NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product NPL-5conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG. Een kopie van de
conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming
van Nokia is verboden.
Nokia, Nokia Connecting People, Xpress-on en Pop-Port zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen
handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997-2004. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.
GEBRUIK VAN DIT PRODUCT OP ENIGE WIJZE DAT OVEREENSTEMT MET DE VISUELE NORM MPEG-4 IS VERBODEN, BEHALVE VOOR GEBRUIK DAT RECHTSTREEKS BETREKKING HEEFT OP (A) GEGEVENS OF
INFORMATIE (i) GEGENEREERD DOOR EN KOSTENLOOS VERKREGEN VAN EEN KLANT BUITEN HET KADER VAN ENIGE BEDRIJFSACTIVITEIT, EN (ii) UITSLUITEND BESTEMD VOOR PERSOONLIJK GEBRUIK;
EN (B) ANDER GEBRUIK DAT SPECIFIEK EN AFZONDERLIJK ONDER LICENTIE IS TOEGESTAAN DOOR MPEG LA, L.L.C
USE OF THIS PRODUCT IN ANY MANNER THAT COMPLIES WITH THE MPEG-4 VISUAL STANDARD IS PROHIBITED, EXCEPT FOR USE DIRECTLY RELATED TO (A) DATA OR INFORMATION (i) GENERATED BY
AND OBTAINED WITHOUT CHARGE FROM A CONSUMER NOT THEREBY ENGAGED IN A BUSINESS ENTERPRISE, AND (ii) FOR PERSONAL USE ONLY; AND (B) OTHER USES SPECIFICALLY AND SEPARATELY
LICENSED BY MPEG LA, L.L.C.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de
nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de
verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
9230228/Uitgave 1
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid.......................................................... 5
INFORMATIE OVER HET APPARAAT..........................................................5
Verbinding maken met een dienst.....................................................63
Browsen door pagina's..........................................................................63
De verbinding met een dienst verbreken........................................64
Voor uw veiligheid
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige
gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw
eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet
onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding bij het apparaat te raadplegen voor
uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak als nodig is op om het
scherm leeg te maken en terug te keren naar het startscherm. Toets het alarmnummer in en druk op
bevindt. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
. Geef op waar u zich
INFORMATIE OVER HET APPARAAT
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het EGSM900, GSM1800, GSM1900netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat, aan alle regelgeving en eerbiedig de privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn
ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan
veroorzaken.
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze diensten. Veel van de functies van dit
apparaat zijn afhankelijk van de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle
netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten
kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de
bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo
bieden sommige netwerken geen ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval
worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen. Sommige functies van dit apparaat, zoals
Multimediaber., E-mail, Chatten, Mijn aanwezigheid, Diensten, Synchronisatie, Positiebepaling, DVS, vereisen netwerkondersteuning voor deze
technologieën.
Gedeeld geheugen
De volgende functies in deze telefoon maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen: contacten, tekst- en multimedia, chalet, e-mails,
spraakleer, SOMS-distributiekosten, afbeeldingen, belonen, videoclip, geloofsvragen, camera, agenda, taken, Javaan-spelletjes en toepassingen, en de notitie. Door het gebruik van deze functies is er mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overige functies die
geheugen delen. Dat is met name het geval wanneer een van de functies intensief wordt gebruikt, hoewel sommige functies speciaal een
bepaalde hoeveelheid geheugen krijgen toegewezen boven op de hoeveelheid geheugen die gedeeld wordt met andere functies. Als u
bijvoorbeeld veel afbeeldingen of Javaan-toepassingen opslaat, kan dit al het geheugen in de telefoon in beslag nemen en wordt een
bericht weergegeven dat het geheugen vol is. Verwijder in dit geval voordat u doorgaan een gedeelte van de informatie of registraties die
in het gedeelde geheugen zijn opgeslagen.
Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over
het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert.
1—Plaats de telefoon met de achterkant naar boven en druk op de inkepingen aan weerszijden van de onderste cover.
2—Schuif de onderste cover van de telefoon.
3—Trek het bevestigingsklepje voorzichtig omhoog.
4—Verwijder de batterij uit de telefoon.
5—Schuif de cover van de SIM-kaarthouder naar beneden totdat deze kan worden geopend.
6—Open de cover van de SIM-kaarthouder.
7—Plaats de SIM-kaart in de houder. Zorg ervoor dat de SIM-kaart juist is geplaatst, met de schuine rand aan de linkerkant
en dat de goudkleurige contactpunten naar beneden gericht.
8—Sluit de cover van de SIM-kaarthouder.
9—Schuif de cover van de SIM-kaarthouder naar boven totdat deze vastklikt.
10—Lijn de contactpunten op de batterij uit met de goudkleurige contactpunten op de telefoon. Plaats de batterij in de
hiervoor bestemde uitsparing, te beginnen met het uiteinde met de contactpunten.
11—Sluit het klepje van de batterij.
