Appendix A - Specificaties - MCU600 ........................................................................................................
5
6
7
8
8
9
11
16
21
26
26
26
27
27
27
28
Appendix B - Specificaties - AP3380-beeldscherm ....................................................................................
Appendix C - Gebruikersdata ...................................................................................................................
Explo rer AP380 Sys teem Inst allatieh andleidi ng Northstar3
29
30
Belangrijk
Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar om dit instrument en transducer(s) op zodanige
wijze te installeren en gebruiken dat geen ongelukken, persoonlijk letsel of zaakschade worden
veroorzaakt. De gebruiker van dit product is verantwoordelijk voor het in acht nemen van de
regels voor goed zeemanschap.
De keuze, plaatsing en installatie van alle componenten in een automatische piloot-systeem is
cruciaal. Indien de installatie niet correct is, kan het instrument niet naar behoren func tioneren.
Raadpleeg in geval van twijfel uw Nor thstar-leverancier. Gaten dienen op een veilige plaats
gemaakt te worden en de constructie van de boot niet te ondermijnen. Raadpleeg in geval van
twijfel een gek walificeerde bootbouwer.
Gebruik van het Explorer AP380 systeem:
Het Explorer AP380 s ysteem is bedoeld als een hulpmiddel voor de schipper bij het sturen
voor lange periodes, niet als de belangrijkste manier om de boot te sturen.
De G-E xplorer AP380 is niet bedoeld voor gebruik in extreme weersomstandigheden, onder
ongunstige condities of in de buurt van andere boten, verraderlijke wateren of land.
De Explorer AP380 kan de boot niet beter besturen dan een schipper. Bestuur onder
ongunstige omstandigheden de boot handmatig.
Laat de helm nooit onbemand. Zorg dat er te allen tijde iemand op de uitkijk staat. De
schipper dient altijd de koers van de boot en de Explorer AP380 in de gaten te houden en
indien nodig het roer over te kunnen nemen.
Het func tioneren van de Explorer AP380 kan worden beïnvloed door het niet werken van
een onderdeel, omgevingscondities, onjuiste installatie en onjuist gebruik.
BRUNSWICK NEW TECHNOLOGIES INC WIJST ALLE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR ENIG GEBRUIK
VAN DIT PRODUC T OP EEN WIJZE DIE ONGELUKKEN OF SCHADE ZOU KUNNEN VEROORZAKEN,
OF DIE IN STRIJD IS MET DE WET.
Omdat Northstar continu werkt aan productverbetering, behouden we ons het recht voor om
veranderingen aan het product door te voeren die nog niet worden weergegeven in deze versie
van de handleiding. Neem contact op met een Northstar-kantoor in de buurt indien u verdere
assistentie nodig heeft.
Bepalende Taal: Deze bepaling, alle handleidingen, gebruiksaanwijzingen en andere
informatie gerelateerd aan het product (Documentatie), zouden kunnen worden vertaald, of
zijn vertaald uit een andere taal (Vertaling). Als er strijdigheden zijn tussen enige Vertaling van
de Documentatie dan is de Engelstalige versie van de Documentatie de officiële versie van de
Documentatie.
4 NorthstarExplo rer AP380 Sys teem Inst allatieh andleidi ng
1 Introductie
Gebruik van deze handleiding
Deze handleiding b eschrijft hoe het Explorer
AP380 systeem geïnstalleerd en opgezet
dient te worden. We verwijzen naar de aparte
Explore r AP380 Bedieningshan dleiding voor
informatie over de bediening van het Explorer
AP380 instrument.
De installatie van het Explorer AP380 systeem
bestaat uit de installatie, haveninstelling en
zeetesten (zie paragrafen 3, 4 en 5).
Om een Explorer AP380 systeem weer volledig
in te stellen nadat een onderdeel is vervangen
of indien er vermoedelijk een probleem is, voer
dan nog een keer de haveninstelling van het
1-1 Een gebruikelijke Explor er AP380 systeeminst allatie
Beeld-
scherm
unit
NavBus
Handmatige helm
systeem en de zeetesten uit
(zie paragraaf 4 en 5).
Om te verif iëren dat het Explorer AP380
systeem correct functioneert dienen zeetesten
worden uitgevoerd (zie paragraaf 5).
Schoonmaak en onderhoud
Maak de onderdelen van de Explorer
AP380 schoon met een vochtige doek of
een mild schoonmaakmiddel. Gebruik
geen schuurmiddelen, benzine of andere
oplosmiddelen.
