Veiligheidsinformatie
Lees de handleiding van het toestel en alle andere
componenten van het audiosysteem in uw auto zorgvuldig
door voordat u het systeem gaat gebruiken. Hierin treft u
aanwijzingen aan voor een veilig en doelmatig gebruik van het
systeem. Panasonic aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
problemen als resultaat van het niet in acht nemen van de
instructies uit deze handleiding.
In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om aan te
geven hoe u dit product veilig kunt gebruiken en om u te wijzen
op mogelijke gevaren als resultaat van onjuiste verbindingen en
handelingen. De betekenissen van deze pictogrammen worden
hieronder uiteengezet. Het is van belang dat u de betekenis van deze
pictogrammen goed begrijpt zodat u deze handleiding en het hele
systeem naar behoren kunt gebruiken.
Waarschuwing
Dit pictogram wijst u op de aanwezigheid van
belangrijke aanwijzingen voor de bediening en de
installatie. Negeren van deze aanwijzingen kan
leiden tot ernstig letsel of zelfs de dood.
Voorzichtig
Dit pictogram wijst u op de aanwezigheid van
belangrijke aanwijzingen voor de bediening en de
installatie. Negeren van deze aanwijzingen kan leiden
tot letsel of materiële schade.
Waarschuwing
Neem de volgende waarschuwingen in acht
wanneer u dit toestel gebruikt.
De bestuurder mag tijdens het besturen van het
voertuig niet naar het display kijken of het system
bedienen.
Bedienen van het systeem zal de aandacht van de
bestuurder afl eiden van het verkeer en kan leiden tot
ongelukken. Stop het voertuig eerst op een veilige plek en
trek de handrem aan voor u het systeem gaat bedienen.
Gebruik de juiste voeding.
Dit product is ontworpen voor gebruik met een 12 V
gelijkstroom accusysteem met negatieve aarding. Gebruik
dit system in geen geval met andere accusystemen, in het
bijzonder niet met een 24 V gelijkstroom accusysteem.
Wees voorzichtig met het afspeelmechanisme.
Steek geen vreemde voorwerpen in de sleuf van dit toestel.
Haal het toestel niet uit elkaar en breng er geen
wijzigingen in aan.
Haal het toestel niet uit elkaar, breng geen wijzigingen aan
in het toestel en probeer het in geen geval zelf te repareren.
Als het product gerepareerd moet worden, raadpleeg dan
uw dealer of een erkend Panasonic-servicecentrum.
Gebruik het toestel in geen geval wanneer het niet in orde is.
Als het toestel niet in orde is (geen stroom, geen geluid)
of als er iets abnormaals mee gebeurd is (er is een
voorwerp in terecht gekomen, het is blootgesteld aan
water, het toestel produceert rook of ruikt raar), dient u het
onmiddellijk uit te zetten en uw dealer te raadplegen.
De afstandsbediening mag niet in de auto
rondslingeren.
Als de afstandsbediening in de auto rondslingert, kan deze tijdens
het rijden op de vloer vallen, klem komen te zitten onder het
rempedaal en zo een verkeersongeval veroorzaken.
Laat het vervangen van zekeringen over aan bevoegd
servicepersoneel.
Wanneer de zekering doorbrandt, verhelp de oorzaak van
het probleem en laat de zekering vervangen door de voor dit
toestel vereiste zekering door een bevoegde servicetechnicus of
reparateur. Fouten bij het vervangen van de zekering kunnen leiden
tot rookontwikkeling, brand en schade aan het product.
Neem de volgende waarschuwingen in acht bij
de installatie.
Koppel de kabel van de negatieve (–) pool van de
accu los voor u begint met de installatie.
Installeren en bedraden terwijl de negatieve (–) pool van de
accu nog aangesloten is kan leiden tot elektrische schokken
en letsel als gevolg van kortsluitingen.
Sommige auto's die zijn voorzien van elektrische beveiliging
hebben specifi eke procedures die gevolgd moeten worden
om de accu los te kunnen koppelen.
