OLYMPUS SP-570 UZ User Manual [nl]

DIGITALE CAMERA
SP-570UZ
NL
Handleiding
(
Wij danken u voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
(
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde u met uw camera vertrouwd te maken.
(
(
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
Met deze handleiding kunt u meteen aan de slag met uw camera.
Knopfuncties
Menufuncties
Beelden printen
Gebruik van OLYMPUS Master
Leer uw camera beter kennen
Appendix
Inhoud
Quick-Start-gebruiksaanwijzing Blz. 3
Overzichtstekening van de camera Blz. 11
Knopfuncties Blz. 16
Bewerkingen uitvoeren met het bedieningspaneel Blz. 29
Menu functies Blz. 32
Beelden printen Blz. 59
Gebruik van OLYMPUS Master Blz. 64
Leer uw camera beter kennen Blz. 68
Leer de namen van de cameraonderdelen en leer de camerafuncties kennen. Gebruik dit gedeelte als referentie voor de functies.
Probeer de functies van de cameraknoppen door de afbe eldingen te volgen en ze op de camera uit te proberen.
Leer het bedieningspaneel te gebruiken om basisfuncties uit te voeren, en probeer ze dan uit.
Leer alles over de menu's, van basisfuncties tot de functies van elk menu en hun verschillende instellingen.
Leer hoe u gemaakte foto's kunt printen.
Leer hoe u beelden naar een computer kunt overbrengen en opslaan.
Ontdek meer over uw camera en leer wat u moet doen als u een vraag heeft over functies.
Appendix Blz. 80
2
NL
Lees over handige functies en veiligheidsmaatregelen voor effectiever gebruik van uw camera.
Uitpakken van de doos
Digitale camera CamerariemLenskapje
Koordje voor lenskapje
AA-formaat batterijen (vier) USB-kabeltje AV-kabeltje OLYMPUS Master 2
CD-ROM
Niet weergegeven artikelen:Handleiding (deze handleiding), Basishandleiding en garantiekaart. De inhoud kan variëren naar plaats van aankoop.
Bevestig de camerariem en het lenskapje
3
4
• Bevestig de camerariem op dezelfde manier aan het andere oogje.
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
Trek de camerariem zo strak dat deze niet los kan raken.
NL
3
De camera voorbereiden
1
2
3
5
6
7
Schuif de vergrendeling van het batterijcompartiment van
)
naar = en controleer of het klepje van het batterij­compartiment goed gesloten is (
7
) Als u dit niet doet, kan het klepje van het batterijcompartiment opengaan tijdens het fotograferen en kunnen de batterijen er uit vallen waardoor u beeldgegevens kunt verliezen.
Vergrendelknop van het batterijcompartiment
a. Plaats de batterijen in de camera.
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
4
4
NL
De camera voorbereiden
Klepje van het kaartje
Inkeping
Contactvlak
Zorg ervoor dat het geheugenkaartje in de juiste richting wijst en steek het recht in de kaartsleuf.
Steek het kaartje zover i n de kaartsleuf totdat het op zijn plaats vastklikt.
Om het kaartje te verwijderen, drukt u het eerst helemaal naar binnen, l aat het daarna voorzichtig los en neem het kaartje eruit.
b. Steek de xD-Picture Card (optioneel) in de camera.
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
Met deze camera kunt u foto's maken zonder een optionele xD-Picture card ™ (hierna kaartje genoemd). Als u foto's maakt zonder dat een kaartje is geplaatst, worden de foto's opgeslagen in het interne geheugen. Informatie over het kaartje vindt u onder “Het kaartje“ (Blz. 84).
NL
5
De camera inschakelen
Voor het maken van videobeelden (stand Fotograferen)
Voor het fotograferen van stilstaande beelden (stand Fotograferen)
Voor het bekijken van
beelden (stand Weergeven)
• Als de datum en tijd nog niet zijn ingesteld, verschijnt dit scherm.
Cameraschakelaar
Tips
De richtingen van de pendelknop worden in deze handleiding aangeduid met
124 3
.
43
2
1
Hier wordt verklaard hoe de camera in de stand Fotograferen (fotofunctie) wordt gezet.
a. Zet de functieknop op
Standen voor het fotograferen van stilstaande beelden
h
P A S M
r
s
g
De camera bepaalt de optimale instellingen voor de lichtomstandigheden automatisch. De camera stelt de optimale diafragmawaarde en sluitertijd automatisch in. Met deze functie kunt u het diafragma handmatig wijzigen. Met deze functie kunt u handmatig de sluitersnelheid wijzigen. Met deze functie kunt u het diafragma en de sluitertijd handmatig wijzigen. Met deze functie kunt u elke fotografeerfunctie handmatig instellen en als uw voorkeursinstelling
Fotograferen gebruiken. Met deze functie kunt u fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de
lichtomstandigheden. Met deze functie kunt u de focusinstellingen instellen door de fotogids op het scherm te volgen.
b. Verwijder het lenskapje en zet de cameraschakelaar op ON.
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
h
.
X
YM
D TIME
---- -- -- -- --
YMD
Om de camera uit te schakelen, zet u de cameraschakelaar op OFF.
6
NL
MENU
CANCEL
Datum en tijd instellen
Over het instelscherm voor datum en tijd
Y-M-D (Jaar-Maand-Dag)
Verlaat een instelling.
Minuten
Datumformaten (Y / M / D, M / D / Y, D / M / Y)
Uur
X
YM
YMD
D TIME
---- -- -- -- --
MENU
CANCEL
1z
-knop
2Y
-knop
2008
-- -- -- --
X
YM
YMD
D TIME
MENU
CANCEL
3#
-knop
a. Druk op de 1z-knop en de 2Y-knop om [Y] te selecteren.
De eerste twee cijfers van het jaartal zijn vast ingesteld.
b. Druk op de 3#-knop.
