Vóór gebruik, gelieve deze instructies helemaal lezen.
Web Site: http://www.panasonic-europe.com
EG
VQT0W87
Page 2
Voor Gebruik
Voor Gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik
maken u te bedanken voor de aanschaf
van deze Panasonic Digitale Fotocamera.
Lees deze handleiding met aandacht en
bewaar hem binnen handbereik voor
toekomstige raadpleging.
Informatie voor Uw
Veiligheid
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF
SCHOKKEN EN STORENDE
INTERFERENTIES TE BEPERKEN,
DIENT U ALLEEN GEBRUIK TE
MAKEN VAN DE AANBEVOLEN
ACCESSOIRES EN DE
APPARATUUR NIET BLOOT TE
STELLEN AAN REGEN OF VOCHT.
VERWIJDER HET DEKSEL
(ACHTERKANT) NIET, IN HET
APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN
GEBRUIKERSBEDIENBARE
ONDERDELEN. NEEM VOOR
ONDERHOUD CONTACT OP MET
DESKUNDIGE
ONDERHOUDSTECHNICI.
Neem zorgvuldig het auteursrecht in
acht.
Het opnemen van reeds beschreven
banden of schijven, of ander
gepubliceerd of uitgezonden materiaal,
voor andere doeleinden dan persoonlijk
gebruik, kunnen een overtreding van het
auteursrecht vormen. Zelfs voor privégebruik kan het opnemen van bepaald
materiaal aan beperkingen onderhevig
zijn.
• Houdt u er rekening mee dat de huidige
bedieningselementen, de onderdelen, de
menu-opties enz. van uw Digitale Camera
enigszins af kunnen wijken van de
illustraties die in deze Handleiding voor
Gebruik opgenomen zijn.
• Four Thirds
• SDHC Logo is een handelsmerk.
• Adobe is een handelsmerk of
geregistreerd handelsmerk van Adobe
Systems Incorporated in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
• Leica is een geregistreerd handelsmerk
van Leica Microsystems IR GmbH.
• Elmarit is een geregistreerd handelsmerk
van Leica Camera AG.
• Andere namen, bedrijfsnamen en
productnamen die in deze handleiding
voorkomen, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de
betreffende bedrijven.
TM
is een handelsmerk.
2
VQT0W87
Page 3
Voor Gebruik
HET STOPCONTACT MOET IN DE
NABIJHEID VAN HET APPARAAT
GEÏNSTALLEERD WORDEN EN
MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op
onjuiste wijze vervangen wordt.
Vervang alleen door een zelfde soort
batterij of equivalent, die door de
fabrikant aanbevolen worden. Gooi de
gebruikte batterijen weg zoals door de
fabrikant voorgeschreven wordt.
∫ Opmerking betreffende lithiumbatterijen
≥Bij dit product zijn lithiumbatterijen
geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn,
mag u deze niet weggooien maar moet u
deze inleveren als klein chemisch afval.
≥Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als
stroomvoorziening voor de klok.
≥Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen
van de lithiumbatterij op het moment dat u het
apparaat aan het einde van de levensduur
vervangt.
≥Verzekert u ervan dat de ingebouwde
lithiumbatterij door vakbekwaam
servicepersoneel wordt verwijderd.
∫ Alleen voor servicepersoneel:
Lithiumbatterij
Schroevendraaier
Printplaat
≥Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte
Bedradingsplaat met behulp van de
schroevendraaier etc. zoals het figuur hierboven.
≥De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en
VQT0W87
3
Page 4
Voor Gebruik
Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur
(particulieren)
Dit symbool betekent in Europa dat gebruikte elektrische en
elektronische producten niet bij het normale huishoudelijke afval
mogen.
Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar
ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden
verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In Nederland kunt u uw
producten bij uw winkelier inleveren bij de aanschaf van een
vergelijkbaar nieuw product.
Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u
waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve
gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen
ontstaan door een onjuiste verwerking van afval. Neem contact op met uw gemeente
voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt of raadpleeg
www.nvmp.nl, www.ictoffice.nl of www.stibat.nl.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met
uw leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie.
Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw
leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is.
∫ Over kaarten die gebruikt kunnen
worden in dit apparaat
U kunt een SD-geheugenkaart, een
SDHC-geheugenkaart en een
MultiMediaCard gebruiken.
• Wanneer de term kaart gebruikt wordt in
deze gebruiksaanwijzing verwijst dit naar
de volgende types Geheugenkaarten.
– SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
– SDHC-geheugenkaart (4 GB)
– MultiMediaCard
Meer specifieke informatie over kaarten die
gebruikt kunnen worden met dit apparaat.
• U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart
gebruiken als u kaarten gebruikt met 4 GB
of meer vermogen.
• Een 4 GB-geheugenkaart zonder een
SDHC-logo is niet gebaseerd op de
SD-standaard en zal niet in dit product
werken.
∫ Zorgdragen voor de fotocamera
• Het toestel niet erg schudden of
stoten. Het toestel kan stoppen normaal
te werken, beelden kunnen niet
opgenomen worden of de lens kan
beschadigd raken.
• Zand of stof kan ervoor zorgen dat het
toestel slecht gaat werken. Ervoor
zorgen dat er geen zand of stof in de
lens of de aansluitingen komt wanneer
u het toestel op het strand etc.
gebruikt.
• Ervoor zorgen dat er geen water in het
toestel komt wanneer u het gebruikt op
een regenachtige dag of op het strand.
• Deze camera is niet waterdicht. Als er
regen of ander water op valt, droogt u
dit af met een droge doek.
• Steek uw handen niet in de spiegel.
Duw of trek niet met een blazer en blaas
niet te hard op de sluitergordijnen die erg
dun zijn. Wees er voorzichtig mee en
maak er geen krassen op, verbuig ze niet
en beschadig ze niet.
4
VQT0W87
Page 5
∫ Over de LCD-scherm
• Duw niet op het LCD-scherm met te
veel kracht want dit kan storingen
veroorzaken.
• Er kan zich condensatie op de LCDscherm vormen op plekken met grote
temperatuurverschillen. De condensatie
er met een zachte, droge doek afvegen.
• Als de camera koud is wanneer u deze
aan zet, is het beeld op het LCD-scherm
een beetje donkerder dan normaal. Het
beeld zal weer normaal helder worden als
de binnenkant van de camera warmer
wordt.
Dit LCD-scherm is gemaakt met hogeprecisietechnologie. Er kunnen soms
donkere of heldere stippen (rood, blauw
of groen) op het scherm zitten. Dit is
geen storing. Het LCD-scherm heeft
meer dan 99,99% werkzame pixels
waarvan 0,01% niet actief is of altijd
actief. De stippen komen niet op de
beelden op de kaart.
∫ Over de Lens
• Niet hard op de lens drukken.
• Het toestel niet met de lens naar de zon
toe laten aangezien dit voor het slecht
gaan werken van het toestel kan zorgen.
Verder voorzichtig zijn wanneer u het
toestel buiten laat of dicht bij een raam.
• Als er vuil (water, olie of vingerafdrukken
enz.) op de lens zit, beïnvloedt dit ook de
opname. Maak de lens voorzichtig schoon
met een zachte droge doek voordat en
nadat u opnamen maakt.
• Zet de camera niet met de
lensbevestiging ergens op. Maak de
lensbevestigingscontacten 1 niet vuil.
Voor Gebruik
∫ Over condens (Als er damp op de lens
of de zoeker zit)
• Condens ontstaat als de
omgevingstemperatuur of -vochtigheid
wijzigt zoals hieronder beschreven wordt.
Pas op voor condens omdat het vlekken
op de lens, schimmel of storingen in de
camera veroorzaakt.
– Wanneer het toestel naar binnen wordt
gebracht van de kou naar een warme
kamer.
– Wanneer het toestel verplaatst wordt
van buiten de auto naar de auto met
airconditioning aan.
– Wanneer koele wind van een
airconditioner etc. direct op het toestel
geblazen wordt.
– Op vochtige plekken.
• Om condensatie te voorkomen, het
toestel in een plastic zak stoppen totdat
de temperatuur van het toestel dicht bij
die van de omgevingstemperatuur is. Als
er zich condensatie voordoet, het toestel
uitzetten en het ongeveer 2 uren met rust
laten. De mist zal op natuurlijke wijze
verdwijnen wanneer de temperatuur van
het toestel dicht in de buurt komst van die
van de omgevingstemperatuur.
VQT0W87
5
Page 6
Voor Gebruik
∫ Wanneer u het toestel niet gebruikt
gedurende een lange tijdsperiode
• De batterij in een koele en doge plaats
met een relatief stabiele temperatuur
opbergen.
[Aanbevolen temperatuur:
15 oC tot 25 oC,
Aanbevolen vochtigheid:
40% tot 60%]
• De batterijen en de kaart altijd uit het
toestel verwijderen.
• Als u de batterij in de camera laat zitten,
zal de batterij toch leeg raken ook als de
camera uit staat. In deze situatie raakt de
batterij helemaal leeg en wordt deze
onbruikbaar ook als u de batterij weer
oplaadt.
• Wanneer de batterijen voor een lange tijd
opgeslagen worden, raden we aan ze
eens per jaar op te laden. De batterijen uit
het toestel verwijderen en ze weer
opslaan nadat ze helemaal leeg geraakt
zijn.
• We raden aan het toestel op te slaan met
een droogmiddel (kwartsglas gel)
wanneer u deze in een kast bewaart.
• Als u de camera een lange tijd niet hebt
gebruikt, controleert u alle delen eerst
voordat u opnamen maakt.
Over deze
gebruiksaanwijzing
∫ Over aanduidingen in deze
handleiding
Nuttige of handige informatie voor het
gebruik van dit toestel wordt beschreven.
∫ Over de illustraties van de
cursorknop
In deze gebruiksaanwijzing worden
handelingen waarvoor u de cursorknop
gebruikt, met afbeeldingen geïllustreerd.
b.v.: Wanneer u op de 4 knop drukt
∫ Over de functieknop
In deze gebruiksaanwijzing worden de
handelingen met de functieknop als volgt
beschreven zodat u het pictogram op het
scherm herkent.
Draai langzaam maar zeker aan de
functieknop.
3
MENU
21
SET
4
6
VQT0W87
∫ Over illustraties in deze
gebruiksaanwijzing
Het product zelf, de illustraties en de
menuschermen kunnen lichtjes afwijken
van de in gebruik zijnde.
Page 7
Inhoud
Voor Gebruik
Informatie voor Uw Veiligheid ...................2
Dit wordt gedurende ongeveer
5 seconden afgebeeld wanneer het
toestel aan wordt gezet, na het instellen
van de klok en na het overschakelen
van de terugspeelfunctie naar de
kabelaansluiting (P112)
Dit verschijnt wanneer u afdrukt met
een printer die PictBridge verwerkt.
(Afhankelijk van de printer kan dit
pictogram al dan niet verschijnen.)
7 Histogram (P56)
8 Beeldnummer/Totaal opnamen
9 Map/bestandsnummer (P107)
10 Tegelijkertijd RAW-bestand opslaan
ON/OFF (P85)
11 Kwaliteit (P84)
12 Beeldresolutie (P84)
13 Batterij-aanduiding (P19)
14 Favorieteninstellingen (P97)
15 Aantal DPOF-prints (P99)
16 Opgenomen datum en tijd
15
VQT0W87
Page 16
Voorbereiding
Over de lens
U kunt op dit toestel de meegeleverde lens
gebruiken of een lens die compatibel is met
de montagestandaard voor “Four Thirds
System (Four Thirds Mount)”.
Kies een lens die goed is voor de scène die
u opneemt en het doel van uw opnamen.
Als u een andere dan de voorgeschreven
verwisselbare lens gebruikt, kunt u de
automatische scherpstelling niet instellen
en niet accuraat meten. Sommige andere
functies zullen ook niet werken.
∫ “Four Thirds Mount”
Dit is de lensmontagestandaard voor het
“Four Thirds System”.
Dit zijn verwisselbare lenzen die recent
speciaal zijn ontworpen voor de optische
ontwerpvereisten van digitale camera’s.
∫ Een lens van een andere fabrikant
• Sommige lenzen van andere fabrikanten
hebben geen diafragmaring. Als u een
dergelijke lens gebruikt, wordt [FUNC.1]
vast ingesteld voor het diafragma.
Lees P79 voor informatie over het gebruik
van [FUNC.1].
• Afhankelijk van het lenstype, kunt u
sommige functies niet gebruiken.
• Het beschikbare flitslampbereik enz.
hangt af van de diafragmawaarde van de
lens die u gebruikt.
• Maak enkele testopnamen met de lens
die u gebruikt.
Lens vastmaken/
losmaken
• De camera moet uit staan.
• Sluit de flits.
∫ De lens op de camera vastmaken
1 Draai aan de achterste lensdop A
en de cameradop B in de richting
van de pijl om deze los te maken.
11
22
A
• Steek uw handen niet in de
spiegelkamer. (P11)
2 Lijn de
lensbevestigingsmarkeringen C
(rood) op de camera en de lens
uit en draai de lens dan in de
richting van de pijl totdat u deze
hoort klikken.
C
• Druk de knop om de lens los te maken
niet in als u een lens vastmaakt.
• Probeer de lens niet schuin op de
camera te doen omdat u hiermee de
lensbevestiging kunt beschadigen.
• Controleer altijd of de lens goed op de
camera zit.
B
16
VQT0W87
Page 17
3 Maak de lensdop los.
∫ Optische beeldstabilisator
De meegeleverde lens heeft een
beeldstabilisatorfunctie.
Deze functie wordt vrijgegeven zodra de
lens op de camera wordt bevestigd.
Zet de [O.I.S.] schakelaar op [ON].
OFF ON
Voorbereiding
∫ De lens van de camera verwijderen
• De camera moet uit staan.
1 Bevestig de lensdop.
2 Zet de [O.I.S.] schakelaar op
[OFF].
3 Druk op de knop om de lens los te
maken D terwijl u de lens zo ver
mogelijk in de richting van de pijl
losdraait.
D
• Maak altijd de cameradop op de
camera zodat er geen stof of vuil in kan
komen.
• Doe de achterste lensdop op de
camera zodat het lenscontactpunt niet
beschadigd raakt.
• U kunt de beeldstabilisatorfunctie op
[MODE1] of [MODE2] zetten met
[OIS MODE] in het [REC] functiemenu
(P88). Op het ogenblik van de aankoop
staat de functie op [MODE1].
• Wij raden aan de [O.I.S.] knop op [OFF] te
zetten als u een statief gebruikt. Als de
[O.I.S.] knop op [OFF] staat, verschijnt
[] op het LCD-scherm.
• Vervang lenzen die erg vuil of stoffig zijn.
• Als u de camera uitzet of vervoert, maakt
u lensdop erop vast om het lensoppervlak
te beschermen.
• Maak de lensdop los voordat u opnamen
maakt.
• Verlies de lensdop, de achterste
lensdop en de cameradop niet.
17
VQT0W87
Page 18
Voorbereiding
De batterij opladen
met de oplader
• De batterij wordt niet opgeladen voor de
verzending. Laad dus de batterij eerst op.
1 Sluit de AC-kabel aan.
A
3 Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
B
• Het laden is gedaan als het lampje
[CHARGE] B uitgaat (na ongeveer
130 minuten).
• Als u een AC-kabel aansluit, begint het
[POWER] rode lampje A te branden.
• De batterij kan niet worden opgeladen
als de DC-kabel op de AC-adapter
wordt aangesloten.
2 Lijn de batterij uit met de
markeringen op de AC-adapter en
steek deze dan recht in de
AC-adapter. Controleer of de
batterij goed vastzit.
• Het laden start als het lampje
[CHARGE] B groen oplicht.
B
• Haal de AC-kabel uit het stopcontact als
de batterij opgeladen is.
• De batterij wordt warm na het gebruik/
laden of tijdens het laden. Ook de
fotocamera wordt warm tijdens het
gebruik. Dit is echter geen storing.
• Een volle batterij raakt leeg als u deze
lang niet gebruikt. Laad de batterij
opnieuw op.
• De batterij kan opgeladen worden zelfs
als deze niet helemaal leeg is.
• Gebruik de speciale AC-adapter en
batterij.
• Gebruik AC-adapters binnenshuis.
• Haal de AC-adapter niet uit elkaar en
wijzig er niet aan.
18
VQT0W87
Page 19
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen)
∫ Batterijaanduiding
Het resterende batterijvermogen verschijnt
op het scherm.
• De batterijaanduiding wordt rood en
knippert. (De statusaanwijzing knippert
als het LCD-scherm uit wordt gezet.) Laad
de batterij op of vervang deze door een
volle batterij.
(Dit verschijnt niet als u een AC-adapter
gebruikt.)
∫ Levensduur van de batterij
Het aantal mogelijke opnamen met de
zoeker
(Volgens CIPA-standaard in de
AE-programmafunctie)
Aantal opnamen
Opnamevoorwaarden volgens
CIPA-standaard
• Temperatuur: 23 °C/Vochtigheid: 50%
wanneer de LCD-scherm aan staat.
• Een Panasonic’s SD-geheugenkaart
gebruiken
¢
• De geleverde batterij gebruiken.
• De meegeleverde lens gebruiken.
• Start met opnemen 30 seconden nadat de
camera is aangezet. (Als de
optische-beeldstabilisatorfunctie op
[MODE1] staat)
• Om de 30 seconden opnemen, met volle
flits om de opname.
• Het toestel om de 10 opnamen uitzetten.
• CIPA is een afkorting van “Camera &
Imaging Products Association”.
¢De kaart is optioneel.
Ongeveer 450 opnamen
(Ongeveer 225 min)
(128 MB; optioneel).
Voorbereiding
Het aantal opnamen verschilt
afhankelijk van de pauzetijd tussen de
opnamen. Als de pauzetijd tussen de
opnamen langer wordt, neemt het
aantal opnamen af.
[bijv. Als u om de 2 minuten opnamen
maakt, neemt het aantal mogelijke
opnamen af tot ongeveer 110.]
Het aantal mogelijke opnamen als u het
LCD-scherm (Live View) gebruikt
(De voorwaarden zijn die van de
CIPA-standaard.)
Aantal opnamen
Ongeveer 300 opnamen
(Ongeveer 150 min)
Terugspeeltijd
Terugspeeltijd Ongeveer 420 min
Het aantal opnamen en de terugspeeltijd
zullen variëren afhankelijk van de
omstandigheden waarin de camera werkt
en de opslagcondities van de batterij.
∫ Opladen
OplaadtijdOngeveer 130 min
De oplaadtijd en het aantal resterende
opnamen met de optionele batterij
(CGR-S603E) zijn dezelfde als hierboven.
• Als het opladen start, brandt de
[CHARGE] aanduiding.
∫ Als de [CHARGE] aanduiding knippert
• De batterij is te leeg. Na een korte tijd zal
de [CHARGE] aanduiding beginnen
branden en zal het normale opladen
starten.
• Als de batterij te heet of te koud is, zal het
opladen langer duren dan normaal.
• Wanneer de bedrijfstijd van de camera
extreem kort wordt zelfs als de batterij
goed opgeladen is, is de batterij aan het
einde van zijn levensduur. Koop een
nieuwe batterij.
19
VQT0W87
Page 20
Voorbereiding
∫ Opnamecondities
• Laad de batterij op bij een temperatuur
tussen 10 oC tot 35 oC. (Dit moet ook de
temperatuur van de batterij zelf zijn.)
• De prestatie van de batterij kan tijdelijk
verminderen en de bedrijfstijd kan korter
worden bij lagere temperaturen (b.v.
skiën/snowboarden).
De batterijen in het
toestel doen/eruit
halen
• De camera moet uit staan.
• Sluit de flits.
1 Schuif de vergrendeling in de
richting van de pijl (OPEN) en
open dan het batterijklepje.
Steek de batterij erin totdat u
deze hoort klikken.
Eruit halen:
Duw de hendel A in de richting
van de pijl om de batterij eruit te
halen.
20
VQT0W87
A
• Let op de richtingaanduiding [ ] op de
batterij als u de batterij erin steekt.
Page 21
3 1 Sluit de batterijklep.
2 Schuif de vergrendeling goed
in de richting van de pijl
(CLOSE).
11
O
P
E
E
S
N
O
L
C
22
• Haal de batterij uit het toestel na gebruik.
• Als u volledig opgeladen batterijen meer
dan 24 uren in het toestel laat zitten,
wordt de klokinstelling opgeslagen in het
toestel voor ongeveer 3 maanden zelfs
als de batterijen eruit gehaald worden.
(Als u een onvoldoende opgeladen batterij
erin doet, wordt deze opslagtijd
aanzienlijk korter.) De klokinstelling wordt
hoe dan ook na een bepaalde tijdspanne
geannuleerd. Stel in dit geval de klok weer
in. (P30)
• Verwijder de kaart of de batterij niet als
u de kaart aan het aflezen bent. U
beschadigt hiermee de gegevens die
erop staan. (P23)
• Zet de camera uit en haal de batterij
eruit nadat het LCD-scherm en het
statuslampje (groen) uit zijn gegaan.
Als u de batterij eruit haalt terwijl de
camera aan staat, kunnen uw
instellingen verkeerd worden
opgeslagen.
• De geleverde batterij is alleen bedoeld
voor dit toestel. Gebruik de batterij niet
voor andere apparatuur.
Voorbereiding
De AC-adapter
gebruiken
U kunt de camera gebruiken zonder dat u
zich zorgen over de batterij hoeft te maken
als u deze aansluit op een PC of een
printer als u de AC-adapter gebruikt.
• De camera moet uit staan.
• Sluit de flits.
1 Sluit de AC-kabel aan.
2 Sluit de DC-kabel aan A.
1
A
• Trek de DC-kabelbedekking 1 open en
maak dan de DC-kabel vast aan de
camera volgens de stappen in “De
batterijen in het toestel doen/eruit
halen” (P20). Trek de DC-kabel door de
opening zoals u op de afbeelding ziet
en sluit dan de batterijklep.
• Zorg ervoor dat de DC-kabel niet onder
het batterijklepje klemt.
21
VQT0W87
Page 22
Voorbereiding
• Gebruik geen andere AC-adapter dan de
meegeleverde.
• Geen andere DC-kabels gebruiken dan
de meegeleverde kabel. Als u andere
DC-kabels gebruikt, kunt u problemen
veroorzaken.
• De camera wordt warm tijdens het
gebruik. Dit is geen storing.
• Maak de AC-adapter en de DC-kabel los
als u de camera niet gebruikt.
De kaart in het toestel
doen/eruit halen
(Optioneel)
• De camera moet uit staan.
• Sluit de flits.
• Leg een kaart klaar.
1 De kaartklep openen.
2 Erin doen:
De kaart helemaal erin doen
totdat deze klikt.
Eruit halen:
Druk de kaart totdat deze klikt,
trek de kaart er vervolgens recht
uit.
22
VQT0W87
PUSH TO
LO
CK / EJE
CT
• Controleer de richting van de kaart.
• Raak de aansluitingen op de achterkant
van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd worden als
deze niet goed in het toestel zit.
Page 23
3 1 Sluit de kaartklep.
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
ISO
100
F5.6
125
125
5.6
STD
19
2 De kaartklep naar het einde
schuiven en vervolgens stevig
sluiten.
