Navman DEPTH 3100 User Manual [nl]

DEPTH 3100
Installation and
Operation Manual
Deutsch ..........12
Italiano............22
Svenska .........32
Suomi .............42
www.navman.com
NAVMAN
DEPTH 3100 Spiegeltransducer Installatie Handleiding
NAVMAN
1
Inhoud
1 Inleiding ............................................................................................................ 3
2 Bediening......................................................................................................... 3
2-1 In- en uitschakelen ...................................................................................................... 3
2-2 Standaard bediening.................................................................................................... 3
2-3 Alarmen ....................................................................................................................... 4
2-4 Simulatie-instelling....................................................................................................... 4
2-5 Bedieningsoverzicht..................................................................................................... 4
3 Diepte, kielafstand-instelling, diepte-alarm, ondiepte-alarm ....................... 5
3-1 Diepte eenheden instellen............................................................................................ 5
3-2 Diepte-alarm instellen .................................................................................................. 5
3-3 Ondiepte-alarm instellen .............................................................................................. 5
3-4 Ankerwacht..................................................................................................................6
3-5 Kielafstand instellen..................................................................................................... 6
4 Systeem van verschillende instrumenten..................................................... 6
4-1 NavBus ....................................................................................................................... 6
4-2 NMEA ......................................................................................................................... 6
5 DEPTH 3100 apparatuur ................................................................................. 7
5-1 Wat er bij uw DEPTH 3100 geleverd wordt.................................................................. 7
5-2 Andere benodigde onderdelen ..................................................................................... 7
5-3 Transducers ................................................................................................................ 7
5-4 Accessoires.................................................................................................................7
6 Installatie en instelling .................................................................................... 8
6-1 Installatie ..................................................................................................................... 8
6-2 Instelling ...................................................................................................................... 9
6-3 Resetten naar fabrieksinstelling ................................................................................... 9
Appendix A - S pecificaties .............................................................................. 10
Appendix B - Problemen oplossen ..................................................................1 1
Appendix C - Contactinformatie...................................................................... 53
Eenheden
Dit apparaat is in de fabriek ingesteld op meters. Als u deze instelling wilt veranderen zie dan sectie 3-1.
Belangrijk
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het apparaat en de transducers zodanig te installeren dat geen ongelukken, persoonlijk letsel of materiële schade worden veroorzaakt. De gebruiker van dit product is persoonlijk verantwoordelijk voor goed zeemanschap.
NAVMAN NZ LIMITED WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR GEBRUIK V AN DIT PRODUCT WAARBIJ ONGELUKKEN OF SCHADE WORDEN VEROORZAAKT OF DIE IN STRIJD ZIJN MET DE WET.
Heersende Taal: Deze verklaring, de bedieningshandleidingen, gebruikersgidsen en andere informatie met betrekking tot dit product (Documentatie) mogen worden vertaald naar, of zijn vert aald uit een andere taal (Vertaling). In geval van tegenstrijdigheid tussen Vertalingen van de Documentatie, zal de Engelse versie van de Documentatie de officiële versie van de Documentatie zijn.
Deze handleiding geeft de DEPTH 3100 weer ten tijde van druk. Navman NZ Limited behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande mededeling veranderingen door te voeren.Copyright © 2002 Navman NZ Limited, Nieuw Zeeland. Alle rechten voorbehouden. NA VMAN is een geregistreerd handelsmerk van Navman NZ Limited.
2
NAVMAN
DEPTH 3100 Installatie Handleiding
1 Inleiding
De DEPTH 3100 meet en geeft de diepte van het water weer. Een geïnstalleerde DEPTH 3100 bestaat gewoonlijk uit twee onderdelen:
Het beeldscherm. Een dieptetransducer, welke aan de romp is
bevestigd en op het beeldscherm is aangesloten.
Het apparaat wordt gevoed door de stroomvoorziening aan boord.
De DEPTH 3100 maakt deel uit van de NAVMAN familie bootinstrumenten voor het meten van snelheid, diepte, wind en repeaters.
Deze instrumenten kunnen zodanig op elkaar worden aangesloten dat ze een geïntegreerd datasysteem voor uw boot vormen (zie sectie 4).
Om maximaal profijt van uw DEPTH 3100 te hebben, raden we u aan deze handleiding vóór installatie en gebruik aandachtig door te lezen.
Het DEPTH 3100 beeldscherm
Beeldscherm
(verlicht)
Hoe de transducer diepte meet
De dieptetransducer produceert een ultrasone (geluids)trilling, welke zich door het water beweegt. Als de trilling tegen de bodem komt wordt een deel ervan teruggekaatst naar de boot en terugontvangen door de transducer.
