZOOM SELF-TIMER AF ASSIST LAMP OIS MODE
SELECT SET
/
3
ON
OFF
2
a
4
a
MODE1
MENU
MENU
SET
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om het menu te sluiten.
Over de onderdelen van de
menuschermen
• Er zijn 3 menuschermen in het [REC] menu (1/3, 2/3 en 3/3).
1/3
MENU
1
REC
EX. OPT. ZOOM D.ZOOM
OFF
SELF-TIME AF ASSIST LAMP
EXIT
OIS MODE
SELECT
REC
SELECT
FILM MODE PICT.SIZE QUALITY
RAW REC. ASPECT
• U kunt ook de keuzeknop gebruiken als de instructies voorschrijven dat u 3/4 moet gebruiken.
• Het menuscherm dat volgt na 3/3 in het [REC] menu is het eerste menuscherm in het [SETUP] menu.
2/3
/
3
MENU
REC
AUTO BRACKET
AF-L
AF/AE LOCK
AE-L
MODE1
BURST RATE FLASH SYNC.
EXIT
SELECT
2
OFF OFF
ON
3/3
/
3
MENU
EXIT
3
AF/AE
/
3
H
1ST
MENU
81
VQT0W87
Page 82
Menu-instellingen
[FILM MODE] De kleurtoon instellen van een opname
MENU
Op [ ] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P81) Elke film voor filmcamera’s heeft een eigen kleurtoon en contrastkenmerken. In de filmfunctie kunt u de kleurtoon van de opnamen kiezen uit 7 tonen op dezelfde manier als die waarop u verschillende film zou kiezen voor filmcamera’s. Verschillende instellingen in de filmfunctie kiezen die het best passen bij uw opnamesituatie en de situatie die u filmt.
1 Op 3/4 drukken om
[FILM MODE] te kiezen en vervolgens op 1.
1
EXIT
OFF
/
3
MENU
REC
FILM MODE PICT.SIZE
QUALITY
SELECT
RAW REC.
ASPECT
Een effect instellen
• [STANDARD] (KLEUR)
Dit is de standaard instelling.
• [DYNAMIC] (KLEUR)
De diepte en het contrast van de opgeslagen kleuren worden verhoogd.
• [NATURE] (KLEUR)
Rood, groen en blauw zijn helderder. Mooiere natuurkleuren.
• [SMOOTH] (KLEUR)
Minder contrast voor zachtere en duidelijkere kleuren.
• [STANDARD] (B&W)
Dit is de standaard instelling.
• [DYNAMIC] (B&W)
Hoger contrast.
• [SMOOTH] (B&W)
Maakt het beeld zachter zonder huidechtheid te verliezen.
•[MYFILM1]
•[MYFILM2]
De opgeslagen instelling wordt gebruikt. (P94)
2 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en dan op [MENU/SET].
1
SET
/
3
MENU
MENU
SET
FILM MODE
STANDARD
DYNAMIC NATURE SMOOTH
SELECT
• Als u op 1 drukt in het scherm dat u hierboven ziet, verschijnt uitleg over elke filmfunctie. (Als u op 2 drukt, keert u terug naar het vorige scherm.)
3 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
82
VQT0W87
• In de filmfunctie kan het gebeuren dat de camera een beeld wil opnemen met bepaalde kenmerken. In dit geval wordt de sluitertijd erg langzaam.
Page 83
Elke filmfunctie aanpassen aan de
gewenste instelling
1 Druk verschillende keren 1 op in
het scherm in de stap 2 op pagina 82.
2 Op 3/4 drukken om een
onderdeel te kiezen en gebruik de keuzeknop A om het aan te passen. Druk dan op [MENU/SET].
ADJUST.
CONTRAST
SHARPNESS SATURATION NOISE RED.
CANCEL
• De melding [SAVE THIS SETTINGS?] verschijnt.
STANDARD
SELECT SET
A
MENU
MENU
SET
3 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
ADJUST.
SAVE THIS SETTING ?
NO,USE AS TEMP. SET
OVERWRITE MY FILM 1 OVERWRITE MY FILM 2
SELECT SET
MENU
MENU
SET
• U kunt 2 gebruikersinstellingen ([MY FILM1] end [MY FILM2]) opslaan.
• [FILM MODE] verschijnt als [TEMP.] op het LCD-scherm als u [NO, USE AS TEMP. SET] kiest. De weergave verdwijnt en de instelling wordt geannuleerd als de camera uit wordt gezet en dan weer aan.
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
Menu-instellingen
[CONTRAST]
[_] Verhoogt het verschil tussen de
heldere en donkere vlakken op het beeld.
[`] Vermindert het verschil tussen de
heldere en donkere vlakken op het beeld.
[SHARPNESS] [_] Het beeld is zeer scherp. [`] Het beeld is onscherp.
[SATURATION] [_] De kleuren van het beeld zijn
levendig.
[`] De kleuren van het beeld zijn
natuurlijker.
[NOISE RED.]
[_] Versterkte ruisvermindering. De
beeldresolutie kan iets minder goed worden.
[`] Het ruisverminderingseffect
wordt minder. U kunt opnamen maken met een hogere resolutie.
• Ruis kan zichtbaar worden als u opneemt op donkere plaatsen. Om ruis te voorkomen, raden wij aan [NOISE RED.] in te stellen in [ADJUST.] op [_] of alle onderdelen in te stellen behalve [NOISE RED.] op [`] voor de opnamen.
• U kunt [SATURATION] niet aanpassen in de zwartwitinstellingen in de filmfunctie.