22
111
• Als u de kaartklep niet goed kunt
sluiten, haalt u de kaart er weer uit en
steekt u deze er weer in.
• Zet altijd eerst de camera uit voordat u
de klep op de kaart opent.
• De kaart en de gegevens kunnen
beschadigd worden als u de kaart in
het toestel doet of eruit haalt terwijl het
toestel aan staat.
• We raden het gebruik aan van een
Panasonic SD-geheugenkaart of een
SDHC-geheugenkaart.
Voorbereiding
Over de kaart
∫ Toegang tot de kaart
De kaartaanduiding A licht rood op als
opnamen op de kaart worden geschreven.
P
STANDARD
WB
ISO
BC
B: Zoekerdisplay
C: Als u opnamen maakt met Live View
Als de kaartaanduiding oplicht, worden
opnamen gelezen of gewist of wordt de
kaart geformatteerd (P105). Niet
toegestane handelingen:
• het toestel uitzetten.
• de batterij of de kaart verwijderen.
• met het toestel schudden of ermee
kloppen.
• maak de DC-kabel los als u de
AC-adapter gebruikt.
De kaart en de gegevens kunnen
beschadigd raken en het toestel zou
kunnen ophouden met normaal werken.
∫ De kaart gebruiken
Zet regelmatig belangrijke opnamen van de
kaart over naar de PC (P106). De
gegevens op de kaart kunnen beschadigd
of verloren raken door elektromagnetische
golven en statische elektriciteit en het
toestel of de kaart kunnen beschadigd
raken.
• Formatteer de kaart niet op de PC of
andere apparatuur. Formatteer de kaart
alleen op het toestel zelf zodat er niets
kan mislopen. (P105)
F 5.6
AUTO
100
SINGLE
125
-
1+1+10-2+2
A
P
F5.6
125
CUSTOM
NORMAL
19
ISO
100
STD
19
23
VQT0W87
Page 24
Voorbereiding
• De schrijf-en leesnelheid van een
SD-Geheugenkaart en een
SDHC-geheugenkaart is hoog. Beide
kaarttypen zijn uitgerust met een
Schrijfbeveiligingsschakelaar D zodat de
kaart niet kan worden geformatteerd en
niemand er iets op kan schrijven. (Als u
de schakelaar naar de [LOCK] kant zet,
kunt u geen gegevens op de kaart wissen,
schrijven of de kaart formatteren. Zet u de
schakelaar naar de andere kant, dan kunt
u dit alles wel doen.)
• Deze camera is compatibel zowel met
SD-geheugenkaarten als met
SDHC-geheugenkaarten. U kunt een
SDHC-geheugenkaart gebruiken voor
uitrustingen die compatibel zijn met
SDHC-geheugenkaarten maar u mag
geen SDHC-geheugenkaart gebruiken in
utirustingen die alleen compatibel zijn met
SD-geheugenkaarten. (Als u
SDHC-geheugenkaarten gebruikt in
andere uitrustingen, dient u altijd eerst de
handleiding van deze uitrusting te lezen.)
SD-geheugenkaart
D
2
Gelieve deze informatie op de volgende
website te bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
• Lees P130 voor meer informatie over het
aantal beelden dat u op elke kaart kunt
opnemen.
• Deze camera is compatibel met
SD-geheugenkaarten die voldoen aan de
specificaties van SD-geheugenkaarten en
geformatteerd zijn in FAT12 en FAT16.
De camera is ook compatibel met
SDHC-geheugenkaarten die voldoen aan
de specificaties voor
SD-geheugenkaarten en zijn
geformatteerd in FAT32.
• De SDHC-geheugenkaart is een
standaard geheugen dat als zodanig is
gedefinieerd door de SD Association in
2006 voor kaarten met een geheugen
groter dan 2 GB.
• De SD-geheugenkaart en
SDHC-geheugenkaart en de
MultiMediaCard zijn kleine, lichtgewicht
verwijderbare externe kaarten.
• De aflees-/schrijfsnelheid van een
MultiMediaCard is langzamer dan die van
een SD-geheugenkaart of een
SDHC-geheugenkaart. Wanneer u een
MultiMediaCard gebruikt, kan de prestatie
van bepaalde functies enigszins
langzamer zijn dan geadverteerd.
• Hou de geheugenkaart buiten het bereik
van kinderen om inslikken ervan te
voorkomen.
24
VQT0W87
Page 25
De lensbescherming
gebruiken
In fel zonlicht of met sterk achtergrondlicht
zal de lensbescherming schitteringen en
schaduwen tot een minimum herleiden. De
lensbescherming voorkomt overbelichting
en zorgt voor een betere opnamekwaliteit.
• De camera moet uit staan.
• Sluit de flits.
Steek de lensbescherming op de
lens met de korte zijde boven en
onder en draai dan in de richting
van de pijl totdat u een klik hoort.
A
A: Gelijk zetten met de markering.
∫ De lensbescherming tijdelijk
opbergen
1 Draai de lensbescherming in de
richting van de pijl om deze los te
maken.
Voorbereiding
2 Draai de lensbescherming om en
bevestig deze dan op dezelfde
manier als reeds is beschreven.
• Bevestig de lensdop.
• Als u de lensbescherming tijdelijk niet
gebruikt, controleert u of deze goed is
vastgemaakt en niet in het beeld komt.
• Houd de lensbescherming met de korte
kanten vast als u deze vast of los maakt.
• Als u flitsopnamen maakt terwijl de
lensbescherming op de camera zit, kan
het onderste gedeelte van de foto donker
worden (vignetteneffect) en wordt de flits
uitgeschakeld omdat deze bedekt wordt
door de lensbescherming. Verwijder in dit
geval de lensbescherming.
• Als u de AF-lamp gebruikt voor donkere
situaties, verwijder dan de
lensbescherming.
• Voor meer details over hoe u de
MC-beveiliging en de PL-filter moet
gebruiken, leest u P116.
• Raadpleeg uw dealer of het
dichtstbijzijnde servicecentrum als u de
meegeleverde accessoires verliest.
(U kunt de accessoires apart kopen.)
25
VQT0W87
Page 26
Voorbereiding
De draagriem
vastmaken
1 Steek de riem door de opening in
de draagriemring.
A
A: Kijkglasbescherming
• Maak het riempje zo vast dat de kant
waaraan de kijkglasbescherming zit bij
de zoeker zit.
2 Steek de riem door de stopgesp
en trek de riem aan.
B
De
kijkglasbescherming
vastmaken
Als u opnamen maakt met uw ogen niet op
de zoeker, kan er licht in de zoeker komen
dat de belichting en de scherpstelling
beïnvloedt.
Maak de kijkglasbescherming zo vast dat
er geen licht in de zoeker komt en zorg
voor een accurate belichting met de Live
View (P55) of de zelfontspanner (P73) en
als u de afstandontspanknop gebruikt.
(DMW-RSL1; optioneel) (P117)
1 Schuif de kijkglasbescherming
van onder naar boven om deze
los te maken.
2 Schuif de kijkglasbescherming
van boven naar onder.
B: Trek de riem 2 cm of meer aan.
• Maak het riempje aan de andere kant
van de camera vast zodat het niet
oprolt.
• Controleer of de riem goed vastzit aan de
camera.
• Maak het riempje zo vast dat het “L
LOGO aan de buitenakant zit.
UMIX”
26
VQT0W87
• De kijkglasbescherming is vastgemaakt
aan het riempje.
Page 27
∫ De kijkglasbescherming vastmaken
Schuif de kijkglasbescherming van
boven naar onder.
• Verlies de kijkglasbescherming niet.
• Raadpleeg uw dealer of het dichtst
bijzijnde servicecentrum als u de
kijkglasbescherming (VYQ3887) verliest.
Voorbereiding
De camera aan zetten
Zet de knop ON/OFF op de
camera op [ON].
A
ON
OFF
• Het statuslampje A gaat branden als u de
knop op [ON] zet. Het statuslampje
knippert als de batterij leeg begint te
raken.
• De camera gaat uit als u de knop op
[OFF] zet.
Stofverwijdering
Als u de camera aan zet, gaat deze
functie vanzelf aan om stof vooraan op de
beeldsensor te verwijderen.
27
VQT0W87
Page 28
Voorbereiding
De datum en de tijd
instellen
(Klokinstelling)
∫ Begininstelling
De klok is niet ingesteld zodat het volgende
scherm verschijnt wanneer u het toestel
aanzet.
ON
OFF
A
B
PLEASE SET THE CLOCK
A: [MENU/SET] knop
B: Cursorknoppen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
datum en de tijd te kiezen.
CLOCK SET
00 00
SELECTSETEXIT
A:Tijd in uw woongebied
B:Tijd in uw reisgebied (P118)
2/1: Kies het gewenste onderdeel
3/4: De afbeeldingvolgorde voor de
datum en tijd instellen.
• Op [ ] drukken om de tijdinstelling te
annuleren.
CLOCK SET
112006
:
D/M/Y
MENU
SET
:
A
:
B
JAN
CANCEL
..
MENU
.
• Lees [WORLD TIME] (P118) voor
informatie over het instellen van de
plaatselijke tijd in uw reisgebied [].
3 Verschillende keren op
[MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• Zet het toestel uit als u klaar bent met
het instellen van de klok. Zet het
vervolgens weer aan en controleer of
de klok goed ingesteld is.
∫ De klokinstelling wijzigen
1 Op [MENU/SET] drukken om het menu
te openen en dan op 2.
2 Op 4 drukken om het [SETUP]
menupictogram [ ] te kiezen en
vervolgens op 1. (P29)
3 Op 3/4 drukken om [CLOCK SET] te
kiezen en druk dan op 1. Stel in als in
de stappen
• Wanneer helemaal opgeladen batterijen
gedurende meer dan 24 uren in het
toestel laat zitten, wordt de klokinstelling
opgeslagen in het toestel voor ongeveer
3 maanden zelfs als de batterijen eruit
gehaald worden.
• U kunt het jaar instellen tussen 2000 en
2099. Er wordt gebruik gemaakt van het
24-urensysteem.
• Als de datum niet in het toestel
opgeslagen is, zal deze niet afgedrukt
worden wanneer u een fotoprintservice
gebruikt, zelfs als deze de optie heeft om
de datum op uw foto’s af te drukken.
(P100)
2 en 3.
SET UP
SELECT
CLOCK SET
WORLD TIME
MONITOR
AUTO REVIEW
POWER SAVE
EXIT
1
/
3
n
5 MIN.
MENU
0
28
VQT0W87
Page 29
Over het
instellingenmenu
Menu
• De onderdelen instellen zoals vereist.
(P30 tot 33 raadplegen voor elk
menuonderdeel.)
• Het volgende voorbeeld legt uit hoe u
[BEEP] instelt.
• [RESET] in het menu kiezen om terug te
keren naar de begininstellingen die u
aantreft bij aankoop. (P31)
1 Druk op [MENU/SET] en dan
op 2.
1
SET
A
EXIT
EXIT
EXIT
EXIT
/
3
OFF
MENU
1
/
3
n
5 MIN.
MENU
1
/
3
n
5 MIN.
MENU
2
/
3
4k
MENU
MENU
SET
0
0
REC
FILM MODE
PICT.SIZE
QUALITY
RAW REC.
ASPECT
SELECT
2 Op 4 drukken om het [SETUP]
menupictogram [ ] te kiezen en
vervolgens op 1.
SET UP
CLOCK
WORLD TIME
MONITOR
AUTO REVIEW
POWER SAVE
SELECT
3 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen.
SET UP
CLOCK SET
WORLD TIME
MONITOR
AUTO REVIEW
POWER SAVE
SELECT
SET UP
MF ASSIST
BEEP
NO.
RESET
RESET
USB MODE
SELECT
Voorbereiding
• Druk op 4 in A om het volgende
menuscherm te openen.
4 Op 1 drukken, op 3/4 drukken
om de instelling te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
2
SET
/
3
4k
MENU
MENU
SET
SET UP
MF ASSIST
BEEP
SELECT
NO.
RESET
RESET
USB MODE
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om het menu te sluiten.
∫ Over de onderdelen van de
menuschermen
• Er zijn 3 menuschermen in het [SETUP]
menu (1/3, 2/3, en 3/3).
SET UP
SELECT
1/3
CLOCK SET
WORLD TIME
MONITOR
AUTO REVIEW
POWER SAVE
SET UP
EXIT
SELECT
1
MF ASSIST
n
BEEP
NO.
2 MIN.
RESET
USB MODE
/
3
0
MENU
RESET
2/3
SET UP
EXIT
SELECT
2
/
3
4k
HIGHLIGHT
VIDEO OUT
TV ASPECT
MENU
LANGUAGE
3/3
OFF
SET UP
NTSC
ENG
EXIT
3
3
/
/
3
4
ENG
MENU
• U kunt de schakelknop ook gebruiken als
de instructies zeggen dat u 3/4 moet
gebruiken, d.w.z. om menuonderdelen in
te stellen.
• Het menuscherm dat volgt na 3/3 in het
[SETUP] menu is het eerste menuscherm
in het [CUSTOM] menu.
29
VQT0W87
Page 30
Voorbereiding
[CLOCK SET]
MENU
Op [] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P29)
Datum en tijd wijzigen. (P28)
[WORLD TIME]
MENU
Op [] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P29)
[]:De plaatselijke tijd op uw
reisbestemming is ingesteld.
[]:De tijd in uw woongebied is
ingesteld.
• Op P118 drukken om te weten hoe u
[WORLD TIME] instelt.
[MONITOR]
MENU
Op [] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P29)
De schermhelderheid kan geregeld worden
in 7 stappen.
[AUTO REVIEW]
MENU
Op [] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P29)
Terugspeeltijd
[1SEC.]/[2SEC.]/[3SEC.]:
Het opgenomen beeld verschijnt
zolang als hier is ingesteld. Dit is
handig om de scherpstelling te
bevestigen.
[OFF]: Het opgenomen beeld verschijnt
niet automatisch.
Zoomtijd
[1SEC.]/[2SEC.]/[3SEC.]:
Het opgenomen beeld wordt 4
keer vergroot en verschijnt
zolang als hier is ingesteld. Dit is
handig om de scherpstelling te
bevestigen.
Het beeld wordt niet uitvergroot in
de burstfunctie, auto bracket of
als RAW-bestanden worden
opgeslagen.
30
VQT0W87
[OFF]: Het opgenomen beeld verschijnt
niet automatisch.
• Als u de burstfunctie gebruikt (P70), auto
bracket (P71) of RAW-bestanden opslaat
(P85) werkt de automatische
terugspeelfunctie onafhankelijk van de
manier waarop deze is ingesteld. (Het
beeld wordt niet vergroot.)
• Als [HIGHLIGHT] (P32) ingesteld is op
[ON] knipperen te witte zones zwart en wit
in de automatische terugspeelfunctie.
[POWER SAVE]
MENU
Op [] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P29)
[1MIN.]/[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]:
De energiebesparingsfunctie
wordt geactiveerd (het toestel
wordt automatisch uitgezet om de
batterijlevensduur te sparen) als
u het toestel net zo lang niet
gebruikt als ingesteld is in de
besparingsfunctie.
[OFF]: Energiebesparingsfunctie is niet
geactiveerd.
• De ontspanknop tot de helft indrukken of
het toestel uit-en aanzetten om de
energiebesparingsfunctie te annuleren.
• De energiebesparing werkt niet als u de
AC-adapter gebruikt, het toestel aansluit
op een PC of printer en tijdens een
diavoorstelling. (De energiebesparing
staat wel vast op [10 MIN.] als u een
diavoorstelling onderbreekt of stopt
tijdens het manueel terugspelen van een
diavoorstelling.)
Page 31
[MF ASSIST]
(Alleen met opname met Live View)
MENU
Op [] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P29)
Als u opnamen maakt met Live View en
manueel scherpstellen, wordt het hele
scherm op het LCD-scherm uitvergroot om
gemakkelijker scherp te stellen op het
object. (P60)
[4x]:Het hele scherm wordt 4 keer
vergroot.
[10x]:Het hele scherm wordt 10 keer
vergroot.
[OFF]: Het scherm wordt niet vergroot.
[BEEP]
MENU
Op [] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P29)
Het volume in van de
focusbevestigingstoon, de
zelfontspannertoon en het alarm instellen.
[]:Geen toon
[]:Zachte toon
[]:Luide toon
[NO.RESET]
MENU
Op [] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P29)
Stel dit in als u wenst dat het
bestandsnummer vanaf de volgende
opname start vanaf 0001.
(Het mapnummer wordt bijgewerkt en het
bestandsnummer start vanaf 0001.)
• U kunt een mapnummer tussen 100 en
999 toewijzen.
Wanneer u het mapnummer 999 bereikt,
kunt u niet verder instellen. Wij raden aan
de kaart te formatteren nadat u de
gegevens op een PC of ergens anders
opgeslagen hebt.
Voorbereiding
• Om het mapnummer weer op 100 te
zetten, eerst de kaart formatteren (P105)
en dan deze functie gebruiken om het
mapnummer te resetten.
Er verschijnt een resetscherm voor het
mapnummer. [YES] kiezen om het
mapnummer opnieuw in te stellen.
• P107 raadplegen voor gedetailleerde
informatie over het bestandsnummer en
het mapnummer.
[RESET]
MENU
Op [] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P29)
De volgende menu-instellingen worden
weer teruggezet naar de begininstellingen.
• De volgende instellingen worden ook
gereset als u de camera instelt op
[RESET].
– [FILM MODE] (P82)
– [CUST. SET MEM.] (P94)
– [WORLD TIME] (P118)
– Ook [FAVORITE] in het play
functiemenu (P97)
• Het mapnummer en de klokinstelling
worden niet gewijzigd.
31
VQT0W87
Page 32
Voorbereiding
[USB MODE]
MENU
Op [] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P29)
Het USB-communicatiesysteem kiezen
voordat of nadat u het toestel op uw PC of
printer aansluit met de USB-kabel
(meegeleverd). (P106, 109)
[SELECT ON CONNECTION]:
[PC] of [PictBridge (PTP)] kiezen als u
het toestel op een PC of een printer
hebt aangesloten die PictBridge
verwerkt.
[PC]:
Instellen na of voor aansluiten op een
PC.
[PictBridge (PTP)]:
Instellen na of voor het aansluiten op
een printer die PictBridge verwerkt.
• Wanneer u [PC] kiest, wordt het toestel
aangesloten via het “USB Mass Storage”
communicatiesysteem.
• Wanneer u [PictBridge (PTP)] kiest, wordt
het toestel aangesloten op het “PTP
(Picture Transfer Protocol)”
communicatiesysteem.
[HIGHLIGHT]
MENU
Op [] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P29)
[ON]:Als u de automatische
terugspeelfunctie gebruikt,
knipperen witte velden in het
beeld zwart en wit.
[OFF]: Geen highlight display
[ON]
[OFF]
• Als er te witte zones zijn, compenseert u
de belichting negatief (P43) aan de hand
van het histogram (P56) en maakt u de
opname opnieuw. De kwaliteit van de
opname zal beter zijn.
• Er kunnen te witte zones zijn als de
afstand tussen de camera en het object te
dicht is en u opnamen maakt met de
flitslamp. Als [HIGHLIGHT] is ingesteld op
[ON] in dit geval, knipperen de te witte
zones zwart en wit.
32
VQT0W87
[VIDEO OUT]
MENU
Op [] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P29)
[NTSC]: Video-output wordt op NTSC
systeem ingesteld.
[PAL]:Video-output staat op het
PAL-systeem.
• Video-output is alleen beschikbaar voor
het terugspelen.
Page 33
[TV ASPECT]
MENU
Op [] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P29)
[]:
Kies dit als u de camera aansluit op een
TV met 16:9 scherm.
[]:
Kies dit als u de camera aansluit op een
TV met 4:3 scherm.
• De TV-aspectratio werkt alleen in de
terugspeelfunctie.
• [] is geschikt om opnamen weer te
geven die opgenomen zijn met een ratio
ingesteld op [] op een scherm van
een 16:9 TV. Opname gemaakt met een
aspectratio van [] of [] zullen
verschijnen met zwarte stroken links en
rechts op het scherm.
• Als u [] kiest, worden opnamen met
een ratio van [] of []
weergegeven met zwarte stroken bovenen onderaan op het scherm.
• Als u [] kiest en de Videokabel
gebruikt (meegeleverd) voor weergave
(P112) verschijnen de opnamen verticaal
op de LCD-scherm.
Voorbereiding
[LANGUAGE]
MENU
Op [] drukken om het [SETUP] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P29)
De taal instellen in het menuscherm met de
volgende talen. Op 3/4 drukken om de
gewenste taal in te stellen en dan op
[MENU/SET].
• Als u per ongeluk een andere taal instelt,
kiest u [] in het pictogrammenmenu om
de gewenste taal in te stellen.
33
VQT0W87
Page 34
Basiskennis
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
F
Basiskennis
Voordat u opneemt
met de zoeker
Tips om mooie opnamen te maken
• Het toestel voorzichtig vasthouden met
beide handen, armen stil houden en uw
benen een beetje spreiden.
• Als u opneemt, moeten uw voeten lichtjes
gespreid maar stevig op de grond staan
en mag u niet geraakt worden door
bijvoorbeeld een bal of een persoon.
• Het toestel niet bewegen wanneer u op de
ontspanknop drukt.
• Bedek de AF-lamp of IR-sensor niet met
uw vingers of andere voorwerpen.
• Als u de camera verticaal houdt, raden wij
aan de AF-lamp A boven te houden
zodat u deze niet bedekt met uw vingers.
A
∫ Richtingfunctie
Beelden die opgenomen zijn met een
verticaal gehouden toestel worden verticaal
(gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer
[ROTATE DISP.] (P98) ingesteld is op [ON])
• Het beeld wordt misschien niet verticaal
afgebeeld als u het gemaakt hebt met een
naar boven of naar beneden gericht
toestel.
De zoeker beter zichtbaar maken
(Diopter instellen)
Kijk in de zoeker op een heldere
plaats en draai dan de
diopterstelknop naar daar waar
de lijn van het AF-zone B het
duidelijkst is.
B
Het infoscherm op het LCD-scherm
wijzigen
Op [DISPLAY] drukken om te
wijzigen.
CD
P
STANDARD
WB
-
1 +1+10-2+2
AUTO
ISO
100
CUSTOM
SINGLE
NORMAL
19
C: Normale weergave
D: Geen weergave
E
E: [DISPLAY] knop
F: LCD-scherm
• U kunt ook opnemen terwijl u naar het
LCD-scherm kijkt. (Live View)
Lees P55 voor meer informatie.
34
VQT0W87
Page 35
Automatisch
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
CF
scherpstellen en
belichten
(AF: Autofocus/
AE-programmafunctie [])
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd
en de diafragmawaarde in volgens de
helderheid van het object.
• Verwijder de lensdop.
• Zet de camera aan. (P27)
• Zet de bedieningshendel op [
A: Ontspanknop
1 Zet de scherpstellinghendel op
[AFS].
AFS
AFC
MF
• AFS is de afkorting van “Auto Focus
Single”. Het toestel stelt zelf scherp als
u de ontspanknop half indrukt.
2 Draai de sluitertijdknop op [A].
8
15
4
30
/
B
2-60s
A
60
-
000
1
0
0
0
4
125
500
250
A
].
