Lees absoluut de gebruiksaanwijzing voor u uw toestel plaatst, instal‐
leert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het toestel.
nl-BEM.-Nr. 10 162 880
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu.............................................. 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ................................................................... 7
Bediening van de wasautomaat ......................................................................... 14
De verpakking behoedt de wasauto‐
maat voor transportschade. Er werd
materiaal gekozen, dat door het milieu
wordt verdragen en opnieuw kan wor‐
den benut.
Door de verpakking weer in kringloop te
brengen, wordt er grondstof gespaard
en verkleint de afvalberg. Geef deze
stoffen dus niet met het gewone vuilnis
mee. Breng ze liever naar het dichtstbij‐
zijnde gemeentelijk containerpark. Waar
u dat vindt, komt u zeker bij uw ge‐
meentebestuur aan de weet.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische ap‐
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio‐
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be‐
handeling kunnen deze stoffen schade‐
lijk zijn voor de gezondheid en het mili‐
eu. Verwijder het afgedankte apparaat
dan ook nooit met het gewone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus‐
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids‐
voorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech‐
ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan de oven.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u de wasautomaat in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid,
het gebruik en het onderhoud van de wasautomaat. Dat is veiliger
voor uzelf en u verhindert schade aan de wasautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed en geef ze door aan wie het
toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Deze wasautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en
in gelijkaardige omgevingen.
De wasautomaat is niet bestemd voor gebruik buitenshuis.
Gebruik de wasautomaat uitsluitend voor huishoudelijke toepas‐
singen voor het wassen van stoffen waarvan de fabrikant op het
wasetiket heeft aangegeven dat ze in de machine mogen worden
gewassen. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele
is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een
ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bedie‐
ning.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk‐
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
om de wasautomaat veilig te bedienen, mogen de wasautomaat al‐
leen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk
iemand gebruiken.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de wasau‐
tomaat te worden gehouden, tenzij ze continue in het oog worden
gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen zonder
toezicht bedienen, wanneer hen de wasautomaat zodanig is toege‐
licht dat ze de wasautomaat veilig kunnen bedienen. Kinderen moe‐
ten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen herken‐
nen en begrijpen.
Kinderen mogen de wasautomaat niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Let op kinderen die in de buurt van de wasautomaat komen. Laat
kinderen nooit met de wasautomaat spelen.
Technische veiligheid
Neem de aanwijzingen in de rubriek "Opstellen en aansluiten" en
de rubriek "Technische gegevens" in acht.
Controleer vóórdat de wasautomaat wordt geplaatst, of het toe‐
stel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag u
niet opstellen en in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de aansluiting (smeltveiligheden,
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektrici‐
teitsnet bij u ter plaatse voordat u de wasautomaat aansluit. Vraag
eventueel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De betrouwbare en zekere werking van de wasmachine is enkel
gegarandeerd wanneer de wasmachine aan het openbare elektrici‐
teitsnet is aangesloten.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van de wasautomaat wordt enkel ge‐
waarborgd als u het op een aardsysteem aansluit dat volgens de
voorschriften werd geïnstalleerd.
Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor‐
waarde is voldaan. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman na‐
kijken.
Miele kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die werd
veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon
ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
een verlengsnoer, aftakcontactdozen en dergelijke verhoogt het risi‐
co op oververhitting en daarmee op brand.
Laat defecte onderdelen enkel vervangen door originele Miele-
wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan
de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
De aansluitstekker moet te allen tijde bereikbaar zijn om de was‐
automaat van het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uit‐
voeren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij
schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door een
vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het
toestel gebruikt.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij storingen of bij een reinigings- en onderhoudsbeurt is de was‐
automaat alleen dan van het elektriciteitsnet losgekoppeld in de vol‐
gende gevallen:
– u de stekker uit het stopcontact haalt of
– de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld of
– de schroefzekering op uw elektrische installatie helemaal uitge‐
draaid is.
