Nokia 30 user Manual [nl]

Nokia 30 GSM Connectivity Terminal Gebruikershandleiding voor modemgebruik
9355419
Uitgave 3
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product TME-3 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EC. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
Copyright © 2002-2003 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Nokia en Nokia Connecting People zijn gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren zijn.
HyperTerminal is een gedeponeerd handelsmerk van Hilgraeve Inc.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere, incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde accessoires kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de dichtstbijzijnde Nokia leverancier.

Inhoudsopgave

VOOR UW VEILIGHEID..................................... 5
1. Inleiding........................................................ 6
Drie manieren om de Nokia 30-terminal te gebruiken met een compatibele pc of ander
compatibel apparaat:........................................................... 7
Aangesloten op een pc als draadloze modem ........... 7
Aangesloten op een pc door het typen van AT-
opdrachten in een terminalprogramma ...................... 7
Aangesloten op een elektronica-apparaat ................. 7
Verkooppakket........................................................................ 8
2. Functies van de Nokia 30-terminal ........... 9
Gegevensverbindingen en berichtgeving ....................... 9
GPRS.................................................................................... 10
HSCSD................................................................................. 10
CSD ...................................................................................... 10
SMS...................................................................................... 10
USSD.................................................................................... 10
Aanvullende diensten......................................................... 11
AutoPIN.................................................................................. 12
3. Aan de slag................................................. 13
De terminal instellen.......................................................... 13
De SIM-kaart installeren ............................................... 14
De terminal monteren .................................................... 15
De terminal plaatsen ...................................................... 16
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
Terminalaansluitingen................................................... 16
De PIN-code invoeren.................................................... 19
De PIN-code wijzigen................................................. 22
4. Modeminstallatie voor
Nokia 30-terminal.......................................... 24
Modem Setup for Nokia 30 terminal ........................... 24
Inleiding............................................................................. 24
Aan de slag....................................................................... 25
Modem Setup .................................................................. 25
Nokia Modem Options configureren ............................ 26
Een nieuwe inbelverbinding maken .............................. 27
GPRS-verbinding............................................................. 30
HSCSD- of CSD-verbinding.......................................... 31
Gebruikersnaam en wachtwoord invoeren.............. 32
De verbinding een naam geven .................................. 33
Uw internet-e-mailaccount instellen ....................... 34
Extra instellingen ............................................................... 34
Instellingen voor inbelverbindingen ............................. 35
Eigenschappen instellen ............................................... 36
Een internetverbinding tot stand brengen.................. 38
Modem Setup for Nokia 30 terminal
verwijderen .......................................................................... 40
Modem Setup voor het
standaardmodemstuurprogramma................................ 40
Communicatiesoftware .................................................... 41
3
Inhoudsopgave
5. Lichtindicators ........................................... 42
Nokia 30-lichtindicators tijdens opstarten: ................ 42
Nokia 30-lichtindicators tijdens normale
werking: ................................................................................. 44
Nokia 30-lichtindicators tijdens speciale
werking: ................................................................................. 45
6. Toebehoren................................................. 46
7. Problemen oplossen................................... 47
Controleer dit eerst ............................................................ 47
Slechte ontvangst ............................................................... 47
Geblokkeerde PIN-code ..................................................... 48
Geen verbinding .................................................................. 48
Geen verbinding met internet ......................................... 49
Modemstuurprogramma ................................................... 49
8. Toegangscodes ........................................... 50
PIN-code (4 tot 8 cijfers) .................................................. 50
PIN2-code (4 tot 8 cijfers)................................................ 50
PUK-code (8 cijfers)........................................................... 50
PUK2-code (8 cijfers) ........................................................ 51
Beveiligingscode (10 cijfers) ........................................... 51
Blokkeerwachtwoord......................................................... 51
9. Nokia 30-terminal als M2M-
communicatieapparaat................................... 52
Modus voor gebruikersbesturing ................................... 52
AT-opdrachtmodus ............................................................ 53
M2M-systeemmodus ........................................................ 53
De terminal plaatsen voor M2M-communicatie....... 54
VERZORGING EN ONDERHOUD .................... 55
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE..... 57
TECHNISCHE SPECIFICATIES......................... 60
Inhoudsopgave
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
4

VOOR UW VEILIGHEID

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het overtreden van de regels kan gevaarlijk of onwettig zijn. Meer informatie vindt u in deze handleiding.
STORING
Alle draadloze apparaten zijn gevoelig voor storing. Dit kan de werking van de het apparaat beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Volg alle regels en aanwijzingen op. Schakel het apparaat uit in de nabijheid van medische apparatuur.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Laat alleen bevoegd servicepersoneel het apparaat installeren of repareren.
ACCESSOIRES
Gebruik alleen goedgekeurde accessoires. Sluit geen ongeschikte producten aan.
MAAK BACK-UPS
Vergeet niet om een back-up te maken van alle belangrijke gegevens.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, moet u de gebruikershandleiding van dat apparaat lezen voor gedetailleerde veiligheidsinstructies. Sluit geen ongeschikte producten aan.
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
5
VOOR UW VEILIGHEID