A
AFL
AEL
Basiskennis
3 Draai de diafragmaring op [A]
terwijl u op de diafragmaringknop
B drukt.
P
STANDARD
A
WB
ISO
-
1+1+10-2+2
AUTO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
B
• Het toestel schakelt over naar de
AE-programmafunctie [].
4 Richt de AF-zone C op het punt
waarop u scherp wilt stellen en
druk dan de ontspanknop half in.
G
G: Zoekerdisplay
• U kunt de diafragmawaarde D en de
sluitersnelheid E controleren.
• De camera laat een toon horen en het
focuslampje F brandt als het object
scherp is.
• Het focuslampje knippert als het object
niet scherp staat in het beeld. In dit
geval wordt geen opname gemaakt.
Druk de ontspanknop nogmaals in om
scherp te stellen.
• Lees P37 voor informatie over de
objecten die zich moeilijk scherp laten
stellen.
ED
19
35
VQT0W87
Page 36
Basiskennis
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
250
4.0
• De camera stelt scherp op een zone
van 3 punten links, rechts of in het
midden - in de AF-zone en een lamp
(AF-LED weergave) brandt waar het
object zich bevindt. U kunt de instelling
voor de AF-zone en de AF-LED
weergave wijzigen in het [CUSTOM]
menu. (P90)
• Lees P36 voor meer info over de
programmaschakeling.
• Het focusbereik is 29 cm tot ¶. (als u
de meegeleverde lens gebruikt)
• Als de ISO-gevoeligheid ingesteld is op
[ISO100] en het diafragma op F2.8 (met
de meegeleverde lens) wordt de
sluitersnelheid automatisch ingesteld
op een tijd tussen 4 seconden en
1/4000e van een seconde.
5 Druk de ontspanknop helemaal in
om de opname te maken.
• Er wordt geen opname gemaakt zolang
het object niet scherp is.
• Als u de ontspanknop helemaal wenst
in te drukken om een opname te maken
ook als het object niet scherp is, stelt u
[FOCUS PRIORITY] in het [CUSTOM]
menu in op [OFF]. (P92)
• Om beeldruis te voorkomen raden wij aan
de ISO-gevoeligheid te verminderen
voordat u opnamen maakt. (P77) (De
ISO-gevoeligheid staat op [AUTO] als de
camera verpakt wordt voor de verkoop.
Daarom verhoogt de ISO-gevoeligheid als
u binnenshuis opneemt enzovoort.)
• Als u een lens zonder diafragmaring
gebruikt, drukt u op [FUNC.1] en draait u
daarna aan de functieknop om het
diafragma in te stellen.
∫ Programmaschakeling
In de AE-programmafunctie kunt u de
ingestelde diafragmawaarde en de
sluitertijd wijzigen zonder de belichting te
wijzigen; dit heet programmaschakeling.
U kunt de achtergrond waziger maken door
het diafragma kleiner te maken of een
bewegend voorwerp met meer beweging
opnemen door de sluitertijd korter te maken
als u een opname maakt in de
AE-programmafunctie.
• Druk de ontspanknop half in en druk dan
op 3/4 of draai aan de functieknop A
om de programmaschakeling te activeren
terwijl het diafragma en de sluitersnelheid
verschijnen in de zoeker (ongeveer
10 seconden).
• We raden aan te controleren of de klok
juist ingesteld is voordat u opnamen
maakt. (P28)
• Wanneer er een tijd ingesteld is voor
energiebesparing (P30), gaat het toestel
automatisch uit als u dit niet gebruikt
binnen de ingestelde tijd. Om het toestel
weer te gebruiken, de ontspanknop tot de
helft indrukken of het toestel aan-en
uitzetten.
B
P
STANDARD
WB
ISO
250
F 4.0
-
1 +1+10-2+2
AUTO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
A
19
36
VQT0W87
Page 37
• De aanduiding voor de
)
programmaschakeling verschijnt B op het
scherm als deze functie geactiveerd is.
• Om de programmaschakeling te
annuleren, zet u de camera uit of draait u
de functieknop naar boven en naar onder
totdat de aanduiding voor de
programmaschakeling verdwijnt.
• Als de belichting niet goed is wanneer u
de ontspanknop half indrukt, worden de
aanduidingen voor het diafragma en de
sluitersnelheid op het LCD-scherm
(informatieweergavescherm) rood. Het
diafragma en de sluitersnelheid knipperen
in de zoeker. (Ze knipperen niet als de flits
werkt.)
• De programmaschakeling wordt
geannuleerd en de camera stelt weer de
normale AE-programmafunctie in als er
meer dan 10 seconden verlopen nadat u
de programmaschakeling hebt
geactiveerd. De
programmaschakelinginstelling wordt wel
opgeslagen.
• Afhankelijk van de helderheid van het
object kan het zijn dat de
programmaschakeling niet werkt.
Mooie opnamen maken
∫ Scherpstellen
• Het focusbereik met automatisch
scherpstellen is 29 cm tot ¶. (met de
meegeleverde lens op het toestel)
• Als de afstand tussen het toestel en het
object buiten het focusbereik van het
toestel valt, kan het beeld niet juist
scherpgesteld zijn zelfs als de
focusaanduiding brandt.
(Ev
• In de volgende gevallen zou het toestel
15
niet goed scherp kunnen stellen op de
16
17
objecten.
18
– Wanneer er zowel objecten dichtbij als
19
objecten ver weg zijn.
20
– Wanneer er vuil of stof op het glas zit
tussen de lens en het object.
– Wanneer er verlichte of schitterende
voorwerpen rondom het object zijn.
– Wanneer u een opname maakt op een
donkere plek.
– Wanneer het object snel beweegt.
– Wanneer er weinig contrast in de scène
weinig is.
– Wanneer het toestel beweegt.
– Wanneer het object heel fel gekleurd is.
– Als u opnamen maakt van objecten met
een veelvuldig herhaald design zoals
ramen op een gebouw.
Wij raden aan opnamen te maken met
AF/AE lock (P68). Op donkere plaatsen
kan de AF-lamp (P88) aan gaan om
scherp te stellen op het object.
• Zelfs als de focusaanduiding verschijnt en
er op het object scherpgesteld is, wordt
deze geannuleerd als u de ontspanknop
loslaat. Druk de ontspanknop opnieuw
half in.
Basiskennis
37
VQT0W87
Page 38
Basiskennis
P
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
2000
22
∫ Camerabeweging
• Op beweging letten wanneer u de
ontspanknop indrukt.
• Wij raden een statief aan. Houd de
camera ook goed vast (P34). Met de
zelfontspanner (P73) of de
afstandontspanknop (DMW-RSL1;
optioneel) (P117) voorkomt u beweging
van de camera door het indrukken van de
ontspanknop als u een statief gebruikt.
• De sluitertijd zal vooral in de volgende
gevallen korter zijn. Houd het toestel stil
vanaf het moment dat u de ontspanknop
indrukt totdat het beeld op het scherm
verschijnt. We raden in dit geval het
gebruik van een statief aan.
– Trage synchr. (P64)
– Trage synchr./Reductie rode-ogeneffect
(P64)
– Als u de sluitertijd op langzaam instelt
(P40, 41)
∫ Belichting
• Als u de ontspanknop half indrukt
wanneer de belichting niet voldoende is,
worden de diafragmawaardeaanduiding
A en de sluitertijdaanduiding B rood. (Ze
knipperen niet als de flits werkt.)
A
B
P
2000
F 22
STANDARD
WB
AUTO
ISO
-
SINGLE
1+1+10-2+2
CUSTOM
NORMAL
100
19
• Als het grootste gedeelte van het object
helder is zoals tijdens mooi weer of
sneeuw, kunnen de opnamen te donker
worden. Corrigeer de belichting in deze
gevallen in de positieve richting. (P43)
38
VQT0W87
Continu scherpstellen op een
object (AFC)
(Als u opnamen met de zoeker
maakt)
Met deze functie kunt u een opname beter
samenstellen door continu scherp te stellen
op de beweging van het object terwijl u de
ontspanknop half indrukt.
Als u opnamen maakt van een bewegend
object, voorspelt de camera de beweging
van het object en stelt erop scherp.
(bewegingsvoorspelling)
• Controleer of de camera ingesteld is op
opnamen maken met de zoeker. Als u
opnamen maakt met Live View, drukt u op
[LIVE VIEW] om de camera op opnamen
met de zoeker in te stellen. (P55)
Zet de focushendel op [AFC].
AFS
AFL
AFC
AEL
MF
• AFC is de afkorting van “Auto Focus
Continuous”. Terwijl u de ontspanknop
half indrukt, stelt de camera continu
scherp op het object.
• Het kan even tijd duren om scherp te
stellen als u de zoomhendel van Breed op
Tele zet of plotseling de camera van een
object dat ver weg is, richt op een object
dichtbij.
• Druk de opspanknop opnieuw half in als u
niet goed scherp kunt stellen.
• Lees P71 voor informatie over
scherpstellen tijdens burstopnamen.
• [AFC] werkt niet in de
scherpstellingfunctie als u opnamen
maakt met Live View.
Als u de scherpstellinghendel op [AFC]
zet, verschijnt de melding [SWITCH TO
AFS] en wordt [AFC] in de
scherpstellingsfunctie gezet.
Page 39
AE-diafragmavoorrang
A
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
22
[]
Stel de diafragmawaarde in op een hogere
waarde als u een scherpe achtergrond
wenst. Stel de diafragmawaarde minder
groot in als u de achtergrond niet echt
scherp wenst.
1 Draai de sluitertijdknop op [A].
8
15
4
30
/
B
2-60s
A
60
-
000
1
0
0
0
4
125
500
250
A
2 Draai aan de diafragmaring om de
diafragmawaarde in te stellen.
A
B
Basiskennis
• Als u de ontspanknop half indrukt
wanneer de belichting niet voldoende is,
worden de diafragmawaardeaanduiding
en de sluitertijdaanduiding rood. Het
diafragma en de sluitersnelheid knipperen
in de zoeker. (Ze knipperen niet als de flits
werkt.)
• Als het grootste gedeelte van het object
helder is zoals tijdens mooi weer of
sneeuw, kunnen de opnamen te donker
worden. Corrigeer de belichting in deze
gevallen in de positieve richting. (P43)
• De ISO-gevoeligheid kan niet op [AUTO]
worden gezet. (De ISO-gevoeligheid
wordt automatisch op [ISO100] gezet als
u van [AUTO] overschakelt op
AE-diafragmavoorrang.)
• Als u een lens zonder diafragmaring
gebruikt, drukt u op [FUNC.1] en draait u
daarna aan de functieknop om het
diafragma in te stellen.
A: [2.8] tot [22]
• Als u overschakelt van [A] draait u aan
de diafragmaring en drukt u
tegelijkertijd op de diafragmaringknop
B.
A
F 22
STANDARD
WB
ISO
-
1+1+10-2+2
AUTO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
19
• Het toestel schakelt nu over naar de
AE-diafragmavoorrang [].
3 Maak een opname.
39
VQT0W87
Page 40
Basiskennis
S
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
1000
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
1000
C
AE-sluitervoorrang
[]
Als u een scherpe opname wenst te maken
van een snel bewegend object, stelt u een
hogere sluitertijd in. Als u een trail-effect
wenst, stelt u een lagere snelheid in.
1 Draai aan de diafragmaring [A]
terwijl u de diafragmaringknop A
indrukt.
A
A
2 Draai aan de sluitertijdknop om
de sluitertijd in te stellen.
8
4
1
2
/
5
-6
B
0
s
A
0
0
0
1
-
0
3
0
0
0
B
4
0
0
60
5
0
5
125
2
ON
OFF
B: [2-60s/B] tot [1000-4000]
S
1000
STANDARD
WB
ISO
• Het toestel schakelt over naar de
AE-sluitertijdvoorrang [].
• Als de sluitertijdknop op [2-60s/B] of
[1000-4000] staat, drukt u op 3/4 of
draait u aan de functieknop C om de
sluitertijd in te stellen.
-
AUTO
1+1+10-2+2
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
19
S
1000
STANDARD
WB
AUTO
ISO
-
SINGLE
1+1+10-2+2
CUSTOM
NORMAL
100
19
• U kunt instellen van 1/2 seconde tot
60 seconden in stappen van [1/3 EV]
als de sluitertijdknop op [2-60s/B] staat.
• U kunt instellen van 1/1000e van een
seconde tot 1/4000e van een seconde
in stappen van [1/3 EV] als de
sluitertijdknop op [1000-4000] staat.
• Als u [DIREC. EX. COMP.] (P91) op
[ON] zet, kunt u de functieknop niet
gebruiken.
3 Maak een opname.
• Als de flits werkt, wordt de sluitertijd
minder dan 1/160e van een seconde
onafhankelijk van de instelling van de
sluitertijd. (P66)
• Als u de ontspanknop half indrukt met een
lage sluitersnelheid, wordt de sluitertijd op
het scherm afgeteld.
• Wij raden aan een statief te gebruiken met
een lage sluitertijd.
• Als u de ontspanknop half indrukt
wanneer de belichting niet voldoende is,
worden de diafragmawaardeaanduiding
en de sluitertijdaanduiding rood. Het
diafragma en de sluitersnelheid knipperen
in de zoeker. (Ze knipperen niet als de flits
werkt.)
• Als het grootste gedeelte van het object
helder is zoals tijdens mooi weer of
sneeuw, kunnen de opnamen te donker
worden. Corrigeer de belichting in deze
gevallen in de positieve richting. (P43)
40
VQT0W87
Page 41
• De ISO-gevoeligheid kan niet op [AUTO]
M
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
1000
22
worden gezet. (De ISO-gevoeligheid
wordt automatisch op [ISO100] gezet als
u van [AUTO] overschakelt op
AE-sluitervoorrang.)
• U kunt Trage synchr. [] en Trage
synchr./Rode-ogenreductie [] niet
instellen op de ingebouwde flitslamp.
• Als u een lens zonder diafragmaring
gebruikt, drukt u op [FUNC.1] en draait u
daarna aan de functieknop om het
diafragma in te stellen.
Basiskennis
Manuele belichting
[]
Bepaal de belichting door manueel het
diafragma en de sluitertijd in te stellen.
1 De diafragmawaarde en de
sluitertijd instellen.
Draai aan de diafragmaring om de
diafragmawaarde in te stellen.
A
B
A: [2.8] tot [22]
• Als u overschakelt van [A] draait u aan
de diafragmaring en drukt u
tegelijkertijd op de diafragmaringknop
B.
Draai aan de sluitertijdknop om
de sluitertijd in te stellen.
8
4
1
2
/
5
-6
B
0
s
A
0
0
0
1
-
0
3
0
0
0
4
C
M
STANDARD
WB
ISO
F 22
AUTO
100
0
0
5
SINGLE
0
5
2
ON
OFF
1000
125
60
-
1+1+10-2+2
CUSTOM
NORMAL
19
C: [2-60s/B] tot [1000-4000]
• Het toestel schakelt over naar de
manuele belichting [].
41
VQT0W87
Page 42
Basiskennis
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
1000
22
F
• Als de sluitertijdknop op [2-60s/B] of
[1000-4000] staat, drukt u op 3/4 of
draait u aan de functieknop D om de
sluitertijd in te stellen.
M
1000
F 22
STANDARD
WB
AUTO
ISO
-
SINGLE
1+1+10-2+2
CUSTOM
NORMAL
19
D
100
• U kunt van 1/2 seconde tot
60 seconden instellen in stappen van
[1/3 EV] als de sluitertijdknop op
[2-60s/B] staat. De volgende instelling
na 60 seconden is [B] (Bulb). Lees P42
voor informatie over het instellen van B
(Bulb).
• U kunt instellen van 1/1000 van een
seconde tot 1/4000 van een seconde in
stappen van [1/3 EV] als de
sluitertijdknop op [1000-4000] staat.
• Als u [DIREC. EX. COMP.] (P91) op
[ON] zet, kunt u de functieknop niet
gebruiken.
2 Druk de ontspanknop half in.
E
E: Zoekerdisplay
• De hulp voor manuele belichting F
verschijnt ongeveer 10 seconden om u
een idee te geven van de belichting.
• Als de belichting niet goed is,
controleert u het diafragma en de
sluitertijd.
3 Druk de ontspanknop helemaal in
om de opname te maken.
∫ Hulp bij manuele belichting
De belichting is goed.
Stel een hogere
sluitertijd of een groter
diafragma in.
Stel een lagere
sluitertijd of een kleiner
diafragma in.
• De hulp bij de manuele belichting is
slechts een benadering. Controleer de
opnamen met de automatische
terugspeelfunctie.
∫ Over [B] (Bulb)
Als u de sluitertijd op [B] zet, blijft de sluiter
open terwijl u de ontspanknop helemaal
indrukt (tot ong. 8 minuten).
De sluiter sluit als u de ontspanknop
loslaat.
Gebruik deze functie als u de sluiter open
wilt laten voor een lange tijd om opnamen
van vuurwerk, nachtscènes enz. te maken.
• Als u de sluitertijd op [B] zet, verschijnt
[] op de zoeker en [B] op het
LCD-scherm.
• Als u opneemt met de sluitertijd op [B],
gebruik dan een volle batterij. (P19)
• Wij raden een statief of een
afstandontspanknop (DMW-RSL1;
optioneel) aan om opnamen te maken
met de sluitertijd op [B]. Lees P117 voor
informatie over de afstandontspanknop.
• Als u opnamen maakt met de sluitertijd op
[B], kunt u beeldruis krijgen. Om beeldruis
te voorkomen, raden wij aan
[LONG SHUTTER NR] in te stellen in het
[CUSTOM] menu op [ON] voordat u
opnamen maakt. (P93)
• De hulp bij manuele belichting verschijnt
niet.
42
VQT0W87
Page 43
• Als u de ontspanknop half indrukt met een
lage sluitersnelheid, wordt de sluitertijd op
het scherm afgeteld.
• Wij raden aan een statief te gebruiken met
een lage sluitertijd.
• Als de belichting niet goed is, worden de
diafragmawaarde en sluitertijd op het
scherm rood als u de ontspanknop half
indrukt. Het diafragma en de
sluitersnelheid knipperen in de zoeker.
(Ze knipperen niet als de flits werkt.)
• U kunt de volgende functies niet instellen
als u de manuele belichting hebt
ingesteld.
–AUTO [], AUTO/
Rode-ogenreductie [], Trage
synchr. [] en Trage synchr./
Rode-ogenreductie [] op de
ingebouwde flitslamp.
– [AUTO] in ISO-gevoeligheid (De
ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op [ISO100] als u overschakelt
van [AUTO] naar Manuele belichting.)
– Belichtingscompensatie
• Als u een lens zonder diafragmaring
gebruikt, drukt u op [FUNC.1] en draait u
daarna aan de functieknop om het
diafragma in te stellen.
Basiskennis
Belichtingscompensatie
Gebruik deze functie wanneer u de
geschikte belichting niet kunt verkrijgen
wegens het verschil in helderheid tussen
het object en de achtergrond. Zie de
volgende voorbeelden.
Onderbelichting
De belichting positief compenseren.
Juiste belichting
Overbelichting
De belichting negatief compenseren.
43
VQT0W87
Page 44
Basiskennis
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
+2
ISO
100
P
STD
19
+2
ISO
100
P
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
STD
19
∫ Als u [FUNC.2] gebruikt om de
belichting te compenseren
([FUNC.2] is ingesteld op het ogenblik
van de aankoop voor de compensatie
van de belichting.)
1 Op [FUNC.2] A drukken.
P
STANDARD
WB
ISO
B
AUTO
0
100
SINGLE
-1-1+1+10-2-2+2
ISO
100
STD
-
1+1+10-2+2
CUSTOM
19
NORMAL
A
19
B: Als u opnamen maakt met Live View
2 Draai aan de functieknop C om
de belichting te compenseren.
P
STANDARD
WB
ISO
-
AUTO
1+1+10-2+2
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
C
19
DE
1
/
3
--1 +1+10-2+2
ISO
100
STD
19
D: Zoekerdisplay
E: Als u opnamen maakt met Live View
• Draai de functieknop naar boven om de
belichting negatief te compenseren en
draai de functieknop naar onder om de
belichting positief te compenseren.
• U kunt compenseren van [j2 EV] tot
[i2 EV] in stappen van [1/3 EV].
• Kies [0] om terug te keren naar de
originele belichting.
• [] en de gekozen
compensatiewaarde verschijnt op de
zoeker.
• De waarde van de compensatie
verschijnt op het LCD-scherm als u
opnamen maakt met Live View. Lees
P55 voor informatie over Live View.
3 Druk de ontspanknop half in om
de gekozen belichting in te
stellen.
• U kunt de belichting ook op de
volgende manier instellen:
– Op [FUNC.2] drukken
– Gebruik de camera enkele seconden
lang niet
∫ Als u de functieknop alleen gebruikt
om de belichting te compenseren
Als u [DIREC. EX. COMP.] op [ON] zet,
kunt u de belichting alleen compenseren
met de functieknop en en hoeft u [FUNC.2]
niet in te drukken. (Deze functie staat op
[OFF] op het ogenblik van de aankoop.)
1 Druk op [MENU/SET] en dan
op 2.
1
EXIT
OFF
/
3
MENU
SET
MENU
REC
FILM MODE
PICT.SIZE
QUALITY
RAW REC.
ASPECT
SELECT
2 Op 4 drukken om het [CUSTOM]
menupictogram [] te kiezen en
vervolgens op 1.
1
EXIT
/
4
NORMAL
OFF
MENU
CUSTOM
CUSTOM SET
CUST. SET MEM.
FUNC.1 SET
FUNC.2 SET
DIREC. EX. COMP.
SELECT
44
VQT0W87
Page 45
3 Op 3/4 drukken om
[DIREC. EX. COMP.] te kiezen en
vervolgens op 1.
1
EXIT
/
4
NORMAL
OFF
MENU
CUSTOM
CUSTOM SET
CUST. SET MEM.
FUNC.1 SET
FUNC.2 SET
DIREC. EX. COMP.
SELECT
4 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET].
1
SET
/
4
NORMAL
OFF
ON
MENU
MENU
SET
CUSTOM
CUSTOM SET
CUST. SET MEM.
FUNC.1 SET
FUNC.2 SET
DIREC. EX. COMP.
SELECT
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om het menu te sluiten.
• Na de stappen 1 tot 5 draait u aan de
functieknop om de belichting te
compenseren.
Basiskennis
Opnamen maken met
manueel scherpstellen
Gebruik deze functie als u een vaste
scherpstelling wenst of als de afstand
tussen de lens en het object vast is en u de
automatische scherpstelling niet wenst te
gebruiken.
1 Zet de focushendel op [MF].
AFS
AFL
AFC
AEL
MF
2 Draai aan de focusring om scherp
te stellen op het object.
A
• EV is de afkorting voor “Exposure Value”
(Belichtingswaarde). Het is de
hoeveelheid licht die via het diafragma en
de sluitertijd naar de CCD wordt gestuurd.
• De ingestelde belichtingswaarde wordt
opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt
gezet.
• Het compensatiebereik van de belichting
wordt beperkt door de helderheid van het
object.
• Draai langzaam maar zeker aan de
functieknop.
• In de manuele belichting kunt u de
belichting niet compenseren.
• Lees P79 voor informatie over het
toewijzen van een andere functie aan
[FUNC.2].
