Nikon COOLPIX S2800 User Manual [nl]

Page 1
DIGITALE CAMERA
Naslaggids
Nl
Page 2
Page 3
Inleiding
Onderdelen van de camera
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
Opnamefuncties
Films opnemen en weergeven
Algemene camera-instellingen
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
Referentiegedeelte
Technische opmerkingen en index
i
Page 4

Inleiding

Lees dit eerst

Inleiding
Dank u voor uw aankoop van de Nikon COOLPIX S2800 digitale camera. Voor u deze camera gebruikt, dient u de informatie in “Voor uw veiligheid” (Aviii-x) te lezen en u vertrouwd te maken met de informatie in deze handleiding. Als u deze handleiding heeft gelezen, dient u ze in de buurt te bewaren, zodat u de handleiding kunt raadplegen om uw nieuwe camera nog beter te leren gebruiken.
ii
Page 5

Over deze handleiding

Als u de camera onmiddellijk wilt gebruiken, zie “De basisbeginselen van opnemen en weergeven” (A10). Als u meer wilt weten over de onderdelen van de camera en de informatie die op de monitor wordt weergegeven, raadpleegt u “Onderdelen van de camera” (A1).
Inleiding
iii
Page 6
Andere informatie
Symbolen en conventies
Symbool Beschrijving
Inleiding
B
C
A/E/FDeze pictogrammen verwijzen naar andere pagina's met relevante informatie;
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten worden in deze handleiding “geheugenkaarten” genoemd.
Met “standaardinstelling” wordt de instelling bij aankoop bedoeld.
De namen van de menuopties die op de cameramonitor verschijnen en de namen van knoppen
of meldingen die op de computermonitor verschijnen, worden vet weergegeven.
In sommige schermvoorbeelden in deze handleiding zijn afbeeldingen weggelaten om aanduidingen op de monitor duidelijker weer te geven.
De illustraties en monitorinhoud in deze handleiding kunnen afwijken van de eigenlijke weergave.
Dit symbool staat bij waarschuwingen en informatie die moeten worden gelezen voordat u de camera gaat gebruiken.
Dit symbool staat bij opmerkingen en informatie die moeten worden gelezen voordat u de camera gaat gebruiken.
E: “Referentiegedeelte”, F: “Technische opmerkingen en index”
iv
Page 7

Informatie en voorzorgsmaatregelen

Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue productondersteuning en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende websites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor meer informatie contact op met de dichtstbijzijnde Nikon-vertegenwoordiger. Bezoek de onderstaande website voor de contactgegevens.
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en bevatten complexe elektronische circuits. Alleen elektron ische accessoires van het merk Nikon (inclusief batterijladers, batterijen, lichtnetlaadadapter en lichtnetadapters), die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera van Nikon, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN VERVAARDIGD, KAN DE
CAMERA BESCHADIGEN EN DE
Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van derden die het Nikon holografische zegel niet dragen, kan de normale werking van de camera verstoren of ertoe leiden dat de batterijen oververhit raken, ontbranden, barsten of lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door Nikon erkende leverancier.
Voordat u belangrijke beelden gaat maken
Voordat u beelden gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of een reis), kunt u best enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect aan uw camera.
NIKON-GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Holografisch zegel: Dit zegel duidt aan dat dit apparaat een origineel Nikon-product is.
Inleiding
v
Page 8
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde documentatie mag worden gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de hardware en software die in deze documentatie worden beschreven op elk gewenst moment te wijzigen.
Inleiding
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze documentatie juist en
volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-importeur op de hoogte brengt van eventuele onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie voor de adresgegevens).
Mededelingen aangaande het verbod op kopiëren of reproduceren
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd met behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van (plaatselijke) overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van een stempel “Voorbeeld” of “Specimen”. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden. Tenzij vooraf door de overheid toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden. Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post) zegels en gecertificeerde wettelijke documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Eveneens niet toegestaan is het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven paspoorten, door overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechtelijk beschermde creatieve werken, zoals boeken, muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto's, wordt gereguleerd door de nationale en internationale auteurswetgeving. Gebruik dit product niet voor het maken van illegale kopieën of voor andere activiteiten die het auteursrecht schenden.
vi
Page 9
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van beelden of het formatteren van opslagmedia, zoals geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te werpen of aan een ander over te dragen. U kunt het medium ook eerst formatteren en vervolgens geheel vullen met beelden die geen persoonlijke informatie bevatten (bijvoorbeeld beelden van de lucht). Vergeet ook niet eventuele beelden te vervangen die u voor de optie Selecteer beeld bij de instelling Welkomstscherm (A73) heeft geselecteerd. Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van opslagmedia en voorkom letsel en beschadiging van eigendommen.
Inleiding
vii
Page 10

Voor uw veiligheid

Om schade aan uw Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen, verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens dit product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar alle gebruikers van dit product deze kunnen
Inleiding
lezen. De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de in dit hoofdstuk vermelde
veiligheidsvoorschriften worden aangeduid door middel van het volgende symbool:
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit Nikon-product in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt voorkomen.

WAARSCHUWINGEN

Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur uit de camera of de lichtnetlaadadapter komt, koppel de lichtnetlaadadapter dan los en verwijder de batterij onmiddellijk. Let hierbij op dat u geen brandwonden oploopt. Als u de camera blijft gebruiken, kan dit tot letsel leiden. Nadat de batterij is verwijderd resp. de stekker uit het stopcontact is gehaald, dient het apparaat door een door Nikon erkende servicedienst te worden nagekeken.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van de camera of lichtnetlaadadapter kan leiden tot letsel. Reparaties mogen uitsluitend door bevoegde technici worden uitgevoerd. Als de camera of de lichtnetlaadadapter door een val of ander ongeluk openbreekt, haalt u de stekker uit het stopcontact en/of verwijdert u de batterij en laat u het product nakijken door een door Nikon erkende servicedienst.
viii
Gebruik de camera of lichtnetlaadadapter niet in de buurt van ontvlambare gassen
Gebruik elektronische apparatuur niet in de buurt van ontvlambare gassen, omdat dit kan leiden tot ontploffingen of brand.
Wees voorzichtig met de camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek van een baby of kind.
Buiten bereik van kinderen houden
Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterij of andere kleine onderdelen niet in hun mond kunnen stoppen.
Page 11
Vermijd langdurig contact met de camera, batterijlader of lichtnetadapter terwijl de apparaten zijn ingeschakeld of in gebruik zijn
Delen van de apparaten worden heet. Laat u de apparaten voor langere tijd in direct contact komen met de huid, dan kan dit lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Laat het product niet achter op plaatsen waar het blootstaat aan extreem hoge temperaturen, zoals een afgesloten auto of in direct zonlicht
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dat schade of brand veroorzaken.
Ga voorzichtig om met de batterij
Bij onjuist gebruik kan de batterij gaan lekken, oververhit raken of ontploffen. Let op de volgende punten bij het gebruik van de batterij in combinatie met dit product:
Schakel het apparaat uit voordat u de
batterij verwisselt. Wanneer u de lichtnetlaadadapter/lichtnetadapter gebruikt, dient u zeker te zijn dat de stekker is uitgetrokken.
Gebruik enkel een oplaadbare Li-ionbatterij
EN-EL19 (meegeleverd). Laad de batterij op met behulp van een camera die het opladen van batterijen ondersteunt. Gebruik daartoe de lichtnetlaadadapter EH-70P (meegeleverd) of de functie Opladen via computer. De batterijlader MH-66 (apart verkrijgbaar) is ook geschikt om de batterij op te laden zonder een camera te gebruiken.
Probeer de batterij niet ondersteboven of
achterstevoren in de camera te plaatsen.
U mag de batterij niet kortsluiten of uit elkaar halen, of de isolatie of het omhulsel verwijderen of openbreken.
Stel de batterij niet bloot aan vuur of bovenmatige hitte.
Dompel de batterij niet onder in water en zorg dat deze niet vochtig wordt.
Plaats de batterij in een plastic zak enz. om ze te isoleren voor u ze transporteert. Vervoer of bewaar de batterij niet bij metalen voorwerpen, zoals halskettingen of haarspelden.
Een volledig ontladen batterij kan gaan lekken. Om schade aan het product te voorkomen, dient u de batterij te verwijderen wanneer deze leeg is.
Stop onmiddellijk met het gebruik van de batterij wanneer zich een verandering voordoet, zoals verkleuring of vervorming.
Spoel kleding of huid die in contact is gekomen met vloeistof uit een beschadigde batterij onmiddellijk af met veel water.
Neem bij gebruik van de lichtnetlaadadapter de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht
Houd de lichtnetlaadadapter droog. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.
Verwijder stof op of bij de metalen onderdelen van de stekker met een droge doek. Als u dit nalaat en het product blijft gebruiken, kan dit brand veroorzaken.
Raak de stekker niet aan en blijf uit de buurt van de lichtnetlaadadapter tijdens onweer. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok.
Inleiding
ix
Page 12
Voorkom beschadigingen of veranderingen aan de USB-kabel. Trek de kabel niet met kracht los en buig deze niet. Plaats geen zware voorwerpen op de kabel en stel de kabel niet bloot aan hitte of vuur. Als de isolatie beschadigd raakt en de draden bloot
Inleiding
komen te liggen, laat de kabel dan door een door Nikon erkende servicedienst nakijken. Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
Raak de stekker of de lichtnetlaadadapter niet met natte handen aan. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok.
Gebruik geen converters of adapters om van de ene spanning naar de andere spanning om te schakelen en gebruik geen DC-naar­AC omvormers. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan het product beschadigen of leiden tot oververhitting of brand.
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de voor dit doel meegeleverde of bij Nikon verkrijgbare kabels, zodat wordt voldaan aan de productvoorschriften.
Wees voorzichtig met de bewegende delen
Pas op dat uw vingers of andere voorwerpen niet bekneld raken tussen de objectiefbescherming of andere bewegende delen.
Cd-rom's
Speel de cd-rom's die bij dit apparaat worden geleverd niet af op een audio-cd-speler. Als u cd-rom's afspeelt op een audio-cd-speler, kan
x
dit leiden tot gehoorverlies of beschadiging van de apparatuur.
Als u een flitser dichtbij de ogen van een te fotograferen persoon gebruikt, kan dat tijdelijk oogletsel veroorzaken
De flitser mag niet minder dan 1 meter van het onderwerp worden gehouden.
Wees extra voorzichtig bij het fotograferen van kleine kinderen.
Flits niet als het flitsvenster met een persoon of voorwerp in aanraking komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dat brand of brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met vloeibare kristallen
Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en te voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
Schakel de camera uit in een vliegtuig of ziekenhuis
Zet de camera uit als u zich in een vliegtuig bevindt en dit gaat opstijgen of landen. Gebruik draadloze netwerkfuncties niet in een vliegtuig. Volg de geldende regels in een ziekenhuis bij gebruik in een ziekenhuis. De elektromagnetische straling die door deze camera wordt geproduceerd, kan de elektronische systemen van het vliegtuig of de instrumenten in het ziekenhuis van slag brengen. Als u een Eye-Fi-kaart gebruikt, dient u deze uit de camera te halen voor u aan boord van een vliegtuig stapt of een ziekenhuis binnengaat.
Page 13