83
VQT0W87
Page 84
Menu-instellingen
[PICT.SIZE]/[QUALITY] Een beeldresolutie en –kwaliteit kiezen die passen bij uw eigen gebruik
MENU
Op [ ] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P81) Een digitaal beeld is samengesteld uit ontelbare punten die pixels heten. Ook al ziet u het verschil op het scherm van het toestel niet, hoe meer pixels, hoe mooier het beeld zal wanneer dit afgedrukt wordt op een groot stuk papier of afgebeeld wordt op het computerscherm. Beeldresolutie is de compressiewaarde die gebruikt wordt om digitale opnamen op te slaan.
A
B
A Heel veel pixels (Fijn) B Weinig pixels (Grof)
¢ Deze afbeeldingen zijn voorbeelden
van het effect.
Aantal pixels
Als u een grotere beeldgrootte kiest [ ] (7,4 million pixels) kunt u de opnamen duidelijk afdrukken. Als u een kleiner aantal pixels [ ] (3 miljoen pixels) kiest, is de afmeting van de gegevens klein en kunt u meer opnamen maken.
• Het aantal pixels dat u kunt kiezen, hangt af van de aspectratio. Lees P85 voor informatie over de aspectratioinstellingen.
Aspectratio [ ].
3136k2352 pixels (7,4 miljoen pixels)
2560k1920 pixels (5 miljoen pixels)
2048k1536 pixels (3 miljoen pixels)
84
VQT0W87
Aspectratio [ ].
(Alleen voor opnamen met Live View)
3136k2080 pixels (6,5 miljoen pixels)
2560k1712 pixels (4,5 miljoen pixels)
2048k1360 pixels (2,5 miljoen pixels)
Aspectratio [ ].
(Alleen voor opnamen met Live View)
3136k1760 pixels (5,5 miljoen pixels)
1920k1080 pixels (2 miljoen pixels)
Kwaliteit
U kunt het aantal opnamen vergroten zonder de beeldresolutie te wijzigen als u de resolutie instelt op [ ].
Superfijn: Stel dit in als u opnamen maakt met een hogere dan de “fijne kwaliteit”.
Fijn (Lage comprimering): Dit type geeft voorrang aan de beeldkwaliteit. De beeldkwaliteit zal hoog zijn.
Standaard (Hoge comprimering): Dit type geeft voorrang aan het aantal opnamen. Er zullen standaard kwaliteit opnamen gemaakt worden.
• Als u [EX. OPT. ZOOM] (P86) instelt op [ON] en opnamen maakt met Live View, verschijnt [EZ] op het scherm als de beeldgrootte ingesteld wordt op een andere grootte dan de maximum beeldgrootte voor elke aspectratio. “EZ” is een afkorting van “Extra optical Zoom”. (P86)
• P130 lezen voor informatie over het aantal opnamen.
Page 85
Menu-instellingen
[RAW REC.] Tegelijkertijd een RAW-bestand opslaan
MENU
Op [ ] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P81) Als u opneemt, wordt tegelijkertijd een RAW-bestand opgeslagen.
• Als u [ON] instelt, worden tegelijkertijd een JPEG-bestand en een RAW-bestand opgeslagen. De extenties van JPEG- en RAW-bestanden verschillen zoals u hieronder ziet. – JPEG-bestand
[.JPG] (Voorbeeld: P1000001.JPG)
– RAW-bestand
[.RAW] (Voorbeeld: P1000001.RAW)
• Als u [OFF] instelt, wordt geen RAW-bestand opgeslagen.
• RAW-bestanden worden opgeslagen met een maximum beeldgrootte voor elke aspectratio.
• De automatische terugspeelfunctie werkt onafhankelijk van de manier waarop deze functie is ingesteld. (Het beeld wordt niet uitvergroot.)
• Met RAW-bestanden kunt u beelden beter bewerken. U kunt RAW-bestanden opslaan met verschillende bestandsformaten (JPEG, TIFF enz.) die u kunt weergeven op uw PC bijvoorbeeld en bewerken met programma’s als “SILKYPIX Developer Studio” van Ichikawa Soft Laboratory dat op de CD-ROM staat (meegeleverd).
[ASPECT RATIO] De aspectratio van beelden instellen (Alleen als u opneemt met Live View)
MENU
Op [ ] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P81) Als u de aspectratio wijzigt, kunt u een gezichtshoek kiezen die past bij het object.
• Op [LIVE VIEW] drukken om de camera op voorhand klaar te zetten voor opnamen met Live View. (P55)
Kiezen om opnamen te maken met dezelfde aspectratio als een 4:3 TV of een computerscherm.
Kiezen om opnamen te maken met dezelfde 3:2 aspect ratio als een 35 mm film.
Dit is geschikt voor landschappen enz. Dit is ook geschikt voor het terugspelen van opnamen op een breedbeeld TV, high-definition-TV enz.
• De uiteinden van de opnamen kunnen afgeknipt worden tijdens het afdrukken. (P129) Controleer dit voordat u opneemt.
VQT0W87
85
Page 86
Menu-instellingen
[EX. OPT. ZOOM] Een beeld vergroten zonder de kwaliteit te verminderen (Alleen voor opnamen met Live View)
MENU
Op [ ] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P81) Normaal kunt u opnamen maken met een maximum focuslengte van 50 mm (voor een 35 mm filmcamera: 100 mm) met de meegeleverde lens. Als u echter [EX. OPT. ZOOM] op [ON] zet terwijl de beeldgrootte is ingesteld op een andere grootte dan de maximumgrootte voor elke aspectratio ([ ]/[ ]/ [ ]), kunt u een maximum focuslengte bereiken van 75 mm (voor een 35 mm filmcamera: 150 mm) zonder de kwaliteit aan te tasten van het beeld.
