Packard bell EASYNOTE E3265, EASYNOTE C3300, EASYNOTE E1245, EASYNOTE C3255 User Manual [nl]

I
I
NHOUDSOPGA
NHOUDSOPGA
VE
VE
Veiligheid en comfort....................................................3
Veiligheidsmaatregelen ....................................................3
Voorzorgsmaatregelen .....................................................3
Basisbeginselen.............................................................5
Bediening van de computer.............................................5
Uw softwarebibliotheek...................................................9
Wegwijzers..................................................................10
Documentatie van de computer.....................................10
Computerstations..........................................................10
Volumeregeling .............................................................13
Poorten en connectors...................................................13
De eerste stappen op Internet ....................................15
Wat is Internet?.............................................................15
Maak verbinding met Internet!......................................15
Browserfuncties.............................................................16
Surf op Internet!............................................................17
Wat is E-mail?...............................................................17
Internet hulpsoftware....................................................18
Problemen oplossen ...................................................18
Problemen stapsgewijs oplossen.....................................18
Vaak gestelde vragen (FAQ’s) aan ons Customer Contact
Center ..........................................................................20
Hulpprogramma's van Packard Bell............................38
Packard Bell Snapsys .....................................................38
Packard Bell SmartRestore.............................................39
Packard Bell Herstelprogramma.....................................41
Packard Bell Beperkte Garantie..................................46
Informatie over voorschriften .....................................50
Softwarelicentie ..........................................................52
Index...........................................................................54
www.packardbell.nl
Gebruikershandleiding
COPYRIGHT
Packard Bell Gebruikershandleiding. Copyright © 2003 NEC Computers International B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NEC Computers International B.V. op elektronische, mechanische, magnetische, optische, chemische, handmatige of andere wijze worden verveelvoudigd, uitgezonden, uitgetrokken of opgeslagen in een informatieverwerkend systeem.
BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID
NEC Computers International B.V. sluit garanties of waarborgen met betrekking tot de inhoud van dit document uit en ontkent nadrukkelijk elke garantie die betrekking heeft op verkoopbaarheid of geschiktheid voor enigerlei doel. Er worden regelmatig updates van hard- en software gemaakt. Daarom is het mogelijk dat bepaalde instruc­ties, specificaties en afbeeldingen in deze documentatie voor uw systeem iets afwij­ken. Alle onderdelen die in deze handleiding worden beschreven, zijn slechts
ter illustratie en zijn misschien niet van toepassing op uw situatie. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de beschrijvingen in deze handleiding.
Bovendien behoudt NEC Computers International B.V. zich het recht voor deze uit­gave te herzien en veranderingen in de inhoud of het product aan te brengen, zonder de verplichting iemand vooraf van de revisie of wijzigingen op de hoogte te brengen. NEC Computers International B.V. is onder geen enkele voorwaarde aansprakelijk voor incidentele of gevolgschade, inclusief, maar niet beperkt tot inkomstenderving of andere zakelijke verliezen die ontstaan door het gebruik van dit product.
HANDELSMERKEN
Microsoft, Outlook en Windows XP zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. FireWire is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. en PS/2 is een handelsmerk van International Business Machines Corporation. Packard Bell is een geregistreerd handelsmerk van NEC Computers International B.V. Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken, geregistreerde handelsmer­ken of servicemerken van hun respectieve eigenaars.
VIRUSWAARSCHUWING
NEC Computers International B.V. garandeert dat dit product 100% virusvrij is. Neem de volgende maatregelen in acht om uw systeem te beschermen tegen nieuwe virussen:
• Gebruik geen illegale versies van programma’s waarop auteursrechten rusten.
• Controleer elke diskette zorgvuldig met een virusscanner voordat u deze gebruikt.
• Als uw computer deel uitmaakt van een netwerk, zorg dan dat alleen bevoegde personen toegang tot uw systeem hebben. Gebruik bijvoorbeeld wachtwoorden en bescherm gedeelde bestanden door ze read-only (alleen-lezen) te maken.
Meer informatie over virussen vindt u in de sectie Tutorials van Packard Bell InfoCentre.
WAARSCHUWING BIJ EPILEPSIE
Sommige mensen kunnen in het dagelijkse leven bij het kijken naar snel wisse­lende lichtintensiteiten last hebben van epileptische verschijnselen of kunnen bewusteloos raken. Dit kan bij hen tot een epileptische aanval leiden als zij naar televisie- of computerbeelden kijken. Die verschijnselen kunnen ook optreden bij personen die nooit eerder last hadden van epileptische aandoeningen.
Als u of iemand in uw gezin ooit op epilepsie lijkende klachten heeft gehad, raad­pleeg dan eerst uw huisarts voordat u de computer gaat gebruiken. Ouders wordt geadviseerd op hun kinderen te letten als zij spelletjes spelen op de computer. Mogelijke klachten kunnen zijn: duizeligheid, wazig zien, oogklachten, trillingen van de ogen of spieren, verlies van bewustzijn, verstoord oriëntatievermogen, stuiptrekkingen of ongewilde bewegingen. Als tijdens het gebruik van de compu­ter één of meer van deze verschijnselen optreden, stop dan METEEN en raadpleeg uw huisarts.
WAARSCHUWING BIJ ONWEER
Zorg bij onweer altijd dat uw modem niet op de telefoonlijn is aangesloten en de antenne niet op de TV-ingang. Een blikseminslag op nabije telefoonlijnen of anten­nes zou uw modem, uw TV-kaart of zelfs uw gehele computersysteem kunnen beschadigen. De garantie is niet van toepassing bij computerschade ten gevolge van een blikseminslag.
Gebruikershandleiding
2
3
V
V
EILIGHEID
EILIGHEID
EN
EN
COMFOR
COMFORTT
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Kabels
Zorg dat de kabels niet te strak komen te staan en dat er niemand op loopt of erover valt. Zorg er ook voor dat andere apparaten de kabels niet beschadigen.
Netvoedingskabels moeten altijd op een geaard stopcontact worden aangesloten. Het stopcontact moet zich dicht bij uw computer bevinden. Sluit niet te veel adap­ters aan op één stopcontact.
Computer schoonmaken
Haal voordat u de computer gaat schoonmaken de netvoedingskabel uit het stopcontact. Gebruik in plaats van vloeistoffen of spuitbussen een vochtige doek. Spuit een
schoonmaakproduct nooit direct op het scherm. Als er stof in uw computer zit, gebruik dan geen stofzuiger om het te verwijderen.
Als u een vloeistof op uw computer of een randapparaat morst, schakelt u die onmiddellijk uit en maakt u de netkabel los. Voordat u de computer inschakelt, moet hij volledig droog zijn. Wacht indien nodig een nacht voordat u de computer opnieuw opstart.
Computeromgeving
Zorg dat de omgeving van de computer niet stoffig of vochtig is. Stel de computer bovendien niet bloot aan direct zonlicht.
Plaats uw computer niet in de nabijheid van een warmtebron, b.v. een verwar­ming, of van een ander apparaat dat warmte produceert, b.v. een versterker. Houd uw computer op een veilige afstand van magnetische velden of apparaten die sta­tische elektriciteit opwekken.
Plaats uw computer niet op een tapijt of een ander oppervlak dat statisch geladen kan zijn.
Mobiele telefoons kunnen storingen in de audioapparatuur van uw computer ver­oorzaken. Houd GSM’s op ten minste 30 cm afstand van de computer.
Neem de volgende maatregelen in acht om uw computer goed te laten functioneren:
• Als u nog niet bekend bent met computers, raden we u aan een computercursus te volgen voordat u uw computer gaat gebruiken. Uw computerleverancier kan u hierover informeren.
• Sla uw gegevens altijd op en maak regelmatig reservekopieën (backups) van uw documenten op rewritable media. Als er een ernstige fout optreedt, kunt u, ten­zij u reservekopieën maakt, al deze persoonlijke gegevens verliezen.
• Voordat u een bestand opent dat u via e-mail hebt ontvangen of van het Internet hebt gedownload, voert u een viruscontrole uit om de computer virusvrij te hou­den. Een antivirusprogramma voert deze controle automatisch uit. Scan uw harde schijf regelmatig op virussen en verwijder ze onmiddellijk. Surf naar de website van uw antivirussoftware voor updates over de nieuwste virussen.
• Gebruik regelmatig de hulpprogramma’s die bij Windows zijn geleverd, zoals schijfopruiming en defragmentatie om schijfruimte te besparen en de prestaties van uw computer te optimaliseren.
• Schakel uw computer nooit uit als één van de stations nog in gebruik is (contro­leer of alle controlelampjes voor de stations uit zijn).
Raadpleeg voor meer informatie de sectie Tutorials van Packard Bell InfoCentre.
VOORZORGSMAATREGELEN
Volg onderstaande instructies voor een comfortabel gebruik van de computer en het voorkomen van gezondheidsproblemen.
Als u gedurende enkele uren aan één stuk door werkt, zorg er dan voor dat u regel­matig een pauze neemt. Kijk af en toe eens weg van uw scherm. Gebruik uw com­puter niet als u moe bent.
Sommige aandoeningen aan handen, polsen, armen, nek, schou­ders, benen en rug kunnen verband houden met herhaling van bewegingen en kunnen daardoor verergeren. Om het risico op aan­doeningen te verminderen, typt u met uw polsen recht en uw han­den en polsen zwevend over het toetsenbord. Als u pijn, tinteling, gevoelloosheid of andere klachten bemerkt, raadpleeg dan een arts.
Verstelbare stoel.
Rechtop zitten met een ontspannen rug.
Voeten vlak op de vloer of op een voetsteun.
Bovenkant van beeldscherm op ooghoogte. Ogen op ongeveer 45-70 cm van het scherm.
Vrije ruimte rondom de computer en de andere apparatuur voor goede ventilatie.
Bureauhoogte 60-70 cm vanaf de vloer.
Stations en bedieningselementen gemakkelijk toegankelijk.
Goed verlichte werkomgeving.
Gebruikershandleiding
4
5
B
B
ASISBEGINSELEN
ASISBEGINSELEN
BEDIENING VAN DE COMPUTER
Draadloze apparatuur
Als de draadloze muis of het draadloze toetsenbord na installatie niet werkt, pro­beert u de communicatie met de ontvanger handmatig tot stand te brengen.
Controleer eerst of de batterijen voor het toetsenbord en de muis correct zijn geplaatst.
Definieer de apparatuur daarna als volgt door de verbindingsknop op de ont­vanger, de muis en het toetsenbord kort in te drukken:
Muis of touchpad
De muis (voor desktop-computers) of het touchpad (voor draagbare computers) bestuurt het pijltje op het scherm. Dit pijltje wordt aanwijzer of cursor genoemd.
Als u de muis over een hard en vlak oppervlak beweegt of als u uw vinger over het rechthoekige touchpad beweegt, volgt de aanwijzer deze bewegingen.
Als u op één van de knoppen van de muis of het touchpad klikt, dan kiest of acti­veert u het commando waarop de aanwijzer staat.
Zie de afbeeldingen op de volgende pagina.
U kunt de beweging en zichtbaarheid van de aanwijzer verbeteren door de instellingen te veranderen. Klik hiervoor op Start >
Configuratiescherm > Printers en andere hardware > Muis en kies het tabblad Opties voor de aanwijzer. De
opties voor zichtbaarheid zijn vooral handig bij een LCD. De instellingen voor de muis kunnen ook worden aange­past aan linkshandigen.
Toetsenbord
Het toetsenbord wordt gebruikt voor het invoeren van gegevens of opdrachten. De toetsfuncties zijn afhankelijk van de gebruikte toepassing. Het in deze handleiding afgebeelde toetsenbord is slechts een voorbeeld. Uw toetsenbord kan er anders uit­zien. Kijk voor een volledige beschrijving van uw toetsenbord bij Packard Bell InfoCentre, uw elektronische documentatie.
Om ruimte en gewicht te besparen, hebben draagbare computers compacte toet­senborden. Deze toetsenborden hebben toetsen voor het activeren van speciale functies, zoals het ingebedde numerieke toetsenblok. Andere toetsfuncties worden beschreven op pagina 7.
Fn: Gebruik deze toets tegelijkertijd met de toetsen <F1> - <F12> voor het activeren van speciale functies (beschreven in InfoCentre).
NumLock: Druk op NumLock om het numerieke toetsenblok te activeren.
Gebruikershandleiding
6
Als u twee keer snel achter elkaar op het touchpad tikt, hebt u in feite gedubbelklikt.
Rechts klikken
Links klikken
Rechts klikken: Om een popup-menu te laten verschijnen.
Gebruik het scrollwieltje of de scrollknop om gemakkelijk door de toepassingen te navigeren.
Dubbelklikken: Om het programma te starten waar de muisaanwijzer op staat of een complete paragraaf te selecteren bij het intypen van een tekst.
Links klikken: Gebruiken om het onderdeel te kiezen waar de muisaanwijzer op staat.
Muis Touchpad
Backspace: Wordt gebruikt om een positie terug te gaan en het laatste teken te verwijderen
Del: Wist de letter die rechts van de cursor staat of een geselecteerd stuk tekst of object.
Pijltoetsen: Bewegen de cursor naar boven, beneden, links of rechts
Numeriek toetsenblok: Functioneert als tweede set pijltjestoetsen. Druk op NumLock om getallen in te voeren
Cijfers: Gebruiken voor het invoeren van getallen of speciale tekens. Druk op <Shift> en het getal voor de tekens aan de bovenzijde van de toets en druk op <Ctrl> + <Alt> voor de tekens die rechts op de toets staan.
Esc: Annuleert de meeste huidige taken
Shift: Tegelijkertijd met een letter
indrukken voor een hoofdletter
Spatie: Wordt gebruikt om een spatie in te typen
Enter: Wordt gebruikt om een opdracht te bevestigen, een witregel in te voegen of een gekozen optie te bevestigen
Toetsenbord
7
Gebruikershandleiding
8
COMPUTER IN- EN UITSCHAKELEN
COMPUTER INSCHAKELEN
1. Schakel eerst alle apparaten IN die op de computer zijn aangesloten (waaronder de monitor) door op de voedingsschakelaar te drukken.
2. Druk daarna op de AAN/UIT-knop om de computer AAN te zetten.
Om de computer met anderen te kunnen delen en steeds uw eigen systeeminstellingen te kunnen gebruiken, kunt u voor iedere gebruiker een eigen account instellen. U hebt altijd toegang tot uw account en kunt die ook altijd aanpassen door te klikken op Start > Configuratiescherm > Gebruikersaccounts.
Bij gebruikers met een beperkte account werken bepaalde programma’s soms niet goed. Alleen een gebruiker met een beheerdersaccount heeft volledige toegang tot de andere gebruikersaccounts en alle instellingen.
Voor meer informatie over het personaliseren van uw computer klikt u op Start > Help en ondersteuning > Uw computer aanpassen.
COMPUTER UITSCHAKELEN
Als u de computer wilt uitzetten, moeten alle programma’s zijn afgesloten.
Als de computer uit staat, schakelt u alle externe apparaten (b.v. de moni­tor) UIT die zijn voorzien van een AAN/UIT-knop.
Notebooks kunt u uitschakelen zonder naar het menu Start te gaan. Sluit al uw toepassingen af en druk op de aan/uit-knop.
Geforceerd afsluiten
Als u problemen ondervindt bij het afsluiten van uw computer, gebruik dan Taakbeheer. Taakbeheer geeft informatie over de prestaties van uw computer en toont gegevens over programma’s en processen op uw computer.
Taakbeheer opent u door tege­lijkertijd op de toetsen <Ctrl>+ <Alt>+<Del> te drukken of door met de rechtermuisknop op een lege plek in de taakbalk te klikken. In het menu dat dan verschijnt, selecteert u
Taakbeheer.
Als uw computer nog steeds niet reageert, drukt u op de aan/uit­knop om uw computer uit te schakelen. Houd deze knop inge­drukt tot alle LED’s uit gaan en wacht ongeveer 30 seconden met het opnieuw inschakelen van uw computer.
ENERGIEBEHEER
Energiebeheer van Windows regelt het energieverbruik van de computer en bespaart energie. Afhankelijk van uw specifieke behoeften kiest u het energiebe­heerschema dat het beste bij u past. Er zijn drie verschillende energiebesparende modi: beeldscherm en vaste schijven uitschakelen, systeem op stand-by en systeem in slaapstand.
Voor meer informatie over deze opties en het gebruik ervan kijkt u in de sectie Tutorials van InfoCentre of gaat u via Start > Help en ondersteuning naar Help en ondersteuning van Windows.
9
UW SOFTWAREBIBLIOTHEEK
WAAR VIND IK DE SOFTWARE?
Packard Bell-computers zijn voorzien van een groot aantal softwaretoepassingen.
Welke soorten programma’s en categorieën op uw computer beschikbaar zijn is afhankelijk van het model.
Uw sofware is als volgt beschikbaar:
• Vooraf geïnstalleerd: uw software is klaar voor gebruik of installatie. Sommige titels werken echter alleen met een CD of DVD (dit is vaak het geval bij spellet­jes of encyclopedieën). U vindt deze discs in de computerverpakking.
• Op een CD of DVD: de software moet eerst worden geïnstalleerd. Plaats de CD of DVD in het juiste station. Er wordt automatisch een installatiewizard gestart. U hoeft alleen de aanwijzingen op het scherm te volgen.
HOE START IK DE SOFTWARE?
Het starten van een programma is eenvoudig en vergt maar een paar muisklikken. Als het programma dat u wilt gebruiken een CD of DVD vereist, kunt u de disc het beste voordat u het programma start in het station plaatsen.
WAAR VIND IK MIJN SOFTWAREDOCUMENTATIE?
Voor de meeste programma’s die Packard Bell op uw computer heeft geïnstalleerd, is online documentatie beschikbaar.
Als u hulp nodig hebt tijdens het gebruik van een programma, drukt u op <F1> op uw toetsenbord of klikt u op Help of het Help-pictogram (meestal een “?”).
Kijk voor meer tips over het gebruik van software in het Tutorials- gedeelte van InfoCentre.
NIEUWE SOFTWARE INSTALLEREN
Als u software voor uw computer koopt, controleer dan de systeemeisen om er zeker van te zijn dat uw systeem compatibel is met de software. Controleer dit vooral bij 3D-spelletjes. Als er een probleem optreedt tijdens de installatie of bij het gebruik van de software, neemt u contact op met uw softwareprovider.
Kijk voor meer informatie over het installeren en verwijderen van soft­ware bij de FAQ’s in deze handleiding en in Packard Bell InfoCentre.