Het waterproofsysteem van Miele beschermt tegen waterschade
als de volgende voorwaarden vervuld zijn:
– het toestel wordt geïnstalleerd zoals het hoort wat stroomvoorzie‐
ning en wateraansluiting aangaat,
– de wasautomaat wordt gerepareerd en/of onderdelen worden
vervangen indien er schade wordt vastgesteld.
De waterdruk moet minstens 100 kPa bedragen en mag de
1000 kPa niet overschreiden.
Deze wasautomaat mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv.
schepen) worden gebruikt.
Voer geen veranderingen aan de wasautomaat uit die niet uitdruk‐
kelijk door Miele zijn toegestaan.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Stel uw wasautomaat niet op in een vertrek waar het kan vriezen.
Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De
betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tempera‐
turen onder het vriespunt in het gedrang komen.
Verwijder de transportbeveiliging op de achterzijde voor u de
wasautomaat in gebruik neemt. Zie rubriek "Opstellen en aanslui‐
ten", alinea "Transportbescherming wegnemen"). Als die beveiliging
niet verwijderd is, kan ze tijdens het centrifugeren schade toebren‐
gen aan de wasautomaat. Ook aan meubelen of toestellen ernaast
kan er schade optreden.
Doe de waterkraan dicht bij langere afwezigheid (bv. vakantie).
Vooral wanneer er zich vlakbij de wasautomaat geen afvoer in de
vloer bevindt.
Overstromingsgevaar!
Voor u de afvoerslang in een spoelbak hangt, dient u te controleren
of het water vlot genoeg wegvloeit. Maak de waterafvoerslang vast
opdat ze niet zou wegglijden! Door de terugstoot van het wegvloei‐
ende water kan de slang anders uit de spoelbak worden geslingerd.
Let erop dat er geen voorwerpen zoals spijkers, naalden, geld‐
stukken of paperclips worden meegewassen. Deze voorwerpen kun‐
nen schade toebrengen aan onderdelen van het toestel, bijv. aan
kuip of trommel. Deze beschadigde onderdelen kunnen op hun
beurt uw was beschadigen.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wees voorzichtig bij het openen van de deur na gebruik van de
stoomfunctie. Er is gevaar voor brandwonden door ontsnappende
stoom en hoge temperaturen van de trommeloppervlakken en de
ronde glazen deur. Zet een stap achteruit en wacht tot de stoom ver‐
dwenen is.
De maximumlading bedraagt 8 kg (droog wasgoed). In de rubriek
"Programmaoverzicht" vindt u de deels kleinere ladingen voor afzon‐
derlijke programma's.
Bij een juiste wasmiddeldosering is geen ontkalken van de was‐
automaat nodig. Heeft zich in uw wasautomaat toch kalk afgezet,
gebruik dan een ontkalkingsmiddel op basis van natuurlijk citroen‐
zuur. Miele raadt u de Miele ontkalker aan. Deze kunt u online be‐
stellen op www.miele-shop.be, via uw Miele-handelaar of de dienst
Onderdelen en toebehoren van Miele. Houd u stipt aan de toepas‐
singsaanwijzingen van het ontkalkingsmiddel.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen be‐
handeld is, moet voordat het in de was- en droogautomaat wordt
gewassen, grondig in zuiver water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze wasautomaat in geen geval reinigingsmiddel dat
oplosmiddel bevat (bv. wasbenzine). Daardoor kunnen toestelonder‐
delen worden beschadigd en kunnen giftige dampen ontstaan die
brand of explosies kunnen veroorzaken.
Gebruik aan of in de wasautomaat nooit reinigingsmiddelen die
oplosmiddel (bijv. wasbenzine) bevatten. Daarmee bevochtigde
kunststof oppervlakken kunnen worden beschadigd.
Kleuringmiddel dient voor gebruik in wasautomaten geschikt te
zijn. Het mag enkel in beperkte mate - als voor een huishouden worden gebruikt. Volg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant strikt
op.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Ontkleuringsmiddel kan wegens zijn zwavelhoudende verbin‐
dingen corrosie tot stand brengen. U mag geen ontkleuringsmiddel
in de wasautomaat gebruiken.
