Nikon D5 Operating manual [nl]

DIGITALE CAMERA
Gebruikshandleiding (met garantie)
• Lees deze handleiding grondig door voordat u de camera gebruikt.
• Om correct gebruik van de camera te verzekeren, vergeet niet “Voor uw Veiligheid” te lezen (pagina x).
• Bewaar deze handleiding na het lezen op een gemakkelijk toegankelijke plaats voor later gebruik.
Nl
Om uw camera optimaal te benutten, is het verstandig om alle instructies aandachtig door te lezen en bewaar ze op een plaats waar ze door alle gebruikers van het product worden gelezen.
De Menu- en Netwerkgidsen
Een Netwerkgids en Menugids kunnen worden gedownload via de Nikon­website in pdf-formaat, zoals hieronder beschreven en kunnen worden bekeken met behulp van Adobe Reader of Adobe Acrobat Reader.
De Netwerkgids beschrijft hoe de camera met een netwerk te verbinden, terwijl de Menugids de beschikbare opties in de cameramenu’s beschrijft. 1 Start op uw computer een webbrowser en open de downloadsite van de
Nikon-handleiding op http://downloadcenter.nikonimglib.com/
2 Navigeer naar de pagina voor het gewenste product en download de
handleiding.
Nikon gebruikersondersteuning
Bezoek de volgende website om uw camera te registreren en op de hoogte te blijven van de meest recente productinformatie. U vindt hier antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en u kunt contact met ons opnemen voor technische bijstand.
http://www.europe-nikon.com/support
Nikon Manual Viewer 2
Installeer de app Nikon Manual Viewer 2 op uw smartphone of tablet om digitale camerahandleidingen van Nikon overal en altijd te bekijken. Nikon Manual Viewer 2 kan gratis worden gedownload in de App Store of via Google Play. Downloaden van de app en alle andere producthandleidingen vereist een internetverbinding, waarvoor kosten in rekening kunnen worden gebracht door uw telefoon- of internetprovider.
A Voor uw veiligheid
Lees de veiligheidsinstructies in “Voor uw veiligheid” (0 x–xiii) voordat de camera voor de eerste keer in gebruik wordt genomen.
D5-a (XQD Card Type) D5-b (CF Card Type)
Symbolen en conventies
Om het zoeken naar benodigde informatie gemakkelijker te maken, worden de volgende symbolen en conventies gebruikt:
Dit pictogram duidt waarschuwingen aan; informatie die vóór gebruik
D
moet worden gelezen om schade aan de camera te voorkomen.
Dit pictogram duidt opmerkingen aan; informatie die moet worden
A
gelezen voordat de camera in gebruik wordt genomen.
Dit pictogram duidt verwijzingen naar andere pagina’s in deze
0
handleiding aan.
In de cameramonitor weergegeven menu-items, opties en berichten worden vetgedrukt aangeduid.
Deze camera is beschikbaar in XQD- CompactFlash-compatibele modellen. De instructies in deze handleiding gaan ervan uit dat een XQD-geheugenkaart wordt gebruikt, maar de bediening voor beide modellen is identiek.
Camera-instellingen
De uitleg die wordt gegeven in deze handleiding gaat ervan uit dat de standaardinstellingen worden gebruikt.
i
Pakketinhoud
Controleer of alle hier genoemde items met uw camera zijn meegeleverd.
D5 digitale camera (0 1)
EN-EL18c oplaadbare Li-ionbatterij met afdekkapje (0 19, 22)
MH-26a batterijlader met netsnoer en twee contactbeschermers (vorm
van netsnoer is afhankelijk van land van verkoop; 0 19, 380)
USB-kabelklem (0 278)
HDMI-kabelklem (0 286)
UC-E22 USB-kabel (0 278, 283)
Gebruikshandleiding (deze gids)
Riem AN-DC15 (0 19)
Geheugenkaarten worden afzonderlijk verkocht.
in Japan geven menu’s en berichten alleen in het Engels en Japans weer; andere talen worden niet ondersteund. ongemak dat dit kan veroorzaken.
Bodydop BF-1B (0 25, 339)
Afdekkapje accessoireschoen BS-3 (0 14)
Garantie (afgedrukt op de achterkant van deze handleiding)
Camera’s aangeschaft
Onze excuses voor het
A ViewNX-i- en Capture NX-D-software
Gebruik ViewNX-i om foto’s verder te bewerken of om foto’s naar een computer te kopiëren om ze daarop te bekijken. gedownload van de volgende website:
http://downloadcenter.nikonimglib.com/
Gebruik Capture NX-D om foto’s die naar een computer zijn gekopieerd, fijn af te stellen en om NEF (RAW)-afbeeldingen naar andere bestandsformaten te converteren.
http://downloadcenter.nikonimglib.com/
U kunt ook de website bezoeken voor de meest recente informatie over Nikon-software, inclusief systeemvereisten.
Capture NX-D kan worden gedownload van:
ii
ViewNX-i kan worden

Inhoudsopgave

Voor uw veiligheid........................................................................................x
Kennisgevingen..........................................................................................xiv
Inleiding 1
Kennismaking met de camera..................................................................1
Camerabody .............................................................................................. 1
Het bovenste bedieningspaneel ........................................................ 6
Het achterste bedieningspaneel ........................................................ 8
De zoekerweergave...............................................................................10
Het aanraakscherm gebruiken..........................................................12
Het afdekkapje van de accessoireschoen ..................................... 14
Instructies 15
Cameramenu’s............................................................................................15
Cameramenu’s gebruiken...................................................................16
Eerste stappen ............................................................................................ 19
De camerariem bevestigen ................................................................19
De accu opladen.....................................................................................19
Plaats de accu..........................................................................................22
Een objectief bevestigen.....................................................................25
Basisinstellingen.....................................................................................27
Een geheugenkaart plaatsen.............................................................30
De geheugenkaart formatteren........................................................ 33
Zoekerbeeldscherpte aanpassen .....................................................35
Basisfotografie en weergave..................................................................37
Het accuniveau en aantal resterende opnamen ........................37
Maak de camera gereed ......................................................................39
Scherpstellen en vastleggen..............................................................40
Foto’s bekijken ........................................................................................42
Ongewenste foto’s wissen..................................................................43
iii
Livebeeldfotografie 44
Autofocus ................................................................................................. 48
Handmatige scherpstelling................................................................50
De i-knop gebruiken ........................................................................... 51
Stille stand ................................................................................................ 54
De livebeeldweergave ......................................................................... 56
Het informatiescherm .......................................................................... 57
Films 59
Films opnemen ...........................................................................................59
Indices........................................................................................................63
De i-knop gebruiken ........................................................................... 63
De livebeeldweergave ......................................................................... 65
Maximumlengte..................................................................................... 67
Het informatiescherm .......................................................................... 68
De filmuitsnede ...................................................................................... 69
Foto’s maken in filmstand ..................................................................71
Time-lapse-films .........................................................................................74
Films bekijken..............................................................................................80
Films bewerken...........................................................................................82
Films bijsnijden....................................................................................... 82
Geselecteerde beelden opslaan ....................................................... 85
Opties voor beeldopname 87
Beeldveld.......................................................................................................87
Beeldkwaliteit..............................................................................................92
Beeldformaat ...............................................................................................95
Twee geheugenkaarten gebruiken .....................................................97
iv
Scherpstelling 98
Autofocus......................................................................................................98
Autofocusstand ................................................................................... 101
AF-veldstand......................................................................................... 104
Scherpstelpunt selecteren............................................................... 108
Scherpstelvergrendeling.................................................................. 111
Handmatige scherpstelling..................................................................114
Ontspanstand 116
Een ontspanstand kiezen......................................................................116
Snelle ontspanstand selecteren .................................................... 119
Zelfontspannerstand..............................................................................120
Stand spiegel omhoog...........................................................................122
ISO-gevoeligheid 124
Handmatige aanpassing .......................................................................124
Automatische instelling ISO-gevoeligheid.....................................126
Belichting 129
Lichtmeting................................................................................................129
Belichtingsstand.......................................................................................131
P: Automatisch programma ............................................................ 133
S: Sluitertijdvoorkeuze....................................................................... 134
A: Diafragmavoorkeuze ..................................................................... 135
M: Handmatig........................................................................................ 136
Lange tijdopnamen (alleen M-stand)................................................138
Sluitertijd en diafragmavergrendeling ............................................140
Vergrendeling automatische belichting (AE)................................141
Belichtingscorrectie ................................................................................143
Bracketing...................................................................................................146
v
Witbalans 159
Opties voor witbalans............................................................................ 159
Fijnafstelling witbalans ......................................................................... 162
Een kleurtemperatuur kiezen ............................................................. 165
Handmatige voorinstelling.................................................................. 168
Zoekerfotografie ................................................................................. 169
Livebeeld (Spot-witbalans) ............................................................. 173
Voorinstellingen beheren ................................................................ 176
Beeldverbetering 179
Picture Controls ....................................................................................... 179
Een Picture Control selecteren....................................................... 179
Picture Controls aanpassen............................................................. 181
Eigen Picture Controls aanmaken................................................. 184
Details in hoge lichten en schaduwen behouden ......................187
Actieve D-Lighting.............................................................................. 187
Hoog dynamisch bereik (HDR)....................................................... 189
Flitserfotografie 194
Een flitser gebruiken .............................................................................. 194
On-camera flitserfotografie................................................................. 197
Flitsstanden............................................................................................... 198
Flitscorrectie.............................................................................................. 200
Flitswaardevergrendeling.................................................................... 202
Secundaire flitserfotografie................................................................. 204
Setup ....................................................................................................... 205
Foto's maken ........................................................................................ 209
Flitserinformatie bekijken .................................................................... 216
vi
Andere opnameopties 220
De R-knop.................................................................................................220
De i-knop...................................................................................................223
Reset met twee knoppen: Standaardinstellingen herstellen...224
Flikkerreductie ..........................................................................................227
Meervoudige belichting........................................................................229
Intervalfotografie.....................................................................................236
Objectieven zonder CPU.......................................................................243
Locatiegegevens......................................................................................246
Meer over weergave 248
Beelden bekijken......................................................................................248
Schermvullende weergave.............................................................. 248
Miniatuurweergave............................................................................ 248
Bedieningsknoppen .......................................................................... 249
Het aanraakscherm gebruiken....................................................... 251
De i-knop.............................................................................................. 253
Foto-informatie ........................................................................................254
Foto’s van dichtbij bekijken: Zoomweergave ...............................263
Foto’s tegen wissen beveiligen ..........................................................265
Foto’s een score geven..........................................................................267
Foto’s wissen .............................................................................................268
Schermvullende en miniatuurweergave.................................... 268
Het weergavemenu............................................................................ 270
Spraakmemo's 272
Spraakmemo's opnemen......................................................................272
Tijdens weergave ................................................................................ 272
Tijdens opname ................................................................................... 273
Spraakmemo's afspelen.........................................................................276
vii
Verbindingen 277
ViewNX-i installeren........................................................................... 277
Foto’s naar de computer kopiëren ............................................... 278
Ethernet en draadloze netwerken ................................................ 281
Foto’s afdrukken...................................................................................... 283
De printer aansluiten......................................................................... 283
Foto’s één voor één afdrukken ...................................................... 284
Meerdere foto’s afdrukken .............................................................. 285
Foto’s op een televisie bekijken......................................................... 286
HDMI-opties.......................................................................................... 287
Menulijst 289
D Het weergavemenu: Beelden beheren..................................... 289
C Het foto-opnamemenu: Opnameopties .................................. 291
1 Het filmopnamemenu: Filmopnameopties.............................. 296
A Persoonlijke instellingen: Fijnafstelling
camera-instellingen ........................................................................... 299
B Het setup-menu: Camera-instellingen ........................................ 310
N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken..... 314
O Mijn Menu/m Recente Instellingen............................................. 316
Opties retoucheermenu ....................................................................... 317
NEF (RAW)-verwerking...................................................................... 317
Bijsnijden................................................................................................ 319
Beeld-op-beeld .................................................................................... 320
viii
Technische opmerkingen 323
Compatibele objectieven .....................................................................323
Het Nikon Creatief Verlichtingssysteem (CVS)..............................330
Overige accessoires.................................................................................336
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter bevestigen ........ 342
Behandeling van uw camera ...............................................................344
Opslag ..................................................................................................... 344
Reinigen.................................................................................................. 344
Het laagdoorlaatfilter ........................................................................ 345
“Nu reinigen” ................................................................................... 345
“Reinigen bij aan-/uitzetten”...................................................... 346
Handmatig reinigen ...................................................................... 347
De klokbatterij vervangen ............................................................... 351
Onderhoud van camera en accu: waarschuwingen....................353
Belichtingsprogramma..........................................................................357
Problemen oplossen...............................................................................358
Accu/Weergave ................................................................................... 358
Opname.................................................................................................. 358
Weergave ............................................................................................... 362
Diversen.................................................................................................. 363
Foutmeldingen.........................................................................................364
Specificaties ...............................................................................................370
Accu’s kalibreren ................................................................................. 380
Goedgekeurde geheugenkaarten .....................................................383
Capaciteit van geheugenkaarten.......................................................385
Gebruiksduur van de batterij...............................................................388
Index.............................................................................................................390
Garantievoorwaarden - Nikon Europees garantiebewijs ..........400
ix