• Op [LIVE VIEW] drukken om de camera op voorhand klaar te zetten voor opnamen met Live View. (P55)
Het mechanisme van de extra
optische zoom
Voorbeeld: Als u de beeldgrootte instelt op [ ] (3 miljoen pixels), wordt de 7,4 miljoen pixels CCD-zone verplaatst naar het midden met de 3 miljoen pixels zone, zodat u een beeld met een hoger zoomeffect krijgt. (¢ is de gelijkwaardige waarde voor een 35 mm filmcamera.)
1
14 mm (28 mm)
2
16.8 mm (33.6 mm)
3
21 mm (42 mm)
W
A
W
W
B
50 mm (100 mm)
T
B
60 mm (120 mm)
T
75 mm (150 mm)
1: Extra optische zoom [OFF]
Voorbeeld: [ ] (3 miljoen pixels)
86
VQT0W87
2: Extra optische zoom [ON]
Voorbeeld: [ ] (5 miljoen pixels)
3: Extra optische zoom [ON]
Voorbeeld: [ ] (3 miljoen pixels)
A: optische zoom B: Extra optische zoom
Beeldgrootte en uitvergroting door
versterkte optische zoom
Aspect
ratio
Beeld-
resolutie
(7,4 M)
(6,5 M)
(5,5 M)
(5M)
(4,5M)
(3M)
(2,5M)
(2M)
Door extra
optische
zoom
Niet mogelijk
1,2a
1,5a
Focusbereik
van de
meegelever
de lens
14 mm tot
50 mm
(28 mm tot
¢
100 mm)
16,8 mm tot
60 mm
(33,6 mm tot
120 mm)
21 mm tot
75 mm (42 mm tot 150 mm)
¢
¢
¢ voor een 35 mm filmcamera
• Lees P85 voor de aspectratio en P84 voor de beeldgrootte.
• “EZ” is een afkorting van “Extra optical Zoom”.
• U kunt de zoomuitvergroting nog verbeteren met de extra optische zoom zonder u zorgen te maken over beeldvertekening.
Page 87
• Als u [EX. OPT. ZOOM] instelt op [ON],
C
verschijnt [ ] op het scherm als u een beeldgrootte instelt waarvoor de camera de versterkte optische zoom zal gebruiken.
• Als u [RAW REC.] instelt op [ON] wordt de figitale zoom niet geactiveerd.
[D.ZOOM] De zoom verder uitbreiden (Alleen voor opnamen met Live View)
MENU
Op [ ] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P81) U kunt de zoomuitvergroting van de de optische zoom (inclusief als u de versterkte optische zoom gebruikt) 2a of 4a vergroten met de digitale zoom. U kunt beelden opnemen met een maximum focuslengte van 200 mm (voor een 35 mm filmcamera: 400 mm) met de meegeleverde lens. Als u bovendien een beeldgrootte instelt die de versterkte optische zoom activeert, kunt u beelden opnemen met een maximum focuslengte van 300 mm (voor een 35 mm filmcamera: 600 mm).
• Op [LIVE VIEW] drukken om de camera op voorhand klaar te zetten voor opnamen met Live View. (P55)
[OFF] :
W
14 mm (28 mm)
[2k] :
W
28 mm (56 mm)
[4k] :
56 mm (112 mm)
W
¢ voor een 35 mm filmcamera
A
B
T
50 mm (100 mm)
B
T
100 mm (200 mm)
T
200 mm (400 mm)
Menu-instellingen
A: Optische zoom B: Digitale zoom
De digitale zoom samen gebruiken
met de extra optische zoom
Voorbeeld: Als de digitale zoom ingesteld is op [4a] en de beeldgrootte op [ ] (3 miljoen pixels) kunt u de extra optische zoom tegelijkertijd gebruiken.
W
84 mm (168 mm)
T
300 mm (600 mm)
¢ voor een 35 mm filmcamera C: Digitale zoom en versterkte optische
zoom
• Voor de digitale zoom geldt dat hoe groter het beeld is, hoe lager de beeldkwaliteit wordt.
• Het kan zijn dat de stabilisatorfunctie niet goed werkt met de digitale zoom.
• Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P73) aan om opnamen te maken.
• Als u [RAW REC.] instelt op [ON] werkt de digitale zoom niet.
[SELF-TIMER] De tijd voor de zelfontspanner instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P81) U kunt de tijd voor de zelfontspanner instellen op [10 SEC.] of [2 SEC.]. Lees P73 voor meer informatie.
87
VQT0W87
Page 88
Menu-instellingen
[AF ASSIST LAMP] Scherpstellen bij weinig licht wordt makkelijker
MENU
Op [ ] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P81) Het object verlichten maakt het makkelijker scherp te stellen wanneer u bij weinig licht aan het opnemen bent en scherp wilt stellen, wat moeilijk is bij weinig licht.
A
• Als u een lens met een grotere filterdiameter gebruikt die de AF-lamp bedekt, kunnen schaduwen verschijnen op het beeld en kan de camera slechter werken.
[OIS MODE] Optische beeldstabilisator
MENU
Op [ ] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P81) Deze functie spoort bewegingen van de camera beweging op en compenseert deze.
• Controleer of de [O.I.S.] schakelaar op de lens op [ON] staat.
[ON] Als de AF-lamp A ingesteld is op
[ON] gaat deze branden als u de ontspanknop half indrukt op donkere plaatsen enz. Het effectieve bereik van de AF-lamp is ongeveer 1,5 m tot ongeveer 3,0 m. (met de meegeleverde lens op Breed)
[OFF] De AF-lamp gaat niet aan.