Klik op een
categorie en/of
programma
Selecteer
een categorie
Documentatie
Gebruikershandleiding
10
W
W
EGWIJZERS
EGWIJZERS
DOCUMENTATIE VAN DE COMPUTER
Deze Gebruikershandleiding is niet de enige bron van informatie over uw compu­ter. Packard Bell InfoCentre bevat de elektronische documentatie voor uw com­puter en geeft u op uw scherm de hulp die u nodig hebt.
PACKARD BELL INFOCENTRE INSTALLEREN
U kunt InfoCentre op drie manieren installeren (A, B of C):
Na enkele seconden verschijnt het eerste scherm van het Setup-programma. Als het Setup-programma klaar is, wordt InfoCentre opgestart.
Zodra alle opties geïnstalleerd zijn, verdwijnt het pictogram Klik hier eerst van het bureaublad.
PACKARD BELL INFOCENTRE GEBRUIKEN
Om Packard Bell InfoCentre te openen, dubbelklikt u op het pictogram InfoCentre op uw bureaublad of klikt u op Start > Alle Programma’s > Packard Bell Ondersteuning > InfoCentre.
Het aantal beschikbare categorieën en titels is afhankelijk van de computer die u hebt gekocht.
Mijn computer: Bevat alle technische informatie over uw computeronderdelen en nuttige tips over het upgraden van uw computer.
Accessoires: Ontdek een accessoirescollectie die speciaal voor uw Packard Bell computer is ontworpen.
Internet: Beschrijft de verschillende Internet-hulpprogramma’s die op uw compu­ter zijn geïnstalleerd en geeft handige tips over Internet.
Tutorials: Bevat een aantal handige artikelen voor het uitvoeren van dagelijkse werkzaamheden voor beginners of gevorderde computergebruikers.
Links: Tonen een elektronische versie van de Gebruikershandleiding of gaan naar de Packard Bell-website.
COMPUTERSTATIONS
De hieronder beschreven stations zijn meestal in gebruik op Packard Bell-compu­ters. Dat betekent natuurlijk niet dat ook uw computer ze heeft of dat uw com­puter alleen deze stations zou bevatten. Kijk in InfoCentre voor specifieke documentatie over het model dat u hebt gekocht.
Diskettestation
Het diskettestation wordt gebruikt om gegevens van een diskette te lezen en gegevens naar een diskette te schrijven. Een normale diskette heeft een capaciteit van 1,44 MB.
C.
Start > Alle Programma's >
Packard Bell Ondersteuning >
InfoCentre
Selecteer een categorie
en klik op een onderdeel
om een documentatiepagina
te openen
A.
Klik hier eerst
A
C
B.
InfoCentre
B
11
Wanneer u een bestand op een diskette wilt opslaan en de melding “Write Protect Error” (schrijfbeveiligingsfout) verschijnt, verschuift u het schrijfbeveiligingsnokje* aan de onderzijde van de diskette zodat de opening wordt afgesloten.
Lezer geheugenkaart
Bepaalde computers zijn uitgerust met een all-in one multidrive. Dergelijke drives kunnen de meeste soorten geheugenkaarten lezen en ernaar schrijven, zoals MMC (Multi Media Card), CF (Compact Flash Card), IBM Microdrive, SM (Smart Media Card), SD (Secure Digital Memory Card), of MS (Memory Stick
®
). Sommige mul-
tidrives zijn ook voorzien van een diskettestation.
DVD-station
Het DVD-station kan audio-CD’s, CD-ROM’s met gegevens (bestanden en pro­gramma’s), video-CD’s en beschrijfbare CD’s zoals CD-R of CD-RW lezen. Verder ook DVD-ROM’s, DVD-films en de meeste beschrijfbare DVD’s.
Als uw computer is uitgerust met een CD-ROM of een CD-writer, kunt u alleen CD’s afspelen.
CD- en/of DVD-writer
Een CD- of DVD-station is meestal read-only. Bepaalde Packard Bell-computers zijn uitgerust met een “combo-station” dat zowel kan lezen als schrijven. Als uw systeem is uitgerust met een CD- of DVD-writer, kunt u dit apparaat gebruiken om uw CD’s te kopiëren, uw eigen muziekcompilaties te creëren, digitale fotoalbums te maken of een kopie te maken van uw kostbare gegevens.
Een CD-writer ondersteunt twee soorten beschrijfbare CD’s:
• CD-R (CD-Recordable): Dit is een CD waarop gegevens (bestanden, muziek, afbeeldingen...) één keer kunnen worden opgenomen. Dit betekent dat u de informatie later niet meer van de CD-R kunt wissen.
• CD-RW (CD-ReWritable): De CD-RW is een CD waarop gegevens meerdere keren kunnen worden opgenomen. Dit betekent dat u de inhoud van een CD­RW kunt wissen en er nieuwe gegevens op kunt zetten.
Naast CD-R’s en CD-RW’s ondersteunt een DVD-writer DVD-R’s en/of DVD­RW’s, die een nog grotere opslagcapaciteit bieden.
Voor meer informatie over de stations van uw computer kijkt u bij de sectie Mijn computer van InfoCentre. Kijk ook in de Tutorials voor gedetailleerde informatie en hulp over uw apparaat en de bijbe­horende software.
Uw DVD-station gebruiken
Hierop drukken.
Gemarkeerde zijde van Hierop drukken om
om lade te openen.
CD naar boven gericht. lade te sluiten.
DVD’s die aan beide kanten data bevatten hebben geen gemarkeerde zijde.
*
Plaatsen
Verwijderen
Klikken
+
klikken
Wachten
Gebruikershandleiding
12
Ultraplatte stations (meestal in notebooks)
Voorzorgsmaatregelen
Hierna volgen tips om storingen of beschadigingen aan de CD- of DVD-speler te voorkomen:
• Plaats de disc in de lade voordat u een programma opstart.
• Verwijder de disc niet voordat u het programma dat gebruik maakt van de disc hebt afgesloten. Uw computer kan anders vastlopen. Als dit toch gebeurt, start dan uw computer opnieuw op met behulp van Windows Taakbeheer (zie pagina 8).
Probeer de lade niet handmatig te openen! Als de lade niet open gaat:
Schakel de computer uit. Steek voorzichtig de punt van een paperclip in het nooduitwerpgaatje (niet
op alle stations beschikbaar). Gebruik hiervoor geen potlood, want de punt kan in het uitwerpgaatje breken en uw station beschadigen.
• Maak de disc regelmatig schoon om stof en vingerafdrukken te verwijderen. Gebruik een zachte, krasvrije doek of een in de handel verkrijgbaar reinigings­middel voor CD’s.
• U voorkomt vingerafdrukken door de disc alleen aan de buitenste rand vast te houden of door één vinger door het gat te steken en de disc met de andere vin­ger aan de rand vast te houden.
• Plaats de disc altijd terug in het doosje of hoesje als u hem niet meer gebruikt.
• Houd de lade gesloten als u de speler niet gebruikt.
CD of DVD gebruiken
De meeste discs hebben een Autorun-functie waarmee het pro­gramma op de disc automatisch wordt gestart nadat de disc in het station is geplaatst. Om de disc te kunnen gebruiken, klikt u op
Start > Deze computer en dubbelklikt u op het CD- of DVD-pic­togram, of klikt u met rechts en selecteert u openen.
Autoplay
De Autoplay-functie maakt het u mogelijk te kiezen hoe Windows omgaat met medi-
abestanden op apparatuur met verwissel­bare opslagmedia (digitale camera, CD, DVD etc). Als u een audio-CD of DVD-film in de speler plaatst, opent Windows auto­matisch een dialoogvenster en vraagt u hoe u die disc wilt afspelen.
DVD-films afspelen
Op uw computer zijn misschien ver­schillende programma’s voor het
afspelen van DVD’s beschikbaar. Als Windows u vraagt een van die pro­gramma’s te kiezen, dan raden we u aan uw DVD’s altijd af te spelen met het DVD-programma dat u vindt in de softwarecollectie.
Sommige Packard Bell-computers hebben een TV-uitgang, waarmee u uw DVD-films op uw televisie kunt bekijken. Het instellen van uw com­puter voor het gebruik van deze func­tie duurt maar een paar minuten.
Duw tegen de disclade om
deze te sluiten.
Op het midden van de disc drukken tot deze stevig op
zijn plaats klikt.
Stevig indrukken
en aan de lade trekken om deze te openen.
Wachten
Nooduitwerpgaatje
13
Raadpleeg de sectie Tutorials van Packard Bell InfoCentre voor meer informatie over het aansluiten van uw computer op een televisie.
Audio-CD’s afspelen
U kunt uw computer als een an gewone CD-speler gebruiken. Afhankelijk van de systeemconfigura-
tie kunt u het afspelen van de CD regelen met een bedieningspaneel dat meestal dezelfde commando’s als een HiFi-systeem heeft.
VOLUMEREGELING
Behalve via de volumeregeling op uw toetsenbord, monitor of luidsprekers (afhan­kelijk van de apparatuur), kunt u het volume en de balans van de luidsprekers ook via Windows regelen.
Volume aanpassen
Klik op het Luidspreker-pictogram rechtsonder in de taakbalk (naast de klok) om het volume aan te passen.
Als u dit pictogram niet kunt zien:
Klik op Start > Configuratiescherm > Spraak, geluid en geluidsapparaten en selecteert u Geluiden en audioapparaten.
Sleep de schuifregelaar naar boven of beneden om het volume aan te passen. Klik op Dempen om het geluid uit te schakelen. Klik nog­maals om de weergave te hervatten.
Voor geavanceerde opties van de volumeregeling dubbelklikt u op het
Luidspreker-pictogram in de taakbalk om het venster Volumeregeling te openen.
POORTEN EN CONNECTORS
De hieronder beschreven poorten en connectors zijn op veel Packard Bell-compu­ters aanwezig. Dat garandeert natuurlijk niet dat ook uw computer ze heeft of dat uw computer alleen deze poorten zou bevatten. Controleer de sectie Mijn com­puter van InfoCentre om te kijken welke poorten uw computer bevat.
Voorzorgsmaatregelen
- Lees altijd de installatie-instructies die bij het apparaat zijn geleverd voordat u het apparaat aansluit.
- Verwijder nooit apparaten die de computer op dat moment gebruikt.
- Sommige uitneembare apparaten moet u uitschakelen voordat u ze verwijdert.
Hot-pluggable apparatuur
De meeste apparatuur is “hot-pluggable”. Dit houdt in dat de apparatuur kan wor­den aangesloten of verwijderd als de computer aan staat. De apparatuur wordt automatisch gedetecteerd en geïnstalleerd.
USB (Universal Serial Bus)
USB-poorten vormen een gemakkelijke “hot-pluggable”-verbinding. Bepaalde Packard Bell-computers zijn uitgerust met USB 2.0-connectors, die een grotere bandbreedte hebben dan de eerdere versies van USB. USB 2.0 blijft compatibel met alle USB-apparatuur die u eerder hebt gekocht (maar gebruikt de lagere overdrachtssnelheid).
Gebruikershandleiding
14
IEEE 1394
Via een IEEE 1394-poort (ook bekend onder de naam FireWireTM of i.LINK) kunt u high-speed digitale apparatuur, zoals een digitale videocamera, een externe harde schijf of een scanner op uw computer aansluiten.
PC Cards (PCMCIA)
PC Cards (ook wel PCMCIA-apparatuur genoemd) is apparatuur ter grootte van een credit card waarmee u uw computer gemakkelijk kunt uitbreiden. U kunt in elk PC Card-slot op uw computer een PC Card plaatsen, hoewel het soort card dat in een slot kan worden geplaatst, kan verschillen (zie Packard Bell InfoCentre).
Legacy-poorten
Legacy-poorten zijn de oudere poorttypen die op de meeste computers nog aan­wezig zijn om te zorgen dat ook oudere apparatuur nog kan worden gebruikt. Anders dan bij “hot-pluggable”-apparatuur moet u de computer uitschakelen voor­dat u legacy-apparatuur gaan aansluiten of verwijderen.
Een parallelle poort (of printerpoort of LPT-poort) is een 25- polige connector die normaal gesproken wordt gebruikt voor het aansluiten van randapparatuur, zoals printers, scanners of externe diskettestations.
Een seriële poort (of communicatiepoort of COM-poort) is een 9­polige connector die meestal wordt gebruikt voor het aansluiten van communicatieapparatuur, bijvoorbeeld een externe modem, een muis of een digitale camera.
De PS/2-poort is een ronde 6-polige connector die meestal wordt gebruikt voor het aansluiten van een muis of toetsenbord.
Een MIDI/game-poort wordt gebruikt voor het aansluiten van een joystick of MIDI (Musical Instrument Digital Interface)-apparatuur.
Geluidsconnectors
Een Lijnuitgang wordt gebruikt om luidsprekers op uw computer aan te sluiten.
Op de Line In-connector kunt u externe geluidsbronnen aansluiten.
Een Microfoon-ingang wordt gebruikt om een mono-microfoon met een plug van 3,5 mm aan te sluiten.
TV-uitgang
Via de TV-uitgang kunt u een televisie (met geschikte video-in connector)
als extern beeldscherm gebruiken. Als u ook het geluid via de TV wilt weergeven, dan moet u ook de lijnuitgang van uw computer op de TV aan­sluiten. Raadpleeg zowel InfoCentre als de handleiding van de televisie om te controleren of alle aansluitingen en opties correct zijn.
COMMUNICATIEPOORTEN
Modem
De modem is een brug tussen de digitale signalen van uw computer en de analoge signalen van de telefoonlijn. In de modem worden digitale gege­vens omgezet in een analoog signaal en omgekeerd.
U kunt de modem en de telefoon niet tegelijkertijd gebruiken. Als u de hoorn van de telefoon opneemt terwijl u de modem gebruikt, dan zou u ongewild de modemverbinding kunnen verbreken. Tenzij u bent aan­gesloten via de kabel, een ISDN- of ADSL-lijn, kunt u niet bellen/gebeld worden als u verbinding hebt met Internet.
LAN (Local Area Network)
Een LAN is een groep computers (b.v. in een bedrijf of thuis) die dezelfde communicatielijn en -bronnen delen. Bij gebruik van een netwerk kunt u bestanden, randapparatuur (zoals een printer) en zelfs de Internet-ver­binding delen.
Met een optische uitgang kunt u van S/PDIF-geluidskwaliteit genieten. Als u
5.1 luidsprekers en een HiFi-versterker met optische ingang hebt, dan kunt u bij het afspelen van DVD's op uw computer genieten van een echte Dolby Digital­geluidsweergave. Kijk bij InfoCentre of raadpleeg een leverancier voor meer informatie over de audioapparatuur die u nodig hebt.
15
De LAN- en de modempoort lijken sterk op elkaar en bevinden zich meestal naast elkaar. Een vergissing is dus snel gemaakt. De LAN-poort is iets groter dan de modempoort.
Voor een duidelijk overzicht over netwerken en instructies over het opzetten van uw eigen netwerk raadpleegt u de sectie Tutorials van InfoCentre en Help en
ondersteuning van Windows.
Zorg bij onweer altijd dat uw modem niet op de telefoonlijn is aangesloten en de antenne niet op de TV-ingang. Een bliksemin­slag op nabije telefoonlijnen of antennes zou uw modem, uw TV­kaart of zelfs uw gehele computersysteem kunnen beschadigen. De garantie is niet van toepassing bij computerschade ten gevolge van een blikseminslag.
D
D
EEEERSTE
EERSTE
ST
ST
APPEN
APPEN
OP
OP
I
I
NTERNET
NTERNET
WAT IS INTERNET?
Het internationale netwerk van computers, of Internet, is een verzameling com­puters over de hele wereld die via met elkaar verbonden netwerken met elkaar communiceert.
Hierdoor kunnen gebruikers een oneindige schat aan informatiebronnen verken­nen, gebruik maken van allerlei soorten diensten, informatie uitwisselen en spel­letjes spelen met mensen over de gehele wereld, zonder ook maar één stap bui­tenshuis te zetten.
Raadpleeg de gedeeltes Internet en Tutorials van Packard Bell InfoCentre voor meer informatie over uw browser en over het gebruik van Internet.
MAAK VERBINDING MET INTERNET!
Uw Packard Bell-computer is helemaal klaar voor Internet en bevat alle hulp­middelen die u nodig hebt om aan de slag te gaan met Internet.
Om verbinding te krijgen met Internet dient u zich te registreren bij een Internet Service Provider (ISP), die zorgt voor de fysieke verbinding tussen uw compu­ter en het Internet. Op sommige computers is al een aantal ISP’s geïnstalleerd. Met behulp van de geselecteerde ISP’s kunt u uw Internetverbinding op verschillende manieren tot stand brengen.
Als u gebruik wilt maken van een eigen ISP, kijkt u in de instructies die zijn meegeleverd met het installatiepakket. Vermijd het gebruik van verschillende ISP’s.
Gebruikershandleiding
16
Statusbalk.
Aanklikken en vasthouden om de venstergrootte te veranderen.
Venster minimaliseren, maximaliseren of sluiten.
Klik op Help of druk op <F1> op uw toetsenbord.
Werkbalk.
Als de pagina niet helemaal zichtbaar is, gebruikt u de pijltoetsen van de schuifbalk. U kunt ook de pijltoetsen op uw toetsenbord of de scrollknop van de muis of het touchpad gebruiken.
Adresbalk.
BROWSERFUNCTIES
Hyperlink: Klik hierop om naar een ander onderwerp of een andere pagina te springen.
17
SURF OP INTERNET!
Om op Internet te kunnen surfen, hebt u een Internetbrowser nodig. De browser op uw computer is Microsoft Internet Explorer. Sommige computers zijn voor­zien van Packard Bell Companion, een browser die exclusief voor Packard Bell­gebruikers is ontworpen.
Druk op de Internet-knop (indien beschikbaar) op uw toetsenbord of (dubbel)klik op het Internet Explorer-pictogram om uw browser te openen.
Ga om te beginnen naar de Packard Bell-website! Packard Bell wil uw tijd online aangenamer en effectiever maken. Op www.packardbell.nl gaat er een wereld van online activiteiten en -diensten voor u open.
WAT IS E-MAIL?
Een e-mail is een bericht dat u met uw computer kunt versturen. U kunt foto’s, geluiden of beelden aan uw bericht toevoegen en het duurt maar enkele seconden om de ontvanger, zelfs aan de andere kant van de wereld, te bereiken.
Gebruik Microsoft Outlook Express voor het verzenden en ontvangen van e­mails. U start het programma door op de e-mailknop (indien beschikbaar) op uw toetsenbord te drukken of door op het pictogram Outlook Express in het menu Start te klikken.
Wanneer u een abonnement neemt bij een Internetprovider, krijgt u meestal één of meerdere e-mailadressen (voor u en uw gezinsleden).