• De scherpstellingaanduiding gaat
branden als u aan de focusring draait
om scherp te stellen op het object. De
scherpstellingzone is vast ingesteld op
de AF-zone in het midden van het
scherm.
• De focusafstandaanwijzing ([0.29] m tot
[¶]) A toont bij benadering de
scherpstellingafstand vanaf de
focusreferentielijn. (P46)
3 Maak de opname.
45
VQT0W87
Page 46
Basiskennis
∫ Technieken voor manueel
scherpstellen
11
Gebruik dit voor opnamen met manueel
scherpstellen of close-ups.
1
12
13
1 Draai aan de focusring.
2 Draai er nog een beetje aan.
3 Stel fijn scherp op het object door de
focusring heel langzaam in de
tegenovergestelde richting te draaien.
• Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op
het object scherpgesteld hebt, stelt u
opnieuw scherp op het object.
• Als u de camera uit en weer aan zet of de
energiebesparing uit zet, stelt u opnieuw
scherp op het object.
∫ Over de focusafstandaanduiding en
de focusafstandreferentielijn
Het cijfer op de afstandlijn A ([0.29] m tot
[¶]) is het resultaat van de afstand
gemeten van de afstandreferentielijn 1
bovenop de camera.
A
0.29 m
B
B: Focusafstandreferentielijn
• Als de afstand tussen het toestel en het
object buiten het focusbereik van het
toestel valt, kan het beeld niet juist
scherpgesteld zijn zelfs als de
focusaanduiding brandt.
• Het beschikbare flitsbereik is ongeveer
2,5 m tot 7,0 m (Breed) (Als de
ISO-gevoeligheid op [AUTO] staat.). Wij
raden aan de flits vast op UIT te zetten
[] als u heel dicht bij het object
opnamen maakt.
• Als u close-ups maakt
– Wij raden aan in dit geval een statief en
de zelfontspanner te gebruiken. (P73)
– Het effectieve focusbereik (velddiepte)
is aanzienlijk versmald. Daarom kan, als
de afstand tussen het toestel en het
object gewijzigd is na het scherpstellen,
het moeilijk worden om er opnieuw op
scherp te stellen.
– De scherpte op de buitenkanten van het
beeld kan wat minder zijn. Dit is geen
storing.
46
VQT0W87
Page 47
Beelden maken met de
B
zoom
Met de 14 mm tot 50 mm focuslengte van
de bijgeleverde lens (voor een 35 mm
filmcamera: 28 mm tot 100 mm) kunt u
mensen en voorwerpen dichter laten lijken
dan ze zijn (tot 3,6a met de optische
zoom) en kunt u landschappen met een
breedhoekbeeld opnemen.
A
A:Tele
B: Breed
Basiskennis
∫ Om het object dichterbij te laten lijken
gebruikt u (Tele)
De zoomring op Tele draaien
50 mm
(voor een 35 mm filmcamera:
100 mm)
3.6a
∫ Om objecten verder weg te doen
lijken gebruikt u (Breed)
Draai de zoomring op Breed.
14 mm
(voor een 35 mm filmcamera:
28 mm)
1a
• Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op
het object scherpgesteld hebt, stelt u
opnieuw scherp op het object.
47
VQT0W87
Page 48
Basiskennis
0001
1/19
F5.6
125
ISO
100
0001
1/19
F5.6
125
ISO
100
0001
1/19
F5.6
125
ISO
100
Opnamen terugspelen
1 Op [] drukken.
ISO
125
125
125
100
1/19
10100_0001
ISO
100
1/19
10100_0001
ISO
100
1/19
10100_0001
A
B
F5.6
P
2 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen.
F5.6
P
2: De vorige opname terugspelen
1: De volgende opname terugspelen
• Het eerste opgenomen beeld zal
afgebeeld worden na het laatste
opgenomen beeld.
• Als [ROTATE DISP.] ingesteld is op
[ON], worden opnamen die gemaakt
zijn met een verticaal gehouden toestel,
verticaal teruggespeeld. (P98)
∫ Snel vooruit spoelen/Snel achteruit
spoelen
2/1 ingedrukt tijdens het
Houd
terugspelen.
F5.6
P
2: Snel achteruit
1: Snel vooruit
48
VQT0W87
• Het bestandnummer B en het
beeldnummer A wijzigen alleen
afzonderlijk. 2/1 loslaten zodra het
nummer van het gewenste terug te
spelen beeld verschijnt om het beeld
terug te spelen.
• Als u op 2/1 blijft drukken, neemt het
aantal tegelijkertijd afgespeelde/
teruggedraaide bestanden toe. (Het
aantal tegelijkertijd afgespeelde/
teruggedraaide bestanden hangt af van
het aantal opgenomen bestanden.)
• U kunt alleen snel vooruit of achteruit
afzonderlijk beelden afspelen in de
multiplaybackfunctie. (P52)
∫ Het terugspelen stoppen
Druk opnieuw op [] of druk de
ontspanknop half in.
• Dit toestel voldoet aan de DCF-standaard
“Design rule for Camera File system” van
de “Japan Electronics and Information
Technology Industries Association
(JEITA)”.
• Het formaat dat teruggespeeld kan
worden op het toestel is JPEG. (In
sommige gevallen, kunnen zelfs
JPEG-opnamen niet teruggespeeld
worden.)
• Op het LCD-scherm kunt u soms niet alle
details van een opname zien. U kunt de
terugspeelzoom (P51) gebruiken om de
details beter te bekijken.
• Als u opnamen terugspeelt die gemaakt
zijn met andere apparatuur kan de
kwaliteit slechter worden. (De opnamen
worden afgebeeld als [THUMBNAIL IS
DISPLAYED] op het scherm.)
• Als u een mapnaam of bestandnaam op
uw PC wijzigt, kan het onmogelijk worden
deze opnamen op het toestel terug te
spelen.
• Als u een bestand wilt terugspelen dat niet
aan de standaard voldoet, dan wordt het
map-/bestandnummer aangeduid met [—]
en kan het scherm zwart worden.
Page 49
De informatieweergave op het
B
0001
1/19
0001
1/19
ISO
100
F5.6
125
10:00 1.DEC. 2006
ISO
100
F5.6
125
0001
1/19
F5.6
125
ISO
100
0001
1/19
F5.6
125
ISO
100
terugspeelscherm wijzigen
Op [DISPLAY] drukken om het
beeld op het scherm te wijzigen.
A
A: [DISPLAY] knop
B: LCD-scherm
• De [DISPLAY] knop werkt niet als het
menu op het scherm staat. U kunt
alleen Normale weergave of Geen
weergave kiezen met de
terugspeelzoom (P51) en tijdens een
diavoorstelling (P96).
• Lees P56 voor informatie over het
histogram F en P93 voor informatie
over het kleurbereik G.
CD
ISO
125
100
10100_0001
1/19
P
10:00 1.DEC. 2006
F5.6
P
F5.6
125
E
ISO
100
1/19
10100_0001
Beelden wissen
Op [] drukken.
ISO
125
125
YES
NO
100
1/19
10100_0001
ISO
100
1/19
10100_0001
MULTI/ALL
F5.6
P
∫ Een enkel beeld wissen
1 Het beeld kiezen met 2/1.
F5.6
P
2: De vorige opname terugspelen
1: De volgende opname terugspelen
2 Op [ ] drukken.
3 Op 3 drukken om [YES] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET].
G
F
• Terwijl het beeld gewist wordt,
verschijnt [ ] op het scherm.
DELETE SINGLE
DELETE THIS PICTURE?
SELECT
MENU
SET
Basiskennis
MENU
SET
C: Normale weergave
D: Weergave met opnamedatum,
kleurbereik en histogram
E: Geen weergave
• Het histogram verschijnt niet in de
volgende gevallen:
– Terugspeelzoom
– Meervoudig terugspelen
– Kalenderplayback
49
VQT0W87
Page 50
Basiskennis
∫ Om te wissen [MULTI DELETE]/
[ALL DELETE]
1 Twee keer op [ ] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[MULTI DELETE] of
[ALL DELETE] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
MULTI/ALL DELETE
MULTI DELETE
ALL DELETE
SET
MENU
CANCELSELECT
MENU
SET
• Als u [MULTI DELETE] kiest, de
handelingen vanaf stap
3 uitvoeren.
• Als u [ALL DELETE] kiest, de
handelingen vanaf stap
5 uitvoeren.
• Als [FAVORITE] (P97) ingesteld is op
[ON], [ALL DELETE EXCEPT ]
verschijnt. Als u
[ALL DELETE EXCEPT ] kiest, gaat
5 stappen vooruit. (Als er echter
u
geen enkele opname op het scherm
[ ] staat, kunt u
[ALL DELETE EXCEPT ] niet kiezen
ook als [FAVORITE] op [ON] staat.)
3 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
(Alleen wanneer u [MULTI DELETE]
kiest)
MULTI DELETE
789
101112
SELECT
MARK/UNMARK
• Herhaal de bovenstaande procedure.
• [ ] verschijnt op de gekozen
opnamen. Als u opnieuw op 4 drukt,
wordt de instelling gewist.
DELETE
EXIT
MENU
• Het pictogram [] knippert en wordt
rood als het gekozen beeld beveiligd is
en niet gewist kan worden. De
beveiliging annuleren en vervolgens het
beeld wissen. (P101)
4 Op [ ] drukken.
5 Op 3 drukken om [YES] te kiezen
en dan op [MENU/SET].
(Scherm wanneer [MULTI DELETE]
gekozen wordt)
MULTI DELETE
DELETE THE PICTURES
YOU MARKED?
YES
11
NO
• [DELETE ALL PICTURES IN THE
MEMORY CARD ?] verschijnt als u
[ALL DELETE] gebruikt en [DELETE
ALL EXCEPT ?] verschijnt als u
[ALL DELETE EXCEPT ] gebruikt.
• Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u
beelden wist met [ALL DELETE] of
[ALL DELETE EXCEPT ] zal het
wissen halverwege stoppen.
• Eenmaal gewist, kunnen opnamen niet
teruggehaald worden. Meer dan eens
controleren voordat u ze wist.
• Het toestel niet uitzetten.
• Gebruik een volle batterij (P19) of de
AC-adapter om te wissen.
• U kunt tot 50 opnamen tegelijkertijd
wissen met [MULTI DELETE].
• Hoe meer opnamen, hoe langer het duurt
ze te wissen.
MENU
MENU
SETSELECT
SET
50
VQT0W87
Page 51
• De beelden worden niet gewist, ook niet
B
als u [ALL DELETE] of
[ALL DELETE EXCEPT] instelt in de
volgende gevallen.
– De schrijfbeveiliging op de
SD-geheugenkaart of de
SDHC-geheugenkaart staat op [LOCK]
(P24).
– Het bestand voldoet niet aan de
DCF-standaard (P48).
– De beelden zijn beveiligd [] (P101).
Basiskennis
De terugspeelzoom
gebruiken
1 Op [] drukken.
2 Draai de functieknop A naar
onder om het beeld uit te
vergroten.
2X
4X
CANCEL
•1a>2a>4a>8a>16a
• Als u de functieknop naar boven draait
nadat u een beeld hebt uitvergroot,
wordt de uitvergroting kleiner. Als u de
functieknop naar onder draait, wordt
deze weer hoger.
• Als u de vergroting wijzigt, verschijnt de
zoomstandaanduiding B ongeveer
1 seconde om de stand van het deel
dat uitvergroot is te controleren.
DELETE
A
3 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
2X
4X
CANCEL
• Als u de stand wijzigt, verschijnt de
aanduiding van de zoomstand
gedurende ongeveer 1 seconde.
∫ De terugspeelzoom annuleren
Draai de functieknop naar boven of druk op
[MENU/SET].
DELETE
51
VQT0W87
Page 52
Basiskennis
∫ Een opname wissen tijdens de
terugspeelzoom
1 Op [ ] drukken.
2 Op 3 drukken om [YES] te kiezen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
uit staan in de normale de
terugspeelfunctie (P48), verschijnen de
vergroting en uw bewerking op het
scherm als de terugspeelzoom
ingeschakeld is. U kunt overschakelen
van wel of niet de aanduidingen op het
scherm weergeven door op [DISPLAY] te
drukken. Als u de vergroting op 1a instelt,
worden de aanduidingen op het scherm
afgebeeld zoals in de normale
terugspeelfunctie.
• Hoe groter u een beeld op het scherm
maakt, hoe minder fijn het wordt.
• Gebruik de bijwerkfunctie om het vergrote
beeld op te slaan. (P103)
• Het kan zijn dat de terugspeelzoom niet
werkt als de opnamen met andere
apparatuur zijn gemaakt.
• Als u meerdere schermpjes afbeeldt,
draait u de functieknop nog meer naar
boven om 25 schermpjes af te beelden
en het kalenderscherm (P53). Draai de
functieknop naar onder om terug te
keren naar het vorige scherm.
3 Op 3/4/2/1 drukken om een
beeld te kiezen.
1.DEC.2006
5/14
B
52
VQT0W87
MENU
CANCEL
• De opnamedatum en het nummer van
het gekozen beeld verschijnen samen
met het totaal aantal gemaakte B
opnamen.
Page 53
• Het pictogram van de favorieten []
10
17
24
31
121313141415151616
23
30
11
2
verschijnt voor beelden die u als
zodanig hebt ingesteld. (Alleen als
[FAVORITE] (P97) op [ON] staat)
∫ Voorbeelden van 25 schermen
CANCEL
1/30
MENU
1.DEC.2006
CAL
∫ Om terug te keren naar normaal
terugspelen
Draai de functieknop naar onder of druk op
[MENU/SET].
• De afbeelding in het oranje kadertje
verschijnt in het 1e terugspeelscherm.
∫ Een beeld wissen tijdens meervoudig
terugspelen
1 Op 3/4/2/1 drukken om een beeld te
kiezen en vervolgens op [ ] drukken.
2 Op 3 drukken om [YES] te kiezen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• Zelfs als de aanduidingen op het scherm
uit staan tijdens de normale
terugspeelfunctie (P48) verschijnt de
opname-info enz. op het scherm tijdens
het afspelen met meerdere schermpjes.
Als u terugkeert naar het vorige scherm
worden de aanduidingen weergegeven
zoals tijdens de normale
terugspeelfunctie.
• Beelden zullen niet afgebeeld worden
in de gedraaide richting zelfs als
[ROTATE DISP.] ingesteld is op [ON].
(P98)
Basiskennis
Beelden afspelen
volgens opnamedatum
(Kalenderplayback)
Met de kalenderterugspeelfunctie kunt u
opnamen afspelen volgens de
opnamedatum.
1 Op [] drukken.
2 Draai de functieknop A naar
boven om het kalenderscherm af
te beelden.
MON TUE WEDSATTHU FRI
SUN
3
4 57 8
10
12
11
17
1818191920202121222223
24
2525262627272828292930
31
DAYMONTHSET
• De opnamedatum van de opname die u
op het scherm kiest wordt de gekozen
datum als u eerst het kalenderscherm
afbeeldt.
• Als er meerdere opnamen zijn met
dezelfde datum, verschijnt eerst de
eerst gemaakte opname van die datum.
• De kalender wordt per maand
afgebeeld.
3 Op 3/4/2/1 drukken om de
datum te kiezen.
2/1: Kies de datum
3/4: Kies de maand
• Als er geen opnamen tijdens een
bepaalde maand zijn gemaakt,
verschijnt deze maand niet.
12
69
12
2006
A
MENU
53
VQT0W87
Page 54
Basiskennis
4 Op [MENU/SET] drukken om de
beelden weer te geven die
gemaakt zijn op de gekozen
datum.
1.DEC.2006
CAL
• De opnamen die u op de gekozen
datum hebt gemaakt worden
weergegeven in het terugspeelscherm
met 9 schermpjes.
• Draai de functieknop naar boven om
terug te keren naar het
kalenderscherm.
CANCEL
1/9
MENU
SET
MENU
5 Op 3/4/2/1 drukken om een
beeld te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET].
• De gekozen afbeelding verschijnt in het
1e terugspeelscherm.
∫ Om terug te keren naar het 1e
terugspeelscherm
Als het kalenderscherm op het display
staat, draait u de functieknop naar onder
om terug te spelen met 25 schermen,
9 schermen (P52) of 1 scherm.
• Beelden die u bewerkt met een PC of
andere apparatuur kunnen afgebeeld
worden met data die verschillen van de
eigenlijke opnamedatum.
• Als u de datum van de camera niet hebt
ingesteld (P28), is de opnamedatum
ingesteld op 1 Januari 2006.
• Als u opnamen maakt nadat u de
reisbestemming hebt ingesteld in
[WORLD TIME] (P118), worden deze
opnamen afgebeeld met de data van de
reisbestemming in de
kalenderterugspeelfunctie.
• De opnamen worden afgebeeld zonder
gedraaid te worden ook als u
[ROTATE DISP.] op [ON] hebt ingesteld.
(P98)
• U kunt de kalender weergeven van
Januari 2000 tot December 2099.
• Als de opnamedatum van de opname die
u hebt gekozen in het terugspeelmenu
met 25 schermen niet tussen Januari
2000 en December 2099 valt, zal de
camera automatisch de oudste datum
weergeven.
54
VQT0W87
Page 55
Gevorderd
B
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
ISO
100
STD
19
Overschakelen naar
Live View
U kunt ook het LCD-scherm gebruiken als
zoeker om opnamen te maken. Dit heet
“Live View”.
Dit is handig als u de compositie van het
object op het LCD-scherm wenst te
controleren voor close-up’s of als u een
statief gebruikt enz.
Op [LIVE VIEW] drukken om de
functie in te schakelen.
A
A: [LIVE VIEW] knop
B: LCD-scherm
CD
P
STANDARD
WB
-
1+1+10-2+2
AUTO
ISO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
19
P
C: Beelden opnemen met de zoeker
D: Beelden opnemen met Live View
∫ Met Live View kunt u het volgende
doen
• Hulplijnen weergeven (P56)
U kunt opnamen maken met een goed
uitgelijnde compositie door het
evenwicht in het object weer te geven.
• Histogram weergeven (P56)
U kunt de belichting van een beeld
weergeven als grafiek.
• Hoge-hoekfunctie (P57)
U kunt het LCD-scherm beter zichtbaar
maken als u een beeld maakt met de
camera hoog boven uw hoofd.
ISO
100
STD
19
Gevorderd
• MF-hulp (P60)
U kunt een deel van het scherm
uitvergroten om de scherpstelling te
corrigeren.
• Diafragmastopknop [] (P62)
U kunt de velddiepte controleren
zonder dat het scherm donker wordt.
• Aspectratio (P85)
U kunt opnamen maken met
breedhoekbeeld.
• Extra optische zoom (P86)
U kunt het beeld uitvergroten zonder
dat de kwaliteit ervan slechter wordt.
• Digitale zoom (P87)
U kunt de zoomuitvergroting nog
sterker maken.
• Lees P14 voor informatie over weergave
op het scherm als u opneemt met Live
View.
• Maak de kijkglasbescherming vast als u
opnamen maakt met Live View. (P26)
• De belichting en de tinten kunnen anders
zijn als u opneemt met Live View of
opneemt met de zoeker.
• [AFC] werkt niet in de
scherpstellingfunctie als u opnamen
maakt met Live View. (P38)
Als u de scherpstellinghendel op [AFC]
zet, verschijnt de melding [SWITCH TO
AFS] en wordt [AFC] in de
scherpstellingsfunctie gezet.
Tips voor goede opnamen met Live
View
A
• Het toestel voorzichtig vasthouden met
beide handen, armen stil houden en uw
benen een beetje spreiden.
• Het toestel niet bewegen wanneer u op de
ontspanknop drukt.
55
VQT0W87
Page 56
Gevorderd
B
STD
19
ISO
100
F5.6
125
STD
19
ISO
100
F5.6
125
• Bedek de AF-lamp of IR-sensor niet met
uw vingers of andere voorwerpen.
• Als u niets op de LCD-scherm ziet door
zonlicht of ander licht dat erop schijnt,
raden wij aan het licht af te schermen met
uw hand of iets anders terwijl u het toestel
gebruikt.
• Als u de camera verticaal houdt, houd
deze dan zo dat de AF-lamp A boven op
de camera zit.
De afgebeelde informatie wijzigen
Op [DISPLAY] drukken om het
beeld op het scherm te wijzigen.
A
C: Normaal display
D: Weergave met histogram
E: Geen weergave (Opnamehulplijn 1)
F: Geen weergave (Opnamerichtlijn 2)
G: Geen weergave
¢ Histogram
∫ Opnamehulplijnen weergeven
Wanneer u het object uitlijnt op de
horizontale en verticale richtlijnen of het
kruispunt van deze lijnen kunt u opnamen
maken met goed ontworpen compositie
door de grootte, de helling en de balans
van het object te bekijken.
Hulplijn 1
A: [DISPLAY] knop
B: LCD-scherm
• De [DISPLAY] knop werkt niet als u het
menu weergeeft.
• U kunt de informatie die wordt
weergegeven op het LCD-scherm zelf
bepalen. (P94)
C
ISO
P
100
F5.6
125
∫ Histogram
Een Histogram is een grafiek die
helderheid langs de horizontale as (zwart
of wit) en het aantal pixels bij elk
helderheidsniveau op de verticale as
afbeeldt.
Hiermee controleert u snel de belichting
van een beeld.
1 Wanneer de waarde gelijk verdeeld zijn,
is de belichting juist en de helderheid
19
STD
goed uitgebalanceerd.
2 Wanneer de waarden aan de linkerkant
geconcentreerd zijn, is de opname
D
ISO
P
100
F5.6
125
G
onderbelicht.
3 Wanneer de waarden aan de
rechterkant geconcentreerd zijn, is de
19
STD
opname overbelicht.
EF
56
VQT0W87
Page 57
Voorbeelden van histogrammen
ISO
100
F2.8
100
ISO
100
F2.8
200
ISO
100
F2.85050
STD
19
STD
19
STD
19
ISO
100
STD
19
ISO
100
STD
19
A
P
B
P
F2.8
F2.8
ISO
100
100
200
21
STD
19
ISO
100
22
STD
19
Gevorderd
Een opname maken met het
toestel hoog boven uw hoofd
(Hoge-hoekfunctie)
Het LCD-scherm wordt beter zichtbaar als
u opnamen maakt met de camera hoog
boven uw hoofd zoals op de afbeelding die
volgt.
Dit is handig als u niet dicht bij het object
kunt komen omdat er iemand in de weg
staat.
C
P
F2.8
ISO
100
23
STD
19
A Goed belicht
B Onderbelicht
C Overbelicht
¢Histogram
• Als de opname en het histogram niet
samenvallen in de volgende
omstandigheden, wordt het histogram
oranje afgebeeld.
– Als de flits geactiveerd is.
– Als de flits gesloten is.
1 Als het LCD-scherm niet helder
genoeg is op donkere plaatsen.
2 Als de belichting niet goed is
ingesteld.
• Het histogram is een benadering in de
opnamefunctie.
• Het histogram van een beeld zou niet
overeen kunnen komen in opnamefunctie
en terugspeelfunctie.
• Het histogram dat afgebeeld wordt in dit
toestel komt niet overeen met
histogrammen die afgebeeld worden door
beeldbewerkende software voor PC’s
enz.