1. Inleiding

De Nokia 30-terminal is een GSM Connectivity Terminal met tal van geavanceerde functies.
Door de Nokia 30 GSM Connectivity Terminal aan te sluiten op een compatibele pc of compatibel apparaat, kunt u gegevensoproepen plaatsen, berichten verzenden en verbinding maken met internet.
De Nokia 30-terminal biedt een snelle draadloze verbinding en ondersteunt verschillende typen gegevensverbindingen, zoals GPRS, hoge-snelheid gegevensdiensten, USSD en tekstberichten via EGSM900/GSM1800-netwerken.
De Nokia 30 GSM Connectivity Terminal is bovendien uitgerust met bijzonder handige beveiligingsfuncties, zoals AutoPIN, GSM-beveiligingscodes en GSM-codering voor privacy van de eindgebruiker.
De Nokia 30-terminal is voorzien van een ingebouwde antenne. Als het signaal echter niet sterk genoeg is voor optimaal gebruik, kan op de terminal een externe antenne worden aangesloten.
U kunt de Nokia 30-terminal aansluiten op de RS-232-gegevensadapter. Daardoor kunt u de Nokia 30 gebruiken als zelfstandige modem wanneer de terminal is verbonden met een compatibele pc of
Inleiding
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
6
compatibel apparaat. In deze gebruikershandleiding wordt beschreven hoe u de Nokia 30 GSM Connectivity Terminal kunt gebruiken als een draadloze modem.
Drie manieren om de Nokia 30-terminal te gebruiken met een
compatibele pc of ander compatibel apparaat:

Aangesloten op een pc als draadloze modem

De Nokia 30-terminal wordt aangesloten op uw computer en als modem op de computer geïnstalleerd. Vervolgens kunt u gebruikmaken van communicatieprogramma's om gegevens te verzenden en ontvangen via de draadloze verbinding van de Nokia 30-terminal. Zie Modeminstallatie voor Nokia 30­terminal op pagina 24 voor meer informatie.

Aangesloten op een pc door het typen van AT-opdrachten in een terminalprogramma

De AT-opdrachten worden rechtstreeks in een programma, zoals Hyper Terminal®, getypt. Bij gebruik als modem volgt de Nokia 30-terminal deze opdrachten. Zie bijvoorbeeld De PIN-code invoeren op pagina 19.

Aangesloten op een elektronica-apparaat

Wanneer de Nokia 30-terminal wordt aangesloten op de RS-232-gegevensadapter, kan deze worden verbonden met een apparaat dat beschikt over een seriële modemaansluiting. Dit apparaat communiceert dan met de Nokia 30-terminal via de RS-232-poort met behulp van geïntegreerde AT­opdrachten. Lees meer over het gebruik van de Nokia 30-terminal voor M2M-communicatie op pagina 53.
Inleiding
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
7

Verkooppakket

Het complete verkooppakket voor de Nokia 30 GSM Connectivity Terminal bevat de volgende items:
1. Nokia 30 GSM Connectivity Terminal
2. Netvoeding ACW-5A
3. RS-232-gegevensadapter
4. RS-232-gegevenskabel
5. Installatieset
6. Productvermelding
7. Cd-rom Nokia 30
Inleiding
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
8

2. Functies van de Nokia 30-terminal

In dit hoofdstuk worden kort de belangrijkste functies van de Nokia 30-terminal beschreven.
Opmerking:Schakel de terminal niet in als het gebruik van draadloze apparatuur verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn netwerkdiensten. Dit zijn speciale diensten waarop u zich via uw netwerkexploitant kunt abonneren. U kunt pas van deze diensten gebruik maken wanneer u zich via de exploitant van uw thuisnet op de gewenste dienst(en) hebt geabonneerd en de gebruiksinstructies hebt ontvangen. Functies zoals draadloze gegevensverbindingen en aanvullende diensten zijn netwerkafhankelijke functies in de Nokia 30 GSM Connectivity Terminal.