Het apparaat analyseert de weerkaatsing van elke trilling. Het verwijdert ongewenste weerkaatsingen (van luchtbelletjes of andere voorwerpen) en berekent de diepte aan de hand van de verstreken tijd tussen het verzenden van de trilling en de ontvangst van de echo.
Schoonmaak en onderhoud
Maak het beeldscherm en kunststof transducers schoon met een vochtige doek of een mild afwasmiddel. Vermijd schuurmiddel, benzine of andere oplosmiddelen.
Verwijder of bedek zichtbare transducers als u de romp verft. Dieptetransducers mogen met een dunne laag antifouling verf bestreken worden. Schuur eerst voorzichtig aanwezige verf weg.
Waarschuwingssymbool
Beeldscherm geeft gewoonlijk diepte weer
Diepte-eenheden
Vier toetsen
(verlicht)
2 Bediening
2-1 In- en uitschakelen
Schakel het apparaat in en uit via de hulpschakelaar aan boord. Het apparaat heeft geen eigen aan/uit knop. Als de stroom uitgeschakeld wordt, blijven al uw instellingen bewaard.
Als het woord SIMULATE (simulatie) flikkert bovenaan het scherm, dan staat het apparaat op de simulatie-instelling (zie sectie 2-4).
NAVMAN
DEPTH 3100 Installatie Handleiding
111 x 111 mm
2-2 Standaard bediening
De toetsen
Het apparaat heeft vier toetsen, met de opdruk en . In deze handleiding:
Betekent drukken, dat men voor minder dan een seconde op een toets drukt
Betekent 2 seconden ingedrukt houden dat men de toets voor 2 seconden of langer ingedrukt houdt.
Betekent druk een toets + een andere toets dat men deze toetsen tegelijkertijd indrukt.
3
Instellen van achtergrondverlichting voor scherm en toetsen
Achtergrondverlichting kan op vier verschillende helderheidsniveaus ingesteld of uitgeschakeld worden. Druk eenmaal op om de huidige lichtsterkte te zien en druk nogmaals op om de lichtsterkte te veranderen:
Achtergrondverlichting Niveau 2
Het beeldscherm
Het beeldscherm geeft normaal gesproken diepte weer. Als het strepen laat zien (— —) dan betekent dit dat de diepte te groot of onbekend is.
2-3 Alarmen
De DEPTH 3100 kan zodanig ingesteld worden dat er een alarmsignaal klinkt wanneer het water te (on)diep wordt (zie secties 3-2 en 3-3). Wanneer het alarm klinkt en de interne pieper klinkt, begint het symbool op het beeldscherm te flikkeren en worden ook eventuele externe toeters en lichten in werking gesteld. Druk op om het alarm uit te schakelen. Het alarm blijft uitgeschakeld totdat normale diepte wordt bereikt. Als het water weer te (on)diep wordt zal het alarm weer afgaan.
2-4 Simulatie-instelling
De simulatie-instelling biedt u de mogelijkheid om aan wal aan het apparaat te wennen. De DEPTH 3100 werkt als gewoon de simulatie-stand, met uitzondering van de transducer. Deze wordt gegenegeerd en de informatie wordt door het apparaat zelf aangemaakt. Het woord SIMULATE flikkert in de rechterbenedenhoek van het scherm. Om de simulatie-instelling in of uit te schakelen: 1 Schakelt u de stroom uit. 2 Houdt u ingedrukt terwijl u de stroom weer
inschakeld.
2-5 Bedieningsoverzicht Schakel stroom in
Houdt
Houdt
5 sec
+
Schakel Simulatie in of uit
Geheugen resetten
Standaard bediening
2 seconden ingedrukt
Houdt
+
Diepte-eenheden veranderen (meters, voet of vadem)
Alarm uitschakelen
Achtergrondverlichting instellen (4 niveaus en uit)
4
Alarmen instellen
Diepte-alarm instellen
Houdt
2 sec
Ondiepte­alarm instellen
Houdt
2 sec
Instelling
Kielafstand instellen
+
Achtergrondverlichting groep instellen
+
NAVMAN
Alarm in- en uitschakelen
Alarmdiepte vergroten
Alarmdiepte verkleinen
Ga terug naar standaard instelling
Waarde verhogen of instelling veranderen
Waarde verminderen of instelling veranderen
Ga terug naar standaard instelling
DEPTH 3100 Installatie Handleiding
3 Diepte, kielafstand-instelling, diepte-alarm, ondiepte-alarm
Diepte en kielafstand-instelling
De weergegeven diepte is de afstand van de tranducer aan de boot tot de bodem van het water, plus of minus een afstand welke de kielafstand instelling wordt genoemd:
Een positieve kielafstand instelling geeft de diepte weer die gemeten wordt vanaf een punt boven de transducer. Als de gekozen kielafstand instelling bijv. de afstand van de transducer tot het wateroppervlak
Kielafstand instelling
is, dan wordt de diepte van het oppervlakte tot de bodem weergegeven. Een negatieve kielafstand instelling geeft de diepte weer die gemeten wordt vanaf een punt onder de transducer. Als de gekozen kielafstand instelling bijv . de minus­afstand van de transducer tot de onderkant van de kiel is, dan wordt de diepte van de onderkant van de kiel tot de bodem weergegeven.
