Nikon D4 Operating manual [nl]

DIGITALE CAMERA
Gebruikshandleiding
Nl
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Nikon digitale spiegelreflexcamera
Lees alle aanwijzingen grondig door, zodat u zeker weet dat u de
(SLR). camera optimaal benut, en bewaar de handleiding op een plaats waar iedereen die het product gebruikt deze kan lezen.
Symbolen en conventies
Om u te helpen de gewenste informatie gemakkelijker te vinden, worden de volgende symbolen en conventies gebruikt:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Lees deze informatie vóór
D
gebruik om beschadiging van de camera te voorkomen.
Dit pictogram staat bij opmerkingen. Lees deze informatie voordat u
A
de camera gebruikt.
Dit pictogram staat bij verwijzingen naar andere pagina’s in deze
0
handleiding.
In de cameramonitor weergegeven menu-items, opties en berichten worden
vetgedrukt getoond.
Camera-instellingen
Deze handleiding gaat er steeds van uit dat de standaardinstellingen worden gebruikt.
Help
Gebruik de ingebouwde hulpfunctie van de camera voor hulp over menu­items en andere onderwerpen.
Zie pagina 22 voor meer informatie.
A Voor uw veiligheid
Lees voordat u de camera voor het eerst gebruikt de veiligheidsinstructies in “Voor uw veiligheid” (0 xiii-xv).
Waar kunt u het vinden
Vind wat u zoekt in:
Inhoudsopgave .............................................................................
i
Vraag- en antwoordindex ............................................................
i
De snelhandleiding.......................................................................0xxii
i
De index .........................................................................................0449
i
Foutmeldingen..............................................................................0424
i
Problemen oplossen .....................................................................0419
i
Inleiding 0 1
X
Instructies 0 19
s
Livebeeldfotografie 0 49
x
Filmlivebeeld 0 63
y
Opties voor beeldopname 0 85
d
Scherpstelling 0 97
N
Ontspanstand 0 111
k
ISO-gevoeligheid 0 117
S
Belichting 0 123
Z
Witbalans 0 153
r
Beeldverbetering 0 173
J
Fotograferen met de flitser 0 191
l
Andere opnameopties 0 207
t
Meer over weergave 0 235
I
Spraakmemo's 0 255
e
Verbindingen 0 263
Q
Menugids 0 283
U
Technische opmerkingen 0 385
n
0 0
iv
ii
i

Vraag- en antwoordindex

Vind wat u zoekt met deze vraag- en antwoordindex.
Foto’s maken
Opname- en kadreeropties
i
Is er een snelle en eenvoudige manier om snapshotfoto’s te maken?
Kan ik foto’s kadreren in de monitor (C livebeeldfotografie)?
Kan ik films maken (1 filmlivebeeld)? 63 Kan ik met regelmatige tussenpozen gemaakte foto’s
samenvoegen om een time-lapse-film te creëren?
Ontspanstanden
i
Kan ik snel opeenvolgend foto’s nemen? 111 Hoe neem ik foto’s met de zelfontspanner? 114
Scherpstelling
i
Kan ik kiezen hoe de camera scherpstelt? 97 Kan ik het scherpstelpunt kiezen? 103
Belichting
i
Kan ik foto’s lichter of donkerder maken? 137 Hoe behoud ik details in schaduwen en hoge lichten? 184, 186
Beeldkwaliteit en -formaat
i
Hoe neem ik foto’s om af te drukken op groot formaat? Hoe krijg ik meer foto’s op de geheugenkaart?
Foto’s bekijken
Weergave
i
Hoe kan ik foto’s op de camera bekijken? 235 Hoe krijg ik meer informatie over een foto? 238 Kan ik foto’s in een automatische diashow afspelen? 291 Kan ik foto’s op een televisie bekijken? 280 Kan ik foto’s beveiligen tegen onopzettelijk wissen? 249
Verwijderen
i
Hoe wis ik ongewenste foto’s? 251
0
xxii, 40
49
223
90, 93
0
ii
Foto’s retoucheren
Hoe maak ik geretoucheerde kopieën van foto’s? 361 Hoe maak ik JPEG-kopieën van RAW (NEF)-foto’s? 372
Kan ik filmbeelden op de camera bijsnijden of filmbeelden opslaan?
0
79
Menu’s en instellingen
Hoe gebruik ik de menu’s? 19 Hoe zorg ik ervoor dat de weergaven niet worden
uitgeschakeld? Hoe krijg ik het zoekerbeeld scherp? 38 Hoe stel ik de klok van de camera in? 30, 348 Hoe formatteer ik geheugenkaarten? 36
Hoe herstel ik alle standaardinstellingen?
Hoe krijg ik hulp bij een menu of melding? 22
Verbindingen
Hoe kopieer ik foto’s naar een computer? 263 Hoe druk ik foto’s af? 271 Kan ik de opnamedatum op mijn foto’s afdrukken? 274
Onderhoud en optionele accessoires
Welke geheugenkaarten kan ik gebruiken? 442 Welke objectieven kan ik gebruiken? 385 Welke optionele flitsers (Speedlights) kan ik gebruiken? 192 Welke andere accessoires zijn beschikbaar voor mijn
camera? Welke software is beschikbaar voor mijn camera? Hoe reinig ik de camera? 398 Waar kan ik terecht voor onderhoud en reparaties aan
mijn camera?
0
316, 317
207, 295,
305
0
0
391
405
iii

Inhoudsopgave

Vraag- en antwoordindex ..........................................................................ii
Voor uw veiligheid....................................................................................xiii
Kennisgevingen.........................................................................................xvi
Snelhandleiding........................................................................................xxii
Inleiding 1
Pakketinhoud.................................................................................................1
Kennismaking met de camera................................................................. 2
Camerabody .............................................................................................. 2
Het bovenste bedieningspaneel ........................................................ 7
Het achterste bedieningspaneel ........................................................ 9
De zoekerweergave .............................................................................. 11
Het informatiescherm .......................................................................... 13
Het afdekkapje van de BS-2 accessoireschoen ........................... 17
Instructies 19
Cameramenu’s ............................................................................................19
Cameramenu’s gebruiken .................................................................. 20
Help............................................................................................................. 22
Eerste stappen.............................................................................................23
De batterij opladen ............................................................................... 23
De batterij plaatsen...............................................................................25
Een objectief bevestigen..................................................................... 28
Basisinstellingen..................................................................................... 30
Een geheugenkaart plaatsen............................................................. 33
De geheugenkaart formatteren ....................................................... 36
Zoekerbeeldscherpte aanpassen..................................................... 38
Basisstappen voor het maken en weergeven van foto’s .............40
De camera aanzetten............................................................................ 40
De camera gereedmaken....................................................................42
iv
Richten-en-schieten..............................................................................43
Foto’s bekijken ........................................................................................46
Ongewenste foto’s wissen..................................................................47
Livebeeldfotografie 49
In livebeeld scherpstellen ...................................................................52
Het livebeeldscherm: livebeeldfotografie.....................................55
Het informatiescherm: livebeeldfotografie ..................................58
Handmatige scherpstelling ................................................................ 59
Opties voor livebeeldontspanknop................................................. 60
Filmlivebeeld 63
Indices ........................................................................................................67
Het livebeeldscherm: filmlivebeeld.................................................68
Het informatiescherm: filmlivebeeld ..............................................70
Beeldveld ..................................................................................................71
Filminstellingen ......................................................................................74
Films bekijken.............................................................................................. 77
Films bewerken...........................................................................................79
Films bijsnijden.......................................................................................79
Geselecteerde beelden opslaan .......................................................83
Opties voor beeldopname 85
Beeldveld ......................................................................................................85
Beeldkwaliteit..............................................................................................90
Beeldformaat...............................................................................................93
Twee geheugenkaarten gebruiken..................................................... 95
v
Scherpstelling 97
Autofocus......................................................................................................97
Autofocusstand ...................................................................................... 97
AF-veldstand......................................................................................... 100
Selectie van scherpstelpunt............................................................ 103
Scherpstelvergrendeling.................................................................. 105
Handmatige scherpstelling ................................................................. 108
Ontspanstand 111
Een ontspanstand kiezen..................................................................... 111
Continu ontspanstanden ................................................................. 112
Zelfontspannerstand ............................................................................. 114
Stand spiegel omhoog.......................................................................... 116
ISO-gevoeligheid 117
Handmatige aanpassing....................................................................... 117
Automatische instelling ISO-gevoeligheid.................................... 119
Belichting 123
Lichtmeting............................................................................................... 123
Belichtingsstand...................................................................................... 125
e: Automatisch programma............................................................ 126
f: Sluitertijdvoorkeuze...................................................................... 127
g: Diafragmavoorkeuze .................................................................... 128
h: Handmatig........................................................................................ 129
Lange tijdopnamen................................................................................ 131
Sluitertijd en diafragmavergrendeling............................................ 133
Vergrendeling automatische belichting (AE)................................ 135
Belichtingscorrectie................................................................................ 137
Bracketing.................................................................................................. 139
vi
Witbalans 153
Opties voor witbalans ............................................................................153
Fijnafstelling witbalans..........................................................................156
Een kleurtemperatuur kiezen..............................................................160
Handmatige voorinstelling ..................................................................163
Beeldverbetering 173
Picture Controls........................................................................................173
Een Picture Control selecteren....................................................... 173
Bestaande Picture Controls aanpassen....................................... 175
Eigen Picture Controls creëren....................................................... 179
Eigen Picture Controls delen .......................................................... 182
Detail in hoge lichten en schaduwen behouden.........................184
Actieve D-Lighting.............................................................................. 184
Hoog Dynamisch Bereik (HDR)....................................................... 186
Fotograferen met de flitser 191
Een flitser gebruiken...............................................................................191
Het Nikon Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) ...................... 192
i-DDL flitssturing.................................................................................. 198
Flitsstanden................................................................................................199
Flitscorrectie ..............................................................................................202
Flitswaardevergrendeling.....................................................................204
Andere opnameopties 207
Reset met twee knoppen: standaardinstellingen herstellen ...207
Meervoudige belichting........................................................................210
Intervalfotografie.....................................................................................216
Time-lapse-fotografie.............................................................................223
Objectieven zonder CPU.......................................................................228
Een GPS-apparaat gebruiken...............................................................231
vii
Meer over weergave 235
Afbeeldingen bekijken.......................................................................... 235
Schermvullende weergave.............................................................. 235
Miniatuurweergave............................................................................ 235
Weergavebesturingen ..................................................................... 236
Foto-informatie........................................................................................ 238
Foto’s van dichtbij bekijken: Zoomweergave............................... 247
Foto’s tegen wissen beveiligen.......................................................... 249
Foto’s wissen............................................................................................. 251
Schermvullende en miniatuurweergave.................................... 251
Het weergavemenu ........................................................................... 253
Spraakmemo's 255
Spraakmemo's opnemen ..................................................................... 255
Spraakmemo's afspelen........................................................................ 260
Verbindingen 263
Verbinden met een computer............................................................ 263
Voordat u de camera aansluit ........................................................ 263
Directe USB-verbinding.................................................................... 267
Ethernet en draadloze netwerken ................................................ 269
Foto’s afdrukken...................................................................................... 271
De printer aansluiten......................................................................... 272
Foto’s één voor één afdrukken ...................................................... 273
Meerdere foto’s afdrukken .............................................................. 275
Een DPOF-afdrukopdracht maken: Afdrukset.......................... 277
Foto’s op een televisie bekijken......................................................... 280
HDMI-opties.......................................................................................... 281
viii
Menugids 283
D Het weergavemenu: Afbeeldingen beheren...........................283
Weergavemap ................................................................................. 284
Beeld verbergen ............................................................................. 284
Weergaveopties.............................................................................. 285
Beeld(en) kopiëren ........................................................................ 286
Controlebeeld.................................................................................. 289
Na wissen .......................................................................................... 290
Draai portret..................................................................................... 290
Diashow............................................................................................. 291
C Het opnamemenu: Opnameopties.............................................293
Geheugenbank opnamemenu.................................................. 294
Uitgebreide menubanken........................................................... 295
Opslagmap ....................................................................................... 296
Naamgeving bestanden .............................................................. 298
Kleurruimte....................................................................................... 299
Vignetteringscorrectie.................................................................. 300
Autom. vertekeningscorrectie................................................... 301
Ruisonderdr. lange tijdopname
(Ruisonderdrukking lange tijdopname)............................ 302
Hoge ISO-ruisonderdrukking..................................................... 302
A Persoonlijke instellingen:
fijnafstelling camera-instellingen..................................................303
Geheugenbank pers. inst. ........................................................... 305
a: Autofocus .......................................................................................... 307
a1: Selectie AF-C-prioriteit .......................................................... 307
a2: Selectie AF-S-prioriteit........................................................... 308
a3: Focus-tracking met Lock-On ............................................... 309
a4: AF-activering............................................................................. 309
a5: Verlichting scherpstelpunt .................................................. 310
a6: Doorloop scherpstelpunt ..................................................... 310
a7: Aantal scherpstelpunten ...................................................... 311
a8: AF-ON-knop toewijzen .......................................................... 311
a9: AF-ON-knop (vert.) toewijz. ................................................. 312
a10: Punten opslaan per stand.................................................. 312
b: Lichtmeting/belichting ................................................................ 313
b1: Stapgrootte ISO-gevoeligh. ................................................ 313
b2: Stapgrootte inst. belichting ................................................ 313
b3: Stap belichtings-/flitscorr..................................................... 313
ix
b4: Eenv. belichtingscorrectie ................................................... 314
b5: Centrumgericht meetveld................................................... 315
b6: Fijnafst. voor opt. belichting ............................................... 315
c: Timers/AE-vergrendeling............................................................. 316
c1: AE-vergrend. ontspanknop ................................................. 316
c2: Stand-by-timer ......................................................................... 316
c3: Zelfontspanner......................................................................... 317
c4: Monitor uit ................................................................................. 317
d: Opnemen/weergeven.................................................................. 318
d1: Signaal ........................................................................................ 318
d2: Opnamesnelheid .................................................................... 318
d3: Max. aant. continu-opnamen ............................................. 319
d4: Belichtingsvertragingsstand............................................... 319
d5: Opeenvolgende nummering.............................................. 320
d6: Rasterweergave in zoeker.................................................... 321
d7: Lcd-venster/zoeker ................................................................ 321
d8: Schermtips ................................................................................ 321
d9: Informatieweergave .............................................................. 322
d10: Lcd-verlichting ...................................................................... 322
e: Bracketing/flits ................................................................................ 323
e1: Flitssynchronisatiesnelheid ................................................. 323
e2: Langste sluitertijd bij flits ..................................................... 324
e3: Optionele flitser ....................................................................... 324
e4: Belichtingscorr. voor flitser .................................................. 325
e5: Testflits........................................................................................ 325
e6: Inst. voor autom. bracketing ............................................... 325
e7: Auto bracketing (M-stand)................................................... 326
e8: Bracketingvolgorde................................................................ 326
f: Bediening ........................................................................................... 327
f1: Centrale knop multi-selector ............................................... 327
f2: Multi-selector............................................................................. 328
f3: Fn-knop toewijzen................................................................... 328
f4: Voorbeeldknop toewijzen .................................................... 333
f5: Secund. selector toewijzen................................................... 333
f6: Midden sec. selector toew. ................................................... 333
f7: Fn-knop (vert.) toewijzen ...................................................... 334
f8: Sltertijd en diafragma vergr. ................................................ 334
f9: BKT-knop toewijzen ................................................................ 335
f10: Functie instelschijven inst. ................................................. 336
x
f11: Knop loslaten voor instelsch.............................................. 337
f12: Ontspannen bij geen kaart................................................. 338
f13: Aanduidingen omkeren ...................................................... 338
f14: Multi-selector (vert.) toew. ................................................. 338
f15: Zoomweergave ...................................................................... 339
f16: Filmopnameknop toewijzen.............................................. 339
g: Film...................................................................................................... 340
g1: Fn-knop toewijzen.................................................................. 340
g2: Voorbeeldknop toewijzen ................................................... 341
g3: Midden sec. selector toew. .................................................. 342
g4: Ontspanknop toewijzen ....................................................... 343
B Het setup-menu: basisinstellingen van de camera..................344
Geheugenkaart formatteren ...................................................... 345
Monitorhelderheid ........................................................................ 345
Stof-referentiefoto ......................................................................... 346
Flikkerreductie................................................................................. 348
Tijdzone en datum......................................................................... 348
Taal (Language) .............................................................................. 349
Automatische beeldrotatie......................................................... 350
Batterij-informatie.......................................................................... 351
Beeldcommentaar ......................................................................... 352
Copyrightinformatie ..................................................................... 353
IPTC...................................................................................................... 354
Instellingen opslaan/laden ......................................................... 356
Virtuele horizon .............................................................................. 358
AF-fijnafstelling............................................................................... 359
Firmwareversie................................................................................ 360
N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken .....361
D-Lighting......................................................................................... 364
Rode-ogencorrectie ...................................................................... 365
Bijsnijden........................................................................................... 366
Monochroom................................................................................... 367
Filtereffecten.................................................................................... 367
Kleurbalans....................................................................................... 368
Beeld-op-beeld ............................................................................... 369
NEF (RAW)-verwerking ................................................................. 372
Formaat wijzigen............................................................................ 374
Rechtzetten ...................................................................................... 376
xi
Vertekeningscorrectie .................................................................. 377
Perspectiefcorrectie ...................................................................... 378
Vergelijken........................................................................................ 378
O Mijn Menu/m Recente Instellingen............................................. 380
Technische opmerkingen 385
Compatibele objectieven..................................................................... 385
Overige accessoires................................................................................ 391
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter bevestigen ........ 396
Behandeling van uw camera............................................................... 398
Opslag..................................................................................................... 398
Reinigen ................................................................................................. 398
Het laagdoorlaatfilter ........................................................................ 399
“Nu reinigen” ................................................................................... 399
“Reinigen bij aan-/uitzetten” ..................................................... 400
Handmatig reinigen...................................................................... 402
De klokbatterij vervangen ............................................................... 406
Onderhoud van camera en batterij: Waarschuwingen ............. 408
Standaardinstellingen ........................................................................... 412
Belichtingsprogramma ......................................................................... 418
Problemen oplossen.............................................................................. 419
Foutmeldingen ........................................................................................ 424
Specificaties............................................................................................... 430
Batterijen kalibreren .......................................................................... 440
Goedgekeurde geheugenkaarten..................................................... 442
Capaciteit geheugenkaart ................................................................... 444
Gebruiksduur van de batterij.............................................................. 447
Index ............................................................................................................ 449
xii

