Olympus E-M1 User guide [nl]

DIGITALE CAMERA
Inhoudsopgave
Snelle taakindex
De camera gereedmaken en
1.
opeenvolgende handelingen
2. Fotograferen met de zoeker
3. Fotograferen met live view
4. Foto’s en films bekijken
Instructiehandleiding
6. Opnameopties gebruiken
7. Menufuncties
8. Foto’s afdrukken
De camera aansluiten op een
9.
computer en een smartphone
10. Batterij, batterijlader en kaart
11. Verwisselbare lenzen
Afzonderlijk verkochte accessoires
12.
gebruiken
13. Informatie
14. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Aanvullingen/aanpassingen door
15.
firmware-update
Bedankt voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Lees voordat u uw nieuwe camera
gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te
maken teneinde u met de camera vertrouwd te maken.
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel
vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen heeft.
Als er aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een
firmware-update voor de camera, kan de inhoud af wijken. Kijk voor de meest actuele informatie op de website van Olympus.
Registreer uw product op w ww.olympus.eu/register-product en ontvang
extra voordelen van Olympus!
Deze mededeling heeft betrekking op de meegeleverde fl itser en is vooral
bedoeld voor gebruikers in Noord-Amerika.
Information for Your Safety
IMPORTANT SAFETY INSTRUCTIONS
When using your photographic equipment, basic safety precautions should always be followed, including the following:
• Read and understand all instructions before using.
• Close supervision is necessary when any fl ash is used by or near children. Do not leave ash unattended while in use.
• Care must be taken as burns can occur from touching hot parts.
• Do not operate if the fl ash has been dropped or damaged - until it has been examined by qualifi ed service personnel.
• Let fl ash cool completely before putting away.
• To reduce the risk of electric shock, do not immerse this fl ash in water or other liquids.
• To reduce the risk of electric shock, do not disassemble this fl ash, but take it to qualifi ed service personnel when service or repair work is required. Incorrect reassembly can cause electric shock when the fl ash is used subsequently.
• The use of an accessory attachment not recommended by the manufacturer may cause a risk of fi re, electric shock, or injury to persons.
SAVE THESE INSTRUCTIONS
$ Opmerkingen
• De illustraties en toelichtingen in deze handleiding vermelden telkens de Engelse menuweergave. U kunt de taal van de menuweergave voor deze camera zelf kiezen. Meer informatie vindt u in “Taal voor de monitor wijzigen
(Blz. 91).
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden
In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast.
Let op
y
Opmerkingen
$
Tips
%
g
2
NL
Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of problemen bij de bediening kunnen leiden. Daaronder ook waarschuwingen voor handelingen die u absoluut dient te voorkomen.
Aandachtspunten bij het gebruik van de camera.
Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van uw camera.
Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie.