Mededelingen

Mededeling voor Europese klanten
OPGELET GEVAAR VOOR ONTPLOFFING ALS DE BATTERIJ WORDT VERVANGEN DOOR EEN
VERKEERD TYPE. DOE GEBRUIKTE BATTERIJEN VOLGENS DE
INSTRUCTIES WEG.
Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via gescheiden inzameling moet worden afgevoerd. Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Dit product moet gescheiden van het overige afval worden ingeleverd bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi dit product niet weg als huishoudafval.
Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen en voorkomt negatieve consequenties voor mens en milieu die kunnen ontstaan door onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij duidt aan dat de batterij afzonderlijk moet ingezameld worden. Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien van dit symbool, moeten afzonderlijk worden ingezameld op een geschikt inzamelpunt.
Gooi niet samen met het huishoudelijk afval weg.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke reinigingsdienst.
Inleiding
xi
Page 14
Inhoudsopgave
Inleiding........................................................... ii
Lees dit eerst.......................................................... ii
Inleiding
Over deze handleiding ......................................... iii
Informatie en voorzorgsmaatregelen .......... v
Voor uw veiligheid .......................................... viii
WAARSCHUWINGEN ........................................... viii
Mededelingen...................................................... xi
Stap 2 Selecteer een opnamestand ........... 22
Beschikbare opnamestanden......................... 23
Stap 3 Het beeld kadreren............................. 24
De zoom gebruiken.............................................. 25
Stap 4 Scherpstellen en opnemen ............. 26
De ontspanknop ..................................................... 27
Stap 5 Beelden weergeven............................ 28
Stap 6 Beelden wissen .................................... 30
Onderdelen van de camera ...................... 1
De camerabody .................................................... 1
De camerariem bevestigen ................................ 3
Menu's gebruiken (de d-knop) ................. 4
De monitor ............................................................. 6
Opnamestand ............................................................. 6
Weergavestand .......................................................... 8
De basisbeginselen van opnemen en
weergeven.................................................... 10
Voorbereiding 1 Plaats de batterij.............. 10
Voorbereiding 2 Laad de batterij op.......... 12
Voorbereiding 3 Plaats een geheugenkaart
................................................................................. 14
Intern geheugen en geheugenkaarten
........................................................................................... 15
Voorbereiding 4 De taal, datum en tijd
instellen................................................................ 16
Stap 1 Schakel de camera in ......................... 20
xii
Opnamefuncties......................................... 32
x (Autom. scènekeuzekn.) stand .............. 32
Onderwerpstand (Opname voor
vastgestelde onderwerpen).......................... 33
Tips en opmerkingen........................................... 34
Stand speciale effecten (effecten toepassen
tijdens opname) ................................................ 38
Stand Slim portret (beelden van lachende
gezichten vastleggen)..................................... 40
Stand A (Auto) ................................................ 42
Sneleffecten gebruiken ...................................... 43
Functies die met de multi-selector kunnen
worden ingesteld.............................................. 44
De flitser gebruiken............................................... 45
De zelfontspanner gebruiken......................... 47
Macrostand gebruiken........................................ 49
Helderheid aanpassen
(Belichtingscompensatie) ................................. 50
Standaardinstellingen ......................................... 51
Page 15
Functies die kunnen worden ingesteld met
de d-knop (opnamemenu)...................... 53
Beschikbare opties in het opnamemenu
........................................................................................... 54
Functies die niet tegelijk kunnen worden
gebruikt................................................................ 56
Scherpstellen...................................................... 58
Gezichtsherkenning gebruiken ..................... 58
De functie Huid verzachten gebruiken.... 59
AF met doelopsporing gebruiken ............... 60
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor
Autofocus.................................................................... 61
Scherpstelvergrendeling ................................... 62
Weergavefuncties ...................................... 63
Zoomweergave ................................................. 63
Miniatuurweergave/Kalenderweergave
................................................................................. 64
Functies die kunnen worden ingesteld met
de d-knop (Weergavemenu) .................. 65
Films opnemen en weergeven.............. 67
Films opnemen.................................................. 67
Functies die kunnen worden ingesteld met
de d-knop (filmmenu) ................................. 70
Films weergeven ............................................... 71
Algemene camera-instellingen............. 73
Functies die kunnen worden ingesteld met
de d-knop (setup-menu).......................... 73
De camera aansluiten op een televisie,
computer of printer .................................. 75
Aansluitmethoden ........................................... 75
Gebruik van ViewNX 2..................................... 77
Installeren ViewNX 2............................................. 77
Beelden naar een computer kopiëren ...... 80
Beelden bekijken .................................................... 82
Referentiegedeelte............................... E1
Panorama Assist gebruiken...................... E2
Stand Favoriete beelden ........................... E5
Beelden toevoegen aan albums............. E5
Beelden in albums weergeven ................ E6
Beelden verwijderen uit albums ............. E7
Het pictogram Favoriet album wijzigen
..................................................................................... E8
Stand Automatisch sorteren.................... E9
Stand Sorteer op datum .......................... E10
Beelden bewerken (foto's)...................... E11
Voor beelden worden bewerkt ............ E11
Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen
.................................................................................. E12
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging
verbeteren ......................................................... E13
D-Lighting: Helderheid en contrast
verbeteren ......................................................... E13
Rode-ogencorrectie: Rode ogen corrigeren
bij opname met flitser ................................ E14
Glamour-retouchering: Menselijke
gezichten verbeteren ................................. E15
Inleiding
xiii
Page 16
Kleine afbeelding: Het beeldformaat
verkleinen........................................................... E17
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken
.................................................................................. E18
De camera aansluiten op een televisie (beelden weergeven op een televisie)
Inleiding
.......................................................................... E19
De camera op een printer aansluiten (Direct
Print) ............................................................... E20
De camera op een printer aansluiten
.................................................................................. E21
Beelden één voor één afdrukken ........ E23
Meerdere beelden afdrukken ................ E25
Het opnamemenu (voor stand
A (Automatisch))..................................... E28
Beeldmodus (beeldformaat en
beeldkwaliteit) ................................................ E28
Witbalans (Tint aanpassen) ..................... E30
Continu-opnamen ....................................... E33
ISO-waarde........................................................ E35
Kleuropties ........................................................ E36
AF-veldstand .................................................... E37
Autofocus-stand ............................................ E41
Sneleffecten...................................................... E41
Het menu Slim portret ............................. E42
Huid verzachten............................................. E42
Glimlachtimer.................................................. E43
Knipperdetectie ............................................. E44
Het weergavemenu .................................. E45
Afdrukopdracht (Een DPOF-afdrukopdracht
maken)................................................................. E45
Diashow .............................................................. E49
Beveiligen........................................................... E50
Beeld draaien ................................................... E52
Spraakmemo .................................................... E53
Kopiëren (Kopiëren tussen intern geheugen
en geheugenkaart)....................................... E54
Het filmmenu .............................................. E56
Filmopties........................................................... E56
Autofocus-stand ............................................ E57
Windruisreductie ........................................... E57
Het setup-menu ......................................... E58
Welkomstscherm........................................... E58
Tijdzone en datum ....................................... E59
Monitorinstellingen ..................................... E61
Datumstempel (Datum en tijd afdrukken)
.................................................................................. E63
Elektronische VR............................................. E64
Bewegingsdetectie ...................................... E65
AF-hulplicht ...................................................... E66
Digitale zoom .................................................. E66
Geluidsinstellingen....................................... E67
Automatisch uit.............................................. E67
Geheug. formatteren/Geheugenkaart form.
.................................................................................. E68
Taal/Language ................................................ E69
Videostand......................................................... E69
Opladen via computer............................... E70
Knipperwaarsch.............................................. E71
Uploaden via Eye-Fi ..................................... E72
Standaardwaarden ....................................... E73
Firmware-versie .............................................. E73
Foutmeldingen........................................... E74
Bestandsnamen.......................................... E78
Optionele accessoires .............................. E79
xiv
Page 17
Technische opmerkingen en index
....................................................................... F1
Verzorging van het product....................... F2
De camera .............................................................. F2
De batterij ............................................................... F4
Lichtnetlaadadapter ......................................... F5
Geheugenkaarten.............................................. F5
Reinigen en opbergen ................................. F6
Reinigen................................................................... F6
Opslag....................................................................... F6
Problemen oplossen..................................... F7
Specificaties .................................................. F16
Goedgekeurde geheugenkaarten ........ F20
Index................................................................ F22
Inleiding
xv
Page 18
xvi
Page 19

Onderdelen van de camera

De camerabody

123 465
Objectiefbescherming gesloten
Onderdelen van de camera
89 7
Ontspanknop................................................................26
1
Zoomknop......................................................................25
f: Groothoek.........................................................25
g: Tele ........................................................................ 25
2
h: Miniatuurweergave.................................. 64
i: Zoomweergave ............................................. 63
j: Help .......................................................................33
Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje...........20
3
Flitser..................................................................................45
4
Zelfontspannerlampje.............................................48
5
AF-hulpverlichting.....................................................74
Objectief
6
Ingebouwde microfoon................................E53
7
Objectiefbescherming.......................................F2
8
Oogje voor camerariem........................................... 3
9
1
Page 20
1
2 3 4
5
6
Onderdelen van de camera
7
8 9
11 12 1410 13
Laadlampje.....................................................................13
1
Flitserlampje..................................................................45
b (e filmopname)-knop ...................................67
2
A (opnamestand)-knop...... 22, 33, 38, 40, 42
3
c (weergave)-knop................................................28
4
Multi-selector
5
k (selectie toepassen)-knop
6
l (wissen)-knop................................ 30, 72, E54
7
2
d-knop...........................................4, 53, 65, 70, 73
8
Monitor............................................................................... 6
9
USB/AV-uit-aansluiting............................................75
10
Statiefaansluiting.................................................F18
11
Luidspreker
12
Deksel aansluitingen................................................75
13
Deksel batterijvak/
14
geheugenkaartsleuf..........................................10, 14
Page 21

De camerariem bevestigen

Onderdelen van de camera
3
Page 22
Menu's gebruiken (de d-knop)
Gebruik de multi-selector en de k-knop om in de menu's te navigeren.
1 Druk op de d-knop.
Het menu wordt weergegeven.
Onderdelen van de camera
3 Selecteer het gewenste
menupictogram.
Het menu wordt gewijzigd.
4
Set-up
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Elektronische VR
Bewegingsdetectie
-
2 Druk op J van de multi-selector.
Het huidige menupictogram wordt geel weergegeven.
Menupictogrammen
Opnamemenu
Beeldmodus
Witbalans
Continu
ISO-waarde
Kleuropties
AF-veldstand
-
4 Druk op de k-knop.
De menuopties kunnen worden geselecteerd.
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Elektronische VR
Bewegingsdetectie
-
Page 23
5 Selecteer een menu-optie. 6 Druk op de k-knop.
De instellingen voor de geselecteerde optie worden weergegeven.
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Elektronische VR
Bewegingsdetectie
-
Elektronische VR
Automatisch
Uit
7 Selecteer een instelling. 8 Druk op de k-knop.
De geselecteerde instelling wordt toegepast.
Als u klaar bent met het menu, drukt u op
Elektronische VR
Automatisch
Uit
C Menu-opties instellen
Bepaalde menu-opties kunnen, afhankelijk van de huidige opnamestand of de toestand van de camera, niet worden ingesteld. Onbeschikbare opties worden grijs weergegeven en kunnen niet worden geselecteerd.
Wanneer een menu wordt weergegeven, schakelt u naar de opnamestand door op de ontspanknop, de A (opnamestand)-knop of de b (e filmopname)-knop te drukken.
de d-knop.
Onderdelen van de camera
5
Page 24

De monitor

999
999 9
2
10
PR E
AFAFAE /A F- L
999
29m
0s
10
F3 .2
1/ 25 0
+ 1. 0
40 0
De informatie die op de moni tor wordt weergegeven tijdens opname en weergave is a fhankelijk van de instellingen en de gebruikstoestand van de camera.
Standaard wordt informatie weergegeven wanneer de camera wor dt ingeschakeld en wanneer u de camera bedient; de informatie verdwijnt na enkele seconden (wanneer Foto-informatie is ingesteld op Automatische info in Monitorinstellingen (A73)).
Onderdelen van de camera

Opnamestand

37
36
35
2
10
34
33
32
31
26
28
29
PRE
30
27
25
24
23
6
2
356
1
10
AE/AF-L
4
9
12
+1.0
15
999
13
0s
9999
17181920
400
1/250
F3.2
29m
1621
22
999
14
10
7
8
11
Page 25
Opnamestand .............................22, 33, 38, 40, 42
1
Flitsstand..........................................................................45
2
Macro-stand...................................................................49
3
Zoomaanduiding ...............................................25, 49
4
Scherpstelaanduiding.............................................26
5
AE/AF-L-aanduiding...........................................E4
6
Filmopties.......................................................70, E56
7
Beeldmodus..................................................54, E28
8
Elektronische VR-pictogram............... 73, E64
9
Bewegingsdetectie-pictogram.........73, E65
10
Windruisreductie....................................... 70, E57
11
Belichtingscorrectiewaarde.................................50
12
Filmduur...........................................................................67
13
Aantal resterende opnamen (foto's)
14
..............................................................................20, E29
Aanduiding intern geheugen.............................20
15
Diafragmawaarde.......................................................27
16
Scherpstelveld (AF met doelopsporing)
17
..............................................................................60, E39
Scherpstelveld (voor handmatig of centrum)
18
......................................................................................E38
Scherpstelveld (gezichtsherkenning,
19
dierherkenning).......................... 37, 40, 58, E37
Scherpstelveld (onderwerp volgen)......E38
20
Sluitertijd..........................................................................27
21
ISO-waarde....................................................54, E35
22
Aanduiding batterijniveau....................................20
23
Datumstempel............................................73, E63
24
Aanduiding “Datum niet ingesteld”................16
25
Eye-Fi-communicatie-aanduiding
26
...............................................................................74, E72
Reisbestemming................................................E59
27
Witbalansstand...........................................54, E30
28
Huid verzachten.........................................55, E42
29
Kleuropties.....................................................54, E36
30
Pictogram Sneleffecten................. 43, 54, E41
31
Continu-opnamestand.......................... 54, E33
32
Knipperdetectie..........................................55, E44
33
Uit de hand/statief.....................................................34
34
Aanduiding zelfontspanner.................................47
35
Glimlachtimer..............................................55, E43
36
Dierenp. autom. ontsp....................................37, 47
37
Onderdelen van de camera
7
Page 26