Voorbeeld:
oma@packardbell.com
Extensie
Gebruikersnaam
Domein“at”
"dot"/"punt"
Weergave van de inhoud van de geselecteerde map
Mappen om uw berichten op te slaan
U kunt uw berichten off-line opstellen en alleen verbinding maken met Internet om te verzenden en te ontvangen.
C.
Start > Alle programma's >
Online services
A.
Klik hier eerst
A
B
Gebruikershandleiding
18
Als u wilt weten of uw computer online is, kijkt u bij gebruik van een standaard inbelverbinding (dus geen high-speed Internet) rechts onder in het systeemvak.
Als het pictogram niet zichtbaar is, klik dan op Start > Configuratiescherm > Netwerk- en Internet-verbindingen > Netwerkverbindingen. Dubbelklik op het computer- of verbindingspictogram. Klik op Eigenschappen en selecteer Pictogram in systeemveld weergeven gedurende de verbinding (onder Algemeen).
Als uw computer is uitgerust met een netwerkpoort, ziet u misschien een gelijk­soortig pictogram met een rood kruis erdoor bij inactiviteit.
INTERNET HULPSOFTWARE
Uw Packard Bell-computer biedt hulpsoftware en andere functies voor een gemak­kelijk, veilig en plezierig gebruik van Internet voor ieder gezinslid. Kijk op pagina 7 voor een beschrijving van de Multimediaknoppen en Functietoetsen op Multimediatoetsenborden.
Afhankelijk van het door u aangeschafte model zijn sommige opties die in deze handleiding worden beschreven niet beschikbaar. Kijk bij de gedeeltes Mijn computer en Internet van Packard Bell InfoCentre voor documentatie over de functies die voor u van toepassing zijn.
P
P
ROBLEMEN
ROBLEMEN
OPLOSSEN
OPLOSSEN
PROBLEMEN STAPSGEWIJS OPLOSSEN
Maak u niet ongerust als u een probleem met de computer hebt! Ook als een pro­bleem ernstig lijkt, kan het soms heel gemakkelijk worden opgelost. Aan de hand van deze gids kunt u problemen stapsgewijs oplossen.
STAP 1 - RAADPLEEG DE DOCUMENTATIE
Gebruikershandleiding van Packard Bell
Aan de hand van de sectie Problemen stapsgewijs oplossen kunt u de oorzaak van uw computerprobleem opsporen.
pagina 18
Blader door de Vaak gestelde vragen (FAQ’s) van ons Customer Contact Center voor een volledige omschrijving van algemene problemen en hun oplossingen.
pagina 20
Bekijk ook het pakket hulpprogramma’s dat Packard Bell bij uw computer gele­verd heeft en waarmee u kunt zorgen dat de computer goed blijft functioneren.
pagina 38
Packard Bell InfoCentre
Uw elektronische documentatie bevat zowel gedetailleerde informatie over hardware als hulp en tips bij software en Internet en veel meer.
pagina 10
Klik met rechts om de verbinding te verbreken
19
Last minute-informatie
Mogelijk is er een aantal documenten met last minute-informatie bij uw computer geleverd. Deze documenten bevatten meestal nut­tige tips en kunnen u een telefoontje met het Customer Contact Center besparen.
Softwaredocumentatie
De meeste softwaretitels hebben een online documentatiebestand. Op de websites van de fabrikanten kunt u soms ook nieuwe versies van producten en handige tips vinden.
pagina 9
Algemene Help-toets
Veel programma’s hebben een ingebouwde Help-functie, die u kunt openen met de functietoets <F1> linksboven op uw toetsenbord.
www.packardbell.nl
Ga naar de website van Packard Bell: www.packardbell.nl Blader door de secties Ondersteuning en Services, waar u de nodige hulp en infor­matie kunt vinden. Hier kunt u soms ook bijgewerkte documentatie vinden en de nieuwste versies van toepassingen en stuurprogramma’s.
Help en ondersteuning van Microsoft Windows
Windows heeft een centrum met helponderwerpen, tutorials, ondersteuning en probleemoplossing dat toegang geeft tot de nieuwste herstelprogramma’s, versies en stuurprogramma’s.
FAQ 6
STAP 2 - STEL UZELF DE VOLGENDE VRAGEN
Is er een nieuw programma geïnstalleerd?
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
Het installeren van nieuwe software kan problemen veroorzaken met de bestaande software-instellingen.
Controleer of de bron van de soft­ware betrouwbaar is, lees de gele- verde documentatie door of kijk op de website van de fabrikant.
pagina 9
Start de computer opnieuw.
pagina 8
Verwijder de software en instal­leer deze opnieuw.
FAQ 21
Is er nieuwe hardware geïnstalleerd of aangesloten?
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
Als u nieuwe hardware installeert, wordt deze gewoonlijk door Windows gedetec­teerd en worden de bestanden voor het functioneren van de hardware (de stuur­programma’s) op de computer geïnstal­leerd. Bij deze procedure worden de systeembestanden gewijzigd. Dit kan pro­blemen binnen Windows veroorzaken.
Lees de bij de nieuwe hardware geleverde documentatie door.
FAQ 21
Start de computer opnieuw.
pagina 8
Verwijder de hardware en instal­leer deze opnieuw.
FAQ 21
Zijn er aansluitingen op de computer gewijzigd?
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
Als u de computer hebt verplaatst of een nieuw apparaat hebt aangesloten, kunnen enkele aansluitingen zijn losge­koppeld of gewijzigd.
Controleer alle aansluitingen.
FAQ’s 1 en 10
Controleer de stopcontacten (als het niet lukt om de computer en/of de monitor in te schakelen).
FAQ 1
Controleer de telefoonlijn (als de modem niet werkt).
FAQ 16
Gebruikershandleiding
20
STAP 3 - VOER EEN DIAGNOSEPROGRAMMA UIT
Packard Bell Snapsys
Als u vermoedt dat een apparaat niet goed werkt, kunt u met Snapsys de wijzi­gingen in de systeemconfiguratie nagaan.
pagina 38
Packard Bell SmartRestore
Als een of meer defecte stuurprogramma’s van hardware of software opnieuw moe­ten worden geïnstalleerd, kunt u de oorspronkelijke instellingen met SmartRestore herstellen. Als het probleem wordt veroorzaakt door software of hardware die niet door Packard Bell is geleverd, neem dan contact op met de leverancier of fabrikant van het programma of systeemonderdeel.
pagina 39
STAP 4 - CONTACT OPNEMEN MET HET CUSTOMER
CONTACT CENTER VAN PACKARD BELL
Als het probleem na de voorgaande stappen niet is opgelost, kunt u zich wenden tot het Customer Contact Center van Packard Bell.
Noteer alle foutmeldingen die u over het probleem krijgt. Als u het Customer Contact Center van Packard Bell belt, zorg dan dat u ook het serienummer van de computer bij de hand hebt. Ga achter de computer zitten en schakel deze in als dat mogelijk is.
Controleer uw garantievoorwaarden voordat u contact opneemt met het Packard Bell Customer Contact Center --> pagina 47
Contactinformatie --> Garantie- en Serviceblad
VAAK GESTELDE VRAGEN (FAQ’S) AAN
ONS CUSTOMER CONTACT CENTER
Aan de hand van de volgende tabel kunt Ga voor meer u snel de antwoorden op uw vragen zoeken. informatie naar
Opstarten
FAQ’s 1 t/m 4, pagina 21
Vastlopen FAQ 5, pagina 23 Werken met Windows XP FAQ 6, pagina 23 Herstel
FAQ’s 7 t/m 9, pagina 23
Toetsenbord en muis of touchpad
FAQ’s 10 en 11, pagina 27
Monitor en beeldweergave
FAQ’s
12 t/m 14
, pagina 28
Geluid FAQ 15, pagina 30 Internet
FAQ’s 16 t/m 19, pagina31
Printer FAQ 20, pagina 34 Software en hardware toevoegen FAQ 21, pagina 35
Is er iets veranderd in de omgeving van de computer?
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
Storingen door magnetische bronnen (TV, andere beeldschermen, mobiele telefoons etc.) kunnen de werking van het systeem negatief beïnvloeden.
Plaats uw systeem op een zo groot mogelijke afstand van der- gelijke bronnen.
pagina 3 en FAQ 14
Plaats de computer niet op een tapijt of op een ander oppervlak dat statische elektriciteit kan opwekken.
pagina 3
Als u de computer openmaakt, zorg dan dat de omgeving vrij is van statische elektriciteit.
InfoCentre
21
O
O
PST
PSTARAR
TEN
TEN
1. MIJN COMPUTER WIL NIET STARTEN.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
U hebt het systeem niet correct ingeschakeld.
Controleer of u de computer en het beeldscherm allebei hebt aangezet.
Zie pagina 8
De computer heeft geen voedings­spanning.
- Controleer de aansluitingen van de voedingskabel op de computer en het stopcontact.
- Controleer de voedingskabels.
- Controleer het stopcontact door er een werkende lamp op aan te sluiten.
Als u een desktop-computer gebruikt Haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en houd de aan/uit-
knop ten minste tien seconden lang ingedrukt. Laat de knop los, sluit de voe­dingskabel weer aan en druk op de aan/uit-knop om de computer aan te zetten.
Zorg dat de stekker uit het stopcontact is gehaald voordat u de voedingskabel aan de achterzijde van de computer aansluit of loskoppelt.
U GEBRUIKT een accu om de com­puter te voeden (meestal bij draag­bare computers).
- Zorg dat de accu CORRECT is geplaatst.
- Zorg dat de accu voldoende geladen is.
Sluit de netadapter aan en probeer de computer te starten.
Sommige computers gebruiken Smart-accu's. Deze bevatten een span­ningsmeter. Schakel de computer uit, haal de accu uit de computer en druk op het contactpunt naast de meter.
U hebt de computer aangezet. De computer maakt wel geluid maar er verschijnt niets op het beeld­scherm.
- Kijk naar de kleur van het voedings­lampje van uw beeldscherm.
Zie FAQ 12
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
Vóór het opnieuw starten hebt u de configuratie gewijzigd (u hebt een nieuw programma, nieuwe hardware of dergelijke geïnstal­leerd).
- Start de computer nogmaals met een van de volgende opties:
Laatste bekende juiste configuratie:
Hiermee kunt u de systeeminstellingen herstellen die golden toen de compu­ter voor het laatst goed is gestart.
1. Schakel de computer en het beeldscherm in.
2. Als het logo van Packard Bell verschijnt, houd dan <F5> enkele seconden ingedrukt.
3. Selecteer met de pijltoetsen
Laatste bekende juiste confi­guratie en druk op <Enter>.
Gegevens die u hebt ingevoerd nadat het systeem voor het laatst cor­rect is opgestart, kunnen verloren gaan. Zie Help en ondersteu-
ning van Windows voor meer informatie over deze functie.
Veilige modus: Hiermee start de computer met alleen de basisbestanden en -
stuurprogramma’s (en met toegang tot Systeemherstel). Voer de eerdergenoemde stappen 1 en 2 uit, markeer Veilige modus met de pijl-
toetsen en druk op <Enter>. Systeemherstel: Hiermee kunt u het systeem en de programma’s volledig her-
stellen naar de waarden die golden toen het systeem nog goed werkte.
Zie FAQ 9 voor instructies over het gebruik van Systeemherstel. Zie FAQ 7 voor meer bijzonderheden over de herstelprogramma’s.
Gebruikershandleiding
22
4. BIJ HET STARTEN KRIJG IK DE MELDING: “PRESS F1 (OR F2) TO ENTER SETUP”.
DRUK DAN NIET op <F1> of <F2>. Wacht totdat de computer opstart. Start BIOS Setup alleen als u een ervaren gebruiker bent.
Als uw computer nu nog niet opstart, neemt u contact op met het Packard Bell Customer Contact Centre.
Als u alle hierboven aangegeven instructies hebt gevolgd en de computer nog steeds de foutmelding geeft, dan kunt u proberen de oorspronkelijke instellingen van de computer te herstellen.
Zie Packard Bell Herstellprogramma op pagina 41
3. BIJ HET STARTEN HOOR IK EEN
LANGDURIG PIEPGELUID
.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
Er is een fout opgetreden bij de detectie van het toetsenbord of de muis.
Controleer de aansluitingen van het toetsenbord en de muis.
Zie FAQ 10
Een toets op het toetsenbord of een knop van de muis of van het touchpad zit vast.
- Schakel de computer UIT.
- Druk op alle toetsen van uw toetsen­bord om te controleren of geen daar­van vastzit.
- Klik met de knoppen van de muis of het touchpad om te controleren of geen daarvan vastzit.
- Schakel de computer weer IN.
Een defecte ventilator in de com­puter kan tot een vergelijkbaar geluid leiden.
Neem contact op met het Customer Contact Center
Zie pagina 46
2. B
IJ HET STARTEN KRIJG IK DE MELDING
:
“N
ON SYSTEM DISK” OF“INVALID SYSTEM DISK
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
Er zit een diskette in het diskettestation.
Verwijder de diskette uit het disket­testation en druk op <Enter> om Windows te starten.
De systeembestanden van uw harde schijf zijn beschadigd en uw computer kan niet starten omdat deze bestanden niet kun­nen worden gelezen.
Dit kan door een virus veroorzaakt zijn.
Voer na het herstellen van de com­puter een virusscan uit.
Zie Hoe kan ik de computer bescher­men tegen virussen in InfoCentre.
Zie FAQ 7 voor meer bijzonderhe­den over de herstelprogramma’s.
Systeembestanden herstellen (zie
hierna).
Systeembestanden herstellen
1. Schakel de computer en het beeldscherm in.
2. Als het logo van Packard Bell verschijnt, druk dan op <F2> om BIOS Setup te starten. Noteer de originele instellingen!
3. Ga naar de sectie Boot (indien beschikbaar) of anders naar de sectie Advanced.
4. Selecteer de optie Advanced Configuration of Advanced CMOS setup.
5. Afhankelijk van uw computer:
- Ga naar Removable Devices en verwijder de markering voor Legacy Floppy Drives met <Shift> + <1>.
- Selecteer Boot Device Priority. Selecteer 1st to Floppy en stel de optie 2nd to IDE-0 in op IDE-3.
- Stel het eerste startapparaat in op Floppy en het tweede op IDE-0.
6. Druk op <F10> en daarna op <Enter> om de wijzigingen op te slaan en BIOS Setup te verlaten.
Uw computer is nu geconfigureerd voor het starten vanaf een startdiskette (indien aanwezig) of vanaf de harde schijf.
Als de systeembestanden zijn hersteld, kunt u terug naar de oorspronkelijke con­figuratie waarmee de computer sneller opstart. Volg dezelfde procedure als hier­voor, maar herstel nu de oorspronkelijke instellingen.
23
W
W
ERKEN
ERKEN
MET
MET
W
W
INDOWS
INDOWS
XP
XP
6. W
AAR VIND IK HULP OVER MIJN BESTURINGSSYSTEEM
?
Windows XP bevat helpfuncties die u ondersteunen als u voor het eerst met de computer aan de slag gaat en ook als u een ervaren gebruiker bent en complexere handelingen uitvoert. (Sommige functies zijn optioneel.)
Microsoft Interactieve Training leert u hoe u de belangrijkste taken met uw nieuwe computer kunt uitvoeren en hoe u Windows kunt gebruiken.
Help en ondersteuning bevat help-onderwerpen, tutorials, oplossingen en andere diensten die door Microsoft
®
en Packard Bell worden aangeboden.
Als u begint met zoeken, kunt u een taak of een help-onderwerp kiezen of op trefwoorden zoeken. Elk onderdeel bevat hyperlinks. Door hierop te klik- ken kunt u door de verschillende onder­werpen bladeren.
Blader ook eens door het InfoCentre van Packard Bell om uw Packard Bell-computer nader te leren kennen. De sectie Tutorials bevat tips over de vele taken die u met de computer kunt uitvoeren.
Zie pagina 10
H
H
ERSTEL
ERSTEL
7. WELKE HERSTELFUNCTIES HEEFT MIJN COMPUTER?
Hulpprogramma’s van Packard Bell
Packard Bell heeft een aantal effectieve herstelprogramma’s bij uw computer gele­verd, die speciaal voor uw systeem zijn ontworpen.
Packard Bell Snapsys
Hiermee kunt u wijzigingen in stuurprogramma’s in de gaten houden en uw com­puter onderhouden.
Zie pagina 38
Packard Bell SmartRestore
Hiermee kunt u door Packard Bell geleverde toepassingen en stuurprogramma’s opnieuw installeren.
Zie pagina 39
V
V
ASTLOPEN
ASTLOPEN
5. MIJN COMPUTER REAGEERT NIET MEER.
Uw computer loopt plotseling vast. Het beeld op de monitor blijft stil staan of ver­dwijnt helemaal en de computer reageert niet meer op het toetsenbord of de muis.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
De computer is bezig met een opdracht of een ingewikkelde berekening.
- Wacht tot hij klaar is.
- Als de computer na geruime tijd nog niet reageert, probeer hem dan opnieuw te starten met Taakbeheer.
Zie pagina 8
Gebruikershandleiding
24
Packard Bell Herstelprogramma
Hiermee kunt u de originele configuratie van de computer herstellen.
Zie pagina 41
Packard Bell MasterCD Creator
Hiermee kunt u de herstelgegevens van uw computer op CD’s zetten.
Zie pagina 44
Het is raadzaam alle instructies door te lezen voordat u één van deze functies gebruikt.
Hulpprogramma’s van Windows
Apparaatbeheer
Hiermee kunt u hardware en stuurprogramma’s uitschakelen als u vermoedt dat de computer na installatie daarvan onstabiel is geworden.
Zie FAQ 8
Systeemherstel
Als er een probleem optreedt, kunt u met Systeemherstel de vroegere staat van uw computer zonder verlies van persoonlijke gegevens herstellen.
Zie FAQ 9
Laatste bekende juiste configuratie
Herstellen na problemen die misschien zijn veroorzaakt door een pas geïnstal­leerde toepassing of stuurprogramma.
Zie FAQ 1
8. GEBRUIK VAN APPARAATBEHEER
Met Apparaatbeheer kunt u diverse taken uitvoeren.
Dubbelklik op het soort appa­raat dat u wilt bekijken.
Klik erop met de rechtermuisknop en selecteer Eigenschappen.
Prestaties en onderhoud > Systeem > Hardware > Apparaatbeheer
25
Gegevens stuurprogramma
Hiermee kunt u stuurprogramma’s opsporen en de belangrijkste gegevens hiervan weergeven.
Stuurprogramma bijwerken
Hierdoor activeert u de Wizard Updates voor hardware waarmee u een nieuw stuurprogramma voor het geselecteerde apparaat kunt installeren.
