De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
Referentiegedeelte
Technische opmerkingen en index
i
Inleiding
Lees dit eerst
Inleiding
Gefeliciteerd met de aankoop van de Nikon COOLPIX L29 digitale camera. Lees de informatie in
“Voor uw veiligheid” (A viii-xi) door voordat u de camera gaat gebruiken en maak uzelf vertrouwd
met de informatie die in deze handleiding wordt verstrekt. Houd de handleiding, nadat u deze hebt
doorgelezen, bij de hand en raadpleeg deze indien nodig om optimaal te kunnen genieten van uw
nieuwe camera.
ii
De camerariem bevestigen
1
2
Over deze handleiding
Als u direct gebruik wilt gaan maken van de camera, raadpleegt u “Opnemen voorbereiden” (A 6)
en “De camera gebruiken” (A 12).
Als u meer wilt weten over de onderdelen van de camera en over de informatie die wordt
weergegeven op de monitor, raadpleegt u “Onderdelen van de camera” (A 1).
Inleiding
iii
Overige informatie
• Symbolen en conventies
Teneinde het gemakkelijker voor u te maken om de benodigde informatie te vinden, worden de
volgende symbolen en conventies gebruikt in deze handleiding:
Inleiding
PictogramBeschrijving
B
C
A/E/F
• SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten worden “geheugenkaarten” genoemd in deze
handleiding.
Dit pictogram geeft waarschuwingen en informatie aan die moeten worden gelezen
voordat de camera wordt gebruikt.
Dit pictogram geeft opmerkingen en informatie aan die moeten worden gelezen
voordat de camera wordt gebruikt.
Deze pictogrammen geven andere pagina's aan die relevante informatie bevatten:
E: “Referentiegedeelte”, F: “Technische opmerkingen en index”.
• De instelling op het tijdstip van aankoop wordt de “standaardinstelling” genoemd.
• De namen van menuopties die worden weergegeven op de monitor van de camera en de
namen van knoppen of berichten op een computerscherm worden vet weergegeven.
• In deze handleiding worden soms onderdelen van de monitor niet weergegeven zodat
aanduidingen op de monitor duidelijker zichtbaar zijn.
• De illustraties en monitorbeelden in deze handleiding kunnen afwijken van wat wordt
weergegeven op de monitor van het daadwerkelijke product.
iv
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue productondersteuning
en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende websites:
• Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
• Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
• Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: ht tp://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en
algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor meer informatie contact op met
de dichtstbijzijnde Nikon-vertegenwoordiger. Ga naar de onderstaande site voor de contactgegevens:
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en bevatten
complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon (met inbegrip van
batterijladers, batterijen, lichtnetadapters en kabels) die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik
met deze digitale camera van Nikon, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen
van deze elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN VERVAARDIGD, KAN DE
CAMERA BESCHADIGEN EN DE
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door Nikon erkende
leverancier.
Voordat u belangrijke foto's gaat maken
Voordat u foto's gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of een reis), kunt u best
enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor
schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect aan uw camera.
NIKON-GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Inleiding
v
Over de handleidingen
• Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden gereproduceerd,
overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in enige vorm worden
vertaald naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
• Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de hardware
en software die in deze handleidingen worden beschreven op elk gewenst moment te wijzigen.
Inleiding
• Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product.
• Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze handleidingen juist en
volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-importeur op de hoogte brengt van eventuele
onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie voor de adresgegevens).
Mededelingen aangaande het verbod op kopiëren of reproduceren
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd met
behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
• Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van (plaatselijke)
overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van een stempel “Voorbeeld” of
“Specimen”. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het buitenland
in omloop zijn, is verboden. Tenzij vooraf door de overheid toestemming is verleend, is het kopiëren of
reproduceren van ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post)zegels en gecertificeerde wettelijke
documenten is verboden.
• Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van
waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen en
dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal
kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Eveneens niet toegestaan is het kopiëren of reproduceren
van door de overheid uitgegeven paspoorten, door overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven
vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen.
• Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechterlijk beschermde creatieve werken, zoals boeken, muziek,
schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto's, wordt gereguleerd door de nationale en
internationale auteurswetgeving. Gebruik dit product niet voor het maken van illegale kopieën of voor
andere activiteiten die het auteursrecht schenden.
vi
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto's of het formatteren van opslagmedia, zoals
geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden
verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden
op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot
gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot
dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te werpen of aan
een ander over te doen. U kunt het medium ook eerst formatteren en vervolgens geheel vullen met
beelden die geen persoonlijke informatie bevatten (bijvoorbeeld foto's van de lucht). Vervang ook alle
beelden die zijn geselecteerd voor de optie Selecteer beeld bij de instelling Welkomstscherm (A 24, E61) in het menu Set-up. Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van opslagmedia en voorkom letsel
en beschadiging van eigendommen.
Inleiding
vii
Voor uw veiligheid
Om schade aan uw Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen,
verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens dit
Inleiding
product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar alle
gebruikers van dit product deze kunnen lezen.
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit Nikon-product
in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt voorkomen.
WAARSCHUWINGEN
Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur uit
de camera of de lichtnetadapter komt,
koppel de lichtnetadapter dan los en
verwijder de batterijen onmiddellijk. Let
hierbij op dat u geen brandwonden
oploopt. Als u de camera blijft gebruiken,
kan dit tot letsel leiden. Nadat de batterij
is verwijderd, dient het apparaat door
een door Nikon erkende servicedienst te
worden nagekeken.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van
de camera of lichtnetadapter kan leiden
tot letsel. Reparaties mogen uitsluitend
door bevoegde technici worden
uitgevoerd. Als de camera of de
viii
lichtnetadapter door een val of ander
ongeluk openbreekt, haalt u de stekker
uit het stopcontact en/of verwijdert u de
batterijen en laat u het product nakijken
door een door Nikon erkende
servicedienst.
Gebruik de camera of
lichtnetadapter niet in de buurt
van ontvlambare gassen
Gebruik elektronische apparatuur niet in
de buurt van ontvlambare gassen, omdat
dit kan leiden tot ontploffingen of brand.
Wees voorzichtig met de
camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek
van een baby of kind.
Buiten bereik van kinderen
houden
Zorg ervoor dat baby’s geen batterijen of
andere kleine onderdelen in hun mond
kunnen stoppen.
Vermijd langdurig contact met
de camera, batterijlader of
lichtnetadapter terwijl de
apparaten zijn ingeschakeld of
in gebruik zijn
Delen van de apparaten worden heet.
Laat u de apparaten voor langere tijd in
direct contact komen met de huid, dan
kan dit lichte brandwonden tot gevolg
hebben.
Laat het product niet achter op
een plek waar het wordt
blootgesteld aan extreem hoge
temperaturen, zoals in een
afgesloten auto of in direct
zonlicht
Als u zich niet aan deze
voorzorgsmaatregel houdt, kan dit
schade veroorzaken of tot brand kunnen
leiden.
Wees voorzichtig met batterijen
Batterijen kunnen lekken of ontploffen
wanneer ze verkeerd worden gebruikt. Let
op de volgende punten bij het gebruik
van de batterijen voor dit product:
• Schakel het apparaat uit voordat u de
batterij verwisselt. Als u een
lichtnetadapter gebruikt, zorg er dan
voor dat de stekker uit het stopcontact
is verwijderd.
• Gebruik alleen batterijen die zijn
goedgekeurd voor gebruik in dit
apparaat (A 6). Gebruik geen oude
en nieuwe batterijen of batterijen van
verschillende merken of typen door
elkaar.
• Als oplaadbare NiMH-batterijen
EN-MH2 (EN-MH2-B2 of EN-MH2-B4)
van Nikon apart worden aangeschaft,
laadt u deze elk op als set. Combineer
geen batterijen van verschillende sets.
• De oplaadbare batterijen EN-MH2 zijn
uitsluitend bestemd voor gebruik met
digitale camera’s van Nikon en zijn
compatibel met COOLPIX L29.
• Plaats batterijen in de juiste richting.
• U mag de batterijen niet kortsluiten of
uit elkaar halen, of de isolatie of het
omhulsel verwijderen of openbreken.
• Stel batterijen niet bloot aan vuur of
hoge temperaturen.
Inleiding
ix
• Dompel de batterijen niet onder in
water en zorg dat ze niet vochtig
worden.
• Vervoer of bewaar de batterijen niet bij
metalen voorwerpen, zoals
Inleiding
halskettingen of haarspelden.
• Volledig lege batterijen kunnen gaan
lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, dient u de batterijen te
verwijderen wanneer deze leeg zijn.
• Stop onmiddellijk met het gebruik van
de batterijen wanneer zich een
verandering voordoet, zoals
verkleuring of vervorming.
• Spoel kleding of huid die in contact is
gekomen met vloeistof uit
beschadigde batterijen onmiddellijk af
met ruim water.
Neem bij het gebruik van de
batterijlader (apart leverbaar)
de onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht
• Houd de batterijlader droog. Als u
deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot brand of een
elektrische schok.
• Verwijder stof op of bij de metalen
onderdelen van de stekker met een
droge doek. Als u dit nalaat en het
product blijft gebruiken, kan dit brand
veroorzaken.
x
• Raak het netsnoer niet aan en blijf uit
de buurt van de batterijlader tijdens
onweer. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot een
elektrische schok.
• Voorkom beschadigingen of
veranderingen aan het netsnoer. Trek
de kabel niet met kracht los en buig
deze niet. Plaats geen zware
voorwerpen op de kabel en stel de
kabel niet bloot aan hitte of vuur. Als
de isolatie beschadigd raakt en de
draden bloot komen te liggen, laat
het netsnoer dan door een door Nikon
erkende servicedienst nakijken. Als u
deze voorzorgsmaatregelen niet in
acht neemt, kan dit brand of een
elektrische schok veroorzaken.
• Raak de stekker of de batterijlader niet
met natte handen aan. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot een
elektrische schok.
• Gebruik de lader niet met reisadapters
of adapters die ontworpen werden om
een voltage naar een ander voltage
om te zetten of met een omzetter van
gelijkstroom naar wisselstroom. Deze
voorzorgsmaatregel niet naleven, kan
leiden tot schade aan het product of
oververhitting of brand veroorzaken.
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de
voor dit doel meegeleverde of bij Nikon
verkrijgbare kabels, zodat wordt voldaan
aan de productvoorschriften.
Wees voorzichtig met de
bewegende delen
Pas op dat uw vingers of andere
voorwerpen niet bekneld r aken tussen de
objectiefbescherming of andere
bewegende delen.
Wees voorzichtig met gebruik
van de flitser
Als u een flitser dicht bij de ogen van een
te fotograferen persoon gebruikt, kan dit
tijdelijk oogletsel veroorzaken. De flitser
moet zich op minimaal 1 meter afstand
van het onderwerp bevinden. Wees met
name voorzichtig bij het fotograferen van
kleine kinderen.
Flits niet als het flitsvenster met
een persoon of voorwerp in
aanraking komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in
acht neemt, kan dit brand of
brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met vloeibare
kristallen
Als de monitor beschadigd raakt, dient u
erop te letten dat u zich niet verwondt
aan de glassplinters en te voorkomen dat
de vloeibare kristallen in de monitor in
aanraking komen met uw huid, ogen of
mond.
Schakel de camera uit in een
vliegtuig of ziekenhuis
Schakel de camera uit in het vliegtuig
tijdens het opstijgen of landen.
Gebruik geen draadloze netwerkfuncties
terwijl u zich in de lucht bevindt.
