OLYMPUS mTOUGH-6010 User Manual [nl]

DIGITALE CAMERA
STYLUS TOUGH-6010 /
μ
TOUGH-6010
Handleiding
Wij danken u voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
In het belang van voortdurende verbeteringen van het product behoudt Olympus zich het recht voor de in deze handleiding gepubliceerde informatie bij te werken of aan te passen.
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
Inhoud
1
Stap
De inhoud van de doos controleren
of
Camerariem LI-50B lithium-
Digitale camera
Andere niet afgebeelde accessoires: Handleiding (deze handleiding), OLYMPUS Master 2, garantiekaart De inhoud kan variëren naar plaats van aankoop.
2
Stap
De camera gereedmaken
“De camera gereedmaken“ (Blz. 10)
4
Stap
Gebruik van de camera
“Vier soorten instellingen“ (Blz. 3)
Inhoud
Namen van onderdelen ¾ .........................6
De camera gereedmaken
¾ ....................10
Fotograferen, weergeven en wissen ¾
¾ .......................18
Fotostanden gebruiken Fotofuncties gebruiken
¾ .......................20
Weergavefuncties gebruiken
¾ ..............25
¾ ....................27
Menu's voor fotofuncties
USB-kabel AV-kabel microSD-koppeling
ionbatterij
Stap
Fotograferen en beelden weergeven
“Fotograferen, weergeven en wissen“ (Blz. 15)
Stap
Printen
“Direct printen (PictBridge)“ (Blz. 48) “Printreserveringen (DPOF)“ (Blz. 51)
Menu's voor weergave-,
¾
bewerkings- en printfuncties ..............35
Menu's voor andere
¾
...15
camera-instellingen .............................40
Printen
¾ ..................................................48
¾ ...........54
OLYMPUS Master 2 gebruiken Handige tips
¾ .........................................56
Appendix
¾ ..............................................61
¾ .....................................................80
Index
Lichtnetadapter (F-1AC)
3
5
2
NL
Lees “Menu-instellingen“ (Blz. 27 – 47) terwijl u deze pagina bekijkt.
Gebruik van het menu
Vier soorten instellingen
Gebruik van het menu
Diverse camera-instellingen kunnen worden opgeroepen met de menu's, zoals functies tijdens het fotograferen en weergeven, de datum/tijd en de schermweergave.
Bepaalde menu's zijn niet beschikbaar, afhankelijk
van andere instellingen of de geselecteerde s-stand (Blz. 31).
1
Zet de functieknop op een andere
stand dan A.
Het symbool in
“Menu-instellingen“ (Blz. 27 tot 47) geeft de beschikbare fotostanden aan.
2
Druk op de knop m.
Dit voorbeeld toont aan hoe u de [DIGITAL ZOOM] kunt instellen.
3
Gebruik ABCD om het gewenste
CAMERA MENU
MENU
EXIT SET
Hoofdmenu stand
Fotograferen
OK
menu te selecteren, en druk op de knop o.
Als u de knop E
indrukt en ingedrukt houdt, verschijnt een toelichting (menugids) van de geselecteerde optie.
CAMERA MENU
1
2
ISO DRIVE FINE ZOOM DIGITAL ZOOM
MENU
EXIT
Submenu 1
AUTOWB
AUTO
o
OFF OFF
OK
SET
Gebruikte knoppen
m knop
Pendelknop
E-knop
o-knop
4
Gebruik AB om het gewenste submenu 1 te selecteren en druk op de knop o.
Paginatab
CAMERA MENU
1
2
EXIT SET
5
Gebruik AB om het submenu 2 te
AUTOWB
ISO
AUTO
DRIVE
o
OFF
FINE ZOOM
OFF
DIGITAL ZOOM
MENU
Om snel naar het gewenste submenu te gaan,
drukt u op C om de paginatab te markeren, en gebruikt u daarna AB om van pagina te wisselen. Druk op D om terug te keren naar Submenu 1.
Sommige menu's bevatten submenu's die
verschijnen door op de knop o te drukken.
OK
Submenu 2
CAMERA MENU
1
2
ISO DRIVE FINE ZOOM
DIGITAL ZOOM
MENU
BACK
DIGITAL ZOOM
AUTOWB
OFF
AUTO
ON
o
OFF
OFF
selecteren en druk op de knop o.
Als de instelling is aangepast, verschijnt het vorige scherm opnieuw.
Er zijn eventueel nog
andere bewerkingen mogelijk. “Menu­instellingen“ (Blz. 27 tot 47)
6
Druk op de knop m om de instelling
CAMERA MENU
1
AUTOWB
2
ISO
AUTO
o
DRIVE
OFF
FINE ZOOM
ON
DIGITAL ZOOM
MENU
EXIT SET
te voltooien.
OK
SET
OK
NL
3
Het menu FUNC gebruiken (Blz. 23)
Directe knoppen gebruiken
Directe knoppen gebruiken
De camera bedienen door te tikken op de behuizing
(Blz. 46)
Vaak gebruikte fotofuncties kunnen worden opgeroepen met de directe knoppen.