12—Schuif de onderste cover terug op de telefoon totdat deze vastklikt.
De batterij opladen
Waarschuwing:
Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit
model. Het gebruik van alle andere types kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk
zijn.
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik
met de volgende voedingsbronnen: ACP-12, ACP-7, ACP-8 en AC-1.
1. Open het klepje aan de onderkant van de telefoon.
2. Steek de stekker van de lader in de aansluiting aan de onderkant van de telefoon.
3. Sluit de lader aan op een stopcontact.
Tijdens het laden beweegt de batterij-indicator in het display. Als de telefoon is
ingeschakeld, wordt de tekst Batterij wordt opgeladen kort weergegeven. Als de
batterij helemaal leeg is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator
wordt weergegeven of voordat u kunt bellen.
U kunt de telefoon tijdens het opladen gewoon gebruiken.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij.
De telefoon in- en uitschakelen
Uw apparaat heeft een interne antenne.
Opmerking:
Zoals voor alle andere radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de
antenne te worden vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken van
de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan
ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt
de prestaties van de antenne en de levensduur van de batterij optimaliseren door
het antennegebied niet aan te raken wanneer u het apparaat gebruikt.
Houd de telefoon vast zoals u andere telefoons vasthoudt, boven uw schouder met de antenne omhoog.
Houd de aan/uit-toets ingedrukt om de telefoon in of uit te schakelen.
Neem contact op met de serviceprovider als de tekst SIM plaatsen wordt weergegeven terwijl de SIMkaart juist is geplaatst, of als SIM-kaart niet onder- steund wordt weergegeven.
Als een PIN-code of beveiligingscode wordt gevraagd, toetst u de code in en drukt u op OK.
Toetsen en aansluitingen
1—Zaklamp. Houd ingedrukt in de standby-modus om de zaklamp te activeren.
2—Aan/uit-toets om de telefoon in en uit te schakelen.
3—Waterpas om de telefoon recht te houden wanneer u deze gebruikt als kompas.
4—Volumetoetsen, waarmee u het volume van het luistergedeelte en de luidspreker kunt aanpassen, of het volume van de
hoofdtelefoon als deze op de telefoon is aangesloten.
5—DVS-toets
6—Linkerselectietoets, middelste selectietoets en rechterselectietoets. De functie van deze toetsen is afhankelijk van de
tekst die boven de toetsen op het display wordt weergegeven.
7—Bladertoets in vier richtingen waarmee u bijvoorbeeld door de menu's kunt bladeren en de cursor kunt verplaatsen
tijdens het intoetsen van tekst.
8—Gesprekstoets
9—Eindtoets
10—Met de toetsen
De toetsen
en worden voor verschillende bewerkingen in verschillende functies gebruikt.
, waarmee u een telefoonnummer kiest of een oproep beantwoord.
, waarmee u een gesprek beëindigt of functies afsluit.
- kunt u cijfers en letters intoetsen.
1—Aansluiting voor de lader
2—Pop-Port™-aansluiting, bijvoorbeeld voor hoofdtelefoon en gegevenskabel.
3—Cameralens
4—Infraroodpoort
U hebt een of meer tekst- of afbeeldingberichten ontvangen.
of De telefoon is verbonden met een chatdienst en de beschikbaarheidsstatus is on line of off line.
U hebt een of meerdere chatberichten ontvangen en u hebt verbinding met de chatdienst.
De toetsen van de telefoon zijn geblokkeerd.
De telefoon gaat niet over bij een inkomende oproep of een inkomend tekstbericht als Oproepsignaal is ingesteld op Stil
of als geen bellergroepen zijn ingesteld om te worden gewaarschuwd met de instelling Waarschuwen bij en
Berichtensignaaltoon is ingesteld op Uit.
De alarmklok is ingesteld op Aan.
De timerfunctie is actief.
De stopwatch is actief.
De GPRS-verbindingsmodus Altijd online is geselecteerd en de (E)GPRS-dienst is beschikbaar. Het pictogram voor GPRS en
EGPRS is hetzelfde.
Er is een (E)GPRS-verbinding tot stand gebracht.
De (E)GPRS-verbinding is tijdelijk onderbroken, bijvoorbeeld vanwege een actieve oproep tijdens een (E)GPRS-
inbelverbinding.
Wanneer de infraroodverbinding tot stand is gebracht, wordt de indicator permanent weergegeven.
of Als u over twee telefoonlijnen beschikt, geeft deze indicator de geselecteerde telefoonlijn aan.
Alle inkomende oproepen worden doorgeschakeld naar een ander nummer.
De luidspreker is geactiveerd of de muziekstandaard is op de telefoon aangesloten.
Gesprekken zijn beperkt tot een beperkte groep gebruikers.
, , Er is een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid of hoorapparaat op de telefoon aangesloten.
Het tijdelijke profiel is geselecteerd.
of De DVS-verbinding is actief of onderbroken.