Volg de instructies van het ziekenhuis
voor gebruik in een ziekenhuis.
De elektromagnetische golven die
worden uitgestraald door deze camera
kunnen de elektronische systemen van
het vliegtuig of van de instrumenten van
het ziekenhuis verstoren. Als u
gebruikmaakt van een Eye-Fi-kaart,
verwijdert u deze uit de camera voordat
u aan boord van een vliegtuig gaat of
een ziekenhuis betreedt.
Inleiding
xi
Mededelingen
Mededeling voor Europese klanten
Dit pictogram geeft aan dat
Inleiding
elektrische en elektronische
apparaten via gescheiden
inzameling moet worden
afgevoerd.
Het volgende is uitsluitend van
toepassing voor gebruikers in Europese
landen:
• Dit product dient apart te worden
ingeleverd bij een aangewezen
inzamelingspunt. Werp dit product
niet weg als huishoudelijk afval.
• Gescheiden inzameling en recycling
helpt bij het behoud van natuurlijke
bronnen en voorkomt negatieve
consequenties voor mens en milieu
die kunnen ontstaan door onjuist
weggooien van afval.
• Neem voor meer informatie contact
op met de leverancier of de
gemeentelijke reinigingsdienst.
xii
Dit pictogram op de batterijen
geeft aan dat de batterijen via
gescheiden inzameling
moeten worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in Europese
landen:
• Alle batterijen, al dan niet voorzien van
dit symbool, moeten afzonderlijk
worden ingezameld op een geschikt
inzamelpunt. Gooi niet samen met het
huishoudelijk afval weg.
• Neem voor meer informatie contact
op met de leverancier of de
gemeentelijke reinigingsdienst.
Inhoudsopgave
Inleiding................................................................. ii
Lees dit eerst............................................................ ..... ii
De camerariem bevestigen....................................... iii
Over deze handleiding................................................. iii
Informatie en voorzorgsmaatregelen.................. v
Voor uw veiligheid ................................................. viii
WAARSCHUWINGEN ................................................... viii
Mededelingen............................................................ xii
Onderdelen van de camera............................ 1
De camerabody ...................................................... ..... 1
De monitor ............................................................ ........ 3
De informatie die wordt weergegeven verandert afhankelijk van de instellingen en gebruiksstatus
van de camera.
Er wordt standaard informatie weergegeven als u de camera voor het eerst inschakelt en als u de
camera bedient. Deze wordt na enkele seconden weer uitgeschakeld (als Foto-informatie is
ingesteld op Automatische info in Monitorinstellingen (A 24, E64) in het menu Set-up).
16 Bestandsnummer en -type..........................E77
1
15/05/2014 12:00
9999. JPG
16
15
14
13
12
11
2
3
4
5
6
7
1m 0s
1m 0s
8
10
999/ 999
999/ 999
9
9999/9999
ba
Onderdelen van de camera
5
Opnemen voorbereiden
Geheugenkaartsleuf
De batterijen en geheugenkaart plaatsen
1 Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf.
• Houd de camera ondersteboven om te voorkomen dat de batterijen
eruit vallen.
Opnemen voorbereiden
2 Plaats de batterijen en
geheugenkaart.
• Controleer of de plus- (+) en minpool (–) van
de batterijen correct zijn geplaatst en plaats
de batterijen.
• Schuif de geheugenkaart in de sleuf volgens
de meest rechtse afbeelding, totdat de kaart
op zijn plek klikt.
B Zorg ervoor dat u de
geheugenkaart in de juiste richting
plaatst
Als u de geheugenkaart ondersteboven of
achterstevoren plaatst, kan dit schade aan
de camera en de geheugenkaart veroorzaken.
3 Sluit het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf.
Te gebruiken batterijen
• Twee LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat) (meegeleverde batterijen)
• Twee FR6/L91 lithiumbatterijen (AA-formaat)
• Twee EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen (nikkelmetaalhydride)
6
2
1
1
2
B Opmerkingen over de batterijen
Batterijen met isolatie die het
gebied rond de minpool niet
afdekt
Batterijen met een
afbladderende buitenkant
Batterijen met een
platte minpool
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen of batterijen van verschillende merken of typen door elkaar.
• Batterijen met de volgende defecten kunnen niet worden gebruikt:
B Geheugenkaarten formatteren
Vergeet niet, wanneer u voor het eerst een geheugenkaart in de camera plaatst die eerder in een ander
apparaat is gebruikt, om de kaart met deze camera te formatteren. Plaats de kaart in de camera, druk op de
knop d en selecteer Geheugenkaart form. (A 24, E69) in het menu Set-up.
De batterijen of geheugenkaart verwijderen
Schakel de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de
monitor uitgeschakeld zijn voordat u het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf opent.
Druk voorzichtig de geheugenkaart de camera in (1) om de kaart
gedeeltelijk uit te werpen (2).
B Waarschuwing bij hoge temperatuur
Direct na gebruik van de camera kunnen de camera, batterijen en geheugenkaart
heet aanvoelen.
Intern geheugen en geheugenkaarten
Het is mogelijk om cameragegevens, met inbegrip van foto's en films, op te slaan in het interne
geheugen van de camera of op een geheugenkaart. Als u het interne geheugen wilt gebruiken,
moet u eerst de geheugenkaart verwijderen.
Opnemen voorbereiden
12
7
De camera inschakelen en weergavetaal, datum en
tijd instellen
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, worden het scherm voor taalselectie en het
scherm voor het instellen van datum en tijd voor de cameraklok weergegeven.
• Als u afsluit zonder de datum en tijd in te stellen, knippert O als het opnamescherm wordt
weergegeven.
1 Druk op de hoofdschakelaar om de camera aan
Opnemen voorbereiden
te zetten.
• De monitor wordt ingeschakeld als de camera wordt aangezet.
• U zet de camera uit door nogmaals op de hoofdschakelaar te
drukken.
2 Gebruik HI van de multi-selector om
de gewenste taal te selecteren en druk
op de knop k.
3 Gebruik HI om Ja te selecteren en druk op de
knop k.
8
Taal/Language
Annuleren
Tijdzone en datum
Tijdzone kiezen en datum en
tijd instellen?
Ja
Nee
Annuleren
4 Gebruik JK om uw eigen tijdzone
Druk in opname-
stand op de knop
om het menu met
opnamestanden
weer te geven.
te selecteren en druk op de knop k.
• Druk op H om de zomertijdfunctie in te
schakelen. (W wordt weergegeven boven de
kaart.)
Druk op I om de functie uit te schakelen.
London
Casablanca
Terug
5 Gebruik HI om de datumnotatie te selecteren en druk op de knop k.
6 Stel de datum en tijd in en druk op de knop k.
• Gebruik JK om een veld te selecteren en gebruik vervolgens
HI om de datum en tijd in te stellen.
• Selecteer het minuutveld en druk op de knop k om de
instelling te bevestigen.
Datum en tijd
D
01
7 Als het bevestigingsscherm wordt weergegeven, gebruikt u HI om Ja te
selecteren en drukt u op de knop k.
8 Druk op de knop A (opnamestand).
Opnemen voorbereiden
J
M
2014
01
0000
Bewerk.
9
9 Gebruik HI om Eenvoudige autostand te
1 90 0
1 5m 0s
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende opnamen
Opnamescherm
Pictogram
voor
opnamestand
selecteren en druk op de knop k.
• De opnamestand wordt ingeschakeld en u kunt
Opnemen voorbereiden
10
opnamen maken in de eenvoudige autostand.
• Tijdens het maken van opnamen kunt u het
batterijniveau en het aantal resterende
opnamen controleren.
- Aanduiding batterijniveau
b: de batterij is bijna vol.
B: de batterij is bijna laag. Bereid u voor om
de batterijen te vervangen.
- Aantal resterende opnamen
Het aantal beelden dat kan worden
vastgelegd wordt weergegeven. C wordt
weergegeven als geen geheugenkaart in de
camera is geplaatst. In dat geval worden de
opnamen opgeslagen in het interne geheugen.
Eenvoudige autostand
15m 0s
1900
C De functie Automatisch uit
• Als u de camera gedurende ongeveer 30 seconden niet bedient, wordt de monitor uitgeschakeld, gaat de
camera naar de stand-bystand en knippert het camera-aan-lampje. De camera wordt uitgeschakeld na
ongeveer drie minuten in de stand-bystand.
• De tijd die mag verstrijken voordat de camera naar de stand-bystand gaat, kan worden gewijzigd met de
instelling Automatisch uit (A 24, E68) in het menu Set-up.
• Terwijl de camera in de stand-bystand staat, wordt de monitor opnieuw ingeschakeld als een van de
volgende bewerkingen wordt uitgevoerd:
➝ Op de hoofdschakelaar, ontspanknop, knop A (opnamestand), knop c (weergave) of knop
b (e filmopname) drukken
C Taalinstelling en instelling voor datum en tijd wijzigen
• U kunt deze instellingen wijzigen met de instellingen Taal/Language en Tijdzone en datum in het
menu Set-up z (A 24).
• U kunt zomertijd in- en uitschakelen in het menu Set-up z door Tijdzone en datum te selecteren,
gevolgd door Tijdzone. Druk op K van de multi-selector en vervolgens op H om de zomertijd in te
schakelen en de klok een uur vooruit te zetten, of op I om de zomertijd uit te schakelen en de klok een
uur terug te zetten.
C De klokbatterij
• De klok van de camera wordt aangedreven door een ingebouwde noodstroombatterij. De
noodstroombatterij wordt opgeladen als de hoofdbatterijen in de camera zijn geplaatst of als de camera
is aangesloten op een optionele lichtnetadapter, en kan na ongeveer tien uur opladen gedurende enkele
dagen de klok van stroom voorzien.
• Als de noodstroombatterij van de camera leeg raakt, wordt het scherm voor het instellen van datum en
tijd weergegeven als de camera weer wordt ingeschakeld. Stel de datum en tijd opnieuw in. Zie stap
3(A 8) van “De camera inschakelen en weergavetaal, datum en tijd instellen” voor meer informatie.
Opnemen voorbereiden
11
De camera gebruiken
UitzoomenInzoomen
Opnamen maken met de eenvoudige autostand
1 Houd de camera stil.
• Houd vingers en andere voorwerpen weg bij het objectief, de
flitser, de microfoon en de luidspreker.
• Zorg er bij het maken van foto's in de “staande” oriëntatie
De camera gebruiken
(portret) voor dat de flitser zich boven het objectief bevindt.
2 Kadreer het beeld.
• Draai de zoomknop om de zoomstand te wijzigen (A 14).
• Als de camera automatisch de onderwerpstand bepaalt,
verandert het pictogram voor de opnamestand.
12
3 Druk de ontspanknop half in (A 14).
F 3.2
1 /2 5 0
Scherpstelveld
• Als is scherpgesteld op het onderwerp, licht het scherpstelveld
groen op.
• Meerdere scherpstelvelden kunnen groen oplichten.
• Als u gebruikmaakt van digitale zoom, stelt de camera scherp
op het onderwerp in het midden van het beeld en wordt het
scherpstelveld niet weergegeven. Zodra de camera heeft
scherpgesteld, licht de scherpstelaanduiding (A 3) groen op.
• Als het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding knippert, kan
de camera niet scherpstellen. Wijzig de compositie en probeer
vervolgens de ontspanknop opnieuw half in te drukken.
4 Druk zonder uw vinger op te tillen de
ontspanknop verder helemaal in (A 14).