Voor uw veiligheid

A
Als u schade aan uw Nikon-product of letsel aan uzelf of anderen wilt voorkomen, dient u de volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen voordat u dit product gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar iedereen die het product gebruikt ze kan lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk worden met het volgende pictogram aangegeven:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Lees om mogelijk letsel te voorkomen alle waarschuwingen voordat u dit Nikon-product gebruikt.
❚❚ WAARSCHUWINGEN
A Zorg dat de zon buiten beeld blijft
Zorg er bij tegenlichtopnamen voor dat de zon ver buiten beeld blijft. Als zonlicht in de camera convergeert doordat de zon zich in of dicht bij het beeld bevindt, kan dit brand veroorzaken.
A Kijk niet via de zoeker in de zon
In de zon of andere sterke lichtbronnen kijken via de zoeker kan tot blijvende vermindering van het gezichtsvermogen leiden.
A De dioptrieregelaar van de zoeker
gebruiken
Wanneer u de dioptrieregelaar van de zoeker gebruikt met het oog tegen de zoeker, dient u op te passen dat u niet per ongeluk uw vinger in uw oog steekt.
A Zet het apparaat onmiddellijk uit in geval
van storing
Indien er rook of een ongewone geur vrijkomt uit het apparaat of de lichtnetadapter (apart verkrijgbaar), haalt u onmiddellijk de stekker van de lichtnetadapter uit het stopcontact en verwijdert u de accu. Pas daarbij op dat u zich niet verbrandt. Voortgaand gebruik kan leiden tot letsel. Nadat u de accu hebt verwijderd, brengt u het apparaat voor onderzoek naar een door Nikon geautoriseerd servicecenter.
A Haal het apparaat niet uit elkaar
Aanraking van interne onderdelen kan tot letsel leiden. In geval van een defect mag dit product uitsluitend worden gerepareerd door een gekwalificeerde reparateur. Mocht het product openbreken als gevolg van een val of ander ongeluk, verwijder dan de accu en/of koppel de lichtnetadapter los en breng het product voor onderzoek naar een door Nikon geautoriseerd servicecenter.
x
A Gebruik het apparaat niet in de nabijheid
van ontvlambaar gas
Gebruik elektronische apparatuur niet in de nabijheid van ontvlambaar gas, omdat dit kan leiden tot explosie of brand.
A Buiten bereik van kinderen houden
Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan letsel tot gevolg hebben. Houd er bovendien rekening mee dat kleine onderdelen verstikkingsgevaar opleveren. Mocht een kind enig onderdeel van dit apparaat inslikken, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
A Plaats de polsriem niet om de hals van
kinderen
Het dragen van de camerapolsriem om de nek kan bij kinderen leiden tot verstikking.
A Vermijd langdurig contact met de camera,
accu of lader zo lang als de apparaten ingeschakeld of in gebruik zijn
Delen van het apparaat worden heet. Langdurig direct contact van de huid met het apparaat kan lichte brandwonden tot gevolg hebben.
A Laat het product niet achter op plaatsen die
worden blootgesteld aan extreem hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto of in direct zonlicht
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade of brand veroorzaken.
A Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in
acht bij het gebruik van accu’s
Accu’s kunnen lekken, oververhit raken, scheuren of in brand vliegen bij onjuist gebruik. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het hanteren van accu’s voor gebruik in dit product:
Gebruik alleen accu’s die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat.
Gebruik alleen CR1616 lithium batterijen voor het vervangen van de klokbatterij. Het gebruik van een ander type batterij kan een ontploffing veroorzaken. Gooi de gebruikte batterijen weg zoals aangegeven.
U mag de accu niet kortsluiten of uit elkaar halen.
Stel de accu of de camera waarin de accu is geplaatst, niet bloot aan sterke fysieke schokken.
Zorg ervoor dat het product is uitgeschakeld voordat u de accu vervangt. Als u een lichtnetadapter gebruikt, moet u deze eerst loskoppelen.
Plaats accu’s niet ondersteboven of achterstevoren.
Stel accu’s niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
U mag accu’s niet blootstellen aan of onderdompelen in water.
Plaats het afdekkapje van de accu terug wanneer u de accu vervoert. Vervoer of bewaar de accu niet samen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen of haarspelden.
xi
Volledig ontladen accu’s kunnen gaan lekken. Als u schade aan het product wilt voorkomen, dient u een ontladen accu te verwijderen.
Als de accu niet in gebruik is, plaatst u het afdekkapje op de contactpunten en bergt u de accu op een koele, droge plaats op.
Direct na gebruik of als het product gedurende een langere periode op de accu heeft gewerkt, kan de accu zeer warm zijn. Zet de camera daarom uit en laat de accu afkoelen voordat u deze verwijdert.
Stop onmiddellijk met het gebruik van een accu als u veranderingen opmerkt, zoals verkleuring of vervorming.
A Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in
acht bij het gebruik van de lader
Houd het product droog. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel of een defect aan het product door brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
Verwijder stof op of bij metalen onderdelen van de stekker met een droge doek. Voortgaand gebruik kan leiden tot brand.
Tijdens onweer mag u het netsnoer niet aanraken en niet in de buurt van de lader komen. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot een elektrische schok.
Beschadig, wijzig of verbuig het netsnoer niet en trek er niet met kracht aan. Plaats het snoer niet onder zware objecten en stel het niet bloot aan hitte of vuur. Als de isolatie is beschadigd en de stroomdraden blootliggen, brengt u het netsnoer voor onderzoek naar een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Houd de stekker of de lader niet met natte handen vast. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel of een defect aan het product door brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
Gebruik het product niet met reisadapters of adapters die ontworpen werden om een voltage om te zetten naar een ander voltage of met omzetters voor gelijkstroom naar wisselstroom. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan het product, oververhitting of brand veroorzaken.
A Gebruik geschikte kabels
Als u kabels op de in- en uitgangen aansluit, gebruik dan uitsluitend de meegeleverde kabels of kabels die Nikon voor het beoogde doel verkoopt. Zo weet u zeker dat u de voorschriften voor dit product naleeft.
xii
A Richt een flitser niet op de bestuurder van
een motorvoertuig
Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan ongelukken tot gevolg hebben.
A Wees voorzichtig bij het gebruik van de
flitser
Het gebruik van de camera met de flitser terwijl deze zich dicht bij de huid of andere voorwerpen bevindt, kan brandwonden veroorzaken.
Het gebruik van de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tijdelijke vermindering van het gezichtsvermogen veroorzaken. afstand van de flitser tot het onderwerp mag niet minder dan één meter zijn. Wees vooral voorzichtig bij het fotograferen van kleine kinderen.
De
A Vermijd contact met vloeibare kristallen
Mocht de monitor breken, pas dan op dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en dat de vloeibare kristallen uit de monitor niet in aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
A Draag geen statieven met het object of de
camera eraan bevestigd
U kunt struikelen of per ongeluk anderen raken, wat letsel tot gevolg heeft.
A Volg de instructies van vliegmaatschappij-
en ziekenhuispersoneel
xiii

Kennisgevingen

Niets uit de handleidingen die bij dit product horen, mag in enigerlei vorm of op enigerlei wijze worden verveelvoudigd, uitgezonden, overgezet of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of worden vertaald in een andere taal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor het uiterlijk en de specificaties van de hardware en software die in deze handleidingen worden beschreven op elk moment te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortkomt uit het gebruik van dit product.
Hoewel al het mogelijke in het werk is gesteld om ervoor te zorgen dat de informatie in deze handleidingen accuraat en volledig is, stellen we het ten zeerste op prijs als u eventuele fouten of onvolkomenheden onder de aandacht wilt brengen van de Nikon­vertegenwoordiger in uw land/regio (adres apart vermeld).
xiv
Mededelingen voor klanten in Europa
VOORZICHTIG: ONTPLOFFINSGEVAAR ALS ACCU/BATTERIJ WORDT VERVANGEN DOOR EEN ONJUIST TYPE. GOOI GEBRUIKTE ACCU'S/BATTERIJEN WEG VOLGENS DE INSTRUCTIES.
Dit symbool geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via gescheiden inzameling moeten worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Dit product moet gescheiden van het overige afval worden ingeleverd bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi dit product niet weg als huishoudafval.
Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen en voorkomt negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid en het milieu die kunnen ontstaan door een onjuiste verwerking van afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke reinigingsdienst.
Dit symbool op de accu/ batterij duidt aan dat de accu/batterij afzonderlijk moet worden ingezameld.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Alle accu's/batterijen, al dan niet voorzien van dit symbool, moeten gescheiden van het overige afval worden ingeleverd bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi dit product niet weg als huishoudafval.
Neem voor m eer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke reinigingsdienst.
xv
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden verwijderd als u beelden wist of geheugenkaarten of andere opslagmedia formatteert. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming van dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software alvorens een opslagmedium weg te werpen of aan een ander over te dragen. Een alternatief is het medium eerst te formatteren en vervolgens geheel te vullen met beelden zonder persoonlijke informatie (bijvoorbeeld foto’s van de lucht). Voorkom letsel bij het fysiek vernietigen van opslagmedia.
Voordat de camera wordt afgedankt of het eigendom ervan aan een ander persoon wordt overgedragen, moet u ook de optie Alle instellingen terugzetten in het setup-menu van de camera gebruiken om alle persoonlijke netwerkinformatie te verwijderen.
AVC Patent Portfolio License
D
IT PRODUCT IS GELICENTIEERD ONDER DE AVC PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR HET PERSOONLIJK EN NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN CONSUMENT OM (i) VIDEO TE CODEREN IN OVEREENSTEMMING MET DE AVC-STANDAARD (“AVC-VIDEO”) EN/OF (ii) AVC-VIDEO TE DECODEREN DIE DOOR EEN CONSUMENT WERD GECODEERD IN HET KADER VAN EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN/OF WERD VERKREGEN VAN EEN VIDEOLEVERANCIER DIE OVER EEN LICENTIE BESCHIKT OM AVC-VIDEO AAN TE BIEDEN. ER WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND OF GESUGGEREERD VOOR ENIG ANDER GEBRUIK. VOOR MEER INFORMATIE KUNT U TERECHT BIJ MPEG
LA, L.L.C. Z
IE http://www.mpegla.com
xvi
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
Voorwerpen die volgens de wet niet mogen worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van (plaatselijke) overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties worden voorzien van een stempel “Voorbeeld” of “Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van ongebruikte door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven postzegels en gecertificeerde wettelijke documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van bepaalde waardepapieren
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve als het gaat om een minimum aantal kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Het is eveneens niet toegestaan om door de overheid uitgegeven paspoorten, vergunningen van overheidsinstellingen en andere instanties, identiteitsbewijzen, toegangsbewijzen, pasjes en maaltijdbonnen te kopiëren of te reproduceren.
Auteursrechten
Onder de wet op het auteursrecht kunnen foto’s en opnamen van auteursrechtelijk beschermd werk gemaakt met de camera niet worden gebruikt zonder toestemming van de auteursrechthebbende. Uitzonderingen zijn van toepassing op persoonlijk gebruik, maar houd er rekening mee dat zelfs persoonlijk gebruik aan beperkingen onderhevig kan zijn in het geval van foto’s of opnamen van tentoonstellingen of live-optredens.
xvii
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon camera’s zijn ontwikkeld volgens de hoogste standaards en bevatten complexe elektronische schakelingen. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon (inclusief batterijladers, accu’s, lichtnetadapters en flitsaccessoires) die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze elektronische schakelingen te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
Gebruik van niet-originele elektronische accessoires kan schade aan de camera tot gevolg hebben die niet onder de Nikon-garantie valt. Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van andere fabrikanten, die niet zijn voorzien van het holografische zegel van Nikon (zie rechts), kan de normale werking van de camera verstoren of ertoe leiden dat de accu’s oververhit raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door Nikon geautoriseerde leverancier.
xviii
D Gebruik uitsluitend accessoires van Nikon
Alleen originele Nikon-accessoires die specifiek zijn bedoeld voor gebruik met uw Nikon digitale camera, zijn ontworpen en getest om te voldoen aan de geldende veiligheids- en functioneringsvoorschriften. H
NIET-ORIGINELE ACCESSOIRES KAN SCHADE AAN UW CAMERA TOT GEVOLG HEBBEN EN KAN UW GARANTIE DOEN VERVALLEN.
ET GEBRUIK VAN
A Voordat u belangrijke foto’s gaat maken
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde winst veroorzaakt door het onjuist functioneren van het product.
A Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikons inzet voor “permanente kennisoverdracht” met het oog op doorlopende productondersteuning en -educatie is voortdurend bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende sites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten:
http://www.nikon-asia.com/
Bezoek de sites om up-to-date te blijven met de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs) en algemeen advies over digital imaging en digitale fotografie. Aanvullende informatie kan mogelijk worden verstrekt door de Nikon-importeur in uw land/regio. Bezoek de volgende website voor contactgegevens:
http://imaging.nikon.com/
xix
xx
X
1
2
3
4
5
6
8
7
9
10
3
11
12
13
14
15
16

Inleiding

Kennismaking met de camera

Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de camerabedieningen en schermen van de camera. hoofdstuk zodat u het gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest.

Camerabody

Leg eventueel een bladwijzer in dit
X
I-knop..........................................131
1
Ontgrendelingsknop voor
2
keuzeknop ontspanstand ..............116
Oogje voor camerariem ...................19
3
BKT-knop
4
.................147, 151, 155, 193, 231, 307
Keuzeknop ontspanstand..............116
5
Y-knop..............................................130
6
Filmopnameknop .....................61, 307
7
Hoofdschakelaar ............................9, 27
8
Ontspanknop ................................40, 41
9
10 11 12 13 14 15
16
E-knop...............................................143
S/Q-knop.....................33, 124, 128
Bovenste bedieningspaneel ..............6
Filmvlakmarkering (E)................. 115
Dioptrieregelaar..................................35
Accessoireschoen (voor optionele
flitser)............................................14, 194
Afdekkapje accessoireschoen
...............................................14, 194, 355
1
Camerabody (vervolg)
X
1
2
3
24
Stereomicrofoon (voor films)
1
.................................................61, 63, 298
Diafragmasimulator ........................373
2
Spiegel.......................................122, 347
3
Zelfontspannerlampje.................... 121
4
Afdekkapje flitssynchronisatie-
5
aansluiting.........................................195
Afdekkapje tien-pins
6
afstandsbedieningsaansluiting
.....................................................246, 339
Deksel USB-aansluiting .........278, 283
7
Deksel randapparatuuraansluiting
8
..............................................................337
Deksel audioaansluiting.......... 64, 341
9
Deksel HDMI/ethernetaansluiting
10
.....................................................281, 286
Objectiefontgrendeling ...................26
11
Ontgrendeling deksel batterijvak... 22
12
4
5
6
7 8
9
10
11
12
1415
Deksel van het batterijvak................22
13
AF-standknop............. 48, 50, 101, 105
14
Selectieknop voor scherpstelstand
15
.................................................48, 98, 114
Flitssynchronisatie-aansluiting .... 195
16
Tien-pins
17
afstandsbedieningsaansluiting
..................................................... 246, 339
Randapparatuuraansluiting.......... 337
18
USB-aansluiting ...................... 278, 283
19
Aansluiting voor externe microfoon
20
........................................................64, 341
Hoofdtelefoonaansluiting......... 64, 66
21
HDMI-aansluiting ............................286
22
Ethernetaansluiting ........................ 281
23
Bodydop ......................................25, 339
24
13
16
17
18
19
20 21
22
23
D Sluit het aansluitingendeksel
Sluit het aansluitingendeksel wanneer de aansluitingen niet in gebruik zijn. Vuil in de aansluitingen kan storing veroorzaken tijdens gegevensoverdracht.
2
1
9
2
3
4
5
6
7
8
Pv-knop...................... 50, 132, 307, 309
1
Secundaire instelschijf....................308
2
Fn1-knop....................................307, 309
3
Fn2-knop....................................307, 309
4
Secundaire instelschijf voor verticale
5
opname ....................................... 39, 308
Ontspanknop voor verticale opname
6
................................................................ 39
Fn-knop (verticaal).....................39, 307
7
Vergrendeling ontspanknop voor
8
verticale opname................................39
Objectiefbevestigingsmarkering....26
9
Objectiefvatting.........................26, 115
10
CPU-contacten
11
Statiefaansluiting
12
10
11
X
12
D De luidspreker
Plaats de luidspreker niet in directe nabijheid van magnetische apparaten. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan van invloed zijn op de gegevens opgenomen op de magnetische apparaten.
3
Camerabody (vervolg)
1
2
3
4 5 6
7 8
9
10
1211 15
18
19
17
16
13 14
X
O/Q-knop...........................33, 43, 268
1
K-knop....................................... 42, 248
2
Monitor........... 12, 42, 44, 59, 248, 310
3
G-knop...................................15, 289
4
L (Z/Q)-knop............. 16, 180, 265
5
X-knop ...............................................263
6
W/M-knop.............199, 200, 248, 263
7
J (OK)-knop .............................. 16, 249
8
Netwerkaanduiding
9
Fn3-knop .................273, 276, 307, 309
10
Achterste bedieningspaneel .............8
11
S-knop ..................116, 119, 224, 304
12
T-knop...................................93, 96
13
U-knop ....... 159, 163, 167, 169, 224
14
R (info)-knop .....................57, 68, 220
15
Zoeker ............................................10, 35
16
Vergrendeling van de
17
scherpstelselectieknop ..................108
Toegangslampje geheugenkaart
18
..........................................................31, 41
i-knop .........................51, 63, 223, 253
19
4
6
87
1
2
3
Oculairadapter........................... 36, 338
1
Oculairsluiterhendel........................120
2
Oculairadaptervergrendeling......... 36
3
a-knop........................44, 59, 173, 309
4
Selectieknop voor livebeeld......44, 59
5
Zoekeroculair ............................. 36, 120
6
Secundaire selector ...... 109, 111, 141,
7
307, 309
AF-ON-knop .............102, 112, 300, 307
8
Hoofdinstelschijf..............................308
9
Multi-selector.......................16, 41, 250
10
54
Deksel geheugenkaartsleuf ......30, 32
11
Ontspanknop deksel kaartsleuf
12
(onder deksel)......................................30
C-knop .................................39, 102, 307
13
Multi-selector (verticaal)..........39, 307
14
Hoofdinstelschijf (verticaal)....39, 308
15
Luidspreker .................................81, 276
Microfoon (voor spraakmemo’s)
16
.............................................................. 272
9
10
11
12
13
14
15
16
X
5