• Controleer of er te witte vlakken zijn met
het highlight display als de automatische
terugspeelfunctie of terugspeelfunctie
geactiveerd is. (P32)
Druk [DISPLAY] A 1 seconde
lang in.
A
B
ISO
P
P
C
C Hoge-hoekfunctiepictogram
100
STD
19
ISO
100
STD
19
VQT0W87
57
Page 58
Gevorderd
F5.6
125
D
• Als u [DISPLAY] 1 seconde indrukt,
schakelt de hoge-hoekfunctie in. Het
LCD-scherm B wordt lichter en beter
zichtbaar als u de camera ver van u af
houdt. (Het wordt wel moeilijker om er
recht in te kijken.)
∫ De hoge-hoekfunctie uitschakelen
Houd [DISPLAY] weer 1 seconde ingedrukt
of zet de camera uit.
• De hoge-hoekfunctie kan ook
geannuleerd worden als de
energiebesparing geactiveerd is.
2 Richt de AF-zone D op het punt
waarop u scherp wilt stellen en
druk vervolgens de ontspanknop
half in.
B
C
A
F5.6
P125
• Beelden worden afgebeeld op de
LCD-scherm met vergrootte helderheid in
hoge hoekfunctie. Daarom kunnen
sommige objectobjecten er anders uitzien
op de LCD-scherm. Dit beïnvloedt echter
de opgenomen opnamen niet.
• U kunt het effect van de hoge-hoekfunctie
misschien niet goed zien als er direct
zonlicht e.d. op de LCD-scherm valt.
Scherm met uw hand of een ander
voorwerp de camera af om het licht tegen
te houden.
• De hoge hoekfunctie is niet geactiveerd in
de volgende gevallen:
– In terugspeelfunctie
– Terwijl het menuscherm afgebeeld is
Autofocus voor opnamen met Live
View
1 Zet de focushendel op [AFS].
(P35)
AFS
AFL
AFC
AEL
MF
• Als u de ontspanknop half indrukt, gaat
de spiegel naar onder en naar boven
om scherp te stellen. U hoort hetzelfde
geluid als wanneer u de ontspanknop
helemaal indrukt maar er wordt geen
opname gemaakt.
• De camera maakt een biepgeluid en de
focusaanduiding wordt groen C als het
object scherp in het beeld staat.
• Het groene focuslampje knippert als het
object niet scherp is. In dit geval wordt
geen opname gemaakt. Druk de
ontspanknop half in om opnieuw scherp
te stellen.
• Lees P37 voor informatie over de
objecten die zich moeilijk scherp laten
stellen.
• U kunt de diafragmawaarde A en de
sluitertijd B controleren.
• De camera stelt scherp op een van de
3 focuspunten links, rechts of in het
midden van de AF-zone en het
focuslampje brandt als scherp is
gesteld. U kunt de instelling voor de
AF-zone wijzigen in het [CUSTOM]
menu. (P92)
• Lees P36 voor meer info over de
programmaschakeling.
• Het focusbereik is 29 cm tot ¶. (als u
de meegeleverde lens gebruikt)
58
VQT0W87
Page 59
Gevorderd
ISO
100
STD
19
3 Druk de ontspanknop helemaal in
om de opname te maken.
• Er wordt geen opname gemaakt zolang
het object niet scherp is.
• Als u de ontspanknop helemaal wenst
in te drukken om een opname te maken
ook als het object niet scherp is, stelt u
[FOCUS PRIORITY] in het [CUSTOM]
menu in op [OFF]. (P92)
• Als u de ontspanknop helemaal indrukt,
hoort u deze twee keer klikken en
neemt u één opname. U hoort de knop
de eerste keer als deze in zijn stand
terugkeert voordat de opname is
gemaakte en de tweede keer als de
opname werkelijk wordt gemaakt.
• Als u de ontspanknop helemaal indrukt en
dan loslaat, hoort u de sluiter maar er
wordt geen opname gemaakt.
• De tijd tussen het volledig indrukken van
de ontspanknop en de opname zelf
(sluitertijd) is langer dan wanneer u
opneemt met de zoeker. Daarom raden
wij aan altijd opnamen te maken met
“automatisch overzicht”.
• Als u de ontspanknop half indrukt
wanneer de belichting niet voldoende is,
worden de diafragmawaardeaanduiding
en de sluitertijdaanduiding rood. (Deze
worden niet rood als de flits inschakelt.)
• De helderheid van het LCD-scherm hangt
af van de helderheid van de opgenomen
beelden, vooral wanneer er opnamen
gemaakt worden op donkere plaatsen.
Manueel scherpstellen voor
opnamen met Live View
1 Zet de focushendel op [MF].
AFS
AFL
AFC
AEL
MF
2 Draai aan de focusring om scherp
te stellen op het object.
A
A: [0.29] m tot [¶]
ISO
P
100
STD
19
• De cijfers op de focusring ([0.29] m tot
[¶]) tonen de focusafstand bij
benadering vanaf de focusreferentielijn.
(P46)
3 Maak de opname.
59
VQT0W87
Page 60
Gevorderd
ISO
100
STD
19
∫ Technieken voor manueel
scherpstellen
3 Op [MENU/SET] drukken om het
MF-hulpscherm uit te vergroten.
11
12
13
1 Draai aan de focusring.
2 Draai er nog een beetje aan.
3 Stel fijn scherp op het object door de
focusring heel langzaam in de
tegenovergestelde richting te draaien.
∫ Over de MF-hulpfunctie
Als [MF ASSIST] op [4a] staat of op [10a]
terwijl u opnamen manueel scherpstelt,
wordt de MF-hulpfunctie ingeschakeld en
wordt het scherm uitvergroot als u
[MENU/SET] indrukt nadat u op 2/1 hebt
gedrukt. U kunt op deze manier beter
scherpstellen op het object.
1 Op 2/1 drukken om het
MF-hulpscherm te openen.
MENU
SET
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand van het MF-hulpscherm te
wijzigen.
MENU
SET
MENU
SET
MENU
CANCEL
• Draai aan de focusring om scherp te
stellen op het object.
• De uitvergrote zone kan worden
verplaatst door te drukken op
3/4/2/1.
4 Op [MENU/SET] drukken om de
MF-hulpfunctie te sluiten.
ISO
P
100
MENU
SET
STD
19
• Het vorige scherm keert terug.
∫ De uitvergroting wijzigen
1 Druk op [MENU/SET] en dan
op 2.
1
EXIT
OFF
/
3
MENU
SET
MENU
REC
FILM MODE
PICT.SIZE
QUALITY
RAW REC.
ASPECT
SELECT
2 Op 4 drukken om het [SETUP]
menupictogram [ ] te kiezen en
vervolgens op 1.
1
SET
EXIT
/
3
n
5 MIN.
MENU
0
SET UP
SELECT
CLOCK
WORLD TIME
MONITOR
AUTO REVIEW
POWER SAVE
60
VQT0W87
Page 61
3 Op 3/4 drukken om [MF ASSIST]
te kiezen en vervolgens op 1.
2
EXIT
/
3
4k
MENU
SET UP
MF ASSIST
BEEP
NO.
RESET
USB MODE
SELECT
RESET
4 Op 3/4 drukken om [4a] of
[10a] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET].
2
SET UP
MF ASSIST
BEEP
NO.
RESET
RESET
USB MODE
SELECTSET
OFF
4k
10k
/
3
MENU
MENU
SET
[4a]: Het hele scherm wordt 4 keer
vergroot.
[10a]: Het hele scherm wordt 10 keer
vergroot.
[OFF]: Het scherm wordt niet vergroot.
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt het menu ook sluiten door de
ontspanknop half in te drukken.
Gevorderd
∫ De uitvergroting wijzigen met het
MF-hulpscherm
U kunt het scherm tot 10 keer of 4 keer
uitvergroten tijdens de MF-hulpfunctie met
de functieknop.
• Het MF-hulpscherm verdwijnt in de
volgende gevallen.
– Ongeveer 10 seconden nadat u ophoudt
met drukken op 3/4/2/1 of met
draaien aan de focusring of de
functieknop
– Als u de ontspanknop half indrukt
• Het MF-hulpscherm verschijnt weer in het
midden van het scherm als u de camera
uit zet en dan weer aan.
• U kunt de MF-hulpfunctie niet gebruiken
als u de digitale zoom gebruikt.
61
VQT0W87
Page 62
Gevorderd
De velddiepte
controleren
U kunt de velddiepte controleren (het
effectieve focusbereik) voordat u een
opname maakt, door de sluiter te sluiten op
het door u ingestelde diafragma.
Op [] A drukken
(diafragmastopknop).
A
• Terwijl u op [] drukt
(diafragmastopknop), wordt de
helderheid van het scherm automatisch
gecorrigeerd en kunt u de velddiepte
controleren zonder dat het scherm
donker wordt als de sluiter dicht gaat.
∫ Eigenschappen van de velddiepte
Diafragma-
waarde
Focus-
¢1
lengte van
de lens
Afstand tot
het object
Velddiepte
(effectief
focusbereik)
¢1 Opnamecondities
¢2 Voorbeeld: Als u een opname wenst te
maken met een wazige achtergrond
enz.
¢3 Voorbeeld: Als u een opname wenst te
maken waarbij alles, ook de
achtergrond, scherp is enz.
KleinGroot
TeleBreed
DichtbijVer weg
¢2
Diep
(Breed)
Smal
(Ondiep)
¢3
• Het scherm kan afhankelijk van het object
of de instellingen enz. donker worden.
• [] (diafragmastopknop) werkt niet als u
opnamen maakt met de zoeker.
62
VQT0W87
Page 63
Beelden maken met de
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
ISO
100
STD
19
ingebouwde flitslamp
∫ Open de flitslamp
Druk op de [ OPEN] knop A.
B
A
C
• Als u de [ OPEN] knop een beetje
indrukt, zal de flitslamp opengaan tot de
stand voor indirect flitsen B. Als u de
[ OPEN] knop helemaal indrukt, zal de
flitslamp opengaan tot in de normale
flitsstand C.
• Gebruik de flitslamp in zijn normale stand
als u normale opnamen met flitsen moet
maken.
∫ Sluit de flitslamp
1: Druk de flitslamp naar onder tot in zijn
stand voor indirect flitsen.
Gevorderd
2: Sluit de flitslamp helemaal.
• Deze camera is compatibel met indirect
flitsen zodat de flitslamp in twee stappen
opent en sluit.
Lees P67 voor meer informatie over het
indirect flitsen.
• Sluit de flitslamp altijd als u deze niet
gebruikt.
∫ Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen
De flitslamp instellen voor opnamen.
1 Op [ ] D drukken.
P
STANDARD
WB
AUTO
ISO
100
SINGLE
E
F
CUSTOM
NORMAL
19
D
ISO
100
P
AUTO
STD
19
E: Zoekerdisplay
F: Als u opnamen maakt met Live View
63
VQT0W87
Page 64
Gevorderd
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
2 Draai de functieknop G en kies
de flitslampwerkwijze.
P
STANDARD
WB
AUTO
ISO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
G
19
• Lees “Beschikbare flitsinstellingen voor
de opnamefuncties” op P65 voor meer
informatie over de flitsinstellingen voor
ingebouwde flitslampen.
• Lees P89 om het 1e en 2e sluitergordijn
in te stellen.
3 Druk de ontspanknop half in om
de gekozen flitsinstelling te
bevestigen.
• U kunt de gekozen flitsinstelling ook op
de volgende manier bevestigen:
– Op [ ] drukken
– Gebruik de camera enkele seconden
lang niet
:AUTO
De flitslamp werkt automatisch wanneer dit
nodig is voor de opnamecondities.
: AUTO/Rode-ogenreductie
De flitslamp werkt automatisch wanneer dit
nodig is voor de opnamecondities.
De flitslamp werkt een keer vóór de
eigenlijke opname om het rode-ogeneffect
(ogen van het object die rood worden op
het beeld) te verminderen en vervolgens
opnieuw voor de eigenlijke opname.
• Gebruik deze functie wanneer u
opnamen maakt van personen in slecht
belichte omstandigheden.
¢
: Vast ingesteld op AAN
De flitslamp werkt altijd ongeacht de
opnamecondities.
• Gebruik deze functie wanneer uw
object achtergrondbelichting heeft of
onder fluorescentielicht staat.
: Vast ingesteld op AAN/
Rode-ogenreductie
¢
De flitslamp werkt altijd ongeacht de
opnamecondities. Tegelijkertijd vermindert
het rode-ogeneffect.
• Gebruik deze functie wanneer uw object
achtergrondbelichting heeft of onder
fluorescentielicht staat.
: Trage synchr.
Als u beelden maakt met een donker
landschap op de achtergrond, maakt deze
functie de sluitertijd langzamer zodra de
flitslamp werkt zodat het donkere
landschap op de achtergrond helder zal
worden.
• Gebruik deze functie wanneer u
opnamen maakt van personen op een
donkere achtergrond.
: Trage synchr./
Rode-ogenreductie
¢
Als u beelden maakt met een donker
landschap op de achtergrond, maakt deze
functie de sluitertijd langzamer zodra de
flitslamp werkt zodat het donkere
landschap op de achtergrond helder zal
worden. Tegelijkertijd vermindert het
rode-ogeneffect.
• Gebruik deze functie wanneer u
opnamen maakt van personen op een
donkere achtergrond.
64
VQT0W87
Page 65
: Vast ingesteld op UIT
De flitslamp wordt vast ingesteld op OFF
[] als u deze sluit.
De flitslamp werkt in geen enkele
opnameconditie.
• Gebruik deze functie om opnamen te
maken op plekken waar het gebruik
van een flitslamp niet toegestaan is.
¢ De flitslamp werkt twee keer. Het
interval tussen de eerste en de
tweede flits is langer als u [],
[] of [] hebt ingesteld.
Het object mag niet bewegen totdat
de tweede flits gedaan is.
∫ Beschikbare flitsinstellingen voor de
opnamefuncties
De beschikbare instellingen voor de
ingebouwde flitslamp hangen af van de
opnamewijze.
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
±±±j
¢
±
¢
±
¢
±
j
±±±±
¢
±
¢
±
¢
±
¢
±
±±jj
¢
±
¢
±
jj
±±±±
¢ Als u de 2e gordijnsluitersynchr. instelt,
kunt u de flitslamp niet instellen.
Gevorderd
∫ Het beschikbare flitsbereik om
opnamen te maken (met de
meegeleverde lens)
De beschikbare flitsinstellingen voor de
ingebouwde flits hangen af van de
instelling van de ISO-gevoeligheid.
het beschikbare
ISO-
gevoeligheid
flitsbereik om opnamen
te maken
BreedTele
AUTO
ISO100
ISO200
ISO400
ISO800
ISO1600
2,5 m tot
7,0 m
2,5 m tot
3,5 m
2,5 m tot
5,0 m
2,5 m tot
7,0 m
2,5 m tot
9,8 m
2,5 m tot
14,0 m
1,0 m tot
5,6 m
1,0 m tot
2,8 m
1,0 m tot
4,0 m
1,0 m tot
5,6 m
1,0 m tot
7,8 m
1,0 m tot
11,2 m
• Raadpleeg P77 voor de ISO-gevoeligheid.
• Raadpleeg P37 voor het focusbereik.
• Als de ISO-gevoeligheid ingesteld is op
[AUTO] wanneer u de flitslamp gebruikt,
zal deze automatisch vergroot worden tot
een maximum van [ISO400].
• Als de afstand tussen camera en object
kleiner is dan 2,5 m wanneer u de
flitslamp gebruikt, zal de flitslamp bedekt
worden door de lens en een deel van de
opname donker worden. Controleer de
afstand tussen de camera en het object
wanneer u een opname maakt.
• Om beeldruis te voorkomen raden wij aan
de ISO-gevoeligheid te verminderen
voordat u opnamen maak. (P77)
65
VQT0W87
Page 66
Gevorderd
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
∫ Sluitersnelheid voor elke
flitsinstelling (als de ingebouwde
flitslamp wordt gebruikt)
1/30e van
een
seconde
1/30e van
een
seconde
tot 1/160e
van een
seconde
1 seconde
tot 1/160e
van een
seconde
60 seconden
tot 1/160e
van een
seconde
flitsinstelling niet mogelijk
flitsinstelling
niet mogelijk
B (Bulb) tot
1/160e van
een
seconde
• De flitssynch.snelheid wordt meer dan
1/160e van een seconde.
• Kijk nooit direct in het flitslicht.
• Zet de flitslamp niet te dicht bij
objecten en sluit de flitslamp niet als
hij moet werken. De kleur van de
objecten kan vervormd worden door de
hitte of het flitslicht.
• De flitslamp niet bedekken met uw
vingers of andere voorwerpen.
• Verplaats de camera niet met open
ingebouwde flitslamp.
• Sluit de flitslamp niet meteen weer aan
nadat deze gewerkt heeft omdat er
opnamen gemaakt zijn met auto/
rode-ogenreductie enz. Dit veroorzaakt
problemen.
• Als u de ontspanknop half indrukt
wanneer de flits werkt is, wordt het
flitspictogram op het LCD-scherm rood.
• Als u een opname maakt buiten het bereik
van de flitslamp kan het object verkeerd
belicht zijn en de opname te donker of te
licht zijn.
• De witbalans kan slecht gecorrigeerd
worden als het flitsbereik niet groot
genoeg is. (P74)
• Als u de opname herhaalt, kan deze
onmogelijk worden, zelfs als de flits werkt.
Maak de opname nadat de
toegangsaanduiding verdwenen is.
• Het effect van de rode-ogenreductie
verschilt van mens tot mens. Als de
persoon bovendien ver van de camera
stond of niet naar de eerste flits keek, kan
dit effect ook minder evident zijn.
• Tijdens het opladen van de flitslamp
knippert het lampje van de flitsaanduiding
en wordt het rood; u kunt in dit geval geen
opname maken, zelfs niet wanneer u de
ontspanknop helemaal indrukt.
• Als u opnamen maakt met de burstfunctie
of auto bracket, wordt slechts 1 beeld
gemaakt bij iedere flits.
• Als u opnamen met flitsen maakt
terwijl de lensbescherming op het
toestel zit, kan het flitsen verhinderd
worden.
• Als u een externe flitslamp gebruikt, krijgt
deze voorrang op de ingebouwde. Lees
P114 voor meer info over de externe
flitslamp.
De flitswerking instellen
Regel de flitswerking als het object heel
klein is of als er veel of weinig
weerspiegeling is.
1 Op [] A drukken.
P
STANDARD
WB
ISO
-
AUTO
1+1+10-2+2
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
19
A
B
B: Als u opnamen maakt met Live view
66
VQT0W87
Page 67
Gevorderd
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
+2
2 Draai aan functieknop C om de
flitssterkte te regelen.
P
STANDARD
WB
AUTO
ISO
-
1+1+10-2+2
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
C
19
D
D: Als u opnamen maakt met Live view
• Draai de functieknop naar boven voor
een negatieve correctie en draai de
knop naar onder voor een positieve
correctie.
• U kunt bijstellen van [`2 EV] tot
[_2 EV] in stappen van [1/3 EV].
• Kies [0] om de oorspronkelijke
flitswerking in te stellen.
• De waarde van de flitssterkte E komt
op het LCD-scherm als u opnamen
maakt met Live View.
3 Druk de ontspanknop half in om
de gekozen flitssterkte in te
stellen.
• U kunt de flitssterkte ook op de
volgende manier instellen:
– Op [] drukken
– Gebruik de camera enkele seconden
lang niet
Indirect flitsen
Indirect flitsen is een techniek waarbij het
licht van de flitslamp door een wand of
muur terug wordt gekaatst.
Als u de flitslamp direct op objecten zoals
personen richt, kunt u donkere schaduwen
krijgen en kan bijvoorbeeld de huidskleur
heel wit worden. In dit geval is het beter
terugkaatsend flitslicht te gebruiken om de
schaduwen te verzachten en natuurlijke
opnamen te maken.
1 Druk lichtjes op [ OPEN] A en zet
dan de ingebouwde flitslamp zoals
hieronder is afgebeeld.
A
• De ingebouwde flitslamp staat vast op
ongeveer 73e.
• U kunt de flitswerking ook
overschakelen van normaal naar
indirect door de flitslamp naar onder te
duwen totdat deze in de stand voor
indirect flitsen staat. (P63)
2 Richt de flitslamp op een wand of
ander reflecterend oppervlak en
maak de opname.
• De flitswerkinginstellingen worden
73x
opgeslagen ook als u de camera uitzet.
67
VQT0W87
Page 68
Gevorderd
P
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
NORMAL
CUSTOM
+2
125
5.6
SINGLE
ISO
100
STD
19
F5.6
125
AFL
AEL
AFL
AEL
• Kies een wit oppervlak dat goed
weerkaatst. Als er kleuren en tekeningen
op het oppervlak zijn, heeft dit gevolgen
voor de kleuren van uw opname.
• Het beschikbare flitsbereik is kleiner dan
wanneer u de gewone flitsmethode
gebruikt.
• Het weerkaatste licht kan eventueel het
object niet bereiken als het
weerkaatsende oppervlak te hoog is.
• De flitslamp gebruiken om indirect te
flitsen in een andere dan de
voorgeschreven stand kan problemen
veroorzaken.
De scherpstelling en
de belichting
vastleggen (AF/AE-Lock)
Dit is handig als u een opname wilt maken
van een object dat buiten de AF-zone valt
of als het contrast te groot is en u de juiste
belichting niet vindt.
1 Richt de AF-zone op het object.
A
A: Zoekerdisplay
2 Druk op [AFL/AEL] en houd
ingedrukt om de scherpstelling
en de belichting vast te leggen.
B
AFL
-
1+1+10-2+2
CUSTOM
D
P
F5.6
AFL
AEL
NORMAL
AEL
AFL
AEL
19
ISO
100
125
P
STANDARD
WB
ISO
C
F 5.6
AUTO
100
AEL
SINGLE
E
125
B
STD
19
B: AF lock/AE lock aanduiding
C: Zoekerdisplay
D: Als u opnamen maakt met Live View
E: AE lock aanduiding
• De aanduidingen voor de
scherpstelling, de sluitertijd en het
diafragma verschijnen als het toestel
scherp heeft gesteld op het object en
de belichting is ingesteld.
• Als u [AFL/AEL] loslaat, wordt
[AF/AE LOCK] geannuleerd.
68
VQT0W87
Page 69
3 Terwijl u [AFL/AEL] indrukt,
beweegt u de camera om het
beeld samen te stellen. Dan pas
drukt u de ontspanknop helemaal
in.
F
AEL
F: Zoekerdisplay
∫ Alleen scherpstelling en belichting
vastleggen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[AF/AE LOCK] te kiezen en
vervolgens op 1.
3 Op 3/4 drukken om [AF] of [AE]
te kiezen en dan op [MENU/SET].
3
SET
AF
AE
AF/AE
/
3
MENU
MENU
SET
REC
AUTO BRACKET
AF-L
AF/AE LOCK
AE-L
BURST RATE
FLASH SYNC.
SELECT
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om het menu te sluiten.
Gevorderd
3 Terwijl u [AFL/AEL] indrukt, beweegt u
de camera om het beeld samen te
stellen. Dan pas drukt u de
ontspanknop helemaal in.
