Hieronder volgen belangrijke opmerkingen over de waterdichtheid van de camera. Lees, voordat u
de camera gaat gebruiken de informatie in "<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid,
condens" (A xiii) zorgvuldig door.
Berichten met betrekking tot waterdichtheid
Op de camera worden berichten weergegeven met betrekking tot de waterdichtheid als u bepaalde
instellingen selecteert of bepaalde bewerkingen uitvoert. Lees en volg de informatie die wordt
weergegeven in de berichten als deze verschijnen.
Open geen deksels in de
buurt van water of zand.
Er kan dan stof e.d. in de
camera komen.
Verwijder stof en dergelijke
met een borstel of
blaasbalgje.
Controleer of er geen stof
e.d. aanwezig is op de
aangegeven plaatsen.
Sluit daarna de deksels.
Om na gebruik stof en derge-
lijke te verwijderen, dompelt
u de camera in schoon water
gedurende circa 10 minuten.
Berichten met betrekking tot de waterdichtheid worden weergegeven in de volgende situaties.
• Als u de camera voor het eerst inschakelt en instelt
• Als u de camera instelt op Foto's onder water (A 39)
• Als u de camera inschakelt na het opladen
Opmerking: als u het deksel sluit zonder dingen te verwijderen die niet onder het deksel thuishoren,
kan er water in de camera dringen of kan de camera beschadigd raken. Inspecteer het
Veeg daarna waterdruppels
af en plaats de camera op
een doek om deze te laten
drogen.
Nadat de camera goed is
opgedroogd, verwijdert u
druppels op de aangegeven
plaatsen met een doek.
deksel en maak het schoon.
Page 3
Inleiding
Onderdelen van de camera
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
Opnamefuncties
Weergavefuncties
Films opnemen en afspelen
Algemene camera-instellingen
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
Referentiegedeelte
Technische opmerkingen en index
i
Page 4
Inleiding
Lees dit eerst
Inleiding
Gefeliciteerd met de aankoop van de Nikon COOLPIX S32 digitale camera. Lees voordat u de camera
gaat gebruiken de informatie in “Voor uw veiligheid” (A viii-xi) en “<Belangrijk> Schok-, water- en
stofbestendigheid, condens” (A xiii-xix) door en maak uzelf vertrouwd met de informatie in deze
handleiding. Houd de handleiding, nadat u deze hebt doorgelezen, bij de hand en raadpleeg deze
indien nodig om optimaal te kunnen genieten van uw nieuwe camera.
ii
Page 5
Over deze handleiding
Als u direct gebruik wilt gaan maken van de camera, raadpleegt u “De grondbeginselen van
opnemen en weergeven” (A 8).
Als u meer wilt weten over de onderdelen van de camera en de basisbediening, raadpleegt u
“Onderdelen van de camera” (A 1).
Inleiding
iii
Page 6
Overige informatie
• Symbolen en conventies
Teneinde het gemakkelijker voor u te maken om de benodigde informatie te vinden, worden de
volgende symbolen en conventies gebruikt in deze handleiding:
Inleiding
PictogramBeschrijving
B
C
A/E/F
• SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten worden “geheugenkaarten” genoemd in deze
handleiding.
Dit pictogram geeft waarschuwingen en informatie aan die moeten worden gelezen
voordat de camera wordt gebruikt.
Dit pictogram geeft opmerkingen en informatie aan die moeten worden gelezen
voordat de camera wordt gebruikt.
Deze pictogrammen geven andere pagina's aan die relevante informatie bevatten:
E: “Referentiegedeelte”, F: “Technische opmerkingen en index”.
• De instelling op het tijdstip van aankoop wordt de “standaardinstelling” genoemd.
• De namen van menuopties die worden weergegeven op de monitor van de camera en de
namen van knoppen of berichten op een computerscherm worden vet weergegeven.
• In deze handleiding worden vaak onderdelen van de monitor niet weergegeven zodat
aanduidingen op de monitor duidelijker zichtbaar zijn.
• De illustraties en monitorbeelden in deze handleiding kunnen afwijken van wat wordt
weergegeven op de monitor van het daadwerkelijke product.
iv
Page 7
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Holografisch zegel: Dit zegel duidt aan dit
apparaat een origineel Nikon product is.
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue productondersteuning
en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende websites:
• Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
• Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
• Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en
algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor meer informatie contact op met
de dichtstbijzijnde Nikon-vertegenwoordiger. Ga naar de onderstaande site voor de contactgegevens:
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en bevatten
complexe elektronische circuits. Alleen elektron ische accessoires van het merk Nikon (inclusief batterijladers,
batterijen, lichtnetlaadadapters en lichtnetadapters), die doo r Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik
met deze digitale camera van Nikon, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen
van deze elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN VERVAARDIGD KAN DE
CAMERA BESCHADIGEN EN DE NIKON GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Het gebruik van oplaadbare Li-ion batterijen van derden zonder het Nikon hologram kan de werking van de
camera negatief beïnvloeden en/of resulteren in overhitting, ontbranding, breuk of lekkage van de
batterijen.
Neem voor meer informatie over originele Nik on accessoires contact op met een door Nikon goedgekeurde
leverancier.
Voordat u belangrijke foto's gaat maken
Voordat u foto's gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of een reis), kunt u het best
enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor
schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect aan uw camera.
Inleiding
v
Page 8
Over de handleidingen
• Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden gereproduceerd,
overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in enige vorm worden
vertaald naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
• Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de hardware
en software die in deze handleidingen worden beschreven op elk gewenst moment te wijzigen.
Inleiding
• Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product.
• Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze handleidingen juist en
volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-importeur op de hoogte brengt van eventuele
onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie voor de adresgegevens).
Mededelingen aangaande het verbod op kopiëren of reproduceren
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd met
behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
• Materiaal dat niet mag worden geko pieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van (plaatselijke)
overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van een stempel “Voorbeeld” of
“Specimen”. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het buitenland
in omloop zijn, is verboden. Tenzij vooraf door de overheid toestemming is verleend, is het kopiëren of
reproduceren van ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post)zegels en gecertificeerde wettelijke
documenten is verboden.
• Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van
waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen en
dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal
kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Eveneens niet toegestaan is het kopiëren of reproduceren
van door de overheid uitgegeven paspoorten, door overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven
vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen.
• Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechterlijk beschermde creatieve werken, zoals boeken, muziek,
schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto's, wordt gereguleerd door de nationale en
internationale auteurswetgeving. Gebruik dit product niet voor het maken van illegale kopieën of voor
andere activiteiten die het auteursrecht schenden.
vi
Page 9
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto's of het formatteren van opslagmedia, zoals
geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden
verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden
op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot
gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot
dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te werpen of aan
een ander over te doen. U kunt het medium ook eerst formatteren en vervolgens geheel vullen met
beelden die geen persoonlijke informatie bevatten (bijvoorbeeld foto's van de lucht). Wees voorzichtig bij
het fysiek vernietigen van opslagmedia en voorkom letsel en beschadiging van eigendommen.
Inleiding
vii
Page 10
Voor uw veiligheid
Om schade aan uw Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen,
verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens dit
Inleiding
product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar alle
gebruikers van dit product deze kunnen lezen.
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit Nikon-product
in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt voorkomen.
WAARSCHUWINGEN
Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur uit
de camera of de lichtnetlaadadapter
komt, koppel de lichtnetlaadadapter dan
los en verwijder de batterij onmiddellijk.
Let hierbij op dat u geen brandwonden
oploopt. Let hierbij op dat u geen
brandwonden oploopt. Als u de camera
blijft gebruiken, kan dit tot letsel leiden.
Nadat de batterij is verwijderd, dient het
apparaat door een door Nikon erkende
servicedienst te worden nagekeken.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van
de camera of lichtnetlaadadapter kan
leiden tot letsel. Reparaties mogen
uitsluitend door bevoegde technici
viii
worden uitgevoerd. Als de camera of de
lichtnetlaadadapter door een val of ander
ongeluk openbreekt, haalt u de stekker
uit het stopcontact en/of verwijdert u de
batterij en laat u het product nakijken
door een door Nikon erkende
servicedienst.
Gebruik de camera of
lichtnetlaadadapter niet in de
buurt van ontvlambare gassen
Gebruik elektronische apparatuur niet in
de buurt van ontvlambare gassen, omdat
dit kan leiden tot ontploffingen of brand.
Wees voorzichtig met de
camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek
van een baby of kind.
Page 11
Buiten bereik van kinderen
houden
Zorg ervoor dat kleine kinderen de
batterij, borstel of andere kleine
onderdelen niet in hun mond kunnen
stoppen.
Raak de camera,
lichtnetlaadadapter of
lichtnetadapter niet gedurende
langere tijd aan terwijl de
apparaten zijn ingeschakeld of
worden gebruikt
Delen van de apparaten worden heet.
Laat u de apparaten voor langere tijd in
direct contact komen met de huid, dan
kan dit lichte brandwonden tot gevolg
hebben.
Laat het product niet achter op
een plek waar het wordt
blootgesteld aan extreem hoge
temperaturen, zoals in een
afgesloten auto of in direct
zonlicht
Als u zich niet aan deze
voorzorgsmaatregel houdt, kan dit
schade veroorzaken of tot brand kunnen
leiden.
Ga voorzichtig om met de
batterij
Bij onjuist gebruik kan de batterij gaan
lekken, oververhit raken of ontploffen.
Let op de volgende punten bij het
gebruik van de batterij in combinatie met
dit product:
• Schakel het apparaat uit voordat u de
batterij verwisselt. Wanneer u de
lichtnetlaadadapter/lichtnetadapter
gebruikt, dient u zeker te zijn dat de
stekker is uitgetrokken.
• Gebruik enkel een oplaadbare
Li-ionbatterij EN-EL19 (meegeleverd).
Laad de batterij op met behulp van
een camera die het opladen van
batterijen ondersteunt, of door
gebruik te maken van een batterijlader
MH-66 (apart verkrijgbaar). Om de
batterij op te laden met de camera,
gebruikt u de lichtnetlaadadapter
EH-70P (meegeleverd) of de functie
Opladen via computer.
• Probeer de batterij niet
ondersteboven of achterstevoren in
de camera te plaatsen.
• U mag de batterij niet kortsluiten of uit
elkaar halen, of de isolatie of het
omhulsel verwijderen of openbreken.
• Stel de batterij niet bloot aan vuur of
bovenmatige hitte.
Inleiding
ix
Page 12
• Dompel de batterij niet onder in water
en zorg dat deze niet vochtig wordt.
• Doe de batterij in een plasticzak
voordat u deze gaat vervoeren.
Vervoer of bewaar de batterij niet bij
Inleiding
metalen voorwerpen, zoals
halskettingen of haarspelden.
Een volledig ontladen batterij kan gaan
•
lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, dient u de batterij te
verwijderen wanneer deze leeg is.
• Stop onmiddellijk met het gebruik van
de batterij wanneer zich een
verandering voordoet, zoals
verkleuring of vervorming.
• Spoel kleding of huid die in contact is
gekomen met vloeistof uit een
beschadigde batterij onmiddellijk af
met ruim water.
Neem bij gebruik van de
lichtnetlaadadapter de
onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht
• Houd de batterijlader droog. Als u
deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot brand of een
elektrische schok.
• Verwijder stof op of bij de metalen
onderdelen van de stekker met een
droge doek. Als u dit nalaat en het
product blijft gebruiken, kan dit brand
veroorzaken.
x
•
Raak de stekker niet aan en blijf uit de
buurt van de lichtnetlaadadapter
tijdens onweer. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dit leiden tot een elektrische schok.
•
Voorkom beschadigingen of
veranderingen aan de USB-kabel. Trek
de kabel niet met kracht los en buig
deze niet. Plaats geen zware
voorwerpen op de kabel en stel de
kabel niet bloot aan hitte of vuur. Plaats
geen zware voorwerpen op de kabel
en stel de kabel niet bloot aan hitte of
vuur. Als de isolatie beschadigd raakt
en de draden bloot komen te liggen,
laat het netsnoer dan door een door
Nikon erkende servicedienst nakijken.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet
in acht neemt, kan dit brand of een
elektrische schok veroorzaken.
• Raak de stekker of de
lichtnetlaadadapter niet met natte
handen aan. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot een
elektrische schok.
• Gebruik niet met reisadapters of
adapters die ontworpen werden om
een voltage naar een ander voltage
om te zetten of met een omzetter van
gelijkstroom naar wisselstroom. Deze
voorzorgsmaatregel niet naleven, kan
leiden tot schade aan het product of
oververhitting of brand veroorzaken.
Page 13
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de
voor dit doel meegeleverde of bij Nikon
verkrijgbare kabels, zodat wordt voldaan
aan de productvoorschriften.
Wees voorzichtig met de
bewegende delen
Pas op dat uw vingers of andere
voorwerpen niet bekneld r aken tussen de
objectiefbescherming of andere
bewegende delen.
Wees voorzichtig met gebruik
van de flitser
Als u een flitser dicht bij de ogen van een
te fotograferen persoon gebruikt, kan dit
tijdelijk oogletsel veroorzaken. De flitser
moet zich op minimaal 1 meter afstand
van het onderwerp bevinden. Wees met
name voorzichtig bij het fotograferen van
kleine kinderen.