Het bovenste bedieningspaneel

1
2 3
4
5 6
7
8 9
10 11 12
13
X
Sluitertijd ..................................134, 136
1
AF-veldstand............................104, 106
Belichtingscorrectiewaarde ..........143
Flitscorrectiewaarde........................200
Aantal opnamen in belichtings- en
flitsbracketingreeks.........................147
Aantal opnamen in
witbalansbracketingreeks .............151
Aantal intervallen voor
intervalfotografie.............................239
Brandpuntsafstand (objectieven
zonder CPU) ......................................245
Aanduiding flexibel programma
2
..............................................................133
Belichtingsstand ..............................131
3
Aanduiding AF-veldstand..... 104, 106
4
Geh.bank foto-opnamemenu....... 291
5
Geheugenbank persoonlijke inst.
6
..............................................................299
Autofocusstand................................101
7
Aanduiding diafragmastop
8
..................................................... 135, 326
Diafragma (f-waarde) ............ 135, 136
9
Diafragma (aantal stops) ......135, 326
Stapgrootte bracketing......... 148, 152
Aantal opnamen in ADL-
bracketingreeks ............................... 155
Aantal opnamen per interval ....... 239
HDR-belichtingsverschil ................193
Aantal opnamen (meervoudige
belichting).........................................231
Maximaal diafragma (objectieven
zonder CPU) ......................................245
Aanduiding pc-stand...................... 339
Pictogram geheugenkaart (sleuf 1)
10
..........................................................32, 33
Pictogram geheugenkaart (sleuf 2)
11
..........................................................32, 33
Batterijaanduiding .............................37
12
Aanduiding intervaltimer.............. 239
13
Aanduiding time-lapse aan .............79
6
14
15
17
18
16
20
19
21
25
24
26 27
22 23
29
28
Aanduiding belichtings- en
14
flitsbracketing...................................147
Aanduiding witbalansbracketing
..............................................................151
Aanduiding ADL-bracketing .........155
Pictogram sluitertijdvergrendeling
15
..............................................................140
Aanduiding flitssynchronisatie.....305
16
Flitsstand............................................198
17
Lichtmeting.......................................130
18
Aanduiding ISO-gevoeligheid ......124
19
Automatische ISO-
gevoeligheidsaanduiding..............128
Beeldteller............................................38
20
ISO-gevoeligheid .............................124
ISO-gevoeligheid (sterkte hoog/laag)
..............................................................125
Voorinstellingnummer witbalans
..............................................................170
Beeld-op-beeld.................................232
HDR-aanduiding ..............................190
21
Aanduiding meervoudige belichting
22
..............................................................230
Pictogram diafragmavergrendeling
23
..............................................................140
Aanduiding klokbatterij .......... 29, 351
24
Aanduiding flitscorrectie............... 200
25
Aanduiding belichtingscorrectie
26
.............................................................. 143
Belichtingsaanduiding ................... 137
27
Weergave belichtingscorrectie ....143
Aanduiding voortgang bracketing:
Belichtings- en flitsbracketing.... 147
Witbalansbracketing.................... 151
ADL-bracketing ............................. 155
Aanduiding pc-verbinding............ 339
“k” (verschijnt als er genoeg
28
geheugen vrij is voor meer dan 1.000
opnamen).............................................38
Aantal resterende opnamen
29
........................................................38, 385
Aantal resterende opnamen tot
buffergeheugen vol is ...........118, 385
Aanduiding voorinstelling
witbalansopname ...........................170
Hoeveelheid Actieve D-Lighting
.............................................................. 156
HDR-stand .........................................193
Stand voor meerv. belichting....... 231
Handmatig objectiefnummer ...... 245
Time-lapse-opnameaanduiding .....79
Aanduiding opnamestand............ 339
Opmerking: Alle aanduidingen in de weergave branden voor illustratieve doeleinden.
X
7

Het achterste bedieningspaneel

1 2
3 4
5
8 9
6 7
Aanduiding “resterend” .................385
1
Beeldformaat (NEF/RAW) ................ 96
2
X
Ontspanstand ..........................116, 119
3
Statusaanduiding spraakmemo
4
.....................................................274, 275
Opnamestand spraakmemo .........274
5
Ontspanstand ..........................116, 119
6
Snelheid continu-opnamen
.....................................................116, 303
Opnameteller zelfontspanner/
zelfontspannervertraging..... 121, 303
Aantal resterende opnamen
.................................................93, 96, 385
Lengte van spraakmemo ...............274
Fijnafstelling witbalans ..................163
Voorinstellingnummer witbalans
..............................................................170
Kleurtemperatuur...................161, 167
Aanduiding pc-stand ......................339
Opmerking: Alle aanduidingen in de weergave branden voor illustratieve doeleinden.
“k” (verschijnt als er genoeg
7
geheugen vrij is voor meer dan 1.000
opnamen).............................................38
Aanduiding kleurtemperatuur..... 167
Weergave extra seconden.... 121, 274
Beeldformaat (JPEG- en TIFF-
8
afbeeldingen)......................................96
Beeldkwaliteit......................................92
9
Witbalans........................................... 159
10
Aanduiding fijnafstelling witbalans
.............................................................. 163
Beveiligingsaanduiding
voorinstelling witbalans ................ 172
Functie van geheugenkaart in sleuf 2
11
.................................................................97
Beeldkwaliteit......................................92
10 11
8
A Lcd-verlichting
Hoofdschakelaar
Als de hoofdschakelaar naar D wordt gedraaid, activeert de achtergrondverlichting voor de knoppen en bedieningspanelen, waardoor het gemakkelijker is om de camera in het donker te gebruiken. het loslaten van de hoofdschakelaar blijft de achtergrondverlichting gedurende enkele seconden branden terwijl de stand-by-timer actief is of totdat de sluiter wordt ontspannen of de hoofdschakelaar opnieuw naar D wordt gedraaid.
Na
D Het bedieningspaneel en de zoekerweergaven
De helderheid van het bedieningspaneel en de zoekerweergaven verschilt afhankelijk van de temperatuur en de reactietijden van de weergaven kunnen afnemen bij lage temperaturen. defect.
Dit is normaal en duidt niet op een
X
9

De zoekerweergave

1
X
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
23 24 25 26
Raster (weergegeven wanneer Aan
1
is geselecteerd voor Persoonlijke
instelling d8) .....................................304
Referentiecirkel van 12 mm voor
2
centrumgerichte meting................129
AF-veldhaakjes ................................... 35
3
Scherpstelpunten ............40, 108, 300
4
Spotmetingdoelen ..........................129
Aanduiding AF-veldstand..............105
Aanduiding voor rollen
234
Belichtingsaanduiding................... 137
5
Weergave belichtingscorrectie ....143
Aanduiding voortgang bracketing:
Belichtings- en flitsbracketing
......................................................... 147
Hellingsaanduiding
Aanduiding belichtingscorrectie
6
.............................................................. 143
Aanduiding flitscorrectie............... 200
1
7
5
6 7 8
2
10
Bracketingaanduiding:
8
Belichtings- en flitsbracketing
..........................................................147
Witbalansbracketing...................151
ADL-bracketing ............................155
Scherpstelaanduiding.............. 40, 115
9
Lichtmeting.......................................129
10
Vergrendeling automatische
11
belichting (AE) ..................................141
Belichtingsstand...............................131
12
Pictogram sluitertijdvergrendeling
13
..............................................................140
Sluitertijd...................................134, 136
14
Autofocusstand......................... 98, 101
Pictogram diafragmavergrendeling
15
..............................................................140
Diafragma (f-waarde).............135, 136
16
Diafragma (aantal stops).......135, 326
Aanduiding ISO-gevoeligheid ......124
17
Automatische ISO-
gevoeligheidsaanduiding..............127
ISO-gevoeligheid .............................124
18
Hoeveelheid Actieve D-Lighting
AF-veldstand............................105, 106
1 Werkt als hellingsaanduiding wanneer de camera wordt gedraaid om “staande”
(portret)foto's te maken.
2 Werkt als de aanduiding voor rollen wanneer de camera wordt gedraaid om “staande”
(portret)foto's te maken.
3 Wordt weergegeven wanneer een optionele flitser is bevestigd (0 194).
flitsgereedaanduiding brandt wanneer de flitser wordt opgeladen.
Opmerking: Alle aanduidingen in de weergave branden voor illustratieve doeleinden.
Netwerkweergave........................... 281
19
Aantal resterende opnamen
20
........................................................38, 385
Aantal resterende opnamen tot
buffergeheugen vol is .....40, 118, 385
Aanduiding voorinstelling
witbalansopname ...........................170
Belichtingscorrectiewaarde .......... 143
Flitscorrectiewaarde ....................... 200
Aanduiding pc-stand...................... 339
Aanduiding voor flikkeringdetectie
.............................................................. 227
“k” (verschijnt als er genoeg
21
geheugen vrij is voor meer dan 1.000
opnamen).............................................38
Flitsgereedaanduiding
22
............................................194, 203, 374
Aanduiding
23
flitswaardevergrendeling.............. 203
Aanduiding flitssynchronisatie ....305
24
Aanduiding diafragmastop
25
..................................................... 135, 326
Waarschuwing lage accuspanning
26
.................................................................37
3
De
X
D Geen accu
Als de accu volledig leeg is of als er geen accu is geplaatst, wordt de weergave in de zoeker gedimd. De zoekerweergave wordt weer normaal zodra een volledig opgeladen accu wordt geplaatst.
Dit is normaal en duidt niet op een defect.
11

Het aanraakscherm gebruiken

De aanraakgevoelige monitor ondersteunt de volgende bewerkingen:
Vegen
Veeg met een vinger een klein eindje naar links of rechts over de monitor.
X
Schuiven
Schuif een vinger over de monitor.
Spreiden/samenknijpen
Plaats twee vingers op de monitor en beweeg ze uit elkaar of knijp ze samen.
12
❚❚ Het aanraakscherm gebruiken
Tijdens weergave (0 251) kan het aanraakscherm voor de volgende taken worden gebruikt:
Andere beelden bekijken
In- of uitzoomen
Miniaturen bekijken
Films bekijken
Het aanraakscherm kan worden gebruikt om het scherpstelpunt te positioneren tijdens livebeeld (0 49), om een waarde te meten voor handmatige voorinstelling witbalans met behulp van de tool spot­witbalans (0 173) en om te typen (0 185).
D Het aanraakscherm
Het aanraakscherm reageert op statische elektriciteit en reageert mogelijk niet wanneer het scherm is bedekt met in de handel verkrijgbare beschermfolies of bij aanraking met vingernagels of handen bedekt door handschoenen. aan met scherpe voorwerpen.
Oefen geen overmatige kracht uit en raak het scherm niet
D Het aanraakscherm gebruiken
Het aanraakscherm reageert mogelijk niet zoals verwacht als u het probeert te bedienen terwijl uw handpalm of een andere vinger op het scherm rust. Het scherm herkent mogelijk geen andere gebaren als uw aanraking te zacht is, uw vingers te snel of over een te korte afstand worden bewogen of niet in aanraking blijven met het scherm, of als de bewegingen van de twee vingers bij het samenknijpen of spreiden niet goed samenwerken.
X
A Aanraakbediening inschakelen of uitschakelen
De aanraakbediening kan worden in- of uitgeschakeld met behulp van de optie Aanraakbediening in het setup-menu (0 312).
A Zie ook
De optie Aanraakbediening in het setup-menu kan worden gebruikt om de richting te kiezen waarin u uw vinger veegt om andere beelden in schermvullende weergave te bekijken (0 312).
13

Het afdekkapje van de accessoireschoen

Het meegeleverde afdekkapje van de accessoireschoen kan worden gebruikt om de accessoireschoen te beschermen of om te voorkomen dat gereflecteerd licht van de metalen schoendelen in foto's verschijnt. volgens de rechts getoonde afbeelding aan de accessoireschoen van de camera bevestigd.
Om het afdekkapje van de
X
accessoireschoen te verwijderen, houdt u deze met uw duim ingedrukt en schuif hem eraf volgens rechts getoonde afbeelding terwijl u de camera stevig vasthoudt.
Het afdekkapje wordt
14
s
G-knop
Schuifbalk toont positie in huidig menu.
Huidige instellingen worden aangeduid door pictogrammen.
Menuopties
Opties in huidig menu.

