● Wij danken u voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees voordat u uw
nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale
prestaties en van een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze
handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
● Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen
te maken teneinde u met uw camera vertrouwd te maken.
● In het belang van voortdurende verbeteringen van het product behoudt Olympus zich het
recht voor de in deze handleiding gepubliceerde informatie bij te werken of aan te passen.
● De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel
vervaardigd en kunnen afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
Inhoud
1
Stap
De inhoud van de doos controleren
of
CamerariemLI-50B lithium-
Digitale camera
Andere niet afgebeelde accessoires: Handleiding (deze handleiding), OLYMPUS Master 2, garantiekaart
De inhoud kan variëren naar plaats van aankoop.
Lees “Menu-instellingen“ (Blz. 27 – 47) terwijl u deze pagina bekijkt.
Gebruik van het menu
Vier soorten instellingen
Gebruik van het menu
Diverse camera-instellingen kunnen worden opgeroepen
met de menu's, zoals functies tijdens het fotograferen
en weergeven, de datum/tijd en de schermweergave.
Bepaalde menu's zijn niet beschikbaar, afhankelijk
van andere instellingen of de geselecteerde
s-stand (Blz. 31).
1
Zet de functieknop op een andere
stand dan A.
Het symbool in
“Menu-instellingen“
(Blz. 27 tot 47) geeft
de beschikbare
fotostanden aan.
2
Druk op de knop m.
Dit voorbeeld toont aan hoe u de ●
[DIGITAL ZOOM] kunt instellen.
3
Gebruik ABCD om het gewenste
CAMERA MENU
MENU
EXITSET
Hoofdmenu stand
Fotograferen
OK
menu te selecteren, en druk op
de knop o.
Als u de knop E
indrukt en ingedrukt
houdt, verschijnt
een toelichting
(menugids) van de
geselecteerde optie.
CAMERA MENU
1
2
ISO
DRIVE
FINE ZOOM
DIGITAL ZOOM
MENU
EXIT
Submenu 1
AUTOWB
AUTO
o
OFF
OFF
OK
SET
Gebruikte knoppen
m knop
Pendelknop
E-knop
o-knop
4
Gebruik AB om het gewenste submenu 1
te selecteren en druk op de knop o.
Paginatab
CAMERA MENU
1
2
EXITSET
5
Gebruik AB om het submenu 2 te
AUTOWB
ISO
AUTO
DRIVE
o
OFF
FINE ZOOM
OFF
DIGITAL ZOOM
MENU
Om snel naar het gewenste submenu te gaan,
drukt u op C om de paginatab te markeren,
en gebruikt u daarna AB om van pagina
te wisselen. Druk op D om terug te keren
naar Submenu 1.
Sommige menu's bevatten submenu's die
verschijnen door op de knop o te drukken.
OK
Submenu 2
CAMERA MENU
1
2
ISO
DRIVE
FINE ZOOM
DIGITAL ZOOM
MENU
BACK
DIGITAL ZOOM
AUTOWB
OFF
AUTO
ON
o
OFF
OFF
selecteren en druk op de knop o.
Als de instelling is aangepast, verschijnt het ●
vorige scherm opnieuw.
Er zijn eventueel nog
andere bewerkingen
mogelijk. “Menuinstellingen“
(Blz. 27 tot 47)
6
Druk op de knop m om de instelling
CAMERA MENU
1
AUTOWB
2
ISO
AUTO
o
DRIVE
OFF
FINE ZOOM
ON
DIGITAL ZOOM
MENU
EXITSET
te voltooien.
OK
SET
OK
NL
3
Het menu FUNC gebruiken (Blz. 23)
Directe knoppen gebruiken
Directe knoppen gebruiken
De camera bedienen door te tikken
op de behuizing
(Blz. 46)
Vaak gebruikte fotofuncties kunnen worden opgeroepen met de
directe knoppen.
De batterij en de xD-Picture
Card™ (afzonderlijk verkocht)
in de camera plaatsen
Steek niets anders dan een xD-Picture Card
of de microSD-koppeling in de camera.