Weergavestand

29m00 s 29m00 s
999 / 999
999 9 / 999 9
15 / 05 / 201 4 1 5:30
999 9. JPG
999 / 999
Onderdelen van de camera
11123
25 24
23 a b
4 5 6 7 8 9
9999. JPG 15 / 05 / 2014 15:30
22
20
21
10
1819
12
999 / 999
13
9999 / 9999
14
16 17
999 / 999
29m00s 29m00s
15
a
b
8
Page 27
Albumpictogram in stand Favoriete beelden
1
.........................................................................................E5
Categoriepictogram in stand Automatisch
2
sorteren ......................................................................E9
Pictogram Sorteer op datum..................... E10
3
Beveiligingspictogram........................... 65, E50
4
Pictogram afdrukopdracht.................. 65, E45
5
Spraakmemo-pictogram ......................65, E53
6
Pictogram Glamour-retouchering
7
..............................................................................65, E15
Pictogram Sneleffecten......................... 29, E12
8
D-Lighting-pictogram............................ 65, E13
9
Pictogram Snel retoucheren.............. 65, E13
10
Pictogram Rode-ogencorrectie........65, E14
11
Aanduiding intern geheugen
12
a Nummer huidig beeld/
totaal aantal beelden
13
b Filmduur
Beeldmodus..................................................54, E28
14
Filmopties.......................................................70, E56
15
Pictogram Kleine afbeelding..............65, E17
16
Uitsnede-pictogram ................................63, E18
17
Volumeaanduiding....................................................71
18
Gids Sneleffecten
19
Gids filmweergave
20
Opnametijd
21
Opnamedatum
22
a Aanduiding batterijniveau...............................20
23
b Aansluitaanduiding lichtnetlaadadapter
Bestandsnummer en-type...........................E78
24
Eye-Fi-communicatie-aanduiding
25
...............................................................................74, E72
Onderdelen van de camera
9
Page 28

De basisbeginselen van opnemen en weergeven

Voorbereiding 1 Plaats de batterij

1 Open het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf.
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
2 Plaats de batterij.
Duw de oranje batterijvergrendeling in de met de pijl (1) aangegeven richting en plaats de batterij volledig (2).
De batterij vergrendelt wanneer ze juist geplaatst is.
B Let op dat u de batterij in de juiste richting plaatst
Als u probeert de batterij ondersteboven of achterstevoren te plaatsen, kan dit schade aan de camera veroorzaken.
10
Batterijvergrendeling
Page 29
3 Sluit het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf.
De batterij verwijderen
Zet de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de monitor zijn uitgeschakeld en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Duw de batterijvergrendeling in de met de pijl aangegeven richting (1) om de batterij uit te werpen (2).
B Opgelet hoge temperatuur
De camera, de batterij en de geheugenkaart kunnen heet zijn wanneer de camera net werd gebruikt.
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
11
Page 30

Voorbereiding 2 Laad de batterij op

1 De meegeleverde lichtnetlaadadapter voorbereiden.
Als een stekkeradapter* bij uw camera is meegeleverd, bevestigt u de stekkeradapter op de stekker van de lichtnetlaadadapter. Druk de stekkeradapter er stevig op zodat deze goed blijft zitten. Zodra deze twee aan elkaar vast zitten, kan het product beschadigd raden als u de stekkeradapter
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
met geweld probeert los te maken. * De vorm van de stekkeradapter is afhankelijk van het land of de regio waar
de camera werd aangeschaft. Deze stap kan worden overgeslagen als de stekkeradapter permanent op de lichtnetlaadadapter bevestigd is.
2 Controleer of de batterij in de camera is geïnstalleerd en verbind de
camera vervolgens met de lichtnetlaadadapter in volgorde van 1 tot 3.
De camera moet uitgeschakeld blijven.
Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen onder een hoek in
te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
Laadlampje
Stopcontact
USB-kabel (meegeleverd)
Het laadlampje knippert traag groen om aan te geven dat de batterij wordt opgeladen.
Opnemen is niet mogelijk wanneer de camera verbonden is met de lichtnetlaadadapter.
12
Page 31
Laadlampje Beschrijving
Knippert langzaam (groen)
Uit
Knippert snel (groen)
De batterij laadt op.
Als het opladen is voltooid, knippert het laadlampje niet meer groen en wordt het uitgeschakeld. Het duurt ongeveer 3 uur om een volledig lege batterij op te laden.
De omgevingstemperatuur is niet geschikt om op te laden. Laad de batterij binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5 °C tot 35 °C.
De USB-kabel of de lichtnetlaadadapter is niet correct aangesloten of er is een probleem met de batterij. Koppel de USB-kabel los of trek de lichtnetlaadadapter uit en sluit hem opnieuw aan, of vervang de batterij.
3 Koppel de lichtnetlaadadapter los van het stopcontact en koppel daarna
de USB-kabel los.
C Opladen met een computer of batterijlader
U kunt de batterij ook opladen door de camera aan te sluiten op een computer (A74, E70).
U kunt de batterijlader MH-66 (apart verkrijgbaar; E79) gebruiken om de batterij op te laden zonder de
camera te gebruiken.
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
13
Page 32

Voorbereiding 3 Plaats een geheugenkaart

1 Zet de camera uit en open het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
2 Plaats de geheugenkaart.
Duw de geheugenkaart in de sleuf tot deze op zijn plaats klikt.
B Let op dat u de geheugenkaart in de juiste richting
plaatst
Als u de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren plaatst, kan dat schade aan de camera of de geheugenkaart veroorzaken.
3 Sluit het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
14
Geheugenkaartsleuf
Page 33
B Een geheugenkaart formatteren
De eerste keer dat u een geheugenkaart in deze camera plaatst die eerder in een ander apparaat werd gebruikt, dient u deze kaart met deze camera te formatteren. Plaats de geheugenkaart in de camera, druk op de d-knop en selecteer Geheugenkaart form. in het setup-menu.
De geheugenkaart verwijderen
Zet de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de monitor zijn uitgeschakeld en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Duw de geheugenkaart voorzichtig in de camera (1) om de kaart gedeeltelijk uit te werpen (2).
B Opgelet hoge temperatuur
De camera, de batterij en de geheugenkaart kunnen heet zijn wanneer de camera net werd gebruikt.

Intern geheugen en geheugenkaarten

Cameragegevens, zoals beelden en films, kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera of op een geheugenkaart. Om het inter ne geheugen van de camera te gebruiken, die nt u eerst de geheugenkaart te verwijderen.
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
15
Page 34

Voorbereiding 4 De taal, datum en tijd instellen

Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt het taalkeuzescherm en het instelscherm voor de datum en de tijd voor de cameraklok.
Wanneer u stopt zonder de datum en de tijd in te stellen, knippert O wanneer het
opnamescherm wordt weergegeven.
1 Druk op de hoofdschakelaar om de camera aan
te zetten.
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
2 Gebruik HI van de multi-selector om
de gewenste taal te selecteren en druk op de k-knop.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
16
Taal/Language
Annuleren
Tijdzone kiezen en datum en tijd instellen?
Ja
Nee
AnnulerenAnnuleren
Page 35
4 Selecteer uw eigen tijdzone en
druk op de k-knop.
Om de zomertijd in te schakelen, drukt u op
H. Als de functie zomertijd ingeschakeld is, wordt W weergegeven boven de kaart. Om de functie zomertijd uit te schakelen, drukt u op I.
London, Casablanca
TerugTerug
5 Selecteer de datumnotatie en druk op de
k-knop.
6 Stel de datum en tijd in en druk op de k-knop.
Selecteer een veld: Druk op JK (schakelt tussen D, M, J, uren
en minuten).
Wijzig de datum en tijd: Druk op HI.
Bevestig de instellingen: Selecteer het minutenveld en druk op
de k-knop.
7 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Wanneer de instellingen klaar zijn, schuift het objectief uit en gaat de camera naar de opnamestand.
Datumnotatie
Jaar/maand/dag
Maand/dag/jaar
Dag/maand/jaar
Datum en tijd
D
M
01
01
Datum en tijd
15/05/2014 15:30
OK?
01
2014
Ja
Nee
Jum
00
00
2014
Bewerk.
00
00
01
Bewerk.
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
17
Page 36
C De instelling voor de taal of de datum en tijd wijzigen
U kunt deze instellingen wijzigen met de instellingen Taal/Language en Tijdzone en datum in het
setup-menu z (A73).
U kunt de zomertijd in- of uitschakelen in het z setup-menu door Tijdzone en datum en vervolgens
Tijdzone te selecteren. Druk op K en vervolgens op H van de multi-selector om de zomertijd in te
schakelen en de klok een uur vooruit te zetten, of druk op I om de zomertijd uit te schakelen en de klok een uur achteruit te zetten.
C De klokbatterij
De cameraklok wordt gevoed door een ingebouwde reservebatterij. De reservebatterij laadt op wanneer de hoofdbatterij in de camera is geplaatst of wanneer de camera is
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
verbonden met een optionele lichtnetadapter, en kan na ongeveer tien uur laden gedurende enkele dagen de klok van stroom voorzien.
Als de reservebatterij van de camera leeg raakt, verschijnt het instelscherm voor de datum en de tijd wanneer de camera wordt ingeschakeld. Stel de datum en de tijd opnieuw in. Zie stap 3 (A16) van “Voorbereiding 4 De taal, datum en tijd instellen” voor meer informatie.
C De opnamedatum op afgedrukte beelden plaatsen
U kunt de opnamedatum permanent in beelden plaatsen terwijl ze worden vastgelegd door
Datumstempel in te stellen in het setup-menu (A73).
U kunt de software ViewNX 2 (A77) gebruiken om de opnamedatum af te drukken op beelden die werden vastgelegd zonder de optie Datumstempel te gebruiken.
18
Page 37
19
Page 38

Stap 1 Schakel de camera in

140 0
8m
0s
1 Druk op de hoofdschakelaar.
De monitor schakelt in.
Druk nogmaals op de hoofdschakelaar om de camera uit te
zetten.
2 Controleer de aanduiding van het batterijniveau en het aantal resterende
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
opnamen.
Aanduiding batterijniveau
Melding Beschrijving
b Het batterijniveau is hoog.
B Het batterijniveau is laag.
P
Batterij is leeg.
Aantal resterende opnamen
Het aantal beelden dat kan worden gemaakt, wordt weergegeven.
C wordt weergegeven wanneer er geen geheugenkaart in de camera is geplaatst; beelden
worden opgeslagen in het interne geheugen.
De camera kan geen beelden vastleggen. Laad de batterij op.
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende
opnamen
8m
0s
1400
20
Page 39
C De functie Automatisch uit
1400
8m
0s
Knippert
Geen handelingen
uitgevoerd
8m
0s
1400
De tijd die verstrijkt voordat de camera naar de stand-by-stand gaat, bedraagt ongeveer één minuut. Deze tijd kan worden gewijzigd met de instelling Automatisch uit in het setup-menu (A73).
Camera gaat naar
stand-by-stand.
Geen handelingen
uitgevoerd
3 min
Camera wordt uitgeschakeld.
Terwijl de camera in de stand-b y-stand staat, wordt de monitor weer ingeschakeld wanneer u een van de volgende handelingen uitvoert:
- Druk op de hoofdschakelaar, ontspanknop, A (opnamestand)-knop, c (weergave)-knop of
b (e filmopname)-knop.
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
21
Page 40

Stap 2 Selecteer een opnamestand

1 Druk op de knop A.
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
2 Gebruik HI van de multi-selector om
een opnamestand te selecteren, en druk op de k-knop.
In dit voorbeeld wordt de stand x (Autom.
scènekeuzekn.) gebruikt.
De instelling voor de opnamestand wordt opgeslagen wanneer de camera wordt uitgezet.
22
Autom. scènekeuzekn.
Page 41

Beschikbare opnamestanden

x Autom. scènekeuzekn. A32
De camera selecteert automatisch de beste onderwerpstand wanneer u een beeld kadreert, zodat u nog eenvoudiger beelden kunt maken met instellingen die aangepast zijn aan het onderwerp.
b Onderwerp A33
De camera-instellingen worden geoptimaliseerd voor het onderwerp dat u selecteert.
D Speciale effecten A38
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
F Slim portret A40
Wanneer de camera een lachend gezicht detecteert, kunt u automatisch een beeld maken zonder op de ontspanknop te drukken (Glimlachtimer). U kunt de optie Huid verz achten ook gebruiken om de huidtinten van menselijke gezichten te verzachten.
A Autostand A42
Gebruikt voor algemene opnamen. De instellingen kunnen worden aangepast overeenkomstig de opnameomstandigheden en het gewenste type opname.
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
23
Page 42

