Vind wat u zoekt met deze vraag- en antwoordindex.
Foto’s maken
Opname- en kadreeropties
i
Is er een snelle en eenvoudige manier om
snapshotfoto’s te maken?
Kan ik foto’s kadreren in de monitor (C
livebeeldfotografie)?
Kan ik films maken (1 filmlivebeeld)?63
Kan ik met regelmatige tussenpozen gemaakte foto’s
samenvoegen om een time-lapse-film te creëren?
Ontspanstanden
i
Kan ik snel opeenvolgend foto’s nemen?111
Hoe neem ik foto’s met de zelfontspanner?114
Scherpstelling
i
Kan ik kiezen hoe de camera scherpstelt?97
Kan ik het scherpstelpunt kiezen?103
Belichting
i
Kan ik foto’s lichter of donkerder maken?137
Hoe behoud ik details in schaduwen en hoge lichten?184, 186
Beeldkwaliteit en -formaat
i
Hoe neem ik foto’s om af te drukken op groot formaat?
Hoe krijg ik meer foto’s op de geheugenkaart?
Foto’s bekijken
Weergave
i
Hoe kan ik foto’s op de camera bekijken?235
Hoe krijg ik meer informatie over een foto?238
Kan ik foto’s in een automatische diashow afspelen?291
Kan ik foto’s op een televisie bekijken?280
Kan ik foto’s beveiligen tegen onopzettelijk wissen?249
Verwijderen
i
Hoe wis ik ongewenste foto’s?251
0
xxii, 40
49
223
90, 93
0
ii
Foto’s retoucheren
Hoe maak ik geretoucheerde kopieën van foto’s?361
Hoe maak ik JPEG-kopieën van RAW (NEF)-foto’s?372
Kan ik filmbeelden op de camera bijsnijden of
filmbeelden opslaan?
0
79
Menu’s en instellingen
Hoe gebruik ik de menu’s?19
Hoe zorg ik ervoor dat de weergaven niet worden
uitgeschakeld?
Hoe krijg ik het zoekerbeeld scherp?38
Hoe stel ik de klok van de camera in?30, 348
Hoe formatteer ik geheugenkaarten?36
Hoe herstel ik alle standaardinstellingen?
Hoe krijg ik hulp bij een menu of melding?22
Verbindingen
Hoe kopieer ik foto’s naar een computer?263
Hoe druk ik foto’s af?271
Kan ik de opnamedatum op mijn foto’s afdrukken?274
Onderhoud en optionele accessoires
Welke geheugenkaarten kan ik gebruiken?442
Welke objectieven kan ik gebruiken?385
Welke optionele flitsers (Speedlights) kan ik gebruiken?192
Welke andere accessoires zijn beschikbaar voor mijn
camera?
Welke software is beschikbaar voor mijn camera?
Hoe reinig ik de camera?398
Waar kan ik terecht voor onderhoud en reparaties aan
mijn camera?
0
316, 317
207, 295,
305
0
0
391
405
iii
Inhoudsopgave
Vraag- en antwoordindex ..........................................................................ii
Voor uw veiligheid....................................................................................xiii
Gebruiksduur van de batterij.............................................................. 447
Index ............................................................................................................ 449
xii
Voor uw veiligheid
Als u schade aan uw Nikon-product of letsel aan uzelf of anderen wilt
voorkomen, dient u de volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen
voordat u dit product gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies op
een plaats waar iedereen die het product gebruikt ze kan lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de
veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk worden met het volgende pictogram
aangegeven:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Lees om mogelijk letsel te
A
voorkomen alle waarschuwingen voordat u dit Nikon-product gebruikt.
❚❚ WAARSCHUWINGEN
A Zorg dat de zon buiten beeld blijft
Zorg er bij tegenlichtopnamen voor
dat de zon ver buiten beeld blijft.
Als zonlicht in de camera
convergeert doordat de zon zich in
of dicht bij het beeld bevindt, kan
dit brand veroorzaken.
A Kijk niet via de zoeker in de zon
In de zon of andere sterke
lichtbronnen kijken via de zoeker
kan tot blijvende vermindering
van het gezichtsvermogen leiden.
A De dioptrieregelaar van de zoeker
gebruiken
Wanneer u de dioptrieregelaar van
de zoeker gebruikt met het oog
tegen de zoeker, dient u op te
passen dat u niet per ongeluk uw
vinger in uw oog steekt.
A Zet het apparaat onmiddellijk uit in geval
van storing
Indien er rook of een ongewone
geur vrijkomt uit het apparaat of de
lichtnetadapter (apart verkrijgbaar),
haalt u onmiddellijk de stekker van
de lichtnetadapter uit het
stopcontact en verwijdert u de accu.
Pas daarbij op dat u zich niet
verbrandt. Voortgaand gebruik kan
leiden tot letsel. Nadat u de accu
hebt verwijderd, brengt u het
apparaat voor onderzoek naar een
door Nikon geautoriseerd
servicecenter.
A Haal het apparaat niet uit elkaar
Aanraking van interne onderdelen
kan tot letsel leiden. In geval van
een defect mag dit product
uitsluitend worden gerepareerd
door een gekwalificeerde
reparateur. Mocht het product
openbreken als gevolg van een val
of ander ongeluk, verwijder dan de
accu en/of koppel de
lichtnetadapter los en breng het
product voor onderzoek naar een
door Nikon geautoriseerd
servicecenter.
xiii
A Gebruik het apparaat niet in de nabijheid
van ontvlambaar gas
Gebruik elektronische apparatuur
niet in de nabijheid van
ontvlambaar gas, omdat dit kan
leiden tot explosie of brand.
A Buiten bereik van kinderen houden
Het niet in acht nemen van deze
waarschuwing kan letsel tot gevolg
hebben. Houd er bovendien
rekening mee dat kleine onderdelen
verstikkingsgevaar opleveren.
Mocht een kind enig onderdeel van
dit apparaat inslikken, raadpleeg
dan onmiddellijk een arts.
A Plaats de polsriem niet om de hals van
kinderen
Het dragen van de camerapolsriem
om de nek kan bij kinderen leiden
tot verstikking.
A Vermijd langdurig contact met de camera,
batterij of lader zo lang als de apparaten
ingeschakeld of in gebruik zijn
Delen van het apparaat worden
heet. Langdurig direct contact van
de huid met het apparaat kan lichte
brandwonden tot gevolg hebben.
A Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in
acht bij het gebruik van batterijen
Batterijen kunnen bij onjuist
gebruik gaan lekken of ontploffen.
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht bij
het gebruik van de batterijen bij dit
product:
• Gebruik alleen batterijen die zijn
goedgekeurd voor gebruik in dit
apparaat.
• Gebruik alleen CR1616 lithium
batterijen voor het vervangen van
de klokbatterij. Het gebruik van een
ander type batterij kan een
ontploffing veroorzaken. Gooi de
gebruikte batterijen weg zoals
aangegeven.
• U mag de batterij niet kortsluiten of
uit elkaar halen.
• Zorg ervoor dat het product is
uitgeschakeld voordat u de batterij
vervangt. Als u een lichtnetadapter
gebruikt, moet u deze eerst
loskoppelen.
• Plaats batterijen niet
ondersteboven of achterstevoren.
• Stel batterijen niet bloot aan vuur of
hoge temperaturen.
• U mag batterijen niet blootstellen
aan of onderdompelen in water.
• Plaats het afdekkapje van de batterij
terug wanneer u de batterij
vervoert. Vervoer of bewaar de
batterij niet samen met metalen
voorwerpen, zoals halskettingen of
haarspelden.
• Volledig ontladen batterijen kunnen
gaan lekken. Als u schade aan het
product wilt voorkomen, dient u
een ontladen batterij te
verwijderen.
• Als de batterij niet in gebruik is,
plaatst u het afdekkapje op de
contactpunten en bergt u de
batterij op een koele, droge plaats
op.
• Direct na gebruik of als het product
gedurende een langere periode op
de batterij heeft gewerkt, kan de
batterij zeer warm zijn. Zet de
camera daarom uit en laat de
batterij afkoelen voordat u deze
verwijdert.
• Stop onmiddellijk met het gebruik
van een batterij als u veranderingen
opmerkt, zoals verkleuring of
vervorming.
xiv
A Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in
acht bij het gebruik van de lader
• Houd het product droog. Het niet in
acht nemen van deze
waarschuwing kan leiden tot brand
of een elektrische schok.
• Verwijder stof op of bij metalen
onderdelen van de stekker met een
droge doek. Voortgaand gebruik
kan leiden tot brand.
• Tijdens onweer mag u het netsnoer
niet aanraken en niet in de buurt
van de lader komen. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan
leiden tot een elektrische schok.
•Beschadig, wijzig of verbuig het
netsnoer niet en trek er niet met
kracht aan. Plaats het snoer niet
onder zware objecten en stel het
niet bloot aan hitte of vuur. Als de
isolatie is beschadigd en de
stroomdraden blootliggen, brengt u
het netsnoer voor onderzoek naar
een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger. Het niet
in acht nemen van deze
waarschuwing kan leiden tot brand
of een elektrische schok.
• Houd de stekker of de lader niet met
natte handen vast. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan
leiden tot een elektrische schok.
• Gebruik het product niet met
reisadapters of adapters die
ontworpen werden om een voltage
om te zetten naar een ander voltage
of met omzetters voor gelijkstroom
naar wisselstroom. Het niet in acht
nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan schade aan
het product, oververhitting of brand
veroorzaken.
A Gebruik geschikte kabels
Als u kabels op de in- en uitgangen
aansluit, gebruik dan uitsluitend de
meegeleverde kabels of kabels die
Nikon voor het beoogde doel
verkoopt. Zo weet u zeker dat u de
voorschriften voor dit product
naleeft.
A Cd-roms
Cd-roms met software of
gebruikshandleidingen mogen niet
op audio-cd-apparatuur worden
afgespeeld.Het afspelen van een
cd-rom op een audio-cd-speler kan
gehoorverlies of schade aan de
apparatuur veroorzaken.
A Richt een flitser niet op de bestuurder van
een motorvoertuig
Het niet in acht nemen van deze
waarschuwing kan ongelukken tot
gevolg hebben.
A Wees voorzichtig bij het gebruik van de
flitser
• Het gebruik van de camera met
optionele flitsers terwijl deze zich
dicht bij de huid of andere
voorwerpen bevindt, kan
brandwonden veroorzaken.
• Het gebruik van optionele flitsers
dicht bij de ogen van een persoon
kan leiden tot tijdelijke
vermindering van het
gezichtsvermogen. Pas extra goed
op als u kleine kinderen
fotografeert. De flitser mag zich niet
op minder dan één meter van de
persoon bevinden.
A Vermijd contact met vloeibare kristallen
Mocht de monitor breken, pas dan
op dat u zich niet verwondt aan de
glassplinters en dat de vloeibare
kristallen uit de monitor niet in
aanraking komen met uw huid,
ogen of mond.
xv
Kennisgevingen
• Niets uit de handleidingen die bij dit
product horen, mag in enigerlei vorm of
op enigerlei wijze worden
verveelvoudigd, uitgezonden, overgezet
of opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand of worden vertaald in
een andere taal zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van Nikon.
• Nikon behoudt zich het recht voor de
specificaties van de hardware en de
software die in deze handleidingen zijn
beschreven op elk gewenst moment
zonder aankondiging te wijzigen.
• Nikon is niet aansprakelijk voor enige
schade die voortkomt uit het gebruik van
dit product.