Toegangscodes
Beveiligingscode
De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op
12345. Wijzig de code en houd de nieuwe code geheim. Bewaar de code op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon. U
kunt instellen dat naar de code wordt gevraagd.
Als u vijfmaal na elkaar een onjuiste beveiligingscode invoert, reageert de telefoon niet meer op de codes die u invoert.
Wacht 5 minuten en toets de code opnieuw in.
PIN-code en PIN2-code (4 tot 8 cijfers), module-PIN en ondertekenings-PIN
• De PIN-code (Personal Identification Number) beveiligt de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. De PIN-code wordt
meestal bij de SIM-kaart geleverd. Stel de telefoon zodanig in, dat de PIN-code wordt gevraagd wanneer de telefoon
wordt ingeschakeld.
• Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code nodig die bij sommige SIM-kaarten wordt geleverd.
• De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule.
module-PIN wordt bij de SIM-kaart geleverd als de SIM-kaart voorzien is van een beveiligingsmodule.
• De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening.
ondertekenings-PIN wordt bij de SIM-kaart geleverd als de SIM-kaart voorzien is van een beveiligingsmodule.
Als u drie keer na elkaar een onjuiste PIN-code hebt ingetoetst, wordt PIN geblokkeerd of PIN-code geblokkeerd
weergegeven en wordt u gevraagd de PUK-code in te toetsen.
Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 43.
De PUK-code en PUK2-code (8 cijfers)
De PUK-code (Personal Unblocking Key) is nodig om een geblokkeerde PIN-code te wijzigen. De PUK2-code is nodig om een
geblokkeerde PIN2-code te wijzigen.
Als de codes niet bij de SIM-kaart worden geleverd, neemt u contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider om de
codes te verkrijgen.
Het blokkeerwachtwoord is nodig wanneer u de functie Oproepen blokkeren gebruikt. Zie Beveiligingsinstellingen op pagina
43. U krijgt dit wachtwoord van uw netwerkoperator.
Portefeuillecode (4 tot 10 cijfers)
De portefeuillecode is vereist voor toegang tot de portefeuillediensten. Als u driemaal een verkeerde portefeuillecode
intoetst, wordt de portefeuillecode gedurende vijf minuten geblokkeerd. Wanneer u opnieuw driemaal een onjuiste code
intoetst, wordt de toepassing twee keer zo lang geblokkeerd.
Zie Portefeuille op pagina 56.
De cover en toetsensjabloon verwisselen
Opmerking:
Schakel het apparaat altijd uit en zorg ervoor dat het apparaat niet met een lader of een ander apparaat is
verbonden als u de cover wilt verwijderen. Raak de elektronische onderdelen niet aan terwijl u de covers
verwisselt. Bevestig altijd de covers voordat u het apparaat opbergt of gebruikt.
1—Plaats de telefoon met de achterkant naar boven en druk op de inkepingen aan weerszijden van de onderste cover.
Schuif de onderste cover van de telefoon.
2—Verwijder de bovenste cover van de telefoon door deze naar boven te schuiven.
3—Verwijder de toetsensjabloon van de onderste cover door deze omlaag te drukken en uit de cover te trekken.
4—U plaatst de toetsensjabloon terug door deze in de onderste cover te schuiven en vast te drukken.
5—Schuif de bovenste cover op te telefoon.
6—Schuif de onderste cover op de telefoon totdat deze vastklikt en tegen de bovenste cover is geplaatst.
2—Plaats de pinnetjes aan het uiteinde van de houder in de openingen aan de onderkant van de telefoon.
3—Plaats het pinnetje aan het andere uiteinde van de houder in de opening aan de bovenkant van de telefoon.
4—Doe de elastiek bijvoorbeeld om uw post en bevestig de elastiek aan de houder.
5—Bevestig de sluiting op de lus in de elastiek. De sluiting bevat een vergrootglas en een fluitje.
Wanneer de telefoon gereed is voor gebruik en geen tekens zijn ingevoerd, bevindt de telefoon zich in de standby-modus.
1—Toont het operatorlogo of de naam van het netwerk om aan te geven welk cellulair netwerk op dit moment wordt
gebruikt.
2—Toont de signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige positie. Hoe hoger de balk, des te sterker het signaal.
3—Toont de capaciteit van de batterij. Hoe hoger de balk, des te groter de capaciteit van de batterij.
4—De linkerselectietoets
functies.
Druk op Favor. om een lijst weer te geven van functies in uw lijst met snelkoppelingen. Als u een functie wilt activeren, gaat
u naar deze functie en drukt u op Select..
Als u meer functies aan uw persoonlijke lijst met snelkoppelingen wilt toevoegen, drukt u op Opties en selecteert u
Selectieopties om de lijst met beschikbare functies weer te geven. Ga naar de gewenste functie en druk op Markeer om de
functie toe te voegen aan de lijst met snelkoppelingen. Als u een functie uit de lijst wilt verwijderen, drukt u op Niet mrk..