Als [AE] is ingesteld
(Alleen de belichting vastleggen)
1 Vul het scherm met het object waarvan
u een opname wil maken.
2 Druk op [AFL/AEL] en houd ingedrukt
om de belichting vast te leggen.
• De aanduidingen voor het diafragma
en de sluitertijd verschijnen als de
belichting ok is.
• Als u [AFL/AEL] loslaat, wordt
[AF/AE LOCK] geannuleerd.
3 Terwijl u op [AFL/AEL] drukt, beweegt u
de camera om het beeld samen te
stellen.
4 Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen en druk de knop dan helemaal
in.
• Als u [AF/AE LOCK HOLD] in het
[CUSTOM] menu op [ON] zet, kunt u de
scherpstelling en belichting vastleggen
ook als u de [AFL/AEL] knop loslaat.
(P92)
• Als u opnamen maakt met manuele
belichting, werkt alleen de AF Lock.
AE-Lock alleen werkt als u opnamen
maakt met manuele belichting. U kunt
[AF/AE LOCK] niet kiezen.
• Als u opnamen maakt met manuele
scherpstelling, werkt alleen de AE Lock.
Als [AF] is ingesteld
(Alleen scherpstelling vastleggen)
1 Richt de AF-zone op het object.
2 Druk op [AFL/AEL] en houd ingedrukt
om de scherpstelling vast te leggen.
• De focusaanduiding gaat branden
wanneer het object scherpgesteld is.
• Als u [AFL/AEL] loslaat, wordt
[AF/AE LOCK] geannuleerd.
69
VQT0W87
Page 70
Gevorderd
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
NORMAL
CUSTOM
+2
Opnamen maken met
de burstfunctie
1 Zet de functiehendel op [].
P
STANDARD
WB
ISO
A: Als de burstfunctie ingesteld is op
hoge snelheid [H].
2 Stel scherp op het object en maak
een opname.
• De ontspanknop helemaal ingedrukt
houden om de burstfunctie te activeren.
∫ De burstsnelheid wijzigen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[BURST RATE] te kiezen en
vervolgens op 1.
3 Op 3/4 drukken om [H] (Hoge
snelheid
kiezen en dan op [MENU/SET].
SELECTSET
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om het menu te sluiten.
-
AUTO
1+1+10-2+2
100
CUSTOM
NORMAL
19
A
) of [L] (Lage snelheid) te
3
REC
AUTO BRACKET
AF-L
AF/AE LOCK
AE-L
BURST RATE
FLASH SYNC.
/
AF/AE
H
L
3
MENU
MENU
SET
∫ Burstsnelheid
(Hoog) (Laag)
Burstsnelheid
(opnamen/
seconde)
32
• De burstsnelheid is constant ongeacht de
transfersnelheid van de kaart.
• De aangeduide burstsnelheden gelden
wanneer de sluitertijd sneller is dan 1/60
is en zonder flits.
• De burstsnelheid kan lager worden
afhankelijk van de volgende instellingen.
– ISO-gevoeligheid (P77)
– Beeldresolutie (P84)
– Focusvoorrang (P92)
– Focusfunctie
• Omdat de sluitertijd korter wordt op
donkere plaatsen, kan ook de
burstsnelheid (beelden/seconde) lager
worden.
∫ Aantal opnamen gemaakt met de
burstfunctie
Aantal
opnamen
(opnamen)
Met
RAW-bestanden
max. 6
Zonder
RAW-bestanden
Hangt af van
de resterende
kaartcapaciteit
• Lees P85 voor informatie over
RAW-bestanden.
• Als er geen RAW-bestanden zijn, kunt u
opnamen maken totdat de kaart vol is.
Halverwege wordt de burstsnelheid echter
lager. Het exacte tijdstip hangt af van de
beeldgrootte, de instelling van [QUALITY]
en de kaart.
70
VQT0W87
Page 71
∫ Scherpstellen met burstfunctie
P
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
NORMAL
CUSTOM
+2
3BKT 1/3
ISO
100
STD
19
De scherpstelling wijzigt naar gelang van
de instelling van [FOCUS PRIORITY] in het
[CUSTOM] menu (P92) en de manier
waarop de scherpstelling is ingesteld.
Focus
De scherpstelling
wordt vanaf de
eerste opname
vastgelegd
¢1
De camera stelt
voortdurend scherp
op het object
¢2
De burstsnelheid
(Hoge snelheid) bli jft
constant
Focusfunctie
AFSON/OFF
AFCON
AFS/AFC/
MF
Focus-
voorrang
OFF
¢1 Als u opnamen met Live View maakt, is
de camera ingesteld op [AFS] en wordt
de scherpstelling vastgelegd bij de
eerste opname.
¢2 De burstsnelheid kan lager worden
omdat de camera voortdurend
scherpstelt op het object.
• Wij raden aan een afstandontspanknop te
gebruiken (DMW-RSL1; optioneel) als u
de knop helemaal ingedrukt wil houden
tijdens opnamen met de burstfunctie.
Lees P117 voor informatie over de
afstandontspanknop.
• De automatische terugspeelfunctie werkt
onafhankelijk van de instelling ervan. (De
opname wordt niet uitvergroot.)
• Als u de flitslamp gebruikt, kunt u maar
1 opname maken.
Gevorderd
Beelden maken Auto
Bracket
Met deze functie worden tot 5 beelden
opgenomen met de gekozen
belichtingcompensatie telkens als u de
ontspanknop indrukt.
U kunt dan de opname met de beste
belichting kiezen.
1 Zet de functiehendel op [].
P
STANDARD
WB
AUTO
ISO
BC
A: Auto Bracket (Als [3/ 1/3 EV] is
ingesteld)
B: Zoekerdisplay
C: Als u opnamen maakt met Live View
• [] verschijnt in de zoeker. (Het
verschijnt op het LCD-scherm als u met
Live View werkt.)
2 Stel scherp op het object en maak
een opname.
• Als u de ontspanknop indrukt en
ingedrukt houdt, wordt het aantal
opnamen gemaakt dat u hebt ingesteld.
• De auto-bracket-aanduiding licht op
totdat het aantal ingestelde opnamen
(3 of 5) is genomen.
• Het aantal opnamen wordt op [0] gezet
als u de auto-bracketinstelling wijzigt,
de functiehendel wijzigt of de camera
uit zet voordat alle foto’s die u hebt
ingesteld, zijn genomen.
-
1+1+10-2+2
100
3BKT 1/3
CUSTOM
NORMAL
19
A
ISO
P
100
STD
19
71
VQT0W87
Page 72
Gevorderd
∫ De instellingen voor [NO./STEP] en
[SEQUENCE] wijzigen in auto bracket
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[AUTO BRACKET] te kiezen en
vervolgens op 1.
3 Op 3/4 drukken om [NO./STEP]
of [SEQUENCE] te kiezen en
vervolgens op 1 drukken.
AUTO BRACKET
NO./STEP
SEQUENCE
2
SELECTEXIT
3/ 1/3EV
s/r
0/
1
1
0
2
MENU
4 Op 3/4 drukken om te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
AUTO BRACKET
NO./STEP
SEQUENCE
2
SELECT
Als u [NO./STEP] hebt gekozen in het
scherm van stap
–[5/ 1 EV]
Als u [SEQUENCE] hebt gekozen in het
scherm van stap
• [SEQUENCE]
(Als u 3 opnamen maakt)
–[0/`/_]
–[`/0/_]
3/ 1/3EV
3/ 2/3EV
3/ 1EV
1
1
SET
2
MENU
MENU
SET
0
3
3
• [SEQUENCE]
(Als u 5 opnamen maakt)
–[0/`/_/``/__]
(5 opnamen worden gemaakt. De
eerste opname wordt gemaakt op
0 EV. De volgende 4 opnamen
worden gemaakt op `1EV, _1EV, `2 EV en dan _2EV.)
/`/0/_/
–[``
__]
(5 opnamen worden gemaakt. De
eerste opname wordt gemaakt op
`2 EV. De volgende 4 opnamen
worden gemaakt op`1EV, 0EV,
_1 EV en dan _2EV.)
5 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om het menu te sluiten.
• Wanneer u opnamen maakt met auto
bracket nadat u het bereik van de
belichtingscompensatie hebt ingesteld,
wordt voor de opnamen de gekozen
belichtingscompensatie gebruikt.
• De automatische terugspeelfunctie werkt
onafhankelijk van de instelling ervan. (De
opname wordt niet uitvergroot.)
• De belichting zou niet gecompenseerd
kunnen worden met auto bracket
afhankelijk van de helderheid van het
object.
• U kunt maar 1 opname maken als de
flitslamp werkt. U kunt het aantal in auto
bracket ingestelde opnamen niet maken
als daar geen ruimte meer voor is.
72
VQT0W87
Page 73
Opnamen maken met
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
NORMAL
CUSTOM
+2
STANDARD
ISO
100
AUTO
WB
19
NORMAL
CUSTOM
CANCEL
de zelfontspanner
1 Zet de functiehendel op [ ].
P
STANDARD
WB
AUTO
ISO
A: Zelfontspanner op [10 SEC.]
2 Stel scherp op het object en maak
een opname.
P
STANDARD
WB
AUTO
ISO
• Er wordt geen opname gemaakt zolang
het object niet scherp is.
• Als u de ontspanknop helemaal wenst
in te drukken om een opname te maken
ook als het object niet scherp is, stelt u
[FOCUS PRIORITY] in het [CUSTOM]
menu in op [OFF]. (P92)
• Het lampje van de
zelfontspanner B
knippert en de
sluiter wordt na
10 seconden
geactiveerd (of na
2 seconden).
• Als u tijdens een opname met de
zelfontspanner op [MENU/SET] drukt,
wordt de zelfontspanner geannuleerd.
-
1+1+10-2+2
100
CUSTOM
NORMAL
19
A
MENU
100
CANCEL
CUSTOM
NORMAL
19
B
Gevorderd
∫ De tijd voor de zelfontspanner
wijzigen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[SELF-TIMER] te kiezen en
vervolgens op 1.
3 Op 3/4 drukken om [10 SEC.] of
[2 SEC.] te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET].
3
REC
EX. OPT. ZOOM
D.ZOOM
SELF-TIMER
AF ASSIST LAMP
OIS MODE
SELECTSET
/
3
OFF
OFF
10 SEC.
2 SEC.
MODE1
MENU
MENU
SET
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om het menu te sluiten.
• Wanneer u een statief of dergelijke enz.
gebruikt, is de instelling van de
zelfontspanner op 2 seconden handig om
de beweging die veroorzaakt wordt door
het indrukken van de ontspanknop te
vermijden.
• Als u [MIRROR UP] in het [CUSTOM]
menu op [ON] zet, kunt u
camerabeweging voorkomen die wordt
veroorzaakt door de spiegel. (P93)
• We raden het gebruik van een statief aan
wanneer u opneemt met de
zelfontspanner. (Wanner u een statief
gebruikt, moet dit vast staan als het
toestel erop bevestigd is.)
73
VQT0W87
Page 74
Gevorderd
STANDARD
ISO
100
AUTO
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
AUTO
AUTO
ISO
100
STD
19
STANDARD
ISO
100
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
AUTO
De witbalans instellen
Met deze functie kunt u een witte kleur
produceren die dichter is bij de echte kleur
in met zonlicht, halogeenbelichting, enz.
gemaakte opnamen waarin het witte licht
roodachtig of blauwachtig kan lijken.
1 Op [WB] A drukken.
P
AUTO
STANDARD
WB
AUTO
ISO
100
SINGLE
B
P
AUTO
B: Als u opnamen maakt met Live View
2 Draai aan de knop C om de
witbalans in te stellen.
P
STANDARD
WB
ISO
100
SINGLE
3 Druk de ontspanknop half in om
de gekozen witbalans in te
stellen.
• U kunt de witbalans ook op de volgende
manier instellen:
– Op [WB] drukken
– Gebruik de camera enkele seconden
lang niet
CUSTOM
NORMAL
ISO
100
STD
19
AUTO
CUSTOM
NORMAL
A
19
C
19
[AUTO]voor de automatische
instelling (automatische
witbalans)
[]
(Daglicht)
[]
(Bewolkt)
[]
(Schaduw)
[]
(Halogeen)
[]
(Flits)
[]
(Witinstelling 1)
[]
(Witinstelling 2)
[]
(Kleurwarmte
instellen)
voor buitenopnamen op
een heldere dag
voor buitenopnamen op
een bewolkte dag
voor buitenopnamen in
de schaduw
voor opnamen in
halogeen licht
alleen voor opnamen
met flits
voor gebruik van de
vooringestelde
witbalans
om de vooringestelde
kleurwarmte te
gebruiken
∫ Over de IR-sensorA
A
• Als u [AUTO] kiest, beslist de IR-sensor of
het licht binnenhuislicht is of zonlicht en
wordt automatisch een precieze witbalans
ingesteld.
74
VQT0W87
Page 75
∫ Automatische witbalans
STANDARD
ISO
100
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
AUTO
Het beschikbare witbalansbereik staat in
de volgende afbeelding. Als u een opname
maakt met een witbalans die buiten dit
bereik valt, kan de opname rood of blauw
worden. De witbalans werkt soms ook niet
goed als het object omgeven is met veel
lichtbronnen. Corrigeer in dit geval de
witbalans.
1 De automatische witbalans zal binnen
het bereik als volgt werken.
2 Blauwe lucht
3 Bewolkte lucht (Regen)
4 Schaduw
5 TV scherm
6 Zonlicht
7 Wit fluorescerend licht
8 Gloeilamp
9 Zonsopgang en zonsondergang
10 Kaarslicht
2)
3)
4)
5)
1)
6)
7)
Gevorderd
[WHITE SET]
De witbalans resetten
Gebruik deze functie om de witbalans
handmatig in te stellen.
1 Kies [] of [] met stap 2 op
P74 en druk dan op 3.
P
STANDARD
WB
ISO
AUTO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
SET
19
2 Richt de camera op een wit stuk
papier of iets dergelijks zodat het
frame in het midden alleen gevuld
is met het witte object en druk
dan de ontspanknop helemaal in.
WHITE SET
CANCEL
SET : SHUTTER
8)
9)
10)
Kl Kelvintemperatuur en kleuren
• U kunt de witbalans heel fijn instellen.
(P76)
• Wij raden aan de witbalans in te stellen op
[AUTO] voor opnamen met fluorlampen.
• Wanneer u opnamen maakt met flitsen,
wordt de witbalans misschien niet goed
afgesteld als het flitslicht niet sterk
genoeg is.
• Het kan zijn dat u geen nieuwe witbalans
kunt instellen als het object te donker of te
helder is. Maak in dit geval het object
helderder en reset dan de witbalans.
75
VQT0W87
Page 76
Gevorderd
STANDARD
ISO
100
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
AUTO
STANDARD
ISO
100
AUTO
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
AUTO
AUTO
[COLOUR TEMPERATURE
SETTING]
De kleurwarmte instellen
U kunt de kleurwarmte manueel instellen
voor natuurlijke opnamen in verschillende
belichtingscondities. De kleur van het licht
wordt gemeten met
Kelvintemperatuurgraden. Als de
kleurwarmte te hoog wordt, wordt de
opname blauwachtig en als de kleur te
koud wordt, wordt de opname rood. (P75)
1 Kies [] met stap 2 op P74 en
druk dan op 3.
P
STANDARD
WB
ISO
AUTO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
SET
19
2 Draai aan de bedieningsknop A
om de kleurtemperatuurinstelling
te kiezen en druk dan op
[MENU/SET].
WB K SET
SET
A
MENU
MENU
SET
2500K
SELECT
• U kunt een kleurwarmte instellen van
[2500 K] tot [10000 K].
[WHITE BALANCE ADJUSTMENT]
De witbalans fijn instellen
U kunt de witbalans fijn instellen als u de
gewenste tint niet krijgt met de gewone
witbalans.
1 Kies de witbalans met stap 2 op
P74 en druk dan op 4.
P
AUTO
STANDARD
WB
AUTO
ISO
100
SINGLE
CUSTOM
NORMAL
19
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
witbalans fijn in te stellen en dan
op [MENU/SET].
WB ADJUST.
AUTO
ADJUST.
2 : A (AMBER: ORANJEACHTIG)
1 : B (BLAUW: BLAUWACHTIG)
3 : G_ (GROEN: GROENACHTIG)
4 : M` (MAGENTA: ROODACHTIG)
• Als u de witbalans fijn instelt op A
(amber), wordt het witbalanspictogram
op het LCD-scherm oranje. Als u de
witbalans fijn instelt op B (blauw), wordt
het witbalanspictogram op het
LCD-scherm blauw.
• Als u de witbalans fijn instelt op G_
(groen) of M` (magenta), verschijnt [_]
(groen) of [`] (magenta) naast het
witbalanspictogram op het
LCD-scherm.
• Kies het middelste punt als u de
witbalans niet fijn aan het instellen bent.
G
AB
M
SET
MENU
MENU
SET
76
VQT0W87
Page 77
• U kunt de witbalans onafhankelijk
STANDARD
ISO
AUTO
AUTO
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
AUTO
100
200
400
800
1600
ISO
AUTO
AUTO
100
200
400
800
1600
STD
19
STANDARD
ISO
100
AUTO
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
100
200
400
800
1600
AUTO
nauwkeurig afstellen voor elke
witbalansfunctie.
• De instelling voor het nauwkeurig afstellen
van de witbalans wordt door het beeld
gebruikt wanneer u de flitslamp gebruikt.
• De fijnafstelling van de witbalans blijft ook
opgeslagen als u de camera uitzet.
• De fijnafstelling van de witbalans keert
terug naar de normale instelling
(middelste punt) in de volgende gevallen.
– Als u de witbalans reset in [WHITE SET]
(P75) ([] of [])
– Als u de kleurwarmte manueel reset in
[COLOUR TEMPERATURE SETTING]
(P76) ([])
Gevorderd
De lichtgevoeligheid
instellen
ISO is een maat voor de gevoeligheid voor
licht. Hoe hoger de gevoeligheid is, hoe
minder licht u nodig hebt voor een opname:
de camera wordt beter geschikt voor
opnamen op donkere plaatsen.
1 Op [ISO] A drukken.
P
AUTO
SINGLE
400
800
1600
400
100
800
200
1600
CUSTOM
NORMAL
ISO
AUTO
STD
19
A
19
STANDARD
WB
AUTO
ISO
AUTO
B
P
AUTO
100
200
B: Als u opnamen maakt met Live View
2 Draai aan de knop C om de
ISO-gevoeligheid in te stellen.
P
WB
ISO
100
SINGLE
800
200
1600
CUSTOM
C
NORMAL
AUTO
100
400
AUTO
STANDARD
19
• Als u [AUTO] instelt, wordt de
ISO-gevoeligheid automatisch
overgeschakeld van [ISO100] tot
[ISO400] afhankelijk van de helderheid.
VQT0W87
77
Page 78
Gevorderd
3 Druk de ontspanknop half in om
de gekozen ISO-gevoeligheid in
te stellen.
• U kunt de gekozen ISO-gevoeligheid
ook op de volgende manier instellen:
– Door [ISO] in te drukken
– Gebruik de camera enkele seconden
lang niet
De methode om het
licht te meten wijzigen
(Meetmethode)
U kunt de volgende meetfuncties of
methoden kiezen als u de lichtmeterhendel
verzet.
ISOgevoeligheid
Gebruiken op
heldere
plekken
(b.v. buiten)
Gebruiken op
donkere
plekken
SluitertijdLangzaamSnel
RuisMinderVerhoogd
• Om beeldruis te voorkomen raden wij aan
de ISO-gevoeligheid te verminderen
voordat u opnamen maak.
• De ISO-gevoeligheid kan niet ingesteld
worden op [AUTO] in de
AE-openingsvoorrangfunctie,
AE-sluitervoorrangfunctie of manuele
belichting.
1001600
Geschikt
Niet
geschikt
Niet
geschikt
Geschikt
Spot:
Dit is de methode die gebruikt wordt
om op het object scherp te stellen in
het midden van het scherm.
Meervoudig:
Dit is de methode waarbij de camera
de beste belichting meet door de
helderheid op het hele beeld
automatisch te berekenen. Wij
raden aan om zoveel mogelijk deze
methode te gebruiken.
Middelmeting:
Dit is de methode die gebruikt wordt
om scherp te stellen op het object in
het midden van het volledige beeld
en de rest van het beeld aan dit
middelste beeld aan te passen.
78
VQT0W87
Page 79
Menu-instellingen
STANDARD
ISO
100
AUTO
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
ISO
100
STD
19
STANDARD
ISO
100
AUTO
19
SINGLE
NORMAL
CUSTOM
WB
De meest gebruikte
functies vast instellen
U kunt de functies die u het vaakst
gebruikt, toewijzen aan de knoppen
[FUNC.1] en [FUNC.2]. U hoeft dan niet
telkens in het menu deze functies te gaan
kiezen.
• Als u een lens zonder openingsring
gebruikt, dient [FUNC.1] vast voor het
instellen van de lensopening.
1 Druk op [FUNC.1] A of
[FUNC.2] B.
(als [PICT.SIZE] is ingesteld)
P
STANDARD
WB
LLLLMM
AUTO
ISO
100
SINGLE
C
P
M
L
MM
LL
MM
LL
C: Als u opnamen maakt met Live View
2 Draai aan de knop D om een
functie te kiezen.
P
STANDARD
WB
L
AUTO
ISO
LL
100
SINGLE
M
SS
MML
SS
MM
SS
CUSTOM
NORMAL
A
B
19
ISO
100
S
SS
SS
STD
19
SS
MML
MM
SS
MM
SS
CUSTOM
NORMAL
D
19
Menu-instellingen
∫ Vaak gebruikte functies toewijzen aan
de knoppen [FUNC.1] en [FUNC.2]
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
2 Op 4 drukken om het [CUSTOM]
menupictogram [] te kiezen en
vervolgens op 1.
3 Op 3/4 drukken om
[FUNC.1 SET]
of[FUNC.2 SET] te
kiezen en vervolgens op 1.
1
CUSTOM
CUSTOM SET
CUST. SET MEM.
FUNC.1 SET
FUNC.2 SET
DIREC. EX. COMP.
SELECT
NORMAL
EXIT
OFF
/
4
MENU
4 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
FUNC.1
SET
EXPOSURE
FILM MODE
PICT.SIZE
RAW REC.
CANCEL
SELECT
SET
MENU
MENU
SET
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om het menu te sluiten.
• U kunt ook de keuzeknop gebruiken als
de instructies voorschrijven dat u 3/4
moet gebruiken.
3 Druk de ontspanknop half in om
de gekozen functie in te stellen.
• U kunt de functie ook op de volgende
manier instellen:
– Druk op [FUNC.1] of [FUNC.2]
– Gebruik de camera enkele seconden
ogenblik van de aankoop.
Als u [EX. OPT. ZOOM] (P86) instelt
en opnamen maakt met Live View
verschijnt [EZ] op het scherm als de
beeldgrootte anders ingesteld is dan
de maximum grootte voor elke
aspectratio.
80
VQT0W87
Page 81
Het functiemenu [REC]
gebruiken
De opnamemogelijkheden verhogen door
kleureffecten, beeldbijstellingen enzovoort
in te stellen enz.