• Hoewel al het mogelijke in het werk is
gesteld om ervoor te zorgen dat de
informatie in deze handleidingen
accuraat en volledig is, stellen we het ten
zeerste op prijs als u eventuele fouten of
onvolkomenheden onder de aandacht
wilt brengen van de Nikonvertegenwoordiger in uw land/regio
(adres apart vermeld).
xvi
Kennisgevingen voor klanten in Europa
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN VOOR EEN ONJUIST TYPE.
VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES.
Dit pictogram geeft aan dat
elektrische en elektronische
apparaten via gescheiden
inzameling moet worden
afgevoerd.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in Europese
landen:
• Dit product moet gescheiden van het
overige afval worden ingeleverd bij een
daarvoor bestemd inzamelingspunt.
Gooi dit product niet weg als
huishoudafval.
• Gescheiden inzameling en recycling
helpt bij het behoud van natuurlijke
bronnen en voorkomt negatieve
consequenties voor mens en milieu die
kunnen ontstaan door onjuist
weggooien van afval.
• Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij
duidt aan dat de batterij
afzonderlijk moet worden
ingezameld.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in
Europese landen:
• Alle batterijen, al dan niet voorzien van
dit symbool, moeten afzonderlijk worden
ingezameld op een geschikt
inzamelpunt. Gooi dit product niet weg
als huishoudafval.
• Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
xvii
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden
verwijderd als u beelden wist of geheugenkaarten of andere opslagmedia formatteert. Met
behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden
op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke
beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de
privacybescherming van dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software alvorens een opslagmedium weg te
werpen of aan een ander over te dragen. Een alternatief is het medium eerst te
formatteren en vervolgens geheel te vullen met beelden zonder persoonlijke informatie
(bijvoorbeeld foto’s van de lucht). Vergeet niet eventuele foto’s te wissen die zijn
geselecteerd met handmatige voorinstelling (0 168). Voorkom letsel bij het fysiek
vernietigen van opslagmedia.
xviii
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd
door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
• Voorwerpen die volgens de wet niet mogen
worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld,
munten, waardepapieren of obligaties
van (plaatselijke) overheden, zelfs niet als
dergelijke kopieën of reproducties
worden voorzien van een stempel
“Voorbeeld” of “Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van
papiergeld, munten of waardepapieren
die in het buitenland in omloop zijn, is
verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend, is
het kopiëren of reproduceren van
ongebruikte door de overheid
uitgegeven postzegels of briefkaarten
verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door
de overheid uitgegeven postzegels en
gecertificeerde wettelijke documenten is
verboden.
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon camera’s zijn ontwikkeld volgens de hoogste standaards en bevatten complexe
elektronische schakelingen.Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon
(inclusief batterijladers, batterijen, lichtnetadapters en flitsaccessoires) die door Nikon
speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera, zijn ontwikkeld om
binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze elektronische schakelingen te
werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
Gebruik van niet-originele elektronische accessoires kan schade aan de
camera tot gevolg hebben die niet onder de Nikon-garantie valt. Het
gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van andere fabrikanten, die niet
zijn voorzien van het holografische zegel van Nikon (zie rechts), kan de
normale werking van de camera verstoren of ertoe leiden dat de batterijen oververhit
raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door
Nikon geautoriseerde leverancier.
• Waarschuwingen met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van bepaalde
waardepapieren
De overheid heeft waarschuwingen
uitgevaardigd met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van
waardepapieren uitgegeven door
commerciële instellingen (aandelen,
wissels, cheques, cadeaubonnen en
dergelijke), vervoerspassen of coupons,
behalve als het gaat om een minimum
aantal kopieën voor zakelijk gebruik door
een bedrijf. Het is eveneens niet
toegestaan om door de overheid
uitgegeven paspoorten, vergunningen van
overheidsinstellingen en andere instanties,
identiteitsbewijzen, toegangsbewijzen,
pasjes en maaltijdbonnen te kopiëren of te
reproduceren.
• Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van creatief
materiaal waarop het auteursrecht rust,
zoals boeken, muziek, schilderijen,
houtsneden, afdrukken, plattegronden,
tekeningen, films en foto’s, is onderhevig
aan nationale en internationale
auteurswetten. Gebruik dit product niet om
illegale kopieën te maken of voor andere
activiteiten die het auteursrecht schenden.
Alleen originele Nikon-accessoires die specifiek zijn bedoeld voor gebruik
met uw Nikon digitale camera, zijn ontworpen en getest om te voldoen aan
de geldende veiligheids- en functioneringsvoorschriften. H
De camera is een precisieapparaat dat regelmatig onderhoud vereist. Nikon
raadt u aan de camera eens per jaar of per twee jaar te laten nakijken door
de leverancier of een door Nikon geautoriseerd servicecenter en elke drie
tot vijf jaar een onderhoudsbeurt te geven (houd er rekening mee dat
hieraan kosten zijn verbonden). Regelmatige inspectie en onderhoud
worden vooral aanbevolen wanneer u de camera voor professionele
doeleinden gebruikt. Het wordt aanbevolen om tegelijkertijd met uw
camera eventuele accessoires die u veel gebruikt, zoals objectieven of
optionele flitsers, te laten nakijken en onderhouden.
A Voordat u belangrijke foto’s gaat maken
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een
huwelijk of reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken om te
controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor
schade of gederfde winst veroorzaakt door het onjuist functioneren van het
product.
xx
A Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikons inzet voor “permanente kennisoverdracht” met
het oog op doorlopende productondersteuning en -educatie is
voortdurend bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende
sites:
•
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
•
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
•
Voor gebruikers in Azië, Ocea nië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek de sites om up-to-date te blijven met de nieuwste
productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs) en
algemeen advies over digital imaging en digitale fotografie. Aanvullende
informatie kan mogelijk worden verstrekt door de Nikon-importeur in uw
land/regio. Bezoek de volgende website voor contactgegevens:
http://imaging.nikon.com/
xxi
Snelhandleiding
Volg deze stappen voor een snelle start met de D4.
1 Bevestig de camerariem.
Bevestig de riem stevig aan de oogjes van de camera.
2 Laad (0 23) en plaats (0 25) de batterij.
Bevestig het deksel van het batterijvak alvorens de batterij te
plaatsen.
3 Bevestig een objectief (0 28).
xxii
4 Plaats een geheugenkaart (0 33).
Achterzijde
5 Zet de camera aan (0 40).
A Zie ook
Zie pagina 30 voor informatie over het kiezen van een taal en instellen
van de tijd en datum. Zie pagina 38 voor informatie over het aanpassen
van de zoekerbeeldscherpte.
6 Selecteer autofocus (0 97).
Draai de selectieknop voor de
scherpstelstand naar AF
(autofocus).
7 Stel scherp en maak de foto
(0 43, 44).
Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen en druk de
ontspanknop vervolgens
helemaal in om de foto te
maken.
8 Bekijk de foto
(0 46).
K-knop
Selectieknop voor scherpstelstand
Scherpstelaanduiding
xxiii
xxiv
X
Inleiding
Pakketinhoud
Controleer of alle hier genoemde items met uw camera werden
meegeleverd.
Geheugenkaarten worden afzonderlijk verkocht.
•D4 digitale
camera (0 2)
• BF-1B bodydop (0 28,
394)
• BS-2 afdekkapje
accessoireschoen (
191)
X
017,
• EN-EL18 oplaadbare Li-ionbatterij
met afdekkapje (0 23, 25)
• MH-26 batterijlader met netsnoer
en twee contactbeschermers
(0 23, 440)
•AN-DC7 polsriem (0 xxii)
• Garantie
• Gebruikshandleiding (deze gids)
•UC-E15 USB-kabel
(0 267, 272)
• USB-kabelklem
(0 267)
• UF-2 aansluitingendeksel voor
stereokabel met
ministekker
(0 395)
•Snelstartgids
•Netwerkgids
• ViewNX 2 installatie-cd (0 263)
1
Kennismaking met de camera
Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de
bedieningsonderdelen en aanduidingen van de camera.
eventueel een boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u het gemakkelijk
kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest.
Plaats de microfoon of luidspreker niet in de onmiddellijke nabijheid van
magnetische apparaten.
voorzorgsmaatregel kan de opgenomen gegevens op de magnetische
apparaten beïnvloeden.
naar
achtergrondverlichting van de
bedieningspanelen (lcd-verlichting) en
achtergrondverlichting van de
knoppen (0
eenvoudig in het donker kan worden
gebruikt.
wordt losgelaten, blijft de verlichting
gedurende zes seconden branden zo lang als de belichtingsmeters actief
zijn of totdat de sluiter wordt ontspannen of de hoofdschakelaar opnieuw
naar
Als de batterij volledig leeg is of als er geen batterij is geplaatst, wordt de
weergave in de zoeker gedimd.
De zoekerweergave wordt hersteld wanneer een volledig opgeladen
batterij wordt geplaatst.
Dit is normaal en duidt niet op een storing.
D Het bedieningspaneel en de zoekerweergaven
De helderheid van het bedieningspaneel en de zoekerweergaven
verschillen afhankelijk van de temperatuur en bij lage temperaturen
kunnen de reactietijden van de weergaven afnemen.
duidt niet op een storing.
Dit is normaal en
12
Het informatiescherm
Druk op de R-knop om opname-informatie,
inclusief sluitertijd, diafragma, beeldteller, het
aantal resterende opnamen en AF-veldstand in
de monitor weer te geven.
Druk, om de opname-informatie van de monitor te wissen, tweemaal op de
R
-knop of druk de ontspanknop half in. De monitor wordt automatisch
uitgeschakeld als er gedurende circa 10 seconden geen handelingen
plaatsvinden.
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling c4 (Monitor uit, 0 317) voor informatie over het
kiezen van de ingeschakelde tijdsduur van de monitor. Zie persoonlijke
instelling d9 (Informatieweergave, 0 322) voor informatie over het
wijzigen van de kleur of de belettering in het informatiescherm.
Een tooltip met de naam van het geselecteerde
item verschijnt in het informatiescherm.
kunnen met behulp van persoonlijke instelling d8
(Schermtips; 0 321) worden uitgeschakeld.
Het meegeleverde afdekkapje van
de BS-2 accessoireschoen kan
worden gebruikt om de
accessoireschoen te beschermen of
om te voorkomen dat gereflecteerd
licht van de metalen schoendelen
op foto's verschijnt. De BS-2 wordt
aan de accessoireschoen van de camera bevestigd, zoals rechts
aangeduid.
Houd het afdekkapje van de
accessoireschoen met de duim
ingedrukt om het te verwijderen en
schuif het eraf zoals rechts
aangeduid terwijl de camera stevig
wordt vastgehouden.
X
17
X
18
s
Instructies
Cameramenu’s
De meeste opname-, weergave- en instelopties
zijn toegankelijk via de cameramenu's. Druk op
de G-knop om de menu’s te bekijken.
Tabs
Kies uit de volgende menu’s:
• D: Weergave (0 283)• B: Setup (0 344)
• C: Opname (0 293)• N: Retoucheren (0 361)
• A: Persoonlijke instellingen (0 303)• O/m: Mijn Menu of Recente Instellingen
(standaard ingesteld op Mijn Menu;
0 380)
Instelknop geeft positie in huidig menu
aan.
Huidige instellingen worden aangegeven
met pictogrammen.
Menuopties
Opties in huidig menu.
d
Als het pictogram d wordt weergegeven, kan hulpinformatie voor het huidige
item worden bekeken door op de L (Z/Q) -knop (0 22) te drukken.
G-knop
s
19
Cameramenu’s gebruiken
❚❚ Menubesturingen
De multi-selector en knop J worden gebruikt om door de menu’s te
navigeren.