Ontspanknop (Blz. 15)
Zoomknop (Blz. 20, Blz. 25)
F-knop (belichtingscorrectie) (Blz. 21)
&-knop (macro) (Blz. 21) #-knop ( itser) (Blz. 20) Y-knop (zelfontspanner) (Blz. 22)
q-knop (weergeven) (Blz. 16)
g/E/Y-knop (wijzigen informatiedisplay/ menugids/datum en tijd controleren/ LED-verlichting) (Blz. 3, Blz. 14, Blz. 23)
o/D-knop (panorama/magic fi lter/Shadow Adjustment-technologie/meerdere vensters/ wissen) (blz. 17, blz. 24)
Het menu FUNC gebruiken (Blz. 23)
Vaak gebruikte fotofuncties kunnen sneller worden ingesteld met het menu FUNC.
o-knop (Blz. 3, Blz. 23)
De camera bedienen door te tikken op de behuizing
U kunt de camera bedienen door te tikken op de behuizing wanneer [TAP CONTROL] is ingesteld op [ON].
[TAP CONTROL] op [ON] instellen
1
Tik twee keer op de bovenkant van de camera.
Het instelscherm voor [TAP CONTROL] wordt weergegeven.
2
Tik twee keer op de bovenkant van de camera.
De instelling werd doorgevoerd.
4
NL
(Blz. 46)
Gebruikte knoppen
o-knop
TAP CONTROL
Tap the camera body to operate the camera.
x2
&
Pendelknop
ONOFF
Menu-index
Menu's voor fotofuncties
Als de functieknop ingesteld is op een fotostand (A K s b n), kunnen de instellingen worden aangepast.
1 A IMAGE QUALITY .....Blz. 27
2 B CAMERA MENU
WB ........................... Blz. 28
ISO .......................... Blz. 28
DRIVE......................Blz. 28
FINE ZOOM.............Blz. 29
DIGITAL ZOOM ....... Blz. 29
ESP/n................... Blz. 29
AF MODE ................ Blz. 29
R
(geluid opnemen)
IMAGE STABILIZER
(stilstaande beelden)/ DIS MOVIE MODE
(videobeelden) ..... Blz. 30
... Blz. 30
SHADOW ADJ ......... Blz. 30
3 O s ........................ Blz. 31
4 N PANORAMA ............. Blz. 32
5 D RESET ..................... Blz. 34
6 Q MAGIC FILTER ........ Blz. 34
7 E SETUP
MEMORY FORMAT/
FORMAT ..............Blz. 40
BACKUP ..................Blz. 40
W (taalkeuze).....Blz. 40
PW ON SETUP .......Blz. 41
MENU COLOR ........ Blz. 41
SOUND SETTINGS
... Blz. 42
Menu's voor weergave-, bewerkings- en printfuncties
Als de functieknop in de stand q staat, kunnen de instellingen worden aangepast.
CAMERA MENU
1
6
5
2
3 8
4
MENU
EXIT SET
Hoofdmenu stand Fotograferen
REC VIEW ............... Blz. 42
FILE NAME..............Blz. 43
PIXEL MAPPING ..... Blz. 43
s (monitor) ...........Blz. 44
X (datum/tijd) ........ Blz. 44
DUALTIME ............... Blz. 44
VIDEO OUT ............. Blz. 45
POWER SAVE .........Blz. 46
LED ILLUMINATOR
TAP CONTROL ....... Blz. 46
8 F SILENT MODE ........Blz. 47
PLAYBACK MENU
1
4
2
5
3
6
MENU
EXIT SET
Hoofdmenu stand Weergeven
7
OK
... Blz. 46
7
8
9
OK
1 G SLIDESHOW ........... Blz. 35
2 H PERFECT FIX ......... Blz. 35
3 M BEAUTY FIX ............ Blz. 35
4 I EDIT
Q (formaa
wijzigen) ............... Blz. 36
P (uitsnede)........... Blz. 36
COLOR EDIT ........... Blz. 36
CALENDAR ............. Blz. 37
INDEX......................Blz. 37
5 J PLAYBACK MENU
0 (Beveiligen) ...... Blz. 37
y (Draaien)............. Blz. 38
R (geluid toevoegen
aan stilstaande
beelden) ............... Blz. 38
6 K ERASE..................... Blz. 38
7 L PRINT ORDER ........ Blz. 39
8 E SETUP
9 F SILENT MODE ........Blz. 47
*
*
Zoals bij “Menu's voor
fotofuncties“
5NL5

Namen van onderdelen

Camera
17
8
2 3 4 5
6
1
Microfoon ...........................Blz. 30, 38
2
Multiconnector .............Blz. 45, 48, 54
3
Klepje over
de connector ..........Blz. 45, 48, 54, 67
4
Oogje voor de riem ..................Blz. 10
5
Luidspreker ..................................... —
6
Klepje van het batterijcompartiment/
het kaartje ....................Blz. 10, 57, 67
7
Flitser .......................................Blz. 20
8
Zelfontspanner-LED/
LED-verlichting ............Blz. 22, 31, 46
9
Lens .........................................Blz. 61
10
Statiefaansluiting ............................ —
9
10
6
NL
1
7
2
3 4
5
6
1
n-knop ...........................Blz. 13
2
Zoomknop ..........................Blz. 20, 25
3
Monitor .....................Blz. 8, 15, 44, 56
4
Indicatie-LED Dataverkeer/
indicator voor
laadtoestand ......................Blz. 12, 63
5
m-knop ............................Blz. 3, 5
6
g/E/Y-knop
(wijzigen informatiedisplay/ menugids/datum en tijd controleren/
LED-verlichting) .............Blz. 3, 14, 23
