CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het toestel RM-174 in overeenstemming is met
de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
0434
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese
gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan
het einde van de levensduur van het product. Dit geldt voor het apparaat, maar
ook voor alle toebehoren die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten
niet aan bij het gewone huisvuil. Zie de Eco-verklaring van het product of
landspecifieke informatie op www.nokia.com voor meer informatie.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een
gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is
verboden.
Nokia, Visual Radio, Nokia Connecting People, Xpress-on, XpressPrint en Pop-Port zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere
producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke
eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privéen niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de
visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële
activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een
gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch
impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het
gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, i s verkrijgbaar
bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License (i) voor privéen niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is geëncodeerd volgens de
visuele norm MPEG-4 door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële
activiteit en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een
gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch
impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het
gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is ve rkrijgbaar
bij MPEG LA, LLC. Zie <http://www.mpegla.com>.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht
voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de
producten die in dit document worden beschreven.
Dit apparaat voldoet aan Richtlijn 2002/95/EG inzake de beperking van het gebruik van
bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor
enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garant ie verstrekt. Tenzij v ereist
krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de
nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij
impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende
de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen
tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te
herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact
op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan
wet- en regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met
de wetgeving is verboden.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan
gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer
informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEI D HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd, terwijl u rijdt, uw handen vrij
om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de
werking van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de
telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze
apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat
niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de
telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de
productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet
onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of
gerepareerd.
6
Voor uw veili gheid
TOEBEHOREN E N BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen
incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke
gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u
eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen
voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele
producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk zo
vaak als nodig is op de toets Einde om het scherm leeg te maken en
terug te keren naar het startscherm. Toets het alarmnummer in en
druk op de beltoets. Geef op waar u zich bevindt. Beëindig het
gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
■ Informatie over uw apparaat
Het draadloze apparaat zoals beschreven in deze handleiding is goedgekeurd
voor gebruik op het EGSM 900-netwerk en het GSM 1800- en 1900-netwerk.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan de geldende
wetgeving en de regelgeving ten aanzien van de privacy en wettelijke rechten
van anderen.
Houd u, wanneer u beelden of video-opnamen maakt of gebruikt, aan alle
regelgeving en respecteer lokale gewoonten, privacy en legitieme rechten van
anderen met inbegrip van auteursrechten.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken
dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het
apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
storingen of gevaar kan veroorzaken.
7
Voor uw veili gheid
■ Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder
van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van
de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten
zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke
regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten
kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor
het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij
sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten
negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning
voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te
schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies
niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook speciaal
geconfigureerd zijn voor uw netwerk provider. Deze configuratie kan
menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen. Neem voor meer
informatie contact op met uw serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met
TCP/IP-protocollen. Voor de technologie van sommige functies van deze telefoon,
zoals MMS (Multimedia Messaging), browsen, e-mailen, chatten, s ynchroniseren
op afstand en het downloaden van content via een browser of MMS, is
netwerkondersteuning nodig.
■ Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld
geheugen: de galerij, contacten, tekst-, chat- en multimediaberichten, emailberichten, agenda, takenlijstnotities, Java
de notitietoepassing. Door het gebruik van een of meer van deze functies is er
mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overige functies die geheugen
delen. Als u bijvoorbeeld veel Java-toepassingen opslaat, kan al het beschikbare
geheugen worden gebruikt. Het is mogelijk dat op uw apparaat een bericht wordt
weergeven dat het geheugen vol is, wanneer u een functie probeert te gebruiken
die gedeeld geheugen gebruikt. Verwijder in dit geval voordat u doorgaat een
gedeelte van de informatie of registraties die in het gedeelde geheugen zijn
opgeslagen. Aan sommige functies, zoals tekstberichten, is mogelijk afzonderlijk
een bepaalde hoeveelheid geheugen toegewezen naast het geheugen dat met
andere functies wordt gedeeld.
TM
-spelletjes en -toepassingen, en
8
Voor uw veili gheid
■ Toebehoren
Een aantal praktische regels voor accessoires en toebehoren
• Houd alle accessoires en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen.