Als er wasmiddel in uw ogen terechtkomt, spoel ze dan met zuiver
lauwwarm water uit. Bij inslikken, direct een arts raadplegen. Perso‐
nen met gekwetste of gevoelige huid moeten elk contact met het
wasmiddel mijden.
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd, mag
worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen
gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op garantie en/of
productaansprakelijkheid.
Wasautomaten van Miele kunnen in een was- en droogzuil ge‐
combineerd worden opgesteld. Tevens is een Miele was-droog-ver‐
bindingsset vereist; dit is met toeslag verkrijgbaar toebehoren. Let
erop dat de was-droog-verbindingsset geschikt is voor de Miele
droogautomaat en de Miele wasautomaat.
Let erop dat de voet van Miele (met toeslag verkrijgbaar toebeho‐
ren) bij deze wasautomaat past.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat de‐
ze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
13
Bediening van de wasautomaat
Bedieningspaneel
a
Display met sensortoetsen
Meer uitleg daarover vindt u op de
volgende pagina.
b
Toets Start/Stop
Start het gekozen wasprogramma en
breekt een gestart programma af.
c
Toets Temperatuur
Om de gewenste wastemperatuur in
te stellen.
d
Toets Toerental
Om het gewenste eindcentrifugeer‐
toerental in te stellen.
e
Toets Startuitstel
Om het startuitstel te kiezen.
f
Toets Opties
De wasprogramma’s kunt u aanvul‐
len met verschillende opties.
g
Programmakeuzeschakelaar
Voor de keuze van de wasprogram‐
ma's.
h
Optische interface PC
Voor de Technische Dienst.
i
Toets
Om de wasautomaat in- en uit te
schakelen.
De wasautomaat schakelt zichzelf
automatisch uit om energie te bespa‐
ren. Dit gebeurt 15 minuten na het
programma-einde / kreukbeveiliging
of na het inschakelen waarop geen
verdere bediening volgt.
14
Bediening van de wasautomaat
2:591600
j
Sensortoets
Verschuift de keuzelijst naar bene‐
den of verlaagt waarden.
k
Sensortoets OK
Bevestigt het gekozen programma,
de ingestelde waarde of opent een
submenu.
l
Sensortoets
Verschuift de keuzelijst naar boven
of verhoogt waarden.
m
Sensortoets Cap
Activeert de cap-dosering via de
wasmiddellade.
n
Sensortoets EcoFeedback
Geeft informatie over het energie- en
waterverbruik van het betreffende
wasprogramma. Zie ook de rubriek
"Milieuvriendelijk wassen", rubriek
"EcoFeedback".
De sensortoetsen tot branden zo‐
dra het display via de sensortoetsen
kan worden bediend.
Duur van het programma
Na de start van een programma wordt
de duur van het programma in uren en
minuten aangeduid.
Als het programma met startuitstel
wordt gestart, wordt de duur van het
programma pas aangegeven als de
startuitsteltijd verstreken is.
Startuitstel
De gekozen startuitsteltijd wordt weer‐
gegeven.
Na de start van het programma wordt
de startuitsteltijd afgeteld.
Wanneer de startuitsteltijd verstreken
is, start het programma. Op het display
verschijnt de vermoedelijke duur van
het programma.
Basisdisplay
Het basisdisplay toont van links naar
rechts de volgende waarden:
– de duur van het programma
– de gekozen wastemperatuur
– het gekozen centrifugeertoerental
15
Bediening van de wasautomaat
Taal
Cap
Start overh00 :00
Voorbeelden van de bediening
Verplaatsen in een keuzelijst
Aan de pijlen op het display ziet u dat
er een keuzelijst beschikbaar is.
Door aanraking van de sensortoets
verschuift de keuzelijst naar beneden
en door aanraking van de sensortoets
verschuift de keuzelijst naar boven.
Met de sensortoets OK wordt het me‐
nuonderdeel op het display geacti‐
veerd.