7
Ontspanknop .....................Blz. 15, 56
8
Functieknop .........Blz. 3, 5, 15, 16, 18
8 9
10 11
12
9
q -knop (weergave) ..............Blz. 16
10
o-knop (OK/FUNC) ............Blz. 3, 23
11
o/D-knop (panorama/magic fi lter/
Shadow Adjustment-technologie/ meerdere vensters/
wissen) ...............................Blz. 17, 24
12
Pendelknop ......................Blz. 3, 4, 13
F-knop
(belichtingscorrectie) ...........Blz. 21
& -knop (macro) .................Blz. 21
Y-knop (zelfontspanner).....Blz. 22
# -knop ( itser) ...................Blz. 20
NL
7
Monitor
Scherm stand Fotograferen
1
2 54 98763
P
25
ISO
24
1600
23 22
12
M
21
N
ORM
+2.0 1/30 F3.3
20
Stilstaand beeld Videobeelden
1
2 54 983 6
10
AFL
11
12 13
IN
4
15171819 1416
25
22 21 20
11
00:34
12 13
VGA
15
+2.0
IN
15 141619
1
Stand Fotograferen ............Blz. 18, 19
2
Flitserfunctie ............................Blz. 20
3
Stille functie .............................Blz. 47
4
Beeldstabilisatie (stilstaand
beeld)/Digitale beeldstabilisatie
(videobeelden) .........................Blz. 30
5
Macro/supermacro/
Stand S-macro LED .................Blz. 21
6
Shadow Adjustment­technologie
7
AF-vergrendeling .....................Blz. 18
8
Tikbediening...................Blz. 4, 31, 46
9
Batterijcontrole ...................Blz. 12, 57
10
Flitser stand-by/waarschuwing
cameratrilling/opladen fl itser ....Blz. 54
11
Autofocusteken ........................Blz. 15
12
Geluid opnemen ................Blz. 19, 30
...............................Blz. 30
13
Dualtime ...................................Blz. 44
14
Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen/ resterende opnametijd
15
Actueel geheugen ....................Blz. 63
16
Zelfontspanner .........................Blz. 22
17
Diafragmawaarde ....................Blz. 15
18
Sluitertijd ..................................Blz. 15
19
Belichtingscorrectie ..................Blz. 21
20
Compressie/
beeldherhalingsfactor ..............Blz. 27
21
Resolutie ..................................Blz. 27
22
Meting ......................................Blz. 29
23
Drive ........................................Blz. 28
24
ISO ...........................................Blz. 28
25
Witbalans .................................Blz. 28
...Blz. 15, 19, 64
8
NL
Scherm stand Weergave
2
x
10
17
2009.10.26 12:30 4
16
Stilstaand beeld Videobeelden
5 5
4 61
3
7
F3.3
1/1000
+2.0
ORM
8 9
12
M
10 11
IN
12
ISO 1
600
N
100-0004
131415
3
4 61
VGA
15
2009.10.26 12:30 100-0004
IN
00:14 /00:34
1314
9 10 16 11 12
1
Stille functie .............................Blz. 47
2
Printreservering/
aantal prints .................Blz. 51/Blz. 50
3
Geluid opnemen ....Blz. 19, 30, 38, 60
4
Beveiligen ................................Blz. 37
5
Tikbediening...................Blz. 4, 31, 46
6
Batterijcontrole ...................Blz. 12, 57
7
Diafragmawaarde ....................Blz. 15
8
Belichtingscorrectie ..................Blz. 21
9
Witbalans .................................Blz. 28
10
Resolutie ..................................Blz. 27
11
Bestandsnummer .....................Blz. 43
12
Beeldnummer
Verstreken tijd/
totale opnametijd .....................Blz. 17
13
Actueel geheugen ....................Blz. 63
14
Compressie/
beeldherhalingsfactor ..............Blz. 27
15
ISO ...........................................Blz. 28
16
Datum en tijd ......................Blz. 13, 44
17
Sluitertijd ..................................Blz. 15
NL
9

De camera gereedmaken

Camerariem bevestigen
Trek de camerariem zo strak dat deze niet
los kan raken.
De batterij en de xD-Picture Card™ (afzonderlijk verkocht) in de camera plaatsen
Steek niets anders dan een xD-Picture Card
of de microSD-koppeling in de camera.
1
1
Klepje van het batterijcompartiment/
2
het kaartje
2
Vergrendelknopje voor batterij
De batterij heeft een voorzijde en een
achterzijde. Plaats de batterij in de juiste richting zoals aangegeven in de afbeelding. Als de batterij niet correct wordt geplaatst, werkt de camera niet.
Schuif het vergrendelknopje voor de batterij
in de richting van de pijl om de batterij te plaatsen.
Schuif het vergrendelknopje voor de batterij
in de richting van de pijl om de batterij te ontgrendelen, en haal de batterij eruit.