Vorig stuurprogramma
Hiermee kunt u het tevoren gebruikte stuurprogramma opnieuw installeren en de instellingen van het stuurprogramma herstellen. (Dit voor het geval een apparaat niet goed werkt of uw computer door de nieuwe versie van het stuurprogramma onstabiel is geworden - printers uitgezonderd.)
Verwijderen
Hiermee kunt u alle gegevens van het stuurprogramma voor het geselecteerde apparaat verwijderen. Zo voorkomt u dat verschillende versies van stuurprogram­ma’s tegelijk werkzaam zijn en elkaar tegenwerken.
Gebruik deze functie alleen als u er zeker van bent dat u het stuurprogramma niet langer nodig hebt.
Probleem oplossen
Controleren of de hardware op de computer goed werkt. Met Apparaatbeheer kunt u ook de configuratie-instellingen van uw hardware
wijzigen.
Doe dit alleen als u een ervaren gebruiker bent. Zie Help en onder­steuning van Windows voor meer informatie.
Zie FAQ 6
9. GEBRUIK VAN SYSTEEMHERSTEL VAN WINDOWS XP
Systeemherstel houdt de wijzigingen op de computer bij en maakt herstelpunten waar u naar terug kunt gaan als dat nodig mocht zijn. Zo kunnen schadelijke wij­zigingen ongedaan worden gemaakt en instellingen, prestaties, persoonlijke docu­menten en e-mails worden hersteld.
Selecteer een optie.
Probleem oplossen
Gebruikershandleiding
26
Als u een herstelpunt selecteert dat is gemaakt voordat een nieuw pro­gramma werd geïnstalleerd, dan zal dat programma na het herstel- proces niet langer werken en zult u dit opnieuw moeten installeren.
Systeemherstel is geen vervanging van de verwijderprocedure van een programma. Met de functie Software kunt u een programma in zijn geheel van uw computer verwijderen.
Zie FAQ 21
U kunt Systeemherstel gebruiken voor de volgende taken:
Een eerdere status van deze computer herstellen.
Hiermee kunt u de computer terugbrengen in een eerdere status en zullen al uw per­soonlijke bestanden worden hersteld. Dit herstelproces kan even duren. Controleer vóór het activeren van Systeemherstel of alle programma’s zijn afgesloten.
Een herstelpunt maken
De computer maakt automatisch herstelpunten op vastgestelde tijden of voordat een programma wordt gewijzigd. U kunt echter ook zelf herstelpunten maken om de status van uw computer vast te leggen op een moment dat deze goed werkt of voordat u riskante wijzigingen aanbrengt.
De laatste herstelbewerking ongedaan maken
Als de computer vastloopt nadat de status van een bepaalde datum is hersteld, kunt u het herstelproces ongedaan maken. Als een probleem blijft voortduren:
Zie FAQ 1
27
T
T
OETSENBORD
OETSENBORDENEN
MUIS
MUISOFOF
TOUCHP
TOUCHPADAD
10. MIJN TOETSENBORD WERKT NIET.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
Het numerieke toetsenblok is uitgeschakeld.
Controleer of u de computer en het beeldscherm allebei hebt aangezet.
Zie pagina 8 Op sommige computers is er een pictogram voor Num Lock aan­wezig in het systeemvak.
Als de Num Lock-toets actief is, kunt u het numerieke toetsenblok gebrui- ken om, net als bij een rekenmachine, getallen in te voeren. Als het lampje niet brandt, functioneert het toetsenblok van een gewoon toetsenbord als tweede set pijltjestoetsen of, bij sommige extra compacte toetsenborden, als normale lettertoetsen.
Uw toetsenbord is niet goed aan­gesloten.
Als u een RF-toetsenbord (draad­loos) hebt, controleer dan of de ontvanger correct is aangesloten. Als de ontvanger een USB-con­nector heeft, probeer deze dan op een andere poort aan te sluiten. Controleer ook de batterijen.
Zie pagina 5
1. Schakel de computer UIT. Zie pagina 8
2. Maak de aansluiting los en sluit het
toetsenbord opnieuw correct aan.
3. Schakel de computer IN.
USB-toetsenbord en -muis
PS2-toetsenbord en -muis
11. MIJN MUIS OF TOUCHPAD WERKT NIET.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
Uw muis is niet goed aangesloten.
- Volg dezelfde procedure als voor het
controleren van de aansluiting van het toetsenbord.
Zie FAQ 10
Gebruikershandleiding
28
De muis moet gereinigd worden.
- Schakel de computer UIT.
- Draai de muis om.
- Open de onderkant van de muis.
- Neem de bal uit de muis en maak hem schoon.
- Reinig de asjes in de behuizing met een vochtige zachte doek. Als de muis nu nog niet helemaal schoon is, gebruik dan een stevig, stomp voor­werp om de restjes vuil te verwijde­ren.
Optische muizen hebben geen bal en worden niet zo vuil als gewone muizen omdat ze min-
De eigenschappen van de control­ler zijn niet goed ingesteld.
Pas de eigenschappen van de control­ler aan als de muisaanwijzer te snel, te traag of moeizaam beweegt of als dub­belklikken niet altijd goed gaat.
M
M
ONITOR
ONITORENEN
BEELDWEERGA
BEELDWEERGAVEVE
12. HET BEELDSCHERM BLIJFT LEEG
Als de computer is ingeschakeld, kijk dan welke kleur het voedingslampje van uw beeldscherm heeft.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
Het lampje brandt niet. U hebt het systeem niet correct ingeschakeld.
- Kijk even na of u de computer en het beeldscherm allebei hebt ingeschakeld.
Zie pagina 8
- Als het voedingslampje niet brandt, controleer dan de voedingsaanslui- tingen. Zie FAQ 1
- Controleer de aansluitingen van de monitor.
1. Schakel het systeem uit.
2. Controleer of het beeldscherm goed
op de computer is aangesloten.
3. Schakel het systeem in.
Sommige computers hebben twee video-uitgangen, een op het moederbord ('integrated video') en een andere op een hoogwaardige videokaart die in een uitbreidingsslot is gestoken.
Sluit uw monitor altijd aan op de videokaart als die aanwezig is.
Klik op Toepassen om de gewijzigde instellingen te bevestigen. Klik daarna op OK om het venster Eigenschappen voor Muis te sluiten.
Klik op de verschillende tabs om de parameters van uw muis of touchpad te bekijken en te wijzigen.
Printers en andere hardware > Muis
29
Het lampje is oranje. De computer is in de energiebesparende modus.
- Beweeg de muis of druk op een toets om de computer te activeren. Het lampje hoort groen te worden.
- De computer bevindt zich mogelijk in de Suspend-modus (slaapstand) of is uitgeschakeld. Druk op de aan/uit-knop om de computer te activeren. Na korte tijd dient het lampje op te lichten en kunt u de computer gaan gebruiken.
- Als het lampje oranje blijft, is het beeldscherm mogelijk niet goed op de computer aangesloten.
Zie
Het lampje is groen. De monitor is te donker ingesteld.
Stel de regelaars voor helderheid en contrast van uw beeldscherm in.
U gebruikt een accu voor voeding van de computer (draagbare computer).
- Zorg dat de accu correct is geplaatst.
- Zorg dat de accu voldoende geladen is.
Sluit de netadapter aan en probeer de computer op te starten.
Sommige computers gebruiken Smart-accu's. Deze bevatten een
spanningsmeter. Schakel de computer uit, verwijder de accu en druk op het contactpunt naast de meter.
13. MIJN SCHERM WORDT INEENS ZWART.
U hebt de computer even niet gebruikt. Het beeld verdwijnt ineens van het scherm.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
De computer is overgeschakeld naar de energiebesparende modus.
- Beweeg de muis of druk op een toets om de computer te activeren.
- De computer is mogelijk in Suspend-
modus (slaapstand). Druk op de aan/uit­knop om de computer te activeren.
De eigenschappen voor energiebesparing van uw computer kunnen worden gewijzigd.
Zie pagina 8
Schermbeveiliging kan actief zijn.
Druk op een willekeurige toets om het beeldscherm weer te activeren.
De eigenschappen voor schermbeveiliging kunt u als volgt wijzigen.
1. Sluit alle actieve programma's behalve Windows.
2. Klik met de rechtermuisknop op een lege plek in het bureaublad van Windows.
3. Selecteer Eigenschappen in het menu dat verschijnt.
14. HET BEELD IS NIET GOED GECENTREERD
OF VERTOONT GOLFBEWEGINGEN
1. Het beeld is groter of kleiner dan het beeldschermoppervlak.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
Uw beeldscherm is niet goed ingesteld.
Pas de afmetingen en de positie van het beeld aan met de regelaars van het beeldscherm.
Stel de eigenschappen voor scherm­beveiliging en energiebeheer naar wens in.
Gebruikershandleiding
30
Voor weergave van meer volumeregelaars:
Klik op Opties en selecteer Eigenschappen.
De luidsprekers zijn niet goed aan­gesloten (alleen van toepassing op externe luidsprekers)
- Controleer of de luidsprekerkabels goed zijn aangesloten.
- Als uw luidsprekers een netadapter heb­ben, zorg dan dat die op een voedings­bron is aangesloten (stopcontact of achterzijde van de monitor) en dat de voeding van de luidspreker aan staat.
De hoofdvolumeregelaar van Windows moet worden bijgesteld.
- Klik rechts in het systeemvak op het luidsprekerpictogram om de volume­regelaar te laten verschijnen.
- Als dit pictogram niet zichtbaar is:
Zie pagina 13
Om te voorkomen dat het systeemvak te vol wordt, worden picto­grammen die enige tijd niet zijn gebruikt verborgen. Om deze picto­grammen snel te bekijken, klikt u op de pijl in het systeemvak. Als u op een pictogram klikt, wordt dit in het systeemvak getoond zodat u het sneller kunt selecteren.
De volumeregeling van de computer moet worden bijgesteld.
Dubbelklik op het luidsprekerpicto­gram in het systeemvak.
LCD's zijn ontworpen voor één bepaalde resolutie. Als u de resolutie wijzigt, kan het beeld groter of juist kleiner dan het scherm worden. Probeer een LCD altijd met de optimale resolutie te gebruiken.
Zie de documentatie van het beeldscherm en/of het InfoCentre.
2. Er lopen dunne lijntjes van boven naar beneden over het scherm, het beeld flikkert of vertoont golfbewegingen.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
Dergelijke fouten kunnen worden ver­oorzaakt door storing van andere appa­raten en magnetische bronnen.
Schakel de computer uit en start hem opnieuw. Het beeldscherm zou nu auto­matisch moeten worden aangepast.
De ernst van de storing, ruis of vervorming hangt af van de afstand van uw beeldscherm tot bronnen als TV's, mobiele telefoons, andere beeldschermen, koelkasten, grote luidsprekers, netadapters, halogeen­verlichting met interne voeding en apparaten die door motoren wor­den aangedreven. Defecte TL-lampen en de nabijheid van hoogspan­ningskabels kunnen het beeld ook vervormen. Plaats uw systeem zo ver mogelijk van dergelijke bronnen vandaan.
Als er geen storingsbron aanwezig is of het verwijderen van de storingsbron niet helpt, raadpleeg dan de handleiding van het beeldscherm om aanpassingen door te voeren (zoals grootte en positie van het beeld, verversingssnelheid, demagnetisering etc.). Afhankelijk van de toegepaste technologie zijn sommige functies mogelijk niet beschikbaar.
G
G
ELUID
ELUID
15. IK HOOR GEEN GELUID OP MIJN COMPUTER.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
Het luidsprekervolume is te laag ingesteld.
Gebruik de volumeknoppen (op de luidsprekers, het toetsenbord of de computer).
Pas de Balans aan zodat er uit beide luid­sprekers geluid komt.
Zorg dat de optie Dempen NIET is aangevinkt.
Klik op de schuifknop en houd deze vast.
31
Uw geluidskaart werkt niet goed.
- Start het hulpprogramma Packard Bell SmartRestore. Daarmee kunt u defecte onderdelen snel en gemakkelijk verwijderen en opnieuw installeren.
Zie pagina 39
- Controleer of uw geluidskaart goed is ingesteld. Klik op Start > Configuratiescherm > Spraak, geluid en geluidsapparaten > Geluiden en audioapparaten. In het venster Eigenschappen voor Geluiden en audioappara-
ten, selecteert u de tab Hardware.
De computer speelt geen audio-CD’s af.
- Controleer of het geluid van uw computer goed is ingesteld.
Zie voorgaande stappen
- Leg de CD vlak en met de bedrukte zijde naar boven gericht in de lade.
Zie pagina 11
- Wacht met het starten van het afspeelprogramma tot het indicatielampje (bezetlampje) stopt met knipperen.
Zie pagina 12
- Zorg dat het oppervlak van de CD schoon is en geen krassen heeft.
Zie page 12
Ga na of de CD tegen kopiëren beveiligd is. Sommige audio-CD’s heb- ben een beveiliging om illegaal kopiëren te voorkomen. Hierdoor kan de CD niet op een computer worden afgespeeld of gekopieerd. In zo’n geval is afspelen alleen mogelijk op conventionele CD- of DVD-spelers.
I
I
NTERNET
NTERNET
16. IK KRIJG GEEN VERBINDING MET INTERNET.
Voor een goede verbinding met Internet moet een computer op een geaard stop­contact zijn aangesloten. Controleer ook of de modem direct en zonder verleng­kabel is verbonden met de telefoonaansluiting.
Zorg bij onweer altijd dat uw modem niet op de telefoonlijn is aangesloten en haal de stekker uit het stopcontact.
Zie pagina 2
Selecteer een actie.
Selecteer het gewenste appa
raat.
1. De modem kan geen verbinding tot stand brengen.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
De modem is niet goed aangesloten.
Controleer de verbindingen van de modemkabel met de computer en de telefoonaansluiting.
Zie de installatiehandleiding
Gebruikershandleiding
32
Als uw computer een netwerkaansluiting heeft, zorg dan dat de modemkabel op de modempoort is aangesloten en niet op de net­werkpoort.
Zie pagina 14
De telefoonlijn is bezet.
Maak de telefoonlijn vrij voordat u een modemverbinding maakt. Als uw tele­foon en uw modem dezelfde lijn gebrui­ken, kunt u niet tegelijk telefoneren en een verbinding met Internet hebben.
Zie pagina 14
Er is geen kiestoon.
Verbreek de modemverbinding en sluit een telefoon aan om te controleren of de telefoonlijn in orde is. Als u een normale kiestoon hoort, is uw modem of kabel misschien defect.
Controleer of de kiesregels correct zijn ingesteld voor uw land. Klik op
Start > Configuratiescherm > Printers en andere hardware > Telefoon- en modemopties > Kiesregels.
De modem wordt door een ander programma gebruikt (foutmelding "COM port in use", d.w.z. COM­poort al in gebruik).
Mogelijk is er een telefoon- of faxpro­gramma actief. Deze programma's gebrui­ken de modem, waardoor deze niet meer beschikbaar is voor andere toepassingen.
1. Sluit alle programma's die de modem zouden kunnen gebruiken (zoals telefoon- en faxsoftware).
2. Start de computer opnieuw. Daardoor worden alle standaardinstellingen van de verbindingen hersteld.
Zie pagina 8
De modem werkt niet.
Met Packard Bell SmartRestore kunt u snel en eenvoudig defecte stuurprogram­ma's terugstellen en opnieuw installeren.
Zie pagina 39
De ADSL-verbinding is niet geactiveerd.
Uw ISP (Internet-aanbieder) moet contact opnemen met uw telefoonaanbieder om ADSL-toegang op uw lijn te activeren. Dit kan soms enkele weken duren.
2. De modem maakt verbinding met de telefoonlijn maar ver­breekt deze na een paar seconden automatisch.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
De gegevens van uw Internet­account zijn nog niet verwerkt.
- Nadat u zich online hebt ingeschreven bij een ISP (Internet-aanbieder), is het raadzaam de computer opnieuw te starten en zo de installatieprocedure voor Internet te voltooien.
Zie pagina 15
- Als u de Internet-verbinding voor het eerst gebruikt, wordt uw account soms geweigerd. Bepaalde ISP's heb­ben wat tijd nodig om de gegevens van uw account te verwerken. Wacht 30 minuten voordat u opnieuw een verbinding probeert te maken.
33
De ingevoerde gebruikersnaam en/of het ingevoerde wachtwoord zijn/is onjuist.
- Controleer uw gebruikers-ID en wachtwoord.
- Voer deze indien nodig opnieuw in.
- Controleer de door de ISP verstrekte aanmeldings- en instellingsgegevens.
De server waarmee u een verbin­ding wilt maken, is niet in gebruik.
Vraag uw ISP of de server beschikbaar is.
17. MIJN INTERNETVERBINDING WERKT NIET MEER.
De instellingen voor Internet zijn gewijzigd of verwijderd.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
De instellingen van uw browser of e-mailprogramma zijn gewijzigd.
De instellingen voor het maken van verbindingen zijn gewijzigd.
Als u zich abonneert, krijgt u van de ISP meestal de accountgegevens (gebrui- kersnaam, wachtwoord, inbelnummer, e­mailadres etc.). Controleer deze gege­vens en herstel de instellingen voor Internet volgens de instructies van de ISP.
Uw account bij de ISP is beëindigd of de ISP-server is niet beschikbaar.
Vraag uw ISP naar de voorwaarden om toegang tot zijn Internet-server te krijgen.
U bent verhuisd en uw inbellocatie is gewijzigd.
Klik op Start > Configuratiescherm > Netwerk- en Internet-verbindingen > Netwerkverbindingen en wijzig de
instellingen.
U hebt een volledig systeemherstel uitgevoerd met het Packard Bell Herstelprogramma.
Als u een abonnement hebt bij een van de door Packard Bell opgegeven ISP's, kunt u de Internet-service als volgt opnieuw installeren. Klik op Start > Alle programma's > Online services en klik op de naam van uw Internet-aanbieder.
18. BIJ HET SURFEN KRIJG IK EEN FOUTMELDING.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
U hebt geen verbinding.
Als u een inbelmodem gebruikt, kijk dan rechtsonder in het systeemvak.
Zie pagina 17
Als het verbindingspictogram niet zichtbaar is:
Klik op Start > Configuratiescherm > Netwerk- en Internet-verbindin- gen > Netwerkverbindingen.
Dubbelklik op het pictogram en klik op Eigenschappen.
B
A
Er kan geen verbinding worden gemaakt met de externe site.
Probeer het later opnieuw of vraag uw ISP of de service beschikbaar is.
De door u gezochte webpagina bestaat niet meer.
Probeer verbinding te maken met de startpagina van de website.
19. I
K KAN GEEN E-MAILS VERZENDEN EN ONTVANGEN
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
Om e-mails te kunnen verzenden en ontvangen, moet u verbinding met Internet hebben.
Als u een inbelmodem gebruikt, kijk dan rechtsonder in het systeemvak.