Markering van het gekozen onder‐
deel
Als een onderdeel in een keuzelijst is
geactiveerd, dat wordt dit met een
gemarkeerd.
Getalwaarde instellen
De getalwaarde heeft een witte achter‐
grond. Door aanraking van de sensor‐
toets wordt de getalwaarde kleiner
en door aanraking van de sensortoets
wordt de getalwaarde groter. Met de
sensortoets OK wordt de getalwaarde
op het display geactiveerd.
Een submenu verlaten
U verlaat het submenu door het kiezen
van Terug .
16
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen
deutsch
Laat de wasautomaat voor de
eerste ingebruikneming degelijk op‐
stellen en aansluiten. Neem de ru‐
briek "Opstellen en aansluiten" in
acht.
Beschermfolie en reclamestic‐
kers verwijderen
Verwijder
– de beschermfolie van de deur.
– alle reclamestickers (indien aanwezig)
van de voorkant en van de deksel.
Stickers die u na openen van de
deur ziet (bijv. het typeplaatje) mo‐
gen niet worden verwijderd!
De functies van deze wasautomaat
zijn in de fabriek grondig getest. Hier‐
door bevindt er zich nog wat water in
de trommel.
Uit veiligheidsoverwegingen kunt u het
toestel niet laten centrifugeren voordat
het een eerste keer in gebruik is geno‐
men. Om het toestel te kunnen laten
centrifugeren, moet eerst een waspro‐
gramma zonder wasgoed en zonder
wasmiddel worden uitgevoerd.
De taal voor het display instel‐
len
U wordt gevraagd de gewenste taal
voor het display in te stellen. U kunt al‐
tijd naar een andere taal schakelen via
het menu "Instellingen".
Druk op de sensortoets of tot de
gewenste taal op het display staat.
Bevestig de taal door aanraken van
de toets OK.
Informatieteksten
Er volgen twee informatieteksten die u
informeren over het verwijderen van de
transportbescherming en het in gebruik
nemen van het toestel.
Bevestig deze teksten met de sensor‐
toets OK.
Gebruikt u wasmiddel, dan kan er over‐
dreven veel schuim worden gevormd!
Druk op de toets .
De verwelkoming is nu verlicht.
17
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen
Belading1 - 8kg
2:591600
Het eerste wasprogramma
starten
Draai de waterkraan open.
Draai de programmakiezer op de po‐
sitie Katoen.
Op het display verschijnt:
Vervolgens schakelt het display over op
de basisweergave:
Druk op de toets Start/Stop.
Schakel de wasautomaat na het
einde van de wasbeurt uit.
De stappen om het toestel voor het
eerst in gebruik te nemen zijn vol‐
tooid.
18
Milieuvriendelijk wassen
Stroom- en waterverbruik
– Houd zoveel mogelijk rekening met
de maximumlading die bij elk was‐
programma wordt opgegeven.
Dan is het stroom- en waterverbruik,
berekend op basis van de totale hoe‐
veelheid wasgoed, het laagst.
– Bij een kleinere lading wasgoed zorgt
de automatische aanpassing van de
watertoevoer ervoor dat er minder
water en stroom wordt verbruikt.
– Gebruik het programma Express 20
voor kleinere, licht vervuilde washoe‐
veelheden.
– Met moderne wasmiddelen kunt u
wassen met lagere temperaturen
(bijv. 20°C). Gebruik de overeenkom‐
stige temperatuurinstellingen om
stroom te sparen.
– Voor de hygiëne in de wasautomaat
is het aan te bevelen nu en dan een
wasbeurt uit te voeren met een tem‐
peratuur van minstens 60° C. Met de
melding Hygiëne Info op het display
herinnert de wasautomaat u eraan.
Wasmiddelverbruik
– Gebruik telkens maar zoveel wasmid‐
del als op de verpakking staat aan‐
gegeven.
– Houd voor de dosering rekening met
de vervuilingsgraad van het was‐
goed.
– Gebruik bij kleinere ladingen minder
wasmiddel (ca. 1/3 minder wasmiddel
bij een halve lading).