1/250
F 3.2
De camera gebruiken
13
De zoom gebruiken
Uitzoomen
Inzoomen
Optische
zoom
Digitale
zoom
Als u de zoomknop verplaatst, verandert de positie van het
zoomobjectief.
• Dichter inzoomen op het onderwerp: draai richting g (telefoto)
• Uitzoomen en een groter gebied bekijken: draai richting
f (groothoek)
Als u de camera inschakelt, wordt de zoom in de maximale
groothoekstand gezet.
• Er wordt een zoomaanduiding weergegeven aan de
bovenzijde van de monitor als aan de zoomknop wordt
gedraaid.
• De digitale zoom, waarmee u het onderwerp verder kunt
vergroten tot circa 4× de maximale optische zoomfactor, kan
worden geactiveerd door de zoomknop richting g te draaien
en deze vast te houden als de camera is ingezoomd op de maximale optische zoomstand.
De camera gebruiken
C Digitale zoom en interpolatie
Tijdens het gebruik van de digitale zoom neemt de beeldkwaliteit af vanwege
interpolatie als de zoomfactor wordt verhoogd tot voorbij de stand V.
De ontspanknop
U kunt de scherpstelling en belichting (sluitertijd en diafragma)
instellen door de ontspanknop iets in te drukken (half) totdat u geringe
weerstand voelt. De scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven
geblokkeerd zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te ontspannen en een
opname te maken.
Oefen geen kracht uit bij het indrukken van de ontspanknop aangezien
dit kan leiden tot het trillen van de camera en een wazig beeld. Druk de
knop zachtjes in.
Half indrukken
Helemaal
indrukken
14
B Opmerkingen over Eenvoudige autostand
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan de camera eventueel de gewenste onderwerpstand niet
selecteren. Selecteer in dergelijke gevallen een andere opnamestand (E4, E8, E10).
• Als de digitale zoom is ingeschakeld, wijzigt de onderwerpstand U.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden en het opnemen van films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de maximale filmduur
aangeeft knippert tijdens het opslaan van beelden of het opnemen van een film. Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterijen of geheugenkaart zitten terwijl een
aanduiding knippert. Als u dit niet doet, kunnen gegevens verloren gaan of kan de camera of de
geheugenkaart beschadigd raken.
C Bij gebruik van een statief
Wij adviseren u in de volgende situaties gebruik te maken van een statief om de camera te stabiliseren.
• Bij het maken van opnamen bij weinig licht
• Bij het maken van opnamen met de flitsstand (E12) ingesteld op W (uit)
• Bij gebruik van de telefotostand
De camera gebruiken
15
Opnamen weergeven
Schermvullende weergave
4 / 4
1 5/ 0 5/ 2 0 14 1 5 :3 0
0 00 4 . J P G
1/ 20
1 Druk op de knop c (weergave) om naar de
weergavestand te gaan.
• Als u op de knop c (weergave) drukt en deze ingedrukt houdt
terwijl de camera is uitgeschakeld, wordt de camera
ingeschakeld in de weergavestand.
2 Gebruik HIJK van de multi-selector om een
opname te selecteren voor weergave.
De camera gebruiken
16
• U kunt teruggaan naar de opnamestand door op de knop A te
drukken.
• Draai de zoomknop naar g (i) in de
schermvullende weergave om in te zoomen
op het beeld (E23).
• Als u de zoomknop richting f (h) draait in
de schermvullende weergave, worden beelden
als miniatuur weergegeven (E24).
15/05/2014 15:30
0004. JPG
4/ 4
Beeld wissen
1 Druk op de knop l (wissen) om de opname te
wissen die op de monitor wordt weergegeven.
2 Gebruik HI van de multi-selector om Huidig
beeld te selecteren en druk op de knop k.
• Huidig beeld: het momenteel weergegeven beeld wordt
gewist.
• Wis gesel. beeld(en): meerdere opnamen die u selecteert
worden gewist (A 18).
• Alle beelden: alle beelden worden gewist.
• Druk op d om af te sluiten zonder het beeld te wissen.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
• Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer terughalen.
Wissen
Huidig beeld
Wis gesel. beeld(en)
Alle beelden
1 beeld wissen?
Ja
Nee
De camera gebruiken
17
Het scherm Wis gesel. beeld(en) gebruiken
1 Gebruik JK van de multi-selector om een beeld
te selecteren dat u wilt wissen en gebruik
Wis gesel. beeld(en)
vervolgens H om een vinkje weer te geven.
• U kunt de selectie ongedaan maken door op I te drukken om
het vinkje te verwijderen.
• Draai de zoomknop (A 1) naar g (i) om over te schakelen
naar schermvullende weergave of naar f (h) om terug te
schakelen naar de miniatuurweergave .
2 Voeg een vinkje toe aan alle beelden die u wilt verwijderen en druk
vervolgens op de knop k om de selectie te bevestigen.
De camera gebruiken
18
• Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Volg de instructies op de monitor.
C De laatst gemaakte opname wissen in de opnamestand
Druk in de opnamestand op de knop l om de als laatste opgeslagen opname te wissen.
Terug
ON/OFF
De flitser en zelfontspanner gebruiken
Flits-stand
Macro-stand
BelichtingscompensatieZelfontspanner
U kunt de multi-selector gebruiken om veelgebruikte functies in te stellen, zoals de flitser en de
zelfontspanner.
Op het opnamescherm kunt u de volgende functies instellen met behulp van HIJK.
• X Flits-stand (E11)
U kunt de flits-stand selecteren afhankelijk van de opnameomstandigheden.
• n Zelfontspanner (E14)
Als u ON selecteert, wordt de sluiter ongeveer 10 seconden nadat u de ontspanknop hebt
ingedrukt ontspannen.
• p Macro-stand (E15)
Gebruik de macro-stand bij het maken van close-ups.
• o Belichtingscompensatie (E16)
U kunt de algehele helderheid van het beeld aanpassen.
Welke functies beschikbaar zijn, is afhankelijk van de opnamestand.
De camera gebruiken
19
Opnamefuncties
De opnamestand wijzigen
De volgende opnamestanden zijn beschikbaar.
• G Eenvoudige autostand (E3)
De camera selecteert automatisch de optimale onderwerpstand tijdens het kadreren van een
beeld, waardoor het nog gemakkelijker wordt om opnamen te maken met behulp van
instellingen die geschikt zijn voor het onderwerp.
• b Onderwerpstand (E4)
De camera-instellingen worden geoptimaliseerd op basis van de onderwerpstand die u
selecteert.
• F Slim portret (E8)
Als de camera een glimlachend gezicht detecteert, kunt u automatisch een opname maken
Opnamefuncties
zonder de ontspanknop te hoeven indrukken (glimlachtimer).
U kunt ook de optie Huid verzachten gebruiken om de huidtinten van gezichten van personen te
verzachten.
• A Autostand (E10)
Gebruikt voor gewone opnamen.
Instellingen kunnen worden aangepast op basis van de opnameomstandigheden en het type
opname dat u wilt maken.
1 Druk op de knop A (opnamestand) op het
opnamescherm.
20
2 Gebruik HI van de multi-selector om een
opnamestand te selecteren en druk op de
knop k.
Eenvoudige autostand
Opnamefuncties
21
Films opnemen en afspelen
1 90 0
1 5m 0s
Resterende opnametijd voor
films
7 m3 0 s
1 Geef het opnamescherm weer.
• Controleer de resterende opnametijd voor films.
2 Druk op de knop b (e filmopname) om de
filmopname te starten.
Opnamefuncties
3 Druk nogmaals op de knop b (e filmopname) om het opnemen te
stoppen.
15m 0s
1900
7m30s
22
4 Selecteer een film in de stand voor
1 0s
1 5/ 0 5/ 2 0 14 1 5 :3 0
0 01 0 . A VI
Filmopties
schermvullende weergave en druk vervolgens
op de knop k.
• Films worden aangeduid met het pictogram voor filmopties.
• Zie “Films opnemen” (E39) voor meer informatie.
• Zie “Films afspelen” (E41) voor meer informatie.
15/05/2014 15:30
0010. AVI
10s
Opnamefuncties
23
De menu's gebruiken
Beeldmodus
Witbalans
Continu
Opnamemenu
Kleuropties
Tab
Gebruik de multi-selector en k om door de menu's te navigeren.
De volgende menu's zijn beschikbaar.
• A Opnamemenu (E43)
Beschikbaar door op de knop d op het opnamescherm te drukken.
Hiermee kunt u onder meer de beeldkwaliteit, het beeldformaat en instellingen voor
continu-opname wijzigen.
• c Weergavemenu (E52)
Beschikbaar door op de knop d te drukken bij het bekijken van beelden in de schermvullende
weergave of miniatuurweergavestand. Hiermee kunt u onder meer beelden bewerken en
diashows afspelen.
• D Filmmenu (E59)
Beschikbaar door op de knop d op het opnamescherm te drukken.
Hiermee kunt u de instellingen voor filmopname wijzigen.
• z Menu Set-up (E61)
Hiermee kunt u basisfuncties van de camera aanpassen, zoals datum en tijd en weergavetaal.
• De instellingen voor de optie die u hebt
geselecteerd worden weergegeven.
6 Gebruik HI om de instelling te
selecteren en druk vervolgens op
de knop k.
• De geselecteerde instelling wordt
toegepast.
• Als u klaar bent met het gebruiken van de
menu's, drukt u op de knop d.
• Bepaalde menuopties kunnen niet worden ingesteld, afhankelijk van de huidige opnamestand of
de toestand van de camera.
• Wanneer een menu wordt weergegeven, kunt u overschakelen naar de opnamestand door op
de knop A (opnamestand) of de knop b (e filmopname) te drukken.
De menu's gebruiken
25
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
Steek de connector recht in
de aansluiting.
USB-/audio-/video-uitgang
Open het deksel van de
aansluitingen.
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
Verbindingsmethoden
U kunt nog meer plezier aan foto's en films beleven door de camera aan te sluiten op een tv,
computer of printer.
• Voordat u de camera aansluit op een extern apparaat, controleert u of het batterijniveau
voldoende is en schakelt u de camera uit. Schakel de camera uit voordat u kabels loskoppelt.
• Als de lichtnetadapter EH-65A (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze camera van stroom
worden voorzien via een elektrisch stopcontact. Gebruik geen lichtnetadapter van een ander
merk of model, omdat dat kan leiden tot oververhitting van of een defect aan de camera.
• Raadpleeg voor informatie over de verbindingsmethoden en daaropvolgende activiteiten de
documentatie die is meegeleverd met het apparaat plus dit document.
26
Beelden bekijken op een tvE32
Beelden en films die zijn vastgelegd met de camera kunnen worden bekeken op
een tv.
Verbindingsmethode: Sluit de video- en audioplugs van de AV-kabel EG-CP14 aan
op de ingangen van de televisie.
Beelden bekijken en ordenen op een computerA 28
U kunt beelden naar een computer overdragen om eenvoudige
retoucheringswerkzaamheden uit te voeren en beeldgegevens te beheren.
Verbindingsmethode: Sluit de camera aan op de USB-poort van de computer met
de USB-kabel UC-E16.
•
Installeer, voordat u een aansluiting met een compu ter tot stand brengt, ViewNX 2
op de computer (
Beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een computerE33
Als u de camera aansluit op een printer die PictBridge ondersteunt, kunt u beelden
afdrukken zonder gebruik te maken van een computer.
Verbindingsmethode: Sluit de camera rechtstreeks op de USB-poort van de printer
aan met de USB-kabel UC-E16.
A
28).
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
27
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
ViewNX 2 gebruiken
Installeer ViewNX 2 om foto's en films te uploaden, bekijken, bewerken en delen.