1
1
Klepje van het batterijcompartiment/
2
het kaartje
2
Vergrendelknopje voor batterij
De batterij heeft een voorzijde en een
achterzijde. Plaats de batterij in de juiste
richting zoals aangegeven in de afbeelding.
Als de batterij niet correct wordt geplaatst,
werkt de camera niet.
Schuif het vergrendelknopje voor de batterij
in de richting van de pijl om de batterij te
plaatsen.
Schuif het vergrendelknopje voor de batterij
in de richting van de pijl om de batterij te
ontgrendelen, en haal de batterij eruit.
Zorg ervoor dat de camera is
uitgeschakeld uit wanneer u het klepje
van het batterijcompartiment/het kaartje
opent of sluit.
Zorg ervoor dat het klepje van het
batterijcompartiment/het kaartje gesloten
is wanneer u de camera gebruikt.
3
InkepingIndexvlak
10
NL
Steek het kaartje recht in de kaartsleuf
totdat het op zijn plaats vastklikt.
Raak de contactpunten op de kaart niet aan.
4
Zorg ervoor dat er geen vreemde materialen
zoals stof of zand enz. blijven kleven
aan de pakking van het klepje van het
batterijcompartiment of het kaartje en dat
er geen barsten en krassen inzitten.
Met deze camera kan de gebruiker foto's
maken met behulp van het interne geheugen,
zelfs als er geen xD-Picture Card (afzonderlijk
verkocht) in de camera geplaatst is. “Gebruik
van een xD-Picture Card“ (Blz. 62)
“Aantal foto's dat kan worden opgeslagen
(stilstaande beelden)/continue opnametijd
(videobeelden) in het interne geheugen
en op de xD-Picture Card“ (Blz. 64)
De xD-Picture Card verwijderen
12
Batterij laden
De meegeleverde lichtnetadapter (F-1AC/
met netsnoer of met rechtstreekse stekker)
kan verschillen afhankelijk van de regio
waar u de camera hebt gekocht. Als u een
lichtnetadapter met rechtstreekse stekker
hebt gekregen, steekt u deze rechtstreeks
in een stopcontact.
De meegeleverde lichtnetadapter (F-1AC)
is enkel bedoeld voor het opladen van
deze camera.
Gebruik geen functies zoals fotograferen,
beelden weergeven enz. terwijl de
lichtnetadapter aangesloten is op de camera.
Voorbeeld: lichtnetadapter met netsnoer
1
Lichtnetadapter
Stopcontact
Lichtnetkabeltje
2
Multiconnector
Duw het kaartje in tot u een klik hoort,
waarna het kaartje een stukje uitspringt,
zodat u het kaartje kunt vastnemen en
uittrekken.
Klepje over
de connector
NL
11
3
Bij levering is de batterij gedeeltelijk
opgeladen. Voor u de camera gebruikt,
dient u de batterij op te laden tot de
indicator voor de laadtoestand blauw
wordt (maximaal ongeveer 2,5 uur).
Als de indicator voor de laadtoestand
niet oplicht of wanneer deze zowel blauw
als oranje oplicht, zijn de aansluitingen
eventueel niet correct, of is de batterij, de
camera en/of de lichtnetadapter beschadigd.
Indicator voor laadtoestand
Brandt (oranje): laden bezig
Brandt (blauw): geladen
Wanneer moet de batterij worden
opgeladen
Laad de batterij op als de volgende
foutmelding verschijnt.
Knippert rood
BATTERY EMPTY
Een microSD-kaartje/
microSDHC-kaartje gebruiken
(afzonderlijk verkocht)
Een microSD-kaartje/microSDHC-kaartje (hierna
“microSD-kaartje“ genoemd) kan ook met deze
camera worden gebruikt met behulp van de
microSD-koppeling.
“De microSD-koppeling gebruiken“ (Blz. 65)
1
Steek het microSD-kaartje
in de koppeling.
Steek het kaartje
helemaal in.
2
Steek de microSD-koppeling
in de camera.
Inkeping
Rechterbovenhoek
monitor
12
NL
Foutmelding
Het microSD-kaartje verwijderen
Trek het microSD-kaartje recht uit.
Raak het contactvlak op de microSD-
koppeling en op het microSD-kaartje
niet aan.