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
c. Druk op de
1z
-knop en de 2Y-knop om
[M] te selecteren.
X
YM
2008 08
CANCEL
D TIME
-- -- --
MENU
YMD
NL
7
Datum en tijd instellen
YYMMD
o
-knop
10M10
M
44
IN
AUTO
N
ORMNORM
Het resterende aantal stilstaande beelden wordt weergegeven.
d. Druk op de knop e. Druk op de
3#
.
1z
-knop en de 2Y-knop om
[D] te selecteren.
f. Druk op de knop g. Druk op de
3#
.
1z
-knop en de 2Y-knop om
de uren en de minuten te selecteren.
De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
h. Druk op de knop 3#. i. Druk op de
1z
-knop en de 2Y-knop om
[Y / M / D] te selecteren.
j. Nadat alle instellingen zijn uitgevoerd, drukt
u op de
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
o
-knop.
Voor een nauwkeurige tijdinstelling drukt u op de
o
-knop op het moment dat de klok 00 seconden
aanwijst.
X
YM
D TIME
MENU
D TIME
MENU
D
MENU
-- --
TIME
30
YMD
YMD
YMD
2008 08 26
CANCEL
X
YM
2008 08 26 12
CANCEL SET
X
2008 08 26 12 30
CANCEL SET
OK
OK
8
NL
Een foto maken
10M10
M
44
IN
AUTO
N
ORMNORM
Horizontale stand Verticale stand
Ontspanknop
AUTO
(half ingedrukt)
Autofocusteken
Ontspanknop
De indicatie-LED Dataverkeer knippert.
(geheel ingedrukt)
De scherpstelling van de zoeker aanpassen m.b.v. de dioptrie
Dioptrieregelaar
u
-knop
Zoeker
a. Houd de camera vast.
b. Scherpstellen.
Het autofocusteken gaat groen branden zodra de camera de belichting en scherpstelling vasthoudt. De sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven. Als het autofocusteken rood knippert, is de scherpstelling niet juist ingesteld. Probeer de scherpstelling opnieuw vast te leggen.
c. Fotograferen.
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
u
a. Druk op de
-knop.
b. Terwijl u door de zoeker kijkt, verdraait
u langzaam de dioptrieregelaar.
Zodra u de pictogrammen in de zoeker duidelijk kunt zien, is het aanpassen voltooid.
NL
9
Beelden bekijken
Pendelknop
Volgende foto
Vorige foto
Functieknop
Beelden wissen
ERASE
NO
f
/ S-knop
3#
-knop
4&
-knop
1z
-knop
o
-knop
ERASE
YE S
a. Zet de functieknop op q.
a. Druk op de
u wilt wissen.
b. Druk op de
Quick-Start-gebruiksaanwijzing
c. Druk op de
het beeld te wissen.
10
NL
4&
-knop en de 3#-knop om het beeld weer te geven dat
f
/ S-knop.
1z
-knop om [YES] te selecteren en druk op de o-knop om
ERASE
CANCEL
ERASE
CANCEL
MENU
MENU
YES
NO
YES
NO
SET
SET
IN
OK
IN
OK
Overzichtstekening van de camera
Flitser (Blz. 23, 43)
Microfoon
Oogje voor de riem (Blz. 3)Lens
Ontspanknop (Blz. 9, 21)
F
-knop (Belichtingscorrectie) (Blz. 22)
Oogje voor de riem (Blz. 3)
AF / MF-schakelaar (Blz. 24)
j
-knop (Drive) (Blz. 24)
#UP-knop (flitser omhoog) (Blz. 23)
Klepje over de connector (Blz. 56, 59, 65)
Multiconnector (Blz. 56, 59, 65)
Gelijkspanningsconnector DC-IN (Blz. 84)
Klepje van het kaartje (Blz. 5)
Kaartsleuf (Blz. 5)
Zelfontspanner-LED / AF-hulpverlichting (Blz. 28, 38, 42)
Camera
NL
11
Zoomring
(Blz. 21)
Flitsschoen
(Blz. 81)
Functieknop (Blz. 6, 16)
Regelaar (Blz. 22)
Cameraschakelaar (Blz. 6, 16)
Statiefaansluiting
Luidspreker
Klepje van het batterijcompartiment (Blz. 4)
Vergrendeling van het batterijcompartiment (Blz. 4)
Monitor (Blz. 13, 54)
DISP. / E-knop
(Blz. 26)
f
/ S-knop
(Schaduwaanpassin
gstechniek / Wissen)
(Blz. 25)
Pendelknop (Blz. 27)
o
-knop (OK / FUNC) (Blz. 28)
u
-knop (Monitor / Zoeker) (Blz. 22)
AEL AFL
/ -knop (AE-lock, AF-lock / Repeterende weergave) (Blz. 23
Zoeker (Blz. 9)
Dioptrieregelaar
(Blz. 9)
z
-knop (Custom)
(Blz. 27)
#
-knop (Flitser)
(Blz. 23)
Y
-knop (Zelfontspanner) (Blz. 28)
&
-knop (Macro) (Blz. 27)
Indicatie-LED Dataverkeer (Blz. 9, 67, 73)
m
-knop
(Blz. 25)
q
/ P-knop
(Weergeven /
Printen) (Blz. 25, 61)
12
NL
Symbolen en pictogrammen op de monitor
VideobeeldenStilstaand beeld
10M10
M
+2.0+2.0 1/4001/400 F3.5F3.5
+2.0+2.0
+2+2 +2+2 +2+2
44
IN
ISO
160 0
ISO
1600
AFL
NR
AEL
+2.0+2.0
12s12
s
F
INEFINE
C
1
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
212425 2326
32
33
31 30 29
28 27
2 54 96 7 83
22
+2.0
00:34
VGA
15
12
s
(
Stand Fotograferen
1
2 54 93
33 31
29
VGA
28
15
27
Functie Indicatie Zie Blz.