Zie pagina 17
Uw ISP of de geadresseerde heeft technische problemen.
Probeer het later opnieuw of vraag uw ISP of de service beschikbaar is.
Het gebruik van meerdere ISP's of e-mailaccounts kan problemen ver­oorzaken.
Controleer of u de juiste ISP hebt gekozen voor de account die u wilt gebruiken.
C
Gebruikershandleiding
34
Outlook Express reageert niet meer.
Sluit Outlook Express en eventuele andere toepassingen, start de compu­ter opnieuw en probeer het nogmaals.
Zie pagina 8
De instellingen van uw Internet­account zijn gewijzigd.
- Sluit de verbinding met Internet.
- Sluit Outlook Express en eventuele andere toepassingen.
- Controleer de verbindingsgegevens (zoals gebruikersnaam, wachtwoord, inbelnummer, e-mailadressen etc.) en herstel uw Internet-instellingen vol­gens de instructies van uw ISP.
Ik heb een bericht verzonden, maar krijg een foutmelding als ant­woord.
- Controleer de schrijfwijze van het e- mailadres.
- Vraag de geadresseerde of zijn e-mail­adres nog klopt.
P
P
RINTER
RINTER
20. MIJN PRINTER WERKT NIET.
Met de onderstaande instructies kunt u de meest voorkomende pro­blemen met printers oplossen. Specifieke informatie vindt u in de handleiding van de printer. Neem contact op met de fabrikant van de printer voor meer ondersteuning.
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossingen
De printer staat UIT.
Zet de printer AAN.
De printer staat OFF line.
Zet de printer on line.
Het printerpapier is op.
Vul het papier aan.
Het papier is vastgelopen.
Raadpleeg de handleiding van de prin­ter voor informatie over het oplossen van papierstoringen.
De printer geeft een foutmelding.
Raadpleeg de handleiding van de prin­ter voor informatie over het afhandelen van foutmeldingen.
De printer is niet goed aangesloten.
-Controleer of de kabels goed zijn aan- gesloten op de printer, de computer en het stopcontact. Gebruik een geaard stopcontact (of stekkerdoos).
USB-aansluiting
Parallelle aansluiting
Vergeet niet de computer en de printer uit te schakelen alvo­rens kabels los te maken en opnieuw aan te sluiten.
Zie pagina 8
Ook als uw printer gebruik maakt van een “hot pluggable”-verbinding, wordt aanbevolen om de computer uit te schakelen.
Zie pagina 13
De printer krijgt geen voeding.
- Sluit de printer aan op een ander stopcontact.
- Start de computer en de printer opnieuw en probeer nogmaals af te drukken om vast te stellen of het eer­der gebruikte stopcontact defect is.
De printerkabel is beschadigd.
Controleer of de printerkabel het pro­bleem veroorzaakt door een andere kabel te gebruiken.
Uw printer is niet goed geïnstal­leerd onder Windows.
Installeer de printer opnieuw. In de handleiding van de printer vindt u informatie over het installeren van de printer onder Windows.
35
S
S
OFTW
OFTW
ARE
AREENEN
HARDW
HARDW
ARE
ARE
TOEVOEGEN
TOEVOEGEN
21. N
IEUWE SOFTWARE EN HARDWARE INSTALLEREN
.
SOFTWARE
Packard Bell-software
Een bij uw Packard Bell-computer geleverd programma kunt u verwijderen en opnieuw installeren met Packard Bell SmartRestore.
Zie pagina 39
Overige software
Koop geen nieuwe software als u niet u zeker weet dat deze op uw computer zal werken. Elk programma stelt bepaalde eisen aan het systeem, bijvoorbeeld met betrekking tot de hoeveelheid geheugen of de vrije schijfruimte. Deze eisen zijn doorgaans op de verpakking van de software aangegeven.
Op verschilende manieren kunt u uw systeemconfiguratie controleren.
A) Gegevens van deze computer
Klik op Start > Help en ondersteuning > Kies een taak > Gebruik Hulpprogramma’s als u gegevens over deze computer wilt weergeven en pro­blemen wilt onderzoeken > Gegevens van deze computer.
B) Systeeminformatie
Programma installeren
- Als u een programma wilt installeren, lees dan eerst de daarbij gele­verde instructies. De wijze van installeren verschilt per product.
- Als er problemen optreden met een nieuw programma, lees dan ook de meegeleverde documentatie en kijk op de website van de fabrikant.
- Sluit alle actieve toepassingen voordat u een nieuw programma gaat installeren.
Select an item. Click on + to display more options.
Gebruikershandleiding
36
De meeste CD’s en DVD’s starten automatisch en tonen een installatie-
scherm. Als de schijf niet automa­tisch start, klikt u met de rechter­muisknop op het pictogram van de schijf en selecteert Verkennen.
Als de inhoud van de schijf verschijnt, dubbelklikt u op het pictogram voor Setup (of Install) en volgt u de instruc­ties op het scherm.
Programma verwijderen
Klik op Start > Configuratiescherm > Software.
HARDWARE
Koop alleen nieuwe hardware als u zeker weet dat deze op uw com­puter zal werken.
Controleer de configuratie van uw computer. Zie pagina 34
Interne hardware
Als u interne hardware wilt installeren, moet u de systeemkast openen. Het beste kunt u de installatie aan een erkende servicedienst overla­ten. Zie de handleiding van de computer in InfoCentre voor meer infor­matie over het uitbreiden van het RAM (Random Access Memory) of de processor (CPU) van uw systeem.
Zie Mijn computer in InfoCentre
Als u een uitbreidingskaart installeert (PCI of AGP), raadpleeg dan de documenta­tie die bij deze kaart is geleverd.
Exter
ne hardware
U kunt eenvoudig nieuwe systeemonderdelen zoals een printer, scanner, joystick etc. installeren.
Plaats de CD
Dubbelklik op het pictogram
Selecteer een programma uit de lijst en klik op Programma's wijzigen of verwijderen.
37
Elk onderdeel heeft eigen specificaties en een eigen procedure voor de installatie. Lees de documentatie van de hardware door voor meer informatie over de installatie.
Vergeet niet de computer en de hardware uit te schakelen alvo­rens kabels los te maken en opnieuw aan te sluiten.
Zie pagina 8
Als er geen instructies zijn meegeleverd, volg dan de onderstaande procedure.
1. Schakel de computer UIT.
2. Sluit de nieuwe hardware aan op de computer.
3. Zet de nieuwe hardware AAN (indien van toepassing).
4. Schakel de computer IN.
5. Windows zal de nieuwe hardware detecteren en de nodige stuurprogramma’s installeren of de Wizard Hardware toevoegen verschijnt, die u tijdens de installatie zal begeleiden. Volg de instructies op het scherm.
Als Windows de nieuwe hardware niet heeft gedetecteerd:
Klik op Start > Configuratiescherm > Printers en andere hardware.
Windows zal eerst proberen de nieuwe hardware te detecteren. Als u de hardware nog niet hebt aangesloten, doe dat dan voordat u verder gaat met installeren.
Als u wilt dat de wizard de nieuwe hardware opspoort
en installeert, selecteer dan deze optie en klik op Volgende. Een voortgangs­indicator laat de status van de procedure zien.
Als Windows de nieuwe hardware niet heeft gedetecteerd, kunt u door­gaan en het systeemonderdeel handmatig installeren.
Als er problemen optreden bij de installatie van nieuwe hardware, lees dan de bijbehorende documentatie door of neem contact op met de fabrikant of leverancier van de hardware. Kijk voor meer informa­tie ook op de website van de fabrikant.
Selecteer een apparaat of klik op Hardware toevoegen.
Selecteer de fabrikant van de hardware en het onder­deel. Als bij de hardware een setup-diskette is geleverd, plaatst u deze in het station en klikt op Bladeren.
Soort hardware selecteren.
Gebruikershandleiding
38
H
H
ULPPROGRAMMA
ULPPROGRAMMA
S
S
VVAN
AN
P
P
ACKARD
ACKARD
B
B
ELL
ELL
Uw Packard Bell-computer bevat programma’s waarmee u eventuele problemen snel en gemakkelijk kunt oplossen. De volgende hulpprogramma’s begeleiden u bij de stappen die nodig zijn voor de herkenning en oplossing van problemen die u kunt tegenkomen.
Packard Bell Snapsys - Hiermee kunt u wijzigingen in stuurprogramma’s in de gaten houden en uw computer onderhouden.
Packard Bell SmartRestore - Hiermee kunt u software en stuurprogramma’s die door Packard Bell zijn verstrekt opnieuw installeren.
Packard Bell Herstelprogramma - Hiermee kunt u de originele configuratie van het systeem herstellen.
Packard Bell Master CD Creator - Hiermee kunt u de herstelgegevens van uw computer op CD’s zetten.
PACKARD BELL SNAPSYS
Als u vermoedt dat een apparaat niet goed werkt, kunt u met Snapsys de wijzi­gingen in de systeemconfiguratie nagaan. Snapsys biedt ook een aantal snelkoppe­lingen naar andere programma’s voor computeronderhoud.
Om Snapsys te openen klikt u op Start > Alle programma’s > Packard Bell Ondersteuning > Snapsys.
Tijdens diagnoseproces moet Snapsys uw computer misschien opnieuw starten of uw systeem in DOS-modus opstarten. Volg de instructies op het scherm. Het programma geeft aan wat er moet gebeuren en start indien nodig automatisch opnieuw.
WIJZIGINGEN TRACEREN
Als u Snapsys start, zal het programma eerst uw computer controleren. Een voort­gangsindicator laat de status van de procedure zien. Als er iets gewijzigd is, wordt dat in een dialoogvenster gemeld.
Klik op OK en Snapsys geeft de originele status van uw computer weer en toont de wijzigingen sinds de aanschaf. Zo blijft u op de hoogte van de wijzigingen in stuurprogramma’s.
Om de originele status van uw computer te vergelijken met de huidige status, gaat Snapsys naar de backuppartitie van uw systeem. Als u de herstelgegevens van uw computer hebt verwijderd, moet u de Master CD’s gebruiken.
PROGRAMMA VOOR HARDWAREDIAGNOSE
Hier volgt een aantal basisonderdelen die u mogelijk wilt controleren.
• HDD-test - Dit programma controleert de conditie van de harde schijf (niet beschikbaar voor iedere configuratie).
Dubbelklik op het onderdeel dat u wilt controleren. Het aantal beschikbare onderdelen is afhankelijk uw computer­configuratie.
Klik op het +-teken bij een item voor meer bijzonderhe­den daarover.
39
• RAM-test - Dit programma controleert het geheugen van uw computer.
• CD-ROM-test - Dit programma controleert de conditie van het CD-ROM-station.
• DirectX - Via deze snelkoppeling naar het Diagnostisch hulpprogramma voor
DirectX®van Microsoft®kunt u beeld en geluid controleren.
• Modem-test - De Modem Helper controleert de conditie van uw telefoonlijn en alle onderdelen die met de modem te maken hebben.
PROGRAMMA VOOR SYSTEEMDIAGNOSE
Met de diverse hulpprogramma’s van Snapsys kunt u controles en onderhoud op uw computer uitvoeren om te zorgen dat deze altijd feilloos werkt.
• Schijfopruiming - Verwijdert bestanden die wel ruimte in beslag nemen op de
harde schijf, maar niet meer worden gebruikt.
• Schijfdefragmentatie - Reorganiseert de bestanden op uw schijf om de vrije
ruimte te optimaliseren.
• Systeeminfo - Toont de technische gegevens van uw computersysteem (zoals
type processor en hoeveelheid geheugen).
OPTIES
Op bepaalde computers biedt Snapsys de mogelijkheid logbestanden naar het Packard Bell Customer Contact Center te sturen.
Met het oog op mogelijke problemen met uw computer houdt Snapsys de wijzi­gingen bij en maakt automatisch logbestanden aan met gedetailleerde informatie over de geschiedenis van uw computer.
Als u contact opneemt met het Customer Contact Center van Packard Bell in verband met een hardwareprobleem, wordt u gevraagd deze logbestanden op te sturen voor analyse door gekwalificeerde technici. Daarvoor moet u verbonden zijn met Internet.
Om uw logbestanden te versturen, klikt u op het middelste pictogram onder in het Snapsys-venster.
Volg de instructies op het scherm en selecteer het soort verbinding dat u wilt gebruiken voor Internet.
Als u dezelfde lijn gebruikt voor uw telefoon en uw modem, mag de telefoon niet in gebruik zijn.
PACKARD BELL SMARTRESTORE
SmartRestore is een Packard Bell-programma waarmee u veilig de bij uw compu­ter geleverde software kunt verwijderen en opnieuw installeren en de originele hardwareconfiguratie kunt herstellen als u problemen ondervindt met stuurpro­gramma’s.
Als u Master CD’s voor uw computer hebt, houd deze dan bij de hand. SmartRestore geeft aan wanneer u een Master CD in de speler moet plaatsen.
SMARTRESTORE STARTEN
Sla uw werk op en sluit alle actieve toepassingen, inclusief anti-virussoftware, voor­dat u SmartRestore gaat starten.
SmartRestore start de computer opnieuw om de opgegeven program­ma’s te installeren of te verwijderen. Hierna wordt de computer opnieuw gestart, waarna hij klaar is voor gebruik.
Klik op de tab Systeemwerkset in het hoofdvenster om de dia­gnose door uw systeemwerkset te starten
Gebruikershandleiding
40
SOFTWARE VERWIJDEREN EN OPNIEUW INSTALLEREN
U wilt misschien een programma verwijderen als u het niet meer gebruikt, zodat u extra ruimte op uw harde schijf krijgt.
U wilt misschien een programma opnieuw installeren als het niet meer goed werkt of steeds problemen op uw computer veroorzaakt.
Selecteer de tab Software. Wanneer u de aanwijzer op de naam van een toepassing plaatst, krijgt de naam een andere kleur. Dit geeft aan dat deze software geselec­teerd kan worden.
• U kunt een programma markeren voor opnieuw installeren door eenmaal op de naam ervan te klikken. Vóór de toepassing verschijnt dan een groen vinkje.
• Klik op Alles installeren als u alle software opnieuw wilt installeren.
• U kunt een programma markeren voor verwijderen door tweemaal op de naam ervan te klikken. Voor de toepassing verschijnt dan een rood kruis.
• U kunt een programma deselecteren door driemaal op de naam ervan te klikken.
U kunt zoveel programma’s selecteren als u wilt. SmartRestore zal deze stuk voor stuk verwijderen of opnieuw installeren zonder dat u verder iets hoeft te doen.
Als de selectie compleet is, klikt u op OK. Daarna wordt u om een bevestiging gevraagd. Klik op Ja om SmartRestore te laten beginnen met opnieuw installeren dan wel verwijderen of op Nee als u deze procedure wilt afbreken.
HARDWARECONFIGURATIE HERSTELLEN
Als u problemen ondervindt met de oorspronkelijke stuurprogramma’s, kan het nodig zijn de fabrieksinstellingen van de hardware op uw Packard Bell-computer te herstellen (deze optie is slechts op bepaalde computers beschikbaar).
Klik op de tab Hardware om het hardwaremenu te openen.
• Klik op de naam van het onderdeel waarvan u de stuurprogramma’s wilt her­stellen. Vóór het geselecteerde onderdeel verschijnt een groen vinkje. Klik opnieuw op de naam van het onderdeel, of op het vinkje, om dit hardware­onderdeel te deselecteren.
• Klik op Alles installeren als u alle stuurprogramma’s opnieuw wilt installeren. Klik op elk ongewenst onderdeel om het te deselecteren. Is alles geselecteerd, dan kunt u op Alles deselecteren klikken als u zich hebt bedacht of vergist.
• Als de selectie compleet is, klikt u op OK. U wordt daarna om een bevestiging gevraagd. Klik op Ja om de stuurprogramma’s opnieuw te installeren, of op Nee als u deze procedure wilt afbreken.
EXTRA FUNCTIES (NIET OP ALLE MODELLEN)
Startdiskette maken
Met deze functie kunt u een startdiskette maken die u kunt gebruiken als uw com­puter niet op normale wijze start.
Een startdiskette maken gaat als volgt:
1. Plaats een lege en NIET tegen schrijven beveiligde diskette in het diskettestation.
2. Klik op het diskettepictogram.
3. Volg de instructies op het scherm.
Het rode kruis bete­kent dat de toepassing gemarkeerd is voor ver­wijderen.
Met de schuifbalk kunt u niet getoonde soft­ware zichtbaar maken.
41
Controleren of de Master CD’s geen fouten bevatten
Met deze functie kunt u nagaan of uw Master CD’s geen fouten bevatten. Deze optie is alleen beschikbaar als u over Master CD’s voor uw computer beschikt.
Controleer de gegevens van de Master CD als volgt.
1. Plaats Master CD 1 in de CD- of DVD-speler.
2. Klik op de knop met het vergrootglas.
3. Volg de instructies op het scherm. Afhankelijk van uw computermodel kan gevraagd worden om de andere Master
CD’s in uw CD- of DVD-speler te plaatsen. Neem contact op met het Customer Contact Center van Packard Bell als bij deze
functie een fout op de Master CD wordt gesignaleerd.
Als uw harde schijf beschadigd is en u uw systeem niet kunt herstellen met Packard Bell SmartRestore, kunt u het Customer Contact Center van Packard Bell om hulp vragen.
Het hoofdstuk Packard Bell Beperkte Garantie op pagina 45 bevat gedetail- leerde informatie over de wijze waarop u contact kunt opnemen met het Customer Contact Center van Packard Bell.
PACKARD BELL HERSTELPROGRAMMA
Het Packard Bell Herstelprogramma kan uw computer in dezelfde staat terug­brengen als toen u deze aankocht. Het biedt tevens de optie om alle instellingen en persoonlijke gegevens te bewaren, zodat u ze later kunt herstellen.
Probeer uw computer EERST met Systeemherstel van Windows XP in orde te brengen voordat u het Herstelprogramma gaat gebruiken.
Met Systeemherstel kunt u de computer terugbrengen in een eerdere status waarin deze correct was geconfigureerd en blijven uw persoonlijke gegevensbestanden (documenten, bladergeschiedenis, afbeeldingen, favorieten, e-mails en dergelijke) onaangetast. Met dit programma zijn twee manieren van herstel mogelijk:
• Destructive Recovery (Volledig herstel) - Al uw persoonlijke gegevens wor­den verwijderd en de oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden hersteld. Bij deze optie raakt u al uw persoonlijke gegevens kwijt (persoonlijke documenten, instellingen, nieuwe versies van stuurprogramma’s etc.).
• Non-Destructive Recovery (Gedeeltelijk herstel) - De fabrieksinstellingen van het oorspronkelijke besturingssysteem en alle software worden hersteld, maar de persoonlijke instellingen worden niet verwijderd.