Inhoudsopgave

Snelle taakindex 7
Het uitpakken van de doos ..........9
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen 10
Namen van onderdelen ..............10
De batterij opladen en
aanbrengen .................................12
Kaarten plaatsen en
verwijderen .................................13
Een lens op de camera
bevestigen ...................................14
De fl itser bevestigen ..................15
De camera inschakelen..............16
Datum en tijd instellen ...............17
De fotografeerstand instellen ....18
Een opnamemethode
selecteren ....................................19
Fotograferen met de zoeker 20
Fotograferen ...............................20
Stilstaande beelden opnemen ... 20
Films opnemen .........................22
Opnamefuncties instellen ..........23
De multifunctionele knop
gebruiken...............................23
Het superbedieningspaneel
gebruiken...............................24
Fotograferen met live view 25
Fotograferen ...............................25
Stilstaande beelden opnemen ... 25
Films opnemen .........................26
Het aanraakscherm gebruiken ...27
Een focusmethode selecteren ... 27 De draadloze LAN-functie
gebruiken...............................28
Opnamefuncties instellen ..........28
Livegidsen gebruiken................28
Live controle gebruiken .............30
Foto’s en fi lms bekijken 31
Foto’s en fi lms bekijken .............31
Indexweergave/
kalenderweergave .................31
Stilstaande beelden bekijken ....32
Films bekijken ...........................32
Volume......................................32
Beelden beveiligen ...................32
Beelden wissen ........................33
Beelden selecteren
(Share Order Selected/
0/Erase Selected) .............33
Het aanraakscherm gebruiken ...34
Beelden selecteren
en beveiligen .........................34
Basisbewerkingen 35
Informatiedisplays tijdens
opname ........................................35
Zoekerdisplay tijdens het maken
van foto’s met de zoeker .......35
Monitorscherm bij het
fotograferen met live view .....36
Het informatiedisplay
omschakelen .........................37
De fotografeerstanden
gebruiken ....................................38
“Richten en fotograferen“
(stand P) ...............................38
Het diafragma instellen (diafragma-
prioriteitsstand A) .................... 39
Inhoudsopgave
NL
3
De sluitertijd instellen (sluitertijd-
voorkeurstand S) ..................40
Het diafragma en de
Inhoudsopgave
4
NL
sluitertijd instellen
(handmatige stand M) ...........41
Filmstand gebruiken Effecten toevoegen aan een
lm [Movie Effect] .................. 43
Creatieve fi lters gebruiken ........44
Opnemen met een
motiefprogramma ..................46
PHOTO STORY gebruiken .......48
Veelgebruikte opnameopties .....50
De belichting regelen
(belichtingscorrectie) .............50
De helderheid van
beeldonderwerpen en
schaduwen wijzigen ..............50
De belichting vasthouden
(AE-lock)................................50
Een fl itser gebruiken
(fl itserfotografi e) ....................51
Een scherpstelkader
selecteren (AF-gebied) ..........53
Het AF-kader instellen ..............54
Gezichtsprioriteit-AF/
pupilherkenning-AF ...............54
Zoomkader-AF/zoom-AF ..........55
Repeterende opnamen/de
zelfontspanner gebruiken ......56
Kleur aanpassen (witbalans) ....57
ISO-gevoeligheid ......................59
Kleur regelen (Color Creator) ...59
HDR-fotografi e..........................60
Informatiedisplay tijdens de
weergave .....................................62
Informatie weergavebeeld ........62
Het informatiedisplay
omschakelen .........................62
Het informatiedisplay van de
weergave veranderen............63
Beelden delen via de Wi-Fi-
verbinding (Share Order).......64
(n) .........43
Weergegeven beelden
bewerken ...............................65
Opnameopties gebruiken 68
Camerabewegingen beperken
(beeldstabilisator) ..................68
Verwerkingsopties (fotomodus) ... 70 Effecten toevoegen aan
een fi lm .................................. 71
De beeldverhouding instellen ...71 Kwaliteit van de opname
(beeldkwaliteit) ......................72
Uitgangsvermogen van de
its aanpassen (regelen
van de fl itssterkte) .................73
Kiezen hoe de camera de
helderheid meet (meting) ......74
Een scherpstelstand selecteren
(AF-stand) .............................75
Opties voor fi lmgeluid (geluid
opnemen met fi lms) ............... 76
Menufuncties 77
Basismenubewerkingen ............77
Fotografeermenu 1/
fotografeermenu 2 gebruiken ....78
De kaart formatteren
(Card Setup) ..........................78
Standaardinstellingen
herstellen (Reset/Myset) .......79
Verwerkingsopties (fotomodus) ... 80
Resolutie (K) .........................81
De zelfontspanner instellen
(j/Y) ..................................81
Variërende instellingen bij een
reeks foto’s (bracketing) ........82
Meerdere belichtingen opnemen
in één beeld (meervoudige
belichting) ..............................84
Automatisch opnamen maken
met vaste intervallen (time
lapse-fotograferen) ................85
Flitserfotografi e met draadloze
afstandsbediening .................86
Digitale zoom (digitale
teleconverter) ........................86
Keystone-correctie en
perspectiefbeheer
(Keystone Comp.) .................86
HDR-fotografi e..........................87
Het weergavemenu gebruiken ...88
Geroteerde beelden
weergeven (R) ....................88
Foto’s bewerken .......................88
Alle beveiligingen annuleren.....90
De optie Smartphoneaansluiting
gebruiken (Verbinding met
smartphone) ..........................90
Het instelmenu gebruiken .........91
X (Datum/tijd instellen) ............91
W (Taal voor de monitor
wijzigen) ................................91
i (Helderheid van de
monitor aanpassen)...............91
Opn.Beeld.................................91
Wi-Fi-instellingen ......................91
c/# Menu Display ..................91
Programmatuur.........................91
Een draadloze LAN-verbinding
instellen (Wi-Fi-instellingen) ..92
De custom-menu’s gebruiken ...93
R AF/MF ..................................93
S Knop/schakelaar/hendel ......94
T Release/j .........................94
U Disp/8/PC ..........................95
V Exp/p/ISO ..........................97
W # Custom ............................98
X K/Color/WB .......................98
Y Record/Erase .......................99
Z Videobeelden .....................100
b Built-In EVF ........................101
k
K Utility ............................101
AEL/AFL .................................102
MF-Hulp ..................................102
Button Function ......................103
t Lever Function .................105
Camerabeelden weergeven
op een televisie ...................105
Bedieningspaneelweergaven
kiezen (KControl Settings) ...107
Informatieschermen toevoegen
(G/Info Settings) ................109
Sluitertijden als de fl its
automatisch ontsteekt [# X-Sync.] [# Slow Limit] ... 110
Aanpassingen in
scherpstellen AF ..................110
De accessoirepoortmenu’s
gebruiken .................................. 112
Vóór u de accessoirepoortmenu’s
gebruikt .................................. 112
OLYMPUS PENPAL gebruiken ...112
A OLYMPUS PENPAL Share ....114
B OLYMPUS PENPAL Album ....114
C Electronic View nder .........115
Foto’s afdrukken 116
Printreservering (DPOF) ..........116
Een printorder aanmaken .......116
Alle of geselecteerde foto’s uit
het printorder verwijderen....116
Direct afdrukken (PictBridge) ..117
Eenvoudig printen...................118
Printen volgens de
specifi catie van de klant ......118
De camera aansluiten op een computer en een smartphone 120
De computersoftware
installeren .................................120
Foto’s naar een computer kopiëren zonder
OLYMPUS Viewer 3 ..................122
Inhoudsopgave
NL
5
De draadloze LAN-functie
van de camera gebruiken ........123
Wat u allemaal kunt doen
Inhoudsopgave
met OI.Share .............................125
Batterij, batterijlader en kaart 126
Batterij en laadapparaat ...........126
Een optionele lichtnetadapter
gebruiken ..................................126
Uw laadapparaat in het
buitenland gebruiken ...............126
Toepasbare geheugenkaartjes ... 127
Beeldkwaliteit en bestandsgrootte / het aantal foto’s dat kan worden
opgeslagen ...............................128
Verwisselbare lenzen 129
M.ZUIKO DIGITAL
lensspecifi caties ..................129
Afzonderlijk verkochte accessoires gebruiken 133
Reservebatterijhouder
(HLD-7) ......................................133
Externe fl itsers die werden ontworpen voor gebruik
met deze camera ......................134
Flitserfotografi e met draadloze
afstandsbediening ...............135
Andere externe fl itsers ............136
Belangrijkste accessoires .......137
Systeemoverzicht .....................138
Informatie 140
Fotografeertips en
-informatie .................................140
Foutcodes .................................142
Reinigen en opbergen
van de camera ..........................144
Reinigen van de camera.........144
Opslag ....................................144
Reinigen en controleren van
het beeldopneemelement ....144
Pixel Mapping - Controleren van
de beeldbewerkingsfuncties ...145
Menulijst ....................................146
Technische gegevens ..............154
VEILIGHEIDSMAATREGELEN 157
VEILIGHEIDSMAATREGELEN .... 157
Aanvullingen/aanpassingen door fi rmware-update 168
Markering 183
6
NL