Multi-selector
Beweeg cursor omhoog
Annuleer en keer
terug naar het
vorige menu
s
Beweeg cursor omlaag
❚❚ Door de menu’s navigeren
Voer de onderstaande stappen uit om door de menu’s te navigeren.
Selecteer
gemarkeerd
item
Selecteer
gemarkeerd
item of geef
submenu weer
J-knop
Selecteer
gemarkeerd item
1 Geef de menu’s weer.
Druk op de G-knop om de menu’s weer
te geven.
2 Markeer het pictogram voor
het huidige menu.
Druk op 4 om het pictogram
voor het huidige menu te
markeren.
20
G-knop
3 Selecteer een menu.
Druk op 1 of 3 om het gewenste menu te selecteren.
4 Plaats de cursor in het
geselecteerde menu.
Druk op 2 om de cursor in het
geselecteerde menu te
selecteren.
5 Markeer een menu-item.
Druk op 1 of 3 om een menuitem te markeren.
6 Weergaveopties.
Druk op 2 om opties voor het
geselecteerde menu-item weer
te geven.
s
7 Markeer een optie.
Druk op 1 of 3 om een optie te
markeren.
21
8 Selecteer het gemarkeerde item.
Druk op J om het gemarkeerde item te
selecteren.
sluiten zonder een optie te selecteren.
Let op de volgende punten:
• Menu-items die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar.
• Het indrukken van 2 of de centrale knop van de multi-selector heeft
in het algemeen hetzelfde effect als het indrukken van J. Er zijn een
aantal gevallen waarin de selectie alleen kan worden gemaakt door
het indrukken van J.
s
• Druk de ontspanknop half in (0 44) om de menu's af te sluiten en
terug te keren naar de opnamestand.
Help
Als het pictogram d onderaan in de
linkerhoek van de monitor wordt getoond, kan
hulpinformatie worden weergegeven door op
de L (Z/Q)-knop te drukken.
Zolang de knop ingedrukt
wordt gehouden, wordt een
beschrijving van de
geselecteerde optie of het
geselecteerde menu
weergegeven. Druk op 1 of 3
om door het scherm te
bladeren.
Druk op de G-knop om af te
J-knop
L (Z/Q)-knop
22
Eerste stappen
De batterij opladen
De D4 wordt gevoed door een EN-EL18 oplaadbare Li-ionbatterij
(meegeleverd).
vóór gebruik op in de meegeleverde MH-26 batterijlader.
circa twee uur en twintig minuten om een lege batterij volledig op te
laden.
1 Sluit de lader aan.
Steek de stekker van de lichtnetadapter in
de batterijlader en steek de stekker van
het netsnoer in een stopcontact.
2 Verwijder het afdekkapje.
Verwijder het afdekkapje van de batterij.
3 Verwijder de contactbescherming.
Verwijder de contactbescherming van het
batterijvak van de lader.
Laad voor een maximale opnameduur de batterij
Het duurt
Afdekkapje
s
A Zie ook
Voor informatie over het gebruik van de MH-26 om twee batterijen op te
laden, zie pagina 441.
23
4 Laad de batterij op.
Gids
s
Plaats de batterij (polen eerst), waarbij het einde van de batterij
wordt uitgelijnd met de richtlijn en schuif vervolgens de batterij
in de richting die is aangeduid tot de batterij op haar plaats klikt.
De batterijvaklampjes en oplaadlampjes knipperen traag terwijl
de batterij oplaadt:
OplaadstatusBatterijvaklampje
Minder dan 50% van de
maximumcapaciteit
50–80% van maximumcapaciteitH (knippert traag) K (brandt)
Meer dan 80% maar minder dan
100% van maximumcapaciteit
100% van maximumcapaciteitK (brandt)I (uit)I (uit)I (uit)
Het opladen is voltooid wanneer het batterijvaklampje stopt met
knipperen en de oplaadlampjes uitschakelen. Het volledig
opladen van een lege batterij duurt twee uur en twintig minuten;
merk op dat de batterij niet oplaadt bij temperaturen lager dan
0 °C of hoger dan 60 °C.
Contacten
H (knippert traag)
H (knippert traag) K (brandt) K (brandt)
Batterijvak-
lampjes
Oplaadlampjes
50%80%100%
H (knippert
traag)
Oplaadlampjes
(groen)
I (uit)I (uit)
H (knippert
traag)
H (knippert
I (uit)
traag)
5 Verwijder de batterij wanneer het opladen is voltooid.
Verwijder de batterij en ontkoppel de lader.
D Kalibratie
Zie pagina 440 voor meer informatie over kalibreren.
24
De batterij plaatsen
1 Zet de camera uit.
D Batterijen plaatsen en
verwijderen
Zet de camera altijd uit voordat u
de batterij plaatst of verwijdert.
2 Verwijder het deksel van het
batterijvak.
Til de ontgrendeling van het batterijvakdeksel
op, draai het naar de open (
verwijder het deksel van het BL-6 batterijvak
w
).
(
A
) positie (q) en
3 Bevestig het deksel op de batterij.
Indien de batterij-ontgrendeling zodanig is
geplaatst dat de pijl (4) zichtbaar is,
verschuif dan de batterij-ontgrendeling om
de pijl te bedekken. Plaats de twee
uitstekende delen op de batterij in de
overeenkomstige uitsparingen in het
deksel en verschuif de batterijontgrendeling tot de pijl volledig zichtbaar
is.
s
D Het deksel van het BL-6 batterijvak
De batterij kan worden opgeladen terwijl de BL-6 is bevestigd. Schuif, om te
voorkomen dat stof zich ophoopt in het batterijvak wanneer de batterij niet
is geplaatst, de batterij-ontgrendeling in de richting die wordt aangeduid
door de pijl (4), verwijder de BL-6 van de batterij en plaats deze terug op de
camera.
Andere batterijdeksels zijn niet geschikt voor deze camera.
25
4 Plaats de batterij.
Plaats de batterij, zoals rechts aangeduid.
5 Vergrendel het deksel.
Draai, om te voorkomen dat de
batterij wordt losgewrikt tijdens
het bedienen, de vergrendeling
naar de gesloten positie en
s
vouw deze naar beneden, zoals
rechts aangeduid.
dat het deksel stevig vastzit.
Zorg ervoor
A De batterij verwijderen
Schakel, voor het verwijderen van de batterij, de
camera uit, til de vergrendeling van het
batterijvakdeksel op en draai het open naar de (A)
Houd er rekening mee dat de batterij na
positie.
gebruik zeer warm kan zijn. Ga daarom voorzichtig
te werk wanneer u de batterij verwijdert.
om kortsluiting te voorkomen, het afdekkapje
terug wanneer de batterij niet in gebruik is.
Plaats,
D EN-EL18 oplaadbare Li-ionbatterijen
De meegeleverde EN-EL18 deelt informatie met compatibele apparaten,
zodat de camera de oplaadstatus van de batterij op zes niveaus kan tonen
De optie Batterij-informatie in het setup-menu toont details over
(0 40).
het opladen van de batterij, de gebruiksduur van de batterij en het aantal
gemaakte foto’s sinds de laatste oplaadsessie van de batterij (0 351). Indien
noodzakelijk kan de batterij opnieuw worden gekalibreerd om er zeker van
te zijn dat nauwkeurige registratie van het batterijniveau wordt voortgezet
(0 440).
26
D De batterij en de lader
Lees de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op de pagina’s xiii–xv en
408–411 van deze handleiding en volg ze op.
omgevingstemperaturen lager dan 0 °C of hoger dan 40 °C; het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de batterij beschadigen of de
prestaties doen verslechteren.
de oplaadtijden kunnen toenemen bij batterijtemperaturen van 0 °C tot
15 °C en van 45 °C tot 60 °C.
U mag de ladercontacten niet kortsluiten. Het niet in acht nemen van deze
waarschuwing kan leiden tot oververhitting en schade aan de lader.
binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5–35 °C.
batterijcapaciteit kan tijdelijk afnemen als de batterij bij een lage
temperatuur wordt opgeladen of als de batterij wordt gebruikt bij een
temperatuur die lager is dan de temperatuur waarbij de batterij is
opgeladen.
5 °C, kan de gebruiksduuraanduiding van de batterij in de weergave
Batterij-informatie (0 351) een tijdelijke daling tonen.
Direct na gebruik kan de batterij zeer warm zijn. Wacht met opladen totdat
de batterij is afgekoeld.
Gebruik de lader alleen met compatibele batterijen. Haal de stekker uit het
stopcontact wanneer u de lader niet gebruikt.
Een aanmerkelijke daling van de tijd waarin een volledig opgeladen batterij
zijn lading dient te behouden wanneer deze bij kamertemperatuur wordt
gebruikt, duidt aan dat de batterij vervanging vereist.
EN-EL18 batterij.
Als de batterij wordt opgeladen bij een temperatuur lager dan
De capaciteit wordt mogelijk verminderd en
Gebruik de batterij niet bij
De
Koop een nieuwe
Laad
s
27
Een objectief bevestigen
Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer u het
objectief verwijdert.
handleiding voor illustratieve doeleinden wordt gebruikt, is een AF-S
NIKKOR 50mm f/1.4G.
Het objectief dat in het algemeen in deze
Objectiefdop
Bevestigingsmarkering
CPU-contacten (0 387)
s
Selectieknop voor
scherpstelstand (0 29)
Scherpstelring (0 108)
1 Zet de camera uit.
2 Verwijder de achterste objectiefdop en de bodydop van
de camera.
28
3 Bevestig het objectief.
Zorg dat de bevestigingsmarkering op het objectief in lijn staat
met de markering op de camerabody en plaats het objectief in de
bajonetvatting van de camera (q).
totdat het op zijn plaats klikt, waarbij u erop let dat u niet op de
objectiefontgrendeling drukt (w).
Als het objectief is voorzien van een
schakelaar voor de A-M- of M/A-M-stand,
selecteer A (autofocus) of M/A (autofocus
met handmatige prioriteit).
D Het objectief verwijderen
Zet de camera uit voordat u een objectief
verwijdert of verwisselt. Als u het objectief wilt
verwijderen, houdt u de objectiefontgrendeling
(q) ingedrukt terwijl u het objectief naar rechts
draait (w). Plaats na het verwijderen van het
objectief de objectiefdoppen en de bodydop
terug op respectievelijk het objectief en de
camera.
D CPU-objectieven met diafragmaringen
Als een CPU-objectief is uitgerust met een diafragmaring (0 387),
vergrendel deze dan op het kleinste diafragma (hoogste f-waarde).
A Beeldveld
Het DX-formaat beeldveld wordt automatisch
geselecteerd wanneer een DX-objectief is
bevestigd (0 85).
Draai het objectief linksom
s
Beeldveld
29
Basisinstellingen
De taaloptie in het setup-menu wordt automatisch gemarkeerd als de
menu's voor de eerste keer worden weergegeven. Kies een taal en stel
de datum en tijd in.
1 Zet de camera aan.
s
2 Selecteer Taal (Language) in
het setup-menu.
Druk op G om de
cameramenu’s weer te geven en
selecteer vervolgens Taal (Language) in het setup-menu.
Zie “Cameramenu’s gebruiken”
(0 20) voor informatie over het
gebruik van menu’s.
3 Selecteer een taal.
Druk op 1 of 3 om de
gewenste taal te markeren
en druk op J.
Hoofdschakelaar
G-knop
30
J-knop
4 Selecteer Tijdzone en
datum.
Selecteer Tijdzone en datum en
druk op 2.