Als u de functies in de lijst opnieuw wilt ordenen, drukt u op Opties en selecteert u Organiseren. Ga naar de functie die u wilt
verplaatsen, druk op Verpltsn. en selecteer de positie waar u de functie wilt plaatsen.
Als de lijst met snelkoppelingen nog geen functies bevat, drukt u op Toevoeg. om een functie toe te voegen.
5—De middelste selectietoets
6—De rechterselectietoets
operatortoets waarmee u de homepage van de operator kunt openen of een specifieke functie die u hebt geselecteerd in
het menu Rechter selectietoets.
Achtergrond en screensavers
• U kunt de telefoon instellen om een achtergrondafbeelding weer te geven als de telefoon zich in de standby-modus
bevindt.
• Wanneer gedurende bepaalde tijd geen telefoonfunctie wordt gebruikt, wordt op het hoofddisplay automatisch de
digitale klok weergegeven als screensaver. Als u geen tijd hebt ingesteld, wordt 00:00 weergegeven.
in de standby-modus is Favor.. U kunt de toets gebruiken als sneltoets naar uw favoriete
in de standby-modus is Menu.
in de standby-modus kan Contact. zijn om het menu Contacten te openen, een
Zie Favorieten op pagina 40.
Handige sneltoetsen in de standby-modus
• Druk op om de lijst met gekozen nummers te openen. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en druk
op
om het nummer te bellen.
• Houd
• Houd
• Druk op
• Druk op
• U kunt beginnen met het intoetsen van tekstberichten door op
• U kunt de zoeker van de camera openen in de weergave voor standaardfoto's door op
ingedrukt om snel de cameramodus, zoals video, te wijzigen.
ingedrukt om uw voicemailbox te bellen.
ingedrukt om verbinding te maken met een browser-dienst.
om de DVS-dienst Groepslijst te starten.
om de naam van een contactpersoon te zoeken.
te drukken.
te drukken. Houd of
Toetsen blokkeren
Met de toetsblokkering wordt voorkomen dat u toetsen per ongeluk indrukt.
Wanneer het toetsenslot is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. Toets het
alarmnummer in en druk op
• Druk vanuit de standby-modus op Menu en druk binnen anderhalve seconde op
schakelen.
• Druk op Vrijgev. en druk binnen anderhalve seconde op
• Als u een oproep wilt beantwoorden terwijl de toetsen zijn geblokkeerd, drukt u op . Tijdens een gesprek kan de
telefoon op de normale wijze worden gebruikt. Wanneer u een gesprek beëindigt of weigert, worden de toetsen
automatisch weer geblokkeerd. U kunt instellen of toetsblokkering automatisch wordt ingesteld en of voor de opheffing
van de blokkering een code moet worden ingetoetst.
Dienst voor OTA-instellingen
Voor het gebruik van MMS, GPRS en overige draadloze diensten moeten de juiste instellingen op de telefoon zijn
geconfigureerd. U kunt deze instellingen rechtstreeks ontvangen als OTA-bericht (over-the-air), zodat u de instellingen alleen
nog maar in de telefoon hoeft op te slaan. Neem contact op met de netwerkoperator, serviceprovider of dichtstbijzijnde
bevoegde Nokia-leverancier voor meer informatie over de beschikbaarheid van instellingen.
U kunt verbindingsinstellingen ontvangen voor GPRS, multimediaberichten, synchronisatie, chatten en aanwezigheid, DVS en
voor de browser. Als u de verbindingsinstellingen als OTA-bericht hebt ontvangen en de instellingen niet automatisch
worden opgeslagen en geactiveerd, wordt de melding Verbindings- instellingen ontvangen weergegeven.
• Als u de ontvangen instellingen wilt opslaan, drukt u op Opties en selecteert u Opslaan. Als de melding PIN voor inst.
invoeren: verschijnt, toetst u de PIN-code voor de instellingen in. Informeer bij de serviceprovider die de instellingen
levert naar de beschikbaarheid van de PIN-code. Als nog geen instellingen zijn opgeslagen, worden de instellingen
opgeslagen onder de eerste vrije verbindingsset en worden ze automatisch geactiveerd.
• Druk op Opties en selecteer Bekijken om de homepage en de toepassing weer te geven waarin de ontvangen instellingen
worden gebruikt. Als u de instellingen wilt opslaan, drukt u op Opslaan. U kunt de opgeslagen instellingen niet
weergeven of bewerken.
• Als u de ontvangen instellingen wilt negeren, drukt u op Opties en selecteert u Wegdoen.
U kunt de instellingen activeren.
Als u een verbindingsset van de telefoon wilt verwijderen, toetst u *#335738# (*#delset# in letters) in vanuit de standby-
modus, selecteert u de verbindingsset die u wilt verwijderen en drukt u op Verwijd.. Nadat u de selectie hebt bevestigd,
wordt de standby-modus weer geactiveerd.
1. Toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u een onjuist teken intoetst, kunt u op Wis drukken om het teken te
verwijderen.
Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op
internationale toegangscode) en toetst u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het
telefoonnummer in.
2. Druk op
3. Druk op
• Bellen met behulp van de lijst met contacten - Zoek naar namen of telefoonnummers die u hebt opgeslagen in
Contacten. Als u een nummer wilt kiezen, drukt u op
• Uw voicemail bellen - Houd
voicemailbox wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u op OK.
om het nummer te kiezen.
om het gesprek te beëindigen of het kiezen te onderbreken.
ingedrukt in de standby-modus, of druk op en . Als het nummer van uw
Snelkeuze
Voordat u snelkeuze kunt gebruiken, moet u een telefoonnummer programmeren onder een van de snelkeuzetoetsen (van
tot ). Zie Contacten op pagina 32.
Druk op de gewenste snelkeuzetoets en vervolgens op
OF
Als Snelkeuze is ingeschakeld, houdt u de gewenste snelkeuzetoets ingedrukt totdat het nummer is gekozen. U kunt de
functie voor snelkeuze in- en uitschakelen.
Zie Oproepinstellingen op pagina 42.
voor het internationale prefix (het +-teken vervangt de
.
.
Oproepen beantwoorden of weigeren
• Als u een inkomende oproep wilt beantwoorden, drukt u op .
• Als u een inkomende oproep wilt weigeren, drukt u op
Tip: Als de functie Doorschakelen indien in gesprek is ingeschakeld om gesprekken door te schakelen,
bijvoorbeeld naar uw voicemail, worden ook geweigerde gesprekken doorgeschakeld.
Oproepinstellingen op pagina 42.
• Als u de beltoon wilt uitschakelen in plaats van een oproep te beantwoorden, drukt u op Stil of Opties. U kunt de oproep
dan beantwoorden of weigeren.
• Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u op
hoofdtelefoontoets is aangesloten, kunt u een oproep beantwoorden en beëindigen door op de hoofdtelefoontoets te
drukken.
Als u wordt gebeld, wordt in het display de naam en het telefoonnummer van de beller weergegeven, of wordt de tekst
Privé-nummer of Oproep weergegeven. Als u een oproep ontvangt van iemand met een telefoonnummer waarvan de laatste
zeven cijfers hetzelfde zijn als van een contact dat is opgeslagen in Contacten, wordt de contactinformatie mogelijk niet
correct weergegeven.
Wachtfunctie
1. Als u een oproep wilt beantwoorden, drukt u op
2. Als u het actieve gesprek wilt beëindigen, drukt u op
Oproepinstellingen op pagina 42.
. Als op de telefoon een compatibele hoofdtelefoon met
.
Zie
. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst.
. U kunt de functie Wachtfunctieopties in- en uitschakelen. Zie
Opties tijdens een gesprek
Een groot aantal opties die u tijdens gesprekken kunt selecteren, zijn netwerkdiensten. Neem contact op met uw
netwerkoperator of serviceprovider voor meer informatie over de beschikbaarheid van deze functies.
Druk tijdens een gesprek op Opties voor de volgende opties:
Microfoon uit of Microfoon aan, Beëindigen, Alles afsluiten, Contacten, Menu, Standby of Uit standby, Toetsen blokk., Opnemen,
Nieuwe oproep (netwerkdienst), Opnemen, en Weigeren.
Overige opties tijdens een gesprek:
• Conferentie—om een conferentiegesprek te voeren waaraan maximaal vijf personen kunnen deelnemen
(netwerkdienst). Tijdens het gesprek kunt u een nieuwe deelnemer bellen (Nieuwe oproep). Het eerste gesprek wordt in
de wachtstand geplaatst. Wanneer het nieuwe gesprek is beantwoord, kunt u de eerste deelnemer weer in het
conferentiegesprek betrekken door Conferentie te selecteren. Als u een privé-gesprek met een van de deelnemers wilt
voeren, selecteert u Privé-oproep en selecteert u de gewenste deelnemer. Als u weer aan het conferentiegesprek wilt
deelnemen, selecteert u Conferentie.
• Autom. vol. aan of Autom. volume uit—om de automatische volumeregeling in of uit te schakelen..
Zie Oproepinstellingen
op pagina 42.
• DTMF verzenden—om DTMF-toonreeksen, bijvoorbeeld wachtwoorden of rekeningnummers, te verzenden. Het DTMFsysteem wordt gebruikt door alle touch-tone telefoons. Toets de DTMF-toonreeks in of haal deze op uit Contacten en druk
op DTMF. U kunt het wachtteken w en het pauzeteken p intoetsen door herhaaldelijk op
te drukken.
• Wisselen—om te schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand (netwerkdienst).
• Doorverbinden—om een gesprek in de wachtstand door te verbinden met een actief gesprek. Druk op
om zelf de
verbinding te verbreken (netwerkdienst).