Tip bij aansluitend machinaal drogen
Kies het hoogst mogelijke centrifugeer‐
toerental dat het wasprogramma te bie‐
den heeft. Zo bespaart u achteraf
stroom bij het drogen.
19
Milieuvriendelijk wassen
Energie
Water
EnergiekWh0,9
EcoFeedback
Via de sensortoets EcoFeedback krijgt
u informatie over het energie- en water‐
verbruik van uw wasautomaat.
Op het display wordt de volgende infor‐
matie aangegeven:
– Een prognose voor de start van het
programma.
– Het actuele energie- en waterverbruik
tijdens het programma.
– Aan einde van het programma ziet u
het energie- en waterverbruik van het
afgelopen wasprogramma.
1. Prognose
Gebruik na het kiezen van een was‐
programma de sensortoets EcoFeed‐back.
Het streepjesdiagram toont de progno‐
se van het energieverbruik.
2. Effectief verbruik
Tip: Op het einde van het programma
kunt u, voor u de deur opent, het effec‐
tieve stroom- en waterverbruik aflezen.
Druk op de sensortoets EcoFeed‐
back.
Druk op de sensortoets of om
over te schakelen naar de weergave
van het waterverbruik.
Bij het openen van de deur of na het
automatisch uitschakelen aan het
einde van het programma worden de
gegevens weer teruggezet op de
prognose.
Instelling totaalverbruik
– Houdt het totale energie- en water‐
verbruik bij.
Zie de rubriek "Instellingen"
Raak de sensortoetsen of om
over te schakelen naar de prognose
van het waterverbruik.
Hoe meer streepjes () er te zien zijn,
hoe meer energie of water er wordt ge‐
bruikt.
De prognose wijzigt overeenkomstig
het gekozen wasprogramma, de geko‐
zen temperatuur en de gekozen opties.
Het display schakelt nu automatisch of
door aanraken van de sensortoets OK
weer over naar de basisweergave.
20
1. Het wasgoed voorbereiden
Tip: Vlekken (bloed, ei, koffie, thee,
enz.) kunt u vaak met kleine trucs weg‐
werken.
Bij de behandeling van textiel
met reinigingsproducten die oplos‐
middel bevatten (bijv. reinigingsben‐
zine) dient u erop te letten dat er
geen kunststof onderdelen worden
bevochtigd met het reinigingspro‐
duct.
Maak de zakken leeg.
Vreemde voorwerpen (bijv. spij‐
kers, geldstukken, papierklemmen)
kunnen het wasgoed en onderdelen
van de machine beschadigen.
Wasgoed sorteren
Sorteer het wasgoed volgens de
kleur en de symbolen op het onder‐
houdsetiket. Dat vindt u in kragen en
zomen.
Tip: Donker textiel heeft de neiging om
bij de eerste wasbeurten wat kleur te
verliezen. Om geen wasgoed te laten
verkleuren, wast u licht en donker tex‐
tiel het best apart.
Vlekken vooraf behandelen
Verwijder eventuele vlekken uit het
textiel voor u het wast. Doe dat bij
voorkeur terwijl de vlekken nog vers
zijn. Dop de vlekken weg met een
doekje dat geen kleur afgeeft. Niet
wrijven!
Gebruik nooit chemische reini‐
gingsmiddelen (die oplosmiddel be‐
vatten) in of op de wasautomaat!
Algemene tips
– Gordijnen: Haal de gordijnrolletjes en
de loodveter weg. U kunt de gordij‐
nen ook in een zak steken.
– Bh's: losgekomen bh-beugels vast‐
naaien of verwijderen.
– Doe ritssluitingen, klittenband, haak‐
jes en oogjes voor het wassen dicht.
– Knoop dekbedovertrekken en kus‐
senslopen dicht. Zo komen er geen
kleinere stukken wasgoed in terecht.
Was in deze wasautomaat nooit textiel
met de aanduiding niet wasbaar (on‐
derhoudssymbool ).
