Packard bell EASYNOTE E3265, EASYNOTE C3300, EASYNOTE E1245, EASYNOTE C3255 User Manual [nl]

I
I
NHOUDSOPGA
NHOUDSOPGA
VE
VE
Veiligheid en comfort....................................................3
Veiligheidsmaatregelen ....................................................3
Voorzorgsmaatregelen .....................................................3
Basisbeginselen.............................................................5
Bediening van de computer.............................................5
Uw softwarebibliotheek...................................................9
Wegwijzers..................................................................10
Documentatie van de computer.....................................10
Computerstations..........................................................10
Volumeregeling .............................................................13
Poorten en connectors...................................................13
De eerste stappen op Internet ....................................15
Wat is Internet?.............................................................15
Maak verbinding met Internet!......................................15
Browserfuncties.............................................................16
Surf op Internet!............................................................17
Wat is E-mail?...............................................................17
Internet hulpsoftware....................................................18
Problemen oplossen ...................................................18
Problemen stapsgewijs oplossen.....................................18
Vaak gestelde vragen (FAQ’s) aan ons Customer Contact
Center ..........................................................................20
Hulpprogramma's van Packard Bell............................38
Packard Bell Snapsys .....................................................38
Packard Bell SmartRestore.............................................39
Packard Bell Herstelprogramma.....................................41
Packard Bell Beperkte Garantie..................................46
Informatie over voorschriften .....................................50
Softwarelicentie ..........................................................52
Index...........................................................................54
www.packardbell.nl
Gebruikershandleiding
COPYRIGHT
Packard Bell Gebruikershandleiding. Copyright © 2003 NEC Computers International B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NEC Computers International B.V. op elektronische, mechanische, magnetische, optische, chemische, handmatige of andere wijze worden verveelvoudigd, uitgezonden, uitgetrokken of opgeslagen in een informatieverwerkend systeem.
BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID
NEC Computers International B.V. sluit garanties of waarborgen met betrekking tot de inhoud van dit document uit en ontkent nadrukkelijk elke garantie die betrekking heeft op verkoopbaarheid of geschiktheid voor enigerlei doel. Er worden regelmatig updates van hard- en software gemaakt. Daarom is het mogelijk dat bepaalde instruc­ties, specificaties en afbeeldingen in deze documentatie voor uw systeem iets afwij­ken. Alle onderdelen die in deze handleiding worden beschreven, zijn slechts
ter illustratie en zijn misschien niet van toepassing op uw situatie. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de beschrijvingen in deze handleiding.
Bovendien behoudt NEC Computers International B.V. zich het recht voor deze uit­gave te herzien en veranderingen in de inhoud of het product aan te brengen, zonder de verplichting iemand vooraf van de revisie of wijzigingen op de hoogte te brengen. NEC Computers International B.V. is onder geen enkele voorwaarde aansprakelijk voor incidentele of gevolgschade, inclusief, maar niet beperkt tot inkomstenderving of andere zakelijke verliezen die ontstaan door het gebruik van dit product.
HANDELSMERKEN
Microsoft, Outlook en Windows XP zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. FireWire is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. en PS/2 is een handelsmerk van International Business Machines Corporation. Packard Bell is een geregistreerd handelsmerk van NEC Computers International B.V. Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken, geregistreerde handelsmer­ken of servicemerken van hun respectieve eigenaars.
VIRUSWAARSCHUWING
NEC Computers International B.V. garandeert dat dit product 100% virusvrij is. Neem de volgende maatregelen in acht om uw systeem te beschermen tegen nieuwe virussen:
• Gebruik geen illegale versies van programma’s waarop auteursrechten rusten.
• Controleer elke diskette zorgvuldig met een virusscanner voordat u deze gebruikt.
• Als uw computer deel uitmaakt van een netwerk, zorg dan dat alleen bevoegde personen toegang tot uw systeem hebben. Gebruik bijvoorbeeld wachtwoorden en bescherm gedeelde bestanden door ze read-only (alleen-lezen) te maken.
Meer informatie over virussen vindt u in de sectie Tutorials van Packard Bell InfoCentre.
WAARSCHUWING BIJ EPILEPSIE
Sommige mensen kunnen in het dagelijkse leven bij het kijken naar snel wisse­lende lichtintensiteiten last hebben van epileptische verschijnselen of kunnen bewusteloos raken. Dit kan bij hen tot een epileptische aanval leiden als zij naar televisie- of computerbeelden kijken. Die verschijnselen kunnen ook optreden bij personen die nooit eerder last hadden van epileptische aandoeningen.
Als u of iemand in uw gezin ooit op epilepsie lijkende klachten heeft gehad, raad­pleeg dan eerst uw huisarts voordat u de computer gaat gebruiken. Ouders wordt geadviseerd op hun kinderen te letten als zij spelletjes spelen op de computer. Mogelijke klachten kunnen zijn: duizeligheid, wazig zien, oogklachten, trillingen van de ogen of spieren, verlies van bewustzijn, verstoord oriëntatievermogen, stuiptrekkingen of ongewilde bewegingen. Als tijdens het gebruik van de compu­ter één of meer van deze verschijnselen optreden, stop dan METEEN en raadpleeg uw huisarts.