Snelle taakindex

Fotograferen
Foto's maken met automatische instellingen
Eenvoudige fotografi e met speciale effecten
Een breedte-hoogteverhouding kiezen Instellingen snel aanpassen aan het
motief Eenvoudig professioneel fotograferen
De helderheid van een foto aanpassen
Foto's maken met een onscherpe achtergrond
Foto's maken die het bewegende onderwerp stoppen of een gevoel van beweging geven
Foto's maken met de juiste kleur
Foto's verwerken overeenkomstig het onderwerp/Monotint-foto's maken
Wanneer de camera niet kan scherpstellen op uw onderwerp/ scherpstellen op één gebied
Scherpstellen op een klein punt in het beeld / scherpstelling controleren voor het fotograferen
Foto's opnieuw kadreren na het scherpstellen
De pieptoon uitschakelen
Foto's maken zonder fl itser
Camerabewegingen beperken
Foto's maken van een onderwerp met tegenlicht
Vuurwerk fotograferen
Beeldruis verminderen (marmering)
g
iAUTO (A)
Kunstfi lter (ART)44
Breedte-hoogteverhouding 71
Motiefprogramma (SCN)46
Live uitleg 28
Belichtingscorrectie 50
Live uitleg 28 Diafragmavoorkeuze 39 Live uitleg 28
Sluitertijdvoorkeuze 40
Witbalans 57 Witbalans met één knopdruk 58 Beeldeffect 70 Kunstfi lter (ART)44 Het aanraakscherm
gebruiken AF-veld 53 Zoomkader-AF/zoom-AF 55
Zoomkader-AF/zoom-AF 55
C-AF+TR (AF Tracking) 75
8 (Pieptoon)
ISO/DIS Mode 59/46
Beeldstab. 68 Anti-Shock z Zelfontspanner 56 Afstandsbedieningskabel 137 Gebruik van de fl itser 51 Gradatie (beeldeffecten) 80 Bulb-/tijdfotografi e41 Live composietfotografi e42 Motiefprogramma (SCN)46
Ruisonderdr. 97
18
27
96
98
Snelle taakindex
NL
7
Foto's maken zonder te witte wittinten of te donkere zwarttinten
Snelle taakindex
De monitor optimaliseren/ de monitorschakering aanpassen
Ingesteld effect controleren voor u een foto maakt
De horizontale of verticale afbeeldingsrichting controleren voor opname
Fotograferen met doelbewuste compositie
Inzoomen op foto's om de scherpstelling te controleren
Zelfportretten
Repeterende opnamen
Gebruiksduur van de batterijen verlengen Het aantal foto's dat gemaakt kan
worden, verhogen
Weergave/bijwerken
Beelden bekijken op een televisie
Diashows met achtergrondmuziek bekijken
Schaduwpartijen lichter maken
Rode ogen verhelpen
Eenvoudig printen
Commerciële prints
Foto's eenvoudig delen
Gradatie (beeldeffecten) 80 Histogram/Belichtingscorrectie Over- en onderbelichting
wijzigen Helderheid van monitor
aanpassen LV Versterk. 95 Preview-functie 103 Testopname 103
Waterpas 37
Rasterweergave 95
Autoq (Rec View)
Zelfontspanner 56
Repeterende opnamen 56
Sleep 96
Beeldkwaliteit 72
37/50
50
91
91
g
HDMI/Video Out 95 Weergave op een televisie 105
Diashow 67
Shadow Adj (JPEG Edit) 89
Redeye Fix (JPEG Edit) 89
Direct printen 117
Een printorder aanmaken 116
Deelorder 64 De draadloze LAN-functie
van de camera gebruiken OLYMPUS PENPAL 112 Verbinding met smartphone 90
123
Camera-instellingen
Standaardinstellingen herstellen Terugzetten 79
Instellingen opslaan
Taal voor de monitor wijzigen
8
NL
Myset 79
W
g
91

Het uitpakken van de doos

Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd. Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de dealer waarbij u de camera hebt gekocht.
Het uitpakken van de doos
Camera Beschermkap van
• Flitsertas
• Cd-rom met computersoftware
• Gebruiksaanwijzing
• Garantiekaart
de camera
Flitser
FL-LM2
Camerariem USB-kabel
Lithium-ionbatterij
BLN-1
Camerariem bevestigen
Breng de camerariem aan in de richting van de pijlen.
1
1
2
3
Trek de camerariem tot slot strak om er zeker van te zijn dat deze goed
2
vastzit.
5
4
CB-USB6
Lithium-ionoplader
BCN-1
• Maak het andere uiteinde van de camerariem op dezelfde manier vast aan het andere bevestigingsoog.
NL
9
1

De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen

1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen

Namen van onderdelen

1 2
3 4 5
6 7 8
9 0
a
1 Vergrendeling functieknop ...........Blz. 18
2 Achterste regelaar* (o)
.................... Blz. 23, 38 – 41, 57, 59, 110
3 Knop Fn2 ...............................Blz. 23, 50
4 Knop H/R ( lm)......Blz. 33/Blz. 22, 103
5 Voorste regelaar* (r) ....Blz. 31, 38 – 41
6 Ontspanknop ...............................Blz. 21
7 Zelfontspanner-LED/AF-verlichting
.........................................Blz. 56/Blz. 93
8 Markering voor de lenskoppeling .Blz. 14 9 Knop Y (witbalans met één knop)
.....................................................Blz. 58
0 Knop Z (voorbeeld) ...................Blz. 103
a Lensvatting (verwijder de beschermkap
voor de lens wordt bevestigd.)
b Modusknop ..................................Blz. 18
c Stereomicrofoon ..............Blz. 66, 76, 90
b c d e
f g h
i
j
d ON/OFF-hendel .......................... Blz. 16
e Knop v
Knop AFm (AF/lichtmeting)
........................................ Blz. 74, 75
Knop jYHDR (repeterende
opnamen/
zelfontspanner/HDR) ...... Blz. 56, 60
f Externe itserconnector .............Blz. 136
g Klepje microfoonconnector
h Oogje voor de riem ........................Blz. 9
i Connectorkap
j Lensontgrendelknop ....................Blz. 14
k Lensvergrendelingspen l Microfoonconnector (in de handel
verkrijgbare microfoons van andere fabrikanten kunnen ook worden
gebruikt.
m HDMI-connector (type D) ...........Blz. 105
n Multi-connector ..........Blz. 105, 117, 120
k
l3,5 stereo mini-plug)
l
m
n
* In deze handleiding geven de pictogrammen r en o handelingen aan die met de
voorste en de achterste regelaar worden uitgevoerd.
10
NL
1
8
2
3
4
5
6
7
i
j
k
l
1 Accessoirepoort .........................Blz. 112
2 Dioptrieregelaar ...........................Blz. 20
3 Knop u (LV) .............................Blz. 19
4 Monitor (aanraakscherm)
............................ Blz. 16, 27, 34, 36, 62
5 Zoeker .............................Blz. 19, 20, 38
6 Oogsensor
7 Oogkapje ...................................Blz. 137
8 Flitsschoen.................................Blz. 134
9 Knop AEL/AFL ..............Blz. 32, 50, 102
0 Hendel ............................Blz. 38 – 41, 94
a Knop INFO............................Blz. 37, 62
b Knop Fn1 .....................................Blz. 53
9 0 a b
c d
e f g
h
n
m
c Knop Q .................................Blz. 30, 77
d Pendelknop* ................................Blz. 31
e Knop MENU ...............................Blz. 77
f Knop q (weergave) .............Blz. 31, 63
g Luidspreker
h Knop (wissen) .........................Blz. 33
i Statiefaansluiting
j PBH-deksel ................................Blz. 133
k Klepje batterijcompartiment .........Blz. 12
l Vergrendeling
batterijcompartiment ....................Blz. 12
m Klepje kaartsleuf ..........................Blz. 13
n Kaartsleuf.....................................Blz. 13
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
* In deze handleiding geven de pictogrammen FGHI bewerkingen aan die met
de pendelknop worden uitgevoerd.
NL
11