Wateroppervlakte
Diepte van de transducer
NB: De boot in de illustratie gebruikt een “door-de-romp”-transducer
3-1 Diepte eenheden instellen
De eenheden kunnen METER, FEET (voet) of FA TH (vadem) zijn:
Druk op ; indien nodig, drukt u nogmaals op .
3-2 Diepte-alarm instellen
Het diepte-alarm gaat af als het alarm is ingeschakeld en de diepte gelijk is aan of groter wordt dan de diepte-alarmdiepte. Om het alarm uit te schakelen drukt u op .
Het diepte-alarm instellen: 1 Houdt
voor 2 seconden ingedrukt totdat het beeldscherm Too Deep Alarm (diepte-alarm) weergeeft:
Alarm is ingeschakeld
Diepte­alarm waarde
2 Om de alarm-diepte te veranderen drukt u op
3 Om het alarm in of uit te schakelen drukt u op 4 Druk op
3-3 Ondiepte-alarm instellen
Het ondiepte-alarm klinkt als het alarm is ingeschakeld en de diepte gelijk is aan of kleiner wordt dan de ingestelde ondiepte-alarm diepte. Om het alarm uit te schakelen drukt u op . Om het ondiepte-alarm in te stellen:
1 Houdt
2 Druk op
3 Druk op 4 Druk op
Kielafstand instelling
Positieve waarde
Transducer
of .
.
voor 2 seconden ingedrukt op het Too Deep Alarm (diepte-alarm)-beeldscherm totdat het het Too Shallow (ondiepte) Alarm weergeeft:
of om de
alarmdiepte te veranderen.
om het alarm in of uit te schakelen. .
Negatieve waarde
Alarm is uitgeschakeld
Waarde ondiepte­alarm
.
NAVMAN
DEPTH 3100 Installatie Handleiding
5
3-4 Ankerwacht
Om een ankerwacht in te stellen, stelt u het ondiepte­alarm op iets minder dan de huidige diepte en het diepte-alarm op iets meer dan de huidige diepte. Houdt wel rekening met getijdenverschillen.
3-5 Kielafstand instellen
Wat de kielafstand is wordt hierboven beschreven. Het bereik is ± 2.9 m (± 9.6 voet, ± 1.6 vadem):
1 Druk op
(kielafstand) scherm wordt weergegeven.
2 Druk nu op
veranderen.
3 Druk op
+ totdat het Keel Offset
of om de kielafstand te
.
4 Systeem van verschilende instrumenten
Verschillende NA VMAN instrumenten kunnen zo op elkaar worden aangesloten dat ze informatie kunnen uitwisselen. Er zijn twee manieren om dit te doen, NavBus of NMEA.
4-1 NavBus
NavBus is een systeem dat eigendom is van NAVMAN en dat een combinatie van instrumenten mogelijk maakt waarbij maar één set transducers benodigd is. Als de instrumenten via NavBus op elkaar zijn aangesloten:
Als u de eenheden, alarmen of kalibratie voor één van de instrumenten verandert zullen deze waarden automatisch veranderen voor andere instrumenten van hetzelfde type.
Elk instrument kan worden aangesloten op een groep van instrumenten (zie sectie 6-2 stap 2). Als u het achtergrondlicht verandert in groep 1, 2, 3 of 4 dan zal de achtergrondverlichting automatisch veranderen voor de andere instrumenten in dezelfde groep. Als u dit doet voor een instrument uit groep 0, dan gebeurt er niets met de andere instrumenten.
Als een alarm klinkt, dan kunt u dit uitschakelen door op te drukken op één van de instrumenten die dit alarm op het beeldscherm laten zien.