Zorg ervoor dat de camera is
uitgeschakeld uit wanneer u het klepje van het batterijcompartiment/het kaartje opent of sluit.
Zorg ervoor dat het klepje van het
batterijcompartiment/het kaartje gesloten is wanneer u de camera gebruikt.
3
InkepingIndexvlak
10
NL
Steek het kaartje recht in de kaartsleuf
totdat het op zijn plaats vastklikt.
Raak de contactpunten op de kaart niet aan.
4
Zorg ervoor dat er geen vreemde materialen
zoals stof of zand enz. blijven kleven aan de pakking van het klepje van het batterijcompartiment of het kaartje en dat er geen barsten en krassen inzitten.
Met deze camera kan de gebruiker foto's maken met behulp van het interne geheugen, zelfs als er geen xD-Picture Card (afzonderlijk verkocht) in de camera geplaatst is. “Gebruik van een xD-Picture Card“ (Blz. 62)
“Aantal foto's dat kan worden opgeslagen
(stilstaande beelden)/continue opnametijd (videobeelden) in het interne geheugen en op de xD-Picture Card“ (Blz. 64)
De xD-Picture Card verwijderen
12
Batterij laden
De meegeleverde lichtnetadapter (F-1AC/
met netsnoer of met rechtstreekse stekker) kan verschillen afhankelijk van de regio waar u de camera hebt gekocht. Als u een lichtnetadapter met rechtstreekse stekker hebt gekregen, steekt u deze rechtstreeks in een stopcontact.
De meegeleverde lichtnetadapter (F-1AC)
is enkel bedoeld voor het opladen van deze camera. Gebruik geen functies zoals fotograferen, beelden weergeven enz. terwijl de lichtnetadapter aangesloten is op de camera.
Voorbeeld: lichtnetadapter met netsnoer
1
Lichtnetadapter
Stopcontact
Lichtnetkabeltje
2
Multiconnector
Duw het kaartje in tot u een klik hoort,
waarna het kaartje een stukje uitspringt, zodat u het kaartje kunt vastnemen en uittrekken.
Klepje over de connector
NL
11
3
Bij levering is de batterij gedeeltelijk
opgeladen. Voor u de camera gebruikt, dient u de batterij op te laden tot de indicator voor de laadtoestand blauw wordt (maximaal ongeveer 2,5 uur).
Als de indicator voor de laadtoestand
niet oplicht of wanneer deze zowel blauw als oranje oplicht, zijn de aansluitingen eventueel niet correct, of is de batterij, de camera en/of de lichtnetadapter beschadigd.
Voor meer informatie over de batterij en de
lichtnetadapter zie “Batterij, lichtnetadapter (meegeleverd), laadapparaat (afzonderlijk verkocht)“ (Blz. 61).
Indicator voor laadtoestand Brandt (oranje): laden bezig Brandt (blauw): geladen
Wanneer moet de batterij worden opgeladen
Laad de batterij op als de volgende foutmelding verschijnt.
Knippert rood
BATTERY EMPTY
Een microSD-kaartje/ microSDHC-kaartje gebruiken (afzonderlijk verkocht)
Een microSD-kaartje/microSDHC-kaartje (hierna “microSD-kaartje“ genoemd) kan ook met deze camera worden gebruikt met behulp van de microSD-koppeling.
“De microSD-koppeling gebruiken“ (Blz. 65)
1
Steek het microSD-kaartje
in de koppeling.
Steek het kaartje helemaal in.
2
Steek de microSD-koppeling
in de camera.
Inkeping
Rechterbovenhoek
monitor
12
NL
Foutmelding
Het microSD-kaartje verwijderen
Trek het microSD-kaartje recht uit. Raak het contactvlak op de microSD-
koppeling en op het microSD-kaartje niet aan.
Pendelknop en bedieningsaanwijzing
De symbolen 1243, die in verschillende instelschermen en schermen voor de weergave van videobeelden verschijnen, geven aan dat de pendelknop kan worden gebruikt.
EXPOSURE COMP.
X
0.0 +0.3
TIME
Y M D
+0.7 +1.0
2008 08 26 12 30
CANCEL SET
4
Pendelknop
De bedieningsaanwijzingen onderaan het scherm geven aan dat de knop m, de knop o, de zoomknop of de knop D kunnen worden gebruikt.
MENU
1
2
YMD
OK
3
2009.10.26 12:30 100-0004
IN
00:14 /00:34
/
Datum en tijd instellen
De datum en tijd die u hier instelt, wordt gebruikt voor bestandsnamen, om de datum af te drukken en andere toepassingen.
1
Druk op de n-knop om de
camera in te schakelen.
Als de datum en de tijd niet ingesteld zijn, verschijnt het instelscherm voor de datum en de tijd.
X
YM
DTIME
---- -- -- -- --
MENU
CANCEL
Instelscherm datum en tijd
2
Gebruik AB om het jaar te
selecteren bij [Y].
X
YM
D TIME
-- -- -- --
2009
MENU
CANCEL
YMD
YMD
CAMERA MENU
MENU
EXIT SET
Bedieningsaanwijzingen
OK
SEL. IMAGE
W
T
BACK GO
OK
SET
14253
MENU
OK
3
Druk op D om de instelling voor [Y]
op te slaan.