Voor uw veiligheid

Als u schade aan uw Nikon-product of letsel aan uzelf of anderen wilt voorkomen, dient u de volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen voordat u dit product gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar iedereen die het product gebruikt ze kan lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk worden met het volgende pictogram aangegeven:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Lees om mogelijk letsel te
A
voorkomen alle waarschuwingen voordat u dit Nikon-product gebruikt.
❚❚ WAARSCHUWINGEN
A Zorg dat de zon buiten beeld blijft
Zorg er bij tegenlichtopnamen voor dat de zon ver buiten beeld blijft. Als zonlicht in de camera convergeert doordat de zon zich in of dicht bij het beeld bevindt, kan dit brand veroorzaken.
A Kijk niet via de zoeker in de zon
In de zon of andere sterke lichtbronnen kijken via de zoeker kan tot blijvende vermindering van het gezichtsvermogen leiden.
A De dioptrieregelaar van de zoeker
gebruiken
Wanneer u de dioptrieregelaar van de zoeker gebruikt met het oog tegen de zoeker, dient u op te passen dat u niet per ongeluk uw vinger in uw oog steekt.
A Zet het apparaat onmiddellijk uit in geval
van storing
Indien er rook of een ongewone geur vrijkomt uit het apparaat of de lichtnetadapter (apart verkrijgbaar), haalt u onmiddellijk de stekker van de lichtnetadapter uit het stopcontact en verwijdert u de accu. Pas daarbij op dat u zich niet verbrandt. Voortgaand gebruik kan leiden tot letsel. Nadat u de accu hebt verwijderd, brengt u het apparaat voor onderzoek naar een door Nikon geautoriseerd servicecenter.
A Haal het apparaat niet uit elkaar
Aanraking van interne onderdelen kan tot letsel leiden. In geval van een defect mag dit product uitsluitend worden gerepareerd door een gekwalificeerde reparateur. Mocht het product openbreken als gevolg van een val of ander ongeluk, verwijder dan de accu en/of koppel de lichtnetadapter los en breng het product voor onderzoek naar een door Nikon geautoriseerd servicecenter.
xiii
A Gebruik het apparaat niet in de nabijheid
van ontvlambaar gas
Gebruik elektronische apparatuur niet in de nabijheid van ontvlambaar gas, omdat dit kan leiden tot explosie of brand.
A Buiten bereik van kinderen houden
Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan letsel tot gevolg hebben. Houd er bovendien rekening mee dat kleine onderdelen verstikkingsgevaar opleveren. Mocht een kind enig onderdeel van dit apparaat inslikken, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
A Plaats de polsriem niet om de hals van
kinderen
Het dragen van de camerapolsriem om de nek kan bij kinderen leiden tot verstikking.
A Vermijd langdurig contact met de camera,
batterij of lader zo lang als de apparaten ingeschakeld of in gebruik zijn
Delen van het apparaat worden heet. Langdurig direct contact van de huid met het apparaat kan lichte brandwonden tot gevolg hebben.
A Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in
acht bij het gebruik van batterijen
Batterijen kunnen bij onjuist gebruik gaan lekken of ontploffen. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van de batterijen bij dit product:
• Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat.
• Gebruik alleen CR1616 lithium batterijen voor het vervangen van de klokbatterij. Het gebruik van een ander type batterij kan een ontploffing veroorzaken. Gooi de gebruikte batterijen weg zoals aangegeven.
• U mag de batterij niet kortsluiten of uit elkaar halen.
• Zorg ervoor dat het product is uitgeschakeld voordat u de batterij vervangt. Als u een lichtnetadapter gebruikt, moet u deze eerst loskoppelen.
• Plaats batterijen niet ondersteboven of achterstevoren.
• Stel batterijen niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
• U mag batterijen niet blootstellen aan of onderdompelen in water.
• Plaats het afdekkapje van de batterij terug wanneer u de batterij vervoert. Vervoer of bewaar de batterij niet samen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen of haarspelden.
• Volledig ontladen batterijen kunnen gaan lekken. Als u schade aan het product wilt voorkomen, dient u een ontladen batterij te verwijderen.
• Als de batterij niet in gebruik is, plaatst u het afdekkapje op de contactpunten en bergt u de batterij op een koele, droge plaats op.
• Direct na gebruik of als het product gedurende een langere periode op de batterij heeft gewerkt, kan de batterij zeer warm zijn. Zet de camera daarom uit en laat de batterij afkoelen voordat u deze verwijdert.
• Stop onmiddellijk met het gebruik van een batterij als u veranderingen opmerkt, zoals verkleuring of vervorming.
xiv
A Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in
acht bij het gebruik van de lader
• Houd het product droog. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Verwijder stof op of bij metalen onderdelen van de stekker met een droge doek. Voortgaand gebruik kan leiden tot brand.
• Tijdens onweer mag u het netsnoer niet aanraken en niet in de buurt van de lader komen. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot een elektrische schok.
•Beschadig, wijzig of verbuig het netsnoer niet en trek er niet met kracht aan. Plaats het snoer niet onder zware objecten en stel het niet bloot aan hitte of vuur. Als de isolatie is beschadigd en de stroomdraden blootliggen, brengt u het netsnoer voor onderzoek naar een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot brand of een elektrische schok.
• Houd de stekker of de lader niet met natte handen vast. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot een elektrische schok.
• Gebruik het product niet met reisadapters of adapters die ontworpen werden om een voltage om te zetten naar een ander voltage of met omzetters voor gelijkstroom naar wisselstroom. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan het product, oververhitting of brand veroorzaken.
A Gebruik geschikte kabels
Als u kabels op de in- en uitgangen aansluit, gebruik dan uitsluitend de meegeleverde kabels of kabels die Nikon voor het beoogde doel verkoopt. Zo weet u zeker dat u de voorschriften voor dit product naleeft.
A Cd-roms
Cd-roms met software of gebruikshandleidingen mogen niet op audio-cd-apparatuur worden afgespeeld. Het afspelen van een cd-rom op een audio-cd-speler kan gehoorverlies of schade aan de apparatuur veroorzaken.
A Richt een flitser niet op de bestuurder van
een motorvoertuig
Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan ongelukken tot gevolg hebben.
A Wees voorzichtig bij het gebruik van de
flitser
• Het gebruik van de camera met optionele flitsers terwijl deze zich dicht bij de huid of andere voorwerpen bevindt, kan brandwonden veroorzaken.
• Het gebruik van optionele flitsers dicht bij de ogen van een persoon kan leiden tot tijdelijke vermindering van het gezichtsvermogen. Pas extra goed op als u kleine kinderen fotografeert. De flitser mag zich niet op minder dan één meter van de persoon bevinden.
A Vermijd contact met vloeibare kristallen
Mocht de monitor breken, pas dan op dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en dat de vloeibare kristallen uit de monitor niet in aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
xv

Kennisgevingen

• Niets uit de handleidingen die bij dit product horen, mag in enigerlei vorm of op enigerlei wijze worden verveelvoudigd, uitgezonden, overgezet of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of worden vertaald in een andere taal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
• Nikon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hardware en de software die in deze handleidingen zijn beschreven op elk gewenst moment zonder aankondiging te wijzigen.
• Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortkomt uit het gebruik van dit product.
• Hoewel al het mogelijke in het werk is
gesteld om ervoor te zorgen dat de informatie in deze handleidingen accuraat en volledig is, stellen we het ten zeerste op prijs als u eventuele fouten of onvolkomenheden onder de aandacht wilt brengen van de Nikon­vertegenwoordiger in uw land/regio (adres apart vermeld).
xvi
Kennisgevingen voor klanten in Europa
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN VOOR EEN ONJUIST TYPE. VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES.
Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via gescheiden inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
• Dit product moet gescheiden van het overige afval worden ingeleverd bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi dit product niet weg als huishoudafval.
• Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen en voorkomt negatieve consequenties voor mens en milieu die kunnen ontstaan door onjuist weggooien van afval.
• Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij duidt aan dat de batterij afzonderlijk moet worden ingezameld.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
• Alle batterijen, al dan niet voorzien van dit symbool, moeten afzonderlijk worden ingezameld op een geschikt inzamelpunt. Gooi dit product niet weg als huishoudafval.
• Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke reinigingsdienst.
xvii
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden verwijderd als u beelden wist of geheugenkaarten of andere opslagmedia formatteert. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming van dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software alvorens een opslagmedium weg te werpen of aan een ander over te dragen. Een alternatief is het medium eerst te formatteren en vervolgens geheel te vullen met beelden zonder persoonlijke informatie (bijvoorbeeld foto’s van de lucht). Vergeet niet eventuele foto’s te wissen die zijn geselecteerd met handmatige voorinstelling (0 168). Voorkom letsel bij het fysiek vernietigen van opslagmedia.
xviii
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
• Voorwerpen die volgens de wet niet mogen worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van (plaatselijke) overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties worden voorzien van een stempel “Voorbeeld” of “Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van ongebruikte door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven postzegels en gecertificeerde wettelijke documenten is verboden.
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon camera’s zijn ontwikkeld volgens de hoogste standaards en bevatten complexe elektronische schakelingen. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon (inclusief batterijladers, batterijen, lichtnetadapters en flitsaccessoires) die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze elektronische schakelingen te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
Gebruik van niet-originele elektronische accessoires kan schade aan de camera tot gevolg hebben die niet onder de Nikon-garantie valt. Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van andere fabrikanten, die niet zijn voorzien van het holografische zegel van Nikon (zie rechts), kan de normale werking van de camera verstoren of ertoe leiden dat de batterijen oververhit raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door Nikon geautoriseerde leverancier.
• Waarschuwingen met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van bepaalde waardepapieren
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve als het gaat om een minimum aantal kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Het is eveneens niet toegestaan om door de overheid uitgegeven paspoorten, vergunningen van overheidsinstellingen en andere instanties, identiteitsbewijzen, toegangsbewijzen, pasjes en maaltijdbonnen te kopiëren of te reproduceren.
• Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van creatief materiaal waarop het auteursrecht rust, zoals boeken, muziek, schilderijen, houtsneden, afdrukken, plattegronden, tekeningen, films en foto’s, is onderhevig aan nationale en internationale auteurswetten. Gebruik dit product niet om illegale kopieën te maken of voor andere activiteiten die het auteursrecht schenden.
xix
AVC Patent Portfolio License
DIT PRODUCT IS GELICENTIEERD ONDER DE AVC PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR HET PERSOONLIJK EN
NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN CONSUMENT OM (i) VIDEO TE CODEREN IN OVEREENSTEMMING MET DE AVC-STANDAARD (“AVC-VIDEO”) EN/OF (ii) AVC-VIDEO TE DECODEREN DIE DOOR EEN CONSUMENT WERD GECODEERD IN HET KADER VAN EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN/OF WERD VERKREGEN VAN EEN VIDEOLEVERANCIER DIE OVER EEN LICENTIE BESCHIKT OM AVC-VIDEO AAN TE BIEDEN. ER WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND OF GESUGGEREERD VOOR ENIG ANDER GEBRUIK.
OOR MEER INFORMATIE KUNT U TERECHT BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE http://www.mpegla.com
V
D Gebruik uitsluitend accessoires van Nikon
Alleen originele Nikon-accessoires die specifiek zijn bedoeld voor gebruik met uw Nikon digitale camera, zijn ontworpen en getest om te voldoen aan de geldende veiligheids- en functioneringsvoorschriften. H
NIET-ORIGINELE ACCESSOIRES KAN SCHADE AAN UW CAMERA TOT GEVOLG HEBBEN EN KAN UW GARANTIE DOEN VERVALLEN.
ET GEBRUIK VAN
D Onderhoud van camera en accessoires
De camera is een precisieapparaat dat regelmatig onderhoud vereist. Nikon raadt u aan de camera eens per jaar of per twee jaar te laten nakijken door de leverancier of een door Nikon geautoriseerd servicecenter en elke drie tot vijf jaar een onderhoudsbeurt te geven (houd er rekening mee dat hieraan kosten zijn verbonden). Regelmatige inspectie en onderhoud worden vooral aanbevolen wanneer u de camera voor professionele doeleinden gebruikt. Het wordt aanbevolen om tegelijkertijd met uw camera eventuele accessoires die u veel gebruikt, zoals objectieven of optionele flitsers, te laten nakijken en onderhouden.
A Voordat u belangrijke foto’s gaat maken
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde winst veroorzaakt door het onjuist functioneren van het product.
xx
A Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikons inzet voor “permanente kennisoverdracht” met het oog op doorlopende productondersteuning en -educatie is voortdurend bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende sites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Ocea nië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek de sites om up-to-date te blijven met de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs) en algemeen advies over digital imaging en digitale fotografie. Aanvullende informatie kan mogelijk worden verstrekt door de Nikon-importeur in uw land/regio. Bezoek de volgende website voor contactgegevens:
http://imaging.nikon.com/
xxi