De onderdelen van de Explorer AP380 dienen
niet geschilderd te worden m.u.v. de kabels.
Meer
beeld-
schermen
MCU600
Optionele instrumenten
SNELHEID
WIND
Kompas
Gyro
GPS
NMEA
Koppelingsaandrijving
(optioneel)
Stroomschakelaar of
schakelaars en
Besturingsaandrijving
Roer-beheersing
Roer
Explo rer AP380 Sys teem Inst allatieh andleidi ng Northstar5
Roer-feed
back-unit
stroombeveiliging
Toets
-
Onderdelen die bij een Explorer
AP380 systeem geleverd worden
Andere benodigde onderdelen
Optionele onderdelen
Opmerking: Bovenstaand wordt
slechts een gebruikelijk installatie
weergegeven. We verwijzen naar de bij
de aandrijving geleverde informatie
voor meer informatie.
Zwak
Sterk
12 V DC
Stroomvoorziening
1-2 Gebruik van het E xplorer AP380 systeem met andere instrumenten
1-2-1 Gebruik van andere instrumenten
Het Explorer AP380 s ysteem kan data
gebruiken van de volgende instrumenten :
GPS: Een GPS of chartplotter, zoals de
Northstar Explorer 500-serie chartplotter,
dient op het Explorer AP380 systeem te
worden aangesloten, zodat de G-PILOT in
GPS-stand kan functioneren (zie de Explorer
AP380 Bediendingshandleiding).
Opmer king: GPS dient vi a NMEA input te zijn.
WIND: Een windinstrument, zoals uit de
Northstar WIND -serie, dient op het Explorer
AP380 systeem te worden aangesloten,
zodat de G-PILOT in WIND-stand kan
functioneren (zie de Expl orer AP380 Bedieni ngshandleiding).
SNELH EID: Een snelheidsinstrument, zoals:
de Northstar SPEED met een logwiel
snelheidssensor
of een GPS of chartplotter, zoals de
Northstar Explorer 500 of Explorer
600-serie kunnen op het E xplorer
AP380 systeem worden aangesloten
voor verbeterde precisie.
Opmer king: De snelhe id van een
logwielse nsor is de snelheid waarm ee de boot
zich door he t water beweegt. De sne lheid
van een GPS is de sne lheid over de grond.
Indien er st roming in het water is dan zu llen
deze snelh eden verschillend zi jn. Indien het
Explore r AP380 systeem aan een inst rument
met een log wielsensor EN aan een GPS
verbonde n is, dan zal het Explo rer AP380
systeem auto matisch de snelheid van d e
logwielse nsor gebruiken.
1-2-2 ww wwwww
NavBus is een gedeponeerd Northstar-systeem
dat het mogelijk maak t dat systemen met
meerdere instrumenten een enkele set
transducers kunnen gebruiken. Indien
instrumenten via NavBus zijn aangesloten:
Indien de eenheden, alarmen of kalibratie
op een instrument veranderd worden,
worden deze waarden automatisch
veranderd voor andere instrumenten van
hetzelfde type.
Elk instrument kan worden toegewezen
aan een instrumentengroep, een NavBusgroep genaamd (zie NavBus-groep in het
Instellin g > Comms-menu, in de Ex plorer
AP380 Bedien ingshandleiding ). Indien dan
het achtergrondlicht voor een instrument
in de groepen 1, 2, 3 of 4 gewijzigd wordt
zal het automatisch veranderen in de
andere instrumenten in dezelfde groep.
Indien u echter het achtergrondlicht voor
een instrument in groep 0 heef t gewijzigd
zal dit niet van invloed zijn op een ander
instrument.
Indien een alarm klinkt, kunt u dit
uitschakelen door het alarm op een scherm
dat dit alarm weer geeft uit te schakelen.
Voor meer informatie verwijzen we naar de
NavBus instal latie- en bedieni ngshandleiding.
Opmerki ng: GPS dient via NMEA input t e zijn.
NavBus en het E xplorer AP380 systeem:
Het Explorer AP380 s ysteem zal
automatisch ook functioneren met ex tra
Explorer AP380 beeldschermen.
Het Explorer AP380 s ysteem kan winddata
ontvangen van Northstar’s WIND via
NavBus.
Het Explorer AP380 s ysteem kan winddata
ontvangen van een Northstar SPEED via
NavBus.