Pendelknop en
bedieningsaanwijzing
De symbolen 1243, die in
verschillende instelschermen en schermen voor
de weergave van videobeelden verschijnen, geven
aan dat de pendelknop kan worden gebruikt.
EXPOSURE COMP.
X
0.0+0.3
TIME
YMD
+0.7+1.0
20080826 12 30
CANCELSET
4
Pendelknop
De bedieningsaanwijzingen onderaan het scherm
geven aan dat de knop m, de knop o,
de zoomknop of de knop D kunnen worden
gebruikt.
MENU
1
2
YMD
OK
3
2009.10.26 12:30
100-0004
IN
00:14 /00:34
/
Datum en tijd instellen
De datum en tijd die u hier instelt, wordt gebruikt
voor bestandsnamen, om de datum af te
drukken en andere toepassingen.
1
Druk op de n-knop om de
camera in te schakelen.
Als de datum en de tijd niet ingesteld zijn, ●
verschijnt het instelscherm voor de datum
en de tijd.
X
YM
DTIME
---- -- -- -- --
MENU
CANCEL
Instelscherm datum en tijd
2
Gebruik AB om het jaar te
selecteren bij [Y].
X
YM
D TIME
-- -- -- --
2009
MENU
CANCEL
YMD
YMD
CAMERA MENU
MENU
EXITSET
Bedieningsaanwijzingen
OK
SEL. IMAGE
W
T
BACKGO
OK
SET
14253
MENU
OK
3
Druk op D om de instelling voor [Y]
op te slaan.
X
YM
D TIME
IN
6
D
2009
CANCEL
-- -- -- --
MENU
YMD
NL
13
4
Zoals in stap 2 en 3 gebruikt
u ABCD en de knop o
om [M] (maand), [D] (dag),
[TIME] (uren en minuten) en [Y/M/D]
(volgorde datum) in te stellen.
Voor een nauwkeurige tijdinstelling drukt
u op de knop o op het moment dat
de klok 00 seconden aanwijst.
Als u de datum en de tijd wenst te wijzigen,
past u de instelling aan vanuit het menu.
[X] (Datum/tijd) (Blz. 44)
De datum en tijd controleren
Druk op de knop g terwijl de camera
uitgeschakeld is. De huidige tijd wordt
gedurende ongeveer 3 seconden
weergegeven.
Taal op de displays veranderen
De taal voor het menu en de foutmeldingen
op de monitor kunt u instellen.
1
Druk op de knop m en druk
op ABCD om [E] (SETUP)
te selecteren.
SETUP
3
Gebruik AB om [W] te
selecteren en druk op de knop o.
4
Gebruik ABCD om uw taal te
selecteren en druk op de knop o.
5
Druk op de knop m.
2
Druk op de knop o.
14
NL
MENU
EXITSET
SETUP
1
MEMORY FORMAT
2
BACKUP
3
4
PW ON SETUP
MENU COLOR
MENU
EXITSET
ENGLISH
NORMAL
OK
OK
Fotograferen, weergeven en wissen
Fotograferen met optimale
diafragmawaarde en sluitertijd
(stand K)
In deze stand kunt u automatisch foto's nemen
en kunt u diverse andere fotofuncties aanpassen,
zoals belichtingscorrectie, witbalans enz.
1
Zet de functieknop op K.
2
Druk op de n-knop om de
camera in te schakelen.
P modusindicator
P
12
M
N
ORM
Aantal stilstaande beelden dat
kan worden opgeslagen (Blz. 63)
Monitor
(scherm stand Standby)
Druk nogmaals op de n-knop
om de camera uit te schakelen.
IN
4
3
Houd de camera goed vast en
kadreer de foto.
Monitor
Horizontale stand
Verticale stand
Zorg ervoor dat u de fl itser niet afdekt met
uw vingers enz. wanneer u de camera
vasthoudt.
4
Druk de ontspanknop half in om
P
1/400 F3.3
scherp te stellen op het onderwerp.
Als de camera zich scherpstelt op het onderwerp, ●
wordt de belichting vastgehouden (sluitertijd en
diafragmawaarde worden weergegeven) en het
autofocusteken wordt groen.
●
De camera kan niet scherpstellen als het
autofocusteken rood knippert. Probeer opnieuw
scherp te stellen.