Gegevensverbindingen en berichtgeving

De Nokia 30 GSM Connectivity Terminal ondersteunt vijf technologieën voor draadloze gegevensoverdracht, die overal kunnen worden gebruikt waar deze worden ondersteund door GSM­netwerken. Het is mogelijk gebruik te maken van verschillende AT-opdrachten, afhankelijk van de geselecteerde gegevensdrager.
Opmerking: U kunt alleen gebruikmaken van GPRS, HSCSD, CSD of USSD als u op deze diensten geabonneerd bent. U moet ook de instellingen opslaan voor de toepassingen die met deze technologieën werken. Zie Modeminstallatie voor Nokia 30-terminal op pagina 24.
Functies van de Nokia 30-terminal
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
9

GPRS

Met GPRS (General Packet Radio Service) worden gegevens via het netwerk verzonden in pakketjes van standaardgrootte. Door gegevens als pakketjes te verzenden, wordt de transmissie efficiënter. Omdat de Nokia 30-terminal GPRS multi-slot klasse 6 ondersteunt, kunnen meerdere timeslots tegelijkertijd worden gebruikt voor de overdracht van gegevens.

HSCSD

Met HSCSD (High Speed Circuit Switched Data) fungeert de Nokia 30-terminal als een multi-slot klasse 6-terminal met een transmissiesnelheid van 43,2 kbit/s.
CSD
Met CSD (Circuit Switched Data) is een transmissiesnelheid van 14,4 kbit/s mogelijk.
SMS
Met SMS (Short Message Service) kunnen via de Nokia 30-terminal berichten van maximaal 160 tekens worden verzonden en ontvangen. SMS is een handige manier om gegevens snel en gemakkelijk over te dragen tussen Nokia 30-terminals.

USSD

USSD (Unstructured Supplementary Services Data) biedt betrouwbare interactieve berichtendiensten. Met USSD kunnen via de Nokia 30-terminal berichten van maximaal 182 tekens worden verzonden en ontvangen. USSD-sessies worden tot stand gebracht voor de duur van de verbinding. In vergelijking
Functies van de Nokia 30-terminal
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
10
met SMS, zorgt dit voor een betrouwbaardere gegevensoverdracht en kortere reactietijden, aangezien de vertraging bekend is.
Opmerking: USSD-berichten kunnen alleen naar het netwerk worden verzonden en niet rechtstreeks naar een andere mobiele terminal.

Aanvullende diensten

De Nokia 30-terminal ondersteunt ook aanvullende netwerkafhankelijke diensten, zoals:
Doorsturen – Oproepen doorsturen naar een ander nummer dat u opgeeft.
Oproepen beperken – Uitgaande en inkomende oproepen beperken.
Doorverbinden – Twee verschillende bellers met elkaar doorverbinden en vervolgens de eigen verbinding verbreken zonder de twee andere bellers te storen.
Wachtfunctie – U wordt tijdens een telefoongesprek gewaarschuwd dat er een andere inkomende oproep plaatsvindt.
Wisselen – Wisselen tussen inkomende en actieve oproepen.
Meerdere partijen – Verschillende bellers samenbrengen in één gesprek.
Beveiligingsopties zoals Oproepen blokkeren.
U schakelt deze aanvullende diensten in door de instellingen van de Nokia 30-terminal te wijzigen. Dit doet u bijvoorbeeld met behulp van Nokia 30 Configurator.
Functies van de Nokia 30-terminal
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
11

AutoPIN

U kunt in de Nokia 30-terminal SIM-beveiliging instellen met behulp van de functie AutoPIN die de SIM-kaart onbruikbaar maakt voor onbevoegde gebruikers. In de Nokia 30-terminal wordt de standaard PIN-code gebruikt. Met de Nokia 30 Configurator-software kunt u echter de functie AutoPIN inschakelen. De PIN-code wordt dan geprogrammeerd in het geheugen van de terminal en wordt doorgestuurd in ongebruikelijke situaties, bijvoorbeeld wanneer de terminal opnieuw wordt gestart.
Functies van de Nokia 30-terminal
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
12

3. Aan de slag

De terminal instellen

Ga als volgt te werk om de Nokia 30 GSM Connectivity Terminal voor de eerste keer te gebruiken:
1. Installeer de SIM-kaart zoals beschreven op pagina 14.
2. Monteer de terminal op de RS-232-gegevensadapter.
3. Zet de terminal op een geschikte locatie met het oog op de veldsterkte en de functionaliteit van de antenne.
4. Sluit de RS-232-gegevenskabel aan op de terminal en op een compatibele pc of ander compatibel apparaat. Sluit de netvoeding ACW-5A aan op de terminal en op een stopcontact.
5. Toets de PIN-code in als dat voor uw SIM-kaart is vereist.
Waarschuwing! Voorkom beschadiging van de SIM-kaart door deze niet te installeren, verplaatsen of verwijderen als de netvoeding is aangesloten op een stopcontact. Monteer de terminal eerst op de RS­232-gegevensadapter voordat u deze aansluit op de netvoeding.
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
13
Aan de slag