Instructies

Cameramenu’s

De meeste opname-, weergave- en setupopties zijn toegankelijk via de cameramenu's. Druk op de G-knop om de menu’s te bekijken.
Tabbladen
Kies uit de volgende menu’s:
D: Weergave (0 289)
C: Foto-opname (0 291)
1: Filmopname (0 296)
A: Persoonlijke instellingen (0 299)
s
B: Setup (0 310)
N: Retoucheren (0 314)
O/m: MIJN MENU of RECENTE
INSTELLINGEN (standaard ingesteld op MIJN MENU; 0 316)
Helppictogram (0 16)
15

Cameramenu’s gebruiken

Beweeg cursor
omhoog
Annuleer en keer terug naar vorig menu
Selecteer gemarkeerd item of geef submenu weer
Selecteer gemarkeerd item
Beweeg cursor omlaag
L (Z/Q)-knop
❚❚ Menubediening
De multi-selector en J-knop worden gebruikt om door de menu’s te navigeren.
Multi-selector
s
A Het d (Help)-pictogram
Als in de linkerbenedenhoek van de monitor een d-pictogram wordt weergegeven, kan hulpinformatie worden weergegeven door op de L (Z/Q)-knop te drukken.
Een beschrijving van de momenteel geselecteerde optie of het menu wordt weergegeven terwijl de knop wordt ingedrukt. Druk op 1 of 3 om door de weergave te bladeren.
J-knop
Selecteer gemarkeerd item
16
❚❚ Door de menu’s navigeren
G-knop
Voer de onderstaande stappen uit om door de menu’s te navigeren.
1 Geef de menu’s weer.
Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven.
2 Markeer het pictogram voor
het huidige menu.
Druk op 4 om het pictogram voor het huidige menu te markeren.
3 Selecteer een menu.
Druk op 1 of 3 om het gewenste menu te selecteren.
s
4 Plaats de cursor in het
geselecteerde menu.
Druk op 2 om de cursor in het geselecteerde menu te plaatsen.
17
5 Markeer een menu-item.
J-knop
Druk op 1 of 3 om een menu­item te markeren.
6 Geef de opties weer.
Druk op 2 om opties voor het geselecteerde menu-item weer te geven.
s
7 Markeer een optie.
Druk op 1 of 3 om een optie te markeren.
8 Selecteer het gemarkeerde item.
Druk op J om het gemarkeerde item te selecteren. sluiten zonder een selectie te maken.
Druk op de G-knop om af te
Let op de volgende punten:
Menu-items die grijs worden weergegeven zijn momenteel niet beschikbaar.
Het indrukken van 2 of de centrale knop van de multi-selector heeft in het algemeen hetzelfde effect als het indrukken van J, maar sommige items kunnen alleen worden geselecteerd door J in te drukken.
Druk de ontspanknop half in (0 40) om de menu’s af te sluiten en terug te keren naar de opnamestand.
18

Eerste stappen

Afdekkapje

De camerariem bevestigen

Bevestig de riem stevig aan de cameraoogjes.

De accu opladen

De D5 wordt gevoed door een EN-EL18c oplaadbare Li-ionbatterij (meegeleverd). de accu op te laden in de meegeleverde batterijlader MH-26a. duurt circa 2 uur en 35 minuten om lege accu’s volledig op te laden.
Voor een maximale opnameduur dient u vóór gebruik
1 Steek de lader in een stopcontact.
Steek de stekker van de lichtnetadapter in de batterijlader en steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
2 Verwijder het afdekkapje.
Verwijder het afdekkapje van de accu.
A Zie ook
Voor informatie over het gebruik van de MH-26a om twee accu’s op te laden, zie pagina 381.
s
Het
19
3 Verwijder de contactbescherming.
Referentielijn
Batterijvaklampjes
Oplaadlampjes (groen)
Contacten
Verwijder de contactbescherming van het batterijvak van de lader.
4 Laad de accu op.
s
Plaats de accu (polen eerst), leg het einde van de accu op één lijn met de referentielijn en schuif vervolgens de accu in de aangeduide richting totdat de accu vastklikt. batterijvaklampje en de oplaadlampjes knipperen traag terwijl de accu oplaadt:
Oplaadstatus Batterijvaklampje
Minder dan 50% van de maximumcapaciteit
50–80% van maximumcapaciteit H (knippert traag)
Meer dan 80% maar minder dan 100% van maximumcapaciteit
100% van maximumcapaciteit K (licht op) I (uit) I (uit) I (uit)
20
H (knippert traag)H (knippert
H (knippert traag)
Het
Oplaadlampjes
50% 80% 100%
K
K
I (uit) I (uit)
H
(knippert
traag)
traag)
(licht op)
(licht op)K (licht op)
I (uit)
H
(knippert
traag)
Het opladen is voltooid zodra het batterijvaklampje stopt met knipperen en de oplaadlampjes uitschakelen. opladen van een lege accu duurt circa 2 uur en 35 minuten; merk op dat de accu niet oplaadt bij temperaturen lager dan 0 °C of hoger dan 60 °C.
Het volledig
5 Verwijder de accu zodra het opladen is voltooid.
Verwijder de accu en ontkoppel de lader.
s
D Kalibratie
Zie pagina 380 voor meer informatie over kalibreren.
21

Plaats de accu

Accuontgrendeling
1 Schakel de camera uit.
D Accu’s plaatsen en
verwijderen
Controleer voor het plaatsen en verwijderen van de accu of de hoofdschakelaar in de
UIT
-positie staat.
2 Verwijder het deksel van het
batterijvak.
Til de dekselontgrendeling van het
s
batterijvak op, draai het naar de open (A) positie (q) en verwijder het deksel van het BL-6 batterijvak (w).
3 Bevestig het deksel op de accu.
Als de accuontgrendeling zodanig is geplaatst dat de pijl (H) zichtbaar is, verschuif dan de accuontgrendeling om de pijl te bedekken. Plaats de twee uitstekende delen op de accu in de overeenkomstige uitsparingen in het deksel en verschuif de accuontgrendeling tot de pijl volledig zichtbaar is.
A Het deksel van het BL-6 batterijvak
De accu kan worden opgeladen terwijl de BL-6 is bevestigd. Om te voorkomen dat stof zich ophoopt in het batterijvak wanneer de accu niet is geplaatst, schuif de accuontgrendeling in de richting die wordt aangeduid door de pijl (H), verwijder de BL-6 van de accu en plaats deze terug op de camera.
22
Andere batterijdeksels zijn niet geschikt voor deze camera.
4 Plaats de accu.
Plaats de accu, zoals rechts aangeduid.
5 Vergrendel het deksel.
Om te voorkomen dat de accu wordt losgewrikt tijdens het bedienen, draai de vergrendeling naar de gesloten positie en vouw deze naar beneden, zoals rechts aangeduid. vergrendeld is.
A De accu verwijderen
Vóór het verwijderen van de accu, schakel de camera uit, til de dekselvergrendeling van het batter ijva k op e n dra ai he t naa r de open (A) positie. Merk op dat de accu na gebruik zeer warm kan zijn; ga daarom voorzichtig te werk bij het verwijderen van de accu. het afdekkapje worden teruggeplaatst wanneer de accu niet in gebruik is.
A EN-EL18c oplaadbare Li-ionbatterijen
De meegeleverde EN-EL18c deelt informatie met compatibele apparaten, zodat de camera zes oplaadstatusniveaus van de accu kan tonen (0 37). optie Batterij-informatie in het setup-menu toont details over het opladen van de accu, de gebruiksduur van de accu en het aantal gemaakte foto’s sinds de laatste oplaadsessie van de accu (0 313). de accu opnieuw worden gekalibreerd om er zeker van te zijn dat nauwkeurige registratie van het accuniveau wordt voortgezet (0 380).
Controleer of het deksel goed
Om kortsluiting te voorkomen moet
Indien noodzakelijk kan
s
De
23
D De accu en lader
Lees de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op pagina’s x–xiii en 353–356 van deze handleiding en volg ze op.
omgevingstemperaturen lager dan 0 °C of hoger dan 40 °C; het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de accu beschadigen of de prestaties doen verslechteren. oplaadtijden kunnen toenemen bij accutemperaturen van 0 °C tot 15 °C en van 45 °C tot 60 °C.
Sluit de ladercontacten niet kort; het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan oververhitting en schade aan de lader tot gevolg hebben. 35 °C. temperatuur wordt opgeladen of als de accu wordt gebruikt bij een temperatuur die lager is dan de temperatuur waarbij de accu is opgeladen. Als de accu bij een temperatuur lager dan 5 °C wordt opgeladen, kan de
s
gebruiksduuraanduiding van de accu in de weergave Batterij-informatie (0 313) een tijdelijke daling tonen.
Gebruik de lader alleen met compatibele accu’s. Haal de lader uit het stopcontact wanneer deze niet in gebruik is.
Een aanmerkelijke daling van de tijd waarin een volledig opgeladen accu zijn lading behoudt wanneer deze bij kamertemperatuur wordt gebruikt, duidt aan dat de accu vervanging vereist. Koop een nieuwe accu.
Laad binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5 °C tot
De accucapaciteit kan tijdelijk afnemen als de accu bij een lage
De capaciteit neemt mogelijk af en de
Gebruik de accu niet bij
24

Een objectief bevestigen

Schakelaar voor scherpstelstand (0 26)
Objectiefbevestigingsmarkering
Objectiefdop
Scherpstelring (0 114)
CPU-contacten (0 326)
Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer het objectief wordt verwijderd. handleiding voor illustratieve doeleinden wordt gebruikt, is een AF-S NIKKOR 50mm f/1.4G.
Het objectief dat in het algemeen in deze
1 Schakel de camera uit. 2 Verwijder de achterste objectiefdop en de
camerabodydop.
s
25
3 Bevestig het objectief.
Beeldveld
Houd de bevestigingsmarkering op het objectief op één lijn met de markering op de camerabody en plaats het objectief in de bajonetvatting van de camera (q). totdat het op zijn plaats klikt, waarbij u erop let dat u niet op de objectiefontgrendeling drukt (w).
s
A Het objectief losmaken
Vergeet niet de camera uit te zetten bij het verwijderen of verwisselen van objectieven. verwijderen, moet de objectiefontgrendeling ( ingedrukt worden gehouden terwijl het objectief naar rechts wordt gedraaid ( van het objectief de objectiefdoppen en de bodydop van de camera terug.
A Scherpstelstand van objectief
Als het objectief is voorzien van een schakelaar voor de scherpstelstand, selecteer dan de autofocusstand (A, M/A of A/M).
Om het objectief te
w).
Plaats na het verwijderen
Draai het objectief naar links
q
)
D CPU-objectieven met diafragmaringen
Vergrendel het diafragma op de kleinste instelling (hoogste f-waarde) bij gebruik van CPU-objectieven uitgerust met een diafragmaring (0 326).
A Beeldveld
Het DX-formaat beeldveld wordt automatisch geselecteerd zodra een DX-objectief is bevestigd (0 88).
26

Basisinstellingen

Hoofdschakelaar
G-knop
De taaloptie in het setup-menu wordt automatisch gemarkeerd als de menu's voor de eerste keer worden weergegeven. stel de cameraklok in.
Kies een taal en
1 Schakel de camera in.
2 Selecteer Taal (Language) in het
setup-menu.
Druk op de G-knop om de cameramenu’s weer te geven, markeer vervolgens Taal (Language) in het setup-menu en druk op
2. voor informatie over het gebruik van menu’s.
3 Selecteer een taal.
Druk op 1 of 3 om de gewenste taal te markeren en druk op J.
Zie “Cameramenu’s gebruiken” (0 16)
s
27
4 Selecteer Tijdzone en datum.
Selecteer Tijdzone en datum en druk op
2.
5 Stel tijdzone in.
Selecteer Tijdzone en druk op 2. Druk op 4 of 2 om de lokale tijdzone te markeren
(het veld UTC geeft het verschil in uren aan tussen de geselecteerde tijdzone en de
s
Coordinated Universal Time, of UTC) en druk op J.
6 Schakel zomertijd in of uit.
Selecteer Zomertijd en druk op 2. Zomertijd is standaard uitgeschakeld; als zomertijd van kracht is in de lokale tijdzone, druk dan op 1 om Aan te markeren en druk op J.
7 Stel de datum en tijd in.
Selecteer Datum en tijd en druk op 2. Druk op 4 of 2 om een item te selecteren, op 1 of 3 om te wijzigen. wanneer de klok op de huidige datum en tijd is ingesteld (merk op dat de camera een 24-uurs klok gebruikt).
28
Druk op J
8 Stel datumnotatie in.
Selecteer Datumnotatie en druk
Druk op 1 of 3 om de
op 2. volgorde te kiezen waarin jaar, maand en dag worden weergegeven en druk op J.
9 Keer terug naar de opnamestand.
Druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de opnamestand.
A De klokbatterij
De cameraklok wordt gevoed door een afzonderlijke, niet-oplaadbare CR1616 lithiumbatterij met een levensduur van circa twee jaar. deze batterij bijna leeg is, wordt een B-pictogram in het bovenste bedieningspaneel weergegeven terwijl de stand-by-timer aan is. pagina 351 voor informatie over het vervangen van de klokbatterij.
A De cameraklok
De cameraklok is minder nauwkeurig dan de meeste horloges en gewone
Controleer daarom regelmatig of de klok de juiste tijd aangeeft en
klokken. pas de tijd zo nodig aan.
A GPS-apparaten (0 246)
Als er een GPS-apparaat (0 340) aangesloten is, wordt de cameraklok op de tijd en datum van het GPS-apparaat (0 247) ingesteld.
Wanneer
Zie
s
29

Een geheugenkaart plaatsen

Hoofdschakelaar
Foto’s worden op geheugenkaarten opgeslagen (apart verkrijgbaar; 0 383). kaarten of twee Type-I CompactFlash-kaarten. microdrives kunnen niet worden gebruikt.
De camera is voorzien van kaartsleuven voor twee XQD-
Type-II kaarten en
1 Schakel de camera uit.
s
D Geheugenkaarten plaatsen en verwijderen
Zet altijd de camera uit voordat een geheugenkaart wordt geplaatst of verwijderd.
2 Open het deksel van de kaartsleuf.
Open het klepje dat de ontgrendelingsknop van het kaartsleufdeksel beschermt (q) en druk op de ontgrendelingsknop (w) om de kaartsleuf te openen (e).
30
3 Plaats de geheugenkaart.
Eject-knop
Toegangslampje geheugenkaart
Plaatsings­richting
Etiket achterzijde
Plaatsings­richting
Etiket achterzijde
Plaats de kaart in de kaartsleuf met het etiket aan de achterzijde naar de monitor gericht. Wanneer de geheugenkaart in zijn geheel is geplaatst, verschijnt de eject-knop en brandt het groene toegangslampje van de geheugenkaart kortstondig.
D Geheugenkaarten plaatsen
Plaats eerst de contacten van de geheugenkaart. ondersteboven of achterstevoren plaatsen, kan de camera of de kaart beschadigen.
Controleer of de kaart in de juiste richting is geplaatst.
XQD-kaart CompactFlash-kaart
Een kaart
4 Sluit het deksel van de kaartsleuf.
Als dit de eerste keer is dat de geheugenkaart in de camera wordt gebruikt na te zijn gebruikt of geformatteerd in een ander apparaat, moet u de kaart formatteren zoals beschreven op pagina 33.
GB
4
s
31
A Geheugenkaartpictogrammen
Bovenste
bedieningspaneel
De geheugenkaartpictogrammen branden zodra de geheugenkaarten zijn geplaatst (het voorbeeld rechts toont de weergave wanneer er twee geheugenkaarten zijn geplaatst). geheugenkaart vol is of als zich een fout voordoet, gaat het pictogram voor de betreffende kaart knipperen (0 366).
Als de
A Geheugenkaarten verwijderen
Zet, na te hebben gecontroleerd of het toegangslampje van de geheugenkaart uit is, de camera uit en open het deksel van de geheugenkaartsleuf. om de kaart gedeeltelijk uit te werpen (w).
s
geheugenkaart kan vervolgens met de hand worden verwijderd. geheugenkaart terwijl ook op de eject-knop wordt gedrukt. nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de camera of geheugenkaart beschadigen.
Druk op de eject-knop (q)
Druk niet op de
De
A Zie ook
Gebruik de optie Functie van kaart in sleuf 2 in het foto-opnamemenu om de functie van de geheugenkaart in sleuf 2 te kiezen (0 97).
Het niet in acht
32