Stap 3 Het beeld kadreren

8m
0s
140 0
1 Houd de camera stevig vast.
Let op dat uw vingers en overige voorwerpen zich niet voor het objectief, de flitser, de AF-hulpverlichting, de microfoon of de luidspreker bevinden.
Als u opnamen in de portretstand (“staand”) maakt, draait u de
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
camera op zo'n manier dat de flitser zich boven het objectief bevindt.
2 Kadreer de foto.
Wanneer de camera automatisch de onderwerpstand bepaalt, verandert het pictogram voor de opnamestand (A32).
24
Pictogram opnamestand
8m
0s
1400
Page 43
B Opmerkingen over de stand x (Autom. scènekeuzekn.)
Afhankelijk van de opnameomstandigheden selecteert de camera mogelijk niet de gewenste
onderwerpstand. Selecteer in dit geval een andere onderwerpstand (A32, 38, 40, 42).
Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, verandert de onderwerpstand in d.
C Wanneer u een statief gebruikt
Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren in de volgende omstandigheden:
- Opnemen wanneer er weinig licht is
- Wanneer u opnamen maakt met de flitsstand (A46) ingesteld op W (uit)
- Wanneer u de tele-instelling gebruikt

De zoom gebruiken

Wanneer u de zoomknop verplaatst, verandert de zoompositie van het objectief.
Dichter inzoomen op het onderwerp: Verplaats de zoomknop
naar g (tele).
Uitzoomen en een groter gebied weergeven: Verplaats de
zoomknop naar f (groothoek). Als u de camera inschakelt, gaat de zoom naar de maximale groothoekstand.
Een zoomaanduiding verschijnt aan de bovenzijde op de monitor zodra de zoomknop wordt verplaatst.
De digitale zoom, waarmee u het onderwerp verder kunt vergroten tot ca. 4× de maximale optische zoomverhouding, kan worden geactiveerd door de zoomknop naar g te verplaatsen en vast te houden wanneer de camera is ingezoomd naar de maximale optische zoomstand.
C Digitale zoom en interpolatie
Terwijl de digitale zoom wordt gebruikt, vermindert de beeldkwaliteit wegens interpolatie wanneer de zoom voorbij de stand V wordt verhoogd. De positie van V verplaatst zich naar rechts naarmate het formaat van het beeld kleiner wordt.
Uitzoomen
Optische zoom
Klein beeldformaat
Inzoomen
Digitale zoom
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
25
Page 44

Stap 4 Scherpstellen en opnemen

F3 .2
1/ 2 50
1 Druk de ontspanknop half in.
Wanneer het onderwerp scherp is, wordt het scherpstelveld groen weergegeven (meerdere scherpstelvelden kunnen groen oplichten).
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, stelt de camera scherp in het midden van het beeld en wordt het scherpstelveld niet weergegeven.
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
Wanneer de camera heeft scherpgesteld, licht de scherpstelaanduiding (A7) groen op.
Als het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding knippert, kan de camera niet scherpstellen. Wijzig de compositie en probeer de ontspanknop opnieuw half in te drukken.
2 Druk, zonder uw vinger op te heffen, de
ontspanknop helemaal in.
1/250
F3.2
26
Page 45

De ontspanknop

Om de scherpstelling en de belichting (sluitertijd en diafragmawaarde)
Half indrukken
Helemaal indrukken
in te stellen, drukt u de ontspanknop zachtjes in tot u een lichte weerstand voelt. De scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven geblokkeerd zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te ontspannen en een beeld te maken. Oefen niet te veel kracht uit wanneer u de ontspanknop indrukt, want dit kan leiden tot cameratrilling en onscherpe beelden. Druk voorzichtig op de knop.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden en het opnemen van films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de maximale filmduur aangeeft, knippert terwijl beelden worden opgeslagen of terwijl een film wordt opgenomen. Open het
deksel van het batterijvak/de gehe ugenkaartsleuf niet en verwijder de batterij of de geheugenkaart niet terwijl een aanduiding knippert. Dit zou tot verlies van gegevens kunnen leiden of tot schade aan de
camera of de geheugenkaart.
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
27
Page 46

Stap 5 Beelden weergeven

15 / 05 / 2014 15 :30
0004 . JPG
4 / 4
1 Druk op de c (weergave)-knop.
Als u de c (weergave)-knop indrukt en ingedrukt houdt terwijl de camera uitgeschakeld is, schakelt de camera in met de weergavestand.
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
2 Gebruik de multi-selector om het weer te geven
beeld te selecteren.
Houd HIJK ingedrukt om snel door de beelden te bladeren.
Om terug te keren naar de opnamestand drukt u op de A-knop of op de ontspanknop.
Het vorige beeld weergeven
Het volgende beeld weergeven
0004. JPG
15 / 05 / 2014 15:30
4 / 4
28
Page 47
C De functie Sneleffecten
15 / 05 / 2014 15 :30
0004 . JPG
4 / 4
Wanneer e wordt weergegeven in de schermvullende
weergavestand, kunt u op de k-knop drukken om een effect toe te passen op het beeld.
Wanneer het effectselectiescherm wordt weergegeven, gebruikt u
HIJK van de multi-selector om een effect te selecteren, druk op de k-knop en selecteer vervolgens Ja in het bevestigingsvenster en druk op de k-knop om het beeld als een afzonderlijk bestand op te slaan. Zie “Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen” (E12) voor meer informatie.
0004. JPG
15 / 05 / 2014 15:30
4 / 4
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
29
Page 48

Stap 6 Beelden wissen

1 Druk op de l-knop om het beeld te
wissen dat momenteel op de monitor wordt weergegeven.
2 Gebruik HI van de multi-selector om de
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
gewenste wismethode te selecteren en druk op de k-knop.
Om te sluiten zonder te verwijderen, drukt u op de d-knop.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer terughalen.
Selecteer Nee en druk op de k-knop om te annuleren.
Wissen
Huidig beeld
Wis gesel. beeld(en)
Alle beelden
1 beeld wissen?
Ja
Nee
30
Page 49
Het scherm Wis gesel. beeld(en) gebruiken
1 Gebruik JK van de multi-selector om het te
Wis gesel. beeld(en)
wissen beeld te selecteren, en gebruik H om K weer te geven.
Om de selectie ongedaan te maken, drukt u op I om K te verwijderen.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om naar de schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de miniatuurweergave te gaan.
TerugTerug
2 Voeg K toe aan alle beelden die u wilt wissen en druk op de k-knop om
de selectie te bevestigen.
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Volg de instructies op het scherm om de handelingen te voltooien.
C Het laatst vastgelegde beeld wissen in de opnamestand
Wanneer u de opnamestand gebruikt, drukt u op de l-knop om het laatst opgeslagen beeld te wissen.
De basisbeginselen van opnemen en weergeven
31
Page 50

Opnamefuncties

x (Autom. scènekeuzekn.) stand
De camera selecteert automatisch de beste onderwerpstand wanneer u een beeld kadreert, zodat u nog eenvoudiger beelden kunt maken met instellingen die aangepast zijn aan het onderwerp.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M x (Autom. scènekeuzekn.) M k-knop
Wanneer de camera een onderwerpstand selecteert, verandert het pictogram voor de opnamestand dat in het opnamescherm wordt weergegeven, in het pictogram voor de momenteel ingeschakelde onderwerpstand.
Opnamefuncties
e Portret (om close-upportretten van een of twee mensen te maken)
b Portret (om portretten van drie of meer mensen of beelden met veel achtergrond te maken)
f Landschap h Nachtportret (om close-upportretten van een of twee mensen te maken)
Nachtportret (om portretten van drie of meer mensen of beelden met veel achtergrond te
c
maken)
g Nachtlandschap i Close-up j Tegenlicht (om beelden te maken van andere onderwerpen dan mensen)
d Tegenlicht (om portretbeelden te maken)
d Andere onderwerpen
Beschikbare functies in de stand x (Autom. scènekeuzekn.)
Flitsstand (A45)
Zelfontspanner (A47)
Belichtingscorrectie (A50)
32
Page 51

Onderwerpstand (Opname voor vastgestelde onderwerpen)

Wanneer een onderwerp is geselecteerd, worden de camera-instellingen automatisch geoptimaliseerd voor het geselecteerde onderwerp.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M b (tweede pictogram van boven*) M K M HI M selecteer een onderwerp M k-knop
*Het pictogram voor het laatst geselecteerde onderwerp wordt weergegeven.
(A34)
(A35)
(A37)
1
d Sport2
2
1, 3
(A34)
z Sneeuw
1, 3
k Close-up
(A35)
n Zwart-wit-kopie2
(A35)
2
e Nachtportret
h Zonsondergang
u Voedsel
(A35)
o Tegenlicht2
(A36)
b Portret
(standaardinstelling)
f Party/binnen
(A34)
i Schemering
2
(A35)
(A36)
l Museum
U Panorama assist
1
De camera stelt scherp op oneindig.
2
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
3
Het gebruik van een statief is aanbevolen omdat de sluitertijd lang is.
2
1, 3
c Landschap
Z Strand
j Nachtlandschap
m Vuurwerk
O Dierenportret
Een beschrijving voor elke onderwerpstand weergeven (Helpscherm)
Selecteer een onderwerp en zet de zoomknop (A1) naar g (j) om een beschrijving van dat onderwerp te bekijken. Om terug te keren naar het oorspronkelijke scherm verplaatst u de zoomknop opnieuw naar g (j).
Panorama assist
3
2, 3
Opnamefuncties
33
Page 52

Tips en opmerkingen

d Sport
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera continu ongeveer 6
beelden met een snelheid van ongeveer 1,1 bps (als de beeldmodus is ingesteld op x).
De beeldsnelheid bij continuopnamen hangt af van de huidige instelling voor de beeldstand, de gebruikte geheugenkaart of de opnameomstandigheden.
Scherpstelling, belichting en tint worden ingesteld op de waarden bepaald voor het eerste beeld in elke reeks.
f Party/binnen
Om de effecten van cameratrilling te vermijden, dient u de camera stevig vast te houden. In donkere omgevingen is het gebruik van een statief aanbevolen.
Opnamefuncties
j Nachtlandschap
• In het scherm dat verschijnt nadat j Nachtlandschap is geselecteerd, selecteert u u Uit de hand of w Statief.
u Uit de hand (standaardinstelling): Selecteer deze optie om opnamen met minder onscherpte en ruis te maken, zelfs wanneer de camera in de hand wordt gehouden.
w Statief: Selecteer deze optie wanneer u een statief of een andere manier gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren.
34
Page 53
k Close-up
8m
0s
140 0
Macro-stand (A49) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde positie waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de k-knop, gebruik HIJK van de multi-selector om het scherpstelveld te verplaatsen en druk op de k-knop om de instelling toe te passen.
u Voedsel
Macro-stand (A49) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde positie waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt de tint aanpassen met HI van de multi-selector. De instelling voor de tint wordt opgeslagen in het geheugen van de camera, ook wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de k-knop, gebruik HIJK van de multi-selector om het scherpstelveld te verplaatsen en druk op de k-knop om de instelling toe te passen.
8m
1400
l Museum
De camera legt een reeks van maximaal tien beelden vast terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, waarna het scherpste beeld in de reeks automatisch wordt geselecteerd en opgeslagen (BSS (Best Shot Selector)).
De flitser gaat niet af.
m Vuurwerk
De sluitertijd is vast ingesteld op vier seconden.
n Zwart-wit-kopie
Gebruikt met de macro-stand (A49) om een onderwerp van dichtbij te fotograferen.
Opnamefuncties
0s
35
Page 54
o Tegenlicht
De flitser gaat altijd af.
U Panorama assist
U kunt deze stand gebruiken wanneer u een reeks beelden maakt die later op een computer kunnen worden samengevoegd tot één panorama.
Selecteer de richting waarin de beelden aan het panorama moeten worden toegevoegd, door HIJK van de multi-selector te gebruiken en vervolgens op de k-knop te drukken.
Als het eerste beeld gemaakt is, maakt u de vereiste bijkomende opnamen terwijl u controleert hoe elk beeld aansluit op het volgende. Om de opname te beëindigen, drukt op de k-knop.
Zet de beelden over naar een computer en gebruik Panorama Maker (A79) om ze samen te voegen tot één panorama. Zie “Panorama Assist gebruiken” (E2) voor meer informatie.
Opnamefuncties
36
Page 55
O Dierenportret
8m
0s
140 0
Wanneer u de camera op een hond of kat richt, herkent de camera het gezicht van het dier en stelt hierop scherp. Standaard detecteert de camera het gezicht van een hond of kat en laat automatisch te sluiter los (Dierenp. autom. ontsp.).
In het scherm dat verschijnt nadat O Dierenportret is geselecteerd, selecteert u U Enkelvoudig of V Continu.
- U Enkelvoudig: De camera legt één beeld vast waarin het gezicht van een hond of kat is herkend.
- V Continu: De camera legt continu drie beelden vast waarin het gezicht van een hond of kat is
herkend.
B Dierenp. autom. ontsp.
Druk op J (n) van de multi-selector om de instelling voor Dierenp. autom. ontsp. te wijzigen.
- Y: De camera herkent het gezicht van een hond of kat en laat automatisch de sluiter los.
- OFF: De came ra laat de sluiter niet automatisch los, zelfs als het gezicht van een hond of kat wordt gedetecteerd. Druk de ontspanknop in. De camera detecteert ook menselijke gezichten wanneer OFF is geselecteerd.
Dierenp. autom. ontsp. is ingesteld op OFF nadat vijf serieopnamen werden gemaakt.
Opnemen is ook mogelijk door de ontspanknop in te drukken, ongeacht de instelling voor Dierenp.
autom. ontsp.. Wanneer V Continu is geselecteerd, kunt u beelden continu maken terwijl u de ontspanknop helemaal ingedrukt houdt.
B Scherpstelveld
Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt het gezicht weergegeven in een gele rand. Wanneer de camera scherpstelt op een gezicht binnen een dubbele rand (scherpstelveld), wordt de dubbele rand groen. Als geen gezichten worden herkend, stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
In bepaalde opnameomstandigheden kan het gezicht van een dier mogelijk niet worden gedetecteerd en kunnen andere onderwerpen binnen een rand worden weergegeven.
8m
1400
Opnamefuncties
0s
37
Page 56

Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname)

Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M D (derde pictogram van boven*) M K M HI M selecteer een effect M k-knop
* Het pictogram van het laatst geselecteerde effect wordt weergegeven.
Categorie Beschrijving
D Zacht (standaardinstelling)
Opnamefuncties
E Nostalgisch sepia
F Hoogcontrast monochr. Verandert het beeld in zwart-wit en geeft het een scherp contrast.
G High-key Geeft het volledige beeld een lichte toon.
H Low-key Geeft het volledige beeld een donkere toon.
I Selectieve kleur
l Pop
k Superlevendig
h Schilderij Geeft het beeld het uitzic ht van een schilderij.
Verzacht het beeld door een lichte waas aan het volledige beeld toe te voegen.
Voegt een sepia toon toe en vermindert het contrast om de eigenschappen van een oude foto te simuleren.
Maakt een zwart-wit-beeld waarin alleen de opgegeven kleur behouden blijft.
Verhoogt de kleurverzadiging van het volledige beeld om een helder uitzicht te creëren.
Vermindert de kleurverzadiging van het volledige beeld en maakt het contrast scherper.
38
Page 57
Categorie Beschrijving
m Speelgoedcamera-eff. 1
n Speelgoedcamera-eff. 2
o Cross-process Geeft het beeld een mysterieus uitzicht op basis van een specifieke kleur.
Geeft het volledige beeld een geelachtige tint en maakt de rand van het beeld donkerder.
Vermindert de kleurverzadiging van het volledige beeld en maakt de rand van het beeld donkerder.
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
Wanneer Selectieve kleur of Cross-process is geselecteerd,
gebruikt u HI van de multi-selector om de gewenste kleur met de instelknop te selecteren. Om instellingen voor een van de volgende functies te wijzigen, drukt u op de k-knop om de kleurselectie te annuleren.
-Flitsstand (A45)
-Zelfontspanner (A47)
-Macro-stand (A49)
- Belichtingscorrectie (A50) Om terug te keren naar het kleurselectiescherm drukt u
Opslaan
Schuifknop
nogmaals op de k-knop.
Opnamefuncties
39
Page 58

Stand Slim portret (beelden van lachende gezichten vastleggen)

Wanneer de camera een lachend gezicht detecteert, kunt u automatisch een beeld maken zonder op de ontspanknop te drukken (Glimlachtimer (A55)). U kunt de optie Huid verzachten gebruiken om de huidtinten van menselijke gezichten te verzachten.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret M k-knop
1 Kadreer de foto.
Richt de camera op een menselijk gezicht.
Opnamefuncties
2 Wacht, zonder de ontspanknop in te drukken, tot het onderwerp
glimlacht.
Als de camera detecteert dat het gezicht dat door de dubbele rand omkaderd is, glimlacht, wordt de sluiter automatisch ontspannen.
Als de camera een glimlachend gezicht detecteert, wordt de sluiter automatisch ontspannen.
3 Beëindig de automatische opname.
Voer een van de volgende handelingen uit om de opname te beëindigen.
-Stel Glimlachtimer in op Uit.
-Druk op de knop A en selecteer een andere opnamestand.
B Opmerkingen over de stand Slim portret
In bepaalde opnameomstandigheden kan de camera gezichten of een glimlach niet herkennen (A58). De ontspanknop kan ook worden gebruikt om op te nemen.
40
Page 59
C Wanneer het zelfontspannerlampje knippert
Wanneer u de glimlachtimer gebruikt, knippert het zelfontspannerlampje wanneer de camera een gezicht detecteert; het lampje knippert snel onmiddellijk nadat de sluiter werd ontspannen.
Beschikbare functies in de stand Slim portret
Flitsstand (A45)
Zelfontspanner (A47)
Belichtingscorrectie (A50)
Menu Slim portret (A53)
Opnamefuncties
41
Page 60
Stand A (Auto)
Gebruikt voor algemene opnamen. De instellingen kunnen worden aangepast overeenkomstig de opnameomstandigheden en het gewenste type opname.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M stand A (auto) M k-knop
U kunt de manier wijzigen waarop de camera het scherp te stellen gebied van het beeld
selecteert, door de instelling voor AF-veldstand te wijzigen (A54). De standaardinstelling is AF
met doelopsporing (A60).
Beschikbare functies in de stand A (Auto)
Flitsstand (A45)
Zelfontspanner (A47)
Opnamefuncties
Macro-stand (A49)
Belichtingscorrectie (A50)
Opnamemenu (A54)
42
Page 61

Sneleffecten gebruiken

In de stand A (auto) kunt u effecten op de beelden toepassen onmiddellijk nadat de sluiter werd ontspannen.
Het bewerkte beeld wordt in een afzonderlijk bestand met een andere naam opgeslagen.
1 Druk op de k-knop wanneer het beeld wordt
Sneleecten
weergegeven nadat het werd gemaakt in de stand A (auto).
Wanneer u op d-knop drukt of wanneer gedurende ongeveer vijf seconden geen handelingen worden uitgevoerd, verschijnt het opnamescherm opnieuw op de monitor.
Om het scherm rechts niet weer te geven, stelt u Sneleffecten in het opnamemenu in op Uit (A54).
2 Gebruik HIJK van de multi-selector om het
Sneleecten
gewenste effect te selecteren en druk op de k-knop.
Verplaats de zoomknop (A1) naar g (i) om naar de schermvullende weergave te gaan, of naar f (h) om naar de miniatuurweergave te gaan.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te slaan, drukt u op de d-knop. Wanneer een bevestigingsscherm verschijnt, selecteert u Ja en drukt u op de k-knop.
Zie “Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen” (E12) voor meer informatie over de effecttypes.
Pop Superlevendig Schilderij
Foto-illustratie
AnnulerenAnnuleren
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
High-key
Kies het eectAnnuleren
Speelgoed-
camera-eect 1
Contr.
Opnamefuncties
43
Page 62

Functies die met de multi-selector kunnen worden ingesteld

De beschikbare functies zijn afhankelijk van de opnamestand, zoals hierna wordt aangegeven.
1
2
3
4
Opnamefuncties
1 X Flitsstand (A45) w
Zelfontspanner
2 n
(A47)
3 p Macro-stand (A49) w w
Belichtingscorrectie
4 o
(A50)
* De beschikbaarheid is afhankelijk van de instelling.
x
(Autom.
scènekeuzekn.)
Onderwerp
www
w www
Speciale effecten
*
Slim portret
ww*w
Stand
A (auto)
*
w
44
Page 63

De flitser gebruiken

U kunt een flitsstand selecteren overeenkomstig de opnameomstandigheden.
1 Druk op H (m) van de multi-selector.
2 Selecteer de gewenste flitsstand (A46) en druk
op de k-knop.
Als een instelling niet wordt toegepast door binnen enkele seconden op de k-knop te drukken, wordt de selectie geannuleerd.
B Het flitserlampje
De status van de flitser kan worden gecontroleerd door de ontspanknop half in te drukken.
- Aan: De flitser gaat af wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt.
- Knippert: De flitser wordt opgeladen. De camera kan geen beelden
maken.
- Uit: De flitser gaat niet af wanneer een beeld wordt gemaakt.
Als de batterij bijna leeg is, schakelt de monitor uit terwijl de flitser wordt opgeladen.
Automatisch
Opnamefuncties
45
Page 64
Beschikbare flitsstanden
U Automatisch
De flitser gaat af wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld als er weinig licht is.
Het pictogram voor de flits stand op het opnamescherm wordt alleen direct na het uitvoeren van de instelling weergegeven.
V Autom. met rode-ogenred.
Minder “rode ogen” in portretten ten gevolge van de flitser.
W Uit
De flitser gaat niet af.
Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren wanneer u in donkere omgevingen fotografeert.
X Invulflits
Opnamefuncties
De flitser wordt bij elk beeld gebruikt. Gebruik deze stand om schaduwen en onderwerpen in tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Y Lange sluitertijd
Geschikt voor avond- en nachtportretten met achtergronddecors. De flitser gaat indien nodig af om het hoofdonderwerp te verlichten. De lange sluitertijd wordt gebruikt om in het donker of bij weinig licht de achtergrond vast te leggen.
C De flitsstandinstelling
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnameomstandigheden.
De instelling die wordt gebruikt in de stand A (auto) , word t opge slagen in het geheugen van de camera,
zelfs als de camera uitgezet is.
C Rode-ogenreductie
Als de camera rode ogen vaststelt terwijl een beeld wordt opgeslagen, wordt het gebied in kwestie bewerkt om rode ogen te verminderen voor het beeld wordt opgeslagen. Houd rekening met het volgende tijdens de opname:
Er is meer tijd nodig om beelden op te slaan.
Rode-ogenreductie zal in sommige situaties niet het gewenste resultaat opleveren.
In uitzonderlijke gevallen kan de rode-ogenreductie nodeloos worden toegepast op andere delen van het
beeld. In dergelijke gevallen selecteert u een andere flitsstand en maakt u het beeld opnieuw.
46
Page 65

De zelfontspanner gebruiken

10
F3 .2
1/ 2 50
De camera is voorzien van een zelfontspanner, die de sluiter ongeveer tien seconden of twee seconden na het indrukken van de ontspanknop ontspant.
1 Druk op J (n) van de multi-selector.
2 Selecteer n10s of n2s en druk op de k-knop.
n10s (tien seconden): voor belangrijke gelegenheden, zoals
bruiloften.
n2s (twee seconden): om cameratrilling te voorkomen.
Als een instelling niet wordt toegepast door binnen enkele
seconden op de k-knop te drukken, wordt de selectie geannuleerd.
Wanneer de opnamestand de onderwerpstand Dierenportret
is, wordt Y (Dierenp. autom. ontsp.) weergegeven (A37). De zelfontspanner kan niet worden gebruikt.
3 Kadreer de foto en druk de ontspanknop
half in.
De scherpstelling en de belichting zijn ingesteld.
10
Zelfontspanner
F3.2
1/250
Opnamefuncties
47
Page 66
4 Druk de ontspanknop helemaal in.
F3 .2
1/ 2 50
9
Het aftellen begint. Het zelfontspannerlampje knippert en licht daarna constant gedurende ongeveer één seconde op voor de sluiter wordt ontspannen.
Zodra de sluiter is ontspannen, wordt de zelfontspanner weer op OFF gezet.
Om de aftelling te stoppen, drukt u nogmaals op de ontspanknop.
Opnamefuncties
9
F3.2
1/250
48
Page 67

Macrostand gebruiken

Gebruik de macro-stand om close-upbeelden te maken.
1 Druk op I (p) van de multi-selector.
2 Selecteer ON en druk op de k-knop.
Als de instelling niet wordt toegepast door binnen enkele seconden op de k-knop te drukken, wordt de selectie geannuleerd.
Macro-stand
3 Verplaats de zoomknop om de zoomfactor op
een positie te zetten waarbij F en de zoomaanduiding groen oplichten.
Wanneer de zoomfactor is ingesteld op een positie waarbij de zoomaanduiding groen oplicht, kan de camera scherpstellen op onderwerpen tot op ca. 30 cm van het objectief. Wanneer de zoom op een positie staat waar G wordt weergegeven, kan de camera scherpstellen op onderwerpen tot op circa 10 cm van het objectief.
B Opmerkingen over het gebruik van de flitser
De flitser kan mogelijk het volledige onderwerp niet verlichten op afstanden van minder dan 50 cm.
C De instelling Macro-stand
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnameomstandigheden.
De instelling die wordt gebruikt in de stand A (auto) , word t opge slagen in het geheugen van de camera,
zelfs als de camera uitgezet is.
Opnamefuncties
49
Page 68