Nadat u het Herstelprogramma hebt uitgevoerd, moet u alle software op uw systeem opnieuw installeren voordat u die weer kunt gebruiken. Alleen voorgeïnstalleerde programma's (bijv. DVD Player, CD Writer) zul­len zonder nieuwe installatie functioneren.
Lees deze hele sectie aandachtig door voordat u het Herstelprogramma gaat gebruiken!
Maak een backup van uw persoonlijke bestanden:
- Bewaar een kopie van uw persoonlijke documenten op diskettes, geheugen­kaarten of schijven met een hoge capaciteit. Indien uw computer een CD­writer bevat, kunt u grote hoeveelheden gegevens opslaan en uw eigen archieven maken. Zie de sectie Tutorials in het InfoCentre van Packard Bell voor informatie over het maken van backups.
U kunt de originele configuratie van uw computer als volgt herstellen:
- Verwijder alle hardwareonderdelen die u zelf aan de computer hebt toege­voegd (zoals geluids-, video- en netwerkkaarten).
- Installeer alle originele hardwareonderdelen van Packard Bell die u eventu­eel hebt verwijderd.
- Zorg dat het toetsenbord, de muis, het beeldscherm en de luidsprekers goed zijn aangesloten (voor zover van toepassing).
- Maak alle overige apparaten los die op de computer zijn aangesloten (zoals scanner en printer).
Let op: Het Herstelprogramma kan om verschillende redenen worden gebruikt. Er kan daarom niet worden gegarandeerd dat alle gegevens behouden blijven.
De hierna beschreven procedure is alleen van toepassing als uw backupgegevens op de harde schijf zijn opgeslagen. Zie de instructies in de desbetreffende sectie op pagina 43 als u de computer met Master CD's wilt herstellen.
Gebruikershandleiding
42
HERSTELPROGRAMMA STARTEN
U kunt het Herstelprogramma starten vanuit SmartRestore. Sla uw werk op en sluit alle actieve toepassingen, inclusief anti-virussoftware, voor-
dat u SmartRestore gaat starten.
Als uw computer het bureaublad van Windows niet kan weer­geven, start uw computer dan opnieuw. Als het logo van Packard Bell verschijnt, houd dan <F11> enkele seconden inge­drukt om het Herstelprogramma te starten.
USING THE RECOVERY PROGRAM
Als de primaire partitie van de computer gewist of beschadigd is, is alleen de optie Destructive Recovery beschikbaar.
Als u Destr
uctive Recovery (Volledig herstel) wilt uitvoeren:
Let op: Bij Destructive Recovery (Volledig herstel) worden al uw persoon­lijke gegevens verwijderd en worden de oorspronkelijke fabrieksinstel­lingen hersteld.
Selecteer Destructive Recovery en klik op Volgende. Als u Non-Destr
uctive Recovery (Gedeeltelijk herstel) wilt uitvoeren:
A. Selecteer Non-Destructive Recovery en klik op Volgende. B. In het volgende scherm selecteert u welk gebruikersprofiel (of
Gebruikersaccount) u wilt behouden en klikt u op Volgende.
• Als u de optie "No Profile (Geen profiel)" kiest, zult u een of meer nieuwe pro­fielen moeten maken, net als toen u de computer voor het eerst startte. Alle per­soonlijke gegevens die op de computer zijn opgeslagen blijven echter behouden.
• Als u een bepaald gebruikersprofiel herstelt, geeft het bureaublad van Windows dat specifieke profiel in dezelfde staat weer als vóór het herstelproces. Overtollige programmasnelkoppelingen worden echter uit het Start-menu verwijderd.
In beide gevallen blijven uw persoonlijke gegevens en instellingen behouden in de map Documents and Settings op uw harde schijf.
Het volgende scherm geeft een overzicht van de door u geselecteerde opties. Klik op Volgende om het herstelproces te starten.
Klik op dit picto­gram om het Herstelprogramma te starten.
Selecteer Herstelprogramma.
Klik op dit pictogram als u hulp wenst.
Kies tussen Destructive Recovery of Non-Destructive Recovery.
43
NON-DESTRUCTIVE RECOVERY VOLTOOIEN
Als het Non-Destructive Recovery-proces is beëindigd en u standaard Windows­instellingen hebt gebruikt, kunt u uw gegevens op de volgende locaties ophalen.
• Uw documenten en instellingen:
C:\Documents and Settings\[gekozen gebruikersnaam]\...
• Toepassingen:
C:\Program Files\[naam toepassing]\...
• Overige bestanden:
Met de functie Zoeken van Windows kunt u de overige bestanden opzoeken. U kunt overwegen om ongebruikte items op uw bureaublad en in het Start-
menu te verwijderen. Dit geldt ook voor mappen en toepassingen die u niet meer gebruikt. Verwijder GEEN mappen die u niet zelf hebt aangemaakt; deze mappen kunnen belangrijke Windows-bestanden bevatten.
Installeer dan software die u wilt gebruiken opnieuw.
HERSTELPROGRAMMA MET MASTER CD’S UITVOEREN
Als er Master CD’s bij uw computer zijn geleverd of als u de bac­kupgegevens van de harde schijf naar Master CD’s hebt gekopi­eerd, volgt u de hierna genoemde instructies.
Herstelprogramma starten
• Schakel de computer IN.
• Plaats de Master CD in de CD- of DVD-speler en sluit de lade.
• Als Windows actief is, start u de computer opnieuw via Start > Computer uit- schakelen > Opnieuw opstarten. De computer start nu automatisch vanaf de CD.
• Het indicatielampje van de CD- of DVD-speler moet nu gaan knipperen om aan te geven dat de computer vanaf de CD start.
Als uw computer niet start vanaf de CD, controleer dan de BIOS-instel­lingen door op F2 te drukken zodra het Packard Bell-logo verschijnt. Het optische station (CD of DVD) moet als eerste genoemd zijn in de lijst van startapparaten. Wijzig het BIOS alleen als u een ervaren gebruiker bent.
Herstelprogramma uitvoeren
In het hoofdmenu van het Herstelprogramma kunt u kiezen uit verschillende opties.
1. Standaard systeemherstel
De optie Standaard systeemherstel van het Herstelprogramma herstelt alle origi­nele fabrieksinstellingen. Alle bestanden die op de harde schijf aanwezig waren toen u het systeem aanschafte, worden teruggezet. Uw harde schijf zal precies hetzelfde zijn als toen de computer de fabriek verliet.
Alle bestanden die u zelf hebt toegevoegd of gemaakt en alle wijzigingen die u in de originele bestanden hebt aangebracht, zullen na voltooiing van dit herstelproces verloren zijn gegaan!
Vergeet niet om reservekopieën van uw waardevolle bestanden (docu­menten, afbeeldingen etc.) te maken op verwisselbare schijven, zoals dis­kettes of CD-R’s (als uw computer is voorzien van een CD-writer), voordat u aan het herstelproces begint.
Zie de sectie Tutorials in InfoCentrevoor meer informatie over het maken van backups. Het eerste deel van het herstelproces duurt ongeveer een half uur. Verwijder
de start-CD niet uit het station en schakel de computer ook niet uit!
Tijdens dit proces zal u worden gevraagd om de Master CD’s in de CD- of DVD­speler te plaatsen. Doe dit en druk op Enter om door te gaan.
Een schermmelding geeft aan wanneer het herstelproces is voltooid. Verwijder dan de Master CD uit het station alvorens verder te gaan. Druk vervolgens op een toets om het systeem opnieuw te starten.
De computer wordt opnieuw gestart en daarna volgt de installatieprocedure voor Windows. Deze procedure kan wel een uur duren. In die tijd installeert uw Packard Bell-computer alle originele software opnieuw en wordt de hardwarecon­figuratie hersteld. Als dit klaar is, moet u de eerste startprocedure uitvoeren, net zoals u deed toen u de computer voor het eerst inschakelde.
2. Geavanceer
de opties
In het menu Geavanceerde opties kunt u kiezen of u alleen Windows opnieuw wilt installeren of ook wijzigingen in de Windows-instellingen wilt aanbrengen.
Gebruikershandleiding
44
Deze opties dienen alleen door ervaren PC-gebruikers te worden gebruikt of als u hierom wordt gevraagd door een bevoegde technicus van Packard Bell. Als u er niet 100% zeker van bent dat u wilt doorgaan, kiest u de optie Annuleren door op Esc of op 3 van het toetsenbord te drukken.
1. Alleen Windows opnieuw installeren
Met deze procedure wordt uw harde schijf geformatteerd en wordt Windows opnieuw geïnstalleerd met de minimale instellingen.
Alle gegevens met inbegrip van uw persoonlijke bestanden worden per­manent gewist. Vergeet niet om reservekopieën van uw waardevolle bestanden te maken voordat u aan dit proces begint.
2. Windows Setup
Met deze optie wordt Microsoft Windows Setup uitgevoerd, dat uw besturings­systeem opnieuw installeert (niet van toepassing bij computers met Windows XP).
3. Hulppr
ogramma’s
Het menu Hulpprogramma’s bevat een aantal geavanceerde programma’s voor onderhoud van uw harde schijf en voor controle van uw Master CD op eventuele fouten.
Deze opties dienen alleen door ervaren PC-gebruikers te worden gebruikt of als u hierom wordt gevraagd door een bevoegde technicus van Packard Bell. Als u er niet 100% zeker van bent dat u wilt doorgaan, kiest u de optie Annuleren door op Esc te drukken.
1. Bewerken
Hiermee wordt de MS-DOS-editor van Microsoft gestart, waarmee u programma­bestanden van MS-DOS kunt schrijven en bewerken.
2. Fdisk
Hiermee start u het hulpprogramma voor beheer van schijfpartities.
Onjuist gebruik van Fdisk kan onherstelbaar verlies van alle gegevens op de harde schijf veroorzaken. Partitioneringssoftware zoals Fdisk, Gdisk of Partition Magic mag alleen door ervaren computergebruikers worden toegepast.
3. Harde schijf formatteren
Hiermee voert u een snelle formattering uit van de harde schijf van uw computer. Onjuist gebruik van de opdracht Format kan onherstelbaar verlies van alle gege-
vens op de harde schijf veroorzaken.
4. Controle Master CD
Controleert of uw Master CD geen fouten bevat. Deze optie is alleen beschikbaar als u over Master CD’s voor uw computer
beschikt. Neem contact op met het Customer Contact Center van Packard Bell als bij deze functie een fout op de Master CD wordt gesignaleerd.
Als uw harde schijf beschadigd is en u uw systeem niet kunt herstellen met het Packard Bell Herstelprogramma, kunt u het Customer Contact Center van Packard Bell om hulp vragen. Zie “Packard Bell Beperkte Garantie” op pagina 45 voor meer bijzonderheden.
4. Annuleren en terug naar DOS
Hiermee sluit u het Herstelprogramma en keert u terug naar de DOS-modus. De DOS­modus is alleen bestemd voor gebruik door technici. Start de computer opnieuw.
PACKARD BELL MASTER CD CREATOR
Met Master CD Creator kunt u de herstelgegevens van uw computer op CD’s zet­ten. Deze CD’s zijn nodig als u een programma of de gehele computer wilt herstellen.
WAARSCHUWING: Als u de backupgegevens van de computer overzet naar Master CD’s, worden deze gegevens permanent gewist van de harde schijf. Het is dan niet meer mogelijk om alle opties van het Packard Bell Herstelprogramma te gebruiken. Bij gebruik van Master CD’s duurt het herstelproces maximaal 1 uur en KUNNEN UW PERSOONLIJKE GEGEVENS EN INSTELLIN­GEN NIET WORDEN HERSTELD.
Bepaalde computers worden geleverd met Master CD’s in plaats van met herstelgegevens op de harde schijf. In deze gevallen is het pro­gramma Master CD Creator niet nodig.
Er zijn dan geen kopieën van de Windows-CD’s en Microsoft-program­ma’s bij uw computer geleverd. Alle programma’s bevinden zich op de Master CD’s of in de verborgen partitie van de harde schijf.
Om gebruik te kunnen maken van Packard Bell Master CD Creator hebt u een CD-writer nodig. Als uw computer bij de aankoop niet was uitgerust met een CD-writer en u er later een hebt toegevoegd, kunt Master CD Creator alsnog installeren. Gebruik dan SmartRestore om zowel Master CD Creator als de software voor de CD-writer van Packard Bell te installeren.
45
VOORDAT U HET PROGRAMMA GAAT GEBRUIKEN
LEES DE VOLGENDE INFORMATIE ZORGVULDIG DOOR: De Master CD’s die u maakt zullen alleen de software bevatten die zich op de
harde schijf van uw computer bevond bij het verlaten van de fabriek. Uw per­soonlijke bestanden en andere programma’s die u hebt geïnstalleerd, zullen NIET naar deze Master CD’s worden gekopieerd.
Hiervoor hebt u het volgende nodig:
• Tot 10 lege CD-R’s; GEBRUIK GEEN CD-RW’s.
• De door Packard Bell vooraf geïnstalleerde schrijfsoftware voor CD’s.
• Ten minste 700 MB vrije ruimte op uw harde schijf.
• Een viltstift voor het markeren van uw CD’s. PLAK GEEN STICKERS OP DE CD.
Deze procedure duurt even. Gedurende het gehele proces mag u de computer niet uitschakelen of andere programma’s gebruiken. Zorg dat de anti-virussoftware, de schermbeveiliging en de energiebesparende modi zijn uitgeschakeld.
Als zich tijdens het maken van Master CD’s een stroomstoring voor­doet, moet u Master CD Creator daarna zo snel mogelijk weer opnieuw starten. Master CD Creator controleert automatisch of uw herstelbe­standen goed werken. De backupgegevens op uw harde schijf worden niet gewist als zich bij het maken van de Master CD’s fouten hebben voorgedaan.
MASTER CD CREATOR STARTEN
U kunt Master CD Creator starten vanuit SmartRestore. Sla uw werk op en sluit alle actieve toepassingen, inclusief anti-virussoftware, voordat u SmartRestore gaat starten.
MASTER CD’S MAKEN
Gedurende het proces wordt u begeleid door instructies op het scherm. Lees de informatie in elk venster goed door en volg de meldingen.
• Het programma maakt één Master CD tegelijk. Een teller linksonder in het ven­ster geeft aan hoeveel Master CD’s er nog gemaakt moeten worden en hoeveel er al gemaakt zijn.
• Als het schrijfproces voltooid is, wordt de CD-lade automatisch geopend. Als de
CD-lade nu wordt geopend en niet meteen weer sluit, moet u de lade handmatig sluiten.
• Ten slotte controleert het programma elke Master CD op fouten. Plaats de Master CD desgevraagd in de CD-writer, sluit de lade en klik op OK om de test uit te voeren.
• Markeer uw Master CD’s (Master CD 1, 2 etc.). Gebruik een stift om op de label­zijde van de CD’s te schrijven. PLAK GEEN STICKERS OP DE CD’s.
• Klik op OK om door te gaan als alle Master CD’s klaar zijn. De computer start automatisch opnieuw om de eerder voor de backupgegevens gebruikte ruimte vrij te maken.
Klik op dit picto­gram om Master CD Creator te starten.
Gebruikershandleiding
46
Bewaar de Master CD’s op een veilige plaats. De Master CD’s bevatten nu de backupgegevens van uw computer. De door u gemaakte Master CD’s worden gebruikt door hulpprogramma’s als Packard Bell SmartRestore, Snapsys en het Packard Bell Herstelprogramma.
DE EXTRA VRIJE RUIMTE GEBRUIKEN
De schijfruimte die is vrijgekomen na het maken van de Master CD’s verschijnt in de vorm van een nieuwe virtuele harde schijf. De computer kent aan dit nieuwe station de letter “D” toe. Zo lijkt het erop dat u twee harde schijven in de compu­ter hebt. Klik op Start, Deze computer en kies Lokaal station (D:).
Uw harde schijf is gepartitioneerd en wordt door uw computer gezien als twee aparte stations. Er is echter fysiek slechts één harde schijf aanwezig.
P
P
ACKARD
ACKARD
B
B
ELL
ELL
B
B
EPERKTE
EPERKTE
G
G
ARANTIE
ARANTIE
1. DEFINITIES
• “Packard Bell” verwijst naar het hoofdkantoor van NEC Computers in het land van aankoop of als er in dit land geen hoofdkantoor van NEC Computers is naar: NEC Computers International B.V., Nieuweweg 279, 6603 BN, Wijchen, Nederland.
• “Klant” of “U” verwijst naar de eindgebruiker van het Packard Bell-Product of degene die het heeft gekocht.
• “Product” staat voor gemerkte hardware van Packard Bell, zoals desktops, notebooks en/of monitors, randapparatuur of verbruiksartikelen (b.v. accu) en voor software die met het Product in de oorspronkelijke verpakking werd meegeleverd.
• “Software” verwijst naar de software die op het Product is voorgeïnstalleerd of met het Product in de oorspronkelijke verpakking is meegeleverd.
• “Garantie” verwijst naar de Garantie die op grond van de wet in het Land van aankoop van het Product van toepassing is of naar de contractuele Garantie waarop U na de aankoop van het Product recht hebt.
• “Garantieperiode” verwijst naar de periode waarin U recht hebt op de toe­passing van de Garantie op het Product. De Garantieperiode gaat in op de aan­koopdatum of leveringsdatum van het Product.
• “Service en Ondersteuning” staat voor de technische bijstand of service van Packard Bell, die door technici of technische vertegenwoordigers en het Packard Bell call centre wordt geleverd en die voor U toegankelijk is.
• “Land” verwijst naar het land waar U het Product hebt gekocht.
• “Garantie- en Serviceblad” verwijst naar het document dat zich in verpak­king van het product bevindt waarop U de Garantieperiode en het serviceni­veau waarop u recht hebt kunt vinden. Daarnaast vindt u er contactinforma­tie over Service en Ondersteuning in het Land.
47
2. PACKARD BELL-GARANTIE ACTIVEREN
Packard Bell beantwoordt zowel aan Uw eisen op het gebied van productkwaliteit als op het gebied van een correcte Service en Ondersteuning.
Voor het uitvoeren van een correcte Service en Ondersteuning raadt Packard Bell U aan de toepasselijke Garantie te activeren zodra uw Product is geïnstalleerd.
Deze Garantie geldt alleen als U uw Product via de online registratiesoftware laat registreren (indien beschikbaar). De Klant zal Packard Bell informeren over de juiste aankoopdatum, zodat duidelijk is tot welke datum hij recht heeft op Garantie. Bij twijfel zal de Klant Packard Bell een kopie van het aankoopbewijs sturen.