Flits niet als het flitsvenster met
een persoon of voorwerp in
aanraking komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in
acht neemt, kan dit brand of
brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met vloeibare
kristallen
Als de monitor beschadigd raakt, dient u
erop te letten dat u zich niet verwondt
aan de glassplinters en te voorkomen dat
de vloeibare kristallen in de monitor in
aanraking komen met uw huid, ogen of
mond.
Schakel de camera uit in een
vliegtuig of ziekenhuis
Schakel de camera uit in het vliegtuig
tijdens het opstijgen of landen. Volg de
instructies van het ziekenhuis voor
gebruik in een ziekenhuis.
De elektromagnetische golven die
worden uitgestraald door deze camera
kunnen de elektronische systemen van
het vliegtuig of van de instrumenten van
het ziekenhuis verstoren.
Inleiding
xi
Page 14
Mededelingen
Mededeling voor Europese klanten
WAARSCHUWINGEN
Inleiding
GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS
BATTERIJ WORDT VERVANGEN VOOR
EEN ONJUIST TYPE.
VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE
INSTRUCTIES.
Dit pictogram geeft aan dat
elektrische en elektronische
apparaten via gescheiden
inzameling moet worden
afgevoerd.
Het volgende is uitsluitend van toepassing
voor gebruikers in Europese landen:
• Dit product dient apart te worden
ingeleverd bij een aangewezen
inzamelingspunt. Werp dit product
niet weg als huishoudelijk afval.
• Gescheiden inzameling en recycling
helpt bij het behoud van natuurlijke
bronnen en voorkomt negatieve
consequenties voor mens en milieu
die kunnen ontstaan door onjuist
weggooien van afval.
• Neem voor meer informatie contact
op met de leverancier of de
gemeentelijke reinigingsdienst.
xii
Dit symbool op de batterij
duidt aan dat de batterij
afzonderlijk moet ingezameld
worden.
Het volgende is alleen van toepassing op
gebruikers in Europese landen:
• Alle batterijen, al dan niet voorzien van
dit symbool, moeten afzonderlijk
worden ingezameld op een geschikt
inzamelpunt. Gooi niet samen met het
huishoudelijk afval weg.
• Neem voor meer informatie contact
op met de leverancier of de
gemeentelijke reinigingsdienst.
Page 15
<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid,
condens
• Lees de onderstaande instructies en de instructies in “Behandeling van het product” (F2).
Opmerking over schokbestendigheid
Deze camera heeft de interne testen van Nikon (valproef vanaf een hoogte van 1,5 m op een 5 cm
dikke multiplexplaat) doorstaan en voldoet daarmee aan de strenge Amerikaanse militaire
valproefnormen (MIL-STD 810F 516.5-Shock*).
Deze test garandeert niet dat de camera waterbestendig is of dat de camera nooit beschadigd of
defect kan raken.
Wijzigingen aan de buitenkant van de camera zoals loslatende lak of vervorming van het gedeelte
dat de schok opving, maken geen deel uit van de interne testen van Nikon.
* Standaard testmethode van het Amerikaanse Ministerie van Defensie.
Bij deze valproef vallen 5 camera's in 26 richtingen (8 randen, 12 hoeken en 6 vlakken) vanaf een hoogte van
122 cm om te garanderen dat één van de vijf camera's de valproef doorstaat (als een camera de valproef niet
doorstaat, worden nog vijf camera's getest om te voldoen aan de testcriteria van één tot vijf camera's).
b Stel de camera niet bloot aan bovenmatige schokken, trillingen of druk door vallen of
stoten.
Als deze voorzorgsmaatregel niet in acht genomen wordt, kan water de camera binnendringen en
leiden tot een functiestoring van de camera.
• Gebruik de camera niet op een diepte van meer dan 10 m onder water.
• Stel de camera niet bloot aan waterdruk door het toestel in stromend water onder hoge druk te
houden.
• Ga niet zitten als de camera in uw broekzak zit.
Prop de camera niet geweld in de cameratas.
Inleiding
xiii
Page 16
Opmerkingen over waterbestendigheid en stofdichtheid
De camera is waterbestendig volgens beveiligingsklasse IEC/JIS 8 (IPX8) en
vocht-bestendig volgens beveiligingsklasse IEC/JIS 6 (IP6X) en kan gebruikt worden om maximaal
60 minuten lang onder water foto's te maken op een diepte van 10 m.*
Deze classificatie garandeert niet dat de camera waterbestendig is of dat de camera nooit
Inleiding
beschadigd of defect kan raken.
* Deze classificatie geeft aan dat de camera ontworpen is om de aangegeven waterdruk te weerstaan
gedurende de aangegeven tijdsduur als de camera gebruikt wordt volgens de door Nikon gedefinieerde
methodes.
b Als d e camer a is bl ootges teld a an bove nmati ge sch okken, trilli ngen o f druk door va llen
of stoten, kan de waterbestendigheid niet meer gegarandeerd worden.
• Als de camera blootgesteld is aan schokken, wordt aangeraden om contact op te nemen met uw
dealer of een door Nikon erkende servicedienst om (tegen betaling) de waterbestendigheid te
laten testen.
- Gebruik de camera niet op een diepte van meer dan 10 m onder water.
- Stel de camera niet bloot aan waterdruk door het toestel in snel stromend water of
watervallen te houden.
- Schade die veroorzaakt is door binnendringend water in de camera vanwege een verkeerd
gebruik van de camera, wordt niet door de garantie gedekt.
• De waterbestendigheid van de camera geldt alleen voor zoet water en zeewater.
• Het binnenste gedeelte van de camera is niet waterbestendig. Als water in de camera
binnendringt, kan dit storingen veroorzaken.
• Accessoires zijn niet waterdicht.
• Als vloeistof of waterdruppeltjes in contact komen met de buitenkant van de camera of met de
binnenkant van het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf veegt u de vloeistof
onmiddellijk weg met een zachte droge doek. Plaats geen natte geheugenkaarten of batterijen.
Als het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf geopend of gesloten wordt in de buurt van water
of onder water, kan water de camera binnendringen of kan de camera defect raken.
Het deksel mag niet geopend of gesloten worden met natte handen. Anders kan dit tot gevolg
hebben dat er water in de camera binnendringt of dat er camerastoringen optreden.
xiv
Page 17
• Als zich vuil of stof vasthecht aan de buitenkant van de
camera of de binnenkant van het deksel van het batterijvak/
de kaartsleuf (zoals het scharnier, de geheugenkaartsleuf en
de connectoren), verwijdert u dit onmiddellijk met een
blaasbalgje. Als een vreemde substantie aan de
waterbestendige pakking binnen in het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf kleeft, verwijdert u deze
met de meegeleverde borstel. Gebruik de meegeleverde
borstel niet voor enig ander doel dan het reinigen van de
waterbestendige pakking.
• Als vuil zoals zonnebrandolie, zonnebrandcrème, deeltjes van een warme bron, badschuim,
wasmiddel, zeep, organisch oplosmiddel, olie of alcohol aan de camera blijft hechten, moet het
meteen afgeveegd worden.
• Stel de camera niet gedurende lange tijd bloot aan hoge temperaturen van 40°C of meer (met
name op plekken die zijn blootgesteld aan direct zonlicht, binnen in een auto, op een boot, op
het strand of in de buurt van een verwarmingsapparaat). Hierdoor wordt de waterdichtheid van
de camera minder.
Voordat de camera onder water gebruikt wordt
1. Zorg dat er geen vuil in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf zit.
• Alle vreemde materie zoals zand, stof of haren binnen in het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf moet met een blaasbalgje worden verwijderd.
• Vloeistoffen zoals waterdruppels in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf moeten
afgeveegd worden met een zachte droge doek.
2. Controleer of de waterbestendige pakk ing (A2) van het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf niet gebarsten of vervormd is.
• De waterbestendigheid van de waterbestendige pakking kan na een jaar minder worden.
Als de waterbestendige pakking begint na te laten, raadpleegt u uw leverancier of een door
Nikon erkende servicedienst.
3. Zorg dat het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf goed gesloten is.
• Schuif de klep totdat deze op zijn plaats klikt.
Inleiding
xv
Page 18
Opmerkingen over het gebruik van de camera onderwater
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat water de camera
binnendringt.
• Duik niet met de camera onder water in water dieper dan 10 m.
• Gebruik de camera niet continu 60 minuten of langer onder water.
Inleiding
• Gebruik de camera bij een watertemperatuur tussen 0°C en 40°C als u de camera onderwater
gebruikt.
Gebruik de camera niet bij warmwaterbronnen.
• Open of sluit het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet onderwater.
• Stel de camera niet bloot aan schokken bij gebruik onder water.
Spring niet met de camera in het water of stel de camera niet bloot aan hoge waterdruk zoals in
stroomversnellingen of watervallen.
• Deze camera blijft niet drijven. Zorg dat u de camera niet laat vallen onder water.
Camera reinigen na gebruik onder water
• Reinig de camera binnen 60 minuten nadat u de camera onder water heeft gebruikt. Als u de
camera in vochtige omstandigheden achterlaat waar zoutdeeltjes of andere vreemde substanties
zich aan het toestel kunnen hechten, kan dit leiden tot schade, verkleuring, corrosie, stank of
verminderde waterbestendigheid.
• Verwijder, voordat u de camera reinigt, grondig alle waterdruppeltjes, zand, zoutdeeltjes of
andere vreemde substanties van uw handen, lichaam en haar.
• Aangeraden wordt om de camera binnen te reinigen om te voorkomen dat deze wordt
blootgesteld aan waternevel of zand.
• Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf pas nadat alle vreemde substanties
van het toestel zijn gespoeld met water en alle vocht is weggeveegd.
xvi
Page 19
1. Houd het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf gesloten en spoel de
camera af met kraanwater.
Spoel de camera lichtjes af met kraanwater of dompel het toestel gedurende ongeveer
10 minuten onder in een lage bak met kraanwater.
• Als de knoppen of schakelaars niet naar behoren werken, kleven er mogelijk vreemde
substanties aan de camera.
Vreemde substanties kunnen tot storingen aan de camera leiden; spoel de camera grondig
schoon.
2. Veeg de waterdruppels op met een zachte doek en laat de camera drogen op een goed
geventileerde en donkere plek.
• Zet de camera op een droge doek om deze te laten drogen.
Water zal uit de openingen in de microfoon of luidsprekers stromen.
• De camera mag niet gedroogd worden met hete lucht van een föhn of wasdroger.
• Gebruik geen chemicaliën (zoals benzine, thinner, alcohol of afwasmiddel), zeep of neutrale
reinigingsmiddelen.
Als de waterbestendige afdichting of de camerabody vervormd raakt, zal de
waterbestendigheid verminderen.
Inleiding
xvii
Page 20
3. Nadat u hebt gecontroleerd of de camera geen waterdruppeltjes bevat, opent u het
deksel van het batterijvak/de kaartsleuf, veegt u voorzichtig alle overgebleven water
binnen in de camera weg met een droge, zachte doek en gebruikt u het blaasbalgje om
alle vreemde materie te verwijderen.
• Als u de klep opent voordat de camera grondig is afgedroogd, kunnen waterdruppeltjes op
Inleiding
de geheugenkaart of batterij terechtkomen.
De waterdruppels kunnen ook in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf binnendringen
(bijvoorbeeld bij de waterbestendige afdichting, de scharnieren, de kaartsleuf of de aansluitingen).
Als dit het geval is, moet u het water opvegen met een droge zachte doek.
• Als het deksel gesloten wordt terwijl de binnenkant nog nat is, kan dit condensvorming of
storingen veroorzaken.
• Als de openingen in de microfoon of luidsprekers verstopt zitten met waterdruppels, kan het
geluid verslechteren of vervormd raken.
- Veeg het water op met een droge zachte doek.
- Steek de openingen in de microfoon of luidsprekers niet open met scherpe voorwerpen.
Als de binnenkant van de camera beschadigd is, zal de waterbestendigheid verminderen.
xviii
Page 21
Opmerkingen over bedrijfstemperatuur en luchtvochtigheid
en condensatie
De werking van deze camera is getest bij temperaturen tussen -10°C en +40°C.
Als u de camera in koude gebieden gebruikt, moet u de volgende voorzorgsmaatregelen nemen.
Bewaar de camera en de reservebatterijen voor gebruik op een warme plaats.
• De werking van de batterijen (het aantal foto's en de opnameduur) kan tijdelijk minder worden.
• Als de camera zeer koud is, kan de werking tijdelijk minder worden. De monitor kan bijvoorbeeld
donkerder zijn dan normaal direct na het aanzetten van de camera of er kunnen
schaduwbeelden te zien zijn.
• Als er sneeuwvlokken of waterdruppels aan de buitenkant van de camera zitten, moet u ze
meteen wegvegen.
- Als de knoppen of schakelaars bevroren zijn, werken ze niet soepel.
- Als de openingen in de microfoon of luidsprekers verstopt zitten met waterdruppels, kan het
geluid verslechteren of vervormd raken.
b Omgevingscondities, zoals temperatuur en luchtvochtigheid,
kunnen tot het beslaan (door condensvorming) van de binnenkant
van de monitor, het objectief of het flitservenster leiden.