P
Half indrukken
“Scherpstellen“ (Blz. 58)
Sluitertijd
1/400 F3.3
Autofocusteken
Diafragmawaarde
NL
15
5
Om de foto te maken drukt u de
ontspanknop voorzichtig volledig
in zonder de camera te bewegen.
P
Beelden bekijken
1
Zet de functieknop op q.
Beeldnummer
Helemaal
indrukken
1/400 F3.3
Scherm voor beeldcontrole
Foto's bekijken tijdens fotograferen
Door op de knop q te drukken, kunt
u beelden weergeven. Om terug te
keren naar de stand Fotograferen,
drukt u nogmaals op de knop q of drukt
u de ontspanknop half in.
U kunt de camera bedienen door te tikken
op de behuizing wanneer [TAP CONTROL]
is ingesteld op [ON].
[TAP CONTROL] (Blz. 46)
Videobeelden maken
“Videobeelden maken (stand A)“ (Blz. 19)
2009.10.26 12:30
Weergegeven beeld
2
Gebruik ABCD om een beeld
te kiezen.
Toont 10 beelden
voor het huidige
beeld
Toont het vorige
beeld
De weergavegrootte van de beelden
kan worden gewijzigd. “Indexweergave,
kalenderweergave en close-up
weergave“ (Blz. 25)
Toont het
volgende beeld
Toont 10 beelden
na het huidige
beeld
12
N
ORM
100-0001
IN
M
1
16
NL
Videobeelden afspelen
ERASE
NO
Selecteer een video en druk op de knop o.
2009.10.26 12:30
100-0004
OK
MOVIE PLAY
Videobeelden
Bedieningen tijdens het weergeven
van videobeelden.
Volume: druk tijdens het afspelen op AB.
Snel vooruit/achteruit spoelen:
selecteren met CD. T elkens wanneer
een knop wordt ingedrukt, wijzigt de
weergavesnelheid met 2x, 20x en de
standaardsnelheid (1x) in de richting
van de ingedrukte knop.
Pauze: druk op de knop o.
2009.10.26 12:30
100-0004
IN
Verstreken tijd/
Totale opnametijd
Tijdens afspelen
Eerste (laatste) beeld/beeld per
beeld: in de stand pauze drukt u op A
om het eerste beeld te bekijken of drukt
u op B om het laatste beeld te bekijken.
De afspeelrichting wordt omgedraaid
wanneer C wordt ingedrukt, en verloopt
normaal wanneer D wordt ingedrukt.
Druk op de knop o om het afspelen
te hernemen.
00:12 /00:34
Beelden wissen tijdens
afspelen (één beeld wissen)
1
Druk op de knop D als het
beeld dat moet worden gewist,
wordt weergegeven.
IN
4
2
Druk op A om [YES] te selecteren
en druk op de knop o.
[K ERASE] (Blz. 38)
ERASE
MENU
YES
NO
IN
OK
SETCANCEL
2009.10.26 12:30
IN
00:14 /00:34
Tijdens pauze
Afspelen van videobeelden stoppen
Druk op de knop m.
100-0004
/
NL
17
Fotostanden gebruiken
Dit onderdeel geeft een beschrijving van de
beschikbare fotostanden. Afhankelijk van de
stand kunnen bepaalde instellingen worden
gewijzigd. Meer informatie over de aanpasbare
functies vindt u onder “Menu's voor fotofuncties“
op bladzijde 27.
De beste stand gebruiken
om de scène te fotograferen
(stand s)
1
Zet de functieknop op s.
PORTRAIT
MENU
EXIT
Er verschijnt een toelichting van de geselecteerde ●
stand als u de knop E ingedrukt houdt.
2
Gebruik AB om de beste
opnamestand voor de scène te
selecteren en druk op de knop o.
Pictogram dat
het ingestelde
motiefprogramma
aangeeft
12
M
N
ORM
Gebruik het menu om naar een ander
motiefprogramma te gaan. [Os] (Blz. 31)
In de stand [l UNDERWATER WIDE2]
wordt de scherpstelafstand automatisch
vastgezet op ongeveer 5,0 m.