NavBus en de DEPTH 3100
Als de DEPTH 3100 niet is aangesloten op een dieptetransducer dan zal het apparaat automatisch, via NavBus, dieptemetingen van een ander apparaat overnemen, als deze data beschikbaar zijn. Voor meer informatie verwijzen we naar de NavBus Installatie- en Bedieningshandleiding.
NB: Als het apparaat niet is aangesloten op een transducer en er geen externe data beschikbaar zijn dan zal de weergegeven waarde strepen (— —).zijn.
4-2 NMEA
NMEA is een industriestandaard, maar is niet zo flexibel als NavBus omdat specifieke verbindingen tussen de instrumenten nodig zijn. Diepte informatie kan worden geproduceerd door de DEPTH 3100 en gelezen en weergegeven worden door de NAVMAN REPEAT 3100 of een ander NMEA instrument.
Kielafstand instelling (negatieve)
6
NAVMAN
DEPTH 3100 Installatie Handleiding
5 DEPTH 3100 apparatuur
5-1 Wat er bij uw DEPTH 3100 geleverd wordt
De DEPTH 3100 kan in verschillende configuraties geleverd worden.Z
Alleenstaande configuratie
DEPTH 3100 met beschermkap. Garantiekaart. Bevestigingsmal. Deze Installatie- en Bedieningshandleiding.
Hiernaast is voor de alleenstaande configuratie normaal gesproken een dieptetransducer nodig (zie sectie 5-3).
Pakketconfiguratie
De DEPTH 3100 is verkrijgbaar in verschillende configuratiepaketten met diverse soorten “door-de­romp”- transducers, met:
De onderdelen voor de alleenstaande configuratie, zoals hierboven aangegeven.
Een “door-de-romp” - dieptetransducer. Installatiehandleiding voor transducers.
5-2 Andere benodigde onderdelen
Een of meerdere instrumenten uit de 3100 serie dienen op de 12 V stroomvoorziening aan boord worden aangesloten via:
Een hulpschakelaar om de instrumenten in en uit te schakelen.
Een zekering. Een 1 A zekering is nodig voor tussen de één en vijf instrumenten.
Naar keuze kunnen externe toeters en lichtsysteem worden geïnstalleerd. De DEPTH 3100 is geaard en heeft maximaal 30 V DC en 250 mA nodig. Als de toeters en lichten meer dan 250 mA gebruiken, installeer dan een relais.
Voor systeem die uit verschilllende instrumenten bestaan zijn bedradingen en koppelstukjes noodzakelijk (zie sectie 4 of raadpleeg uw NavBus Installatie- en Bedieningshandleiding).
5-3 Transducers
De DEPTH 3100 wordt gewoonlijk gebruikt met een “door-de-romp” - dieptetransducer. Het apparaat kan echter door een ander instrument van metingen worden voorzien, in welk geval het wellicht geen transducer nodig heeft (zie sectie 4).
“Door-de-romp”- transducers geven meestal het beste resultaat en zijn de beste keus voor waterverplaatsende rompen. Ze worden geplaatst in een gat dat door de onderkant van de romp wordt geboord.
Een kunststof “door-de-rompss”- transducer is geschikt voor glasvezel of metalen rompen. Kunststof “door-de-romp” - transducers zijn niet geschikt voor massief houten rompen (Gebruik hiervoor NAVMANs bronzen transducers).
Bronzen transducers zijn geschikt voor houten en glasvezel rompen. Installeer nooit een bronzen transducer in een metalen romp. Dit veroorzaakt namelijk electrolytische corrosie.
Naast verschillende “door-de-romp”- transducers zijn ook NAVMAN romp en spiegel transducers verkrijgbaar . Voor meer informatie verwijzen we u graag naar de Transducer Installatie Handleiding of naar uw NAVMAN dealer .
5-4 Accessoires
De volgende accessoires zijn verkrijgbaar bij uw NAVMAN dealer:
NavBus aansluitdoos
(zie sectie 4)
4 m dieptetransducer
verlengkabel
NAVMAN
DEPTH 3100 Installatie Handleiding
7
6 Installatie en instelling
Een correcte installatie is cruciaal voor een goede werking van het apparaat. Het is van belang dat u deze sectie van de handleiding en documentatie die bij eventuele andere onderdelen geleverd is doorleest voordat u begint met de installatie. De DEPTH 3100 kan:
Signalen overbrengen naar externe toeters en lichten voor het alarm. Data zenden en ontvangen van en naar andere NAVMAN instrumenten die via NavBus op elkaar zijn aangesloten. Instellingen voor alarmen, eenheden, kalibratie en achtergrondverlichting zijn eender voor alle aangesloten onderdelen (zie sectie 4-1). Data zenden en ontvangen van en naar andere instrumenten via NMEA (zie sectie 4-2).