Dit is geen camerastoring of defect.
b Omgevingsfactoren die condensvorming in de camera kunnen
veroorzaken
De binnenkant van de monitor, het objectief of het flitservenster kan in de volgende situaties beslaan
(door condensvorming) bij scherpe temperatuurschommelingen of een hoge luchtvochtigheid.
• Als de camera plotseling ondergedompeld wordt in water met een lage temperatuur, vergeleken
met de temperatuur boven water.
• De camera wordt vanaf een koude plek overgebracht naar een warme plek, bijvoorbeeld binnen
in een gebouw.
• Het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf wordt geopend of gesloten in een
omgeving met een hoge luchtvochtigheid.
b Condens verwijderen
• Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf nadat de camera is uitgezet op een plaats waar
de omgevingstemperatuur stabiel is (vermijd plaatsen met een hoge temperatuur/hoge
luchtvochtigheid, zand of stof).
Verwijder de batterij en de geheugenkaart en laat het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf van
de camera openstaan, zodat de condens kan wegtrekken doordat de camera zich aanpast aan de
omgevingstemperatuur.
• Als de condens niet verdwijnt, moet u contact opnemen met uw dealer of een door Nikon
erkende servicedienst.
Inleiding
xix
Page 22
Inhoudsopgave
Inleiding................................................................. ii
Lees dit eerst................................................................. ii
Inleiding
Over deze handleiding................................................. iii
Informatie en voorzorgsmaatregelen.................. v
Voor uw veiligheid ................................................. viii
WAARSCHUWINGEN ................................................... viii
Mededelingen............................................................ xii
<Belangrijk> Schok-, water- en
stofbestendigheid, condens ............................... xiii
Opmerking over schokbestendigheid............. xiii
Opmerkingen over waterbestendigheid en
stofdichtheid.................................................................... xiv
Voordat de camera onder water gebruikt
wordt...................................................................................... xv
Opmerkingen over het gebruik van de camera
onderwater........................................................................ xvi
Camera reinigen na gebruik onder water..... xvi
Opmerkingen over bedrijfstemperatuur en
luchtvochtigheid en condensatie ...................... xix
Onderdelen van de camera............................ 1
De camerabody ...................................................... ..... 1
De camerariem bevestigen....................................... 3
De monitor ............................................................ ........ 4
De informatie die wordt weergegeven op de monitor tijdens opname en weergave verandert
afhankelijk van de instellingen en gebruiksstatus van de camera.
C Als in de opname- en weergavestand geen informatie wordt weergegeven
Behalve bepaalde informatie, wordt er geen informatie weergegeven als gedurende een aantal seconden
geen bewerkingen worden uitgevoerd. Er wordt opnieuw informatie weergegeven a ls op een flexibele
knop of op de multi-selector wordt gedrukt.
5
Page 30
De flexibele knoppen gebruiken
11 0 0
20 m 0s
4
15 / 0 5/ 2 01 4
15 : 3 0
Opnamestand
Weergavestand
Flexibele knop 1
Flexibele knop 2
Flexibele knop 3
Flexibele knop 4
Flexibele knop 1
Flexibele knop 2
Flexibele knop 3
Flexibele knop 4
Als u op een flexibele knop drukt terwijl het opname- of weergavescherm wordt weergegeven,
verschijnt het menu voor de huidige stand. Wanneer het menu wordt weergegeven, kunt u
verschillende instellingen wijzigen.
In dit document wordt naar de flexibele knoppen verwezen met “flexibele knop 1” t/m “flexibele
knop 4”, op volgorde van boven naar beneden.
Onderdelen van de camera
6
15/05/2014
15:30
1100
20m 0s
4
Page 31
Items selecteren
Flitser
Flits-stand/zelfontspanner
Zelfontspanner
Berichten uitwisselen
Spelen met foto's
Filtereecten
Score geven
OpnamestandWeergavestand
Gebruik HI om andere
pagina's weer te geven.
U kunt een item selecteren
door op de flexibele knop
naast het item te drukken.
De als laatste geselecteerde
instelling (met inbegrip van
de standaardinstelling)
wordt wit weergegeven.
• U kunt een item selecteren door op de flexibele knop ernaast te drukken.
• Als Q wordt weergegeven, drukt u op flexibele knop 1 om terug te gaan naar het vorige scherm.
• Als de inhoud van het menu doorgaat op een volgende pagina, wordt een gids weergegeven die
de paginapositie aangeeft.
Druk op HI van de multi-selector om andere pagina's weer te geven.
Onderdelen van de camera
Camera-instellingen
Welkomstscherm
Datum en tijd
Helderheid
C Opmerkingen over het instellen van menuopties
Sommige menuopties kunnen niet worden geselecteerd, afhankelijk van de manier waarop de camera is
ingesteld. Deze opties worden grijs weergegeven.
Camera-instellingen
Datumstempel
Elektronische VR
AF-hulplicht
Datumstempel
Datum
Uit
7
Page 32
De grondbeginselen van opnemen en
Batterijvergrendeling
weergeven
Voorbereiding 1 De batterij plaatsen
1 Open het deksel van het batterijvak en de
geheugenkaartsleuf.
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
2 Plaats de batterij.
• Duw de oranje batterijvergrendeling in de richting die de pijl
aangeeft (1) en schuif de batterij helemaal naar binnen (2).
• De batterij klikt vast als deze goed is geplaatst.
B Zorg ervoor dat u de batterij in de juiste richting
plaatst
Als u de batterij onderstebo ven of achterstevoren plaatst, kan
dit schade aan de camera veroorzaken.
8
Page 33
3 Sluit het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf.
• Leg het deksel volledig plat in de richting die de pijl aangeeft
(1) en schuif het helemaal naar binnen (2).
B Waarschuwing voor schade
Als het deksel wordt verschoven terwijl dit open is, kan de
camera schade oplopen.
De batterij verwijderen
Schakel de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en
de monitor uitgeschakeld zijn voordat u het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf opent.
Duw de batterijvergrendeling in de richting die de pijl aangeeft
(1) om de batterij uit te werpen (2).
B Waarschuwing bij hoge temperatuur
Direct na gebruik van de camera voelen de camera, batterij en geheugenkaart mogelijk heet aan.
B Het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf openen
Open of sluit het deksel van het batterijvak en de geheugenkaartsleuf niet in een zanderige of stoffige
omgeving of met natte handen. Als u het deksel sluit zonder dingen te verwijderen die niet onder het deksel
thuishoren, kan er water in de camera dringen of kan de camera beschadigd raken.
• Als er vreemde deeltjes achter het deksel of in de camera komen, moet u die onmiddellijk verwijderen
met een blaasbalgje of borstel.
• Als er vloeistof (water bijvoorbeeld) achter het deksel of in de camera komt, moet u dit onmiddellijk
afvegen met een zachte en droge doek.
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
9
Page 34
Voorbereiding 2 De batterij opladen
1
3
2
Oplaadlampje
USB-kabel (meegeleverd)
Stopcontact
1 Schakel de camera uit en open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
2 Bereid de meegeleverde lichtnetlaadadapter voor.
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
Als een stekkeradapter* wordt meegeleverd met uw camera, bevestigt u de
stekkeradapter aan de stekker van de lichtnetlaadadapter. Druk stevig op de
stekkeradapter totdat deze goed op zijn plek zit. Wanneer de twee eenmaal met
elkaar zijn verbonden, kunnen pogingen om de stekkeradapter met kracht te
verwijderen tot schade aan het product leiden.
* De vorm van de stekkeradapter varieert afhankelijk van het land of de regio waar
de camera is aangeschaft.
De lichtnetlaadadapter wordt in Argentinië en Korea geleverd met aangebrachte
stekkeradapter.
3 Controleer of de batterij in de camera is geplaatst en sluit vervolgens de
camera aan op de lichtnetlaadadapter in de volgorde van 1 t/m 3.
• Houd de camera uitgeschakeld.
• Controleer of de stekkers correct zijn geplaatst. Plaats of verwijder de stekkers niet onder een hoek
bij het aansluiten of loskoppelen.
• Het oplaadlampje knippert langzaam groen om aan te geven dat de batterij wordt opgeladen.
• Het is niet mogelijk om opnamen te maken terwijl de camera is verbonden met de
10
lichtnetlaadadapter.
Page 35
OplaadlampjeBeschrijving
Knippert langzaam
(groen)
Uit
Knippert snel (groen)
De batterij wordt opgeladen.
Als het opladen is voltooid, stopt het oplaadlampje met groen knipperen en
gaat het uit.
Het opladen van een volledig lege batterij neemt ongeveer 2 uur en
35 minuten in beslag.
• De omgevingstemperatuur is niet geschikt om in op te laden. Laad de
batterij binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5°C tot 35°C.
• De USB-kabel of de lichtnetlaadadapter is niet correct aangesloten of er is
een probleem met de batterij. Koppel de USB-kabel of de
lichtnetlaadadapter los en sluit deze vervolgens opnieuw aan, of ve rvang de
batterij.
4 Haal de stekker van de lichtnetlaadadapter uit het stopcontact en koppel
vervolgens de USB-kabel los.
C Opladen via een computer of batterijlader
• U kunt de batterij ook opladen door de camera aan te sluiten op een computer (A 67, E43).
• U kunt de batterijlader MH-66 (apart verkrijgbaar; E59) gebruiken om de batterij op te laden zonder de
camera te gebruiken.
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
11
Page 36
Voorbereiding 3 Een geheugenkaart plaatsen
Geheugenkaartsleuf
1 Schakel de camera uit en open het deksel van
het batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
2 Plaats de geheugenkaart.
• Schuif de geheugenkaart in de sleuf tot de kaart op zijn plek
klikt.
B Zorg ervoor dat u de geheugenkaart in de juiste
richting plaatst
Als u de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren
plaatst, kan dit schade aan de camera en de geheugenkaart
veroorzaken.
12
Page 37
3 Sluit het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf.
• Leg het deksel volledig plat in de richting die de pijl aangeeft
(1) en schuif het helemaal naar binnen (2).
B Waarschuwing voor schade
Als het deksel wordt verschoven terwijl dit open is, kan de
camera schade oplopen.
B Geheugenkaarten formatteren
Vergeet niet, wanneer u voor het eerst een geheugenkaart in de camera plaatst die eerder in een ander
apparaat is gebruikt, om de kaart met deze camera te formatteren. Plaats de kaart in de camera en selecteer
Geheugenkaart form. in het instellingenmenu van de camera.
Geheugenkaarten verwijderen
Schakel de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en
de monitor uitgeschakeld zijn voordat u het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf opent.
Druk voorzichtig de geheugenkaart de camera in (1) om de kaart
gedeeltelijk uit te werpen (2).
B Waarschuwing bij hoge temperatuur
Direct na gebruik van de camera voelen de camera, batterij en geheugenkaart mogelijk heet aan.
Intern geheugen en geheugenkaarten
Het is mogelijk om cameragegevens, met inbegrip van foto's en films, op te slaan in het interne
geheugen van de camera of op een geheugenkaart. Als u het interne geheugen wilt gebruiken,
moet u eerst de geheugenkaart verwijderen.
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
13
Page 38
Voorbereiding 4 Weergavetaal, datum en tijd instellen
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, worden het scherm voor taalselectie, het
scherm voor het instellen van datum en tijd voor de cameraklok en het scherm voor het instellen
van de menu-achtergrond weergegeven.
• Als u afsluit zonder de datum en tijd in te stellen, knippert O als het opnamescherm wordt
weergegeven.
1 Druk op de hoofdschakelaar om de camera aan
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
te zetten.
2 Gebruik JK van de multi-selector om
de gewenste taal te selecteren en druk
op flexibele knop 4 (O).
3 Druk op flexibele knop 3 (R Ja).
14
Taal/Language
Tijd/datum instellen?
Ja
Nee
Page 39
4 Gebruik flexibele knop 2, 3 of 4 om de
Jaar/maand/dag
Datumnotatie
Maand/dag/jaar
Dag/maand/jaar
datumnotatie te selecteren.
• Selecteer d Jaar/maand/dag, e Maand/
dag/jaar of f Dag/maand/jaar.
5 Stel de datum en tijd in en druk op
flexibele knop 4 (O).
• Selecteer een veld: druk op JK (schakelt over
tussen D, M, J, u en m).
• Wijzig de datum en tijd: druk op HI.
• Pas de instelling toe: selecteer m en druk op flexibele
knop 4 (O).
• Druk op flexibele knop 3 (m) om de
zomertijdfunctie in te schakelen. Als de functie voor
de zomertijd is ingeschakeld, wordt m boven aan de monitor weergegeven. Druk nogmaals op
flexibele knop 3 (m) om de zomertijdfunctie uit te schakelen.
6 Druk op flexibele knop 3 (R Ja).
Datum en tijd
15/05/2014 15:30
Ja
Nee
JD
Mum
/
05
16 30
201415
/
:
OK?
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
15
Page 40
7 Druk op JK om de
Menu-achtergrond
Open geen deksels in de
buurt van water of zand.
Er kan dan stof e.d. in de
camera komen.
achtergrondafbeelding te selecteren die
u wilt zien wanneer een scherm met een
menu of instellingen wordt
weergegeven, en druk vervolgens op
flexibele knop 4 (O).
• Als u de standaardachtergrond wilt herstellen, drukt
u op flexibele knop 3 (P).
8 Bevestig het bericht met betrekking tot
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
waterbestendigheid en druk op K.