1 Stand Fotograferen
2 Flitserfunctie
3 Stille functie Blz. 45
4 Digitale beeldstabilisatie
5Stand macro
Stand supermacro
6 Schaduwaanpassingstechniek
7 Ruisonderdrukking Blz. 44
8 AE-lock-teken
9 Batterijcontrole
10 AF-lock-teken
Handmatig scherpstellen AF-predict
11 Flitser standby
Waarschuwing bewegende camera / Opladen flitser
12 Regelen van de flitssterkte
13 Kleurintensiteit
14 Scherpte
15 Contrast
16 Voorzetlens
17 Geluid opnemen
18 Dual time
19 Alarm
20 Aantal stilstaande beelden dat kan
worden opgeslagen Resterende opnametijd
P, c, B, F
!, #, H, $
h
& %
f
B
Z
= vol, [ = bijna leeg Blz. 76
^
{
#
Brandt
#
Knippert
w
–2.0 – +2.0 Blz. 43
6
–5 – +5 Blz. 44
N
–5 – +5 Blz. 44
J
–5 – +5 Blz. 44
1 R
l
k
4
00:34
, , A enz. Blz. 6, 16, 37
enz. Blz. 23
+2.0
12
s
IN
212326
00:34
Blz. 42
Blz. 27
Blz. 25
Blz. 23
Blz. 23 Blz. 24 Blz. 42
Blz. 68
Blz. 45
Blz. 50
Blz. 54
Blz. 55
Blz. 8
Blz. 72
NL
22
19 17 18 20
13
Functie Indicatie Zie Blz.
21 Actueel geheugen
22 Autofocusteken Blz. 9, 21, 41
23 Zelfontspanner , Blz. 28
24 Diafragmawaarde F2.8 tot F8.0 Blz. 17
25 Sluitertijd 15", 1/2, 1/400, 1/2000, BULB enz. Blz. 17
26 Belichtingscorrectie –2.0 – +2.0 Blz. 22
27 Beeldkwaliteit
Compressiefactor Beeldherhalingsfactor
28 Resolutie
29 Spotmeting
30 ISO ISO 100, ISO 800, ISO 1600 enz. Blz. 40
31 Witbalans
32 Sluiterfunctie
33 Witbalanscorrectie B1 – B7, R1 – R7 Blz. 43
B
Geen indicatie :Foto's worden opgeslagen op
,
M
(Normaal), L (Fijn)
O
(15 beelden / sec.), N (30 beelden / sec.)
F, H, D, C
n, J
5, 3, 1, w
j, c, d, g
: Foto's worden opgeslagen in
het interne geheugen
het geheugenkaartje
enz. Blz. 34
– y,
V
, ,
7
Blz. 84
Blz. 34 Blz. 34 Blz. 35
Blz. 41
Blz. 39
Blz. 24, 40
14
NL
(
VideobeeldenStilstaand beeld
2008.08.26
12:30
100-0004
00:14 /00:34
VGA
15
10M10
M
2008.08.262008.08.26 12:3012:30 44
+2.0+2.0
F3.5F3.5
1010
IN
xx
100-0004100-0004
N
ORMNORM
1/10001/1000
ISO 1
60 0
ISO 1
600
2
11 12
10
8
7
9
13
3
4 651
17
141516
Stand Weergeven
1 Stille functie Blz. 45
2 Printreservering / aantal prints
3 Geluid opnemen
4 Beveiligen
5 Repeter ende weergave / Automatische
weergave van repeterende beelden
6 Batterijcontrole
7 Sluitertijd 15", 1/2, 1/60, 1/1000 enz. Blz. 17
8 Diafragmawaarde F2.8 tot F8.0 Blz. 17
9 Belichtingscorrectie –2.0 – +2.0 Blz. 22
10 Witbalans WB AUTO, 5, 3, 1, w – y,
11 Re so lut ie
12 Bestandsnummer
13 Beeldnummer
Weergavetijd / Totale opnametijd
14 Actueel geheugen
15 Beeldkwaliteit
Compressiefactor Beeldherhalingsfactor
16 ISO ISO 100, ISO 800, ISO 1600 enz. Blz. 40
17 Datum en tijd 2008.08.26 12:30 Blz. 7, 54
3
4 61
2008.08.26 100-0004
IN
00:14 /00:34
14
Functie Indicatie Zie Blz.
<
x10 Blz. 62
H
9
Z
= vol, [ = bijna leeg Blz. 76
V
F, H, D, C
M
100 – 0004 Blz. 53
4 00:14 / 00:34
B
Geen indicatie: Het beeld weergeven dat is
M
(Normaal), L (Fijn)
O
(15 beelden / sec.), N (30 beelden / sec.)
enz. Blz. 34
: De foto weergeven die is
opgeslagen in het interne geheugen
opgeslagen op het geheugenkaartje
15
VGA
12:30
Blz. 50
Blz. 50
Blz. 20
Blz. 39
— Blz. 19
Blz. 84
Blz. 34 Blz. 34 Blz. 35
15 10 11 17 12 13
NL
15
Knopfuncties
Stand Weergeven
Stand Fotograferen
Stand Fotograferen
Flitserfunctie
Drive-functie
Stand Macro / Stand Supermacro
Zelfontspanner
c
d e
fg
78
125
36
4
9 a
b
Het resterende aantal stilstaande beelden wordt weergegeven.
h0
j
i
k
1
Cameraschakelaar
Power aan: Stand Fotograferen
Knopfuncties
• Monitor gaat aan
• Lens wordt uitgeschoven
Stand Weergeven
• Monitor gaat aan
De camera aan en uit zetten
2
Functieknop
Stel de functieknop in op de gewenste stand Fotograferen of Weergeven.