1-2-3 NMEA
NMEA is een industriestandaard, maar is
niet zo flexibel als NavBus omdat specifieke
verbindingen tussen instrumenten nodig zijn.
Het Explorer AP380 s ysteem heeft een NMEA
-input-poort en een poort die als in- of output
kan worden geconfigureerd (Zie Exp lorer AP380 Bedieni ngshandleiding).
Explor er AP380 systeem NMEA-input
GPS: Het Explorer AP380 systeem kan NMEA
GPS-data ontvangen van een compatibele GPS
of chartplotter, zoals de Northstar Explorer
500-serie chartplot ter:
XTE (van APA, APB of XTE-zinnen) is
benodigd voor het E xplorer AP380 systeem
om de GPS -stand te gebruiken
6NorthstarEx plorer AP3 80 Systeem I nstallat iehandle iding
BRG (van APA-zinnen) en BOD (van APA of
APB zinnen) zijn optioneel en verbeteren
functionaliteit.
COG (van VTG -zinnen) is optioneel en kan
worden weergegeven.
WIND: Het Explorer AP380 systeem kan NME Awinddata ontvangen van een compatibel
windinstrument:
Voor gebruik van de win d-stand op het
P3380-systeem zijn ware en schijnbare
windrichting (van MW V-zinnen) nodig.
SNELH EID: Het Explorer AP380 systeem kan
NMEA snelheidsdata ontvangen van een
compatibel logwiel- of GPS -instrument:
SOG (van V TG -zinnen) is optioneel en
verbetert de functionaliteit.
Opmerking: Als het Explorer AP38 0 systeem
is aangesloten op een Northstar-serie wind of
snelheidsinstrument via NavBus, dan zal het Explo rer
AP380 systeem automatisch wind- of snelheidsdata
ontvangen en dient de NMEA-verbinding niet te
worden aangesloten.
Explor er AP380 systeem NMEA-output
De NMEA 2 poort kan als in- of output worden
geconfigureerd:
(zie NMEA -stand in het Instelli ng >
Comms -menu, en Zie Exp lorer AP380
Bedieni ngshandleiding).
2 Explorer AP380 systeem-hardware
2-1 Wat er geleverd wordt bij het Explorer AP380 systeem
beide richtingen (HDG & HDT) en roerhoek
(RSA) een keer per seconde
of richting (HDG) tien keer per seconde
MCU600 (Main Control Unit =
Hoofdbedieningspaneel)
Kompas met 10 m
(33 voet) vaste kabel
Beschermkap voor het
beeldscherm
Explo rer AP380 Sys teem Inst allatieh andleidi ng Northstar7
(33 voet) vaste kabel
RFU - Roer-feedback-unit
Gyro, met 10 m
2 mm (#14) dubbel-
draadse kabel voor
krachtstroombedra-ding
Documentatie
• Garantie
• Bevestigingsmal beeldscherm
• Deze installatiehandleiding
• Bedieningshandleiding
Additi onele apparatuur
• Bevestigingsmiddelen
• Kabelhoes
• Spanningsverlaging
• Extra zekeringen
Explorer AP380 Beeldscherm
2-2 Andere benodigde onder delen
Stroomvoorziening: Het Explorer AP380
systeem heeft twee stroombronnen nodig,
beide nominaal 12 V DC:
Een sterk stroomvoorziening voor de
besturingsaandrijving
Een zwak stroomvoorziening voor de
Explorer AP380 systeemelektronica en
het beeldscherm ; deze bron voorziet
ook overige beeldschermen en andere
instrumenten van stroom.
De stroomvoorzieningen hebben een of
twee schakelaars en zekeringen of een
stroomonderbreker nodig (zie paragraaf 3-4).
Besturingsaandrijv ing
systeem kan een hydraulische pomp, constant
aangedreven pompset, hydraulische lineaire
aandrijving of een mechanische aandrijving
van stroom voorzien bij 12 V DC en maximaal
20 A.
Roerove rbrenging: Om het roer te verbinden
aan het roer-feedback-instrument (zie
paragraaf 3-5).
Voor bedrading, zie Selecteer B edradingstabel in
paragraaf 3-4 -2.
: Het Explorer AP380
3 Installatie
Waarschuwing: Correcte installatie is cruciaal
voor het functioneren van het instrument. Het
is van vitaal belang dat u deze paragraaf van
de handleiding en documentatie bij eventuele
andere onderdelen doorleest voordat u met de
installatie begint.