Snelhandleiding

Volg deze stappen voor een snelle start met de D4.
1 Bevestig de camerariem.
Bevestig de riem stevig aan de oogjes van de camera.
2 Laad (0 23) en plaats (0 25) de batterij.
Bevestig het deksel van het batterijvak alvorens de batterij te plaatsen.
3 Bevestig een objectief (0 28).
xxii
4 Plaats een geheugenkaart (0 33).
Achterzijde
5 Zet de camera aan (0 40).
A Zie ook
Zie pagina 30 voor informatie over het kiezen van een taal en instellen van de tijd en datum. Zie pagina 38 voor informatie over het aanpassen van de zoekerbeeldscherpte.
6 Selecteer autofocus (0 97).
Draai de selectieknop voor de scherpstelstand naar AF (autofocus).
7 Stel scherp en maak de foto
(0 43, 44).
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de ontspanknop vervolgens helemaal in om de foto te maken.
8 Bekijk de foto
(0 46).
K-knop
Selectieknop voor scherpstelstand
Scherpstelaanduiding
xxiii
xxiv
X

Inleiding

Pakketinhoud

Controleer of alle hier genoemde items met uw camera werden meegeleverd.
Geheugenkaarten worden afzonderlijk verkocht.
•D4 digitale camera (0 2)
• BF-1B bodydop (0 28,
394)
• BS-2 afdekkapje accessoireschoen (
191)
X
017,
• EN-EL18 oplaadbare Li-ionbatterij met afdekkapje (0 23, 25)
• MH-26 batterijlader met netsnoer en twee contactbeschermers (0 23, 440)
•AN-DC7 polsriem (0 xxii)
• Garantie
Gebruikshandleiding (deze gids)
•UC-E15 USB-kabel (0 267, 272)
• USB-kabelklem (0 267)
• UF-2 aansluitin­gendeksel voor stereokabel met ministekker (0 395)
•Snelstartgids
•Netwerkgids
• ViewNX 2 installatie-cd (0 263)
1

Kennismaking met de camera

Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de bedieningsonderdelen en aanduidingen van de camera. eventueel een boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u het gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest.

Camerabody

X
Leg
1 D-knop
Bracketing...........141, 145, 149, 335
2 Ontgrendelingsknop voor
keuzeknop ontspanstand..............111
3 Oogje voor camerariem ..................xxii
4 M-knop
Flitsstand........................................200
Flitscorrectie..................................202
5 Y-knop
Lichtmeting...................................124
6 Keuzeknop ontspanstand.............. 111
7 Hoofdschakelaar ..........................10, 40
8 Ontspanknop ................................43, 44
9 Filmopnameknop .....................65, 339
2
10 E-knop
Belichtingscorrectie.................... 137
11 I/Q-knop
Belichtingsstand.......................... 125
Geheugenkaarten formatteren
12 Oogje voor camerariem ..................xxii
13 Bovenste bedieningspaneel ..............7
14 Filmvlakmarkering (E)................. 109
15 Dioptrieregelaar..................................38
16 Accessoireschoen
(voor optionele flitser)..............17, 191
17 Afdekkapje accessoireschoen
...............................................17, 191, 410
.....36
X
1 Spiegel.......................................116, 402
2 Zelfontspannerlampje....................115
3 Microfoon (voor films) ........65, 69, 75
4 Afdekkapje flitssynchronisatie-
aansluiting.........................................191
5 Afdekkapje tien-pins
afstandsbedieningsaansluiting
.....................................................231, 394
6 Flitssynchronisatie-aansluiting ....191
7 Tien-pins
afstandsbedieningsaansluiting
.....................................................231, 394
8 Afdekking van de USB-aansluiting
.....................................................267, 272
9 Aansluitingendeksel
randapparatuur................................391
10 Aansluitingendeksel audio.............. 69
11 Aansluitingendeksel
HDMI/Ethernet ........................269, 280
12 Randapparatuuraansluiting ..........391
13 USB-aansluiting....................... 267, 272
14 Hoofdtelefoonaansluiting.......69, 261
15 Aansluiting voor externe
microfoon.............................................69
16 HDMI mini-pinaansluiting............. 280
17 Ethernetaansluiting ........................269
18 Objectiefontgrendeling ....................29
19 AF-standknop ............... 52, 54, 98, 101
20
Vergrendeling deksel batterijvak
21 Deksel van het batterijvak................25
22 Selectieknop voor
scherpstelstand...................52, 97, 108
23 Diafragmasimulator........................433
24 Bodydop ......................................28, 394
......25
3
Camerabody (vervolg)
X
1 Pv-knop
De Pv-knop gebruiken
.................................67, 125, 333, 341
2 Secundaire instelschijf.................... 336
3 Fn-knop
De Fn-knop gebruiken
.................................89, 205, 328, 340
4 Secundaire instelschijf voor
verticale opname.............................336
5 Ontspanknop voor verticale opname
6 Vergrendeling ontspanknop voor
verticale opname................................42
7 Fn-knop (verticaal)
De Fn-knop (verticaal)
gebruiken ......................................334
8 CPU-contacten
9 Bevestigingsmarkering .....................29
10 Objectiefvatting.........................29, 109
11 Statiefaansluiting
D De microfoon en luidspreker
Plaats de microfoon of luidspreker niet in de onmiddellijke nabijheid van magnetische apparaten. voorzorgsmaatregel kan de opgenomen gegevens op de magnetische apparaten beïnvloeden.
Het niet in acht nemen van deze
4
X
1 Zoekeroculair ............................. 39, 114
2 Sluiterhendel zoeker ................ 39, 114
3 O/Q-knop
Verwijderen............................47, 251
Geheugenkaarten
formatteren.....................................36
4 K-knop
Weergave................................ 46, 235
5 Monitor.................. 46, 49, 63, 235, 345
6 G-knop
Menu's ..................................... 19, 283
7 L (Z/Q)-knop
Beveiliging.....................................249
Picture Controls............................173
Help...................................................22
8 X-knop
Inzoomen op weergave .............247
9 W-knop
Miniaturen.....................................235
Uitzoomen op weergave ...........247
10 J (OK)-knop ...............................20, 236
11 R (info)-knop ..............................13, 16
12 Achterste bedieningspaneel.....9, 321
13 S-knop
ISO-gevoeligheid......................... 117
Instelling automatische
ISO-gevoeligheid........................ 119
Reset met twee knoppen ..........207
14 T-knop
Beeldkwaliteit en -formaat
.....................................................91, 93
15 U-knop
Witbalans..................... 153, 159, 162
Reset met twee knoppen ..........207
16 H-knop
De microfoon gebruiken
.......................................256, 257, 258
5
Camerabody (vervolg)
X
1 Zoeker................................................... 38
2 Secundaire selector
..........................104, 105, 135, 333, 342
3 B-knop
AF-ON ...................................... 99, 311
4 Hoofdinstelschijf..............................336
5 Multi-selector.......................20, 45, 237
6 Ontspanknop deksel kaartsleuf
(onder deksel)..................................... 33
7 Deksel geheugenkaartsleuf......33, 35,
8 C-knop
De AF-ON-knop gebruiken voor
verticale opname.........................312
9 Hoofdinstelschijf (verticaal) ..........336
Luidspreker................................. 77, 261
10 Vergrendeling van de
scherpstelselectieknop...................103
11 Microfoon
(voor spraakmemo's) ......................255
6
12 Selectieknop voor livebeeld .....49, 63
13 a-knop
Livebeeld...................................49, 63
14 Multi-selector (verticaal)................ 338
15 Toegangslampje geheugenkaart
..........................................................34, 44
16 Omgevingslichtsensor voor
automatische aanpassing van de
monitorhelderheid....................57, 345

Het bovenste bedieningspaneel

1
2
3
9
10
4 5
6 7 8
Sluitertijd....................................... 127, 129
1
AF-veldstand .................................. 98, 102
Belichtingscorrectiewaarde............... 137
Flitscorrectiewaarde............................ 202
Aantal opnamen in belichtings- en
flitsbracketingreeks............................. 141
Aantal opnamen in
witbalansbracketingreeks.................. 145
HDR-belichtingsverschil..................... 190
Aantal opnamen (meervoudige
belichting).............................................. 212
Aantal intervallen voor
intervalfotografie .................................220
Brandpuntsafstand (objectieven
zonder CPU)........................................... 230
ISO-gevoeligheid ................................. 117
Aanduiding flexibel programma...... 126
2
Belichtingsstand................................... 125
3
Geheugenbank opnamemenu .........294
4
Geheugenbank voor persoonlijke
5
instellingen............................................ 305
Aanduiding XQD-kaart ...................35, 36
6
Aanduiding CompactFlash-kaart
7
..............................................................35, 36
11
12 13
Aantal resterende opnamen ...... 41, 444
8
Aantal resterende opnamen tot
buffergeheugen vol is ................113, 444
Aanduiding opnamestand .................265
Aanduiding diafragmastop.......128, 388
9
Diafragma (f-waarde) .................128, 129
10
Diafragma (aantal stops) ...........128, 388
Stapgrootte bracketing..............142, 146
Aantal opnamen in
ADL-bracketingreeks ...........................149
Aantal opnamen per interval ............220
Maximaal diafragma (objectieven
zonder CPU) ...........................................230
Aanduiding pc-stand...........................269
Batterijaanduiding .................................40
11
Beeldteller ................................................45
12
Aanduiding voorinstelling
witbalansopname.................................165
Hoeveelheid Actieve D-Lighting
..........................................................150, 332
Handmatig objectiefnummer ...........230
Time-lapse-opnameaanduiding.......226
“K” (verschijnt als er genoeg geheugen
13
vrij is voor meer dan 1.000 opnamen)
.....................................................................41
X
7
X
14 15 16
17
18
19
20 21
Aanduiding klokbatterij............... 32, 406
14
Aanduiding flitswaardevergrendeling
15
..................................................................205
Pictogram sluitertijdvergrendeling
16
Flitssynchronisatie-aanduiding ........323
17
Flitsstand ................................................199
18
Lichtmeting ...........................................124
19
Aanduiding AF-veldstand .........100, 102
20
Aanduiding automatisch veld-AF
.........................................................101, 102
Aanduiding 3D-tracking............100, 102
Autofocusstand ...................................... 97
21
Intervalaanduiding ..............................220
22
Aanduiding time-lapse aan ...............226
Meervoudige
23
belichtingsaanduiding........................ 211
Pictogram
24
diafragmavergrendeling ....................134
HDR-aanduiding (reeks) .....................190
Meervoudige belichtingsaanduiding
(reeks)...................................................... 212
Aanduiding GPS-verbinding .............232
25
HDR-aanduiding...................................187
26
Aanduiding “pieptoon” ......................318
27
Aanduiding belichtingscorrectie...... 137
28
Aanduiding flitscorrectie.................... 202
29
.....133
22 23 24
25 26 27
28 29 30
31
Aanduiding belichtings- en
30
flitsbracketing....................................... 141
Aanduiding witbalansbracketing ....145
Aanduiding ADL-bracketing .............149
Aanduiding Actieve D-Lighting
......................................................... 150, 332
Belichtingsaanduiding ....................... 130
31
Weergave belichtingscorrectie ........ 137
Aanduiding voortgang bracketing:
Belichtings- en flitsbracketing....... 141
Witbalansbracketing........................ 145
ADL-bracketing ................................. 149
Aanduiding pc-verbinding................ 265
8

Het achterste bedieningspaneel

1 2
3
4 5
Aanduiding “Resterend” .................... 321
1
Beeldformaat .......................................... 93
2
ISO-gevoeligheidsaanduiding ..........117
3
Automatische ISO-
gevoeligheidsaanduiding.................. 121
ISO-gevoeligheid ................................. 117
4
ISO-gevoeligheid
(sterkte hoog/laag).............................. 118
Aantal resterende opnamen .............321
Lengte van spraakmemo ................... 258
Fijnafstelling witbalans ...................... 159
Voorinstellingnummer witbalans
Kleurtemperatuur .......................153, 160
Aanduiding pc-stand ..........................265
“K” (verschijnt als er genoeg geheugen
5
vrij is voor meer dan 1.000 opnamen)
.................................................................... 41
Kleurtemperatuuraanduiding........... 162
..... 164
Beeldkwaliteit (JPEG-afbeeldingen)
6
Opnameaanduiding spraakmemo
7
(opnamestand)......................................256
Statusaanduiding spraakmemo
8
..........................................................258, 259
Statusaanduiding spraakmemo........256
9
Witbalans................................................153
10
Aanduiding fijnafstelling witbalans Beveiligingsaanduiding voorinstelling
witbalans ................................................171
Functie tweede sleuf ............................. 95
11
Beeldkwaliteit.......................................... 90
6
7
8
9
10 11
......90
....159
X
9
A Lcd-verlichting
Het draaien van de hoofdschakelaar
D
activeert de stand-by-timer, de
naar achtergrondverlichting van de bedieningspanelen (lcd-verlichting) en achtergrondverlichting van de knoppen (0 eenvoudig in het donker kan worden gebruikt. wordt losgelaten, blijft de verlichting gedurende zes seconden branden zo lang als de belichtingsmeters actief zijn of totdat de sluiter wordt ontspannen of de hoofdschakelaar opnieuw naar
322
), waardoor de camera
Nadat de hoofdschakelaar
D
wordt gedraaid.
Hoofdschakelaar
X
10