• Voorzichtig zijn met de volgende handelingen wanneer u de AF-lamp gebruikt. – Niet direct in de AF-lamp kijken. – Maak de lensbeveiliging niet vast. – De AF-lamp niet met uw vingers of
andere voorwerpen bedekken.
• Wanneer u de AF-lamp niet wenst te gebruiken (b.v. wanneer u opnamen maakt van dieren op een donkere plek), de [AF ASSIST LAMP] op [OFF] zetten. In dit geval zal het moeilijker worden scherp te stellen.
88
VQT0W87
[MODE1]
()
[MODE2]
()
De stabilisator werkt continu en helpt bij de fotocompositie.
De beweging van de camera wordt gecompenseerd als u de ontspanknop indrukt. Er is een groter stabilisatoreffect.
• De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen. – Wanneer er veel camerabeweging is. – Als de zoomuitvergroting erg hoog is. – Als u de digitale zoom gebruikt. – Wanneer u opnamen maakt terwijl u een
bewegend object volgt.
– Als de sluitertijd langzamer wordt om
binnenshuis opnamen te maken of op
donkere plaatsen. Houd de camera stil wanneer u de ontspanknop indrukt.
• U kunt [OIS MODE] niet gebruiken met een lens zonder stabilisatorfunctie.
Page 89
Menu-instellingen
[AUTO BRACKET] Beelden maken Auto Bracket
MENU
Op [ ] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P81) Met deze functie worden tot 5 beelden opgenomen met de gekozen belichtingcompensatie telkens als u de ontspanknop indrukt. U kunt het aantal op te nemen beelden instellen, de belichtingscompensatie en de bracket. Lees P71 voor meer informatie.
AF-L
[AF/AE LOCK]
AE-L
De [AFL/AEL] knop overschakelen
MENU
Op [ ] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P81) U kunt [AFL/AEL] op [AF] zetten, [AE] of [AF/AE] als u de scherpstelling of de belichting wil vastleggen voor een opname. Lees P68 voor meer informatie.
[BURST RATE] De burstsnelheid instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P81) U kunt de burstsnelheid op hoog [H] of op laag [L] zetten. Lees P70 voor meer informatie.
[FLASH SYNC.] De 2e gordijnsluitersynchronisatie instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P81) De functie voor de 2e gordijnsluitersynchronisatie doet de flits werken vlak voordat de sluiter zich sluit als u opnamen maakt van bewegende beelden zoals een auto met een lagere sluitertijd.
1e gordijnsluitersynchronisatie
2560
P
A
19
1/25F2.8
• De normale methode om opnamen met een flits te maken.
2e gordijnsluitersynchronisatie
2560
P
A
2
19
1/25F2.8
• De lichtbron komt achter het object en het beeld wordt dynamisch.
• Stel dit meestal in op [1ST].
• [2ND] verschijnt in het flitslamppictogram op het LCD-scherm als u [FLASH SYNC.] instelt op [2ND].
• De instellingen voor de flitslampsynchronisatie worden ook actief met een externe flitslamp. (P114)
• Als u een snellere sluitertijd instelt, kan het effect van de 2e gordijnsluitersynchronisatie minder goed worden.
• U kunt AUTO/Rode-ogenreductie [ ], Vast ingesteld op AAN
/Rode-ogenreductie [ ] of Trage synchr./ Rode-ogenreductie [ ] niet instellen met de ingebouwde flitslamp als [FLASH SYNC.] op [2ND] staat.
89
VQT0W87
Page 90
Menu-instellingen
Het [CUSTOM] menu gebruiken
U kunt de instellingen voor elke functie wijzigen in het [CUSTOM] menu. U kunt deze instellingen opslaan voor later. (P94)
• De onderdelen instellen zoals vereist. (P91 tot P94 raadplegen voor elk menuonderdeel.)
• In het volgende voorbeeld ziet u hoe u [LCD AUTO] instelt.
• [RESET] in het [SETUP] menu kiezen om terug te keren naar de begininstellingen die u aantreft bij aankoop. (P31)
1 Druk op [MENU/SET] en dan
op 2.
1
EXIT
EXIT
/
3
OFF
MENU
1
/
4
NORMAL
OFF
MENU
MENU
SET
REC
FILM MODE PICT.SIZE QUALITY RAW REC.
ASPECT
SELECT
2 Op 4 drukken om het [CUSTOM]
menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1.
CUSTOM
CUSTOM SET CUST. SET MEM. FUNC.1 SET FUNC.2 SET DIREC. EX. COMP.
SELECT
3 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen.
1
EXIT
/
4
NORMAL
OFF
MENU
CUSTOM
CUSTOM SET CUST. SET MEM.
FUNC.1 SET FUNC.2 SET
DIREC. EX. COMP.
SELECT
A
2
2/4
EXIT
OFF
AUTO
OFF
OFF
ON
/
4
MENU
CUSTOM
LCD AUTO AF FRAME AF_MF AF/AE LOCK HOLD AF-LED
SELECT
• Druk op 4 in A om het volgende menuscherm te openen.
4 Op 1 drukken, op 3/4 drukken
om de instelling te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
2
SET
OFF
ON
OFF
OFF
ON
/
4
MENU
MENU
SET
CUSTOM
LCD AUTO AF FRAME AF_MF AF/AE LOCK HOLD AF-LED
SELECT
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half indrukken om het menu te sluiten.
90
VQT0W87
Page 91
Over de onderdelen van de
menuschermen
• Er zijn 4 menuschermen in het [CUSTOM] menu (1/4, 2/4, 3/4 en 4/4).
CUSTOM
CUSTOM SET CUST. SET MEMORY FUNC.1 SET FUNC.2 SET DIREC. EX. COMP.