• Als u de elektriciteitskabel van een accessoire of toebehoren losmaakt, neem
deze dan bij de stekker en trek aan de stekker, niet aan het snoer
• Controleer regelmatig of eventuele toebehoren die in een auto zijn
geïnstalleerd nog steeds goed bevestigd zitten en naar behoren werken
• De montage van ingewikkelde autotoebehoren moet alleen door bevoegd
personeel worden uitgevoerd.
9
Algemene informatie
Algemene informatie
■ Toegangscodes
Beveiligingscode
De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen
onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. U kunt de
code wijzigen en de telefoon instellen op het vragen naar de code. Zie
Beveiliging op pagina 68.
PIN-codes
De PIN-code (Persoonlijk IdentificatieNummer) en de UPIN-code
(Universeel Persoonlijk IdentificatieNummer) van 4 tot 8 cijfers
beveiligen de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie Beveiliging op
pagina 68.
Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code van 4 tot 8 cijfers nodig die
bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd.
De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de
beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op pagina 104.
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie
Digitale handtekening op pagina 105.
PUK-codes
De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal
Personal Unblocking Key) van 8 cijfers zijn nodig om respectievelijk een
geblokkeerde PIN-code of UPIN-code te wijzigen. De PUK2-code, die uit
8 cijfers bestaat, is nodig om een geblokkeerde PIN2-code te wijzigen.
Als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd, neemt u contact op met
uw serviceprovider om de codes op te vragen.
10
Algemene informatie
Blokkeerwachtwoord
Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is nodig wanneer u de Oproepen
blokkeren gebruikt. Zie Beveiliging op pagina 68.
■ Dienst voor configuratie-instellingen
Voor sommige netwerkdiensten, zoals mobiele internetdiensten, MMS,
Nokia Xpress-audioberichten en synchronisatie met een externe
internetserver, moeten de juiste configuratie-instellingen op de
telefoon worden ingesteld. Neem contact op met uw netwerkoperator,
serviceprovider, dichtstbijzijnde bevoegde Nokia-leverancier of bezoek
het supportgedeelte op de website van Nokia op www.nokia.com/
support voor meer informatie over beschikbaarheid.
Als u de verbindingsinstellingen in een configuratiebericht hebt
ontvangen en de instellingen niet automatisch worden opgeslagen en
geactiveerd, wordt Configuratieinst. ontv. weergegeven.
Als u de instellingen wilt opslaan, selecteert u Tonen > Opslaan. Als dit
wordt gevraagd, toetst u de PIN-code in die door uw serviceprovider
werd meegeleverd.
Als u de ontvangen instellingen wilt verwijderen, selecteert u Uit of
Tonen > Wegd..
■ Content downloaden
U kunt mogelijk nieuwe content (bijvoorbeeld thema's) naar de telefoon
downloaden (netwerkdienst). U kunt mogelijk ook updates van de
telefoonsoftware downloaden (netwerkdienst). Zie Telefoonupdates
Telefoon op pagina 65.
Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbaarheid en tarieven van
de verschillende diensten.
Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een
adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software
bieden.
11
Algemene informatie
■ Nokia-ondersteuning
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de
nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie,
downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia-producten
en -diensten. Als u contact wilt opnemen met de klantenservice, kunt u
de lijst met plaatselijke Nokia Care-contactcentra raadplegen op
www.nokia.com/customerservice.
Als de telefoon onderhoud nodig heeft, kunt u op www.nokia.com/repair
de dichtstbijzijnde Nokia-servicevestiging zoeken.
12
Aan de slag
1.Aan de slag
■ SIM-kaart en batterij installeren
Schakel het apparaat altijd uit en koppel de lader los voordat u de batterij
verwijdert.
Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van
SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere
leverancier zijn.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een BL-5B-batterij. Gebruik
altijd originele Nokia-batterijen. Zie Controle van de echtheid van
Nokia-batterijen op pagina 110.
Als u de achtercover wilt
verwijderen, druk dan op de
vergrendelingsknop (1) van
de achtercover en haal de
achtercover van de telefoon
(2) af. Verwijder de batterij
zoals in de afbeelding wordt
geïllustreerd (3).
Open de SIM-kaarthouder (4)
en plaats de SIM-kaart op de
juiste wijze in de houder (5).
Sluit de SIM-kaarthouder (6).
13
Aan de slag
Plaats de batterij terug (7).
Schuif de achtercover weer op
de juiste plaats (8, 9).
■ Een microSD-kaart plaatsen
Houd alle microSD-geheugenkaarten buiten het bereik van kleine
kinderen.