• Het volgende voorbeeld toont hoe u
[D.ZOOM] instelt als u opnamen maakt
met Live View. (Lees P82 tot P89 voor elk
menuonderdeel.)
• Kies [RESET] in het [SETUP] menu om
de menu-instellingen weer in te stellen
zoals deze waren op het ogenblik van de
aankoop. (P31)
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen.
1
A
EXIT
EXIT
/
3
OFF
MENU
2
/
3
ON
OFF
10 SEC
ON
MODE1
MENU
REC
FILM MODE
PICT.SIZE
QUALITY
RAW REC.
ASPECT
SELECT
REC
EX. OPT. ZOOM
D.ZOOM
SELF-TIMER
AF ASSIST LAMP
OIS MODE
SELECT
• Druk op 4 in A om het volgende
menuscherm te openen.
Menu-instellingen
3 Op 1 drukken, op 3/4 drukken
om de instelling te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
2
REC
EX. OPT. ZOOM
D.ZOOM
SELF-TIMER
AF ASSIST LAMP
OIS MODE
SELECTSET
/
3
ON
OFF
2
a
4
a
MODE1
MENU
MENU
SET
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om het menu te sluiten.
∫ Over de onderdelen van de
menuschermen
• Er zijn 3 menuschermen in het [REC]
menu (1/3, 2/3 en 3/3).
1/3
MENU
1
REC
EX. OPT. ZOOM
D.ZOOM
OFF
SELF-TIME
AF ASSIST LAMP
EXIT
OIS MODE
SELECT
REC
SELECT
FILM MODE
PICT.SIZE
QUALITY
RAW REC.
ASPECT
• U kunt ook de keuzeknop gebruiken als
de instructies voorschrijven dat u 3/4
moet gebruiken.
• Het menuscherm dat volgt na 3/3 in het
[REC] menu is het eerste menuscherm in
het [SETUP] menu.
2/3
/
3
MENU
REC
AUTO BRACKET
AF-L
AF/AE LOCK
AE-L
MODE1
BURST RATE
FLASH SYNC.
EXIT
SELECT
2
OFFOFF
ON
3/3
/
3
MENU
EXIT
3
AF/AE
/
3
H
1ST
MENU
81
VQT0W87
Page 82
Menu-instellingen
[FILM MODE]
De kleurtoon instellen van een
opname
MENU
Op [] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P81)
Elke film voor filmcamera’s heeft een eigen
kleurtoon en contrastkenmerken. In de
filmfunctie kunt u de kleurtoon van de
opnamen kiezen uit 7 tonen op dezelfde
manier als die waarop u verschillende film
zou kiezen voor filmcamera’s.
Verschillende instellingen in de filmfunctie
kiezen die het best passen bij uw
opnamesituatie en de situatie die u filmt.
1 Op 3/4 drukken om
[FILM MODE] te kiezen en
vervolgens op 1.
1
EXIT
OFF
/
3
MENU
REC
FILM MODE
PICT.SIZE
QUALITY
SELECT
RAW REC.
ASPECT
∫ Een effect instellen
• [STANDARD] (KLEUR)
Dit is de standaard instelling.
• [DYNAMIC] (KLEUR)
De diepte en het contrast van de
opgeslagen kleuren worden verhoogd.
• [NATURE] (KLEUR)
Rood, groen en blauw zijn helderder.
Mooiere natuurkleuren.
• [SMOOTH] (KLEUR)
Minder contrast voor zachtere en
duidelijkere kleuren.
• [STANDARD] (B&W)
Dit is de standaard instelling.
• [DYNAMIC] (B&W)
Hoger contrast.
• [SMOOTH] (B&W)
Maakt het beeld zachter zonder
huidechtheid te verliezen.
•[MYFILM1]
•[MYFILM2]
De opgeslagen instelling wordt gebruikt.
(P94)
2 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en dan op
[MENU/SET].
1
SET
/
3
MENU
MENU
SET
FILM MODE
STANDARD
DYNAMIC
NATURE
SMOOTH
SELECT
• Als u op 1 drukt in het scherm dat u
hierboven ziet, verschijnt uitleg over
elke filmfunctie. (Als u op 2 drukt, keert
u terug naar het vorige scherm.)
3 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
82
VQT0W87
• In de filmfunctie kan het gebeuren dat de
camera een beeld wil opnemen met
bepaalde kenmerken. In dit geval wordt
de sluitertijd erg langzaam.
Page 83
∫ Elke filmfunctie aanpassen aan de
gewenste instelling
1 Druk verschillende keren 1 op in
het scherm in de stap 2 op
pagina 82.
2 Op 3/4 drukken om een
onderdeel te kiezen en gebruik de
keuzeknop A om het aan te
passen. Druk dan op
[MENU/SET].
ADJUST.
CONTRAST
SHARPNESS
SATURATION
NOISE RED.
CANCEL
• De melding [SAVE THIS SETTINGS?]
verschijnt.
STANDARD
SELECTSET
A
MENU
MENU
SET
3 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
ADJUST.
SAVE THIS SETTING ?
NO,USE AS TEMP. SET
OVERWRITE MY FILM 1
OVERWRITE MY FILM 2
SELECTSET
MENU
MENU
SET
• U kunt 2 gebruikersinstellingen
([MY FILM1] end [MY FILM2]) opslaan.
• [FILM MODE] verschijnt als [TEMP.] op
het LCD-scherm als u [NO, USE AS
TEMP. SET] kiest. De weergave
verdwijnt en de instelling wordt
geannuleerd als de camera uit wordt
gezet en dan weer aan.
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
Menu-instellingen
[CONTRAST]
[_]Verhoogt het verschil tussen de
heldere en donkere vlakken op
het beeld.
[`]Vermindert het verschil tussen de
heldere en donkere vlakken op
het beeld.
[SHARPNESS]
[_]Het beeld is zeer scherp.
[`]Het beeld is onscherp.
[SATURATION]
[_]De kleuren van het beeld zijn
levendig.
[`]De kleuren van het beeld zijn
natuurlijker.
[NOISE RED.]
[_]Versterkte ruisvermindering. De
beeldresolutie kan iets minder
goed worden.
[`]Het ruisverminderingseffect
wordt minder. U kunt opnamen
maken met een hogere resolutie.
• Ruis kan zichtbaar worden als u opneemt
op donkere plaatsen. Om ruis te
voorkomen, raden wij aan [NOISE RED.]
in te stellen in [ADJUST.] op [_] of alle
onderdelen in te stellen behalve
[NOISE RED.] op [`] voor de opnamen.
• U kunt [SATURATION] niet aanpassen in
de zwartwitinstellingen in de filmfunctie.
83
VQT0W87
Page 84
Menu-instellingen
[PICT.SIZE]/[QUALITY]
Een beeldresolutie en
–kwaliteit kiezen die passen bij
uw eigen gebruik
MENU
Op [] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P81)
Een digitaal beeld is samengesteld uit
ontelbare punten die pixels heten. Ook al
ziet u het verschil op het scherm van het
toestel niet, hoe meer pixels, hoe mooier
het beeld zal wanneer dit afgedrukt wordt
op een groot stuk papier of afgebeeld wordt
op het computerscherm. Beeldresolutie is
de compressiewaarde die gebruikt wordt
om digitale opnamen op te slaan.
A
B
A Heel veel pixels (Fijn)
B Weinig pixels (Grof)
¢ Deze afbeeldingen zijn voorbeelden
van het effect.
∫ Aantal pixels
Als u een grotere beeldgrootte kiest []
(7,4 million pixels) kunt u de opnamen
duidelijk afdrukken.
Als u een kleiner aantal pixels []
(3 miljoen pixels) kiest, is de afmeting van
de gegevens klein en kunt u meer
opnamen maken.
• Het aantal pixels dat u kunt kiezen, hangt
af van de aspectratio. Lees P85 voor
informatie over de aspectratioinstellingen.
∫ Aspectratio [].
3136k2352 pixels
(7,4 miljoen pixels)
2560k1920 pixels
(5 miljoen pixels)
2048k1536 pixels
(3 miljoen pixels)
84
VQT0W87
∫ Aspectratio [].
(Alleen voor opnamen met Live View)
3136k2080 pixels
(6,5 miljoen pixels)
2560k1712 pixels
(4,5 miljoen pixels)
2048k1360 pixels
(2,5 miljoen pixels)
∫ Aspectratio [].
(Alleen voor opnamen met Live View)
3136k1760 pixels
(5,5 miljoen pixels)
1920k1080 pixels
(2 miljoen pixels)
∫ Kwaliteit
U kunt het aantal opnamen vergroten
zonder de beeldresolutie te wijzigen als u
de resolutie instelt op [].
Superfijn:
Stel dit in als u opnamen maakt met
een hogere dan de “fijne kwaliteit”.
Fijn (Lage comprimering):
Dit type geeft voorrang aan de
beeldkwaliteit. De beeldkwaliteit zal
hoog zijn.
Standaard (Hoge comprimering):
Dit type geeft voorrang aan het
aantal opnamen. Er zullen
standaard kwaliteit opnamen
gemaakt worden.
• Als u [EX. OPT. ZOOM] (P86) instelt op
[ON] en opnamen maakt met Live View,
verschijnt [EZ] op het scherm als de
beeldgrootte ingesteld wordt op een
andere grootte dan de maximum
beeldgrootte voor elke aspectratio. “EZ” is
een afkorting van “Extra optical Zoom”.
(P86)
• P130 lezen voor informatie over het aantal
opnamen.
Page 85
Menu-instellingen
[RAW REC.]
Tegelijkertijd een
RAW-bestand opslaan
MENU
Op [] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P81)
Als u opneemt, wordt tegelijkertijd een
RAW-bestand opgeslagen.
• Als u [ON] instelt, worden tegelijkertijd
een JPEG-bestand en een RAW-bestand
opgeslagen. De extenties van JPEG- en
RAW-bestanden verschillen zoals u
hieronder ziet.
– JPEG-bestand
[.JPG] (Voorbeeld: P1000001.JPG)
– RAW-bestand
[.RAW] (Voorbeeld: P1000001.RAW)
• Als u [OFF] instelt, wordt geen
RAW-bestand opgeslagen.
• RAW-bestanden worden opgeslagen met
een maximum beeldgrootte voor elke
aspectratio.
• De automatische terugspeelfunctie werkt
onafhankelijk van de manier waarop deze
functie is ingesteld. (Het beeld wordt niet
uitvergroot.)
• Met RAW-bestanden kunt u beelden beter
bewerken. U kunt RAW-bestanden
opslaan met verschillende
bestandsformaten (JPEG, TIFF enz.) die
u kunt weergeven op uw PC bijvoorbeeld
en bewerken met programma’s als
“SILKYPIX Developer Studio” van
Ichikawa Soft Laboratory dat op de
CD-ROM staat (meegeleverd).
[ASPECT RATIO]
De aspectratio van beelden
instellen (Alleen als u opneemt
met Live View)
MENU
Op [] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P81)
Als u de aspectratio wijzigt, kunt u een
gezichtshoek kiezen die past bij het object.
• Op [LIVE VIEW] drukken om de camera
op voorhand klaar te zetten voor
opnamen met Live View. (P55)
Kiezen om opnamen te maken
met dezelfde aspectratio als een
4:3 TV of een computerscherm.
Kiezen om opnamen te maken
met dezelfde 3:2 aspect ratio als
een 35 mm film.
Dit is geschikt voor landschappen
enz. Dit is ook geschikt voor het
terugspelen van opnamen op een
breedbeeld TV, high-definition-TV
enz.
• De uiteinden van de opnamen kunnen
afgeknipt worden tijdens het afdrukken.
(P129) Controleer dit voordat u opneemt.
VQT0W87
85
Page 86
Menu-instellingen
[EX. OPT. ZOOM]
Een beeld vergroten zonder de
kwaliteit te verminderen
(Alleen voor opnamen met Live
View)
MENU
Op [] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P81)
Normaal kunt u opnamen maken met een
maximum focuslengte van 50 mm (voor
een 35 mm filmcamera: 100 mm) met de
meegeleverde lens.
Als u echter [EX. OPT. ZOOM] op [ON] zet
terwijl de beeldgrootte is ingesteld op een
andere grootte dan de maximumgrootte
voor elke aspectratio ([]/[]/
[]), kunt u een maximum focuslengte
bereiken van 75 mm (voor een 35 mm
filmcamera: 150 mm) zonder de kwaliteit
aan te tasten van het beeld.
• Op [LIVE VIEW] drukken om de camera
op voorhand klaar te zetten voor
opnamen met Live View. (P55)
∫ Het mechanisme van de extra
optische zoom
Voorbeeld: Als u de beeldgrootte instelt op
[] (3 miljoen pixels), wordt de
7,4 miljoen pixels CCD-zone verplaatst
naar het midden met de 3 miljoen pixels
zone, zodat u een beeld met een hoger
zoomeffect krijgt. (¢ is de gelijkwaardige
waarde voor een 35 mm filmcamera.)
1
14 mm
(28 mm)
2
16.8 mm
(33.6 mm)
3
21 mm
(42 mm)
W
A
W
W
B
50 mm
(100 mm)
T
B
60 mm
(120 mm)
T
75 mm
(150 mm)
1: Extra optische zoom [OFF]
Voorbeeld: [] (3 miljoen pixels)
86
VQT0W87
2: Extra optische zoom [ON]
Voorbeeld: [] (5 miljoen pixels)
3: Extra optische zoom [ON]
Voorbeeld: [] (3 miljoen pixels)
A: optische zoom
B: Extra optische zoom
∫ Beeldgrootte en uitvergroting door
versterkte optische zoom
Aspect
ratio
Beeld-
resolutie
(7,4 M)
(6,5 M)
(5,5 M)
(5M)
(4,5M)
(3M)
(2,5M)
(2M)
Door extra
optische
zoom
Niet mogelijk
1,2a
1,5a
Focusbereik
van de
meegelever
de lens
14 mm tot
50 mm
(28 mm tot
¢
100 mm)
16,8 mm tot
60 mm
(33,6 mm tot
120 mm)
21 mm tot
75 mm
(42 mm tot
150 mm)
¢
¢
¢ voor een 35 mm filmcamera
• Lees P85 voor de aspectratio en P84 voor
de beeldgrootte.
• “EZ” is een afkorting van
“Extra optical Zoom”.
• U kunt de zoomuitvergroting nog
verbeteren met de extra optische zoom
zonder u zorgen te maken over
beeldvertekening.
Page 87
• Als u [EX. OPT. ZOOM] instelt op [ON],
C
verschijnt [] op het scherm als u een
beeldgrootte instelt waarvoor de camera
de versterkte optische zoom zal
gebruiken.
• Als u [RAW REC.] instelt op [ON] wordt de
figitale zoom niet geactiveerd.
[D.ZOOM]
De zoom verder uitbreiden
(Alleen voor opnamen met Live
View)
MENU
Op [] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P81)
U kunt de zoomuitvergroting van de de
optische zoom (inclusief als u de versterkte
optische zoom gebruikt) 2a of 4a
vergroten met de digitale zoom.
U kunt beelden opnemen met een
maximum focuslengte van 200 mm (voor
een 35 mm filmcamera: 400 mm) met de
meegeleverde lens. Als u bovendien een
beeldgrootte instelt die de versterkte
optische zoom activeert, kunt u beelden
opnemen met een maximum focuslengte
van 300 mm (voor een 35 mm filmcamera:
600 mm).
• Op [LIVE VIEW] drukken om de camera
op voorhand klaar te zetten voor
opnamen met Live View. (P55)
≥[OFF] :
W
14 mm
(28 mm)
≥[2k] :
W
28 mm
(56 mm)
≥[4k] :
56 mm
(112 mm)
W
¢ voor een 35 mm filmcamera
A
B
T
50 mm
(100 mm)
B
T
100 mm
(200 mm)
T
200 mm
(400 mm)
Menu-instellingen
A: Optische zoom
B: Digitale zoom
∫ De digitale zoom samen gebruiken
met de extra optische zoom
Voorbeeld: Als de digitale zoom ingesteld
is op [4a] en de beeldgrootte op []
(3 miljoen pixels) kunt u de extra optische
zoom tegelijkertijd gebruiken.
W
84 mm
(168 mm)
T
300 mm
(600 mm)
¢ voor een 35 mm filmcamera
C: Digitale zoom en versterkte optische
zoom
• Voor de digitale zoom geldt dat hoe groter
het beeld is, hoe lager de beeldkwaliteit
wordt.
• Het kan zijn dat de stabilisatorfunctie niet
goed werkt met de digitale zoom.
• Wanneer u de digitale zoom gebruikt,
raden wij het gebruik van een statief en de
zelfontspanner (P73) aan om opnamen te
maken.
• Als u [RAW REC.] instelt op [ON] werkt de
digitale zoom niet.
[SELF-TIMER]
De tijd voor de zelfontspanner
instellen
MENU
Op [] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P81)
U kunt de tijd voor de zelfontspanner
instellen op [10 SEC.] of [2 SEC.].
Lees P73 voor meer informatie.
87
VQT0W87
Page 88
Menu-instellingen
[AF ASSIST LAMP]
Scherpstellen bij weinig licht
wordt makkelijker
MENU
Op [] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P81)
Het object verlichten maakt het makkelijker
scherp te stellen wanneer u bij weinig licht
aan het opnemen bent en scherp wilt
stellen, wat moeilijk is bij weinig licht.
A
• Als u een lens met een grotere
filterdiameter gebruikt die de AF-lamp
bedekt, kunnen schaduwen verschijnen
op het beeld en kan de camera slechter
werken.
[OIS MODE]
Optische beeldstabilisator
MENU
Op [] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P81)
Deze functie spoort bewegingen van de
camera beweging op en compenseert
deze.
• Controleer of de [O.I.S.] schakelaar op de
lens op [ON] staat.
[ON] Als de AF-lamp A ingesteld is op
[ON] gaat deze branden als u de
ontspanknop half indrukt op
donkere plaatsen enz. Het
effectieve bereik van de AF-lamp
is ongeveer 1,5 m tot ongeveer
3,0 m. (met de meegeleverde lens
op Breed)
[OFF] De AF-lamp gaat niet aan.
• Voorzichtig zijn met de volgende
handelingen wanneer u de AF-lamp
gebruikt.
– Niet direct in de AF-lamp kijken.
– Maak de lensbeveiliging niet vast.
– De AF-lamp niet met uw vingers of
andere voorwerpen bedekken.
• Wanneer u de AF-lamp niet wenst te
gebruiken (b.v. wanneer u opnamen
maakt van dieren op een donkere plek),
de [AF ASSIST LAMP] op [OFF] zetten. In
dit geval zal het moeilijker worden scherp
te stellen.
88
VQT0W87
[MODE1]
()
[MODE2]
()
De stabilisator werkt continu
en helpt bij de fotocompositie.
De beweging van de camera
wordt gecompenseerd als u
de ontspanknop indrukt. Er is
een groter stabilisatoreffect.
• De stabilisatorfunctie kan niet voldoende
werken in de volgende gevallen.
– Wanneer er veel camerabeweging is.
– Als de zoomuitvergroting erg hoog is.
– Als u de digitale zoom gebruikt.
– Wanneer u opnamen maakt terwijl u een
bewegend object volgt.
– Als de sluitertijd langzamer wordt om
binnenshuis opnamen te maken of op
donkere plaatsen.
Houd de camera stil wanneer u de
ontspanknop indrukt.
• U kunt [OIS MODE] niet gebruiken met
een lens zonder stabilisatorfunctie.
Page 89
Menu-instellingen
[AUTO BRACKET]
Beelden maken Auto Bracket
MENU
Op [] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P81)
Met deze functie worden tot 5 beelden
opgenomen met de gekozen
belichtingcompensatie telkens als u de
ontspanknop indrukt.
U kunt het aantal op te nemen beelden
instellen, de belichtingscompensatie en de
bracket.
Lees P71 voor meer informatie.
AF-L
[AF/AE LOCK]
AE-L
De [AFL/AEL] knop
overschakelen
MENU
Op [] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P81)
U kunt [AFL/AEL] op [AF] zetten, [AE] of
[AF/AE] als u de scherpstelling of de
belichting wil vastleggen voor een opname.
Lees P68 voor meer informatie.
[BURST RATE]
De burstsnelheid instellen
MENU
Op [] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P81)
U kunt de burstsnelheid op hoog [H] of op
laag [L] zetten.
Lees P70 voor meer informatie.
[FLASH SYNC.]
De 2e
gordijnsluitersynchronisatie
instellen
MENU
Op [] drukken om het [REC] menu af te
SET
beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P81)
De functie voor de 2e
gordijnsluitersynchronisatie doet de flits
werken vlak voordat de sluiter zich sluit als
u opnamen maakt van bewegende beelden
zoals een auto met een lagere sluitertijd.
∫ 1e gordijnsluitersynchronisatie
2560
P
A
19
1/25F2.8
• De normale methode om opnamen met
een flits te maken.
∫ 2e gordijnsluitersynchronisatie
2560
P
A
2
19
1/25F2.8
• De lichtbron komt achter het object en
het beeld wordt dynamisch.
• Stel dit meestal in op [1ST].
• [2ND] verschijnt in het flitslamppictogram
op het LCD-scherm als u [FLASH SYNC.]
instelt op [2ND].
• De instellingen voor de
flitslampsynchronisatie worden ook actief
met een externe flitslamp. (P114)
• Als u een snellere sluitertijd instelt, kan het
effect van de 2e
gordijnsluitersynchronisatie minder goed
worden.
• U kunt AUTO/Rode-ogenreductie [],
Vast ingesteld op AAN
/Rode-ogenreductie
[] of Trage synchr./
Rode-ogenreductie [] niet instellen
met de ingebouwde flitslamp als
[FLASH SYNC.] op [2ND] staat.
89
VQT0W87
Page 90
Menu-instellingen
Het [CUSTOM] menu
gebruiken
U kunt de instellingen voor elke functie
wijzigen in het [CUSTOM] menu. U kunt
deze instellingen opslaan voor later. (P94)
• De onderdelen instellen zoals vereist.
(P91 tot P94 raadplegen voor elk
menuonderdeel.)
• In het volgende voorbeeld ziet u hoe u
[LCD AUTO] instelt.
• [RESET] in het [SETUP] menu kiezen om
terug te keren naar de begininstellingen
die u aantreft bij aankoop. (P31)
1 Druk op [MENU/SET] en dan
op 2.
1
EXIT
EXIT
/
3
OFF
MENU
1
/
4
NORMAL
OFF
MENU
MENU
SET
REC
FILM MODE
PICT.SIZE
QUALITY
RAW REC.
ASPECT
SELECT
2 Op 4 drukken om het [CUSTOM]
menupictogram [] te kiezen en
vervolgens op 1.
CUSTOM
CUSTOM SET
CUST. SET MEM.
FUNC.1 SET
FUNC.2 SET
DIREC. EX. COMP.
SELECT
3 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen.
1
EXIT
/
4
NORMAL
OFF
MENU
CUSTOM
CUSTOM SET
CUST. SET MEM.
FUNC.1 SET
FUNC.2 SET
DIREC. EX. COMP.
SELECT
A
2
2/4
EXIT
OFF
AUTO
OFF
OFF
ON
/
4
MENU
CUSTOM
LCD AUTO
AF FRAME
AF_MF
AF/AE LOCK HOLD
AF-LED
SELECT
• Druk op 4 in A om het volgende
menuscherm te openen.