• Luidspreker—om de telefoon tijdens een gesprek te gebruiken als luidspreker. Houd de telefoon niet tegen het oor als u
de luidsprekerfunctie gebruikt, aangezien het volume zeer hoog kan zijn. U kunt de luidspreker in- of uitschakelen door
respectievelijk Luidspreker of Telefoon te selecteren, of op Luidspr. of Norm. te drukken. De luidspreker wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer u de oproep beëindigt of wanneer u de handsfree-eenheid of de hoofdtelefoon op de
telefoon aansluit.
U kunt op twee verschillende manieren tekst intoetsen, bijvoorbeeld wanneer u berichten wilt verzenden: via de methode
voor gewone tekstinvoer en via de methode voor tekstinvoer met woordenboek.
Tijdens het intoetsen van tekst wordt de modus voor tekstinvoer met woordenboek aangegeven met
display en normale tekstinvoer met
de modus voor tekstinvoer. Druk op
tussen de letter- en cijfermodus schakelen door
ingedrukt om terug te keren naar de lettermodus.
. De lettergrootte wordt aangegeven met , of naast de aanduiding voor
om de lettergrootte te wijzigen. De cijfermodus wordt aangeduid met . U kunt
ingedrukt te houden en Nummermodus te selecteren. Houd
Tekstinvoer met woordenboek in- en uitschakelen
Druk op Opties terwijl u tekst intoetst in de lettermodus. Selecteer Woordenbk aan om tekstinvoer met woordenboek in te
schakelen indien deze optie beschikbaar is voor uw taal of selecteer Woordenbk uit om de normale tekstinvoer in te
schakelen.
Tip: U kunt tekstinvoer met woordenboek snel in- en uitschakelen door tijdens het intoetsen van tekst
tweemaal op
te drukken of door Opties ingedrukt te houden.
De schrijftaal selecteren
Druk op Opties of houd ingedrukt terwijl u tekst intoetst in de lettermodus. Selecteer Schrijftaal om tijdelijk een andere
taal te gebruiken voor het intoetsen van tekst.
Zie Taalinstellingen in
displaytekst.
Zie Telefooninstellingen op pagina 42. als u verschillende talen wilt instellen voor de schrijftaal en de
Tekstinvoer met woordenboek
Deze tekstinvoer is gebaseerd op een ingebouwd woordenboek, waaraan u nieuwe woorden kunt toevoegen. U kunt letters
met één druk op een toets invoeren.
1. Gebruik de toetsen
woord verandert na elke toetsaanslag.
Als u een cijfer wilt invoegen terwijl de lettermodus is geactiveerd, houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt.
Zie
Zie Tips voor het intoetsen van tekst op pagina 19. voor nadere instructies voor het intoetsen van tekst.
2. Als u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de invoer door een spatie toe te voegen met
van de bladertoetsen te drukken. Druk op een bladertoets om de cursor te verplaatsen.
Als niet het juiste woord wordt weergegeven, drukt u herhaaldelijk op
het gewenste woord wordt weergegeven, bevestigt u de invoer.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, bevindt het woord dat u wilt intoetsen zich niet in het
woordenboek. Als u het woord wilt toevoegen aan het woordenboek, drukt u op Spellen, toetst u het woord in (via
normale tekstinvoer) en drukt u op Opslaan. Als het woordenboek vol is, vervangt het nieuwe woord het oudste woord
dat u hebt toegevoegd.
Samengestelde woorden intoetsen
1. Toets het eerste deel van het woord in en bevestig de invoer door op
2. Toets het laatste deel van het woord in en bevestig de invoer.
tot en met om een woord in te toetsen. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Het
of druk op Opties en selecteer Suggesties. Als
te drukken.
linksboven in het
of door op een
Gewone tekstinvoer
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets ( tot en met ) totdat het gewenste teken verschijnt. Op de toetsen staan niet
alle tekens afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn. De beschikbare tekens zijn afhankelijk van de taal die is
geselecteerd voor het intoetsen van tekst.
Als u een cijfer wilt invoegen terwijl de lettermodus is geactiveerd, houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt.
• Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets bevindt als de huidige letter, wacht u tot de cursor
verschijnt of drukt u op een van de bladertoetsen en toetst u de letter in.
• De meest gebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn beschikbaar onder de cijfertoets
Zie Tips voor het intoetsen van tekst op pagina 19. voor nadere instructies voor het intoetsen van tekst.
Zie
.
Tips voor het intoetsen van tekst
Mogelijk zijn ook de volgende opties voor tekstinvoer beschikbaar:
, , of om de cursor naar links, rechts, omlaag of omhoog te verplaatsen.
• Als u een teken links van de cursor wilt verwijderen, drukt u op Wis. Houd Wis ingedrukt om de tekens sneller te
verwijderen. Als u tijdens het intoetsen van een bericht alle tekens tegelijkertijd wilt verwijderen, drukt u op Opties en
selecteert u Tekst wissen.