21
2. Programma kiezen
Automatic extra
Wasautomaat inschakelen
Druk op de toets .
Programmakeuze
A. Programmakeuze via de program‐
makiezer:
Draai de programmakiezer op het ge‐
wenste programma.
Op het display wordt de maximumla‐
ding van het betreffende programma
aangegeven. Vervolgens schakelt het
display over op de basisweergave.
B. Programmakeuze via de program‐
makiezerpositie "Overige program‐
ma's" en display:
Draai de programmakeuzeknop op de
programmakiezerpositie Overige pro‐gramma's.
Op het display staat:
Raak de sensortoetsen of tot
het gewenste programma op het dis‐
play staat.
Bevestig het programma met de sen‐
sortoets OK.
22
Op het display wordt de maximumla‐
ding van het betreffende programma
aangegeven. Afhankelijk van het geko‐
zen programma worden de vooraf inge‐
stelde programmaparameters aangege‐
ven.
3. Wasautomaat vullen
Het openen van de deur
Pak de deur bij de deurgreep en trek
de deur open.
Leg de was opengevouwen en losjes
in de trommel.
Door textiel van verschillende forma‐
ten in de trommel te stoppen, verbe‐
tert het waseffect en raakt de was
tijdens het centrifugeren beter ver‐
deeld.
Deur sluiten
Let erop dat er geen wasgoed tussen
de deur en de dichtingsring wordt ge‐
klemd.
Houd rekening met de maximumladin‐
gen van de diverse wasprogramma's.
Op het display wordt bij de programma‐
keuze altijd de betreffende maximumla‐
ding aangegeven.
Bij de maximumlading is het stroom- en
waterverbruik, berekend op basis van
de totale hoeveelheid wasgoed, het
laagst. Als u te veel wasgoed laadt, ver‐
mindert het wasresultaat en kreukt de
was meer.
Zwaai de toesteldeur zachtjes dicht.
23
4. Programma-instellingen kiezen
Vuilgraad
Normaal
Temperatuur°C
Mate waarin het wasgoed vuil
is
lichtjes vuil
Geen zichtbaar vuil en geen zichtbare
vlekken. De kledingstukken geven bijv.
een transpiratiegeur af.
normaal vuil
Zichtbaar vuil en/of enkele zichtbare
lichte vlekken.
erg vuil
Duidelijk zichtbaar vuil en/of vlekken.
Tip: U kunt via de instellingen de vraag
naar de vervuilingsgraad inschakelen en
de vooraf ingestelde vervuilingsgraad
bepalen (rubriek "Instellingen", alinea
"Vervuilingsgraad").
Als de vraag naar de vervuilingsgraad is
ingeschakeld, dan verschijnt er op het
display
Het display schakelt automatisch over
naar de vraag:
Afhankelijk van de gekozen vervuilings‐
graad worden de volgende parameters
aangepast:
– bij de vervuilingsgraad Sterk wordt in
sommige programma's automatisch
een voorwas uitgevoerd (zie rubriek
"Opties").
– de aanpassing van de hoeveelheid
spoelwater
– de programmaduur (bij lichte vervui‐
ling wordt de programmaduur ver‐
kort)
Bij sommige programma's kan geen
vervuilingsgraad worden gekozen. De‐
ze programma zijn bestemd voor nor‐
maal vervuild wasgoed.
Temperatuur instellen
U kunt de vooringestelde temperatuur
van een wasprogramma wijzigen.
Druk op de toets Temperatuur.
Op het display verschijnt:
Stel met de sensortoetsen en de
vervuilingsgraad in en bevestig deze
met de sensortoets OK.
24
Stel met de sensortoetsen en de
gewenste temperatuur in en bevestig
deze met de sensortoets OK.
4. Programma-instellingen kiezen
Toerentalo/min1600
Toerental kiezen
U kunt het vooringestelde toerental
van een wasprogramma wijzigen.
Druk op de toets Toerental.
Op het display verschijnt:
Stel met de sensortoetsen en
het gewenste toerental in en bevestig
deze met de sensortoets OK.