X
YM
D TIME
IN
6
D
2009
CANCEL
-- -- -- --
MENU
YMD
NL
13
4
Zoals in stap 2 en 3 gebruikt
u ABCD en de knop o om [M] (maand), [D] (dag), [TIME] (uren en minuten) en [Y/M/D] (volgorde datum) in te stellen.
Voor een nauwkeurige tijdinstelling drukt
u op de knop o op het moment dat de klok 00 seconden aanwijst.
Als u de datum en de tijd wenst te wijzigen,
past u de instelling aan vanuit het menu. [X] (Datum/tijd) (Blz. 44)
De datum en tijd controleren
Druk op de knop g terwijl de camera uitgeschakeld is. De huidige tijd wordt gedurende ongeveer 3 seconden weergegeven.
Taal op de displays veranderen
De taal voor het menu en de foutmeldingen op de monitor kunt u instellen.
1
Druk op de knop m en druk
op ABCD om [E] (SETUP) te selecteren.
SETUP
3
Gebruik AB om [W] te
selecteren en druk op de knop o.
4
Gebruik ABCD om uw taal te
selecteren en druk op de knop o.
5
Druk op de knop m.
2
Druk op de knop o.
14
NL
MENU
EXIT SET
SETUP
1
MEMORY FORMAT
2
BACKUP
3 4
PW ON SETUP MENU COLOR
MENU
EXIT SET
ENGLISH
NORMAL
OK
OK

Fotograferen, weergeven en wissen

Fotograferen met optimale diafragmawaarde en sluitertijd (stand K)
In deze stand kunt u automatisch foto's nemen en kunt u diverse andere fotofuncties aanpassen, zoals belichtingscorrectie, witbalans enz.
1
Zet de functieknop op K.
2
Druk op de n-knop om de
camera in te schakelen.
P modusindicator
P
12
M
N
ORM
Aantal stilstaande beelden dat
kan worden opgeslagen (Blz. 63)
Monitor
(scherm stand Standby)
Druk nogmaals op de n-knop
om de camera uit te schakelen.
IN
4
3
Houd de camera goed vast en
kadreer de foto.
Monitor
Horizontale stand
Verticale stand
Zorg ervoor dat u de fl itser niet afdekt met
uw vingers enz. wanneer u de camera vasthoudt.
4
Druk de ontspanknop half in om
P
1/400 F3.3
scherp te stellen op het onderwerp.
Als de camera zich scherpstelt op het onderwerp, wordt de belichting vastgehouden (sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven) en het autofocusteken wordt groen.
De camera kan niet scherpstellen als het autofocusteken rood knippert. Probeer opnieuw scherp te stellen.
P
Half indrukken
“Scherpstellen“ (Blz. 58)
Sluitertijd
1/400 F3.3
Autofocusteken
Diafragmawaarde
NL
15
5
Om de foto te maken drukt u de
ontspanknop voorzichtig volledig in zonder de camera te bewegen.
P
Beelden bekijken
1
Zet de functieknop op q.
Beeldnummer
Helemaal indrukken
1/400 F3.3
Scherm voor beeldcontrole
Foto's bekijken tijdens fotograferen
Door op de knop q te drukken, kunt u beelden weergeven. Om terug te keren naar de stand Fotograferen, drukt u nogmaals op de knop q of drukt u de ontspanknop half in.
U kunt de camera bedienen door te tikken
op de behuizing wanneer [TAP CONTROL] is ingesteld op [ON]. [TAP CONTROL] (Blz. 46)
Videobeelden maken
“Videobeelden maken (stand A)“ (Blz. 19)
2009.10.26 12:30
Weergegeven beeld
2
Gebruik ABCD om een beeld
te kiezen.
Toont 10 beelden
voor het huidige
beeld
Toont het vorige
beeld
De weergavegrootte van de beelden
kan worden gewijzigd. “Indexweergave, kalenderweergave en close-up weergave“ (Blz. 25)
Toont het volgende beeld
Toont 10 beelden na het huidige beeld
12
N
ORM
100-0001
IN
M
1
16
NL
Videobeelden afspelen
ERASE
NO
Selecteer een video en druk op de knop o.
2009.10.26 12:30 100-0004
OK
MOVIE PLAY
Videobeelden
Bedieningen tijdens het weergeven van videobeelden.
Volume: druk tijdens het afspelen op AB. Snel vooruit/achteruit spoelen:
selecteren met CD. T elkens wanneer een knop wordt ingedrukt, wijzigt de weergavesnelheid met 2x, 20x en de standaardsnelheid (1x) in de richting van de ingedrukte knop. Pauze: druk op de knop o.
2009.10.26 12:30 100-0004
IN
Verstreken tijd/
Totale opnametijd
Tijdens afspelen
Eerste (laatste) beeld/beeld per beeld: in de stand pauze drukt u op A
om het eerste beeld te bekijken of drukt u op B om het laatste beeld te bekijken. De afspeelrichting wordt omgedraaid wanneer C wordt ingedrukt, en verloopt normaal wanneer D wordt ingedrukt. Druk op de knop o om het afspelen te hernemen.