• Er zijn zes berichtenschermen.
9 Bevestig het bericht op het scherm aan
de rechterkant en druk op flexibele knop
4 (O).
• Op de monitor wordt nu het opnamescherm
(A 18) weergegeven.
16
Nadat de camera goed is
opgedroogd, verwijdert u
druppels op de aangegeven
plaatsen met een doek.
Page 41
C Taalinstelling, instelling voor datum en tijd, en instelling voor menu-achtergrond
wijzigen
• U kunt de instellingen voor Taal/Language, Datum en tijd en Menu-achtergrond wijzigen in het
menu l Camera-instellingen (A 65).
• U kunt de zomertijd in- of uitschakelen door Datum en tijd te selecteren in het menu
l Camera-instellingen. Als de zomertijd is ingeschakeld, wordt de klok één uur vooruitgezet en als de
zomertijd is uitgeschakeld, wordt de klok één uur teruggezet.
C De klokbatterij
• De klok van de camera wordt aangedreven door een ingebouwde noodstroombatterij. De
noodstroombatterij wordt opgeladen als de hoofdbatterij in de camera is geplaatst of als de camera is
aangesloten op een optionele lichtnetadapter, en kan na ongeveer tien uur opladen gedurende enkele
dagen de klok van stroom voorzien.
• Als de noodstroombatterij van de camera leeg raakt, wordt het scherm voor het instellen van datum en
tijd weergegeven als de camera weer wordt ingeschakeld. Stel de datum en tijd opnieuw in. ➝ Stap 3 van
“Voorbereiding 4 Weergavetaal, datum en tijd instellen” (A 14)
C De opnamedatum afdrukken in afgedrukte beelden
• U kunt de opnamedatum permanent afdrukken in beelden terwijl deze worden vastgelegd door
Datumstempel in te stellen in het menu Camera-instellingen (A 65).
• Als u wilt dat de opnamedatum wordt afgedrukt zonder gebruik te maken van de instelling
Datumstempel, drukt u af met de ViewNX 2-software (A 69).
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
17
Page 42
Stap 1 De camera aanzetten
1 10 01100
2 0m 0s20m 0s
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende opnamen
1 Druk op de hoofdschakelaar.
• De monitor wordt ingeschakeld.
• U zet de camera uit door nogmaals op de hoofdschakelaar te
drukken.
2 Controleer de aanduiding voor het
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
batterijniveau en het aantal resterende
opnamen.
Aanduiding batterijniveau
MeldingBeschrijving
FDe batterij is bijna vol.
GDe batterij is bijna leeg.
Batterij is
leeg.
Aantal resterende opnamen
Het aantal beelden dat kan worden vastgelegd wordt weergegeven.
• C wordt weergegeven als geen geheugenkaart in de camera is geplaatst. In dat geval worden de
opnamen opgeslagen in het interne geheugen.
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt met
de camera.
Laad de batterij opnieuw op.
18
Page 43
C De functie Automatisch uit
110 01100
20m 0s20m 0s
Knippert
Geen bewerkingen
uitgevoerd
Geen bewerking en
uitgevoerd
3 min.
De camera gaat naar
de stand-bystand.
Camera wordt
uitgeschakeld.
• De tijd die verstrijkt voordat de camera naar de stand-bystand overschakelt, bedraagt ongeveer drie
minuten.
• Terwijl de camera in de stand-bystand staat, wordt de monitor opnieuw ingeschakeld als een van de
volgende bewerkingen wordt uitgevoerd:
➝ Druk op de hoofdschakelaar, de ontspanknop, de knop c (opname/weergave) of de knop
b (e filmopname).
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
19
Page 44
Stap 2 Het beeld kadreren
1 10 01100
20m 0 s20m 0s
1 Houd de camera stil.
• Houd uw vingers en andere voorwerpen uit de buurt van
objectief, flitser, AF-hulpverlichting, microfoon en luidspreker.
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
2 Kadreer het beeld.
C Bij gebruik van een statief
Wij adviseren u in de volgende situaties gebruik te maken van een statief om de camera te stabiliseren.
• Bij het maken van opnamen bij weinig licht
• Bij het maken van opnamen met de flits-stand (A 31) ingesteld op y Flitser uit
• Bij gebruik van de telefotostand
20
Page 45
De zoom gebruiken
Uitzoomen
Inzoomen
1 10 0
20m 0 s
Zoomaanduiding
Maximale
optische zoom
Digitale zoom
ingeschakeld
Optische
zoom
Digitale
zoom
Als u op HI van de multi-selector drukt, verandert de positie van
het zoomobjectief.
• U kunt dichter inzoomen op het onderwerp door op
H (telefoto) te drukken.
• U kunt uitzoomen en een groter gebied bekijken door op
I (groothoek) te drukken.
Als u de camera inschakelt, wordt de zoom in de maximale
groothoekstand gezet.
• Er wordt een zoomaanduiding weergegeven op de monitor als
op HI van de multi-selector wordt gedrukt.
• Als u op H drukt terwijl de camera is
ingezoomd op de maximale optische
zoomstand, kunt u het beeld tot maximaal
ongeveer 4× verder vergroten met de digitale
zoom.
1100
20m 0s
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
C Digitale zoom en interpolatie
Tijdens het gebruik van de digitale zoom neemt de beeldkwaliteit af vanwege interpolatie, afhankelijk van
het beeldformaat en de digitale zoomfactor.
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij u aan om het beeldformaat te verkleinen in
A Fotoformaat onder C Formaat kiezen om de afname van de beeldkwaliteit te beperken (A 49).
21
Page 46
Stap 3 Scherpstellen en opnemen
1 / 2 5 0
F 3.3
1 Druk de ontspanknop half in.
• Als is scherpgesteld op het onderwerp, licht het scherpstelveld
groen op (meerdere scherpstelvelden kunnen groen oplichten).
• Als u gebruikmaakt van digitale zoom, stelt de camera scherp
op het onderwerp in het midden van het beeld en wordt het
scherpstelveld niet weergegeven. Zodra de camera heeft
scherpgesteld, licht de scherpstelaanduiding (A 4) groen op.
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
• Als het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding knippert, kan
de camera niet scherpstellen. Wijzig de compositie en probeer
vervolgens de ontspanknop opnieuw half in te drukken.
2 Druk zonder uw vinger op te tillen de
ontspanknop verder helemaal in.
1/250
F3.3
22
Page 47
De ontspanknop
U kunt de scherpstelling en belichting (sluitertijd en diafragma)
Half indrukken
Helemaal
indrukken
instellen door de ontspanknop iets in te drukken totdat u geringe
weerstand voelt. De scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven
geblokkeerd zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te ontspannen en een
opname te maken.
Oefen geen kracht uit bij het indrukken van de ontspanknop aangezien
dit kan leiden tot het trillen van de camera en een wazig beeld. Druk de
knop zachtjes in.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden en het opnemen van films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de maximale filmduur
aangeeft knippert tijdens het opslaan van beelden of het opnemen van een film. Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterijen of geheugenkaart zitten terwijl een
aanduiding knippert. Als u dit niet doet, kunnen gegevens verloren gaan of kan de camera of de
geheugenkaart beschadigd raken.
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
23
Page 48
Stap 4 Opnamen weergeven
Knop
c
(opname/
weergave)
Weergave
van het
vorige
beeld
Weergave
van het
volgende
beeld
4
1 5 / 0 5 / 2 0 1 4
1 5 : 3 0
1 Druk op de knop c (opname/weergave).
• Als u op de knop c (opname/weergave) drukt en deze
ingedrukt houdt terwijl de camera is uitgeschakeld, wordt de
camera ingeschakeld in de weergavestand.
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
2 Gebruik de multi-selector om een opname te
selecteren voor weergave.
• Druk op JK en houd deze ingedrukt om snel door de beelden
te bladeren.
24
• U kunt teruggaan naar de opnamestand door op de knop
c (opname/weergave) of de ontspanknop te drukken.
15/05/2014
15:30
4
Page 49
Stap 5 Opnamen wissen
4
15 / 0 5/ 2 01 4
15 : 3 0
1 Geef de opname die u wilt wissen weer
op de monitor en druk vervolgens op
flexibele knop 3 (n).
2 Gebruik flexibele knop 2, 3 of 4 om de
methode van verwijderen te selecteren.
• Selecteer n Alleen deze foto wissen, o Wis
gekozen foto's (A 26) of k Wis alle foto's.
• U kunt afsluiten zonder te wissen door op flexibele
knop 1 (Q) te drukken.
3 Druk op flexibele knop 3 (R Ja).
• Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer
terughalen.
• U kunt afsluiten zonder te wissen door op flexibele
knop 4 (S Nee) te drukken.
15/05/2014
15:30
4
Wissen
Alleen deze foto wissen
Wis gekozen foto's
Wis alle foto's
1 foto wissen?
Ja
Nee
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
25
Page 50
Selecteren welke opnamen u wilt wissen
1 Druk op JK van de multi-selector om
een opname te selecteren die u wilt
Wis gekozen foto's
wissen en druk daarna op flexibele knop
2 (S).
• Het geselecteerde beeld wordt aangegeven met
een vinkje.
• Er wordt een vinkje weergegeven of verwijderd
wanneer u op flexibele knop 2 (S) drukt.
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
• Druk op flexibele knop 3 (P) om alle vinkjes te verwijderen.
2 Voeg een vinkje toe aan alle beelden die u wilt verwijderen en druk op
flexibele knop 4 (O) om de selectie te bevestigen.
• Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Volg de instructies op de monitor.
26
Page 51
Verwijderen van beelden beperken (beeldvergrendeling)
44
1 5 / 0 5 / 2 0 1 415/05/2014 15 : 3 015:30
4
1 5 / 0 5 / 2 0 1 4
1 5 : 3 0
U kunt het per ongeluk wissen van beelden voorkomen door beeldverwijdering (A 25) en
formattering (A 65, E40) te vergrendelen.
1 Druk tegelijkertijd op flexibele knoppen
1 en 4, en houd deze ingedrukt in de
opname- of weergavestand.
2 Druk op flexibele knop 3 (R Ja).
• De beeldvergrendeling is ingesteld.
• Als de beeldvergrendeling is ingesteld, wordt
C weergegeven op de monitor.
Beeldvergrendeling verwijderen
De procedure voor het verwijderen van beeldvergrendeling is gelijk aan die voor het instellen van
beeldvergrendeling.
Beeldvergrendeling
activeren?
Ja
Nee
15/05/2014
De grondbeginselen van opnemen en weergeven
15:30
4
27
Page 52
Opnamefuncties
Beschikbare functies in de opnamestand (opnamemenu)
Druk op een flexibele knop om een menu weer te geven. U kunt de volgende instellingen wijzigen.
Flexibele knopOptieBeschrijvingA
Opnamefuncties
28
A Richten en
foto maken
Z Flits-stand/
zelfontspanner
g Meer
foto-opties
–
FlitserHiermee kunt u de flits-stand instellen.31
Zelfontspanner
Kies een stijl
Versieren
Kleuren
veranderen
Hiermee zet u de opnamestand op A Richten en
foto maken.
De camera is uitgerust met een zelfontspanner
waarmee de sluiter ongeveer tien seconden nadat u
de ontspanknop hebt ingedrukt, kan worden
ontspannen. U kunt ook de glimlachtimer instellen.
Hiermee selecteert u instellingen voor een
onderwerpstand en effecten voor uw opname.
Hiermee kunt u een kader rond uw beelden plaatsen
bij het maken van opnamen.
Hiermee kunt u b
minder levendig
P
Opvallende kleur
selecteren die u absoluut in de opname wilt behouden,
terwijl de andere kleuren worden omgezet in zwart-wittinten.
Helderder/donkerder
selecteren in het menu of
gebruiken om één specifieke kleur te
of cMeer/
30
33, 35
37
43
44
Page 53
Flexibele knopOptieBeschrijvingA
l Instellingen
Geluiden
veranderen
Formaat kiezen
Camera-instellingen
Hiermee kunt u knopgeluiden en het sluitergeluid
configureren.
Hiermee kunt u het formaat van foto's (stilstaande
beelden) en films instellen.
Hiermee kunt u een aantal algemene instellingen
wijzigen.
47
49
65
Opnamefuncties
29
Page 54
A Richten en foto maken
De eerste keer dat u deze camera gebruikt, is de opnamestand A Richten en foto maken actief. De
camera selecteert automatisch de optimale onderwerpstand tijdens het kadreren van een beeld,
waardoor het nog gemakkelijker wordt om opnamen te maken met behulp van instellingen die
geschikt zijn voor het onderwerp.
A Richten en foto maken is de opnamestand die deze camera standaard gebruikt.
• Het gebied van het kader waarop de camera scherpstelt varieert afhankelijk van de samenstelling
van de opname.
• Wanneer de camera een menselijk gezicht herkent, stelt deze scherp op dat gezicht (A 53).
Door de func tie voo r huid v erzach ten zie n de hui dtinten in men selijke gezich ten er v loeien der uit
(A 54).
• De flitser gaat mogelijk af bij het maken van opnamen bij weinig licht.
• Tijdens het opnemen bij weinig licht wordt het gebruik van een statief aanbevolen.
Opnamefuncties
• De camera detecteert het tafereel niet als gebruik wordt gemaakt van de digitale zoom.