Opties kiezen
Het startuitstel inschakelen
De programmastart kunt u 15 minuten
tot maximaal 24 uur uitstellen. Zo kunt
u bijv. gebruikmaken van een goedko‐
per nachttarief voor de elektriciteit.
Zie de rubriek "Startuitstel"
Druk op de toets met de gewenste
optie.
Het controlelampje van de toets brandt.
U kunt niet alle opties bij alle waspro‐
gramma's kiezen. Kunt u een be‐
paalde optie niet kiezen, dan is die
voor dat wasprogramma niet voorzien.
Zie de rubriek "Opties"
25
5. Wasmiddel toevoegen
De wasautomaat biedt u verschillende
mogelijkheden om wasmiddel toe te
dienen.
Wasmiddellade
Als u te weinig wasmiddel gebruikt,
– wordt het wasgoed niet proper en na
verloop van tijd grauw en hard,
– vormen er zich vetluizen op de was,
en
– gaat er zich kalk afzetten op de weer‐
standen.
Als u te veel wasmiddel toevoegt,
– wordt er te veel schuim gevormd.
Daardoor vermindert het effect van
de wasbewegingen en zijn de was-,
spoel- en centrifugeerresultaten on‐
bevredigend.
– wordt er meer water verbruikt door‐
dat er automatisch een bijkomende
spoelbeurt wordt ingelast.
– wordt het milieu zwaarder belast.
Trek de wasmiddellade iets uit. Giet
het wasmiddel in de vakjes:
Wasmiddel voor de voorwas. Doseer
van de totale aanbevolen wasmiddel‐
hoeveelheid 1/3 in vakje en 2/3 in
vakje .
Wasmiddel voor de hoofdwas
Wasverzachter, vormspoeler, vloeibaar
stijfsel en capsules
Meer details over wasmiddelen en de
dosering ervan vindt u in de rubriek
"Wasmiddelen".
26
5. Wasmiddel toevoegen
Cap
Cap-dosering
Er zijn Caps met drie verschillende
soorten inhoud:
= Textielonderhoudsmiddelen
(bijv. wasverzachters, impreg‐
neermiddelen)
= Additieven (bijv. wasmiddel‐
versterkers)
= Wasmiddelen (alleen voor de
hoofdwas)
Een Cap bevat altijd de juiste hoeveel‐
heid voor één wasbeurt.
Deze capsules zijn verkrijgbaar via in‐
ternet (www. shop.miele.be), bij de af‐
deling Onderdelen en Toebehoren van
Miele België of bij de Miele-vakhan‐
delaar.
Bewaar de Caps buiten het be‐
reik van kinderen.
Cap plaatsen
Open de wasmiddellade.
Open het deksel van het vak /.
Cap-dosering inschakelen
Druk op de sensortoets Cap.
Op het display wordt de eerst cap-
soort getoond die bij het programma
kan worden gekozen.
Stel met de sensortoetsen en de
gewenste cap-soort in en bevestig
deze met de sensortoets OK.
Druk de cap goed aan.
27
5. Wasmiddel toevoegen
Sluit het deksel en druk deze stevig
aan.
Sluit de wasmiddellade.
Door de cap in de wasmiddellade te
plaatsen, wordt de cap geopend. Als
de cap ongebruikt weer uit de was‐
middellade wordt verwijderd, dan
kan de cap leeglopen.
Gooi de cap weg en gebruik hem
niet opnieuw.
Cap-dosering uitschakelen/verande‐
ren
Druk op de sensortoets Cap en
volg de instructies op het display.
Bij gebruik van een cap mag er geen
extra wasverzachter in het vakje
worden gedaan. De watertoevoer in
het vakje verloopt bij de cap-do‐
sering uitsluitend via de cap.
De inhoud van de betreffende capsoort wordt op het juiste moment aan
het wasprogramma toegevoegd.
Verwijder de lege cap na beëindiging
van het wasprogramma.
28
Loading...
+ 64 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.