Helderheid aanpassen (Belichtingscompensatie)

U kunt de algemene helderheid van het beeld aanpassen.
1 Druk op K (o) van de multi-selector.
2 Selecteer een correctiewaarde en druk op de
Belichtingscompensatie
k-knop.
Om het beeld helderder te maken, stelt u een positieve (+) waarde in.
Om het beeld donkerder te maken, stelt u een negatieve (–)
Opnamefuncties
waarde in.
De correctiewaarde wordt toegepast, ook zonder de k-knop in te drukken.
C Waarde voor belichtingscorrectie
De instelling die wordt gebruikt in de stand A (auto), wordt opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als de camera uitgezet is.
50
+
2.0
+
0.3
-
2.0
Page 69

Standaardinstellingen

De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hierna beschreven.
x (Autom. scènekeuzekn.)
Flitsstand
U
(A45)
1
Zelfontspanner
(A47)
Uit Uit
Macro-stand
(A49)
2
Onderwerp
b (portret) V Uit Uit
c (landschap) W
d (sport) W
e (nachtportret) V
f (party/binnen) V
2
2
3
4
Uit Uit
2
Uit
Uit Uit
Uit Uit
Z (strand) U Uit Uit
z (sneeuw) U Uit Uit
h (zonsondergang) W
i (schemering) W
j (nachtlandschap) W
2
2
2
Uit Uit
Uit Uit
Uit Uit
k (close-up) W Uit Aan
u (voedsel) W
l (museum) W
m (vuurwerk) W
2
2
2
Uit Aan
Uit Uit 0,0
2
Uit
2
2
2
Uit
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
Uit
n (zwart-wit-kopie) W Uit Uit 0,0
Belichtingscompensat ie
(
A
50)
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2
0,0
Opnamefuncties
51
Page 70
o (tegenlicht) X
Flitsstand
(A45)
2
Zelfontspanner
(A47)
Uit Uit
Macro-stand
(A49)
2
U (panorama assist) W Uit Uit 0,0
O (dierenportret) W
2
5
Y
Uit 0,0
D (speciale effecten) W Uit Uit 0,0
F (slim portret) U Uit Uit
2
A (auto) U Uit Uit 0,0
1
U (automatisch flitsen) of W (Uit) kunnen worden geselecteerd. Wanneer U (automatisch flitsen) geselecteerd is, selecteert de camera automatisch de flitsstand die geschikt is voor het door de camera geselecteerde onderwerp.
2
Opnamefuncties
De instelling kan niet worden gewijzigd.
3
De instelling kan niet worden gewijzigd. De flitsstand is vastgezet op invulflits met synchronisatie met lange sluitertijd en rode-ogenreductie.
4
De flitsstand lange sluitertijd met rode-ogenreductie kan worden gebruikt.
5
De zelfontspanner kan niet worden gebruikt. De functie Dierenp. autom. ontsp. kan worden in- of uitgeschakeld (A37).
Belichtingscompensat ie
(
A
50)
0,0
0,0
52
Page 71
Functies die kunnen worden ingesteld met de
1400
8m
0s
d-knop (opnamemenu)
De hierna vermelde instellingen kunnen worden gewijzigd door tijdens de opname op de d-knop te drukken (A4).
Beeldmodus
Witbalans
Continu
ISO-waarde
Speciale effecten
Kleuropties
AF-veldstand
-
Slim portret Autostand
8m
0s
1400
De instellingen die kunnen worden gewijzigd variëren naargelang de opnamestand, zoals hierna weergegeven.
Beeldmodus
Autom.
1
scènekeuzekn.
Onderwerp
wwwww
2
Witbalans ––––w
Continu ––––w
ISO-waarde ––––w
Kleuropties ––––w
AF-veldstand ––––w
Autofocus-stand ––––w
Sneleffecten ––––w
Huid verzachten –––w
Glimlachtimer –––w
Knipperdetectie –––w
1
Deze instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden.
2
Bijkomende instellingen zijn beschikbaar voor bepaalde onderwerpstanden. Zie “Tips en opmerkingen” (A34) voor meer informatie.
Opnamefuncties
53
Page 72

Beschikbare opties in het opnamemenu

Optie Beschrijving A
Hiermee kunt u de combinatie van beeldformaat en be eldkwaliteit kiezen die moet worden gebruikt wanneer beelden worden opgeslagen.
Standaardinstelling: x 5152×3864
Hiermee kunt u de witbalans aanpassen aan de weersomstandigheden of de lichtbron, zodat de kleuren in de beelden eruit zien zoals u ze met uw oog waarneemt.
Standaardinstelling: Automatisch
Hiermee kunt u enkelvoudige of continuopnamen selecteren.
Standaardinstelling: Enkelvoudig
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de camera voor licht bepalen.
Standaardinstelling: Automatisch Wanneer Automatisch is geselecteerd, verschijnt E op de monitor tijdens opnamen als de ISO-gevoeligheid toeneemt.
Hiermee kunt u de kleurtoon van beelden wijzigen.
Standaardinstelling: Normale kleur
Hiermee kunt u bepalen hoe de camera het scherpstelveld selecteert dat voor autofocus wordt gebruikt.
Standaardinstelling: AF met doelopsporing (A60)
Hiermee kunt u Enkelvoudige AF selecteren, waarmee alleen wordt scherpgesteld wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, of Fulltime-AF, waarmee continu wordt scherpgesteld, zelfs als de ontspanknop niet half wordt ingedrukt.
Standaardinstelling: Enkelvoudige AF Hiermee kunt u de functie Sneleffecten in- of uitschakelen (A43).
Standaardinstelling: Aan
Opnamefuncties
Beeldmodus
Witbalans
Continu
ISO-waarde
Kleuropties
AF-veldstand
Autofocus-stand
Sneleffecten
E28
E30
E33
E35
E36
E37
E41
E41
54
Page 73
Optie Beschrijving A
Huid verzachten
Glimlachtimer
Knipperdetectie
Hiermee kunt u het niveau voor de huidverzachting van menselijke gezichten selecteren.
Standaardinstelling: Normaal
Hiermee kunt u bepalen of de camera de sluiter automatisch ontspant wanneer de camera een glimlachend gezicht detecteert.
Standaardinstelling: Aan
De camera ontspant de sluiter automatisch twee keer bij elke opname en slaat één beeld op waarin de ogen van het onderwerp geopend zijn.
Standaardinstelling: Uit
E42
E43
E44
Opnamefuncties
55
Page 74

Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt

Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt.
Beperkte functie Optie Beschrijving
Flitsstand
Zelfontspanner
Macro-stand AF-veldstand (A54)
Opnamefuncties
Beeldmodus
Witbalans
ISO-waarde Continu (A54)
AF-veldstand Digitale zoom (A74)
Continu (A54)
Knipperdetectie (A55)
AF-veldstand (A54)
Glimlachtimer (A55)
Continu (A54)
ISO-waarde (A54)
Kleuropties (A54)
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig is geselecteerd, kan de flitser niet worden gebruikt.
Wanneer Knipperdetectie is ingesteld op Aan, kan de flitser niet worden gebruikt.
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd, kan de zelfontspanner niet worden gebruikt.
Wanneer Glimlachtimer is geselecteerd, kan de zelfontspanner niet worden gebruikt.
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd, kan de macro-stand niet worden gebruikt.
Wanneer Multi-shot 16 is geselecteerd, is de instelling Beeldmodus ingesteld op L (beeldformaat: 2560 × 1920 pixels).
Wanneer 3200 is geselecteerd, kan voor de beeldmodus alleen de instelling r 2272×1704, q 1600×1200 of O 640×480 worden geselecteerd. Als een andere instelling voor de beeldstand dan hierboven wordt geselecteerd, wordt de instelling voor de beeldstand automatisch gewijzigd in r 2272×1704 wanneer ISO- waarde is ingesteld op 3200.
Wanneer Zwart-wit, Sepia, of Koelblauw is geselecteerd, is de instelling Witbalans vast ingesteld op Automatisch.
Wanneer Multi-shot 16 is geselecteerd, is de ISO­gevoeligheid vast ingesteld op Automatisch.
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp in het midden van het beeld, ongeacht de instelling voor AF-veldstand.
56
Page 75
Beperkte functie Optie Beschrijving
Sneleffecten Continu (A54)
Monitorinstellingen Sneleffecten (A54)
ISO-waarde (A54)
Elektronische VR
Continu (A54)
Continu (A54)
Bewegingsdetectie
Digitale zoom
Sluitergeluid Continu (A54)
Knipperwaarsch.
ISO-waarde (A54)
AF-veldstand (A54)
Continu (A54)
AF-veldstand (A54)
Continu (A54)
Sneleffecten kunnen niet worden toegepast op beelden onmiddellijk nadat ze met continu-opname werden vastgelegd.
Wanneer Sneleffecten is ingesteld op Aan terwijl foto's worden gemaakt, wordt het vastgelegde beeld weergegeven na de opname, ongeacht de instelling voor Beeld terugspelen.
Wanneer een andere instelling dan Automatisch is geselecteerd, is elektronische vibratiereductie uitgeschakeld.
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig is geselecteerd, is elektronische vibratiereductie uitgeschakeld.
Wanneer Multi-shot 16 is geselecteerd, is Bewegingsdetectie uitgeschakeld.
Wanneer een andere instelling dan Automatisch is geselecteerd, is Bewegingsdetectie uitgeschakeld.
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd, is Bewegingsdetectie uitgeschakeld.
Wanneer Multi-shot 16 is geselecteerd, kan de digitale zoom niet worden gebruikt.
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd, kan de digitale zoom niet worden gebruikt.
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig is geselecteerd, is het sluitergeluid uitgeschakeld.
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig is geselecteerd, is Knipperwaarsch. uitgeschakeld.
B Opmerkingen over digitale zoom
Afhankelijk van de opnamestand of de huidige instellingen is de digitale zoom mogelijk niet beschikbaar
(E66).
Wanneer digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp op het midden van het beeld.
Opnamefuncties
57
Page 76

Scherpstellen

8m
0s
140 0
Het scherpstelveld is afhankelijk van de opnamestand.

Gezichtsherkenning gebruiken

Wanneer de camera in de hierna vermelde opnamestanden op een menselijk gezicht wordt gericht, detecteert de camera automatisch het gezicht en stelt hierop scherp.
e/b Portret, h/c Nachtportret of d Tegenlicht in de
stand x (Autom. scènekeuzekn.) (A32)
Portret of Nachtportret in onderwerpstand (A33)
Stand Slim portret (A40)
Wanneer AF-veldstand (A54) is ingesteld op
Gezichtprioriteit in de stand A (auto) (A42)
Opnamefuncties
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een dubbele rand (scherpstelveld) weergegeven rond het gezicht waarop de camera scherpstelt, en wordt een enkele rand weergegeven rond de andere gezichten.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt wanneer geen gezichten worden herkend:
Wanneer de stand x (Autom. scènekeuzekn.) is geselecteerd, verandert het scherpstelveld
afhankelijk van het onderwerp.
In de onderwerpstanden Portret en Nachtportret of in de stand Slim portret stelt de camera scherp in het midden van het beeld.
In de stand A (auto) selecteert de camera het scherpstelveld met het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt.
B Opmerkingen over gezichtsherkenning
De mate waarin de camera gezichten kan detecteren, is afhankelijk van diverse factoren, waaronder de
richting waarin de gezichten kijken.
In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen gezichten detecteren:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
8m
1400
0s
58
Page 77

De functie Huid verzachten gebruiken

Wanneer de sluiter wordt ontspannen terwijl een van de hierna vermelde onderwerpstanden wordt gebruikt, detecteert de camera menselijke gezichten en wordt het beeld verwerkt om de huidtinten te verzachten (tot drie gezichten).
Stand Slim portret (A40)
- Het niveau van de functie Huid verzachten kan worden aangepast.
e Portret, h Nachtportret of d Tegenlicht in de stand x (Autom. scènekeuzekn.) (A32)
Portret of Nachtportret in onderwerpstand (A33)
Bewerkingsfuncties zoals Huid verzachten kunnen worden toegepast op opgeslagen beelden met behulp van Glamour-retouchering (A65), zelfs na de opname.
B Opmerkingen over Huid ve rzachten
Het kan langer duren dan normaal om beelden na de opname op te slaan.
In bepaalde opnameomstandigheden worden de gewenste resultaten van de functie Huid verzachten
niet verkregen en kan de functie Huid verzachten worden toegepast op delen van het beeld zonder gezichten.
Opnamefuncties
59
Page 78