De zoekerweergave

1
8
9101112 13 1415 16 17 18 19 20 21
22 23 24 25
1 Raster (weergegeven wanneer Aan
is geselecteerd voor persoonlijke
instelling d6) ....................................321
2 12-mm referentiecirkel voor
centrumgerichte meting................123
3 Scherpstelhaakjes AF-veld............... 38
4
Scherpstelpunten........43, 103, 310, 311
Spotmetingdoelen ..........................123
Aanduiding AF-veldstand..............101
Rollen-aanduiding
234
1
.......................331
5 Belichtingsaanduiding ................... 130
Weergave belichtingscorrectie
.............................................................. 137
Aanduiding voortgang bracketing:
Belichtings- en flitsbracketing .....141
Witbalansbracketing ..................145
ADL-bracketing............................149
Vallen-aanduiding
6 Aanduiding belichtingscorrectie
.............................................................. 137
Aanduiding flitscorrectie
5
6
7
2
.......................331
................202
X
11
7 Bracketingaanduiding:
Belichtings- en flitsbracketing .....139
Witbalansbracketing...................145
ADL-bracketing ............................149
8 Scherpstelaanduiding ............. 43, 109
9 Lichtmeting.......................................123
10 Vergrendeling automatische
belichting (AE) ..................................135
11 Belichtingsstand ..............................125
12 Pictogram sluitertijdvergrendeling
..............................................................133
13 Sluitertijd ..................................127, 129
X
Autofocusstand..................................97
14 Pictogram diafragmavergrendeling
..............................................................134
15 Diafragma (f-waarde).............128, 129
Diafragma (aantal stops).......128, 388
16 ISO-gevoeligheidsaanduiding......117
Automatische ISO­gevoeligheidsaanduiding
17 ISO-gevoeligheid .............................117
Hoeveelheid Actieve D-Lighting
..............................................................332
AF-veldstand............................101, 102
18 Netwerkweergave ...........................269
1 Werkt als de aanduiding voor vallen wanneer de camera wordt gedraaid om “staande”
(portret) foto's te maken.
2 Werkt als de aanduiding voor rollen wanneer de camera wordt gedraaid om “staande”
(portret) foto's te maken.
3 Wordt weergegeven wanneer er een optionele flitser is bevestigd (0 192). De
flitsgereedaanduiding brandt wanneer de flitser wordt geladen.
...............120
19 Beeldteller ......................................... 321
Aantal resterende opnamen
...............................................41, 321, 444
Aantal resterende opnamen tot
buffergeheugen vol is .....43, 113, 444
Aanduiding voorinstelling
witbalansopname ...........................165
Belichtingscorrectiewaarde
Flitscorrectiewaarde ....................... 202
Aanduiding pc-stand...................... 265
20 “K” (verschijnt als er genoeg
geheugen vrij is voor meer dan
1.000 opnamen)..................................41
21 Flitsgereedaanduiding
............................................195, 205, 434
22 Aanduiding
flitswaardevergrendeling.............. 205
23
Flitssynchronisatie-aanduiding........323
24
Aanduiding diafragmastop......128, 388
25
Waarschuwing batterij bijna leeg...... 40
............. 137
3
D Geen batterij
Als de batterij volledig leeg is of als er geen batterij is geplaatst, wordt de weergave in de zoeker gedimd. De zoekerweergave wordt hersteld wanneer een volledig opgeladen batterij wordt geplaatst.
Dit is normaal en duidt niet op een storing.
D Het bedieningspaneel en de zoekerweergaven
De helderheid van het bedieningspaneel en de zoekerweergaven verschillen afhankelijk van de temperatuur en bij lage temperaturen kunnen de reactietijden van de weergaven afnemen. duidt niet op een storing.
Dit is normaal en
12

Het informatiescherm

Druk op de R-knop om opname-informatie, inclusief sluitertijd, diafragma, beeldteller, het aantal resterende opnamen en AF-veldstand in de monitor weer te geven.
123 4 5 6
R-knop
21 20
19 18
17
16 15 14 13 12
Belichtingsstand................................... 125
1
Aanduiding flexibel programma...... 126
2
Pictogram sluitertijdvergrendeling
3
.................................................................. 133
Sluitertijd....................................... 127, 129
4
Belichtingscorrectiewaarde............... 137
Flitscorrectiewaarde............................ 202
Aantal opnamen in belichtings- en
flitsbracketingreeks............................. 141
Aantal opnamen in
witbalansbracketingreeks.................. 145
Aantal opnamen (meervoudige
belichting).............................................. 212
Brandpuntsafstand (objectieven
zonder CPU)........................................... 230
Meervoudige belichtingsaanduiding
5
.................................................................. 211
7 8 9
10
111111
Diafragma (f-waarde) .................128, 129
6
Diafragma (aantal stops)
Stapgrootte bracketing..............142, 146
Aantal opnamen in
ADL-bracketingreeks ...........................149
Maximaal diafragma (objectieven
zonder CPU) ...........................................230
Belichtingsaanduiding ........................130
7
Weergave belichtingscorrectie Aanduiding voortgang bracketing:
Belichtings- en flitsbracketing
Witbalansbracketing ........................145
ADL-bracketing..................................149
Aanduiding “pieptoon”.......................318
8
..............128, 388
............137
.........141
X
13
X
Positie van huidig beeld in
9
bracketingreeks ..........................150, 151
Hoeveelheid ADL-bracketing ...........150
“K” (verschijnt als er genoeg geheugen
10
vrij is voor meer dan 1.000 opnamen)
.................................................................... 41
Beeldteller ............................................... 45
11
Handmatig objectiefnummer ...........230
Toewijzing midden van secundaire
12
selector ...................................................342
Toewijzing Pv-knop ............................333
13
Aanduiding Actieve D-Lighting........ 185
14
Aanduiding hoge ISO-
15
ruisonderdrukking ...............................302
Geheugenbank opnamemenu .........294
16
Aantal resterende opnamen ......41, 444
17
Aanduiding belichtings- en
18
flitsbracketing....................................... 141
Aanduiding witbalansbracketing ....145
Aanduiding ADL-bracketing .............149
Aanduiding automatisch veld-AF
19
......................................................... 101, 102
Aanduiding scherpstelpunten.......... 103
Aanduiding AF-veldstand......... 100, 101
Aanduiding 3D-tracking ........... 100, 102
Flitsstand................................................ 199
20
Flitssynchronisatie-aanduiding........ 323
21
A De monitor uitzetten
Druk, om de opname-informatie van de monitor te wissen, tweemaal op de
R
-knop of druk de ontspanknop half in. De monitor wordt automatisch uitgeschakeld als er gedurende circa 10 seconden geen handelingen plaatsvinden.
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling c4 (Monitor uit, 0 317) voor informatie over het kiezen van de ingeschakelde tijdsduur van de monitor. Zie persoonlijke instelling d9 (Informatieweergave, 0 322) voor informatie over het wijzigen van de kleur of de belettering in het informatiescherm.
14
Het informatiescherm (vervolg)
22
23 24 26
25
46 45 44
43
27 28
29 30 31 32 33 34
35 36 37
42 41 40 39 38
Aanduiding ontspanstand................. 111
22
Continu opnamesnelheid ..................112
Aanduiding flitswaardevergrendeling
23
.................................................................. 205
Aanduiding klokbatterij .............. 32, 406
24
Intervalaanduiding.............................. 220
25
Time-lapse-aanduiding ......................226
Aanduiding GPS-verbinding .............232
26
Aanduiding diafragmastop ......128, 388
27
Pictogram diafragmavergrendeling
28
.................................................................. 134
HDR-aanduiding (reeks)..................... 190
Meervoudige belichtingsaanduiding
(reeks) ..................................................... 212
Aanduiding beeldcommentaar........ 352
29
Aanduiding copyrightinformatie..... 353
30
IPTC-aanduiding................................... 354
31
Netwerkweergave ............................... 269
32
Aanduiding belichtingscorrectie ..... 137
33
Aanduiding flitscorrectie ....................202
34
Batterijaanduiding .................................40
35
HDR-aanduiding ...................................187
36
HDR-belichtingsverschil .....................190
Picture Control-aanduiding ...............174
37
Functie toegewezen aan Fn-knop
38
(verticaal)................................................334
Toewijzing Fn-knop..............................328
39
Toewijzing D-knop ..........................335
40
Aanduiding ruisonderdrukking
41
lange sluitertijd .....................................302
Geheugenbank voor persoonlijke
42
instellingen ............................................305
Aanduiding autofocusstand
43
Aanduiding vignetteringscorrectie
44
...................................................................300
Beeldveldaanduiding ............................85
45
Lichtmeting............................................123
46
.......... 97, 98
X
15
❚❚ Instellingen wijzigen in het informatiescherm
Druk op de R-knop om instellingen voor de onderstaande items in het informatiescherm te wijzigen.
Markeer items met de multi-selector
en druk op J om opties voor het gemarkeerde item te bekijken.
X
R-knop
1 Geheugenbank opnamemenu .....294
2 Hoge ISO-ruisonderdrukking........302
3 Actieve D-Lighting...........................184
4 Toewijzing Pv-knop.........................333
5 Toewijzing midden van
secundaire selector .........................333
A Tooltips
Een tooltip met de naam van het geselecteerde item verschijnt in het informatiescherm. kunnen met behulp van persoonlijke instelling d8 (Schermtips; 0 321) worden uitgeschakeld.
16
6 Fn-knop (verticaal) toewijzen ....... 334
7 Toewijzing Fn-knop......................... 328
8 Toewijzing D-knop ..................... 335
9 Ruisonderdrukking lange
sluitertijd............................................302
10 Geheugenbank voor persoonlijke
instellingen ....................................... 305
Tooltips

Het afdekkapje van de BS-2 accessoireschoen

Het meegeleverde afdekkapje van de BS-2 accessoireschoen kan worden gebruikt om de accessoireschoen te beschermen of om te voorkomen dat gereflecteerd licht van de metalen schoendelen op foto's verschijnt. De BS-2 wordt aan de accessoireschoen van de camera bevestigd, zoals rechts aangeduid.
Houd het afdekkapje van de accessoireschoen met de duim ingedrukt om het te verwijderen en schuif het eraf zoals rechts aangeduid terwijl de camera stevig wordt vastgehouden.
X
17
X
18
s

Instructies

Cameramenu’s

De meeste opname-, weergave- en instelopties zijn toegankelijk via de cameramenu's. Druk op de G-knop om de menu’s te bekijken.
Tabs
Kies uit de volgende menu’s:
D: Weergave (0 283) B: Setup (0 344)
C: Opname (0 293) N: Retoucheren (0 361)
A: Persoonlijke instellingen (0 303) O/m: Mijn Menu of Recente Instellingen (standaard ingesteld op Mijn Menu; 0 380)
Instelknop geeft positie in huidig menu aan.
Huidige instellingen worden aangegeven met pictogrammen.
Menuopties
Opties in huidig menu.
d
Als het pictogram d wordt weergegeven, kan hulpinformatie voor het huidige item worden bekeken door op de L (Z/Q) -knop (0 22) te drukken.
G-knop
s
19

Cameramenu’s gebruiken

❚❚ Menubesturingen
De multi-selector en knop J worden gebruikt om door de menu’s te navigeren.
Multi-selector
Beweeg cursor omhoog
Annuleer en keer terug naar het vorige menu
s
Beweeg cursor omlaag
❚❚ Door de menu’s navigeren
Voer de onderstaande stappen uit om door de menu’s te navigeren.
Selecteer gemarkeerd item
Selecteer gemarkeerd item of geef submenu weer
J-knop
Selecteer gemarkeerd item
1 Geef de menu’s weer.
Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven.
2 Markeer het pictogram voor
het huidige menu.
Druk op 4 om het pictogram voor het huidige menu te markeren.
20
G-knop
3 Selecteer een menu.
Druk op 1 of 3 om het gewenste menu te selecteren.
4 Plaats de cursor in het
geselecteerde menu.
Druk op 2 om de cursor in het geselecteerde menu te selecteren.
5 Markeer een menu-item.
Druk op 1 of 3 om een menu­item te markeren.
6 Weergaveopties.
Druk op 2 om opties voor het geselecteerde menu-item weer te geven.
s
7 Markeer een optie.
Druk op 1 of 3 om een optie te markeren.
21
8 Selecteer het gemarkeerde item.
Druk op J om het gemarkeerde item te selecteren. sluiten zonder een optie te selecteren.
Let op de volgende punten:
• Menu-items die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar.
• Het indrukken van 2 of de centrale knop van de multi-selector heeft
in het algemeen hetzelfde effect als het indrukken van J. Er zijn een aantal gevallen waarin de selectie alleen kan worden gemaakt door het indrukken van J.
s
• Druk de ontspanknop half in (0 44) om de menu's af te sluiten en terug te keren naar de opnamestand.

Help

Als het pictogram d onderaan in de linkerhoek van de monitor wordt getoond, kan hulpinformatie worden weergegeven door op de L (Z/Q)-knop te drukken.
Zolang de knop ingedrukt wordt gehouden, wordt een beschrijving van de geselecteerde optie of het geselecteerde menu weergegeven. Druk op 1 of 3 om door het scherm te bladeren.
Druk op de G-knop om af te
J-knop
L (Z/Q)-knop
22

Eerste stappen

De batterij opladen

De D4 wordt gevoed door een EN-EL18 oplaadbare Li-ionbatterij (meegeleverd). vóór gebruik op in de meegeleverde MH-26 batterijlader. circa twee uur en twintig minuten om een lege batterij volledig op te laden.
1 Sluit de lader aan.
Steek de stekker van de lichtnetadapter in de batterijlader en steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
2 Verwijder het afdekkapje.
Verwijder het afdekkapje van de batterij.
3 Verwijder de contactbescherming.
Verwijder de contactbescherming van het batterijvak van de lader.
Laad voor een maximale opnameduur de batterij
Het duurt
Afdekkapje
s
A Zie ook
Voor informatie over het gebruik van de MH-26 om twee batterijen op te laden, zie pagina 441.
23
4 Laad de batterij op.
Gids
s
Plaats de batterij (polen eerst), waarbij het einde van de batterij wordt uitgelijnd met de richtlijn en schuif vervolgens de batterij in de richting die is aangeduid tot de batterij op haar plaats klikt. De batterijvaklampjes en oplaadlampjes knipperen traag terwijl de batterij oplaadt:
Oplaadstatus Batterijvaklampje
Minder dan 50% van de maximumcapaciteit
50–80% van maximumcapaciteit H (knippert traag) K (brandt)
Meer dan 80% maar minder dan 100% van maximumcapaciteit
100% van maximumcapaciteit K (brandt) I (uit) I (uit) I (uit)
Het opladen is voltooid wanneer het batterijvaklampje stopt met knipperen en de oplaadlampjes uitschakelen. Het volledig opladen van een lege batterij duurt twee uur en twintig minuten; merk op dat de batterij niet oplaadt bij temperaturen lager dan 0 °C of hoger dan 60 °C.
Contacten
H (knippert traag)
H (knippert traag) K (brandt) K (brandt)
Batterijvak-
lampjes
Oplaadlampjes
50% 80% 100%
H (knippert
traag)
Oplaad­lampjes (groen)
I (uit) I (uit)
H (knippert
traag)
H (knippert
I (uit)
traag)
5 Verwijder de batterij wanneer het opladen is voltooid.
Verwijder de batterij en ontkoppel de lader.
D Kalibratie
Zie pagina 440 voor meer informatie over kalibreren.
24