WAARSCHUWING BIJ ONWEER
Zorg bij onweer altijd dat uw modem niet op de telefoonlijn is aangesloten en de antenne niet op de TV-ingang. Een blikseminslag op nabije telefoonlijnen of anten­nes zou uw modem, uw TV-kaart of zelfs uw gehele computersysteem kunnen beschadigen. De garantie is niet van toepassing bij computerschade ten gevolge van een blikseminslag.
Gebruikershandleiding
2
3
V
V
EILIGHEID
EILIGHEID
EN
EN
COMFOR
COMFORTT
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Kabels
Zorg dat de kabels niet te strak komen te staan en dat er niemand op loopt of erover valt. Zorg er ook voor dat andere apparaten de kabels niet beschadigen.
Netvoedingskabels moeten altijd op een geaard stopcontact worden aangesloten. Het stopcontact moet zich dicht bij uw computer bevinden. Sluit niet te veel adap­ters aan op één stopcontact.
Computer schoonmaken
Haal voordat u de computer gaat schoonmaken de netvoedingskabel uit het stopcontact. Gebruik in plaats van vloeistoffen of spuitbussen een vochtige doek. Spuit een
schoonmaakproduct nooit direct op het scherm. Als er stof in uw computer zit, gebruik dan geen stofzuiger om het te verwijderen.
Als u een vloeistof op uw computer of een randapparaat morst, schakelt u die onmiddellijk uit en maakt u de netkabel los. Voordat u de computer inschakelt, moet hij volledig droog zijn. Wacht indien nodig een nacht voordat u de computer opnieuw opstart.
Computeromgeving
Zorg dat de omgeving van de computer niet stoffig of vochtig is. Stel de computer bovendien niet bloot aan direct zonlicht.
Plaats uw computer niet in de nabijheid van een warmtebron, b.v. een verwar­ming, of van een ander apparaat dat warmte produceert, b.v. een versterker. Houd uw computer op een veilige afstand van magnetische velden of apparaten die sta­tische elektriciteit opwekken.
Plaats uw computer niet op een tapijt of een ander oppervlak dat statisch geladen kan zijn.
Mobiele telefoons kunnen storingen in de audioapparatuur van uw computer ver­oorzaken. Houd GSM’s op ten minste 30 cm afstand van de computer.
Neem de volgende maatregelen in acht om uw computer goed te laten functioneren:
• Als u nog niet bekend bent met computers, raden we u aan een computercursus te volgen voordat u uw computer gaat gebruiken. Uw computerleverancier kan u hierover informeren.
• Sla uw gegevens altijd op en maak regelmatig reservekopieën (backups) van uw documenten op rewritable media. Als er een ernstige fout optreedt, kunt u, ten­zij u reservekopieën maakt, al deze persoonlijke gegevens verliezen.
• Voordat u een bestand opent dat u via e-mail hebt ontvangen of van het Internet hebt gedownload, voert u een viruscontrole uit om de computer virusvrij te hou­den. Een antivirusprogramma voert deze controle automatisch uit. Scan uw harde schijf regelmatig op virussen en verwijder ze onmiddellijk. Surf naar de website van uw antivirussoftware voor updates over de nieuwste virussen.
• Gebruik regelmatig de hulpprogramma’s die bij Windows zijn geleverd, zoals schijfopruiming en defragmentatie om schijfruimte te besparen en de prestaties van uw computer te optimaliseren.
• Schakel uw computer nooit uit als één van de stations nog in gebruik is (contro­leer of alle controlelampjes voor de stations uit zijn).
Raadpleeg voor meer informatie de sectie Tutorials van Packard Bell InfoCentre.
VOORZORGSMAATREGELEN
Volg onderstaande instructies voor een comfortabel gebruik van de computer en het voorkomen van gezondheidsproblemen.
Als u gedurende enkele uren aan één stuk door werkt, zorg er dan voor dat u regel­matig een pauze neemt. Kijk af en toe eens weg van uw scherm. Gebruik uw com­puter niet als u moe bent.
Sommige aandoeningen aan handen, polsen, armen, nek, schou­ders, benen en rug kunnen verband houden met herhaling van bewegingen en kunnen daardoor verergeren. Om het risico op aan­doeningen te verminderen, typt u met uw polsen recht en uw han­den en polsen zwevend over het toetsenbord. Als u pijn, tinteling, gevoelloosheid of andere klachten bemerkt, raadpleeg dan een arts.
Verstelbare stoel.
Rechtop zitten met een ontspannen rug.
Voeten vlak op de vloer of op een voetsteun.
Bovenkant van beeldscherm op ooghoogte. Ogen op ongeveer 45-70 cm van het scherm.
Vrije ruimte rondom de computer en de andere apparatuur voor goede ventilatie.
Bureauhoogte 60-70 cm vanaf de vloer.
Stations en bedieningselementen gemakkelijk toegankelijk.
Goed verlichte werkomgeving.
Gebruikershandleiding
4
5
B
B
ASISBEGINSELEN
ASISBEGINSELEN
BEDIENING VAN DE COMPUTER
Draadloze apparatuur
Als de draadloze muis of het draadloze toetsenbord na installatie niet werkt, pro­beert u de communicatie met de ontvanger handmatig tot stand te brengen.