De batterij opladen en aanbrengen

Laad de batterij op.
1
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
Indicator voor laadtoestand
Bezig met opladen
Opladen voltooid
Oplaadfout
(Laadtijd: tot ca. 4 uur)
y Let op
• Koppel het laadapparaat los wanneer de batterij volledig is opgeladen.
De batterij aanbrengen.
2
Brandt oranje
Uit
Knippert
oranje
Richtingsteken ()
3
Indicator voor laadtoestand
Lithium-ionbatterij
Lithium-ionlaadapparaat
1
Lichtnetkabeltje
Stopcontact
Klepje van het batterijcompartiment
2
Richtingsteken
3
Vergrendelknop van het batterijcompartiment
Het klepje van het batterijcompartiment sluiten.
3
De batterij verwijderen
Schakel de camera uit voor u het klepje van het batterijcompartiment opent of sluit. Om de batterij te verwijderen, duwt u eerst de batterijvergrendelknop in de richting van de pijl, waarna u de batterij eruit kunt nemen.
y Let op
• Neem contact op met een geautoriseerde dealer of servicedienst als u de batterij niet kunt verwijderen. Gebruik geen geweld.
$ Opmerkingen
• Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
• Lees ook “Batterij, batterijlader en kaart“ (Blz. 126)
12
NL
2
1

Kaarten plaatsen en verwijderen

Plaats de kaart.
1
• Open het klepje van de kaartsleuf.
• Schuif het kaartje zover in de kaartsleuf totdat het op zijn plaats vastklikt. g “Toepasbare geheugenkaartjes“ (Blz. 127)
y Let op
• Schakel de camera uit voor u het kaartje plaatst of verwijdert.
Sluit het klepje van de kaartsleuf.
2
• Sluit het klepje tot u een klik hoort.
y Let op
• Zorg ervoor dat het klepje van de kaartsleuf is gesloten voor u de camera gebruikt.
Geheugenkaartje verwijderen
Druk zachtjes op de aangebrachte kaart, waarna die omhoog springt. Neem de kaart eruit.
y Let op
• Verwijder de batterij of de kaart niet wanneer het kaartschrijfsignaal (Blz. 36) wordt weergegeven.
Eye-Fi-kaarten
Lees “Toepasbare geheugenkaartjes“ (Blz. 127) vóór gebruik.
1
3
2
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
NL
13

Een lens op de camera bevestigen

Bevestig een lens op de camera.
1
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
Achterkap van de lens
• Houd de rode koppelingsmarkering op de lens tegenover de rode markering op de camera en steek de lens in het camerahuis.
• Draai de lens rechtsom tot deze vastklikt (de richting wordt aangegeven door pijl 3).
2
1
2
y Let op
• Controleer of de camera uitgeschakeld is.
• Druk de lensontgrendelknop niet in.
• Raak geen inwendige onderdelen van de camera aan.
Verwijder het lenskapje.
2
Lenzen met een UNLOCK-schakelaar gebruiken
Intrekbare lenzen met een UNLOCK-schakelaar kunnen niet worden gebruikt wanneer deze ingetrokken zijn. Draai de zoomring in de richting van de pijl (1) om de lens naar buiten te laten komen (2). Om de lens op te bergen, draait u de zoomring in de richting van de pijl (4) terwijl u de UNLOCK­schakelaar (3) verschuift.
4
2
De lens uit de camera verwijderen
Terwijl u de lensontgrendelknop ingedrukt houdt, draait u de lens in de richting van de pijl.
3
1
2
1
1
3
Lensontgrendelknop
Verwisselbare lenzen
Lees “Verwisselbare lenzen“ (Blz. 129).
14
NL
2
1
De fl itser bevestigen
Verwijder de contactafdekking van de fl itser en bevestig de fl itser op de
1
camera.
• Schuif de fl itser volledig in tot deze tegen de achterzijde van de schoen komt en goed op zijn plaats zit.
ONTGRENDEL-schakelaar
1
2
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
3
Om de fl itser te gebruiken, klapt u de fl itserkop omhoog.
2
• Klap de fl itserkop neer wanneer u de fl itser niet gebruikt.
y Let op
• Zorg ervoor dat de kap wordt geplaatst als de accessoirepoort niet wordt gebruikt.
De fl itser verwijderen
Druk op de ONTGRENDEL-schakelaar terwijl u de fl itser verwijdert.
2
1
Connectorkap
ONTGRENDEL-schakelaar
2
1
NL
15

De camera inschakelen

Beweeg de ON/OFF-hendel naar de positie ON om de camera in te
1
schakelen.
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
• Wanneer de camera is ingeschakeld, wordt de monitor ingeschakeld.
• Beweeg de hendel naar de positie OFF om de camera uit te schakelen.
ON/OFF-hendel
 Monitor
Batterijniveau
Wi-Fi
2013.10.01 12:30
ISO
WB
AUTO
AUTO
AUTO
250250 F5.6
i
4:3
; (groen): de camera is klaar om opnames
te maken.
: (groen): batterij bijna leeg ] (knippert rood): laad de batterij op.
NORM
01:02:0301:02:03
10231023
De monitor gebruiken
1
U kunt de hoek van de monitor aanpassen.
Camera in sluimerstand
Als ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar de “sluimerstand” (stand-by) om de monitor uit te schakelen en alle acties te annuleren. De camera wordt weer geactiveerd zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop, q-knop enz.). De camera schakelt automatisch uit als hij gedurende 4 uur in de sluimerstand heeft gestaan. Schakel de camera opnieuw in voor u hem gebruikt.
16
NL
2

Datum en tijd instellen

Informatie over datum en tijd wordt samen met de beelden opgeslagen op de kaart. De bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor dat u de juiste datum en tijd instelt voordat u de camera gebruikt.
Geef de menu's weer.
1
• Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.
Shooting Menu 1
Card Setup
1
Reset/Myset
2
Picture Mode
D
Image Aspect Digital Tele-converter Off
MENU-knop
Selecteer [X] op het tabblad [d]
2
(instellingen).
• Selecteer met FG op de pendelknop de optie [d] en druk op I.
• Selecteer [X] en druk op I.
Stel de datum en tijd in.
3
• Gebruik HI om items te selecteren.
• Gebruik FG om het geselecteerde item te wijzigen.
• Gebruik FG om de datumindeling te selecteren.
Sla de instellingen op en verlaat het menu.
4
• Druk op Q om de cameraklok in te stellen en terug te keren naar het hoofdmenu.
• Druk op de MENU-knop om de menu's te verlaten.
Tabblad [d]
Keystone Comp. Off
Back
Setup Menu
1
W
2
Rec View Wi-Fi Settings
c/#
Menu Display
Firmware
Back
YMD Time
2013
Cancel
De tijd wordt weergegeven in 24-uursformaat.
--.--.-- --:--X
English ±0 k±0
j
X
Y/M/D
Set
0.5sec
Set
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
h
4:3
NL
17