C Opmerkingen over Bewegingsdetectie
In de stand A Richten en foto maken en Foto's van dichtbij (A 38) worden, als de camera bewegingen
van het onderwerp of cameratrilling detecteert, de ISO-gevoeligheid en de sluitertijd automatisch langer
om wazige beelden te voorkomen.
30
Page 55
De flitser gebruiken
U kunt de flits-stand selecteren aan de hand van de opnameomstandigheden.
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 2 (Z) M flexibele knop 2 (x Flitser)
Beschikbare flitsstanden
Automatisch flitsen
w
De flitser gaat af wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld bij slecht licht.
Flitser uit
y
De flitser gaat niet af.
• Wij adviseren u gebruik te maken van een statief om de camera te stabiliseren bij het maken
van opnamen in een donkere omgeving.
xAltijd flitsen
De flitser gaat altijd af wanneer er een opname wordt gemaakt. Gebruik deze stand om
schaduwen en onderwerpen in tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Opnamefuncties
Gebruik flexibele knop 2, 3 of 4 om de
flits-stand te selecteren.
• Selecteer w Automatisch flitsen , y Flitser uit
of x Altijd flitsen.
• U kunt annuleren door op flexibele knop 1 (Q) te drukken.
Flitser
Automatisch itsen
Flitser uit
Altijd itsen
31
Page 56
C Het flitserlampje
De status van de flitser kan worden gecontroleerd door de ontspanknop half in
te drukken.
• Aan: de flitser gaat af als u de ontspanknop helemaal indrukt.
• Knipperen: de flitser wordt opgeladen. Er kunnen geen opnamen worden
gemaakt met de camera.
• Uit: de flitser gaat niet af wanneer een opname wordt gemaakt.
Als de batterij bijna leeg is, wordt de m onitor uitgeschakeld tijdens het opladen
van de flitser.
C De instelling voor de flits-stand
• Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde opnamestanden of instellingen.
• De instelling die wordt toegepast in de stand A Richten en foto maken wordt opgeslagen in het
Opnamefuncties
geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
32
Page 57
De zelfontspanner gebruiken
1 /2 5 0
F 3.3
1 0
De camera is uitgerust met een zelfontspanner waarmee de sluiter ongeveer tien seconden nadat u
de ontspanknop hebt ingedrukt, kan worden ontspannen.
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 2 (Z) M flexibele knop 3 (i Zelfontspanner)
1 Druk op flexibele knop 2 (j 10 sec.).
• Als Y Glimlachtimer is geselecteerd, herkent de
camera menselijke gezichten met behulp van
gezichtsherkenning en wordt vervolgens
automatisch de sluiter ontspannen wanneer een
glimlach wordt gedetecteerd (A 35).
2 Kadreer het beeld en druk de
ontspanknop half in.
• De scherpstelling en de belichting worden
ingesteld.
Zelfontspanner
10 sec.
Glimlachtimer
Uit
1/250
F3.3
Opnamefuncties
10
33
Page 58
3 Druk de ontspanknop helemaal in.
1 / 2 5 0
F 3.3
• Het aftellen wordt gestart. Het zelfontspannerlampje
knippert en blijft vervolgens ongeveer één seconde
lang branden voordat de sluiter wordt ontspannen.
• Zodra de sluiter wordt ontspannen, wordt de
zelfontspanner op b Uit gezet.
• U kunt het aftellen stoppen door de ontspanknop
opnieuw in te drukken.
Opnamefuncties
1/250
F3.399
34
Page 59
De glimlachtimer gebruiken
10 sec.
Zelfontspanner
Glimlachtimer
Uit
Als de camera een glimlachend gezicht herkent, kunt u automatisch een opname maken zonder de
ontspanknop te hoeven indrukken. Door de functie voor huid verzachten zien de huidtinten in
menselijke gezichten er vloeiender uit.
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 2 (Z) M flexibele knop 3 (i Zelfontspanner)
1 Druk op flexibele knop 3
(Y Glimlachtimer).
2 Kadreer het beeld.
• Richt de camera op het gezicht van een persoon.
3 Wacht zonder op de ontspanknop te drukken totdat het onderwerp
glimlacht.
• Als de camera herkent dat het door de dubbele rand omkaderde gezicht glimlacht, wordt
automatisch de sluiter ontspannen.
• Als de camera een glimlachend gezicht herkent, wordt automatisch de sluiter ontspannen.
4 Hiermee wordt het automatisch opnemen beëindigd.
• U kunt automatisch opnemen beëindigen door de zelfontspanner op b Uit te zetten.
Opnamefuncties
35
Page 60
B Opmerkingen over de glimlachtimer
In bepaalde opnameomstandigheden kan de camera mogelijk geen gezichten of glimlachende gezichten
herkennen (A 53). De ontspanknop kan eveneens worden gebruikt voor opnemen.
C Als het zelfontspannerlampje knippert
Bij gebruik van de glimlachtimer knippert het zelfontspannerlampje als de camera een gezicht herkent en
flikkert het direct nadat de sluiter is ontspannen.
Opnamefuncties
36
Page 61
Kies een stijl (Opname voor onderwerpstanden en
effecten)
Als een stijl (onderwerpstand en effect) wordt geselecteerd, worden de camera-instellingen
automatisch geoptimaliseerd voor de geselecteerde onderwerpstand. Het verwachte effect wordt
mogelijk niet gerealiseerd, afhankelijk van het onderwerp.
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 3 (g) M flexibele knop 2 (g Kies een stijl)
Gebruik JK van de multi-selector om de
gewenste stijl (opnamestand en effect) te
Foto's van dichtbij
selecteren en druk op flexibele knop 4 (O).
• U kunt annuleren door op flexibele knop 1 (Q) te drukken.
D Nachtscènes opnemen1 (A 38)
(standaardinstelling)
X Foto's van voedsel
J Foto's onder water
K Foto's van vuurwerk
L Spiegelen
G Neoneffect toevoegen
Q Zachte foto's maken
1
De camera stelt scherp op oneindig.
2
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld. Als de zoom in een stand staat
waarbij de zoomaanduiding groen wordt, kan de camera scherpstellen op onderwerpen die niet meer
dan ongeveer 20 cm van de voorzijde van het beschermglas zijn verwijderd of ongeveer 5 cm in de
maximale groothoekstand.
3
Mogelijk kan de flitser onderwerpen op minder dan 30 cm afstand niet geheel uitlichten.
4
Het gebruik van een statief wordt aanbevolen omdat de sluitertijd lang is.
5
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
2
(A 38)O Intervalfoto's maken (A 39)
2, 3
(A 39)I Reeks foto's maken (A 40)
1, 4
2, 3
(A 40)E Tegenlichtscènes opnemen5 (A 40)
(A 41)F Zeepbeleffect toevoegen
2, 3
(A 41)H Cartooneffect toevoegen
2, 3
(A 42)M Diorama-effect maken
H Foto's van dichtbij
2, 3
(A 38)
2, 3
2, 3
2, 3
(A 42)
(A 41)
(A 42)
Opnamefuncties
37
Page 62
Tips en opmerkingen
D Nachtscènes opnemen
• Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, wordt een reeks van beelden vastgelegd die
automatisch tot een enkele opname worden gecombineerd en opgeslagen.
• Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te houden totdat er
een foto wordt weergegeven. Nadat u een opname hebt gemaakt, mag u de camera niet uitschakelen
voordat het opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
• De beeldhoek (oftewel het gebied dat zichtbaar is in het kader) in het opgeslagen beeld is mogelijk
smaller dan de kijkhoek op de monitor op het tijdstip van de opname.
• De flitser wordt vast ingesteld op y Flitser uit (A 31).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld, maar Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A 33, 35).
H Foto's van dichtbij
• De camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde positie waarop deze kan scherpstellen.
Opnamefuncties
• De flitser is ingesteld op y Flitser uit, maar de instelling kan worden gewijzigd (A 31).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld, maar Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A 33, 35).
X Foto's van voedsel
• De camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde positie waarop deze kan scherpstellen.
• Gebruik JK van de mu lti-selector o m de instelling voor de tint aan te passen en dr uk op flexibele knop
4 (O). De instelling voor de tint wordt opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als de camera
wordt uitgeschakeld.
• De flitser wordt vast ingesteld op y Flitser uit (A 31).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld, maar Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A 33, 35).
38
Page 63
O Intervalfoto's maken
• De camera kan automatisch foto's maken met vooraf ingestelde intervallen. Foto's uit één
opnamesessie worden in één map opgeslagen en kunnen worden bekeken in een diashow (A 58).
• Druk op flexibele knop 2 (d Foto o m de 30 seco nden), flexibele knop 3 (e Foto elke minuut) of
flexibele knop 4 (f Foto om de 5 minuten) om een opname-interval in te stellen.
• Het maximale aantal opnamen dat kan worden gemaakt is afhankelijk van het geselecteerde interval.
- Foto om de 30 seconden: circa 280 beelden
- Foto elke minuut: circa 140 beelden
- Foto om de 5 minuten: circa 30 beelden
• Gebruik een voldoende opgeladen batterij om te voorkomen dat de camera wordt uitgeschakeld
tijdens het opnemen.
• Druk de ontspanknop helemaal in om het eerste beeld vast te leggen. Tussen de verschillende
opnamen wordt de monitor uitgeschakeld en knippert het camera-aan-lampje. Net voordat de
volgende opname wordt gemaakt, wordt de monitor automatisch opnieuw ingeschakeld.
• Druk de ontspanknop half in om te stoppen met foto's maken.
• De flitser is ingesteld op w Automatisch flitsen, maar de instelling kan worden gewijzigd
(A 31).
• De zelfontspanner is niet beschikbaar (A 33).
J Foto's onder water
• Als Foto's onder water is ingesteld, worden de berichten met betrekking tot waterbestendigheid
weergegeven.
Bevestig elk bericht en druk op K van de multi-selector om het volgende bericht weer te geven.
Druk op flexibele knop 4 (O) om de berichten over te slaan en door te gaan naar het opnamescherm.
• Zie “<Belangrijk> Schok-, water- en stofbestendigheid, condens” (A xiii-xix) voor meer informatie over
het gebruik van de camera onderwater.
• De flitser is ingesteld op y Flitser uit, maar de instelling kan worden gewijzigd (A 31).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld, maar Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A 33, 35).
Opnamefuncties
39
Page 64
I Reeks foto's maken
• De camera legt een reeks foto's vast waardoor u duidelijk gedetailleerde bewegingen ziet bij een
bewegend onderwerp.
• Terwijl de ontspanknop volledig ingedrukt wordt gehouden, worden tot 11 beelden continu
vastgelegd met een snelheid van ongeveer 4,7 beelden per seconde (bps) (wanneer Formaat kiezen
> Fotoformaat is ingesteld op D Groot (13 megapixels)).
• De beeldsnelheid voor continu-opnamen hangt af van de huidige instelling voor het fotoformaat en
de gebruikte geheugenkaart of opnameomstandigheden.
• Scherpstelling, belichting en tint zijn vast ingesteld op de waarden die zijn bepaald voor de eerste
afbeelding in elke reeks.
• De flitser wordt vast ingesteld op y Flitser uit (A 31).
• De zelfontspanner is niet beschikbaar (A 33).
K Foto's van vuurwerk
Opnamefuncties
• De sluitertijd is vast ingesteld op ongeveer vier seconden.
• De flitser wordt vast ingesteld op y Flitser uit (A 31).
• De zelfontspanner is niet beschikbaar (A 33).
E Tegenlichtscènes opnemen
• Bij het maken van opnamen met hele lichte en donkere gebieden in hetzelfde beeld, zoals bij
tegenlichtscènes, wordt HDR-beeldsamenstelling (High Dynamic Range) toegepast en wordt verlies van
details in felverlichte gebieden of schaduwen tot een minimum beperkt.
• Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, maakt de camera continu opnamen op hoge snelheid
en worden de volgende twee beelden opgeslagen.
- Een niet-HDR samengesteld beeld
- Een samengesteld HDR-beeld waarin het verlies van details in lichte gebieden of schaduwen tot een
minimum beperkt is
• Als er niet voldoende geheugen beschikbaar is om één beeld op te slaan, wordt alleen het beeld
opgeslagen dat is verwerkt op het moment van de opname en waarin donkere gebieden zijn
gecorrigeerd.
• Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te houden totdat er een
foto wordt weergegeven. Nadat u een opname hebt gemaakt, mag u de camera niet uitschakelen
voordat het opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
• De beeldhoek (oftewel het gebied dat zichtbaar is in het kader) in het opgeslagen beeld is mogelijk
smaller dan de kijkhoek op de monitor op het tijdstip van de opname.
• De flitser wordt vast ingesteld op y Flitser uit (A 31).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld, maar Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A 33, 35).
40
Page 65
L Spiegelen
• U kunt opnamen maken die verticaal of horizontaal symmetrisch zijn over het midden van het beeld.
• Druk op flexibele knop 2 (c Boven ➝ onder) of flexibele knop 3 (bLinks ➝ rechts) om de
spiegelrichting in te stellen.
Als c Boven ➝ onder wordt geselecteerd, wordt de bovenste helft van het scherm gespiegeld op de
onderste helft en wordt het beeld samengesteld en weergegeven. Als b Links ➝ rechts wordt
geselecteerd, wordt de linkerhelft van het scherm gespiegeld op de rechterhelft.