Controleer eerst of de batterijen voor het toetsenbord en de muis correct zijn geplaatst.
Definieer de apparatuur daarna als volgt door de verbindingsknop op de ont­vanger, de muis en het toetsenbord kort in te drukken:
Muis of touchpad
De muis (voor desktop-computers) of het touchpad (voor draagbare computers) bestuurt het pijltje op het scherm. Dit pijltje wordt aanwijzer of cursor genoemd.
Als u de muis over een hard en vlak oppervlak beweegt of als u uw vinger over het rechthoekige touchpad beweegt, volgt de aanwijzer deze bewegingen.
Als u op één van de knoppen van de muis of het touchpad klikt, dan kiest of acti­veert u het commando waarop de aanwijzer staat.
Zie de afbeeldingen op de volgende pagina.
U kunt de beweging en zichtbaarheid van de aanwijzer verbeteren door de instellingen te veranderen. Klik hiervoor op Start >
Configuratiescherm > Printers en andere hardware > Muis en kies het tabblad Opties voor de aanwijzer. De
opties voor zichtbaarheid zijn vooral handig bij een LCD. De instellingen voor de muis kunnen ook worden aange­past aan linkshandigen.
Toetsenbord
Het toetsenbord wordt gebruikt voor het invoeren van gegevens of opdrachten. De toetsfuncties zijn afhankelijk van de gebruikte toepassing. Het in deze handleiding afgebeelde toetsenbord is slechts een voorbeeld. Uw toetsenbord kan er anders uit­zien. Kijk voor een volledige beschrijving van uw toetsenbord bij Packard Bell InfoCentre, uw elektronische documentatie.
Om ruimte en gewicht te besparen, hebben draagbare computers compacte toet­senborden. Deze toetsenborden hebben toetsen voor het activeren van speciale functies, zoals het ingebedde numerieke toetsenblok. Andere toetsfuncties worden beschreven op pagina 7.
Fn: Gebruik deze toets tegelijkertijd met de toetsen <F1> - <F12> voor het activeren van speciale functies (beschreven in InfoCentre).
NumLock: Druk op NumLock om het numerieke toetsenblok te activeren.
Gebruikershandleiding
6
Als u twee keer snel achter elkaar op het touchpad tikt, hebt u in feite gedubbelklikt.
Rechts klikken
Links klikken
Rechts klikken: Om een popup-menu te laten verschijnen.
Gebruik het scrollwieltje of de scrollknop om gemakkelijk door de toepassingen te navigeren.
Dubbelklikken: Om het programma te starten waar de muisaanwijzer op staat of een complete paragraaf te selecteren bij het intypen van een tekst.
Links klikken: Gebruiken om het onderdeel te kiezen waar de muisaanwijzer op staat.
Muis Touchpad
Backspace: Wordt gebruikt om een positie terug te gaan en het laatste teken te verwijderen
Del: Wist de letter die rechts van de cursor staat of een geselecteerd stuk tekst of object.
Pijltoetsen: Bewegen de cursor naar boven, beneden, links of rechts
Numeriek toetsenblok: Functioneert als tweede set pijltjestoetsen. Druk op NumLock om getallen in te voeren
Cijfers: Gebruiken voor het invoeren van getallen of speciale tekens. Druk op <Shift> en het getal voor de tekens aan de bovenzijde van de toets en druk op <Ctrl> + <Alt> voor de tekens die rechts op de toets staan.
Esc: Annuleert de meeste huidige taken
Shift: Tegelijkertijd met een letter
indrukken voor een hoofdletter
Spatie: Wordt gebruikt om een spatie in te typen
Enter: Wordt gebruikt om een opdracht te bevestigen, een witregel in te voegen of een gekozen optie te bevestigen
Toetsenbord
7
Gebruikershandleiding
8
COMPUTER IN- EN UITSCHAKELEN
COMPUTER INSCHAKELEN
1. Schakel eerst alle apparaten IN die op de computer zijn aangesloten (waaronder de monitor) door op de voedingsschakelaar te drukken.
2. Druk daarna op de AAN/UIT-knop om de computer AAN te zetten.
Om de computer met anderen te kunnen delen en steeds uw eigen systeeminstellingen te kunnen gebruiken, kunt u voor iedere gebruiker een eigen account instellen. U hebt altijd toegang tot uw account en kunt die ook altijd aanpassen door te klikken op Start > Configuratiescherm > Gebruikersaccounts.
Bij gebruikers met een beperkte account werken bepaalde programma’s soms niet goed. Alleen een gebruiker met een beheerdersaccount heeft volledige toegang tot de andere gebruikersaccounts en alle instellingen.
Voor meer informatie over het personaliseren van uw computer klikt u op Start > Help en ondersteuning > Uw computer aanpassen.
COMPUTER UITSCHAKELEN
Als u de computer wilt uitzetten, moeten alle programma’s zijn afgesloten.
Als de computer uit staat, schakelt u alle externe apparaten (b.v. de moni­tor) UIT die zijn voorzien van een AAN/UIT-knop.