ViewNX 2 installeren
Een internetverbinding is vereist.
Voor systeemvereisten en andere informatie raadpleegt u de website van Nikon voor uw regio.
1
Download het installatieprogramma voor ViewNX 2.
Start de computer en download het installatieprogramma van:
http://nikonimglib.com/nvnx/
2 Dubbelklik op het gedownloade bestand.
3 Volg de instructies op het scherm.
4 Sluit het installatieprogramma af.
Klik op Ja (Windows) of OK (Mac).
28
Beelden overzetten naar de computer
1 Kies hoe foto’s naar de computer worden gekopieerd.
Kies een van de volgende methoden:
• SD-kaartsleuf: Als uw computer is voorzien van een SD-kaartsleuf, kunt u de kaart rechtstreeks in
de sleuf steken.
• SD-kaartlezer: Sluit een kaartlezer (apart verkrijgbaar bij de detailhandelaar) op de computer aan
en plaats de geheugenkaart.
Directe USB-verbinding: schakel de camera uit en controleer of de geheugenkaart in de camera is
•
geplaatst. Sluit de camera op de computer aan met de
C Afbeeldingen die zijn opgeslagen in het interne geheugen overdragen naar de
computer
Gebruik een van de hieronder beschreven methoden.
• Kopieer met behulp van Kopiëren (A 24, E58) in het weergavemenu de afbeeldingen die zijn
opgeslagen in het interne geheugen naar de geheugenkaart en draag vervolgens de afbeeldingen
die zijn opgeslagen op de geheugenkaart over naar de computer.
• Sluit de camera aan op de computer zonder een geheugenkaart in de camera te plaatsen.
USB
-kabel. Zet de camera aan.
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
29
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
Overspelen starten
Als er een bericht wordt weergegeven met de aanduiding dat u een programma moet kiezen,
selecteert u Nikon Transfer 2.
• Bij gebruik van Windows 7
Als het rechts getoonde venster wordt
weergegeven, dient u de onderstaande stappen
te volgen om Nikon Transfer 2 te selecteren.
1Onder Afbeeldingen en video's
importeren, klikt u op Ander programma. Er
wordt een programmaselectievenster
weergegeven. Selecteer Bestand importeren met Nikon Transfer 2 en klik op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal opnamen bevat, kan het enige tijd duren voordat Nikon
Transfer 2 van start gaat. Wacht totdat Nikon Transfer 2 wordt gestart.
B De USB-kabel aansluiten
De verbinding wordt mogelijk niet herkend als de camera via een USB-hub op de computer is aangesloten.
2 Zet beelden over naar de computer.
• Klik op Overspelen starten.
• Standaard worden alle beelden op de geheugenkaart naar de computer gekopieerd.
30
3 Verbreek de verbinding.
• Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, kiest u de bijbehorende optie in het besturingssysteem
van de computer om de verwisselbare schijf die overeenkomt met de geheugenkaart uit te werpen
en verwijdert u vervolgens de kaart uit de kaartlezer of kaartsleuf. Wanneer de camera is verbonden
met de computer, schakelt u de camera uit en koppelt u de USB-kabel los.
Opnamen weergeven
Start ViewNX 2.
• Zodra de overdracht is voltooid, worden de opnamen
weergegeven in ViewNX 2.
• Raadpleeg online help voor meer informatie over het
gebruik van ViewNX 2.
C ViewNX 2 handmatig starten
• Windows: Dubbelklik op de snelkoppeling ViewNX 2 op het bureaublad.
• Mac: klik op het ViewNX 2 pictogram in de dock.
De camera op een televisie, computer of printer aansluiten
31
32
Referentiegedeelte
Het referentiegedeelte biedt gedetailleerde informatie en tips voor het gebruik van de camera.
Opnamen maken
G (Eenvoudige autostand) ................................................................................E3
Onderwerpstand (opname voor vastgestelde onderwerpen)...............E4
Stand Slim portret (lachende gezichten fotograferen).............................E8
A Autostand ........................................................................................................E10
Functies die kunnen worden ingesteld met de multi-selector........... E11
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt................................ E19
De camera selecteert automatisch de optimale onderwerpstand tijdens het kadreren van een beeld,
waardoor het nog gemakkelijker wordt om opnamen te maken met behulp van instellingen die
geschikt zijn voor het onderwerp.
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M G (eenvoudige autostand) M knop
Als de camera een onderwerpstand selecteert, verandert het pictogram voor de opnamestand dat
wordt weergegeven op het opnamescherm in het pictogram voor de onderwerpstand die
momenteel is ingeschakeld.
e Portret
f Landschap
h Nachtportret
g Nachtlandschap
i Close-up
j Tegenlicht
U Overige scènes
k
Beschikbare functies in G (Eenvoudige autostand)
• Flits-stand (E11)
• Zelfontspanner (E14)
• Belichtingscompensatie (E16)
• Menu voor Eenvoudige autostand (E43)
Referentiegedeelte
E3
Onderwerpstand (opname voor vastgestelde
onderwerpen)
Als een onderwerpstand wordt geselecteerd, worden de camera-instellingen automatisch
geoptimaliseerd voor de geselecteerde onderwerpstand.
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M b (tweede pictogram van boven*) M
KM HIJK M selecteer een scène M knop k
* Het pictogram voor de als laatste geselecteerde onderwerpstand wordt weergegeven.
b Portret
(standaardinstelling)
f Party/binnen
Referentiegedeelte
(E5)
i Schemering
l Museum
O Dierenportret
1
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
2
De camera stelt scherp op oneindig.
3
Het gebruik van een statief wordt aanbevolen omdat de sluitertijd lang is.
1
(E6)
(E7)
1
2, 3
c Landschap
Z Strand
j
m Vuurwerk
2
1
Nachtlandschap
2, 3
(E6)
2, 3
Een beschrijving van elke onderwerpstand weergeven (Helpscherm)
Selecteer een onderwerpstand en draai de zoomknop (A 1) naar
g (j) om een beschrijving van die onderwerpstand te bekijken.
Ga terug naar het originele scherm door de zoomknop weer naar
g (j) te draaien.
1
d Sport
(E5)
z Sneeuw
k Close-up
n Zwart-wit-kopie
1
1
(E5)
(E6)
e Nachtportret
h Zonsondergang
u Voedsel
1
o Tegenlicht
(E5)
3
1, 3
1
(E5)
1
(E6)
Landschap
E4
Tips en opmerkingen
1 90 0
1 5m 0s
d Sport
• Terwijl de ontspanknop volledig ingedrukt wordt gehouden, worden tot 3 beelden continu vastgelegd
met een snelheid van ongeveer 1,2 bps (wanneer Beeldmodus is ingesteld op P 4608×3456).
• De beeldsnelheid voor continu-opnamen hangt af van de huidige instelling voor beeldmodus en de
gebruikte geheugenkaart of opnameomstandigheden.
• Scherpstelling, belichting en tint zijn vast ingesteld op de waarden die zijn bepaald voor de eerste
afbeelding in elke reeks.
e Nachtportret
• De flitser gaat altijd af.
f Party/binnen
• Houd de camera stil om geen last te hebben van het trillen van het toestel.
k Close-up
• Macro-stand (E15) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde positie
waarop kan worden scherpgesteld.
u Voedsel
• Macro-stand (E15) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de dichtstbijzijnde positie
waarop kan worden scherpgesteld.
• U kunt de tint aanpassen door HI van de multi-selector te
gebruiken. De instelling voor de tint wordt opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
15m 0s
1900
Referentiegedeelte
E5
l Museum
•
De camera maakt een reeks van maximaal tien opnamen terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt
wordt gehouden, en het scherpste beeld in de reeks wordt automatisch geselecteerd en opgeslagen (BSS
(best shot selector)).
• De flitser gaat niet af.
m Vuurwerk
• De sluitertijd is vast ingesteld op ongeveer vier seconden.
n Zwart-wit-kopie
• Gebruik deze stand in combinatie met de macro-stand (E15) bij het maken van opnamen van
onderwerpen die zich dicht bij de camera bevinden.
o Tegenlicht
Referentiegedeelte
• De flitser gaat altijd af.
E6
O Dierenportret
1 90 0
1 5m 0s
• Wanneer u met de camera naar een hond of kat wijst, detecteert deze het gezicht van het huisdier en
stelt hierop scherp. Standaard wordt de sluiter automatisch ontspannen nadat de camera het gezicht
van een hond of kat heeft herkend (Dierenp. autom. ontsp.).
• Selecteer op het scherm dat wordt weergegeven nadat u O Dierenportret hebt geselecteerd, de
optie Enkelvoudig of Continu.
- Enkelvoudig: wanneer het gezicht van een hond of kat wordt herkend, wordt één opname
gemaakt.
- Continu: wanneer het gezicht van een hond of kat wordt herkend, worden drie beelden vastgelegd
via continu-opname.
B Dierenp. autom. ontsp.
• Druk op J (n) van de multi-selector om de instellingen voor Dierenp. autom. ontsp. te wijzigen.
- Y: de sluiter wordt automatisch ontspannen na herkenning van het gezicht van een hond of kat.
- k: de sluiter wordt niet automatisch ontspannen, zelfs niet als het gezicht van een hond of kat wordt
herkend. Druk de ontspanknop in.
• Dierenp. autom. ontsp. wordt ingesteld op k nadat vijf serieopnamen zijn gemaakt.
• Het maken van opnamen is tevens mogelijk door de ontspanknop in te drukken, ongeacht de instelling
van Dierenp. autom. ontsp.. Als Continu is geselecteerd, kunt u continu-opnamen maken door de
ontspanknop helemaal ingedrukt te houden.
B Scherpstelveld
• Als de camera een gezicht herkent wordt het gezicht weergegeven
binnen een geel kader. Als de camera scherpstelt op een gezicht dat
wordt weergegeven binnen in een dubbel kader (scherpstelveld),
wordt de dubbele rand groen. Als geen gezichten worden herkend,
stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden van het
beeld.
• Bij sommige opnameomstandigheden wordt het gezicht van het
huisdier mogelijk niet herkend en worden andere onderwerpen
weergegeven binnen in een kader.
15m 0s
1900
Referentiegedeelte
E7
Stand Slim portret (lachende gezichten fotograferen)
Wanneer de camera een glimlachend gezicht herkent, kunt u automatisch een opname maken
zonder de ontspanknop te hoeven indrukken (glimlachtimer (E50)). U kunt de optie Huid
verzachten gebruiken om de huidtinten van gezichten van personen te verzachten.
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M F Slimme portretstand M knop
1 Kadreer het beeld.
• Richt de camera op het gezicht van een persoon.
2 Wacht zonder op de ontspanknop te drukken totdat het onderwerp
glimlacht.
Referentiegedeelte
• Wanneer de camera detecteert dat het door de dubbele rand omkaderde gezicht glimlacht, wordt
de sluiter automatisch ontspannen.
• Wanneer de camera een glimlachend gezicht detecteert, wordt de sluiter automatisch
ontspannen.
3 Hiermee wordt het automatisch opnemen beëindigd.
• Voer een van de hieronder genoemde bewerkingen uit om het opnemen te beëindigen.
-Stel Glimlachtimer in op Uit.
-Druk op de knop A en selecteer een andere opnamestand.
B Opmerkingen over de stand Slim portret
In bepaalde opnameomstandigheden kan de camera mogelijk geen gezichten herkennen of glimlachende
gezichten detecteren (E20). De ontspanknop kan eveneens worden gebruikt voor opnemen.