5 Stel tijdzone in.
Selecteer Tijdzone en druk op
Druk op 4 of 2 om de lokale
2.
tijdzone te markeren (het veld
UTC geeft het verschil in uren
aan tussen de geselecteerde
tijdzone en de Coordinated
Universal Time of UTC) en druk
op J.
6 Schakel zomertijd in of uit.
Selecteer Zomertijd en druk op
2.
De zomertijd is standaard
uitgeschakeld. Als de zomertijd
van kracht is in de lokale
tijdzone, druk op 1 om Aan te
markeren en druk op J.
s
7 Stel de datum en tijd in.
Selecteer Datum en tijd en druk
Druk op 4 of 2 om een
op 2.
item te selecteren, 1 of 3 om te
wijzigen. Druk op J wanneer de
klok op de huidige datum en tijd
is ingesteld.
31
8 Stel datumnotatie in.
Selecteer Datumnotatie en druk
Druk op 1 of 3 om de
op 2.
volgorde te kiezen waarin het
jaar, de maand en de dag
worden weergegeven en druk
op J.
9 Terug naar opnamestand.
Druk de ontspanknop half in om terug te
keren naar de opnamestand.
s
A De klokbatterij
De cameraklok wordt gevoed door een afzonderlijke, niet-oplaadbare
CR1616 lithiumbatterij met een levensduur van circa twee jaar.
deze batterij bijna leeg is, wordt een pictogram B in het bovenste
bedieningspaneel weergegeven terwijl de stand-by-timer aan is.
406 voor informatie over het vervangen van de klokbatterij.
A De cameraklok
De cameraklok is minder nauwkeurig dan de meeste horloges en gewone
Controleer daarom regelmatig of de klok de juiste tijd aangeeft en
klokken.
pas de tijd zo nodig aan.
A GPS-apparaten (0 231)
Als er een GPS-apparaat (0 394) is aangesloten, wordt de cameraklok op de
tijd en datum van het GPS-apparaat (0 233) ingesteld.
Wanneer
Zie pagina
32
Een geheugenkaart plaatsen
Foto’s worden op geheugenkaarten opgeslagen (los verkrijgbaar;
0 442).
kaarten en de ander voor Type-I CompactFlash-kaarten.
kaarten en microdrives kunnen niet worden gebruikt.
De camera is voorzien van twee kaartsleuven, één voor XQD-
Type-II
1 Zet de camera uit.
Hoofdschakelaar
D Geheugenkaarten plaatsen en verwijderen
Zet de camera altijd uit voordat u een geheugenkaart plaatst of
verwijdert.
2 Open het deksel van de kaartsleuf.
Open het klepje dat de ontgrendelingsknop
van het kaartsleufdeksel beschermt (q) en
druk op de ontgrendelingsknop (w) om de
kaartsleuf te openen (e).
s
33
3 Plaats de geheugenkaart.
XQD-geheugenkaarten: Houd de kaart vast met
het etiket aan de achterzijde naar de
monitor gericht en schuif de kaart in de
XQD-kaartsleuf tot deze op zijn plaats klikt.
Het groene toegangslampje brandt kort.
CompactFlash-geheugenkaarten: Plaats de kaart
in de CompactFlash-kaartsleuf met het
etiket aan de achterzijde naar de monitor
(q) gericht. Wanneer de geheugenkaart in
zijn geheel is geplaatst, verschijnt de eject-
s
knop (w) en brandt het groene
toegangslampje kort.
D Geheugenkaarten plaatsen
Plaats eerst de contacten van de geheugenkaart na bevestiging dat u
de kaart in de juiste sleuf hebt geplaatst.
plaatsen of de kaart ondersteboven of achterstevoren plaatsen kan de
camera of de kaart beschadigen.
richting is geplaatst.
XQD-kaartCompactFlash-kaart
Plaatsingsrichting
voor
kaartsleuf
links (XQD)
Etiket achterzijde
Toegangslampje
Eject-knop
De kaart in de onjuiste sleuf
Controleer of de kaart in de juiste
Plaatsingsrichting voor
(CompactFlash)
kaartsleuf
rechts
Etiket achterzijde
GB
4
4 Sluit het deksel van de kaartsleuf.
Als dit de eerste keer is dat de
geheugenkaart wordt gebruikt in de
camera na te zijn gebruikt of geformatteerd
in een ander apparaat, moet u de kaart
formatteren zoals beschreven op pagina 36.
34
A Geheugenkaartpictogrammen
De geheugenkaarten die momenteel in de camera
zijn geplaatst worden aangeduid zoals afgebeeld
(het voorbeeld rechts toont de pictogrammen die
worden weergegeven wanneer zowel een XQDals een CompactFlash-kaart is geplaatst).
geheugenkaart vol is of als zich een fout voordoet,
gaat het pictogram voor de betreffende kaart
knipperen (0 426).
Als de
Bovenste
bedieningspaneel
A Twee geheugenkaarten gebruiken
Zie pagina 95 voor informatie over het kiezen van de functies voor elke
kaart wanneer er twee kaarten in de camera zijn geplaatst.
A Geheugenkaarten verwijderen
Controleer of het toegangslampje niet brandt, schakel de camera uit en
open het deksel van de geheugenkaartsleuf.
XQD-geheugenkaarten: Druk op de ka art om deze uit te
werpen (q).
met de hand worden verwijderd.
De geheugenkaart kan vervolgens
s
CompactFlash-geheugenkaarten: Druk op de eject-knop
(q) om de kaart gedeeltelijk uit te werpen (w).
geheugenkaart kan vervolgens met de hand
worden verwijderd.
geheugenkaart terwijl ook op de eject-knop wordt
gedrukt. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan de camera of
geheugenkaart beschadigen.
Druk niet op de
De
35
De geheugenkaart formatteren
Geheugenkaarten moeten worden geformatteerd voor het eerste
gebruik of nadat ze in andere apparaten zijn gebruikt of
geformatteerd.
D Geheugenkaarten formatteren
Als u een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens erop voorgoed
Kopieer foto’s en andere gegevens die u wilt bewaren daarom naar
gewist.
een computer alvorens verder te gaan (0 263).
1 Zet de camera aan.
2 Druk op de knoppen I
s
(Q) en O (Q).
Houd de knoppen I (Q) en
O (Q) gelijktijdig ingedrukt
totdat een knipperende C
verschijnt in de weergaven van
de sluitertijd in het bovenste
bedieningspaneel en de
zoeker.
geheugenkaarten zijn
geplaatst, wordt de te
formatteren kaart aangeduid
met een knipperend pictogram.
Standaard wordt de eerste
kaartsleuf (0 95) geselecteerd;
u kunt de tweede sleuf selecteren door aan de hoofdinstelschijf
te draaien.
formatteren, dient u te wachten totdat C stopt met
knipperen (circa zes seconden) of druk op een willekeurige
knop, behalve de knoppen I (Q) en O (Q).
Als er twee
Om af te sluiten zonder de geheugenkaart te
36
O (Q)-knop I (Q)-knop
3 Druk nogmaals op de knoppen I (Q) en O (Q).
Druk op knoppen I (Q) en O (Q) voor de tweede keer
tegelijkertijd in zolang als C knippert om de geheugenkaart te
formatteren.
als de voedingsbron niet worden verwijderd.
Zodra het formatteren is voltooid, toont
het bovenste bedieningspaneel het
aantal foto's dat kan worden vastgelegd
met de huidige instellingen en tonen de
weergaven van de beeldteller B.
Tijdens het formatteren mag zowel de geheugenkaart
D Geheugenkaarten
• Geheugenkaarten kunnen na gebruik zeer warm zijn.
voorzichtig te werk wanneer u een geheugenkaart uit de camera
verwijdert.
• Zet de camera uit voordat u een geheugenkaart plaatst of verwijdert.
Verwijder de geheugenkaart of batterij niet uit de camera, zet de camera
niet uit en koppel de lichtnetadapter niet los terwijl de geheugenkaart
wordt geformatteerd of terwijl informatie wordt opgeslagen, verwijderd
of gekopieerd naar een computer.
voorzorgsmaatregel kan leiden tot gegevensverlies of beschadiging van
de camera of de kaart.
• Raak de contacten van de kaart niet aan met uw vingers of metalen
voorwerpen.
• U mag de kaart niet buigen, laten vallen of blootstellen aan hevige
schokken.
• Oefen geen druk uit op de kaart.
waarschuwing kan de kaart beschadigen.
• Niet blootstellen aan water, hoge vochtigheid of direct zonlicht.
• Formatteer geheugenkaarten niet in een computer.
Het niet in acht nemen van deze
Het niet in acht nemen van deze
Ga daarom
A Geen geheugenkaart
Indien er geen geheugenkaart is geplaatst,
wordt op het bovenste bedieningspaneel en in
de zoeker S getoond.
een opgeladen EN-EL18 batterij wordt
uitgeschakeld en er is geen geheugenkaart
geplaatst, wordt S in het bovenste
bedieningspaneel weergegeven.
Als de camera met
A Zie ook
Zie pagina 345 voor informatie over het formatteren van geheugenkaarten
met behulp van de optie Geheugenkaart formatteren in het setup-menu.
s
37
Zoekerbeeldscherpte aanpassen
De camera is uitgerust met een dioptrieregelaar, waarmee de camera
aan het gezichtsvermogen van de gebruiker kan worden aangepast.
Controleer voorafgaand aan de opname of de weergave in de zoeker
scherp is.
1 Zet de camera aan.
Verwijder de objectiefdop en zet de camera aan.
2 Til de dioptrieregelaar op (q).
s
3 Stel de zoeker scherp.
Draai aan de dioptrieregelaar (w) totdat
de zoekerweergave, scherpstelpunten en
scherpstelhaakjes voor AF-veld zijn
scherpgesteld.
instelling gebruikt met het oog tegen de
zoeker, dient u op te passen dat u niet per
ongeluk uw vingers of uw vingernagels in
uw oog steekt.
Wanneer u de dioptrie-
Scherpstelhaakjes
AF-veld
38
Scherpstelpunt
4 Plaats de dioptrieregelaar terug.
Duw de dioptrieregelaar terug naar
binnen (e).
A Zoekerbeeldscherpte aanpassen
Indien u de zoeker niet kunt scherp stellen zoals hierboven beschreven,
selecteer enkelvoudige servo-autofocus (AF-S; 0 97), enkelpunts-AF (0 100)
en het middelste scherpstelpunt (0 103) en kadreer vervolgens een
onderwerp met hoog contrast in het middelste scherpstelpunt en druk de
ontspanknop half in om de camera scherp te stellen.
scherpgesteld, gebruik de dioptrieregelaar om het onderwerp duidelijk
scherp te stellen in de zoeker.
met gebruik van optionele correctielensjes verder worden aangepast
(0 392).
Wanneer nodig, kan de zoekerbeeldscherpte
A Zoekerobjectieven met dioptrieregelaar
Correctielensjes (los verkrijgbaar; 0 392) kunnen
worden gebruikt om de dioptrie-instelling van de
zoeker aan te passen. Verwijder, alvorens een
zoekerobjectief met dioptrieregelaar te
bevestigen, de DK-17 zoekeroculair door de
zoekersluiter te sluiten om de
zoekervergrendeling (q) vrij te geven en het
oculair los te schroeven, zoals rechts
weergegeven (w).
Terwijl de camera is
s
39
Basisstappen voor het maken en
weergeven van foto’s
De camera aanzetten
Zet de camera aan alvorens foto’s te maken en controleer het
batterijniveau en het aantal resterende opnamen zoals hieronder
beschreven.