• De flitser is ingesteld op w Automatisch flitsen, maar de instelling kan worden gewijzigd (A 31).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld, maar Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A 33, 35).
F Zeepbeleffect toevoegen
• Bij dit effect lijkt het of de opname wordt geprojecteerd op een zeepbel.
• Er wordt een gids weergegeven op de monitor. Stel de opname zodanig samen dat het
hoofdonderwerp zich binnen de gids bevindt.
• De flitser is vast ingesteld op w Automatisch flitsen, maar de instelling kan worden gewijzigd
(A 31).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld, maar Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A 33, 35).
G Neoneffect toevoegen
• Bij dit effect lijkt het of de omtrek van het beeld gloeit door neonlicht.
• Gebruik JK van de multi-selector om de omtrekkleur te selecteren en druk op flexibele knop 4 (O).
De instelling voor de kleur wordt opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld.
• Nadat u een opname hebt gemaakt, mag u de camera niet uitschakelen voordat het opnamescherm
weer op de monitor verschijnt.
• De flitser is vast ingesteld op w Automatisch flitsen, maar de instelling kan worden gewijzigd
(A 31).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld, maar Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A 33, 35).
Opnamefuncties
41
Page 66
H Cartooneffect toevoegen
• Hierbij wordt tooncompensatie uitgevoerd en ziet de opname eruit als een cartoon.
• Nadat u een opname hebt gemaakt, mag u de camera niet uitschakelen voordat het opnamescherm
weer op de monitor verschijnt.
• De flitser is vast ingesteld op w Automatisch flitsen, maar de instelling kan worden gewijzigd
(A 31).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld, maar Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A 33, 35).
Q Zachte foto's maken
• Hiermee wordt het beeld verzacht door een licht waas toe te voegen buiten de gids di e op de monitor
wordt weergegeven.
• Er wordt een gids weergegeven op de monitor. Stel de opname zodanig samen dat het
hoofdonderwerp zich binnen de gids bevindt.
• De flitser is ingesteld op w Automatisch flitsen, maar de instelling kan worden gewijzigd
Opnamefuncties
(A 31).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld, maar Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A 33, 35).
M Diorama-effect maken
• Dit effect is geschikt voor beelden die zijn opgenomen vanaf een hoog punt met het hoofdonderwerp
in het midden van het beeld.
• Er wordt een gids weergegeven op de monitor. Stel de opname zodanig samen dat het
hoofdonderwerp zich binnen de gids bevindt.
• De flitser is ingesteld op y Flitser uit, maar de instelling kan worden gewijzigd (A 31).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld, maar Y Glimlachtimer is niet beschikbaar (A 33, 35).
42
Page 67
Versieren
U kunt een kader weergeven rond uw beelden bij het maken van opnamen. Er zijn negen
verschillende kaders beschikbaar.
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 3 (g) M flexibele knop 3 (A Versieren)
• C Formaat kiezen > AFotoformaat wordt vast ingesteld op FKlein (2 megapixel)
(A 49).
1 Gebruik JK van de multi-selector om
het gewenste kader te selecteren en
Versieren
druk op flexibele knop 4 (O).
• U kunt annuleren door op flexibele knop 1 (Q) te
drukken.
• U kunt op flexibele knop 3 (c) drukken om het
kader te verwijderen.
2 Kadreer het onderwerp en maak een foto.
B Opmerkingen over Versieren
• Het gebied dat wordt vastgelegd wordt kleiner naarmate een dikker kader wordt geselecteerd.
• Bij het gebruik van randloos afdrukken bij het afdrukken van foto's waaraan u een kader hebt toegevoegd,
wordt het kader mogelijk niet afgedrukt.
Opnamefuncties
43
Page 68
Kleuren veranderen
U kunt de helderheid (belichtingscorrectie) en levendigheid aanpassen bij het maken van opnamen.
U kunt ook één specifieke kleur selecteren die u absoluut in uw opnamen wilt behouden, terwijl de
andere kleuren worden omgezet in zwart-wittinten. Zie A 46 voor meer informatie over elk effect.
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 3 (g) M flexibele knop 4 (d Kleuren veranderen)
1 Gebruik flexibele knop 2, 3 of 4 om de
instelling te selecteren.
• Selecteer b Helderder/donkerder, c Meer/
Opnamefuncties
minder levendig of P Opvallende kleur.
2 Druk op JK van de multi-selector om de
helderheid of levendigheid te selecteren of om
de kleur te selecteren die u wilt laten opvallen.
• Hier wordt als voorbeeld het scherm gebruikt dat wordt
weergegeven wanneer b Helderder/donkerder is
geselecteerd in stap 1.
• Druk op flexibele knop 3 (P) om het effect uit te schakelen.
44
Kleuren veranderen
Helderder/donkerder
Meer/minder levendig
Opvallende kleur
Helderder/donkerder
Page 69
3 Druk op flexibele knop 4 (O).
Helderder/donkerder
1 10 0
20m 0 s
• U kunt annuleren door op flexibele knop 1 (Q) te
drukken.
4 Kadreer het onderwerp en maak een foto.
C Opmerking over Kleuren veranderen
• De instelling wordt opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
• Beelden die zijn aangepast met Kleuren veranderen worden
aangeduid met R.
1100
20m 0s
Opnamefuncties
45
Page 70
b Helderder/donkerder (Belichtingscompensatie)
Helderder/donkerder
Cursor
Meer/minder levendig
Cursor
Cursor
U kunt de algehele helderheid van het beeld aanpassen.
• Druk op J om de cursor naar links te verplaatsen en het hele
beeld donkerder te maken. Druk op K om de cursor naar rechts
te verplaatsen en het hele beeld lichter te maken.
c Meer/minder levendig (Verzadiging)
U kunt de algehele levendigheid van het beeld aanpassen.
• Druk op J om de cursor naar links te verplaatsen en het hele
Opnamefuncties
beeld minder levendig te maken. Druk op K om de cursor naar
rechts te verplaatsen en het hele beeld levendiger te maken.
P Opvallende kleur
U kunt een zwart-witbeeld samenstellen waarin alleen de
opgegeven kleur behouden blijft.
• Druk op JK om de cursor te verplaatsen en de kleur te
selecteren die u wilt benadrukken.
Opvallende kleur
46
Page 71
Geluiden veranderen
Hiermee kunt u knopgeluiden en het sluitergeluid configureren. U kunt kiezen uit acht verschillende
geluiden of de geluiden uitschakelen.
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop 2 (u Geluiden veranderen)
y Kies een sluitergeluid
Hiermee kunt u het sluitergeluid selecteren dat te horen is als de sluiter wordt ontspannen en als de
scherpstelling is vergrendeld.
Bij gebruik van Reeks foto's maken (A 40) of bij het opnemen van films is het sluitergeluid niet te
horen.
•
Als u z selecteert, worden het sluitergeluid en het geluid dat te horen is bij het vergrendelen van de
scherpstelling gedempt.
x Kies een knopgeluid
Hiermee kunt u de pieptoon selecteren die te horen is als de camera overschakelt tussen opname- en
afspeelmodus, bij gebruik van de menu's, als de camera is verbonden met een computer of printer,
enzovoort.
• Ongeacht deze instelling, blijven de geluiden die hoorbaar zijn als een fout optreedt en als de
camera wordt ingeschakeld onveranderd.
• Als u z selecteert, worden knopgeluiden en de geluiden die worden weergegeven als een fout
optreedt en bij het inschakelen van de camera gedempt.
u Geluiden in- of uitschakelen
Alle geluiden in- of uitschakelen. Wanneer de demping wordt opgeheven, worden het sluitergeluid
en knopgeluid van vóór het dempen opnieuw gebruikt.
Opnamefuncties
1 Druk op flexibele knop 2 of flexibele
knop 3.
• y Kies een sluitergeluid: stel het sluitergeluid in.
• x Kies een knopgeluid: stel het knopgeluid in.
Geluiden veranderen
Kies een sluitergeluid
Kies een knopgeluid
Geluiden in- of uitschakelen
47
Page 72
2 Gebruik JK van de multi-selector om het type
geluid te selecteren.
• y: stel de standaardgeluiden in.
• z: er zijn geen geluiden te horen.
• Druk op flexibele knop 3 (A) om het geselecteerde geluid af te
spelen.
• U kunt annuleren door op flexibele knop 1 (Q) te drukken.
• Het scherm dat wordt weergegeven als y Kies een
sluitergeluid is geselecteerd in stap 1, wordt hier rechts als voorbeeld weergegeven. De
procedure is echter hetzelfde als u x Kies een knopgeluid selecteert.
3 Druk op flexibele knop 4 (O).
• Het geluid wordt ingesteld.
Opnamefuncties
Kies een sluitergeluid
Kies een sluitergeluid
C Alle geluiden dempen
Druk op het scherm dat wordt weergegeven in stap 1 op flexibele knop 4 (u Geluiden in- of
uitschakelen) M flexibele knop 3 (z Geluiden uitschakelen), in die volgorde, om alle geluiden te
dempen.
U kunt het dempen annuleren door op flexibele knop 4 (u Geluiden in- of uitschakelen) M flexibele
knop 2 (u Geluiden inschakelen) te drukken, in die volgorde.
48
Page 73
Formaat kiezen
Hiermee stelt u het formaat van foto's (stilstaande beelden) en films in.
Fotoformaat kiezen
Selecteer de combinatie van beeldformaat en compressieverhouding die wordt gebruikt bij het
opslaan van opnamen. Hoe hoger de instelling voor de beeldmodus, des te groter het formaat
waarop opnamen kunnen worden afgedrukt. Hoe lager de compressieverhouding, des te hoger de
kwaliteit van de opnamen, maar des te minder opnamen kunnen worden opgeslagen.
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop 3 (C Formaat kiezen) M
flexibele knop 2 (A Fotoformaat)
Optie*Formaat* (pixels)
Groot (13 megapixels)
D
(standaardinstelling)
E Medium (4 megapixel)2272 × 1704Circa 1:84:3
F Klein (2 megapixel)1600 × 1200Circa 1:84:3
* Het totale aantal pixels dat wordt vastgelegd en het aantal vastgelegde pixels in horizontale en verticale
richting.
Voorbeeld: D Groot (13 megapixels) = circa 13 megapixels, 4160 × 3120 pixels
4160 × 3120Circa 1:44:3
Compressieverhouding
C Fotoformaat instellen
• Deze instelling is ook van toepassing op Kies een stijl en Kleuren veranderen.
• Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde instellingen van andere functies.
Beeldverhouding
(horizontaal bij verticaal)
Opnamefuncties
49
Page 74
C Aantal opnamen dat kan worden vastgelegd
• Het geschatte aantal opnamen dat kan worden opgeslagen kan worden gecontroleerd op de monitor
tijdens het opnemen (A 18).
• Opmerking: vanwege de JPEG-compressie kan het aantal beelden dat kan worden opgeslagen sterk
variëren afhankelijk van de inhoud van de opname, zelfs bij gebruik van geheugenkaarten met dezelfde
capaciteit en dezelfde instelling voor het fotoformaat. Bovendien kan het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen variëren afhankelijk van het merk van de geheugenkaart.
• Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer bedraagt, wordt het aantal resterende opnamen op de
monitor weergegeven als “9999”.
Formaat filmkader kiezen
Selecteer de gewenste filmoptie om op te nemen.
Ga naar de opnamestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop 3 (C Formaat kiezen) M
Opnamefuncties
flexibele knop 3 (N Formaat filmkader)
OptieBeeldformaa t
Groot (1080p)
G
(standaardinstelling
HKlein (640)640 × 4804:3Circa 30 bps
CKlein (ouderwets)
1
Als geen geheugenkaart is geplaatst (dus bij gebruik van het interne geheugen van de camera), kunt u
H Klein (640) of C Klein (ouderwets) selecteren.
2
Hiermee kunt u films opnemen met een sfeer en tint die vergelijkbaar is met die van films die zijn
opgenomen op oude 8mm film.
1
)
2
1920 × 108016:9Circa 30 bps
640 × 4804:3Circa 15 bps
Beeldverhouding
(horizontaal bij verticaal)
50
Beeldsnelheid
Page 75
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt
Bepaalde instellingen kunnen niet worden gebruikt met andere menuopties.
Beperkte functieOptieBeschrijving
Als Nachtscènes opnemen, Foto's van
voedsel, Reeks foto's maken, Foto's van
FlitserKies een stijl (A 37)
ZelfontspannerKies een stijl (A 37)
Glimlachtimer
Versieren
Kleuren veranderen
Kies een
sluitergeluid
FotoformaatVersieren (A 43
DatumstempelReeks foto's maken (A 40)
Kies een stijl (A 37)
Opvallende kleur (A 46)
Glimlachtimer (A 35)
Kies een stijl (A 37)
Glimlachtimer (A 35)
Kies een stijl (A 37)
Reeks foto's maken (A 40)
)
vuurwerk of Tegenlichtscènes opnemen is
geselecteerd, kan de flitser niet worden
gebruikt.
Als Intervalfoto's maken, Reeks foto's maken of Foto's van vuurwerk is
geselecteerd, kan de zelfontspanner niet
worden gebruikt.
Als een optie in Kies een stijl is ingeschakeld,
kan Glimlachtimer niet worden gebruikt.