C Als het zelfontspannerlampje knippert
Bij gebruik van de glimlachtimer knippert het zelfontspannerlampje als de camera een gezicht herkent en
flikkert het direct nadat de sluiter is ontspannen.
E8
k
Functies die beschikbaar zijn in de stand Slim portret
• Flits-stand (E11)
• Zelfontspanner (E14)
• Belichtingscompensatie (E16)
• Menu Slim portret (E43)
Referentiegedeelte
E9
A Autostand
Gebruikt voor gewone opnamen. Instellingen kunnen worden aangepast op basis van de
opnameomstandigheden en het type opname dat u wilt maken.
Ga naar opnamestand M knop A (opnamestand) M A (Autostand) M knop k
• De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
Beschikbare functies in de A (Autostand)
• Flits-stand (E11)
• Zelfontspanner (E14)
• Macro-stand (E15)
• Belichtingscompensatie (E16)
• Opnamemenu (E43)
Referentiegedeelte
E10
Functies die kunnen worden ingesteld met de
multi-selector
Welke functies beschikbaar zijn, is afhankelijk van de opnamestand (E17).
De flitser gebruiken
Bij gebruik van de stand A (Autostand) en andere opnamestanden kunt u de flits-stand instellen op
de opnameomstandigheden.
1 Druk op H (m) van de multi-selector.
2 Selecteer de gewenste flits-stand (E12) en
druk vervolgens op de knop k.
• Als u niet binnen enkele seconden op de knop k drukt om een
instelling toe te passen, wordt de selectie geannuleerd.
Referentiegedeelte
Automatisch
E11
Beschikbare flitsstanden
Automatisch
U
De flitser gaat af wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld bij slecht licht.
• Het pictogram voor de flits-stand op het opnamescherm wordt alleen direct nadat de
instelling is uitgevoerd weergegeven.
Autom. met rode-ogenred.
V
Hiermee vermindert u rode ogen in portretten ten gevolge van het gebruik van de flitser
(E13).
Uit
W
De flitser gaat niet af.
• Wij adviseren u gebruik te maken van een statief om de camera te stabiliseren in een donkere
omgeving.
Invulflits
X
Referentiegedeelte
De flitser gaat altijd af wanneer er een opname wordt gemaakt. Gebruik deze stand om
schaduwen en onderwerpen in tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Lange sluitertijd
Y
Geschikt voor avond- en nachtportretten met achtergrondscènes. De flitser gaat zo nodig af om
het hoofdonderwerp te verlichten. De lange sluitertijd wordt gebruikt om in het donker of bij
weinig licht de achtergrond vast te leggen.
E12
C Het flitserlampje
De status van de flitser kan worden gecontroleerd door de ontspanknop
half in te drukken.
• Aan: de flitser gaat af als u de ontspanknop helemaal indrukt.
• Knipperen: de flitser wordt opgeladen. Er kunnen geen opnamen worden
gemaakt met de camera.
• Uit: de flitser gaat niet af wanneer een opname wordt gemaakt.
Als de batterij bijna leeg is, wordt de monitor uitgeschakeld tijdens het
opladen van de flitser.
C Flits-standinstelling
• De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden (E17).
• De instelling die wordt toegepast in de stand A (auto) wordt opgeslagen in het geheugen van de
camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
C Rode-ogenreductie
Wanneer de camera rode ogen detecteert terwijl een b eeld wordt opgeslagen, wordt het gebied in kwestie
bewerkt om rode ogen te verminderen voordat het beeld wordt opgeslagen.
Houd rekening met het volgende tijdens het fotograferen:
• Er is meer tijd nodig dan gebruikelijk om opnamen op te slaan.
• Rode-ogenreductie zal niet in alle situaties het gewenste resultaat opleveren.
• In sommige gevallen wordt rode-ogenreductie onnodig toegepast op gebieden van een opname.
Selecteer in dergelijke gevallen een andere flits-stand en maak de opname opnieuw.
Referentiegedeelte
E13
De zelfontspanner gebruiken
F 3.2
1 /2 5 0
De camera is uitgerust met een zelfontspanner waarmee de sluiter ongeveer tien seconden nadat u
de ontspanknop hebt ingedrukt, kan worden ontspannen.
1 Druk op J (n) van de multi-selector.
2 Selecteer ON en druk op de knop k.
• Als u niet binnen enkele seconden op de knop k drukt om een
instelling toe te passen, wordt de selectie geannuleerd.
• Als in de opnamestand de onderwerpstand Dierenportret is
geselecteerd, wordt Y (Dierenp. autom. ontsp.) weergegeven
(E7). De zelfontspanner kan niet worden gebruikt.
Referentiegedeelte
3 Kadreer het beeld en druk de ontspanknop half
Zelfontspanner
in.
• De scherpstelling en de belichting worden ingesteld.
4 Druk de ontspanknop helemaal in.
• Het aftellen wordt gestart. Het zelfontspannerlampje
knippert en blijft vervolgens ongeveer één seconde
lang branden voordat de sluiter wordt ontspannen.
• Als de sluiter wordt ontspannen, wordt de
zelfontspanner op OFF gezet.
• U kunt het aftellen stoppen door de ontspanknop
opnieuw in te drukken.
C Instelling voor zelfontspanner
De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden (E17).
E14
1/250
F 3.2
Macro-stand gebruiken
Gebruik de macro-stand bij het maken van close-ups.
1 Druk op I (p) van de multi-selector.
2 Selecteer ON en druk op de knop k.
• Als u niet binnen enkele seconden op de knop k drukt om een
instelling toe te passen, wordt de selectie geannuleerd.
Macro-stand
3 Draai aan de zoomknop om de zoomfactor op
een positie in te stellen waarbij F en de
zoomaanduiding groen oplichten.
• Als de zoomfactor op een positie ingesteld is waarbij F en de
zoomaanduiding groen oplichten, kan de camera scherpstellen op onderwerpen die niet meer dan
ongeveer 30 cm van het objectief zijn verwijderd.
Als de zoom op een positie ingesteld is waarbij G wordt weergegeven, kan de camera
scherpstellen op onderwerpen die niet meer dan ongeveer 10 cm van het objectief zijn verwijderd.
B Opmerkingen over het gebruik van de flitser
Mogelijk kan de flitser onderwerpen op minder dan 50 cm afstand niet geheel uitlichten.
C I nstelling macro-stand
• De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden (E17).
• De instelling die wordt toegepast in de stand A (auto) wordt opgeslagen in het geheugen van de
camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
Referentiegedeelte
E15
Helderheid aanpassen (Belichtingscompensatie)
0.0
U kunt de algehele helderheid van het beeld aanpassen.
1 Druk op K (o) van de multi-selector.
2 Selecteer een compensatiewaarde en druk op
de knop k.
• Om de opname helderder te maken, stelt u een positieve
waarde (+) in.
• Om de opname donkerder te maken, stelt u een negatieve
waarde (–) in.
• De compensatiewaarde wordt toegepast, zelfs als u niet op de
Referentiegedeelte
knop k drukt.
C Belichtingscorrectiewaarde
• De instelling is mogelijk niet beschikbaar bij sommige opnamestanden (E17).
• De instelling die wordt toegepast in de stand A (auto) wordt opgeslagen in het geheugen van de
camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
+0.3
0.0
Belichtingscompensatie
E16
Standaardinstellingen
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hieronder beschreven.
Flitser
(E11)
G (eenvoudige autosta nd) U
1
Onderwerpstand
b (portret)VUit
c (landschap)
d (sport)
e (nachtportret)
f (party/binnen)
W
W
V
V
3
3
4
5
Z (strand)UUit
z (sneeuw)UUit
h (zonsondergang)
i (schemering)
j (nachtlandschap)
3
W
3
W
3
W
k (close-up)WUit
u (voedsel)
l (museum)
m (vuurwerk)
n (
zwart-wit-kopie
)WUitUit0.0
o (tegenlicht)
O (dierenportret)
F (slim portret)U
3
W
3
W
3
W
3
X
3
W
7
A (auto)UUitUit0.0
Zelfontspanner
(E14)
UitUit
Uit
3
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Aan
Aan
Macro
(E15)
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
UitUit0.0
3
Uit
Uit
6
Y
8
Uit
3
Uit
3
Uit
Uit0.0
3
Uit
Belichtingscompensatie
(E16)
0.0
0.0
0.0
0.0
0.0
0.0
0.0
0.0
0.0
0.0
0.0
0.0
0.0
3
0.0
0.0
0.0
Referentiegedeelte
E17
1
De camera selecteert automatisch de optimale instelling voor de flits-stand voor de door de camera
geselecteerde onderwerpstand. W (uit) kan handmatig worden geselecteerd.
2
De instelling kan niet worden gewijzigd. Hiermee wordt automatisch overgeschakeld naar de
macro-stand als de camera Close-up selecteert.
3
De instelling kan niet worden gewijzigd.
4
De instelling kan niet worden gewijzigd. De flits-stand is vast ingesteld op invulflits met lange sluitertijd
en rode-ogenreductie.
5
De flits-stand Lange sluitertijd met rode-ogenreductie kan worden gebruikt.
6
De zelfontspanner kan niet worden gebruikt. Dierenp. autom. ontsp. kan worden in- of uitgeschakeld
(E7).
7
Kan niet worden gebruikt als Knipperdetectie is ingesteld op Aan.
8
Kan worden ingesteld als Glimlachtimer is ingesteld op Uit.
Referentiegedeelte
E18
Functies die niet tegelijk kunnen worden gebruikt
Bepaalde instellingen kunnen niet worden gebruikt met andere menuopties.
Beperkte functieOptieBeschrijving
Flits-stand
ZelfontspannerGlimlachtimer (E50)
Digitale zoomContinu (E48)
BeeldmodusContinu (E48)
WitbalansKleuropties (E49)
ContinuZelfontspanner (E14)
Bewegingsdetectie
SluitergeluidContinu (E48)
Continu (E48)
Knipperdetectie
(E51)
Flits-stand (E11)
Continu (E48)
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig
wordt geselecteerd, kan de flitser niet worden gebruikt.
Als Knipperdetectie is ingesteld op Aan, kan de flitser
niet worden gebruikt.
Als Glimlachtimer is geselecteerd, kan de
zelfontspanner niet worden gebruikt.
Wanneer Multi-shot 16 is geselecteerd, kan de
digitale zoom niet worden gebruikt.
Als Multi-shot 16 is geselecteerd, wordt Beeldmodus
vast ingesteld op L (beeldformaat: 2560 × 1920
pixels).
Bij gebruik van Zwart-wit, Sepia of Koelblauw, wordt
de optie Witbalans vast ingesteld op Automatisch.
Als de zelfontspanner wordt gebruikt, wordt de
instelling automatisch gewijzigd in Enkelvoudig.
Wanneer de flitser afgaat, wordt Bewegingsdetectie
uitgeschakeld.
Als Multi-shot 16 is geselecteerd, wordt
Bewegingsdetectie uitgeschakeld.
Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig is
geselecteerd, is het sluitergeluid uitgeschakeld.
Referentiegedeelte
E19
Scherpstelling
1 90 0
1 5m 0s
Het scherpstelveld varieert afhankelijk van de opnamestand.
Gezichtsherkenning gebruiken
In de volgende opnamestanden gebruikt de camera
gezichtsherkenning om automatisch scherp te stellen op gezichten
van personen.
• Portret of Nachtportret in G (eenvoudige autostand) (E3)
• Portret of Nachtportret in de onderwerpstand (E4)
• Stand Slim portret (E8)
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een
dubbele rand weergegeven rond het gezicht waarop de camera gaat scherpstellen en een enkele
rand rond de andere gezichten.