De SIM-kaart installeren

Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
De Nokia 30 SIM-kaartlezer ondersteunt 3V kleinformaat SIM-kaarten.
De SIM-kaart wordt op zijn plaats gehouden door het kunststof SIM-afdekplaatje. Ga voorzichtig te werk als u de SIM-kaart uit de terminal moet verwijderen. Gebruik bij voorkeur een voorwerp met scherpe punt.
Opmerking: Het is niet mogelijk om de SIM­kaart te verwijderen wanneer de Nokia 30­terminal is aangesloten op de RS-232­gegevensadapter.
1. Verwijder het SIM-afdekplaatje van de terminal door eerst het bredere uiteinde van het afdekplaatje omhoog te tillen.
2. Plaats de SIM-kaart in de sleuf. Let er daarbij op dat de zijde met de goudkleurige contactpunten naar boven is gekeerd en dat de gemarkeerde hoek zich links bevindt.
3. Plaats het SIM-afdekplaatje terug door eerst het smalle gedeelte naar binnen te duwen, waarna u het afdekplaatje vastdrukt.
Aan de slag
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
14
Opmerking: Als de Nokia 30-terminal na installatie van de SIM-kaart nog steeds om een SIM-kaart
vraagt, wordt uw SIM-kaart niet door de terminal ondersteund. De Nokia 30-terminal ondersteunt alleen 3V SIM-kaarten.

De terminal monteren

Monteer de terminal op de RS-232­gegevensadapter en bevestig de terminal in de juiste positie met behulp van de bijgeleverde schroeven.
Opmerking: Als u de terminal aan een wand wilt bevestigen, bevestigt u eerst de RS-232­gegevensadapter aan de wand voordat u de terminal op de adapter monteert.
Aan de slag
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
15

De terminal plaatsen

Installeer de terminal horizontaal of verticaal aan een wand of op een horizontaal oppervlak. De beste locatie kan worden vastgesteld met behulp van de functie Intensity of Field (IoF) via de lichtindicators (LED's) op de Nokia 30. Zie "Lichtindicators" op pagina 42.
Als de interne antenne niet afdoende is, wordt gebruik van de bijgeleverde externe antenne aanbevolen.
Ga naar http:// www.forum.nokia.com als u meer informatie wilt over het plaatsen van de terminal.
Let op: Om te voldoen aan de vereisten in verband met blootstelling aan RF-straling, dient u de terminal zodanig te installeren dat de afstand tussen antenne en personen minimaal 20 cm bedraagt. Bij gebruik van de externe antenne installeert u de antenne zodanig dat de afstand tussen antenne en personen minimaal 20 cm bedraagt, waarbij de signaalsterkte van de antenne niet hoger mag zijn dan 9 dBi.
Opmerking: Het gebruik van radiozendapparatuur kan storing veroorzaken in verschillende elektronische apparaten ( pc, tv, enzovoort). U voorkomt storingen door de terminal op enige afstand van andere elektronische apparaten te plaatsen.

Terminalaansluitingen

De Nokia 30-terminal beschikt over vier aansluitingen, te weten voor M2M-systeem, RS-232, netvoeding en externe antenne.
Aan de slag
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
16
M2M-systeemaansluiting
De M2M-systeemaansluiting bevindt zich aan de onderzijde van de terminal. Bij het monteren van de terminal wordt de M2M­systeemaansluiting bevestigd aan de bijbehorende aansluiting op de RS-232-gegevensadapter.
RS-232-aansluiting
1. Monteer de Nokia 30-terminal eerst op de RS-232-gegevensadapter om de terminal te kunnen aansluiten op een compatibele pc of andere compatibele apparaten.
2. Bevestig de RS-232-gegevenskabel aan de adapter.
3. Sluit de gegevenskabel van de terminal aan op een compatibele pc of ander compatibel apparaat. Gebruik alleen de door Nokia geleverde RS­232-gegevenskabel.
Aan de slag
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
17
Netvoedingsaansluiting
De netvoedingsaansluiting van de Nokia 30 bevindt zich aan de achterzijde van de terminal, tegenover de lichtindicators. Wanneer de Nokia 30-terminal op de RS-232-gegevensadapter wordt gemonteerd, bevindt de netvoedingsaansluiting zich onder de rand van de adapter.
- Sluit de voedingskabel van de netvoeding aan op de terminal.
- Sluit de netvoeding aan op een stopcontact.
Aansluiting externe antenne
De aansluiting voor de externe antenne bevindt zich naast de sleuf voor de SIM-kaart (zie afbeelding op pagina 42). De externe antenne kan worden voorzien van de bijgeleverde externe-antennekabel (XRM-1) als de signaalsterkte onvoldoende is.
- Om de externe-antennekabel te kunnen aansluiten op de Nokia 30-terminal, moet u een stukje van
het SIM-afdekplaatje afknippen om ruimte te maken voor de kabel.
- Sluit de externe antenne aan op de FME-aansluiting aan het andere uiteinde van de externe-
antennekabel.
Aan de slag
Copyright ©2002-2003 Nokia. All rights reserved.
18
Loading...
+ 42 hidden pages