00:12 /00:34
Beelden wissen tijdens afspelen (één beeld wissen)
1
Druk op de knop D als het
beeld dat moet worden gewist, wordt weergegeven.
IN
4
2
Druk op A om [YES] te selecteren
en druk op de knop o.
[K ERASE] (Blz. 38)
ERASE
MENU
YES
NO
IN
OK
SETCANCEL
2009.10.26 12:30
IN
00:14 /00:34
Tijdens pauze
Afspelen van videobeelden stoppen
Druk op de knop m.
100-0004
/
NL
17

Fotostanden gebruiken

Dit onderdeel geeft een beschrijving van de beschikbare fotostanden. Afhankelijk van de stand kunnen bepaalde instellingen worden gewijzigd. Meer informatie over de aanpasbare functies vindt u onder “Menu's voor fotofuncties“ op bladzijde 27.
De beste stand gebruiken om de scène te fotograferen (stand s)
1
Zet de functieknop op s.
PORTRAIT
MENU
EXIT
Er verschijnt een toelichting van de geselecteerde stand als u de knop E ingedrukt houdt.
2
Gebruik AB om de beste
opnamestand voor de scène te selecteren en druk op de knop o.
Pictogram dat
het ingestelde
motiefprogramma
aangeeft
12
M
N
ORM
Gebruik het menu om naar een ander motiefprogramma te gaan. [O s] (Blz. 31)
Onderwaterfoto's nemen
Selecteer [T UNDERWATER SNAPSHOT], [k UNDERWATER WIDE1], [l UNDERWATER WIDE2] [H UNDERWATER MACRO].
*1
In de stand [l UNDERWATER WIDE2] wordt de scherpstelafstand automatisch vastgezet op ongeveer 5,0 m.
U dient een onderwaterbehuizing te
gebruiken wanneer u de camera gebruikt op een diepte van meer dan 3 m.
SET
OK
IN
*1
,
“Belangrijke informatie over water-
en schokbestendigheid“ (Blz. 65)
De scherpstelafstand vergrendelen voor onderwateropnames (AF-vergrendeling)
Wanneer [T UNDERWATER SNAPSHOT], [k UNDERWATER WIDE1] of [H UNDERWATER MACRO] is geselecteerd, drukt u op B.
^ -markering
12
M
N
ORM
Druk nogmaals op B om te annuleren
en de markering ^ te verwijderen.
De huidstint en -textuur verbeteren (stand b)
De camera detecteert het gezicht van een persoon en geeft de huid een zachte, stralende tint bij het nemen van de foto.
1
Zet de functieknop op b.
b modusindicator
4
12
M
N
ORM
AFL
IN
4
IN
4
18
NL
2
00:35
QVGA
15
00:34
REC
Richt de camera op het onderwerp.
Controleer het kader dat rond het door de camera gedetecteerde gezicht verschijnt, en druk op de ontspanknop om de foto te maken.
Zowel het onbewerkte als het bewerkte beeld worden opgeslagen.
Als het beeld niet kan worden geretoucheerd, wordt enkel het onbewerkte beeld opgeslagen.
Voor sommige onderwerpen verschijnt het
kader niet, duurt het even voor het kader verschijnt of heeft het bewerken geen effect.
[IMAGE SIZE] van het geretoucheerde
beeld is beperkt tot [J] of kleiner.
Fotograferen met automatische instellingen (stand A)
De camera selecteert automatisch de beste stand om de scène te fotograferen. Dit is een volautomatische stand waarin u foto's kunt nemen die het best aangepast zijn aan de scène door gewoon de ontspanknop in te drukken. De instellingen in het menu Fotograferen zijn niet beschikbaar in de stand A.
1
Zet de functieknop op A.
De indicator verandert in het pictogram voor het motiefprogramma die door de camera werd geselecteerd.
i
AUTO
Videobeelden maken (stand n)
Audio wordt tegelijk met de fi lm opgenomen.
1
Zet de functieknop op n.
A modusindicator
QVGA
15
Zoomen tijdens het opnemen van een fi lm
De optische zoom is niet beschikbaar tijdens het opnemen van een fi lm. Gebruik [DIGITAL ZOOM] (Blz. 29).
Een fi lm opnemen met digitale beeldstabilisatie
[DIS MOVIE MODE] (Blz. 30)
2
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp, en druk de ontspanknop dan volledig in om de opname te starten.
Brandt rood tijdens opname
REC
Half indrukken
IN
00:35
12
M
N
ORM
Druk de ontspanknop half in of druk op de knop g om na te gaan welke opnamestand de camera automatisch heeft geselecteerd.
In sommige gevallen kiest de camera niet
de gewenste stand om te fotograferen.
Wanneer de camera niet kan vaststellen
wat de optimale stand is, wordt de stand P geselecteerd.
IN
Helemaal
4
indrukken
3
Druk de ontspanknop volledig
Resterende opnametijd (Blz. 64)
in om de opname te stoppen.
00:34
NL
19

Fotofuncties gebruiken

Naast de vele verschillende fotostanden beschikt de camera ook over functies die de expressiviteit en de opnameopties voor de fotograaf verruimen.
Gebruik van de optische zoom
Met de zoomknop kunt u het opnamebereik aanpassen.