De fotografeerstand instellen

Gebruik de functieknop om de opnamestand te selecteren.
Indicator Pictogram
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
Een volautomatische stand waarbij de camera automatisch de instellingen optimaliseert
A
voor de huidige scène. De camera doet al het werk, wat handig is voor beginners. Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast om optimale
P
resultaten te verkrijgen. U regelt het diafragma. U kunt achtergronddetails scherper of waziger instellen.
A
U regelt de sluitertijd. U kunt de beweging van bewegende onderwerpen
S
uitdrukkelijker maken, of ze 'bevriezen' zonder bewegingsonscherpte. U regelt het diafragma en de sluitertijd. U kunt foto's maken met lange sluitertijden bij
M
vuurwerk of in andere situaties met weinig licht. Selecteer een kunstfi lter.
ART
Selecteer een scène volgens het onderwerp.
SCN
U kunt een PHOTO STORY vastleggen. Leg beelden vast terwijl het type PHOTO
J
STORY is geselecteerd. Maak fi lms met behulp van sluitertijd- en diafragma-effecten en speciale fi lmeffecten.
n
Probeer eerst foto's te maken in de stand Volautomatisch.
Druk de vergrendeling van de functieknop in om de vergrendeling op te
1
heffen en stel de functieknop in op A.
• Wanneer de vergrendeling voor de functieknop is ingedrukt, is de functieknop vergrendeld. Elke keer dat op de vergrendeling wordt gedrukt, schakelt deze tussen vergrendeld/ontgrendeld.
Vergrendeling functieknop
van de stand
 Monitor
Wi-Fi
2013.10.01 12:30
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
250250 F5.6
i
4:3
Diafragmawaarde
ISO-
gevoeligheid
Sluitertijd
18
NL
NORM
01:02:0301:02:03
10231023
Beschikbare opnametijd
Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen

Een opnamemethode selecteren

Bij deze camera kunt u kiezen uit twee opnamemethodes: fotograferen met de zoeker en fotograferen met de functie live view op het scherm. Druk op de knop u om tussen de opnamemethodes te wisselen. Bovendien kunt u verschillende opnamefuncties instellen met het superbedieningspaneel, live controle en het LV-superbedieningspaneel, afhankelijk van de opnamemethode.
1
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
Fotograferen met de zoeker
 Monitor
Gaat branden wanneer u uw oog weg van de zoeker beweegt.
Wi-Fi
2013.10.01 12:30
ISO
WB
AUTO
AUTO
AUTO
250250 F5.6
NORM
i
4:3
01:02:0301:02:03
0.00.0
10231023
Superbedieningspaneel
Q
Cursor
ISO
ISO
WB
AUTO
AUTO
AUTO
250250 F5.6
Wanneer u bij het instellen van de opnamefuncties op de knop Q drukt, verschijnt er een cursor op het superbedieningspaneel. Raak de functie aan die u wilt instellen.
NORM
i
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
u
-knop
 Zoeker
Gaat automatisch branden wanneer uw oog dichtbij komt. Wanneer de zoeker brandt, schakelt de monitor uit.
01:02:03
ISO-A
ISO-A
250F5.6 0.00.0
ee
200
200
1023
Q
S-IS AUTOS-IS AUTO
WB
WBWBWB
AUTO
AUTOAUTOAUTO
4:3
L
N
FullHD
WB Auto
AUTOAUTO
AUTOAUTO
Als u op de knop Q drukt terwijl de zoeker brandt, wordt live controle in de zoeker weergegeven. (In de stand A wordt een live uitleg weergegeven.)
F
Fotograferen met live view
 Monitor
Wi-Fi
ISO-A
200
0.00.0
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
S-IS AUTOS-IS AUTO
L
FullHD
j
N
F
3838
Live view-weergave
Q
S-IS AUTOS-IS AUTO
WB
WBWBWB
WB
WBWBWB
AUTO
AUTOAUTOAUTO
AUTO
AUTOAUTOAUTO
4:3
L
N
WB Auto
AUTOAUTO
AUTOAUTO
P
Wanneer u bij het instellen van de opnamefuncties op de knop Q drukt, wordt live controle weergegeven en kunt u een functie selecteren door aan de achterste regelaar te draaien.
FullHD
F
WB
ISO
WB
AUTO
AUTO
AUTO
250250 F5.6
NORM
i
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
19
NL
2