Referentiegedeelte
Als geen gezichten worden herkend wanneer de ontspanknop half is ingedrukt, stelt de camera
scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
B Opmerkingen over gezichtsherkenning
• Het vermogen van de camera om gezichten te herkennen, is afhankelijk van een aantal factoren,
waaronder de richting waarin de gezichten kijken.
• Mogelijk kan de camera in de volgende situaties geen gezichten herkennen:
- Als een gezicht deels verscholen is achter een zonnebril of een ander voorwerp.
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld.
15m 0s
1900
E20
Huid verzachten gebruiken
Wanneer de sluiter wordt ontspannen in een van de hieronder genoemde opnamestanden,
detecteert de camera gezichten van personen en wordt het beeld verwerkt om de huidtinten te
verzachten (maximaal drie gezichten).
• Stand Slim portret (E8)
• Portret of Nachtportret in G (eenvoudige autostand) (E3)
• Portret of Nachtportret in de onderwerpstand (E4)
B O pmerkingen over Huid verzachten
• Het opslaan van de beelden na de opname kan meer tijd dan gebruikelijk in beslag nemen.
• Onder bepaalde opnameomstandigheden wordt mogelijk niet het gewenste resultaat bereikt met Huid
verzachten en wordt deze functie wellicht toegepast op delen van het beeld zonder gezichten.
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus
Mogelijk wordt de camera in de volgende situaties niet scherpgesteld zoals verwacht. Het kan soms
voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp ondanks het feit dat het scherpstelveld
of de scherpstelaanduiding groen oplichten:
• Het onderwerp is zeer donker.
• Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in beeld (bijvoorbeeld wanneer de zon
achter het onderwerp staat, waardoor het onderwerp er heel donker uitziet).
• Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld wanneer de persoon op
de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat).
• Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera (bijvoorbeeld
een onderwerp binnen in een kooi).
• Onderwerpen met herhalende patronen (jaloezieën, gebouwen met meerdere rijen ramen van
vergelijkbare vorm, enz.).
• Het onderwerp beweegt snel.
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om opnieuw scherp te
stellen of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt
als het eigenlijke portretonderwerp en gebruik de scherpstelvergrendeling (E22).
Referentiegedeelte
E21
Scherpstelvergrendeling
F 3.2F 3.21 /2 5 01/250
F 3.2
1 /2 5 0
Opnemen met scherpstelvergrendeling wordt aanbevolen als de camera het scherpstelveld met het
gewenste onderwerp niet activeert.
1 Selecteer A Autostand (E10).
2 Positioneer het onderwerp in het
midden van het beeld en druk
vervolgens de ontspanknop half in.
• Controleer of het scherpstelveld groen oplicht.
• De scherpstelling en de belichting worden
vergrendeld.
3 Stel het beeld opnieuw samen zonder uw vinger
Referentiegedeelte
op te tillen.
• Handhaaf dezelfde afstand tussen de camera en het
onderwerp.
1/250
4 Druk de ontspanknop helemaal in om de
opname te maken.
F 3.2
E22
Zoomweergave
4 / 4
1 5/ 0 5/ 2 01 4 1 5 :3 0
0 00 4 . J PG
g
(i)
f
(h)
Er wordt ingezoomd op
de opname.
Opname wordt schermvullend
weergegeven.
Draai de zoomknop naar g (i) in de schermvullende weergave (A 16) om in te zoomen op het
beeld.
15/05/2014 15:30
0004. JPG
4/ 4
• U kunt de zoomfactor wijzigen door de zoomknop richting f (h) of g (i) te draaien.
• Als u een ander deel van de opname wilt bekijken, drukt u op HIJK van de multi-selector.
• Als u een opname bekijkt die is gemaakt met behulp van de functie voor gezichtsherkenning of
huisdierherkenning, zoomt de camera op het moment van de opname in op het herkende
gezicht (behalve bij het bekijken van een beeld dat is vastgelegd in een reeks). U kunt inzoomen
op een onderdeel van de opname waarin zich geen gezichten bevinden door de zoomfactor aan
te passen en vervolgens op HIJK te drukken.
• Als een ingezoomde opname wordt weergegeven, drukt u op de knop k om terug te keren naar
schermvullende weergave.
C Beelden uitsnijden
Als een ingezoomd beeld wordt weergegeven, kunt u op de knop d drukken om het beeld uit te snijden
zodat alleen het zichtbare gedeelte overblijft, en dit als apart bestand opslaan (E31).
Referentiegedeelte
E23
Miniatuurweergave, Kalenderweergave
1 / 2 0
1 5/ 0 5/ 2 01 4 1 5 :3 0
0 00 1 . J PG
MiniatuurweergaveSchermvullende
weergave
Kalenderweergave
g
(i)
f
(h)
g
(i)
f
(h)
Als u de zoomknop richting f (h) draait in de schermvullende weergave (A 16), worden
beelden als miniatuur weergegeven.
15/05/2014 15:30
0001. JPG
1/ 20
• U kunt het aantal weergegeven miniaturen wijzigen door de zoomknop richting f (h) of
g (i) te draaien.
Referentiegedeelte
• Druk tijdens het gebruik van de miniatuurweergave op HIJK van de multi-selector om een
opnam e te select eren en dr uk vervolg ens op de kn op k om die opname schermvullend weer te
geven.
• Bij gebruik van de kalenderweergave drukt u op HIJK van de multi-selector om een datum
te selecteren en drukt u vervolgens op de knop k om de opnamen weer te geven die op die
dag zijn gemaakt.
B Opmerkingen over de kalenderweergave
Opnamen die werden gemaakt terwijl de datum nog niet in de camera was ingesteld, worden beschouwd
als opnamen die zijn gemaakt op 1 januari 2014.
U kunt op eenvoudige wijze beelden bewerken op deze camera. Bewerkte kopieën worden als
aparte bestanden opgeslagen.
• Bewerkte kopieën worden opgeslagen met dezelfde opnamedatum en -tijd als het origineel.
C Beperkingen bij het bewerken van opnamen
Wanneer een bewerkte kopie verder wordt gewijzigd met een andere bewerkingsfunctie, dient u rekening
te houden met de volgende beperkingen.
Gebruikte
bewerkingsfunctie
D-Lighting
Filtereffecten
Huid verzachten
Kleine afbeelding
Uitsnede
• Kopieën gemaakt met bewerkingsfuncties kunnen niet verder worden bewerkt met de functie waarmee
ze werden aangemaakt.
De functies Huid verzachten, Kleine afbeelding of Uitsnede kunnen worden
gebruikt.
De functie D-Lighting, Filtereffecten, Kleine afbeelding of Uitsnede kan
worden gebruikt.
Er kan geen andere bewerkingsfunctie worden gebruikt. Wanneer u de
functie Kleine afbeelding of Uitsnede in combinatie met andere
bewerkingsfuncties gebruikt, gebruikt u de functies Kleine afbeelding en
Uitsnede nadat de andere bewerkingsfuncties zijn toegepast.
Te gebruiken bewerkingsfuncties
Referentiegedeelte
E25
I D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop d M I D-Lighting
M
knop
k
Gebruik HI van de multi-selector om Uitvoeren te
selecteren en druk op de knop k.
• De bewerkte versie wordt aan de rechterkant weergegeven.
• Selecteer Annuleren en druk op de knop k om af te sluiten zonder
de kopie op te slaan.
Referentiegedeelte
E26
D-Lighting
Uitvoeren
Annuleren
e Huid verzachten: Huidtinten verzachten
Op sl aa n
Ter ug
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop d M e Huid verzachten
M
knop
k
1 Gebruik HI van de multi-selector om de mate
waarin het effect wordt toegepast te selecteren
Huid verzachten
en druk op de knop k.
• Het bevestigingsvenster wordt weergegeven met het vergroot
op de monitor afgebeelde gezicht waarop het effect werd
toegepast.
• Druk op J om af te sluiten zonder de kopie op te slaan.
2 Bekijk het resultaat en druk op de knop k.
• Huidtinten in maximaal 12 gezichten worden verzacht, te
beginnen bij het gezicht dat zich het dichtst bij het midden van
het beeld bevindt.
• Als meer dan één gezicht werd verwerkt, gebruikt u JK om
een ander gezicht weer te geven.
• Druk op de knop d om de mate waarin het effect wordt
toegepast aan te passen. De monitor keert terug naar het beeld
uit stap 1.
Normaal
Voorbeeld
Terug
B O pmerkingen over Huid verzachten
• Huid verzachten kan niet worden toegepast als er geen gezichten in het beeld worden herkend.
• Afhankelijk van de richting waarin de gezichten kijken of de helderheid van de gezichten kan de camera
de gezichten mogelijk niet correct herkennen, of werkt de functie Huid verzachten niet zoals verwacht.
Waarde
OpslaanTerug
Opslaan
Referentiegedeelte
E27
p Filtereffecten: Digitale filtereffecten toepassen
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop d M p Filtereffecten
M knop k
TypeBeschrijving
Hiermee kunt u het beeld verzachten door een lichte waas toe te voegen rond
Zacht
Selectieve kleur
Ster
Referentiegedeelte
Fisheye
Miniatuureffect
het midden van het beeld. In beelden die werden vastgelegd terwijl
gezichtsherkenning of dierherkenning was geselecteerd, wordt de omgeving
rond de gezichten onscherp gemaakt.
Hiermee kunt u één opgegeven kleur in het beeld behouden en de andere
kleuren in zwart-wit wijzigen.
Hiermee kunt u sterachtige lichtstralen maken die naar buiten stralen op basis
van heldere objecten zoals weerkaatsingen van zonlicht en straatverlichting. Dit
effect is geschikt voor nachtonderwerpen.
Hiermee kunt u een beeld eruit laten zien alsof het met een visoogobjectief is
opgenomen.
Dit effect is heel geschikt voor beelden die zijn vastgelegd in de macro-stand.
Hiermee kunt u een beeld eruit laten zien als een miniatuur die werd vastgelegd
in de macro-stand. Dit effect is geschikt voor beelden die vanuit de hoogte
worden gemaakt met het hoofdonderwerp in het midden van het beeld.
1 Gebruik HI van de multi-selector om het
gewenste effect te selecteren en druk op de
knop k.
• Wanneer Ster, Fisheye of Miniatuureffect is geselecteerd,
gaat u verder naar stap 3.
E28
Filtereecten
Zacht
Selectieve kleur
Ster
Fisheye
Miniatuureect
2 Pas het effect aan en druk op de knop k.
Voorbeeld: Zacht
Ter u g
Op sl a an
• Bij gebruik van Zacht: gebruik HI om het bereik van het
effect te selecteren.
• Bij gebruik van Selectieve kleur: gebruik HI om de kleur die
u wilt behouden te selecteren.
• Druk op J om terug te keren naar het selectiescherm voor Filtereffecten zonder wijzigingen aan te brengen.
Zacht
Normaal
Intensiteit
3 Bekijk het resultaat en druk op de knop k.
• Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
• Druk op J om af te sluiten zonder de kopie op te slaan.
Teru g
Teru g
Voorbeeld
Opslaan
Opslaan
Referentiegedeelte
E29
g Kleine afbeelding: Het formaat van een beeld verkleinen
Druk op de knop c (weergavestand) M selecteer een beeld M knop d M g Kleine afbeelding
M
knop
k
1 Gebruik HI van de multi-selector om het
gewenste kopieformaat te selecteren en druk op
de knop k.