1. Verwijder de achtercover van de telefoon.
2. Plaats de kaart met het contactoppervlak naar
beneden gericht in de sleuf voor de microSDkaart en druk op de kaart totdat deze op zijn
plaats vergrendeld zit.
3. Sluit de achtercover van de telefoon.
Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten met dit
apparaat. Andere geheugenkaarten, zoals RS-MMC
(Reduced Size MultiMediaCard), passen niet in de
microSD-kaartsleuf en zijn niet compatibel met dit
apparaat. Als u een incompatibele geheugenkaart gebruikt, kan schade ontstaan
aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens die op de
incompatibele kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
Gebruik alleen microSD-kaarten die door Nokia voor gebruik met dit apparaat
zijn goedgekeurd. Nokia hanteert de goedgekeurde industriestandaards voor
geheugenkaarten. Het is echter mogelijk dat niet alle andere merken correct
functioneren of volledig compatibel zijn met dit apparaat.
14
Aan de slag
■ De microSD-kaart verwijderen
Belangrijk: Verwijder de microSD-kaart niet als er op dat moment een
bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Wanneer
u de kaart tijdens een dergelijke bewerking verwijdert, kan schade
ontstaan aan de geheugenkaart en het apparaat en kunnen de gegevens
die op de kaart zijn opgeslagen, beschadigd raken.
1. Zorg ervoor dat geen enkele toepassing gebruikmaakt van de
microSD-geheugenkaart.
2. Verwijder de achtercover van de telefoon.
3. Druk de microSD-kaart een beetje in zodat de vergrendeling wordt
opgeheven, en verwijder de microSD-kaart uit de sleuf.
■ De batterij opladen
Controleer voor gebruik altijd het modelnummer van een lader. Dit apparaat is
bedoeld voor gebruik met de lader AC-3 of AC-4 als voedingsbron.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die
door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik
van alle andere typen kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en
kan gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde toebehoren.
Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren losmaakt.
Sluit de lader aan op een gewone
wandcontactdoos en steek de stekker
van de lader in de aansluiting op de
onderkant van de telefoon.
Als de batterij volledig ontladen is, kan
het enkele minuten duren voordat de
batterij-indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het
apparaat kunt bellen.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader. Het opladen van een
batterij van het type BL-5B met de lader AC-3 duurt ongeveer 3 uur
wanneer de telefoon zich in de standby-modus bevindt.
15
Aan de slag
■ De schuiftelefoon openen
Als u de schuif van de telefoon wilt openen, drukt u het bovenste
gedeelte van de telefoon omhoog.
■ De telefoon in- en uitschakelen
Waarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele
telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Houd de aan/uit-toets ingedrukt. Zie Toetsen en onderdelen op
pagina 18. Als een PIN- of UPIN-code wordt gevraagd, toetst u de code
in (weergegeven als ****) en selecteert u OK.
De tijd en de datum instellen
Voer de plaatselijke tijd in, selecteer de tijdzone van uw locatie
uitgedrukt in tijdsverschil met GMT (Greenwich Mean Time), en voer de
datum in. Zie Tijd en datum op pagina 57.
Plug-en-play-dienst
Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de telefoon in
de standby-modus staat, wordt u mogelijk gevraagd de configuratieinstellingen op te halen bij uw serviceprovider (netwerkdienst). Bevestig
of weiger de aanvraag. Zie "Verb. mt onderst. serviceprovider" op
pagina 67 en Dienst voor configuratie-instellingen op pagina 11.
■ Antenne
Uw apparaat heeft een interne antenne.
16
Aan de slag
Opmerking: Zoals voor alle andere
radiozendapparatuur geldt, dient
onnodig contact met de antenne te
worden vermeden als het apparaat is
ingeschakeld. Het aanraken van de
antenne kan een nadelige invloed
hebben op de gesprekskwaliteit en
kan ervoor zorgen dat het apparaat
meer stroom verbruikt dan
noodzakelijk is. U kunt de prestaties
van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door het
antennegebied niet aan te raken wanneer u het apparaat gebruikt.
■ Hoofdtelefoon
De hoofdtelefoon in de verpakking is door Nokia goedgekeurd om voor
dit apparaat te gebruiken. Luister altijd naar muziek op een gematigd
geluidsvolume. Let altijd bijzonder goed op het geluidsvolume, vooral als
u een andere hoofdtelefoonset op het apparaat aansluit.