4 Op 1 drukken, op 3/4 drukken
om de instelling te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
2
SET
OFF
ON
OFF
OFF
ON
/
4
MENU
MENU
SET
CUSTOM
LCD AUTO
AF FRAME
AF_MF
AF/AE LOCK HOLD
AF-LED
SELECT
5 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om het menu te sluiten.
90
VQT0W87
Page 91
∫ Over de onderdelen van de
menuschermen
• Er zijn 4 menuschermen in het [CUSTOM]
menu (1/4, 2/4, 3/4 en 4/4).
CUSTOM
CUSTOM SET
CUST. SET MEMORY
FUNC.1 SET
FUNC.2 SET
DIREC. EX. COMP.
SELECT
1/4
CUSTOM
LCD AUTO
AF FRAME
AF_MF
AF/AE LOCK HOLD
AF-LED
SELECT
1
/
4
OFF
ON
MENU
2/4
2
/
4
OFF
CUSTOM
ON
FOCUS PRIORITY
OFF
COLOR SPACE
LONG SHUTTER NR
ON
MENU
MIRROR UP
DISPLAY SET
SELECT
3/4
3
/
4
ON
CUSTOM
PIXEL REFRESH
OFF
NO RELEASE
ON
WITHOUT LENS
MENU
EXIT
SELECT
EXIT
4/4
4
/
4
ON
MENU
• U kunt ook de functieknop gebruiken als
de instructies zeggen dat u 3/4 moet
gebruiken, d.w.z. als u menuonderdelen
kiest.
• Het menuscherm dat volgt na 4/4 in het
[CUSTOM] menu is het eerste
menuscherm in het [PLAY] menu.
[CUSTOM SET]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
U kunt de menu-instellingen kiezen voor de
camera. (P94)
[NORMAL]:
De normale instellingen worden
gekozen.
[FACTORY]:
De instellingen die gelden op het
ogenblik van de aankoop worden
tijdelijk weer actief wegens een
verkeerde bewerking. (Het
mapnummer en de klokinstelling
worden niet gewijzigd.)
[SET 1]: De instellingen die opgeslagen
zijn in [CUSTOM SET 1] worden
gekozen.
[SET 2]: De instellingen die opgeslagen
zijn in [CUSTOM SET 2] worden
gekozen.
[SET 3]: De instellingen die opgeslagen
zijn in [CUSTOM SET 3] worden
gekozen.
Menu-instellingen
• Als u op 1 drukt bij elk menuonderdeel
van het scherm waarin u menuonderdelen
kiest, verschijnen een ogenblik lang alle
instellingen voor elk menuonderdeel. (Als
u 2 indrukt, keert het scherm terug naar
het scherm waarin u menuonderdelen aan
het kiezen bent.)
[CUST. SET MEM.]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
De huidige instellingen voor de camera
worden opgeslagen als [CUSTOM SET 1],
[CUSTOM SET 2] of [CUSTOM SET 3].
[FUNC.1 SET]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
Er is een functie toegewezen aan de
[FUNC.1] knop.
[FUNC.2 SET]
Er is een functie toegewezen aan de
[FUNC.2] knop.
• Lees P79 voor informatie over
[FUNC.1 SET] en [FUNC.2 SET].
[DIREC. EX. COMP.]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
Als u [DIREC. EX. COMP.] instelt op to
[ON] kunt u de belichting compenseren
door alleen aan de keuzeknop te draaien.
(P41)
[ON]
[OFF]
[LCD AUTO]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
Als u [ON] instelt en opneemt met de
zoeker gaat het LCD-scherm uit als u de
ontspanknop half indrukt enz.
[ON]
[OFF]
91
VQT0W87
Page 92
Menu-instellingen
[AF FRAME]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
Zet de AF-zone in de gewenste
scherpstellingstand.
[AUTO]: Het toestel stelt snel scherp op
één van de 3 punten van de
focuszones. d.w.z. links, rechts of
in het midden. Dit werkt wanneer
het object zicht niet in het midden
van het scherm bevindt.
[CENTER]:
Het toestel stelt scherp op het
object in de AF-zone in het
midden van het scherm.
[SELECT]:
Als u op 2/1, drukt kunt u de
instelling voor de AF-zone kiezen
met Automatisch scherpstellen:
vast links, vast rechts of vast in
het midden.
• Als u [AUTO] kiest, is de
scherpstellingstand niet vastgelegd. De
stand wordt automatisch bepaald door de
camera tijdens het scherpstellen. Als u
het scherpstellingstand wenst vast te
leggen voor uw opnamen, kiest u een
andere instelling dan [AUTO].
[AF_MF]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
Als u [ON] hebt gekozen, kunt u fijn
scherpstellen op het object nadat het
automatisch is scherpgesteld door aan de
diafragmaring te draaien.
[ON]
[OFF]
[AF/AE LOCK HOLD]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
[ON]:De scherpstelling en de belichting
blijven bepaald ook als u
[AFL/AEL] loslaat nadat u dit hebt
ingedrukt.
Als u [AFL/AEL] weer indrukt,
wordt [AF/AE LOCK]
geannuleerd.
[OFF]: De scherpstelling en de belichting
blijven alleen bepaald terwijl u
[AFL/AEL] indrukt. (P68)
Als u [AFL/AEL] loslaat, wordt
[AF/AE LOCK] geannuleerd.
[AF-LED]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
Als u [ON] hebt gekozen, licht de lamp op
als het object scherpt staat in de AF-zone
in de zoeker. (P35)
[ON]
[OFF]
[FOCUS PRIORITY]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
[ON]:U kunt geen opname maken
zolang het object niet is
scherpgesteld.
[OFF]: Dit geeft voorrang aan het beste
ogenblik om een opname te
maken zodat u een opname kunt
maken als u de ontspanknop
helemaal indrukt.
• Als u [OFF] instelt, dient u voorzichtig te
zijn want het beeld kan niet scherp zijn
ook als u [AFS] of [AFC] in de focusfunctie
ingesteld zijn.
92
VQT0W87
Page 93
[COLOR SPACE]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
Stel dit in als u de kleurweergave wenst te
corrigeren van opgeslagen beelden op de
PC, een printer enz.
[sRGB]: Kleurbereik is ingesteld op
sRGB-Kleurbereik.
Dit wordt het meeste gebruikt in
computeruitrustingen.
[AdobeRGB]:
Kleurbereik is ingesteld op
AdobeRGB-Kleurbereik.
AdobeRGB is meestal gebuikt
voor handelsdoeleinden zoals
professioneel afdrukken omdat
het een grotere reeks
reproduceerbare kleuren heeft
dan sRGB.
• Afhankelijk van de instelling van het
kleurbereik, wijzigt de naam van het
bestand van een opname zoals u hier ziet.
P1000001.JPG
P
: sRGB
_
: AdobeRGB
• Stel sRGB in als u AdobeRGB niet goed
kent.
Menu-instellingen
[LONG SHUTTER NR]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
Dit verwijdert beeldruis als de sluitertijd
langzamer wordt om opnamen te maken‘s
nachts enz.
Als u dit op [ON] zet, verschijnt de aftelling
op het display als u de ontspanknop
indrukt. Beweeg de camera niet. Als de
aftelling gedaan is, verschijnt
[PLEASE WAIT...] op het display zolang
als de tijd die u hebt ingesteld voor de
sluitersnelheid en het signaal dat moet
worden verwerkt.
Als u [MENU/SET] indrukt tijdens een
opname, wordt de opname niet gemaakt.
[ON]
[OFF]
[MIRROR UP]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
U kunt camerabeweging voorkomen door
de spiegel als de zelfonspanner is
ingesteld. (P73)
[ON]:De spiegel gaat naar boven
voordat het aftellen start. Dit
voorkomt dat de camera beweegt
als de spiegel naar boven gaat.
[OFF]: Nadat de aftelling is afgelopen,
gaat de spiegel tegelijkertijd naar
boven als de opname wordt
genomen.
93
VQT0W87
Page 94
Menu-instellingen
[DISPLAY SET]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
Stel in welke informatie op het LCD-scherm
moet komen als u opnamen maakt met
Live View.
Als u [DISPLAY] indrukt om de informatie
in te schakelen die op het LCD-scherm
verschijnt, komt alleen de informatie op het
scherm die op [ON] staat.
[REC. INFO.]: ON OFF
[HISTGRAM]: ON OFF
[GUIDE 1]:ON OFF
[GUIDE 2]:ON OFF
[PIXEL REFRESH]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
U controleert hiermee of het beeld op de
beeldsensoren en het beeld na de
beeldbewerking optimaal op elkaar
aansluiten.
De camera is optimaal ingesteld op het
ogenblik van de aankoop. Wij raden aan
deze instelling elk jaar een keer te
controleren.
Zet de camera uit en weer aan nadat de
pixels gecorrigeerd zijn.
[NO RELEASE WITHOUT LENS]
MENU
Op [] drukken om het [CUSTOM] menu
SET
af te beelden en het in te stellen onderdeel
te kiezen. (P90)
Als u dit op [ON] instelt, kunt u de
ontspanknop niet indrukken als er geen
lens op de camera zit of als de lens niet
goed is vastgemaakt. (Camerabeveiliging)
[ON]
[OFF]
Instellingen opslaan in
[CUST. SET MEM.]
U kunt het gebruikersgeheugen gebruiken
om uw huidige menu-instellingen in de
camera op te slaan. U kunt tot
3 menu-instellingen op voorhand opslaan
voor later gebruik.
Sla de menu-instellingen op voorhand op
en kies dan een instelling van het menu die
past bij uw opnamesituatie enz. Dit is
handig om niet telkens alle instellingen van
het menu te wijzigen telkens als u een
opname maakt.
1 Op 3/4 drukken om
[CUST. SET MEM.] te kiezen en
vervolgens op 1.
1
EXIT
/
4
NORMAL
OFF
MENU
CUSTOM
CUSTOM SET
CUST. SET MEMORY
FUNC.1 SET
FUNC.2 SET
DIRECT EXP. COMP.
SELECT
2 Op 3/4 drukken om
[CUSTOM SET 1],
[CUSTOM SET 2] of
[CUSTOM SET 3] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
CUST.SET MEM.
CUSTOM SET 1
CUSTOM SET 2
CUSTOM SET 3
MENU
MENU
CANCEL SELECT
SET
SET
94
VQT0W87
Page 95
3 Op 3 drukken om [YES] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET].
(Alleen als er opgeslagen instellingen
zijn.)
CUST.SET MEM.
OVER WRITE CURRENT
CAMERA STATUS AS
CUSTOM SET 1 ?
YES
NO
SELECT
SET
MENU
MENU
SET
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
∫ De instellingen gebruiken in
[CUSTOM SET]
Kies de instelling die opgeslagen is in
[CUSTOM SET] in het [CUSTOM] menu.
(P91)
• De instellingen voor de menuonderdelen
raken niet verloren ook niet als u de
camera uit zet en u de
gebruikersinstellingen niet gebruikt om ze
op te slaan.
Menu-instellingen
Het functiemenu
[PLAY] gebruiken
U kunt verschillende functies gebruiken in
terugspeelfunctie om opnamen terug te
spoelen, de beveiliging in te stellen voor
deze opnamen, enz.
• Lees P96 tot 105 voor elk
menu-onderdeel.
1 Op [] drukken om een beeld af
te beelden.
2 Op [MENU/SET] drukken.
3 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen en druk
dan op 1.
1
A
EXIT
EXIT
OFF
ON
2
/
2
MENU
2/2
/
2
MENU
PLAY
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
ROTATE
DPOF PRINT
SELECT
PLAY
PROTECT
RESIZE
TRIMMING
ASPECT CONV.
FORMAT
SELECT
• Druk op 4 in A om het volgende
menuscherm te openen.
• Na de stappen
1 en 2 leest u de
beschrijving van het
menu-onderdeel in de
gebruiksaanwijzingen voor de
instelling ervan.
95
VQT0W87
Page 96
Menu-instellingen
∫ Over de onderdelen van de
menuschermen
• Er zijn 2 menuschermen in het [PLAY]
functiemenu (1/2 en 2/2).
1/2
EXIT
2/2
2
/
2
MENU
PLAY
SELECT
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
ROTATE
DPOF PRINT
1
PLAY
OFF
ON
SELECT
/
2
PROTECT
RESIZE
TRIMMING
ASPECT CONV.
MENU
FORMAT
• U kunt ook de functieknop gebruiken als
de instructies zeggen dat u 3/4 moet
gebruiken, d.w.z. als u menuonderdelen
kiest.
• Het scherm na 2/2 in het [PLAY]
functiemenu is het eerste scherm in het
[REC] menu.
[SLIDE SHOW]
Beelden achtereenvolgens
terugspelen voor een
vastgestelde tijd
MENU
Op [] drukken om het [PLAY] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P95)
Dit wordt aangeraden wanneer u opnamen
terugspeelt op een TV-scherm. U kunt
ongewenste opnamen overslaan als
[FAVORITE] (P97) ingesteld is.
• Het scherm van stap
[FAVORITE] op [ON] staat. Als
[FAVORITE] op [OFF] staat, herhaalt u
2.
stap
1 verschijnt als
1 Op 3/4 drukken om [ALL] of [ ]
te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET].
1
PLAY
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
ROTATE
DPOF PRINT
SELECTSET
/
2
ALL
OFF
ON
MENU
MENU
SET
[ALL] Hiermee beeldt u alle opnamen
af.
[] Hiermee beeldt u alleen de
opnamen af die ingesteld zijn
als favorieten (P97).
• Als geen enkele van de opnamen
afgebeeld [ ] is, kunt u [ ] niet
kiezen, zelfs als [FAVORITE] ingesteld
is op [ON].
2 Op 3 drukken om [START] te
kiezen en vervolgens op
[MENU/SET].
(Scherm wanneer [ALL] gekozen is)
ALL SLIDE SHOW
START
DURATION
CANCEL SELECTSET
• De cursor die verschijnt tijdens een
diavoorstelling A of als u een
diavoorstelling onderbreekt B of tijdens
een [MANUAL] diavoorstelling C is
dezelfde als 3/4/2/1.
2 SEC.
MENU
MENU
SET
96
VQT0W87
A
CB
•Op 3 drukken om de diavoorstelling te
onderbreken. Op 3 drukken om de
onderbreking te annuleren.
• U kunt alleen [MANUAL] kiezen
wanneer [ ] gekozen is in stap
1.
•Op 2/1 drukken om het vorige of het
volgende beeld af te beelden wanneer
[MANUAL] gekozen is.
• De energiebesparing wordt niet
ingeschakeld tijdens een diavoorstelling.
(De energiebesparing is wel ingesteld op
[10 MIN.] als u de diavoorstelling
onderbreekt of een [MANUAL]
diavoorstelling terugspeelt.)
[FAVORITE]
Favoriete opnamen instellen
MENU
Op [] drukken om het [PLAY] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P95)
U kunt het volgende doen als er een
markering toegevoegd is aan opnamen en
deze ingesteld zijn als favorieten.
• Alle opnamen wissen die niet ingesteld
zijn als favorieten.
([ALL DELETE EXCEPT ]) (P50)
• De opnamen die ingesteld zijn als
favorieten alleen als diavoorstelling
afspelen. (P96)
Menu-instellingen
1 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET].
1
PLAY
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
ROTATE
DPOF PRINT
SELECTSET
/
2
OFF
ON
ON
CANCEL
MENU
MENU
SET
• U kunt geen opnamen als favorieten
instellen als [FAVORITE] ingesteld is
op [OFF]. De favorieten met het
favorietenpictogram [ ] zullen
bovendien niet verschijnen wanneer
[FAVORITE] ingesteld is op [OFF] zelfs
als deze functie eerder op [ON] stond.
• U kunt [CANCEL] niet kiezen als bij
geen enkel beeld [ ] staat.
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
3 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 3
drukken.
A
ISO
2000
100
1/19
10100_0001
F2.8
P
• Herhaal de bovenstaande procedure.
•Als 3 ingedrukt is terwijl het [ ]
favorietenpictogram A afgebeeld
wordt, wordt [ ] geleegd en wordt de
favorieteninstelling geannuleerd.
• U kunt tot en met 999 opnamen als
favorieten instellen.
97
VQT0W87
Page 98
Menu-instellingen
0001
1/19
F5.6
125
ISO
100
∫ Alle favorieten wissen
1 [CANCEL] op het scherm dat verschijnt
in stap
1 kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
2 Op 3 drukken om [YES] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
3 Op [MENU/SET] drukken om het menu
te sluiten.
• Wanneer u opnamen af laat drukken door
een fotograaf is
[ALL DELETE EXCEPT ] (P50) handig
omdat hiermee alleen de opnamen die u
af wenst te laten drukken op de kaart
blijven staan.
• [LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO-viewer-] op de
CD-ROM (meegeleverd) gebruiken om
favorieten in te stellen, te bevestigen of te
wissen. (Voor informatie hierover de
aparte gebruikshandleiding voor
aansluiting op de PC raadplegen.)
• Het kan zijn dat u opnamen die met
andere apparatuur gemaakt zijn niet als
favorieten in kunt stellen.
[ROTATE DISP.]/[ROTATE]
Om het beeld gedraaid af te
beelden
MENU
Op [] drukken om het [PLAY] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P95)
Met deze functie kunt u automatisch
opnamen verticaal afbeelden als deze
gemaakt werden met een verticaal
gehouden toestel of opnamen manueel
draaien met stappen van 90°.
∫ Display draaien (Het beeld wordt
automatisch gedraaid en afgebeeld.)
1 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET].
1
OFF
/
2
OFF
ON
MENU
MENU
SET
PLAY
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
ROTATE
DPOF PRINT
SELECTSET
• De opnamen worden afgebeeld zonder
gedraaid te worden wanneer u [OFF]
kiest.
• Lees P48 voor informatie over hoe u
opnamen terug kunt spelen.
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
ISO
125
10100_0001
100
1/19
F5.6
P
• Beelden die met een verticaal
gehouden camera zijn gemaakt,
worden automatisch verticaal
afgebeeld.
∫ Draaien
(Het beeld wordt manueel gedraaid.)
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
ROTATE
100-0001
1/19
MENU
EXIT
SET
SELECT
• De [ROTATE] functie wordt
uitgeschakeld wanneer
[ROTATE DISP.] ingesteld is op [OFF].
98
VQT0W87
Page 99
• Beveiligde beelden kunnen niet worden
gedraaid.
2 Op 3/4 drukken om de richting
te kiezen waarin u het beeld
wenst te draaien en vervolgens
op [MENU/SET].
ROTATE
MENU
MENU
CANCEL
SELECT
SET
SET
De opname draait rechtsom in
stappen van 90o.
De opname draait linksom in
stappen van 90o.
3 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
∫ Voorbeeld
Wanneer u het beeld rechtsom draait
()
Originele
opname
• Wanneer [ROTATE DISP.] ingesteld is op
[ON] worden opnamen die gemaakt zijn
met een verticaal gehouden toestel,
verticaal teruggespeeld (gedraaid).
• Als u opnamen maakt door de camera op
en neer te bewegen, kan het zijn dat deze
opnamen niet verticaal worden afgebeeld.
(P34)
• Het beeld kan enigszins wazig zijn
wanneer het toestel op de TV
aangesloten is met de videokabel
(meegeleverd) en verticaal teruggespeeld
worden.
Menu-instellingen
• Als u opnamen bekijkt op een PC, zouden
deze niet afgebeeld kunnen worden in de
gedraaide richting tenzij het OS of de
software compatibel is met Exif. Exif is
een formaat voor stilstaande beelden dat
ook opname-informatie opslaat. Het is van
“JEITA (Japan Electronics and
Information Technology Industries
Association)”.
• Gedraaide beelden worden gedraaid
afgebeeld als u ze bekijkt met de
terugspeelfunctie en de terugspeelzooom
maar niet in de terugspeelfunctie met
meerdere afbeeldingen tegelijk.
• Het kan zijn dat u opnamen die met
andere apparatuur gemaakt zijn, niet kunt
draaien.
[DPOF PRINT]
Het af te drukken beeld en het
aantal afdrukken instellen
MENU
Op [] drukken om het [PLAY] menu af
SET
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P95)
DPOF “Digital Print Order Format” is een
systeem waarmee de gebruiker kan kiezen
welke opnamen hij afdrukt, hoeveel
exemplaren van elk beeld hij afdrukt en of
de opnamedatum wel of niet afgedrukt
moet worden met een DPOF-compatibele
fotoprinter of fotograaf. Voor details
raadpleegt u uw fotograaf.
Op 3/4 drukken om [SINGLE],
[MULTI] of [CANCEL] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
1
PLAY
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
ROTATE
DPOF PRINT
SELECTSET
• U kunt [CANCEL] niet kiezen als er
geen afdrukken ingesteld zijn in de
DPOF-printsettings.
/
2
OFF
ON
SINGLE
MULTI
CANCEL
MENU
MENU
SET
99
VQT0W87
Page 100
Menu-instellingen
∫ Een beeld
1 Op 2/1 drukken om het af te
drukken beeld te kiezen en
vervolgens op 3/4 om het aantal
afdrukken in te stellen.
A
• De aanduiding van het aantal afdrukken
[] A verschijnt.
• Het aantal afdrukken kan ingesteld
worden op een cijfer tussen 0 tot 999.
Als het aantal afdrukken ingesteld is op
[0] wordt de DPOF printinstelling
geannuleerd.
DPOF SET THIS
1
COUNT
SELECT
1
100-0001
1/19
DATE
EXIT
DISPLAY
MENU
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
∫ Meerdere beelden
1 Op 2/1 drukken om het af te
drukken beeld te kiezen en
vervolgens op 3/4 om het aantal
afdrukken in te stellen.
B
DPOF SET MULTI
789
1011
COUNT
SELECT
• De aanduiding van het aantal afdrukken
[] B verschijnt.
• Herhaal de bovenstaande procedure.
(U kunt niet alle opnamen tegelijkertijd
instellen.)
• Het aantal afdrukken kan ingesteld
worden op een cijfer tussen 0 tot 999.
Als het aantal afdrukken ingesteld is op
1
12
DISPLAY
DATE
1
MENU
EXIT
[0] wordt de DPOF printinstelling
geannuleerd.
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
∫ Alle instellingen wissen
1 Op 3 drukken om [YES] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET].
CANCEL ALL DPOF
CANCEL ALL DPOF
PRINT SETTINGS?
YES
NO
SELECT
SET
MENU
MENU
SET
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
∫ De datum afdrukken
Na het instellen van het aantal, kunt u het
afdrukken met de opnamedatum instellen/
annuleren door op [DISPLAY] te drukken.
DPOF SET THIS
1
DATE
C
COUNT
SELECT
• De aanduiding van de datumafdruk []
C verschijnt.
• Wanneer u naar een fotograaf voor
digitaal afdrukken gaat, dient u het
afdrukken van de datum apart te bestellen
indien u dat wenst.
• Afhankelijk van de fotograaf of de printer,
zou de datum niet afgedrukt kunnen
worden zelfs als u instelt op het afdrukken
van de datum. Voor verdere informatie
raadpleegt u uw fotograaf of de
gebruiksaanwijzing van uw printer.
1
100-0001
1/19
DISPLAY
DATE
EXIT
MENU
DATE
100
VQT0W87
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.