Op de groothoekknop
(W) drukken
P
W T
12
M
N
ORM
Zoombalk
Optische zoom: 3,6×, digitale zoom: 5,0×. Het gebruik van [IMAGE STABILIZER]
(stilstaande beelden)/[DIS MOVIE MODE] (videobeelden) (Blz. 30) is aan te bevelen als u foto's maakt met de telezoom.
Grotere beelden maken zonder beeldkwaliteit te verliezen
[FINE ZOOM] (Blz. 29)
Grotere beelden maken
[DIGITAL ZOOM] (Blz. 29)
IN
4
Op de teleknop (T) drukken
P
W T
12
M
N
ORM
IN
Het uitzicht van de zoombalk geeft de status
van de fi jne zoom/digitale zoom aan.
Als de optische zoom wordt gebruikt
Optisch zoombereik
Als de fi jne zoom wordt gebruikt
Als de digitale zoom wordt gebruikt
4
Gebruik van de fl itser
De fl itserfuncties kunnen worden gekozen overeenkomstig de lichtomstandigheden, zodat het gewenste beeld wordt verkregen.
1
Druk op de knop #.
U kunt de camera bedienen door te tikken
op de behuizing wanneer [TAP CONTROL] is ingesteld op [ON]. [TAP CONTROL] (Blz. 46)
AUTO
P
Fijn zoombereik
Digitaal zoombereik
OKOK
SET
FLASH AUTO
! # $
AUTO
20
NL
2
0.0
+0.3
+0.7
+1.0
Gebruik CD om de optie te
selecteren en druk op de knop o om in te stellen.
Functie Beschrijving
FLASH AUTO
REDEYE
FILL IN FLASH OFF De fl itser ontsteekt niet.
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de fl itser automatisch.
Dit produceert inleidende fl itsen om rode ogen in uw foto's te voorkomen.
De fl itser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht.
Helderheid aanpassen (belichtingscorrectie)
De standaard helderheid (juiste belichting) die door de camera wordt ingesteld op basis van de fotostand (behalve A) kan helderder of donkerder worden ingesteld om een bepaald effect te verkrijgen.
1
Druk op de knop F.
EXPOSURE COMP.
0.0
+0.7
Belichtingscorrectiewaarde
2
Gebruik ABCD om de gewenste
beeldhelderheid te selecteren, en druk op de knop o.
+0.3
+1.0
Close-upopnamen maken (stand Macro)
Met deze functie kan de camera scherpstellen op onderwerpen die zich zeer dichtbij bevinden.
1
Druk op de knop &.
U kunt de camera bedienen door te tikken
op de behuizing wanneer [TAP CONTROL] is ingesteld op [ON]. [TAP CONTROL] (Blz. 46)
P
2
Gebruik CD om de optie te
selecteren en druk op de knop o om in te stellen.
Functie Beschrijving
OFF Stand Macro is gedeactiveerd.
MACRO
SUPER MACRO
S-MACRO
*3*4
LED
*1
Als de zoom in de uiterste groothoekstand staat (W).
*2
Als de zoom in de uiterste telestand staat (T).
*3
De zoom wordt automatisch vast ingesteld.
*4
[ISO] (Blz. 28) wordt automatisch vastgezet op [AUTO].
De fl itser (Blz. 20) en de zoom (Blz. 20)
Hiermee kunt u fotograferen op een afstand van 10 cm (30 cm
Hiermee kunt u fotograferen op een afstand van slechts 2 cm tot uw onderwerp. Er kan niet worden scherpgesteld op
*3
onderwerpen die zich op een afstand van meer dan 50 cm bevinden.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, verlicht de LED­verlichting het gebied 7 tot 20 cm voor de lens.
kunnen niet worden gebruikt wanneer [%] of [O] is geselecteerd.
OFFOFF
OKOK
SET
OFF
% &
OFF
*2
) tot uw onderwerp.
*1
NL
21
Gebruik van de zelfontspanner
Nadat de ontspanknop volledig werd ingedrukt, wordt de foto met een bepaalde vertraging genomen.
1
Druk op de knop Y.
P
OKOK
SET
SELFTIMER
12
M
N
ORM
2
Gebruik AB om de optie te
selecteren en druk op de knop o om in te stellen.
Functie Beschrijving
OFF Dit annuleert de zelfontspanner.
ON
Na elke opname die met de zelfontspanner
De zelfontspanner-LED brandt eerst ongeveer 10 seconden continu, knippert dan ongeveer 2 seconden en daarna wordt de foto gemaakt.
gemaakt wordt, wordt de stand Zelfontspanner automatisch uitgeschakeld.
De zelfontspanner annuleren nadat hij werd gestart.
Druk de Y-knop weer in.
OFF
De LED-verlichting gebruiken
In een donkere omgeving kan de LED-verlichting worden gebruikt als hulpverlichting om dingen te kunnen zien of foto's te kunnen kadreren.
1
Zet [LED ILLUMINATOR] (Blz. 46)
op [ON].
YYY
2
Houd de knop Y ingedrukt tot de
OFF
LED-verlichting wordt geactiveerd.
ON
Wanneer u een handeling uitvoert met de LED-verlichting ingeschakeld, zal deze tot ongeveer 90 seconden blijven branden.