Sluit geen producten aan die een outputsignaal produceren aangezien dit het
apparaat kan beschadigen. Sluit geen stroombron aan op deze aansluiting.
Audioadapter
Gebruik voor de telefoon een AD-50 audioadapter om een
hoofdtelefoon met een 3.5-mm plug aan te sluiten. Als de adapter op de
telefoon is aangesloten, dan wordt het luistergedeelte van de telefoon
uitgeschakeld.
De adapter ondersteunt geen microfoonlijn.
■ Telefoonkoord
Rijg een koord door het oog van de telefoon
zoals op de afbeelding wordt geïllustreerd, en
trek het vast.
17
De telefoon
2.De telefoon
■ Toetsen en onderdelen
Luistergedeelte (1)
Muziekspeler, afspelen, onderbreken (2)
Aansluiting voor toebehoren (3)
Beltoets (4)
Linker-, midden- en rechterselectietoetsen
(5)
Toets Einde (6)
Bladertoets (7)
Toetsenblok (8)
Aansluiting voor de lader (9)
USB-aansluiting (10)
Aan/uit-toets (11)
Oogje voor telefoonkoord (12)
Cameralens (13)
Volume omhoog/ PTT-toets (14)
Volume omlaag (15)
Cameratoets (16)
Infraroodpoort (17)
Beeldzoeker voor zelfportret (18)
Luidspreker (19)
18
De telefoon
■ Standby-modus
Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn
ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby-modus.
Scherm
Signaalsterkte van het mobiele netwerk (1)
Laadstatus van de batterij (2)
Indicatoren (3)
Netwerknaam of operatorlogo (4)
Klok (5)
Hoofdscherm (6)
Functie van linkerselectietoets (7) is Favor. of
een snelkoppeling naar een andere functie.
Zie Linkerselectietoets op pagina 57.
Functie van middelste selectietoets (8) is Menu.
Functie van rechterselectietoets (9) is Namen of een snelkoppeling naar
een andere functie. Zie Rechterselectietoets op pagina 57. Sommige
operators kunnen een eigen benaming hebben.
Actief standby
In de modus actief standby wordt op het scherm een lijst met
geselecteerde telefoonfuncties en informatie weergegeven waartoe u
direct toegang hebt. Als u het aan- of uit wilt schakelen, selecteert u
Blader in de standby-modus omhoog of omlaag om de navigatie in de
lijst te activeren, en selecteer Select. of Bekijk. De pijltjes naar links en
naar rechts aan het begin of einde van een regel geven aan dat er
aanvullende informatie beschikbaar is door naar links of naar rechts te
schuiven. Selecteer Uit om de actieve standby-modus te beëindigen.
Als u de modus actief standby wilt indelen en wijzigen, activeert u de
navigatiemodus en selecteert u Opties en één van de beschikbare opties.
19
De telefoon
Indicatoren
Er zijn ongelezen berichten.
Er zijn berichten die nog niet zijn verzonden, zijn geannuleerd of
waarvan de verzending is mislukt.
De telefoon heeft een gemiste oproep geregistreerd.
, De telefoon is verbonden met de chatdienst en de
aanwezigheidsstatus is online of offline.
Er zijn één of m ee r chatbe rich ten.
De toetsen zijn geblokkeerd.
De telefoon gaat niet over wanneer een oproep of tekstbericht
wordt ontvangen.
De wekker is geactiveerd.
De timer is actief.
De stopwatch is actief.
, De telefoon is aangemeld bij het GPRS- of EGPRS-netwerk.
, Er is een GPRS- of EGPRS-verbinding tot stand gebracht.
, De GPRS- of EGPRS-verbinding is tijdelijk onderbroken (in de
wachtstand geplaatst).
Er is een Bluetooth-verbinding actief.
,Er is een PTT-verbinding actief of onderbroken.
Als u over twee telefoonlijnen beschikt, wordt de tweede
telefoonlijn geselecteerd.
Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een
ander nummer.
De luidspreker is geactiveerd of de muziekstandaard is op de
telefoon aangesloten.
Gesprekken zijn beperkt tot een besloten gebruikersgroep.
20
De telefoon
Het tijdelijke profiel is geselecteerd.
, , of
Er is een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid, oortje of
muziekstandaard op de telefoon aangesloten.