SELECT
1/4
CUSTOM
LCD AUTO AF FRAME AF_MF AF/AE LOCK HOLD AF-LED
SELECT
1
/
4
OFF
ON
MENU
2/4
2
/
4
OFF
CUSTOM
ON
FOCUS PRIORITY
OFF
COLOR SPACE LONG SHUTTER NR
ON
MENU
MIRROR UP DISPLAY SET
SELECT
3/4
3
/
4
ON
CUSTOM
PIXEL REFRESH
OFF
NO RELEASE
ON
WITHOUT LENS
MENU
EXIT
SELECT
EXIT
4/4
4
/
4
ON
MENU
• U kunt ook de functieknop gebruiken als de instructies zeggen dat u 3/4 moet gebruiken, d.w.z. als u menuonderdelen kiest.
• Het menuscherm dat volgt na 4/4 in het [CUSTOM] menu is het eerste menuscherm in het [PLAY] menu.
[CUSTOM SET]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) U kunt de menu-instellingen kiezen voor de camera. (P94)
[NORMAL]:
De normale instellingen worden gekozen.
[FACTORY]:
De instellingen die gelden op het ogenblik van de aankoop worden tijdelijk weer actief wegens een verkeerde bewerking. (Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.)
[SET 1]: De instellingen die opgeslagen
zijn in [CUSTOM SET 1] worden gekozen.
[SET 2]: De instellingen die opgeslagen
zijn in [CUSTOM SET 2] worden gekozen.
[SET 3]: De instellingen die opgeslagen
zijn in [CUSTOM SET 3] worden gekozen.
Menu-instellingen
• Als u op 1 drukt bij elk menuonderdeel van het scherm waarin u menuonderdelen kiest, verschijnen een ogenblik lang alle instellingen voor elk menuonderdeel. (Als u 2 indrukt, keert het scherm terug naar het scherm waarin u menuonderdelen aan het kiezen bent.)
[CUST. SET MEM.]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) De huidige instellingen voor de camera worden opgeslagen als [CUSTOM SET 1], [CUSTOM SET 2] of [CUSTOM SET 3].
[FUNC.1 SET]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) Er is een functie toegewezen aan de [FUNC.1] knop.
[FUNC.2 SET]
Er is een functie toegewezen aan de [FUNC.2] knop.
• Lees P79 voor informatie over [FUNC.1 SET] en [FUNC.2 SET].
[DIREC. EX. COMP.]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) Als u [DIREC. EX. COMP.] instelt op to [ON] kunt u de belichting compenseren door alleen aan de keuzeknop te draaien. (P41)
[ON] [OFF]
[LCD AUTO]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) Als u [ON] instelt en opneemt met de zoeker gaat het LCD-scherm uit als u de ontspanknop half indrukt enz.
[ON] [OFF]
91
VQT0W87
Page 92
Menu-instellingen
[AF FRAME]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) Zet de AF-zone in de gewenste scherpstellingstand. [AUTO]: Het toestel stelt snel scherp op
één van de 3 punten van de focuszones. d.w.z. links, rechts of in het midden. Dit werkt wanneer het object zicht niet in het midden van het scherm bevindt.
[CENTER]:
Het toestel stelt scherp op het object in de AF-zone in het midden van het scherm.
[SELECT]:
Als u op 2/1, drukt kunt u de instelling voor de AF-zone kiezen met Automatisch scherpstellen: vast links, vast rechts of vast in het midden.
• Als u [AUTO] kiest, is de scherpstellingstand niet vastgelegd. De stand wordt automatisch bepaald door de camera tijdens het scherpstellen. Als u het scherpstellingstand wenst vast te leggen voor uw opnamen, kiest u een andere instelling dan [AUTO].
[AF_MF]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) Als u [ON] hebt gekozen, kunt u fijn scherpstellen op het object nadat het automatisch is scherpgesteld door aan de diafragmaring te draaien.
[ON] [OFF]
[AF/AE LOCK HOLD]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) [ON]: De scherpstelling en de belichting
blijven bepaald ook als u [AFL/AEL] loslaat nadat u dit hebt ingedrukt. Als u [AFL/AEL] weer indrukt, wordt [AF/AE LOCK] geannuleerd.
[OFF]: De scherpstelling en de belichting
blijven alleen bepaald terwijl u [AFL/AEL] indrukt. (P68) Als u [AFL/AEL] loslaat, wordt [AF/AE LOCK] geannuleerd.
[AF-LED]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) Als u [ON] hebt gekozen, licht de lamp op als het object scherpt staat in de AF-zone in de zoeker. (P35)
[ON] [OFF]
[FOCUS PRIORITY]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) [ON]: U kunt geen opname maken
zolang het object niet is scherpgesteld.
[OFF]: Dit geeft voorrang aan het beste
ogenblik om een opname te maken zodat u een opname kunt maken als u de ontspanknop helemaal indrukt.
• Als u [OFF] instelt, dient u voorzichtig te zijn want het beeld kan niet scherp zijn ook als u [AFS] of [AFC] in de focusfunctie ingesteld zijn.
92
VQT0W87
Page 93
[COLOR SPACE]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) Stel dit in als u de kleurweergave wenst te corrigeren van opgeslagen beelden op de PC, een printer enz. [sRGB]: Kleurbereik is ingesteld op
sRGB-Kleurbereik. Dit wordt het meeste gebruikt in computeruitrustingen.
[AdobeRGB]:
Kleurbereik is ingesteld op AdobeRGB-Kleurbereik. AdobeRGB is meestal gebuikt voor handelsdoeleinden zoals professioneel afdrukken omdat het een grotere reeks reproduceerbare kleuren heeft dan sRGB.