De geheugenkaart formatteren

O (Q)-knop
S (Q)-knop
Geheugenkaarten moeten worden geformatteerd voordat ze voor het eerst in gebruik worden genomen of nadat ze in andere apparaten zijn gebruikt of geformatteerd.
D Geheugenkaarten formatteren
Bij het formatteren van geheugenkaarten worden alle gegevens op de kaart voorgoed gewist.
naar een computer te kopiëren alvorens verder te gaan (0 278).
Vergeet niet foto’s en andere gegevens die u wilt bewaren
1 Schakel de camera in. 2 Druk op de knoppenO (Q)
en S (Q).
Houd de knoppen O (Q) en S (Q) gelijktijdig ingedrukt
totdat een knipperende C verschijnt in de sluitertijdweergaven in het bovenste bedieningspaneel en
Als er twee
Standaard wordt
de zoeker. geheugenkaarten zijn geplaatst, wordt de te formatteren kaart aangeduid met een knipperend pictogram. sleuf 1 (0 97) geselecteerd; u kunt sleuf 2 kiezen door aan de hoofdinstelschijf te draaien. af te sluiten zonder de geheugenkaart te formatteren, moet u wachten totdat C stopt met knipperen (circa zes seconden) of druk op een andere knop dan de knoppen O (Q) en S (Q).
Om
s
33
3 Druk nogmaals op de knoppen O (Q) en S (Q).
Druk de knoppen O (Q) en S (Q) voor een tweede maal gelijktijdig in terwijl C knippert om de geheugenkaart te formatteren.
ontkoppel niet de voedingsbron tijdens het formatteren.
Verwijder niet de geheugenkaart en verwijder of
D Geheugenkaarten
Geheugenkaarten kunnen na gebruik zeer warm zijn. voorzichtig te werk bij het verwijderen van geheugenkaarten uit de camera.
Schakel de camera uit voordat geheugenkaarten worden geplaatst of
s
verwijderd. camera niet uit en verwijder of ontkoppel niet de voedingsbron tijdens het formatteren of op het moment dat gegevens worden opgeslagen, gewist of naar een computer worden gekopieerd. van deze voorzorgsmaatregelen kan gegevensverlies of beschadiging van de camera of de kaart tot gevolg hebben.
Raak de contacten van de kaart niet aan met uw vingers of metalen voorwerpen.
U mag kaarten niet buigen, laten vallen of blootstellen aan hevige schokken.
Oefen geen druk uit op de behuizing van de kaart. van deze voorzorgsmaatregel kan beschadiging van de kaart tot gevolg hebben.
Stel niet bloot aan water, hoge vochtigheid of direct zonlicht.
Formatteer geheugenkaarten niet in een computer.
Verwijder geen geheugenkaarten uit de camera, zet de
Ga daarom
Het niet in acht nemen
Het niet in acht nemen
A Geen geheugenkaart
Indien er geen geheugenkaart is geplaatst, wordt op het bovenste bedieningspaneel en in de zoeker S getoond. opgeladen accu wordt uitgeschakeld en er is geen geheugenkaart geplaatst, dan wordt S in het bovenste bedieningspaneel weergegeven.
Als de camera met een
A Zie ook
Zie pagina 310 voor informatie over het formatteren van geheugenkaarten met behulp van de optie Geheugenkaart formatteren in het setup-menu.
34

Zoekerbeeldscherpte aanpassen

Scherpstelpunt
AF-veldhaakjes
Zoeker niet scherp
Zoeker scherp
De camera is uitgerust met een dioptrieregelaar om individuele zichtverschillen met elkaar in overeenstemming te brengen. Controleer voorafgaand aan de opname of de weergave in de zoeker scherp is.
1 Schakel de camera in.
Verwijder de objectiefdop en schakel de camera in.
2 Til de dioptrieregelaar op (q).
3 Stel de zoeker scherp.
Draai aan de dioptrieregelaar (w) totdat de zoekerweergave, scherpstelpunten en AF-veldhaakjes scherp in beeld zijn. dat u bij het bedienen van de regelaar met uw oog tegen de zoeker niet per ongeluk uw vingers of uw vingernagels in uw oog steekt.
Let op
s
35
4 Plaats de dioptrieregelaar terug.
Duw de dioptrieregelaar terug naar binnen (e).
s
A Zoekerbeeldscherpte aanpassen
Als u de zoeker niet kunt scherpstellen zoals hierboven beschreven, selecteer dan enkelvoudige servo-AF (AF-S; 0 101), enkelpunts AF (0 104) en het middelste scherpstelpunt (0 108), en kadreer vervolgens een onderwerp met een hoog contrast in het middelste scherpstelpunt en druk de ontspanknop half in om de camera scherp te stellen. dioptrieregelaar met scherpgestelde camera om het onderwerp scherp in beeld te brengen in de zoeker. verder worden aangepast met behulp van optionele corrigerende lenzen (0 338).
Indien nodig kan de zoekerbeeldscherpte
A Zoekerobjectieven met dioptrieregelaar
Corrigerende lenzen (apart verkrijgbaar; 0 338) kunnen worden gebruikt om de dioptrie­instelling van de zoeker verder aan te passen. Voordat een zoekerobjectief met dioptrieregelaar wordt bevestigd, moet eerst het DK-17F zoekeroculair worden verwijderd door de vergrendelingen aan beide zijden van de oculairadapter in te drukken zodat de oculairvergrendeling (q) wordt opgeheven waarna het oculair wordt losgeschroefd, zoals rechts afgebeeld (w).
Gebruik de
36

Basisfotografie en weergave

Bovenste
bedieningspaneel
Zoeker

Het accuniveau en aantal resterende opnamen

Controleer vóór het fotograferen eerst het accuniveau en aantal resterende opnamen, zoals hieronder beschreven.
❚❚ Accuniveau
Het accuniveau wordt weergegeven in het bovenste bedieningspaneel en de zoeker.
Pictogram
BeschrijvingBedieningspaneel Zoeker
L Accu volledig opgeladen. K
Accu gedeeltelijk ontladen.J
I
H d
H
(knippert)
d
(knippert)
Accu bijna leeg. reserveaccu klaar.
Ontspanknop uitgeschakeld. op of vervang de accu.
Laad de accu op of leg een
Laad de accu
s
37
❚❚ Aantal resterende opnamen
Aantal foto’s in huidige map
Aantal resterende
opnamen
Bovenste
bedieningspaneel
Het bovenste bedieningspaneel toont het aantal foto's dat kan worden gemaakt bij de huidige instellingen (waarden boven 1.000 worden naar beneden afgerond naar het dichtstbijzijnde honderdtal, d.w.z. waarden tussen 2.100 en 2.199 worden aangeduid als 2,1 k).
Als er twee geheugenkaarten zijn geplaatst, tonen de weergaven de beschikbare ruimte op de kaart waarop nieuwe foto’s worden opgeslagen. dit aantal nul bereikt, knippert A in de weergaven van de opnameteller terwijl de
s
weergaven van de sluitertijd een knipperende n of j tonen en knippert het pictogram voor de betreffende kaart. geheugenkaart of wis een aantal foto’s.
Wanneer
Plaats een andere
A Weergave camera uit
Als de camera wordt uitgeschakeld terwijl de accu en geheugenkaart zijn geplaatst, dan wordt het geheugenkaartpictogram, het aantal resterende opnamen en het aantal foto's in de huidige map weergegeven (afhankelijk van de geheugenkaart is het mogelijk dat de camera in zeldzame gevallen deze informatie niet weergeeft wanneer een kaart is geplaatst; dit kan worden verholpen door de camera in te schakelen).
38

Maak de camera gereed

Vergrendeling ontspanknop voor verticale opname
Houd bij het kadreren van foto’s in de zoeker de handgreep in uw rechterhand en ondersteun de camerabody of het objectief met uw linkerhand. uw ellebogen lichtjes tegen uw lichaam gedrukt en plaats één voet een halve pas naar voren om uw bovenlichaam stabiel te houden. Houd bij het kadreren van foto’s in de portretstand (staand) de camera vast zoals getoond in de onderste van de drie afbeeldingen rechts.
Houd ter ondersteuning
s
D Foto's kadreren in portretstand (staand)
De camera beschikt over bedieningen voor gebruik in portretstand (staand), inclusief een verticale ontspanknop, Fn- en AF-ON-knoppen, hoofd- en secundaire instelschijven en een multi-selector (0 102, 109, 307). vergrendeling van de ontspanknop voor verticale opname naar L om per ongeluk bedienen van de knoppen te voorkomen wanneer de camera in landschapstand (liggend) staat.
Draai de
39

Scherpstellen en vastleggen

Scherpstelpunt
Scherpstel­aanduiding
Bufferca­paciteit
1 Druk de ontspanknop
half in.
Bij standaardinstellingen stelt de camera scherp op het onderwerp in het
s
middelste scherpstelpunt. Kadreer een foto in de zoeker met het hoofdonderwerp in het middelste scherpstelpunt geplaatst en druk de ontspanknop half in.
2 Controleer de aanduidingen in de zoeker.
Wanneer de scherpstelbewerking is voltooid, verschijnt de scherpstelaanduiding (I) in de zoeker.
Zoekerweergave Beschrijving
I Onderwerp scherp in beeld.
F
H Scherpstelpunt bevindt zich achter onderwerp.
FH
(knippert)
Terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt, zal de scherpstelling vergrendelen en wordt het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen in het buffergeheugen (“t”; 0 118) in de zoekerweergave getoond.
Zie “Goede resultaten met autofocus verkrijgen” (0 113) voor informatie over wat te doen als de camera niet kan scherpstellen met autofocus.
Scherpstelpunt bevindt zich tussen camera en onderwerp.
Camera kan niet scherpstellen op onderwerp in scherpstelpunt met autofocus.
40
3 Maak de foto.
Toegangslampje geheugenkaart
Multi-selector
Druk de ontspanknop gelijkmatig en volledig in om de foto te maken. geheugenkaart wordt opgeslagen, brandt het toegangslampje van de geheugenkaart. U mag de
geheugenkaart niet uitwerpen of de voedingsbron verwijderen of loskoppelen voordat het toegangslampje uit is en de opname is voltooid.
A De stand-by-timer (zoekerfotografie)
De sluitertijd- en diafragmaweergaven in het bovenste bedieningspaneel en de zoeker schakelen uit als er gedurende zes seconden geen handelingen worden uitgevoerd, waardoor de gebruiksduur van de accu wordt verlengd. activeren.
De tijdspanne voordat de stand-by-timer automatisch afloopt kan worden aangepast met behulp van Persoonlijke instelling c2 (Stand-by-timer, 0 303).
Terwijl de foto op de
Druk de ontspanknop half in om de weergaven opnieuw te
Belichtingsmeters aan Belichtingsmeters uit
s
A De multi-selector
De multi-selector kan worden gebruikt om het scherpstelpunt te selecteren terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn (0 108).
41

Foto’s bekijken

K-knop
0 , 0
1/125 F5. 6 100 50
mm
NIKON D5
1/12
100
NC_D
5 DS
C_0001. JP
G
15/10/2015 10:02:27
NN
ORORMALA L
5568x3712
1 Druk op de K-knop.
Er wordt een foto weergegeven in de monitor. De geheugenkaart met de huidige weergegeven foto wordt door een pictogram aangeduid.
2 Bekijk extra foto’s.
Extra foto’s kunnen worden weergegeven
s
door op 4 of 2 te drukken of met een vinger naar links of rechts over het scherm te vegen (0 251). om extra informatie over de huidige foto weer te geven.
Druk de ontspanknop half in om de weergave te beëindigen en terug te keren naar de opnamestand.
Druk op 1 en 3 (0 254)
42
A Controlebeeld
Wanneer Aan is geselecteerd voor Controlebeeld in het weergavemenu (0 290), worden foto's na opname automatisch in de monitor weergegeven.
A Zie ook
Zie pagina 249 voor informatie over het kiezen van een geheugenkaartsleuf.