• Afhankelijk van de stand van de functieknop kunnen sommige functies niet worden ingesteld.
g
“Beschikbare functies in standen Fotograferen“ (Blz. 78)
h
Fotograferen met volautomatische instellingen
De camera bepaalt de optimale instellingen voor de lichtomstandigheden automatisch. De instellingen in het [CAMERA MENU] zoals WB en ISO-gevoeligheid kunt u niet wijzigen.
P
De optimale diafragmawaarde en sluitertijd instellen
De camera stelt aan de hand van de helderheid van het object automatisch de optimale diafragmawaarde en sluitertijd in. De instellingen in het [CAMERA MENU] zoals WB en ISO-gevoeligheid kunt u wijzigen.
16
NL
Omschakelen tussen de standen Fotograferen en Weergeven
A
Instelbereik W : F2.8 tot F8.0 T : F4.5 tot F8.0
F2.8
Instelbereik 1/2 naar1/1000 (Als [NOISE REDU CT.] op [ON] staat: max. 4 sec.)
1/1000
Instelbereik Diafragmawaarde: F2.8 tot F8.0 (De diafragmawaarde varieert afhankelijk van de zoompositie.) Sluitertijd: 15" tot 1/2000 (De sluitertijd varieert afhankelijk van de diafragmawaarde.)
Diafragmawaarde aanpassen bij het fotograferen
Draai de regelaar. De camera kiest automatisch de bijpassende sluitertijd.
Diafragmawaarde
: Draaien naar U verhoogt de diafragmawaarde. : Draaien naar G verlaagt de diafragmawaarde.
Als met dit diafragma geen correcte belichting mogelijk is, wordt de F-waarde in rood weergegeven.
S
Sluitertijd aanpassen bij het fotograferen
Draai de regelaar. De camera kiest automatisch de bijpassende diafragmawaarde.
Sluitertijd
: Draaien naar U verkort de sluitertijd. : Draaien naar G verlengt de sluitertijd.
F2.8
M
Diafragmawaarde en sluitertijd aanpassen bij het fotograferen
Draai de regelaar. Druk op F om te schakelen tussen de diafragmawaarde en de sluitersnelheid.
1/1000
Als met deze sluitertijd geen correcte belichting mogelijk is, wordt de sluitertijd in rood weergegeven.
Belichtingstolerantie
Als het bereik met ±3.0EV wordt onder- of overschreden, wordt de belichtingstolerantie in het rood weergegeven.
Diafragmawaarde
: Draaien naar U verhoogt de diafragmawaarde. : Draaien naar G verlaagt de diafragmawaarde.
Sluitertijd
: Draaien naar U verkort de sluitertijd. : Draaien naar
G
verlengt de sluitertijd.
Knopfuncties
NL
17
Tijdopnamen maken
Druk op 43 om andere belichtingsalternatieven weer te geven.
Als [Exposure effects.] is geselecteerd
0.0
+0.3
+0.7
+1.0
Draai de regelaar naar G om de sluitersnelheid in te stellen op BULB. De sluiter blijft dan open staan zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. (Tijdopnamen zijn enkel mogelijk wanneer [ISO] is ingesteld op [64] (maximumtijd: 8 minuten).)
r
Fotograferen met uw eigen voorkeursstanden
In deze stand kunt u de fotografeerfuncties instellen en maximaal 4 zelf ingestelde fotografeermodussen opslaan die u bij het fotograferen als uw eigen voorkeursstanden kunt gebruiken.
g
“MY MODE SETUP
Gebruik het functiemenu of het bedieningspaneel om een van uw opgeslagen voorkeursstanden (My Mode) te selecteren.
g
“My 1/2/3/4 “Mijn modus veranderen“ (Blz. 31)
s
Fotograferen door een scènefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie
Functies m.b.t. het fotograferen instellen en opslaan
De vastgelegde voorkeursinstelling Fotograferen wisselen
“ (Blz. 57)
“ (Blz. 28)
U kunt fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie.
Een sceneprogramma selecteren / Veranderen naar een ander sceneprogramma
•Druk op m en selecteer [SCN] in het hoofdmenu.
• Door naar een ander sceneprogramma om te schakelen, worden de meeste instellingen teruggezet naar de standaardinstellingen van het nieuwe sceneprogramma.
g“s
Fotograferen door previews met verschillende effecten te vergelijken
Knopfuncties
(motiefprogramma)
(Blz. 37)
g
De hulp bij opname volgen voor het maken van betere foto's
SHOOTING GUIDE
Shoot w/ effects preview.
1
Brightening subject.
2
Shooting into backlight.
3
Set particular lighting.
4
Blurring background.
5
Exposure effects.
0.0
+0.7
Fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie
Met deze functie kunt u de focusinstellingen instellen doo r de fotogids op het scherm te volgen.
•Druk op m om de hulp bij opname opnieuw weer te geven.
• Om de instelling te wijzigen zonder de hulp bij opname te gebruiken, stelt u een andere opnamemodus in.
• Functies die m.b.v. de hulp bij opname zijn ingesteld worden teruggezet op de standaardinstellingen als m wordt ingedrukt of als de opnamemodus wordt gewijzigd.
OK
SET
Selecteer een van de opties [1 Shoot m / effects preview.] uit het menu [SHOOTING GUIDE] voor een preview met een live venster met meerdere beelden op de monitor, waarop verschil lende niveaus van het geselecteerde foto-effect worden weergegeve n. U kunt de vier preview-beelden vergelijken voor de gewenste instelling / het gewenste effect.
+0.3
• Selecteer met de pendelknop het beeld met de gewenste instellingen en druk op o. De camera gaat automatisch naar de stand Fotograferen en
+1.0
u kunt met het geselecteerde effect fotograferen.
18
NL
n
00:3400:34
RECREC
2008.08.262008.08.26 12:3012:30 100-0004100-0004
44
IN
MOVIE PLAY
OK
2008.08.262008.08.26 12:3012:30 100-0004100-0004
00:12 /00:3400:12 /00:34
IN
1
: Verhoogt het volume.
2
: Verlaagt het volume.