Als Opvallende kleur is ingeschakeld, kan
Glimlachtimer niet worden gebruikt.
Als Glimlachtimer is ingeschakeld, kan
Versieren niet worden gebruikt.
Als een optie in Kies een stijl is ingeschakeld,
kan Versieren niet worden gebruikt.
Als Glimlachtimer is ingeschakeld, kan
Kleuren veranderen niet worden gebruikt.
Als een optie in Kies een stijl is ingeschakeld,
kan Kleuren veranderen niet worden
gebruikt.
Als Reeks foto's maken is geselecteerd, wordt
het sluitergeluid uitgeschakeld.
Als Versieren is geselecteerd, wordt
toformaat vast ingesteld op F Klein
Fo
(2 megapixel).
Als Reeks foto's maken is geselecteerd, kan de
datum niet worden afgedrukt op beelden.
Opnamefuncties
51
Page 76
Beperkte functieOptieBeschrijving
Als Nachtscènes opnemen, Intervalfoto's
Elektronische VRKies een stijl (A 37)
Glimlachtimer (A 35)
Digitale zoom
Kies een stijl (A 37)
maken, Reeks foto's maken, Foto's van
vuurwerk of Tegenlichtscènes opnemen is
geselecteerd, is elektronische VR uitgeschakeld.
Wanneer Glimlachtimer is geselecteerd, kan
de digitale zoom niet worden gebruikt.
Als Nachtscènes opnemen, Foto's onder
water, Tegenlichtscènes opnemen, Zachte
foto's maken of Diorama-effect maken is
geselecteerd, kan de digitale zoom niet worden
gebruikt.
Opnamefuncties
52
Page 77
Scherpstelling
1 10 0
2 0m 0s
Het scherpstelveld varieert afhankelijk van de opnamestand en de instellingen.
Gezichtsherkenning gebruiken
Bij de volgende opnamestanden en instellingen gebruikt de
camera gezichtsherkenning om automatisch scherp te stellen op
menselijke gezichten.
• A Richten en foto maken (A 30)
• Intervalfoto's maken (A 39) en Reeks foto's maken
(A 40) bij gebruik van Kies een stijl
• Glimlachtimer (A 35)
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een dubbele rand weergegeven rond het
gezicht waarop de camera gaat scherpstellen en een enkele rand rond de andere gezichten.
Als geen gezichten worden herkend wanneer de ontspanknop half is ingedrukt, stelt de camera
scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
B Opmerkingen over gezichtsherkenning
• Het vermogen van de camera om gezichten te herkennen, is afhankelijk van een reeks van factoren,
waaronder de richting waarin de gezichten kijken.
• Mogelijk kan de camera in de volgende situaties geen gezichten herkennen:
- Als een gezicht deels verscholen is achter een zonnebril of een ander voorwerp.
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld.
1100
20m 0s
Opnamefuncties
53
Page 78
Huid verzachten gebruiken
Wanneer de sluiter in een van de hieronder genoemde opnamestanden en instellingen wordt
ontspannen, herkent de camera gezichten van personen en wordt het beeld verwerkt om de
huidtinten te verzachten (maximaal drie gezichten).
• A Richten en foto maken (A 30)
• Glimlachtimer (A 35)
B Opmerkingen over Huid verzachten
• Het opslaan van de beelden na de opname kan meer tijd dan gebruikelijk in beslag nemen.
• Onder bepaalde opnameomstandigheden wordt mogelijk niet het gewenste resultaat bereikt met Huid
verzachten en wordt deze functie wellicht toegepast op delen van het beeld zonder gezichten.
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus
Opnamefuncties
Mogelijk wordt de camera in de volgende situaties niet scherpgesteld zoals verwacht. Het kan soms
voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp, ondanks het feit dat het scherpstelveld
of de scherpstelaanduiding groen oplichten:
• Het onderwerp is zeer donker.
• Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in beeld (bijvoorbeeld wanneer de zon
achter het onderwerp staat, waardoor het onderwerp er heel donker uitziet).
• Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld wanneer de persoon op
de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat).
• Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera (bijvoorbeeld
een onderwerp binnen in een kooi).
• Onderwerpen met herhalende patronen (jaloezieën, gebouwen met meerdere rijen ramen van
vergelijkbare vorm, enz.).
• Het onderwerp beweegt snel.
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om opnieuw scherp te
stellen of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt
als het eigenlijke portretonderwerp en gebruik de scherpstelvergrendeling (A 55).
54
Page 79
Scherpstelvergrendeling
1 / 2 5 0
F 3.3
1 / 2 5 0
F 3.3
Opnemen met scherpstelvergrendeling wordt aanbevolen als de camera het scherpstelveld met het
gewenste onderwerp niet activeert. Hierna wordt uitgelegd hoe u de scherpstelvergrendeling
gebruikt wanneer A Richten en foto maken is ingeschakeld en het scherpstelveld wordt
weergegeven in het midden van het beeld.
1 Positioneer het onderwerp in het
midden van het beeld en druk
vervolgens de ontspanknop half in.
• Controleer of het scherpstelveld groen oplicht.
• De scherpstelling en de belichting worden
vergrendeld.
2 Stel het beeld opnieuw samen zonder uw vinger
op te tillen.
• Handhaaf dezelfde afstand tussen de camera en het
onderwerp.
3 Druk de ontspanknop helemaal in om de
opname te maken.
1/250
1/250
F3.3
Opnamefuncties
F3.3
55
Page 80
Weergavefuncties
4
1 5 / 0 5 / 2 0 1 4
1 5 : 3 0
H
I
Er wordt ingezoomd op de
opname.
Opname wordt schermvullend
weergegeven.
Gids voor weergavegebied
Zoomweergave
Als u op H van de multi-selector drukt in de schermvullende weergave (A 24), wordt ingezoomd
op het beeld.
15/05/2014
15:30
4
Weergavefuncties
• U kunt de zoomfactor wijzigen door op HI te drukken.
• Als u een ander deel van de opname wilt bekijken, drukt u op flexibele knop 3 (G) om de
zoomfactor te vergrendelen en drukt u vervolgens op HIJK.
Als u de zoomfactor wilt wijzigen, drukt u op flexibele knop 3 (H) en stelt u vervolgens de
zoomfactor in op de gewenste waarde.
• Als u een opname bekijkt die is gemaakt met behulp van de functie voor gezichtsherkenning,
zoomt de camera op het moment van de opname in op het herkende gezicht (behalve bij het
bekijken van een beeld met een formaat kleiner dan 320 × 240). U kunt inzoomen op een gebied
van het beeld zonder gezichten door eerst op flexibele knop 3 (H) en vervolgens op H te
drukken.
• Als een ingezoomde opname wordt weergegeven, drukt u op flexibele knop 1 (S ) om terug te
keren naar schermvullende weergave.
h Uitsnede: een uitgesneden kopie maken
In de zoomweergave kunt u de opname bijsnijden en het weergegeven onderdeel van de opname
als apart bestand opslaan door op flexibele knop 4 (h) te drukken.
56
Page 81
Miniatuurweergave
77
1 5 / 0 5 / 2 0 1 415/05/2014 15 : 3 015:30
MiniatuurweergaveSchermvullende weergave
H
I
Druk op I van de multi-selector in schermvullende weergave (A 24) om beelden weer te geven
in overzichten met miniaturen.
• Druk tijdens het gebruik van de miniatuurweergave op JK om een beeld te selecteren. Het
geselecteerde beeld wordt nu vergroot weergegeven in het midden van het scherm. Selecteer
een beeld en druk op H. Het geselecteerde beeld wordt weergegeven in de schermvullende
weergave.
Weergavefuncties
57
Page 82
Beschikbare functies in de weergavestand
(weergavemenu)
Tijdens het bekijken van beelden in schermvullende weergave kunt u een van de flexibele knoppen
(A 6) selecteren en het desbetreffende menu weergeven.
WeergavemenuOptieBeschrijvingA
Weergavefuncties
58
V Spelen met
foto's
Z Bekijken
Berichten
1
uitwisselen
Filtereffecten
Score geven
Weergeven op datum
Diashow
Film bekijken
1
2
Hiermee kunt u spraakberichten aan uw beelden
toevoegen.
Hiermee kunt u uw beelden bewerken met een
reeks van verschillende functies.
Hiermee kunt u scores toekennen aan uw
beelden. U kunt alleen opnamen weergeven die
van een score zijn voorzien. Hiermee beveiligt u
geselecteerde opnamen tegen ongewild wissen.
Hiermee kunt u beelden weergeven door de
opnamedatum te selecteren op de kalender.
Hiermee kunt u beelden bekijken in een
automatische diashow.
Hiermee kunt u films afspelen (A 63).A 63
E2
E7
E16
E20
E21
Page 83
WeergavemenuOptieBeschrijvingA
Alleen deze foto
wissen
n Wissen
l Instellingen
1
Beschikbaar als een foto wordt weergegeven.
2
Beschikbaar als een film wordt weergegeven.
Wis gekozen foto's
Wis alle foto'sHiermee kunt u alle beelden verwijderen (A 25). A 25
Retoucheer
Afdrukopdracht
Camera-instellingen
Hiermee kunt u het nu weergegeven beeld
verwijderen (A 25).
Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren en
verwijderen (A 26).
Hiermee kunt u beelden kopiëren of draaien of
een kleine kopie van het huidige beeld maken.
Hiermee kunt u opgeven welk beeld moet
worden afgedrukt en in hoeveel exemplaren dat
moet gebeuren.
Hiermee kunt u een aantal algemene instellingen
wijzigen (A 65).
A 25
A 26
E27
Weergavefuncties
E32
E34
59
Page 84
Films opnemen en afspelen
1 10 0
20m 0 s
Resterende opnametijd voor
films
1 0m 0s
Films opnemen
Als geen geheugenkaart is geplaatst (dus bij gebruik van het interne geheugen van de camera), kan
de instelling voor het formaat van het filmkader (A 50) worden ingesteld op H Klein (640) of
Films opnemen en afspelen
C Klein (ouderwets).
1 Geef het opnamescherm weer.
• Controleer de resterende opnametijd voor films.
2 Druk op de knop b (e filmopname) om de
filmopname te starten.
• De camera stelt scherp op het onderwerp in he t midden van
het beeld.
3 Druk nogmaals op de knop b (e filmopname) om het opnemen te
beëindigen.
60
1100
20m 0s
10m 0s
Page 85
B Maximale filmduur
Afzonderlijke filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB en niet langer duren dan 29 minuten, zelfs als
er voldoende vrije ruimte op de geheugenkaart beschikbaar is voor langere opnamen.
• De maximale filmduur voor een enkele film wordt weergegeven op het opnamescherm.
• De opname kan worden beëindigd voordat een van beide limieten wordt bereikt als de temperatuur van
de camera te hoog oploopt.
• De werkelijke filmduur kan variëren, afhankelijk van de inhoud van de film, de beweging van het
onderwerp of het type geheugenkaart.
B Opmerkingen over het opslaan van films
Nadat een film is opgenomen, is deze niet volledig opgeslagen in het interne geheugen of op de
geheugenkaart zolang de monitor niet is teruggekeerd naar de opnameweergave. Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterij of geheugenkaart in de camera zitten.
Als u de geheugenkaart of de batterij verwijdert terwijl een film wordt opgeslagen, kunnen filmgegevens
verloren gaan of kan de camera of de geheugenkaart beschadigd raken.
B Opmerkingen over het opnemen van films
• Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden aanbevolen om films op te
nemen (F23). De filmopname kan onverwachts stoppen wanneer geheugenkaarten met een lagere
Speed Class-waarde worden gebruikt.
• Bij het opnemen van films terwijl Elektronische VR ( A65, E38) in de camera-instellingen is ingesteld
op Automatisch, is de kijkhoek (het gebied dat zichtbaar is in het beeld) smal vergeleken bij de kijkhoek
bij het nemen van foto's.
• De optische zoomfactor kan niet worden gewijzigd nadat het opnemen is gestart.
• De beeldkwaliteit wordt mogelijk minder als de digitale zoom wordt gebruikt.
• Het geluid van de werking van de multi-selector, de scherpstelbewegingen van het objectief en de
werking van het diafragma bij verandering van de helderheid kunnen worden opgenomen.
• De volgende fenomenen kunnen op de monitor worden vastgesteld terwijl films worden opgenomen.
Deze fenomenen worden opgeslagen in de opgenomen films.
- In beelden die werden gemaakt bij TL-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen kan er
bandvorming optreden.
- Onderwerpen die zich snel van de ene kant van het beeld naar de andere kant verplaatsen, zoals een
trein of wagen, kunnen er scheef uitzien.
- Het volledige filmbeeld kan scheef zijn wanneer de camera wordt gezwenkt.
- Verlichting of andere heldere gebieden kunnen spookbeelden geven wanneer de camera wordt
verplaatst.
• Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de gebruikte zoomfactor kunnen onderwerpen die
herhaalde patronen bevatten (stoffen, latjesramen, enz.) gekleurde strepen (interferentiepatronen, moiré,
enz.) vertonen tijdens het opnemen en afspelen van films. Dit doet zich voor als het patroon in het
onderwerp en de lay-out van de beeldsensor elkaar verstoren. Dit is geen apparaatstoring.
Films opnemen en afspelen
61
Page 86
B Cameratemperatuur
• De camera kan warm worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt gebruikt op
een hete locatie.