Ongewenste foto’s wissen

O (Q)-knop
Ongewenste foto’s kunnen worden verwijderd door op de O (Q)-knop te drukken. kunnen worden hersteld.
Merk op dat eenmaal gewiste foto’s niet
1 Geef de foto weer.
Geef de foto weer die u wilt wissen, zoals wordt beschreven in “Foto’s bekijken” op de vorige pagina. huidige afbeelding wordt weergegeven met een pictogram in de linkerbenedenhoek van het scherm.
De locatie van de
2 Wis de foto.
Druk op de O (Q)-knop. Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven; markeer Geselecteerd beeld en druk nogmaals op O (Q) om het beeld te wissen en keer terug naar weergave (voor informatie over de optie Alle beelden, zie pagina 268). Druk op K om af te sluiten zonder de foto te wissen.
s
A Wissen
Gebruik de optie Wissen in het weergavemenu (0 270) om meerdere afbeeldingen te wissen of om de geheugenkaart te selecteren waar de afbeeldingen van worden gewist.
43
x
Selectieknop voor livebeeld
a-knop

Livebeeldfotografie

Voer de onderstaande stappen uit om foto’s te maken in livebeeld.
1 Draai de selectieknop voor livebeeld
naar C (livebeeldfotografie).
x
2 Druk op de a-knop.
De spiegel wordt opgeklapt en het beeld door het objectief wordt in de cameramonitor weergegeven. onderwerp zal niet langer zichtbaar zijn in de zoeker.
Het
3 Positioneer het scherpstelpunt.
Positioneer het scherpstelpunt boven uw onderwerp, zoals beschreven op pagina 49.
44
4 Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
Het scherpstelpunt knippert groen en de ontspanknop wordt uitgeschakeld terwijl de camera scherpstelt. Als de camera kan scherpstellen, wordt het scherpstelpunt groen weergegeven; als de camera niet kan scherpstellen, knippert het scherpstelpunt rood (merk op dat fotograferen ook mogelijk is wanneer het scherpstelpunt rood knippert; controleer eerst de scherpstelling in de monitor alvorens u gaat fotograferen). Belichting kan worden vergrendeld door op het midden van de secundaire selector (0 141) te drukken; scherpstelling vergrendelt terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt.
D Autofocus gebruiken in livebeeld
Gebruik een AF-S- of AF-P-objectief. De gewenste resultaten worden mogelijk niet verkregen met andere objectieven of teleconverters. Merk op dat in livebeeld autofocus trager is en de monitor helderder of donkerder kan worden terwijl de camera scherpstelt. Het scherpstelpunt wordt soms groen weergegeven wanneer de camera niet in staat is scherp te stellen. De camera kan mogelijk niet scherpstellen in de volgende situaties:
Het onderwerp bevat lijnen parallel aan de lange zijde van het beeld
Het onderwerp heeft te weinig contrast
Het onderwerp in het scherpstelpunt bevat gebieden met sterk
contrasterende helderheid, of bevat spotverlichting of neonverlichting of een andere lichtbron waarvan de helderheid verandert
Er verschijnen flikkeringen of banden onder tl-licht, kwikdamplampen, natriumdamplampen of vergelijkbare verlichting
Er wordt een kruisfilter (ster) of ander speciaal filter gebruikt
Het onderwerp lijkt kleiner dan het scherpstelpunt
Het onderwerp wordt gedomineerd door regelmatige geometrische
patronen (bijv. jaloezieën of een rij ramen in een wolkenkrabber)
Het onderwerp beweegt
x
45
5 Maak de foto.
Druk de ontspanknop volledig in om de foto te maken.
De monitor schakelt uit.
6 Sluit livebeeld af.
Druk op de a-knop om livebeeld af te sluiten.
x
A Belichtingsvoorbeeld
Tijdens livebeeld kunt u op J drukken om de resultaten van sluitertijd, diafragma en ISO­gevoeligheid betreffende de belichting als voorbeeld te bekijken. opnamemenu Uit is geselecteerd voor Stille livebeeldfotografie, kan de belichting met ±5 LW (0 143) worden aangepast, hoewel alleen waarden tussen –3 en +3 LW in de voorbeeldweergave worden weergegeven. resultaten van het voorbeeld mogelijk niet nauwkeurig zijn bij het gebruik van flitsverlichting, Actieve D-Lighting (0 187), High Dynamic Range (HDR; 0 189) of als bracketing actief is, A (automatisch) is geselecteerd voor de Picture Control Contrast-parameter (0 182) of p is geselecteerd voor sluitertijd. belichtingsaanduidingen om te waarschuwen dat het voorbeeld de belichting mogelijk niet nauwkeurig weergeeft. niet beschikbaar wanneer A of % is geselecteerd voor sluitertijd.
Als het onderwerp zeer helder of zeer donker is, flitsen de
Wanneer in het foto-
Merk op dat de uiteindelijke
Belichtingsvoorbeeld is
46
A Zoomvoorbeeld livebeeld
Druk op de X-knop om het beeld in de monitor tot maximaal circa 11× te vergroten. navigatievenster in een grijs kader. delen van het beeld te scrollen die niet zichtbaar zijn in de monitor, of druk op W (M) om uit te zoomen.
In de rechterbenedenhoek van de weergave verschijnt een
Gebruik de multi-selector om door de
X-knop
Navigatievenster
x
47

Autofocus

Selectieknop voor scherpstelstand
Draai de selectieknop voor de scherpstelstand naar AF om foto’s te maken met behulp van autofocus.
❚❚ Een scherpstelstand kiezen
De volgende autofocusstanden zijn beschikbaar in livebeeld:
Stand Beschrijving
Enkelvoudige servo-AF: voor stilstaande onderwerpen.
AF-S
x
vergrendelt zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt. Fulltime-servo-AF: voor bewegende onderwerpen.
scherp totdat de ontspanknop wordt ingedrukt.
AF-F
vergrendelt zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Druk op de AF-standknop en draai aan de hoofdinstelschijf totdat de gewenste stand in de monitor wordt weergegeven om een autofocusstand te kiezen.
Scherpstelling
Camera stelt continu Scherpstelling
AF-standknop
48
Hoofdinstelschijf
Monitor
❚❚ Een AF-veldstand kiezen
De volgende AF-veldstanden kunnen worden geselecteerd in livebeeld:
Stand Beschrijving
Gezichtprioriteit-AF: gebruik voor portretten. De camera detecteert en
stelt automatisch scherp op personen; het geselecteerde onderwerp wordt aangeduid door een dubbele gele rand (bij het detecteren van meerdere gezichten, maximaal 35, stelt de camera scherp op het
!
dichtstbijzijnde onderwerp; gebruik de multi-selector om een ander onderwerp te kiezen). detecteren (bijvoorbeeld omdat het onderwerp van de camera is weggedraaid), wordt de rand niet langer weergegeven.
Breedveld-AF: gebruik voor uit-de-hand-fotografie van landschappen en andere onderwerpen zonder personen. het scherpstelpunt naar een willekeurige plek in het beeld te
5
verplaatsen, of druk op de centrale knop van de multi-selector om het scherpstelpunt in het midden van het beeld te plaatsen.
Normaal veld-AF
geselecteerde plek in het beeld. scherpstelpunt naar een willekeurige plek in het beeld te verplaatsen, of
6
druk op de centrale knop van de multi-selector om het scherpstelpunt in het midden van het beeld te plaatsen.
AF met meevolgende scherpst.
onderwerp en druk op de centrale knop van de multi-selector. scherpstelpunt volgt het geselecteerde onderwerp terwijl deze door het beeld beweegt. selector om het volgen te beëindigen.
&
niet in staat is onderwerpen te volgen die snel bewegen, het beeld verlaten of andere voorwerpen bedekken, zichtbaar in grootte, kleur of helderheid veranderen of te klein, te groot, te helder, te donker zijn, of dezelfde kleur of helderheid hebben als de achtergrond.
: gebruik voor nauwkeurige scherpstelling op een
Als de camera het onderwerp niet langer kan
Gebruik de multi-selector om
Gebruik de multi-selector om het
Een statief wordt aanbevolen.
: plaats het scherpstelpunt boven uw
Druk nogmaals op de centrale knop van de multi-
Merk op dat de camera mogelijk
Het
x
A Livebeeld
Tijdens livebeeld kunt u het scherpstelpunt positioneren door op uw onderwerp in de monitor te tikken.
49
Om een autofocusstand te kiezen, druk op de AF-standknop en draai
X-knop
aan de secundaire instelschijf totdat de gewenste stand in de monitor wordt weergegeven.
AF-standknop
Secundaire
instelschijf
Monitor

Handmatige scherpstelling

Om scherp te stellen in de handmatige
x
scherpstelstand (0 114), draai aan de scherpstelring van het objectief totdat het onderwerp scherp in beeld is. X-knop om het beeld in de monitor te vergroten voor nauwkeurige scherpstelling (0 47).
A Scherpstelling als voorbeeld bekijken tijdens livebeeld
Druk op de Pv-knop om tijdelijk maximaal diafragma te selecteren voor een beter scherpstelvoorbeeld tijdens livebeeld; het pictogram maximaal diafragma (0 56) wordt weergegeven. scherp met behulp van autofocus om naar de oorspronkelijke waarde van het diafragma terug te keren. om een foto te maken tijdens scherpstelvoorbeeld, wordt naar de oorspronkelijke waarde van het diafragma teruggekeerd voordat de foto is gemaakt.
Druk op de
Druk nogmaals op de knop of stel
Als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt
50

De i-knop gebruiken

i-knop
De hieronder vermelde opties zijn toegankelijk door op de i-knop te drukken tijdens livebeeldfotografie. van de multi-selector en druk op 2 om opties voor het gemarkeerde item te bekijken. na het kiezen van de gewenste instelling op J om naar het i-knopmenu terug te keren. nogmaals op de i-knop om de opnameweergave af te sluiten.
Markeer items met behulp
Druk
Druk
Optie Beschrijving
Kies beeldveld Kies een beeldveld voor livebeeldfotografie (0 87).
Actieve D-Lighting Pas Actieve D-Lighting aan (0 187).
Elektr. eerste­gordijnsluiter
Monitorhelderheid
Schakel de elektronische eerste-gordijnsluiter voor fotografie met spiegel omhoog in of uit (0 304).
Druk op 1 of 3 om monitorhelderheid aan te passen (merk op dat het alleen livebeeld betreft en dat het niet van toepassing is op foto’s en films of de helderheid van de monitor voor menu’s of weergave; gebruik de optie Monitorhelderheid in het setup-menu om de helderheid van de monitor voor menu’s en weergave aan te passen, zoals beschreven op pagina 310).
x
51
x
Optie Be schrijving
Tijdens livebeeldfotografie kan de witbalans (tint) van de monitor worden ingesteld op een waarde die verschilt van de waarde gebruikt voor foto’s (0 159). kan doeltreffend zijn als de verlichting waaronder opnamen zijn gekadreerd, afwijken van de verlichting gebruikt bij het maken van de foto’s, wat soms het geval is wanneer een flitser of handmatig
Witbalans scherm
bij fotolivebeeld
Split-screen
zoomweergave
vooringestelde witbalans wordt gebruikt. van de witbalans van fotolivebeeldweergave om hetzelfde effect te produceren als het effect gebruikt voor de werkelijke foto’s zorgt ervoor dat de resultaten gemakkelijker te bekijken zijn. zowel het beeld in de monitor als de foto te gebruiken, selecteer Geen. optie, dezelfde witbalans ook wordt gebruikt voor zowel het beeld in de monitor als de foto wanneer Stil fotograferen aan is (0 54). Monitorwitbalans wordt teruggezet zodra de camera wordt uitgeschakeld, maar de laatst gebruikte waarde kan worden geselecteerd door op de knop a te drukken terwijl de U-knop ingedrukt wordt gehouden.
Bekijk twee afzonderlijke delen van het beeld naast elkaar (0 53). Deze optie kan bijvoorbeeld worden gebruikt om gebouwen op één lijn te leggen met de horizon.
Merk op dat ongeacht de geselecteerde
Dit
Het aanpassen
Om dezelfde witbalans voor
52
Stil fotograferen
De sluiter blijft open tijdens het fotograferen zodat het geluid van de sluiter wordt opgeheven (0 54).
❚❚ Split-screen zoomweergave
Navigatievenster
Gebied scherp in beeld
Het selecteren van Split-screen zoomweergave in het i-knopmenu van
livebeeldfotografie splitst de weergave in twee vakken die afzonderlijke delen van het beeld naast elkaar tonen bij een hoge zoomverhouding. delen worden in het navigatievenster getoond.
Gebruik de knoppen X en W (M) om in en uit te zoomen, of gebruik de knop L (Z/Q) om een vak te selecteren en druk op 4 of 2 om links of rechts door het geselecteerde gebied te bladeren. gelijktijdig omhoog en omlaag door beide
gebieden worden gebladerd. ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp in het midden van het geselecteerde gebied.
weergave af te sluiten.
De positie van de vergrote
Door op 1 of 3 te drukken, kan
Druk de
Druk op de i-knop om de split-screen
x
53

Stille stand

Wanneer Aan is geselecteerd voor Stil fotograferen in het i-knopmenu (0 52) of Aan is geselecteerd voor Stille livebeeldfotografie in het foto-opnamemenu (0 295), wordt L in
de monitor weergegeven en blijft de spiegel omhoog en blijft de sluiter open tijdens livebeeldfotografie. wordt ingedrukt, heeft de camera maximaal vijf seconden nodig voor JPEG-foto’s bij circa 15 bps in de standen continu lage snelheid en stil continu ontspannen, of bij circa 30 bps in de ontspanstand continu hoge snelheid; de resterende tijd wordt in de opnameteller getoond. In andere ontspanstanden wordt er één foto gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. automatisch ingesteld, behalve in de belichtingsstand M, wanneer u uit waarden tussen ISO 100 en Hi 5 kunt kiezen (0 124).
x
belichtingsstand M kan sluitertijd worden ingesteld op waarden
1
tussen worden bekeken (0 46); om een aanduiding (0 137) te bekijken of te verbergen met het verschil tussen de waarde geselecteerd door de camera en de door u geselecteerde waarde, druk op J.
/30 sec. en 1/8.000 sec. Belichting kan vooraf in de monitor
Terwijl de ontspanknop
ISO-gevoeligheid wordt
In
54
A Stille stand
FX (36 × 24) 1.0×: 2.784 × 1.856
1,2× (30 × 20) 1.2×: 2.320 × 1.544
DX (24 × 16) 1.5×: 1.824 × 1.216
5 : 4 (30 × 24): 2.320 × 1.856
In stille stand zal de flitser niet flitsen, schakelen de zelfontspanner, bracketing (0 146), Actieve D-Lighting (0 187), HDR (0 189), vignetteringscorrectie (0 294), vertekeningscorrectie (0 294), meervoudige belichting (0 229), hoge ISO-ruisonderdrukking (0 294) en belichtingvertragingsstand (0 304) uit en beeldkwaliteit staat op JPEG Fijn (als RAW sleuf 1 – JPEG sleuf 2 is geselecteerd voor Functie van kaart in sleuf 2, zullen de JPEG-beelden op de kaarten in beide sleuven worden opgeslagen). optie geselecteerd voor Beeldveld (0 88) en wordt niet beïnvloed door de optie geselecteerd voor Beeldformaat:
Belichtingscorrectie kan worden aangepast met ±3 LW (0 143); de overige belichtingsinstellingen (diafragma, sluitertijd en ISO-gevoeligheid) die kunnen worden aangepast, worden in de volgende tabel getoond:
P, S
A
M
Merk op dat de stand geluidloos niet volkomen geluidloos is: de sluiter is hoorbaar en de spiegel wordt op- en ingeklapt bij de start en aan het einde van livebeeldfotografie.
Beeldformaat wordt uitsluitend bepaald door de
Diafragma Sluitertijd ISO-gevoeligheid
A HDMI
Als de camera is verbonden met een HDMI-videoapparaat tijdens livebeeldfotografie, blijft de cameramonitor ingeschakeld en geeft het videoapparaat het beeld door het objectief weer.
A Zie ook
Voor informatie over het kiezen van de functies van de filmopnameknop en instelschijven en van de centrale knop van de multi-selector, zie Persoonlijke instelling f1 (Aangepaste knoptoewijzing) >
Filmopnameknop + y (0 307) en f2 (Centrale knop multi-selector, 0 308). Zie Persoonlijke instelling c4 (Monitor uit, 0 303) voor informatie
over het kiezen hoe lang de monitor aan blijft tijdens livebeeld. Persoonlijke instelling f8 (Opties voor livebeeldknop, 0 309) voor informatie over het voorkomen van onbedoeld bedienen van de a-knop.
Zie
x
55