Notebooks kunt u uitschakelen zonder naar het menu Start te gaan. Sluit al uw toepassingen af en druk op de aan/uit-knop.
Geforceerd afsluiten
Als u problemen ondervindt bij het afsluiten van uw computer, gebruik dan Taakbeheer. Taakbeheer geeft informatie over de prestaties van uw computer en toont gegevens over programma’s en processen op uw computer.
Taakbeheer opent u door tege­lijkertijd op de toetsen <Ctrl>+ <Alt>+<Del> te drukken of door met de rechtermuisknop op een lege plek in de taakbalk te klikken. In het menu dat dan verschijnt, selecteert u
Taakbeheer.
Als uw computer nog steeds niet reageert, drukt u op de aan/uit­knop om uw computer uit te schakelen. Houd deze knop inge­drukt tot alle LED’s uit gaan en wacht ongeveer 30 seconden met het opnieuw inschakelen van uw computer.
ENERGIEBEHEER
Energiebeheer van Windows regelt het energieverbruik van de computer en bespaart energie. Afhankelijk van uw specifieke behoeften kiest u het energiebe­heerschema dat het beste bij u past. Er zijn drie verschillende energiebesparende modi: beeldscherm en vaste schijven uitschakelen, systeem op stand-by en systeem in slaapstand.
Voor meer informatie over deze opties en het gebruik ervan kijkt u in de sectie Tutorials van InfoCentre of gaat u via Start > Help en ondersteuning naar Help en ondersteuning van Windows.
9
UW SOFTWAREBIBLIOTHEEK
WAAR VIND IK DE SOFTWARE?
Packard Bell-computers zijn voorzien van een groot aantal softwaretoepassingen.
Welke soorten programma’s en categorieën op uw computer beschikbaar zijn is afhankelijk van het model.
Uw sofware is als volgt beschikbaar:
• Vooraf geïnstalleerd: uw software is klaar voor gebruik of installatie. Sommige titels werken echter alleen met een CD of DVD (dit is vaak het geval bij spellet­jes of encyclopedieën). U vindt deze discs in de computerverpakking.
• Op een CD of DVD: de software moet eerst worden geïnstalleerd. Plaats de CD of DVD in het juiste station. Er wordt automatisch een installatiewizard gestart. U hoeft alleen de aanwijzingen op het scherm te volgen.
HOE START IK DE SOFTWARE?
Het starten van een programma is eenvoudig en vergt maar een paar muisklikken. Als het programma dat u wilt gebruiken een CD of DVD vereist, kunt u de disc het beste voordat u het programma start in het station plaatsen.
WAAR VIND IK MIJN SOFTWAREDOCUMENTATIE?
Voor de meeste programma’s die Packard Bell op uw computer heeft geïnstalleerd, is online documentatie beschikbaar.
Als u hulp nodig hebt tijdens het gebruik van een programma, drukt u op <F1> op uw toetsenbord of klikt u op Help of het Help-pictogram (meestal een “?”).
Kijk voor meer tips over het gebruik van software in het Tutorials- gedeelte van InfoCentre.
NIEUWE SOFTWARE INSTALLEREN
Als u software voor uw computer koopt, controleer dan de systeemeisen om er zeker van te zijn dat uw systeem compatibel is met de software. Controleer dit vooral bij 3D-spelletjes. Als er een probleem optreedt tijdens de installatie of bij het gebruik van de software, neemt u contact op met uw softwareprovider.
Kijk voor meer informatie over het installeren en verwijderen van soft­ware bij de FAQ’s in deze handleiding en in Packard Bell InfoCentre.
Klik op een
categorie en/of
programma
Selecteer
een categorie
Documentatie
Gebruikershandleiding
10
W
W
EGWIJZERS
EGWIJZERS
DOCUMENTATIE VAN DE COMPUTER
Deze Gebruikershandleiding is niet de enige bron van informatie over uw compu­ter. Packard Bell InfoCentre bevat de elektronische documentatie voor uw com­puter en geeft u op uw scherm de hulp die u nodig hebt.
PACKARD BELL INFOCENTRE INSTALLEREN
U kunt InfoCentre op drie manieren installeren (A, B of C):
Na enkele seconden verschijnt het eerste scherm van het Setup-programma. Als het Setup-programma klaar is, wordt InfoCentre opgestart.
Zodra alle opties geïnstalleerd zijn, verdwijnt het pictogram Klik hier eerst van het bureaublad.
PACKARD BELL INFOCENTRE GEBRUIKEN
Om Packard Bell InfoCentre te openen, dubbelklikt u op het pictogram InfoCentre op uw bureaublad of klikt u op Start > Alle Programma’s > Packard Bell Ondersteuning > InfoCentre.
Het aantal beschikbare categorieën en titels is afhankelijk van de computer die u hebt gekocht.
Mijn computer: Bevat alle technische informatie over uw computeronderdelen en nuttige tips over het upgraden van uw computer.
Accessoires: Ontdek een accessoirescollectie die speciaal voor uw Packard Bell computer is ontworpen.
Internet: Beschrijft de verschillende Internet-hulpprogramma’s die op uw compu­ter zijn geïnstalleerd en geeft handige tips over Internet.