Waarschuwing:
De MCU600 (hoofdinstrument) is niet
waterdicht. Bevestig dit instrument op een
droge plaats.
3-1 Installatievolgorde
De aanbevolen installatievolgorde:
1 Lees deze handleiding en de documentatie
die bij andere onderdelen werd geleverd.
2 Plan de installatie: selecteer de locatie
van de apparatuur en de bedrading (zie
paragraaf 3-2).
3 Installeer de MCU600 (zie paragraaf 3-3).
Exte rne piepers of lichten (option eel ): De
externe output is geaard, 30 V DC en maximaal
250 mA. Plaats een relais indien de piepers
en lichten meer dan 250 mA in totaal nodig
hebben.
Andere scheepvaartinstrumenten
(optioneel): Wind-, snelheid- of GPS-
instrumenten kunnen worden aangesloten
(zie paragraaf 1-2).
Andere onderdelen: Voor systemen met
verschillende instrumenten zijn bedrading en
connectoren nodig. Northstar aansluitdozen
kunnen het op elkaar aansluiten van
verschillende Northstar instrumenten
vereenvoudigen (zie paragraaf 1-2 of de NavBus Installati e- en Bedieningsha ndleiding).
Voor het verlengen van het roer-feedbackinstrument, kompas of gyrokabels zijn
koppelingsverbindingen en 10 m
verlengkabels verkrijgbaar. Gebruik niet meer
dan een verlengkabel per instrument.
Voor meer informatie, raadpleeg uw
Northstar-leverancier.
Het beeldscherm van het Explorer AP380
systeem is waterdicht.
Het kompas, de gyro en het roer-feedback-
instrument zijn volkomen waterdicht.
Waarschuwing: Verzeker t u zich ervan dat de
installatiegaten die u maakt de construc tie van
de boot niet ondermijnen. Raadpleeg in geval
van twijfel een gekwalificeerde bootbouwer.
4 Installeer de besturingsaandrijving
en de bedrading voor sterk- en
zwakstroomvoorziening (zie paragraaf 3-4).
5 Installeer de roer feedback unit (zie
paragraaf 3-5).
6 Installeer het kompas (zie paragraaf 3-6).
7 Installeer de gyro (zie paragraaf 3-7).
lange
8 NorthstarExplo rer AP380 Sys teem Inst allatieh andleidi ng
8 Installeer het beeldscherm en andere
scheepvaartelektronica die gebruikt gaat
worden in het Explorer AP380 systeem (zie
paragraaf 3-8).
9 Voer de haveninstelling uit (zie paragraaf 4).
10 Voer de zeetesten uit (zie paragraaf 5).
Indien u niet zeker bent waar een onderdeel
geplaatst dient te worden, bevestig en bedraad
het onderdeel dan tijdelijk , zonder gaten in
de boot te maken. Nadat de testen op zee
uitgevoerd zijn kunt u het onderdeel voorgoed
installeren en bedraden.
3-2 Installatiehandle iding
Dit is een algemene handleiding voor plaatsing en b edrading van delen van het Explorer AP380
systeem. Voor specifieke onderdelen kunnen additionele instructies nodig zijn.
3-2-1 Plaatsingshandleid ing
Bevestig onderdelen niet op plaatsen waar
ze als handgreep gebruikt kunnen worden,
waar ze hinderen tijdens het varen of waar
ze onder water kunnen raken.
Bevestig onderdelen niet op plaatsen waar
ze hinderen tijdens het te water laten of uit
het water halen van de boot.
Bevestig onderdelen niet binnen een
straal van 0,5 m van het draaivlak van de
radarantenne
Bevestig het kompas en de gyro:
Tenminste 1 m verwijderd van bronnen
van elek trische signalen of ruis, zoals
accu’s, stroom- of andere bootk abels,
motoren, tl-verlichting, stroominverters, radio - of radarzenders en
antennes.
Tenminste 1 m verwijderd van
apparatuur met magneten zoals een
kompas.
147.985 mm
3-2-2 Bedradingshandleiding
Het Explorer AP380 s ysteem heeft t wee
soorten kabels:
Voor sterk stroomvoorziening en
besturingsaandrijving zijn gewoonlijk
sterkstroomkabels nodig.