3
: Iedere keer dat de knop wordt ingedrukt, verandert de snelheid van de weergave in deze
volgorde: 2x; 20x; en opnieuw 1x.
4
: Speelt de videobeelden in omgekeerde richtin g af. Iedere keer dat de knop wordt ingedr ukt,
verandert de snelheid van de weergave in deze volgorde: 1x; 2x; 20x; en opnieuw 1x.
Weergavetijd / Totale opnametijd
Videobeelden opnemen
Als [R] (films) op [ON] staat, wordt er geluid bij de videobeelden opgenomen.
• Tijdens het opnemen met geluid, kan alleen de digitale zoom worden gebruikt. Om de optische zoom te gebruiken, stelt u [R] (films) in op [OFF]. Om in te zoomen tijdens het opnemen met geluid, zet u [DIGITALE ZOOM] op [ON].
g“R
(videobeelden)
“DIGITAL ZOOM
Videobeelden met geluid opnemen“
Inzoomen op uw onderwerp
“ (Blz. 41)
(Blz. 45)
Dit pictogram brandt rood tijdens video-opname.
De resterende opnametijd wordt weergegeven. Wanneer de resterende opnametijd 0 bereikt, zal het opnemen automatisch stoppen.
• Als [IMAGE STABILIZER] op [ON] is gezet, veroorzaakt het gedurende een lange periode continu opnemen van films een verhoging van de interne temperatuur van de camera en de camera schakelt eventueel automatisch uit. Verwijder de batterij en laat de camera enige tijd afkoelen voordat u weer gaat fotograferen. Of u kunt [IMAGE STABILIZER] op [OFF] zetten. Bovendien verhoogt de tempe ratuur van de buitenkant van de camera ook tijden s het gebruik. Dit wijst echter niet op een defect.
q
Uw foto's bekijken / De stand Weergeven selecteren
De laatste foto wordt weergegeven.
• Druk op de pendelknop om andere foto's te bekijken.
• Gebruik de regelaar om om te schakelen tussen gezoomd weergeven, indexweergave en kalenderweergave.
g
“Regelaar
Indexweergave / Kalenderweergave / Close-up weergave
Videobeelden weergeven
Selecteer een film in de stand Weergeven en druk op o om af te spelen.
“ (Blz. 22)
Knopfuncties
Bedieningen tijdens het weergeven van videobeelden
•Druk op o om de weergave te pauzeren.
NL
19
Mogelijkheden in de stand pauze
2008.08.262008.08.26 12:3012:30 100-0004100-0004
00:14 /00:3400:14 /00:34
IN
/
1
: Geeft het eerste beeld weer.
2
: Geeft het laatste beeld weer.
3
: Geeft het volgende beeld weer.
4
: Geeft het vorige beeld weer.
• Gebruik de pendelknop om een panoramisch beeld te selecteren en druk op o. Het schuiven van links naar rechts en van beneden naar boven begint automatisch.
• Gebruik de regelaar om in of uit te zoomen terwijl een beeld schuift. Gebruik de pendelknop om de schuifrichting van een ingezoomd beeld te wijzigen.
•Druk op o om het schuiven in de originele vergroting te stoppen of voort te zetten.
• Druk op m om het weergeven van panoramische beelden te verlaten.
g
“PANORAMA
Panoramische beelden maken en combineren
“ (Blz. 36)
2
AEL AFL
/
• Om de film te hervatten, drukt u op o.
• Om de weergave van de videobeelden in het midden of tijdens een pauze stop te zetten, drukt u op m.
Panoramische beelden bekijken met [COMBINE IN CAMERA1] [COMBINE IN CAMERA2] (Panorama weergeven)
Foto's die in de stand Continu fotograferen zijn gemaakt, weergeven in de stand indexweergave (repeterende weergave), of in de stand Automatisch (automatische weergave van repeterende opnamen)
Bij de volgende opties wordt alleen het eerste beeld weergegeven dat gemaakt is in de stand continu fotograferen.
[j] [c] [d] [ ] [BKT] [TIMELAPSE] [AUCTION] [SHOOT & SELECT1] [SHOOT & SELECT2] [SMILE SHOT]
Knopfuncties
IN
BACK
• Selecteer de foto's waarbij het -pictogram verschijnt en druk op de indexweergave (Repeterende weergave). Druk nogmaals op eerste beeld.
• Selecteer de foto's waarbij het pictogram verschijnt en druk op (Automatische weergave van repeterende opnamen).
• Deze functie is alleen beschikbaar voor foto's die met dit type camera zijn gemaakt.
• Als het eerste beeld wordt weergegeven, zullen veranderingen in een van de volgende functies toegepast worden op alle volgende foto's in de reeks.
0
/ y / PRINT ORDER / ERASE Om deze instellingen toe te passen op afzonderlijke foto's, drukt u op indexweergave op te roepen voordat u de instellingen gaat toepassen.
20
NL
AEL AFL
AEL AFL
/ om deze weer te geven in
/ om terug te keren naar het
o
om deze automatisch weer te geven
AEL AFL
/ om de foto's eerst in de
2
3
Autofocusteken
UitzoomenInzoomen
Ontspanknop
Stilstaande beelden fotograferen
Zet de functieknop op h, P, A, S, M, r, Het autofocusteken gaat groen branden zodra de camera de belichting en scherpstelling vasthoudt (scherpstelgeheugen). De sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven (alleen als de functieknop op
h, P, A, S
Videobeelden opnemen
Zet de functieknop op n, en druk de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te leggen, druk vervolgens de ontspanknop geheel in om te beginnen met opnemen. Om het opnemen van videobeelden te stoppen, drukt u de ontspanknop opnieuw in.
4
Draai aan de zoomring om in te zoomen op uw onderwerp tijdens het fotograferen. Factor optische zoom: 20x
of M is gezet). Druk de ontspanknop nu helemaal in (geheel) om een foto te maken.