1 Zet de camera aan.
s
Zet de camera aan. De
bedieningspanelen schakelen in
en de weergave in de zoeker gaat
branden.
2 Controleer het batterijniveau.
Controleer het batterijniveau in het
bovenste bedieningspaneel of de zoeker.
Pictogram
L—Batterij volledig opgeladen.
K—
I—
Hd
H
(knippert)d(knippert)
* Er wordt geen pictogram weergegeven wanneer de camera door een
optionele EP-6 stroomaansluiting en EH-6b lichtnetadapter wordt gevoed.
*
Hoofdschakelaar
BeschrijvingBedieningspaneelZoeker
Batterij gedeeltelijk ontladen.J—
Batterij bijna leeg.
maak een reservebatterij gereed.
Ontspanknop uitgeschakeld.
batterij op of vervang de batterij.
Laad de batterij op of
Laad de
40
3 Controleer het aantal resterende opnamen.
Het bovenste bedieningspaneel toont
het aantal foto's dat kan worden
gemaakt met de huidige instellingen
(waarden boven 1.000 worden naar
beneden afgerond naar het
dichtstbijzijnde honderdtal, d.w.z.
waarden tussen 2.900 en 2.999 worden
aangeduid als 2,9 K).
geheugenkaarten zijn geplaatst, tonen
de schermen de beschikbare ruimte op
de kaart in de eerste sleuf (0 95).
Wanneer dit aantal op nul komt,
knippert A in de weergaven van de
opnameteller, terwijl de weergaven van
de sluitertijd een knipperende n of
j tonen en knippert het pictogram
voor de betreffende kaart.
verwijder een aantal foto’s.
Als er twee
Plaats een andere geheugenkaart of
s
41
De camera gereedmaken
Wanneer u foto’s in de zoeker kadreert, houdt
u de handgreep in uw rechterhand en
ondersteunt u de camerabody of het objectief
met uw linkerhand.
Houd ter ondersteuning
uw ellebogen lichtjes tegen uw lichaam
gedrukt en plaats één voet een halve pas naar
voren om uw bovenlichaam stabiel te houden.
Wanneer u foto’s in de portretstand (staand)
kadreert, houdt u de camera vast zoals
onderaan de drie afbeeldingen rechts wordt
weergegeven.
s
D Foto's kadreren in portretstand (staand)
De camera is uitgerust met besturingen
voor gebruik in portretstand (staand),
inclusief een verticale ontspanknop, Fnen B-knoppen, hoofd- en secundaire
instelschijven en een multi-selector
(0 104, 338).
van de ontspanknop voor verticale
opname naar L om te voorkomen dat
deze regelaars per ongeluk worden
bediend wanneer de camera zich in de
landschapstand (liggend) bevindt.
Draai de vergrendeling
42
Vergrendeling ontspanknop
voor verticale opname
Richten-en-schieten
1 Druk de ontspanknop
Scherpstelpunt
half in (0 44).
Bij de
standaardinstellingen
stelt de camera scherp op
het onderwerp in het
middelste scherpstelpunt.
Kadreer een foto in de
zoeker met het
hoofdonderwerp in het
middelste scherpstelpunt
geplaatst en druk de ontspanknop half in.
Scherpstelaanduiding
2 Controleer de aanduidingen in de zoeker.
Wanneer de scherpstelbewerking is voltooid, verschijnt de
scherpstelaanduiding (I) in de zoeker.
ZoekerweergaveBeschrijving
IOnderwerp is scherp.
2
4
2 4
(knippert)
Het scherpstelpunt bevindt zich tussen camera
en onderwerp.
Het scherpstelpunt bevindt zich achter het
onderwerp.
Camera kan niet scherpstellen op onderwerp in
scherpstelpunt met autofocus.
Buffercapaciteit
s
Zolang als de ontspanknop half wordt ingedrukt,
wordt de scherpstelling vergrendeld en wordt het
aantal opnamen dat kan worden opgeslagen in het
buffergeheugen (“t”; 0 113) in de zoekerweergave
getoond.
Voor informatie over wat te doen als de camera niet kan scherp
stellen met autofocus, zie “Goede resultaten met autofocus
verkrijgen” (0 107).
43
3 Maak de foto.
Druk de ontspanknop helemaal
in om de sluiter te ontspannen
en de foto te maken.
foto op de geheugenkaart wordt
opgeslagen, brandt het
toegangslampje. U mag de
geheugenkaart niet uitnemen en de voedingsbron niet verwijderen
of loskoppelen voordat het toegangslampje uit is en de opname
klaar is.
s
Terwijl de
Toegangslampje
A De ontspanknop
De camera heeft een tweetraps ontspanknop.
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
drukt u de ontspanknop helemaal in.
Scherpstelling Maak foto
44
De camera stelt scherp
Als u de foto wilt maken,
A De stand-by-timer
De sluitertijd- en diafragmaweergaven in het bovenste bedieningspaneel
en de zoeker schakelen uit als er gedurende zes seconden geen
handelingen worden uitgevoerd, waardoor de gebruiksduur van de batterij
wordt verlengd.
zoeker opnieuw te activeren (0 44).
Druk de ontspanknop half in om de weergaven in de
Belichtingsmeters
aan
De tijdsduur van de stand-by-timer kan worden aangepast met behulp van
persoonlijke instelling c2 (Stand-by-timer, 0 316).
Belichtingsmeters uit
Belichtingsmeters aan
A De multi-selector
De multi-selector kan worden gebruikt om het
scherpstelpunt te selecteren terwijl de
belichtingmeters ingeschakeld zijn (0 103).
Multi-selector
A Weergave camera uit
Als de camera wordt uitgeschakeld met een
batterij en geheugenkaart in de camera, wordt het
pictogram van de geheugenkaart, de beeldteller
en het aantal resterende opnamen weergegeven
(bepaalde geheugenkaarten kunnen in
uitzonderlijke gevallen deze informatie alleen
weergeven als de camera ingeschakeld is).
Bovenste
bedieningspaneel
s
45
Foto’s bekijken
OR
MALAL
1 Druk op de K-knop.
Er wordt een foto op de
monitor weergegeven. De
geheugenkaart met de
huidig weergegeven foto
wordt door een pictogram
aangeduid.
2 Bekijk andere foto’s.
s
Andere foto’s kunnen worden
weergegeven door op 4 of 2 te
drukken. Druk op 1 en 3 om
extra informatie over de
geselecteerde foto weer te
geven (0 238).
Als u de weergave wilt beëindigen en wilt terugkeren naar de
opnamestand, drukt u de ontspanknop half in.
K-knop
1
125 F5. 6 100 5 0
/
0, 0
100NC_D4 DSC_0001. JP
15/04/2011 10:02:27
1/12
NIKON
D4
mm
NNOR
G
4928x3280
A Controlebeeld
Wanneer Aan is geselecteerd voor Controlebeeld in het weergavemenu
(0 289), worden foto's automatisch weergegeven in de monitor na
opname.
A Zie ook
Zie pagina 236 voor informatie over het kiezen van een
geheugenkaartsleuf.
46
Ongewenste foto’s wissen
Ongewenste foto’s kunnen worden verwijderd door op de O (Q)-
knop te drukken.
niet meer kunnen worden hersteld.
Houd er rekening mee dat eenmaal gewiste foto’s
1 Geef de foto weer.
Geef de foto weer die u wilt wissen, zoals
wordt beschreven in “Foto’s bekijken” op
de vorige pagina.
huidige afbeelding wordt met een
pictogram in de linkerhoek onderaan het
scherm weergegeven.
2 Wis de foto.
Druk op de O (Q)-knop.
Een bevestigingsscherm
wordt weergegeven;
markeer Geselecteerd beeld en druk nogmaals op
O (Q) om het beeld te
wissen en keer terug naar weergave (voor informatie over de
optie Alle beelden, zie pagina 251). Druk op K om af te sluiten
zonder de foto te wissen.
De locatie van de
O (Q)-knop
s
A Wissen
Gebruik de optie Wissen in het weergavemenu (0 253) om meerdere
afbeeldingen te wissen of om de geheugenkaart te selecteren waarop de
afbeeldingen worden gewist.
47
s
48
x
Livebeeldfotografie
Voer de onderstaande stappen uit om foto’s in livebeeld te maken.
1 Draai de selectieknop voor livebeeld
naar C (livebeeldfotografie).
Selectieknop voor
livebeeld
2 Druk op de a-knop.
De spiegel wordt opgeklapt en het beeld
dat zichtbaar is door het objectief wordt
weergegeven in de cameramonitor. Het
onderwerp is niet langer zichtbaar in de
zoeker.
a-knop
3 Selecteer het scherpstelpunt.
Plaats het scherpstelpunt op uw onderwerp, zoals beschreven op
pagina 53.
x
49
4 Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in of
druk op de B-knop om scherp
te stellen.
Het scherpstelpunt knippert groen zolang
als de camera scherpstelt. Als de camera
kan scherp stellen, wordt het
scherpstelpunt groen weergegeven. Als de
camera niet kan scherp stellen, knippert het
scherpstelpunt rood (merk op dat er ook
x
foto’s kunnen worden gemaakt wanneer
het scherpstelpunt rood knippert.
Controleer voor het opnemen eerst de
scherpstelling in de monitor). Belichting kan worden vergrendeld
door op de centrale knop van de secundaire selector (0 135) te
drukken; scherpstelling blijft vergrendeld zo lang als de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
A Belichtingsvoorbeeld
Tijdens livebeeldfotografie kunt u op J
drukken om de resultaten van sluitertijd,
diafragma en ISO-gevoeligheid op belichting
vooraf te bekijken. Belichting kan met ±5 LW
(0 137) worden aangepast, ofschoon alleen
waarden tussen –3 en +3 LW worden
weergegeven in de voorbeeldweergave. Merk
op dat de uiteindelijke resultaten van het
voorbeeld mogelijk niet nauwkeurig zijn bij het gebruik van flitslicht,
Actieve D-Lighting (0 184), High Dynamic Range (HDR; 0 186) of als
bracketing actief is, A (auto) is geselecteerd voor de Picture Control
Contrast parameter (0 176) of p is geselecteerd voor sluitertijd.
Als het onderwerp zeer helder of zeer donker is, flitsen de
belichtingsaanduidingen om te waarschuwen dat het voorbeeld de
belichting mogelijk niet nauwkeurig weergeeft. Belichtingsvoorbeeld
is niet beschikbaar wanneer A is geselecteerd voor sluitertijd.
B-knop
Centrale knop van
secundaire selector
50
5 Maak de foto.
Druk de ontspanknop helemaal in om de
foto te maken. De monitor wordt
uitgeschakeld.
6 Sluit de stand voor livebeeld af.
Druk op de a-knop om de stand voor
livebeeld af te sluiten.
D Autofocus in livebeeld gebruiken
Gebruik een AF-S-objectief. De gewenste resultaten worden mogelijk
niet verkregen met andere objectieven of teleconverters. Merk op dat
in livebeeld autofocus trager is en de monitor helderder of donkerder
kan worden tijdens het scherpstellen van de camera. Merk op dat het
scherpstelpunt soms groen wordt weergegeven wanneer de camera
niet kan scherpstellen. In de volgende situaties kan de camera mogelijk
niet scherpstellen:
• Het onderwerp bevat lijnen die parallel lopen met de lange zijde van
het beeld
• Het onderwerp heeft te weinig contrast
• Het onderwerp in het scherpstelpunt bevat gebieden met sterk
verschillende helderheid of het onderwerp bevat spotverlichting of
neonreclame of een andere lichtbron met een wisselende helderheid
• Bij tl-verlichting, kwikdamplampen, natriumdamplampen of
vergelijkbare verlichting verschijnen er flikkeringen of banden
• Er wordt een (ster-) filter of een ander speciaal filter gebruikt
• Het onderwerp is kleiner dan het scherpstelpunt
• Het onderwerp bestaat grotendeels uit regelmatige geometrische
patronen (zoals lamellen of een rij ramen van een wolkenkrabber)
• Het onderwerp beweegt
x
51
In livebeeld scherpstellen
Draai de selectieknop voor de
scherpstelstand naar AF om scherp te
stellen met autofocus en voer de
onderstaande stappen uit om
autofocus en AF-veldstanden te
selecteren. Voor informatie over
handmatig scherpstellen, zie
pagina 59.