Waarschuwing
Het apparaat is waterdicht aan de voorkant. Bescherm de achterkant echter tegen water. Indien water door het luchtgat het apparaat binnenkomt kan het beschadigd worden. De garantie dekt schade door vocht of water dat via de achterkant het apparaat is binnengekomen niet. Verzekert u zich ervan dat de installatiegaten die u maakt de constructie van de boot niet ondermijnen. Raadpleeg in geval van twijfel een bootbouwer.
De keuze van locatie, de hoek en de installatie van de transducers is het meest cruciale onderdeel van de installatie. Als de inst allatie niet correct wordt uitgevoerd, kan dit tot gevolg hebben dat het apparaat niet naar behoren functioneert. Als u twijfelt, raadpleeg dan uw NAVMAN dealer. Kunststof “door-de-romp” transducers zijn niet geschikt voor houten rompen. Als u twijfelt, raadpleeg dan een bootbouwer of andere deskundige.
6-1 Installatie
DEPTH 3100 beeldscherm
1 Kies een plaats voor het beeldscherm waar het:
Goed zichtbaar is en niet gemakkelijk beschadigd kan worden. T enminste 100 mm van een kompas en min. 500 mm van een radio- of radarantenne is verwijderd. Verwijderd is van motoren, TL-verlichting of spanningsregelaars. Van achteren goed bereikbaar is: De minimale ruimte achter het apparaat dient 50 mm te zijn (zie bevestigingsschema). Aan de achterkant niet nat kan worden.
8
2 Het apparaat dient op een vlak paneel dat niet
dikker is dan 20 mm bevestigd worden. Plak de bevestigingsmal op de juiste plaats. Boor een gat van 50 mm door het middelste gat van de mal. De mal voorziet in ruimte om het apparaat heen voor een beschermhoes.
3 Verwijder de beschermkap van de achterkant van
het apparaat. Steek de bout aan de achterkant van het apparaat door het bevestigingsgat. Schroef de moer er met de hand op vast.
Transducers
1 Als de DEPTH 3100 niet met een tranducer
geleverd wordt, kies dan een geschikte transducer (zie sectie 5-3). Als de DEPTH 3100 met een transducer geleverd wordt check dan in sectie 5-3 of deze geschikt is.
2 Kies een geschikte positie voor de transducer
en installeer het door de instructies in de Transducer Installatiehandleiding te volgen.
3 Installeer de kabels tussen de transducer en
het beeldscherm:
Houdt de kabel apart van andere kabels, motoren, TL-verlichting, spanningsregelaars en radio- en radarapparatuur. Leg de kabel niet in het onderruim Indien noodzakelijk kunt u de kabel door verlengkabels verlengen. Snij een dieptetransducerkabel nooit door. Maak de kabel met regelmatige tussenruimtes vast.
4 Verbindt de transducer met het beeldscherm.
Zijaanzicht van de beeldschermbevestiging
Maximale dikte 20 mm
Bevestigingsgat 50 mm
Beeldscherm
Min. ruimte 50 mm
NAVMAN
Bevestigingsmoer
Kabels
DEPTH 3100 Installatie Handleiding
Electrische/data bedrading
1 Bedrading van het beeldscherm electrische/
data kabel:
Dit apparaat heeft 12 V DC stroom nodig. Installeer een hulpschakelaar en een zekering naar de stroomvoorziening of voorzie het apparaat van stroom via een geaarde hulpschakelaar. De zekering voor maximaal 5 instrumenten dient 1 A te zijn. Als de externe toeters en lichten meer dan 250 mA nodig hebben is het raadzaam een
relais te installeren. De bedrading voor een op zich staand apparaat kan als volgt gedaan worden:
beschermen en houd ze apart om kortsluiting te voorkomen.
6-2 Instelling
1 Maak een proefvaart om te controleren of alle
instrumenten goed werken.
2 Als het apparaat onderdeel uitmaakt van een serie
3100 instrumenten die door NavBus zijn geschakeld, dan stelt u nu de achtergrondverlichting van de groep in (zie sectie 4-1): i Druk verschillende keren op + totdat
het Backlight Group (achtergrondverlichting groep) scherm in beeld komt:
ii Druk op of om het achergrondverlichting
groepsnummer in te stellen.