• Afhankelijk van de instelling van het kleurbereik, wijzigt de naam van het bestand van een opname zoals u hier ziet.
P1000001.JPG
P
: sRGB
_
: AdobeRGB
• Stel sRGB in als u AdobeRGB niet goed kent.
Menu-instellingen
[LONG SHUTTER NR]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) Dit verwijdert beeldruis als de sluitertijd langzamer wordt om opnamen te maken‘s nachts enz. Als u dit op [ON] zet, verschijnt de aftelling op het display als u de ontspanknop indrukt. Beweeg de camera niet. Als de aftelling gedaan is, verschijnt [PLEASE WAIT...] op het display zolang als de tijd die u hebt ingesteld voor de sluitersnelheid en het signaal dat moet worden verwerkt. Als u [MENU/SET] indrukt tijdens een opname, wordt de opname niet gemaakt.
[ON] [OFF]
[MIRROR UP]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) U kunt camerabeweging voorkomen door de spiegel als de zelfonspanner is ingesteld. (P73) [ON]: De spiegel gaat naar boven
voordat het aftellen start. Dit voorkomt dat de camera beweegt als de spiegel naar boven gaat.
[OFF]: Nadat de aftelling is afgelopen,
gaat de spiegel tegelijkertijd naar boven als de opname wordt genomen.
93
VQT0W87
Page 94
Menu-instellingen
[DISPLAY SET]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) Stel in welke informatie op het LCD-scherm moet komen als u opnamen maakt met Live View. Als u [DISPLAY] indrukt om de informatie in te schakelen die op het LCD-scherm verschijnt, komt alleen de informatie op het scherm die op [ON] staat.
[REC. INFO.]: ON OFF [HISTGRAM]: ON OFF [GUIDE 1]: ON OFF [GUIDE 2]: ON OFF
[PIXEL REFRESH]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) U controleert hiermee of het beeld op de beeldsensoren en het beeld na de beeldbewerking optimaal op elkaar aansluiten. De camera is optimaal ingesteld op het ogenblik van de aankoop. Wij raden aan deze instelling elk jaar een keer te controleren. Zet de camera uit en weer aan nadat de pixels gecorrigeerd zijn.
[NO RELEASE WITHOUT LENS]
MENU
Op [ ] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P90) Als u dit op [ON] instelt, kunt u de ontspanknop niet indrukken als er geen lens op de camera zit of als de lens niet goed is vastgemaakt. (Camerabeveiliging)
[ON] [OFF]
Instellingen opslaan in [CUST. SET MEM.]
U kunt het gebruikersgeheugen gebruiken om uw huidige menu-instellingen in de camera op te slaan. U kunt tot 3 menu-instellingen op voorhand opslaan voor later gebruik. Sla de menu-instellingen op voorhand op en kies dan een instelling van het menu die past bij uw opnamesituatie enz. Dit is handig om niet telkens alle instellingen van het menu te wijzigen telkens als u een opname maakt.
1 Op 3/4 drukken om
[CUST. SET MEM.] te kiezen en vervolgens op 1.
1
EXIT
/
4
NORMAL
OFF
MENU
CUSTOM
CUSTOM SET CUST. SET MEMORY FUNC.1 SET FUNC.2 SET DIRECT EXP. COMP.
SELECT
2 Op 3/4 drukken om
[CUSTOM SET 1], [CUSTOM SET 2] of [CUSTOM SET 3] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
CUST.SET MEM.
CUSTOM SET 1 CUSTOM SET 2 CUSTOM SET 3
MENU
MENU
CANCEL SELECT
SET
SET
94
VQT0W87
Page 95
3 Op 3 drukken om [YES] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET].
(Alleen als er opgeslagen instellingen zijn.)
CUST.SET MEM.
OVER WRITE CURRENT CAMERA STATUS AS CUSTOM SET 1 ?
YES
NO
SELECT
SET
MENU
MENU
SET
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
De instellingen gebruiken in
[CUSTOM SET]
Kies de instelling die opgeslagen is in [CUSTOM SET] in het [CUSTOM] menu. (P91)
• De instellingen voor de menuonderdelen raken niet verloren ook niet als u de camera uit zet en u de gebruikersinstellingen niet gebruikt om ze op te slaan.
Menu-instellingen
Het functiemenu [PLAY] gebruiken
U kunt verschillende functies gebruiken in terugspeelfunctie om opnamen terug te spoelen, de beveiliging in te stellen voor deze opnamen, enz.
• Lees P96 tot 105 voor elk menu-onderdeel.
1 Op [ ] drukken om een beeld af
te beelden.
2 Op [MENU/SET] drukken.
3 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen en druk dan op 1.
1
A
EXIT
EXIT
OFF
ON
2
/
2
MENU
2/2
/
2
MENU
PLAY
SLIDE SHOW FAVORITE ROTATE DISP. ROTATE
DPOF PRINT
SELECT
PLAY
PROTECT RESIZE TRIMMING ASPECT CONV.
FORMAT
SELECT
• Druk op 4 in A om het volgende menuscherm te openen.
• Na de stappen
1 en 2 leest u de
beschrijving van het menu-onderdeel in de gebruiksaanwijzingen voor de instelling ervan.
95
VQT0W87
Page 96
Menu-instellingen
Over de onderdelen van de
menuschermen
• Er zijn 2 menuschermen in het [PLAY] functiemenu (1/2 en 2/2).
1/2
EXIT
2/2
2
/
2
MENU
PLAY
SELECT
SLIDE SHOW FAVORITE ROTATE DISP. ROTATE DPOF PRINT
1
PLAY
OFF
ON
SELECT
/
2
PROTECT RESIZE TRIMMING ASPECT CONV.