❚❚ Een scherpstelstand kiezen
De volgende autofocusstanden zijn beschikbaar in livebeeld:
StandBeschrijving
x
Enkelvoudige servo-autofocus: voor stilstaande onderwerpen. De
AF-S
scherpstelling vergrendelt wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt.
Fulltime servo-autofocus: voor bewegende onderwerpen. Camera stelt
voortdurend scherp totdat de ontspanknop wordt ingedrukt. De
AF-F
scherpstelling vergrendelt wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt.
Om een autofocusstand te kiezen, drukt u op de AF-standknop en
draait u aan de hoofdinstelschijf totdat de gewenste stand in de
monitor wordt weergegeven.
Selectieknop voor
scherpstelstand
52
AFstandknop
HoofdinstelschijfMonitor
❚❚ Een AF-veldstand selecteren
De volgende AF-veldstanden kunnen worden geselecteerd in
livebeeld:
StandBeschrijving
Gezichtprioriteit-AF: gebruik deze optie voor portretten. De camera
detecteert en stelt automatisch scherp op portretonderwerpen; het
geselecteerde onderwerp wordt aangeduid door een dubbele gele
rand (wanneer de camera meerdere gezichten – maximum 35 -
!
detecteert, stelt de camera scherp op het dichtstbijzijnde onderwerp;
gebruik de multi-selector om een ander onderwerp te selecteren). Als
de camera het onderwerp niet langer kan detecteren (omdat
bijvoorbeeld het onderwerp zijn/haar gezicht heeft afgewend van de
camera), wordt de rand niet langer weergegeven.
Breedveld-AF: gebruik deze optie voor uit de hand genomen foto’s van
landschappen en andere onderwerpen die niet als portretten worden
beschouwd. Gebruik de multi-selector om het scherpstelpunt op een
5
willekeurige plek in het beeld te plaatsen, of druk op de centrale knop
van de multi-selector om het scherpstelpunt in het midden van het
beeld te plaatsen.
Normaal veld-AF: gebruik deze optie om nauwkeurig scherp te stellen op
een geselecteerd punt in het beeld. Gebruik de multi-selector om het
scherpstelpunt op een willekeurige plek in het beeld te plaatsen, of
6
druk op de centrale knop van de multi-selector om het scherpstelpunt
in het midden van het beeld te plaatsen. Gebruik van een statief wordt
aanbevolen.
AF met meevolgende scherpst.: plaats het scherpstelpunt op uw onderwerp
en druk op de centrale knop van de multi-selector. Het scherpstelpunt
&
volgt het geselecteerde onderwerp terwijl deze door het beeld
beweegt. Druk nogmaals op de centrale knop van de multi-selector
om het volgen te beëindigen.
x
D Onderwerp volgen
De camera is mogelijk niet in staat onderwerpen te volgen als deze snel
bewegen, het beeld verlaten of worden belemmerd door andere objecten,
zichtbaar veranderen in grootte, kleur of helderheid, of te klein, te groot, te
helder, te donker zijn of over dezelfde kleur beschikken als de achtergrond.
53
Om een AF-veldstand te kiezen, druk op de AF-standknop en draai
aan de secundaire instelschijf totdat de gewenste stand in de monitor
wordt weergegeven.
x
AFstandknop
Secundaire
instelschijf
Monitor
54
Het livebeeldscherm: livebeeldfotografie
r
e
q
w
ItemBeschrijving0
De resterende tijd voordat livebeeld
Resterende tijd
q
Monitorkleuraanduiding
w
AutofocusstandDe huidige autofocusstand.52
e
AF-veldstandDe huidige AF-veldstand.53
r
Scherpstelpunt
t
Monitorhelderheidsaan-
y
duiding
Gids
u
automatisch stopt. Wordt weergegeven als de
opname in 30 seconden of minder wordt
beëindigd.
Wordt weergegeven wanneer de monitorkleur
verschilt van de kleur die wordt geproduceerd
door de huidige witbalansinstelling.
Het huidige scherpstelpunt. De weergave
wisselt met de optie die werd geselecteerd
voor de AF-veldstand.
Een aanduiding voor de monitorhelderheid.57
Een gids voor de beschikbare opties tijdens
livebeeldfotografie.
t
y
u
x
61,
67
56
49
56,
57
55
❚❚ Moniteurkleur aanpassen
Als de flitsverlichting wordt gebruikt met Flitslicht of Handmatige
voorinstelling witbalans (0 153), kunnen de kleuren in de monitor
verschillen van de kleuren in de definitieve foto.
worden aangepast om de effecten van omgevingslicht te
verminderen op de weergave in de monitor tijdens
livebeeldfotografie, bijvoorbeeld bij het gebruik van een flitser.
De monitorkleur kan
1 Markeer de
monitorkleuraanduiding.
Houd W ingedrukt en druk op 4 of 2
om de monitorkleuraanduiding aan de
linkerzijde van de weergave te
x
markeren.
W-knop
2 Pas de monitorkleur aan.
Houd de W-knop ingedrukt en
draai aan de hoofdinstelschijf om
de monitorkleur aan te passen
(selecteer -- om de kleur van de
definitieve foto vooraf in de
monitor te bekijken; als er een andere optie is geselecteerd
wanneer Stil is gekozen voor Livebeeldfotografie in het
opnamemenu (0 60),verschilt de kleur in de monitor tijdens
livebeeldfotografie van de kleur in het definitieve beeld).
monitorkleur wordt gereset wanneer de camera wordt
uitgeschakeld.
De
56
A Moniteurkleur oproepen
Houd de U-knop ingedrukt terwijl a wordt ingedrukt om de recentst
geselecteerde kleur te herstellen bij het starten van livebeeld.
A Een Picture Control kiezen
Door op L (Z/Q) te
drukken tijdens livebeeld
wordt een lijst met Picture
Controls weergegeven.
Markeer de gewenste Picture
Control en druk op 2 om de
instellingen voor Picture
Control (0 173) aan te
passen.
L (Z/Q)-knop
❚❚ De monitorhelderheid aanpassen
De monitorhelderheid kan volgens de onderstaande beschrijving
worden aangepast. Merk op dat aanpassing van de helderheid niet
beschikbaar is tijdens belichtingsvoorbeeld.
1 Markeer de
monitorhelderheidsaanduiding.
Houd W ingedrukt en druk op 4 of 2
om de monitorhelderheidsaanduiding
aan de rechterzijde van de weergave te
markeren.
W-knop
2 Pas de monitorhelderheid aan.
Houd de W-knop ingedrukt en druk op
1 of 3 om de monitorhelderheid aan te
passen (merk op dat de monitorhelderheid geen invloed heeft op
foto’s die met de camera worden gemaakt).
wordt geselecteerd en de monitor is ingeschakeld, past de
camera automatisch de helderheid en kleur aan in reactie op de
omgevingslichtomstandigheden zoals gemeten door de
omgevingslichtsensor (0 6).
Als A (automatisch)
x
57
Het informatiescherm: livebeeldfotografie
Druk op de R-knop om aanduidingen in de monitor te verbergen of
weer te geven tijdens livebeeldfotografie.
Virtuele horizon
(0 358)Informatie aanInformatie uit
x
Histogram
(alleen
belichtings-
voorbeeld;
0 50)
Hulpsjablonen
58
Handmatige scherpstelling
Draai aan de scherpstelring totdat het
onderwerp scherp is om scherp te stellen in
handmatige scherpstelstand (0 108).
Druk op de X-knop om het beeld in de monitor
maximaal 15 × te vergroten voor nauwkeurige
scherpstelling. Terwijl het beeld wordt
ingezoomd dat door het objectief te zien is,
wordt rechtsonder in een grijs frame op de
monitor een navigatievenster weergegeven.
Gebruik de multi-selector om naar delen van
het beeld te gaan die niet op de monitor te
zien zijn (alleen beschikbaar wanneer
breedveld-AF of normaal veld-AF is
geselecteerd voor AF-veldstand), of druk op
W om uit te zoomen.
A Objectieven zonder CPU
Zorg ervoor dat bij het gebruik van objectieven zonder CPU de
brandpuntsafstand en maximaal diafragma worden ingevoerd met behulp
van de optie Objectief zonder CPU in het setup-menu (0 228).
Objectieven zonder CPU kunnen alleen worden gebruikt in de
belichtingsstanden g en h (0 125); het diafragma kan worden aangepast
met de diafragmaring van het objectief.
A Belichting
Afhankelijk van het onderwerp kan de belichting verschillen van de
belichting die zou zijn verkregen wanneer livebeeld niet wordt gebruikt.
Lichtmeting in livebeeld wordt aangepast voor livebeeldweergave en er
worden foto's geproduceerd waarvan de belichting sterk overeenkomt met
wat er zichtbaar is in de monitor.
X-knop
Navigatievenster
x
59
Opties voor livebeeldontspanknop
De volgende opties kunnen worden weergegeven door op G te
drukken en Livebeeldfotografie in het opnamemenu te selecteren:
StandBeschrijving
Behalve wanneer een optionele flitser wordt gebruikt, blijft
de spiegel opgeklapt tijdens livebeeldfotografie, waardoor
ruis tijdens fotograferen afneemt. De ruis van de sluiter is
nog steeds hoorbaar.
Om nog minder geluid te maken dan in de stand
spiegel opgeklapt en blijft de sluiter open tijdens
livebeeldfotografie;
Terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt, gebruikt de camera
maximaal vijf seconden voor JPEG-foto's bij circa 12 bps in
continu lage snelheid ontspanstand of bij circa 24 bps in
continu hoge snelheid ontspanstand; de resterende tijd
wordt in de beeldtellerweergave getoond.
ontspanstanden wordt er één foto gemaakt telkens wanneer
de ontspanknop wordt ingedrukt.
belichtingsstand wordt ISO-gevoeligheid automatisch
ingesteld
4 (
bekeken (
verbergen (
geselecteerde camera en de door u geselecteerde waarde.
h
0 117
, wanneer u kiest uit waarden tussen ISO 200 en Hi
). De belichting kan vooraf in de monitor worden
0 50
L
wordt in de monitor weergegeven.
In andere
Behalve in de
); druk op J om een aanduiding te bekijken of
0 130
) die het verschil toont tussen de
x
M
L
Stil
Geluidloos
Stil
blijft de
A Stand geluidloos
In de geluidloze stand zal de flitser niet flitsen, schakelen Actieve
D-Lighting (0 184), HDR (0 186), vignetteringscorrectie (0 300),
vertekeningscorrectie (0 301), meervoudige belichting (0 210) en hoge
ISO (0 302) uit en wordt de beeldkwaliteit ingesteld op JPEG Fijn.
beeldkwaliteit wordt uitsluitend bepaald door de optie die is geselecteerd
voor Beeldveld en heeft geen invloed op de optie die is geselecteerd voor
Beeldformaat:
• FX (36 × 24) 1.0×: 1.920 × 1.280
• 1,2× (30 × 20) 1.2×: 1.600 × 1.064
• DX (24 × 16) 1.5×: 1.280 × 848
• 5 : 4 (30 × 24): 1.600 × 1.280
60
De
Belichtingsvoorbeeld is niet beschikbaar, maxtrixmeting wordt automatisch
geselecteerd en de volgende instellingen kunnen worden aangepast.