Zwart Rood
Groen Geel
Wit Oranje Blauw
Dieptetransducer
Schakelaar
Zekering
12 V DC stroom
Externe toeters of lichten (optioneel)
Geen verbinding NMEA uit (optioneel)
NavBus (optioneel)
}
Als u verschillende instrumenten schakelt, gebruik dan verdeeldozen om de bedrading te vereenvoudigen, zoals hieronder aangegeven:
Groep 1
Electriciteits- / data-kabels
Groep 2
Electriciteits- / data-kabels
Verdeeldoos
NavBus kabel
Electriciteits- & data-bedradingen
Verdeeldoos
Electriciteits- & data-bedradingen
Informatie over de installatie van NavBus en het gebruik van verdeeldozen vindt u in de NavBus Installatie- en Bedieningshandleiding.
2 Plak ongebruikte bedradingen en verbindingsstukjes
af of dek ze anderzins af om ze tegen water te
groeps 3
achergrondverlichting
iii Druk op .
3 Instellen:
Diepteenheden (zie sectie 3-1). De kielafstand (zie sectie 3-5).
6-3 Resetten naar fabrieksinstelling
Alle iinstellingen kunnen gereset worden naar de fabrieksinstelling (zie onderstaand). Om te resetten naar de fabrieksinstelling: 1 Schakel de stroom uit. 2 Houdt + ingedrukt terwijl u de stroom
weer inschakelt en houd de toetsen nog minimaal 5 seconden ingedrukt.
Diepte-eenheden .............................. Meters
Kielafstand-instelling .................................0
Diepte-alarm............................................. Uit
SIMULATE stand ...................................... Uit
Achtergrondverlichting Niveau..................... 0
Achtergrondverlichting groep ................... 1
NAVMAN
DEPTH 3100 Installatie Handleiding
9
Appendix A - Specificaties
Fysiek
Maat van het beeldscherm 11 1 mm in het vierkant. LCD display 82 mm breed, 61 mm hoog; twisted nematic. LCD cijfers 38 mm hoog. Vier laser ge-ëtste bedieningstoetsen. Achtergrondverlichting van het beelscherm en toetsen, oranje, instelbaar op vier niveaus en uit. Bedieningstemperatuur 0 to 50ºC (32 tot 122ºF). Kabellengte van de transducer 8 of 9 meter, afhankelijk van de transducer. Vermogen Tros lengte 1 m.
Electrisch
Electriciteitsvoorziening 10.5 tot 16.5 V DC, 30mA zonder achtergrondverlichting, 190 mA met volledige achtergrondverlichting. Externe toeter of lichtbron, geaard, maximaal 30 V DC en 250 mA.
Diepte
Bereik 0.5 tot 130 m. Typische nauwkeurigheid is < 2% (afhankelijk van het type dieptetransducer, installatie en helderheid van het water). Geeft 0.0 tot 19.9 weer en 20 omhoog. Aanpasbare kielafstand instelling ± 2.9 m (± 9.6 voet en ± 1.6 vadem). Diepte- en ondiepte-alarm (voor ankerwacht gebruikt u deze alarmen tegelijkertijd).
Interfaces
NavBus aansluiting op andere instrumenten. NMEA 0183 output: DBT, DPT, PTTKD.
Overeenkomstig met standaarden
EMC meegaandheid
USA (FCC): Europa (CE): EN50081-1, EN50082-1
Deel 15 Klasse B
Nieuw-Zeeland en Australië (C Tick):
Milieu: IP66 van de voorkant indien correct
AS-NZS 3548.
geïnstalleerd.
Electriciteits/data-bedrading Bedrading Signaal
Rood Positieve stroom, 12 V DC,
maximaal 190 mA
Zwart Negatieve stroom, standaard
NMEA
Groen Externe toeter of lichten uit,
geaard, 30 V DC en max.
250 mA. Oranje NavBus + Blauw NavBus ­Wit NMEA uit Geel Geen verbinding
10
NAVMAN
DEPTH 3100 Installatie Handleiding
Appendix B - Problemen oplossen
Deze gids voor het oplossen van problemen gaat ervan uit dat u de complete handleiding gelezen en begrepen heeft.
Het is vaak mogelijk om moeilijkheden op te lossen zonder dat het apparaat voor reparaties naar de fabriek hoeft worden gezonden. Wij verzoeken u vriendelijk om deze sectie door te lezen voordat u contact opneemt met uw NAVMAN-dealer .