NIET VOLGEN VAN EEN DERGELIJKE PROCEDURE KAN DE
ELEKTRISCHE BEVEILIGING ONBEDOELD IN WERKING STELLEN,
HETGEEN KAN LEIDEN TOT SCHADE AAN HET VOERTUIG EN
PERSOONLIJK LETSEL, OF ZELFS TOT DE DOOD.
Maak in geen geval gebruik van veiligheidsgerelateerde componenten
voor het installeren, aarden en andere dergelijke activiteiten.
Maak geen gebruik van onderdelen die iets met de veiligheid
te maken hebben (brandstoftank, remmen, ophanging,
stuur, pedalen, airbag enz.) voor de bedrading of het
bevestigen van het product of de bijbehorende accessoires.
Het is ten strengste verboden het product te installeren
op de afdekking van de airbag of op een plek waar deze
de werking van de airbag kan hinderen.
Controleer de plaatsing van leidingen, de brandstoftank,
bestaande elektrische bedrading en andere onderdelen
voor u het product gaat installeren.
Als u een gat moet maken in het chassis van het voertuig om het product te
bevestigen of ten behoeve van de bedrading, controleer dan eerst waar de
bestaande bedrading, de brandstoftank en elektrische en andere leidingen
zich bevinden. Maak het gat vervolgens indien mogelijk vanaf de buitenkant.
Installeer het product in geen geval op een plek
waar het uw uitzicht belemmert.
Maak geen aftakkingen van de voedingsdraad om
andere apparatuur van stroom te voorzien.
Na de installatie en het leggen van de bedrading moet u controleren
of de andere elektrische apparatuur nog normaal werkt.
Als u de apparatuur blijft gebruiken in deze abnormale toestand, kunnen
brand, elektrische schokken of een verkeersongeval het gevolg zijn.
Bij installatie in een voertuig met een airbag, dient u zich voor
de installatie op de hoogte te stellen van de daarmee verband
houdende waarschuwingen en voorzorgen van de fabrikant.
Zorg ervoor dat de bedrading niet in de weg zit
bij het besturen van het voertuig en ook niet van
binnen naar buiten het voertuig geleid wordt.
Isoleer alle blootliggende draden om kortsluiting te
voorkomen.
Voorzichtig
Neem de volgende voorzorgen in acht wanneer
u dit toestel gebruikt.
Houd het volume op een aanvaardbaar niveau.
Houd het volume laag genoeg, zodat u zich rekenschap kunt
geven van het verkeer om u heen.
Dit toestel is uitsluitend ontworpen voor gebruik in automobielen.
Gebruik het toestel niet langere tijd zonder dat de motor draait.
Gebruik van het audiosysteem voor langere perioden terwijl
de motor niet draait zal de accu leeg doen lopen.
Stel het toestel niet bloot aan direct zonlicht of te grote hitte.
Hierdoor zal de temperatuur binnenin het toestel hoog oplopen, hetgeen
kan leiden tot rookontwikkeling, brand of andere schade aan het toestel.
Gebruik het product niet in omstandigheden waaronder
het blootgesteld kan worden aan water, vocht of stof.
Blootstelling van het toestel aan water, vocht of stof kan
leiden tot rookontwikkeling, brand of andere schade aan het
toestel. Pas in het bijzonder op dat het toestel niet nat kan
worden in autowasstraten of wanneer het regent.
Stel het volume laag genoeg in voordat de AUX-
aansluiting wordt gemaakt.
Als u dit niet doet, kan een luid geluid worden voortgebracht waardoor
de luidsprekers kunnen worden beschadigd en u gehoorschade kunt
oplopen. Rechtstreeks aansluiten van een luidspreker/hoofdtelefoon
of een extern toestel zonder enige demping kan het geluid doen
vervormen of het aangesloten externe toestel beschadigen.
Neem de volgende voorzorgen in acht bij de
installatie.
Laat installatie en bedrading over aan bevoegd
servicepersoneel.