Fotograferen met de zoeker

Fotograferen

Elke keer dat op de knop u wordt gedrukt, kunt u wisselen tussen fotograferen met de zoeker en fotograferen met live view. Bij fotograferen met de zoeker wordt het
2
superbedieningspaneel op het scherm weergegeven.
Fotograferen met de zoeker
Stilstaande beelden opnemen
1
u
-knop
Zoeker
Als de display in de zoeker er wazig uitziet
Kijk door de zoeker en draai de dioptrieregelaar tot de weergave is scherpgesteld.
Stel de camera in en bepaal de compositie.
• De zoeker wordt ingeschakeld en de monitor schakelt automatisch uit wanneer u uw oog tegen de zoeker houdt.
• Let op dat uw vingers of de camerariem niet in de weg zitten van de lens.
Wi-Fi
2013.10.01 12:30
ISO
WB
AUTO
AUTO
AUTO
250250 F5.6
Superbedieningspaneel
NORM
i
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
Horizontale stand Verticale stand
20
NL
Druk zacht op de ontspanknop tot de eerste positie. (Druk de ontspanknop half in.)
2
• Het bevestigingsteken voor AF (() wordt weergegeven en er verschijnt een groen kader (AF-kader) om de scherpgestelde zone heen.
Autofocusveld
Druk de ontspanknop half in.
AF-bevestigingsteken
250 F5.6
Diafragmawaarde
Sluitertijd
ISO-A
ISO-A
ee
200
200
• De door de camera automatisch gekozen combinatie van ISO-gevoeligheid, sluitertijd en diafragmawaarde verschijnt.
• Als het AF-bevestigingsteken knippert, is het onderwerp niet scherpgesteld. (Blz. 140
Druk opnieuw op de ontspanknop om een foto te maken. (Druk de knop
3
helemaal in.)
• Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt.
• Het opgenomen beeld verschijnt op de monitor.
De ontspanknop half en helemaal indrukken
De ontspanknop heeft twee posities. De ontspanknop licht indrukken tot aan de eerste positie en deze daar vasthouden heet “de ontspanknop half indrukken“; de ontspanknop volledig indrukken tot aan de tweede positie heet “de ontspanknop helemaal indrukken“.
Half indrukken
Helemaal indrukken
y Let op
• U kunt de weergavestijl van de zoeker wijzigen. In deze handleiding wordt [Style 1] gebruikt.
g
[Built-in EVF Style] (Blz. 101)
• Als de hoek van het scherm is veranderd, gaat de zoeker niet automatisch branden.
• Druk op de knop u en houd deze ingedrukt om een menu met automatische keuzeopties voor de zoeker weer te geven. g [EVF Auto Switch] (Blz. 101)
2
Fotograferen met de zoeker
01:02:03
1023
NL
21
Films opnemen
U kunt fi lms opnemen in alle fotografeerstanden, behalve J (PHOTO STORY). Probeer eerst opnames te maken in de stand Volautomatisch.
Stel de functieknop in op A.
1
Druk op de knop R om de opname te starten.
2
2
Fotograferen met de zoeker
• De gemaakte foto wordt op het scherm getoond.
• Als u door de zoeker kijkt, wordt de gemaakte foto getoond.
• U kunt de focuszone wijzigen door tijdens de opname het scherm aan te raken (Blz. 27.
Druk opnieuw op de knop R om de opname te
3
stoppen.
• Wanneer de opname is voltooid, verschijnt het superbedieningspaneel op het scherm.
Weergegeven tijdens de opname
y Let op
• Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen bewegende beelden vervormd worden weergegeven door het rollende sluitereffect. Dit is een natuurkundig fenomeen waarbij de gefi lmde beelden vervormd worden bij het fi lmen van een snel bewegend onderwerp of door de bewegingen van de camera. Dit fenomeen valt vooral op bij een grote brandpuntsafstand.
• Als de camera gedurende een lange periode wordt gebruikt, zal de temperatuur van het beeldopneemelement toenemen en kan er ruis en gekleurde beeldwaas verschijnen in beelden. Schakel de camera gedurende een korte periode uit. Ruis en gekleurde beeldwaas kunnen zich ook voordoen bij beelden die werden opgenomen met een hoge ISO-gevoeligheid. Als de temperatuur blijft toenemen, zal de camera automatisch uitgeschakeld worden.
• Wanneer u een Four Thirds systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u fi lms opneemt.
Foto's maken tijdens het opnemen van lms
• Druk tijdens de fi lmopname op de ontspanknop om de opname te pauzeren en een foto te maken. De fi lmopname start opnieuw zodra de foto is gemaakt. Druk op de knop R om de opname te stoppen. Er worden drie bestanden opgenomen op de geheugenkaart: de lmbeelden die vooraf gaan aan de foto, de foto zelf en de fi lmbeelden die volgen op de foto.
• Tijdens het fi lmen kan slechts één foto per keer worden genomen; de zelfontspanner en de fl itser kunnen niet worden gebruikt.
y Let op
• De resolutie en de kwaliteit van foto's staan los van de fi lmgrootte.
• De autofocus en metingen die worden gebruikt in de fi lmstand kunnen verschillen van die, die worden gebruikt voor het nemen van foto's.
• De knop R kan in de volgende situaties niet worden gebruikt om fi lms op te nemen:
Meervoudige belichting (fotograferen stopt ook)/ontspanknop half ingedrukt/ tijdens bulb-, tijd- of compositieopnamen/repeterende opnamen/Panorama/opnemen in SCN-stand (e-portret, hand-held, starlight, 3D)/time lapse-opnamen
R-knop
00:02:1800:02:18
Opnametijd
22
NL

Opnamefuncties instellen

De multifunctionele knop gebruiken
Wanneer u foto's in de zoeker kadreert, kunt u instellingen snel aanpassen met de multifunctionele knop. In de standaardinstellingen is de rol van multifunctionele knop aan knop Fn2 toegewezen.
Een functie kiezen
Houd de Fn2-knop ingedrukt en draai aan de regelaar.
1
• De menu's worden weergegeven.
Blijf aan de regelaar draaien om de gewenste functie te kiezen.
2
• Laat de knop los wanneer de gewenste functie is geselecteerd.
 Multifunctionele opties gebruiken
Druk op de knop Fn2. Er verschijnt een dialoogvenster om opties te selecteren.
[a] toegewezen aan knop Fn2
Fn2
Fn2
Druk op Q/ Fn2 en houd de
knop ingedrukt
2
Fotograferen met de zoeker
01:02:03
ISO-A
ISO-A
250F5.6
ee
200
200
1023
250F5.6
Zoomkader-AFOpnamescherm
Fn2
Andere optie toegewezen aan knop Fn2
HI LIGHT
SHADOW
250F5.6 0.00.0
Opties voor lichte en
schaduwpartijen
01:02:03
ISO-A
ISO-A
ee
200
200
1023
Optie Color Creator
Functie
b (Lichte en schaduwpartijen) (Blz. 50) c (Color Creator) (Blz. 59)
a (Zoomframe AF/zoomen AF) (Blz. 55)
d (Beeldverhouding) (Blz. 71)
01:02:03
ISO-A
ISO-A
ee
200
200
1023
250F5.6
01:02:03
ISO-A
ISO-A
ee
200
200
1023
Zoom-AF
4:3
P
Opties voor breedte-
hoogteverhouding
Voorste regelaar
(r)
Achterste regelaar
(o)
Controle licht Controle donker
Kleurschakering Verzadiging
Zoomframe AF: belichtingscorrectie
Zoomen AF: in- of uitzoomen
Selecteer een optie
NL
23
Het superbedieningspaneel gebruiken
Bij fotograferen met de zoeker wordt het superbedieningspaneel op het scherm weergegeven. Stel de hoofdfuncties voor fotograferen in met het superbedieningspaneel.
Display superbedieningspaneel
2
Fotograferen met de zoeker
1
2
3
4 5
ISO
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
250250 F5.6
i
4:3
+
2.0+2.0
a
6
7 8
NORM
9
01:02:0301:02:03
10231023
0cdfe b
Instellingen die kunnen worden aangepast met behulp van het superbedieningspaneel
1 Momenteel geselecteerde optie
2 ISO-gevoeligheid .........................Blz. 59
3 Flitsmodus ...................................Blz. 51
4 Flitssterkteregelaar ......................Blz. 73
5 Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 56
6 Witbalans .....................................Blz. 57
Witbalanscorrectie
7 Fotomodus ...................................Blz. 70
8 Scherpte N .................................Blz. 80
Fototint y ...................................Blz. 81
9 Kleurruimte ..................................Blz. 99
0 Toewijzing knopfuncties .......Blz. 94, 103
a Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 54
b Lichtmeetstand ............................Blz. 74
c Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 71
d Beeldkwaliteit ...............................Blz. 72
e AF-modus ....................................Blz. 75
AF-kader ......................................Blz. 53
f Beeldstabilisator ..........................Blz. 68
Contrast J ..................................Blz. 80
Verzadiging T ............................Blz. 80
Gradatie z..................................Blz. 80
Z/W-fi lter x .................................Blz. 80
y Let op
• Wordt niet weergegeven in de standen SCN, J en n.
Druk op de knop Q.
1
Cursor
• De cursor verschijnt. U kunt ook dubbel tikken (tweemaal achter elkaar snel aanraken) om de cursor weer te geven.
Raak de functie aan die u wilt instellen.
2
ISO
ISO
AUTO
AUTO
• De cursor wordt op de aangeraakte functie weergegeven.
Draai aan de voorste regelaar en selecteer een
3
waarde voor de instelling.
250250 F5.6
$ Opmerkingen
• U kunt menu's voor alle functies weergeven door een functie te selecteren en op Q te
drukken.
WB AUTO
NORM
i
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
24
NL
3