De scherpstelling vasthouden en dan de foto samenstellen (scherpstelgeheugen)
Stel uw foto samen met vastgehouden scherpstelling en druk dan de ontspanknop volledig in om een foto te maken.
• Als het autofocusteken rood knippert, is de scherpstelling niet juist
Zoomring
Opmerking
• Indien de camera op een statief staat en als het oppervlak van het statief te groot is, kan het de rotatie van de zoomring verhinderen.
g
of s en druk de ontspanknop licht in (half).
ingesteld. Probeer de scherpstelling opnieuw vast te leggen.
Zoomen tijdens het fotograferen
Fotograferen
Knopfuncties
NL
21
5
Gezoomd weergeven
• Draai de regelaar naar U om de foto stapsgewijs te vergroten tot 10 maal het oorspronkelijk formaat. Draai de regelaar naar G om het formaat te verkleinen.
• Gebruik de pendelknop tijd ens gezoomd weergeven om in de foto heen en weer te schuiven.
•Druk op o om terug te keren naar de enkelbeeldweergave.
Indexweergave
• Gebruik de pendelknop om een foto voor weergave te selecteren en druk op o om het geselecteerde enkele beeld weer te geven.
Kalenderweergave
• Gebruik de pendelknop om de datum te selecteren en druk op o of draai de regelaar naar U om de beelden op de geselecteerde datum weer te geven.
Enkelbeeldweergave
• Gebruik de pendelknop om in de beelden te bladeren.
G
UG
G
U
G
G
U
G
U
U
Regelaar
Draai de regelaar naar G of U om de fotoweergave in stand Weergeven te veranderen.
Indexweergave / Kalenderweergave / Close-up weergave
Knopfuncties
6 F
7 u
Gaat heen en weer tussen monitor en zoeker.
22
-knop
-knop
NL
Helderheid van de foto wijzigen (belichtingscorrectie)
Druk op F in de opnamemodus en draai aan de regelaar om de helderheid te wijzigen. Druk nogmaals op
• Aan te passen van –2.0 EV tot +2.0 EV
: Draai de regelaar naar : Draai de regelaar naar
F
om uw keuze te bevestigen.
U
om de foto helderder te maken.
G
om de foto donkerder te maken.
monitor / zoeker
8
AF-lock-teken
AE-lock-teken
AEL AFL
AEL AFL
Leg [AE LOCK], [AF LOCK] of [AF LOCK + AE LOCK] vast op geactiveerd door erop te drukken
g
“AEL / AFL-KNOP
/ -knop
De scherpstellingspositie en belichting vastleggen /
Repeterende opnamen weergeven in de stand Indexweergave
De scherpstellingspositie en belichting vastleggen
AEL AFL
AEL AFL
De AE-lock- en AF-lock-functies registreren
in opnamemodus.
z
Zowel de scherpstellingspositie als de belichting vastleggen (AF-lock + AE-lock)
• Leg [AF LOCK + AE LOCK] vast op AEL AFL De metingswaarde wordt opgeslagen door op AEL AFL te drukken. De scherpstelling en belichting zijn vastgezet. ^ (AF-lock-teken) en B (AE-lock-teken) worden op het scherm weergegeven. Druk nogmaals op AEL AFL om de AF-lock + AE-lock te annuleren. Telkens als u deze knop indrukt, schakelt u heen en weer tussen het vasthouden en annuleren van de scherpstelling en de belichting.
zodat de betreffende functie wordt
“ (Blz. 57)
Repeterende opnamen weergeven in de stand Indexweergave
Alleen de eerste foto van de repeterende opnamen verschijnt. Druk op in de stand Weergeven om repeterende opnamen weer te geven in de indexweergave.
g
“Foto's die in de stand Continu fotograferen zijn gemaakt, weergeven in de stand indexweergave (repeterende weergave), of in de stand Automatisch (automatische weergave van repeter ende opnamen)“ (Blz. 20)
9 #UP-knop
Activeert de flitser. Druk op #UP
0 3#
Druk op #UP Druk op o om uw keuze te bevestigen.
AUTO Autoflitsen Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
!
# H
$ #
!SLOW
#
• De flitseropties zijn uitgeschakeld als de omhoogkomende flitser gesloten is.
om een foto te maken met flitser.
-knop
in de opnamemodus om de flitser te activeren. Druk op 3# om de flitserfunctie te selecteren.
Flitsen met onder­drukken van rode ogen
Invulflitsen De flitser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht. Invulflitsen met onder-
drukken van rode ogen Flitser uit De flitser ontsteekt niet.
SLOW
Trage synchroni satie De flitser fli tst met een lange sluitertijd. De flitser gaat af, meteen nadat
Trage synchronisatie / Flitsen met onder­drukken van rode ogen
SLOW2
Trage synchronisatie 2 De flitser gaat pas af net voordat de sluiter dichtgaat (2de
De flitser geeft inleidende flitsen af om rode ogen op uw foto's te onderdukken.
De hoofdflits ontsteekt altijd na de inleidende flitsen die het effect van rode ogen onderdrukken.
de sluiter zich volledig geopend heeft (1ste sluitergordijn). Als de flitser flitst met een lange sluitertijd, kunt u zowel de achtergrond, zoals een nachttafereel, als het onderwerp vastleggen.
Als u trage synchronisatie (1ste sluitergordijn) combineert met het gebruik van de flitser, kunt u deze functie ook gebruiken om rode ogen te onderdrukken. Gebruik deze stand om foto's te maken van een persoon in een nachttafereel.
sluitergordijn). U kunt deze instelling gebruiken om interessante effecten te bereiken, bijvoorbeeld het suggereren van beweging door de achterlichten van ee n rijdende auto als strepen weer te gev en. Hoe langer de sluitertijd, hoe beter de effecten tot hun recht komen.