AF met doelopsporing gebruiken

F3 .2
1/ 2 50
F3 .2
1/ 2 50
Wanneer AF-veldstand (A54) in de stand A (auto) is ingesteld op AF met doelopsporing, stelt de camera scherp op de hierna beschreven wijze wanneer u de ontspanknop half indrukt.
De camera detecteert het hoofdonderwerp en stelt hierop scherp. Zodra het onderwerp scherp is, licht het scherpstelveld groen op. Als een menselijk gezicht wordt gedetecteerd, stelt de camera hierop automatisch de scherpstelprioriteit in.
1/250
Scherpstelvelden
Wanneer geen hoofdonderwerp wordt gedetecteerd, selecteert de camera automatisch een of meer van de negen
Opnamefuncties
scherpstelvelden met het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. Wanneer het onderwerp scherp is, lichten de scherpstelvelden die scherp zijn, groen op.
1/250
Scherpstelvelden
B Opmerkingen over AF met doelopsporing
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het onderwerp dat de camera als hoofdonderwerp
bepaalt, variëren.
Het hoofdonderwerp kan bij bepaalde instellingen voor de Witbalans mogelijk niet worden
gedetecteerd.
De camera kan in de volgende situaties het hoofdonderwerp mogelijk niet detecteren:
- Wanneer het onderwerp zeer donker of helder is
- Wanneer het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Wanneer de opname dusdanig wordt gekadreerd, dat het hoofdonderwerp zich aan de rand van de monitor bevindt
- Wanneer het hoofdonderwerp bestaat uit een terugkerend patroon
F3.2
F3.2
60
Page 79

Onderwerpen die niet geschikt zijn voor Autofocus

De camera stelt in de volgende situaties mogelijk niet scherp zoals verwacht. Het kan soms voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp ondanks het feit dat het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding groen worden weergegeven:
Het onderwerp is zeer donker.
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in het onderwerp (bijv. wanneer de zon
achter het onderwerp staat en het onderwerp daardoor zeer donker wordt).
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijv. wanneer de persoon op de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat).
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera (bijv. wanneer het onderwerp in een kooi zit).
Onderwerpen met terugkerende patronen (vensterjaloezieën, gebouwen met meerdere rijen ramen met dezelfde vorm, enz.)
Het onderwerp beweegt snel.
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om opnieuw scherp te stellen, of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het gewenste onderwerp, en gebruik de scherpstelvergrendeling (A62).
Opnamefuncties
61
Page 80

Scherpstelvergrendeling

F3 .2
1/ 2 50
F3 .2
1/ 2 50
Opnemen met scherpstelvergrendeling wordt aanbevolen wanneer de camera het scherpstelveld met het gewenste onderwerp niet activeert.
1 Stel AF-veldstand in op Centrum in de stand A (auto) (A54). 2 Positioneer het onderwerp in het
midden van het beeld en druk de ontspanknop half in.
De camera stelt scherp op het onderwerp en het scherpstelveld licht groen op.
De scherpstelling en de belichting zijn vergrendeld.
Opnamefuncties
3 Pas de compositie van de foto aan zonder uw
1/250
vinger op te heffen.
De afstand tussen de c amera en het onderwerp mag niet veranderen.
1/250
4 Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te
maken.
F3.2
F3.2
62
Page 81

Weergavefuncties

15 / 05 / 2014 15 :30
0004 . JPG
4 / 4
3.0

Zoomweergave

Verplaats de zoomknop naar g (i) in de schermvullende weergavestand (A28) om in te zoomen op het beeld.
Gids weergavegebied
g
4 / 4
(i)
0004. JPG
15 / 05 / 2014 15:30
Schermvullende
weergave
• U kunt de zoomfactor wijzigen door de zoomknop te verplaatsen naar f (h) of g (i).
Om een ander gedeelte van het beeld te zien, drukt u op HIJK van de multi-selector.
Als u een beeld bekijkt dat werd vastgelegd met gezichtsherkenning of dierherkenning, zoomt
de camera in op het tijdens de opname herkende gezicht, behalve wanneer beelden werden vastgelegd met Continu, BSS, Multi-shot 16 of Onderwerp volgen. Om in te zoomen op een gebied van het beeld waar er geen gezichten zijn, wijzigt u zoomfactor en drukt u op HIJK.
Wanneer een ingezoomd beeld wordt weergegeven, drukt u op de k-knop om terug te keren
naar de schermvullende weergavestand.
f
(h)
Beeld wordt ingezoomd
3.0
C Beelden uitsnijden
Wanneer een ingezoomd beeld wordt weergegeven, kunt u op de d-knop drukken om het beeld uit te snijden, zodat alleen het zichtbare gedeelte wordt opgeslagen als een afzonderlijk bestand (E18).
Weergavefuncties
63
Page 82

Miniatuurweergave/Kalenderweergave

1 /
20
15 / 05 / 2014 15 :30
0004 . JPG
1 / 20
30
29
28
27
26
25
24
23
22
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
10
998
7766554
3
2
1
4
Door de zoomknop naar f (h) te verplaatsen in de schermvullende weergavestand (A28), worden beelden als miniaturen weergegeven.
f
1 /
20
(h)
0004. JPG
15 / 05 / 2014 15:30
Schermvullende
weergave
U kunt het aantal weergegeven miniaturen wijzigen door de zoomknop te verplaatsen naar (h)
f
Wanneer de miniatuurweergavestand wordt gebruikt, drukt u op HIJK van de multi-selector
Weergavefuncties
Wanneer u de kalenderweergavestand gebruikt, drukt u op HIJK om een datum te
of g (i).
om een beeld te selecteren, waarna u op de k-knop drukt om dat beeld in de schermvullende weergavestand weer te geven.
selecteren, waarna u op de k-knop drukt om het beeld weer te geven dat op die datum werd vastgelegd.
(i)
g
Miniatuurweergave
f
1 / 20
(h)
Sun
4
11
11
18
18
g
25
25
(i)
Kalenderweergave
B Opmerkingen over kalenderweergave
Beelden die werden vastgelegd toen de datum van de camera nog niet was ingesteld, worden beschouwd als beelden die werden vastgelegd op 1 januari 2014.
64
Tue
M
on
13
13
12
12
20
20
19
19
26
26
27
27
Sat
F
ri
W
ed
Thu
2
3
1
10
10
8
16
16
15
15
14
14
17
17
23
23
24
24
212121
22
22
313131
28
28
29
29
30
30
4
05
2014
Page 83
Functies die kunnen worden ingesteld met de d-knop (Weergavemenu)
Wanneer u beelden in de schermvullende weergavestand of de miniatuurweergavestand bekijkt, kunt u de hierna vermelde menubewerkingen configureren door op de d-knop (A4) te drukken.
Optie Beschrijving A
Snel retoucheren*
D-Lighting*
Rode-ogencorrectie*
Glamour­retouchering*
Afdrukopdracht
Diashow Hiermee kunt u beelden in een automatische diashow bekijken. E49 Beveiligen Beveiligt geselecteerde beelden tegen ongewild wissen. E50
Beeld draaien
Kleine afbeelding* Maakt een kleine kopie van beelden. E17
Spraakmemo
Kopiëren
Hiermee kunt u eenvoudig geretoucheerde kopieën maken waarin het contrast en de verzadiging werden verhoogd.
Hiermee kunt u kopieën maken met verhoogde helderheid en verhoogd contrast, waardoor donkere gedeeltes van een beeld lichter worden.
Corrigeert “rode ogen” die kunnen voorkomen in b eelden wanneer met een flitser wordt opgenomen.
Detecteert gezichten in beelden en retoucheert de gedetecteerde gezichten op aantrekkelijke wijze.
Hiermee kunt u selecteren welke beelden worden afgedrukt en hoeveel kopieën er van elk beeld worden afgedrukt voor het afdrukken wordt gestart.
Hiermee kunt u het weergegeven beeld draaien naar portret- of landschapsrichting.
Hiermee kunt de microfoon van de camera gebruiken om spraakmemo's op te nemen en aan beelden te koppelen.
Hiermee kunt u beelden kopiëren tussen het interne geheugen en een geheugenkaart.
E13
E13
E14
E15
E45
E52
E53
E54
Weergavefuncties
65
Page 84
Optie Beschrijving A
Favoriete beelden
Verwijderen uit favor.
* Bewerkte beelden worden als aparte bestanden opgeslagen. Sommige beelden kunnen niet worden
bewerkt.
Hiermee kunt u beelden toevoegen aan een album. Deze optie wordt niet weergegeven in de stand Favoriete beelden.
Hiermee kunt u beelden uit een album verwijderen. Deze optie wordt alleen weergegeven in de stand Favoriete beelden.
Weergavefuncties
E5
E7
66
Page 85

Films opnemen en weergeven

8m
0s
140 0
2m3
0s

Films opnemen

1 Geef het opnamescherm weer.
Controleer de resterende opnametijd voor films.
Als de optie Foto-informatie in Monitorinstellingen (A73)
in het setup-menu is ingesteld op Filmbeeld+autom. info, kan het gebied dat in de film zichtbaar zal zijn, worden gecontroleerd voor de filmopname start.
Wanneer Elektronische VR (A73) in het setup-menu is
ingesteld op Automatisch, is de elektronische vibratiereductie ingeschakeld en wordt cameratrilling beperkt.
Maximale filmduur
2 Druk op de b (e filmopname)-knop om de
filmopname te starten.
De camera stelt scherp in het midden van het beeld.
3 Druk opnieuw op de b (e filmopname)-knop om de opname te
beëindigen.
8m
2m3
1400
Films opnemen en weergeven
0s
0s
67
Page 86
B Maximale filmduur
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 2 GB of niet langer duren dan 29 minuten, zelfs als er voldoende vrije ruimte is op de geheugenkaart voor een langere opname.
De maximale filmduur voor één film wordt weergegeven op het opnamescherm.
De opname kan eindigen voor een van deze limieten wordt bereikt als de temperatuur van de camera te
hoog wordt.
De effectieve filmduur kan afhankelijk zijn van de inhoud van de film, de bewegingen van het onderwerp
Films opnemen en weergeven
of het type geheugenkaart.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden en het opnemen van films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de maximale filmduur aangeeft, knippert terwijl beelden worden opgeslagen of terwijl een film wordt opgenomen. Open het
deksel van het batterijvak/de gehe ugenkaartsleuf niet en verwijder de batterij of de geheugenkaart niet terwijl een aanduiding knippert. Dit zou tot verlies van gegevens kunnen leiden of tot schade aan de
camera of de geheugenkaart.
B Opmerkingen over filmopname
Geheugenkaarten met een Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden aanbevolen om films op te
nemen (F20). De filmopname kan onverwachts stoppen wanneer geheugenkaarten met een lagere Speed Class-waarde worden gebruikt.
Wanneer films worden opgenomen waarbij f 720/30p/V 720/25p geselecteerd is voor
Filmopties, is de beeldhoek (het gebied dat wordt vastgelegd in de opgenomen film) kleiner dan
wanneer foto's worden gemaakt.
Wanneer Elektronische VR (A73) is ingesteld op Automatisch in het setup-menu, is de beeldhoek
(het gebied dat wordt vastgelegd in de opgenomen film) kleiner dan wanneer foto's worden gemaakt.
De optische zoom kan niet worden aangepast zodra de filmopname begint.
Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, kan de beeldkwaliteit lichtjes dalen. Onderwerpen kunnen
worden vergroot tot 4× de digitale zoomverhouding die werd toegepast voor de filmopname begon.
Het geluid van de zoomknop, van bewegingen van de objectiefaandrijving tijdens autofocus en van de
diafragmaverandering wanneer de helderheid wijzigt, kan worden opgenomen.
Vegen (F3) die tijdens filmopname zichtbaar zijn op de monitor, worden met films opgenomen. Vermijd
heldere objecten zoals de zon, weerkaatsingen van de zon en elektrische verlichting wanneer films worden opgenomen.
68
Page 87
Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de intensiteit van de toegepaste zoom kunnen
onderwerpen met terugkerende patronen (stoffen, vensters met lattenwerk, enz.) gekleurde strepen vertonen (interferentiepatronen, moiré, enz.) tijdens de filmopname en -weergave. Dit doet zich voor wanneer het patroon in het onderwerp en de indeling van de beeldsensor elkaar storen; dit is geen defect.
B Opmerkingen over cameratemperatuur
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt gebruikt op een
hete locatie.
Als de binnenzijde van de camera zeer heet wordt tijdens het opnemen van films, stopt de camera de
opname automatisch. De resterende tijd tot de camera stopt met opnemen (B10s) wordt weergegeven. Als de camera gestopt is met opnemen, schakelt hij zichzelf uit. Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera afgekoeld is.
B Opmerkingen over autofocus voor filmopname
De autofocus levert mogelijk niet het gewenste resultaat (A61). In dit geval probeert u het volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op Enkelvoudige AF (standaardinstelling) voor u de
filmopname start.
2. Kadreer een ander onderwerp (op dezelfde afstand van de camera als het gewenste onderwerp) in het
midden van het beeld, druk op de b (e filmopname)-knop om de opname te starten en wijzig vervolgens de compositie.
Films opnemen en weergeven
69
Page 88
Functies die kunnen worden ingesteld met de d-knop (filmmenu)
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M k-knop
De instellingen van de hierna vermelde menuopties kunnen
Films opnemen en weergeven
worden geconfigureerd.
Optie Beschrijving A
Selecteer het filmtype.
Filmopties
Autofocus-stand
Windruisreductie
Standaardinstelling: f 720/30p/V 720/25p
De standaardinstelling is g 480/30p/W 480/25p
wanneer het interne geheugen wordt gebruikt.
Selecteer Enkelvoudige AF, waarmee de scherpstelling wordt vergrendeld wanneer de filmopname begint, of Fulltime-AF, waarmee continu wordt scherpgesteld tijdens de filmopname.
Standaardinstelling: Enkelvoudige AF
Stel in o f de windruis ti jdens de filmo pname moet worde n beperkt.
Standaardinstelling: Uit
Filmopties
Autofocus-stand
Windruisreductie
E56
E57
E57
70
Page 89