Fotograferen met live view

Fotograferen

Elke keer dat op de knop u wordt gedrukt, kunt u wisselen tussen fotograferen met de zoeker en fotograferen met live view. Bij fotograferen met live view wordt het onderwerp weergegeven op het scherm.
u
-knop
Wi-Fi
ISO-A
200
3
Fotograferen met live view
250250 F5.6
Monitor
01:02:0301:02:03
3838
Stilstaande beelden opnemen
Stel de camera in en bepaal de compositie.
1
• Let op dat uw vingers of de camerariem niet in de weg zitten van de lens.
Raak het gebied aan van het onderwerp waarop
2
u wilt scherpstellen.
• De camera stelt scherp op het aangeraakte gebied en maakt automatisch een foto.
• De gemaakte foto wordt op het scherm weergegeven.
Wi-Fi
ISO-A
200
250250 F5.6
$ Opmerkingen
• U kunt de ontspanknop ook gebruiken om een foto te maken, net zoals u zou doen wanneer u met de zoeker zou fotograferen.
• Nadat de camera op het aangeraakte gebied heeft scherpgesteld, kunt u ook op de ontspanknop drukken om een foto te maken. g “Het aanraakscherm gebruiken“ (Blz. 27)
• Druk op de knop u en houd deze ingedrukt om een menu met automatische keuzeopties voor de zoeker weer te geven. g [EVF Auto Switch] (Blz. 101)
01:02:0301:02:03
3838
NL
25
Films opnemen
U kunt fi lms opnemen in alle fotografeerstanden, behalve J (PHOTO STORY). Probeer eerst opnames te maken in de stand Volautomatisch.
Stel de functieknop in op A.
1
Druk op de knop R om de opname te starten.
2
• U kunt de focuszone wijzigen door tijdens de opname het scherm aan te raken (Blz. 27).
3
Fotograferen met live view
Druk opnieuw op de knop R om de opname te
3
stoppen.
Weergegeven tijdens de opname
y Let op
• Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen bewegende beelden vervormd worden weergegeven door het rollende sluitereffect. Dit is een natuurkundig fenomeen waarbij de gefi lmde beelden vervormd worden bij het fi lmen van een snel bewegend onderwerp of door de bewegingen van de camera. Dit fenomeen valt vooral op bij een grote brandpuntsafstand.
• Als de camera gedurende een lange periode wordt gebruikt, zal de temperatuur van het beeldopneemelement toenemen en kan er ruis en gekleurde beeldwaas verschijnen in beelden. Schakel de camera gedurende een korte periode uit. Ruis en gekleurde beeldwaas kunnen zich ook voordoen bij beelden die werden opgenomen met een hoge ISO-gevoeligheid. Als de temperatuur blijft toenemen, zal de camera automatisch uitgeschakeld worden.
• Wanneer u een Four Thirds systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u fi lms opneemt.
Foto's maken tijdens het opnemen van lms
• Druk tijdens de fi lmopname op de ontspanknop om de opname te pauzeren en een foto te maken. De fi lmopname start opnieuw zodra de foto is gemaakt. Druk op de knop R om de opname te stoppen. Er worden drie bestanden opgenomen op de geheugenkaart: de lmbeelden die vooraf gaan aan de foto, de foto zelf en de fi lmbeelden die volgen op de foto.
• Tijdens het fi lmen kan slechts één foto per keer worden genomen; de zelfontspanner en de fl itser kunnen niet worden gebruikt.
y Let op
• De resolutie en de kwaliteit van foto's staan los van de fi lmgrootte.
• De autofocus en metingen die worden gebruikt in de fi lmstand kunnen verschillen van die, die worden gebruikt voor het nemen van foto's.
• De knop R kan in de volgende situaties niet worden gebruikt om fi lms op te nemen:
Meervoudige belichting (fotograferen stopt ook)/ontspanknop half ingedrukt/tijdens bulb-, tijd- of compositieopnamen/repeterende opnamen/Panorama/opnemen in SCN-stand (e-portret, hand-held, starlight, 3D)/time lapse-opnamen
26
NL
R-knop
00:02:1800:02:18
Opnametijd