• Als het inwendige van de camera zeer heet wordt bij het opnemen van films, stopt de camera
automatisch met opnemen.
De resterende tijd totdat de camera stopt wordt weergegeven (u10s).
Nadat de camera de opname heeft gestopt, schakelt de camera zichzelf uit.
Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera is afgekoeld.
Films opnemen en afspelen
B Opmerkingen over automatische scherpstelling
De autofocus werkt mogelijk niet zoals verwacht (A 54). In dit geval probeert u het volgende:
Kadreer een ander onderwerp - dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het gewenste
onderwerp - in het midden van het beeld, druk op de knop b (e filmopname) om de opname te starten
en wijzig daarna de kadrering.
62
Page 87
Films afspelen
1 5/ 0 5/ 2 0 14
1 5: 3 0
1 0s
1 Druk op de knop c (opname/weergave) om over te schakelen naar de
weergavestand.
2 Gebruik JK van de multi-selector om
de gewenste film te selecteren en druk
op flexibele knop 2 (Z).
• Films kunnen worden aangeduid met de aanduiding
voor de filmduur (A 5).
3 Druk op flexibele knop 4 (G Film
bekijken).
• U kunt films afspelen.
15/05/2014
15:30
Bekijken
Weergeven op datum
Diashow
Film bekijken
Films opnemen en afspelen
10s
63
Page 88
Beschikbare functies tijdens het afspelen
5 s
Gepauzeerd
Tijdens weergave
Volume-aanduiding
U kunt de flexibele knoppen gebruiken om de volgende
bewerkingen uit te voeren.
Films opnemen en afspelen
Functie
Pictogram
Vooruitspoelen
Terugspoelen
PauzeD
Einde
Houd de knop ingedrukt om de film vooruit te spoelen.
B
Houd de knop ingedrukt om de film terug te spoelen.
C
Onderbreek de weergave. De onderstaande handelingen kunnen worden
uitgevoerd terwijl de weergave is onderbroken.
Spoel de film één beeld vooruit. Houd de knop ingedrukt om continu
E
vooruit te spoelen.
Spoel de film één beeld terug. Houd de knop ingedrukt om continu terug te
F
spoelen.
Hervat het afspelen.
A
Ga terug naar de stand voor schermvullende weergave.
S
Beschrijving
Volume aanpassen
Druk op HI van de multi-selector tijdens het afspelen.
Films wissen
U kunt een film wissen door de gewenste film te selecteren in schermvullende weergave (A 24) en
op flexibele knop 3 (n) (A 25) te drukken.
64
5s
Page 89
Algemene camera-instellingen
Menu Camera-instellingen
Ga naar de opname- of weergavestand M flexibele knop 4 (l) M flexibele knop 4
(l Camera-instellingen)
De instellingen van de onderstaande menuopties kunnen worden geconfigureerd.
OptieBeschrijvingA
Welkomstscherm
Datum en tijdHiermee kunt u de cameraklok instellen.E35
HelderheidHiermee kunt u de helderheid van de monitor aanpassen.E36
DatumstempelHiermee kunt u de opnamedatum afdrukken op beelden.E37
Elektronische VR
AF-hulplichtHiermee kunt u de AF-hulpverlichting in- of uitschakelen.E39
Geheug. formatteren/
Geheugenkaart form.
Taal/LanguageHiermee kunt u de weergavetaal van de camera wijzigen.E41
Menu-achtergrond
Videostand
Opladen via computer
Hiermee kunt u selecteren of al dan niet het welkomstscherm wordt
weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld.
Hiermee kunt u aangeven of u elektronische VR (vibratiereductie) wilt
gebruiken tijdens het maken van opnamen.
Hiermee kunt u het interne geheugen of de geheugenkaart
formatteren.
Hiermee kunt u de achtergrond wijzigen die wordt gebruikt op het
menuscherm.
Hiermee kunt u de instellingen voor de aansluiting van een televisie
aanpassen.
Hiermee kunt u instellen of de batterij in de camera wordt opgeladen
terwijl de camera is verbonden met een computer.
E34
E38
E40
E41
E42
E43
Algemene camera-instellingen
65
Page 90
OptieBeschrijvingA
StandaardwaardenHiermee kunt u de standaardinstellingen van de camera herstellen.E44
Firmware-versieHiermee kunt u de huidige firmware-versie van de camera bekijken.E44
Algemene camera-instellingen
66
Page 91
De camera op een televisie, computer of
Steek de connector recht in
de aansluiting.
USB-/audio-/video-uitgang
Open het deksel.
HDMI-micro-aansluiting (Type D)
printer aansluiten
Verbindingsmethoden
U kunt nog meer plezier aan foto's en films beleven door de camera aan te sluiten op een tv,
computer of printer.
1
2
3
• Voordat u de camera aansluit op een extern apparaat, controleert u of het batterijniveau
voldoende is en schakelt u de camera uit. Schakel de camera uit voordat u kabels loskoppelt.
• Als de lichtnetadapter EH-62G (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze camera van stroom
worden voorzien via een elektrisch stopcontact. Gebruik geen lichtnetadapter van een ander
merk of model, omdat dat kan leiden tot oververhitting van of een defect aan de camera.
• Raadpleeg voor informatie over de verbindingsmethoden en daaropvolgende activiteiten de
documentatie die is meegeleverd met het apparaat plus dit document.
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
67
Page 92
Beelden bekijken op een tvE45
Beelden en films die zijn vastgelegd met de camera kunnen worden bekeken op een
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
Beelden bekijken en ordenen op een computerA 69
Beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een computerE48
tv.
Verbindingsmethode: Sluit de video- en audioplug (stereo) van de optionele
A/V-kabel aan op de ingang van de televisie. U kunt ook een in de handel
verkrijgbare HDMI-kabel aansluiten op de HDMI-ingang van de tv.
U kunt beelden naar een computer overdragen om eenvoudige
retoucheringswerkzaamheden uit te voeren en beeldgegevens te beheren.
Verbindingsmethode: Sluit de camera met de USB-kabel aan op de USB-poort van
de computer.
•
Installeer, voordat u een aansluiting met een compu ter tot stand brengt, ViewNX 2
op de computer (
•
Als er USB-toestellen zijn aangesloten die stroom krijgen van de computer, koppel
ze dan van de computer los voordat u de camera erop aansluit. Wanneer u tegelijk
de camera en andere USB-toestellen op dezelfde computer aansluit, kan er een
storing optreden of kan er te veel stroom van de computer worden gevoerd,
waardoor de camera of de geheugenkaart beschadigd kan raken.
Als u de camera aansluit op een printer die PictBridge ondersteunt, kunt u beelden
afdrukken zonder gebruik te maken van een computer.
Verbindingsmethode: sluit de camera rechtstreeks op de USB-poort van de printer
aan via de USB-kabel.
A
69).
68
Page 93
ViewNX 2 gebruiken
Uw gereedschapsbox voor foto's
ViewNX 2™
Installeer ViewNX 2 om foto's en films te uploaden, bekijken, bewerken en delen.
ViewNX 2 installeren
Een internetverbinding is vereist.
Voor systeemvereisten en andere informatie raadpleegt u de website van Nikon voor uw regio.
1
Download het installatieprogramma voor ViewNX 2.
Start de computer en download het installatieprogramma van:
http://nikonimglib.com/nvnx/
2 Dubbelklik op het gedownloade bestand.
3 Volg de instructies op het scherm.
4 Sluit het installatieprogramma af.
Klik op Ja (Windows) of OK (Mac).
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
69
Page 94
Beelden overzetten naar de computer
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
1 Kies hoe foto’s naar de computer worden gekopieerd.
Kies een van de volgende methoden:
• Directe USB-verbinding:
geplaatst. Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
ingeschakeld.
U kunt beelden die zijn opgeslagen in het interne geheugen van de camera overzetten door de
geheugenkaart uit de camera te verwijderen voordat u het toestel aansluit op de computer.
• SD-kaartsleuf: Als uw computer is voorzien van een SD-kaartsleuf, kunt u de kaart rechtstreeks in
de sleuf steken.
• SD-kaartlezer: Sluit een kaartlezer (apart verkrijgbaar bij de detailhandelaar) op de computer aan
en plaats de geheugenkaart.
schakel de camera uit en controleer of de geheugenkaart in de camera is
1
2
3
De camera wordt automatisch
70
Page 95
Als er een bericht wordt weergegeven met de aanduiding dat u een programma moet kiezen,
Overspelen starten
selecteert u Nikon Transfer 2.
• Bij gebruik van Windows 7
Als het rechts getoonde venster wordt
weergegeven, dient u de onderstaande stappen
te volgen om Nikon Transfer 2 te selecteren.
1Onder Afbeeldingen en video's
importeren, klikt u op Ander programma. Er
wordt een programmaselectievenster
weergegeven. Selecteer Bestand importeren met Nikon Transfer 2 en klik op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal opnamen bevat, kan het enige tijd duren voordat Nikon
Transfer 2 van start gaat. Wacht totdat Nikon Transfer 2 wordt gestart.
B De USB-kabel aansluiten
De verbinding wordt mogelijk niet herkend als de camera via een USB-hub op de computer is aangesloten.
2 Zet beelden over naar de computer.
• Klik op Overspelen starten.
• Standaard worden alle beelden op de geheugenkaart naar de computer gekopieerd.
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
71
Page 96
3 Verbreek de verbinding.
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
• Wanneer de camera is verbonden met de computer, schakelt u de camera uit en koppelt u de
USB-kabel los. Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, kiest u de bijbehorende optie in het
besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf die overeenkomt met de
geheugenkaart uit te werpen en verwijdert u vervolgens de kaart uit de kaartlezer of kaartsleuf.
Opnamen weergeven
Start ViewNX 2.
• Zodra de overdracht is voltooid, worden de opnamen
weergegeven in ViewNX 2.
• Raadpleeg online help voor meer informatie over het
gebruik van ViewNX 2.
C ViewNX 2 handmatig starten
• Windows: dubbelklik op de ViewNX 2 snelkoppeling op het bureaublad.
• Mac: klik op het ViewNX 2 pictogram in de dock.
72
Page 97
Referentiegedeelte
Het referentiegedeelte biedt gedetailleerde informatie en tips voor het gebruik van de camera.
Spelen met foto's
E Berichten uitwisselen ......................................................................................E2
V Filtereffecten ......................................................................................................E7
A Score geven.....................................................................................................E16
Bekijken
G Weergeven op datum .................................................................................. E20
m Diashow ............................................................................................................E21
G Film bekijken...................................................................................................E26
Instellingen
y Retoucheer.......................................................................................................E27
a Afdrukopdracht..............................................................................................E32
l Camera-instellingen.......................................................................................E34
Aansluitingen
De camera op een televisie aansluiten........................................................E45
De camera op een printer aansluiten...........................................................E47
Er kunnen spraakberichten worden opgenomen en worden toegevoegd aan opnamen.
• Er kunnen maximaal twee berichten worden gekoppeld aan elk beeld.
Ga naar de weergavestand M selecteer een beeld M flexibele knop 1 (V) M flexibele knop 2
(E Berichten uitwisselen)
Een bericht opnemen
1 Druk op flexibele knop 2 (q Opnemen).
Referentiegedeelte
2 Druk op flexibele knop 2 (I Een
bericht opnemen).
• U kunt deze optie niet selecteren als al een bericht
aan de opname is gekoppeld. ➝ “Een antwoord
opnemen” (E4)
E2
Berichten uitwisselen
Opnemen
Opnamen afspelen
Opnamen wissen
Page 99
3 Druk op flexibele knop 2 (q).
2 0 s20s
1 0 s10s
• Het opnemen wordt gestart. U kunt een bericht van
maximaal 20 seconden opnemen.
• Raak de microfoon niet aan.
• Druk opnieuw op flexibele knop 2 (q) om het
opnemen te stoppen.
• Als de batterij leeg raakt, wordt het opnemen
automatisch gestopt.
• Het bericht wordt opgeslagen wanneer u in stap
4 op flexibele knop 4 (O) drukt. U kunt het bericht opnieuw opnemen zolang u niet op flexibele
knop 4 drukt.
• Druk op flexibele knop 3 (A) om het bericht af te spelen.
• Druk op flexibele knop 1 (Q) voor- of nadat u een spraakbericht opneemt om terug te gaan naar
stap 2.
4 Druk op flexibele knop 4 (O).
• Bericht opgenomen. wordt weergegeven en het
bericht wordt aan het beeld gekoppeld.
• Wis het huidige bericht voordat u een nieuw bericht
opneemt (E5).
Referentiegedeelte
E3
Page 100
Een antwoord opnemen
2 0s
1 Druk op flexibele knop 2 (q Opnemen).
2 Druk op flexibele knop 3 (J Een
antwoord opnemen).
• U kunt deze optie niet selecteren als geen bericht
aan de opname is gekoppeld. ➝ “Een bericht
opnemen” (E2)
Referentiegedeelte
3 Druk op flexibele knop 2 (q).
• Nadat het opnemen is gestart, zijn de bewerkingen
dezelfde als bij “Een bericht opnemen” (E2).
E4
Berichten uitwisselen
Opnemen
Opnamen afspelen
Opnamen wissen
Opnemen
Een bericht opnemen
Een antwoord opnemen
20s
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.