DiafragmaSluitertijdISO-gevoeligheid
e, f———
g✔——
h✔✔✔
Merk op dat de stand geluidloos niet volkomen geluidloos is: de sluiter is
hoorbaar en de spiegel wordt op- en ingeklapt bij de start en aan het einde
van livebeeldfotografie.
D De tellerweergave
Dertig seconden voordat livebeeld automatisch eindigt wordt een teller
weergegeven (0 55; de timer wordt rood als livebeeld op het punt staat te
eindigen om de interne schakelingen te beschermen of als er een andere
optie dan Geen limiet is geselecteerd voor persoonlijke instelling c4—
Monitor uit; 0 317—5 seconden voordat de monitor automatisch wordt
uitgeschakeld). Afhankelijk van de opnameomstandigheden wordt de timer
mogelijk onmiddellijk weergegeven wanneer livebeeld wordt geselecteerd.
Merk op dat ondanks het niet verschijnen van de teller tijdens het afspelen,
livebeeld alsnog automatisch zal eindigen wanneer de timer afloopt.
x
A HDMI
Als de camera is aangesloten op een HDMIvideoapparaat tijdens livebeeldfotografie,
blijft de cameramonitor ingeschakeld en
wordt het beeld dat door het objectief te
zien is op het videoapparaat weergegeven
(zie rechts). Druk op de R-knop om de
histogramweergave tijdens
belichtingsvoorbeeld (0 50) in- of uit te schakelen.
A Zie ook
Zie persoonlijke instelling f1 (Centrale knop multi-selector, 0 327) en f16
(Filmopnameknop toewijzen, 0 339) voor informatie over de te kiezen
functie voor de centrale knop van de multi-selector en voor de
filmopnameknop en instelschijven.
61
D Opnemen in de stand voor livebeeld
Sluit de oculairsluiter van de zoeker (0 114) om te voorkomen dat licht dat
via de zoeker binnenvalt van invloed is op de belichting.
Hoewel ze niet op de definitieve foto verschijnen, tenzij Geluidloos is
geselecteerd voor Livebeeldfotografie (0 60), kunnen gekartelde randen,
valse kleuren, moiré en heldere vlekken in de monitor verschijnen, terwijl in
bepaalde velden met knipperende tekens en andere met tussenpozen
verschijnende lichtbronnen heldere banden kunnen verschijnen of als het
onderwerp kort door een strobe of andere heldere, kortstondige lichtbron
wordt verlicht.
horizontaal wordt gepand of een onderwerp met hoge snelheid door het
beeld beweegt. Flikkeringen en banden die zichtbaar zijn in de monitor
onder tl-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen kunnen worden
verminderd met behulp van Flikkerreductie (0 348), ondanks dat ze in de
definitieve foto nog steeds zichtbaar kunnen zijn bij bepaalde sluitertijden.
Richt de camera niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen tijdens het
x
opnemen in de stand voor livebeeld.
voorzorgsmaatregel kan schade aan de interne schakelingen van de camera
tot gevolg hebben.
Livebeeld eindigt automatisch wanneer het objectief wordt verwijderd, de
livebeeldselector naar een nieuwe instelling wordt gedraaid of de G-
knop wordt ingedrukt.
Livebeeld wordt mogelijk automatisch beëindigd om schade aan de interne
schakelingen te voorkomen; sluit livebeeld af wanneer de camera niet in
gebruik is. Merk op dat de temperatuur van interne schakelingen kan
stijgen en kan er in de volgende gevallen ruis (heldere vlekken, willekeurige
heldere pixels of waas) te zien zijn (de camera kan ook voelbaar warm
worden, maar dit duidt niet op een storing):
• De omgevingstemperatuur is hoog
• De camera is voor langere perioden in livebeeld gebruikt of om films op te
nemen
• De camera is voor langere perioden in continu ontspanstand gebruikt
Als livebeeld niet start wanneer u op de a-knop drukt, dient u te wachten
totdat de interne schakelingen zijn afgekoeld en probeer het vervolgens
opnieuw.
Filmopname is niet beschikbaar tijdens livebeeldfotografie en heeft het
indrukken van de filmopnameknop geen gevolgen. Selecteer filmlivebeeld
(0 63) om films op te nemen.
Bovendien kan vertekening voorkomen als de camera
Het niet in acht nemen van deze
62
y
Filmlivebeeld
Films kunnen in livebeeld worden opgenomen.
1 Draai de selectieknop voor livebeeld
naar 1 (filmlivebeeld).
Selectieknop voor
livebeeld
2 Druk op de a-knop.
De spiegel wordt opgeklapt en het beeld
dat zichtbaar is door het objectief wordt
weergegeven op de cameramonitor,
gemodificeerd voor de effecten van
belichting. Het onderwerp is niet langer
zichtbaar in de zoeker.
D Het 0-pictogram
Een 0-pictogram (0 68) geeft aan dat er geen films kunnen worden
opgenomen.
A Voordat u gaat opnemen
Kies voor het opnemen een kleurruimte (0 299) en Picture Control
(0 173). Door op de U-knop te drukken en aan de hoofdinstelschijf
(0 153) te draaien, kan witbalans op elk willekeurig moment worden
ingesteld.
a-knop
3 Kies een scherpstelstand (0 52).
y
63
4 Kies een AF-veldstand (0 53).
5 Stel scherp.
Kadreer de openingsopname en stel scherp
zoals beschreven in stap 3 en 4 op pagina
49–50 (zie pagina 51voor meer informatie
over scherpstellen in filmlivebeeld).
op dat het aantal te detecteren
onderwerpen in gezichtsprioriteit-AF
afneemt in filmlivebeeld.
y
A Belichtingsstand
De volgende instellingen kunnen in filmlivebeeld worden aangepast:
In de belichtingsstand h kan de sluitertijd worden ingesteld op
waarden tussen
wisselt met de beeldsnelheid;
wordt de sluitertijd automatisch aangepast.
over- of onderbelicht in de stand
filmlivebeeld opnieuw of selecteer belichting
aan.
Druk op de filmopnameknop om het
opnemen te starten.
opnameaanduiding en de beschikbare tijd
worden weergegeven in de monitor.
belichting wordt met behulp van
matrixmeting ingesteld en kan worden
vergrendeld door het midden van de
secundaire selector (0 135) in te drukken of
met behulp van belichtingscorrectie
(0 137) worden gewijzigd tot maximaal ±3
In de autofocusstand kan de camera
LW.
opnieuw worden scherpgesteld door de AF-ON-knop in te drukken.
A Audio
De camera kan zowel video als geluid opnemen; dek de microfoon op
de voorkant van de camera niet af tijdens de filmopname. Merk op dat
de ingebouwde microfoon mogelijk geluiden van het objectief
opneemt tijdens autofocus, vibratiereductie of bij wijzigingen aan het
diafragma.
A Zie ook
Beeldformaat, microfoongevoeligheid en opties voor de kaartsleuf zijn
beschikbaar in het menu Filminstellingen (0 74).
handmatig worden aangepast, zoals beschreven op pagina 59.
functies voor de centrale knop van de multi-selector, de Fn- en Pv-
knoppen en het midden van de secundaire selector kunnen worden
gekozen met behulp van persoonlijke instelling f1 (respectievelijk
Centrale knop multi-selector; 0 327), g1 (Fn-knop toewijzen;
0 340), g2 (Voorbeeldknop toewijzen; 0 341) en g3 (Midden sec.
selector toew.; 0 342).
toewijzen; 0 343) regelt of de ontspanknop kan worden gebruikt om
filmlivebeeld te starten of filmopname te starten en te eindigen, of
(wanneer helemaal ingedrukt) om foto's te maken tijdens filmopname.
Een
De
Filmopnameknop
Opnameaanduiding
Resterende tijd
Scherpstelling kan
Persoonlijke instelling g4 (Ontspanknop
y
De
65
7 Beëindig de opname.
Druk nogmaals op de filmopnameknop om
het opnemen te beëindigen.
wordt automatisch beëindigd wanneer de
maximale lengte is bereikt of wanneer de
geheugenkaart vol is.
A Maximale lengte
De maximumlengte voor individuele filmbestanden is 4 GB (voor
maximum opnametijden, zie pagina 74); merk op dat afhankelijk van
de schrijfsnelheid van de geheugenkaart, de opname kan eindigen
voordat deze lengte is bereikt.
A Foto’s maken
Druk de ontspanknop helemaal in om een foto te maken terwijl de
opname aan de gang is.
y
opgenomen filmopnamen worden opgeslagen) en de camera keert
terug naar livebeeld.
wordt de foto bij de huidige beeldveldinstelling opgenomen met een
beeldverhouding van 16 : 9.
als voorbeeld kan worden bekeken tijdens filmlivebeeld; stand e, f of g
wordt aanbevolen, maar nauwkeurige resultaten kunnen in stand h
worden verkregen door de belichting tijdens livebeeldfotografie
(0 49) aan te passen en beëindig vervolgens livebeeldfotografie, start
filmlivebeeld en controleer het beeldveld.
foto kan worden ingesteld op waarden tussen –5 en +5 LW, maar
alleen waarden tussen –3 en +3 kunnen als voorbeeld in de monitor
(0 137) worden bekeken.
D Beeldformaat
Het veld dat wordt gebruikt voor belichting van de lichtmeting of
automatische witbalans wanneer foto's worden vastgelegd bij een
filmbeeldformaat van 1920×1080; 30 bps; uitsnede, 1920×1080; 25 bps; uitsnede of 1920×1080; 24 bps; uitsnede (0 74) is niet
hetzelfde als het veld in de definitieve foto, met als gevolg dat
optimale resultaten mogelijk niet worden verkregen. Maak
testopnamen en controleer de resultaten in de monitor.
De opname
De filmopname eindigt (de tot op dat punt
Behalve bij een beeldformaat van 640 × 424
Merk op dat de belichting voor foto’s niet
Belichtingscorrectie voor de
66
8 Sluit de stand voor livebeeld af.
Druk op de a-knop om de stand voor
livebeeld af te sluiten.
Indices
Als Indexmarkering is geselecteerd voor
persoonlijke instelling g2 (Voorbeeldknop toewijzen; 0 341), kunt u tijdens het opnemen
op de Pv-knop drukken om indices toe te
voegen die kunnen worden gebruikt om de
positie van beelden te bepalen tijdens het
bewerken en weergeven (0 77).
indices kunnen aan elke film worden
toegevoegd.
Maximaal 20
Pv-knop
y
Index
D De tellerweergave
Dertig seconden voordat livebeeld automatisch eindigt wordt een teller
weergegeven (0 55).
de timer soms onmiddellijk weergegeven nadat de filmopname is
begonnen.
beschikbare tijd, livebeeld alsnog automatisch zal eindigen wanneer de
timer afloopt.
voordat het opnemen van een film wordt hervat.