Het aanraakscherm gebruiken

Wanneer u met live view fotografeert, kunt u de functies van het aanraakpaneel gebruiken.
Een focusmethode selecteren
U kunt scherpstellen en opnemen door op de monitor te tikken. Tik op te doorlopen.
U
T
V
Voorbeeld van uw onderwerp bekijken
( V )
1
2
om de instellingen voor het aanraakscherm
T
Bediening van het aanraakscherm uitgeschakeld.
Tik op een onderwerp om scherp te stellen en automatisch de sluiter te ontspannen. Deze functie is niet mogelijk in de stand n.
Tik om een AF-kader weer te geven en stel scherp op het onderwerp in het geselecteerde gebied. U kunt het aanraakscherm gebruiken om de positie en de grootte van het scherpstelkader te kiezen. Foto's kunnen worden genomen door op de ontspanknop te drukken.
Tik op het onderwerp op het display.
• Er verschijnt een AF-kader.
• Gebruik de schuifbalk om de grootte van het kader te kiezen.
• Raak S aan om het display van het AF-kader uit te schakelen.
Gebruik de schuifbalk om de grootte van het doelframe te kiezen en tik vervolgens op Y om in te zoomen op het onderwerp van het doelframe.
• Gebruik uw vinger om in het display te schuiven wanneer de foto is ingezoomd.
• Tik op Z om de zoomweergave te annuleren.
Wi-Fi
ISO-A
200
250250 F5.6
ISO-A
200
Off
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
S-IS AUTOS-IS AUTO
1414
1010
7
7
5x
5x
3
Fotograferen met live view
3030
NL
27
y Let op
• Bij gebruik van een Four Thirds-systeemlens kan het bereik voor automatisch scherpstellen afnemen. Als u het scherm aanraakt buiten het mogelijke bereik, zal de camera een foto nemen zonder gebruik te maken van AF.
De draadloze LAN-functie gebruiken
U kunt de camera op een smartphone aansluiten en de camera via Wi-Fi bedienen. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de relevante app op de smartphone installeren. g “De draadloze LAN-functie van de
3
camera gebruiken“ (Blz. 123), “Wat u allemaal kunt doen
Fotograferen met live view
met OI.Share“ (Blz. 125)
Wi-Fi
Wi-Fi
ISO-A
200
250250 F5.6

Opnamefuncties instellen

Livegidsen gebruiken
Livegidsen zijn beschikbaar in de stand iAUTO (A). Hoewel iAUTO een volautomatische stand is, kunt u met behulp van livegidsen diverse geavanceerde fototechnieken oproepen.
Stel de functieknop in op A.
1
Tik op het tabblad om de livegidsen weer te geven.
2
• Selecteer een gidsitem en raak het aan om het in te stellen.
Wi-Fi
ISO-A
200
250250 F5.6
Gebruik uw vinger om de schuifbalken te
3
verplaatsen.
• Tik op a om de instellingen te openen.
• Om de livegidsinstelling te annuleren tikt u op k op het scherm.
• Wanneer [Shooting Tips] is geselecteerd, markeert u een item en drukt u op Q om een beschrijving te bekijken.
• Het effect van het geselecteerde niveau is zichtbaar op het display. Als [Blur Background] of [Express Motions] geselecteerd is, keert het display terug naar de normale weergave, maar het geselecteerde effect is zichtbaar in de uiteindelijke foto.
28
NL
Tabblad
01:02:0301:02:03
3838
Change Color Saturation
Cancel
Cancel Set
01:02:0301:02:03
3030
Gidsitem
Niveaubalk / selectie
Clear & Vivid
0
Flat & Muted
Herhaal de stappen 2 en 3 indien nodig om
4
aanvullende gidsen te selecteren.
• Geselecteerde gidsen worden aangeduid met het pictogram v.
Neem een foto.
5
• Om de livegids te annuleren drukt u op de knop MENU.
Change Color Saturation
$ Opmerkingen
• Live uitleg kan ook gebruikt worden bij het fotograferen met de zoeker. Bij het fotograferen met de zoeker worden instellingen ingesteld met de regelaar en de knoppen. Als u op de knop Q drukt, wordt de live uitleg weergegeven en wordt de achterste regelaar gebruikt om items te selecteren en de schuifbalken te bedienen.
y Let op
• [Blur Background] en [Express Motions] kunnen niet tegelijk worden gebruikt.
• Als [RAW] momenteel is geselecteerd voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit automatisch ingesteld op [YN+RAW].
• De livegidsinstellingen worden niet toegepast op de RAW-kopie.
• Het is mogelijk dat beelden er korrelig uitzien bij sommige instelniveaus van de livegids.
• Wijzigingen aan de instelniveaus van de livegids zijn mogelijk niet zichtbaar op de monitor.
• De beeldsnelheid daalt wanneer [Blurred Motion] is geselecteerd.
• De fl itser kan niet worden gebruikt met de live uitleg.
• Wanneer u live uitleg-instellingen doorvoert die de limieten van de belichtingsmeters van de camera overschrijden, kan dit leiden tot over- of onderbelichte beelden.
3
Fotograferen met live view
NL
29

Live controle gebruiken

Wanneer u met live view fotografeert, kan live controle worden gebruikt om functies in te stellen voor de standen P, A, S, M, n en J. Door live controle te gebruiken kunt u de effecten van de verschillende instellingen op de monitor vooraf bekijken.
S-IS AUTOS-IS AUTO
WB
WBWBWB
WB
WBWBWB
AUTO
AUTOAUTOAUTO
AUTO
AUTOAUTOAUTO
4:3
L
FullHD
Functies
N
F
Instellingen
3
Fotograferen met live view
P
AUTOAUTO
AUTOAUTO
WB Auto
Beschikbare instellingen
Beeldstabilisator ................................Blz. 68
Fotomodus.........................................Blz. 70
Scèneprogramma ..............................Blz. 46
Creatieve fi ltermodus.........................Blz. 44
n modus ..........................................Blz. 71
Witbalans ...........................................Blz. 57
Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 56
Beeldkwaliteit.....................................Blz. 72
Flitsmodus .........................................Blz. 51
Flitssterkteregelaar ............................Blz. 73
Lichtmeetstand ..................................Blz. 74
AF-modus ..........................................Blz. 75
ISO-gevoeligheid ...............................Blz. 59
Gezichtsprioriteit ................................Blz. 54
Filmgeluidsopname ...........................Blz. 76
Breedte-hoogteverhouding ................Blz. 71
Druk op Q om live control weer te geven.
1
• Om live control te verbergen, drukt u nogmaals op Q.
Gebruik de achterste regelaar
2
om de instellingen te selecteren, gebruik de voorste regelaar om
Toont de geselecteerde functienaam
de geselecteerde instelling te veranderen en druk op Q.
• De geselecteerde instellingen worden automatisch van kracht als er gedurende ongeveer 8 seconden
Cursor
P
geen handeling wordt uitgevoerd.
y Let op
• Sommige items zijn niet beschikbaar in sommige fotografeerstanden.
AUTOAUTO
AUTOAUTO
Pendelknop
WB Auto
$ Opmerkingen
• Live controle kan ook gebruikt worden bij het fotograferen met de zoeker.
Als u op de knop Q drukt terwijl de zoeker brandt, wordt live controle in de zoeker weergegeven. Als de zoeker wordt uitgeschakeld tijdens het fotograferen, wordt live controle ook geannuleerd.
Cursor
S-IS AUTOS-IS AUTO
WB
WBWBWB
WB
WBWBWB AUTO
AUTOAUTOAUTO
AUTO
AUTOAUTOAUTO
4:3
L
N
FullHD
F
Pendel­knop
30
NL
Loading...
+ 156 hidden pages