U dient een onderwaterbehuizing te
gebruiken wanneer u de camera gebruikt
op een diepte van meer dan 3 m.
SET
OK
IN
*1
,
“Belangrijke informatie over water-
en schokbestendigheid“ (Blz. 65)
De scherpstelafstand vergrendelen
voor onderwateropnames
(AF-vergrendeling)
Wanneer [T UNDERWATER
SNAPSHOT], [k UNDERWATER
WIDE1] of [H UNDERWATER MACRO]
is geselecteerd, drukt u op B.
^ -markering
12
M
N
ORM
Druk nogmaals op B om te annuleren
en de markering ^ te verwijderen.
De huidstint en -textuur
verbeteren (stand b)
De camera detecteert het gezicht van een
persoon en geeft de huid een zachte, stralende
tint bij het nemen van de foto.
1
Zet de functieknop op b.
b modusindicator
4
12
M
N
ORM
AFL
IN
4
IN
4
18
NL
2
00:35
QVGA
15
00:34
REC
Richt de camera op het onderwerp.
Controleer het kader dat rond het
door de camera gedetecteerde
gezicht verschijnt, en druk op de
ontspanknop om de foto te maken.
Zowel het onbewerkte als het bewerkte beeld ●
worden opgeslagen.
Als het beeld niet kan worden geretoucheerd, ●
wordt enkel het onbewerkte beeld opgeslagen.
Voor sommige onderwerpen verschijnt het
kader niet, duurt het even voor het kader
verschijnt of heeft het bewerken geen effect.
[IMAGE SIZE] van het geretoucheerde
beeld is beperkt tot [J] of kleiner.
Fotograferen met automatische
instellingen (stand A)
De camera selecteert automatisch de beste
stand om de scène te fotograferen. Dit is een
volautomatische stand waarin u foto's kunt
nemen die het best aangepast zijn aan de scène
door gewoon de ontspanknop in te drukken.
De instellingen in het menu Fotograferen
zijn niet beschikbaar in de stand A.
1
Zet de functieknop op A.
De indicator verandert in het pictogram
voor het motiefprogramma die door de
camera werd geselecteerd.
i
AUTO
Videobeelden maken (stand n)
Audio wordt tegelijk met de fi lm opgenomen.
1
Zet de functieknop op n.
A modusindicator
QVGA
15
Zoomen tijdens het opnemen van een fi lm
De optische zoom is niet beschikbaar tijdens
het opnemen van een fi lm.
Gebruik [DIGITAL ZOOM] (Blz. 29).
Een fi lm opnemen met digitale
beeldstabilisatie
[DIS MOVIE MODE] (Blz. 30)
2
Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen op het onderwerp,
en druk de ontspanknop dan
volledig in om de opname te starten.
Brandt rood tijdens opname
REC
Half indrukken
IN
00:35
12
M
N
ORM
Druk de ontspanknop half in of druk op de ●
knop g om na te gaan welke opnamestand
de camera automatisch heeft geselecteerd.
In sommige gevallen kiest de camera niet
de gewenste stand om te fotograferen.
Wanneer de camera niet kan vaststellen
wat de optimale stand is, wordt de stand P
geselecteerd.
IN
Helemaal
4
indrukken
3
Druk de ontspanknop volledig
Resterende opnametijd (Blz. 64)
in om de opname te stoppen.
00:34
NL
19
Fotofuncties gebruiken
Naast de vele verschillende fotostanden beschikt
de camera ook over functies die de expressiviteit
en de opnameopties voor de fotograaf verruimen.
Gebruik van de optische zoom
Met de zoomknop kunt u het opnamebereik
aanpassen.
Op de groothoekknop
(W) drukken
P
WT
12
M
N
ORM
Zoombalk
Optische zoom: 3,6×, digitale zoom: 5,0×.
Het gebruik van [IMAGE STABILIZER]
(stilstaande beelden)/[DIS MOVIE MODE]
(videobeelden) (Blz. 30) is aan te bevelen
als u foto's maakt met de telezoom.