Tutorials: Bevat een aantal handige artikelen voor het uitvoeren van dagelijkse werkzaamheden voor beginners of gevorderde computergebruikers.
Links: Tonen een elektronische versie van de Gebruikershandleiding of gaan naar de Packard Bell-website.
COMPUTERSTATIONS
De hieronder beschreven stations zijn meestal in gebruik op Packard Bell-compu­ters. Dat betekent natuurlijk niet dat ook uw computer ze heeft of dat uw com­puter alleen deze stations zou bevatten. Kijk in InfoCentre voor specifieke documentatie over het model dat u hebt gekocht.
Diskettestation
Het diskettestation wordt gebruikt om gegevens van een diskette te lezen en gegevens naar een diskette te schrijven. Een normale diskette heeft een capaciteit van 1,44 MB.
C.
Start > Alle Programma's >
Packard Bell Ondersteuning >
InfoCentre
Selecteer een categorie
en klik op een onderdeel
om een documentatiepagina
te openen
A.
Klik hier eerst
A
C
B.
InfoCentre
B
11
Wanneer u een bestand op een diskette wilt opslaan en de melding “Write Protect Error” (schrijfbeveiligingsfout) verschijnt, verschuift u het schrijfbeveiligingsnokje* aan de onderzijde van de diskette zodat de opening wordt afgesloten.
Lezer geheugenkaart
Bepaalde computers zijn uitgerust met een all-in one multidrive. Dergelijke drives kunnen de meeste soorten geheugenkaarten lezen en ernaar schrijven, zoals MMC (Multi Media Card), CF (Compact Flash Card), IBM Microdrive, SM (Smart Media Card), SD (Secure Digital Memory Card), of MS (Memory Stick
®
). Sommige mul-
tidrives zijn ook voorzien van een diskettestation.
DVD-station
Het DVD-station kan audio-CD’s, CD-ROM’s met gegevens (bestanden en pro­gramma’s), video-CD’s en beschrijfbare CD’s zoals CD-R of CD-RW lezen. Verder ook DVD-ROM’s, DVD-films en de meeste beschrijfbare DVD’s.
Als uw computer is uitgerust met een CD-ROM of een CD-writer, kunt u alleen CD’s afspelen.
CD- en/of DVD-writer
Een CD- of DVD-station is meestal read-only. Bepaalde Packard Bell-computers zijn uitgerust met een “combo-station” dat zowel kan lezen als schrijven. Als uw systeem is uitgerust met een CD- of DVD-writer, kunt u dit apparaat gebruiken om uw CD’s te kopiëren, uw eigen muziekcompilaties te creëren, digitale fotoalbums te maken of een kopie te maken van uw kostbare gegevens.
Een CD-writer ondersteunt twee soorten beschrijfbare CD’s:
• CD-R (CD-Recordable): Dit is een CD waarop gegevens (bestanden, muziek, afbeeldingen...) één keer kunnen worden opgenomen. Dit betekent dat u de informatie later niet meer van de CD-R kunt wissen.
• CD-RW (CD-ReWritable): De CD-RW is een CD waarop gegevens meerdere keren kunnen worden opgenomen. Dit betekent dat u de inhoud van een CD­RW kunt wissen en er nieuwe gegevens op kunt zetten.
Naast CD-R’s en CD-RW’s ondersteunt een DVD-writer DVD-R’s en/of DVD­RW’s, die een nog grotere opslagcapaciteit bieden.
Voor meer informatie over de stations van uw computer kijkt u bij de sectie Mijn computer van InfoCentre. Kijk ook in de Tutorials voor gedetailleerde informatie en hulp over uw apparaat en de bijbe­horende software.
Uw DVD-station gebruiken
Hierop drukken.
Gemarkeerde zijde van Hierop drukken om
om lade te openen.
CD naar boven gericht. lade te sluiten.
DVD’s die aan beide kanten data bevatten hebben geen gemarkeerde zijde.
*
Plaatsen
Verwijderen
Klikken
+
klikken
Wachten
Gebruikershandleiding
12
Ultraplatte stations (meestal in notebooks)
Voorzorgsmaatregelen
Hierna volgen tips om storingen of beschadigingen aan de CD- of DVD-speler te voorkomen:
• Plaats de disc in de lade voordat u een programma opstart.
• Verwijder de disc niet voordat u het programma dat gebruik maakt van de disc hebt afgesloten. Uw computer kan anders vastlopen. Als dit toch gebeurt, start dan uw computer opnieuw op met behulp van Windows Taakbeheer (zie pagina 8).
Probeer de lade niet handmatig te openen! Als de lade niet open gaat:
Schakel de computer uit. Steek voorzichtig de punt van een paperclip in het nooduitwerpgaatje (niet
op alle stations beschikbaar). Gebruik hiervoor geen potlood, want de punt kan in het uitwerpgaatje breken en uw station beschadigen.
• Maak de disc regelmatig schoon om stof en vingerafdrukken te verwijderen. Gebruik een zachte, krasvrije doek of een in de handel verkrijgbaar reinigings­middel voor CD’s.
• U voorkomt vingerafdrukken door de disc alleen aan de buitenste rand vast te houden of door één vinger door het gat te steken en de disc met de andere vin­ger aan de rand vast te houden.