Packard Bell registreert alle persoonlijke gegevens om een passende en afdoende Service en Ondersteuning te kunnen leveren en U tijdens de Garantieperiode goed bij te staan. Packard Bell beschermt de persoonlijke gegevens en draagt ze alleen over aan derden wanneer dit voor Service en Ondersteuning nodig zou zijn. U kunt het doorgeven van persoonlijke gegevens weigeren en Uw gegevens inzien en wijzigen als U een brief stuurt naar het Packard Bell-adres in het Land dat wordt genoemd op het Garantie- en Serviceblad.
3. GARANTIEDEKKING
Packard Bell garandeert dat het Product en de Software vrij zijn van materiaal- en fabricagefouten tijdens de Garantieperiode aangegeven op het Garantie- en Serviceblad dat bij het Product is geleverd. Packard Bell garandeert bovendien dat het Product vrij is van virussen (of van een ander geprogrammeerd systeem met een soortgelijke uitwerking) op het moment dat het Product voor het eerst wordt gebruikt.
Deze Garantie is beperkt tot het vervangen van het Product of het defecte onder­deel met een identiek of vergelijkbaar Product of door een nieuw onderdeel of onderdeel dat gelijkwaardig is aan nieuw. Deze garantie dekt tijdens de Garantieperiode de reparatie (inclusief de onderdelen en de werkuren) of de ver­vanging, zoals hieronder beschreven.
Wegwerpbatterijen die bij het Product worden geleverd, zijn niet gedekt door de contractuele/beperkte garantie.
Als er in de verpakking onderdelen ontbreken, dan moet dit binnen 90 dagen na de aankoopdatum aan Service en Ondersteuning worden doorgegeven. Na die periode geldt dat de Klant het Product heeft geaccepteerd zoals het werd geleverd en worden geen ontbrekende onderdelen gratis geleverd. Op het Garantie- en Serviceblad vindt U het nummer waarmee U contact kunt opnemen voor het door­geven van ontbrekende onderdelen.
Specifically for Liquid Cr
ystal Display (“LCD”) screens:
Een LCD is een erg kwetsbaar apparaat dat uit een groot aantal kristalelementen bestaat die afzonderlijk worden aangestuurd. Als enkele van die elementen defect zijn, wordt een LCD niet noodzakelijkerwijs als defect beschouwd.
Het wordt als defect beschouwd wanneer een Packard Bell-technicus een of meer­dere van hierna gespecificeerde fouten vaststelt:
• Op het hele beeldscherm zijn 10 of meer elementen defect.
• 6 of meer elementen van een bepaalde kleur zijn defect.
• 2 elementen van dezelfde kleur in twee aangrenzende, maar niet verticaal aan elkaar grenzende, pixels zijn defect.
Elke pixel bevat drie elementen, elk in een andere basiskleur. Elke pixel heeft maximaal 8 aangrenzende pixels.
Als in de documentatie van uw monitor andere voorwaarden voor defecte pixels staan, dan gelden de voorwaarden in deze Beperkte Garantie niet meer.
Packard Bell kan de Garantieperiode op het Product beperken of uitbreiden wan­neer dit naar het oordeel van Packard Bell nodig blijkt of wanneer dit is voorge­schreven in de consumentenwetgeving van het Land.
Als de Klant Service en Ondersteuning vraagt in een ander land dan het Land en/of als de Garantieperiode op het Product is verlopen, dan wordt Service en Ondersteuning aan de Klant in rekening gebracht.
4. UITSLUITINGEN VAN GARANTIE
Deze Garantie is niet van toepassing indien:
- defecte accessoires, verbruiksartikelen en/of randapparatuur niet in de oor-
spronkelijke verpakking van het Product werden meegeleverd of afzonderlijk van het Product zijn gekocht.
- problemen optreden bij hardware of software die niet in de oorspronkelijke
verpakking van het Product werden meegeleverd.
- de oorspronkelijke identificatiemarkeringen van het Product zijn verwijderd of
veranderd.
- defecten of foutmeldingen het gevolg zijn van een ongeval, verwaarlozing of
verkeerd gebruik. Een storing of defect in de voedingsspanning optreedt of door ongebruikelijke mechanische of elektrische spanning, door airconditio­ning of milieubeheer, door weersomstandigheden of door het gebruik van niet door Packard Bell geleverde onderdelen.
Gebruikershandleiding
48
- defecten het gevolg zijn van een virus of van een ander geprogrammeerd systeem met soortgelijke uitwerking.
-
de Klant een wachtwoord (inclusief BIOS-wachtwoorden) is vergeten, is kwijtgeraakt of heeft verwijderd, waardoor de Klant geen toegang meer tot het Product krijgt.
- de Klant of anderen dan Packard Bell of geautoriseerde serviceverleners het Product hebben gewijzigd, aangepast, hersteld, geïnstalleerd of service hebben uitgevoerd.
- het gebruik of de installatie van het Product niet werd uitgevoerd zoals in de documentatie van Packard Bell is beschreven.
- het Product defect is ten gevolge van een reden die naar oordeel van Packard Bell niet is terug te voeren op materiaal- of fabricagefouten.
- de Klant niet alle in deze garantie beschreven procedures heeft gevolgd.
5. BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID
Deze Garantie sluit alle andere expliciete of impliciete garanties uit, inbegrepen maar niet beperkt tot garanties met betrekking tot de verkoopbaarheid of geschikt­heid voor enigerlei doel van dit Product en de bijbehorende documentatie.
De aansprakelijkheid van Packard Bell is beperkt tot de reparatie of de vervanging van het Product. Packard Bell is niet verantwoordelijk voor vervanging of repara­tie van het Product als het defect is veroorzaakt door een van de in sectie 4 aan­gegeven omstandigheden.
In ieder geval zal Packard Bell onder geen enkele omstandigheid aansprakelijk zijn voor andere kosten, lasten, uitgaven, verlies of schade van welke aard dan ook: direct of indirect, voortvloeiend of incidenteel, inbegrepen maar niet beperkt tot winstderving of andere commerciële schade en gegevensverlies veroorzaakt door het gebruik van het Product of door een virus (of een geprogrammeerd systeem met soortgelijke uitwerking) op het Product of door Service en Ondersteuning.
Met uitzondering van dood of persoonlijk letsel veroorzaakt door nalatigheid van Packard Bell of zijn werknemers of een serviceverlener omvat deze beperkte aan­sprakelijkheid de totale aansprakelijkheid met betrekking tot de hierin genoemde producten en service en zal er voor Packard Bell geen andere verplichting, schuld of aansprakelijkheid tegenover de Klant bestaan, om het even uit hoofde van een contract, onrechtmatige daden (waaronder aansprakelijkheid voor nalatigheid) of anderszins.
Deze beperkte aansprakelijkheid tast op geen enkele manier de statutaire rechten van de Klant aan die worden gewaarborgd door de nationale wetgeving voor de verkoop van consumptiegoederen in het Land.
Packard Bell is niet aansprakelijk voor eventuele storingen of vertragingen in presta­ties ten gevolge van oorzaken die Packard Bell niet kan voorkomen. Dergelijke omstandigheden zijn onder andere onderbroken telefoondiensten, vertraging van levering van onderdelen vanwege gesloten vliegvelden, natuurrampen, stakingen en het niet met U contact kunnen opnemen om een afspraak te bevestigen.
6. UITBREIDING GARANTIESERVICE
Afhankelijk van het Land van aankoop is het mogelijk een uitgebreide garantie te kopen. Neem voor meer informatie contact op met de winkel waar U het Product hebt gekocht. Als U een uitgebreide garantie hebt gekocht, dan gaan de algemene voorwaarden van die uitgebreide garantie vóór deze Garantie.
7. RESERVEKOPIEËN
De reparatie van het Product kan onder andere bestaan uit het opnieuw formatteren van de harde schijf (’HDD’) waardoor er op de HDD opgesla­gen data verloren kunnen gaan.
Packard Bell raadt u ten stelligste aan regelmatig reservekopieën te maken op verschillende opslagmedia (diskette, CD-ROM, …) van docu­menten, gegevens, bestanden of software die op het Product zijn geïn­stalleerd. Voordat u contact opneemt met het Packard Bell call centre voor Service en Ondersteuning, moet u reservekopieën maken van de gege­vens op het Product.
8. PACKARD BELL GARANTIE SERVICE EN ONDERSTEUNING VERKRIJGEN
In het onwaarschijnlijke geval dat er een probleem met het Product optreedt, kunt U eerst zelf een oplossing proberen te vinden met behulp van de gebruikersdocu­mentatie (op papier en in elektronische versie) die bij het Product is geleverd en de diagnosehulpmiddelen die op de harde schijf van het Product zijn voorgeïnstalleerd.
Blijft het probleem daarna toch optreden, neem dan contact op met het Packard Bell call centre in het Land, zoals aangegeven bij “Contactinformatie” op het Garantie­en Serviceblad en zorg dat U vooraf beschikt over de volgende gegevens:
• Serienummer van het Product. Dit nummer wordt voorafgegaan door S/N en vindt u op de achterkant van uw computer (desktop). Op notebooks staat het op de onderkant van het systeem. Dit serienummer is nodig om u service te
49
kunnen verlenen en MOET daarom in alle correspondentie met Packard Bell worden genoemd.
• Origineel aankoopbewijs van het Product.
• Besturingssysteem dat op het Product is geïnstalleerd.
• Gegevens over alle eventuele wijzigingen aan de software of hardware van het Product.
• Garantie dat het probleem niet is veroorzaakt door andere hardware of software.
• Gedetailleerde beschrijving van alle foutmeldingen.
• Als U telefoneert, zorg dan dat U bij het Product zit en dat het (indien moge­lijk) is ingeschakeld.
Een technicus van Packard Bell zal telefonische ondersteuning verlenen om een diagnose te stellen en indien mogelijk het probleem telefonisch oplossen. Als het probleem niet telefonisch kan worden opgelost, zal Packard Bell het Product over­eenkomstig de van toepassing zijnde serviceprocedure repareren. U en de techni­cus zullen de te volgen procedure bespreken. Voordat er een reparatie wordt uit­gevoerd, moet u er zeker van zijn dat:
• U een reservekopie van alle op het Product opgeslagen gegevens hebt gemaakt.
• Alle niet-Packard Bell hardwareonderdelen verwijderd zijn.
Packard Bell behoudt zich het recht voor onderdelen en werkuren in rekening te brengen als Packard Bell ontdekt dat het Product geen probleem of defect vertoont, of als de Klant niet aan de in deze sectie uiteengezette voorwaarden voldoet.
9. VERLENING SERVICE EN ONDERSTEUNING
Als naar het oordeel van een Packard Bell Service en Ondersteuning-technicus interventie nodig is, dan vervangt of herstelt Packard Bell, op advies van de tech­nicus, het Product, OP VOORWAARDE DAT:
• U alle in de Beperkte Garantie aangegeven procedures hebt gevolgd.
• U alle niet-Packard Bell software- of hardwareonderdelen hebt verwijderd.
• U vóór de serviceverlening het BIOS-wachtwoord hebt verwijderd.
Elke serviceprocedure is beperkt tot het Land van aankoop. Als U of een gemachtigde vertegenwoordiger niet op de afgesproken tijd en plaats
aanwezig is als de servicetechnicus van Packard Bell langskomt, kunnen eventuele volgende bezoeken aan U in rekening worden gebracht.
Packard Bell behoudt zich het recht voor het verlenen van service te weigeren op een plaats waar, naar het oordeel van Packard Bell, de veiligheid van de service-
technicus van Packard Bell in gevaar is of het onmogelijk is de hierboven beschre­ven Service en Ondersteuning te verlenen.
Packard Bell is niet aansprakelijk voor enige schade aan of verlies van het Product of delen daarvan indien de Klant het Product naar Packard Bell heeft gestuurd zon­der te voldoen aan de procedures die hierboven bij 8 en 9 zijn beschreven.
De reparatie van het Product kan onder andere bestaan uit het opnieuw formatteren van de harde schijf (HDD) waardoor er op de HDD opgesla­gen data verloren kunnen gaan. U dient daarom te voldoen aan de voor­waarden die in sectie 7 worden beschreven.
10. SERVICEPROCEDURES
De procedure voor Service en Ondersteuning verschilt per Product. De procedure die voor u van toepassing is, vindt u op het Garantie- en Serviceblad in de verpak­king van het Product.
Let erop dat de uitgebreide garantie die U hebt gekocht, de op het Garantie- en Serviceblad aangegeven serviceprocedure kan wijzigen.
Ongeacht het serviceniveau moet U de interventieprocedure voor Service en Ondersteuning volgen die hierboven in sectie 9 is beschreven.
Hierna volgt een beschrijving van elke procedure:
a) Carry-In
• De Klant verpakt het volledige Product veilig in de (oorspronkelijke) verpakking.
• De Klant voegt een kopie van het originele aankoopbewijs (verkoopfactuur) en andere relevante verkoopinformatie toe.
• De Klant voegt een gedetailleerde beschrijving van het probleem aan het Product toe.
• De Klant geeft het volledige en verpakte Product af in de winkel waar het Product werd gekocht of aan een door Packard Bell geautoriseerde service­verlener in de buurt van de woonplaats van de Klant.
• Kosten van transport, reparatie of vervanging van defecte onderdelen en arbeidsloon zijn voor rekening van Packard Bell.
b) Pick-up, Repair & Return (“PURR”)
• De Klant verpakt het volledige Product veilig in de (oorspronkelijke) verpakking.
• De Klant voegt een kopie van het originele aankoopbewijs (verkoopfactuur) en andere relevante verkoopinformatie toe.
Gebruikershandleiding
50
• De Klant voegt een gedetailleerde beschrijving van het probleem aan het Product toe.
• Packard Bell maakt een afspraak met de Klant of een gemachtigd vertegen­woordiger voor het ophalen en terugbrengen van het Product op de overeen­gekomen plaats.
• Kosten van transport, reparatie of vervanging van defecte onderdelen en werk zijn voor rekening van Packard Bell.
c) On-site
• Packard Bell maakt een afspraak met de Klant voor een reparatie ter plaatse.
• De Klant overlegt het bewijs van aankoop van het Product aan de technicus die de service komt verlenen.
• Reiskosten, kosten voor reparatie- en service, vervangende onderdelen en arbeidsloon zijn voor rekening van Packard Bell.
Als de service niet op de afgesproken plaats kan worden uitgevoerd, kan de tech­nicus besluiten het Product mee te nemen en na reparatie terug te sturen.
d) Exchange
Deze procedure is een aanvulling op de bovengenoemde serviceniveaus. Onderdelen die zonder speciaal gereedschap te vervangen zijn, worden “Customer
Replaceable Items” genoemd. Als het probleem naar het oordeel van Packard Bell-technicus is veroorzaakt door
een Customer Replaceable Item (CRI), dan kan deze technicus besluiten een ver­vangend onderdeel voor het desbetreffende CRI per aangetekende post (met ont­vangstbevestiging) naar de Klant te sturen, aangevuld met aanwijzingen hoe de Klant het defecte CRI moet terugsturen.
Packard Bell behoudt zich het recht voor een nummer van een credit card te vra­gen en kan de Klant een factuur sturen als de Klant het defecte Customer Replaceable Item niet binnen 15 dagen na ontvangst van het vervangende onder­deel aan Packard Bell heeft teruggestuurd.
11. OVERDRACHT VAN GARANTIE
Mocht het Product van eigenaar wisselen, dan kan deze Garantie met het Product worden overgedragen.
Belangrijk: De nieuwe eindgebruiker heeft onder twee voorwaarden recht op het resterende gedeelte van de Garantieperiode van het overgedragen Product:
1. De nieuwe eindgebruiker moet in het bezit zijn van het originele aankoopbewijs.
2. Informatie over verandering van eigenaar moet aan Packard Bell zijn doorgege­ven via het adres vermeld op het Garantie- en Serviceblad.
I
I
NFORMA
NFORMA
TIE
TIE
OVER
OVER
VOORSCHRIFTEN
VOORSCHRIFTEN
EUROPESE RICHTLIJNEN
Producten met het CE-keurmerk voldoen zowel aan de richtlijn voor elektromag­netische compatibiliteit (89/336/EEC) als aan de laagspanningsrichtlijn (73/23/EEC) (aangepast door richtlijn 93/68/EEC), die zijn uitgevaardigd door de Europese Gemeenschap.
Compatibiliteit met deze richtlijnen houdt in dat aan de volgende Europese nor­men wordt voldaan:
EN55022 (98): Storing op radiofrequenties EN55024 (98): Immuniteit EN6100-2-3 (00): Limieten voor uitstraling harmonischen EN6100-3-3 (95): Limieten voor spanningfluctuaties en rimpelspanning in laag-
spanningsvoedingen EN60950 (00): Productveiligheid – Als uw computer een telecommunicatie-net-
werkkaart bevat, zijn de in- en uitgangsconnectors geclassificeerd als Telecommunication Network Voltage (TNV-3).
Belangrijke informatie voor computers met wireless controllers: Bij deze verklaart NEC Computers International B.V. dat de wireless apparaten
geleverd bij deze computer zenders met een laag energieverbruik hebben die vol­ledig voldoen aan de strengste eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/05/EC voor laagspanning, EMC en RF van R&TTE.
Voor specifieke informatie over uw computermodel kijkt u in Packard Bell InfoCentre, uw elektronische documentatie.
51
WIJZIGINGEN AAN HET PRODUCT
• CE-keurmerk
NEC Computers International kan niet aansprakelijk worden gesteld voor onge­oorloofde wijzigingen die door de gebruiker zijn aangebracht en de gevolgen daar­van, welke de productconformiteit met het CE-keurmerk beïnvloeden.
• Storing op radiofrequenties
De fabrikant is niet aansprakelijk voor storingen in radio- of TV-ontvangst als gevolg van niet toegelaten wijzigingen in deze apparatuur.
AANSLUITINGEN EN EXTERNE AARDVERBINDINGEN
• PELV (Protected Extra-Low Voltage)
Om de veiligheid van de apparatuur bij zeer lage spanningen te kunnen handha­ven, mogen op de externe poorten alleen apparaten worden aangesloten waarvan de netvoeding en het zwakstroomgedeelte galvanisch van elkaar gescheiden zijn.
• SELV (Safety Extra Low Voltage)
Alle in- en uitgangen van dit apparaat voldoen aan de norm Safety Extra Low Voltage (SELV).
• Externe aardverbindingen
Om elektrische schokken te voorkomen, moeten alle lokale (tot één kantoor beho­rende) computers en ondersteunende apparaten op dezelfde elektrische groep van het gebouw worden aangesloten. Controleer eventueel de bedrading van het gebouw om uit te sluiten dat de apparatuur extern wordt geaard.