■ Vluchtmodus
U kunt alle activiteiten van de radiofrequentie deactiveren en nog
steeds toegang hebben tot de offline spelletjes, agenda en
telefoonnummers. Gebruik de vluchtmodus in een omgeving die
gevoelig is voor radiosignalen—aan boord van een vliegtuig of in een
ziekenhuis. Wanneer de vluchtmodus actief is, wordt
weergegeven.
Selecteer Menu > Instellingen > Profielen > Vlucht > Activeer of
Aanpassen.
Als u de vluchtmodus wilt deactiveren, dan selecteert u een ander
profiel.
In vluchtmodus kunt u een alarmnummer kiezen. Toets het
alarmnummer in, druk op de beltoets, en selecteer Ja als Vluchtprofiel
afsluiten? wordt gevraagd. De telefoon probeert een alarmnummer te
kiezen.
■ Toetsen blokkeren
Om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt, selecteert
u Blokkrn binnen 3.5 seconden.
U kunt de toetsblokkering weer opheffen door Vrijgev. > Ok te
selecteren, of de telefoon te openen. Als de toetsenblokkering is
geactiveerd, voert u de beveiligingscode in als hierom wordt gevraagd.
Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de toetsen zijn geblokkeerd,
drukt u op de beltoets of opent u de telefoon. Wanneer u de oproep
beëindigt of niet aanneemt, worden de toetsen weer automatisch
geblokkeerd.
Zie Telefoon op pagina 65 voor meer informatie over Toetsenblokkering.
Wanneer de toetsenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u mogelijk nog het
geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
21
De telefoon
■ Functies zonder een SIM-kaart
U kunt verschillende functies van uw telefoon gebruiken zonder een
SIM-kaart te installeren (bijvoorbeeld gegevensoverdracht met een
compatibele pc of een ander compatibel apparaat). Sommige functies
worden grijs weergegeven en kunnen niet worden gebruikt.
Als u een alarmnummer wilt kiezen, kan in sommige netwerken een geldige,
correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn.
22
Algemene functies
3.Algemene functies
■ Oproep plaatsen
1. Voer het netnummer en telefoonnummer in.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het
internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale
toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig
de eerste 0 weg) en het abonneenummer in.
2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Als u het volume harder wilt zetten, drukt u op + en om he t zachter
te zetten op -.
3. Druk op de toets Einde of sluit de telefoon om de oproep te
beëindigen of om het kiezen te onderbreken.
Zie Zoeken naar een contact op pagina 48 als u wilt zoeken naar een
naam of telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in Contacten. Druk op
de beltoets om het nummer te kiezen.
Als u de lijst met gekozen nummers wilt openen, drukt u eenmaal op de
beltoets in de standby-modus. Selecteer het gewenste nummer of de
gewenste naam en druk op de beltoets om het nummer te kiezen.
Snelkeuze
U kunt een telefoonnummer toewijzen aan één van de
snelkeuzetoetsen: toets 2 t/m 9. Zie Snelkeuze op pagina 51. U kunt het
nummer op één van de volgende manieren kiezen:
• Druk op een snelkeuzetoets en vervolgens op de beltoets.
•Als Snelkeuze is ingesteld op Aan, houdt u de gewenste
snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen. Zie
Snelkeuze in Oproepen op pagina 64.
Uitgebreide spraakgestuurde nummerkeuze
U kunt een oproep plaatsen door de naam uit te spreken van de persoon
die in de lijst met contacten van de telefoon is opgeslagen.
Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Voor informatie over het instellen
van de taal, zie Taal voor spraakherkenning in Telefoon op pagina 65.
23
Algemene functies
Opmerking: Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren
in een drukke omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder
alle omstandigheden dat u uitsluitend van spraaklabels afhankelijk
bent.
1. Houd in de standby-modus de rechterselectietoets of de
volume-omlaagtoets ingedrukt. U hoort een korte toon en de tekst
Nu spreken wordt weergegeven.
2. Spreek de spraakopdracht duidelijk uit. Als de ingesproken tekst
wordt herkend, wordt een lijst met gevonden items weergegeven. De
telefoon speelt de spraakopdracht van het bovenste item in de lijst
af. Als dit niet het gewenste nummer is, bladert u naar een andere
vermelding.
Het gebruik van spraakopdrachten voor het uitvoeren van een
geselecteerde telefoonfunctie is vergelijkbaar met de
spraakgestuurde nummerkeuze. Zie Spraakopdrachten in
Snelkoppelingen op pagina 57.