Flitser omhoog
Gebruik van de flitser
NL
Knopfuncties
23
a j
1m1m3m3m5m
10
M
1/400
F3.5
4
F
INE
-knop
Druk op j in de opnamemodus om de drive-functie te selecteren. Druk op o om uw keuze te bevestigen.
o
Enkelbeeldopnamen Maakt telkens één foto als de ontspanknop wordt ingedrukt.
j
Repeterende opnamen Bij alle foto's wordt de scherpstelling en de belichting van de eerst
c
Repeterende opnamen met hoge snelheid 1
d
Repeterende opnamen met hoge snelheid 2
g
Pre-capture Repeterende opnamen met een snelheid van ongeveer 13,5 beelden /
AF repeterende opnamen Stelt bij elke opname opnieuw scherp. De opnamesnelheid is trager
7
Fotograferen in de stand Bracketing
Door de ontspanknop ingedrukt te houden, kunt u een reeks opeenvolgende foto's maken. De camera maakt continu foto's tot u de ontspanknop loslaat.
• De belichtingstolerantie en het aantal beelden voor fotograferen in de stand Bracketing kunnen worden ingesteld in [DRIVE] in het [CAMERA MENU].
g
“DRIVE
Continue opnamen
b
AF / MF-schakelaar
opname aangehouden. De snelheid van de repeterende opnamen is afhankelijk van de ingestelde beeldkwaliteit.
De beelden worden sneller gefotografeerd dan in de normale stand voor repeterende opnamen.
Repeterende opnamen met een snelheid van ongeveer 13,5 beelden / sec.
sec. Door de ontspanknop half in te drukken, worden 10 beelden van een foto onmiddellijk opgeslagen voor het fotograferen.
dan bij normale repeterende opnamen. Maakt repeterende opnamen waarbij bij elke opname een andere
belichting wordt ingesteld. Scherpstelling en witbalans van de eerste opname worden vastgehouden.
“ (Blz. 40)
Enkelbeeldopnamen / Repeterende opnamen
Wijzigen van de scherpstelmethode
Schuif de AF / MF-schakelaar in opnamemodus om de scherpstelfunctie in te stellen.
AF Druk de ontspanknop half in. De camera stelt automatisch scherp. MF Pas de scherpstelling handmatig aan.
P
Knopfuncties
10
M
F
INE
1/400
5m
F3.5
Indien op [MF] gezet
•Druk op 43 om de scherpstelling in te stellen. Hierbij wordt het midden
MF
van het beeld vergroot.
• Houd o ingedrukt om de scherpstelling vast te houden. De scherpstelling wordt vast ingesteld op de door u ingestelde afstand en in de monitor verschijnt in rood de melding MF. Om de scherpstelling aan te passen,
o
weer ingedrukt.
houd u
• De afstand die op de monitor verschijnt, is slechts een schatting.
IN
4
• U kunt de zoomring of de regelaar alsook scherpstelling te wijzigen.
g
“MANUAL FOCUS handmatig scherpstellen
De scherpstelmethode selecteren in de stand
“ (Blz. 58)
43
gebruiken om de
24
NL
c q
/ P-knop
q
Beelden bekijken
De gefotografeerde beelden verschijnen op de monitor. Druk in de stand Fotograferen op q. Druk weer op q of druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de stand Fotograferen.
P
Beelden printen
Als er een printer op de camer a is aangesloten, geef dan het beeld dat u wil t printen weer in de stand Weergeven en druk op P.
g
“EASY PRINT“ (Blz. 59)
d f
/ S-knop
f
Het onderwerp verlichten bij tegenlicht (Schaduwaanpassingstechniek)
Druk op f in de opnamemodus om de schaduwa anpassingstechniek in of uit te schakelen. Druk op o om uw keuze te bevestigen. Op de monitor wordt een kader rond het gelaat van uw onderwerp weergegeven (behalve bij n). Deze functie zorgt ervoor dat het gezicht van het onderwerp helderder op de foto komt, zelfs bij tegenlicht.
OFF Schaduwaanpassingstechniek is gedeactiveerd. ON Schaduwaanpassingstechniek is geactiveerd.
• Het kan enkele seconden duren tot het kader op de monitor wordt weergegeven.
• Afhankelijk van het onderwerp wordt het gelaat eventueel niet herkend.
• Als [ON] geselecteerd is, gelden de volgende beperkingen voor het instellen:
• [METERING] wordt vast ingesteld op [ESP].
• [AF MODE] is vastgezet op [FACE DETECT].
• Als [DRIVE] is ingesteld op een andere stand dan [o], wordt deze functie alleen toegepast op het eerste beeld.
• [ ] wordt automatisch [j].
S
Beelden wissen
In de stand Weergeven selecteert u de foto die u wilt wissen en drukt u op S.
• Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer herstellen. Controleer alle beelden v oor deze gewist worden, zodat niet onbedoeld beelden gewist worden die u had willen bewaren.
g “0
Beelden beschermen
e m
Geeft het hoofdmenu weer.
-knop (MENU)
“ (Blz. 50)
Het onderwerp verlichten bij tegenlicht / Beelden wissen
Beelden bekijken / Beelden printen
Knopfuncties
NL
25
f
Hulplijnweergave (Horizontale en verticale lijnen of diagonale lijnen)
*1*2
Eenvoudige weergave
*1
Normale weergave
Histogram­weergave
*1*2
Stand Fotograferen
Histogram­weergave
*1
Normale weergave
Gedetailleerde weergave
Stand Weergeven
Geen informatieweergave
DISP. / E-knop
DISP.
De informatie op display wijzigen
Druk op
DISP.
om de weergave in onderstaande volgorde te wijzigen.
De informatie op display wijzigen /
Menugids weergeven / Tijd controleren
Knopfuncties
n
of
*1 Dit wordt niet weergegeven als de functieknop op *2 Dit wordt niet weergegeven wanneer de functie in het menu op [OFF] is gezet. g u Histogram weergeven
“FRAME ASSIST
26
NL
“ (Blz. 56)
Hulplijnweergave weergeven / Het type hulplijnweergave vastleggen
g
staat.