De livebeeldweergave

q w
Item Beschrijving 0
q Resterende tijd
x
w
e r
t Scherpstelpunt
y
Aanduiding witbalans fotolivebeeldweergave
Autofocusstand De huidige autofocusstand. 48 AF-veldstand De huidige AF-veldstand. 49
Aanduiding maximaal diafragma
De hoeveelheid resterende tijd voordat livebeeld automatisch eindigt. als opname binnen 30 sec. of minder eindigt.
Monitortint (witbalans fotolivebeeldweergave).
Het huidige scherpstelpunt. varieert met de optie geselecteerd voor AF-veldstand.
Wordt weergegeven zodra de Pv-knop wordt ingedrukt om maximaal diafragma te selecteren.
e
r
t
y
Weergegeven
De weergave
52
49
50
D De tellerweergave
Gedurende 30 sec. wordt een teller weergegeven voordat livebeeld automatisch eindigt (de timer wordt rood als livebeeld bijna eindigt om de interne schakelingen te beschermen of, als er een andere optie dan Geen
limiet is geselecteerd voor Persoonlijke instelling c4—Monitor uit > Livebeeld; 0 303—5 sec. voordat de monitor automatisch uitschakelt).
Afhankelijk van de opnameomstandigheden wordt de timer mogelijk onmiddellijk weergegeven zodra livebeeld is geselecteerd.
56

Het informatiescherm

Druk op de R-knop om aanduidingen in de monitor te verbergen of
weer te geven.
Virtuele horizon
(0 310) Informatie aan Informatie uit
x
Histogram (alleen
belichtingsvoorbeeld
en stil fotograferen;
0 46, 54)
Hulplijnen
57
D Fotograferen in livebeeld
Sluit de oculairsluiter van de zoeker om te voorkomen dat licht dat via de zoeker binnenvalt van invloed is op foto’s en de belichting (0 120).
Hoewel ze niet op de uiteindelijke foto verschijnen, tenzij Aan is geselecteerd voor Stil fotograferen (0 54), kunnen gekartelde randen, valse kleuren, moiré en heldere vlekken in de monitor verschijnen, terwijl in bepaalde velden met knipperende tekens en andere met tussenpozen verschijnende lichtbronnen heldere banden kunnen verschijnen of als het onderwerp kort door een strobe of andere heldere, kortstondige lichtbron wordt verlicht. Bovendien kan vertekening optreden als de camera horizontaal wordt gepand of als een voorwerp met hoge snelheid door het beeld beweegt. Flikkering en banden zichtbaar in de monitor onder tl-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen kunnen worden verminderd met behulp van de optie Flikkerreductie (0 298) in het filmopnamemenu, hoewel ze in de uiteindelijke foto nog steeds zichtbaar kunnen zijn bij sommige sluitertijden. Richt de camera niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen tijdens het fotograferen in livebeeld. Het niet in acht nemen
x
van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan de interne schakelingen van de camera tot gevolg hebben.
Ongeacht de optie geselecteerd voor Persoonlijke instelling c2 (Stand-by-
timer, 0 303) zal de stand-by-timer niet verlopen tijdens opname.
A Automatische AF-afstelling voor het huidige objectief
De camera beschikt over de optie AF-fijnafstelling voor maximaal 20 objectieftypen, met automatische fijnafstelling beschikbaar in livebeeld. Gebruik alleen indien vereist; AF-afstelling wordt in de meeste situaties afgeraden en kan hinderen bij normale scherpstelling. Om automatische fijnafstelling te gebruiken, dient eerst de camera gereed te worden gemaakt door het op een statief te monteren en maximaal diafragma te selecteren (aanbevolen), draai daarbij de livebeeldselector naar C, selecteer enkelvoudige servo-autofocus (AF-S), stel de AF-veldstand in op breed- of normaalveld-AF, selecteer het middelste scherpstelpunt en schakel, indien mogelijk, scherpstelzoom in voor nauwkeurige scherpstelling. U kunt vervolgens de camera scherpstellen en druk vervolgens op de AF-stand en filmopnameknoppen totdat instructies worden weergegeven (u dient de knoppen iets langer dan 2 seconden in te drukken). Markeer Ja en druk op J om de nieuwe waarde op te slaan. Voor elk type objectief kan slechts één waarde worden opgeslagen.
AF-fijnafstelling kan worden in- of uitgeschakeld met behulp van de optie
AF-fijnafstelling > AF-fijnafstelling (Aan/uit) in het setup-menu (0 310). AF-fijnafstelling vermeldt de waarde voor het huidige objectief onder Opgeslagen waarde; om waarden voor andere objectieven te bekijken,
selecteer Opgeslagen waarden tonen.
58
y
Selectieknop voor livebeeld
a-knop

Films

Lees dit deel voor informatie over het opnemen en bekijken van films.

Films opnemen

Films kunnen worden opgenomen in livebeeld.
1 Draai de selectieknop voor livebeeld
naar 1 (filmlivebeeld).
2 Druk op de a-knop.
De spiegel wordt opgeklapt en het beeld dat zichtbaar is door het objectief wordt weergegeven in de cameramonitor, aangepast voor de effecten van belichting. Het onderwerp zal niet langer zichtbaar zijn in de zoeker.
D Het 0-pictogram
Een 0-pictogram (0 65) geeft aan dat er geen films kunnen worden opgenomen.
A Witbalans
Door op de U-knop te drukken en aan de hoofdinstelschijf (0 159) te draaien, kan witbalans op elk willekeurig moment worden ingesteld.
y
59
3 Kies een scherpstelstand (0 48).
AF-ON-knop
4 Kies een AF-veldstand (0 49).
5 Stel scherp.
y
Kadreer de beginopname en druk op de AF-ON-knop om scherp te stellen. dat het aantal onderwerpen dat kan worden gedetecteerd in gezichtprioriteit­AF afneemt tijdens filmopnamen.
A Scherpstellen
Scherpstelling kan ook worden aangepast door voor aanvang van de opname de ontspanknop half in te drukken, of u kunt handmatig scherpstellen, zoals beschreven op pagina 50.
Merk op
60
6 Start de opname.
Filmopnameknop
Opnameaanduiding
Resterende tijd
Druk op de filmopnameknop om de opname te starten. een opnameaanduiding en de beschikbare tijd weergegeven. vergrendeld door het midden van de secundaire selector (0 141) in te drukken of worden aangepast met maximaal ±3 LW met behulp van belichtingscorrectie (0 143); spotmeting is niet beschikbaar. autofocusstand kan de camera opnieuw worden scherpgesteld door de AF-ON-knop in te drukken.
A Audio
De camera kan zowel video als geluid opnemen; dek de microfoon op de voorkant van de camera niet af tijdens de filmopname. de ingebouwde microfoon mogelijk geluiden van de camera of het objectief opneemt tijdens autofocus, vibratiereductie of bij wijzigingen aan het diafragma.
7 Beëindig de opname.
Druk opnieuw op de filmopnameknop om de opname te beëindigen. eindigt automatisch zodra de maximumlengte is bereikt of de geheugenkaart vol is.
A Maximumlengte
De maximumlengte voor individuele filmbestanden is 4 GB (voor maximum opnametijden, zie pagina 67); merk op dat afhankelijk van de schrijfsnelheid van de geheugenkaart, de opname kan eindigen voordat deze lengte is bereikt.
In de monitor worden
Belichting kan worden
De opname
In
y
Merk op dat
61
8 Sluit livebeeld af.
Druk op de a-knop om livebeeld af te sluiten.
A Belichtingsstand
De volgende belichtingsinstellingen kunnen worden aangepast in de filmstand:
Diafragma Sluitertijd ISO-gevoeligheid
P, S
A
M
1 De bovenlimiet voor ISO-gevoeligheid kan worden geselecteerd met behulp
van de optie ISO-gevoeligheid v. film inst. > Maximale gevoeligheid in het
y
film-opnamemenu (0 297).
2 De bovenlimiet wanneer Aan is geselecteerd voor Elektronische VR in het
filmopnamemenu is ISO 102400.
3Als Aan is geselecteerd voor ISO-gevoeligheid v. film inst. > Auto ISO-
gevoeligh. (st. M) in het filmopnamemenu, kan de bovengrens voor ISO­gevoeligheid worden geselecteerd met behulp van de optie Maximale gevoeligheid.
In belichtingsstand M kan sluitertijd worden ingesteld op waarden tussen
1
/25 en 1/8.000 sec. (de langst beschikbare sluitertijd varieert afhankelijk van de beeldsnelheid; 0 67). automatisch aangepast. stand P of S, beëindig dan livebeeld en start livebeeld opnieuw of selecteer belichting A en pas diafragma aan.
In andere belichtingsstanden wordt sluitertijd
Als het onderwerp wordt over- of onderbelicht in
1, 2
1, 2
2, 3
A Zie ook
De functie van de centrale knop van de multi-selector kan worden gekozen met behulp van Persoonlijke instelling f2 (
0
308) en de functies van de knoppen
secundaire selector met behulp van Persoonlijke instelling g1 (
knoptoewijzing knoptoewijzing
gebruikt om livebeeld te starten of om filmopname te starten en te eindigen, of (wanneer volledig ingedrukt) om foto's te maken tijdens filmopname. Persoonlijke instelling f8 ( informatie over het voorkomen van onbedoeld bedienen van de
; 0309). Persoonlijke instelling g1 ( ) >
Ontspanknop
Opties voor livebeeldknop; 0
62
Centrale knop multi-selector
Fn1, Fn2, Fn3
regelt of de ontspanknop kan worden
en Pv en het midden van de
Aangepaste
Aangepaste
309) voor
a
-knop.
;
Zie

Indices

Index
i-knop
Als Indexmarkering is toegewezen aan een bediening met behulp van Persoonlijke instelling g1 (Aangepaste knoptoewijzing, 0 309), dan kunt u tijdens het opnemen op de geselecteerde bediening drukken om indices toe te voegen die kunnen worden gebruikt om beelden te lokaliseren tijdens bewerken en weergave (0 81). maximaal 20 indices worden toegevoegd.
Aan iedere film kunnen

De i-knop gebruiken

De hieronder vermelde opties zijn toegankelijk door op de i-knop te drukken in filmstand. Markeer items met behulp van de multi-selector en druk op 2 om opties voor het gemarkeerde item te bekijken. gewenste instelling op J om naar het i-knopmenu terug te keren.
de i-knop om de opnameweergave af te sluiten.
Druk na het kiezen van de
Druk nogmaals op
y
Optie Beschrijving
Kies beeldveld Kies beeldveld voor films (0 70).
Beeldformaat/
beeldsnelheid
Filmkwaliteit Kies filmkwaliteit (0 67).
Microfoongevoeligheid
Selecteer een beeldformaat en -snelheid (0 67).
Druk op 1 of 3 om microfoongevoeligheid aan te passen (0 298).
63
Frequentiebereik Regel microfoonfrequentiebereik (0 298).
Hoge lichten
Onderdrukking
Monitorhelderheid
y
Weergave hoge lichten
Optie Beschrijving
Schakel onderdrukking windruis in of uit met behulp
windruis
Bestemming
van het laagafvalfilter van de ingebouwde microfoon (0 298).
Wanneer er twee kaarten zijn geplaatst, kunt u de kaart selecteren waarop films zijn opgenomen (0 296).
Druk op 1 of 3 om de monitorhelderheid aan te passen (merk op dat dit alleen van invloed is op livebeeld en geen effect heeft op foto’s of fims of op de helderheid van de monitor voor menu’s of weergave; 0 51).
Kies of de lichtste delen van het beeld (hoge lichten) worden weergegeven door schuine lijnen in de weergave.
Volume hoofdtelefoon
Elektronische VR
Druk op 1 of 3 om het volume van de hoofdtelefoon aan te passen.
Selecteer Aan om elektronische vibratiereductie in te schakelen tijdens filmopname, maar houd er rekening mee dat de beeldhoek wordt verkleind waardoor de randen van het beeld worden bijgesneden. Niet beschikbaar bij een beeldformaat van 3.840 × 2.160 of
1.920 × 1.080 (0 67).
A Een externe microfoon gebruiken
De optionele ME-1 stereomicrofoon of ME-W1 draadloze microfoon kan worden gebruikt om geluid op te nemen voor films (0 341).
A Hoofdtelefoon
Het gebruik van hoofdtelefoons van andere merken is mogelijk. Merk op dat hoge geluidsniveaus kunnen resulteren in harde geluiden; bijzondere aandacht is vereist bij het gebruik van een hoofdtelefoon.
64

De livebeeldweergave

y
u
i
q w
e
o
!0
r t
Item Beschrijving 0
Volume van geluidsuitvoer naar
q Volume hoofdtelefoon
Microfoongevoeligheid Gevoeligheid van de microfoon. 63
w
e Geluidsniveau
Frequentiebereik Het huidige frequentiebereik. 64
r
t Onderdrukking windruis
y Pictogram “Geen film”
Filmbeeldformaat Het beeldformaat voor filmopnamen. 67
u
Resterende tijd De beschikbare opnametijd voor films. 61
i
Aanduiding weergave
o
hoge lichten Aanduiding
!0
elektronische VR
hoofdtelefoon. wanneer hoofdtelefoons van een ander merk zijn aangesloten.
Geluidsniveau voor audio-opname. rood weergegeven als niveau te hoog is; pas microfoongevoeligheid dienovereenkomstig aan.
Wordt weergegeven wanneer onderdrukking van windruis aan is.
Geeft aan dat er geen films kunnen worden opgenomen.
Wordt weergegeven wanneer weergave van hoge lichten aan is.
Weergegeven wanneer elektronische vibratiereductie aan is.
Wordt weergegeven
Wordt
64
y
64
64
64
65
D De tellerweergave
Voordat livebeeld automatisch eindigt (0 56), wordt gedurende 30 sec. een teller weergegeven. zodra de opname begint, afhankelijk van de opnameomstandigheden. Merk op dat ongeacht de hoeveelheid beschikbare opnametijd, livebeeld alsnog automatisch zal eindigen zodra de timer afloopt. interne schakelingen zijn afgekoeld voordat de filmopname wordt hervat.
De kans bestaat dat de timer onmiddellijk verschijnt
Wacht totdat alle
A Instellingen aanpassen tijdens filmopname
Volume van de hoofdtelefoon kan niet worden aangepast tijdens het opnemen. geselecteerd, kan microfoongevoeligheid in elke andere instelling dan I worden veranderd terwijl de opname bezig is.
Als er momenteel een andere optie dan I (microfoon uit) is
y
66