• Als u een woord wilt invoegen wanneer de modus voor tekstinvoer met woordenboek is geactiveerd, drukt u op Opties
en selecteert u Woord invoegen. Als u een woord wilt invoegen in de modus voor gewone tekstinvoer, drukt u op
Opslaan. Het woord wordt tevens toegevoegd aan het woordenboek.
• Als u een speciaal teken wilt invoegen in de modus voor gewone tekstinvoer, drukt u op
tekstinvoer met woordenboek houdt u
ingedrukt of drukt u op Opties en selecteert u Symbool invoegen. Als u een
. In de modus voor
smiley wilt invoegen, drukt u op Opties en selecteert u Smiley invoeg.. Als u een smiley wilt invoegen in de modus voor
gewone tekstinvoer, drukt u tweemaal op
. In de modus voor tekstinvoer met woordenboek houdt u ingedrukt
voor speciale tekens en drukt u nogmaals voor smileys. Druk op een bladertoets om naar het gewenste teken te gaan en
druk op Kiezen om het teken te selecteren. U kunt ook naar een teken gaan door op
Selecteer vervolgens het teken door op
te drukken.
, , of te drukken.
Tijdens het intoetsen van tekstberichten zijn de volgende opties beschikbaar:
• Als u een cijfer wilt invoegen terwijl de lettermodus is geactiveerd, drukt u op Opties, selecteert u Nummer invoegen en
toetst u het telefoonnummer in of zoekt u het op in Contacten en drukt u op OK.
• Als u een naam uit Contacten wilt invoegen, drukt u op Opties en selecteert u Contact invoegen. Als u een
telefoonnummer of een aan een naam gekoppeld tekstitem wilt toevoegen, drukt u op Opties en selecteert u Gegev.
Opmerking: Wanneer u berichten verzendt, geeft het apparaat mogelijk de tekst Bericht verzonden weer.
Hiermee wordt aangegeven dat het bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale dat in
het apparaat is geprogrammeerd. Dit is geen indicatie dat het bericht is ontvangen door de doellocatie.
Raadpleeg uw serviceprovider voor meer informatie over berichtdiensten.
Tekstberichten
U kunt berichten uit meerdere delen, bestaande uit verschillende gewone tekstberichten en afbeeldingen, verzenden en
ontvangen (netwerkdienst).
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan 160 tekens. Als een bericht langer is dan 160
tekens, wordt het als een reeks van twee of meer berichten verzonden.
In de navigatiebalk wordt de berichtlengte aangegeven, terugtellend vanaf 160. 10 (2) betekent bijvoorbeeld dat u nog 10
tekens kunt toevoegen als u de tekst in twee berichten wilt verzenden.
Het gebruik van speciale (Unicode-)tekens zoals ë, â, á en ì kost meer ruimte.
Tekstberichten intoetsen en verzenden
Opmerking:
De functie voor beeldberichten kan alleen worden gebruikt als uw netwerkoperator of serviceprovider
hiervoor ondersteuning biedt. Alleen apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen beeldberichten
ontvangen en weergeven.
1. Druk op Menu en selecteer Berichten → Tekstberichten → Bericht opstellen.
Tip: U kunt snel beginnen met het intoetsen van berichten door op te drukken in de standby-modus.
2. Toets het bericht in en druk op Verzend. of
3. Toets het telefoonnummer van de ontvanger in of druk op Zoeken om een nummer op te halen uit Contacten en druk op
OK.
.
Opties voor verzenden
Druk op Opties en selecteer Verzendopties en een van de volgende opties voor het verzenden van berichten:
• Meer kopieën—om het bericht naar verschillende ontvangers te zenden. Het bericht wordt afzonderlijk naar elke
ontvanger verzonden, waardoor de kosten hoger kunnen zijn dan voor het verzenden van één bericht.
• Distributielijst—om het bericht te verzenden naar een vooraf ingestelde distributielijst. Het bericht wordt afzonderlijk
naar elke ontvanger verzonden, waardoor de kosten hoger kunnen zijn dan voor het verzenden van één bericht.
• Verzendt profiel—om het bericht te verzenden via een vooraf ingesteld berichtprofiel.
SMS e-mailberichten opstellen
U kunt e-mailberichten verzenden als tekstberichten (SMS) (netwerkdienst).
Voordat u e-mailberichten kunt verzenden als tekstberichten, moet u de instellingen voor het verzenden van e-mail opslaan.
Neem contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider voor de beschikbaarheid van en het abonneren op de dienst.
1. Druk op Menu en selecteer Berichten → Tekstberichten → SMS e-mail opstell..
2. Toets het e-mailadres van de ontvanger in of haal dit op uit Contacten.
3. Toets een onderwerp voor het e-mailbericht in en toets vervolgens het bericht in. Het totaal aantal tekens dat u kunt
intoetsen, wordt rechtsboven in het display weergegeven. U kunt desgewenst tekstsjablonen invoegen in het bericht.