“ (Blz. 56)
E Menugids weergeven
Er verschijnt een instelscherm.
Druk op 1z
METERING
Sets picture brightness for taking pictures.
Druk bij een gemarkeerde menufunctie op E en houd dit ingedrukt om de menugids weer te geven.
Tijd controleren
Druk, terwijl de camera uit staat, op en de huidige tijd 3 seconden weer te geven.
g
Pendelknop (
Gebruik de pendelknop om motiefprogramma's, foto weergave en de menuopties te selecteren.
h 4&
-knop
Druk op
4&
Druk op o om uw keuze te bevestigen.
OFF Stand macro uit Stand macro is gedeactiveerd.
&
%
in de stand Fotograferen om de stand macro te selecteren.
Stand macro Met deze stand kunt u foto's maken op een afstand van
Stand supermacro In deze stand kunt u foto's maken op een afstand van slechts
DISP. / E om de ingestelde alarmtijd (als [ALARM CLOCK] is ingesteld)
124 3
)
Dicht bij het onderwerp fotograferen (stand macro)
maar 10 cm (breed) tot het onderwerp.
1 cm tot het onderwerp.
Knopfuncties
i 1z
Hierdoor kunt u een vaakgebruikte functie opslaan (behalve h, n en Eenmaal opgeslagen, kunt u de instellingen rechtstreeks oproepen met de knop in plaats van ze telkens vanuit het menu te activeren. De standaardinstelling is [OFF]. U hebt bijvoorbeeld [FINE ZOOM] opgeslagen onder de [CUSTOM BUTTON]
g
-knop
OK
“CUSTOM BUTTON “Functies die kunnen worden toegewezen aan My Mode / pers.toets“ (Blz. 77)
Vastleggen van functies onder de pers.toets
Deze knop gebruiken als een persoonlijke toets
g
“ (Blz. 58)
) op 1z.
NL
27
j 2Y
Druk op 2Y in de opnamemodus om de zelfontspanner in of uit te schakelen. Druk op o om uw keuze te bevestigen.
OFF Annuleer de zelfontspanner. 12s Nadat de ontspanknop helemaal is ingedrukt, brandt de
2s Nadat de ontspanknop helemaal is ingedrukt, brandt de
•Druk op 2Y om de zelfontspanner uit te zetten.
• Na elke opname die met de zelfontspanner gemaakt wordt, wordt de stand Zelfontspanner automatisch uitgeschakeld.
• De zelfontspanner kan niet gebruikt worden als [AF PREDICT] of [PRE-CAPTURE] op [ON] staat.
k o
Druk op o in opnamemodus om het bedieningspaneel of het functiemenu weer te geven. U kunt het bedieningspaneel gebruiken om de huidige instellingen te zien en om de functies van de opnamemodus in te stellen. U kunt het functiemenu gebruiken om vaakgebruikte functies in te stellen in opnamemodus. Deze knop wordt ook gebruikt om uw selectie te bevestigen.
• U kunt kiezen of u het bedieningspaneel of het functiemenu wilt weergeven.
g
-knop
zelfontspanner-LED ongeveer 10 seconden, knippert dan ongeveer 2 seconden en daarna wordt de foto gemaakt.
zelfontspanner-LED ongeveer 2 seconden en daarna wordt de foto gemaakt.
-knop (OK / FUNC)
“CONTROL PANEL
Schakelen tussen het bedieningspaneel en het functiemenu
Instellen met behulp van het bedieningspaneel of functiemenu
Fotograferen met de zelfontspanner
“ (Blz. 53)
Instellen met het bedieningspaneel
g
“Bewerkingen uitvoeren met het bedieningspaneel“ (Blz. 29)
Instellen met het functiemenu
My 1/2/3/4..................................................
s
/ E / c /
• Weergegeven als de functieknop op r staat.
Knopfuncties
• Instellingen zijn vastgelegd onder s als standaardinstelling af fabriek.
Functiemenu
d
De vastgelegde voorkeursinstelling Fotograferen wisselen
43
: Selecteer een instelling en druk op o.
12
: Selecteer de functie die u wilt instellen.
Andere functies die u met het functiemenu kunt instellen
g
“WB
Kleur van een foto aanpassen
“ISO
De ISO-gevoeligheid wijzigen “METERING “IMAGE QUALITY
28
NL
Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een onderwerp
Beeldkwaliteit wijzigen
“ (Blz. 39)
“ (Blz. 40)
“ (Blz. 34)
“ (Blz. 41)
Bewerkingen uitvoeren met het bedieningspaneel
u
-knop
o
-knop
Zoeker Monitor Zoeker Monitor
10M10
M
P
44
IN
N
ORMNORM
1/4001/400 F3.5F3.5
ISO
1600
ISO
1600
4
WB
10
M
4
N
ORM
1/400
F3.5
ISO
1600
o-knop
10
M
1/400 F3.5
+0
+0
+0
44
ISO
1600
+0.0
P
2008.0 8.262008.08.26
u-knop
Bedieningspaneel
•Zodra u wordt ingedrukt om de zoeker in te schakelen, verschijnt het bedieningspaneel op de monitor.
10
M
4
N
ORM
1/400
F3.5
ISO
1600
Als u op o drukt in opnamemodus verschijnt er een scherm om fotografeerfuncties in te stellen en weer te geven. Dit wordt het bedieningspaneel genoemd.
P
ISO
1600
10
M
N
ORM
1/400
F3.5
P
ISO
1600
10
M
N
ORM
IN
1/400
F3.5
4
P
WB
K
+0.0
IN
4
ISO
1600
1/400 F3.5
+0
+0
10
M
+0
4
Bewerkingen uitvoeren met het bedieningspaneel
NL
29
Loading...
+ 67 hidden pages