MENU
FORMAT
• U kunt ook de functieknop gebruiken als de instructies zeggen dat u 3/4 moet gebruiken, d.w.z. als u menuonderdelen kiest.
• Het scherm na 2/2 in het [PLAY] functiemenu is het eerste scherm in het [REC] menu.
[SLIDE SHOW] Beelden achtereenvolgens terugspelen voor een vastgestelde tijd
MENU
Op [ ] drukken om het [PLAY] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P95) Dit wordt aangeraden wanneer u opnamen terugspeelt op een TV-scherm. U kunt ongewenste opnamen overslaan als [FAVORITE] (P97) ingesteld is.
• Het scherm van stap [FAVORITE] op [ON] staat. Als [FAVORITE] op [OFF] staat, herhaalt u
2.
stap
1 verschijnt als
1 Op 3/4 drukken om [ALL] of [ ]
te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
1
PLAY
SLIDE SHOW FAVORITE ROTATE DISP. ROTATE DPOF PRINT
SELECT SET
/
2
ALL
OFF ON
MENU
MENU
SET
[ALL] Hiermee beeldt u alle opnamen
af.
[] Hiermee beeldt u alleen de
opnamen af die ingesteld zijn als favorieten (P97).
• Als geen enkele van de opnamen afgebeeld [ ] is, kunt u [ ] niet kiezen, zelfs als [FAVORITE] ingesteld is op [ON].
2 Op 3 drukken om [START] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
(Scherm wanneer [ALL] gekozen is)
ALL SLIDE SHOW
START DURATION
CANCEL SELECT SET
• De cursor die verschijnt tijdens een diavoorstelling A of als u een diavoorstelling onderbreekt B of tijdens een [MANUAL] diavoorstelling C is dezelfde als 3/4/2/1.
2 SEC.
MENU
MENU
SET
96
VQT0W87
A
CB
•Op 3 drukken om de diavoorstelling te onderbreken. Op 3 drukken om de onderbreking te annuleren.
Page 97
• Druk op 2/1 tijdens de onderbreking
0001
1/19
F2.8
2000
ISO
100
om de vorige of volgende dia te bekijken.
3 Op 4 drukken om te eindigen.
De duur instellen
Kies [DURATION] op het scherm van stap
2 en stel in.
[DURATION] Kan ingesteld worden op
[1 SEC.], [2 SEC.], [3 SEC.], [5 SEC.] of [MANUAL] (manueel terugspelen).
• U kunt alleen [MANUAL] kiezen wanneer [ ] gekozen is in stap
1.
•Op 2/1 drukken om het vorige of het volgende beeld af te beelden wanneer [MANUAL] gekozen is.
• De energiebesparing wordt niet ingeschakeld tijdens een diavoorstelling. (De energiebesparing is wel ingesteld op [10 MIN.] als u de diavoorstelling onderbreekt of een [MANUAL] diavoorstelling terugspeelt.)
[FAVORITE] Favoriete opnamen instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [PLAY] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P95) U kunt het volgende doen als er een markering toegevoegd is aan opnamen en deze ingesteld zijn als favorieten.
• Alle opnamen wissen die niet ingesteld zijn als favorieten. ([ALL DELETE EXCEPT ]) (P50)
• De opnamen die ingesteld zijn als favorieten alleen als diavoorstelling afspelen. (P96)
Menu-instellingen
1 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET].
1
PLAY
SLIDE SHOW FAVORITE ROTATE DISP. ROTATE
DPOF PRINT
SELECT SET
/
2
OFF
ON
ON
CANCEL
MENU
MENU
SET
• U kunt geen opnamen als favorieten instellen als [FAVORITE] ingesteld is op [OFF]. De favorieten met het favorietenpictogram [ ] zullen bovendien niet verschijnen wanneer [FAVORITE] ingesteld is op [OFF] zelfs als deze functie eerder op [ON] stond.
• U kunt [CANCEL] niet kiezen als bij geen enkel beeld [ ] staat.
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
3 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 3 drukken.
A
ISO
2000
100
1/19
10100_0001
F2.8
P
• Herhaal de bovenstaande procedure.
•Als 3 ingedrukt is terwijl het [ ] favorietenpictogram A afgebeeld wordt, wordt [ ] geleegd en wordt de favorieteninstelling geannuleerd.
• U kunt tot en met 999 opnamen als favorieten instellen.
97
VQT0W87
Page 98
Menu-instellingen
0001
1/19
F5.6
125
ISO
100
Alle favorieten wissen 1 [CANCEL] op het scherm dat verschijnt
in stap
1 kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
2 Op 3 drukken om [YES] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
3 Op [MENU/SET] drukken om het menu
te sluiten.
• Wanneer u opnamen af laat drukken door een fotograaf is [ALL DELETE EXCEPT ] (P50) handig omdat hiermee alleen de opnamen die u af wenst te laten drukken op de kaart blijven staan.
• [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] op de CD-ROM (meegeleverd) gebruiken om favorieten in te stellen, te bevestigen of te wissen. (Voor informatie hierover de aparte gebruikshandleiding voor aansluiting op de PC raadplegen.)
• Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn niet als favorieten in kunt stellen.
[ROTATE DISP.]/[ROTATE] Om het beeld gedraaid af te beelden
MENU
Op [ ] drukken om het [PLAY] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P95) Met deze functie kunt u automatisch opnamen verticaal afbeelden als deze gemaakt werden met een verticaal gehouden toestel of opnamen manueel draaien met stappen van 90°.
Display draaien (Het beeld wordt
automatisch gedraaid en afgebeeld.)
1 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET].