De batterij plaatsen

1 Zet de camera uit.
D Batterijen plaatsen en
verwijderen
Zet de camera altijd uit voordat u de batterij plaatst of verwijdert.
2 Verwijder het deksel van het
batterijvak.
Til de ontgrendeling van het batterijvakdeksel op, draai het naar de open ( verwijder het deksel van het BL-6 batterijvak
w
).
(
A
) positie (q) en
3 Bevestig het deksel op de batterij.
Indien de batterij-ontgrendeling zodanig is geplaatst dat de pijl (4) zichtbaar is, verschuif dan de batterij-ontgrendeling om de pijl te bedekken. Plaats de twee uitstekende delen op de batterij in de overeenkomstige uitsparingen in het deksel en verschuif de batterij­ontgrendeling tot de pijl volledig zichtbaar is.
s
D Het deksel van het BL-6 batterijvak
De batterij kan worden opgeladen terwijl de BL-6 is bevestigd. Schuif, om te voorkomen dat stof zich ophoopt in het batterijvak wanneer de batterij niet is geplaatst, de batterij-ontgrendeling in de richting die wordt aangeduid door de pijl (4), verwijder de BL-6 van de batterij en plaats deze terug op de camera.
Andere batterijdeksels zijn niet geschikt voor deze camera.
25
4 Plaats de batterij.
Plaats de batterij, zoals rechts aangeduid.
5 Vergrendel het deksel.
Draai, om te voorkomen dat de batterij wordt losgewrikt tijdens het bedienen, de vergrendeling naar de gesloten positie en
s
vouw deze naar beneden, zoals rechts aangeduid. dat het deksel stevig vastzit.
Zorg ervoor
A De batterij verwijderen
Schakel, voor het verwijderen van de batterij, de camera uit, til de vergrendeling van het batterijvakdeksel op en draai het open naar de (A)
Houd er rekening mee dat de batterij na
positie. gebruik zeer warm kan zijn. Ga daarom voorzichtig te werk wanneer u de batterij verwijdert. om kortsluiting te voorkomen, het afdekkapje terug wanneer de batterij niet in gebruik is.
Plaats,
D EN-EL18 oplaadbare Li-ionbatterijen
De meegeleverde EN-EL18 deelt informatie met compatibele apparaten, zodat de camera de oplaadstatus van de batterij op zes niveaus kan tonen
De optie Batterij-informatie in het setup-menu toont details over
(0 40). het opladen van de batterij, de gebruiksduur van de batterij en het aantal gemaakte foto’s sinds de laatste oplaadsessie van de batterij (0 351). Indien noodzakelijk kan de batterij opnieuw worden gekalibreerd om er zeker van te zijn dat nauwkeurige registratie van het batterijniveau wordt voortgezet (0 440).
26
D De batterij en de lader
Lees de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op de pagina’s xiii–xv en 408–411 van deze handleiding en volg ze op.
omgevingstemperaturen lager dan 0 °C of hoger dan 40 °C; het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de batterij beschadigen of de prestaties doen verslechteren. de oplaadtijden kunnen toenemen bij batterijtemperaturen van 0 °C tot 15 °C en van 45 °C tot 60 °C.
U mag de ladercontacten niet kortsluiten. Het niet in acht nemen van deze waarschuwing kan leiden tot oververhitting en schade aan de lader. binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5–35 °C. batterijcapaciteit kan tijdelijk afnemen als de batterij bij een lage temperatuur wordt opgeladen of als de batterij wordt gebruikt bij een temperatuur die lager is dan de temperatuur waarbij de batterij is opgeladen. 5 °C, kan de gebruiksduuraanduiding van de batterij in de weergave Batterij-informatie (0 351) een tijdelijke daling tonen.
Direct na gebruik kan de batterij zeer warm zijn. Wacht met opladen totdat de batterij is afgekoeld.
Gebruik de lader alleen met compatibele batterijen. Haal de stekker uit het stopcontact wanneer u de lader niet gebruikt.
Een aanmerkelijke daling van de tijd waarin een volledig opgeladen batterij zijn lading dient te behouden wanneer deze bij kamertemperatuur wordt gebruikt, duidt aan dat de batterij vervanging vereist. EN-EL18 batterij.
Als de batterij wordt opgeladen bij een temperatuur lager dan
De capaciteit wordt mogelijk verminderd en
Gebruik de batterij niet bij
De
Koop een nieuwe
Laad
s
27

Een objectief bevestigen

Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer u het objectief verwijdert. handleiding voor illustratieve doeleinden wordt gebruikt, is een AF-S NIKKOR 50mm f/1.4G.
Het objectief dat in het algemeen in deze
Objectiefdop
Bevestigingsmarkering
CPU-contacten (0 387)
s
Selectieknop voor scherpstelstand (0 29)
Scherpstelring (0 108)
1 Zet de camera uit.
2 Verwijder de achterste objectiefdop en de bodydop van
de camera.
28
3 Bevestig het objectief.
Zorg dat de bevestigingsmarkering op het objectief in lijn staat met de markering op de camerabody en plaats het objectief in de bajonetvatting van de camera (q). totdat het op zijn plaats klikt, waarbij u erop let dat u niet op de objectiefontgrendeling drukt (w).
Als het objectief is voorzien van een schakelaar voor de A-M- of M/A-M-stand, selecteer A (autofocus) of M/A (autofocus met handmatige prioriteit).
D Het objectief verwijderen
Zet de camera uit voordat u een objectief verwijdert of verwisselt. Als u het objectief wilt verwijderen, houdt u de objectiefontgrendeling (q) ingedrukt terwijl u het objectief naar rechts draait (w). Plaats na het verwijderen van het objectief de objectiefdoppen en de bodydop terug op respectievelijk het objectief en de camera.
D CPU-objectieven met diafragmaringen
Als een CPU-objectief is uitgerust met een diafragmaring (0 387), vergrendel deze dan op het kleinste diafragma (hoogste f-waarde).
A Beeldveld
Het DX-formaat beeldveld wordt automatisch geselecteerd wanneer een DX-objectief is bevestigd (0 85).
Draai het objectief linksom
s
Beeldveld
29

Basisinstellingen

De taaloptie in het setup-menu wordt automatisch gemarkeerd als de menu's voor de eerste keer worden weergegeven. Kies een taal en stel de datum en tijd in.
1 Zet de camera aan.
s
2 Selecteer Taal (Language) in
het setup-menu.
Druk op G om de cameramenu’s weer te geven en selecteer vervolgens Taal (Language) in het setup-menu. Zie “Cameramenu’s gebruiken” (0 20) voor informatie over het gebruik van menu’s.
3 Selecteer een taal.
Druk op 1 of 3 om de gewenste taal te markeren en druk op J.
Hoofdschakelaar
G-knop
30
J-knop
4 Selecteer Tijdzone en
datum.
Selecteer Tijdzone en datum en druk op 2.
5 Stel tijdzone in.
Selecteer Tijdzone en druk op
Druk op 4 of 2 om de lokale
2. tijdzone te markeren (het veld UTC geeft het verschil in uren aan tussen de geselecteerde tijdzone en de Coordinated Universal Time of UTC) en druk op J.
6 Schakel zomertijd in of uit.
Selecteer Zomertijd en druk op
2.
De zomertijd is standaard uitgeschakeld. Als de zomertijd van kracht is in de lokale tijdzone, druk op 1 om Aan te markeren en druk op J.
s
7 Stel de datum en tijd in.
Selecteer Datum en tijd en druk
Druk op 4 of 2 om een
op 2. item te selecteren, 1 of 3 om te wijzigen. Druk op J wanneer de klok op de huidige datum en tijd is ingesteld.
31
8 Stel datumnotatie in.
Selecteer Datumnotatie en druk
Druk op 1 of 3 om de
op 2. volgorde te kiezen waarin het jaar, de maand en de dag worden weergegeven en druk op J.
9 Terug naar opnamestand.
Druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de opnamestand.
s
A De klokbatterij
De cameraklok wordt gevoed door een afzonderlijke, niet-oplaadbare CR1616 lithiumbatterij met een levensduur van circa twee jaar. deze batterij bijna leeg is, wordt een pictogram B in het bovenste bedieningspaneel weergegeven terwijl de stand-by-timer aan is. 406 voor informatie over het vervangen van de klokbatterij.
A De cameraklok
De cameraklok is minder nauwkeurig dan de meeste horloges en gewone
Controleer daarom regelmatig of de klok de juiste tijd aangeeft en
klokken. pas de tijd zo nodig aan.
A GPS-apparaten (0 231)
Als er een GPS-apparaat (0 394) is aangesloten, wordt de cameraklok op de tijd en datum van het GPS-apparaat (0 233) ingesteld.
Wanneer
Zie pagina
32

Een geheugenkaart plaatsen

Foto’s worden op geheugenkaarten opgeslagen (los verkrijgbaar; 0 442). kaarten en de ander voor Type-I CompactFlash-kaarten. kaarten en microdrives kunnen niet worden gebruikt.
De camera is voorzien van twee kaartsleuven, één voor XQD-
Type-II
1 Zet de camera uit.
Hoofdschakelaar
D Geheugenkaarten plaatsen en verwijderen
Zet de camera altijd uit voordat u een geheugenkaart plaatst of verwijdert.
2 Open het deksel van de kaartsleuf.
Open het klepje dat de ontgrendelingsknop van het kaartsleufdeksel beschermt (q) en druk op de ontgrendelingsknop (w) om de kaartsleuf te openen (e).
s
33
3 Plaats de geheugenkaart.
XQD-geheugenkaarten: Houd de kaart vast met het etiket aan de achterzijde naar de monitor gericht en schuif de kaart in de XQD-kaartsleuf tot deze op zijn plaats klikt. Het groene toegangslampje brandt kort.
CompactFlash-geheugenkaarten: Plaats de kaart in de CompactFlash-kaartsleuf met het etiket aan de achterzijde naar de monitor (q) gericht. Wanneer de geheugenkaart in zijn geheel is geplaatst, verschijnt de eject-
s
knop (w) en brandt het groene toegangslampje kort.
D Geheugenkaarten plaatsen
Plaats eerst de contacten van de geheugenkaart na bevestiging dat u de kaart in de juiste sleuf hebt geplaatst. plaatsen of de kaart ondersteboven of achterstevoren plaatsen kan de camera of de kaart beschadigen. richting is geplaatst.
XQD-kaart CompactFlash-kaart
Plaatsingsrichting voor kaartsleuf links (XQD)
Etiket achterzijde
Toegangslampje
Eject-knop
De kaart in de onjuiste sleuf
Controleer of de kaart in de juiste
Plaatsingsrich­ting voor (Compact­Flash) kaartsleuf rechts
Etiket achterzijde
GB
4
4 Sluit het deksel van de kaartsleuf.
Als dit de eerste keer is dat de geheugenkaart wordt gebruikt in de camera na te zijn gebruikt of geformatteerd in een ander apparaat, moet u de kaart formatteren zoals beschreven op pagina 36.
34
A Geheugenkaartpictogrammen
De geheugenkaarten die momenteel in de camera zijn geplaatst worden aangeduid zoals afgebeeld (het voorbeeld rechts toont de pictogrammen die worden weergegeven wanneer zowel een XQD­als een CompactFlash-kaart is geplaatst). geheugenkaart vol is of als zich een fout voordoet, gaat het pictogram voor de betreffende kaart knipperen (0 426).
Als de
Bovenste
bedieningspaneel
A Twee geheugenkaarten gebruiken
Zie pagina 95 voor informatie over het kiezen van de functies voor elke kaart wanneer er twee kaarten in de camera zijn geplaatst.
A Geheugenkaarten verwijderen
Controleer of het toegangslampje niet brandt, schakel de camera uit en open het deksel van de geheugenkaartsleuf.
XQD-geheugenkaarten: Druk op de ka art om deze uit te werpen (q). met de hand worden verwijderd.
De geheugenkaart kan vervolgens
s
CompactFlash-geheugenkaarten: Druk op de eject-knop (q) om de kaart gedeeltelijk uit te werpen (w). geheugenkaart kan vervolgens met de hand worden verwijderd. geheugenkaart terwijl ook op de eject-knop wordt gedrukt. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de camera of geheugenkaart beschadigen.
Druk niet op de
De
35

De geheugenkaart formatteren

Geheugenkaarten moeten worden geformatteerd voor het eerste gebruik of nadat ze in andere apparaten zijn gebruikt of geformatteerd.
D Geheugenkaarten formatteren
Als u een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens erop voorgoed
Kopieer foto’s en andere gegevens die u wilt bewaren daarom naar
gewist. een computer alvorens verder te gaan (0 263).
1 Zet de camera aan.
2 Druk op de knoppen I
s
(Q) en O (Q).
Houd de knoppen I (Q) en O (Q) gelijktijdig ingedrukt
totdat een knipperende C verschijnt in de weergaven van de sluitertijd in het bovenste bedieningspaneel en de zoeker. geheugenkaarten zijn geplaatst, wordt de te formatteren kaart aangeduid met een knipperend pictogram. Standaard wordt de eerste kaartsleuf (0 95) geselecteerd; u kunt de tweede sleuf selecteren door aan de hoofdinstelschijf te draaien. formatteren, dient u te wachten totdat C stopt met knipperen (circa zes seconden) of druk op een willekeurige knop, behalve de knoppen I (Q) en O (Q).
Als er twee
Om af te sluiten zonder de geheugenkaart te
36
O (Q)-knop I (Q)-knop
3 Druk nogmaals op de knoppen I (Q) en O (Q).
Druk op knoppen I (Q) en O (Q) voor de tweede keer tegelijkertijd in zolang als C knippert om de geheugenkaart te formatteren.
als de voedingsbron niet worden verwijderd.
Zodra het formatteren is voltooid, toont het bovenste bedieningspaneel het aantal foto's dat kan worden vastgelegd met de huidige instellingen en tonen de weergaven van de beeldteller B.
Tijdens het formatteren mag zowel de geheugenkaart
D Geheugenkaarten
• Geheugenkaarten kunnen na gebruik zeer warm zijn. voorzichtig te werk wanneer u een geheugenkaart uit de camera verwijdert.
• Zet de camera uit voordat u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. Verwijder de geheugenkaart of batterij niet uit de camera, zet de camera niet uit en koppel de lichtnetadapter niet los terwijl de geheugenkaart wordt geformatteerd of terwijl informatie wordt opgeslagen, verwijderd of gekopieerd naar een computer. voorzorgsmaatregel kan leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de camera of de kaart.
• Raak de contacten van de kaart niet aan met uw vingers of metalen voorwerpen.
• U mag de kaart niet buigen, laten vallen of blootstellen aan hevige schokken.
• Oefen geen druk uit op de kaart. waarschuwing kan de kaart beschadigen.
• Niet blootstellen aan water, hoge vochtigheid of direct zonlicht.
• Formatteer geheugenkaarten niet in een computer.
Het niet in acht nemen van deze
Het niet in acht nemen van deze
Ga daarom
A Geen geheugenkaart
Indien er geen geheugenkaart is geplaatst, wordt op het bovenste bedieningspaneel en in de zoeker S getoond. een opgeladen EN-EL18 batterij wordt uitgeschakeld en er is geen geheugenkaart geplaatst, wordt S in het bovenste bedieningspaneel weergegeven.
Als de camera met
A Zie ook
Zie pagina 345 voor informatie over het formatteren van geheugenkaarten met behulp van de optie Geheugenkaart formatteren in het setup-menu.
s
37

Zoekerbeeldscherpte aanpassen

De camera is uitgerust met een dioptrieregelaar, waarmee de camera aan het gezichtsvermogen van de gebruiker kan worden aangepast. Controleer voorafgaand aan de opname of de weergave in de zoeker scherp is.
1 Zet de camera aan.
Verwijder de objectiefdop en zet de camera aan.
2 Til de dioptrieregelaar op (q).
s
3 Stel de zoeker scherp.
Draai aan de dioptrieregelaar (w) totdat de zoekerweergave, scherpstelpunten en scherpstelhaakjes voor AF-veld zijn scherpgesteld. instelling gebruikt met het oog tegen de zoeker, dient u op te passen dat u niet per ongeluk uw vingers of uw vingernagels in uw oog steekt.
Wanneer u de dioptrie-
Scherpstelhaakjes AF-veld
38
Scherpstelpunt
4 Plaats de dioptrieregelaar terug.
Duw de dioptrieregelaar terug naar binnen (e).
A Zoekerbeeldscherpte aanpassen
Indien u de zoeker niet kunt scherp stellen zoals hierboven beschreven, selecteer enkelvoudige servo-autofocus (AF-S; 0 97), enkelpunts-AF (0 100) en het middelste scherpstelpunt (0 103) en kadreer vervolgens een onderwerp met hoog contrast in het middelste scherpstelpunt en druk de ontspanknop half in om de camera scherp te stellen. scherpgesteld, gebruik de dioptrieregelaar om het onderwerp duidelijk scherp te stellen in de zoeker. met gebruik van optionele correctielensjes verder worden aangepast (0 392).
Wanneer nodig, kan de zoekerbeeldscherpte
A Zoekerobjectieven met dioptrieregelaar
Correctielensjes (los verkrijgbaar; 0 392) kunnen worden gebruikt om de dioptrie-instelling van de zoeker aan te passen. Verwijder, alvorens een zoekerobjectief met dioptrieregelaar te bevestigen, de DK-17 zoekeroculair door de zoekersluiter te sluiten om de zoekervergrendeling (q) vrij te geven en het oculair los te schroeven, zoals rechts weergegeven (w).
Terwijl de camera is
s
39