Merk op dat ongeacht de hoeveelheid op te nemen
Afhankelijk van de opnameomstandigheden wordt
Wacht totdat alle interne schakelingen zijn afgekoeld
67
Het livebeeldscherm: filmlivebeeld
t
q
w
e
y
y
r
ItemBeschrijving0
Pictogram “Geen film”
q
Volume hoofdtelefoon
w
Microfoongevoeligheid
e
Geluidsniveau
r
Beeldformaat voor filmsHet beeldformaat voor filmopname.74
t
Resterende tijd (filmlivebeeld) De beschikbare opnametijd voor films.65
y
Monitorhelderheidsaanduiding
u
Gids
i
Geeft aan dat u geen films kunt
opnemen.
Volume van audio-uitvoer naar de
hoofdtelefoon.
Microfoongevoeligheid voor
filmopname.
Geluidsniveau voor audio-opname.
Wordt in rood weergegeven als het
niveau te hoog is; pas de
microfoongevoeligheid
dienovereenkomstig aan.
aanduidingen voor het kanaal links (L) en
rechts (R) verschijnen wanneer er een
optionele ME-1 of andere
stereomicrofoon wordt gebruikt.
Een aanduiding voor de
monitorhelderheid.
Een gids voor de beschikbare opties
tijdens filmlivebeeld.
u
i
De
—
69
69
69
69
69
68
❚❚ Instellingen in het livebeeldscherm aanpassen
Microfoongevoeligheid, volume voor de hoofdtelefoon en
monitorhelderheid kunnen volgens de onderstaande beschrijving
worden aangepast.
volume voor de hoofdtelefoon niet kunnen worden aangepast tijdens
het opnemen en dat de helderheid alleen invloed heeft op de monitor
(0 57); met de camera opgenomen films blijven ongewijzigd.
Merk op dat de microfoongevoeligheid en
1 Markeer een instelling.
Houd W ingedrukt en druk op 4 of 2
om de aanduiding voor de gewenste
instelling te markeren.
W-knop
2 Pas de gemarkeerde instelling aan.
Houd de W-knop ingedrukt en druk op
1 of 3 om de gemarkeerde instelling
aan te passen.
A Een externe microfoon gebruiken
De optionele ME-1 stereomicrofoon kan worden gebruikt om geluid in
stereo op te nemen of om te voorkomen dat door autofocus veroorzaakt
objectiefgeluid wordt opgenomen (0 395).
A Hoofdtelefoon
Er kunnen ook hoofdtelefoons van andere merken worden gebruikt.
op dat hoge geluidsniveaus kunnen resulteren in harde geluiden;
bijzondere aandacht is vereist bij het gebruik van een hoofdtelefoon.
y
Merk
69
Het informatiescherm: filmlivebeeld
Druk op de R-knop om aanduidingen in de monitor te verbergen of
weer te geven tijdens filmlivebeeld.
Virtuele horizon
(0 358)Informatie aanInformatie uit
HistogramHulpsjablonen
y
A HDMI
Als de camera wordt verbonden met een
HDMI-apparaat (0 280), wordt het beeld dat
door het objectief te zien is zowel in de
cameramonitor als op het HDMI-apparaat
weergegeven.
HDMI-apparaat verschijnen tijdens
filmopname worden rechts weergegeven.
Geluidsniveau, virtuele horizon of histogram worden niet door de camera
weergegeven; aanduidingen in de monitor en op het HDMI-apparaat
kunnen niet worden verborgen of worden weergegeven met behulp van de
R-knop.
De aanduidingen die in het
70
Beeldveld
Ongeacht de optie die is geselecteerd voor Beeldveld in het
opnamemenu (0 88), hebben alle films en foto's opgenomen in
filmlivebeeld een beeldverhouding van 16 : 9 (of 3 : 2 wanneer het
filmbeeldformaat 640 × 424 betreft). Afbeeldingen die zijn
opgenomen met Aan geselecteerd voor Beeldveld > Automatische DX-uitsnede met een bevestigd DX-objectief, gebruiken een DXgebaseerd filmformaat, net als afbeeldingen die zijn opgenomen met
DX (24×16) 1.5× geselecteerd voor Beeldveld > Kies beeldveld.
Andere afbeeldingen gebruiken een FX-gebaseerd filmformaat.
wordt een a-pictogram weergegeven wanneer het DX-gebaseerde
filmformaat is geselecteerd. De verschillen tussen de uitsneden
(0 86), weergegeven tijdens zoeker- en livebeeldfotografie en fotouitsnede filmlivebeeld, worden hieronder aangeduid.
Er
Uitsnede voor zoeker- en
livebeeldfotografie
16 : 9 foto-uitsnede voor filmlivebeeld
Uitsnede voor zoeker- en
livebeeldfotografie
3 : 2 foto-uitsnede voor filmlivebeeld
Het formaat van het veld in het midden van de beeldsensor, gebruikt
voor het vastleggen van foto's die in filmlivebeeld zijn gemaakt, is
35,0 × 19,7 mm (16 : 9, FX-gebaseerd filmformaat), 22,4 × 12,6 mm
(16 : 9, DX-gebaseerd filmformaat), 35,0 × 23,4 mm (3 : 2, FXgebaseerd filmformaat) of 22,4 × 14,9 mm (3 : 2, DX-gebaseerd
filmformaat).
y
71
A Foto's in filmlivebeeld
De volgende tabel toont het fotoformaat (beeldverhouding 16 : 9) gemaakt
in filmlivebeeld bij andere beeldformaten dan 640 × 424:
BeeldveldOptieFormaat (pixels) Afdrukformaat (cm)
FX-gebaseerd
formaat (16 : 9)
DX-gebaseerd
formaat (16 : 9)
1.920 × 1.080; 30 bps/
25 bps/24 bps;
uitsnijden
De volgende tabel toont het fotoformaat (beeldverhouding 3 : 2) gemaakt
in filmlivebeeld bij beeldformaten van 640 × 424:
y
BeeldveldOptieFormaat (pixels) Afdrukformaat (cm)
FX-gebaseerd
filmformaat (3 : 2)
DX-gebaseerd
filmformaat (3 : 2)
* Globaal formaat bij een afdruk van 300 dpi. Afdrukformaat in inches is gelijk
aan beeldformaat in pixels gedeeld door printerresolutie in dots per inch (dpi;
1 inch = circa 2,54 cm).
Beeldkwaliteit wordt bepaald door de optie die is geselecteerd voor
Beeldkwaliteit in het opnamemenu (0 90).
Groot4.928 × 2.76841,7 × 23,4
Middel3.696 × 2.07231,3 × 17,5
Klein2.464 × 1.38420,9 × 11,7
Groot3.200 × 1.79227,1 × 15,2
Middel2.400 × 1.34420,3 × 11,4
Klein1.600 × 89613,5 × 7,6
—1.920 × 1.08016,3 × 9,1
Groot4.928 × 3.28041,7 × 27,8
Middel3.696 × 2.45631,3 × 20,8
Klein2.464 × 1.64020,9 × 13,9
Groot3.200 × 2.12827,1 × 18,0
Middel2.400 × 1.59220,3 × 13,5
Klein1.600 × 1.06413,5 × 9,0
A Afstandsbedieningskabels
Als Films opnemen is geselecteerd voor persoonlijke instelling g4
(Ontspanknop toewijzen), dan kunnen de ontspanknoppen op de
optionele afstandsbedieningskabels (0 394) worden gebruikt om
filmlivebeeld te starten en de filmopname te beëindigen (0 343).
*
*
72
D Films opnemen
Flikkeringen, banden of vertekeningen kunnen in de monitor en in de
uiteindelijke film onder fluorescerende lampen of lampen met kwikdamp of
natrium zichtbaar zijn, of wanneer de camera horizontaal wordt bewogen
of een voorwerp met hoge snelheid door het beeld beweegt (voor
informatie over het verminderen van flikkeringen en banden, zie
Flikkerreductie, 0 348).
moiré en heldere vlekken zichtbaar zijn.
knipperende tekens en andere met tussenpozen verschijnende
lichtbronnen kunnen heldere banden verschijnen of als het onderwerp kort
door een strobe of andere heldere, kortstondige lichtbron wordt verlicht.
Richt de camera niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen tijdens het
opnemen van films.
kan schade aan de interne schakelingen van de camera tot gevolg hebben.
Merk op dat ruis (willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) en
onverwachte kleuren kunnen verschijnen als u inzoomt op het beeld dat
zichtbaar is door het objectief (0 59) tijdens filmlivebeeld.
Er kan geen flitslicht worden gebruikt tijdens filmlivebeeld.
De opname eindigt automatisch als het objectief wordt verwijderd of als de
selectieknop voor livebeeld naar een nieuwe instelling wordt gedraaid.
Filmlivebeeld eindigt wanneer de G-knop wordt ingedrukt.
Livebeeld wordt mogelijk automatisch beëindigd om schade aan de interne
schakelingen te voorkomen; sluit livebeeld af wanneer de camera niet in
gebruik is.
stijgen en kan er in de volgende gevallen ruis (heldere vlekken, willekeurige
heldere pixels of waas) te zien zijn (de camera kan ook voelbaar warm
worden, maar dit duidt niet op een storing):
• De omgevingstemperatuur is hoog
• De camera is voor langere perioden in livebeeld gebruikt of om films op te
• De camera is voor langere perioden in continu ontspanstand gebruikt
Als livebeeld niet start wanneer u op de a-knop drukt, dient u te wachten
totdat de interne schakelingen zijn afgekoeld en probeer het vervolgens
opnieuw.
nemen
Merk op dat de temperatuur van interne schakelingen kan
Er kunnen ook gekartelde randen, valse kleuren,
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel
In bepaalde velden met
y
73
Filminstellingen
Gebruik de optie Filminstellingen in het opnamemenu om de
volgende instellingen aan te passen.
• Beeldformaat/beeldsnelheid, Filmkwaliteit: Kies uit de volgende opties:
Maximale bitsnelheid
(Mbps)
3, 4
3, 4
★ hoge
kwaliteit
Normaal
2412
128
53
2412
De fotohoek is equivalent aan een
1
1920×1080; 30 bps
1
1920×1080; 25 bps
2
1920×1080; 24 bps
3
1280× 720; 60 bps
4
1280× 720; 50 bps
5
1280× 720; 30 bps
6
1280× 720; 25 bps
7
640× 424; 30 bps
o
y
640× 424; 25 bps
p
1920×1080; 30 bps; uitsnede
8
1920×1080; 25 bps; uitsnede
9
1920×1080; 24 bps; uitsnede
!
1 Werkelijke snelheid is 29,97 bps voor waarden aangeduid als 30 bps, 23,976 bps voor
waarden aangeduid als 24 bps en 59,94 bps voor waarden aangeduid als 60 bps.
2 In DX-gebaseerd filmformaat is de beeldkwaliteit equivalent aan films die zijn
opgenomen met een beeldformaat van 1.280 × 720.
3 De maximumlengte voor ★ Hoge kwaliteit films is 20 minuten.
4 Matrixmeting wordt automatisch geselecteerd.
brandpuntsafstand van 2,7 × de lengte van een FX-gebaseerd filmformaat, waardoor
een tele-effect ontstaat zonder gebruik te maken van een langer objectief; h wordt in
de monitor weergegeven.
Fijn afbeeldingen van optimale kwaliteit als een formaat van 1.920 × 1.080 pixels
opgeslagen; HDR is niet beschikbaar (0 186).
2, 3
2, 3
2, 3
3
3
3, 4
Foto's die met deze instelling zijn gemaakt, worden als JPEG
Maximale lengteOptie
29 min. 59 sec.
D Beeldformaat- en snelheid
Het beeldformaat en de beeldsnelheid beïnvloeden de verdeling en de
hoeveelheid ruis (willekeurige heldere pixels, waas of heldere vlekken).
74
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.