De installatie van dit toestel vereist speciale vaardigheden en
ervaring. Voor maximale veiligheid dient u de installatie te laten
doen door uw dealer. Panasonic aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor problemen die het gevolg zijn van het feit dat het toestel door
u of op eigen gelegenheid is geïnstalleerd.
Volg de instructies voor het installeren en bedraden
van het product.
Niet opvolgen van de instructies voor het correct installeren en
bedraden van het product kan leiden tot ongelukken of brand.
Wees voorzichtig dat u de bedrading niet beschadigt.
Wees tijdens het bedraden voorzichtig dat u de bedrading niet
beschadigt. Zorg ervoor dat de bedrading niet kan blijven haken aan
of schuren over het chassis, schroeven en bewegende onderdelen
zoals de stoelrails. Ga niet aan de draden krabben of trekken en knik
ze ook niet. Leg de bedrading niet in de buurt van warmtebronnen
en zet er geen zware voorwerpen bovenop. Als de bedrading
noodgedwongen over een metalen rand moet lopen, bescherm dan
de bedrading door er isolatieband omheen te wikkelen of via een
soortgelijke beschermingsmaatregel.
Gebruik de gespecifi ceerde onderdelen en
gereedschappen bij de installatie.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde of gespecifi ceerde onderdelen
en geschikt gereedschap bij de installatie van het toestel. Gebruik
van onderdelen anders dan meegeleverd of gespecifi ceerd kan
leiden tot schade aan het toestel. Een gebrekkige installatie kan
leiden tot ongelukken, storingen of brand.
Zorg ervoor dat de ventilatie-openingen en de
koelplaat van het toestel niet geblokkeerd worden.
Hierdoor zal het toestel oververhit raken, hetgeen kan leiden
tot brand of andere schade.
Gebruik het product niet in omstandigheden
waaronder het blootgesteld kan worden aan sterke
trillingen of waar het niet stevig vast zit.
Vermijd hellende of sterk gebogen oppervlakken voor de
installatie. Als het toestel niet stevig genoeg bevestigd
wordt, kan het vallen tijdens het rijden, hetgeen kan leiden
tot letsel of ongelukken.
Installatiehoek
Dit product moet horizontaal worden geïnstalleerd, met
de voorkant indien gewenst naar boven gericht tot een
maximale hoek van 30˚.
U moet natuurlijk niet vergeten dat elke plek die u kiest
beperkingen kent ten aanzien van hoe en waar dit toestel
kan worden geïnstalleerd. Raadpleeg uw dealer voor verdere
informatie.
Draag handschoenen voor uw veiligheid. Verzeker u
ervan dat de bedrading volledig is aangesloten voor
u gaat installeren.
Om schade te voorkomen mag u de voedingsstekker
pas aansluiten wanneer de bedrading volledig is
aangesloten.
Sluit niet meer dan één luidspreker aan op één paar
luidsprekerdraden (behalve bij aansluiting op een
tweeter).
Neem de volgende voorzorgen in acht wanneer
u dit USB-apparaat gebruikt.
• Sluit geen USB-apparaat rechtstreeks op dit toestel aan.
Als het USB-apparaat rechtstreeks op dit toestel wordt
aangesloten en zich een ongeluk voordoet, of als plotseling
het rempedaal wordt ingetrapt, kan de bestuurder of de
passagier tegen het USB-apparaat stoten en letsel oplopen.
• Sluit uw USB-apparaat aan op het audiosysteem in uw auto
met behulp van een gewone USB-verlengkabel (5 meter of
korter).
• Plaats het USB-apparaat en de USB-verlengkabel zodanig dat
deze u niet hinderen tijdens het rijden.
• Sluit geen ander USB-apparaat aan dan USB-geheugen of
een USB-audiospeler. Sluit niet meerdere USB-apparaten
aan op de USB-aansluiting. Voeding trekken voor meerdere
apparaten via de aansluiting kan leiden tot oververhitting en
rookvorming.
Veiligheidsinformatie