Geen van de onderdelen dient door de gebruiker onderhouden te worden. Om waterdichtheid en het correct n in elkaar zetten te checken zijn specifieke methodes en testinstrumenten nodig. Reparaties dienen alleen uitgevoerd te worden door servicecenters die door NAVMAN NZ Limited zijn goedgekeurd. Gebruikers die zelf hun DEPTH 3100 onderhouden maken de garantie ongeldig.
U kunt meer informatie vinden op onze website: www.navman.com
1 Problemen bij inschakelen apparaat:
a Zekering doorgebrand of stroom
onderbroken door stroomonderbreker.
b Voltage accu ligt niet tussen 10.5 to
16.5 V DC.
c Electriciteits/data kabel beschadigd.
2 Diepteweergave klopt niet of vertoont
onregelmatigheden:
a Apparaat is tijdelijk niet in staat om de
bodem waar te nemen, bijv. omdat het water te diep, te ondiep of te troebel is, omdat de boot achteruitvaart of omdat de transducer zich in woelig water bevindt.
b Dieptetransducerkabel is losgeraakt of
beschadigd.
c Dieptetransducer is vies of beschadigd.
Controleer op viezigheid, beschadigingen of een te dikke laag verf over de transducer.
d Dieptetransducer is niet correct geïnstalleerd
of het water vloeit er niet gladjes en helder over. Herzie installatie.
e Storing door ultrasone golven van een
andere dieptepeiler.
f Storing door electrische ruis. Herzie
installatie.
Om de transducer te controleren vervangt u deze tijdelijk door een goed functionerende transducer. Houdt deze transducer over boord in het water en controleer of er een diepte weergegeven wordt.
3 Het woord SIMULATE flikkert in de
linkerbovenhoek van het scherm, waarden zijn onverwacht:
a Apparaat op de simulatie-instelling (zie
sectie 2-4).
4 Het beeldscherm beslaat:
a Vochtige lucht is door het luchtgat de
achterkant van het apparaat binnengedrongen. Zorg dat de boot gelucht wordt of gebruik apparaat met felste achtergrondverlichting.
b Water is door het luchgat de achterkant
binnengedrongen. Retourneer het apparaat voor onderhoud.
NAVMAN
DEPTH 3100 Installatie Handleiding
11
Appendix C - How to contact us
NORTH AMERICA
NAVMAN USA INC.
18 Pine St. Ext. Nashua, NH 03060. Ph: +1 603 577 9600 Fax: +1 603 577 4577 e-mail: sales@navmanusa.com
OCEANIA
New Zealand
Absolute Marine Ltd. Unit B, 138 Harris Road, East Tamaki, Auckland. Ph: +64 9 273 9273 Fax: +64 9 273 9099 e-mail:
navman@absolutemarine.co.nz
Australia
NAVMAN AUSTRALIA PTY. Limited. Unit 6 / 5-13 Parsons St, Rozelle, NSW 2039, Australia. Ph: +61 2 9818 8382 Fax: +61 2 9818 8386 e-mail: sales@navman.com.au
SOUTH AMERICA
Argentina
HERBY Marina S.A. Costanera UNO, Av Pte Castillo Calle 13 1425 Buenos Aires, Argentina. Ph: +54 11 4312 4545 Fax: +54 11 4312 5258 e-mail:
herbymarina@ciudad.com.ar
Brazil
REALMARINE. Estrada do Joa 3862, CEP2611-020, Barra da Tijuca, Rio de Janeiro, Brasil. Ph: +55 21 2483 9700 Fax: +55 21 2495 6823 e-mail:
vendas@marinedepot.com.br
Equinautic Com Imp Exp de Equip Nauticos Ltda. Av. Diario de Noticias 1997 CEP 90810-080, Bairro Cristal, Porto Alegre - RS, Brasil. Ph: +51 241 02 14 Fax: +51 249 66 75 e-mail:
equinautic@equinautic.com.br
ASIA
China
Peaceful Marine Electronics Co. Ltd. Hong Kong, Guangzhou, Shanghai, Qindao, Dalian. E210, Huang Hua Gang Ke Mao Street, 81 Xian Lie Zhong Road, 510070 Guangzhou, China. Ph: +86 20 3869 8784 Fax: +86 20 3869 8780 e-mail:
sales@peaceful-marine.com
Website:
www.peaceful-marine.com
Malaysia
Advanced Equipment Co. 43A, Jalan Jejaka 2, Taman Maluri, Cheras 55100, Kuala Lumpur. Ph: +60 3 9285 8062 Fax: +60 3 9285 0162 e-mail: ocs@pc.jaring.my
Singapore
RIQ PTE Ltd. 81, Defu Lane 10, HAH Building, #02-00 Singapore 539217. Ph: +65 6 2835336 Fax: +65 6 2833076 HP: +65 96795903 e-mail: riq@postone.com
Thailand
Thong Electronics (Thailand) Company Ltd. 923/588 Sethakit 1 Road, Mahachai, Muang, Samutsakhon 74000, Thailand. Ph: +66 34 411 919 Fax: +66 34 422 919 e-mail: thonge@cscoms.com
Vietnam
Haidang Co. Ltd. 16A/A1E, Ba thang hai St. District 10, Hochiminh City. Ph: +84 8 86321 59 Fax: +84 8 86321 59 e-mail:
sales@haidangvn.com
Website: www.haidangvn.com
MIDDLE EAST
Lebanon and Syria
Letro, Balco Stores, Moutran Street, Tripoli VIA Beirut. Ph: +961 6 624512 Fax: +961 6 628211 e-mail: balco@cyberia.net.lb
United Arab Emirates
www.navman.com
Kuwait, Oman & Saudi Arabia AMIT, opp Creak Rd. Baniyas Road, Dubai. Ph: +971 4 229 1195 Fax: +971 4 229 1198 e-mail: mksq99@email.com
AFRICA
South Africa
Pertec (Pty) Ltd Coastal, Division No.16 Paarden Eiland Rd. Paarden Eiland, 7405 Postal Address: PO Box 527, Paarden Eiland 7420 Cape Town, South Africa. Ph: +27 21 511 5055 Fax: +27 21 511 5022 e-mail: info@kfa.co.za
EUROPE
France, Belgium and Switzerland
PLASTIMO INTERNATIONAL 15, rue Ingénieur Verrière, BP435, 56325 Lorient Cedex. Ph: +33 2 97 87 36 36 Fax: +33 2 97 87 36 49 e-mail: plastimo@plastimo.fr Website: www.plastimo.fr
Germany
PLASTIMO DEUTSCHLAND 15, rue Ingénieur Verrière BP435 56325 Lorient Cedex. Ph: +49 6105 92 10 09
+49 6105 92 10 10
+49 6105 92 10 12 Fax: +49 6105 92 10 11 e-mail:
plastimo.international@plastimo.fr
Website: www.plastimo.de
Italy
PLASTIMO ITALIA Nuova Rade spa, Via del Pontasso 5 I-16015 CASELLA SCRIVIA (GE). Ph: +39 1096 8011 Fax: +39 1096 8015 e-mail: info@nuovarade.com Website: www.plastimo.it
Holland
PLASTIMO HOLLAND BV. Industrieweg 4, 2871 JE SCHOONHOVEN. Ph: +31 182 320 522 Fax: +31 182 320 519 e-mail: info@plastimo.nl Website: www.plastimo.nl
United Kingdom
PLASTIMO Mfg. UK Ltd. School Lane - Chandlers Ford Industrial Estate, EASTLEIGH - HANTS S053 ADG. Ph: +44 23 8026 3311 Fax: +44 23 8026 6328 e-mail: sales@plastimo.co.uk Website: www.plastimo.co.uk
Sweden, Denmark or Finland
PLASTIMO NORDIC AB. Box 28 - Lundenvägen 2, 47321 HENAN. Ph: +46 304 360 60 Fax: +46 304 307 43 e-mail: info@plastimo.se Website: www.plastimo.se
Spain
PLASTIMO ESPAÑA, S.A. Avenida Narcís Monturiol, 17 08339 VILASSAR DE DALT, (Barcelona). Ph: +34 93 750 75 04 Fax: +34 93 750 75 34 e-mail: plastimo@plastimo.es Website: www.plastimo.es
Other countries in Europe
PLASTIMO INTERNATIONAL 15, rue Ingénieur Verrière BP435 56325 Lorient Cedex, France. Ph: +33 2 97 87 36 59 Fax: +33 2 97 87 36 29 e-mail:
plastimo.international@plastimo.fr
Website: www.plastimo.com
REST OF WORLD / MANUFACTURERS
NAVMAN NZ Limited. 13-17 Kawana St. Northcote. P.O. Box 68 155 Newton, Auckland, New Zealand. Ph: +64 9 481 0500 Fax: +64 9 480 3176 e-mail:
marine.sales@navman.com
Website:
www.navman.com
NAVMAN
DEPTH 3100 Installation and Operation Manual
53
Made in New Zealand MN000136 1951322
DEPTH 3100
Lon 174° 44.535’E
Lat 36° 48.404’S
NAVMAN
Loading...