■ Een oproep beantwoorden of weigeren
U beantwoordt een inkomende oproep door op de beltoets te drukken of
de telefoon te openen. Druk op de toets Einde of sluit de telefoon om het
gesprek te beëindigen.
U weigert een inkomende oproep door op de toets Einde te drukken. Als
u de beltoon wilt uitschakelen, selecteert u Stil.
Wachtfunctie
Druk tijdens een gesprek op de beltoets om de oproep in de wachtstand
(netwerkdienst) te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de
wachtstand geplaatst. U beëindigt het actieve gesprek door op de toets
Einde te drukken.
Zie Oproepen op pagina 64 voor informatie over het activeren van de
Wachtfunctieopties.
24
Algemene functies
■ Opties tijdens een gesprek
Veel van de opties die u tijdens gesprekken kunt gebruiken, zijn
netwerkdiensten. Neem contact op met uw serviceprovider voor
informatie over beschikbaarheid van netwerkdiensten.
Selecteer tijdens een gesprek Opties en kies vervolgens één van de
volgende opties:
Gespreksopties zijn Dempen of Dempen uit, Contacten, Menu, Toetsen
blokk., Opnemen, Stemhelderheid, Luidspreker of Telefoon.
Opties voor netwerkdiensten zijn Opnemen of Weigeren, Standby of Uit
standby, Nieuwe oproep, Toev. aan conf., Beëindigen, Alles afsluiten en
de volgende opties:
DTMF ve rzende n — om toonreeksen te verzenden.
Wisselen — om te schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in
de wachtstand.
Doorverbinden — om een gesprek in de wachtstand door te verbinden
met het actieve gesprek en zelf de verbinding te verbreken.
Conferentie — om een conferentiegesprek te voeren.
Privé-oproep — om tijdens een conferentiegesprek ruggespraak te
houden met één van de deelnemers.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de
luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
25
Tekst invoeren
4.Tekst invoeren
U kunt op twee verschillende manieren tekst invoeren, bijvoorbeeld
wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode voor normale
tekstinvoer of via de methode voor tekstinvoer met woordenboek. Houd
tijdens het invoeren van tekst Opties ingedrukt om te schakelen tussen
normale tekstinvoer, aangegeven door , en tekstinvoer met
woordenboek, aangegeven door . Niet alle talen worden
ondersteund in de tekstinvoer met woordenboek.
Hoofdletters en kleine letters worden aangegeven door , en .
U kunt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters door op # te
drukken. U kunt naar de nummermodus, aangegeven door ,
overschakelen door # ingedrukt te houden en Nummermodus te
selecteren. U kunt overschakelen naar de nummermodus door #
ingedrukt te houden.
Als u de taal voor het invoeren van tekst wilt instellen, selecteert u
Opties > Schrijftaal.
■ Normale tekstinvoer
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 t/m 9) totdat het gewenste
teken wordt weergegeven. De beschikbare tekens zijn afhankelijk van de
taal die is geselecteerd voor het invoeren van tekst. Als de volgende
letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets bevindt als de
huidige letter, wacht u tot de cursor verschijnt en voert u de letter in. De
meest gebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn beschikbaar
onder cijfertoets 1.
■ Tekstinvoer met woordenboek
Tekstinvoer met woordenboek is gebaseerd op een ingebouwd
woordenboek waar u zelf ook woorden aan toe kunt voegen.
1. U begint met het invoeren van een woord door de cijfertoetsen 2 t/m
9 te gebruiken. Druk eenmaal op een toets voor één letter.
26
Tekst invoeren
2. Wanneer u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de
invoer met het toevoegen van een spatie en door op 0 te drukken.
Als het woord niet correct is, druk dan herhaaldelijk op * en selecteer
het woord uit de lijst.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven,
bevindt het woord dat u wilt invoeren zich niet in het woordenboek.
Als u het woord aan het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u
Spellen. Voer het woord in door normale tekstinvoer te gebruiken en
selecteer Opslaan.
Als u een samengesteld woord wilt invoeren, voert u het eerste
gedeelte van het woord in en bevestigt u dit door op de
rechterbladertoets te drukken. Voer het laatste gedeelte van het
woord in en bevestig het woord.