• Plaats de disc altijd terug in het doosje of hoesje als u hem niet meer gebruikt.
• Houd de lade gesloten als u de speler niet gebruikt.
CD of DVD gebruiken
De meeste discs hebben een Autorun-functie waarmee het pro­gramma op de disc automatisch wordt gestart nadat de disc in het station is geplaatst. Om de disc te kunnen gebruiken, klikt u op
Start > Deze computer en dubbelklikt u op het CD- of DVD-pic­togram, of klikt u met rechts en selecteert u openen.
Autoplay
De Autoplay-functie maakt het u mogelijk te kiezen hoe Windows omgaat met medi-
abestanden op apparatuur met verwissel­bare opslagmedia (digitale camera, CD, DVD etc). Als u een audio-CD of DVD-film in de speler plaatst, opent Windows auto­matisch een dialoogvenster en vraagt u hoe u die disc wilt afspelen.
DVD-films afspelen
Op uw computer zijn misschien ver­schillende programma’s voor het
afspelen van DVD’s beschikbaar. Als Windows u vraagt een van die pro­gramma’s te kiezen, dan raden we u aan uw DVD’s altijd af te spelen met het DVD-programma dat u vindt in de softwarecollectie.
Sommige Packard Bell-computers hebben een TV-uitgang, waarmee u uw DVD-films op uw televisie kunt bekijken. Het instellen van uw com­puter voor het gebruik van deze func­tie duurt maar een paar minuten.
Duw tegen de disclade om
deze te sluiten.
Op het midden van de disc drukken tot deze stevig op
zijn plaats klikt.
Stevig indrukken
en aan de lade trekken om deze te openen.
Wachten
Nooduitwerpgaatje
13
Raadpleeg de sectie Tutorials van Packard Bell InfoCentre voor meer informatie over het aansluiten van uw computer op een televisie.
Audio-CD’s afspelen
U kunt uw computer als een an gewone CD-speler gebruiken. Afhankelijk van de systeemconfigura-
tie kunt u het afspelen van de CD regelen met een bedieningspaneel dat meestal dezelfde commando’s als een HiFi-systeem heeft.
VOLUMEREGELING
Behalve via de volumeregeling op uw toetsenbord, monitor of luidsprekers (afhan­kelijk van de apparatuur), kunt u het volume en de balans van de luidsprekers ook via Windows regelen.
Volume aanpassen
Klik op het Luidspreker-pictogram rechtsonder in de taakbalk (naast de klok) om het volume aan te passen.
Als u dit pictogram niet kunt zien:
Klik op Start > Configuratiescherm > Spraak, geluid en geluidsapparaten en selecteert u Geluiden en audioapparaten.
Sleep de schuifregelaar naar boven of beneden om het volume aan te passen. Klik op Dempen om het geluid uit te schakelen. Klik nog­maals om de weergave te hervatten.
Voor geavanceerde opties van de volumeregeling dubbelklikt u op het
Luidspreker-pictogram in de taakbalk om het venster Volumeregeling te openen.
POORTEN EN CONNECTORS
De hieronder beschreven poorten en connectors zijn op veel Packard Bell-compu­ters aanwezig. Dat garandeert natuurlijk niet dat ook uw computer ze heeft of dat uw computer alleen deze poorten zou bevatten. Controleer de sectie Mijn com­puter van InfoCentre om te kijken welke poorten uw computer bevat.
Voorzorgsmaatregelen
- Lees altijd de installatie-instructies die bij het apparaat zijn geleverd voordat u het apparaat aansluit.
- Verwijder nooit apparaten die de computer op dat moment gebruikt.
- Sommige uitneembare apparaten moet u uitschakelen voordat u ze verwijdert.
Hot-pluggable apparatuur
De meeste apparatuur is “hot-pluggable”. Dit houdt in dat de apparatuur kan wor­den aangesloten of verwijderd als de computer aan staat. De apparatuur wordt automatisch gedetecteerd en geïnstalleerd.
USB (Universal Serial Bus)
USB-poorten vormen een gemakkelijke “hot-pluggable”-verbinding. Bepaalde Packard Bell-computers zijn uitgerust met USB 2.0-connectors, die een grotere bandbreedte hebben dan de eerdere versies van USB. USB 2.0 blijft compatibel met alle USB-apparatuur die u eerder hebt gekocht (maar gebruikt de lagere overdrachtssnelheid).
Gebruikershandleiding
14
IEEE 1394
Via een IEEE 1394-poort (ook bekend onder de naam FireWireTM of i.LINK) kunt u high-speed digitale apparatuur, zoals een digitale videocamera, een externe harde schijf of een scanner op uw computer aansluiten.
PC Cards (PCMCIA)
PC Cards (ook wel PCMCIA-apparatuur genoemd) is apparatuur ter grootte van een credit card waarmee u uw computer gemakkelijk kunt uitbreiden. U kunt in elk PC Card-slot op uw computer een PC Card plaatsen, hoewel het soort card dat in een slot kan worden geplaatst, kan verschillen (zie Packard Bell InfoCentre).