Basisstappen voor het maken en weergeven van foto’s

De camera aanzetten

Zet de camera aan alvorens foto’s te maken en controleer het batterijniveau en het aantal resterende opnamen zoals hieronder beschreven.
1 Zet de camera aan.
s
Zet de camera aan. De bedieningspanelen schakelen in en de weergave in de zoeker gaat branden.
2 Controleer het batterijniveau.
Controleer het batterijniveau in het bovenste bedieningspaneel of de zoeker.
Pictogram
L Batterij volledig opgeladen. K
I
H d
H
(knippert)d(knippert)
* Er wordt geen pictogram weergegeven wanneer de camera door een
optionele EP-6 stroomaansluiting en EH-6b lichtnetadapter wordt gevoed.
*
Hoofdschakelaar
BeschrijvingBedieningspaneel Zoeker
Batterij gedeeltelijk ontladen.J
Batterij bijna leeg. maak een reservebatterij gereed.
Ontspanknop uitgeschakeld. batterij op of vervang de batterij.
Laad de batterij op of
Laad de
40
3 Controleer het aantal resterende opnamen.
Het bovenste bedieningspaneel toont het aantal foto's dat kan worden gemaakt met de huidige instellingen (waarden boven 1.000 worden naar beneden afgerond naar het dichtstbijzijnde honderdtal, d.w.z. waarden tussen 2.900 en 2.999 worden aangeduid als 2,9 K). geheugenkaarten zijn geplaatst, tonen de schermen de beschikbare ruimte op de kaart in de eerste sleuf (0 95). Wanneer dit aantal op nul komt, knippert A in de weergaven van de opnameteller, terwijl de weergaven van de sluitertijd een knipperende n of j tonen en knippert het pictogram voor de betreffende kaart. verwijder een aantal foto’s.
Als er twee
Plaats een andere geheugenkaart of
s
41

De camera gereedmaken

Wanneer u foto’s in de zoeker kadreert, houdt u de handgreep in uw rechterhand en ondersteunt u de camerabody of het objectief met uw linkerhand.
Houd ter ondersteuning uw ellebogen lichtjes tegen uw lichaam gedrukt en plaats één voet een halve pas naar voren om uw bovenlichaam stabiel te houden. Wanneer u foto’s in de portretstand (staand) kadreert, houdt u de camera vast zoals onderaan de drie afbeeldingen rechts wordt weergegeven.
s
D Foto's kadreren in portretstand (staand)
De camera is uitgerust met besturingen voor gebruik in portretstand (staand), inclusief een verticale ontspanknop, Fn­en B-knoppen, hoofd- en secundaire instelschijven en een multi-selector (0 104, 338). van de ontspanknop voor verticale opname naar L om te voorkomen dat deze regelaars per ongeluk worden bediend wanneer de camera zich in de landschapstand (liggend) bevindt.
Draai de vergrendeling
42
Vergrendeling ontspanknop
voor verticale opname

Richten-en-schieten

1 Druk de ontspanknop
Scherpstelpunt
half in (0 44).
Bij de standaardinstellingen stelt de camera scherp op het onderwerp in het middelste scherpstelpunt. Kadreer een foto in de zoeker met het hoofdonderwerp in het middelste scherpstelpunt geplaatst en druk de ontspanknop half in.
Scherpstelaanduiding
2 Controleer de aanduidingen in de zoeker.
Wanneer de scherpstelbewerking is voltooid, verschijnt de scherpstelaanduiding (I) in de zoeker.
Zoekerweergave Beschrijving
I Onderwerp is scherp.
2
4
2 4
(knippert)
Het scherpstelpunt bevindt zich tussen camera en onderwerp.
Het scherpstelpunt bevindt zich achter het onderwerp.
Camera kan niet scherpstellen op onderwerp in scherpstelpunt met autofocus.
Buffercapaciteit
s
Zolang als de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt de scherpstelling vergrendeld en wordt het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen in het buffergeheugen (“t”; 0 113) in de zoekerweergave getoond.
Voor informatie over wat te doen als de camera niet kan scherp stellen met autofocus, zie “Goede resultaten met autofocus verkrijgen” (0 107).
43
3 Maak de foto.
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te ontspannen en de foto te maken. foto op de geheugenkaart wordt opgeslagen, brandt het toegangslampje. U mag de
geheugenkaart niet uitnemen en de voedingsbron niet verwijderen of loskoppelen voordat het toegangslampje uit is en de opname klaar is.
s
Terwijl de
Toegangslampje
A De ontspanknop
De camera heeft een tweetraps ontspanknop. wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. drukt u de ontspanknop helemaal in.
Scherpstelling Maak foto
44
De camera stelt scherp
Als u de foto wilt maken,
A De stand-by-timer
De sluitertijd- en diafragmaweergaven in het bovenste bedieningspaneel en de zoeker schakelen uit als er gedurende zes seconden geen handelingen worden uitgevoerd, waardoor de gebruiksduur van de batterij wordt verlengd. zoeker opnieuw te activeren (0 44).
Druk de ontspanknop half in om de weergaven in de
Belichtingsmeters
aan
De tijdsduur van de stand-by-timer kan worden aangepast met behulp van persoonlijke instelling c2 (Stand-by-timer, 0 316).
Belichtingsmeters uit
Belichtingsmeters aan
A De multi-selector
De multi-selector kan worden gebruikt om het scherpstelpunt te selecteren terwijl de belichtingmeters ingeschakeld zijn (0 103).
Multi-selector
A Weergave camera uit
Als de camera wordt uitgeschakeld met een batterij en geheugenkaart in de camera, wordt het pictogram van de geheugenkaart, de beeldteller en het aantal resterende opnamen weergegeven (bepaalde geheugenkaarten kunnen in uitzonderlijke gevallen deze informatie alleen weergeven als de camera ingeschakeld is).
Bovenste
bedieningspaneel
s
45

Foto’s bekijken

OR
MALAL
1 Druk op de K-knop.
Er wordt een foto op de monitor weergegeven. De geheugenkaart met de huidig weergegeven foto wordt door een pictogram aangeduid.
2 Bekijk andere foto’s.
s
Andere foto’s kunnen worden weergegeven door op 4 of 2 te drukken. Druk op 1 en 3 om extra informatie over de geselecteerde foto weer te geven (0 238).
Als u de weergave wilt beëindigen en wilt terugkeren naar de opnamestand, drukt u de ontspanknop half in.
K-knop
1
125 F5. 6 100 5 0
/
0, 0
100NC_D4 DSC_0001. JP
15/04/2011 10:02:27
1/12
NIKON
D4
mm
NNOR
G
4928x3280
A Controlebeeld
Wanneer Aan is geselecteerd voor Controlebeeld in het weergavemenu (0 289), worden foto's automatisch weergegeven in de monitor na opname.
A Zie ook
Zie pagina 236 voor informatie over het kiezen van een geheugenkaartsleuf.
46

Ongewenste foto’s wissen

Ongewenste foto’s kunnen worden verwijderd door op de O (Q)- knop te drukken. niet meer kunnen worden hersteld.
Houd er rekening mee dat eenmaal gewiste foto’s
1 Geef de foto weer.
Geef de foto weer die u wilt wissen, zoals wordt beschreven in “Foto’s bekijken” op de vorige pagina. huidige afbeelding wordt met een pictogram in de linkerhoek onderaan het scherm weergegeven.
2 Wis de foto.
Druk op de O (Q)-knop. Een bevestigingsscherm wordt weergegeven; markeer Geselecteerd beeld en druk nogmaals op O (Q) om het beeld te wissen en keer terug naar weergave (voor informatie over de optie Alle beelden, zie pagina 251). Druk op K om af te sluiten zonder de foto te wissen.
De locatie van de
O (Q)-knop
s
A Wissen
Gebruik de optie Wissen in het weergavemenu (0 253) om meerdere afbeeldingen te wissen of om de geheugenkaart te selecteren waarop de afbeeldingen worden gewist.
47
s
48
x

Livebeeldfotografie

Voer de onderstaande stappen uit om foto’s in livebeeld te maken.
1 Draai de selectieknop voor livebeeld
naar C (livebeeldfotografie).
Selectieknop voor livebeeld
2 Druk op de a-knop.
De spiegel wordt opgeklapt en het beeld dat zichtbaar is door het objectief wordt weergegeven in de cameramonitor. Het onderwerp is niet langer zichtbaar in de zoeker.
a-knop
3 Selecteer het scherpstelpunt.
Plaats het scherpstelpunt op uw onderwerp, zoals beschreven op pagina 53.
x
49
4 Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in of druk op de B-knop om scherp te stellen.
Het scherpstelpunt knippert groen zolang als de camera scherpstelt. Als de camera kan scherp stellen, wordt het scherpstelpunt groen weergegeven. Als de camera niet kan scherp stellen, knippert het scherpstelpunt rood (merk op dat er ook
x
foto’s kunnen worden gemaakt wanneer het scherpstelpunt rood knippert. Controleer voor het opnemen eerst de scherpstelling in de monitor). Belichting kan worden vergrendeld door op de centrale knop van de secundaire selector (0 135) te drukken; scherpstelling blijft vergrendeld zo lang als de ontspanknop half wordt ingedrukt.
A Belichtingsvoorbeeld
Tijdens livebeeldfotografie kunt u op J drukken om de resultaten van sluitertijd, diafragma en ISO-gevoeligheid op belichting vooraf te bekijken. Belichting kan met ±5 LW (0 137) worden aangepast, ofschoon alleen waarden tussen –3 en +3 LW worden weergegeven in de voorbeeldweergave. Merk op dat de uiteindelijke resultaten van het voorbeeld mogelijk niet nauwkeurig zijn bij het gebruik van flitslicht, Actieve D-Lighting (0 184), High Dynamic Range (HDR; 0 186) of als bracketing actief is, A (auto) is geselecteerd voor de Picture Control Contrast parameter (0 176) of p is geselecteerd voor sluitertijd. Als het onderwerp zeer helder of zeer donker is, flitsen de belichtingsaanduidingen om te waarschuwen dat het voorbeeld de belichting mogelijk niet nauwkeurig weergeeft. Belichtingsvoorbeeld is niet beschikbaar wanneer A is geselecteerd voor sluitertijd.
B-knop
Centrale knop van
secundaire selector
50
5 Maak de foto.
Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken. De monitor wordt uitgeschakeld.
6 Sluit de stand voor livebeeld af.
Druk op de a-knop om de stand voor livebeeld af te sluiten.
D Autofocus in livebeeld gebruiken
Gebruik een AF-S-objectief. De gewenste resultaten worden mogelijk niet verkregen met andere objectieven of teleconverters. Merk op dat in livebeeld autofocus trager is en de monitor helderder of donkerder kan worden tijdens het scherpstellen van de camera. Merk op dat het scherpstelpunt soms groen wordt weergegeven wanneer de camera niet kan scherpstellen. In de volgende situaties kan de camera mogelijk niet scherpstellen:
• Het onderwerp bevat lijnen die parallel lopen met de lange zijde van het beeld
• Het onderwerp heeft te weinig contrast
• Het onderwerp in het scherpstelpunt bevat gebieden met sterk verschillende helderheid of het onderwerp bevat spotverlichting of neonreclame of een andere lichtbron met een wisselende helderheid
• Bij tl-verlichting, kwikdamplampen, natriumdamplampen of vergelijkbare verlichting verschijnen er flikkeringen of banden
• Er wordt een (ster-) filter of een ander speciaal filter gebruikt
• Het onderwerp is kleiner dan het scherpstelpunt
• Het onderwerp bestaat grotendeels uit regelmatige geometrische patronen (zoals lamellen of een rij ramen van een wolkenkrabber)
• Het onderwerp beweegt
x
51

In livebeeld scherpstellen

Draai de selectieknop voor de scherpstelstand naar AF om scherp te stellen met autofocus en voer de onderstaande stappen uit om autofocus en AF-veldstanden te selecteren. Voor informatie over handmatig scherpstellen, zie pagina 59.
❚❚ Een scherpstelstand kiezen
De volgende autofocusstanden zijn beschikbaar in livebeeld:
Stand Beschrijving
x
Enkelvoudige servo-autofocus: voor stilstaande onderwerpen. De
AF-S
scherpstelling vergrendelt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Fulltime servo-autofocus: voor bewegende onderwerpen. Camera stelt voortdurend scherp totdat de ontspanknop wordt ingedrukt. De
AF-F
scherpstelling vergrendelt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Om een autofocusstand te kiezen, drukt u op de AF-standknop en draait u aan de hoofdinstelschijf totdat de gewenste stand in de monitor wordt weergegeven.
Selectieknop voor scherpstelstand
52
AF­standknop
Hoofdinstelschijf Monitor
❚❚ Een AF-veldstand selecteren
De volgende AF-veldstanden kunnen worden geselecteerd in livebeeld:
Stand Beschrijving
Gezichtprioriteit-AF: gebruik deze optie voor portretten. De camera
detecteert en stelt automatisch scherp op portretonderwerpen; het geselecteerde onderwerp wordt aangeduid door een dubbele gele rand (wanneer de camera meerdere gezichten – maximum 35 -
!
detecteert, stelt de camera scherp op het dichtstbijzijnde onderwerp; gebruik de multi-selector om een ander onderwerp te selecteren). Als de camera het onderwerp niet langer kan detecteren (omdat bijvoorbeeld het onderwerp zijn/haar gezicht heeft afgewend van de camera), wordt de rand niet langer weergegeven.
Breedveld-AF: gebruik deze optie voor uit de hand genomen foto’s van landschappen en andere onderwerpen die niet als portretten worden beschouwd. Gebruik de multi-selector om het scherpstelpunt op een
5
willekeurige plek in het beeld te plaatsen, of druk op de centrale knop van de multi-selector om het scherpstelpunt in het midden van het beeld te plaatsen.
Normaal veld-AF: gebruik deze optie om nauwkeurig scherp te stellen op een geselecteerd punt in het beeld. Gebruik de multi-selector om het scherpstelpunt op een willekeurige plek in het beeld te plaatsen, of
6
druk op de centrale knop van de multi-selector om het scherpstelpunt in het midden van het beeld te plaatsen. Gebruik van een statief wordt aanbevolen.
AF met meevolgende scherpst.: plaats het scherpstelpunt op uw onderwerp en druk op de centrale knop van de multi-selector. Het scherpstelpunt
&
volgt het geselecteerde onderwerp terwijl deze door het beeld beweegt. Druk nogmaals op de centrale knop van de multi-selector om het volgen te beëindigen.
x
D Onderwerp volgen
De camera is mogelijk niet in staat onderwerpen te volgen als deze snel bewegen, het beeld verlaten of worden belemmerd door andere objecten, zichtbaar veranderen in grootte, kleur of helderheid, of te klein, te groot, te helder, te donker zijn of over dezelfde kleur beschikken als de achtergrond.
53
Om een AF-veldstand te kiezen, druk op de AF-standknop en draai aan de secundaire instelschijf totdat de gewenste stand in de monitor wordt weergegeven.
x
AF­standknop
Secundaire
instelschijf
Monitor
54