3. U begint met het invoeren van het volgende woord.
27
Navigeren door de menu's
5.Navigeren door de menu's
De telefoon biedt een uitgebreid scala aan functies, die gegroepeerd zijn
in menu's.
1. Druk op Menu om het menu te openen.
U kunt de menuweergave wijzigen door Opties >
Hoofdmenuweerg. > Lijst, Roosterweergave, Rooster (labels) of Tab
te selecteren.
Als u de menu's anders wilt indelen, bladert u naar het menu dat u
wilt verplaatsen en selecteert u Opties > Indelen > Verpl.. Ga naar de
positie waar u het menu naartoe wilt verplaatsen en selecteer OK.
Selecteer OK > Ja om de wijziging op te slaan.
2. Blader door het menu en selecteer een optie (bijvoorbeeld
Instellingen).
3. Als het geselecteerde menu is onderverdeeld in submenu's, selecteert
u het gewenste submenu, bijvoorbeeld Oproepen).
4. Als het geselecteerde submenu ook weer submenu's bevat, herhaalt
u stap 3.
5. Selecteer de gewenste instelling.
6. Selecteer Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau.
Selecteer Uit om het menu te sluiten.
28
Berichten
6.Berichten
U kunt tekstberichten, multimediaberichten en e-mailberichten,
flitsberichten en kaarten lezen, invoeren, verzenden en opslaan. Alle
berichten worden ingedeeld in mappen.
■ Tekstbericht
Met SMS (Short Message Service) kunt u tekstberichten verzenden en
ontvangen en tevens berichten met afbeeldingen ontvangen
(netwerkdienst).
Voordat u een tekstbericht of e-mailbericht via SMS kunt verzenden,
moet u het nummer van de berichtencentrale opslaan. Zie
Berichtinstellingen op pagina 43.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en
abonnementsmogelijkheden van de dienst voor e-mail via SMS. Zie
Gegevens opslaan op pagina 48 voor meer informatie over het opslaan
van e-mailadressen in Contacten.
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan de
tekenlimiet voor één bericht. Langere berichten worden verzonden als twee of
meer berichten. Uw serviceprovider kan hiervoor de desbetreffende kosten in
rekening brengen. Tekens met accenten of andere symbolen en tekens in
sommige taalopties zoals het Chinees, nemen meer ruimte in beslag waardoor
het aantal tekens dat in één bericht kan worden verzonden, wordt beperkt.
Een indicator boven in het scherm geeft het totale aantal resterende
tekens aan en het aantal berichten dat nodig is voor de verzending
ervan. 673/2 betekent bijvoorbeeld dat er 673 tekens resteren en dat het
bericht in twee gedeelten wordt verzonden.
Berichten invoeren en verzenden
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > SMS-bericht.
2. Voer één of meer telefoonnummers of e-mailadressen in het veld
Aan: in. Als u een telefoonnummer of e-mailadres wilt ophalen uit
het geheugen, selecteert u Toevoeg..
29
Berichten
3. Als u een e-mailbericht via SMS wilt verzenden, voert u een
onderwerp in het veld Onderwerp: in.
4. Typ uw bericht in het veld Bericht:. in.
5. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Zie Berichten
verzenden op pagina 32.
Berichten lezen en beantwoorden
1. Als u het ontvangen bericht wilt bekijken, selecteert u Tonen.
Selecteer Uit als u het bericht later wilt bekijken.
Als u het bericht later wilt lezen, selecteert u Menu > Berichten >
Inbox.
2. Als u een bericht wilt beantwoorden, selecteert u Beantw. en het
berichttype.
3. Voer het antwoord in.
4. Selecteer Verzenden om het bericht te verzenden. Zie Berichten
verzenden op pagina 32.
■ Multimediabericht
Opmerking: Alleen compatibele apparaten die deze functie
ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven.
De manier waarop een bericht wordt weergegeven, kan verschillen,
afhankelijk van het ontvangende apparaat.
Een multimediabericht kan een aantal bijlagen bevatten.
Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en
abonnementsmogelijkheden van multimediaberichten (MMS,
netwerkdienst). Zie Berichtinstellingen op pagina43.
Berichten invoeren en verzenden
Het draadloze netwerk kan de omvang van multimediaberichten limiteren Als de
omvang van de ingevoegde afbeelding de limiet overschrijdt, kan de afbeelding
door het apparaat worden verkleind zodat deze via MMS kan worden verzonden.
1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Multimedia.
30
Loading...
+ 91 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.