LED-verlichting
De LED-verlichting dooft wanneer gedurende langer dan ongeveer 30 seconden geen handeling wordt uitgevoerd.
Zelfs als de camera is uitgeschakeld
wanneer u op de knop Y drukt tot de LED-verlichting oplicht, blijft deze gedurende 30 seconden branden.
De LED-verlichting uitschakelen
Houd de knop Y ingedrukt tot de LED-verlichting wordt uitgeschakeld.
22
NL
De weergave van de foto-informatie wijzigen
De weergave van de scherminformatie kan worden aangepast aan de situatie, bijvoorbeeld om een nauwkeurige compositie te maken met behulp van de rasterweergave.
1
Druk op de knop g
De weergegeven foto-informatie wijzigt in onderstaande volgorde telkens als u op de knop drukt. “Weergave stand fotograferen“ (Blz. 8)
Normaal
P
ISO
1600
12
M
N
ORM
+2.0
Histogram
P
ISO
1600
12
IN
M
N
ORM
4
+2.0
IN
Gebruik van het menu FUNC
In het menu FUNC vindt u de volgende menufuncties, die snel kunnen worden opgeroepen en ingesteld.
[WB] (Blz. 28)• [ISO] (Blz. 28)• [DRIVE] (Blz. 28)
1
Druk op de knop o.
4
[ESP/ n] (Blz. 29) [• A IMAGE QUALITY] (Blz. 27)
P
WB
AUTO
ISO
AUTO
ESP
12
M
N
ORM
ESP
ESP
n
Geen informatie
Raster
P
ISO
1600
12
M
N
ORM
+2.0
Een histogram lezen
Als deze piek een te groot gedeelte van het beeld vult, wordt het beeld bijna wit.
Als deze piek een te groot gedeelte van het beeld vult, wordt het beeld bijna zwart.
Het groene gedeelte geeft de verdeling van de luminescentie aan in het midden van het scherm.
2
Gebruik AB om de menufunctie
te selecteren en CD om de optie te selecteren, en druk dan op de knop o om in te stellen.
IN
4
NL
23
Fotofuncties snel oproepen en gebruiken
De volgende menufuncties kunnen snel worden opgeroepen en gebruikt:
[PANORAMA] (Blz. 32) [SHADOW ADJ] (Blz. 30)• [MAGIC FILTER] (Blz. 34) [MULTI WINDOW] (Blz. 24)
1
Druk op de knop o/D.
PANORAMA
2
Gebruik CD om de menufunctie
te selecteren en druk op de knop o om in te stellen.
Het effect-voorbeeldscherm gebruiken (meerdere vensters)
Als u een optie selecteert uit [ZOOM], [EXPOSURE COMP.], [WB] of [ESP/n] verschijnen 4 voorbeeldweergaves met de aangepaste waarden voor de geselecteerde fotofunctie. Gebruik ABCD om het gewenste beeld te selecteren en druk op de knop o.
De monitor helderder maken (Tegenlicht verbeteren)
Wanneer u de knop o/D ingedrukt houdt, wordt het scherm helderder. Het scherm keert terug naar de oorspronkelijke helderheid als gedurende 10 seconden geen handelingen worden uitgevoerd.
24
NL

Weergavefuncties gebruiken

Indexweergave, kalenderweergave en close-up weergave
Met indexweergave en kalenderweergave kunt u snel het gewenste beeld selecteren. Met close-up weergave (tot 10 x vergroting) kunt u beelddetails controleren.
1
Druk op de zoomknop.
Enkel beeld Close-upweergave
12
M
N
ORM
12:30
100-0004
IN
IN
IN
4
2009.10.26 12:30
2009.10.26 12:30 4
2009.10.26 12:30
Indexweergave
2009.10.26 4
2009.10.26 12:30 4
Een afbeelding in indexweergave selecteren
Gebruik ABCD om een afbeelding te selecteren, en druk op de knop o om het geselecteerde beeld weer te geven op het volledige scherm.
Beelden selecteren in de kalenderweergave
Gebruik ABCD om een datum te selecteren en druk op de knop o of op T op de zoomknop om de beelden te bekijken die op de geselecteerde datum werden gemaakt.
Een afbeelding in close-up weergave verschuiven
Gebruik ABCD om de weergavezone te verplaatsen.
De weergave van de beeldinformatie wijzigen
De foto-informatie die op het scherm wordt weergegeven, kan worden gewijzigd.
1
Druk op de knop g
x
10
IN
4
IN
De weergegeven beeldinformatie wijzigt in onderstaande volgorde telkens als u op de knop drukt.
Normaal
12
N
ORM
100-0004
2009.10.26 12:30 4
IN
Gedetailleerd
M
Histogram
2009.10.26 12:30
Geen informatie
ISO
1/1000
F3.3 +2.0
400
12
M
N
ORM
IN
4
Kalenderweergave
SUN MON TUE WED THU FRI SAT
2009
27 28 29 30 1 2 3
10
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 27 28 29 30 31
26
1 2 3 4 5
F3.31/1000 +2.0
ISO
400
12
M
N
ORM
100-0004
2009.10.26 12:30 4
IN
“Een histogram lezen“ (Blz. 23)
IN
25
NL
Loading...
+ 58 hidden pages