2 Selecteer Ja en druk op de knop k.
Referentiegedeelte
• Er wordt een bewerkte kopie gemaakt (compressieverhouding
ongeveer 1:16).
E30
Kleine afbeelding
640 × 480
320 × 240
160 × 120
Kleine kopie maken?
Nee
Ja
a Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken
1 Draai de zoomknop om het beeld te vergroten (E23).
2 Verfijn de compositie van de kopie en druk op
de knop d .
• Draai de zoomknop naar g (i) of f (h) om de zoomfactor
aan te passen. Stel een zoomfactor in waarbij u wordt
weergegeven.
• Gebruik HIJK van de multi-selector om alleen het gedeelte
van de opname dat u wilt kopiëren op de monitor weer te
geven.
3 Selecteer Ja en druk op de knop k.
• Er wordt een bewerkte kopie gemaakt.
C Beeldformaat
Wanneer het beeldformaat van de uitgesneden kopie 320 × 240 of kleiner is, wordt het beeld weergegeven
in een kleiner formaat tijdens de weergave.
C Het beeld uitsnijden in de huidige portretstand (staand)
Gebruik de optie Beeld draaien (E57) om het beeld zodanig te draaien dat het wordt weergegeven in de
landschapstand (liggend). Draai nadat u het beeld hebt uitgesneden het uitgesneden beeld terug in de
portretstand (staand).
Dit beeld opslaan als
getoond?
Ja
Nee
Referentiegedeelte
E31
De camera aansluiten op een televisie (beelden bekijken
WitGeel
op een televisie)
Sluit de camera via een AV-kabel (E78) aan op een televisie om opnamen of films weer te geven
op de televisie.
1 Zet de camera uit en sluit deze aan op de televisie.
• Controleer of de stekkers correct zijn geplaatst. Plaats of verwijder de stekkers niet onder een hoek
bij het aansluiten of loskoppelen.
Referentiegedeelte
2 Stel de invoer van de televisie in op externe video-invoer.
• Raadpleeg de documentatie bij uw televisie voor nadere details.
3 Houd de knop c ingedrukt om de camera aan te zetten.
• Er worden beelden weergegeven op de televisie.
• De monitor van de camera wordt niet ingeschakeld.
B Als geen beelden worden weergegeven op de televisie
Zorg dat Videostand (E69) in het menu Set-up overeenkomt met de standaard die door uw televisie
wordt gebruikt.
E32
De camera op een printer aansluiten (Direct Print)
Gebruikers van een PictBridge-compatibele printer kunnen de camera rechtstreeks op de printer
aansluiten en opnamen afdrukken zonder gebruik te maken van een computer.
De camera op een printer aansluiten
1 Zet de camera uit.
2 Zet de printer aan.
• Controleer de printerinstellingen.
3 Sluit de camera met de USB-kabel aan op de printer.
• Controleer of de stekkers correct zijn geplaatst. Plaats of verwijder de stekkers niet onder een hoek
bij het aansluiten of loskoppelen.
Referentiegedeelte
E33
4 Zet de camera aan.
12
Afdrukselectie
32
NO. 32
2014
15/05
• Het opstartscherm van PictBridge (1) wordt weergegeven op de monitor van de camera,
gevolgd door het scherm Afdrukselectie (2).
Afzonderlijke opnamen afdrukken
1 Sluit de camera aan op een printer (E33).
Referentiegedeelte
2 Gebruik de multi-selector om de gewenste
opname te selecteren en druk op de knop k.
• Draai de zoomknop naar f (h) om over te schakelen naar
miniatuurweergave of naar g (i) om over te schakelen naar de
schermvullende weergave.
Afdrukselectie
15/05
2014
NO. 32
32
3 Gebruik HI om Kopieën te selecteren en druk
op de knop k.
E34
PictBridge
001
Afdrukken starten
Kopieën
Papierformaat
afdrukken
4 Selecteer het gewenste aantal afdrukken
Afdrukken starten
afdrukken
004
PictBridge
Kopieën
Papierformaat
(maximaal negen) en druk op de knop k.
Kopieën
5 Selecteer Papierformaat en druk op de knop
k.
6 Selecteer het gewenste papierformaat en druk op de knop k.
• U kunt de instelling voor het papierformaat toepassen die op de printer is geconfigureerd door
Standaard te selecteren als optie voor het papierformaat.
• De opties die op de camera voor het papierformaat beschikbaar zijn, variëren afhankelijk van de
printer die u gebruikt.
7 Selecteer Afdrukken starten en druk op de
knop k.
• Het afdrukken wordt gestart.
8 Wanneer het afdrukken voltooid is, schakelt u de camera uit en koppelt u
de USB-kabel los.
PictBridge
Afdrukken starten
Kopieën
Papierformaat
004
4
Referentiegedeelte
afdrukken
E35
Meerdere opnamen afdrukken
Afdrukselectie
32
NO. 32
2014
15/05
1 Sluit de camera aan op een printer (E33).
2 Wanneer het scherm Afdrukselectie wordt
weergegeven, drukt u op de knop d.
3 Gebruik HI van de multi-selector om
Papierformaat te selecteren en druk op de
Referentiegedeelte
knop k.
• Druk op de knop d om het afdrukmenu te verlaten.
4 Selecteer het gewenste papierformaat en druk op de knop k.
• U kunt de instelling voor het papierformaat toepassen die op de printer is geconfigureerd door
Standaard te selecteren als optie voor het papierformaat.
• De opties die op de camera voor het papierformaat beschikbaar zijn, variëren afhankelijk van de
printer die u gebruikt.
5 Selecteer Afdrukselectie, Druk alle beelden af
of DPOF-afdrukken en druk vervolgens op de
knop k.
E36
Afdrukmenu
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
DPOF-afdrukken
Papierformaat
Afdrukmenu
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
DPOF-afdrukken
Papierformaat
11113
Afdrukselectie
Selecteer de opnamen (maximaal 99) en het aantal afdrukken
(maximaal negen) voor elke opname.
• Gebruik JK van de multi-selector om opnamen te
selecteren en gebruik HI om het aantal af te drukken
exemplaren op te geven.
• Beelden die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent u aan
het vinkje en een getal dat het gewenste aantal afdrukken
aangeeft. Als er geen opnamen worden opgegeven, wordt
de selectie geannuleerd.
• Draai de zoomknop naar g (i) om over te schakelen naar
schermvullende weergave of naar f (h) om over te schakelen naar de miniatuurweergave.
• Druk op de knop k als de instelling voltooid is.
• Wanneer het scherm rechts wordt weergegeven, selecteert u
Afdrukken starten en drukt u op de knop k om te starten
met afdrukken.
Afdrukselectie
Terug
Afdrukselectie
010
Afdrukken starten
Annuleren
afdrukken
Druk alle beelden af
Eén kopie van alle opnamen die zijn opgeslagen in het interne
geheugen of op de geheugenkaart wordt afgedrukt.
• Wanneer het scherm rechts wordt weergegeven, selecteert u
Afdrukken starten en drukt u op de knop k om te starten
met afdrukken.
Druk alle beelden af
018
afdrukken
Afdrukken starten
Annuleren
10
3
Referentiegedeelte
E37
DPOF-afdrukken
Afdrukken starten
afdrukken
Annuleren
010
DPOF-afdrukken
Bek. beelden
Druk opnamen af waarvoor een afdrukopdracht werd
aangemaakt met de optie Afdrukopdracht (E52).
• Wanneer het scherm rechts wordt weergegeven, selecteert u
Afdrukken starten en drukt u op de knop k om te starten
met afdrukken.
Als u de huidige printopdracht wilt bekijken, selecteert u
Bek. beelden en drukt u op de knop k. Als u opnamen wilt
afdrukken, drukt u nogmaals op de knop k.
6 Wanneer het afdrukken voltooid is, schakelt u de camera uit en koppelt u
de USB-kabel los.
Referentiegedeelte
E38
Films opnemen
1 90 0
1 5m 0s
Resterende opnametijd voor
films
7 m3 0 s
• Als geen geheugenkaart is geplaatst (en dus het interne geheugen van de camera wordt
gebruikt), wordt Filmopties (E59) ingesteld op m VGA (640×480). n HD 720p
(1280×720) kan niet worden geselecteerd.
1 Geef het opnamescherm weer.
• Controleer de resterende opnametijd voor films.
• Als Foto-informatie in de Monitorinstellingen (E64) in
het menu Set-up is ingesteld op Filmbeeld+autom. info, kan
het gebied dat zichtbaar zal zijn in de film worden
gecontroleerd voordat het opnemen van de film van start gaat.
• Tijdens het opnemen van films is de gezichtshoek (het
zichtbare gebied in het beeld) smaller in vergelijking met de
gezichtshoek bij foto's.
2 Druk op de knop b (e filmopname) om de
filmopname te starten.
• De c amera stelt scherp op het onderwerp in he t midden van
het beeld.
3 Druk nogmaals op de knop b (e filmopname) om het opnemen te
stoppen.
15m 0s
1900
Referentiegedeelte
7m30s
E39
B Maximale filmduur
Afzonderlijke filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB en niet langer duren dan 29 minuten, zelfs als
er voldoende vrije ruimte op de geheugenkaart beschikbaar is voor langere opnamen.
• De maximale filmduur voor een enkele film wordt weergegeven op het opnamescherm.
• De opname kan worden beëindigd voordat een van beide limieten wordt bereikt als de temperatuur van
de camera te hoog oploopt.
• De werkelijke filmduur kan variëren, afhankelijk van de inhoud van de film, de beweging van het
onderwerp of het type geheugenkaart.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden en het opnemen van films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de maximale filmduur
aangeeft knippert tijdens het opslaan van beelden of het opnemen van een film. Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterijen of geheugenkaart zitten terwijl een
aanduiding knippert. Als u dit niet doet, kunnen gegevens verloren gaan of kan de camera of de
geheugenkaart beschadigd raken.
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over het opnemen van films
• Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden aanbevolen om films op te
nemen (F19). De filmopname kan onverwachts stoppen wanneer geheugenkaarten met een lagere
Speed Class-waarde worden gebruikt.
• De optische zoomfactor kan niet worden gewijzigd nadat het opnemen is gestart.
• Gebruik de zoomknop om de digitale zoom te gebruiken tijdens het opnemen van films. Het zoombereik
ligt tussen de optische zoomfactor vóór het opnemen van een film en 4×.
• De beeldkwaliteit wordt mogelijk minder als de digitale zoom wordt gebruikt.
• Het geluid van de werking van de zoomknop, de scherpstelbewegingen van het objectief en de werking
van het diafragma bij verandering van de helderheid kunnen worden opgenomen.
• Smear (F3) di e zichtba ar is op de monitor bij het opnemen van films wordt mee opgeslagen in films. Het
wordt aanbevolen om helverlichte objecten als de zon, reflecties van de zon en elektrisch licht te
vermijden.
• Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de gebruikte zoomfactor kunnen onderwerpen die
herhaalde patronen bevatten (stoffen, latjesramen, enz.) gekleurde strepen (interferentiepatronen, moiré,
enz.) vertonen tijdens het opnemen en afspelen van films. Dit doet zich voor als het patroon in het
onderwerp en de lay-out van de beeldsensor elkaar verstoren. Dit is geen apparaatstoring.
E40
B Cameratemperatuur
1 0s
1 5/ 0 5/ 2 0 14 1 5 :3 0
0 01 0 . A VI
Filmopties
4 s
Volume-aanduiding
• De camera kan warm worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt gebruikt op
een hete locatie.