Het livebeeldscherm: livebeeldfotografie

r
e
q w
Item Beschrijving 0
De resterende tijd voordat livebeeld
Resterende tijd
q
Monitorkleuraanduiding
w
Autofocusstand De huidige autofocusstand. 52
e
AF-veldstand De huidige AF-veldstand. 53
r
Scherpstelpunt
t
Monitorhelderheidsaan-
y
duiding
Gids
u
automatisch stopt. Wordt weergegeven als de opname in 30 seconden of minder wordt beëindigd.
Wordt weergegeven wanneer de monitorkleur verschilt van de kleur die wordt geproduceerd door de huidige witbalansinstelling.
Het huidige scherpstelpunt. De weergave wisselt met de optie die werd geselecteerd voor de AF-veldstand.
Een aanduiding voor de monitorhelderheid. 57
Een gids voor de beschikbare opties tijdens livebeeldfotografie.
t
y
u
x
61,
67
56
49
56,
57
55
❚❚ Moniteurkleur aanpassen
Als de flitsverlichting wordt gebruikt met Flitslicht of Handmatige voorinstelling witbalans (0 153), kunnen de kleuren in de monitor
verschillen van de kleuren in de definitieve foto. worden aangepast om de effecten van omgevingslicht te verminderen op de weergave in de monitor tijdens livebeeldfotografie, bijvoorbeeld bij het gebruik van een flitser.
De monitorkleur kan
1 Markeer de
monitorkleuraanduiding.
Houd W ingedrukt en druk op 4 of 2 om de monitorkleuraanduiding aan de linkerzijde van de weergave te
x
markeren.
W-knop
2 Pas de monitorkleur aan.
Houd de W-knop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf om de monitorkleur aan te passen (selecteer -- om de kleur van de definitieve foto vooraf in de monitor te bekijken; als er een andere optie is geselecteerd wanneer Stil is gekozen voor Livebeeldfotografie in het opnamemenu (0 60),verschilt de kleur in de monitor tijdens livebeeldfotografie van de kleur in het definitieve beeld). monitorkleur wordt gereset wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
De
56
A Moniteurkleur oproepen
Houd de U-knop ingedrukt terwijl a wordt ingedrukt om de recentst geselecteerde kleur te herstellen bij het starten van livebeeld.
A Een Picture Control kiezen
Door op L (Z/Q) te drukken tijdens livebeeld wordt een lijst met Picture Controls weergegeven. Markeer de gewenste Picture Control en druk op 2 om de instellingen voor Picture Control (0 173) aan te passen.
L (Z/Q)-knop
❚❚ De monitorhelderheid aanpassen
De monitorhelderheid kan volgens de onderstaande beschrijving worden aangepast. Merk op dat aanpassing van de helderheid niet beschikbaar is tijdens belichtingsvoorbeeld.
1 Markeer de
monitorhelderheidsaanduiding.
Houd W ingedrukt en druk op 4 of 2 om de monitorhelderheidsaanduiding aan de rechterzijde van de weergave te markeren.
W-knop
2 Pas de monitorhelderheid aan.
Houd de W-knop ingedrukt en druk op 1 of 3 om de monitorhelderheid aan te passen (merk op dat de monitorhelderheid geen invloed heeft op foto’s die met de camera worden gemaakt). wordt geselecteerd en de monitor is ingeschakeld, past de camera automatisch de helderheid en kleur aan in reactie op de omgevingslichtomstandigheden zoals gemeten door de omgevingslichtsensor (0 6).
Als A (automatisch)
x
57

Het informatiescherm: livebeeldfotografie

Druk op de R-knop om aanduidingen in de monitor te verbergen of weer te geven tijdens livebeeldfotografie.
Virtuele horizon
(0 358) Informatie aan Informatie uit
x
Histogram
(alleen
belichtings-
voorbeeld;
0 50)
Hulpsjablonen
58

Handmatige scherpstelling

Draai aan de scherpstelring totdat het onderwerp scherp is om scherp te stellen in handmatige scherpstelstand (0 108).
Druk op de X-knop om het beeld in de monitor maximaal 15 × te vergroten voor nauwkeurige scherpstelling. Terwijl het beeld wordt ingezoomd dat door het objectief te zien is, wordt rechtsonder in een grijs frame op de monitor een navigatievenster weergegeven. Gebruik de multi-selector om naar delen van het beeld te gaan die niet op de monitor te zien zijn (alleen beschikbaar wanneer breedveld-AF of normaal veld-AF is geselecteerd voor AF-veldstand), of druk op W om uit te zoomen.
A Objectieven zonder CPU
Zorg ervoor dat bij het gebruik van objectieven zonder CPU de brandpuntsafstand en maximaal diafragma worden ingevoerd met behulp van de optie Objectief zonder CPU in het setup-menu (0 228). Objectieven zonder CPU kunnen alleen worden gebruikt in de belichtingsstanden g en h (0 125); het diafragma kan worden aangepast met de diafragmaring van het objectief.
A Belichting
Afhankelijk van het onderwerp kan de belichting verschillen van de belichting die zou zijn verkregen wanneer livebeeld niet wordt gebruikt. Lichtmeting in livebeeld wordt aangepast voor livebeeldweergave en er worden foto's geproduceerd waarvan de belichting sterk overeenkomt met wat er zichtbaar is in de monitor.
X-knop
Navigatievenster
x
59

Opties voor livebeeldontspanknop

De volgende opties kunnen worden weergegeven door op G te drukken en Livebeeldfotografie in het opnamemenu te selecteren:
Stand Beschrijving
Behalve wanneer een optionele flitser wordt gebruikt, blijft de spiegel opgeklapt tijdens livebeeldfotografie, waardoor ruis tijdens fotograferen afneemt. De ruis van de sluiter is nog steeds hoorbaar.
Om nog minder geluid te maken dan in de stand spiegel opgeklapt en blijft de sluiter open tijdens livebeeldfotografie; Terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt, gebruikt de camera maximaal vijf seconden voor JPEG-foto's bij circa 12 bps in continu lage snelheid ontspanstand of bij circa 24 bps in continu hoge snelheid ontspanstand; de resterende tijd wordt in de beeldtellerweergave getoond. ontspanstanden wordt er één foto gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. belichtingsstand wordt ISO-gevoeligheid automatisch ingesteld 4 ( bekeken ( verbergen ( geselecteerde camera en de door u geselecteerde waarde.
h
0 117
, wanneer u kiest uit waarden tussen ISO 200 en Hi
). De belichting kan vooraf in de monitor worden
0 50
L
wordt in de monitor weergegeven.
In andere
Behalve in de
); druk op J om een aanduiding te bekijken of
0 130
) die het verschil toont tussen de
x
M
L
Stil
Geluidloos
Stil
blijft de
A Stand geluidloos
In de geluidloze stand zal de flitser niet flitsen, schakelen Actieve D-Lighting (0 184), HDR (0 186), vignetteringscorrectie (0 300), vertekeningscorrectie (0 301), meervoudige belichting (0 210) en hoge ISO (0 302) uit en wordt de beeldkwaliteit ingesteld op JPEG Fijn. beeldkwaliteit wordt uitsluitend bepaald door de optie die is geselecteerd voor Beeldveld en heeft geen invloed op de optie die is geselecteerd voor Beeldformaat:
FX (36 × 24) 1.0×: 1.920 × 1.280
1,2× (30 × 20) 1.2×: 1.600 × 1.064
DX (24 × 16) 1.5×: 1.280 × 848
5 : 4 (30 × 24): 1.600 × 1.280
60
De
Belichtingsvoorbeeld is niet beschikbaar, maxtrixmeting wordt automatisch geselecteerd en de volgende instellingen kunnen worden aangepast.
Diafragma Sluitertijd ISO-gevoeligheid
e, f ———
g —— h ✔✔✔
Merk op dat de stand geluidloos niet volkomen geluidloos is: de sluiter is hoorbaar en de spiegel wordt op- en ingeklapt bij de start en aan het einde van livebeeldfotografie.
D De tellerweergave
Dertig seconden voordat livebeeld automatisch eindigt wordt een teller weergegeven (0 55; de timer wordt rood als livebeeld op het punt staat te eindigen om de interne schakelingen te beschermen of als er een andere optie dan Geen limiet is geselecteerd voor persoonlijke instelling c4— Monitor uit; 0 317—5 seconden voordat de monitor automatisch wordt uitgeschakeld). Afhankelijk van de opnameomstandigheden wordt de timer mogelijk onmiddellijk weergegeven wanneer livebeeld wordt geselecteerd. Merk op dat ondanks het niet verschijnen van de teller tijdens het afspelen, livebeeld alsnog automatisch zal eindigen wanneer de timer afloopt.
x
A HDMI
Als de camera is aangesloten op een HDMI­videoapparaat tijdens livebeeldfotografie, blijft de cameramonitor ingeschakeld en wordt het beeld dat door het objectief te zien is op het videoapparaat weergegeven (zie rechts). Druk op de R-knop om de histogramweergave tijdens belichtingsvoorbeeld (0 50) in- of uit te schakelen.
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling f1 (Centrale knop multi-selector, 0 327) en f16 (Filmopnameknop toewijzen, 0 339) voor informatie over de te kiezen functie voor de centrale knop van de multi-selector en voor de filmopnameknop en instelschijven.
61
D Opnemen in de stand voor livebeeld
Sluit de oculairsluiter van de zoeker (0 114) om te voorkomen dat licht dat via de zoeker binnenvalt van invloed is op de belichting.
Hoewel ze niet op de definitieve foto verschijnen, tenzij Geluidloos is geselecteerd voor Livebeeldfotografie (0 60), kunnen gekartelde randen, valse kleuren, moiré en heldere vlekken in de monitor verschijnen, terwijl in bepaalde velden met knipperende tekens en andere met tussenpozen verschijnende lichtbronnen heldere banden kunnen verschijnen of als het onderwerp kort door een strobe of andere heldere, kortstondige lichtbron wordt verlicht. horizontaal wordt gepand of een onderwerp met hoge snelheid door het beeld beweegt. Flikkeringen en banden die zichtbaar zijn in de monitor onder tl-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen kunnen worden verminderd met behulp van Flikkerreductie (0 348), ondanks dat ze in de definitieve foto nog steeds zichtbaar kunnen zijn bij bepaalde sluitertijden. Richt de camera niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen tijdens het
x
opnemen in de stand voor livebeeld. voorzorgsmaatregel kan schade aan de interne schakelingen van de camera tot gevolg hebben.
Livebeeld eindigt automatisch wanneer het objectief wordt verwijderd, de livebeeldselector naar een nieuwe instelling wordt gedraaid of de G- knop wordt ingedrukt.
Livebeeld wordt mogelijk automatisch beëindigd om schade aan de interne schakelingen te voorkomen; sluit livebeeld af wanneer de camera niet in gebruik is. Merk op dat de temperatuur van interne schakelingen kan stijgen en kan er in de volgende gevallen ruis (heldere vlekken, willekeurige heldere pixels of waas) te zien zijn (de camera kan ook voelbaar warm worden, maar dit duidt niet op een storing):
• De omgevingstemperatuur is hoog
• De camera is voor langere perioden in livebeeld gebruikt of om films op te nemen
• De camera is voor langere perioden in continu ontspanstand gebruikt
Als livebeeld niet start wanneer u op de a-knop drukt, dient u te wachten totdat de interne schakelingen zijn afgekoeld en probeer het vervolgens opnieuw.
Filmopname is niet beschikbaar tijdens livebeeldfotografie en heeft het indrukken van de filmopnameknop geen gevolgen. Selecteer filmlivebeeld (0 63) om films op te nemen.
Bovendien kan vertekening voorkomen als de camera
Het niet in acht nemen van deze
62
y

Filmlivebeeld

Films kunnen in livebeeld worden opgenomen.
1 Draai de selectieknop voor livebeeld
naar 1 (filmlivebeeld).
Selectieknop voor livebeeld
2 Druk op de a-knop.
De spiegel wordt opgeklapt en het beeld dat zichtbaar is door het objectief wordt weergegeven op de cameramonitor, gemodificeerd voor de effecten van belichting. Het onderwerp is niet langer zichtbaar in de zoeker.
D Het 0-pictogram
Een 0-pictogram (0 68) geeft aan dat er geen films kunnen worden opgenomen.
A Voordat u gaat opnemen
Kies voor het opnemen een kleurruimte (0 299) en Picture Control (0 173). Door op de U-knop te drukken en aan de hoofdinstelschijf (0 153) te draaien, kan witbalans op elk willekeurig moment worden ingesteld.
a-knop
3 Kies een scherpstelstand (0 52).
y
63
4 Kies een AF-veldstand (0 53).
5 Stel scherp.
Kadreer de openingsopname en stel scherp zoals beschreven in stap 3 en 4 op pagina 49–50 (zie pagina 51voor meer informatie over scherpstellen in filmlivebeeld). op dat het aantal te detecteren onderwerpen in gezichtsprioriteit-AF afneemt in filmlivebeeld.
y
A Belichtingsstand
De volgende instellingen kunnen in filmlivebeeld worden aangepast:
In de belichtingsstand h kan de sluitertijd worden ingesteld op waarden tussen wisselt met de beeldsnelheid; wordt de sluitertijd automatisch aangepast. over- of onderbelicht in de stand filmlivebeeld opnieuw of selecteer belichting aan.
B-knop
Merk
Diafragma Sluitertijd ISO-gevoeligheid Belichtingscorrectie
e, f ——
g —— h ✔✔ ✔
1
/25 en 1/
8.000
sec. (de langst beschikbare sluitertijd
0
74). In andere belichtingsstanden
e
of f, beëindig livebeeld en begin
Als het onderwerp wordt
g
en pas het diafragma
64
6 Start opnemen.
Druk op de filmopnameknop om het opnemen te starten. opnameaanduiding en de beschikbare tijd worden weergegeven in de monitor. belichting wordt met behulp van matrixmeting ingesteld en kan worden vergrendeld door het midden van de secundaire selector (0 135) in te drukken of met behulp van belichtingscorrectie (0 137) worden gewijzigd tot maximaal ±3
In de autofocusstand kan de camera
LW. opnieuw worden scherpgesteld door de AF- ON-knop in te drukken.
A Audio
De camera kan zowel video als geluid opnemen; dek de microfoon op de voorkant van de camera niet af tijdens de filmopname. Merk op dat de ingebouwde microfoon mogelijk geluiden van het objectief opneemt tijdens autofocus, vibratiereductie of bij wijzigingen aan het diafragma.
A Zie ook
Beeldformaat, microfoongevoeligheid en opties voor de kaartsleuf zijn beschikbaar in het menu Filminstellingen (0 74). handmatig worden aangepast, zoals beschreven op pagina 59. functies voor de centrale knop van de multi-selector, de Fn- en Pv- knoppen en het midden van de secundaire selector kunnen worden gekozen met behulp van persoonlijke instelling f1 (respectievelijk
Centrale knop multi-selector; 0 327), g1 (Fn-knop toewijzen; 0 340), g2 (Voorbeeldknop toewijzen; 0 341) en g3 (Midden sec.
selector toew.; 0 342). toewijzen; 0 343) regelt of de ontspanknop kan worden gebruikt om
filmlivebeeld te starten of filmopname te starten en te eindigen, of (wanneer helemaal ingedrukt) om foto's te maken tijdens filmopname.
Een
De
Filmopnameknop
Opnameaanduiding
Resterende tijd
Scherpstelling kan
Persoonlijke instelling g4 (Ontspanknop
y
De
65
7 Beëindig de opname.
Druk nogmaals op de filmopnameknop om het opnemen te beëindigen. wordt automatisch beëindigd wanneer de maximale lengte is bereikt of wanneer de geheugenkaart vol is.
A Maximale lengte
De maximumlengte voor individuele filmbestanden is 4 GB (voor maximum opnametijden, zie pagina 74); merk op dat afhankelijk van de schrijfsnelheid van de geheugenkaart, de opname kan eindigen voordat deze lengte is bereikt.
A Foto’s maken
Druk de ontspanknop helemaal in om een foto te maken terwijl de opname aan de gang is.
y
opgenomen filmopnamen worden opgeslagen) en de camera keert terug naar livebeeld. wordt de foto bij de huidige beeldveldinstelling opgenomen met een beeldverhouding van 16 : 9. als voorbeeld kan worden bekeken tijdens filmlivebeeld; stand e, f of g wordt aanbevolen, maar nauwkeurige resultaten kunnen in stand h worden verkregen door de belichting tijdens livebeeldfotografie (0 49) aan te passen en beëindig vervolgens livebeeldfotografie, start filmlivebeeld en controleer het beeldveld. foto kan worden ingesteld op waarden tussen –5 en +5 LW, maar alleen waarden tussen –3 en +3 kunnen als voorbeeld in de monitor (0 137) worden bekeken.
D Beeldformaat
Het veld dat wordt gebruikt voor belichting van de lichtmeting of automatische witbalans wanneer foto's worden vastgelegd bij een filmbeeldformaat van 1920×1080; 30 bps; uitsnede, 1920×1080; 25 bps; uitsnede of 1920×1080; 24 bps; uitsnede (0 74) is niet hetzelfde als het veld in de definitieve foto, met als gevolg dat optimale resultaten mogelijk niet worden verkregen. Maak testopnamen en controleer de resultaten in de monitor.
De opname
De filmopname eindigt (de tot op dat punt
Behalve bij een beeldformaat van 640 × 424
Merk op dat de belichting voor foto’s niet
Belichtingscorrectie voor de
66
8 Sluit de stand voor livebeeld af.
Druk op de a-knop om de stand voor livebeeld af te sluiten.