Maximumlengte

De maximumlengte varieert afhankelijk van de opties geselecteerd voor Filmkwaliteit en Beeldformaat/beeldsnelheid in het
filmopnamemenu (0 296).
Maximale bitsnelheid
(Mbps) (
144
48/24
24/12
Hoge
3
29 min. 59 sec.
1
Optie
3840×2160 (4K UHD);
r
s
t
2
30p 3840×2160 (4K UHD);
2
25p 3840×2160 (4K UHD);
2
24p
y/y 1920×1080; 60p z/z 1920×1080; 50p 1/1 1920×1080; 30p 2/2 1920×1080; 25p 3/3 1920×1080; 24p
kwaliteit/Normaal) Maximumlengte
4/4 1280× 720; 60p 5/5 1280× 720; 50p
u/6
v/7
8/8
9/9
!/!
1 Werkelijke snelheid is 29,97 bps voor waarden vermeld als 30p, 23,976 bps voor
waarden vermeld als 24p en 59,94 bps voor waarden vermeld als 60p.
2 Wanneer deze optie is geselecteerd, wordt k in de monitor weergegeven en wordt
filmkwaliteit vast ingesteld op “hoog”. 3 Alleen beschikbaar in hoge kwaliteit. 4 Elke film wordt opgenomen over maximaal 8 bestanden met elk een grootte van
maximaal 4 GB. Het aantal bestanden en de lengte van elk bestand variëren
afhankelijk van de geselecteerde opties voor Beeldformaat/beeldsnelheid en
Filmkwaliteit. 5 i wordt in de monitor weergegeven wanneer deze optie is geselecteerd.
1920×1080; 60p
5
uitsnede 1920×1080; 50p
5
uitsnede 1920×1080; 30p
5
uitsnede 1920×1080; 25p
5
uitsnede 1920×1080; 24p
5
uitsnede
y
4
67

Het informatiescherm

Druk op de R-knop om aanduidingen in de monitor te verbergen of weer te geven.
Virtuele horizon
(0 310) Informatie aan Informatie uit
y
Histogram Hulplijnen
A HDMI
Als de camera wordt verbonden met een HDMI-apparaat (0 286) wordt het beeld dat door het objectief te zien is zowel in de cameramonitor als op het HDMI-apparaat weergegeven.
68

De filmuitsnede

Films hebben een beeldverhouding van 16 : 9 en worden opgenomen met behulp van een uitsnede die verschilt per beeldformaat.
3.840 × 2.160 1.920 × 1.080 en
1.280 × 720
Van een beeldformaat 1.920 × 1.080 of 1.280 × 720 naar 3.840 × 2.160 gaan, verhoogt de ogenschijnlijke brandpuntsafstand met circa 1,5×, terwijl als men van 1.920 × 1.080 of 1.280 × 720 naar 1.920 × 1.080 uitsnede gaat, dan wordt de ogenschijnlijke brandpuntsafstand verhoogt met circa 3×.
1.920 × 1.080 uitsnede
y
69
A Beeldveld
FX (36 × 24) DX (24 × 16)
Bij beeldformaten van 1.920 × 1.080 en 1.280 × 720 kunt u een beeldveld kiezen met behulp van de optie Beeldveld > Kies beeldveld in het filmopnamemenu. Selecteer FX om films op te nemen in wat wordt omschreven als “FX-gebaseerd filmformaat”, DX om op te nemen in “DX­gebaseerd filmformaat”. De verschillen tussen de twee worden hieronder afgebeeld.
De formaten van de opgenomen beelden zijn circa 35,9 × 20,2 mm (FX­gebaseerd filmformaat) en 23,5 × 13,2 mm (DX-gebaseerd filmformaat). Films opgenomen met een DX-formaat objectief en Aan is geselecteerd
y
voor Beeldveld > Automatische DX-uitsnede (0 88) in het filmopnamemenu worden opgenomen in DX-gebaseerd filmformaat. inschakelen van elektronische vibratiereductie (0 64) vermindert de grootte van de uitsnede, wat enigszins leidt tot lichte verhoging van de schijnbare brandpuntsafstand.
Bij beeldformaten van 3.840 × 2.160 en 1.920 × 1.080 uitsnede is beeldveldselectie niet beschikbaar en blijft het beeldveld gelijk, ongeacht het type objectief dat wordt gebruikt.
Het
70

Foto’s maken in filmstand

Om foto’s in filmstand te maken (in livebeeld of tijdens filmopname), selecteer Foto’s maken voor Persoonlijke instelling g1 (Aangepaste knoptoewijzing) > Ontspanknop (0 309). Foto’s met een beeldverhouding van 16 : 9 kunnen op elk gewenst moment worden gemaakt door de ontspanknop volledig in te
drukken. zullen de tot op dat punt opgenomen filmopnamen worden opgeslagen.
Met uitzondering van een beeldformaat van 1.920 × 1.080 uitsnede of
3.840 × 2.160 (0 67), worden foto’s vastgelegd in het formaat
geselecteerd voor Beeldkwaliteit in het foto-opnamemenu (0 92); foto’s gemaakt bij een beeldformaat van 1.920 × 1.080 uitsnede of
3.840 × 2.160 worden vastgelegd met een beeldkwaliteit van JPEG Fijn★.
de belichting voor foto’s niet als voorbeeld kan worden bekeken
wanneer de selectieknop voor livebeeld naar 1 is gedraaid; stand P, S
of A wordt aanbevolen, maar nauwkeurige resultaten zijn te verkrijgen
in stand M door de belichting als voorbeeld te bekijken met de selectieknop voor livebeeld naar C gedraaid.
Als de filmopname bezig is, zal de opname eindigen en
Zie pagina 72 voor informatie over beeldformaat. Merk op dat
y
71
❚❚ Beeldformaat
Het formaat van foto’s gemaakt in filmstand verschilt afhankelijk van het filmbeeldformaat (0 67) en, in het geval van foto’s gemaakt bij beeldformaten van 1.920 × 1.080 en 1.280 × 720, met het beeldveld en de optie geselecteerd voor Beeldformaat > JPEG/TIFF in het foto­opnamemenu (0 95).
Beeldformaat Beeldveld Beeldformaat
3.840 × 2.160 3.840 × 2.160 32,5 × 18,3 Groot 5.568 × 3.128 47,1 × 26,5
FX
1.920 × 1.080
1.280 × 720 DX
1.920 × 1.080
y
uitsnede
* Geschat formaat bij een afdruk van 300 dpi. Afdrukformaat in inches is gelijk aan
beeldformaat in pixels gedeeld door printerresolutie in dots per inch (dpi; 1 inch = ongeveer 2,54 cm).
Middel 4.176 × 2.344 35,4 × 19,8
Klein 2.784 × 1.560 23,6 × 13,2
Groot 3.648 × 2.048 30,9 × 17,3
Middel 2.736 × 1.536 23,2 × 13,0
Klein 1.824 × 1.024 15,4 × 8,7
1.920 × 1.080 16,3 × 9,1
Formaat
(pixels)
Afdrukformaat (cm)
*
72
A Lichtmetingbelichting en witbalans
Het veld gebruikt voor lichtmetingbelichting of automatische witbalans wanneer foto's worden vastgelegd bij een filmbeeldformaat van 1.920 ×
1.080 uitsnede (0 67) is niet hetzelfde als het veld in de uiteindelijke foto, met als gevolg dat optimale resultaten mogelijk niet worden verkregen. Maak testopnamen en controleer de resultaten in de monitor.
A Draadloze afstandsbedieningen en afstandsbedieningskabels
Als Films opnemen is geselecteerd voor Persoonlijke instelling g1 (Aangepaste knoptoewijzing) > Ontspanknop (0 309), dan kunnen de ontspanknoppen op optionele afstandsbedieningen en afstandsbedieningskabels (0 337, 339) worden gebruikt om livebeeld te starten en om filmopname te starten en te beëindigen.
D Films opnemen
Films worden in kleurruimte sRGB opgenomen. vertekeningen kunnen in de monitor en in de uiteindelijke film zichtbaar zijn onder fluorescerende lampen of lampen met kwikdamp of natrium, of wanneer de camera horizontaal wordt gepand of een voorwerp met hoge snelheid door het beeld beweegt (voor informatie over het verminderen van flikkeringen en banden, zie Flikkerreductie, 0 298). flikkeringen verschijnen als motorgestuurd diafragma in gebruik is. kunnen ook gekartelde randen, valse kleuren, moiré en heldere vlekken verschijnen. tussenpozen verschijnende lichtbronnen kunnen heldere banden verschijnen of als het onderwerp kort door een strobe of andere heldere, kortstondige lichtbron wordt verlicht. andere sterke lichtbronnen tijdens het opnemen van films. nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan de interne schakelingen van de camera tot gevolg hebben. (willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) en onverwachte kleuren kunnen verschijnen als u inzoomt op het beeld dat door het objectief (0 47) zichtbaar is tijdens filmlivebeeld.
Er kan geen flitsverlichting worden gebruikt.
De opname eindigt automatisch als het objectief wordt verwijderd of als de selectieknop voor livebeeld naar een nieuwe instelling wordt gedraaid.
In bepaalde velden met knipperende tekens en andere met
Richt de camera niet naar de zon of
Flikkeringen, banden of
Er kunnen ook
Merk op dat ruis
Er
Het niet in acht
y
73

Time-lapse-films

De camera maakt automatisch foto’s bij geselecteerde intervallen om een geluidloze time-lapse-film te maken met behulp van de momenteel geselecteerde opties voor Kies beeldveld (0 70), Beeldformaat/beeldsnelheid, Filmkwaliteit en Bestemming in het filmopnamemenu (0 296). zoekerfotografie.
A Vóór het opnemen
Maak vóór het opnemen van een time-lapse-film eerst een testopname bij de huidige instellingen en bekijk de resultaten in de monitor. samenhangende kleuren een andere witbalansinstelling dan automatisch (0 159).
Gebruik van een statief wordt aanbevolen. statief voordat de opname start. stroomaansluiting of een volledig opgeladen accu om er zeker van te zijn
y
dat de opname niet wordt onderbroken. zoeker (0 120) om te voorkomen dat licht dat via de zoeker binnenvalt van invloed is op foto’s en de belichting.
1 Selecteer Time-lapse-film.
Markeer Time-lapse-film in het filmopnamemenu en druk op 2 om time­lapse-filminstellingen weer te geven.
De foto’s zijn gemaakt met behulp van
Kies voor
Gebruik een optionele lichtnetadapter en
Bevestig de camera op een
Sluit de oculairsluiter van de
74
2 Pas time-lapse-filminstellingen aan.
Kies een interval, totale opnameduur en gelijkmatige belichtingsoptie.
Om het interval tussen beelden te kiezen:
Markeer Interval en druk op 2. Kies een interval dat langer is
Om de totale opnameduur te kiezen:
Markeer Opnameduur en druk
op 2.
dan de langst geanticipeerde
sluitertijd (minuten en
seconden) en druk op J.
Kies opnameduur (maximaal
7 uur en 59 minuten) en druk op
J.
y
75
Om gelijkmatige belichting in of uit te schakelen:
Markeer Gelijkmatige
belichting en druk op 2.
Het selecteren van Aan vereffent abrupte belichtingsveranderingen in ander standen dan M (merk op dat gelijkmatige verzachting alleen in werking treedt in stand M als automatische instelling voor ISO-gevoeligheid wordt ingeschakeld in het foto-opnamemenu).
3 Start de opname.
y
Markeer Starten en druk op J. De opname start na ongeveer 3 sec. foto’s bij het geselecteerde interval voor de geselecteerde opnameduur. voltooid, worden time-lapse-films op de geheugenkaart vastgelegd die is geselecteerd voor Bestemming in filmopnamemenu (0 296).
Markeer een optie en druk op J.
De camera maakt
Zodra
76
❚❚ Opname beëindigen
Om de opname te beeindigen voordat alle foto’s zijn gemaakt, markeer Uit in het time-lapse-filmmenu en druk op J, of druk op J
tussen beelden of onmiddellijk nadat een beeld is vastgelegd.
Een film wordt gemaakt van de beelden die werden vastgelegd op het punt waar de opname eindigde.
Merk op dat de opname zal eindigen en dat er geen film wordt opgenomen als de voedingsbron wordt verwijderd of losgekoppeld, of de geheugenkaart wordt uitgeworpen.
❚❚ Geen foto
De camera slaat het huidige beeld over als de camera niet scherp kan stellen in AF-S (merk op dat de camera opnieuw scherpstelt vóór elke opname).
De opname wordt bij het volgende beeld hervat.
D Time-lapse-films
Time-lapse is niet beschikbaar tijdens livebeeld (0 44) of filmopname (0 59), bij sluitertijd A of % (0 138) of wanneer bracketing (0 146), hoog dynamisch bereik (HDR, 0 189), meervoudige belichting (0 229) of intervalfotografie (0 236) actief is. is om de foto op te slaan op de geheugenkaart kan variëren van foto tot foto, kan het interval tussen de opname van een foto en de start van de volgende opname variëren. film niet kan worden opgenomen bij de huidige instellingen (bijvoorbeeld als de geheugenkaart vol is, het interval of de opnametijd nul is of het interval niet langer is dan de opnameduur).
De opname wordt mogelijk beëindigd als de camerabedieningen worden gebruikt of instellingen worden gewijzigd of een HDMI-kabel wordt aangesloten. vastgelegd op het punt waar de opname eindigde. volledig in om het opnemen te beëindigen en een foto vast te leggen.
Een film wordt gemaakt van de beelden die werden
Omdat de sluitertijd en de tijd die nodig
De opname zal niet starten als een time-lapse-
Druk de ontspanknop
y
77
D Beeldformaat
Opgenomen lengte/ maximale lengte
Beeldformaat/
beeldsnelheid
Geheugenkaart aanduiding
Het veld gebruikt voor lichtmetingbelichting, flitsniveau of automatische witbalans wanneer foto's worden vastgelegd bij een filmbeeldformaat van
1.920 × 1.080 uitsnede (0 67) is niet hetzelfde als het veld in de uiteindelijke foto, met als gevolg dat optimale resultaten mogelijk niet worden verkregen. monitor.
Maak testopnamen en controleer de resultaten in de
A De lengte van de definitieve film berekenen
Het totaal aantal beelden in de definitieve film kan worden berekend door de opnameduur door het interval te delen en naar boven af te ronden. lengte van de definitieve film kan dan worden berekend door het aantal opnamen te delen door de beeldsnelheid geselecteerd voor Beeldformaat/beeldsnelheid in het filmopnamemenu (0 67). opgenomen bij 1920×1080; 24p zal bijvoorbeeld ongeveer twee seconden lang zijn.
y
lengte voor time-lapse-films is 20 minuten.
Een 48-beelden film
De maximale
De
78
Loading...