Legacy-poorten
Legacy-poorten zijn de oudere poorttypen die op de meeste computers nog aan­wezig zijn om te zorgen dat ook oudere apparatuur nog kan worden gebruikt. Anders dan bij “hot-pluggable”-apparatuur moet u de computer uitschakelen voor­dat u legacy-apparatuur gaan aansluiten of verwijderen.
Een parallelle poort (of printerpoort of LPT-poort) is een 25- polige connector die normaal gesproken wordt gebruikt voor het aansluiten van randapparatuur, zoals printers, scanners of externe diskettestations.
Een seriële poort (of communicatiepoort of COM-poort) is een 9­polige connector die meestal wordt gebruikt voor het aansluiten van communicatieapparatuur, bijvoorbeeld een externe modem, een muis of een digitale camera.
De PS/2-poort is een ronde 6-polige connector die meestal wordt gebruikt voor het aansluiten van een muis of toetsenbord.
Een MIDI/game-poort wordt gebruikt voor het aansluiten van een joystick of MIDI (Musical Instrument Digital Interface)-apparatuur.
Geluidsconnectors
Een Lijnuitgang wordt gebruikt om luidsprekers op uw computer aan te sluiten.
Op de Line In-connector kunt u externe geluidsbronnen aansluiten.
Een Microfoon-ingang wordt gebruikt om een mono-microfoon met een plug van 3,5 mm aan te sluiten.
TV-uitgang
Via de TV-uitgang kunt u een televisie (met geschikte video-in connector)
als extern beeldscherm gebruiken. Als u ook het geluid via de TV wilt weergeven, dan moet u ook de lijnuitgang van uw computer op de TV aan­sluiten. Raadpleeg zowel InfoCentre als de handleiding van de televisie om te controleren of alle aansluitingen en opties correct zijn.
COMMUNICATIEPOORTEN
Modem
De modem is een brug tussen de digitale signalen van uw computer en de analoge signalen van de telefoonlijn. In de modem worden digitale gege­vens omgezet in een analoog signaal en omgekeerd.
U kunt de modem en de telefoon niet tegelijkertijd gebruiken. Als u de hoorn van de telefoon opneemt terwijl u de modem gebruikt, dan zou u ongewild de modemverbinding kunnen verbreken. Tenzij u bent aan­gesloten via de kabel, een ISDN- of ADSL-lijn, kunt u niet bellen/gebeld worden als u verbinding hebt met Internet.
LAN (Local Area Network)
Een LAN is een groep computers (b.v. in een bedrijf of thuis) die dezelfde communicatielijn en -bronnen delen. Bij gebruik van een netwerk kunt u bestanden, randapparatuur (zoals een printer) en zelfs de Internet-ver­binding delen.
Met een optische uitgang kunt u van S/PDIF-geluidskwaliteit genieten. Als u
5.1 luidsprekers en een HiFi-versterker met optische ingang hebt, dan kunt u bij het afspelen van DVD's op uw computer genieten van een echte Dolby Digital­geluidsweergave. Kijk bij InfoCentre of raadpleeg een leverancier voor meer informatie over de audioapparatuur die u nodig hebt.
15
De LAN- en de modempoort lijken sterk op elkaar en bevinden zich meestal naast elkaar. Een vergissing is dus snel gemaakt. De LAN-poort is iets groter dan de modempoort.
Voor een duidelijk overzicht over netwerken en instructies over het opzetten van uw eigen netwerk raadpleegt u de sectie Tutorials van InfoCentre en Help en
ondersteuning van Windows.
Zorg bij onweer altijd dat uw modem niet op de telefoonlijn is aangesloten en de antenne niet op de TV-ingang. Een bliksemin­slag op nabije telefoonlijnen of antennes zou uw modem, uw TV­kaart of zelfs uw gehele computersysteem kunnen beschadigen. De garantie is niet van toepassing bij computerschade ten gevolge van een blikseminslag.
D
D
EEEERSTE
EERSTE
ST
ST
APPEN
APPEN
OP
OP
I
I
NTERNET
NTERNET
WAT IS INTERNET?
Het internationale netwerk van computers, of Internet, is een verzameling com­puters over de hele wereld die via met elkaar verbonden netwerken met elkaar communiceert.
Hierdoor kunnen gebruikers een oneindige schat aan informatiebronnen verken­nen, gebruik maken van allerlei soorten diensten, informatie uitwisselen en spel­letjes spelen met mensen over de gehele wereld, zonder ook maar één stap bui­tenshuis te zetten.
Raadpleeg de gedeeltes Internet en Tutorials van Packard Bell InfoCentre voor meer informatie over uw browser en over het gebruik van Internet.
MAAK VERBINDING MET INTERNET!
Uw Packard Bell-computer is helemaal klaar voor Internet en bevat alle hulp­middelen die u nodig hebt om aan de slag te gaan met Internet.
Om verbinding te krijgen met Internet dient u zich te registreren bij een Internet Service Provider (ISP), die zorgt voor de fysieke verbinding tussen uw compu­ter en het Internet. Op sommige computers is al een aantal ISP’s geïnstalleerd. Met behulp van de geselecteerde ISP’s kunt u uw Internetverbinding op verschillende manieren tot stand brengen.