• Stroomvoorziening gebouw
Sluit de apparatuur alleen aan op bedrading die voldoet aan de huidige voorschriften in uw woonplaats. In het Verenigd Koninkrijk gaat het dan om de IEE-voorschriften.
VOEDING EN KABELS
• Voeding
Op de voedingsingang en -uitgang (indien aanwezig) staat een gevaarlijke spanning. U dient de stekker van de netkabel uit het stopcontact te halen om de apparatuur
van de netspanning te ontkoppelen. Zorg daarom dat de apparatuur in de buurt van het stopcontact is opgesteld en dat het stopcontact gemakkelijk te bereiken is.
- In Europese landen moet u, voordat u de voedingskabel aansluit, eerst contro­leren of de voedingsschakelaar (indien aanwezig) van de computer op “230 V” is ingesteld.
- In de Verenigde Staten en Canada moet u, voordat u de voedingskabel aansluit, eerst controleren of de voedingsschakelaar (indien aanwezig) van de computer op “115 V” is ingesteld.
Onder geen voorwaarde mag de voedingseenheid door de gebruiker worden gede­monteerd. Hij heeft geen onderdelen die u zelf kunt vervangen. In de voedings­eenheid bestaan gevaarlijke spanningen die ernstig lichamelijk letsel kunnen ver­oorzaken.
Een defecte voedingseenheid dient u aan uw leverancier te retourneren.
• Voedingskabels
Dit apparaat heeft een 3-aderige, geaarde netkabel. De kabel mag maximaal 2,5 meter lang zijn. Om gevaar voor elektrische schokken te voorkomen, mag u de aarding van de netkabel nooit verwijderen of veranderen. Vervang de netkabel als deze beschadigd is. Neem voor de goede vervangingskabel contact op met uw leverancier. In Europa moet de voedingskabel geschikt zijn voor 250 V AC, mini­maal 10 A. In de Verenigde Staten en Canada moet de voedingskabel geschikt zijn voor 125 V AC, minimaal 10 A. De stekker moet voorzien zijn van een interna­tionaal keurmerk. De kabel moet kunnen worden gebruikt in het land van de eind­gebruiker. Neem in geval van twijfel over het soort kabel contact op met uw lever­ancier.
• Kabels
Het gebruik van niet-afgeschermde verbindingskabels is verboden.
• Hittevorming en draagbare computers
Bij langdurig gebruik kunnen de netadapter en de onderzijde van de computer heet worden. Raak deze delen daarom niet langer dan noodzakelijk aan.
Gebruikershandleiding
52
BATTERIJEN
• Batterijen vervangen
In sommige computers voedt een lithiumbatterij het geheugen dat de configura­tiegegevens bewaart. Als die batterij te ver leeg raakt, vervang hem dan, want anders gaan de configuratiegegevens verloren. Informatie over het juiste batterij­type vindt u in de online-documentatie, Packard Bell InfoCentre.
LET OP: Er bestaat explosiegevaar wanneer de batterij onjuist wordt geplaatst of wanneer deze in vuur wordt geworpen. Vervang de accu uitsluitend door een van hetzelfde type, zoals door de fabrikant wordt aanbevolen.
• Batterij weggooien
Lever oude batterijen in volgens de regels die gelden in het land waar u verblijft. Gooi ze nooit bij het gewone afval, want dit is in de meeste landen wettelijk ver­boden. Raadpleeg eventueel de desbetreffende instanties voor meer informatie over milieuvriendelijke inzameling van batterijen.
VERWIJDEREN EN TERUGPLAATSEN
VANDEKAP VAN SYSTEEMKAST
Voordat u de systeemkap verwijdert voor werkzaamheden in de computer, moet u de voedingskabels en modemkabels loskoppelen (en de hoofdaccu uit draagbare computers verwijderen). Daarna moet u de systeemkast weer sluiten voordat u de voedingskabel aansluit en de computer inschakelt.
VERKLARING LASERPRODUCT
De in uw computer geïnstalleerde optische instrumenten zijn getest en voldoen aan de desbetreffende eisen van de International Electrotechnical Commission IEC825-1 en de Europese normen EN60825-1 en EN60825-2 voor laserproducten van Klasse 1. Laserproducten van Klasse 1 worden als ongevaarlijk beschouwd. De optische appa­raten zijn zo ontworpen dat de gebruiker tijdens normaal gebruik of voorgeschreven onderhoud nooit aan laserstraling boven het niveau van Klasse 1 wordt blootgesteld. De in uw computer geïnstalleerde optische instrumenten zijn alleen bedoeld als onderdeel van een elektronisch product en voldoen daarom niet aan de desbetref­fende eisen van de Code of Federal Regulation Sec. 1040.10 en Sec. 1040.11 voor VOLLEDIGE laserproducten. Omdat blootstelling aan laserstraling buitengewoon gevaarlijk is, mag de gebruiker in geen geval proberen de laser te demonteren.
S
S
OFTW
OFTW
ARELICENTIE
ARELICENTIE
Dit is een kopie van het originele licentiebewijs. Bewaar dit belangrijke document. NEC Computers International B.V. Gebruiksrechtovereenkomst (CD-ROM- en/of
DVD-ROM-producten).
BELANGRIJK
ZORGVULDIG DOORLEZEN VOOR HET OPENEN VAN HET (DE)
SOFTWAREPAKKET(TEN).
Onderstaande overeenkomst geldt voor u. Dit is een rechtsgeldige overeenkomst tussen u (als eindgebruiker of rechtsper-
soon) en NEC Computers International B.V. Door het openen van de verzegelde softwarepakketten stemt u ermee in gebonden te zijn aan de bepalingen van deze overeenkomst. Als u niet instemt met de voorwaarden van deze overeenkomst, retourneert u het ongeopende softwarepakket en de bijbehorende voorwaarden (waaronder documentatiemateriaal, klappers en andere materialen) en de compu­ter op de plaats waar u dit hebt aangeschaft. U krijgt dan het volledige aankoop­bedrag terug.
NEC COMPUTERS INTERNATIONAL B.V. SOFTWARELICENTIE
1. Verlening van het gebruiksrecht
Deze NEC Computers International B.V. Gebruiksrechtovereenkomst (het “Gebruiksrecht”) verleent u het recht één exemplaar van het aangeschafte NEC Computers International B.V. CD-ROM- en/of DVD-ROM-product (de “Software”, met ten minste één CD-ROM/DVD-ROM en één of meerdere diskettes) te gebrui­ken op een stand-alone computer, met dien verstande dat de SOFTWARE op elk willekeurig moment slechts op één computer tegelijk in gebruik is. Indien u meer­dere Gebruiksrechten voor de SOFTWARE bezit, mag u te allen tijde net zoveel kopieën van de SOFTWARE in gebruik hebben als u Gebruiksrechten hebt. “Gebruik” van de SOFTWARE op een computer betekent het laden van de SOFT­WARE in het tijdelijke geheugen (d.w.z. het RAM) en de installatie in het perma-
53
nente geheugen (d.w.z. de harde schijf, een CD-ROM/DVD-ROM of ander opslag­medium) van die computer. Gebruik omvat niet de installatie van een kopie op een netwerkserver met als enig doel het distribueren naar andere computers. Indien het verwachte aantal gebruikers van de SOFTWARE het aantal Gebruiksrechten zal overtreffen, dient u een redelijke methode of procedure in gebruik te nemen om te zorgen dat het aantal personen dat gezamenlijk van de SOFTWARE gebruik maakt, niet het aantal Gebruiksrechten overtreft. Indien de SOFTWARE op een harde schijf of een ander opslagmedium wordt geïnstalleerd (afgezien van een net­werkserver) en één persoon meer dan 80% van de tijd gebruik maakt van die com­puter, dan mag diegene de SOFTWARE ook op een draagbare computer of thuis­computer gebruiken.
2. Copyright
De SOFTWARE is eigendom van NEC Computers International B.V. of haar lever­anciers en wordt beschermd door de auteurswetten van de Verenigde Staten van Amerika en internationale verdragsbepalingen. Daarom dient u de SOFTWARE te behandelen als ieder ander materiaal waarop auteursrecht rust (bijvoorbeeld een boek of een geluidsopname). Het is u echter wel toegestaan ofwel (a) een kopie te maken van de diskette(s) met SOFTWARE enkel en alleen voor backup-doeleinden of ter bewaring in een archief, ofwel (b) de inhoud van de SOFTWARE-diskettes over te zetten naar een vaste schijf mits u het origineel bewaart voor backup-doel­einden of ter bewaring in een archief. Het is u niet toegestaan de CD-ROM en/of DVD-ROM, bij de SOFTWARE behorende producthandboek(en) of het documen­tatiemateriaal te kopiëren.
3. Andere beperkingen
Het is u niet toegestaan de SOFTWARE te verhuren of te leasen, maar u mag de SOFTWARE en het bijbehorende documentatiemateriaal overdragen op een per­manente basis mits u daarbij alle kopieën overdraagt, en indien de verkrijger de bepalingen van deze Overeenkomst aanvaardt. Het is u niet toegestaan de SOFT­WARE te reverse-engineeren, decompileren of te disassembleren. Elke overdracht moet mede omvatten de meest recente update en alle eerdere versies.
Gebruikershandleiding
54
I
I
NDEX
NDEX
A
Aansluiten
Draadloze apparatuur.........................................5
Poorten en connectors.....................................13
Accessoires ...................................................10
Afspelen
Audio-CD ........................................................13
Autoplay..........................................................12
DVD-films........................................................12
Volumeregeling................................................13
Audio
Connectors......................................................14
Volumeregeling................................................13
Audio-CD
Autoplay..........................................................12
Kopieerbeveiliging ...........................................31
Autoplay........................................................12
B
Beeldweergave
FAQ's ..............................................................28
Bestand
Backup ..............................................................3
Helpbestand.......................................................9
Logbestand ......................................................39
Mediabestanden ..............................................12
Systeembestanden............................................22
Viruscontrole .................................................2, 3
Browser
Functies...........................................................16
Microsoft Internet Explorer..............................17
Packard Bell Companion..................................17
Probleemoplossing ...........................................33
C
CD / DVD
Audio-CD's afspelen.........................................13
Autoplay..........................................................12
CD / DVD writer ............................................11
DVD-station.....................................................11
Gebruiken .......................................................12
Playing DVD films ...........................................12
Softwarebibliotheek ...........................................9
CD- en DVD-speler
Packard Bell Master CD Creator ......................44
CD/DVD
Gebruiken .......................................................11
CD/DVD-station............................................11
Voorzorgsmaatregelen......................................12
Computer
Bediening ..........................................................5
Documentatie..................................................10
E-mail..............................................................17
Energiebeheer....................................................8
FAQ's (Vaak gestelde vragen) ...........................20
Garantie ..........................................................46
Gebruikersaccounts ...........................................8
Herstelprogramma ...........................................41
Hulpprogramma's ............................................38
In- en uitschakelen ............................................8
Internet ...........................................................15
Kabels ...............................................................3
Omgeving..........................................................3
Poorten en connectors.....................................13
Problemen oplossen.........................................18
Schoonmaken....................................................3
Softwarebibliotheek ...........................................9
Stations ...........................................................10
Storing.............................................................20
'Storingen met ontvangstapparatuur...................3
Training.............................................................3
Veiligheidsmaatregelen.......................................3
Volume............................................................13
Voorschriften...................................................50
Voorzorgsmaatregelen........................................3
D
Diskette
FAQ opstarten..................................................22
Startdiskette maken .........................................40
Diskettestation ..............................................10
Display
Internet browser..............................................16
Documentatie
InfoCentre, elektronische documentatie...........10
Problemen oplossen.........................................18
Software..........................................................10
Tutorials -InfoCentre........................................10
Draagbaar .......................................Zie Notebook
DVD
Autoplay..........................................................12
DVD-films........................................................12
Gebruiken .......................................................12
Softwarebibliotheek ...........................................9
Station.............................................................11
55
E
E-mail
Adres...............................................................17
FAQ .................................................................33
Microsoft Outlook Express...............................17
Energiebeheer.................................................8
FAQ beeldweergave.........................................29
G
Geluid .............................................Zie Volume
FAQ opstarten..................................................22
Poorten en connectors.....................................14
Probleemoplossing ...........................................30
Volumeregeling................................................13
H
Hardware
Apparaatbeheer................................................24
Diagnoseprogramma ........................................38
Documentatie - InfoCentre ..............................10
Installeren .......................................................36
Probleemoplossing ...........................................19
Stuurprogramma..............................................25
Stuurprogramma's............................................40
Help
FAQ’s...............................................................20
Hulpprogramma's van Packard Bell..................38
Packard Bell InfoCentre...................................10
Problemen stapsgewijs oplossen .......................18
Software............................................................9
Windows XP) ..................................................23
Herstel
Herstelgegevens...............................................44
Herstelprogramma’s.........................................23
Systeemherstel van Windows XP .....................25
Herstellen
Packard Bell Herstelprogramma .......................41
Hulpprogramma's..........................................38
Packard Bell Herstelprogramma .......................41
Packard Bell Master CD Creator ......................44
Packard Bell SmartRestore ...............................39
Packard Bell Snapsys........................................38
I
Installeren
Hardware ........................................................36
Software..........................................................35
Internet .........................................................15
Browser...........................................................16
Documentatie - InfoCentre ..............................10
E-mail..............................................................17
FAQ's ..............................................................31
Hulpsoftware...................................................18
Microsoft Internet Explorer..............................17
Modem ...........................................................14
Packard Bell Companion..................................17
Packard Bell Website .......................................17
Verbinding.......................................................15
Website Packard Bell .......................................19
K
Kopieerbeveiliging ........................................31
L
LAN (Local Area Network) ...........................14
Laptop..........................................Zie Notebook
M
Master CD
Controle..........................................................41
Packard Bell Herstelprogramma .......................43
Packard Bell Master CD Creator ......................44
Packard Bell SmartRestore ...............................39
Modem
Communicatiepoorten .....................................14
FAQ's ..............................................................31
LAN ................................................................14
Stuurprogramma..............................................25
Test - Snapsys ..................................................39
Waarschuwing bij onweer............................2, 15
Monitor
Computeromgeving .......................................3, 4
Energiebeheer....................................................8
FAQ's ..............................................................28
In- en uitschakelen ............................................8
Waarschuwing bij epilepsie................................2
Muis
Draadloze muis..................................................5
FAQ .................................................................27
Muis en touchpad..............................................5
Opdrachten .......................................................6
Multimedia
Bestanden........................................................12
Toetsenbord.....................................................18
N
Notebook
Aan/uit-knop.....................................................8
Batterij vervangen............................................52
Documentatie - InfoCentre ..............................10
Probleemoplossing accu.............................21, 29
Toetsenbord.......................................................5
Touchpad ..........................................................5
Waarschuwing oververhitting...........................51
P
Packard Bell
Customer Contact Center................................20
Garantie ..........................................................46
Herstelprogramma ...........................................41
InfoCentre.......................................................10
Master CD Creator..........................................44
SmartRestore ...................................................39
Website ...........................................................17
Packard Bell Companion...............................17
Packard Bell Snapsys.....................................38
Poorten en connectors
Hot-pluggable apparatuur.................................13
IEEE 1394.......................................................14
LAN ................................................................14
Legacy-poorten ................................................14
Lijningang........................................................14
Lijnuitgang ......................................................14
Microfoon .......................................................14
MIDI/game.....................................................14
Modem ...........................................................14
Parallel ............................................................14
PC Cards.........................................................14
PS/2 ...............................................................14
Serieel .............................................................14
TV-Out ............................................................14
USB.................................................................13
Voorzorgsmaatregelen......................................13
Printer
FAQ .................................................................34
Installeren .......................................................36
Probleemoplossing
Apparaatbeheer................................................24
Problemen oplossen.........................................18
Stapsgewijs ......................................................18
S
Service en ondersteuning
Customer Contact Center................................20
Logbestand opsturen -Snapsys ..........................39
Software
Documentatie....................................................9
Installeren .........................................................9
Installeren/verwijderen ...................................35
Licentie ...........................................................52
Packard Bell SmartRestore ...............................39
Probleemoplossing ...........................................19
Softwarebibliotheek ...........................................9
Starten...............................................................9
Starten
Packard Bell Herstelprogramma .......................42
Probleemoplossing ...........................................22
Startdiskette maken .........................................40
Stations
CD/DVD-writer ..............................................11
Diskettestation.................................................10
DVD-station.....................................................11
Lezer geheugenkaart........................................11
Systeemdiskette
FAQ opstarten..................................................22
T
Toetsenbord....................................................5
Aan/uit-knop.....................................................8
Draadloos toetsenbord .......................................5
FAQ 10............................................................27
FAQ 4..............................................................22
Internetknop....................................................17
Multimediatoetsenbord....................................18
Notebooks .........................................................5
Opdrachten .......................................................7
Voorzorgsmaatregelen........................................3
Touchpad.........................................................5
FAQ .................................................................27
opdrachten ........................................................6
V
Vaak gestelde vragen - FAQ’s........................20
Geluid .............................................................30
Herstel ............................................................23
Internet ...........................................................31
Monitor en beeldweergave ..............................28
Opstarten ........................................................21
Printer.............................................................34
Toetsenbord en muis of touchpad ....................27
Vastlopen.........................................................23
Werken met Windows XP................................23
Veilige modus
FAQ 1..............................................................21
Veiligheid en comfort
Veiligheidsmaatregelen.......................................3
Voorzorgsmaatregelen........................................3
Verbinding
FAQ monitor ...................................................28
FAQ printer.....................................................34
FAQ's controllers .............................................27
FAQ's Internet.................................................31
Internet Service Provider .................................15
Internetpictogram ............................................18
Probleemoplossing ...........................................19
Virus
Gebruikershandleiding
56
57
FAQ opstarten..................................................22
Viruswaarschuwing............................................2
Volume
FAQ geluid......................................................30
Multimediaknoppen.........................................18
Volumeregeling................................................13
W
Weergave
Internetbrowser...............................................16
Windows
Apparaatbeheer................................................24
Autoplay..........................................................12
Computer in- en uitschakelen ............................8
Energiebeheer....................................................8
FAQ’s...............................................................23
Gebruikersaccounts ...........................................8
Help en ondersteuning...............................19, 23
Microsoft Interactieve training .........................23
Microsoft Internet Explorer..............................17
Microsoft Outlook Express...............................17
Software toevoegen of verwijderen ..................35
Systeemherstel.................................................25
Taakbeheer........................................................8
Uw computer aanpassen....................................8
Volumeregeling................................................13
Wizard Hardware toevoegen............................37
Technische documentatie: K. Abson, K. Constantin,
B. Derksen, A. Gallagher Layout: D. Duret, S. Ilczyszyn Grafisch ontwerp: M. Eon
Gebruikershandleiding
58
59
6907170105
Loading...