4. Druk op Verzend. om het e-mailbericht te verzenden.
Berichten lezen en beantwoorden via SMS
De indicator wordt weergegeven wanneer u een bericht of e-mailbericht hebt ontvangen. Het knipperende symbool
geeft aan dat het berichtengeheugen vol is. Verwijder enkele oude berichten in de map Inbox.
1. Druk op Tonen om een nieuwe bericht te bekijken of op Uit als u het bericht later wilt bekijken.
U kunt het bericht lezen door op Menu te drukken en Berichten → Tekstberichten → Inbox te selecteren. Als u meerdere
berichten hebt ontvangen, selecteert u het bericht dat u wilt lezen. Een ongelezen bericht wordt aangeduid met
2. Druk tijdens het lezen van het bericht op Opties. U hebt verschillende mogelijkheden. U kunt het bericht bijvoorbeeld
verwijderen, doorsturen of wijzigen als tekstbericht of e-mailbericht, u kunt het bericht verplaatsen naar een andere map
of de details van het bericht weergeven. U kunt ook tekst aan het begin van het bericht als herinnering naar de gewenste
datum in de agenda kopiëren.
3. Druk op Beantw. om het bericht te beantwoorden. Als u een e-mail beantwoordt, moet u eerst het e-mailadres en
onderwerp bevestigen of wijzigen.
4. Druk op Verzend. en OK om het antwoord te verzenden naar het weergegeven nummer.
Mappen voor tekstberichten
Druk op Menu en selecteer Berichten → Tekstberichten.
• Sjablonen bevat tekst- en afbeeldingsjablonen die u in berichten kunt invoegen.
• Inbox bevat ontvangen tekst- en e-mailberichten.
• Verzonden items bevat verzonden berichten.
•In Opgeslagen items en Mijn mappen kunt u berichten rangschikken. U kunt nieuwe mappen toevoegen in Mijn mappen.
Distributielijsten
U kunt distributielijsten maken voor een vaste groep ontvangers waarnaar u regelmatig berichten verzendt.
Een distributielijst maken
Zorg ervoor dat de contacten die u aan de distributielijst wilt toevoegen, zijn opgeslagen in het interne geheugen van de
telefoon en in het geheugen van de SIM-kaart.
1. Druk op Menu en selecteer Berichten → Tekstberichten → Distributielijsten.
2. Als u nog niet eerder een distributielijst hebt gemaakt, drukt u op Toevoeg..
Anders drukt u op Opties en selecteert u Lijst toevoegen.
3. Toets de naam voor de lijst in en druk op OK.
4. Druk op Bekijken en Toevoeg. om een naam aan de lijst toe te voegen. Selecteer de contactpersoon die u aan de
distributielijst wilt toevoegen.
5. Als u meerdere contacten wilt toevoegen, drukt u op Toevoeg..
Opties voor distributielijsten
1. Druk op Menu en selecteer Berichten → Tekstberichten → Distributielijsten.
2. Als er meerdere lijsten zijn, bladert u naar de gewenste lijst voordat u doorgaat.
3. Druk op Opties en selecteer de gewenste opties in de lijst.
• Lijst toevoegen—hiermee voegt u een nieuwe lijst toe.
• Hernoem lijst—hiermee wijzigt u de naam van de lijst.
• Lijst wissen—hiermee wist u de inhoud van de lijst.
• Lijst verwijderen—hiermee verwijdert u de lijst.
Berichtenteller
Druk op Menu, selecteer Berichten → Tekstberichten → Berichtenteller en Verzonden berichten of Ontvangen berichten om te
bekijken hoeveel berichten u hebt verzonden en ontvangen. Druk op Tellers wissen om de tellers terug op nul te zetten.
Tekstberichten verwijderen
• Als u tekstberichten wilt verwijderen, drukt u op Menu en selecteert u Berichten → Tekstberichten → Berichten verwijd..
• Als u alle berichten uit een map wilt verwijderen, gaat u naar de gewenste map en drukt u op Ja.
Multimediaberichten
Opmerking:
Alleen apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen multimedia- of e-mailberichten ontvangen en
weergeven.
MMS is een netwerkdienst. Multimediaberichten kunnen tekst, geluid, een afbeelding, een agendanotitie, een visitekaartje of
een videoclip bevatten. Als een bericht groter is dan 100 kB, kunt u het bericht waarschijnlijk niet ontvangen. In sommige
netwerken ontvangt u een tekstbericht met een internetadres waar u het multimediabericht kunt bekijken.
Afbeeldingen worden aangepast aan het display.
De volgende indelingen voor multimediaberichten worden ondersteund:
• Afbeeldingen: JPEG, GIF, WBMP, BMP, OTA-BMP en PNG.
• Geluid: Scalable Polyphonic MIDI (SP-MIDI), AMR-audio en monofone beltonen.
• Videoclips: 3GPP (H.263 baseline en MPEG-4 simple profile).