Indices

Als Indexmarkering is geselecteerd voor persoonlijke instelling g2 (Voorbeeldknop toewijzen; 0 341), kunt u tijdens het opnemen op de Pv-knop drukken om indices toe te voegen die kunnen worden gebruikt om de positie van beelden te bepalen tijdens het bewerken en weergeven (0 77). indices kunnen aan elke film worden toegevoegd.
Maximaal 20
Pv-knop
y
Index
D De tellerweergave
Dertig seconden voordat livebeeld automatisch eindigt wordt een teller weergegeven (0 55). de timer soms onmiddellijk weergegeven nadat de filmopname is begonnen. beschikbare tijd, livebeeld alsnog automatisch zal eindigen wanneer de timer afloopt. voordat het opnemen van een film wordt hervat.
Merk op dat ongeacht de hoeveelheid op te nemen
Afhankelijk van de opnameomstandigheden wordt
Wacht totdat alle interne schakelingen zijn afgekoeld
67

Het livebeeldscherm: filmlivebeeld

t
q
w e
y
y
r
Item Beschrijving 0
Pictogram “Geen film”
q
Volume hoofdtelefoon
w
Microfoongevoeligheid
e
Geluidsniveau
r
Beeldformaat voor films Het beeldformaat voor filmopname. 74
t
Resterende tijd (filmlivebeeld) De beschikbare opnametijd voor films. 65
y
Monitorhelderheidsaanduiding
u
Gids
i
Geeft aan dat u geen films kunt opnemen.
Volume van audio-uitvoer naar de hoofdtelefoon.
Microfoongevoeligheid voor filmopname.
Geluidsniveau voor audio-opname. Wordt in rood weergegeven als het niveau te hoog is; pas de microfoongevoeligheid dienovereenkomstig aan. aanduidingen voor het kanaal links (L) en rechts (R) verschijnen wanneer er een optionele ME-1 of andere stereomicrofoon wordt gebruikt.
Een aanduiding voor de monitorhelderheid.
Een gids voor de beschikbare opties tijdens filmlivebeeld.
u
i
De
69
69
69
69
69
68
❚❚ Instellingen in het livebeeldscherm aanpassen
Microfoongevoeligheid, volume voor de hoofdtelefoon en monitorhelderheid kunnen volgens de onderstaande beschrijving worden aangepast. volume voor de hoofdtelefoon niet kunnen worden aangepast tijdens het opnemen en dat de helderheid alleen invloed heeft op de monitor (0 57); met de camera opgenomen films blijven ongewijzigd.
Merk op dat de microfoongevoeligheid en
1 Markeer een instelling.
Houd W ingedrukt en druk op 4 of 2 om de aanduiding voor de gewenste instelling te markeren.
W-knop
2 Pas de gemarkeerde instelling aan.
Houd de W-knop ingedrukt en druk op 1 of 3 om de gemarkeerde instelling aan te passen.
A Een externe microfoon gebruiken
De optionele ME-1 stereomicrofoon kan worden gebruikt om geluid in stereo op te nemen of om te voorkomen dat door autofocus veroorzaakt objectiefgeluid wordt opgenomen (0 395).
A Hoofdtelefoon
Er kunnen ook hoofdtelefoons van andere merken worden gebruikt. op dat hoge geluidsniveaus kunnen resulteren in harde geluiden; bijzondere aandacht is vereist bij het gebruik van een hoofdtelefoon.
y
Merk
69

Het informatiescherm: filmlivebeeld

Druk op de R-knop om aanduidingen in de monitor te verbergen of weer te geven tijdens filmlivebeeld.
Virtuele horizon
(0 358) Informatie aan Informatie uit
Histogram Hulpsjablonen
y
A HDMI
Als de camera wordt verbonden met een HDMI-apparaat (0 280), wordt het beeld dat door het objectief te zien is zowel in de cameramonitor als op het HDMI-apparaat weergegeven. HDMI-apparaat verschijnen tijdens filmopname worden rechts weergegeven. Geluidsniveau, virtuele horizon of histogram worden niet door de camera weergegeven; aanduidingen in de monitor en op het HDMI-apparaat kunnen niet worden verborgen of worden weergegeven met behulp van de R-knop.
De aanduidingen die in het
70

Beeldveld

Ongeacht de optie die is geselecteerd voor Beeldveld in het opnamemenu (0 88), hebben alle films en foto's opgenomen in filmlivebeeld een beeldverhouding van 16 : 9 (of 3 : 2 wanneer het filmbeeldformaat 640 × 424 betreft). Afbeeldingen die zijn opgenomen met Aan geselecteerd voor Beeldveld > Automatische DX-uitsnede met een bevestigd DX-objectief, gebruiken een DX­gebaseerd filmformaat, net als afbeeldingen die zijn opgenomen met DX (24×16) 1.5× geselecteerd voor Beeldveld > Kies beeldveld. Andere afbeeldingen gebruiken een FX-gebaseerd filmformaat. wordt een a-pictogram weergegeven wanneer het DX-gebaseerde filmformaat is geselecteerd. De verschillen tussen de uitsneden (0 86), weergegeven tijdens zoeker- en livebeeldfotografie en foto­uitsnede filmlivebeeld, worden hieronder aangeduid.
Er
Uitsnede voor zoeker- en livebeeldfotografie
16 : 9 foto-uitsnede voor filmlivebeeld
Uitsnede voor zoeker- en livebeeldfotografie
3 : 2 foto-uitsnede voor filmlivebeeld
Het formaat van het veld in het midden van de beeldsensor, gebruikt voor het vastleggen van foto's die in filmlivebeeld zijn gemaakt, is 35,0 × 19,7 mm (16 : 9, FX-gebaseerd filmformaat), 22,4 × 12,6 mm (16 : 9, DX-gebaseerd filmformaat), 35,0 × 23,4 mm (3 : 2, FX­gebaseerd filmformaat) of 22,4 × 14,9 mm (3 : 2, DX-gebaseerd filmformaat).
y
71
A Foto's in filmlivebeeld
De volgende tabel toont het fotoformaat (beeldverhouding 16 : 9) gemaakt in filmlivebeeld bij andere beeldformaten dan 640 × 424:
Beeldveld Optie Formaat (pixels) Afdrukformaat (cm)
FX-gebaseerd
formaat (16 : 9)
DX-gebaseerd
formaat (16 : 9)
1.920 × 1.080; 30 bps/
25 bps/24 bps;
uitsnijden
De volgende tabel toont het fotoformaat (beeldverhouding 3 : 2) gemaakt in filmlivebeeld bij beeldformaten van 640 × 424:
y
Beeldveld Optie Formaat (pixels) Afdrukformaat (cm)
FX-gebaseerd
filmformaat (3 : 2)
DX-gebaseerd
filmformaat (3 : 2)
* Globaal formaat bij een afdruk van 300 dpi. Afdrukformaat in inches is gelijk
aan beeldformaat in pixels gedeeld door printerresolutie in dots per inch (dpi; 1 inch = circa 2,54 cm).
Beeldkwaliteit wordt bepaald door de optie die is geselecteerd voor
Beeldkwaliteit in het opnamemenu (0 90).
Groot 4.928 × 2.768 41,7 × 23,4
Middel 3.696 × 2.072 31,3 × 17,5
Klein 2.464 × 1.384 20,9 × 11,7
Groot 3.200 × 1.792 27,1 × 15,2
Middel 2.400 × 1.344 20,3 × 11,4
Klein 1.600 × 896 13,5 × 7,6
1.920 × 1.080 16,3 × 9,1
Groot 4.928 × 3.280 41,7 × 27,8
Middel 3.696 × 2.456 31,3 × 20,8
Klein 2.464 × 1.640 20,9 × 13,9
Groot 3.200 × 2.128 27,1 × 18,0
Middel 2.400 × 1.592 20,3 × 13,5
Klein 1.600 × 1.064 13,5 × 9,0
A Afstandsbedieningskabels
Als Films opnemen is geselecteerd voor persoonlijke instelling g4 (Ontspanknop toewijzen), dan kunnen de ontspanknoppen op de optionele afstandsbedieningskabels (0 394) worden gebruikt om filmlivebeeld te starten en de filmopname te beëindigen (0 343).
*
*
72
D Films opnemen
Flikkeringen, banden of vertekeningen kunnen in de monitor en in de uiteindelijke film onder fluorescerende lampen of lampen met kwikdamp of natrium zichtbaar zijn, of wanneer de camera horizontaal wordt bewogen of een voorwerp met hoge snelheid door het beeld beweegt (voor informatie over het verminderen van flikkeringen en banden, zie Flikkerreductie, 0 348). moiré en heldere vlekken zichtbaar zijn. knipperende tekens en andere met tussenpozen verschijnende lichtbronnen kunnen heldere banden verschijnen of als het onderwerp kort door een strobe of andere heldere, kortstondige lichtbron wordt verlicht. Richt de camera niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen tijdens het opnemen van films. kan schade aan de interne schakelingen van de camera tot gevolg hebben. Merk op dat ruis (willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) en onverwachte kleuren kunnen verschijnen als u inzoomt op het beeld dat zichtbaar is door het objectief (0 59) tijdens filmlivebeeld.
Er kan geen flitslicht worden gebruikt tijdens filmlivebeeld.
De opname eindigt automatisch als het objectief wordt verwijderd of als de selectieknop voor livebeeld naar een nieuwe instelling wordt gedraaid. Filmlivebeeld eindigt wanneer de G-knop wordt ingedrukt.
Livebeeld wordt mogelijk automatisch beëindigd om schade aan de interne schakelingen te voorkomen; sluit livebeeld af wanneer de camera niet in gebruik is. stijgen en kan er in de volgende gevallen ruis (heldere vlekken, willekeurige heldere pixels of waas) te zien zijn (de camera kan ook voelbaar warm worden, maar dit duidt niet op een storing):
• De omgevingstemperatuur is hoog
• De camera is voor langere perioden in livebeeld gebruikt of om films op te
• De camera is voor langere perioden in continu ontspanstand gebruikt Als livebeeld niet start wanneer u op de a-knop drukt, dient u te wachten totdat de interne schakelingen zijn afgekoeld en probeer het vervolgens opnieuw.
nemen
Merk op dat de temperatuur van interne schakelingen kan
Er kunnen ook gekartelde randen, valse kleuren,
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel
In bepaalde velden met
y
73

Filminstellingen

Gebruik de optie Filminstellingen in het opnamemenu om de volgende instellingen aan te passen.
Beeldformaat/beeldsnelheid, Filmkwaliteit: Kies uit de volgende opties:
Maximale bitsnelheid
(Mbps)
3, 4
3, 4
hoge
kwaliteit
Normaal
24 12
12 8
53
24 12
De fotohoek is equivalent aan een
1
1920×1080; 30 bps
1
1920×1080; 25 bps
2
1920×1080; 24 bps
3
1280× 720; 60 bps
4
1280× 720; 50 bps
5
1280× 720; 30 bps
6
1280× 720; 25 bps
7
640× 424; 30 bps
o
y
640× 424; 25 bps
p
1920×1080; 30 bps; uitsnede
8
1920×1080; 25 bps; uitsnede
9
1920×1080; 24 bps; uitsnede
!
1 Werkelijke snelheid is 29,97 bps voor waarden aangeduid als 30 bps, 23,976 bps voor
waarden aangeduid als 24 bps en 59,94 bps voor waarden aangeduid als 60 bps.
2 In DX-gebaseerd filmformaat is de beeldkwaliteit equivalent aan films die zijn
opgenomen met een beeldformaat van 1.280 × 720. 3 De maximumlengte voor Hoge kwaliteit films is 20 minuten. 4 Matrixmeting wordt automatisch geselecteerd.
brandpuntsafstand van 2,7 × de lengte van een FX-gebaseerd filmformaat, waardoor
een tele-effect ontstaat zonder gebruik te maken van een langer objectief; h wordt in
de monitor weergegeven.
Fijn afbeeldingen van optimale kwaliteit als een formaat van 1.920 × 1.080 pixels
opgeslagen; HDR is niet beschikbaar (0 186).
2, 3
2, 3
2, 3
3
3
3, 4
Foto's die met deze instelling zijn gemaakt, worden als JPEG
Maximale lengteOptie
29 min. 59 sec.
D Beeldformaat- en snelheid
Het beeldformaat en de beeldsnelheid beïnvloeden de verdeling en de hoeveelheid ruis (willekeurige heldere pixels, waas of heldere vlekken).
74
Loading...