• Als het inwendige van de camera zeer heet wordt bij het opnemen van films, stopt de camera
automatisch met opnemen.
De resterende tijd totdat de camera stopt wordt weergegeven (B30 sec.).
Nadat de camera de opname heeft gestopt, schakelt de camera zichzelf uit.
Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera is afgekoeld.
B Opmerkingen over automatische scherpstelling
De autofocus werkt mogelijk niet zoals verwacht (E21). In dit geval probeert u het volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op Enkelvoudige AF (standaardinstelling) voor de
filmopname wordt gestart.
2. Kadreer een ander onderwerp - dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het gewenste
onderwerp - in het midden van het beeld, druk op de knop b (e filmopname) om de opname te
starten en wijzig daarna de kadrering.
Films afspelen
Druk op de knop c om naar de weergavestand te gaan.
Films worden aangeduid met het pictogram voor filmopties
(E59).
Druk op de knop k om films af te spelen.
• U kunt het volume aanpassen door aan de zoomknop (A 1) te
draaien.
15/05/2014 15:30
0010. AVI
Referentiegedeelte
10s
4s
E41
Beschikbare functies tijdens het afspelen
Gepauzeerd
Op de monitor worden bedieningsknoppen weergegeven.
De onderstaande handelingen kunnen worden uitgevoerd door
JK van de multi-selector te gebruiken om een bedieningsknop te
selecteren en vervolgens op de knop k te drukken.
Functie
Pictogram
Terugspoelen
Vooruitspoelen
PauzeE
Referentiegedeelte
Einde
Houd de knop k ingedrukt om de film terug te spoelen.
A
Houd de knop k ingedrukt om de film vooruit te spoelen.
B
Onderbreek de weergave. De onderstaande handelingen kunnen worden
uitgevoerd terwijl de weergave is onderbroken.
Spoel de film één beeld terug. Houd de knop k ingedrukt om continu
C
terug te spoelen.
Spoel de film één beeld vooruit. Houd de knop k ingedrukt om continu
D
vooruit te spoelen.
Hervat het afspelen.
F
Ga terug naar de stand voor schermvullende weergave.
G
Beschrijving
E42
Beschikbare opties in de opnamemenu's
19 0 01900
15 m 0 s15m 0s
De onderstaande instellingen kunnen worden gewijzigd door tijdens het opnemen op de knop
d te drukken.
Opnamemenu
Beeldmodus
Witbalans
Continu
Kleuropties
De instellingen die kunnen worden gewijzigd variëren afhankelijk van de opnamestand, zoals
hieronder weergegeven.
Instellingen voor beeldmodus (Beeldformaat en -kwaliteit)
Ga naar de opnamestand M knop d M Opnamemenu M Beeldmodus M knop k
Selecteer de combinatie van beeldformaat en compressieverhouding die wordt gebruikt bij het
opslaan van opnamen.
Hoe hoger de instelling voor de beeldmodus, des te groter het formaat waarop opnamen kunnen
worden afgedrukt. Hoe lager de compressieverhouding, des te hoger de kwaliteit van de opnamen,
maar des te minder opnamen kunnen worden opgeslagen.
Optie*Compressieverhouding
Referentiegedeelte
Q 4608×3456PCirca 1:44:3
P 4608×3456
(standaardinstelling)
R 3264×2448Circa 1:84:3
r 2272×1704Circa 1:84:3
q 1600×1200Circa 1:84:3
O 640×480Circa 1:84:3
l 4608×2592Circa 1:816:9
* Het totale aantal vastgelegde pixels en het aantal pixels dat horizontaal en verticaal is vastgelegd.
Voorbeeld: P 4608×3456 = circa 16 megapixels = 4608 × 3456 pixels
Circa 1:84:3
Beeldverhouding
(horizontaal bij verticaal)
E44
C Opmerkingen over de beeldmodus
• De instelling voor de beeldmodus kan tevens worden ingesteld in andere opnamestanden dan
A (Autostand). De gewijzigde instelling wordt tevens toegepast op andere opnamestanden.
• Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde instellingen van andere functies.
C Aantal opnamen dat kan worden vastgelegd
• Het geschatte aantal opnamen dat kan worden opgeslagen kan worden gecontroleerd op de monitor
tijdens het opnemen (A 10).
• Opmerking: vanwege de JPEG-compressie kan het aantal beelden dat kan worden opgeslagen sterk
variëren afhankelijk van de inhoud van de opname, zelfs bij gebruik van geheugenkaarten met dezelfde
capaciteit en dezelfde instelling voor de beeldmodus. Bovendien kan het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen variëren afhankelijk van het merk van de geheugenkaart.
• Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer bedraagt, wordt het aantal resterende opnamen op de
monitor weergegeven als “9999”.
Referentiegedeelte
E45
Witbalans (tint aanpassen)
Selecteer de stand A (auto) M knop d M Witbalans M knop k
Pas de witbalans aan de lichtbron of weersomstandigheden aan om de kleuren in beelden te laten
overeenkomen met wat u ziet met uw ogen.
• Maak in de meeste gevallen gebruik van Automatisch. Wijzig de instelling als u de tint van de
opname die u maakt wilt aanpassen.
OptieBeschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
b Handm. voorinstelling
c DaglichtWitbalans aangepast voor direct zonlicht.
Referentiegedeelte
d GloeilamplichtGebruik deze optie bij gloeilamplicht.
e TL-lichtGebruik deze optie bij TL-licht.
f BewolktGebruik deze optie bij het maken van opnamen met bewolkte lucht.
g FlitserGebruik deze optie met de flitser.
Witbalans wordt automatisch aan de lichtomstandigheden aangepast.
Gebruik deze optie als het gewenste resultaat niet wordt bereikt met
Automatisch, Gloeilamplicht, enz. (E47).
B Opmerkingen over Witbalans
• Stel d e flitse r in op W (uit) wanneer de witbalans is ingesteld op een andere waarde dan Automatisch en
Flitser (E11).
• Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde instellingen van andere functies.
E46
Handmatige voorinstelling gebruiken
Handm. voorinstelling
GloeilamplichtGl oe il am pl ich tGloeilamplicht
TL-lichtTL
-l ic htTL-licht
BewolktBe
wo lk tBewolkt
DaglichtDa gl ic htDaglicht
Au to ma tis chAutomatisch
FlitserFl
it se rFlitser
Witbalans
Handm. voorinstelling
Annuleren
Meten
Meetvenster
Gebruik de onderstaande procedure om de waarde voor de witbalans te meten bij de verlichting die
wordt gebruikt tijdens de opname.
1 Plaats een wit of grijs referentieobject onder de verlichting die zal worden
gebruikt tijdens de opname.
2 Gebruik HI van de multi-selector om Handm.
voorinstelling te selecteren in het menu
Witbalans en druk op de knop k.
• De camera zoomt in op de positie om de witbalans te meten.
3 Selecteer Meten en kadreer het
referentievoorwerp in het meetvenster.
• U kunt de als laatste gemeten waarde toepassen door
Annuleren te selecteren en op de knop k te drukken.
4 Druk op de knop k om de waarde te meten.
• De sluiter wordt ontspannen en de meting wordt voltooid. Er wordt geen afbeelding opgeslagen.
B Opmerkingen over Handmatige voorinstelling
Er kan geen waarde voor de flitserbelichting worden gemeten met Handm. voorinstelling. Wanneer u
met behulp van de flitser opneemt, stelt u Witbalans in op Automatisch of Flitser.
Referentiegedeelte
E47
Continu-opname
Selecteer de stand A (auto) M knop d M Continu M knop k
OptieBeschrijving
Enkelvoudig
U
(standaardinstelling)
V Continu
D BSS
Referentiegedeelte
(best shot selector)
W Multi-shot 16
Er wordt één opname gemaakt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, worden continu
beelden opgenomen.
• De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt ongeveer 1,2 bps en het
maximale aantal continue opnamen bedraagt ongeveer 3 (als de beeldmodus is
ingesteld op P 4608×3456).
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, wordt een reeks van
maximaal tien beelden vastgelegd en wordt automatisch de scherpste opname
opgeslagen.
Gebruik deze optie bij het maken van opnamen van een stilstaand voorwerp op
plaatsen waar fotograferen met flitser verboden is en de kans op het trillen van de
camera groot is.
Telkens wanneer de ontspanknop helemaal wordt
ingedrukt, maakt de camera een reeks van 16 opnamen
en slaat ze op als één beeld.
• De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt
ongeveer 30 bps.
• Beeldmodus is vast ingesteld op L (beeldformaat:
2560 × 1920 pixels).
• Digitale zoom kan niet worden gebruikt.
B Opmerkingen over Continu-opnamen
• Wanneer een andere instelling dan Enkelvoudig wordt geselecteerd, kan de flitser niet worden gebruikt.
Scherpstelling, belichting en witbalans zijn vast ingesteld op de waarden die zijn bepaald voor de eerste
afbeelding in elke reeks.
• De beeldsnelheid voor continu-opnamen hangt af van de huidige instelling voor beeldmodus en de
gebruikte geheugenkaart of opnameomstandigheden.
• Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde instellingen van andere functies.
E48
B Opmerkingen over Multi-shot 16
Smear (F3) die zichtbaar is op de monitor bij het maken van opnamen met Multi-shot 16 ingeschakeld
wordt mee opgeslagen op beelden. Het wordt aanbevolen om helverlichte objecten als de zon, reflecties
van de zon en elektrisch licht te vermijden bij het maken van opnamen met Multi-shot 16 ingeschakeld.
Kleuropties
Selecteer de stand A (auto) M knop d M Kleuropties M knop k
Maak kleuren levendiger of sla beelden op in monochroom.
OptieBeschrijving
n Normale kleur
(standaardinstelling)
o LevendigGebruik deze optie voor een levendig “fotoprint”-effect.
p Zwart-witHiermee slaat u beelden op in zwart-wit.
q SepiaHiermee slaat u beelden op in sepiakleuren.
r KoelblauwHiermee slaat u beelden monochroom op in koelblauwe tinten.
Gebruik deze voor beelden met natuurlijke kleuren.
B Opmerkingen over Kleuropties
Mogelijk wordt de instelling niet gewijzigd bij gebruik van bepaalde instellingen van andere functies.
Referentiegedeelte
E49
Menu Slim portret
• Zie “Instellingen voor beeldmodus (Beeldformaat en -kwaliteit)” (E44) voor meer informatie
over Beeldmodus.
Huid verzachten
Ga naar de stand Slim portret M knop d M Huid verzachten M knop k
OptieBeschrijving
e Aan
(standaardinstelling)
Referentiegedeelte
k UitHiermee wordt Huid verzachten uitgeschakeld.
De resultaten van het effect voor huid verzachten op uw onderwerp kunnen niet worden
gecontroleerd tijdens het kadreren van beelden bij het opnemen. Controleer de resultaten in de
weergavestand, nadat u de opnamen hebt gemaakt.
Glimlachtimer
Ga naar de stand Slim portret M knop d M Glimlachtimer M knop k
De camera herkent de gezichten van personen en ontspant vervolgens automatisch de sluiter
wanneer een glimlach wordt herkend.
OptieBeschrijving
a Aan
(standaardinstelling)
k UitHiermee wordt de glimlachtimer uitgeschakeld.
E50
Wanneer de sluiter wordt ontspannen, herkent de camera een of meer
gezichten van personen (maximaal drie) en wordt het beeld verwerkt om de
huidtinten te verzachten voordat de opname wordt opgeslagen.
Hiermee wordt de glimlachtimer ingeschakeld.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.