Grotere beelden maken zonder
beeldkwaliteit te verliezen
[FINE ZOOM] (Blz. 29)
Grotere beelden maken
[DIGITAL ZOOM] (Blz. 29)
IN
4
Op de teleknop (T)
drukken
P
WT
12
M
N
ORM
IN
Het uitzicht van de zoombalk geeft de status
van de fi jne zoom/digitale zoom aan.
Als de optische
zoom wordt
gebruikt
Optisch zoombereik
Als de fi jne
zoom wordt
gebruikt
Als de digitale
zoom wordt
gebruikt
4
Gebruik van de fl itser
De fl itserfuncties kunnen worden gekozen
overeenkomstig de lichtomstandigheden,
zodat het gewenste beeld wordt verkregen.
1
Druk op de knop #.
U kunt de camera bedienen door te tikken
op de behuizing wanneer [TAP CONTROL]
is ingesteld op [ON].
[TAP CONTROL] (Blz. 46)
AUTO
P
Fijn zoombereik
Digitaal zoombereik
OKOK
SET
FLASH AUTO
! # $
AUTO
20
NL
2
0.0
+0.3
+0.7
+1.0
Gebruik CD om de optie te
selecteren en druk op de knop o
om in te stellen.
FunctieBeschrijving
FLASH AUTO
REDEYE
FILL IN
FLASH OFFDe fl itser ontsteekt niet.
Bij weinig licht of tegenlicht
ontsteekt de fl itser automatisch.
Dit produceert inleidende fl itsen
om rode ogen in uw foto's te
voorkomen.
De fl itser ontsteekt altijd,
ongeacht het beschikbare licht.
Helderheid aanpassen
(belichtingscorrectie)
De standaard helderheid (juiste belichting) die
door de camera wordt ingesteld op basis van
de fotostand (behalve A) kan helderder
of donkerder worden ingesteld om een
bepaald effect te verkrijgen.
1
Druk op de knop F.
EXPOSURE COMP.
0.0
+0.7
Belichtingscorrectiewaarde
2
Gebruik ABCD om de gewenste
beeldhelderheid te selecteren,
en druk op de knop o.
+0.3
+1.0
Close-upopnamen maken
(stand Macro)
Met deze functie kan de camera scherpstellen
op onderwerpen die zich zeer dichtbij bevinden.
1
Druk op de knop &.
U kunt de camera bedienen door te tikken
op de behuizing wanneer [TAP CONTROL]
is ingesteld op [ON].
[TAP CONTROL] (Blz. 46)
P
2
Gebruik CD om de optie te
selecteren en druk op de knop o
om in te stellen.
FunctieBeschrijving
OFFStand Macro is gedeactiveerd.
MACRO
SUPER
MACRO
S-MACRO
*3*4
LED
*1
Als de zoom in de uiterste groothoekstand staat (W).
*2
Als de zoom in de uiterste telestand staat (T).
*3
De zoom wordt automatisch vast ingesteld.
*4
[ISO] (Blz. 28) wordt automatisch vastgezet op [AUTO].
De fl itser (Blz. 20) en de zoom (Blz. 20)
Hiermee kunt u fotograferen
op een afstand van 10 cm
(30 cm
Hiermee kunt u fotograferen
op een afstand van slechts
2 cm tot uw onderwerp. Er kan
niet worden scherpgesteld op
*3
onderwerpen die zich op een
afstand van meer dan 50 cm
bevinden.
Wanneer u de ontspanknop
half indrukt, verlicht de LEDverlichting het gebied 7 tot
20 cm voor de lens.
kunnen niet worden gebruikt wanneer [%]
of [O] is geselecteerd.
OFFOFF
OKOK
SET
OFF
% &
OFF
*2
) tot uw onderwerp.
*1
NL
21
Gebruik van de zelfontspanner
Nadat de ontspanknop volledig werd ingedrukt,
wordt de foto met een bepaalde vertraging
genomen.
1
Druk op de knop Y.
P
OKOK
SET
SELFTIMER
12
M
N
ORM
2
Gebruik AB om de optie te
selecteren en druk op de knop o
om in te stellen.
FunctieBeschrijving
OFFDit annuleert de zelfontspanner.
ON
Na elke opname die met de zelfontspanner
De zelfontspanner-LED brandt
eerst ongeveer 10 seconden
continu, knippert dan ongeveer
2 seconden en daarna wordt de
foto gemaakt.
gemaakt wordt, wordt de stand
Zelfontspanner automatisch uitgeschakeld.