Films weergeven

15 / 05 / 2014 15 :30
0010 . AVI
10s
4s
Druk op de knop c om naar de weergavestand te gaan. Films worden aangeduid met het pictogram voor de filmopties
(A70). Druk op de k-knop om films weer te geven.
Om het volume aan te passen, verplaatst u de zoomknop terwijl
een film wordt weergegeven (A1).
0010. AVI
15 / 05 / 2014 15:30
Volumeaanduiding
10s
Films opnemen en weergeven
Filmopties
71
Page 90
Bediening tijdens filmweergave
4s
Bedieningsknoppen verschijnen onderaan de monitor. De hierna vermelde handelingen kunnen worden uitgevoerd met
JK van de multi-selector om een knop te selecteren, waarna u op de k-knop drukt.
Films opnemen en weergeven
Functie
Terugspoelen A Houd de k-knop ingedrukt op de film terug te spoelen.
Vooruitspoelen B Houd de k-knop ingedrukt op de film vooruit te spoelen.
Pauze E
Beëindigen G Terugkeren naar de schermvullende weergavestand.
Pictogram
Beschrijving
Afspelen pauzeren. De hierna vermelde bewerkingen kunnen worden uitgevoerd terwijl de film gepauzeerd is.
Spoel de film één beeld terug. Houd de k-knop ingedrukt om
C
continu terug te spoelen. Spoel de film één beeld vooruit. Houd de k-knop ingedrukt om
D
continu vooruit te spoelen.
F Weergave hervatten.
Gepauzeerd
Films wissen
Om een film te wissen, selecteert u de gewenste film in de schermvullende weergavestand (A28) of in de miniatuurweergavestand (A64), waarna u op de l-knop drukt (A30).
72
Page 91

Algemene camera-instellingen

Functies die kunnen worden ingesteld met de d-knop (setup-menu)
Druk op de d-knop M z (setup)-menupictogram M k-knop
De instellingen van de hierna vermelde menuopties kunnen worden geconfigureerd.
Optie Beschrijving
Welkomstscherm
Tijdzone en datum Hiermee kunt u de cameraklok instellen. E59
Monitorinstellingen
Datumstempel Hiermee kunt u de opnamedatum en -tijd afdrukken op beelden. E63
Elektronische VR
Bewegingsdetectie
Hiermee kunt u kiezen of het welkomstscherm wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld.
Hiermee kunt u de weergave van foto-informatie, het controlebeeld na de opname en de helderheidsinstellingen van de monitor aanpassen.
Hiermee kunt u onscherpte ten gevolge van cameratrilling tijdens de opname verminderen.
Hiermee kunt u instellen of de camera onscherpte ten gevolge van cameratrilling beperkt wanneer beweging wordt gedetecteerd tijdens het opnemen van foto's.
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Elektronische VR
Bewegingsdetectie
-
E58
E61
E64
E65
Algemene camera-instellingen
A
73
Page 92
Optie Beschrijving
AF-hulplicht Hiermee kunt u de AF-hulpverlichting in- of uitschakelen. E66
Digitale zoom Hiermee kunt u de digitale zoom in- en uitschakelen. E66
Geluidsinstellingen Hiermee kunt u geluidsinstellingen aanpassen. E67
Automatisch uit
Geheug. formatteren/
Algemene camera-instellingen
Geheugenkaart form.
Taal/Language Hiermee kunt u de taal van de camera instellen. E69
Videostand
Opladen via computer
Knipperwaarsch.
Uploaden via Eye-Fi
Standaardwaarden
Firmware-versie Bekijk de huidige firmwareversie van de camera. E73
Hiermee kunt u de tijd instellen die verstrijkt voor de monitor uitschakelt om stroom te sparen.
Hiermee kunt u het interne geheugen of de geheugenkaart formatteren.
Hiermee kunt u de instellingen voor de videostand aanpassen voor aansluiting op een televisie. Selecteer tussen NTSC en PAL.
Hiermee kunt u instellen of de batterij in de camera wordt opgeladen wanneer de camera aangesloten is op een computer.
Hiermee kunt u instellen of gesloten ogen worden gedetecteerd wanneer met behulp van gezichtsherkenning beelden van mensen worden gemaakt.
Hiermee kunt u instellen of de functie voor het verzenden van beelden naar een computer met behulp van een in de handel verkrijgbare Eye-Fi-kaart wordt ingeschakeld.
Hiermee kunt u de instellingen van de camera terugzetten op de standaardinstellingen.
A
E67
E68
E69
E70
E71
E72
E73
74
Page 93

De camera aansluiten op een televisie, computer of printer

Aansluitmethoden

U kunt extra geni eten van fo to's en films do or de camera aan te sluiten op een televisie, computer of printer.
USB/AV-uit­aansluiting
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
Open het deksel aansluitingen.
Voordat u de camera aan een extern toestel aansluit, dient u er zeker van te zijn dat het
resterende batterijniveau voldoende is, waarna u de camera uitschakelt. Voor u de verbinding verbreekt, dient u de camera uit te zetten.
Als de lichtnetadapter EH-62G (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze camera worden
gevoed via een stopcontact. Gebruik geen lichtnetadapter van een ander merk of model, omdat dat kan leiden tot oververhitting van of een defect aan de camera.
Voor informatie over de aansluitmethodes en daaropvolgende handelingen, raadpleeg naast dit
document ook de documentatie die met het toestel werd meegeleverd.
Voer de plug recht in.
75
Page 94
Beelden bekijken op een televisie E19
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
Beelden bekijken en organiseren op een computer A77
Beelden afdrukken zonder computer E20
Beelden en films die werden vastgelegd met de camera, kunnen worden weergegeven op een televisie. Aansluitmethode: Sluit de video- en audiopluggen van een optionele AV-kabel aan op de ingangsaansluitingen van de televisie.
U kunt gegevens overzetten naar een computer om beeldgegevens eenvoudig te retoucheren en te beheren. Aansluitmethode: Sluit de camera met de USB-kabel aan op de USB-aansluiting van de computer.
Voor u verbinding maakt met een computer, dient u ViewNX 2 op de computer
te installeren (A77).
Als er USB-toestellen zijn aangesloten die stroom krijgen van de computer, koppel ze dan van de computer los voordat u de camera erop aansluit. Wanneer u tegelijk de camera en andere USB-toestellen op dezelfde computer aansluit, kan er een storing optreden of kan er te veel stroom van de computer worden gevoerd, waardoor de camera of de geheugenkaart beschadigd kan raken.
Als u de camera aansluit op een PictBridge-compatibele printer, kunt u beelden afdrukken zonder een computer te gebruiken. Aansluitmethode: Sluit de camera rechtstreeks op de USB-ingangsaansluiting van de printer aan met de USB-kabel.
76
Page 95

Gebruik van ViewNX 2

ViewNX 2 is een alles-in-één softwarepakket waarmee u beelden kunt overzetten, weergeven, bewerken en delen. Installeer ViewNX 2 met behulp van meegeleverde ViewNX 2-cd-rom.
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
Uw gereedschapsbox voor foto's
ViewNX 2™

Installeren ViewNX 2

Een internetverbinding is vereist.
Compatibele besturingssystemen
Windows
Windows 8.1, Windows 7, Windows Vista, Windows XP
Mac
OS X 10.9, 10.8, 10.7
Raadpleeg de Nikon-website voor informatie over de systeemvereisten, zoals de meest recente informatie over compatibele besturingssystemen.
77
Page 96
1 Start de computer en plaats de ViewNX 2-cd-rom in het cd-rom-station.
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
Windows: Als de instructies voor het gebruik van de cd-rom worden weergegeven in het venster, volgt u de instructies om naar het installatievenster te gaan.
Mac: Wanneer het venster ViewNX 2 verschijnt, dubbelklikt u op het pictogram Welcome.
2 Selecteer een taal in het menu voor taalselectie om het installatievenster
te openen.
Als de gewenste taal niet wordt weergegeven, klikt u op Regioselectie om een andere regio te kiezen en selecteer vervolgens de gewenste taal (de knop Regioselectie is niet beschikbaar in de Europese versie).
Klik op Volgende om het installatievenster op te roepen.
3 Start het installatieprogramma.
Het is aan te bevelen in het installatievenster op Installatiehandleiding te klikken om de helpinformatie bij de installatie en de systeemvereisten te raadplegen voor u ViewNX 2 installeert.
Klik op Standaardinstallatie (aanbevolen) in het installatievenster.
4 Download de software.
Wanneer het scherm Softwaredownload wordt weergegeven, klikt u op Ik ga akkoord - Download starten.
Volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
78
Page 97
5 Sluit het installatieprogramma af als het voltooiingsscherm van de
installatie wordt weergegeven.
Windows: Klik op Ja.
Mac: Klik op OK.
De volgende software wordt geïnstalleerd:
ViewNX 2 (bestaat uit de volgende drie modules)
- Nikon Transfer 2: Om beelden over te zetten naar de computer
- ViewNX 2: Om overgezette beelden weer te geven, te bewerken en af te drukken
- Nikon Movie Editor: Voor de basisbewerking van overgezette films
Panorama Maker (om één panoramafoto te maken op basis van een reeks beelden die werden opgenomen in de onderwerpstand Panorama Assist)
6 Haal de ViewNX 2-cd-rom uit het cd-rom-station.
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
79
Page 98

Beelden naar een computer kopiëren

De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
1 Kies hoe beelden naar de computer worden gekopieerd.
Kies een van de volgende methoden:
Directe USB-aansluiting: schakel de camera uit en zorg ervoor dat de geheugenkaart in de camera is geplaatst. Sluit de camera aan op de computer met de USB-kabel. De camera wordt automatisch ingeschakeld. Om beelden over te zetten die opgeslagen zijn in het interne geheugen van de camera, haalt u de geheugenkaart uit de camera voor u de camera aansluit op de computer.
SD-kaartsleuf: Als uw computer is voorzien van een SD-kaartsleuf, kunt u de kaart rechtstreeks in de sleuf steken.
SD-kaartlezer: Sluit een kaartlezer (apart verkrijgbaar bij de detailhandelaar) op de computer aan en plaats de geheugenkaart.
80
Page 99
Als er een bericht wordt weergegeven met de aanduiding dat u een programma moet kiezen, selecteert u Nikon Transfer 2.
Bij gebruik van Windows 7
Als het rechts getoonde venster wordt weergegeven, dient u de onderstaande stappen te volgen om Nikon Transfer 2 te selecteren.
1Bij Afbeeldingen en video's importeren
klikt u op Ander programma. Er verschijnt een dialoogvenster waar u het programma kunt selecteren; selecteer Bestand importeren met Nikon Transfer 2 en klik op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal beelden bevat, kan het enige tijd duren voor Nikon Transfer 2 start. Wacht tot Nikon Transfer 2 start.
B De USB-kabel aansluiten
De verbinding wordt mogelijk niet herkend als de camera via een USB-hub op de computer is aangesloten.
2 Kopieer de beelden naar een computer.
Klik op Overspelen starten.
Overspelen starten
Bij de standaardinstellingen worden alle beelden op de geheugenkaart naar de computer gekopieerd.
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
81
Page 100
3 Beëindig de verbinding.
De camera aansluiten op een televisie, computer of printer
Wanneer de camera op een computer is aangesloten, schakelt u de camera uit en koppelt u de USB-kabel los. Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, kies dan de gepaste optie in het besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf die overeenstemt met de geheugenkaart uit te werpen en haal de kaart uit de kaartlezer of kaartsleuf.

Beelden bekijken

Start ViewNX 2.
Beelden worden weergegeven in ViewNX 2 wanneer het kopiëren is voltooid.
Raadpleeg de online-help voor meer informatie over het gebruik van ViewNX 2.
C Handmatig starten van ViewNX 2
Windows: Dubbelklik op de ViewNX 2-snelkoppeling op het bureaublad.
Mac: Klik op het ViewNX 2-pictogram in de dock.
82
Loading...