1
OFF
/
2
OFF
ON
MENU
MENU
SET
PLAY
SLIDE SHOW FAVORITE ROTATE DISP. ROTATE DPOF PRINT
SELECT SET
• De opnamen worden afgebeeld zonder gedraaid te worden wanneer u [OFF] kiest.
• Lees P48 voor informatie over hoe u opnamen terug kunt spelen.
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
ISO
125
10100_0001
100
1/19
F5.6
P
• Beelden die met een verticaal gehouden camera zijn gemaakt, worden automatisch verticaal afgebeeld.
Draaien
(Het beeld wordt manueel gedraaid.)
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4 drukken.
ROTATE
100-0001
1/19
MENU
EXIT
SET
SELECT
• De [ROTATE] functie wordt uitgeschakeld wanneer [ROTATE DISP.] ingesteld is op [OFF].
98
VQT0W87
Page 99
• Beveiligde beelden kunnen niet worden gedraaid.
2 Op 3/4 drukken om de richting
te kiezen waarin u het beeld wenst te draaien en vervolgens op [MENU/SET].
ROTATE
MENU
MENU
CANCEL
SELECT
SET
SET
De opname draait rechtsom in stappen van 90o.
De opname draait linksom in stappen van 90o.
3 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Voorbeeld
Wanneer u het beeld rechtsom draait ()
Originele opname
• Wanneer [ROTATE DISP.] ingesteld is op [ON] worden opnamen die gemaakt zijn met een verticaal gehouden toestel, verticaal teruggespeeld (gedraaid).
• Als u opnamen maakt door de camera op en neer te bewegen, kan het zijn dat deze opnamen niet verticaal worden afgebeeld. (P34)
• Het beeld kan enigszins wazig zijn wanneer het toestel op de TV aangesloten is met de videokabel (meegeleverd) en verticaal teruggespeeld worden.
Menu-instellingen
• Als u opnamen bekijkt op een PC, zouden deze niet afgebeeld kunnen worden in de gedraaide richting tenzij het OS of de software compatibel is met Exif. Exif is een formaat voor stilstaande beelden dat ook opname-informatie opslaat. Het is van “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association)”.
• Gedraaide beelden worden gedraaid afgebeeld als u ze bekijkt met de terugspeelfunctie en de terugspeelzooom maar niet in de terugspeelfunctie met meerdere afbeeldingen tegelijk.
• Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn, niet kunt draaien.
[DPOF PRINT] Het af te drukken beeld en het aantal afdrukken instellen
MENU
Op [ ] drukken om het [PLAY] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P95) DPOF “Digital Print Order Format” is een systeem waarmee de gebruiker kan kiezen welke opnamen hij afdrukt, hoeveel exemplaren van elk beeld hij afdrukt en of de opnamedatum wel of niet afgedrukt moet worden met een DPOF-compatibele fotoprinter of fotograaf. Voor details raadpleegt u uw fotograaf.
Op 3/4 drukken om [SINGLE], [MULTI] of [CANCEL] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
1
PLAY
SLIDE SHOW FAVORITE ROTATE DISP. ROTATE
DPOF PRINT
SELECT SET
• U kunt [CANCEL] niet kiezen als er geen afdrukken ingesteld zijn in de DPOF-printsettings.
/
2
OFF ON
SINGLE
MULTI
CANCEL
MENU
MENU
SET
99
VQT0W87
Page 100
Menu-instellingen
Een beeld
1 Op 2/1 drukken om het af te
drukken beeld te kiezen en vervolgens op 3/4 om het aantal afdrukken in te stellen.
A
• De aanduiding van het aantal afdrukken [] A verschijnt.
• Het aantal afdrukken kan ingesteld worden op een cijfer tussen 0 tot 999. Als het aantal afdrukken ingesteld is op [0] wordt de DPOF printinstelling geannuleerd.
DPOF SET THIS
1
COUNT
SELECT
1
100-0001
1/19
DATE
EXIT
DISPLAY
MENU
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Meerdere beelden
1 Op 2/1 drukken om het af te
drukken beeld te kiezen en vervolgens op 3/4 om het aantal afdrukken in te stellen.
B
DPOF SET MULTI
7 8 9
10 11
COUNT
SELECT
• De aanduiding van het aantal afdrukken [] B verschijnt.
• Herhaal de bovenstaande procedure. (U kunt niet alle opnamen tegelijkertijd instellen.)
• Het aantal afdrukken kan ingesteld worden op een cijfer tussen 0 tot 999. Als het aantal afdrukken ingesteld is op
1
12
DISPLAY
DATE
1
MENU
EXIT
[0] wordt de DPOF printinstelling geannuleerd.
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Alle instellingen wissen
1 Op 3 drukken om [YES] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET].
CANCEL ALL DPOF
CANCEL ALL DPOF PRINT SETTINGS?
YES
NO
SELECT
SET
MENU
MENU
SET
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
De datum afdrukken
Na het instellen van het aantal, kunt u het afdrukken met de opnamedatum instellen/ annuleren door op [DISPLAY] te drukken.
DPOF SET THIS
1
DATE
C
COUNT
SELECT
• De aanduiding van de datumafdruk [ ] C verschijnt.
• Wanneer u naar een fotograaf voor digitaal afdrukken gaat, dient u het afdrukken van de datum apart te bestellen indien u dat wenst.
• Afhankelijk van de fotograaf of de printer, zou de datum niet afgedrukt kunnen worden zelfs als u instelt op het afdrukken van de datum. Voor verdere informatie raadpleegt u uw fotograaf of de gebruiksaanwijzing van uw printer.
1
100-0001
1/19
DISPLAY
DATE
EXIT
MENU
DATE
100
VQT0W87
Loading...