Selecteer de bedradingsgauge m.b.v. de
bedradingsformaattabel (zie paragraaf
3-4-2).
Plaats sterkstroomkabels tenminste 1 m
verwijderd van andere elek tronica in
de boot.
Houd de kabels zo kor t mogelijk.
2 mm (#14) dubbeldraadse kab el wordt
bij de Explorer AP380 geleverd en kan
gebruik t worden als sterkstroomkabel
indien de gauge passend is.
Alle andere kabels zijn zwak stroom
Installeer zwakstroomkabels tenminste 1
m verwijderd van bronnen van elektrische
signalen of ruis, zoals accu’s, stroom- of
andere bootkabels, motoren, tl-verlichting,
stroom-inverters, radio- of radarzenders en
antennes.
Indien de kabel voor het roer-feedback-
instrument, kompas of gyro te lang is, kort
deze dan niet in, maar rol de kabel op in de
buurt van het hoofdbedieningsinstrument.
Voor het verlengen van het roer-feedback-
instrument, kompas of de gyrokabels zijn
een koppelingsverbinding en 10 m lange
verlengkabels beschikbaar. Gebruik niet
meer dan een verlengkabel per instrument.
(7.87”) ruimte is nodig
om de beschermkap te
verwijderen
200 mm (7,87”)
(2,16”)
55 mm
Schroev en 90 mm (3,54”) u it elkaar
200 mm (7,87”)
1
2
3
140 mm (5,10”)
Schroefgaten 184 mm (7,24”) uit elkaar
60 mm (2,36”)
BELANGRIJK: 60 mm (2,36”)
ruimte nodig voor kabels
Installatie
Vind een passende plaats voor het instrument:
Op een droge, koele plaats, indien mogelijk niet in de machinekamer.
Dichtbij krachstroombron en besturingsaandrijving om de lengte van krachtstroombekabeling
te minimaliseren.
Toegankelijk voor installatie en service.
Indien mogelijk op een verticaal paneel dat niet vibreer t.
Volg de plaatsingshandleiding (zie paragraaf 3-2-1).
Bevestig het instrument met de kabelconnectors aan de onderkant of aan een zijkant m.b.v. de
bijgeleverde schroeven.
Bevestig het instrument niet met de connectors aan de bovenkant i.v.m. binnendringen van stof en
vocht.
200 mm
RFU
1
Gyro
2
Kompas /
3
Richtingssensor
10 NorthstarExplorer A P380 Syste em Install atiehand leiding
3-4 Installatie van de stroomvo orziening en bes turingsaandrijving
3-4-1 Installatie van de stroomvoor ziening
Het MCU 600-systeem heeft sterk- en zwak stroom nodig, beide 12
V DC.
Opmerking:
Houd alle bedrading zo kort mogelijk.
Voor de sterkstroomvoorziening gebruikt u de draad gauge zoals
aangegeven in de tabel (zie paragraaf 3-4-2).
Volg de bedradingshandleiding (zie paragraaf 3-2-2).
Stroomtoevoer: configuratie met 1 schakelaar
Kies deze configuratie om met één schakelaar de
Explorer AP380 en andere instrumenten aan en uit
te schakelen.
Installeer spanningsregelaar
12 V DC stroomtoe-voer, spanning
passend bij aandrijving
bij de besturingsaandrijving
Stroomtoevoer: configuratie met 1 schakelaar
Kies deze configuratie om de aandrijvingsstroom
uit te schakelen terwijl andere instrumenten nog
in gebruik zijn.
Stroomonderbreker of
zeke-ring en schakelaar,
stroomvermogen dat past
Zekering 1 A
MCU600
Sterkstroom
1 2 3 4 5 6 7 8
Connector-
hoes
Zwakstroom
1 2 3 4 5 6 7 8
12 V DC stroomtoe-voer, spanning
passend bij aandrijving
Stroomonderbreker of
zekering en schakelaar,
stroomvermogen dat
past bij de besturingsaan
drijving
Installeer spanningsregelaar
Zekering 1 A
-
Sterkstroom
Schakelaar
Connector-
hoes
Zwakstroom
Opmerking: Indien meer dan drie extra beeldschermen of andere 310-serie instrumenten gebruikt
worden, dient u een extra schakelaar en zekering te installeren voor de zwakstroomvoorziening voor
deze extra instrumenten.
Explo rer AP380 Sys teem Inst allatieh andleidi ng Northstar11
Loading...
+ 23 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.