De zelfontspanner annuleren nadat
hij werd gestart.
Druk de Y-knop weer in.
OFF
De LED-verlichting gebruiken
In een donkere omgeving kan de LED-verlichting
worden gebruikt als hulpverlichting om dingen te
kunnen zien of foto's te kunnen kadreren.
1
Zet [LED ILLUMINATOR] (Blz. 46)
op [ON].
YYY
2
Houd de knop Y ingedrukt tot de
OFF
LED-verlichting wordt geactiveerd.
ON
Wanneer u een handeling uitvoert met de●
LED-verlichting ingeschakeld, zal deze tot
ongeveer 90 seconden blijven branden.
LED-verlichting
De LED-verlichting dooft wanneer gedurende
langer dan ongeveer 30 seconden geen
handeling wordt uitgevoerd.
Zelfs als de camera is uitgeschakeld
wanneer u op de knop Y drukt tot
de LED-verlichting oplicht, blijft deze
gedurende 30 seconden branden.
De LED-verlichting uitschakelen
Houd de knop Y ingedrukt tot de
LED-verlichting wordt uitgeschakeld.
22
NL
De weergave van de
foto-informatie wijzigen
De weergave van de scherminformatie kan
worden aangepast aan de situatie, bijvoorbeeld
om een nauwkeurige compositie te maken met
behulp van de rasterweergave.
1
Druk op de knop g
De weergegeven foto-informatie wijzigt in ●
onderstaande volgorde telkens als u op de knop
drukt. “Weergave stand fotograferen“ (Blz. 8)
Normaal
P
ISO
1600
12
M
N
ORM
+2.0
Histogram
P
ISO
1600
12
IN
M
N
ORM
4
+2.0
IN
Gebruik van het menu FUNC
In het menu FUNC vindt u de volgende
menufuncties, die snel kunnen worden
opgeroepen en ingesteld.
te selecteren en druk op de knop o
om in te stellen.
Het effect-voorbeeldscherm gebruiken
(meerdere vensters)
Als u een optie selecteert uit [ZOOM],
[EXPOSURE COMP.], [WB] of [ESP/n]
verschijnen 4 voorbeeldweergaves met de
aangepaste waarden voor de geselecteerde
fotofunctie. Gebruik ABCD om het
gewenste beeld te selecteren en druk
op de knop o.
De monitor helderder maken
(Tegenlicht verbeteren)
Wanneer u de knop o/D ingedrukt houdt,
wordt het scherm helderder. Het scherm keert
terug naar de oorspronkelijke helderheid als
gedurende 10 seconden geen handelingen
worden uitgevoerd.
24
NL
Weergavefuncties gebruiken
Indexweergave,
kalenderweergave
en close-up weergave
Met indexweergave en kalenderweergave
kunt u snel het gewenste beeld selecteren.
Met close-up weergave (tot 10 x vergroting)
kunt u beelddetails controleren.
1
Druk op de zoomknop.
Enkel beeldClose-upweergave
12
M
N
ORM
12:30
100-0004
IN
IN
IN
4
2009.10.26 12:30
2009.10.26 12:304
2009.10.26 12:30
Indexweergave
2009.10.264
2009.10.26 12:304
Een afbeelding in indexweergave
selecteren
Gebruik ABCD om een afbeelding te
selecteren, en druk op de knop o om het
geselecteerde beeld weer te geven op het
volledige scherm.
Beelden selecteren in de
kalenderweergave
Gebruik ABCD om een datum te
selecteren en druk op de knop o of op T op
de zoomknop om de beelden te bekijken die
op de geselecteerde datum werden gemaakt.
Een afbeelding in close-up weergave
verschuiven
Gebruik ABCD om de weergavezone
te verplaatsen.
De weergave van de
beeldinformatie wijzigen
De foto-informatie die op het scherm wordt
weergegeven, kan worden gewijzigd.
1
Druk op de knop g
x
10
IN
4
IN
De weergegeven beeldinformatie wijzigt ●
in onderstaande volgorde telkens als
u op de knop drukt.