Als u gebruik wilt maken van een eigen ISP, kijkt u in de instructies die zijn meegeleverd met het installatiepakket. Vermijd het gebruik van verschillende ISP’s.
Gebruikershandleiding
16
Statusbalk.
Aanklikken en vasthouden om de venstergrootte te veranderen.
Venster minimaliseren, maximaliseren of sluiten.
Klik op Help of druk op <F1> op uw toetsenbord.
Werkbalk.
Als de pagina niet helemaal zichtbaar is, gebruikt u de pijltoetsen van de schuifbalk. U kunt ook de pijltoetsen op uw toetsenbord of de scrollknop van de muis of het touchpad gebruiken.
Adresbalk.
BROWSERFUNCTIES
Hyperlink: Klik hierop om naar een ander onderwerp of een andere pagina te springen.
17
SURF OP INTERNET!
Om op Internet te kunnen surfen, hebt u een Internetbrowser nodig. De browser op uw computer is Microsoft Internet Explorer. Sommige computers zijn voor­zien van Packard Bell Companion, een browser die exclusief voor Packard Bell­gebruikers is ontworpen.
Druk op de Internet-knop (indien beschikbaar) op uw toetsenbord of (dubbel)klik op het Internet Explorer-pictogram om uw browser te openen.
Ga om te beginnen naar de Packard Bell-website! Packard Bell wil uw tijd online aangenamer en effectiever maken. Op www.packardbell.nl gaat er een wereld van online activiteiten en -diensten voor u open.
WAT IS E-MAIL?
Een e-mail is een bericht dat u met uw computer kunt versturen. U kunt foto’s, geluiden of beelden aan uw bericht toevoegen en het duurt maar enkele seconden om de ontvanger, zelfs aan de andere kant van de wereld, te bereiken.
Gebruik Microsoft Outlook Express voor het verzenden en ontvangen van e­mails. U start het programma door op de e-mailknop (indien beschikbaar) op uw toetsenbord te drukken of door op het pictogram Outlook Express in het menu Start te klikken.
Wanneer u een abonnement neemt bij een Internetprovider, krijgt u meestal één of meerdere e-mailadressen (voor u en uw gezinsleden).
Voorbeeld:
oma@packardbell.com
Extensie
Gebruikersnaam
Domein“at”
"dot"/"punt"
Weergave van de inhoud van de geselecteerde map
Mappen om uw berichten op te slaan
U kunt uw berichten off-line opstellen en alleen verbinding maken met Internet om te verzenden en te ontvangen.
C.
Start > Alle programma's >
Online services
A.
Klik hier eerst
A
B
Gebruikershandleiding
18
Als u wilt weten of uw computer online is, kijkt u bij gebruik van een standaard inbelverbinding (dus geen high-speed Internet) rechts onder in het systeemvak.
Als het pictogram niet zichtbaar is, klik dan op Start > Configuratiescherm > Netwerk- en Internet-verbindingen > Netwerkverbindingen. Dubbelklik op het computer- of verbindingspictogram. Klik op Eigenschappen en selecteer Pictogram in systeemveld weergeven gedurende de verbinding (onder Algemeen).
Als uw computer is uitgerust met een netwerkpoort, ziet u misschien een gelijk­soortig pictogram met een rood kruis erdoor bij inactiviteit.
INTERNET HULPSOFTWARE
Uw Packard Bell-computer biedt hulpsoftware en andere functies voor een gemak­kelijk, veilig en plezierig gebruik van Internet voor ieder gezinslid. Kijk op pagina 7 voor een beschrijving van de Multimediaknoppen en Functietoetsen op Multimediatoetsenborden.
Afhankelijk van het door u aangeschafte model zijn sommige opties die in deze handleiding worden beschreven niet beschikbaar. Kijk bij de gedeeltes Mijn computer en Internet van Packard Bell InfoCentre voor documentatie over de functies die voor u van toepassing zijn.
P
P
ROBLEMEN
ROBLEMEN
OPLOSSEN
OPLOSSEN
PROBLEMEN STAPSGEWIJS OPLOSSEN
Maak u niet ongerust als u een probleem met de computer hebt! Ook als een pro­bleem ernstig lijkt, kan het soms heel gemakkelijk worden opgelost. Aan de hand van deze gids kunt u problemen stapsgewijs oplossen.
STAP 1 - RAADPLEEG DE DOCUMENTATIE
Gebruikershandleiding van Packard Bell
Aan de hand van de sectie Problemen stapsgewijs oplossen kunt u de oorzaak van uw computerprobleem opsporen.
pagina 18
Blader door de Vaak gestelde vragen (FAQ’s) van ons Customer Contact Center voor een volledige omschrijving van algemene problemen en hun oplossingen.
pagina 20
Bekijk ook het pakket hulpprogramma’s dat Packard Bell bij uw computer gele­verd heeft en waarmee u kunt zorgen dat de computer goed blijft functioneren.
pagina 38
Packard Bell InfoCentre
Uw elektronische documentatie bevat zowel gedetailleerde informatie over hardware als hulp en tips bij software en Internet en veel meer.
pagina 10
Klik met rechts om de verbinding te verbreken
Loading...
+ 42 hidden pages